1988 - Nummer 148 - maart 1988

23
ROSTRA 148 maart 1988 E C 0 N o M I Marjanne Sint: afgestudeerde econome in de politiek Bert de Vries over normen voor de overheidsuitgaven Wat verandert er door de misbruikwetgeving? C A

description

C A Marjanne Sint: afgestudeerde econome in de politiek Bert de Vries over normen voor de overheidsuitgaven Wat verandert er door de misbruikwetgeving? ROSTRA 148 maart 1988

Transcript of 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Page 1: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

ROSTRA 148 maart 1988

E C 0 N o M I

Marjanne Sint: afgestudeerde econome in de politiek Bert de Vries over normen voor de overheidsuitgaven Wat verandert er door de misbruikwetgeving?

C A

Page 2: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

De accountancy wordt v~~r jonge bedrijfseconomen steeds interessanter. met name voor de besten onder hen. Bedrijven en organisa­ties doen voor steeds meer zaken een beraep op de accountant voor contrale van jaarrekeningen. EDP­aUditing. organisatie - en belastingadvies.

Door de veelzijdigheid van zijn werkterrein staat de nieuwe accountant voor een taa k die overzicht vraagt en creativiteit. Prablemen helder definleren en er vervolgens oorspronkelijke oplossingen voor bedenken. dat is het talent dat wij zoeken.

KKC maakt deel uit van KPMG Klynveld Peat

Marwick Goerdeler. met 56.000 medewerkers in ruim 100 landen. een toon­aangevende organisatie op het gebied van geinte­greerde zakelilke dienstver­lening: accountancy, EDP­auditing,organisatie-en belastingadvies.

Vind Je dat het tijd wordt je zakeliJke creativiteit vorm te geven. bel of schrijf dan naar Louis Chr. Dell van onze Afdeling Personeels­zaken, Strawinskylaan 1257, 1077 XX Amsterdam, tei. 020-5461600.

k,bMhlKlynveld Kraayenhof & CO.

Page 3: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

ROSTRA E .,C 0 NOM C A

Bladvan de Faculteit der Economische Wetenschappen 'aan de Universiteit van Amsterdam Dummer 148 maart 1988

Redactie Teun Bakels Ruben Bergkamp Jos de Beus Koos Boering Maria Brouwer ESlhey Bijlo L isei.van Doorn Marjory Haringa Nicolaas Heij Slzin van der Krogl Pieler van der Meche Can'ne van Oosteren Mark van. der Veen Lars de Vn'es Henry Tjoe-Ny

Layout Esther Bijlo

Red8ctieadres Rostra economica Kamer 2386 Jodenbreestraat 23 1011 NH Amsterdam Telefoon: (020) 525 2497

Adreswijzigingen Studentenadministratie Jodenbreestraat 23 1011 NH Amsterdam

Reacties De redactie stelt zich open voor reactieS, behoudt zich echter het recht voor deze in te korten.

Foto' s Pagina 9: Paul Stegeman

Oplage Rostra verschijnt 9x per jaar in een oplage van 3250 ex.

Advertenties Tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Opdrachten schriftelijk t.a.v. de redac­tie.

Advertenties in ait Dummer van Moret en L imperg Van Dien & Co. K PMG Paardekoper DSM SMII TRNGroep Unilever Price Waterhouse Dijker & Doornbos Coopers & Lybrand

Druk Kaa1 Boek, (020) 262 908

ISSNOl66 - 1485

Redactioneel Deetman probeert zijn image te verbeteren. We krijgen gratis vervoer doo~. heel Nederland. Per saldo wordt er toch nog bezuinigd en de N.S. verwacht su)gende winsten door de extra O.V.-jaarkaarten. Dat noem ik nog eens een financieel wonder. Of zit hier een addertje onder het gras? Volgens mij is het zo dat de student en gekort worden op de basisbeur~ vanwege de overschrijding van het budget. Dat zal misschien honderd gulden per )aar wo~de~. De O.V.-jaarkaart is dan een doekje voor het bloede? die ook nog eens ee~'paar uent)es kost. Deze nieuwe ambtelijke bezuinigingstechmek kunnen we omschn)ven als de 'knip-knapzak techniek'; wat niet in de knip zit, zit in de knapzak van de student en die zet je op de trein, lekker weg in eigen land

Inhoud 5 Een UvA-student bij Unilever

Henry Tjoe-Ny

7 Ik heb voor ogen de rest van mijn loopbaan in de politiek te blijven Koos Boering

11 De Vries gC)oit een balletje op Mark van der Veen Teun Bakels

17 De Jong: de overheid moet zich er niet mee bemoeien Piecer van der Meche Teun Bakels

20 De antimisbruikwetgeving Koos Boering

23 Raadselachtig Dick Ruger

Page 4: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Afgestudeerd? Krijg dan bij ons 'n internationale

kijk op de accountantspraktijk

Als afgestudeerd bedrijfseconoom staat de wereld voor u open. Figuurlijk maar vaak ook letterlijk. Vele multinationale onderne~ mingen bieden u een carriere met interna~ tionale perspectieven aan.

In de accountancy maakt Price Waterhouse Nederland deel uit van een

wereldomvattende organisatie van accoun~ tants, organisatie~ en belastingadviseurs. De ruim 400 vestigingen in meer dan 100 landen bewijzen de kracht van deze samenwerking.

Als u een werkkring bij Price Water~ house aanvaardt, ontmoet u niet aIleen Nederlanders. Ook buitenlanders worden uw collega's binnen het kader van uit~ wisselingsprogramma's. Zo'n stage behoort in een later stadium ook voor u tot de reele mogelijkheden.

Voor uw loopbaan en carriereplanning zijn deze veelzijdige contacten uiteraard van groot belang. In samenhang met uw post~ doctorale stu die voor registeraccountant doet u een schat aan vakkennis en ervaring op. o nze internationale opstelling maakt u onder

meer vertrouwd met de controlebeginselen en ~verslaggevingsnormen in diverse landen.

Natuurlijk stellen wij u tevens in de gelegenheid om uw studie succesvol af te ronden. Er zijn goede regelingen om colleges en lessen te volgen en tentamens en examens af te leggen.

.~~ 0

o~" o

".'a. 0

TO~ . "":~:.

Uw honorering behoort tot de beste op ons vakgebied. Dat geldt eveneens voor het aanvangssalaris. Daarnaast zijn er aantrekke~ lijke secundaire voorzieningen zoals auto~ en studievergoedingen.

Ambieert u een werkkring bij Price Waterhouse? Neemt u dan contact op met Ester Daniels, Koninginnegracht 8, 2514 AA 's~Gravenhage. Telefoon (070) 108308.

Price Waterhouse in Nederland maakt deel uit van de wereldwijde Price Water~ house organisatie van accountants, belasting~ adviseurs en management consultants, met kantoren in meer dan 100 landen.

Price »aterhouse Nederland ACCOUNTANTS

Koninginnegracht 8, 2514 AA Den Haag. Tesselschadestraat 18-22, 1054 ET Amsterdam. Mr. H.F. de Boerlaan 64, 7411 AK Deventer. Schouwburgplein 30-34,3012 CL Rotterdam.

Page 5: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Een Uv A student bij Unilever"

Vele studenten wedijveren met elkaar om een haan hi; een van de vel'S van het heroemde rijtje: UnileverlShellfPhilips/Akzo, de grote mlultin;il­tionals in ons land. Velen stemmen ook hun vakkenpakket af op de wensen van deze bedrijven. Velen studeren ook snel om in de gunsl te komen van de multinationals. Dat je meer in je mars moet hehhen hewijst Robert Sinke, Ull~i:lll~:> op onze faculteit afgestudeerd. zocht een haan met een interna­""'",,,.u karakter, vrij snel wat verantwoordelijkheden en een baas waarvan hi; de indruk heeft dat hi; er veel van kan leren. Hi; heeft die plek 2evonden bi; Quest International, een werkmaatschappi; van Unilever, producent van geur- en smaakstoffen. Hi; maakt meer dan 50 uur per week. waarvan hi; er een afstond aan ROSTRA.

je studie in de HeeJ! dat een rol gespeeld voor je

Junctie? "Ja, ik heb eerst een jaar in her locaal bestuur van AlE SEC-Amsterdam gezeten en daarna ben ik een voorzitter van AIESEC-Nederland geweest. Ik ben in Rotterdam gaan wonen en heb me 12 maanden full-time met de AIESEC

Tijdens die activiteiten, door ons intensieve contact met her Nederland­

kwam ik in contact met ie­International. Die raakte

in me en heeft dat doorgegeven aan de personeelsafdeling van Unilever." Toen moeSl je nog solliciteren? "Inderdaad, ik heb eerst een brief geschre­yen, dan wordt ie eerste De tweede

gon er net een achter de rug was, waarin er vrij veel geschoven was met het

waardoor ik in een turbu-fase binnen deze produkt/marktcom·

binatie terecht kwam. Ik kreeg al direct wat meer verantwoordelijkheden schoven dan normaal was. Ik werk bij produktgroep non-alcoholische dranken; aile smaakstoffen varH!rend van saphou­dende dranken tot vruchtenlimonade, cola en gearomatiseerde thee en koffie. Binnen deze produktgroep heb ik een promotione· Ie verantwoordelijkheid voor het segment cola. Daarnaast coordineer ik een aantal ac­

zowel marketing ondersteunend technisch gebied voor een aantallan-

INTERVIEW

op Oe consumenten-marketing gericht. Ik hou me met industriele m!l,rlr,>tir,Cf

Onze afnemers producenten van eind-

Kende je door je studie de verschillen tussen industriele en cansumentenmarketing? "Nee niet echt. Voor groot had ik een keer een klein boekje over Industrie­Ie nu in de Y' ...... J"

merk ik dat er grote verschillen hebt ten eerste te maken met een UA5"A"AU"

vraag, zodat je steeds moet kijken naar de afzetmarkt van je klanten. Ten tweede spe­len persoonlijke relaties een vee1 grotere rol dan bij consumentenmarketing. De contactuele eigenschappen van de leveran-der erg belangrijk."

PS'l'ctlOI4;>glSCrle test, waarna wordt "Je moet gemotiveerd overkomen,

of niet alvorens laatste ronde " allemaal gladjes?

ik werd in eerste instantie zen, maar de mensen van Quest, met wie ik her eerste contact heb gehad, hebben door­"''',''1''''''' dat ze me wilden hebben, en zo is

toch goed gekomen." Waarom is het de eerste keer het leeJlijd?

was

ik denk dat ik te verkrampt aan de sollicitatieprocedure ben. Ik wil-de er te graag werken. Je moet ","u" .• u,

overkomen, maar het is niet einde van de wereld als het niet doorgaat. Het was ook eerste je moet zorgen dar ie wat andere sollicitaties met even-tue1e achter de rug hebt zo-dat ie in schoenen staat."

werkt hier nu maanden, waar heb je je aJgelopen tijd mee beziggehouden1

"Ik had het ge1uk dat toen ik bij be-

maar het is het einde van de were/d a/s niet doorgaat"

Je zit in de marketing-hoek, was dat tijdens je studie at zo? "Inderdaad, in studie vond ik marke-ting al een leuk vak. Tijdens het AIESEC-Nederland spraken de promotie en activiteiten me het meeste aan. Die interesse heb ik getest door vier maanden stage te bij A.C. Niel-sen, een marktonderzoekbu-reau. Toen kreeg ik mijn indruk bevestigd dat ik door wilde gaan in de Is Unilever een op marketing gerichte neming? "Het bedrijfwaar ik in zit is anders dan de meeste andere Unilever ", •. rlF"""~"<C~"'fl~_

De meeste Unileverbedrijven

Kunnen we de beroemde 4 vergeten en kame er een grote p van persaonlijke contac­ten voor in de plaats? "Nee, zeker niet. Het is steeds erg rijk dat de p van produkt voor een kwaliteit staat. Ook is de prijsstelling van

Om een voorbeeld te geven, onze afnemers zijn zowel Unilever-bedrijven als derden. Als wij voor een bepaalde smaakstof te zitten met onze prijs, dan bestelt een het pro-dukt net zo goed bij een concurrent. De

autonoom, je moet dus alert met je prijspolitiek." Terugkomend op je studie Economie; is er achteraJ gezien een studieonderdeel geweest

vervolg op 15

ROSTRA 148 MAART 1988 5

Page 6: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

De ondernemende student van vandaag is de Unilever manager van morgen.

In financieel-economisch management biivoorbeeld. ----------~------~---

U nil ever is een zeer succesvol inter­nationaal opererend concern met tal van werkmaatschap-i · pijen in Neder- / land. Dankzij een sterk doorgevoerde decentralisa­tie bezitten deze een grote mate van auto-

Training en begeleiding

Uw loopbaan bij Unilever wordt vanaf de

eerste dag zorgvuldig bege­leid. Door training-on-the­

job en door interne en externe, korte en lang ere, intensieve training en wordt u gedurende uw loopbaan steeds op de volgende stap in uw car­

li riere voorbereid.

Startfundies en verder nomle en geven daardoor hun managers de nodige vrijheid en zelfstandig-

"B IN~t..N kv~T 2: v L. l€N .: E H'lR. lU<..H

t<H~ HP pt."'.""') ..... u lrfN v." .... o ('. V'< Unilever biedt jonge bedrijfseconomen

heid. Unilever biedt bedrijfseconomen door de grote verscheidenheid aan werkmaatschap­pijen en centrale diensten interessante moge­li;kheden voor een financieel-economische carriere.

De U nil ever fmancieel-economische manager heeft een zeer veelzi;dige functie. Hi; is niet alleen verantwoordeli;k voor mana­gement- en fmancial accounting, maar ook het beleid ten aanzien van inkoop, logistiek en business systems behoort veelal tot zijn taak­gebied.

Eisen Voor startfuncties in de financieel-econo­

mische sector heeft Unilever momenteel plaats voor jonge academici die aan de vol­gende eisen voldoen: • een doctoraal bedrijfseconomie (bij voor­

keur administratieve organisatie, kosten en winst, boekhouden en belastingrecht)

• een sterke persoonlijkheid • goede communicatieve eigenschappen • een flexibele geest • het vermogen om in teamverband te

functioneren .leidinggevende capaciteiten.

met name startmogelijkheden in werkmaat­schappijen. Het tempo van functiewisseling in de eerste jaren is hoog en het werk gevarieerd. Indien wordt voldaan aan de zware Unilever managementeisen, bestaan er mime carriere­mogeli;kheden. In Nederland, maar ook in het buitenland.

Belangstelling? Hebt u interesse en beantwoordt u aan

het geschetste profiel, dan willen wij graag met u kennismaken. Richt uw sollicitatiebrief met curriculum vitae aan Drs. C. de jong, Algemene Personeelszaken Nederland, Sectie Management Development, Nederlandse Unilever Bedrijven B.Y., Museumpark 1, 3015 CB Rotterdam. Of bel: 010-4644232.

[U]J UN I LEVER 'N WERELDVAN MOGELIJKHEDEN

Page 7: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Ik heb voor og~.~ de rest van tnijn loopbaan in de politiek te blijven Marjanne Sint (38) is na haar studie economie aan de UvA gaan werken bij het ministerie van Economische Zaken. Zij stapte over naar het bedrijfsle­ven en is gaan werken bij het VNU-concern. Echt actief in de politiek werd ze pas in 1979 en was van 1983 tot 1985 lid van het partijbestuur van de PvdA. Ze is Max van den Berg opgevolgd als voorzitter van de PvdA nu bij­na een jaar geleden. Over haar voorzitterschap zegt ze: "Iedere tijd krijgt de voorzitter die erbij past". Een interview met deze econome aan de Nico­laas Witsenkade 30.

U heeft economie gestudeerd aan de UvA. U heeft vnj snel uw studie afgerond. Had u nog geen interesse voor de politiek of voor sociaal economische problemen?

interpretatie van het voeren van politiek zijn, als je alleen zou letten op ideologie en niet op realiseerbaarheid. Als je andere dingen wilt dan de huidige regering, en dat willen we, dan zul je ideeen ook waar moe­ten maken. Wij moeten binnen dezelfde macro-economische realiteit opereren op het moment dat we het roer overnemen. Wij voeren een strategie die daar rekening mee houdt. Wij zullen alleen de accenten anders leggen. Als je iets wilt veranderen in het beleid zullen dat aan het begin hele kleine veranderingen zijn, maar die veran­deringen kunnen zo uitpakken dat er toch sprake is van een ander beleid op lange ter­mijn."

INTERVIEW

politieke partij een vaste structuur nodig. De structuur die wij hebben is zo slecht nog niet. Hij is geschikt om de partij door een diep dal heen te helpen. Bijvoorbeeld toen wij in 1982 desastreuze statenverkie­zingen hadden, is onze partij niet leeggelo­pen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld D'66. De mensen hebben ook andere bin­dingen met de partij dan de stembus. Dat is het voordeel van de huidige structuur met een landelijk partijbestuur, daaronder gewesten en daar weer onder afdelingen. Het nadeel van deze structuur is echter dat wanneer je alles via deze partijstructuur doet, de kans bestaat dat je voortdurend met jezelf een monoloog aan het houden bent. Dan krijg je te weinig 'input' van buitenaf. Ik vind dan ook dat de idee en van de commissie gelijk moeten worden inge­voerd. Ik zie niets in een discussie over hoe we moeten gaan discussieren. We gaan nu ook een paar onverwachte dingen doen, zo­als een congres over de kwaliteit van de Nederlandse film. Dit in plaats van een congres over cultuurbeleid. Dit is een ma-

"Jawel, maar ik moest ook mijn eigen stu­die bekostigen. Ik heb economie aan de ba­sis bedreven door zelf te werken. Ik heb heel bewust een macro-economische rich­ting gekozen. Ik heb de vakken macro­economie (bij Duisenberg), internationale economische betrekkingen, openbare fi­nancien en ontwikkelingseconomie ge­volgd. Ik weet nog dat het een open baring voor mij was toen ik de neo-Keynesianen met hun verdelingstheorie ontdekte. Ik heb me in 1967 niet in de studentenbewe­ging gestort, maar ik volgde deze weI. Ik was in die tijd vooral ge"interesserd in de buitenlandse politiek. Vooral Vietnam speelde in die tijd. Ik ben pas in de laatste fase van mijn studie lid geworden van de PvdA in 1973. Ik ben twee jaar later in de afdeling een beetje actief geworden en pas in 1979 echt. Ik kwam terecht bij de rooie vrouwen en op die manier kwam ik in de landelijke werkgroepen economie. Er zijn niet zoveel vrouwelijke economen dus speel je jezelf als vrouwelijke econoom nogal snel in de kijker. In 1983 werd ik lid van het partijbestuur."

De ontdekking van de neo-Keynesianen met hun verdelingstheorie

was een openbaring voer mij"

U hebt gewerkt bij VNU als uitgeefster. U komt dus uit het bedrzjJsleven. Het werken met budgetten is in het bedriJJsleven heel ge­woon. In de politiek werkt men over het alge­meen niet met budgetten? Was dat niet wen­nen voor u? "Het werken met budgetten wordt ook uit­voerig toegepast in de politiek. In septem­ber 1987 bijvoorbeeld hebben wij een al­ternatief ontwikkeld voor de miljoenenno­tao Zo'n alternatief wordt door het Cen­traal Plan bureau doorgerekend. Dit alles binnen de randvoorwaarden die wij gesteld hebben aan het financieringste­kort, de verwachte groei van het bruto nat i­onaal produkt (BNP) en de ontwikkeling van de werkloosheid. Het zou een magere

ROSTRA 148 MAART 1988

Partijstructuur Het partzjbestuur heeft 3 commt"ssies opge­richt met de onderwerpen: schuivende pane­len, politieke en maatschappelzjke strategie en een met het onderwerp discussie en me­ningsvorming in de pam)". De commissie 'dis­cussie en meningsvorming in de partij' pleit in haar rapport voor een meer centralistische (formele) partz/structuur. De meningsvor­ming moet echter gaan via ad hoc discussies. Tineke Netelenbos (lid van de commissie) heeft gezegd dat het beter was als er een com­missie geweest zou zijn. Deelt u de mening van Tineke Netelenbos en de conclusies van het rapport van deze commissie? "Het zou inderdaad verstandiger geweest zijn als er een commissie was ingesteld. Het voordeel is nu echter wei dat het rap­port over de inhoud, namelijk schuivende panelen, nu vooraf gaat aan dat over strate­gie. Over de structuur binnen de partij zou ik het volgende willen zeggen. Je hebt als

nier om een abstracte discussie heel con­creet en toegankelijk te maken."

Individualisering Het begrzp individualiserz'ng staat centraal in schuivende panelen. Individualisering kan leiden tot terugtrekking van de overheid en uitholling van de solidariteitsgedachte. Hoe kunt u de mensen garanderen dat deze ge­beurtenissen niet zullen plaatsvinden? "Door ze duidelijk te maken dat je aan de ene kant probeert te bewerkstelligen dat de mensen vrij zijn om hun leven in terichten zoals zij dat wensen, maar door ze tegelij­kertijd duidelijk te maken dat de mate waarin je vrij bent afhangt van de plaats en positie die je in de samenleving inneemt. Individualisering vraagt dan ook om een nieuwe vorm van gemeenschapsvoorzie­ning. Bijvoorbeeld als de vrouw en man beiden willen werken en kinderen willen, er een vorm van kinderoppas moet zijn. Ik

7

Page 8: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

(en dot mag een econoom ook van ons verwachten) Kiazen voor de ",,""'VW1_.lV.Y doe je met zoma.a.r. U kent de voorwa.a.rden voor succes.

Doorzettingsvermogen en ambitie onontbeerlijk. Inzicht, met 0015 voor detail, dat is wa.a.r het volgens U op aa.n dit vak. Een eigenschap die met iedereen gegeven is. Een kwestie van zo weet u.

Diezelfde combinatie van visie en a.mbitie kenmerkt ook de TRN een samenwer-kingsverband van de Nederlandse Accountants (registeraccountants), Begheyn & Sneep (belastingadviseurs), Van der (accountantsadministratie-consulenten) en VoIder & Co. (organisatie·adviseurs). In breder verb and maa.kt de TRN Groep deel uit van 'lbuche Ross Interna.tional, zodat het onderhouden van wel~eld.WiJ(le contacten tot de werkzaamheden behoren.

Samen met de collega's uit de andere disciplines bieden de accountants van de Nederlandse Accountants Maatschap maatwerk aan hun clienten. Maatwerk dat dankzij een flexibel controlesysteem CUrucon) zeer efficient tot stand komt. Zodat we meer tljd kunnen bestedan aa.n het persooniljk contact met onze clienten.

U herkent ziob in die visia. U haeft net a1s de TRN behoefte om te greeien. Om carriere te maken. Misschien bent u net afgestudeerd, of staat u op punt uw doctoraal economie te halen. Dat is met zo Wa.a.r het om gaat, is dat u net als wij de uitdaging zoekt die ons vak zo interessant wordt het tijd om uw capaclteiten en ambities eens te toetsen aa.n die van de TRN Groep.

Dat doet u door een brief te schrijven aan: TRN attentie van fir J. E. Voor meer informatie kunt u

TUGROEP NEDERLANDSE ACCOUNTANTS MAATSCHAP

GROEI MEE MET DE TRN GROEP V\j~~l!(ll!!o\tm: Alkmaar - Almelo Amersfoort Amsterdam -Arnhem op Zoom -Beverwijk Breda Den Helder Doetinchem

. Emmen . Enschede Gouda - 's-Gravenhage 's-Gravenzande Groningen· Haarlem Heerlen 's-Hertogenbosch Hilversum Hoorn - Leeuwarden . Nieuwegein Rotterdam . Sehagen Soest· Terneuzen - Zeist

Zoetermeer

Page 9: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

praat overigens in de partij liever over zelf­beschikkingsrecht omdat individualisering zo'n beladen term is. Mensen krijgen dan snel de indruk dat we de kant van de VVD willen opgaan. De zorgzame samenleving van het CDA staat dwars op de behoefte van zelfbeschikkingsrecht. Het CDA vindt dat je een aantal dingen in kleine kring moet oplossen: je zou bijvoorbeeld je be­jaarde ouders langer in eigen kring moeten opvangen en dat verhoudt zich slecht met de wens van minister Ruding, die vindt dat je moet gaan verhuizen als je werkloos bent en ergens anders een baan kan krijgen. Er zit iets heel onlogisch in de CDA­benadering. De manier waarop het CDA over de zorgzame samenleving praat is in feite een manier om bepaalde gemeen­schapsvoorzieningen af te breken. Het oplossen van problemen in eigen kringen kan vaak niet. Individualisering zal dan ook toch tot gevolg hebben dat er een her­verde ling van het nationaal inkomen plaatsvindt, want het geld moet toch er­gens vandaan komen." U heelt de discussie over schuivende panelen verkort. H eelt de partij nu weI tljd genoeg om het plan te bediscussie'ren? "Het partijbestuur komt na de zomer met een afgeronde verklaring, een basisstuk waarmee we verder kunnen. Het is goed om de tijd te nemen om te discussieren en dat doen we dan ook, maar je moet op een gegeven moment ook kunnen zeggen: nu

ROSTRA 148 MAART 1988

INTERVIEW

"De zorgzame -samenleving van het CDA staat dwars op de

behoefte van zelfbeschikkingsrecht"

gaan we de volgende fase in. De fase van het concretiseren. Hetgene waarover we gediscusieerd hebben moet omgezet wor­den in een verkiezingsprogramma. Aan­vankelijk gingen we uit van het he Ie jaar 1988, maar dan gingen we ook uit van drie rapporten. Strategie is bijvoorbeeld ook zeer belangrijk, maar de inhoud staat na­tuurlijk centraal."

Achteraan lopen Is de PvdA niet altljd net te laat met het op­pikken van ideeiin die er leven in de samenle­ving? "Dat geldt zeker niet bij zaken als milieu­beleid, vrede en veiligheid en kernenergie. Daar hebben we juist voorop gelopen. De PvdA heeft dat in zo'n vroeg stadium op­gepakt dat we daardoor in N ederJand geen groene partij kennen, zoals in Duitsland wei het geval is. Wij zijn er in geslaagd tij­dig deze problemen te herkennen en in on­ze eigen politieke opvattingen te integre­ren. Als het gaat om sociale problemen zijn we ook vaak heel snel en vooruitlopend

maar als het gaat om economische ideeen hebben we weleens minder voorop gelo­pen. Dat heeft alles te maken met de aard en de samenstelling van de partij. Wij heb­ben onze tentakels niet zo in het bedrijfsle­yen zitten en hebben daardoor veel minder 'feeling' met wat daar verschuift en in ont­wikkeling is. Er zijn twee ontwikkelingen waar we nu bovenop zitten. Dat is de tech­nologische ontwikkeling en de consequen­ties die die ontwikkeling op de ar­beidsmarkt heeft en de internationalise­ring in 1992. De bedrijven werken grens­overschrijdend, zonder dat daar een maat­schappelijke tegenmacht, zonder dat natio­nale regeringen tot een meer gecoordi­neerd economisch beleid komen. Op die manier ontstaan er nieuwe machtsoneven­wichtigheden op de markt en daar zullen zonder twijfel de mensen die het meest kwetsbaar zijn het slachtoffer van worden. Wij zijn met de Europese zusterpartijen bezig om te komen tot een gemeenschap­pelijke aanpak. We zullen dit plan als op­warmer van de Europese verkiezingen ge-

9

Page 10: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

INTERVIEW bruiken en we zullen het in aIle nationale parlementen tegelijk presenteren. We wil­len dus een plan neerleggen op Europees en nationaal niveau wat een economische impuls aan Europa moet geven. We begin­nen overigens in mei al met een informatie campagne over Europa om zodoende de in­temationalisering hoger op de politieke agenda te krijgen." Past arbeidstijdverkorting en flexibilisering van de arbeidstijd in het beleid van de PvdA? "Wij denken vooral in term en van 'lifeti­me' gemeten arbeidstijd: arbeidstijdver­korting in de vorm van educatieve verlofre­gelingen en ouderschapsregelingen. We vinden ook niet dat we in alle omstandig­heden tegen flexibilisering moeten zijn. Ie kunt beter accepteren dat die ontwikke­lingen er zijn en proberen die in een aan­vaardbaar keurslijfte binden dan dat je het volstrekt laat lopen." Wordt het na Liberaal Bestek niet vee! moei­/ijker om samen te werken met de VVD? Kunt u afrekenen met de ideeen dat de collec­tieve sector schuldig is aan de huidige proble­men, de financie!e prikkel die mensen aanzet om te gaan werken en met het idee dat be­lastingverlaging niet in het voordeel werkt van de hogere inkomens? "Als het Liberaal Bestek de koers wordt van de VVD dan wordt samenwerking heel moeilijk. Mijn fundamentele kritiek op Li­beraal Bestek is dat het -door alle schuld te geven aan de hoogte van de collectieve

je nadat je werkloos bent geworden, me­teen een garantieplaats en een plicht tot omscholing. Als je niet meedoet heeft dit consequenties voor de hoogte van je uitke­ring. Die twee dingen mogen van mij ook bij elkaar horen. De langdurig werklozen moet je voor een deel omscholen, maar een dee 1 van deze groep is niet voor omscho­ling vatbaar. Voor deze groep moet je ba­nen creer en, maar dan wei wat minder groots dan het banenplan van vroeger. Er moet een concrete aanpak komen. Het blijft natuurlijk heel onlogisch om vee! geld uit te geven aan werkloosheidsuitke­ringen en aan de andere kant mensen te verplichten niets te doen, zelfs statistisch is dat onlogisch: op het moment dat je ze voor hetzelfde bedrag in dienst zou nemen, zou het nationaal inkomen met dat bedrag stijgen .. . Belastingverlaging zet op minimumniveau niet zo heel vee 1 lOden aan de dijk. Be­lastingverlaging werkt, net lOa Is aftrek­posten, in het voordeel van de hogere inko­mens. Het belastingsysteem zou veel een­voudiger en overzichtelijker moeten wor­den. Hier heeft Vermeend (2e kamerlid PvdA; HTN/KB) ook jaren voor gestre­den." Door het INF-akkoord is er een vriendelijker sfeer ontstaan tussen de wereldmachten. Het INF-verdrag gaat aileen over kernwapens. De roep om het opvoeren van de convencione­Ie bewapening wordt steeds groter. Is de

"Als het Liberaal Bestek de koers wordt van de VVD dan wordt

samenwerking heel moeilijk"

uitgaven- erg nationaal redeneert. De eco­nomische problemen in Nederland hebben alles te maken met de internationale econo­mische ontwikke!ingen. Door de toene­mende werkloosheid zijn de overdrachts­uitgaven sterk gestegen. De situatie is niet uniek voor Nederland, we hebben in het buitenland dezelfde ontwikkelingen ge­zien: stagna tie van de investeringen, terug­lopende overheidsbudgetten en een oplo­pende werkloosheid. Zweeds model De prikkel om te werken komt niet alleen tot stand door geld en zeker niet door het verlagen van uitkeringen. Er zijn andere manieren om een beleid te voeren dat tot een bet ere arbeidsmarkt leidt. Als je ie­mand aan het werk wilt helpen is het beste moment om dat te doen zo kort mogelijk nadat hij (of zij) werkloos is geworden. Scholingsmogelijkheden moeten dus gebo­den worden direct na het moment van werkloosheid. In het Zweedse modelkrijg

10

PvdA ook voor het opvoeren van de conventionele bewapening? "Neen, wij zijn daar absoluut tegen. Wij willen dat het nu ontstane klimaat gebruikt wordt om verdere stappen te zetten. Ie moet nu gaan praten over de nuc1eaire be­wapening en de conventione!e bewapening proberen recht te trekken. Dit moet niet gebeuren door het lage op te hogen, maar door het hoge te verlagen. Er zit hier ech­ter wei een adder onder het gras. Bij het INF-akkoord zitten 2 panijen rond de ta­fe!. Als je gaat praten over vermindering van conventionele wapens dan zitten er veel meer partijen rond de tafe!. In ons programma staat overigens dat de defen­siebegroting met 5% over vier jaar moet dalen." Hoe groot acht u de kans dat de PvdA in 1990 in de regering kome? "Dat is moeilijk in percentages uit te druk­ken. Er zijn twee be!angrijke factoren die dat bepalen. Allereerst is dat de

verkiezingsuitslag. Als de ontwikkeling die zich bij provinciale statenverkiezingen voordeed doorzet, winst klein links en sta­bilisatie van de PvdA, dan wordt de kans aanzienlijk groter. Ten tweede de opstel­ling van andere partijen. Ik heb de indruk dat het aantal mensen dat vindt dat de PvdA weer in de regering moet toeneemt. Maar hoe je het wendt of keert of we nu met de VVD ofhet CDA gaan regeren, een van die twee moet een draai willen maken naar ons. Een van die twee moet bereid zijn aan zijn achterban uit te leggen, waarom zij niet meer met de andere willen."

Carriere Hoe ziet u uw verdere carriere? "Als je een baan accepteert als een voorzit­terschap van de PvdA, maak je een keuze voor de politiek. Ik heb dan ook voor ogen de rest van mijn loopbaan in de politiek ac­tief te blijven. Ik wil het voorzitterschap een jaar ofzes doen. Ik vind een leuke kant van het voorzitterschap ook de internatio­nale contact en en de contact en met andere politieke partijen. Het lijkt me interessant om voorzitter te zijn, als de PvdA in de re­gering zit. Ik weet eigenlijk niet wat ik leu­ker lOU vinden: in een kabinet zitten of lO'n voorzitterschap, maar ik denk het voorzitterschap. Want in het kabinet ben je een vakminister, terwijl je als voorzitter over veel meer onderwerpen moet naden­ken en beslissen. Ik zie als mijn bel an­grijkste taken de koers van de partij op middellange termijn te bepalen, de organi­satie op orde te houden en ervoor zorgen dat er niet te veelleden weglopen. Mijn rol ten opzichte van de fractie is per definitie beperkt tot hoofdlijnen: er zinen daar 52 professionals zeer intensief met hun werk bezig zijn; dat kan een voorzitter nooit aI­leen en in detail volgen." •

Henry Tjoe Nlj Koos Boering

ROSTRA 148 MAART 1988

Page 11: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

De Vries gooit een balletje op Een vaste collectieve uitgavequote van 60% De meeste economen en politici zijn het er over een dat de collectieve uitga­ven in Nederland de afgelopen jaren te hoog waren en dat er dus bezuinigd moest woden. Nu dit beleid enige tijd is gevoerd, rijst echter de vraag hoe ver er doorbezuinigd moet worden. In oktober van het vorig jaar geraakte deze discussie onverwacht in een stroomversnelling door een opmerkelijke uitspraak van Bert de Vries, de fractievoorzitter van het CDA. Hij stelde dat de overheidsuitgaven, die nu 65% van bet nationaal inkomen uitmaken, in de jaren '90 zouden moe ten stabiliseren rond de 60% van bet nationaal inkomen. In dit artikel onderzoeken wij de redelijkheid van deze norm.

Economische noodzaak De Vries heeft zijn 60%-norm in een arti­kel in ESB toegelicht. In dat artikel stelt hij dat verder bezuinigen niet noodzakelijk zal zijn voor het bereiken van een hogere economische groei. Om dit te bewijzen ge­bruikt hij een grafiek waarin voor verschil­lende OESO-Ianden de omvang van de col­lectieve sector is afgezet tegen de economi­sche groei (zie figuur I). De Vries conc1u­deert op basis van deze figuur dat er geen verb and bestaat tussen beide grootheden en dat een grote collectieve sector de eco­nomische groei dus niet hoeft te belemme­ren. Een argument dat door veel economen naar voren is gebracht om de uitgaven in de collectieve sector te verlagen is dat in ons land het verschil tussen bruto- en net­toloon (de zogenaamde wig) veel te groot is geworden. Dit zou zwart werken bevorde­ren en de motivatie van mensen om zich in te spannen verminderen. De Vries gelooft daar echter maar weinig van. Hij vraagt zich af of "mensen inderdaad minder ge­neigd zijn zwart te werken als ze van de laatst verdiende gulden bijvoorbeeld 55 cent in plaats van 45 cent overhouden." Bovendien constateert hij dat zich ook in landen met een veel kleinere wig dezelfde problemen voordoen. Het tweede argu­ment voor het verkleinen van de wig, dat het mens en zou stimuleren om zich meer in te spannen, wordt door de Vries op wei heel gemakkelijke wijze van de hand gewe­zen: De ervaringen met belastingverlaging in de Verenigde Staten zouden niet uitno­digen tot navolging. Welke ervaringen hij bedoelt en waarom ze niet uitnodigen tot navolging wordt de lezer echter niet duide­lijk gemaakt.

Politieke haalbaarheid Naast de economische noodzakelijkheid, onderzoekt de Vries ook de politieke haal­baarheid van verdergaande bezuinigingen. Uitgangspunt hierbij is dat pijnlijke maat­regelen ("hele vervelende dingen, die door niemand worden voorgesteld") voorko­men moeten worden. De Vries constateert

ROSTRA 148MAART 1988

Economlsche groel

4 in Ofo

3.5

2.5

1.5

0.5

~~.~wa«q.~~~~~w~~

Omvang collecheve seclor In 0,k, van hel

liguur 1 nal10nate Inkamen

dan, in een rondgang langs de verschillen­de uitgavecomponenten van de collectieve sector, dat er nog maar weinig ruimte is om te bezuinigen. De grootste uitgavecom­ponent van de collectieve sector is de post overdrachten aan gezinnen en bedrijven. Deze is in ons land relatief veel groter dan in veel andere landen. Op deze post is in de afge!open jaren met vee! moeite 2% van het nationaal inkomen bezuinigd. In de toekomst zal volgens de Vries op deze post hoouit nog eens 2% van het nationaal inko­men bezuinigd kunnen worden. Dit komt onder meer door het feit dat het aantal uit­keringsgerechtigden voor een aanzienlijk dee! bepaald wordt door demografische factoren (denk aan pensioenen en kinder­bijslag). Verlaging van de uitkeringen valt uiteraard onder de categorie pijnlijke maatregelen. Ook op de post directe be­lastingen van de overheid (consumptie, in­vesteringen en ambtenarensalarissen) ziet de Vries weinig mogelijkheden om te be­zuinigen. Deze post is namelijk historisch gezien al op een laag peil door de jarenlan­ge bevriezing van ambtenarensalarissen en het lage niveau van de overheidsinvesterin­gen. De rentelasten, de laatste post die de Vries onderscheidt zullen naar mijn me­ning de komende jaren slechts marginaal kunnen verminderen, aangezien deze voor

een belangrijk dee I bepaald worden door schulden die de overheid in het verleden is aangegaan. Op basis van deze gegevens conc1udeert de Vries dan ook dat verdere teruggang van de collectieve uitgaven dan tot 60% van het nationaal inkomen nauwe­lijks mogelijk is.

Een vaste norm Aan het eind van zijn betoog licht de Vries toe waarom hij voorstander is van een vaste norm. Een dergelijke norm houdt in dat de collectieve sector zich niet uit kan breiden ten koste van de marktsector. De overheid moet ze!f orde op zaken stellen en kan haar (financiele) problemen niet afwentelen op de marktsector. Deze begrenzing zal vol­gens de Vries in de collectieve sector leiden tot een betere afweging hoe met de be­schikbare middelen een optimaal resultaat behaald kan worden.

Puntenwolk De Vries heeft veel kritiek gekregen op de onderbouwing van zijn betoog. De kritiek geldt met name de puntenwolk (fig. I). Knoester1) trekt een vergelijking met het zogenaamde ooievaarseffect. In Zweden daalde na de Tweede Wereldoorlog zowel het geboortecijfer als het aantal ooievaars. Leidt de Vries hieruit af dat de ooievaar de babies brengt? De Vries mag niet op basis van een puntenwolk beweren dat er geen verband is tussen economische groei en omvang van de collectieve sector. Knoester laat zien dat de Vries erg onzorg­vuldig is geweest met zijn cijfermateriaal. Zo is in de puntenwolk onduidelijk welke punten corresponderen met welke landen. Bij het natrekken van de bronnen blijkt de bronvermelding niet te kloppen. De selec­tie van landen is tamelijk willekeurig en andere select ie, de acht belangrijkste OEeD-landen, levert wei een significant negatief verband op (zie fig. 2). Breedveld en Lempers2) vinden zelfs in de puntenwolk van de Vries een negatiefver­band. Dat hierbij de 95% significantie niet wordt gehaald wijten ze aan de beperkt­heid van de econometrische analyse. Dit negatieve verband vinden zij ook logisch. Een lagere collectieve-Iastendruk leidt via lagere lonen, hogere rendementen, meer investeringen tot hogere economische groei.

11

Page 12: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

5M1

/

!

/' /

/'

I

I

".- ........... -r (

'./

KEYNES

WIE VERSTANDIG IS, LUISTERT NU OOK EVEN NAAR EEN ANDER. Mogen we u een paar minuten storen. Laat u even de

grote mannen met rust en richt uw aandacht een moment op Coopers & Lybrand. Eveneens belangrijke namen waar u mogelijkerwijs nog iets van kunt leren. Nu al.

Want alhoewel we beseffen, dat de eindstreep moge­lijk nog een paar jaarverwijderd ligt, kan een kennismakingmet C &L al een eerste stap in uw accountancy loopbaan betekenen.

Maar allereerst een introduktie: Coopers & Lybrand Nederland vormt een belangrijk

onderdeel van de wijdvertakte organisatie Coopers & Lybrand

UnternationaD. Met vestigingen in Amsterdam, Eindhoven en • Rotterdam.

Aldaar is ons er alles aan gelegen, aspirant-accoun­tants vanaf de start te begeleiden en een stevige opleiding te geven. Wij geloven in de filosofie, dat een solide onder­bouw noodzakelijk is om onze gevarieerde clientenkring opti­maal te bedienen.

Bovendien schept een dergelijke basis de beste moge­lijkheden om binnen een organisatie vooruit te komen. Wie goed is gaat snel bij C&L. Zonder te soleren overigens, want wij beschouwen samenwerking, of zo u wilt, teamwork

als een groot goed. Rest ons nog te zeggen dat er voor uitblinkers met internationale aspiraties kansen liggen.

C&L zoekt reeds nu kontakt met studenten bedrijfs­economie, NlVRA tot a!gerneen dee! of HEAO-RA. Wij geloven, dat mensen er wijs aan doen zich in een vroeg stadium op de toekomst te orienteren.

Coopers & Lybrand Nederland Accountants

\!!!!~!!3 Amsterdam - Eindhoven - Rotterdam

Irk wil me:r:eten over Coopers & Lybran~u~ mij daarom de:- - I I

[J Gedrukte bedrijfsbrochure 0 Audio-cassette 0 Diskette IBM PC compatible I Naam : _________________ _

I I I

Adrcs

Postcode

Telefoon

____ Woonplaats: _________ _

____ _ ____ _ Leeftijd: _ ___ ~

Studierichting: 0 N JvRA(tot alg.ded) 0 Postdoctoraal accountancy o HEAO-RA 0 Overig t.w. ____ _ _ _ o Bed rijfsekonomie

I Afstudecrjaar: 01988 01989 0 na 1989 I Coopers & Lybrand Nederland t.a.v. mevrouW A.G . van derGoes, ? I

~n_tw_oord_n_uml_lll'_r30_37_,30_00_W_B_ROTI_ERD_AM_ . ____ RO~

Page 13: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Hoe "typisch Moret" is deze advertentie? Wat u waarschijnlijk van Moret weet, is dat het een organisatie is van prominente maat­schappen op het vlak van accountancy, belastingzaken, organisatie en informatica. Maar verder ... ? Hoe ziet de carrierelijn voor academici er bijvoorbeeld uit? Wacht niet op de volgende cartoon. Bel de heer L. D. van der Klis voor een serieuze kennismaking: 010 - 4072518. Marten Meesweg 51, 3068 AV Rotterdam.

L:l6~ Moret

LID VAN ARTHUR YOUNG INTERNATIONAL

Page 14: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

& c

.~ 4 • '" JA

, 1

32 J4

figuur 2

Wig

• VS

36

• CA

• U~

• 0

J8 40 42 44 46 48 50

De Vries verwerpt de noodzaak van wig­verkleining met, zoals wij hierboven al schreven, vrij zwakke argumenten. Het pleidooi v66r wig-verkleining van Breed­veld en Lempers is op dit punt zeker niet sterker. "Het is zeer eenvoudig: bij een collectieve-lastendruk van 0% is er uit dien hoof de helemaal geen zwart circuit en bij een collectieve-lastendruk van 100% ge­beurt alles zwart. Met andere woorden, in­dien de collectieve-lastendruk daalt, zal het zwarte circuit, hoeveel dan ook, afnemen." Het effect van de wig-verkleining kan vol­gens de Vries beter worden nagestreefd met meer differentia tie in de bruto­inkomens-verdeling. Aangezien de Vries niet voor verlaging van het minimumloon is, houdt dit een hoger loonkostenniveau in. Wig-verkleining daarentegen drukt de loonkosten. Kostenmatiging is volgens Breedveld en Lempers zeer belangrijk met het oog op de realisering van de interne Europese markt in 1992.

vervOlg pagina 5

• F

52

• I • NL Omvang collectieve sedor in % van het brulO binnenlandse produkl

54 56 58 60 62 54 66

Nationaal inkomen De Vries lijkt vergeten te zijn dat de collectieve-uitgavenquote de breuk is van de collectieve uitgaven en van het natio­naal inkomen. Het heeft geen zin om te pleiten voor een quote van 60% zonder een bepaalde hoogte van het nationaal inko­men na te streven. Het anti-cyc1isch effect van extra werke­loosheidsuitkeringen tijdens een recessie gaat bij een vaste quote verloren omdat die uitgaven dan elders gecompenseerd moe­ten worden.

Steun van de oppositie Wim Kok hield aan de Erasmus Universi­teit een gastcollege en was aanzienlijk mil­der over de 60%-norm, maar zeker niet zonder kritiek. Kok stelt eerst twee voorwaarden op waaraan een eventuele norm zou moeten voldoen. Ten eerste moet deze een even­wichtige situatie beschrijven (volledige werkgelegenheid, beperkte inflatie) en ten

"Als Wlj" voor een bepaalde smaakstof te hoog zitten met onze prijs dan bestelt een Unileverdochter

het produkt net zo goed bij de concurrent"

waarvan je kan zeggen dat je daar concreet nu in de praktijk wat aan hebt? "Nee, die link bestaat eigenlijk niet. Het meest heb ik van mijn stage geleerd. Daar werd ik met problemen geconfronteerd die je heel pragmatisch moet oplossen. Het Amerikaanse case-studysysteem ontbreekt een beetje op onze faculteit ."

ROS TRA 148 MAART 1988

Moet de Universiteit een wetenschappelijk denkkader zijn of een oefenhok? "Beide e!ementen zou je volgens mij kun­nen incorporeren in de opleiding. Zowe! een stageverplichting met ruimte tot prag­matische oplossingen van problemen, als een scriptieverplichting." De scrip tie moet dan een wetenschappelijke

tweede mag de norm niet pro-cyc1isch wer­ken. Voor het bereiken van een evenwich­tige situatie zijn volgens Kok eerder meer dan minder collectieve uitgaven nodig en aangezien de 60%-norm niet conjunctuur­gevoelig is, voldoet deze ook niet aan de tweede eis . De rondgang van de Vries langs de diverse uitgavencomponenten vindt hij "verfris­send". "Het is niet eens zozeer de uit­komst van deze exercitie, die verfrissend werkt, alswel het feit dat de collectieve uit­gaven eindelijk weer eens op hun eigen me rites beoordeeld worden." De redene­ring achter de norm vindt Kok een aan­trekkelijk politiek signaal. "Niet in de laatste plaats in de richting van diegenen in en buiten de politiek die de overheid op steeds grotere afstand van economisch be­leid willen plaatsen."

Conclusie De Vries goochelt met statistiek en ook zijn theoretische onderbouwing rammelt. Voor een vaste norm van 60% zijn onvol­doende argumenten aangedragen. Positief vinden wij dat er nu eens niet domweg wordt gesteld dat de overheid kleiner moet, zonder daarbij de kwaliteiten van de diensten te bekijken. Jammer hierbij is aI­leen dat de Vries dit niet vanuit een politie­ke visie doet, maar vanuit zijn inschatting van de politi eke haalbaarheid van verdere bezuinigingen. •

Noten:

Teun Bakels Mark van der Veen

1. Knoester is hoogleraar algemene economie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. 2. Breedveld en Lempers zijn als economen werk­zaam bij het Nederlands Christelijk Werkgeversver­bond.

denkoefening zljn? "J uist, ik heb zelf gekozen voor een theore­tische scriptie. Mijn onderwerp was de in­tegratie van strategische besluitvorming en investeringsselectie, bij prof. Ankum. Het geeft meer voldoening dan een stage­verslag denk ik, maar ik had mijn stage voor geen goud willen missen. Je moet bei­dedoen." •

Henry Tjoe Nij

15

Page 15: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

DSM ... grensverleggend in chemie

Profiel van OSM

- Worldwide 28.000 medewerkers

- Concern research­organisatie ca. 1500 medewerkers

- Groot aantal vestigingen buiten Nederland in Europa en VS met in totaal ca. 9000 medewerkers

- Hoofdkantoor in Heerlen, Limburg

- Grootste activiteit chemie, o.a. kunststoffen, harsen, vezelgrondstoffen en meststoffen

- Toenemend belang van fijnchemicalien en hoogwaardige materialen

- Belangrijke activiteiten zijn voorts 'Energie' en Kunststofverwerking

- Belangen in diverse andere branches, o.a. automobiel, textiel

Bij DSM zijn permanent inzetmogelijkheden voor academici uit de discipline

bedrijfseconomie Hun loopbaan kan starten in

marketing en sales control accountancy personeelszaken automatisering Reacties kunnen worden gericht aan:

DSM, Management Development Postbus 6500 6401 JH Heerlen

DSM

Page 16: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

De Jong: de overheid IDoet zich er niet IDee beIDoeien Prof. H. W. de Jong is hoogleraar Externe Organisatie aan onze faculteit. Zijn vakgebied vergelijkt hi; met een zieh almaar uitbreidende olievlek waarvan de kern wordt gevormd door de eoneurrentieverhoudingen op de markt en de overheidspolitiek De grens ligt daar waar interesse Dat een geprononceerde mening door hem niet !I;"":'''''&UW

wordt zal uit het navolgende.

Overnames en mededingingspolitiek Wat voor onderzoek wordt door u en uw me­dewerkers verricht? "De kern van ons onderzoeksgebied be­treft de concurrentieverhoudingen op de markt en de op dit terrein gevoerde over-1l".""'~VUIUj'<:;". Wij bestuderen in dit ver­band onder meer bedrijfstakorganisaties en de manier waarop bedrijfstakken en. Ook de politiek van de overheid

met name de en de industriepolitiek.

laatste ben ik voornamelijk met de fusie- en overnameproblematiek, op het moment erg in de

Andere zien het als een middel om het con­sumentenbelang te dienen. Het meest suc­cesvol is naar mijn de die de EG op dit gebied voert. Haar doelstel-

is niets anders dan het in stand houden van de mededinging. De EG-commissie

markten open te breken en is sterk gekant tegen en kartels. Door het fundament van heid zoals die in het legd is zij afgeschermd van .... v"u,,_"'. vloeden."

INTERVIEW

"Ja, ik denk voor een belangrijk deel van weI. In het moet de staat zich buiten de economie houden. Ondernemin-gen streven hun na. Als zij het geld los kun-nen peuteren, zuIlen ze moeite doen het via de markt te verkrijgen. Maar als de overheid geen steun verleent worden de ondernemingen gedwongen op de markt te overleven en zuIlen de sterkste en meest efficiente bedrijven overblijven. Vlak na de Tweede Wereldoorlog is er in ons land een opgezet. Er is toen bedrijfstakken die we nu verouderd beschouwen. In de jaren '50 en '60 die industrieen enorm gegroeid, maar in de '70 stagneerden ze. In die verschoof de economische groei op internationaal niveau van de tradi-

staat. " Is u de huidige fusiegolj een

"Die jongens snijden elkaar daar de keel en dan houdt je de

van dat in 1992 een interne r.urnfJ'ese

markt tot stand komt, waardoor SCfl'aa.17Jer­

moge/ijk en zeljs noodzakelijk worde? zet ik mijn vraagtekens bij. In de

Staten is ook een en daar hebben ze

in 1992 gestalte fusiegolfin

gestart voordat "".,110''''''15 m.b.t. het tot standkomen van een interne markt had genomen. In feite zitten we nu in de vierde fusie- en overna-

1890. Wij willen deze Iaatste E>~'''I'''~'' met de drle un,)ra""r.rlp

doende een patroon te ziet bijvoorbeeld dat grote bedrijven die in de

verkeren veeJal kleine inno­verende ondernemingen overnemen om te kunnen blijven groeien. Uiteraard is de

veel veel meer factoren een te ver om dat hier uiteen te zetten. moet onderzoeken met welke fusie-

voorkomen, wat de oorzaken ervan wat hun verloop is, wie er baat bij

enzovoort." Welk effect heeft de me,tedl'nglngs,poll'tlek op de bedrvjstakstructuur? "Mededingingspolitiek wordt met ver· schillende doeleinden ap,.,,,p,rl'1

landen het om

ROSTRA 148 MAART 1988

sterkste bedrijven over"

IndustriepoUtiek Denkt u dar de overheid door het voeren van industriepolitiek de economische groei kan bevorderen? "Nee, dat denk ik niet. De overheid wordt be'invloed door het lobbyen van belangen­groepen. Als je naar het verleden kijkt is het inderdaad weI dat de overheid in met het bedrijfsleven nieuwe industrieen heeft Het op-vallende is aileen dat dit vlak na een ooriog plaatsvond. In 1918-1919 voorbeeld de met behulp van de staat opgezet en 1945 heeft zij de hel-pende hand bij het f\n,·,r-h.tpn

de Nationale typisch situaties waarin kapitaal en mis­schien ook ondernemersscahp schaars wa­ren en de steun van de overheid gewenst was. Ik denk echter niet dat dit in normale situaties ook is. Het is een tekenend feit dat onze grootste en sterkste onderne­mingen tussen 1870 en 1914 ontstaan een waarin de staat zich niet met het bemoeide." Maar denkt u dat het opkomen van die be­drijven het gevolg was van het feit dat er in die tijd geen overheidsinterventie was?

tionele zoal staal, chemie en auto's naar de informaticasector. De Nederlandse overheid is toen die oude be­drijfstakken gaan steunen en ze is

het bedrijfsleven gaan "",re",,,,. waren er onvoldoende

heden en onvoldoende prikke1s om aan te sluiten de internationale trends. En die

gaat nu steeds door. De afge10pen jaren zijn er I5U'U~'ll" aan WIR-premies ""JI'>"'", ...... ,

de bedrijven inmiddels al weer be­wins ten maken. Waar is dat voor

De overheid kan beter de belastin­ver1agen, bijvoorbeeld v~~r U"'!;lllU<:;j,j­

ondernemers. " terview werd de en het is nu mogelijk aan de wens van de te voldoen; TB, PvdM). Toch is in Japan onder leiding van de over­heid de scheepsbouw gesaneerd wen andere Oost-Aziatische landen op kwamen zetten "Volgens mij is die overheidshulp in Japan helemaal niet zo groot als men wei be­weert. Aileen in die vlak na de Tweede Wereldoorlog was daar sprake van, rer bescherming van de 'infant in­dustries'. Het punt is dat een groot

17

Page 17: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

VAN DIEN ~ CO* TREEI1f GRAAG

IN CONTACT MET AMBITIEUZE

BIJNA AFGESTUDEERDE

BEDRIJPS­ECONOMENMN

Van Dien~Co Accountants Schriftelijke sollicitaties te rich ten aan Van Dien + Co Accountants, t.a.v. de heer R.H. van Ede , Hoofd Personeelszaken, Fizeaustraat 2, 1097 SC Amsterdam, tel. 020-5686610.

*Van Dien + Co Accountants maakt deel uit van de Van Dien groep en is lid van Deloitte Haskins & Sells International. Een organisatie met 26.000 medewerkers in 71 landen.

Alkmaar Almere Amsterdam Arnhem-Velp Breda Eindhoven Enschede Gouda 's-Gravenhage Groningen-Haren Haarlem 's-Hertogenbosch Hoogeveen Leeuwarden Lelystad Lochem Maastricht Roosendaal Rotterdam Tilburg Utrecht Venlo Zaandam Zwolle Willemstad (Cura~ao) Oranjestad (Aruba) Philipsburg (St. Maarten)

Page 18: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

land is, met in elke bedrijfstak een groot aantal ondernemingen. Daardoor krijg je een concurrentiestrijd, die jongens snijden elkaar daar de keel af, en houdt je de sterkste bedrijven over." U z iet dus niets in overheidssteun aan het be­dri.Jfsleven. Welke taken moet de overheid volgens u wei uilVoeren om een gunstig econo­misch klimaat te creben? "Je hebt natuurlijk de typische over­heidstaken, zoals interne en ext erne veilig­heid, onderwijs en een goede infrastruc­tuur. Maar voor het overige kan er ontzet­tend veel geprivatiseerd en gedereguleerd worden. Ik zie niet in waarom de overheid zich moet bemoeien met de electriciteits­voorziening, de staalindustrie en noem ze allemaal maar op. De PTT bijvoorbeeld is een dure en inefficiente onderneming. Waarom zou een particulier bedrijf geen telefoons kunnen leveren? Waar de over­heid taken afstoot, stapt een particulier be­drijf er in en wordt er vervolgens efficien­ter geproduceerd." Ben nadeel van privatisering is dat het zal leiden tot grotere ongelzj'kheid. Privatisering van de PTT leidt waarschijnlijk tot verschil­lende tarieven voor haar diensten in verschil­lende delen van het land. "Dat hoeft niet. De overheid kan haar han­den van de PTT aftrekken en tegelijkertijd bepalen dat de post tegen een bepaald ta­rief afgeleverd moet worden. Maar afge­zien daarvan, zou het erg zijn als je bijvoor­beeld in Drente een dubbeltje meer moet betalen voor je brieven? In Drente kan je lekker fietsen." Over het dubbeltje van de post valt nog te twisten. Ben andere doelstelling van de over­heid kan zzin dat arme mensen evenveel recht op gezondheidszorg hebben als rijke mensen. "Zelfs als je die mensen met een lager in­komen niet wilt benadelen, hoeft dat nog niet te betekenen dat de overheid aile zie­kenhuizen in haar beheer heeft. Je zou bij­voorbeeld kunnen denken aan negatieve belastingen, waarbij de lagere inkomens­groepen een toeslag voor de ziektekosten krijgen of een voucher-systeem, waarbij

rest overlaten aan de markt, waardoor een hogere 'efficiency' bereikt kan worden." Uit uw verhaal blijkt een groot vertrouwen in het marktmechanisme. Denkt u dat er niet vee! meer negatieve welvaartseJJecten aan verbonden zlj'n, b. v. lage lonen? "In Amerika mag je voor vijftien gulden per uur werken, dat mag bij ons niet, maar je kunt voor dat bed rag wei zwart werken. Het nadeel hiervan is dat de staat belas-

"Het is bij ons allemaal uit de hand gelopen, wij betalen gewoon

mensen om niets te doen"

mensen met \age inkomens bonnen krijgen om van bepaalde diensten gebruik te ma­ken. Slechts een kleine minderheid zal hier gebruik van hoeven te maken. In het huidi­ge systeem wordt alles gereguleerd om de eventuele problemen van een minderheid te voorkomen. Volgens mij kun je beter ai­leen voor die minderheid iets regelen en de

RO STRA 148 MAART 1988

Tingen derft, dat mensen die niet zwart werken hun vaardigheden en hun ambitie tot werken verliezen en dat hun arbeidsbij­dragen verloren gaan." Zwart werken is een nadeel van ons systeem maar in ieder geval heeJt iedereen een mini­muminkomen. "Wat is nu een minimuminkomen, som-

INTERVIEW

migen kunnen van tweeduizend gulden rondkomen en anderen nog niet van vier­duizend gulden. Het is bij ons allemaal uit de hand gelopen, wij beta len gewoon men­sen om niets te doen. Er moeten natuurlijk wei een paar minimumregelingen m.b.t. ouderdoms- en werkloosheidsuitkeringen blijven maar het kan allemaal wei wat be­perkter. Op deze manier worden mensen gedwongen een baan te zoeken. Net als in de V.S. en dat kan want er is dan ook on­dernemersschap, waardoor nieuwe bedrijf­jes ontstaan die banen creeren." Het is allemaal nogal vaag. U geeJt aJ op de Nederlandse mentaliteit maar heeJt u ook concrete maatregelen voor ogen? "Laat eerst de overheid zich maar terug­trekken dan komt het ondernemersschap vanzelf wei boven." •

Teun Bakels Pieter van der Meche

19

Page 19: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Bestuurders moeten betalen voor wanbeleid

De antintisbruikwetgeving ~J(,e!1neJlelllde directeuren van failliette bedrijven kunnen sinds 1 januari 1987 aansprakelijk gesteld worden voor het beleid wat ze gevoerd hebben. Dit be-tekent voor de bestuurders een mico. maar voor de crediteuren van de failliet gegane bedrijven meer zekerheid om hun geld terug te krijgen. Maar wat houdt de nieuwe wet nu in? Lopen nu aile bestuurders risico's om aansprakelijk gesteld te worden voor het door hen gevoerde beleid? De ju­risprudentie zal dat de komende jaren nit moeten wijzen, maar de wet is niet bedoeld voor bedrijven met tegenvallende dollarkoers of andere niet door bestuurders te beinvloeden situaties.

Er zijn, naast de anti-misbruikwetten nog diverse andere manieren om bestuurders

~t''''olT,,'',1T te stellen. De roep om een wet tegen misbruik kwamnade nootschap in 191 L kwamen aan het be­gin van de jaren steeds meer berichten over misbruik van reehtspersonen, om zo­doende de sociale premies en de loon be­lasting te ontduiken. Men kan hierbij met name den ken aan koppelbazen. Hierdoor was het noodzakelijk een wetgeving te ma­ken, waardoor aannemers hoofdelijk aan­sprakelijk gesteld konden worden voor de door de onderaannemers versehuldigde 50-ciale verzekeringspremies en belastingen. Deze wet 'ketenaansprakelijkheid' is op 1 juli 1982 in werking getreden. Hierdoor werd de weg geopend voor andere anti­misbruikwetgeving. Bij het opstellen van de ontwerpen van de tweede en derde anti­misbruikwetteksten, waarbij bestuurders aansprakelijk kunnen worden, werd uitgegaan van de al bestaande moge­lijkheden die de wet biedt.

Contractuele basis Een bestuurder van een rechtspersoon ver­vult zijn taak op grond van een contractue­Ie basis. Op grond van dit contract moet de bestuurder naar beste vermogen werk doen en hij moet taak 'naar hp"",.",,,' vervullen. De algemene vergadering van een n.v., b.v. of vereniging verleent nor­maUter een keer per jaar deeharge aan de bestuurders voor het gevoerde beleid. Hierdoor is het aansprakelijk stellen van de bestuurders in principe niet meet moge­lijk. Immers de vergadering heeft het be­leid van de bestuurders goedgekeurd. Er zijn nu eehter een aantal uitzonderingen waardoor de bestuurders toeh aansprake-lijk gesteld kunnen worden. de eerste ,plaats strekt de deeharge zieh verder uit dan de handelingen die aan de algeme-ne bekend zijn Ten tweede kan besluit tot deeharge wor-den wegens strijd met de

de laatste plaats kan ",,,,.rlp-n ingetrokken nadat uit een

.. ".cn"~T" van de ondernemerskamer is ge-dat er is geweest van wanbe-

20

leid. De bestuurders kunnen niet aileen aansprakelijk tegenover derden. Zij

hoofdelijk aansprakelijk tegenover derden in de drie gevallen: Alle-reerst indien de niet is sehreven in het of er niet voldoen-de kapitaal is gestort (bi; een n.v. /100.000 en bij een b.v. /40.000 ). Op de tweede plaats kunnen de bestuur-ders net zo goed als andere aan-sprakelijk worden op van een daad. Onder onrecht-matige daad moet worden verstaan: 'een handelen of nalaten dat of inbreuk maakt op eens anders recht, Of in strijd is met des daders reehtsplieht ofindruist, hetzij degoede de heid, welke in betaamt ten aanzien van eens soon of goed' (HR 31 januari 19 Lindenbaum/Cohen'). De laatste manier om bestuurders aansprakelijk te srellen is een bijzonder van de

wegens jaarstukken.

Bescherming van de fiscus Het doel van de tweede anti-misbruikwet (2° AMW) is het bestrijden van misbruik van reehtspersonen door onder bepaalde voorwaarden de bestuurder van reehtsper­sonen aansprakelijk te stell en voor de door de maar niet betaalde premies, ter zake van verplichte oenfondsen, loon- en omzetbelasting en so­dale verzekeringspremies. Belangrijk in de wet is de meldingsplicht die genoemd wordt en die aanwezig is voor aile bestuur­defs van de rechtspersoon. Deze mel­dingsplieht houd! in dat, wanneer blijkt dat de rechtspersoon niet meer aan de beta­Iingsverplichtingen kan van dit feit onverwijld melding moet worden ge­daan aan de desbetreffende erediteuren. Deze erediteuren kunnen de niging, het bedrijfspensioenfonds cus zijn. Het melden ontslaat de bestuur­der niet van een eventuele aansprake­lijkstelling in persoon. Het maakt zijn po-Bitie wel omdat de bewijslast betreffende bestuur nu bij de

erediteuren Dit in tot de situatie van niet-melding. In dat geval moet de bestuurder zelf dat hi; zich niet heeft gemaakt aan het niet nakomen van betalingsverpliehtin-gen.

Collectieve verantwoordeiijkheid De wet gaat uit van collectieve verantwoor­delijkheid van het bestuur. Dit betekent dar iedere bestuurder zieh de hoogte moet houden van de posltle van de rechtspersoon. Onafhankelijk van wat hij onder zijn beheer heeft. Indien de bestuurder in de peri ode van het ontstaan van betalingsonmacht ziek was zou dit hem kunnen ontslaan van aansprakelijk­heid. Eehter een is te weinig be-

omdat de wet bestuurders,

een ziekte de de gang van zaken het bedrijf. Als de bestuurder zich moet verdedigen, in een geval van niet melden, en niet slaagt in die verdediging kan zich niet verder verweren en is de aansprakelijkheid een feit. Er moet wel zijn van onbehoor-lijk bestuur waar betalingsverpliehting aan te is. Kennelijk onbehoorlijk bestuur veronderstelt een verwijtbaar han­delen of nalaten van de bestuurder. Het ne­men van risico is inherent verbonden aan het ondernemen. Het zal steeds de reehter zijn die omtrent de onbehoorlijkheid zal moeten oordelen.

Kennelijk onbehoorlijk bestuur De reehter moet het begrip 'kennelijk on­behoorlijk bestuur' toetsen aan het oordeel van een verstandig bestuurder in een ver­gelijkbare situatie, aldus de minister in 1985 in de Staatseourant. Er zijn versehil­lende bronnen op basis van de wet en de wetsgeschiedenis die als basis kunnen die­nen voor de toetsing. Allereerst is er de schending van de boekhoud- en publikatie­verpliehting. In dit is er altijd sprake van onbehoorlijk bestuur. Ten tweede als de bestuurder voor de oprichting al rechts­handelingen heeft gepleegd, zodat de rechtspersoon al gebonden is voor zijn opriehting en bij overtreding van de kapi-

ROSTRA 148 MAART 1988

Page 20: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

taalvoorschritten. Op de derde plaats heeft de minister een groot aantal gevallen ge­noemd waar er sprake is van onbehoorlijk bestuur. Samengevat komen de verschil­lende gevaUen neer op de volgende defini­tie: onverantwoord, onbezonnen en roeke­loos handelen. Kortom dingen doen die een behoorli;k bestuurder niet zou doen. Zelfs onbekwaamheid kan volgens de mi­nister, onder omstandigheden onbehoor­lijk bestuur zijn. Benadrukt moet echter worden dat het niet de minister is die uit­maakt wat onbehoorlijk bestuur is, maar de rechter!

Curator De bedoeling van de derde anti­misbruikwet (3° AMW) is de positie van de curator bi; een faillissement van een rechtspersoon te versterken. Hij kan nu naast verhaal op de rechtspersoon in som­mige gevallen ook verhaal halen op de bestuurders. Deze versterking zal ertoe lei­den dat bestuurders, die zich schul dig ma­ken aan onbehoorlijk bestuur, waardoor de rechtspersoon failliet gaat, niet meer vrij uit gaan. De bestuurders kunnen hoofde­lijk aansprakelijk gesteld worden voor de schuld, die overblijft nadat op de rechts­persoon verhaal is gehaald. Deze wet is, net zoals de 2° AMW, van toepassing op aile commerciele rechtspersonen. Er moet aan drie eisen voldaan zijn willen bestuur­ders aansprakelijk gesteld kunnen worden. De eerste eis is dat de rechtspersoon failliet verklaard moet zijn. De tweede eis is dat er sprake moet zijn van 'kennelijk onbehoor­lijk bestuur' in een periode van drie jaar voorafgaande aan het faillissement. De laatste eis is dat het onbehoorlijk bestuur een belangri;ke oorzaak moet zijn van het faillissement. Ook bij deze wet geldt dat het bestuur een collectieve verantwoorde­lijkheid heeft. De bewijslast voor aanspra­kelijkheid ligt bij de curator. Ais het bestuur verantwoordelijk is voor het faillis­sement bestaat er een mogelijkheid voor een individuele bestuurder onder de aax­sprakelijkheid uit te komen. Deze bestuur­der moet dan bewijzen dat de onbehoorlij­ke taakvervulling niet aan hem te wijten is en daarnaast dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de ge­volgen af te wenden (individuele disculpa­tie). De curatoEhoeft aileen aannemelijk te maken dat het faillissement veroorzaakt is door het bestuur. Indien de curator geen andere duidelijke oorzaken, zoals economi­sche tegenslag, persoonlijke omstandighe­den of anderszinds vindt, ligt het voor de hand dat het onbehoorlijk bestuur in be­langrijke mate het faillissement he eft ver­oorzaakt. Het bestuur zal zich verdedigen door juist te wijzen op de verslechterde economische omstandigheden of andere omstandigheden, waar het bestuur geen invloed op kan uitoefenen.

Commissarissen Naast de bestuurders en andere beleidsbe-

ROSTRA 148 MAART 1988

palers kunnen ook de commissarissen per­soonlijk aansprakelijk gesteld worden. Dan moet er bij een faillissement wei spra­ke zijn van verwaarlozing van hun toe­zichthoudende taak op de rechtspersoon of een dochtermaatschappij van die rechts­persoon. Ook kan de aansprakelijkheid voortkomen uit het gedeeltelijk ontbreken of niet kloppen van de boekhouding en de jaarrekening. Hierbij geldt onweerlegbaar dat de Raad van Commissarissen zijn taak niet behoorlijk vervuld heeft en dezen hoofdelijk aansprakelijk zijn. De bestuur­ders en commissarissen die aansprakelijk gesteld worden door de curator wegens on­behoorlijke taakvervulling zijn hoofdelijk aansprakelijk (dus voor het geheel). Dat betekent ook dat het gedrag wat verhaald wordt op de bestuurders, 66k op een of en­kele bestuurders verhaald kan worden. De­genen die hebben moeten betalen kunnen in beginsel een gedeelte van de betaling te­rugvorderen op de andere bestuurders (recht op regres).

Praktijk Interessant is natuurlijk om te gaan kijken hoe deze jonge wetten werken in de prak­tijk. Er is door de ondernemingskamer, de rechter in dit soort zaken, tot nu toe een be­langrijke uitspraak gedaan. Op 4 december 1987 bepaalde de ondernemingskamer dat de bestuursleden van het failliete bouw- en industrieconcern Ogem schuldig werden bevonden aan wanbeleid: handelen in strijd met de elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap' . De uit­spraak is vastgelegd in een bijna 360 pagi­na's dik arrest. Of er inderdaad overgegaan wordt tot het starten van procedures is ech­ter te betwijfelen, omdat hierbij een kosten/baten-analyse gemaakt moet wor­den. De heer Ophof, een van de curatoren van Ogem, zei hier kort na de uitspraak het volgende over: 'Wij staan voor het belang van de boedel. Dus moeten wij kijken: wat kost ons een verder procederen en welke opbrengsten staan daar tegenover. Van een kale kiker kun je geen veren plukken. Maar het zijn natuurlijk niet allemaal kale kik­kers, en sommige zullen best behoorlijk in de veren zitten.' Een testcase zou juridisch zeer interessant kunnen zijn, maar de be­langen van de crediteuren zijn hiermee niet gediend, aldus Ophof.

Verzekering De gevolgen van de derde misbruikwet zijn ook de verzekeraars niet ontgaan. De verzekeringen hebben handig ingespeeld op de toe genom en kans op aansprakelijk­heid en men kan zich nu verzekeren tegen dit risico. De verzekering dekt aile schade voortkomende uit de aansprakelijk­he ids telling van de bestuurders en com­missarissen, behalve indien er sprake is van opzettelijk wanbeleid, zoals bijvoor­beeld fraude of oplichting. De verzekering kost 500 gulden voor een voorzitter van een vereniging en ongeveer 2500 gulden

voor een bedrijf wat ter beurze genoteerd is. De premie hangt ook af van de aard van de bedrijfsvoering, het aantal aandeelhou­ders van het bedrijf en de hoogte van het verzekerde bedrag. De verzekeringen dek­ken over het algemeen tot 10 miljoen scha­de. Eind 1987 waren ongeveer 10.000 di­recteuren en commissarissen in Nederland verzekerd tegen de gevolgen van de nieuwe wet. Het is niet te hopen dat aIle verzeker­den die een verzekering afsluiten, wanbe­leid aan het voeren zijn. Anders zal de on­dernemingskamer het nog heel druk krij­gen. •

Koos Boering Bronnen: -Aansprakelijkheid van bestuurders en com­missarissen door P.L. Dijk e.a. -N.R.C.-Handelsblad 2 december 1987-Boeten voor wanbeleid? -de Volkskrant 4 december 1987- Oud­bestuurders Ogem schuldig aan wanbeleid

GELUKKIG NAM HET MNTAL STERFGEVALLEN TEN GEVOLGE

VAN HART- EN VMTZIEKTEN IN 1987 WEER VERDERAF Blijkhaar gaan we steeds verstandiger om

met onze gezondheid. Het is duidelijk dat preventie terrein wint. Maar er is nog een lange weg te gaan.

Want nog steeds women jaarlijks 40.000 mensen getroffen dooreen hartinfarct en nog eens 20.000 door een herseninfarct of beroerte.

Aileen door uw stenn kan de Nederlandse Hartstichting haar werk voortzetten. Als u weer uw hart laat spreken kan de bestrijding van hart'i!n vaatziekten women voortgezet: stenn aan wetenschappelijk onderzook, verbetering van de patientenwrg en opvoering van de voorlichting.

Stort uw bijdrage op giro 300 of bank 70.70.70.600. Of geef aan de collectant.

ZO WERD UW BljDRAGE IN 1987 BESTEED:

WETENSCHAPPELljK ONDERZOEK 13.9 MILjOEN VOORLICHTING 8.3 MILjOEN PATltNTENBEGELEIDING 4.7 MILjOEN

26.9 MILJOEN

---------~~-------

LMT UW HART SPREKEN! A... nederlalidse hartslichting \ll vrienden van de hartstichting

21

Page 21: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Veelzljdig ... veelornvattend Overschotten, of schaarste. Politieke of economische spanningen. Con-~icten in oIieproducerende gebieden. Grillige marktmechanismen. Complexe informatiestromen. Het energievraagstuk is veelzijdig in zijn facetten, vergt een veelomvattende oplossing. De voortdurende

De · behoefteaan energiedragers - oIie, aard-

sSlng gas, kolen - en nieuwe petrochemische produkten kenmerkt een onomkeer­

baar proces. Warmte en licht, --ran e~ ener1d;le- q~i~~~~ij~nOCnOd~~~~~r " I : ., .,.. zander weloverwogen

gs gebruik van vastgestelde voor-vraa raden, zander intensief onderzoek naar toekomstige mogelijkheden voor energie-

~ m ni ui voor;;~talent o j; et j; Conclusie: geen vooruitgang

de bod em zander innovatie. Immers ... de behoeften van

'

morgen zijn uitdaging~n van vandaag. ~iet aileen op het gebled van de technlek, maar

... ~. ook bij marketing en trading, maar ZI., nu In financien: personeelszaken en

de coUegel.ank §!~~~~;:~~l~~{~U~o~~ :u • ~~~~~~n~e~i:ene~:~~~~~:s vak-

vereist. Het is - samen met de technologie - de belangrijkste energie­bron om het energievraagstuk op te lossen!

Strategische reserve Het is deze strategische reserve, die Shell wil aanboren. Alfa- en beta-denkers en -doeners kunnen in aile fasen van hun ontwikkeling rekenen op medewerking en begeleiding door een zeer professio­nele organisatie. Dynamisch, sterk internationaal georienteerd. Aile ruimte voor individuele ontplooiing, o.m. door een stimulerend systeem van jobrotation.

Inforrnatie Mocht u zich nader willen orienteren, dan nodigen wij u gaarne uit om contact op te nemen met de afdeling Personeelswerving van Shellinternatio­nale Petroleum Maatschappij BV. in Den Haag, tel.: 070-772226, of de brochure "Mogelijk-heden voor afgestudeerden" aan te vragen.

Page 22: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

Dick Rilger De faculteitsraad heeft zich in de vergadering van 22 februari j.I. bezig gehouden met een aantal uiteenlopende onderwer­pen. De belangrijkste waren de facultaire verdeling van zowel de formatie (= arbeidsplaatsen) en de kredieten over de vak­groepen, de instelling van een nieuwe studierichting Bedrijfs­& Bestuurskunde en een eventuele Nummerus Fixus.

Formatie en kredieten. Zoals ieder jaar moet er ook voor dit kalenderjaar een verde­ling van de formatie en de kredieten over de vakgroepen en de faculteit algemeen worden gemaakt. De verdeling wordt ge­maakt op basis van middelen die door het College van Bestuur (CvB) aan de faculteit worden toebedeeld. Deze toedeling ver­schilt van de toedeling zoals door het Ministerie van 0 & W gehanteerd, waardoor onze faculteit het gevoel he eft onder-dan weI misdeeld te worden (zie het interview met Ruud Knaack in de vorige Rostra). Een paar opvallende besluiten die door het CvB in het kader van de bezuinigingen zijn gemaakt zijn: 1 Het afschafTen van het automatiseringskrediet van de facul­teit (was 1150.000,-). 2 Het berekenen van onderwijsdienstverlening (I) op basis van gegevens uit 1970. 3 Het overboeken van slechts 20% van het facultaire restant­krediet 1987, terwijl men tot nu toe het restarit volledig over­boekte naar het volgend jaar (kosten 1200.000,- tot 1 400.000,-). 4 Het in reserve houden van 20% van het facultaire krediet 1988, tegenover 10% voor die faculteiten die in 1987 een groot financieel tekort hadden.

Ondanks al deze maatregelen he eft het faculteitsbestuur (FB) wei met succes bij het CvB 5 extra arbeidsplaatsen gevraagd in verband met de enorme toe loop aan eerstejaarsstudenten. Dit alles he eft ertoe geleid dat bij de verdeling (op basis van het aantal voor het yak behaalde studiepunten) van de forma­tie 1988 de vakgroep Bedrijfseconomie voor het eerst sinds tij­den kan beschikken over voldoende formatie. De vraag is ech­ter of voor al deze plaatsen kandidaten gevonden worden, aan­gezien het bedrijfsleven betere arbeidsvoorwaarden kent. Ook de vakgroep Bedrijfsinformatica en Accountancy en de vak­groep Kwantitatieve Methoden (= Wiskunde en Statistiek) kan voor een aantal extra plaatsen gaan werven. Hiermee zijn in eerste instantie de grootste knelpunten in de personeelsbe­zetting opgelost. Bij de verdeling van de formatie is ook dit jaar weer 1 forma­tieplaats beschikbaar gesteld voor het verzorgen van intensief onderwijs. De vakgroepen kunnen hiervoor bij het FB een verzoek indienen. Aangezien er ook voor de studieadviseur meer formatie be­schikbaar is dan momenteel wordt ingevuld gaan er steeds meer stemmen op om ook de resterende formatie op te vullen.

Naast het wegvallen van het automatiseringskrediet gaf de ver­deling van het krediet ook nog enige positieve zaken te zien. Het boekenkrediet voor de facultaire bibliotheek is opgehoogd tot 1190.000,-(incl. krediet voor schrijfwaren etc.). Tevens werd het congresbezoek voor het personeel meer dan verdub­beld, zodat nu meer dan ooit vakgroepen de kans hebben zich op internationale congressen te profileren. Voor studenten ko­men op de kredietverdeling drie belangrijke posten voor, nl. 'studiereizen studenten', 'veldwerk studenten' en 'introduktie Ie jaars'. Voor studiereizen, d.w.z. groepsreizen georganiseerd door of met instemming van een docent, is dit jaar 126.000,­gereserveerd. Voor individuele studieonderzoeken in het bui­ten land (veldwerk) wordt dit jaar voor het eerst 110.000,-

ROSTRA 148 MAART 1988

RAADSELACHTIG

opgenomen. Aanvragen voor veldwerk moeten voorzien van o.a. onderzoeksvoorstel en begroting bij het FB worden inge­diend. De faculteitsraad heeft ook dit jaar weer ingestemd met een bijdrage voor de Introduktiewwek van 115.855,-, waardoor on­geveer 300 eerstejaars de mogelijkheid hebben om op intro­ductie mee te gaan.

Bedrijfs- & Bestuurskunde Eind januari heeft het CvB een persbericht uitgegeven waarin zij stelt dat er "behoudens goedkeuring van de minister" per september 1988 een vrije studierichting "Bedrijfs- en Bestuurskunde", verzorgd door o.a. de vakgroep Bedrijfseco­nomie. Deze mededeling was gebaseerd op een universitaire taakgroep, die de mogelijkheden van een dergelijke opleiding aan de Universiteit van Amsterdam heeft bestudeerd. Het FB, de faculteitsraad en zelfs de vakgroep hebben echter nog geen enkele gelegenheid gehad op het advies van de taakgroep te reageren. Pas op 22 februari kon het rapport nog zonder ad­vies van de Studierichtingencommissie Economie, de Vaste Commissie van Wetenschapsbeoefening en andere betrokke­nen besproken worden. De raad bleef dan ook met veel 'Vragen en een redelijke dosis verbaasdheid zitten. De raad heeft uit­eindelijk besloten eerst het advies van de betrokken instanties af te wachten, mede daar het voorstel van de taakgroep verre­gaande gevolgen heeft voor de opzet van het onderwijspro­gramma in de propedeuse en het verplicht doctoraal.

Nummerus Fixus Zoals het er nu uitziet zullen er dit jaar 15% meer mensen economie willen studeren dan het afgelopen jaar. Berekenin­gen wijzen uit dat heirdoor de capaciteit van alle economiefa­culteiten in Nederland sterk uitgebreid dient te worden. Het CvB heeft daarom aan de faculteit gevraagd met hoeveel onze capaciteit verhoogd zou kunnen worden. De raad heeft beslo­ten in principe niet meer dan 660 studenten (zowel dag- als avond) toe te laten tenzij het CvB extra formatie zal geven. A!s uiterste capaciteit heeft de raad een getal van 700 studen­ten genoemd. In verb and met de huidige sit2 atie van zowe! het onderwijs als de huisvesting meent de raad dat er geen en­kele student boven de 700 meer bij kan.

Stopzetting onderwijs aan niet­economiestudenten! Een belangrijk aspect hierbij is het onderwijs dat student en van andere faculteiten bij onze faculteit volgen, Berekeningen hebben aangetoond dat onze faculteit per saldo 3,8 formatie­plaats meer aan onderwijs levert dan economiestudenten el­ders aan onderwijs volgen. De door het CvB berekende cijfers geven een tegengesteld beeld. Volgens deze cijfers zouden eco­nomiestudenten per saldo 2,4 formatieplaats aan onderwijs buiten de eigen faculteit volgen: een verschil ten nadele van onze faculteit van 6,2 formatieplaats !!! De faculteitsraad heeft daarom besloten dat als andere faculteiten voor 1 juni geen re­geling voor het betalen van het onderwijs aan studenten van die faculteiten hebben geaccepteerd, het onderwijs aan stud en­ten van andere faculteiten per 1 september a.s. zal worden stopgezet. Dit zal niet gelden voor die studenten, waarvoor de moederfaculteit bereid is te betalen.

Nieuw studentbestuurlid. De raad heeft Cornelie Goedhuis benoemd als mijn opvolgster in het FE. Corne lie Goedhuis, die nu namnes de NOBAS in de faculteitsraad zit, zal per 1 juni mijn plaats overnemen. Va­naf deze plaats gefe!iciteerd en a!vast vee I succes toegewenst.

23

Page 23: 1988 - Nummer 148 - maart 1988

DE PERFECTE BALANS ...

! 0 I 'k.i~ •• """" aIs ',w",. '''''''''''''''g sneI 0, "'" en ontwikkeit een hoge snelheid. En is daarnaast als een der wei-nige vogels in staat om volkomen stil te staan in de lucht Paar­

biJ ontwikkelt hij 50 tot 75 vleugelslagen per sekonde. Weinig andere vogels kombineren zo'n onvoorstelbare stabiliteit met zoveellenige wendbaarheid. Paardekooper & Hoffman zoekt kontakt met evenwichtige, zichzelf snel ont­wikkelende

BEDRIJFSECONOM-E-N (M/V)

Op diverse kantoren zijn functies vacant met interessante perspecteven voor bedrijfseconomen. Het beleid van onze maatschap is zodanig dat assistenten­acccuntant de gelegenheid wordt geboden op grond van persoonlijke kwalitei­ten en studieresultaten door te groeien naar het hoogste niveau. Hierdoor is de groep medewerkers aitijd klein geweest ten opzichte van het aantai vennoten. (Een medewerker op vier vennoten). Ais gevolg hieNan hebben assistenten en oontroleleiders een gevarieerd en tamelijk zelfstandig takenpakket. Binnen onze maatschap wordt gewerkt met niet ai te grote oontrole-teams. Het team staat onder de directe leiding van de verantwoordelijke vennoot, waarbij fre­quente oontacten met de vennoot regel en geen uitzondenng zijn. Binnen onze inteme opleiding wordt naast het voor de dienstverlening noodzakelijke element van kennis ook in ruime mate aandacht besteed aan persoonlijkheids­vormende aspecten, die wij voor een goede uitoefening van het beroep ononl­beerlijk achten. Belangstellenden nodigen wij uit schriftelijk of telefonisch te reageren. Sol/icitatie-adres: Paardekooper & Hoffman Registeracccuntants, Centraal Personeelsbureau, Calandstraat 25,3016 CA Rotterdam, telefoon 010-4364944.

~ ~ De P&H-groep is een samenwerkingsverband van Paardekooper & Hoffman Registeraccountants, Paardekooper & Hoffman Belastingadviseurs en ~ Kotterman Neurink & Co. AccQuntants-administratieconsulenten. Amsterdam / Apeldoorn / Bergen op Zoom / Breda / Culemborg / Eindhoven / Goor / G ROE P Gouda / 's-Gravenhage / Haarlem / Heerlen / Hulst / Meppel / Oostburg / Roosendaal / Rotterdam / Rijssen / Terneuzen / Utrecht / Venlo / Zaandam.

V~~r postdoctoraie studenten accountancy hebben wg een zeer informatief boe~e geschreven

Openhartig Het boe~e gaat o.a. in op uw carriere als drs/a.s. register­accountant. Het doet dat niet in vrtibltivende. algemene termen. neen het geeft exacte voorlichting. Dus vertelt het ook over zaken die u in het begin kunnen tegenval/en. Met een zelfde openhartigheid schrtiven wij over onze motie­ven bil het aantrekken van jonge academici en geeft de

voorzitter van de Raad van Bestuur een onverbloemd oor­deel over onze Maatschap en haar toekomst.

Interesse? U kunt deze brochure schrif­teltik of telefonisch bestel/en. Ons adres is: Buitenveldertselaan 7. 1082 VA Amsterdam. t.a.v. mevrouw J.E. Termeulen. tel.: 020-5496496.

Dijker en Doornbos Registeraccountants

Behorende tot de

BIID/Dijker Groep