Post on 17-Jul-2015
Het retentierecht
27 november 2014
mr. S. (Simone) Grasboers.grasboer@schenkeveldadvocaten.nl
Indeling
Aard
Vereisten
Opeisbare vordering
Samenhang
Feitelijke macht
Uitzonderingen
Zorgplicht en schade
Uitwinnen
Derden en faillissement
Einde van het retentierecht
2
Aard (1)
Artikel 3:290 BW
Retentierecht is de bevoegdheid die in de bij de wet aangegeven gevallen aan een schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan.
Elementen:
Bevoegdheid
Schuldeiser
Nakoming plicht afgifte zaak aan zijn schuldenaar
Opschorten totdat vordering is voldaan3
Aard (2)
Opschortingsrecht 6:52 BW
Verplichting afgifte zaak
Fases
Uitoefening niet in strijd met redelijkheiden billijkheid
4
Opeisbaarheid en samenhang
Opeisbare vordering
Soms ook bij niet opeisbare vorderingen 6:80 BW
Niet bij toekomstige vorderingen
Samenhang
Zelfde rechtsverhouding (overeenkomst)
Twee keer zaken gedaan
‘Licht verband is voldoende’
5
Zaak
Andermans zaak
Roerende zaken
Onroerende zaken
6
Roerende zaken
Auto’s KG RB Midden-Nederland 29 augustus 2014,
ECLI:NL:RBMNE:2014:5039
Scheepscasco’s RB Gelderland 13 oktober 2014,
ECLI:NL:RBGEL:2014:6982
7
Onroerende zaken
HR 15 februari 1991, NJ 1991/628 (Agema/WUH)
HR 23 juni 1995, NJ 1996/216 (Deen/Van der Drift)
HR 6 februari 1998, NJ 1999/403 (Winters/KvdT)
HR 5 december 2003, NJ 2004/340 (Rabobank/Fleuren)
8
Onroerende zaken (1)
HR 15 februari 1991, NJ 1991/628 (Agema/WUH)
Een dergelijk niet uit de openbare registers kenbaar retentierecht dient te worden beperkt tot het geval waarin de schuldeiser die het uitoefent, op een ook voor derden voldoende duidelijke wijze de feitelijke macht over het goed uitoefent, zodat feitelijke afgifte, veelal ontruiming, nodig is om deze macht weer op de rechthebbende — hier: de erfpachter — te doen overgaan.
i.c. feitelijke macht verloren
9
Onroerende zaken (2)
HR 23 juni 1995, NJ 1996/216 (Deen/Van der Drift)
Een zodanig retentierecht zal jegens een derde met jonger recht slechts kunnen worden ingeroepen als de schuldeiser op voor een zodanige derde op voldoende duidelijke wijze de feitelijke macht uitoefent.
Vgl. art. 3:24 lid 1 BW
kenbaarheidsvereiste
10
Onroerende zaken
Het Kantoor van de Toekomst
11
Onroerende zaken (3)
HR 6 februari 1998, NJ 1999/303 (Winters/KvdT)
Het enkele toelaten van nevenaannemers tot het verrichten van installatiewerkzaamheden hoeft niet te impliceren dat daarmee oplevering aan de opdrachtgever heeft plaatsgevonden
(i.c. geen einde feitelijke macht)
Vgl. art. 3:24 lid 1 BW
kenbaarheidsvereiste
12
Onroerende zaken (4)
HR 5 december 2003, NJ 2004/340 (Rabo/Fleuren)
Obligatoire rechtsverhouding, geen rechtshandeling die voor registergoed van belang is ex art. 3:17 lid 1 a BW
Mogelijk op gedeelte van een onroerende zaak (golfbaan)
13
Onroerende zaken (5)
Gezamenlijk met anderen uitoefenen?
Vzr Amsterdam 2 juli 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:3966
Onderaannemers zelf concluderen dat zij slechts als collectief de feitelijke macht over de bouwplaats hadden
Door aannemer v.w. huurder t.o.v. eigenaar?
RB Oost-Brabant 15 januari 2014, WR 2014/71
Huurder 7:230a-ruimte betaalt aannemer niet die r.r. inroept t.o.v. verhuurder
14
Feitelijke macht en kenbaarheid
Feitelijke macht
Onder zich houden of dat voor een ander doen
Kenbaarheid
Hoge Raad 23 juni 1995, NJ 1996/216
Inschrijving in de openbare registers?
Afsluiten?
Borden?
Wederpartij?
15
Feitelijke macht en kenbaarheid
Feitelijke macht over een perceel
Vzr. Almelo 16 februari 2011
Mededeling aan wederpartij verplicht?
HR 17 september 2010
16
Uitzonderingen
Artikel 6:54 BW
Zelf schuldeisersverzuim
Nakoming blijvend onmogelijk
Als vordering niet vatbaar is voor beslag
Vordering immateriële schadevergoeding, goodwill
Strijd met de redelijkheid en billijkheid
Algemene voorwaarden/exoneratie?
17
Zorgplicht en schade
Bezitter/houder
Zorgvuldig schuldenaar
T.o.v. andere onder-/nevenaannemers
18
Uitwinnen
Geen parate executie
Beslag + procedure
Beslagene executeren
19
Derden en faillissement
Onderscheid jonger recht & ouder recht op de zaak
Voorrang
20
Einde van het retentierecht
a. Tenietgaan van de vordering
b. Zekerheidstelling
c. Zaak komt weer in macht rechthebbende
d. Indiening vordering bij bewindvoerder
e. Uitwinning door retentor
f. Schuldeisersverzuim/blijvende onmogelijkheid
g. Strijd redelijkheid en billijkheid
h. Tekortschieten zorgplicht
i. Teniet gaan zaak
j. Cessie
21
Vragen?
22
T: 072-514 46 21M: 06 – 10958279 F: 072-514 46 40E: s.grasboer@schenkeveldadvocaten.nl