Chemie Magazine - mei 2013

56
Dwarsdenker Jan Rotmans wil snelle transitie Techniekpact moet arbeidsmarkt vlot trekken Dow reinigt bodem met populieren en wilgen ‘DIT IS GEEN NORMALE CRISIS’ VNCI-VOORZITTER WERNER FUHRMANN Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie 05 22 mei 2013

description

Maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie Magazine - mei 2013

Page 1: Chemie Magazine - mei 2013

Dwarsdenker Jan Rotmans wil snelle transitie

Techniekpact moet arbeidsmarkt vlot trekken

Dow reinigt bodem met populieren en wilgen

‘DIT IS GEEN

NORMALE CRISIS’

VNCI-VOORZITTER WERNER FUHRMANN

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 05 • 22 mei 2013

Page 2: Chemie Magazine - mei 2013

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

Loire 150 Postbus 24090 2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 T 070 320 51 86 E [email protected] I www.vapro-college.nl

Uitnodiging: Proefcollege Middelbare Veiligheidskunde (MVK)

12 juni - Bunnik VAPRO nodigt u graag uit voor het proefcollege MVK Indust-rie. Het proefcollege vindt plaats op 12 juni in Bunnik. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. Gedurende het proef-college leggen we het verband tussen uw dagelijkse praktijk en de lesstof uit de opleiding MVK Industrie.

Voor wie? De opleiding MVK Industrie is interessant voor preven-tiemedewerkers en productiemedewerkers die binnen hun or-ganisatie meer willen betekenen op het gebied van veiligheid.

Over de MVK Industrie opleiding Veiligheid is binnen de industrie altijd een veel besproken onderwerp. We zien dat naast het handhaven van veiligheids-regels steeds meer focus komt voor een veiligheidscultuur. Niet langer plichtmatig een certificaat behalen, maar echt op een werkvloer staan waar mensen doordrongen zijn van hun werkomgeving en de risico’s die dit met zich meebrengt. VAPRO heeft vanuit haar kennis van industriële bedrijven en hun medewerkers in samenwerking met Gelling Publishing een MVK-opleiding ontwikkeld die daaraan bijdraagt.

De Middelbare Veiligheidskundige is na het afronden van de opleiding in staat om zowel de harde als de softe kant (gedrag en cultuur) van risicomanagement te beïnvloeden. Deelnemers ontvangen het MVK-diploma of het VAPRO/Gelling MVK-certificaat. De opleiding heeft een SKO-Hobeon accreditatie waardoor deelnemers industrie breed worden erkend als veiligheidskundige.

Geïnteresseerd? U kunt kosteloos deelnemen door u in te schrijven via vapro-college.nl/mvk. Voor meer informatie kunt u mailen naar [email protected] of bel met070 3378 301.

Page 3: Chemie Magazine - mei 2013

INHOUD

mei 2013 Chemie Magazine 3

De wereld verandert snel en Europa speelt onvoldoende op die verande-ringen in, zo stelt VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. Vier belangrijke ontwikkelingen zetten de mondiale verhoudingen op zijn kop en de gevol-gen daarvan worden volgens hem onderschat. “We leven ten onrechte in de illusie dat dingen blijven voortbestaan, maar dit is geen normale crisis.”18

Op 13 mei werd het Techniekpact ondertekend door kabinet, onderwijs en werkgevers- en werk-nemersorganisaties. “Het is een doe-pact waarin partijen tot concrete afspraken zijn gekomen om de initiatieven die er al zijn, zoals in de Human Capital Agenda’s van de topsectoren, te versnel-len en uit te rollen”, zegt trekker Paul de Krom.

05 | 22 mei | 2013

TECHNIEKPACT MOET GAT TUSSEN VRAAG EN AANBOD TECHNISCH OPGELEIDEN DICHTEN

‘EUROPA REAGEERT TE TRAAG’

22

Page 4: Chemie Magazine - mei 2013
Page 5: Chemie Magazine - mei 2013

INHOUD

G7BRICK

mei 2013 Chemie Magazine 5

Wat zijn de meest kansrijke groene bouwstenen voor de chemie?

Hoe staat het met investeringen, publicaties en patenten van de BRICK-landen?

Dow gaat dioxaanveront-reiniging in Terneuzen te lijf met bomen

36

48

30

42Dwarsdenker Jan Rotmans is op zoek naar een kantelaar in elke sector

7

7

91113 17

18

22

26

28

30

34

36

40

42

46

48

5353545454

05 | 22 mei | 2013

Voorwoord Redenen om Topsector Chemiebeurs te omarmen Agenda

NIEUWS Veiligheid Economie Actueel Twitter

ACHTERGROND VNCI Interview met VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann Arbeidsmarkt Techniekpact wil goed werkende arbeidsmarkt in 2020 Plantmanager of the Year Vanaf 27 mei kan er online gestemd worden Uitgelicht Akzo Nobel heeft het Rijksmuseum in de verf gezet Milieu Bodemsanering met bomen bij Dow Terneuzen MilieuHelpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit Biobased Meest kansrijke biobased platformchemicaliën Wetenswaardig 400.000 ton minder CO2 dankzij stoomnetwerk Hoogleraar Jan Rotmans wil snelle transitie naar duurzame economie Starter MOCS verbindt composietdelen zonder lijm Economie Halen de BRICK-landen ons in?

Column Bedrijven Mensen Volgende maand Colofon

Page 6: Chemie Magazine - mei 2013

KAN UW REPUTATIE ONZE VERANTWOORDELIJKHEID WORDEN?

Veiligheid - Kwaliteit - Milieu

Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden.

Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft.

Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:

WWW.VINCOTTE.NL

YOUR REPUTATION IS MINE.

Page 7: Chemie Magazine - mei 2013

AGENDA

Voorwoord

e snelheid waarmee technologische veranderingen plaatsvin-den is de laatste decennia, en zelfs de laatste jaren, enorm toegenomen. Om bij te blijven is voortdurende (bij)scholing nodig. Leren is daardoor een steeds belangrijker onderdeel van ons werkzame leven geworden. En konden mensen van

boven de vijftig in het verleden nog wel eens denken dat het ‘hun tijd nog wel zou duren’, met de verhoging van de pensioenleeftijd is dat geen optie meer. Ook zij moeten aan de bak.Bij het leren op jongere leeftijd zie ik ook een belangrijke verandering. Ook daar dringt het leren verder door in de bedrijfsomgeving. Het Tech-niekpact (zie pagina 22 van deze Chemie Magazine) refl ecteert die ont-wikkeling. Natuurlijk zijn bedrijven in onze sector al langer gewend om hun procesoperators langdurige stages en opleidingen te bieden als voorbereiding op hun specifi eke taken in het bedrijf. Maar nu zien we op het niveau van hbo- en wo-opleidingen ook een verdere toenadering tus-sen bedrijfsleven en studenten, die al begint in het voortgezet onderwijs, met programma’s zoals Jet-net (het Jongeren en Technologie Netwerk Nederland, een samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en overheid).De Topsector Chemiebeurs is ook een voorbeeld van zo’n toenadering. Critici stellen mij wel eens de vraag of dit instrument wel past in de Nederlandse context. Juist vanwege bovenstaande ontwikkelingen denk ik van wel. Bedrijven hebben behoefte aan talent. Door het sponsoren van een beurs veroveren ze een eersterangs positie in de contacten met de beste studenten, hun docenten en de onderzoekprogramma’s. Studenten op hun beurt leren al tijdens hun studie de bedrijfsomgeving kennen en kunnen daardoor veel gerichter loopbaankeuzes maken. En dankzij de stages en de contacten van docenten met het bedrijfsleven kunnen onderwijsprogramma’s zich sneller aanpassen aan de ontwikkelingen in de technologie en in de markt. Daarnaast lijkt het sociaal leenstelsel een extra stimulans voor studenten te worden om een dergelijke bètabeurs te veroveren en hun talenten specifi ek in de richting van de techniek en de chemie te ontwikkelen. Daarmee maakt hun leerproces een goede start, waar zij de rest van hun werkzame leven baat bij zullen hebben. Redenen genoeg om de Topsector Chemiebeurs te omarmen.

D30 meiBCF Career EventRAI, Amsterdam

VNCI JaarvergaderingNieuwe Kerk, Den Haag

6 juniDeltavisie 2013RDM Campus, Rotterdam

VNCI28 meiWG ProcesveiligheidLyondell, Rotterdam Botlek

29 meiBG OnderwijsVNCI, Den Haag

30 meiWG MilieuzorgVNO-NCW, Den Haag

4 juniWG ArbeidshygiëneTeleconferentie

BG Innovatie Novotel, Breda

5 juniWG ArbeidsveiligheidDow/Styron, Terneuzen

WG SecurityVNCI, Den Haag

6 juniBG Energie en KlimaatExxonMobil Chemical Holland, Breda

WG Logistieke VeiligheidVNCI, Den Haag

11 juniVNCI Advocacy TeamVNCI, Den Haag

12 juniBG Veiligheid, Gezondheid en MilieuVNCI, Den Haag

17 juniSusChem NLVNCI, Den Haag

Meer agenda: www.vnci.nl/actualiteit/evenementen-kalender.aspx

VNCI-directeur Colette Alma

LEREN

mei 2013 Chemie Magazine 7

Page 8: Chemie Magazine - mei 2013

Clear insight

www.ApplusRTD.com

Applus RTD Nederland Delftweg 144 3046 NC Rotterdam T+ 31 10 716 60 00

Postbus 10065 3004 AB Rotterdam E [email protected]

Applus RTD is de wereldwijde referentie voor Asset Integrity Services, met een solide basis in Niet-Destructief Onderzoek en Inspecties. Onze focus ligt op het leveren van totaal oplossingen op het gebied van testen, inspecteren en certificeren, die u inzicht geven in de integriteit van uw installaties. Dit doen we al sinds 1937. Onze Asset Integrity Services, standaard en op maat gemaakt, verzekeren de integriteit en conformiteit van uw installaties en verlagen daarmee uw total cost of ownership. Meer informatie ?

Page 9: Chemie Magazine - mei 2013

Veiligheid

OPLEIDINGEN VGM-BEHEERSSYSTEMEN VOOR OPERATIONEEL MANAGERS

CURSUS ‘COÖRDINEREN BRZO’ Voor personen die binnen BRZO- en Arie-bedrijven betrokken zijn bij de coördinatie van wet- en regelge-ving op het gebied van externe veiligheid en arbeids-veiligheid in relatie tot zware ongevallen, wordt via PHOV en Chorda al twee jaar de cursus ‘Coördineren BRZO’ aangeboden. De VNCI beveelt ook deze cursus aan voor alle BRZO-bedrijven. De volgende sessie vindt plaats op 11, 24 en 25 september. Meer informatie: www.phov.nl

Plantmanagers en VGM-managers kunnen hun inhoudelijke kennis op het gebied van ontwikkelen, uitvoeren en bewaken van VGM-beleid bijspijkeren tijdens de ‘Basiscursus VGM-beheerssysteem’ en de ‘Cursus Managen VGM’. De cursussen zijn in overleg met de VNCI ontwikkeld door het samenwerkings-verband van Chorda en PHOV.

 De VNCI ondersteunt het actieplan Veiligheid Voorop. Een van de kernelementen daarvan is ‘Excellente implementatie van het veiligheidsbe-

heerssysteem’, met de hoofdpunten: continue verbete-ring van de kwaliteit van het systeem en de uitvoering daarvan; meten van de veiligheidsprestaties; verster-ken van competenties. Via actiepunt 6 promoot de VNCI het versterken van de competenties van het personeel, en daartoe behoren natuurlijk ook de operationeel managers (plant- en VGM-managers). Zij zijn eindver-antwoordelijk voor de implementatie van alle maatre-gelen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu (VGM). Om op de juiste wijze hun taak te kunnen vervullen die-nen plant- en VGM-managers van deze maatregelen op de hoogte te zijn en te weten hoe ze geborgd moeten worden, zodat ze een samenhangend geheel (een beheerssysteem) vormen. Het ontwikkelen, uitvoeren en bewaken van het VGM-beleid vraagt van de mana-gers een goede inhoudelijke kennis op dit gebied. Daar-naast dienen zij op de hoogte te zijn van de relevante, vaak complexe, wet- en regelgeving en de consequen-ties die deze heeft voor het VGM-beleid. Uit hoofde van hun functie zijn zij contactpersoon voor de gedegen opgeleide inspecteurs van overheden. Om een gelijk-waardige partner te zijn, dient hun kennis minimaal van hetzelfde niveau te zijn als die van de inspecteurs.

Nieuwe cursussenTwee nieuwe cursussen helpen daarbij. Plant- en VGM-managers kunnen hun kennis bijspijkeren en verdiepen via de tweedaagse ‘Basiscursus VGM-beheerssy-steem’, bedoeld voor operationeel managers van pro-ductie-units die vallen onder de BRZO- en Arie-regel-

geving en voor VGM-managers en overige VGM-medewerkers. De driedaagse ‘Cursus Managen VGM’ is bedoeld voor VGM-managers of -coördinatoren en overige VGM-medewerkers die in de praktijk invulling geven aan de voorbereiding en uitvoering van het VGM-beleid aan de hand van het VGM-beheerssysteem. De cursussen behandelen onder andere legal compliance (arbeidsveiligheid, industriële/externe veiligheid en milieu), managementsystemen, risicoanalyse, risicobe-heersing, incidentenanalyse en communicatie. De oplei-dingen zijn ontwikkeld door Chorda en PHOV (Stichting post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde). Dit samenwer-kingsverband is in opdracht van het ministerie van SZW belast met de uitvoering van de activiteiten van de Acade-mie LAT RB. Via deze academie worden onder andere BRZO-inspecteurs opgeleid.

DataBij voldoende aanmeldingen starten de cursussen dit najaar (in de omgeving van Utrecht).Basiscursus: Dinsdag 29 oktober en woensdag 30 oktoberVervolgcursus: Donderdag 14, 21 en 28 november

Geïnteresseerden kunnen zich melden bij Macco Korteweg Maris van de VNCI: [email protected], 070 337 87 48. Of direct contact opnemen met Chorda (www.chorda.nl) of PHOV (www.phov.nl).

mei 2013 Chemie Magazine 9

Page 10: Chemie Magazine - mei 2013

Bereken nu zelf úw besparing opwww.idsnl.com/besparing

Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

Middelbare Veiligheidskunde en Middelbare ArbeidshygiëneDit kan nu bij PHOV!

Stichting PHOV geeft al ruim 20 jaar de opleiding HVK en heeft hiermee een stempel gedrukt op het vakgebied Veiligheidskunde. Nu gaan we verder en delen onze kennis ook op MVK- en MAH-gebied.

Kies voor PHOV, dan kies je voor• avondopleiding, dus geen verlies van werktijd• boeiende combinatie van theorie en praktijk• specialisatie Middelbare Arbeidshygiëne voor MVK’ers

De opleiding start op 23 september 2013 in Utrecht.De lestijden zijn van 18.00 - 21.15 uur.

Meer weten?Bel ons gerust op 030 231 82 12 of check onze website www.phov.nl

Page 11: Chemie Magazine - mei 2013

Economie

2013 wordt een moeilijk jaar voor de chemische industrie in Neder-land. Dat stelt het economisch bureau van de ING in zijn recente Sectorvisie Chemie. Zo voorspel-len de economen dat de productie in 2013 met 3 procent zal krim-pen. Bovendien is er nog geen redding nabij. Wel is het bureau iets positiever over de middel-lange termijn. Het rapport weer-legt ook de aanname dat de fijn-chemie de basischemie vervangt.

Het goede nieuws is dat de chemische industrie in Nederland de productie in

2012 met 5 procent zag toenemen, terwijl de Europese chemie juist 2 procent minder productie uit de pijpen zag stromen. Vanwege de krimpende Europese vraag zal de Nederlandse productie in 2013 niettemin met 3 procent afnemen, terwijl de productie in 2014 hooguit stabiel zal blijven. Bovendien zijn er nog de nodige zwaarden van Damocles, zoals de schaliegasre-volutie in de VS (wat de concurren-tiepositie van de Europese chemie verzwakt), de kosten van Reach (vooral voor het mkb), en de inves-teringsgroei in China (hoewel dit volgens de ING niet zorgt voor pro-ductieverplaatsing vanuit Europa). Ook over het lage investeringspeil, zowel in fabrieken als in onder-zoek, zijn de economen negatief.

SchaliegasIn de wat verdere toekomst zijn er wel wat lichtpunten te zien. De Aziatische economieën blijven groeien, waardoor de vraag naar chemicaliën blijft toenemen, en ook de VS krabbelt in 2014 weer op, wat goed is voor de export. Europa is daarbij het traagste jongetje van de klas, aangezien het de komende jaren gemiddeld genomen niet of nauwelijks economische groei laat zien. Verder verwacht de ING dat de VS schaliegas gaat exporteren, dat de olieprijs laag blijft, en dat Europa haar eigen schaliegas omhoog gaat pompen. Ook is de Sectorvisie Chemie enthousiast over de chemieclusters in Europa die de concurrentiepositie verbeteren, waar vooral Nederland sterk in is.

Maar de ING blijft somber: “Het voorgaande laat onverlet (vooral vanwege de zwakke Europese vraag) dat de Europese chemie moeilijke jaren tegemoet gaat met lage marges, zeer beperkte omzet-groei en herstructurering. Klei-nere, niet-geclusterde fabrieken met relatief hoge aan- en afvoer-kosten van materialen zijn hierbij het meest kwetsbaar.”

BasischemieEen opmerkelijke observatie in het ING-rapport is dat de basischemie, zoals petrochemie, kunstmeststof-fen en polymeren, nog steeds de kurk is waar de Nederlandse che-mie op drijft, goed voor ruim 80 procent van de totale productie-waarde. Dit percentage is de afge-lopen tien jaar eerder gestegen dan gedaald. Vooral de sterke clus-ters in Rotterdam en Limburg heb-ben ervoor gezorgd dat de basis-chemie de afgelopen tien jaar ook qua productievolume met 40 pro-cent gegroeid is. De productie van fijnchemie, zoals landbouwchemi-caliën, verf, cosmetica en harsen, is ondertussen juist gedaald met 6 procent. De veelgehoorde claim dat Nederland overstapt van basis- naar fijnchemie wordt door de cij-fers van de ING, dat zich baseert op het CBS, dus weersproken. p

-1.8%

5.4%

-3.0%

0.0% 0.8%

50

52

54

56

58

60

-4%

-2%

0%

2%

4%

6%

2011 2012 2013* 2014* 2015*

Volumegroei Waarde (€mld)

BRON: CBS, ING ECONOMISCH BUREAU

(VErWacHtE) proDuctIE-oNtWIkkElING NEDErlaNDsE cHEmIE 2011-2015

ING: NederlaNdse chemIe wacht zware tIjdeN

fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

mei 2013 Chemie Magazine 11

Page 12: Chemie Magazine - mei 2013

Niet voldoeN aaN ReaCH bReNgt uw bedRijfsCoNtiNuïteit iN gevaaR!Bent u Bereid dat risico te nemen?Bij het werken met chemische stoffen moet u al aan veel regels voldoen. de gevolgen van reacH worden steeds duidelijker nu ook de gebruikers de effecten zien en merken. inspecties door de overheid kunnen leiden tot boetes, vertraging bij import, zelfs stopzetten van activiteiten… daarom:

Hou de controle over uw bedrijf!

tno triskelion kan er samen met u voor zorgen dat u aan alle verplichtingen voldoet. Wat wij aanbieden is o.a.:-- inspectie van uw reacH implementatiesysteem-- Hulp bij voldoen aan maatregelen uit veiligheidsbladen-- evalueren van risico’s met nano-deeltjes-- risico’s van humane- en milieublootstelling in kaart brengen-- opstellen van veiligheidsbladen en exposure scenario’s-- assisteren in reacH autorisatie/sVHc processen-- nieuwe stoffen registraties en/of dossier updates

Voor meer informatie zie onze websitewww.triskelion.nl/chemistry of neem contact met ons op.tel: 088 866 1620 / e-mail: [email protected]

Label ProductsPRODUCENT VAN ETIKETTEN

Label Products nv - Vichtseweg 176a, 8790 Waregem - België - T. +32 56 77 22 40 - F. +32 56 77 22 44

Uw specialist in gevaarsetiketten, behandelingsetiketten, UN labels en GHS symbolen

BESTEL NU ONLINE:

www.gevaarsetiketten.be

Page 13: Chemie Magazine - mei 2013

Actueel

fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

Girlsday 2013 met een koninklijk tintjeOp 25 april kregen ruim 8200 meisjes van 234 scholen de kans om een breder en beter beeld te krijgen van bèta, techniek en ICT. Het officiële startsein van Girls-day 2013 werd gegeven door (toen nog) prinses Máxima in de bassinruimte van TNO Den Haag. De aanwezige meisjes kregen er een presentatie over sonaron-derzoek en de invloed van onderwater-geluid op zeezoogdieren.

De kick-off in Den Haag was een van de vele activiteiten die plaatsvonden door heel Nederland. Bij verschil-

lende organisaties en bedrijven maakten meisjes kennis met vrouwen met een bèta-beroep, kregen zij presentaties en rondlei-dingen en mochten ze zelf aan de slag tij-dens verschillende doe-activiteiten. Zo waren meisjes bij Bouwfonds Ontwikkeling voor een dag projectontwikkelaar, maak-ten ze bij het Nederlands Architectuurin-stituut maquettes, deden ze verschillende proefjes bij waterschappen en maakten ze afdrukken van hun eigen gebit bij een tand-technisch laboratorium. Op de Faculteit Natuurkunde, Wiskunde & Informatica (FNWI) van de UvA werden haaien ontleed. GirlsDay is een initiatief van VHTO, het expertisebureau op het gebied van meisjes en vrouwen in bèta, techniek en ICT. Deel-nemende chemiebedrijven waren dit jaar onder meer Akzo Nobel, Croda, Shell, Dow Benelux, Eastman Chemical Middelburg, Exxon Mobil, Huntsman en Teijin Aramid. p

TopsecTor chemie sTarT valorisaTieneTwerk en openT mkb-lokeT Ondernemers kunnen met hun vragen over innovatie van processen, slimme materialen, biobased economy en nieuwe chemische innovaties terecht bij het mkb-loket van het valorisatienetwerk Top Chemie Delta. Het loket wordt bemand door een team van experts uit de vier Topcon-sortia Kennis en Innovatie (TKI’s) van de Topsector Chemie en het ‘Mkb chemie team’ van Syntens.

Het valorisatienetwerk helpt ondernemers met innovatie, brengt ze in contact met mogelijke partners, en is goed bekend met de markt. Het team van het valorisatienetwerk bestaat uit experts op het

gebied van polymeren (kunststoffen), processen, nieuwe chemische inno-vaties en bio-gebaseerde materialen, en deskundigen op het terrein van financiële regelingen en marketing.“Met de start van het valorisatienetwerk Top Chemie Delta is een belang-rijke mijlpaal bereikt voor de Topsector Chemie”, zegt Bert Jan Lom-merts, mkb-lid van het Topteam Chemie. “Via dit netwerk kunnen onder-nemers en onderzoekers betere aansluiting vinden bij de Topsector, waardoor zij hun innovatie beter kunnen realiseren. Hiermee wordt ondernemerschap in de chemie flink gestimuleerd.” p

Meer informatie: www.topchemie.nl

fo

to: A

NP

mei 2013 Chemie Magazine 13

fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

Prinses Maxima bij TNO in Den Haag.

Page 14: Chemie Magazine - mei 2013

“ Is your plant ready for the future? “

Please visit us at www.yokogawa.com/eu

Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.

U heeft met spoed random packing nodig?

e [email protected]

MADE IN HOLLAND

Zie hoe onze machines dat mogelijk maken..

Ga naar: www.mte-bv.com/

mte-university

Page 15: Chemie Magazine - mei 2013

Actueel

FO

TO: S

HU

TTE

RS

TOC

K

RICHTLIJN VOOR WERKEN OP HOOGTE IN LOGISTIEKE KETEN Cefi c heeft in samenwerking met de ver-voerders (European Chemical Transport Association, ETCA) en de handelaren in chemische producten (European Associ-ation of Chemical Distributors, FECC) de Best Practice Guidelines for Safe Working at Height in the Chemical Logistics Chain uitgebracht. Het document geeft richtlij-nen voor veilig werken op hoogte in de logistieke keten. Dit om valgevaar van vrachtauto’s, met name tankauto’s, te voorkomen.

 ‘Vooral bij de wat kleinere bedrijven die maar af en toe een vrachtwagen of tankauto ontvangen vindt nog wel

eens een gevaarlijke situatie plaats”, zegt Macco Korteweg Maris, beleidsmedewer-ker (transport)veiligheid bij de VNCI. “Daarbij voert de chauffeur werkzaamhe-den uit die hij eigenlijk niet zou moeten doen, zoals het nemen van monsters boven op de tankwagen.” Deze richtlijn geeft, in samenhang met de Guidelines on safe loading and unloading of freight vehicles, ook aan wie waarvoor verantwoordelijk is bij het vervoer van onder andere gevaar-lijke stoffen.

De richtlijn toont aan de hand van een aan-tal best practices bovendien wat de meest veilige werkwijze is als er op hoogte gewerkt moet worden. De VNCI, die bij het opstellen betrokken is geweest, raadt ver-voerders en ontvangers aan om de richtlijn te gebruiken. Dit betekent dat sommige verladers en ontvangers van chemische producten hun werkwijze zullen moeten aanpassen, door bijvoorbeeld speciale trappen of een veiligheidsharnas aan te schaffen en te gebruiken. De richtlijn bevat ook een risicobeoorde-ling van de diverse best practices. Aan de hand hiervan kunnen vervoerder en ont-vanger een duidelijke risico-inschatting maken en gezamenlijk bepalen wat de beste werkwijze is voor een optimale veiligheid. p

Meer informatie: www.cefi c.org

Op 5 oktober vindt de nieuwe editie van de landelijke Dag van de Chemie plaats. Tientallen bedrijven hebben zich al aange-meld, maar hoe meer, hoe beter! De VNCI roept daarom alle che-miebedrijven op om mee te doen.

 Door op 5 oktober de deuren te openen voor het grote publiek kunnen bedrijven

laten zien wat chemie is, een steentje bijdragen aan een beter imago van de sector, en de ban-den met omwonenden en geïnte-resseerden aanhalen. Dit jaar staat de Dag van de Chemie in het teken van veiligheid, zodat bedrij-ven duidelijk kunnen maken wat zij op dit vlak allemaal doen. Behalve chemiebedrijven kunnen aan de Dag van de Chemie ook organisaties deelnemen die veel te maken hebben met chemie, zoals onderwijsinstellingen, zie-kenhuizen, bloedbanken, labora-toria, waterschappen en trans-portbedrijven. Zo wordt duidelijk welke belangrijke plek de chemie in de Nederlandse maatschappij inneemt.

Alle informatie over de dag is te vinden op de speciale website hiervoor: www.dagvandechmie.nl Hier leest u onder meer op welke manieren de VNCI u ondersteunt bij de organisatie en promotie van de open dag. Tijdens de vorige editie bezochten 58.000 personen een van de zeventig deelnemende bedrijven en instanties. p

De Raadsgroep Signalering heeft aan staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu het advies ‘Omgaan met Omgevingsrisico’s en Onze-kerheden - hoe doen we dat samen?’ aangeboden. Het advies bevat vier bij-dragen van de Raadsgroep en impressies van twee bijeenkomsten die zijn gehou-den met bedrijven, onderzoekers, ngo’s, instellingen en burgers. De opbrengst van de bijeenkomsten en de bijdragen van de Raadsgroep zijn van belang voor de verdere ontwikkeling van de visie van de overheid op het omgaan met risico’s.

De tijdelijke Raadsgroep Signalering is in 2011 in opdracht van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu ingesteld om een visie te ontwikkelen voor de overheid om op integere wijze te kunnen omgaan

met onzekere risico’s, in het bijzonder gezondheidsrisico’s die in de leefomgeving kunnen ontstaan. De overheid heeft een verantwoordelijkheid ten aanzien van het reguleren van (bekende) risico’s en de sig-nalering van nog onbekende (onzekere) risico’s. De Raadsgroep stond onder voor-zitterschap van dr. Alex F.M. Brenninkme-ijer (Nationale Ombudsman) en bestond verder uit prof. dr. Beatrice de Graaf (hoog-leraar confl ict en veiligheid in historisch perspectief aan de Universiteit Leiden), prof. dr. Sabine Roeser (hoogleraar fi loso-fi e aan de TU Delft en Universiteit Twente) en prof. dr. Wim F. Passchier (emeritus hoogleraar risico-analyse, Maastricht University). p

De bundel wordt uitgegeven door Bureau KLB: www.bureauklb.nl

ADVIES ‘OMGAAN MET OMGEVINGSRISICO’S EN ONZEKERHEDEN’

DOET UW BEDRIJF AL MEE AAN DE DAG VAN DE CHEMIE?

mei 2013 Chemie Magazine 15

met onzekere risico’s, in het bijzonder

EssaybundelDr. A. F. M. BrenninkmeijerProf. dr. B. de GraafProf. dr. S. RoeserEm. prof. dr. W. F. Passchier

Accepteren van onzekerheden is toch logisch

Risico’s: wiskunde of waarnemingVertrouwenAlles is veilig

De meerderheid beslist (tenzij...)

Safe until proven harmful Zelfgekozen of opgelegd

Negatieve imago’s door slechte informatievoorzieningen

Sociale media Een betrouwbare overheid

Onzekerheid, vooroordelen , ethiekVoorzorg, historisch besef

Emotioneel, subjectief en irrationeel

Omgaan met omgevingsrisico’s en onzekerheden.Hoe doen we dat samen?

Page 16: Chemie Magazine - mei 2013

Passie voor douanezakenBij KGH Customs Services en Douaneopleidingen,bouwen wij bruggen tussen uw bedrijf en de bestaande regelgeving in de internationale handel. We hebben een passie voor douanezaken en kijken er naar uit u van dienst te zijn om een een nog betere afhandeling van uw douaneprocessen te garanderen. Onze focus is om u van A tot Z te begeleiden.

Uniek product portfolioWij bieden gestandaardiseerde en op maat gemaakte oplossingen voor al uw douaneprocessen met als doel optimale besparingen binnen uw organisatie te realiseren.

DouanecompetentieWe hebben meer dan 50 jaar ervaring op het gebied van douanezaken. Vandaag hebben we meer dan 600 medewerkers in heel Europa, die zijn toegewijd en klaar staan om u te ondersteunen.

Geografische dekking Wij zijn gevestigd in 7 Europese landen met een uitgebreid netwerk en breiden nog steeds uit, niet alleen binnen maar ook buiten Europa. Voor meer informatie: [email protected]

Voor de nieuwe start van onze cursussen zie: www.kghdouaneopleidingen.nl

YOUR INDEPENDENT PARTNERFOR CUSTOMS COMPLIANCE

AUSTRIA BELGIUM DENMARK GERMANY NETHERLANDS NORWAY SWEDEN www.kghcustoms.nl

Chemie Magazine is nu ook (gratis) beschikbaar voor bezitters van een iPad, Galaxy Tab of een ander tablet (met Android 3.2 of hoger). Via een gratis abonnement ontvangt u automatisch iedere maand Chemie Magazine op uw tablet. U ontvangt een e-mail wanneer dit het geval is.

ZO SLUIT U EEN GRATIS ABONNEMENT AF:

• Maak een account aan via www.magzine.nu• Ga naar www.magzine.nu/magazine/Chemiemagazine, klik op

Abonnementen en vervolgens op Nu kopen• In de winkelwagen klikt u vervolgens op Afrekenen en Verder• Pak uw tablet en download via www.magzine.nu de gratis

MagZine-app • In de MagZine-app logt u in met het zojuist aangemaakte

account• Klik op Download Magazines en lees de laatste Chemie

Magazine via de knop Mijn Magazines

VRAGEN OF OPMERKINGEN?Neem contact op met Igor Znidarsic, hoofdredacteur van Chemie Magazine, [email protected]

CHEMIE MAGAZINE NU OOK OP IPAD EN ANDERE TABLETS

Page 17: Chemie Magazine - mei 2013

twitter

Actueel

Chemiewijs@chemiewijsOngelooflijk. Engelse winkelke-ten Tesco vindt chemiedozen

vooral iets voor jongens. Ondanks pro-testen. http://dlvr.it/3KkZLF

Marilein Harpe@MarileinHarpeIs het ooit alleens zo spannend geweest bij de publieksstem-

ming voor de Responsible Care prijs op http://vnci.nl/rc-prijs ?

Petrochem@_Petrochem_Wordt het weer een Nederlan-der? Shell-topman Voser stopt

begin 2014 www.petrochem.nl/shell-topman-voser-stopt-in-2014.

Niels Schenk@niels_schenkJuist! “Die schaliegasbel houdt alleen maar tegen wat noodza-

kelijk is: volledig inzetten op duurzaam” p55 http://ow.ly/kDGDP

Quest@QuestredactieToe aan een uitdaging? Leer dan eens de taal der scheikun-

digen spreken. Dat kan al in tien minu-ten. http://bit.ly/12v7id4

Roy Johannink@hemmelhoes“Als je veiligheid wil verhogen moet je onder ogen zien wat

fout kan gaan. ‘t zwartste scenario schetsen” #BenAle http://bit.ly/1236Rtf

BCF Jobs@BCFJobs In contact komen met chemie-bedrijven zoals Dow en BASF?

BCF Career Event presenteert een spe-ciaal chemie programma! http://www.bcfevent.nl

Frank Beckx@FrankBeckxNa essenscia waarschuwt ook topman @Bayer4Materials voor

verlies aan competitiviteit van Euro-pese #chemie door goedkoop #scha-liegas in VS Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de wekelijkse gratis

Chemie nieuwsbrief (meld je aan via de site).

VEMW VErhEugd oVEr signaal aMErikaansE Export Van schaliEgas

De Amerikaanse president Obama maakt zich sterk voor de bouw van LNG-installaties om in de VS gewonnen schaliegas te exporteren. Dit signaal gaf hij af tijdens een bezoek aan Midden-Amerika. VeMw, de belangenvereniging voor zakelijke energie- en watergebruikers, is hier vanuit het oogpunt van vrijhandelsverkeer verheugd over. Het biedt perspectief om de export van gas te betrekken bij de onderhan-delingen over vrijhandel tussen europa en de VS.

Obama wil een aantal Midden-Amerikaanse landen aan goedkope energie helpen. Met de honorering van (tientallen) vergunningsaan-vragen voor installaties die aardgas vloeibaar maken, komt de

export van goedkoop schaliegas in beeld. Tot op heden waren er in de VS sterke geluiden om de export van (schalie)gas tegen te gaan om de con-currentiepositie van de binnenlandse industrie te behouden. “Gas is een geopolitiek instrument geworden, maar opvallend genoeg met een ver-schillende inzet van de wereldmachten”, zegt directeur Hans Grünfeld van VEMW. “Waar Rusland de export van gas maximaliseert en probeert daarmee naast inkomsten aan politieke invloed te winnen, leek de VS de export te beperken om de eigen economie te bevoordelen. Het is interes-sant te zien dat die strategie mogelijk losgelaten gaat worden, waardoor de gasprijzen in de verschillende continenten naar elkaar toe kunnen groeien. De landen waarnaar Obama gas wil exporteren zijn landen waar-mee de Amerikanen geen vrijhandelsdeal hebben. Wij roepen de Euro-pese leiders opnieuw op om met de Amerikanen te onderhandelen over de vrijhandel tussen beide continenten.”Het is volgens Grünfeld goed dat de Europese Commissie ook de moge-lijkheden onderzoekt voor een reguleringskader voor schaliegaswinning binnen de EU. “De winning van schaliegas in de Verenigde Staten is een game changer. Dat is een ontwikkeling die we niet kunnen negeren, omdat die ook implicaties heeft voor de concurrentiepositie van de Europese industrie en de brandstofmix van onze elektriciteitsproductie. Mogelijk zijn er ook gevolgen voor de strategische positie van Nederland en de veiligheid van onze energievoorziening. Daarom moet de discussie over schaliegas gevoerd worden en is een debat op grond van argumenten van belang. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa, omdat er sprake is van een Europese gasmarkt.” p

fo

to: a

np

mei 2013 Chemie Magazine 17

Page 18: Chemie Magazine - mei 2013

FO

TO’S

: CA

SP

ER

RIL

A

De wereld verandert snel en Europa speelt onvoldoende op die veranderingen in.

Waarschuwende woorden van VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann aan de vooravond van de VNCI-jaarvergadering. Vier belangrijke ontwikkelingen zetten de mondiale verhoudingen op zijn kop en de

gevolgen daarvan worden onderschat, vindt de AkzoNobel-bestuurder. “We leven ten onrechte in de

illusie dat dingen blijven voortbestaan, maar dit is geen normale crisis, waar we even doorheen moeten

voordat het leven weer wordt zoals het was.”Tekst: Jos de Gruiter

 Zeg ‘schaliegas’ en de kwalifi catie game changer zal zich snel aandienen. De exploratie van scha-liegasvelden in de Ver-enigde Staten heeft een

schrikeffect tot gevolg gehad, vooral op het ‘oude’ continent. De kosten van energie zijn in de VS dermate gekelderd, dat andere delen in de wereld per defi nitie op achterstand zijn gezet. Dat heeft gevolgen voor de concurrentiepositie van bedrijven in Europa en voor het investerings-klimaat in EU-lidstaten. Maar er is meer aan de hand. Schaliegas is niet de enige game changer, waarschuwt VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann. Hij ziet vier ontwikkelingen die de chemie uitdagen: “Naast schaliegas zijn dat de opkomst van China, de keuze van landen in het Midden-Oosten om downstream te gaan en de mondialisering van innovatie. Die vier hebben afzonderlijk, maar zeker in samenhang met elkaar, grote

Dit is geen normale crisis, waarschuwt Werner Fuhrmann

‘eUrOPa reageerT Te Traag’

18 Chemie Magazine mei 2013

Page 19: Chemie Magazine - mei 2013

e

interview

gevolgen voor de verhoudingen in de wereld. Het vervelende is dat die ontwikkelingen Amerika, China en het Midden-Oosten in de kaart spe-len en Europa op achterstand zet-ten. Die dynamiek wordt onder-schat. Het is niet voor niets dat bedrijven al sinds een jaar of vijf kiezen voor de VS of voor China als het gaat om grote nieuwe investe-ringen, en niet voor Europa.”

Geen inhaalgroeiEind april werd tijdens de voorjaars-vergadering van het IMF in Washing-ton in bezorgde termen gesproken over de economische ontwikkelin-gen in Europa. De groei op het oude continent blijft achter op die van de VS, laat staan op de opkomende economieën van China, India en Brazilië. De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble waar-schuwde dat de economische groei in Europa de komende jaren niet boven de 1 tot 1,5 procent zal komen.

Eurogroep-voorzitter Jeroen Dijs-selbloem ging verder. “Er zijn men-sen die nog altijd denken dat we te kampen hebben met een tijdelijke dip in de economie”, zei hij. “Dat we dat over enige tijd wel weer goed-maken door inhaalgroei. Maar zo is het niet. We zullen de tijden van een groei van 3 procent voorlopig niet terugkrijgen.”“Ik ben een optimist”, reageert Fuhrmann op die uitspraken, “maar op het verhaal van Schäuble en Dijs-selbloem is niets af te dingen. In 2000 spraken onze regeringsleiders in Lissabon de ambitie uit om van de EU in tien jaar de meest concurre-rende en dynamische kennisecono-mie van de wereld te maken, met een jaarlijkse groei van 3 procent. Van die Lissabon-agenda is niets terechtgekomen. Sterker: we wor-den ingehaald door andere econo-mieën in de wereld en dat is zorg-wekkend. We zien daardoor minder investeringen, minder groei en min-

der banen. Europa moet wakker worden geschud. We leven ten onrechte in de illusie dat dingen blijven voortbestaan, maar dit is geen normale crisis, waar we even doorheen moeten voordat het leven weer wordt zoals het was.”

OnafhankelijkOp het mondiale veld zijn de spelre-gels veranderd, waarschuwt Fuhr-mann, lid van het Executive Com-mittee van AkzoNobel, verant- woordelijk voor de chemicals-poot en supply chain/sourcing van het bedrijf. “Iedereen heeft het daarbij over schaliegas. Terecht: de snelle ontwikkeling ervan heeft tot een opleving in de VS geleid. Tot een paar jaar geleden had schaliegas geen economische betekenis. Daarna ging het snel. President Bush wilde het land onafhankelijk maken van energie uit het Midden-Oosten en de technische mogelijk-heden van winning verbeterden. Inmiddels is er in de VS op 40.000 plaatsen geboord. Ter vergelijking: in Europa staat de teller op iets boven de veertig.”

Veertig?“Duizend keer minder. We kunnen Europa niet één op één vergelijken met de VS, maar ik vind het ver-keerd dat schaliegas voor sommi-gen een taboe is. Er is nog veel onderzoek nodig, onder meer naar de chemische stoffen die nodig zijn om gas uit gesteente te winnen, maar we moeten het in eerste instantie zien als een mogelijkheid om onze problemen aan te pakken, niet als iets gevaarlijks. Is gas uit Rusland beter dan schaliegas?” Nederland heeft nog een gasbel die niet uitgeput is en ons land is dichtbe-volkt. Heeft Nederland daardoor een bijzondere positie in Europa?“Elk land moet zijn eigen oplossing vinden. Nederland heeft meer keu-zemogelijkheden. Er is aardgas beschikbaar. Daarnaast is het een politieke keuze om de gasprijs te koppelen aan de wereldmarktprijs. In hoeverre willen wij afhankelijk zijn van gas-importen? Maar Europa als geheel kan het zich niet permit-teren om nee tegen schaliegas te zeggen. Vanzelfsprekend moet het op een verantwoorde manier wor-den gewonnen, maar waar moge-lijkheden zijn moeten we die benut-ten. Wij kunnen met onze innovatiekracht bijdragen aan ver-

Werner Fuhr-mann: “Onzeker politiek beleid is gif geworden voor Europa’s investe-ringsklimaat.”

‘Schaliegas is niet de enige

game changer’

mei 2013 Chemie Magazine 19

Page 20: Chemie Magazine - mei 2013

ton ethyleen kunnen blijven produ-ceren tegen een concurrerende prijs. Als dat niet mogelijk is, is het snel afgelopen. Dan praten we niet meer over een beetje meer of min-der winst, maar over de vraag of sommige sectoren in Europa wel of niet overleven.”

Criticasters zijn bang dat door scha-liegas de aandacht voor vergroening en verduurzaming van de economie vertraagt.“We kunnen vanuit Europa niet meer de wereld besturen. Wellicht vertraagt het de ontwikkeling iets, maar hoe slecht is dat? Dankzij schaliegas is de CO2-uitstoot in de VS omlaag gegaan. Dat willen we toch? Willen de critici dan dat de Europese industrie niet-concurre-rend is en kolen verstookt?”

U praat over vier game changers. China is er een van. “De consumptiecapaciteit in China is tweemaal zo groot als in de VS of in Europa. De productie is er groter dan in de VS en Europa. Tien jaar geleden was het de helft, tien jaar daarvoor was het niets en tien jaar na nu is het opnieuw verdubbeld. Schaliegas is een game changer als het gaat om energie en energieprijs, China is een game changer door de omvang van de markt en de razend-snelle groei ervan.”

En het Midden-Oosten?“De oliestaten gaan downstream. Ze hebben om politieke redenen (werk-gelegenheid, Arabische lente) de ambitie uitgesproken om zich niet meer te beperken tot de verkoop van olie. Er komt een massale productie

‘ Van de Lissabon-agenda is niets terechtgekomen’beteringen bij de winning van scha-

liegas. In elk geval moet Europa een beleid voeren dat ons minder afhankelijk maakt van import van energie en grondstoffen. Dan kun-nen we ook af van de koppeling aan de olieprijs.”

Is dat niet de kern van het verhaal: Europese energie is te duur en moet goedkoper worden om de concurren-tie met Amerika aan te kunnen?“De lage energieprijs in de Ver-enigde Staten is een groot concur-rentienadeel voor Europa, maar ook de onvoorspelbaarheid van de energieprijs in Europa is een handi-cap. Stroom is op het ogenblik niet duur, maar over twee jaar kan de prijs twee- of driemaal zo hoog zijn. Investeerders zoeken zekerheden. Bij voorkeur calculeren ze met vaste prijzen, eventueel met kleine marges naar boven en naar bene-den. Maar het gaat niet alleen om de prijs van energie: het gaat ook om de vraag of we hier 20 miljoen

20 Chemie Magazine mei 2013

Page 21: Chemie Magazine - mei 2013

Hoe vindt de chemische in- dustrie de komende tijd vol-doende personeel? Over welke kennis en vaardighe-den moeten werknemers beschikken? En wat zijn de consequenties van de huidige economische omstandighe-den voor de vraag naar per-soneel in de sector? Deze en andere vragen staan centraal tijdens de VNCI-jaarvergade-ring. Sprekers zijn onder meer Atzo Nicolaï, directeur DSM Nederland, en Vincent

van Grinsven, directeur DUO Market Research. Het thema sluit aan bij de ambitie van het regeerakkoord, waarin staat: ‘De positie van Neder-land in de top-5 van de meest concurrerende economieën moet de komende jaren ver-ankerd en versterkt worden. Ons land heeft daarvoor een uitstekende uitgangspositie met zijn innovatieve bedrijven en excellente kennisinstellin-gen.’ Cruciaal is hierbij alleen wel dat er - nu en in de toe-

komst - voldoende en goed geschoold personeel is.De VNCI-jaarvergadering vindt plaats op 30 mei in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Naast het thema staan ook de jaarrede van VNCI-voorzitter Werner Fuhrmann en de uitreiking van de RC-prijs op het programma.

Inschrijven kan via: www.vnci.nl/jaarvergadering

aan, die concurreert met die van de VS en Europa.”

De mondialisering van innovatie?“Europa zet hoog in op innovatie, maar we moeten niet de illusie heb-ben dat we nog altijd het innovatie-centrum van de wereld zijn. Vroeger kwam driekwart van de studenten uit het westen, in de nabije toekomst zal 70 procent van buiten Europa en de VS komen. Dat vraagt van ons een extra inspanning op innovatie-gebied. Door de verwevenheid van R&D en productie slaagt dat alleen als we hier productiefaciliteiten behouden.”

U schetst alles bij elkaar een proble-matisch beeld van Europa. “Helaas wel. En wat me zorgen baart is dat de Europese politiek meer bezig is met de verdeling van de welvaart of de armoede, dan dat ze naar buiten kijkt. Het gaat niet hoofdzakelijk om het verdelen van de koek, niet om de concurrentie tussen Nederland, België of Polen, maar om het vergroten van de koek. Om de concurrentie tussen Europa, de Verenigde Staten en China: waar wordt grootschalig geïnvesteerd, waar komen de banen.”

Profiteert Europa niet mee van groei elders in de wereld? Uiteindelijk wil-len Chinezen ook de luxe goederen kopen die wij produceren.“Dat klopt: ik zie graag groei om me heen. Maar we worden nu aan alle kanten ingehaald en dat is zorgwek-kend. Waar ik voor waarschuw is dat Europa insignificant wordt. Dat we onbeduidend worden als het gaat om innovatie en productie. Als ik het mag vertalen naar de chemische industrie: vanaf het tweede kwar-taal van 2012 daalden onze afzetvo-lumes in Europa. Dat is verergerd in het vierde kwartaal en heeft door-gezet in 2013. Grote producenten hebben reorganisaties moeten doorvoeren en een enkel bedrijf is failliet gegaan. Het is geen mooi weer in de Europese chemie.”

Wat moet er vooral gebeuren?“De bottlenecks zijn achterblijvende economische groei, concurrentiena-delen als het gaat om prijzen van energie en grondstoffen en strikte

regelgeving. De chemische industrie is altijd in staat gebleken om uitda-gingen het hoofd te bieden. We kun-nen overweg met Reach, met stij-gende energiekosten en kostenverhogende regelgeving. Maar als er telkens een schepje bovenop komt, bereik je op zeker moment een punt dat het ophoudt. Wat nodig is in Europa is versterking van de concurrentiekracht door productiviteitsverbetering, resource efficiency en voorspelbaar beleid. De politiek is bijvoorbeeld al tien jaar in de weer met ETS en nog steeds is er geen duidelijkheid. Vorige maand heeft het Europees Parlement tegen back loading gestemd. Een paar dagen later werd er door een lid van de Europese Commissie alweer een vraagteken achter geplaatst. Dat soort onzeker-heid is gif geworden voor het inves-teringsklimaat in Europa.”

In 2012 presenteerde de VNCI de Visie 2030-2050. Daarvoor was onderzoek gedaan naar het toekomstperspectief van de chemische industrie aan de hand van vier scenario’s. Elk van die vier scenario’s wees op een kansrijke toekomst voor de chemie. Is dat beeld veranderd?“Laat ik eerst dit zeggen: als ik mij zorgen maak, dan is dat om de wel-vaartsontwikkeling in Europa. Che-miebedrijven redden zich wel. Als we naar Azië moeten om te overle-ven, dan gaan we naar Azië. Maar landen kun je niet verplaatsen. Met

de chemische industrie als motor van de maakindustrie, gaat het goed. We hebben sterke clusters, gekwalificeerde medewerkers en we innoveren. We moeten echter oppassen dat de afstand tot de VS en China niet groter wordt. Het gaat goed met de economie als het goed gaat met de industrie. Stort de indu-strie in, dan hebben we een pro-bleem. Zonder de chemie is er ook geen efficiënte maakindustrie. We zien dat landen met een sterke in-dustrie de minste last hebben van de economische problemen. Ik pleit daarom voor een her-industrialisa-tie van Europa, maar dan wel op een slimme manier. We moeten een analyse maken van onze sterke en zwakke punten en op basis daarvan keuzes maken. Dat zal tot verschui-vingen leiden, maar Europa heeft een innovatieve industrie als de che-mie nodig om andere dingen moge-lijk te maken. De chemische indus- trie heeft een andere plaats in de keten dan de grote scheepsbouw of de textielindustrie. Die sectoren zijn verdwenen en dat heeft niet geleid tot onoverkomelijke problemen. De chemie zit aan het begin van de keten: zonder producten uit de che-mie zijn veel activiteiten onmogelijk of worden op zijn minst ernstig belemmerd. En het wordt duur en omslachtig - om niet te zeggen onmogelijk - om alle noodzakelijke chemische producten te importe-ren. Je maakt je dan bovendien erg afhankelijk van anderen.” p

30 mei: jaarvergadering vnCi

mei 2013 Chemie Magazine 21

Page 22: Chemie Magazine - mei 2013

22 Chemie magazine mei 2013

VÉÉL MEER LEERLINGEN, AFSTUDEERDERS EN ZIJ-INSTROMERS VERLEIDEN TOT TECHNIEK

LanDeLijk techniekpact MOet arBeiDsMarkt vLOt trekken

Het landelijk Techniekpact dat op 13 mei werd ondertekend door kabinet, onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties moet het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor technisch opgeleiden dichten. Volgens Paul de Krom, oud-staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid en nu ‘aanjager’ van het Techniekpact, is de chemie al goed op weg, maar kan zij de pijlen nog wel meer richten op technici die nu aan de zijlijn staan. Tekst: Marloes Hooimeijer

 Het Masterplan Bèta en Technologie heeft de ambitie dat in 2025 40 procent van alle afge-studeerden een bèta- en technologische opleiding heeft. Momenteel is dat 25 procent. Diezelfde doelstelling uit het Masterplan ligt

aan de basis van het Techniekpact. Paul de Krom, oud-staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid, werd eerder dit jaar door het kabinet aangetrokken als ‘aanjager’ van het Techniekpact. “Ik vind het econo-misch onhoudbaar en sociaal onaanvaardbaar dat er zo’n groot verschil zit tussen vraag en aanbod op met name de arbeidsmarkt voor technici”, zegt hij. “Zeker als je het beziet vanuit de stijgende jeugdwerkloosheid. Het is een grote kans voor de Nederlandse economie en voor bedrijven en individuen als we die aansluiting weten te verbeteren. Voldoende gekwalifi ceerd perso-neel is een absolute noodzaak voor de economische continuïteit van Nederland en is bovendien een essenti-ele vestigingsvoorwaarde voor buitenlandse bedrijven.”

Doe-pactHet Techniekpact is volgens De Krom niet in het leven geroepen om opnieuw het wiel uit te vinden of om opnieuw analyses te maken van waar de schoen wringt - ‘dat weten we al’. Het is een doe-pact waarin partijen tot concrete afspraken zijn gekomen om de initiatieven die er al zijn, zoals in de Human Capital Agenda’s van de

topsectoren, te versnellen en uit te rollen. De Krom: “Er zijn afspraken gemaakt over wie wat wanneer gaat doen. Dat is de kracht van het Techniekpact. Denk aan afspraken over verbeterde intersectorale mobiliteit: dat technisch geschoolden vanuit de bouw kunnen over-stappen naar bijvoorbeeld de scheepvaart of bedrijven als ASML, waar meer vraag naar personeel is. Maar denk ook aan initiatieven die er al zijn om docenten in contact te brengen met techniek via stageplaatsen. Of aan de beeldvorming en promotie van de sector, die nog veel effi ciënter en effectiever kan. En natuurlijk aan het realiseren van voldoende stage- en leerwerkplekken voor leerlingen. Dat is heel essentieel.”Om de ambitie van een goed werkende arbeidsmarkt in 2020 te verwezenlijken, zijn er drie knoppen waar het Techniekpact aan draait. Ten eerste ‘kiezen voor tech-niek’, gericht op het verhogen van de instroom. Ten tweede ‘leren in de techniek’, gericht op het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs en betere aansluiting op de arbeidsmarkt, onder meer via publiek-private samenwerking. Ten derde ‘werken in de techniek’, gericht op het aantrekken en behouden van technici, en het vergroten van de zij-instroom. In 2020 moeten er volgens het Techniekpact jaarlijks 15.000 meer technie-kleerlingen zijn, 15.000 meer afgestudeerden die voor een technische baan kiezen, en 15.000 meer technici die via zij-instroom en werk-naar-werktrajecten aan de

Page 23: Chemie Magazine - mei 2013

e

mei 2013 Chemie magazine 23

VÉÉL MEER LEERLINGEN, AFSTUDEERDERS EN ZIJ-INSTROMERS VERLEIDEN TOT TECHNIEK

LanDeLijk techniekpact MOet arBeiDsMarkt vLOt trekken

‘sectOr kan BijDraGen aan sLaGen techniekpact’Een goede aansluiting tussen onderwijs en industrie is essentieel voor de toekomst van de chemiesector en voor de Nederlandse economie, zo vindt ook de VNCI. “Wij staan daarom volledig achter het Techniekpact. Het is voor zowel overheid, onderwijs als de industrie zelf nu echt tijd voor actie”, zegt Nelo Emerencia, speerpuntmanager Onderwijs en Innovatie. De VNCI en haar leden kunnen volgens Emerencia bijdragen aan het succes van het Tech-niekpact door daadwerkelijk meer stageplaatsen aan te bieden voor studenten en docenten, zich als bedrijf te ver-binden aan het (groeiende) initiatief Jet-Net, door vakex-perts beschikbaar te stellen om tijdelijk voor de klas te staan, door bij te dragen aan aansprekend lesmateriaal, of door een Topsector Chemiebeurs beschikbaar te stellen. “Zo investeren we in de toekomst van de sector en van de bedrijven zelf. Een investering die zich dubbel en dwars zal terugbetalen doordat de chemie-industrie, met al haar voordelen, zo behouden blijft voor Nederland.”

Ook de jaarvergadering van de VNCI op 30 mei staat helemaal in het teken van goed en voldoende personeel. Meer informa-tie: www.vnci.nl/jaarvergadering.

slag gaan.“Ik heb er vertrouwen in dat dit haalbaar is”, zegt De Krom. “Nu zien we dat 50 procent van de tech-nisch opgeleiden uiteindelijk niet in de techniek gaat werken, maar in een andere sector. En er staan nog steeds mensen met een technische opleiding langs de kant van de arbeidsmarkt. Wat ‘kiezen voor techniek’ betreft heb ik tijdens mijn werkbezoeken en gesprekken vaak gehoord dat de beeldvorming rond technische beroepen bij ouders en kinderen soms achterhaald is. Alsof iedereen met een technische opleiding in vieze overalls heel zwaar werk aan het doen is. Aan die beeldvorming moet echt worden gewerkt. Gelukkig zijn er al veel initiatieven op dit gebied, zoals het jongeren- en technologienetwerk Jet-Net op scholen en Techniek-Talent.nu, dat ook een beeldenbank heeft. Maar ook De Week van de Techniek, Girlsday, en allerlei open dagen bij bedrijven. De versnippering van deze initiatieven doet niet zozeer afbreuk aan de gewenste imagoverbetering voor de sector, maar door ze beter op elkaar af te stem-men creëer je meer massa om echt wat te bereiken.”

Voortrekkersrol chemieVolgens De Krom valt er voor chemiebedrijven wellicht winst te behalen als zij ook beter kijken naar mensen met een technische opleiding die nu aan de zijlijn van de arbeidsmarkt staan. Hij is onder de indruk van alle inspanningen die de sector al doet. “De chemie heeft het

Paul de Krom: “De chemie zag dreigend personeelstekort al heel vroeg in.”

arbeidsmarkt

LanDeLijk techniekpact MOet

arbeidsmarktarbeidsmarkt

FO

TO: A

NP

Page 24: Chemie Magazine - mei 2013

24 Chemie magazine mei 2013

dreigend personeelstekort al heel vroeg ingezien. Met Rein Willems als voormalig boegbeeld heeft de sector in het bestrijden hiervan echt een voortrekkersrol ver-vuld. Studiebeurzen voor chemiestudenten, investeren in stage- en werkplekken, vakkrachten uit het bedrijfs-leven les laten geven in het onderwijs, het openstellen van bedrijven tijdens open dagen, de chemie doet het allemaal al. De sector draagt ook enorm bij aan het Techniekpact. Niet omdat ik dat zo graag wil, maar omdat men zelf prima inziet hoe essentieel goed geschoold personeel is voor de continuïteit van de bedrijven. De maakindustrie is de ruggengraat van de economie, gelukkig is zij momenteel aan een revival bezig. Er komt daardoor niet alleen meer nadruk op het belang van de chemie-industrie, maar ook op de behoefte aan vakmensen in deze industrie.” Aandacht voor techniek in het onderwijs begint volgens De Krom bij het basisonderwijs, vooral in groep 7 en 8. Afspraken hierover in het Techniekpact moeten ervoor zorgen dat leerlingen in deze groepen in contact met techniek komen. “Aandacht voor wetenschap en tech-niek zou daarom ook verweven moeten worden in de pabo-opleidingen voor basisschooldocenten. Daarnaast moeten scholen ervoor zorgen dat hun aanbod goed is afgestemd op de vraag in de arbeidsmarkt. Intensieve samenwerking tussen scholen en bedrijven is daarvoor de beste garantie.” Maar aangezien techniekonderwijs doorgaans duurder is dan andere opleidingen en daardoor in sommige onderwijsinstellingen het onderspit dreigt te delven, moet ook hiervoor volgens hem een oplossing komen. “Dat is een serieus probleem, dat door het Rijk wordt erkend. Het mag niet zo zijn dat de bekostigingssyste-matiek van het techniekonderwijs de kansen die de technieksector ons land biedt in de weg staan. Ik teken daarbij aan dat dit een ingewikkelde problematiek is die niet in één dag kan worden opgelost. Er zal een goede balans moeten worden gevonden tussen bekostiging van technische en niet-technische opleidingen.”

PretstudiesJan van Zijl van de MBO Raad stelde al eens dat over het tekort aan technisch personeel ‘een beetje hysterisch’ wordt gedaan en dat er denigrerend wordt gedaan over ‘pretstudies’. In reactie daarop zegt De Krom: “Ik heb niet zo veel met kwalificaties, het lost de feitelijke pro-

blemen niet op. En ik kijk liever naar de feiten: dát er tekorten zijn, dát studenten met technische opleidingen betere kansen hebben op de arbeidsmarkt, dát aanslui-ting tussen technisch onderwijs en arbeidsmarkt beter kan. Het gaat er niet alleen om wat een leuke studie is, maar ook over de vraag waar emplooi te vinden is. Onderwijs en bedrijfsleven moeten de kansen die er liggen samen aangrijpen. Zoals dat ook al op allerlei plekken in het land gebeurt: de bedrijfsschool van Tata Steel, de praktijkgerichte opleiding van Stenden Hoge-school en bedrijfsleven in Emmen, de RDM Campus in Rotterdam. Zo kan ik nog meer voorbeelden noemen van prachtige initiatieven die vrucht afwerpen.”En als het goed is gaat het Techniekpact nog veel meer van dit soort vruchten afwerpen. “Daarbij is het belang-rijk dat de gemaakte afspraken worden uitgevoerd en indien nodig worden aangescherpt of bijgesteld”, stelt De Krom. “Landelijk door een regieteam, maar vooral regionaal door een goede uitvoeringsstructuur in de regio’s in te richten. Het Techniekpact is gesloten ter ondersteuning van de regio’s: dáár gebeurt het, dáár zitten de bedrijven, onderwijsinstellingen, leerlingen, studenten en werknemers. Soms kun je aansluiten op verbanden die er al zijn, zo hebben Eindhoven, Twente en Zwolle al een eigen techniekpact. Soms moet er een nieuwe structuur worden ingericht. Maar het doel is overal gelijk: op weg naar een evenwichtige arbeids-markt voor technici in 2020.” p

Meer informatie: www.techniekpact.nl

‘ Groot verschil vraag en aanbod technici is economisch onhoud- baar en sociaal onaanvaardbaar’

rijk investeert in techniekpactKiezen voor de techniek: Het kabinet trekt eenmalig 100 miljoen euro uit om meer bètadocenten in het voortgezet onderwijs te krijgen en de pabo’s in staat te stellen meer aandacht aan techniek te geven. Leren in de techniek: Er komt een investeringsfonds waar het Rijk, werk-gevers en regio’s ieder 100 miljoen euro in stoppen om meer te investe-ren in publiek-private samenwerking in onderwijs in de regio. Werken in de techniek: Het kabinet heeft voor het bevorderen van scho-ling en van werk-naar-werk-trajecten 300 miljoen euro voor cofinancie-ring van de sectorplannen gereserveerd. De sociale partners in de techniek stellen deze sectorplannen najaar 2013 op.

Page 25: Chemie Magazine - mei 2013

Bescherming

Draagcomfort

Duurzaam

Visitekaartje voor bedrijf

Havep moet je hebben... TEL MAAR OP!

Visitekaartje Visitekaartje voor bedrijf

T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E [email protected]

PeterSenior operator

ThomasShiftleader

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?KIJK OP WWW.HAVEP.COM/CHEMIE

Voor ons is er geen twijfel mogelijk als

het om werkkleding gaat. Wij werken er

elke dag in, dus wij weten waar we het

over hebben. Als je alle kwaliteiten

van HaVeP bij elkaar optelt en je kijkt

ook naar prijs, service en levering,

kom je tot maar één conclusie: HaVeP

moet je hebben.

APPR

OVED BY

PROFESSIO

NALS

Page 26: Chemie Magazine - mei 2013

26 Chemie magazine mei 2013

ONLINE STEMBUS OP 27 MEI OPEN Aan wie kan Michel Meertens, Plant Manager of the Year 2012, het stokje doorgeven als boegbeeld van de procesindustrie? Aan Peter Kilburn, Cas König of Gerwin Meulenbeld? Op 6 juni wordt tijdens Deltavisie de Plant Manager of the Year 2013 bekendgemaakt. Voorafgaand aan de verkiezing kan iedereen vanaf 27 mei 12.00 uur filmpjes van de kandidaten bekijken en online een stem uitbrengen.Tekst: Evi Husson

T ijdens het jaarcongres Deltavisie op 6 juni geven de drie genomineerden in een column hun visie op innovatie nu en in de toekomst; op hoe een plantmana-ger hiervan optimaal gebruik kan

maken om het eigen bedrijf maar ook de Neder-landse en Vlaamse industrie vooruit te helpen. Na een discussie kan het publiek zijn stem uitbren-gen. Deze stem wordt naast het deskundige oor-deel van de jury en een online stemronde meege-nomen in het eindresultaat. De jury wordt dit jaar gevormd door Jos Benders

(juryvoorzitter en voormalig topman Lyondell), Colette Alma (directeur VNCI), Cor Kloet (ambas-sadeur Spie Nederland) en de winnaars van de verkiezing van de drie voorgaande edities: Michel Meertens (DSP), Edith Romp (Avebe) en Dik Schip-per (Dow). De uiteindelijke winnaar is een jaar lang boegbeeld van de procesindustrie.

Kennismaken met de drie kandidaten kan nu al door de foto’s van de kandidaten in dit artikel te scannen met smartphone of tablet (zie uitleg in kader of kijk op www.petrochem.nl/pmy2013).

InnovatieESD-SIC is de meest milieuvriende-lijke en energiezuinigste siliciumcar-bideproducent ter wereld en is als Best Reference beoordeeld in de EU. “Toch zijn we nog continu bezig het milieuaspect te verbeteren door middel van innovatie”, zegt König. “Zo verbranden we in onze elektrici-teitscentrale het gas dat bij het pro-ductieproces vrijkomt. Hiermee wekken we ongeveer 15 procent van onze eigen energiebehoefte op. Vorig jaar deden we een investering om van die 15 procent 18 procent te maken. Innovatie is een manier om te overleven. Zonder innovatie zou-den we er al lang niet meer zijn. De

ideeën komen bovendien vanzelf. Het is juist zaak ze door te zetten en het voor elkaar te krijgen. Dat is een aandachtspunt.”

Wens voor de toekomstMet enige regelmaat ervaren omwo-nenden geurhinder van het bedrijf. Om dit aan te pakken is er met de omgeving een memorandum van verstandhouding opgezet. König wil in de toekomst nog verder werken aan het reduceren van de geuremis-sie. “We zijn bezig met een nieuw geurreductieplan, dat de komende jaren als gespreksdocument zal dienen.”

CAS KÖNIG (46) PLANTMANAGER BIJ ESD-SIC IN DELFZIJL, PRODUCENT VAN SILICIUMCARBIDE.

Page 27: Chemie Magazine - mei 2013

mei 2013 Chemie magazine 27

InnovatieSinds de operational excellence beter op orde is, kiest Purac ervoor aan de productkant te innoveren. Meulen-beld kijkt hoe producten nog verder gediversifi eerd, slimmer neergezet en geperfectioneerd kunnen worden. “Je moet je processen zo begrijpen dat je innovatieve technologie verder kunt brengen. Snel nieuwe technolo-gie volwassen laten worden. We zit-ten daarom erg dicht op research en marketing en durven ons open te stellen. Het is eng, zij benaderen de business van een heel andere kant, maar als je kunt zorgen voor goede

ook over te brengen naar de zuster-onderneming in het Amerikaanse Louisville. Maar best practice werkt volgens hem niet altijd: “De gelijk-aardige fabriek in Louisville maakt anderhalf keer zo veel product als onze fabriek maar gebruikt daarbij drie keer zo veel reactoren als wij. Je wilt nieuwe ideeën delen, maar tegelijkertijd moet je het toch zelf uitvinden. Als wij een goed idee zien, pakken we dat meteen op. En daar-mee kun je er in Europa echt boven-uit steken.”

Wens voor de toekomst Een wens van Kilburn is om het pro-duct in de toekomst ook in Europa te verspreiden. “We zijn niet de goed-koopste plek om te produceren en we zitten erg ver af van de markt: Azië, India en het Midden-Oosten. Daarom moeten we steeds blijven

Quotes“Goed functioneren heeft vooral te maken met het bezig blijven met productie en voldoende aandacht geven aan personeel.”

“30 tot 35 procent van de bezetting volgde trainingen die puur gericht waren op het bewust maken van de eigen verantwoordelijkheden en mogelijkheden.”

“De overheid laat zich grotendeels sturen door druk van buitenaf. Door in gesprek te gaan met ngo’s krijg je meer zaken voor elkaar op duur-zaamheidsgebied.”

innoveren. Het zou mooi zijn om ook Europa als afzetgebied te hebben.”

Quotes“De implementatie van innovatieve ideeën zorgt voor een gezonde industrie, nu en in de toekomst.”

“Een van mijn hoofdtaken is de continuïteit in Delfzijl blijven behouden. Dat is ook waar onze kracht ligt. Ondernemerschap is de kracht van Nederlandse pro-ductielocaties.”

“Mensen worden vaak onderbenut in hun werk, maar je kunt juist grote stappen voorwaarts maken door iedereen te betrekken bij de hele bedrijfsvoering.”

communicatielijnen, dan kun je innovaties heel snel doorvoeren. Innovatie is een must. Als er geen geld is, zoals in crisistijd, word je innovatief. Daarom is het soms noodzakelijk urgentie te creëren, om juist vooruitgang te kunnen boeken.”

Wens voor de toekomst Meulenbeld wil met Purac nog dichter bij de klanten gaan zitten, om hen zo nog beter te kunnen helpen.

Quotes“Door strak om te gaan met wetge-ving heb je intern een extra driver om nog effi ciënter te produceren. Het levert een win-winsituatie op.”

“Nu communiceer je al bij het ver-moeden dat er zich een probleem voordoet of kan voordoen. Als je niet op tijd hebt geschakeld, krijg je moeilijke vragen. Als bedrijf moet je je mensen hierin trainen.”

“Je moet als management een can-do-attitude uitstralen. Laat maar zien dat je plannen degelijk zijn en dat je ze graag wil uitvoeren. Als je eenmaal dat vertrouwen kunt win-nen, krijg je mooie projecten gerea-liseerd.”

Innovatie Innovaties en verbeteringen die in Delfzijl worden bedacht en geïm-plementeerd, probeert Kilburn

PETER KILBURN (49)PLANTMANAGER BIJ LUBRIZOL IN DELFZIJL, PRODUCENT VAN NAGECHLOREERDE PVC.

GERWIN MEULENBELD (40)PLANTMANAGER BIJ PURAC IN GORINCHEM, PRODUCENT VAN MELKZUUR EN DERIVATEN.

Plant Manager of the Year

WANNEER DIT ICOON IN EEN AFBEELDING STAAT KUNT U HET BIJBEHORENDE FILM-PJE BEKIJKEN DOOR MET UW SMART-PHONE OF TABLET DE FOTO TE SCANNEN. • Installeer de app ‘iLinqs’ op uw smartphone

of tablet. • Start de app op uw smartphone of tablet.• Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst.• Het bijbehorende fi lmpje verschijnt op uw

smartphone of tablet.

Page 28: Chemie Magazine - mei 2013

De Nachtwacht hangt na tien jaar weer op z’n plek.

28 Chemie Magazine mei 2013

Page 29: Chemie Magazine - mei 2013

Uitgelicht

Sikkens, onderdeel van AkzoNo-bel, heeft alle verf geleverd voor het onlangs heropende Rijksmu-seum in Amsterdam. Ook bij de ontwikkeling van de decoratie-kleuren van architect Pierre Cuypers uit 1885 speelde de verffabrikant, samen met Stich-ting Restauratie Atelier Limburg en ontwerper Jean-Michel Wil-motte, een prominente rol.

De grootscheepse renovatie van het Rijksmuseum begon in 2003. Het Spaanse architectenbureau Cruz en Ortiz wilde het museum bouwkundig in oorspronkelijke stijl terugbrengen. Dat betekende ook het terughalen van de rijke decoraties van Cuypers. Aan de hand van schilfers van oude verf-lagen werd de kleur en de chemi-

sche samenstelling van de oor-spronkelijke verf achterhaald. De monsters werden vergeleken met oude verfrecepten, wat uit-eindelijk leidde tot de samenstel-ling van de Cuypers-waaier: ruim zestig matte kleuren uit 1885 die gebruikt zijn voor de wand- en plafonddecoraties. De versierin-gen werden gereconstrueerd aan de hand van oude foto’s, archie-ven en restanten van decoraties. Daarnaast zijn er acht nieuwe kleuren ontwikkeld voor de wand- en plafondschilderingen. In totaal is er meer dan 8000 liter verf gebruikt voor het gereno-veerde Rijksmuseum. Sikkens was eerder betrokken bij de res-tauratie van onder meer het Kröller-Müller Museum, paleis Het Loo en de Van Nelle Fabriek. F

OTO

: RIJ

KS

MU

SE

UM

mei 2013 Chemie Magazine 29

Page 30: Chemie Magazine - mei 2013

30 Chemie magazine mei 2013

Dow gaat Dioxaan en benzeen in De gronD met bomen te lijf

PoPulieren en wilgen zuigen bodem schoon

Nee, er is geen bos in aanbouw op het Dow-terrein in Terneuzen. Ook al zijn er half april 240 populieren geplant en werden er in 2010 al 33

wilgen neergezet. De bomen dienen een ander doel: bodemsanering. “Het zijn allebei snelgroeiende bomen die veel water opnemen”, zegt remediation manager Wim Staal. En daarmee zuigen ze BTEX-

chemicaliën, zoals benzeen en dioxaan, als een rietje uit de bodem. tekst: adriaan van Hooijdonk

Page 31: Chemie Magazine - mei 2013

mei 2013 Chemie magazine 31

e

tend was, waardoor de wilgen wer-den gedwongen om zo veel mogelijk grondwater in plaats van hemelwa-ter op te nemen. Die laatste methode bleek het meest effectief. langzaam maar zeker verdwijnt een deel van de verontreiniging uit de bodem. Staal licht toe hoe deze vorm van fytosanering (zie kader) in zijn werk gaat. “in de wortelzone van de wilgen wordt het grootste deel van de benzeen, die bestaat uit kool-stofringen en waterstof, afgebroken. een klein deel wordt opgenomen en in de boom omgezet zodat die kan groeien. Het restant verdampt op de bladeren. met als resultaat dat de verontreiniging grotendeels op een natuurlijke manier wordt afgebroken.”

Vervolg op succesDe succesvolle proef was reden genoeg voor Dow om op het terrein ook 240 populieren te planten om een historische grondwatervervui-ling met dioxaan aan te pakken. “net als wilgen zijn populieren snelgroei-ende bomen en nemen ze veel water op”, zegt Staal. Dow heeft volgens hem ook de methode ‘in-situ chemi-sche oxidatie’ (iSCo) onderzocht om de dioxaanverontreiniging te verwij-deren. bij iSCo worden chemicaliën in de bodem geïnjecteerd om dioxaan in milieuonschadelijke ver-bindingen om te zetten. “er zijn momenteel onvoldoende succes-volle referentieprojecten. en wij willen uiteraard zeker weten dat het werkt.” Dus werden er populieren geplant. De dioxaanverontreiniging op de site kwam in 2010 aan het licht bij

gericht grondwateronderzoek. Dow heeft tot de jaren tachtig in terneu-zen dioxaan geproduceerd als addi-tief voor gechloreerde koolwater-stoffen, toegepast in papier-, katoen-, en textielindustrie en ook in koelvloeistof voor auto’s. Doordat de stof volledig oplost in water is een verontreinigde bodem erg moeilijk te saneren. Dow brengt momenteel de omvang van de verontreiniging in kaart. Staal: “Uiteraard hebben we de vervuiling meteen aan de provin-cie gemeld. met deze maatregelen wordt verdere verspreiding geredu-ceerd en beheerst, conform onze beschikking.”

Diep in de grondHet grote verschil tussen de bodem-verontreiniging op het Dow-terrein met enerzijds dioxaan en anderzijds btex - een groep chemicaliën bestaande uit benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen - is dat de dioxaanverontreiniging zich veel dieper bevindt. De btex-chemica-liën zijn normaliter een stuk lichter en drijven als het ware op het grondwater, terwijl dioxaan soms wel zes meter of dieper in de grond zit. Staal: “Daarom hebben we de populieren ‘rietjes’ gegeven, zodat de wortels het verontreinigde grondwater uit de diepere lagen halen. Doordat er enige onderdruk ontstaat ten opzichte van de omge-ving wordt het verontreinigde grondwater via de rietjes en de wor-tels naar de bomen geleid. De bomen nemen de stof op, die vervol-gens in de bladeren terechtkomt en door het daglicht in enkele seconden

‘V oor het gebruik van bomen en planten om verontreinigde grond te saneren, heb je jaren de tijd nodig”, benadrukt

wim Staal, remediation manager bij Dow benelux. Dat heeft hij geleerd uit het proefproject dat Dow in 2010 startte op de site in terneuzen. er werden 33 wilgen geplant op een proeflocatie van 40 bij 60 meter om onder andere ethylbenzeen uit de bodem te verwijderen - een euro-pese primeur. De wilgen werden op drie verschillende manieren geplant: in de bodem en met twee soorten kunststoffolie om de wor-tels. Daarbij sloot de ene folie de wortels rondom volledig af, terwijl de andere variant enigszins doorla-

wat is fytosanering?Fytosanering is een techniek voor bodemzuivering waarbij planten, bomen en meststoffen worden ingezet om vervuiling in de grond op te ruimen en verdere verspreiding te voorkomen. De techniek is zeker niet nieuw en is inmiddels bij verschillende bodemsaneringsprojecten toegepast. In de jaren tachtig werden er na de kernramp in Tsjernobyl al zonnebloemen geplant om radioactieve stoffen uit de bodem te verwijderen. En in België schakelde Total advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV in om een verontreinigd terrein door middel van fytoremediatie te saneren. Het Japanse ministerie van Landbouw en Visserij overweegt momenteel indu-striehennep in te zaaien om de bovenste grondlaag van het gebied dat door de kernramp in Fukushima werd getroffen te ontdoen van radioactieve stoffen. De geoogste hennep is niet alleen bruikbaar voor verschillende industriële toepassingen, maar ook voor de opwekking van groene energie.

milieu

Page 32: Chemie Magazine - mei 2013

Grind

'Rietje' voor opname van grondwater

Voedingsbuis

boomband

Beluchtingspijp

Grond

Gaas

Boomput Grondwater met dioxaan

Afdichting van bentoniet

Populier

Dioxaan wordt in bladeren onder invloed van daglicht afgebroken

Boompaal met

32 Chemie magazine mei 2013

Veel belangstelling Voor dow-ProjectVerschillende bedrijven hebben inmiddels contact met Wim Staal van Dow Benelux opgenomen om meer informatie te krijgen over de resultaten van de eerste proef. “Wij wisselen onze ervaringen graag uit met andere ondernemingen, zodat zij er ook gebruik van kunnen maken. Dat past immers goed in de Responsible Care-gedachte van de chemie-industrie.” Dow deelt haar ervaringen eveneens in het Network for Industrially Conta-mined Land in Europe (Nicole). Het netwerk brengt bedrijven die kampen met bodemverontreiniging in contact met adviseurs en wetenschappers. Tijdens de eerstvolgende workshop, van 12 tot 14 juni in Lissabon, staan de nieuwste ‘groene’ technologieën om bodemverontreinigingen op te lossen centraal. Er komen onder meer vertegenwoordigers van andere chemie-bedrijven om over hun ervaringen te praten.

Meer informatie: www.nicole.org

wordt afgebroken.” Het principe is uitvoerig getest in erkende externe laboratoria in de Verenigde Staten. “Daarbij hebben we onder meer gekeken naar de manier waarop de bomen op de vervuiling reageerden. ook hebben we met verschillende zoutgehaltes geëxperimenteerd. in zeeland hebben we door de ligging immers met brak water te maken.” Staal benadrukt dat Dow zich niet in een waterwingebied bevindt. Daarom is er geen kans dat er dioxaan in het drinkwater terecht-komt. bovendien neemt het bedrijf niet alleen met de populieren, maar ook op andere manieren maatrege-len om verdere verspreiding van verontreinigd grondwater te beheersen. Hij legt uit dat het hemelwater infiltreert in de bodem en uiteindelijk na vele jaren via het grondwater naar de westerschelde stroomt. “bij een grondwaterver-ontreiniging op een andere locatie van het terrein zorgen wij ervoor dat we precies tussen de bron en de westerschelde zitten en verontrei-nigd grondwater oppompen. Het verontreinigd grondwater trekken we daardoor naar ons toe, zodat er een scheiding blijft bestaan tussen schoon en verontreinigd water. Het vervuilde grondwater, dat onder andere btex-chemicaliën bevat, reinigen we in een speciale instal-latie.”

Tien tot vijftien jaarHet zal volgens Staal nog zeker tien tot vijftien jaar duren voordat de

dioxaanvervuiling volledig onder controle is. tot die tijd moeten de bomen voorkomen dat de dioxaan-verontreiniging zich verder ver-spreidt. De 240 populieren hebben een zuiveringscapaciteit van onge-veer 440 kubieke meter per jaar en het bedrijf is nog volop bezig om de omvang van de bronverontreiniging in kaart te brengen. “De bomen voorkomen in ieder geval dat grond-water met dioxaan in het oppervlak-

tewater terechtkomt. wanneer we precies weten hoeveel dioxaan en in welke omvang er in de grond zit, kunnen we naar andere verwijde-ringsmethodes gaan kijken. bijvoor-beeld via installaties die met ultravi-olet licht het product afbreken. De ontwikkeling van bodemsanerings-technieken is volop in beweging, dus we gaan ook onderzoeken welke andere mogelijkheden momenteel beschikbaar zijn.” p

Page 33: Chemie Magazine - mei 2013

ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijkwww.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289Fax: 0168-389270

Contactpersonen:Rick Leerink (06-53698983)& Ron van Verk (06-51124004)

Dé afvalverwerkerVerwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Page 34: Chemie Magazine - mei 2013

34 Chemie magazine mei 2013

chemiesector kan met helpdesk meer werk maken van biodiversiteit

Natuurlijk kapitaal zoekt iNvesteerders

De chemiesector kent een aantal koplopers die biodiversiteit al een belangrijke plaats geven in hun bedrijfsvoering, en daarmee investeren in natuurlijk kapitaal. Een groot peloton daarachter vindt het onderwerp weliswaar interessant, maar neemt nog steeds een afwachtende houding aan. Dit terwijl er diverse mogelijkheden zijn om hen richting de kopgroep te helpen, zoals de nieuwe (gratis) Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

‘biodiversiteit is voor veel bedrijven nog een volstrekt onbekende term”, stelt Rob Regoort. De voormalig manager duurzaamheid en innovatie van AkzoNobel werkt tegenwoordig bij natuurorganisatie IUCN NL en spreekt zelf

liever van ‘natuurlijk kapitaal’. “Deze omschrijving sluit beter aan bij de taal van het bedrijfsleven. Kapitaal is immers iets waar je zuinig op moet zijn. En dat er een prijskaartje aan het gebruik van diensten die de natuur levert komt te hangen, is een onvermijdelijke ontwikke-ling. De tijd dat bedrijven gratis gebruik kunnen maken van water, schone lucht en andere zaken, is over een aantal jaren zeker voorbij. Wanneer precies weet nie-mand, maar dát het gaat gebeuren, staat vast.”

Toenemende drukHij verwijst naar rapporten van onder meer het Wereld Natuur Fonds die aangeven dat ondernemingen een te groot beslag leggen op de natuur en haar bronnen. En met de negen miljard mensen die straks op deze aarde rondlopen, wordt de druk alleen maar groter. “Nu al zie je dat de druk vanuit de overheid, maar ook vanuit de consument toeneemt om hier iets aan te veranderen. Zelfs in China realiseert de overheid zich dat ze tegen de grenzen van de groei aanlopen. Bedrijven moeten hierop anticiperen, anders komen ze in de toekomst in de pro-blemen.”Regoort ondersteunt natuurorganisatie IUCN NL in haar contacten met het bedrijfsleven. “Ik leg verbindingen il

lus

tra

tie

: aa

d g

ou

da

pp

el

Page 35: Chemie Magazine - mei 2013

mei 2013 Chemie magazine 35

Milieu

tussen ngo’s en bedrijven en probeer ervoor te zorgen dat ze dezelfde taal spreken. Daarbij stimuleer ik onder-nemingen om vooral goed te kijken naar de ecologische effecten die ze in de keten veroorzaken. De eigen proces-sen kunnen goed op orde zijn, maar als je niet verder kijkt, kun je voor onaangename verassingen komen te staan. Bijvoorbeeld dat bepaalde essentiële grondstoffen ineens niet meer beschikbaar zijn. Daarom is het belang-rijk dat bedrijven de bedreigingen, maar ook de kansen van ketenbeheer goed op het netvlies hebben staan.”Het is tekenend voor de tijdsgeest dat bedrijven en ngo’s samen optrekken om het natuurlijk kapitaal zo veel mogelijk te beschermen.“Een aantal jaren geleden was het nog ondenkbaar”, stelt senior business advisor Pieter Copper van IUCN NL. “Maar inmiddels hebben we met twintig multinationals, waaronder AkzoNobel en DSM, het partnershipprogramma Leaders for Nature opgezet. Deze bedrijven werken met onze leden samen en zijn ervan doordrongen dat ze hun ecologische voetafdruk moeten verminderen. Dat is immers ook in hun eigen belang. Alleen al voor hun grondstoffen zijn bedrijven afhankelijk van de natuur. Daarnaast levert de natuur belangrijke diensten, zoals de zuivering van water en de opslag van CO2.”

EnthousiasmerenRein Willems, voorzitter van het Platform Biodiversiteit, Ecosystemen en Economie (BEE), signaleert dat de belangstelling binnen bedrijven voor het onderwerp toe-neemt. Het platform - een samenwerking tussen onder-nemersorganisatie VNO-NCW en natuurorganisatie IUCN NL - nam het initiatief tot de gratis Helpdesk Bedrijfsle-ven & Biodiversiteit (zie kader). “In het peloton achter de koplopers zit een grote groep bedrijven die wel interesse hebben, maar vooralsnog een afwachtende houding aan-nemen. Met de helpdesk richten wij ons vooral op deze groep. Doel is om hen te enthousiasmeren en concrete middelen aan te bieden waarmee ze onder meer hun ecologische voetafdruk in kaart kunnen brengen.” Dergelijke middelen zijn op zich zeker niet nieuw. Zo ontwikkelde BASF aan het eind van de jaren negentig al een eco-efficiencyanalyse waarmee verschillende VNCI-leden aan de slag zijn gegaan. De afgelopen jaren

Maar hoe overtuig je een sceptische plantmanager die al genoeg aan zijn of haar hoofd heeft? Rein Willems: “Ik ga liever eerst het gesprek aan met de manager die verantwoordelijk is voor de bouw of uitbreiding van een plant. Die moet vanaf het begin rekening houden met de effecten op het milieu. Het gaat erom dat bedrijven het begrip no net loss operationaliseren. Daar bedoel ik mee dat een bedrijf zijn activiteiten zo vormgeeft dat er onder aan de streep geen sprake is van biodiversiteitsverlies of negatieve gevolgen voor het ecosysteem.”

Kringlopen sluitenPieter Copper van IUCN NL benadrukt dat het nemen van compensatiemaatregelen, zoals de aanleg van nieuwe natuur, de allerlaatste stap is in de filosofie van no net loss. “Bedrijven moeten eerst zo veel mogelijk voorkomen dat ze negatieve impact veroorzaken. Bij-voorbeeld door hun emissies te reduceren en licht- en geluidshinder te beperken.” Chemiebedrijven kunnen volgens hem nog grote slagen maken om hun energieverbruik te reduceren. “Daar-naast maakt de sector gebruik van steeds schaarser wordende grondstoffen uit de mijnbouw, die negatieve effecten op het natuurlijk kapitaal met zich meebren-gen. Daarom is het belangrijk dat bedrijven kringlopen zo veel mogelijk proberen te sluiten en nadenken hoe ze door innovatie op alternatieven kunnen overschakelen, zoals groene, hernieuwbare grondstoffen.”Regoort benadrukt dat ons huidige financieel systeem het grootste gedeelte van het natuurlijk kapitaal nog geen waarde geeft. “Daarom nemen we eigenlijk per-manent verkeerde beslissingen. Maar dat gaat zeker veranderen. Bedrijven kunnen daarvoor hun kop in het zand steken, maar ik raad ze aan om over hun strategie op de lange termijn na te denken. Anders komen ze op termijn voor onaangename verrassingen te staan.” p

Meer informatie over de subsidieregeling Biodiversiteit & Bedrijfsleven: www.agentschap.nl/programmas-regelin-gen/subsidieregeling-biodiversiteit-bedrijfsleven

Meer informatie over het platform: www.platformbee.nl

Helpdesk BedrijfsleveN & Biodiversiteit De Helpdesk Bedrijfsleven & Biodiversiteit wordt bemand door adviesbu-reau CREM en het Center for Sustainability van Nyenrode Business Univer-siteit, en biedt ondersteuning aan bedrijven die aan de slag willen met ver-duurzaming. Adviseurs van de helpdesk verkennen op welke manier behoud van biodiversiteit en ecosystemen een integraal onderdeel kan worden van de strategie en bedrijfsvoering van de onderneming. Als vervolg op de (maximaal drie) gratis adviesdagen kunnen bedrijven een beroep doen op het uitgebreide netwerk van kennisinstellingen, natuurorganisaties en adviesbureaus van de helpdesk. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot een biodiver-siteitsactieplan of een concreet pilotproject.

Meer informatie: www.bedrijfslevenenbiodiversiteit.nl of tel. 0346 - 29 13 33.

zijn er nog veel meer tools, scans en analysemethodes beschikbaar gekomen van de meest uiteenlo-pende organisaties. Het zijn er eigenlijk zo veel, dat sommige bedrijven door de bomen het bos niet meer zien. Secretaris Erik van Zadelhoff van het Platform BEE bevestigt dat het erg lastig is om bedrijven de juiste middelen aan te reiken. “Momenteel zijn we bezig om een quickscanme-thode te ontwikkelen. Daarmee kun-nen bedrijven per sector snel inschatten waar de grootste milieu-impact in de keten plaatsvindt en op welke manier ze die kunnen reduce-ren. Bedrijven hebben veel behoefte aan dit soort korte, praktische adviezen.”

Page 36: Chemie Magazine - mei 2013

BE

EL

D: S

HU

TTE

RS

TOC

K

36 Chemie magazine mei 2013

VEEL KANSRIJKE BIOBOUWSTENEN VOOR DE CHEMIE

‘ GROENE TECHNOLOGIEONTWIKKELEN IS EEN OPEN RACE’Onderzoekers van chemiebedrijven en universiteiten zoeken al enige jaren naar mogelijkheden om uit biomassa bestaande en nieuwe chemicaliën te maken. Hoever zijn ze daarmee? Welke groene bouwstenen zijn voor de chemie het meest kansrijk? Daan van Es van de Wageningen Universiteit en Pieter Bruijnincx van de Universiteit Utrecht vertellen over de stand van zaken. Tekst: Erik te Roller

Research van de Wageningen Uni-versiteit, een instituut dat onderzoek doet in opdracht van bedrijven en de overheid. “Je moet goed kijken naar wat je per saldo aan CO2-uitstoot vermijdt. Als je eerst gewassen teelt en oogst, daar suiker uithaalt en die stript tot een eenvoudige koolwater-stof, is het maar de vraag of dat altijd beter is dan een bouwsteen op basis van fossiele grondstoffen te produ-ceren. Als je van de zes koolstofato-men van suiker er slechts twee benut en vier weggooit in de vorm van CO2 dan is dat niet erg effi ciënt. Je moet dat per geval bekijken. Wan-neer je met petrochemie bijvoor-beeld kunststoffen voor duurzame toepassingen maakt, is daar niets mis mee.”“Je moet eigenlijk kijken naar de totale effi ciëntie van de productie van biobrandstoffen en biobased chemi-caliën in een bioraffi naderij”, merkt Pieter Bruijnincx op. Hij is onderzoe-ker van de groep Anorganische Che-mie & Katalyse van de Universiteit Utrecht. “Wellicht is de CO2-winst van de productie van de chemicaliën in relatief kleine volumes minimaal of zelfs negatief. Maar de extra waarde die deze chemicaliën opleve-ren, maakt het mogelijk een groot volume aan biobrandstoffen econo-misch te produceren, wat wel een fl inke CO2-winst kan opleveren.”

 De inzet van groene grond-stoffen is niet nieuw. Tot halverwege de negen-tiende eeuw maakte de chemie gebruik van

grondstoffen uit de landbouw. Daarna kwamen achtereenvolgens steenkool, olie en gas als fossiele grondstoffen op en nam de chemie een hoge vlucht. De groene grond-stoffen zijn overigens nooit helemaal van het toneel verdwenen. Op basis van suiker, en ook op basis van plant-aardige vetzuren, worden diverse chemicaliën gemaakt, zoals ethanol en melkzuur. In de komende jaren wil de chemische industrie meer groene grondstoffen inzetten om de netto-CO2-uitstoot te verminderen en minder afhankelijk te zijn van fos-siele grondstoffen. De chemische industrie kan in prin-cipe op twee manieren van grond-stoffen uit biomassa worden voor-zien. Ten eerste door biomassa om te zetten in bestaande bulkchemicaliën, waarmee chemiebedrijven hun bestaande producten kunnen blijven maken. Ten tweede door hoogwaar-dige verbindingen uit biomassa te isoleren en die chemisch aan te pas-sen tot nieuwe chemische producten.“Maar bio is niet per defi nitie duur-zaam”, waarschuwt Daan van Es, senior onderzoeker organische che-mie en katalyse van Food & Biobased

Page 37: Chemie Magazine - mei 2013

mei 2013 Chemie magazine 37

‘ GROENE TECHNOLOGIE ONTWIKKELEN IS EEN OPEN RACE’

“Het vervangen van fossiele chemicaliën door identieke groene chemicaliën wordt drop-in replacement genoemd”, zegt Bruijnincx. Zijn onderzoeksgroep doet al jaren onderzoek naar katalysatoren voor de chemie en sinds enkele jaren ook naar katalysatoren om bulkchemica-liën uit biomassa te halen. “De groene chemie gaat voornamelijk uit van suikers. Die haal je uit zetmeel afkomstig uit graan- of maïskorrels, of uit de cellulose- en hemicellulose-componen-ten van niet-eetbare plantendelen, zoals sten-gels en bladeren. Suikers kun je met micro-organismen of chemische katalyse omzetten in allerlei chemicaliën, zoals ethyleen, butadieen, propaandiol en adipinezuur. De laatste is bij-voorbeeld een grondstof voor nylon 6.6 en nylon 4.6. Voordeel is dat de chemiebedrijven deze stoffen in hun bestaande installaties kun-nen verwerken tot hun bestaande producten.” Bruijnincx verwacht dat de drop-in replace-ments voor een eerste golf van gedeeltelijke vergroening van de chemie zullen zorgen.

NIEUWE CHEMISCHE BOUWSTENEN UIT BIOMASSAEen tweede golf van vergroening van de chemie zal volgens Bruijnincx komen van nieuwe chemische bouwstenen uit bio-massa, dat wil zeggen van hoogwaardige stoffen uit biomassa die na een beperkte chemische aanpassing en tegen relatief geringe energiekosten producten opleve-ren met nieuwe aantrekkelijke eigenschap-pen. “Voordeel is dat je gebruik maakt van

alle chemie die de natuur al heeft inge-bouwd in die stoffen. Nadeel is dat chemie-bedrijven, om deze stoffen te kunnen benutten, andere processen moeten ont-wikkelen en nieuwe producten met andere eigenschappen met hun klanten moeten uittesten. Dat kost meer tijd en geld.”Een voorbeeld van de tweede golf is Avan-tium, dat op basis van suiker langs chemi-

sche weg furaandicarbonzuur (FDC) maakt en op basis daarvan de kunststof PEF, een alternatief voor het materiaal van fris-drankfl essen PET. Het bedrijf test dit pro-ces uit in een proeffabriek in Geleen en levert de eerste PEF als testmateriaal aan Coca-Cola. Voordeel van PEF is dat koolzuur in de fl es beter behouden blijft.

BIOMASSA OMZETTEN IN BESTAANDE BULKCHEMICALIËN Is er al enige consensus over een

top-5 van groene bouwstenen? Bruijnincx somt er vijf op: ethanol (basisstof voor onder andere ethy-leen en butadieen), furaanverbin-dingen, levulinezuur, glycerol en biobased polyolen (xylitol, sorbitol, glycerol en propaandiol). Hij zegt er tegelijk bij dat dit een ‘persoonlijke’ lijst is. “Welke vijf platformchemi-caliën de meeste kans maken, blijft voorlopig een open vraag. Als je het weet, kun je meteen aandelen kopen van bedrijven die op deze stoffen inzetten. In werkelijkheid is er sprake van een open race in technologie-ontwikkeling. Heb je eenmaal de technologie in handen om biomassa op effi ciënte wijze om te zetten in bepaalde chemica-liën, dan kun je die ook voor het maken verschillende andere che-micaliën gebruiken.” Van Es geeft zijn top-5 op basis van suikers: barnsteenzuur, fumaar-zuur, melkzuur, isohexides en furaandicarbonzuur. “Als je tot een goede top-5 wilt komen, kun je beter uitgaan van de verschillende soorten biomassa die beschikbaar zijn. Behalve suiker, cellulose en hemicellulose zijn dat ook plant-aardige oliën. Onverzadigde vetzu-

ren uit plantaardige oliën worden nu al op grote schaal gebruikt in alkydharsen en verf. Verder loopt er onderzoek naar het omzetten van die vetzuren in zogenoemde lineaire alfa-olefi nes voor de pro-ductie van zeep, wasmiddelen, weekmakers en bepaalde typen polyetheen.” Hij ziet daarom met lede ogen aan dat Europa jaarlijks 20 miljoen ton vetzuurmethyles-ters afkomstig van koolzaadolie bijmengt met diesel om er biodie-sel van te maken. “Die stoffen ver-brand je gewoon, terwijl je daar in principe heel veel hoogwaardige chemicaliën van kunt maken, zoals lineaire alfa-olefi nen.” Een andere bron van groene grondstoffen is glycerol, dat als bijproduct vrijkomt bij het maken van biodiesel. Glycerol is een bouwsteen voor onder meer acryl-zuur en propyleenglycol, dat weer een van de uitgangsstoffen voor polyurethaan is. Van Es ziet ook veel in het telen van algen. “Ze leveren oliën, vetten en koolhydra-ten op voor de chemie en eiwitten voor voedsel. Maar we hebben nog een lange weg te gaan voordat we ze goed kunnen oogsten en raffi ne-ren tot de gewenste producten.”

TOP-5

Biobased

Page 38: Chemie Magazine - mei 2013

38 Chemie magazine mei 2013

‘Duurzaam is de chemie pas als zij

alleen het niet-eetbare deel van planten gebruikt’

Van Es ziet de opkomst van scha-liegas vooral als een bedreiging voor de markt van biobrandstof-fen en meer als een kans voor biobased chemicals. Bruijnincx merkt op dat schaliegas behalve methaan ook ethaan en propaan bevat, grondstoffen voor onder andere polyetheen en polypro-peen. “Bij het kraken van ethaan en propaan komt echter nauwe-lijks, of in ieder geval te weinig, butadieen vrij, anders dan bij het kraken van nafta in Europa. Met de opkomst van schaliegas zal het aanbod van butadieen uit fossiel afnemen. De prijs gaat omhoog, waardoor het aantrekkelijker wordt om butadieen uit biomassa te maken. In Utrecht werken we daarom aan een chemisch-kataly-tische route om ethanol om te zetten in butadieen.”De opkomst van schaliegas kan ook tot een geringer aanbod van aromatische verbindingen (ben-zeen, tolueen en xyleen) in de wereld leiden. Er is echter nog geen kant-en-klare oplossing om aromatische verbindingen uit bio-massa te winnen. Lignine is hier-voor de aangewezen grondstof. DSM en het Amerikaanse bedrijf Poet nemen komend najaar een fabriek in de staat Iowa in gebruik

die de stengels en bladeren van maïsplanten met behulp van enzymen en micro-organismen via suikers omzet in ethanol. Net als hout en stro bevatten de bla-deren en stengels van maïs cel-lulose, hemicellulose en lignine. DSM zet de eerste twee om in suikers, maar kan met de lignine momenteel niet veel beginnen en zal dit verbranden om er nog wat energie uit te winnen. “Lignine is een complex aromatisch poly-meer, waaruit aromatische ver-bindingen zoals fenol, tolueen en xyleen te winnen moeten zijn. Maar het zal nog wel tien tot der-tig jaar duren voordat hiervoor een commercieel proces is”, stelt Bruijnincx.“Duurzaam is de chemie pas als zij alleen gebruik maakt van het niet-eetbare deel van planten, zoals DSM en Poet met hun nieuwe fabriek in de praktijk gaan brengen”, concludeert Van Es. “Uiteindelijk vormen groene grondstoffen de enige echt duur-zame optie voor de chemie als we onze planeet willen behouden voor toekomstige generaties. Het is technisch allemaal haalbaar, maar kost alleen wat tijd.”

VOORBEELDEN VAN GROENE BOUWSTENEN, TUSSENPRODUCTEN EN TOEPASSINGEN *)

BIOMASSA GROENE BOUWSTEEN BOUWSTEEN VOOR TOEPASSING(in combinatie met andere chemicaliën)

suikerriet, bagasse, stro, gras, bietenpulp, hout suikers ethyleen en

propyleenglycolpolyesters en polyurethanen

bietenpulp, fruitafval, wieren suikers adipinezuur polyamiden

cellulose (hout, gras) barnsteenzuur fumaarzuur, maleïnezuur en butaandiol

polyesters, polyolen, polyurethaan, polyamiden, PBS, fi jnchemicaliën

cellulose (hout, gras) hydroxymethylfurfural (HMF) furaandicarbonzuur

polyesters (PEF - kunststof voor o.a. frisdrankfl essen)

cellulose (hout, gras) levulinezuurvalerolacton, methylterahydrofuraan en ethyllevulinaat

polyamiden, synthetisch rubber, kunststoffen, geneesmiddelen

koolzaadolie, palmolie, algenolie glycerol

acrylzuur, ethyleen- en propyleenglycol, epichloorhydrine

polyacrylaten, polyesters, polyurethanen, epoxyharsen

koolzaadolie, palmolie, algenolie, tallolie (van naaldbomen)

onverzadigde vetzuren lineaire alfa-olefi nenLLDPE (kunststof voor verpakkingen), detergenten

*) De lijst geeft slecht een aantal voorbeelden en is verre van volledig.

SCHALIEGAS EN BIOBASED CHEMICALS

Page 39: Chemie Magazine - mei 2013

Toonaangevendin duurzaam afvalbeheerwww.indaver.com

Duurzame valorisatie tot materialen & energie

Indaver biedt een duurzame aanpak voor industrieel afval. Indaver valoriseert 90 %

van de 4.6 miljoen ton afvalstoffen die ze beheert tot materiaal of energie. Eigen

grootschalige installaties, sterke expertise en een goede kennis van de Europese

afvalmarkt vormen hierbij onze unieke troeven. Ook via on site investeringsprojecten

bij de grootindustriële klant valoriseren we energie en materialen uit reststromen.

Dit vereist een juiste kennis van complexe afvalstoff en en voldoende inzicht in

productieprocessen. Indaver realiseert lange termijnoplossingen tegen de laagste

Total Cost of Ownership. Conformiteit aan wet- & en regelgeving en zero risk op

liabilities staan hierbij steeds voorop.

[email protected] Tel. +31 115 61 90 48

www.indaver.nl

Page 40: Chemie Magazine - mei 2013

400.000 ton

40 Chemie Magazine mei 2013

Page 41: Chemie Magazine - mei 2013

Wetenswaardig

Netwerkbedrijf Stedin heeft op 1 mei in de Rotterdamse Botlek een 2 kilometer lang stoomnet-werk in gebruik genomen. De eerste stoomlevering vindt plaats tussen afvalverwerker AVR/Van Gansewinkel als stoomleverancier en chemiebe-drijf Emerald Kalama Chemical als stoomgebruiker. Door het netwerk gaan bedrijven effi ciën-ter om met energie, besparen ze geld én wordt een aanzienlijke reductie van CO2-uitstoot gerealiseerd.

Een stoomnetwerk verbindt industrieën die stoom in hun bedrijfsproces produceren met omliggende bedrijven die juist stoom nodig hebben. Het stoom-netwerk in de Botlek gaat jaar-lijks ongeveer 450.000 ton uit afval opgewekte stoom transpor-teren van afvalverwerker AVR/Van Gansewinkel naar Emerald Kalama Chemical, producent van conserveringsmiddelen, grond-stoffen voor smaakstoffen, geur-stoffen en weekmakers. Dit levert een verminderd gebruik van fossiele grondstoffen van zo’n 450.000 gigajoule op en een gere-duceerde CO2-uitstoot van 25 tot 30 kiloton per jaar. Het is de bedoeling dat meer bedrijven zich op de leiding aan-

sluiten. Hierdoor kan de CO2-uitstoot op termijn met wel 400.000 ton worden gereduceerd. Het stoomnetwerk levert daar-mee een belangrijke bijdrage aan de Rotterdamse klimaatdoelstel-ling: 50 procent CO2-reductie in het jaar 2025 ten opzichte van 1990.

Naast Stedin, AVR/Van Ganse-winkel en Emerald Kalama Che-mical zijn ook het Havenbedrijf Rotterdam en bouwbedrijf Visser & Smit Hanab belangrijke part-ners bij de ontwikkeling van het stoomnetwerk. Ook het Rotter-dam Climate Initiative - een initia-tief van de gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, DCMR Milieudienst Rijnmond en Deltalinqs - heeft het project de afgelopen jaren actief gesteund.

Het stoomnetwerk is opgenomen in de Routekaart Chemie 2030. Hierin beschrijft de chemische industrie de ambitie om tot 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent te reduceren ten opzichte van 2005. De Routekaart toont welke initiatieven bedrijven uit de sector al hebben genomen, welke ze nog oppakken, en hoe-veel ze bijdragen aan verminde-ring van broeikasgasemissie.

MINDER CO2-UITSTOOT DOOR STOOMNETWERK BOTLEK

400.000 ton

mei 2013 Chemie Magazine 41

Page 42: Chemie Magazine - mei 2013

42 Chemie magazine mei 2013

PROF.DR.IR. JAN ROTMANS PLEIT VOOR SNELLE TRANSITIE NAAR NIEUWE ECONOMIE

CIRCULAIR, CO2-VRIJ EN BIOBASED Dwarsdenker Jan Rotmans vindt dat de verduurzaming van de samenleving niet snel genoeg gaat en roept op tot actie. Vooral de energiesector leeft volgens hem nog te veel in het fossiele verleden. Maar ook de chemische industrie zou veel meer moeten inzetten op de biobasesd economy. Alleen al om economische redenen: “Binnen afzienbare tijd verdien je meer met biochemie dan met de huidige chemie.” Tekst: Igor Znidarsic

 Hij omschrijft zichzelf als professor en pro-gressor, friskijker en dwarsdenker. Ook noemt hij zich activist. Maar formeel is prof.dr.ir. Jan Rotmans professor transities en transitiemanagement aan de Erasmus Uni-

versiteit Rotterdam, bij het Dutch Research Institute For Transitions (DRIFT). Hij heeft meer dan tweehonderd-vijftig publicaties op zijn naam staan op het gebied van klimaatverandering, duurzame ontwikkeling, transities en systeeminnovaties. Zijn eind vorig jaar verschenen boek In het oog van de orkaan gaat over de transitiepro-cessen in Nederland in sectoren zoals de zorg, de bouw en energie. Hij laat zien hoe deze kunnen worden gestuurd naar een duurzamere samenleving. De titel verwijst naar het windstille middelpunt van een orkaan, waarin velen zich volgens hem bevinden, waardoor ze de storm die door de samenleving raast niet zien. Ener-gie is de sector die het meest blind is voor die storm. “Men zegt: laten we op dezelfde fossiele voet doorgaan en zo veel en zo lang mogelijk rendement halen uit de gedane investeringen in fossiele energie.” In mindere mate geldt dat volgens hem ook voor de (petro)chemie.

Welke kant zou de (petro)chemie op moeten gaan?Jan Rotmans: “Elk groot chemieconcern zou nu al met de overgang naar bioraffi nage bezig moeten zijn. Je hoeft daarvoor niet meteen de bestaande installaties te slopen. Kijk naar een bedrijf als DSM, dat uit de petro-chemie komt. Het transformeert zich elke tien, vijftien jaar. Ze starten eerst een verkenning van de nichemark-ten, dan hebben ze een soort schaduwlijn, en op het moment dat ze daar voldoende brood in zien hevelen ze het over naar de primaire productie. Zo zou elk bedrijf moeten opereren. Klein beginnen, experimenteren, kijken wat het oplevert, bij gebleken succes opschalen.”

Is er voldoende grondstof voor een massale overschake-ling op bioraffinage?“De grondstof kun je gewoon telen. De komende tien, vijftien jaar gaan daarin spectaculaire ontwikkelingen plaatsvinden. We hoeven het overigens niet allemaal uit het buitenland te halen, we kunnen het ook hier telen. Je kunt de kassen van het Westland verplaatsen naar het havencomplex van Rotterdam en er niet voedsel maar biomassa in telen. Waarom maken we dat soort verbin-dingen niet?”

Vanwege bepaalde economische belangen?“Vooral vanwege het belang van de grote tuinders. In het Westland, met al die liefl ijke dorpjes, staat de groot-ste glastuinbouwindustrie ter wereld. Dat verhoudt zich helemaal niet meer tot elkaar. Vroeger was de glastuin-bouw van duizenden boeren, nu is het in handen van enkele tientallen tuinders. Ik zeg dan: haal het daar weg. Industrie moet je plaatsen waar die thuishoort: bij de chemie en bij de haven.”

U laat het zo makkelijk lijken.“Dat is het ook, als je maar de verbindingen maakt. De meeste transities mislukken omdat het ontbreekt aan verbindingen tussen de verschillende sectoren. Neem het noorden van Nederland: 70 procent is landbouw-grond, er is hoog ontwikkelde chemie in Delfzijl, er zijn havens, goede infrastructuur - het enige wat ontbreekt zijn de verbindingen. Nodig honderd boeren en honderd chemische ingenieurs uit, want die vinden elkaar van nature niet, en laat ze met elkaar praten over wat voor soort biopoducten je als boer zou kunnen maken.”

Wie produceert dan de melk en de maïs?“We hebben in Nederland een melkoverschot. De land-bouw wordt nog steeds voor een deel gesubsidieerd. Als

Page 43: Chemie Magazine - mei 2013

mei 2013 Chemie magazine 43

Hoogleraar

CV JAN ROTMANSna zijn promotieonderzoek en zijn werk bij RIVM werd Jan Rot-mans in 1997 professor bij de Universiteit van Maastricht (ICIs, International Centre for Integrative studies). In september 2004 richtte hij het onderzoeksinstituut dRIft op, het dutch Research Institute for transitions. daarmee werd hij professor in transities en transitiemanagement aan de erasmus Universiteit Rotterdam. naast zijn wetenschappelijk werk wil Rotmans ook een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de maatschappij. daarvoor richtten hij en Marjan Minnesma in 2007 - samen met een groep koplopers uit bedrijven, overheden en maatschappelijke organi-saties - de stichting Urgenda op.

die subsidies wegvallen, overleven maar weinig boeren. Eigenlijk is het dus een ongezonde situatie. Daarnaast wordt de toegevoegde waarde steeds kleiner. Daarom kun je met een deel van de grond veel beter andere din-gen doen, met een beter verdienmodel. De toegevoegde waarde per producteenheid van de bio-economie is veel groter dan van de melkveehouderij. Waarom zou je het dan niet doen? Je wilt toch een nieuwe industrie opbou-wen? Met 70 procent van hun areaal verdienen de drie noordelijke provincies minder dan 7 procent van hun bruto regionaal product. Nog even en ze verdienen niks meer, als ze niet veranderen.”

Wat zouden de boeren moeten produceren?“Ze moeten zelf biomaterialen en bioproducten maken. In de toekomst staat op elk boerenterrein een kleine

chemische fabriek. Het kenmerk van de biobased eco-nomy is dat die kleinschaliger wordt, in tegenstelling tot de oude chemie die grootschaligheid nodig heeft om rendementsvoordelen te halen.”

En de veiligheid dan? Ook al is de grondstof biobased, je maakt uiteindelijk gevaarlijke stoffen.“Juist op kleine schaal is de veiligheid makkelijker te organiseren en te controleren dan op grote schaal. Bovendien kunnen de boeren een basisgrondstof maken en die aanbieden aan de industrie in Delfzijl, die er ver-volgens andere stoffen van maakt.”

Dat klinkt allemaal heel visionair, maar zolang er nog voor jaren fossiele grondstoffen zijn - zie schaliegas - ont-breekt de acute noodzaak. e

fo

to: h

ol

la

nd

se

ho

og

te

Page 44: Chemie Magazine - mei 2013

44 Chemie magazine mei 2013

“Schaliegas is nu heel goedkoop, maar wordt in de toe-komst duurder. Shell transformeert nu van een olie- naar een gasbedrijf, met het gas uit de Oekraïne en Qatar. Ze worden iets schoner. Maar dat is natuurlijk relatief. En het blijft de oude economie. Maar los daar-van: de circulaire, CO2-vrije en biogebaseerde nieuwe economie is niet nodig omdat er te weinig fossiele grondstoffen zijn. Het is niet zozeer een schaarstepro-bleem, maar een ander verdienmodel. Je verdient bin-nen afzienbare tijd meer met biochemie dan met de huidige chemie, en meer met schone energie dan met fossiele energie.”

Waar ligt het omslagpunt?“Daar zitten we al in. Alleen reageert de orde van de fossiele energie daar extra heftig op, door van conventi-oneel naar onconventioneel gas en olie te gaan. Onder-tussen groeit de schone technologie met 20 tot 30 pro-cent per jaar, zelfs in de diepte van deze crisis. Dat gaat binnen vijf tot tien jaar zo snel dat elk bedrijf gewoon moet omschakelen. Het stenen tijdperk kwam ook niet ten einde omdat er te weinig stenen waren, maar omdat er betere alternatieven kwamen. Je schakelt over naar een nieuwe economie omdat het aantrekkelijker wordt: schoner, rendabeler, voordeliger.”

Voordeliger?“De industrie betaalt nu nog relatief lage energieprijzen en heeft een relatief stabiele periode gekend de afgelo-pen tientallen jaren. Maar het wordt steeds instabieler. De olieprijs is zelfs in deze systeemcrisis behoorlijk hoog. Als we uit de crisis komen schiet de prijs omhoog, omdat de vraag weer toeneemt. Kijk, uiteindelijk wil niemand afhankelijk zijn van instabiele politieke regio’s en variabiliteit in prijs. We willen in Nederland toch ook niet afhankelijk worden van Poetin? Ieder land, iedere regio streeft naar onafhankelijkheid wat betreft grond-stoffen. En elke sector, elk bedrijf gaat dat de komende jaren ook doen. Nu vindt men het nog moeilijk om afscheid te nemen van het oude verdienmodel, omdat men daaraan gewend is. Maar als er steeds meer kleine chemiebedrijven komen die op die nieuwe basis werken, en in de buurt kruipen van de grote bedrijven... Ik zie heel veel in innovatiecampussen waarbij leren, werken en ondernemen samengaan. In Zeeland gebeurt dat al, en in Dordrecht, en in Rotterdam, op de RDM-campus.”

Hoe ziet de chemische industrie er volgens u uit in 2050?“De petrochemie is dan helemaal verdwenen. De Exxons en de Shells bestaan in naam waarschijnlijk nog

wel, maar in een totaal andere vorm. Of ze transforme-ren zich, of ze sterven af. In transities overleven drie van de vijf bedrijven niet. Kijk naar de grote scheepvaartin-dustrie die we vroeger hadden, en de auto-industrie. Op zich is dat gezond. Het zijn niet de grootste die overle-ven, ook niet de slimste. Het zijn degene die het grootste vermogen hebben om zich aan te passen aan de steeds veranderende omstandigheden. In de sector energie voorspel ik dat RWE en Eon binnen vijf tot tien jaar sneu-velen, omdat ze volledig hebben ingezet op fossiele energie en kernenergie, die nu uit de markt worden geprijsd.”

En in de chemie?“Een bedrijf als Shell, daar waren we vroeger trots op. Dat was een icoon. Maar dat is het niet meer. Als je op een van de laatste ongerepte stukjes natuur, de Noord-pool, wilt gaan boren naar olie, dan moet je nooit meer het woord ‘duurzaamheid’ in de mond nemen. Als je het risico op ecologische ontwrichting bewust neemt…”

Hoe kunnen we het tij keren?“Een verdienmodel ertegenover zetten dat aantrekkelij-ker is. Of de maatschappelijke druk opvoeren, zoals gebeurd is bij de plofkip. Die wordt uit de supermarkten gehaald vanwege druk van Wakker Dier, dat schermt met het feit dat ze honderdduizenden mensen achter zich hebben staan. Dat werkt heel effectief. Zo zou het bij Shell ook kunnen gaan. Zodra ze op de Noordpool bezig zijn en er gebeurt iets, dan zijn de rapen gaar. Dan kunnen we zo de opstand in een aantal landen organise-ren. Dan gaan mensen geen Shell meer tanken.”

Veel obstakels worden gevormd door wet- en regelgeving. Hoe verander je dat?“De meeste wegwijzers staan nog richting de oude, fos-siele economie. De fossiele energie wordt op 53 manie-ren voorgetrokken, via allerlei fiscale en investerings- en schaalvoordelen, eigenlijk verkapte subsidies. Die wet- en regelgeving kunnen we alleen via de politiek veranderen. Wat ik nodig heb is een kantelaar in elke sector. Dwarsdenkers, zoals Peter Molengraaf van Alli-ander dat is in de energiesector en Jos de Blok, oprich-ter van Buurtzorg, in de zorg. Met die dwarsdenkers moeten we de politiek gaan bewerken.”

Heeft u al iemand uit de chemie?“Nee. Ik wil hierbij dan ook graag een oproep doen: als iemand uit de chemische industrie zich geroepen voelt, mag hij zich bij mij melden.” p

‘Het stenen tijdperk kwam ook niet ten einde omdat

er te weinig stenen waren’

fo

to: h

ol

la

nd

se

ho

og

te

Page 45: Chemie Magazine - mei 2013

Aerzen

internAtionAl

rentAl

Fotograaf 3, 6921 RR Duiven, +31 (0)26 4464723, [email protected], www.aerzenrental.com

20.25 uur melding van de storingverwachte aankomsttijd 04.48 uur

Uw vacuüm- of drukluchtsysteem defect? Plotselinge piekproductie? Dan eist u een snelle oplossing.

Aerzen International Rental staat 24/7 voor u klaar met 100% olievrije huurblowers en -compressoren.

Wij helpen u razendsnel uit de brand met transport, installatie en inbedrijfname.

24/7 seRvice & suppoRt +31 (0)26 446 47 23

Page 46: Chemie Magazine - mei 2013

46 Chemie magazine mei 2013

Fo

to: c

as

pe

r r

ila

MOCS intrOduCeert nieuwe verbindingSteChniek COMpOSieten

Niet lijmeN maar versmelteN

Lichter, stijver, sterker, duurzamer én goedkoper. Volgens de Delftse starter

MOCS heeft composiet alles in zich om in de toe-komst eerste materiaal-

keuze te zijn in de maritieme -, civiele - en bouwsector. Het bedrijf

hoopt industrie én regelge-vers te overtuigen van zijn

nieuwe verbindingstech-niek, die composietdelen

niet lijmt maar met elkaar versmelt.

Tekst: Noortje van Dorp

Wouter Riedijk: “De techniek is nog geheim.”

Page 47: Chemie Magazine - mei 2013

mei 2013 Chemie magazine 47

Composiet wordt al veel gebruikt, het zit bijvoor-beeld in kogelwerende vesten, surfplanken, brug-gen, vliegtuigen en

scheepsrompen. Maar tot op heden worden grote, volledig composieten-constructies gemeden. Het is erg kostbaar om die met grote mallen uit één stuk te maken. De goedkopere variant van modulaire opbouw wordt nauwelijks toegepast, omdat gelijmde verbindingen een verzwak-king zijn in het materiaal. Wouter Riedijk van starter MOCS uit Delft licht het probleem toe: “Er zijn oppervlaktes waarbij je het lijmen niet goed in de hand hebt, doordat je niet alle hoekjes en randjes kunt zien. Ook is de oppervlaktebehande-ling voorafgaand aan het lijmen erg kritisch. Dat maakt de constructie minder betrouwbaar.”

Geheim Classificatiemaatschappijen (inspec-tiebureaus voor machinerie en casco van schepen) zijn doorgaans verre van content met geplakte composiet scheepsrompen. En daar zag MOCS een gat in de markt. Compagnons Riedijk en Peter Madlener studeer-den beiden af in maritieme techniek aan de TU Delft. Voortbordurend op Madleners afstudeeronderzoek naar verbindingsmethoden voor een modulair schip, ontwikkelden zij een techniek om composietpanelen te verbinden die gebruikmaakt van het materiaal zelf. De techniek is nog geheim; de aanvraag van patenten is in volle gang. Maar in grote lijnen komt het erop neer dat delen van de constructie van thermohardermate-riaal voor 100 procent af zijn, en de nog te verbinden delen voor 50 pro-cent. Door verhitting en druk kunnen deze delen samengebracht worden, waardoor het materiaal in elkaar overvloeit. Dit kan lokaal - het pro-duct hoeft niet volledig in de oven - en zelfs ook op locatie. Resultaat is een verbinding die net zo stevig is als het materiaal zelf. Deze micro-modulaire manier van bouwen maakt het mogelijk om ook grote, sterke constructies zoals scheeps-rompen volledig van composietma-teriaal te bouwen. Riedijk: “Grote composiet scheepsrompen zijn

tegenwoordig erg kostbaar door de hoge malkosten en vele manuren. Wij werken toe naar goedkopere panelen die op kleine, of zelfs flexi-bele mallen te maken zijn en die je daarna met elkaar kunt verbinden. Dit resulteert in een kostenefficiën-ter productieproces en betere moge-lijkheden voor automatisering.”

Vertrouwen wekkenTot op heden is MOCS vooral bezig met pogingen om de industrie te overtuigen. Interesse is er, zo waren DSM en Damen Shipyards al betrok-ken bij het afstudeeronderzoek van Madlener. Toch hebben ze hun eer-ste target, toepassing van hun tech-niek in de maritieme sector, wat moeten bijstellen. “Vanuit onze stu-die hadden we een duidelijke focus. We geloven er nog steeds in, en heb-ben uiteindelijk het doel voor ogen om onze innovatie in de maritieme sector te lanceren. Maar het is nog een lange weg”, zegt Riedijk. Hij doelt dan vooral op de regelgeving rondom het bouwen van scheeps-rompen met composietmateriaal. “Het gebruik van composiet is rede-lijk nieuw en heeft momenteel wei-nig vertrouwen van de classificatie-

maatschappijen. Het is enorm ingewikkeld om de dynamische belasting op een schip te berekenen. Het is iets van de lange adem, vooral ook omdat het zich op internationaal niveau afspeelt.” MOCS zoekt door naar een pilotpro-ject in de scheepvaart, maar wil ook een pilotproject in een andere indu-strietak starten. In een industrie die direct de stap naar micro-modulair bouwen kan zetten, met een redelijk snelle markt, bijvoorbeeld leveran-ciers van grote-diameterpijpen. Die geometrie is eenvoudiger, en er moeten al erg veel verbindingen gerealiseerd worden. Ondertussen werken de twee onder-nemers met een bedrijf in de off-shore-industrie aan een project over duurzame energie, wederom geheim. En is er al een eerste modu-lair project van de band gerold: een coffeecorner. Een bijna 10 meter lange bar met een complexe geome-trie waarin de mogelijkheden van een modulaire composietconstructie zijn aangetoond. Riedijk: “Leuk, maar niet onze corebusiness. Zo’n coffeecorner zit vooral in de afwer-king, wij zijn veel meer met het kern-proces - de verbinding - bezig.”

Composiet als standaardIs composiet het materiaal van de toekomst? Als het aan MOCS ligt wel. “Staal en aluminium blijven hun eigen positieve eigenschappen hou-den, maar composiet kan naast die materialen zeker ook een standaard worden”, zegt Riedijk. “Zo zie je in de civiele markt een duidelijke trend naar composiet bruggen tot 40 meter. Wij zijn hier ook bij betrokken via engineeringsdiensten. Zo hebben we net een voorstudie afgerond voor de gemeente Noordoostpolder, en het constructieve conceptontwerp gemaakt van een brug.” p

ijzersterkeen composiet is een ijzersterk materiaal, opgebouwd uit verschillende kunststofmaterialen: vezels (aramide-, glas- en koolstofvezels) en een bindmiddel (vaak kunststofharsen zoals hypoxie en polyester). composie-ten hebben verschillende kenmerken en daarmee kwaliteiten. Zo worden lichte glasvezelversterkende constructies in bruggen en vliegtuigen gebruikt, stijve koolstofvezelversterkende constructies in racefietsen, en taaie aramidevezelversterkende constructies in kogelwerende vesten.

Hoe groen?Hoe ‘groen’ is modulair bouwen met composiet? “De

carbon-footprint van een composiet brug is vele malen kleiner dan die van een metalen brug”, stelt riedijk.

“Bovendien is de levensduur van een composiet brug vele malen langer en is die onderhoudsvriendelijker

doordat het materiaal niet corrodeert. Het materiaal is niet 100 procent te recyclen, maar daar zijn ook al veel

ontwikkelingen gaande. er wordt gewerkt aan bio-based composieten, met goede eigenschappen. Dit

voorjaar heeft DsM bijvoorbeeld een hars gelanceerd die voor 40 procent uit biologische grondstoffen

bestaat. De potentie van duurzaamheid is er.”

starter

Page 48: Chemie Magazine - mei 2013

48 Chemie magazine mei 2013

SCienCe WatCh ziet Brazilië, ruSland, india, China en zuid-Korea naderen

Brick-landen maken meters in onderzoek en patenten

De Brick-landen zijn nog steeds in aantocht, zo blijkt uit gegevens van Science Watch. Als geheel zitten ze weliswaar nog niet op het innovatieniveau van de G7, maar ze komen wel steeds dichterbij. Het aantal wetenschappelijke publicaties - én hun impact - groeit, de Brick-landen vragen steeds vaker patent aan, en Zuid-Korea en (vooral) China kunnen zich in R&D-uitgaven al meten met de groteren der aarde. tekst: emma van laar

Het onderzoeksbureau Science Watch dook diep in de Brick-landen en kwam boven met gege-vens over r&d-uitgaven,

human capital, onderzoekspublica-ties en aangevraagde patenten. Vol-gens Science Watch zijn dit prima indicatoren om het innovatieve karakter van een land te onderzoe-ken. de belangrijkste conclusie luidt dat de Brick-landen op onderzoeks-vlak veel meters gemaakt hebben, en dat zij soms verdacht dicht in de buurt komen van Westerse econo-mieën. opvallend zijn ook de enorme verschillen tussen deze groeilanden onderling. om te beginnen wat harde cijfers, waarin de Brick-landen worden afgezet tegen de G7: de Verenigde Staten, Canada, duitsland, Frank-rijk, Groot-Brittannië, duitsland en Japan. in 1992 wist de G7 voor elke wetenschappelijke publicatie uit een Brick-land er ruim twaalf te schrij-ven en verhield een Brick-patent zich tot 6,2 G7-patenten. deze ver-houdingen zijn volledig omver gegooid. in 2011 is de verhouding in onderzoekspapers 1:2,5 en op patentgebied is er met een verhou-

ding van 1:1,2 bijna geen verschil meer.

Investeren in R&Dhet bruto binnenlands product (bbp) voor de vijf Brick-landen is de afge-lopen dertig jaar enorm gestegen, waarbij China de kroon spant met een groei van 300 miljard naar bijna 10.000 miljard euro. Maar ook zuid-Korea laat indrukwekkende cijfers zien: van 90 miljard naar dik 1000 miljard euro. Vergelijk je het bbp met de r&d-uitgaven, dan laten alleen deze twee landen echte groei zien. zuid-Korea zat in 2010 op bijna 4 procent en China gaf bijna 2 pro-cent uit aan onderzoek, waarmee het investeringsniveau vergelijkbaar is met Frankrijk en Groot-Brittan-nië. Brazilië, rusland en india cirke-len daarentegen al jaren rond de 1 procent. ter vergelijking: de euro-pese unie hanteert als doel om jaar-lijks 2 procent van haar bbp aan onderzoek uit te geven.in China steeg het aandeel van par-ticuliere bedrijven in de totale onderzoeksuitgaven tussen 2000 en 2010 van 60 naar 74 procent. rus-land laat omgekeerde cijfers zien: van 71 procent in 2000 naar 61 pro-

cent in 2010. die daling is symbo-lisch voor het klimaat in rusland, waarin bedrijven steeds minder investeren en het vertrouwen in de economie daalt. ook in de G7 toont het aandeel van het bedrijfsleven in r&d-investeringen gemengde sig-nalen: het stijgt in Frankrijk, Japan en duitsland, is stabiel in de VS, maar daalt in Groot-Brittannië.

Publicaties en hun impactop het vlak van wetenschappelijke publicaties breekt China ook alle records: van ongeveer nul in 1981 tot ruim 150.000 in 2011. Gemiddeld over de laatste vijf jaar is China goed voor 11 procent van de wereldproductie. ook zuid-Korea en Brazilië hebben een gestage opwaartse lijn gevon-den, met respectievelijk 48.000 en 30.000 publicaties. india was lange tijd een ‘slapende reus’, maar zal naar verwachting op gelijke hoogte komen met de leidende eu-landen met 100.000 publicaties in 2020. in rusland is de situatie al dertig jaar hetzelfde: jaarlijks ongeveer 25.000 publicaties.Welk land kiest voor chemie? dat is overduidelijk China, dat inmiddels 20 procent van alle artikelen over dit

Page 49: Chemie Magazine - mei 2013

mei 2013 Chemie magazine 49

‘ Steeds meer Nederlandse bedrijven vragen octrooibescherming in Brick-landen aan om te voorkomen dat ze business mislopen’

Bric, Brics of Brick?Doorgaans wordt gesproken over de Bric-landen: Brazilië, Rusland, India en China. Of over de Brics, waaraan Zuid-Afrika is toegevoegd. Maar steeds vaker is sprake van Brick-landen: het eerste rijtje plus Zuid-Korea.

1992

1:12.3 1:2.5

1:6.2 1:1.2

2011

20111992

BriCKG7

G7

G7

G7BriCK

BriCK

BriCK

onderwerp schrijft. ook india houdt van chemie: van alle papers die het publiceert vallen de meeste binnen deze categorie. het land produceert bovendien 6,4 procent van álle che-miepapers. daar staat voor beide landen wel tegenover dat deze publicaties niet vaak door anderen geciteerd worden, en hun impact dus beperkt is. rusland (4,5 pro-cent), zuid-Korea (3,7 procent, maar wel een bovengemiddeld hoge impact) en Brazilië (minder dan 2 procent) volgen op gepaste afstand als het gaat om chemiepublicaties. langzamerhand neemt de impact van de onderzoeken toe. alle Brick-landen leveren steeds meer ‘buiten-gewoon vaak geciteerde’ onder-zoeksartikelen, hoewel geen van de Brick-landen het wereldwijde gemiddelde van 1,0 procent haalt.

Patentenhoe interessant onderzoek ook kan zijn, uiteindelijk moet er wel brood op de plank komen. om te achterha-len of de Brick-landen de stijgende stroom aan publicaties ook omzet-ten in goederen of diensten die geld

waard zijn, keek Science Watch naar het aantal patenten dat elk land aanvraagt, een cruciale stap in het te gelde maken van innovatie. de Brick-landen vragen steeds meer patenten aan, waarvan maar liefst 84 procent door China en zuid-Korea wordt ingediend. rusland, Brazilië en india zetten dus relatief weinig onderzoeksresultaten om in praktische, wettelijk beschermde toepassingen. het aantal patenten stijgt in deze landen met enkele procenten per jaar. in China wordt de stijgende groei in wetenschappe-lijke activiteiten geëvenaard door een groeiend aantal patentaanvra-gen. in 2011 diende het zelfs wereld-wijd de meeste aanvragen in, meer dan voormalig nummer één, de Ver-enigde Staten. de zuid-Koreaanse wetenschappelijke publicaties lijken minder efficiënt vertaald te worden naar patentaanvragen. toch doet ook zuid-Korea goede zaken, aan-gezien de patenten als waardevoller dan de Chinese aanvragen worden beschouwd. Van de chemie-geori-enteerde aanvragen gaan opvallend veel indiase patenten over organi-

Verhouding wetenschappelijke puBlicaties en patenten tussen Brick- en g7-landen

economie

researcH publications

BriCK:G7

patent filings

BriCK:G7

Page 50: Chemie Magazine - mei 2013

BESTEDINGEN AAN R&D (GERD, GROSS EXPENDITURE ON RESEARCH & DEVELOPMENT) ALS PERCENTAGE VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT

1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010

4

3

2

1

0

s Korea China Brazil Russia India

GECITEERDE ONDERZOEKSARTIKELEN GERELATEERD AAN HET WERELDGEMIDDELDE

WERELDGEMIDDELDE = 1.00

1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011

1.00

0.75

0.50

0.25

0.00

s Korea China Brazil Russia India

50 Chemie magazine mei 2013

patenten Brick-landenHet Zuid-Koreaanse Samsung is in 2012 de grootste aanvrager bij het European Patent Office (EPO). Landgenoot LG staat op plek vijf en Telecombedrijf ZTE is het eerste Chinese bedrijf op plaats tien. Het eerste chemieconcern, BASF, meldt zich op plaats drie en Philips is nummer twaalf. Van alle aanvragen die in 2012 werden ingediend bij het EPO was 2,5 procent afkomstig uit Nederland, daar-mee het vijfde Europese land. China en Korea waren goed voor respectievelijk 7,3 en 5,6 procent.ZTE werd in 2012 voor het tweede jaar op rij nummer één in patentaanvragen bij de World Intellectual Property Organization (WIPO). Veel van ZTE’s patenten zijn gerelateerd aan nieuwe technologieën zoals 4G/LTE, cloud-computing, internet en slimme apparaten. De oliemaat-schappij Petrobras, het grootste bedrijf van Brazilië en Zuid-Amerika, kreeg begin 2013 een patent voor een produc-tieproces van biokerosine en de compo-sitie van luchtvaartkerosine daarmee. Een recente gepatenteerde uitvinding uit India (Süd-Chemie India) draait om gelaagde katalysatordragers en hun vervaardiging.

sche chemie, terwijl rusland sterk is in voedselchemie. Voor andere chemieterreinen vragen de Brick-landen maar weinig patenten aan, inclusief de in nederland populaire domeinen als nanotechnologie en polymeren.

Vuilnisbakpatentenhaico ebbers, hoogleraar Internatio-nal economics en voorzitter van het europa China instituut aan de nyen-rode Business universiteit, beves-tigt dat de Brick-landen enorme stappen maken. “dat doen ze met een snelheid die we onderschatten. China richt zich met name op engi-neering, er wordt minder funda-menteel onderzoek gedaan. het patenteert enorm veel, maar een groot deel daarvan kan bestempeld worden als ‘vuilnisbakpatenten’. deze patenten zijn belangrijk voor de hightech status van bedrijven, voor het ontvangen van geld van de overheid, maar ontstaan niet vanuit de gedachte om te innoveren. daar-naast is er een sterke concentratie: de tien meest innoverende Chinese

bedrijven leveren het overgrote deel van de patenten.” Maar ebbers verwacht grote veran-deringen: “de middenklasse ver-schuift naar China, maar bedrijven maken hun producten voor de wes-terse mens. op den duur zullen ze de nieuwe mondiale middenklasse moeten bereiken, en dus verder kij-ken dan de westerse wensen. 40 procent van de wereldeconomie speelt zich al af in de emerging mar-kets, toch is het aandeel van deze opkomende economieën in de totale inkomsten van het grotere bedrijfs-leven nog geen 20 procent. het speelt dus niet voldoende in op de verschuiving die plaatsvindt en loopt een tiental jaren achter.” “het effect op nederlandse bedrij-ven hoeft overigens niet negatief te zijn”, zegt ebbers. “de opkomst van China is over het algemeen, voor de totale economie, positief. het wel-vaartsniveau stijgt, ze kopen produc-ten bij ons en er ontstaan kansen. Kostenreductie kan nog steeds in China, al neemt de concurrentie toe. er zijn genoeg nederlandse parel-

tjes die dat aankunnen. toename van concurrentie is niet altijd slecht.”

Farmaceutische octrooienChemicus henk de Boer, werkzaam bij nederlandsch octrooibureau, herkent de opkomst van de Brick-landen. Maar waar de VS en Japan al grote octrooiaanvragers in het buitenland zijn, geldt dit voor Brick-landen als Brazilië, india en China nog niet. “het aantal aanvragen in europa vanuit de Chinese chemie-industrie valt tegen. Wel zie je bij-voorbeeld dat de farmaceutische industrie in india enorm opkomt en octrooi aanvraagt in het buitenland. ook zuid-Korea is hierin heel actief.” en andersom? daarover zegt de Boer: “Voor steeds meer neder-landse en europese bedrijven zijn de Brick-landen belangrijk of worden dat. ze vragen steeds vaker ook buiten europa octrooibescherming aan. inmiddels zijn veel bedrijven zich ervan bewust dat een patent - met een levensduur van twintig jaar - in die landen kan voorkomen dat ze business mislopen.” p

Page 51: Chemie Magazine - mei 2013

Tiloplossing op maat

“Voor elke toepassing een balancer op maat.”

www.dalmec.nl

Dalmec tilt wat u wilt. Of het nu gaat om zakken, dozen, vaten, bussen of cans. Met onze tiloplossingen verzekeren we u van een nauwkeurige, fl exibele en veilige producthandling met een minimale fysieke inspanning. Daarmee verbetert u de effi ciëntie en de arbeidsomstandigheden op uw werkvloer. Wilt u meer informatie? Neem contact op via 0345-63 60 50 of via [email protected] De voordelen:• Vrijwel onbeperkte mogelijkheden • Eenvoudig in gebruik• ATEX-gecertifi ceerd• 24/7 service en onderhoud

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: [email protected]

Tijdelijk of semi permanent

behoefte aan extra warmte

en/of energie?

Uw bron van informatie bij

het kopen of huren van

ketelinstallaties voor stoom,

warm en heet water.

Verhuur• warmwaterketels tot 8 MW• heetwaterketels tot 12 MW• automatische expansie-inrichtingen• stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st• ontgassers, voedingswatertanks, ontharders• olietanks 3, 5, 10 en 20m3• in container, buitenopstelling of romneyloodsen

Services• 24 uurs storingsdienst• leidingwerkmontage• onderhoud• engineering

Milieuzorg• Low-NOx installaties• geluidsbesparende omhuizingen• CE normering

www.ecotilburg.com

Page 52: Chemie Magazine - mei 2013

2013

Trefpunt voor veiligheidTrefpunt voor veiligheid

4-6 juni

In één dag een complete update van de markt

• Alle oplossingen, innovaties en trends op het gebied van beveiliging en (brand)veiligheid

• Met extra aandacht voor de veiligheidsproblematiek in de zorg, retail, transport & logistiek en (semi-)overheid

• Een uitgebreid kennisprogramma

• Een compleet aanbod van circa 200 exposanten

• De ontmoetingsplek bij uitstek

Kijk op www.safetysecurityamsterdam.nl voor het programma. NS-retour voor

€ 8,50

Organisatie: Ondersteund door:

Registreer nu voor gratis toegang via www.safetysecurityamsterdam.nl

Volg ons op Twitter: @SSAAmsterdam en #SSA13

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AMRotterdam-Hoogvliet | [email protected] | www.leschaco.com

LESCHACO –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

Logistics –

and beyond.

Since 1879.

Experienced. Dedicated. Customized.

phone +31

(10) 2953 153

www.LSB-Sky-AcceSS.com

lsb sky-Access bV Hofdwarsweg 1, Geleen

The Netherlands T. +31 (0)46 - 474 24 10

[email protected]

RopeAcceSS?

Sky-AcceSS!

+ LSB SKY-ACCESS +

Page 53: Chemie Magazine - mei 2013

Column/Bedrijven

Bedrijven

Dirk van Well

Dirk van Well is beleidsmedewerker

Stoffen bij de VNCI.

DSM heeft in Sittard-Geleen een nieuwe fabriek geopend voor de pro-ductie van de anti-reflecterende KhepriCoat-coating. De behoefte aan extra capaciteit voor deze coating is een direct gevolg van de snelle groei van de markt voor zonne-energie. De coating wordt aangebracht op de gla-zen deklaag van zonnepanelen en vermindert de reflectie van zonlicht aanzienlijk. De verbetering van het energierendement kan oplopen tot 4 procent.

Producent van synthetisch rubber Lanxess heeft in Sittard-Geleen het nieuwe hoofdkantoor voor zijn busi-nessunit Keltan Elastomers in gebruik genomen. Vanaf nu leidt het bedrijf zijn wereldwijde activiteiten rond high performance ethyleen-propyleen-dieen-monomeerrubbers (EPDM-rubbers) onder de merknaam Keltan vanuit het hoofdkantoorop de Chemelot Campus.

DSM en het Russische Rostec hebben plannen om samen vergistbare sui-kers van biomassa te produceren voor de productie van biobrandstoffen en biobased chemicaliën. Ook willen de bedrijven samen het glasvezelnet in Rusland uitbreiden, waarbij gebruik wordt gemaakt van uv-dro-gende harsen en glasvezelmaterialen van DSM. Voor de suikers willen de twee bedrijven cellulosehoudende biomassa uit bos- en landbouw gebruiken.

Drie bedrijven gaan in het Pivot Park samenwerken aan nieuwe therapieën op basis van cyclodextrines. Deze ingewikkelde suikermoleculen lijken veelbelovend voor de behandeling van verschillende ziekten, maar zijn moeilijk te maken. ChemConnection weet alles van de chemie en de syn-these van cyclodextrines, BioConnec-tion zorgt ervoor dat er ook een pro-duct van gemaakt wordt, en Okklo kan de ontwikkeling zo begeleiden dat het product uiteindelijk aan alle eisen voldoet om de markt op te mogen.

e Inspectie SZW gaat de handhaving van het beleid rond blootstelling aan gevaarlijke stoffen intensiveren. Dit is hard nodig. In de Sectorrapportage Aardolie, Chemie, Farmacie, Kunststof en

Rubber 2012 is ook gekeken naar de naleving van de regels uit hoofdstuk vier van het Arbobesluit door de chemiesector, en daaruit bleek dat ruim een kwart van de bedrijven in onze sector de regels niet goed naleeft. VNCI-leden doen het iets beter dan niet-georganiseerde bedrijven, en ver-geleken met aan de chemie gerelateerde sectoren met dezelfde problematiek presteert de chemie naar verhouding beter, maar niet goed genoeg.Van bedrijven wordt dan ook wel veel gevraagd. Ze moeten hun stoffen en mengsels in kaart brengen en vaststellen welke daarvan risico’s voor werk-nemers kunnen veroorzaken. Het gaat niet alleen om de gevaarlijke stoffen in de zin van de verorde-ning CLP (Classification, Labelling, Packaging), maar ook om stoffen die tijdens de verwerking, dus door de omstandigheden, risico’s kunnen veroorzaken. Vervolgens wordt van bedrijven ver-wacht dat ze voor deze stoffen grenswaarden vaststellen. Het afleiden van kwalitatief goede grenswaarden is werk voor specialisten. Uiter-aard moeten de nodige maatregelen worden genomen als werknemers risico’s lopen als gevolg van blootstelling en moet het beleid wor-den geborgd.De VNCI heeft de afgelopen jaren prioriteit gege-ven aan deze problematiek. Inmiddels heeft zo’n 70 procent van de leden deelgenomen aan voor-lichtings- en trainingsprogramma’s. Ook zijn er instrumenten, zoals de zelfinspectietool (in samenwerking met de Inspectie), en best practices ontwikkeld, en worden deze ook toegepast. Daar-naast heeft de VNCI een constructief overleg gevoerd met de Inspectie over de interpretatie van de wettelijke verplichtingen, praktische uitvoe-ringsproblemen en verbeteringen van het beleid. Dit heeft geleid tot afspraken over de mogelijkheid van bedrijven om te prioriteren als ze met een groot aantal stoffen werken.Vanuit de gedachte dat we Reach niet uitvoeren om dossiers in Helsinki te krijgen, maar om risi-co’s voor mens en milieu te beperken, heeft de VNCI er met succes voor gepleit dat Reach-gege-vens kunnen worden gebruikt bij het afleiden van grenswaarden. Dit is een van de manieren waarop het bedrijfsleven - zo niet nu al, dan toch op ter-mijn - de vruchten plukt van Reach. Inmiddels heeft de Inspectie hiervoor een handreiking ont-wikkeld. De komende tijd wordt de voorlichting en de training aan leden voortgezet, zo ook het over-leg met de Inspectie over verbeteringen en knel-punten. Dit zal ertoe moeten leiden dat de sector (nog) beter gaat presteren. p

Reach-gegevens

kunnen wor-den gebruikt

bij het afleiden van

grenswaarden

DBeter presteren

mei 2013 Chemie Magazine 53

Page 54: Chemie Magazine - mei 2013

Service

MENSEN

SHELLDe Zwitser Peter Voser treedt in de eerste helft van 2014 af als bestuursvoorzitter van Royal Dutch Shell. Shell maakte dit tegelijkertijd met de eerste kwartaalcijfers bekend. Voser volgde in 2009 Jeroen van der Veer op, die dat jaar met pensioen ging. Met de komst van Voser werd het Brits-Nederlandse concern voor het eerst in de geschiedenis niet door een Brit of Nederlander geleid. Financieel directeur Simon Henry zei in een toelichting dat Voser Shell meer stabiliteit heeft gebracht na een fase van wederopbouw onder Van der Veer.

UNIVERSITEIT UTRECHTDe vakgroep Anorganische Chemie en Katalyse van Bert Weckhuysen aan de Universiteit Utrecht is onlangs meermaals in de prijzen gevallen. Inge Buurmans, die eind 2011 pro-moveerde op het doorlichten van FCC-katalysatordeeltjes, ontving de KNCV-katalyse-prijs. Masterstudente Katinka Wondergem won de Viran-award voor de beste poster. Enkele dagen eerder had zij ook al de tweede prijs behaald tijdens de PAC-posterwed-strijd. Weckhuysen ten slotte kreeg van de Northwestern University (VS) een Vladimir N. Ipatieff Lectureship toegekend.

Chemie Magazine is het maandbladvan de Vereniging van de Nederlandse Chemi-sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)Marloes Hooimeijer (eindredactie)Inge Janse (redacteur)Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den HaagT 070 337 87 28, F 070 320 39 03E [email protected]

MedewerkersJoost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

VormgevingCurve, Haarlem

Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17,2551 KS Den Haag,T 070 323 40 70, E [email protected] vallen buiten de verantwoordelijk-heid van de redactie

DrukDeltaHage, Den Haag

AbonnementenWie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via [email protected] of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer infor-matie: [email protected] of 070 337 87 28. OvernameOvername van artikelen uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld coverCasper Rila

ISSN 1572-2996

COLOFON

VNCI ONLINEWWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laat-ste nieuws, vacatures en reac-

tiemogelijkheden op alle berichten

WW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemi-

sche industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

VOLGENDE MAAND (19 JUNI)

RESULTATEN ARBEIDSMARKTONDERZOEK CHEMISCHE INDUSTRIEPROF. SABINE ROESER OVER RISICO’S EN ETHIEK ERVARINGEN MET TOPSECTOR CHEMIEBEURS WINNAAR RESPONSIBLE CARE-PRIJS DELFTSE LEERLIJNPLANTMANAGER OF THE YEAR

54 Chemie Magazine mei 2013

Page 55: Chemie Magazine - mei 2013

chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formulerenen mengen van chemische vloeistoffen en poeders

Markweg Zuid 274794 SN HeijningenPostbus 1024793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900F +31 (0)167 - 526 [email protected]

AD Productions B.V.

serv

ices

Do you have what it takes?Being one of the Business Units of DSM, Food Specialties is producing inno-vative ingrediënts contributing to the succes of worldwide brands in food and beverages. From a local to global basis, the staff of this industry leader strive for innovation, growth and sustainability in a challenging, complex, demanding and continuously changing environment. As Maintenance Engineer you will be part of the department of Infrastructure and Services, playing an important role in supporting the DSM Biotechnoloy Center in the field of maintenance, technical projects, contract management, housing and facility services.This position requires a degree in mechanical enigineering. Hands on experi-ence in the area is prefered, but starters are encouraged to apply. If being a teamplayer, having an open additude towards learning, showing initiative and being flexible fits you like a glove, we invite you to read more about this position at our website.

DSM Food Specialties BV - Delft

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nlrecruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food

Dedicated to Excellence

Page 56: Chemie Magazine - mei 2013

www.sgs.com

sgs gRoUP NETHERLANDsMalledijk 18P.O. Box 200NL-3200 AE Spijkenisset +31 (0)181 69 33 33e [email protected]

sgs gRoUP BELgiUmSGS HouseNoorderlaan 87B-2030 Antwerpent +32 (0)3 545 44 00e [email protected]

SGS is unique in the market in finding and creating opportunities and is recognized as the global benchmark for quality and integrity. As the world’s leading inspection, verification, testing and certification company, with more than 75,000 employees, SGS operates a network of over 1,500 offices and laboratories around the world.

SGS helps to improve quality, safety, performance and efficiency for the following industries: Agricultural - Automotive - Consumer Testing - Environmental - Industrial - Life Science - Minerals - Oil, Gas & Chemicals - Systems & Services Certification - Governments & Institutions.

making the difference