Post on 28-Jul-2015
1
Film Analysis with Cinemetrics
Case; Five films from Lars von Trier.
- Repertoire Film 07-08 - - Clara Pafort-Overduin. -
- In opdracht van Universiteit Utrecht -
- Bas Lievens, 3025845 -
2
1. Inleiding
1.1. Aanleiding.
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het vak Repertoire Film aan de Universiteit Utrecht. In
deze cursus wordt aan de hand van verschillende film- en televisievoorstellingen de repertoirekennis
aangesterkt. Door een filmanalyse probeer ik uitspraken te doen over de cinematografie van vijf films
gemaakt door de Deense regisseur Lars von Trier.
De analyse wordt uitgevoerd aan de hand van een software programma waarmee verschillende
cinematografische aspecten gemeten kunnen worden. Dit programma heet Cinemetrics1 en is
ontwikkeld door Gunars Civjans en Yuri Tsivian in navolging van de zogenaamde „Statistical Style
Analysis‟ van filmwetenschapper Barry Salt. Deze manier van analyseren berust op de Average Shot
Length als analytisch gereedschap. Salt gebruikt de gemiddelde shot lengte om uitspraken te doen over
zowel de verschillende persoonlijke stijlen die filmmakers hanteren, als algemene trends binnen de
filmgeschiedenis. Het programma Cinemetrics biedt ons de mogelijkheid om naast de gemiddelde shot
lengte; de totale lengte van de film gedeeld door het aantal shots, ook naar andere paradigma‟s te
kijken die zich in films bevinden. Denk daarbij aan de verschillende „shot scales‟ en
camerabewegingen. Aan de hand van deze paradigma‟s zijn we in staat om uitspraken te doen over de
gehanteerde stijl van de filmmaker. We kunnen vaststellen hoe de lengtes van de shots en de schaal
van de shots verdeeld zijn in de desbetreffende film en onze resultaten vervolgens in een breder
verband plaatsen door ze te vergelijken met andere films en andere filmmakers.
1.2. Vraagstelling.
Aan de hand van een uitbreiding van mijn repertoirekennis van cinematografie en de analyse van vijf
verschillende films tracht ik specifieke stijl van de filmmaker Lars von Trier te achterhalen. Derhalve
formuleer ik mijn vraagstelling: “Hoe is de specifieke, individuele stijl van de filmmaker Lars von
Trier te omschrijven”
1.3. Onderzoeksopzet.
In hoofdstuk twee beschrijf ik het leven van de Deense filmmaker Lars von Trier. Het levensverhaal
van Lars von Trier kan inzicht bieden in de specifieke, individuele stijl die deze filmmaker hanteert.
Denk daarbij aan zijn leefomgeving, genoten opleiding, en zijn inspiratiebron.
Hoofdstuk drie begint met een kleine inleiding op het werk van Barry Salt en het
softwareprogramma CineMatrics dat en ontwikkeld werd door Gunars Civjans en Yuri Tsivian. Ik leg
uit welke paradigma‟s belangrijk zijn en hoe er aan de hand van deze paradigma‟s uitspraken kunnen
worden gedaan over de specifieke, individuele stijl van de betreffende filmmaker. Vervolgens
presenteer ik de CineMatrics analyses van de vijf verschillende Lars von Trier-films.. Deze analyses
1 www.cinematrics.lv
3
beginnen met een kleine omschrijving van de verhaallijn van de betreffende film en eindigen met een
presentatie van de grafieken uit de CineMatrics analyse. De vijf films die ik analyseer zijn: EUROPA
(1991), THE IDIOTS (1998), DANCER IN THE DARK (2000), DOGVILLE (2003) en THE FIVE
OBSTRUCTIONS (2003).
In hoofdstuk vijf volgt een vergelijking tussen de verschillende resultaten uit hoofdstuk drie.
Aan de hand van deze interpretatie tussen de verschillende films probeer ik vervolgens uitspraken te
doen over de specifieke individuele stijl van de filmmaker Lars von Trier in het laatste hoofdstuk en
antwoord te geven op de vraagstelling.
2. Karakterisering van de filmmaker.
2.1. Lars von Trier.
“Lars von trier is een Deense filmmaker. Geboren op 13 april van
het jaar 1956 in Kopenhagen. Vanaf 1974 studeert hij aan de
Nationale School van Denemarken en studeert in 1983 af. Voordat
hij in 1984 debuteert met de film „Elements of Crime‟ (1984),
maakt Von Trier meer dan veertig reclamespotjes. „Elements of
Crime‟ is direct een groot succes en plaats de jonge filmmaker
tussen een aantal van de grootste filmmakers alle tijden. De film
wint onder andere prijzen in Cannes, Chicago en Mannheim. In
eigen land wordt Von Trier gezien als één van de meest
getalenteerde filmmakers van Denemarken.”2
Samen met collega‟s Thomas Vinterberg, Kristian Levring en Søren Kragh-Jacobsen bedacht
en begon Lars von Trier in 1995 het Deense „Dogma 95‟ collectief. Hun intentie was om een stroming
te vormen die tegenwicht kon bieden tegen de globalisering van Hollywood films. Het principe van
Dogma 95 omschrijft dat de filmmaker ondergeschikt is aan zijn film. De deelnemers van dit collectief
hebben afgesproken om het filmmaken te verbinden aan tien regels, ofwel tien dogma‟s. Deze regels
worden opgesomd in het manifest van Dogma 95 en vormen samen „de eed van zuiverheid.‟ Deze eed
houdt het volgende in:
2 Biografie: Lars Von Trier( http://film.upclive.nl/people/item.php?id=352)
4
“Ik zweer mij te onderwerpen aan de volgende regels, opgesteld en bevestigd door Dogma95:
3
Vervolgens zweer ik als regisseur me te onthouden van persoonlijke smaak. Ik ben niet langer een artiest. Ik zweer me te onthouden van het maken van een 'werk', omdat ik meer waarde hecht aan het ogenblik dan aan het geheel. Mijn belangrijkste doel is om de waarheid te forceren uit mijn personages en omgeving. Ik zweer dit te doen met alle beschikbare middelen en ten koste van alle goede smaak en alle esthetische overwegingen. Aldus maak ik mijn eed van zuiverheid."
De stroming van Von Trier‟s films vertegenwoordigt zowel avant-garde als representaties van de meer
klassieke genres. Zijn eerste werk waren ingenieuze exploraties van thema‟s en symbolen die later een
centrale rol in zijn film zouden gaan spelen. Hij creëerde zo zijn eigen cinematografische expressie vol
met hevige symbolen en emotionaliteit. Lars von Trier verwierf zowel nationale als internationale
bekendheid met zijn EUROPA (1984-1991) trilogie. Deze trilogie bestond uit; THE ELEMENT OF CRIME
(1984), EPIDEMIC (1987) en EUROPA (1991). Samen met de producer van EUROPA (1991), Peter
Aalbæk Jensen, richt Von Trier in 1991 zijn eigen bedrijf op genaamd Zentropa Entertainments. Dit
bedrijf is heden ten dagen een van de grootste filmproducenten in Scandinavië. 4
Von Trier heeft twee televisie producties gemaakt; Medea (1988), The Kingdom I (1994) en
The Kingdom II (1997). Hij maakte deze producties in samenwerking met Morten Amfred. Met het
verhaal van The Kingdom, vertoond in een tiendelige tv-serie, creëerde Lars Von Trier een technische
stijl die het gemakkelijker maakte om je als kijker enkel op het verhaal en de acteurs te concentreren.
Dit inzicht deed Von trier besluiten om later het „Dogma 95‟ concept te ontwikkelen. Het nationale en
internationale succes van deze televisieseries gaf Von Trier de mogelijkheid om zijn volgende grote
project te financieren. Zijn tweede trilogie THE GOLDEN-HEART TRILOGY (1996-1998) is geïnspireerd
op een sentimenteel kinderboek dat Von trier als kind graag las. Het boek gaat over een klein meisje
dat overal altijd bereid is zichzelf op te offeren om anderen te kunnen helpen. De trilogie bestaat uit
BREAKING THE WAVES (1996), THE IDIOTS (1998) en DANCER IN THE DARK (2000) en heeft als
centraal thema „vrouwen met een goed hart.5
3 Dogma 95( http://www.digischool.nl/ckv1/film/dogma_95.htm. 12-17-2007)
4 http://nl.wikipedia.org/wiki/Lars_von_Trier
5 http://www.trust-film.dk/download/Lars%20von%20Trier%20Bio%20&%20Filmography%20-
%2001.04.03.doc
5
3. Presentatie van de CineMatrics analyses.
3.1. CineMatrics, een introductie.
Barry Salt is een filmwetenschapper die de zogenaamde Statistic Style Analasis (1974) bedacht voor
het analyseren van films. Salt gebruikt wat hij noemt de Average Shot Length (gemiddelde shot
lengte) als een analytisch gereedschap. Aan de hand van de ASL, de lengte van de film gedeeld door
het aantal shots, tracht hij uitspraken te doen over de verschillende individuele stijlen die filmmakers
hanteren en de trends die zich binnen de filmhistorie bevinden.6
Warren Buckland reflecteert op de methode van Barry Salt en bekijkt de algemene parameters
die daaraan ten grondslag liggen. Deze parameters bestaan uit: Average shot lengt, shot scale, camera
movement, angle of shot, strength of the cut. Buckland concludeert dat de ASL en de Shot Scale de
stijl van de filmmaker karakteriseert. De Shot Scale is de schematische weergave van de verschillende
shots. Barry Salt maakt onderscheidt tussen zeven verschillende shots. “Big Close Up (BCU) shows
head only, Close Up (CU) shows head and shoulders, Medium Close Up (MCU) includes body from
the waist up, Medium Shot (MS) includes from just below the hip to above the head of upright actors,
Medium Long Shot (MLS) shows the body from the knee upwards, Long Shot (LS) shows at least the
full height of the body, and Very Long Shot (VLS) shows the actor small in the frame.” 7
Aan de hand van het softwareprogramma CineMatrics, ontwikkeld door Gunars Civjans en
Yuri Tsivian kunnen we deze verschillende variabelen op een overzichtelijke manier naast elkaar
zetten. Daarnaast geeft CineMatrics nog een extra variabele weer, de Standart Deviation. Dit begrip
omschrijft de spreiding van de waarden rondom het gemiddelde. Een hoge standaard deviatie wijst
erop dat er relatief veel resultaten ver afliggen van het gemiddelde. Denk bijvoorbeeld aan zeer korte
en zeer lange shots die gemiddeld wel een „normaal‟ gemiddelde shotlengte geven, maar een hoge
standaard deviatie hebben doordat ze op zich ver afliggen van het gemiddelde. Ofwel, deze shots zijn
veel hoger of lager dan het gemiddelde.8
3.2. CineMatrics analyses.
3.2.1 Analyse 1. Europa (1991).
“Europa is Von Trier‟s tweede speelfilm, die in 1991 de Speciale Juryprijs in
Cannes won. Europa is een absurd drama dat de kijker hypnotiseert, bijvoorbeeld
met de voice-over van Max von Sydow. De kijker wordt telkens verrast door
gewaagde stilistische effecten. De onwerkelijke dieptescherpte en de afwisseling
6 Warren Buckland. Studying Contemporary American Film: A Guide to Movie Analysis, by Thomas Elsaesser
and Warren Buckland, pp. 101-16. (http://www.cinemetrics.lv/buckland.php.) 7Barry Salt. (http://www.cinemetrics.lv/salt.php)
8 C. Pafort-Overduijn. WebctMail. 7 maart 2008.
https://uuvista.blackboard.com/webct/mail_ActivateViewMessage.dowebct?receiptId=303581635000
6
van kleur en zwart-wit zijn de meest opvallende effecten. Europa is een film over een naïeve
Amerikaanse jongeman van Duitse afkomst die in naoorlogs Frankfurt denkt mee te kunnen helpen
aan de wederopbouw. Het verhaal speelt zich af in Duitsland net na de Tweede Wereldoorlog. De
jonge Amerikaan Leo Kessler krijgt een baan als conducteur in een nachttrein van de Duitse
spoorwegonderneming Zentropa. Leo wordt gedreven door idealisme en de wil om een land in morele
en psychische nood te helpen. Zijn figuur staat in contrast met de onverzettelijke mensen in zijn
nieuwe omgeving. Tijdens zijn reis komt hij in contact met de mooie Duitse Katharina Hartmann, de
dochter van Zentropa's directeur. Na het huwelijk tussen Leo en Katharina wordt hij opgenomen in
haar familie en raakt de naïeve en deugdzame Leo verstrikt in een web van intriges.”9
Europa is een soort van visuele provocatie, een indrukwekkende film die scènes bevat die je
als kijker aangrijpen.10
Een scène waarin een jongetje van amper tien jaar een moord pleegt, de
opgehangen jongeren die ondanks het einde van de oorlog op deze manier bestaft worden en de
gewetensstrijd tussen de liefde van hoofdrolspeler Leo en de uit te voeren bomaanslag.
3.2.2 CineMatrics en Europa.11
Zoals we in dit voorbeeld zien duurt de film Europa 103 minuten en zijn er 306 verschillende shots.
De ASL is in dit geval 20.2. In vergelijking met de Standard Deviation van 24.9 verwacht ik dat de
Cutting swing uit onverwachte bewegingen bestaat. De hoge waarde laat zien dat er veel shots zijn die
afwijken van het gemiddelde. De dialogen vertonen een hoge hoeveelheid BCU‟s.
De trendline leert ons dat de film bestaat uit verschillende onverwachte bewegingen. Zoals we zien
wordt de film afgewisseld met lange shots (20:00, 45:00, 85.00) afgewisseld met korte shots (38:00,
80:00). De cut‟s zijn onregelmatig waardoor de trendline uit onverwachte bewegingen bestaat. De
cutting in de film versnelt bij aanvang, om vervolgens weer af zwakken, deze tendens verhaalt zich
vervolgens; een onregelmatig cutting patroon. De Cutting Range wisselt continu. De lange en
middellange shots worden afgewisseld door dialogen met een hoge hoeveelheid BCU‟s. Hoewel de
film traag begint versneld zij naarmate het einde dichterbij komt. Dit is te verklaren in de scènes die de
shots vertegenwoordigen. De „hypnotiserende‟ scène op het begin is uiteraard traag. De slotscène,
waarin hoofdrolspeler Leo verdrinkt bestaat uit een hoge Cut Range en geeft de kijker een benauwend
gevoel. We noemen dit ook wel een Positive Slope, ofwel een stijgende tendens in de gehele lengte
van de film. In het midden van de film worden trage lage shots afgewisseld met korte snelle shots.
Deze tendens is te verklaren aan de verschillende lange LS‟s die afgewisseld worden met korte
BCU‟s. Tijdens deze korte BCU‟s voert de filmmaker de spanning op door korte flitsende shots. Denk
bijvoorbeeld aan de indrukwekkende en spannende scène waarin een kind een moord pleegt (38:00).
9 Europa (1991). (http://www.moviemeter.nl/film/1819)
10 Peter van Bueren, Treinreis door de chaos van Europa. (Nederland: De Volkskrant 17-01-1992)
11 Bas Lievens, Europa (http://www.cinemetrics.lv/movie.php?movie_ID=1253. 04-03-2008)
7
3.3.1 Analyse 2. The Idiots (1998).
“The Idiots is het tweede deel van de trilogie over „vrouwen met een goed
hart.‟ Lars von Trier neemt zelf alle interviews af en filmt dit met zijn eigen
hand-held video-camera. Naar eigen zeggen zijn alle bewoners van het
gekkenhuis afsplitsingen van Von Triers eigen persoonlijkheid: de huilende, de
opvliegende, de zorgzame, de trage, de kinderlijke, de vluchteling, de bange, de
gedrogeerde, de aanstellen en de rekel.12
De honderddertig uur die hij opnam
is knap gemonteerd tot 117 minuten.
Het stadje Sollerod wordt geteisterd door een bonte groep nieuwkomers. Ze duiken op alle
mogelijke plaatsen op en doen zich voor als verstandelijk gehandicapten. Door hun 'innerlijke idioot'
aan het woord te laten willen ze een betere wereld creëren. Binnen de groep ontpopt Stoffer zich als
een op macht beluste leider. Hij daagt de anderen uit hun seksuele en psychologische experimenten tot
het uiterste door te voeren. Nu staat ieder van hen voor de vraag of hij bereid is voorgoed met zijn
oude leven te breken.”13
3.3.2 The Idiots en CineMatrics.14
Deze film heeft een lengte van 110 minuten en 952 verschillende shots. De ASL is derhalve 6.9
seconden. De Standard Deviation ligt daar met 7.4 seconden niet ver vandaan. Ik verwacht dat de
trendline niet enorm grillig verloopt. Toch zullen er wel enkele zichtbare Cut Range verschillen zijn.
De Cut Swing zal daar ook op reageren. Zowel het begin als het eind van de film komt overeen met de
Cutting Range, hoewel er vlak na de start van de film sneller cut‟s gemaakt worden dan aan het eind.
De trendline vertoont in zekere zin een Negative Slope, hoewel aan het einde van de film de shot
cutting weer sneller wordt. Na de start van de film wisselt de Cut Range niet enorm veel waardoor de
Cut Swing niet enorm dynamisch is. Pas in een later shot (77:16) volgen er lange shots die overgaan in
korte shots. In deze scène zitten de „Idioten‟ eerst aan tafel en voeren zij een lange dialoog.
Vervolgens wordt er één van de idioten tegen haar zin meegenomen. De rumoer die in deze scène
ontstaat resulteert in verschillende korte shots die elkaar hectisch opvolgen en de trendline een stijgend
patroon geven.
12
PvB, Von Triers nep-gekken prococeren de wereld. (Nederland: De volkskrant 27-08-1998) 13
The Idiots (1998). (http://www.moviemeter.nl/film/1021) 14
Bas Lievens, Idiots, The (Idioterne) (http://www.cinemetrics.lv/movie.php?movie_ID=1284. 06-03-2008)
8
3.4.1. Dancer in the Dark (2000).
“Dancer in the Dark is het laatste deel van de „trilogie over vrouwen met een
goed hart.‟ De film is een eerbetoon aan de Amerikaanse musicals, met in de
hoofdrol zangeres Björk. De film kan het best gekarakteriseerd worden als
melodrama. De scènes blijven interessant omdat Lars von Trier zich aan geen
enkele cinematografische afspraak houdt. De film bevat echter ook een aantal
langdradige scènes waarin Von Trier kennelijk de behoefte voelt om een
conventioneel verhaal te vertellen.” 15
“De film speelt zich af in het jaar 1964. De Oost-Europese Selma (Björk) emigreert met haar
zoon Gene naar Amerika. Ze werkt dag en nacht in de fabriek voor het bestaan van haar zoon. Selma
ziet slecht en heeft een erfelijke ziekte waarbij ze uiteindelijk blind zal worden. Gene heeft deze ziekte
ook. Selma spaart haar geld om een toekomstige oogoperatie voor Gene te betalen. Desondanks heeft
Selma genoeg levensenergie. Elke avond repeteert ze haar rol 'Maria' voor de musical 'Sound of
Music' in een theater. Hoewel ze niet goed kan zien, gaat ze ook graag naar de film. Vriendin Kathy
gaat dan vaak mee om Selma te vertellen wat er op het scherm te zien is. In de glamourwereld van
films en theater kan Selma haar eigen leven even vergeten en voor een moment gelukkig zijn.”16
3.4.2. Dancer in the Dark en CineMatrics.17
De film heeft een lengte van 130 minuten en 1428 shots. De ASL wordt in dat geval 5.4. Een
opvallend laag getal wat ons leert dat de Cut Range hoog is. Door de hogere Standard Deviation
verwacht ik dat de trendline grillig zal verlopen, ofwel een onregelmatige Cutting Swing. De tabel (zie
bijlage) bij deze analyse leert ons dat de shot CU het meeste voorkomt in deze film. De film begint
langzaam en eindigt aanzienlijk sneller. Dit wordt ook wel een Positive Slope genoemd. Het
dynamische profiel van de film is grillig. De sterk wisselende Cut Range zorgt voor een Cut Swing
met onverwachte bewegingen. Lange shots worden afgewisseld met korte shots. Deze korte shots
bevinden zich voornamelijk in de musical scènes. In een extreem hoog Cutting tempo volgen de shots
elkaar ap (oa. 38:14). Deze dynamische manier van shotverdeling in de scènes zorgt voor een bijna
pulserende trendline. Met een golvende beweging wordt de kijker door de film bewogen. Deze manier
van shotverdeling maakt het voor de kijker enorm boeiend. Langdradige, gevoelige scènes worden in
dat geval gecomplementeerd door korte scènes vol actie en shotwisselingen.
15
Ronald Ockhuysen, Sentimenteel, maar wel geloofwaardig. (Nederland: De Volkskrant 25-05-2000) 16
Dancer in the Dark (2000http://www.moviemeter.nl/film/1761 17
Bas Lievens, Dancer in the Dark. (http://www.cinemetrics.lv/movie.php?movie_ID=1301)
9
3.5.1 Dogville (2003).
“Von Trier laat in deze film zijn afschuw tegenover idealisten zien. Goedheid lokt
misbruik uit en collectiviteit leidt tot collectieve misdaden .”18
Hij ziet de mens niet
als beschaafd, maar als dieren die geleid worden door hun primaire instincten. De
idealist Tom is de enige in Digville die geen misbruik maakt van Grace, maar weet
zich ten slotte ook niet te weerhouden van zijn primaire behoeften en instincten.
Het meest opvallende onderdeel is het decor, dat eruit ziet als een theaterdecor.
Alle scènes zijn in deze hal opgenomen. Huizen zonder muren, tweedimensionale struiken en een
fictieve hond maken het ongewone decor compleet.
“Tijdens een van zijn avondwandelingen maakt Tom Edison kennis met de aantrekkelijke
Grace. De jonge vrouw is volledig in de war en blijkt op de vlucht te zijn voor een groep mannen die
op haar hebben geschoten. Tom neemt haar mee naar huis, maar de inwoners van Dogville zijn niet
bepaald happig om Grace in hun midden op te nemen. Toch kan Tom de dorpsbewoners ervan
overtuigen haar onderdak te bieden. In ruil daarvoor moet Grace iedere dag een uur doorbrengen met
elke inwoner van het dorp.”19
3.5.2 Dogville en Cinematrics.20
De film Dogville duurt 180 minuten en vertegenwoordigd 1615 shots. De ASL is derhalve 6.6
seconden. De Standard Deviation heeft een waarde van 7.4 waardoor ik verwacht dat de trendline
grillig zal verlopen. Scènes met lange shots zullen afgewisseld worden met dialogen waarin veel gecut
wordt en dus veel korte shots te zien zijn. Ook in deze film komt het shot de Close Up het meest voor.
De Cutting Swing zal zichtbaar een pulserende beweging vertonen tijdens het veranderen van de
scènes. De Cut Range wordt hoger naarmate de dialogen vorderen. Wellicht vertelt de trendline ons
meer. Aan de hand van de trendline kunnen we zien dat de film snel begint en langzaam eindigt. Een
dynamisch patroon dat ook wel Positive Slope genoemd wordt. De Cutting Swing is in deze grafiek
niet enorm verschillend, evenals de Cutting Range. De grafiek maakt geen onverwachte bewegingen
maar een licht golvende beweging waarin spanning en rustmomenten elkaar opvolgen. Aan het begin
van de film wordt de voortvluchtige Grace ontdekt. Na een kleine spanningopbouw en de daarbij
snelle cutting aan het begin van de film volgt er een periode van rust. Grace dient haar diensten te
bewijzen in het dorp. Het gevolg zijn veel lange Long Shots. Opvallend is de stijgende trendline net
voor het einde. In deze scène verandert de plot van de film plotseling in een soort maffia film. De
snellere aantal cuts die daaruit volgen veranderen de dynamiek van de trendline in een stijgende
beweging.
18
Lars von Trier. (Nederland: Het parool 27-08-2003.) 19
Dogville (2003) (http://www.moviemeter.nl/film/10034) 20
Bas Lievens. Dogville. (http://www.cinemetrics.lv/movie.php?movie_ID=1315)
10
3.6.1 The Five Obstructions (2003).
“The Five Obstructions is een documentaire gemaakt door Lars Von Trier en Jorgen Leth. Leth was
een van de leermeester van Von Trier. In deze film leidt deze verhouding tot een artistieke confrontatie
waarin Von Trier in the Five Obstructions een uniek duel voert met Leth.21
Leth moet in opdracht van
Von Trier van zijn korte debuutfilm The Perfect Human (1967) vijf nieuwe versies maken, op grond
van zijn regelgeving. Lars Von Trier hoopt dat zijn leermeester onder de regels zal bezwijken. Het
wordt hem overigens niet makkelijk gemaakt. Zo wordt hij naar Cuba en Bombay gestuurd om
verschillende versies te maken. Tussen de opdrachten door voeren de filmmakers filosofische
gesprekken over het filmvak en de rol van filmmakers. Lars vervult de rol van een boeman die zijn
medemens dwars probeert te zitten. Als oppermachtige regelgever provoceert én prikkelt hij Jorgen
Leth door hem met het schijnbaar onoverkomelijke te confronteren.”22
Hoewel Lars zijn best doet zijn
leermeester te overdonderen, Jorgen Leth trekt toch aan het laatste eind en lijkt bij iedere opdracht
genoeg inspiratie te vinden om een kwalitatief goed filmpje te maken.
3.6.2 The Five Obstructions en CineMatrics.23
De documentaire duurt ongeveer 80 minuten en vertegenwoordigd 1002 shots. De ASL komt derhalve
op een indrukwekkend laag getal uit van 4.9 seconden. De dubbele Standard Deviation van 9.8
resulteert dus in een relatief snelle Cutting Range en een extreem hoge Cutting swing. De MCU is het
shot dat het meeste voorkwam in de film. Deze shotwisseling zal zichtbaar zijn in de trendline. Ik
verwacht een stekte stijging en daling van de trendline tussen de dialogen en de vijf „obstructions.‟ De
trendline vertoont een extreem golvende beweging. De Cutting swing is dermate hoog dat de grafiek
een opvallend sterke stijging én daling maakt. Het contrast tussen de snelle shots die snel gecut zijn en
de lange shots die langzaam gecut zijn is enorm en goed te zien in de trendline. Deze tendens is te
verklaren door de regelgeving van Lars Von Trier. De shot lengte is een duidelijk „obstruction‟ in de
versie waarin de Cubaanse man de „Perfect Human‟ voor moet stellen. De scènes bestaan uit enorm
veel en snelle cuts.
21
Belinda van de Graaf. Striptease voor de camera. (Nederland: Trouw. 26-11-2003) 22
David Sneek. Von Trier als oppermachtige regelgever. (Nederland: De Volkskrant. 30-09-2004.) 23
Bas Lievens. Five Obstructions. (http://www.cinemetrics.lv/movie.php?movie_ID=1324. 09-03-2008)
11
4.Vergelijking van de analyses en interpretatie van de resultaten.
4.1. Internal form.
De Internal Form is de manier waarop de grafiek laat zien hoe het dynamische profiel van de film eruit
ziet. Deze grafiek vormt in die zin ook de trendline waarmee de data in meer of mindere mate
uitgelicht wordt. Deze Internal Form leert ons waar er acceleraties voorkomen in de film, waar er juist
vertragingen voorkomen. Maar ook hoeveel pieken er zijn in de grafiek, en in hoeverre deze pieken op
de juiste plek gecut zijn. 24
De vijf analyses van de films die door Lars von Trier gemaakt zijn vertonen een opvallend
sterk dynamisch patroon. Dit patroon wijst op verschillende acceleraties en vertragingen in zijn films.
Daarnaast zien we dat alle films snellere cuts vertonen naarmate de film begonnen is. Ook het einde
van de vijf films vertoont een snelle Cutting Range. Klaarblijkelijk houdt Von Trier van een slotscène
met veel korte en verschillende shots.
4.2. Diachrome statistics.
Als ik de ASL vergelijk met die van andere films uit de database van CineMatrics valt me op dat zijn
Cutting Range gemiddeld hoger ligt dan de rest van de films uit de database. Van Trier experimenteert
met shots die lang duren en langzaam gecut zijn in wisselwerking met scènes waarin korte shots snel
gecut zijn. Deze tendens is te zien in de hoge Cutting Swing van zijn films. In alle gevallen is de
Standard Deviation hoger dan de ASL en in Five Obstructions zelf het dubbele.
Als ik de vijf films onderling vergelijk valt me op dat de ASL van de film Europa sterk afwijkt
van de ASL‟s van de rest van de geanalyseerde Lars von Trier‟ films. Von Trier is een man die houdt
van snelle cuts die afgewisseld worden met langere cuts. In Europa laat hij zien dat hij met lange
scènes met trage cuts een meer conventioneel verhaal wil vertellen.
4.3. Synchronic statistics.
Als ik de verschillende analyses op jaar selecteer, dus van 1991 tot 2003, valt me op dat de ASL steeds
lager komt te liggen. Dit gegeven leert mij dat Lars von Trier gedurende zijn carrière steeds sneller is
gaan cutten. Scènes met lange en traag gecutte shots maken plaats voor scènes met korte snel gecutte
shots. De Cutting swing is derhalve ook dynamischer geworden naarmate de carrière van Von Trier
vorderde, een opvallende tendens!
24
http://interactive.usc.edu/members/akratky/W8_Film_Form.pdf
12
5. Conclusie.
Lars von Trier maakte tijdens zijn carrière een belangrijke keuze door het „Dogma 95‟ collectief te
bedenken en na te streven. De eed die ten grondslag ligt aan dit collectief bepaalde in hoge mate ook
de manier waarop hij films in het vervolg zou regisseren. In mijn analyse komt dit sterk naar voren in
het verschil tussen de film Europa (1991) en de rest van de vijf films. Von Trier filmt vanaf het jaar
1995 enkel met een hand-held video-camera en streeft naar „het forceren van de waarheid uit zijn
personages en omgeving.‟25
Deze, en enkele andere regels van het Dogma 95 collectief, resulteren in
films waarin de ASL aanzienlijk hoger ligt dan in zijn voorgaande films. Naarmate de jaren verstrijken
produceert Von Trier steeds meer scènes met korte shots, ofwel snelle cut‟s. Hij experimenteert met
extremen. Lange, trage Long Shots worden afgewisseld door korte, snelle Close Up‟s en Medium
Close Up‟s. Een hoge waarde van de Standard Deviation geeft de hoge waarde van de Cutting Swing
aan. Samen met de relatief hoge Cutting Range creëert Lars von Trier films met een grillig, maar
boeiend, karakter.
De specifieke, individuele stijl van de filmmaker Lars von Trier is te omschrijven als een
dynamische stijl waarin een hoog Cutting Tempo de zenuwen van de kijker prikkelt. De afwisseling
met enkele lange shots brengt de kijker tot rust om hem vervolgens weer te overspoelen met een grote
hoeveelheid beelden. Lars von Trier is een indrukwekkende filmmaker die als „machtige
regelschepper‟ een enerverend en boeiend schouwspel op het witte doek weet te projecteren. Een
eigenzinnig persoon, met een eigenzinnige manier van filmen die door niet iedereen even gewaardeerd
zal worden. Over smaak valt te twisten, maar vernieuwend is het zonder meer!
25
Dogma 95( http://www.digischool.nl/ckv1/film/dogma_95.htm. 12-17-2007)
13
Literatuurlijst.
- Agt, Ab. “Films als hypnose voor het publiek” Algemeen Dagblad (6-02-1992)
- Steinz, Pieter. “Europa”NRC Handelsblad (4 april 1997)
- Van Bueren, Peter. “Treinreis door de chaos van Europa” De Volkskrant (17-01-1992)
- PvB.“Von Triers nep-gekken provoceren de wereld” De Volkskrant (27-08-1998)
- Dijksterhuis, Edo.“Wie is hier de idioot?”NRC Handelsblad (19-10-2001)
- Boesten, Jos. “Doen alsof je gek bent” Hervormd Nederland (05-09-1998)
- Ockhuysen, Ronald. “Sentimenteel, maar wel geloofwaardig” De Volkskrant (25-05-2000)
- Moorman, Mark. “Björk oogt sterk in melodrama van Von Trier” Het Parool (18-05-2000)
- Zagr, Ab. “Filmexperiment zonder decors“ Algemeen Dagblad (21-02-2002)
- “Lars Von Trier” Het Parool (27-08-2003)
- Veraart, Karin. “Theater met cinematografische accenten” De Volkskrant (28-12-2006)
- De Kesel, Mark. “De hondin van het dorp; over Lars von Tiers Dogville” 1-5 ( De Witte Raaf 01-01-
2004)
- Van der Burg, Jos. “Filmen met valkuilen” Het Parool (29-09-2004)
- Van de Graaf, Belinda. “Striptease voor de camera” Trouw (26-11-2003)
- Sneek, David. “Von Trier als oppermachtige regelgever“ De Volkskrant (30-09-2004)
14
Bijlage 1. Europa.
15
16
2. The Idiots.
17
3. Dancer in the Dark.
18
19
4. Dogville
20
21
5. The Five Obstructions.
22