Post on 21-Jul-2020
SportinVlaanderenonderzochtResultatenenaanbevelingenvoorbeleidenpraktijk
MarcTheeboom(red.)
SteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport
AccoLeuven/DenHaag
Ditiseene-boek.
Dite-boekkangelezenwordenopuwcomputer,tablet,smartphoneene-reader.Voordebesteweergaveopentuhete-boekmetéénvanvolgendeapplicaties(tedownloadenviahttp://www.apple.com/benl/itunes/ofhttps://play.google.com/store):–iBooks(iOS)–BlueFire(iOSenAndroid)–Bookshelf(iOS,Android,iOSdesktopenWindowsDesktop)–AddonFirefox(browser)–ReadiumChrome(browser)
Metdankaanvolgendefotografenvoordecoverfoto’s:–ElsDeNil–CarloFoschi–SofieMartien–StichtingVlaamseSchoolsport(SVS)
Eersteuitgave:2016
GepubliceerddoorUitgeverijAcco,BlijdeInkomststraat22,3000Leuven,BelgiëE-mail:uitgeverij@acco.be–Website:www.uitgeverijacco.be
VoorNederland:AccoNederland,Westvlietweg67F,2495AADenHaag,NederlandE-mail:info@uitgeverijacco.nl–Website:www.uitgeverijacco.nl
Omslagontwerp:www.frisco-ontwerpbureau.be
©2016byAcco(AcademischeCoöperatieveVennootschapcvba),Leuven(België)Nietsuitdezeuitgavemagwordenverveelvoudigden/ofopenbaargemaaktdoormiddelvandruk,fotokopie,microfilmofopwelkeanderewijzeookzondervoorafgaandeschriftelijketoestemmingvandeuitgever.Nopartofthisbookmaybereproducedinanyform,bymimeograph,filmoranyothermeanswithoutpermissioninwritingfromthepublisher.
D/2016/0543/15NUR744ISBN978-94-6292-266-3
Inhoud
VoorwoordVlaamsMinistervanSportInleidend
1.Vrijwilligerswerkindesport:ontwikkelingskansenvoorjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituaties?EviBuelens,MarcTheeboom,KristineDeMartelaerenJikkemienVertonghen
1.1Jongereninmaatschappelijkkwetsbaresituaties1.2Derolvansport1.3Onderzoek
1.3.1Onderzoeksvragenenmethode1.3.2Data-analyse
1.4Resultaten1.4.1Bijdrageaanmenselijkkapitaal1.4.2Mechanismen
1.4.2.1Waarderenenerkennenvanjongeren1.4.2.2Informeelenervaringsgerichtleren
1.5Conclusie1.6Referenties
2.‘Bridgingthegap’:DetransitievanjuniornaarseniorintopsportNathalieRosier,PaulWylleman,VeerleDeBosscherenJoVanHoecke
2.1Introductie2.2Methodologie
2.2.1Kwalitatiefdeel2.2.2Kwantitatiefdeel
2.3.Samenvattingvanderesultaten2.3.1Belangvanverschillendedomeinen
2.3.2Veranderingentijdensdetransitie2.3.3Dejunior-seniortransitieoverdetijd2.3.4Drukensteuninrelatietotdetransitie
2.4Aanbevelingen2.4.1Aanbevelingenopmicroniveau2.4.2Aanbevelingenopmesoniveau2.4.3Aanbevelingenvoortoekomstigonderzoek
2.5Referenties
3.Veranderingeninfysiekeactiviteit,sedentairgedragenfitheidscomponentenbijVlaamsevolwassenenEvelienMertens,BenedicteDeforche,RubenCharlier,SaraKnaeps,JohanLefevreenPeterClarys
3.1Introductie3.2Methodologie
3.2.1Proefpersonen3.2.2Testsenmetingen
3.2.2.1Fysiekeactiviteit3.2.2.2Sedentairgedrag3.2.2.3Fitheidscomponenten3.2.2.4Energie-opname3.2.2.5Rookgedrag
3.2.3Statistischeanalyses3.3Resultaten
3.3.1Onderzoeksvraag1:watisdeevolutieingezondheidsgedragingenenfitheidscomponenten?3.3.1.1Evolutieinfysiekeactiviteitensedentairgedrag3.3.1.2Evolutieinfitheidscomponenten
3.3.2Onderzoeksvraag2:hoestabielblijvengezondheidsgerelateerdgedragenfitheidscomponenten?3.3.2.1Stabiliteitvanfysiekeactiviteitensedentairgedrag3.3.2.2Stabiliteitvanfitheidscomponenten
3.3.3Onderzoeksvraag3:watisdeassociatietussenveranderingeningezondheidsgerelateerdgedragenfitheidscomponenten?
3.3.3.1AssociatietussenveranderingeninfysiekeactiviteitenveranderingeninVO2piek,lendenomtrekenBMI
3.3.3.2AssociatietussenveranderingeninminutensportenveranderingeninVO2piek,lendenomtrekenBMI
3.3.3.3AssociatietussenveranderingeninVO2piekenveranderingeninbloedlipiden
3.3.3.4Associatietussenveranderingeninlendenomtrekenveranderingeninbloedlipiden
3.3.3.5AssociatietussenveranderingeninBMIenveranderingeninbloedlipiden
3.4Bespreking3.5Beleidsaanbevelingen3.6Referenties
4.Veranderingeninfysiekeactiviteit,sedentairgedragencardiorespiratoirefitheidzijngerelateerdaancardio-metabolegezondheidSaraKnaeps,KatrienWijndaele,EvelienMertens,RubenCharlier,JanG.BourgoisenJohanLefevre
4.1Introductie4.2Methode
4.2.1Proefpersonen4.2.2Predictorvariabelen:sedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteit
enfitheid4.2.3Responsvariabelen:Cardio-metaboleparametersenrisicoscore4.2.4Covariaten4.2.5Statistischeanalyse
4.3Resultaten4.4Bespreking4.5Beleidsaanbevelingen4.6Referenties
5.GenetischeprofielscoresenleeftijdsgerelateerdeveranderingeninkrachtparametersbijVlaamsevolwassenennaeentienjarigefollow-upRubenCharlier,SaraKnaeps,EvelienMertens,DietherLambrechts,JohanLefevreenMartineThomis
5.1Introductie
5.2Methodologie5.2.1Proefpersonen5.2.2Testsenmetingen
5.2.2.1Krachtparameters5.2.2.2Fysiekeactiviteit
5.2.3Statistischeanalyses5.3Resultaten
5.3.1Onderzoeksvraag1:Hoeevoluerenkrachtparametersgedurendeeentienjarigeopvolgingsperiode?5.3.1.1Krachtprestatie5.3.1.2Geslachtsverschillen5.3.1.3Tijdseffect5.3.1.4Leeftijdscategorie5.3.1.5Interactieeffecten
5.3.2Onderzoeksvraag2:Hoestabielblijvenkrachtparametersnatienjaarverouderen?5.3.2.1Stabiliteitvankrachtprestatieparametersgecorrigeerdvoor
leeftijd5.3.3Onderzoeksvraag3:Kaneengenetischeprofielscorebaselinewaardenin
ISOM120°,ISOK240°enUITHvoorspellen?5.3.3.1Predictievankrachtparametersmetgenetischeprofielscore
5.4Besluit5.5Beleidsaanbevelingen5.6Referenties
6.Kunnenweoudereouderenaanzettenomdoorhetleventeblijvenfietsen?Korteenlangetermijneffectenvangesuperviseerdehometrainerprogramma’sinresidentiëlezorgcentraEvelienVanRoie,FilipBoen,SofieMartienenChristopheDelecluse
6.1Introductieenliteratuurweergave6.2Methodologie
6.2.1Fietsenopeenhometrainer6.2.2Deinterventiecondities6.2.3Uitkomstparameters
6.3Besprekingbelangrijksteresultaten
6.3.1Baseline-kenmerken6.3.2Deelnameaanhethometrainerprogramma6.3.3Effectenopfysiekeactiviteit6.3.4Effectenopkrachtenfunctionaliteit
6.4Beleidsaanbevelingen6.5Referenties
7.‘Sportlight’vanuiteenaanbodsperspectief:eenkwalitatieveanalyseJeroenScheerder,JulieBorgersenBartVanreusel
7.1.Inleiding7.2Conceptueelkader:‘sportlight’7.3Literatuurenvraagstelling7.4Methode
7.4.1Steekproefselectie7.4.2Dataverzameling
7.4.2.1Voorbereiding7.4.2.2Afnameinterviews7.4.2.3Dataverwerkingenanalyse
7.5Resultaten7.5.1Sportlight:eenkansofbedreiging?7.5.2Verantwoordelijkheidomintespelenopsportlight7.5.3Mogelijkhedenomintespelenopsportlight
7.5.3.1Voorzienvanfaciliteiten7.5.3.2Differentiatievanlidmaatschapsformules7.5.3.3Integratievaneenlichtaanbod
7.5.4Moeilijkhedenomintespelenopsportlight7.5.4.1Structurelebeperkingen7.5.4.2Geengepastantwoordmogelijk7.5.4.3Anderemoeilijkheden
7.6Besluit7.7Referenties
8.FysiekeactiviteitensedentairgedragbijVlaamsejongeren:eenmultidimensioneleanalyse
StijnDeBaere,JohanLefevreenJanSeghers8.1Introductie
8.1.1Fysiekeactiviteittijdensdejeugdjaren8.1.2Sedentairgedrag,eenverbredefocus
8.2Methodologie8.2.1Steekproef8.2.2Metingvanfysiekeactiviteitensedentairgedrag8.2.3Statistischeanalyse
8.3Besprekingonderzoeksresultaten8.3.1Intensiteit-endomeinspecifiekactiviteitsniveauvanjongeren
8.3.1.1Jongensversusmeisjes8.3.1.2Basisversussecundaironderwijs8.3.1.3Gewichtstatus8.3.1.4Sportparticipatie
8.3.2Temporelepatronenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragopeenreguliereweekdag
8.3.3Temporelepatronenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragopwoensdag8.4Beleidsaanbevelingen
8.4.1Beleidsbredeaanbevelingen8.4.2Sportbeleidsaanbevelingen
8.5Referenties
9.Derolvandematuriteitsstatusinhettalentidentificatie-enontwikkelingsprocesMatthieuLenoir,MartineThomisenJohanPion
9.1Introductie9.2Methodologie
9.2.1MaturiteitinhetTDenTIDprocesindeVlaamseTopsportfederaties9.2.2Relatietusseninvasieveennon-invasieveindicatorenvoormaturiteit
9.2.2.1Deelstudiezwemmers9.2.2.2Deelstudievoetballers
9.2.3Relatietussenmaturiteitenfysiekprestatievermogen9.2.3.1Deelstudiezwemmers9.2.3.2Deelstudievolleybal
9.2.4Impactvanmaturiteitbijeenselectiemomentopdeprestatieontwikkeling9.2.4.1Deelstudiezwemmers9.2.4.2Deelstudievoetballers
9.3Beknoptliteratuuroverzicht9.3.1Invasieveennon-invasievemethodenvoorbepalingvanmaturiteit9.3.2Impactvanmaturiteitopantropometrieenfysiekprestatievermogen9.3.3Impactvanmaturiteitbijselectiemomentenopdeprestatieontwikkeling
9.4Besprekingbelangrijksteresultaten9.4.1MaturiteitinhetTDenTIDprocesindeVlaamseTopsportfederaties9.4.2Relatietusseninvasieveenniet-invasieveindicatorsvanmaturiteit
9.4.2.1Deelstudiezwemmers9.4.2.2Deelstudievoetballers
9.4.3Impactvanmaturiteitophetfysiekeprestatievermogen9.4.3.1Deelstudiezwemmers9.4.3.2Deelstudievolleyballers
9.4.4Invloedvanmaturiteitsstatusopdeprestatie-ontwikkeling9.4.4.1Deelstudiezwemmers9.4.4.2Deelstudievoetballers
9.5Beleidsaanbevelingen9.5.1Bewustmakingvanheteffectvanmaturiteitsstatusophetactuele
prestatievermogenvanjongesporters9.5.2Opmaakvaneenduidelijkestrategieoverhoeomtegaanmetdeze
problematiek9.5.3Hetvoorspellenvandevolwasseneindlengteopbasisvaninvasieveof
niet-invasievemethodenheefteenvrijgoedenauwkeurigheid,meteenfoutmargevan+/-5cmopdevolwasseneindlengte
9.5.4Overwegenvanobjectievecorrectievoorvroeg-oflaatmaturiteitishetmeestaandeordeindiesportdisciplineswaarindecrucialeidentificatiefactorenheelsterkdoormaturiteitwordenbeïnvloed(spronghoogtebijvolleybal,krachtbijjudo)
9.5.5Focusopcrucialeeigenschappendieminderdoormaturiteitwordenbeïnvloed
9.6Referenties
10.Primairepreventievansport-enwerkgerelateerdemusculoskeletaleletsels
bijleerkrachtenlichamelijkeopvoeding:haalbaarheid,effectiviteitentransfereerbaarheidnaardeadolescentenSienVercruysse,LeenHaerens,LennertGoossens,DirkDeClercq
10.1Introductie10.2Studie1:Optimalisatiestudie10.3GeoptimaliseerdeversievanhetletselpreventiefprogrammaNGWP10.4Studie2:Grootschaligeinterventiestudie10.5Studie3:TransferstudievialeerkrachtLOnaarleerlingen10.6Beleidsaanbevelingen10.7Referenties
11.SchoolsportalsspringplanknaareenactievelevensstijlAnDeMeester,GreetCardonenLeenHaerens
11.1Introductie11.2Beknopteliteratuurweergave11.3Methodologie
11.3.1Bevragingaandehandvanvragenlijsten11.3.2Focusgroepgesprekkenmetleerlingen11.3.3Interviewsmetbegeleidersvandeschoolsport
11.4Analyses11.5Besprekingbelangrijksteresultaten
11.5.1Bevragingaandehandvanvragenlijsten11.5.1.1Algemenedeelnamecijfers11.5.1.2Hetschoolsportaanbod11.5.1.3Barrièresvoorschoolsportdeelname11.5.1.4Schoolsportdeelnameenfysiekeactiviteit11.5.1.5Schoolsportdeelnameenautonomemotivatie
11.5.2Focusgroepgesprekkeneninterviews11.6Conclusie11.7Beleidsaanbevelingen11.8Referenties
12.Deontbrekendeschakelinhetsportlandschap:eenintersectoralebuurtsportwerking
MathieuMarlier,GreetCardon,IlseDeBourdeaudhuijenAnnickWillem12.1Introductie12.2Beknopteliteratuurweergave12.3Methodologie
12.3.1Studie1+studie2a12.3.1.1Selectiewijken12.3.1.2Selectierespondenten+vragenlijsten12.3.1.3Statistischeanalyses
12.3.2Studie2b+studie12.3.2.1Statistischeanalyses
12.4Belangrijksteresultaten12.4.1SampleinkwetsbarebuurteninAntwerpen12.4.2Studie1:verhoudingvansportparticipatiemetsocialecohesie,sociaal
kapitaal,fysiekeactiviteitenmentaalwelzijn12.4.3Studie2a:relatievanbuurtsportmetsportparticipatie,socialecohesie,
sociaalkapitaal,fysiekeactiviteitenmentaalwelzijn12.4.4Studie2b:welkemechanismenverklarenhetsucces(ofgebrekeraan)van
buurtsportAntwerpen12.4.5Studie3:Succesfactorenvanintersectoraalsamenwerkenrondsport
12.5Beleidsaanbevelingen12.6Referenties
13.Tewerkstellingindesport:trajectkortgeschooldenMarcTheeboomenZenoNols
13.1Inleiding13.2Eenkwalitatiefonderzoeksopzet13.3Inzichtenuitdepraktijk13.4Conclusie:noodaanrealistischeverwachtingenen‘voldoende’voorwaarden13.5Referenties
14.Heteffectvansportevenementenopsportparticipatie:onderzoekbijtweemassasportevenementenentweesportpromotieevenementeninVlaanderenAnnickWillem,MarcTheeboomenJensDeRycke
14.1Inleiding14.2Literatuurm.b.t.sportevenementenensportparticipatie
14.3Deevenementen14.3.1Antwerp10Miles14.3.2MonVentoux14.3.3Beachsportival14.3.4DéWatersportdag
14.4Methode14.5Resultaten
14.5.1Antwerp10Miles14.5.1.1Strategieenmarketingcommunicatiemix14.5.1.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
14.5.2MonVentoux14.5.2.1Strategieenmarketingcommunicatiemix14.5.2.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
14.5.3Beachsportival14.5.3.1Strategieenmarketingcommunicatiemix14.5.3.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
14.5.4DéWatersportdag14.5.4.1Strategieenmarketingcommunicatiemix14.5.4.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
14.6Conclusie14.7Referenties
15.Finsepistes:eenbiotoopvooreenlichtesport-enbewegingscultuurJulieBorgers,JeroenScheerder,BartVanreuselenStevenVos
15.1Inleiding15.2Rationaleenvraagstelling15.3Analyse15.4Resultaten
15.4.1WiestarttemetloopsportdoordeaanlegvaneenFPindewoonomgeving?
15.4.2WiegebruiktdeFPfrequent?15.4.3WielooptuitsluitendopdeFP?15.4.4WiegebruiktdeFPalsvolledigloopparcours?
15.5Besluit
15.6Referenties
16.Internationaalvergelijkendonderzoeknaardeaansturingenondersteuningvansportfederaties:eenanalysevangoodpracticesJeroenScheerder,AnnickWillem,ElienClaesenSandrineBilliet
16.1Introductie16.2Theorie16.3Methodologie
16.3.1Dataverzameling:16.3.2Dataverwerking:
16.4Besprekingbelangrijksteresultaten16.4.1Structuurenorganisatievansport16.4.2Taakaansturing16.4.3Taakondersteuning16.4.4Taakuitvoering
16.5Beleidsaanbevelingen16.6Referenties
17.Reflecterenoverdesportparticipatiesurvey2014MarcTheeboom,JeroenScheerderenAnnickWillem
17.1Situering17.2DesportactieveVlaming?17.3Sportvoorkeurenen-contexten17.4Achtergrondkenmerken17.5‘Nietsporten’.Eenkwestievanverzetofuitsluiting?17.6PaS14:nieuweinzichten?17.7Beleidsrelevantonderzoek?17.8Referenties
VoorwoordVlaamsMinistervanSport
Dederdegeneratiesteunpuntenbrachtvoorheteersteenonafhankelijksteunpuntsport.Deverworvenkennisuitditsteunpuntwordtgebundeldinditboekenbiedtzoeenmooiebloemlezingvanderecentsteontwikkelingenophetvlakvanbeleidsrelevantonderzoekvoordesportsector.
Hetisnietaltijdevidenteenevenwichttevindentussendewensenvanhetwerkveldendeeigenheidvanwetenschappelijkonderzoek.Daaromwerdvoorheteerstgewerktmetklankbordgroepenperonderzoeksthema.Hierinzatendevertegenwoordigersuitdesectordieraakpuntenhaddenmetdebewustethematiek.Zowerdernauwoverlegdtussenonderzoekersenhetwerkveld.Dezewerkingwerdzeerpositiefonthaaldenkwamdebeleidsrelevantietengoede.
Beleidsrelevantonderzoekmoetsteedstotdoelhebbenomdeverzameldekennisenexpertisesneleneffectiefteimplementereninhetbeleidofomgebruiksklaartezijnvoordesectorzelf.Dekortetermijnonderzoekenslaagdenhierduidelijkin.Hethielpomkeuzestemakenopwelktypeevenementenverdermoetingezetworden.HetonderzoekrondFinsepistesversterktedegegevensvandeVlaamsesportdatabank.ErwerdinspiratiegeleverdvoornieuweinitiatievenrondsportindeWIJ-trajecten.Entenslottegenereerdehetideeënvoorhetnieuwedecreetopdegeorganiseerdesportsector.
Ookdelangetermijnonderzoekenleverdenveelbruikbarebeleidsaanbevelingenop,maardeafstandtothetwerkveldwassomsgroter.Daaromwerdervoorgekozenomin2016gerichtintezettenopeen4-talthema’suithetaflopendesteunpunt,dieelkopbasisvandeverzameldekennisenexpertisetoteenconcreetbruikbaarproductvoorhetwerkveldmoetenleiden.Zowordtverdergewerktaaneenblessurepreventietool,eenondersteuningsinstrumentinfunctievancompetentieontwikkelingvankwetsbarejongerenindesporteneenkrachtprogrammavoorsenioren.Tenslottewordeninhetkadervanhetatotzaanbodinhetnieuwedecreetopdegeorganiseerdesportsectorvoorbeeldenuitgewerktvanlichtgeorganiseerdesportvormendieclubskunnenhanterenomdrop-outvanledentegentegaan.
Opheteindevaneensteunpuntwordterlogischerwijsooknaardetoekomstgekeken.Hoewelwenuineenmindergunstigebudgettairerealiteitzitten,blijftbeleidsrelevantwetenschappelijkonderzoeknogsteedseenbelangrijkpuntvoorhetsportbeleid.Wezullendefinancieringdiehiervoorreedswerdvoorzienvanuithetsportbeleiddanookonverminderdvoortzetten.
Samenmetdesectorendeonderzoekerszullenwebekijkenhoewehetbeleidsrelevantonderzoekindetoekomstopdemeestoptimalewijzekunnencontinueren.
PhilippeMuytersVlaamsminister
Inleidend
DitboekvormthetsluitstukvanhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSportopgerichtin2012engefinancierdmetmiddelenvandeVlaamseGemeenschap(WetenschapsbeleidenSport).HetsteunpuntbestonduiteenconsortiumvantoonaangevendeonderzoekersuitdrieVlaamseuniversiteiten:deVrijeUniversiteitBrussel(alscoördinerendeinstelling),deUniversiteitGentendeKatholiekeUniversiteitLeuven.
Intotaalwerden10langlopendeonderzoekenrond5thema’suitgevoerd.Dezethema’swaren:–Sportparticipatie;–Optimaliserenvandeeffectiviteitenefficiëntievandeorganisatieendepromotie
vandesportparticipatieinVlaanderen;–Jeugdsport;–Sportengezondheid;–Talententopsport.
Heteerstethemabetrofeenoverkoepelendeparticipatiesurvey(PaS14)samenmetdesteunpuntencultuur,jeugdenmedia.
Daarnaastwerdeneveneens4adhoconderzoekenuitgevoerddieaanslotenbijnieuweofacutebeleidstopics:–Belangvansportevenementen;–Finselooppistes;–Benchmarksportfederaties;–Tewerkstellingskansenviasport.
IntotaalwarenbijhetSteunpuntSport18jongeonderzoekersen22promotorenbetrokken.Hetleverde14doctoraten,67masterthesissenen122wetenschappelijkeartikels,bijdrageninboekenenpresentatiesopwetenschappelijkecongressenop.Maarnaastdewetenschappelijkeoutputwaseruiteraardveelaandachtvoorde
valorisatieencommunicatievandeverworvenwetenschappelijkeinzichten.Hetbetreftimmersbeleidsrelevantonderzoek.Zowaserondermeervoorelkonderzoeksproject(ookworkpackageofWPgenoemd)eenklankbordgroepmetrelevantestakeholdersuithetveldenhetbeleid.Dezeklankbordgroepenkwamentelkens1à2keerperjaarsamenomhetonderzoekoptevolgenentebegeleiden.Erwerdenuiteindelijk14eindrapportenenfactsheetsopgeleverddiebruikbareinformatieenaanbevelingenvoordepraktijkenhetbeleidbevatten.DezerapportenenfactsheetszijnterugtevindenopdedigibibvanhetKennis-enInformatiecentrumSport(KICS)vanSportVlaanderen.Erwerdentevens5studiedagengeorganiseerdwaaropintotaalmeerdan550deelnemersuitdesportsectorenanderemaatschappelijkedomeinenaanwezigwaren.Ookwasereenapartestudiedagronddeparticipatiesurveymetdeanderebetrokkensteunpunten.Inhetkaderhiervanverschenentweeboekenmetdeaanpakenresultatenvandezesurvey.
DebelangrijkstebevindingenvanhetSteunpuntSportvindtuteruginditboek.Hetbevat17hoofdstukkendieelkopeenbondigeentoegankelijkewijzedebelangrijksteresultatenvanelkonderzoekweergeven.Enkelvoorderesultatenvandeparticipatiesurveyiseenmeerreflecterendhoofdstukgeschrevenomdathieroverreedstweespecifiekevolumesverschenen.
DeonderzoeksprojectenbinnenhetsteunpuntgebeurdeninnauwoverlegmetzowelhetbeleidalsmetdebelangrijksteactorenuithetwerkveldinVlaanderen.Hetisimmersbelangrijkdatsport-enbewegingswetenschapperswetenwaterleeftbijbeleidsmakersénbijpraktijkmensen.Hetbetekentdatdeacademischewereldoogmoethebbenvoordemaatschappelijkeenbeleidsgerelateerdeuitdagingenenhieropmeemoetkunneninspelen.Tegelijkishetvanbelangdatwetenschappelijkeinzichtenmeedebasiskunnenvormenvoorkeuzesdiemenvanuithetbeleidzalnemen.DitsteunpuntbehoortintussenaltotdederdegeneratievanhetProgrammaSteunpuntenvoorBeleidsrelevantonderzoek.Eris,metanderewoorden,aleenzekeretraditieopgebouwdinVlaanderenvanonderzoektendienstevanhetbeleid.
DeVlaamseRegeringbeslisteechteromvanaf2016hetsteunpuntenprogrammaaftebouwenentedecentraliseren.Hetbetekentdatelkbeleidsdomeinafzonderlijkwerdgeresponsabiliseerdvoorhetopzetten,financierenenopvolgenvaneigeninitiatievenvoorditsoortonderzoek.Bijhetafrondenvanditboekwashetnognietduidelijkwelkerichtingmenbinnenhetbeleidsdomeinsportconcreetzouinslaan.VaststaatweldatdebevoegdeministerPhilippeMuyterspositiefstaattegenoververdereinvesteringeninbeleidsrelevantonderzoekvoorsport.Eenpistewelkewijvanvanuitdeacademischewereldalleenmaarkunnentoejuichen.Wehopenalvastdatwemethet
voorliggendeboekenmetdeinzichtendiewevanuithetSteunpuntSportaanleveren,hebbenkunnenaantonendatditverantwoordeinvesteringenzijn.
MarcTheeboomPromotor-coördinatorSteunpuntSport
1.Vrijwilligerswerkindesport:ontwikkelingskansenvoorjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituaties?
EviBuelens,MarcTheeboom,KristineDeMartelaerenJikkemienVertonghen
1.1JongereninmaatschappelijkkwetsbaresituatiesOngeveer1op10jongereninVlaanderen(9,8%)1isvandaag‘notineducation,employmentortraining’(afgekort‘NEET’).HoewelmenhiermeeinVlaanderenweliswaaronderhetEuropesegemiddeldevan15,9%zit(Eurostat,20142),isditaantalzorgwekkend.DeEuropeseUnieduiddeimmersopernstigenadeligegevolgenvoordezeNEET-groep,zowelopindividueelvlak(o.m.socialeuitsluiting;slechtementaleenfysiekegezondheid),alsmaatschappelijkeneconomischgezien(Eurofound,20123).Uitonderzoekblijktbijvoorbeelddatniet-oflaaggekwalificeerdejongerennietalleenminderkansenhebbenopdearbeidsmarkt(o.m.Sourbron&Herremans,2013),maardatzeookeengroterekanshebbenomindearmoedeterechttekomen(Dierckx,Coene,VanHaarlem&Raeymaekers,2013).HeelwatjongereninVlaanderenlevendanookinmaatschappelijkkwetsbaresituatiesofdreigenhierinterechttekomen.Zijwordeninhuncontactenmetmaatschappelijkeinstellingen(zoalsonderwijs,arbeidsmarktenjustitie)vooralensteedsopnieuwmetdenegatieveaspectengeconfronteerd(bv.schorsingofuitsluiting)enprofiterenmindervanhetpositieveaanbod(bv.competentieontwikkeling(kennis,vaardigheden,attitudes)opschool).Hierdoorstaanzijaanzienlijkzwakkertenaanzienvandezeinstellingen(Vettenburg,2011).
Indeliteratuurwordentweestrategieënbeschrevenomdezejongereneenbeterperspectieftebieden.Eeneerstestrategiesteltdaterstructureleveranderingendienentegebeurenbinnendezeinstitutieszelfomdatdezevooralinstaanvoorhet(re)generereneninstandhoudenvansocialeongelijkheden(Vettenburg,1998).Een
tweedestrategiefocustmeerophetinvesterenindemogelijkhedenensterktesvanjongerenzelfenvertrektdaarbijdusnietvanhet‘verkeerde’vanhungedrag.Dezebenaderingwordtindeliteratuuromschrevenals‘positiveyouthdevelopment’(Weiss,2008).Volgensverschillendeonderzoekersishetvanbelangomdaarbijteinvestereninhet‘menselijkkapitaal’vandezejongeren(o.m.Krauss,Hamzah,Suandi&Tamam,2007).Menselijkkapitaaliseenconceptdatlangetijdgezienwerdalsdekennis,vaardighedenencapaciteitendieeenindividuinstaatsteltomtepresterenopdearbeidsmarkt(bv.Becker,1964).Hetwordtdanookvaakvoorgesteldalsonderwijs-enarbeidscompetentiesenexpertise(bv.Schultz,1961).Recentzijnerechtersteedsmeeronderzoekersdiehetconceptbredergaanbekijkenenfocussenopeenruimerenotievanmenselijkkapitaal(o.m.Krauss,Hamzah,Suandi&Tamam,2007).DedefinitievandeOESO(2001)speeltookopdezebrederebenaderinginenwijstopdebijdragetotdevormingvanpersoonlijk,sociaaleneconomischwelzijn”(p.18).4Hetgaathierbijdanonderandereovercommunicatievaardigheden,intrapersoonlijkecompetenties(bv.motivatie,zelfdiscipline),interpersoonlijkecompetenties(bv.teamwork,leiderschap)enanderevaardigheden(bv.probleemoplossendvermogenenfysiekebekwaamheden).Tengevolgevandiverseuitsluitingsmechanismenhebbensommigejongerenevenwelvaakminderkansendanhunleeftijdsgenotenomditmenselijkkapitaalteontwikkelenviaderegulieremaatschappelijkeinstituties,zoalshetonderwijsofdearbeidsmarkt(Spaaij,2009;Vettenburg,1998).
1.2DerolvansportHetishierdatsportsteedsvakerinbeeldkomt.Vrijetijdsactiviteiten,eninhetbijzondersport,wordennamelijkookgezienalseenadequaatmiddelommogelijkhedentebiedenomhetmenselijkkapitaalvanjongerenteontwikkelen.DitwordtnietalleenintoenemendemateonderschrevenvanuithetVlaamsesportbeleid,5maarookindewetenschappelijkeliteratuurvindtmenhiervaneengroeiendaantalvoorbeelden(o.m.Coalter,2007).Hetfeitdatsportzichleenttothetopnemenvanvrijwilligerstakenishierbijeenbelangrijkgegevenaangezienvrijwilligerswerkookbeschouwdwordtalsmiddelomteinvestereninhetmenselijkkapitaalvanjongeren(o.m.Day&Devlin,1998).VolgensSmith(2010)levertvrijwilligerswerkindesportnietalleenmogelijkhedentotuitbreidingvanmenselijkkapitaal,maarooktotuitbreidingvansociaalkapitaal.Jongerenkunnenimmersdoorhetopnemenvanvrijwilligerstakenindesportooksocialenetwerkenopbouwen.Ditzouophaarbeurteenrolkunnenspeleninhetverbeterenvanhunsocialepositie.MaarondanksbeleidsinspanningenomdealgemenesportparticipatietedoentoenemeninVlaanderen,blijftdesportdeelnameonderdezegroepjongerenlaag.Ditiszekerhetgevalinde
(traditioneel)georganiseerdeclubcontext(Haudenhuyse,Nols,Coussée&Theeboom,2013).
Eengroeiendaantalwetenschappersplaatstbovendiendiversekanttekeningenbijhetontwikkelingspotentieelvansport(o.m.Coalter,2007;Darnell,2010).Zegevenimmersaandatdeempirischonderbouwdebewijslastvoorditpotentieeluiterstbeperktis.Giulianotti(2004)steltdanookdaternoodisaaneenkritischperspectiefomdewerkelijkeontwikkelingswaardevansportinkaarttebrengen.Daarnaastontbreekthetvolgenssommigenookaaninzichtindeonderliggendemechanismenenprocessendiedeze(ontwikkelings)waardezoudenkunnengenereren(Hartmann&Kwauk,2010).Zijverwijzeninditverbanddannaarde‘blackbox’vansportpraktijken(Coalter,2007).Ookmetbetrekkingtothetontwikkelingspotentieelvanvrijwilligerswerkindesportvoorjongeren,stellenzicheenaantaluitdagingen.Hoewelhetvolgenssommigengoedemogelijkhedenbiedtvoorjongerendieleveninmaatschappelijkkwetsbaresituaties(Kay&Bradbury,2009),blijktdezegroepvaakinzeergeringemateactieftezijnalsvrijwilligerindesport.Immers,netzoalsvooreenactievedeelnameinanderevrijetijdsactiviteiten,zijnscholingsgraad,inkomenensocialenetwerkendemeestconsistentevoorspellersvanvrijwilligerswerk(Wilson,2000).Enookhierontbreekthettotophedenaanduidelijkinzichtinwathetwerkelijkontwikkelingseffectvanvrijwilligerswerkindesportkanzijnvoordezegroep,alsookindemechanismendiehiervooraandebasiszoudenkunnenliggen(o.m.Kay&Bradbury,2009).
Maarondanksdezeuitdagingenzienvelentochkansenvoorditontwikkelingspotentieelvansport.Vanhoutte(2007)bijvoorbeeldtoondeaandatsportgebaseerdeprogramma’s,invergelijkingmetanderesocio-culturelepraktijken(bv.jeugdbewegingen,jeugdcentra),beterinstaatzijnomjongerenonafhankelijkvanhunsocio-economischestatusaantetrekken.DaarnaastbenadruktenCousséeenRoets(2011)dewaardevansportgebaseerdesocialeinterventies.Dezeonderzoekerszienhetalscontextenwaarinjongerenmogelijkhedenwordenaangereiktdiehenweerbaarderkunnenmaken.Hierdoorzullenzebeterwetenomtegaanmethunmaatschappelijkkwetsbaresituatieenkunnenhunkansenverhoogdwordenomuitdezesituatietegerakenofdezealthansteverbeteren.Hetkomtdusneeromteonderzoekenhoeenonderwelkevoorwaardensportenhetvrijwilligerswerkdaarbinnenzoukunneneenontwikkelingswaardehebbenvoorjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituaties.
1.3Onderzoek
1.3.1OnderzoeksvragenenmethodeOmditinzichttevergroten,werdeenonderzoekuitgevoerdbinnenpraktijkendietotdoelhaddenombijtedragentotdeontwikkelingvanjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituatiesdoormiddelvanhetopnemenvanvrijwilligerswerkindesport.Hierbijgaathetdanoveréénofmeerderetakendiemenvrijwilliguitvoertbinneneengeorganiseerdverbandtenbehoevevananderen.Binnendeonderzochtesportpraktijkenginghetdaarbijdanoverhetverrichtenvanorganisatorischetakenofhetbegeleidenofcoachenvanjongerekinderen.Wegingennainwelkematehetopnemenvanvrijwilligerswerkkanbijdragenaanhetmenselijkkapitaalvandejongerenenwelkemechanismenhiervooraandebasiszoudenkunnenliggen.Belangrijkisomoptemerkendatditlaatsteimpliceertdatermisschieneenveralgemeningkangemaaktwordendiegeldtvoormeerderepraktijken.Pawson(2006)spreektindatverbandimmersovereenverschuivingvaneenfocusvan‘familiesofprogrammes’naar‘familiesofmechanisms’.HijverweesindatverbandnaarPawson(2001)diesteldedat,hoewelbinnensocialeinterventiesdespecifiekecontextvaakergbepalendkanzijnvoordevastgesteldeuitkomsten,erwellichttochooksprakekanzijnvaneenzekeregeneraliseringdieaanleidingkangeventoteen‘tailoredtransferabletheory’.
Devolgendetweeonderzoeksvragenstondendanookcentraalindestudie:–Inwelkematekanvrijwilligerswerkindesportvoorjongereninmaatschappelijk
kwetsbaresituatiesbijdragenaanhetbevorderenvanhunmenselijkkapitaal?–Watzijnprogrammamechanismendieervoorzorgendatditmenselijkkapitaalkan
wordenverhoogd6?
Omeenantwoordtevindenopdezevragen,werdendiversepraktijkenonderzocht.Dezesitueerdenzichenerzijdsbinnendecampagne‘StreetAction–PoweredbyBuurtsport’vanhetVlaamsInstituutvoorSportbeheerenRecreatiebeleid(ISBvzw)enanderzijdsbinnen‘KortopdeBal’,éénvandeproeftuinensport(m.n.‘Sportingrootsteden’)ondersteunddoorhetParticipatiedecreet.7Beideprogramma’shaddentotdoelomhetmenselijkkapitaalvanjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituatiestebevorderen.Beideprogramma’swordenhieronderkortomschreven.
‘StreetAction–PoweredbyBuurtsport’(SA)Indezecampagne,dieliepvan2012totenmet2014,werden23VlaamsestedenengemeentenondersteunddoorhetISBombinnenhunspecifiekeaandachtsbuurteneensportaanbodteontwikkelengerichtopjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituaties.Doelhierbijwasnietenkelomdezejongerenaantezettentotsportdeelname,maarvooralomhengaandewegteengagerenindeorganisatievandataanbod.SAbestond
uit2fasen:8pilootprojecten(2012-2013),gevolgddoor15andereprojecten(2013-2014).Eenbelangrijkevoorwaardewasbovendiendatdecoördinerendeinstantie(meestaldegemeentelijkesportdienst)eensamenwerkingaangingmeteensocialepartner(bv.eenorganisatieuithetjeugdwerkofstraathoekwerk).Hetonderzoekgebeurdetussen2012en2014bijde8pilootprojecten.Viasemi-gestructureerdediepte-interviewswerdenintotaal26personenbevraagddieofweloporganisatorischofwelopbegeleidingsvlakbetrokkenwarenbijdepilootprojecten.Daarnaastkwamenevenveeljongerenaanhetwoorddoormiddelvan4focusgroepgesprekken(20jongensen6meisjes:gemiddeldeleeftijdbedroeg14,58jaar;SD=1,79).
IndezebijdragezaldeaandachtvoornamelijkuitgaannaardegegevensdieweverzameldenbinnentweespecifiekegemeentenbetrokkeninSA.Beidenbodeneenvormingscursusaan(m.n.‘animatorinhetjeugdwerk’).Dezevorminggebeurdeinsamenwerkingmet‘JeugdenStadvzw’(JES)enwerdgeorganiseerdtijdens8opeenvolgendeweekdagenineenvakantieperiode.Hierbijwerdgewerktrond6verschillendeanimatorrollen,dieelksymboolstondenvooreenaantalcompetentiesdieeenanimatormoetbezitten:metnamede‘clown’(entertainen),‘uitvinder’(creativiteit),‘scheidsrechter’(nemenvanverantwoordelijkheid,straffen,belonen),‘bouwvakker’(uitdenkenenimplementerenvanactiviteiten),‘vriend’(luisteren,respecttonen)en‘gids’(communicatie).Dezerollenvormdenderodedraaddoorheendecursus.Jongerendiendentereflecterenoverhuneigencompetentiesviadezerollen.Naafloopvolgdeeenstagebinnenverschillendegemeentelijkediensten(bv.buurtsport,speelpleinwerk)waarbijmeneenaantalverantwoordelijkhedendiendeoptenemen(bv.als‘StreetActioncoach’voorhetbegeleidenvanenorganiserenvoorjongerekinderenuithuneigenbuurt).Dejongerenwerdenbegeleidengeëvalueerdwaarbijde6animatorrollenopnieuwdiendenalsrodedraad.
‘KortopdeBal’(KodB)Inditproject,datliepvan2008tot2013,warenjongerenbetrokkenuiteenaantalBrusselsevoetbalclubsuitachterstandswijken.Hetdoelwasomdezeclubsteversterkendoorondermeerjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituatiesopteleidentotassistent-voetbaltrainers.HiervoorontwikkeldeJESeentrainingsprogrammadatliepgedurende3opeenvolgendeseizoenen(2010-2013).Elkseizoenbestonduit2clustersvan4vormingentelkensgevolgddooreentrainersstagevaneenweekenwaarbijdestagiairskinderenuitdeverschillendeclubsdiendentebegeleiden.Intotaalwerdener24vormingenen6trainersstagesgeorganiseerd.Hetonderzoekvondplaatstijdenshetlaatsteprojectjaar(seizoen2012-2013).Alledeelnemendejongerenwarenmannelijk(n=11,gemiddeldeleeftijd:17,64jaar,SD=1,63).Zijwerdenoptweemomentenbevraagdviaindividuelesemi-gestructureerdediepte-interviews.Ook
werdende3programmaorganisatorenbevraagdeveneenstweemaalenopdezelfdemanier.
Centraalindeaanpakvanhetprojectwashetgebruikvaneencompetentiemodeldatbestonduit3‘technischecompetentiedomeinen’(m.n.sporttechnieken-didactiek,animatie,pedagogiek)enverschillende‘sleutelcompetenties’(bv.opnemenvanverantwoordelijkheid,initiatiefnemen,communicatievaardigheden,omgaanmetfeedback,timemanagement,...).Elktechnischcompetentiedomeinwerdophaarbeurtonderverdeeldinverschillendeniveaus.Metdejongerenwerktemendanperdomeintrapsgewijsrondverschillendecompetenties,afhankelijkvanwaareenjongerezichopeenbepaaldmomentbevond.Omdatdevormingovermeerdereseizoenenliep,kondenjongerendievanbijaanvangdeelnamenverderdoorgroeien(bv.vanassistent-trainerofassistent-animatornaarhoofdtrainerenhoofdanimator).Hierbijkondensommigendanzelfeen‘beginnend’assistentonderhunverantwoordelijkheidkrijgen.Ookhetfeitdatdevormingnietenkelinzetteopontwikkelingopsporttechnischen–didactischvlak,maarookopanimatievlak,onderscheiddehetprogrammavananderevoetbaltrainersopleidingeninVlaanderen.DaarnaastwerddusingezetophetverwervenvanwatJESsleutelcompetentiesnoemde.Dezecompetentieswordenbeschouwdalstransfereerbaarnaaranderelevensdomeinen(bv.thuis,school).Desleutelcompetentieszatenverwevendoorheendeverschillendetechnischecompetentiedomeinen.Voordeaanvangvanelkestagediendendejongerenzichbinnendetechnischecompetentiedomeinentepositionerenaandehandvaneeninschalingsinstrument(vragenlijst).Opdiemanierbepaaldenzezelfvoorafhunniveaupertechnischcompetentiedomein.Nadiendiendenzijpersleutelcompetentieaantegevenwatdezevoorhenbetekendeenwerdhengevraagdnaareenpraktijkvoorbeeldwaarinzedezehaddentoegepast/zoudenkunnentoepassen.Opbasisdaarvanwerktendebegeleidersdanverdermetdejongeren.Naafloopvandestagewerdenjongerenaangezetomhetgeleerdetoetepassenbinnenhuntrainingenopdeclub.Ditwerddanopgevolgddoordeprogrammaorganisatoren.
Inalleonderzochtepraktijkenginghetbijgevolgoverspecifiekevrijwilligersfunctiesdiedejongerenvervulden,hetzijals(assistent)trainerinhunvoetbalclubofalsSA-coachopbuurtpleintjes.
Inhetonderzoekwerdeenkwalitatieveonderzoeksmethodologiegebruikt.Voordebevragingvandeorganisatoren/begeleiderswerdendeonderzoeksvragengeoperationaliseerdaandehandvanverschillendeconcretetopics,zoalsachtergrondkenmerkenenalgemenesituatievandejongeren;doelstellingen,aanpak,methodiek(en)eneffectenvanhetprogramma;invloedvanspecifiekefactoren(bv.
rondsamenwerkingmetpartners),....Dezebevraagdenwerdenookgeconfronteerdmetdeervaringendiewebijdejongerenhaddengeregistreerd.Devragenvoordejongerenzelfhaddenbetrekkingophunachtergrondkenmerken;hunervaringenmetdeaanpakenbegeleidingvanhetprogrammaenmethunbetrokkenheidalsvrijwilligertijdenshetprogrammaennadien;hetinzichtinhuneigencompetentie(ontwikkeling)enderolvanhetprogrammahierin,....Daarnaastdedenweverschillendeobservatiestijdensdeactiviteitenenwasereendocumentenanalyse(bv.SA-jaarplannen,gerapporteerdemethodiekenenKODB-competentiemodel).
Menselijkkapitaal,alscentraalbegripinhetonderzoek,werdgeoperationaliseerdalshetbeschikkenovereenbredewaaieraancompetenties,zoalshetopnemenvanverantwoordelijkheid,stellenvandoelen,time-managementensocialevaardighedenzoalssamenwerking,communicatie,omgaanmetengevenvanfeedback.
1.3.2Data-analyseAlleinterviewsenfocusgroepgesprekkenwerdenopgeluidsbandopgenomenenvolgenseenverbatimtranscriptienadieninductiefgeanalyseerd.Ineeneerstestapvandedata-analyselazendeonderzoekersdetranscriptenverscheidendekerenafzonderlijk,opzoeknaarzinvolleinformatie-eenheden(nl.tekstsegmentendiebegrijpbaarzijnopzichzelfenéénspecifiekidee,episodeofstukvaninformatiebevatten)(Tesch,1990),alsooknaargelijkaardigepatronenenconcepten.Deonafhankelijkeanalysesvandeonderzoekersleverdeninenkelegevallenverschillenininterpretatieopmetbetrekkingtothetcoderenendethema’s.Dezewerdenvervolgensopbasisvanonderlingoverlegopgelost.Codesmeteenzelfdebetekeniswerdendangegroepeerdwatleiddetotverschillendesubthema’s.HetcomputersoftwareprogrammaNvivo10werdgebruiktomtehelpenbijhetcoderenensorterenvandedata.
Dezedata-analysegebeurdeviaeeninterpretatievefenomenologischebenadering(IPA).Hetlietonstoededatateanalysereneninterpreterenvanuithetperspectiefendeervaringvandegeïnterviewdeninrelatietothunbetrokkenheidmetdeonderzochteprogramma’s.Inditverbandwasdanookzowelhetperspectiefvandeorganisatorenalsvandedeelnemersrelevant.
1.4Resultaten8
1.4.1Bijdrageaanmenselijkkapitaal
Uitdegegevensblijktdatdeonderzochteprogramma’seenbijdrageleverdenaandeontwikkelingvanhetmenselijkkapitaalvandedeelnemers.Debevraagdejongerenverwezenimmersnaardiversepersoonlijkeensocialecompetentiesdiezehaddenontwikkelddoorhunbetrokkenheidalsvrijwilliger.Ditwerdbevestigddoordeprogrammaorganisatorenenbegeleiders.Persoonlijkecompetentieshaddendanonderanderebetrekkingophetopnemenvanverantwoordelijkheid,hetnemenvaninitiatief,hetkunnenplannen,hetstellenvandoelenenhetzelfstandigkunnenwerken.Eenvoorwaardevoorhetopnemenvaninitiatiefwasvolgensdejongerenomdoorheenhetprogrammazelfvertrouwenteontwikkelen.
Vorigestagenamikgeeninitiatief,wantikschaamdemij,ikdurfdenietnaarvoortekomen,maardezekeerdurfikwelmeernaarvoorkomenindegroep.(JongereJ,KODB)
Socialecompetentieswarendanondermeerhetkunnensamenwerken,communiceren,luisteren,omgaanmetfeedback,hunmeningkunnenendurvengevenenverantwoordelijkheidnemen.Jongerengavenondermeeraandatzijzichmeerverantwoordelijkofzekerdervoeldeninhunbegeleidenderolenzichdaaromandersgingengedragen.
Jeleertminderagressieftezijn,jeleertjetebeheersentegenoverkleinekinderenenjeleertomgaanmetkinderen.(JongereY,SA)
Dezepersoonlijkeensocialesleutelcompetentieskomenovereenmetrespectievelijkdecategorieën‘intrapersoonlijkecompetenties’(nl.dezediebetrekkinghebbenopdepersoonzelf,bv.motivatieenzelfdiscipline),‘interpersoonlijkecompetenties’(nl.dezediebetrekkinghebbenophetomgaanmetanderen,bv.teamwork,leiderschap)encommunicatievaardighedenzoalsdezeomschrevenwordenbinnendedefinitievanmenselijkkapitaaldoordeOESO(2001).
Daarnaastgavenjongerenaanmeerinzichtteverwerveninzichzelf,huneigencompetenties,attitude,gedragenhierineenpositieveevolutietehebbengezien.Ookverwezenzenaarhetfeitdatzenieuweofverbeterderelatiesaangingenmethunleeftijdsgenoten,volwassenenenkinderenbinnenenbuitendepraktijken.Ditbetekendeondermeerhet(verder)kunnentonenvanwederzijdsrespectenhetopbouwenvaneenvertrouwensbandmetorganisatorenenbegeleiders.Uitdeinterviewsmetdejongerenbleekdatdejongerenhetbelangrijkenfijnvondenomviahetprogrammanieuwemensentelerenkennenentekunnentonendatzeoversocialevaardighedenbeschikken.
Jeleertnieuwemensenkennen,erwarenbijvoorbeeldalanimatorenophetpleinzonderdatwehetwisten.Westondendansamenophetpleinenwehaddendirecteenband.Zezeidendatwedirectsociaalwaren.Diewarenervangeschrokkendatweonsnietafslotenendatisaltijdwelplezant.(JongereY,SA)
1.4.2MechanismenHoewelverschillendeprogramma’swerdengeanalyseerddiezichbinnenspecifiekecontextensitueerden,konwordenvastgestelddaterheelwatovereenkomstenbestondeninhunaanpak.Zoalseerdergesteld,werdenovereenkomstentussenprogramma’sookreedsindeliteratuurverondersteld(Pawson,2001).
Aandehandvandeinductievedata-analyseskondentweecategorieënvanmechanismenwordenonderscheiden.Eeneerstecategoriebetrefthetwaarderenenerkennenvanjongeren,endetweedecategorieheeftbetrekkingophetprocesvaninformeelenervaringsgerichtleren.Binnendezetweeoverkoepelendecategorieënwerdenerophunbeurtverschillendemechanismengeclusterd.Dezewordenhieronderbesproken.
1.4.2.1Waarderenenerkennenvanjongeren
Bottom-upbenadering.Eeneerstebelangrijkmechanismeishetervarenvanerkenningdoordejongerenvoorwiezezijnenwatzewillen.Uitdeanalysesblijktdathetvoordezegroepvanbelangisdatmenhunnodenkentendatzeserieusgenomenworden.Zoalsaangegevendooreenorganisatorkaneenprogrammanietslagen,alshetnietvertrektvanuitdejongerenzelf.
Debijdragevandejongerenisheelbelangrijk.Wanneerdejongerenernietachterstaan,danwerkthetniet.Dusplaatsdejongerencentraalendringhennietsopwatzijnietwillen.(Preventiewerker,SA)
Derespondentengavenaandatjongerenhierdoorintrinsiekgemotiveerdwordenvoorhetopnemenvaneenengagementalsvrijwilligerwateenbelangrijkevoorwaardeisomtekunnenlerenenteinvestereninhetmenselijkkapitaalvandejongeren.Hetblijktookmotiverendvoorhentezijnwanneerzebetrokkenwordenvanbijaanvangvanhetprogramma(ookbijhetontwerpendeorganisatieervan).Daarnaastverwijzenzenaarhetbelangvanhetontwikkelenvaneenvertrouwensbandtussendejongerenzelf,maarooktussendejongerenendeaanbieders/begeleiders.
Persoonlijkebetrokkenheid.Onzebevindingentoondenookhetbelangaanvanhettoelatenvanjongerenomtehelpenhuneigennodenintevullen.Programmaorganisatorenwezenophetbelangvanhetaanbiedenvanmogelijkhedenwaarjongerenzelfdingenkunnenveranderen(bv.hetopnemenvanverantwoordelijkheidalsvrijwilligerofhetorganiserenvanactiviteitenvoorkinderenenhunvrienden).Eenprogrammaorganisatorbenadruktdatmenopdezemanierjongerenkantriggerenenleiderschapscapaciteiteninhennaarbovenkanhalen.
Jezietdatsommigejongeren,diehebbengeenjeugdbeweginggedaanendantochkomendie
leiderschapscapaciteitennaarboven.Enbijvoorbeeldopschoolgaathetdanmindergoed,maardanziejehenhierstructuuraanbrengenbijkleinekinderen.Danschrikjeerwelvandatdezejongerendiecapaciteitenhebbenomwillevanjeeigenvoordelendiejesomshebtoverdezejongeren.(Straathoekwerker,SA)
Hieraangerelateerdishetcreërenvaneensettingwaarbijdebijdragevandejongerenalsvrijwilligerdingenkunnenverandereninhuneigenbuurten.Opdezemanierhebbenzehetgevoeldatzezinvollebijdragenkunnenleverenaandemaatschappijinhetalgemeenenhuneigenbuurteninhetbijzonder(bv.organiserenvansportactiviteiteninhuneigenbuurtenvooranderekindereninmaatschappelijkkwetsbaresituaties).
Versterkende,ondersteunendeomgeving.Hetervarenvanerkenningdoorvrienden,kinderen,(eigen)oudersenanderemensenvandebuurtwerdgezienalseenanderbelangrijkmechanisme.Verdertoondenresultatenaandaterkendwordenookgerelateerdisaanhetgevoelvanjongerenombijeengroeptehoren(bv.totdegroep‘vrijwilligers’).Hetcreërenvanpositieveafhankelijkheidtussendejongevrijwilligers,metelkzijnofhaarspecifiekeverantwoordelijkhedenwaseenbelangrijkevoorwaarde.Jongerengavenaanelkaarnodigtehebbenomtelerenenomhundoelentebereikenwaardoorzehetgevoelervarenbelangrijktezijn.Ditbleekeenpositieveinvloedtehebbenopeenduurzaamengagementonderdejongeren.Zoalsaangehaalddooreenjongere,kanvriendschapenhetvanelkaarafhankelijkzijnomeengemeenschappelijkdoeltebereiken,eenvoorwaardezijnomnietaftehaken.
Datwasookéénvandevoordelen,omdatweallemaalvriendenwarenenwanneerjezoubeslissenomtestoppen,zouhetheleprogrammaeindigen.Dus,ookaltwijfeldejeomtestoppen,niemandzouditdoenomdatjewistdatditbetekendedatiedereenmoeststoppen.(JongereA,SA)
Officiëleerkenning.Programmaorganisatorenonderstreeptenhetbelangvanhetwaarderenvandejongerendoormiddelvanhetkoppelenvaneenofficieelcertificaataancompetentieontwikkelingdoorhetdoenvanvrijwilligerswerk.Enerzijdsomdatdejongerendergelijkeerkenningopschoolnietofnauwelijksmeemaken,maaranderzijdsookomdaternoodisaanerkenningvandezecompetentiesbinnenhetsportveld.Ookwerdergewezenophetbelangvanopeenpositievemanierincontacttekomenmetofficiëleinstanties(zoalsgemeentelijkesport-ofjeugddienst,professionelejeugdwerkorganisatie,sportclub).Volgensdeprogrammaorganisatorenontbreektditpositievecontactvaakinanderecontexten(zoalsbv.school).Eenpositiefcontactmetofficiëleinstantiesen(officiële)erkenningkanbijdragentothetintrinsiekmotiverenvanjongerenvoorhetopnemenvaneenengagementalsvrijwilliger,wateenbelangrijkevoorwaardeisomtekunnenlerenenzodoendeteinvestereninhetmenselijkkapitaalvandejongeren.
1.4.2.2Informeelenervaringsgerichtleren
Dezetweedecategorievanmechanismenisgerelateerdaanprocessenvaninformeelenervaringsgerichtleren,waarbijdenadrukligtop‘trial-anderror’enhetkunnenbelevenvansucceservaringen.
Hetstapsgewijsopnemenvanverantwoordelijkheidenlerendoortedoeniseeneerstemechanisme.Eenprogrammaorganisatorbenadruktdateenstapsgewijzeaanpakenstructuurvanbelangzijn,zowelvoordejongerenalsvoordebegeleidersenorganisatoren.
Jemoetblijvennadenkenovereenstructuur.Watisdevolgendedosis,bijwijzevanspreken,diezenodighebbenenhoegaanwehendieaanbieden?Dathebbenweookzelfnodig,opdatweonszelfnietzoudenvoorbijlopendoortehogeverwachtingen.Wanneerjebereikbaredoelenbepaaltbinnenspecifiekeperiodes,danweetje,OK,ikkannietmeervragenwantdatwarendespecifiekedoelendiewevooropgesteldhebbeninoverlegmetdejongeren.Diestructuurhebjenodigzowelvoordejongerenalsvooronsalsorganisatoren(Buurtsportcoördinator,SA)
Hierbijishetvanbelangdatdeuitdagingeninverhoudingzijnmetdemogelijkhedenvandejongeren(nl.uitdagend,maarhaalbaar).Eenhieraangerelateerdmechanismeishetvoorzienvanmogelijkhedenomjongerensocialeverantwoordelijkheidtelatenopnemen(bv.verantwoordelijkheidt.o.v.kinderen)enomvoorelkaaroptekomenenvanelkaarteleren(bv.doorhetlatensamenwerkenvantrainers/begeleiders/animatoren).Eenjongereomschrijftditalsvolgt:
Erzijnverschillendesoortentrainers.Erzijnjongeretrainersdievoordeeerstekeerdeelnemenenwijzijnhieromhentehelpen.Ikhebniveau4,enzijniveau1enwetrainensamendekleinekinderen.Zijkunnendanlerenvanmijensomskanikhenhelpen.(JongereA,KODB)
Eenandermechanismeisdatmenopvoorhandnadenkthoemengeïnteresseerdejongerenlangdurigerkanopnemeninde(gemeentelijke)initiatieven(bv.alsStreetActioncoach,alsvoetbaltrainer).
Professioneleeninteractievebegeleiding.Tijdensdeprojectenwerdduidelijkdathetbetrekkenvanervaringvanuitanderesectoren,zoalsjeugd(welzijns)werk,preventiedienst,straathoekwerk,ookeenbelangrijkmechanismewas.Dezesectorenhebbenvaakreedsspecifiekekennishoezemetjongerendieleveninmaatschappelijkkwetsbaresituatiesmoetenomgaan.Volgensverschillendeprogrammaorganisatorenisdergelijkeexpertisebelangrijkomeenvertrouwensbandtecreërenenondersteunenderelatiesoptebouwenmetdedeelnemendejongeren.Watophaarbeurtdanweerbelangrijkisomeenveiligenuitdagendklimaattecreërenwaarjongerenfoutenkunnenendurvenmaken.Enwaarzedezezelfkunnenrechtzettenenzichzelfkunnenzijn.Eenjeugdwerkerbenadruktdatditvanbelangisomjongerenoverzichzelftelatennadenkenenhuneigengedraginvraagtestellen.
Hetinteressanteisdatjongerenoverzichzelfbeginnennadenken.Wateenvollediganderebenaderingisdangewoontevertellenwatzemoetendoen.Nubeginnenzenatedenkenoverdemanierwaaropzetewerkgaan,defoutendiezemakenendemanierwaaropzedezekunnenverbeteren.(Jeugdwerker,KODB)
Hetfrequentkrijgenvanfeedback(tijdensformeleéninformelemomenten)wasdaarbijeveneensbelangrijkvolgensdejongeren.Ditkanookdoorhetstellenvangerichteenopenvragenwaardoordezelfredzaamheidvanjongerenwordtgestimuleerd.Cruciaalblijktdandeaanwezigheidenbijsturingdoorbegeleiderstezijnwaarbijjongerensteedsterechtkunnen.Jongerengevenookzelfhetbelangaanvaneenbegeleidingdiefocustophetmogenmakenenzelfrechtzettenvanfoutenenconstructievefeedback.
Watikleukvindisdatzeonsfoutenlatenmakenendatzenietzeggen‘jemagdatnietdoen’,maardatzeonsonzefoutenlatenmakenenaanheteindevandedagoverleggenwewaterfoutengoedging.Zezeggennooit‘datwasslecht’.Zevertellenhetonsaltijdopeenvriendelijkemanier.Zelatenonsfoutenmakenenopdiemanierleerjehetmeest.(JongereT,KODB)
Totslotblijkthetzelfkunnenaanduidenenvisualiserenvandeeigencompetentiesengemaakteprogressieeenbelangrijkmechanismetezijnvolgensdejongeren.Opdiemanierwordenzegestimuleerdomnatedenkenoverzichzelf,desituatieswaarinzeterechtkomenendedoelendiezevoorzichzelfwillenstellen.
1.5ConclusieUitdezestudiebleekdathetopnemenvanvrijwilligerswerkdeontwikkelingvanhetmenselijkkapitaalvandezejongerenkanfaciliteren.Menselijkkapitaalwordthierbijgezienalshetbeschikkenovereenbredewaaieraancompetenties,zoalshetopnemenvanverantwoordelijkheid,stellenvandoelen,time-managementensocialecompetentieszoalssamenwerking,communicatie,omgaanmetengevenvanfeedback.Dezebrederefocusis,naastbijvoorbeeldjobspecifiekekennisencompetenties,relevantomdatdezejongerenzelfookaangavendeontwikkeldecompetentiestekunnengebruikenbinnenanderecontextenzoalsbijvoorbeeldschool,vrijetijd,thuis.Indeonderzochteprogramma’swordtverwachtdatjongerendoorhetsystematischgebruikmakenvandezeontwikkeldecompetentieszichbetergaanvoelen(o.m.doorerkenningvananderen),eengroterzelfvertrouwenkrijgenenmeergaandurven(zoalsbv.initiatiefnemenbinnenanderecontexten).Zeverwachtendaarbijdatjongerenopdezemanierwellichtookhunmaatschappelijkepositiekunnenversterken.Ermagechternietwordenvoorbijgegaanaanhetfeitdathunmaatschappelijkkwetsbaresituatieinbelangrijkemateveroorzaaktwordtdoorsocialeuitsluitingenachterstelling.Erisdanooknoodaanstructureleveranderingenbinnendemaatschappelijkeinstitutiesdieverantwoordelijkzijnvoorhet(re)generereneninstandhoudenvandezesociale
uitsluitingsmechanismen.
Deinzichteninditonderzoekzijnondermeergebaseerdopervaringenvanjongeren,vooralzijdierechtstreeksbetrokkenzijn.Dooreveneensorganisatorenenbegeleidersaanhetwoordtelaten,werdhetperspectiefenigszinsverruimd.Depositievebevindingenvandedeelnemerswerdenduidelijkbevestigddoordezeandererespondenten.Tochblijvenbijkomendeinzichtennoodzakelijkommetnogmeerzekerheiduitsprakentekunnendoen.Aangeziendergelijkeprogramma’sgeengecontroleerdeexperimentelesettingszijn,maaropensocialesystemenwaarbijookcontextgebondenfactoreneeninvloedzullenhebbenopdeuitkomsten,isdatgeenevidenteopdracht.
Opdevraaghoevrijwilligerswerkbinnendeonderzochteprogramma’sheeftbijgedragentotdeontwikkelingvanhetmenselijkkapitaalvandedeelnemendejongeren,ishetantwoorddoorhetinvullenvaneninzettenopverschillendeprogrammamechanismen.Dezeonderliggendemechanismen,waardoorjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituatieshunmenselijkkapitaalkunnenontwikkelen,kondenweonderverdelenintweecategorieën,namelijkhetwaarderenenherkennenvanjongerenenhetprocesvaninformeelenervaringsgerichtleren.Hetorganiserenvansuccesvollesociale(sport)projectenblijktechtergeensinecure.Hetistijdsintensiefenvereistspecifiekedeskundigheidenexpertise.Devaststellingdatdergelijkesocialesportprojectenvaakondersteundwordendooréénofmeerdereprofessionalsvanuithetjeugd(welzijns)werk(zoalsJES),isdanooknietverwonderlijk.Dergelijkesectorenzettenimmersalveellangerinopcompetentieontwikkelingvandezegroepjongeren.Desportsectorishiermeeveelmindervertrouwd.Devraagdiezichhierbijopdringt,isvanuitwelkbeleidsperspectiefmenhetgebruikvan‘sportalsmiddel’dushetbestzoubekijken.Hoorteendergelijkedoelstellingwelthuisbinneneensportbeleidofpasthetbijvoorbeeldeerderbinneneenwelzijnsbeleidofeenbeleidgestoeldopintersectoralesamenwerking?Hierbijdienenweonsechterbewusttezijnvandevragendiemenvanuitdeliteratuur(o.a.Coalter,2007;Jacobs,Knoppers,Diekstra&Sklad,2015)beginttestellenoverinhoeverrewemogenverwachtendatdetraditioneelgeorganiseerdesportclubsectoreenmaatschappelijkengagementmoetenkanopnemendatverdergaatdanhetwegwerkenvanparticipatieongelijkheden.ZohalenJacobsetal.(2015)immersaandateengrootdeelvandesportcoachesgeenvorminghebbengekregenomsocialedoelstellingennatestrevenensocialeaspectenaantepakken.Wetendedatdeexpertisevaakelderszit,ishetmisschienaangewezenombinneneensportbeleideerderwerktemakenvanhetwegwerkenvandeduidelijkesportparticipatie-achterstandendieerjammergenoegnogsteedsbestaanbijgroepeninmaatschappelijkkwetsbaresituaties.Eenopdrachtdieblijkbaarooknietalte
gemakkelijkis.
1.6ReferentiesBecker,G.S.(1964).Humancapital:Atheoreticalandempiricalanalysiswithspecialreferencetoeducation.
NewYork:ColumbiaUniversityPress.Coalter,F.(2007).Awidersocialroleforsport.Who’skeepingthescore?London:Routledge.Coalter,F.(2007).Sportsclubs,socialcapitalandsocialregeneration:‘Ill-definedinterventionswithhardtofollow
outcomes’?.Sportinsociety,10(4),537-559.Coussée,F.,&Roets,G.(2011).Vrijetijdsbelevingvankindereninarmoede.Onderzoekinopdrachtvande
VlaamseGemeenschap.CJSMAfdelingJeugd.Eindrapport.Gent:VakgroepSocialeAgogiek.Darnell,S.C.(2010).Sport,race,andbio-politics:Encounterswithdifferencein“sportfordevelopmentandpeace”
internships.JournalofSportandSocialIssues,34(4),396-417.Day,K.,&Devlin,R.A.(1998).Thepayofftoworkwithoutpay:Volunteerworkasaninvestmentinhumancapital.
CanadianJournalofEconomics,31(5),1179-1191.Dierckx,D.,Coene,J.,VanHaarlem,A.,&Raeymaekers,P.(2013).Armoedeensocialeuitsluiting.Jaarboek
2013.Leuven:Acco.Giulianotti,R.(2004).Humanrights,globalizationandsentimentaleducation:Thecaseofsport.SportinSociety,
7(3),355-369.Hartmann,D.,&Kwauk,K.(2011).Sportanddevelopment:Anoverview,critique,andreconstruction.Journalof
SportandSocialIssues,35(3),284-305.Haudenhuyse,R.,Nols,Z.,Coussée,F.,&Theeboom,M.(2013).WijSportenMee.Verkennendonderzoeknaar
derolvansportclubsinhetlevenvanmaatschappelijkkwetsbarejongeren.Brussel:Demos.Jacobs,F.,Knoppers,A.,Diekstra,R.F.W.,&Sklad,M.(2015).Developingacoacheducationcourse:Abottom-up
approach.InternationalSportCoachingJournal,2,178-186.Kay,T.,&Bradbury,S.(2009).Youthsportvolunteering:Developingsocialcapital?Sport,EducationandSociety,
14(1),121-140.Krauss,S.E.,Hamzah,A.,Suandi,T.,&Tamam,E.(2007).Focusingonthe‘human’inhumancapital:positiveyouth
developmentasafoundationformaximisinghumancapitalinvestment.CommonwealthYouthandDevelopment,5(2),9-20.
Pawson,R.(2001).EvidenceBasedPolicy:vol.II.ThePromiseof‘RealistSynthesis’.ERSCUKCentreforEvidenceBasedPolicyandPractice.London:UniversityofLondon.
Pawson,R.(2006).Evidence-basedpolicy:Arealistperspective(1sted.).London:Sage.Schultz,T.W.(1961).Investmentinhumancapital.TheAmericanEconomicReview,51(\),1-17.Smith,V.(2010).Enhancingemployability:Human,cultural,andsocialcapitalinaneraofturbulentunpredictability.
HumanRelations,63(2),279-300.Sourbron,M.,&Herremans,W.(2013).JeugdwerkloosheidinEuropa:VlaanderenineenEuropeesregionaal
vergelijkendperspectief.Leuven:SteunpuntWerkenSocialeEconomie.Spaaij,R.(2009).Thesocialimpactofsport:diversities,complexitiesandcontexts.SportinSociety,12(9),1109-
1117.
Tesch,R.(1990).Qualitativeresearchanalysistypesandsoftwaretools(1sted.).London:RoutledgeFalmer.Vanhoutte,B.(2007).Doejemee?Jongerenenparticipatieaanhetverenigingsleven.InN.Vettenburg,M.,
Elchardus,&L.Walgrave(Eds.),Jongerenincijfersenletters.BevindingenuitdeJOP-monitor1(1sted.)(pp.175-187).Leuven:Lannoo.
Vettenburg,N.(1998).Juveniledelinquencyandtheculturalcharacteristicsofthefamily.Internationaljournalofadolescentmedicineandhealth,10(3),193-210.
Wilson,J.(2000).Volunteering.AnnualReviewofSociology,26,215-240.Weiss,M.R.(2008).2007CHMcCloyLecture:“FieldofDreams:”SportasaContextforYouthDevelopment.
Researchquarterlyforexerciseandsport,79(4),434-449.
1.AlgemeneDirectieStatistiek–StatisticsBelgiumEAK,EurostatLFS(BewerkingSteunpuntWSE/DepartementWSE).Opgevraagdviahttp://www.steunpuntwse.be/node/2932
2.Eurostat.(2014).Opgevraagdviahttp://ec.europa.eu/eurostat3.http://www.eurofound.europa.eu/sites/default/files/ef_publication/field_ef_document/ef1254en.pdf4.http://www.oecd.org/site/worldforum/33703702.pdf5.Vlaamsebeleidsnotasport,2014-20196.Metprogrammamechanismenbedoelenwedeprocessen,ervaringenenrelaties,onderliggendaanhetprogramma,diehetprogrammainstaatkanstellenomverwachteimpactenuitkomstentegenereren
7.Vooreengedetailleerdoverzichtverwijzenwenaarheteindrapportvandezestudie:Buelens,E.,Theeboom,M.&DeMartelaer,K.Vrijwilligerswerkindesportvoorjongerendieleveninmaatschappelijkkwetsbaresituaties.Kansentotontwikkeling?Onderzoeksrapport,Brussel:SteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport,2016,p.44
8.Vooreenmeergedetailleerdebeschrijvingverwijzenwenaarheteindrapportvanditonderzoek:Buelens,E.,Theeboom,M.,DeMartelaer,K.Vrijwilligerswerkindesportvoorjongerendieleveninmaatschappelijkkwetsbaresituaties.Kansentotontwikkeling?Brussel:Steunpuntsport,2016,p.50.
2.‘Bridgingthegap’:Detransitievanjuniornaarseniorintopsport
NathalieRosier,PaulWylleman,VeerleDeBosscherenJoVanHoecke
2.1IntroductieAtletenwordentijdenshuncarrièremetverschillendecarrièrefasenen-transitiesgeconfronteerd.Tijdensdeovergangnaarseniorniveauspeeltdejunior-seniortransitieeenbelangrijkerol.Dezetransitiewordtgezienalseenkeerpuntineentopsportcarrière(Stambulova,Alfermann,Statler,&Côté,2009).Nietalleenslaagtgemiddeldslechtséénjunioratleetopdrieerinomzichtoteensuccesvolsenioratleetteontwikkelen(Gulbin,Oldenziel,Weissensteiner,&Gagné,2010)maarvereisthetookgemiddeld2,1jaaromdezetransitiesuccesvoltedoorlopen(Gulbinetal.,2010).Indienatletennietgoedomgaanmetdeveranderingendiemetdezetransitiegepaardgaan,isdekansgrootdatzemeteencrisissituatiewordengeconfronteerdwaardoorhunsportieveontwikkelingvertraagtofzelfsvolledigstopt(Alfermann&Stambulova,2007).
Ondankshetbelangvandejunior-seniortransitieblijkternogsteedsweinigbekendoverdezeperiodeindecarrièrevaneentalentvolleatleet.Dejunior-seniortransitiesitueertzichtijdensdeovergangvanontwikkelings-naarperfectiefase(zieFiguur1).OmdezetransitiebijVlaamseatletentebestuderen,werdgebruikgemaaktvanhetHolistischAtletischCarrièremodel(HACmodel;Wylleman,Reints,&DeKnop,2013).Ditmodelbeschrijfttransitieswaarmeeatletentijdenshunsportcarrièregeconfronteerdwordenopatletisch,psychologisch,psychosociaal,academisch/beroeps,enfinancieelniveau.
Opatletischniveauwordenatletengeconfronteerdmeteenveranderinginprestatiestenopzichtevanandereatleten;opjuniorniveauwarenzebijdebesten,terwijlzealseerstejaarsenioratleetmeestalonderaandeladderbengelen(Bussmann&Alfermann,1994).Atletenvindendejunior-seniortransitieeengrotestap,waarbijze
geconfronteerdwordenmethogereeisenoptrainingenincompetitie(Bruner,Munroe-Chandler,&Spink,2008).
Figuur1.HetHolistischAtletischCarrièremodel(HACmodel;Wylleman,Reints,&DeKnop,2013).
Oppsychologischniveauvindtdejunior-seniortransitieplaatstijdensdeovergangvanadolescentienaarjongvolwassenheid.Ditbetekentdatatletenvoordeuitdagingstaanomeeneigenidentiteitteontwikkelenentelerenomgaanmetonverwachtesituatiesenhogereverwachtingen(Pummell,Harwood,&Lavallee,2008;Stambulova,Franck,&Weibull,2012).
Oppsychosociaalniveauverandertderelatievandeatleetmetbelangrijkeandereninhaarofzijnomgeving.Eenpartnerendecoachwordenbelangrijkepersonen(Wylleman&Lavallee,2004).Derelatiemetdecoachzalookveranderen:coacheszijnpersoonlijkerbetrokkenenvragenvandeatletentechnischebedrevenheidenvooruitgangdoormiddelvanhardwerkendiscipline(Lorenzo,Borrás,Sánchez,Jiménez,&Sampedro,2009).Tijdensofnetnadejunior-seniortransitiegaanveelatletenhethuisuit(bv.naareenprofessionelevoetbalacademie,studentenkamer).Ditleidttotuitdagingenzoalshetverlatenvandethuisomgeving(inclusieffamilie,vrienden,coach)enzichmoetenaanpassenaaneennieuweomgeving(bv.studenten,nieuweteamgenoten,nieuwecoach)(Lorenzoetal.,2009).
Opacademisch/beroepsniveaumoetenatletendanweerdeuitdagingenaangaandiesamengaanmetdetransitieuithetsecundaironderwijs(MacNamara&Collins,2010).Ditkantotverschillendecarrièreoptiesleiden:sommigeatletenkiezenomnietverder
testuderenenvoluitvoorhunsportievecarrièretegaan,terwijlanderenopterenvoorstudiesennoganderentopsportcombinerenmeteenjob.Echter,omwillevanhetbelangdatoudersendemaatschappijaaneendiplomahechten,enomwillevandemogelijkenadelenvantopsport(bv.gebrekaanfinanciëlezekerheidenstabiliteit),kiezendemeesteatletenervooromtopsportmetstudiestecombineren(Wyllemanetal.,2001).Dezetopsportstudentenwordengeconfronteerdmetandereuitdagingendaninhetsecundaironderwijszoalszelfpersoonlijkerbetrokkenzijnindeuitwerkingvanhunacademischecarrière,omgaanmetrelatiefveelvrijheidomlessenaldannietbijtewonenendenoodomeengoedestudieplanningtehebbenentegebruiken(DeKnop,Wylleman,VanHoecke,&Bollaert,1999).
Opfinancieelniveautenslotte,stijgendekostengerelateerdaantopsportopseniorniveau.Sommigeatletenkrijgeneenprofessioneelcontract,terwijlanderenzelfaanbudgetmoetengeraken(bv.viaouders,eigeninvestering,onkostenvergoeding,federatie;Reints,2011).
Erkanduidelijkgesteldwordendattalentvolleatletentijdensdezetransitiemeteenverscheidenheidaanuitdagingenopdiversedomeinenwordengeconfronteerd.Hetdoelvandezestudieisominzichtteverkrijgenindejunior-seniortransitievanVlaamsetopsporters.Dezedoelstellingleiddetotvieronderzoeksvragen:(1)WatishetbelangvanverschillendedomeineninVlaamsetopsportershunleven(atletisch,psychologisch,psychosociaal,academisch/beroepsmatigenfinancieel)?,(2)WatverandertervoorVlaamsetopsporterstijdensdejunior-seniortransitieopdevijfniveausvanhetHACmodel?,(3)Hoeverhoudtdejunior-seniortransitiezichtotdetijd?en(4)VanwieervarenVlaamsetopsporterssteunendruktijdensdejunior-seniortransitie?
2.2MethodologieOmeenantwoordopdezeonderzoeksvragentekunnengeven,waseenonderzoeksopzetvereistdieeenontwikkelings-(vanjuniornaarsenior)alsookholistischperspectief(opvijfniveaus)hanteert.Erwerdgeopteerdvooreen‘mixed-methods’onderzoeksopzetwaarbijgebruikwerdgemaaktvanzoweleenkwalitatieve(interviews)alskwantitatieveonderzoeksmethodologie(survey).
2.2.1KwalitatiefdeelInhetkwalitatiefdeelwerdeninterviewsafgenomenbijvierdoelgerichtgeselecteerdegroependeelnemers,metnamesuccesvolleatleten,oudersvansuccesvolleatleten,
coachesentopsportcoördinatoren(TSC).Tabel1geefteenoverzichtvanhetgeslachtvandezedeelnemersendesportenwaartoezijbehoren.
Desuccesvolleatletenwerdengeselecteerdopbasisvandevolgendecriteria:(1)behorentotdetop10focussportenbepaaldinhetTopsportactieplanVlaanderenIII(2012)en(2)maximumzevenjaargeledendeovergangnaarseniorniveaugemaakthebben.Atletenwerdengezienals‘seniortopsporter’wanneerzeactiefwarenindenationaleselectievanhunsporten/ofuitsluitenddeelnamenaangroteinternationaleseniorcompetities.Desuccesvolleatletenhaddeneengemiddeldeleeftijdvan23,1jaarenmaaktendejunior-seniortransitiegemiddeld4,1jaargeleden.
Deoudersdieopgenomenwerdenindezestudie,warenoudervanatletendieaandezelfdecriteriavoldeden.Deoudershaddeneengemiddeldeleeftijdvan50,4jaardeel.Hunatleetmaaktedetransitienaarseniorniveaugemiddeld2,4jaargeleden.Degemiddeldeleeftijdvandecoachesbedroeg40,5jaarendievandeTSC40jaar.
Tabel1.Demografischegegevensdeelnemerskwalitatiefdeel.
Note.M=mannelijk;V=vrouwelijk;Lft=Leeftijd;TSC=topsportcoördinatoren.
DeinterviewleidraadwasgebaseerdophetHACmodelenwerdaangepastgeformuleerdvoorelkegroepdeelnemers.Ineersteinstantiewerdachtergrondinformatie(bv.leeftijd)opgevraagd,gevolgddoordealgemenevraagwatervooratletenveranderdewanneerzedetransitienaarseniorniveaumaakten(bv.vooratleten:“Kanjedeveranderingenbeschrijvendiejeervarenhebtwanneerjebentovergegaanvanjuniornaarseniorniveau?”).Hiernawerdenvragengestelddiespecifiekpeildennaardeveranderingenopiederniveauvanontwikkeling(atletisch,
psychologisch,psychosociaal,academisch/beroep,financieel)(bv.voorTSC:“Watisuwvisieopdeveranderingendieatletentegenkomenopsportiefniveau?”).
2.2.2KwantitatiefdeelInhetkwantitatiefdeelwerdendekwalitatievedatagebruiktomeendriedeligesurveyinzakedejunior-seniortransitieteontwikkelen.Terwijldeeléénalgemeneinformatie(bv.leeftijd,geslacht,sport)verzamelde,laginhettweededeeldefocusophettransitieproceszelfwaarbijdeelnemerseerstwerdgevraagdopeenzevenpuntenschaalaanteduideninwelkemateverschillendefactorenveranderdenwanneerzevanjuniornaarseniorniveaugingen(van‘1=veelminder’tot‘7=veelmeer’)endaarnahoemoeilijkhetmomenteelvoorhenisomzichaandezeveranderingenaantepassen(van‘1=heelgemakkelijk’tot‘7=heelmoeilijk’).Inhetderdedeelwerdatletengevraagdopeenzevenpuntenschaalaantegevenhoebelangrijkverschillendedomeinenuithunleven,zoalssportenstudies,waren(van‘1=helemaalnietbelangrijk’tot‘7=heelbelangrijk’)enhoetevredenzijhiermeewaren(‘1=helemaalniettevreden’tot‘7=heeltevreden’).
DezesurveywerdvoorgelegdaanVlaamse(juniorensenior)topsportersdieaandevolgendecriteriavoldeden:(1)senioratleetzijnvoornietlangerdanvierjaar,(2)behorentoteenfocussport,(3)competitiedeelnameophoogniveau(hoogstenationaalniveaumetdeclub,deelvannationaalteam,deelnemenaanWereldbekers,GrandPrix’s,Europeseen/ofWereldkampioenschappen,Universiade,OlympischeSpelen).Intotaalwerden76ingevuldesurveysverzameld.EnkelegegevensvandezeatletenkunnengevondenwordeninTabel2.
Tabel2.Demografischegegevensatletenkwantitatiefdeel.
Note.Ind.=individuelesport;Team=teamsport;Gem.lft=gemiddeldeleeftijd;T&S=topsport&studies;T&J=topsport&job;T&S&J=topsport,studies&job,FT=fulltimeatleet.
2.3.SamenvattingvanderesultatenInditdeelwordendegegevensuithetkwantitatievedeelbesproken,enverderverfijndengeïllustreerdaandehandvanbijkomendeinformatieencitatenuithetkwalitatievedeel.
2.3.1BelangvanverschillendedomeinenVooreerstwerdnagegaanwelkedomeinenbinneneenholistischperspectiefbelangrijkwarenvooratleten.Atletenbeoordeeldenhunsportbeoefening(M=6,68SD=0,52)1alshetbelangrijkstedomein,gevolgddoorfamilie(M=6,41;SD=0,94),partner(M=6,03;SD=1,17),vrienden(M=5,88;SD=1,15),studies(M=5,75;SD=1,08),financiëlesituatie(M=5,68;SD=1,09)enwerk(M=5,53;SD=1,09).Dezeresultatengeven,aandatverschillendedomeinenbelangrijkzijnbijdetransitievanjuniornaarseniorendathetvanbelangisdejunior-seniortransitieopeenholistischewijzetebenaderen.
2.3.2VeranderingentijdensdetransitieTijdensdetransitienaarseniorniveauwerdenVlaamsesenioratletengeconfronteerdmetveranderingenopalleniveausvanhetHACmodel.Opatletischniveauwarendegrootsteveranderingenhetniveau(M=6,57;SD=0,64),2deintensiteit(M=5,96;SD=1,17)endeconcurrentieincompetitie(M=6,25;SD=0,97).Atletenkwamennietlangerineencompetitieuitbinnenhuneigenleeftijdscategoriemaarineenopencategoriewaarindetegenstanderveelmeerervaringhad(M=6,20;SD=1,19).Opgebiedvantrainingmoestenatletenmeerenintensertrainen(M=5,67;SD=1,15)enmeerkrachttrainingen(M=5,57;SD=1,30)doen.Omtegemoettekomenaandenodenvanseniorniveau,ervaardenatletendenoodomzichlichamelijkverderteontwikkelen(M=5,78;SD=0,93),zoalsgeïllustreerdinditcitaat:
Puuratletischgezienisheteenzeergrotestapomdatjeheelveelenergiemoetstekeninhetfeitdatjejelichaammoetvoorbereidenopeenveelgroteretrainingsarbeid.Daarkruiptveelenergieinenhetistocheenovergangsperiodewaarbijuwlichaammoetvoorbereidwordenopdietrainingsarbeid.(Atleetindividuelesport)
Ditallesvergdemeertijdinvesteringinsport(M=6,07;SD=1,15).Uitdeinterviewsmetdeviergroepenvandeelnemersbleekdatditgepaardgingmeteennoodaanverhoogdeprofessionaliseringvaneenmultidisciplinairestafronddeatleet(meto.a.goedecoach,kinesitherapeut,sportpsycholoog,medischeondersteuning):
Alsjedierandomkaderingniethebt,danlukthetechtniet.Voordeovergangjuniorsseniorsishetechtheelbelangrijkdateropeenproactievestructurelemaniermetdieatletengewerktwordt.[...]Deideevaneencoachdievoorallesinstaat,isgewoongeenmodernideemeer,datsluitooknietaanbijwattopsportvandaagis.Dusalswehethebbenovervoeding,overproactievemedischezorg,alsjehethebtovermentalebegeleiding,datzijnallemaalspecialismenwaarjealsinterdisciplinairteammoetininvesterenendiemensenhundingmoetlatendoen.(TSCindividuelesport)
Oppsychologischniveaumoestenatletenmentalevaardighedenverderontwikkelen.Zomoestenzelerenomzelfstandiger(M=5,36;SD=1,09)tewordenenommeerdoorzettingsvermogen(M=5,12;SD=1,15)engeduld(M=4,67;SD=1,27)tetonen:
Zelfstandigheidisbelangrijk,datzezelfdingeninhandendurvennemenendaarookeeneigenverantwoordelijkheidinoppakken.Doorzettingsvermogenisookeenheelbelangrijke.(Coachindividuelesport)
Doelenlerenstellenwerdhierbijnoodzakelijk(M=5,11;SD=1,21).Daarnaastmoestenzemeerdeleefstijlvaneentopsporter(M=5,67;SD=1,16)aannemen,waarbijzenietalleenrekeningmoestenhoudenmetvoeding,recuperatie,rustenslaapmaarookmetdenoodaansterkerecommunicatievaardigheden(M=5,18;SD=1,04):
Maardietransitievanjeugdookqualevensstijl,wijnoemendatlifestyle,datiseenheelmoeilijkmomentvooreenaantal.Dielifestylevanonzespelers,betreftwatjeeet,watjedrinkt,maaropdingenzoalsroken,datnogindesportaanwezigwas,datlaatstewatnodigisomtoptepresterenhetganseseizoendoor.(TSCteamsport)
Terwijloppsychosociaalniveauderelatiemettrainingspartners(M=4,99;SD=1,08),coach(M=4,68;SD=0,90)enouders(M=4,32;SD=1,09)verbeterde,verslechterdeechterderelatiemetvrienden(M=3,39;SD=1,21).Ditlaatstewordtgeïllustreerddooreenatleetuiteenindividuelesport:
Ikvinddatwelvrijmoeilijkwantikbeneensocialemensenikhebaltijdgraagmensenrondommijensomsgajemensentegendekoplopenwantjehebttotaalgeentijdmeer.Ikvinddatwelmoeilijk,ikhebersomswelmoeilijkmeegehadomtemoetenzeggenvan‘Neesorrydatgaatgewoonniet,ikmoetvoormijnsportgaan’.
Opacademisch/beroepsniveaucombineerde75,8%vandeVlaamstopsportersindezestudietopsportmetstudies.Hierbijervaardentopsportstudenteneenhogerenoodomteplannen(M=5,50;SD=1,10)enomalleszelfteorganiseren(M=5,58;SD=1,17),zoalsgeïllustreerddoorvolgendcitaat:
Hetisweleenbeetjelastigerwantvroegerzatikopinternaatendaarisalleswatgeregeldvooru.Jestaatop,jegaatnaartrainingendanwachtereenbusvooru,diebrengtunaarschool,schoolisgedaan,diebuswachtweervoorudiebrengtunaartrainingendangajeweerslapenopinternaat.Allesisechtgoedgeorganiseerd.Ennu,universiteitmoetjehetwelallemaalzelforganiseren.(Atleetindividuelesport)
Uitdeinterviewsbleekookdatatletenmoestenlerenprioriteitentestellennaargelangdeperiode.Zokontijdensbelangrijkecompetitiesdefocusmeeropsportentijdensdeexamensmeeropstudiesliggen.Daarenbovenmoestenzealleleerstofzelfstandiger(M=5,72;SD=1,21)lerenbeheersen.Sommigeatletencombineerdentopsportmeteenjobte(6,5%).Dezeatletengavenindesurveyaanbijdetransitienaarseniorniveauonderandereeenverminderdefocusopsport,eengebrekaanenergieophetwerk,meernoodaanprioriteitenstellen,mindertijdvoorrecuperatie,meernoodaandisciplineenmeermoeilijkhedenmetplannenteervaren.Intotaalkon17,8%vandeatletenbeschouwdwordenalsfulltimeatleet.Zijgavenindesurveyeenstijgingaaninhetaantaltrainingen,defocusopcompetitieendetijdvereistvoorrust/slaap.Zehaddenookmeertijdvoorfamilie,vriendenenvrijetijdenervaardenmeermentalerust,plezierinhetleven,minderstressenhetgevoeldatzemeervoorhunsportkondenleven.
OpfinancieelvlakpercipieerdenVlaamsetopsportersdetoegenomenkostenvoortrainingen,competities,materiaal,transport,gezondeteneneenprofessioneleondersteunendestafalsbelangrijksteveranderingen.Voorsommigeatletenwerddezestijginginevenwichtgebrachtdoortoegenomenfinanciëleondersteuning,bonussen,ensponsoring.Sommigeatletenkregeneenloon,watzorgdevoormeerfinanciëleverantwoordelijkheid.
Deatletenpercipieerdendatdeverschillendeniveauselkaarwederzijdsbeïnvloedden.
Wanneerpresteerjegoed?Alsjehappybent.Enjetraintenklaarbentengeenblessureshebtnatuurlijk.Alsjenietgoedinjevelzitdankanjenogzoveeltrainenalsjewiltendangaatdatnietlukken.Endatkansomsinkleinedingenzitten,uwsituatiethuis,problemenmetuwfamilie,dingendienietgoedgaan.(Atleetindividuelesport)
Dewederzijdseinvloedvandeverschillendedomeinenbleekookuitdesurvey,waarbijdoordeverhoogdetijdsinvesteringinsport,hetcombinerenvansportmetandereactiviteiten(M=3,37;SD=1,57),zoalsafsprekenmetvrienden,ensportmetfamilieleven(M=3,72;SD=1,25)eropachteruitging.Daarnaastzorgdedeverhoogdetijdsinvesteringinsport,samenmetdeverhoogdewerklastvandestudies,ervoordathetmoeilijkerwerdomeenbalanstevindentussensportenstudies(M=5,63;SD=1,10).
2.3.3Dejunior-seniortransitieoverdetijdVanuitontwikkelingsperspectiefblijktduidelijkdatdejunior-seniortransitiegezienmoestwordenalseenprocesdatreedsvoordeeigenlijketransitienaarseniorniveaustartenduurttotenkelejarennadeeigenlijketransitie:
Datduurteenjaarof2.Bijsommigenkandatietslangerduren.Jahetkanwelnoglangerdurenwantikhebgoedeoefeningenmaarombijdetop6tehoren,moetiknogverbeteren.Endanbenikeenechtesenior.Ikkanwelzeggendatikeenseniorbenomdatikmoeilijkeoefeningenkan,maardaarkannogbij.(Atleetindividuelesport)
Veeljunioratletennamenvoordeeigenlijketransitiereedsdeelaanseniortrainingen(54,4%)en/ofcompetities(65,3%).Volgensdeatletenwasditeengoedemanieromtewennenaanhetseniorniveauenom“eenbalanstehoudentussendeervaringvanwinnen(opjuniorniveau)enverliezen(opseniorniveau)”.Ervaringopseniorniveauleekookbelangrijk.Immers,hoemeerervaringatletenhaddenmetseniortrainingenencompetities,hoeaangepasterzezichvoeldenaanhetseniorcompetities(r=0,34,p<0,01).
Voorderest,hetvolledigeatletengebeuren,ikdenkdatdatookervaringiswaardoorikermakkelijkerenmakkelijkermeebeginomtegaan.(Atleetindividuelesport)
Daarnaastervaardenatleteninhunvierdejaarnadetransitiedeminstemoeilijkheden,wateropkanwijzendatatletenzichnavierjaarvolledigaangepastvoeldenopseniorniveau.
2.3.4DrukensteuninrelatietotdetransitieTijdensdejunior-seniortransitielegdennietalleendeatletenzichzelfdrukopomgoedtepresteren(M=5,92;SD=1,29)maarwaserookvanbinnendesportselectie-enprestatiedruk(M=4,82;SD=1,42).Immers,deresultatenvanjuniorniveauteldenopseniorniveaunietmeerenookeventuelefinanciëlecompensaties,zoalseenprofessioneelcontract,bonussen,sponsoring,werdenbepaalddoorgeleverdeprestaties:
Maargoed,erkomttochietsmeerdrukbijdegrotekampioenschappendanbijdejeugd,daardoetheterallemaalnognietzoveeltoemaarbijdegrotekampioenschappen,jeleeftervandusaljehetnietgoeddoetverdienjeernietsaan,alsjehetwelgoeddoenverdienjewelenkanjejecontractverlengen.(Atleetindividuelesport)
Tenslottezorgdendefederatie(M=4,48;SD=1,72)endecoach(M=4,70;SD=1,67)ookvoorextradruk.Atletenrapporteerdenookheelwatsteuntehebbenontvangentijdensdezetransitie.Veruitdemeestesteunkwamvanatletenhunouders(M=6,28;SD=0,88),indevormvanemotionele(bv.erzijnvooratleteneninteressetonen),logistieke(bv.administratie)enfinanciëlesteun:
Vooraluwouders,datzijndebelangrijkstepersonen.Uiteindelijkheeldefamilie,maarvooraldeoudersdieachterustaan.(Atleetindividuelesport)
Atletenontvingenookheelwatsteunvandecoach(M=5,54;SD=1,29),vaneenpartner(M=5,58;SD=1,49)envanvriendenbuitendesport(M=5,11;SD=1,29)(o.a.doortepratenoverzakendienietsmetsporttemakenhebben,viasocialeactiviteiten).
Infunctievandecombinatietopsportenstudiewerdendeatletenhetmeestgesteunddoorhunouders(M=6,03;SD=1,13),terwijlervanuitdefederatie(M=4,15;SD=1,80),onderwijsinstelling(M=4,67;SD=1,65)ofclub(M=3,53;SD=1,99)weinigtothelemaalgeensteunkwam.TenslottebiedtookSportVlaanderen3begeleidingindevormvanCarrièrebegeleidingTopsport.4Intotaalkon25,0%vandeseniortopsportersindezesteekproefberoepdoenopdezecarrièrebegeleidingenbeoordeelde14,3%vandezeatletendezebegeleidingalsneutraalen78,5%als(zeer)nuttig.
2.4Aanbevelingen
Opbasisvanderesultatenkunnenaanbevelingenopmicro(individu)enmeso(organisatieenbeleid)niveauwordengeformuleerd.
2.4.1AanbevelingenopmicroniveauUitdehuidigestudiebleekdatdejunior-seniortransitieeenprocesisdatvanstartgaatvoordeeigenlijketransitieenkandurentotenkelejarennadeeigenlijketransitie.Tijdensdittransitieproceswordenatletengeconfronteerdmetveranderingenopatletisch,psychologisch,sociaal,academisch/beroepsmatigenfinancieelniveau.Internationaalonderzoektoondeaandateenprogrammawaarmeeatletenwordenvoorbereidopdejunior-seniortransitie,eenpositiefeffectheeftopdewijzewaaropatletenmeteentransitieomgaan(Morris,Tod,&Oliver,2015).HetisdanookeeneersteaanbevelingomVlaamsejuniortopsportersalvoorafvoortebereidenopdetransitie.Ineersteinstantiebetekentdit,onderandereeensterkerenoodaanfysiekevoorbereiding.Uithethuidigonderzoekbleekdatditvoornamelijkeenstijginginhetaantalkrachttrainingeninhoudt,eninanalogiemetvorigonderzoek(Morrisetal.,2015),hetdeelnemenaantrainingenencompetitieopseniorniveau.Intweedeinstantiedienenatletenreedsvoordetransitiegeïnformeerdtewordenoverdeveranderingenopdevijfniveausdiezevooraf,tijdensennadetransitienaarseniorniveaukunnenervaren.Opdiemanierkunnenzezichbetervoorbereidenvoordekomendeuitdagingen.Een‘transitiechecklist’ontwikkelen,metdaarindezakendieatleteninordemoetenbrengenalvorensdejunior-seniortransitieaantevatten,kanhiereenmeerwaardebieden.
Gezienhetbelangvanmentalevaardigheden,kunnenatleteninderdeinstantiereedsvooraanvangvandetransitiebijgestaanwordeninhetverwervenvantransitiegerelateerdevaardigheden,zoalshetontwikkelenvaneentopsportleefstijl,hetlerenstellenvangepastedoelenenhetoptimaliserenvanvaardighedeninzaketimemanagementenplanning.
EentweedeaanbevelingisdatersteunmoetzijnvooratletentijdensdezetransitieopdevijfniveausvanhetHACmodel,zoalssteunbijdecombinatietopsportenstudieofbijhetvindenvaneenparttimejob.Bijdecombinatievantopsportenstudiesishetvangrootbelangdatatletenzowelvanuitdetopsport-alsstudieomgevingdevereistesteunontvangenomdezecombinatieaantevangenensuccesvoltevoltooien.Voordeatletendietopsportmetwerkcombineerdentoondedezestudieaandatdezegeconfronteerdwerdenmeteengebrekaantijdenenergieenteweinigmogelijkhedentotrecuperatie.Daardezevormvancombinatiesomsnoodzakelijkwasvooratletendiegeenprofessioneelcontractalsatleethadden,isbijkomendeindividuelebegeleidingaantebevelen.
Aangezienditonderzoek,netzoalsvorigonderzoek,aantoondeaandathetenkelejarenkandurenvooralatletenzichvolledigaangepastvoelenaanhetseniorniveau,iseenderdeaanbevelingomatletenooknadetransitieteondersteunenopdeverschillendeniveausvanhetHACmodel.
Eenvierdeaanbevelingheeftbetrekkingophetpsychosociaalnetwerkronddeatleet.Uitdehuidigestudiebleekdatzowelouders,coachesalseenprofessionelestafronddeatleetzeerbelangrijkwaren.Hetisdanookaanbevelenswaardigomdeverschillendeledenvandezeprofessionelestafvoldoendeenproactiefteinformerenoverhettransitieprocesendetransitievaardighedenvanouders,coachesendeprofessionelestafronddeatleetteoptimaliseren.
2.4.2AanbevelingenopmesoniveauUitdehuidigestudiewerdduidelijkdatdestructuureneenprofessionelemultidisciplinairestaf(vanuitholistischperspectief)rondeenatleetonmisbaarzijn.Hieruitvolgtdathetopmesoniveauineersteinstantiedanookaantebevelenisdatfederatiesbinnenhunstaféénofmeerdereledenhebben(bvb.highperformancemanager,topsportcoördinator,beloftecoach,transitiecoach)metdecompetenties(kennis,vaardigheden,attitude,ervaringen)vereistomatletenbijdezetransitietekunnenvoorbereiden,ondersteunenen/oftebegeleiden.Hetkennisnemenvaninternationale‘bestpractices’(bvb.NOC*NSF,INSEP,ScottishInstituteofSport)kanhierineenbelangrijkerolspelen.
Vandeatletenindehuidigestudiekon25,0%gebruikmakenvanCarrièrebegeleidingTopsportenvond78,5%dezebegeleidingnuttig(14,3%neutraal).MomenteelwordtCarrièrebegeleidingTopsportvoornamelijkaangebodenaangeneratiestudenten(d.i.eerstejaarstudenteninhogeronderwijs).Echter,geziendepositievebijdragevandezebegeleiding,geziendetransitienaarhogeronderwijsvaltvaaknietsamenmetdejunior-seniortransitieengeziendeextraveranderingenwaarmeedejunior-seniortransitieatletenconfronteert,wordtintweedeinstantieaanbevolenomdeondersteuningaangebodendoorCarrièrebegeleidingTopsport(SportVlaanderen)nietenkeltebeperkentotheteerstejaarvandetransitievanhetsecundairnaarhethogeronderwijs,maaruittebreidennaardevolgendejaren,naardejunior-seniortransitieennaardeanderedomeinen(meerholistisch)binnenatletenhunontwikkeling.
Tenslotte,geziendeproblematiekvandejunior-seniortransitie(TopsportactieplanVlaanderenIII,p.70)ishetwenselijkomvanuithetbeleidookvoordezetransitieeengoedestructuurenomkaderingtevoorzien,zodatdeklooftussenjuniorenseniorniveaugedichtwordtenatletenvlotkunnendoorstromennaardevolgendefaseinhun
ontwikkeling.
2.4.3AanbevelingenvoortoekomstigonderzoekIneersteinstantieishetaantebevelenmeerkwantitatieveinformatieteverzamelenoverdejunior-seniortransitieinVlaanderen,ookbuitendefocussportenom,inBelgiëeninverschillendeanderelanden.Ditzalonsnietalleeninstaatstellenhetprobleemomtrentdejunior-seniortransitieinheelVlaanderenbeterinkaarttebrengenmaarookomvergelijkingmetanderelandenmogelijktemaken.Informatieoverhoedejunior-seniortransitieinanderelandenaangepaktwordt,kanonshelpenomtotdebestmogelijkeaanpakinVlaanderentekomen.Intweedeinstantiedientverderonderzoekgedaantewordennaardeverschillentussenmannelijkeversusvrouwelijkeatletenentussenatletenuitindividueleversusteamsporten.Opdiemanierkandebegeleidingbeterafgestemdwordenopdeindividuelenodenvanatleten.Inderdeinstantieisverderonderzoeknaardecompetentiesdieatletenenhunbegeleidersnodighebbenomdejunior-seniortransitiesuccesvoltemakenaangeraden.Atleten(reedsvoordetransitie)denodigecompetentiesaanleren,zalertoeleidendatzijdetransitiebetergewapendkunnenaangaan,watuiteindelijktotminderdropoutuitdetopsportzalleidenenalduseengroteredoorstroomtoteliteseniorniveau.
2.5ReferentiesAlfermann,D.,&Stambulova,N.(2007).Careertransitionsandcareertermination.InG.Tenenbaum&R.C.
Eklund(Eds.),HandbookofSportPsychologythirdedition(pp.712–733).NewYork:Wiley.Bruner,M.,Munroe-Chandler,K.,&Spink,K.(2008).Entryintoelitesport:Apreliminaryinvestigationintothe
transitionexperiencesofrookieathletes.JournalofAppliedSportPsychology,20,236–252.doi:10.1080/10413200701867745
Bussmann,G.,&Alfermann,D.(1994).Drop-outandthefemaleathlete:Astudywithtrack-and-fieldathletes.InD.Hackfort(Ed.),Psycho-socialissuesandinterventionsinelitesport(pp.89–128).Frankfurt:Lang.
DeKnop,P.,Wylleman,P.,VanHoecke,J.,&Bollaert,L.(1999).Sportsmanagement–AEuropeanapproachtothemanagementofthecombinationofacademicsandelite-levelsport.InS.Bailey(Ed.),Perspectives–TheinterdisciplinaryseriesofPhysicalEducationandSportScience.Schoolsportandcompetition(pp.49–62).Oxford:Meyer&MeyerSport.
Gulbin,J.,Oldenziel,K.,Weissensteiner,J.,&Gagné,F.(2010).Alookthroughtherearviewmirror:Developmentalexperiencesandinsightsofhighperformanceathletes.TalentDevelopment&Excellence,2,149–164.
Lorenzo,A.,Borrás,P.,Sánchez,J.,Jiménez,S.,&Sampedro,J.(2009).Careertransitionfromjuniortoseniorinbasketballplayers.RevistadePsicologiaDelDeporte,18,309–312.
MacNamara,Á.,&Collins,D.(2010).Theroleofpsychologicalcharacteristicsinmanagingthetransitiontouniversity.PsychologyofSport&Exercise,11,353–362.doi:10.1016/j.psychsport.2010.04.003
Morris,R.,Tod,D.,&Oliver,E.(2015).AnAnalysisofOrganizationalStructureandTransitionOutcomesintheYouth-to-SeniorProfessionalSoccerTransition.JournalofAppliedSportPsychology,27,216–234.doi:10.1080/10413200.2014.980015
Pummell,B.,Harwood,C.,&Lavallee,D.(2008).Jumpingtothenextlevel:Aqualitativeexaminationofwithin-
careertransitioninadolescenteventriders.PsychologyofSportandExercise,9,427–447.doi:10.1016/j.psychsport.2007.07.004
Reints,A.(2011).Validationoftheholisticathleticcareermodelandtheidentificationofvariablesrelatedtoathleticretirement.VrijeUniversiteitBrussel,Brussel,Belgium.
Stambulova,N.,Alfermann,D.,Statler,T.,&Côté,J.(2009).ISSPPositionstand:Careerdevelopmentandtransitionsofathletes.InternationalJournalofSportandExercisePsychology,7,395–412.doi:10.1080/1612197X.2009.9671916
Stambulova,N.,Franck,A.,&Weibull,F.(2012).Assessmentofthetransitionfromjunior-to-seniorsportsinSwedishathletes.InternationalJournalofSportandExercisePsychology,10,79–95.doi:http://dx.doi.org/10.1080/1612197X.2012.645136
Wylleman,P.,DeKnop,P.,Anseeuw,L.,DeClercq,D.,Bouckaert,J.,&Bassez,P.(2001).EvaluatievandeopzetendewerkingvandetopsporscholeninVlaanderen.Globaalrapport.Brussels.
Wylleman,P.,&Lavallee,D.(2004).Adevelopmentalperspectiveontransitionsfacedbyathletes.InM.Weiss(Ed.),Developmentalsportandexercisepsychology:Alifespanperspective(pp.507–527).Morgantown,WV:FitnessInternationalTechnology.
Wylleman,P.,Reints,A.,&DeKnop,P.(2013).Athletes’careersinBelgium.Aholisticperspectivetounderstandandalleviatechallengesoccurringthroughouttheathleticandpost-athleticcareer.InN.Stambulova&T.Ryba(Eds.).Athletes’careersacrosscultures(pp.31–42).NewYork:NY:Routledge.
1.M=gemiddelde;Antwoordoptiesvan‘1=helemaalnietbelangrijk’tot‘7=heelbelangrijk’;SD=standaarddeviatie.
2.M=gemiddelde;Antwoordoptiesvan‘1=veelminder’tot‘7=veelmeer’;SD=standaarddeviatie.3.SportVlaanderenissportadministratievandeVlaamseoverheid4.CarrièrebegeleidingwordtaangebodendoorSportVlaanderenaanatletendieaanbepaaldecriteriavoldoenenvoorzietindeprofessionelebegeleidingvancarrièretransitiesvantopsporters.
3.Veranderingeninfysiekeactiviteit,sedentairgedragenfitheidscomponentenbijVlaamsevolwassenen
EvelienMertens,BenedicteDeforche,RubenCharlier,SaraKnaeps,JohanLefevreenPeterClarys
3.1IntroductieCadiovasculaireaandoeningenbehorentotdebelangrijkstedoodsoorzakeninBelgië(Perketal.,2012).Ditsoortvanaandoeningenwordtvaakbeschrevenalseenwelvaartsziekte,aangezieneentekortaanfysiekeactiviteit,eenteveelaansedentairgedrag,eentelagevoedingskwaliteiteneentelagefitheiddezeaandoeningkunnenveroorzaken(Biswasetal.,2015;Li&Siegrist,2012;Gill&Malkova,2006).Fysiekeactiviteitwordtgedefinieerdalslichaamsbewegingdoormiddelvandeskeletspierenresulterendinenergieverbruik(minimumanderhalvekeerhetenergieverbruikinrust)(Caspersenetal.,1985),terwijlsedentairgedragallezittendeenliggendeactiviteitenmeteenzeerlaagenergieverbruik(tussenhetenergieverbruikinrustenanderhalvekeerhetenergieverbruikinrust)omvat(vb.:passieftransport,televisiekijken,computeren,zittenopschooloftijdenshetwerk)(Pateetal.,2008).Fysiekefitheidwordtvooreengrootdeelbepaalddoordevorigetweefactorenenwordtgedefinieerdalsdemogelijkheidomdagelijksetakenenergiekuittevoeren(Caspersenetal.,1985).WatdeVlaamsebevolkingbetreft,heefthetSteunpuntSport,BewegingenGezondheidin2002-2004defysiekeactiviteit,hetsedentairgedragendefitheidvan18-tot75-jarigeninkaartgebracht.Indeperiode2012-2014werdendezepersonenopnieuwuitgenodigdzodatdemetingendoorhetSteunpuntSportkondenherhaaldworden.Dergelijkelongitudinalestudieslatentoeomdeevolutieenstabiliteitvangezondheidsgedragingenengezondheidsgerelateerdeparametersbinnendebestudeerdepopulatienategaan,maarookomteonderzoekenwatdeassociatieistussen
veranderingenindezegedragingenenparameterszoalsfysiekeactiviteit(algemeenfysiekactiviteitsniveau(PAL)enaantalminutensport),sedentairgedrag(schermtijd),cardiorespiratoirefitheid(VO2piek),morfologischefitheidscomponenten(lendenomtrekenBodyMassIndex(BMI))enmetabolefitheidscomponenten(bloedlipiden).Indithoofdstukwerdendrieonderzoeksvragenvooropgesteld,namelijk(1)watisdeevolutieingezondheidsgedragingenzoalsfysiekeactiviteit,sedentairgedragenfitheidscomponenten?(2)hoestabielblijvendezegezondheidsgedragingenenfitheidscomponenten?(3)zijnveranderingeningezondheidsgedragingengeassocieerdmetveranderingeninfitheidscomponenten?
3.2Methodologie
3.2.1ProefpersonenDedatawerdenverzamelddoorhetSteunpuntSport,BewegingenGezondheidin-2002-2004(Duvigneaudetal.,2007)endoorhetSteunpuntSportin2012-2014.Vande1569deelnemersdiein2002-2004werdengemeten,kwamener652(41.5%)terugvoordevervolgmeting(mannen=420,vrouwen=232).Uitdedrop-outanalyse(nietopgenomeninditartikel)bleekdatdevrouwendieteruggekomenzijnvoordevervolgmetingsignificantlagerscoordenopBMI,lendenomtrekenratiototale/HDLcholesterolensignificanthogerscoordenopalgemeenfysiekactiviteitsniveau,VO2piekenHDLcholesterolinvergelijkingmetdiegenendienietterugkwamenvoordevervolgmeting.Bijdemannenscoordedefollow-upgroeplageropratiototale/HDLcholesterolentriglycerideninvergelijkingmetdedrop-outs.
3.2.2Testsenmetingen
3.2.2.1Fysiekeactiviteit
Aantalminutensportperdagenhetalgemeenfysiekactiviteitsniveau(PhysicalActivityLevel(PAL))werdbevraagdmetdeFlemishPhysicalActivityQuestionnaire(FPACQ)(Mattonetal.,2007).
3.2.2.2Sedentairgedrag
SchermtijdwerdgebruiktalsparametervoorsedentairgedragenwerdbevraagdmetdeFPACQ(Mattonetal.,2007).Dezeparameterwerdinbepaaldeanalysesookopgenomenalsstorendevariabele,omdatsedentairgedrageeninvloedzoukunnenhebbenopfitheidscomponenten.
3.2.2.3Fitheidscomponenten
Erwerdendrieverschillendefitheidscomponentengemeten:metabolefitheid,cardiorespiratoirefitheidenmorfologischefitheid.Alsindicatorvanmetabolefitheidwerdhetbloedlipidenprofielgemeten.Totalecholesterol,HDLcholesterol,LDLcholesterolentriglyceridenwerdenbepaald.Cardiorespiratoirefitheidwerdgemetenmetbehulpvaneenmaximaleinspanningstestopeenfietsergometer.VO2piekwerdgebruiktalsparametervoorcardiorespiratoirefitheid.BMIenlendenomtrekwerdengebruiktalsmorfologischefitheidscomponenten.
3.2.2.4Energie-opname
Dedeelnemersnoteerdengedurendetweeweekdagenenéénweekenddagdevoedselconsumptieineenvoedingsdagboek(Deriemaekeretal.,2006).DevoedingsdagboekenwerdengeanalyseerdmethetprogrammaBecel(UnileverCo.;Rotterdam,Nederland).Energie-opnamewerdopgenomenalsstorendevariabeleomwillevandemogelijkeinvloedopfitheidscomponenten.
3.2.2.5Rookgedrag
RookgedragwerdbevraagdaandehandvandeWHOMonicaSmokingQuestionnaire(TheMonicaProject,1988).Opbasisvanhunantwoordenwerdendedeelnemersingedeeldinrokersofniet-rokers.Dezeparameterwerdindeanalysesopgenomenalsstorendevariabele.
3.2.3StatistischeanalysesDestatistischeanalyseswerdenuitgevoerdmetSPSS21.0(SPSSInc.Chicago,IL).Normaliteitvandedatawerdnagegaan.Ingevalvanniet-normaalverdeeldedatawerdenniet-parametrischetestsgebruikt.Deevolutieindeverschillendeparameterswerdnagegaanmetbehulpvaneengepaardet-test.StabiliteitwerdonderzochtaandehandvanPearsoncorrelatiecoëfficiënten.Wanneerdecorrelatiecoëffiënt(r)gelijkisaanofgroterisdan0.50wordtdeparameteralsstabielbeschouwd(Bloom,1964).Eenparameterdiestabielblijftindetijdbetekentdatpersonendiehoog(laag)scorenbinnendegroepopeenbepaaldeparameterin2002-2004overhetalgemeenookhoog(laag)zullenscorenbinnendegroepopdieparameterin2012-2014.Indieneenparameternietstabielblijftindetijdbetekentdatdaterveelverschuivingenzijnbinnendegroepwatbetreftdescoresendatpersonenvanlaag(hoog)naarhoog(laag)verschuivenbinnendegroep.Associatiestussenverschilscoresinparameterswerdenonderzochtmetbehulpvaneenmeervoudigelineaireregressie,rekeninghoudendmetmogelijkstorendevariabelen.Eentweezijdig0.05significantieniveauwerd
vooropgesteld.
3.3Resultaten
3.3.1Onderzoeksvraag1:watisdeevolutieingezondheidsgedragingenenfitheidscomponenten?
3.3.1.1Evolutieinfysiekeactiviteitensedentairgedrag
Tabel1rapporteertdeevolutieinfysiekeactiviteitensedentairgedrag.Bijdemanneniserwatbetreftfysiekeactiviteiteensignificantedalinginaantalminutensportenhetfysiekactiviteitsniveau.Watbetreftsedentairgedragisereensignificantestijginginschermtijdzowelbijdemannenalsbijdevrouwen.
Tabel1.EvolutieinfysiekeactiviteitensedentairgedragbijVlaamsevolwassenen.
*=significantverschiltussenbeidemeetmomenten
3.3.1.2Evolutieinfitheidscomponenten
Deevolutieincardiorespiratoirefitheid,morfologischefitheidenmetabolefitheidisterugtevindeninTabel2.DeVO2piekiszowelbijdemannenalsbijdevrouwengedaald.Hoelagerdezewaarde,hoelagerhetpiekvolumezuurstofgasdathetlichaamkantransporterenenmetaboliserenbijlichamelijkeinspanninggemetenopzeeniveau.WatbetreftmorfologischefitheidzijnBMIenlendenomtreksignificantgestegenzowelbijdemannenalsbijdevrouwen.DeresultatenvandemetabolefitheidtonenaandatdeLDLcholesterolenderatiototale/HDLcholesterolistoegenomenbijdemannenenbijdevrouwen,alsookdetotalecholesterolbijdevrouwen.
Tabel2.EvolutieinfitheidscomponentenbijVlaamsevolwassenen.
*=significantverschiltussenbeidemeetmomenten
3.3.2Onderzoeksvraag2:hoestabielblijvengezondheidsgerelateerdgedragenfitheidscomponenten?
3.3.2.1Stabiliteitvanfysiekeactiviteitensedentairgedrag
Tabel3rapporteertdestabiliteitvanfysiekeactiviteitensedentairgedrag.Zowelbijdemannenalsbijdevrouwenblijfthetfysiekactiviteitsniveauwelstabiel,maarhetaantalminutensportniet.Schermtijdblijftstabielzowelbijdemannenalsbijdevrouwen.
Tabel3.StabiliteitvanfysiekeactiviteitensedentairgedragbijVlaamsevolwassenen.
Mannen Vrouwen
r r
Fysiekeactiviteit
Minutensport(min/dag) 0.36* 0.46*
Fysiekactiviteitsniveau(PAL) 0.51* 0.62*
Sedentairgedrag
Schermtijd(min/dag) 0.56* 0.66*
*=significant(p<0.05)
3.3.2.2Stabiliteitvanfitheidscomponenten
Destabiliteitvancardiorespiratoire,morfologischeenmetabolefitheidisvoorgesteldinTabel4.DeVO2piekblijftzowelbijdemannenalsbijdevrouwenstabiel.ZowellendenomtrekalsBMIblijvenheelstabielzowelbijdemannenalsbijdevrouwen.Watbetreftmetabolefitheidblijvenbijdemannenalleparametersstabiel,terwijlbijdevrouwenenkelHDLcholesterolenderatiototale/HDLcholesterolstabielblijven.
Tabel4.StabiliteitvanfitheidscomponentenbijVlaamsevolwassenen.
Mannen Vrouwen
r r
Cardiorespiratoirefitheid
VO2piek(ml/kg/min) 0.66* 0.65*
Morfologischefitheid
Lendenomtrek(cm) 0.85* 0.83*
BodyMassIndex(kg/m²) 0.86* 0.87*
Metabolefitheid
Totalecholesterol(mg/dl) 0.52* 0.48*
HDLcholesterol(mg/dl) 0.75* 0.63*
LDLcholesterol(mg/dl) 0.54* 0.49*
RatioTotale/HDLcholesterol 0.64* 0.65*
Triglyceriden(mg/dl) 0.55* 0.49*
*=significant(p<0.05)
3.3.3Onderzoeksvraag3:watisdeassociatietussenveranderingeningezondheidsgerelateerdgedragenfitheidscomponenten?
3.3.3.1Associatietussenveranderingeninfysiekeactiviteitenveranderingenin
VO2piek,lendenomtrekenBMI
Hetisookmogelijkomdeassociatieteonderzoekentussenveranderingenover10jaarvaneenparameterenveranderingenvaneenandereparameter.Tabel5rapporteertdeassociatiestussenveranderingeninhetfysiekactiviteitsniveauenveranderingeninVO2piek,lendenomtrekenBMI.Erwerdentweemodellenopgesteld:eenmodel1waarbijdeassociatieisnagegaantussenveranderingenindeeneparametermetveranderingenindeandereparametereneenmodel2waarbijrekeningwerdgehoudenmetmogelijkstorendevariabelen(leeftijd,verschilscoreroken,verschilscoreenergie-opnameenverschilscoreschermtijd)dieeeninvloedzoudenkunnenhebbenopdeonderzochtevariabelen.EriseenpositieveassociatietussenveranderingeninfysiekactiviteitsniveauenveranderingeninVO2piekbijdemanneninbeidemodellen.Ditbetekentdateendalingvanééneenheidinhetfysiekactiviteitsniveaugeassocieerdismeteendalingvan0.253ml/kg/mininVO2piekinmodel1enmeteendalingvan0.184ml/kg/mininVO2piekinmodel2.BijdevrouwenzienwedepositieveassociatietussenhetfysiekactiviteitsniveauenVO2piekinmodel1.Wanneerwegaancorrigerenvoormogelijkstorendevariabelenisdezeassociatieerniet.Inmodel1bijdevrouweniserookeennegatieveassociatietussenhetfysiekactiviteitsniveauendelendenomtrek.Ditbetekentdateengemiddeldedalinginhetfysiekactiviteitsniveaugeassocieerdismeteenstijginginlendenomtrek.Dezeassociatieverdweenechterinmodel2.
Tabel5.Lineaireregressie:associatietussenverschilscorefysiekactiviteitsniveau(PAL)enverschilscoreVO2piek,lendenomtrekenBodyMassIndex.
*=significanteassociatietussendeverschilscoresModel1:nietgecorrigeerdvoormogelijkstorendevariabelenModel2:gecorrigeerdvoorleeftijd,verschilscoreroken,verschilscoreenergie-opnameenverschilscoreschermtijd
3.3.3.2AssociatietussenveranderingeninminutensportenveranderingeninVO2piek,lendenomtrekenBMI
InTabel6wordtdeassociatiegerapporteerdtussenveranderingeninminutensportenveranderingeninVO2piek,lendenomtrekenBMI.BijdemannenisinbeidemodelleneengemiddeldedalinginminutensportgeassocieerdmeteendalinginVO2piekenmeteenstijginginlendenomtrek.BijdevrouwenisinbeidemodelleneengemiddeldedalinginminutensportgeassocieerdmeteendalinginVO2piek.
Tabel6.Lineaireregressie:associatietussenverschilscoreminutensportenverschilscoreVO2piek,lendenomtrekenBodyMassIndex.
*=significanteassociatietussendeverschilscoresModel1:nietgecorrigeerdvoormogelijkstorendevariabelenModel2:gecorrigeerdvoorleeftijd,verschilscoreroken,verschilscoreenergie-opnameenverschilscoreschermtijd
3.3.3.3AssociatietussenveranderingeninVO2piekenveranderingeninbloedlipiden
DeassociatietussenveranderingeninVO2piekenveranderingeninbloedlipidenisweergegeveninTabel7.BijdemanneniseengemiddeldedalinginVO2piekgeassocieerdmeteendalinginHDLcholesterolenmeteenstijgingintriglycerideninbeidemodellen.BijdevrouweniseengemiddeldedalinginVO2piekgeassocieerdmeteenstijgingintriglycerideninbeidemodellen.
Tabel7.Lineaireregressie:associatietussenverschilscoreVO2piekenverschilscorebloedlipiden
*=significanteassociatietussendeverschilscoresModel1:nietgecorrigeerdvoormogelijkstorendevariabelenModel2:gecorrigeerdvoorleeftijd,verschilscoreroken,verschilscoreenergie-opname,verschilscoreschermtijd,verschilscorefysiekactiviteitsniveauenverschilscorelendenomtrek
3.3.3.4Associatietussenveranderingeninlendenomtrekenveranderingeninbloedlipiden
InTabel8rapporteertdeassociatietussenveranderingeninlendenomtrekenveranderingeninbloedlipiden.Bijdemannenisinbeidemodelleneengemiddeldestijginginlendenomtrekgeassocieerdmeteenstijgingintotalecholesterol,LDLcholesterol,ratiototale/HDLcholesterolentriglyceridenenmeteendalinginHDLcholesterol.Bijdevrouwenisinbeidemodelleneengemiddeldestijginginlendenomtrekgeassocieerdmeteenstijgingintotalecholesterol,LDLcholesterolenratiototale/HDLcholesterolenmeteendalinginHDLcholesterol.
Tabel8.Lineaireregressie:associatietussenverschilscorelendenomtrekenverschilscorebloedlipiden.
*=significanteassociatietussendeverschilscoresModel1:nietgecorrigeerdvoormogelijkstorendevariabelenModel2:gecorrigeerdvoorleeftijd,verschilscoreroken,verschilscoreenergie-opname,verschilscoreschermtijd,verschilscorefysiekactiviteitsniveauenverschilscoreVO2piek
3.3.3.5AssociatietussenveranderingeninBMIenveranderingeninbloedlipiden
Tabel9rapporteertdeassociatietussenveranderingeninBMIenveranderingeninbloedlipiden.Inmodel1iseengemiddeldestijginginBMIgeassocieerdmeteenstijgingintotalecholesterol,LDLcholesterol,ratiototale/HDLcholesterolentriglyceridenenmeteendalinginHDLcholesterolzowelbijmannenalsbijvrouwen.Nacorrectievoormogelijkstorendevariabelen(model2),iseengemiddeldestijginginBMIgeassocieerdmeteenstijginginratiototale/HDLcholesterolenmeteendalinginHDLcholesterolbijdemannen.BijdevrouweniseengemiddeldestijginginBMIgeassocieerdmeteenstijgingintotalecholesterol,LDLcholesterolenratiototale/HDLcholesterolenmeteendalinginHDLcholesterol.
Tabel9.Lineaireregressie:associatietussenverschilscoreBodyMassIndexenverschilscorebloedlipiden.
*=significanteassociatietussendeverschilscoresModel1:nietgecorrigeerdvoormogelijkstorendevariabelenModel2:gecorrigeerdvoorleeftijd,verschilscoreroken,verschilscoreenergie-opname,verschilscoreschermtijd,verschilscorefysiekactiviteitsniveauenverschilscoreVO2piek
3.4Bespreking
Hetdoelvanditonderzoekwasomnategaan(1)hoegezondheidsgerelateerdegedragingenenfitheidscomponentenevolueren,(2)hoestabieldezegedragingenenfitheidscomponentenblijvenen(3)watdeassociatieszijntussenverschilscoresvaneenbepaaldeparametermetverschilscoresvaneenandereparameter.Opbasisvanbovenstaanderesultatentredenerophetgebiedvanfysiekeactiviteit,sedentairgedragenfitheidscomponentenheelwatveranderingenopbijdezeVlaamseproefgroepnaeenperiodevan10jaar.Demeesteparametersevoluerennegatiefnaarmatemenouder
wordt.Aangezieneengoedefitheideenbelangrijkaspectisvooreengoedegezondheidenmendefitheidkanbehoudenofzelfsverbeterendooreenactievelevensstijl,ishetnodigomvoldoendetijdtebestedenaanfysiekeactiviteitenomsedentairgedragtebeperken(Gill&Malkova,2006).Helaasvertonenookdezegezondheidsgedragingeneennegatieveevolutie.
Ophetaantalminutensportzowelbijmannenalsvrouwenenenkelemetabolefitheidscomponentenbijvrouwennablijvenalleparametersstabiel.Diegenediehoogscorenbinnendegroepbijdeeerstemetingscorenoverhetalgemeenookhoogbinnendegroepbijdetweedemetingenomgekeerd.
Indezeproefgroepzijnerassociatiestussenveranderingeninéénbepaaldeparameterenveranderingenineenandereparameter.Zozijnveranderingeninhetalgemeenfysiekactiviteitsniveau(actieftransport,huishouden,tuinieren,...)reedsgeassocieerdmetveranderingeninfitheidscomponenten.Nogmeerzienweditvoorhetaantalminutensport.Wanneerveranderingeninmorfologischefitheidscomponenten(lendenomtrekenBMI)geassocieerdwordenmetveranderingeninmetabolefitheidscomponenten(bloedlipiden)resulteertdatinheelwatnegatieveassociaties.Veranderingeninmorfologischefitheidscomponentenzijnmeergeassocieerdmetveranderingeninbloedlipidenvergelekenmetveranderingenincardiorespiratoirefitheid.EenstijginginzowellendenomtrekalsBMIisgeassocieerdmeteenverslechterendbloedlipidenprofiel.Morfologischefitheidkanmenreedsbehoudenofzelfsverbeterenmetinspanningenaanlagetotgemiddeldeintensiteit(Perrietal.,2002).Menhoeftdaaromgeenzwaarfysiekeinspanningentedoendiewelnodigzijnomdecardiorespiratoirefitheidtebehoudenofverbeteren.Detrapnemeninplaatsvandeliftofderoltrap,zichtevoetofmetdefietsverplaatsenzijndagdagelijkseinspanningendiekunnenbijdragentoteenverhoogdenergieverbruikenduseenbehoudofstijgingvandemorfologischefitheid(enduseenbehoudofdalingvanlendenomtrekenBMI).Wandelen,fietsen,zwemmenofanderelaagdrempeligevormenvanbewegingaanlagetotmatigeintensiteitkunnenhiertoebijdragen(Perrietal.,2002).
3.5Beleidsaanbevelingen–Aangezienveelgezondheidsgerelateerdeparametersachteruitgaanmetdeleeftijd,
ishetbelangrijkomgedragingenzoalsfysiekeactiviteitteblijvenpromotenengemakkelijkertemakendooraanpassingenindeomgevingtedoen,alsookmensenteinformerenoverdenegatieveeffectenvansedentairgedrag.Metbehulpvandezewijzigbaregedragingenkandefitheidwordenbehouden.
–Eriseenleeftijdsgerelateerdedalinginmorfologischefitheid(stijginginlendenomtrekenBMI).Aangeziendezeparameterseenhogestabiliteitvertonenishetbelangrijkomincampagnestefocussenopmensenmeteenlagemorfologischefitheidenhenaantesporentotaanpassingeninhunfysiekeactiviteits-envoedingspatroon.Opdiemanierkunnenerveranderingenteweeggebrachtwordendiestabielblijvengedurendeeenlangereperiodeendiehuneffectzullenhebbenophetgebiedvangezondheidszorg.
–Geziendeassociatietussenmorfologischefitheidenhetbloedlipidenprofiel,moetenactiviteitengepromootwordendietotdoelhebbenomdemorfologischefitheidtebehouden.Ditkunnenlaag-totmatig-intensievealledaagseinspanningenzijnzoalsdetrapnemen,metdefietsboodschappendoen,enz.
3.6ReferentiesBiswas,A.,Oh,P.I.,Faulkner,G.E.,Bajaj,R.R.,Silver,M.A.,Mitchell,M.S.,&Alter,D.A.(2015).Sedentary
timeanditsassociationwithriskfordiseaseincidence,mortality,andhospitalizationinadults:asystematicreviewandmeta-analysis.AnnInternMed,162(2),123-132.
Bloom,B.S.(1964).Stabilityandchangeinhumancharacteristics.NewYork:Wiley.Caspersen,C.J.,Powell,K.E.,&Christenson,G.M.(1985).Physical-activity,exercise,andphysical-fitness–
definitionsanddistinctionsforhealth-relatedresearch.PublicHealthRep,100(2),126-131.Deriemaeker,P.,Aerenhouts,D.,Hebbelinck,M.,Clarys,P.(2006).Validationofa3-DayDietDiary:Comparison
witha7-DayDietDiaryandaFFQ.MedicineandScienceinSportsandExercise,38(5),S328-S328.Duvigneaud,N.,Wijndaele,K.,Matton,L.,Deriemaeker,P.,Philippaerts,R.,Lefevre,J.,Thomis,M.,&Duquet,W.
(2007).Socio-economicandlifestylefactorsassociatedwithoverweightinFlemishadultmenandwomen.BMCPublicHealth,7,23.
Gill,J.M.,&Malkova,D.(2006).Physicalactivity,fitnessandcardiovasculardiseaseriskinadults:interactionswithinsulinresistanceandobesity.Clinicalscience,110(4),409-425.
Li,J.,&Siegrist,J.(2012).Physicalactivityandriskofcardiovasculardisease-ameta-analysisofprospectivecohortstudies.IntJEnvironResPublicHealth,9(2),391-407.
Matton,L.,Wijndaele,K.,Duvigneaud,N.,Duquet,W.,Philippaerts,R.,Thomis,M.,&Lefevre,J.(2007).ReliabilityandvalidityoftheFlemishPhysicalActivityComputerizedQuestionnaireinadults.ResQExercSport,78(4),293-306.
Pate,R.R.,O’Neill,J.R.,&Lobelo,F.(2008).Theevolvingdefinitionof“sedentary”.ExerciseandSportSciencesReviews,36(4),173-178.
Perk.J.,DeBacker,G.,Gohlke,H.,Graham,I.,Reiner,Z.,Verschuren,M.,Albus,C.,Benlian,P.,Boysen,G.,Cifkova,R.etal.(2012).EuropeanGuidelinesoncardiovasculardiseasepreventioninclinicalpractice(version2012).TheFifthJointTaskForceoftheEuropeanSocietyofCardiologyandOtherSocietiesonCardiovascularDiseasePreventioninClinicalPractice(constitutedbyrepresentativesofninesocietiesandbyinvitedexperts).EurHeartJ,33(13),1635-1701.
Perri,M.G.,Anton,S.D.,Durning,P.E.,Ketterson,T.U.,Sydeman,S.J.,Berlant,N.E.,Kanasky,W.F.Jr.,Newton,R.L.Jr.,Limacher,M.C.,&Martin,A.D.(2002).Adherencetoexerciseprescriptions:effectsofprescribingmoderateversushigherlevelsofintensityandfrequency.HealthPsychol,21(5),452-458.
TheMonicaProjectofthe“BrianzaArea”.Distributionofcoronaryriskfactors(1988).GItalCardiol,18(12),1034-1044.
4.Veranderingeninfysiekeactiviteit,sedentairgedragencardiorespiratoirefitheidzijngerelateerdaancardio-metabolegezondheid
SaraKnaeps,KatrienWijndaele,EvelienMertens,RubenCharlier,JanG.BourgoisenJohanLefevre
4.1IntroductieInonzemodernesamenlevingzijnsteedsmeervolwasseneninactiefenhalenbijgevolgderichtlijnvanmatige-en-intensefysiekeactiviteitniet(Hallaletal.,2012).Bovendienissedentairgedragophetwerk,achterdetelevisieeninpassieftransportzeerprevalent,zelfsindeactievebevolking(Pateetal.,2008).Voorbeeldenvanmatige-en-intensefysiekeactiviteitzijnjoggenenfietsen,maarookintensievehuishoudtakenzoalsstofzuigen,tuinierenofschilderen.Ondersedentairgedragverstaanwealleactiviteitendiemaximaalanderhalfkeerbovenhetrustmetabolismeuitkomenzoalstelevisiekijken,lezenenautorijden.Recentonderzoektoontaandatteveelsedentairgedragenteweinigmatige-en-intensefysiekeactiviteit,onafhankelijkvanelkaar,kunnenleidentotongunstigecardio-metabolerisicoprofielenenbijgevolgkunnenleidentoteenverhoogdrisicooptype2diabetes,hart-envaatziektenenvervroegdedood(Ford,2005).
Ookcardiorespiratoirefitheid(verderfitheidgenoemd),gedefinieerddooriemandsmaximalezuurstofopname,isgekendalseensterkepredictorvoorcardio-metabolegezondheid(Williams,2001).Ommeergunstigelevensstijl-interventiesteontwikkelenenvolksgezondheidtepromoten,ishetbelangrijkommeerinzichtteverwervenindeonafhankelijkebijdragevansedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheidnaarcardio-metabolegezondheidtoe.Hetisechterzodatlongitudinaalonderzoeknaardecombinatievanalledrierisicofactoren(sedentairgedrag,matige-en-
intensefysiekeactiviteit,fitheid)eerderbeperktis(Greeretal.,2015;Shuvaletal.,2014;Lambetal.,2016).Totophedenonderzochtgeenenkelestudielongitudinaaldegezamenlijkerelatievandedrierisicofactoren,onafhankelijkvanelkaar,metcardio-metaboolrisico(Greeretal.,2015;Shuvaletal.,2014;Lambetal.,2016).Bovendienfocustenvorigegelijkaardigestudiesenkelopeenspecifiekepopulatie(enkelmannen(Greeretal.,2015;Shuvaletal.,2014)oftype2diabetespatiënten(Lambetal.,2016)),haddendestudieseenkortefollow-uptijd(Greeretal.,2015;Lambetal.,2016)envoerdenzegeenmaximaleinspanningstestuit(Lambetal.,2016).
Deintentievandehuidigestudieisomdeonafhankelijkeassociatiestussenveranderingeninsedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheid,enveranderingenincardio-metabolegezondheidteanalyseren.Alseersteonderzoekshypothesewerdgestelddateendalinginsedentairgedrag,stijginginmatige-en-intensefysiekeactiviteitenstijginginfitheidgepaardgaatmetgunstigeveranderingeninhetcardio-metaboolrisicoprofiel.Tentweedewerdnagegaanofdezeassociatiesonafhankelijkzijnvanbeideanderepredictor-variabelen,metanderewoordenofbijvoorbeeldsedentairgedrag,onafhankelijkvanmatige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheid,geassocieerdismethetcardio-metaboolrisicoprofiel.
4.2Methode
4.2.1ProefpersonenDezestudiewerduitgevoerdopeengezondevolwassenpopulatie(n=524)diedeeluitmaaktvandeSteunpuntSportStudie.Dedeelnemerswerdenin2002-2004voordeeerstemaalgemetenenopnieuwuitgenodigdvooreenfollow-upmetingin2012-2014.VooreengedetailleerdebeschrijvingvandeproefgroepverwijzenwenaarheteindrapportvanhetsteunpuntSport2011-2015WP3/4.
4.2.2Predictorvariabelen:sedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheid
SchermtijdenpassieftransportwerdengebruiktalsparametersvoorsedentairgedragenwerdenbevraagdmetdeFlemishPhysicalActivityComputerizedQuestionnaire(FPACQ)(Scheersetal.,2012).Dedeelnemerswerdengevraagdomdeduur(uur/dag)terapporterendatzespenderenaantelevisiekijkenofcomputerspelletjesspelentijdenseengemiddeldeweekdagenweekenddag.Verderwerdhengevraagdomterapporterenhoelang(minuten/dag)menmetdeauto,treinofbuspendeltnaarhetwerkenhoeveelkeerperweekmenditdoet.Dezelfdevraagwerdgesteldvoorpassief
transporttijdensdevrijetijd.Desomvanschermtijdenpassieftransportgeefteenindicatievanhetsedentairgedrag(u/week).
Matige-en-intensefysiekeactiviteitwerdookbevraagdmetFPACQ(Scheersetal.,2012).Matige-en-intensefysiekeactiviteit(uren/week)isbepaaldalsdesomvanallesportactiviteitenenactieftransportmeteenintensiteitbovendrieMET,zoalsgedefinieerdinhetCompendiumvanAinsworth(Ainsworthetal.,2000),waarbijhetaantalMETovereenkomtmetdeenergiedieeenfysiekeinspanningkosttenopzichtevanhetrustmetabolise(=1MET).Dedeelnemersnoteerdenhundriebelangrijkstesportenendeurenperweekbesteedaandezesporten.Totalesportparticipatiewasdesomvandezesporten(indien>3MET).Actieftransportwerdopdezelfdemanierbevraagdalspassieftransport.InovereenstemmingmethetCompendiumvanAinsworthwerdfietsennaarhetwerkenwandelenenfietsenindevrijetijdgeïncludeerd(Ainsworthetal.,2000).FPACQwerdvoorzowelmetingenvansedentairgedragenfysiekeactiviteitbetrouwbaarenvalidebevonden(Scheersetal.,2012).
Cardiorespiratoirefitheidwerdgemetenmetbehulpvaneenmaximaleinspanningstestopeenfietsergometer.Detestleiderspoordededeelnemersaanomteblijvenfietsentotdatzevollediguitgeputwaren.VO2piekwerdgebruiktalsparametervoorfitheid.
4.2.3Responsvariabelen:Cardio-metaboleparametersenrisicoscoreEengeclusterdecardio-metabolescore(CMRS)werdbepaald,gebaseerdopdecriteriavanhetmetaboolsyndroom:abdominaleobesitas,verlaagdeHDL-cholesterol,verhoogdetriglyceriden,verhoogdeglycemieenhypertensie.Dewaardenvoorlendenomtrek,triglyceriden,plasma-glucose,bloeddrukendegeïnverteerdewaardevoorHDL-cholesterolwerdengestandaardiseerd.Dezestandaardisatiegebeurdeopbasisvandegeslachtsafhankelijkegemiddeldenenstandaarddeviatiesvandevariabelentijdensdebaselinemeting.AlsCMRSwerddaarnahetgemiddeldevandezevijfwaardengenomen.
4.2.4CovariatenEducatieniveauwerdtoegepastalsindicatorvandesocio-economischestatusenwerdinvolgendeviercategorieënverdeeld:(1)geenoflagereschooldiploma,(2)middelbareschooldiploma,(3)hogeschooldiplomaen(4)universitairdiplomaofhoger.RookgedragwerdbevraagdaandehandvandeWHOMonicaSmokingQuestionnaire.Opbasisvanhunantwoordenwerdendedeelnemersingedeeldindriegroepen:rokers,voormaligerokers,niet-rokers.Verdernoteerdendedeelnemers
gedurendetweeweekdagenenéénweekenddagallegeconsumeerdeetenswarenendrankenineenvoedingsdagboek.HieruitwerddeHealthyEatingIndex(HEI)berekend,dieeenglobaalbeeldvandekwaliteitvandevoedingweergeeft(Guentheretal.,2013).
4.2.5StatistischeanalyseEendrop-outanalysewerduitgevoerdopalledeelnemersvandebaselinemetingenomnategaanofereenverschilwastussendedeelnemersdiezijnteruggekomenvoorfollow-upenzijdienietmeerzijnteruggekomen(ongepaardet-testenChi²-test).Verderwerdendedescriptievestatistiekenvergelekentussenbaselineenfollow-up(gepaardet-test),veranderingeninparameterswerdenberekendalsfollow-upminbaseline.
Multiplelineaireregressiewerdgebruiktomdeassociatiestussenveranderingenovertienjaarindepredictorvariabelen(sedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheid)encardio-metaboolrisicoteanalyseren.Zoweldepredictorvariabelenalsderesponsvariabelwerdengestandaardiseerdomonderlingevergelijkingmogelijktemaken.Inmodel1,waarinelkepredictorafzonderlijkwerdtoegevoegd,werdgecorrigeerdvoorleeftijd,geslacht,follow-uptijd,baselinewaardevandebetrokkenpredictorvariabelenCMRS,baselineenveranderingeninHEI,rookgedrageneducatieniveau(Model1).
Vervolgens,omdeonafhankelijkeassociatieteanalyseren,werdenallebaselinewaardenenveranderingenvansedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheidinéénmodelsamengevoegd,metdezelfdecovariaten(Model2).
AllestatistischeanalyseswerdenuitgevoerdinSAS,versie9.4.Eentweezijdig0.05significantieniveauwerdvooropgesteld.
Tabel1.Beschrijvendestatistiekenvoorleeftijd,voeding,fysiekeactiviteit,cardiorespiratoirefitnessencardio-metabolemarkers.
Note.M=gemiddelde,SD=standaarddeviatie*p<0.01;**p<0.001verschiltussenbaselineenfollow-up†subgroepn=399
4.3Resultaten
Intabel1wordendebeschrijvendestatistiekenvoordeproefgroepweergegeven(65%mannen).Cardio-metabolegezondheidverslechterdeovereenperiodevantienjaartijdenookfitheiddaalde.Sedentairgedragsteegmetgemiddeldtweeuurperweek,watbijnavolledigtewijtenwasaaneentoenameinschermtijd(van72%naar76%vantotalesedentairetijd).Sportparticipatiedaalde,maaractieftransportsteegovereenperiodevantienjaar.Hierdoorstagneerdedetotalematige-en-intensefysiekeactiviteit.Integenstellingtotdezeoverhetalgemeennegatieveevolutiesiservoorvoedingenrookgedrageenpositievetrendvasttestellen,waarbijmindermensenrooktenendetotalesuiker-envetinnamedaalden.
Opbaselinewasmatige-en-intensefysiekeactiviteitpositiefgecorreleerdmetfitheid(r=.27,p<.001),maarzowelmatige-en-intensefysiekeactiviteitalsfitheidwarennietgecorreleerdmetsedentairgedrag(r=-.03,p=.48enr=-.05,p=.25).Veranderingeninmatige-en-intensefysiekeactiviteitwarenpositiefgecorreleerdmetveranderingeninfitheid(r=.20,p<.001),maarnietmetsedentairgedrag(r=-.04,p=.32).Ookveranderingeninfitheidwarennietgecorreleerdmetveranderingeninsedentairgedrag(r=-.09,p=.06).Veranderingeninmatige-en-intensefysiekeactiviteitensedentairgedragwarennegatiefgecorreleerdmethunbaselinemetingen(r=-.53,p<.001enr=-.40,p<.001)enveranderingeninfitheidwaspositiefgecorreleerdmetdebaselinemeting(r=.30,p<.001).
Intabel2staandegestandaardiseerdeenniet-gestandaardiseerdelineaireregressiecoëfficiënten(95%betrouwbaarheidsinterval).Aangezienergeenverschillenwarentussenmannenenvrouwen,werdendeanalysesvoorbeidensamengedaan.
Tabel2.Gestandaardiseerderegressiecoëfficiëntenvoorsedentairgedrag,matig-en-intensefysiekeactiviteitencardiorespiratoirefitheidvoorhetcardio-metaboolrisico.
SG=Sedentairgedrag;MIFA=matig-en-intensefysiekeactiviteit;CRF=cardiorespiratoirefitheid;CMRS=Cardio-metabolerisicoscore;BI=betrouwbaarheidsintervalModel1:aangepastvoorleeftijd,duurvanfollow-up,geslacht,baselineenveranderingeninvoeding,rookgedrag,educatieniveau;baselinevanderelevantepredictorvariabele(SG&MIFAn=524;CRFn=399)Model2:model1extraaangepastvoorveranderingenenbaselinewaardenvanbeide
anderepredictorvariabel(n=399)*p<0.01;**p<0.001
Model1:EendalinginsedentairgedragwasgeassocieerdmeteengunstigeafnameinCMRS.Eendalinginmatige-en-intensefysiekeactiviteitwasgeassocieerdmeteentoenameinCMRS.EengroteredalinginfitheidwasgeassocieerdmetgroteretoenamesinCMRS.
Model2:Omdeonafhankelijkebijdragevansedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheidnaarveranderingenincardio-metaboolrisicoteanalyserenwerdenallepredictorvariabeleninéénmodelgestoken.Voorsedentairgedraghalveerdedesterktevandeassociatie.Nacontrolevoordetweeanderepredictorvariabelen(sedentairgedragenfitheid)werddeassociatietussenmatige-en-intensefysiekeactiviteitenCMRSverzwakttoteenniet-significantniveau.Integenstellingtotbeidevorigepredictorvariabelen,wasvoorfitheiddeonafhankelijkeassociatiesignificantenbijnaevensterk.
4.4BesprekingIndezestudiewerdhetrelatievebelangnagegaanvanonafhankelijkelange-termijnveranderingenindriepredictorvariabelen(sedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteit&fitheid)encardio-metabolegezondheid.Onzeresultatensuggererendateendalinginsedentairgedragenstijginginfitheidgeassocieerdismeteengunstigeveranderingingeclusterdecardio-metabolegezondheid,onafhankelijkvanbeideanderepredictorvariabelen.
Vroegerelongitudinalestudiesonderzochtenreedsdeindividueleassociatiestussensedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheidengeclusterdcardio-metaboolrisico(Greeretal.,2015;Shuvaletal.,2014;Lambetal.,2016),maarvoorzoverweweteniserslechtsééncross-sectionelestudiediedeonafhankelijkeassociatiesvandezedriepredictorvariabelenbestudeerde(vanderVeldeetal.,2015).Anderelongitudinalestudiesdiedeassociatiesinveranderingeninsedentairgedrag,matige-en-intensefysiekeactiviteitenfitheid,enveranderingenincardio-metaboolrisico,onafhankelijkvanelkaarinkaartbrengen,zijnonbestaand.
Enerzijdssluitenderesultatenvandezestudieaanbijeerdereresultatenuitcross-sectioneleenlongitudinalestudiesoverassociatiestussensedentairgedragengeclusterdcardio-metaboolrisico(Greeretal.,2015;Healyetal.,2011;Wijndaeleetal.,2014),onafhankelijkvanmatige-en-intensefysiekeactiviteit.Anderzijdszijnonze
resultatenstrijdigmetanderecross-sectionele(vanderVeldeetal.,2015;Wijndaeleetal.,2014;Scheersetal.,2013)enlongitudinalestudies(Shuvaletal.,2014;Lambetal.,2016).
Veranderingeninmatige-en-intensefysiekeactiviteitwarennietgeassocieerdwarenmetveranderingeningeclusterdcardio-metaboolrisico,onafhankelijkvansedentairgedragenfitheid.Wanneerweonzeresultatenuithetvollediggecontroleerdmodelvergelijkenmeteencross-sectionelestudiemeteengelijkaardigmodelzijndeassociatiestussenmatige-en-intensefysiekeactiviteitenCMRS,onafhankelijkvansedentairgedragenfitheid,nietvergelijkbaar(vanderVeldeetal.,2015).Dezestudieobserveerdeimmerseenonafhankelijkverbandmetmatige-en-intensefysiekeactiviteitengeclusterdcardio-metaboolrisico(vanderVeldeetal.,2015).Verschilleninstudiedesign(cross-sectioneeltenopzichtevanlongitudinaal)enmeetmethodekunnenmisschiendeverschilleninresultatenverklaren(Greeretal.,2015;Shuvaletal.,2014;vanderVeldeetal.,2015;Wijndaeleetal.,2014;Scheersetal.,2013).
Tenslottewarenveranderingeninfitheidgeassocieerdmetveranderingeningeclusterdcardio-metaboolrisico,onafhankelijkvanveranderingeninsedentairgedragenmatige-en-intensefysiekeactiviteit.Bovendienwasdezeassociatiedubbelzosterkalsdietussensedentairgedragofmatige-en-intensefysiekeactiviteitenCMRS.Deverschilleninsterktevandeassociatieszijngelijkaardigaanvorigeonderzoeken,waarfitheidvaakerkendwordtalséénvandebelangrijkstedeterminantenvoorlangengezondleven(Greeretal.,2015).Hetmoetwelopgemerktwordendattenminsteeendeelvandezesterkteinassociatiekanverklaardwordendoorhetverschilinmeetmethode,namelijkdeobjectievemetingvoorfitheidensubjectievemetingenvoorsedentairgedragenmatige-en-intensefysiekeactiviteit.Hoewelfitheideenzeerbelangrijkefactorblijkttezijn,moetmenrekeninghoudenmethetfeitdatfitheideenfysiologischeparameterisdieeencombinatievangenetischpotentieel,gedragenfunctionelegezondheidvanverschillendeorganenweergeeft.Daardoorverbetertfitheidvoornamelijkwanneermatige-en-intensefysiekeactiviteitverhoogtensedentairgedragverlaagt(Santosetal.,2014).
Eensterkpuntvandezestudieisdefollow-upvantienjaar,watlangerisdaninanderestudies(Lambetal.,2016;Wijndaeleetal.,2014).Zoalsreedsvermeldwerdfitheidobjectiefgemetendooreenmaximalefietstest,degoudenstandaard.Tenslottehebbengenetischeverschillenminderinvloedopderesultatenomdatalleveranderingenbinnendezelfdeproefpersonengeanalyseerdzijn.
Ermoetechterookmetenkelebeperkingenrekeninggehoudenwordenindezestudie.
Teneerste,sedentairgedragenmatige-en-intensefysiekeactiviteitwerdengerapporteerddoormiddelvaneenvragenlijstenbevattennietalledomeinenvandagelijksleven.Invergelijkingmeteenobjectievemetingzijndescoresgeassocieerdmeteengroteremeetfoutenzullendeelnemersvaker,aldannietbewust,hetgewensteantwoordgeven(Motletal.,2005).Tentweedekanergeencausaalverbandwordenaangetoonduit“change-by-change”analyses.Tochkunnenwevoordemeestecardio-metaboleparameterservanuitgaandatdeveranderingenincardio-metaboleparametershetgevolgzijnvanveranderingeninhetgedrag.Tenslottekondendeanalysesnietgecontroleerdwordenvoormedicatiegebruikvandedeelnemers,omwillevangebrekaaninformatie.
4.5BeleidsaanbevelingenInhetverledenhebbeninterventieszoals10000stappenenJobFitzichvoornamelijktoegespitstophetverhogenvanfysiekeactiviteit,maaromdegrootstegezondheidswinsttemakenmoetenlevensstijl-interventiesengezondheidscampagnesfocussenop(1)hetverhogenvanmatige-en-intensefysiekeactiviteiten(2)hetverlagenvansedentairgedrag.Dezeaanpassingeninlevensstijlzullenresulterenineenverhoogdefitheid.Decombinatievandezedrieveranderingenzullenwaarschijnlijkleidentotdegrootsteverbeteringenincardio-metabolegezondheid.
4.6ReferentiesAinsworth,B.E.,etal.(2000).Compendiumofphysicalactivities:anupdateofactivitycodesandMETintensities.
MedSciSportsExerc,32(9Suppl),S498-504.Ford,E.S.(2005).Risksforall-causemortality,cardiovasculardisease,anddiabetesassociatedwiththemetabolic
syndrome:asummaryoftheevidence.DiabetesCare,28(7),1769-1778.Greer,A.E.,etal.(2015).Theeffectsofsedentarybehavioronmetabolicsyndromeindependentofphysicalactivity
andcardiorespiratoryfitness.JPhysActHealth,12(1),68-73.Guenther,P.M.,etal.(2013).UpdateoftheHealthyEatingIndex:HEI-2010.JAcadNutrDiet,113(4),569-580.Hallal,P.C.,etal.(2012).Globalphysicalactivitylevels:surveillanceprogress,pitfalls,andprospects.Lancet,
380(9838),247-57.Healy,G.N.,etal.(2011).Sedentarytimeandcardio-metabolicbiomarkersinUSadults:NHANES2003-06.Eur
HeartJ,32(5),590-597.Lamb,M.J.,etal.(2016).Prospectiveassociationsbetweensedentarytime,physicalactivity,fitnessand
cardiometabolicriskfactorsinpeoplewithtype2diabetes.Diabetologia,59(1),110-120.Motl,R.W.,McAuley,E.&DiStefano,C.(2005).Issocialdesirabilityassociatedwithself-reportedphysicalactivity?
PrevMed,40(6),735-739.Pate,R.R.,O’Neill,J.R.&Lobelo,F.(2008).Theevolvingdefinitionof“sedentary”.ExerciseandSportSciences
Reviews,36(4),173-178.Santos,R.,etal.(2014).Theindependentassociationsofsedentarybehaviourandphysicalactivityon
cardiorespiratoryfitness.BrJSportsMed,48(20),1508-1512.Scheers,T.,Philippaerts,R.&Lefevre,J.(2012).Assessmentofphysicalactivityandinactivityinmultipledomainsof
dailylife:acomparisonbetweenacomputerizedquestionnaireandtheSenseWearArmbandcomplementedwithanelectronicdiary.InternationalJournalofBehavioralNutritionandPhysicalActivity,9,15.
Scheers,T.,Philippaerts,R.&Lefevre,J.(2013).SenseWear-DeterminedPhysicalActivityandSedentaryBehaviorandMetabolicSyndrome.MedicineandScienceinSportsandExercise,45(3),481-489.
Shuval,K.,etal.(2014).Sedentarybehavior,cardiorespiratoryfitness,physicalactivity,andcardiometabolicriskinmen:thecoopercenterlongitudinalstudy.MayoClinProc,89(8),1052-1062.
vanderVelde,J.H.,etal.(2015).Moderateactivityandfitness,notsedentarytime,areindependentlyassociatedwithcardio-metabolicriskinu.s.Adultsaged18-49.IntJEnvironResPublicHealth,12(3),2330-2343.
Wijndaele,K.,etal.(2014).Increasingobjectivelymeasuredsedentarytimeincreasesclusteredcardiometabolicrisk:a6yearanalysisoftheProActivestudy.Diabetologia,57(2),305-12.
Williams,P.T.(2001).Physicalfitnessandactivityasseparateheartdiseaseriskfactors:ameta-analysis.MedicineandScienceinSportsandExercise,33(5),754-761.
5.GenetischeprofielscoresenleeftijdsgerelateerdeveranderingeninkrachtparametersbijVlaamsevolwassenennaeentienjarigefollow-up
RubenCharlier,SaraKnaeps,EvelienMertens,DietherLambrechts,JohanLefevreenMartineThomis
5.1IntroductieErwordtgeëstimeerddatdeBelgischeouderenpopulatie(65-plussers)zaltoenementot3.3miljoenin2060(26.27%vandetotalepopulatie)(FederaalPlanbureau,2008).Verouderengaatgepaardmeteenprogressiefvervalvanskeletalespiermassasamenmetdalingenindeactie-genererendecapaciteitvandespiermassa(ookwelspierfunctie),eenconditiedieaangeduidwordtalssarcopenie(Cruz-Jentoftetal.,2010).Dezedalinginspiermassaen-functiekanleidentoteenverhoogdrisicoopvalgerelateerdeverwondingen,eenverminderdemobiliteitofeenverminderdelevenskwaliteit(Campbelletal.,1989;Reidetal.,2008;Rizzolietal.,2013).Erzijnmomenteelslechtseengelimiteerdaantallongitudinalestudiesdieleeftijdsgerelateerdeveranderingeninspiermassaen–functieonderzoekenoverhetvolledigeleeftijdsbereik.Dezestudieszijnechtervaakgebaseerdopkleinerestudiegroepenenvindendaardoorookverschillendegroottesindeleeftijdsgerelateerdeveranderingeninspierfunctie.Desalniettteminwijzenderesultatenvandezestudiesunaniemopeendalinginspiermassaen–functiemetverouderen(Hughesetal.,2001;Fronteraetal.2008;Kennisetal.2014).
Spiergerelateerdefenotypes,zoalsspiermassaenspierfunctie,zijnpolygenischvanaard.Ditbetekentdatdecombinatievanverscheidenegenvarianten,eerderdanéénenkelegenvariant,bepalendisvoordezekenmerken.In2008werdereenmethodeontwikkelddoorWilliamsandFollandomeengenetischeprofielscoreteberekenen.
Deze‘totalegenotypescore’werdgeconstrueerdomdegecombineerdeinvloedvan23uithoudingsgerelateerdegenvariantennategaan.Degenetischeprofielscorewerdberekenddooraanelkegenvarianteen‘genotypescore’toetekennen,waarbijelkgunstigalleleenscoretoegekendkrijgtopeenadditievemanier(bv.alsBhetgunstigeallelis:AA=0;AB=1;BB=2).Nadienwordtdescoregetransformeerdombinnenhetbereikvan0-100teliggen(omintuïtiefbetekenisvoltezijn).Massiddaetal.(2013)kendeneenregressie-gebaseerdewegingtoeaanelkegenvariantdieeensleutelrolspeeldeinatletischeprestatieomdepredictiewaardevandegenetischeprofielscoreteverhogen.
DerhalvewashetdoelvandehuidigestudienategaanhoekrachtparametersveranderennaeenintervalvantienjaarinmannenenvrouwenvanVlaams,kaukasischeoorsprong.Vervolgenswildenwenagaanhoestabieldezekrachtparametersblijvennatienjaarverouderen.TotslotgingenwenaofeengenetischeprofielscorebaselinewaardeninbepaaldekrachtparameterskanvoorspelleninVlaamsevolwassenen.
5.2MethodologieDemethodensectiekanvoormeerdetailsgeraadpleegdwordeninheteindrapportvanWP3/4vanhetSteunpuntSport2012-2015.Deeerstemetingenvondenplaatstussenoktober2002enapril2004(baseline).Dezelfdemetingenwerdentussenapril2012enjanuari2014eentweedekeerafgenomen(follow-up).
5.2.1ProefpersonenIndehuidigestudiezijnderesultatengebaseerdopdekrachtparametersvan381mannenen210vrouwen(tussen19tot73jaar)vanVlaams,kaukasischeafkomst.
5.2.2Testsenmetingen
5.2.2.1Krachtparameters
Kracht-snelheidskarakteristiekenvandeknie-extensorenwerdgemetenaandehandvandeBiodexMedicalSystem3®dynamometer(BiodexMedicalSystems,Shirley,NewYork,USA).Erwerdenviersoortentestsuitgevoerd:–Isometrischetests:Statischekrachtineenkniehoekvan120°(ISOM120°).–Isotonetests:Maximaleballistischeknieextensiekrachttegeneenconstante
belastingvan20%vandemaximaleisometrischekrachtineenkniehoekvan90°
(ISOT20%).–Isokinetischetests:Dynamischeknieextensiekrachtaaneensnelheidvan60°/s
(ISOK60°)enaaneenhogesnelheidvan240°/s(ISOK240°).–Musculaireuithouding:Uithoudingskracht(UITH)werdgeregistreerd.
5.2.2.2Fysiekeactiviteit
Hetalgemenefysiekeactiviteitsniveau(PhysicalActivityLevel(PAL))werdbevraagdmetdeFlemishPhyscialActivityComputerizedQuestionnaire(FPACQ)(Mattonetal.,2007).
Genotypering.Intotaalwerd4,5mlbloed(antigecoaguleerdmetEDTA)getrokkenuiteenantecubitalevenetussen8uen10u,naeennachtvasten.GenomischDNAwerdgeëxtraheerdmetdechemagicMagneticSeparationModuleI(chemagicMSMI,PerkinElmerInc.,Waltham,MA,USA)volgensdeinstructiesvandefabrikant.DNAkwaliteitenkwantiteitwerdenbevestigdmetdeDropSenseTM96UV/VISdropletreader(Trinean,Gentbrugge,Belgium).Intotaalwerden153spiergerelateerdegenvariantengeselecteerd(gebaseerdopdeliteratuurtotaugustus2014endeexpressieQuantitativeTraitLoci(eQTLs)vandezerespectievelijkegenenwerdenookgedetermineerdmethetGeneVarplatform(TrustSangerInstitute,England)).GenotyperingwerdgedaanmethetIlluminaGoldenGateplatform(Illumina,Inc.,SanDiego,CA,USA)indeGenomicsCoreFaciliteit(UZ/KULeuven).
5.2.3StatistischeanalysesDatazijngepresenteerdalsgemiddelde±standaarddeviatie.AllestatistischeanalyseswerdenuitgevoerdaandehandvanhetStatisticalAnalysisSystemssofwarepakketversie9.4SAS(Institute,Cary,NC,USA).AnalyseswerdenalssignificantbeschouwdvanafP<0.05.Spierfunctiewerdvergelekentussendegeslachten,tijdsmomentenleeftijdscategorieën(<40yr,40-60yrand60+yr)aandehandvaneenmixedmodelsANOVA.Pearsonpartiëlecorrelatiecoëfficienten,metleeftijdalsdecontrollerendevariabele,werdenberekendomdestabiliteittussendebaselineenfollow-upmetingenvandekrachtparameterstebepalen.EengenetischeprofielscorewerdberekendvolgensdemethodediegerapporteerdwerddoorMassiddaetal.(2013).Eenstepwiseregressiemetalle153genvariantenalspredictorenwerduitgevoerdvoorISOM120°,ISOK240°enUITH.Opbasisvandepredictorendieuithetmodelnaarvoorkwamenwerdereengenetischepredispositiescore(GPS)berekend,waarbijelkegenvariantmeteensignificanteb-coëfficiënteengewichtkreegopbasisvandepartiëleverklaardevariantie(partiëler²).VervolgenswerdenerlineaireregressiestoegepastomopbasisvandeGPSeenpredictievanbaselineISOM120°,ISOK240°enUITHte
maken.
5.3Resultaten
5.3.1Onderzoeksvraag1:Hoeevoluerenkrachtparametersgedurendeeentienjarigeopvolgingsperiode?
5.3.1.1Krachtprestatie
Baselinewaardenenkrachtveranderingenover10jaar(zowelabsoluutover10jaar,alspercentageveranderingenperjaar)indespierfunctievandekniezijnweergegevenintabel1pergeslachtenleeftijdscategorie.
Tabel1.Spierfunctiebijvrouwen(boven)enmannen(onder)perleeftijdscategorie.
Datazijngemiddelden±SD.(n)=aantalsubjecten.*=hoofdeffectvangeslachtmetP<0.01.†=hoofdeffectvanevaluatiemomentmetP<0.02.£=hoofdeffectvanleeftijdscategoriemetP<0.01.¤=significantegeslachtmetevaluatiemomentinteractiemetP<0.05.§=SignificanteevaluatiemomentmetleeftijdscategorieinteractiemetP<0.05.
5.3.1.2Geslachtsverschillen
Eenhoofdeffectvangeslachtwerdgeobserveerdvoorallespierparameters.Opbeidemomentenscoordenmannensignificanthoger(p<0.01)dandevrouwen.
5.3.1.3Tijdseffect
Eensignificanthoofdeffectvantijdwerdgeobserveerdvoorelkekrachtparameter.
Zowelmannenalsvrouwenscoordensignificantlagerbijfollow-upvergelekenmetbaseline.InbeidegeslachtenwasdegrootstedalinginkrachtparametersdedalinginISOM120°enditinalleleeftijdsgroepen(behalvevoorde<40jaarinmannen).EengrotedalinginISOK240°(vrouwen),inISOT20%(mannen)eninUITH(beidegeslachten)konookgeobserveerdwordenindeoudsteleeftijdscategorie.
5.3.1.4Leeftijdscategorie
Eenhoofdeffectvanleeftijdsgroepwerdgeobserveerdvoorallekrachtparameters.Baselinekrachtprestatieenveranderingeninkrachtprestatiewarenrespectievelijklagerengroterindeoudsteleeftijdsgroepenvergelekenmetdejongstegroepen.Indeoudsteleeftijdscategoriewarendepercentageveranderingenperjaarinkrachtprestatieparameters(meerdan)tweekeerzogrootvergelekenmetdejongsteleeftijdscategorie.
5.3.1.5Interactieeffecten
Eensignificanttijd*geslachtinteractieeffect(p<0.05)werdgeobserveerdvoorISOT20%.Eengroteredalingoverdetijdwerdgeobserveerdbijmannenvergelekenmetvrouwen(-1.43±1.35%peryearvs.-1.02±1.36%perjaar,respectievelijk).Verderwerderookeensignificanttijd*leeftijdscategorieinteractieeffect(p<0.05)gevondeninISOT20%.Inbeidegeslachtenwarendedalingeninkrachtprestatiegroterindeoudsteleeftijdscategorieën((‘<40yr’<‘40-60yr’<‘+60yr’).Erwerdengeenandereinteractieeffectengeobserveerd.
5.3.2Onderzoeksvraag2:Hoestabielblijvenkrachtparametersnatienjaarverouderen?
5.3.2.1Stabiliteitvankrachtprestatieparametersgecorrigeerdvoorleeftijd
InvrouwenvertoondenISOM120°(r=0.58)enUITH(r=0.55)dehoogstestabiliteitnatienjaaropvolging,terwijlinmannenISOM120°(r=0.63),ISOK240°(r=0.50)enUITH(r=0.52)dehoogstepartiëlecorrelatiesvertoondentussenbaselineenfollow-up.DelaagstecorrelatieswerdengevondenvoorISOT20%enISOK60°(Tabel2).
Tabel2.Stabiliteitvanspierfunctieparameterstussen2002en2012gecorrigeerdvoorleeftijd.
Datazijninter-leeftijdscorrelatiestussenbaselineenfollow-upmetingen.n=aantalsubjecten.*=significantmetP<0.01.
5.3.3Onderzoeksvraag3:KaneengenetischeprofielscorebaselinewaardeninISOM120°,ISOK240°enUITHvoorspellen?
5.3.3.1Predictievankrachtparametersmetgenetischeprofielscore
Resultatenvanzoweldestepwiseregressiemet153genvariantenalsdelineaireregressiemetdeGPSzijnweergegevenintabel3.DestepwiseregressieselecteerdevoorISOM120°intotaal8SNPs(rs4994,rs198405,rs16892496,rs1130214,rs5965433,rs689,rs17727841,rs10493377),9voorISOK240°(rs1801133,rs689,rs3808871,rs4994,rs3039851,rs28497577,rs35767,rs2070704,rs768539)en6SNPsvoorUITH(rs3808871,rs4846048,rs4994,rs3039851,rs689,rs768539).ZowelvoorISOM120°,ISOK240°alsUITHverklaardedestepwiseregressieeengroterpercentagevandevariantie(7.7%–9.5%)vergelekenmetdeGPS(5%–6.8%).WanneerPALopgenomenwerdalscovariaatinhetmodelkon7.6%tot9.6%vandevariantieindekrachtparametersverklaardworden(tabel4).
Tabel3.Regressiemodelmetgenetischepredispositiescore.
Datazijnb-coëfficienten.Alleregressiemodellenzijnsignificantmetp<0.001.*=significanteb-coëfficientmetp<0.001.
Tabel4.RegressiemodelmetgenetischepredispositiescoreenPAL.
Datazijnb-coëfficienten.Alleregressiemodellenzijnsignificantmetp<0.001.*=significanteb-coëfficientmetp<0.001.**=significanteb-coëfficientmetp<0.05.
5.4BesluitDehuidigestudiewasdeeersteomveranderingeninballistischecontractiesnelheidenmusculairekrachtuithoudingteonderzoekenoverhetvolledigevolwassenleeftijdsbereik.EensignificantedalinginISOT20%werdgeobserveerdinbeidegeslachten,maarwasgroterinmannendaninvrouwen.DezedalingeninISOT20%werdenookgroterperleeftijdscategorie.IndeoudsteleeftijdscategoriewasdedalinginUITHgrotervergelekenmetdejongereleeftijdscategorieën.Leeftijdsgecorrigeerdestabiliteitwasmatigvoorallekrachtparameters,watwijstopeengroteinterindividuelevariatieindeveranderingeninspierfunctieinzowelmannenalsvrouwen.Degenetischeprofielscorekonslechts5–6.8%vandevariantieindegekozenkrachtparameters(ISOM120°,ISOK240°enUITH)verklaren.
Wanneerwekrachtparametersbekijken,zienwedatmannenbeterpresteerdendanvrouwenopbeidetijdsmomentenvoorallespierfunctieparameters.DesalniettemindaaldeISOT20%sterkerinmannenvergelekenmetvrouwenovereentienjarigeperiode.Eensignificanthoofdeffectvantijdwerdgeobserveerdvoorallekrachtparameters,behalvevoorUITH.Ditzoukunnenwijzenopeengelijkaardigevermoeidheidsweerstandtussenjongereenoudereleeftijd,omwillevaneenverschuivingnaarmeertragecontractieleeigenschappeninouderen(Mcpheeetal.2014).Ditwerdechternietbevestigdwanneervergelijkingengemaaktwerdenperleeftijdscategorie.Leeftijdsgerelateerdedalingenwarengroterindeoudsteleeftijdscategorie.
DedalingeninkrachtparametersdieweindehuidigestudierapporterenzijnverschillendvandedalingendiegerapporteerdzijndoorFronteraetal.(2008).ZezijneerderinlijnmetdebevindingenvanHughesetal.(2001)envanKennisetal.(2014)(dezelaatstestudieisechtergebaseerdopeensubgroepvandehuidigestudie).Voorzoverwewetenisermomenteelgeenanderelongitudinalestudiediepercentageveranderingeninballistischecontractiesnelheidofweerstandtegenvermoeidheid
rapporterenoverhetvolledigvolwassenleeftijdsbereik.Eencross-sectionelestudiedoorMcPheeetal.(2014)rapporteerdeeensuperieurevermoeidheidsweerstandinouderengedurendevolgehoudenisometrischecontracties.Inonzestudieobserveerdenweechtergeensignificantverschiltussenbaselineenfollow-upindehoeveelheidarbeiddiegeleverdwerdgedurende25herhaaldemaximalecontracties.HetprotocoldatgebruiktwerdindestudievanMcPheeetal.(2014)wasechterverschillendvanhetprotocolindehuidigestudie.Verderwerdendegrootstedalingenwaargenomenvoordeknieextensiecontractiesnelheid(ISOT20%).DepercentagedalingenperjaarinISOT20%warensignificantgroterinmannen,watwijstopeengeslachtsverschilindeleeftijdsgebondendalingvancontractiesnelheid.Ditisinovereenstemmingmetdecross-sectionelebevindingenvanEdwénetal.(2014).Zijvondendatdesnelheidoppiek-powertegeneenhogeresnelheiddaaldeinmannenvergelekenmetvrouwen.Verdertoondedeleeftijdsgecorrigeerdestabiliteitvandekrachtparametersaandatereenaanzienlijkinter-individueelverschilisindeleeftijdsgerelateerdedalingenindezekrachtparameters(vrouwen(r=0.434–0.582);mannen(r=0.378–0.628)).
IndehuidigestudiewerdookgetrachtomdebaselinekrachtwaardenvoorISOM120°,ISOK240°enUITHtevoorspellenopbasisvaneengenetischeprofielscorevolgensdemethodegerapporteerddoorMassiddaetal.(2013).IndestudievanMassiddaetal.(2013)wasdeTotalWeightingsGenotypeScore(=genetischeprofielscore)instaatom15.5%en10.1%vandevariantieinsquatjumpencountermovementjumpteverklaren.Inonzestudiekondegenetischeprofielscore–gebaseerdop6tot9genvarianten–slechts5–6.8%vandevariantieindegekozenkrachtparametersverklaren.InhetgevalvanISOM120°konden8genvariantenintotaal5.4%vandevariantieverklaren;VoorISOK240°werd6.8%vandevariantieverklaarddoor9genvariantenentenslottewerdUITHvoor5.0%verklaarddoor6genvarianten.Deverklaardevariantiedoordegenetischeprofielscorewijktechternietzoverafvandeverklaardevariantiedoordestepwiseregressie(r²=7.7%–9.5%),maarligtwelietslager.WanneerwePALalscovariaatopnameninhetmodel,kon7.6tot9.6%vandevariantieindekrachtparametersverklaardworden.DepartiëleverklaardevariantiedoordeGPSbedroeginditmodelnogsteedsmaar6.1tot7.4%.Wekunnendanookconcluderendat,ondankshetfeitdatdegenetischeprofielscoreeensignificantaandeel(5-6.8%)vandevariantieindekrachtparameterskanverklaren,dittewijtenkanzijnaanhetfeitdatandere–nietgeselecteerde-genvariantenmeerbijdragentotdezefenotypesendatverderonderzoekhiernaardusaangewezenis.
IndehuidigestudiewerdendeleeftijdsgerelateerdedalingeninspierfunctieparametersonderzochtnaeenopvolgingsperiodevantienjaarinVlaams,kaukasischesubjectentussen19en73jaaroud.Opbasisvandezeresultatenkunnenweconcluderendat
percentageveranderingenperjaarinISOT20%significantgroterwareninmannenvergelekenmetvrouwenendatdezeveranderingendrastischerwordeninoudereleeftijdscategorieën.Dalingeninkrachtuithouding(UITH)warengroterindeoudsteleeftijdscategorie.Degerapporteerdekrachtparametersvertoondeneenmatigeleeftijdsgecorrigeerdestabiliteit,watwijstopeengroteinterindividuelevariabiliteitindezeparameters.TotslotzijndegenetischeprofielscoresvolgensdemethodevanMassiddaetal.(2013)instaatom5%tot6.8%vandevariantieinISOM120°,ISOK240°enUITHteverklaren.
5.5Beleidsaanbevelingen–Rekeninghoudendmethetfeitdatdeleeftijdsgecorrigeerdetrackingvan
krachtparametersmatigis,gezienhetbelangvankrachtinalledaagsefunctionelebewegingenenaangeziendedalingeninkrachtgroterzijnbijdeoudereleeftijdscategorieën,zoudencampagneszichspecifiektotdezeleeftijdsgroepmoetenrichtenmetalsdoeldecomponentkrachtteonderhoudendoormiddelvankrachttraining.Hetisoverigensookbelangrijkomjongerenaantesporenomaankrachttrainingtedoen,aangezienhetoptimaliserenvandeeigenpiekkrachteenbeterebeschermingtegenhetleeftijdsgerelateerdevervalzalgeven.
–HetisbelangrijkoptemerkendatdehuidigestudienietinstaatwasomallelagenvandeVlaamsebevolkingteonderzoeken.Ermoetdaaromgeprobeerdwordenomkwetsbaregroepentebetrekkenintoekomstigonderzoek.Ookpromotiecampagneszoudentotdezekwetsbaregroepenkunnengerichtworden,aangezienhetmogelijkisdathuntoestandinwerkelijkheidminderpositiefisdanwaterinrapportenvermeldwordt.Belangrijkisdusdateroptoegezienmoetwordenomcampagnesrondkrachttrainingbinnenallelagenvandebevolkingteverspreiden.
5.6ReferentiesCampbell,A.J.,Borrie,M.J.,&Spears,G.F.(1989).Riskfactorsforfallsinacommunity-basedprospectivestudy
ofpeople70yearsandolder.JGerontol,44,M112-M117.Cruz-Jentoft,A.J.,Baeyens,J.P.,Bauer,J.M.,Boirie,Y.,Cederholm,T.,Landi,F.,Martin,F.C.,Michel,J.P.,
Rolland,Y.,Schneider,S.M.,Topinkova,E.,Vandewoude,M.,&Zamboni,M.(2010).Sarcopenia:Europeanconsensusondefinitionanddiagnosis:ReportoftheEuropeanWorkingGrouponSarcopeniainOlderPeople.AgeAgeing,39,412-423.
FederaalPlanbureau(2008).Bevolkingsvooruitzichten2007–2060.Brussel:Auteur.Frontera,W.R.,Reid,K.F.,Phillips,E.M.,Krivickas,L.S.,Hughes,V.A.,Roubenoff,R.,&Fielding,R.A.(2008).
Musclefibersizeandfunctioninelderlyhumans:alongitudinalstudy.JApplPhysiol(1985),105(2),637-642.Edwen,C.E.,Thorlund,J.B.,Magnusson,S.P.,Slinde,F.,Svantesson,U.,Hulthen,L.,&Aagaard,P.(2014).
Stretch-shorteningcyclemusclepowerinwomenandmenaged18-81years:Influenceofageandgender.ScandJMedSciSports,24,717-726.
Hughes,V.A.,Frontera,W.R.,Wood,M.,Evans,W.J.,Dallal,G.E.,Roubenoff,R.,&FiataroneSingh,M.A.(2001).Longitudinalmusclestrengthchangesinolderadults:influenceofmusclemass,physicalactivity,andhealth.JGerontolABiolSciMedSci,56,B209-B217.
Kennis,E.,Verschueren,S.,VanRoie,E.,Thomis,M.,Lefevre,J.,Delecluse,C.(2014).Longitudinalimpactofagingonmusclequalityinmiddle-agedmen.Age(Dordr),36,9689-9689.
Massidda,M.,Scorcu,M.,&Calò,C.M.(2014).Newgeneticmodelforpredictingphenotypetraitsinsports.IntJSportsPhysiolPerform,9(3),554-60.
Matton,L.,Beunen,G.,Duvigneaud,N.,Wijndaele,K.,Philippaerts,R.,Claessens,A.,Vanreusel,B.,Thomis,M.,&Lefevre,J.(2007).Methodologicalissuesassociatedwithlongitudinalresearch:FindingsfromtheLeuvenLongitudinalStudyonLifestyle,FitnessandHealth(1969–2004).JournalofSportsSciences,25(9),1011-1024.
Mcphee,J.S.,Maden-Wilkinson,T.M.,Narici,M.V.,Jones,D.A.,&Degens,H.(2014).Kneeextensorfatigueresistanceofyoungandoldermenandwomenperformingsustainedandbriefintermittentisometriccontractions.MuscleNerve,50,393-400.
Reid,K.F.,Pasha,E.,Doros,G.,Clark,D.J.,Patten,C.,Phillips,E.M.,Frontera,W.R.,&Fielding,R.A.(2014).Longitudinaldeclineoflowerextremitymusclepowerinhealthyandmobility-limitedolderadults:influenceofmusclemass,strength,composition,neuromuscularactivationandsinglefibercontractileproperties.EurJApplPhysiol,114,29-39.
Rizzoli,R.,Reginster,J.Y.,Arnal,J.F.,Bautmans,I.,Beaudart,C.,Bischoff-Ferrari,H.,Biver,E.,Boonen,S.,Brandi,M.L.,Chines,A.,Cooper,C.,Epstein,S.,Fielding,R.A.,Goodpaster,B.,Kanis,J.A.,Kaufman,J.M.,Laslop,A.,Malafarina,V.,Manas,L.R.,Mitlak,B.H.,Oreffo,R.O.,Petermans,J.,Reid,K.,Rolland,Y.,Sayer,A.A.,Tsouderos,Y.,Visser,M.,&Bruyere,O.(2013).Qualityoflifeinsarcopeniaandfrailty.CalcifTissueInt,93,101-120.
Wijndaele,K.,Duvigneaud,N.,Matton,L.,Duquet,W.,Thomis,M.,Beunen,G.,Lefevre,J.,&Philippaerts,R.M.(2007).Muscularstrength,aerobicfitness,andmetabolicsyndromeriskinFlemishadults.MedSciSportsExerc,39,233-240.
Williams,A.G.,Folland,J.P.(2008).Similarityofpolygenicprofileslimitsthepotentialforelitehumanphysicalperformance.JPhysiol,586(1),113-21.
6.Kunnenweoudereouderenaanzettenomdoorhetleventeblijvenfietsen?Korteenlangetermijneffectenvangesuperviseerdehometrainerprogramma’sinresidentiëlezorgcentra
EvelienVanRoie,FilipBoen,SofieMartienenChristopheDelecluse
6.1IntroductieenliteratuurweergaveIndeWestersebevolkingstijgthetaandeelouderenineensneltempoomwillevaneenstijgendelevensverwachtingeneendalingvanhetaantalgeboorten.DegemiddeldelevensverwachtingvanBelgischemannenenvrouwenbedraagtmomenteelrespectievelijk77.87jaaren83.86jaarenmenverwachteenstijgingnaar85.27jaaren90.94jaarin2060.Dezehogerelevensverwachting,gecombineerdmetlageregeboortecijfers,zorgtvooreendrastischeveranderingindeleeftijdspiramide.Zowasin2010almeerdanéénopzes(17%)vandeBelgen65jaarofouder.Menverwachtdatditpercentagein2060zalstijgentotmeerdanéénopvier(26%)(FederaalPlanbureau,2008).
Devaststellingdatdebevolkingouderkanwordenisuiteraardgoednieuws,maarhetvormttevenseenbelangrijkeuitdagingvooronzemaatschappij.Eenstijgingvandelevensverwachtingbetekentnietnoodzakelijkdatmensendezelangerelevensduurookinvollegezondheiddoorbrengen,gegevendeincidentievanleeftijdsgerelateerdeziektes(bv.hart-envaatziekten,diabetes,dementieenosteoporose)(CentersforDiseaseControlandPrevention,2003).In2013rapporteerdemaarliefst66.1%vande65tot74-jarigeBelgenéénofmeerderegezondheidsproblementehebben,endit
percentagesteegtot78.5%bij75-plussers(WetenschappelijkInstituutVolksgezondheid,2013).Daarenbovendaaltdefysiekefitheidenfunctionaliteitnaarmatemenouderwordt,alsookspiermassaenspierkracht.Sarcopenie,deleeftijdsgerelateerdedalinginspiermassaenspierkracht,vormteensteedsgroterprobleem(Morleyetal.,2014).Lagefysiekefitheidenactiviteitleidenophunbeurttoteenstijgingvanhetaantalouderendatfysieknietlangerinstaatisomnormaledagelijksetakenzelfstandiguittevoeren(denOudenetal.,2011).
Uiteraardwillenweallenouderwordenmitsweeengoedelevenskwaliteitkunnenbewaren.Onderzoekheeftaangetoonddatfysiekeactiviteit(FA)eenpositieveinvloedheeftopdefysiekeenmentalegezondheidenhelptomouderenlangerzelfstandigtelatenleven(Warburtonetal.,2006).OndanksdezepositieveeffectenvanFAkennentrainingsinterventiesbijouderendieonvoldoendefysiekactiefzijnvaakgeenvervolgwatbetreftsportparticipatie.Doordezefocusopdekortetermijneffecten,blijftdepreventievewaardevanFAoplangetermijnonzeker.Verderzijnhuidigebeweegprogramma’svoornamelijkopgesteldvoordeactieveenjongereouderen(tot74jaar),waardoorereennoodisaanbeweegprogramma’saangepastaandenodenenwensenvanoudereenkwetsbaredoelgroepen.Ditlaatstewerdookgeconcludeerduiteenstudievan2010-2011,uitgevoerdinopdrachtvandeVlaamseOverheid,naardebeschikbaarheidvanaangepastesport-enbeweegprogramma’svooroudereninVlaanderen.Uitfocusgroepenmetzowelouderenalsvertegenwoordigersvanouderensportfederatiesbleekdatdehuidigesport-enbeweegprogramma’sdeverschilleninleeftijd,fitheidensocialeomgevingtussenouderenonvoldoendeinrekeningbrengen(Delecluseetal.,2012).Vooraldeoudereouderen(vanaf75jaar)wordenvaakvergeten(vanderBij,Laurent&Wensing,2002).Dezekwetsbaredoelgroep,inhetbijzonderzijdieinresidentiëlezorgcentraverblijven,heeftvaakdelaagstemotivatie,ishetminstactiefenheefttekampenmetgezondheidsproblemeneneenlagefysiekefitheid,waardoordepromotievanFAeengrotereuitdagingvormt(Buchmanetal.,2014;Giulianietal.,2008).Ditterwijldezedoelgroepmisschiennethetmeestepotentieelheeftomhaarnormaledagelijksfunctionerenteverbeteren.
Bijhetopstellenvaneenbeweegprogrammamoeteencompromisgevondenwordentussenmeertijdsintensieveinterventiesmetpotentieelsterkeeffecten,maardieslechtsvooreenbeperktaantaldeelnemersaanvaardbaarzijn,énmindertijdsintensieveinterventiesmeteenpotentieelzwakkereeffecten,dieechtervooreengroteraantalmogelijkedeelnemersaanvaardbaarzijn(Vellas,2012).Deeffectenvanzo’nbeweeginterventieopzowelkortealslangetermijnzijnbelangrijk,alsookdebepalingvanwelkebegeleidingsaanpakhetmeestefficiëntisengarantiebiedtopeenlangetermijnparticipatie.Traditionelefitness-georiënteerdeinterventieszijngestructureerd
enwordenvandichtbijopgevolgddooreencoach.Deimplementatieopgroteschaalwordtechterbeperktdoordegroterefinanciëlekost.Daarenbovenzietmenbijeendergelijkeaanpakvaakdatouderenhunbeweegparticipatiestopzettenvanzodradestrikteopvolgingvandecoachwegvalt(Schutzer&Graves,2004).
Omzoweldeimplementatieopgroteschaalalslangetermijnparticipatieteoptimaliseren,ishetinteressantommindertijdsintensievecoachingstrategieënteoverwegen,dieweliswaargebaseerdzijnopmotivationeletheorieën,zoalsdezelf-determinatietheorie(Ryan&Deci,2000).Dezetheoriesteltdateenindividudriebasisnodenheeft,zijndeautonomie,competentieenverbondenheid.Naarmatedezenodenmeerondersteundworden,zaleenindividumeervanuitzichzelfgemotiveerdworden(i.e.,meerzelfgedetermineerd,watresulteertinzogenaamdeautonomevormenvanmotivatie)omtebewegen,watbijgevolgtoteenblijvendegedragsveranderingzalleiden.Meerconcreet,eenindividuzalwaarschijnlijkmeerwillenbewegenwanneerditinlijnismetzijnpersoonlijkevoorkeur(autonomie),wanneerhijvoeltdatditeffectiefisomeenwaardevolleuitkomsttebereiken(competentie)enwanneerhijzichpositiefverbondenvoeltmetanderen(verbondenheid).Voorgaandonderzoekheeftaangetoonddatbeweeginterventies,gebaseerdopdezelf-determinatietheorie,effectiefzijnomfysiekeactiviteittepromotenbijthuiswonendeouderen(VanHoeckeetal.,2014).Devraagisofdezelf-determinatietheorieookeengeschiktkaderkanzijnomfysiekeactiviteittepromotenbijmeerkwetsbareouderen,inhetbijzonderzijdieverblijveninresidentiëlezorgcentra.
Daaromwildenweonderzoekenofeenbeweegprogrammaoudereouderenvanaf75jaarblijvendkanaanzettenommeertebewegenenbovendieneengunstigeffectheeftophetnormaledagelijksfunctioneren.Hetbeweegprogrammawerdaangebodenmettweeverschillendevormenvancoaching,namelijkgestructureerdmetstriktesupervisieversusnoden-ondersteunendmetminimalesupervisieendenadrukopautonomie.
6.2Methodologie
6.2.1FietsenopeenhometrainerAchtserviceflatsuitWest-Vlaanderenwerdenopgenomenindeinterventiestudie.Intotaalnamen95bewonersmeteengemiddeldeleeftijdvan82jaardeel(leeftijdsbereik:66–93jaar).MotivatieisbelangrijkomFAbijouderentestimuleren.Bijdeoudereouderenmoetdeactiviteitdaarenbovenveiligzijnenaangepastzijnaanhetlagefitheidsniveau.Wandelenenfietsenbehorenbijdemeestbeoefendesporten
vanoudereninhetalgemeen(≥55jaar)endaaromwerdfietsenopeenhometrainergekozenalsaangebodenactiviteit(Scheerderetal.,2011).Daarenboventraintfietsennietalleenhetcardiorespiratoirsysteem,maarookdespierenvandeondersteledematen,dewelkebelangrijkzijnvoorhetuitvoerenvannormaledagelijksetaken(Bouazizetal.,2015).
6.2.2DeinterventieconditiesTweecoachingstrategieënwerdenmetelkaarvergeleken:(1)eengestructureerdecoaching,bestaandeuit3begeleidesessiesopeenhometrainerperweeken(2)eenautonomie-ondersteunendecoachinggebaseerdopdeZelf-Determinatietheorie,bestaandeuiteengeïndividualiseerdhometrainerprogrammaenminimaalcontact(4xin10weken)meteencoach.Deinterventiegroepenverschildenvoornamelijkopgebiedvanautonomie-ondersteuning.Meerbepaaldwarendedeelnemersuitdeautonomie-ondersteunendegroepzelfverantwoordelijkvoorhetvolgenvanhetfietsprogrammaenkregenzedekeuzeomtefietsenwanneerenmetwiezewilden.Hetinitieeltrainingsniveauwerdbepaaldaandehandvaneen6-minutenfietstest.Hettrainingsvolumewerdweeknaweekstelselmatigopgebouwd,afhankelijkvandegraadvanvermoeidheidvandedeelnemersnadetraining.VermoeidheidwerdgescoordaandehandvandeBORG-schaal.Ditiseensubjectieveschaalwaarbijgevraagdwordtomdevermoeidheidaantegeven,gaandevan6(zeerzeerlicht)tot20(zeerzeerzwaar).Hettrainingsvolumewerdverhoogdbijdevolgendetrainingsweekalsdeelnemersdetrainingbeschouwdenalseerderlicht(vermoeidheidsscorevanmaximum11).HettrainingsprogrammaisgedetailleerdbeschrevenindepublicatievanMartienetal.(2015a).
6.2.3UitkomstparametersFysiekeactiviteit,functionaliteitenkrachtwerdengemetenvoordeinterventie(pre),indeweeknadeinterventie(post)en6maandennahetbeëindigenvandeinterventie(follow-up).–Fysiekeactiviteitwerdzowelsubjectiefbevraagdalsobjectiefgemeten.Ditgezien
subjectiefgerapporteerdeactiviteitsterkafhankelijkisvanherinneringenniet-gestructureerdeactiviteitvaakgemistwordt,watniethetgevalisbijobjectievemetingenvanfysiekeactiviteit.–ZelfgerapporteerdefysiekeactiviteitwerdbepaaldaandehandvandePhysical
ActivityScaleforElderly,waarbijhetaantalminutenlichte,matigeenintensefysiekeactiviteitperweek(min/week)gerapporteerdwerd.
–ObjectievefysiekeactiviteitwerdgemetenmetdeSensewearMini,waarbijhet
aantalminutenlichte,matigeenintensefysiekeactiviteitperweekenhetgemiddeldeenergieverbruikperdag(EE/dag)gerapporteerdwerden.
–Krachtvandeondersteledematen(kg):knie-extensietest.Dezeveldtestisgebaseerdopdeknie-extensietestvande‘PhysiologicalProfileAssessment’enstaatgedetailleerdbeschrevenindepublicatievanMartienetal.(2015b).
–Functionaliteitwerdgemetenaandehandvaneen6-minutenwandeltesteneenfunctioneletestbatterij(modifiedPhysicalPerformanceTest,mPPT).Voorgaandonderzoekheeftaangetoonddatde6-minutenwandeltesteengoedeindicatorisvooralgemenefunctioneleproblemen,watgedefinieerdkanwordenalseenwandelafstandvan<400mop6minutentijd(Morleyetal.,2011).Defunctioneletestbatterijbepaalthetfunctionaliteitsniveauaandehandvan9kleinetests.Ouderendielagerscorendan32opeentotaalscorevan36wordenbeschouwdalsfunctioneelbeperkt.
6.3Besprekingbelangrijksteresultaten
6.3.1Baseline-kenmerkenIntotaalwerden417bewonerspersoonlijkgecontacteerdmetdevraagofzewildendeelnemenaandeinterventie.Dertigprocentkonnietdeelnemenomwillevanfysiekeproblemenen7%hadmentaleproblemen.Daarnaasthad24%geeninteresseen15%fietstereedsopeenhometrainerofgewonefietsenwerddaaromgeëxcludeerd.Intotaalnamen95personendeelaandestudie,waarvan24personenindecontrolegroep(CON),35personenindegestructureerdefitnessgroep(STRUC)en36personenindeautonomie-ondersteunendegroep(AUT).Degemiddeldeleeftijdwas82.1±5.9jaar(leeftijdsbereik:66–93jaar).DebaselinekarakteristiekenzijnterugtevindeninTabel1.Erwerdengeenverschillengevondentussende3groepentijdensdepre-meting(p>.05).
6.3.2DeelnameaanhethometrainerprogrammaTabel2weerspiegeltdedeelnameaanhetfietsprogrammavanbeideinterventiegroepen.TijdensdeinterventieperiodefietsteSTRUCsignificantmeerdanAUT(deelnamecijfer[(aantalsessies/aanbevolensessies)*100]:p=.001;sessiesperweek:p=.001;minutenpersessie:p=.021).Deresultatentoondenwelaandatminimaalcontactmeteencoachvoldoendeisomhetfietsenopeenhometrainertepromotenbijouderenwonendeineenserviceflat,hoewelmeerstructuurenondersteuningleidentotgroteretrainingsvolumesopkortetermijn(p=.021).Ookbleek
despreidinginhetdeelnamecijfergroterbijAUTdanbijSTRUC,wateropduidtdaterbinnendeeerstegroepmeervariatieschuiltindetrainingsfrequentie.
Zesmaandennadeinterventiedaaldehetgebruikvandehometrainer(deelnamecijferensessiesperweek),metgeenverschillentussendeinterventiegroepen.Hetiswelzodat56.7%vanSTRUCen60.0%vanAUTverderfietstenaaneendeelnamecijfervanminstens20%(=15trainingssessiesovereenperiodevan6maanden).Meernog,26.7%(8vande30deelnemers)en20.0%(5vande25deelnemers)haddeneendeelnamecijfervan≥80%tijdensfollow-up.Hetaantalminutenpersessiesiswelgestegenvanpostnaarfollow-upinbeideinterventiegroepen.NetzoalsopkortetermijnwashetaantalminutenpersessiewelhogerinSTRUC(p=.001).Hetlijktdatdeondersteuningvanautonomieindezeleeftijdsgroepnietresulteertinhogeredeelnamecijfersoplangetermijn.DezebevindingisintegenspraakmetdebevindingenvanOpdenackerencollega’sbijeenjongeresteekproefvanouderen(Opdenackeretal.,2008),waarautonomie-ondersteuningweleenmeerwaardeboodoplangeretermijn.
Tabel1.Baselinekarakteristieken.
Note.6MW=6-minutenwandeltest(afgelegdeafstand);mPPT=modifiedPhysicalPerformanceTest
Tabel2.Gebruikvandehometrainertijdensde10-wekeninterventieperiodeentijdensde6-maandfollow-upperiodevoorbeideinterventiegroepen.
Nota.Deelnamecijfer=[(aantalsessies/aanbevolensessies)*100]aWaardenvoordeelnemersdiefietstenopdehometrainer;*Significantverschiltussenpre-postenpost-follow-up(*p<.05;**p<.001);§SignificantverschilmetAUT
6.3.3EffectenopfysiekeactiviteitVoorzelfgerapporteerdelichtefysiekeactiviteitwerdergeensignificanteffectvantijdgevondennocheensignificanteinteractietussentijdengroep.Voormatigefysieke-activiteitwerdweleensignificanteinteractietussentijdengroepgevonden.MeerbepaaldnamzelfgerapporteerdematigefysiekeactiviteittoevanprenaarpostinbeideinterventiegroepeninvergelijkingmetCONdieconstantbleef.Ookoplangetermijnscoordendeinterventiegroepenbeterdanbijdepremeting,niettegenstaandedestijgingvanprenaarfollow-upbijAUTnetnietsignificantwas(p=.055)(Figuur1).
Nota.*significantverschilvanprenaarpost;†prenaarfollow-up(p<.05)
§Tijdxgroepseffectpre-postmetCON,#Tijdxgroepseffectpost-follow-upmetCON(p<.05)
Figuur1.Veranderinginzelfgerapporteerdematigefysiekeactiviteitvanprenaarpostenfollow-up.
DaarenbovensteegAUTmeervanprenaarpostdanSTRUC(p=.007)enCON(p=.001)voorobjectiefgemetenmatigeFA.AandeanderekantwerdenkelinAUTeenstijgingopkortetermijngerapporteerdvoordagelijksenergieverbruik.Erwerdenechtergeenverschillengevondenoplangetermijn.
6.3.4EffectenopkrachtenfunctionaliteitOndanksdepositieveeffectenophetfietsenenfysiekeactiviteitinhetalgemeenwerdengeensignificanteinteractiestussentijdengroepgevondenvoor6MW,mPPTofknie-extensiekracht.Weltoondenderesultatenaandatvolhouders(metanderewoordenzijdieaanminstens80%vandetrainingssessiesdeelnamenopeenhometrainer)eenpositieve,dochkleineinvloedondervondenophunfunctionaliteit(+6.9±13.8%,p<.05)invergelijkingmetde‘niet-volhouders’(CONendeelnemersmetdeelnamecijfer<80%).Bovendiendaaldendeniet-volhouders(deelnamecijfer<80%)inspierkracht(-6.4±14.7%,p<.05),terwijlspierkrachtbijdevolhoudersconstantbleef.Erwerdduseensignificanteinteractietussentijdengroepgevondentussenvolhoudersenniet-volhoudersvoorstaplengte,mPPTeneentrendnaarsignificantievoorknie-extensiekracht(Tabel3).Hierbijdienenweweltevermeldendatdezeeffectennietmeerzichtbaarzijnoplangetermijn:erisdusgeenfunctioneelvoordeelvanprenaarfollow-upbijdevolhoudersvandeinterventietenopzichtevandeniet-volhouders.Wanneermenstoptmetfietsen,verdwijnendeeffecten.Enkelalsmenblijftfietsenoplangetermijnblijvendepositieveeffectenbehouden.
Tabel3.Gemiddelde(±SD)scoresvoorfunctionaliteitenkrachtbijbaselineendeprocentueleverschillen(±SD)vanprenaarpostenprenaarfollow-upvoorvolhouders(deelnamecijfer≥80%;N=45)enniet-volhouders(deelnamecijfer<80%enCON;N=38).
Nota.6MW=6-minutenwandeltest(afgelegdeafstand);mPPT=modifiedPhysicalPerformanceTest.*Significantverschilvanprenaarpost;†vanprenaarfollow-up;‡vanpostnaarfollow-up(p<.05)§Significantverschilmetbewonersmetdeelnamecijfer<80%(p<.05)
6.4BeleidsaanbevelingenDeevaluatievanbeweegprogramma’sisbelangrijkomverspillingvanmiddelenteverhinderenenomdepubliekegezondheidtothetgewensteniveautetillen.Zoweldeeffectiviteit(Heeftfietsenopeenhometrainereffectenopfunctionaliteitenkracht?)alsdeefficiëntie(Watisdeimplementatiekost?Isdekosten-batenanalysepositief?)moetenhierbijinrekeninggebrachtworden.Daarnaastmoeterzowelgefocustwordenopgezondheidsgerelateerdeuitkomsten(bv.krachtenfunctionaliteit)alsopgedragsverandering(Heeftdeinterventieeenlangdurigeffectophetbeweeggedrag?).
Deresultatenvandehierbovenvoorgesteldeinterventiessuggererendatfietsenopeenhometrainerhaalbaarlijktbijoudereouderen,zelfsalsdiefunctioneelbeperktzijn.Fietsenopeenhometrainerisimmerseenveilige,weinigbelastendeenrelatiefgoedkopevormvanactiviteitvoordezedoelgroep.Daarenbovenhebbendemeesteouderenervaringmethetfietsenopeenhometrainer(ofgewonefiets).Serviceflatskunnenhetspecifiekhometrainerprogrammatoepassen,gebruikmakendvandeverschillendestartniveausomtegemoettekomenaandeverschillendenodenbijouderen.Wanneereenhometrainergeplaatstwordtineengemeenschapsruimte(bijvoorbeeldindecafetaria)kunnenouderensamenfietsen,watdesocialeinteractiestimuleert.Bovendienkunnendeimplementatiekostenopdezemanierlaagwordengehouden.
Daarenbovenblijktdat,alhoewelmeerstructuurenbegeleidingtijdenshetinitiëleprocesresultereninhogeretrainingsvolumes,eenminimumaantalcontactmomentenmeteencoachvoldoendelijktomfysiekeactiviteittepromotenoplangetermijn.Dezelaatstebevindingkandeimplementatiekostenaanzienlijkdoendalen,aangeziendecoachslechts4xcontacthadmetdebewoners,inplaatsvan30keerindegestructureerdefitnessinterventie.
Fietsenopeenhometrainerheefteffectenopfunctionaliteitenspierkrachtopkortetermijn,maar10wekenfietsenisnietvoldoendeomdeeffectentebehoudenoplangeretermijn.Enkelbewonersdieblijvenfietsenhebbenblijvendepositieveeffectenopfunctionaliteitenkracht.Toekomstigebeweegprogramma’smoetendaaromfocussenopdeimplementatieoplangeretermijn,bijvoorbeelddoorhetvoorzienvanverschillendefollow-upprogramma’s(metverschillendeintensiteiten).
Autonomie-ondersteuningresulteertnietinbeterelangetermijneffecteninvergelijkingmetgestructureerdecoachingvoordepromotievanfietsenopeenhometrainerbijouderendieineenserviceflatwonen.Meernog,degestructureerdecoachingresulteerdeinmeerminutenpersessieopdehometraineropkorteénlangetermijn.DezebevindingdruistintegenderesultatendieOpdenackerencollega’sbekwamenbijeenietsjongereleeftijdsgroepvanthuiswonendeouderen(Opdenackeretal.,2008).Ditsuggereertdatoudereouderen(vanaf75jaar),inhetbijzonderzijdieinresidentiëlezorgcentraverblijven,quabewegingscoachingopeenanderemaniermoetenaangepaktwordendanjongereouderen(tot74jaar).
Tenslottekangesteldwordendathetfrequentgebruikvaneenhometrainerpositieveeffectenkanhebbenopdefunctionaliteitenspierkracht,maardatdeeffectenoplangetermijnenkelkunnenbehoudenblijvenindiendeouderenblijvenfietsen.Hetlijktdusbelangrijkomhometrainerprogramma’svoordeoudereouderentecombinerenmetvoldoendecoachingénmetbijkomendemotivationeletools(bijvoorbeelddoordehometrainertekoppelenaaneenGoogleEarth-programmawaardoordeouderendoorhunvroegerebuurtenkunnenrijden).
6.5ReferentiesBouaziz,W.,Schmitt,E.,Kaltenbach,G.,Geny,B.,&Vogel,T.(2015).Healthbenefitsofcycleergometertrainingfor
olderadultsover70:areview.EuropeanReviewofAgingandPhysicalActivity,12(8).doi:10.1186/s11556-015-0152-9.
Buchman,A.S.,Wilson,R.S.,Yu,L.,James,B.D.,Boyle,P.A.,&Bennett,D.A.(2014).Totaldailyactivitydeclinesmorerapidlywithincreasingageinolderadults.ArchivesofGerontologyandGeriatrics,58(1),74-79.
CentersforDiseaseControlandPrevention(2003).Publichealthandaging:trendsinaging–UnitedStatesand
worldwide.TheJournaloftheAmericanMedicalAssociation,289(11),1371-1373.Delecluse,C.,Theeboom,M.,Westerbeek,H.,Martien,S.,&Verheyden,E.(2012).Krachtlijnenvooreen
vernieuwdbeweeg-ensportbeleidvoorsenioreninVlaanderen–inopdrachtvanVlaamsMinistervanSportPhilippeMuyters.Brussel:VlaamseRegering.
denOuden,M.E.,Schuurmans,M.J.,Arts,I.E.,&vanderSchouw,Y.T.(2011).Physicalperformancecharacteristicsrelatedtodisabilityinolderpersons:asystematicreview.Maturitas,69(3),208-219.
FederaalPlanbureau(ADSEI)(2008).Bevolkingsvooruitzichten2007-2060.Onlinegeraadpleegdophttp://www.plan.be/press/communique-649-nl-bevolkingsvooruitzichten+2007+2060.
Giuliani,C.A.,Gruber-Baldini,A.L.,Park,N.S.,Schrodt,L.A.,Rokoske,F.,Sloane,P.D.,&Zimmerman,S.(2008).Physicalperformancecharacteristicsofassistedlivingresidentsandriskforadversehealthoutcomes.TheGerontologist,48(2),203-212.
Martien,S.,Delecluse,C.(promotor),Boen,F.(copromotor.),&Seghers,J.(copromotor)(2015a).Objectiveassessmentandpromotionofphysicalactivityinolderadultslivinginresidentialcarefacilities.Doctoraatsproefschrift.Leuven:KULeuven.
Martien,S.,Delecluse,C.,Boen,F.,Seghers,J.,Pelssers,J.,VanHoecke,A.S.,&VanRoie,E.(2015b).Iskneeextensionstrengthabetterpredictoroffunctionalperformancethanhandgripstrengthamongolderadultsinthreedifferentsettings?ArchivesofGerontologyandGeriatrics,60(2),252-258.
Morley,J.E.,Abbatecola,A.M.,Argiles,J.M.,Baracos,V.,Bauer,J.,Bhasin,S.,etal.(2011).Sarcopeniawithlimitedmobility:Aninternationalconsensus.JournaloftheAmericanMedicalDirectorsAssociation,12,403–409.
Morley,J.E.,Anker,S.D.,&vonHaehling,S.(2014).Prevalence,incidence,andclinicalimpactofsarcopenia:facts,numbers,andepidemiology-update.JournalofCachexia,SarcopeniaandMuscle,5,253-259.
Opdenacker,J.,Boen,F.,Coorevits,N.,&Delecluse,C.(2008).Effectivenessofalifestyleinterventionandastructuredexerciseinterventioninolderadults.PreventiveMedicine,46(6),518-524.
Ryan,R.M.,&Deci,E.L.(2000).Self-determinationtheoryandthefacilitationofintrinsicmotivation,socialdevelopment,andwell-being.AmericanPsychologist,55(1),68-78.
Scheerder,J.,Boen,F.,Vos,S.,Pelssers,J.,Thibaut,E.,&Vandermeerschen,H.(2011).Ouderenin-actie(f).Sociaalwetenschappelijkonderzoeknaarsportdeelnameensportbehoeftenvan55-plussersinVlaanderen.Gent:AcademiaPress.
Schutzer,K.A.,&Graves,B.S.(2004).Barriersandmotivationstoexerciseinolderadults.PreventiveMedicine,39.1056–1061.
vanderBij,A.K.,Laurant,M.G.,&Wensing,M.(2002).Effectivenessofphysicalactivityinterventionsforolderadults:areview.AmericanJournalofPreventiveMedicine,22(2),120-133.
VanHoecke,A.S.,Delecluse,C.,Bogaerts,A.,&Boen,F.(2014).Thelong-termeffectivenessofneed-supportivephysicalactivitycounselingcomparedwithastandardreferralinsedentaryolderadults.JournalofAgingandPhysicalActivity,22,186-198.
Vellas,B.,Cestac,P.,&Moley,J.(2012).Implementingfrailtyintoclinicalpractice:wecannotwait.TheJournalofNutrition,HealthandAging,16(7),599-600.
Warburton,D.E.,Nicol,C.W.,&Bredin,S.S.(2006).Healthbenefitsofphysicalactivity:theevidence.CanadianMedicalAssociationJournal,174(6),801-809.
Washburn,R.A.,Smith,K.W.,Jette,A.M.,Janney,C.A.(1993).ThePhysicalActivityScalefortheElderly(PASE):developmentandevaluation.JournalofClinicalEpidemiology,46,153-162.
WetenschappelijkInstituutVolksgezondheid(2013).HISIA:BelgianHealthInterviewSurvey–InteractiveAnalysis.Onlinegeraadpleegdophttps://hisia.wiv-isp.be.
7.‘Sportlight’vanuiteenaanbodsperspectief:eenkwalitatieveanalyse
JeroenScheerder,JulieBorgersenBartVanreusel
7.1.InleidingVerschillendestudieswijzenopeentoenamevansportdeelnameinmeerflexibele,nietnoodzakelijkclubgebondensettings(Bergsgard&Tangen,2011;Eimeetal.,2015;Scheerderetal.,2013;Tiessen-Raaphorst,2015;VanBottenburgetal.,2005).Ditblijktuitdedeelnamecijfersinfitnesscentra,sportevenementen,informelegroepenenzelfgeorganiseerdeindividueleverbandendiedoorheendelaatstedecenniasterkgestegenzijn.Hetpercentageclubsporters,daarentegen,bleefdelaatstejarenrelatiefstabiel(Scheerderetal.,2013,2015a).Uitrecentonderzoekblijktdaterverschillenbestaaninhetdeelnemersprofielvansportersenpatronenvansportbeoefeninginfunctievandeorganisatorischesettingwaarinmensportactiefis(Borgersetal.,2016a,2016b;Scheerderetal.,2011,2015b).Inrelatietotdezeontwikkelingenwordtervanuithetsportbeleidsteedsmeerdrukuitgeoefendoplokalesportorganisatiesomzichaantepassenaanmaatschappelijketrendsenveranderendenodenenbehoeftenvansportparticipanten(vanderRoestetal.,2015).
Indezebijdragewordthetconcept‘sportlight’centraalgesteldenbestudeerdvanuiteen(lokaal)organisatorischperspectief.Meerspecifiekwordtdevraaggesteldofenhoelokalesportaanbiedersmoetenenkunneninspelenopdetrendvan‘sportlight’.Tersitueringvandithoofdstukwordtindevolgendeparagraaftoelichtinggegevenbijdeconceptueleafbakeningvanhetbegrip‘sportlight’.Vervolgenswordteenbeknoptoverzichtgegevenvandestandvanzakeninhetonderzoeknaar‘sportlight’enwordendeonderzoeksvragenvoorgesteld.Demethodologieenderesultatenvattendekernvanditonderzoek,waarnadeblikinhetbesluitverruimdwordtnaardehieraangekoppeldebeleidsimplicaties.
7.2Conceptueelkader:‘sportlight’Hetbegrip‘sportlight’wordtgehanteerdomdediversiteitvan‘lichtere’manierenomaansporttedoen,althansoporganisatorischvlak,tebeschrijven(Scheerder&VanBottenburg,2010).Met‘lichter’wordtinditgevaldusverwezennaardeflexibiliteit,ongebondenheiden/ofhetgemakvanorganisatiedatmogelijkgemaaktwordtineenbepaaldesetting.Prototypischevoorbeeldenvansportlightzijnzelfgeorganiseerdesolosportenzoalsfietssport,loopsportenwandelsport,dieopeenderwelkeplaatsentijdstipbeoefendkunnenworden.Maar‘sportlight’hoeftnietnoodzakelijktoegeschreventewordenaaneenbepaaldtypesportenofeenbepaaldeorganisatorischesetting.Denkenwemaaraanstraatvoetbal,‘Startto’-campagnesinallerleisporten,beachvolleybal,ofhetniet-lidmaatschapsgebondengebruikvan(publiekeofprivate)tennisterreinen,etc.Dergelijkevoorbeeldentonenaandatnietalleensolosporten,maarsteedsmeerookduo-enteamsportenzichtot‘light’versieskunnenontpoppen,endatooktraditioneel‘zwaargestructureerde’organisatieszoalsclubseenlichtaanbodkunnenintegreren.
Figuur1stelteenconceptueelkadervooromhetbegrip‘sportlight’aftebakenen.Doordeintersectievantweeassengelinktaandevraagzijde(X-as)endeaanbodzijde(Y-as)wordenvierkwadrantenonderscheiden.Dittoontaandateen‘zware’organisatiestructuurnietnoodzakelijkeen‘zware’belevingmetzichmeebrengten,omgekeerd,dateen‘lichte’gemeenschapnietnoodzakelijk‘licht’isindebelevingvanparticipanten.Dedynamiekvanhetmodeltoontbovendienaandateenbepaaldeorganisatienietnoodzakelijkals‘zwaar’of‘licht’gepositioneerdkanenmoetworden.Verschillentussenenbinnenorganisatieszijnmogelijkwanneerorganisatiesvaneenzelfdetypeeenverschillendeaanpakhanteren,ofwanneereenbepaaldeorganisatiehaaraanpakinterndifferentieertomeenbrederpubliektebereiken.Metdezenuanceinhetachterhoofdwordenvooriederkwadrantenkelevoorbeeldengegeven.
Demeest‘lichte’vormenvanorganisatiewordenrechtsboven(kwadrantII)gepositioneerd.Erishierbijgeensprakevaneenexterneorganisatieenparticipantenhebbeneengroteautonomieindebeslissingwaar,wanneerenmetwieaansporttedoen:alleenofineeninformelegroepvanvrienden,familieofkennissen.Hiertegenoverbevindtzichlinksonder(kwadrantIII)de‘zwaar’gestructureerdesportdieeensterkematevanengagementvanwegedeledenvergt.Detraditioneleaanpakvaneenclubkanhierinalseenprototypischvoorbeeldgezienworden:hetlidmaatschapdienttijdigenvooreenlangereperiodeafgeslotenteworden,menwordtverwachtopvastetrainingsurenen–tijdstippenenisafhankelijkvandebeschikbaarheidvaninfrastructuur.Ookgroepslessenineenfitnesscentrumkunnenaandezezijdevanhet
continuümgeplaatstworden.Mendienthiermeestalnamelijkvoorinteschrijvenopvoorafbepaalde(beperkte)tijdstippen.Ditwordtdaaromals‘zwaarder’daneenklassiekfitnessabonnementbeschouwd,waarbijmeneenderwanneertijdensdeopeningsurenzijn/haarsportactiviteitkanuitoefenen,enmenmogelijkeenbeurtverliestindieneenafspraaknietnageleefdwordt.Hetdientdaarombenadrukttewordendatdepositievandergelijkevoorbeeldenophetcontinuümindicatiefisendatverschillentussenverschillendeorganisatieskunnenoptreden.
Figuur1.Conceptueelkadervan‘zware’en‘lichte’organisatievormenindesport.
Daarnaastzijnerookheelwattussenvormen.Bijvoorbeeld,informelegroependiedoorongeschrevenregelsenafsprakenerggestructureerdzijn,kunnenlinksboven(kwadrantI)geplaatstworden.Ditistevensdewegdieinformelegroepenvolgenwanneerzezichsteedsmeer‘formaliseren’omuiteindelijkteevoluerentoteenformelesportclub.Indeomgekeerderichtingkunnenuiteensportclubinformelegroepenontstaandiezichafscheurenvandeclubomhunsportopzichzelftebeoefenen.Rechtsonder(kwadrantIV)daarentegenwordenformelesportaanbiedersmeteen
‘licht’aanbodgeplaatst:wateenheelzwareorganisatiestructuurblijkttezijn(bv.deoprichtingvaneenfitnesscentrum,deorganisatievaneensportevenement),kaneenzeerlichtebelevingvoordeparticipantindehandwerken(bv.flexibellidmaatschap,langeopeningsuren).Anderevoorbeeldendieinditkwadrantgeplaatstkunnenwordenzijnsportdienstenenbedrijfssportmaarookclubsdieeenflexibelaanbodintegreren(bv.‘Startto’).
7.3LiteratuurenvraagstellingOpbasisvanderesultatenvanhetaflopendesteunpuntonderzoeknaarhetprofielvanlichtesportbeoefenaars,blijktdatdezetrendeenaantalkansenenuitdagingenmetzichmeebrengt(Borgers,2015;Borgersetal.,2016a,2016b,2016c;Scheerderetal.,2015b).Kansenzijnonderanderegerelateerdaandediversiteitvandeelnemersinverschillendeorganisatorischesettings.Zotrekkenlichtereorganisatievormenmeervolwassenen,vrouwenenmensenmeteenlagerefinanciëlestatusaandanhettraditioneleaanbodvansportclubs.Ookmensendietijdenshunjeugdinactiefwaren,kiezenoplatereleeftijdeerdervooreenniet-ofandersgeorganiseerdverbanddanvooreenclub.Hoeweldeclubeenmeercontinupatroonvansportdeelnameindehandblijkttewerken,suggereertditdat‘sportlight’eenmeertoegankelijkesettingvoorsportbeoefeningisvoormensenmetweinigsportervaring.Daarnaastdoenlichtgeorganiseerdesportbeoefenaarsvaakaansportomwillevangezondheidsredenenofvooreenmooiuiterlijk,terwijlbijclubsporterssocialeenprestatievemotievenvoorclubsportdeelnameprimeren.
Enkelemogelijkevalkuilenwaarmeerekeningdientgehoudenteworden,betreffenechterdefrequentievansportbeoefeningendetijddiebesteedwordtaansport,alsookdecontinuïteitvansportdeelnameoverdelevensloop.Clubsportersblijkenoverhetalgemeennamelijkmeertijdtebestedenaanhunsportenfrequenteractieftezijnopweekbasis.Ookblijkenpatronenvanlevenslangedeelnameeerdergegarandeerdineenclubgeorganiseerdverbanddanineentypische‘light’setting.Opbasisvanlongitudinaalonderzoekwerd(nog)geentransfervastgesteldtussenniet-clubgeorganiseerdesportenclubsportdeelnameofomgekeerd.
Rekeninghoudendmetdevoordelendieeensportclubkanbiedenophetniveauvanbegeleiding,infrastructurelevoorzieningenen,zoalsvastgesteldinditonderzoek,detijdsbestedingaansportendefrequentieencontinuïteitvansportbeoefening(Borgersetal.,2016b),wordtgesuggereerddatclubshunaanboddienentedifferentiërenteneindeeenbrederpubliekvandezevoordelentelatengenieten.Eenfocusop
lichtgeorganiseerdesportbeoefeningkanhierbijoplossingenbiedenomeenevenwichttezoekentussendekwantiteit(hetverhogenvandealgemenesportparticipatiegraadendeondersteuningvanzoveelmogelijksporters)enerzijdsendekwaliteitvansportbeoefening(eenmeerfrequentenlevenslangpatroonvansportdeelname)anderzijds.InfunctievandeoptimalisatievandebeleidsvoeringinzakeSportvoorAllen,wordtinditonderzoekdevisievanlokalesportaanbiedersop‘sportlight’inkaartgebracht.Uiteerderonderzoekmochtreedsblijkendatveranderendehoudingenvansportparticipantenzoweluitdagingenalskansenmetzichmeekunnenbrengenvoorclubs(vanderRoestetal.,2015).Metdezestudiewensenwemeerinzichtteverwervenindevisievansportclubsenanderelokalesportaanbiederstenaanzienvan‘sportlight’.Opbasishiervankunnenbeleidsmakersenandererelevanteactoreneeninschattingmakenvandemogelijkeopportuniteitenenuitdagingengerichtopdeondersteuningvaneenverbredendsportdeelnameveld.Meerspecifiekwordenerindezebijdragevierhoofdvragenonderscheiden:–Inhoeverrevormtsportlighteenkansofbedreigingvoorhetsportaanbod?–Inwelkesectorligtdeverantwoordelijkheidomintespelenopsportlight?–Waarliggenermogelijkhedenomintespelenopsportlight?–Waarliggenermoeilijkhedenomintespelenopsportlight?
7.4MethodeVoorhetvoorgesteldeonderzoekwordtkwalitatiefonderzoeksmateriaalgebruiktomdiepte-inzichtenteverschaffenindevisievanlokalesportaanbiedersop‘sportlight’.Semigestructureerde,individueleinterviews(n=43)werdenafgenomenbijvertegenwoordigersvansportorganisatiesinVlaanderenenhetBrusselsHoofdstedelijkGewest(BHG).
7.4.1SteekproefselectieEensteekproefvan43lokalesportaanbiederswerdgeselecteerdopbasisvaneenstapsgewijzestratificatieprocedurebinnendedriesportsectoren:(i)gemeentelijkeofstedelijkesportdiensten(overheid,n=14),(ii)unisportclubs(middenveld,n=15),en(iii)commerciëlesportorganisatiesmeteenlokaalsportaanbod(markt,n=14)(Tabel1).Erwerdgekozenvoorsportaanbiedersoplokaalniveauomdatzijhetdichtstbijde(non-)participantstaan.Zijhebbenzichtoplokalenoden,enkunneneeninschattingmakeninhoeverrehethaalbaarenwenselijkisomopdezetrendintespelen.Drieselectiecriteriawerdenvooropgesteldomeenbetekenisvollesteekproeftebekomen.
Eeneersteselectiecriteriumbetrofhettypesportdataangebodenwerddooreenorganisatie.Eendiversiteitvansporttakkenindesteekproeflaattoeomdeonderzoeksproblematiekvanuitverschillendeinvalshoekentebenaderen.Bijdesportclubswerdergestreefdnaareenevenredigeproportievanclubsdieeensolo-,duo-ofteamsportaanbieden.UnisportclubsdiedezesporttakkenaanbiedenwerdengeselecteerduiteenrepresentatievedatasetvandeeerstewavevanhetVlaamseSportclubPanel(Scheerderetal.,2010).Bijdecommerciëlesportaanbiederswerdeenbredewaaieraanactiviteitendietypischineencommercieelverbandaangebodenwordenvooropgesteld(Scheerder&VanBottenburg,2010).Diteerstecriteriumkonniettoegepastwordenvoorlokalesportdienstenomdatzijactiviteiteninverschillendesporttakkenaanbiedenenfaciliteren.
Ineentweedestapwerdendeorganisatiesdieinaanmerkingkwamenopbasisvanhunsportaanbodgeselecteerdopbasisvansociaal-economischekenmerkenvandegemeentewaarinzegelegenwaren(Belfius,2007).Hierbijwerdensportorganisatiesondergebrachtinvolgendeclusters:(i)centrumgemeenten,(ii)gemeentenmeteenconcentratievaneconomischeactiviteit,(iii)woongemeenten,(iv)landelijkegemeenten,(v)agglomeratiegemeenten,en(vi)toeristischegemeenten.Ditcriteriumwerdeersttoegepastopdeselectievansportclubsomdevariëteitaansporttakkentegaranderen,vervolgenswerdenlokalesportdienstenencommerciëlesportaanbiedersgezochtindezelfdegemeentenofsteden.Indienditniethaalbaarwas,werdeengemeenteofstadmeteengelijkaardigprofielgezocht.
IneenderdestapwerdgestreefdnaareengeografischespreidingoverVlaanderenenhetBHGdooreenproportionelesamenstellingvandesteekproefoverdeverschillendeprovincies.
Respondentenwerdentelefonischenpere-mailgecontacteerd.Deresponsratioopdezeuitnodigingbedroeg81,8%.Inhetgevalvannon-respons,werdtelkensgezochtnaareenorganisatiemeteenvergelijkbaarprofiel.Erkangesteldwordendatmeteentotaalvan43interviews,waarbijongeveer15interviewsinelkesectorafgenomenwerden,eensaturatiepuntbereiktwordt(zieookGuestetal.,2006).Bijweigeringvoordeelnamewerdervoornamelijknaareentijdsgebrekverwezen.
Tabel1.Overzichtvandesteekproefsamenstellingmetachtergrondkenmerkenvanvertegenwoordigersvandedeelnemendesportorganisaties(n=43).
7.4.2Dataverzameling
7.4.2.1Voorbereiding
Nabevestigingtotdeelnameaandestudiewerdaanderespondenteneenvoorbereidendelijstmetstellingenovertrendsinsportdeelnameendeimpacthiervanopsportorganisatiesbezorgd.Hierbijontvingmentevenseen‘topiclist’metdehoofdlijnenvanhetinterview.Opbasisvandezeinformatiekreegderespondentdekansomvoorafgaandaanhetinterviewnatedenkenoverdegesteldeproblematieken,hieraangekoppeld,dewerkingvandeeigenorganisatie.
7.4.2.2Afnameinterviews
43semigestructureerdeindividueleinterviewswerdenafgenomentussenoktober2012enapril2013.Alleinterviewswerdenafgenomendoordezelfdeinterviewer.Eenassistent-interviewernamnota’senvuldewaarnodigaanmetvragennaafloopvanhetinterview.Alleinterviewswerdenopgenomenmeteendictafoonenvervolgensdigitaaluitgeschreven.Eeninterviewduurdegemiddeld45tot60minuten.
Destructuurvanhetinterviewvolgdeeenschemavanvragenmetbetrekkingtotvolgendedomeinen:(i)structuurenaanbodvandeorganisatie(opwarming,kennismaking),(ii)trendsinsportdeelname,(iii)voor-ennadelenvansportlight,(iv)behoeftenvanenuitdagingenvoorsportorganisatiesgerelateerdaandeopkomstvansportlight,(v)nodenvansportbeoefenaars,en(vi)deinschattingvankansenenbedreigingengerelateerdaandezetrend.Afhankelijkvanhetverloopvanhetinterviewkondenbepaaldevragenineenanderevolgordegesteldworden.
7.4.2.3Dataverwerkingenanalyse
RelevantestellingenuitdedigitaletranscriptiesvandeinterviewswerdenmetbehulpvanQSRNvivo11gestructureerdenvervolgensgeïnterpreteerddoordeonderzoekers.Eeninductievecodeertechniekwerdgehanteerd,watbetekentdatergeenaprioricodeswerdengebruikt(Mortelmans,2011).Ineeneerstestapwerdenrelevantestellingenuitdetranscriptiesgeselecteerdengecodeerdaandehandvaneenomschrijvingdieheelnauwverwantwasmetdeinhoudvandestelling.Zokondenindezefasedestellingenlosgekoppeldwordenvandeorigineledocumenten.Ineentweedestapwerdende‘nodes’(i.e.categorieënvanstellingen)gereviseerdengeclusterdinbrederecategorieënmetonderverdelingen.Indezestapwerdookbekekenofdegeselecteerdeinhoudvolledigindetoegekendecategoriepaste,zodatherschiktkonwordenwaarnodig.Indederdeenlaatstestapwerdendeverschillendenodesverdergestructureerdomeenoverzichtelijkantwoordopdevierhoofdvragentepresenteren1.Defrequentievandeverschillendeantwoordcategorieënwordttelkensgepresenteerd(totaalenpersector).Hierbijkandeverhoudingvandefrequentievaneenantwoordtenopzichtevanhetaantalrespondenten(n=43)eenindicatiegevenvandepopulariteitvaneenargument;dochmagditnietveralgemeendwordenwegensgebrekaanrepresentativiteit.
7.5Resultaten
7.5.1Sportlight:eenkansofbedreiging?Deinterviewstonenaandatdemeningenoverdeopkomstvansportlightverspreidzijn,hoeweldemeerderheidvandevisiesnaarpositieveaspectenverwijst(Tabel2).Kansendiegerelateerdwordenaansportlighthebbenbetrekkingopdepotentiëlegroeivansportorganisatiesofopdestijgingvansportdeelnameinhetalgemeen.Infunctievandealgemenesportpromotiewordtsportlightalscomplementairaandetraditioneleclubsportbeschouwd.Metdegroeivansportorganisatieswordtverwezennaarstijgendeledenaantallenenextraopbrengstendiekunnenvoortkomenuit,
bijvoorbeeld,deorganisatievanactiviteitendiezichopniet-ledenrichten.Anderzijdsverwezeneenaantalrespondentennaarmogelijkebedreigingen.Devreesvooreenverliesaanledenwerdvoornamelijkaangehaaldvanuitenmeteenverwijzingnaardeverenigingssector.Anderebezorgdhedenhaddenbetrekkingopeenmindercontinuenregelmatigpatroonvansportdeelnameeneengebrekaanbegeleiding.Hetgebrekaancontinuïteitvansportbeoefeningineenniet-clubgeorganiseerdverbandwerdookaangetoondinhetonderzoekaandevraagzijde(zieBorgers,2015;Borgersetal.,2016b).
Eenkleinaantalrespondentennuanceerdedekansenenbedreigingendiegerelateerdwordenaansportlight.Hierbijzietmendalendeledenaantallennietnoodzakelijkalsnefastwanneerditeenmeerkwalitatievewerkingbinnenclubsindehandkanwerken.Tevenswerdinditopzichtverwezennaardenoodaaneengoedevenwichttussendeondersteuningvangeorganiseerdeenniet-georganiseerdesportindebeleidsvoering,waarbijverschillendecontextenvoorsportbeoefeningalscomplementairbeschouwdworden.Overmogelijkhedenomeendergelijkparallelbeleidvormtegeven,wordtverderindithoofdstukuitgeweid.
Tabel2.Overzichtvanvisiesvanrespondentenuitsportorganisatiesinverschillendesectorenmetbetrekkingtotkansenenbedreigingengerelateerdaan‘sportlight’.
7.5.2VerantwoordelijkheidomintespelenopsportlightTijdensdeinterviewswerdaanrespondentengevraagdofsportaanbiedersmoeteninspelenopdetrendvanzelfgeorganiseerdesportbeoefeningen,indienzo,welkesectorhierdeverantwoordelijkheidzoumoetenvoordragen.Deantwoordenopdezevraagtonenaandatergeenunaniembesluitbestaatoverwelkesectorhierietsvoorkandoen(Tabel3).Hetisbovendienopvallenddatervaakdoorverwezenwordttussendeverschillendetypessportaanbieders.Bijvoorbeeld,hetargumentdatdeverantwoordelijkheidbijsportclubsen–federatiesligt,werdaangehaalddoormarktspelersensportdiensten,maarnietdoorsportclubszelf.Wanneerernaarcommerciëlesportaanbiedersverwezenwordtomhieropintespelen,isditvaakomdatdezesector‘overmeermiddelenbeschikt’.Eenaantalrespondentensteltookdaternietnoodzakelijkéénsectorverantwoordelijkgesteldmoetworden,maardatmenmoetkijkennaarlokalenoden.
Tabel3.Overzichtvanvisiesvanrespondentenuitverschillendesectoren(markt,
overheid,middenveld)m.b.t.deverantwoordelijkheidomintespelenopsportlight.
Denoodaanintersectoralesamenwerkingwordtbenadrukt.Hierbijishetopvallenddatdegemeentelijkesportdiensteenvaakverkozenpartneris,endatdesportdienstzichookopensteltomsamentewerkenmetandereactoreninfunctievandeoprichtingvanlichteinitiatieven.Anderzijdszijnerookeenaantalrespondentendiestellendathiernietnoodzakelijkopingespeeldmoetworden,omdatzelfgeorganiseerdesporterseenapartsegmentzijnwaarvoormen‘niets’kandoen.
7.5.3MogelijkhedenomintespelenopsportlightDevraagwerdgesteldwelkeinitiatievenerindeorganisatiereedsgenomenwerdeninfunctievansportlightenofmenhierindetoekomstnieuweinitiatievenvoorzouoprichten.Deantwoordenopdezevraagkunnenideeënaanreikenvoorsportaanbiedersenbeleidsmakersom,indiengewenst,lichteinitiatieventeintegrereninhethuidige
aanbod.Antwoordenvansportaanbiederswerdenonderverdeeldindriehoofdcategorieën(zieTabel4):(i)hetvoorzienvanfaciliteiten,(ii)dedifferentiatievanlidmaatschapsformules,en(iii)deintegratievaneen‘licht’aanbod.Kenmerkendvoordezeinitiatievenisdatzeeengrote(re)mateautonomieenflexibiliteitindehandwerkendanhettraditioneleclubsportaanbod,wateenbelangrijkevereisteisvoorlichtgeorganiseerdesportbeoefenaars(zieookBorgersetal.,2016b).Tochkandestructuurdiegebodenwordtdoorhetinitiatiefmogelijkvoordelenbiedendienietaanwezigzijnwanneermenvolledigopzichzelfsport,bijvoorbeeldeenvormvansocialedruk,begeleidingenondersteuningdiedekwaliteitvansportdeelnameverhogen.Opvallendisbovendiendatdeantwoordenopdezevraagvaaksectorspecifiekzijn,vooralmetbetrekkingtotdeeerstetweeantwoordcategorieën.Toelichtingbijdevoorbeeldenwordtgegevenonderdetabel.
Tabel4.Overzichtvan‘lichte’initiatievendieorganisatiesnemenofzoudenkunnenoprichteni.f.v.deondersteuningen/ofpromotievansportlight.
7.5.3.1Voorzienvanfaciliteiten
Hetvoorzienvaninfrastructuurenopenbareruimteishetmeestaangehaaldevoorbeeldvaneeninitiatiefdatgenomenwerdofindetoekomstgenomenzalwordenom
lichtgeorganiseerdesportbeoefeningtefaciliteren.Ditwordtvoornamelijkdoorvertegenwoordigersvansportdienstenaangehaald.VoorbeeldenvanlichtesportinfrastructuurzijnFinsepistes,basketbalpleintjes,loopomlopen,petanqueveldjes,mountainbikeroutes,skatebowls,etc.Ooksportclubshalenditargumentaan,maarverwijzenhierbijnaardenoodaaninfrastructurelevoorzieningenvanuitdestadofgemeenteomdatzezelfvaakoverteweinigruimteenmiddelenbeschikken.Eenanderemogelijkheidomlichtgeorganiseerdesportbeoefeningtefaciliterenishetaanbiedenvantools,zoalsdeuitgavevansportgidsenwaarmeemensenopeenongeorganiseerdemanierhunwegkunnenvindeninhetsportlandschap,ofappsofsocialemediaommetanderenincontacttetreden.EentreffendvoorbeeldvanditlaatsteishetSportbuddyprojectvandeprovincieLimburg,waarmeemenonlinenaareenpartnervoorverschillendesportenkanzoeken2.
7.5.3.2Differentiatievanlidmaatschapsformules
Dedifferentiatievanlidmaatschapsformuleswordtvoornamelijkaangehaalddoorcommerciëlespelersensportclubs.Dezetactieklijktalhetmeestingeburgerdtezijninhetcommerciëlesportaanbod,waarkeuzemogelijkhedenbestaaninabonnementsformulesinfunctievandefrequentievanhetgebruikvanfaciliteiten,debindingstermijn,deactiviteitenwaaraanmenwiltdeelnemen,etc.Erkanooknaardoelgroepengedifferentieerdworden(bv.naarniveau,geslacht,leeftijd,socialeklasse,etc.).Lichterebindingsformuleskunneninditopzichtgeïntegreerdwordenomgroepentebereikendiemoeilijkdewegnaardeclubvinden.
7.5.3.3Integratievaneenlichtaanbod
Binnenbestaandeorganisatieswordeninitiatievengenomenom,supplementairaanhetbestaandegestructureerdeaanbod,eenlichteraanbodtecreërenomzelfgeorganiseerdesportersofnieuwegroepentebereiken.Voorbeeldenhiervanzijndeorganisatievanééndaagseactiviteitenofevenementen,deorganisatievan‘Startto’-lespakkettenenhetvoorzienvanlichtebegeleidingofpersonalcoaching.Lichtebegeleidingkanopbepaaldelocaties(bv.aaneenFinsepiste,ineensporthal,etc.)tijdensvoorafbepaaldeurenvoorzienworden.Eénrespondentuitdesteekproefvansportdienstenverweesnaardenoodaandeuitbouwvanmultisportclubsommensenmetgevarieerdeinteressesaantetrekken.
7.5.4MoeilijkhedenomintespelenopsportlightTijdensdeinterviewskwamennietenkelmogelijkhedenenopportuniteitennaarvooromintespelenopsportlight,maarwerdenerookeenaantalbeperkingenaangehaalddiehetbestaandeorganisatiesmoeilijkmakenomeen‘licht’aanbodteintegrereninde
huidigewerkingen/ofomfaciliteitenterondersteuningvanzelfgeorganiseerdesportbeoefeningtevoorzien.EenoverzichtvanmogelijkedrempelsenmoeilijkhedenomintespelenopsportlightisweergegeveninTabel5.Dezewerdenonderverdeeldindriecategorieën:(i)structurelebeperkingen,(ii)geengepastantwoordmogelijk,en(iii)anderemoeilijkheden.
Tabel5.Overzichtvanargumentendiegegevenwerdendoorrespondentenuitsportorganisatiesinverschillendesectorenmetbetrekkingtotmoeilijkhedenomintespelenopsportlight.
7.5.4.1Structurelebeperkingen
Structurelebeperkingenwerdenvoornamelijkaangehaalddoorsportclubsensportdiensten.Eenvaakgehoordargumentindezecategoriewaseengebrekaanruimte,middelenen/ofpersoneelomintespelenopsportlight.Bijvoorbeeld,clubshaaldenaangebondentezijnaandebeschikbaarheidvaninfrastructuurdievaakgehuurdwordtomhetclubaanbodvormtegeven,waardoorhetmoeilijkisomextraurenvoor‘vrije’sportbeoefenaarstevoorzien.Gemeentensteldendaarentegennietvoldoendetebeschikkenoverdegeschiktemiddelenenruimte,omdatditnietinhethuidigedecreetofinfrastructuurplanpaste.Hieraangerelateerdverwezenenkelerespondentennaardemoeilijkheidomintespelenopsportlightomdatmenbeperktwordtdooreenregelgevingvanbovenaf,bijvoorbeeldinhetgevalvaneenfiliaalvaneenfitnessketen,waardoorerweinigruimteisomintespelenoplokalenoden.Eenaantalclubsgafookaannietopgewassentezijntegenhetcommerciëlesportaanbod,waarvanuiteenwinstperspectiefsterkoptrendsingespeeldwordt.
7.5.4.2Geengepastantwoordmogelijk
Voornamelijkvanuitsportclubswerderverwezennaardemoeilijkheidomeengepastantwoordopde‘light’trendtevinden.Enerzijdszietmendezelfgeorganiseerdesportersalseenongrijpbaarsegmentwaarmen‘niets’voorkandoen,datmennietkancontrolerenen/ofwaarvanmennietweethoehieropintespelen.Dezemoeilijkheidwordtookbevestigddoorinterviewsmetniet-georganiseerdesporters:zijvoelennietnoodzakelijkeennoodofzijnnietgeïnteresseerdineengeorganiseerdaanbod(Borgersetal.,2016b).Anderzijdswerddooreenaantalrespondentengestelddatlichtgeorganiseerdesportnietpastbinnendevisieenwerkingvaneenorganisatie,omdatditeenandereaanpakvergten/ofmenvindtdathetnietmogelijkisomslechts‘nuendan’tekomen.Eenderdeargumentdatrelatiefvaakaangehaaldwerdisdatdecreatievaneenlichtaanbodnietmogelijkisbinnenelkesporttak.Opbasisvandezestudieishetechternietmogelijkomvasttestellenofbepaaldesporttakkenzichmeerofminderlenentoteen‘lichte’variant,omdatbinnenelkesporttakslechtséénrespondentaanhetwoordkwamendevisiehiervannietveralgemeendkanworden.
7.5.4.3Anderemoeilijkheden
Eenaantalanderemoeilijkhedendiedoorverschillendeactorenaangehaaldwerden,betreffendeonzekerheidvaninvesteringenineendergelijk‘licht’aanbodendediversiteitvanhetreedsbestaandesportaanbod.Doorditlaatsteishetvolgenséénvanderespondentennietwenselijkomverdertedifferentiërenenintespelenopverschillendegroepenomdatdemarktstilaanverzadigdisenmenvreest‘debomennietmeerdoorhetbostezien’.Daarnaastwordtdoorcommerciëlesportaanbieders
aangehaalddathetsomsmoeilijkisomeenevenwichttevindentussenhettendienstestaanvandemaatschappijenhetoverlevenbinnendeeigenorganisatie.Ditlaatsteargumentsuggereertdatdeintegratievaneenlichtaanbodnietaltijdalswinstgevendbeschouwdwordt.
7.6BesluitDeresultatenvandeinterviewskunnenbeleidsmakersinzichtenverschaffenindevisievanlokalesportaanbiedersopdeopkomstvansportlight,alsookopdemogelijkhedenenmoeilijkhedendieervarenwordenomintespelenopdezetrend.Eenbeleidsgerichteanalysevandezeperceptiesisnodigomdatdepopulariteitvansportlightvragendoetrijzenoverdenodenenmogelijkhedenvansportorganisatiesomhunaanpakbijtesturen.Enerzijdsblijktsportlightopportuniteitentecreëreninfunctievanstijgendesportparticipatiecijferseneenbrederpubliekdataangetrokkenwordtdoorniet-clubgeorganiseerdesport(‘sportlight’).Anderzijdswordtvastgestelddatclubsportdeelnamenietdaaltendatdecapaciteitvanclubsrelatiefgezienhetzelfdeblijftwatbetreftpersoneelsinzeteninfrastructurelevoorzieningen.Eenbelangrijkgeschilpuntzitechterindeduurzaamheidvansportbeoefening:clubgeorganiseerdesportblijktoverhetalgemeeneenmeerfrequentencontinupatroonvansportdeelnameindehandtewerken.Tevenskangesteldwordendatclubgeorganiseerdesportvoordelenbiedtinfunctievanbegeleidingengezondheidspromotie.Dezevoordelensuggererendatzoveelmogelijksportersnaardeclubgeleidmoetenworden.Rekeninghoudendmetdeprofielenenmotievenvansportersineenlichtgeorganiseerdverband,wordtaanbevolenommetdeintegratievanlichteorganisatievormendetransfervanniet-clubgeorganiseerdenaarclubgeorganiseerdesportteverhogen.Doorviaeenlichtaanbodmetclubsincontacttekomen,kandecontinuïteitenkwaliteitvansportdeelnamemogelijkindehandgewerktworden.
Deinterviewstonenaandatzowelkansenalsbedreigingengezienwordenin‘lichte’anders-ofzelfgeorganiseerdesportbeoefening(zieookvanderRoestetal.,2015).Debedreigingenzijnechtervandienaarddatzenieuweopportuniteitenkunnencreërenvoordegeorganiseerdeverenigingssector:zoweleenmogelijkledenverliesalseengebrekaancontinuïteitenbegeleidingkanopgevangenwordendooractiefintespelenopsportlight.Dooreenlichtaanbodalsopstapnaardesportclubtebeschouwen,kanhetevenwichttussenclub-enniet-clubgeorganiseerdesporthersteldworden.Inhethoofdstukwerdeneenaantalconcretevoorstellengedaanom‘sportlight’inhetgeorganiseerdesportaanbodteintegreren,zoalsopbasisvandevoorzieningvansportfaciliteiten,dedifferentiatievanlidmaatschapsformulesofdeontwikkelingvan
doelgerichteprogramma’s.Rekeninghoudendmetbarrièresdieniet-georganiseerdesportersreedsaanhaaldenomnietnaareenclubtegaan(Borgersetal.,2016b),wordtvoorgesteldomwensenennodenvanlichtesportbeoefenaarstebenadrukkenindecommunicatievannieuweprogramma’sofinitiatievenrichtingdezedoelgroep.
Lokalesportdienstenblijkeneenbelangrijkeschakelineenbeleidgerichtop‘sportlight’tezijn.Zijwordendoorzowelsportclubs,marktspelersalszichzelfalseenbelangrijkespelergezienompubliekesportinfrastructuurterbeschikkingtestellen,(niet-)sportersnaardesportclubteleiden,enclubsteondersteuneninhetvoerenvaneenactiefSportvoorAllen-beleid.Eenbelangrijkaspectomrekeningmeetehoudenvanuitditstandpuntishetgebrekaangeschiktemiddelen,waaronderruimte,infrastructuurenpersoneel,datdoorsportclubservarenwordtomhetaanboduittebreiden.Publiek-privatesamenwerkingentussende(lokale)overheidendemarktsectorkunneninditopzichtnuttigzijninfunctievaninvesteringenintoegankelijkeenlaagdrempeligesportinfrastructuur.Ookondersteuningvanuitfederatieskanaanknopingspuntenbiedenvoorclubsomeenmeerflexibelenklantgerichtparticipatiebeleidtevoerenbinneneenbepaaldesport(zieookvanderRoestetal.,2015).
Erdientbenadrukttewordendatdergelijke‘lichte’initiatievennietpersporttakenpersectorgezienmoetenworden.Initiatievenuitdemarktsectorkunneninspirerendzijnteruitbouwvaneeninnovatiefaanbodinsportclubs,enomgekeerdkunnenbijvoorbeeldfitnesscentrademeergestructureerdeenlangetermijngerichteaanpakvansportclubsovernemenomvoordelendiedeclubkanbiedentebewerkstelligenbijeenbrederpubliek.Bovendienkomennietalleentypischesolosportenzoalsloopsport,fietssportenwandelsportinaanmerkingvooreen‘verlichting’inhetaanbod,maarkunnenookduo-enteamsportenzichopenstellenvooreenalternatieveaanpak–alwordtditnietaltijdzogepercipieerddoordevertegenwoordigersvanclubs.Alsantwoordopdevraagomdecontinuïteitenfrequentievansportdeelnameoptedrijvenviaeenclubsportaanbod,dienterinallesporttakkengezochttewordennaar‘light’strategieënomeenzobreedmogelijkpubliektebereiken.
Dezestudiekaninzichtenaanreikenomeenmeergerichtebeleidsvoeringinzake‘sportlight’teuittebouwen.Deresultaten,metinzichteninduidelijkemogelijkhedenenvalkuilen,kunnenbeleidsmakersondersteunenindeontwikkelingvanbeleidsinstrumenten,zowelopjuridisch,financieel,fysischencommunicatiefvlak.Lokalesportorganisatieskunnendaarnaastinspiratiehalenuitdevoorbeeldendieaangehaaldwerdenomeenlichtesportbelevingtefaciliteren.Vooreenverdereuitwerkingvanconcreteaanbevelingenwordtverwezennaarhethieraangerelateerde
onderzoeksrapportvanBorgersetal.(2016b).Voordeuitvoeringhiervan,wordtdenoodomrekeningtehoudenmetlokalenodenenbehoeften,zowelvanuithetperspectiefvansportaanbiedersalsdatvanparticipanten,benadrukt.
7.7ReferentiesBergsgard,N.A.,&Tangen,J.O.(2011).Chapter5.Norway.InM.Nicholson,R.Hoye&B.Houlihan(Eds.),
Participationinsport.Internationalpolicyperspectives(pp.59-75).London:Routledge.Borgers,J.(2015).‘Sportlight’.Asociologicalperspectiveoninstitutionalchangeinsportsparticipation.PhD
dissertation.KULeuven:FaculteitBewegings-&Revalidatiewetenschappen/OnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.
Borgers,J.,Pilgaard,M.,Vanreusel,B.,&Scheerder,J.(2016a).Canweconsiderchangesinsportsparticipationasinstitutionalchange?Aconceptualframework.InternationalReviewfortheSociologyofSport,DOI:10.1177/1012690216639598.
Borgers,J.,Scheerder,J.,&Vanreusel,B.(2016b).‘Sportlight’.Uitdagingenenkansenvoordesport.Leuven:KULeuven/SteunpuntvoorBeleidsrelevantOnderzoekSport.
Borgers,J.,Seghers,J.&Scheerder,J.(2016c).Droppingoutfromclubs,droppingintosportlight?Organizationalsettingsforyouthsportsparticipation.InK.Green&A.Smith(Eds.),TheRoutledgeHandbookofYouthSport(pp.158-174).London:Routledge.
Eime,R.M.,Sawyer,N.,Harvey,J.T.,Casey,M.M.,Westerbeek,H.,&Payne,W.R.(2015).Integratingpublichealthandsportmanagement.Sportparticipationtrends2001-2010.SportManagementReview,18(2),207-217.
Guest,G.,Bruce,A.,&Johnson,L.(2006).Howmanyinterviewsareenough?Anexperimentwithdatasaturationandvariability.FieldMethods,18(1),59-82.
Mortelmans,D.(2011).KwalitatieveanalysemetNvivo.Leuven:Acco.Scheerder,J.,Borgers,J.,&Willem,A.(2015a).SportdeelnameinVlaanderen.Trendsenprofielen.InJ.Lievens,J.
Siongers,&H.Waege(Eds.),ParticipatieinVlaanderen.Eersteanalysesvandeparticipatiesurvey2014(pp.205-245).Leuven:Acco.
Scheerder,J.,Borgers,J.,&Willem,A.(2015b).Organisatorischesettingsvoorsportbeoefening.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.),ParticipatieinVlaanderen.Eersteanalysesvandeparticipatiesurvey2014(pp.247-277).Leuven:Acco.
Scheerder,J.,&VanBottenburg,M.(2010).Sportlight.Deopkomstvanlichteorganisatiesindesport.InB.Pattyn&B.Raymaekers(Eds.),Ingesprekmetmorgen.Lessenvoordeeenentwintigsteeeuw(pp.89-120).Leuven:UniversitairePersLeuven.
Scheerder,J.,Vandermeerschen,H.,Borgers,J.,Thibaut,E.,&Vos,S.(2013).Vlaanderensport!Vierdecenniasportbeleidensportparticipatie(SBS5).Gent:AcademiaPress.
Scheerder,J.,Vos,S.,m.m.v.Breesch,D.,Késenne,S.,VanHoecke,J.,Vanreusel,B.(2010).Sportclubsinbeeld.BasisrapporteringoverhetVlaamseSportclubPanel2009(VSP09)(BMS4).Leuven:KULeuven/OnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.
Scheerder,J.,Vos,S.,Pabian,S.,DeMartelaer,K.,Lefevre,J,&Philippaerts,R.(2011).ActievevrijetijdssportinVlaanderen:trends,profielenensettings.InJ.Lievens&H.Waege(Eds.),ParticipatieinVlaanderen2:eersteanalysesvandeParticipatiesurvey2009(pp.43-82).Leuven:Acco.
Tiessen-Raaphorst,A.(2015).RapportageSport2014.DenHaag:Sociaal&CultureelPlanbureau.vanBottenburg,M.,Rijnen,B.,&vanSterkenburg,J.(2005).SportsparticipationintheEuropeanUnion:trends
anddifferences.Nieuwegein:ArkoSportsMedia.vanderRoest,J.W.,Vermeulen,J.,&vanBottenburg,M.(2015).CreatingsportconsumersinDutchsportpolicy.
InternationalReviewforSportPolicy&Politics,7(1),105-121.
1.Voorelkvandevoorgesteldeargumentenzijnquotesterillustratiebeschikbaar.GeziendebeperkteomvangvandithoofdstukverwijzenwevoordequotesnaardeuitgebreidereonderzoekspublicatievanBorgersetal.(2016).
2.Voormeerinformatie,zie:http://3x30.sitelab.be/nl/zoek-je-sportbuddy/
8.FysiekeactiviteitensedentairgedragbijVlaamsejongeren:eenmultidimensioneleanalyse
StijnDeBaere,JohanLefevreenJanSeghers
8.1Introductie
8.1.1FysiekeactiviteittijdensdejeugdjarenRegelmatigefysiekeactiviteit(FA)speelteenbelangrijkerolbijdelichamelijke,motorische,cognitieveensocialeontwikkelingvankinderenenadolescenten(Malinaetal.,2004).Naasthetpositieveeffectopdenormalegroeienontwikkelingvanjongeren,biedtregelmatigeFAookverscheidenegezondheidsvoordelendieverbandhoudenmetovergewichtenobesitas,cardiovasculairerisicofactoren,botdensiteiten-massaenmentalegezondheid(Mountjoyetal.,2011).TrackingstudiestonenbovendienaandatFAtijdensdejeugdjareneenzekerevoorspellerisvanFAtijdenshetvolwassenleven(Telamaetal.,2005).HierdoorkanmenstellendatFAtijdensdejeugdeenbeschermenderolvervulttegendeontwikkelingvanverscheidenechronischeaandoeningentijdenshetvolwassenleven.
OndanksdezegezondheidsvoordelenblijktuitvoorgaandepidemiologischonderzoekdaterzicheenleeftijdsgebondendalingvanFAvoordoetdoorheendejeugdjaren.IneenstudievanDumithetal.(Dumithetal.,2011)wordtdegemiddeldedalinginFAvanafdevroegeadolescentiegeschatop7%perjaar.DezedalingvanFAmanifesteertzichinhetbijzondertijdensdeperiodewaarbijjongerendeovergangmakenvanhetbasisnaarhetsecundaireonderwijs(Ruttenetal.,2014).Deveranderingvanschoolomgevingenalleswatermeegepaardgaatheeftduidelijkeeninvloedopverschillendedeelaspectenvanhetfysiekeactiviteitsgedragvanjongeren(DeMeesteretal.,2014).
Indienweeenefficiëntbeweegbeleidwillenontwikkelenomdeleeftijdsgebonden
dalinginFAtegentegaan,ishetnoodzakelijkomeersteencorrectengedetailleerdbeeldteschetsenvanhetfysiekeactiviteitsgedragvanjongerentijdensdeovergangvanhetbasisnaarhetsecundaironderwijs.
FAiseenergcomplexenmultidimensioneelgedragdatbepaaldwordtaandehandvanvierverschillendedimensies:defrequentie,deduur,deintensiteitenhettypevandeactiviteiten(Vanheesetal.,2005).IndienweeencorrectengedetailleerdinzichtwillenverwerveninhetfysiekeactiviteitsgedragvanjongerenishetvanbelangomalledimensiesvanFAsameninkaarttebrengen,zonietgaaterbelangrijkeinformatieverloren.Naastdezevierbasisdimensieskanookdecontextwaarinhetfysiekeactiviteitsgedragplaatsvindtinteressanteinformatiebevatten.Eenbelangrijkecontextparameterdieinepidemiologischonderzoekvaakoverhethoofdwordtgezien,isdechronologischeopeenvolgingofhettemporeelpatroonvanhetfysiekeactiviteitsgedrag.Doorhetbestuderenvanhettemporeelpatroonkunnenwehettypischedagverloopvanjongerenbeterlerenbegrijpenennagaanopwelkemomentenbepaaldegedragingenmetelkaarinconflicttreden(Biddleetal.,2009).
8.1.2Sedentairgedrag,eenverbredefocusSindsenkelejarenwordter–naastFA–steedsmeeraandachtbesteedaandenegatievegevolgenvanovermatigsedentairgedragopdegezondheidstoestandvanjongeren.Sedentairgedragomvatallezittendeenliggendeactiviteiten(slaapuitgezonderd)diegepaardgaanmeteenlaagenergieverbruik.SedentairgedragenFAzijnonafhankelijkvanelkaarindiezindateenstijgingvanFAnietnoodzakelijkleidttoteendalinginsedentairgedrag.Beidegedragingenoefenenelkonafhankelijkeeffectenuitopdegezondheidvanjongeren(Tremblayetal.,2011).Uitverschillendeepidemiologischestudiesoversedentairgedragblijktdat12tot18jarigeEuropesejongerengemiddeldtussende6.5en9uurzittenperdag(Ruizetal.,2011).
GeziendecomplexiteitvandebegrippenFAensedentairgedrag,ishetallerminsteensinecureomdezegedragingennauwgezettemeten.BovendienzijnveelgebruikteretrospectievemeettechniekenvanFAensedentairgedragzoalsvragenlijsteneninterviewsmindergeschiktbijeenjongdoelpubliek(Corderetal.,2008).Vooreerstzijnjongeren,omwillevaneenzekerecognitieveimmaturiteit,nietinstaatomhunbeweeg-enzitgedraggedetailleerdteherinneren.Bovendienwordthetbeweeg-enzitgedragvanjongerengekarakteriseerddoorkorteensporadischeperiodenvanintenseactiviteitwaardoorzeextramoeilijkhedenondervindenbijhetherinnerenvanhunbeweeg-enzitgedrag.TijdenshetvoorbijedecenniumwerderdaarommeerenmeergebruikgemaaktvanbewegingsmonitorsterkwantificatievanFAbijjongeren.Objectievemeettechniekenzoalsaccelerometerszijngeschiktomopeencontinue
manierFAtemetentijdenshetdagelijkselevenengevenonseenbeeldvandefrequentie,deduurendeintensiteitvanFA.Desondankshebbenookaccelerometershunmethodologischebeperkingen.Aangeziendezetoestellenvoornamelijkgedragenwordenterhoogtevandeheup,wordenactiviteitenzoalsfietsenenbewegingenvanhetbovenlichaamnauwelijksgeregistreerd.Bovendienkunnenaccelerometersonmogelijkhetonderscheidmakentussenlangereperiodenvaninactiviteitenperiodenwaarbijhettoestelnietgedragenwordt(Vanheesetal.,2005).Omeenantwoordtebiedenopdezebeperkingenwerdenerdevoorbijejarenmulti-sensorbewegingsmonitorsgeïntroduceerd.DezetoestellencombinerenverscheidenesensorenvooreennauwkeurigeremetingvanFA.
Hetdoelvandehuidigeexploratievestudieistweeledig.EnerzijdswillenweaandehandvaneencombinatievantweemeetmethodeneengedetailleerdtotaalbeeldschetsenvanFAensedentairgedragbij10tot14jarigeVlaamsejongerenennagaanoferverschillenzijntussenweek-versusweekenddagen,jongensversusmeisjesenbasisversussecundaironderwijs.AnderzijdswillenwedetemporelepatronenvanFAensedentairgedragbestuderenennagaanopwelkmomentvandedagbeweeg-enzitgedragmetelkaarinconflicttreden.DevierdimensiesvanFAwerdenobjectiefinkaartgebrachtaandehandvaneencombinatievaneenmulti-sensorbewegingsmonitor(d.i.deSenseWearMiniArmband)eneenelektronischactiviteitendagboek.
8.2Methodologie
8.2.1SteekproefIntotaalwerden241Vlaamsejongeren(122jongensen119meisjes)meteenleeftijdtussen10en14jaar(gemiddeldeleeftijd:12.0±1.2jaar)gerekruteerdin15lagereen15secundairescholeninVlaamsBrabant.ScholenwerdenatrandomgeselecteerdrekeninghoudendmeteenrealistischerepresentatievandeverschillendeVlaamseschoolnetten.Binnenelkeschoolwerdereengelijkaantaljongensenmeisjesatrandomgeselecteerduithet5deen6dejaarbasisonderwijsof1een2dejaarsecundaironderwijs,meteengemiddeldevan8kinderenperschool.Nadateruitgebreidinformatiegegevenwerdoverhetdoelendeinhoudvandestudieverleendenzoweldejongerenalshunoudersschriftelijketoestemmingvoordeelnameaanhetonderzoek.GoedkeuringvoordestudiewerdverleenddoordeCommissieMedischeEthiekvanKULeuven.
8.2.2Metingvanfysiekeactiviteitensedentairgedrag
FAwerdgemetenaandehandvandeSenseWearMiniArmband.Dearmbandwerddoordedeelnemersgedurendezevendagen,24uperdaggedragenaandelinkerbovenarm,behalvetijdenswatergerelateerdeactiviteiten.DeSenseWearMiniiseenmulti-sensorbewegingsmonitordieaccelerometriecombineertmetenkelefysiologischemetingen(d.i.huidtemperatuur,warmteafgifteengalvanischehuidgeleiding)voorhetkwantificerenvanFA.Deruwedatavandeverschillendesensorenincombinatiemetpersoonlijkeinformatieoverdedeelnemer(d.i.leeftijd,geslacht,gestalte,gewichtenvoorkeurshand)wordtdoormiddelvandeSenseWearalgoritmesomgezetineenestimatievanenergieverbruik.GewichtwerdvoordestartvandeFAmetingengemetenmetbehulpvaneendigitaleweegschaaltotop0.1kgnauwkeurig,gestaltemetbehulpvaneendraagbareanthropometertotop0.1cmnauwkeurig.VerdergeeftdeSenseWearinformatiemetbetrekkingtotdefrequentie,deduurendeintensiteitvandeactiviteiten.Eénvandeoutputparametersishetdagelijksefysiekeactiviteitsniveauof‘PhysicalActivityLevel’(PAL),uitgedruktalsmetaboolequivalentofMET-waarde.EenMET-waardevanéénkomtovereenmethetenergieverbruikinrust.OokdeintensiteitsniveausvandeSenseWearMiniwordenuitgedruktinMET-waarden,onderverdeeldvolgenssedentaire(≤1.8MET),lichte(>1.8–≤5.1MET),matige(>5.1–≤7.2MET)enzware(>7.2MET)activiteiten.DezeSenseWear-specifiekeintensiteitsniveauswerdenbepaaldaandehandvaneengestructureerdindirectcalorimetrieprotocolbijeenproefgroepvan40jongensenmeisjesmeteenleeftijdvan10tot14jaar.
DevaliditeitvandeSenseWearMinibijjongerenwerdonderzochtineenstudiedoorCalabroetal.(2013).DeauteursconcludeerdendatdeSenseWearhetdagelijksenergieverbruikvanjongerenvoldoendeaccuraatestimeert.DeSenseWearArmbandwerdgedragenincombinatiemeteenelektronischactiviteitendagboek.HetelektronischdagboekbestaatuiteensoftwareprogrammadatgeïntegreerdisineenhandcomputerenwerdontwikkeldaanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeKULeuven.Hetdagboekdatoorspronkelijkontwikkeldwasvooreenvolwassendoelgroep,werdviatweepilootstudiesaangepastmetbetrekkingtotinhoud,taalgebruikenpraktischehanteerbaarheidaandenodenvandejongeren.Aandedeelnemerswerdgevraagdomdoorheendedaghunbezighedenteregistereninhetactiviteitendagboekbijdestartvaniederenieuweactiviteit.Doordereal-timeregistratieinhetdagboekwordtinformatieveelnauwkeurigervastgelegdinvergelijkingmetretrospectieveregistratie.
Deverschillendactiviteitstypeswerdenbijdedataverwerkingonderverdeeldinnegenactieveensedentairegedragsdomeinen:school(d.i.alleactiviteitentijdensdereguliereschooluren),sport,actievevrijetijd(bv.actievehobby’s,buitenspelen,
winkelen),actieftransport(d.i.tevoetenmetdefiets),huiswerk,schermgedrag(d.i.tv,computerentabletgebruik),inactievevrijetijd(bv.lezen,inactievehobby’s,socialeinteractie),passieftransportendagdagelijkseactiviteiten(d.i.etenendrinken,persoonlijkeverzorgingenhuishoudelijketaken).
DecombinatievandeSenseWearenhetelektronischactiviteitendagboeksteltonsinstaatomeentotaalbeeldteschetsenvanhetbeweeg-enzitgedragvanjongerenaangeziensimultaan,perminuutinformatiewerdverzameldoveralleaspectenvanFAensedentairgedrag.InsommigegevallenwerdenontbrekendegegevensvandeSenseWearMiniArmbandaangevuldaandehandvandegegevensvanhetelektronischactiviteitendagboek.Zowerdenontbrekendegegevensvoorslaapingevulddoorhetgemiddeldeenergieverbruikvanslaaptijdensalleanderenachten.OntbrekendegegevensvoorzwemmenenpersoonlijkeverzorgingwerdeningevuldmetdebijbehorendeenergiewaardenuithetjongerencompendiumvanFA(Ridleyetal.,2008).Eenmeetdagwerdopgenomenvoorverdereanalyseindienervoorminimum90%(d.i.1296minutenperdag)gecombineerdegegevensvandeSenseWearMinienhetactiviteitendagboekbeschikbaarwaren.Intotaalwerden201jongeren(99jongensen102meisjes)opgenomenindeuiteindelijkeanalyses.
8.2.3StatistischeanalyseDeverschilleninactiviteitsniveautussendegeslachten(between-factor)enweek-enweekenddagen(within-factor)werdenonderzochtaandehandvanmixedtwo-wayANOVAmodellen.Verschilleninintensiteits-endomeinspecifiekactiviteitsniveautussendegeslachtenenschoolniveaus(d.i.basisversussecundaironderwijs)opweekdagenwerdengeanalyseerdmetbehulpvantwo-wayANOVAmodellen.Verschilleninactiviteitsniveautussenanderesubgroepen(d.i.normaalgewichtversusovergewicht,lidversusgeenlidvaneensportclub,competitiesportversusgeencompetitiesport)werdennagegaanaandehandvanongepaardet-tests.
DeprocentueletijdbestedingvandeverschillendefysiekeactiviteitsvariabelenwerduitgezetinfunctievandetijdvoorzoweldeintensiteitenalsdegedragdomeinenvanFAopreguliereweekdagen(d.i.maandag,dinsdag,donderdagenvrijdag)enwoensdagen.Verschilleninactiviteitsniveautussendeverschillendedagsegmentenwerdenonderzochtaandehandvantwo-wayANOVAmodellenvoorherhaaldemetingen.Dereguliereweekdagenwerdenalsvolgtonderverdeeld:ochtend(6:00–9:00),school(9:00–15:00),vooravond(15:00–18:00)enlateavond(18:00–21:00).Omeenbetekenisvollevergelijkingtekunnenmakentussendeverschillendedagsegmentenzijngelijketijdsintervallennodig.Daaromwerdendetijdvariabelenvanhet6udurendeschoolsegmentdoor2gedeeldomvergelijkingmetdeandere3u
durendedagsegmentenmogelijktemaken.Woensdagenwerdenonderverdeeldinochtend(6:00–9:00),school(9:00–12:00),namiddag(12:00–15:00),vooravond(15:00–18:00)enlateavond(18:00–21:00).Enkelweekdagenwerdenonderzochtomdatdezeeenrelatiefvastestructuurvertonenvoorallejongeren.Weekenddagendaarentegenzijneerderongestructureerdenverschillensterktussenjongeren.HetstatistischsignificantieniveauwerdvastgelegdopP<0.05.
8.3Besprekingonderzoeksresultaten
8.3.1Intensiteit-endomeinspecifiekactiviteitsniveauvanjongerenDeverschilleninactiviteitsniveautussenjongensenmeisjesentussenweek-enweekenddagenzijnweergegevenintabel1.JongensvertoondeneensignificanthogerePAL(algemeneactiviteitsniveau)enmeerdagelijksestappeninvergelijkingmetmeisjes.VerderzienwedathetactiviteitsniveauvanVlaamsejongerenintermenvanPAL,aantalstappen,lichte,matigeenzwareFAtijdensweekenddagenoverdehelelijnlagerligtdantijdensweekdagen.
Hetgedetailleerdeintensiteit-endomeinspecifiekactiviteitsniveauvanVlaamsejongerenopweekdagenisweergegevenintabel2,evenalsdegeobserveerdeverschillentussendegeslachtenentussenleerlingenuithetbasisensecundaironderwijs.
Tabel1.Activiteitsniveauvanjongerenopweek-versusweekenddagenpergeslacht.
Resultatenzijnweergegevenalsgemiddeldeenstandaarddeviatie.aSignificanthoofdeffectvoorgeslacht.bSignificanthoofdeffectvoorweek-versusweekenddag.Erwerdengeeninteractie-effectengenoteerd.
Tabel2.Intensiteit-endomeinspecifiekactiviteitsniveauvanjongerenopweekdagen:
verschillentussendegeslachtenenschoolniveau.
Resultatenzijnweergegevenalsgemiddeldeenstandaarddeviatie.aSignificanthoofdeffectgeslacht.bSignificant
hoofdeffectschoolniveau.cSignificantinteractie-effect.SignificantieopP<0.05.*DDA=dagdagelijkseactiviteiten
8.3.1.1Jongensversusmeisjes
Uitderesultatenintabel1bleekreedsdatjongenseenhogeralgemeenactiviteitsniveauvertoneninvergelijkingmetmeisjes.Ookzienwedatjongenssignificantmeertijdbestedenaanmatige(+15min/dag)enzware(+9min/dag)FAdanmeisjes.Uitdeanalysevandegedragdomeinen(tabel2)blijktdatdesportdeelnameaanmatigeenzwareintensiteitsignificanthogerisbijjongens.Ditisopmerkelijk,aangeziendealgemenetijdgespendeerdaansport(nietweergegevenintabel)nietverschilttussenbeidegeslachten:gemiddeld31min/dagvoorjongensen30min/dagvoormeisjes.Detijddiegespendeerdwordtaansportwordtdusintensieverbenutdoorjongensinvergelijkingmetmeisjes.Voordealgemenetijdgespendeerdbinnenhetsedentaireenlichteintensiteitsniveauwerdengeengeslachtsverschillengeobserveerd.Deresultatenvandeindividuelegedragsdomeinenvansedentairgedragtonenechteraandatjongensmeertijdspenderenaanschermgedrag(+29min/dag)enmindertijdaaninactievevrijetijd(-19min/dag)enschoolssedentairgedrag(-25min/dag)invergelijkingmetmeisjes.VoorlichteFAwerderenkeleenverschilwaargenomenvoorschoolactiviteiten,waarbijjongensgemiddeld16minutenmeerlichtfysiekactiefwarendanmeisjes.Overigensbleekuitverdereanalysesdatjongensdespeeltijdentijdensdeschoolurenactieverinvullendanmeisjes:jongenswarensignificantmindersedentairenmeermatigenzwaarfysiekactief.
8.3.1.2Basisversussecundaironderwijs
OpvlakvanalgemeenactiviteitsniveauuitgedruktinPALwaserverrassendgeensignificantverschiltussenjongerenuithetbasisensecundaironderwijs(respectievelijk1.90METen1.86MET).Jongerenuithetbasisonderwijszettenwelsignificantmeerstappenperdaginvergelijkingmetjongerenuithetsecundaironderwijs(respectievelijk11291stappen/dagen9965stappen/dag)enookophetvlakvandeintensiteitniveauszijnerverschillenwaartenemen.Jongerenuithetsecundaironderwijsspendeerdensignificantmeertijdaansedentairintensiteit(+111min/dag).Desedentairegedragsdomeinenvanschool(+63min/dag),huiswerk(+17min/dag),schermgedrag(+29min/dag)enpassieftransport(+10min/dag)droegenhiertoebij.LichtintenseFAwashoger(+66min/dag)voorleerlingenuithetbasisonderwijs,meteensignificanthogerebijdragetijdensschoolactiviteiten(+36min/dag)ensportdeelname(+8min/dag).Dealgemenetijdgespendeerdaansportwasoverigenssignificanthogervoorjongerenuithetbasisonderwijs(basis:34min/dag,secundair:
27min/dag).Enigszinsverrassendsteldenwevastdatdetijdgespendeerdaanmatige(+8min/dag)enzwareFA(+9min/dag)hogerlagvoorjongerenuithetsecundaironderwijsinvergelijkingmetjongerenuithetbasisonderwijs.Deresultatenvoordeverschillendegedragsdomeinentonenaandatdetijdgespendeerdaanactieftransporthierineenaanzienlijkerolspeelt.EnkelvoormatigeFAtijdensdeschoolurenwerdereengeslacht-onderwijsinteractieeffectvastgesteld.
8.3.1.3Gewichtstatus
Onzetotalesteekproefbestondvoor12%uitjongerenmetovergewicht,waarvan5%jongensen7%meisjes.Uitderesultatenbleekdatjongerenmetovergewichtminderactiefzijninvergelijkingmetjongerenmeteengezondgewichtenditzowelopweekdagen(PALrespectievelijk1.78METen1.93MET)alsopweekenddagen(PALrespectievelijk1.68METen1.83MET).Jongerenmetovergewichtspendeerdenookmindertijdaanlichte,matigeenzwareFAenmeertijdaansedentaireintensiteit.
8.3.1.4Sportparticipatie
Jongerendieaangavenlidtezijnvaneensportclubzettensignificantmeerstappenenditzowelopweekdagen(respectievelijk11526stappen/dagen9705stappen/dag)alsopweekenddagen(respectievelijk9922stappen/dagen8003stappen/dag)invergelijkingmetjongerendiegeenlidzijn.VoorPAL,sedentaire,lichte,matigeenzwareintensiteitwasergeenverschilwaarneembaartussenbeidesubgroepen.
JongerendieaangavensporttebeoefenenincompetitieverbandhaddeninvergelijkingmetjongerendiegeencompetitiesportbeoefeneneenhogerePALopzowelweekdagen(PALrespectievelijk1.99METen1.85MET)alsweekenddagen(PALrespectievelijk1.91METen1.84MET).Jongerendiesportenincompetitieverbandzettenooksignificantmeerstappenopweek-enweekenddagenenspendeerdensignificantmeertijdaanmatigeenzwareFA.
Figuur1.Temporelepatronenvandeintensiteitniveaus(A)engedragsdomeinen(B)vanfysiekeactiviteitensedentairgedragopreguliereweekdagen.
Tabel3.Vergelijkingvanhetactiviteitsniveautussendagsegmentenopreguliereweekdagen.
Resultatenzijnweergegevenalsgemiddelde(Gem)enstandaarddeviatie(SD).a,bGeensignificantverschiltussendagsegmentenmetgelijkesuperscriptletters.Alleanderecombinatieswijzenopeensignificantverschiltussendedagdelen,P<0.05.§Dewaardenwerdenomgezetineendagsegmentvan3uuromvergelijkingtussendeverschillendedagdelenmogelijktemaken.*DDA=dagdagelijkseactiviteiten
8.3.2Temporelepatronenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragopeenreguliereweekdag
Ondanksdeverschilleninactiviteitsniveautussenjongensenmeisjesenerzijdsenjongerenuithetbasisensecundaironderwijsanderzijds,warendegrafiekenvande
intensiteit-endomeinspecifieketemporelepatronenvanFAensedentairgedragopweekdagenerggelijklopendvoordeviersubgroepen.Erwarennauwelijksverschillenbetreffendedechronologischeopeenvolgingvanactiviteiten,enkeldeomvangvanhetactiviteitspatroonverschildeenigszinstussenjongensenmeisjesenjongerenuithetbasisensecundaironderwijs.Daaromwerdendeverschillendesubgroepensamengevoegdvoordeverdereanalysevanhettemporeelpatroon.
Detemporelepatronenopreguliereweekdagen(d.i.maandag,dinsdag,donderdagenvrijdag)zijngrafischweergegeveninfiguur1voorzoweldeintensiteitsniveaus(A)alsdegedragdomeinen(B).Aanvullendwerdendeverschilleninintensiteit-endomeinspecifiekactiviteitsniveautussendedagsegmentenweergevenintabel3.Detijdvariabelenindetabelzijneenkwantitatieveweergavevanhetactiviteitsverloopinfiguur1enkunnendussamengeïnterpreteerdworden.
OpbasisvanhetalgemeenactiviteitsniveauofPALwarenzoweldeschooltijdalsvooravonddemeestactievedagsegmenten.Activiteitenaansedentaireintensiteitlagenhethoogsttijdensdelateavond(54%),gevolgddoorzoweldevooravond(46%)alsdeschooltijd(44%).Jongerenblekenhetmeestactiefaanlichteintensiteittijdensdeschooluren(48%),gevolgdoordevooravond(45%),delateavond(37%)endeochtend(21%).MatigeFAwashethoogstetijdensdeschooltijd(6%)endevooravond(6%).VoorzwareFAwerdergeensignificantverschilgeobserveerdtussendedagsegmenten.
Hettemporeleverloopvandegedragdomeinen(Figuur1B)toontaandatverschillendeactieveensedentaireactiviteitenmetelkaarconcurrerendoorheenhettypischedagverloopvanVlaamsejongeren.Tijdensdeochtendwarenhetvoornamelijkdedomeinenvanpassief(6%)enactieftransport(5%)dieconcurreerdenmetelkaar.Debelangrijkesedentairedomeinentijdensdevooravondwarenschermgedrag(12%),huiswerk(10%)enpassieftransport(8%).Actieftransport(8%)kwamnaarvooralshetbelangrijksteactievedomein,gevolgddoorsport(4%).Tijdensdelateavondwarendesedentairegedragsdomeinenduidelijkdominantinvergelijkingmetdeactievedomeinen,waarbijschermgedraginstondvoor31%vandetotaletijdsbesteding.
8.3.3Temporelepatronenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragopwoensdag
Detemporelepatronenopwoensdagenzijngrafischweergegeveninfiguur2voorzoweldeintensiteitsniveaus(A)alsdegedragdomeinen(B).Aanvullendwerdendeverschilleninintensiteit-endomeinspecifiekactiviteitsniveautussendedagsegmenten
weergevenintabel8.4.Aangeziendetijdsperiodevóórdemiddagopwoensdagennietverschiltvanreguliereweekdagen,werdenenkelderesultatenvoordenamiddag(12:00–15:00),vooravond(15:00–18:00)enlateavond(18:00–21:00)weergegevenintabel4.
UitgaandevanhetalgemeenactiviteitsniveauofPALwasdenamiddagminderactiefinvergelijkingmetdevooravond.Inhetnamiddagsegmentvertoondenallesedentairegedragsdomeineneenhogereproportionelebijdrageinvergelijkingmetdeactievegedragsdomeinen.Tijdensdevooravondwareninactievevrijetijd(16%)enschermgedrag(14%)debelangrijkstesedentairedomeinen,sport(15%)enactievevrijetijd(11%)warendevoornaamsteactievedomeinen.Schermgedrag(27%),dagdagelijkseactiviteiten(21%)ensport(15%)haddendebelangrijkstebijdragetijdensdelateavond.
Tabel4.Vergelijkingvanhetactiviteitsniveautussendagsegmentenopwoensdag.
Resultatenzijnweergegevenalsgemiddelde(Gem)enstandaarddeviatie(SD).a,bGeensignificantverschiltussendagsegmentenmetgelijkesuperscriptletters.Alleanderecombinatieswijzenopeensignificantverschiltussendedagdelen,P<0.05.*DDA=dagdagelijkseactiviteiten
8.4BeleidsaanbevelingenOpbasisvandegerapporteerdeonderzoeksresultatenkunnenverscheideneaanbevelingengeformuleerdwordenmethetoogopeendoeltreffendVlaamssport-enbeweegbeleid.Dezebeleidsaanbevelingenkunnengrotendeelsopgesplitstwordenin2categorieën:enerzijdseenreeksbeleidsbredeaanbevelingenenanderzijdsenkeleaanbevelingendielouterbetrekkinghebbenophetVlaamsesportbeleid.
Figuur2.Temporelepatronenvandeintensiteitniveaus(A)engedragsdomeinen(B)vanfysiekeactiviteitensedentairgedragopwoensdagen.
8.4.1BeleidsbredeaanbevelingenOnzeresultatentonenaandathetbeweeg-enzitgedragvanVlaamsejongerenmultidimensioneelencomplexismetveledeelaspectenennuances.Daarompleitenwevooreenholistischebenaderingvanhetsport-enbeweegbeleid(Thompsonetal.,2015).Decomplexiteitvanhetbeweeg-enzitgedragmoetaanzienwordenalseenopportuniteitinplaatsvaneenbelemmering,aangezienheelwataspectenvanditbeweeg-enzitgedragnogonontgonnenterreinzijnvoorhetbeleid.Hetverruimenvanonzeblikopsport-enbeweegbeleidzoudedoeltreffendheidtengoedekunnenkomen.Verschillende,meerconcreteadviezenkunnengekaderdwordenbinnendezeholistischebenaderingopsport-enbeweegbeleid.–VolgensonzegegevenszijnVlaamsejongensenmeisjesgemiddeldgedurende7.4
uurperdagsedentair,losvandeslaaptijd.Recentonderzoekheeftaangetoonddatlangdurigononderbrokenzittennefastisvoordegezondheidvanjongeren.Hetonderbrekenvandezelangdurigesedentaireperiodenzoudanweereenpositiefeffecthebbenopzoweldemetabolealsmusculoskeletalegezondheid(Tremblayetal.,2011).Voorhetbeweegbeleidisdusnietenkelhetverminderenvanhetsedentairgedragmaarookhetonderbrekenvanlangdurigesedentaireperiodes(bvb.opschooltussendetheoretischelessen)vanbelang.
–Hethuidigesport-enbeweegbeleidiservoornamelijkopgerichtomjongerenmeertelatenbewegenaanmatigetotzwareintensiteit,nietonlogisch,geziendegeldendebeweegnormvanminimum60minutenaanmatigetotzwareintensiteit(DeVriesetal.,2009).MeerenmeerwordtechterookhetbelangvanFAaanlichteintensiteitvoorgezondheiddoeleindenbelichtinrecenteliteratuur.DewisselwerkingtussenlichteFAensedentairgedragisstrek,hetstimulerenvanlichtintenseFAtenkostevansedentairgedragmoetdanookgezienwordenalseenwaardevolleaanvullingopdehuidigerichtlijnenvoorFA.
–Onzeresultatentonenaandathetactiviteitsniveauvanjongerenopweekenddagenbeduidendlagerligtdanopweekdagen.Ondanksdeextravrijetijdtijdensweekenddagenslagenjongerenerkennelijknietindezetijdactiefintevullen.Inzettenopfysiekactieveweekenddagenbijvoorbeelddoorhetstimulerenvansportparticipatieoflidmaatschapvaneenjeugdbewegingkanervoorzorgendathetalgemeneactiviteitsniveauvanonzejongerenstijgt.
–Aansluitendopdezelaatsteaanbeveling,kunnenweookstellendathetondersteunenvaneenactievelevensstijlindegezinscontextsterkonderbelichtisgebleven.Inhethuidigesport-enbeweegbeleidheeftmenzichdevoorbijejarenhoofdzakelijk
gefocustopinitiatievenbinnendecontextvanscholen,sportclubsenlokalebesturen.Initiatievenopgezinsniveauhebbenhetpotentieelomo.a.deextravrijetijddiejongerenondervindenopweekenddagenopeenmeeractievewijzetebenutten.
–IndezebijdragekomtduidelijknaarvoordatFAeenruimerbegripisdanloutersportparticipatie.FAensedentairgedragspeleneenrolinallegedragdomeinenvanhetdagelijkseleven(i.e.school,sport,transport,vrijetijd,dagdagelijkseactiviteiten,etc.).Hetisvaakindegedragsdomeinenwaarinhetverledenhetminsteaandachtaanisbesteedmetbetrekkingtotsport-enbeweegbeleiddatpotentieeldegrootstesuccessenteboekenvallen.
Deresultatenvandeobjectievemonitoringvanhetbeweeg-enzitgedragtonenaandaterduidelijkeverschillenzijninhetactiviteitsniveauvanbepaaldesubgroepenvanjongeren.Deminstactievejongerenaanhetsportenenbewegenkrijgenheeftongetwijfeldeengrotereffectopdealgemenevolksgezondheiddanwanneerwetrachtenjongerendiealredelijkactief/sportiefzijnnogactiever/sportievertemaken.Indatopzichtkomeneruitonzeresultatentweeprioriteitsgroepennaarvoor.Enerzijdsblijktuitonzegegevensdatmeisjesbeduidendminderactiefzijndanjongens.Dezevaststellingligtvollediginlijnmetonderzoeksresultatenuitanderelanden(Trostetal.,2002).Anderzijdsstellenwevastdatkinderenenjongerenmeteenzekerematevanovergewichtoverdegehelelijnminderactiefzijn.
Verderblijktdatookdespecifiekenodenvandeverschillendesubgroepenvaakverschillendzijn.Wezienbijvoorbeelddathetalgemeneactiviteitsniveauvanjongerenuithetbasisensecundaironderwijsquasigelijkis,maardesondankswerdenersterkeverschillenvoordeintensiteitcategorieënengedragdomeinengeobserveerd.Daaromishetaangewezendatereengedifferentieerdsport-enbeweegbeleidwordtuitgewerktdatinspeeltopdespecifiekenodenvandeverschillendesubgroepen.
Deurenonmiddellijknaschooltijdwordenindeliteratuurookwelde‘crucialeuren’vanhetbeweeg-enzitgedragvanjongerengenoemd(Atkinetal.,2008).Deredenhiervoorisdatjongerentijdensdezeperiodebevrijdzijnvandeschoolbanken,terwijlernogvoldoendedaglichtaanwezigisomtespelenofaansporttedoeninopenlucht.TochmerkenweaandetemporelepatronenvanFAdatVlaamsejongerendezeperiodeeerderinactiefinvullen.Uitonzegegevensblijktdathuiswerkhiereenbelangrijkerolinspeelt.Oudersverwachtenvanhunkroostdathuiswerkwordtgemaaktonmiddellijknaschooltijd,watconflicteertmethetpotentieelvande‘crucialeuren’.Wewillenzekergeenlansbrekenvoordeafschafvanschoolsehuistakenmaardeplaatsingtijdenshetdagschemaisvoorverbeteringvatbaar.
Actieftransportiseenwezenlijkdeelvanhetbeweeggedragvanonzejongeren.Tochwetenwedatslechtseenminderheidvandejongerenactiefnaarschoolpendelt.Hetstimulerenvanactieftransportnaarschoollevertzuivervoordeelopvoorhetactiviteitsniveauvanjongeren,omdathetautomatischtenkostegaatvangemotoriseerdvervoernaarschool(cfr.temporeelpatroon).Meerinzettenophetwegwerkenvandehindernissendiejongerenbelettenomactieftependelenisindezefundamenteel.Devoornaamstehindernisisdeouderlijkebezorgdheidoverdeveiligheidvanzoweldefysieke(o.a.verkeersdrukteenkwaliteitvanfiets-envoetpaden)alssocialeomgeving(o.a.buurtveiligheid)vandependelroute(Davisonetal.,2008).Hetaanpakkenvandezehindernissenkanertoeleidendatmeerjongerenenhunoudersactiefinplaatsvanpassieftransportnaarschoolverkiezen.
Speeltijdenenmiddagpauzesvormenvoorjongerendeidealeopportuniteitomtebewegentijdensdeschooluren.Tijdensdezevrijemomentenzijnallecontextfactorenvoorjongerenaanwezigomintensieftebewegen(o.a.speelruimteinopenlucht,aanwezigheidvanleeftijdsgenoten/vrienden,veiligeomgeving)(McKenzieetal.,2010).Tochblijktuitonzeanalysesdatjongerenenmeisjesinhetbijzonderdezeopportuniteitenonvoldoendebenutten.OmmatigetotzwareFAtestimulerentijdensspeeltijdenenmiddagpauzeskunnenscholeno.a.toegangverlenentotsportfaciliteiten,speelmateriaalenspeelplaatsmarkeringenvoorzien,groenezonesaanleggenentoezichthoudersaanlerenomFAtepromoteni.p.v.teonderdrukken(McKenzieetal.,2010).
8.4.2SportbeleidsaanbevelingenDebeleidsbredeaanbevelingoverdecrucialeurengaathandinhandmethetconceptvandenaschoolsesport.Hetvastintegrerenvannaschoolsesportactiviteiteninhetdagschemavanjongerenbiedtmeteeneenoplossingvande‘huiswerk-voor-vrije-tijd’ingesteldheidvanouders.DevoorbijejarenzijnerreedsbelangrijkestappengezetdoordeverschillendeSportNaSchoolinitiatieven,maarwijmenendatersterkermoetingezetwordenopnaschoolsesportzodathetdeelgaatuitmakenvanhetweek-endagschemavanelkejongere.Essentieelinditprocesishetsamenbrengenen-werkenvanschoolbesturen,sportclubsenlokalebesturen.
Enigszinsverrassendsteldenwevastdatdetijdbesteedaansportactiviteitennietsignificantverschilttussenjongensenmeisjes.Desondanksmerkenwedatjongensdezetijdefficiënterbenuttendanmeisjesaangezienzijbinnendezelfdetijdspannesignificantmeertijdspenderenaanmatigetotzwareintensiteit.Losvanalgemenesportparticipatiemoeterdanookgewaaktwordenovereeninvullingvansportactiviteitenomervoortezorgendatookmeisjesdegespendeerdetijdaansport
tenvollebenuttenensportparticipatiezijngezondheidsobjectiefwaarmaakt.
Totslotblijktuitonzeresultatendatjongerendielidzijnvaneensportclubenjongerendiesportenincompetieverbandeenhogeralgemeenactiviteitsniveauvertonen.Dezebevindingengevenextralegitimiteitaandereedsgevoerdeinspanningenvanhetbeleidomkinderenvanjongsafaantestimulerenomzichaantesluitenbijeensportclub.Bovendienishetvoorhetsportbeleidvanbelangomteblijveninzettenopvolgehoudensportclublidmaatschapdoorderedenenvanvroegtijdigedrop-outaantepakken(Seghersetal.,2015).
8.5ReferentiesAtkin,A.J.,Gorely,T.,Biddle,S.J.,Marshall,S.J.,&Cameron,N.(2008).Criticalhours:physicalactivityand
sedentarybehaviorofadolescentsafterschool.PediatrExercSci.,20(4),446-456.Biddle,S.J.,Marshall,S.J.,Gorely,T.,&Cameron,N.(2009).Temporalandenvironmentalpatternsofsedentary
andactivebehaviorsduringadolescents’leisuretime.IntJBehavMed.,16(3),278-286.Calabro,M.A.,Stewart,J.M.,&Welk,G.J.(2013).ValidationofPattern-RecognitionMonitorsinChildrenUsing
DoublyLabeledWater.MedSciSportsExerc.,45(7),1313-1322.Corder,K.,Ekelund,U.,Steele,R.M.,Wareham,N.J.&Brage,S.(2008).Assessmentofphysicalactivityinyouth.
JApplPhysiol.,105(3),977-87.Davison,K.K.,Werder,J.L.,&Lawson,C.T.(2008).Children’sactivecommutingtoschool:currentknowledge
andfuturedirections.PrevChronicDis.,5(3),A100.DeMeester,A.,VanDyck,D.,DeBourdeaudhuij,I.,Deforche,B.,&Cardon,G.(2014).Changesinphysicalactivity
duringthetransitionfromprimarytosecondaryschoolinBelgianchildren:whatistheroleoftheschoolenvironment?BMCPublicHealth,14,261.
DeVries,S.I.,Hopman-Rock,M.,Bakker,I.,&VanMechelen,W.(2009).Meetingthe60-minphysicalactivityguideline:effectofoperationalization.MedSciSportsExerc.,41(1),81-86.
Dumith,S.C.,Gigante,D.P.,Domingues,M.R.&Kohl,H.W.(2011).Physicalactivitychangeduringadolescence:asystematicreviewandapooledanalysis.IntJEpidemiol.,40(3),685-698.
Malina,R.M.,Bouchard,C.,&Bar-Or,O.(2004).PhysicalActivityAsaFactorinGrowth,Maturation,andPerformance.InR.M.,Malina,C.,Bouchard,&Bar-Or,O.(Eds.).Growth,Maturation,andPhysicalActivity.(pp.479-505).Champaign,Illinois:HumanKinetics.
McKenzie,T.L.,Crespo,N.C.,Baquero,B.,&Elder,J.P.(2010).Leisure-timephysicalactivityinelementaryschools:analysisofcontextualconditions.JSchHealth.,80(10),470-477.
Mountjoy,M.,Andersen,L.B.,Armstrong,N.,Biddle,S.,Boreham,C.,Bedenbeck,H.P.,etal.(2011).InternationalOlympicCommitteeconsensusstatementonthehealthandfitnessofyoungpeoplethroughphysicalactivityandsport.BrJSportsMed.,45(11),839-848.
Ridley,K.,Ainsworth,B.E.,&Olds,T.S.(2008).Developmentofacompendiumofenergyexpendituresforyouth.IntJBehavNutrPhysAct.,545.
Ruiz,J.R.,Ortega,F.B.,Martinez-Gomez,D.,Labayen,I.,Moreno,L.A.,DeBourdeaudhuij,I.,etal.(2011).ObjectivelymeasuredphysicalactivityandsedentarytimeinEuropeanadolescents:theHELENAstudy.AmJEpidemiol.,174(2),173-184.
Rutten,C.,Boen,F.,&Seghers,J.(2014).ChangesinPhysicalActivityandSedentaryBehaviorDuringtheTransitionFromElementarytoSecondarySchool.JPhysActHealth.,11(8),1607-1613.
Seghers,J.,Rutten,C.,DeBaere,S.,&Lefevre,J.(2015).Succesfactorenenredenenvanvolgehouden
lidmaatschapvaneensportclub.TijdschriftvoorLO,246,15-20.Telama,R.,Yang,X.,Viikari,J.,Valimaki,I.,Wanne,O.,&Raitakari,O.(2005).Physicalactivityfromchildhoodto
adulthood:a21-yeartrackingstudy.AmJPrevMed.,28(3),267-273.Thompson,D.,Peacock,O.,Western,M.,&Batterham,A.M.(2015).Multidimensionalphysicalactivity:an
opportunity,notaproblem.ExercSportSciRev.,43(2),67-74.Tremblay,M.S.,LeBlanc,A.G.,Kho,M.E.,Saunders,T.J.,Larouche,R.,Colley,R.C.,etal.(2011).Systematic
reviewofsedentarybehaviourandhealthindicatorsinschool-agedchildrenandyouth.IntJBehavNutrPhysAct.,8,98.
Trost,S.G.,Pate,R.R.,Sallis,J.F.,Freedson,P.S.,Taylor,W.C.,Dowda,M.,&Sirard,J.(2002).Ageandgenderdifferencesinobjectivelymeasuredphysicalactivityinyouth.MedSciSportsExerc.,34(2),350-355.
Vanhees,L.,Lefevre,J.,Philippaerts,R.,Martens,M.,Huygens,W.,Troosters,T.&Beunen,G.(2005).Howtoassessphysicalactivity?Howtoassessphysicalfitness?EurJCardiovascPrevRehabil.,12(2),102-114.
9.Derolvandematuriteitsstatusinhettalentidentificatie-enontwikkelingsproces
MatthieuLenoir,MartineThomisenJohanPion
9.1IntroductieInelklandmetsport-entopsportambitieswereldwijdwordthetbelangvaneengoedtalentidentificatiesysteemingezien(DeBosscheretal.,2008).Talentidentificatie(TID)ishetproceswaarbijineenpopulatievanjongesportersdeindividuenmethetgrootstepotentieelwordengeïdentificeerd.Ditprocesvolgtmeestalopdefasevantalentdetectie(TD),waarbijuiteengroepdienognietvooreenspecifiekesportheeftgekozen,demeestbegaafdeelementenvooreenspecifiekesportwordengekozen.Dezebegaafdheidkanzichtoteentalentontwikkelen(TO)indiendejuistestimulansenwordenaangeboden,zowelopvlakvantrainingsbegeleidingalsopvlakvanalgemeneomkadering(ouders,peers,mede-atleten,...).OverhetalgemeenwordenbinneneenTIDsysteempotentiëletopsportersoprelatiefjongeleeftijdgeëvalueerdophunantropometrische,fysieke,enmotorisch-technischeeigenschappen.Debedoelingvaneendergelijksysteemisvroegintekunnenschattenwelkeatletenhetmeestpotentieelhebbenomsuccesvoldoortekunnengroeiennaareenhogerofzelfstopniveau.Vaakkomendaarookevaluatiesbijvanhunpsychologischekenmerken,tactischinzicht,enomgevingsfactorendiemogelijksvanbelangzijninhunverdereontwikkeling(Vaeyensetal.,2008).Dezelaatstegroepeigenschappenzijnmoeilijkerobjectieftemeten,enzijndaaromooknietinelkesporttakinVlaanderenevensterkuitgebouwd.
Antropometrischeenfysiekemetingenzijnechteronderhevigaanschommelingenonderinvloedvandebiologischeleeftijdvandeatleten,zowelbijjongensalsbijmeisjes.Eriseengroteinterindividuelevariatieinhettijdstipwaaropdepuberteithaarintrededoet,endedaarmeegepaardgaandehormonaleschommelingenkunnenleidentotzeergroteverschilleninantropometrieenfysiekprestatievermogenbijatletenmeteenzelfde
kalenderleeftijd.Hetmetenvanprestatiekenmerkenopeenmomentdatergroteverschilleninontwikkelingvastgesteldworden,kanverregaandegevolgenhebbenvooratletenmeteengrootpotentieel,maardiebenadeeldzijndoorhunmaturiteitsstatus.
Hetglobalevoorwerpvandezestudieisdanookdemogelijkeinterferentievanbiologischeleeftijdophetmomentvaneenselectiemomentopdeslaagkansenvoordieselectieenerzijdsenopdelaterecarrièreontwikkelinganderzijds.
Debepalingvandezebiologischeleeftijdkanzowelopeeninvasievealseennon-invasievemaniergebeuren.Beidemethodeshebbenhunvoordelenenhunbeperkingen.Deaccuraatheidvandezebepalingisvancruciaalbelangomopbasisvaneenbepaaldeprestatiebijeenjongesporterzijnofhaarechtepotentieelintekunnenschatten.
Dezeproblematiekvertaaltzichindevolgendeonderzoeksvragenvoordezestudie:–OpwelkemaniergaandeVlaamse(Top-)sportfederatiesommethetaspect
maturiteitinhunTDenTIDproces?–Welkeisderelatietusseninvasieveennon-invasievemethodesvoordebepaling
vanmaturiteitbijjongegeïdentificeerdetopsporters(JITs)ofpotentials?–Welkeinvloedheeftdematuriteitsstatusopdeantropometrischeeigenschappenen
fysiekeprestatievermogenvanJITs?–Welkeinvloedheeftdematuriteitsstatusopdeprestatie-ontwikkelingvandezeJITs?
9.2Methodologie
9.2.1MaturiteitinhetTDenTIDprocesindeVlaamseTopsportfederaties
In2015werden24Vlaamse(Top-)sportfederatiesdoorgelichtbetreffendehunglobaleTIDwerkingenderolvanmaturiteitinditproces(Tabel1).Daartoewerdineeneerstefasedebeschikbaredocumentatieopderespectievelijkewebsitesgeraadpleegdenafgetoetstaaneenvoorafopgemaaktechecklist.Dezechecklistomvattevolgendecentralevragen:–Isereenduidelijkeorganisatorischestructuurmbttalentidentificatie,inclusiefeen
verantwoordelijke?–Wordendeplaatsvanendemethodesvoorhetbepalenvanmaturiteitexpliciet
beschrevenindebeschikbareinformatie?
–Wordterduidelijkgemaaktinwelkematehetaspectmaturiteitinrekeningwordtgebrachtbijdebeslissingendieopbelangrijkeselectiemomentenwordengenomen?
–Wordtmaturiteitéénmaligbepaaldofisditeenonderdeelvaneenrepetitievescreeningvandejongebeloftevollesporters?
Indiendezeinformatieontoereikendwasomdechecklistaftewerken,volgdeeeninterviewmetdetopsportcoördinatorofeenverantwoordelijkeTIDvandefederatie.Opbasisvandezeinformatiewerdenvoorelkefederatiedesterkeenmindersterkeaspectenvanhettalentbeleidmetbetrekkingtotmaturiteitverzameld.
Tabel1.Overzichtvande(top-)sportfederatiesinhetonderzoek.
9.2.2Relatietusseninvasieveennon-invasieveindicatorenvoormaturiteit
9.2.2.1Deelstudiezwemmers
Dezeonderzoeksvraagwerdbestudeerdbinneneengroepvan49zwemmersuitdeVlaamseTopsportschool(16jongens,12.7+/-1.1jaar;33meisjes,12.3+/-0.7jaar).Bijelkvandezeatletenwerdendrieindicatorenvoorbiologischematuriteitgeëvalueerd.SkeletalematuriteitwerdbepaalddoordeRX-beeldenvandelinkerpolstebeoordelenmetdeTanner-WhitehouseII-methode(Tanner&Healy,2001;invasieve
methode).AlstweedebepalingwerddegeschatteAPHV(Mirwaldetal.,2002),waarbijopbasisvankalenderleeftijd,lengte,zithoogte,engewichtde‘afstand’totdegroeispurtwordtingeschat.TenslottewerdookhetpercentagevandebereiktevolwassenlengtebepaaldopbasisvandeKhamis&Rocheformule(1994)alsindicatorvoormaturiteit.Voorelkvandedriebepalingenwerdendeatletengecategoriseerdalsvroeg-,gemiddeld-,oflaatmatuur.
9.2.2.2Deelstudievoetballers
Ineengemengdegroepvan160BelgischeenBraziliaanseelitevoetballersdieingedeeldwerddevolwassengestaltevoorspeldvoordrieleeftijdsgroepenU12,U14enU16.DeovereenstemmingtussendriemeetmethodenwerdnagegaandoormiddelvaneeninvasievemanierTWII-methode(Tanneretal.,1983),TWIII(Tanneretal.,2001)eneennietinvasievemanier,waarbijdevolwassenleeftijdvanjeugdspelersnagegaanwerdaandehandvanhetalgoritmeomdetijdsspannevoorofnadegroeispurttebepalen.DezelaatstemethodewerdafgeleiduittweelongitudinalestudiesbijCanadesejongerenenBelgischetweelingen(Mirwaldetal,2002).Dezevalideringsstudielaattoedenauwkeurigheidvanhetijkpunt,namelijkdevoorspeldeeindlengte,nategaandooreenvergelijkingmetdereëleeindlengte.Opdiemanierkanhetpercentagevandetebereikeneindlengtegebruiktwordenalsobjectieveinschattingvandebiologischeleeftijd.
9.2.3Relatietussenmaturiteitenfysiekprestatievermogen
9.2.3.1Deelstudiezwemmers
Dematuriteitsstatusvan49leerlingenvandetopsportschoolzwemmen(zie1.2.2.)werdbepaaldmetdeinvasievemethodeTWIII(Tanneretal.,2001),deAPHV(Mirwaldetal.,2002)endemethodevanKhamisenRoche(1994).TegelijkwerdenookdebestezwemprestatiesvandezeatletenuitgedruktalsRudolph-score,waarbijabsolutezwemtijdenomgezetwordennaareenleeftijdsgenormeerdescore.DezeRudolph-scoresvanvroeg-,gemiddeld,enlaatmaturezwemmerswerdenmetelkaarvergeleken.
9.2.3.2Deelstudievolleybal
TijdensdetestafnamesvanhetVOLTISproject,hetTIDsysteemvandeVlaamseVolleybalbond,werdenantropometrische,fysieke,encoördinatievekarakteristiekengemetenbij12412-jarigejongens.OpbasisvanhunAPHVwerdenzijopgedeeldinvierkwartielen(waarbijQ1staatvoorde25%spelersmetdemeestgevorderdebiologischeontwikkelingenQ4voorde25%meestlaatmaturespelers).Descoresop
eenselectievanvoorvolleybalcrucialeantropometrischeenfysiekeprestatieparameterswerdenvergelekentussendevierkwartielen.
9.2.4Impactvanmaturiteitbijeenselectiemomentopdeprestatieontwikkeling
9.2.4.1Deelstudiezwemmers
Verderbouwendopdeonder1.2.3.gebruiktemethodiekwerdendeprestatiesvandezwemmersgedurendemaximaal4jaaropgevolgd.OpbasisvandeevolutieinRudolph-scoreswerdendrieprofielenbepaald:zwemmersmeteenpositiefontwikkelingstraject(toenamevanRudolph-score),eenniet-succesvoltraject(stagnatieen/ofdips),eneennegatiefontwikkelingstraject(dalingvandeRudolph-score).Erwerdnagegaanofdematuriteitsstatusophetmomentvandeselectieverschildetussendezwemmersdielateréénvandedrieontwikkelingstrajectenzoudenafleggen.
9.2.4.2Deelstudievoetballers
Evaluatiesvanantropometrie,fysiekprestatievermogen,encoördinatiewerdenverzameldbij388Belgischemannelijkevoetballerstussen8en16jaar.Dezewerdenonderverdeeldalseliteofdrop-outinfunctievanhunspeelniveautweejaarnaheteerstetestmoment.Eliteisgedefinieerdals‘deeluitmakendvaneenjeugdteamineenprofessioneleclub(minimaal5trainingseenheden/week),terwijldrop-outafgebakendwordtals‘gedaaldinspeelreeksofgestoptmetvoetbaltweejaarnahettestmoment.Antropometrischemetingenomvattenlengte,gewicht,vet%,zithoogteenAPHV.Voorhetfysiekeprestatievermogenwerdendestaandevertesprong,countermovementjump,YoYoIntermittentRecoveryTest1,5men30msprint,endeGhentUniversityDribbletestafgenomen.VoordegrootmotorischecoördinatiewerdendrieitemsvandeKörperkoordinationstestfürKinderafgenomen(Kiphard&Schilling,2007).Erwerdnagegaaninwelkematedematuriteitsstatus,antropometrie,fysiekprestatievermogen,coördinatieentechniekbepalendwarenvooreenpositievecarrièreontwikkeling.
9.3Beknoptliteratuuroverzicht
9.3.1Invasieveennon-invasievemethodenvoorbepalingvanmaturiteit
Radiografievandelinkerpolsisdemeestcouranteinvasievetechniekombiologischematuriteitteevalueren.Daarbijwordtdestatusvandesluitingvandegroeischijven
dooreenexpertgeëvalueerd.Dezetechniekwordtgekenmerktdooreengoedebetrouwbaarheid(Malinaetal.,2012;Malinaetal.,2013).DetoepasbaarheidvandezetechniekopgroteaantallenzoalsbijTDprogramma’sisechterbeperktwegensdekostprijs,denoodzaakvancomplexeapparatuur,expertisevandeevaluatorendetijdsduur.Verschillendeniet-invasievemethodeslatenechtereensnelleeneenvoudigeinschattingvandematuriteitsgraadtoe.Eeneerstemethodeishetgebruikvanhetpercentagevandevoorspeldevolwassenleeftijdopbasisvandekalenderleeftijd,lengte,gewichtenlengtevandebiologischeouders(Malinaetal.,2005).Eentweedemethodediecourantwordtgebruiktinhetkadervantalentprogramma’sisdepredictievanhettijdstipvandegroeispurt(AgeatPeakHeightVelocityofAPHV)opbasisvanantropometrischemetingenlengte,gewicht,zithoogte,beenlengteenkalenderleeftijdvolgensdeformulevanMirwaldetal.(2002).
9.3.2Impactvanmaturiteitopantropometrieenfysiekprestatievermogen
Hetverbandtussendebiologischeleeftijd,antropometrischekenmerkenenscoresopfysiekeprestatietestswerdreedsbijverschillendejongeatletenpopulatiesaangetoond.
InhetvorigSteunpuntonderzoekwerddelinktussenkalenderleeftijd,antropometrie,fysiekprestatievermogenbijjongeBelgischehandbalspelers(N=168;Matthysetal.,2012).Hieruitbleekdatvroegmatureatleteneengunstigerhandbalprofielvertonenopvlakvanlengteengewicht,maardaarnaastooksneller,sterkerenexplosieverzijn.Ditimpliceertdatzijhunvroegmaturiteitomzettenineen(tijdelijk)gunstigerprofielomsuccesvoltezijninhandbal.
Eentweedestudie,waarbij330meisjestussen5en12jaardeelnamenaandeentreetestsvandeGymFed,toondeaandatzowelelitealssub-elitegymnasteneengroeipatroongelijkaardigaandatvankleine,normaaltraagontwikkelendemeisjesvertonen(Vandorpeetal,2011).ZowelvoorwatbetreftdechronologischeleeftijdalsvoordeAPHVwerdenverschillengevondentussendeeliteensub-elitegymnasten.Deelitegymnastenhaddeneensignificantkleineregestalteenzithoogteentevenseenlagerlichaamsgewichteneenkorterebeenlengtedandesub-elitegymnasten.Eenantropometrischprofieldatdekenmerkenvertoontvaneen(relatief)laatmatureatleteisbijgevolggunstigomalsjongegymnastemeerkanstemakenopeenselectie.Defysiekeprestatiesvandezeelitegroepwareneveneensbeterdandesub-elites,hoewelindezestudienietuitgemaaktkonwordeninwelkematedetrainingshistoriekdezeverschillenveroorzaakte.
Bijjongevoetballerswerdvastgestelddatvroegmaturiteiteenpositieveimpactheeft
opdemeesteprestatiebepalendefactoren.Jongevoetballersmeteenvoorspronginbiologischeontwikkelingzijnsneller,krachtiger,envertoneneenbeteruithoudingsvermogendanhunlatermatureleeftijdsgenoten(Deprez,2015;Fragosoetal.,2015).
9.3.3Impactvanmaturiteitbijselectiemomentenopdeprestatieontwikkeling
Hetstaatvastdateenvoorspronginbiologischeontwikkelingeentijdelijkevoorsprongopvlakvanantropometrieenfysiekprestatievermogenmetzichmeebrengt(Vaeyensetal.,2008).Ditresulteertineenverhoogdekansophetbehalenvaneenselectieopjongeleeftijd,metintheoriemeerkansenopeenbetereomkaderingwaardoorhetpotentieelzichmaximaalkanontwikkelen.Erisechterweinigonderzoekdatookéénduidigaantoontinwelkematedezevoorsprongindelaterecarrièreontwikkelingbehoudenblijftdanweltenietwordtgedaan,hetzijdoortrainingsarbeid,hetzijdooreennatuurlijkeinhaalbeweging.
9.4Besprekingbelangrijksteresultaten
9.4.1MaturiteitinhetTDenTIDprocesindeVlaamseTopsportfederaties
Uitde24SWOT-analysesvandezestudieblijktdaterzeerveelvariatieisindemateendemanierwaaropfederatiesomgaanmetdematuriteitvanhunsporterstijdenshetselectie-enontwikkelingsproces.Defederatieswerdeninéénvandeviervolgendecategorieënondergebracht:a)houdtgeenrekeningmetmaturiteit,b)iszichbewustvandemogelijkeimpactvanmaturiteit,c)gebruikteengestandaardiseerdemethodevoordebepalingvanmaturiteit,end)neemtdezeinformatiemeebijdeinterpretatievantestwaarden.Inonderstaandetabel2isdezecategoriseringweergegeven.
Tabel2.IndelingvandeonderzochtefederatiesmetbetrekkingtotdematewaarinzijrekeninghoudenmetmaturiteitinhunTIDmodel.
Defederatiemaaktgebruikvaneengestandaardiseerdemethodevoormaturiteitsbepalingenhoudthiermeerekeningbijdeinterpretatievantestresultaten:
VAL/BadmintonVlaanderen/Gymfed/VSB/VTDL/VFV/VVB/WBV/VZF
DeleerlingenvandetopsportschoolvolleybalondergaaneenRX-scanvandelinkerpolsbijinstroomindeTSS.Deresultatenvandezescanlevereninformatieopoverdeactuelematuriteitsstatusenlatentegelijkookeenpredictievandevolwasseneindlengtetoe.Dezegegevenswordenmeeindeweegschaalgelegdbijdeselectieenontwikkelingvandeindividuelespelers.DeVlaamseAtletiekLigamaakteeninschattingvandematuriteitaandehandvandeMirwaldmethode.Testresultatendiebeïnvloedwordendoorlichaamslengteenlichaamsgewicht(gerelateerdaanmaturiteit)wordenookvanuitditperspectiefbekeken.
Defederatiemaaktgebruikvaneengestandaardiseerdemethodevoormaturiteitsbepaling:
VBL/SneeuwsportVlaanderen
BijdeVlaamseBasketbalLigawordtdezebepalingeerdergebruiktvoordepredictivevandeeindlengte,eerderdandeinschattingvanmaturiteitopzich.
Defederatieiszichbewustvandeimpactvanmaturiteitoptestresultaten:
VJF/TennisVlaanderen/VYF
MaturiteitisnietopgenomeninhetTIDmodelvandefederatie:
VVG/VHL/VJJF/VKKF/KBKB/VLP/Parentee/VRL/VlaamseRollerbond/VTTL
9.4.2Relatietusseninvasieveenniet-invasieveindicatorsvanmaturiteit
9.4.2.1Deelstudiezwemmers
Hoewelersignificantecorrelatiestussendedriemethodeswerdengevonden,isdematevanovereenkomstbijeentwee-aan-tweevergelijkingmatig.Erwas71%overeenkomsttussendeAPHVmethodeendeskeletalematuriteit.DeKRmethodiekkwammindergoedovereenmetdeskeletalematuriteit(56%overeenkomst),terwijldelaagsteovereenkomstwerdgevondentussenAPHVendeKRmethode(36%overeenkomst).
9.4.2.2Deelstudievoetballers
Deverschillendeinterpretatietechniekenvanderadiografieënvandelinkerpolskwamenzeergoedmetelkaarovereen,waarbijoverdeleeftijdenheenalle
correlatiecoëfficiëntengroterdan0.95waren.Deovereenkomsttussendeinvasieveennon-invasievetechniekenvoordeinschattingvandevolwasseneindlengtewasgoedtotzeergoed,metcorrelatiecoëfficiëntentussen0.70en0.95.Deopdelingvandespelersoverdecategorieënvroeg/gemiddeld/laatmatuuropbasisvandezeskeletaleleeftijdkwammatigtotgoedovereenmetdeinschattingenopbasisvanantropometrischemetingenofinschattingvanhetpercentagevandebereikteeindlengte.DezebevindingenimplicerendatervoorzichtigdientomgegaantewordenmetdeinschattingvandeAPHVvanéénindividueleatleet.
Tabel3.Frequentieencross-tabsvanclassificiatiesvanmaturiteittussenverschillendeindicatorenvanmaturiteitin10-14jaaroudezwemmers.
9.4.3Impactvanmaturiteitophetfysiekeprestatievermogen
9.4.3.1Deelstudiezwemmers
Bijzoweldemannelijkealsdevrouwelijkezwemmerswasereenduidelijketendenstotgrotereenzwaardereatletennaarmatezijeenhogereskeletaleleeftijd(alsmaatvoormaturiteit)vertoonden.Doordebeperktesteekproefgroottewerdechternietoveralhetstatistischesignificantieniveaubereikt.Dezwemprestatie(uitgedruktals
Rudolph-score)vertoondeeenzelfdetendensophetselectiemoment,namelijkeenbeterescorevoordevroeg-maturezwemmers,hoewelookhierhetsignificantieniveaunietwerdbereikt.
9.4.3.2Deelstudievolleyballers
UitderesultatenvandeVOLTIS-testsblijktdatdematuriteitsstatuseengroteimpactkanhebbenbijdeselectievan12-jarigevolleybalspelers.Wanneerde124deelnemersgerangschiktwordenvolgensAPHVendegroepvervolgensin4kwartielenwordtverdeeld,zijnerduidelijkeverschilleninbijvoorbeelddescoreopdespikejump(hoogtesprongnaaanloop),éénvandeprestatiebepalendekenmerken,optemerken.Vroegmaturejongensspringengemiddeld25cmhogeropdezetestinvergelijkingmetjongensdielaatmatuurzijn(Q4opbasisvanAPHV).Ditverschilwordtnietenkeldooreenvoorspronginsprongkracht,maarookdooreengroterelichaamslengteveroorzaakt.
Onafhankelijkvanheteffectvanbiologischematuriteittreedtookeenduidelijkverschilinprestatievermogeninfunctievanhetgeboortekwartaalop.Zospringen12-jarigejongensdieinheteerstekwartaalvaneenselectiejaargeborenzijnspringen15cmverderdanhunpeersuithetlaatstekwartaal.Eengecumuleerdeffectvaneenvoorspronginbiologischeontwikkelingeneengeboortedatuminheteerstekwartaalkanbijdezeprestatietestleidentoteen(tijdelijke)voorsprongvanruim20cmofmeerdan10%vandetebehalenprestatieop12-jarigeleeftijd.
Tabel4.Gemiddelde(SD)waardenvoorgestalte,staandevertesprongenspikejumpbij12-jarigejongensvolgenshunmaturiteitsstatus.
9.4.4Invloedvanmaturiteitsstatusopdeprestatie-ontwikkeling
9.4.4.1Deelstudiezwemmers
Integenstellingtotdetendenstotbetereprestatiesvanvroegmaturezwemmersophetmomentvandetestafname,werdenergeenverschillengevondeninmaturiteitsstatustussendezwemmersmeteenpositief,niet-succesvolofnegatiefontwikkelingstraject.Derespectievelijkeverschillentussenkalenderleeftijdengeschattebiologischeleeftijd
bedroegen0.094+/-0.4jr(positief,N=9),0.075+/-0.2jr(niet-succesvol,N=29)en0.029+/-0.3jr(negatief,N=11)voordezedrietypesvanontwikkelingstrajecten.
9.4.4.2Deelstudievoetballers
Eeneersteopmerkelijkevaststellingisdatdematuriteitsstatusopeenselectiemomentweiniginterageerdemetdefysiekeenantropometrischeverschillendietussenvoetballersvaneliteensub-eliteniveauwerdengevonden.Hetfysiekeprestatievermogenophettestmomentbleekvanweiniginvloedtezijnopdekansenomophetzelfdeniveau(m.a.w.‘elite’)teblijvenspelen,danwelomtedalenvanspelniveauofzelfstestoppenmetvoetballen.Inalleleeftijdscategorieënwerdenverschillengevondentussendespelersdieindesportactiefbleven(contract)endespelersdienaverloopvantijdstoptenmetvoetbalspelen(drop-out).Contractspelerssprongenverder(p=0.011)enwarensnellerovereenafstandvan5m(p=0.041)dandespelersdieafhaakten.Hoewelerfysiekeverschillenophettestmomentaanteduidenwarentussenspelersdielaterweleenpositiefontwikkelingstrajectzoudenvolgen,wordendezefysiekeverschillennietverklaarddoorverschilleninmaturiteitsstatusophettestmoment.Ditimpliceertdatdezefysiekeverschillenook,enwaarschijnlijkinsterkeremate,veroorzaaktkunnenwordendoorverschillenintrainingshistoriekofhetgeboortekwartielvandespelers(spelersgeboreninheteerstekwartielvaneenselectiejaarhebbenperdefinitieeengroterekansopeenfysiekevoorsprongophunjaargenotendieinhetlaatstekwartielzijngeboren).
9.5Beleidsaanbevelingen
9.5.1Bewustmakingvanheteffectvanmaturiteitsstatusophetactueleprestatievermogenvanjongesporters
ErisergveelvariatieindematewaarindeVlaamse(Top-)sportfederatiesomgaanmetdemogelijkeimpactvanmaturiteit.Slechts37,5%(9/24)vandeVlaamse(Top-)sportfederatieshoudtrekeningmetdematuriteitbijdeinterpretatievandetestresultaten.Ditbetekentnietdatfederatiesperdefinitieandersmoetenomgaanmetditaspectaangeziendematuriteitsgebondenverschilleninantropometrieenfysiekprestatievermogennietinelkesportevencruciaalzijn.Bijsportdisciplineswaarinbijvoorbeeldcoördinatie,techniekentactieksterkdoorwegenopdeprestatiezoalsintafeltennis,steltdezeproblematiekzichminderdanbijvoorbeeldinjudo.Bijde10federatiesdiemomenteelgeenrekeninghoudenmetdematuriteitvandejeugdspelersvindenwetweeteamsportenendriekrachtsportenterugwaarbijaangenomenwordtdatdeinvloedvandematuriteiteencruciaalgegevenis.Hetverdientaanbevelingomdeze
federatiesbewusttemakenvandemogelijkeoptimalisatievanhunTIDmodelwanneerookdebiologischeleeftijdenheteffectervaninkaartwordtgebracht.
9.5.2Opmaakvaneenduidelijkestrategieoverhoeomtegaanmetdezeproblematiek
Hetvroegtijdigafhakenindesportomwillevandenadelenverbondenaandematuriteitsstatus,moetdeselectiecommissiesaanzettenomhunselectiepolitiekbijtesturen.EenmogelijkeoptieistewerkenmetschaduwteamszoalsditmomenteelgebeurtindeVoetbalfederatieVlaanderen.Eenalternatiefisbij‘deliberaties’overselectiessystematischdematuriteitsstatuskwalitatiefofkwantitatiefinrekeningtebrengen.Hierisechtergeengeneriekeoplossingvooroversportenheen,aangeziendeAPHVformuleswerdenopgemaaktbijniet-atleten,ennietnoodzakelijkevenvalidezijninelkesporttak.EenAPHVinschattingkangebruiktwordenomatleettepositionerentegenoverzijnpeersineenbepaaldecohorte(dus‘vroegeroflatermatuur’danzijncollega’suitdezelfdesporttak),eerderdanalseenabsoluutcijfer.
9.5.3Hetvoorspellenvandevolwasseneindlengteopbasisvaninvasieveofniet-invasievemethodenheefteenvrijgoedenauwkeurigheid,meteenfoutmargevan+/-5cmopdevolwasseneindlengte
Voordemeestesportdisciplinesisditeenvoldoendegrotenauwkeurigheid.Insporttakkenwaarindeeindlengteeensterkeprestatiebepalendevariabeleis(zoalsvolleybalofgymnastiek)volstaatdezenauwkeurigheidechterniet.Bovendienzijndeformulesvoordevoorspellingvandevolwasseneindlengteinhoofdzaakberekendoppopulatiesmeteen‘normale’eindlengte,enisdetoepasbaarheidnaarextreemgrote(volleybal)ofextreemkleineatleten(gymnastiek)nogonvoldoendeaangetoond.Onderzoeknaardebetrouwbaarheidenvaliditeitvandezeformulesinspecifiekesportievepopulatiesisaanbevolen.Federatieskunnenhiereenrolinspelendooropregelmatigetijdstippenniet-invasievemetingenuitte(laten)voerenenbijtehouden.
9.5.4Overwegenvanobjectievecorrectievoorvroeg-oflaatmaturiteitishetmeestaandeordeindiesportdisciplineswaarindecrucialeidentificatiefactorenheelsterkdoormaturiteitwordenbeïnvloed(spronghoogtebijvolleybal,krachtbijjudo)
Deimpactvandematuriteitopdeselectienormenvandekrachttestisdermatedater
moetoverwogenwordenomdenormentecorrigerenvoorzoweldechronologischeleeftijddoordeschaalnietafterondenperleeftijdsjaar,maardecorrecteactueleleeftijdtebepalentotop1/10(vb.13,4jaar)endaarnaastheteffectvanhetgeboortekwartielteneutraliserenzodatiedere13jarigestartmetdezelfdekansenomgeselecteerdtekunnenworden.EendergelijkecorrectiedientechterookmetdenodigenuancebekekentewordengeziendeonvolmaakteaccuraatheidvandeAPHVmethode.
9.5.5Focusopcrucialeeigenschappendieminderdoormaturiteitwordenbeïnvloed
Demeestesportfederatiesschenken(te)veelaandachtaandefysiekeprestatiefactoren.Dezewordenvooralbeïnvloeddoortrainingenmaturiteitsstatus.Hetpotentieelvaneenjongesporterkanechterookdeelsingeschatwordenaandehandvangeneriekemotoriektestsmeteenniet-sportspecifiekkarakter.Dezetestsgeveneerdereenindicatievanpotentieelinplaatsvaneenbeoordelingvaneenhier-en-nuprestatie.Hetfeitdatmindertrainbarekarakteristiekengemetenkunnenwordeneneengrotereimpacthebbenopdeoverlevingskansenzoalswerdaangetoondindegymnastiekstudiepleitvoordeinclusievanmotoriektestsintalentidentificatietestbatterijen.
9.6ReferentiesBuekers,M.,Borry,P.,&Rowe,P.(2014).Talentinsports.Somereflectionsaboutthesearchforfuture
championships.MovementandSportsSciences.DOI10.1051/sm/2014002.Deprez,D.,Fransen,J.,Lenoir,M.,Philippaerts,R.M.,&Vaeyens,R.(2015).Aretrospectivestudyon
anthropometrical,physicalfitnessandmotorcoordinationcharacteristicsthatinfluencedrop-out,contractstatusandfirst-teamplayingtimeinhigh-levelsoccerplayers,aged8to18years.JournalofStrengthandConditioningResearch,29(6),1692-1704.
Deprez,D.,Coutts,A.,Fransen,J.,Deconcink,F.,Vaeyens,R.,Lenoir,M.,&Philippaerts,R.(2013).Relativeage,biologicalmaturationandanaerobiccharacteristicsineliteyouthsoccerplayers.InternationalJournalofSportsMedicine,34,897-903
Deprez,D.(2015).Anthropometrical,physicalfitness,andmaturationalcharacteristicsinyouthsoccer:methodologicalissuesandalongitudinalapproachtotalentidentificationanddevelopment.PhDdissertation.GhentUniversity.
DeBosscher,V.,Bingham,J.,&Shibli,S.(2008).Theglobalsportingarmsrace:Aninternationalcomparativestudyonsportspolicyfactorsleadingtointernationalsportingsuccess.Aachen:Meyer&MeyerVerlag.
Fragoso,I.,Massuca,L.,&Ferreira,J.(2015).Effectofbirthmonthonphysicalfitnessofsoccerplayers(Under15)accordingtobiologicalmaturation.InternationalJournalofSportsMedicine,36(1),16-21.
Khamis,H.J.,&Roche,A.F.(1994).Predictingadultstaturewithoutusingskeletalage:theKhamis-Rochemethod.Pediatrics,94(4),504-507.
Kiphard,E.,&Schilling,F.(2007).KörperkoördinationstestfürKinder.2.ÜberarbeiteteundergänzteAuflage.Weinheim:BeltzTestGmbH.
Malina,R.,Cumming,S.,Morano,P.,Barron,M.,&Miller,S(2005).Maturitystatusofyouthfootballplayers:anon-invasiveestimate.MedicineandScienceinSportsandExercise,37,1044-1052.
Malina,R.,CoelhoESilva,M.,Figueiredo,A.,Carling,C.,&Beunen,G.(2012).Interrelationshipsamonginvasiveandnon-invasiveindicatorsofbiologicalmaturationinadolescentmalesoccerplayers.JournalofSportsSciences,30,1705-1717.
Malina,R.,&Koziel,S.(2014).ValidationofmaturityoffsetinalongitudinalsampleofPolishboys.JournalofSportsSciences,32(5),424-437.
Matthys,S.,Vaeyens,R.,Vandendriessche,J.,Vandorpe,B.,Lenoir,M.,&Philippaerts,R.(2012).Thecontributionofgrowthandmaturationinthefunctionalcapacityandskillperformanceofmaleadolescenthandballplayers.InternationalJournalofSportsMedicine,33,543-549
Mirwald,R.,Baxter-Jones,A.,Bailey,D.,&Beunen,G.(2002).Anassessmentofmaturityfromanthropometricmeasurements.MedicineandScienceinSportsandExercise,34(4),689-694.
Pion,J.,Lenoir,M.,Vandorpe,B.,&Segers,V.(2015).Talentinfemalegymnastics:asurvivalanalysisbaseduponperformancecharacteristics.InternationalJournalofSportsMedicine,36,935-940,DOI/10.1055/s-0035-1548887.
Tanner,J.M.,Whitehouse,R.H.,Marshall,W.A.,Healy,M.J.R.,&Goldstein,H.(1975).AssessmentofSkeletonMaturityandMaturityandPredictionofAdultHeight(TW2Method).
Tanner,J.M.,Healy,M.J.R.,Goldstein,H.,&Cameron,N.(2001).Assessmentofskeletalmaturityandpredictionofadultheight:TW3Method.Saunders.
Thomis,M.,Ghekiere,A.,Rombauts,S.,&Lenoir,M.(2013).TheProceedingsofthe28thPediatricWorkPhysiologyMeeting:2013-09-26,(pp.247-251).Taylor&FrancisLtd.
Vandendriessche,J.,Vandorpe,B.,Coelho-e-SilvaM.J.,Vaeyens,R.,Lenoir,M.,Lefevre,J.,&Philippaerts,R.(2012).Biologicalmaturation,morphology,fitnessandmotorcoordinationaspartofaselectionstrategyinthesearchforinternationalyouthsoccerplayers(15-16years).JournalofSportsSciences,30(15),1695-1703.
Vandorpe,B.,Vandendriessche,J.,Vaeyens,R.,Pion,J.,Lefevre,J.,Philippaerts,R.,&Lenoir,M.(2011).Factorsdiscriminatinggymnastsbycompetitivelevel.Internationaljournalofsportsmedicine,32(8),591.
Vaeyens,R.,Lenoir,M.,Williams,M.,&Philippaerts,R.(2008).Talentidentificationanddevelopmentprogrammesinsport:currentmodelsandfuturedirections.SportsMedicine,38,703-714.
10.Primairepreventievansport-enwerkgerelateerdemusculoskeletaleletselsbijleerkrachtenlichamelijkeopvoeding:haalbaarheid,effectiviteitentransfereerbaarheidnaardeadolescenten
SienVercruysse,LeenHaerens,LennertGoossens,DirkDeClercq
10.1IntroductieKinderenenadolescentenzijndelaatstejarensteedsminderfysiekactief(Brettschneidere.a.,2015).Vandaardaterreedsverschillendeonderzoekersbeweegprogramma’sopschoolniveaugeïmplementeerdhebbenmetpositieveeffectenopgedragenfysiekegezondheidalsgevolg(reviewvanDobbinsetal.,2013).HieruitbleekbijvoorbeelddatkinderenenjongerendiehetbeweegprogrammakregenminderurenachterdeTVspendeerden,meermatigetotzwarefysiekeactiviteitbeoefendeneneenverbeterdeVO2maxhadden.Binnendedoelgroepvankinderenenadolescentendragensportletselsendedaarbijhorendenadelen(missenvansportlessen,demotivatieinverderesportparticipatie,medischekosten,enz.)echterbijtotdrop-outingeorganiseerdesport(Crane&Temple,2015).Omtochtekunnenprofiterenvandevelevoordelenvanregelmatigesportbeoefening(vb.verminderdehart-envaatziekten,beterzelfbeeld.Sothernetal.,1999)dientdusnietalleendeelnameaansportactiviteitenbijadolescentengepromootteworden,maarmoetookextraaandachtaansportletselpreventiegegevenworden,enditzowelincompetitievealsmeerrecreatievecontext.
Eénvandemanierenomhetbewustzijnoverhetbelangvanletselpreventieende
toepassingervanpositieftebeïnvloeden,isviadelessenlichamelijkeopvoeding(LO).LOisinVlaanderennamelijkeenverplichtvakopschoolenviaditvakkunnenbijgevolgallejongeren(niet-sporters,niet-ofanders-georganiseerdesportersenclubsporters)bereiktworden.EenleerkrachtLOheeftvanuitzijnopleidingdeexpertiseopgebouwdinhetdidactischoverbrengenvanbewegingsgerelateerdekennis,vaardighedenenattitudes,enkanalseenbelangrijkrolmodeloptreden.Viaprofessionelevormingeninclusiefrecenteinzichteninsportletselpreventie,zoudenleerkrachtenLOwarmgemaaktkunnenwordenomditthemateimplementereninhunlessen.
Bovendienkanhetprofessionaliserenvanleerkrachtenookbelangrijkevoordelenhebbenvoordeleerkrachtenzelf,wanthelaaslijdenookzijaanletselstengevolgevansportdeelnameenlesgeven(GoossensenVercruysseetal.,2015).LeerkrachtenLOhebbeneenfysiekveeleisendejob(vb.langdurigrechtstaan,tillenendragen,demonstreren,helpenenbijstaan;Sandmarke.a.,1999),eenuitgebreidsportverledenensportendaarenbovenvaakooknogzelf(competitiefofrecreatief)en/ofgeventrainingineensportclub(Lemoynee.a.,2007).Develenadelenvanletselsoppersoonlijk(vb.sportievevrijetijdsactiviteiten,huishoudtaken)enprofessioneelvlak(vb.hinderbijhetdemonstrerenindeles,werkverlet)willenwedusookbijdeleerkrachtenLOvermijden.
Letselpreventiestrategieënkunnenintweegroepenonderverdeeldworden;deintrinsiekestrategieënomvattenfactorendiebetrekkinghebbenopdefysiekeeigenschappenvandesporterzelf(vb.jezelfsterkermakendoorfunctionelekrachttrainingtedoen).Extrinsiekestrategieënzorgenerdaarentegenvoordatdelastophetlichaamverminderdwordttijdenshetsporten(vb.regelinvoerendatergeencontactmaggemaaktwordenmetnetinvolleybalomcontactmetdetegenstandertevermijden).Inwatvolgtleggenwedefocusvoornamelijkopdeintrinsiekestrategieën,meerspecifiekgevenweaanhoeleerkrachtenLOkunneninwerkenopdefysiekeeigenschappenvankinderenenjongerenmethetoogopletselpreventie.Hetisimmersaangetoonddatmultifactoriëleintrinsiekeletselpreventiedeincidentievanmusculoskeletalesportletsels,d.i.letselsterhoogtevanspieren,gewrichten,pezen,ligamentenenbotten,kanvermindereninsportactievepopulaties(Parkkarie.a.,2001).Dezevenintrinsiekepreventiestrategieënzijn:a)Opwarming(Soligardetal.,2008;Malliouetal.,2007),b)Coolingdown(Malliouetal.,2007),c)Rompstabiliteit(McGill,2010;Childsetal.,2010),d)Balans(Cumpsetal.,2007;McGuineetal.,2006),e)Functionelekracht(Arnasonetal.,2008),f)Stretching(Amakoetal.,2003;Popeetal.,2000)eng)Correctespronglandingstechniek(Scaseetal.,2006).
Bovendienwordtéénextrinsiekepreventiestrategiegeïmplementeerd,namelijkhetdragenvanaangepastschoeisel(Lambsonetal.,1996;McKayetal.,2001).Waarvelevoorgaandeletselpreventieveprogramma’szichtoespitsenopéénbepaaldesport,hebbenwegeopteerdvooreenprogrammadattoegankelijkisvooreensporttakoverschrijdendpubliek:eenprogrammadatmitspermanentetoepassingdebasisgeeftvoormeersportspecifiekeen/ofmeergeïndividualiseerdepreventieveelementen.Bovendienkaneensportletselpreventiefprogrammamaareffectiefzijnalsdedeelnemersditprogrammaookvoldoendeuitvoeren(Myklebuste.a.,2003;Verhagene.a.,2014).Alleenwanneerdeelnemersvoldoendegemotiveerdzijnomdegeleverdestrategieëntoetepassen,iseenlangdurigeimplementatiegegarandeerd.Daaromdientindeletselpreventieveinterventieookvoldoendeaandachttegaannaarmotiverendestrategieën.Wijopteerdenvoordezelf-determinatietheorie(ZDT;Deci&Ryan,2000).
DeZDTzaldeleidraadvormenombijdeleerkrachtenautonomemotivatie(i.e.motivatieuiteigenbelangofomdatjeietsleukvindt)tebewerkstelligenomdepreventiestrategieëntoetepasseninhetdagelijksleven,indelessenLOoftijdenshetgevenvansporttraining,entijdenseigensportdeelname.ZDTzullenwenietalleentoepassenbijhetopleidenvandeleerkrachtenomvoorzichzelfmeerletselpreventietoetepassen,maarookzullenwedeleerkrachtenaanlerenhoezeinhunlessenmotiverendestrategieënkunnengebruiken.Zokunnenzehunleerlingenstimulerenomaanletselpreventietedoenindeles,inclubsport,maarooktijdensniet-georganiseerdesporten.
ConcreetwerdinhetkadervanhethuidigprojecteenaangepasteletselpreventieveinterventieontwikkeldengeoptimaliseerddiegerichtisopleerkrachtenLO(=studie1).DezeinterventienoemenweNoGainwithPain(NGWP).VervolgenswordtdoormiddelvaneengrootschaligeinterventiestudiebijdeleerkrachtenLOgetestofdegeoptimaliseerdeversievanNGWPresulteertineenlageraantalletselsper1000urenblootstellingstijdeneenandergebruikvanletselpreventievestrategieën,(=studie2).AlsderdewillenweviadebewustmakingvansportletselpreventiebijdeleerkrachtenLOkomentoteentransfervanditconceptnaaralleleerlingenindelessenLO.Alsbelangrijksteindicatorenvantransferzaldaaromletselpreventiefgedrag,kennisenmotivatiegemetenworden(=studie3).DitomtebewijzendatdeLOeenkrachtigewegisomletselpreventievestrategieënnaarallesportactieve,enookminderfysiekactievejongerenteverspreiden.
10.2Studie1:Optimalisatiestudie
TwintigleerkrachtenLO(13mannen,7vrouwen,gemiddeld42.1±12.17jaar)van9verschillendesecundairescholeninVlaanderennamenvrijwilligdeelaandeeersteoptimalisatiestudie.Dedrop-outbestonduit3leerkrachten(2kondennietaanwezigzijnopeenbijscholingsmomentenéénvoeldezichteoudvoordeoefenstof).Delesgeefervaringwasgemiddeld17.5jaar(van0.5tot36jaar),desamplebestonduit11bachelorsen9mastersdieallenlesgavenaanleerlingentussende12en18jaarin(ASO,TSOofBSO)gedurendehetschooljaar2011-2012bij.
Startendmeteenfocusgroepgesprekdatpeildenaardeverwachtingenbij7leerkrachtenLOeneenuitgebreideliteratuurstudienaareffectievesportletselpreventiestrategieënwerddeinitiëleversievanNGWPopgebouwd.NahetkrijgenvanNGWPevalueerdendeleerkrachtenditprogrammaopeenkwantitatieve(viaappreciatievragenlijst)enkwalitatieve(viafocusgroepgesprek)manier.ZokondenaanpassingengemaaktwordenaanhetprogrammawatresulteerdeineengeoptimaliseerdeversievanNGWP(zie9.3GeoptimaliseerdeversievanNGWP).
DekwantitatievebeoordelingvanNGWPgebeurdeviaeenappreciatievragenlijst.Dezeomvattevragenomtrentinteractie,innovatie,interesse,begrijpelijkheidenessentie,praktischebruikbaarheidenmatevanaanbevelingvandeinterventienaarcollega’s.Dezewerdgescoordopeen5-puntenLikertschaal(1=helemaalnietakkoord,2=nietakkoord,3=neutraal,4=akkoord,5=helemaalakkoord).VervolgensgebeurdedekwalitatievebeoordelingvanNGWPviaeenfocusgroepsgesprek.Ditwerdgehoudenmet5tot8leerkrachtenLO,duurdeongeveer30à40minenwerdbegeleiddooreenmoderator(anderepersoondandetrainervanNGWP).Tijdenshetgesprekwerdennotitiesgenomenenelkgesprekwerdookgefilmdenopgenomenmeteendictafoon.Hetvragenpatroondatgevolgdwerdwasgebaseerdopdeopbouwvandeappreciatievragenlijst.
Deleerkrachtenregistreerdenbovendienvanfebruarit.e.m.juniwekelijksonlinehunletselpreventiefgedrag(aantalminutenensoortpreventiestrategieën).Daarnaastwerdopdrietijdstippen(februari,aprilenjuni)bevraagdhoenuttigleerkrachtendestrategieënvonden,hoeveelvertrouwenzehaddendatzedezecorrectkondenuitvoeren,enwerdookdekennisomtrentletselpreventiegemeten.Hetgepercipieerdenutwerdgescoordopeen5-puntenLikertschaalvanhelemaalnietnuttig(=1)totzeernuttig(=5),hetvertrouwenvanhelemaalnietakkoord(=1)naarhelemaalakkoord(=5),endekenniswerdbevraagdviadertienmeerkeuzevragen(drieantwoordmogelijkheden,slechtséénjuistantwoord).Voorelkonderdeelwerdendedeelscoresherrekendnaareentotaalscoreopvijf.
DeinitiëlescoreopdeappreciatievragenlijstvanNGWP(4.2op5)wasreedshoog,enbleefoverhetalgemeenhoognaaanpassingentehebbenaangebracht(4.5).Enkelescoresverbeterdenzelfsnogsignificant.Zoverbeterdedepraktischebruikbaarheidvandeoefeningen,gavenleerkrachtenaanhetprogrammameertezoudenaanbevelen,verbeterdedescoreopinteractietijdenshetaangebodenprogramma,werdhetprogrammaookbegrijpelijkervooriedereenenwasereenpositieveevolutieininnovatievanhetprogramma.Deaanpassingendiegemaaktwerdenaandekijkwijzerssuggerereneenverbeteringinstructuur,duidelijkheidenmeerwaarde,maarhierwerdengeensignificanteverschillengevonden.
Hetgepercipieerdenutt.a.v.deaangebodenletselpreventievestrategieënevolueerdeinstijgendelijnmeteensignificantestijging(p<0.001)vandeeerste(4.05op5;februari)naardetweede(4.73l;april)metingeneenlichtedaling(p=0.002)naardelaatstemeting(4.48;juni).HetvertrouwendatdeleerkrachtenLOhaddeninhetcorrectuitvoerenvandepreventiestrategieënsteegsystematischvanheteerstenaarhetlaatstemeetmoment(p<0.001).Ditvaneenscorevan3.75naar3.96(p=0.016)naar4.26opdemaximumscorevan5(p<0.001).Descoreopkenniskendeeensignificantestijgingvanheteerstenaarhetlaatstemeetmoment(p<0.0001).Hierbijwasdekennisscore2.49op5bijaanvang,ditsteegsignificant(p<0.001)naar3.53endaaldelichtjes(p=0.519)tot3.39.DeleerkrachtenLOpastengemiddeld62.1±48.6min/weekdeaangebodenpreventiestrategieëntoe.Mannen(74.5±57.6min/week)oefendenmeerminutenperweekdanvrouwen(44.3±26.6min/week).
DevolledigestudieisterugtevindenonderVercruysseetal,inprint.
10.3GeoptimaliseerdeversievanhetletselpreventiefprogrammaNGWP
NadeoptimalisatiestudiebestaatNGWPuitdevolgendezevenintrinsiekeenéénextrinsiekepreventiestrategieën:(1)correctetechnischeuitvoeringvansprong-enlandingstaken,(2)cardiovasculaireopwarming,(3)coolingdown,(4)dynamischeenstatischestretching,(5)rompstabilisatietraining,(6)balanstraining,(7)functionelekrachttrainingen(8)hetdragenvanaangepastschoeisel.Dezeachtstrategieënwerdenaangebodeninvijfverschillendedelen:eentheoretischdeel(I),functionelekrachttrainingenrompstabilisatietraining(II),opwarmingmetdynamischestretching(III),implementeerbareoefeningeninhetdagelijkslevenvaneenleerkrachtLO(IV)encoolingdownmetstatischestretching(V).DeelIenIIwerdenaangebodenineeneerstetraining(TrainingA;duur:3.5uur)endeelIII,IVenVwerdenaangebodeninde
tweedetraining(TrainingB;duur:3uur).TrainingAbestondvnl.uitdetheoretischetoelichtingvandeverschillendepreventiestrategieën,hetverhelderenvanresultatenuitvoorgaandestudieseneeneerstepraktischgedeeltemethetlerenaanvoelenvandiepebuik-enrugspieren,eenneutralerugcurvatuur,functionelekrachtoefeningeneneersterompstabiliteitsoefeningen.Oefenstofwerdgrotendeelsmetbehulpvankijkwijzersaangeboden.Viadezedidactischetoolkondenleerkrachtentijdensdetrainingzelfstandigofinduo’stewerkgaanenkunnenzenadienookmakkelijkdeoefenstofterugraadplegen.IntrainingBkwamendeoverigepreventiestrategieënaanbodmetpraktischevoorbeeldenomviakleineoefeningendeintegratievandezestrategieënineendoorsneedagalsleerkrachtLOmogelijktemaken(figuur1).
Figuur1.Overzichtvande5delenvanNGWP,metbijhorendeduurenvoorbeeldoefening,envoordebijscholingeningedeeldintweetrainingssessies
DeaanpakdiegebruiktwerdindezeinterventiewasgebaseerdopdeZDT.Hierbijspelenweinopdedriepsychologischebasisbehoeften(autonomie,verbondenheidencompetentie).Inspelenopdezedriepsychologischebasisbehoeftenkandeautonome
motivatievoorhetstellenvanletselpreventievegedragingenvandedeelnemersverhogen:dedeelnemersmeergoestingtelatenkrijgenomdeaangeleerdestrategieënookeffectieftoetepassen.ZotrachttenweintespelenopautonomiedoorleerkrachteninhunrolalsleerkrachtLOtelatentijdensdeworkshopenhenlestelatengevenaanelkaarendoorhenkeuzestelatenmakenwatzewelofnietwilleninoefenen,welkniveauzewillenuitproberen,etc.Aandebehoefteaanverbondenheidprobeerdenwetevoldoenviaonderanderehetstartenmeteenkennismakingsronde,hetwerkeningroepjes,hetcreërenvaneenopenenwarmesfeer.Debehoefteaancompetentietrachttenwetebeantwoordendoorleerkrachteneencompetentgevoeltegeven(vb.vragenstellendiezezelfalkondenbeantwoordenviahunachtergrondkennis),succeservaringentegevenviahetwerkenopverschillendeniveaus,enz.
Figuur2.Overzichtvandedriebehoeftes(autonomie,verbondenheidencompetentie)vandezelf-determinatietheoriemettelkenseenvoorbeeldtijdenshetprogrammaNoGainWithPain(NGWP).
10.4Studie2:GrootschaligeinterventiestudieNahettelefonischcontacterenvandedirectiesvan105secundairescholeninVlaanderen,gevolgddooreenuitgebreidemailmetinformatie,kondenwestartenmet
104leerkrachtenLOuit62verschillendescholen.Dezewerden,gerandomiseerdvolgensschoolniveauenonderwijsnet,ingedeeldineencontrole-eninterventiegroep.Leerkrachtenuiteenzelfdeschoolwerdendusalsééngeheelbeschouwdtijdenshetrandomisatieprocesomongewensteinteractietussenledenvandecontrole-eninterventiegroeptegentegaan.Uiteindelijkgaven92leerkrachtenLOuit56scholenhunschriftelijketoestemmingomdeeltenemenaandestudie.Tijdensdezeinterventiestudiewasereendrop-outvan26leerkrachten(28%)omwillevandiverseredenen(vb.nietaanwezigkunnenzijnopéénvandevoorzienedatavandeinterventie).Deuiteindelijkepopulatiebestonduit29leerkrachtenLOuit19scholenindeinterventiegroep(7mannen,22vrouwen,gem.leeftijd46.59±10.03)en26leerkrachtenLOuit20scholenindeinterventiegroep(15mannen,11vrouwen,gem.leeftijd48.68±8.50).
EnkeldeleerkrachtenLOvandeinterventiegroepkregenNGWP(zie9.3GeoptimaliseerdeversievanNGWP)aangeboden,decontrolegroepkreegditniet.Naafloopvandestudiekreegookdecontrolegroephetprogrammaaangeboden.Alledeelnemendeleerkrachtenvuldeneenbaselinevragenlijstinaanhetbeginvanhetschooljaar(september)enwekelijks(derdeweekseptembert.e.m.laatsteweekjuni)eenonlineletsel-enblootstellingstijdregistratie.Dezewekelijksevragenlijstpeildenaarletselpreventievegedragingen(aantalminutenensoortpreventiestrategieënperdag)enblootstellingstijd(aantalurenlesgegeven,traininggegevenenzelfgesport).Hierbijwerdookaangegevenofmendeafgelopenweekaldannieteenletsel(zieLetseldefinitie)opgelopenhad(indienja,volgdeeengedetailleerdeuiteenzettingvanlocatie,aardvanoptreden,soortletsel,diagnose,enz.).Gepercipieerdnut,vertrouweninhetcorrectuitvoerenenkennisomtrentletselpreventiewerd,zoalsinstudie1,driemaalgemetenviadezelfdeonlinevragenlijst.
EensportofwerkgerelateerdletselwerdgedefinieerdalselkletselopgelopentijdenshetlesgevenvanLO,tijdenshettraininggeven,ofzelfsporten,meteenofmeervandezegevolgen:deleerkrachtdiendedeactiviteitstoptezettenen/ofhadpijntijdensdeactiviteiten/ofwasnietinstaatom(volledig)deeltenemenaandevolgendegeplandeLOles,trainingofsportactiviteit.DedefinitiewerdgebaseerdopdezevanVanMechelene.a.(1996).Verderkondendeletselsonderverdeeldwordenalsnieuw(eerstekeerdatditletselbijdiepersoonvoorkwam)versusherval,non-contact(nietinaanrakingkomenmetiemandofietsanders)versuscontactenacuut(plotsvoorkomen)versuschronisch.
Erwerdenbijaanvangvandestudiegeenverschillengevondeningroepskarakteristiekentusseninterventie-encontrolegroep,behalvedatermeer
vrouwenwarenindeinterventie-danindecontrolegroep(χ²=6.431,p=0.011).Tegenheteindvandestudieliepen11vande26leerkrachtenindecontrolegroepen7vande29leerkrachtenindeinterventiegroepeenletselopdatvoldeedaandeletseldefinitie.Hetaantalletsels,uitgedrukttenopzichtevan1000urenblootstellingstijdwassignificantlager(p=0.035)indeinterventiegroepdanindecontrolegroep(INT:0.49letsels/1000uCON:1.14letsels/1000u;oddsratio:2.32,95%CI:1.062-5.068).Alsweeenonderverdelingmakennaarkenmerkenvandeletsels(acuut/chronisch,contact-non-contact,nieuw/herval)vindenweenkeleensignificantlageraantalletselsper1000urenblootstellingstijdindeinterventiegroept.o.v.decontrolegroepvoordenon-contactletsels(INT:0.18CON:0.91letsels/1000urenblootstellingstijd,OR5.147,95%CI1.64-16.13)(zieTabel9.1).Dezenon-contactletselsbevindenzichinbeidegroepenvoornamelijkterhoogtevandeondersteledematen.Deinterventiegroepbesteeddenietsignificantmeertijdaanpreventiestrategieëndandecontrolegroep(46.4±25.9min/weekvs36.4±36.7min/week).Welwasereenbeterverdeeldeaanpakvanhetgebruikvanpreventiestrategieënindeinterventiegroep.Zogebruiktedeinterventiegroepsignificantmeerfunctionelekrachttraining(INT=0.9keerperweek;CON=0.3),balanstraining(INT=1.1;CON=0.1),rompstabilisatietraining(INT=1.2;CON=0.3)endynamischestretching(INT=1.1;CON=0.6)invergelijkingmetdecontrolegroep.Leerkrachtenindecontrolegroeppastendanweersignificantmeercardiovasculaireopwarmingtoedanleerkrachtenindeinterventiegroep(INT=1.5;CON=2.5).
VooreenuitgebreideversievandezestudiewordtverwezennaarVercruysseetal(2016).
Tabel1.Aantalsport-ofwerkgerelateerdeletselsonderverdeeldvolgensdeaardenomstandigheden,overeenkomstigeblootstellingstijdenaantalletselsper1000urenblootstellingstijd.
**p<0.05
10.5Studie3:TransferstudievialeerkrachtLOnaarleerlingen
VeertienleerkrachtenLOen271leerlingennamendeel,narekruteringviae-mail.Alleleerkrachtengavenlesindetweedegraad(3een4emiddelbaar)vanhetsecundaironderwijsinVlaanderenenwerdenadrandomingedeeldincontrole-(38,86±8.32jaar,13.64±8.24jaarlesgeefervaringen4masters)eninterventiegroep(41.43±10.21jaar,16.86±11.39jaarlesgeefervaringen3masters).Ookhierwerdenleerkrachtenuiteenzelfdeschoolalsééngeheelbeschouwdtijdenshetrandomisatieproces.Respectievelijkwarendit139leerlingenindeinterventiegroep(67vrouwen)en132leerlingenindecontrolegroep(75vrouwen).
DeinterventieindezederdestudiehadalsvertrekbasisdegeoptimaliseerdeversievanNGWP(zie9.3GeoptimaliseerdeversievanNGWP),maarmeteenduidelijkerefocusnaardeimplementatieindelesLO.HoofdzakelijkviadeimplementatievandeconceptenvandeZDTtonenwehoedeleerkrachtendeleerlingenautonoomkunnenmotiverenomaanletselpreventietedoen.Zobedachtenweleukespelvormen(vb.memoryspelmetfunctionelekrachtoefeningen,estafettevormenmetrompstabilisatie,partneroefeningenmetbalans,enz.).Ookdekijkwijzerswerdenuitgebreid,enerzijdsinaantaldoordeextraoefenstof,maaranderzijdsookmetopelkeachterzijdevandekijkwijzereenfiguurwaardegebruiktespiergroepenopaangeduidstaan,evenalseenrichtlijnmetbetrekkingtothoeveelherhalingendeleerlingenopzelfstandigebasiskunnenuitvoeren.Daarnaastgavenwedeleerkrachtenookdemogelijkheidomtipsaanelkaartegevenombinnenverschillendelesonderwerpendezeoefenstofteimplementeren.Hierzettenwedeleerkrachtenalopwegdoorzelfenkelevoorbeeldenaantebrengen(vb.ingymnastiekbijuitvoerenvandriegoedesprongenmogenzenaarhetmemoryspelgaanentweekaartjesomdraaien.Doelisomzoveelmogelijkduo’steverzamelen.Alszeniethetzelfdeomdraaien,dienenzeéénvandetweeomgedraaideoefeningenuittevoeren.).
De7leerkrachtenuitdeinterventiegroepkregenhetNGWPprogramma(metmeerfocusoptransfernaardeleerlingen)aangebodenenwerdengevraagddittoetepasseninhunlessenLO.Deleerkrachtenuitdecontrolegroepkregenditnietaangebodentijdensdestudie,maarkregenditwelnaafloop.AlleleerkrachtenLOvuldenwekelijks(ziestudie1)hunblootstellingstijd(urenactiefalslesgeverLO,trainerenzelfsporten)inenwelkeletselpreventievegedragingenzesteldenindelesLO,tijdensextra-curriculairtraininggevenentijdenshetzelfsporten.Daarnaastvuldenzedriemaaleenzelfdevragenlijst(ziestudie1)inmetbetrekkingtotletselpreventievekennis;eeneerstemaalvóórhetkrijgenvandeinterventie(pre;januari),tentweedevierwekennahetkrijgenvandeinterventie(post;februari)enalslaatstenogeensvierwekenlater(follow-up;maart).Deleerlingenvuldenopdiezelfdedriemomenteneenvragenlijstindiepeildenaar:hunletselpreventiefgedragindelessenLO,tijdensschoolsportentijdensextra-curriculairesportactiviteiten;hunletselpreventievekennisenhunautonomemotivatievoorhetstellenvanletselpreventievegedragingen.
Bijdezetransferstudiewerdeerstenvooraleensignificanteverbetering(F=7.72,p=0.011)gevondenvandekennisomtrentletselpreventiebijdeinterventiegroepoverheendetijdinvergelijkingmetdecontrolegroep.Dekennisscoresstegenvanpre(3.7op10)naarpost(6.5;p=0.006)envanprenaarfollow-up(6.9;p=0.020)indeinterventiegroep,terwijlgeensignificanteverschillengevondenwerdenindecontrolegroep.
Alstweedeiserookeensignificant(p=0.018)anderverlooptezientussenbeidegroepenindetoepassingvanpreventiestrategieënbijdeleerkrachtenLOzelftijdenshetsporten.VoorhetkrijgenvanNGWPisdetoepassingvandeverschillendepreventiestrategieënnogaldiversinbeidegroepen,maarnahetkrijgenvanNGWP(bijdeinterventiegroep)ligtdetoepassingtelkenshogerininterventiegroept.o.v.decontrolegroep.
Tenderde,enmeestbelangrijkeeffectindezestudie,wordthetpreventiefgedragvandeleerkrachtLOnaardeleerlingenindelesLObekeken.Leerkrachtenuitdeinterventiegroepgavenaanmeer(verschillende)preventiestrategieëntegebruikennahetkrijgenvanNPWGt.o.v.decontrolegroep.Infiguur3wordtdesomweergegevenvanhetaantalminutendatperpreventiestrategiegebruiktwerdtijdenseenlesvan50minuten.Omdatsommigestrategieënincombinatiemeteenanderestrategiekunnengebruiktworden(zoalscorrectelandingstechniektijdenhetuitvoerenvaneenbalansoefening),kandiesomgroterzijndan50min.
Figuur3.Som(inminuten)vanalletoegepastepreventiestrategieëndoordeleerkrachtenLOinéénLOles.
Aandeleerlingenwerdgevraagdomeenscoretegevenvan0t.e.m.5perpreventiestrategieomaanteduideninwelkemateelkepreventiestrategieaanbodkwamindeafgelopenlessenLO(perlesonderwerpapart).Nul=nietvantoepassing,1=nooit,2=bijminderdandehelftvandelessen,3=bijdehelftvandelessen,4=bijmeerdandehelftvandelessen,5=altijd.Intabel9.2wordendeverschillendestrategieënweergegevenmetdeinteractie-effectenernaast.Dezeinteractie-effecten
werdenbepaaldviamultilevelrepeatedmeasuresanalysesmetMLwiN2.31(Rasbashetal.,2014).Hieruitblijktdatleerlingenervarendatermindersportspecifiekopgewarmdwerdincontrolegroepvanpre-naarfollow-upmetingtijdensdeLOlessen,terwijlditininterventiegroepstabielblijft;datleerlingenaangevendatleerkrachtenindeinterventiegroepmeerkrachtoefeningenvoordeondersteledematenaanbiedenindelessenLOvanpre-naarpostmetingt.o.v.leerkrachtenincontrolegroep;datininterventiegroepmeerkrachtoefeningenaandebovensteledematenuitgevoerdwerdenvanpre-naarpostmetingenvanpre-naarfollow-upmetingt.o.v.eenlichtedalingincontrolegroep;datininterventiegroepevenveelstatischgestretchtwerdvanpre-naarfollow-upmeting,terwijlditsteegindecontrolegroep.
Tabel2.Overzichtvandegemiddeldescores(0t.e.m.5)dieleerlingengevenoverdematevantoepassingperpreventiestrategiedoordeleerkrachtindelesLO.Ditvoorzowelcontrolegroep(CON)alsinterventiegroep(INT)enmetaanduidingvandeinteractie-effecten(*p<.05,**p<.01).
AlsconclusieindezestudiekunnenweeerstenvooralstellendatleerkrachtenLOindeinterventiegroepeenverbeterdekennishebbenomtrentletselpreventienahetkrijgenvandeinterventiet.o.v.deleerkrachtenLOuitdecontrolegroep.AlstweedegaanleerkrachtenLOuitdeinterventiegroepookzelfmeerletselpreventiefgedraggaanstellennahetkrijgenvandeinterventietijdensextra-curriculairesportactiviteiteninvergelijkingmetdeleerkrachtenuitdecontrolegroep.EnalsderdegevenleerkrachtenLOuitdeinterventiegroepaanmeerletselpreventiefgedragteimplementereninhunLOlessennaardeleerlingentoe,invergelijkingmetleerkrachtenuitdecontrolegroep.Leerlingengevenophunbuurtaansignificanteveranderingentezienbijhetlesgeefgedragvanhunleerkrachtenopvlakvansportspecifiekeopwarming,krachtaanondersteledematen,krachtaanbovensteledematenenstatischstretchentijdensdeLOlessen.OndanksdeandererapporteringvanletselpreventiefgedragindelessenLOvia
leerkrachten(aantalminutenaanletselpreventie)enleerlingen(opeenschaalvan1t.e.m.5dematewaarineenpreventiestrategievoorkomtperLOles),kunnenwetochalstellendatdeveranderingeninlesgeefgedragbijleerkrachtennietongezienisgeblevenbijdeleerlingenendeboodschapdustotbijdeleerlingenkomt.Deveranderinginlesgeefgedragvandeleerkrachtenwordtdusinzekeremateookgepercipieerddoordeleerlingen.
10.6BeleidsaanbevelingenSportletselszijneenernstigehinderpaalvoorlevenslangesportbeoefeningenfysiekeactiviteit.Hetisbewezendatsportspecifiekeletselpreventieprogramma’s(o.m.bijteamsporten)deincidentievansportletselssignificantkunnenverminderen.Eensteedsweerkerendprobleemisechterdebeperktemotivatiebijsporters(ensomsbijsporttrainers)omdeletselpreventiestrategieënconsequentenblijvendtoetepassen.Sportletselpreventiefgedragisbijgevolgeenattitudediebijjongesportersdientontwikkeldteworden.Indithoofdstukwasdeeerstevernieuwendeinsteekdaternietmeersportspecifiekaanletselpreventiewerdgedaan,maardaterwerdgewerktmeteenletselpreventiefprogrammamet8basisstrategieën,toepasbaarinmulti-sportpopulaties,enwaaropmeersportspecifiekeen/ofmeergeïndividualiseerdepreventieveelementenkunnengeëntworden.Weadviserendusomvanuithetbeleidintezettenopeenbrederebewustmakingvanletselpreventiedieooksporttakoverschrijdendkanzijn.InditprojectgebeurdeditineersteinstantieviadeleerkrachtenLOenintweedeinstantieopdeadolescentejongerenviatransferindelesLO.ViadelessenLOkunnenweechtallejongerenbereiken,zowel(niet-enofanders)georganiseerdesportersalsniet-sporters.DeinterventieNoGainwithPain(NGWP)dieweontwikkeldenenoptimaliseerdenbestonduit8verschillendepreventiestrategieën(7intrinsiekeen1extrinsieke)dieeenbasisvoorletselpreventievoorallesportenkanvormen.VanbijdeeerstekennismakingmethetprogrammaNGWPwasereenhogeappreciatievanwegedeleerkrachtenLO,zowelophetvlakvaninhoudalsmaniervanaanpak,endoorinoverlegtegaankonhetprogrammanogverdergeoptimaliseerdworden.Ditoverlegmaaktdeeluitvaneentweedevernieuwendeinsteekinditproject,namelijkhetimplementerenvandeconceptenvandeZelf-DeterminatieTheorieindeaanpakvandeinterventie.Doordeleerkrachtenautonoomtemotiverenintegrerenzedeaangebodeninterventiebeterinhunactiviteitspatroon,watdekansopeffectsterkverhoogt.Nietalleendevernieuwendeaanpak,maarzekerookhetbehaaldeeffectvandegeoptimaliseerdeNGWPinterventiemetbetrekkingtotdereductievanletselincidentie,opentdeurenvoordetoekomstvanletselpreventie.
HetNGWPprogrammaiszodanigopgestelddathetenerzijdskandienenalsuitbreidingindeopleidingtotleerkrachtLO,maaranderzijdsalsbijscholingkangegevenwordenaandehuidigeleerkrachtenLO.Deinterventiediewehierkunnenaanbiedenisdanooktweeledig;enerzijdszorgthetvoorletselpreventiebijde(toekomstige)leerkrachtenLOenanderzijdslaathetdetransfertoenaarletselpreventieindelessenLO.
EenbrugdienunoggemaaktkanwordenisdezevandeleerkrachtLO,dieookactiefisalssporttrainer,naardesportersindesportclub.MetdezelaatsteoverdrachtvansportletselpreventievekennisenvaardighedenvandeleerkrachtLO/trainernaardeclubsporterzoudecirkelrondzijn.
MomenteeliseralveelvraaguitheelVlaanderenomdeletselpreventieveinterventiebijleerkrachtenLOopentestellenindevormvanbijscholingenaandein-serviceleerkrachtenLO.Dezebijscholingkan,nahetafrondenvandelaatstestap(overdrachtvanleerkrachtLOnaardesportclub),inderdaadaangeleverdworden.BinnenhetsportbeleidinVlaanderenwordtpromotiegemaaktrondsportletselpreventie(www.sportvlaanderen.be,http://www.bloso-kics.be/vlaamseregering/Documents/Beleidsbrief/131018_Beleidsbrief_Sport_2013-2014.pdfpagina32)enopdewebsitevanGezondSporteniserreedszeernuttigeinformatiebeschikbaarm.b.t.sportletselpreventie(http://www.cjsm.be/gezondsporten/themas/sportletsels-eerste-hulp-en-preventie).Dezenuttigetipseninformatiekunnenduszekerbehoudenblijveninverderepromotievansportletselpreventieenviaonsprojectwordternietalleenbijkomendeinhoudaangeleverd(depreventiestrategieën)maarookde“pathway”vandeleerkrachtLO/trainergeactiveerd.Metdevernieuwendeaanpak(multi-sportpopulatie,8basisstrategieën,ZDT)hopenweindetoekomsthetsportletselrisicotehelpenverminderenenzoweldeleerkrachtenLOalshunadolescenteleerling-sportersaanhetsportentehouden.
10.7ReferentiesAmako,M.,Oda,T.Masuoka,K.,Yokoi,H.&Campisi,P.(2003).Effectofstaticstretchingonpreventionofinjuries
formilitaryrecruits.MilitaryMedicine,168(6),442-446.Arnason,A.,Andersen,T.E.,Holme,I.Engebretsen,L.&Bahr,R.(2008).Preventionofhamstringstrainsinelite
soccer:aninterventionstudy.ScandinavianJournalofMedicine&ScienceinSports,18,40-48.Brettschneider,W.-D.,&Naul,R.(2015).ObesityinEurope:youngpeople’sphysicalactivityandsedentarylifestyles.
InW.D.Brettschneider,&RNaul(Eds.).SportSciencesInternational,4,ObesityinEurope:youngpeople’sphysicalactivityandsedentarylifestyles.(pp.7-26).FrankfurtamMain:PeterLang.
Childs,J.D.,Teyhen,D.S.,Casey,P.R.,McCoy-Singh,K.A.,Feldtmann,A.W.,Wright,A.C.,Dugan,J.L.,Wu,S.
S.,&George,S.Z.(2010).EffectsofTraditionalSit-upTrainingVersusCoreStabilizationExercisesonShort-TermMusculoskeletalInjuriesinUSArmySoldiers:AClusterRandomizedTrial.PhysicalTherapy,90(10),1401-1412.
Crane,J.,&Temple,V.(2015).Asystematicreviewofdropoutfromorganizedsportamongchildrenandyouth.EuropeanPhysicalEducationReview.doi:10.1177/1356336X14555294
Cumps,E.,Verhagen,E.&Meeusen,R.(2007).Efficacyofasportsspecificbalancetrainingprogrammeontheincidenceofanklesprainsinbasketball.JournalofSportsScienceandMedicine,6,212-219.
Deci,E.L.,&Ryan,R.M.(2000).The“What”and“Why”ofGoalPursuits:HumanNeedsandtheSelf-DeterminationofBehavior.PsychologicalInquiry,11(4),227-268.
Dobbins,M.,Husson,H.,DeCorby,K,&LaRocca,R.L.(2013).School-basedphysicalactivityprogramsforpromotingphysicalactivityandfitnessinchildrenandadolescentsaged6to18.Cochranedatabaseofsystematicreviews,2.DOI:10.1002/14651858.CD007651.pub2
Goossens,L.,&Vercruysse,S.,Cardon,G.,Haerens,L.,WitvrouwE.,&DeClercq,D.(2015).Musculoskeletalinjuriesinphysicaleducationversusnon-physicaleducationteachers:aprospectivestudy.JournalofSportsSciences.DOI:10.1080/02640414.2015.1091491
Lambson,R.B.,Barnhill,B.S.,&Higging,R.W.(1996).Footballcleatdesignanditseffectonanteriorcruciateligamentinjuries:Athree-yearprospectivestudy.TheAmericanJournalofSportsMedicine,24,155–159.
Lemoyne,J.,Laurencelle,L.,Lirette,M.,&Trudeau,F.(2007).OccupationalhealthproblemsandinjuriesamongQuebec’sphysicaleducators.AppliedErgonomics,38(5),625-634.
Malliou,P.,Rokka,S.,Beneka,A.,Mavridis,G.,&Godolias,G.(2007).Reducingriskofinjuryduetowarmupandcooldownindanceaerobicinstructors.JournalofBackandMusculoskeletalRehabilitation,20(1),29-35.
Mayer,R.E.,&Moreno,R.(2003).Ninewaystoreducecognitiveloadinmultimedialearning.Educationalpsychologist,38(1),43-52.
McKay,G.D.,Goldie,P.A.,Payne,W.R.,&Oakes,B.W.(2001).Ankleinjuriesinbasketball:Injuryrateandriskfactors.BritishJournalofSportsMedicine,35,103–108.
McGill,S.(2002).LowBackDisorders.Evidence-BasedPreventionandRehabilitation.SecondEdition.Champaign,IL:HumanKinetics.
McGill,S.(2010).CoreTraining:EvidenceTranslatingtoBetterPerformanceandInjuryPrevention.StrengthandConditioningJournal,32(3),33-46.
McGuine,T.A.,&Keen,J.S.(2006).Theeffectofabalancetrainingprogramontheriskofanklesprainsinhighschoolathletes.TheAmericanJournalofSportsMedicine,34,1103-11.
Myklebust,G.,Engebretsen,L.,HoffBrækken,I.,Skjølberg,A.,Olsen,O.E.,&Bahr,R.(2003).Preventionofanteriorcruciateligamentinjuriesinfemaleteamhandballplayers:Aprospectiveinterventionstudyoverthreeseasons.ClinicalJournalofSportMedicine,13,71-78.
Parkkari,J.,Kujala,U.M.,&Kannus,P.(2001).Isitpossibletopreventsportsinjuries?Reviewofcontrolledclinicaltrialsandrecommendationsforfuturework.SportsMedicine,31(1),985-995.
Pope,R.P.,Herbert,R.D.Kirwan,J.D.,&Graham,B.J.(2000).Arandomizedtrialofpreexercisstretchingforpreventionoflower-limbinjury.MedicineandScienceinSportsandExercise,32(2),271-277.
Rasbash,J.,Browne,W.J.,Healy,M.,Cameron,B.,&C.Charlton.(2014).MLwiNVersion2.31.UniversityofBristol:CentreforMultilevelModelling.
Sandmark,H.,&VingardnE.(1999).Sportsandriskforsevereosteoarthrosisoftheknee.ScandinavianJournalofMedicine&ScienceinSports,9(5),279-284.
Scase,E.,Cook,J.Makdissi,M.Gabbe,B.&Shuck,L.(2006).TeachinglandingskillsinelitejuniorAustralianfootball:evaluationofaninjurypreventionstrategy.BritishJournalofSportsMedicine40,834-838.
Soligard,T.,Myklebust,G.&Steffen,K.(2008).Comprehensivewarm-upprogrammetopreventinjuriesinyoungfemalefootballers:clusterrandomizedcontrolledtrial.BritishMedicalJournal,337,2469.
Sothern,M.S.,Loftin,M.,Suskind,R.M.,UdallJ.,N.,&Blecker,U.(1999).Thehealthbenefitsofphysicalactivityinchildrenandadolescents:implicationsforchronicdiseaseprevention.EuropeanJournalofPediatrics,158,271-274.
VanMechelen,W.,Twisk,J.,Molendijk,A.,Blom,B.,Snel,J.,&Kemper,H.C.G.(1996).Subject-relatedriskfactorsforsportsinjuries:a1-yrprospectivestudyinyoungadults.Medicine&ScienceinSports&Exercise,28(9),1171–1179.
Vercruysse,S.,DeClercq,D.,Goossens,L.,Aelterman,N.,&Haerens,L.(accepted–2016).Developmentandoptimizationofaninjurypreventioninterventionforphysicaleducationteachers.PhysicalEducationandSportPedagogy.
Vercruysse,S.,Haerens,L.,Verhagen,E.,Goossens,L.,&DeClercq,D.(2016)).Effectsofamultifactorialinjurypreventioninterventioninphysicaleducationteachers:Arandomizedcontrolledtrial.EuropeanJournalofSportScience.DOI:10.1080/17461391.2016.1140812.
Verhagen,E.,Voogt,N.,Bruinsma,A.,&Finch,C.F.(2014).Aknowledgetransferschemetobridgethegapbetweenscienceandpractice:anintegrationofexistingresearchframeworksintoatoolforpractice.BritishJournalofSportsMedicine,48(8),698–701.
11.Schoolsportalsspringplanknaareenactievelevensstijl
AnDeMeester,GreetCardonenLeenHaerens
11.1Introductie
Hetdoelvanditonderzoeksprojectwastweevoudig:–nagaanofschoolsportdeelnemersverschillenvanniet-deelnemersophetvlakvan
fysiekeactiviteit(FA)enmotivatieomtesporten,–hetinkaartbrengenvandekarakteristiekenvandebestaandeVlaamse
schoolsportprogramma’somzodoendemeerinzichttekrijgenindestrategieëndieschoolsportbegeleiderskunnengebruikenomjongeren(blijvend)temotiverentotdeelnameaandeschoolsport.
11.2Beknopteliteratuurweergave
OndanksdegezondheidsvoordelendiegelinktzijnaanFA(inclusiefsportbeoefening)tijdensdekindertijdenadolescentie(Janssen&LeBlanc,2010),haaltrespectievelijk86%,87%en94%vande11-,13-en15-jarigeVlaamsemeisjesen79%,81%en83%vande11-,13-en15-jarigeVlaamsejongensdedagelijksaanbevolenhoeveelheidvanéénuurmatigetotintensievelichaamsbewegingniet(WorldHealthOrganization,2014).Hetisdusnoodzakelijkvoldoendetoegankelijkebewegingskansentecreërenvooronzejeugd.Scholenzijnhiervoordeidealesetting.Doordeleerplichtkunnenimmersbijnaallejongeren,ongeachthunsocio-economischestatus(SES),sportinteresseenlevensstijlbereiktwordenviadeschool.DelessenLichamelijkeOpvoeding(LO)wordendanookalseenbelangrijkmediumbeschouwdomsportenFAtepromoten.DelessenLOzijnechterbeperkttottweelesurenperweekenindezebeperktetijdsspannemoeten,naasthetpromotenvaneengezonde,veiligeenfittelevensstijl,ookanderedoelennagestreefdwordenzoalshetontwikkelenvanmotorischecompetentie,eenpositiefzelfbeeldengoedsociaalfunctioneren(Cardonet
al.,2012).Eenanderschool-gerelateerdmediumomjongerendekanstebiedenomtebewegenentesporten,isdeschoolsport(VanAckeretal.,2012).Schoolsportomvatallesportactiviteitendiedoor(ofinsamenwerkingmet)deschoolgeorganiseerdwordenwaaraanleerlingenopvrijwilligebasiskunnendeelnemen(DeMeesteretal.,2014).Dezeactiviteitengaangewoonlijkdoortijdensdemiddagpauze,opwoensdagnamiddagof’savondsaansluitendophetlaatstelesuur.HoeweldeschoolsportinVlaandereneenminderrijkeenuitgebreidetraditieheeftdaninsommigeanderelanden(Potetal.,2013),blijktdezevormvansportendelaatstejarenookbijonsaanpopulariteittewinnen.MededankzijinitiatievenvanSportVlaanderenendeStichtingVlaamseSchoolsport(SVS),biedensteedsmeerscholenhunleerlingendekansomtesportenviadeschool.In2010had26%vandelagerescholenen35%vandesecundairescholeninVlaandereneenschoolsportaanbod,hetzijzelfgeorganiseerd,hetzijinsamenwerkingmetSVS(VanAckeretal.,2011).
InVlaanderenligthetaccentvandeschoolsportvoornamelijkopdeintramuralesportwaarbijleerlingenophuneigenschoolsporten,ofopdeelnameaanrecreatievecompetitiestussenploegenvanverschillendescholen.Hetcompetitie-elementisindezecontextvanondergeschiktbelang;deklemtoonligtindeeersteplaatsopdeelname,plezierbeleving,deontwikkeling(ofverdereverfijning)vanfysieke,tactischeensocialevaardigheden,...Hetzijnnetdezeaspectendiejongerenalsbelangrijkemotivatorenbeschouwenomtesporten(Ferrer-Caja&Weiss,2000;Tannehill,MacPhail,Walsh,&Woods,2015).Ookdeaanwezigheidvanschoolvriendenineenvertrouwdeomgevingkanervoorzorgendatjongerendeinstapdrempelvoorschoolsportalslagerervarendananderevormenvangeorganiseerdesport.Schoolsportwordtbovendienmeestalop–ofindenabijheidvan–deschoolgeorganiseerdaansluitendopdelesuren,watookvanuitorganisatorischoogpuntvoordelenbiedt.Delagekostprijsvanschoolsportactiviteitenkanerookvoorzorgendatjongerenen/ofhunoudersdezeactiviteitenalstoegankelijkerbeschouwendansportinclubverband.Deschoolsportwordtbovendienvaakgezienalshetidealeplatformomjongerentebereikendiezichonvoldoendecompetentvoelenomtesporteninclubverband,dieoveronvoldoendeondersteuningbeschikkenofdiezichnietaangetrokkenvoelentothetcompetitievekaraktervansportinclubverband(Wechsler,Devereaux,Davis,&Collins,2000).Dooropdenodenvandezejongerenintespelenendoorheneengevarieerdaanbodaansportactiviteitenaantereiken,biedtschoolsporthendekansomtalentenenvaardighedenteverkennenineenvertrouwdeenniet-competitiegerichteomgeving(Bocarro,Kanters,Casper,&Forrester,2008;Pot&VanHilvoorde,2013).
Ondankshetfeitdatverschillendeonderzoekenreedsaantoondendatschoolsporteen
belangrijkeschakelkanzijnindepromotievanFA(o.a.Trost,Rosenkranz,&Dzewaltowski,2008),ishetvooralsnogonduidelijkofbepaaldegroepenvanleerlingenmeeraangetrokkenwordendoordeschoolsportdanandere.DaaromwerdeninheteerstedeelvanditprojectdedeelnamecijfersaandeschoolsportinVlaanderenonderdeloepgenomen.Concreetwerdnagegaanoferverschillenzijnindeelnamenaargelanggeslacht,leeftijd,hetaldannietlidzijnvaneensportclub,degevolgdeonderwijsvormendeSES.VerderwerdookonderzochtofschoolsportdeelnamegerelateerdisaaneenhogerematevanFAenautonomemotivatie(i.e.,demeestoptimalevormvanmotivatie,zie3.1)omtesporten.Tenslottewerdooknagegaanwatjongerenalseventuelebarrièreservarenomdeeltenemenaandeschoolsport.
Studiesinanderelandentoondenreedsaandathetschoolsportaanbodzichvaakbeperkttottraditionelebalsporten(Pühse&Gerber,2005;Kanters,Bocarro,Edwards,Casper,&Floyd,2013).InVlaanderenwerddittotophedenechternognietonderzocht.DaaromwerdinhettweededeelvanditprojecthetVlaamseschoolsportaanbodinkaartgebracht.VerderwerdookonderzochthoemotiverenddeVlaamseschoolsportprogramma’szijnenwelkefactorenertoezoudenkunnenbijdragendatleerlingenmeteenrisicoprofielvooreeninactievelevensstijltochgemotiveerdwordenomdeeltenemenaandeschoolsport.
11.3Methodologie
11.3.1BevragingaandehandvanvragenlijstenVoorheteerstedeelvanhetonderzoekwerdenvragenlijstenafgenomenin30lagereen32secundairescholen.Indelagerescholenwerdtelkensadrandoméénklasvanhetvijfdeleerjaarenéénklasvanhetzesdeleerjaargeselecteerd,indesecundairescholenwerdadrandoméénklaspergraadgeselecteerd.Alleleerlingenvandezeklassenenhunoudersontvingeneeninformatiebriefenmetuitzonderingvan35leerlingenen/ofhunouders(responsepercentage=98.6%)gavenzeallentoestemmingommeetewerkenaanhetonderzoek.Ditresulteerdeineentotalesamplevan1049leerlingenvanhetvijfdeenzesdeleerjaar(53.7%jongens;gemiddeldeleeftijd=11.02jaar;SD=0.02)en1526leerlingenvanhetsecundaironderwijs(48.0%jongens;gemiddeldeleeftijd=15.34jaar;SD=1.83;45.0%ASO,35.5%TSO,17.6%BSO,1.9%BuSo).
Inheteerstedeelvandevragenlijstwerdendemografischegegevensverzameldzoalsleeftijd,geslachtenSESo.b.v.hetberoepvandeouders.InhettweededeelwerddeFAbevraagdaandehandvande“FlemishPhysicalActivityQuestionnaire”
(Philippaertsetal.,2006).Concreetwerdendriedomeinenbevraagd:(1)wandelenenfietsenalsactieftransportenalsvrijetijdbesteding,(2)intra-curriculaireFA,en(3)sport.Inhetderdedeelwerdmotivatieomtesportengemetenmetbehulpvaneenaangepasteversievande“BehavioralRegulationsinPhysicalEducationQuestionnaire”(Aeltermanetal.,2012).Hetconcept‘motivatie’werdbinnenditonderzoekbenaderdvanuithetkadervandeZelf-determinatietheorie(Deci&Ryan,2000)waarbijeenonderscheidgemaaktwordttussenverschillendesoortenmotivatie.Menspreektvanautonomemotivatiewanneeriemandeenbepaaldgedrag(bvb.sporten)steltomdathij/zijdatpersoonlijkzinvolvindtoferplezieraanbeleeft.Gecontroleerdemotivatievoorsportverwijstnaarhetsportenonderdrukvanzichzelfen/ofanderen.Tenslotteisersprakevanamotivatievoorsportwanneeriemandcompleetgeenintentieheeftomtesportenofwanneerhij/zijomwillevanonbekenderedenentochsport.Inhetvierdeenlaatstedeelvandevragenlijstwerdalleinformatieomtrentdeschoolsportdeelnamebevraagd.Concreetwerdendeleerlingenbevraagdomtrenthunwekelijksedeelnametijd,demomentenwaaropzedeelnemenaandeschoolsport,desportenwaaraanzei.h.k.v.deschoolsportdeelnemen,desportenwaaraanzezoudendeelnemenalsdezeinhetschoolsportaanbodzoudenopgenomenzijn,hetbestaandeschoolsportaanbodophunschool,barrièresenfaciliterendefactorenvoorschoolsportdeelnameendenoodondersteuningtijdensdeschoolsport.
11.3.2FocusgroepgesprekkenmetleerlingenOpbasisvandeinformatieverzameldaandehandvandevragenlijsten,bleekdatschoolsportdeelnemersheeltevredenwarenoverdemotivationelebegeleidingsstrategieënvandeschoolsportbegeleiderstijdensdeschoolsportactiviteitenmaardathetmoeilijkisomleerlingentemotiverentotdeelnameaandeschoolsport.Daaromwerdendeleerlingenvanzesscholen,diezeldenofnooitdeelnemenaandeschoolsport(enweinig/nietsporteninclubverband),opnieuwgecontacteerdomdeeltenemenaanfocusgroepgesprekken.Intotaalwerdenvijffocusgroepgesprekkengeorganiseerd(inéénlagereschoolenviersecundairescholen)metintotaal37leerlingenommeerinzichttekrijgenindebarrièresdieleerlingenervarenomdeeltenemenaandeschoolsportenomopzoektegaannaarstrategieëndieleerlingenkunnenmotiverenomdeeltenemenaandeschoolsport.
11.3.3InterviewsmetbegeleidersvandeschoolsportNaastleerlingenwerdookeenaantalschoolsport-begeleidersgecontacteerdomdeeltenemenaaneenkwalitatievevervolgstudie.Intotaalwerdennegenbegeleidersbevraagdaandehandvaneendiepte-interviewmetalsdoelmeerinzichttekrijgenindeaankondigingenpromotievandeschoolsport,hetinkaartbrengenvanstrategieën
diebegeleiderstoepassenomleerlingentemotiverenomdeeltenemenaandeschoolsportendepotentiëlemoeilijkhedendiezehierbijervaren.
11.4AnalysesDedeelnamecijfersaandeschoolsportwerdend.m.v.chi-kwadratenindestatistischesoftwareSPSSgeanalyseerdi.f.v.leeftijd,geslacht,onderwijsvorm,SES,enlidmaatschapineensportclub.Opbasisvandehiërarchischestructuurvandedata(1049leerlingenbinnen60klassenbinnen30lagerescholenen1526leerlingenbinnen96klassenbinnen32secundairescholen)endegroottevandesample,werdgeopteerdommultilevelregressie-analysesuittevoereninMLwiNwaaringecontroleerdwerdvoorleeftijd,geslachtenSESomnategaanofdeelnemers(1)eenfysiekactieverelevensstijlhebbenen(2)betergemotiveerdzijnomtesportendanhunleeftijdsgenotendienietdeelnemenaandeschoolsport.
DekwalitatievedatavandefocusgroepgesprekkenendeinterviewswerdengecodeerdmetNVivo.Eencombinatievaninductieveendeductievecodering(gebaseerdopdeZelf-determinatietheorieenvoorgaandonderzoekbetreffendeschoolsport)resulteerdeineenthematischgestructureerdoverzichtvancitaten.
HetvolledigestudieprotocolwerdgoedgekeurddoorhetEthischcomitévanhetUniversitairZiekenhuisvanUniversiteitGent.
11.5Besprekingbelangrijksteresultaten
11.5.1Bevragingaandehandvanvragenlijsten
11.5.1.1Algemenedeelnamecijfers
Uitderesultatenblijktdat,wanneerlagerescholeninzettenopeenschoolsportaanbod,76.0%vandeleerlingenvandederdegraadminstenséénmaalperjaardeelneemtaandeschoolsport.Inhetsecundaironderwijsliggendezecijfersheelwatlagermeteengemiddelddeelnamepercentagevan28.7%.Indeeerstegraadwordt34.3%vandeleerlingenbereikt,indetweedegraad26.1%enindederdegraad25.6%is.Degrootstedalingindeelnamesitueertzichdusbijdeovergangvandelagerenaardesecundaireschoolofdeovergangvandekindertijdnaardeadolescentie(Figuur1).
Figuur1.deelnamecijfersschoolsportvolgensgraad.
Dedeelnamecijfersinhetsecundaironderwijsliggenduseenstuklagerdandezeinhetlageronderwijs.Tochzienweookenkeleparallellentussenbeideleeftijdscategorieën.Zostellenwezowelinhetlager[χ2(1)=33.73,p<0.001]alsinhetsecundaironderwijs[χ2(1)=34.56,p<0.001]eensignificantverbandvasttussenschoolsportdeelnameengeslacht(Figuur2).Inhetvijfdeenzesdeleerjaarwordt82.3%vandejongens(n=466)en68.1%vandemeisjes(n=331)bereikt.Inhetsecundaironderwijsisdatrespectievelijk35.8%(n=262)en22.2%(n=176).
Figuur2.deelnamecijfersschoolsportvolgensgeslacht.
Verderblijktdatdedeelnamecijfersaandeschoolsportbijdeleerlingenvanhetbijzondersecundaironderwijseenstukhogerliggen(55.2%)dandezevanhunleeftijdsgenotenvanhetalgemeen,technischenberoepsonderwijs(respectievelijk33.0%,23.5%en25.3%).Gezienhetkleineaantalbevraagdeleerlingenvanhetbijzonderonderwijs(n=29)dienendezecijfersechtermetenigevoorzichtigheidgeïnterpreteerdteworden.Deverschillenindeelnamecijferstussenleerlingenvanhet
algemeen,technischenberoepsonderwijszijneerdergeringmetietshogereparticipatiecijfersinhetalgemeensecundaironderwijs.
InhetlageronderwijszienwedatdedeelnamecijfersbijkinderenmeteenhogeSESzowelindeschoolsport(81.1%,n=385)alsindesportinclubverband(78.1%,n=371)significanthogerliggendandezebijkinderenmeteenlageofgemiddeldeSES(respectievelijk71.8%,n=412;χ2(1)=12.25,p<0.001voorschoolsporten68.5%,n=393;χ2(1)=12.20,p<0.001voorsportinclubverband).
InhetsecundaironderwijszienwedatdeSESvandeleerlingennietgerelateerdisaanhunschoolsportdeelname[χ2(1)=1.53,p=0.22].Watbetreftsportinclubverbandblijkterechterweleensignificantverschiltezijn[χ2(1)=27.04,p<0.001]:65.5%(n=477)vandekinderenmeteenhogeSESlidisvaneensportclubterwijlslechts52.2%vandekinderenmeteenlageofgemiddeldeSES(n=386)lidisvaneensportclub.Dezebevindingenkunneneropwijzendatdelagekostprijsvandeschoolsportvooreenaantaljongeren(en/ofhunouders)medezorgtvooreenlagereinstapdrempeldansportinclubverband.
Verderzienweookdatereensignificantpositiefverbandistussenlidmaatschapineensportclubendeelnameaandeschoolsport(Figuur3).Indederdegraadvanhetlageronderwijs[χ2(1)=26.25,p<0.001]bereiktdeschoolsport80.1%vandejongerendiesporteninclubverband(n=612)en64.9%vandejongerendienietsporteninclubverband(n=185).Eenkleineminderheid(9.5%;n=100)neemtaangeenenkelevormvangeorganiseerdesportdeel.Inhetsecundaironderwijs[χ2(1)=41.93,p<0.001]neemt34.9%(n=315)vandejongerendielidzijnvaneensportclubdeelaandeschoolsport.Bijdiegenendiegeenlidzijnvaneensportclubisdat19.7%(n=123).Metanderewoorden,deschoolsportslaagtertochinéénopvijfvandeadolescententebereikendienietaangeorganiseerdesportdoetbuitendeschoolcontext.Ongeveereenderde(32.8%,n=500)vandeleerlingenuithetsecundaironderwijsdoetaangeenenkelevormvangeorganiseerdesport.
Figuur3.deelnamecijfersschoolsportvolgenslidmaatschapsportclub.
11.5.1.2Hetschoolsportaanbod
Watbetrefthetsportaanbod,blijktvoetbalzowelinhetlageralsinhetsecundaironderwijsdemeestaangebodensporttijdensdeschoolsport.In90%vandebevraagdescholenkunnendeleerlingentijdensdeschoolsportvoetballen.Ookanderetraditioneleteamsportenzoalsnetbal,basketbalenvolleybalwordenvaakopgenomeninhetschoolsportprogramma.InhetlageronderwijsgeeftdegrotemeerderheidvandescholenhunleerlingenookdekansommeetedoenaandejaarlijkseveldloopofaanéénvandezwemactiviteiteninhetkadervandeVlaamsezwemweek.
Leerlingenwerdenookbevraagdomtrentdesportenwaaraanzeeventueelzoudendeelnemenalsdezesporteninhetschoolsportaanbodzoudenopgenomenworden.Uitdezebevragingblijktdat61%vandejongenszouoverwegenomdeeltenemenaanéénofmeerderebalsporten.Daarnaaststaanookfietsen(metinbegripvanBMX,mountainbike,wielrennenenspinning,46%)enracketsporten(tennis,badminton,squash,tafeltennisenspeedminton,43%)hoogophetverlanglijstje.Fitness(inclusiefpowertraining,aerobics,ZumbaenTaeBo,31%)enzelfverdedigingengevechtssporten(31%)vervolledigendetopvijf.Bijdemeisjesstaatdansmetstipopéén(56%),gevolgddoorbalsporten(44%),gymnastiek(40%),fitness(39%)enracketsporten(36%).
11.5.1.3Barrièresvoorschoolsportdeelname
Leerlingenvanhetsecundaironderwijsblijken,inlijnmetdedeelnamecijfers,heelwatmeerbarrièresteervarenomdeeltenemenaandeschoolsportdandeleerlingenvanhetlageronderwijs.Leerlingenvanhetlageronderwijsgevenziekteofblessure
alsbelangrijkstebarrière(28.6%)aan.Teweinigtijdhebben(27.3%)enlieveranderezakendoen(21.2%)wordenookalsbarrièreservaren.Alleandereredenenwordenslechtsdooreenkleineminderheidvandeleerlingen(minderdan15%)alsbarrièreervaren.Inhetsecundaironderwijsgeefteenaanzienlijkaantalleerlingenaanteweinigtijdtehebben(54.4%)oflieveranderedingentedoen(39.1%).Detopvijfvandebarrièreswordtvervolledigddoorziekteofblessure(26.8%),geenzinhebben(26.2%)engeeninteressehebbeninschoolsport(25.9%).Verderwordenooknoghetnietleukvinden(24.4%)enalgenoegsporten(20.7%)alsbelangrijkebarrièreervaren.
11.5.1.4Schoolsportdeelnameenfysiekeactiviteit
Omnategaanofschoolsport-deelnemersfysiekactieverzijndanhunleeftijdsgenotendienietdeelnemenaandeschoolsport,werdenmultilevelregressie-analysesuitgevoerd.Uitdezeanalysesblijktdatdeelnemersmeerfysiekactiefzijndanniet-deelnemers.Inhetlageronderwijsblijkenleerlingengemiddeldbijna158minutenperweekmeerfysiekactieftezijndanhunniet-deelnemendeleeftijdsgenoten[β=157.62,S.E.=28.54,χ2(1)=30.50,p<0.001].Inhetsecundairbedraagthetverschilongeveer44minutenperweek[β=44.19,S.E.=17.34,χ2(1)=6.50,p=0.01].
UitdiezelfdeanalysesblijktookdatjongensmeeraanFAdoendanmeisjesendatjongerendiesporteninclubverbandactieverzijndanjongerendienietsporteninclubverband.
11.5.1.5Schoolsportdeelnameenautonomemotivatie
Zowelinhetlageralsinhetsecundaironderwijszijnschoolsportdeelnemersmeerautonoomgemotiveerdomtesportendanniet-deelnemers.Inhetlageronderwijswerdbovendieneeninteractie-effectvastgesteldwaaruitblijktdatjongensdienietsporteninclubverbandmaarweldeelnemenaandeschoolsportmeerautonoomgemotiveerdzijndanjongensdieaangeenenkelevormvangeorganiseerdesportdeelnemen[β=0.58,S.E.=0.19,χ2(1)=8.96,p=0.003].Inhetsecundaironderwijswerdengeensignificanteinteractie-effectengevondenmaarblijktschoolsportdeelname[β=0.18,S.E.=0.04,χ2(1)=25.62,p<0.001]eveneenssignificantpositiefgerelateerdaanautonomemotivatieomtesporten.
11.5.2FocusgroepgesprekkeneninterviewsUitdefocusgroepgesprekkenmetdeleerlingenblijktdatleerlingen,ondanksdelaagdrempeligheidvandeschoolsport,eenaantalbarrièreservarenomdeeltenemen.Heelwatleerlingengavenaanonvoldoendetijdtehebben,devoorkeurtegevenaan
andere,overlappendeactiviteitenofsimpelweggeenzintehebbenomaanschoolsporttedoen.Leerlingenhaaldenookaandathetbestaandeschoolsportaanbodteweiniggevarieerdisendatzemeerinspraakwilleninhetaanbod.Indemeestescholenwerdhetaanbodimmerszonderinspraakvandeleerlingenvastgelegd.Vooralhetoveraanbodaanbalsportenenhettekortaanalternatievesportenwerddoorheelwatleerlingenalseenknelpuntomschreven.Leerlingengavenaandatzeopzichwelgraagbalsportendoenmaardatzezichvoordezesportentochnietinschrijvenomdatzehetgevoelhebbendatenkeldebeteresportersindezesporttakkenaanbod(ofinditgevalaandebal)komen.
Eenanderheikelpuntblijktdeaankondigingendepromotievandeschoolsporttezijn.Vooralinhetsecundaironderwijsgevenheelwatleerlingentekennenvaaknietofonvoldoendeopdehoogtetezijnvandeactiviteitendieinhetkadervandeschoolsportwordenaangeboden.DeactiviteitenwordendoorgaansviadeleerkrachtLOofhetelektronischschoolplatformaangekondigd.Deaankondigingviahetelektronischschoolplatformblijftechtervaakonopgemerktdoordeveelheidaanaankondigingendieviaditmediumwordenverspreid.EenmededelingvandeleerkrachtLOblijktopdatvlakmeerresultaatopteleverenmaarwanneerdeleerkrachtdeleerlingenbijdestartvaneenlesprobeertwarmtemakenomdeeltenemenaaneenschoolsportactiviteit,isdekansgrootdatdemeerderheidvandeleerlingenzichdatbijheteindvandelesnietmeerherinnert.Deleerlingengevendaaromzelfaandatheteenmeerwaardezouzijnomdeschoolsportactiviteitenviaverschillendekanalenaantekondigen.Posterenflyers,eventueeldoordeleerlingenzelfgemaakt,kunnen,naastdemondelingeendigitaleaankondigingen,zorgenvooreenaantrekkelijkereminder.DaarenbovenblijktdatleerlingendiepersoonlijkaangesprokenwordendoordeleerkrachtLOmetdevraagomdeeltenemensnellergeneigdzijnzichinteschrijven.
Hoewelhetbestaandeschoolsportaanbodendeaankondigingvandeverschillendeactiviteitendoorgaansals‘voorverbeteringvatbaar’wordtbevondendoordeleerlingen,wordenanderepuntenvandeschoolsportdanweerunaniemalspositiefervaren.Zowordtdemogelijkheidomgratis/goedkooptesporteninhetbijzijnvanklas-en/ofschoolvriendenalsdegrootstetroefvandeschoolsportbeschouwd.Deelnamevandebegeleidende(LO-)leerkrachtwordtalsextramotiverendervarenenleerlingengevenaansnellergeneigdtezijndeeltenemenalshundichtevriendenbevestigenookdeeltenemen.Ookbroersenzussenzijneenbelangrijkebepalendefactor.Heelwatleerlingenbevestigendatzesomsdeelnemenaanschoolsportactiviteitenomdathun(oudere)broeren/ofzusdatookdoen.Inhetlageronderwijsspelenouderseenvooraanstaanderolinhetstimulerenvanhunkinderentotschoolsportdeelname.Inhetsecundaironderwijsisdezeroleerderweggelegdvoor
vrienden.Deovergrotemeerderheidvandejongerenomschrijftookdatzehetwaarderenwanneerhunleerkrachteninteressetoneninhungeleverdeschoolsportprestaties.
Debelangrijksteconclusiesdieuitdefocusgroepgesprekkennaarvoorkwamen,werdenindeinterviewsmetdeschoolsportbegeleidersgrotendeelsbevestigd.Ookzijgevenaandathetaanbodvoornamelijkopbalsportenfocust,datdepromotievandeactiviteitennietaltijdevenvlotverloopt,datleerlingengraagmeerinspraakwillenendatdedeelnamevanvriendenmotiverendwerkt.WatbetrefthetaanbodgavenenkelebegeleidersaandaterinderdaadvaakvraagisnaardansactiviteitenmaardatdemeesteLO-leerkrachtenzichonvoldoendebekwaamvoelenomdanstegeven.Debegeleiderszijnheterovereensdatheteenmeerwaardezouzijnalshuncollega-leerkrachtendeschoolsportactiviteiteninhunlessen(oftussendelessendoor,tijdensdespeeltijd,...)ookzoudenvermeldenof,nogbeter,alshuncollega-leerkrachtenafentoeeenszoudenaanwezigzijnopschoolsport-activiteiten.Hetblijktimmersmoeilijktezijnomleerkrachtenwarmtemakenommeetehelpenmetdebegeleidingendeondersteuningvandeschoolsport.
Deinterviewsbrachtenooknogeenaantalbijkomendebarrièresaanhetlicht.Enkelebegeleidersgavenaandateendeelvandeleerlingenafhaaktwegenshet‘teschoolse’karaktervandeschoolsport.Vanzodradelesgeverteveeltechnischeinformatiegeeft,verliezensommigeleerlingenhuninteresseenbeschouwenzedeschoolsporteerderalseenverplichting.Ookmotorischzwakkereleerlingenblijkenvaakterughoudendtezijnomdeeltenemenomdatzeenerzijdshetgevoelhebbendathettemoeilijkisenanderzijdsdatzeteweinigaanbodkomen(bijvoorbeeldinhetgevalvanploegsporten).Vooralbijtornooivormenhakendemindervaardigeleerlingensnellerafomdatzehetgevoelhebbendezwakkeschakeltezijnenderesultatenvanhunteamnegatieftebeïnvloeden.
11.6ConclusieWekunnenconcluderendatschoolsportin(dederdegraadvan)hetlageronderwijseenpopulairevormvangeorganiseerdesportbeoefeningis(DeMeester,Aelterman,Cardon,DeBourdeaudhuij,&Haerens,2014;DeMeester,Cardon,DeBourdeaudhuij,&Haerens,2016)maardatdeze,veelmeernogdansportinclubverband,aanpopulariteitmoetinboetenvanzodraleerlingendeovergangmakennaarhetsecundaironderwijs(DeMeesteretal.,2014;DeMeesteretal.,2016).OpbasisvanhetverschilinFAtussenschoolsport-deelnemersenniet-deelnemers,kunnenwenochtansafleiden
datschoolsport(minstensvooreenaantalleerlingen)eenbelangrijkeschakelkanzijnindeontwikkelingvaneenactievelevensstijl.
Bijdelagereschoolkinderengeeftmaarliefst65%vandeleerlingendienietsporteninclubverbandaanjaarlijksminstensaanéénschoolsportactiviteitdeeltenemen.Deschoolsportbereiktduseenbelangrijkegroepvankinderendieaangeenenkeleanderevormvangeorganiseerdesportdoet.Inhetsecundaironderwijsligtditeenstuklager,maartochbereikenscholendieinzettenopschoolsportéénopvijf(20%)jongerendienietsporteninclubverband.Ditkaneropwijzendatsommigejongerendeinstapdrempelvoordeschoolsportalslagerervarendandeinstapdrempelvoorsportinclubverband.Hetismogelijkdathetvrijblijvendekaraktervandeschoolsporthiereenbelangrijkerolinspeelt.Lidmaatschapineensportclubimpliceerteenengagementwaarbijdejongereveelalverschillendekerenperweekaanwezigdienttezijnoptrainingenen/ofwedstrijden.Voorschoolsportactiviteitengeldtdergelijkengagementinveelminderemate.Naasthetvrijblijvendekarakterheeftdeschoolsportnogenkeleanderetroevent.o.v.sportinclubverband.Zoisdegrotemeerderheidvandeschoolsportactiviteitenvollediggratisendedeelnameprijsaandebetalendeactiviteitenligtnogsteedseenpaklagerdandegemiddeldeinschrijvingsprijsineensportclub.Eentroefdiedoordehelftvandeleerlingen(57.9%vandeleerlingenvanhetlageronderwijsen48.7%vandeleerlingenvanhetsecundaironderwijs)alsbelangrijkwordtervaren.Schoolsportactiviteitenwordenookop–ofindenabijheidvan–deschoolgeorganiseerd,veelalaansluitendopdelesuren.Ditheeftalsvoordeeldatdeleerlingengeengroteverplaatsingendienenafteleggenenminderafhankelijkzijnvanhunoudersomtekunnendeelnemen.Demogelijkheidomtesportenindevertrouwdeschoolomgevinginhetbijzijnvanklas-ofschoolvrienden(eenfactordiealsbelangrijkwordtervarendoor72.3%vandeleerlingenvanhetlageronderwijsen74.6%vandeleerlingenvanhetsecundaironderwijs)kanerookvoorzorgendatmindersportvaardigeleerlingensnellerdestapnaarschoolsportzullendurvenzettendannaarsportinclubverband(Tannehilletal.,2015).Voordezegroepvanleerlingenkandeschoolsporteenuitstekendmediumzijnomhentelatenproevenvaneengevarieerdsportaanbodzondercompetitiedruk.Oplangetermijnkandeschoolsportdanmogelijkalsspringplanknaaranderevormenvangeorganiseerdesportdienen.
Desterkingdalingvandedeelnamecijfersbijdeovergangvanhetlagernaarhetsecundaironderwijs(van76.0%naar34.3%)valtsamenmetdealgemenedalinginFAdiekenmerkendisvoordeovergangvandekindertijdnaardeadolescentie(Knuth&Hallel,2009).Gezienhetgeringeleeftijdsverschiltussenkinderenvandederdegraadvanhetlageronderwijsenadolescentenvandeeerstegraadvanhetsecundaironderwijskanvermoedwordendatanderefactorendanleeftijddedeelnamezullen
beïnvloeden.IndelagerescholenheerstervaakeenfamilialesfeerwaarbijkinderenregelmatigpersoonlijkwordenaangesprokendoordeLO-leerkrachtmetdevraagomdeeltenemenaandeschoolsport.Indesecundairescholenisditveelminderhetgevalenwordenschoolsportactiviteitendoorgaansklassikaalofviaeenaankondigingsbordaangekondigd.Bovendienmoetendeleerlingenvandeeerstegraadvanhetsecundaironderwijszichnogaanpassenaandenieuweschoolomgeving.Meedoenaandeschoolsportkandaaromalsuitdagenderervarenwordendanindevertrouwdeomgevingvandelagereschool.Leerlingen(meer)inspraakgeveninhetsportaanbodkaneenmiddelzijnomhetpadnaardeschoolsportteeffenen(Enright&O’Sullivan,2012;Tannehilletal.,2015).
Verderkaneenoptimalisatieenverdereaanpassingvanhetbestaandeschoolsportaanbodervoorzorgendathetaanbodmeerafgestemdwordtopdenodenvandeleerlingen,envooraldanvandiegenendietotophedenonvoldoendebereiktworden.HethuidigeaanbodbestaatvooraluittraditionelebalsporteneneenmaligeactiviteiteninsamenwerkingmetSVSofSportVlaanderen.Hetopnemenvanmeerrecreatievesporteninhetaanbodzouervoorkunnenzorgendatmeerleerlingendiezichnietzoaangetrokkenvoelentotdetraditionelesportendewegvindennaardeschoolsport.Uithetonderzoekkwamduidelijknaarvoordater(vooralbijdemeisjes)eenheelgrotevraagisnaardansactiviteiten,fitnessenpopulairework-outszoalsZumbaenTaeBo.HetisdanookaangewezendatSVSendebegeleidersvanschoolsportindetoekomst(meer)dergelijkeactiviteitenorganiseren.
11.7BeleidsaanbevelingenUiteerderonderzoek(VanAckeretal.,2011)blijktdatongeveeréénvierdevandelagerescholeninVlaandereneenschoolsportprogrammaheeft.Aangezienuithuidigonderzoekblijktdatheelwatlagereschoolkinderendeelnemenaandeschoolsportendatdeelnemersmeerfysiekactiefzijneneenhogereautonomemotivatiehebbenomtesporten,omvateeneersteaanbevelinghetstimulerenvandirectiesenleerkrachtenuitlagerescholendietotophedengeenschoolsportaanbodhebben,omschoolsportaantebiedenaanhunleerlingen.Inhetsecundaironderwijsliggendedeelnamecijfersoverhetalgemeeneenstuklagermaarookdaarbereiktdeschoolsporttocheenvijfdevandejongerendienietsporteninclubverband.Aangezienschoolsportdeelnameookinhetsecundaironderwijsgelinktisaaneenhogereactiviteitsgraadenmeerautonomemotivatieomtesporten,ishetaangewezendeniet-deelnemerstestimulerentotdeelnameaande(school)sport.
Eentweedebeleidsaanbevelinghoudteenaanpassingvanhetbestaandeschoolsportaanbodin.Doormeerintespelenopdenodenvandejongerendiewevooralsnognietbereiken,kunnenwedeschoolsportlaagdrempeligerenaantrekkelijkermaken.Hetopnemenvanmeerrecreatieveendans-gerelateerdesportenkanervoorzorgendatmeerjongerendiezichnietaangetrokkenvoelentothettraditionelesportaanbodenmeermeisjeswillendeelnemen.Hetspecifiekinzettenopdeorganisatievandansanteactiviteitenkanimmerspositievedeelname-effectenteweegbrengen,vooralbijmeisjes.Aangezienschoolsportbegeleidersaangevendatdeexpertisehiervoorvaakontbreektopschool,kunnenschoolsportorganisatieszoalsSVSendeVlaamseoverheidhierineenessentiëlerolspelen.
Eenderdebeleidsaanbevelingbetreftdenoodaanoptimalisatievanhetaankondigings-enpromotiebeleidvandeschoolsport.Erwordtnogtevaakgebruikgemaaktvanonaantrekkelijkeuitnodigingen.OpditvlakishetnoodzakelijkdatnietenkeldeschoolsportbegeleiderszelfdenodigeinspanningenleverenmaarookdatzeinhuntaakondersteundwordendoorhundirectieenoverkoepelendeorganisatieszoalsSVSenSportVlaanderen.Daarenbovenishetaangewezenomverschillendekanalentegebruikenomschoolsporttepromoten.Hetpersoonlijkaansprekenvanleerlingenblijktnogsteedsdemeestefficiëntemaniertezijnomleerlingentestimulerenomdeeltenemen.Daarnaastkanookgebruikgemaaktwordenvanbrieven,posters,flyers,hetelektronischschoolplatformensocialemedia.
Methetoogopdeontwikkelingvaneengezondeenfittelevensstijlwaarinsporteenvasteplaatsinneemt,ishetookaangewezendatschoolsportbegeleidersdedeelnemersproberentemotiverenomtesportenbuitendeschoolcontext.Uithuidigonderzoekblijktdatdeelnemersmeerfysiekactiefzijnenmeerautonoomgemotiveerdzijnomtesportendanniet-deelnemers.Vanuitdezeoptiek,endevaststellingdatschoolsportenkeletroevenheeftt.o.v.sportinclubverband,iseenvierdeaanbevelingeenbredeverspreidingvanderesultatenvanhuidigprojectenvandeworkshopdieo.b.v.deonderzoeksresultatenwerdontwikkeldmetalsdoelstellingzoveelmogelijkdirecties,leerkrachten,beleidsmakers,...teovertuigenvanhetpotentieelvandeschoolsport.Deuitbreidingvanhetaantalscholendatschoolsportaanbiedtdientalsprioritairgezientewordenindestrijdtegeninactiviteit.
11.8ReferentiesAelterman,N.,Vansteenkiste,M.,VanKeer,H.,VandenBerghe,L.,DeMeyer,J.,&Haerens,L.(2012).Students’
ObjectivelyMeasuredPhysicalActivityLevelsandEngagementasaFunctionofBetween-ClassandBetween-StudentDifferencesinMotivationTowardPhysicalEducation.JournalofSport&ExercisePsychology,34(4),
457-480.Bocarro,J.,Kanters,M.A.,Casper,J.,&Forrester,S.(2008).Schoolphysicaleducation,extracurricularsports,and
lifelongactiveliving.JournalofTeachinginPhysicalEducation,27(2),155-166.Cardon,G.M.,VanAcker,R.,Seghers,J.,DeMartelaer,K.,Haerens,L.,&DeBourdeaudhuij,I.M.M.(2012).
Physicalactivitypromotioninschools:whichstrategiesdoschools(not)implementandwhichsocioecologicalfactorsareassociatedwithimplementation?HealthEducationResearch,27(3),470-483.
DeMeester,A.,Cardon,G.,DeBourdeaudhuij,I.,&Haerens,L.(2016).Areextracurricularschool-basedsportsprogramseffectivelyreachingsecondaryschoolstudentsatriskforaninactivelifestyle?Inrevision.JournalofTeachinginPhysicalEducation
DeMeester,A.,Aelterman,N.,Cardon,G.,DeBourdeaudhuij,I.,&Haerens,L.(2014).Extracurricularschool-basedsportsasamotivatingvehicleforsportsparticipationinyouth:across-sectionalstudy.InternationalJournalofBehavioralNutritionandPhysicalActivity,11.DOI:10.1186/1479-5868-11-48
Deci,E.L.,&Ryan,R.M.(2000).The“what”and“why”ofgoalpursuits:Humanneedsandtheself-determinationofbehavior.PsychologicalInquiry,11(4),227-268.
Enright,E.,&O’Sullivan,M.(2012).PhysicalEducation“inAllSortsofCorners”:StudentActivistsTransgressingFormalPhysicalEducationCurricularBoundaries.ResearchQuarterlyforExerciseandSport,83(2),255-267.
Ferrer-Caja,E.,&Weiss,M.R.(2000).Predictorsofintrinsicmotivationamongadolescentstudentsinphysicaleducation.ResearchQuarterlyforExerciseandSport,71(3),267-279.
Janssen,I.,&LeBlanc,A.G.(2010).Systematicreviewofthehealthbenefitsofphysicalactivityandfitnessinschool-agedchildrenandyouth.InternationalJournalofBehavioralNutritionandPhysicalActivity,7.DOI:10.1186/1479-5868-7-40.
Kanters,M.A.,Bocarro,J.N.,Edwards,M.B.,Casper,J.M.,&Floyd,M.F.(2013).SchoolSportParticipationUnderTwoSchoolSportPolicies:ComparisonsbyRace/Ethnicity,Gender,andSocioeconomicStatus.AnnalsofBehavioralMedicine,45,S113-S121.
Knuth,A.G.,&Hallel,P.C.(2009).TemporalTrendsinPhysicalActivity:ASystematicReview.JournalofPhysicalActivity&Health,6(5),548-559.
Philippaerts,R.M.,Matton,L.,Wijndaele,K.,Balduck,A.L.,DeBourdeaudhuij,I.,&Lefevre,J.(2006).Validityofaphysicalactivitycomputerquestionnairein12-to18-year-oldboysandgirls.InternationalJournalofSportsMedicine,27(2),131-136.
Pot,N.,&VanHilvoorde,I.(2013).Generalisingtheeffectsofschoolsports:comparingtheculturalcontextsofschoolsportsintheNetherlandsandtheUSA.SportinSociety,16(9),1164-1175.
Pühse,U.,&Gerber,M.(2005).InternationalComparisonofPhysicalEducation.Oxford:Meyer&MeyerSport(UK)Ltd.
Tannehill,D.,MacPhail,A.,Walsh,J.,&Woods,C.(2015).Whatyoungpeoplesayaboutphysicalactivity:theChildren’sSportParticipationandPhysicalActivity(CSPPA)study.SportEducationandSociety,20(4),442-462.
Trost,S.G.,Rosenkranz,R.R.,&Dzewaltowski,D.(2008).Physicalactivitylevelsamongchildrenattendingafter-schoolprograms.MedicineandScienceinSportsandExercise,40(4),622-629.
VanAcker,R.,DeBourdeaudhuij,I.,DeMartelaer,K.,Seghers,J.,Kirk,D.,Haerens,L.etal.(2011).AFrameworkforPhysicalActivityProgramsWithinSchool-CommunityPartnerships.Quest,63(3),300-320.
VanAcker,R.,DeBourdeaudhuij,I.,DeMartelaer,K.,Seghers,J.,DeCocker,K.,&Cardon,G.(2012).TheAssociationBetweenSocio-EcologicalFactorsandHavinganAfter-SchoolPhysicalActivityProgram.JournalofSchoolHealth,82(9),395-403.
Wechsler,H.,Devereaux,R.S.,Davis,M.,&Collins,J.(2000).Usingtheschoolenvironmenttopromotephysicalactivityandhealthyeating.PreventiveMedicine,31(2),S121-S137.
WorldHealthOrganization.(2014).Healthbehaviourinschool-agedchildren(HBSC)study-Internationalreportfromthe2013/2014surveyCopenhagen,Denmark:WHORegionalOfficeforEurope.
12.Deontbrekendeschakelinhetsportlandschap:eenintersectoralebuurtsportwerking
MathieuMarlier,GreetCardon,IlseDeBourdeaudhuijenAnnickWillem
12.1IntroductieHethoofddoelvandithoofdstukishetleverenvankennisrondintersectoraalsamenwerkenomSportvoorAlleninitiatieveneffectievertepromoten.Alscasewerdbuurtsportgekozen,omdatbijbuurtsportzowelmetactorenbinnen(vb.sportclubs,sportdienst)alsbuitendesportsector(vb.wijkgezondheidscentra,jeugdverenigingen,cultuurcentra,OCMW,scholen)nauwsamengewerktwordt.Ditonderzoekbehandeltvierstudiesdieelkeenconcreteonderzoeksvraagwillenbeantwoorden.Studie1gaatnahoesportparticipatiezichverhoudttotsocialecohesie(maatvoorvertrouwenindemensenvandebuurt),sociaalkapitaal(maatvoorvertrouwenindemensinhetalgemeen),fysiekeactiviteit(zowelactieftransport,alstijdenshuishoudstaken,tijdenswerk,tijdensdevrijetijd),enmentaalwelzijn.Studie2aonderzoektoferinbuurtsportwijkeninAntwerpenmeergesportwordtenofditeengevolgheeftvoordesocialecohesie,hetsociaalkapitaal,defysiekeactiviteitenhetmentaalwelzijn.Studie2bbestudeertwelkesamenwerkingsprocessenaandebasisliggenvandezeresultaten.Tenslottegaatstudie3nawatdesuccesfactorenenvalkuilenzijnvandesamenwerkingsverbandenbijbuurtsportinzescentrumstedenvanVlaanderen.
12.2BeknopteliteratuurweergaveHetsportbeleidindemeestelandenbeslaatruwwegtweehoofdthema’s:TopsportenSportVoorAllen.DitonderzoekfocustophetSportvoorAllenbeleidsdomein.Hethoofddoelvanditbeleidsdomeinbestaateriniedereenaantezettenommeertesporten.Delaatste50jaarisdealgemenesportparticipatieenormgestegenenissport
uitgegroeidtotdepopulairstevrijetijdsactiviteit(Hooghe,2003).NochtansisdehoofddoelstellingvandeSportvoorAllenbewegingnognietgerealiseerd.Recenteonderzoekennaarsportparticipatiegevenaandat56%vandeVlaamsevolwassenenwekelijkssport(Lievens&Waege,2011a).Vandeze44%dienietsport,zienwedatvooralvrouwen,ouderen,etnischcultureleminderhedenenkansarmenmindersporten(Crespoetal.,2000;VanTuyckom&Scheerder,2010).
Hetbereikenvandezedoelgroepenisnietenkeleenuitdagingvoordesportsector,hetiseenmultidimensionaalenintersectoraleuitdagingdateengeïntegreerdeaanpakvereist.Onderzoektoontaandatveelgebruiktesportpromotie-initiatievendievaakuni-sectoraalgeorganiseerdwordenalssportkampenensporteventsamperdedoelgroepenbereikendienognietsporten(Vail,2007).Ooksportclubsbereikendezekansarmedoelgroepenonvoldoende(Vandermeerschen,Vos,&Scheerder,2013).Daartegenoverzienwedatverschillendegezondheids-ensocialeorganisatiessportgebruikenalseenaantrekkingspoolvoorkwetsbaredoelgroepenmethetdoelomfysiekefitheid,mentaalwelzijnensocialecohesieteverbeteren(Schulenkorf,2015).Ditleidttoteenparadox:enerzijdsondervindtdesportsectorveelmoeiteomdezekansarmegroepentebereikenenanderzijdswordtsportjuistingezetomdiezelfdegroepentebereiken.Eengoedesamenwerkingtussensportclubs,sportdiensten,scholen,buurtwerking,socialediensten,gezondheidsdiensten,ontmoetingscentraendiverseandereorganisatiesdringtzichop.Sterkernog,intersectoraalsamenwerkenisnoodzakelijkomniet-sporters,etnischcultureleminderhedenenkansengroepentebereikenentelatendoorstromennaardiversesportactiviteiten(Skinner&Zakus,2008).Erisechternogweinigkennisoverhoeerineensportcontextbeterkansamengewerktwordenmetdezepartners.Ditonderzoekheeftdaaromindeeersteplaatsdebedoelingominzichtenteverwervenomtrenthoedezesectorenbeterkunnensamenwerken.Alscaseomditteonderzoekenwerdbuurtsportgekozen,omdatbuurtsportnauwsamenwerktmetzoweldesport-,gezondheids-,sociale,jeugd-,encultuurorganisatiesindebuurt.
Afhankelijkvandecontext,demiddelenendegroottevandegemeentenwordtbuurtsportopeenanderemanieringevuldinVlaanderen(Theeboom&DeMaesschalck,2006).Indemeestegevallenzijnerechterweldriegemeenschappelijkkarakteristieken:(a)sportwordtzowelgebruiktalsdoelenalsmiddelomdesocialecohesie,degezondheidspromotieendesportparticipatieteverbeterenindebuurt;(b)Deinitiatievenvindenplaatsindebuurt,enwordengeorganiseerdmetinspraakenopmaatvandezebuurtbewoners;(c)Eriseensterkeintersectoralesamenwerkingmetscholen,sociale,gezondheids-,jeugd,culturele,enprivé-partnersvandebuurt.Buurtsportvaltdaarmeeonderdekoepelvansportplus-initiatieven.
Indeinternationaleliteratuurwordtdemethodiekvanbuurtsportgelinktaan‘communitycapacitybuilding’(Vail,2007).Ineenbuurtsportcontextwordtdezemethodiekgedefinieerdalsdeontwikkelingvankennis,vaardigheden,betrokkenheid,structuren,systemenenleiderschapomdesportparticipatieteverhogenindebuurt(Simmons,Reynolds,&Swinburn,2011).‘Communitycapacitybuilding’trachtopdrieniveaus(zowelopindividueel,oporganisatorischalsopsamenwerkingsniveau)decapaciteitenindebuurtteverhogen.Ophetindividueelniveau,doorkennisenvaardighedenaantelerenaaninwonersenprofessionalsvanhetwerkveldindebuurt.Ophetorganisatorischniveau,doormeermiddelentegenereren,zodatmeersteuneninfrastructuurontwikkeldkunnenwordenvoororganisatiesindebuurt.Ophetsamenwerkingsniveau,doorhetbouwenenhetversterkenvansamenwerkingsverbandenvandeorganisatiesindebuurt(NSWHealthDepartement,2001).
Studie1:Verbandsportparticipatie(SP),socialecohesie(SC),sociaalkapitaal(SK),fysiekeactiviteit(FA),mentaalwelzijn(MW)Studie2a:VerbandbuurtsportAntwerpenmetsportparticipatie,sociaalkapitaal,fysiekeactiviteitmentaalwelzijnStudie2b:Welkemechanismenverklarenhetsucces(ofgebrekeraan)vanbuurtsportAntwerpenStudie3:Welkesuccesfactorenvansamenwerkencreërencapaciteitopindividueel,organisatorischennetwerkniveaubijbuurtsportVlaanderen
Figuur1.Overzichtvandestudiesvanditonderzoeksproject.ConceptueelmodelgebaseerdophettheoretischkadervanParent&Harvey(2009)en‘capacitybuilding’vanNSWHealthDepartement(2001).
12.3Methodologie
12.3.1Studie1+studie2a
12.3.1.1Selectiewijken
Aangeziendeactiviteitenvanbuurtsportvooriedereenindewijkopenstaan,endetoegankelijkheidvansportvooriedereenindewijkverbeterdwordt,werdervoorgekozenomdesportparticipatievaninwonersvanvijfwijkenmeteenbuurtsportwerking(buurtsportwijken)tevergelijkenmetvierwijkenzonderbuurtsportwerking(controlewijken).Omuitsprakentekunnenformulerenoverderelatievansportparticipatieenbuurtsportwashetvanbelangdatdeprofielenvandebuurtsport-endecontrolewijkenzogelijkenvergelijkbaarmogelijkwaren.Daaromwerdendewijkengekozenaandehandvandevergelijkbaarheidvansocio-demografische-enomgevingskenmerken,diedematevansportparticipatiebeïnvloeden.
12.3.1.2Selectierespondenten+vragenlijsten
BuurtsportAntwerpenzetzowelinopkinderen,jongerenalsvolwassenen.Alsdoelgroepvoordezestudiewerdenvolwassengekozen,omdatweinigsportinitiatieveninzettenophetbereikenvandezeleeftijdsgroep.Potentiëlerespondententussen18en56jaar,diereedslangerdantweejaarindezebuurtenverbleven,werdenadrandomgeselecteerdmethulpvandestudiedienstvanAntwerpen.Dezepersonenwerdenviahuis-aan-huisbezoekenbevraagdviainternationaalgevalideerdevragenlijstennaarbepaaldesocio-demografischevariabelen,sportparticipatie(participatiesurveyvanLievensandWaege(2011b),fysiekeactiviteit(IPAQ),socialecohesie(Carpiano,2007),sociaalkapitaal(EuropeanSocialSurvey)enmentaalwelzijn(GHQ-12vanGoldberg&Williams(1988).
12.3.1.3Statistischeanalyses
Studie1gebruikt‘structuralequationmodelling’(SEM)omhetverbandtussensport,fysiekeactiviteit,sociaalkapitaalenmentaalwelzijninkaarttebrengen.Dezetechnieklaattoetekijkenwelkevandezefactorenhetmeestinvloeduitoefenenopbijvoorbeeldmentaalwelzijn,enhoedezefactorenelkaarversterken(ofniet).
Studie2agebruiktmultilevel-analysesomhetverbandtussenbuurtsportensportparticipatie,fysiekeactiviteit,sociaalkapitaalenmentaalwelzijnnategaan.Dezeanalyseslatenhettoeomverschilleninsportparticipatietoeteschrijvenaanzoweldekenmerkenvandeinwoners(vb.geslacht,leeftijd,etniciteit...)alsaan
kenmerkenvandewijkwaarinzeleven(buurtsportwerking,sportinfrastructuur,groeneruimte...).
12.3.2Studie2b+studie3Studie2bonderzoektwelkeprocessenderesultatenvanstudie2akunnenverklaren(zieFiguur1.).Hiertoewerden6wijkengeselecteerd.Tweewijkenwaarbuurtsportgestartisin1998(wijkA,wijkB),tweewijkendiegestartzijnin2008(wijkC,wijkD)entweecontrolewijkenzonderbuurtsport(wijkE,wijkF).Ditomrekeningtekunnenhoudenmetdeduurvandesamenwerking.Indezewijkenenophetstedelijkniveauwerdenintotaal52interviewsafgenomenmetstakeholdersuitdesport-,sociale,gezondheids-,cultuur-enjeugdsectoren.Vragenvoordeinterviewswerdenopgesteldopbasisvaneendiepgaandeliteratuurstudienaardebelangrijkstecontext-,management-enevaluatiefactorenbijsamenwerkingsverbanden(Lucidarme,Marlier,Cardon,DeBourdeaudhuij,&Willem,2013;Parent&Harvey,2009).
Voorstudie3werdennaastAntwerpennogvijfanderecentrumstedenvanVlaanderenonderzocht.Dezevijfcentrumstedenwerdengeselecteerdaandehandvantweecriteria:(a)stedendiendenmeerdan20000inwonerstehebben,aangeziendezemeergeconfronteerdwordenmetdeproblemenvaneenmulticulturelesamenlevingenvakerbetrokkenzijnbijbuurtsport(Theeboom&DeMaesschalck,2006);(b)buurtsportmoestindezestedenookeenvolwassenaanbodhebben.Nadezeselectiecreteriableven14stedenover.Uiteindelijkwerdenhieruitdevijfstedengeselecteerdwaareenbuurtsportwerkingaanwezigwasinverschillendewijken.Dezestedenwaren:Roeselare,Gent,Leuven,HasseltenBrussel.
12.3.2.1Statistischeanalyses
DekwalitatievedatawerdengeanalyseerdmetNVIVO10,eenkwalitatiefdata-verwerkingsprogramma.Driestappenwerdenondernomenomdedatatereducerenenteanalyseren.Eerstwerdeencodeboekontwikkeldgebaseerdopdebelangrijkstecontext-,management-enevaluatiefactorenuitdeliteratuur(Parent&Harvey,2009).Vervolgenswerdendetekstfragmentengelinktaandezefactoren(ditisheteigenlijkecoderen).TenslottewerdgekekenwelkefactorenhetmeestbijdragentothetsuccesvanBuurtsportAntwerpen(studie2b)enwelkefactorenhetbelangrijkstwarenbijhetsamenwerkenommeerkennisenmiddelentedelen(studie3).
12.4Belangrijksteresultaten
12.4.1SampleinkwetsbarebuurteninAntwerpenIntotaalwarener414respondenten.54,3%vanderespondentenwarenvrouwen,degemiddeldeleeftijdwas38,8±10,6jaar,53,6%wasvaneenandereetnischeorigine(éénvandeoudersnietinBelgiëgeboren)en53.1%hadeenlagesocio-economischestatus(geendiplomaASOofhogerestudies).Deresponsgraad(personendieenquêtehebbeningevuld/allepersonendiethuiswaren)was63.1%.
12.4.2Studie1:verhoudingvansportparticipatiemetsocialecohesie,sociaalkapitaal,fysiekeactiviteitenmentaalwelzijn
Figuur2toontdesignificanterelatiestussensportparticipatie,socialecohesie,sociaalkapitaal,fysiekeactiviteitenmentaalwelzijn.Derichtingvandepijlenisgebaseerdopdemeestrecenteinzichtenindeliteratuur.Aangezienweenkelbeschikkenovercross-sectioneledata(datadieopéénmomentverzameldis),kunnenwedeomgekeerderichtingvanderelatiesnietuitsluitenenkunnenweenkelsprekenvanrelaties,nietvaneffecten.Zesvandetienverwachterelatieswerdenaangetoond(Marlier,VanDyck,etal.,2015).
Figuur2.Relatiestussensport,socialecohesie,sociaalkapitaal,fysiekeactiviteitenmentaalwelzijn.
Eénvandebelangrijksteresultatenwasdatsporteenrechtstreeksverbandheeftmetmentaalwelzijn.Dushoemeeriemandsport,hoebeterhetmentaalwelzijn.Echter,tussenfysiekeactiviteitenmentaalwelzijnzagenwegeensignificantverband.Mogelijkskomtditdoordatsportindemeestegevalleneenzelfgekozenactiviteitisterontspanningofplezier,waartegenanderevormenvanfysiekeactiviteit(vb.fysieke
activiteittijdenshetwerkofinhethuis)eerdereenverplichtingbetekenen.
Eenandereverrassendebevindingwasdatmensendiemeersportengeenbetersociaalkapitaalhebben.Wanneerweditverderanalyseren,zienwedat37.5%vandesamplealleensport.Wanneerweditinrekeningbrengen,zienwedatmensendiesamensportenwelgetuigenovereenhogeresocialecohesieensociaalkapitaal.Hetisdusnietzozeersportdiesocialecohesieensociaalkapitaalverbetert,weldesocialeomgevingwaarinaansportgedaanwordt.
Meersocialecohesieindebuurtwasgerelateerdaaneenhogerefysiekeactiviteit.Anderestudiesverklarendatditinhoofdzaakkomtdoordatmensendiehunbuurtalsveiligervarengemakkelijkergaanwandelenindebuurt,hunboodschappentevoetofmetdefietsdoen.Verderzagenwedatsociaalkapitaalvanhetindividuhetbelangrijksteelementwasommentaalwelzijntecreëren.Meerdangetrouwdzijnofeigenaarzijnvaneenhuis,washetalgemeenvertrouwenindemedemenshetbelangrijkstomjezelfgelukkigtevoelen.Eenhogervertrouwenindemensenvandebuurt,wasookgelinktaaneenbeterindividueelsociaalkapitaal.
12.4.3Studie2a:relatievanbuurtsportmetsportparticipatie,socialecohesie,sociaalkapitaal,fysiekeactiviteitenmentaalwelzijn
Figuur3toontdeverschillenderelatiestussenbuurtsportensportparticipatie,sociaalkapitaal,fysiekeactiviteitenmentaalwelzijn(Marlier,Cardon,DeBourdeaudhuij,&Willem,2014).
Figuur3.Overzichtvandesignificanterelatiesvanbuurtsportmetde‘outcome’-variabelen.
Terverduidelijking,wanneerwesprekenoverbuurtsportwijkenencontrolewijkengaatditoverdeonderzochtewijkeninAntwerpen.Aangezienbuurtsportzichinanderegemeentenenwijkenopeenanderemaniermanifesteert,isvoorzichtigheidaangewezenbijhetextrapolerenvanderesultaten.Uitdeanalysesblijkteenduidelijksignificantverschilinhetaantalurensportparticipatietusseninwonersvanbuurtsportwijkenencontrolewijken.Inwonersvanbuurtsportwijkensportengemiddeld2uuren36minutenperweek.Ditis1uuren36minutenmeerdaninwonersvancontrolewijkenen18minutenmeerdandedoorsneeVlaming(Lievens&Waege,2011a).
Analysesvandepercentagessportparticipatiegeveneensoortgelijkbeeld.Inbuurtsportwijkengeeft61.3%vandeinwonersaanwekelijkstesporten.Incontrolewijkenisdit42.4%,inVlaanderen55.7%.
Wekomentotdezelfdeconclusiealswederesultatenanalyserenvanhetgestructureerdesportaanbod.HetaandeeldatsportbijeensportclubisgroterinbuurtsportwijkendaninVlaanderenenincontrolewijken.Inbuurtsportwijkensport15.7%bijeensportclub,incontrolewijkenisdit6.5%,inVlaanderen10.9%.1Figuur4geefteengrafischepresentatievandezeverschillen.
Figuur4.Relatiesportparticipatievoorvolwasseneninbuurtsportwijken,controlewijkeneninVlaanderen.
Verderwordtookeenduidelijksignificantverschilwaargenomentussenetnischcultureleminderhedenvanbuurtsportwijkenencontrolewijken.Inbuurtsportwijkengeeft55.2%vandeinwonersvanetnischeafkomstaanregelmatigtesporten.Incontrolewijkenisdit34.6%,inVlaanderen55.7%.
Inbuurtsportwijkenzienwenetzoalsbijsportparticipatie,datmensensignificantmeerfysiekactiefzijndanincontrolewijken.Volwassenenuitbuurtsportwijkenzijnongeveer50%meerfysiekactiefdanvolwassenuitcontrolewijken.UitgedruktinMetaboolEquivalent(MET)-deverhoudingvanhetenergieverbruiktijdensdeinspanningtenopzichtevanhetenergieverbruikinrust-wasdit5425,7MET-minuten/weekinbuurtsportwijkenen3616,4MET-minuten/weekincontrolewijken.Devoordelenvanfysiekeactiviteitensportopdegezondheidindachtig,isditeennieuweredenomintezettenopbuurtsportalsmiddelommeermensenvooreenlangeretijdaantezettentotsportenbewegen.
Erwerdverdergeenrechtstreeksverschilgeïdentificeerdvoorsociaalkapitaalenmentaalwelzijntussenbuurtsport–encontrolewijken.Welkunnenweonrechtstreeksafleidenuitresultatenvanstudie1dateenverhoogdesportparticipatiegerelateerdisaaneenbetermentaalwelzijn.Buurtsportzetookvooralinopactiviteitensamenmetmensenuitdebuurt,watdusvolgensstudieéénookinrelatiestaattoteenbeteresocialecohesieensociaalkapitaal.
12.4.4Studie2b:welkemechanismenverklarenhetsucces(ofgebrekeraan)vanbuurtsportAntwerpen
UitdekwantitatieveresultatenblijktdatinitiatievenalsbuurtsportpotentieelhebbenomdeSportvoorAllendoelstellingentebereikenendefysiekeactiviteittevergroten.Deinterviewslatentoehetmechanismeendeprocessenvanditsuccesteverklaren.
HetsuccesvanbuurtsportAntwerpenisinhoofdzaaktoeteschrijvenaandriefactorendieallenaanelkaargelinktzijn:(a)buurtsportisindeeersteplaatsversterkendvoordeverschillendeorganisatiesindebuurt,slechtsindetweedeplaatskijktbuurtsportnaarhetorganiserenvaneeneigenaanvullendaanbod.(b)Buurtsportvormteenschakeltussensportorganisatiesenerzijdsensociale,gezondheids-,cultuur-enjeugdorganisatiesanderzijds.(c)Dankzijeengeïntegreerdestrategieopdiverseniveausbetekentbuurtsporteenmeerwaardeopverschillendevlakken.
Teneerste,doordatbuurtsportzichrichtopdebuurt,kennendebuurtsportmedewerkershunbuurt:zekennendesportclubs;zekennendeverschillendegezondheids-,sociale,jeugd-,cultureleorganisatiesendescholen;zekennendesportnodenenwensenindebuurt,welkereguliereenalternatieveinfrastructuurmogelijkisvoorsportlesseneneventsallerhande.Belangrijkinditgegevenisdatzehierdoorversterkendenaanvullendkunnenwerken.Ingeenenkelebuurtsportwijkwerdbuurtsportalsconcurrentieervaren.Zoals‘capacitybuilding’hetvoorschrijft,vertrekkenzevanuitdereedsaanwezigecapaciteitenindebuurt.DoordatBuurtsportvertrektvanuitdenoden
endewensenvaninwonersenorganisatiesindebuurtvormtbuurtsporteenalternatiefvoordemainstreamsportpromotie-initiatieven,dievolgensLawson(2005)vooralopeentop-downmaniergepromootworden.
Tentweedevormtbuurtsporteenbrugtussensportorganisatiesenerzijdsensociale,gezondheids-,cultuur-enjeugdorganisatiesanderzijds.Inwijkenwaarbuurtsportnietaanwezigis,zagenwedatdezeverschillendeorganisatiesmindersamenwerktenmetsport,omdatdedoorsneesportorganisatiesminderbewustzijnvandediversiteitaandrempelsdiekansarmenenetnischcultureleminderhedenervarenomtotsporttekomen.Omgekeerdhebbendeandereorganisatiesnietdenodigesportkennisenervaringombepaaldesportactiviteitenteorganiseren.Barnes,Cousens,andMacLean(2007)omschreveneerderdatdesportsectorineensilowerkt.Buurtsportvultopdezemaniereenhiaatinhetsportlandschapdoordezeorganisatiesteverbindenzodatzecomplementairevaardighedenenmiddelenmetelkaardelen.VolgendschemainFiguur5visualiseertdeze‘overbruggings’-eigenschap.
Figuur5.Schematischevoorstellingvansamenwerkingsverbandentussensportorganisatiesenerzijdsengezondheids-,sociale,cultuur-enjeugdorganisatiesinbuurtsport-encontrolewijken.
Tenderdewerktbuurtsportzowelsamenopstedelijkalsopbuurtniveauenorganiseertzeverschillendeactiviteiten,zowelversterkendalsaanvullend,waardoorzevoorverschillendeorganisatieseenmeerwaardekanbieden.InheteindrapportvanhetsteunpuntvanWP12,datonlinebeschikbaarisopwww.steunpuntsport.be,wordenverschillendevoorbeeldengegevenvanopwelkemanierbuurtsporteenmeerwaardecreëertvooralleorganisatiesinfiguur12.5.
12.4.5Studie3:Succesfactorenvanintersectoraalsamenwerken
rondsportBuurtsportisgeëntopde‘communitycapacitybuilding’-methodiek.Ditiseenmethodiekdieopdrieniveaus(zowelopindividueel,organisatorischalsopsamenwerkingsniveau)decapaciteitenindebuurtwilverhogen.Uitdeanalysesvandediepte-interviewsindeverschillendestedenwerdenintotaal13succesfactorengeïdentificeerdvanintersectoralesamenwerkingsverbandendiecapaciteitcreëerdenopdeverschillendeniveaus(Marlier,Lucidarme,etal.,2015;Marlier&Willem,2015).
Deanalysesvandeinterviewsgevenweerdatommeerkennistedelentussendemedewerkersindesamenwerking,organisatieshetprocesmoetenevaluerenvanhungemeenschappelijkeactiviteiten,envertrouwenhebbeninelkaar.Ditvertrouwenkangestimuleerdwordendoorhethebbenvaneenopenhoudingtenopzichtevanpartners,tewakenoverdeduidelijkheidvantakenenafsprakenindesamenwerking,tezoekennaardemanierenwaaropdeeigenorganisatieeenmeerwaardekanzijnvoordepartnerseninteziendaternietonmiddellijkresultatenverwachtmogenworden,maardathetcreërenvanvertrouwenenhetdelenvankennistijdvergen.
Ommeermiddelenensteunteverkrijgen,ishetvanbelangomwederzijdseverbondenheidtecreërenmetdepartnersensteunteverkrijgenbijdebeleidsmakers.Dezebeleidsmakerskunnenpositiefbeïnvloedwordendoormiddelvangetuigenissenvanpartnersdieopenlijkdemeerwaardeaangevenvandesamenwerkingendoormeetbareresultatendieobjectiefdewaardevandeeigenorganisatieaantonen.
Omhetnetwerkteversterkenenuittebreidenmoetdeorganisatiezorgendatzebeschiktoveruniekeexpertisesdieverenigbaarencomplementairzijnmetdeexpertisesvanandereorganisaties,diversifieertinheteigenaanbodzodatzeverschillendeaanknopingspuntenheeftmetandereorganisatiesenandereorganisatiesovertuigtvandemeerwaardevandesamenwerkingoverdetijdheen.
12.5BeleidsaanbevelingenElkeVlamingtotsportenstimulerenisdekernopdrachtvanhetSportvoorAllenbeleidvandeVlaamseoverheid.Tweegroteproblemenverhinderendezeopdracht.Teneersteheeftdesportsectormoeiteomgroependiemindersportenalsetnischcultureleminderhedenenkwetsbaredoelgroepentebereiken.Tentweedebereikenveelgebruiktesportpromotie-initatievenalssporteventsensportkampenvoornamelijkmensendiereedssporten.OmmultidimensionalebeleidsopdrachtenalshetSportvoor
Allen-beleidaantepakken,iseengeïntegreerdeaanpakvereistzowelbinnenalsbuitendesportsector.Drieconcretebeleidsaanbevelingenvanalgemeennaarspecifiekvolgenuitderesultatenvanditwerkpakket.
Teneerstemoethetbeleidsamenwerkingsverbandenaanmoedigenenondersteunentussensport,gezondheid,ensocialeorganisatieszowelopgemeenschaps,stedelijk/gemeentelijkenbuurtniveau.DezezijneenvoorwaardeomSportvoorAllendoelstellingentebereiken.Zovolgtuitderesultatenvandeeerstestudiedatlokalesportinitiatieveneenhefboomkunnenzijnomduurzaamtesporten,wateenrechtstreekseffectheeftopdefysiekeactiviteitendementalegezondheid.Tegelijkkunnendezeinitiatievenhetbuurtsociaalkapitaalverbeteren,wateenrechtstreekseinvloedheeftopeenhogerefysiekeactiviteitenindividueelsociaalkapitaal,watopzijnbeurtdanweerleidttoteenhogermentaalwelzijn.Wewillenmetdezeaanbevelingzekernietvoorbijgaanaandeorganisatiesdieditreedszeergoedtoepassen.Zozijnerreeds104lokalenetwerkenvrijetijdsparticipatie,verschillende‘open’sportclubsenbepaaldekenniscentraalsDemosenISB,waarbijintersectoraalsamenwerkeneenkernpuntvanhunwerkingis.Hoewelditdustoteenbepaaldematealwordttoegepast,merkenwedatbijvelesportorganisatiesintersectoraalsamenwerkennogindekinderschoenenstaat.
Tentweedemoethetbeleidmeerinzettenopintersectoraleinitiatievenalsbuurtsport.Resultatenuitstudie2wijzenuitdatmeermensen,langersporteninbuurtsportwijkendanincontrolewijkenmeteengelijkaardigsocio-economischprofiel.Ditwasinhetbijzonderzovoorkwetsbaredoelgroepenalsetnischcultureleminderhedenenlageresocialeklassen.Verderwasereenhogerefysiekeactiviteitenwerdermeeringeorganiseerdclubverbandgesportinbuurtsportwijken.
Analysesvandeinterviewsgavenaandatbuurtsporteenhiaatvultinhetsportlandschapdooreenbrugtevormentussensportorganisatiesenerzijdsensociale,gezondheids,cultuur,enjeugdorganisatiesanderzijds.Hetverbindenvandezeorganisatieszorgdeervoordatmeerkennis,vaardighedenenmiddelenmetelkaarkondengedeeldwerden.Doordatbuurtsportvertrektvanuitdenodenendewensenvaninwonersenorganisatiesindebuurtvormtbuurtsporteenalternatiefvoordemainstreamsportpromotie-initiatieven,dievolgensLawson(2005)vooralopeentop-downmaniergepromootworden.Tenslottewerktbuurtsportzowelsamenopstedelijkalsopbuurtniveauenorganiseertzezowelversterkendealsaanvullendeactiviteiten,waardoorzevoorverschillendeorganisatieseenmeerwaardekunnenbieden.
Eengevolgvandeeerstetweeaanbevelingenisdaterdraagvlakeneen
gemeenschappelijkeinvesteringvandesport-,degezondheids-ensocialesectornodigisomeenuitgebreiderebuurtsportwerkingtekunnenorganiserenentelatenslageninVlaanderen.Terillustratie:inNederlandwerdeenbudgetvan261miljoeneurovrijgemaaktgedurendedeperiode2012-2016omhetprogramma‘SportenBewegenindeBuurt’vormtegeven.DitwerdmogelijkgemaaktdoorhetMinisterievanVolksgezondheid,WelzijnenSportenOnderwijs,CultuurenWetenschap.
Tenderdenogeenpaaralgemenebelangrijkesuccesfactorenomeenbeteresamenwerkingbinnenenbuitendesportsectortelatenslagen.Dezeaanbevelingenvolgenuitdeinterviewsindeverschillendesteden.–Eriseenorganisatie,persoonofmaniernodigwaardoorsport-,gezondheids-en
socialeorganisatiesincontactmoetenkomenenelkaarkunnenversterken.Dezepersoonofinstantiezouhetmandaatmoetenkrijgenomintersectoralerelatiesteversterken.
–Samenwerkingsverbandenhebbentijdnodigomeffectieftekunnenzijn.Ditkomtomdatertijdnodigisomvertrouwenoptebouwen.Hetispasalsditvertrouwenaanwezigisdatertastbareresultatenkunnenbereiktworden.Literatuurgeeftaandatdrietotvijfjaarnodigisalvorenssamenwerkingsverbandenhunmeerwaardeinresultatenkunnenomzetten.
–Sportclubsdieopenstaanvoorkwetsbaredoelgroepenmoetenmeerfinancieel,organisatorischencultureelondersteundworden.
–SportorganisatieskunnenbijhunHRM-beleidooksocialewerkersaannemenomhunteamtediversifiëren.Opdezemanierzijnerookmensendiededrempelsvankansengroepenomtotsportentekomenbeterkunnenplaatsenenverstaan.Hetomgekeerdegeldtookvoorsocialeengezondheidsorganisaties.
–Meerkennisverspreidingisnodigrondintersectoraalsamenwerken.Eenworkshopeninteractieve‘collaborationgame’zijngemaaktinfunctievanditwerkpakket.Deoverheidmoethetvaloriserenvandezekennisverspreidingondersteunen.
12.6ReferentiesBarnes,M.,Cousens,L.,&MacLean,J.(2007).Fromsilostosynergies:AnetworkperspectiveoftheCanadian
sportsystem.Internationaljournalofsportmanagementandmarketing,2(5),555-571.Carpiano,R.M.(2007).Neighborhoodsocialcapitalandadulthealth:AnempiricaltestofaBourdieu-basedmodel.
Health&Place,13(3),639-655.DOI:10.1016/j.healthplace.2006.09.001Crespo,C.J.,Smit,E.,Andersen,R.E.,Carter-Pokras,O.,&Ainsworth,B.E.(2000).Race/ethnicity,socialclass
andtheirrelationtophysicalinactivityduringleisuretime:ResultsfromtheThirdNationalHealthandNutritionExaminationSurvey,1988-1994.AmericanJournalofPreventiveMedicine,18(1),46-53.
Goldberg,D.,&Williams,P.(1988).Ausersguidetothegeneralhealthquestionnaire.Windsor:NferNelson.
Hooghe,M.(2003).SociaalkapitaalinVlaanderen.Amsterdam:AmsterdamUniversityPress.Lawson,H.A.(2005).Empoweringpeople,facilitatingcommunitydevelopment,andcontributingtosustainable
development:thesocialworkofsport,exercise,andphysicaleducationprograms.SportEducationandSociety,10(1),135-160.DOI:10.1080/1357332052000308800
Lievens,J.,&Waege,H.(2011a).ParticipatieinVlaanderen.Leuven:AccoAcademic.Lievens,J.,&Waege,H.(2011b).ParticipatieinVlaanderen.Leuven:Accoacademic.Lucidarme,S.,Marlier,M.,Cardon,G.,DeBourdeaudhuij,I.,&Willem,A.(2013).Criticalsuccessfactorsfor
physicalactivitypromotionthroughcommunitypartnerships.InternationalJournalofPublicHealth,1-10.DOI:10.1007/s00038-013-0527-5.
Marlier,M.,Cardon,G.,DeBourdeaudhuij,I.,&Willem,A.(2014).ACapacityBuildingApproachtoIncreaseSportsParticipationinDisadvantagedUrbanCommunities:AMultilevelAnalysis.JournalofUrbanHealth,91(6),1114-1128.
Marlier,M.,Lucidarme,S.,Cardon,G.,DeBourdeaudhuij,I.,Babiak,K.,&Willem,A.(2015).Capacitybuildingthroughcross-sectorpartnerships:amultiplecasestudyofasportprogramindisadvantagedcommunitiesinBelgium.BmcPublicHealth,15(1),1.
Marlier,M.,VanDyck,D.,Cardon,G.,DeBourdeaudhuij,I.,Babiak,K.,&Willem,A.(2015).InterrelationofSportParticipation,PhysicalActivity,SocialCapitalandMentalHealthinDisadvantagedCommunities:ASEM-Analysis.PlosOne,10(10),e0140196.
Marlier,M.,&Willem,A.(2015).Samenwerkenrondsport:waaromenhoe?RetrievedfromNSWHealthDepartement.(2001).Aframeworkforbuildingcapacitytoimprovehealth.Gladesville:BetterHealth
CareCentre.Parent,M.,&Harvey,J.(2009).TowardsaManagementModelforSportandPhysicalActivityCommunity-based
Partnerships.EuropeanSportManagementQuarterly,9(1),23-45.DOI:10.1080/16184740802461694Schulenkorf,N.(2015).SportForDevelopment:AnIntegratedLiteratureReview.JournalofSportManagement,
30(1),22-39.doi:10.1123/jsm.2014-0263Simmons,A.,Reynolds,R.C.,&Swinburn,B.(2011).Definingcommunitycapacitybuilding:Isitpossible?
PreventiveMedicine,52(3-4),193-199.DOI:10.1015/j.ypmed.2011.02.003Skinner,J.,&Zakus,D.H.(2008).DevelopmentthroughSport:BuildingSocialCapitalinDisadvantaged
Communities.SportManagementReview,11,253-275.Theeboom,M.,&DeMaesschalck,P.(2006).Sportenomdehoek,eenbredekijkopbuurtsportinVlaanderen:
VlaamsInstituutvoorSportbeheerenRecreatiebeleidvzw.Vail,S.E.(2007).Communitydevelopmentandsportparticipation.JournalofSportManagement,21(4),571-596.VanTuyckom,C.,&Scheerder,J.(2010).SportforAll?Insightintostratificationandcompensationmechanismsof
sportingactivityinthe27EuropeanUnionmemberstates.SportEducationandSociety,15(4),495-512.DOI:10.1080/13573322.2010.514746
Vandermeerschen,H.,Vos,S.,&Scheerder,J.(2013).Who’sjoiningtheclub?Participationofsociallyvulnerablechildrenandadolescentsinclub-organisedsports.Sport,EducationandSociety,1-18.DOI:10.1080/13573322.2013.856293
1.Hetpercentageisalsvolgtberekend:erzijn585.974aangeslotenledenbijeensportclubtussende19en54jaar(afdelingsubsidiëringBLOSO2012).Indiezelfdeleeftijdscategoriezijner5372082(NIS2012)Vlamingen.Ditresulteertin10.9%vandeVlamingendiesporteninclubverbandvoordieleeftijdscategorie.
13.Tewerkstellingindesport:trajectkortgeschoolden
MarcTheeboomenZenoNols
13.1Inleiding
DejeugdwerkloosheidinEuropaishistorischhoog.OokVlaanderenkamptmetditprobleem.Devraagishoekortgeschooldejongerenkansenkunnenwordenaangebodenomhunpositieopdearbeidsmarktteversterken.AlsreactieopdehogejeugdwerkloosheidwordenervanuitdeVlaamseOverheideenaantalbeleidsinitiatievengenomen,ondermeergerichtopkortgeschooldejongerenalséénvandemeestekwetsbaregroepen.Dezeinitiatievenzettensterkenmeerdirectinopderegulierearbeids-enonderwijskanalen.Maardaarnaastwilmenookhetpotentieelvansporthiervooraanwenden.Sportoefentimmerseeninherenteaantrekkingskrachtuitopjongeren,ongeachthunmaatschappelijkeachtergrond(Vanhoutte,2007).Intoenemendematebijvoorbeeldwordtsportdanookinbinnen-enbuitenlandgebruiktbinneninterventieprogramma’sgerichtophetbereikenvanpersoonlijkeensocialeontwikkelingsdoelenenhetverwervenvancompetenties.Deveronderstellingisdandatdezemeerwaardevansportervoorkanzorgendattewerkstellingskansenwordenvergroot,ookbuitendesportsector.Totophedenblijvenprojectenwaarbijsportwordtgebruiktmetbetrekkingtotdetewerkstellingvankortgeschooldejongerenevenwelvaakonderderadar.
13.2Eenkwalitatiefonderzoeksopzet
Hetdoelvanditad-hoconderzoekwasombestaandeinitiatievenbinnenVlaandereninkaarttebrengenwaarbijsportwordtaangewendinhetkadervandetewerkstellingvanjongekortgeschoolden.Hiermeebedoelenwevooraljongerentussen15en24jaarouddiedeschoolverlatenzonderdiplomavanhetsecundaironderwijs,wathenkwetsbaardermaakttenopzichtevandehuidigearbeidsmarktdanjongerendiemeer
opleidinggenoten.Erwerddaarbijondermeergepeildnaarinteressantesettingsvoorproeftrajecten,devoornaamstetakendiemen(binnenenbuitendesportsector)kanaanbiedenindergelijketrajectenaanjongekortgeschooldenendecompetentiesdiemenhierdoorkanontwikkelen,alsookdekritiekesuccesfactorenvandezeinitiatieven.Intotaalwerden30organisatiesbevraagd(43respondenten)viasemi-gestructureerdediepte-interviews,waarbijzowelbeleids-alspraktijkmedewerkersaanhetwoordkwamen.Indeonderstaandebijdragewordtsummieringegaanopdebelangrijksteresultatenvandezestudie.Vooreenuitgebreidebeschrijvingvandemethodeendebevindingenverwijzenwenaarheteindrapport(Theeboom&Nols,2014).
13.3Inzichtenuitdepraktijk
InVlaanderenzijnerslechtseenbeperktaantalinitiatievendiezowelinzettenoptewerkstellingalsopsport.Erbestaatwelveelvariatietussendeverschillendetrajectenmetbetrekkingtotdoelstellingen,samenwerking,financiering,duurvanhettraject,rekrutering,screening,selectie,trajectbegeleiding,potentiëlesettings,taken,competenties,bijdragevansport,monitoringenevaluatie.Binnendezetrajectenbiedendepraktijkenvaakeencombinatievanmodulesaan:intakeenoriëntering,opleidingenkwalificering,praktijkcomponent,randactiviteiten,arbeidsmarktbegeleiding.Meestalwordthiervoorsamengewerktmetpartners.Derespondentenverwezenooknaareengrotevariatieaangenerieke(overdraagbare)competentiesdiementrachtteontwikkelen(bijvoorbeeld,persoonlijkeensocialeverantwoordelijkheid;communicatie-enorganisatorischevaardigheden;kunnensamenwerken;timeenstressmanagement;conflictoplossing;...).Ookwerdhetbelangvaneendeskundigeenpersoonlijkebegeleidingonderstreept.Hierbijwerdvooralookgewezenopdekennisdiehieroverbestaatbuitendesportsector.Derolvansportbinnendeonderzochteinitiatievenwordtooknietaltijdopdezelfdemanieringevuld.Somsisheteenhoofdactiviteit,inanderegevalleneennevenactiviteit.Ensomsgaatheteerderoveractieveensomsoverpassievesportbetrokkenheidvandejongeren.Deverwachtebijdragenvansportzijnvolgensderespondenten:deaantrekkingskracht,deverbeteringvandefysiekeenmentalegezondheid,eenversterkingvandeeigenwaardeenhetkunnenontwikkelenvangeneriekeensportievecompetenties.
Eengrootdeelvanderespondentenverweesooknaartoolswaarmeecompetentieskunnenwordengevaloriseerd(bijvoorbeeld,inhetkadervanhetwerkenaaneenpersoonlijkontwikkelingsplanofPOP).Enerzijdsgafeendeelvanderespondentenaandatveelorganisaties,envoornamelijkwerkgevers,nietaltijdklaarzijnommeetestappeninditsoortinitiatieven.Anderzijdsgafeenanderdeelvanderespondentenwel
ookaandatersteedsmeerintermenvanalgemenecompetentieswordtgedachtenzietmeneenduidelijkemeerwaardevanditsoortinitiatieven.Eendeelvanderespondentenverweesevenwelookduidelijknaarhetbelangvoorjongerenvanhetkunnenbehalenvaneendiploma.Eendoorstromingnaarhetnormaaleconomischcircuitzietmenzekermogelijk,maardanwelwanneererwordtingespeeldopeenduidelijkevraagvanuitdepraktijk(enerdusbeschikbarearbeidsplaatsenzijn).
13.4Conclusie:noodaanrealistischeverwachtingenen‘voldoende’voorwaarden
Uitditonderzoekblijktdatsportineersteinstantiewordtbeschouwdalseenaantrekkingspoolomdeelnemersverderteoriënterenentebegeleidenineentrajectwaarbinnenookanderemoduleswordenaangeboden.Hetkandaarbijoptweeverschillendemanierenwordenaangewend.Enerzijdskanhetwordeningezetalseenactiviteitopzich.Anderzijdsbiedthetookextrasportievemogelijkhedenomverschillendeorganisatorischetakenopzichtenemen,zoalshetbeherenvansportmateriaalofploegverantwoordelijkezijn.Hierbijishetwenselijkdatdeelnemersstapvoorstapkunnendoorgroeienvanuitvoerendenaarmeerorganisatorischeen/ofsociaalgerichtetakeninfunctievanhunpersoonlijkeontwikkeling.Volgensderespondentenmoetendezetakendanwelperspectiefbieden,relevantzijnenverantwoordelijkheidkunnenstimuleren.Metbetrekkingtotdepotentiëlesettingswaarbinnentewerkstellingstrajectenmetsportkunnenwordenopgezet,wordteengrotevariatieopgemerktbinnenenbuitendesportsector.Hettoontaandatnaastregulieresportcontexten(bijvoorbeeld,eensportdienstofeensportclub),ookkangedachtwordenaanniet-reguliere,andersgeorganiseerde(sport)contexten(bijvoorbeeld,binnenhetonderwijs,hetjeugdwerkendewelzijnssector).Sportclubsbiedenweliswaarinteressantemogelijkheden,maarhebbenmeestalhiervoornietdevereisteexpertiseencapaciteit.Ditiszekerhetgevalbijvrijwilliggeorganiseerdesportclubs.
Maaralgemeengenomenwarenderespondentenergpositieftenoverstaanvanhetpotentieelvansportinhetwerkenaandetewerkstellingskansenvankortgeschooldejongeren.Binnendewetenschappelijkeliteratuurwordtevenwelsteedsvakeraangegevendatereennoodisaanmeerrealistischeverwachtingenvandewaardevansportmetbetrekkingtotcompetentie-ontwikkelinginhetalgemeeneninrelatietotjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituatiesinhetbijzonder.Coalter(2007)spreektondermeerover‘opgeblazenbeloften’vandesocialewaardevansportomdatmenvaaktemakenheeftmetvaagomschreveninterventiesmetmoeilijktemetenuitkomsten.Coakley(2011)zietsportdanookeerderalseencontextom(verder)te
kunnenontwikkelendaneenoorzaakvanpersoonlijkeontwikkeling.Ookwerdergewezenophetverschiltussennoodzakelijkeenvoldoendevoorwaarden(Coalter,2007).Noodzakelijkevoorwaardenkunnenwordenbeschouwdalsdievoorwaardendienodigzijnomindeeersteplaatsdeelnemersaansporttelatendoen(bijvoorbeeldeensportaanbodhebben,infrastructuur,materiaalendeelnemerskunnenbereiken).Maarditisnietvoldoendeomeenmeerwaardetemogenverwachten.Daarvoorzijndanvoldoendevoorwaardennodig.Hetzijndusdievoorwaardendieervoorzorgendatsportsocialeuitkomstenkangenererenbijdeelnemers.Hetgaatdanondermeeroverhetsamenwerkenmetspecifiekepartners,eenaangepastebegeleidingeneendoordachtengesystematiseerdgebruikvanhetpotentieelvansport.Hierbijishetvanbelangomprogramma’sobjectiefenonafhankelijktemonitorenenevaluerenomnatekunnengaanwatdeechteuitkomstenzijnenhoedezekunnenwordengeoptimaliseerd.Totslotdientgewezentewordenophetbelangvaneengeïntegreerdebenaderingommaatregelenteimplementereneninitiatievenoptezettenmetandererelevantebeleidsdomeinen(bijvoorbeeldonderwijs,welzijn,jeugd,...),elkmethuneigenspecifiekekennis,ervaringenenexpertise.Ditisimmersnodigomdevicieuzecirkelvanarmoede,problematischwelzijnenlagescholingtekunnendoorbrekenwaarinveelvandezejongerenzichbevinden.
13.5ReferentiesCoakley,J.(2011).Youthsports:whatcountsas“Positivedevelopment?”.JournalofSportandSocialIssues,
35(3),306–324.Coalter,F.(2007).Awidersocialroleforsport:who’skeepingthescore?London:Routledge.Theeboom,M.,&Nols,Z.(2014).Tewerkstellingindesport–Trajectkortgeschoolden.Rapport
OnderzoeksgroepSportandSociety.Brussel:VrijeUniversiteitBrussel.Vanhoutte,B.(2007).Doejemee?Jongerenenparticipatieaanhetverenigingsleven.InN.Vettenburg,M.,
Elchardus,&L.Walgrave(Eds.),Jongerenincijfersenletters.BevindingenuitdeJOP-monitor1(pp.175-187).Leuven:Lannoo.
14.Heteffectvansportevenementenopsportparticipatie:onderzoekbijtweemassasportevenementenentweesportpromotieevenementeninVlaanderen
AnnickWillem,MarcTheeboomenJensDeRycke
14.1Inleiding
Evenemententersportpromotiekunnendiversevormenaannemen,bijvoorbeeldevenementenwaaraaneenmassakandeelnemenzoalseenstratenloopofevenementenwaardeelnemerseensportkunnenuitproberenzoalseendoe-aan-sportbeurs.Inheteerstegevalhebbenwetemakenmetactieveparticipatiewaardedeelnemerszichvaakfysiekopvoorbereiden.Inhettweedegevaliseractieveparticipatiemaarvaakdoordeelnemersdiezichniethebbenvoorbereidofdesportnognieteerderhebbenbeoefend.Inditonderzoekwerdentweeevenementenvanheteerstetype(MonVentouxenAntwerp10Miles)entweevanhettweedetype(DéWatersportdagenBeachsportival)onderzochtophunpotentieelomsportparticipatietepromoten.
14.2Literatuurm.b.t.sportevenementenensportparticipatie
Hetonderzoeknaardeeffectenvansportevenementenbestaatgrotendeelsuitonderzoekbijgroteinternationaleelitesportevenementen,zoalsdeOlympischespelenenWK’s(Taks,2013).Typologieënvanelitesportevenementenbestaan(vb.Wilson,2006)maardezezijnweinigbruikbaarvoorsportevenementenmetactieveparticipatie.Wemakenhierdaaromzelfhetonderscheidtussenmassaparticipatiesportevenementenen
sportpromotieevenementenwaarbijdeeerstesoorteensportieveuitdagingbiedtaansportersenhettweedesportenwilinitiërenoflatenuitproberendoordeelnemers.Inbeidegevallenzijnelitesportersnietdedoelgroepenkomthetaantrekkenvantoeschouwersopdetweedeplaats.Wetenschappelijkonderzoeknaarsportpromotieevenementenisnagenoegonbestaande.Weliseronderzoeknaarmassaparticipatiesportevenementenenderelatiemetsportparticipatie.Binnendemassaparticipatiesportevenementenkunnenwenogeenonderscheidmakentussengroteeventsmetinternationaleuitstralingdiebuitenlandsedeelnemersaantrekken,middelgroteeventsdieeengrootnationaaldeelnemersbereikhebbenenkleinelokaleeventsmetdeelnemersuitdelokaleomgeving.
Hetonderzoeknaareffectenvansportevenementenkaningedeeldwordeninonderanderevolgendegroepen:1)erfenisvanevenementen(legacy),2)hefboomeffectengecreëerddoorevenementen,3)directeeconomische,socialeofsportparticipatieveeffectenvanevenementen.Deerfenisvansportevenementenwijstopdelangetermijneffectenopdeomgeving,stadofbevolkingdoordeorganisatievanhetevent,zoalsstijginginaantaltoeristenindejarennahetevenement.Bijhetcreërenvaneenhefboomeffectdoorheteventwordenbijkomendeactiviteitengeorganiseerdofwordthetevenementingebedineengrotergeheelvanevenementenofpromotieprogramma’sompositieveeffectenvanhetevenementtekunnencreëren(Chalipetal.,2004).Directeeffectenwijzenopdegevolgendieonmiddellijkuithetevenementvoortvloeienzoalshotelovernachtingendoorevenementdeelnemersofurengesporttervoorbereidingvandeelnameaanhetsportevenement.
Diversestudiesgingenderelatietussenparticipatievemassasportevenementenensportparticipatiena(Derometal.,2015;Funketal.,2011;Ridingeretal.,2012;MurphyenBauman,2007).Dezestudiesbevestigendatsportevenementenhetpotentieelhebbenomsporttepromotenmaardatmassasportevenementendereedsactievesportersaantrekkenendatdeeffectenergafhankelijkzijnvandesportieveachtergrondvandedeelnemers,demografischekenmerken,tevredenheidoverdeervaringophetevenementenmotivatie.Inzichtinhetprofielvandedeelnemersisdusbijhetmetenvandeimpactopdesportparticipatiecruciaal(Funk,Alexandris&McDonald,2008).Inverbandmetmotivatiekunnenweeenonderscheidmakentussenmotivatieomdeeltenemenenmotivatieomtesportenenfysiekactieftezijn.Opbasisvandezelfdeterminatietheoriewordtaangetoonddatautonomeinplaatsvangecontroleerdemotivatiebelangrijkisomduurzaamtesporten(Teixeiraetal.,2012).
Onderzoeknaardeorganisatievaneensuccesvolevenementenhetcreërenvanuniekeervaringenvoordedeelnemersvindenweterugindemarketingentoerismeliteratuur
(vb.Morgan,2007).Enkelsuccesvolleevenementenmettevredendeelnemerszijneenbasisvoorhetrealiserenvanpositieveeffectenopsportparticipatie(Funketal.,2011).Traditioneelwordtdemarketingvaneenproductofdienst,zoalshet‘leveren’vaneenuniekeervaringdoordeelnameaaneensportevenement,benaderdvanuitdebekende4P’s(product,prijs,plaats,promotie).Lauterborn(1990)laatmetdeomzettingnaar4C’s(consumer,cost,convenience,communication)zienhoemarketinginstrumentenvanuithetgezichtspuntvandeklantbenoemdzoudenmoetenworden.Funk(2008)bestudeerdemassaparticipatievesportevenementenvanuitconsumentengedragwaarbijhijnaginghoedeelnemersaanevenementen,diehijalsconsumentenvansportbeschouwt,wordenbewustgemaakt,aangetrokken,verbondenenbehoudenwordenalsconsumentenvanhetevenement.
14.3Deevenementen
14.3.1Antwerp10Miles
DeAntwerp10Milesiseengroteloopwedstrijd(35.000deelnemersin2013)indestadAntwerpenmetverschillendeafstanden,gerichtopzowelrecreatievealsprofessionelelopers.Demeestgekozenafstandisde10milesmaardaarnaastiserooknogdeKidsRun(1.4km),deLadiesRun(5km),deShortrun(5km)endeMarathon.Ondanksdeomvangsprekenwevaneenmiddelgrootevenementgezienhetevenementvooralbinnenlandsedeelnemersaantrekt.DeorganisatieisinhandenvanGolazo,eencommerciëlesportaanbieder,insamenwerkingmetdestadAntwerpen.
14.3.2MonVentoux
DeMonVentouxiseenmassafietsevenementgeorganiseerddoorderecreatievesportfederatieSporta(2.812deelnemersin2013).Hetfietsevenementbestaatuiteentrainingsprogramma(inBelgië)verspreidovertiendagenindemaandenvoorafgaandaanhetevenementenalsultiemebeloningdebeklimmingvandeMontVentouxinFrankrijk.DeelnemerskunnenkiezenuitdeéénmaligebeklimmingvandeMonVentoux,ofvoordeCanibaleofCanibalettewaarbijmeerderebergen,inclusiefdeMontVentoux,metdefietswordenbeklommen.OokditevenementiseenmiddelgrootmassaparticipatieevenementmetVlaamsedeelnemers,weliswaarmetbuitenlandseverplaatsing.
14.3.3Beachsportival
Beachsportivaliseensportpromotieevenementdatstaatvooreensport-enspelevenementvanderecreatievesportfederatiesRecreasenS-Sport,gerichtnaarsenioren,mensenmeteenverstandelijkebeperkingenrecreatievesporters(450deelnemersin2013).Hetiseentypeeventwaarbijeenpubliekeorganisatieinitiatiefnemerisomsportaantebiedenaaneenoverwegendsport-inactievedoelgroep.Beachsportivalrichtzichvooralnaarspecifiekegroepenmensen:seniorenverenigingenencentravoorpersonenmeteenbeperking.Erwordenopeennamiddagdiversesportvormenonderbegeleidingaangebodenopeentot‘beach’omgevormdterrein.
14.3.4DéWatersportdag
DéWatersportdagbestaatuiteentweedaagseventvanBloso,waarmeeviagratisinitiatiesinclubsendeBloso-centradiversewatersporten,zoalssurfen,kajak,zeilen,inclubverbandwordengepromoot.Declubshebbentijdensheteventintotaalongeveer4.500actievedeelnemerseenbeknopteinitiatiekunnengeven.
14.4Methode
Opbasisvandeliteratuurwetenwedatde(marketing)aanpakvanhetevenementbelangrijkisomdeelnemersaantetrekkeneneenaangenameervaringtelatenbelevendiemogelijkstotpositieveeffectenopdesportparticipatievandedeelnemerskanleidenafhankelijkvano.a.hunmotivatie,demografischekenmerkenenhuidigsportgedrag.Bovendienvereisthetcreërenvanlangetermijnhefboomeffecten,zoalshetverhogenvanduurzamesportparticipatie,eenstrategischeaanpakwaarbijeenprogrammauitgewerktwordtombewustdezeeffectentegenereren.Instudie1vanditonderzoekwerddaaromnagegaanofdestrategiesportpromotioneledoelstellingenvooropsteltenofdezedoelstellingenmetsucceswerdengeïntegreerdindemarketingcommunicatiemix(aandehandvande4c’senconsumentengedrag).Deevenementenwerdenhiernietbekekenalseenéénmaligeactiviteitmaaralseenmerkdatvermarktmoetworden.Voorstudie1werdendataverzameldviasemi-gestructureerdeinterviewsmetdeorganisatoren,diezowelvooralsnaheteventwerdenafgenomen,enviawerkingsdocumenten.BijdeWatersportdagenwerdenook78vande117deelnemendewatersportclubsbevraagdviaeenonlinebevragingenalle8betrokkenwatersportfederatiesviainterviews.
Voorstudie2werdenkwantitatievegegevensverzameldopbasisvanbevragingenvandedeelnemersofbegeleidersvandeelnemers.Erwerdophetniveauvande
deelnemersdoormiddelvanvragenlijstentijdensofkortnahetevenementnagegaanofzesportactiefwaren,wathunmotivatiewasomaanheteventdeeltenemen,wathunmotivatiewasomtesporten,inwelkematedeelnemerszelfaangavendoorhetevenementaangezettezijnomindetoekomstmeertesporten,evenhardteblijventrainen,ofzichaantesluitenbijeensportclubenwathundemografischekenmerkenwaren.Erwerdmetzelfontwikkeldeschalengewerkt,behalvevoorhetmetenvanmotivatieomtesportendatmetdeBRECQ-2vragenlijstwerdgemeten(Mullen,Markland&Ingledew,1997).BijdeAntwerp10MilesenMonVentouxwerdereenonlineenquêteopgesteldinsamenwerkingmetdeorganisatoren.Erwerdenrespectievelijk5.000en660bruikbareingevuldevragenlijstenontvangenvandedeelnemersaandeAntwerp10MilesendeMonVentouxwatneerkomtoprespectievelijkeenresponsratevan14,3%en23,5%.BijDéWatersportdagwerdenalle1.100deelnemersdoorBlosokortbevraagd.Tevenswerden400deelnemersbevraagdviaeenuitgebreidereenquête.VoorhetBeachsportivalwerden43vande50begeleidersviaeenvragenlijstbevraagd.Zijsprakeninnaamvandegroep(10-15deelnemers/groep)diezebegeleidhadden.
Deonderstaandebijdragegeeftdebelangrijksteresultatenweer.Vooreenuitgebreidebeschrijvingvandemethodologieendebevindingenverwijzenwenaarheteindrapportvandezestudie(DeRycke,Willem&Theeboom,2013).
14.5Resultaten
14.5.1Antwerp10Miles
14.5.1.1Strategieenmarketingcommunicatiemix
Opbasisvandeinterviewsblijktdathetinformeren,communicerenenaantrekkenvandeelnemersdesterkepuntenvandecommerciëleeventorganisatorzijn.Deorganisatorheeftveelexpertiseinhetorganiserenvanloopevenementeneneenerggrootdatabestandvanlopers.DestadAntwerpentrachtdaarbijookdelokalebevolkingaantespreken,metspecialeaandachtvoorkansengroependoorbijkomendnaardezegroepentecommunicerennaastdecommunicatiestrategievandecommerciëleorganisator.Uitdeinterviewsblijktechterdaterophetvlakvanbegeleidingvandedeelnemersnogveelgroeimargeis.Erisimmersteweinigomkaderingvoordedeelnemersdiezichvoorbereidenvoorhetevenement.Deorganisatorzorgtbijvoorbeeldnietgenoegvooreenuitgewerktvoortrajectwaarbijdedeelnemersregelmatiggemotiveerdwordenomtetrainen,specifiekbegeleidwordenen
trainingsadvieskrijgen.Decommerciëleorganisatorrichtzichviahuncommunicatieaanpakvooraltotdeactievelopersdiezebeschouwenalsvasteklantenvoorhunveleloopevenementen.Doorstromingnaaratletiekclubsofaantrekkenvanbijzonderedoelgroepen,zoalsinactieven,warengeendoelstellingen.
14.5.1.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
Deresultatenuitdebevragingvandedeelnemerstonenaandatvooraldeelnemersensupportersmeteenzelfdeprofielofsocio-demografischeachtergrondwordenbereikt.84procentvandedeelnemersaandeAntwerp10Milesgafaanregelmatigaanlooptrainingtedoen.Eenbeperkteregroepdeelnemers(14%)gafaanspeciaalgetraindtehebbenvoordeAntwerp10Miles,daarwaarzeandersnietregelmatigaanloopsportdeden.DezegroepdeelnemersgaatzichopvallendmeerinschrijvenvoordeLadiesRunenShortRun.Eenbewijsdatdezekortereafstandenbelangrijkzijnomdemindergetraindesporterseenuitdagingtebiedenenaantezettentotbewegen.Hoewelinactievennietdedoelgroepzijnenergeenstrategiewasomminderactievedeelnemersblijvendtelatensporten,gavenderesultatenopbasisvandevragenlijsttochaandatde10Milesalsmotiverendvoordeeigensportparticipatiewerdgepercipieerd.1op3deelnemersvandemindersportactievegroepgafaandeintentietehebbennaheteventevenhardtetrainenalsvoorhetevenement.Deelnameaanheteventzorgtechterslechtsinbeperktematevoordoorstromingnaareenloopclub.Voor1op7deelnemersishetweleenstimulansomookaananderesportentedoen.VoordehelftvanalledeelnemersisdeAntwerp10Mileseenstimulansomeenheeljaardoortesporten.
14.5.2MonVentoux
14.5.2.1Strategieenmarketingcommunicatiemix
Debreeduitgewerktecommunicatie(zoalseenmaandelijksenieuwsbrief,regelmatigecontactmomenten,infobrochures...)zorgtvooreenbandmetdedeelnemerstijdenshunvoorbereidingstrajectentraininginaanloopnaarhetevenement.Sporta,organisatorvandeMonVentoux,organiseerdeindeaanloopnaardezebeklimmingenverscheidenetrainingsrittenmetstijgendemoeilijkheidsgraad(dezogenaamde‘MonVentouxdagen’).UithetinterviewblijktdatSportaduidelijkinzetopbegeleidingvandedeelnemers.Sportastaatooksterkachterdeintegratievanmensenmeteenfysiekeen/ofmentalebeperkinginzijnsportaanbodenispartnervandevzwToWalkAgain,waarmensenaangezetwordenomdeeltenemenaanMonVentoux.Hetresultaathiervanisdat18personenmetmentalebeperkingen6meteenfysiekebeperkinginhetonderzochtejaar
(2013)deMontVentouxbeklommen.Tevensnamookeengroepvan179transplantatiepatiëntenenbegeleiders(onderbegeleidingvanartsen)deelaanhetevenement.
14.5.2.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
Uitdebevragingblijktdatvoor70%vandedeelnemersdevoorbereidingscampagnemetbegeleidingéénvandedrijfverenis.Uitdezebevragingblijkteveneensdat3op4deelnemersdeelnamenaanminstenséénvandeMonVentouxdagen.Tweeop3deelnemersaanMonVentouxgavenaanspeciaal/extragetraindtehebbenvoorditevenement.1/3hoefdegeenextratrainingomdatzereedsvoldoendefietsenopregulierebasis.Defietsersdieextratraindenwarenechtergeennieuwefietserswant89%gafaandatfietsenhunbelangrijkstesportis.Voordeanderenwashethuntweedebelangrijkstesport.Uitdeonderzoeksresultatenblijktdatdezegroepfietsersgemiddeld160uurtrainingachterderugheeftspeciaalinhettekenvanhetevenement.Onzeonderzoeksresultatenwijzenuitdat78%vandedeelnemerstijdensheteventeensportievelevensstijlhebben,ditis3tot5keerperweekgedurende20-60minutenperkeerbewustbewegenaaneenintensiteitwaarbijjezweetenjeademhalingversnelt,enditreedslangerdan6maanden.Wataangeeftdathetovergrotedeelvanhetdeelnemersveldookreedsaanvoldoendelichaamsbewegingdeedindeperiodevoorhetevent.Bijvergelijkingvandegroepdeelnemersmetreedsvoldoendelichaamsbewegingtegenoverdegroepmeteenmindersportievelevensstijlvalthetverschilinhetduurzaameffectvanheteventop.Bijna1op3deelnemersvandeminderactievegroepgeeftaannaheteventevenhardtegaantrainen.Bijdeactievegroepzijnditerdubbelzoveel.DitwijstophetfeitdateengrotegroepmensenzichspecifiekvoorMonVentouxgaatvoorbereiden,maarnahetevenementteruginhunoude‘sport-inactievere’levensstijlvervallen.Dezecijferszeggenechternietsoverdeuiteindelijkehoeveelheidtrainingzeachterderughebben.
14.5.3Beachsportival
14.5.3.1Strategieenmarketingcommunicatiemix
Deorganisatorprobeertdedoelgroepenpersoonlijktebenaderen.Naarindividuelemensentoewordterlokaalmetflyersenaffichesgewerktenwordtersamengewerktmetspecifiekeorganisaties.Dedeelnemerskondenrekenopintensievebegeleiding.Zostonderaanelkesport-enspelactiviteiteenbegeleider.Dedeelnemersmeteenzwarebeperkingwerdenvaakindividueelbegeleid.Deopkomstwasechterrelatieflaagenseniorenenvalidemensenwerdenamperbereikt.Hetinclusievekarakterbleekeen
drempelvoordezegroepenomdatzehetevenementbeschouwdenalseenG-sportevenementvoorG-sportersenhunbegeleiders.Erwasooktijdensheteventweinigaandachtvoorduurzaamsporten.
14.5.3.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
DeG-sporterszelfwerdennietbevraagdmaarwelhunbegeleiders.DedeelnemendeG-sportershaddenvaakeenpsychischebeperkingenwarenzeldensportactief.Sfeer,ontspanningengezelligheidsprongenerduidelijkuitalsdevoornaamsteredenenvoordeelname(ditgeldtvoorongeveer9op10begeleiders).DebegeleidersziendenamiddageerderalseenleuketijdsbestedingdaneenmogelijkheidomsporttepromotenendesportievelevensstijlvanG-sportersteverbeteren.
14.5.4DéWatersportdag
14.5.4.1Strategieenmarketingcommunicatiemix
Meerdan100Vlaamsewatersportclubsen3Bloso-centra,opmeerdan60locatiesinVlaanderen,opendenhundeurenvoorgeïnteresseerden.Ongeveer30à35%vandewatersportclubsnamendeelaanDéWatersportdag.Declubssteldenhuninfrastructuur,eigenbotenenmateriaalterbeschikking.Uitdebevragingvandeclubsblijktdatvoordeclubsheteventookeenopendeurdagis,eenkansompromotietemakenvoorhunwerkingenhunsport.Tweeop3clubswarenervanovertuigddatzeledenzoudenaanwervendankzijhetevenementmaargingennietnaofditinhetverledenzowasenwarennietvanplanditbijdezeeditienategaan.Hetgaatdusomeenintuïtievevaststellingvandeclubs.Dewatersportclubsblijkenookweiniginitiatieftenemenomdeelnemersaandeclubtebindenenbenuttenniettenvollehetpotentieelvanditpromotieevenement.Zeverwachtendatdeelnameaandeinitiatievoldoendeisenachtenhetnietnodigextrainitiatieventenemenomeenhefboomeffecttecreërenofomdeelnemerszelfsgoedteinformerenoverlidmaatschap.
14.5.4.2Profielensportparticipatievandedeelnemers
UitdebevragingbijdedeelnemersblijktdatdehelftvandedeelnemersaanDéWatersportdagjongeren(<18jaar)waren.Voor65%vandedeelnemerswashetdeeerstmaaldatzedeelnamenenvoor13%onderhenwashetzelfsdeeerstekeerdatzekennismaaktenmeteenwatersport.Uitderesultatenbleekdatdedeelnemershetvooralalseenuniekeervaringbeschouwdenenalseen‘dagjetussenuit’.78%vandedeelnemersgafaangeenlidtezijnvaneenwatersportclub.53procentvandedeelnemersgafnadeinitiatieaanlidtewillenwordenvaneenwatersportclub.Dit
opvallendhoogcijfergeeftaandatDéWatersportdagslaagtinzijndoelstellingomeengrotegroepmensenteovertuigendatwatersportietsvoorhenis.
14.6Conclusie
Hetdoelvanhetonderzoekwasomnategaanofdeverschillendetypesevenementenbruikbareinstrumentenvoorsportpromotiezijn.Deorganisatorenvanelkvandevierevenementenclaimendathunevenementeensportpromotieeffectheeft,hoewelergroteverschillenzijnindematewaarindezedoelstellingcentraalstaat.HetmeestcentraalstaatditbijdeWatersportdagenenhetminstbijdeAntwerp10Miles.UithetonderzoekblijktdatmassaevenementenzoalsdeAntwerp10Mileshunpotentieelniettenvollebenuttenomdatdeinspanningenvandeorganisatoromhetevenementlaagdrempeligtemakeneninitiatievennaarpromotievanduurzaamsportenvrijbeperktzijn.MonVentouxismeereenbeweegcampagnedanenkeleensportevenementdoordebegeleidingenomkadering.WekunnenconcluderendathetconceptvanMonVentoux,waarbijmensterkinzetopbegeleiding,voorbereidingenomkadering,mensenbeteraanzettotregelmatigsporten.Maarookditevenementbereiktnogonvoldoendeniet-sportersenmensenuitkansengroepen(lageresocio-economischestatus).Bijhetinclusieveevenement,Beachsportival,kanhetsuccesverhoogdwordendoorveelintensievermetdeverschillendevoorzieningenenG-sportclubssamentewerkenomdedoelgroepaantetrekkenenduurzaamsportenterealiseren.DéWatersportdagzorgdeerwelvooromnieuwewatersportersaantetrekkenentelatenkennismakenmetdiversewatersporten.Hoeweldeexactedoorstroomcijfersnaarwatersportclubsnietkondenwordennagegaan,lijkthetsportpromotioneeleffecthierwelaanwezigmaarookhierweerwordtoverhethoofdgeziendatbijkomendeinspanningennoodzakelijkzijn.Algemeenkangesteldwordendatdeorganisatoreneengoedevenementcreëerdenmettevredendeelnemersmaaronvoldoendebewustduurzamesportparticipatienastreefdenenhiervoorgeenhefboomstrategieuitwerkten,bijvoorbeelddooreenna-trajectaantebiedenofdeelnemerstoeteleidennaarsportclubs.Hettypesportpromotioneleevenementenwaarbij‘geproefd’kanwordenvaneensportheeftdusnietperdefinitieeengrotersportpromotioneeleffectdaneenmassasportevenement.Heteffecthangtafvanwelkedeelnemerswordenaangetrokkenenwelkeinitiatievenwordengenomentotduurzaamsporten.Hettypemassasportevenementenmetvoorbereidingstrajectheeftwelhetvoordeeldatookbijafwezigheidvaneenduurzaameffecterminstensindeaanloopnaarhetevenementmeerwordtgesport.DeelnameaanmassasportevenementenpastvoorvelesportersinhuntrainingsschemaofrecreatievesportcarrièreenzijneenvastonderdeelvanhetsportaanbodwaardoorzedoorhunbestaanalperdefinitiedeeluitmakenvanhetgeheelvansportpromotieinVlaanderen.
Zelfswanneerdezeeventsernietinslageninactievenduurzaamaantezettentotsporten,hebbendezemassasportevenementenhunrolinhetsportaanbod.
14.7ReferentiesChalip,L.,Ritchie,B.,&Adair,D.(2004).Beyondimpact:Ageneralmodelforsporteventleverage.InB.W.Ritchie,
&D.Adair(Eds.),Sporttourism:Interrelationships,impactsandissues,226-252.Clevedon:ChannelViewPublications.
Derom,I.,VanWynsberghe,R.,&Scheerder,J.(2015).Maintainingphysicalactivitypost-event?CaseoftheTourofFlandersCycloinBelgium.AnnalsofLeisureResearch,18(1),25-47.
DeRycke,J.,Willem,A.,&Theeboom,M.(2013).Onderzoeknaardeeffectiviteitvansportpromotioneleevents.Eindrapportad-hoconderzoek1.Brussel-Gent:SteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport.
Funk,D.,Alexandris,K.,&McDonald,H.(2008).Consumerbehaviourinsportandevents.NewYork:Routledge.
Funk,D.,Jordan,J.,Ridinger,L.,&Kaplanidou,K.(2011).CapacityofMassParticipantSportEventsfortheDevelopmentofActivityCommitmentandFutureExerciseIntention.LeisureSciences,33(3),250-268.
Morgan,M.(2007).‘We’renottheBarmyArmy!’:reflectionsonthesportstouristexperience.InternationalJournalofTourismResearch,9(5),361-372.
Mullen,E.,Markland,D.,&Ingledew,D.K.(1997).Agradedconceptualizationofself-determinationintheregulationofexercisebehavior:Developmentofameasureusingconfirmatoryfactoranalysis.PersonalityandIndividualDifferences,23(5),745-752.
Murphy,N.M.,&Bauman,A.(2007).Masssportingandphysicalactivityevents–arethey“breadandcircuses”orpublichealthinterventionstoincreasepopulationlevelsofphysicalactivity?JournalofPhysicalActivity&Health,(4),193-202.
Ridinger,L.L.,Funk,D.C.,Jordan,J.S.,&Kaplanidou,K.(2012).MarathonsfortheMasses:ExploringtheRoleofNegotiation-EfficacyandInvolvementonRunningCommitment.JournalofLeisureResearch,44(2),155-178.
Taks,M.(2013).Socialsustainabilityofnon-megasporteventsinaglobalworld.EuropeanJournalforSportandSociety,10(2),121-141.
Teixeira,P.J.,Carraça,E.V.,Markland,D.,Silva,M.N.,&Ryan,R.M.(2012).Exercise,physicalactivity,andself-determinationtheory:Asystematicreview.InternationalJournalofBehavioralNutritionandPhysicalActivity,9(1),78.
Wilson,R.(2006).Theeconomicimpactoflocalsportevents:significant,limitedorotherwise?Acasestudyoffourswimmingevents.ManagingLeisure,11(1),57-70.
15.Finsepistes:eenbiotoopvooreenlichtesport-enbewegingscultuur
JulieBorgers,JeroenScheerder,BartVanreuselenStevenVos
15.1Inleiding
Deloopsportiswereldwijdéénvandemeestbeoefendesporten(Scheerderetal.,2015c).InVlaanderenprijktdeloopsportopdederdeplaatsvansportvoorkeuren,naderecreatievefiets-enwandelsport(Scheerderetal.,2015b).Metongeveer20%vandesportparticipantendiedeloopsportbeoefenen,stijgtdevraagnaarveiligeenverkeersvrijelocatiesomtelopen.UiteenstudievanHallmannetal.(2012)blijktdathettypesportdatmenbeoefentgerelateerdkanwordenaandebeschikbaarheidvangeschiktesportinfrastructuur.Zoneemtdekansomtelopentoewanneererparkenenbossenindewoonomgevingaanwezigzijn.
IndithoofdstukwordenresultatenvandeadhocopdrachtrondFinsepistes(FPs)voorgesteld.Finsepisteszijnlusvormigelooppadenmeteengemiddeldelengtevanongeveeréénkilometer(Scheerderetal.,2014a).Hetparcoursisbedektmetboomschorsofhoutvezelsomeencomfortabeleloopondergrondtebieden.InnavolgingvanrecenteinvesteringendoordeVlaamseoverheidenlokalegemeentebesturenindeaanlegvanFPs,wordtgeanalyseerdwatdeaantrekkingskrachtvandittype‘lichte’sportinfrastructuuris.MeerspecifiekwordtingezoomdophetgebruikersprofielvanverschillendetypesFP-lopers.ErwordtgebruikgemaaktvandatavandeFP-survey,diegegevensbevatvaneensteekproefvan546FP-lopers.Voormeertoelichtingbijdeselectie-enbevragingsprocedureverwijzenwenaarScheerderetal.(2014a)1.
15.2Rationaleenvraagstelling
EerdereanalysestoondenaandatmannenenvrouweningelijkematevertegenwoordigdzijnopdeFP,datdemeerderheidvandeFP-gebruikersgeen
lidmaatschapheeftbijeenloop-ofatletiekclub(86%)enopmaximumdriekilometerafstandvandeFPwoont(70%)(Borgersetal.,2015;Scheerderetal.,2014a).BovendienzijnlopersvanverschillendeleeftijdenenniveausvertegenwoordigdopdeFP.Eenrelatiefkleinmaarbetekenisvolaandeel(12%)vandeFP-lopersstarttemetdeloopsportdoordeaanlegvaneenFPindewoonomgeving.
BovendienbleekuitdezeanalysesdatdemeerderheidvandeFP-lopershierintentioneelgebruikvanmaakt:70%vandegebruikerslooptfrequentopeenFP(d.i.voorminstens50%vandelooptrainingen),40%gebruiktditalseenvolledigparcours,enongeveer20%geeftaanuitsluitendopeenFPtelopen(d.w.z.opgeenanderelocatie)(Scheerderetal.,2014a).
DezebijdrageheefttendoelhetgebruikersprofielvanFP-lopersverderuittediepenopbasisvandemografischeenloopsportgerelateerdeachtergrondkenmerken.Inzichtindeprofielenvanverschillendetypesgebruikerskanbeleidsmakershelpenominvesteringeninlichtesportinfrastructuurteevaluerenen,waarnodig,doelgerichtepromotiecampagnesoptestarten.MeerspecifiekwordteringezoomdophetprofielvanviertypesFP-gebruikers:(i)gebruikersdiestarttenmetloopsportdoordeaanlegvaneenFPinde
woonomgeving;(ii)gebruikersdiedeFPfrequentgebruikenvoordebeoefeningvanhunloopsport;(iii)gebruikersdieuitsluitendopdeFPlopen;en(iv)gebruikersdie,indienzedeFPgebruiken,depistealsvolledigloopparcours
benutten.
15.3Analyse
OmhetgebruikersprofielvanFP-lopersinkaarttebrengenwordenvierbinairelogistischeregressiemodellenuitgewerkt.Ditonderscheidlaattoeomvoorverschillendeachtergrondvariabelennategaaninwelkematedezebijdragenaandeverklaringvan(i)wiestarttemetlopendoordeaanlegvaneenFP,(ii)wiedeFPfrequentgebruikt,(iii)wieuitsluitenddeFPgebruik,en(iv)wiedeFPalsvolledigloopparcoursgebruikt.Onafhankelijkevariabelenzijnonderverdeeldindrieblokken:demografischekenmerken,organisatorischekenmerkenvandesportbeoefeningende(loop)sportervaring.DitlaatsteblokwerdnietopgenomeninheteerstemodelomdatverwachtkanwordendatmensendiebegonnenmetlopendoordeaanlegvaneenFPweinigloopervaringhebben.Dedeterminatiecoëfficiënt(pseudoNagelkerkeR²)geeft
eenindicatievanhoeveelprocentvandevariantieindeafhankelijkevariabele(gebruikerskenmerk)kantoegeschrevenwordenaaneenbepaaldblokachtergrondvariabelenofhettotaalmodel.
15.4Resultaten
Deodds-ratios(Exp(β))diegepresenteerdwordeninTabel1latentoeteinterpreterenofeenbepaaldkenmerkpositiefofnegatiefverwantismetdeafhankelijkevariabelevaneenmodel.Bijsignificantewaardenhogerdan1kangesteldwordendateenbepaaldkenmerkmeerkansgeeftomtoteenbepaaldegroepgebruikerstebehorendandereferentiecategorie.
15.4.1WiestarttemetloopsportdoordeaanlegvaneenFPindewoonomgeving?
Uitderesultatenvanderegressie-analyseblijktdatindegroeplopersdiestarttemetlopendoordeaanlegvaneenFPvoornamelijkvrouwenzitten.Daarenbovenblijken40-plusserseerdertotdeloopsportaangezettewordendoordeaanlegvaneenFPdandertigers.Mensendieineenindustriëlegemeentewonen2,blijkenmeergebaatbijdeaanlegvaneenFPdanmensendieophetplattelandwonen.DeafstandtussendewoonplaatsendeFPheeftgeensignificanteffectophetaldannietstartenmetlopendoordeaanlegvandepiste.Logischerwijszijnhetvoornamelijkmensenzonderlidmaatschapvaneenloop-ofatletiekclubdiegestartzijnmetdeloopsportdankzijdeaanlegvaneenFP.Desalnietteminishetopvallenddatdestarterseerdereenvastdaneenflexibelloopschemahebben.
15.4.2WiegebruiktdeFPfrequent?
DegebruiksfrequentievandeFPblijktnietsamentehangenmetdemografischeachtergrondvariabelenzoalsleeftijd,geslacht,gezinsstatusofwoonplaats.WelzijnerenkeleloopsportspecifiekekenmerkenvanbelangomtebegrijpenwiedeFPmeerofminderfrequentgebruikt.ZoblijktdatmensenmeteenvastloopschemadeFPfrequentergebruiken,endatmensendieuitsluitenddeloopsportbeoefenenfrequentergebruikmakenvandeFPdanwiemeerderesportencombineert.HetloopkapitaaldaarentegenhoudtnegatiefverbandmetdegebruiksfrequentievandeFP:wiemeerloopervaringheeft,blijktdeFPminderfrequenttegebruiken.Opvallendinditmodelisdatergeenassociatieistussenhetaldanniethebbenvaneenlidmaatschapbijeenloop-ofatletiekclubendegebruiksfrequentievaneenFinsepiste.Ditbetekentdat
individuelelopersoflopersuitinformelegroepengemiddeldevenfrequentgebruikmakenvandeFinsepistealsclublopers.
15.4.3WielooptuitsluitendopdeFP?
Devariatiediemenopzoektinlocatiesvoorloopsportbeoefeningblijktinverhoudingtestaantotdeleeftijdvanrespondenten.60-plusserszijnmeergeneigddandertigersomuitsluitendvaneenFPgebruiktemakeninfunctievandeloopsport.Twintigers,daarentegen,blijkenminderindezecategorievertegenwoordigdtezijndandertigers.Loperszonderlidmaatschapvaneenloop-ofatletiekclubenlopersmetweinigloopervaringzijnmeergeneigdomuitsluitendopeenFPtelopendanrespectievelijkclubledenenervarenlopers.Analoogmetanderemodellen,blijktertevenseenpositiefverbandtezijntussenhethebbenvaneenvastloopschemaendegebruiksfrequentievanFPs.
15.4.4WiegebruiktdeFPalsvolledigloopparcours?
HetvierdeenlaatstemodeltoontdathetaandeelvandeFPinhetvolledigeloopparcourssamenhangtmetdewoonafstandtenopzichtevandeFPeneenaantalloopsportgerelateerdekenmerken.IndienmenopmaximumdriekilometervandeFPwoont,blijktmenmindergeneigdtezijnomeenlooptrainingvolledigopdeFPaftewerken.DitkanmogelijkverklaardwordendoordatlopersdiedichtbijdeFPwonenookreedsnaardeFPtoezullenlopen,endezedaaromslechtsalseendeelvanhunloopparcoursbeschouwen.Mensendieverderwonen,gebruikendaarentegeneentransportmiddelzoalsdeautoomeenvolledigelooptrainingopdeFPaftewerken(zieookScheerderetal.,2014a).Netalsinmodel3iserookeenrelatietussenhetorganisatorischverbandvandeloopsportbeoefening,hetloopschemaendeloopervaringenhetaandeelvandeFPinhetloopparcours.
Tabel1.Oddsratios(Exp(β))voordeverklaringvanhetgebruikersprofielvanFinsepiste-lopers,outputsvandebinairelogistischeregressie-analyse.
Note:*p<.05;**p<.01;***p<.001Bron:Borgersetal.(2015)
15.5Besluit
DezebijdrageverschaftinzichtinhetgebruikvanFPsinVlaanderendoorgebruikskenmerkenaftewegentenopzichtevaneenaantalachtergrondkenmerken.ErkanbeslotenwordendatFPseenbasiskunnencreërenvoorongebondenlopersenmensenmetweinigloopervaring,omdatzijdeFPmeerintentioneel(d.w.z.meerfrequent,meteengroteraandeelenalsenigeloopparcours)blijkentegebruikendanrespectievelijkclublopersenervarenlopers.DaarnaastslagenFPserinommensenaantezettenomtestartenmetdeloopsport.HoewelmannenenvrouweninhetalgemeengelijkvertegenwoordigdzijnopdeFP(Scheerderetal.,2014a),blijkenvrouwenmeergeneigdtezijntestartenmetloopsportdoordeaanlegvaneenFPindewoonomgeving.DeleeftijdsspreidingvanFP-lopersstaatinverhoudingtotdezevandetotaleloopsportpopulatie(Scheerderetal.,2014a),maarouderelopersblijkendeFPmeerintentioneeltegebruikenomtestartenmetdeloopsporten/ofgebruikenditalsenigeloopparcours.Debevindingenvandezestudielatenaldustoeteconcluderendatdergelijke‘lichte’sportinfrastructuurdekrachtheeftomgroepentebereikendievoordienmoeilijktebereikenwarenviahetsportaanbod.
Inhetlaatstedeelvanditartikelwordtdeblikverruimdnaardebeleidsimplicatiesdieookbetrekkingkunnenhebbenopanderesporttakkenensportfaciliteiten.Deresultatenvandezestudieonderstrepenhetbelangvaninvesteringeninlichtesportinfrastructuur,enditomviaalternatieveorganisatievormenanderegroepentebereiken.Dergelijkeinvesteringenhoevennietnoodzakelijkeen‘zware’financiëlelastmetzichmeetebrengen,maarkunnenopbasisvaneenminimaalenduurzaambeleidmogelijkhedenbiedenvoormeerspontaneenflexibelevormenvansportenbeweging.Ditkanbetrekkinghebbenopsportspecifiekeinfrastructuurofomnisportcentra,waargecaterdkanwordenvoormensenmeteenvastlidmaatschapenongebondensporters.Publiek-privatesamenwerkingenkunnenhiermeteenmarktgerichteaanpakindetoekomstmogelijkeenuitweginbiedenomdefinanciëlelastvoorgemeentebesturenteverminderen.Naastdeuitbouwvannieuwefaciliteiten,kanereenbeleiduitgestippeldwordenomdetoegankelijkheidvan‘zware’enprivatesportinfrastructuurteverhogen.Ditkanbijvoorbeeldbewerkstelligdwordendoordereductievantoegangsprijzenopdalurenvoorniet-ledenofmetflexibelelidmaatschapsformuleswaarbijledenfaciliteitenvanverschillendeclubskunnengebruiken.Toekomstigonderzoekisechtergewenstomdeaantrekkingskrachtenhetbereikvanlichtevormenvan
sportinfrastructuurinanderesporttakkeninkaarttebrengen.
Devoorzieningvanlichtesportinfrastructuurisnietloutereenzaakvangemeentelijkesportdiensten,maarsamenwerkingtussenverschillendeactorenkangestimuleerdwordenomeen‘verlichting’vandeaanwezigeinfrastructuurinhetsportlandschapindehandtewerken.Bijvoorbeeld,deaanlegvanFPskaneenopportuniteitbiedenombewegingsruimtetecreërenin‘bewegingsarme’gebieden,zoalsinwoonwijkenenindebuurtvanbedrijfsterreinenofzorgcentra.Decreatievandergelijkeruimtesensportinfrastructuurnooptomeennauweretransversalesamenwerkingtussenprivateondernemersenverschillendebeleidsdomeinen(bv.ruimtelijkeordening,wegenenverkeer,gezondheid).Eendoelgerichtecommunicatienaarniet-sportersof‘lichte’sportparticipantenisbovendienvanbelangomeen‘licht’infrastructuurbeleidteondersteunen.
15.6ReferentiesBelfius(2007).Lokalefinanciën.Sociaal-economischetypologievandegemeentenGeraadpleegdvia
https://www.belfius.be/common/nl/iwscommon/home.html#page=%2Fpublicsocial%2FNL%2FExpertise%2FStudies%2FThemas%2FSociaalEconomischeTypologie%2Findex.aspx&pan=
&entity=&anySurferStateBorgers,J.(2015).‘Sportlight’.Asociologicalperspectiveoninstitutionalchangeinsportsparticipation(PhD
thesis).KULeuven:FaculteitBewegings-&Revalidatiewetenschappen/OnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.
Borgers,J.,Scheerder,J.,Vanreusel,B.,&Vos,S.(2014a).Finsepistes,eensuccesverhaalvanlichtesportinfrastructuur.VlaamsTijdschriftvoorSportbeheer(240),50-55.
Borgers,J.,Scheerder,J.,Vanreusel,B.,&Vos,S.(2014b).Finsepistes.Deachtergrondenondergrondvaneenlichteloopcultuur.TijdschriftvoorLichamelijkeOpvoeding,242(3),7-11.
Borgers,J.,Vanreusel,B.,Vos,S.,Forsberg,P.,&Scheerder,J.(2015).Lightsportfacilitiestofostersportsparticipation?Acasestudyontheuseofbarkrunningtracks.InternationalJournalofSportPolicyandPolitics,8(2),287-304.
Hallmann,K.,Wicker,P.,Breuer,C.,&Schönherr,L.(2012).Understandingtheimportanceofsportinfrastructureforparticipationindifferentsports.Findingsfrommulti-levelmodeling.EuropeanSportManagementQuarterly,12(5),525-544.
Scheerder,J.,Borgers,J.,Vanreusel,B.,&Vos,S.(2014a).Geenloopcultuurzonderlichteloopinfrastructuur?EenstudienaarhetaanbodengebruikvanFinsepistesinVlaanderen.Leuven:KULeuven/OnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.
Scheerder,J.,Borgers,J.,Vanreusel,B.,&Vos,S.(2014b).AanbodengebruikvanFinsepistesinVlaandereninkaartgebracht.PraktijkgidsSportmanagement,V.3Cases–Afl.48/juni2014,Sch.1-Sch.10.
Scheerder,J.,Borgers,J.,Vanreusel,B.,Vos,S.(2015a).Lichtesportinfrastructuur.DeFinsepisteals‘ondergrond’vooreeneigentijdseloopsportcultuur?.InJ.Scheerder&S.Vos(Eds.),Geensportcultuurzondersportinfrastructuur.Managementenmarketingvansportaccommodatiesensportevenementen(MBS8)(pp.60-96).Gent:AcademiaPress.
Scheerder,J.,Borgers,J.,&Willem,A.(2015b).SportdeelnameinVlaanderen.Trendsenprofielen.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.),ParticipatieinVlaanderen.Eersteanalysesvandeparticipatiesurvey2014
(pp.209-249).Leuven:Acco.Scheerder,J.,Breedveld,K.,&Borgers,J.(2015c).RunningacrossEurope.Theriseandsizeofoneofthe
largestsportsmarkets.Basingstoke:PalgraveMacMillan.
1.VooranderepublicatiesoverditthemawordtverwezennaarBorgersetal.(2014a,2014b,2015)enScheerderetal.(2014a,2014b,2015a).
2.HiermeewordtverwezennaardeBelfius(2007)cluster‘gemeentenmeteenconcentratievaneconomischeactiviteit.
16.Internationaalvergelijkendonderzoeknaardeaansturingenondersteuningvansportfederaties:eenanalysevangoodpractices
JeroenScheerder,AnnickWillem,ElienClaesenSandrineBilliet
16.1Introductie
Sportfederatieshebbeneenbelangrijkaandeelinhetaanbiedenvansportactiviteiten.InVlaanderenkomenhonderdduizendenmensenactiefincontactmetditaanbod.Indiezinbekledensportfederatieseenaanzienlijkemaatschappelijkefunctie.BovendienvoerendesportfederatiesookheelwatdoelstellingenvanhetVlaamsesportbeleiduit.Voorderealisatievandezetakenwordendesportfederatiesinsterkemateondersteunddoordeoverheid.Hetwetgevendekaderdaarvoorishetdecreetopdesportfederatiesvan13juli2001.
Hetvoorliggendeonderzoekkadertindeherzieningvanhethuidigedecreetopdesportfederatiesenheefthiertoebijgedragenopbasisvaneenbenchmarkstudie.Meerbepaaldwerdtussenmei2014enjanuari2015eeninternationaalvergelijkendonderzoeknaardeaansturingenondersteuningvansportfederatiesdoordeoverhedenvantwaalflandenuitgevoerd.DitonderzoeksprojectwerddooreengezamenlijkonderzoeksteamvandeKULeuvenendeUGentuitgevoerdinopdrachtvandeVlaamseoverheid,enditinhetkadervanhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport.
Hetdoelvanhetonderzoekisnategaanhoedesportstructuurerinelkvandebestudeerdelandenuitziet,hoesportfederatiesdoordeoverheidwordenaangestuurdenondersteundenwatkenmerkendisvoorhoefederatieshunopdrachtenuitvoeren.Hetonderzoekbiedtinzichtindeaansturingvandefederaties,maarookinderuimere
contextvanhetsportlandschapindeonderzochtelanden.Voorelklandwerdeenprofielopgesteldmeteenbeschrijvingvandesportsectorenspecifiekeaandachtvoorderelatietussendeoverheidendesportfederaties.HetuiteindelijkedoelvandestudieisomgoodpracticesteidentificerendieinspirerendkunnenzijnvoorhetVlaamsesportbeleid,inhetbijzonderdeuitwerkingvanhetnieuwedecreetopdesportfederaties.Voormeertoelichtingverwijzenwenaardetweepublicatieswaarinuitvoeriggerapporteerdwordt(Scheerderetal.,2015a;2015b).
16.2Theorie
Hoewelersteedsmeerinternationaalvergelijkendestudiesoversportparticipatieensportorganisatieswordenuitgevoerd,ishetopvallenddatdaarbijvooralsnogweinigaandachtuitgaatnaardeaansturingenondersteuningvansportfederatiesvanwegeoverheden.Centraalindebeschikbarecross-nationalestudiesstaatde–aldannietempirischonderbouwde–analysevandevergelijkbaarheidvanlandeninzakesportensportstructuren.Dooreenaantalauteurswordtookeentypologievansportsystemenvoorgesteld.
Debestaande,comparatievestudieswaarinmetlandenclustersgewerktwordt,biedeninzichtinhoesportsystemenverschillenenwelkeelementendaarinbelangrijkzijn.ZotonenScheerderenVanTuyckom(2009)aandatgeografischefactorenrelevantzijn.OphunbeurtschuivenCamyetal.(2004)enHenry(2009)driedimensiesnaarvooromlandeninvergelijkbaregroepenintedelen.Hetgaathierom(i)detweedelingcentralisatie-decentralisatie,(ii)hetaanpassingsvermogenvanhetsportsysteemaanwijzigingenindevraagen(iii)deroleninzetvandebetrokkenactoren.Metdezeelementenwordtindevoorliggendestudierekeninggehouden.
16.3Methodologie
Geziendefocusopderelatieoverheid-federatieswordendetaakaansturing,taakondersteuningentaakuitvoeringinhetlichtvanhetsportbeleidindelandenbestudeerd.Omdatdezerelatienietloskangezienwordenvandestructuurenorganisatievandesportineenlandwordtvoorelklanddestructuurvanhetsportlandschapeerstinkaartgebracht(onderzoeksvraag1).Bijdetweedeonderzoeksvraagstaatdetaakaansturingvandeoverheidrichtingdesportfederatiescentraal.Hierbijwordenhetwetgevendkader(algemenewetgevingdiebetrekkingheeftopsportensportspecifiekewetgeving)endeontwikkelingvanhetsportbeleiden
debeleidsdoelstellingen(partnersbijdeontwikkelingvanhetsportbeleid,welkebeleidsdoelstellingen,etc.)onderzocht.Detaakondersteuningvoordesportfederatiesdoordeoverheidvormtdefocusvandederdeonderzoeksvraag.Hetalgemenefinanciëlekader(wijzevansubsidiëringvandefederaties,kwalitatieveen/ofkwantitatievecriteria,etc.)endeondersteuninginzakebestuurenmanagementvandefederatieswordenhierbestudeerd.Devierdeenlaatsteonderzoeksvraagheeftbetrekkingopdetaakuitvoeringvandesportfederaties.Hierbijwordteenonderscheidgemaaktinperformantie(opwelkemanierwordendesportfederatiesopgevolgdengecontroleerddoordeoverheid),innovatie(opzoeknaarinnovatieveactiviteitenofprojecten),samenwerkingsverbandeneneventueleevolutieindietaakuitvoeringdoorheendetijd.
DeselectievandetwaalflandenisgebaseerdopdeindelinginwelvaartsstatenvanEsping-Andersen(1990).Erwerdbeslotenomeenaantallandenteselecterendiedediversiteitvandewelvaartsregimesvertegenwoordigen,aangeziendezeeenbelangrijkeinvloedkunnenhebbenopdeontwikkeling,implementatieeneffectiviteitvanhetoverheidsbeleidomdesportdeelnameteverhogenofteverbeteren(Esping-Andersen,1990).NaastdeselectievanEuropeselanden,wordtervoorgekozenomookoverdecontinentalegrenzenheentekijkenenomtweezogenaamde‘industriëlelanden’,namelijkAustraliëenCanada,meeoptenemenindestudie.DegeselecteerdeEuropeselandenzijn:Denemarken,Duitsland,Engeland,Finland,Frankrijk,Litouwen,Nederland,Slovenië,SpanjeenZwitserland.
Hetonderzoekwordtopbasisvaneenaantalstappenopgebouwd.Hierondergevenwedeverschillendefasesvandedataverzamelingen–verwerkingpuntsgewijsweer,voormeertoelichtingverwijzenwenaarScheerderetal.(2015a;2015b).
16.3.1Dataverzameling:1.Deskresearch:raadplegensecundairebronnenoverhetsportbeleidinde
geselecteerdelanden.2.Interviewsmetbeleidsmakers,onderzoekersenexpertenvankoepelorganisatiesuit
degeselecteerdelanden
16.3.2Dataverwerking:1.Intra-caseanalyse:opbasisvandesportparticipatiecijfersendeinzichtenuitde
interviewswordtnagaaninwelkematehetlandeensuccesvolsportsysteemheeftenwelke‘practices’daartoebijdragen.
2.Inter-caseanalyse:nagaanwaarindelandenvanelkaarverschillenofjuist
gelijkaardigzijn.Hetanalyserenvandergelijkegelijkenissenenverschillenlaattoeombijkomendeelemententeverzamelenopbasiswaarvandeorganisatievansportineenland,alsookdeaansturingvansportfederatiesgeïnterpreteerdenverklaardkunnenworden.
3.Goodpractices:deresultatenvandeintra-eninter-caseanalysesmakenhetmogelijkomvervolgensgoodpracticestedetecterenenuitteschrijven.
OmdatverwachtkanwordendatnietallegoodpracticesrelevantzijnvoordeVlaamsecontext,wordtbijhetopstellenvandegoodpracticesookrekeninggehoudenmetdeaccentendiedeVlaamseoverheidwenstteleggenindeuitwerkingvanhetnieuwewetgevendekaderopdesportfederaties.Hetonderzoekiskwalitatiefenbeschrijvendvanaard.Erkannietwordenaangenomendatdegeselecteerdegoodpracticesindecontextvaneenandersportsysteemtoteenbetersportsysteemenhogeresportparticipatiezullenleiden.Omdathetompraktijkengaatdieingebedzijnineenhistorischgegroeidecultureleenmaatschappelijkecontextishetuiterstmoeilijkomcausaliteitnategaan.DegoodpracticesfungereneerderalsvoorbeeldendieinspirerendkunnenzijnvoorhetsportbeleidinVlaanderenenandereWesterselanden.
16.4Besprekingbelangrijksteresultaten
Omtoteenoverzichtelijkeenhanteerbareindelingvangoodpracticestekomen,wordtdevolgordevandeonderzoeksthema’saangehouden.Tabel1geefteenoverzichtvandegeselecteerdegoodpractices.DezegoodpracticesenderelevantievoordeVlaamsecontextwordenindeonderzoekspublicatieuitgebreidbesproken(Scheerderetal.,2015a).Onderstaandvoorzienweeenbeknopteomschrijvingvandebelangrijksteresultaten.
Tabel1.Overzichtvandegoodpractices(GP),peronderzoeksvraag,inclusiefhetlandeneenkorteomschrijvingvandeGP.
16.4.1Structuurenorganisatievansport
Watdestructuurendeorganisatievansportindediverselandenbetreft,zijnerheelwatverschillenterugtevinden.Zozijnerlandenmetmeerderekoepelfederatiesen
anderelandenwaarerhelemaalgeenkoepelstructuuraanwezigis.Bovendienkanereenonderscheidgemaaktwordentussenmeercentraalaangestuurdesystemenenerzijds,engedecentraliseerdesystemenmeteenveelheidaanactorenanderzijds.Dathethiernietnoodzakelijkomeenvaststaandestructuurgaat,magbijvoorbeeldblijkenuithetfeitdatinFrankrijkhetgecentraliseerdesysteemsteedsmeerafgezwaktwordt,terwijlerinanderelanden–zekerwathettopsportsysteembetreft–steedsmeernaarcentralisatieenuniformiseringgestreefdwordt.Dematevancentralisatieendematevanversnipperingvanhetsportlandschapblijkenechtergeensignificantedeterminantentezijnvoorhetsuccesvanhetsportsysteem.ZoevolueerdemeninFinlandbijvoorbeeldnaarminderkoepelfederatiesenbestaanerinDenemarkenjuistmeerdere,lees:verschillendeondersteunendeorganisaties.Inbeidegevallenzienweechterdatdezestructurenrelatiefgoedfunctioneren.
Alsgoodpracticeswordenhierdriecasesgeselecteerd.DecentralerolvanhetNOC*NSFinNederlandzorgtvooreensterkeencoherenteaanpak.Ookdekeuzevooréénsportfederatiepersporttakblijktvanuiteenefficiëntieperspectiefeenpositiefgegeven,datondermeerhetinclusiefsportenbevordert.InDuitslandvallendetalrijkegroteomnisportclubsop.Hunsuccesenonafhankelijkheidmaaktdatdezeclubsrelatiefmakkelijkdewegnaarprofessionaliseringkunnenvinden.IntegenstellingtotbijvoorbeeldNederlandbeschiktDenemarkenoverdriekoepelorganisatiesvoordesport.Tussendezekoepelstructurenisersprakevaneen‘gezonde’concurrentie,dieooktoelaatopeenaantalvlakkennaarsamenwerkingtestreven.Opvallendiseveneensdeaanwezigheidvaneenkoepelorganisatievoorbedrijfssportenparallelhieraanheelwatbedrijfssportverenigingendievoorwerknemerseenvolwaardigsport-enbewegingsaanbodverzorgen,zoweltijdensalsaansluitendopdekantooruren.
16.4.2Taakaansturing
Ookbijdetaakaansturingissprakevaneengroteheterogeniteit,metnameinzakehetbestaanendeomvangvanalgemenesportwetgevingenspecifiekewetgevingmetbetrekkingtotsportfederaties.Nederlandwordthierinnaarvoorgeschovenalsgoodpracticeomdatditlandeentoonaangevendsportbeleiduitbouwtzondersportwetgeving.DecentralerolvanhetNOC*NSF,deduidelijketaakafbakeningentoegekendeverantwoordelijkheden,alsookdegoedesamenwerkingtussendeactorenblijkenheelwatbelangrijkerdanhetbeschikkenovereenwetgevendkaderomsportteorganiseren.
Hetsportbeleidwordtineenaantallanden,waaronderCanadaenNederland,dooreenbeleidsnetwerkopgesteld.Kenmerkendvooreendergelijknetwerkisdegrote
betrokkenheidvandiverseactorenbinnen,maarookbuitendesportsector.InDuitslanddragendedeelstatendevolleverantwoordelijkheidvoorhetvoorbereidenenuitvoerenvanhetbreedtesportbeleid.Dezegedecentraliseerdevormvantaakaansturingblijktzeereffectieftezijn.InFrankrijkzienweeencomplexevenwichttussenenerzijdsdecentraleoverheidenanderzijdsdesportfederaties.Beideinstantiesbeschikkenoverevenveelzeggenschap,maarhebbennietnoodzakelijkevenveelmacht.Canadagaathetverstinhetbetrekkenvaneenveelheidaanactorenomhetsportbeleidvormtegeven,meteenlangerbesluitvormingsprocestotgevolg.InAustraliëligtondermeerdegrondigedoorlichtingvanhetsportsysteemdooreenonafhankelijkpanelvanexpertsaandebasisvanhetnationalesportbeleidsplan,waarbijdenadrukligtopeenduidelijkeafbakeningvanverantwoordelijkheden.
Voorelkvandeonderzochtelandenvindenweduidelijkedoelstellingenteruginzakehettevoerensportbeleid.Opvallendisevenweldathetmeestalomalgemeneformuleringengaat.InAustralië,maarookindeonderzochtelandenuitZuid-enOost-Europawordendedoelstellingenspecifiekergeformuleerdmetbijhorendeindicatorenenopvolgingsmethodes.Detaakaansturinggebeurtechternietalleendoorhetopstellenvanbeleidsdoelstellingen.Sturingwordtimmersookmogelijkgemaaktdoorhetfinancierenvanprojecten.Hierbijvalthetopdatereenfocusblijkttezijnopeenveelheidaankleineprojectenaandeenekant,ofeenfocusopeenbeperktaantalgroteprojectenaandeanderekant.
Watdegoodpracticesbetreft,stellenwevastdatdebeleidsdoelstellingeninSloveniëzeergrondiguitgewerktzijn.InSpanjeheeftmendaarentegeneenkaderopgestelddatverderontwikkeldmoetwordenenwaarondereenreeksvanmeerspecifiekeprogramma’svoorverschillendedoelgroepenvallen.Denadrukligthierookduidelijkopdelangeretermijn.InteressantisookhetCanadeselangetermijnontwikkelingsplanvoordesporter.Inditprojectkunnensportfederatiesopvrijwilligebasisinzettenopeensportaanboddataangepastisaandelevensfasenvandesporters.
16.4.3Taakondersteuning
UitdebevindingenaangaandedefinanciëleondersteuningblijktdatdeScandinavischelandenoverdegrootstesportbudgettenperinwonerbeschikken.Indemeestelandenkomenheelwatmiddelenvandekansspelorganisaties.Deverdelingvansubsidiesgebeurtoptweemanieren:rechtstreeksvandeoverheidnaardefederatiesofviadekoepelorganisaties.Naastbasisfinancieringiservaakookprojectfinanciering,diegekoppeldisaanvooropgesteldecriteria.Erblijkenevenwelduidelijkeverschillenoptetreden,vooralindematewaaringewerktwordtmetkwalitatieveversus
kwantitatievecriteriaendevrijheidindebestedingvandetoegekendemiddelen.
Naastfinancieringvindenwevooralleonderzochtelandenvormenvanmanagementondersteuning,doordekoepelorganisatiealsdieeris,ofrechtstreeksdoordeoverheid.EengoodpracticediewenaarvoorschuiveninzakefinancieringishetmatchingsprincipedatinCanadawordttoegepast.Matchingvereistdatnationaleinvesteringenofsubsidiesaangevuldmoetenwordenmetpubliekemiddelenvanlokaleoverheden.Specifiekefinancieringscriteriainfunctievanlaagdrempeligesporten,vormteenmooivoorbeelduitEngeland.InDenemarkenwordteenverdeelsleuteltoegepastomdebeschikbaremiddelenviadekoepelorganisatieoverdesportfederatiesteverdelen.OokdehoofdzakelijkkwalitatievecriteriadieinFinlandenNederlandvantoepassingzijn,kunnenalsgoedevoorbeeldenwordenbeschouwd.
16.4.4Taakuitvoering
Tenslottekomenonderhetluiktaakuitvoeringgoodpracticesaanbodinzakeperformantie,samenwerkingeninnovatie.Wiemiddelenverdeelt,controleertook;wiebetaalt,bepaalt.Indienmennietvoldoetaandevooropgesteldecriteriaofmenbereiktdedoelstellingenniet,danheeftditfinanciëlegevolgen.InLitouwenenNederlandblijkendiegevolgenechternietonmiddellijkmerkbaartezijn.
AlsgoodpracticeschuivenwehierhetAustralischefinancieringsmodelnaarvoor.Ditmodelwerktmetvooropgesteldecriteriaeneenstrikteevaluatie.InNederlandishetNISSI(NetherlandsInstituteforSportScienceandInnovation)eenschoolvoorbeeldominnovatieinsporttebevorderen.DebrederolenverantwoordelijkheidvandeDuitseclubs,waarbijooksprakeisvanaandachtvoorecologischeaspecten,kanalsvernieuwendwordenaanzien.InterdisciplinaireprojectendiedebrugslaantussensportencultuurofsportensocialedimensiestonendevernieuwendeaanpakinSpanje.
Deoverhetalgemeenbestscorendelandenbetreffendeaansturing,ondersteuningenuitvoering,zijnDenemarkenenFinland.HetScandinavischesportmodelkanmetanderewoordenalstoonaangevendwordenbeschouwd.OokbuurlandNederlanddoethetzeergoedwathetbreedtesportbeleidbetreft.
16.5Beleidsaanbevelingen
Netalsanderedomeinen,isooksporteenproductvaneenmaatschappelijkproces.Ooksportmodellenwordendusinsterkematebepaalddoordehistorische,socio-
cultureleensocio-economischecontextwaarinzijtotstandkomen.Goedebeleidspraktijkeninzakesportkunnendusnietzomaarvandeenemaatschappelijkecontextnaardeanderegetransfereerdofzelfsgekopieerdworden.Welkaneruiteenveelheidvankleinereelementengeleerdworden.Netdaarschuiltdekrachtvanhetvoorliggendeonderzoek.Degoodpracticesdiehiergedetecteerdengepresenteerdworden,kunneneeninspiratiebronzijnbijdevormgevingendefine-tuningvanhetnieuwedecreetopdesportfederatiesinVlaanderen.Zoalsbenadrukt,zijngoodpracticescontextgebonden,watmaaktdatervoldoendeaandachtmoetzijnvoorhetgehelesportsysteemwanneermenelementenuithetbuitenlandwenstteintegrerenenteincorporereninhetnieuwewetgevendekader.Eengrondigeevaluatievanpotentiële,nieuweinitiatievenisdanookaangewezen.Bijprojectenkanditonderdevormvanproeftuinenenbijbeleidswijzigingenmetdenodigebeleidsevaluaties.
16.6ReferentiesCamy,J.,Clijsen,L.,Madella,A.,&Pilkington,A.(2004).Vocasport.Improvingemploymentinthefieldofsport
inEuropethroughvocationaltraining.VocationaleducationandtraininginthefieldofsportintheEuropeanUnion.Situation,trendsandoutlook .Lyon:UniversitéClaudeBernardLyon.
Esping-Andersen,G.(1990).Thethreeworldsofwelfarecapitalism.Cambridge:Polity.Henry,I.(2009).Europeanmodelsofsport.Governance,organisationalchangeandsportpolicyintheEU.
HitotsubashiJournalofArts&Sciences(50),41-52.Houlihan,B.(1997).Sport,policyandpolitics.Acomparativeanalysis.London:Routledge.Scheerder,J.,Willem,A.,Claes,E.,Billiet,S.(2015a).Internationalestudienaardeorganisatieenaansturing
vansportfederaties.Vananalysetotgoodpractices(Volume1).Leuven/Gent:KULeuven–OnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid/UniversiteitGent–TeamSportmanagement.Geraadpleegdviahttp://www.steunpuntsport.be/nieuws/eindrapport-studie-sportfederaties.aspx
Scheerder,J.,Willem,A.,Claes,E.,&Billiet,S.(2015b).Internationalstudyontheorganisationofsportintwelvecountriesandtheirpolicytowardssportfederations.Countryprofiles(Volume2).Leuven/Gent:KULeuven–OnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid/UniversiteitGent–TeamSportmanagement.Geraadpleegdviahttp://www.steunpuntsport.be/nieuws/eindrapport-studie-sportfederaties.aspx
VanTuyckom,C.,Scheerder,J.,&Bracke,P.(2010).Genderandageinequalitiesinregularsportsparticipation.Across-nationalstudyof25Europeancountries.JournalofSportsSciences,28(10),1077-1084.
17.Reflecterenoverdesportparticipatiesurvey2014
MarcTheeboom,JeroenScheerderenAnnickWillem
17.1SitueringDeParticipatiesurveydiein2014werdafgenomenbijeenrepresentatievesteekproefbij15-totenmet86-jarigen(n=3.949)inVlaanderenlevertinzichtenopmetbetrekkingtotdedeelnamevandeVlaamsebevolkingbovende14jaaraandiversevormenvanvrijetijdsbesteding(Lievensetal.,2015a-b).Dezesurvey,ookwelPaS14genoemd,werduitgevoerdinhetkadervanvierVlaamseSteunpuntenBeleidsrelevantOnderzoek(metnameCultuur,Sport,MediaenhetJeugdonderzoeksplatform).Degegevenswerdenverzameldviaeenmondelingebevragingbijrespondententhuisengebeurdedoorprofessioneleinterviewersvaneenmarktonderzoeksbureauwelkesystematischopgevolgdwerddooreenwetenschappelijkecel.Erwaseennettoresponsvan58%.PaS14levertondermeerinformatieopoverdemateenmaniervanactievesportdeelnameenfysiekeactiviteitbijdeonderzochtepopulatie(deCockeretal.,2015;DeMeesteretal.,2015;Scheerder,Borgers&Willem,2015a-b;Scheerder,Thibaut&Willem,2015;Theeboometal.,2015;Willem,Theeboom&Scheerder,2015).Hierbijkontevenseenvergelijkingwordengemaaktmeteendeelsgelijkaardigafgenomenparticipatiesurveyin2009(PaS09),welkedestijdsdanweervergelekenwerdmeteerderesportparticipatiegegevensovervolwasseneninVlaanderenanno2003(DeFréetal.,2011).TotophedenwerdenimmersbinnendedriegeneratiesvandeVlaamseSteunpuntenBeleidsrelevantOnderzoekalheelwatgegevensrondsportparticipatieinVlaanderenverzameldmetvooralaandachtvoordeparticipatiegraad,-voorkeur,-trendsen/ofdeterminantenvanhetparticipatiegedrag(ziehiervoorondermeerDeFréetal.,2011;Scheerder&Steens,2006;Scheerderetal.,2011;Scheerderetal.,2015a-b;Theeboometal.,2015).Hoewelerweliswaarsomsverschillenzatenindesteekproeftrekkingenvraagstelling,biedtdittocheenmogelijkheidomnategaaninwelkemateerzichopdatvlakverschuivingenvoordedendoorheendetijd.
Deconcreteaanpakenuitvoering,alsookeengedetailleerdeweergavevandebevindingenvanPaS14werdenreedseldersuitvoerigbeschrevenintweevolumes(Lievensetal.,2015a-b).Diversesport-enbewegingswetenschapperszoomdendaarbijinopspecifiekeaspectenvanhetsportgedragvandeVlaming(zoalstrendsenprofielen,organisatorischecontext,motieven,deimpactvanevenementen,socialeuitsluitingvankansengroepenenuitgavenenverplaatsingsbereidheid).EveneenswerdenviaPaS14gegevensverzameldmetbetrekkingtotdefysieke(in)activiteitenhetsedentairgedragvandeVlaming.DezegegevenskunnenvergelekenwordenmeteerdereVlaamsestudies.
Erzijndusnuheelwatdatabeschikbaardiebeleidsmakerskunneninformerenoverdematevansportdeelnameen-belevingvandeVlaamsebevolkingbovende14jaar,alsookoverdematevanfysiekeactiviteitensedentariteitvandezegroep.Ermagdaarbijverondersteldwordendatdezedatadebeleidsmakerseveneenszalkunneninspirerenmetbetrekkingtothetmakenvankeuzesvoorhettoekomstigesport-enbewegingsbeleid.Gezienhetbelangvandezedata,iseengrondigereflectiemetbetrekkingtotdewaardeenbetekeniservanzekeraangewezen.Eendergelijkereflectiekanhetbestgebeurenineenoverlegtussenwetenschappersenbeleidsmakers.Indezebeschouwendebijdragewillenwehiervooralvasteeneersteaanzetgeven.
17.2DesportactieveVlaming?Anno2014beweerteenmeerderheidvandeVlamingenaansporttedoen.Zesoptienzegtnamelijksportactieftezijngeweestindetwaalfmaandendievoorafgingenaandebevraging(Scheerderetal.,2015b).Opzichishetzekertoetejuichendateenmeerderheidvandebevolkingsportbeoefentofalthansaangeeftactiefaansporttedoen.Eenactievedeelnameaansportwordtimmersvaakgeassocieerdmetpositieveeigenschappen,zowelfysiekalssociaal.HetVlaamsesportbeleidheeftsteedstotdoelgesteldomdeactievesportdeelnametebevorderen.Nochtanskunnenweeenaantalkanttekeningenplaatsenbijditresultaat.OpdeeersteplaatsistegelijkertijdookduidelijkdatbijnaveertigprocentvandeVlamingenhelemaalnietopeenactievemanieraansportdoetgedurendedevrijetijd.Datblijfteenopmerkelijkhoogpercentage,zekergeziendepubliekeinvesteringendievoorsportenbeweginggedaanworden.
Bovendienzijndegegevenswaarnaarhierverwezenwordtgebaseerdopeenvormvanzelfrapportering.Ditbetekentdatweinsterkematezijnaangewezenopdeinformatiediedoordebevraagdenzelfwerdaangeleverd.Metanderewoorden,erisgeen
controleofdezeinformatiewaarheidsgetrouwis.Zokanmennietnagaanofersprakeisvanbeïnvloedingdoorsocialewenselijkheid.Hetfeitdatereenmondelingeface-to-facebevraginggebeurde,zouhetgevenvansociaalwenselijkeantwoordenindehandkunnenhebbengewerkt.Ookhetfeitdathetsomsoverperceptiesvandebevraagdenging,maaktenigenuanceringvandegegevensnoodzakelijk(bijvoorbeeldofdeelnameaanevenementeneeneffecthadophunsportgedrag).
Daarnaastisheteveneensbelangrijkomrekeningtehoudenmetdegehanteerdeomschrijvingvanhetbegrip‘actievesportdeelname’.Netzoalsinvoorgaandestudieswerdditbegripruimgedefinieerd.Devraagdiemenimmersdiendetebeantwoorden,luidde:“Heeftudevoorbije12maandensportbeoefendinuwvrijetijd?(kanookmaar1weekperjaarzijn)”.Hierbijwerddangeenonderscheidgemaaktnaarfrequentie,intensiteit,omvangofniveau.Iemanddie,metanderewoorden,volgenszijnofhaarovertuigingaansportdeed–alwashetmaarsporadisch–wordtbeschouwdalseensportbeoefenaar.Hoewelverdereanalysevandegegevensaantoontdattweederdevandesportievelingenaangeeftmeerderekerenperweekaansporttedoen,gaathetinnauwelijkseenkwartvandegevallenommeerdanvijfuurperweek(Scheerderetal.,2015b).DitpatroonwordtbevestigdwanneerwekijkennaardePaS14-gegevensmetbetrekkingtotfysieke(in)activiteit.Dezespecifiekedatawerdenverkregendoormiddelvaneen‘dropoffvragenlijst’.Ditwaseenschriftelijkintevullenvragenlijstachtergelatentijdenshethuisbezoekwaarbijdemondelingebevragingdoorging.Intotaalhebben3.138respondenten(of79,1%vandeface-to-facegeïnterviewden)naasthetmondelingeintervieweveneensdeelgenomenaandezeschriftelijkebevraging.Uitdezedropoff-gegevensblijktdatbijdebevraagdeVlamingenamperietsmeerdaneenderdedegezondheidsrichtlijnvan30minutendagelijksmatigtotzwaarintensefysiekeactiviteithaalt(deCockeretal.,2015).Wanneerwedeparticipatieaansporten/offysiekeactiviteituittekeneninfunctievandetijdsbesteding(aantalurensportperweek)ofinfunctievaneengezondheidscriterium(minimum30minutenfysiekeactiviteitperdag),bekomenwemetanderewoordeneenheelanderplaatjedanhethierbovenaangehaaldealgemenesportparticipatiecijfervancircazestigprocentsportactieveninVlaanderen.
HoeweleenabsolutemeerderheidvandeVlaamsebevolkingintussendeweggevondenheeftnaareensportactieve(re)levensstijl,blijktactievesportbeoefeningvanuiteengezondheidsperspectiefnogsteedseenactiviteitvaneenminderheidtezijn.
Hetistevensinteressantomdesportparticipatiegraadvan2014tevergelijkenmeteerdereVlaamsegegevens.Invergelijkingmet2009blijkthetaantalsportbeoefenaarsinVlaanderenstabielgebleventezijn(Scheerderetal.,2015b).Totophedengaf
tijdstrendonderzoekechteraandatsportparticipatiesteedsmeeraanpopulariteitwongedurendedevoorbijedecennia.Naeeneersteparticipatiegolfgedurendedejarenzeventig,konimmersvanafdejarennegentigeentweedewavevansporterswordenvastgesteld(Scheerderetal.,2013).DegegevensuitdePaS14lijkenopeensaturatieinzakesportdeelnametewijzen.Europeesvergelijkendsportparticipatieonderzoektoontaandatookineenaantalanderelandenstilaaneenparticipatiestagnatielijktoptetreden(ziebijvoorbeeldHoekman,Breedveld&Scheerder,2011;Scheerderetal.,2011).ToekomstigonderzoekmoetuitwijzenofdezetrendinVlaanderenbevestigdkanworden.VaststaatinelkgevaldatdeVlaamsegegevensmetbetrekkingtotsportparticipatieenfysiekeactiviteitovereenkomstenvertonenmetbevindingenuitandereEuropeselanden(zieo.m.EuropeanCommission,2014;VanTuyckom&Scheerder,2010).
17.3Sportvoorkeurenen-contextenOokquasportvoorkeurenen–contextenzijnerweinigverschuivingentenotereninVlaanderen.Invergelijkingmet2009,vormenopnieuwrespectievelijkfietsen,wandelenenlopendetop3vanmeestbeoefendesporten.Fitnessenzwemmenzittenopnieuwindetop5,weliswaarnuineenanderevolgordedan5jaareerder(Scheerderetal.,2011).Wathierbijvooralsteedsopnieuwopvalt,isdatditallemaalsporttakkenzijndievaakbuitenclubverbandbeoefendworden.Ditwerptalvasteenaantalvragenop,ondermeermetbetrekkingtotdepositievandetraditioneelgeorganiseerdesportindehuidigesportbeoefeningvandeVlaamsebevolkingbovende14jaar.Hoewelanno2014ietsmeerdaneenvierdevandebevolkingaangeeftactieflidtezijnvaneensportclub,isergeentoenamevasttestellenvergelekenmetdegegevensuit2009(Scheerderetal.,2015a).Wanneerwealleenkijkennaardiegenendiesporten,stellenweeveneensvastdatdeovergrotemeerderheidditdoetbuitenclubverband(metname8op10sporters)(Scheerderetal.,2015a).Verdereanalysevandegegevensdoeteveneensvermoedendatspecifiekemotievenvansportersdeorganisatorischecontextvanhunsportbeoefeningverklaren.Zoblijktdatclubgeorganiseerdesportersmeerbelanghechtenaansocialecontactenendatgezondheidsmotievenmenseneerderaanzetomindividueelaansporttedoenofverschillendesportentecombineren(Scheerderetal.,2015a).
Maarmisschienzijnernogwelandereredenenwaarombepaaldeorganisatorischecontextenensportvoorkeureneerdervoorkomendanandere.Menzouzichimmerskunnenafvragenofhetsportgedragsteedshetgevolgisvanautonoombepaaldekeuzes.Andersgezegd,heeftiedereendaneffectiefdemogelijkheidomallemogelijkeopties
vrijtekiezen?Hetvaltimmersopdatdemeestbeoefendesportenallemaaleenlagedeelnamedrempelhebben.Menkanhetindemeestegevallenbeoefenenindebuurtenhetisvaaknietgebondenaanallerleitoelatingsvoorwaarden.Hoewelditwellichtinbelangrijkemateisingegevendooreenbehoefteaanhetrechtopzelfbeschikking,kanhetinsommigegevallenmisschientochooktemakenhebbenmetdetoegankelijkheidvanbepaaldevormenencontextenvansportbeoefening.Bijvoorbeeld,iemanddiegraaghethelejaardoorwilvolleybalspelen,iswellichtaangewezenditineenoverdekteruimtetedoenenzalzichinvelegevallendaarbijmoetenrichtennaareenclubgeorganiseerdverband.Ditistotaalverschillendwanneermengaatfietsen,lopenofwandelen.Metanderewoorden,dematewaarinbepaaldevormenencontextenaldannietmakkelijkerteorganiserenen/oftoegankelijkzijn,kanwellichtnaastpersoonlijkevoorkeureneveneenseenverklarendefactorzijnvoorhetsportgedragvandeVlaming.
Wekunnenonsafvragenofweergoedaandoenomdemeestbeoefendesportendanookmaarmeteendemeestpopulairesportentenoemen.HetbegrippopulairbetekentvolgensVanDaleimmers‘bijveelmensengeliefd’.Mensendieopterenvoorlichtgeorganiseerdesportbeoefeningdoendattrouwensvakeromdathetmakkelijkerteorganiserenis.HetishierbijeveneensinteressantvasttestellendatdeverplaatsingsbereidheidvandesportersinVlaanderenperactiviteitbijnahetdubbelisvandeafstanddiemenactueelaflegt(Scheerder,Thibaut&Willem,2015).Devraagdiebijgevolgzoukunnengesteldworden,iswaterzougebeurenindienookanderevormen(zoalsploegsporten)ofcontexten(zoalssportclubs)toegankelijkervooriedereenzoudenzijn.
17.4AchtergrondkenmerkenKijkennaarsportdeelnameinVlaandereninalgemenetermenisevenwelnietvoldoende.Zospelenachtergrondkenmerkenvandesportersimmerseveneenseenbelangrijkerolinhetgerapporteerdesportgedrag.Enopnieuwstellenwehierbijvastdaterzichgeenechteverschuivingenvoordedeninvergelijkingmeteerderegegevens(Scheerderetal.,2015b).PaS14toontooknuweeraandatdegraadvansportdeelnamedaaltbijeenstijgendeleeftijdendatvrouwenmindersportactiefzijndanmannen.Ditiseveneenshetgevalvoormensenzonderpartnerofkoppelsmeteenjongkind.Daarnaastblijkthethebbenvansportervaringentijdensdejongeadolescentie(zelfen/ofdoorsportieveouders)eenpositieveinvloedtehebbenophetlateresportgedrag.Tijdisbovendiennietsteedseenbeperkendefactorvoorsportbeoefening.Hethebbenvanteweinigvrijetijdofalthanshetgevoelhebben,isweliswaareenbarrièretot
sportdeelname,maarhethebbenvanveelvrijetijdblijktdanweergeenvoorwaardetezijnomtesporten.
Eenbelangrijkaandachtspuntisbovendiendatnaastdezemeeralgemenekenmerkeneveneenseenaantalmeerspecifiekeachtergrondvariabelenvaninvloedzijn.Hetgaathierdanvooraloverhetopleidingsniveauendematewaarinmensenhetgevoelhebbenalofnietgemakkelijkrondtekomenmethuninkomen.Degegevenstonenbijvoorbeeldaandatvoornamelijkmensenmeteenhogereopleidingenmensendieaangevengemakkelijkerrondtekomenmethuninkomenmeeraansportdoen(Scheerderetal.,2015b;Theeboometal.,2015).OpmerkelijkisdanweldatdedropoffgegevensuitPaS14metbetrekkingtotdegraadvanfysiekeactiviteiteenenigszinsanderverhaalopleverenalshetgaatovermensenmeteenhogereopleiding(deCockeretal.,2015).Wantvoorwatbetrefthogeropgeleidenbijwerkendenwerdimmersminderfysiekeactiviteitvastgesteldinvergelijkingmetlageropgeleidewerkenden.Hetsedentairgedragvaneerstgenoemdenblijkttevenshogertezijn.Deaardvanhetwerkzalhierwellichteenrolinspelen.Maaraangezienexplicietindevraagstellingwerdaangegevendatfysiekeactiviteitookbetrekkinghadopsportieveactiviteiten,blijftditallestochonduidelijk.HetligtbijgevolgindelijnvandeeerdergemaakteopmerkingdatdegraadvanalgemenesportdeelnameinVlaanderennognietmeteeneenindicatieisvoordematewaarindeVlamingendegezondheidsrichtlijnhalen(metname30minutendagelijksmatigtotzwaarintensefysiekeactiviteit)(zieondermeerWenetal.,2011).
Tevensishetvanbelangomaantegevendatdebovenvermeldeachtergrondkenmerkennietalleeneeninvloedhebbenopdesportparticipatiegraadvanmensen,maarvaakookvanbetekenisblijkentezijnmetbetrekkingtotondermeerdefrequentie,organisatorischecontext,sportvoorkeurenmotievenvanhundeelname.
17.5‘Nietsporten’.Eenkwestievanverzetofuitsluiting?Zoalseerderalwerdaangegeven,beweertzesoptienVlamingensportactieftezijn.Ditisweliswaareenmeerderheid,maarhetbetekentnogaltijddateenaanzienlijkegroepvanbijna40%geensportbeoefent.OpzichkanmennatuurlijkwelaannemendatnietiedereeninVlaanderenwilsporten.Devraagisofmenditalseenprobleemmoetzien.EénvandespeerpuntenvanhetVlaamsesportbeleidisweliswaarsteedsgeweestomzoveelmogelijkmensenaanhetsportentekrijgenéntehouden,maarditiswellichtvaneenandereordewanneerwehethebbenoveralarmerendecijfersmetbetrekkingtotfysiekeinactiviteitensedentairgedrag.Hetisimmersallangbekenddateentelage
graadvanfysiekeactiviteiteenverhoogdgezondheidsrisicoinhoudtendatdit,gecombineerdmeteenhogesedentariteit,dekansopziektenenvroegtijdigesterfteindehandzalwerken(Ekelundetal.,2015;Leeetal.,2012).
Maarhetfeitdat4op10Vlamingenaangeveninhetafgelopenjaarzelfsnietéénkeertehebbengesport,iseveneensnietonbelangrijk.ZekerwanneerwewetendatVlaanderenreedsmeerdan40jaareenactiefSportvoorAllen-beleidvoertwaarbijmenersteedsnaargestreefdheeftomzoveelmogelijkmensenaanhetsportentekrijgen.VerontrustendisdaarbijdatdePaS14-gegevensmetbetrekkingtotdemotievenvandeVlamingomaldannietfysiekactieftezijn,eroplijkentewijzendatslechtseenkleinegroeperbewustenvrijwilligvoorkiestomniettesporten(DeMeesteretal.,2015).Bijdezegroepwordtdoordeonderzoekersverwezennaarvormenvan‘verzet’alseentegenreactieopdwingenderedenen(bijvoorbeelddrukomwillevanmedischeredenen)ofalsgevolgvaneenweloverwogenreflectiebetreffendepersoonlijkeprioriteiten.TevenskunnenwehierookvermeldendateerderegegevensopbasisvandiversesteunpuntstudiesreedsaangavendaterduidelijkeongelijkhedeninVlaanderenbestaanalshetgaatoverwiewélenwieníetaansportdoet(Scheerder,Decraene&Laermans,2007;Scheerder&Pauwels,2005;Scheerderetal.,2006;2011).Enwathierbijvooralopvalt,isdatniet-sportersvaakgelijkaardigekenmerkenvertonen,zoalseenlageopleidingofgeenscholing,eenlaaginkomen,geenwerk,eenbeperktsociaalnetwerk,enz.Ditalleswijstbijgevolginderichtingvansocialeuitsluitingmetbetrekkingtotsportdeelname.Ditbetekentdatervoorbepaaldegroepenindesamenlevingeenaantaldrempelsbestaanwelkenietenkeltemakenhebbenmeteenvariatieinpersoonlijkeattitudesenaffiniteitvoorsportenfysiekeactiviteit,maarookondermeermetverschilleninbeschikbaarheidvanmiddelenenmobiliteitenintoegangtotpubliekeenprivatediensten.
OokdegegevensuitPaS14wijzenopeenachterstellingvansommigegroepenmetbetrekkingtotsportdeelname.Zoblijkenhetgevoelommoeilijkrondtekomenmethetmaandelijksinkomeneneenlageopleiding1desterkstedeterminantentezijnvoornon-participatieinsport(Theeboometal.,2015).Wanneerbeidevariabelenafzonderlijk,maarwelinééncategorie,werdenondergebrachtonderdenoemer‘kansengroep’enwerdenvergelekenmeteentweedecategoriewaarinalleoverigebevraagdenzaten(‘niet-kansengroep’),danbleekdezeeerstecategorieeenduidelijklageresportparticipatiegraadtehebben(38,8%versus68,9%)(Theeboometal.,2015).2Verschillentussenbeidecategorieënwerdentevenswaargenomenronddebetrokkenheid,betekenisverleningenbeweegredenenvansportdeelname.Maaromwillevandebeperkteomvangvande‘kansengroep’categoriebinnenderepresentatievesteekproefmoetendezeresultatenevenwelmetdenodige
voorzichtigheidwordengeïnterpreteerdenzijnverdereanalysesbijgevolguitgesloten.
DitistrouwenseenalgemeenfenomeenwantspecifiekesportparticipatiecijfersmetbetrekkingtotkansengroepeninVlaanderenblijvenvoorlopigergschaars.Ditisbovendienhetgevalalshetgaatoveronderzoeksgegevensnaarnon-participatieenuitvalindesport.Zowordterbijvoorbeeldeerdergepeildnaarmotievenvanparticipanten,dannaarredenenwaarommensenniet(meer)deelnemen.InPaS14werdhiernaarwelgepeild,maarvergelijkendmateriaalisvoorlopignietvoorhanden.DitistrouwensgeenspecifiekVlaamsfenomeen,wantLevitasencollega’s(2007)wezeneraleerderopdatzijdiehetmeesterisicolopenomsociaaltewordenuitgesloten(vaak)nietaanbodkomeninsocialeenquêtering.DebeschikbaregegevenshierovervanuitPaS14zijnergbeperkt.Eencategoriemakenwaarbijpersonendieaangevenmoeilijkrondtekomenmethunhuidiginkomenéntegelijkgeendiplomaofenkeleendiplomalageronderwijshebbenbehaald,zouminderdan2,5%vandetotalesteekproefpopulatiebedragen(Theeboometal.,2015).Deparadoxisdatdiegroependienuvaakuitgeslotenofondervertegenwoordigdzijninbevragingen,netdiegenenzijnvanwiesteedsopnieuwblijktdatzehetminstmaatschappelijkparticiperen.Betereinzichtenindedynamiekenvansocialeuitsluitingophetsportgedragvankwetsbaregroepenzijnbijgevolgmeerdannodigenvragenvooreen‘mixedmethod’aanpak,waarbijaanvullendevormenvangegevensverzamelingondermeerdoormiddelvanquotasteekproevenofkwalitatieveonderzoeksmethodenzekeraangewezenis.
17.6PaS14:nieuweinzichten?Eenvraagdieweonszekerkunnenstellen,isofdePaS14-gegevensonsnunieuweinzichtenhebbenopgeleverd.Hetantwoordhieropisja.Getuigehiervanzijnimmersdediversebijdragenvanwegedesport-enbewegingswetenschappersinLievensetal.(2015b).Hetopzettenvanditsoortregelmatiguitgevoerdcross-sectioneelonderzoekheeftduszekereenmeerwaardeenlevertinteressanteinzichtenoprondspecifieketopicsmetbetrekkingtotdesportdeelnameenfysieke(in)activiteitvandeVlaamsebevolking.Eenparticipatiesurveyisdanalsmonitoringsinstrumentzinvol.Menkanhiermeeimmerseenvingeraandepolshouden.Maarzoalshogeralwerdaangegeven,isnuanceringvandebekomenresultatenmeerdanaangewezen.Erdientimmerstewordenovergewaaktdathetbeschikbarecijfermateriaalniettesneleeneigenlevengaatleidenenloswordtgezienvandeoorspronkelijkevraagstelling.Opvallendiseveneensdatindemeestebijdragenwordtgestelddatergrotegelijkenissenzijnmet2009.Ditiszorgwekkendomdathetdangaatovernegatieveaspectenzoalssocialeongelijkheidinsportdeelnameofhogefysiekeinactiviteit.Eenbelangrijkevraagisdan
wathetbetekentalsblijktdatparticipatiestudiesoverdejarenheenvrijweldezelfderesultatenhieroveropleveren.Dergelijkesignalenzijndanalvastergbelangrijkvoorhettevoerensport-enbewegingsbeleid.Sommigenzieneenparticipatiesurveymisschiendanalseenbeleidsevaluatie-instrument.Maarhetargumentdatbijregelmatigeherhalingvaneenparticipatiesurveymenzoukunnennagaanwatdeimpactisvanhetgevoerdebeleid,isjammergenoegtesimplistisch.Enditomverschillenderedenen.
AllereerstzoudanalvastdevraagkunnenopduikennaardeimpactvaneensportpromotiebeleidwanneerblijktdathetaantalsportbeoefenaarsinVlaanderenstabielisgebleveninvergelijkingmetstudiesuithetrecenteverleden.Wildatdanbijvoorbeeldzeggendatditbeleidgeeninvloedheeftgehad?Datisalvastergmoeilijkomtebepalenwantdaarvoorzoumenmoetenkunnenzienofereenverschilzouzijngeweestindienergéénbeleidhieromtrentwasgevoerd.Menspreektdanvandeadditionaliteitvaneengevoerdbeleid.Bovendienzouhetverkeerdzijnindienmenresultatenvaneenparticipatie-onderzoekzougaanbeschouwenalsuitkomstenvaneenbeleidzonderdaarbijopzijnminsthetgevoerdebeleidzelfonderdeloeptenemen.
Devraagisdandaarbijeveneensinwelkematewedaadwerkelijkmogenverwachtendatalgemenesportparticipatierechtstreekstekoppelenisaanspecifiekebeleidsinspanningen.EenzelfdebedenkingmaaktementrouwensookmetbetrekkingtothetVlaamscultuurbeleidalshetgaatoverdeinterpretatievandePaS14-gegevensvoorcultuurparticipatie(VanSteenetal.,2015).
IndePaS14-sportbevragingwerddaarenbovenslechtsinbeperktemateaandachtbesteedaanheteffectvanspecifiekeinitiatieven.Zowerdondermeerwelgepeildnaarderolvanactieveenpassievedeelnameaansportevenementenalseenmogelijkestimulansvoorsportparticipatie.Hieruitblijktalvastdatvooralreedszeeractievesportersdeelnemenaanevenementen(Willemetal.,2015).Hetzouhenhelpenomteblijvensportenofzelfsmeertegaansporten.Hetpotentieelvanevenementenalssportpromotiemiddelomeveneensnieuwesportersaantetrekken,blijktdaarentegeneenstukbeperkter.Datzelfdegeldttrouwensnetzogoedvoordepassievedeelname(alstoeschouwers)vanevenementen.Hetstimulerendeffecthiervanlijktopnieuwbeperkttezijn.Ookandereanalysesmetbetrekkingtotsportgerelateerdeuitgavenstellenhetvaakverkondigdeoorzakelijkverbandtussenkijkennaarsportenactievesportdeelnameinvraag(Scheerder,Thibaut&Willem,2015).Hetisdaarenbovenbelangrijkomoptemerkendatdergelijkeresultatenevenwelmetdenodigevoorzichtigheidmoetenwordengeïnterpreteerd.Zoiserondermeerweiniggewetenoverdeaardenhetniveauvandespecifiekeevenementenenaangeziengepeildwerd
naargepercipieerdeeffectenopdeeigensportdeelname,iserweinigzichtophetwerkelijkeeffectervan.
Hiermeekomenwewellichtopéénvandegrootsteproblemenindienmenhetgebruikvaneenparticipatiesurveyzouwillenkaderenineenevaluatievanhetgevoerdesportbeleid.Wezullendanimmersdecorrectheidvaneenaantalveronderstellingenmoetenkunnennagaan.Zoalsondermeerhetfeitdatde(zelf)gerapporteerdesportdeelnameeffectiefovereenkomtmetdewerkelijkesportdeelnameenbijvoorbeeldnietonderhevigisaansociaalwenselijkgedrag.Ofhetgegevendatdemeestbeoefendesportendantevensmeteendemeestpopulairezijndiemenhetliefstwensttedoen.Endatdusiedereendekansheeftomelkeactiviteitdiemenwensttedoendaadwerkelijkzoukunnendoen.Maarwellichtnogbelangrijkerineendergelijkeredeneringisdatmeneenbeleidsvoeringdaneerderalseenrechtlijnigentevoorspellenprocesbeschouwt.Beleidsinterventieswordendanvoornamelijkgezienalseeneenvoudig‘input-output’verhaalwaarvandeefficiëntiegemakkelijkkanbepaaldworden.Hetprobleemisdatdemanierwaaropinput-variabelen(zoalsfinanciëleenpersonelemiddelen)zullenresultereninveranderingeninoutput-variabelen(zoalsparticipatiegegevens),dan‘verborgen’zitinde‘blackbox’vandebeleidsinterventies(‘throughput’).Alsmennietinstaatisomtenminstedeinternelogicavanbeleidsprocessenendeonderliggendemechanismentedoorgronden,magmengeenoorzakelijkeverbandengaanveronderstellen.Hetisbovendienbelangrijktebeseffendatsportbeleidsinterventiesgeenexperimentelelogicavolgen,maarplaatsvindeninopen,socialesystemenendatuitkomstensteedsonderhevigzullenzijnaancontext-gebondenomstandigheden.Bovendienzoumendoorenkelrekeningtehoudenmetparticipatiegegevens(vooraldangezienalsoutput)ookvoorbijgaanaanhetfeitdaternogeenwezenlijkverschilismetdeoutcomesenimpactvanhetgevoerdebeleid.WellichtkandegevondendiscrepantietussenhetaantalVlamingendatsportactiefisenhetaantaldatbeantwoordtaandegezondheidsrichtlijnmetbetrekkingtotfysiekeactiviteitsgraadhieralseenillustratiegelden.Metanderewoorden,hetisnietomdatdemeerderheidvandeVlamingenaangeeftregelmatigtesporten,datmendaarmeeeveneensdegezondheidsdoelstellingenrealiseert.
17.7Beleidsrelevantonderzoek?Debedoelingvandezebijdrageisvooralomaantegevendathetbeschikkenoverparticipatiegegevensopzichnietvoldoendeisalsbeleidsondersteuning,ookalwerdendezegegevensverzameldopeenwetenschappelijkverantwoordewijze.Erzalaltijdeennoodzijnaaneendoordachteinterpretatievandebekomenresultaten.Ditgeldt
trouwensvoorallekenniseninzichtendiewetenschappelijkonderzoekkanaanleveren.Menzalzichsteedsgoedmoetenrealiserenwatdewerkelijkewaardeisvandezeaangeleverdekennis.Daarbijishetnodigomzichaftevragenhoedezekennisdienttewordengeïnterpreteerdenhoedezedanvervolgenshetgevoerdeénhettevoerenbeleidvandienstzoukunnenzijn.Eendergelijkeoefeninggebeurthetbestinonderlingoverlegtussenbeleidsmakersenwetenschappers.Datisnietaltijdevident.Zesprekenimmersnietaltijddezelfde‘taal’.Verschillendestakeholdershebbenbijgevolgvaakeenverschillendelogica.Hetisbovendieneenoudzeerdathetoverleginhetverledenvaakopeenadhocendustijdelijkebasisgebeurde.HoewelerinmiddelsinVlaanderenreedsdriegeneratiesSteunpuntenBeleidsrelevantOnderzoekrondsportwerdengeorganiseerd,dievoorafgegaanwerdendooreenInteruniversitairOnderzoekscentrumvoorSportbeleid(IOS)sindshetbeginvandejaren’90vandevorigeeeuw,isernooitechtsprakegeweestvaneenstructureeloverlegtussendeoverheidendewetenschappelijkewereldrondsportbeleid.HetzoueenmooieuitdagingzijninhetlichtvanhetVlaamsesportbeleidvanmorgenomditnuweltegaanrealiseren.
Hetvoerenvaneenactiefsport-enbewegingsbeleidinVlaanderenwasintegenstellingtotheelwatanderevormenvanoverheidsbeleidzeldenbedoeldommaatschappelijkeuitdagingenenissuesaantepakken.DevoorbijedecenniastondhetVlaamsesportbeleidvoornamelijkinhettekenvanhetondersteunenenfaciliterenvansportalseenvormvanzinvollevrijetijdsbesteding.Desportactiviteitansichdus.Metdezogenaamde‘instrumentalisering’vandesport–sportdieondermeeringezetwordtinfunctievansocialeintegratie,socialisatie,tewerkstellingengezondheidsbevordering–kondigtzicheennieuweinvullingaanvanhetoverheidsbeleidinzakesportenfysiekeactiviteit.Maarnetzoalseenalgemeen‘faciliterend’sport-enbewegingsbeleidnoodheeftaanbetrouwbareparticipatiegegevens,zaldatevenzeergeldenvoordezenieuweinvulling.Anderesoortenvangegevensverzamelingdringenzichdaneveneensop,zoalsmixedmethodsentriangulatietechniekenwaarbijvooralkaningezetwordenophetverzamelenvangegevensbijbijzonderegroepenwaarvoorsportenbewegingeenbrederebetekeniskanhebben.
17.8ReferentiesDeCocker,K.,Seghers,J.,&Cardon,G.(2015).Fysiekeactiviteit–zitten.Fysiekeactieveensedentaire
tijdsbestedingbijdeVlaamsebevolking.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.283-295).Leuven/DenHaag:Acco.
DeFré,B.,DeMartelaer,K.,Philippaerts,R.,Scheerder,J.&Lefevre,J.(2011).Sportparticipatieenfysieke(in)activiteitvandeVlaamsebevolking:huidigesituatieenseculairetrend(2003-2009).InJ.Lievens,&H.Waege(Eds.),ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey(pp.25-42).Leuven
/DenHaag:Acco.DeMeester,A.,Aelterman,N.,Willem,A.,Theeboom,M.,Boen,F.,&Haerens,L.(2015).Motivatie.Motievenvan
deVlamingomaldannietfysiekactieftezijn.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.297-317).Leuven/DenHaag:Acco.
Ekelund,U.,Ward,H.A.,Norat,T.etal.(2015).Physicalactivityandall-causemortalityacrosslevelsofoverallandabdominaladiposityinEuropeanmenandwomen:theEuropeanProspectiveInvestigationintoCancerandNutritionStudy(EPIC).AmJClinNutr.101(3),613-621.
EuropeanCommission.(2014).SpecialEurobarometer412.Sportandphysicalactivity.Report.Brussel:EuropeanCommission.Directorate-GeneralforEducationandCulture.(http://ec.europa.eu/health/nutrition_physical_activity/docs/ebs_412_en.pdf)
Hoekman,R.,Breedveld,K.&Scheerder,J.(Eds.)(2011).SportsparticipationinEurope.EuropeanJournalforSport&Society(SpecialIssue),8(1+2).
Lee,I.M.,Shiroma,E.J.,Lobelo,F.,Puska,P.,Blair,S.N.,Katzmarzyk,P.T.&LancetPhysicalActivitySeriesWorkingGroup(2012).Effectofphysicalinactivityonmajornon-communicablediseasesworldwide:ananalysisofburdenofdiseaseandlifeexpectancy.TheLancet,21,380(9838),219-229.
Levitas,R.,Pantazis,C.,Fahmy,E.,Gordon,D.,Lloyd,E.&Patsios,D.(2007).Themulti-dimensionalanalysisofsocialexclusion.Bristol:BristolInstituteforPublicAffairs.
Lievens,J.,Siongers,J.&Waege,H.(Eds.)(2015a).ParticipatieinVlaanderen1.BasisgegevensvandeParticipatiesurvey2014.Leuven/DenHaag:Acco.
Lievens,J.,Siongers,J.&Waege,H.(Eds.)(2015b).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014.Leuven/DenHaag:Acco.
Scheerder,J.,Borgers,J.,&Willem,A.(2015a).SportdeelnameinVlaanderen.Deorganisatorischecontextvansportbeoefening.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.251-281).Leuven/DenHaag:Acco.
Scheerder,J.,Borgers,J.,&Willem,A.(2015b).SportdeelnameinVlaanderen.Trendsenprofielen.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.209-249).Leuven/DenHaag:Acco.
Scheerder,J.,Decraene,M.&Laermans,R.(2007).Dedeelnameaanvrijetijdssport.In:R.Laermans(Ed.).Cultuurparticipatieinmeervoud.EmpirischebouwstenenvooreengenuanceerdevisieopdecultuurdeelnameinVlaanderen(Cultuurkijker).(pp.246-265).Antwerpen:DeBoeck.
Scheerder,J.&Pauwels,G.(2005).In-actie(f)?NaareenverklaringsmodelvooractievesportbeoefeninginVlaanderen.InJ.Lievens&H.Waege(Eds.).Cultuurparticipatieinbreedbeeld.Eersteanalysesvandesurvey’CultuurparticipatieinVlaanderen2003-2004’(Cultuurkijker)(pp.139-166).Antwerpen:DeBoeck.
Scheerder,J.,Philippaerts,R.,Duquet,W.,VanLangendonck,L.&Lefevre,J.(2006).SportparticipatieinVlaanderen.Sociaalge(s)laagd?InG.Steens(Ed.).Moeternogsportzijn?Sport,bewegingengezondheidinVlaanderen2002-2006–Volume1.(pp.35-54).Antwerpen:F&GPartners.
Scheerder,J.&Steens,G.(2006).ActievesportbeoefeninginVlaanderen.Eenoverzichtvandemeestrecentesportparticipatiecijfers.InP.DeKnop,J.Scheerder,&H.Ponnet(Eds.).SportbeleidinVlaanderen.Studies(Volume2)(pp.27-35).Brussel:PublicatiefondsVlaamseTrainersschool.
Scheerder,J.,Thibaut,E.,&Willem,A.(2015).Sportalsconsumptiegoed.Uitgavenenverplaatsing(sbereidheid)inzakesportbeoefening.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.361-383).Leuven/DenHaag:Acco.
Scheerder,J.,Vandermeerschen,H.,Borgers,J.,Thibaut,E.,&Vos,S.(2013).Vlaanderensport!Vierdecenniasportbeleidensportparticipatie(SociaalwetenschappelijkonderzoeknaarBewegen&Sport5).Gent:AcademiaPress.
Scheerder,J.,Vandermeerschen,H.,VanTuyckom,C.,Hoekman,R.,Breedveld,K.,&Vos,S.(2011).Understandingthegame:sportparticipationinEurope.Facts,reflectionsandrecommendations(SportPolicy&Management10).Leuven:UniversityofLeuven/ResearchUnitofSocialKinesiology&SportManagement.
Scheerder,J.,Vos,S.,Pabian,S.,DeMartelaer,K.,Lefevre,J.&Philippaerts,R.(2011).Actievevrijetijdssportin
Vlaanderen.Trends,profielenensettings.In:J.Lievens,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2009(pp.43-82).Leuven/DenHaag:Acco.
Theeboom,M.,Nols,Z.,Derom,I.,DeBosscher,V.,DeMartelaer,K.,Willem,A,&Scheerder,J.(2015).SportparticipatieinVlaanderen:socialeuitsluitingvankansengroepen.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.333-359).Leuven/DenHaag:Acco.
VanSteen,A.,Willekens,M.,Beunen,S.,Siongers,J.&Lievens,J.(2015).Evolutiesincultuurdeelname:trendsovergeneratiesenopleidingenheen.InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.37-69).Leuven/DenHaag:Acco.
VanTuyckom,C.&Scheerder,J.(2010).SportforAll?InsightintostratificationandcompensationmechanismsofsportingactivityintheEU-27.Sport,Education&Society.15(4),495-512.
Wen,C.P.,Wai,J.P.M.,Tsai,M.K.,Yang,Y.C.,Cheng,T.Y.D.,Lee,M.C.,Chan,H.T.,Tsao,C.K.,Tsai,S.P.&Wu,X.F.(2011).Minimumamountofphysicalactivityforreducedmortalityandextendedlifeexpectancy:aprospectivecohortstudy.TheLancet.378(9798),1244–1253.
Willem,A.,Theeboom,M.,&Scheerder,J.(2015).Sportevenementenalskatalysatorvoorsportparticipatie?InJ.Lievens,J.Siongers,&H.Waege(Eds.).ParticipatieinVlaanderen2.EersteanalysesvandeParticipatiesurvey2014(pp.319-332).Leuven/DenHaag:Acco.
1.Eenlageopleidingwerdhiergedefinieerdals‘geenofenkellageronderwijs’.2.Bijdezegegevensdientweliswaartewordenrekeninggehoudendatookschoolgaandejongerenonderde‘niet-kansengroep’werdengerekend.Hoewelzijgeenopleidingsniveaukondenaangeven,kanomwillevanhunminimaleleeftijd(15jaar)wordenveronderstelddathundiplomawellichthogerzalzijndandatvanhetlageronderwijsenbijgevolgniettotde‘kansengroep’behoren.
Auteursbio’sSportinVlaanderenonderzocht.Resultatenenaanbevelingenvoorbeleidenpraktijk
Editor:MarcTheeboom
MarcTheeboomisverbondenalsgewoonhoogleraaraandeFaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie(LK)endeFaculteitPsychologieenEducatiewetenschappen(PE)aandeVrijeUniversiteitBrussel.HijbehaaldeeendoctoraatindeBewegings-enSportwetenschappeneneenmasterdiplomaindeAgogischewetenschappen(optievrijetijd)engeeftverschillendevakkenopbachelor-enmasterniveauinbeidefaculteiten.HijisookactiefalslidvanhetBureauvandeOnderzoeksraadvandeuniversiteitenvoorzittervandeonderzoekscommissievandeFaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie.
AlsvoorzittervandeonderzoeksgroepSport&Society(SASO),dieonafhankelijksociaal-wetenschappelijkonderzoekdoetnaarsportalseenbreedmaatschappelijkfenomeen,gaatzijnonderzoeksinteresseuitnaaragogischeenbeleidsmatigeaspectenvan(jeugd)sportenspecifiekeaandachtsgroepen(o.m.maatschappelijkkwetsbarejongeren,etnischeminderheden,ouderen).Hijheefteenbijzondereinteresseindeontwikkelingenevaluatievanzogenaamde‘sportplus-initiatieven’waarinsportkangebruiktwordenalseenmiddelmetbetrekkingtotdepersoonlijkeensocialeontwikkelingvandeelnemers.Sinds2016ishijcoördinatorvaneengrootschaligstrategischbasisonderzoeksprojectinsamenwerkingmetdeUniversiteitGentronddeimpactvanBuurtsportopdepersoonlijkeontwikkeling,gezondheidensocialecohesiebijjongeren(SBOIWTCATCH-project).MarcTheeboomisauteuren(co)auteurvanmeerdan20Nederlands-enEngelstaligeboekenenvaneenuitgebreidaantalpeer-reviewedartikels,hoofdstukkeninboekenenproceedings.
Van2012totjuni2016wasMarcTheeboompromotorencoördinatorvanhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSportdatbeleidsvoorbereidendopdrachtonderzoekverrichttevoordeVlaamseGemeenschapenwaaraandeVrijeUniversiteitBrussel,deKULeuvenendeUGentmeewerkten.
1.Vrijwilligerswerkindesport:ontwikkelingskansenvoorjongereninmaatschappelijkkwetsbaresituaties?(EviBuelens,MarcTheeboom,KristineDeMartelaerenJikkemienVertonghen)
EviBuelens isverbondenaandeonderzoeksgroepSport&SocietyvandeVrijeUniversiteitBrussel.Haardoctoraatsonderzoek‘Hetverkennenvandeontwikkelingsmogelijkhedenvansportvrijwilligerswerkvoorjongerendieleveninmaatschappelijkkwetsbaresituaties’kadertbinnenhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport.Haaronderzoeksinteresseszijn(kwetsbare)jongeren,organisatorischecontexten,sport,jeugdwerk,ontwikkelingenvrijwilligerswerk.
MarcTheeboomisverbondenalsgewoonhoogleraaraandeFaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie
(LK)endeFaculteitPsychologieenEducatiewetenschappen(PE)vandeVrijeUniversiteitBrussel.HijbehaaldeeendoctoraatindeBewegings-enSportwetenschappeneneenmasterdiplomaindeAgogischewetenschappen(optievrijetijd).HijisvoorzittervandeonderzoeksgroepSport&Society.Zijnonderzoeksinteressegaatuitnaaragogischeenbeleidsmatigeaspectenvan(jeugd)sportinhetalgemeenenspecifiekeaandachtsgroepen(o.m.maatschappelijkkwetsbarejongeren,etnischeminderheden,ouderen)en‘sportplus-initiatieven’inhetbijzonder.MarcTheeboomissinds2012promotorencoördinatorvanhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport.
KristineDeMartelaerishoofddocentaandefaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie(LK)vandeVrijeUniversiteitBrusselenverbondenaandeonderzoeksgroepMotoriekenDidactiek(MODI).Sindsseptember2015iszijdeeltijdsbijzonderhoogleraaraandeUniversiteitUtrecht,verantwoordelijkvoordeleerstoel‘PedagogiekenOnderwijskundevandeLichamelijkeopvoeding’.ZijistevensvoorzittervanhetInternationaalCentrumvoorEthiekindeSport(ICES).Haaronderzoeksitueertzichrondefficiëntedidactischewerk-enevaluatievormen,ethiek,speel-enbewegingskansen,gezondheidsbeleidinbredeschoolcontextenvrijwilligerswerk.
JikkemienVertonghenisalspostdoctoraalonderzoekerverbondenaandeonderzoeksgroepSport&SocietyvandeVrijeUniversiteitBrussel.ZeheefteenMasterindeLichamelijkOpvoedingenBewegingswetenschappen,optiesportmanagementenbehaaldein2011eendoctoraatgetiteld“Theanalysisofcontextualfactorsinyouthmartialartspractice”.Haaronderzoeksinteressegaatuitnaardepersoonlijkeensocialeontwikkelingvankinderenenjongerendoorsportinhetalgemeenenvechtsporteninhetbijzonder.
2.‘Bridgingthegap’:Detransitievanjuniornaarseniorintopsport(NathalieRosier,PaulWylleman,VeerleDeBosscherenJoVanHoecke)
NathalieRosierbehaaldeeenmasterdiplomaklinischepsychologie(2010)ensportpsychologie(2011,KULeuven).Sinds2012werktzealsdoctoraatsstudentopdeonderzoeksgroepSportpsychologieenMentaleBegeleidingaandeFaculteitLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappenvandeVrijeUniversiteitBrussel.HaaronderzoekwordtgefinancierddoorhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSportenfocustopdejunior-seniortransitiebijtopsporters.
PaulWylleman,hoogleraarVrijeUniversiteitBrussel,doceertsportpsychologie,mentalebegeleidingenHighPerformanceManagement,verrichtonderzoeknaartopsportcarrière,prestatiegedragendualecarrière‘topsportenstudie’enishoofdvanonderzoeksgroepSportpsychologieenMentaleBegeleidingendienstTopsportenStudie.PaulwasvoorzittervandeEuropeanFederationofSportPsychology(FEPSAC),issportpsycholoogbijTennisVlaanderen,BelgischDavisCupteamenconsulterendprestatiemanagerPrestatiegedragbijNederlandsOlympischComité(NOC*NSF).
VeerleDeBosscherishoofddocentinsportbeleidenmanagementaandeVrijeUniversiteitBrussel.Haarexpertisesitueertzichinbeleidsevaluatie,(top)sportbeleid,benchmarking,jeugdsport,competitiviteiteneventmanagement,waaroverzeindiversepeergerefereerdetijdschriftenenboekenschreef.ZeisstichtervanSPLISS(SportsPolicyfactorsLeadingtoInternationalSportingSuccess),eenwereldwijdnetwerkinsamenwerkingmet58onderzoekersen33beleidsmakers.
JoVanHoecke isdoctorindesport-enbewegingswetenschappen(sportmanagement)endocentsportmanagementen-marketingaandeVrijeUniversiteitBrussel.DaarnaastishijChiefProductOfficerenco-foundervanDoublePASS,eenspin-offbedrijfgespecialiseerdin‘QualityAssuranceandInnovationofTalentDevelopmentSystems’.HetPASSmodelwordtinverschillendelandengeïmplementeerdbinnenhetprofessionelevoetbal(Bundesliga,PremierLeague,MLSZHungary,USSoccer,JLeague,DanishSuperliga,...).
3.Veranderingeninfysiekeactiviteit,sedentairgedragenfitheids-componentenbijVlaamsevolwassenen(EvelienMertens,BenedicteDeforche,RubenCharlier,SaraKnaeps,JohanLefevreenPeterClarys)
4.Veranderingeninfysiekeactiviteit,sedentairgedragencardiorespiratoirefitheidzijngerelateerdaancardio-metabolegezondheid(SaraKnaeps,KatrienWijndaele,EvelienMertens,RubenCharlier,JanG.BourgoisenJohanLefevre)
5.GenetischeprofielscoresenleeftijdsgerelateerdeveranderingeninkrachtparametersbijVlaamsevolwassenennaeentienjarigefollow-up(RubenCharlier,SaraKnaeps,EvelienMertens,DietherLambrechts,JohanLefevreenMartineThomis)
JanBourgois issinds2008hoofddocentaandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappen(UGent).HijdoceertdeopleidingsonderdeleninspanningsfysiologieensportfysiologiebinnendeopleidingenLichamelijkeOpvoedingenBewegings-wetenschappen,RevalidatiewetenschappenenKinesitherapieenSportgeneeskunde(UGent).Zijnonderzoeksitueertzichinhetdomeinvandeinspanningsfysiologie(spierdoorbloedingenzuurstofextractie),deklinischeinspanningsfysiologie(kanker,spierziektenenchronischvermoeidheidssyndroom)endesportfysiologie(sportwetenschappelijkebegeleidingentraining).Hijwasgastprofessor(2001–2007)endeeltijdsdocent(2007–2008)aandeVakgroepRevalidatiewetenschappenenKinesitherapie(UGent)waarhijklinischeinspanningsfysiologiedoceerde.In1993washijmede-oprichtervanhetCentrumvoorSportgeneeskundebinnenhetUniversitairZiekenhuisGentenwaservoltijdswerkzaamalsuniversitairmedewerkerexperttot2008.HijisnogsteedsverbondenalsacademischconsulentaanhetUniversitairZiekenhuisGent(2008–heden).
RubenCharlierstarttein2008deopleidingLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappenaandefaculteitBewegings-enRevalidatiewetenschappenvandeKULeuven.In2012behaaldehijzijnmasterdiplomaindeafstudeerrichting‘ResearchintheBiomedicalKinesiology’.In2012werdhijtoegelatentoteendoctoraatinBiomedicalSciencesaandeKULeuven.
PeterClarys studeerdeafalsLicentiaatindeLichamelijkeOpvoedingaandeVrijeUniversiteitBrussel(1985)enbehaaldevervolgenshetdiplomavanLicentiaatindeBiomedischeResearchWetenschappen(1987)aandefaculteitGeneeskundeenFarmacievandezelfdeinstelling.In1994behaaldehijhetdiplomavandoctorindeBiomedischewetenschappen.MomenteelishijalshoogleraarverbondenaandefaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie.HijiscoördinatorvanhetMasterprogrammaFysiekeActiviteit,Fitheid&Gezondheid.Zijnonderzoeksitueertzichvooralindedomeinenvanvoedingenfysiekeactiviteit.
BenedicteDeforche ishoogleraaraandevakgroepMaatschappelijkeGezondheidkunde(UGent)endocentaandevakgroepBewegings-enSportwetenschappen(VrijeUniversiteitBrussel).ZeishoofdvandeonderzoeksgroepGezondheidspromotie,voorzittervandeopleidingGezondheidsvoorlichtingen-Bevordering,voorzittervandeVlaamsewerkgroepVoedingenBeweging,alsooklidvandealgemenevergaderingenderaadvanbestuurvanhetVlaamsInstituutvoorGezondheidsbevorderingenZiektepreventie.ZeistevensbestuurslidvandeInternationalSocietyofBehavioralNutritionandPhysicalActivity.
SaraKnaeps starttein2009deopleidingLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappenaandeKULeuven.In2013behaaldezehierinhetmasterdiplomametafstudeerrichtingFitness,FysiekeActiviteitengezondheid.Nadezeopleidingstarttezebegin2014eendoctoraatindegezondheidswetenschappenaandeUGentenKULeuven.
JohanLefevre isdoctorindeLichamelijkeOpvoeding(KULeuven,1985)enisalsgewoonhoogleraarverbondenaandeonderzoekgroepFysiekeActiviteit,SportenGezondheidvanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeKULeuven.HijismomenteelvoorzittervanhetdepartementBewegingswetenschappen.Binnendeonderzoekslijnepidemiologiewordtaandachtbesteedaan(1)deontwikkelingenvalideringvaninstrumentenvoorhetmetenvanfysieke(in)activiteitenfysiekefitheid,(2)derelatiestussenfysieke(in)activiteit,fysiekefitheidengezondheidsgerelateerdeparameters.Zijnonderwijsexpertisesitueertzichbinnenhetdomeinonderzoeks-methoden
(statistiekenmethodologie)endataverwerkingindekinesiologieenrevalidatiewetenschappen.
EvelienMertens volgdedeopleidingBachelorinhetsecundaironderwijs(LichamelijkeOpvoedingenNederlands)aanHogeschool-UniversiteitBrusselvan2005tot2008.Van2008tot2011volgdezedeopleidingMasterofScienceindeLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappen(FitheidenGezondheid)aandeVrijeUniversiteitBrussel.Begin2012werdzetoegelatentoteendoctoraatindeLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappenaandeVrijeUniversiteitBrussel.
MartineThomis ishoogleraaraanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeFaculteitBewegings-enRevalidatiewetenschappen(KULeuven).Haaronderzoekfocustzichonderandereopde(epi-)genetischesturingvanmusculaireenanderefitheidscomponenten.OokiszijvoorzittervandeVlaamseVerenigingvoorKinesiologie.
KatrienWijndaele isdoctorindeLichamelijkeOpvoeding(UGent,2007)enisalsSeniorInvestigatorScientistenBritishHeartFoundationIntermediateBasicScienceResearchFellowverbondenaandeMedicalResearchCouncilEpidemiologyUnit(UniversityofCambridge,VK).Haaronderzoekfocustzichvoornamelijkopdegezondheidsgevolgenvansedentairgedragbijkinderenenvolwassenen,meteenbijkomendefocusopmeetmethodologie,determinanteneninterventiesmetbetrekkingtotsedentairgedrag.KatriendoceertookaandeMPhilinEpidemiologyandPublicHealth(UniversityofCambridge,VK).
6.Kunnenweoudereouderenaanzettenomdoorhetleventeblijvenfietsen?Korteenlangetermijneffectenvangesuperviseerdehome-trainerprogramma’sinresidentiëlezorgcentra(EvelienVanRoie,FilipBoen,SofieMartien,ChristopheDelecluse)
EvelienVanRoie ispostdoctoraalonderzoekerbinnenhetDepartementBewegingswetenschappenvanKULeuven.Zijverrichtonderzoeknaarhetvroegtijdigdetecterenvanleeftijdsgerelateerdedalingeninkrachtsnelheidskarakteristiekenvandespierenderelatietotfunctionaliteit.Hethoofddoelbinnenhaaronderzoekishetontwikkelenvanaangepastebewegingsinterventiesterpreventievanfunctioneleachteruitgangbijouderen.
FilipBoenishoogleraarindesport-enbewegingspsychologieaanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeKULeuven,enhoofdvandeonderzoekgroepFysiekeActiviteit,Sport&Gezondheid.Hijverrichtonderzoeknaardemotivationeleprocessenomverschillendevormenvangezondheidsbevorderendefysiekeactiviteittebeoefenen,vooralbijouderen,ennaardesociaalpsychologischeprocessendiebinnenentussensportgroepenspelen.
SofieMartienstudeerdein2009afalsmasterindeLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappen(optieSportmanagement)enbehaaldein2015eendoctoraatindeBiomedischeWetenschappenaanKULeuven.ZeismomenteelvrijwetenschappelijkmedewerksterbinnenhetDepartementBewegingswetenschappenvanKULeuven.Zeverrichtteonderzoeknaardeobjectievemetingenpromotievanfysiekeactiviteitbijouderendieineenresidentiëlezorgsettingwonen.OpditogenblikwerktzijalsaccountmanagerbijFitbees.
ChristopheDelecluse isgewoonhoogleraarindeBewegingswetenschappenensinds2013decaanvandeFaculteitBewegings-enRevalidatiewetenschappen(KULeuven).Hijbehaaldezijndoctoraat(1993)inhetdomeinvandesportbiomechanica,metbetrekkingtotdespecifieketrainingskarakteristiekenbijsprinters.In2001starttehijeennieuweonderzoekslijnbinnenhetdomeinvan‘gezondouderworden’,waarbijdekennismetbetrekkingtotspierkarakteristiekenbijtopsportersvertaaldwerdinfunctievantrainingenfysiekeactiviteitbijouderenterpreventievansarcopenieenfunctieverlies.
7.‘Sportlight’vanuiteenaanbodsperspectief:eenkwalitatieveanalyse(JeroenScheerder,JulieBorgers,BartVanreusel)
JeroenScheerderishoofddocentsportbeleidensportsociologieaandeFaculteitBewegings-&
RevalidatiewetenschappenvandeKULeuvenenstaataanhethoofdvandeOnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.Zijnonderzoekfocustopsportbestuurensportparticipatievanuiteensociaalwetenschappelijkperspectief.Hijdoceertbinnenhetvakgebiedvansportbeleidensportmanagement,isgastdocentaandiversebuitenlandseuniversiteitenenwasgastprofessorsportsociologieaandeFaculteitPolitieke&SocialeWetenschappenvandeUGent.HijiseenvandeoprichtersvanhetEuropeseMEASURE-netwerk.Sinds2014ishijvoorzittervandeEuropeanAssociationforSociologyofSport(EASS).
JulieBorgers isalspostdoctoraalonderzoekerverbondenaandeOnderzoeksgroepSport-&BewegingsbeleidvandeKULeuven,FaculteitBewegings-&Revalidatie-wetenschappen.Haaronderzoekfocustopsportdeelnameendeorganisatievandebreedtesportinverschillendesettings(clubsport,fitnesscentra,sportevenementen,zelfgeorganiseerdesport).DaarnaastverzorgtzijmeehetonderwijsbinnendeafstudeerrichtingsportmanagementaandeKULeuven.JulieBorgerswerkte,inhetkadervanhetSteunpuntvoorBeleidsrelevantOnderzoekSport,in2015haardoctoraatafrondhetthema‘sportlight’.
BartVanreuselwerktinhetdomeinvandesociologievandesportenisverbondenaandeOnderzoeksgroepSport-enBewegingsbeleidaandeFaculteitBewegings-enRevalidatiewetenschappen(KULeuven).HijislidenvoormaligvoorzittervandeVlaamseSportraad.
8.FysiekeactiviteitensedentairgedragbijVlaamsejongeren:eenmultidimensioneleanalyse(StijnDeBaere,JohanLefevreenJanSeghers)
StijnDeBaere isdoctorindeBiomedischeWetenschappen(KULeuven,2016)enismomenteelalspostdoctoraalonderzoekerverbondenaandeonderzoeksgroepFysiekeActiviteit,SportenGezondheidvanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeKULeuven.Hijverrichtonderzoeknaarpatronenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragbijjongeren,derelatietussenfysiekeactiviteitenfysiekefitheidbijjongerenenmeetmethodenvanfysiekeactiviteitensedentairgedraginverschillendepopulaties.
JohanLefevre isdoctorindeLichamelijkeOpvoeding(KULeuven,1985)enisalsgewoonhoogleraarverbondenaandeonderzoekgroepFysiekeActiviteit,SportenGezondheidvanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeKULeuven.HijismomenteelvoorzittervanhetdepartementBewegingswetenschappen.Binnendeonderzoekslijnepidemiologiewordtaandachtbesteedaan(1)deontwikkelingenvalideringvaninstrumentenvoorhetmetenvanfysieke(in)activiteitenfysiekefitheid,(2)derelatiestussenfysieke(in)activiteit,fysiekefitheidengezondheidsgerelateerdeparameters.Zijnonderwijsexpertisesitueertzichbinnenhetdomeinonderzoeks-methoden(statistiekenmethodologie)endataverwerkingindekinesiologieenrevalidatiewetenschappen.
JanSeghers isdoctorindeLichamelijkeOpvoeding(KULeuven,2003)enismomenteelalshoofddocentverbondenaandeonderzoekgroepFysiekeActiviteit,SportenGezondheidvanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeKULeuven.Hijcoördineertdeafstudeerrichtingfysiekeactiviteit,fitheidengezondheidbinnendeMasterLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappen(KULeuven).Hijverrichtonderzoeknaardedeterminantenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragennaardeeffectiviteitvaninterventiesterbevorderingvaneengezondeenactievelevensstijlinverschillendepopulatiesensettings.
9.Derolvandematuriteitsstatusinhettalentidentificatie-enontwikkelingsproces(MatthieuLenoir,MartineThomisenJohanPion)
MatthieuLenoirisdoctorindeLichamelijkeOpvoeding(UGent,1997)enwerktalshoogleraaraandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappenvandeUGent.Zijnonderzoekindegroepfocustopdeontwikkelingendeterminantenvanmotorischecompetentiebijkinderenenadolescenten,gaandevanklinischegroepen(obesitas,DCD)totjongebeloftevolletopsporters.Vanuitditperspectiefwerddewetenschappelijkeonderbouwingvano.a.hetVlaamsSportKompasenhetMultimoveprogrammaaangeleverd.
MartineThomis ishoogleraaraanhetDepartementBewegingswetenschappenvandeFaculteitBewegings-enRevalidatiewetenschappen(KULeuven).Haaronderzoekfocustzichonderandereopde(epi-)genetischesturingvanmusculaireenanderefitheidscomponenten.Daarnaastonderzoektzijookderolvangroeienmaturiteitbijjongebeloftevollegymnastenenanderesportersalslidvandeexpertgroepdomeinexpertiseparamedischeenmedischebegeleidingtopsport(BLOSO).OokiszijvoorzittervandeVlaamseVerenigingvoorKinesiologie.
JohanPionisdoctorindeGezondheidswetenschappen(UGent,2015)enisverbondenaandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappen,onderzoeksgroepBiomechanicaenMotorischeControlevanMenselijkBewegen.HijistevenslectorHerkennenenOntwikkelenvanSporttalentaandeHogeschoolArnhemenNijmegen(NL).Zijnexpertisesitueertzichinhetevaluerenvanantropometrische,fysiekeencoördinatieveeigenschappenbijkinderenenadolescenten.HijiseenvandebezielersvanhetVlaamsSportKompas.
10.Primairepreventievansport-enwerkgerelateerdemusculoskeletaleblessuresbijleerkrachtenlichamelijkeopvoeding:haalbaarheid,effectiviteitentransfereerbaarheidnaardeadolescenten(SienVercruysse,LeenHaerens,LennertGoossensenDirkDeClercq)
SienVercruysse isdoctoraatsstudentaandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappen(UGent)sindsschooljaar2011-2012envoertonderzoeknaarprimaireletselpreventiebijenvialeerkrachtenLOnaardeadolescentejongeren.HierbijwordtindemaniervanaanpakgewerktmetdeZelf-DeterminatieTheorieomautonomemotivatiebijdedeelnemersteverhogen.In2016zalSienVercruyssenormaliterhaardoctoraatverdedigen.
LeenHaerens ishoofddocentaandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappen(UGent)enleidterdeonderzoeksgroep“SportPedagogiek”.HaaronderzoekstartvanuithettheoretischkadervandeZelf-DeterminatieTheorieenrichtzichophetcreërenvanvernieuwendeinzichtendiebijdragenaanpositieveervaringenenmotivatievanbewegendejongerenalsopstapnaarhetbevorderenvanlevenslangefysiekeactiviteit.Zepubliceerdereedsmeerdan50wetenschappelijkepeer-reviewedartikels.
LennertGoossens behaaldezijndoctoraatindeGezondheidswetenschappen,waarvoorhijonderzoekverrichtenaarprimairesportletselpreventiebijbachelorstudentenLichamelijkeOpvoeding.Hijwerktmomenteelalspost-doctoraalmedewerkeraandevakgroepBewegings-enSportwetenschappenvandeUGentwaarbijhijonderzoekverrichtinopdrachtvandeVlaamseregeringnaardeimplementatievansportletselpreventiebijsportendejongereninVlaanderen.
DirkDeClercqisgewoonhoogleraaraandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappen(UGent)enleidtdeonderzoeksgroep“Biomechanicavandemenselijkebeweging”.Zijnonderzoekrichtzichopbiomechanischeinteractietussenhetmenselijkbewegingsapparaatendemenselijkeomgeving,metfocusopvoet-schoen-ondergrondinteractiebijallerleivormenvanlocomotie.Ditleidto.m.naardeidentificatievanrisicofactorenalsinputvoorprimairepreventieprogramma’svansportletsels.Viainterventiestudieswordendezepreventievestrategieëngeoptimaliseerdengetestopeffectiviteitenhaalbaarheid.
11.Schoolsportalsspringplanknaareenactievelevensstijl(AnDeMeester,GreetCardonenLeenHaerens)
AnDeMeesterisdoctoraatsstudenteaandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappen(UGent).InopdrachtvanhetSteunpuntvoorBeleidsrelevantOnderzoekSportenmetdesteunvandeVlaamseOverheid,voerdezeeenonderzoekuitomtrentschoolsportinVlaanderen.Haarverdereonderzoeksinteressesitueertzichinhetdomeinvandemotorischeontwikkeling.
GreetCardonislicentiateindeLichamelijkeOpvoedingenindeMotorischeRevalidatieenKinesitherapieendoctoreerdein2001.ZijishoogleraaraandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappen(UGent)enleidterde
onderzoeksgroep“FysiekeActiviteitenGezondheid”.Dezerichtzichvoornamelijkophetonderzoeknaardeterminantenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragendeontwikkeling,evaluatieenimplementatievaninterventiesommeerfysiekeactiviteitenmindersedentairgedragtepromoteninverschillendepopulaties,vankleuterstotsenioren”.
LeenHaerens ishoofddocentaandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappenvanUGentenleidterdeonderzoeksgroep“SportPedagogiek”.HaaronderzoekstartvanuithettheoretischkadervandeZelf-DeterminatieTheorieenrichtzichophetcreërenvanvernieuwendeinzichtendiebijdragenaanpositieveervaringenenmotivatievanbewegendejongerenalsopstapnaarhetbevorderenvanlevenslangefysiekeactiviteit.Zepubliceerdereedsmeerdan50wetenschappelijkepeer-reviewedartikels.
12.Deontbrekendeschakelinhetsportlandschap:eenintersectorale-buurtsportwerking(MathieuMarlier,GreetCardon,IlseDeBourdeaudhuijenAnnickWillem)
MathieuMarlierisdoctoraatsstudentaandevakgroepBewegings-enSportwetenschappenvandeUGent.Sinds2012verrichthijonderzoeknaarintersectoralesamenwerkingsverbandenindesportvoorhetSteunpuntSportenBeleidsrelevantOnderzoek.In2008studeerdehijafalsmasterLichamelijkeOpvoedingenBewegingswetenschappenindeoptiesportmanagement.In2009-2010washijwetenschappelijkassistentvoorhetvak‘Inleidingtotsportmanagement’aandeUGent.Inhetjaar2010-2011washijcoördinatorvandeBelgianOlympicAcademyenbehaaldehijzijnacademischelerarenopleidingaandeUniversitéCatholiquedeLiège.
GreetCardonislicentiateindeLichamelijkeOpvoedingenindeMotorischeRevalidatieenKinesitherapieendoctoreerdein2001.ZijishoogleraaraandeVakgroepBewegings-enSportwetenschappenvandeUGentenleidterdeonderzoeksgroep“FysiekeActiviteitenGezondheid”.Dezerichtzichvoornamelijkophetonderzoeknaardeterminantenvanfysiekeactiviteitensedentairgedragendeontwikkeling,evaluatieenimplementatievaninterventiesommeerfysiekeactiviteitenmindersedentairgedragtepromoteninverschillendepopulaties,vankleuterstotsenioren”.
IlseDeBourdeaudhuijisdoctorindePsychologie(UGent,1997)enisalsgewoonhoogleraarverbondenaandeonderzoeksgroepFysiekeActiviteitenGezondheid,VakgroepBewegings-enSportwetenschappen,UGent.Haaronderzoekfocustopdepromotievangezondevoeding,bewegingenhetverminderenvansedentairgedrag,metspecifiekeaandachtvoorhetonderzoeknaardeterminantenendeontwikkelingenevaluatievaninterventies.Belangrijkeonderzoekslijnenzijnstudiesm.b.t.eHealthinterventies,groteEUstudies,enomgevingsdeterminanten.
AnnickWillemisdocentinSportmanagementaandevakgroepBewegings-enSportwetenschappen,UGententitularisvandeOlympischeLeerstoelHenrideBailletLatour-JacquesRogge.ZeisdoctorindeToegepasteEconomischeWetenschappen.Haaronderzoeksitueertzichinhetmanagementenbeleidvansportorganisatiesendesportsector,meteenspecifiekefocusopsamenwerkingsverbandenennetwerken,enopethischmanagementinsportorganisaties.Zepubliceerdehaaronderzoekindiversewetenschappelijketijdschriften.AnnickWillemistitularisvandiverseopleidingsonderdelenindeMasterSportmanagementaandeUGentenverantwoordelijkevanuitdezeuniversiteitvoordeBelgianOlympicAcademy.
13.Tewerkstellingindesport:trajectkortgeschoolden(MarcTheeboom,ZenoNols)
MarcTheeboomisverbondenalsgewoonhoogleraaraandeFaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie(LK)endeFaculteitPsychologieenEducatiewetenschappen(PE)vandeVrijeUniversiteitBrussel.HijbehaaldeeendoctoraatindeBewegings-enSportwetenschappeneneenmasterdiplomaindeAgogischewetenschappen(optievrijetijd).HijisvoorzittervandeonderzoeksgroepSport&Society.Zijnonderzoeksinteressegaatuitnaaragogischeenbeleidsmatigeaspectenvan(jeugd)sportinhetalgemeenenspecifiekeaandachtsgroepen(o.m.maatschappelijk
kwetsbarejongeren,etnischeminderheden,ouderen)en‘sportplus-initiatieven’inhetbijzonder.MarcTheeboomissinds2012promotorencoördinatorvanhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport.
ZenoNols isalsdoctoraalonderzoekerverbondenaandeonderzoeksgroepSport&SocietyvandeVrijeUniversiteitBrussel.In2009behaaldehijeenMasterindeSociologieaandeUniversiteitvanAntwerpen.Hijbehaaldein2010eenbijkomendPostgraduaatSportmanagementaandeVrijeUniversiteitBrussel.Zijnonderzoeks-interesseszijnstedelijkheid,superdiversiteit,socialeongelijkheidensport.
14.Heteffectvansportevenementenopsportparticipatie:onderzoekbijtweemassasportevenementenentweesportpromotieevenementeninVlaanderen(AnnickWillem,MarcTheeboomenJensDeRycke)
AnnickWillemisdocentinSportmanagementaandevakgroepBewegings-enSportwetenschappen,UGententitularisvandeOlympischeLeerstoelHenrideBailletLatour-JacquesRogge.ZeisdoctorindeToegepasteEconomischeWetenschappen.Haaronderzoeksitueertzichinhetmanagementenbeleidvansportorganisatiesendesportsector,meteenspecifiekefocusopsamenwerkingsverbandenennetwerken,enopethischmanagementinsportorganisaties.Zepubliceerdehaaronderzoekindiversewetenschappelijketijdschriften.AnnickWillemistitularisvandiverseopleidings-onderdelenindeMasterSportmanagementaandeUGentenverantwoordelijkevanuitdezeuniversiteitvoordeBelgianOlympicAcademy.
MarcTheeboomisverbondenalsgewoonhoogleraaraandeFaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie(LK)endeFaculteitPsychologieenEducatiewetenschappen(PE)vandeVrijeUniversiteitBrussel.HijbehaaldeeendoctoraatindeBewegings-enSportwetenschappeneneenmasterdiplomaindeAgogischewetenschappen(optievrijetijd).HijisvoorzittervandeonderzoeksgroepSport&Society.Zijnonderzoeksinteressegaatuitnaaragogischeenbeleidsmatigeaspectenvan(jeugd)sportinhetalgemeenenspecifiekeaandachtsgroepen(o.m.maatschappelijkkwetsbarejongeren,etnischeminderheden,ouderen)en‘sportplus-initiatieven’inhetbijzonder.MarcTheeboomissinds2012promotorencoördinatorvanhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport.
JensDeRycke behaaldehetdiplomaMasterSportmanagementin2012engingaandeslagalswetenschappelijkmedewerkerSportmanagement.Jenswerkteondertussenaandrieonderzoeksprojecten.Heteersteprojectwasomtrenthetinbeddenvanethischhandelenophetbestuurs-enmanagementniveauvansportclubs.Hettweedelegdedenadrukopdidactischeondersteuningomtrentethischverantwoordsporten.Hetderdeadhocprojectvormtonzebijdrageinditboek.Eind2014ishijgestartmeteendoctoraatsprojectindeonderzoeksgroepSASO(VrijeUniversiteitBrussel).Hetprojectfocustzichoponderzoeknaardemaatschappelijkewaardevantopsport.
15.Finsepistes:eenbiotoopvooreenlichtesport-enbewegingscultuur(JulieBorgers,JeroenScheerder,BartVanreuselenStevenVos)
JulieBorgers isalspostdoctoraalonderzoekerverbondenaandeOnderzoeksgroepSport-&BewegingsbeleidvandeKULeuven,FaculteitBewegings-&Revalidatie-wetenschappen.Haaronderzoekfocustopsportdeelnameendeorganisatievandebreedtesportinverschillendesettings(clubsport,fitnesscentra,sportevenementen,zelfgeorganiseerdesport).DaarnaastverzorgtzijmeehetonderwijsbinnendeafstudeerrichtingsportmanagementaandeKULeuven.JulieBorgerswerkte,inhetkadervanhetSteunpuntvoorBeleidsrelevantOnderzoekSport,in2015haardoctoraatafrondhetthema‘sportlight’.
JeroenScheerderishoofddocentsportbeleidensportsociologieaandeFaculteitBewegings-&RevalidatiewetenschappenvandeKULeuvenenstaataanhethoofdvandeOnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.Zijnonderzoekfocustopsportbestuurensportparticipatievanuiteensociaalwetenschappelijkperspectief.Hijdoceertbinnenhetvakgebiedvansportbeleidensportmanagement,isgastdocentaandiversebuitenlandseuniversiteitenenwasgastprofessorsportsociologieaandeFaculteitPolitieke&SocialeWetenschappenvandeUGent.HijiseenvandeoprichtersvanhetEuropeseMEASURE-netwerk.Sinds2014ishijvoorzittervande
EuropeanAssociationforSociologyofSport(EASS).
BartVanreuselwerktinhetdomeinvandesociologievandesportenisverbondenaandeOnderzoeksgroepSport-enBewegingsbeleidaandeFaculteitBewegings-enRevalidatiewetenschappen(KULeuven).HijislidenvoormaligvoorzittervandeVlaamseSportraad.
StevenVos ishoogleraaraandeTechnischeUniversiteitEindhovenenishoudervandeleerstoel‘MovetoBe’binnenFontysSporthogeschool(Eindhoven).DaarnaastishijverbondenaandeOnderzoeksgroepSport-&BewegingsbeleidvandeFaculteitBewegings-&Revalidatiewetenschappen(KULeuven).Inzijnonderzoekrichthijzichnadrukkelijkopdeprofilingvanbreedtesportersinfunctievanhetontwikkelenenvaliderenvantechnologischeensocialeoplossingenvoorduurzaamenverantwoordsportenenbewegen.
16.Internationaalvergelijkendonderzoeknaardeaansturingenondersteuningvansportfederaties:eenanalysevangoodpractices(JeroenScheerder,AnnickWillem,ElienClaesenSandrineBilliet)
JeroenScheerderishoofddocentsportbeleidensportsociologieaandeFaculteitBewegings-&RevalidatiewetenschappenvandeKULeuvenenstaataanhethoofdvandeOnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.Zijnonderzoekfocustopsportbestuurensportparticipatievanuiteensociaalwetenschappelijkperspectief.Hijdoceertbinnenhetvakgebiedvansportbeleidensportmanagement,isgastdocentaandiversebuitenlandseuniversiteitenenwasgastprofessorsportsociologieaandeFaculteitPolitieke&SocialeWetenschappenvandeUGent.HijiseenvandeoprichtersvanhetEuropeseMEASURE-netwerk.Sinds2014ishijvoorzittervandeEuropeanAssociationforSociologyofSport(EASS).
AnnickWillemisdocentinSportmanagementaandevakgroepBewegings-enSportwetenschappen,UGententitularisvandeOlympischeLeerstoelHenrideBailletLatour-JacquesRogge.ZeisdoctorindeToegepasteEconomischeWetenschappen.Haaronderzoeksitueertzichinhetmanagementenbeleidvansportorganisatiesendesportsector,meteenspecifiekefocusopsamenwerkingsverbandenennetwerken,enopethischmanagementinsportorganisaties.Zepubliceerdehaaronderzoekindiversewetenschappelijketijdschriften.AnnickWillemistitularisvandiverseopleidings-onderdelenindeMasterSportmanagementaandeUGentenverantwoordelijkevanuitdezeuniversiteitvoordeBelgianOlympicAcademy.
ElienClaes werktsinds2014alswetenschappelijkmedewerkerbinnendeOnderzoeksgroepSport-&BewegingsbeleidaandeKULeuven.ElienvoertmeerdereonderzoeksprojectenuitinopdrachtvandeEuropeseCommissie,deVlaamseoverheidenVlaamsesportfederaties,waarbijzowelkwalitatievealskwantitatieveonderzoeksmethodenwordengehanteerd.Haaronderzoek,binnenhetdomeinsportbeleiden–management,focustopdeorganisatievansport,zoweloplokaalalsop(inter)nationaalniveau.Hierbijstaatdeorganisatieenwerkingvansportfederatiesensportclubscentraal.
17.Reflecterenoverdesportparticipatiesurvey2014(MarcTheeboom,JeroenScheerderenAnnickWillem)
MarcTheeboomisverbondenalsgewoonhoogleraaraandeFaculteitLichamelijkeOpvoedingenKinesitherapie(LK)endeFaculteitPsychologieenEducatiewetenschappen(PE)vandeVrijeUniversiteitBrussel.HijbehaaldeeendoctoraatindeBewegings-enSportwetenschappeneneenmasterdiplomaindeAgogischewetenschappen(optievrijetijd).HijisvoorzittervandeonderzoeksgroepSport&Society.Zijnonderzoeksinteressegaatuitnaaragogischeenbeleidsmatigeaspectenvan(jeugd)sportinhetalgemeenenspecifiekeaandachtsgroepen(o.m.maatschappelijkkwetsbarejongeren,etnischeminderheden,ouderen)en‘sportplus-initiatieven’inhetbijzonder.MarcTheeboomissinds2012promotorencoördinatorvanhetSteunpuntBeleidsrelevantOnderzoekSport.
JeroenScheerderishoofddocentsportbeleidensportsociologieaandeFaculteitBewegings-&
RevalidatiewetenschappenvandeKULeuvenenstaataanhethoofdvandeOnderzoeksgroepSport-&Bewegingsbeleid.Zijnonderzoekfocustopsportbestuurensportparticipatievanuiteensociaalwetenschappelijkperspectief.Hijdoceertbinnenhetvakgebiedvansportbeleidensportmanagement,isgastdocentaandiversebuitenlandseuniversiteitenenwasgastprofessorsportsociologieaandeFaculteitPolitieke&SocialeWetenschappenvandeUGent.HijiseenvandeoprichtersvanhetEuropeseMEASURE-netwerk.Sinds2014ishijvoorzittervandeEuropeanAssociationforSociologyofSport(EASS).
AnnickWillemisdocentinSportmanagementaandevakgroepBewegings-enSportwetenschappen,UGententitularisvandeOlympischeLeerstoelHenrideBailletLatour-JacquesRogge.ZeisdoctorindeToegepasteEconomischeWetenschappen.Haaronderzoeksitueertzichinhetmanagementenbeleidvansportorganisatiesendesportsector,meteenspecifiekefocusopsamenwerkingsverbandenennetwerken,enopethischmanagementinsportorganisaties.Zepubliceerdehaaronderzoekindiversewetenschappelijketijdschriften.AnnickWillemistitularisvandiverseopleidings-onderdelenindeMasterSportmanagementaandeUGentenverantwoordelijkevanuitdezeuniversiteitvoordeBelgianOlympicAcademy.