Eindstageverslag

Naam: Pascalle AndelaStudentnummer: 13045024Telefoonnummer: 06-40592945/ 079-882882E-mailadres: paa.andela@gmail.com

1

Inhoudsopgave1. Beschrijving van het leerproces: 3

2. Beeldvorming de ‘setting’ van de stage en een algemene indruk van de stage: 5

3. Evaluatie relatie theorie-praktijk: 6

4. Evaluatie begeleiding 6

5. Conclusie: 7

2

1. Beschrijving van het leerproces: Bij aanvang van de stage had ik het volgende persoonlijke hoofddoel opgesteld: In 20 weken zelfstandig functioneren als diëtist in het ziekenhuis. In dit werkplan leest u terug hoe ik mij gedurende de 20 weken stage heb ontwikkeld als beginnend beroepsprofessional.

Gedurende de eerste periode van vijf weken lag de nadruk voornamelijk op het leren kennen van het ziekenhuis, het team, het elektronische patiënt dossier(EPD) en de werkwijze van de diëtisten. Doordat ik vorig jaar op buitenlandstage ben geweest wist ik hoe snel twintig weken voorbijvliegen, waardoor ik meteen aan de slag wilde gaan met mijn leerdoelen en zoveel mogelijk taken al direct wilde uitvoeren om de stage zo effectief mogelijk te benutten. In de eerste weken was voor mij het belangrijkste persoonlijke leerdoel:

SMART-DOEL: In 5 weken kan ik zelfstandig diëtistische gegevens van een patiënt verwerken in chipsoft

Doordat ik al snel consulten met patiënten ben gaan verwerken in chipsoft, kon ik vanaf week zeven in de stage (vervolg)consulten op de juiste manier invullen in het EPD. Naast dat ik graag zo snel mogelijk met het EPD dossier wilde kunnen werken was voor mij ook erg belangrijk om tijdens mijn stage het werkveld van de diëtist in het ziekenhuis te ontdekken, omdat de stage bij uitstek ‘de kans’ is om hier inzicht in te krijgen.

SMART-DOEL: In 20 weken minstens één keer ook meegelopen hebben met het moeder en kind team en het oncologie-team.

In het Reinier de Graag Gasthuis zijn er vier diëtisten teams, het moeder en kind team, het voedingsteam, het nefrologieteam en het oncologie team. Omdat ik graag het werk als diëtist op de kinderafdeling en allergieën wilde ervaren stond al zeer snel vast dat ik graag een keer mee wilde lopen met het moeder en kind team. Daarnaast wilde ik ook graag weten welke werkzaamheden de diëtisten van het oncologie-team verrichten. Ondanks dat ik erg zenuwachtig was om in het team mee te delen dat ik erg graag ook de andere teams wilde ontdekken (ik was erg bang dat dit erg eisend zou kunnen overkomen) werd dit door het team positief opgepakt, waardoor ik tijdens één van de eerste weken van de stage snuffeldagen met deze teams had gepland.

Tijdens het ziekenhuis krijg je veel te maken met ernstig zieken mensen. Zelf heb ik nog nooit eerder in een ziekenhuis gewerkt en wist ik ook niet hoe ik om zou gaan met heftige ziektebeelden of situaties. Doordat ik al veel heftige situaties heb meegemaakt gedurende mijn buitenlandstage in Tanzania en hier goed mee om heb kunnen gaan, had ik verwacht dat dit ook tijdens mijn stage in het ziekenhuis het geval zou zijn. Echter, omdat ik wel een gevoelig persoon ben en hier niet makkelijk over praat was ik wel bang dat ik het werk mee naar huis zou kunnen nemen. In de eerste weken merkte ik al snel dat ik goed met de ernst van de ziekte om kon gaan, hierdoorheen kan kijken en ik bovenal mijn steentje wil bijdragen aan het behandelen van deze zieken patiënten. Wel is het zo dat ik bepaalde patiëntgroepen wel erg heftig vindt om te behandelen en deze mij zeer aangrepen. Zo moest ik bijvoorbeeld in de eerste weken een chronisch zieke patiënt behandelen van ongeveer dezelfde leeftijd als ik. Ik merkte dat dit mij toch erg aangreep, maar heb dit toen besproken met mijn stagebegeleider. Ook gedurende de rest van mijn stage waren er situaties die mij meer aangrepen. Indien dit zich voort deed besloot ik om dit direct te vertellen aan de desbetreffende collega en hier niet mee te blijven zitten. Ik merkte dat door praten, ik de situatie meer een plekje kon geven en het beter los kon laten. Ook merkte ik dat indien zulke situatie zich voor deden tijdens het consult, ik in staat was over dit gevoel heen te stappen zodat dit niet mijn consult beïnvloedde. Gedurende de rest van mijn werk als diëtist in het ziekenhuis zullen heftige situaties zich voordoen.

3

Echter heb ik nu de juiste handvatten om dit te kunnen verwerken en het niet mee naar huis te nemen.

SMART-DOEL: Binnen 10 weken kan ik goed omgaan met heftige ziektebeelden/ situaties en neem ik dit niet mee naar huis.

Zoals ik al eerder aangaf was mij hoofddoel voorafgaand aan de stage het zelfstandig kunnen werken, als klinische diëtist in het ziekenhuis. In de eerste twee weken van de stage heb ik voornamelijk meegekeken tijdens consulten van mijn stagebegeleiders en heb ik aan het einde van de eerste week een deel van deze patiëntconsulten zelfstandig in het EPD verwerkt. Deze rapportages werden dan door mijn stage begeleider gecontroleerd, waarbij ik feedback kreeg die ik gebruikte ter verbetering van de volgende rapportages. Vanaf de tweede week ben ik begonnen met het voeren van enkele consulten met patiënten onder begeleiding van mijn stagebegeleiders. Na deze consulten verwerkte ik de gegevens in het EPD. Dit heb ik tot en met week acht van de stage zo gedaan, waarin ik in de loop van deze acht weken steeds meer consulten op één dag voerde. Aan het einde van week acht heb ik zelfs mijn eerste zelfstandige consult mogen voeren. Vanaf week negen heb ik steeds meer consulten zelfstandig uitgevoerd. Bij sommige consulten gingen mijn stagebegeleiders mee om feedback te geven op de gespreksvoering, omdat ik ervan overtuigd ben dat dit altijd nog beter zou kunnen. Tevens gaven zij indien nodig ook nog feedback op mijn verslaggeving. Vanaf eind week tien/ begin week elf van de stage ben ik geheel zelfstandig aan het werk gegaan als diëtist in het ziekenhuis. Vanaf deze weken heb ik een gemiddelde werklijst zelfstandig kunnen afwerken, waarbij ik dus zonder begeleiding mijn consulten heb gevoerd en het EPD heb bijgewerkt. Tevens heb ik in week tien en in week 11 nog zelfstandig poli-consulten gedraaid. Dit wilde ik graag nog ontwikkelen, aangezien ik nog niet wekelijks poli-consulten heb kunnen meedraaien. Vanaf week vijftien van de stage heb ik twee eigen afdelingen toegewezen gekregen en ben ik verantwoordelijk geweest voor de afdelingen interne geneeskunde en neurologie. Door het hebben van eigen afdelingen heb je een grote verantwoordelijkheid, waardoor je goed leert plannen, je werk goed te verdelen en indien het werk te veel is voor één man dit tijdig aan te geven en hierbij om hulp te vragen. Op deze afdelingen heb ik patiënten behandeld die sondevoeding of parenterale voeding hebben en patiënten die zelfstandig eten.

SMART-DOEL: In 10 weken zelfstandig diëtistische (vervolg)consulten kunnen voeren bij patiënten met nierziekten, TPV en SV (dialyse, nefrologie en voedingsteam).

Met dit laatste leerdoel heb ik alle leerdoelen behaald, die ik voorafgaand aan de stage heb opgesteld.

Eindanalyse SWOT:

Strengths OpportunitiesPatiënt gegevens adequaat kunnen rapporteren in de elektronische patiënten dossiers Chipsoft en HIX

Poliklinische consulten meer beoefenen.

Zelfstandige consulten uitvoeren bij patiënten van de specialismes interne geneeskunde en voedingsteam

Buiten de specialismes interne geneeskunde en voedingsteam consulten kunnen voeren voor het moeder en kind team of het oncologie team

Patiënten adequaat verwijzen naar huisartsen, 1e-lijns diëtisten of andere zorgverleners

Veelvuldiger een telefonisch spreekuur voeren.

Multidisciplinair te werk gaan binnen het Meer werkervaring opdoen als diëtist in het

4

ziekenhuis ziekenhuisWeaknesses ThreatsIndien ik een te volle werklijst heb, vind ik het soms nog eens lastig om werk af te staan zonder mij bezwaard te voelen.

Te veel hooi op mijn vork nemen.

Mijn taalgebruik soms meer simplistisch houden, zoals bij het maken van voorlichting folders of tijdens consulten.Ondanks de positieve feedback, ben ik altijd erg kritisch naar mijzelf en wil ik nog weleens uit onzekerheid meer vragen stellen, dan misschien nodig is, zodat ik 100% dan wel niet 300% zeker weet dat de patiënt de juiste zorg krijgt.

2. Beeldvorming de ‘setting’ van de stage en een algemene indruk van de stage: De stage vond plaats binnen het Reinier de Graaf Ziekenhuis. Het Reinier de Graaf ziekenhuis is een topklinisch ziekenhuis, met daarnaast twee expertisecentra: polikliniek voor alcoholproblematiek bij jongeren en een allergiecentrum voor kinderen. Mijn stage vond plaats op de diëtetiek afdeling binnen de teams: interne geneeskunde en het voedingsteam. Tijdens mijn stage heb ik patiënten begeleid op de afdeling interne geneeskunde, dialyse, neurologie en alle patiënten in het ziekenhuis met sondevoeding en of totaal parenterale voeding (TPV).

- Noodzakelijke kennis en vaardigheden

Binnen de opleiding voeding en diëtetiek wordt je opgeleid tot allround diëtist. Tijdens mijn stage heb ik gemerkt dat je het werken als klinische diëtist pas op de werkvloer leert. Zo is de casuïstiek veel ingewikkelder en zijn richtlijnen en behandelplannen afgestemd op het Reinier de Graaf ziekenhuis. Ook heb ik gemerkt dat het binnen het ziekenhuis belangrijk is om je te specialiseren in een patiëntengroep en hierin up-to-date te blijven. Door een specialisatie doe je veel ervaring op met deze patiëntgroep(en) en heb je meer aandacht voor bepaalde zaken dan een diëtist die niet gespecialiseerd is. Hierdoor kan je een nauwkeuriger advies op maat geven.

- Beroepshouding

Als diëtist binnen het Reinier de Graaf ziekenhuis moet je goed multidisciplinair kunnen werken om de juiste zorg te bieden voor een patiënt. Zo heb ik tijdens de stage gemerkt dat binnen het Reinier de Graaf ziekenhuis de rol van diëtisten bij het behandelen van patiënten goed bekend is onder artsen en arts-assistenten, waardoor zij vaak verwijzingen schrijven naar de diëtetiek. Tevens heb ik gemerkt dat het belangrijk is op afdelingen bekendheid te creëren, veelvuldig je gezicht te laten zien en actief te overleggen met verpleegkundige, artsen of voedingsassistent, waardoor je veel beter herkend wordt op de afdelingen en veel meer betrokken wordt in de behandeling van de patiënten op die afdeling. Als laatst is het van belang dat je complexe patiëntzorg interessant vindt en niet bang bent om op de behandelaar af te stappen.

- De functie van de afdeling binnen de organisatie.

De afdeling diëtetiek in het Reinier de Graaf ziekenhuis is verantwoordelijk voor het voedingsadvies voor klinische patiëntgroepen en een aantal poliklinische patiëntgroepen. De poliklinieken die door diëtisten in het Reinier de Graaf worden uitgevoerd zijn: Polikliniek Diabetes type 1 (kinderen en

5

volwassenen), Poliklinieken voor de kinderdiëtiek, Polikliniek nefrologie (pre-dialyse patiënten), Polikliniek oncologie en Polikliniek voedingsteam. Daarnaast onderscheid het Reinier de Graaf zich doordat er een diëtiste allergologie werkzaam is. Zij is verantwoordelijk voor het provocatiemateriaal, gebruikt bij de provocatietesten. Binnen het klinische werkveld komt ondervoeding het meeste voor.

- Is je visie over het beroep veranderd door de stage?

Ja, door een stage in het ziekenhuis kom je erachter hoe belangrijk een goede voedingstoestand is bij hertstel tijdens ziekte. Tijdens colleges leer je hier natuurlijk al veel over, maar als je dit daadwerkelijk met eigen ogen ziet ben je hier naar mijn mening veel meer bewust van. Daarnaast ben ik er door mijn stage achter gekomen dat ik het werk als diëtist in het ziekenhuis onwijs gaaf vindt, doordat je naar mijn mening echt iets kan betekenen in het behandelen van een patiënt. Ook

heb ik door mijn stage bevestigd gekregen dat ik later werkzaam wil zijn in het ziekenhuis. 3. Evaluatie relatie theorie-praktijk: - Vind je dat de praktijk voldoende aansluit bij de kennis en vaardigheden die je binnen de opleiding hebt opgedaan?Naar mijn mening sluit de praktijk niet helemaal aan op de opgedane kennis tijdens de opleiding. Dit komt omdat je tijdens de opleiding opgeleid wordt tot diëtist/ voedingskundige. Tijdens mijn stage ben ik werkzaam geweest als diëtist in een topklinisch ziekenhuis, waarbij ik naar mening veel meer heb geleerd over het werken in dit werkveld dan tijdens mijn opleiding. Dit komt voornamelijk doordat de complexiteit van casussen veel groter is binnen het ziekenhuis dan gedurende colleges behandeld wordt. Naar mijn mening zijn er twee punten die hier voornamelijk aan bijdragen, namelijk:

- De opleiding leid je op tot zowel voedingskundige als diëtist, waardoor je je niet specialiseert. - Binnen de opleiding doe je niet in een eerdere fase praktijkervaring op.

Samengevat: de opleiding vormt een goede basis, maar door praktijkervaring wordt je een diëtist.

4. Evaluatie begeleiding - Wat waren je verwachtingen t.a.v. de praktijk- en docentbegeleiding en is een en ander

volgens verwachting verlopen?

Voorafgaand aan mijn stage had ik de volgende verwachting: De praktijkbegeleider(s) begeleide de stagiair binnen het werkveld als diëtist in het ziekenhuis en leren haar de fijne kneepjes van het vak.

De praktijkbegeleiding is naar verwachting verlopen. Door mijn praktijkbegeleiders heb ik uiteindelijk kunnen functioneren als beginnend diëtist in het ziekenhuis.

Voorafgaand aan mijn stage had ik niet echt een verwachting m.b.t tot de docentbegeleiding. De docentbegeleiding vanuit de Haagse Hogeschool heb ik als prettig ervaren, waarbij tevens de communicatie tussen mij, mijn praktijkbegeleider en docentbegeleider soepel verliep. Tevens vond ik de docentbegeleider nauw betrokken bij de stagiair.

- Wat hebben de terugkomdagen je geboden?

Tijdens de terugkomdagen vond ik voornamelijk de uitwisseling van ervaringen en de intervisies erg waardevol. Niet alleen kon je hierdoor het verschil in werkzaamheden goed zien, maar leerde je ook

6

veel van hoe andere bepaalde situaties aanpakken. Tijdens de colleges gegeven op de terugkomdagen heb ik het college van Nutricia al zeer interessant ervaren, waarbij recente kennis werd opgefrist, die je weer kon gebruiken tijdens mijn stage. Het enige verbeterpuntje zou zijn om dit college tijdens de eerste terugkomdag te geven, zodat je deze kennis veel eerder in de stage kan toepassen. Het college over LinkedIn en netwerken, was voor mij persoonlijk minder interessant. Mijn voorkeur lag bij een college over het kwaliteitsregister NVD.

5. Conclusie: - Wat is je oordeel over je kunnen functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar?

Zoals ik al eerder aan heb gegeven in het stageverslag, heb ik erg veel geleerd tijdens mijn stage. In de laatste tien weken van de stage heb ik dan ook geheel zelfstandig kunnen functioneren als diëtist binnen de afdelingen behorend bij de specialismes nefrologie en voedingsteam. Naar mijn mening heeft mijn stage mij goed voorbereid op de praktijk en kan ik na deze stage functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.

7