'X 'N ' aSUOl1J&g
'JUI 'SOlO PlOIAIl9
UITTREKSEL'YAN'UE'l' RAPPORT
EENE1:'~
. REIS OVElt HET EILAND HILLITON", (l)
hel Gouvcrl!cmcnt aallgebodcn den 15uCIl April 1851 , (~)
.. Doon
;;Wo 11. CHOOCKEWI'I'. Hz.
llIatlt. lIIag. Phil. Nat. Doct.
Voorwoord.
ßij busluit van zlJlle excellentfe dCIl milllstcl' vau staat, gou
vcmeur gcncraal van Nederlandsch ludic, dd. 17 Septcmber
1850, No. 3 eil dd. 26 Septembcr 1850, Nu. 10, werd nHj
celle zendillg Haar hct eiland Billiton opgedragen .
. ,Deze zendillg had ten doe), het insteIlen vall een onderzoek
nopEms het aallwezen vall . ..till op het eiland ßillitoll en 'de' 1l10-. ,.
gelijkheid VHU 9.xploitatie van~ .~at, mi'1eraal, hetzij van gouver-
nements wege, hetzij door pal'Ükulicl'en; met last, 010 desbe
trekkelijk zoo spoedig mogolijk te 'dienon van rapport.
ßij bovcngcllocmde bcsluitcn wel'd bepaald, daL ik mcL Zr"
(1) In du spcllin;; vun dit woorrl heh ik hot gobl'uik gevoIgtl; in allc
gouvcrnclIlentsstukkcn, Cll in allo lIlij hokolldo aal'drijkskundigc /'oll1.oll
i8 zij alzoo, of~choOIl mindcr met du MalcisdlC schl'ij!wijzc Oycl'ccllkolllcndc)
, anngcnomcn.
(2~ VcrschiJIcndu OIl\SI:Ulllighc!lllll J'cbbclI hot ccnlcr puhliccrclL "'1\1 hc I
: ;';llgcndll YOI'hindcrd, ,Lcrwijl rcod~ dCIl ~:!öton 1'/,I'il 11. d"arl,uo verlor vall
il7ct gou"cmClIlcllt W"s hckulIIcu,
~.V/'·iWG ~I ,
S"~q. t.~
'l-l.OO 81!l'11
Ms. sloom-adviesvaa'Juig Tjipannas naal' Banka zoude ove1'gevoerd worden, en verder naar ßilliton met Zr. Ms. stoom· sehip ßromo.
Nanrik wel onderrigt ben, was den overste, kommandant
vall getloemd stoomsehip. opgedragen, om onderzoek te doen
llaur de zeeroovers" die zieh in de Billitonsehe wateren ver
toond hadden, en waarover klagten bij. den resident val1
Banka, bij sehrijven van den depali van ßiIliton, waren in
gekomen, met last aan hem, om die maatregelen te nemen.
welke hem het meest gepast vool'kwamen. .
Ook was bij artikel 4 van het eerstgenoemde besluit bepaald.:
dat ik mij, bij mijnen terugkeer van Billiton naar ßatavia ,'het
zij regtstreeks, hetzij over ßanka, zou hebben te vers ta an met
den resident van ßah}(a en met de kommanderende offieieren
vande in de Bankasche en Rillitonsche wateren gestationeerde
stoom- of andere oorlogsvaal'luigen, terwijl verder bij artikel ä de waarnemende resident "an Banka werd aangeschreven, om
mij, tel' bevordering der mij opgedragene taak, zooveel moge,.,
Jij!\.; hul p cn bijstand te "erleenen.
Ik g(woelde al het gewigt .dezer belangr\jke zen ding en was
dOOl'drongen van de moeijelijkheden, met welke zij gepaard
Zünde gaan, welke bezwaren daarin bestonden:
1°. Doordien artikel ~. van het genoemde beslnit geheel zon
der kracht bleef, daar in de ßiIlitonsche wate ren geene Ne-.
derlandsche stüom- of andere vaartuigen gestationeerd werden,
zoodat ik mij, zoo dikwijls ,ik mij 0Jl zee bevond, zoowel als
bij mijnen terugkeer naar Banka, van de ranke praauwtjes der
J~illitonnezen mocst bedienen, en mij daardoor daarenboven
geheel van hen afhankelijk stellen.
2°, De vooraf niet to berekenen zekerheid, dat de kom
mandant van de Brolllo de zaak aangaande de zeeroovers,
~ehcel in hel vricndschappelijke im naar wensch der Billitonne
zcn, cn naar wensch van het hoord v<ln Billiton zoude schik
ken, lel"wijl toch immer do orang seka zouden müeten die-,
nell, 0111 mij op llIijne togten over zee, de behulpzame hand,
le biedcn.
30. J)c juisle geziI}dhcid van het h~ofd van Billilon was
niet zoo gehcel bekend, en kou ook niet geheel nit de daar
omtrent bij het gouvernement berustende rapporten opge
maakt worden. Zeker is het, dat de depoti, op veI'keerde
(~riglcn af, vroeger door het gouvernement· verongelijkt en
in zijne regten verkort schijnt te zijn, en wWlrschfJnlfjk was het, dat zijne hierQ.oor opgewekte haat, bij de herstelling in
zijne regten, zoude geweken zjjn; maar zoude zijn want1'ou
wcn (uit welke bron of om welke redenen dun ook) niet weder opgewekt wQrden, bij de komst von eenen gouverne
ments afgevaardigde, hetgeen in lange jaI'cn niet plaats had
gehad? Dit want1'ouwell, als het bestond, moest nog toe
nemen, wanneer die ambtenaar het eiland in alle rigtingQn
ging doorkruisen eil bij alle andere olldeI'hQol'ige 1I00fden
eenigen tijd wilde \'ertoeven. Volgens dc vcrklaring der oud
stc Billitonnezen in de binnenJanden, was dit nog nooit dool'
eenen Europeaan ondel'nomen.
4°. Een onderzoek naar tinerts, - waarvan de depati op
mijn verzoek van gouvernementswege werd geülformeerd 1 -
'daar dit toch niet kon yerholen. blijven, en het beter was Cl'
regt yoor uit te komen, dan dat hij het yan tel' zijd~
vernam, - moest den depati en oole somrnibe minder door
denkenden on der de inwoners, rnindel' aangenaam zijn. Im
mers werd dit metaal nu eerst opgespoord en gevonden,
het was voorzeker met het doel, om het te gaan exploi
teren, hetgeen stellig de aanstelling van ecn Europeesch be
stuul' zoude ten gevtilge hebben , waarbij hij aItijcl minder
magt behouden en de tweede persoon zou blijven. Hij zeide mij
wcl eens, toen ik mij, na eenige weken verblijfs, feeds wat
vcrtl'ouwelijkel' vool'deed, dat hij naal' een Ellfupeesch be
stuur op Billiton wenschle, maar gar geene andere roden op
. waarom hij zulks vel'langde, dan dat da Palemballgcl's en
andere vl'eemdelillgnn, gewoonlijk orang dugong (llnlldelaars)
gchecten, zijne bcvelen niet wilden opvolgcn, eil hij h~m alzoo
niet rcgerclJ kOIl. lIij was zclfs z66 bevrccsd \'001' hell,
dal hij zieh in de k,lIlIpOllg Tandjongpllndall~;, de hoofd-
4.
plaats, waar zij bij cp_ander WOllen en die ruim 200 schre
drn van zijn \"t~rblijf vel'\vijderd is, volgcns getuigenis van vele
Billilollnezen, in geene 1) jaren, ofschoon altijd door een groot
gevolg vcrgezcld zijnde, heert durven vertoonen, en toen de
kommandant "an het stoomschip met nog eenige Europea.~
ncn zieh naar de kampong begaf, al weifelende medeging.
Deze eenige redcn om zijnen wensch te verklaren, nam ik
echter nieL aan, even zoo als ik hem ongemerkt tot op den
laalsten d;)g van mijn verblijf gewantrouwd heb.
])e hierboven genoemde redenen zal ik niet behoeven na
del' te omschrijven, als ik aanhaal, hetgeen door den heer
nIEHSClIlLL, vroeger met het civiel gezag op Billiton belast, bij
zijne I1Jissive aan den resident van Danka dd. 31 Januarij
J ~30, No. 1/] 0 medegedeeld wordt:
" nat, zoowet de hoofden als minderen op llilliton, den
"sterkslen tcgenzin aan den dag legden , zoodra men hen
"over dit onderwerp (het tin) aansprak, en stelIig weigel'den
"om in het aanwijzen en helpen opzoeken van mijngronden
"behulpzaam te zijn, zoodat ik, gedmende mijn vroeger ver
"blijf aldaar, genoodzaakt was, mijne tocvllJgt tot vreemdeIin
"gen, dic aldaar gezeten waren, te nemcn, ten einde de
"Iloodige infol'matien, betrekkelijk het al of niet aanzijn van
"erLs Lc vcrkrijgen."
Hoc ik, orntrent dit punt, de zakcn gevonden heb, zal
in hct vCl'volg van dit rapport bchandcld worden.
ECl1 vijfde bezwaar was de lijd van Iiet jaar, waarin de reis
OIlUCrnOmel1 wcrd. Mcn was Loch weldra de westmoesson en
alzoo J'cgcnlijd te wachten, Cll dezc bleef dan ook niet lang
Hit. n(~(~US ill hct bcgin vall I\ovelllber, na schiel' zes maan
d(~ll bijlla ollafgcbroken droo(jte (gelijk .ils cene zeldzaam
heid ook op Banka is waargenomell) werd de wind westelijk,
Oll was Ur\ dal tij<lvak, ('·on dag, waarop het minstens niet
oen drieLal uren slorlrcgcndc, cene uil.zondering. Alzoo wa
H'II alras dl~ I)(~ckil~s l'n kki\wre rivicren zeer gczwoIIcn: da
hruggCll ovcr lk I nalslcn waren in cellen slcehlen staat, of
SOI\lS gdted wq.;gcspodd; de ncrslen wl~rden gewoonlijk
doorwaad, helgeen het bezwaat' hnd, dat men alzoo een gr-·
ueelle "an den dag in natte kleederen' moest doorbrengell,
Eindelijk ruaaklen da hevige wastelijke winden, het varen langs
de noord-en westkusten "an het eiland, met kleine praauwtjes,
langdurig en soms gcvaarlijk, gelijk vOOl'al op den teruglogt naar
Banka is ondel'\'ondell,
Alle deze omstandighedcn in aanmerking nemende, zoo zal
men deze reis noch onder de aangenallle, noch ondel' dc ge
makkelijke rangschikken, Ik yerheug mij echter, dat znlks
mij niet IlOeft weerllouden, haar evenwel te ondernemen, ter
wijl te"ens deze bezwarcn volstrekt geen' invloed hebben ge
liad op de uitvoerillg van alles, wat ik mij voorgesteld had.
De administrateur van Blinjoe werd door den waarnemeu
den resident aangeschreven, 0111 twee kundige Chinesche mijn
werkers aan te duiden, die lust gevoelden,om tegen behoo/'
lijke belooning rnij te volgen. De keus dezer menschen is zeer
gelukkig geweest. Beide waren inboorlingen "an Banka, en
spraken alzoo zeer goed l\1aleü-,ch. Een hunner, Aouw genaamd,
was hoord eener partikuliere or kontrald-mijn (eene der wei
nige mijl1en op ßanka, die llUn tin tegen den prijs van f '13 1/2
de pikol, - er zijn enkele tegen f 15 - aan het gouvernement
leveren, maar geene vool'schotten genieten), ruim 60 jat'en ond ,
en had ruilll 40 jaren het mijnwerk bij de hand gehad. Op
het tin waren dan ook alle denkbeelden van dezen man zamen
gedrongen, Gedurende het grootste gedeelte van de reis 013 Billiton dro eg hij o(fer-en reukkaarsjes en ofIerpapier bij zicb,
om behoorlijk te kunnen biddel1 in het geval, dat er tinerts
geronden wet:d: was dit niet hel geval, dan was het offeren
en bidden volgens zijn gevoelen ook onnoodig,
De andere, nOU-SII'iG gehecten, mim 40 jaren oud, was
hoord eener mijn in het distrikt ]llinjoe. Sedert hij het rege
len der werkzaalllltedcn op zich genomen had, had die mijn,
die vroeger onvoordeel ig gewerkt had, belrckkelijk gunstige
resultaten gegeven. 001. hij was niet minder dan de ander,
met al wat het tin betrof, ingenomen. lleide hebben dan ook
oll\'Cl'll\oeid mij op mijne cxkursWn vergpzdd, ,'n zelfs in dc
6
I'usturen sl,eeds ondl'l'zoekingen gedaan, doo!' de schoone be_i
loften die ik hun deed', in geval zij mij tinerts bragten, hiertoe
niet weinig aangespoord.
Im'igting van hel Rapport.
Het eiland ßilliton, volgens den heer ~fELVILL VAN C4RNBEil 119 0
geographische mijlen of 2875 0 Javasche paten groot, ligt tus
sehen ßanka en ßomeo. Reeds vele toelichtingen, die dit ei
land van groot belang doen voorkomen, zoo voor koophandel
als Inndbollw en nij vcrheid, zijn in het tel' sekl'etal'ic berus
tende archief voorhanden. Zoonls het er thans gesteId is, en
ik geloof, dat er in de Iaatste decennien weinig verandering in
is ge!comen, is het verre, dnt ik omtrent deze omstandigheden
hetzelfde oordee! ZOll durven uitspreken. Gaarne had ik al zoo
hierover mijlle bevindingen in dit rapport medegedeeld, maar
ik vreesde, dat de uitgebreidlJeid alsdan , en de mogelijke be
lungrijkhcid van bijzaken, de hoofdzaken, het doel waarmede .
ik in kommissie gesteid was, konde nadee! doen. Ik zal al
ZOO de bij mijne vroegel'e rapporten gemaakte verdeeling op
volgen, met dit ondcrscheid, dat ik de drie over ßilliton ge
llIaalde hoofdtogten, omstandiger beschrijf dan vroeger opzig
telijk Banka en l\Ialakka gesellied is, waarbij dan tevens eenige
onrlerweg Olldcrvondün moeijelijkheden kortelijk aangehaald zul
ICII worden. Ik achL dit noodzakelijk, opdat het voor mijn
!-)cvoel tot vCl'untwoording kunne strekken, dat ik alles, met
voorbijzicn van allc bczwaren, en dikwij!s van den raad van
dnn tlepali, aallgewentl heb 0111 tillerls (indien het op ßilli
ton voorhandcIl is) Lc "inden: verder , omdat er ~eene kaart (1) vall dn binnenlandl'n van Billilon bcstaat, cn het toch niet Oll
verschillig zal Zijll 1(' ",deIl, waar ik mij zoo al bevonden heb.
~ I) N.\lHelijk lOCH llit r"l'pol'l il1!';cllicllll wl~ni.
7
Uit deze beschl'ijving der reis zal ik een overzigt 0plllakcll.
waarin dan tovens eenige opmerkillgen omtrellt do geologische
gesteldheid van hot eiland zullen worden medegodceld, In e(lIl
volgend hoofdstuk zal ik, hetgeen mij belwnd is, dat 0\'1'1' de
tinaangelcgellhcid vall ßilliton geschrovcn staat, in korte woor
den, met eenige aanmerkingen daarop, mededeelen, tcrwijl il{
ten slotte beredeneerd aanLoonen zal, dat de gebruikcll der
ßillitonnezen, volgens analogie met Banka, niet aan het daarzi,jll
van tinerls op Imn eiland kunnen doen denken, helgeen ein
delijk dool' eenige scheikundige aanmerkingen over eene erts
soort, op Billiton gevonden, die veel op tinerts gelijkl, maar
voIsh'ekt geeu tin in hare zamenstelling bevat, toogelicht zal
worren.
Op wellte wfj;:;e een kaar(je (1) zamengesteld iso
Dat men in acn bijna onbewoond land, Zünder wegen eil
voor een groot deel met kreupelbosch begroeid, moeijelijk zui
vere peilingen kan nemen, al had men ook de daarvoor be
noodigde instrumenten an middelen, wanneer ecne juiste op
llame niet het hoofddoel der reis is en men niet onbepaald
ovel' den dUUl' der reis kan beschikkell, dit is duidelijk; CII
dewijl ik mij alleen, als bijzaak, om mij, waar ik mij bevond
te orientercll, van aen gewoon kompas bediend heb, zoo zal
ik geenszins elk punt door mij gepeild, als onomstootelijk juist
waargenomen verdedigen. l\1aar een klein verschil doet hier
minder tel' zake, terwijl dool' de vele genomen peilingen, de
(1) Dit kaartje, tc gclijk met het rapport aan het gouvernement inge
dienu, kan hier zecr goeu achtcrwcgc blijven, dewijl men du urie dool'
mij in yet'schillclllle rigtingcn ovcr het eiland gemaaktc reizen, op de
kuart bij de yorige aflcvering van dit tijdschrift gepubliceerd, genoegzaam
znl kunnen naga:lll. Ik heb cvenwel gemeend dit hoofdstuk hier te rooeten
laten volgen, om niet nan de vollcdigheitl der mededeeling roijner werkzallmhcdcn to kort tc dOCH.
ß
foulcn !liet zoo a:mmerl,elijk zullen zijn. Ecn inboorling in deze !
,",cwesten weet veelal 'beter, d~n de Europcsche landbewoner /
\Vaar hij zieh bevindl op den wpp;, d. i. in welke rigtingen hij verschillende bekende punten van zieh heeft. JIiervan had ik
een dnidelijk bewijs, toen ik mij op den Goenong Tadjam (de
hoogstc ,'an Billiton's bergen) bcvond. Op den top van dien,
gelleel met IlOoge boomen begrociden berg gckomen, was het:
zoo d~mpig, dat ik niets van ben eden kon waarnemen. Ik nam.
een der oudstcn uit het gevolg bij mij, en Iiet mij met de hand
eenigo bekende plaatsen aanwijzcn, welke rigtingen ik op het.
kompas ailas en opteekende. 1\"a een uur vertoevens werd het
helderder : ik beklom toen, met kompas en verrekijker gewa
pend, een der hoogste boomen tol op 40 Ü 50 voeten hoogte
cn had een ruim uilzigt; ik peilde aldaar weder dezelfde pun
tcn, en was verwonderd over de groote overeenlwmst met
de vorige peiiingen.
Alzoo liet ik mij over de geheeIe reis, in elke kampong
w~ar ik aankwam, eellige bekende punten door de oudsten 1
met de hand aanwijzen, uil welke peilingen ik, die, welke niet
overeenkwamen verwcl'pende, een Imarlje der binnenlanden
heb opgemaakl.
De afstandcn heb ik op dcze wijze bepaaId, dat ik, bij c1ke
kampong waar ik aankwam, of wel, op clk pu nt waar ik peilde, :
den oppasscr en do beide Chinczcn (de inwoners van Billiton
kennen 10cll geene maat voor tijd of afstanden) afvroeg, hoeveel
palen, scdcrt eene vorige plaats volgel1s hunne meening afge
)e~d waren. Deze gevoelens vergeleek ik mct den verJoopen'
tijd, rekenende in elk unI", wcgclls dc sIechte wcgen, sleehts 2 1/2
paaI gemaak! t.c hebbcn. Hoe gebl'ekkig deze wijze van me
ten ,vas zal mcn bevroeden, als mell nagaat, dat dool' het
kronkcl(m der wq.,cn. soms 2 (1 3 palen argelegden weg, een paal "01 d' oiseall zuilcn "oorslellen.
[n (m rapport zal ik alle peilingen. wanneer zij tot nicts
;l]S lot IwL zamt'l1sll'llrn van hr1 kaarlje gcdiend hobben • 011-
vermrld laIen.
9
De reis van Ralavia rlaar en O1'cr J]illitoJl.
Den 215l('n September 1850 verlrok ik "an ßatavia uan
boord van Zr. l\Js. sloom-ad"ieSH13rluig J'jllJannas en gillf'
den 2dell Oktober ann hoord van de Rromo over. welke mij
naar mijne beslemming zOltde oyerbrengen. Eerst werd dc
Klabat-baai, ten noorden van nanka, ingeloopcn, nlwaar
cenige troepen. voor de Rankasche expeditie bestemd , ont
scheept en de heide Chinesche mijnwer!wrs aan hoord ge
nomen werden. Den l1den ankerden wij voor Poeloe Le
pat'. Den 13den Oktober vroegtijdig onder stoom gaande, arri
veerden wij ten 3 ure des namiddags "001' Tandjong Pandang ,
op de westkust \'an Billiton. Een schot uit eenen 80-ponder
kondigde de komst vnn een van Zr. l\Is, groote vaartlligen
aan. Den volgenden dag. l'eeds vroeg in den morgen, kwam
de depati met twee pl'aauwen en eene menigte volks heL
stoomschip op zijde en yertoonde zieh weldra op het dek. Een
eeresabel. hem vroeger door het gt.,uvernement ten geschenke
gegeven, werd hem achlerna gedragen. Zijn uiterlijk kwam
mij zeer innemend voor, zijne mnnieren vrij besehaafd en beleefd,
zonder dnt ze aI te kruipende waren: hij scheen mij toe 50 i\ fj5 jaren oud te zijn, lerwijl hij nog volstrekt niet grijs is: zijne
kleeding was neljes en ecnvoudig.
Het gehoot' met den overste geeindigd zijnde, werd ik hem
voorgestcld en een brief V:1I1 den waarnemenden resident
van nanka hern overhandigd. Na lezing verklaarde hij geene
bczwaren tegen rnijnc kommissie {e liebben , belovende mij,
waarin hij maar konde, behulpznam to zullen zijn.
Den volgenden morgen ging de overste, vergezeld V:1l1 eell
der olficiel:ell en rnij. :lan wal. Er lagen 3 Ü !~ groolere:
handels- en wcl 100 Ideine praauwljes in de ba ai , dir hier de
monding nn de )'ivier Tjeroetjoep vorrnt , langs wier strand
:lan de noordzijde de hoordkampong vall heL eiland gebollwrl
iso De brnting ligL op lIrl uiLerste df'r landtong, doo!' de ri-·
Yicr en de baai gevorllld. 1erwijl hel huis van den depa-
10
ti, tle Ialldingsplaats eil rene Ideine rnesdjid (moskec), tusschen
<Je henting' en de kampong in gelegen zijn. Het telTein waarop
(\c benting gebollwd is, komt mij zeer geschikt voor. Deze
heslaat nit eene palissadering, geplaatst op eenen heuvel van
p, m. tiO voeten IlOogte, w<tamil en de rivier, en de baai,
l'n de kampong bestreken kunnen worden. Binnen deze palis
~adel'illg zijn gelegen eene vrij goede kazerne en wachthuis
CIl eene vroegere komrnandants-woning (in welke wij ontvangen
werden eu welke allen door den depati onderhouden worden),
de vlaggestok, van welke de Hollandsehe vlag wappert, be
nevens de resten van een steenen kruidhuis. Na genuttigd
ontbijt en een over verschillende punten gehouden diskoers,
gingen wij de kampong bezoeken, bij welke wandeling de de
pati ons vergezellen moest. Tegen den rniddag verlrok de
overste en gevolg, tel'\vijl ik aan wal bleef.
Mijnc goederen van boord gekomen zijnde, vestigde ik
mij, zoo goed als de omstandigheden het toelieten, in de
vroegere kommandantswonillg, welke geheel op inlandsehe
wijze, dat is, zonder cenig venster gcbouwd was: eene goede
vom' haar geplaatstc pondokh was dan ook over dag mijn
ycrblijf. Het aanwezige rneubilair was niet noemenswaardig,
zoodat ik mij hierin nog al behelpen moest, waaraan ik
spoedig gewend raakte. Ik besloot alhier mijn verblijf te
IHmden die dagen, ,,,elke ik niet in de binncnlanden doo1'
bl'agt, en alzoo na elken togt hier weder terug te keeren,
tcn einde van de doorgestane vermoeijenissen wat nit te fUS
ten, mijne gedurende elke reis opgcteekende lasse opmerkin
gen te verzarnelen en nit te werken, cn mijne korrespondentie,
wanne er tot hel verzenden van brieven gcIcgenheid bestond,
bij tc hüuden.
Dcn 17dcn Oktober zond ik de beidc Chinezen hct land in,
len cindo, ,,<JOI' ik mij zelf op reis begaf, ccnig be1'igt van de
landstl'eek in to willncn. Zij warcn mim 4 palcn nOOl'd
oostelijk opgcgaan cn langs ecncn kleincn omweg, wat zui
delijkcr op, ternggekeerd. Hetgeell zij mij orntrent den
loestand der wegen, die ook gewoonlijk in ue onmiddellijke
11
nabijheid ccurr hoofdplaats, beler dan op grooll~rl'n afstauu
zijn, Illrdetleeldcn, kwam ook met mijnc verwachlillg o\'('l'ren.
Ht't land ,vas vI a I.:: , met laag houl bewassell eil Zlllldig. Alhoewe!
minder opzellelijk dnartoe uitgezonden, hadden zij opperrlak
kig geenen tinerts outdekt.
Den ,'olgenden dag ging il.::, door dc Chinezen vergezeld,
met eene kleine sampang de riviel' Tjeroefjoep op. l~vell
voorbij het fort is zjj bij hoog water sleehts 5 voeten
diep, z. l/~ w. een geruim eind voortloopende. !\fen onl-
1lI0et vele groote, op elkander gestapelde granietrotsblok
ken, dool' welke dan oole de gansehe kust als omzoomd is,
en eellige eilandjes, van welke Poeloe Kapal het grootste is,
I~ven voorbij het fort zal dc rivier wel 150 passen brced
zijn. Na volgens gissing 6 palen roeijens, - waarbij nog me
nige kronkeling der rivier afgesneden werd, - kwamcn wij op
den regteroever aan eene zeer kleine beek, waar een voetpad
over gevelde boomen en hunne worteIs , leidde naar eene
kleine kampong, die echter te ver af lag.
De bodem (het was laag water) bestond slechts nit zwar
ten moddergrond, welke bij hoog waler onderliep, en alzoo
niet dan met de grootste moeijelijkheden en kosten op de
Chinesche wijze zoude te bewerken zijn. Tot hier was dc
rivier gcmiddeld 12 voeten diep. Bare boorden zijn bijna
uitsluitend met bakoen begroeid. Bet water bied tot hiel'toe
steed~ zout. lets merkwaardigs leverde dus deze rivier, in
welke ik de ßallkasche rivieren gelteel terugvond, en in welker
be5chrij ving ik alle rivieren van ßilliton, die ik bezocht heb,
beschreven heb, dus niet op. Ik kom hierop alzoo niet we
del' tcrug.
Dell 20sten Oktober ging ik met de mijnwerkers in eelle
sampang langs het strand om de noord tot aan Soengie Koe
boe. p. 1Il. ;) palen van tle hoofdplaats verwijderd. Bij laag
watet' stünden mim 3 voelen waler voor dell ingang. Zij
loopl bijnu onafgebroken oost op. Op circa 800 passen van de
1II0nding "l" wordt de reglcroevcr iels Iwoger. Tot hier zal do
rivier 3:5 passen Lrc('d zijn; nog 300 passen verder , en 'I.e is VOM
1~
dc kleinste sampang niet meer ue\'aal'baar. Op den linkerocver slapte ik aan WJI en k\Yam weldra aan eeno kampong,
uit twoo huizen bestaande en Kalamkoeboe gcheelen. Op
cene zeer laag gelegene plaats deed ik onderzoek meL den Chineschen steke!', sjam genaamd. Dit "werktuig, in mijn
rapport over de ßanka-tinmijnen reeds beschreven, bestaat uit
eene 16 voet lange ijzeren staaf, eindigende in eene holle
kegclvormige pu nt , waarvan aan de eene zijde de rand iets
llOoger opstaat dan aan de andere. Deze' opening wordt met
cen lapje, dat aan een touw bevestigd is, gesloten, en dan
langzaam in het te onderzoeken terrein, onder op en neder
gaande bewegingen gestoken. Aan het geluid en het gevoel
kan men bij eenige oefening, waarin de heer HElJDIlIIL\N, ad
ministrateur van Soengijslan, mij onderrigt had, den aard der
versehillende lagen ten naastebij onderkennen. Twijfelt men , men
verwijdert het lapje en de holle kegel vult zieh mot den op
die plaats aanwezig zijnden grond, die men dan verder onder
zoeken kan. 'Vanneer men ovor geene ruimere of meer te
zamengestelde middelen beschikken kan, acht ik, met de
nOüdige voorzorgen, de sjam nog tot de beste middelen te
behooren, om een vreemd terrein tot op eene zekere diepte
te onderzoeken.
Op 3 voeten diepte kwam men op eene laag witte pijp- of
kaölin-aarde, die wel 10 a 1 t voeten dik en ollder welke
eene laag wit grof zand gelegen was, hetwelk gewasschen
zijnde, yolstrekt goen' tincrts achtcrliet. Ook \iet ik op on
derschcidene plaatsen een weinig gründ uit 2 en 3 voeten diep
te wasschen, zonder ander resultaat. lk hield mij echter vel'
zekerd, en de Chinczen be"estigden dit mijll gevoelen, dat, al
ware hier tinerts gevonden, het toch 1100gSt bezwaarlijk zoude
zijn, om het op de ßankasche wijze te exploiteren, daar wegens
de gelijkheid van het terrein, het benoodigde water van eencn
te grooten afstand moest aangevocrd worden. Een auder be
zwaar "an geringeren aard, was, dat ook hier in den omlrek,
gecll llOog hout, om goede Iwlen van te branden, groeide.
Over heL zelfde terrein yoorlgaande, kwam ik aan de kam-
13
POll~ Kalamoc, groot'~ huizCll, ('n na in 't gehecl ü il 6 pa
len gcmaakt tc hebben op Tandjong Pandang terug.
Dc "olgelldc dagen werden met het maken "an toebereid
selen voor eene reis over Badau naar Blantoe doorgebragt.
Ik begon met den depati dit mijn plan bekend te makell,
die tegen het gaan naar B1antoe de grootste bezwaren had,
zeggende, dat hij de menschen aldaar mistrouwde, en ik
misschien vermoord, misschien door een langzaam werkend
vergif ongelukkig zoude ,,,orden. Dergelijkc geruchtcn had
den de Chinezen ook reeds in de kampong vernomen.
Daar ik dacht, dat de depati wist, dat in dit distrikt tin
erts was, en door zulke bedreigingen slechts zocht mij ran die
plaatsen ur te houden, zoo drong ik er te meer op aan, om
mij hier heen te begeven. Ik werd hierin versterld, door dat de
depati den 23sten Oktober mij naar Tjeroetjoep ,de plaats ,vaar
het oude fort stond, en waarvan thans niets als eene wilder
nis meer te "inden is, liet roeijen, mij een paar gidsen (ka
wans) behal"e de benoodigde 4 koelies medegevende, die,
toen wij geland waren, "erklaarden den weg naar Badau niet
te kunnen aanwijzen. Onverrigter zake moest ik dus dien
dag weder terug keeren. Of dit nu toevallig was or voorbc
dachtelijk afgesproken en beredeneerd , durf ik niet beslissen.
In allen gevalle was nu de tijd danr, dat ik den depati in
krachtige bewoordingen moest te kennen geven, hoc ik wensch
te behandeld te worden. Ik liet onmiddellijk den ingebeij van
Radau bij mij ontbieden, die dien van Blantoe dadelijk "an mij ..
ne komst moest kennis geven en voor gidsen en koelies moest
zorgen: op den 26sten Oktober werd alzoo de reis bcpaald.
Den vorigen avond liet dc "rouw van den depati llli.l nog gocd
gunstig waarschllwen om toch niet naar Blanloo to gaan, co.
zulks in geen geval, voor ik tijding van het hoofd "an Blanloe
lIad terug bekomen.
14
Reis n([(/I' lJad(lIl cn Blrwloc.
Dos morgens ten G 1{~ ure verlrok ik met 4, koelies en 2 ImwallS, de b('ide ChineZOll on dOll oppasser, die mij te Ballka
loo;;ovocgd was. l\Iij 110 beide bedienden moest ik wegens ziekte
achLerlaten. Het voetpad was aanvankelijk rcdelijk, ofschoon er
op sornmige plaatscn een voet of meer water op stond. De
bodern bestond meestal uit grof zand, en was, zoo ver men
zien kOIl, met laag hout en yarens bedekt. Op 4 palen gaans
ton oosLen der hoofdplaats is eene riviel' Soengie Raja gehee
ten, die in de Tjeroetjoep ui tloopt. Ilier was de grond mel'
gelaehlig en iets golvend. Op 2 en :3 voeten diepte bevatte
de bodern ecne uiter5t kleine hoeyeelheid eener zwartachlige
zeer fijne erL55001't, die aldra dool' de Chinezen VOOl' koppong (valsehe tinerts, die geen tin bevat) erkend werd. Nabij de
rivier, met de sJam beproevende, kwam men op eene zwart
aehtige pijpniJrde (dOOf de Chinezel1 op Banka ka genoemd),
die op mim H· voetcn diepte nict veranderde, waarom mcn
de procf hier staakte. 'Vanneer er erts was, dan zoude het
terrein bier toegelaten hebben om kollong Le werken. Later
lieb ik de Chillezen wat hoogerop gezonden, als wanneer zij van
nabij Socngie Pantjoer eene groote hoeveelheid koppong-erts mede
Dl'ag[ell, eCli scheikundig onderzoek van welken later volgen zal.
Ten 10 11" ure kwarn ik te Trawas, eene kampong 3 huizen
groot, ging z. o. op en hnd ten n. o. de bergketell vall Tam
Doeroeall, die uil een vijrtal weinig yerhevene heuvcls bestaat.
Hier bcgint reeds het 1,llldschap uit niets dan vrocgcr bewcrkte
of Ilieuw opgerigte ladangs (hooge rijstyelden) te bestaan, wel
ke lnatslell het ecn treurig aanzien geven; onwillekeurig
toch komt de opmerking voor den geest, welke vernieling het
Vllur, in de handen Vrln dCIl mcnsch, kan veroorznkcll. Het
gaall is hier ZOl'r bCZ\\'aarlijk donr het ollophoudelijke over
l;laukren of overstapJ>t'll ,an sonllllige groole gc"clde eil niet
,nur,lllde bOOIllSlarJIllJ('lI.
()1lI Il(~ 11111' k"alll ik in d() kampong Djankan, llit:J vel'
:,pl ('Hk 111111,CIl bl'stnand('. ('1\ hOld I;lllg~ dn krollkclPnd(~ vod-
ni
paden nam' bcrekenitl~ t;) palen af~e1c!2:d. Op IlcL laalsle rilld
van den weg brprllefde ik in een t wedal IJCcl(jes, maar vom! dt'
cene keer slechls zand, de anderc \'('eI zand eil een wei!li~ pijp_.
aarde cn dan da<lrolldcr zeer harden gro\en zalld~l'ond (passir
garam in het l\1aleiseh genoemd). De grond Lied bijna zon
der ver<lndering Zllndig, was slcchts op zeer enkeIe plaatsetl gecl
leemachtig, zonder ecnige oyerblijfselen V<ln ontleeden gl'aniel.
In den omtre!.: van Djalllwn, waar ik den nacht verbleef, vindt
men eenige gl'Oote rolsteencn, uit grofkolTeligen granict, mis~
schien porfier te zamen gesteid : het 110ut is veelal luag.
Den volgenden morgen beproefde ik op verscheidene plaatsell
in 2 beekjes, maar vond geen spoor van tinerts, rncestul wil
te soms zwartacbtige kleiaarde, dan gewoon zalld eil daal'
onder soms dezelfde konglnag, als waarop te llanka de crls
laag gewoonlijk rust. Om 9 uur ging ik langs eenen weg,
die dool' hooger hout dan ik nog gezien lwd loopt, naal' Bil
dau. Op 1/3 uur afstand is eene vrij breede rivier, in wclkn
thans door de dl'oogte slechts lj. yoeten water stond; hier lag
de kong zeer laag, met klei- en zandJagen Cl' boven, terwijl
op ßadau, dat van Djankan 8 pulen afligt, de kong in eene
put van 3 voeten dicpte rceds Le voorschijn kwam. Ik werd
dool' den ingebeij zeer voorkomend ontvangell on Harn in cen
voor llIij ontrllirnd koelit- (boornschol's-) huis mijnen intrek.
Naat' mijn gevoclen meen ik hier mcl de verlIleiding vall
elke bot'ing met de sjUin verrigt, te kUIllIen eindigcll. Al
len zijn in mijll geholldcn jOllrnaal olllstandig op:.;cleckclId,
maar komen gewootllijk 0[> hclzclfde neder. Dan ecns is du
bodem uit wal meer or wat minder zand, uit witte 01' geelachli:.;e
klei- en Iccmaarde z<lmcngesteld, soms ligt de kong lJooger,
dan weder lager: waar hierop uilzollrleri ligen gevondcll zijn,
daar zullcn deze olllstandig mede;.;edeeld wordetl. Zcker is
het, dat het nog niet vinden van linerls, IUi,] tell IlOo;.;sle ver
wonderde (daal' ook ik bij mijne komst op Billito!l in het denk
becld vcrkcel'dc, dat ue llOdcltl rijk aall lillerls was) ('ll llIiJlle
olldt'rzockingen vcrdllbbeld 11 e er! , grlijli. Ik de cer lIad ;Jilll
7i.JIW cxcelklll.ie (j'c'lI JllIlli~tl:r V<lll ~,laat, (.'J,uvemellr gennaal
IG
mode Lc deeJen den 11 den November 1850. Zoo bragl ik twee dagen in de ornstreken van Badau, sleeds
llasporingen doende, door. De depa1i zond mij nog twee zij
Bel' broeders uchterna, om mij nogrnaals ur te raden om naar
lIIanloe 1e gaan, of wel om, wanneer ik van deze reis niet af
tc Inudcn was, zorg voor mij te dragen.
Dell 30sten Oktober vertrok ik van Badau naar ß1antoe.
Na !~ palen afgelegd te hebben, kwam ik aan kampong San
datoe, gellOegzaam z. van 13adau gelegen. Hier iH de nabij
heid loopt de eClle arm der rivier Tjeroetjoep, aan de gene
I,aut vall Badau de andere: beide ontspringen naar men mij
zeide in den Goenong Tadjam. Nog 11 palen verder , terwijI
de weg niets bijzonders opleverde, als dat hij vreesselijk sIecht
was, kwam ik aan een huis, in het midden eener ladang ge
legen, waar ik overnachtte. De grond blijft steeds zeer zandig:
nergens kon ik een stukje kwarts of mica ontdekken, noch op
de oppervlak1e, noch met de sjam. Het oog stuit hier op eene
aaneellschakeling van heuvels, van 50 tot 200 voelen 1100gLe.
])~ze Ij(Juvels bestaan, voor zoover ik opmerken kon, uil
geene vaste steensoort. De tusschen hen gevormde valleijen
kunnen geen' tinerts bevatten, daar de beekjes die er ontsprin
gen geen tinerts afvoeren, of in hunne beddingen bevatten, cn
ook cle koelit-grond nergens bij wassching tinerts achlerlaat.
Op verschilIende plaatsen werden beide zaken dien dag 011-
derzocht.
Den volgenden morgen vl'oegtijdig op reis gegaan, kwam,
Iladat ik 7 palen afgelegd had, een afgezant met volgelillgen
van deli ingebeij van Blantoe mij te gemoet. Hij was even
als de volgelingen met lans, kris en eenigen ook nog met den
klewallg gewapend, zeer voorkomend, en zoude op zijn uitel'
lijk uf, al dadelijk mijn verlrouwen gewonnen hebbell , indien
Itij niet, onllliddclijk 1Ia hel afleggen der gowone komplimell
len, aall een mijner menschen gevraagd had, 01" IJCl gewecr,
dal ik allijd zelt" uroe:;. ook geladen was, en geen anlwoord gar,
(oen hij vernalll, dal ik het iederen dag mel den kogel in hUlI
\HJ lcgcuwoordighcid Jaad(le.
17
"'ü gingen den (~oenong :\Jang. die rnim U. palen Viln de
plaats, waar ik hel laa1s1 llvernacht had, "enYijderd is, o\'el'.
Oe forlllatie vnl1 dezen berg is een jongc zandslecn. H ij "onnt
de afschriding tllss~hen het distrikt Badau en het Oostelijkc
distrikt van den depilti. Tot hiertoe is de bodem nog steeds
zandig, "erderop soms geel, klei- of mergclachtig van den
ontleE'den ·zandsteen: soms ligt de kong zeer hoog, maar
sporen van tinerts vindt men hier neI·gens. lk verbleef aan den
vof!!;. "an den berg, in een hllis, kampong Tembali genaamd.
Den "oIgenden dag werden de Badausehe tegen Blantoesche
koelies H'rwisseld en ging ik weder vroeglijdig op reis. Dc
weg "'a5 over het algemeen genomen iets beter dan de voor
gaande dagen. Na ruim 12 palen afgelegd te hebben , kwa
men wij aan eene kleine vlakte, door eene hcuvelketen vall
"001' zoo ver ik zien konde, 6 heuvels, van welke de hoogst!'
300 voeten Iwog zal f(eweest zi,in, ingesloten. De grond blijfl.
steeds fijn zandig welk zand minder hct aanzien vnn zeeznnd
heeft dnn vroeger, soms met gele kleianrde vermengd, welke
echter volstrekt niet glibberig iso 1'\a in hct gehee! 20 i1 2t
palen afgelegd te hebben • kwnm ik aan eene kampong vnn
2 hllizen, Keloebi gennarnd, wanr ik verbleef.
Den 2den No\'ember vertrok ik vnn hier, en ging oyer eene
vrij lange kunstrnalige brug, de rivier Kemiri over, die de
grensscheiding is tusschen het distrikt ß1antoe en liet oostel\j
ke distrikt vnn den depati. De weg !ier genoegzanm den
geheelen dag over ladnngs (het distrikt B1an1oe is een der meest
bevolkte), naar bcrekening wel 24 a 25 palen. Nabij B1nn
toc kornende • wcrd dc lnlldstreek hruvelaclttiger. en men
ondcrscheidt er cenen berg, die wel 600 voeten hoog zal zijn.
Mijn gc\'olg grocide tot een !'Otal pNsoncn aan, dnar nit
elk hllis waar ik Inngs kwam. een 01' mrer personen, om
mij ecr Lo bcwijzen. zieh cl' hij voegden. Zoo kwnm ik Oll
vcrwnchts "001' cOlle hoogc pali~~sadering, aal) do vier hocken
met wachlhui~.ies voorzien, binnen welke hel. hllis \'nn den
ingehri "an Blanloc zieh bcyond.
Hier eenige vrc('s Le tnonen zoud(' /)nv()(lrzigti~ I'B 'lok ()il
i
18
\l()Ocllg gC\\ eest ZlJil. teruggaan kon ik niet, en staple dan ook
lIIaur de henlitJ).!: binneu. De zoon van den ingebei Invam mij
hier te gcmoct en l10ndigde mij uit in huis te komen, daar
Zljll 'lader nud cn ollt,"esteld was.
j)iL Imis was aan beide zijdcn met groote melalen Iilla's
;c,(\wapend, dio, zünals ik nadel' bemerkte, op de praauwen
",dH'uikl ,,·orden. De ingebei lleeft een zeer gunstig uiterlijk.
Hij begoll mot mij om vergeving te vragen, indien hij eenige
]olllphl'id jcgens mij mogt hegaan, daar hij, zooals hij zeide,
lot du hoscillUensehl'll behoorende, niet beschaafd genoeg was
0111 IneL Europeanen behoorlijk om te gaan.
ECll huisje buiten dc henting werd mij tot verblijf aange
weLon; oük uit rnaaktc weder mijn wantrouwen gaande, daar
III dc benling ook nog een ledig huisje was. Ik wilde voor
mij eil de mijnen rijst laten kokon, maar de ingebei stond
er op 001 hier zelf in te voorziell, iets dat ik, hoewel hern
\yan!rouwende, niet durfdc weigeren. Ik llall dit aanbod
alls aan, maar '1erlangde dnn ook, dat '1our mijnc volgers te
leliS wu gczorgd worucn, die ik allen bij rnij '1erzoeht, en ik
'\'Isl loen de 1'001' rllij bcsLelllde spijzen mct die der koelies
to \'('J'wisseh'n. Ook des nachts was ik meer op mijne hoede
dan ~e\\oolllijk.
I\ccus vrocglijdig ontvinfj ik den volgellden morgen een be
jJ)ck \'all den ingpbPi eil familie. Van dezen man vernam ik
('I'llifiC hijzolld('rhcdcn, die ik misschien anders niet te welen
ZOll zijn gl'kon1l'll. Zoo deelde hij mij mede, dat de inge
hei 's Iliet b('zoldigll werden, manr een deel der rijstopbrengst
III hlln dislnkl olltvall:~(,!l. Ye\'der, dnt een gedeelte der in
wOIlcrs in hllil distrikt ('cnen zekeren tijd in het jnar verpligt
J.ijll, tl'g('11 vrij('11 kost voor hen te werken. Hel distrikt ß1an
tO(;, I.('ide Iiij rnij ,-- ('11 dit is genoegzanm over het geheeIe ei
lallt! lid hl~val, l)(,l'al :~l'('lIe eigctllijke kampongs; de inwo
Ill'r~ slaall dn hllizcn in 110 cl/( jarl\' brw('rkt woruende ladangs
op. Ho vl)('lpadl'll wordl'lI alzoo olk jaa!' vl'l'legd, daar zij
:,!t'''IL, wo \ (:('1 1l:,,:':I·lijk lall~\:; du wOl1rngol1 leiden. Daaraan
!··w 11I11l UC '\Cilli';8 ,:()I'"; vom !)('gaanbare wegen lo('schrijven,
19
cn ook hel onhegrijpelijk kronkelen dier p:lclen. terwijl ook
de bl~slc girls zieh tlleernwlcll in den \ng vergist. Hd dis
trikt Blantoc zOl1dc 100 hnizcn bevatten. Over dc ol'ang sckah
in zijn distrikt rl'ptc hij gccn woord.
Ik ging Iwar de rivier, ruim 1/2 paa! van de benting ver
wijderd. over eenen nit wit zeezand (soms met eenig zwart
nehtig zand vennengd) bestaandcn bodem. De Chinezen gingen
nanr een beekje niet ver van de benting. waar zij op !~ voe
tcn dicptc rccds ecnc roodaehtigo kong vonden , en hierbovon
ceno fi,jno. cenigzins roodaehtige aardo. Hicrvan waschten wij
drie klappcrdoppen vol en verkregen eenc zeer fi.ino helder
zwarte ertssoort. die ook dadelijk voor koppong-erts erkend werd,
in hoeveclheid voigl'lls mUne bel'ckening naanwelijks I)! wiglje.
,"olgens hun gcvoelen was dit, indien dan al de Cl'ts goed ware.
niet allel'n tc wcinig om met voordcel bewerkt te knnnen worden,
maar zelfs om het zout in de rijst tc verdienen. Later vernam
ik. dat nit deze streken vroeger 4 mandjcs erts verzameld en
naar MlIntok gezonden waren, tcn eindo gesmolton te wordon,
hetgecn dc vador van don jaksa ondernomcn heeft, welke den erts
voor koppong verklaard had. daar hij geen spoor van tin
oplcyerde.
Den 4den November werd ik door des ingcbei's zoon en ver
der gevolg in eene praauw noord op. naal' Tandjongpandang
begeleid. Hel weder was niet al te gunstig, zoodat wij meer
malen bij harde windvlagcl1 met de zwaar geladene praauw
moeslen ankeren en eerst dcn öden November in don na
middng tel' hoofdplnalsc aankwnmen.
l\1cermalen vrocg ik mij ar. wnt den depnli toch wel bewo
gen hnd. om mi,i de reis fwar B1antoe, waal' ik zoo go cd onlvan
gcn was, zoo bepaald ar 1,0 raden, el1 dezl) als zoo gevnarJijk
te beschrijren. Laler vern:ltrl ik. dat hi,i geslagen vijand is
met den ingebei, en wcl orn reden, dal deze laal,sle vnn zijnn
vrouws zijde aan l\f.~s AGOES, Iwl, IlOofd der Lepar-eilnndl'J},
D;HIIlW verwatll, is, Oll hij dus lievor had, dal ik daar lIid ging, hd
zij dal hij bang was, rial ik !Ild zijlJ;~J} "ijand N'J}e 1~1l wIllln jn'k
Iwn, helzij dal lJij hO()[lLc, dal" als ik Iwl g(}I1Verll()rn(~lIll\(~l1l1i,
20
p;af. dat ik te B1anloe niel had kunnen kumen, de ingebei en
verdere familie uil hel bestuur, misschien van het eiland, ver
wijut'l'd zouden worden.
Hoe hel zij, ik wenschte mij zeh'en bij mijne terugkomst ge
Illk, dat ik mij aan alle deze praaljes niet \Jad gestoord: was
11\ niet naar B1antoe gegaan, het ware eene groote Ieemte in
mijne reis, en VOOI' hen, die blijven bewel'en, dat BilIiton rijk
aun tinerts is, een schoon pu nt van aanval geweest.
Zoo was ik, die in het vertrouwen, dat er veel tinerts op
Jlilliton te vinden Züude zijn, naar dit eiland toeging, geheel
in mijno ve1'wachting bedrogen. Ook de Chinezen deelden mij
LU de terugkomst van dezen eersten togt mede, dat zij zieb
sehaamden, als zij geenen erts vonden , bij hunne Iandgenooten
te B1injoe terug komen, daar ook op ßanka ovel'al beweerd
werd, dat ßilliton 1'ijk aan tinerts is, en men alzoo aan
hunne kennis of wel werkzaamheid Züude gaan twijfelen.
Reis nam' SidJoek en Boeding.
Deli 13den November in den vroegen morgen vertrok ik van
Talldjongpandang, dool' hetzelfde pe1'solleel als v1'oeger verge
zeld, en ~illg n. o. op ove1' eenen zeer zandigen bodem, die
gPlICe\ met karmoentingslruiken begroeid WilS. Na 7 palen ga ans
kwam ik aan eene kampong van 2 huizen, die Assamlobang'
lied, ",nar in ue nabijheid con klein beekje sll'oomt, waarin
Ik bool'dc: ik vond slechls willen zandg1'ond of nog fijner
loopz<lnu eil uaai'Cmder ollmiddellijk wüle Iwng. Nahij deze
lWIlIP01lf\ vindt men e!'lIige granielblokken van dezelfde graniet
soorl eil VOOr\WIllCll uls 1c Djallkall. Nog 6 palen verder en
11\ 1)C"olld wij in dc kalllpong Ponjabing, 3 huizen groot. In
d!'11 Iwnlil->;I'und, nahij eell beckjc, Soengie PClnjahing genoemd,
,o1ld ik, 3 ,'oot onder uen lwgallßn grond, sporen van fijnen kop-'
)Iong l'rls. Bier zollde, ,,'aIl1lel'), deze erts werkelijk finerfs was,
lIila)' der Chi!l('!.('11 oorcinPl, mis$l'h/m een koelit-mijntje van "
;. (i IIlall 1'11 2 Italldars (walnll'iuingen) (Ie onkostl'll good kun
TI"ll mal,en, umdal pr, volgt'lIs dc kalllpongbrwoners, steeds'
21
overvloed van water iso In de beek zclve kon mon niet be
proeven, daar hel waler er le hoog in stond. Nm'gens in den
omlrek kou ik iels da! tinerls was 01' aalldllidde ontdekkeu. De
ze kampong is van we p. m. 12 palen vcnvijderd.
Den volgendell 1Il0rgen hep ik stellig 10 palen ver, dool' uit
gewerlde ladangs, zonder Mn huis te zien. Steeds blijft de
grond zandig. Hierop yolgt ecn BOg slechlCl'e weg door een
boschje, waarin vele bcekjes ol'crgetrokken 1Il0esten worden, over
hoogst moeijelijk te begnne kunstbruggen. Die beel,jes be
,'aUen geen I'an allen tincrts: overal is vrij grof zand gevonden
en daaronder de kongo De I.:oelitgrond bevat nergens een spoor
van tinerts. 'V cderom eenige groote gruniet-rolsteenen gezien ,
en in hunne onmiddellijke nabijheid kleine lmatts 01' feldspaath
stukjes gevondeQ, slellig hunne ontledingsprodnkten. Op en
kele plaatsen heb ik hier 001.: kleine stukjes roodijzersteell
gezien, alsmede ook ijzerslakken, beiden waarschijnIijk daar aau
getrofl'en, door dal e1' "roeger ijzererts bcwerkt werd. Het ter
rein wordt iets goll'end, doch de hoogten bedrllgen niet meer dan
18 a 20 ,"oeten. Hier zag ik den eersten bamboestoel. Na
dezen dag in het geheel 18 a 20 palen afgelegd te hebben ,
bevond ik mij aan de benling van den ingebei van Sidjoek, die
mij 001,; zeer voorkomelld ontving.
De monding van de ri, ier Sidjoek is van bier 8 palen, de
kampong Sidjoek (3 huizen) 3 palen I'erwijderd.
])en 15den No\'ember ging ik den omtrek der benting met de
Chinezen onderzocken. Ik gillg mim 2 1{3 paal zeewaarts op
en zag vele roisteenen van zeer grol'en graniet. De bodelll
leverde noch aan dezen, noch aan den anderen lwnt der ben
ting, iets belangrijks op en van tinerts geene sporen.
Den volgenden dag trok ik, om naar Soengci Padang te gaan,
twee armen der rivicr Sidjoek over. In een dezer armen met
den sjam borende , stootte Inen tweemalcn op rolsteenen, die
hier in massa verspreid Iiggen: ik drong tot op 16 voetell
diepte in de Ieong doo!'. door zand, dat steeds grover werd.
De koelifgrond werd rnecrmalen vruchleloos gewasschcu. Ook
past.e ik dien dag crne rcgthockige ladang ur, die voor 1 wcc hllis-
22
gezinnen of zes personen, voor een jaar voldoende rijst moest
opbrengen: ze was p. m. 1,00 passen lang en 225 passen breed.
Na 12 jaren kan dezelfde grond weder gehezigd worden, Zeventien palen afgelegd hebbende, kwam ik aan een huis, I/I um·
roeijens van de monding van Soengie Padang gelegen, waar ik verbleef. De rivier zal hier 150 passen breed zljn.
Den t 7 den November de ri vier uitgeroeid zijnde, zag ik, dut de ingang, even als de geheeIe kust, met vele ontzaggelijke rots
massa's bezet was. Strand is hier niet, maar alles moddergrond. Teruggekeerd zijnde liet ik de Chinezen de rivier opvaren. Na 1 1{3 uur roeijens konden zjj niet verder kornen.
Aan geell' der beide boorden van de ri vier, noch overal in den omtrek, waar ik verbleven was, was tinerts te ontdekken.
Den volgenden dag de Soengie Padang overgestoken zijnGe, liep ik \) palen en kwam aan de kampong Parak, de grensschei.
ding lussehen de distrikten Sidjoek en Boeding. Van hier kon ik
den Goenong Tadjam, den hoogsten van llilliton's bergen, zeer goed onderscheiden.
Ik trok verder twee kleine beekjes over, die zich in de
Soengie Bocding, - welke in den Goenong Tadjam ontspringt,uitstorten. In een lJurlller werd met den sjam gestoken. De
zandige grond, die over den geheelen afgelegden weg zeer fijn en soms iets geelachtig geldeUl·d was, tot op 6 voelen diep.
te doo!" zijnde, stootte men op eene laug, die slechts 3 duimen dik was, maar vele kwarts- en feldspauth-stukjcs bevatte.
Hier had men veel reden om linerts le verwachten : onvermocid
werd dus op verseltillende plaalscn iets van deze laag met den sjam naar bovell gehauld, Ilwar zelfs niet eene cnkele muul hicld
menna wassching ecnig spoor van tinerts of koppong ove!". On· der dCLe laoi-\ lag ollflliddellijk de kongo Na dezen dag in hel
geheel :W palen gcmau\( t lo hebben , Invalil i k in kampong Semoenjoe, 2 huizl'lI groot.
Den t8den November gilli-\ ik II/~ paal o. op !laar de Soen
gio Diamat, dio ook in de t-1oelli-\l)i Boeding zieh uilstort. Huim 1 uur !-!aalls hoogr'r ojl V<1l1 de l'ivicl' lag wplcer hel huis
"ün den ill:~chci \':111 HOI)dill[;, die serlt'rt ('('11 jaa!" V<1l1 WOOII-
plaats veranderd iso Ik roeidc uns ecrst t!e ri"ier rnim 1/2 unI'
lang nr, als wanncer ik in de Soengie floeding kW:1m, die hier
p. m. SO passeIl breed zal zijn. Nog t I/~ 11m rocijcns verder ,
en ik had ten oosten de Soengie Gombil, die \Yij ingingen. Dc
I\londing "an Soengie Bocding is een uur roeijens vnn hier. Na
llOg j/~ nur gcroeid te !lebben, st3pte ik ann wal, als wnnneer 1l0g
2 palell tot aall hel huis nn dCIl ingcbei afgelegd moeslen wor
den, welk huis, te midden eener niellw aangelegde ladallg,
zeer onlangs opgclrokkell was. lk werd voorkomend door den
ingcbei OtÜV3ngcn, die lllij "voorkwillll de minst schrandere van
alle Billitollsclte Itoofdell te zijn, eil die uiterlijk meer van pen'
koclie dan V.1I1 een distriktshooftl heeft. Bet onrlerzock llilar
tinerts in deze oIllstt'eken, had geene betere resultaten dan
"roeger. DoO!' laag boselt liep ik den volgendcn dag, zonrlcr eene enkele
woning te onlmoetcn, een E~-tal palen lot aan kampong ~loedoe.
Onderweg geen' tinerts gevonden. Eelllllaal op het vroegor ont
dckte laai"je kwarls- en fcldspaath-slukjes geslootcn, doch ook
hier "'a5 Cl' goon tinerts in te olltdekken. Oe ()llllerligg(~nde
kong was hier geelachtig geldeurd. !Je oppcrvlakte vnil den
grond is hiet' Illl eens z<1ndig, dan weder ligt geel geldonrd klei-of
mergelachtig. lk tmk eenon kleineIl hellvel 001, die geheel uit
ijzererl~ sclteen te zatllellgesteld, welke erts niet magnetisch was,
maar todl zeer geacht werd. Zos palell verder bevond ik mi.i
in kalllpOnf.\ Seme, wnar ik in een ellendig en "erIaten huis
overnachlle, nabij den Goenong Seroe, die 1;)0 voeten hoog zal Zijll,
en ten znitlell der kampong ligt. In eene put zng ik hier
gele klei md ronde nderen. even als ook wcl op flanka ge
vonden wordt, welke dÜ{l[" cvell lIlin als hier, tinerls beval,
door de Cltinesclte mijnwcrkers ;!,upkong geheeten en door
hen op Banka ller,~ells bewerkt wordt. J)cze kampong be
grenst tell zltiden het distrikt Bocdillg, ten noorden het oostdijke distrikt vall elen depati.
Den 2lstl~n Novcmber tClI Ü lIrc op reis gegaall zijnde, legde ik
11 palen af door eell uilgestrekt bosch, wa<Jt' sedert jare!l gt:elW
ladangs lwwerkt worden, dewijl (]I', Vl'ocgcre inwoners verhllisd
waren. 11 cl beyalte eenige llOoge boomen, waaronder kajoe melan
ti, waaruit de dUllllllarhars verkregen wordt. De bodem is sleeds
wndig. llij uitzolldering ziet men ligt-geel gekleurde leemaarde.
Nergens bevat de kocht tinerts. Ook onderzoehl ik in een beekje,
dal in de Soengie Mangar zieh uilstort, alsmede in eene der ar
men YUll Socngie l\lungar, die ik o"ertrok, zonder auder resultaat.
Op deze laalsle ging de boor eerst door zaud, waar een
weinig Icemaarde op "olgde, daarop fijn zand en daaronder
ue koug op wel16 yoet diepte, in het laagste gedeelte der rivier.
Des namiddags, na 22 palen naar -gissing afgelegd te hebben ,
eerst o. opgcgaan zijnde en daarna !I· palen H., kwam ik aan
een huis in eene ladang, waar men mij zeide, het digst mo
gelijk bij den Goenong lloeronglllilnui te zijn, maur er nog wel,
indien Illell den berg bereiken kon, een dug guans ar le
wezen. Er bestond geen weg, van welken kilnt men ook den
berg bereiken wilde, nailr men lIlij hier zeide, en om dien
te maken, dit was in dit jaargetijde bijna onrnogelijk, daal'
de ornstreken van den yoet des bergs zeer laag zijn, In de
llubijhoid yan dit huis werd geen' tinerts gevondell.
Hel is hier de plaats om te vermelden, aan welke mislei
dingen llIen op eene dergelijke reizen al niet bloolgesteld iso
Naauwelijks was ik op Billilon te Tandjongpandang aange
lwmen, of een zeer oude man had zieh bij dc Chinczen
"cryoegd, verklarende Bankanees te zijn, welcer mandoer
der mijnen in het distrikt Jeboes, ten bewijze hiervan ehi
ueesch sprekende, CB met deli heer BIERSC[J[LL op nmiton te
l.ijll gekomen, waur hij later als koopman is blijven wonen.
lIij zeide den Chinczcll ycrtrouwelijk, riaL hij wel wist wuar
tillt'rls le "iuden was en bewcrkt was gewücst, maar heL
niet eInrfde zeggell, duar de depati hCIll dun zoude doen
Vl'l'moorucll. lk liel hel1l bij lIlij rocpclI, maar hij durfde
uiL Yl'ct'S voo!' deli ucpali niet komen, waarop ik op ze
ken'u L\\olld zelt' 110lll in ue kampong bczocht. Door hel be
looven eeller gocdc uagelijl(sdw belooning, wanllcer hij mij
op mijne reizen wilde "olgcn, celler uog groolcre bclooning
wauueer hiJ ::liJ litlOjrouden or Jllaatseu waar gewerkt was,
van zuivel' zand vOl'mt. All'as roeiden wij verder langs het strand
Iloord op naa\' Tandjong Boerongrnandi, waat' de praauw
van den depati, die ik verweht had dat daar gezonden werd, reeds
op mij wuchtende was. Vier uren zeilens waren voldoende
om lI1ij Ilnbij deze kaap aan wal te zetten, al waat' ik weldm
ontdekte, dat het anders witte zeezand op sOll1fllige plaatsen
eelle grijsaehtige Idellr had, zooals men ook dilnvijls op de
Bankasehe stranden waarneemt. Hier is een klein riviel'tje,
Soengie Lolo genaamd. dat in den GOCllOllg Bocrongrnalldi ont
springt, maar door eenen darn van zand geheel toegespoeld wns.
In den bodetll vati dit riviertje was niets als zuivel' zand
te herkennen , lletgcell yoorzeker vreemd zondü voorkomü[), wan
neer de berg tillerts bevaL Hot werd als eelle onmogelijk
heid besdlOllwd om van hier den berg te gellaken, danr rnijn
personeel te klein was en de middelen ontbraken om eenen
weg te kappen, alsook dnar de zeezijde vnn den berg gehoel
met borangs (scherpe bamboezen of nnder Iwut, in den grond
gestoken om den vijaml te kweLsen), tegen do zeeroovers,
die hier het wonen "roeger zeer onveilig maakten, beplant
was. Hoe ik de zaak dus ook aanleg-de, ik moet het tot mij
ne smart erkenllen, de berg bleef voOt" mij in dit jaargetijde
on mot de mij tell dienste slaande middelen, ongenaakbaar.
Op het strand voOt" de kaap, vond ik I/'}. voet onder hel
zoezand een' fijnen erts, die moeijelijk, wegens hore jigtheid,
goed te spoelcn ell dllidelijk laagsgewijze afgezet was. Ik liet
een gat graven eil yerllllllelde weldra I/~ pikol gewusschen orts,
welk gat spoedig door het opv,'ellende zeewater vol liep of
instorlte. Met de boor kon hier dns ook niets uitgevoerd
worden, daar bij elke opgaande beweging, hot göt zieh met
loopzönd \lllde. ))e kaap zelve, din uit eenen 30 voet hoo
gen grolld vön roor!achlig gele anrdc bnstond, beldorn ik, 011-
derzochl diPII grund Oll bevund, dal de rijne orts waarschijn
lijk door hol re::;oilwa tel' "all haar afgespocld was, dan!'
deze grond ze uok bevatlc.
Talrijke verbazen<! groo[e granielbloldwll lagen hier op en
voor de kaap vl'r:;preid. Tr~gcl\ dpn <lVOIlI] ,tapte ik aall
board der praallw van den depali en ging noon} op. Tell
noorden der kaap ligt de Got'llOng r,ol'l'Oll::\mnntlilawul, tel'
onderscheiding van den achleI' haar liggendcn Coenong Boc
rOllgmandidaral. Zoo kamt men verder voorbij Telok On
tong (vl'ij vertaald: baai van gelllk, \Vaar weleer een hoofd
der zeeroovers 'tijn verblijf hield en waar zij bi,; vervolging
eene veilige SChllilplaals vonden), dan voorbij de Soellgie Pring,
die de ;rl'lIssdwiding tusschen Boeding cn het oostelijke distrikt
"<ln den depati iso Ik had toen gelegcnheid op Le merken, hoo
gchard en gcspierd do orang sekah zijn, dic als matrozl'1l 0[1
de pl'aauw dienen. JOll::\ens van 12 ~l 1'd, jnren zalell 3G urell
bijna onafgobroken aan de lange rielllcll. Den 2,')ston Novem
ber k walll ik te Tamljollgpandang nan.
Reis n(/(lr den Goenong l'a(Uwn cn Soengic Lingga.
Don tiden Decornber in den rnorgcnstond aanvaardc ik de
reis naar den Gocnong Tndjam, gcnoodzaakt zijnde dcn oppasser
eil dCIl ouden Chinel's wegens zware koortsell achter te latcll (cen
Illijner jongcns was wedel' hersteld). De weg leidde weder,
erC!l als toen ik naar Badau ging, eerst over Tm was, Illaar
wcgens de vele regens was hot riviertje Ajer Haja zoo ge
zwollcn, dat de vorige weg IlU niet gevolgd kon worden. Ik
ging dns W;Jl lloorddijker op, waar eelle brug was, die wij
overtrokkcn, echter !log tot ,lllll de borst da 01' het water wa
dende. Ik ging not!,' .'~ palen verdcr, onder eellen vrecs
selijken storlregell, lot kampong Ajcrboelokklekkabnroe, uit 2
huizen ucstaande, W;Jar ik verbleef'. \
Den volgendcll dag werd ik door den gids, een' Dalinees, die
sedert lang op Billiton woonde, zeer misleid, daar hij, ofschoon drie
<lagen vroeger van den Goenong Tadjafll gekornell, zieh in den weg
ycrgistte. Bij bragt lIlij lot voor <Icn berg TUllluoeroean, loen
wlj weder tl'rug llloesLen, ;Jllijd onder ecncn harden rcgen. Ik
gar helll mUn misllo('gen hi('rllver cCllig.,ins gl'voelig ln Iwn-
11\'11, in tegellwoordigheid vall allen die mij volgdcn, beval
hem, zieh nimmermocr bij mij tc vertoonell en liet mij van huis
tot huis door eenen gids vergezellen. Toen kwarn ik na 7 palen
gaans weder langs eenen om\Yog in kampong Ajerboeloe
tombang , die, als mell den juisten wog volgt, slochts 3 palen
"an de plaats ,yaar ik overnaeht had, verwijdord iso
Den 7den Dceember liep ik door bewerkt wordende en af
ge werkte ladangs op den Goenong Tadjarnlaki aan. Ik moest ver
seheidene beel,jes tot aan den buik of de kniecn dom·waden.
De grond bleer stceds zandig. Ik zag een paar weinig verhe
,'ene lJeuvels, die granietrolsteenen aan hunnen yoet had
den liggen. lk trok alzoo ~, kampongs, elk van 2 a lj. hui
zell door en den Goenong Tadjam van w. tot n. om. Hier komt
Ulen aan eene vlakte, welke uit het zuiverste witste zeezand
bestaat, en waar alleen een bijzonder laag struikgewas, geen
enkele boom of andere plant, gr0eit. Hier lag oole veel rood
ijzersteen in grootere en kleinere stukken verspreid. Dien dag
20 palen gemaakt hebbende, kw&m ik aan een huis ten n.
van den Goenong 'Iadjam gelegen.
Het regenaehtige weder weerhield mij, om dien dag nog den berg
te beklimmen. De Chinees onderzoeht de kleine beekjes, die van
den berg afslroomen, en de lage streken in de nabijheid. Hij
kon geen' tineds ontdekken. De grond bestaat hier hoofdzakelijk
uit eene gele leemaarde. Vele roisteenen, geene grootere,
meestal kleinere, die uit zandstecn bestaan, worden door die
stroompjes medegeyoerd 01' afgezet. Geene ontledingspl'odukten
van graniet hier aangetrol1'en, Deide omstandigheden deden alras
,'ooronderstcllen, hetgeen mij den rolgenden dag duidelijk werd,
dat de hoofdformatie van den berg gecn graniet, maar zand~
steen Züude zijn.
Den 9den Decrmbrr begaf ik mij Im 5 1/ 2 uur naar den
berg. Ik ging z, op, orer eenen Ylakken bodem, toen ik
eenen berg bereikLe, dir hier ,'oor den Goenoeng 'Iadjarn Jigt.
Deze berg moest eerst beklommen worden, en zal volgens mijne
berekenillg wel 1000 voelen IlOOg zijll, zoodat men uit het
11IIis, waur ik o\'crnacht had, allepil dpz('l1 bprg, en Iliets van
den Goellollg Tadjam zien 1.011. l\Iijn barometer onlslcld zijndf'.
was achlcr moeten bJijvell. Den top vall dcn eerstcn bcrg be
reikt hebbendc, mocst mcn wcder 1/1 van zijne hoogle daJen
en toen deli Goenong Tadjam bcstijgen. Dczc berg is voJgens de
inlandcrs 250 vademen hoog. Ik zaJ hem op 1200 vocten stel
lell. Yall den voct van den eersten berg tot aan den top van
den Goenong Tadjam zal de weg wcl 5 palen lang zijn.
Op zijnen top gekomen, zag ik aldra de drie graven van
Arabieren , dic jarcn oud zijn en zeer in eere worden gehou
den, en voor welke alzoo eerst gebeden en gewierookt werd.
Het kostte vrij wat moeite, cer ik de koeJies overgehaald bad,
om die boomell. - welke het gezigt uil den hoogen boom,
dien ik beklommen had, beletteden, - om te kappen, daal'
zij meendel1, dat hierdool' heiligschennis begaan werd.
Ik peilde nu de punten, die ik zien kon of bij name kcn
de, geJijk bierboven reeds medegedeeld iso Boven is de berg
uit eene gele klei- of leemaarde zamengesteld. Op zijne
helling ontmoet men vele steenen van eenen zuchten geelach
ti gen zandsteen, en bJijkt bet ook op vele plaatsen duide
lijk, dat deze steen de vaste massa des bergs uitmaakt. De
medegenomene exemplaren kunnen mijn oordee! staven. Aan
den voet des bergs vindt men veel roodijzcrsteen. Na een ver
blijfvan 3 uren op den top werd de terugrois aangenomen. De
weg, die over den berg leidt, is onbeschrijfelijk sIecht en moeije
Iijk. De berg wordt slechls zeer zelden beklommen, zoodat
de moeste Ilillitonnezen, die ik sprak, nooit op zijnen top
waren gewecst. Ecn J~uropeaan was nOß nooit in de bin
nenlanden ßeweest, cn had dus veel minder den bcrg bezocht.
Zeer vermoeid kwam ik in den nnmiddaß in de )'{'eds ge
noemde woning t('rng, cn wcrd cen koortsnehtig gevoel gc
waar, dat ik aan het steeds doo!' en door Ilat zijn gedurcnde
de vorige dagen, toeschreef.
Den volgenden dag vertrok ik van daar. De weg leidde
eerst dool' een boseh, waarin enkele groote boomen cn bij
wnder veel banlioean (eene tot de Cycadci~n hehoorcllde plant)
grvonden wordt, waarna rnCll den fenen arm van de Soen-
30
gie Boeding overstak, die in deli Goenong Tadjam onlspringt.
1I ier kon men niet onderzoeken, daar het rivierlje, geheel
md zandsleen- rolsteenen opgevllld was. Na ti palen kwam
men in eene vI akte , welke VOOI' een klein gedeelte met gele
klei- of Ieemaarde, even als het bosch, dat er geheel uit be
stond. met veel zand gemengd, te zamengesteld was. Verder
op vond men niets als zeer zuiver wit zand. Geen' enkelen
boom of plant ziet men hier, behalve eene tjemara, die ge
woonlijk alleen aan het zeestrand groeit. Ten z. z. w. had
ik eene lage bergketen in het gezigt, waarvan de Goenong
Sepong den hoogsten heuvel vormde. In heL gehe cl 12 pa
len gemaakt hebbende, kwam ik aan kampong Boeding,
weder behoorende tot heL distrikt Boeding. Ik was toen
steeds oost opgegaan. Nu werd de Goenong Sepong geheel
olllgelrokken. Het terreil1 bleef bijna zonder uitzondering even
zandig. De onderzoekingen naar tinerLs leverden niets blj
zonders op; alleen negatieve resultaten. Na 22 palen afgelegd
te hebben , kwam ik aan kampong Kajoeararambej, 3 hui
zen groot, waar ik verbleef.
Den 11 den Uecember vroegtijdig op reis gegaan zijnde, be
lOcht de koorts mij weder nadat ik had drie palen afgelegd. N og
5 palen moest ik over een gelijk terrein als dat van den vorigen
dag voortgaan, toen ik het eersLe huis bereikte, in eene zeer
onlangs aangelegde ladang gebouwd en kampong Haroe ge
heelen.
Den volgenden dag ging ik weder 9 palen verder. Ik
trok twee armen der Soengie Lingga ove\', die in den Goenollg
Badau outspringt, en kwam toen aan kampong Lingga, waar ik
dadolijk tegen betaling eelle handelspraauw van ßlantoe presto
om mij de rivier uit tc brengell, waar volgeus de afspraak, da
praauw Vall den depali reeds 2 dagen op mij had mocten
liggetl wachlen. NCl'gclIs zijn, uil vl'ocgere vrees voor de
zeeroovel's, wog('tl "all hd strand naar de binnenlanden ge
llIaakt, terwijl UI\l die reden dan ook eersl op eellen behoor
lijken afsLand "an !tel. slr<lIHl, illWOlll:rs eil ladangs gevon
!l('1! wordcn. I;C('1I1l iliHIeI'l: Jlraallw was cl' aall\vezig. Te-
3\
gen den avond bet'ciklcll wij de Ill()lldill~ dcr rivicr, maar
de praauw van Talld.io!l~pandang was nog niet ;wngc](olllen.
Daar die echler niet lang meer achterwege konde blijvcll, zoo
zond ik de handelspraauw op dringend verzoek van den eige
naar terug, en vleide mij in ecne brandende koorts, onder
ccne kaljangmat. op het strand neder.
Den 13den bezocht de koorts des morgens reeds vroeg
mij weder. Tegen 8 uur kwamen drie praauwen met orang
sekah aan wal: zij waren 18 man sterk. Het hoofd der
praauwen kwarn mij, onder de mat liggende, bezoeken. Een
mijner volgelingen zeide mij, dat hij l\I.\ COTTIE heette, die met
l\h l\1INA, Mol lt~NTJAN, PA MOlm.\ en ~h SELAT, des depati's
bevelen niet hadden willen gehoorzamen, dezelfden, over welker
rooverijen door den depati aan het bestuur te Banka geklaagd
was. 11 ij bezag mijne wapens en vt'üeg om rijst te koop, dat
ik ,yeigerde, daar het overblijvende naauwelijks voor twee dagen
meer voldoende was, waarop hij met de zijnen verlrok. Des
avonds waren 8 groote ~ekah-praauwetl, waarvan 2 de rivier
instaken, misschien om mij, wanneer er iets voorviel den af
togt over land door het bosch af te snijden, in het gezigt. Zij
schenen lot het donke\' was te willen wachlen met te landen,
eil kruisten op 1/2 mijl afstands voor de plaats, \Vaar ik rnij be
vond. lk liet verscheidene vuren aallsteken, en besloot um het
uur wacht te lalen houden, zclf, - de koorts was geweken, -
het eerste vOOl'beeld gevcnde. Het wedel' werd vreessclijk storm
achtig, het storlregende den geheelen avond, zoodat wij allen
maar morsten zar,; dragen, daL ons eenigste beschulscl, de
katjangmal, niet weg woei. De praauwen kondell bij dit weder
toch ollrnogelijk landen en waren den vo Igelldcll morgen een
gezigt ver trl'ug geslagcll.
Den Hidrn DncellIber DczochL de \(oorls Illij weder; de llIe
degenonH'ne rijst was lIog voor dezen da;; voldocnde; hel zout
was reeds den vorigrn 1I,Ig opgebruikl, maar in de zee, dit) voor
ons lag, was gl'noeg voorhanden. Als ware schipbreukelingeii,
was rc(~ds holltlerd lIIal('1I naar de plaals van waar de praauw
moesl kOIllCll t:;ekl'lil'1I, Ioen lell t ure de praallw VUIl den
dl'pilLi, vla~ in top lIebbende, lJerkend werd, welke praallw.
\\l'~ül1S siecht weder ell tügenwind, !~ dagen lallMür reis had
güllad, dan mün berekend bad.. \Vij scheepten ons zoo spoedig
Illogelijk in, en bevonden ons (ten noorden weder het eiland
OIll Illoetcnde. daar de westmoesson de zuidelijke passage moeije
lijk en lall gd urig maakte) den t7den December weder te Tun
djongpandang, waar ik door bet gebruik van kinine de koort!>
weldra verjoeg.
Ik beschouwde nu mijne reizen over ßilliton als gecindigd,
hebbende ik het eiland in drie verschilIende rigtingen doorkruist.
Duar er geene Nederlandsche vaartuigen in de Billitonsche wa
teren gestationneerd waren, zoo besloot ik met de op het ein
de van clk trimester van Billiton naar Toboalij vertrekkende
praauw, om rijst en het traktement van den depali te haIen,
mede te gaan.
Ik was alzoo niet weinig gelukkig, toen ik op den 245ten
December, hoewel in eene zeer lekke pri13llw en bij T>ngunslig
weder, rnij inscheepte en het eiland Billiton verliet.· Dit zal niet
toegelicht behoeven te worden, als men nagaat, welk een ellen
dig land ik doorreisd had. Een groot gedeelte van den dag
. moest men oyer zeer sIechte voetpaden te voet gaan, met het
'jlOofd gebukt, OIll toe te zien, op welke plaals men den voet
ri.ederzelte, zonder eenige afwisseIing in het afgrijsselijk Ieelijke
Iandschap, gewoonlijk nog minder srnakelijk gevoed, dan de
minste koelie te ßatavia, in ellendige huizen of onder den blooten
berne! den nacht doorbrengende, die voor mij des ayonds ten
() urepegon, daar wegens de muskielen geen licht kon aal1-
~e~token worden en een verpestende rook deze plaag alleen
kOll afweren. Verder deed zieh dngelijks meer het gebrck aan
N'n ecnig persoon slechts, met welken ik spreken kon, met
wien ik over alle die ongemal,kell kon schertsen , gevoelen,
vooral daar op (k tügten noch lektuur, noch eene eenige
laal, die voor den Ellrojleaan gemak aanhrengt, mede genomen
kon worden, zoow(~l wl'gens de wijze van pikelen (dJ"iJgen) in
oe kleine lIlandjes, - - wamin alll's bij rp~ell doornat wcrd, hoe
mün l(~ ook vcrzor~(!(', -- als door sebr('k (\all k(j('lil~s.
Den 27 sten Decembel' kwam ik, na celle reis "an ongeveel' 4-dagen en 3 nachlen te ToboaJi aall. Om \'an hier ovel' zee naar
l\Iunlok te gaan, dit dUl'fde ik met de oude ranke praauw niet on
del'nemen: het was reeds een klein waagstuk te noemen om
met haar lan Billiton over te stel«?n. Onophoudelijk toch moest
het watel' dool' een, soms twee menschen te gelijk, uit haar
gepulst worden. Eene andere praauw was op Toboali niet
aanwezig, zoodat mij niets anders overblecf dan de reis naar 1\1un
lok overland te mahn. Dienzelfden nacht ling ik die dan ook
a'an, maar lord erde wegens gebrek aall koelies voor mijne
goedel'en, die niet vooruit besleld konden worden en wegens
vele zieken en sterfgevallen alsmede door het pressen voor de
militaire operatiCn, schaarsch waren, zeer lnngzaam. Ik zag
toen in, dat het niet mogelUk was om de mai:boot, die in de
'eerste helft "an Januarij 1\Iuntok aandoct, alduur nog nan te
treffen, en reisdc' dus ,minder gehaast oyer de distrikten Koba,
Soengislan"en PankaI pinang. Van deze Iaatste plaals ging ik
over ROeJnah takon, waar het hoofdkwartier "an dl'il majoor
kommandant der llallkasche expeditie was, naar Kotta \yaringi 11 ,
van waar ik met eene praauw, l1a 2 dagen en 2 nachten reis
over zee, den 23sten Januarij 181H te Mllntok aankw(Illl, en
verder met de mailboot den 9den Februarij yan daal' ycrtrok,
~ waarna ik den 10den dier mnand te llalavia wederkeerde,
na eene afwezigheid van bijna 5 mannden.
Geologische beschrfjving van Billiton , met Banka en het
wet o{ niet aanwezen van linerts in verband gebragt.
Een tem~il1 geologisch te beschrijven is gecllc ligte zaa)(.
Hoe verder mcn in da wefenschap der aardkunde indringt,
hoe meer men de moeijelijkhcden daarvan inziet en ollder
vindt. Om een eiland van eeno uitgeslrektheid als BilliLon goed
geologisch te onderzoekolJ, dnartoe behaart vrij wat langer
tijd dan ik op het eiland heb dOOl'gebragt, daartoe beIlOert
men vrij wat meer en meer zamengestelde middelen, dan
~~
mij teu dienste stünden. Het is daarom, dat ik, bij het be
handelen van dit onderwerp, om bijzondere verschooning ver.
lOek. Het hoofddoel der reis was een onderzoek naar tin.
erts ,I). 'Vat ik daarenboven geologisch opgemerkt heb, mag
als bijzaak beschouwd worden.
De hoofdformatie van Billiton is, dunk! mij, even duidelijk
llitgedrukt als die van Banka. Op Banka is deze graniet of
syeniet; op Billiton zandsteen. Elke dool' mij bezochte berg
van eenige hoogte is op deze beide eilanden respeclievelijk uit
deze steensoorten gevormd. De granietrolsteenen, op Billiton
gevonden, zijn alzoo van elders aangevoel'd, even zooals het
mogelijk kau zijn, dat dit voor een deel ook op Banka het
geval is geweest: hierovel' heb ik meer breedvoerig gehandeld
in müne reisrapport over Banlea en l\1alakka aan het gouver.
nement. Op Banka treft men ook van dezelfde soort van
zandsteen aan; ik herinner mij ondel' anderen te l\1untok, waar
dan ook in den omtrek gele mergel gevondcn wordt. Of dos
op Billiton de zandsteen op eene graniet-basis Iigt, is, zonder
diepere boringen, dan ik heb lwnnen doen, niet gemakkelijk ge.
heel nit te maken. Zeker is het, dat dc graniet op Billiton, nel'
gens wanr ik gcwcest ben, ondubbelzinnig aan den dag komt.
En op dit punt heb ik bijzonder de aandacht gevesligd, ten
einde hd in verband te kunnen brengen met de onderstel·
ling, dat de tinerts op Banka gevonden, van llanka's bergen,
of we!, gelijk ik vl'oegcr aangenomen en verdedigd heb, van
eIder" eil wel van het lloorden afkomstig iso De tinerts wordt
eigenlijk alleen in primaire gesteenten , in graniet, portier,
OIlZ., gcvonden, en slechts alluviaal, wanneer genoemde tinerts
bcvaltende gesteenten , dool' den invlocd van lucht en water ont
leed zijn. Worden dus aan de oppervlakte van een zekel'
torrein, gcene groote massa's graniet, portior, enz., gevonden,
die tinert" I,llnnen bcvattcn, er zal ook geen alluviale tinerts,
als het vun die plaats aflwrnstig ?nact zijn, gevonden kunnen
(1) l\lct hot oog op dc terhniek namelijk, hctgccn niet ondl1ideJijk nil I
het vrocgcr !Iangchllaldo gOllvernementsbesluit blijkt.
worden. Dit nu is het genl met ßilliton, en \'oor hen, die
de cerste stelling als waar aanllemen en met kennis van zaken
en terrcin vcrdedigen, dic zullen al dadelijk uit de afwczig
beid "an groote massa's primairc gesteentcll aan de oppervlak
te, besluilen, dat llil!iton geen' alluvialen tincrls (I) !ian bevatten.
Veruedigt men daarcntegcn het omgekeerue der gemaakte stel
ling (2), zoo zal men da op de hoofdformalie van elk terrein
liggende alluviale lagen nadel' moeten beschouwen.
De pogingcn om de onder den alluvialen tinerls gelegene !wo
lienaardelaag (door de Chinezen konglaag genanmd) door te
dringen, en die in mijn rapport over ßanka rnedegedeeld zijn,
zijn zonder resultaat gebleven. l\Ien blijft dus ten naastenbij in het
onzekere, wat er tusschen den graniet op ßanka en de konglaag
ligt, of weI, als er zaudsteen boven den graniet op vele plaat
sen ligt, of de kong onmiddellijk op den zanusteen ligt. Deze
konglaag, uit ontleed veld,;paalh ontstaan, vindt men ook op
llilliton. De meeste boringen op lage plaatsen, die ik in het
werk gesteid heb en die in het vorige gedeelte van dit verslag
beschreven zijll, werden als geeindigd beschouwd, wanneer
deze lang aangetrofIen werd. Niets magtigt ons, om deze laag
te denken, op eenen anderen tijd ontstaall te zjjn, als da
ßankasche, en alzoo kali mell, van deze laag ar, alles wat op
(1) Too to lichten, hctgcell ik hicronder versta, zal onnoodig geacht
worden: dit volgt trouwcns dun ook op pag. 402, "dat het eiland llilliton
gecn' tinerts in zijnen bOUClll bevat, namelijk nict op Zllll~ cen wijze enz.,"
welke plants ik tot ueze Oll1Schrijving mijner gevoelcns hieromtrent als de
moest gesehiktc uitgekozcn heb, om ceno gcuurige herhnling te vcrmij
den. Dnarcnbovcll zal hier niet behoevcll opgemcrkt te worden, uat groo!e
hoeveclhcuen allLlvialen tinerts (welke geuachte van het woord exploitatie
onafseheidbaar is) als deze dan van primaire gesteenten afkomstig znl zijn,
niet door da ontleding van zelden aungetrott'cn tinoxyde bcvattcndelL grnniet
afgezet kunnen wezeJl.
(2) Volgens dezo stolling zouLlo ßiIliton evcn gocd grooto hocvcclltedcll
tinorts kwmen bovattcll, zonder dat Cl' solide pl'imuiro gesteenten aungetrotren worden.
36
Hanl,3 en Billitoll er boven ligt, als in hetzelfde tijdsverloop
gevormd te zijn, zieh voorstellen.
'Vic nu vraagt: waarom zijn de lagen boven de kong op Ban
ka en op Billiton nu niet dezelfde, wanneer zij toeh in het
zelfde tijdsver!oop gevormd zijn? - I,an met hetzelfde regt vra
gen; waarom de snelheid van het licht niet grooter of minder
groot is? waarom de sterkte van het licht zieh in omgekeerde
rede van het vierkant der afstanden verhoudt enz. Z66 zijn er
in de natuurkundige wetenschappen, en in geene meer dan in
de geologie, honderden zaken, die men door waarneming gron
dig kent, maar waarin men bij het "waarom" het antwoord
schuldig moet blijven.
Dezelfde vraag kan men, wat Banka aangaat, opperen, waar
om twee nabij elkander gelegene valleijen niet even rijk zijn.
of we!, waarom dezelfde vallei op eenige plaatsen zooveel
rijker is dan op andere (t). In slechts enkele gevallen kun
men deze vraag, en dan nog wel zeer gewrongen, beantwoorden.·
1\1aar dit weten wij, dat op ßanka en Malakka de tinerts nim
mer zonder de ontledings-produkten van het graniet voor
komt. Vindt men deze op Banka dan soms niet in den bo
vengrond (koelit), en we! tinerts, de reden daarvan kan ge
vonden worden, in hetgeen in een vorig rapport door op
merkingen in Ioeo bijna is gestaafd, dat een tweede water
vloed waarsehijnlijk op de dOOf eene vroeger aangevoerde en
afgezette tinertslaag ingewerkt heeft. Dit doet echter niets
tel' zake: de op de kong rustende tinertslaag is. steeds met'
J, warts- en veldspanthstukjes vermengd (2); zeer dikwijls vindt
men ook deze mineralen aan de oppervlakte van den bodern.
(1) "Volke gl'ootc vcrschillcn in crtsl'ijkheid neemt men op Banks, in
ceno cu dczclfdc kollongmijn (eeno oppervlakto van 10,000 Cl meters of
mecr of minder) or onderschcidone plaatscn soms niet wusr.
(2) IIctgccn ik in do velo vcrschillende door mij bezochte tinmijnen op
Ranka eil Malilkka heb gczion cn opgemerkt, heeft rnij tot dit beslllit ge·,
leid.
Ontbreken deze, dan kan men bijna zeker feeds tot de :Jf..
wezigheid Y:Jn tinerts besluiten, zonder dat daarom da aan
wezigheid HIIl kwarts en leldspaath of ook wcl hunne ont
ledillgs-prodllkten, ook het aanzijn yan tinerts aantoonen, daar
deze Hlll primaire gesleenten, die geen' tincrts bevalten, afkom
stig kllnnen zijn. Op een uilzondering na, die tot be\'estiging
van het aangcloerde mag strckken, namelijk het Iaagje kwarts
en ,'eldspaathstul(jes drie dllimen dik, in de reis over Billiton
beschreven, is nergens, waar ik geweest ben, iets aangetrof
fen dat naal" kwarts of veldspaath gcleek.
Verder vindt men op Banka en l\1alakka na zware regells
op honderden plaatsen (1) steeds tinerts uitgespoeld op de wegen
liggen, soms met meer of minder mica-plaatjes vermengd, Niets dat
daarop geleek, heb ik op ßilliton waargenomen.
"Tanneer ik dan al toestem, dat de geologische gesteldheid
nn Billiton, veITe van geheel bekend is, ik houde mij over
tuigd, dat, uit hetgeen men er van weet, stellig kan beslo
ten worden, dat alluviale tinerLs op diepten, zooals ze op Banka
yoorkomt en op de Chinesche wijze bewerM kan worden, op
ßilliton niet aanwezig Iwn zijn, mij steeds bepalende tot die
streken, waar ik mij, volgens aanteekening op de kaart, bo
vonden heb,
Ten slotte van dit hoofdstuk voel ik mij genoopt aan le
merken J dat het niet vinden van tinerts op Billiton, mijn ge
voelon omtrent den oorsprong van den ßanka- tinerts volstreM
niet lleeft veranderd, daar de onderstelling, dat Billiton tinerts
zonde bevaLlen, maar weinig kracht bij zoovcle andere waar
genomene daadzaken kan bijzetten. Valt nn deze onderstel
ling weg, dan zullen deze daadzaken dezelfde kracht be
honden en voldoende zijn, om het genile gevoelen te staven.
(I) Niet overal, danr niet overal da ornstnndighedcn daar zUn, dnt dir
plnnts kun lt"lJlJcn, en toeh ook 01' Bunkn zelf velo pl!lutscn !Iangetroff'en
worden, die zieh tot cpne tinexploitntie nict lntcn nnnbcyplen.
1Vat was er- vOJr deze rcis ot'e/' dc Rillitonsche tinaangelegenhedcn bckenc!?
'Vannecr ik deze vrang naar mUn bestc vermogen tracht te
beanLwoordcn, znl ik mij gecnszins brpalcn tot die geschrif
ten, ,vclke door menschen, die pel'soonlijk niets van de zaak af
kondcn weten, gcplloliccerd zijn. Zoo zl'p:l J)r. Erp in zijne "Schil.
derungen aus Indiells Archipel in 18'd", terwijl Ilij nooit
op Biliiton is gewecst: ,,'Yena auch die Ausbeute von Zinn
"nuf Ba:ll(a minder cr;.;ieLig \yerden sollte, so bietet doch die
"Inse! Billiton ein reichhaltiges Lager von Zinnerz dar" en
wat verder : "der Insel llilliton, die .in ihrer FormaUon und
l! in ihren Naturprodudell mit Banka übereinkomt, ist reich
"an Zinn und Eisen." Zullee uit de lucht gegrepen gezegden
za! ik niet wederleggen.
Yeel meer belang, dan in hetgeen daar zonder een eenig
be\Yijs mrdegedceld wordt, stcl ik in de officiele stukken over
Billiton, in 's gouvernements archief yoorhanden, en verzoeht
daarom bij missil'e aan den algemeencn sekretaris, inzage van
alle de stukkcn, het eiland nilliLon betreITcnde. Hetgeen in
dcZß ove!' de tinaangelegenhcid behandel,d wordL, zaI ik hier
mededeelen, cn, ,yaar ik zulks noodig acht, toelichten.
De yoorrnalige raad "an llldiö H. \V.l\IU:'iTlNGHF. heeftin eene
nota dd. \) A ugustus 1820, betrek ](elijk de inbezimame van het
eiland Billitoll, dc \'olgcnde vraag behandcld: Is het bezit van
Billiton 1'001' ans bclall(Jrfi", niet alleen negalie(, om a!brellk aan de zccrOOt'ers tc docn, maar oole wC(Jens de produkten van dat eiland, als tin , en:::.: zoo ja, welke zfin de voondtziglen, welke. het bczit van lJilliton oplcvert?
Uit het oppercn der vrang alleen, zou men moeten opmaken,
dat het daarzijLl van tinerts op Billiton met zekcrheid beIeend
was cn moct men dus vcrwonderd zijn, daL in de bcantwoor
ding hicrovcr niels bepaalds llitgesproken wordt. Dit punt
wordt in genocmde nota dan ook zoo Villglig behandcld, dat
het niet alleen hlijkt, dat alle' inlichtingen hicromtrent ont
brallen, maal' dat men ook dLlidelijk opmerken kan, dat het
aannemen van het aanwezcn van tinerts alleen op overIeverin-
39
gen en "erteiseis bertlst. Niemand zal dus het hier verhandeide
als een bewijs, dat er tinerts op Billiton gevonden wordt, durven
beschouwen, daar men dan met hetzelfde regt ieder, die zoo iets
bevestigend zegt, omdat hij het anderen heeft hooren verteilen.
als een bewijs te meer VOOI' de stelling zou kunnen bijhalen.
Het kan alzoo niet onbelangrijk zijn, hetgeen in bo"en
genoemde nota over Billitonschen tinerts en tin gehandeld wordt,
mede te deelen. De "erschillende zinsneden zal ik aizoo over
dit onderwerp hier verzamelen, als:
"De hoeveelheden tin en ijzer, welke het eiland ßilliton op"levat of '::;OIl "linnen oplevcren. zijn niet bekend; evenmin is
"bekend de wijze, waarop daarvun de bewerking en betaling
"geschiedt. Er schijnt echter van deze produkten geene ver
"pligte leverantie aan den sulthan van Palembang te hebben
"bestaan;" (hierop zal ik nadel' terug komen): "alleen van het
" ijzer, in kleine schuitjes of tot spijkers geslagen, heb ik eene
,. kleine hoeveelheid bij wijze Viltl geschenk of hommage zien
"aanbrengell. De ingezetenen van llilliton verkochten het iJzer
"gewoonlijk tegen ö Sp. matten de pikoI: even zoo zal lief "waarscltfjnljjk met het tin gelegen zjjn, doch welke prfis da ar"voor verkregen wordt is mfj onbekend."
Deze laatste zinsnede, hoc bevreemdend ook, geeft toch
wel eenig licht: werden toch tin en ijzer heiden bewerkt en
van ßilliton uitgevoerd. "'aarom zoude men alleen van het
ijzer, - en het schijnt vrij zeker bewezen, dat dit sedert jaren
bewerkt wordt, - den pl'ijs kennen?-
Verder bestaat er eene missive van den kapitein, civielen en
militairen kommandant van ßilliton, MOTTIl, aan den raad van
Indie l\IUNTINGIIIl gerigt. dd. ö November 1822, welke do vol
gende zinsncden, letterliJk overgenomen, bevat:
"On rne conseil do Ja (dix pas de Tanjong Tamelam) met
"tre un poste a cause qu'i! y a beaucoup de l'etain, mais
"I'on me dit dans tous les cas si on va Ja que )'on doit bien
"se fortifier 11 cause que c'cst un passage des pil'ates cl cello
"position SCl'a malsaine 6. cause qu'i! ya beaucoup de )'clain ete.
"On m'a allssi dit que Tanjong Birom Mandi est une po-
.40
"sition a peu pl'es comme Tanjong TameIam, que Ht il y a
"aussi beau coup de l'etain, que cette pIaee est malsaine et
"eneore deserte (sur le dire des plusieure personnes iI y a
"environ 70 a 80 ans qu'il y a eu 111 un etablissement Euro
"peen ils y ont fait quelques retranehements et ils y ont pris
"de l'ctain. il a faHu qu'ils abandonnent eeUe plaee a cau
"se qu'elle est 'tres malsaine, on na' pas pu nous dire qu' elle "nation qui a la ete), ete."
VereInr: "il parait que le Depattie ,'eut livrer le fer lui m~me
"an gouvernement. Quant a l'etain il tl'en parle pas, parce
"liue les gens de ßillitotl ne s'avent pas le tl'availler, il est
" "enu ici quelques Chinois de Jlolltiana qu'ils m'ont dit qua "si le gouvernement youlait faire quelques avances qu'i1 vien
"draient beaueoup des Chinois de Pontiana a liilliton pour
"eommereel' et travailler, ete.
"Hadeen ßadau me dit qu'i! en n'a tire (de I'etain) 11 Tan
"jong Binga, et Intje Oemaar me dit qu'j) en n'a tire a 1'an"jong l)adang.
Het moet vel'wondering baren, dat alles wat in genoemden
bl'irf over tinerts handelt, zoo onbepaald, onduidelijk en on-'
waarsehijnlijk voorgesteld wordt door iemand, die langer dan
eellige andere l~uropeaan op liilliton vel'bleven is, die als ci
"iele kOlUlllandant het best in de gelegenhcid was, de noo
dige beriglen orer tinet'ts in te winnen.
Men 1'Cwdde den ],apitein nan, om een fort op Tanjong Tamelan
te bouwcn, want men zeide, dat aldaar veel tin was; ook zeide mell hem, dal het nanwezcn "an tinerts do plaats zeer ongezond maakte. Dil laatste punt zal der wcdel'!egging niet.
lIoodig gckeurd worden. - Nabij Tanjong Tamelan heb ik in
ccn riviertje "ulschen erts (koppong) in eene uiterst kleine hoe
veelheid ontdckt: llldaar deelde een der oudsten mij mede,
ual hij zalf, YOOI' \'ele jaren, 4· gevlochten mandjes met dergelijken orLs, Baal' l\1untok hepft overgebragt, waur de vader van
den tl'genwoordi~l'n jal,sa dien heert gelraeht te smelt.en, maar
CI' niets gpcn tin nit heeft kUlmen verlcrijgen. Ook dit ver
Idaart de jaksa zieh lIog te hel'inlleren.
Het is alzoo Illeer clan waarschijnlijk. dal da {incrt~. \Yi\;n'
over de kapitein IICefl hO()J"cn sprckcn, {;oJlJiollqcrts is ;::;c\\"cl'sl.
Helzclfdc ma~ mcu o\'er hefgeen va n TandjDllg Doero[Jgrnall
di gezegt! wordt, besilliten. Ook daar heb ik niets anden;.
dan koppongcrts gcvondcn en dat nog wcl in grooln hocvecl
!leid. Alweder is hctgeen men den kapitein !Jc:;egd Ileen,
over het be,,"erken "an tinmijnen aldaar, voM 70 i\ 80 jaar.
zeer wcl overeenkomellde met hctgeen de oude nankallees llJij
voorgelogen heert en waarol'er op pag. 379 hicrvoren gchalldcld
is, iets dat alzoo tot de velc inlandsehe sprookjes zal behooren.
De tegenstrijdighedell, welke verder de brief bevat zijn opmcr
kelijk. Volgens den k:Jpilein toch, wil de depati wel ijzer
aan heL goU\'ernemeut lc"cren, maar over tin wil llij niet sprc
keu, daar de Billitonnezcll dit niet \ bcwerken kunnen (dit
metaal is gemakkelij kr[" uit zijncn er1s Le verkrijgen dan het ijzpr),
eil laat Cl' dan dadelijk op volgen, dat RADEN ßADA{j tin op
Tandjong Binga bewerkt Ileen en INTJE OIlMA.tR op Tand.iolll!
pandang.
ToevaIIig is het zeker, dat mij, zoo als men mij zeide uil
het kabillcl "an het Bataviaasch Genootsclwp, crts vall Tall
dj"llg Jlinga is geworden, die mij gebleken is !lids als kop
pong-erts te zijn. en dat S. Pantjor. waar ik ook koppol1g
erts gevolldell heb, zoo nabij Tandjong pandan::-; is gelegell.
Op drie van de vier ,erschillende plaaLsen, of in hunne lIilbij ..
heid, ,,,aar dus yolgens de nola "an den kapilein JHOTTE lill·,
erts aangelrolrell of bewrrkl is, heb ik koppong-erts gcvolldc!I,
ell aangaande de ,'ierde plaals (Tandjong Binga) is IlClzelfde
l"csullaat ,'erkl'cgen.
Tell slotle bevrecmdl hel mij, dal Pontianaksche ChilH'!.en
(Bankasche ZOll een gehe el ander geval zijn) tillmijncll op l1il·
liton zoudrn kOlllen bewcl'ken; wilden zij daa!" lwnWll OIl1
handel Lo drijven, of eCII ambachl uit 1e oel'elwn, diL is hoL,
wat ren 20-l<11 Chinezon thans o[l BiIIilotl aall dcn kost
lwlpl, llI<1ar hPl is er VOlTe van ar, daL il~(](or Cliilll'e~; 1111
nuze bl'litlil\(;ell, Bank" uit"elOuderd, lteL lillllli.lllwl:rk /11:1:1' ,,{'r~Lllal\. _.
, 'l ., -
1\('11 llid f(cdagt.pckrnu rnpporl OH~r llillitol1, opgemaakt doo!"
I't!n inlandseh kinu, schrijver nl1 Loyengenoemden kapitein, en
door den Iaatsten herziell eil H'rbeterd. Leyal o\'er Billiton's tin
:Iangelt'genheclen lliets anders als hctgeen de Iwpitein WOOI'
IkIijk zcH' IIlcdcgcdeeld Ileeft. -
]<:('n rapport "an den heer J. J. YAN SEYENIIOYEN over IlCt
I'ilallcl Billilon, dd. in JulijlS23, berat, o\'er de voorlbreng
splen "an lIillitOll hundelende , hel yolgende: "IJCt harte der
,. ;Iarde Lcyat ollderscheidene kostbare lIletalen, als: goud, tin
"l'I) i.izer; ,'an het l<latste wordt reeds "eel bewerkl, meestal
., lot spijkers, enz, Ollltrent het tin, dal te BilUton lIog in de
"öarde is, zoude ik "all oordeel wezen, dat men aan den tijd
,,('I! clc on!. wikkeling ran de industrie moet oyerlaten, wan
,,11('('1' CI' Illijnell zullen "'orden onlgollllell."
Hl'\'rrellldend is het, dat in het zoo uitgebreide rapport
l:lll deli !leer Y.\.N SnHillOYEN, zoo leI' loops en oole ol1be
pa;:tld 0\1'[' deze ge\\'igtige aangelegenheid gehalldeld wordt.
Illij"baar is het, dat Cl' \laar het aanwezen vau tinerts yolstrekt
i;('('Ilt' otldcrzocllitlgen zijn ingcsleId, en dat "Ileen is opgeteekend,
\\'al wallrsdlijlllijk dool' den civielell en mi li ta iren komman
dant lllcdcgcdeeld is.-
In eOllo Illissire "an detl resident "an llanka, DE LA FON'1\1:'<:1<:. Ylill 17 Oktober t 823, \','ordt het punt, dat er tiu~
lliijnen op llilliton te openen zoudell zijn, omslagtig behau
<leid, en dnidelijker ('n bepaalder dan in elk uuder geschrift
geLpgd, dat CI' tinerls op Billilon aanwezig is, dus luidende:
"Mij onledig gchoudotl lIebbende, Illet hierorntrent de noo
"dig(' itl(onllalil'n te llemen, welke allen zeer gunstig zijn, en
"den grolltl van Billitoll doen voorkomen als bijzonder rijk aan
" tiuerts, zoo IICbben mijHe zorgen zieh daür alleen niet bij
" bl'pa"ld, llIaat' door den panurnbahan SAnIF l\fOIlHBlAD eene
"zdwre IlOev(~elJlt~id tilll~rls lIerwaarls hebbende docn over
"lJrellg(~Il, Iwb ik die IIlel hel besle gevolg doell srnelten,
"pn Iid l'l'sltll:ial d;I:ll'\'ün tlCen gcloond, dal Billiton niet
"alll't~n rijk aall erls, lIlaar oole dat de orls zell' ]'ijk is enz.
\'l'rt!pl' 11t'l'1l <Ir I't"'iilli'n( ,lt'n l(aJlif('ill-c1lille('~ 11' Munlok
,'ool'gesteld, 0111 een of nwer mijnen in de nauijhrid "nn hflt
etablissement 11' opcnen, zullende het verkregen lin tegpn flrll
prijs "an () Sp. malten fle pikol, eycn als op ßanka (1), aall
hel gomernemclIt geleverd moeLen wordl'lI.
Hiel'uil schUnt nij duidelijk tc blijken, dat er tinerls op Billitoll
is eil zal hel naauwclijks gcoorl00fd geacht worden om llieraan
te Iwijfelcn. Maar een zeslnl pUllten, die mij minder helder voor
l(Omen, zal ik echter aanhalen:
10. 1s het vreemd, dat CI' niet vermeId wordt, ,'an waar
de beproefde erts afkomslig \vas. Overal zal Billiton toch wel
geen' tinerts bevatten; diL is zelfs met het rijke Banka het
geval niet.
2°. Be\Tcemdt het mij, dat juist aan SAHIF l\!OIlDIAD de 10e
zellding "an den erts is opgedragen. l\Jisschien had deze slinul1f'
inlander, toen hij op dat oogcnblik juist op het punt stond uit
zijne bclrekkillg onlslagen te worden, er toen voordeel bij, met
te beweren dat ßilliton tinerts bevatte; volgcns de overige be
rigten loch, loonden de illlanders anders eenen grooten afkeer,
dat er tinerts op Billiton bearbeid Züude worden.
3°. 1s het wondel', dat na deze eerste proef geene verdere
Ilavorschingen, zoo door den resident. als door zijne opvolgel's,
ingesteld zijn. 'Vij zullen loch later zien, dat de adsistcnt resi
dent BlImSCIIlLL nog zeer over diL punt in het onzekere verkeel'de.
4,0. "Tas het noodzakelijk, dal de hoeveelheid bekomen till
wat nadel' beschreven was. Een proef, waar zooveel van af
hing, en die alleen tegen Züovele onderstellingen over staat,
kan niet gCllOeg met alle plaats gehad hebbende omstandig
heden beschreven worden, terwijl het zelfs niet te verwerpen
ware geweest, dat· zij in de tcgenwoordighcid van den
resident genomen of herhaald ware.
5°. Bcgrijp ik niet, ho e de uitslag, der smelting hn(~rt IUlll
!len aanloonen, dat ßilliloll rijk aan titlrrls iso
Go. Is het opmerkelijk, düt de kapitein-chinnes niet tegen
(I) Op Banka WOl'ut hct tin met I3} gulden zilvcl'eu mU1i1 of ;), /, "Spaawdu?
,matten de pikol uoor het gouycrnemelJt betaalu.
deli bedongen pl'ij,; lIIijllen Ileert geopend. Daarenboven had
hel sllIokkelcn van tin vrij wal gcmakkelijkeruit Billilon dan
van Banka nil kunDen geschieden, wanneer men toch al ligt 16 ;\ 18 Sp." maLlcn voor de pikol op Singapore of eldcrs kall
bekomen.-
De heer HAksE, resident van Banka, schrijft in eene missi
ve dd. lG Februal'ij 1827 aan den luilenant gouverneur ge
neraal van Nederlandsch lndic: "Hoezeer het lang genoeg be
"kend is geweest, dat Billiton, e"en als Banka, in deszelfs
"schoot rijke lagen ,'an tin bevat, zoo is hiervan nimmer
., eenige part!i getroUen ," en beeft op grond hiervan een kon
trakt met den kapitein der Chinezen op Munlok TAN HOl'\G KWE ge
sloten, waarbij dezen vcroorloofd werd, om tinerts op ßilIiton
"001' eigene rekening te bewerken, mits het te bekomen tin aan
hel gou vernement atslaande tegen 12 Sp. mallen de pikol: een
prijs, meer dan eens zoo hoog, als bij het Bankasche kon
trakt bedongen iso Te verwonderen is het, dat (1) aan dit lwn
trakt nooit eenig gevolg is gcgeven, daar een rijke Chinees, on
der zulke \"oordeelige voorwaarden, toch we! wat wagen eil
ondcrnemen durft. Deze voarwaarden zijn dan ook, volgens de
verklaring van den resident, zoo bijzonder voordeelig gekozen, om
eenen aanvang met de explaitatie uit te lokken. Zeker is het, dat
men in niet {>6n stuk, mij toegezonden, iets naders over dit kontrakt
vermcld vindt, en maet men de niet-nökoming, nanr mijn OOf
deel, het allerecrste nan het niet-aanzijn of ;]an de schaarschte
"'111 tinerts or llillilon [oesrhrijyen. Alle andere amslandighe
den, die den kOlltraklanl konr]en nf,;chrikkrn, waren bij het
slllikn van heL konlral\! Loch reeds voornf bekend.
Op Billiton, -~ maar ik slcl in dit gezcgde niet tc vcel
v('rLrollwol1 , -- zeid(\ ('en inwolJcr nit do binnen landen ll1ij,
dal voor vn!(\ iaren non twinliglal Chinezen door den kapitein
rlIiIlCI'S van Bankll ;~czolj(kn was, orn den grond te olldo\'-
(I) \V al! "ccr hct, :t:t\\WCl.l·1l \" <l" 1 i Ilcrts, tot c" ploitatic ge.sehikt, op Ri!-
111"11 JlIcl 1\\ ijJ"cI,l('hli;' w"re,
zoekeu: daL die Chiuezeu slechts een vijf-en-twilltigtal palen het
land in waren ge",eest, eil toell verl.:laardcll, dat llillilon geen'
tinerts bevatte, eil zij ook wegells de onbegaanbaarheid der
wegen niet verder konden doordringen.
Het gcvoeIell door den resident van Banka Du 'Bu/J in zijne
missh'e dd. 5 Julij 1830 medegedeeld I als zoude de door den
rcsident HUSH met den kapitein-chinees in het geslolen kon
trakt bepaalde prijs Lc l100g gesLcld zijn, zal ik hier, om bo
vengenoemde reden eil , noch verdedigen, noch verwerpen. -
De heer IlIERscUlLL, weleer adsistent resident op l~iIliton,
handelt in een rapport oyer dat eiland dd. 31 Januarij 1830, ook o\"cr het oprnen ,'an tinmijnen op Billiton, zooals hierbo
ven op pag. 358 reeds aangehaald iso Hel aldaar medegedeel
de beHlt den hoofdinhoud "an hetgeen door hem hierover is
aangeteekelld, en toont tell dllideIijkste aan, hoe onzeker ook hij
!log oyer die aangelegellheid denkt. Het yalt toch ieder ligt,
om oyer eene uilgemaakle zaak op eene heldere wijze te
schrijven; "erre echter is het er af, dat ik dil nn de me
degedeelde zinsnedo lwn zeggen. Hoe toch kau de heer Bmn
sellILL klagen, dat oe Levolking van Ilillilon alles wat moge
lijk was in het "werk slelde, om het openen van tinmijnen
op dat eiland to beleLLen , Oll weigerde om in het aanwijzen
"an lllijngrollden behlllpzaam te zijlJ, wanneer hij er onmid
dellijk op Jaut volgen, dat hij Hcemdelingen moest bezigen,
um de lloodige informatien Letrekkelijk het al o( niet aanzfin
van tinerls te verkrijgcn.-
Geene stukken van latere dagteekening dan dit rapport op dit
onderwcrp betrekking hebbende zijn rnij nit '5 gouvernements
an'hief geworden, en bestaan er alzoD niet. Ik hond mij
oyerllligd, dat er met mij in toegesternd zal worden, dat
wanneer !lIeIl alles, wat over de tinaangelegenheid van ßilliton
geschreycn is, in ren ondel'Jing verband brengt, Cl' niet ce/~
din'kt bc\Vijs hestaaL, dat Cl' ooit tinerls op Billilon bewcrkt
is, lIo\'h zelfs, dat (~r lincl'ls op het eiland gevondrn iso
ls het waarscltjjllljjT, dut er linerts op Billiton voorhanden is, uit helfjcen men lIit hel domestieke leven der ßillitone
zen kan opmaken?
Evcn als ßanka bchoorde ook ßilliton weleer aan den snl
titan van Palernbang. Volgens dc oycrlel'cring is in 1710. bij
het a,lllleggen \'an ecn rijstl'cld (ladang), door het afbranden
der gevelde boomen, tincrts op ßanka ontdekt. Immcrs de
aan de oppcrvlakle liggende tinerts wen} door hel branden
de hout herleid ; door de inWOllcrs werd eenig dllS uitge
smalten melaal gevonden, en aan den slllthan van Palembang
gebrngt. Door kundige Chinezen liet deze het mctaal onder
zocken, waarop de sllllhan uitgravingen liet ondernemen, en zeHs
Chinesche uitgewekenen in zijne dienst llam. Ook deed de snl
than als eene bclasting elken grtrouwden BankarlCes , even als
ook op Linga ingel'oerd moet zijn gcwecst, ecne jaarlijksche
schatting, uil een schuitje (10 pikol) tin bestaande, opbrengen.
Deze omstandigheden, op beide eilanden plaats gehad hebbende,
met ßilliton vergelijkende, zoo zal het wcl mindcr vreemd voor
komen, dat, indien Cl' tincrts was, deze niet op eene even toe
vallige wijze als op ßanka ontdekt is, dan dat het ans ver
wonderen moet, dat de sullhnn, in dit geval, niet van deze
zaak voordeel zoude getrokken hebben.
De schalting of liel'er de geschenken, die vroeger, volgens
het officiele schrijven van den hecl' VAN 'VETERING ßUlJS,
jaarlijks arltl den sullhan van PalemlJang door het bestuur van
llilliton gezonden werden, bestünden uil:
tOOO kleine staat]cs ijzer van eene span lengte en 3 vingers
breedte, en
50 matjes van G voeten lengt~ en 3 voelen breedte.
Verder gar de dcpati tcn dien tijde nog als een bewijs zijner
pcrsoonIijke olldcrdanighcid 2 katlies garoehollt, ö katties wit
was, 2 kalties yogelnc5tjes, en 10 stllks matten aan den slllLhan
ten geschenke. Opmerkelijk mag het dus zijn, dat ten dien tijde
alleen produk.ten opgebragt werden, die ook thans nog verkre
gen worden, tel'wijl van tin geen woord geropt wordt, en
.47
verder , dat de opbrengst "an een produkt. dal zulka groot6
winstcn oplevert, indien het land het bcvatte, ,'an de Billitone
zen niet gevorderd werd.
Yerder kamt het mij onbC'grijpelijk yoor, daL de TIilIitonee,;
ijzererts en geen' tinerts zou !iullncn herleiden. De laatsle, 0[
schoon wel eene groote warm te vorderende, wordL toch YI'ij wat
ligler dan het ijzeroxyde herleid. Eu dan nog komt de naag
op, hoe de TIankanees en de Lingan ees het konden doen. Ik
ondcrslel loch niet, dat bij de bewoners dezer drie eilanden,
die zoo nabij elkander liggen, de natll/lrli;ke beschaving zoo zeer
zonde verschilIen. Dit niet kunnen bewerken van tinerts kan
ook aan den sullhan niet als eene verontschuldiging opgegeven
zijn, waarom de nillitonezen de tinbelaslil'lg niet konden vol
doen; irnrners zou hij er dan wel TIankasche deskundigen heb
ben heengezonde~
Ten slotte merk ik op, dat de TIillitonees vrij wat on~
voordecliger en met vrij wat meer moeite ijzer smelt, dan dat
hij tinerts zoude smelten. lIij loch doet dit <llleen als hij bijv.
een onmisbaar ijzeren werlduig zieh aanschalfen wil en geen
geld heert om het te koopen, of weI, als hij door den hon
ger of naaklheid genoodzaakt is, eenige spijs of een enkel
Ideedingstuk zieh aan te schaITen. Ilij welgelukken toch kan
hij gedurende een nacht (12 uren) ijzersmeltens, slechts 25,
hoogslens 30 dlliten verdienen: daarvoor moet hij dan nog den
erts soms 10 palen "er haien, de kaIen branden, het smelthuis
bouwen eil onderhouden, en hamers, smeItoven, enz, zelf
venaardigen. Hoeveel grooter Züuden zijne verdiensten niet zijn,
indien hij tinerts in stede van ijzererts in dienzelfden oven slechts
herleidde. 1\10n twijrele er dus niet nan, dat, indien er vo[doen
dc linerts ware, dc onbeschaafdste Ilillilonees verkiezen zoude
om dezcn alleen, en minder uitsluitend den ijzererts te bewcl'ken,
zooals in het distrikt KoLa op llanka ook plaats heert. (I)
(J) rIet tillllen hnisrnnd, dat zoo zelden op Billiton in vergclijking
met. Bllnkn, olld"1" de bcvolking nnngetroffen wordt, i8 naar men mij ver
zekcrde, zOlluer uitzondcring vlln Tohoali (z. o. kust van Bnnkn) afkomstig.
48
Besluit.
Uit dil, volgens mijne opregte en innige overtuiging geschre~
yen rapport, geloof ik, dat het duidelijk genoeg blijkt, dat het ei~ lund Billiton gecn tinerfs in =finen bodem bevat, namelfjk niet op zu/lee wli::.e, als tot hedm toe de tincrls op Banka gevonden wm'dt cn aldaar bewerkt kan w01'den t want over " het harte
der aarde van Billiton," waarvan de heer VAN SEVENHOVEl'f
spreekt, kan ik niet oordeelen, even min als over "de schoot
van Billiton" waarover de heer HAASE in zijn rapport handelt.
Alzoo opsommende, hetgeen ik breedvoerig heb uiteengezet,
zoo besluit ik daartoe:
1°, Omdat ik, het eiland in drie verschillende rigtingen
doorkruisd hebbende, geenen tinerts (1), noch aa n de opper~
vlakte, noch tot op eene diepte, waarop dit op Danka cn Ma~.
Jakka gewoonlijk voorkomt, gc\'onden heb, en ook zelfs niet
of zeer zelden, die ligchamen (kwarts, veldspaath cn mica), die
llCt op genoemde plaatsen gewoonlijk vergezellen, en ik ook
nergens plaatsen, alwaar noeger gewerkt is, aangetrofTen heb,
noch de overblijfselen (tra) van tinerlssmelting heb gevonden.
2°, Omdat met groote waarschijnlijkheid geologisch kan be
wezen worden, dat Dilliton geene noemenswaardige hoeveel
heid tinerls aan zijne oppervlakte (p. m. 30 voeten diepte)
kau be"atten.
3°. Omdat uit alle de ofTiciele stukkel1 over Billiton, in
's gou vcrnements archief voorhal1del1, geenszins blijkt, dat ooit
tinerts "an Dilliton doo!' ooggetuigen gezien iso
4°. Omdat uit alle die officiele stukken niet blijkt, dat ooit
eene tinmijn op Billitol1 aangelegd is geweest.
5°. Omdat 1100it iemand, zoo te Dallka. Dilliton of el
del's, tinerts oftin, bepaald "an Billiton afkomstig, geziell heeft (2)
(1) In cCJ>i~o hcJnn~ri.il<c hocycclhcid, want hel, g-evondene, op pu:;. 374
yenneid , kan hiel' niet wcl in uunmcrkin:; kamen.
(2) In het Kabinet "an het n,üllvinnsch Genootschnp van Kunsten cn
,Vclells{'hujljlcn zijn ook, vol:;cns tle etiketten, tincrts en tin, vnn Billiton
aflw!11stip;, yoorhnlulcn. Annp;nnnd{' (Ien tincrtA heb ik reetl, op pu~. 395
en het ook niet blijkt, dat van Billilon ooit !in is uil;;evoerc1.
60, Omdat een zoo voordeelig kontral\t, als den Bankaseheu
kapitein der Chinezcn aangeboden is, zonder eenig gevolg
is gebleren.
70: Omdat "erder het domestiekc leren der Billitone
zen, het vermoeden, dat aldaar tinerts zOlide zijn, weder
spreekt.
8°. Omdat er -wel eene el'tssoort gevonden wOl'dt, die op
tinel'ts uitel'lijk wat gelijkt, maar volgens de scheikundige en
mechanische eigen schappen, voIstrekt geen tin in hare zamell
stelIing bevat. Onkundigen hebben dezen koppong-el'ts voor
zeker voor tinerts aangezien, waaruit de vele orerlereringen
omtrent tinerts op Billiton, waarschijnlijk haren oorsprong
hebben genomen.
&helkllndige aanteekenitlgen.
Het is eene waarheid, en ik heb het in mijn rapport over
Banka's tinmijnen ook reeds aangehaald, dat het specifiek
gewigt van den tinoxyde-el'ts, z66 groot is, dat men dien
daaraan, behalve nog door het uiterlijke, zonder eellige uit
zondering ligt kali onderkennen. Ik heb vroeger twee erts
so orten van Toboali op deze eigenschap onderzocht en bevon
den, dat zjj 6.51 en 6.62 malen zwaarder dan gedestilleerd
water waren.
gehandeld, tOGn het mij bij onderzock gebleken is, dat de vcrmcendo
tinerts volstrekt gccn tin bevatte. Noch dc plauts vall wa:lr op Billiton
het tin afkornstig zonde zijn, noeh de tijd wanllccr, noch door wien di!
uitgesmoltell is, Zijll bekend gestchI.
I~atcr heeft mCll vernomen (waarmede het op pag. 12" v:m do IIe
Aflcvcl'ing IIIen ,J aargallg vall dit tijdschrift vermelde in verband staat),
dat ecnige proef;taafjcs tin, van BilJiton afkomstig, door den heer Jbroll
VAN TUlJLL V_~N SEROOSKEBlü;N tc Batavi:1 mcdegebntgt zijll; beide welke
omstandighcdcn, in verband met hot voorkornende 0Jl 1':1g. 388, dit 5dc
.1angcvoerc!e bc\\'ijs toch weinig zullen kunnell wijzigeu.
öO
Op gelijke wijze heb ik in een fleschje, welks inhoud be. kend eil voor de proef bijzonder ingerigt was, op cene gevoe
lige balalls eet! weinig der ertssoort, van llilliton afkomstig, ae. gewogen, en danrop onderzocht, hoeveel het verlies aan ge
wigt van dezen erts in gcdeslilleerd wnler was. Zoo heb ik wederom met goeden tinerts van ~Iuntok de proeI genomen,
welks densiteit 6.~ 1 bedroeg.
De orts, te J30erongmnndi verzameld, en zoo goed mogelijk gewasschen, had een specifiek gewigt:
bij de t stc proef van 4.79 " ,,2de proef " 4,83
gemiddeld 4.81 dat i5 1.tiO verschil
met den Muntokschen tinerts.
Dit groote verschil kan al dadelijk doen besluiten, dat deze
erts geen tinerts is, wanneer oole de volgende proeven het
niel bewezcn, terwijl ze waarschijnlijk oole niet met goeden
tinerts vermengd Iwn zijn, daar deze bij het vele wassehen
dan alleen terug Züude zijn gebleven.
De erts van Soengie Panljor had bij dezelfde proef een soorte
Iijk gewigt vnn 11.32, dus 2.09 verschil met den goeden Mun
tok5chen tinerts. Eindelijk onderzocht ik op deze eigenschap
aok eenen koppongerts, vnn Koba (nanka) afkomstig, door
alle Chinezen als zoodanig erkend, welke Idö tot densiteit
had.
nehalvc deze physische eigenschap, heb ik ook op scheilmn
dige wijze willen aantoonen, dat deze ertssoorten geen tinerts
zijn, noch tinoxyde in hunne zamenstelling bevalten. Ik heb
daartoe den erts van Soengie Panljor in een' agaten morlier zoo
fijn mogelijk afgewreven, en in sterk zeezoulzuur twee dagen
lang gekookt. Er was lIog maar zcer weinig opgelost gewor
den, hetgeen ook het geval was, toen ik het overbJijvende nog
eencn dng met koningswatcr kookte. Ik zng alzoo in, dat op
deze wijzo do erts niet te önalyseren was, en sloeg toen cenen
anderen weg in.
De zoo fijn mogclijk verdeelde orts werd met driemaal zijn
nl
gewigt koolzUl'e soda innig gemengd, en in een gesloten pla
tina kroesjc, dat tusschen Iwolpoeder in eenen geslotenen hessi
schen kroes geplaatst was, 3 uren lang wit gloeijend gehou
den. De oven, waarin dit geschieddc, is geheel overeenkomen-te, zoowel als de blaasbaIg, met de inlandsehe goudsmids
yens, in welke eene bijzonder 1100ge temperatuur kan yer
regen \yorden.
I D90r deze gloeijing en smelting loste de erts yolkomen in
de koolzure soda op. Deze werd daarop in yerdund zeezout
zuur gekookt, als wanneer een Ylokkig praecipitaat, dat niet an
ders als silica kon zijn, ontstond. Dit werd afgefillreerd en
de vloeistof nadel' op tinoxyde in den oplosbaren staat, onder
lOcht. ßij deze zeezoutzure oplossing zwavelwaterstofgas in water
opgelost, gevoegd zijnde, ontstond een wit zeer fijn ycrdeeld
praecipitaat, dat na toevoeging van meer opgelost zwavelwater
stofgas niet verdween. Duidelijk was dit praecipitaat afgeschcidene
zwavel en deed yzeroxyde vermoeden. 'Ware hier een helder
citroengeel of oranjegeel praecipitaat ontstaan, men had tin
of arsenicum te vermoeden. Dc kenmerken van deze praeci
pitaten zijn echter zoo duidelijk, dat men zich hierin niet ver
gissen kan, en het dus zeker is, dat deze metalen in den on
derzochten erts niet bevat zijn. De zwavel werd afgefiltreerd,
en de doorgeloopen vloeistof met ammonia een weinig alka
l\sch gemaakt , waurop na tocvoeging van zwavelammonium,
een zwart praecipitaat ontstond, dat afgefilLrecrd werd.
Het zwarte praccipitaat werd in zeezoutzuur geheel opgelost
onder afscheiding van zwavel. Noch nickel noch kobalt heert
men l\linnen onderkennen. Het praecipitaat toont ijzer aan.
Op nog andere zelfstandigheden werd hier niet onrlerzocht.
In dezen nIschen erts van Soengie Pantjor, die ook niet door
den magneet aangelrokken wordt, zijn alzoo met zekerheid
silica en yzerox)'de, en geen linoxyde ontdekt. K wanlilalief
is hij niet geanalijseerd, daar dit geen nut konde hebben ,
dewijl de kleine slukjcs silica, door de loupe Iigt daarin te
herkennen , niet mechanisch konden ycrwijderd worden.
Heeds op ßilliton heb ik der Chinezen gewone proef op tin-
\{.') il_
rri" op den aldaar gelolldcll' cr[s [oegepasl, namelijk ge~
tracht om Itern [e smellcn in cenen ijzerol'en mcl hOlltskolen,
cu ook OIll heIn in eene ijzercn kwalic met olie gemengd
te gloeijcn. Op beide wijzen krccf:: ik geen spoor \'an tinme
taal. Yan oe reis [erll,r,rckcerd, heb ik deze ertsen in eene"
p;cdeklen Itcssischen kroes gegloeid, eil zulks onder anderen
in tq;ellwoordiglteid Hlll den heer baron YINCIlNT VAN Tuyu VAN SEROOSKERKE:'I". Noch van den erts van Soengie Pantjor;
noch van dien van Tandjong Doerongmandi. en ook niet vat den reeds genoernden koppongerls van Koba, werd de klein.
ste korrel linmetaal verkregen. Ik vermeende 10en op te mer..l
ken, oat de heer YAN TUlJn aan mijne smellingswijze en 00-
derzoek bcgon te ,vantromven, waarop ik een weinig 1\Iun
loks ehen erts op dezelfdc wijze behandelde, en een staafje tm, dat p. m. 15 wigtjcs woog, daal'llit verheeg, len bewijze
dienende, dat, als dc llillitonsche erts tinoxyde bevalle, ik
slellig ecnig metaal had moeten ycrkrijgen.
Met regt besluit ik alzoo uit deze ondcrzoekingen, op drie
vel'sGhilIcnde wijzen ondcrnomcn, dat de op ßilliton gevondeil
orts, geen tinoxyde bevat.
Gaylord Bros. Ine. Makers
Syracuse, N. Y.
Uillreksel van hel reppart eener rei
\\ \\\\\ \\ \\\\ \\\\ \\\\\\ \\\\ \\ \\\\ \\\\\\ \\\\\ 086 745 735
Top Related