1 van 207 Hoofdstuk 2: introductie Doelen: Inzicht geven in de factoren die ontwikkelingen in...

Post on 24-May-2015

216 views 1 download

Transcript of 1 van 207 Hoofdstuk 2: introductie Doelen: Inzicht geven in de factoren die ontwikkelingen in...

1 van 207

Hoofdstuk 2: introductie

Doelen:• Inzicht geven in de factoren die ontwikkelingen in

verkeer en vervoer bepalen.• Inzicht geven in de effecten van verkeer en vervoer

en de factoren die daarop van invloed zijn.• Daarmee: inzicht geven in de structuur van dit vak.

2 van 207

Hoofdstuk 2: introductie

3 van 207

Hoofdstuk 2: introductie

• overige factoren• demografie• reizen voor plezier

Goederen: zelfde concept als personen.

4 van 207

Hoofdstuk 2: introductie

Discussie:• Waarop kan je beleid voeren?• Waar speelt techniek een rol?

5 van 207

Hoofdstuk 2: introductie

OpdrachtBedenk voorbeelden van interacties• van weerstand naar locaties• van behoeften naar locaties• van weerstand naar behoeften• …

6 van 207

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

Doelen:• Inzicht geven in zienswijze van psychologen,

economen en geografen.• Inzicht geven in overeenkomsten en verschillen

tussen die disciplines.• Keuzen verplaatsingen: meer dan alleen

instrumentele aspecten.

7 van 207

Verplaatsingen• Verplaatsingen: afgeleide van activiteiten• Wat willen mensen, wat kunnen mensen?

Behoeften, waarden, mogelijkheden• Behoeften: tijd, geld, maatschappelijke context• Mogelijkheden/beperkingen: geld

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

8 van 207

Keuze vervoerwijze:• instrumenteel• sociaal• emoties

Discussie: Bedenk instrumentele, sociale en emotionele drijfveren.

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

9 van 207

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

10 van 207

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

11 van 207

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

12 van 207

Bedenk hoe keuzen op verschillende tijdsschalen met elkaar samenhangen.

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

13 van 207

Verplaatsingsgedrag: • psychologie• geografie• economie

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

14 van 207

Psychologie (NOA-model), vier gedragstypen

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

15 van 207

Economie:• consumenten• overwegingen• nut

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

16 van 207

Instrumentele kant van verplaatsingsgedrag:• meer gericht op ‘wants’ dan op ‘needs’ • optimale allocatie• tijd en geld• afwegingen

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

17 van 207

Belangrijke concepten economie:• reistijdwaardering (VOT, gegeneraliseerde

transportkosten)• prijselasticiteit• tijdelasticiteit• inkomenselasticiteit

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

18 van 207

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

19 van 207

Geografie:• behaviorale geografie• nutstheorieën• tijd-ruimtegeografie

Tijd-ruimtegeografie is het specifiekst.

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

20 van 207

Activiteitenbenadering Hägerstrand:• capability• coupling• authority constraints

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

21 van 207

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

22 van 207

Belangrijke concepten geografie:• fixatie in tijd (impact op activiteiten)• fixatie in de ruimte• reistijdaandeel (verhouding tussen reistijd en de

duur van alle activiteiten samen)

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

23 van 207

Vergelijking disciplines:• psychologie (breder dan economie)• economie (tijd en geld, psychologie, andere

factoren; kwantitatief)• geografie (tijd-ruimte)

Alle drie de disciplines zijn nodig om verplaatsingsgedrag te begrijpen!

Hoofdstuk 3: behoeften, mogelijkheden, keuzen

24 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

Doelen:• Inzicht geven in determinanten voor de

ontwikkelingen in het goederenvervoer.• Inzicht geven in de indicatoren van

goederenvervoer.• Inzicht geven in het belang van goederenvervoer

voor de economie.

25 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

26 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

Indicatoren goederenvervoer:• vervoerd gewicht• vervoersprestatie (tonkilometers)• verkeersprestatie• toegevoegde waarde / productiewaarde

Het doel bepaalt de keuze voor de indicator.

27 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

28 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

29 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

30 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

31 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

32 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

33 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

34 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

Belang goederenvervoer voor economie:• aandeel in werkgelegenheid 3%• toegevoegde waarde 3,5%• hoger dan in Duitsland, lager dan in België

Discussie:• Wat is de betekenis van deze indicatoren?

35 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

36 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

37 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

Megatrends:• wereldwijde groei en internationale vervlechting

van economieën• massa-individualisering, 24 uurseconomie

(consumptie)• ruimtelijke concentratie en schaal-vergroting.• technologische trends: informatisering binnen

vervoerssector

38 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

Technologie:• ICT• nieuwe vormen van infrastructuur• gezamenlijke distributiecentra van meerdere

producenten• standaardisatie van ladingdragers en verpakkingen• multi-compartimentsystemen• nieuwe modaliteiten• intermodale vervoerssystemen

39 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

40 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

41 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

42 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

43 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

44 van 207

Hoofdstuk 4: goederenvervoer

Voorbeelden ICT:• Enterprise Resource Planning (ERP)• Warehouse Management Systems (WMS)• Multimodal Transport Management System

(MTMS)• Advanced Planning Systems (APS)• Efficient Consumer Response (ECR)• Freight Electronic Marketplaces (FEM)• Friday E-commerce

45 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Doelen:• Inzicht geven in het belang van ruimtelijke factoren

voor ontwikkelingen in verkeer en vervoer, en de effecten daarvan.

• Inzicht geven in de interpretatie van resultaten.

46 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Invloed ruimtelijke ordening op verkeer:schaalniveaus• woning• directe woonomgeving • buurt/wijk• stad/regio• landsdelen• landelijk/internationaal

Er is meer aandacht voor structuur dan voorinrichting.

47 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Aangrijpingspunten van ruimtelijkeordening op mobiliteitIndicatoren• kilometers

– totaal, vrijwel altijd per vervoerwijze en veelal ook per verplaatsingsmotief

• aantallen verplaatsingen– totaal, vrijwel altijd per vervoerwijze en veelal ook

per verplaatsingsmotief• milieu-indicatoren• bereikbaarheidsindicatoren, zoals de filekansen of

het aantal voertuigverliesuren

48 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Aangrijpingspunten voor de indicatoren• het aantal activiteiten dat buitenshuis wordt

uitgevoerd• keuze van vervoerwijze• verplaatsingsafstanden per vervoerwijze• mate van ketenverplaatsingen

49 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Invloed van ruimtelijke inrichting opaangrijpingspunten• ligging van locaties van wonen, werken,

voorzieningen etc. ten opzichte van infrastructuurnetwerken

• dichtheden• mate van functiemenging• overige factoren van belang voor de ruimtelijke

structuur – eenkernige versus meerkernige oriëntatie– nabij versus veraf– bundeling versus uiteenlegging

50 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

51 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

52 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

53 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Resultaten onderzoek: hoe te interpreteren?Kanttekeningen• Empirisch onderzoek: ‘homogene

bevolkingsgroepen’ zijn niet gelijkmatig over de ruimte verdeeld.

• Binnen homogene bevolkingsgroepen: specifieke voorkeuren.

54 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Resultaten onderzoek: hoe te interpreteren?Kanttekeningen• De invloed van ruimtelijke inrichting is vaak

moeilijk aan te tonen.• Gangbare modellen overschatten de invloed van

ruimtelijke ordening op verkeer en vervoer.

55 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Ad 4.• Geen tijdbudgetten.• Voorkeuren binnen de homogene

bevolkingsgroepen.• Volgorde en tijdstippen van veranderingen.• Langetermijn-evenwichtssituatie wordt nooit

bereikt.• Accent op langere afstanden.

Richting verbanden is goed, absolute niveau overschat.

56 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Kenworthy en Newman (1989)

energiegebruik × dichtheid

57 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Conclusie Kenworthy en Newman: er is een zeer grote invloed van dichtheid op het energiegebruik per persoon.

Discussie:Klopt dit? Waarom (niet)?

58 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Kritieken o.a.:• verschillen in brandstofprijzen• sociaaleconomische kenmerken bewoners• conclusie: goed nadenken

59 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Ruimtelijke inrichtingsvarianten: hoe te beoordelen?• gangbaar• kilometers• aantallen verplaatsingen• energiegebruik en emissies• congestie

60 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

Goed, maar onvolledig; baten-lasten is beter• de baten

– ‘bereikbaarheid’ in geografische zin• verkeersveiligheid• overige milieufactoren

– geluidhinder– lokale luchtverontreiniging

• kwaliteit leefomgeving• alle monetaire kosten• baten en kosten buiten het verkeers- en

vervoersysteem • robuustheid

61 van 207

Hoofdstuk 5: ruimtelijke inrichting

62 van 207

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

Doelen:• Inzicht geven in componenten die weerstand van

verplaatsingen bepalen.• Inzicht geven in tijd- en geldbudgetten en de

implicaties daarvan.• Inzicht geven in het concept elasticiteiten.

63 van 207

Weerstand: • tijd• kosten• overige

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

64 van 207

Subcomponenten tijd personenvervoer

Niet iedere minuut weegt voor de gebruiker even zwaar.

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

65 van 207

Tijd- en geldbudgetten:• Gemiddeld op geaggregeerd niveau constant

tijdbudget voor verplaatsingen (uur tot vijf kwartier).

• Bestedingen aan mobiliteit: voor bepaalde inkomensklasse betrekkelijk constant.

• Combinatie tijd- en geldbudgetten: prognoses mogelijk.

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

66 van 207

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

67 van 207

Reistijdelasticiteit relatief hoog; spoort met constante reistijdbudgetten.

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

68 van 207

Kruiselasticiteiten relatief laag.

NB: Verhoudingen in marktaandelen zijn ook nodig om de mate van overlap in markten vast te stellen.

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

69 van 207

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

70 van 207

Verplaatsingskosten

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

71 van 207

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

72 van 207

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

73 van 207

Overige weerstandscomponenten

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

74 van 207

Prijsveranderingen goederenvervoer:gedragsreacties• substitutie vervoerwijzen• minder vervoerde tonnen, minder tonkilometers,

minder voertuigkilometers (o.a. door afstandsverkorting, vollere vrachtwagens, minder opsplitsing in bewerkingen)

• vraaguitval door minder geproduceerde goederen

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

75 van 207

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

76 van 207

Reistijdgevoeligheid is sterk afhankelijk van het type goederen en de daaraan gerelateerde vervoerwijze. Luchtvaart en weg zijn veel gevoeliger dan binnenvaart.

Hoofdstuk 6: weerstand verplaatsingen: tijd, kosten, moeite

77 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Doelen:• Inzicht geven in problemen rond verkeer en vervoer

en in de bijdrage die technologie kan leveren aan oplossingen.

• Inzicht geven in typen drijvende krachten achter technologische veranderingen.

• Inzicht geven in de concrete bijdrage van technologie aan diverse ontwikkelingen.

78 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Maatschappelijke problemen• uitputting natuurlijke hulpbronnen• broeikaseffect• verzuring• lokale luchtverontreiniging• geluid- en geurhinder• verkeersonveiligheid• bereikbaarheid en congestie

79 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Technologiedynamica

80 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

81 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Drijvende krachten achtertechnologiediffusie

Eenvoudig model:• policy push• technology push• market pull

Onderscheid meestal niet eenduidig:• airconditioner• airbag of ABS

82 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Voorbeelden? Hoe positioneren?

83 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Technologie als oplossing?• veel vertrouwen in technologie als oplossing• volumemaatregelen grijpen meer in op samenleving• niet voor ieder probleem volstaat alleen

technologie• wet van behoud van ellende (N2O, zwavelgehalte)• technologie ook voor andere doelen• verhoging snelheid• comfort en luxe

84 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Vertrouwen in de techniek?• Techniek lost op termijn alle problemen wel op;

mobiliteitsbeperking is niet nodig.• De maatschappij ontkomt er niet aan minder te

gaan vervoeren/reizen om de problemen in de hand te houden/te verminderen.

• De problemen lossen zichzelf wel op.• Problemen? Ach, het zal mijn tijd wel duren!

85 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Broeikaseffect en (fossiel) energiegebruik

Probleem: De temperatuur op aarde neemt toe door uitstoot van broeikasgassen en voorraden fossiele energie nemen in de toekomst af.

Verleden• motortechnische verbeteringen• lagere luchtweerstand• lagere rolweerstand• maar: hoger gewicht en grotere motoren

86 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

87 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Toekomst• motortechnische verbeteringen• gebruik lichtere materialen (kunststoffen,

aluminium)• maar ook: verschuiving naar verkoop lichtere

auto’s • alternatieve brandstoffen• nieuwe concepten• alternatieve aandrijvingen (hybride)• alternatieve energiebronnen (elektromotor,

brandstofcel)

88 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Alternatieve brandstoffen (in conventionele motoren)• lpg• aardgas (CNG/LNG)• methanol/ethanol• plantaardige biodiesel• waterstof• DME• (elektriciteit)

89 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Succesfactoren alternatieve brandstoffen• beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de

technologie• technologie moet economisch voordelig zijn• overheden moeten technologie ondersteunen

(wetgeving of eigen gebruik)• overheden met luchtkwaliteitsproblemen moeten

met beleid het gebruik van alternatieve brandstoffen afdwingen

• ondersteuning van brandstofleveranciers

90 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Nieuwe concepten• elektromotor• energiedichtheid accu’s• opladen• EV-debat in Californië• hybride• Toyota Prius en Honda Insight• brandstofcel• milieuvoordeel afhankelijk van waterstofproductie• ‘eerste productievoertuig vanaf 2004’

91 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Lokale luchtverontreiniging en verzuring

Probleem: Jaarlijks sterven ongeveer 1500 mensen vroegtijdig door fijnstof, en net zoveel aan ozon.

Verleden• eerst motortechnische verbeteringen• daarna uitlaatgasnabehandeling (katalysator)

92 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

93 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

94 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Toekomst• motortechnische verbeteringen• nieuwe katalysatoren (SCR) en katalystische filters• alternatieve brandstoffen (o.a. lpg, biodiesel)• nieuwe concepten (brandstofcel)

95 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Geluidhinder

Probleem: In 1998 was 27% van de Nederlandse bevolking ernstig gehinderd door wegverkeer en 13% door vliegverkeer.

96 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

97 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

98 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Luchtvaart• turbojet turbofan• verdere verhoging by-pass ratio• stroomlijning vliegtuig en landingsgestel• vliegprocedures (CDA en kromme landing)• antigeluid

99 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Wegverkeer• omkapseling motor• zoab en Twinlay

100 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Verkeersonveiligheid

Probleem: 750 doden en 18.000 gewonden en zwaargewonden (cijfers 2007). In het mondiale vliegverkeer vielen eind jaren ’90 ongeveer 1300 doden.

101 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Wegverkeer• passieve maatregelen (gordel, kreukelzone, airbag)• actieve maatregelen (verkeersmaatregelen,

ABS/ASR, ICC)• ongewenste neveneffecten

Luchtvaart• betrouwbaarheid vliegtuigmotoren• waarschuwingssystemen aan boord• gps

102 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Bereikbaarheid en congestie

Probleem: Het tijdverlies door congestie, aanpassing keuzen in verband met congestie. Kosten (volgens KiM): 2,6 - 3,6 miljard euro.

103 van 207

Hoofdstuk 7: technologie

Wegverkeer• Dynamisch VerkeersManagement (DVM)• Intelligent Cruise Control (‘treintjerijden’)• elektronische tolheffing (‘rekeningrijden’)• ondergronds vervoer

104 van 207

Doelen• Inzicht geven in diverse type concepten

bereikbaarheid en hun toepassingsmogelijkheden.• Inzicht geven in het belang van de keuze van de

juiste indicatoren voor bereikbaarheid.

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

105 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

Discussie:• Waar denk jij aan bij bereikbaarheid?• Waar in Nederland is de bereikbaarheid het best, en

waar het slechtst?

Zie: www.bereikbaarheidskaart.nl

106 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

Perspectief van personen:

Bereikbaarheid is de mate waarin ruimtelijk-infrastructurele configuratie mensen in staat stelt ruimtegebonden activiteiten op verschillende locaties op diverse tijdstippen uit te oefenen.

107 van 207

Perspectief van locaties van activiteiten:

Bereikbaarheid is de mate waarin de ruimtelijk-infrastructurele configuratie bedrijven, voorzieningen en andere activiteitenplaatsen in staat stelt mensen, goederen en informatie op diverse tijdstippen te ontvangen.

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

108 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

109 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

Uitsplitsingen:• bevolkingscategorieën

(bijv. inkomenscategorieën, autobezitters, personeel, bezoekers)• bedrijfstypen

(productiebedrijven, kantoren, winkels, pretparken, verladers, expediteurs)• verplaatsingsmotieven

(wonen, werken, zakelijk, sociale activiteiten, recreatie, winkelen)• soorten stromen

(goederen, personen, informatie)• vervoerwijzen

(lopen, fietsen, ov, auto, vliegtuig)• schaalniveau

(kavel, straat, buurt, wijk, stadsdeel, plaats, regio, land en buitenland)

110 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

Indicatoren:• kenmerken van verkeers- en vervoers-systemen• kenmerken van het verkeers- en vervoerssystemen

en de ruimte• persoonskenmerken en kenmerken van verkeers-

en vervoerssystemen en de ruimte• eventueel: op nut gebaseerde indicatoren

111 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

112 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

113 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

114 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

115 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

116 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

Voorbeelden:• geografische benadering voor potentiële

bereikbaarheid• op nut gerichte benadering

117 van 207

Hoofdstuk 8: bereikbaarheid

Gebruik van bereikbaarheidsmaten:• doel onderzoek/beleid• wetenschappelijke kwaliteit• operationaliseerbaarheid• communiceerbaarheid

118 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

Doelen:• Inzicht geven in de belangrijkste milieuproblemen,

samenhangend met verkeer en vervoer.• Inzicht geven in de belangrijkste factoren die

ontwikkelingen in de milieubelasting van verkeer en vervoer bepalen.

• Inzicht geven in mogelijke langetermijn-ontwikkelingen voor de milieubelasting van verkeer en vervoer.

119 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

120 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

121 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

122 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

Emissie verkeer = Volume × techniek × gebruik

• Techniek: snellere vervoerwijzen zorgen meestal voor een hogere milieubelasting per kilometer

• Gebruik: snelheden; accelereren etc.

123 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

124 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

Betrekkelijk constante tijd- engeldbudgetten• Hogere inkomens? Hoger aandeel ‘snellere’

vervoerwijzen.• Snellere vervoerwijzen? Meer kilometers!• Emissies per kilometer of emissies per uur?

125 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

• volumemaatregelen (beperking prestaties, bijvoorbeeld: personenautokilometers, vrachtwagenkilometers)

• technische maatregelen (beperking emissies en energiegebruik per prestatie-eenheid)

• maatregelen die zich richten op het (rij)gedrag / gebruik van vervoermiddelen (o.a. zuiniger rijstijl)

126 van 207

Hoofdstuk 9: milieu

Langetermijnontwikkelingen• context• demografie: meer inwoners en vooral meer

huishoudens• economie: voortgaande groei (?)• technologie: meer technologische kennis• duurzame energie?

127 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Doelen: • Inzicht geven in de belangrijkste ontwikkelingen

en oorzaken van verkeersonveiligheid.• Inzicht geven in effecten van (mogelijke)

maatregelen.

128 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Invloedsfactoren verkeersonveiligheid • verkeersvolume• verdeling van verschillende manieren van

verkeersdeelname• inrichting van de infrastructuur• verkeersveiligheidsmaatregelen• autonome of externe ontwikkelingen (factoren die

nauwelijks te beïnvloeden zijn, zoals de leeftijdsopbouw van de bevolking en het aantal rijbewijsbezitters)

• incidentele factoren (bijv. het weer)• gezondheidszorg (niet op p. 208 boek)

129 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Relatie tussen mobiliteit, risico per kilometer, en het aantal slachtoffers

130 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

131 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

132 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

133 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

134 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

135 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Kosten als gevolg van ongevallen

136 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

137 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Daarnaast: kosten ter voorkoming van ongevallen

Discussie:Welke?

138 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

139 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

140 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

141 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

142 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

143 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Risicoverhogende omstandigheden• alcohol• beveiligingsmiddelen• snelheden

144 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

145 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Paradigma’s inzake de oorzaken van ongevallen en beheersing van de verkeersonveiligheid

146 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

147 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

Beleid - De kans dat een groot aantalhandelingen per tijdseenheid verricht moetworden, neemt toe naarmate:• de onderlinge snelheden meer verschillen;• er meer ontmoetingen met verkeer uit andere

richtingen zijn;• de snelheid hoger is;• de verkeerssituaties minder voorspelbaar zijn en

anticipatie derhalve moeilijker is.

Bovenstaande is de basis voor Duurzaam Veilig.

148 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

149 van 207

Hoofdstuk 10: onveiligheid

150 van 207

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

Doelen: • Inzicht geven in de redenen waarom de overheid

transportbeleid voert.• Inzicht geven in criteria voor goed beleid.• Inzicht geven in het verschil tussen het

overheidsperspectief en andere perspectieven.• Inzicht geven in de organisatie van

transportbeleid.

151 van 207

Waarom bemoeit de overheid zich metverkeer en vervoer?• marktfalen• rechtvaardigheidsoverwegingen• inkomsten

Er is sprake van marktfalen als de vrije marktniet tot een maatschappelijk gewenstesituatie leidt.

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

152 van 207

Goed beleid is:• effectief• efficiënt • rechtvaardig

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

153 van 207

Het perspectief van individuen en bedrijven kan leiden tot een ander resultaat dan het perspectief van de maatschappij als geheel.

Dit is een rechtvaardiging voor overheids-beleid.

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

154 van 207

Externe effecten van verkeer zijn ‘reële’effecten waarmee de verkeersdeelnemergeen rekening houdt bij zijn of haar beslissingover verkeer en vervoer, zoals milieu, natuur,extra reistijd voor anderen,verkeersonveiligheid voor anderen, door:• gebruik vervoermiddelen;• bezit en aanwezigheid vervoermiddelen;• infrastructuur.

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

155 van 207

Externe baten?

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

156 van 207

Kosten overheid:• aanleg en onderhoud van infrastructuur, inclusief

voorzieningen voor het milieu en de verkeersveiligheid, zoals geluidswallen, verkeersdrempels en wildviaducten

• verkeerstaken van politie en justitie• een deel van het ambtelijk apparaat• exploitatiesubsidies voor het ov• technologiesubsidies gericht op bijvoorbeeld het

verkrijgen van een schoner verkeers- en vervoerssysteem

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

157 van 207

Verschillende beleidsafwegingen:• optimale efficiëntie• ‘eerlijk’

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

158 van 207

Economische theorie welvaart: Pareto.

Welvaart is optimaal is als niemands behoeftenbevrediging meer kan toenemen zonder dat dit voor een ander een achteruitgang in zijn of haar behoeftebevrediging betekent.

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

159 van 207

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

160 van 207

Het beprijzen sommige externe effecten (landschap, klimaatverandering, dode) is lastig. De manier waarop dergelijke effecten worden gewaardeerd leidt tot heftige discussies.

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

161 van 207

Eerlijke verdeling kosten en baten• recht op vervoer• eigen kosten betalen

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

162 van 207

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

163 van 207

Marginale kosten versus totale kosten: leiden tot verschillende uitkomsten.

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

164 van 207

• externe kosten• infrastructuur• openbaar vervoer

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

165 van 207

(Marginale) externe kosten in rekening brengen:• effectiviteit• haalbaarheid/draagvlak• uitvoerbaarheid• theoretische onderbouwing

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

166 van 207

Belangrijke vormen van beleid relevant voor verkeer en vervoer

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

167 van 207

Hoofdstuk 11: beleid: bereikbaarheid, veiligheid en milieu

168 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Doelen:• Inzicht geven in verschillende typen

toekomstonderzoek en de mogelijkheden ervan.• Inzicht geven in het gebruik van modellen voor

toekomstonderzoek.

169 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Scenario’s zijn plausibele en intern consistente eindbeelden van een mogelijke toekomst of ze beschrijven plausibele en mogelijke wegen om een gewenst eindbeeld te bereiken.

170 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Toekomstonderzoek is van groot belang voor strategische beleidskeuzen voor de lange termijn. Waarom?

171 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Scenario’s:• denkkader• discussiekader• toetsingskader

172 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Vormen en typen scenario’s• kwantitatief versus kwalitatief• descriptief versus normatief• denkbaar versus waarschijnlijk• achtergrond versus specifiek

173 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Scenariobouw1. afbakening van het probleem en het onderwerp2. identificatie van de relevante factoren en

bouwstenen voor de specifieke scenario-ontwikkeling

3. rubriceren, waarderen en kiezen van de belangrijke vertrekpunten voor de scenario-ontwikkeling

4. uitschrijven van de eerste cyclus in het bouwproces: de eerste generatie

174 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Scenariobouw (vervolg)5. commentaarronde op de vorige stap: aanzetten

tot nieuwe versie6. uitschrijven van de tweede generatie scenario’s7. commentaarronde op de vorige stap; aanzetten

tot nieuwe versie8. uitschrijven van de derde generatie scenario’s

(definitieve versie)

175 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

176 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

Geschiedenis van veertig jaar verkeersscenario’s

177 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

WLO-scenario’s

178 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

WLO-scenario’s

179 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

180 van 207

Hoofdstuk 12: toekomstonderzoek

OESO-project Environmentally Sustainable Transport (EST)

Backcasting: hoe ziet het transportsysteem eruit als de CO2-emissie met 80% daalt (en als ook andere doelstellingen worden gehaald)?

181 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

Doelen:• Inzicht geven in de belangrijkste overeenkomsten

en verschillen tussen KBA en MCA, en de geschiktheid hiervan voor evaluatie op transportgebied.

182 van 207

Vijf fundamentele onzekerheden• mate waarin maatregelen effect hebben• externe ontwikkelingen• beleid van anderen• afweging tussen de diverse effecten van

maatregelen• maatschappelijke acceptatie van maatregelen

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

183 van 207

Terminologie• Effectiviteit: het effect van een maatregel

gerelateerd aan de omvang ervan (‘minimale kosten’: als je iets wilt bereiken, doe het dan zo goedkoop mogelijk).

• Efficiency (bouwt voort op effectiviteit): ga na of de baten van hetgeen je wilt bereiken wel opwegen tegen de kosten die je ervoor moet maken.

• Rechtvaardigheid (equity): billijkheid van verdeling van voor- en nadelen.

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

184 van 207

Doelen, op het terrein:• economie: bereikbaarheid• milieu: emissies• sociale aspecten: vervoersarmoede• veiligheid: ongevallen

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

185 van 207

Afweging tegenover normstelling• afweging: vergelijking van voor- en nadelen van

alternatieven; gaat uit van compensatie• normstelling: absolute grens

– Kyoto– geluidsnormen Schiphol

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

186 van 207

Kosten-batenanalyse (KBA)• ‘economisch belang van verkeer en vervoer’• is in Nederland sinds 2000 verplicht voor grote

infraprojecten• consumentensurplus: het verschil tussen wat een

consument bereid zou zijn te betalen en wat hij daadwerkelijk betaalt

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

187 van 207

Baten:• huidige gebruikers• nieuwe gebruikers• optiebaten (option value)

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

188 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

189 van 207

Problemen bij KBA• verdeling van baten en lasten• er is niet altijd een goede financiële waardering

voorhanden• waardering uitstralingseffecten

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

190 van 207

Multicriteria-analyse (MCA)• afweging zonder dat per se een waardering in

financiële termen nodig is: subjectieve gewichten• clusters van effecten, bijv. bereikbaarheid, milieu

en veiligheid, overheidsbeleid

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

191 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

192 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

193 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

194 van 207

Waardering milieu-effecten• daadwerkelijk gedrag op markten:

– hedonische prijs– reiskostenmethode

• uitingen van voorkeuren van consumenten:– stated preference– contingent valuation

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

195 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

196 van 207

• Reistijdwaardering varieert per:– individu;– motief;– modaliteit.

• Reistijdwaardering komt vaak niet tot uiting in het bnp (vgl. filekosten).

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

197 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

198 van 207

Hoofdstuk 13: afwegingskader voor beleid: KBA en MCA

199 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Doelen:• Inzicht geven in verschillende typen modellen

verkeer en vervoer.• Inzicht geven in wat je wel en niet met modellen

kan doen.

200 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Een model is een vereenvoudigde weergave van een deel van de werkelijkheid.

201 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Typen modellen• beschrijvend versus verklarend• ruimtelijk versus niet-ruimtelijk• geaggregeerd versus gedesaggregeerd• statisch versus dynamisch• gebaseerd op revealed versus stated preferences• verplaatsingen versus activiteiten• wel/niet interactie grondgebruik – transport• personen versus goederen

202 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Elasticiteiten/kruiselasticiteiten

203 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Geaggregeerde modellen• generatie (productie) en attractie: hoeveel

verplaatsingen vertrekken er uit een zone en hoeveel komen er aan?

• distributie: waar gaan de gegenereerde verplaatsingen naartoe?

• vervoerwijzekeuze (modal split): hoe reist men?• toedeling (assignment): via welke route gaat men

van de ene naar de andere zone?• soms: tijdstipkeuze (time of day): op welk tijdstip

(spits of dal)?

204 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Gedesaggregeerde modellen• het wel of niet maken van een bepaalde reis

(generatie)• de keuze van de bestemming (distributie)• de keuze van het vervoermiddel

(vervoerwijzekeuze)• de keuze van de route (routekeuze)• de keuze van een tijdstip voor de reis

(tijdstipkeuze)

205 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Doel: inzicht in orde van grootte autonome ontwikkelingen en/of beleid op verkeer en vervoer.

206 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Voorbeelden:LMSDynamoSMILE

207 van 207

Hoofdstuk 14: modellen

Wat kun je wel en wat kun je niet met een model?• Soms is het beter: empirisch onderzoek,

literatuur, resultaten eerdere modelsimulaties.• Groot belang: modelstructuur. Heeft invloed op

resultaten en toepassingsmogelijkheden.• Kleine veranderingen: beter dan grote.• Vergelijkbaarheid doorgerekende varianten.• Beleidsmakers overschatten belang model.