150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

22
Wat is literatuur? 1. Literaire theorie 2. Literaire Analyse: - inleiding verhaalanalyse (dr. Jos Muijres) - inleiding poëzieanalyse (prof. Dr. Anja de Feijter) vandaag: - organisatie - inleiding

Transcript of 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Page 1: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Wat is literatuur?1. Literaire theorie2. Literaire Analyse:- inleiding verhaalanalyse (dr. Jos Muijres)- inleiding poëzieanalyse (prof. Dr. Anja de Feijter)

vandaag:- organisatie- inleiding

Page 2: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Achtergronden structurele verhaalanalyse

Wetenschap- controleerbare uitspraken- wetenschapsbeoefening- streven naar objectiviteit

Oordelen over literatuur• persoonlijk• leeftijd• leeservaring

Soorten wetenschap• natuurwetenschappen• geesteswetenschappen

Page 3: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Natuurwetenschappen• meest gezaghebbend• verhoudingen en

wetmatigheden• weergave empirie• verklaren

Methode natuurwetenschappen

Empirische cyclus:1. observatiefase2. inductiefase3. deductiefase4. toetsingsfase5. evaluatiefase

Geesteswetenschappen (Wilhelm Dilthey, 1833-1911)

- zin en betekenis menselijk handelen

- uitingen en processen van de menselijke geest

- ‘verstehen’

Methode van de Geesteswetenschappen

Hermeneutische cirkel1. onderzoeken onderwerp2. discussie en opstellen hypothesen3. hypothesen toetsen aan onderwerp4. discussie en opstellen ‘nieuwe’ hypothesen5. ‘nieuwe’ hypothesen toetsen aan onderwerp6. etc.

Page 4: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Literaire werk als object van wetenschap

Abrams, The mirror and the lamp (1953)

empirie

lit. werken literaire werk lit. werken

schrijver lezer

Page 5: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Autonomistische literatuuropvatting:• literaire werk centraal• ergocentrische• intrinsieke• tekstimmanente benaderingswijze• close-reading• Wellek & WarrenZet zich af tegen:• biografistische methode• positivisme

Structuralisme: intellectuele stroming m.n. in Frankrijk- Roland Barthes- A.J. Greimas- Gérard Genette- Claude Bremond

Ook: Tzvetan Todorov, Umberto Eco

Structuralisme in:- linguïstiek- antropologie- psychoanalyse

Page 6: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Grondslagen structuralistische methode• Russische formalisten• Praagse structuralisten

Russisch formalisme• Viktor Sjklovski / Roman Jakobson• Vladimir Propp (morfologie van het sprookje)• ‘literariteit’

Praag structuralisme- Jan Mukařovsky / Felix Vodička- ‘esthetische functie’ (foregrounding)

Page 7: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Nadelen structuralistische verhaaltheorie:- geen eenduidig beeld tussen concrete tekst en abstracte

dieptestructuur- weinig oog voor context: schrijver, lezer, ideologie,

literatuurgeschiedenis- leidt niet tot DE interpretatie - problemen bij moderne teksten

autonomie-opvatting- strikte opvatting onhoudbaar- Karel Meeuwisse/Kees

Fens/Merlijn- ‘De mus’ van Willem Frederik

Hermans

Page 8: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Voordelen:- overzichtelijk systeem van verhaalaspecten- aandacht typische kenmerken literaire tekst- vergroot inzicht in de tekst- tot op zekere hoogte controleerbare uitspraken- voordelen voor literatuurgeschiedschrijving

De cursus ‘Inleiding Verhaalanalyse’• Theorie en begrippenapparaat (aantekeningen + boek)• Analyse in de praktijk: roman• Dossier aanleggen [niet inlveren!]

Page 9: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Een verhaal

De voorstelling van zinvol gerelateerde gebeurtenissen

Uitgangspunten:1. Onderscheid mimesis-diëgesis2. auteur ≠ verteller3. verteller en lezer4. bewustzijn en spreken

Page 10: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

1. Onderscheid mimesis - diëgesis:mimesis: realiteit/gebeurtenissen (tonen)diëgesis: gebeurtenissen samenvatten (vertellen)

2. Auteur en verteller• Auteur ≠ verteller

auteur

geïmpliceerde auteur

gedramatiseerde auteur

(niet-) gedramatiseerde verteller

Page 11: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

3. verteller en lezer

- voorgewende lezer / impliciete lezer / implied reader- narratee (aangesprokene):

- gedramatiseerd- niet-gedramatiseerd

zenderboodschapontvanger

Page 12: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

zenderauteur / geïmpliceerd / gedramatiseerd / (niet-) gedramatiseerd

narratieve boodschap

ontvanger(niet-)gedramatiseerde aangesprokene/voorgewende lezer/echte

lezer

Page 13: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

4. Bewustzijn en sprekenVerhouding tussen instantie die weergeeft en de instantie die

weergegeven wordt:

- verteller valt samen met personage dat weergegeven wordt: meestal ik-vorm

- verteller verschilt van personage dat weergegeven wordt:hij- of zij-vorm

weergave derde persoon:1. psycho-narration (bewustzijnsverhaal): indirecte rede

- probleem: wat zegt verteller / wat zegt personage- dissonantie / consonantie

2. quoted monoloque (geciteerde monoloog): directe rede3. narrated monoloque (vertelde monoloog): vrije indirecte rede

Page 14: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Bewustzijn en spreken

weergave eerste persoon:1. self-narration: vat herinneringen samen (indirecte rede)2. self quoted monoloque: citeert zichzelf (directe rede)3. self narrated monoloque: zelfvertelde monoloog (vrije

indirecte rede)

Waarom verschillende bewustzijnsrepresentaties?- voorkomen monotonie (‘hij/zij zei’)- vergroten betrouwbaarheid (middels citaten) - manipuleren van de lezer

Page 15: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Analyse van verhalen

3 niveaus:- vertelling- verhaal- geschiedenis

De vertelling- de manier waarop een verhaal wordt verteld- de manier waarop gebeurtenissen worden waargenomen en

verwoord

Onderzoek van:- de vertelinstantie (de stem die het verhaal vertelt)- de weergave van het bewustzijn van de personages (door de

vertelinstantie)

Page 16: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Soorten vertelinstanties (Stanzel)

1. auctoriële vertelinstantie2. ik-vertelinstantie3. personale vertelinstantie

Andere vormen?- wij- zij- jij / je / gij / ge

Page 17: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Vertellen in de tweede persoon enkelvoud“Ge ziet van uit uw open zolderraam hoe het niemandsbos in het rood wordt geverfd door de zakkende zon, en hoort hoe het droefgeestig schaap van mossieu colson van tminnesterie nog een laatste keer blaat vooraleer het achter de knarsende staldeur verdwijnt: en dan schuift ge uw pampierderij opzij en stapt de trappen af, juist als de kantieke schoolmeester de deur openduwt en samen met zijn schone vrouw lucette een beetje van die late rode zon binnenlaat.” (Louis Paul Boon, De Kapellekensbaan, p. 5)

Functies:- zelfreflectie- generaliseren- ander personages toespreken- lezer toespreken

Page 18: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Typenkreis van Stanzel

Page 19: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Problemen:- wordt verhaal wel door één instantie verteld?- niet altijd duidelijk wie vertelt / wie wat zegt. Allerlei

tussenvormen- is de verteller ook degene die ‘ervaart’ (ziet, voelt…)- waar ligt de grens tussen info verteller en info personage- geen onderscheid verteller binnen / buiten verhaal- geen trucje: verbinden met inhoud!- weet niets over hoeveelheid informatie: gedetailleerd –

samengevat- tekst functioneert in context- tekst niet los te maken van lezer

Page 20: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Point of view concept van Norman Friedman

1. Editorial omniscience2. Neutral omniscience3. ‘I’ as witness4. ‘I’ as protagonist5. Selective omniscience6. Multiple selective omniscience7. Dramatic mode8. The camera

Page 21: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Soorten vertelinstantie Herman/Vervaeck1. Extradiëgetische verteller2. Intradiëgetische verteller

De narratee (aangesprokene)1. Extradiëgetische verteller: meestal de (abstracte) lezer2. Intradiëgetische verteller: meestal een ander personage

Métalepse narrative1. Extradiëgetische verteller spreekt personage toe2. Intradiëgetische verteller spreekt (abstracte) lezer toe

Page 22: 150831 Hand-out College 1 Inleiding Verhaalanalyse

Betrokkenheid bij het vertelde1. homodiëgetisch

- autodiëgetisch- allodiëgetisch

2. hetrodiëgetisch

Soorten vertelinstanties (Herman/Vervaeck)1. extradiëgetische en hetrodiëgetische vertelinstantie2. extradiëgetische en autodiëgetische vertelinstantie3. extradiëgetische en allodiëgetische vertelinstantie4. intradiëgetische en hetrodiëgetische vertelinstantie5. intradiëgetische en autodiëgetische vertelinstantie6. intradiëgetische en allodiëgetische vertelinstantie