Inhoudsopgave

Bladzijde

1. Inhoudsopgave2. Inleiding P-taak

3. Voorblad identiteit4. SLB-opdracht 1 Nulmeting5. SLB-Opdracht 2 Drie fasen in je leven6. SLB opdracht 3 Vragen aan vrienden!7. SLB opdracht 4.Kernkwaliteiten. 8. SLB opdracht 4. Kernkwaliteiten. (vervolg)9. Leerautobiografie10. Leerstijl Test Kolb (de uitslag)11. Uitslag zelf test naar aanleiding van de “grote acht”.12. Uitslag zelf test naar aanleiding van de “grote acht”. (vervolg)

13. Voorblad Onderwijs14. Verslag school bezoek.15. Historische achtergrond structuurschema16. Structuurschema van het onderwijs in Nederland17. Structuurschema van het onderwijs in Nederland (vervolg)18. Verslagen lezingen 1,219. Lezing 320. Antwoorden coachen op contact21. Antwoorden coachen op contact (vervolg)22. Antwoorden coachen op contact (vervolg 1)23. Interview aan de docent. (verslag)

24. Interview aan de docent

25. Voorblad leraarschap26. Interview aan de leerling. (verslag )27. Passend onderwijs gaat over leraar, niet leerling' krantenknipsel 28. De 10 tips voor een perfecte leraar:29. De 10 tips voor een perfecte leraar: (vervolg)30. De toekomst van het onderwijs: terug naar het verleden?31. Leraarschap wordt weer populair32. Drie voordelen van het leraarschap33. Nawoord

1

Inleiding P-Taak

Dit verslag moet ik maken voor het behalen van mijn propedeuse. Ik hoop dat ik aan het einde van dit verslag meer over mijzelf te weten ben gekomen. En ook wat voor beeld ik van deze opleiding ga hebben. Dit verslag is op gedeeld in drie delen.

Identiteit: wie ben ik eigenlijk? Wat kan ik goed en waar moet ik aan werken? Onderwijs: wat weet ik van het onderwijs? Wat voor soorten onderwijs zijn er? Leraarschap: wat maakt een goede leraar? Hoe ziet de toekomst er uit?

Hierboven staan een aantal punten die u tijdens het lezen kan verwachten. In het eerste gedeelte identiteit zitten een aantal testen met als onderwerp wie ben ik eigenlijk? Dat heb ik mede gedaan door de leerstijltest van Kolb.

Ook ben ik voor het onderdeel onderwijs naar een MBO school geweest om te kijken op welke manier daar les gegeven word! Daar heb ik een interview over gemaakt.

Bij het laatste hoofdstuk heb ik vooral veel krantenknipsels en artikelen verwerkt. Vooral over het onderwerp de ideale leraar.

2

Identiteit

3

SLB-opdracht 1

A. Noem je sterke punten en je minder sterke punten. Geef toelichting en voorbeelden doe dit als volgt:

Beschrijf 4 situaties waarin je een goede prestatie hebt geleverd.

1. Toen ik de 11 stedentocht heb afgerond met de autoped dat was voor mij een hele prestatie want, de tocht is ongeveer 230 kilometer lang en die heb ik afgelegd in ongeveer 17 uren. Ik merkte dat wanneer ik echt iets wil het mij ook lukt

2. Als ik van het voetbalveld afloop en we hebben gewonnen, dat voelt voor mij als een goede prestatie, ook geeft dat voldoening. Als we verliezen kan ik soms wel eens wat kort af reageren.

3. Toen mijn afdelingschef bij de Jumbo een hartaanval kreeg ik samen met een collega ineens de hele afdeling moesten runnen. Dat hield dus ook in dat ik rooster moest maken, bestellen, vervanging regelen bij ziekte enz. daar heb ik toen veel van geleerd en ik vind dat het een goede prestatie was.

4. toen ik mijn zwemdiploma haalde vond ik dat een grote prestatie. Want, ik heb een gruwelijke hekel aan water als ik niet bij de bodem kan. Dat is niets voor mij.

B. waarom heb je gekozen voor deze opleiding?

Omdat ik iets voor mensen wil gaan betekenen. Dat is in dit geval dus leerlingen iets bijbrengen. Ook lijkt mij de afwisseling in het vak mooi. Je hebt niet de hele dag de zelfde mensen in de klas. En dan word het ook niet zo eentonig. Ook is het fysiek net een heel zwaar beroep.

C. Geef kort aan wat je van deze school verwacht.

Ik verwacht dat deze school mij zal helpen bij het halen van mijn HBO. En dat ik aan het einde van de opleiding aan de slag kan op een school.

D. Noem minimaal twee vakken die je goed liggen en twee die minder goed liggen.

Ik vind inleiding in de recht wel een leuk vak net zoals communicatie theorie, ik denk dat ik nog meer moet gaan werken aan technisch rekenen en inleiding in de economie. Die laatste heeft meer te maken met het dikke boek.

E. Noem je voornaamste leerdoelen.

Mijn voornaamste leerdoel is tijdig mijn werk afhebben. Ik denk dat ik hier ook nog wel aan moet werken omdat ik al een jaar aan het werk ben geweest en dat is nu weer even wennen.

4

SLB-Opdracht 2

A

Fase Belangrijke gebeurtenissen

Belangrijke gebeurtenissen welke positieve invloed hebben gehad

Welk negatieve gebeurtenis invloed heeft gehad

0-7 Ik kreeg mijn eerste tanden

Vrienden maken De eerste wespensteek sindsdien heb ik het niet zo op wespen

7-12 Muziek maken samenspel Overlijden dierbaren

12-heden Mijn eerste baan Leiding geven op het werk. Flexibel zijn op het werk.

Overlijden beste vriendin! Afira

B

Waarom is deze gebeurtenis belangrijk voor jou? ik heb gekozen voor muziek maken! Omdat ik dat graag doe! Het zorgt ervoor dat ik de drukte vergeet. Ook muziek luisteren en naar concerten gaan vind ik hartstikke leuk. Mijn I-pod is dan ook een afgod!

Welke invloed heeft dit op je verdere leven gehad? De invloed is dat ik al twee keer op pinkpop ben geweest en bij ontelbare concerten ben geweest!

Wat heb je geleerd van deze gebeurtenissen? Ik heb geleerd dat de meeste gebeurtenissen positieve invloed hebben gehad. Zelfs de negatieve dingen zou als het overlijden van dierbaren. Want dat heeft mij geleerd van kleine momenten te genieten.

Wat zeggen deze gebeurtenissen over jouw karakter, dus over jou persoonskenmerken? Het zegt dat ik graag met mensen om ga waar ik mij prettig bij voel. Vooral mijn eerste baan heeft grote invloed gehad op wie ik nu ben. Maar ook de muziek die ik luister! Dat zegt ook veel over wat voor persoon ik ben! Ik ben een liefhebber van bands als Red hot chilli peppers, Foo Fighters, maar ook the Doors!

Wat ga je met deze inzichten doen? De meeste dingen die ik nu in zie zeggen genoeg over wat voor persoon ik ben!

SLB opdracht 3

5

A

Waar moet ik mee doorgaan?

Waar moet ik onmiddellijk mee stoppen?

Wat moet ik direct veranderen

Vader: muziek maken Ruzie maken met broer of zus

Geen Krachttermen gebruiken tijdens het gamen

Moeder: studie/ muziek/sporten

Te veel drinken en streken uithalen

Op tijd de bus halen

Zusje: studeren Vloeken Gedrag tijdens gamen

B

welke opvallende zaken worden er genoemd? Het schijnt dat ik thuis nog wel eens een krachtterm laat vallen.

Had je deze antwoorden verwacht? Ja eigenlijk herken ik deze bovengenoemde dingen wel.

Wist jij dat ze de kwaliteiten in jou zouden waarderen? Ja want, het zijn allemaal familie leden.

Wist jij dat ze zich ergeren aan bepaalde zaken? Ben je van plan deze te veranderen?Ik was er van op de hoogte dat ik soms wel eens wat emotioneel word als ik aan het gamen ben! Vooral als het niet zo goed gaat! Ik wil dat best veranderen en dat probeer ik dan ook.

Ga je iets doen met deze adviezen? Waarom wel/niet? Natuurlijk ga ik hier iets aan doen vooral de negatieve dingen. Omdat negatieve dingen nooit leuk kunnen zijn of zelfs storend voor andere mensen.

Slb opdracht 4.

6

Kernkwaliteiten.

Voorbeelden van kernkwaliteiten

Kwaliteit Valkuil Uitdaging Allergie

Behulpzaamheid

Bemoeizucht Zelfstandigheid Afstandelijkheid

Spontaniteit Wispelturigheid Consequent zijn Rechtlijnigheid

Flexibiliteit Met alle winden

meewaaien

Standvastigheid Starheid

Bron: www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/persoonlijkheidsmodellen/kernkwaliteiten

B. Beschrijf drie concrete praktijkervaringen bij de bovenstaande kernkwaliteiten.

Behulpzaamheid; ik vind behulpzaamheid goed bij mij passen, omdat ik graag mensen help. Met als voorbeeld mijn baantje bij Jumbo supermarkten. In een supermarkt is de klant koning. Als een klant het product niet kon vinden dan liep ik altijd mee om het goede product mee te geven. Ik merkte aan mensen dat ze dit vaak op prijs stelden. In dit voorbeeld komt de valkuil ook goed naar voren omdat het helpen bij sommige klanten als bemoeizuchtig werd ervaren.

Spontaniteit; dit kan je ook opvatten als impulsief. Ik ben iemand die graag de dingen iets anders doet dan de meeste mensen. Daarom is mijn allergie misschien wel mensen die moeilijk los kunnen komen, of niet mee kunnen/willen gaan in de sfeer. Als ik spontaan iets bedenk dan wil ik dit vaak ook uitvoeren. Dit heeft dus een te maken met consequent zijn. Over wispelturigheid kan ik niet goed een voorbeeld bedenken.

Flexibiliteit; als ik denk aan flexibiliteit dan moet ik gelijk weer denken aan de Jumbo. Want, als iemand ziek was of niet kon werken dan was ik vaak van de partij. Ik wilde in die tijd graag helpen om het bedrijf ook draaiende te houden. Een uitdaging was dan ook voor mij om ook eens NEE te zeggen en aan mijn eigen te denken. Die valkuil met alle winden meewaaien daar kan ik mijzelf heel goed in vinden. Alleen vindt ik dit niet alleen een valkuil maar ook iets positiefs. Want, zo kan ik mij snel aanpassen in een situatie.

Op de volgende bladzijde staat een voorbeeld hoe je dit in een schema zou kunnen zetten.

7

Slb opdracht 4.

Kernkwaliteiten. (vervolg)

Van kernkwaliteit naar kernkwadrant

Zo kun je je eigen kernkwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen opstellen. Dat wordt meestal weergegeven in een figuur. Dit figuur noemen we een kernkwadrant. Dit is het kernkwadrant van de kwaliteit 'daadkracht' van Lisa. Zij wordt vaak geprezen omdat ze 'dingen voor elkaar krijgt'. Maar ze krijgt ook wel eens van haar baas te horen dat ze wel eens wat geduldiger mag zijn. "Je collega komt heus wel met een voorstel, als jij haar niet steeds vóór bent!"

____________________

1 Kernkwaliteit

Daadkrachtigheid

_____________________

teveel van het goede -> _____________________

2 Valkuil

Drammerigheid

______________________

Het negatief tegenovergestelde

daarvan is:

het positief tegenovergestelde

daarvan is:

__________________

4 Allergie

Passiviteit

_________________

<- teveel van het goede ____________________

3 Uitdaging

Geduld

____________________

Bron: http://www.carrieretijger.nl/functioneren/ontwikkelen/persoonlijkheidsmodellen/kernkwaliteiten

C. Besluit of jij iets wilt veranderen in je gedrag naar aanleiding van de opdracht op de vorige bladzijde.

Ik vind het lastig om iets te kunnen bedenken wat ik graag zou veranderen. Ik denk dan ook dat ik op de vorige bladzijde alles duidelijk genoeg heb uitgelegd. Wat ik wel zou willen veranderen is; plannen. Want, zo zou ik minder snel in tijdnood komen en meer tijd over heb voor andere bezigheden. Ik zou dit kunnen veranderen door een schema te maken en mij daar aan te houden. Ik hoop dat ik hiermee deze opdracht voldoende uit gelegd heb.

8

9

Leerstijl Test Kolb (de uitslag)

Mijn uitslag op de leerstijltest

Je hebt een oplossingsgerichte leerstijl.

Dat wil zeggen dat je het liefst leert door de theorie in de praktijk te brengen. Met abstracte of theoretische leerstof heb je dan ook geen enkel probleem, zolang je er maar iets praktisch mee kunt doen. Je kunt er een probleem mee oplossen of mensen helpen. Zie je van leerstof het nut niet in, dan vind je deze snel saai of onbelangrijk. Wat moet je immers met boeken als je er verder niks mee kunt? Kortom, je bent een doener én een denker. Je leerstijl heeft grote voordelen. Je blijft niet hangen in theorieën en gedachtespinsels maar doet iets met de kennis die je opdoet. Daardoor benut jij de leerstof en je opleiding optimaal.

Jouw motto is:

Denken én doen!

Beroep of studie: Bij deze leerstijl past elke studie en/of beroep waarin je op een praktisch manier bezig bent met je kennis. Denk bijvoorbeeld aan beroepen in het onderwijs of de gezondheidszorg. Studies of beroepen waar je met je neus alleen maar in de boeken zit maken jou doodongelukkig.

Tip: Vertrouw je in álle situaties op de oplossingsgerichte leerstijl dan kun je tegen jezelf aanlopen. Bijvoorbeeld in situaties waarin je niet een theorie moet uitvoeren, maar zelf moet bedenken. In dat geval moet je een probleem eerst goed uitpluizen en niet te snel tot actie overgaan. Hoe zit het probleem in elkaar? Wat zijn mogelijke verklaringen voor het probleem?

En verder: Dat je een oplossingsgerichte leerstijl hebt, wil niet zeggen dat je niet op een andere manier kúnt leren of geen andere studies of beroepen kunt doen. Zoals gezegd, beschikken mensen over meerdere leerstijlen. Uit de test kwam dat je minst favoriete stijl de creatieve leerstijl is.

Mensen met een creatieve leerstijl leren het liefst door te observeren en hun fantasie te gebruiken. Door goed naar de leerstof, andere mensen, of een probleem te kijken, komen ze erachter hoe iets in elkaar steekt en in zijn werk gaat.

De test die je zojuist hebt gemaakt is gebaseerd op de theorie van David Kolb.

Bron : http://www.123test.nl/leerstijl/

10

Uitslag zelf test naar aanleiding van de “grote acht”.

Competentie

U hebt typische leiderschapskwaliteiten; u weet hoe u zaken moet aanpakken, hebt overzicht, en u weet anderen tot betere prestaties te brengen. In gezelschap bent u meestal degene die het voortouw neemt, maar ook anderen helpt bij het ontdekken van hun eigen talenten.

Neurotici me

U bent zeer stressbestendig, en u laat zich niet snel van de wijs brengen door onverwachte gebeurtenissen. U houdt het hoofd koel wanneer dat nodig is en beschikt over zelfvertrouwen. Ook kunt u snel beslissen.

Mildheid

U hebt interesse in mensen en laat anderen in hun waarde. Maar u zorgt er wel voor dat anderen niet over u heenlopen. In de omgang met anderen bent u iemand die luistert en anderen de ruimte geeft. U weet echter ook uw grenzen aan te geven.

Ordelijkheid

U stelt liever dingen uit dan er meteen werk van te maken. Waarom zou je je druk maken, morgen is er ook een dag. U houdt niet van veel structuur in uw leven; u leeft liever wat losser. Het gaat u niet uitsluitend om prestaties in het leven, je moet dingen ook kunnen laten gaan.

11

Uitslag zelftest naar aanleiding van de “grote acht” (vervolg)

Hedonisme

U houdt van de goede dingen van het leven, zoals lekker eten en drinken, en u laat geen kans voorbijgaan om het uzelf aangenaam te maken. U zoekt de kick, houdt van plezier maken, en zoekt niet alleen het genot maar ook het geluk. U bent iemand die zoveel mogelijk van het leven wilt genieten, en gaat daarbij het experiment niet uit de weg.

Extraversie

U voelt zich prettig te midden van mensen en houdt ervan in het middelpunt van de belangstelling te staan. U legt gemakkelijk contact met anderen. U houdt van het voeren van gesprekken en hierbij kost het u geen moeite uw ziel en zaligheid bloot te leggen. U bent een echt gezelligheidsdier.

Volgzaamheid

U vindt creativiteit belangrijk, maar het moet binnen de perken blijven. Kunstuitingen zijn goed, maar ze moeten niet kwetsend voor anderen zijn. Er valt best wat te verbeteren aan de maatschappij, maar veranderingen moeten niet tot verstoringen leiden.

Deugdzaamheid

Opzettelijk iemand benadelen, zit niet in u, maar soms is een leugentje om bestwil nodig. Goede zedelijke beginselen zijn belangrijk, maar voor een rechtvaardig en fatsoenlijk leven moet je zulke beginselen af en toe ter discussie durven te stellen. Soms is het nodig anderen een beetje voor de gek te houden, u heeft immers het beste met ze voor.

Bron: http://www.hartenziel.nl/artikel/De__grote_acht__persoonlijkheidstest

12

Onderwijs

Verslag school bezoek.

Op een vrijdag ochtend had ik een afspraak op mijn vorige school. waar ik de opleiding gevold heb tot detaillist. Daar heb ik ook mijn MBO niveau 4 gehaald. Ik heb daar onder andere een aantal gesprekken gevoerd met oud leraren, maar ook met de leerlingen. Tevens heb ik ook een interview afgenomen waarbij ik wilde weten wat de leerling vond van de opleiding en hoe ze over de leraren dachten. Aan de leraar heb ik gevraagd over de toekomst van het onderwijs en hoe het vroeger allemaal ging. Het interview van de

13

leraar stop ik het hoofdstuk leraarschap. Hier ben ik wel wijzer van geworden. Ik heb ook 1 les bijgewoond.

Het viel mij op tijdens de les dat het soms wat rumoerig was. Ik vroeg mij toen ook af of ik zelf ook zo was. Al snel kwam ik tot een antwoord op deze vraag en dat was ja. In tegenstelling tot de leerlingen op het HBO zijn de leerlingen hier veel meer afhankelijk van de docent. Daarmee bedoel ik te zeggen dat zij veel meer aandacht vragen. Wat mij ook opviel is dat wanneer zij dit niet kregen. Dat ze dan snel afgeleid waren en zich druk maakten met zaken zoals mobiele telefoons.

Na de les heb ik nog een kort gesprekje gehad met de docent.

HISTORISCHE ACHTERGROND STRUCTUURSCHEMA

De onderwijsstructuur in haar huidige vorm vindt haar oorsprong in sterk verzuilde tradities: de confessionele zuil (katholieke en protestantse onderwijs) en het staatsonderwijs.

14

Vóór de twaalfde eeuw speelde het intellectuele leven zich af in kloosters, waar vooral liturgie en gebed werd bestudeerd. In de twaalfde en dertiende eeuw was er voldoende welvaart om een professionele clerus te betalen, en bisschoppen richtten kathedraalscholen op om de clerus het canonieke recht te onderwijzen, alsook kerkelijke administratie, boekhouden, logica en retoriek (voor theologische discussies en preken). Kathedraalscholen hadden meestal slechts één leraar.

REFORMATIE

In de 16e eeuw revolteerden Luther en de humanisten tegen de scholastische methode. Het kerkelijke instituut werd bezien als een onnodige schakel tussen de mens en God, en het daaraan verbonden onderwijs werd door de humanisten afgewezen. Academische individualiteit, gebonden aan een sterke moraliteit, vormden de kern van het protestantse betoog.

Mensen werkzaam in de onderwijssector in Nederland

Structuurschema van het onderwijs in Nederland

15

Schematisch overzicht van het onderwijssysteem in Nederland met de verschillende doorstroommogelijkheden.

Algemeen in Nederland geldt:

Het onderwijs valt onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In Nederland geldt volledige leerplicht voor iedereen van 5 (start op de eerste

dag van de maand na de vijfde verjaardag, maar de meeste kinderen gaan vanaf hun 4e jaar al naar school) tot en met 16 jaar. Hierna is een leerling tot en met 18 jaar gedeeltelijk leerplichtig. Dit houdt in dat de leerling een startkwalificatie (mbo niveau2 diploma of hoger) moet hebben om niet meer leerplichtig te zijn.

Leerlingen van 19 tot 23 jaar zijn kwalificatieplichtig. Dit houdt in dat de onderwijsinstelling waaraan de leerling studeert verplicht zijn om hun uiterste best te doen om deze leerlingen op tenminste mbo niveau 2 te laten diplomeren.

Scholen zijn in Nederland ofwel openbaar, ofwel bijzonder, vanuit levensbeschouwelijke, godsdienstige of onderwijskundige achtergrond.

Structuurschema van het onderwijs in Nederland

Basisonderwijs

16

In Nederland volgden in 2000 ongeveer 1,5 miljoen kinderen basisonderwijs op circa 7000 scholen. Het basisonderwijs wordt ook vaak primair onderwijs (PO) genoemd.

Voortgezet onderwijs

In Nederland zijn er verschillende schooltypes voor het voortgezet onderwijs:

Praktijkonderwijs vmbo , tevens leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) havo vwo (atheneum, gymnasium).

Middelbaar

Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)

Hoger onderwijs

Hoger beroepsonderwijs (hbo) Universiteit (wo)

Speciaal onderwijsVormen van speciaal onderwijs in Nederland zijn:

Cluster 1 : visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap

Cluster 2 : dove of slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden of meervoudig gehandicapte kinderen die één van deze handicaps hebben

Cluster 3 : lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen die één van deze handicaps hebben

Cluster 4 : zeer moeilijk opvoedbare kinderen (Z.M.O.K), langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten

Volwassenenonderwijs

Volwasseneneducatie Moedermavo

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Onderwijs

Verslagen lezingen

Lezing 1.

17

De eerste lezing die ik bijgewoond heb was in een kerk. Dit was de eerste kennismaking met de lessen na het introductie kamp op het Ameland. De meneer waarvan ik de naam vergeten ben had ook een functie binnen de NHL. Zelf was hij jarenlang op verschillende niveaus leraar geweest. Hij vertelde ons meer over het vak les geven en waarom hij daarvoor gekozen had. Hij probeerde door middel van het tonen van filmpjes vraagstukken te krijgen bij de leerlingen. Bijvoorbeeld wat deed deze persoon goed bij het leren en wat had hij anders moeten doen. Ook vertelde hij dat de leraar best druk kan zijn. Na de lezing was het tijd voor een kopje koffie. We kregen de roosters uit gedeeld en gingen voor verdere kennismaking met de economie klas naar een lokaal.

Lezing 2.

De tweede lezing werd gegeven in het auditorium op school. deze werd gehouden door Sanne Dooper en Magriet v/d Werf. Zij zijn twee docenten op het Friesland college. Ze begonnen met een uitleg over het MBO wat het precies inhield, daarbij vroegen zij aan de leerlingen in de zaal wat het MBO inhield! Dit leidde tot een rumoerige zaal vond ik. Toen stelden ze de vraag anders en moesten de voormalig MBO-ers aan de HBO-ers uitleggen wat dat precies inhield. Ik merkte dat ook nu nog veel geouwehoerd werd.

Ze zeiden dat er interactief gewerkt word op het MBO. Dat doen ze door in kleine groepen les te geven aldus de twee. Op het MBO word veel meer de nadruk gelegd op competentie gestuurd onderwijs. Dat betekend dat voor je afstudeert ook echt iets moet kunnen. Het betekent dus eigenlijk dat je opgeleid word voor een beroep.

Ze proberen door stages en dergelijke een rijke leeromgeving te creëren voor de leerlingen.

Ook de toetsing gaat anders dan bijvoorbeeld het HBO. Dit kan veel meer door panelgesprekken, schriftelijke toetsing maar ook door het in de praktijk uit te voeren.

Aan het einde van de lezing waren we iets wijzer over het MBO.

Lezing 3

18

Lezing drie werd gehouden door meneer v/d Zee. Deze lezing vond ik de leukste van de drie. Dit had te maken met de leuke aanpak van deze meneer. Deze lezing ging over het beeld van het beroep. Hierbij gaf hij een aantal voorbeelden. Waarop de vraag kwam, zou een leerling voor een docent werken of juist andersom? Hierover waren de meningen in de zaal verdeeld. Zelf denk ik wel dat een leerling moet werken voor een docent omdat het de docent ook voldoening kan geven.

Het belangrijkste is jezelf blijven. Hierbij noemde hij ook nog iets over de 5 rollen van de docent en welke volgens de leerlingen in de zaal het belangrijkste waren. Meneer v/d Zee zei ook dat het investeren in kennismaken met de leerlingen heel belangrijk is voor een goede band. Tot slot liet hij nog een filmpje zien waarin het onderwerp was het beste uit iemand naar boven halen, zoals ik al eerder zei vond ik dit de leukste lezing.

Antwoorden coachen op contact

19

Gastheer

1. Ik zou voor het bord staan zo dat ik de leerlingen goed kan begroeten2. Ik zou willen dat ze met plezier de klas in komen. Dat wil ik laten werken door

zelf ook vrolijk te zijn3. Voor een goede onderlinge band lijkt het mij handig op tot op zekere hoogte naar

dingen te vragen door korte gesprekken4. Door de les of het schooljaar alle regels met de leerlingen door te nemen en zo

ook aan de leerlingen vragen wat zij belangrijk vinden.5. Ik neem aan dat er de “algemene” regels van toepassing zijn. Desnoods vraag ik

een docent.6. Door een geintje te maken of een verhaaltje te vertellen.

Presentator7. Ik ga ze waarschuwen en er op attenderen dat ik graag beginnen wil.8. Dat hangt van het onderwerp af9. Door te gaan staan voor de klas.10. Door ze te gaan boeien door middel van interessante verhalen of hedendaagse

onderwerpen aan te halen.11. Een eerste en laatste waarschuwing geven en ze daarna uit de les verwijderen.12. Vragen of de leerling het wil doen zo niet dan volgen er straffen.13. Ze vertellen dat ze elkaar uit moeten laten spreken14. Ze vertellen dat ze elkaar uit moeten laten spreken

Dicacticus

15. Ik zou er voor kiezen dat leerlingen zoveel mogelijk leren. In welke vorm dan ook16. Ik zou de inhoud van de les op papier zetten en daarbij steekwoorden of belangrijke

begrippen daar bij zetten17. Ja, natuurlijk moeten je opdrachten daarbij passen want zo gaan de leerlingen veel

sneller leren.18. Door kort een verhaaltje te vertellen en daarna het huiswerk op te geven waarmee ze

kunnen beginnen in de les19. Door te kijken naar de resultaten,20. Dan kijk je naar hoe zij de opdracht uitvoeren.21. Ik zou ze het werk wat zij gemaakt hebben laten presenteren voor de klas zo dat je ze

eigenlijk een klein beetje dwingt op kwaliteit af te leveren.

Pedagoog22. Aanspreken op zijn gedrag zeggen dat je het er niet mee eens bent.23. Door door te vragen aan de leerlingen en door stellingen te gebruiken.24. Als ik echt boos word dan verhef ik mijn stem en sla ik op tafel om zo aan te tonen dat ik

het er niet mee eens ben.25. Dat er wederzijds begrip voor elkaar is.26. Nee dat hangt af van het type leerling en wat voor band je met deze leerling hebt.

Antwoorden coachen op contact vervolg

20

Afsluiter27. Door te gaan staan en het huiswerk op te geven.28. Huiswerk op geven, het onderwerp van de volgende les vertellen, bedanken.29. Het is belangrijk de les op een leuke manier af te sluiten zo dat je de volgende

keer weer leuk kunt beginnen.30. Als ik de les afgesloten heb dan wil ik dat het lokaal netjes en leeg is.

Bron: http://www.google.nl/imgres?q=docent&um=1&hl=nl&sa=N&biw=1152&bih=682&tbm=isch&tbnid=b2OypK1mbHgd2M:&imgrefurl=http://www.prinsentuincollege.nl/actueel/actuele-studenteninfo-breda/overzicht-bpv-docenten.aspx&docid=lkefOpP1D8mUQM&imgurl=http://www.prinsentuincollege.nl/media/23123/docent_200x217.jpg&w=200&h=217&ei=n22xTtPtBoqXOsnSoYgC&zoom=1&iact=hc&vpx=125&vpy=388&dur=591&hovh=173&hovw=160&tx=123&ty=78&sig=109627480108505163054&page=2&tbnh=143&tbnw=156&start=17&ndsp=15&ved=1t:429,r:0,s:17

Interview aan de docent. (verslag)

21

Hieronder een korte inleiding met betrekking tot het interview aan meneer Hansma. Deze docent heeft mij op het MBO ook les gegeven. En aangezien hij ook afdelingshoofd is leek het mij een goede zaak om deze meneer te interviewen over het onderwijs. En de toekomst van het onderwijs. Op de volgende pagina staat het interview aan de docent.

22

23

Leraarschap

Interview aan de leerling. (verslag)

24

Voor het interview aan de leerling ben ik naar het ROC Friese Poort te Sneek afgereisd. Daar heb ik twee interviews afgenomen, één aan een jongen de ander aan een meisje. Hierbij kreeg ik verschillende antwoorden op vragen zoals doe jij wel een onaardig tegen een leraar en waarom dan? Het meisje antwoordde dat ze wel eens onaardig werd omdat ze geen aandacht kreeg van de leraar, de jongen daarin tegen kon zich geen moment herinneren. De andere antwoorden op deze vragen kunt u vinden op de volgende pagina’s.

25

'Passend onderwijs gaat over leraar, niet leerling' krantenknipsel

26

Somajeh Ghaeminia −15/07/09, 11:19Met de invoering van passend onderwijs zal een schoolklas er straks heel anders uitzien. De meester of juf zal ook leerlingen met flinke gedragsproblemen les moeten geven. Wat weet een doorsnee- leerkracht over autisme, ADHD of faalangst? En hoe moet hij zich voorbereiden op de steeds complexere groep leerlingen?

Kees van der Wolf, emeritus hoogleraar orthopedagogiek en voormalig lector Gedragsproblemen in de onderwijspraktijk, deed een uitgebreid onderzoek

Leraren richten zich vooral op de omgang met leerlingen, concludeert Van der Wolf. En die relatie kan doorslaggevend zijn. Want ergert de leerkracht zich aan het gedrag van Pietje, dan zal hij hem negatief beoordelen waardoor het kind ook negatief naar zichzelf gaat kijken. Met alle gevolgen van dien.

Leraren moeten weten dat iedere beperking weer een andere benadering nodig heeft. Een open deur, die voor veel leerkrachten toch dicht blijkt te zijn, weet Van der Wolf. “Op de meeste lerarenopleidingen besteden ze pas in het laatste jaar aandacht aan gedragsproblematiek, dat zou juist vanaf het begin al moeten. Met drie of vier kinderen per klas is immers iets aan de hand.”

Maar dat betekent niet dat meester of juf er alleen voor staat, benadrukt Van der Wolf. “Hét probleem van de leerkracht is: hoe ga je om met zoveel verschillen in een klas? Daar moet de scholing en bijscholing van leraren op worden ingesteld. Maar een leraar hoeft geen psychiater te worden. Hij moet ondersteund worden door deskundigen in en rond de school. Daar zijn allerlei manieren voor. Hij hoeft niet de hele dag met die ene autist apart te zitten.”

Die deskundigheid, van een remedial teacher bijvoorbeeld, wordt nu al vaak op reguliere scholen ingezet. De leerling wordt dan even uit de klas gehaald voor een aangepaste oefening. Daar schuilt een gevaar in, waarschuwt Van der Wolf. “Je ziet vaak dat de leerkracht te weinig feedback krijgt. Die denkt: daar ga ik niet meer over. De verwachtingen worden verlaagd. Het kind mist de aansluiting met de klas en kan het niveau niet meer bijbenen.”

Niet te veel uit de klas halen is het advies, maar hoe kan je dan individueel begeleiden? “Slimmer organiseren, veel samenwerken met orthopedagogen, psychologen etcetera. Laat die deskundigen met een groepje in de klas werken. Zo kunnen de probleemleerlingen zich blijven optrekken aan de leerlingen die goed functioneren. Maar de leerkracht blijft eindverantwoordelijk. Die blijft de regisseur.’

Passend onderwijs vereist een omslag in het denken, aldus Van der Wolf, die eveneens lid is van de evaluatie- en adviescommissie Passend onderwijs. “Passend onderwijs moet gaan over het handelen van de leerkracht, niet over de problemen van de leerlingen. De enige manier waarop die problemen nu vaak worden besproken is door in de pauze stoom af te blazen bij een collega. Beter zou zijn om niet alleen je hart te luchten, maar om met die collega ook te zoeken naar een oplossing.”

Bron: Trouw.nl ingekort door Roelof Reitsma

27

De 10 tips voor een perfecte leraar:

Die leraren van tegenwoordig! Dat kan echt niet! Ze schreeuwen, ze zeuren en ze delen strafwerk uit alsof het snoep is. Om het leven van de leerlingen te verbeteren heb ik 10 tips opgesteld waarvan ik vind dat elke leraar zich eraan moet houden.

1. Betere kleding.

Die kleding van de meeste leraren kan echt niet meer! hopeloos ouderwets. En wij moeten er dan ook nog tegenaan kijken. Het is een echte kwelling. Er zijn gelukkig leraren die dit door hebben en proberen iets aan zichzelf te doen zoals mevrouw Picek en mevrouw Westerman. Er zijn echter helaas ook leraren die zich absoluut niet kunnen kleden, neem mevrouw Maatjes, die is veel te dik voor strakke T-shirts. Ik stel voor dat leraren en leraressen voortaan wat beter op hun kleding gaan letten.

2. Minder strafwerk.

We hebben echt wel wat beters te doen in onze vrije tijd. Bijvoorbeeld: sporten, werken of tv kijken en sommigen maken dan zelfs huiswerk. Strafwerk beknelt dan ons strakke tijdschema. Verder zouden leraren waarschijnlijk veel minder strafwerk uit hoeven te delen als ze zelf wat aardiger zouden zijn. Want bij aardige leraren letten de meeste leerlingen vanzelf beter op. Mijn voorstel is dus: minder strafwerk en aardigere leraren.

3. Niet zoveel gezeur.

Zeg nou zelf, als een leerling de hele tijd tegen u zou zeuren, zou u toch ook veel minder zin krijgen om voor diegene iets te doen. Omgekeerd werkt het dus ook zo. Als een leraar begint te zeuren zien veel leerlingen dat als een teken van zwakte. En dus zal niemand dan nog iets doen en wordt het leven van die leraar een ware hel. Dus: vooral niet zeuren.

4. Niet schreeuwen.

Al dat schreeuwen is nergens goed voor. De leraar krijgt een zere keel en wij krijgen last van onze oren. Verder zal de leraar niet erg beheerst overkomen. Terwijl dat toch de sleutel tot succes is. En als een leraar begint te schreeuwen lacht iedereen hem of haar achter zijn of haar rug uit. Het is namelijk erg grappig om die leraar na te doen. En de leerling zal niet bepaald geneigd zijn om iets te doen. Mijn voorstel is:(u voelde het al aankomen) niet schreeuwen.

5. Niet zo veel huiswerk opgeven.

Als elke leraar maar veel huiswerk gaat opgeven wordt de helft niet gedaan. Dan heb je namelijk veel te veel huiswerk en heb je er gewoon geen tijd voor. Leerlingen hebben (meestal) nog een sociaal leven. Wat voor leraren moeilijk te begrijpen is, aangezien ze het zelf niet hebben. En omdat ze geen sociaal leven hebben, hebben ze tijd over die ze willen vullen. En dan gaan ze maar SO's en Repetities opgeven zodat ze iets te doen hebben. Maar voor de leerling is dit niet leuk dus: zorg dat je een sociaal leven krijgt

28

De 10 tips voor een perfecte leraar: (vervolg)

6. Niet te dicht bij leerlingen komen.

Dit is vanwege een dodelijke geur uit de mond, ongewassen kleren of gewoon vieze leraren. Neem meneer van Strien, die heeft z'n kleren minstens een week lang aan, wat voor een smerige geur zorgt. Of meneer Tukker, als je die kleding ziet denk je meteen aan een zwerver, waarbij ik ook weer op punt 1 kom. En meneer Tukker stinkt ook nog uit zijn mond wat je veel te goed kunt ruiken als je iets niet snapt en hij het je uit komt leggen. Dit keer multiple choice: niet te dicht bij leerlingen in de buurt komen of zorgen dat je niet stinkt en punt 1 in acht neemt.

7. Niet zo snel iemand eruit sturen.

Niet alleen kunt u iemand die er nog nooit uit is gestuurd een trauma bezorgen. Wat nog erger is is dat u iemand die er al 2x uit is gestuurd in een lastig parket kan brengen. Maar voor u is het ook onhandig. U moet weer naar meneer Miedema gaan en hem extra werk bezorgen. Nou dat zou ik zelf liever niet doen, dat is alleen weggelegd voor levensmoeie leraren. Om nog even op dat trauma terug te komen. De reputatie van de leerling wordt bezoedeld, hij of zij wordt uit zijn of haar vriendengroep gegooid en het komt waarschijnlijk nooit meer goed. Dus als u dit niet op uw geweten wilt hebbben kunt u maar beter stoppen met leerlingen eruitgooien.

8. Niet te goed nakijken.

Dit werkt alleen in het voordeel van iedereen. Als een leraar te goed nakijkt komen er teveel onvoldoendes. Hierdoor daalt zijn aanzien als goede leraar. En de leerling gaat misschien niet over. Hierdoor zullen zowel leerlingen als leraren u aardiger gaan vinden. Leraren omdat ze gewoon willen slijmen en leerlingen omdat ze trots thuis kunnen komen met hun rapport. U hoeft ook uw lessen niet meer zo goed voor te bereiden. Want de leerlingen krijgen toch wel goede cijfers. Dus: niet te goed nakijken werkt in het voordeel van iedereen.

9. Zorgen dat de boeken lichter worden.

Omdat alle boeken zo zwaar zijn is de tas ook erg zwaar. Het is niet leuk om met zo'n tas constant de trappen af te moeten lopen. Je krijgt er ook nog eens spierpijn van wat zorgt voor een daling van het humeur van de leerling. Dit is ook niet leuk voor de leraar omdat orde houden met een stel chagrijnige leerlingen geen pretje is. Volwassenen roepen ook altijd dat ze het beste met ons voor hebben maar dan moeten ze ons niet de kans op ontwrichte schouders laten lopen. Mijn voorstel: leerlingen gewoon helemaal geen boeken mee laten nemen.

10. Leerlingen gewoon hun gang laten gaan.

De sfeer in de klas zal hierdoor beter worden. Is het voor u ook een ramp om tegen een stelletje kauwende, rokende en kletsende leerlingen aan te kijken? U kunt er vast wel tegen. Als u er eenmaal aan gewend bent vindt u het misschien wel prettig om niet tegen een stel levenloze zombies aan te kijken. Door deze tip zult u ook weer populairder worden. Leerlingen hun gang laten gaan is goed voor iedereen. Bron: http://www.scholieren.com/werkstukken/2390 door anoniem.

29

De toekomst van het onderwijs: terug naar het verleden?

Sinds het verschijnen van het rapport van de commissie Dijsselbloem wordt er veel gediscussieerd over de kwaliteit van het onderwijs. Waarom is er eigenlijk onderwijs? Waarom wordt er zoveel geld en tijd in geïnvesteerd? Duizenden jaren geleden was er geen of nauwelijks formeel onderwijs. Waarom niet? Omdat kinderen in die tijden hun cognitieve en sociale gereedschap eenvoudigweg leerden van het observeren van volwassenen. Zij leerden het functioneren als volwassene van geliefde en vertrouwde personen zoals hun ouders, grootouders en andere mensen van de stam. Daar hadden zij een jaar of twaalf voor nodig.

Interessant is dat dit nog steeds voorkomt. Zoals bij Indianenstammen aan de grens van Suriname en Brazilië. Mijn vrouw en ik hebben de afgelopen jaren met tussenpozen bij deze stam gewoond. Deze Indianen leven van de opbrengst van de jacht en van wat primitieve landbouw. De jongens trekken mee met hun vaders en leren wat mannen moesten kennen en kunnen. De meisjes blijven thuis bij hun moeders en grootmoeders en leren al die vaardigheden die belangrijk zijn voor meisjes. Natuurlijk is dit onvergelijkbaar met de Nederlandse situatie, maar wat ons opviel was dat de kinderen altijd gemotiveerd zijn om te leren: ze vinden het heerlijk om met de volwassenen van de eigen familie bezig te zijn en vaardigheden aan te leren.

Waarom leren wij niet meer op deze natuurlijke wijze? Ons probleem is dat onze maatschappij zo ingewikkeld is geworden dat wij voor alles wat een kind moet leren een aparte organisatie hebben bedacht: de school. We hebben zelfs de kinderjaren moeten verlengen van twaalf tot twintig jaar om genoeg tijd te hebben voor alles wat moet worden aangeleerd. We hebben de gewenste kennis en vaardigheden bijeengebracht in een curriculum en bieden deze aan onze kinderen aan op een moment dat ze deze nog niet nodig hebben. Voor hun eigen bestwil. En wat dat is wordt door anderen bepaald. Dit is het motivatieprobleem in een notendop.

Hoe ziet het onderwijs in de toekomst er dan uit? De maatschappij zal immers nog ingewikkelder worden. De kans is groot dat de technologie een uitkomst gaat brengen. We kunnen de echte wereld nabootsen, net zoals een piloot in een simulator leert vliegen. Dit zou wel eens positieve gevolgen voor de motivatie van leerlingen kunnen hebben: wat je zelf meemaakt, hoef je immers niet met extra inspanning te onthouden. Hopelijk gaan we dus weer terug naar de oude situatie, waarin leerlingen weer relevante kennis en vaardigheden leren.

Wat is uw mening over het onderwijs van de toekomst? Wat moeten kinderen over twintig of vijftig jaar leren? Laat het ons weten!

Bron: http://www.onderwijsvanmorgen.nl/de-toekomst-van-het-onderwijs-terug-naar-het-verleden/

30

Leraarschap wordt weer populair

In het onderwijs zijn nog wel vacatures.

Wel 110 nieuwe studenten hebben zich aangemeld bij de Nijmeegse universitaire lerarenopleiding ILS. Dat is een stijging van ongeveer 20 procent. Opvallend. Want jarenlang was het leraarschap voor studenten niet zo aantrekkelijk. Maar daar is nu blijkbaar verandering ingekomen.

Er zijn verschillende oorzaken voor de populaireit, vertelt ILS-directeur Piet Timmermans. Volgens hem is er dankzij minister Plasterk (Onderwijs, PvdA) meer waardering voor de eerstegraads vakleraar. Niet alleen is het salaris aantrekkelijker geworden, het beeld is ook veranderd. Timmermans vertelt: „Vroeger dacht men: je hebt een beetje verstand van een vak en dan geef je ook nog wat les. Nu weet iedereen: onze studenten hebben een deugdelijk vak geleerd en geven straks ook nog eens goed onderwijs.”

De studie is ook aantrekkelijk vanwege de huidige economische tijd – vandaag werden cijfers bekend over de werkloosheid, die in 2010 waarschijnlijk verdubbelt. De vraag naar docenten blijft wel aanhouden en studenten komen vrijwel allemaal aan een baan. Uit onderzoek blijkt, zo vertelt Timmermans, dat 92 procent van de studenten die zijn afgestudeerd aan de opleiding – over een tijdsbestek van 15 jaar – allemaal nog als docent werken. „En dat ook langdurig zullen blijven doen.”

Maar Timmermans wil niet dat studenten zich alleen maar aanmelden vanwege de baanzekerheid. „We willen mensen hebben hier die het beroepsperspectief centraal hebben staan. Als je alleen hier komt studeren omdat je een baan wilt, dat word je geen goede leraar. Het vak moet in je hart liggen. Het is een mooi, maar ook zwaar beroep met lange dagen.”

Door: Juliette Vasterman | 16 juni 2009 om 14:36

Bron: http://www.nrcnext.nl/geld-en-werk/2009/06/16/leraarschap-wordt-weer-populair/

31

Drie voordelen van het leraarschap

Juni , Jul i , Augustus . Maar niet lang meer , a ls het aan minster Van Bijsterveld l igt . Volgens plannen die vandaag in de Kamer besproken worden, wordt de zomervakantie op middelbare scholen ingekort . De voorgestelde maatregel zou de kwali teit van het onderwijs moeten vergroten. Maar van al leen maar meer werk voor leraren wordt niemand beter .

Het idee van het wetsvoorstel is a ls volgt . De zomervakantie wordt een week verkort en leerl ingen worden daarvoor gecompenseerd met losse vri je dagen in de loop van het schooljaar . Leraren echter, moeten op deze dagen aan de studie of vergaderen. Op deze manier zouden scholen beter in staat z i jn de norm te halen van 1000 uur kwali tatief goed onderwijs per school jaar.

Nobele motieven, uiteraard. Verdeel de lesvri je dagen beter en leraren kri jgen de gelegenheid hun taken beter te volbrengen. Het is a l leen de vraag of het ook daadwerkeli jk zo zal uitpakken. De regel ing komt toch vooral neer op meer uren en dus meer werkdruk voor de leraren. 80 procent van de middelbare scholen lukt het nu ook om de 1000 urennorm te halen en het is de vraag of de overige 20 procent dat met een week minder zomervakantie nu ineens wel haalt .

Overigens verdwijnt met dit wetsvoorstel ook de compensatie voor feestdagen die in het weekend val len. In 'ongunstige' jaren betekent dit dat het aantal vri je dagen met vier vermindert .

Al met a l wordt met dit wetsvoorstel een risico genomen. Vandaag de dag is het leraarschap al niet a l te populair . En ook al werken veel leraren in de vakanties door , het relat ief grote aantal vakantiedagen is toch wel een van de factoren die het onderwijs aantrekkeli jk (en vol te houden) maakt . In een ti jd waarin we te kampen hebben met een groot lerarentekort , is het verkorten van de zomervakantie niet de sl imste taktiek.

Geplaatst door Pauline van Wierst op 26 oktober, 2011 - 19:29

Bron: http://www.dagelijksestandaard.nl/2011/10/drie-voordelen-van-het-leraarschap

32

NawoordNa het maken van dit verslag ben wijzer geworden over mezelf geworden. In het begin vond ik dit verslag maar een beetje onzin. Daar ben ik nu op terug gekomen. De kennis over wie ik ben vond ik erg leuk, het grote nadeel is toch dat er erg veel werk en tijd in zat!

33

Beeld van het beroep

Door: Roelof ReitmsaStudentnummer: 256447

Coachgroep: 12Naam SLB-er: Mevr. v/d Velde

34