2 financieel plan

Post on 10-Jun-2015

643 views 0 download

Transcript of 2 financieel plan

Financieel Plan

Boek Financieel plan Hoofdstuk 2

Boek Financieel plan Hoofdstuk 2

• Moeilijk? • Rechtlijnig!• Kredietverschaffers

Investeringsbegroting

Alle kosten die je maakt om je bedrijf op te starten, kun je in eerste aanleg zien als investeringen

Dus: 1. Vaste activa 2. Vlottende activa 3. Aanloopkosten

Ad. 1 Vaste activa: bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar in je bedrijf blijven.

Bvb:

Vaste activa laat je jaarlijks (op papier) in waarde verminderen. Door afschrijvingen wordt de boekwaarde van je vaste activa minder.

Ad. 2 Vlottende activa : bedrijfsmiddelen die korter dan een jaar in je bedrijf blijven.

Bvb:

Ook: Voorraad en Liquide middelen

Ad3. Aanloopkosten: alle kosten die je moet maken voor je omzet kan maken en de kosten van de eerste maanden levensonderhoud.

Bvb:

• Vraag 1 verwerkingsvragen blz 14.

Voorbeeld investeringsbegroting:

2.2 Financieringsplan

• Investeringsbegroting geeft je financieringsbehoefte aan. (Je weet wat je wilt hebben, nu kan je kijken hoe je dat gaat betalen)

• Financieringsbegroting = overzicht hoe je eea gaat betalen.

eigen vermogen vreemd vermogen (lang en kort)

2.3 Openingsbalans

Balans per (datum)

Debet Credit

Wat je hebt hoe het betaald is

Een balans is een momentopname!

Voorbeeld:

Jan wil per 1-4 een koeriersbedrijf beginnen. Hij heeft al een auto ter waarde van 15.000 euro. Hij houdt geen voorraad aan, maar heeft wel 1.000 aanloopkosten voor reclame en hij wil financiële reserves hebben om drie maanden zonder inkomen te kunnen. Dat schat hij op 5.000 euro. Jan mag niet rood staan bij de bank, zijn ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?

Uitwerking Haal uit de tekst wat hij heeft

of wat hij aan kosten gaat maken

auto 15.000 euro. geen voorraad 1.000 aanloopkosten financiële reserves 5.000 euro.

Kijk maar:

Jan wil per 1-4 een koeriersbedrijf beginnen. Hij heeft al een auto ter waarde van 15.000 euro. Hij houdt geen voorraad aan, maar heeft wel 1.000 aanloopkosten voor reclame en hij wil financiële reserves hebben om drie maanden zonder inkomen te kunnen. Dat schat hij op 5.000 euro. Jan mag niet rood staan bij de bank, zijn ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?

Uitwerking Zet alles op volgorde en tel op:

Vaste activa- auto 15.000Aanloopkosten - Algemeen 1.000 - financiële reserves 5.000

Balanstotaal 21.000,-

• Jan mag niet rood staan bij de bank en heeft dus geen kort vreemd vermogen , zijn ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?

• Het totaal moet op 21.000 komen. Als daarvan 4.000 geleend wordt, stopt Jan er dus 17.000 eigen vermogen in.

Uitwerking Zet ook dit in de balans

Vaste activa Eigen vermogen - auto 15.000 - Eigen inleg ????Aanloopkosten - lening ouders 4.000- Algemeen 1.000 - financiële reserves 5.000

Balanstotaal 21.000,- Moet gelijk zijn 21.000

Dus de eigen inleg wordt: 21 – 4 = 17.000 euro

• Gouden balansregel: Lang bezit met Lang Geld financieren!

Iets dat je maar een jaar gebruikt, daar wil je niet over vijf jaar nog voor moeten afbetalen

• Investeringen -> investeringsbegroting • Financieringen -> financieringsbegroting

• Een investeringsbegroting en een financieringsbegroting samen vormen een openingsbalans.

• Dat is een overzicht van Bezit en schuld• Maar wat doe je nou met omzet en kosten?

• Omzet en kosten zet je in een

Exploitatiebegroting

Basis:

Exploitatiebegroting

Omzet (wat in de kassala ligt)Min inkoopwaarde= BrutowinstMin kosten .= bedrijfsresultaat

Voorbeeld

Ik verkoop sinaasappels op de markt. Aan het einde van de dag heb ik 500 euro in de kassa. Die sinaasappels heb ik voor 350 ingekocht. Buiten de huur van de kraam a 50 euro heb ik verder geen kosten.

Omzet = 500

Inkoop = 350 - Brutowinst 150 KostenKraamhuur 50 - Bedrijfsresultaat 100

• Melissa begint een oorbellenwinkel per 1 april.

• Ze huurt een pand voor 500 euro per maand,

• verbouwt dit voor 1.000,- euro,

• zet er voor 2.500 euro kasten en dergelijke in,

• en koopt voorraad in voor 12.000 euro, waarvan ze de helft pas over drie maanden hoeft te betalen. Om de opening luister bij te zetten geeft ze een openingsfeest, de kosten daarvan zijn 1.000 euro. Ze denkt dat ze drie maanden op haar spaargeld moet leven voor ze winst maakt. Dat moet net kunnen, van de 4.000 euro spaargeld die ze heeft. Haar oma is haar commanditaire vennoot, die helpt haar met 8.000 euro startkapitaal. De rest zal Melissa moeten lenen.

• en koopt voorraad in voor 12.000 euro,

• waarvan ze de helft pas over drie maanden hoeft te betalen.

• Om de opening luister bij te zetten geeft ze een openingsfeest, de kosten daarvan zijn 1.000 euro.

• Ze denkt dat ze drie maanden op haar spaargeld moet leven voor ze winst maakt. Dat moet net kunnen, van de 4.000 euro spaargeld die ze heeft. Haar oma is haar commanditaire vennoot, die helpt haar met 8.000 euro startkapitaal. De rest zal Melissa moeten lenen.

• Ze denkt dat ze drie maanden op haar spaargeld moet leven voor ze winst maakt.

• Dat moet net kunnen, van de 4.000 euro spaargeld die ze heeft.

• Haar oma is haar commanditaire vennoot, die helpt haar met 8.000 euro startkapitaal.

• De rest zal Melissa moeten lenen.

Balans per 1-4

Investeringen Vaste activa Verbouwing 1.000Inventaris 2.500Vlottende activa Voorraad 12.000 Aanloopkosten Openingsfeest 1.000Levensonderhoud 4.000

Totaal 20.500

euro. Ze denkt dat ze drie maanden op haar spaargeld moet leven voor ze winst maakt. Dat moet net kunnen, van de 4.000 euro spaargeld die ze heeft. Haar oma is haar commanditaire vennoot, die helpt haar met 8.000 euro startkapitaal. De rest zal Melissa moeten lenen.

Financieringen Eigen vermogen Spaargeld 4.000Oma 8.000Kort vermogen Leverancierskrediet 6.000

Is samen nog geen…20.500

Balans per 1-4

Investeringen Vaste activa Verbouwing 1.000Inventaris 2.500Vlottende activa Voorraad 12.000 Aanloopkosten Openingsfeest 1.000Levensonderhoud 4.000

Totaal 20.500

euro. Ze denkt dat ze drie maanden op haar spaargeld moet leven voor ze winst maakt. Dat moet net kunnen, van de 4.000 euro spaargeld die ze heeft. Haar oma is haar commanditaire vennoot, die helpt haar met 8.000 euro startkapitaal. De rest zal Melissa moeten lenen.

Financieringen Eigen vermogen Spaargeld 4.000Oma 8.000Kort vermogen Leverancierskrediet 6.000Lening 2.500

20.500

Aflossingsplan

Alles wat je leent, moet je ook terugbetalen.

Om ervoor te zorgen dat je dit kan doen, maak je een aflossingsplan.

Nodig: - Investeringsbegroting - Exploitatiebegroting

Aflossingsplan

De ruimte die je hebt om af te lossen hangt af van je cashflow

Cashflow = Nettowinst + Afschrijvingen

Stappenplan:

1. Investeringsbegroting met daarin ook hoe lang alles mee gaat ivm afschrijvingen 2. Financieringsplan met daarin looptijden van leningen 3. Exploitatiebegroting 4. Aflossingsplan

Liquiditeitsbegroting

Liquiditeitsbegroting

• Overzicht van welke uitgaven en inkomsten wanneer komen.

• Eindsaldo van de ene periode is beginsaldo van de volgende periode…

Voorbeeldvragen

Zet ze op de juiste volgorde in de balans:

• voorraden• grond• bedrijfspand• inventaris• liquide middelen• bedrijfsauto

Voorbeeldvragen

Vaste activa : grondbedrijfspandinventarisbedrijfsautoVlottende activa• voorraden• liquide middelen

Voorbeeldvragen

• Waar of niet waar?

• Het eigen vermogen is het vermogen dat door de eigenaar van de onderneming beschikbaar wordt gesteld.

• Het vreemd vermogen is geleend vermogen dat door mensen of organisaties, die geen eigenaar zijn van de onderneming, beschikbaar is gesteld.

VoorbeeldDe IJsverkoper op de boulevard heeft de volgende kosten en opbrengsten:• Elke maand 100 euro huur voor de garagebox waarin hij zijn kar opslaat –

ook in de winter dus! • In mei tot en met september 100 euro per maand voor de vergunning• Inkoop van grondstof om ijs van te maken is 30% van de omzet • Zijn kar gaat vier jaar mee, en heeft 20.000 euro gekost. Hiervan heeft hij

de helft geleend, de andere helft was eigen inbreng. De rente van de lening is 5%, elk jaar in december te betalen.

• Zijn omzet in mei, juni en september is 10.000 per maand, in juli en augustus 15.000 euro. In de winter heeft hij geen omzet

• Om van te leven heeft hij elke maand 2500 euro nodig

Maak een liquiditeitsbegroting, als je er van uit gaat dat hij in mei 2013 begint!

Voorbeeld volgorde:mei juni juli aug etc etc

Beginsaldo nul 4.300

Omzet 10.000 10.000 Totaal plus 10.000 14.300AF: Inkoop 30% 3.000 huur garagebox 100Vergunning 100Kosten leven 2.500 Totaal af 5.700

Eindsaldo 4.300

Vraag:

• Wat is zijn saldo begin mei 2014?

• Ik zie het antwoord graag op Twitter!

@jetidskes