1. Inleiding 2. Wat is een (open) fonds voor gemene rekening...Als de intentie er is om meer dan een...
Transcript of 1. Inleiding 2. Wat is een (open) fonds voor gemene rekening...Als de intentie er is om meer dan een...
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 1/13
Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: Oktober 2017 Onderwerp: Het open fonds voor gemene rekening
1. Inleiding
Het open fonds voor gemene rekening is de laatste jaren aan een enorme opmars bezig. Het wordt in de
praktijk, samen met de “spaargeld-bv”, veelal gebruikt om de belastingheffing over met name laag rende-
rend box 3 vermogen te verminderen.
In deze praktijknotitie wordt het open fonds voor gemene rekening behandeld. Hierbij wordt vooral aan-
dacht besteed aan de mogelijkheid om het fonds voor gemene rekening te gebruiken voor het verlagen van
de inkomstenbelasting in box 3.
2. Wat is een (open) fonds voor gemene rekening
2.1. Inleiding
Een fonds voor gemene rekening is een overeenkomst tussen drie verschillende partijen, een bewaarder,
beheerder en deelnemers. Het fonds is er op gericht om vermogen bijeen te brengen om dit gezamenlijk te
beleggen.
Een fonds voor gemene rekening komt in verschillende vormen voor. Zo is een beleggingsclub van 10 per-
sonen die ieder € 100 bij elkaar hebben gelegd een fonds voor gemene rekening. Echter ook grote beleg-
gings- en vastgoedfondsen kunnen kwalificeren als fonds voor gemene rekening.
Deze grote verscheidenheid komt, doordat er geen vormvereisten zijn voor de overeenkomst voor een
fonds voor gemene rekening. Deze contracten zijn grotendeels vrij in te vullen.
2.2. Wettelijke grondslag van een fonds voor gemene rekening
Een fonds voor gemene rekening kan worden aangegaan door middel van een onderhands contract. In
tegenstelling tot de maatschap en de vennootschap onder firma zijn er in de civiele wet geen specifieke
regels opgenomen waaraan het fonds voor gemene rekening moet voldoen. Ook is het geen rechtspersoon,
dus de regels voor o.a. de besloten en de naamloze vennootschap zijn niet van toepassing.
In de fiscale wetgeving komt de term fonds voor gemene rekening wel voor in de wet. Hierbij wordt er een
belangrijk verschil gemaakt tussen een besloten fonds voor gemene rekening en een open fonds voor ge-
mene rekening. Een open fonds voor gemene rekening is zelfstandig belastingplichtig voor de vennoot-
schapsbelasting. Een besloten fonds is “fiscaal transparant”. M.a.w. door een besloten fonds voor gemene
rekening aan te gaan verandert er niets aan de fiscale situatie. Stel twee deelnemers van een besloten
fonds voor gemene rekening storten ieder box 3 vermogen in dit fonds. Door de besloten status blijft dit
vermogen kwalificeren als box 3 vermogen bij de deelnemers. Verderop in de notitie wordt het verschil
tussen een besloten en open fonds voor gemene rekening verder toegelicht.
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 2/13
In de fiscale wetgeving is het open fonds voor gemene rekening wel gedefinieerd. In de wet op de vennoot-
schapsbelasting is in artikel 2, lid 3 de volgende definitie opgenomen:
Onder een fonds voor gemene rekening wordt verstaan een fonds ter verkrijging van voordelen voor de
deelgerechtigden door het voor gemene rekening beleggen of anderszins aanwenden van gelden, mits van
de deelgerechtigdheid blijkt uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. Een fonds voor gemene
rekening wordt als onderneming aangemerkt. De bewijzen van deelgerechtigdheid worden als verhandel-
baar aangemerkt indien voor vervreemding niet de toestemming van alle deelgerechtigden is vereist, met
dien verstande dat ingeval vervreemding uitsluitend kan plaatsvinden aan het fonds voor gemene rekening
of aan bloed- en aanverwanten in de rechte linie de bewijzen niet als verhandelbaar worden aangemerkt.
De wettelijke definitie bestaat uit vijf onderdelen, die hierna worden toegelicht:
a. Fonds
b. Ter verkrijging van voordelen voor de deelnemers
c. Voor gemene rekening
d. Beleggen, anderszins aanwenden van gelden
e. Verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid
a. Fonds
Het begrip fonds wordt omschreven als een afgescheiden vermogen zonder rechtspersoonlijkheid.
b. Ter verkrijging van voordelen voor de deelnemers
Het doel van het fonds is het verkrijgen van voordelen voor de deelnemers. Deze zinsnede is opgenomen
om ervoor te zorgen fondsen zonder rechtspersoonlijkheid die bijvoorbeeld sociale doelen nastreven, bui-
ten de vennootschapsbelasting vallen. Ook bijvoorbeeld fondsen die zijn ingericht als cadeau- of jubilea
fondsen vallen door deze bepaling niet onder de vennootschapsbelasting. Deze streven immers niet naar
het behalen van voordelen voor haar deelnemers.
c. Voor gemene rekening
De voorwaarde “voor gemene rekening” bestrijkt twee belangrijke kenmerken van een fonds voor gemene
rekening.
Ten eerste blijkt hieruit dat een fonds tenminste twee deelnemers heeft. Er moet sprake zijn van een col-
lectiviteit. Indien er slechts één deelnemer is heeft Hof Arnhem geoordeeld dat er geen sprake kan zijn voor
“gezamenlijke rekening” beleggen van vermogen. Er kan dus geen sprake zijn een fonds voor gemene reke-
ning.
De vraag is of het is toegestaan dat een open fonds voor gemene rekening tijdelijk één deelnemer heeft. Dit
kan bijvoorbeeld ontstaan op het moment dat een fonds wordt opgericht en er beleggers / deelnemers
worden gezocht. Als de intentie er is om meer dan een deelnemer te hebben, kan een fonds wellicht (tijde-
lijk) kwalificeren als open fonds voor gemene rekening.
Verder moet ieder van de deelnemers gelden of andere activa inbrengen. Het is dus van belang dat de
gelden die de deelnemers in het fonds inleggen zich vermengen en daardoor niet meer individueel traceer-
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 3/13
baar zijn. Als gevolg daarvan hebben de deelnemers een recht op een aandeel in een onverdeeld vermogen
en delen zij naar rato van hun inleg in de kosten, de opbrengsten en de risico’s.
d. Beleggen of anderszins aanwenden van gelden
Het fonds moet de activa / gelden beleggen of “anderszins aanwenden”. Het bezit van het vermogen is
gericht op het verkrijgen van waardestijging en het rendement daarvan. Met anderszins aanwenden van
gelden is een uitbreiding gegeven aan het begrip beleggen. Hierbij kan worden gedacht aan het aanhouden
van onroerend goed.
Algemeen wordt aangenomen dat hiermee niet activiteiten met een ondernemingskarakter wordt
bedoeld. De activiteiten van het fonds mogen geen onderneming vormen. Voor het zijn van een fonds
voor gemene rekening moet er sprake zijn van beleggen.
e. Verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid (open / besloten karakter)
Deelnemers in een open fonds voor gemene rekening houden bewijzen van deelgerechtigdheid. Deze zijn
vergelijkbaar met de aandelen in een besloten vennootschap. De mate van verhandelbaarheid van de be-
wijzen van deelgerechtigdheid is belangrijk om vast te stellen of het fonds voor gemene rekening een open
of besloten karakter heeft. Bewijzen van deelgerechtigdheid zijn verhandelbaar als voor vervreemding (van
het bewijs) niet de toestemming is vereist van alle deelnemers. Als de bewijzen helemaal vrij verhandelbaar
zijn is er dus in ieder geval sprake van een open fonds voor gemene rekening. Deze is dan belastingplichtig
voor de vennootschapsbelasting.
Als de bewijzen van deelgerechtigdheid alleen aan het fonds zelf of aan de bloed- en aanverwanten in rech-
te lijn van een deelnemer kunnen worden overgedragen, is er in ieder geval sprake van een besloten fonds
voor gemene rekening. De overdraagbaarheid is dan te beperkt, ook in het geval als binnen deze groep de
bewijzen van deelgerechtigheid vrij overdraagbaar zijn.
2.3. De beheerder en bewaarder van een fonds voor gemene rekening
Een Fonds voor gemene rekening heeft over het algemeen een aparte bewaarder van het vermogen en een
beheerder in functie. De bewaarder is de juridische eigenaar van het vermogen. Zonder een afzonderlijke
bewaarder zijn alle deelnemers zelf voor hun aandeel in het fonds juridisch eigenaar van de vermogensbe-
standdelen van het fonds. Een fonds beschikt immers niet over rechtspersoonlijkheid. Als in dat geval een
deelnemer zijn belang in het fonds overdraagt, moet deze zijn aandeel in elk afzonderlijk goed waarin het
fonds belegt overdragen aan de nieuwe deelnemer. In de praktijk kan dit bij omvangrijke beleggingsfond-
sen tot uitvoeringsproblemen leiden. Daarom wordt dan ook een afzonderlijke bewaarder ingesteld. Deze
is de juridisch eigenaar van de vermogensbestanddelen van het fonds en de deelnemers zijn slechts eco-
nomisch eigenaar.
De beheerder van het fonds bepaalt wat er met het vermogen van het fonds gebeurt. Regelmatig komt het
voor dat de rol van beheerder en bewaarder wordt uitgeoefend door dezelfde (rechts)persoon, bijvoor-
beeld een afzonderlijke stichting. Het is ook mogelijk dat een van de deelnemers de rol van beheerder en /
of bewaarder op zich neemt.
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 4/13
Voorbeeld:
Marc en Rob zijn samen de enige twee deelnemers in een open fonds voor gemene rekening. Er is geen
afzonderlijke bewaarder en beheerder benoemd. De tenaamstelling van de effecten- en overige bankreke-
ning van het fonds staan zowel op naam van Rob als Marc. Rob wil zijn belang overdragen aan een derde,
Klaas. Nu Rob tevens juridisch eigenaar is van zijn deel van het fondsvermogen, dient hij alle bank- en effec-
tenrekeningen over te zetten op naam van Klaas.
Indien Marc is benoemd als enig bewaarder en beheerder van het fonds, hoeft er bij overdracht van het
belang van Rob aan Klaas niets te worden veranderd bij de bank. Alle rekeningen inzake het open fonds
voor gemene rekening blijven immers op naam staan van Marc.
Ook in het kader van risicobeperking is het verstandig om een aparte bewaarder te benoemen. Indien de
bewaarder van een Fonds voor gemene rekening namelijk failliet gaat lopen de deelnemers het risico dat
schulden op het gehele vermogen van de bewaarder wordt verhaald. Dus ook op het vermogen dat de be-
waarder houdt, namens het fonds voor gemene rekening. In het slechtste geval hebben de deelnemers
hierna enkel nog een (waardeloze) vordering op de bewaarder.
3. Gebruik fonds voor gemene rekening in de praktijk – verlagen box 3 inkom-
stenbelasting
3.1. Inleiding
Het gebruik van het open fonds voor gemene rekening heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht geno-
men. Recentelijk berichtten verschillende nieuwsbronnen over de trend om box 3-vermogen in te brengen
in een open fonds voor gemene rekening.1 Het voordeel is dat de fictieve rendementsheffing van box 3
wordt omgezet in een heffing over het reële rendement.
Door het fictieve rendement dat wordt geheven in box 3, kan de effectieve belastingheffing over laagren-
derend vermogen aanzienlijk zijn. In een groot deel van de gevallen kan de belastingheffing zelfs hoger zijn
dan het reële rendement. Het is echter mogelijk om het fictieve rendement in box 3 te verlagen door dit
vermogen “om te zetten” in box 1 vermogen, dan wel box 2 vermogen. Het open fonds voor gemene reke-
ning is een uitermate geschikte middel om de box 3 heffing te verlagen.
3.2. Box 3 heffing vanaf 2017
Vanaf 2017 is voor box 3 vermogen een schijvensysteem ingevoerd om de heffingsgrondslag te bepalen.
Een bedrag tot € 25.000 van het box 3 vermogen is vrijgesteld van heffing. Verder zijn er drie schijven inge-
voerd.
Het vermogen tussen € 25.000 en € 100.000 op 1 januari van het kalenderjaar, wordt geacht te rende-
ren met een fictief rendement van 2,87%. Uitgaande van een tarief van 30% wordt dit vermogen uit-
eindelijk belast tegen 0,86%.
1 Trouw, 10 augustus 2017, “Rijken hebben een nieuwe route om fiscus te mijden”
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 5/13
Het vermogen tussen € 100.000 en € 1.000.000 op 1 januari van het kalenderjaar, wordt geacht te ren-
deren met een fictief rendement van 4,6%. Uitgaande van een tarief van 30% wordt dit vermogen uit-
eindelijk belast tegen 1,38%.
Het vermogen boven € 1.000.000 op 1 januari van het kalenderjaar, wordt geacht te renderen met een
fictief rendement van 5,39%. Uitgaande van een tarief van 30% wordt dit vermogen uiteindelijk belast
tegen 1,62%.
Samenvattend ziet dit er als volgt uit:
Vermogen box 3 Voordeel uit sparen
en beleggen
Effectief
Tarief
€ 0 - € 25.000 0% 0%
€ 25.000 - € 100.000 2,870% 0,861%
€ 100.000 - € 1.000.000 4,600% 1,380%
> € 1.000.000 5,390% 1,617%
Het reële rendement op het vermogen doet dus niet ter zake voor het heffen van de inkomstenbelasting
over het box 3 vermogen.
Voorbeeld:
Jan heeft op 1 januari 2017 een box 3 vermogen van € 1.500.000. Hij heeft een bedrag van € 500.000 be-
legd in aandelen en hierop haalt hij in 2017 een rendement van 5%. Op zijn deposito van € 1.000.000 bij de
bank ontvangt hij een rente van een 0,5%. Zijn reële rendement in 2017 bedraagt dus € 30.000 (5% x
€ 500.000 + 0,5% x € 1.000.000).
De te betalen box 3 inkomstenbelasting bedraagt in 2017 bij een vermogen van € 1.500.000, afgerond
€ 21.000. Als de te betalen box 3 inkomstenbelasting wordt afgezet tegen het reële rendement op zijn ver-
mogen, betaalt Jan effectief 70% belasting over zijn behaalde rendement.
3.3. Reële heffing over rendement d.m.v. open fonds voor gemene rekening
Een open fonds voor gemene rekening kan worden ingezet om de heffing over het fictieve rendement in
box 3 om te zetten in een heffing over het reële rendement tegen een (gecombineerd) belastingtarief van
in totaal 40%.
Indien een natuurlijk persoon een aanmerkelijk belang houdt in een open fonds voor gemene rekening (een
belang van 5% of meer) dient dit belang te worden opgenomen in box 2. Indien bij het aangaan van een
open fonds voor gemene rekening box 3 vermogen wordt ingebracht door deze aanmerkelijk belanghou-
der, valt dit niet langer in de grondslag in box 3. In het open fonds voor gemene rekening wordt het reële
rendement belast met vennootschapsbelasting. Tot een resultaat van € 200.000 bedraagt het vennoot-
schapsbelastingtarief 20%. Boven een resultaat van € 200.000 bedraagt het vennootschapsbelastingtarief
25%.
Indien het reële rendement wordt uitgekeerd aan privé is er in box 2 nogmaals 25% inkomstenbelasting
verschuldigd. Het reële rendement dat het fonds behaalt, wordt dan belast met een gecombineerd tarief
van 40% (bij een vennootschapsbelasting tarief van 20%) tot maximaal 43,75% (bij een vennootschapsbe-
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 6/13
lastingtarief van 25%). Dit kan bij laagrenderend vermogen een aanzienlijke besparing opleveren t.o.v. de
heffing in box 3.
Voorbeeld:
Dirk en Koos, twee succesvolle zakenpartners, hebben op 31 december 2016 ieder een box 3 vermogen van
€ 500.000. Op peildatum 1 januari 2017 zou ieder € 6.165 aan box 3 heffing verschuldigd zijn. Dit bedrag
staat bij beide op een deposito en de verwachting is dat er in 2017 een reëel rendement wordt behaald van
een 0,5%. Voor ieder levert dit dus € 2.500 aan rente op. De effectieve belastingdruk is 247%!
Op 31 december 2016 besluiten Dirk en Koos samen een open fonds voor gemene rekening aan te gaan en
de deposito’s hierin te brengen. Het reële rendement dat over het gezamenlijk vermogen wordt behaald is
€ 5.000. Hierover is het open fonds voor gemene rekening 20% vennootschapsbelasting verschuldigd, zijn-
de € 1.000. Indien de rest van het rendement (€ 5.000 - € 1.000) wordt uitgekeerd aan privé is er nogmaals
25% box 2 heffing verschuldigd. Er is dus nogmaals € 1.000 (25% x € 4.000) aan belasting verschuldigd. In
totaal is er dus € 2.000 belasting betaald op een rendement van € 5.000. De effectieve belastingdruk is der-
halve 40% (€ 2.000 / € 5.000).
Door het vermogen in te brengen in het open fonds voor gemene rekening besparen Koos en Dirk geza-
menlijk ruim € 11.000 (2 x € 6.165 -/- € 2.000) aan box 3 belasting.
Uiteraard is bovenstaande belastingbesparing ook mogelijk door het vermogen in te brengen in een bv in
plaats van een open fonds voor gemene rekening. Dit wordt dan ook een “spaar-bv” genoemd. De belang-
rijkste verschillen tussen een spaar-bv en open fonds voor gemene rekening staan opgenomen in paragraaf
6 van deze notitie.
Recent heeft de staatssecretaris van Financiën Kamervragen beantwoord van GroenLinks, D66 en de SP
over het ontwijken van belastingheffing door middel van het fonds voor gemene rekening.2 Hij geeft hierin
aan dat het schuiven van vermogen tussen de box 3 en box 2 inherent is aan het boxensysteem. De belas-
tingdienst blijft de ontwikkelingen omtrent de aanmeldingen van open fondsen voor gemene rekeningen
goed volgen. Op dit moment wordt ongeveer 25% van de aanmeldingen afgewezen. Gelet op de demissio-
naire status van het kabinet vindt hij het niet opportuun om op dit moment wettelijke maatregelen te tref-
fen om dit tegen te gaan.
4. Aanvullende eisen belastingdienst aan open fonds voor gemene rekening
4.1. Aanvullende voorwaarden van de belastingdienst
Door de populariteit van het open fonds voor gemene rekening is de belastingdienst kritischer hiernaar
gaan kijken. Waar enkele jaren geleden, jaarlijks slechts een handvol open fondsen voor gemene rekening
werden geregistreerd bij de belastingdienst, is dat aantal nu explosief toegenomen. In 2015 heeft de belas-
tingdienst dan ook een standaardformulier ontworpen waarmee een open fonds voor gemene rekening
zich dient te registeren. Dit formulier is als bijlage bijgevoegd bij deze notitie. Op basis van dit formulier
beoordeelt de belastingdienst of het open fonds voor gemene rekening aan alle vereisten voldoet en dus
een fiscaal nummer voor de vennootschapsbelasting krijgt toegewezen.
2 Beantwoording Kamervragen fonds voor gemene rekening 18-9-2017
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 7/13
Er zijn binnen de belastingdienst door de kennisgroep “richtlijnen” opgesteld waaraan volgens hen een
open fonds voor gemene rekening tenminste aan moet voldoen. Om dit te kunnen toetsen worden in het
voornoemde standaardformulier een aantal zaken opgevraagd. Mist een open fonds voor gemene rekening
voldoende realiteit, dan beschouwt de belastingdienst het niet als een open fonds voor gemene rekening
en wordt deze dus niet als belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting aangemerkt.
Overigens betreffen deze richtlijnen de uitleg van de belastingdienst waar een open fonds voor gemene
rekening aan moet voldoen. Dit wil niet zeggen dat de wetgever dit ook zo bedoeld heeft, dan wel dat de
belastingrechter de belastingdienst hierin (in alle gevallen) gaat steunen.
4.2. Overheersende participant
Volgens de belastingdienst is geen sprake van “gemene rekening” als een overheersende deelnemer de
overige deelnemers(s) “erbij heeft gezocht” om naar de vorm sprake te doen zijn van “gemene rekening”.
Als twee verder onafhankelijke deelnemers door middel van fonds voor gemene rekening beleggen en een
deelnemer heeft een belang van minder dan 10% en de ander heeft meer dan 90% belang, dan gaat de
belastingdienst ervan uit dat er geen sprake is van “gemene rekening”.
4.3. Open fonds voor gemene rekening en huwelijksgoederengemeenschap
Gehuwden kunnen niet door middel van een open fonds voor gemene rekening beleggen met vermogens-
bestanddelen die tot een gemeenschap van goederen behoren. Immers voordat de gehuwden het fonds
voor gemene rekening aangingen vielen de vermogensbestanddelen al in een (huwelijks) goederenge-
meenschap. Door het nu te beleggen via een open fonds voor gemene rekening verandert er feitelijk niets
aan deze situatie.
4.4. Een deelnemer is tevens beheerder en / of bewaarder
Als een deelnemer tevens beheerder en / of bewaarder is, heeft deze situatie ook extra aandacht bij de
belastingdienst. Men gaat er bij de belastingdienst vanuit dat een open fonds voor gemene rekening door-
gaans een aparte beheerder en bewaarder heeft. Is dit niet het geval, dan is het de vraag in hoeverre het
reëel is dat de deelbewijzen ook in de praktijk verhandeld gaan worden. De aanwezigheid van een beheer-
der of bewaarder die tevens deelnemer is of anderszins afhankelijk is van een of meerdere deelnemers
leidt op zichzelf beschouwd niet tot de conclusie dat er geen open fonds voor gemene rekening is.
4.5. Juridisch en economisch eigendom is niet gesplitst
Zoals eerder vermeld in paragraaf 2.3 is het ingewikkeld om een bewijs van deelgerechtigdheid te leveren
als het juridisch en economisch eigendom in een fonds voor gemene rekening niet is gescheiden. In dat
geval dienen er veel handelingen te worden verricht om een bewijs van deelgerechtigdheid in het fonds te
leveren aan een derde. Het is overigens niet (in alle gevallen)3 verplicht om dit te scheiden. Het is voor de
belastingdienst echter wel een signaal om de situatie en de overeenkomst tussen partijen kritisch te bekij-
ken, met name op het gebied van de vrije verhandelbaarheid.
3 Op basis van de Wet op het financieel toezicht zijn “grote” beleggingsfondsen verplicht om het vermogen onder te brengen bij een afzonderlijke bewaarder.
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 8/13
4.6. Kunnen minderjarigen deelnemen in een open fonds gemene rekening
Als een deelnemer tevens de wettelijke vertegenwoordiger (bv. de ouder) is van de andere deelnemer(s) is
er volgens de belastingdienst geen sprake van vrij verhandelbare deelbewijzen. De wettelijke vertegen-
woordiger van een minderjarige voert immers het bewind over het vermogen van de minderjarige. De min-
derjarige heeft toestemming nodig van zijn wettelijk vertegenwoordiger om rechtshandelingen te kunnen
verrichten. Als bijvoorbeeld een vader met zijn minderjarige zoon de enige deelnemers zijn van een open
fonds voor gemene rekening wordt er niet voldaan aan de voorwaarden.
4.7. Kan een open fonds voor gemene rekening een deelneming houden?
Een open fonds voor gemene rekening mag niet ondernemen met haar vermogen. Vraag is of zij wel een
100%-belang mag houden in een bv waarin beleggingen worden gehouden, dan wel een 100% belang mag
houden in een bv die een actieve onderneming drijft. Zolang deze bv enkel belegt is dit toegestaan. Indien
de deelneming een onderneming drijft, is dit onder omstandigheden ook toegestaan. Hier wordt vooral
gekeken naar de werkzaamheden van het fonds of een van de deelnemers van het fonds voor deze deel-
neming.
Van beleggen is volgens de belastingdienst sprake indien het bezit van aandelen in een werkmaatschappij
slechts is gericht op het verkrijgen van de waardestijging en het rendement daarvan die bij normaal vermo-
gensbeheer kan worden verwacht. Indien een belang wordt aangehouden in een bv waarin een van de
deelnemers in het verleden werkzaam was als voormalig directeur groot aandeelhouder, wordt er kritisch
gekeken naar de huidige werkzaamheden van de deelnemer in deze deelneming. Indien het fonds daardoor
meer doet dan normaal vermogensbeheer, is er geen sprake van beleggen.
4.8. Het contract moet “onbenoemd” zijn
Tot slot is de belastingdienst van mening dat het contract voor het open fonds voor gemene rekening “on-
benoemd” moet zijn. Zoals eerder aangegeven in deze notitie is het contract voor een open fonds voor
gemene rekening vormvrij. Hierdoor kunnen er zodanige afspraken in worden opgenomen, zodat het fonds
voor gemene rekening ook kenmerken heeft van bijvoorbeeld een maatschap.
Volgens de belastingdienst wordt in dat geval niet aan de voorwaarden voldaan. De deelnemers van een
open fonds voor gemene rekening gaan volgens de belastingdienst onderling geen rechtsverhoudingen aan.
Zij sluiten een contract met de bewaarder en de beheerder. Als er wel rechtsverhoudingen ontstaan tussen
de deelnemers onderling heeft dit meer een kenmerk van een maatschap in plaats van een open fonds
voor gemene rekening. Het standpunt van de belastingdienst is dat een maatschap nooit kan kwalificeren
als een open fonds voor gemene rekening.
5. Varia
5.1. Vrijgestelde beleggingsinstelling
Een fonds voor gemene rekening kan in aanmerking komen voor de status van vrijgestelde beleggingsinstel-
ling (VBI). Indien deze status wordt aangevraagd is het open fonds voor gemene rekening vrijgesteld van
vennootschapsbelasting. Een gewone bv kan die status niet krijgen. Een VBI betaalt geen vennootschapsbe-
lasting over het rendement. Wel betaalt de aanmerkelijkbelanghouder (belang van 5% of meer) uiteindelijk
25% inkomstenbelasting (box 2) over alle voordelen uit zijn participaties in de VBI. Verder moet deze jaar-
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 9/13
lijks 25% belasting betalen over ten minste een forfaitair rendement van 5,39% (2017). Het forfaitair ren-
dement wordt verlaagd, voorzover er een dividend wordt uitgekeerd door de VBI.
Indien er in een jaar een forfaitair rendement in aanmerking wordt genomen, verhoogt dit de verkrijging-
prijs van het belang in de VBI. Feitelijk betaalt een aanmerkelijk belanghouder in een VBI dus jaarlijks een
voorschot aan de belastingdienst. Uiteindelijk, bij vervreemding van zijn aanmerkelijk belang in de VBI,
wordt dit voorschot verrekend en is hij 25% box 2 belasting verschuldigd over het reële rendement. Als het
werkelijke rendement binnen de VBI structureel lager is dan 5,39%, betekent dit dat de aanmerkelijk belang
houder een verlies gaat opbouwen in box 2. Het is belangrijk dat dit verlies (tijdig) kan worden gecompen-
seerd. Anders gaat het voordeel (gedeeltelijk) verloren.
Voorbeeld:
Jelte en Karlijn gaan samen op 31 december 2016 een open fonds voor gemene rekening aan en brengen
gezamenlijk € 1.000.000 aan vermogen in. Zij zijn beide voor 50% gerechtigd. Voor het fonds wordt de VBI
status aangevraagd. In het jaar 2017 bedraagt het reële rendement 2,39% op het vermogen.
Jelte en Karlijn dienen ieder in hun aangifte inkomstenbelasting 2017 25% box 2 belasting te betalen over
een fictief rendement van 5,39% over hun aandeel in het fondsvermogen per 1 januari 2017. De gezamen-
lijk te betalen box 2 belasting bedraagt € 13.475. Nu er feitelijk geen bedrag is opgenomen uit het fonds,
wordt de verkrijgingsprijs van hun gezamenlijk belang in het fonds verhoogd met € 53.900.
Op 1 januari 2018 wordt het fonds opgeheven. De werkelijke waarde van het fonds bedraagt € 1.029.000.
De gezamenlijke fiscale verkrijgingsprijs bedraagt € 1.059.000. Immers het fictieve rendement uit 2017 ver-
hoogt de verkrijgingsprijs. Nu het fonds wordt opgeheven, levert dit een box 2 verlies op van € 30.000. Dit
kan worden verrekend met het box 2 inkomen uit 2017 en levert een teruggaaf op aan box 2 belasting van
€ 7.500.
Na deze teruggaaf is er in totaal 25% box 2 inkomstenbelasting betaald over het reële rendement van
2,39%, zijnde € 5.975.
5.2. Boxhoppen
In box 3 wordt er enkel belasting geheven over het vermogen dat op de peildatum aanwezig is. Om te
voorkomen dat de grondslag in box 3 wordt uitgehold rondom de peildatum, zijn er strikte regels ingevoerd
zodat er geen vermogen rondom de peildatum uit box 3 wordt gehaald en tijdelijk wordt gestald in box 1
en / of box 2.
De wetgever heeft een harde grens getrokken bij drie maanden. Als vermogen minder dan drie maanden in
box 1 of box 2 heeft gezeten rondom de peildatum van box 3, dan moet dit vermogen ook worden opge-
nomen in box 3. Is het langer dan 3 maanden, maar korter dan 6 maanden uit box 3, hoeft het niet te wor-
den opgenomen in box 3, zolang er zakelijke overwegingen om dit zo vorm te geven. Heeft het vermogen
langer dan zes maanden in box 1 of box 2 gezeten rondom de peildatum, dan hoeft dit niet langer mee te
worden meegenomen in de grondslag voor box 3.
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 10/13
Door te schuiven tussen de boxen rondom de peildatum kan de te betalen belasting over laagrenderend
vermogen verder worden verlaagd. Dit kan worden uitgelegd aan de hand van het volgende voorbeeld.
Voorbeeld:
Jos en Karel gaan samen op 30 december 2016 een open fonds voor gemene rekening aan en brengen ge-
zamenlijk € 500.000 aan vermogen in. Dit levert een jaarlijks rendement op van 2%. Na een periode van zes
maanden keren ze dit vermogen op 1 juli 2017 weer uit aan privé. Het vermogen zit dan weer in box 3. In
de periode 1 juli – 31 december 2017 rendeert het vermogen onbelast in box 3, omdat in deze periode
geen peildatum is gelegen.
In het jaar 2017 is over het rendement van één half jaar 20% vennootschapsbelasting en 25% box 2 belas-
ting verschuldigd. Dit betekent een gecombineerde belastingdruk van € 2.000. Indien het vermogen het
gehele jaar in het open fonds voor gemene rekening was gestald zou de gecombineerde belastingdruk
€ 4.000 bedragen. Door na zes maanden het vermogen uit het fonds te halen besparen Jos en Karel € 2.000
aan belasting.
Indien dit jaarlijks wordt herhaald wordt er in de praktijk vaak gesproken over “boxhoppen”. Boxhoppen
moet echter goed worden getimed en brengt vaak ook de nodige kosten met zich mee doordat er diverse
documenten moeten worden opgesteld bij de inbreng en opname van het fondsvermogen.
Let op: Per 1 januari 2017 is de periode van 6 maanden verlengd tot 18 maanden indien vermogen is ver-
huisd van box 3 naar een VBI. Dit is ingevoerd om de aantrekkelijkheid van het boxhoppen met een VBI te
verminderen.
5.3. Vermogen anonimiseren
In de praktijk wordt een open fonds voor gemene rekening ook ingezet bij het anonimiseren van het ver-
mogen. Een bv moet haar jaarrekening publiceren bij de Kamer van Koophandel. Een open fonds voor ge-
mene rekening hoeft dit niet en wordt fiscaal grotendeels gelijk behandeld als een bv (tenminste voorzover
het beleggingsvermogen betreft). Door vermogen vanuit de bv over te hevelen naar een open fonds voor
gemene rekening, is dit niet langer zichtbaar in de kamer van koophandel. Het fonds wordt in de praktijk
dan ook met enige regelmaat ingezet om vermogen dat is ondergebracht in een bv te anonimiseren.
Zeker met de op hand zijnde invoering van het UBO register, naar verwachting in 2018, zal deze figuur
naast de open commanditaire vennootschap vaker worden ingezet. In de Kamer van Koophandel zijn op dit
moment enkel 100% aandeelhouders zichtbaar. In het nieuwe UBO register worden alle aandeelhouders
zichtbaar die een belang groter hebben dan 25% in een vennootschap. Aan de hand van het UBO register
en de jaarrekening uit de Kamer van Koophandel is redelijk eenvoudig het vermogen van iemand vast te
stellen. Zeker voor vermogenden is dit niet wenselijk. Het open fonds voor gemene rekening is (vooralsnog)
vrijgesteld van publicatie in het UBO register.
5.4. BTW vrijstelling vermogensbeheer
Op basis van de huidige heersende leer zijn de kosten van het vermogensbeheer van effecten van het open
fonds voor gemene rekening vrijgesteld van btw. Bij een open fonds voor gemene rekening passen de
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 11/13
meeste vermogensbeheerders en bankinstellingen dan ook een btw vrijstelling toe op hun vermogensbe-
heer diensten. Dit is interessant, aangezien een open fonds voor gemene rekening in het algemeen niet de
in rekening gebrachte btw kan terug vorderen. De vrijstelling is van toepassing omdat er sprake is van
een ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen. Het beleggingsvermogen moet dus afkomstig zijn
van twee of meer beleggers. Deze vrijstelling bespaart de btw op de kosten van de vermogensbeheerders.
5.5. Dividendbelasting
Naast de vennootschapsbelasting is een open fonds voor gemene rekening ook inhoudingsplichtig voor de
dividendbelasting. Als er bedragen worden uitgekeerd aan de deelnemers dient er dividendbelasting te
worden ingehouden, voorzover het vermogen van het fonds uitgaat boven hetgeen dat is ingebracht in het
fonds door de deelnemers.
Indien een open fonds voor gemene rekening ook kwalificeert als VBI is deze in principe vrijgesteld van
inhouding van dividendbelasting.
5.6. Verlagen WLZ bijdrage (voorheen AWBZ bijdrage)
Naast het verlagen van de box 3 belasting kan een open fonds voor gemene rekening ook worden gebruikt
om in specifieke gevallen de eigen bijdrage voor de Wet langdurige zorg (WLZ) te verlagen. De basis voor
deze bijdrage is het inkomen uit box 1, box 2 en box 3. Verder wordt op het fictieve rendement voor het
box 3 vermogen dat uitgaat boven de vrijstelling nog een toeslag gerekend van 8% van het vermogen. Dit
betekent dat 12% van het niet vrijgestelde box 3 vermogen wordt meegenomen bij het vaststellen bij de
eigen bijdrage. Voor de berekening van de eigen bijdrage in het jaar 2017, is de peildatum op 1-1-2015 be-
slissend.
Bij langdurige zorg kan de eigen bijdrage oplopen tot een bedrag per maand van € 2.312. Bij een box 3
vermogen van ongeveer € 250.000 wordt deze maximale vrijstelling reeds bereikt.
Onder bijzondere omstandigheden, een forse daling van het vermogen of inkomen, kan de eigen bijdrage
tussentijds worden verlaagd. Naar de peildatum van twee jaar terug (voor 2017 1-1-2015) wordt dan niet
langer gekeken.
Afhankelijk van de situatie kan het opzetten van een open fonds voor gemene rekening (of spaar-bv) een
aanzienlijke verlaging opleveren van de eigen bijdrage WLZ.
Voorbeeld:
Ger, 80 jaar, is langdurig opgenomen in een instelling waarvoor een WLZ bijdrage in rekening wordt ge-
bracht. Hij heeft een box 3 vermogen van € 500.000. Hierdoor betaalt hij maandelijks een eigen bijdrage
van € 2.312. Omdat hij langdurig in het buitenland heeft gewoond ontvangt hij geen AOW en heeft geen
ander box 1 inkomen. Samen met zijn zoon Karel gaat hij op 1 januari 2017 een open fonds voor gemene
rekening aan en stort hierin een bedrag van € 475.000. Hij houdt in box 3 een bedrag aan, gelijk aan de
vrijstelling van € 25.000.
Door de enorme vermindering van zijn box 3 vermogen, daalt zijn vermogen voor de grondslag voor de
eigen bijdrage WLZ naar nihil. Hierdoor komt Ger in aanmerking voor een tussentijdse aanpassing van zijn
eigen bijdrage die hierdoor wordt verlaagd naar nihil.
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 12/13
5.7. Openen bankrekening op naam van een fonds voor gemene rekening
Een open fonds voor gemene rekening is in het maatschappelijk verkeer geen bekende figuur. Het kan
daarom lastig zijn om een afzonderlijke bank- of effectenrekening te openen inzake het open fonds voor
gemene rekening. Zeker in het geval er geen aparte stichting beheerder en bewaarder is benoemd. Banken
zijn niet bekend met deze figuur en onbekend maakt onbemind.
Tevens loopt men een groot risico dat de bankrekening inzake een open fonds voor gemene rekening niet
valt onder het depositogarantiestelsel van de banken. Een bv, mits kwalificerend als kleine rechtspersoon,
kan hier wel een beroep op doen.
6. Open fonds voor gemene rekening vs. spaar-bv.
Indien een structuur wordt opgezet om de box 3 belasting te verminderen dient er een keuze te worden
gemaakt tussen een open fonds voor gemene rekening of een spaar-bv. Beide figuren hebben hun voor- en
nadelen.
Een open fonds voor gemene rekening kan worden aangegaan op basis van onderhandse contracten er is
dus geen gang naar de notaris nodig. Wat echter als nadeel kan worden gezien is de lange doorlooptijd
voordat men zekerheid heeft over de status. Voordat een open fonds voor gemene rekening een fiscaal
nummer krijgt toegewezen toetst de belastingdienst namelijk de realiteitszin van het fonds. In gevallen dat
er enkel familieleden deelnemen in het fonds, er geen aparte beheerder en / of bewaarder is aangesteld,
dan wel in het geval er een overheersende participant is, kan dit tot problemen leiden bij het toekennen
van een fiscaal nummer.
Bij een spaar-bv is deze onzekerheid er niet, echter zijn de kosten van oprichting over het algemeen hoger
doordat de notaris de oprichting moet verzorgen. Ook als het gestorte aandelenkapitaal moet worden te-
rugbetaald aan de aandeelhouders zijn notariële akten noodzakelijk om te voorkomen dat er box 2 inkom-
stenbelasting is verschuldigd. Bij een open fonds voor gemene rekening kan dit op basis van onderhandse
akten. Verder moet een spaar-bv jaarlijks kosten maken i.v.m. het opstellen en publiceren van de jaarreke-
ning. Een open fonds voor gemene rekening hoeft dit niet.
Een open fonds voor gemene rekening hoeft niet te worden ingeschreven in de Kamer van Koophandel. Het
is voor derden dan ook niet te achterhalen hoeveel vermogen partijen hebben gestort. Bij een spaargeld-bv
is dit in de meeste gevallen wel eenvoudig te achterhalen.
Een groot voordeel van een spaar-bv t.o.v. een open fonds voor gemene rekening is dat deze kan worden
opgericht met slechts één aandeelhouder. Voor een open fonds voor gemene rekening moeten er tenmin-
ste twee deelnemers zijn.
Hoewel de bv en het open fonds voor gemene rekening fiscaal hetzelfde worden behandeld voorzover het
beleggingen betreft, blijft de afweging; een open fonds voor gemene rekening of een spaar-bv, maatwerk.
PRAKTIJKNOTITIE Fiscaal
Praktijknotitie het open fonds voor gemene rekening Pagina: 13/13
7. Ten slotte
Mocht u vragen hebben over de inhoud van deze NOAB praktijknotitie, dan kunt u als NOAB-lid in het kader
van de NOAB-helpdesk contact opnemen met:
NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs
Tel. 013 – 577 34 81
8. Voorwaarden en disclaimer
Deze praktijknotities zijn specifiek bedoeld voor NOAB-kantoren. Het is niet toegestaan deze te delen met
andere partijen.
Daarnaast is de disclaimer van kracht die u kunt vinden op www.noab.nl/disclaimer.
28 0
30 0
1 01
*280300101*2 8 0 3 0 0 1 0 1
Belastingdienst
ON
030
- 2Z
*1FO
L
1 Participanten
1a Participeren maximaal 10 personen in het fonds?
Nee. Ga verder met vraag 1b. Ja. Ga verder met vraag 2.
1b Wat voor beleggers participeren in het fonds? Kruis aan wat van toepassing is. Ga daarna verder met vraag 4.
Alleen particuliere beleggers Alleen institutionele beleggers Particuliere én institutionele beleggers
2 Overzicht gegevens participanten in fonds voor gemene rekening
Naam participant 1
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee Lees de toelichting.
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Naam participant 2
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Met dit formulier verstrekt u de gegevens die nodig zijn voor het aanmelden van een open fonds voor gemene rekening.
Let op!Naast dit formulier moet u het formulier ‘Opgaaf startende onder-neming’ invullen en ondertekenen. Daarna stuurt u beide formulieren en de bijlagen samen in één envelop naar ons op. Het retouradres vindt u op het formulier ‘Opgaaf startende onderneming’.
Waarom dit formulier?
Aanmelding Open fonds voor gemene rekening
28 0
30 0
1 02
*280300102*2 8 0 3 0 0 1 0 2
02 van 06
Naam participant 3
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Naam participant 4
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Naam participant 5
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Naam participant 6
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
2 Overzicht gegevens participanten in fonds voor gemene rekening (vervolg)
28 0
30 0
1 03
*280300103*2 8 0 3 0 0 1 0 3
03 van 06
Naam participant 7
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Naam participant 8
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Naam participant 9
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
Naam participant 10
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – – Aantal participaties
Getrouwd met of geregistreerd Ja, participant Minderjarig kind van Ja, participant partner van andere participant? Nee andere participant? Nee
Vermogensbestanddeel Waarde bestanddeel €
2 Overzicht gegevens participanten in fonds voor gemene rekening (vervolg)
28 0
30 0
1 04
*280300104*2 8 0 3 0 0 1 0 4
04 van 06
3 Getrouwd of geregistreerde partners
Zijn er participanten die met elkaar getrouwd zijn of elkaars geregistreerde partner zijn, en hebben zij vermo gens bestanddelen ingebracht die behoren tot een huwelijks gemeen schap of een gemeenschap van het geregistreerd partnerschap? Lees de toelichting.
Ja Nee
4 Participant meer dan 90% van participatiebewijzen
4a Heeft 1 participant meer dan 90% van de participatiebewijzen in het fonds? Lees de toelichting.
Ja Nee. Ga verder met vraag 5.
4b Vul hieronder de gegevens in van deze participant. Hebt u het adres en de geboorte- of oprichtingsdatum van deze participant al ingevuld bij vraag 2? Dan hoeft u alleen de naam in te vullen.
Naam
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – –
5 Fonds meer dan 50% aandelen bv of vergelijkbare rechtsvorm
5a Heeft het fonds meer dan 50% van de aandelen in een besloten vennoot schap (bv) of een vergelijk bare (buitenlandse) rechtsvorm? Lees de toelichting.
Ja Nee. Ga verder met vraag 6.
5b Gegevens van de bv of vergelijkbare rechtsvorm
Naam
Adres
Postcode en plaats
Oprichtingsdatum – –
5c Wat zijn de activiteiten van deze bv of rechtsvorm? Vul deze hier naast in. Bijvoorbeeld ‘Bv houdt aandelen in andere bv’s’ of ‘Bv heeft actieve onderneming’.
6 Beheerder fonds
6a Wie is de beheerder van het fonds? Is de beheerder ook participant in het fonds, en hebt u zijn adres en geboorte- of oprichtingsdatum al ingevuld bij vraag 2? Dan hoeft u alleen de naam in te vullen.
Naam
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – –
6b Heeft de beheerder ook participaties in het fonds? Hebt u de gegevens van de beheerder al ingevuld bij vraag 2? Dan hoeft u deze vraag niet te beantwoorden.
Ja Nee
28 0
30 0
1 05
*280300105*2 8 0 3 0 0 1 0 5
05 van 06
7 Bewaarder fonds
7a Wie is de bewaarder van het fonds? Is de bewaarder ook participant in het fonds, en hebt u zijn adres en geboorte- of oprichtingsdatum al ingevuld bij vraag 2? Dan hoeft u alleen de naam in te vullen. Lees de toelichting.
Naam
Adres
Postcode en plaats
Geboorte- of oprichtingsdatum – –
7b Heeft de bewaarder ook participaties in het fonds? Hebt u de gegevens van de bewaarder al ingevuld bij vraag 2? Dan hoeft u deze vraag niet te beantwoorden.
Ja Nee
8 Verzoeken aan Belastingdienst
8a Zijn in verband met het fonds verzoeken gedaan aan de Belastingdienst? Lees de toelichting.
Ja Nee. Ga verder met vraag 9.
8b Wie was daarbij uw contactpersoon bij de Belastingdienst?
Naam
Telefoonnummer
Belastingkantoor
9 Contactpersoon voor het fonds
Naam
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
10 Stukken bijvoegen
Kruis aan van welke stukken u kopieën meestuurt.
Overeenkomst of onderhandse akte waarmee het fonds is opgericht. Deze stukken altijd meesturen. Overige overeenkomsten of onderhandse akten, waarin de afspraken met de beheerder en/of
bewaarder van het fonds staan. Deze stukken meesturen als ze er zijn.
11 Ondertekening
Naam
Plaats
Datum – –
Handtekening Schrijf binnen het vak.
06 van 06
Toelichting bij vraag 2Als de participant ook de wettelijke vertegenwoordiger is van de andere participant(en), is er geen sprake van vrij verhandelbare participatiebewijzen. De wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige voert immers het bewind over het vermogen van de minderjarige. De minderjarige is zelf bevoegd rechtshandelingen te verrichten, mits de minderjarige toestemming heeft van de wettelijke vertegenwoordiger. Wij erkennen het aangemelde fonds dan niet als een open fonds voor gemene rekening.
Toelichting bij vraag 3Een fonds voor gemene rekening is niet altijd mogelijk tussen twee participanten die getrouwd zijn. Als twee met elkaar getrouwde participanten door middel van zo’n fonds beleggen met vermogens-bestanddelen die tot hun huwelijksgemeenschap behoren, verandert aan de situatie van de gehuwden feitelijk niets. Alle participaties en daarmee het belang bij de onderliggende vermogensbestanddelen zouden in de huwelijksgemeenschap vallen, terwijl dit vóór het sluiten van de overeenkomst voor een fonds voor gemene rekening ook al zo was. Wij erkennen het aangemelde fonds dan niet als een open fonds voor gemene rekening.
Toelichting bij vraag 4Van ‘gemene rekening’ is geen sprake als een (overheersende) participant de overige participanten erbij heeft gezocht om naar de vorm sprake te doen zijn van ‘voor gemene rekening’. Wij erkennen het aangemelde fonds dan niet als een open fonds voor gemene rekening.
Als twee (overigens voldoende onafhankelijke) participanten door middel van een fonds voor gemene rekening beleggen en de ene participant heeft een aandeel van ten minste 10% en de andere van ten hoogste 90% in het fonds, dan gaan wij er van uit dat nog sprake is van ‘gemene rekening’.
Toelichting bij vraag 5Het percentage van deelname door het fonds voor gemene rekening vormt een onderdeel van de toets of sprake is van een belegging. Als een fonds voor gemene rekening onmiddellijk of middellijk 100% van de aandelen houdt in een bv met een actieve onderneming, is in de regel geen sprake van beleggen. Wij erkennen het aangemelde fonds dan niet als een open fonds voor gemene rekening.
Toelichting bij vraag 7Als een participant tegelijkertijd bewaarder is, is de juridische eigendom en een deel van de economische eigendom van beleggingen van het fonds in één hand. In deze situatie zullen wij extra aandacht geven aan de vraag of sprake is van ‘voor gemene rekening’, van ‘beleggen’ en van ‘vrije verhandelbaarheid’.
Toelichting bij vraag 8Voor de behandeling van een ander verzoek, bijvoorbeeld aandelen-fusie, kan de aanmelding en de beoordeling van het fonds voor gemene rekening van belang zijn.
Toelichting bij de vragen