Post on 21-Jul-2020
1
Talentontwikkeling
Leven en werken met
Hoogbegaafde, Hoog getalenteerde en Meervoudig (hoog)begaafde jongeren
Overzichtsartikel bij thema ouderavond Scala,
16 oktober 2019, 19:30 uur
Wat als je puber bijzondere talenten of intelligenties bezit? Hoe ga je
daarmee om als jongere, ouders en als school?
Hoe herken je bijzonder talent en hoogbegaafdheid? Wat zijn de (vroege)
kenmerken? Welke bekende modellen zijn er om het fenomeen
hoogbegaafdheid en bijzonder talent te omvatten?
Wat weten we inmiddels over de hersenen, hun bijzondere structuur en de
hersenwerking (functionaliteit) van hoogbegaafden?
Wat is er nodig voor de getalenteerde, begaafde jongeren om tot een
optimale (talent)ontwikkeling te komen?
Wat zijn de uitdagingen en mogelijke valkuilen hierbij? Hoe kan je die
uitdagingen aangaan?
Hoe voorkom je dat een getalenteerde en of hoogbegaafde jongere
ongemotiveerd, depressief en of burn-out raakt? Wat zijn de signalen?
Hoe het beste te communiceren met hoog getalenteerde en hoogbegaafde
kinderen?
Wat levert multi-begaafdheid en hoogbegaafdheid ons op? Kijkend naar
het individu, het gezin, de school, de maatschappij? Wat kost het ons en
dan niet enkel financieel?
Hoe zorg je ervoor dat (hoog)begaafde kinderen de juiste stimulansen en
begeleiding krijgen binnen en buiten school? Talent en intelligentie zijn onvoldoende om maatschappelijk succesvol te worden. Wat is er meer
nodig om het te kunnen redden als hoogbegaafde puber (motivatie,
discipline, creativiteit)?
2
Hoe leer je een getalenteerde, hoog intelligente jongere om te gaan met hoog-sensitiviteit en of hoog-gevoeligheid. Waarom gaat hoogbegaafdheid
vaak samen met een HSP persoonlijkheid?
Wat zijn de aangeboden systemen binnen het Scala College voor hoog
intelligente en getalenteerde leerlingen? 1. High-Schools (talent klassen) tot en met het tweede leerjaar, 2. Personalised Learning (zelfstandiger
werken met o.a. project onderwijs) nu enkel nog voor VWO leerlingen
beschikbaar.
Wat zou nog aan deze methoden / systemen toegevoegd kunnen worden? Zoals bijvoorbeeld het Integral Transformative Learning System, of het à
la Carte Learning System.
Een interactieve lezing en workshop door: Dr Raphaelle Schupp, lid Scala
OR.
Contactgegevens:
E-mail: rschupp@planetbox.nl
Mobiele telefoon: 06 16 218 778.
3
Hoogbegaafdheid, Bijzonder
Getalenteerd & HSP
Een overzichtsartikel
Opgedragen aan mijn lieve en bijzondere dochters
Lotte & Tosca
en mijn lieve en zorgzame man Peter
Een stukje geschiedenis
De wetenschappelijke geschiedenis omtrent onderzoek naar hoogbegaafdheid
is nog betrekkelijk jong.
De term ‘hoogbegaafd’ (gifted) werd voor het eerst gebruikt in de
negentiende eeuw door Francis Galton. Hij beschreef daarmee exceptioneel
getalenteerde volwassenen. De eerste onderzoeker die hoogbegaafdheid
koppelde aan een hoog IQ was Lewis Terman, aan het begin van de
twintigste eeuw.
We zijn bijna een eeuw verder, vele onderzoekers hebben gepubliceerd over
hoogbegaafdheid en onderzoek gedaan naar wat hoogbegaafdheid behelst.
De koppeling aan excellente cognitieve capaciteiten (hoge intelligentie) is
sinds Lewis Terman niet meer losgelaten, maar er zijn inmiddels vele
voorstellen gedaan om de definitie van hoogbegaafdheid te verbreden en te
verdiepen.
Definities voor Hoogebegaafdheid
De meest recente definitie
1. Een hoogbegaafd persoon denkt en redeneert hoog-intelligent, is
autonoom en hoogsensitief waarnemend. Hij is gedreven, nieuwsgierig en
is scheppingsgericht. Daarnaast is hij snel, creatief, intens en complex.
(2007).
Eerdere definitie
2. Van hoogbegaafdheid is pas echt sprake wanneer er naast een hoge
intelligentie ook kenmerken van hoge creativiteit en hoge motivatie zijn
vastgesteld. De juiste term voor een persoon met enkel een hoge
intelligentie is “hoog intelligent”. (1992).
4
Modellen voor Hoogebegaafdheid
Hoogbegaafdheid heeft dusver niet één sluitende definitie die het fenomeen
volledig omvat en verklaard.
Er zijn wel verschillende modellen door wetenschappers voortgebracht om
hoogbegaafdheid vast te kunnen stellen en het fenomeen hoogbegaafdheid in
een model samen te vatten.
Hoogbegaafdheid is te herkennen aan meerdere kenmerken en daarbij zijn er
verschillende profielen en vormen van hoogbegaafdheid te onderscheiden.
Volgens het triadisch interpedentiemodel bestaat hoogbegaafdheid uit drie componenten: intelligentie, motivatie en creativiteit. Vaak wordt een
(zeer) hoge intelligentie ten onrechte als hoogbegaafdheid gezien. Hierover later meer. De juiste term voor een persoon met enkel een hoge
intelligentie is “hoog intelligent” persoon.
5
Latere HB modellen
Het model van Heller
Een recenter model dat stamt uit 1992 is het multifactorenmodel van Heller. Heller gaat door waar de hoogleraar Mönks met zijn triadisch
interpedentiemodel was geëindigd. Hij voegt de theorie van meervoudige intelligentie van Howard Gardner (1983) en het model van Mönks bij elkaar
en daaruit ontstaat een complex en veelomvattend model. Dit model is duidelijk een stuk ingewikkelder dan het eerdere model van Mönks.
model van Heller voor hoogbegaafdheid
Het Delphi model
Naast deze twee populaire modellen is er sinds 2007 een nieuw en
vooruitstrevend model genaamd het Delphi model. Een hoogbegaafd persoon moet volgens dit model aan de volgende eisen voldoen. Hij denkt
hoogintelligent, is autonoom en hoogsensitief waarnemend. Hij is gedreven, nieuwsgierig en is scheppingsgericht. En daarnaast snel,
creatief, intens en complex. Van het model is ook een afbeelding
beschikbaar die het geheel moet verduidelijken.
6
Delphi model voor hoogbegaafdheid
Het Delphi model is in 2007 door twintig experts (gespecialiseerd in het
onderwerp hoogbegaafdheid) ontwikkeld. Dit model wordt gebruikt om
vast te stellen wanneer iemand hoogbegaafd is.
Men vond namelijk dat de eerdere methoden teveel leunen op enkel een
hoog IQ, terwijl de ontwikkelaars van het Delphi model vinden dat
hoogbegaafdheid veel meer is dan enkel een hoog IQ.
Zij vermijden met hun model daarmee het te vaak benadrukte
cognicentrisme in onze opvoedcultuur, waar alles draait om de basale en
complexe cognitieve (intellectuele) vaardigheden, ofwel uitsluitend
convergent denken (logisch en rationeel) ten opzichte van divergent
denken (associatief en intuïtief).
Evaluatie HB Modellen
De HB (wetenschappelijke) modellen en theorieën verschillen in hun focus
op bepaalde kenmerken van hoogbegaafdheid, maar ze vertonen ook allerlei overeenkomsten en hebben raakvlakken. In ieder geval gaan ze
allemaal uit van een hoog IQ (130 gemiddeld of hoger) en een sterk potentieel van een hoogbegaafd persoon. Ook is er tussen diverse
theorieën overeenstemming over het feit dat alleen een hoog IQ geen garantie is voor uitmuntende prestaties of succes. Ook omgevingsfactoren
7
(zoals het gezin, de school, de sociale omgeving) en persoonlijkheidskenmerken zijn van groot belang of dit potentieel optimaal
zal worden benut.
Intelligentie en Intelligentie tests
afnemen bij HB leerlingen
Hoogbegaafdheid wordt allereerst gemeten aan de hand van de intelligentie. Een intelligentietest, oftewel een IQ (= intelligentie quotient)
test, kan vaststellen hoe intelligent (slim) je bent. Bij een IQ score van 130 of hoger wordt er over het algemeen gesproken van een hoge
intelligentie. Een persoon is dan vooral hoog intelligent en daarmee nog
niet hoogbegaafd!
Echter, hierbij moet worden opgemerkt dat bij bijna alle voorradige IQ testen slechts de performale en verbale intelligenties worden gemeten
(rekenen, ruimtelijk inzicht en taal (taalverwerking en begrip) en de verhoudingen daartussen. Er kan dan sprake zijn van een harmonisch of
disharmonisch profiel als bijvoorbeeld de verbale score veel hoger is dan
de performale score. Er moet dan minsten 10 punten verschil zijn.
Andere vormen van intelligentie worden meestal buiten beschouwing
gelaten bij reguliere IQ testen, zoals bijvoorbeeld de WISC-III, een veel
toegepaste test.
Er kunnen ook serieuze problemen ontstaan rondom het betrouwbaar testen van hoogbegaafde leerlingen. Sommige HB kinderen lijden aan
faalangst en presteren structureel onder hun niveau, ook op school. Zij zijn zodanig intelligent dat ze willen voldoen aan de verwachtingen van de
onderzoeker en daardoor sociaal wenselijk gedrag vertonen en ook dusdanig de testvragen zullen beantwoorden. Ze willen ook graag weten
wat de bedoeling is van de test en waarom ze getest gaan worden?
Onderzoekers moeten daarom het HB kind op z’n gemak stellen, ruim de
tijd geven om te antwoorden en ook naar de redeneerwijze erachter vragen. Het kan zijn dat een HB kind heel traag antwoordt, omdat het op
een vraag meerdere correcte oplossingen bedenkt en niet weet welke oplossing gewenst is. Veel HB kinderen zijn perfectionistisch. Hierdoor
willen ze pas een antwoord geven wanneer zij honderd procent zeker zijn
van hun zaak, of wanneer deze veelvuldig gecontroleerd is.
In de reguliere IQ testen draait het juist ook om de snelheid van iemands
denkvermogen en kan traag antwoorden de eindscore drastisch omlaag
brengen.
Het is daarom echt noodzakelijk om HB kinderen, of kinderen waarbij het vermoeden van HB aanwezig is te laten testen door een gespecialiseerde
8
onderzoeker die verstand heeft van hoogbegaafdheid en ervaring heeft
met het testen van hoogbegaafden.
Het meervoudige intelligentiemodel
Prof. Dr. Howard Gardner [Professor in Educatie en Co-directeur van
Project Zero, Havard Graduate School of Education en Adjunct Professor Neurologie, Boston University, School of Medicine], introduceerde met
zijn beroemde boek Frames of Mind (1983) negen verschillende soorten
intelligenties:
1. cognitieve intelligentie (o.a. logische mathematische intelligentie,
ruimtelijke intelligentie, talige / verbale intelligentie),
2. emotionele (of intra-persoonlijke) intelligentie,
3. sociale (interpersoonlijke) intelligentie,
4. senso-motorische, (sportieve, fysieke) intelligentie
5. creatieve intelligentie,
6. muzikale intelligentie,
7. filosofische intelligentie (wijsheid intelligentie, ofwel existentiële
intelligentie),
8. natuur(wetenschappelijke) intelligentie,
9. lichaamsgerichte-kinesthetische (lichamelijk invoelende) intelligentie.
NB. Bekijk deze YouTube film voor verdere uitleg door Gardner: https://www.youtube.com/watch?time_continue=85&v=8N2pnYne0ZA
Het begrip ‘intelligentie’ mag door de introductie van Gardner’s
meervoudige intelligentietheorie inmiddels zeker breder worden bekeken. Het kan zijn dat een leerling niet zozeer ‘hoog-intelligent’ is, maar wel
uitblinkt in de andere vormen van de hierboven beschreven intelligenties
en daarom juist wel hoogbegaafd is.
De niet cognitieve intelligenties komen helaas op de meeste Nederlandse scholen maar mondjesmaat aan bod. Het gros van de Nederlandse
(middelbare)scholen is ‘cognicentristisch’ georiënteerd. Dit kan voor sommige HB leerlingen een belemmering en demotiverende factor
vormen.
Wat blijkt is dat de twaalf middelbare scholen voor hoogbegaafde
leerlingen in ons land zich vooral concentreren rondom de hoog-intelligente, succesvolle leerlingen. Daarmee missen we als maatschappij
bijvoorbeeld een hoop creatief talent en ook technisch creatief talent, welk op jonge leeftijd al goed ontwikkeld en gestimuleerd kan worden met de
9
juiste aanpak en andersoortige vormen van onderwijs. Daarover later
meer.
Overige Factoren bij HB
Motivatie
Motivatie is een lastiger component om te herkennen en ook niet uniek voor HB-ers. Ook veel niet hoogbegaafde mensen kunnen sterk
gemotiveerd zijn, je hoeft hier niet persé hoogbegaafd voor te zijn. Bovendien laat een hoogbegaafd persoon niet snel zien of hij gemotiveerd
is. Een hoogbegaafd persoon is namelijk alleen gemotiveerd als hij
voldoende wordt uitgedaagd.
Wanneer je in een (leer)omgeving zit, waarin geen of te weinig uitdaging
of passie is, zul je geen motiverend gedrag vertonen als HB-er.
Daarentegen zal een hoogbegaafd persoon bij de juiste uitdaging en
stimulans zich volledig toeleggen op de uitdaging en zeer gemotiveerd zijn om zijn of haar taak tot een goed einde te brengen. Welke soort uitdaging
dat moet zijn bespreken we later.
Creativiteit
Creativiteit is ook een component die lastig te herkennen is bij een hoogbegaafd persoon. Met creativiteit wordt in deze context bedoeld hoe
je omgaat met het oplossen van (complexe) vraagstukken en problemen, dus niet het maken van een mooi handwerk, of het creatief beschilderen
van een bloempot.
Hoogbegaafde personen zijn vaak erg creatief in het bedenken van allerlei
mogelijke oplossingen voor een ‘probleem’.
Hoogbegaafde personen zijn ook bijzonder creatief in het oplossen
bijvoorbeeld sommen en vinden daarbij andere manieren om de reken
vraagstukken op te lossen dan normaal begaafde personen.
Hoogbegaafde personen zullen ook altijd kritische vragen stellen en zich afvragen waarom bepaalde vraagstukken op een bepaalde manier
uitgelegd worden op school, of op het werk. Hoogbegaafde leerlingen zijn daarom niet altijd geliefd in de klas bij hun leraren. HB-ers kunnen beslist
lastig, kritisch en veeleisend zijn. Daarover later nog meer.
10
Positieve gedragskenmerken van hoogbegaafde
(jonge) kinderen
Hieronder volgt een lijst van veelvoorkomende gedragskenmerken van
hoogbegaafde (jonge) kinderen:
- Ongewoon grote woordenschat en complexe zinstructuur voor hun
leeftijd.
- Groter begrip voor subtiliteiten van de taal
- Grotere spanningsboog; concentratievermogen en
doorzettingsvermogen
- Hoge mate van sensitiviteit
- Breed geïnteresseerd
- Sterk ontwikkelde nieuwsgierigheid en eindeloos vragen stellen
- Belangstelling voor experimenteren en dingen graag op een andere
manier doen
- Neiging om ideeën en dingen samen te voegen op manieren die ongewoon, niet voor de hand liggend en daarom creatief zijn (=
divergent denken).
- Basisvaardigheden sneller leren met minder oefening.
- Op kleuterleeftijd grotendeels zichzelf leren lezen en schrijven
- Mogelijkheid veel informatie te onthouden; ongewoon geheugen
- Denkbeeldige vriendjes hebben
- Ongewoon gevoel voor humor
- Wens hebben om mensen en dingen te organiseren, in de eerste
plaats door het bedenken van complexe spelletjes. (Webb, 2005).
11
Voor- en nadelen van hoogbegaafdheid
Hoogbegaafd zijn brengt voordelen maar ook nadelen met zich mee.
Vaak voelen hoogbegaafde kinderen al op jonge leeftijd dat ze anders zijn
dan andere kinderen in hun omgeving. Dit kan zorgen voor allerlei
aanpassingsproblemen en het contact met hun leeftijdsgenoten (peers)
bemoeilijken. Dit blijft overigens het hele leven zo, een HB-er is anders en
voelt zich daarom anders dan de rest. HB-ers denken, voelen en gedragen
zich vaak anders in groepen met alle gevolgen van dien, voelen zich
daarom ook vaker eenzaam en daardoor afgesneden van de wereld om
hen heen. Dit kan uiteindelijk leiden tot een existentiële depressie, welke
gaat over de verbodenheid met anderen en de diepere betekenis van het
aardse bestaan.
Soms ontwikkelen HB-ers al op zeer jonge leeftijd, vanwege hun anders
zijn en anders denken, gedragsproblematiek zoals bijvoorbeeld overactief
gedrag, ontembare driftbuien en woedeaanvallen, of heel teruggetrokken
zijn en onbereikbaar zijn (dromerig), of doelbewust onderpresteren om
maar vooral niet buiten de groep te vallen. Dit laatste blijkt vaker voor te
komen bij meiden dan bij jongens.
Ook kan het zijn dat een hoogbegaafd kind zich juist teveel aan zijn of
haar omgeving aanpast, omdat het als geen ander weet wat er van hem /
haar verwacht wordt en het graag bij de groep wilt horen, of volwassenen
om hem heen tevreden wilt stellen. Deze aanpassing en zichzelf
wegcijferen kan uiteindelijk zoveel energie kosten dat een HB kind of HB
jongere de uitputting nabij is.
Daarnaast hebben HB leerlingen vaak een enorm rechtvaardigheidsgevoel
ontwikkeld en zijn altijd op zoek naar oprechtheid, waarheid en
welgemeende betrokkenheid van hun opvoeders en docenten.
Hoogbegaafde leerlingen kunnen zich op school nogal eens vervelen als ze
niet voldoende op de goede manier worden uitgedaagd en daardoor zelfs
ongemotiveerd raken, of heel faalangstig worden en in het uiterste geval
zelfs school verlaten zonder een diploma.
Daarnaast zijn HB leerlingen zeker niet altijd geliefd op school. Ze kunnen
hun docenten vaak enorm uitdagen door overvloedig kritische vragen te
blijven stellen, door hun arrogante houding van ‘ik weet het beter’ en door
een ongemotiveerde houding in de klas te laten zien, omdat ze zich heel
erg vervelen. Ook kunnen ze onaangepast gedrag laten zien’, of heel
12
onrustig gedrag (bijv. overmatige fysieke activiteit, niet stil kunnen
zitten). Daarnaast kunnen HB kinderen vaak uitstekend manipuleren en
zaken naar hun hand zetten, omdat ze volwassenen vele stappen voor zijn
in hun gedachtegang.
Hoogebegaafde leerlingen willen meestal eerst het volledige en complexe
perspectief (plaatje) voorgeschoteld krijgen, een ‘totaaloverzicht’ en ook
weten waarom en waartoe ze bepaalde kennis tot zich moeten nemen,
voordat ze gemotiveerd raken om echt te gaan leren. Dus HB onderwijs
moet niet alleen moeilijker zijn, maar vooral ook complexer zijn qua
inhoud en vraagwijze. Dit houdt in een verrijkingsprogramma dat zich
richt op metacognitie en het aanleren van diverse leerstrategieën en
creatief oplossend vermogen. Hierbij gaat het dus juist niet om meer
feitenkennis en de reproductie daarvan, maar gaat het om inzicht te
verwerven in het eigen (leer)proces. Het eindproduct is daar slechts een
onderdeel van.
HB leerlingen zijn meestal wars van stampwerk en (te) veel herhalingen.
Omdat ze snel van begrip zijn hebben ze vaak niet geleerd hoe ze moeten
leren en hoe ze schoolwerk of werkstukken moeten (af)maken. Wat hen
duur kan komen te staan en kan zorgen voor problemen op school en
thuis. Er was dusver toch geen noodzaak om dat te leren. Ze konden het
al door zich minimaal in te spannen. Daarom zijn HB leerlingen ook vaak
slechte planners. Hun executieve functies zijn daarmee vaker
onderontwikkeld vergeleken bij leeftijdsgenoten en de ontwikkeling van de
executieve functies loopt ook vaak ver achter op de excellente cognitieve
ontwikkeling van de HB leerling.
Dus is er ook enige wrijving nodig om het leerproces interessant te maken
en te houden voor een HB leerling. De opdrachten mogen niet te
makkelijk zijn, liever net iets te moeilijk, zodat de HB-er uitgedaagd wordt
zijn / haar tanden erin te zetten. Wrijving en voldoende uitdaging zijn
beslist nodig om de leerling intrinsiek (van binnenuit) gemotiveerd te
houden.
Daarnaast moet er een veilige en betrokken leeromgeving zijn, waarin de
HB-er juist uitgenodigd wordt om ook fouten te mogen maken en iets
nieuws uit te proberen en te leren.
Daarentegen als HB leerlingen eenmaal intrinsiek gemotiveerd zijn,
kunnen ze zich helemaal begraven in een project en er erg van genieten
door de ‘flow’ (= helemaal opgaan in de ervaringen van het moment) die
ze ervaren tijdens hun leer- / onderzoekswerk.
13
HB leerlingen hebben vaak weinig slaap nodig en zijn heel actief (ook vaak
fysiek hyperactief, omdat hun hersenen ook heel actief zijn). Maar hun
constante activiteit en alertheid kan ook tot serieuze slaapproblematiek
leiden, omdat de prikkelverwerking in hun brein anders verloopt en hun
brein moeilijker tot rust kan komen. Hierover later nog meer.
HB leerlingen kunnen zich eenzaam voelen omdat ze te weinig
gelijkgestemde ‘peers’ om zich heen hebben, of zelfs gepest worden
omdat ze anders zijn en anders denken. Die gevoelens van structurele
eenzaamheid, uitsluiting en afwijzing kunnen leiden tot een klinische
depressie en zelfs gedachten aan zelfmoord.
Daarnaast zullen HB leerlingen met een filosofische inslag zich veel vaker
dan andere leerlingen afvragen wat het nut van het bestaan is en
deelaspecten van het bestaan. Waarom ben ik hier eigenlijk? In wat voor
wereld leef ik? Waarom is er oorlog? Waarom gaan mensen zo met elkaar
om? Waarom is er honger? Waarom gaat de mensheid slecht om met het
milieu en de aarde? HB-ers kunnen slecht tegen onrechtvaardigheid en
misstanden en willen jong als ze zijn graag de wereld verbeteren. Ze
hebben vaak een sterk ontwikkeld ethisch bewustzijn.
Maar dit diepe nadenken over het bestaan kan ook leiden tot een
existentiële depressie of verregaand sarcasme. Het leven en het bestaan
allemaal even zinloos gaan vinden! Als dat het geval is, is er
psychologische ondersteuning en psycho-educatie door HB experts
gewenst.
Voordeel is dat HB-ers vaak op later leeftijd wel op één of andere manier
hun draai in de maatschappij vinden, zelfs ‘bijzondere dingen’ kunnen
gaan doen en daarmee respect, roem en soms rijkdom vergaren. Dat
heeft ook alles te maken met hun vermogen om creatief en snel te
kunnen denken en hun vermogen om overzicht te houden op complexe en
meta-vraagstukken.
(Mis)diagnose van hoogbegaafde
kinderen
De vraag is nu of hoogbegaafde kinderen meer risico lopen op
psychologische problemen en ontwikkelings- en gedragsstoornissen dan
normaal begaafde kinderen? De meningen van onderzoekers zijn daarover
nog steeds verdeeld. Meer wetenschappelijk onderzoek zal moeten
uitwijzen of hoogbegaafde kinderen meer risico lopen op psychische – en
gedragsproblemen dan normaal begaafde kinderen. Maar de voorlopige,
14
voorzichtige conclusie neigt toch naar het idee dat deze groep kinderen
meer risico’s lopen. Mede omdat in de diverse studies kinderen en jong
volwassenen die academisch goed presteren zijn geselecteerd en de
hoogbegaafde kinderen die minder of slecht presteren juist zijn
uitgesloten in de betreffende studies. (Webb 1993, Whitmore, 1980).
Wat inmiddels wel uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat
kinderen met een gemiddelde IQ score boven de 145 meestal vroeg of
laat in de problemen komen vanwege aanpassingsproblemen.
Maar het komt ook vaak genoeg voor dat een HB leerling helemaal niet als
zodanig herkend wordt in het onderwijs en in de naaste sociale omgeving.
Op den duur kunnen juist deze zogenaamde ‘verborgen’ HB leerlingen
grote problemen krijgen op school en in hun directe sociale leefomgeving.
Want deze ‘verborgen’ HB leerlingen komen vanwege de onzichtbaarheid
niet in aanmerking voor een speciaal op HB gericht schoolprogramma en
geavanceerde lesmethode. Aan deze kinderen wordt niet tijdig de hulp
geboden die ze nodig hebben om als HB-er goed te leren functioneren en
er wordt niet grondig genoeg onderzocht waarom deze HB leerlingen zich
misdragen, of anders gedragen dan de andere kinderen van hun leeftijd.
(Ballering & Koch 1984; Webb, 1993).
Hoogbegaafde kinderen krijgen daarom vaker (on)terecht een
psychiatrische diagnose of gedragsstoornis toegekend. Daar zijn twee
belangrijke redenen voor.
Ten eerste, het gebrek aan kennis en expertise over HB onder
professionele hulpverleners in de gezondheidszorg heeft tot gevolg dat de
algemene kenmerken van hoogbegaafdheid ten onrechte worden
aangezien voor één of meer stoornissen. (Hartnett, Nelson & Rinn 2004;
Silverman, 1998).
Ten tweede zijn er stoornissen, zoals existentiële depressie of anorexia
nervosa, die vermoedelijk veel meer voorkomen onder bepaalde groepen
hoogbegaafde kinderen.
Diagnoses van deze stoornissen zijn juist hard nodig om HB kinderen
tijdig de hulp en begeleiding te bieden die ze nodig hebben en ook hun
gezin.
Daarnaast is er ook nog veel meer wetenschappelijk onderzoek nodig,
welk bovenstaande hypotheses bevestigt of ontkracht. (Neihart, 1999,
Piirto, 2004, Webb, 1999, 2001).
15
Sommige hoogbegaafde kinderen hebben een geschiedenis van
veelsoortige of zelfs tegenstrijdige DSM V diagnoses, die erop duiden dat
het probleem psychiatrisch complex is, of niet naadloos in een
diagnostische DSM V categorie past. Deze “foute” diagnoses vertroebelen
het beeld op het kind, stigmatiseren en versterken het beeld bij het kind
(en ouders) ‘er is iets grondig mis met mij (ons kind)’. (Webb, 1993).
Dit alles kan serieuze psychologische - en gezondheidsschade tot gevolg
hebben door bijvoorbeeld onnodige medische behandeling of therapie en
het niet (h)erkennen van het HB kind en daardoor de juiste begeleiding en
specialistisch HB onderwijs niet tijdig aanbieden.
Het HB kind loopt dan uiteindelijk vast in het reguliere onderwijs.
Inmiddels zitten er in Nederland meer dan 1000 hoogbegaafde leerlingen
thuis zonder passend onderwijs, welk een recht is van ieder kind (Rechten
van het Kind) en tevens een recht is dat in de Nederlandse onderwijswet
is verankerd.
Lees navolgende blog voor verdieping:
http://www.gewoonhoogbegaafd.nl/hoogbegaafd-thuiszitten/
De (werking van de) hersenen van
hoogbegaafde mensen
Hersenanatomie en hersen-functioneren bij HB
Aan de hersenanatomie van hoogbegaafde personen zijn niet zoveel
onderscheidende kenmerken op te merken ten opzichte van normaal
begaafde personen.
Meestal zijn de rechter en linkerhersenhelft even groot (symmetrie), en is
de cortex vaker wat meer gewelfd als bij een gemiddeld intelligent
persoon. Ook is er een goede verbinding aangelegd tussen de rechter- en
linker hersenhelft via het corpus callosum (hersenbalk), waardoor beide
hersenhelften goed met elkaar samen kunnen werken en de nodige
informatie snel en efficiënt uitwisselen.
Maar kijken we op een dieper en functioneler niveau in de hersenen dan
kunnen we zien dat er sterk verdichte, zeer actieve neurale netwerken zijn
aangelegd, die vaak in een zeer snel tempo gegevens en informatie met
elkaar kunnen combineren en associëren, door gegevens en informatie
16
van verschillende netwerkgebieden (hersengebieden) met elkaar zinvol en
efficiënt te verbinden (= proces van transfer).
Dit leidt ook tot de veronderstelling dat de hersenen van hoogbegaafde
mensen (nog) plastischer en actiever zijn dan die van ‘normaal’ begaafde
mensen. Daarom leren deze mensen snel, zowel nieuwe feiten, als nieuwe
complexe (cognitieve) vaardigheden.
Hoogsensitief en Hoogbegaafd
Zoals het Delphi HB model al aangeeft zijn hoogbegaafden ook vaker
hoog-gevoelig en hoog-sensitief (een persoonlijkheidskenmerk ontstaan
vanuit een specifieke hersenwerking). Ook dat heeft weer voor- en
nadelen:
Hoog sensitieve personen (HSP) zijn mensen die geboren zijn met de
neiging veel dingen op te merken in hun omgeving, veel aan te voelen ook
mensen te doorzien en diep te reflecteren alvorens te handelen. Daardoor
zijn deze mensen vaak invoelend, slim, intuïtief, creatief, nauwgezet en
gewetensvol. Ze worden ook eerder overweldigd door allerlei externe
prikkels, zoals zintuigelijke prikkels (zien, horen, ruiken en voelen).
Wanneer ze overprikkeling niet kunnen voorkomen lijken HSP-ers snel
moe, overstuur en overgevoelig.
Twintig op de honderd mensen is in meer of mindere mate een HSP.
(Aron, 2002).
Hoogbegaafdheid daarentegen komt niet zo heel vaak voor. Maar 3% van
onze bevolking is echt hoogbegaafd (schatting). Echter 80% van de HB-
ers blijkt een HSP te zijn.
Onlangs werd er aan de universiteiten van Brussel en Leuven onderzoek
naar HSP personen gedaan door middel van hersenscans (fMRI).
Het bewijs dat hoogsensitiviteit daadwerkelijk bestaat vormen de studies
uit 2015, waaruit blijkt dat de hersenen van hoogsensitieve mensen
daadwerkelijk anders functioneren. De Belgische klinisch psycholoog prof.
dr. Elke van Hoof van de Vrije Universiteit Brussel vergeleek fMRI-scans
van ruim vijftienhonderd volwassenen en zag dat de meesten van ons een
filter hebben in het informatieverwerkingssysteem. Informatie die we op
dat moment niet nodig hebben, filteren we weg. Mensen met
hooggevoeligheid en hoogsensitiviteit kunnen dat niet of veel slechter. Bij
hen komen dus teveel prikkels tegelijk binnen. Ook bij het uitvoeren van
17
een opdracht zijn bij hooggevoelige mensen meer hersengebieden tegelijk
actief. ‘Daardoor vindt er een diepere verwerking plaats’, concludeerde
Van Hoof op basis van haar studie, waarmee ze bedoelde dat
hoogsensitieve mensen lang op een vraagstuk kauwen, het van alle
kanten belichten. Negatief gezegd: dat ze dingen te complex maken, en
wellicht ook teveel piekeren.
Want de thalamus ( gelegen diep in onze hersenen) is de poortwachter
voor alle prikkels in onze hersenen. De thalamus staat in deze
ontvankelijkheid voorop. De poortwachter in het emotionele brein is bij
HSP-ers minder goed in staat prikkels te filteren en laat dus bij mensen
met hoogsensitiviteit veel meer prikkels door, dan bij mensen die deze
eigenschap niet bezitten.
Simpelweg gezegd zien, horen en voelen hoogsensitieve mensen dus
meer dan hun medemens. Maar dit kost hen ook heel wat. Ze betalen
deze winst in snelheid en hoeveelheid prikkels met ‘chronische
neurofysiologische stress’ een soort continu overbelasting van het brein.
Hoogsensitieve personen zijn daarmee ook meer gevoelig voor positieve
en negatieve stimuli. Ze reageren niet alleen sterker op de zintuiglijke
prikkels (gehoor, reuk, smaak, tast, zicht en evenwicht), maar kunnen
ook sneller en sterker reageren op signalen van afwijzing of goedkeuring.
Bij sommige sensitieve mensen lijkt het alsof hun brein continue in de
waakstand staat. Deze groep mensen voelt potentiële dreiging goed aan
en ze zijn op hun hoede om fouten te maken, of daarop aangesproken te
worden. Dit komt door een zeer actief BIS systeem (Behavioral Inhibition
System), wat (te) sterk reageert. Dit is duidelijk anders dan de werking
van de amygdala, welke enkel functioneert vanuit een oeroude potentiële
bedreiging.
In dit kader is het onderzoek naar rejection sensitivity (=
afwijzingsensitiviteit) interessant, wat wellicht een verklaring kan bieden
op de constante alertheid en waakstand bij HSP personen.
Downey en Feldman (1996) stellen in hun onderzoek dat ieder persoon
een fundamentele motivatie heeft om erbij te horen. Om zich
geaccepteerd te voelen, afwijzing te vermijden en de nood om zich
aanvaard te voelen in zijn sociale leefomgeving. Hoewel ieder mens deze
behoefte heeft, zien deze onderzoekers een bepaalde groep mensen die
angstiger is voor afwijzing. Wanneer er een potentiële dreiging is om
afgewezen te worden, zal deze groep mensen eerder geneigd zijn om door
dieper na te gaan denken te proberen te voorkomen dat er toekomstige
18
afwijzing plaatsvindt, of ze proberen zaken uit te stellen, of weg te komen
door uit de situatie te stappen of deze te vermijden.
Wanneer je echter vanuit emotionele terugtrekking vaak zaken uit de weg
gaat, sociale interacties niet aangaat of momenten van mogelijke
afwijzing niet opzoekt, dan verlies je oog voor positieve en neutrale
elementen in sociale situaties. De blik wordt dan gericht op het negatieve
en de omgeving continu gescand op een (mogelijke) dreiging. Uiteindelijk
kom je zo in een negatieve spiraal van stress terecht. In dat geval gaat de
amygdala mee reageren, een deel in de hersenen dat ‘automatisch
reageert’ op dreiging, nog voordat je er bewust over na hebt kunnen
denken.
Niet bij élke HSP’er is er altijd een gevoel van dreiging aanwezig. Met
name de hoogsensitieve mensen die eerder in hun leven pijn, afwijzing of
(mild) trauma hebben ervaren kunnen (te) sterk reageren. Belangrijk is
het in dat geval de oude negatieve herinneringen te ‘overschrijven’ en
jezelf in kleine stapjes naar hetgeen waar je je een beetje kwetsbaar voelt
toe te bewegen.
Veel meer dan gevoeligheid voor prikkels, is hoog-sensitiviteit bij een HB persoon een manier om informatie te verwerken. Hoog-sensitieve HB
personen registreren meer stimuli, zijn zich bewust van wat die informatie betekent voor de sociale context en bereiden zich (lichamelijk en mentaal)
voor op de actie die ze moeten ondernemen. Die andere manier van
verwerken is duidelijk terug te zien in hun hersenscans (fMRI).
Uit de onderzoeksanalyse van Acevedo (2018) en haar collega’s: Elaine
Aron, Sarah Pospos en Dana Jessen blijken bepaalde hersengebieden specifiek bij hoogsensitieve mensen sterker geactiveerd te worden.
Het gaat om hersengebieden die betrokken zijn bij de navolgende
functies: • Reguleren van beloningen (op positieve stimuli) (VTA, SN)
• Hormonale/fysiologische balans en pijncontrole (hypothalamus en periaqueductal gray (PAG))
• Zelf-ander-bewustzijn, empathie (IFG, insula en TPJ)
• Bewustzijn en zelf-reflectie (IFG en TPJ) • Zelf-controle (PFC) (Pre-Frontal Cortex)
De IFG (Inferior Frontal Gyrus), Insula en TPJ (Temporoparietal Junction)
zijn betrokken bij het spiegelneuronennetwerk en zijn daarmee van belang bij inlevingsvermogen. Uit het onderzoek blijken die gebieden bij
hoogsensitieve mensen ook sterker geactiveerd te zijn.
19
De conclusie die deze onderzoekers trekken is dat deze resultaten onderbouwen dat een belangrijk verschil tussen de onderzochte diagnoses
zoals ASS (Autisme Spectrum Stoornis) is, dat hoogsensitieve mensen
consciëntieuzer zijn, diepgaand verwerken en meer empathisch vermogen hebben dan een gemiddeld persoon.
Begeleiding in het onderwijs van
Hoogbegaafde (HSP) Leerlingen
Het goed en adequaat begeleiden van hoogbegaafde kinderen (leerlingen)
vraagt om specialistische kennis, een vernieuwende, verrijkende en
uitdagende aanpak.
Ons huidige lager- en middelbaar onderwijs is in de meeste gevallen nog
steeds teveel uniform ingericht en daardoor onvoldoende ingericht op de
kinderen die niet binnen de gemiddelde bandbreedte vallen. Dit geldt
zowel voor hoogbegaafde leerlingen, als ook voor de zwakker begaafde
leerlingen, of leerlingen met leerproblematiek ten gevolge van ADHD,
ODD, Dyslexie, etc..
In feite is ieder kind uniek en heeft ieder kind in zekere zin recht op
passend (geïndividualiseerd) onderwijs! Dit zorgt er namelijk voor dat
ieder kind zich welkom, veilig en thuis voelt op zijn / haar school. Dus het
motto zou moeten worden: vier vanaf jongs af aan de verschillen bij
kinderen! (in vaardigheden, begaafdheden en talenten).
Inmiddels zijn er in Nederland een klein aantal scholen die hun onderwijs
hebben ingericht op HB-ers en hoog getalenteerde leerlingen, zoals
bijvoorbeeld het Piscasso Lyceum in Zoetermeer: https://www.picasso-
lyceum.nl/. Ook het Socratisch ingerichte onderwijs is zeer geschikt voor
HB leerlingen, die door motivatieproblemen en verveling vastlopen in het
reguliere onderwijs: https://nivoz.nl/nl/leerlingen-intrinsiek-motiveren-
met-socratische-onderzoeksgesprekken
Mogelijke aanpassingen in het huidige reguliere Nederlandse (middelbare)
school curriculum kunnen zijn:
1. Het introduceren van het systeem van Individualised Learning:
voor iedere leerling een individueel vakkenniveau wat bij zijn / haar
intelligentie(s) en ontwikkelingsniveau past (dit kan per vak
bekeken en vastgesteld worden). Want elk kind ontwikkelt zich op
zijn / haar eigen unieke manier en op zijn / haar eigen tijd. Je hebt
20
altijd vroegrijpe kinderen en laatbloeiers in de klas, datzelfde geldt
ook voor HB leerlingen.
2. Het introduceren van een à la Carte Curriculum vanaf het tweede
leerjaar. Waarbij de HB leerling in overleg met school en ouders een
uniek vakkenpakket samenstelt en daarbij niet voldoet aan de
gangbare profielen en vakkenpakketten. Wel blijft staan dat de
leerling in principe de verplichte vakken in dit pakket moet insluiten
zoals wiskunde, Nederlands en Engels.
3. Pluralization of subjects (pluralisatie van de diverse
schoolvakken). Dit betekent een verrijking van het reguliere
onderwijs, zodat kinderen via beeld, tekst, bewegen, zingen,
gesprekken, werkstukken maken en presentaties geven een
onderwerp verder mogen exploreren en uitdiepen. Dit zorgt ervoor
dat de kennis / overdracht daadwerkelijk beklijft, omdat diverse
neurale netwerken in het brein gelijktijdig, ofwel na elkaar
geactiveerd worden.
4. Daarnaast is voor hoogbegaafde leerlingen een vorm van integraal
leren, Integral Transformative Learning ook heel aantrekkelijk.
Hierbij kiezen leerlingen samen met hun mentor of decaan om de
twee jaar drie nieuwe intelligentiegebieden uit om deze verder uit te
dagen en te verdiepen. Deze drie intelligentie gebieden moeten dan
verweven worden met het bestaande school curriculum en ook via
diverse verrijkingsprojecten aan bod komen. Zo kan een tijd de
nadruk liggen op senso-motorisch leren, of filosofisch leren via
meta-analyse, of intra-persoonlijk leren, waarbij je door middel van
bijvoorbeeld psycho-educatie leert over wie je bent, hoe je
functioneert en ook hoe je leert als hoogbegaafd persoon.
Deze bijzondere educatieve methode is gebaseerd op het meervoudige
intelligentiemodel van Howard Gardner (1983) en later nog verder
uitgewerkt door Jorge N. Ferrer (2005) in een excellente integrale
pedagogische methodiek. NB. Deze methodiek is ook heel goed toe te
passen en zinvol voor niet HB leerlingen. In deze methodiek mag de
‘totale mens’ ontwikkeling van een kind centraal staan. In deze methode
draait het om de juiste ‘ontwikkelbalans’ te vinden, welk voor ieder kind
anders kan zijn en ieder individueel ontwikkeltraject kan ook anders
verlopen bijvoorbeeld langzaam en dan weer snel. Dit verschilt per kind,
per periode en per situatie.
In Nederland is dr. Els Schrover (linguist) de onderwijsexpert op het
gebied van uitdagend, verrijkend onderwijs aan (hoog)begaafde
21
leerlingen. Zij ontwikkelde een schat van verrijkingsmateriaal voor het
Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (ITS-CBO) van de Radboud
Universiteit Nijmegen. Daarnaast is zij als docent verbonden aan de
opleiding van de ECHA-opl. tot Specialist in Gifted Education (= Master
studie).
Zij stelt in haar boek, Uitdagend Onderwijs aan begaafde leerlingen: ‘Er
zijn steeds meer scholen waar je Spaans of Chinees kunt leren. Maar
verrijking kan ook heel anders zijn, waarbij de deelnemers bijvoorbeeld
meer leren over hun manier van denken en leren. Kennis van de sterke en
zwakke punten in je eigen leerstrategieën geeft zelfvertrouwen en
vergroot je flexibiliteit.’
Dr. Schrover maakt een helder onderscheid in haar theorie en methode in
de begrippen moeilijkheid en complexiteit. We kunnen HB leerlingen meer
en moeilijkere opdrachten en vragen stellen per leervak. Of meer vakken
geven naast hun reguliere school curriculum. Echter deze vorm van
verrijking is vooral geschikt voor hoog intelligente leerlingen. Maar bij HB
leerlingen draait het juist om meer complexiteit te bieden en
vakoverschrijdend te werken aan het oplossen van grotere vraagstukken
op een creatievere manier. Hiermee laat je HB leerlingen hun meta-
cognitieve vermogens verder ontwikkelen. Op deze wijze daag je ze ook
op de juiste manier uit en vergroot je tevens de intrinsieke motivatie van
de HB leerling.
In de verrijkingsmethode van dr. Els Schrover gaat het dus juist niet om
meer feitenkennis en de reproductie daarvan, maar gaat het om inzicht te
verwerven in het eigen (leer)proces door middel van grondige evaluatie
van het (leer)proces. Het uiteindelijke eindproduct is daar slechts een
onderdeel van.
6 Typen hoogbegaafde / getalenteerde
leerlingen
In principe is iedere leerling uniek en heeft unieke eigenschappen en
talenten met daarin diverse niveaus. Maar wat betreft HB leerlingen
kunnen we die meestal volgens onderstaande profielen indelen. Let wel
deze indeling mag geen labeling worden! We moeten beslist vermijden dat
we stickertjes op HB leerlingen willen gaan plakken.
22
Herziene Profielen van Begaafden en Getalenteerden volgens Betts
& Neihart, (2010).
Profiel 1: de risico leerling De risico leerling neemt onregelmatig deel aan onderwijs, maakt taken
niet af en zoekt buitenschoolse uitdaging(en). Je spreekt hier over
leerlingen die het risico lopen uit te vallen binnen het onderwijs, de zogeheten drop-outs.
Profiel 2: de onderduikende leerling
De onderduikende leerling ontkent zijn/haar begaafdheid, vermijdt uitdaging en zoekt vooral sociale acceptatie. Zodra deze leerling merkt dat
de kinderen in zijn/haar omgeving ander gedrag vertonen past deze leerling zich aan. Een voorbeeld hiervan is een vijfjarig kind dat thuis leest
en dit op school niet laat zien.
Profiel 3: de dubbel bijzondere leerling De hoogbegaafde leerling met leer- en/ of gedragsproblemen werkt
inconsistent en verstoort of reageert af. Het belangrijkste bij deze leerling is dat hij/zij gemiddeld of minder presteert. Je kan hierbij denken aan een
hoogbegaafd kind met dyslexie, autisme, ADHD of iets dergelijks.
Profiel 4: de aangepaste succesvolle leerling
De aangepaste succesvolle leerling is perfectionistisch, afhankelijk, zoekt bevestiging bij de leerkracht en vermijdt risico. Deze leerling wil alles
goed doen en loopt het risico op faalangst. Tevens zijn zij vaak sociaal heel onzeker.
Profiel 5: de uitdagende creatieve leerling
De uitdagende creatieve leerling heeft voorkeur voor discussie, is competitief en komt op voor zijn/haar eigen opvatting. Ook is deze
leerling creatief, vertoont inconsistente werkwijzen en heeft grote stemmingswisselingen. Deze leerling kan storend gedrag vertonen in de
klas, veel onrust, is nadrukkelijk aanwezig.
Profiel 6: de zelfsturende autonome leerling
De zelfsturende autonome leerling is zelfstandig, heeft goede sociale vaardigheden, onderzoekt en werkt zelfstandig zonder behoefte aan extra
bevestiging.
Voor het hele overzicht en beschrijving van typen leerlingen en profielen bekijk de navolgende pdf weblink:
https://www.eurekabreda.nl/wp-
content/uploads/sites/23/2015/02/Herziene-Profielen-van-Begaafden-en-Getalenteerden.pdf
23
(Hoog)getalenteerd
Een hoog getalenteerde leerling is een leerling met één of meer bijzondere
talenten (gaven). Een talent heb je als een meer dan gemiddelde aanleg
hebt voor een bepaalde activiteit. Sommige kinderen zijn extreem goed in
een bepaalde sport, tekenen, objecten bouwen, of het maken van muziek.
Andere kinderen dansen de sterren van de hemel, of spelen al jong heel
goed toneel.
Een talent kan zich enkel ontwikkelen als een leerling ook de nodige
motivatie en discipline hiervoor kan ontwikkelen. Talent alleen is niet
voldoende.
Een bijzonder talent moet dan ook nog eens in balans gebracht worden
met school (reguliere opleiding) en het sociale leven van een kind. Het is
belangrijk dat ook een bijzonder getalenteerd kind op alle vlakken zich
voldoende kan ontwikkelen, groeien en bloeien. Ook dit vraagt om de
juiste aanpak en begeleiding van ouders, school en trainers.
Vaak blijken kinderen die uitblinken in sport, beeldende kunst, muziek of
dans ook meer dan gemiddeld intelligent te zijn, zoals wetenschappelijk
onderzoek heeft uitgewezen, meestal een gemiddeld IQ van 120 en hoger.
Dus ook hun intellectuele honger moet voldoende worden gevoed.
Wat wel eens voorkomt is dat volwassenen een getalenteerd kind
gebruiken om zijn / haar talent en daarmee vooral hun eigen belang
dienen. Dit kan ervoor zorgen dat het kind voortijdig stopt het talent te
ontwikkelen. Omdat het kind zich enkel geliefd voelt om wat hij / zij kan
en bijzonder maakt, niet om wie hij / zij is. Het is van belang voor ouders,
docenten en trainers om niet in de rugzak van het kind te klimmen en het
te over-stimuleren en motiveren, als blijkt dat een kind een bijzonder
getalenteerd kind is en bijzondere gaven heeft.
Ook bijzonder getalenteerde leerlingen hebben recht op een
onvoorwaardelijke, liefdevolle opvoeding, voldoende begeleiding en ook
indien noodzakelijk passend onderwijs. Dit zorgt voor de juiste leefwijze
en balans in het leven van bijzonder getalenteerde en begaafde leerlingen.
In Nederland hebben we loot leerlingen in de onderbouw van middelbare
scholen. Dit zijn leerlingen die topsport mogen combineren met een
aangepast school curriculum. De scholen waar deze leerlingen zitten
worden ‘talentscholen’ genoemd. Voor meer informatie bekijk de website
van Stichting Loot: https://www.stichtingloot.nl/over-stichting-loot
Daarnaast zijn er in ons land ook de dansacademies en musical scholen
24
waar leerlingen een dans- en of musical opleiding met een reguliere
schoolopleiding kunnen combineren.
In de jaren negentig heb ik voor een aantal jaren in het Russisch
toptalenten onderwijs als PhD student en later docent / coach mogen
meedraaien. Dat was een heel bijzondere en verrijkende ervaring.
Op de zogeheten Sputnik Instituten worden jonge kinderen opgeleid tot
top dansers, top atleten, top muzikanten, top wetenschapper, of top
schakers in de dop. Al deze kinderen leven door de enorme afstanden in
Rusland vaak ver van hun gezin (ouders) in een internaat. Dat heeft
voordelen, maar ook nadelen natuurlijk. Maar in die jaren was een jeugdig
toptalent toch meer eigendom van de Russische staat dan van de ouders.
Toptalent werd in Rusland gekoesterd en gezien als een kostbaar juweel
dat op de juiste en meest excellente manier geslepen en ontwikkeld moest
worden.
De beste trainers, docenten, pedagogen en psychologen werken en leven
in deze topscholen om jonge talenten te begeleiden op hun pad. Het is
vaak ontroerend om te zien hoe jonge mensen een heel intense en diepe
band ontwikkelen met hun leraren en trainers (deze band is gesmeed voor
het leven en niet voor even!). Passie, discipline, toewijding en overgave
zijn woorden die toepasbaar zijn op toptalenten onderwijs. Ook China en
de Verenigde Staten werken met top instituten en toptalenten
gespecialiseerd onderwijs.
Ondanks dat ik ook wel eens misstanden heb gezien in de vorm van kind
mishandeling en kind exploitatie, kan ik stellen dat ik over het algemeen
vooral toewijding en liefde aan het talentvolle kind heb gezien. Kinderen
waren over het algemeen heel gelukkig in die leer- /leefomgevingen.
Samen met klinisch psycholoog en psychotherapeut Dr Irina Birjukova heb
ik een studie daarnaar verricht.
Meervoudig (hoog)begaafd / (hoog)
getalenteerd
Wat nu als een leerling meerdere talenten en begaafdheden blijkt te
bezitten, die allemaal ruim boven het ‘normale’ gemiddelde uitstijgen?
Meervoudige (hoog)begaafdheid is een begrip dat nog nauwelijks in de
psychologische wetenschappelijke literatuur aan bod komt, laat staan
voldoende is uitgewerkt of onderzocht.
25
Meervoudig (hoog)begaafde leerlingen kampen door bijna een teveel aan
talenten en begaafdheden vaak met enorme keuze stress. Daarom hebben
ze juist een goede begeleiding nodig bij het maken van zinvolle keuzes en
het stellen van de juiste prioriteiten in hun leven.
Als ze al hun talenten (tegelijkertijd) willen ontwikkelen raken ze vaak
neurofysiologisch en fysiek overbelast, omdat er maar 24 uur in een
etmaal passen en ze zo graag zoveel willen doen, onderzoeken en
beleven.
Ze leren vaak al op jonge leeftijd te ‘multitasken’ en hun aandacht en
energie te verdelen over diverse activiteiten en projecten. Maar ondanks
dat, kunnen ze zichzelf makkelijk overvragen en daardoor hun focus en
motivatie verliezen, of zelfs burn-out of depressief raken.
Ook vinden ze het vaker moeilijk om projecten tot een goed einde te
brengen, omdat ze alweer druk zijn met een toekomstig project. Ook dat
geeft veel stress en wrijving met de verwachtingen die de buitenwereld
van dit soort leerlingen heeft.
Aan inspiratie en talent ontbreekt het deze leerlingen niet, maar aan
discipline en doorzettingsvermogen vaker wel. Ze lijken daarom
onvoldoende gefocust en niet doelgericht.
Er zijn maar weinig activiteiten en projecten die al hun talenten en
begaafdheden aan bod laten komen en dus de leerling in kwestie volledige
bevrediging schenken.
Juist ook voor deze groep leerlingen is zeer specialistische begeleiding en
een vernieuwende, verrijkende aanpak noodzakelijk. Zij passen
onvoldoende binnen het bestaande hoogbegaafde onderwijs en ook
onvoldoende binnen het talent ontwikkelingsonderwijs.
Wat is dan wel een adequate vorm van onderwijs voor deze groep unieke
leerlingen? Voor deze groep leerlingen adviseer ik de socratische en of
integrale, verrijkende leerweg. Omdat die het meest uitdrukking geeft aan
een bevredigende ‘mens-totaalontwikkeling’ van de meervoudig
(hoog)begaafde leerling. Een dergelijk curriculum en onderwijs kan enkel
en alleen worden samengesteld en gedoceerd door M-HB specialisten.
Meervoudige hoogbegaafdheid komt overigens voor bij minder dan 1%
van de bevolking. Het dusver enige meetbare criterium is dat minimaal 4
van de door Howard Gardner beschreven intelligenties ver boven het
26
gemiddelde moeten zijn, mag een persoon als meervoudig hoogbegaafd
worden aangemerkt.
Ouders en Opvoeders van HB / hoog
getalenteerde kinderen
Wat kunnen ouders en opvoeders betekenen voor hun HB kind? Wat
kunnen zij doen en wat moeten ze juist nalaten?
Belangrijk is om een HB kind te beschouwen als een kind en vooral ook
kind te laten zijn naast zijn / haar mogelijke (hoog)begaafdheden. Soms
kunnen ouders en of opvoeders hun verlangens, verwachtingen en wensen
teveel gaan projecteren op een ‘speciaal kind’, waardoor deze kinderen
bewust of onbewust veel (prestatie)druk zullen ervaren van hun ouders /
opvoeders. Dit kan leiden tot veel (on)bewust verzet vanuit het kind naar
zijn ouders, maar ook angsten waaronder faalangst en tegendraads of
zelfs gewelddadig gedrag. Het kan tevens leiden tot een heel introverte
(bevroren) houding van het HB kind en daarnaast teveel aanpassing aan
dat wat de ouders / opvoeders wensen en verlangen voor hun kind. Dat
alles natuurlijk met de beste bedoelingen, maar gepaard gaande met veel
leed voor het kind zelf.
Autonomie, (zelf)exploratie, authenticiteit, (zelf)expressie is voor alle
kinderen belangrijk, maar vooral voor HB kinderen belangrijk. Alles begint
met je kind goed te observeren als ouder en te luisteren naar je kind,
liefst met zo min mogelijk oordeel en verwachting. Vertrouw jezelf en
vertrouw je kind! Beweeg mee met je HB kind en ben zoveel mogelijk
flexibel. HB kinderen verwachten dat hun ouders met hen meedenken en
niet voor hun denken en of voor hen beslissen.
Een open en relaxte houding naar je HB kind bewaren is beslist niet altijd
gemakkelijk, omdat HB kinderen ook vaak hun ouders testen en uitdagen
tot het uiterste. Hetzelfde gebeurt met broertjes en zusjes in het gezin.
Daardoor kan een gezin met daarin een HB kind(eren) danig onder druk
komen te staan. Dit kan leiden tot onherstelbare breuken en schade in het
dynamische systeem van het gezin. Dat moet voorkomen worden door
tijdige en HB gespecialiseerde systeemtherapie. Daar zit nu juist een
probleem voor gezinnen met HB kinderen. Scholen, therapeuten en
hulpverleners hebben tot op de dag van vandaag helaas nog steeds te
weinig of geen expertise opgebouwd op het gebied van HB kinderen / HB
volwassenen en hun onderlinge systeem-gezinsdynamiek. Want
hoogbegaafdheid is namelijk in de meeste gevallen erfelijk.
27
HB ouders dragen vaak hun eigen trauma’s en leed mee uit hun
opvoeding en schoolverleden en kunnen daarom de neiging vertonen hun
kind teveel voor de ‘boze buitenwereld’ te willen beschermen. We noemen
dit de ‘curling parents’: ouders die alle obstakels en moeilijkheden voor
hun HB kind glad willen strijken, zodat het geen of te weinig weerstand
ondervindt. Dit alles zorgt ervoor dat het kind weinig zelfstandig wordt en
te lang afhankelijk blijft van ouders, therapeuten, coaches en leraren. In
het ergste geval krijgt het HB kind te kampen met aangeleerde
hulpeloosheid. Dit brengt de noodzakelijke ontwikkeling van een puber
naar een gezonde volwassenheid ernstige schade toe.
In bepaalde gezinnen en bij bepaalde culturele / religieuze achtergronden
kan er om diverse redenen een weerstand zijn tegen HB kinderen. Meisjes
kunnen bijvoorbeeld met andere waarden en normen worden opgevoed
dan de jongens in een gezin.
Of ouders die zelf niet hebben doorgeleerd, kunnen doorleren maar niks
vinden. ‘Ga iets met je handen doen net als papa, ga een concreet vak
leren, want daar heb je wat aan!’ ‘Of doe maar gewoon, dan doe je al gek
genoeg!’ Een welbekende uitspraak die verankerd ligt in onze Nederlandse
opvoeding en cultuur. Is het in ons land echt veilig om met je hoofd boven
het maaiveld uit te steken? Verschillen we daarin van andere landen, of
juist niet?
Dit alles draagt niet bij aan de acceptatie en waardering van HB kinderen
en HB volwassenen. Lang is gedacht en aangenomen dat HB kinderen
zichzelf wel zouden redden vanwege hun hoge intelligentie en bijzondere
talenten. Maar die opvatting is inmiddels achterhaald. Ook al betreft het
maar 3% van de bevolking, ook deze kinderen en hun ouders hebben
recht op de juiste hulp en begeleiding, indien nodig.
HB kinderen hebben in ieder geval alle recht op een liefdevolle en
stimulerende omgeving en opvoeding. HB leerlingen hebben recht op
gepast en op maat toegesneden onderwijs.
Concluderend en Overwegend
Begaafdheid en talent in al zijn verschijningsvormen en diversiteit moeten
we juist koesteren om de toekomst en welvaart van ons land zeker te
stellen.
We zullen HB-ers juist nu moeten inzetten om de complexe problemen en
uitdagingen in ons land het hoofd te kunnen bieden. Hiervoor moet extra
geld, extra expertise en extra mensen worden vrijgemaakt.
28
HB-ers kunnen en mogen een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de
ontwikkeling en toekomst van Nederland, denk hierbij aan vernieuwing
van de Delta werken, of vraagstukken met betrekking tot het milieu, de
energietransitie, de voedselproductie, of de introductie van kunstmatige
intelligenties en andere revolutionaire technieken.
Om HB-ers daartoe de kans te bieden, tot volle bloei en ontwikkeling te
laten komen mogen de HB specialisten in ons land deze HB kinderen /
jongeren intensiever gaan begeleiden en ook hun ouders / opvoeders.
Natuurlijk enkel indien gewenst en noodzakelijk. Want het is natuurlijk
bijzonder jammer als talent verloren gaat.
Het zal ons land, onze wetenschap, onze cultuur en ons onderwijs in alle
opzichten verrijken. Daarom is investeren in meer HB onderzoek en het
opleiden van meer HB specialisten zinvol en op den duur zeker rendabel.
Raphaëlle Schupp.
© 2019, 28 augustus, All copy-rights reserved.
Relevante HB Literatuur:
1. Webb, J. T., Amend, E. R., Beljan, P., Webb, N, E., Kuzujanakis,
M., Olenchak, F. R., Goerss, J. (2016, 2nd ed.). Misdiagnosis and
Dual Diagnosis of Gifted Children and Adults; ADHD, Bipolar, OCD,
Asperger’s, Depression and Other Disorders. Tuscon, USA: Great
Potential Press, Inc. [ In het Nederlands vertaald onder de titel:
Misdiagnose van hoogbegaafden; handreikingen voor passende
hulp. (2013). ISBN: 9789023250333 ].
2. Schrover, E. (2015). Uitdagend onderwijs aan begaafde leerlingen;
Verrijkingstrajecten met effect. Assen: Koninklijke van Gorcum
Uitgeverij.
3. Withley, M. D. (2001). Bright Minds, Poor Grades; Understanding
and Motivating Your Underachieving Child. New York: The Berkley
Publishing Group.
4. Althuizen, M., Boer, de, E., Kordelaar, van, E., (2019, 4de druk). A:
c,g,z -> {v, i, e, h, …} Een andere kijk op hoogbegaafdheid.
Amsterdam: SWP uitgeverij.
29
5. Althuizen, M., Boer, de, E., Kordelaar, van, E., (2016). PS: {P,O)-
> {l,p,r,w,…} Een andere kijk op (onder)presteren. Amsterdam:
SWP uitgeverij.
6. Webb, J. T. (2013). Searching for Meaning; Idealism, Bright
Minds, Disillusionment and Hope. Tuscon, USA: Great Potential
Press, Inc.
7. Kieboom, T., Verheye, D. (2014, 4de druk). De Hoogbegaafdheid
Survivalgids, Sint-Niklaas (België): Abimo Uitgeverij.
Relevante Creativiteits- &
Intelligentie Literatuur:
1. Gardner H. (2011, 3rd ed.). Frames of Mind; The Theory of Multiple
Intelligences. New York: Ingram Publisher Services US.
2. Runco M. A. (ed.). (1994). Problem Finding, Problem Solving and
Creativity. Norwood, New Jersey: Ablex Publishing Corporation.
3. Storr, A. (1972). The Dynamics of Creation. [ A fascinating inquiry
into why artists and scientists engage in creative activity]. London:
Penguin Books.
4. Csikszentmihalyi, M. (1996). Creativity, Flow and the Psychology of
Discovery and Invention. New York; HarperCollins Books.
5. Cameron, J. (1993). The Artist’s Way: A course in discovering and
recovering your creative self. Oxford: MacMillan Publishers, Ltd.
6. Walravens, I. (1994). Problemen oplossen met creatieve technieken.
Utrecht: Uitgeverij Lemma.
7. Wils, L. (red.) (1979). Bij wijze van spelen; creatieve processen bij
vorming en hulpverlening. Alphen aan den Rijn: Samson Uitgeverij.
8. Sternberg, R. J. (ed.), (1999). Handbook of Creativity. Cambridge:
Cambridge University Press.
9. Braak, van de, H. (2002). Ontsnappingskunst; Evolutie van de
creatieve geest. Amsterdam: Amsterdam University Press.
30
10. R. K. Sawyer, John-Steiner, V., Moran, S., Sternberg, R. J.,
Feldman, D. H., Nakamura, J., Csikszentmihalyi, M. (2003).
Creativity and Development. Oxford: Oxford University Press.
11. Sternberg, R. J. (2003). Wisdom, Intelligence and Creativity
Synthesized. Cambridge: Cambridge University Press.
12. Swaab, D. (2016). Ons Creatieve Brein; Hoe mens en wereld
elkaar maken. Amsterdam: Atlas Contact Uitgeverij.
13. Gardner, H. (1993). Creating Minds; An Anatomy of Creativity;
Seen Through the Lives of Freud, Einstein, Picasso, Stravinsky, Eliot,
Graham and Gandhi. New York: Basic Books.
Overige Relevante Literatuur:
1. Aron, E. N. (2004) Het Hoog Sensitieve Kind; Help je kinderen op te
groeien in een wereld die hen overweldigt. Amsterdam: Archipel
Uitgeverij.
2. Dawson, P. Guare, R. (2009) Slim Maar… Help kinderen hun
talenten benutten door hun executieve functies te versterken.
Amsterdam: Hogrefe Uitgevers. [ Eerder uitgegeven onder de
Engelse titel: Smart but Scattered; The revolutionary “Executive
Skills” approach to helping kids reach their potential (2009) Guilford
Press.]
3. Csikszentmihalyi, M. (1999). Flow; Psychologie van de Optimale
Ervaring. Amsterdam: Boom Uitgeverij.
4. Lyubomirsky, S. (2008). De maakbaarheid van het GELUK; Een
wetenschappelijke benadering voor een gelukkig leven. Amsterdam:
Archipel Uitgeverij.
5. Goleman, D. (2007). Emotional Intelligence; Why it can matter
more than IQ. New York: Random House USA.
6. Goleman, D. (2007). Social Intelligence; The New Science of Human
Relationships. London: Arrow Books Ltd.
31
Geraadpleegde relevante artikelen / blogs op internet:
1. Rejection Sensitivity: https://hsptraining.nl/waarom-zoeken-
hoogsensitieve-personen-zoveel-bevestiging/
2. HSP:
https://www.dynanoia.nl/images/artikelen/Spelenderwijs_IkZieIkZie
3. Integral Transformative Education:
https://pdfs.semanticscholar.org/a95f/3d1ca4d27974cc74d0ccc1b1b
75f3a8af6ef.pdf
4. Actieve hersengebieden bij HSP: https://hoogsensitief.nl/hsp-brein-
versus-ass-brein/
!!! Het vinden van een erkende HB specialist in uw stad of regio:
https://www.kwaliteitsregisterhoogbegaafdheid.nl/
Over de auteur:
Dr Raphaëlle Schupp (opgeleid als cognitief neuropsycholoog, AI Cognitive
Reasoning Designer, danser / performer, choreograaf en
danswetenschapper) werkt sinds 1996 met HB & HT studenten en
experimenteerde vanaf 2013 als eerste binnen de Benelux met het
Integral Transformative Learning System, gebaseerd op de negen
intelligenties van Prof. Dr. Howard Gardner en hun onderlinge
systematische dynamiek, dit alles volgens het integrale pedagogische
systeem ontworpen door Jorge Ferrer, PhD en collega’s.