Risico inventarisatie

Lieke van Sambeek

BSO het visje

De Suikerbakker 7A, Veldhoven

Uiteindelijke versie verslag: 14-08-2017

1

InhoudsopgaveDe risico-inventarisatie.............................................................................3

Valongevallen........................................................................................................................3

Verwondingen.......................................................................................................................3

Beknelling..............................................................................................................................4

Snijden..................................................................................................................................4

Botsing..................................................................................................................................4

Vergiftiging............................................................................................................................5

Warmte, koelte en ventilatie..................................................................................................6

Verdrinking............................................................................................................................7

Ziektekiemen.........................................................................................................................7

Brand en verbranding............................................................................................................7

Het binnenmilieu/ Overig binnen...........................................................................................8

Buitenmilieu.........................................................................................................................10

Kinderen lopend vervoeren.................................................................................................11

Protocol vermissing van een (of meerdere) van de kinderen..............................................11

Privacy.................................................................................................................................14

Medisch handelen...............................................................................................................14

Noodgevallen m.b.t. de kinderen en m.b.t. mij....................................................................16

2

De risico-inventarisatie Hieronder zal beschreven worden welke risico’s aanwezig kunnen zijn in de BSO-ruimte en daarbuiten. Ook staat beschreven hoe deze risico’s tot het minimum worden beperkt of zelfs door maatregelen volkomen voorkomen kunnen worden. De verschillende risico’s worden onderverdeeld in verschillende categorieën, waarbij gestart zal worden met de categorie: “valongevallen”.

Valongevallen Valongevallen kunnen overal plaatsvinden. Ook al wordt er door mij op gelet dat de kinderen geen gevaarlijke taferelen uithalen, kan het gebeuren dat een kind valt. Als dat gebeurd zal gecontroleerd worden wat de gevolgen van de val zijn en of er een arts geraadpleegd moet worden. Eventueel doe ik zelf de nodige handelingen. Ik heb een EHBO- kinderencursus gevolgd, waardoor ik weet wat ik in soortgelijke situaties moet doen.

Kinderen kunnen ook vallen door uit te glijden over een te gladde vloer. Daarom wordt 1x per 3 maanden (september, december, april, juli) gecontroleerd of de vloer nog stroef genoeg is en 1x per week of de antislipstrip onder de voetenveger en/of kleed nog goed genoeg werken.

Verder zal ik in de toekomst misschien een trampoline of springkussen aanschaffen, maar ik richt me eerst op de andere benodigde werkzaamheden om de BSO te kunnen openen. Het heeft geen haast om deze aan te schaffen, want er is genoeg buitenspeelgoed en buitenruimte aanwezig in de tuin en daarbij is de kinderboerderij in de buurt.

Als wij naar de kinderboerderij gaan, kunnen de kinderen op veel speeltoestellen spelen. Hierbij geldt dat ik de kinderen in de gaten blijf houden. Daarbij spreek ik uiteraard af dat ze alleen mogen spelen op de plekken waarbij ik ze vanuit het middelpunt van de speeltuin kan zien. Uiteraard probeer ik zo veel mogelijk de kinderen in het zicht houden, maar ik kan niet de hele tijd elk kind zien omdat ik bijvoorbeeld even naar andere kinderen zit te kijken of even iets anders moet doen. Verder mogen de kinderen dus niet alleen naar de dieren in de kinderboerderij, aangezien ze dan uit het zicht zijn. Uiteraard geldt dit niet voor de dieren die vanuit de speeltuin te zien zijn, omdat ik de kinderen vanuit de speeltuin beter in de gaten kan houden.

Verwondingen Tijdens de BSO-opvang blijft de schuurdeur gesloten. Dit om verwondingen door het gereedschap dat daarachter opgeborgen staat te voorkomen. Privé zullen we van de schuur tijdens de opvangtijd zo min mogelijk gebruik maken. Als er iets kapot is gegaan tijdens de BSO-tijd, zal dit, indien mogelijk, na de BSO-tijd gerepareerd worden. Als het gereedschap niet meer nodig is, wordt het direct weer opgeborgen.

De kinderen kunnen ook elkaar per ongeluk verwonden. Bijvoorbeeld door sieraden die kinderen dragen. Dit kan niet alleen gevaarlijk voor henzelf zijn, maar ook voor anderen. Hierdoor wordt kinderen gevraagd die gevaarlijke sieraden dragen, om deze af te doen. Als dit zo blijkt te zijn, worden de sieraden afgedaan. Er wordt uiteraard goed op gelet dat deze niet kwijtraken, maar dat is dan niet mijn verantwoordelijkheid.

De BSO is niet verantwoordelijk, als ondanks getroffen maatregelen, toch kleding, sieraden of meegenomen speelgoed van kinderen verloren raken of kapot gaat.

Er zijn vissen en konijnen aanwezig bij de BSO. De kinderen zal geleerd worden hoe er met het dier om moet worden gegaan. Dit wordt gedaan voor het welzijn van de dieren en om te voorkomen dat de kinderen zich verwonden. Hen wordt geleerd om bijvoorbeeld het konijn niet (te snel) op te pakken, niet te laten schrikken en niet met hun handen in de buurt van de mond te komen. Als een kind toch gebeten wordt, zal het kind naar de huisarts moeten. De moeder of vader zal gebeld worden om het kind daarnaar toe te brengen.

3

Bij een kleine wond met bloed, zal er een pleister op geplakt worden, al zal een kleine wond beter drogen aan de open lucht. De reden is dat op deze manier andere kinderen niet met het bloed in aanraking komen. Ook als ik een klein wondje met bloed heb, zal ik er om die reden een pleister op plakken.

Bij het bijten van kinderen onderling waarbij bloed is vrijgekomen, zal er zo snel mogelijk contact worden gezocht met de GGD of de huisarts.

Verder zullen er geen uitstekende scherpe voorwerpen geplaatst worden in de looproutes, zodat de kinderen zich niet daaraan kunnen snijden. Ook zijn er om de radiatoren ombouwen geplaatst, zodat de kinderen geen verwondingen kunnen krijgen door de scherpe randen hiervan.

Beknelling Naast het voorkomen van verwondingen, wordt voorkomen dat kinderen beknellen tussen voorwerpen in. Er staan geen bomen, planten, materialen of spullen zo dicht tegen elkaar aan dat kinderen knel kunnen komen te zitten.

Verder zijn er veiligheidstrips van 1.20m hoog op de openslaande deuren bevestigd om zo te voorkomen dat kinderen met hun vingers tussen de deur kunnen komen te zitten. Er wordt 1x per week (maandag) gecontroleerd of deze strips nog goed vast zitten. De voordeur valt automatisch langzaam dicht, waardoor de kinderen hier sowieso niet met de vingers tussen kunnen komen.

Het enige raam dat open kan is op 1.80m. hoogte gemonteerd. Waardoor de kinderen er niet bij kunnen. Ook kan dit raam niet dicht klappen, door een mechanisme dat het raam telkens vastzet als je er tegenaan duwt en je moet blijven trekken om het dicht te krijgen.

Snijden Ook wordt geprobeerd om te voorkomen dat de kinderen zich ergens aan snijden.

Er zullen om die reden alleen kindermesjes voor de kinderen aanwezig zijn. Het mes dat ik eventueel nodig heb om bijvoorbeeld fruit te schillen of om brood mee te smeren, zal alleen door mij worden gebruikt. Deze scherpe voorwerpen zullen direct na gebruik worden opgeborgen in het kastje met een slotje of op een hoogte dat er zeker geen enkel kind bij kan.

Verder mogen de kinderen uit groep 1 en 2 alleen knippen met een kinderschaartje waarvan vermeld staat dat het vanaf 3 jaar gebruikt mag worden. Als ik erbij aanwezig ben en ik de kinderen individueel kan begeleiden, dan mogen de kinderen gebruik maken van een gewoon kinderschaartje. Het zou namelijk vreemd zijn als het kind er in groep 3 opeens mee mag werken, zonder dat het kind er ooit mee geoefend heeft. De scherpe schaar, zal alleen door mij gebruikt worden. Deze ligt in het kastje met slot of op een hoogte dat de kinderen er zeker niet bij kunnen.

Ook kunnen kinderen zich snijden aan kapot speelgoed, hierdoor zal speelgoed met scherpe randen direct worden weggegooid. Elke maand wordt gecontroleerd of er kapot speelgoed aanwezig is, zodat dit weg wordt gegooid voordat de kinderen zich eraan kunnen bezeren.

In de tuin zullen wel planten met kleine doorns aanwezig zijn. Als de kinderen in de natuur spelen kunnen ze ook planten met doorns tegenkomen en ook dan moeten ze erop letten dat ze hier niet tegenaan lopen. De planten met doorns staan overigens niet in de buurt waar veel wordt gespeeld.

Botsing Naast het tegen scherpe voorwerpen aanbotsen is er ook de mogelijkheid dat de kinderen tegen elkaar aanbotsen. Kinderen mogen binnen alleen rennen met een spelletje, als ik er goed op kan letten dat ze nergens tegenop botsen. Ze mogen niet rennen, op een manier dat ze niet op tijd kunnen stoppen en tegen het raam aanbotsen. Ze mogen dus ook niet rennen binnen als ik er even niet ben, omdat ik bijvoorbeeld op de wc ben.

De ramen in de openslaande deuren zijn van gelaagd glas (= veiligheidsglas), zodat verwondingen bij botsing voorkomen worden. Ook in het raam- en deurkozijn aan de voorkant zit veiligheidsglas. Dus als de kinderen tegen de ramen aanbotsen is dit niet gevaarlijk. In de raampjes bovenin zitten

4

streepjes die het raam bijeenhouden als het kapot zou gaan. Voor de zekerheid zijn op de ooghoogte van de kinderen stickers geplakt. Hierdoor zien zij dat er glas in zit.

Ook wordt er aan de kinderen aangegeven dat het gooien van voorwerpen (waarvan dat niet de bedoeling is of niet bij het spel hoort) verboden is en wordt hen verteld wat de reden daarvan is.

Vergiftiging

Koeling

Er wordt voor gezorgd dat de kinderen geen voedsel of drinken tot zich nemen dat over de datum is, al zal het meeste eten/drinken door de ouders worden mee gegeven. Ook kunnen de kinderen hun voedsel/drinken dat ze van hun ouders meegekregen hebben, in de koelkast koelen.

De koelkast die in de BSO aanwezig is, zal tussen de 3 en 4 graden Celsius blijven. Dit wordt elke dag voor aanvang van de BSO gecontroleerd. Als het dan niet tussen de 3 en 4 graden ligt, wordt het eten/ drinken wat er gekoeld ligt weggegooid. In geval van nood wordt nieuw eten/drinken in de koelkast van het woonhuis gelegd.

Vruchten in de natuur

De kinderen zal ook geleerd worden welke vruchten in de natuur wel en niet te eten zijn, zowel in het bos als in de tuin. Er wordt opgelet dat de kinderen niet zomaar planten (bessen, bladeren of andere delen) in hun mond stoppen. De kinderen wordt geleerd dat dit belangrijk is, omdat ze van sommige (delen van) planten ziek kunnen worden. Uiteraard is uitgezocht welke planten echt giftig zijn en deze staan niet in de tuin.

Schoonmaakmiddelen

Om vergiftiging te voorkomen zal ervoor gezorgd worden dat de schoonmaakmiddelen op een plek staan waar de kinderen niet bij kunnen. De meeste schoonmaakmiddelen staan niet in de BSO, hoogstens afwasmiddel en allesreiniger.

Verder zijn er geen vaatwasser blokjes nodig in de BSO, door het ontbreken van een vaatwasser. De vaat wordt of met de hand afgewassen met heet water en zeepsop of wordt na sluitingstijd in de vaatwasser van het woonhuis gedaan. Het zeepsop om af te wassen zal in een kast met slot worden opgeborgen op de momenten dat ik het niet gebruik. Verder zal kinderzeep in de BSO gebruikt worden. Er zullen verder geen giftige stoffen aanwezig zijn in de BSO, als dit in de toekomst wel het geval is, wordt dit opgeborgen in het kastje met een slot.

Spuitbussen, verven en andere giftige stoffen

Er zullen tijdens de opvangtijd geen spuitbussen gebruikt worden zoals bijvoorbeeld haarlak of muurverf tijdens de opvangtijd van de kinderen. Hetzelfde geldt voor verf afbijtende middelen, wasbenzine, terpentine of andere chemicaliën in oplosmiddelen.

Als de kinderen zelf langer dan 45 minuten verven met kinderverf, gaat de mechanische ventilatie aan, gaat een raam open of tuindeur open. Als ik zelf merk dat ik de verf ruik op 1 m. afstand, wordt dit ook gedaan.

Als ik de ruimte of interieur wil verven, gebeurt dit alleen in het weekend, zodat de ruimte lang genoeg gelucht kan worden.

Ook zullen er geen bestrijdingsmiddelen in de tuin worden gebruikt. Omdat dit niet goed voor natuur, dier (en kind) is.

Lijm

De kinderen mogen de Pritt stift gebruiken en mogen vloeibare kinderlijm gebruiken. De lijm wordt alleen gebruikt als deze op waterbasis is. De eerste keer dat kinderen vloeibare kinderlijm gebruiken, wordt gekeken of zij hier goed mee om kunnen gaan. Blijkt dit niet te zijn, dan zal ik de volgende keren

5

als zij dit gebruiken er altijd bij zijn, hen leren hoe ze ermee om moeten gaan totdat ze het zelf veilig kunnen.

Roken

Er wordt in de BSO-ruimte nooit gerookt. Ook buiten wordt tijdens de opvang van de kinderen niet gerookt. Stel dat bezoek buiten de opvangtijd in de tuin rookt, wordt ervoor gezorgd dat de sigarettenpeuken altijd direct worden opgeruimd.

Vergiftiging door medicijnen, zie “medisch handelen”

Kind is daadwerkelijk vergiftigd

Als een kind vergiftigd wordt, wordt meteen 112 gebeld. Totdat de ambulance er is, wordt er gehandeld zoals geleerd bij de EHBO-cursus. Na navraag kan de samenvatting met de handelingen geleerd vanuit de EHBO-cursus, worden opgevraagd.

Warmte, koelte en ventilatie

Ventilatie bij normale temperaturen:

De ventilatie in het raamkozijn zal altijd open staan voordat de kinderen er zijn en er zal regelmatig een raam of deur naar de tuin worden opengezet (als het niet koud is). Als de kinderen weg zijn, wordt sowieso tijdelijk een raam of deur opengezet.

Er is een mechanische ventilatie naar de schuur toe gemonteerd. De CO2 in deze ruimte is laag, omdat deze verder niet gebruikt wordt waardoor ventilatie naar die ruimte zinvol.

Er wordt extra geventileerd d.m.v. de mechanische ventilatie tijdens bewegingsspelletjes van meer dan 2 kinderen, als de temperatuur boven de 25 graden Celsius komt en eventueel tijdens de nacht.

Optimale temperatuur binnen de BSO

Het doel is om de temperatuur zo veel mogelijk rond de 20 graden Celsius te houden, waarbij schommelingen voorkomen worden door snel de ventilatie of verwarming aan te zetten. Voor de verwarming is een thermostaat opgehangen.

Verder komt er door de vele ramen veel daglicht binnen. Doordat het gebouw goed geïsoleerd is, er zit onder andere overal dubbel glas in en er is spouwmuurisolatie aangebracht, waardoor het niet snel warm zal worden. Ook zit er een schuin pannendak op het gebouw, waardoor het minder snel zal opwarmen dan een plat dak.

Er is zonwerende folie op het glas van de deur in de voorpui geplaatst, omdat daar de zon rechtstreeks binnenkomt. Al gebeurt maar een klein deel van de dag.

De ruimte blijft ook koel omdat achter de BSO, het bijgebouw van de buren ligt. Het bijgebouw van de buren ligt op het zuiden.

Hitteprotocol voor temperaturen boven de 25 graden:

Op het moment dat het buiten boven de 25 graden Celsius is, worden de volgende maatregelen genomen:

de kinderen wordt extra water aangeboden. Er wordt veel energie gestoken in het stimuleren van de kinderen om minimaal elk uur een glas drinken tot zich nemen. Als een kind dit niet wil, wordt er met een beloningssysteem gewerkt om het hiertoe extra te stimuleren.

de kinderen worden ingesmeerd met de zonnebrand die door de ouders wordt verstrekt. De ouders kunnen ervoor kiezen de zonnebrand in warme perioden op de BSO te laten staan of deze elke keer mee te geven. Als een van de ouders dit vergeten is, wordt de zonnebrand van de BSO gebruikt. Bij het insmeren wordt gebruikt gemaakt van wegwerphandschoenen.

in de BSO ruimte wordt zoveel mogelijk in de ochtend al geventileerd, omdat het dan meestal het koelst is

’s middags worden de openslaande deuren, raam en ventilatieroosters opengezet. Tenzij het buiten warmer is dan in de BSO-ruimte

6

achter de BSO-ruimte ligt nog een ruimte, die niet via de BSO ruimte te bereiken is. Deze ruimte ligt nog meer in de schaduw en wordt niet gebruikt tijdens de BSO-opvangtijd. De mechanische ventilatie naar deze ruimte toe, wordt aangezet.

de kinderen spelen buiten zo veel mogelijk in de schaduw er worden geen bewegingsactiviteiten georganiseerd de kinderen kunnen met water spelen om zich af te koelen er wordt gegeten en gedronken in de schaduw of binnen er wordt goed gelet op de signalen van uitdroging, zie bestand vanuit de EHBO cursus met een

opsomming van alle signalen hiervoor en de manier van handelen. Als de verschijnselen zo heftig zijn dat ze bedreigend kunnen zijn voor de gezondheid van het kind, wordt 112 gebeld. Voorbeelden van levensbedreigende situaties is als het bewustzijn van het kind minder wordt.

Verdrinking Er is een vijver aanwezig in de tuin, terwijl een deel van de kinderen nog geen zwemdiploma zal hebben. De vijver is zo afgescheiden dat kinderen geen enkele mogelijkheid hebben erbij te komen. Er is een afscheiding geplaatst waar de kinderen niet overheen kunnen klimmen. Deze is 1.60m hoog, terwijl de richtlijn daarvoor 1.10m. hoog is. De afscheiding is zo hoog dat de kinderen er ook niet overheen kunnen springen als er een stoel voor wordt gezet. De schutting die geplaatst is, heeft hout dat verticaal is geplaatst, zodat de kinderen niet op horizontale planken omhoog kunnen klimmen.

In de schutting zit een raam van plexiglas, zodat de kinderen wel de vijver kunnen zien, zonder achter de schutting te komen.

De reden dat ik toch deze vijver heb aangelegd, is omdat de kinderen heel erg kunnen ontspannen van het kijken naar dieren en zeker ook naar vissen. Vissen bewegen in verhouding tot andere dieren vrij rustig en voorspelbaar. Ook passen de vissen bij de naam van de BSO.

In de schutting zal ook een deur geplaatst worden voor privé gebruik. Deze zal tijdens BSO-tijden altijd gesloten blijven. De deur in de schutting is alleen te openen vanaf de andere kant van de tuin, het deel waar de kinderen niet kunnen komen. Alleen aan de kant van de tuin zit namelijk een klink. Op dit moment wordt die deur sowieso nooit gebruikt. Als dat wel gaat gebeuren, zal deze na gebruik automatisch dichtvallen. Als die dichtgevallen is, is deze dus niet meer te openen.

Als ik de vissen ga voeren, gooi ik het voer over de schutting heen. De kinderen kunnen dan achter het plastic raam zien hoe de vissen het voer opeten.

Ziektekiemen De kinderen zal geleerd worden om na een wc-bezoek de handen te wassen met zeep. Ook zal het kind voor het eten zijn/haar handen wassen met zeep. En uiteraard wordt het kind geleerd zijn hand voor de mond te houden als het hoest. Als de leidster zich niet helemaal lekker voelt, zal ze minimaal elke 30 min. haar handen wassen. En als zij hoest, zal zij haar handen meteen wassen. Er zal elke dag na de opvangtijd flink worden schoongemaakt. De ouders kunnen om het schoonmaakrooster vragen.

Er wordt zo veel mogelijk tijdens de opvangtijd met de keukenrol of tissues (en water met eventueel allesreiniger) schoongemaakt als de leidster ziek is, omdat deze doekjes 1x gebruikt worden. Als ik niet ziek ben, zal er met een doekje worden schoongemaakt, maar er zal regelmatig een nieuw doekje gepakt worden. Zo gauw er viezigheid te zien is op het doekje, dat er niet eenvoudig met water afgaat, pak ik een nieuw doekje. Na de BSO tijd, gebruik ik soms een emmer om alles schoon te krijgen. De emmer wordt meteen ververst als de kleur van het water verandert.

Mocht er onverhoopt ongedierte in de BSO komen, laat ik dit door een erkend ongediertebedrijf bestrijden.

Brand en verbranding

Voorkomen van brand

7

De kans op brand en/of verbranding is bij mijn BSO sowieso al klein. Er is geen gasfornuis aanwezig en er worden geen kaarsen aangestoken. Ook zorg ik ervoor dat er geen dingen over lampen worden gehangen, zodat deze niet door de hitte in de brand vliegen. In de BSO zullen ook geen aanstekers of lucifers aanwezig zijn.

De BSO bestaat uit een ruimte, waardoor de brand snel opgemerkt wordt en er snel naar buiten kan worden gevlucht. Er zal toch een brandmelder en een CO2 melder aanwezig zijn. En de brandblusser zal in een kastje staan. De CV zal niet in de BSO-ruimte worden opgehangen, maar in de ruimte erachter.

Verder zijn er in de BSO genoeg vluchtruimtes. De BSO bestaat uit een ruimte met aan de voorkant een pui met een deur naar de oprit toe en aan de zijkant zijn er openslaande deuren naar de tuin. Bij brand kan iedereen direct vluchten door de openslaande deuren, omdat deze bijna altijd al open zijn. En anders is de deur in de voorpui open. Als alleen de deur in de voorpui open is, haal ik daar bij brand de klip vanaf. En kan iedereen daardoor naar buiten. Ik zorg dat de kinderen niet op straat komen.

Als ik hen naar buiten stuur, tel ik tegelijk de kinderen en toets tegelijk het noodnummer 112 in. Buiten tel ik de kinderen nogmaals voor de zekerheid. Ook geleid ik de kinderen dan naar een plek in de tuin, die zo ver mogelijk van de brand afligt. Dit zal het stuk tuin naast de serre zijn.

Er zal 1x per jaar een brandoefening worden gehouden, al stelt deze oefening bij mijn BSO niet veel voor, omdat de kinderen vanuit de BSO direct naar buiten kunnen.

De waterkoker/koffiezetapparaat wordt alleen gebruikt als ik er goed op kan letten dat de kinderen hier niet bij in de buurt komen. Ze staan op een minimale hoogte van 1.60m en de snoeren zijn vastgezet. Verder worden deze apparaten alleen gebruikt als dit nodig is, als ouders bijvoorbeeld thee/koffie willen drinken. Persoonlijk zal ik dit niet drinken als er geen ouders bij zijn. Als er nog kinderen in de ruimte zijn terwijl er thee of koffie wordt gedronken met de ouders, let ik ermee op dat zowel de ouders als ik het theeglas ver genoeg op tafel zetten. Verder wordt de kinderen de gevaren van kokend water geleerd door hen hierover te informeren.

Een oven of magnetron is niet aanwezig in de BSO. Als deze een keer nodig is, zal deze in het woonhuis gebruikt worden. Hier kunnen de kinderen sowieso niet in de buurt komen. Als er iets heets uit de oven komt, laat ik dit eerst even in het woonhuis afkoelen, maar het hoeft niet helemaal afgekoeld te zijn voordat het naar de BSO wordt meegenomen.

Preventie voor verbranding

Kinderen kunnen zich ook verbranden door een te hete kraan. De kinderen wordt geleerd hoe een kraan werkt. Ten eerste wordt hen verteld wat de rode en blauwe kleur op de knop betekent. Waarbij de kinderen wordt verteld dat ze nooit aan de rode knop mogen draaien zonder begeleiding van mij. Hen wordt verteld wat de reden daarvan is. Ook wordt hen geleerd dat als ze aan die rode knop hebben gedraaid (met mij erbij) en de kraan dicht willen draaien, ze eerst de rode knop moeten dichtdraaien voordat ze de blauwe dichtdraaien.

Brandwonden

Stel dat er toch brandwonden bij een kind ontstaan, worden de adviezen uitgevoerd die geleerd zijn bij de kinder-EHBO, wordt eventueel 112 gebeld en/of wordt het kind door de ouders naar een arts gebracht. Als het kind zonder ambulance naar het ziekenhuis kan, omdat de spoed niet hoog genoeg is, zullen dit de ouders doen. Als ik ooit 112 ergens voor bel omdat ik denk dat dit nodig is en het blijkt achteraf niet nodig te zijn geweest, zullen de kosten niet voor mijn rekening komen.

Het binnenmilieu

Hygiëne

8

Het schoonmaken wordt gedaan om te voorkomen dat ziektekiemen op elkaar worden overgebracht. Om het precieze schoonmaakrooster te willen inzien, kan hier navraag naar worden gedaan voordat u het contract ondertekent.

Zichtbaar verontreinigde ruimtes, spullen of interieur worden uiteraard direct schoongemaakt.

Stof

Als er langer dan 15 minuten wordt stof gezogen als de kinderen er zijn, wordt de mechanische ventilatie aangezet of wordt er een raam of tuindeur open gezet. Als er met een handstofzuigertje wordt stof gezogen is dit niet noodzakelijk. Geveegd wordt er sowieso niet in de BSO-ruimte als de kinderen er zijn.

Knutselwerken e.d. die niet gereinigd kunnen worden, worden binnen een maand mee naar huis gegeven.

Electra

De stopcontacten zijn niet op een minimale hoogte van 1.50 meter geplaatst en daarom is er stopcontactbeveiliging gemonteerd. Dit vond ik veiliger dan de stopcontacten op 1.50 m. hoog te monteren, omdat de kinderen dan op een stoel kunnen gaan staan/ zitten en er alsnog in kunnen prikken. In de verlengsnoerbak zitten soms stopcontactbeveiliging, omdat deze alleen gebruikt wordt als ik hier extra op kan letten. Dit i.v.m.de losse snoer die erbij kan liggen. Al wordt er wel voor geprobeerd dat ze ook hierop gemonteerd zijn.

Ik vind voorgaande veiliger dan stopcontacten op 1.50 m. hoogte te plaatsen, omdat de kinderen er dan alsnog bij kunnen als ze op een stoel gaan staan.

Splinters Speelgoed en meubilair van hout, kan splinters bevatten. Dit speelgoed wordt geschuurd

voordat het voor de eerste keer gebruikt wordt. Verder wordt speelgoed en meubilair 1x per 3 maanden gecontroleerd op splinters, waarna het geschuurd wordt of weg wordt gegooid. (september, december, april, juli).

Bescherming voor de openbare weg

De deur naar de oprit en straat zal op slot blijven door de bovenste klip van de deur erop te doen. Zodat de kinderen niet zomaar de straat op kunnen rennen en geen ongewenste gasten binnen kunnen komen.

De openslaande deuren naar de tuin zullen meestal niet op slot gaan, om een opgesloten gevoel te voorkomen. En zodat de kinderen er bij brand makkelijk uit kunnen. Vanuit de tuin kunnen de kinderen niet de straat op komen.

4 ogen principe

In de pui aan de voorkant zitten hele grote ramen zodat iedereen vanuit de straat de hele ruimte door kan kijken, waardoor er aan het vier-ogen principe wordt voldaan. Alleen als de kinderen op de wc zitten, kan er vanuit het raam niet gezien worden wat er gebeurd, i.v.m. de privacy van de kinderen. De wc-deur zal op een kier blijven als ik een kind moet helpen, zodat de andere kinderen wel kunnen horen wat er gebeurt. Zo kunnen andere kinderen hun ouders op de hoogte stellen als er iets zou gebeuren.

In de tuin kunnen de ouders onverwachts binnenkomen. Ze kunnen hierbij het slotje bovenaan de tuindeur zelf openen. Ze hoeven hierbij niet aan te geven dat ze binnenkomen.

Textiel

Textiel zal gewassen worden op minimaal 40 graden, textiel dat tegen een hogere temperatuur kan, zal gewassen worden op een hogere temperatuur. Textiel waar bloed in zit, zal op minimaal 60 graden worden gewassen of wordt weggegooid.

Het textiel zal meestal niet in de BSO-ruimte worden opgevouwen, maar komt opgevouwen binnen.

9

Planten en geuren binnen

Er worden geen bloemen met een sterke geur in de ruimte geplaatst. Verder worden planten met haren, zoals bijv. geraniums, niet geplaatst. Uiteraard worden er

ook geen giftige planten of bloemen geplaatst. Augustus: De potten, schotels, bakken en potgrond van de planten binnen worden jaarlijks

grondig gereinigd. Ook als ze er op het oog schoon uitzien. Als er schimmel zichtbaar is, worden ze meteen verwijderd. En dit laatste geldt uiteraard ook voor de planten buiten. Als gezien wordt dat er op een plant buiten schimmel aanwezig is, wordt ervoor gezorgd dat dit er vanaf wordt gehaald.

Dieren (binnen)

Het aquarium staat op een kast, waardoor de kinderen lastiger bij de bovenkant van het aquarium kunnen. De bovenkant van het aquarium zal zo worden afgeschermd dat de kinderen niet zomaar hun handen in de bak kunnen steken. Als zij dit toch doen, zullen zij hun handen moeten wassen met zeep. Bij ziekte in het aquarium, is voeren door de kinderen verboden.

Het aquarium wordt wekelijks gereinigd om schimmelvorming zo veel mogelijk te voorkomen. Er wordt voor gezorgd dat er zo min mogelijk water wordt gemorst tijdens het schoonmaken,

om zo schimmelvorming in het hout te voorkomen.

VOG en EBHO

De VOG is op de site te lezen en ook is het certificaat Kinder EHBO behaald.

Buitenmilieu Er is een grote tuin bij de BSO aanwezig.

Bescherming voor de openbare weg

De kinderen kunnen de tuin niet uit. Zowel de poortdeur als de voordeur zitten op slot. Al rijden er rond de tuin/BSO alleen bestemmingsverkeer en wordt er langzaam gereden.

Dieren buiten

Er zal in de tuin een ren worden geplaatst met daarin minimaal 2 of 3 konijnen. Konijnen kunnen bijten, net als alle dieren, maar bij deze dieren is de kans hierop echt minimaal. Meer hierover is te vinden on het kopje “bijten”.

Verder zullen de hokken/ ren van deze dieren 1x per week op woensdag worden schoongemaakt i.v.m. de hygiëne. Ook wordt de ren (en de hokken) volledig afgescheiden van de tuin, dus zowel aan de zijkant, onderkant als de bovenkant, zodat ongedierte niet bij de konijnen en niet bij hun voer kan komen. Dit om te voorkomen dat er ongedierte in de tuin komt. In de avond wordt het konijnenhok volledig afgesloten, zodat er geen ongedierte bij de konijnen kunnen komen.

Bij de aanmelding zal gevraagd worden of het kind allergisch is voor konijnen, omdat in het beleid staat dat deze dieren aanwezig zijn. Als het kind allergisch hiervoor is maar toch naar de BSO wil komen, adviseer ik de ouders hier navraag over te doen bij de huisarts. Ik kan proberen te voorkomen dat het kind de konijnen aait en de kans op konijnenharen in de tuin is klein, maar kan het niet garanderen. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van de ouders om het kind wel/niet naar mijn BSO te brengen.

Zoals in het beleid te lezen is, zullen wij regelmatig naar de kinderboerderij gaan, waarbij we door de bossen lopen. Door het onderteken van het contract, geven de ouders hier goedkeuring voor. Als het kind een allergie voor een van de dieren heeft, is het wel te regelen dat er niet naar die dieren wordt gegaan. Ik zal er dan op letten, maar ben er niet verantwoordelijk voor, dat het kind niet dichter dan 2 meter bij deze dieren in de buurt komt. Bij de speeltuin zelf zijn namelijk ook weiden aanwezig met dieren.

10

Als we naar de kinderboerderij gaan, zullen de kinderen na het aanraken van de dieren hun handen wassen. Hier is in de kinderboerderij een kraan voor aanwezig. Bij de konijnen in de tuin is het niet mogelijk om elke keer na het aaien de kinderen hun handen te laten wassen, maar de kans op ziekte bij deze dieren is veel kleiner, door alle inentingen die ze hebben gehad/ krijgen.

Ook wordt de kinderen geleerd om nooit dode of zieke dieren aan te raken, omdat de kinderen hier zelf ziek van kunnen worden.

Ongedierte buiten

Zoals vermeld komen we ook regelmatig in de bossen. De ouders kunnen er voor kiezen om de kinderen (bijvoorbeeld met warm weer) extra kleding mee te geven met de vermelding dat de kinderen dit aan moeten om te voorkomen dat ze teken krijgen. Als de ouders deze niet meegeven en het doorgeven, wordt er geen rekening mee gehouden. Ouders kunnen zelf beslissen of ze hun kinderen na het bezoek aan de bossen op teken controleren, maar dit is wel verstandig om te doen.

Teken die ik zelf zie, zal ik verwijderen met een ongediertepincet. Dit pincet wordt ook gebruikt om andere ongedierte(stukjes) te verwijderen, zoals angels van hommels.

Er wordt nadat een kind geprikt is door een hommel of een bij, extra op het kind gelet. Als de bult groot/ rood wordt en/of het kind er heel veel last van krijgt zal direct de huisarts gebeld worden. Misschien is het kind namelijk allergisch.

Om ongedierte in het glas te voorkomen, wordt er in de tuin alleen via een rietje gedronken. En bij zoet eten wordt er extra opgelet of er geen ongedierte in de buurt van de kinderen komen. Als een van de kinderen allergisch voor een van deze beestjes is, zal zoet eten/drinken sowieso alleen binnen genuttigd worden. Als een kind toch iets in de mond heeft dat kan prikken, wordt het er uiteraard zo spoedig mogelijk uitgehaald en wordt er direct de huisarts gebeld om te informeren wat het beste gedaan kan worden.

Plakkerige handen door bijvoorbeeld zoet eten en drinken, zullen direct worden schoongemaakt.

Bij veel last van ongedierte binnen wordt een hor geplaatst

Zandbak

Er wordt gezorgd dat er geen katten of honden bij de zandbak kunnen komen. Dit wordt gedaan door de deksel van de zandbak erop te leggen op het moment dat deze niet gebruikt wordt. Als er dan toch dieren inkomen zijn en er is ontlasting te vinden, wordt deze er met een grote schep zand eruit geschept. Er zal elke week gecontroleerd worden of er ontlasting aanwezig is in de zandbak, door de zandbak flink om te scheppen. Door voorgaande wekelijks te doen wordt er voorkomen dat de ontlasting er 3 weken of langer inligt. Als dit toch gebeurd, wordt al het zand in de zandbak vernieuwd.

Er wordt voor gezorgd dat de kinderen niet eten in de zandbak.

Kinderen lopend vervoeren Het is mogelijk dat de kinderen met mij een stukje moeten lopen bij het ophalen van de kinderen als we ergens naar toe gaan. Als er meer dan 2 kinderen bij de BSO zijn, lopen ze hand aan hand, 2 aan 2 of 3 aan 3. Hierdoor kan ik ze goed in de gaten houden. Ik loop voorop, maar kijk veel achterom.. Als ik de weg over ben gestoken, wacht ik totdat alle kinderen zijn overgestoken. Pas dan lopen we verder.

Protocol vermissing van een (of meerdere) kinderen Al wordt er alles aan gedaan om te voorkomen dat een kind uit het oog verliest, wie weet gebeurd het toch een keer. Onderstaand protocol wordt ook zoveel mogelijk uitgevoerd door een eventuele vervanging van mij bij bijv. vakantie/ziekte. Verder ben ik de enige persoon in de BSO en ook ik voer dit protocol uiteraard uit.

Onder vermissing valt het, als een kind niet vindbaar is binnen de grenzen waar het kind hoorde te verblijven.

11

Verder valt onder vermissing als een onbevoegd persoon het kind van de BSO heeft opgehaald en deze persoon niet meer zichtbaar is. Uiteraard wordt geprobeerd om te voorkomen dat de persoon het kind meeneemt. En de politie zal direct gebeld worden als het kind de voordeur uit is met deze man/vrouw.

Algemene preventie om vermissing te voorkomen - De leerkrachten worden door de ouders op de hoogte gesteld, welke dagen de kinderen naar

mijn BSO gaan. De leerkrachten mogen zelf kiezen of ik ze binnen ophaal of op het schoolplein. Als ik ze op het schoolplein ophaal, let de leerkracht erop dat het kind ook daadwerkelijk naar mij toe komt.

- De ouders geven aan de BSO aan wie hun kind na de opvangtijd komt ophalen. Als ik twijfel of de persoon die het kind komt ophalen door de ouders gekozen is, bel ik de ouders.

- Zoals eerder al beschreven zal de buitendeur naar de oprit richting de straat afgesloten zijn door een haakje. En beide poortdeuren in de tuin die naar een straat leiden, worden ook op slot gedaan.

- Er wordt eventueel aan de kinderen geleerd om een volwassene om hulp te vragen als ze niet meer weten waar ze zijn en dat ze daarbij moeten vermelden dat ze naar BSO Het Visje moeten komen. De volwassene kan het adres dan op internet opzoeken.

Er kunnen zich de volgende situaties voor doen:

Het kind is na de bel niet vindbaar op de afgesproken plek op het schoolplein of in het klaslokaal

Het kind is vermist tijdens de reis vanuit school naar de BSO Het kind is vermist tijdens de opvangtijd in de BSO-ruimte, tuin of andere locatie waar we

gezamenlijk naar toe zijn gegaan. Het kind wordt door een onbevoegd persoon opgehaald.

Direct na schoolbel vermist Bij het ophalen van school is het mogelijk dat een kind niet te vinden is. Dit gebeurt dan voordat de school het kind aan mij heeft overgedragen. Het kind is bijvoorbeeld toen de bel ging, met een vriendje meegegaan of is zelf richting huis/BSO gelopen.

1. In deze situaties wordt eerst aan de leerkracht gevraagd of het kind nog binnen is en of hij/zij weet waar het kind gebleven is. Ook wordt goed de school (waaronder wc en het schoolplein) rondgezocht.

2. Als het kind nog steeds niet gevonden wordt, worden de ouders gebeld. Er wordt dan aan de ouders gevraagd of zij weten hoe het komt dat het kind er niet is. Vervolgens moeten de ouders de familie, klasgenoten en eventuele andere vriendjes nabellen om te vragen of het kind daar is. De ouders wordt ook gevraagd of zij de buren kunnen contacteren om te vragen of zij het kind voor hun huis zien staan. Eventueel kan de buren gevraagd worden of zij het kind naar de BSO willen brengen.

3. Ik loop/rijd ondertussen van de school naar het huis, als de ouders de telefoon opgenomen hebben en het adres doorgegeven hebben. Anders probeer ik achter het adres te komen via de leerkracht. Waarschijnlijk zullen de kinderen altijd met de auto worden opgehaald en ligt de school ver van de BSO af, waardoor ze waarschijnlijk er niet zelf heen zullen gaan lopen.

4. Als het kind nog steeds niet gevonden is, wordt met de ouders (evt. telefonisch) afgesproken dat de ouders terugkomen van hun werk en wordt de politie gebeld (0900 8844). Na alles goed onderzocht te hebben, is voorgaande acties zullen er zeker 30 minuten voorbij zijn de politie inschakelen geen overbodige luxe. De gegevens van het kind worden aan de politie doorgegeven. En er zal naar een foto van het kind gezocht worden, die vervolgens aan de politie meegegeven wordt. Er wordt geprobeerd om de naam van de politiefunctionaris die opneemt en een eventuele contactpersoon op te schrijven, zodat die direct benaderd kan worden bij ontwikkelingen. Uiteraard geef ik mijn eigen telefoonnummer ook door aan de politie. Als de ouders geen toestemming geven om de politie te bellen, zal ik dit in het belang van het kind toch doen.

12

Tijdens de reis naar een andere plek of de BSO toe vermistAls ik met de kinderen loop, zal ik na elke linkse zijstraat controleren of ik alle kinderen nog bij me heb. Omdat de kinderen handjes vasthouden, is dit overzichtelijk te tellen. Als ik een kind mis, ga ik deze direct zoeken. Het kind kan dan namelijk niet ver weg zijn. Het is vrij onwaarschijnlijk dat ik het kind niet snel vind, maar als dit toch het geval blijkt te zijn, wordt de opsomming vanaf cijfer 2 gevolgd onder het kopje: “direct na de schoolbel vermist”

Vermist vanuit de opvanglocatie of andere locatie 1. Als het kind vermist is vanuit de BSO of een locatie waar we gezamenlijk waren, zal ik eerst

de straat doorlopen om te kijken of het ergens in de straat is. En ook controleer ik de tuin en de (BSO-)ruimte nog een keer goed.

2. Vervolgens zal ik de ouders bellen en vragen of zij de personen kunnen bellen waarvan het mogelijk is dat het kind naar toe gelopen is. Ook wordt gevraagd om de buren te bellen zodat zij kunnen controleren of het kind naar hun eigen woonhuis/tuin is gelopen. Met de vraag als het kind daar is of de buren het kind dan terug kunnen brengen. Het bellen van de ouders wordt sowieso gedaan, maar de rest van opsomming 2 heeft alleen zin als er iemand in de buurt van de BSO woont die het kind kent.

3. Ik ga ondertussen samen met de kinderen 15 minuten lopend zoeken rondom de plek waar het kind vermist is.

4. Als na voorgaande het kind nog steeds vermist is, bel ik nogmaals de ouders of zij nog een idee hebben waar het kind is. En als het kind dan nog niet gevonden is, voer ik nummer 4 uit van de paragraaf “vermissing direct na schoolbel”.

Kind wordt door onbevoegd persoon opgehaald

Ik krijg het van de ouders te horen als het kind door iemand anders dan zijn vader/ moeder wordt opgehaald. Ouders kunnen ook aangeven dat er nog een persoon is die het kind altijd op mag komen halen. In geval van scheiding van de ouders krijg ik te horen, wanneer de vader en wanneer de moeder het kind ophaalt. Als dit wisselt, dan wordt dat mij doorgegeven. Als er dan toch iemand anders het kind komt ophalen, controleer ik voor de zekerheid eerst nog een keer of ik misschien vergeten ben dat dit is doorgegeven. Zo niet, dan zal ik altijd eerst de ouders benaderen. Als de ouders niet opnemen, laat ik het kind niet meegaan. Ook al lijkt het een vertrouwd persoon en merk ik aan het kind dat hij/zij deze persoon kent, toch gebeurd het niet. Er wordt geprobeerd de ouders te bereiken om alsnog goedkeuring te krijgen. Krijg ik ze niet aan de lijn, kan de persoon die het kind wil meenemen wachten of hij/zij geeft zijn/haar telefoonnummer. Dan bel ik hem/haar als ik de ouders te pakken heb. De tijd dat het kind dan langer bij de BSO blijft omdat het niet meegegeven wordt, hoeft de eerste keer niet doorbetaald te worden. De tweede keer dat het gebeurt, moet dit wel, aangezien de ouders het door hadden moeten geven.

Als de onbevoegde persoon zonder toestemming het kind toch meeneemt:

1. Zal ik proberen deze persoon tegen te houden. 2. Als dit niet werkt, probeer ik een foto van de persoon te maken die het kind zomaar

meeneemt. Deze foto kan ik dan samen met de foto van het kind, aan de politie overhandigen. 3. Daarna bel ik de politie (0900 8844). De gegevens van het kind worden doorgegeven, net als

een foto van het kind (en evt. van de dader). Ook wordt geprobeerd om de naam van de politiefunctionaris die opneemt en een eventuele contactpersoon opgeschreven, zodat die direct benaderd kunnen worden bij ontwikkelingen. En zal ik mijn eigen telefoonnummer doorgeven.

Kind is teruggevonden na een van voorgaande situaties

1. De ouders wordt dit doorgegeven 2. De politie wordt dit doorgegeven 3. Het kind wordt duidelijk gemaakt wat de vermissing allemaal voor gevolgen heeft gehad en

het wordt uitgelegd waarom hij/zij dat nooit meer mag doen. 4. Er wordt met het kind gesproken over de reden waarom het weg was gegaan, om de

volgende keer zo te handelen dat het kind die behoefte niet meer heeft

13

5. De ouders bellen alle betrokkenen die ongerust zouden kunnen zijn door wat er voorgevallen is, doordat zij (in)direct op de hoogte waren gesteld.

6. Ik laat eventuele buurtbewoners (en de leerkracht) die ik gevraagd had of zij het kind hadden gezien, weten dat het kind gevonden is. Als ik het telefoonnummer of mail van hen heb, doe ik dit direct. Anders ga ik na de opvangtijd van de kinderen bij hen langs.

7. Ik bedenk of ik (naast de aangegeven reden van het kind) nog andere dingen kan doen om dit de volgende keer te voorkomen.

Privacy Zoals eerder benoemd, zal de wc op een kier blijven als ik een kind moet helpen. Zodat de andere kinderen niet kunnen zien hoe het kind naar de wc gaat, maar de andere kinderen wel kunnen horen wat er gebeurt in die ruimte. Als kinderen zelfstandig naar de wc gaan, zal ik o.a. uit privacyoverwegingen nooit in de toiletruimte komen (tenzij zij zelf om hulp vragen). Verder mogen de kinderen de deur niet op slot doen, maar wordt er iets op de deur gehangen waaruit blijkt of het toilet bezet is of niet.

Verder zal voor de privacy alle informatie in mappen worden opgeborgen en zullen deze nooit open liggen als er ouders of derden in de buurt zijn. In zowel de verslagen als in mails worden de namen van de kinderen veranderd in alleen de voorletter. En uiteraard wordt er altijd voor gekozen om gevoelige informatie niet per mail maar per telefoon of persoonlijk te melden, tenzij dit niet anders mogelijk is. Als er vertrouwelijke verslagen worden weggegooid, zullen ze eerst door de papierversnipperaar gaan of zelf in kleine stukjes worden gescheurd.

Ook mogen er geen onbekenden de BSO-ruimte ingelaten zonder eerst toestemming, dit geldt overigens ook voor de buitenruimte.

Medisch handelen

Medicijnen verstrekken

Voordat ik of mijn eventuele vervanger de medicijnen verstrek aan de kinderen, wil ik hiervoor duidelijk op papier goedkeuring hebben van de ouders. Dit zal gaan om “een overeenkomst gebruik geneesmiddelen”. Zowel ik als de ouder zal hier een handtekening onder zetten.

De dagen dat de medicijnen aan het kind overhandigd moeten worden, zal er met een afvinklijst worden gewerkt. Deze ligt in het zicht op mijn bureau Hierdoor is de kans dat ik het medicijn vergeet te geven nog kleiner en wordt voorkomen dat een kind zijn medicatie 2x krijgt. Er wordt goed op gelet dat het kind zijn medicatie ook daadwerkelijk inneemt en niet weggooit of opspaart/ verstopt. Doet het kind dit wel, is dit niet de verantwoordelijkheid van de leidster. Verder zal elke keer als ik medicatie aan het kind gegeven heb, dit schriftelijk gerapporteerd worden naar de ouders.

De enige medicijnen die aan de kinderen verstrekt worden, zijn medicijnen in originele verpakking met bijsluiter. Natuurlijk wordt eerst altijd de bijsluiter gelezen voordat de medicijnen aan het kind verstrekt worden. Ook geef ik het medicijn pas als duidelijk vast te stellen is dat het medicijn op naam van het kind is uitgeschreven. Verder moet er een houdbaarheidsdatum op de verpakking aanwezig zijn. Voor het toedienen controleer ik (net als bij voeding en drinken) eerst of deze datum niet verstreken is. Als ik merk dat deze bijna verstreken is, markeer ik deze.

De medicijnen zullen ook na ontvangst in de originele verpakking met bijsluiter en houdbaarheidsdatum worden opgeborgen. Ze zullen bewaard worden volgens voorschrift en/of volgens de bijsluiter.

Ik zal verder nooit de eerste zijn die het medicijn aan het kind geeft, dit moet altijd eerst thuis een keer gebeurd zijn.

De eventuele medicatie die kinderen gebruiken, worden in het kastje met slot bewaard.

Verder zal ik geen pijnstillende of koortsverlagende medicijnen verstrekken aan de kinderen. Tenzij dit op doktersadvies gebeurt. Dus ook niet als de ouders mij vragen om zonder doktersadvies kinder-

14

paracetamol te geven, tenzij het zeer sporadisch gebeurd en ik een handtekening heb dat ik dat mag geven op die dag.

Kind dossier

In het dossier van het kind wordt de medicatie die het gebruikt vermeld. Zowel de medicijnen die langdurig worden gebruikt als de medicijnen die voor een korte periode gebruikt worden. In het kind dossier staan ook overige gezondheidskenmerken en bijzonderheden op dit vlak. Ook allergieën en vaccinaties die van belang zijn, staan hierin vermeld.

Van elk kind wordt het medisch dossier bijgehouden. Als het nergens allergisch voor is, staat dat ook vermeld. Voordat er voedsel of drinken aan kinderen wordt gegeven, die niet door de ouders zelf verstrekt zijn, zal eerst gecontroleerd worden in het dossier of niemand hier allergisch voor is. Elke tweede donderdag van de maand controleer ik of alle gegevens in de (medisch) dossiers van de kinderen nog kloppen.

Uitbesteden

Bij vervanging wordt er vanuit gegaan dat de vervanging bekwaam genoeg is om de medicijnen aan het kind te verstrekken. Uiteraard wordt de vervanging wel gevraagd om de bijsluiter door te nemen en wordt belangrijke informatie erover overhandigd (bijv. de dosering). Ook zij gebruikt het afvinklijstje.

Als er voor het uitvoeren van een medische handeling niet bekwaam genoeg personeel aanwezig is, zal dit uit worden besteed aan de Thuiszorg (op kosten van de ouders). Ik zal bij twijfel het uitbesteden aan de Thuiszorg.

Protocol voor calamiteiten rond het verstrekken van geneesmiddelen

Er is een calamiteit als een kind niet goed reageert op een geneesmiddel of als ik een fout heb gemaakt met het toedienen ervan. In beide gevallen zal de volgende procedure gevolgd worden:

1. Er wordt na het toedienen altijd op lichamelijke onbedoelde veranderingen en/of onbedoelde gedragsveranderingen gelet. Als er een fout is gemaakt met de toediening van de medicatie zal hier nog meer op worden gelet.

2. Er zal bij een fout in de toediening of onbedoelde lichamelijke of gedragsmatige veranderingen altijd de huisarts of specialist in het ziekenhuis worden gebeld.

3. Tijdens het bellen zullen de gegevens van het kind erbij gepakt worden. Verder wordt benoemd om welk geneesmiddel het gaat en wat de normale dosering is. Als per ongeluk een foute dosering is gegeven of het fout is toegediend, word dit zo gedetailleerd mogelijk aangegeven. Als

4. Ook zal de ouder er altijd van op de hoogte worden gebracht. 5. Bij ernstige situaties wordt er direct 112 gebeld

De thermometer

De thermometer zal in een stevig zakje of doosje worden bewaard, een zakje dat niet zomaar kan scheuren en waar de thermometer volledig inpast. Dit om te voorkomen dat de thermometer vervuild raakt. De thermometer zal voor en na elk gebruik worden schoongemaakt met water en zeep. Verder wordt deze gedesinfecteerd door een door ctgb-toegelaten middel.

Zalf/ crème

Bij het aanbrengen van crème of zalf op de huid van de kinderen zullen wegwerphandschoenen worden gebruikt.

Bloedcontact

Als er een kans is dat er in de buurt gekomen wordt van bloed, wondvocht of lichaamsvochten die vermengd zijn met bloed, worden er wegwerphandschoenen aangetrokken.

Als er bloed ergens op gemorst is:

15

1. zullen er eerst handschoenen worden aangetrokken. 2. vervolgens zal met papieren tissues het bloed worden opgeruimd. 3. daarna wordt de plek waar het bloed zat, met water en allesreiniger schoongemaakt. 4. vervolgens wordt de plek met veel water schoongespoeld, waarna de plek weer droog wordt

gemaakt.5. daarna wordt het oppervlak met een door het ctgb-toegelaten middel gedesinfecteerd

Als ik toch zonder bescherming in contact ben gekomen met bloed en zelf ook een open wond(je) had, ga ik naar de huisarts. Deze kan het best aan de hand van het verhaal wat er gebeurd is, beslissen wat ik het beste kan doen. Eventueel zal deze adviseren een bloedtest te doen voor Hepatitis A, B of C of Hiv. Uiteraard volg ik deze dan op.

Ik adviseer de ouders van het kind dat eventueel ook in contact is gekomen is met mijn bloed (of bloed van een ander kind), ook om zo spoedig mogelijk naar de huisarts te gaan. Ik laat dit de ouders direct weten. Ik probeer de ouders te bellen en anders vertel ik het als het kind wordt opgehaald.

Het beste is als ik en/of de kinderen zo spoedig mogelijk naar de huisarts gaan, maar in ieder geval moet dit gebeuren binnen 24 uur.

Als er een invaller komt, zal deze paragraaf/ protocol, net als de andere alinea’s die voor hem/ haar van belang zijn gemarkeerd zijn.

EHBO kist

Elke keer dat de EHBO kist wordt gebruikt, wordt alles wat gebruikt is vervangen. Verder wordt 1x per maand gecontroleerd of alles in de EHBO kist nog te gebruiken is en alles nog compleet is. Als dit niet het geval blijkt te zijn, vul ik het met nieuwe materialen aan.

Logboek/ ongevallenregistratie

Verder zullen alle situaties die voor een gevaar voor de veiligheid of gezondheid van de kinderen hebben gezorgd worden vastgelegd in een logboek. Hierbij wordt de aard en de plaats van het ongeval beschreven. Maar ook het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en de manier waarop er maatregelen zijn getroffen om dit voortaan te voorkomen. Dit zal worden vastgelegd in het programma op internet, namelijk: de risico-monitor voor de kinderopvang.

Onder andere aan de hand van dit logboek, zal besloten worden welke onderdelen in de veiligheid/gezondheid-risicoanalyse zullen worden toegevoegd of zullen worden aangepast. Minimaal jaarlijks wordt gekeken naar eventuele nodige aanpassingen in dit bestand.

Stagiaires en eventuele invalkrachten van de BSO wordt gevraagd om voor het werken op de BSO eerst de risicoanalyses met de maatregelen te lezen. Ook zij moeten ongevallen registreren.

Noodgeval len kind/ leidster. Er is altijd een kleine kans dat een kind naar het ziekenhuis moet. Als het niet te lang duurt voordat de ouders ter plaatse kunnen zijn en het kind niet in levensgevaar is, laat ik de ouders het kind naar het ziekenhuis brengen. Dit geeft een kind een veiliger gevoel dan dat het meegaat met een ambulance. Als het kind met spoed naar het ziekenhuis moet, zal er een ambulance worden gebeld. De ambulancekosten worden betaald door de ouders, ook als dit binnen het eigen risico valt en dit overbodig blijkt te zijn. Er zal geprobeerd worden een kind niet voor niks met een ambulance te vervoeren, maar er zal geen enkel risico genomen worden.

Als ikzelf met de ambulance naar het ziekenhuis moet, is de achtervang mijn moeder: Marjo van Sambeek. Zodat zij dan voor de kinderen kan zorgen. Meestal is ze bereikbaar via een mobiel nummer (0652479643) en anders altijd te bereiken via de middelbare school waar ze werkt als roostermaker (040-2412844). Ze is dan binnen 15 min. aanwezig op de BSO. Daarbij kan mijn vriend Ferry Bruggemans meestal ook binnen 15 minuten aanwezig zijn op mijn BSO.

16