Rob Woelinga met tips over responsgericht communiceren

Post on 16-Jan-2015

700 views 0 download

description

 

Transcript of Rob Woelinga met tips over responsgericht communiceren

Tips voor betere resultaten van uw mailings, e-mailings en

webcommunicatie

TCD, 27 april 2010

Rob Woelinga

Wat bepaalt het succes?

Push

• Doelgroep (mensen)

• Timing

• Aanbod (responsdrempels)

• Communicatie

Pull

• Gevonden worden

• Direct antwoord krijgen

• Usability

• Communicatie

Gewenste reactie en responsdrempels

• Relaties opbouwen gaat in kleine stapjes

• De responsmogelijkheden:– Gratis boekje, checklist whitepaper, pdf document – Documentatie– Vrijblijvende offerte– Afspraak maken– Direct kopen– Direct langdurige verplichting aangaan

• Hoe hoger de drempel hoe lager de respons

Trends in kijk- en leesgedrag

• Aantal communicatie impulsen groeit• Meer scannen, minder lezen• Vorm boven inhoud• Sneller, korter• Zoekgericht kijken

De kijkfase (scanfase)

Communicatie via• Beelden• Kopzinnen en headlines• Andere opvallende…..

Op het juiste spoor?

Rechterhersenhelft:Indruk opdoenGevoelScannen=snelKan veel tegelijk

Kijkvolgorde naar vorm

• Grote beelden vóór kleine beelden • Warme kleuren vóór koude kleuren• Mensen vóór voorwerpen• Kinderen vóór volwassenen• Portret vóór compleet figuur• Ogen zijn een sterk element

———————————————Nog sterker, minder functioneel:

• Bloot• Bewegende beelden

Lessen van de oogcamera

Kijkgedrag ligt vast– Er is een kijkvolgorde– Beelden winnen van tekst

Dit is onbewust en onafleerbaar gedrag

Kijkvolgorde naar onderwerp

Basismotivatoren:

1. HebzuchtVerdienen, besparen, iets gratis krijgen, kans om te winnen.

2. AngstOnzekerheid inruilen voor veiligheid en zekerheid

3. StatusMensen willen hun identiteit laten zien

Verschillen in leesgedrag

Schermteksten vergeleken met papier

– Papier leest tot 50% sneller

– Papier wordt beter begrepen

– Papier wordt beter onthouden

De leesfase

• Inhoudelijk

• Geconcentreerd

• Tekstblokken

Linkerhersenhelftals interesse gewekt is

Tips voor brieven

Wat ziet de ontvanger in de kijkfase?

Afzender

NAW

Kopregel

Ondersteepte tekst

P.S.

Ondertekening

Tips voor brieven

Kopzinnen die aanzetten tot lezen

• Kort, maximaal 1 regel

• Een vraag mag

• Zo mogelijk …….u….. in de zin opnemen

• Voorzichtig met humor

Aandachttrekkers in brieven

• Onderstreepte tekst• Vetgedukte tekst• Tussenkopjes

• Inspringende tekst• Bullits• Gekleurde tekst• Tekst in een kader• Handgeschreven stukje

• HOOFDLETTERS

• S p a t i e r e n

• Cursieve tekst

Tips voor brieven (5)

De ondertekening

Enigszins herkenbaar

Blauw

Tips voor brieven (6)

Het P.S.

Kort, maximaal 2 regels Aanzetten tot verder lezen Tijdsdruk NB. Tip: Extra tip: mag ook

Richtlijnen voor webteksten

Duidelijke koppen Verdeel de tekst in alinea’s (maximaal 6 of 10 regels) Gebruik bij langere tekst een inleiding, een lead Gebruik tussenkopjes Houd de zinnen kort Maak gebruik van lijstjes en opsommingen Gebruik hyperlinks Spellingcontrole is niet genoeg

Hyperlinks

Alleen hyperlinks onderstrepen Zet de lezer op het juiste spoor Afwijkende kleur

Niet meer informatie Maar Vraag meer informatie aan Niet Klik hier voor meer informatie over deze koelkast Maar Meer informatie over deze koelkast

Kijkvolgorde bij e-mailingsPostvak in

Afzender Onderwerp

Preview pane

E-mailings

Afzender

• Maximaal 25 posities

• Geen e-mailadres als afzender

• Naam bedrijf/product/titel/programma

• Zo mogelijk + naam van een mens

E-mailings

Onderwerpregel

• Maximaal 60 posities • Voorkeur minder dan 50• Voorzichtig met !! “………..” (……..)• Zo mogelijk naam van een mens• Eventueel variabelen uit de NAW • Actualiteit• Zo mogelijk …….u……. opnemen• Niets herhalen dat al in de afzenderregel staat•

E-mailings

Preview pane

• Direct aansluiten op de onderwerpregel

• Zo mogelijk personaliseren

• Verzamelnaam mag ook

• Bij actie e-mailings actiebutton zichtbaar in de preview pane

E-mailings

Body tekst / inhoud

• Oprolbaar

• 5-30 regel

• belangrijkste bovenaan

• Geen opwarmtekst

• Aanzetten tot actie: hyperlink

• Achtergrondinformatie: hyperlink

• Aparte links “afmelden” en “wijzig mijn gegevens”

Inhoud van tekst

• Grootste valkuil:– Schrijven wat je “kwijt” wilt

• Grootste kans:– Schrijven wat de lezer/bezoeker wil weten

Basisprincipe is: Schrijf niet wat jij wilt vertellen,

maar schrijf wat de lezer/bezoeker wil horen

• Middel:– Lezersvragen verzamelen

Strepen zonder pardon

• Opwarmtekst: eerste alinea’s, beginzinnen, overige zinnen, woorden

• Geef vooral antwoord op lezersvragen• Verwijder alles waar de lezer geen behoefte aan heeft

Korte zinnen

• Tel de woorden per zin• Vuistregel: • Papier: maximaal 17 woorden per zin• Online: maximaal 15 woorden per zin• Wees alert op “komma’s” en het voegwoord “en”• Eén gedachte per zin• Gemiddeld maximaal 9 woorden per zin• Geen tangconstructies

Zwakke woorden

1. Eigenlijk, in principe2. Hopen, proberen, je best doen3. Moeilijk, lastig, probleem, moeten, men4. Binnenkort, zo spoedig mogelijk, snel, tijdig5. Alles, niemand, overal, iedereen

Tekst actief maken

• Zoek “zullen”, “willen” en “kunnen” en herschrijf de zin directer• Maak van lijdende vorm actieve vorm• Vervang “schrijftaal” door nette “spreektaal”• Als je het niet zo……..• Vermijd jargon

Nette spreektaal

Schrijftaal• aan de hand van• aangezien• desalniettemin• omtrent• met behulp van• ten behoeve van• door middel van• reeds• indien• alsmede• te Utrecht

Nette spreektaal• met• omdat• toch• over• met• voor• met• al• als• ook• in Utrecht

Tekst positief maken

• Zoek “geen” en “niet”• Poging om doelgroep iets niet te laten denken?• Mensen kunnen alleen iets wel denken!

Tekst concreet maken

• Exact: “Heb je 3 minuten voor me?”• Spelen met eenheden”, bijvoorbeeld 3 mm

– Dik: – 3 mm dik– maar liefst 3 mm dik– Dun: – 3 mm dun– slechts 30 mm dun– Aflossen in 60 maanden– Rente vijf jaar vast

Tekst beeldend maken

• Laat de rechterhersenhelft “meedoen”• Vergelijkingen

– Zo groot als……….– Brandweerauto rood

• Synoniemen met meer beeldkracht– “Lopen” wordt: – Rennen, vliegen, slenteren, wandelen, drentelen etc.– “Huis” wordt:– Bungalow, twee onder één kap, flat, krot, rijtjeswoning etc.

Tekst persoonlijk maken

• Eerste persoon• Wij, ik, ons, onze

• Tweede persoon• U, uw, jij

In de verhouding:

1 : 2

En tot slot………

Lees de tekst hardop