Post on 08-Jul-2015
2500 jaar ontwikkeling van het woonhuis in de
Zaanstreek
P. Kleij,
gemeentelijk archeoloog Zaanstad, Wormerland en Oostzaan
Aanleidingen:
• De afgelopen 40 jaar zijn
verschillende huisplattegronden
opgegraven.
• In dezelfde periode is ook
bouwhistorisch onderzoek verricht.
• Beiden zijn nooit over de volledige
bewoningsperiode van 2500 jaar
gecombineerd.
Grote lijn
• Bepaalde bouwprincipes komen
vanaf de prehistorie terug tot in de
moderne tijd.
• Na 1600 blijft houtbouw in de
Zaanstreek doorgaan in tegenstelling
tot de rest van Nederland.
• In 1901 komt een einde aan de deels
uit de IJzertijd stammende
bouwtraditie.
Maar eerst...
• Zaanstreek ligt
direct ten noorden
van Amsterdam.
• Oorspronkelijk een
hoogveenmoeras.
• Kolonisatie van de
Zaanstreek vanuit
de duinen (500
v.Chr. – 250 n.
Chr.).
…..
• Hoogveenmoeras
ontgonnen (10e -
12e eeuw n. Chr.).
• Zaanstreek nat
laagveen-gebied
geworden (met
een zeer slappe
bodem).
Archeologisch onderzoek in de
Zaanstreek
• Vanaf 1955: Amateurarcheologen in
Assendelft en Krommenie.
• 1975-1995: Universiteit van
Amsterdam in Assendelft.
• 1980-1990: Landinrichtingsdienst in
Wormer, Jisp en Oostzaan.
• Vanaf 2000: Gemeenten in Zaanstad,
Wormerland en Oostzaan.
Resultaten archeologisch
onderzoek:
• Nederzettingen uit de IJzertijd,
Romeinse Tijd, Middeleeuwen en 17e
en 18e eeuw (500 v. Chr. tot 1800 n.
Chr.).
• Verschillende huisplattegronden.
• Veeboerderijen en woonhuizen.
Kenmerken van een IJzertijd
veeboerderij, Assendelft
• Rechthoekige plattegrond,
drieschepig, 15 tot 20 m lang, 6 tot 9
m breed.
• Muurstaanders en middenstaanders
dragen het dak (dragende functie).
• Vlechtwerkwanden houden kou en
regen buiten en de warmte binnen
(gordijn functie).
Kenmerken van de IJzertijd
veeboerderij, Assendelft
• Staanders ingegraven in de bodem.
• Ingang in de korte gevel in het
midden.
• Ongeveer 1/2 staldeel, 1/3 derde is
woondeel, rest opslag of werkplaats.
• Langhuis in de Friese traditie.
IJzertijd, 500 v. Chr.
huis Q, Assendelft
Friese veeboerderij uit de Romeinse
Periode (Krommenie)
• Noord-Holland (Zaanstreek) géén
onderdeel Romeinse Rijk.
• IJzertijd bouwtraditie gaat door.
• Kenmerken Friese veeboerderijen
blijven bestaan.
1e eeuw na Chr.
Huis F1, Krommenie
Ideaal plattegrond Friese veeboerderij,
2e eeuw n. Chr. (Fedderse Wierde)
• In 1979 opgegraven in het Duitse
Friese gebied.
• Lag in de terp in Fedderse Wierde.
• Vertoont alle kenmerken van de
Friese veeboerderij.
Ideaal plattegrond Friese boerderij
(Feddersen Wierde)
Volksverhuizingstijd en Vroege
Middeleeuwen (300- 950 n. Chr.)
• Zaanstreek onbewoond.
• Bewoning zet zich voort in de
duinstreek.
• In de duinstreek handhaaft de
bouwtraditie zich.
Definitieve kolonisatie Zaanse
veengebied vanaf 950 n. Chr.
• Ontginning vanuit de duinstreek.
• Hoogveen wordt laagveen, gebied
blijft drassig.
• Oudste kerk, van hout, in de
Zaanstreek was die van Assendelft:
950/1000.
• Rond deze kerk lagen verschillende
boerderijen.
Kenmerken van de Middeleeuwse
Friese veeboerderij (Assendelft)
• Rechthoekige plattegrond,
drieschepig, 15 tot 20 m lang, 6 tot 9
m breed.
• Muur- en middenstaanders dragen
het dak (dragende functie).
• Vlechtwerkwanden houden kou en
regen buiten en de warmte binnen
(gordijn functie).
• Staanders ingegraven in de bodem.
Kenmerken van de Middeleeuwse
Friese veeboerderij (Assendelft)
• Ingang in de korte gevel in het
midden.
• Ongeveer 1/2 staldeel, 1/3 derde is
woondeel, rest opslag of werkplaats.
• Langhuis in de Friese traditie.
Nieuw: plaggenvloer/fundering en
dwarsplanken onder staanders
• Dwarsplank onder staander vanwege
slappe laagveenbodem? Daarom ook
plaggenvloer?
Huis 1, 10e/13e eeuw,
Assendelft
Veranderingen in de 14e/16e eeuw
• Ingegraven staanders
vervangen door
poerenfundering.
• Plankenmuren i.p.v.
vlechtwerk, gebouw wordt
daardoor rechter (rechte
hoeken).
• Vuurplaats wordt
gemetselde haard.
• Bij burgerwoningen vervalt
het staldeel.
Hetzelfde blijft:
• Rechthoekige plattegrond.
• Staanders dragen het dak (dragende
functie)
• plankenmuren dienden om kou en
regen buiten te houden en warmte
binnen (gordijn-functie).
• Bij boerderijen: indeling woondeel -
tussenruimte – stal.
Hetzelfde blijft:
• Ingang in de korte gevel in het
midden.
• In feite nog steeds een huis in de
Friese traditie.
Situatie 14e/16e eeuw komt voort uit
10e/13e eeuw
• 10e tot 13e eeuwse
plattegrond.
• 14e tot 16e eeuwse
plattegrond
(bouwhistorische
reconstructie).
Plaggenfundering, 14e/15e eeuw,
(Kerkbuurt 1-6, Oostzaan)
• Opgraving terp.
• Deel van een
14e/15e eeuwse
fundering.
• Fundering van
plaggen.
• Rechthoekig
gebouw.
• Fragmenten
planken én
huttenleem.
Gevels 14e/17e eeuw bekend uit prenten
en bouwhistorisch onderzoek (Jisp,
J. Beerstraten, 1655)
Indeling achter een dergelijke
14e/17e eeuwse gevel
Op het einde van de middeleeuwen
veranderde de bouwwijze in Nederland:
verstening
• Stenen muren dragen het dak.
• Balken van de tussenverdiepingen in
de muren ingelaten.
• Versiering van de gevel in steen
kunnen in ronde vormen (bloemen,
krullen, dieren) zoals de
grachtenpanden in Amsterdam.
Vanwege de slappe bodem bleef
houtbouw overheersend in de Zaanstreek
na 1600
• In de houtbouwarchitectuur van de
Zaanstreek bleef de middeleeuwse
constructiemethode (staanders
dragen het dak, muren een gordijn
functie) voortbestaan.
• Alleen de poeren en haard van
baksteen.
• Later ook de onderste helft van de
voorgevel in baksteen (geen
dragende functie).
Vanwege de slappe bodem bleef
houtbouw overheersend in de Zaanstreek
na 1600
• Plattegrond bleef driebeukig en om
constructieve redenen bij voorkeur
rechthoekig.
• Dak gedragen door staanders.
• Deur midden in de korte gevel.
• Gevels wel met ronde vormen
versierd naar bakstenen voorbeelden
uit de Amsterdamse grachtengordel.
Driebeukig huis tot in de 17e eeuw
gebouwd (Zuideinde 139, Westzaan,
1635).
Skelet van een driebeukig huis uit
Zaandam (Hogendijk 5, rond 1700, gevel
19e eeuw)
15e/17e eeuw: overgang naar
tweebeukig en éénbeukig huis
Eén en tweebeukige huizen tot in de
19e eeuw gebouwd
• Komen voort uit de middeleeuwse
bouwwijze, die terug gaat tot in de
IJzertijd.
• Staanders dragen het dak.
• Houten wanden met gordijnfunctie.
• Ingang in korte zijde in het midden, 19e
eeuw naar de zijkant van de voorgevel.
Tweebeukig huis
(Nauernaschevaart, Wormerveer,
1741)
Tweebeukig huis, (J.J. Allanstraat
427, Westzaan, rond 1800)
Eénbeukig huis (Haaldersbroek 11,
Zaandam, 1661)
18e eeuw, gevels versierd naar
voorbeelden uit de stad. Bouwwijze blijft
gelijk (Zaandam, Zaanse Schans).
19e eeuw verplaatsing deur naar de
zijkant (Krommenie, Zuiderhoofdstraat 65,
1800-1825).
Late 19e eeuw, nieuwe ontwikkelingen in
de bouwkunst worden gevolgd
(Kerkbuurt 16, Westzaan, 1870-1900).
• Mansarde kap.
• Kantwerk langs de
dakrand.
• Blinden voor de
ramen
• Bouwprincipe blijft
echter traditioneel:
de staanders
dragen het dak,
muren zijn
gordijnen.
1901, invoering Woningwet in
Nederland.
• Verbod op
houtbouw in de
woningbouw.
• Einde duizenden
jaren oude traditie.
• Houtbouw gaat bij
pakhuis- en
kantoorbouw nog
door tot aan de
oorlog.