Safety, quality & environmental services Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de...

Post on 12-May-2015

216 views 3 download

Transcript of Safety, quality & environmental services Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de...

Safety, quality & environmental services

Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de normen?

Branddetectie

2013

Bart Vanbever

Lead Technical Manager Safety

Vinçotte

Inhoud

1. Branddetectie: rol in brandveiligheid

2. Branddetectie in de regelgeving4 voorbeelden waaronder AREI (onlangs gewijzigd)

3. Branddetectie in normen & andere voorschriften

4. Controles & branddetectie – praktisch bekeken

1. Evolutie van een brandTe

mpe

ratu

ur

TijdOnsteking Smeulfase Opwarming Afkoeling

Pre-flashover Post-flashover

Fla

shov

er

ISO 834brandcurve

Det

ectie RWA

SprinklerReactie bij brand

Brandweerstand

1. Brandveiligheid = een evenwicht …

Actievebeveiliging

Passievebeveiliging

Organisatie

Integratie

1. Brandveiligheid - Passief

Passievebeveiliging

• Stabiliteit bij brand• Brandwerende

scheiding– Wanden– Deuren– Doorvoeringen

• Gedrag bij brand– Gebruikte materialen

1. Brandveiligheid - Actief

Actievebeveiliging

• Detectie• Rook- en Warmte

afvoer• Automatische

blussystemen– Sprinklers & schuim– Gasblussystemen

• Manuele blusmiddelen

1. Brandveiligheid - Organisatie

Organisatie

• Procedures, instructies, …• Oefeningen, onderhoud, controle, …

– Evacuatie, blusoefeningen, bevoegde personen, …

1. Brandveiligheid - Integratie

Actievebeveiliging

Passievebeveiliging

Organisatie

• Integratie: evenwichtige brandveiligheid?• Scenario’s: werkt alles correct samen?

• Branddetectie = startsignaal voor scenario’s!

Integratie

1. Scenario’s

Scenario’s Te activeren installaties:

Detectie in zone:

Deuren X Deuren Y HVAC Z Alarm … Enz.

Zone 1 X - X X

Zone 2 - X - X

Zone 3 - X - X

Zone 4 - - X X

Enz.

• “lacune” in de voorschriften• Correcte werking = essentieel• Vaak problemen bij oplevering

2. Branddetectie in de regelgeving

Definities

Branddetectie

– Installatie verplicht?

– Welke installatie-eisen?

– Onderhoud en controle

2. Melding, Waarschuwing- en Alarm

Definities (zie regelgeving)

MELDING - verwittigen brandweer

WAARSCHUWING - verwittigen bepaalde personen

ALARM - bevel tot ontruimen van alle personen

2. Melding, Waarschuwing- en Alarm

Voorbeelden van oplossingen

Melding– Telefoon, via meldkamer, automatische melding, ...

Waarschuwing– detectie, drukknoppen, interne telefoon, ...

Alarm– sirenes, ...

2. MWA - Wat staat in de regelgeving?

Definities In welk geval te installeren? Welke uitrusting? Type bekabeling Autonomie Onderhoud Controle Informatie, opleiding, procedures, …

2. MWA - Wat staat in de regelgeving?

Enkele voorbeelden:

1. ARAB art.52 (+ toelichting nieuw KB)– Federaal, FOD WASO– Werkgevers – Werknemers context– Welzijnswet – Codex Welzijn op het Werk

2. KB « Basisnormen »– Federaal, FOD BiZa– « nieuwe » gebouwen: laag, middelhoog, hoog, industrie

3. Ouderenvoorzieningen in Vlaanderen

4. AREI – Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties– + Risicoanalyse elektriciteit

2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52

Definities

– Melding:• Geen definitie van « melding »,

maar zie 52.10.5 – « waarschuwing » van de brandweer

– Waarschuwing:• inlichting aan bepaalde personen – begin van brand of gevaar

– Alarm:• verwittiging aan geheel van personen – bepaalde plaats ontruimen

2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52

In welk geval te installeren?

– De werkgever moet waarschuwings- en alarmmiddelen aanbrengen:

a) als hij tenminste 50 werknemers tewerkstelt in éénzelfde gebouw of in verscheidene naburige gebouwen die een geheel vormen;

b) als het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat hij bezet, een lokaal van de eerste groep omvat;

of als hij verscheidene verdiepingen van een gebouw bezet.

2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52

Welke uitrusting?52.10.2. De waarschuwings- en alarmposten moeten voldoende in aantal

zijn, gemakkelijk bereikbaar, in goede staat van werking en onderhoud verkeren, oordeelkundig verdeeld en doeltreffend aangeduid zijn.

52.10.3. De waarschuwings- en alarmsignalen mogen geen verwarring kunnen stichten met elkaar of met andere signalen.

De alarmsignalen moeten door de belanghebbenden kunnen waargenomen worden.

52.10.4. De elektrische netten voor de waarschuwing en het alarm moeten verschillend zijn.

52.10.5. De waarschuwing van de bevoegde brandweer gebeurt telkens er een begin van brand is. Als deze waarschuwing gebeurt door een gezichts- of geluidssignaal, dan wordt ze per telefoon bevestigd.

Type bekabeling– Niet vermeld / zie 52.10.4

2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52

Autonomie– Niet vermeld

Onderhoud– Zie art.52.11

Controle– Zie art.52.11– « … geregeld door de werkgever, zijn aangestelde of zijn

afgevaardigde, onderzocht worden. »

Informatie, opleiding, procedures, …– Zie « Welzijnswet » & « Codex Welzijn op het Werk »

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

Koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van

de basisnormen voorde preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen– Meer info en interpretaties, illustraties, schema’s, …– http://besafe.be/nl/brandpreventie/interpretaties

Voorbeeld gebaseerd op de nieuwe bijlagen2/1 – 3/1 – 4/1 - lage, middelhoge en hoge gebouwen

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

Overzicht - artikels Definities bijlage 1 – 5.7 In welk geval te installeren?

6.1.3.1, 6.1.4, 6.2, 6.3, 6.7.1.3 Welke uitrusting? 6.7.4.1, 6.7.5, 6.8,

6.9 (enkel HG) Type bekabeling 6.5.2, 6.8.4 Autonomie 6.5.2, 6.5.3 Onderhoud --- Controle --- Informatie, opleiding, procedures, …

---

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

Definities – bijlage 15.7 Ontdekking, detectie, melding, waarschuwing, alarm.

Een brand kan worden:– ontdekt door één of meer personen;– gedetecteerd door één of meer automatische middelen.

De melding bestaat erin de brandweer te informeren over de ontdekking of de detectie van een brand.

De waarschuwing behelst het doorgeven van de ontdekking of de detectie van een brand aan de organisatorisch daarbij betrokken personen.

Het alarm beveelt de gebruikers hun compartiment te verlaten.

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

In welk geval te installeren? (bijlage 2/1, 3/1, 4/1)– 6.1.3 Liften en goederenliften waarvan de machinerie zich in de schacht bevindt.

• 6.1.3.1 Wanneer er een algemene of gedeeltelijke detectie vereist is, wordt een rookdetectie geplaatst boven aan de schacht. In geval van detectie van rook in de schacht, zal de cabine stoppen overeenkomstig 6.1.1.7. De rookdetectie in de schacht moet zo voorzien worden dat het onderhoud en de controle ervan van buiten de schacht kunnen geschieden.

• De lift zal uitsluitend door een bevoegd persoon weer in werking gesteld kunnen worden.

– 6.1.4 Oleohydraulische liften• … Een vaste snelblusser, waarvan de inhoud wordt bepaald in verhouding tot de gebruikte hoeveelheid

olie of tot het volume van de machinekamer, beschermt de machines. Hij wordt bediend door een thermische detector.

• In geval van detectie van brand van de machine, zal de cabine stoppen overeenkomstig 6.1.1.7.

– 6.2. Paternosterlift, containertransport en goederenlift met laad- en losautomatisme.• … Bij brand worden de installaties buiten dienst gesteld.

– 6.3 Roltrappen.• 6.3.3 De roltrap wordt automatisch uitgeschakeld zodra er brand gedetecteerd wordt in een compartiment

waarheen hij leidt.

– 6.7 Aëraulische installaties• 6.7.1.3 Beperking van het hergebruik van lucht• … In beide gevallen wordt de recyclagelucht automatisch naar buiten afgevoerd, wanneer hierin rook aanwezig

is.• Bovenvermelde voorzieningen (brandwerende klep op de recyclagelucht en rookdetectie in het extractiekanaal)

zijn echter niet vereist voor luchtbehandelingsgroepen met een debiet kleiner dan of gelijk aan 5000 m³/h, die slechts één enkel lokaal bedienen.

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

Welke uitrusting? (bijlage 2/1, 3/1, 4/1)– 6.7.4 Brandwerende kleppen

• 6.7.4.1 Bediening– Indien een algemene branddetectie-installatie verplicht is, zijn de brandwerende

kleppen op de grenzen van de compartimenten van het bedieningstype B.– In geval van detectie worden de kleppen van het geteisterde compartiment

automatisch gesloten.

– 6.7.5 Bediening bij brand van de aëraulische installaties– In de zones van het gebouw, die uitgerust zijn met een branddetectie-installatie,

worden de luchtbehandelingsgroepen die enkel het geteisterde compartiment bedienen, stilgelegd bij detectie van brand.

– 6.8 Inrichtingen voor melding, waarschuwing, alarm en brandbestrijdingsmiddelen.

– Deze inrichtingen worden bepaald op advies van de bevoegde brandweer.– 6.8.3 Brandmelding– 6.8.4 Waarschuwing en alarm

– 6.9 (enkel HG) Aëraulische installaties voor rookafvoer.

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

Type bekabeling 6.5 Elektrische laagspanningsinstallaties voor

drijfkracht, verlichting en signalisatie. 6.5.1 - AREI 6.5.2 - De elektrische leidingen die installaties of

toestellen voeden die bij brand absoluut in dienst moeten blijven, … (zie volgende slide)

6.8.4 Waarschuwing en alarm– … Hun elektrische kringen verschillen van elkaar.

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

Type bekabeling

6.5.2 De elektrische leidingen die installaties of toestellen voeden die bij brand absoluut in dienst moeten blijven, worden zodanig geplaatst dat de risico’s van algehele buitendienststelling gespreid zijn.

Op hun tracé tot aan het compartiment waar de installatie zich bevindt, hebben de elektrische leidingen de volgende brandweerstand:

– ofwel een intrinsieke brandweerstand die minimaal• PH 60 bedraagt volgens NBN EN 50200 voor leidingen waarvan de buitendiameter kleiner is dan of gelijk aan 20 mm en waarvan de doorsnede van

de geleiders kleiner is dan of gelijk aan 2,5 mm²;• Rf 1 h bedraagt volgens add. 3 van NBN 713-020 voor leidingen waarvan de buitendiameter groter is dan 20 mm of waarvan de doorsnede van de

geleiders groter is dan 2,5 mm²;

– ofwel Rf 1 h, volgens add. 3 van NBN 713-020, voor leidingen zonder intrinsieke brandweerstand die in kokers zijn geplaatst.

Deze vereisten zijn niet van toepassing indien de werking van de installaties of toestellen verzekerd blijft zelfs bij het uitvallen van de energievoeding.

De bedoelde installaties of toestellen zijn: a) de veiligheidsverlichting en eventueel de vervangingsverlichting; b) de installaties voor melding, waarschuwing en alarm; c) de installaties voor rookafvoer; d) de waterpompen voor de brandbestrijding en eventueel de ledigingspompen; (LG-MG) e) de liften bestemd voor de evacuatie van personen met beperkte mobiliteit

bedoeld in punt 6.4. (HG) e) de machinerie van de liften met prioritaire oproep en de liften bestemd voor

de evacuatie van personen met beperkte mobiliteit bedoeld in punt 6.4.

2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen

Autonomie Zie ook 6.5.2

6.5.3 Autonome stroombronnen.

– De stroomkringen waarvan sprake in 6.5.2 moeten kunnen gevoed worden door één of meer autonome stroombronnen; het vermogen van die bronnen moet voldoende zijn om gelijktijdig alle aan die stroomkringen aangesloten installaties te voeden.

– Zodra de normale stroom uitvalt, verzekeren de autonome bronnen automatisch en binnen één minuut, de werking gedurende één uur van de bovenvermelde installaties.

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Referenties & Bronnen

9 DECEMBER 2011. — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf moeten voldoen en tot bepaling van de procedure voor de uitreiking van het attest van naleving van die normen [B.S. 09.03.2012]

www.vipa.be/brandveiligheid - tekst + toelichting

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Definities = “standaard”

Melding = brandweer verwittigen

Waarschuwing = verantwoordelijken binnen de organisatie verwittigen

Alarm = evacuatiesignaal

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Verplicht! Rekening houden met grootte, toestand, risico, … Voldoende in aantal Oordeelkundig gespreid Zichtbaar, gesignaleerd, … Gebruiksinformatie Geen verwarring met andere signalen

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Specifiek waarschuwing en alarm:– De waarschuwings- en alarmseinen of alarmberichten

moeten door alle betrokken personen opgevangen kunnen worden en mogen niet onderling noch met andere seinen worden verward.

– Het waarschuwings- en alarmsysteem moet gekoppeld worden aan het eventueel aanwezige personenoproepsysteem met aanduiding van de getroffen zone.

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Sturingen vanuit de centrale 3.7 Ontgrendeling buitendeuren en deuren in

evacuatiewegen :-positieve veiligheid electromagnetische of –mechanische sloten-automatische ontgrendeling in geval van branddetectie of alarm-lokaal te openen of vanop afstand

4.4.1. Deuren met vrijloop van kamers of andere lokalen en dit in nog te ontwerpen inrichtingen

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Sturingen vanuit de centrale 6.5.3. Bediening bij brand van de aëraulische installaties :

- Automatisch stilleggen van de luchtbedieningsgroepen in geteisterde compartiment bij detectie van rook

-Plaatsing centraal bedieningsbord in overleg brandweer om bepaalde elementen uit de installatie manueel te bedienen.

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

In welk geval te installeren?

Nieuwe en Bestaande Ouderenvoorzieningen!

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Algemene automatische branddetectieNieuwe installaties

Conform NBN S21-100

en van het type “algemene bewaking”

Tips:– Opnemen in het lastenboek!– Brandweer raadplegen

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Algemene automatische branddetectieBestaande installaties

Branddetectie: uitbreiden naar “algemeen”=> belangrijkste uitdaging

Conform met “regels van goed vakmanschap”d.i. in principe NBN S21-100 …toegepast met zin voor realiteit(bv. bestaande bekabeling, “algemeen”, …)

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Algemene automatische branddetectieBestaande installaties

Uit de officiële toelichting:

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Algemene automatische branddetectieBestaande installaties

Uit de officiële toelichting:

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Algemene automatische branddetectieBestaande installaties

Uit de officiële toelichting:

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Elektrische installaties

6.3. Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie

– 6.3.1. Ze voldoen aan de voorschriften van de geldende wettelijke en reglementaire teksten, alsook aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).Elektrische verwarming is toegelaten, met uitzondering van toestellen met zichtbare weerstand

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Elektrische installaties

6.3. Elektrische laagspanningsinstallaties voor

drijfkracht, verlichting en signalisatie

6.3.2. Veiligheidsverlichting en eventueel noodverlichting, installaties voor MELDING, WAARSCHUWING, ALARM, installatie voor rookafvoer dienen aangesloten worden op autonome stroombronnen ( 1’ en 1h)

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Onderhoud en Controle

7.1. Algemene bepalingen7.1.1. De technische uitrusting van de voorziening wordt in goede staat

gehouden.

7.1.2. De directie van de voorziening zorgt ervoor dat de keuringen, bezoeken en controles, vermeld in 7.1.3 en 7.1.4, uitgevoerd worden en dat de resultaten ervan aantoonbaar zijn met een verslag of factuur. De betreffende documenten worden gebundeld in een veiligheidsregister. Dat veiligheidsregister moet permanent ter inzage liggen in de voorziening voor de bevoegde instanties.

7.1.3. Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen, moeten de controles van de installaties minstens binnen de aangegeven termijnen worden uitgevoerd volgens de frequentie in onderstaande tabel :

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

te controleren frequentie uitvoerder van de controle1. liftinstallatie jaarlijks EDTC

2. laagspanningsinstallatie na elke wijziging enminstens om de 5 jaar EDTC (Erkend Organisme)

3. hoogspanningsinstallatie jaarlijks EDTC (Erkend Organisme)

4. branddetectie en alarminstallatie jaarlijks EDTC

5. brandbestrijdingsmiddelen jaarlijks bevoegd persoon of installateur

6. verwarmingsinstallatie (inclusiefwarmwaterbereiding), aëraulische installaties, schouwen en stook- plaatsen

jaarlijks bevoegd installateur

7. gasinstallatie na elke wijziging enminstens om de 5 jaar EDTC

8. veiligheidsverlichting 3 maandelijks beheerder9. toestand evacuatiewegen enbrandwerende deuren 3 maandelijks beheerder

Overzicht periodieke controles – 7.1.3

2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen

Informatie, opleiding, procedures, …

Brandpreventie & brandbestrijding voor personeel– Bij indienstneming + jaarlijks opfrissen– Inhoud opgenomen in het besluit

• Instructies bij brand, Eerste bluspoging, Evacuatie, Signalisatie, …

– “geregeld” evacuatieoefeningen– Jaarlijkse rapportage

Informatie voor bezoekers

2.4 Voorbeeld 4 – Elektrische installaties

Referenties:

K.B. 23 april 2013 —Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties(vanaf 4 september 2013 van toepassing)

K.B. 4 DECEMBER 2012. — Koninklijk besluit betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen

2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties

1970 1980 1990 2000

1975 1985 1995

1950

2005

20101960

1955 1965 2015

OUDE elektrische installatieElektrische installaties

Periodieke controle AREI

Risicobeoordeling (11 risico’s) en algemene preventiemaatregelen

Minimale voorschriften

AREIBijlage I van KB 2012

Gelijkvormigheidsonderzoek AREI1ste Controle

Dossier van de elektrische installatie

Controles

Risicoanalyse

Documentatie

Bekwaamheid, opleiding en instructies voor BA4/BA5 Werken

2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties

Productie Omvorming

Transport Gebruik

Vaste leidingen van:

- communicatie;- informatietechnologie;- signalisatie;- bediening.

BRANDGEVAAR BE2

Uitbreiding toepassingsgebied

2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties

Vitale installatie

GBE2

Elementaire stroombaan

Stroombaan

Vitale installatie

Vitale stroombaan

Autonome stroombron

2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties

Vitale installatie

GBE2

- Redundante voeding(en)- Hoofdvoeding individueel

gevoed vanuit algemeen laagspanningsbord

- Automatische omschakeling

- Hulpvoeding via afzonderlijke stroombaan

3. MWA - componenten

Regelgeving voor componenten

– Bouwproductenverordening => CE

– Zie brochure FOD Economie• “Een gewijzigd kader voor het verhandelen van bouwproducten”• http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/general/quoi_de_neuf

_pour_la_commercialisation_des_produits_de_construction_.jsp

– Praktisch voor detectie: EN 54 (geharmoniseerde normen)

– [!] CE = alle toepasselijke richtlijnen / verordeningen

3. MWA - normen

Normen en andere voorschriften– Melding: ---– Waarschuwing:

• Detectie:– NBN S21-100 of buitenlandse normen / voorschriften– NFPA, NEN, VDS, …

• Andere waarschuwingsmiddelen: ---

– Alarm:• België: ---• Alternatieven:

– NEN 2575 – ontruimingsinstallaties– …

4. Controles & branddetectie

Controleorganisme?

Welke controles?

Controles & bouwproces

4. Actoren

Betrokken partijen

Van concept tot gebruik

Investeerder - Bouwheer

Architect - Studiebureau

Eigenaar / Gebruiker

Fabrikanten – Leveranciers - Installateurs

Overheid

Brandweer

Verzekeringen-CEA, Assuralia-Maatschappijen, Makelaars

Advies

VoorschriftenVergunningen Advies Voorschriften

Polis-voorwaarden

(ver)nieuwbouw

4. Controleorganisme?

Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC)

Erkend organisme

Derde onafhankelijke partij

Bevoegd persoon

4. EDTC, Erkend organisme, ...

In functie van de voorschriften, b.v.: AREI : erkend organisme

– K.B. 10 augustus 2005

Hijs- en hefwerktuigen: EDTC– Codex - K.B. 29 april 1999– ARAB art.280 & 281 (erkend organisme)

Derde onafhankelijke partijBrandveiligheid

4. Spelregels?

Accreditatie– Kwaliteitssysteem - audit door BELAC

(= overheid)– ISO 17000-reeks – systeem + techniek

Verplicht door regelgeving– bv. liften, elektriciteit, …

Via Normen, Assuralia, vrijwillig, …– bv. Branddetectie, Sprinklers, RWA, …

4. Spelregels - praktisch

Controleorganisme = privébedrijf– met “erkenning” door de “overheid”

dwz.– Geen toezicht houdende overheid– Geen "Politie“– Geen “initiatiefrecht”

4. Spelregels - praktisch

Een controle gebeurt niet "Automatisch" of " Willekeurig“

maar

op basis van een aanvraag of een contract met een opdrachtgever.

4. Spelregels - praktisch

Voor elke controle wordt een verslag opgesteld.

– Dit verslag is een vertrouwelijk document.

– Enkel de opdrachtgever krijgt het verslag.

– Uitzondering is mogelijk mits toestemming van de opdrachtgever om het verslag rechtstreeks door te geven aan derden.

4. Spelregels - praktisch

De controles gebeuren op basis van:

– Regelgeving– Normen– Codes van goede praktijk– Lastenboek– …

– maw. vooraf duidelijk vastgelegde criteria

4. Ter info: “bevoegd persoon”

Deskundig– Aantoonbaar

Beschikken over:– de nodige middelen

• b.v. geijkte meetapparatuur

– de nodige tijd

Georganiseerd– systematische & aantoonbare aanpak

4. Type controles - inhoudelijk

Producten– Bouwproductenverordening, CE

Nieuwe brandbeveiligingsinstallaties– Dossier & berekeningen– In situ: controle & testen

Periodiek brandbeveiliging– Werking, staat, …– Wijzigingen?

NBN S21-100Punt 4.2

NBN S21-100Punt 6

NBN S21-100Punt 8

4. Type controles – verplichting – wat?

Verplicht door regelgeving– Expliciet verplicht

of– Codex & art.52: regelmatig nazicht, in goede staat houden,

“Verplicht” door verzekering, normen, code van goede praktijk, …

4. Type controles – verplichting – wie?

Door “derde onafhankelijke partij”– EDTC– Erkend organisme– Geaccrediteerd– …

Door “bevoegd persoon / technicus”

4. Overzicht controles brand

Uitgebreide & complexe voorschriften– Regelgeving, normen, verzekeringen, ...

Algemeen overzicht kan ...maar per project verschillen ...

Branddetectie – praktisch:– Controle bij oplevering

(nieuwe installaties of delen van …)– Jaarlijkse periodieke controle

Controle ≠ onderhoud

Safety, quality & environmental services

BEDANKT VOOR UW AANDACHT!

2013

Bart Vanbever

bvanbever@vincotte.be

Lead Technical Manager Safety

Vinçotte