GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO...

15
Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 48 GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK BOUWKUNST Tijdsperiode: Vroeg Barok 1550-1600 Hoog Barok 1600-1650 Nederlanden: gouden eeuw Italië: ontstaan opera Laat Barok 1650-1700 Engeland: Palladianisme Frankrijk: Academisme en absolutisme ROCOCO 1700-1730 Frankrijk: Régence In de renaissance van de 16de eeuw werd aan kunstwerken ruimtelijkheid en beweeglijkheid gegeven. In de Barok wordt deze tendens voortgezet. Net als de renaissance vindt de barok haar oorsprong in de klassieke oudheid. De barokkunstenaar behield zich echter het recht voor de klassieke elementen een eigen vorm te geven, zodat een nieuwe kunst ontstond. Alle kunstvormen werden aangewend om tot één geheel te komen. Zij dienen om de beweging te benadrukken, wat vooral bereikt werd door de kleuren, de versiering en het licht- schaduweffect. 4.1. SOCIAAL ASPECT 4.1.1. weinig verandering tov de renaissance, de machtshebbers zijn dezelfde gebleven: keizers, vorsten, adel, landadel, hofadel,.... en daaronder staat de opgekomen burgerij die zich steeds uitbreidt en zij wordt de “geldadel”, door de consumptie en uitbuiting van de landbouwers en laagste burgerij. De plaats van de kerk is nog steeds dominerend, en wordt vereenzelvigd met die machtsgroep. 4.1.2. herontdekking van de mens door de humanisten in de renaissance, maar de grote renaissancistische humanistische idee wordt in de barok op de machtshebbers toegespitst. Wat zij als mens denken is goed voor de minderen “absolutisme” wordt gewettigd (Lodewijk IV en Karel II) Het humanistisch denken wordt gebruikt om macht te handhaven. 4.1.3. de adel aapt het hof na, een minihofhouding op hun landerijen en de grootburgerij gaat hetzelfde doen. In de 17de en 18de eeuw worden een massa paleizen gebouwd voor de keizers en vorsten,... maar ook voor de kleine adel (residenties). 4.2. CULTUREEL ASPECT 4.2.1. de evolutie van de renaissance wordt verder gezet of herhaalt zich als een conische spiraal, elementen worden herhaald maar aangepast aan de eisen van het moment. de barok is een logisch gevolg van de renaissance 4.2.2. Godsdienst blijft een cultuurelement. Rond 1517 wordt LUTHER bekend in WITTENBERG, het ontstaan van het Protestantisme. Hij wil de terugkeer tot de initiële beleving van de christelijke gedachte, alles wat de kerk toevoegde wordt verwijderd, dwz geen versieringen in de bedehuizen > zuivere vorm in de architectuur. De reactie in ROME is de contrareformatie (1563 Concilie van Trente) met in 1534 het stichten van de Orde van de Jezuïeten. Er ontstaat een plastische vormgeving, sensuele ervaring die politiek en religieus gewild is. Europa wordt in twee verdeeld het deel onder de Alpen en Frankrijk en het andere deel boven de Alpen. Geografische spreiding van de Barok. De Barok ontstaat in Rome en omgeving, en wordt van daaruit uitgedragen naar de vooruitgeschoven posten om het geloof te verdedigen tegen de Protestantse visie. Denken we aan de Duitssprekende religieuze gebieden, zuidelijke

Transcript of GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO...

Page 1: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

48GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK BOUWKUNST Tijdsperiode: Vroeg Barok 1550-1600 Hoog Barok 1600-1650 Nederlanden: gouden eeuw Italië: ontstaan opera Laat Barok 1650-1700 Engeland: Palladianisme Frankrijk: Academisme en absolutisme ROCOCO 1700-1730 Frankrijk: Régence In de renaissance van de 16de eeuw werd aan kunstwerken ruimtelijkheid en beweeglijkheid gegeven. In de Barok wordt deze tendens voortgezet. Net als de renaissance vindt de barok haar oorsprong in de klassieke oudheid. De barokkunstenaar behield zich echter het recht voor de klassieke elementen een eigen vorm te geven, zodat een nieuwe kunst ontstond. Alle kunstvormen werden aangewend om tot één geheel te komen. Zij dienen om de beweging te benadrukken, wat vooral bereikt werd door de kleuren, de versiering en het licht-schaduweffect. 4.1. SOCIAAL ASPECT 4.1.1. weinig verandering tov de renaissance, de machtshebbers zijn dezelfde

gebleven: keizers, vorsten, adel, landadel, hofadel ,.... en daaronder staat de opgekomen burgerij die zich steeds uitbreidt en zij wordt de “geldadel”, door de consumptie en uitbuiting van de landbouwers en laagste burgerij. De plaats van de kerk is nog steeds dominerend, en wordt vereenzelvigd met die machtsgroep.

4.1.2. herontdekking van de mens door de humanisten in de renaissance, maar de grote renaissancistische humanistische idee wordt in de barok op de machtshebbers toegespitst. Wat zij als mens denken is goed voor de minderen “absolutisme” wordt gewettigd (Lodewijk IV en Karel II) Het humanistisch denken wordt gebruikt om macht te handhaven.

4.1.3. de adel aapt het hof na, een minihofhouding op hun landerijen en de grootburgerij gaat hetzelfde doen. In de 17de en 18de eeuw worden een massa paleizen gebouwd voor de keizers en vorsten,... maar ook voor de kleine adel (residenties).

4.2. CULTUREEL ASPECT 4.2.1. de evolutie van de renaissance wordt verder gezet of herhaalt zich als een

conische spiraal, elementen worden herhaald maar aangepast aan de eisen van het moment. de barok is een logisch gevolg van de renaissance

4.2.2. Godsdienst blijft een cultuurelement. Rond 1517 wordt LUTHER bekend in WITTENBERG, het ontstaan van het Protestantisme . Hij wil de terugkeer tot de initiële beleving van de christelijke gedachte, alles wat de kerk toevoegde wordt verwijderd, dwz geen versieringen in de bedehuizen > zuivere vorm in de architectuur. De reactie in ROME is de contrareformatie (1563 Concilie van Trente) met in 1534 het stichten van de Orde van de Jezuïeten . Er ontstaat een plastische vormgeving, sensuele ervaring die politiek en religieus gewild is. Europa wordt in twee verdeeld het deel onder de Alpen en Frankrijk en het andere deel boven de Alpen. Geografische spreiding van de Barok. De Barok ontstaat in Rome en omgeving, en wordt van daaruit uitgedragen naar de vooruitgeschoven posten om het geloof te verdedigen tegen de Protestantse visie. Denken we aan de Duitssprekende religieuze gebieden, zuidelijke

Page 2: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

49gebieden van de Nederlanden, Praag (dictatuur der Absburgers) Wenen (Islamgevaar).Sicilië, Napels en Spanje om reformatie te beletten. Ook wordt de barok uitgedragen naar de kolonies door Spanje naar Centraal Amerika; Mexico, Brazilië en Noord-Argentinië, door Portugal naar hun kolonies. Rusland is een barokland bij uitstek daar deze goed aansluit bij hun slavische cultuur. (vb. Sint Petersburg vroeger Leningrad). De architectuur wordt voor het eerst populair.

4.2.3 Heropkomst en het ontstaan van religieuze orden dragen de herbeleving van het mystieke. Vooral de Spanjaarden zijn mystiekers en beïnvloeden de barokwereld. Een nieuwe relatie tot de omgeving ontstaat (denk aan de plafonds van de kerken = een nieuwe wereld)

4.2.4. Filosofisch aspect: denk aan DESCARTES : je pense “donc ” je suis. Donc is zeer belangrijk, dus een verband met het voorgaande en deductie. Overgang van het een naar het ander, dus een dynamische toestand = evoluerende mens.

4.2.5. Natuurwetenschappelijk aspect : in de renaissance staat de mens in het centrum van de belangstelling, in de barok gaat mens de mens ontleden, studie van het evolutieve in de mens. Het dynamisch evolutief aspect, verschillende bewegende elementen worden met elkaar in verband gebracht, een abstracte interpretatie van een kosmische beschouwing, verruimen van de ruimteïdee, dynamiseren van de ruimte (Copernicus, Gallileï); grafische voorstellingen die tot dan weinig gebruikt werden bv ellipsen. Bij onderzoek naar het micro gebeurt hetzelfde, studie van het licht: elektromagnetische straling > imaginair, immaterieel en dynamisch (trilling) Studie van de vaste stoffen, vloeistoffen en gassen: overgang van ene toestand in een andere en vice versa. Wiskunde: is een abstracte studie op zichzelf, bv studie van geometrische vormen (evoluerende vormen) bv rechte rond één punt laten draaien zo ontstaat de kegel, de snijvlakken met die kegel laten ellipsen, parabolen en hyperbolen ontstaan. Differentiaal rekenen: het initiaal kleine.

4.2.6. Opera’s en violen , De muziek is in aanzienlijke mate een voortbrengsel van de barok. Nieuwe kunstvormen zoals opera (overwegend gezongen en acterend opgevoerd drama over een irreële toestand, begeleid door een orkest) en oratoria (muziek werk met geestelijk inhoud, een soort godsdienstige opera), evenals het orkest ontstonden in die tijd. In Italië componeerde Claudio Monteverdi de eerste opera. In Frankrijk wordt de opera met staatssteun ingevoerd, Henry Purcell componeert in Engeland zijn meesterwerken en Wenen wordt het absolute centrum van de muziek. Het orgel bekend vanuit de middeleeuwen wordt verbeterd, in Italië (Cremona)worden in de 17de eeuw violen gebouwd door ongeëvenaarde vioolbouwers als Stradivarius, Guarneri en Amati. J.S. Bach, Vilvaldi, Scarlatti, Händel, Telemann,... zijn belangrijke componisten van concerti. Zij zoeken naar een niet bestaande andere wereld, een fantastische wereld.

4.3. BAROK IN ITALIË 4.3.1. ROMA

4.3.1.1. Giacomo VIGNOLA, Giacomo DELLA PORTA IL GESUKERK 1568 Deze kerk vormt het scharnierpunt tussen de renaissance en de barok. Het schip en de koepel op boldriehoeken zijn nog van opvatting renaissance maar de afwerking van de koepel (tekeningen en schilderingen uit het vlak) is dynamisch, de schilderingen zijn aangebracht in een spiraalvorm. Ook de in wezen nog renaissancegevel heeft reeds nieuwe elementen ttz gebogen frontons, voluten, nissen met beelden,....

Page 3: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

504.3.1.2. GIAN LORENZO BERNINI (1598-1680) Zoals de meeste grote barokarchitecten in Rome zijn zij niet uit Rome afkomstig, Bernini was een beeldhouwer uit Napels, die bekend was bij de bisschoppen en kardinalen en opdrachten kon uitlokken. Beeldhouwers waren evenwaardig aan architecten en zo krijgt hij ook grote bouwwerken uit te voeren. Op het einde van zijn leven wordt hij nog naar Frankrijk geroepen om er voor Lodewijk XIV ontwerpen te maken voor de gevel van het LOUVRE. Maar zijn ontwerpen pasten niet in Parijs iets wat hij zelf blijkbaar niet begreep, toch keerde hij glorieus naar Rome terug. Van Bernini onthouden we vooral het articuleren van de ruimte door assen. 4.3.1.2.1. BALDAKIJN onder de Koepel in SAN PIETRO van

Michelangelo In het knooppunt, scharnierpunt van de ruimte (in het midden onder de koepel) staat het altaar met erover het baldakijn van Bernini. Dit bestaat uit vier geschroefde zuilen, die vier spanten dragen die samenkomen in een plastische vorm. Het geheel is samengesteld uit dynamische elementen waar de ruimte door speelt.

4.3.1.2.2. COLLONADE VAN SAN PIETRO (1657-1660) Het ingesloten plein is gevormd door twee cirkels waaruit een soort ellips ontstaat. In het centrum staat een obelisk en in de middelpunten van de cirkels een fontein. Men kan dus niet in de centra gaan staan, men wordt als het ware steeds in beweging gehouden, er is geen rustpunt. Op dit ronde plein sluit een trapeziumvormig plein aan met als grote basis de gevel (gebouwd door Carlo Maderna) van de San Pietro. Hier ontstaat door de vorm een zuigeffect naar de inkom van de kerk. In de colonnade vinden we een belangrijke langsas en twee dwarsassen (eerste door middelpunten van de cirkels op ellipsvormig plein en de twee in de voorhal van de kerk). De colonnade is bovenaan voorzien van een open borstwering met beelden, een overgang van massa naar ruimte.

4.3.1.2.3. ALTAAR SAN TERRESSA in de Sante Maria Della Vittoria (1646) In een zijbeuk van deze kerk ontwierp Bernini een altaar, het geheel bestaat uit concave en convexe vormen. Ook het fronton is gebogen en zelfs gebroken en verschoven. Centraal in een nis bevindt zich een zeer dynamisch gebeeldhouwde beeldengroep, vanuit een onzichtbaar raam valt het licht op de gouden stralen, licht wordt ook een dynamisch element als ook de kleur en structuur van het marmer (wervelend).

Page 4: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

51

4.3.1.2.4. SCALA REGIA (1663-1666) van SAN PIETRO Dit trappencomplex heeft zeer bijzondere barok kenmerken, men vertrekt op een kleine as die eindigt op een verlicht beeld van Konstantijn. Voor dit beeld is er een bordes en gebeurt de asverandering. Met ziet de trap verder stijgen maar alleen het tussenbordes en een raam aan het einde zorgen voor verlichting. Deze trap is gebouwd tussen twee niet evenwijdige wanden, waardoor hij nog veel langer lijkt. Langs de muren staan vrijstaande kolommen die het geheel nog verruimtelijken.

4.3.1.2.5. SAN ANDREA AL QUIRINALE (1658-1678) Door de concave vorm van de gevel gaat de straat verbreden en ontstaat er een dynamisch beeld, want het is tevens een halve ellips. De inwendige ruimte van de kerk is eveneens een ellips met ellipsvormige koepel. De zijkapellen zijn afwisselend rechthoekig en ellipsvormig. Daardoor ontstaat een zeer dynamische ruimte. Ook hier komt men binnen via de kleine as van de ellips en zal de asverandering gebeuren in het centrum van de ruimte.

fontijn der vier stromen Borromini

4.3.1.2.6. PIAZZA NAVONA Dit oude plein met als vorm een oud circus wordt door Bernini opnieuw ingericht door middel van drie fonteinen te plaatsen op de drie brandpunten. De centrale fontein bestaat uit een obelisk op een opengewerkte voet met dynamisch gebeeldhouwde figuren, Dit is een ruimtescharnierpunt. Beweging ontstaat ook door het water, het licht en de vorm. BORROMINI en RAINALDI bouwen langs dit plein de Santa Agnese dit later besproken wordt.

4.3.1.2.7. PIAZZA DI SPAGNA Ook op dit plein plaatst hij een imposante fontein bestaande uit paarden en mensen in zeer dynamische houdingen. De vormgeving van deze fontein is sterk te vergelijken met de latere vormen van de Art Nouveau.

4.3.1.3. FRANCESCO BORROMINI (1599-1667) Afkomstig uit Noord-Italië (Lago Maggiore) en werkte eerst als beeldhouwer in Milano. Hij wijkt uit naar Rome en gaat werken in het atelier van Bernini. In 1632 gaat hij zijn eigen weg na een breuk met Bernini, waarmee hij een hevige concurrentie aangaat. Hij krijgt vooral opdrachten van abten en prelaten, Bernini houdt hem weg van het grote werk. Waar Bernini de ruimte laat articuleren zal Borromini dynamiek brengen in de celruimte.

4.3.1.3.1. SANTA AGNESE op Piazza Navona (1653)

Het plan van de kerk is een superpositie van twee vierkanten, rond de centrale ruimte zijn de dienstlokalen, in de kerkruimte ontstaat er door de nissen en kapellen een effect van aanzuigen en afstoten. De gevel is een bijzonder goede integratie in de pleingevel, even hoog als de andere gebouwen, concaaf vlak met uitspringende inkom, twee torens die zeer ruimtelijk zijn (veel doorboringen), de koepel is nog massa maar vele stukken zijn eruit gesneden.

Page 5: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

52

4.3.1.3.2. PALAZZO BARBERINI (1628) Onderaan een open galerij met geaccentueerde inkom, de tweede bouwlaag is een herhaling van de eerste, de derde laag is aan het verruimtelijken ttz een illusionistische diepteligging van de ramen. In tegenstelling tot de renaissance paleizen heeft dit gebouw slechts twee korte vleugels. De inkom ligt in een concave vorm en gaat over naar een ellips als inkomhal. Voor het eerst maakt Borromini een trap in ellipsvorm, men ziet het einde van de trap niet meer.

4.3.1.3.3. SAN GIOVANNI in Laterano

Bernini verbouwt deze vroeg christelijke basilica, om de twee traveeën maakt hij één dicht (ritme open - dicht), plaatst een stuccogewelf onder de houten zoldering, alle ramen open boven de open bogen, de andere gesloten (nieuw lichtritme), er ontstaat een, volledig nieuw ritme en gaat van een statische naar een dynamische ruimte

4.3.1.3.4. SAN CARLO ALLE QUATTRO FONTANA (1633)

De binnenruimte is samengesteld uit een bundeling van vier ellipsen, de ellipsvormige koepel staat op boldriehoeken, de gewelven hebben vervormde cassetten, geen rechte binnenwanden alles is concaaf of convex, de koepel is het enige lichtpunt, het koepelvlak heeft een structuur van veelhoekige cassetten, ook de lantaarn is ellipsvormig. De gevel bestaat uit concave vormen met een convex accent op de inkom, de toren en fontein staan op 45° tov de straat, en, bestaat uit op elkaar geplaatste schijven. De kolommen binnen en buiten verlevendigen het geheel.

Page 6: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

53

4.3.1.3.5. SANT’ IVO DELLA SAPIENZE (1642-1650)

Borromini bouwde de kapel van dit klooster. de kerk wordt het tegengestelde van de galerijen, wat open is wordt vol en vice versa. De koepel bestaat uit zes schelpvormige elementen, het lantarentjes is een spiraal naar het kruisbeeld. Gevel is concaaf en de binnenruimte een dynamische centraalbouw.

4.3.1.4. PIETRO DA CORTONA (1596-1669) Van hem vermelden we de SANTA MARIA DELLA PACE (1656-57) met vlakke gevel met inkepingen en uitbouw met kolommen waardoor een licht- en schaduwspel ontstaat (dynamisch), bijzondere aansluitingen van lijnen, vlakken en hoeken. 4.3.1.5. F. DE SANCTIS Bouwt de SCALA DI SPAGNA , , dit is een trappenpartij van piazza de Spagna naar een kerk op een heuvel, bij het bestijgen van de trappen gaat het stadsbeeld open, de trap gaat in stukken omhoog met verbreden en versmallen en richtingveranderingen (dynamiek). Boven aan de trap zou men gans Rome kunnen zien ware het niet dat er een zuil in de weg staat. 4.3.1.6. Verder vermelden, we nog de Santa Maria in Campitelli (C. RAINALDI) en het plafond in de basiliek van San Ignatius . Rome blijft een Barokstad tot begin van de 19de eeuw. De Barok doordringt gans de stad en wordt een volksarchitectuur. 4.3.2. TORINO

4.3.2.1. GUARINO GUARINI (1624-1683) Deze pater uit Modena geeft wiskunde en filosofie, hij ontwerpt een kerk in Mesina maar zij wordt in 1908 bij een aardbeving vernield. Deze pater wordt door zijn orde de wereld rondgestuurd (Lissabon, Praag, Parijs....)naar de bijhuizen. Hierdoor maakt hij kennis met andere culturen (moren, Filippijnen,..)Hij verspreidt de Barok over de hele wereld, versmelt de ideeën van Bernini en Borromini tot één eenheid. Turijn wordt een centrum van belang voor de lokale barok.

4.3.2.1.1. SAN LORENZO (1666) Dit gebouw duidt op de mathematische en filosofische ingesteldheid van de ontwerper. De kerk heeft een vierkant grondplan met een grote koepel, vooraan een overgangsruimte en achteraan een koor met kleine koepel gelijkvormig met de grote. Er is een visueel contact met buiten, alle licht komt uit de koepel, die bestaat uit evenwijdige bogen (Zie kathedraal van CORDOBA invloed van de Islam). Hetzelfde motief, de stervorm komt ook voor in de vloer. Inwendig zijn de wanden, bogen en balkons concaaf en convex.

4.3.2.1.2. PALAZZO CARIGNANO Het systeem van concave en convexe vlakken van de kerken wordt ook toegepast op dit palazzo. Een zeshoekig portaal geeft toegang tot een ovale ontvangsthal, de kleine as is de inkomas, dan komt er een asverandering. Links en rechts vertrekt een gebogen trap naar de verdieping (men ziet het einde van de trap niet (draait). Op de verdieping een balkonraam aan de andere zijde de ontvangstzaal.. De gevel bestaat uit driedimensionale vormen met o.a. pilasters,

Page 7: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

54nissen, ronde ramen klein en groot, het gevelvlak bestaat niet meer. De rooilijn is een schijnlijn.

4.3.2.2. FILIPPO JUVARRA (1678-1736) Van hem zijn vooral de jachtsloten bekend, de voornaamste zijn Jachtslot STUPINGI en PALAZZINA DA CACCIA, waar hij de gebouwen organisch spreidt in de natuur, en door verschuiven, bogenvormen, versmallen en verbreden, vertakken, de gebouwen via assen in het landschap inpast.

4.3.3. VENETIA Venetië is een uiterst materialistische en sensuele stad op het gebied van de architectuur. Cultureel is het een hoofdstad waar o.a. Verdi, Vivaldi,.... en de Venetiaanse schilderschool actief waren. Men bouwde er vooral plezierige gebouwen (ook de godsdienstige). Een stad waar het altijd feest is. 4.3.3.1. BALDASSAR LONGHENA (1598-1682)

4.3.3.1.1. PALAZZO CA’ REZZONICO Gelegen aan het Canal Grande, zeer feestelijk gebouw met sleutels in de boogafwerkingen, bijzondere verzorgde hoekafwerkingen en aansluiting op de zijgevels.

4.3.3.1.2. PALAZZO CA’PESARO Gebouw eveneens gelegen aan het Canal Grande op kleine afstand van Ca’ Rezzonico met gelijkaardige kenmerken.

4.3.3.1.3. SANTA MARIA DELLA SALUTE (1630) Deze kerk werd opgericht na het afwenden van de pest, het feest kan herbeginnen en het plezier moest ervan afdruipen. Gelegen aan de ingang van het Canal Grande bestaat het grondplan uit een samenvoeging van twee centraalbouwen. Doordat de kruisbouw een koepel op de viering heeft wordt de aandacht van de hoofdkoepel wat afgeleid. De grote voluten aan de trommel van de koepel werken als steunberen.

Page 8: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

55 4.4. BAROK IN ESPAGNA Dit is een zeer belangrijk barokland maar door tijdsgebrek wordt dit maar zeer beperkt behandeld. In dit land is er een vermenging van stijl met de stijl afkomstig uit de koloniën MAYA-invloeden. Ook de barok heeft een beïnvloeding op de inheemse bouwstijl in hun koloniën.

4.4.1. NARCISO TOME Kathedraal van TOLEDO “TRANSPARANTE”(1732) De overheid wil dat het allerheiligste voor de gelovigen zichtbaar wordt, daarom wordt er een muurdoorbreking gemaakt omgeven door barokelementen die alle mogelijke spitsvondigheden aanwenden zoals van boven invallend licht, perspectivische effecten, en, tal van andere decoratie illusionaire elementen.

4.4.2. MANUEL VASQUEZ Sacristie van het Kartuizerkl ooster GRANADA (1727-1764)- Onder invloed van midden en Zuid Amerika ontwikkeld zich een barokvariant met plompe halen en krullen, logge profileringen en dikvloeibare spiraalversieringen.

Page 9: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

56 4.5. DEUTSCHLAND 4.5.1. ÖSTERREICH De staatsstructuur is er een van kleine staten die een keizer kiezen met beperkte bevoegdheid, deze structuur bestaat nog steeds in het huidige Duitsland van deelstaten. De reformatie had een sociale bedoeling en het herleiden van de godsdienst tot de originele gronden. Daaruit ontstaat een, machtsstrijd tussen noorden en zuiden (30-jarige oorlog 1618-1648) waar een eind aan komt door het verdrag van Munster. In het zuiden begint de contrareformatie terug op te leven en de keizer wordt een erfelijk ambt (Absburgers) met residenties in Wenen, Munchen, Würzburg,... . De architectuur is een importbarok uit Italië met elementen van turkse invloed (ajuinvorm op de torens) twee westertorens,... 4.5.1.1. LUCAS VON HILDENBRANDT (1668-1745) Deze naar Italië uitgeweken duitser komt terug naar Duitsland.

4.5.1.1.1. ST LAURENZ te Gabel (1699) Er is een grote overeenkomst van de San Lorenzo in Rome, het plan bestaat uit een aaneensluiting van ellipsen, de gevel is een aaneensluiting van concave en convexe vlakken met de nadruk op CONCAAF .5.1.1.2. OBERES BELVEDERE te Wenen (1721-1723)

Dit gebouw met exotische vormen, een skelet als een nomadentent, achthoekige hoektorens, pilaren met gebeeldhouwde figuren, hoger gelegen dan de stad heeft een bijzondere relatie binnen (woonruimte) en buiten (tuin). De middenbouw is een sterk uitgebouwde loggia van het burgerhuis. Zeer bijzonder is de trapstructuur in het gebouw, deze splitst zich in twee met zeer dynamisch verloop van de leuning (met lantaarns) en een uitzonderlijk dynamisch plafond.

4.5.1.2. J. FISHER VAN ERLACH (1656-1723)

4.5.1.2.1. DRIEFALTIGKEITSKIRCHE te Salzburg (1694-1702)

Deze kleine kerk is zeer sterk verwant met de Italiaanse barok, de gevel is concaaf met twee hoektorens, de kerkruimte is een ovaal met grote as in de richting van het binnenkomen van de ruimte. Contrasten tussen vlak en elliptisch en massa en ruimte zijn een spel.

4.5.1.2.2. KARLSKIRCHE in Wenen (1716-1739)

Door de zeer uitgestrekte gevel gaat deze kerk uitdeinen in het stadslandschap, twee hoektorens en twee minaretten als een soort naalden (samengesteld ritme) ondersteunen het hoofdmotief de koepel. In plan is de kerkruimte een ovaal verlengd door een dubbel koor voor een bijzonder lengte perspectief

Page 10: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

574.5.2. ZUID-DUITSLAND 4.5.2.1. GEBROEDERS ASAM (COSMAS DAMIAN ASAM 1686-1 739) Ook zij keren uit Italië terug naar Munchen

4.5.2.1.1. WELTENBURG KLOOSTER aan de Donau (1717-1721) Op een landtong wordt een klooster gebouwd, in de kerk zit het gewone volk onder de koepel, maar verder naar voor onder tegenlicht met volle dynamiek staat de figuur van St George als in een andere wereld. De lichtvlek is een opening naar een andere wereld. In de koepel is een doek gespannen van waarachter het licht komt.

4.5.2.1.2. St JOHANNES NEPOMUK te Munchen (1733-1750) Dit is een nietig bouwsel van nog geen 10 meter breed naast hun eigen woning, naar verhouding hoog en klein van proporties. Om lopende galerij zweeft als het ware en welft zich elastisch heen en weer. Een combinatie van schilderachtige illusionistische en reëel-archtectonische middelen, een overweldigende totaalindruk ontstaat bijna een godsdienstige extase.

4.5.2.2. DOMINIKUS ZIMMERMANN (1685-1766)

Wieskirche

4.5.2.2.1. DIE WIESKIRCHE (1754-1755) Deze kerk uitwendig vrij eenvoudig voor de integratie in het alpenlandschap (eenvoudige bouwvolume kleur wit en geel, let ook de ramen en hun verbindingen) is een langwerpige hallenkerk met ovaal schip en verlengd koor. Vrijstaande kolommen dragen de gewelven met stuccolijsten en fantastische schilderingen. Door stucwerken schildering ontstaat er een grote eenheid van ruimte. 4.5.2.2.2. MARIA STEINBACHKIRCHE Deze kerk heeft nog een middeleeuwse opvatting (hallenkerk) aan de toren zijn kleur en vorm overgangen, suggereert het dwarsschip met frontons en de raamvormen bevatten natuurbeelden, dieren en bloemen.

4.5.2.3. BATHASAR NEUMANN (1687-1753) Uit een familie van klokkengieters komt deze ingenieur, in dienst van de prins-bisschop die veel invloed had bij de keurvorsten. Door de oorlog komt hij in contact met oosterse en italiaanse architectuur. 4.5.2.3.1 RESIDENTIE te WURZBURG (1719-1744)

Dit woon- en regeringsgebouw verenigt in een compact plan met drie vleugels het bloksysteem met binnenhof. De franse planningsmethoden worden gecombineerd met de grote representatieve ruimte uit Duitsland. Het middendeel bevat een grote erkeruitbouw en een merkwaardige trappenzaal.

4.5.2.3.2. VIERZEHNHEILIGEN Kloosterkerk (1743-1772)

Deze kerk bestaat uit in het midden een grote ovaal met in de lengte as aan elke zijde een kleinere ovaal en aan het oosten als transept twee ronde ruimte. Hier ontstaat een zeer dynamische ruimte, gewelven, wanden, zuilen lopen naadloos in elkaar over hier is geen aandachtspunt meer in de gewelven, alles is beweging.

4.5.2.4. PETER THUMB (1681-1766)

Page 11: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

58

4.5.2.4.1. KLOOSTERKERK ST GALLEN (1720) Het is een combinatie van een langsbouw en een centraalbouw, de invloed van de gotiek is nog groot. Het is eigenlijk een lange hallenkerk met een rotonde, die schip en koor in evenwicht houdt. Schip en koor zijn gericht naar het midden.

4.5.2.4.2. NYMPHENBOURG te Munchen (1734-1739) De hoofdvorm is frans maar uitgevoerd in complete zuid-duitse barok, doorbreken van de ruimten, balkons, tribunes,...

4.5.2.4.3. AMALIENBOURG te Munchen (afgewerkt door Francois Cuvilliés uit Soignies) Jachtpaviljoen in park van Nymphembourg, woonprogramma midden (ellips) is wonen, rechts is slaapgedeelte en links het daggedeelte. Klassiek als aanzicht maar in detail dynamisch. Binnen gekend om zijn abstraherende ruimte door het gebruik van spiegels.

4.5.2.5. CASPAR MOOSBRUGGER (..-1723)

4.5.2.5.1. MARIA EINSIEDELN (1719-1723) Pegrimskerk in het noorden van Zwitserland als orgelpunt van een streng geordend en symmetrisch klooster. Een oude genade kapel wordt centraal in een achthoekige ruimte ingebouwd. Een wilde sacrale architectuur.

4.5.2.5.2. MELK Bendictijnerklooster (1702) De twee kloostervleugels worden verbonden door een kerk. Aan het plein voor de kerk kant Donau is een boog met Palladio-motief. De kerk heeft een gewelfde gevel en bolvormige torentoppen. De kerk en klooster getuigen een welbehagen in wereldse glans schoonheid en luxe.

4.5.2.6. DANIEL POPPELMANN (1662-1736)

4.5.2.6.1. ZWINGER in DRESDEN (1711-1722) Een combinatie van oranjerie en tribune voor praalvertoon van het saksische keurvorstendom. Galerijen en koningstoren om tornooien te volgen. In de hoeken telkens en paviljoen.

4.5.2.7. GEORG BÄKR

4.5.2.7.1. FRAUENKIRCHE in DRESDEN (1722-1743) Uitrekking in verticale zin, nieuw programma, gemeenschap is het centrum, men zit naast elkaar ook op de tribunes als in een rond theater. Deze kerk werd tijdens de tweede wereldoorlog volledig vernield door de geallieerde strijdkrachten en bleef tot na de hereniging van Duitsland in puin liggen. Pas zeer recent werd ze volledig terug opgebouwd

Page 12: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

59 4.6. FRANCE In Frankrijk heerst de volgende mentaliteit, eerst Frankrijk en de rest van de wereld en dan Parijs en dan al de rest. Door de geografische ligging is het een knooppunt langs de Atlantische oceaan industriële cultuur en langs de Middellandse Zee de antieke culturen. De maatschappelijke structuur is duidelijk piramidaal ttz een massa proletariaat, dan adel, geldadel en de kerk aan de top de koning, keizer, president. Met Lodewijk XIV heerst volop het absolutisme, gans het cultuurgebied onder zijn knoet, intellectuelen doen mee voor de schijnmacht van titels, academische titels,... Men stelt Rome als voorbeeld Huis van de Medici in Frankrijk Academie de France, volledig doordrenkt van de oude romeinse cultuur (verhoudingen). Hoe kan in zo een systeem Barok ontstaan? Niet in de officiële architectuur maar wel in de provinciesteden. Er bestaan wel parlementen maar die hebben geen macht. (absolutisme = dictatuur). Men gaat zich aan Italië spiegelen (eerst renaissance, later barok) en Frankrijk probeert het evenwicht in Europa te handhaven. Verdeel en heers. 4.6.1.FRANCOIS MANSART (1598-1666) Werkt vooral voor de grootadel, wordt uiteindelijk niet erg gewaardeerd om dat hij projecten steeds wijzigt en laat herbeginnen. Hij ontwikkelt een nieuwe dakvorm ‘het Mansardedak’ waardoor de ruimte onder het dak bewoonbaar worden. 4.6.1.1. PLACE ROYALE later DES VOSGES

zie ook hoofdstuk over Renaissance blz 45. Typisch franse bouwstijl zie de raamomlijstingen en de hoekafwerkingen, inhaken van het metselwerk.

4.6.1.2. KASTEEL VAN BLOIS Gekend omwille van zijn zeer bijzondere trap met dubbele loop, de colonnade met dubbele zuilen en in het uitspringend middendeel het onderbreken van de kroonlijst.

4.6.2. CLAUDE PERRAULT (1613-1688) LOUVRE (1665)

zie ook hoofdstuk over renaissance blz 46. Deze gevel van het LOUVRE is duidelijk ontworpen vanuit een utilitaire functie. Open verdieping met open dubbel colonnade, gebouw met een plat dak, supervolmaaktheid van verhoudingen = royaal karakter.

4.6.3. LOUIS LEVAU (1612-1670)

VAUX LE VICOMTE (1657) Het is een buitenhuis voor de minister van financiën FOUQUET, het gebouw wordt in een zeer korte tijd opgetrokken, een groep van mensen krijgt de opdracht o.a. LE BRUN voor het schilderwerk en LE NÖTRE voor de tuinen. De Inhuldiging duurde 3 dagen, een groots feest met LODEWIJK XIV, De dag na de feesten wordt FOUQUET aangehouden en alles wordt aangeslagen. LEVAU Bouwde eerst al een kapel en de vergaderzalen van de Academie Française voor het VAUX LE VICOMTE bouwde, dit is een woning in de natuur, op een gecreëerde open plein in een spel van assen van orthogonaal evenwicht. Het gebouw wordt gespiegeld in watervlakken (suggereren van ruimte). Na het beslag gaat het trio (LEVAU, LE BRUN en LE NOTRE) werken voor Lodewijk XIV te Versailles, het jachtpaviljoentje van de koning zijn vader.

.6.4. J. HARDOUIN-MANSART (1646-1708) Neef van François Mansart 4.6.4.1. VERSAILLES

Hij zal het gebouw een zeer grote uitbreiding geven, hij zal het “humanisme “ (?)

Page 13: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

60Ten top drijven door de uitbreiding zo te voorzien dat de ganse omgeving zich zowel fysisch als via assen naar het centrum van het gebouw zal richten, door gebouwen, assen watervlakken, aanplantingen. De mens beheerst alles. Het is ook de man van de spiegelzaal. Zie ook p 46 renaissance.

4.6.4.2. DOME DES INVALIDES (1675-1706) en HOTEL Het is een tehuis voor oorlogsinvaliden met een dôme. Deze kerk is planmatig sterk gelijkend op de SAN PIETRO van Michelangelo. De peilers van de koepel zijn diagonaal doorboord. de koepel bestaat uit drie delen: een half koepel, de binnenkoepel en de buitenkoepel. in het centrum het graf van Napoleon. In de kerk is een sterk verticalisme.

4.6.4.3. LE GRAND TRIANON Op latere leeftijd laat Lodewijk XIV in het park van Versailles nog een buitenverblijf bouwen. Kenmerkend zijn de kleuren geel en roze, de galerij met spiegelzaal en de platte daken.

4.6.5. JACQUES-ANGE GABRIEL( 1698-1782)

4.6.5.1. PETIT TRIANON (1762) Gebouwd voor een minnares van Lodewijk XIV Madame de Pompadour en ook gelegen in het park van Versailles. Het is een charmante dobbelsteen van een gebouw zonder uitsprongen of bewegingen. Hier is een invloed van Palladio merkbaar. Het plan daarentegen is volledig naar buiten gekeerd, een nieuwe manier van opvatting.

4.6.5.2. MADELEINEKERK te Paris Kerk gebouwd op de assen van de stad Parijs, typisch klassieke antieke bouwstijl met inwendig alleen licht door centrale openingen in de koepels.

4.6.5.3. ECOLE MILITAIRE te Paris (1751) Weer een gebouw zonder uitzonderlijke elementen, de traphal is gelijkvormig met die in Blois maar de leuning is in brons en geeft een vluchtige elegantie.

4.6.6. JACQUES SOUFFLOT (1713-1780)

PANTHEON te Paris (1755-1795) Dit gebouw met als plan een grieks kruis en een portiek als overgangsruimte, heeft ook geen enkel raam naar buiten, geen communicatie tussen binnen en buiten, de koepels zijn drieledig en zorgen voor indirecte verlichting, de vloer in het middendeel ligt lager (maximaal uithollen van de ruimte) Deze kerk duidt op het einde van de Barok en kondigt het begin aan van het neoclassicisme.

Page 14: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

61 4.7. ENGELAND De koning staat tegenover het Parlement dat triomfeert, maar de koningen winnen terug aan macht. Er zijn duidelijke bindingen met de Nederlandse architectuur. 4.7.1. INIGO JONES (1573-1652) Van huis uit decorateur, maakte meerdere studiereizen naar Italië en kwam in contact met de architectuur van Palladio.

QUEEN’S HOUSE te GREENWICH ((1616- Een verband met Palazzo Chiericati van Palladio valt op als is er niets gekopieerd. Het gebouw is horizontaal en verticaal logisch uitgebouwd. Het is een streng symmetrisch gesloten bouwblok.

4.7.2. SIR CHRISTOPHER WREN (1632-1723) Is een wiskundige die na de verwoesting van London in 1666 veel van de heropbouw realiseert.

4.7.2.1. ST PAULS KATHEDRAAL (1675-1710) Het is reeds een mengelmoes van Barok en Classicisme, de koepel een van de volmaaktste die bestaat heeft een zuiver klassieke stempel en rustiger dan die van Michelangelo en Hardouin-Mansart.

4.7.2.2. ST STEPHEN WALBROOK te London (1672-77) Ruimte een overgang van een rechthoekig naar een centraal plan door een Palladiomotief ABA in opstand.

4.7.3. JOHN VANBURGH BLENHEIM KASTEEL te Oxfordshire (1705)

Zie de analyse met Versailles en merk de gelijkenis voor integratie in de natuur en symmetrische opbouw. Ook het gebruik van de bouwelementen van Palladio. Toch ook zeer tegenstrijdige elementen in vormgeving

4.7.4. JOHN WOOD (1704-1754)

4.7.4.1.PRIOR PARK te Bath (1735 Landhuis met duidelijk invloeden van Palladio

4.7.4.2. ROYAL CRESCENT ((1767-1775) door JOHN WOOD JR Nieuw is meerdere woningen onder één dak, betere bezonning, park achter de gebouwen, grasplein is typisch engels en inhakend in de natuur.

Page 15: GESCHIEDENIS VAN DE BOUWKUNST Hoofdstuk 4 BAROK …verhc01.deds.nl/cursuspdf/2007 GEBOWO BAROK.pdf · 2007-01-10 · Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst 50 4.3.1.2. GIAN

Geschiedenis van de bouwkunst Barok bouwkunst

62 4.8. DE NEDERLANDEN Een heropleven van de cultuur in teken van de adel en de kerk. Vlamingen en Nederlanders reageren anders dan de latijnen. Er is een voortzetting van bepaalde strekkingen uit de gotiek, een andere Barok in Zuid en Noord. Het Noorden is kapitalistisch en zakelijk. Te vermelden:

4.8.1. SINT MICHIELSKERK te Leuven

4.8.2. SINT CAROLUSKERK te Antwerpen

4.8.3. ABDIJKERK te Aarschot