2008 - nr. 2

16

description

Vergaderopeningen Jezus, dicht bij God 3 Waarom ben je hier op aarde? 4 Bezinning Migrantenkerken: wat kunnen we ermee? 9 Foto’s: GZB, Rufo Petri e.a. Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, Boskoop Druk: De Bunschoter bv, Bunschoten Adreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven. 2 MARJA BRAK Transmissie ZOMER 2008 Redactie: Mw. M.E. Brak (eindred.) Ds. W. Dekker Ds. S.J. van der Vlies E-MAIL: [email protected]

Transcript of 2008 - nr. 2

Page 1: 2008 - nr. 2
Page 2: 2008 - nr. 2

Wie het artikel ‘Zending in het huis van de islam’ in ditnummer leest, kan niet anders dan zich afvragen waar-om wij niet elke zondag in onze kerken in gejubel uit-barsten over de vrijheid waarin we als christenen leven.Om direct daarop – ook weer elke zondag - indringendvoorbede te doen voor de christenen die in het huis vande islam leven. Wacht hun lot ons op termijn ook? Hetzal zo’n vaart niet lopen, zo proberen politici en ooktheologen ons te sussen. De theoloog – tevens historicus endat lijkt me in dit verband niet onbelangrijk – Blenkdoet dat niet. Hij schreef in het blad ‘Kontekstueel’ (mei2008): ‘Europa zit klem tussen afval en islam! Wat nu?Moslims moet je liefhebben, maar de islam moet je dóór-hebben. De islam nestelt zich op Joodse en christelijkeplaatsen en wil verloren gebied terug’.

Ds. Blenk is niet bezig ons angst aan te jagen. Hij zet derealiteit in een ander perspectief als hij verder schrijft:‘Wat het beslissende teken van de voleinding is? Niet hetrampenscenario, maar de wereldzending! Let op datpositieve teken. Hoe ver zijn we al op de wereldkaart?Zwart Afrika bezwijkt onder aids, maar de kerk groeit.Straks steekt China ons naar de kroon, maar de kerkgroeit. (….) En vergeet Jeruzalem niet, waar de meestejournalisten zitten te wachten op wat komen gaat.’

Het is goed de les van de geschiedenis ter harte te nemen.Maar de verwachting van Gods Koninkrijk voorkomtdat we de moed verliezen. En daarom gaan we door metde zending. Hier en overal. Zelfs in het huis van deislam.

MARJA BRAK

E-MAIL: [email protected]

2 Transmissie ZOMER 2008

VAN DE REDACTIE INHOUDSOPGAVE

Geschiedenis en toekomst

KADERBLAD VOOR KERKENRADEN,ZENDINGS- EN EVANGELISATIE-COMMISSIES

Bij de voorpagina: Veel gemeenteleden volgeneen cursus om vrijmoedigerover het geloof te lerenspreken (zie pag. 12-15).

Uitgave:Gereformeerde Zendings-bond (GZB)Postbus 283972 PP DriebergenTel. 0343 512444E-mail: [email protected]: www.gzb.orgPostbank rek.nr. 28016

IZB - voor zending in NederlandJoh. van Oldenbarneveltlaan 102818 HB AmersfoortTel. 033 4611949E-mail: [email protected]: www.izb.nlPostbank rek.nr. 980980

Redactie:Mw. M.E. Brak (eindred.)Ds. W. DekkerDs. S.J. van der Vlies

Van de redactieGeschiedenis en toekomst 2

VergaderopeningenJezus, dicht bij God 3Waarom ben je hier op aarde? 4

PreekschetsGod prijzen in een leeg land 5

ZendingZending in het huis van de islam 7

BezinningMigrantenkerken: wat kunnen we ermee? 9

ColumnEen oefening in wachten 11

EvangelisatieGunnend Geloven in de Groninger Ommelanden 12Werken aan missionair bewustzijn 14Welke kennismakingscursus is het meest geschikt? 16

Foto’s: GZB, Rufo Petri e.a.Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, BoskoopDruk: De Bunschoter bv, BunschotenAdreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven.

Page 3: 2008 - nr. 2

Als wij spreken over Jezus – tijdens deAlpha-cursus bij voorbeeld – doen wijdat ook zo aansprekend mogelijk. Wezien het als onze roeping aansluiting tevinden bij de mens van vandaag. Onzeinspiratie daarvoor vinden we in deevangeliën. De evangelisten tekenen deHeiland terwijl Hij midden tussen demensen staat. Hij deelt brood en vis uitaan de schare en is over hen bewogen.Hij reikt de hand aan hulpelozen. Hijziet die ene mens, die door iedereen overhet hoofd wordt gezien. Een lied dat bijjongeren heel geliefd is, is: ‘Hij kwambij ons heel gewoon, de Zoon van God,de Mensenzoon.’ Op dat ‘heel gewone’ligt de nadruk. Zo is het toch, zo is HIJtoch!

Jezus, dicht bij GodPaulus legt in zijn brief aan de christe-lijke gemeente in Kolosse een wat anderaccent. Hij benadrukt juist de hoogheiden de grootheid van Jezus Christus. Hijstijgt ver boven ons uit. Hij is het Beeldvan de onzichtbare God. DeEerstgeborene van heel de schepping (vs.15). Hij is het Hoofd van het lichaam,namelijk van de gemeente (vs.18). InHem woont heel de volheid van God.Dat zijn grote woorden, hooggestemdeklanken. Niet erg dichtbij. Misschienscheppen ze voor ons gevoel zelfsafstand. Zeker voor de mensen die wijproberen te bereiken.

Jezus is HeerToch is dat niet de bedoeling van deapostel. Hij citeert in deze woorden(vs.15-20) een oude hymne en hij doetdat met een pastoraal bewogen hart. De

christelijke gemeente in Kolosse was inverwarring gebracht door een dwaalleerdie de ronde deed. ‘Het leven wordtbeheerst door geestelijke machten’, wasde centrale opvatting. In die wereld vangeesten en engelen heeft Christus welis-waar Zijn kracht gevestigd, maar Zijnmacht is er één van de vele, zo dachtmen. Daar dwars tegenin geeft Paulus degemeente het zicht op Jezus Christus,die boven alle machten en krachten ver-heven is. Alles, maar dan ook alles is aanZijn heerschappij onderworpen. Jezus isdicht bij God en juist dat is een bevrij-dende boodschap!

Christus geeft vrijmoedigheidWaarin ligt de bevrijdende kracht vandit woord? Het doet christenen vrijmoe-dig in de wereld staan. Deze Christusaan wie alles onderworpen is, is immersook het Hoofd van de gemeente! Nu degemeente in Europa op veel plaatsensmal geworden is, is dat een geweldigesteun in de rug. Daarom hoeven wij dedeuren niet gesloten te houden uit vreesvoor wie ook (Joh. 20:19), omdatChristus de Eerstgeborene uit de dodenis (vs.18). Hij stoot de deur open, dedeur van het Woord-voor-de-wereld(Kol.4:3). Wij leven ná Pasen.

Christus en de machtenWij leven ook met zicht op de toe-komst. Het geloof in deze hoge Christusgeeft perspectief. In de naoorlogse jarenschreef professor H. Berkhof een boekjemet de titel ‘Christus en de machten’.Hij analyseert de wereld van zijn dagenen stelt alles in het licht van de hogeChristus. Hij regeert! De machten vantegenwoordig dragen andere namen.Denk aan het consumentisme en hetmaterialisme. Nóg meer is de vijand vanhet genoeg. Tegelijk ontstaat er eennieuwe religiositeit om de leegte te vul-len. Biedt dat een ingang voor hetEvangelie, of is het een tussenstap: vanIemand (namelijk de levende God) naariets, naar niets?

Christus: God komt ZelfOok in onze tijd mogen we het licht vanChristus’ macht zien. In Zijn opstandingheeft Hij de machten onttroond en overhen gezegevierd. Alles ligt bij Hem vast,er loopt Hem niets uit de hand. Wat eentroost: Hij is dicht bij God. Hij is hele-maal van God vervuld, de Vader ishelemaal in Hem. Werkelijk: Zijnhanden zijn Gods handen, Zijn stem isGods stem, Zijn woord is Gods Woord.En Hij baant zelf de weg naar het hartvan mensen. Juist ómdat Hij (dicht bij)God is, is Hij dicht bij mensen.

DS. K. VAN MEIJEREN IS PREDIKANT TE BARNE-VELD EN TWEEDE VOORZITTER VAN DE GZB.E-MAIL: [email protected]

3Transmissie ZOMER 2008

VERGADEROPENING

Jezus, dicht bij God

1. Bespreek eens welke machten zich in onze tijd breed maken.Hebt u er last van in uw eigen leven?

2. ‘Dicht bij God, dicht bij mensen.’ Wat betekenen deze woor-den voor onze missionaire houding?

VERWERKING

K. VAN MEIJERENKolossenzen 1:12-20

Op allerlei manieren proberen reclamemakers een product aan de man tebrengen. Mensen aanspreken, daar zijn we ook in de kerk mee bezig.Mensen zó aanspreken dat ze geboeid raken door de inhoud van hetEvangelie. We besteden daarom aandacht aan stijl en vorm. En terecht!Kijk maar naar de cover van het blad ECHO en denk aan de flyers voor de laagdrempelige bijeenkomsten van de gemeente.

Page 4: 2008 - nr. 2

Terwijl Johannes de mensen oproeptzich te bekeren en velen zich door hemlaten dopen, komt Jezus vanuit Galileanaar de Jordaan. Ook Hij wil zich doorJohannes laten dopen. Johannes voeltzich duidelijk ongemakkelijk en pro-beert de rollen om te draaien: ‘Zou Umij niet moeten dopen, in plaats van ikU?’ Maar Jezus wil er niets van weten enwijst Johannes er op, dat alleen op dezemanier de gerechtigheid van God ver-vuld kan worden. En dus dooptJohannes Jezus. De indruk die hetgeheel op de aanwezigen gemaakt moethebben, wordt nog eens onderstreept alsde Geest van God uit de hemel daalt.Een stem zegt, dat Jezus degene is diedoor God geroepen is Zijn plannen teverwerkelijken.

Op de proef gesteldMeteen daarna leidt de Geest Jezus naarde woestijn. De doop alleen is nietgenoeg om met het aankondigen vanGods Koninkrijk te kunnen beginnen.Jezus wordt op de houdbaarheid ervangetest. Een wonderlijke geschiedenis,wanneer God zelf door Zijn Geest dedoor Hem geliefde Zoon overlevert aande duivel om beproefd te worden. Maarhet gebeurt en tot drie keer toe krijgtJezus een uitdaging voorgelegd. Brood,als je net 40 dagen niet hebt gegeten.Een beroep op het vertrouwen in Goddoor Hem uit te dagen Zijn engelen testuren. En de macht over de wereld, alsJezus voor Zijn verleider zal knielen.Maar alle drie de keren wijst Jezus hemmet bijbelse woorden zijn plaats. Deduivel vertrekt, engelen brengen Jezus teeten. Hij heeft de beproevingen door-staan en Zijn optreden kan beginnen.

DoelDe doop van Jezus en meteen daarna,zonder moment van rust lijkt het wel,drie verzoekingen. Intrigerend. Zowel inde doop als in de beproevingen staatvolop het mens-zijn van Jezus centraal.Dat roept de vraag op naar de bood-schap van dit gedeelte voor ons nu. Twee dingen vallen op. Het doel vanJezus’ komst naar Galilea om gedoopt teworden, is duidelijk. Hij komt om Zijngeloofsbrieven op te halen, zodat Hij alsgezondene van God op weg kan gaan.Het lijkt me dat hier ook een vraag aanons in ligt. Waar ga je voor? Wat is hetdoel in je leven? En hoe verhoudt jouwdoel zich tot de plannen van God ommet inschakeling van mensen ZijnKoninkrijk te realiseren? Een vraag diewe misschien al gauw wegwuiven.Immers, we zijn toch christen, we gelo-ven toch in God en we gaan toch naarde kerk? Maar met een dergelijk ant-woord zouden we de woorden uitMatteüs 3 onvoldoende serieus nemen.Het gaat hier om een levensbestemming,een streep die gezet moet worden. Omde woorden uit de rooms-katholiekecatechismus te gebruiken: waarom benje hier op aarde?

Verleid wordenJezus is de door God geroepene die God en mensen weer bij elkaar moet

brengen. En toch is het God zelf dieJezus bloot stelt aan beproeving. HoudtHij stand? Is Hij echt degene die vol zalhouden? Het antwoord op die vraag isons bekend. In navolging van Jezus ligtde vraag er nu aan ons. Hoe sterk sta jein je schoenen? Verleidingen zijn alom-tegenwoordig. Jezus kreeg tot drie keertoe een zeer verleidelijk aanbod voor-gelegd, dat exact lijkt aan te sluiten bijZijn behoeften, roeping en positie opdat moment. Zo zullen verleidingen ookvoor ons op maat gesneden worden.Verleidingen om je weg te houden bijhet doel waarvoor je als christen bentgeroepen, je weg te gaan in navolgingvan de Zoon. Jezus houdt de lijn naar God open doortot driemaal toe niet toe te geven. Hijberoept zich op de woorden van God endient zo Zijn verleider van repliek.Sterk. Geen redenering vanuit je eigenwil of gevoel, maar eenvoudig verwijzennaar de bron waaruit je leeft: woordenvan God zelf.

Op weg gaanMet die wetenschap kun je vol vertrou-wen op weg gaan. God zelf spreekt opmomenten van twijfel en verleiding. Zokun je je staande houden en zal anderenduidelijk worden, dat je je geroepenweet tot maar één ding: duidelijk makendat het Koninkrijk aanstaande is.

DRS. I.M. DEKKER IS MISSIONAIR TOERUSTER

BIJ DE IZB. E-MAIL: [email protected]

4 Transmissie ZOMER 2008

VERGADEROPENING

Waarom ben je hier op aarde?Waar ga je voor in het leven? Wat vind je zo belangrijk dat al het andereerdoor naar het tweede plan wordt verwezen? En daarbij dan ook de vraag:lukt het om dat ook inderdaad te verwezenlijken? Aan het begin van Jezus’optreden lijken deze vragen centraal te staan in het Matteüs-evangelie.

1. Wat is uw doel in dit leven?

2. Wat houdt u van dit doel af?

VERWERKING

MATTEÜS 3:13-4:11

IWAN DEKKER

Page 5: 2008 - nr. 2

• Psalm 146 is een van de ‘halleluja-psalmen’. De psalm is vol spanning.Als de twee punten van een ellips zijnbegin en eind aan elkaar verbonden.De spanning zit er al van het begin afin. Het is van tweeën één: God prij-zen, omdat je Zijn hulp verwacht ófop mensen vertrouwen. Spanningnemen we ook waar in vers 8 en hetslot van vers 9, waar de rechtvaardigetegenover de goddeloze wordt gesteld.Door de hele psalm heen zit de span-ning tussen de geziene werkelijkheiden de geloofde werkelijkheid. Alleendegene die zich geheel toevertrouwtaan de ‘God van Jakob’ ervaart ont-spanning als vrucht van en resul-terend in de lofprijzing.

• De opwekking om God te loven is ineen pluralis (vs. 1) én singularis. Deliturgie heeft een gemeenschappelijkeen een persoonlijke component. Hetwoord Halal betekent letterlijk: degrootheid, roem of glorie van iemanduitdrukken (Engels: ‘boast’, in depositieve betekenis van ‘ophemelen’zoals een kind met zijn vader kandoen). Lofprijzing is ‘hoog opgevenvan God’. Wie de lof brengt aan Godheeft Hem ‘hoog zitten’ en verwachtvan Hem alle heil, al zit je helemaalaan de grond (Hab. 3:17,18).

• De ‘prinsen’ (SV) of ‘hoge heren’(Willibrordvertaling), de ‘voornamen’(Naardense Bijbel) verdienen deze lofniet (vs. 3). Zij zijn in het gunstigstegeval slechts vergankelijke helpers, álsze al een hand naar je uitsteken!Treffend is de woordspeling in hetHebreeuws ‘adam’ -‘adama’.

• Vers 5, dat als de kern beschouwd kanworden, laat zien wat de bron van delofprijzing is: vertrouwen op de ‘Godvan Jakob’ in Wie onze hulp en ver-wachting staat. Lofprijzing zonderdeze geloofsrelatie relateert aan lucht-acrobatiek: het is fascinerend, maarhet schiet niet op. Het (je) blijft in delucht hangen.

• Dat die lofprijzing niet alleen iets isvan onze mond en van ‘grote woor-den’ kan worden opgemaakt uit vers2: bechaia, doorgaans vertaald met‘terwijl ik (nog) leef ’ of ‘in mijnleven’, kan ook worden vertaald als‘met mijn leven’. Vertrouwen op God,waar het in Psalm 146 allemaal omdraait, betekent geen passiviteit (vgl.o.a. Micha 6:8).

• ‘Welgelukzalig’ wordt de mens in vers5 genoemd, die deze God tot zijn hulpheeft (en Hem daarvoor prijst). Hetwoord hier gebruikt voor ‘gelukzalig’(ashar) betekent letterlijk ‘opschieten’,‘vooruit komen’, ‘vordering maken’

(vgl. Gen. 30:13; Ps. 72:17; Ps. 41:2;Spr. 3:18; 31:28). Je verwachtinghebben op de HEERE, dat is pas echtcarrière maken in het leven.

• Dat er alle reden is het van Godalleen te verwachten, bewijzen de ver-zen 6-9. Schepping, verlossing, gene-zing, voeding, heling, bescherming,staan op conto van Hem die hier ‘deGod van Jakob (‘bedrieger)’ heet. Dittreft, omdat in vers 9 van ‘de godde-loze’ wordt gezegd, dat zijn weg wordtomgekeerd (lett. ‘omgebogen’,‘gekromd’). Het geloof is per definitieparadoxaal. De goddeloze wordt‘nochtans’ gerechtvaardigd. Maar daaris niet alles mee gezegd. Want het isevenzeer waar, dat de goddeloze ver-gaat en de rechtvaardige ‘gerechtvaar-digd’ wordt. ‘De HEERE heeft derechtvaardige lief ’ (vs. 8) en dat isniet, omdat deze zo goddeloos is.

• ‘De rechtvaardige’ (zaddiq) is degenedie ‘wandelt met God’ (Gen. 6:9;7:1).Zie ook 18:23v; Ex. 23:7; 1 Sam.24:18; Jes 3:10). Dikwijls wordt derechtvaardige in één adem genoemdmet de ‘ellendige’ en de ‘arme’ (Jes.26:6,7; zie ook Jes. 5:23). De recht-vaardige valt in de categorie mensenwier ‘recht’ vertreden en verachtwordt. De rechtvaardige neemt‘niemand er tussen’, maar neemt hetnauw met het recht van God en van

5Transmissie ZOMER 2008

PREEKSCHETS

In juli 2007 gearriveerd in Zimbabwe, zijn wij nogmaar net begonnen aan de cursus ‘ellende zien enverwerken’. Zimbabwe, ooit redelijk welvarend, is nubijna van alles beroofd. Sommigen beweren dat ditkomt doordat de Zimbabwanen ‘op prinsen vertrouwdhebben’. Wij laten dit voor wat het is. Wat niet terdiscussie staat is het feit dat velen volhardend voort-gaan en ons voorgaan in de lofprijzing.

Deze ervaring bracht mij ertoe Psalm 146 te kiezen in‘the hour of devotion’, die wekelijks op MurrayTheological College gehouden wordt. Deze preekschetsmoet dus vanuit de geschetste context worden verstaanen is bedoeld – zoals elke preekschets - als springplankom zélf de diepte in te duiken.

God prijzen in een leeg land

UUiittlleegg

A. VISSER

PSALM 146

Page 6: 2008 - nr. 2

zijn naaste. Dat maakt hem tegelijkkwetsbaar, omdat de wereld (de god-deloze) het daarmee nu juist niet zonauw neemt. Zo is de rechtvaardigedegene die hoopt op God en leeft ‘byhis faith’ (vgl. Hab. 2:4; Rom. 1:17;3:21; 5:1 e.a.).

• Voordat de psalm eindigt met een(herhaalde) oproep om God teprijzen, wordt Zijn koningschapover Sion/Jeruzalem bezongen. Datlaat nog eens zien dat deze psalm vanen voor Israël is. Voor alle tijden –‘van geslacht tot geslacht’ - is er de

zekerheid voor Israël dat God hunkoning is. Dat wij deze psalm metIsraël mogen meezingen en delen inde beloften aan Israël is je reinstegenade (Ef. 2:11v, Rom. 9-11).

6 Transmissie ZOMER 2008

PREEKSCHETS

AAaannwwiijjzziinnggeenn vvoooorr ddee pprreeddiikkiinngg

1. Preken over Psalm 146 kan op min-stens zoveel verschillende manieren alshet aantal vlakken dat een diamant telt(56). Ik heb gekozen voor het inzettenmet een korte situatieschets van hetland waarin wij wonen, om de oproeptot lofprijzing te positioneren. Vandaarhet thema: Lofprijzing in een leegland. Wie voor deze opzet opteert, kankiezen uit vele mogelijkheden.

2. Duidelijk zal gemaakt moeten wor-den, dat lofprijzen geen slag in delucht is, maar opkomt uit de dieptewaarin wij gefocust zijn op en gefasci-neerd door God. Geloof en hoop zijnbasis en bron van de lofprijzing. Datlofprijzen geen prestatie is, maar altijdiets paradoxaals heeft, kan mensenhelpen niet teleurgesteld te raken overzichzelf op dit punt.

3. Wie op (mensen van) aanzien ofmacht vertrouwt, komt nooit tot lof-prijzing en loopt zo het doel in hetleven mis, hoe ver je het hier benedenook schopt.

4. De mens die God prijst, ziet meerdan het leven biedt (vol of leeg). Opdit punt van de preek kan de relevan-tie van deze psalm worden vertolkt inde praktijk van alle dag, waarbij ookvragen aan de orde dienen te komenals: Hoe kan ik God prijzen in mijnleven? Ook de vragen over hetGodsbestuur kunnen aan de ordekomen. Identificatie met de vraagstel-ler is hierbij van wezenlijk belang.

5. Zo wordt preken over Psalm 146 eenspannend gebeuren. De prediker gaat

samen met zijn hoorders de diepte in,zoekend naar houvast in de belovendeen lofwaardige God van Jakob.

6. Dat Hij hier de God van Jakob heet,is tot bemoediging van hen die nietmeer in Hem durven geloven, omdatze zich wel weg kunnen schamen overwat gebeurde in hun leven.

7. Trek in de preek alle registers open,als het komt op het aangeven van deredenen die wij hebben om God teloven (vs. 6-9). Wij moeten ons hier-bij hoeden voor vergeestelijking,omdat Psalm 146 spreekt over men-sen in concrete noodsituaties.

8. Om te laten zien hoe de lofzang in aldie situaties kan ontstaan, moeten weeen ‘ervaringsverhaal’ invoegen waarmensen zich in kunnen herkennen(uit de Bijbel of uit onze eigen levens-ervaring of die van iemand anders).Doel is te laten zien hoe bemoedi-gend het is dat in een ´leeg land´ delof aan God zingend en dansendwordt gaande gehouden.

9. Lofprijzing heeft iets profetisch. Datis iets anders dan ´positief denken´.Er stromen nog tranen hier. Maar delofzang troost de ziel, zodat je aan hetzingen van een psalm of lied somsmeer kunt hebben dan aan de helepreek.

10. Zo heeft Jezus de lofzang gezongengedurende Zijn leven, maar vooral bijde uitgang ervan. Zelfs in het bitter-ste uur kon de Laatste (Adam) nietvan Zijn God afkomen (Eloi, Eloi).

Als één brok ellende en als een‘goddeloze’ gebogen onder mijn vuilezondelast, heeft Hij Psalm 146 ver-vuld. Zijn leven en sterven was red-den van zonden en oprichten van(tekenen van) Gods Koninkrijk metwonderen van bevrijding en genezing.In de navolging van Hem blijven ookwij daarin niet passief.

11. Psalm 146 is en blijft intussen depsalm van Israël. Wij mogen echtermet en voor Israël de lofzang aanhef-fen: ‘De Verlosser zal uit Sion komenen de goddeloosheden van Jakobafwenden (Rom. 11:26). Want ‘uwGod, o Sion, is van geslacht tot ge-slacht’. Dat dit een spannende belijde-nis is, hoeft geen betoog. Dit is ookiets van het ‘nochtans’ van het geloof.

Liturgische aanwijzingenLiederen: psalm 146; 33; 46; 62; 107;118; 121; 124 en 147; gezang 20 en21 (LvK), lied 38 (Op Toonhoogte). Schriftlezingen: als lezing uit NT kangekozen worden Lucas 4:16-21.

Geraadpleegde literatuurNaast Biblia Hebraica en verschillen-de bijbelvertalingen heb ik gebruikgemaakt van S.D. Renn, ExpositoryDictionary of Bible Words,Hendrickson PublishersMassachusetts, 2005 en van enkelecommentaren die ik hier (digitaal) totmijn beschikking heb.

DS. A. VISSER WERKT VOOR DE GZB

IN ZIMBABWE

Page 7: 2008 - nr. 2

Toch kon men de regio voor de zevendeeeuw beter aanduiden als de geboorte-plaats en het huis van het christendom. In1958 gaf Frits van der Meer zijn Atlas vande Oudchristelijke Wereld uit. Zijn over-zichtskaart van het Midden-Oosten isbezaaid met kruistekens: ze geven de plek-ken aan waar de kerk al vroeg was geves-tigd. Als we op deze kaart de ontwikke-ling sinds de zevende eeuw zouden aan-geven, dan zouden deze kruisjes door tal-rijke halve manen overwoekerd worden.Toch is ze er nog: de oude kerk van hetMidden-Oosten. Omgeven door een zeevan islam, staat ze onder zware druk. Hoegeeft deze kerk gestalte aan haar roepingom het Evangelie te verkondigen? Watkunnen wij van haar leren over het getui-genis onder moslims? En hoe kunnen wijhaar ondersteunen?

Religieuze verzuiling In Nederland kunnen wij ons niet voor-stellen welke centrale rol de kerk speelt inhet leven van oosterse christenen. De kerkis de gemeenschap, waar je geregistreerdstaat, waar je wordt gedoopt, waar jetrouwt en waardoor je uiteindelijk wordtbegraven. Zonder de kerkelijke gemeen-schap kún je niet en ben je niemand. Lidzijn van een kerkelijke gemeenschapschermt je bovendien af van andere reli-gieuze gemeenschappen Een seculiere,neutrale optie is er niet. Je bent ófchristen óf moslim. Het Midden-Oostenis, om het met een Hollandse term te

zeggen, extreem verzuild. De zuilenbestaan echter niet naast elkaar: dechristelijke zuil bestaat als een toevluchts-oord binnen de grote, alles omvattendeislamitische zuil. De kerk fungeert voorchristenen als een soort ruimtecapsule,waarbinnen het christelijke geloof beledenen beoefend mag worden. Buiten de kerkkunnen christenen niet ademen! De overgang van de ene religieuzegemeenschap naar de andere is een stapmet grote sociale of zelfs politieke gevol-gen. Als een moslim tot de kerk toetreedt,wordt dit door de islamitische gemeen-schap als een verzwakking ervaren en daar-mee als een politieke bedreiging. Het isniet verwonderlijk dat moslims die open-lijk het geloof in Christus belijden vaak inlevensgevaar verkeren of uit hun familie engemeenschap worden gestoten. Wie deoverstap wil maken, moet daarom eendiepe geloofsovertuiging hebben: het is eenbeslissing die je voor het leven neemt enwaarop je niet kunt terug komen.

Vormen van zendingAls wij de vrijheid van christenen op eenlijn uitzetten, dan staat Libanon aan hetene en Iran aan het andere eind. De graad

van vervolging geeft aanleiding tot tweemissionaire modellen. In Libanon heeft dekerk de vrijheid om op een meer institu-tionele wijze het Evangelie te verkondigenen in Iran is de kerk gedwongen op clan-destiene, omzichtige wijze te werk te gaan. Libanon is het meest westerse land in hetMidden-Oosten en heeft procentueel hetgrootste aantal christenen. In grote delenvan het land wonen nauwelijks moslimsen de kerkklokken beieren dagelijks overde daken. Christenen hebben eenaanzienlijke vertegenwoordiging in deregering. bijbels en christelijke lectuurkunnen vrij gedrukt en verspreid worden.De zondag is in de meeste delen van hetland een vrije dag.Toch is zending onder moslims ook inLibanon een gevoelige aangelegenheid. De meeste moslims komen tot geloof inChristus doordat zij christelijk onderwijsgenieten en daarna ook in contact blijvenmet christenen. Als zij in de zuil van hetchristendom kunnen worden opgenomen,voelen zij zich veilig genoeg om hungeloof openlijk te belijden. Dat geeft hetbelang van een voortbestaand corpuschristianum aan en de tragiek van deafbrokkeling ervan.

77Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

ZENDING

Al eeuwen lang domineert de islamhet Midden-Oosten. De profeetMohammed werd er groot; zijn vol-gelingen vestigden er een nieuwereligie. Vandaag staat er in onzebeleving bijna een = teken tussende woorden Midden-Oosten,Arabische wereld en islam.

Zending in het huis van de islamWILBERT VAN SAANERUTGER MAURITZ

Kerk in Aleppo, Syrië

Page 8: 2008 - nr. 2

88 Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

Van vrijheid is voor christenen in Irangeen sprake. De bestaande ‘oude kerken’worden gedoogd, maar op allerlei manie-ren ‘gevolgd’ door de geheime dienst endwars gezeten. Jeugdbijeenkomsten zijnwel toegestaan, maar er moet wel een lijstmet namen ingeleverd worden bij de ge-heime dienst! Uiteraard ‘mogen’ bijbels enboeken, maar dan alleen in het Armeensof Assyrisch, in talen dus die de gewoneIraniër niet kan lezen. Drukken en impor-teren van bijbels en boeken in de Farsi-taal(het hedendaagse Iraans) is verboden. Toch is de kerk in Iran missionair: dediensten van protestantse gemeenten in deFarsi-taal worden druk bezocht door ‘zoe-kers’ en op de ‘interne’ bijbelschool van deprotestantse gemeenten zitten veelMBB’ers: Muslim Background Believers.Vrienden van christenen op werk en uni-versiteit hebben vragen en krijgen ant-woord, bij voorbeeld in de vorm van eenbrochure of boek, dat in eigen beheer ge-kopieerd is. Belangstelling voor het Evan-gelie – beschikbaar via internet en satellie-ten - is er volop. Hoe uitgebreid het net-werk van huisgemeenten is, weet niemand.En dat moet (helaas) ook zo blijven.

Contextualisatie, compromis en con-frontatieDe laatste decennia is er veel gesprokenover contextualisatie van het Evangelie:een drastische aanpassing van vormen envan communicatiemiddelen zou nodigzijn, omdat de boodschap en de bood-schappers te westers en daarmee nietacceptabel waren voor oosterse moslims.Inmiddels wordt er ook kritiek geuit op decontextualisatiebeweging. Het kan leidentot tekort doen aan de kern van hetEvangelie. Een voorbeeld: als een jongekerk van MBB’ers de normen van de mos-kee meenemen in die gemeente, wordenvrouwen tweederangs. Dat gaat lijnrecht integen het voorbeeld van Christus, die ookvrouwen als volgelingen had. Onlangshoorden wij een student van de NEST dieleiding geeft aan een kleine gemeente vanMBB’ers zeggen: niet contextualisatie isnodig, maar het tegenovergestelde. Overhet Evangelie en de kerk zitten lagen van

westerse cultuur entheologie. Als wij die eraf kunnen schrapen,dan komen wij terugtot de cultuur van deBijbel en dat is de oos-terse cultuur! Dat het institutionelemodel zich slecht verdraagt met contextua-lisatie was bekend, maar blijkbaar is con-textualisatie ook geen toverwoord voor de‘clandestiene’ aanpak. Het helpt niet omhet Evangelie aan te passen aan de islami-tische cultuur. Het Midden-Oosten behoefteen terugkeer naar de cultuur van hetOude en het Nieuwe Testament, waaropde oosterse cultuur nog steeds zo nauwaansluit. Voor de oude oosterse kerken zaldit gemakkelijker zijn dan voor kerkengeboren uit westerse zending. Ook geloven wij dat clandestiene zendingde oudere, gevestigde kerk nodig blijfthebben. Er is ons geen succesvolle Jezus-beweging binnen de moslimwereld bekenddie door haar omgeving is geaccepteerd.Moslims die tot geloof in Jezus komen,blijven binnen een gevestigde (niet-gecon-textualiseerde) kerk echter wel staande. Devoorbeelden vanuit Libanon en Iran lerenons dat de oudere kerken een belangrijkerol spelen voor MBB’ers.

Liefde als sleutelLiefdevolle identificatie van christenen met moslims blijft nodig. In zijn romanSamarkand (1989) geeft de Libaneseschrijver Amin Maalouf hiervan een voor-beeld. Een Amerikaanse onderwijzer-zendeling in Tabriz komt pas in mens-tot-

mens contact met de Perzische bevolkingwanneer hij oprecht met hen kan huilenover de moord op imam Hoessein tijdenshun jaarlijkse herdenking van dit lijdens-verhaal. Pas dan vertrouwen de mensenhun kinderen toe aan de presbyteriaanseschool waar de Amerikaan werkt. Pas dankomen er mogelijkheden het Evangelie tedelen.Liefde, toewijding en trouw lijken ons desleutelwoorden als het gaat om zending inhet huis van de islam. Dit is een grote uit-daging, want moslims in het Midden-Oosten ervaren wat vanuit het (christelij-ke) westen op hen afkomt, niet bepaald alsliefde. Toch kan een enkel voorbeeld vandienstbaarheid en trouw in dat beeld voorvelen verandering brengen. Daarom gelo-ven wij als GZB dat het uiterst belangrijkis om mensen te blijven sturen: mensendie dienstbaar willen zijn aan de oostersekerk en daarmee aan de moslims van hetMidden-Oosten, in navolging van deMeester, die kwam om te dienen en zijnleven te geven als een losprijs voor velen.

DS.IR.R.F. MAURITZ IS REGIOCOÖRDINATOR

MIDDEN-OOSTEN BIJ DE GZB.

E-MAIL: [email protected]

DS. W.P.J.L. VAN SAANE WERKTE VOOR DE GZB

IN LIBANON EN WORDT STAFMEDEWERKER

VAN DE NEDERLANDSE ZENDINGSRAAD.

E-MAIL: [email protected]

1. Christenen in het Midden-Oosten zeggen: ‘Wij zijn christen inons geloof, maar moslim in onze cultuur’. Geldt dit ook voorons: christen in ons geloof, geseculariseerd in ons denken endoen? Geef voorbeelden. Kan dat? Motiveer.

2. Iemand zei: ‘Hoe langer ik in het Midden-Oosten woon, hoegroter mijn hekel aan de islam, maar hoe groter mijn liefdevoor moslims.’ Wat vindt u van deze uitspraak?

VERWERKING

ZENDING

Een dopeling krijgt dehanden opgelegd (rechtsds. Van Saane)

Page 9: 2008 - nr. 2

In de 20ste eeuw kwamen er nieuwemigratiestromen uit: - de voormalige koloniën: Molukkers,

Indonesiërs, Surinamers, Antillianen- het Middellandse-Zeegebied, als gast-

arbeiders in de jaren ‘60- Azië, Afrika, Latijns-Amerika, Midden-

Oosten en Oost-Europa, zowel politiekeals economische vluchtelingen in dejaren 1980 en 1990.

Tot onze grote verrassing namen dechristen migranten hun kerken mee. Opdie manier zijn er nu zo’n 930 nieuwekerken in ons land. Als de groepen inwording worden meegeteld, zijn dat erwel 1100. Nu wil ik hier niet ingaan op

de Orthodoxe en Rooms-Katholiekekerken en ook niet op de kerken meteeuwenoude protestantse tradities zoals deWaalse, de Anglicaanse, de Schotse kerkenen de zeer sterk gegroeide EvangelischeBroedergemeenschap. Ik richt mijn aandacht vooral op de hon-derden nieuwe, protestantse, evangelische,pinkster- en neo-pentecostale kerken.Kerken met verschillende namen, met uit-eenlopende vormen in hun kerkdienstenen op diverse locaties. De grootste con-centraties van nieuwe kerken zijn te vin-den in Amsterdam met 200 migrantenkerken, Rotterdam (120), Den Haag(120) en Utrecht (35). Daarnaast zijn zijverspreid over het hele land.

Bevordering van integratieDe nieuwe kerkgemeenschappen zijn voorde migranten plaatsen om zich thuis tevoelen. Zij kunnen in hun eigen taal hetEvangelie horen. Kerkdiensten zijn medevoor hen een sociaal gebeuren en bevorde-ren de cohesie van de nieuwe groepen inonze samenleving. Leden wisselen voor degezinnen medische problemen met elkaaruit. Zij netwerken en verwijzen door naarinstanties voor onderwijs en werk. Huneigen kerken bieden de mogelijkheid omgeestelijke en praktische ervaringen tedelen. Deze migranten christenen hebbenin ons land nauwelijks de publiciteitgehaald, want zij zorgen voor weinigproblemen. Dat in tegenstelling tot de900.000 moslims die de krant wel dage-lijks halen.De vele migrantenkerken hebben nietalleen vragen aan ons - zelfs niet in deeerste plaats - maar zij dragen ook bij totons welzijn op de terreinen van pastoraat,missionaire activiteiten en in de theologie.

Een paar illustraties:- In de jaren 1980 onstond in Amsterdam

onder leiding van dominee HimmansArday de True Teachings of Christ Temple,waar vele Ghanezen een geestelijk thuisvonden in een context met vele uit-dagingen en verleidingen. Deze gemeen-schap begon recent ook missionair endiaconaal werk in Ghana.

- In Rotterdam-Zuid groeit deInternational Christian Fellowship vanuithet evangelisatiewerk van de ChristelijkeGereformeerde Kerk. Nu zijn 80Nederlanders en 80 nieuwe migrantenuit Azië en Afrika deel van deze gemeen-schap. ’Zij brengen het Evangelie terugnaar Europa’.

- Een focus in vele Afrikaanse migrantenkerken is om van de Boze verlost teworden. Boze machten, geesten, deduivel zijn voor hen een grote realiteit.In diensten wordt in lied en gebedChristus op zijn hoogst verheerlijkt ende satan op zijn diepst vernederd.

99Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

BEZINNING

Volgens allerlei schattingen zijn er nu zo’n 800.000 migranten christenenin Nederland. Van hen zijn er min of meer 400.000 protestant. In devoorbije eeuwen kwamen er regelmatig vluchtelingen naar Nederland.Zoals de 100.000 vluchtelingen vanuit de Zuidelijke Nederlanden(België) in de 16de eeuw. Toen ontstonden de Waalse kerken, die na deherroeping van het Edict van Nantes versterkt werden met 75.000Hugenoten vanuit Frankrijk Vanaf de 17de eeuw kregen Lutherse,Armeense, Schotse, Deense en Noorse gemeenten een plaats in ons land.

Migrantenkerken: wat kunnen we ermee?

HANS VISSER

Uiteenlopende vormen in de kerkdiensten

Page 10: 2008 - nr. 2

Wij moeten echter deze kerken niet van-wege hun enthousiasme idealiseren. Velevan de jonge kerken zijn ook kwetsbaardoordat zij zo weinig ervaring hebben metNederlandse regelingen, voorschriften envergunningen. Soms raken nieuwe kerkenvanuit zelfbehoud ook in competitie metelkaar. Kerksplitsingen en machtsconflic-ten komen ook daar voor.

Relatie met de PKNWat hebben deze ontwikkelingen degevestigde kerken als de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en juist de zendingsorganen GZB en IZB te zeggen?De GZB richtte zich ruim 100 jaar gele-den in gehoorzaamheid aan het zendings-bevel, zoals dat verwoord is in Matteüs28, tot ‘alle volken’. Nu is de zendings-bond werkzaam onder vele volken die verspreid zijn over grote delen van dewereld. Tot onze verrassing zijn vertegenwoordi-gers van ‘alle volken’ bij ons in Nederlandgekomen. Wat heeft dat te betekenen? Inde eerste plaats: luisteren. Luisteren naarwat de ander ons en wat de Here God inde ander ons te zeggen heeft. DeProtestantse Kerk heeft in 2005 het visiestuk Leren leven van de verwonderinggepubliceerd, waarin staat: ‘Vooral debanden met migrantenkerken zullen worden aangehaald en de samenwerkingmet hen zal worden verdiept en verbreed’.Verbreding vond plaats toen heel recenteen tweetal Indonesische kerken, PERKIen GKIN, een associatie met deProtestantse Kerk zijn aangegaan en aleerder hadden de Waalse gemeenten en de Urdu-sprekende gemeente in Rotter-dam institutionele verbanden geslotenmet de gevestigde, witte, kerken.

Nieuwe contactenOp plaatselijk niveau willen gemeentenwel enig contact met nieuwe migranten-kerken in de zin van kennismaking en deuitnodiging van een koor. Mensen wor-den geraakt door de hartelijke ontvangsten door het exotische. Veelal blijft hetechter daarbij. Een stap verder zou zijnom tot uitwisseling van voorgangers tekomen. Taal, tijd, inhoud van de preek,liederen, de aanbidding en de gebedenkunnen allemaal anders zijn. De ene kerkspreekt veel meer aan dan de andere.De Nederlandse pentecostale en charis-matische kerken willen nu contacten metde nieuwe migrantenkerken, na al te langgeen oog voor hen gehad te hebben.Onlangs is in deze kring zelfs een predi-kant daartoe aangesteld.In Rotterdam-Kralingen bezochten eenpaar mensen van een steeds kleinerwordende PKN-gemeente de nieuwechristelijke migrantengemeenschappen.Met een vijftal onderhouden zij contac-ten. Herkenning vindt plaats in gezamen-lijke diensten, een pinksterfeest, een vie-ring van het Heilig Avondmaal… Hetlichaam van Christus is veelkleuriger danooit gedacht.Veel migrantenvoorgangers hebben opzeer verschillend niveau theologischonderwijs genoten. Verdere opleiding ishard nodig voor hen om in de eigengemeente en in de Nederlandse samen-leving goed te kunnen functioneren. DeGZB zendt docenten uit naar plaatsen verweg en de IZB is present in Nederland.Ligt er voor hen beide niet een taak onderen met de christenmigranten?

SKINSamen Kerk In Nederland, sinds 1997,is een vereniging die tot doel heeft ‘hetdoor onderling contact en gezamenlijkeactie van de aangesloten christelijkegeloofsgemeenschappen elkaar steunenbij het zoeken en vinden van een zoda-nige plaats in de Nederlandse samen-leving dat zij de mogelijkheid hebbenom als kerk of kerkelijke gemeente inde Nederlandse samenleving tefunctioneren’.

Voor wie verder wil lezen:- K. Ferrier, Migrantenkerken, Kok,

Kampen, 2002.- H. Euser, K. Goossen e.a. Migranten

in Mokum. De betekenis van migran-tenkerken voor de stad Amsterdam. VU,Amsterdam, 2006.

- J. van der Sar & R. Visser, Gratis enwaardevol. Rol, positie en maatschappe-lijk rendement van migrantenkerken inDen Haag, Oikos, Utrecht, 2006.

- R. Calvert, Gids voor ChristelijkeMigrantengemeenschappen inRotterdam, SKIN-Rotterdam, 2007.

- M.M. Jansen & H.C. Stoffels,A Moving God. Immigrant Churchesin the Netherlands, LiTVerlag,Zürich/Berlin, 2008

DR. J.J. VISSER WAS RECTOR VAN HET

HENDRIK KRAEMER INSTITUUT EN ALS

ADVISEUR BETROKKEN BIJ DE MIGRANTEN-

KERKEN IN NEDERLAND EN SKIN.

E-MAIL: [email protected]

1100 Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

BEZINNING

1. Is integratie van christenmigranten in de Nederlandse kerkelijke samen-leving wel nodig en mogelijk? In welke opzichten wel en in welke niet?

2. Kerkelijke gemeenten in middelgrote plaatsen kunnen speciale taken vervul-len voor nieuwe migrantenkerken, zoals hulp om lid te worden van eenlokale Raad van Kerken of ander samenwerkingsverband, bij publieke mani-festaties als herdenkingen, etc. Biedt uw eigen gemeente mogelijkheden?

VERWERKING

Dr. J.J. Visser

Page 11: 2008 - nr. 2

'De handen zijn vies'. De jongen sprakhet uit alsof het zijn handen niet waren.Zijn predikant ging naast hem zitten.Dat is beter, dan hoef je elkaar niet in deogen te kijken.'Waren ze weggelopen?', vroeg hij metdezelfde Afrikaanse indirectheid.'Ze moesten wel', bracht de jongen uiten liet het verder over aan de stilte.Zijn predikant liet de stilte even haargang gaan en zei daarna zacht: 'Hebbenze de pijlen aangeraakt?' De jongenknikte, zijn tranen dwingend achter zijnogen te blijven.'Zouden die handen in de handen vanJezus gelegd willen worden?', vroeg depastor.'Ze hebben het geprobeerd, maar ze zijnverlamd'. Nog keek hij naar zijn han-den alsof ze vreemdelingen aan zijn lijfwaren. Bidden kreeg hij niet voor elkaar.De schaamte was te groot.'Mag ik mijn handen gebruiken om zein de handen van Jezus te leggen?'De jongen knikte en de predikant vondwoorden die zijn ziel genas en zijn zon-den vergaf. Na het gebed gaf hij hemzijn handen terug.

Deze predikant voelde aan waar dejongen mee zat. Tijdens de gewelds-uitbarsting na de verkiezingen in Keniawas de jongen gedwongen mee te doen.Hij had pijlen en boog in de handgeduwd gekregen en moest ze afschieten

om huizen van mensen van de anderestam in brand te steken. Thuisgekomenwist hij niet wat hij er mee aan moest.Hij schaamde zich diep, maar aan wiekon hij zijn verhaal kwijt? Thuis werdhet uit schaamte doodgezwegen. Zijnvrienden zouden hem uitlachen. Zijnpredikant begreep hem. Hij hielp hemzijn schaamte voor Jezus uit te sprekenen gaf hem nieuwe hoop.

Zomaar een voorbeeld van Afrikaanseindirectheid in het pastoraat. WijNederlanders houden daar niet zo van.Wij zijn liever recht toe recht aan.Gewoon zeggen waarop het staat.Confronterend de schuld van anderenbenoemen. Liever zoals Jezus PetrusSatan noemde en hem vermaande uitZijn lijdensweg te gaan, dan zoals Hij naZijn opstanding Petrus even apart namen vroeg of hij Hem lief had. Blijkbaarheeft Jezus meer pijlen op zijn boog.

In Afrika gaat confronteren in tegen decultuur. Boos worden is altijd uit denboze. Wie er direct met stevige woordenop los slaat, botst op tegen onwil enonbegrip. Men kruipt in de schulp.Niemand heeft het dan gedaan, nie-mand was verantwoordelijk, niemandweet hoe het komt. In alle Afrikaansetalen wordt er gezwegen. Of het is zelfsvragen om moeilijkheden. In elk geval iseen concrete schuldbelijdenis niet te ver-wachten. Mijn schema van zonde engenade werkt hier niet.

Deze indirectheid vat ik niet altijd.Soms puzzel ik wat af voordat ik begrijpwat er wordt gezegd. Of ik concludeer tesnel dat de schuld wordt weggemoffeldals men er over zwijgt. Dan denk ik dat

de ander zijn handen in onschuld wasten er zo mee weg komt. Maar Jezusheeft meer pijlen op Zijn boog. Nu ikhier wat langer woon, krijg ik er begripvoor. Indirectheid creëert ruimte.Ruimte om het hart te openen. Ruimteom geen gezichtsverlies te hoeven lijden.Ruimte om niet beschadigd verder tehoeven.

Indirect worden schaamte en schuld weldegelijk beleden. In de kring wordt eenverhaal verteld, een gezegde aangehaald,een voorbeeld uit een andere gelijk-soortige situatie genoemd. En één in dekring verstaat de boodschap. Het treftals een pijl zijn hart en hij krijgt ruimtehet leven te vernieuwen. Afrikanen kun-nen hierop geduldig wachten, terwijl ikongeduldig snel resultaat wil zien. Laatde schuld worden beleden, dan kan hetworden vergeven en kunnen we verder,denk ik dan. Maar zo werkt het hierniet. Het is voor mij telkens een oefe-ning te wachten totdat de Afrikaansemechanismen in werking treden. Het ismaar goed dat er bij de Here meergeduld en genade voorhanden is, dan bijmij.

Of dit ons helpt in het evangelisatie-gesprek? Ik zou het wel denken. Niet deander benaderen vanuit het eigenpatroon van zonde en schuld. Maar inhet denkkader van de ander kruipen enbinnen dat andere denkkader ruimtecreëren om de weg naar Jezus te vinden.Wie weet schieten we dan midden in deroos.

DS. J. SNATERSE WERKT VOOR DE GZB IN

KENIA. E-MAIL: [email protected]

Een oefening in wachtenKOOS SNATERSE

COLUMN

1111Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

Page 12: 2008 - nr. 2

1122 Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

EVANGELISATIE

We kwamen erachter dat we veel doenom de boel draaiende te houden, maardat we ons nauwelijks raad weten metde vraag hoe we de omgeving bereiken.Daarom hadden we in het najaar van2007 Jan Waanders, IZB-evangelist inde stad Groningen, uitgenodigd om onste helpen in de bezinning op evangeli-satie. Naar aanleiding van dit najaarsberaadkozen we als kerkenraad voor de cursusGunnend Geloven. Om ook anderegemeenten in onze omgeving van dienst te zijn, nodigde de IZB dezeeveneens uit om in Stedum te komen.Op vier dinsdagavonden in april gaf Jan Waanders de cursus in hetHervormd Centrum te Stedum. Behalve cursisten uit Stedum c.a., waren er deelnemers uit Noordhorn en Hoogezand. Met het mooie aantalvan 33 cursisten zaten we aan de grensvan wat werkbaar is bij een dergelijkecursus.De vraag van de kerkenraad werd dus herkend!

Zijn wij anders?De cursus Gunnend geloven zet op deeerste avond in met de vraag hoe we alschristenen onderscheidend kunnen zijnin onze omgeving. Een belangrijke rolspeelde hierbij Daniël 1, waar het gaatover de jonge Daniel aan het hof. Hijmoet veel dingen over zijn kant latengaan: hij krijgt een andere naam, wordtgedwongen literatuur te lezen waar hijzelf niet voor zou hebben gekozen enmoet aan het hof wonen. Hij onder-scheidt zich, met zijn drie vrienden,door geen onrein en aan de godengeofferd voedsel te willen gebruiken.Daar trekt Daniël een grens en voor

deze overtuiging probeert hij ruimte tekrijgen. De vraag die we bespraken aande hand van een aantal praktijk-voorbeelden anno nu, was waar wijgrenzen trekken en op welke vlakken wij onderscheidend zijn als christenen.Dit gesprek hielp ons om helder tekrijgen wat we echt belangrijk vindenaan ons christen zijn. Tegen het eindevan de avond vulden we een persoonlijk-heidstest in, ter voorbereiding op avondtwee. Er waren zes uitkomsten mogelijk:confronterend, intellectueel, getuigend,persoonlijk, uitnodigend en dienend.

Ons netwerkOp avond twee bekeken we in de eersteplaats ons sociale netwerk: welke niet-gelovige vrienden, collega’s en familie-leden hebben we? Hoe ver staan ze vanons af? De bedoeling was om te inven-tariseren welke mogelijkheden wehebben om met ons eigen netwerk tegetuigen van Christus. Door middel vaneen bijbelstudie over Marcus 5:21-36onderzochten we hoeveel tijd we nemenvoor de mensen in ons netwerk. Wekwamen daarna terug op de persoonlijk-heidstest om te ontdekken welke maniervan getuigen goed past bij onze aanleg.Aan de hand van een aantal bijbelsevoorbeelden werden de verschillendepersoonlijkheidsstructuren bekeken ophun sterke en zwakke punten. Op dezemanier kregen we inzicht in waar wegoed in zijn en waarin niet. Het was eeneye-opener voor ons om te ontdekkendat je niet overal goed in hoeft te zijn endat je zo getuige mag zijn, zoals God jein aanleg gemaakt heeft.

Gunnend Geloven in

Op verzoek van de kerkenraad van de Hervormde gemeente van Stedum-Lellens-Wittewierum-Ten Post organiseerde de IZB de cursus GunnendGeloven in de Ommelanden van Groningen. Het verzoek vloeide voortuit een bezinning op wie we als gemeente zijn.

SJAAK VAN DEN BERG

De Hervormde kerk van Stedum

Cursusleider Jan Waanders

Page 13: 2008 - nr. 2

1133Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

Wie is de ander?Op de derde avond probeerden we de‘ander’ in beeld te krijgen. We onder-zochten de leefwereld van die ander enwerden ons bewust van onze positie tenopzichte van degenen die niet geloven.Om dit helder te krijgen was er aan hetbegin van de cursus een enquête uitge-deeld. Deze was bedoeld om anoniemingevuld te worden door een niet-gelovige kennis, verwant of collega. De lijst die de betreffende persoongevraagd werd om in te vullen bestonduit vragen over ons christen zijn.Bijvoorbeeld: Merkt u aan x dat hijchristen is? Spreekt x wel eens over hetgeloof? Wat vindt u van de boodschap?Iedereen had inderdaad een enquêtelaten invullen en de uitkomsten werdenin groepjes besproken. Het beeld dat uitde enquête naar voren kwam was datchristenen over het algemeen bestvriendelijke mensen zijn, maar dat zemaar zelden over hun geloof praten! Op deze avond kwam ook aan de ordeop welke manier mensen over het alge-meen tot geloof komen. Daarbij bleekdat vooral langdurige contacten envriendschappen een grote rol spelen.Ook is het vaak meer een proces daneen enkel ogenblik. Het belang van hetnetwerk werd daarmee onderstreept.

Als huiswerk voor avond vier kregenwe de opdracht om een foto of ande-re afbeelding mee te nemen, waaropiets van de eigen missionaire kantenzichtbaar worden: iets waar je enthou-siast van wordt, iets wat je graag samenmet anderen doet. De afbeelding dien-de op een werkblad geplakt te worden,waarop ook zes vragen waren gesteld.De eerste twee vragen waren bedoeldom duidelijkheid te krijgen over debetekenis van de foto. De derde vraagluidde: Welke persoon uit uw netwerkhebt u in gedachten? En vervolgens leid-den de vragen ons tot een concreet planom een activiteit te organiseren waarbijje op een natuurlijke wijze met een niet-gelovige een eind op te lopen.

PlannenOp de vierde avond begonnen we metzes korte Schriftgedeelten waarin iemandeen getuige wordt van Jezus Christus. Elkgedeelte gaf een eigen stijl van getuigenweer. Ons werd gevraagd te bekijkenwelke stijl er werd gehanteerd en wat onsaansprak. Ook bekeken we of we demanier van werken konden gebruiken inons eigen getuigen. Daarna werd ons‘huiswerk’ opgehangen langs de wand,zodat we er langs konden lopen en opeen apart blad dat erbij hing feedbackkonden geven aan elkaar. De avond slo-ten we af met gebeden voor de mensen inonze omgeving en we vroegen aan Godom wijsheid en om ontwikkeling van degaven die Hij in ons heeft gelegd.Om de plannen voor een natuurlijkeevangelisatieactiviteit extra te onder-steunen werd afgesproken, dat er rondoktober een terugkomavond georgani-seerd wordt, waarop we met elkaar delen hoe het is gegaan met onze plannen.

Ten slotteWat mij erg aansprak in de cursus wasde verschillende persoonlijke stijlen te

ontdekken. Dit had iets ontspannends:je bent zoals je bent en zo kan God jegebruiken. Ook zeer waardevol is er-achter te komen hoe er tegen ons aanwordt gekeken door niet-gelovigen. Alsvraag bleef hangen: waarom praten wezo weinig over ons geloof? Zwijgen wevaak omdat we het zelf niet weten, ofzijn we bang om een ander voor hethoofd te stoten? Als ik er nog weer langer over nadenk:waarom hebben we een extra cursusnodig om iets te leren wat eigenlijk even standaard is voor geloven als naarde kerk gaan? Waarom moeten we eenextra activiteit bedenken om een anderte bereiken? We gunnen het een andertoch?! Huiswerk dus, in het bijzondervoor de dominee en de kerkenraad:waarom het ene gedrag wel en het ander(nog) niet als vrucht van het overdragenvan het geloof?!

DS. J.A. VAN DEN BERG IS PREDIKANT TE

STEDUM-LELLENS-WITTEWIERUM-TEN POST.

E-MAIL: [email protected]

de Groninger Ommelanden

De cursus ‘Gunnend Geloven’ iser één uit een serie van drie. Ookde andere twee - ’WoordenVinden’ en ‘Moeilijke Vragen’ –beogen gemeenteleden te helpenvrijer over het Evangelie en hetchristelijk geloof te spreken metniet-gelovigen.Voor meer informatie en afspra-ken: bel de afdeling Toerustingvan de IZB of mail naar: [email protected]

Page 14: 2008 - nr. 2

1144 Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

EVANGELISATIE

Kenmerkend voor de cursus zijn dewoorden bezinning en bewustwording.Geen pasklare antwoorden, maar metelkaar op een open, inspirerende maniernadenken over de vragen achter onsgetuige zijn. Een slimme cursist probeert het natuurlijk nog wel even:‘Het liefst zou ik een A4-tje willen waarop precies staat hoe ik moet evangeliseren.’ ‘Tja’, reageer je dan, ‘als er een A4-tjezou zijn, had ik u dat natuurlijk toege-stuurd en hadden we hier vanavond nietbij elkaar hoeven komen.’ Het aardige isdat zo’n kort gesprekje altijd weer in eenpaar zinnen het belang van de cursus‘Gunnend geloven’ onderstreept.

Bezint eer gij begintDe ervaringen in het evangelisatiewerkhebben eens en te meer duidelijkgemaakt dat mensen niet op pasklareantwoorden van christenen zitten tewachten. En andersom geldt, dat doorte werken met kant-en-klare materialenen antwoorden het bezinnende gesprekover evangelisatie binnen de gemeentenaar het tweede plan wordt geschoven.Het oppakken van concrete taken, zoblijkt, heeft in de praktijk een hogereprioriteit dan een grondige bezinning.Deze constateringen, dat enerzijdsniemand verlegen zit om een dicht-getimmerd verhaal en dat anderzijdsdoor een volle agenda een bezinning op het evangelisatiewerk vaak achter-wege blijft, zijn de aanleiding geweestom met de cursus ‘Gunnend geloven’ te komen.

Thema’sTwee doelen staan in de cursus centraal.Ten eerste een bezinning op de vraagwat het betekent om vandaag christen te zijn en wat de betekenis daarvan vooranderen is. Daarnaast het zoeken naareen manier waarop de cursist zijnspecifieke kwaliteiten op een natuurlijkemanier kan gebruiken als een missionairinstrument. Aan de hand van vierthema’s wordt aan deze twee doelengewerkt.

1. Mijn leven als christenDe cursus start met een pittige be-zinning op het christen zijn. Wanneerben je dat en wat doe je als christenwel en niet? Vervolgens wordt dezevraag doorgetrokken naar het contactmet niet-christenen. Hoe belangrijkzijn bepaalde opvattingen en gewoon-ten in de contacten met anderen?Kunnen ze een goed contact in deweg staan en durf je over je eigenschaduw heen te stappen als datnodig is?

Al enkele jaren is de cursus ‘Gunnend geloven’ de meest gevraagde van de cursussen die we als IZB-toerusters in gemeenten geven. Het enthousiasme ervoor in de gemeenten is ook groot groot. Groepen van 50 tot soms 80 deelnemers zijn geen uitzondering bij deze vier avonden missionaire bezinning. Tijd om eens iets meer overdeze cursus te vertellen.

Toeruster Iwan Dekker

Werken aan missionair

Page 15: 2008 - nr. 2

1155Transmissie ZZOOMMEERR 22000088

2. Ieder vogeltje zingt…Een belangrijk onderdeel van decursus is de stijlentest. Aan de handdaarvan wordt duidelijk wat je stijl isin de omgang met mensen. Maar ookhoe het gebruik van de verkeerde stijlkan leiden tot een verkrampt bezigzijn. Regelmatig roept een cursist dathem nu opeens duidelijk wordt waar-om hij zich steeds zo ongemakkelijkvoelde bij een bepaalde manier vanmissionair bezig zijn.

3. Elkaar in beeldHet meest ontdekkende momenttijdens de vier avonden is de enquête over de deelnemers zelf.Nadat op avond 2 je eigen netwerk is besproken en is gekeken hoe je aan-kijkt tegen de mensen in je directeomgeving - vaak ook onbewust - is er ruim de tijd om te lezen hoe datandersom zit. Wat vinden mensen uitde omgeving van de deelnemers vanhen? Om dat zo goed mogelijk inbeeld te krijgen, heeft iedere cursist in de eerste weken een niet-christelij-

ke bekende gevraagd aan de hand van een enquête te beschrijven wat hij van de cursist en zijn geloof vindt. Hoewel anoniem, blijkt hetaltijd weer spannend, maar zeer waardevol, om te ontdekken hoe een ander tegen je aankijkt.

4. Getuige in de praktijkNa drie avonden bezinning komt opde vierde avond de praktijk in beeld.Want hoe gebruik je de wetenschapdie je de eerste drie avonden hebtopgedaan in de contacten met ande-ren? Het antwoord op deze vraag iseen heel persoonlijk antwoord en ver-schilt per cursist. Beeldend en meteen korte beschrijving brengt iedereenin beeld hoe zijn missionaire weg erde komende tijd uit gaatzien. Het is een feestelijkgezicht als door de zaalheen tientallen op maatgemaakte ideeën hangen.Het is ook een zeer inspire-rende afsluiting van de cur-sus, als zo duidelijk wordtwat er in vier avonden isontstaan.

BasisEén ding moet nog wordengenoemd. Zoals in veel ker-kenwerk is er ook in de missi-onaire bezinning het gevaar teveel te focussen op de praktijken de diepere geloofsvragen telaten liggen. Getuige zijn vanGod veronderstelt echter eenpersoonlijke ontmoeting metde levende God. Door de helecursus heen is daarom de

vraag naar ons eigen geloof verweven.Treffend komt dat op avond 3 naarvoren als de vraag op tafel ligt of onzemissionaire plannen door God nogonderbroken kunnen worden.‘Gunnend geloven’ brengt wat op gang,zo blijkt telkens weer. Een missionairebezinning, onderlinge ontmoeting eneen gezamenlijk gesprek over het doelchristen zijn in deze tijd. Daarmee isdeze cursus een een goede en inspireren-de start om de vraag naar het getuigezijn te gaan verstaan.

DRS. I.M.. DEKKER IS MISSIONAIR

TOERUSTER BIJ DE IZB.

E-MAIL: [email protected]

Cursisten vormen een aandachtig gehoor

Samen nadenken

IWAN DEKKERbewustzijn

Page 16: 2008 - nr. 2

1166 Transmissie ZZOOMMEERR 2200008816

EVANGELISATIE

Er komen steeds meer missionairecursussen beschikbaar. Methodiekenen materiaal om niet-gelovigen inaanraking te brengen met God ende Bijbel. Welke kan een gemeentehet beste kiezen om te gaan geven?De IZB doet hier een duidelijkehandreiking voor.

Er zijn zes cursussen meegenomen:Oriëntatiecursus Christelijk Geloof(IZB), Alpha (interkerkelijk), Emmaüs(CGK, GKV, IZB), 7 + 1 Basiscursusgeloven (PKN), Bijbelcursus Ontmoe-tingen (CGK) en Scopus (IZB). Op dewebsite van de IZB (www.izb.nl) is uit-voerige informatie te vinden over elkvan de cursussen (onder: ideeën voorevangelisatie).

VerschillenVaak wordt de keuze voor een kennisma-kingscursus gemaakt op grond van prak-tische afwegingen, zoals de beschikbaremenskracht, de tijd die er is voor deorganisatie, enzovoorts. Voor de Alpha-cursus zijn bij voorbeeld naast een inlei-der ook gespreksleiders nodig, en koks.Maar een Oriëntatiecursus ChristelijkGeloof kan door één of twee mensengegeven worden. Natuurlijk is het goedom deze praktische verschillen mee tenemen in uw afweging, maar de inhou-delijke verschillen zijn niet minderbelangrijk. Die zijn te vinden in een arti-kel op de IZB-site (ook onder de buttonideeën voor evangelisatie: verschillen tus-sen de kennismakingscursussen).

KiezenBij het maken van een keuze is vooralvan belang u af te vragen welk doel uvoor ogen hebt met de cursus? Wilt udat de deelnemers iets leren of juist datze iets beleven? Vindt u het belangrijkdat zij een compleet overzicht krijgen ofvindt u het bezig zijn met een aantalmeer praktisch gerichte thema’s eenbetere poging om meer interesse tewekken. De IZB heeft een test ontwik-

keld, die op de website staat (onder debutton: ideeën voor evangelisatie). Dieis eenvoudig en snel in te vullen enheeft als resultaat dat u twee cursussengeadviseerd worden, die in uw situatiehet meest geschikt zijn.

De vragenlijst De criteria die gebruikt zijn als basisvoor de vragenlijst in de test zijn:1. Passend binnen missionair beleid oflosse activiteit?Hierbij gaat het erom vast te stellen ofuw enige doelstelling is zoekers te berei-ken. Dan is de OriëntatiecursusChristelijk Geloof heel geschikt. Maarhebt u een bredere doelstelling – degeïnteresseerden ook in aanraking bren-gen met het netwerk van de gemeente –dan kunt u beter voor Emmäus kiezen.Daarin trekken gemeenteleden en niet-gelovigen samen op. Hetzelfde geldtvoor de nieuwe cursus Scopus.

2. Het startpuntBegint een cursus met het levensverhaalvan de cursist of met de inhoud van hetchristelijk geloof? Anders gezegd: wilt uinvesteren in relaties, diepgaande gesprek-ken, de biografie van mensen in verbandbrengen met het grote christelijke ver-haal? Of gaat het u meer om catechese,om overdracht van de kernen van hetgeloof om vervolgens te kijken hoe daarde link ligt naar het eigen levensverhaal?

3. De Bijbel lezen of thema’s uitwerkenDe manier waarop de geloofsinhoudovergebracht wordt, verschilt ook. Datkan thematisch gebeuren, zoals bijAlpha, waar ideeën over het christelijkgeloof naar voren worden gebracht en

de Bijbel vooral als ‘bewijstekst’ wordtgebruikt. Bij Scopus wordt de cursistuitgenodigd zichzelf in een bijbelverhaalte ontdekken.

4. Oproep tot bekeringElke cursus heeft tot doel de deelnemerwegwijs te maken in het geloof. Watverschilt, is het al dan niet doen vaneen oproep om een stap te zetten. Deene cursus wil vooral informeren(OCG), een andere cursus zegt vanzichzelf het geloof heel open aan te wil-len bieden (7 + 1 Geloven) en weer eenander (Emmaüs) besteedt een hele bij-eenkomst aan het christen worden.

5. CursusleidingBij de ene cursus is de persoon die stu-ring aan de groep geeft aan te duidenals leraar of cursusleider. Bij andere cur-sussen zijn woorden als kringleider,coach of pastor meer op zijn plaats.Algemeen gesteld geldt dat in de eerstebenadering de cursus wat vrijblijvenderis. Bij de andere zullen cursisten zichzelfmeer bloot moeten geven.

De uitkomstMisschien bent u onmiddellijk over-tuigd door het advies, dat als resultaatvan de door u ingevulde test op dewebsite gegeven wordt. Misschien twij-felt u toch nog. In alle gevallen is deafdeling Toerusting van de IZB graagbereid met u mee te denken en nogeens even door te praten. U kuntgebruik maken van de mogelijkheid om ‘even aan te waaien’ (zie ook hier-voor de website), maar ook bellen (033-4611949) of mailen ([email protected]) is mogelijk.

Welke kennismakingscursus is het meest geschikt?MARJA BRAK