Slaap, slaapproblemen en slaapstoornissen€¦ · slaapstoornissen T.J. Tacke, neuroloog en...

Post on 16-Aug-2020

7 views 0 download

Transcript of Slaap, slaapproblemen en slaapstoornissen€¦ · slaapstoornissen T.J. Tacke, neuroloog en...

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep TwenteSlaap, slaapproblemen en

slaapstoornissen

T.J. Tacke,

neuroloog en somnoloog

1

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

2

T. J. (Theo) Tacke, neuroloog en somnoloog

medisch adviseur

Ziekenhuisgroep Twente 1989 - 2018Almelo / Hengelo

Nederlands Slaap Instituut 2016 -Amersfoort

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

3

T. J. (Theo) Tacke, neuroloog en somnoloog

medisch adviseur

Drost Letselschade 2013 -Hengelo Ov.

ICARA 2016 -Nijmegen, Woerden, Alkmaar

Amsterdam

Ergatis 2016 -Nijmegen, Breda, Amsterdam

Zwolle, den Bosch

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

4

Ieder zo z’n hobby…………

Mijn aandachtsgebieden in de neurologie:• Slaap- en waakstoornissen; sinds sept. 2016 de officiële titel ‘somnologist’, expert in sleepmedicine”

• Medische advisering (Drost Letselschade, ICARA, Ergatis)

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

5

Disclosure statement

Op het gebied van de slaap- en waakstoornissen

• Presentaties

UCB Pharma

Boehringer Ingelheim

GSK

• Geneesmiddelonderzoek

Schering Plough

Sanofi Aventis

Lundbeck

Slaap, Slaapproblemen

en

Slaapstoornissen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

Inhoud

7

• Wat is slaap?

• De biologische klok, de invloed er van op het functioneren; de invloed van ploegendienst

• Inzicht in slaapproblemen; hoe te voorkomen dat ze chronisch worden

• Polysomnografie

• Inzicht in slaapstoornissen

• Internationale indeling ervan in hoofdgroepen

• Inzicht in insomnia en de behandeling er van

• Kenmerken van hypersomnolentie

• Hoe kan hypersomnolentie worden gemeten?

• Wat is narcolepsie; hoe wordt de diagnose gesteld? Hoe is de behandeling?

• Welke ademhalinggerelateerde slaapstoornissen zijn er?

• De relatie tussen OSAS en snurken

• Welke behandelingen bestaan er om OSAS aan te pakken?

• Regeling Geschiktheid CBR; wat betekent dit in de praktijk?

• Inzicht in de circadiane ritmestoornissen; wat zijn dit; hoe te diagnosticeren

• De rol van melatonine bij slapproblemen / slaapstoornissen

• Parasomnieen (zoals REM-sleep Behavior Disorder)

• Bewegingsstoornissen in de slaap, zoals headbanging syndrome, RLS/PLMS

• Geneesmiddelen en CBR; gevolgen voor de rijvaardigheid

• Welke disciplines werken er in een ‘slaapteam’? Wat is hun rol?

Deze voordracht duurt ca. 1½ uur. Geen

bezwaar tegen dringende vragen of

opmerkingen tussendoor.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

8

Slaap is zo gewoon dat we er pas over

nadenken, als er problemen mee zijn

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

9

We slapen zo’n 30% van ons leven. Als we

jong zijn wat meer, dan wanneer we oud zijn.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

10

De dagelijkse hoeveelheid slaap is de laatste

50 jaar met ruim 1 uur afgenomen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

11

Het te kort slapen heeft vaak een negatief

effect op het dagelijks functioneren.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

12

De 24-uurs maatschappij is de oorzaak van

deze afname: slaap wordt niet zo belangrijk

gevonden

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

13

40% van de bevolking boven de 18 jaar slaapt

wel eens slecht !

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

14

5% van de bevolking gebruikt wel eens een

slaapmiddel, 2% dagelijks !

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

15

Fouten en ongelukken door slaapgebrek

kunnen grote gevolgen hebben.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

16

In het verkeer…...

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

17

De Tjernobyl ramp vond plaats in de vroege

ochtend……..

Menselijke fout door slaperigheid?

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

18

Slaapgebrek zorgt voor een sterke afname in

productiviteit

Wat is slaap?

www.nswo.nl

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

20

Gedragstoestand gekenmerkt door:

- verminderde activiteit

- stereotype houding

- verminderde respons op stimulatie

- omkeerbaarheid van de situatie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

21

Slaap is een rusttoestand met een laag

bewustzijnsniveau

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

22

Slaap is nodig voor herstel van het lichaam

maar vooral ook voor de hersenen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

23

Tijdens slaap zijn de hersenen wel hard bezig.

Er moet iets hersteld worden, al weten we

(nog) niet precies wat.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

24

Elektrische hersenactiviteit (EEG) laat de

activiteit van de hersenen zien: van wakker

naar diepe slaap verandert er heel veel

wakker

indoezelen

lichte slaap

diepe slaap

REM slaap

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

25

Tijdens het indoezelen worden we minder

bewust van de omgeving en kunnen gedachten

op dromen gaan lijken

wakker

indoezelen

lichte slaap

diepe slaap

REM slaap

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

26

Bij het echte slapen schakelt het bewustzijn uit.

Hierna volgt er een tijdje ondiepe lichte slaap

wakker

indoezelen

lichte slaap

diepe slaap

REM slaap

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

27

Daarna volgt diepe slaap: hier is de kans dat

een persoon zelf wakker wordt het kleinst, en is

hij het moeilijkst wakker te maken

wakker

indoezelen

lichte slaap

diepe slaap

REM slaap

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

28

Het volgende slaapstadium is REM-slaap.

REM staat voor ‘Rapid Eye Movements’, naar

de snelle oogbewegingen in dit slaapstadium

wakker

indoezelen

lichte slaap

diepe slaap

REM slaap

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

29

Wordt iemand uit de REM-slaap gewekt, dan

kan vaak een mooi samenhangend verhaal

verteld worden: een droom!

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

30

Het slaappatroon heeft elke ± 1.5-2 uur een

afwisseling van lichte slaap, diepe slaap en

REM slaap; de slaapcycli.

HYPNOGRAM

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

31

Later in nacht is er meer REM-slaap, en

minder diepe slaap, en een grotere kans op

wakker worden

HYPNOGRAM

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

polysomnografie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

33

Een volwassene heeft gemiddeld 7 à 8 uren

slaap nodig. Sommigen kunnen met minder

slaap toe, anderen slapen langer.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

34

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

35

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

36

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

38

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

39

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

41

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

42

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

43

Kort slapers

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

44

Einstein

langslaper

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

45

Naast slaapduur is slaapdiepte van belang.

Na langer wakker zijn wordt vooral dieper

geslapen.

NREM

sla

ap d

iepte

Na 16 uur wakker

Na 40 uur wakker

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

Slaapregulatie

46

2-processen model voor slaapregulatie

(Beersma, 2002)

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

47

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

48

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

49

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

50

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

51

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

52

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

53

De biologische klok

www.nswo.nl

licht

Melatonine productie

De biologische klok zorgt voor fysiologische

processen in het lichaam die samenhangen

met de circadiaanse ritmiek.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

56

Voor de dagactieve mens is ‘s nachts de beste

tijd om te slapen. De biologische klok stuurt

het dagelijks ritme van lichaamsfuncties

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

57

De biologische klok zorgt ervoor dat we in de

loop van de avond slaperig worden zodat we

‘op tijd’ naar ons bed verlangen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

58

De biologische klok zorgt er voor dat ons

lichaam ‘s morgens ‘op temperatuur’ is en de

energie heeft om de dag te beginnen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

59

De biologische klok blijft in de pas met de

dag/nacht afwisseling door het zien van licht

en de overgangen van licht en donker

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

60

Het is moeilijk om het dagelijks ritme snel te

veranderen. Dat merken we bijvoorbeeld bij

‘jetlag’ en werken in ploegendienst

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

61

Aanpassen gaat gemakkelijker en sneller

na vliegen naar het westen, dan andersom

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

62

Het aanpassen van het lichaamsritme aan een

nieuwe licht/donker situatie duurt een aantal

dagen en veroorzaakt slechter functioneren

Slaapstoornissen

&

hun behandeling

www.nswo.nl

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

64

De meeste mensen hebben wel eens te maken

met een slaapprobleem

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

65

Oorzaken van slaapproblemen:

o.a. lange / onregelmatige werktijden

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

66

Oorzaken van slaapproblemen:

o.a. omgevingslawaai

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

67

Oorzaken van slaapproblemen:

o.a. slechte slaapgewoonten

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

68

Oorzaken van slaapproblemen:

o.a. hoge werkdruk, mentale overbelasting

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

69

Als het slaapprobleem het dagelijks leven

ernstig verstoort, spreken we van een

slaapstoornis

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

70

Oorzaken van slaapstoornissen:

lichamelijke of psychische ziekten

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

71

In slaapcentra is veel ervaring met

slaapstoornissen en hun behandeling

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

72

De Federatie algemene

SlaapCentra (FSC) werd

opgericht in 2010

Slaapcentra in 2010:

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

73

In 2015 ging de FSC op in

de Slaap Vereniging

Nederland

Slaapcentra in 2018

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

74

De Nederlandse vereniging voor

Slaap – Waak Onderzoek

Alles over slapen en

slaaponderzoek

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

75

Polygrafie, klinische en ambulante (video)

Polysomnografie, Multiple Sleep Latency Test

(MSLT), Actigrafie, DLMO

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

76

Er zijn op dit moment ruim 80 verschillende

slaapstoornissen bekend, ingedeeld in een aantal

hoofdgroepen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

77

hoofdgroepen

• Insomnia

• Sleep related breathing disorders

• Hypersomnias of central origin

• Circadian rhythm sleep disorders

• Parasomnias

• Sleep related movement disorders

• Isolated symptoms and normal variants

• Other sleep disorders

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

78

1. Insomnia

2. Ademhalinggerelateerde

slaapstoornissen (OSAS)

3. Narcolepsie/kataplexie

4. Restless Legs Syndroom

5. Parasomniën

6. Circadiaanse ritmiekstoornissen

Deze aandoeningen zullen achter-eenvolgens nader worden besproken.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

79

Per slaapstoornis worden tevens de gevolgen voor het rijbewijs groep 1 en rijbewijs groep 2 aangegeven.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

80

Chronische insomnia

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

81

• Insomnia (slapeloosheid) komt veel voor: 7%

van de bevolking heeft regelmatig last van

slapeloze nachten

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

82

• Vaak kan verandering in slaapgedrag de vicieuze cirkel van slapeloosheid al verbreken, eventueel samen met kortdurend medicatie.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

83

Chronische slapeloosheid leidt tot irritatie,

concentratieproblemen, tot vitale uitputting en

mogelijk zelfs psychiatrische aandoeningen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

84

Slaapmedicatie kan soms uitkomst bieden.

Vanwege verslaving kan dit alleen tijdelijk. Een

slaapspecialist kan helpen met de oplossing

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

85

Dé behandeling bij insomnia

Cognitieve gedragstherapieIndividueel of groepsgewijs

door

Klinische psychologen of

Slaapoefentherapeuten (Mensendieck/Cesar)

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

86

• Chronische insomnia leidt tot vermoeidheidsklachten overdag, vrijwel nooit tot hypersomnolentie.

• De Regeling eisen rijgeschiktheid heeft geen restricties voor patiënten met chronische insomnia.

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

87

Salo et al., SLEEP, Vol. 33, No. 10, oct. 2010

Risico op arbeidsongeschikt-heid bij chronisch gebruik van slaapmedicatie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

88

hypersomnolentie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

89

• Excessieve hypersomnolentie overdag komt

voor bij 6% van de bevolking en kan leiden

tot ontwrichting van het dagelijks leven.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

90

Meeting hypersomnolentie

Subjectief:

o.a.

Epworth Sleepiness Scale (ESS)

Objectief:

Multiple Sleep Latency Test

(MSLT)

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

91

Epworth Sleepiness Scale

Zittend tijdens een gesprek met iemand *

Tijdens passieve ontspanning (zitten, lezen) *

Inactief zitten in openbare gelegenheid (vergadering, wachtkamer) *

Als bijrijder in een auto of in de trein, tijdens een uur durende rit *

In de middag even rustig liggend *

Bij het TV kijken *

Rustig zitten na een lunch zonder alcohol *

In de auto, als u een paar minuten stilstaat in het verkeer *

Totaalscore **

* antwoord: 0 = nooit1 = kleine kans2 = redelijke kans3 = grote kans

** normaal: < 11

De kans op indutten ……

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

92

Multiple Sleep Latency Test

Slaaplatentie: 0-5 min. : ernstig slaperig

6-10 min. : matig slaperig

11-15 min.: gering slaperig

SO-REM

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

93

Narcolepsie

a. slaapaanvallen

b. kataplexie-aanvallen: de spieren zijn kort verlamd bij helder bewustzijn.

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

94

Narcolepsie

kataplexie-aanval

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

95

Narcolepsie

Kataplexie aanval uitgelokt door emotie

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

96

narcolepsie – kataplexie medicatie

Tegen de hypersomnolentie• Amfetamines (Ritalin®)• Modafinil (Modiodal®)

Tegen de kataplexie• Clomipramine (Anafranil®)• Venlafaxine (Efexor®)

Tegen hypersomnolentie èn kataplexie• GammaHydroxyBoterzuur (Xyrem®)

De behandeling van hypersomnolentie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

97

Paragraaf 7.3.2.1. Rijbewijzen van groep 1

Personen met narcolepsie of idiopathische hyper-somnolentie kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt.

De criteria voor een adequate behandeling van narcolepsie en idiopatische hypersomnolentie zijn minimaal:

– Epworth Sleeping Scale (ESS) score van kleiner dan 11

– beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen.

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

98

Regeling eisen geschiktheid 2000Geldend vanaf 12-05-2017 t/m heden

Paragraaf 7.3.2.2. Rijbewijzen van groep 2

Personen met narcolepsie zijn permanent ongeschikt.

Personen met idiopatische hypersomnolentie kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt. Criteria voor een adequate behandeling van idiopathische hypersomnolentie zijn minimaal:

– Epworth Sleeping Scale (ESS) score van kleiner dan 11

– beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

99

Ademhaling-gerelateerde slaapstoornissen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

100

• Een mogelijke oorzaak van excessieve hypersomnolentie is het obstructieve slaapapneu syndroom (OSAS), een stoornis van de ademhaling tijdens de slaap

Snurken en obstructief slaapapneu syndroom

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

101

Snurken, en OSAS

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

102

Luid snurken (zonder apneu’s) is een

sociaal probleem, en geen ziekte

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

103

Slaapapneu komt in 2 – 5 % van de bevolking voor,

vooral bij mannen van middelbare leeftijd met

overgewicht

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

104

De “antisnurk-beugel”, ofwel mandibulair

repositie apparaat (MRA) voor snurken en

licht/gemiddeld OSAS

Behandeling van OSAS

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

105

Bij gemiddelde en m.n. ernstige vormen van OSAS wordt “continuus positive airway pressure” (CPAP) toegepast

video

Behandeling van OSAS

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

106

Verschillende soorten CPAP-maskers

Behandeling van OSAS

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

107

Bij positie afhankelijke lichte en gemiddelde

vormen van OSAS (op de rug slapen), wordt de

slaappositie training (SPT) toegepast

Behandeling van OSAS

NightBalance®

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

108

Bij positie afhankelijke lichte en gemiddelde

vormen van OSAS (op de rug slapen), wordt de

slaappositie training (SPT) toegepast

Behandeling van OSAS

NightBalance®

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

109

Bij positie afhankelijke lichte en gemiddelde

vormen van OSAS (op de rug slapen), wordt de

slaappositie training (SPT) toegepast

Behandeling van OSAS

NightBalance®

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

111

Paragraaf 7.3.1.1 Rijbewijzen van groep 1

Personen met obstructief slaapapnoesyndroom (OSAS) kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste twee opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt.

Onder adequate behandeling wordt in dit verband verstaan: een Apneu-Hypopneu-Index (AHI) van kleiner dan 15 per uur, beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen.

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

112

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Paragraaf 7.3.1.2. Rijbewijzen van groep 2

Personen met obstructief slaapapnoesyndroom (OSAS) kunnen geschikt worden verklaard als op basis van een specialistisch rapport blijkt dat gedurende ten minste drie opeenvolgende maanden adequate behandeling plaatsvindt.

Onder adequate behandeling wordt in dit verband verstaan: een Apneu-Hypopneu-Index (AHI) van kleiner dan 15 per uur, beoordeeld door een specialist met ervaring op het gebied van slaapgerelateerde stoornissen.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

113

Bewegingsstoornissen in de slaap

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

114

Een andere oorzaak van slaperigheid kan zijn

het slecht in slaap komen door pijnlijke,

onrustige benen, Restless Legs Syndrome

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

115

Restless Legs Syndrome

(RLS)

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

116

Periodic Leg Movements

in the Sleep (PLMS)

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

Medicatie tegen RLS en PLMS

1. dopamine agonisten

• pramipexol (Sifrol®), ropinirol (Adartrel®), rotigotine (Neupro®)

2. anti-epileptica

• clonazepam (Rivotril®)

• gabapenin (Neurontin®), pregabaline (Lyrica®)

3. opioiden

• tramadol, oxycodon

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

118

• RLS en PLMS leiden vrijwel nooit tot hypersomnolentie.

• De Regeling eisen rijgeschiktheid heeft geen restricties voor patiënten met RLS en PLMS.

• Indien RLS optreedt tijdens zitten bij autorijden en onbehandelbaar zou zijn, dient wel beoordeling plaats te vinden.

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

119

Parasomnieën

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

120

Parasomnie is de verzamelnaam voor

verschijnselen als slaapwandelen, nachtelijke

angstaanvallen en slaapdronken zijn

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

121

REM-sleep Behavior Disorder

(RBD)

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

122

Headbanging syndrome

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

123

Headbanging syndrome

video

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

124

Slaapwandelen is een gevolg van ‘niet helemaal’

wakker worden. Dit kan voorkomen bij o.a. psychische

ziekten, koorts, alcoholgebruik en slaaptekort.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

125

Een regelmatiger slaappatroon, minder stress,

of hypnose kunnen soms uitkomst bieden

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

126

Veel gebruikte medicatie bij parasomnieën

• clonazepam

• amitriptyline, nortriptyline

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

127

• Parasomnieën leiden vrijwel nooit tot hypersomnolentie.

• De Regeling eisen rijgeschiktheid heeft geen restricties voor patiënten met parasomnieën.

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

128

Circadiane ritmestoornissen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

129

Het circadiane ritme wordt gemaakt in de nucleus suprachiasmaticus, die is gelegen in het basale deel van de hypothalamus, vlak boven het chiasma opticum, sterk onder invloed van licht.

Biologische klok

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

130

Circadiane ritme-stoornis is het gevolg van een

probleem met de biologische klok: …te vroeg, te

laat, niet elke 24 uur, verbrokkeld …

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

131

Bij stoornissen van de biologische klok speelt

melatonine een belangrijke rol.

SCN Glandula pinealis

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

132

Vertraagde slaapfase syndroom

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

133

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

• Circadiane ritmestoornissen leiden vrijwel nooit tot hypersomnolentie.

• De Regeling eisen rijgeschiktheid heeft geen restricties voor patiënten met circadiane ritmestoornissen.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

134

Categorie Omschrijving effect vergelijkbaar bloedalcoholgehalte

I geen/weinig negatieve invloed < 0,5 promille

II licht/matig negatieve invloed 0,5- 0,8 promille

III ernstige of potentieel > 0,8 promille

gevaarlijke invloed

Hoofdstuk 10. Geneesmiddelen

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

135

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Paragraaf 10.4. Psychostimulantia

Hieronder vallen de groep amfetamines (o.a. dexamfetamine, amfetamine en methylfenidaat) en de groep overige psychostimulantia (modafinil).

Gebruik van deze geneesmiddelen maakt iemand ongeschikt. Een uitzondering is mogelijk voor zover psychostimulantia in therapeutische dosering gebruikt worden voor de behandeling van ADHD bij volwassenen, narcolepsie of pathologische hypersomnolentie. Wanneer er geen rijgevaarlijke bijwerkingen zijn, bestaat er in die gevallen geschiktheid.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

136

Regeling eisen geschiktheid 2000Meest recente versie

Paragraaf 10.5. Hypnotica, sedativa, anxiolytica

Personen die behandeld worden met barbituraten zijn ongeschikt.

Personen die benzodiazepinen gebruiken met een ernstige of potentieel gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid (categorie III) zijn ongeschikt.

Personen die - in een therapeutische dosis – benzodiazepinen gebruiken die geen tot matig negatieve invloed hebben op de rijvaardigheid (categorie I en II), kunnen geschikt worden verklaard. Voor middelen uit categorie II geldt dat er bij chronisch gebruik een week na de start van de behandeling ongeschiktheid is.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

137

Diagnostiek en therapie voor slaapproblemen en m.n. slaapstoornissen kan het beste onder deskundige begeleiding plaats vinden. Een somnoloog (slaapspecialist) heeft hiervoor een brede kennis.

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

139

Multidisciplinaire samenwerking

Samenstelling ‘Slaap-Team’• Neurologen

• Longartsen

• KNO-artsen

• Kinderartsen

• Psychiaters

• Klinisch psychologen

• Slaaptherapeuten

• KNF-laboranten / somno-technologen

• Longfunctie-laboranten

• Sociaal/psychiatrisch verpleegkundigen

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

140

Een goede nachtrust is van groot belang voor het functioneren overdag(en andersom!)

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

141

Echter:

Vaak worden de symptomen gemist!

Dus:

Weest waakzaam bij slaapstoornissen!

‘take home message’

Afdeling

Slaapgeneeskunde

Ziekenhuisgroep Twente

142

Tijd voor vragen

Bedankt voor uw aandacht !

Bedankt voor uw

aandacht !