TVVL MAGAZINE mei 2013

Post on 07-Mar-2016

219 views 0 download

description

TVVL MAGAZINE mei 2013

Transcript of TVVL MAGAZINE mei 2013

Mei 2013 | Jaargang 42 | Nr 5

Betonkernactivering

Geothermische warmtepompen

Prestatiesimulatie

Thema:

Geotabs... Bright Future Ahaed

JAA

RGA

NG

42 N

R. 5 T

VV

L MA

GA

ZINE M

EI 2013

Geloof ons.Het origineel is beter!

Daikin maakt het u steeds comfortabeler.

nu nóg

Soms scheelt het maar één letter en is het toch een wereld van verschil. In de installatiemarkt vormen de drie letters VRV al jaren een begrip. VRV maakte het als eerste mogelijk om meerdere ruimtes individueel te koelen en te verwarmen met één buitendeel. Andere aanbieders volgden met het VRF-systeem. Inderdaad, dat scheelt maar één letter. Maar het is niet het origineel.

En de originele VRV overtreft nu ook zichzelf. De 4e generatie VRV biedt drie revolutionaire innovaties: continue verwarming met warmtepomp (dus ook tijdens de ontdooicyclus), variabele verdampingstemperatuur en de VRV-configurator voor een eenvoudigere inbedrijfstelling.

Ga naar www.daikin.nl/VRV-IV voor meer informatie over deze innovaties. Hier kunt u ook het boekje "VRV IV, nóg meer originele voordelen" aanvragen.

VRV

® van Daikin. Het origineel is nu nog beter!

Soms scheelt het maar één letter en is het toch een wereld van verschil. In de installatiemarkt vormen de drie letters VRV al jaren een begrip. VRV maakte het als eerste mogelijk om meerdere ruimtes individueel te koelen en te verwarmen met één buitendeel. Andere aanbieders volgden met het VRF-systeem. Inderdaad, dat scheelt maar één letter.

En de originele VRV overtreft nu ook zichzelf. De 4e generatie VRV biedt continue verwarming met warmtepomp

(dus ook tijdens de ontdooicyclus), variabele verdampingstemperatuur

voor meer informatie over deze innovaties. Hier kunt u ook het boekje "VRV IV, nóg meer originele

TM0513_cover.indd 1 25-4-2013 14:05:41

www.integra–groep.com

Kenmerken:

- Hoog comfortniveau- Snelle responstijd- Verhoging van het ruimtelijk effect- Hoge geluidabsorptie- Hoge capaciteit per m2 eiland- Optimalisatie bron- en distributiesysteem (gebruik free-cooling)- Eenvoudig plaatsen/verwijderen van wanden- Veel esthetische vrijheid

The

INTEGRA Klimaateilanden

De energiezuinige ontwerpen van Integra klimaateilanden leveren een hoge koel- en verwarmingscapaciteit.In het ontwerp van de verschillende eilandvarianten kunnen akoestische voorzieningen, licht- en luchttechniek volledig worden geïntegreerd.Het resultaat: een zeer comfortabel binnenklimaat ènmaximale esthetische vrijheid voor de architect.

hi tech comfort Aesthetics.

islands.

perfect

Climate CeilingSystems

DE JONGH PIPESYSTEMS B.V.

Toonaangevend en de specialistDe Jongh Pipesystems is een dynamisch bedrijf, gespecialiseerd in PE-HD kunststoflei-dingsystemen voor gas- en waterdistributie, persriolering, druk- en vrijvervalbuizen, alsmede voor industriële toepassingen. Een gemotiveerd en goed opgeleid team met ruime ervaring in haar branche staat u graag te hulp.

Geothermie Duurzame vorm van energie

Onuitputtelijke energiebron

Verticale sonde in woonhuis

HDPE verdeelput Buizen voorzien van een voorgemonteerde

sondevoet

Voetsondemet gewicht

Biedt comfortverhoging

Positieve impact op energielabel

Postbus 11 - 4670 AA Dinteloord Sluisweg 2 - 4794 SW Heijningen Telefoon 0031 (0) 167 521739Telefax 0031 (0) 167 521837E-mail info@dejonghpipesystems.nlInternet www.dejonghpipesystems.nl

Gereedschappen WerkplaatsBetonbeschermingHulpstukkenPE-HD kunststof leidingsystemenPE-HD kunststof leidingsystemen

662287_DJP_Advertentie.indd 1 4/17/13 12:27 PMTM0513_omslag_binnen_02_59.indd 1 4-5-2013 18:58:10

3

Inhoudsopgave

TVVL MAGAZINE

REVIEWED: Artikelen in TVVL Magazine zijn beoordeeld ‘door redactieraadleden’. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankelijke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoordelingsformulier voor de redactieraadleden (‘peer reviewers’) zijn verkrijgbaar bij het redactie-adres.

42

38

20

Project:

Venco camPus

InterVIew:

Gert jan Koele

Geotabs-Gebouw

GeothermIsche warmtePomPen én beton-

KernactIVerInG

Prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen, ing. J. (Jan) Hoogmartens, dr.ir.

M. (Maarten) Sourbron, dr.ir. C. (Clara) Verhelst, dr.ir. J.L.M. (Jan)

Hensen 6

Grond GeKoPPelde warmtePomPsystemen

Dr.ir. S.D. (Clara) Verhelst en prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen 10

een KIjK oP lanGe termIjn

Dr.ir. S.D. (Clara) Verhelst en prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen 16

comforterVarInG In Kantoren mét en

zonder Geotabs

Ing. J. (Jan) Hoogmartens, Msc.ing. J. (Johan) Coolen, prof.dr.ir.

L.M.L. (Lieve) Helsen 20

reGelInG Van betonKernactIVerInG

Dr.ir. M. (Maarten) Sourbron, prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen 24

PrestatIesImulatIe Van een bestaand

Geotabs-Gebouw

Ir. W. (Wout) Parys, ing. J. (Jan) Hoogmartens, prof.dr.ir. L.M.L.

(Lieve) Helsen, em.prof.dr.ir.-arch. H. (Hugo) Hens, prof.dr.ir.

-arch. D. (Dirk) Saelens 28

comfort In thermIsch actIeVe Gebouwen

Ir. B. (Bert) Swart en ir. F.W.M. (Frank) Lambregts 32

comPutersImulatIe Van Geotabs-systemen

Dr. D. (Daniel) Cóstola, A. (Alessia) Arteconi, prof.dr.ir. J.L.M.

(Jan) Hensen 34

Mei 2013

edItorIal 4InterVIew 38ProjectbeschrIjVInG 42actueel 45uItGelIcht 49PromotIe-onderzoeK 50nIeuws 52reGelGeVInG 53InternatIonaal 55summary 56VoorbeschouwInG 57aGenda 58

TVVL Magazine is het officiele orgaan van TVVL Platform voor Mens en Techniek. De vereniging, opgericht op 26 mei 1959, heeft tot doel de bevordering van wetenschap en techniek op gebied van installaties in gebouwen en vergelijkbare objecten. Als lid kunnen toetreden personen, werkzaam (geweest) in dit vakgebied, van wie mag wor-den verwacht, dat zij op grond van kennis en kunde een bijdrage kunnen leveren aan de doelstelling van de vereniging. Het abonnement op TVVL Magazine is voor leden en begunstigers van TVVL gratis. De contributie voor leden bedraagt € 139,15 incl. BTW per jaar. Informatie over de bijdrage van begunstigers wordt op aanvraag verstrekt.

RedactieRaad: drs.ir. P.M.d. (Martijn) Kruijsse (voorzitter)Mw. dr. L.c.M. (Laure) itard M. (Michiel) van KaamH. (Henk) LodderG.J. (Geert) LugtMw. drs. c. (carina) Muldering. O.W.W. (Oscar) NuijtenMw. drs.ir. i. (ineke) thieraufing. J. (Jaap) Veermaning. R (Rienk) Vissering. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur)

Redactie: drs.ir. P.M.d. (Martijn) Kruijsse (voorzitter)Mw. drs. c. (carina) Muldering. F.J. (Frank) Stouthart (eindredacteur)

Redactie-adReS: tVVL: de Mulderij 12, 3831 NV LeusdenPostbus 311, 3830 aJ Leusdentelefoon redactie (033) 434 57 50Fax redactie (033) 432 15 81 email c.mulder@tvvl.nl

UitGaVe: Merlijn Media BVZuidkade 173, 2741 JJ Waddinxveen Postbus 275, 2740 aG Waddinxveentelefoon (0182) 631717 email info@merlijnmedia.nlwww.merlijnmedia.nl

SecRetaRiaat:email info@merlijnmedia.nl

aBONNeMeNteN: Merlijn Media BVPostbus 275, 2740 aG Waddinxveentelefoon (0182) 631717email info@merlijnmedia.nl Benelux € 109,- Buitenland € 212,- Studenten € 87,- Losse nummers € 18,- extra bewijsexemplaren € 13,-

Het abonnement wordt geacht gecon-tinueerd te zijn, tenzij 2 maanden voor het einde van de abonnementsperiode schriftelijk wordt opgezegd.

adVeRteNtie-exPLOitatie: Merlijn Media BV Ruud Struijk telefoon (0182) 631717 email r.struijk@merlijnmedia.nl

PRePReSS: Yolanda van der Neut

dRUK: ten Brink, Meppel

iSSN 0165-5523

© tVVL, 2013

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. de auteurs kunnen echter geen verantwoordelijk-heid aanvaarden voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.

TM0513_inhoud.indd 3 4-5-2013 19:29:43

editorial

4 TVVL Magazine | 05 | 2013 EDITORIAL

Geotabs... Bright Future AheadDe eis voor bijna-nul-energie-gebouwen (Nearly Zero Energy

Buildings (NZEB)) zet warmtepompen en energieopslagsystemen

extra in de kijker. Geothermische warmtepompen hebben een

streepje voor door hun hoge energie efficiëntie, de mogelijkheid

tot passief koelen en seizoensopslag. Gecombineerd met beton-

kernactivering (thermally activated building systems (TABS))

leiden ze tot het Geotabs-concept: een pareltje van energie ef-

ficiëntie en slim gebruik van energieopslag, mits het ontwerp

en de regeling van het globale systeem deel uitmaken van een

geïntegreerde holistische aanpak.

Prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen, hoogleraar aan afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie, KU Leuven - Geotabs projectcoördinator; prof.dr.ir. J.L.M. ( Jan) Hensen, hoogleraar aan Unit Building Physics & Services, TU Eindhoven

Het EraSME Geotabs-project (2011-2013), uitgevoerd door acht onderzoeksinstellingen en 17 bedrijven uit vijf Europese landen, streefde naar optimaal ontwerp en regeling van Geotabs-kantoren. Hiertoe werd een combinatie van metingen, comfortenquêtes, modelsimulaties en ontwikkeling van nieuwe regelstrategieën ingezet. De resultaten van elk van deze onderdelen worden in deze uitgave verder uitgediept. De belangrijkste boodschappen zijn alvast: (1) een holistische aanpak van het globale systeem met al haar interacties is de enige juiste, (2) dyna-mische simulaties (met oog voor het gebruikersgedrag) en een aange-paste regelmethodiek zijn cruciaal, (3) metingen en opvolging komen alle partijen ten goede en (4) het globale systeem moet geëvalueerd worden op energiegebruik, comfort én lange-termijn duurzaamheid. De resultaten van het Geotabs-project bevestigen dat er een mooie toe-komst is voor Geotabs-gebouwen en vormen een ideaal startpunt voor verder onderzoek en ontwikkeling, o.a. in andere gebouwtypen.

Op 22 januari 2013 werden de resultaten van het Geotabs-project voor-gesteld in een afsluitend symposium in Hannover, waaraan een honderd-tal professionelen en onderzoekers deelnam. Het enthousiasme en de tevredenheid waren zeer groot, mede dankzij het uitwisselen van ervarin-gen en kennis. Dit heeft geleid tot een interdisciplinaire en internationale kruisbestuiving. Meerdere projectpartners zijn vastberaden het Geotabs-verhaal op één of andere manier door te zetten. In juni dit jaar is er alvast een Geotabs-workshop gepland tijdens het Clima 2013 congres in Praag. In het najaar zal er ook in België een congres georganiseerd worden, waar de resultaten en het vervolgonderzoek worden voorgesteld.Als Geotabs-projectcoördinator en -partner blikken we heel tevreden terug en kijken we hoopvol vooruit. Jammer van één aspect: dat het Geotabs-project maar twee jaren kon duren.

Ga voor meer informatie over het Geotabs-project naar: www.geotabs.eu.

Lieve Helsen

Jan Hensen

TM0513_editorial.indd 4 4-5-2013 19:34:00

www.technischeunie.com

Duurzaamheid is niet alleen een woord. Duurzaamheid moet je doen. Vandaar dat we ons assortiment en onze diensten meer ‘groen’ kleuren. Het vinden van zogenaamde ‘groene’ producten via de website is een stuk makkelijker geworden. Of het nu gaat om producten die energie besparen of zelfs energie opleveren. We geven adviezen voor alternatieve oplossingen die het milieu minder belasten, bijvoorbeeld op het gebied van efficiënt installeren. En we dragen ook ons steentje bij. Zo heeft Technische Unie de Lean and Green Award én is gecertificeerd voor niveau 3 van de CO2-prestatieladder. Het bewijs dat techniek en ‘groen’ prima samen gaan.

Technische Unie. Daar heb je meer aan.

Bij alles wat we doen, denken we voortaan groen

advDuurzaamTU210x297.indd 1 26-06-12 15:52TM0513_05_tu.indd 5 4-5-2013 18:47:36

6 TVVL Magazine | 05 | 2013 ONTWERP

De combinatie van geothermische warmtepompen (GEO-WP) en betonkern-

activering (BKA) in kantoorgebouwen heeft een energiebesparingspotentieel

van 20 tot 70% vergeleken met conventionele verwarmings- en koelinstallaties

[4,5,10,20]. Beide kunnen beschouwd worden als state-of-the-art technologieën.

Toch worden deze potentiële energiebesparingen in de praktijk zelden gehaald

omwille van niet optimale integratie van componenten in het globale systeem,

evenals inefficiënte regeling [5,7,13,14,15,16,17].

Geothermische warmtepompen én betonkernactivering

Prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen1,3, ing. J. ( Jan) Hoogmartens1,4, dr.ir. M. (Maarten) Sourbron1, dr.ir. C. (Clara) Verhelst1, dr.ir. J.L.M. ( Jan) Hensen2

1 Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven), Departement Werktuigkunde, Afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie, België; 2 Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Bouwkunde, unit Building Physics & Services; 3 Geotabs Project Coördinator; 4 Geotabs Project Manager

GEO-WP danken hun energiebesparingspoten-tieel aan de grondkoppeling en de combinatie met lage temperatuur warmteafgiftesystemen of hoge temperatuur koelsystemen (zoals vloerverwarming en BKA). Hierdoor kan het temperatuurverschil tussen bron en afgifte laag gehouden worden, wat een positief effect heeft op de prestatie van de warmtepomp. Bovendien kan de koude, die tijdens het stook-seizoen in de bodem wordt opgeslagen, tijdens de zomer gebruikt worden voor directe koeling (via eenvoudige warmtewisselaar, zie figuur 1). Voldoende aandacht moet hierbij uitgaan naar de thermische balans in de bodem, zodat ook het gebruik hiervan op lange termijn aan de duurzaamheidseisen voldoet. Daarom is het belangrijk dat het gebouw gekarakteriseerd wordt door zowel een koel- als een warmte-vraag (zie figuur 2).

ACTIEF BETONDoor het gebruik van BKA wordt de beton-nen structuur van het gebouw geactiveerd (warm of koud water wordt door leidingen

Optimaal ontwerp en regeling van kantoorgebouwen

-Figuur 1- Geothermisch warmtepomp voor verwarming, natuurlijke koeling en actieve koeling

TM0513_helsen_2141b.indd 6 22-4-2013 15:44:44

7TVVL Magazine | 05 | 2013 ONTWERP

in het beton gestuurd), wat op zijn beurt het thermisch comfort in het gebouw moet garanderen. De functie van beton verschuift dus van een louter structureel element naar een cruciale component in het globale ener-giesysteem. Beton doet dienst als energieop-slagsysteem voor koude en warmte, waardoor thermische vermogenspieken kunnen worden uitgevlakt, wat op zijn beurt kan resulteren in kleinere geïnstalleerde vermo-gens, en dus lagere investeringskosten [3,9]. Watertoevoertemperaturen zijn relatief laag voor verwarming (< 30°C), en relatief hoog voor koeling (> 15°C), wat aanleiding geeft tot ideale werkingsvoorwaarden voor GEO-WP. Gebouwen met BKA worden wel gekarak-teriseerd door licht schommelende bin-nenluchttemperaturen omwille van de trage warmteoverdracht tussen beton en lucht. Kennis van het dynamisch gedrag is cruciaal in de ontwikkeling van efficiënte regelstra-tegieën, die vereist zijn voor een succesvolle implementatie [13,16]. De watertoevoertem-peratuur beïnvloedt de warmteoverdracht naar en van het beton met een tijdsconstante in de orde van grootte van 10 uren. Dit terwijl de luchttemperatuur mee bepaald wordt door interne warmtewinsten (zoals aanwezigheid van mensen, elektrische toestellen, verlich-ting) en zonnewinsten, gekenmerkt door veel kleinere tijdsconstanten [19]. Bovendien leidt de vereiste thermische balans in de bodem tot een extra beperking met een nog grotere tijdschaal (orde van grootte van meerdere jaren). Deze complexe interactie van proces-

sen, gekarakteriseerd door een breed bereik van tijdsconstanten, vraagt om een volledig nieuwe aanpak in regeling [1,15]. Verschillende studies (b.v. [7,14,15]) tonen immers aan dat het gebruik van conventionele regelstrate-gieën resulteert in suboptimale werking. De integratie van het dynamisch gedrag van alle componenten binnen het globale systeem is cruciaal voor het verzekeren van goede systeemprestaties én thermisch comfort in het gebouw. Deze integratie is grensverleggend en tilt de kennis voorbij de huidige state-of-the-art.

GEOTABS-PROJECTHet Europese EraSME project Geotabs (2011-2013) wil via de combinatie van metingen in reële gebouwen, modelsimulaties, comforten-quêtes en een kritische evaluatie van huidige praktijken wetenschappelijk gefundeerde richtlijnen formuleren voor een verbeterd ontwerp en een efficiënte regeling van kan-toorgebouwen uitgerust met geothermische warmtepompen gekoppeld aan betonkeracti-vering. Verbeterd ontwerp moet hierbij leiden tot hogere energieprestaties, terwijl thermisch comfort gegarandeerd blijft, waarbij continue opvolging een belangrijk aandachtspunt is.Het meten van gebouwprestaties is uitermate belangrijk voor evaluatie en detectie van pro-blemen of fouten. Meten is weten! Bovendien is het terugkoppelen van de inzichten die men uit deze metingen haalt naar de ontwerpfase nog steeds innovatief, zeker voor GEO-WP-BKA systemen. Meetdata vormen, samen met

modelsimulaties, een uitgebreide bron aan informatie die nog niet volledig geëxploiteerd wordt om het systeemontwerp en haar rege-ling te verbeteren. Bovendien is er nog maar bitter weinig bekend over de comfortervaring van gebruikers in gebouwen uitgerust met BKA, die tussen twee comforttheorieën (actief geconditioneerd versus natuurlijk geventi-leerd) invallen [11,18]. De ontwikkeling van een generische internationale comfortenquête (Comfortmeter) biedt dan ook een grote meerwaarde. De voornaamste drijfveren voor het Geotabs-project waren volgende vaststellingen:- wereldwijd vertegenwoordigen gebouwen

38% van het totale energiegebruik, waarvan 45% toekomt aan de OESO-landen [6];

- de koelvraag stijgt, wat resulteert in een jaarlijkse marktgroei van 14% voor airco-installaties. Verwacht wordt dat de Europese markt tegen 2018 verzadigd zal zijn, waarbij 60% van de tertiaire sector één of andere vorm van koeling toepast [2];

- de interesse in GEO-WP-BKA systemen stijgt, maar de leercurve is nog niet helemaal doorlopen;

- het gebrek aan kennis en ervaring (bij ingenieurs, bouwbedrijven, installateurs, uitvoerders en opdrachtgevers) leidt dikwijls tot lagere prestaties dan verwacht. Kennisverspreiding en technologieover-dracht zijn nodig op grote schaal [12];

- voorafgaand onderzoek heeft aangetoond dat kwaliteitscontrole heel belangrijk is voor de werking van GEO-WP-BKA systemen

-Figuur 2- Bodembalans

via verwarmen en koelen

met een geothermisch

warmtepomp

TM0513_helsen_2141b.indd 7 22-4-2013 15:44:46

8 TVVL Magazine | 05 | 2013 ONTWERP

[8,13,15];- de efficiënte regeling van GEO-WP-BKA sys-

temen vormt een extreme uitdaging. Deze systemen verschillen o.a. in de thermische inertie van de BKA, de temperatuurafhan-kelijkheid van de systeemprestatie, en de interactie met snel reagerende back-up systemen (zoals het ventilatiesysteem). Bovendien moet er geanticipeerd worden op een lange termijn thermische balans in de bodem. Modelgebaseerde voorspellende regeling (Engels: Model Predictive Control (MPC)) is een mogelijke kandidaat om deze uitdaging aan te gaan;

- huidige regelaars voorzien geen interfaces om regelparameters te checken;

- het GEO-WP-BKA systeem is heel gevoelig voor fouten en falen door de thermische inertie en kleine temperatuurverschillen tussen bodem koude/warmteopslag en koel/verwarmingsysteem in het gebouw [8];

- de huidige ontwerpmethodieken hebben de neiging het back-up systeem te overdimen-sioneren, waarbij de investeringskosten de hoogte ingaan, wat deze technologie minder aantrekkelijk maakt. Bovendien kunnen de snel reagerende systemen de overhand nemen (en dus de BKA wegduwen) bij het gebruik van onvoldoende aangepaste regelaars;

- ontwerpers, installateurs en gebruikers willen vertrouwen opbouwen in het gebruik van GEO-WP-BKA systemen. Er zijn nog meer vragen dan antwoorden, vooral met betrekking tot het type, het aantal en de locatie van sensoren, en de regeling;

- slechts weinig ingenieursbureaus instal-leren meetapparatuur in nieuwe gebouwen met de intentie de gebouwprestaties op te volgen. Zelfs indien er gemeten wordt, vinden de nieuwe inzichten nog maar zelden hun weg terug naar verbeterde ontwerpen;

- voor gebouwen uitgerust met een GEO-WP-BKA systeem gaan de metingen verder dan de klassieke uitlezingen van verwarming- en koelinstallaties. Ook voorspelling van toe-komstige vragen, beton- en bodemtempera-turen zijn belangrijk en vragen om integratie van meerdere expertisedomeinen;

- opvolging van gebouwprestaties is een aspect dat reeds in de ontwerpfase de nodige aandacht krijgt. Een verbeterd ontwerp zal de opvolging ook vergemakkelijken;

- er is een gebrek aan inzicht in de werkelijke comfortervaring van gebruikers in gebouwen uitgerust met GEO-WP-BKA systemen;

- elke stakeholder, over de volledige ketting gaande van putboorders, over ingenieurs-bureaus, tot WP-, BKA- en regelexperten, kan met zijn/haar expertise en activiteiten een grote toegevoegde waarde hebben in

verbeterd ontwerp en regeling.

De richtlijnen die resulteren uit het Geotabs-project geven aanbevelingen voor ontwerp, regeling en gebouwopvolging (via metingen en simulaties), samen met de beschrijving van een aantal gerealiseerde GEO-WP-BKA kantoorge-bouwen en resultaten van comfortenquêtes. Dit wordt gebundeld in een nieuw Rehva-handboek dat een grote meerwaarde biedt voor architecten, bouwheren, putboorders, ingenieursbureaus, consultants, installateurs, WP-leveranciers, BKA-leveranciers, regelbe-drijven, energieagentschappen, onderzoekers, docenten en studenten actief in duurzaam bouwen.Deze en andere resultaten van het Geotabs-project zijn ook beschikbaar op:http://www.geotabs.eu.

DANKWOORDHet Geotabs-consortium bestaat uit acht uni-versiteiten/hogescholen uit België, Nederland, Duitsland, Denemarken en Tjechië (KU Leuven (coördinator), Thomas More - Campus De Nayer, Université Liège, Technische Univeriteit Eindhoven, Georg Simon Ohm University of Applied Sciences Nuremberg, Technische Universität Braunschweig, Technische Universiteit Praag) en 18 bedrijven.De auteurs bedanken het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) voor de financiële steun in het kader van het EraSME – Geotabs-project (100403), en Agentschap-NL van het Ministerie van Economische Zaken voor de financiële steun door middel van Innovatie Vouchers in 2010.

REFERENTIES1. Armstrong P.R., Leeb S.B., Norford L.K. Control with

Building Mass - Part I: Thermal Response Model,

Ashrae Transactions, 112, Part 1 (2006) CH-o6-5-1,

1-13

2. Ecoheatcool, The European Cold Market, 2005-2006,

Euroheat & power

3. EN15377-3:2007, Heating systems in buildings -

Design of embedded water based surface heating

and cooling systems - Part 3: Optimizing for use of

renewable energy sources, CEN

4. Ground-Reach, Reaching the Kyoto Targets by

Ground Source Heat Pumps, Project Report D7

Technical, environmental and economic feasibility

of ground coupled heat pump technologies under

defined conditions, Arsenal Research, 2008. Available

from http://www.groundreach.eu/script/tool/forg/

doc820/D7%20Feasibility%20of%20GCHP%20

technology.pdf, consulted on March 15, 2010

5. Helsen L., Verhelst C., Sourbron M., Grondgekoppelde

warmtepompen als bron voor betonkernactivering,

Kluwer MilieuTechnologie, Tijdschrift Veiligheid en

Milieu, november 2008, nr.10-extra, jaargang 15

6. IEA, 2008, Energy Technology Perspectives 2008,

Scenarios and strategies to 2050, International

Energy Agency

7. IEA-ECBCS-Annex 48: Design Handbook.

8. Kipry H., Bockelmann F., Plesser S., Fisch M.N.,

Evaluation and optimization of UTES systems of

energy efficient office buildings, Presented at the

EFFSTOCK Conference, Stockholm, Sweden, 2009.

9. Lehmann B., Dorer V. and Koschenz M., Application

range of thermally activated building systems tabs,

Energy and Buildings, 2007, 39: p. 593–598

10. Lund J., Sanner B., Rybach L., Curtis R., and Hellström

G., Geothermal (ground-source) heat pumps - A

world overview Renewable Energy, 2003

11. Pfafferott J.Ü., Herkel S., Kalz D.E., Zeuschner A.,

Comparison of low-energy office buildings in

summer using different thermal comfort criteria,

Energy and Buildings, 2007, Vol. 39: p. 750-757

12. Rybach L. Geothermal Heating and Cooling of

Buildings, Presentation at the IEA Demand Side

Workshop, 20 March 2008, Available from http://

www.iea-gia.org/documents/ybachatIEADe-

mandSideWorkshopPPTRybach20Mar08.pdf

13. Sourbron M., De Herdt R., Van Reet T., Van Passel W.,

Baelmans M., Helsen L., How efficiently produced

heat and cold is squandered by inappropriate control

strategies: a case study, Energy and Buildings, vol. 41,

2009, pp. 1091-1098.

14. Thermac ‘Handboek voor het verwarmen en

natuurlijk koelen van Thermisch Actieve Gebouwen’

resultaat van het IWT-TETRA project Thermac

50108, W&K De Nayer, 2008.

15. Tian Z., Love J.A., Energy performance optimization

of radiant slab cooling using building simulation and

field measurements, Energy and Buildings, 2009, 41

(3): p. 320-330

16. Todtli J., Gwerder M., Lehmann B. , Renggli F., Dorer

V., TABS Control – Steuerung und Regelung van

thermoaktiven Bauteilsystemen, Faktor Verlag,

Zurich, 2009

17. Verhelst C. , Helsen L., Modelgebaseerde regeling van

grondgekoppelde warmtepompsystemen in kantoor-

gebouwen, in Proceedings of the KVIV Symposium

“Mooi bedacht, nuttig toegepast”, Sessie Energie

(Nov. 28, 2007, Brussels, Belgium), 2007

18. Wagner A., Gossauer E. Moosmann C., Gropp Th.,

Leonhart R., Thermal comfort and workplace occu-

pant satisfaction-Results of field studies in German

low energy office buildings, Energy and Buildings,

2007, 39(7): p. 758-769

19. Weber T., et al., Validation of a FEM-program

(frequency-domain) and a simplified RC-model

(time-domain) for thermally activated building com-

ponent systems (TABS) using measurement data,

Energy and Buildings, 2005, 37: p. 707-724

20. Zogg M., Gekoppelte Kälte- und Wärmeerzeugung

mit Erdwärmesonden, Bundesamts für Energie,

Zwitserland 2001.

TM0513_helsen_2141b.indd 8 22-4-2013 15:44:46

Leading in MEP design

De MEPcontent Browser is een handige app die naadloos integreert in uw werkomgeving. Zo zoekt u vanuit uw eigen Revit en CAD-software zowel online als offl ine artikelen en plaatst ze direct in uw installatiemodel. Gratis.- Revit en CAD-bestanden, direct beschikbaar voor gebruik- up-to-date productinformatie van alle bekende fabrikanten- vind snel wat u zoekt dankzij krachtige fi lters en zoekfunctie

Easy and available

Download de gratis app via www.mepcontent.eu400.000+ Europese producten

20350000256-STA-AdvMEPContent.indd 1 25-04-13 15:32TM0513_09_stabiplan.indd 9 4-5-2013 18:50:16

10 TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK

Dit artikel gaat in op het belang van de regeling van warmtepompsystemen,

in zowel de ontwerp- als gebruiksfase, gekoppeld aan een traag reagerend

afgiftesysteem zoals betonkernactivering (BKA) en een boorveld met verticale

warmtewisselaars (figuur 1). Aangetoond wordt de aanzienlijke meerwaarde

van een modelgebaseerde predictieve regelstrategie (MPC) ten opzichte van een

conventionele regelgebaseerde strategie (RBC) voor het reduceren van zowel de

investeringskosten als werkingskosten.

Grond gekoppelde warmtepompsystemen

Dr.ir. S.D. (Clara) Verhelst en prof.dr.ir. L.M.L. (Lieve) Helsen, Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven), Departement Werktuigkunde, Afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie, België

ONTWERP WARMTEPOMPSYSTEEM

In gebieden waar de bodemgesteldheid geen koude/warmteopslag in aquifers toelaat, biedt een boorveld met gesloten verticale warmtesondes een goed alternatief. De diepte,

het aantal en de configuratie van de boor-putten hangt af van de bodemeigenschap-pen en het warmte- en koudevraagprofiel. Ontwerpsoftware zoals EED (Earth Energy Designer) bepaalt de boorputlengte op basis van de gemiddelde maandelijkse warmte- en

koudevraag, de maandelijkse piekvermogens en de bijhorende piekduur. Met deze input wordt het verloop van de fluïdumtempera-tuur (in en uit de grondwarmtewisselaar) over een vooropgestelde periode, typisch 20 jaar, gesimuleerd. De totale boorputlengte wordt iteratief aangepast. De optimale lengte is die waarbij de fluïdumtemperatuur op het einde van de simulatieperiode de maximale of mini-male limiet bereikt (zie figuur 2). Hoe groter de onbalans tussen warmte- en koudevraag op jaarbasis en hoe groter de vermogenspieken, hoe groter de benodigde lengte. Omdat de investeringskost quasi lineair stijgt met de boorgatlengte, is het dus nuttig om zowel de onbalans tussen de warmte- en koudevraag als de grootte van de vermogenspieken, te reduceren.

IMPACT THERMISCHE ONBALANS

Omwille van de impact van thermische onbalans op de benodigde boorveldgrootte zijn grondgekoppelde warmtepompsyste-men (GGWP) economisch interessanter voor kantoorgebouwen dan voor residentiële gebouwen, gezien kantoorgebouwen naast

Ontwerp, regeling en langetermijnprestatie

-Figuur 1- Met een grond gekoppeld warmtepompsysteem met betonkernactivering aan afgiftezijde en

een boorveld aan bronzijde is het mogelijk om met een hoge COP te verwarmen en passief te koelen.

Het warmte- of koudevermogen dat niet aan het boorveld wordt onttrokken, wordt door de backup

gasketel en koelmachine geleverd.

TM0513_verhelst_2141c.indd 10 4-5-2013 19:39:27

TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK

een warmtevraag typisch ook een substantiële koudevraag hebben. Bij kantoorgebouwen ziet men zelfs steeds vaker dat de koudevraag de warmtevraag overschrijdt. In dat geval stellen ontwerprichtlijnen voor om bijkomend een traditionele koelmachine te voorzien om die onbalans op te vangen en zo de investerings-kosten van het boorveld te beperken. Analoog wordt voor warmtevraag gedomineerde gebouwen een bijkomende verwarmingsinstal-latie, zoals een gasketel, aangeraden. Deze combinaties vallen onder de noemer “hybride grondgekoppelde warmtepompsystemen (HyGGWP) ”.

IMPACT VERMOGENSPROFIEL Een tweede manier om de boorveldgrootte te beperken, is om grote vermogenspieken in de warmte- en koudevraag te vermijden. Daarom is BKA een ideaal afgiftesysteem voor een (Hy)GGWP. BKA laat immers toe om exergetisch optimaal te gaan verwarmen en koelen, namelijk via lage-temperatuurverwarming met een warmtepomp (WP) en hoge-tempe-ratuurkoeling met passieve koeling (PK). Maar ook om een vlak vraagprofiel te realiseren. Het potentieel van BKA om op die manier de benodigde boorveldgrootte, en dus de investe-ringskost van (Hy)GGWP te reduceren, heeft in de literatuur nog weinig aandacht gekregen. Hoe komt dit? Voor kleinere systemen wordt het vermo-gensvraagprofiel vaak bepaald op basis van statische warmte- en koellastberekeningen. Voor grotere projecten wordt het vermogen-profiel bepaald via dynamische gebouwsi-mulaties in bijvoorbeeld Trnsys, EnergyPlus of Modelica. Deze simulaties laten toe om de impact van zonnewinsten en interne winsten accuraat in te schatten, rekening houdend met de thermische massa van het gebouw. Het vermogenprofiel aan installatiezijde bij syste-men met BKA hangt echter niet enkel af van de warmte- en koudelasten op het niveau van de zone, maar ook – omwille van de thermische massa van BKA – van de regeling. De vraag luidt welke regeling toelaat om de thermische massa van BKA daadwerkelijk in te zetten voor het afvlakken van het vraagprofiel, rekening houdend met de impact op de energiekosten en het thermische comfort. Hier zit nu net de pijn. Huidige regelstrategieën zijn gebaseerd op het principe van de stooklijn en koellijn. Deze geven de vertrek- of terugvoertemperatuur die nodig is om de thermische verliezen in stationaire toestand te compenseren bij een gegeven buitentemperatuur en een gewenste binnentemperatuur. Het probleem bij afgif-tesystemen met een grote thermische massa zoals BKA, is dat het systeem zelden of nooit

-Figuur2- De dimensionering van het boorveld gebeurt op basis van een dynamische simulatie van

het verloop van de fluïdumtemperatuur Tf in functie van de specifieke bodemkarakteristieken en het

opgelegde warmte- en koudevraagprofiel. De boorveldgrootte wordt iteratief aangepast totdat de

fluïdumtemperatuur Tf de minimale of maximale grens bereikt na de vooropgestelde tijdshorizon

tontwerp, (typisch 20 jaar). Hoe groter de onbalans tussen de warmte- en de koudevraag en hoe groter

de vermogenspieken, hoe groter het benodigd boorveld.

11

-Figuur3- Dimensionering van een grondgekoppeld warmtepomsysteem gebeurt op basis van een

dynamische gebouwsimulatie. Deze grafieken voor een kantoorgebouw met BKA gesimuleerd in

Trnsys, illustreren het belang van de geïmplementeerde regeling bij het ontwerp van installaties

in het algemeen, en van boorvelden in het bijzonder. Links boven: vermogenprofiel met een

stooklijngebaseerde regeling. Rechts boven: met een modelgebaseerde predictieve regeling. In

dit voorbeeld geven beiden aanleiding tot eenzelfde jaarlijkse warmte- en koudevraag (zie grafiek

midden) terwijl de vermogensvraag verschilt met een factor 4 (zie grafiek bovenaan). Het benodigd

aantal boorputten om een zekere fractie van de warmtevraag (GEOh, rood) of van de koudevraag

(GEOc, blauw) te dekken is hierdoor significant verschillend (zie grafiek onderaan).

TM0513_verhelst_2141c.indd 11 4-5-2013 19:39:28

12 TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK

stationaire toestanden bereikt. Het is daarom nodig om te voorspellen wat het gebouw ther-misch nodig zal hebben om deze warmte of koude tijdig naar de BKA te sturen. Dit gebeurt nu door de start- en stoptijd van de installatie manueel of adaptief aan te passen, de dode band op de zonetemperatuur te verschuiven etc. Het is niet evident om deze parameters te ‘tunen’, omdat ze aangepast moeten worden aan de gebouwparameters, de toestand van het systeem, de geïnstalleerde vermogens... en ze elkaar onderling beïnvloeden. Wanneer verschillende installaties warmte en koude kunnen leveren, zoals het geval is bij een hybride GGWP-systeem, komen daar extra regelparameters bovenop om de warmte- en koudeproductie over de verschillende compo-nenten, i.e. GGWP en PK versus backup instal-latie, te verdelen. Bovendien kan een bepaalde set van parameterwaarden goed zijn in het stookseizoen, maar falen in het tussenseizoen en koelseizoen, en vice versa. Kortom, huidige regelstrategieën zijn niet in staat om het vol-ledige potentieel van het (Hy)GGWP systeem met BKA – zijnde goed thermisch comfort aan een lage energiekost en met een laag vermogen – te realiseren. De vraag of huidige regelstrategieën toerei-kend zijn, is niet enkel voor de gebruiksfase maar ook voor de ontwerpfase cruciaal. De regeling waarmee de dynamische simulatie wordt uitgevoerd bepaalt immers in grote mate de energievraag en het vermogenspro-fiel. Het antwoord is dat er regelstrategiëen zijn die veel performanter zijn. Een vergelijking (zie figuur 3) van een stooklijngebaseerde of ‘regelgebaseerde (RBC)’ strategie met een modelgebaseerde predictieve regeling (MPC) toont aan dat het piekvermogen met MPC een factor 4 lager is dan met een goed ingestelde RBC, waarbij hier bovenop zowel het thermisch comfort als de energetische per-formantie verbeteren. Het hoeft geen betoog dat dit significante implicaties heeft voor de dimensionering van het boorveld en/of van de backup installatie. Vanuit het oogpunt van investeringskost loont het zeker de moeite om aandacht te besteden aan de regeling tijdens het uitvoeren van dynamische simulaties.

VERSCHIL MET HUIDIGE REGELSTRATEGIE

In tegenstelling tot de huidige, regelgeba-seerde regeling (RBC), vertrekt een modelge-baseerde predictieve regelstrategie (MPC) van een welomlijnde, optimalisatiegebaseerde aanpak. Het concept van MPC is heel intuïtief te begrijpen. MPC vervangt het denkproces van een ervaren gebouwbeheerder. Hierbij zijn volgende elementen cruciaal: - kennis van het systeem (gebouwdynamica,

afgiftesysteemdynamica, efficiëntie van de installatie, geïnstalleerd vermogen);

- kennis van de weersvoorspellingen;- kennis van het toekomstig gebruiksprofiel

(aanwezigheid, aantal personen, thermische comforteisen);

- objectieven (maximaal thermisch comfort en minimale energiekosten).

Bij MPC worden deze elementen in een opti-malisatieprobleem gegoten. Op basis van een heel eenvoudig systeemmodel, weersvoor-spellingen en voorspelling van het gebruikers-gedrag, wordt voor elk van de componenten van de HyGCHP het vermogensprofiel over een gegeven tijdshorizon (voor BKA minstens drie dagen) bepaald. De optimalisatie zoekt naar die oplossing waarbij het vermogenpro-fiel het vereiste thermische comfortniveau haalt met minimale energiekosten, rekening houdend met het geïnstalleerd vermogen. De berekening wordt om de zoveel tijdsstappen (in te stellen) herhaald, om gebruik te maken van de terugkoppeling van het systeem via metingen en om de voorspellingen te actuali-seren (zie figuur 4).De oplossing van het optimalisatieprobleem levert rechtstreeks een antwoord op de vragen: ‘Wanneer de installatie starten en stoppen?’, ‘Wanneer het backup-systeem gebruiken?’ en ‘Wanneer switchen tussen koelmodus en ver-warmingsmodus?’. Het basisprincipe van MPC, i.e. ‘predictief, modelgebaseerd en optimaal’

is dus totaal verschillend van de stooklijnge-baseerde, regelgebaseerde aanpak van een typische regelaar, waarbij deze vragen eigenlijk via allerhande vuistregels worden beantwoord. Bij een RBC worden de regelparameters in de eerste plaats getuned om het gewenste ther-mische comfort te bereiken en om pendelge-drag van de warmtepomp te voorkomen. Het is echter – zelfs met een professionele opvolging van de systeemprestatie en bijhorende fijnre-geling van de instelwaarden – moeilijk om een laag bijhorend energiegebruik te garanderen. Uit een vergelijkende studie op basis van Trnsys-simulaties blijkt dat het verschil in energiekos-ten tussen een goede, fijngeregelde RBC en een MPC 20% tot 40% kan bedragen (Verhelst, 2012). Het kleinste verschil tussen MPC en RBC (20%) nemen we waar bij relatief eenvoudige en groot gedimensioneerde systemen (bijvoor-beeld een groot Boorveld met een relatief groot geïnstalleerd WP-en PK-vermogen). De meerwaarde van MPC is hier tweeërlei. Het predictieve karakter van MPC laat toe de warmte- en/of koudevraag van de volgende dagen goed in te schatten. Het modelgeba-seerde karakter laat toe deze warmte/koude op het juiste ogenblik te genereren en naar de BKA te sturen, rekening houdend met de traagheid van de BKA. Bovendien maakt MPC optimaal gebruik van het verschil tussen dag- en nacht-tarief voor elektriciteit om de energiekosten te minimaliseren.

-Figuur 4- Een modelgebaseerde predictieve regeling (MPC) bepaalt de ingangsvariabelen

op basis van een optimalisatie. De optimalisatie houdt rekening met de actuele

systeemtoestand, bepaald op basis van terugkoppeling van de metingen (Toestandsschatter),

met de systeemdynamica (Systeemmodel) en met de voorspelling van storingen zoals de

buitentemperatuur, de zonne-instraling, het gebruikersgedrag (Storingen). De optimale ingang

is deze die de kostfunctie over een bepaalde tijdshorizon minimaliseert, rekening houdend met de

beperkingen op de ingang en de uitgang.

TM0513_verhelst_2141c.indd 12 4-5-2013 19:39:29

13TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK

Het grootste verschil (40%) tussen MPC en RBC nemen we waar bij de complexere hybride systemen, met een kleiner vermogen van de WP en de PK omwille van het kleiner Boorveld.

-Figuur 5- De vergelijking van de temperatuurprofielen en vermogensprofielen met een standaard regeling (‘RBC’, links) en een modelgebaseerde

predictieve regeling (‘MPC’, rechts) voor een typische werkweek in de winter (bovenaan), in de zomer (midden) en in het tussenseizoen (onderaan), toont

aan dat RBC en MPC beide een goed thermisch comfort realiseren. De zonetemperaturen blijven tijdens de kantooruren (groen) binnen de ISO7730-

temperatuursgrenzen. MPC realiseert deze doelstelling echter met lagere energiekosten: er wordt minder warmte en koude geleverd, de gasketel

(magenta) en de koelmachine (licht blauw) worden nauwelijks gebruikt en er is minder pendelgedrag van de warmtepomp (rood) en van de passieve koeling

(blauw).

De bijkomende meerwaarde van MPC is hier dat MPC kennis heeft van het vermogen dat uitgewisseld kan worden met het Boorveld. MPC tracht de benodigde warmte of koude

te genereren met het beschikbare WP- en PK-vermogen en vermijdt hierdoor het gebruik van het backupsysteem. Het afvlakken en het verschuiven van het vermogensprofiel is

5a 5b

5c 5d

5e 5f(a) winterweek met RBC-regeling(c) zomerweek met RBC-regeling(e) tussenseizoenweek met RBC-regeling

(b) winterweek met MPC-regeling (d) zomerweek met MPC-regeling(f) tussenseizoenweek met MPC-regeling

TM0513_verhelst_2141c.indd 13 4-5-2013 19:39:31

14 TVVL Magazine | 05 | 2013 ONDERZOEK

mogelijk door gebruik te maken de thermische massa van de BKA en het gebouw.

MPC VOOR ALLE SEIZOENENZowel in het stookseizoen, het koelseizoen als het tussenseizoen is de meerwaarde van MPC ten opzichte van RBC significant. Figuur 5 (vorige pagina) geeft het temperatuurverloop en het vermogensprofiel van de installatie van een typische werkweek weer in respectievelijk het stook-, koel- en tussenseizoen. Op het niveau van de zone stellen we vast dat beide regelaars in staat zijn de zonetemperatuur in de noord- en zuidzone tijdens de kantoor-uren (aangegeven in het groen) binnen de thermische comfortgrenzen te houden. Op het niveau van de installatie merken we volgende verschillen op: - MPC anticipeert beter op het weekend. De

installatie werkt op vrijdag en zaterdag nau-welijks of niet, en start op zondag tijdig op;

- in het stookseizoen begint de MPC vroeger te verwarmen dan de RBC, waardoor meer gebruik van het nachttarief wordt gemaakt. Bovendien is het hierdoor niet nodig om het backup systeem aan te schakelen. Wat niet te zien is in figuur 5, maar een belangrijke impact heeft op het elektriciteitsverbruik van de WP, is dat een vlak vermogensprofiel aanleiding geeft tot een gemiddeld lagere aanvoertemperatuur naar de BKA. Dit resul-teert bijgevolg in een hogere COP;

- in het koelseizoen kiest de MPC ervoor om de BKA continu te koelen. Het bijhorend koelvermogen is laag en kan quasi volledig met passieve koeling gedekt worden. Dit is

niet het geval met de RBC, die aanleiding geeft tot een aan/uit-werking van de pas-sieve koeling en een groot gebruik van de backup koelmachine;

- in het tussenseizoen is het verschil tussen MPC en RBC nog het meest frapant. Terwijl RBC alterneert tussen verwarmen en koelen, dekt MPC slechts de netto behoefte – in dit geval een beperkte hoeveelheid koeling.

COMMERCIËLE IMPLEMENTATIE

MPC is een standaard regeltechniek in de chemische procesindustrie, waar het ook haar oorsprong kent. Ook in de ruimtevaart, luchtvaart en automobielsector wordt MPC met succes toegepast. Voor de toepassing in de gebouwensector staat MPC echter nog in haar kinderschoenen. Dit is enerzijds te wijten aan de aanwezigheid van moeilijk te voorspellen storingen, zoals zonne-instraling en gebrui-kersgedrag, en anderzijds aan het feit dat voor ieder gebouw een eigen dynamisch gebouw-model moet geïdentificeerd worden. Op dit ogenblik worden verschillende methoden onderzocht die moeten toelaten om op basis van een beperkte meetperiode en een beperkt aantal sensoren een goed regelaarmodel te identificeren [2-6]. Als we hierin slagen, is de weg naar een commerciële implementatie van MPC geopend.

DANKWOORDDe auteurs bedanken het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen

(IWT-Vlaanderen) voor de financiële steun in het kader van de doctoraatsbeurs ‘Modelgebaseerde Predictieve regeling van grondgekoppelde warmtepompsystemen in kantoorgebouwen’ van auteur Clara Verhelst en het EraSME – Geotabs-project (100403).

REFERENTIES1. C. Verhelst, Model predictive control of

ground coupled heat pump systems for office buildings (PhD thesis); KU Leuven; 2012

2. P. Bacher and H. Madsen. Identifying suitable models for the heat dynamics of buildings. Energy and Buildings, 43(7):1511–1522, 2011

3. M. Bianchi. Adaptive Modellbasierte Prädiktive Regelung einer Kleinwärmepumpenanlage. PhD thesis, ETH Zürich, 2006

4. Rabl. Parameter Estimation in Buildings: Methods for Dynamic Analysis of Measured Energy Use. Journal of Solar Energy Engineering, 110(1):15, 1988

5. M. Sourbron, C. Verhelst, L. Helsen. Building models for model predictive control of office buildings with concrete core acti-vation. Journal of Building Performance Simulation, accepted 2012.

6. E. Zacekova, Z. Vana, J. Cigler, J. Hoogmartens, C. Verhelst, M. Sourbron, L. Ferkl and L. Helsen. System identification of controller building models based on real measurements in a Geotabs offce building. 11th Rehva World Congress for Building Technologies - Clima, Prague, 2013

Alles voor een gezond binnenklimaat

Luchtbehandeling KlimaatplafondsLuchtverdeeltechniek

Solid Air levert alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingkasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds. Producten van Solid Air onderscheiden zich door effi ciënt warmte-/koude transport, lagetemperatuur-

verwarming, hogere lekdichtheidsklasses en het gebruik van duurzame materialen.

tel +31 (0)20 696 69 95mail@solid-air.nlwww.solid-air.nl

TM0513_verhelst_2141c.indd 14 4-5-2013 19:39:32

Met Eurovent energieklasse A en een laag geluidsniveau van 46db(A) combineert de AquaStream™ 3G eigenschappen die

energie-effi cient, stille en betrouwbare prestaties, comfort en betrouwbaarheid in een productie proces garanderen.

· Door Trane ontworpen ventilatoren met laag geluid

· Uitermate effi ciënte scroll compressoren en warmtewisselaars

· Toerengeregelde aandrijving

· Adaptive Control™ met een zeer brede toepasbaarheid.

Ondersteund door een uitgebreid Trane service netwerk om levenslange topprestaties te garanderen.

Bel naar +31 35 6039300

Voor meer informatie over de AquaStream™3G bezoek onze website engineer.trane.com.

High Performance Gegarandeerd

AquaStream™ 3G50-460kW luchtgekoelde Chillers en Warmtepompen.

© Trane. Alle rechten voorbehouden. Trane is een onderdeel van Ingersoll rand met merken als Club Car® en Thermo King®. Ingersoll rand is een marktleider op het gebied van de ontwikkeling en handhaving van veilige, comfortabele en energiebesparende omgevingen.* Geluidsniveau op 10 meter.

TRANE_AquaStream Ad-NL_0513.indd 1 3/05/13 14:53TM0513_15_trane.indd 15 4-5-2013 19:09:09