Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en terug?

Post on 27-Jul-2015

199 views 0 download

Transcript of Pascal Debruyne - Stedelijk opbouwwerk. Van emancipatie tot depolitisering en terug?

Stedelijk opbouwwerk: Van emancipatie tot depolitisering

“en terug?”

Dr. Pascal DebruyneUgent/KuLeuven

OIKOS-Lezing “Mensen maken de Stad”Mechelen

Inhoud lezing

• Definitie Samenlevingsopbouw/opbouwwerk

• De onlosmakelijke band tussen stedelijk en suburbaan gebied

• ‘T Stad is van ons! (1968/1973-1988) Van crisis tot strijd voor herwaardering tot crisis…

• ‘T Stad is ook van hen…(1988/1991-1999)Achtergestelde wijken, armoedebestrijding en het primaat van de politiek

• “‘T Stad is van iedereen” ? (1999-…)Neoliberale ‘stedelijke renaissance’, sociale mix en leefbare wijken…

• En hij zag dat het goed was: Dwarse samenlevingsopbouw

Samenlevingsopbouw is…

Doel: realiseren en toegankelijk maken van de grondrechten van groepen met minder behartigde belangen

Kernopdracht is dubbel en verbonden:

1. Politiek: Sociaal gecorrigeerd (inhoud van het

beleid) Participatief gecorrigeerd (werkwijze

van het beleid)

2. Agogische kernopdracht: maatschappelijk kwetsbare groepen

mobiliseren in de aanpak van collectieve problemen

Een genealogische benadering Grotere macro-verhaal Politiek-economische en bestuurlijke omwenteling

• Van welvaartstaat gestaag, via de crisis van ‘74, naar neoliberale overheid (vanaf 1981) via opeenvolgende crisissen

• Sociaal-ruimtelijke herschaling en globalisering: Competitieve steden en regio’s & “ruimtelijke selectiviteit/ sociaal-ruimtelijke differentiatie” als principe.

• Impact op middenveld: ‘contestatiebeweging’ en compromis wordt professioneel partnerschap en consensus (gedeeld verhaal).

Antistedelijk woonmodel: suburbanisering

• Burgerlijke paniek >> promotie van wonen op platteland/suburbane gebieden (wet de Taeye-1948)

• Naoorlogse welvaartstaat• Selectieve stadsvlucht (tot in

2000): • Gordelwijken goedkope

woningstock tot op vandaag – “wijken van aankomst”

5

Cijfers van de stadsvluchtin naoorlogse periode

• Tussen 1948 en 1976 daalde de Gentse bevolking met 27.000 mensen tot 139.000 inwoners.

• Ook in de periode tussen de fusie in 1977 en 1998 bleef de bevolking afnemen, in deze periode vertrokken er nog eens 22.000 inwoners.

• Pas vanaf 1999/2000 stabiliseren die cijfers zich enkele jaren. De komst van internationale migranten temperden de effecten van de pijlsnelle leegloop:

tussen 1948 en 1976 groeide de niet-Belgische bevolking immers aan met bijna 6.500 mensen (versus daling ba, 33.000 belgen)

tussen 1977 en 1999 met nog eens 4.500 (versus daling van 26.500 Belgen)

Migranten uit onder ander Turkije, Marokko en Algerije vulden de vrijgekomen jobs en leegstaande huizen. Ze zorgden ervoor dat de stad niet helemaal ontvolkte.

6

1. ‘T Stad is van ons! (1968/1973-1988)

“Van crisis tot strijd voor herwaardering tot crisis…”

• 1974-crisis: vooruitgangsgeloof en eindeloze groei stokt: limits to growth

• Voorzichtige kentering Studenten, jongeren, artiesten (zie: mei ‘68 crisis) Economische crisis lokt andere levensstijl uit.

• Strijd voor sociale stadsherwaardering einde de jaren ‘70Autonome Actiegroepen + monumentenzorgers + politici

(Monsaert) tegen “Betonpoeper” Placide DepaepePandinistisch Verblijvingsfront 1980Erna herwaarderingsbeleid (en actiegroepen BIRO/GEBAK)

13/03/2013 8

Herontdekking van de stad

jaren 1970

Ontwikkeling van stadsbewegingen en werkgroepen (werkgroep groene vallei, werkgroep stadsvernieuwing,…en actiegroepen)

Ontwikkeling van autonoom initiatief: culturele initiatieven en sociaal-culturele praktijken, tot opbouwwerk

9

Herontdekking van de stad

jaren 1970-’80

Manuel Castells

“The City and the Grassroots (1983)”

Het was een moment waarop allerlei stedelijke sociale bewegingen:

(1)Strijden voor de decentralisatie van politieke macht (autonomie-eis)

(2)Strijden voor een verbetering van de publieke dienstverlening (grondrechten)

(3)Het verdedigen en uitbouwen van een lokale gemeenschapscultuur aan elkaar koppelden obv. “de gebruikswaarde voor de bewoners” (identity politics)

Ontwikkelingscoalities tussen ‘50- ‘80 strijden om de stad sociaal-rechtvaardig te maken: “het recht op de stad” claimen (Zie Lefebvre).

Sociale stads-herwaarderingjaren 1980

• Vlaams herwaarderingsbeleid onder Akkermans Invulbouw, geen sociale verdringing

(saneringsnomadisme)Participatie-arrangement

• Actie groene beweging:“Gent meest verkrotte stad” 1988

• Paarse coalitie: gordelwijken op de agenda (Sas en Bassijnwijk)

• Weinig middelen, weinig resultaten… maar blijvend ijkpunt

13/03/2013 11

In 1982 “herwaarderingsbesluit op de stads- en dorpsherwaardering” (Minister Paul Ackermans)

‘Een herwaarderingsgebied is een gebied dat prioritair in aanmerking

komt voor een stads- en dorpsherwaarderingsoperatie en dat

afgebakend wordt op basis van ruimtelijke en maatschappelijke

kenmerken, uitgedrukt in een rapport dat een beleidsvisie voor het

te waarderen gebied formuleert’ (Akkermans, 1983).

Gericht op investeringen (niet-exclusief): ‘vooral de machtelozen,

kansarmen en kwetsbaren in onze samenleving moeten wij

tegemoetkomen in hun recht op goed wonen’ (Akkermans, 1983).

Vanaf begin 1981: Strijd tussen herwaarderingsaanpak/sociale stadsvernieuwing en grootschalige neoliberale stadsontwikkeling! (eerste neoliberale benadering van stedelijkheid)

Liberale opvolgers (1985 verkiezingen) bevoegdheid “stadsontwikkeling” in handen: Reagan- en Thatcheriaanse kijk op stad: London Docklands en Baltimore’s Inner Harbour

Ward Beysen (PVV) in 1988: “het besluit op de stadsontwikkeling” (ipv sociale stadsvernieuwing).

Neoliberale omwenteling: nieuwe ‘marktgerichte’ organisatiecultuur

Karel Poma: PVV-Minister in Vlaamse Executieve (1981-1985)

Herstructureringsdebat van de sector als besparingsoperatie

Onderhandeld door de sector zelf in (meer financiering in ruil voor professionalisering)

Vanaf 1982:I. projectmatig werken II. VIBOSO koepelIII.RISO’sIV.actueel: 5 provinciale RISO’s + 3 grootstedelijke RISO’sV.Probleem van controle en sturing door overheid vergroot (Desmet, 1994)

2. ‘T Stad is ook van hen…(1988/1991-1999)

“Achtergestelde wijken, armoedebestrijding en het primaat van de politiek”

Zwarte zondagen zweepslagjaren 1990

Consequenties van neoliberaal decennium:

Achterstandswijken, extreme sociaaleconomische achterstelling, en diepe kloof tussen burger en politiek

• Verkiezingsoverwinningen Vlaams Blok: • Drie V’s (veiligheid, vuiligheid en

vreemdelingen)

Doorbraak ‘Extreem rechts’ vanaf 1988 en Zwarte Zondag in 1991:

I. Focus verschuift naar “achtergestelde gebieden” en de noodzaak aan “armoedebestrijding”

II.Opkomst ‘botsende beschavingendiscours’: klassenbreuklijn wordt etnisch-culturele en religieuze breuklijn.

Vorming van nieuwe coalities: progressieve academici (AVA in 1992-1994 onder Dehaene-

Fed.) progressieve politici (SP & CVP in 1988 aan de macht) opname nieuwe frontlijnambtenaren (opgegroeid in het

herwaarderingsverhaal) middenveldorganisaties /armoedeverenigingen

Nieuwe programma’s Armoedefondsen 1995 Sociaal Impulsfonds Grootschalige sociale huisvesting (Domus Flandria- De

Batselier) Stimulans voor aanpak gordelwijken van bovenuit Middenveld wordt toenemend onderaannemer in links top-

down beleid

Effect op de sector/middenveld

(1) Vergroten slagkracht (minderhedenbeleid en geïntegreerde armoedebestrijdings-projecten) & sterke(re) professionalisering (voorzieningenlogica)

(2) Stuk verlies autonomie en inschrijving in politiek-electoraal verhaal (tegen VB)

(3) SLO van “cultuur” naar “welzijn”

I. (Kans-)armoede bestrijding & “welzijnsmodel”I. Erkenning van Samenlevingsopbouw via decreet maatschappelijk

opbouwwerk (1991)

3. ‘T Stad is van iedereen” ? (1999-…)

“Stedelijke renaissance, sociale mix en leefbaarheid”

Stads- ontwikkeling 2000

• Paarsgroene regering 1999:

• Stadsvlucht tegengaan door leefkwaliteit te verhogen, meer specifiek voor jonge gezinnen, midden- en hoge inkomensgroepen en actieve senioren

• Aansluiting bij internationale tendens

“Het Vlaamse stedenbeleid neemt een bocht van het sociale beleid waaruit het ontstond naar een focus “on urban development and interurban competition for (wealthy, taxpaying) inhabitants, visitors and investors rather than on urban problems and the living conditions of poor people in deprived neighbourhoods.” (Loopmans, 2007, p. 224)

Instrumenten

•White paper en Witboek Stedenbeleid

•Nieuw stedendecreet in 1999 onder Minister Van Grembergen

•“Stadsvernieuwingsfonds” (2001) en “Stedenfonds”(2003) vervangen”lens en praktijk van armoedebestrijding”

•“The poor from hero to zero” (?) (Loopmans, 2002)

•Bloedbad in het middenveld (ook SLO)- vanaf 2003

“In eerste instantie slaat het op het wegtrekken van o.a.

tweeverdienerhuishoudens met kinderen maar ook koppels zonder

kinderen. Jongeren, die na hun studies in de stad blijven hangen, blijven –

eens ze een vaste relatie met kinderwens aangaan – emigreren naar de

rand en het platteland. (…)

De gestabiliseerde migratiecijfers en zelfs lichte stijging van de stedelijke

populatie heeft echter meer te maken met geregulariseerde

vluchtelingen en toestroom van migranten o.a. uit Centraal en Oost

Europa. Het is niet deze instroom die in onze steden voor een nieuwe

heropleving kan zorgen. De gegoede en goed opgeleide middenklasse

laat het nog grotendeels afweten.”

(Decreet stedenbeleid p. 3-4).

De nieuwe taal over stad en stedelijkheid “De stedelijke renaissance”

(1) Positieve communicatie over de stad en citymarketing:“Van klacht naar kracht” of “Van Kanker tot Anker” = Weg met radio

deprimo!“ ‘T Stad is van iedereen” en “Zoveel Gent”= creatie van een dichte

stadsgemeenschap via marketing.

(2) Sociale mix: Doelstelling is vooral terughalen en behouden van tweeverdieners

gezinnen (middenklassen) en “creatieve klassen” die de stad dynamiseren.

“De facto” normalisering van sociale verdringing

“‘T Stad is van iedereen” ? (1999-…)Stedelijke renaissance, sociale mix en leefbaarheid

(3) Sociale Cohesie

Hervertaling van armoede naar zwakke netwerken (en sociaal kapitaal)

(4) Stadsprojecten- en events vormen nieuwe hefbomen voor toekomstige ontwikkeling

• DE STENEN STAD: spektakelprojecten

• DE EVENT-STAD: Rijsel culturele hoofdstad van Europa in 2004, ODEGAND, Flikkendag,…

(5) Toenemend veiligheids- en preventiebeleid obv. “Lik op stuk”

• De overlastwetgeving (Gemeentelijke Administratieve Sancties – GAS) van 1999 (nieuwe gemeentedecreet, artikel 119 bis), samenscholingsverbod

• Hervertaling van sociale ongelijkheid (rijk/arm) naar wenselijke mentaliteit en gedrag (veiligheid); beperkt tot achtergestelde groepen.

(6) Overheden als calculerende regisseurs met sturingskracht

• Ook politiek zelfbewustzijn rond sturingskracht en sterke regie van bovenaf.

• Heel sterke institutionele professionalisering van de steden met integraal-opgebouwde stafdiensten: calculerende overheid, new public management en strategische planning.

(7) (Verwachte) positie van het middenveld/ civiele samenleving

• Sterkere positionering als “partner”/ stakeholder via specifieke ‘uit-te-voeren’-opdrachten vanuit en voor de lokale overheden

• Toenemende kwantificeerbare doelstellingen en management logica door middenveld zelf

Rechtse omwenteling“De grote transformatie”

• Aanval op middenveld is ingezet: Overlegmodel onder drukl

• Aanval op de stad (1): gebruiksruimte voor de suburbane gebruiker: doorgangsruimte

• Aanval op de stad (2): homogeniteitsdenken• Doorzetting van het veiligheidsdiscours

En hij zag dat het goed was:Dwarse samenlevingsopbouw…

(1) Mensen maken de stad!

Feitelijke praktijkenOpbouwwerker als “etnograaf”Vertrekken vanuit bestaande noden en behoeften

(2) Emancipatorisch werken

Tijd om collectieve aanpak terug centraal te stellen individuele noden en behoeftes verknopen tot een collectieve aanpak

(3) Autonomie met een twist: coalities met organisaties en bestuurlijke actoren

(4) Politisering centraal: Terug positie durven innemen (HartbovenHard)