090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

21

Click here to load reader

Transcript of 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

Page 1: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

School of Education Opleiding tot Leraar VO/ BVE

Amsterdam / locatie Amstelveen

Alle studievarianten van het 1e studiejaar

Handleiding Instroomdossier

Cursusjaar 2010-2011

Page 2: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

Inhoudsopgave

Voorwoord...............................................................................................................................31. Inleiding.......................................................................................................................42. Persoonlijke ontwikkeling..........................................................................................52.1 Curriculum Vitae (CV)...................................................................................................52.2 Je levensverhaal en je sleutelervaringen......................................................................52.3 Jouw beeld van de ideale leerkracht............................................................................62.4 Ontwikkelpunten...........................................................................................................73. Praktijk.........................................................................................................................73.1 Opdracht: beschrijf je ervaringen met kenmerkende beroepssituaties.........................73.2 Ontwikkelpunten..........................................................................................................104. Studievaardigheden..................................................................................................114.1 Algemene Studievaardigheden...................................................................................115. Instroomdossier: Samenvatting..............................................................................126. Het vervolg.................................................................................................................13Bijlage 1 - Beoordelingsformulier Instroomdossier.................................................................14

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 2

Page 3: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

Voorwoord

Je hebt een bewuste keuze gemaakt voor het beroep van leraar en voor de Opleiding tot leraar VO/ BVE. Ongetwijfeld heb je een beeld bij het beroep van leraar en bij de opleiding en is je keuze daardoor sterk bepaald. Dat beeld is het resultaat van je kennis van en/of ervaring met het onderwijs en de ervaringen die je hebt opgedaan in je kinderjaren. Of misschien van activiteiten die je hebt ondernomen in het kader van een eerder gevolgde opleiding of een beroep dat je hebt uitgeoefend. Dat beeld is persoonlijk ingekleurd en hoeft niet compleet te zijn. Dat geldt zowel ten aanzien van het beroep van leerkracht als voor de opleiding. Het onderwijs speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van kinderen in een complexer wordende samenleving en dat heeft gevolgen voor de rol en taakstelling van leerkrachten. Er zal in de toekomst een grotere behoefte ontstaan aan leerkrachten met een specialisatie op een bepaald terrein. Ook zal steeds meer worden samengewerkt met andere professionals die betrokken zijn bij de ontwikkeling van kinderen, en krijgt de leerkracht meer ondersteuning bij de uitvoering van zijn taken. Dat heeft ook consequenties voor de opleidingen, want zij zullen studenten alle gelegenheid moeten bieden om zich optimaal voor te bereiden op het beroep van leerkracht, met ruimte voor persoonlijke keuzes.

Je professionele ontwikkeling als leraar is afhankelijk van je aanleg en mogelijkheden om deze opleiding succesvol af te ronden. Ben je in staat om zelfstandig te studeren? Wat is je leerstijl? Wat breng je mee aan kennis en vaardigheden? Het is belangrijk om dat vast te stellen, want het heeft invloed op de keuzes die je gaat maken en op de begeleiding die wij je kunnen c.q. moeten bieden bij je ontwikkeling tot startbekwaam leraar VO/ BVE. Ook moet je zicht krijgen op je persoonlijke drijfveren en kwaliteiten. Omdat de opleiding gaandeweg meer ruimte biedt voor het maken van eigen keuzes, moet je goed weten wat je wilt, want alleen dan kun je een persoonlijke route uitzetten. Daarom maak je een instroomdossier, dat antwoord geeft op de vragen die hierboven zijn aangestipt.

Het instroomdossier is bedoeld om in beeld te brengen wie je bent, wat je beweegt en welke ervaringen je hebt. Op basis daarvan kan je vaststellen wat je nodig hebt om je te kunnen ontwikkelen binnen de beroepsrollen van de leraar.Daarnaast is het een belangrijk dossier voor de opleiding, want op grond van het instroomdossier kunnen wij je beter begeleiden en adviseren bij het maken van keuzes. Met een zorgvuldig onderzoek leg je de basis om de beste leerkracht te worden die je op grond van je eigen mogelijkheden kunt zijn.Met het instroomdossier maak je een start in dossiervorming wat uiteindelijk leidt tot een beoordelingsdossier voor de fasetoetsen.

Wij wensen je veel plezier en inspiratie bij deze ontdekkingsreis.

Namens het docententeam School of Education Amsterdam/ locatie Amstelveen

Jolanda Sepers

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 3

Page 4: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

1. Inleiding

Het instroomdossier is de start van de ontwikkeling van een dossier wat je in de loop van je opleiding vormgeeft en ter bespreking voorlegt aan je begeleiders. In een bekwaamheidsdossier hou je op velerlei manier je ontwikkeling binnen de beroepsrollen bij en maakt deze zichtbaar door het verzamelen van bewijsmateriaal. Aan het einde van het eerste jaar kan je met behulp van de verzamelde bewijzen een beoordelingsdossier samenstellen wat je in moet leveren voor de fasetoets die je gaat afleggen.

In dit eerste dossier beschrijf je je beginsituatie. Je geeft weer wat je motiveert om aan deze opleiding te beginnen en welke ervaringen (op het gebied van onderwijs of anders) je meeneemt die je in kunt zetten bij je (verdere) ontwikkeling tot leraar. Bovendien bied het schrijven van dit dossier je de gelegenheid om je kennis en motivatie nog eens zorgvuldig op een rijtje te zetten. Je instroomdossier kan tevens uitgangspunt zijn bij een persoonlijk begeleidingsgesprek met je studieloopbaanbegeleider.

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 4

Page 5: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

2. Persoonlijke ontwikkeling

Bij de start van de opleiding heb je al een deel van je leven achter je. Daarin heb je een ontwikkeling doorgemaakt die is beïnvloed door je karakter, je talenten, het gezin waarin je opgroeide en het onderwijs dat je genoten hebt. Wie of wat heeft jou geïnspireerd, waardoor jij hebt gekozen voor deze opleiding? Wat beweegt jou? Het antwoord op die vragen zegt iets over het beeld dat je van het beroep hebt en het soort leerkracht dat jij wilt worden. Hoe je je persoonlijke geschiedenis in beeld gaat brengen, staat in de volgende paragrafen beschreven.

1.1 Curriculum Vitae (CV) Opdracht:Kun jij in één A4 een beeld schetsen van je leer- en werkervaringen De vorm die je daarvoor kiest is helemaal vrij: je kunt het doen in de vorm van een traditioneel CV, je kunt het doen met beeldmateriaal of je kunt een webpagina maken. Het is de bedoeling dat je medestudenten, je slb’er (en eventueel je stageschool/klas/praktijkbegeleider) in één oogopslag kunnen zien wie jij bent, waar je voor staat en wat je belangrijk vindt. Het resultaat wissel je uit met je medestudenten in de slb- bijeenkomsten. Je kunt het eventueel in de praktijkklas/school gebruiken om jezelf voor te stellen aan de leerlingen, de ouders en de andere leerkrachten.

2.2 Je levensverhaal en je sleutelervaringen

Opdracht: Schrijf je eigen levensverhaal Beschrijf hoe je bent opgegroeid, in welk gezin, op welke scholen je hebt gezeten.

Welke goede en slechte herinneringen heb je daar aan? Welke gebeurtenissen of mensen zijn voor jou bepalend geweest? Welke waarden (bijv: zinvolheid; discipline; respect; humor; toewijding) speelden

een rol in jouw opvoeding? Is er daarbij sprake geweest van een bepaalde religieuze of politieke overtuiging?

Welke plaats had levensbeschouwing (religie; politieke overtuiging) in het door jou genoten onderwijs? Wat heb je er van gemerkt en hoe waardeerde je dat?

Probeer hierover een lopend verhaal te schrijven.

Opdracht: Beschrijf je sleutelervaringen

In je leven heb je ervaringen opgedaan die van grote invloed zijn geweest op je kijk op het leven en op de keuzes die je hebt gemaakt. Die ervaringen worden ook wel ‘sleutelervaringen’ genoemd. Bij sleutelervaringen kan je denken aan:

Veranderingen in je gezinssituatie ( geboorte broertje, zusje, zoon, dochter; scheiding ouders; )

Verhuizing(en) Ziekten Overlijden van dierbaren Reizen Opleidingen

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 5

Page 6: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

Je krijgt meer zicht op wat jou beweegt als je weet wat jouw sleutelervaringen waren. Probeer de ervaringen te beschrijven en de invloed die ze hebben gehad in je leven. Bepaalde sleutelervaringen hebben er toe geleid dat je op een bepaald moment de keuze hebt gemaakt om leerkracht te worden. Die keuze is gebaseerd op een beeld dat jij hebt van dit beroep en het zegt ook iets over je motivatie.

Er zijn verschillende manieren om je sleutelervaringen in beeld te brengen. Je mag hierbij je eigen vorm kiezen. Het is belangrijk dat je in je instroomdossier een beeld geeft van wie jij bent en wat je belangrijk vindt. Het opschrijven van je sleutelervaringen en jouw levensverhaal vormen een eerste stap naar het leren reflecteren op je functioneren als leraar. De achterliggende gedachte is dat je persoonlijke geschiedenis van invloed is op je huidige functioneren.

Hier zijn enkele suggesties:

1. Een verhaalHierbij maak je gebruik van uitspraken zoals:‘toen dit gebeurde veranderde mijn kijk op het beroep ingrijpend….’‘dit vond ik zo bijzonder dat ik besloot daarmee door te gaan……’

2. Een tijdlijnJe geeft de voornaamste gebeurtenissen in je leven vorm d.m.v. een tijdlijn. Bij belangrijke jaartallen beschrijf je wat er in dat jaar gebeurde en hoe dit je verder heeft beïnvloed.

3. Een ‘bending river’Je tekent je leven als een rivier. Elke keer als je leven een andere wending nam teken je een bocht in de rivier. Bij de bocht beschrijf je wat er gebeurde en waarom je toen in een andere richting verder bent gegaan.

2.3 Jouw beeld van de ideale leerkrachtOpdracht: Beschrijf je beeld van de ideale leerkracht.

Bij deze opdracht ben je vrij in de vormgeving. Je kunt een web maken met sleutelwoorden, je kunt gebruik maken van afbeeldingen, je kunt een beschrijving maken. Waar het om gaat is dat je jouw antwoord op de volgende vragen illustreert:

Waarom wil ik leraar worden/ zijn? Wat beschouw ik als goed onderwijs? Hoe zie ik de ideale leraar? Welke personen hebben mij geïnspireerd? Wat inspireert mij in het beroep van leraar? Welke rol speelt mijn eigen levensbeschouwing hierin? Welke normen en waarden zijn voor mij belangrijk? Welk beeld heb ik na kennismaking met de beroepspraktijk.

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 6

Page 7: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

2.4 OntwikkelpuntenOpdracht: beschrijf je persoonlijke eigenschappenJe hebt hierboven beschreven hoe je een ideale leraar ziet. Hoe past dit beeld bij het beeld dat je van jezelf hebt?

Welke persoonlijke eigenschappen zullen je helpen in het beroep als leerkracht?Welke persoonlijke eigenschappen wil ik in dit kader nog verder ontwikkelen?

3. Praktijk

Bij de start van de opleiding kan het zijn dat je al (werk-)ervaring hebt in het onderwijs. Of wellicht heb je buiten het onderwijs relevante ervaringen opgedaan met bijvoorbeeld het omgaan met kinderen. In je instroomdossier beschrijf je wat jouw uitgangssituatie is m.b.t. de taken waar een leraar voor staat. Voor die taken gebruiken we de term ‘beroepstaken’ en omdat je die taken uitvoert in een specifieke school en leerlingen met bepaalde eigenschappen, spreken we van ‘kenmerkende beroepssituaties’ (KBS).

In de praktijk werk je vanaf het begin van de opleiding in ‘kenmerkende beroeps-situaties’ (KBS). Met kenmerkend wordt bedoeld dat elke leraar er geregeld mee te maken krijgt in de praktijk. Het is van belang om in je instroomdossier duidelijk aan te geven wat je uitgangssituatie is, oftewel welke kennis, inzichten en vaardigheden je al eerder verworven hebt en kunt inzetten in de praktijk.

Meer informatie over kenmerkende beroepssituaties en hoe je hiermee kunt werken ontvang je tijdens de moduul infotrain.

3.1 Opdracht: beschrijf je ervaringen met kenmerkende beroepssituaties

Je beschrijft relevante ervaringen die je kan relateren aan onderwijsactiviteiten, bijv. contact met jongeren, verstrekken van informatie, geven van trainingen op een sportschool, etc. Voor elk cluster van de KBS- en geef je een korte beschrijving van je ervaringen met deze kenmerkende beroepssituaties. Maak hierbij gebruik van de hulpvragen die hieronder staan. NB: het is mogelijk dat je niet bij alle onderdelen iets kunt vertellen omdat je er geen ervaring mee hebt. Hier kan je volstaan met aangeven dat je op de gestelde vragen geen antwoord hebt omdat je geen ervaring hebt op dat gebied

A Omgaan met een groep

Welke ervaringen heb je al met betrekking tot het werken met kinderen?

Ervaringen met werken in het onderwijs zijn natuurlijk heel belangrijk om te beschrijven, want dat zegt waarschijnlijk iets over wat je al kunt. Dat speelt bijvoorbeeld als je stage hebt gelopen in een (basis)school in het kader van een MBO-opleiding of als je al hebt gewerkt in het (basis)onderwijs, bijvoorbeeld als onderwijsassistent. Geef in dat geval aan op welke school en in welke groep(en) je

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 7

Page 8: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

hebt gewerkt, wat je hebt gedaan, en wat je ervan hebt geleerd. Vervolgens beschrijf je kort wat je verder wilt ontwikkelen in de opleiding.

Ook buiten het onderwijs kun je ervaringen hebben opgedaan in het omgaan met kinderen die in dit verband belangrijk zijn. Misschien heb je al vaak opgepast, heb je een grote familie met veel kinderen, of heb je zelf kinderen in de (basis)schoolleeftijd. Misschien heb je in je huidige werkkring of in het kader van vrijwilligerswerk al op een andere manier met (groepen) kinderen te maken. Ook deze ervaringen kun je hier beschrijven.

B. Verzorgen van lessen

Heb je al eerder les of instructie gegeven? - Heb je al ervaringen met het geven van instructie, lessen of het schrijven van

bijvoorbeeld handleidingen?- Voeg indien van toepassing materialen (illustraties) toe die je ervaring met deze

kenmerkende beroepssituaties aantonen

Ook hierbij kun je denken aan ervaringen in het (basis)onderwijs, maar ook aan ervaringen op andere gebieden: misschien heb je in vakantiebanen of in je werkkring al instructies gegeven aan groepen mensen. Misschien heb je al eens bijles gegeven aan kinderen. Misschien heb je een baan in het onderwijs. Deze ervaringen kun je gebruiken bij het beschrijven van dit onderdeel.

C. Gesprekken met kinderen

Dit klinkt als een bedrieglijk eenvoudige KBS. Iedereen voert wel eens gesprekken met kinderen. Toch wordt dit binnen de School of Education beschreven als een kenmerkende beroepssituatie die je apart moet oefenen.

- Geef aan welke ervaringen je al hebt met deze kenmerkende beroepssituatie. - Wat is voor jou een voorbeeld van een succesvol gesprek met een kind?

D. Omgaan met verschillen

In het eerste jaar wordt vanuit de opleiding nog geen echte nadruk gelegd op dit cluster van KBS-en. Wel is het goed om er al eens over na te denken:

- Welke (voor het onderwijs relevante) verschillen verwacht je of heb je gezien tussen leerlingen?

- Welke opvallende verschillen tussen leerlingen heb je in deze eerste periode gezien op de school waar je werkt/ stage loopt?

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 8

Page 9: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

E. Samenwerken met collega’s & werken in een organisatie

In zowel je opleiding als in de praktijk komt deze KBS aan de orde. Eén van de belangrijkste aspecten bij het samenwerken is het geven en het ontvangen van feedback. Tijdens dit eerste jaar zul je veel feedback ontvangen van je praktijkbegeleider en je slb’er. Er zal ook van je verwacht worden dat je feedback geeft op het werk van medestudenten tijdens lessen en tijdens de intervisiebijeenkomsten.

Zie ook de link naar een site waarop je een test kunt doen over hoe jij feedback geeft en ontvangt: http://members.home.nl/feedback geven.htm

- Heb je op basis van je eerdere ervaringen bepaalde voornemens voor het samenwerken met medestudenten (bijvoorbeeld in je slb-groep)?

- Hoe ga jij om met feedback? Maak de test en beschrijf kort je conclusie naar aanleiding van de uitkomst. Is deze herkenbaar voor je en wat vind je van de uitkomst?

F. Samenwerken met ouders en instanties

Waarschijnlijk is dit voor de meeste studenten een cluster van kenmerkende beroepssituaties die pas later in je opleiding aan de orde komt. Het kan zijn dat je al ervaring hebt opgedaan met deze KBS-en. Beschrijf in dat geval de ervaring die je hebt in het kader van samenwerken met ouders en instanties. Als je zelf, bijvoorbeeld als ouder, al kinderen in de schoolleeftijd hebt (gehad) kun je beschrijven hoe je de contacten met de school hebt ervaren en wat je daarin als positief en negatief hebt ervaren.

G. Onderzoek en ontwikkeling van eigen opvattingen en competenties

In het instroomdossier en in de volgende bekwaamheidsdossiers staat dit cluster van kenmerkende beroepssituaties centraal. Door aan dit instroomdossier te werken ben je in feite al met deze KBS-en aan de slag.

Om inzicht te krijgen in de mate waarin je al beschikt over expertise als leerkracht kun je ook de quick scan doen op www.lerarenweb.nl (bij instrumenten). Hiermee krijg je alvast een beeld van je algemene leerkracht competenties. De resultaten kun je dan opnemen in dit dossier.

Kom je tot de conclusie dat je eigenlijk nog maar weinig ervaring hebt? Dat is geen probleem. Je staat aan het begin van de opleiding en je zult in de loop van het jaar zowel in de opleiding als in de praktijk gericht werken aan de ontwikkeling van je leerkrachtvaardigheden.

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 9

Page 10: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

3.2 OntwikkelpuntenKun je op basis van de je uitwerking van de bovenstaande opdrachten aangeven wat je verwachtingen zijn voor de komende onderwijsperiode op het gebied van de praktijk? Waarop wil je je gaan focussen de komende onderwijsperiode tijdens je stage?

Opdracht: Benoem kort wat je voornaamste ontwikkelpunten / leerpunten zullen zijn.

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 10

Page 11: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

4. Studievaardigheden

In het kader van je algemene studiebegeleiding willen we ook graag weten wat jouw persoonlijke ervaring is met studeren.

4.1 Algemene StudievaardighedenWat zijn jouw ervaringen met studeren en wat voor type student ben je? Kom je net van de middelbare school, van het MBO of heb je juist een tijd niet meer gestudeerd en moet je er weer helemaal inkomen? Ben je iemand die je studie zorgvuldig plant of laat je alles op het laatste moment aankomen? Wat moet je naast je opleiding nog allemaal doen? Heb je een baan naast je opleiding, heb je zelf een gezin of woon je nog bij je ouders thuis? Dit zijn allemaal factoren die je studie gaan beïnvloeden. In dit instroomdossier vragen we je te reflecteren op je eigen studiegedrag en te inventariseren welke moeilijkheden je op dit gebied verwacht en wat je kunt doen om je opleiding tot een succes te maken.

Opdrachten:- Maak de leerstijlentest van Kolb (www.lerarenweb.nl) op internet en beschrijf kort waarom je je wel/ niet herkent in de uitkomst.

Geef aan de hand van de volgende voorbeeldvragen een beeld van je algemene verwachtingen rond je opleiding:

1. Wat is je vooropleiding en hoe lang geleden is het dat je een opleiding gevolgd hebt?

2. Zijn er binnen de leergebieden van de School of Education vakken waar je al veel van af weet, of waar je al eens les in hebt gegeven?

3. Wat zijn je ervaringen met studeren?4. Welke persoonlijke eigenschappen maken het voor jou gemakkelijk om te

studeren (bijvoorbeeld: je kunt goed plannen, je bent niet gauw gestressed)? 5. Welke persoonlijke eigenschappen maken het voor jou moeilijk te studeren

(bijvoorbeeld: je hebt de neiging om alles tot op het laatste moment uit te stellen, of je bent perfectionistisch ingesteld)?

6. Welke externe omstandigheden maken het voor jou makkelijk te studeren (je woont bijvoorbeeld vlak naast school)?

7. Welke externe omstandigheden maken het voor jou moeilijk om te studeren (je combineert de opleiding met een baan en een gezin, je hebt een zeer actief uitgaansleven)?

Wat zou je nu al kunnen doen om de kans op succes in je opleiding zo groot mogelijk te maken?

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 11

Page 12: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

5. Instroomdossier: Samenvatting

De uitwerking van je opdrachten plaats je in een document met een inleiding. Je noemt dit het instroomdossier. Je levert dit dossier uiterlijk 6 november 2010 in bij je studieloopbaanbegeleider. In overleg met je studieloopbaanbaanbegeleider kan dit digitaal of in hard- copy.

Het instroomdossier in een oogopslagDe volgende lijst vormt de inhoudsopgave van je instroomdossier.

Inleiding

1. Persoonlijke ontwikkeling

1.1 Curriculum Vitae (CV)1.2 Je sleutelervaringen en levensverhaal1.3 Jouw beeld van de ideale leerkracht1.4 Ontwikkelpunten

2. Praktijk

2.1 Beschrijving ervaringen met KBS’en2.2 Ontwikkelpunten

3. Opleiding

3. Algemene studievaardigheden

De slb-er zal bij de beoordeling van je instroomdossier gebruik maken van een beoordelingsformulier (zie bijlage 1).

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 12

Page 13: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

6. Het vervolg

Met het instroomdossier heb je een begin gemaakt met het samenstellen van een dossier wat je gedurende je opleiding ontwikkelt. Dit instroomdossier krijgt een vervolg in je bekwaamheidsdossier. Je bekwaamheidsdossier ontwikkel je ter voorbereiding op de fasetoets die eind onderwijsperiode 4 zal plaatsvinden. Wat je uiteindelijk als beoordelingsportfolio aan moet bieden voor fasetoetsen vind je in de betreffende handleidingen.

* we spreken gedurende het studiejaar over een bekwaamheidsdossier Let wel: het begrip bekwaamheidsdossier is synoniem aan het begrip portfolio.

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 13

Page 14: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

Bijlage 1 - Beoordelingsformulier Instroomdossier

Cursusjaar 2010 – 2011

Aan: Cijfer:

Van:

Datum:

Beste student,

Bij het beoordelen van je product is gebruik gemaakt van de toetscriteria zoals genoemd in de studiegids bij onderwijseenheid 1 ‘Lerarenbekwaamheid in de praktijk’. - De student kan laten zien dat hij zicht heeft op zijn sterke en minder sterke kanten en kan

daar leervragen aan verbinden, gerelateerd aan het beroep;- De student kan feedback van anderen betrekken bij zijn reflectie op eigen handelen en

kan dit vertalen naar een persoonlijk activiteitenplan / ontwikkelingsplan;- De student kan trainingen benutten voor het gericht vergroten van zijn

handelingsbekwaamheid.- De student kan een bekwaamheidsdossier aanleggen, waarin hij inzicht geeft welke

(competentie)groei hij heeft doorgemaakt en waarbij hij die groei documenteert op basis van relevant bewijsmateriaal.

Het product wordt op de onderstaande onderdelen beoordeeld.

Onderdelen Max.pnt.1. Persoonlijke ontwikkeling 352. Praktijk 353. Opleiding 204. Inleiding 10

Totaal 100

BeoordelingsprocedureHet instroomdossier wordt volgens de onderstaande criteria beoordeeld:

Het materiaal is volledig; Alle materialen zijn authentiek; De student geeft een duidelijk beeld van zijn eigen kwaliteiten; De student geeft een duidelijk beeld van zijn minder sterke kanten; De student benoemt op welke punten hij zich gedurende het eerste studiejaar wil

ontwikkelen; De student geeft een duidelijk beeld van zijn motivatie om leerkracht te worden; De student drukt zich schriftelijk goed en grammaticaal correct uit; De student hanteert de spellingsregels correct; Het materiaal is eenduidig / consistent.

Op basis van deze criteria wordt per onderdeel een onvoldoende, zwak, voldoende of goed toegekend. Afhankelijk van deze scores bepaald de studieloopbaanbegeleider het aantal toe te kennen punten per onderdeel.

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 14

Page 15: 090820_Handleiding_instroomdossier 1011 alle studievarianten

Score Onderdeel niet aanw.

onv. zwak vold. goed

Max. 35 Persoonlijke ontwikkeling:

- Curriculum Vitae (CV)- Sleutelervaringen en

Levensverhaal- Beeld van een ideale

leerkracht- Ontwikkelpunten

Max. 35 Praktijk: - er is een beschrijving van elders opgedane ervaring op de gebieden van de kenmerkende beroepssituaties

- OntwikkelpuntenMax. 20 Opleiding:

Algemene studievaardigheden

Max. 10 InleidingConclusie

Max. 10 aftrek

Stijl en spelling

Totaal score:

Toelichting:

- De beoordelaar mag maximaal 10 punten aftrekken voor spel- en stijlfouten (zoals interpunctie, gebruik van hoofdletters, aaneenschrijven van woorden, vergeten woorden, ongrammaticale - 'kromme’ - zinnen, enz.)

- De student heeft een voldoende wanneer hij 55 van de 100 punten heeft behaald.

Bekwaamheidsdossier 1: instroomdossier 2010 - 2011 15