Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Post on 22-Jan-2018

3.478 views 0 download

Transcript of Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Marijn Van Gils & Erwin MeylemansBrussel, 29-03-2017

Inleiding: archeologietraject

0

2

4

6

8

10

12

2008 2009 2010 2011 2012 2013 20152014

Aantal locaties met booronderzoeken in kader steentijdonderzoek

• Sterk gerelateerd aan specifieke projecten, bv. 2008-2012: Sigmaplan

Inleiding: archeologiedecreet (2008-2015)

Aantal ‘structuren’ in CAI op basis van mechanische prospectie/opgraving

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

Steentijd (388) Totaal (6288)

Inleiding: archeologiedecreet (2008-2015)

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

2008 2015

Evolutie aantal ‘structuren’ steentijd op basis van mechanische prospecties/opgravingen

Aard van de ‘structuren’ steentijd geregistreerd in CAI (mechanische prospecties/ opgravingen)

Onbepaald 41

Losse vondst 252

Vondstenconcentratie 61

Bewoning/ Eén structuur 13

Begraving/ Eén structuur 7

Begraving/ meerdere structuren 2

Bewoning/ gegroepeerd 7

Grondstofwinning 1

Industrie 2

Depot 1

Versterking 1

388

0

50

100

150

200

250

300

l

• ‘Onbepaald’ en ‘losse vondst’: telkens ‘stenen in de sleuf’ zonder verder gevolg • ‘Vondstenconcentraties’: meestal nog altijd ‘verspreide losse vondsten’• Sterk gebonden aan projecten (bv. Sigma; Schoorhavenweg; … )• “Begraving”: altijd laat/finaalneo (sporenarcheologie)• Sterk persoonsgebonden

Inleiding: archeologiedecreet (2008-2015)

Paleolithicum

Mesolithicum

Finaal

JongMidden

Neolithicum

1238 56 4791011

3,5

4

4,5

5

O1

400 350 300 250 200 150 100 50 0 ka BP

Pleistoceen

Midden Laat

Ho

loc

Inleiding: diversiteit

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

Inleiding: diversiteit

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

Inleiding: diversiteit

Inleiding: diversiteit

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele evolutie evoluties

- regionaal: in heel Vlaanderen, met variatie in:- voorkomen- aard- context- bewaring

Inleiding: diversiteit

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele evolutie evoluties

- regionaal: in heel Vlaanderen, met variatie in:- voorkomen- aard- context- bewaring

Inleiding: methodiek

vereist diversiteit in methodiek

Inleiding: methodiek

Methodiek mobiele artefactensites:

- minder gericht op herkennen en registreren van sporen:- zichtbaar vlak over grotere oppervlakte is meestal niet nodig- bouwvoor kan relevant zijn- …

- meer gericht op vinden en registreren van vondsten:- technieken met 3D-registratie van artefacten en/of zeven van sediment- prospectie: sample-technieken: boringen en proefputten- opgraving: integrale oppervlakte is relevant

praktische gevolgen:- relatief duur per oppervlakte

projectgebied- selectie soms noodzakelijk

Inleiding: methodiek

Besluit:

- geen standaardmethodiek maar serie technieken waaruit gekozen moet worden om in een specifieke context een specifieke vraagstelling aan te pakken.

- keuze steeds op basis van:1. doeltreffendheid2. efficiëntie

- vooraf moeilijk in te schattenfasering onderzoek

1. Bureaustudie verwachting

2. Landschappelijk onderzoek

3. Prospectie

4. Evaluatie/waardering

5. Opgraving Selectie

Inleiding: inhoud

Afhankelijk van:- bodemkundige omstandigheden- tafonomische processen (geomorfologie, erosie, landgebruik…)- archeologische periode- regionale variatie- predictieve ‘modellen’?- ….

1. Archeologische verwachting

1. Verwachting: sitevorming1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …

artefacten komen op oppervlak terecht

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.

1. Verwachting: sitevorming

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).

1. Verwachting: sitevorming

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).

1. Verwachting: sitevorming

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).

1. Verwachting: sitevorming

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).- Site wordt afgedekt (alluvium, colluvium, eolisch, menselijk, …).

eolischalluviaalmenselijk

1. Verwachting: sitevorming

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).- Site wordt afgedekt (alluvium, colluvium, eolisch, menselijk, …).

1. Verwachting: sitevorming

1. Verwachting: regionale variatie

-Zandstreek en Kempen

-Pleistocene dekzanden-in het algemeen een vlakkeTopografie-Relatief stabiel landschap sinds de laatste ijstijd >Voor een groot deel de ‘steentijd- topografie’

1. Verwachting: regionale variatie

-Zandstreek en Kempen-Een belangrijk element: duinformaties uit het Laatglaciaal:

-dikwijls langgerekte duinen, zelfde oriëntatie, ten noorden van (beek) valleien-dikwijls associatie met paleobodems (cf. infra)

1. Verwachting: regionale variatie

-Zandstreek en Kempen-Een belangrijk element: duinformaties uit het Laatglaciaal:

-dikwijls langgerekte duinen, zelfde oriëntatie, ten noorden van (beek) valleien-dikwijls associatie met paleobodems (cf. infra)

1. Verwachting: regionale variatie

-Zandstreek en Kempen

1. Verwachting: regionale variatie

-Zandstreek en Kempen

-Later landgebruik: op veel zones Holocene verstuivingen;-zowel erosie als ‘afdekking’ zijn mogelijk

1. Verwachting: regionale variatie

-Zandstreek en Kempen

1. Verwachting: regionale variatie

-Zandstreek en Kempen

-Grote impact door huidige landbouw! !maar een ‘verploegd’ steentijdsite is nog altijd een site!(cf. infra).

1. Verwachting: regionale variatie

1. Verwachting: regionale variatie

1. Verwachting: regionale variatie

-Leemstreek

1. Verwachting: regionale variatie

-Leemstreek

1. Verwachting: regionale variatie

-Leemstreek

-Grote impact van historische en huidige erosie

1. Verwachting: regionale variatie

-Leemstreek

1. Verwachting: regionale variatie

-Leemstreek

25-30 % colluviale gronden

Colluvium op bedekte

bodemsColluvial op geërodeerde

gronden

-Impact door zowel erosie als colluvium

1. Verwachting: regionale variatie

-Leemstreek

25-30 % colluviale gronden

Colluvium op bedekte

bodemsColluvial op geërodeerde

gronden

-Impact door zowel erosie als colluvium

1. Verwachting: regionale variatie

-Polders

1. Verwachting: regionale variatie

-Polders

1. Verwachting: regionale variatie

-Polders

-Begraven (dekzand) landschap onder veen en klei.

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

-Kennis over de evolutie en geomorfologie is belangrijk!-Dikwijls heel complex

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

Ontwikkelingen in het Holoceen (algemeen)

Vroeg Holoceen: verlaagde watertafel en daarna graduele stijging: opvulling met organisch materiaal en klastischeAfzettingen>!Let op met: ‘het gebied is altijd te nat geweest voor bewoning…’

Einde van de ‘steentijd’: opvulling is bijna voltooid, ontwikkeling van een uitgestrekt Elzenbroekbos

Subboreale periode: de overstromingsvlakte breidt zich uit buiten de vroegere ‘kanalen’

Vanaf de ijzertijd/ Romeinse periode: nieuwe rivierinsnijdingen en afdekking door klei

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

-Huidige situatie: dikwijls brede vlaktes, met het ‘prehistorisch landschap’ bedekt door veen en klei

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

-Complexe geomorfologie!

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

-Goed bewaarde, afgedekte landschappen…

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

-De aanwezigheid van opgevulde geulen, met bewaring van organische materialen…

1. Verwachting: regionale variatie

-Riviergebonden alluvia

-Mogelijkheden tot onderzoek van het vroegere milieu (pollen, diatomeeën, …)

1. Verwachting: regionale variatie

Enkele conclusies:

Elke ‘regio’ met eigen karakteristieken, geomorfologie, bodems

Elke regio ook zijn specifieke kennis, afhankelijk van ‘reëel’ spreidingspatroon van sites, maar ook landschappelijke tafonomie (erosie, afdekking, …);

Regiospecifieke kennis (voeling met ‘het terrein’) is dan ook een belangrijk pluspunt voor het inschatten van deze aspecten.

1. Verwachting: lokale omstandigheden (bv. bodems)

-Bodems en paleobodems

-De zogenaamde ‘Usselo’ bodem… -’Podzol bodem’…

1. Verwachting: lokale omstandigheden

-…allerlei andere varianten en mogelijkheden…

-Bodems en paleobodems

1. Verwachting: lokale omstandigheden

-Bodems en paleobodems

…en soms op verrassende plaatsen…

1. Verwachting: lokale omstandigheden

-Bodems en paleobodems

! De ‘Podzol’ (of enige andere goed

ontwikkelde bodem)

= Goede bewaring van de bodem > als er steentijd zit, is de site wellicht goed bewaard.

≠ Er zit steentijd want er is een podzol

1. Verwachting: lokale omstandigheden

-Bodems en paleobodems

!

≠ Er zit geen steentijd want er is geen podzol, of andere ‘uitgesproken’ bodem.

>Bodemontwikkeling is heel sterk afhankelijk van lokale factoren (textuur, grondwaterstand, …)

1. Verwachting: lokale omstandigheden

1. Verwachting: ‘predictieve’ modellen/ ideeën

Verschillende soorten ‘modellen’

‘Predictieve’ kaarten: aan- of afwezigheid van sites; sterk gebonden aan (huidige) ecologische factoren; meestal de jager-verzamelaars ‘op een hoopje’.

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

…Terugkerende patronen, ‘wetmatigheden’, …. ?

1. Verwachting: predictieve modellen

Theorievorming: Verschillende niveaus (individu- huishouden-‘clan’- ‘systeem’….). Manier waarop dit georganiseerd is

in het landschap.

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

1. Verwachting: predictieve modellen

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

1. Verwachting: predictieve modellen

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

Combinatie landschappelijke parameters & archeologische data

Landschappelijke parameters (vben):

Waterlopen (reconstructie) ‘Wetness’ Hellingsoriëntatie

Drainage Verstoringen (masker) Textuur

Bv. de relatie met de (vroegere) waterlopen…

1. Verwachting: predictieve modellen

Bv. uitgesproken topografie…

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen

1. Verwachting: predictieve modellen, enkele

conclusies en bedenkingen• Inschatting noodzaak steentijdonderzoek nagenoeg altijd vanuit ‘verwachting’;• Criterium ‘afstand tot open water’ (de ‘magische 250m grens’?; uitgesproken topografie langs water; > Trefkans is effectief hoger maar….

• Rekening houden met correcte landschappelijke kader (bv. drainagenetwerk);• Ook tafonomische aspecten (afgedekte sites? Veel erosie? …) in rekening brengen;• Mogelijkheid aanwezigheid paleobodems? • Ook rekening houden met steentijd tijdens terreinonderzoek in zones met een ‘lage verwachting’, met ruimte voor eventuele bijsturing.

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

proefputten: - groter monster = meer vondsten

meer diagnostische artefacteneffectiever bij sites met lage densiteit

- grotere en beter zichtbare profieleneffectiever bij ongekende of complexe contexten

- nadelen: duurder, verstorender

3. Prospectie: boringen versus proefputten

proefputten: - groter monster = meer vondsten

meer diagnostische artefacteneffectiever bij sites met lage densiteit

- grotere en beter zichtbare profieleneffectiever bij ongekende of complexe contexten

- nadelen: duurder, verstorender

3. Prospectie: boringen versus proefputten

3. Prospectie: boringen versus proefputten

proefputten: - groter monster = meer vondsten

meer diagnostische artefacteneffectiever bij sites met lage densiteit

- grotere en beter zichtbare profieleneffectiever bij ongekende of complexe contexten

- nadelen: duurder, verstorender

besluit:- vertrouwde contexten + hoge vondstdensiteit:

boringen zijn het efficiëntst

- complexe/nieuwe contexten en/of lage vondstdensiteit:proefputten vaak beter

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

‘waarde’ van de site?

- potentiële kenniswinst / informatiewaarde

- criteria: - zeldzaamheid

- bewaringstoestand

- …

- afwegingskaders: - onderzoeksbalans

- expert judgement

- afhankelijk van de regionale/lokale kennis

- normale timing prospectie en waardering: voorafgaand aan proefsleuven

- indien niet verwacht: toch in proefsleuven of opgravingbelangrijke sites: niet de gekende ‘standaard’ context

- steeds te waarderen!- snel ad-hoc d.m.v. extra schaven +

proefputten. Dit kan belangrijke info leveren over:

- densiteit: - stratigrafische positie- verticale vondstspreiding- aard- begrenzing concentratie- …

- overige vragen: zie waardering

Stenen in mijn sleuf! Wat nu?

5. Opgraving: Selectie

- enige reden en aanleiding voor selectie: financieel

- afweging tussen de waarde (kenniswinst) van delen van een site t.a.v.:- kostprijs van het onderzoek- financiële mogelijkheden- maatschappelijke impact- …moeilijk evenwicht! afwegingskader?

- waarderingsonderzoek is essentieelniet selecteren/besparen bij waardering, enkel bij opgraving

Besluit

- Bureauonderzoek en archeologische verwachting: begrip van (paleo)landschap essentieel: predictief, stratigrafie, bewaring

- Prospectie en waardering:technieken inzetten i.f.v. vraagstelling en context

- Stenen in sleuf:waardering is essentieel

- Selectie:afwegingskader?waardering is essentieel