Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

101
Steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject Marijn Van Gils & Erwin Meylemans Brussel, 29-03-2017

Transcript of Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Page 1: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Marijn Van Gils & Erwin MeylemansBrussel, 29-03-2017

Page 2: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Inleiding: archeologietraject

Page 3: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

0

2

4

6

8

10

12

2008 2009 2010 2011 2012 2013 20152014

Aantal locaties met booronderzoeken in kader steentijdonderzoek

• Sterk gerelateerd aan specifieke projecten, bv. 2008-2012: Sigmaplan

Inleiding: archeologiedecreet (2008-2015)

Page 4: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Aantal ‘structuren’ in CAI op basis van mechanische prospectie/opgraving

0

1000

2000

3000

4000

5000

6000

7000

Steentijd (388) Totaal (6288)

Inleiding: archeologiedecreet (2008-2015)

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

2008 2015

Evolutie aantal ‘structuren’ steentijd op basis van mechanische prospecties/opgravingen

Page 5: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Aard van de ‘structuren’ steentijd geregistreerd in CAI (mechanische prospecties/ opgravingen)

Onbepaald 41

Losse vondst 252

Vondstenconcentratie 61

Bewoning/ Eén structuur 13

Begraving/ Eén structuur 7

Begraving/ meerdere structuren 2

Bewoning/ gegroepeerd 7

Grondstofwinning 1

Industrie 2

Depot 1

Versterking 1

388

0

50

100

150

200

250

300

l

• ‘Onbepaald’ en ‘losse vondst’: telkens ‘stenen in de sleuf’ zonder verder gevolg • ‘Vondstenconcentraties’: meestal nog altijd ‘verspreide losse vondsten’• Sterk gebonden aan projecten (bv. Sigma; Schoorhavenweg; … )• “Begraving”: altijd laat/finaalneo (sporenarcheologie)• Sterk persoonsgebonden

Inleiding: archeologiedecreet (2008-2015)

Page 6: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Paleolithicum

Mesolithicum

Finaal

JongMidden

Neolithicum

1238 56 4791011

3,5

4

4,5

5

O1

400 350 300 250 200 150 100 50 0 ka BP

Pleistoceen

Midden Laat

Ho

loc

Inleiding: diversiteit

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

Page 7: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

Inleiding: diversiteit

Page 8: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

Inleiding: diversiteit

Page 9: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Inleiding: diversiteit

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele (r)evoluties

Page 10: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele evolutie evoluties

- regionaal: in heel Vlaanderen, met variatie in:- voorkomen- aard- context- bewaring

Inleiding: diversiteit

Page 11: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- chronologisch: lange periode met grote veranderingen wat betreft:- omgeving: - klimatologische schommelingen

- landschappelijke wijzigingen- mens: - biologische evolutie

- technologische, economische, culturele evolutie evoluties

- regionaal: in heel Vlaanderen, met variatie in:- voorkomen- aard- context- bewaring

Inleiding: methodiek

vereist diversiteit in methodiek

Page 12: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Inleiding: methodiek

Methodiek mobiele artefactensites:

- minder gericht op herkennen en registreren van sporen:- zichtbaar vlak over grotere oppervlakte is meestal niet nodig- bouwvoor kan relevant zijn- …

- meer gericht op vinden en registreren van vondsten:- technieken met 3D-registratie van artefacten en/of zeven van sediment- prospectie: sample-technieken: boringen en proefputten- opgraving: integrale oppervlakte is relevant

praktische gevolgen:- relatief duur per oppervlakte

projectgebied- selectie soms noodzakelijk

Page 13: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Inleiding: methodiek

Besluit:

- geen standaardmethodiek maar serie technieken waaruit gekozen moet worden om in een specifieke context een specifieke vraagstelling aan te pakken.

- keuze steeds op basis van:1. doeltreffendheid2. efficiëntie

- vooraf moeilijk in te schattenfasering onderzoek

Page 14: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Bureaustudie verwachting

2. Landschappelijk onderzoek

3. Prospectie

4. Evaluatie/waardering

5. Opgraving Selectie

Inleiding: inhoud

Page 15: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Afhankelijk van:- bodemkundige omstandigheden- tafonomische processen (geomorfologie, erosie, landgebruik…)- archeologische periode- regionale variatie- predictieve ‘modellen’?- ….

1. Archeologische verwachting

Page 16: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: sitevorming1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …

artefacten komen op oppervlak terecht

Page 17: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.

1. Verwachting: sitevorming

Page 18: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).

1. Verwachting: sitevorming

Page 19: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).

1. Verwachting: sitevorming

Page 20: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).

1. Verwachting: sitevorming

Page 21: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).- Site wordt afgedekt (alluvium, colluvium, eolisch, menselijk, …).

eolischalluviaalmenselijk

1. Verwachting: sitevorming

Page 22: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Prehistorische mens bewerkt vuursteen, gebruikt werktuigen, …artefacten komen op oppervlak terecht

2. Artefacten worden verticaal verspreid in de bodem.3. Natuurlijke bodem vormt zich (bodemvorming, bioturbatie, windvallen…).4. Eventueel:

- Site wordt verstoord (ploegen, erosie, …).- Site wordt afgedekt (alluvium, colluvium, eolisch, menselijk, …).

1. Verwachting: sitevorming

Page 23: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: regionale variatie

Page 24: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Zandstreek en Kempen

-Pleistocene dekzanden-in het algemeen een vlakkeTopografie-Relatief stabiel landschap sinds de laatste ijstijd >Voor een groot deel de ‘steentijd- topografie’

1. Verwachting: regionale variatie

Page 25: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Zandstreek en Kempen-Een belangrijk element: duinformaties uit het Laatglaciaal:

-dikwijls langgerekte duinen, zelfde oriëntatie, ten noorden van (beek) valleien-dikwijls associatie met paleobodems (cf. infra)

1. Verwachting: regionale variatie

Page 26: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Zandstreek en Kempen-Een belangrijk element: duinformaties uit het Laatglaciaal:

-dikwijls langgerekte duinen, zelfde oriëntatie, ten noorden van (beek) valleien-dikwijls associatie met paleobodems (cf. infra)

1. Verwachting: regionale variatie

Page 27: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Zandstreek en Kempen

1. Verwachting: regionale variatie

Page 28: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Zandstreek en Kempen

-Later landgebruik: op veel zones Holocene verstuivingen;-zowel erosie als ‘afdekking’ zijn mogelijk

1. Verwachting: regionale variatie

Page 29: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Zandstreek en Kempen

1. Verwachting: regionale variatie

Page 30: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Zandstreek en Kempen

-Grote impact door huidige landbouw! !maar een ‘verploegd’ steentijdsite is nog altijd een site!(cf. infra).

1. Verwachting: regionale variatie

Page 31: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: regionale variatie

Page 32: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: regionale variatie

Page 33: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Leemstreek

1. Verwachting: regionale variatie

Page 34: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Leemstreek

1. Verwachting: regionale variatie

Page 35: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Leemstreek

-Grote impact van historische en huidige erosie

1. Verwachting: regionale variatie

Page 36: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Leemstreek

1. Verwachting: regionale variatie

Page 37: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Leemstreek

25-30 % colluviale gronden

Colluvium op bedekte

bodemsColluvial op geërodeerde

gronden

-Impact door zowel erosie als colluvium

1. Verwachting: regionale variatie

Page 38: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Leemstreek

25-30 % colluviale gronden

Colluvium op bedekte

bodemsColluvial op geërodeerde

gronden

-Impact door zowel erosie als colluvium

1. Verwachting: regionale variatie

Page 39: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Polders

1. Verwachting: regionale variatie

Page 40: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Polders

1. Verwachting: regionale variatie

Page 41: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Polders

-Begraven (dekzand) landschap onder veen en klei.

1. Verwachting: regionale variatie

Page 42: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

Page 43: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

-Kennis over de evolutie en geomorfologie is belangrijk!-Dikwijls heel complex

1. Verwachting: regionale variatie

Page 44: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

Page 45: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

Page 46: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Ontwikkelingen in het Holoceen (algemeen)

Vroeg Holoceen: verlaagde watertafel en daarna graduele stijging: opvulling met organisch materiaal en klastischeAfzettingen>!Let op met: ‘het gebied is altijd te nat geweest voor bewoning…’

Einde van de ‘steentijd’: opvulling is bijna voltooid, ontwikkeling van een uitgestrekt Elzenbroekbos

Subboreale periode: de overstromingsvlakte breidt zich uit buiten de vroegere ‘kanalen’

Vanaf de ijzertijd/ Romeinse periode: nieuwe rivierinsnijdingen en afdekking door klei

-Riviergebonden alluvia

1. Verwachting: regionale variatie

Page 47: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

-Huidige situatie: dikwijls brede vlaktes, met het ‘prehistorisch landschap’ bedekt door veen en klei

1. Verwachting: regionale variatie

Page 48: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

-Complexe geomorfologie!

1. Verwachting: regionale variatie

Page 49: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

-Goed bewaarde, afgedekte landschappen…

1. Verwachting: regionale variatie

Page 50: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

-De aanwezigheid van opgevulde geulen, met bewaring van organische materialen…

1. Verwachting: regionale variatie

Page 51: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Riviergebonden alluvia

-Mogelijkheden tot onderzoek van het vroegere milieu (pollen, diatomeeën, …)

1. Verwachting: regionale variatie

Page 52: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Enkele conclusies:

Elke ‘regio’ met eigen karakteristieken, geomorfologie, bodems

Elke regio ook zijn specifieke kennis, afhankelijk van ‘reëel’ spreidingspatroon van sites, maar ook landschappelijke tafonomie (erosie, afdekking, …);

Regiospecifieke kennis (voeling met ‘het terrein’) is dan ook een belangrijk pluspunt voor het inschatten van deze aspecten.

Page 53: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: lokale omstandigheden (bv. bodems)

Page 54: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Bodems en paleobodems

-De zogenaamde ‘Usselo’ bodem… -’Podzol bodem’…

1. Verwachting: lokale omstandigheden

Page 55: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-…allerlei andere varianten en mogelijkheden…

-Bodems en paleobodems

1. Verwachting: lokale omstandigheden

Page 56: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Bodems en paleobodems

…en soms op verrassende plaatsen…

1. Verwachting: lokale omstandigheden

Page 57: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Bodems en paleobodems

! De ‘Podzol’ (of enige andere goed

ontwikkelde bodem)

= Goede bewaring van de bodem > als er steentijd zit, is de site wellicht goed bewaard.

≠ Er zit steentijd want er is een podzol

1. Verwachting: lokale omstandigheden

Page 58: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

-Bodems en paleobodems

!

≠ Er zit geen steentijd want er is geen podzol, of andere ‘uitgesproken’ bodem.

>Bodemontwikkeling is heel sterk afhankelijk van lokale factoren (textuur, grondwaterstand, …)

1. Verwachting: lokale omstandigheden

Page 59: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: ‘predictieve’ modellen/ ideeën

Page 60: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Verschillende soorten ‘modellen’

‘Predictieve’ kaarten: aan- of afwezigheid van sites; sterk gebonden aan (huidige) ecologische factoren; meestal de jager-verzamelaars ‘op een hoopje’.

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 61: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 62: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 63: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

…Terugkerende patronen, ‘wetmatigheden’, …. ?

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 64: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Theorievorming: Verschillende niveaus (individu- huishouden-‘clan’- ‘systeem’….). Manier waarop dit georganiseerd is

in het landschap.

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 65: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 66: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 67: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

Page 68: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

Page 69: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Een landschap vol ‘activiteiten’, al dan niet met een archeologische neerslag.

Page 70: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Combinatie landschappelijke parameters & archeologische data

Page 71: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Landschappelijke parameters (vben):

Waterlopen (reconstructie) ‘Wetness’ Hellingsoriëntatie

Drainage Verstoringen (masker) Textuur

Page 72: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject
Page 73: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Bv. de relatie met de (vroegere) waterlopen…

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 74: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Bv. uitgesproken topografie…

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 75: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 76: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 77: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 78: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 79: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 80: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen

Page 81: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

1. Verwachting: predictieve modellen, enkele

conclusies en bedenkingen• Inschatting noodzaak steentijdonderzoek nagenoeg altijd vanuit ‘verwachting’;• Criterium ‘afstand tot open water’ (de ‘magische 250m grens’?; uitgesproken topografie langs water; > Trefkans is effectief hoger maar….

• Rekening houden met correcte landschappelijke kader (bv. drainagenetwerk);• Ook tafonomische aspecten (afgedekte sites? Veel erosie? …) in rekening brengen;• Mogelijkheid aanwezigheid paleobodems? • Ook rekening houden met steentijd tijdens terreinonderzoek in zones met een ‘lage verwachting’, met ruimte voor eventuele bijsturing.

Page 82: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

Page 83: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

Page 84: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

Page 85: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- courante technieken: veldkartering, boringen, proefputten

- boringen en proefputten = sampling

- boringen: steeds zeer kleine steekproef:

weinig vondsten is normaal!interpretatie enkel mogelijk naar zone, niet voor puntlocatie

3. Prospectie

Ø m² oppervlakte

5 x 6m grid 10 x 12m grid

20 1/32 1/956 1/3825

15 1/57 1/1706 1/6825

10 1/128 1/3850 1/15400

Page 86: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

proefputten: - groter monster = meer vondsten

meer diagnostische artefacteneffectiever bij sites met lage densiteit

- grotere en beter zichtbare profieleneffectiever bij ongekende of complexe contexten

- nadelen: duurder, verstorender

3. Prospectie: boringen versus proefputten

Page 87: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

proefputten: - groter monster = meer vondsten

meer diagnostische artefacteneffectiever bij sites met lage densiteit

- grotere en beter zichtbare profieleneffectiever bij ongekende of complexe contexten

- nadelen: duurder, verstorender

3. Prospectie: boringen versus proefputten

Page 88: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

3. Prospectie: boringen versus proefputten

proefputten: - groter monster = meer vondsten

meer diagnostische artefacteneffectiever bij sites met lage densiteit

- grotere en beter zichtbare profieleneffectiever bij ongekende of complexe contexten

- nadelen: duurder, verstorender

besluit:- vertrouwde contexten + hoge vondstdensiteit:

boringen zijn het efficiëntst

- complexe/nieuwe contexten en/of lage vondstdensiteit:proefputten vaak beter

Page 89: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 90: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 91: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 92: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 93: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 94: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 95: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 96: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 97: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

Page 98: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

4. Waardering

andere vragen:

opgraven of niet?- (voorlopige) datering- vondstdensiteit- bewaringstoestand

waar (hoeveel) opgraven?- lokalisatie concentraties- begrenzing concentraties- begrenzing site

dezelfde technieken:

puttenputtenputten en/of boringen

boringen en puttenputtenboringen

‘waarde’ van de site?

- potentiële kenniswinst / informatiewaarde

- criteria: - zeldzaamheid

- bewaringstoestand

- …

- afwegingskaders: - onderzoeksbalans

- expert judgement

- afhankelijk van de regionale/lokale kennis

Page 99: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

- normale timing prospectie en waardering: voorafgaand aan proefsleuven

- indien niet verwacht: toch in proefsleuven of opgravingbelangrijke sites: niet de gekende ‘standaard’ context

- steeds te waarderen!- snel ad-hoc d.m.v. extra schaven +

proefputten. Dit kan belangrijke info leveren over:

- densiteit: - stratigrafische positie- verticale vondstspreiding- aard- begrenzing concentratie- …

- overige vragen: zie waardering

Stenen in mijn sleuf! Wat nu?

Page 100: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

5. Opgraving: Selectie

- enige reden en aanleiding voor selectie: financieel

- afweging tussen de waarde (kenniswinst) van delen van een site t.a.v.:- kostprijs van het onderzoek- financiële mogelijkheden- maatschappelijke impact- …moeilijk evenwicht! afwegingskader?

- waarderingsonderzoek is essentieelniet selecteren/besparen bij waardering, enkel bij opgraving

Page 101: Presentaties vormingsvoormiddag steentijdonderzoek in functie van het archeologietraject

Besluit

- Bureauonderzoek en archeologische verwachting: begrip van (paleo)landschap essentieel: predictief, stratigrafie, bewaring

- Prospectie en waardering:technieken inzetten i.f.v. vraagstelling en context

- Stenen in sleuf:waardering is essentieel

- Selectie:afwegingskader?waardering is essentieel