Download - Chemie magazine - maart 2012

Transcript
Page 1: Chemie magazine - maart 2012

Industrie moet aan de slag met security

Chemie werft meer studenten

Natuur & Milieu handelt in duurzaamheid

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 03 • 23 maart 2012

ONDERNEMEN IN CHINA VEREIST

Magazine

Page 2: Chemie magazine - maart 2012

Meer weten? Neem voor vragen over onze opleidingen contact op via: 070 301 10 86 of [email protected] of kijk op vapro-college.nl

We nodigen u graag uit voor het proefcollege Leergang Operationeel Management & Persoonlijk Leiderschap. In de opleiding staan vragen uit uw praktijk situatie centraal:

� Hoe coach ik anderen effectief op resultaat en ontwikkeling? � Hoe creëer ik een stimulerende werkomgeving voor mezelf en anderen? � Hoe ga ik efficiënt om met tegenstrijdige belangen en spanningsvelden? � Hoe initieer en begeleid ik veranderingsprocessen tot een succesvol resultaat? � Hoe ga ik doeltreffend om met stressoren voor mij en anderen?

Voor wie?De leergang Operationeel Management & Persoonlijk Leiderschap is gericht op alle beginnende en gevorderde leidinggevenden in de industrie. Dit zijn o.a productiemanagers, managers, wachtchefs, teamleiders en andere leidinggevenden.

AanmeldenMeld u aan voor het proefcollege op www.vapro-college.nl/proefcollege

LEERGANG OPERATIONEEL MANAGEMENT

& PERSOONLIJK LEIDERSCHAP

UITNODIGING

gratis proefcollege25 april 201214.00-17.00 uur Den Haag

Page 3: Chemie magazine - maart 2012

INHOUD

Twee China-pioniers vertellen over hoe ondernemen in China werkt. Guanxi, je relatie met de ander, blijkt daarbij essentieel.20

“ Wij zijn kooplieden in duurzaamheid”

DIRECTEUR NATUUR & MILIEU TJERK WAGENAAR:

24

03 23 maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 3

Page 4: Chemie magazine - maart 2012

In samenwerking met:

Bij AkzoNobel werken we elke dag aan het realiseren van Tomorrow’s Answers Today: vandaag leveren van antwoorden op de vragen van morgen. Samen met de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen zijn we op zoek naar nominaties voor de AkzoNobel Science Award in Nederland 2012.

AkzoNobel beloont de beste wetenschapper op het gebied van chemie en materiaaltechniek met een prijs van € 50.000,-. Nominaties kunnen worden ingediend tot 14 mei 2012. Voor meer details kunt u terecht op www.khmw.nl

AkzoNobel Science AwardNederland 2012

Page 5: Chemie magazine - maart 2012

INHOUD 03 23 maart 2012

“Je ontkomt niet meer aan een securitymanage-mentsysteem”

Hans Alders en Jan Zuidam over het belang van biodiversiteit

Méér vervoeren met mínder men-sen, hoe moet dat?

34

40

44

Opinie 07Wordt er straks gevochten om een baan in de chemie?Agenda 07

NIEUWSWetenswaardig 08Innovatie 11Veiligheid 13Visie 2030-2050 15Milieu 17Actueel 18

ACHTERGRONDOndernemingsklimaat 20In China is een contract pas het beginVisie 2030-2050 24Natuur & Milieu werkt samen met de VNCI aan de biobased economieOnderwijs 28Drie VNCI-initiatieven voor het aantrekken van extra bètawerknemersVeiligheid Voorop 32Arkema beoordeelt regelmatig zijn key performance indicatorsVeiligheid 34Chemiebedrijven moeten aan de slag met securityUitgelicht 38DSM gaat in de mode Milieu 40“Behoud biodiversiteit van wezensbelang voor industrie”Logistiek 44Vervoer moet effi ciënterPlantmanager of the Year 46Michel Meertens (DSM) heeft geen tijd om stil te zittenResponsible Care 51VNCI-beleidsmedewerker Sjoerd Looijs tijdelijk naar Brussel

Bedrijven 53Column hoofdredacteur 53Service 54Mensen 54Volgende maand 54Colofon 54

28Chemie

voortvarend van start met

masterplan onderwijs

maart 2012 Chemie magazine 5

Page 6: Chemie magazine - maart 2012

Advies- en ingenieursbureau

Altijd een oplossing verder

Economie, veiligheid, of win-win?

dhv.nl

Hoe manage je risico’s op het gebied van milieu en veiligheid binnen een bedrijf? Welke maat-regelen neem je zodat er veilig gewerkt kan worden? Wat zijn effectieve milieumaatregelen? En dragen Europese Richtlijnen echt bij aan een verbetering van de veiligheid in Nederland?

Milieu en Veiligheid Industrie van DHV buigt zich over deze en nog veel meer vragen. De adviseurs kennen de brandstoffenbranche, ze spreken de taal en opereren gemakkelijk in het krachtenveld tussen bedrijf en belanghebbenden. Daarbij wordt bewezen dat innovatie en samenwerking leidt tot vooruitstrevende win-win oplossingen.

De adviesdiensten bestaan o.a. uit:• Ondersteunen bij vergunningsaanvragen,

beoordelen van vergunningsvoorschriften;• Ondersteunen bij ruimtelijke ordeningsvraag-

stukken (bestemmingsplannen en vestigings-plaatsonderzoek);

• Ondersteuning en advies bij diverse veiligheids-vraagstukken (BRZO, A(RI&E), PGS, ATEX, etc);

• Uitvoeren van onderzoeken op het gebied van water, geluid, energie, geur en bodem;

• Verbeteren van de veiligheidscultuur;• Opzetten en invoeren van management- systemen (kwaliteit, Arbo, milieu en veiligheid).

DHV doet dat al 90 jaar.

Meer weten? DHV B.V.Milieu & Veiligheid – IndustrieLaan 1914 nr. 353818 EX Amersfoortwww.dhv.nl/mviwww.dhv.nl/mkb-deskTel (033) 468 32 66

Page 7: Chemie magazine - maart 2012

VNCI-directeur Colette Alma

nlangs dienden de gezamenlijke topsectoren het Masterplan Bèta en Technologie in bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De titel van dit plan, Naar 4 op de 10, benadrukt dat het aantal afgestudeerden in bètavakken veel te laag is om in de toekomstige behoefte van de topsecto-ren te kunnen voorzien. Als je het plan doorleest wordt duide-

lijk dat ook het niveau van de opleidingen belangrijk is, evenals de aan-sluiting van die opleidingen op de vraag van het bedrijfsleven. Kwaliteit is minstens zo belangrijk als kwantiteit.

Dit geldt in versterkte mate voor onze sector. De chemische industrie is kapitaal- en arbeidsextensief. Met relatief weinig mensen produceren we een grote toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie. Ons resultaat is daardoor extra gevoelig voor de kwaliteit van de inbreng van de mensen die in de sector werken. Excellent menselijk talent kan van een middenmoter een voorloper maken. De sector is zich daar steeds meer van bewust, en met projecten zoals het beurzenplan (zie artikel pagina 28) proberen we de bollebozen voor de sector te winnen.

Maar het gaat niet alleen om het moment van binnenkomst in de sector. De periode daarna is mogelijk nog belangrijker. Willen we de beloften van de topsector chemie en onze Visie 2030/2050 waarmaken, dan zullen we de beste talenten naar de sector moeten trekken en daar moeten houden. Dat kan alleen door hen een aantrekkelijke loopbaan te bieden met ont-wikkelingsmogelijkheden, werkzekerheid, maatschappelijke status en een goede balans tussen werk en privé. Het masterplan is nog maar het begin. Het uiteindelijke doel is natuurlijk dat er straks wordt gevochten om een baan in onze prachtige sector.p

TALENTO

AGENDA

VNCI

28 maartVNCI Advocacy Team VNCI, Den Haag

28 maartBG Veiligheid, Gezondheid en Milieu VNCI, Den Haag

29 maartWG SecurityVNCI, Den Haag

2 april Bestuursadvies CommissieVNCI, Den Haag

3 april WG Responsible Care Global Charter VNCI, Den Haag

5 aprilNetwerkbijeenkomst RBCN Locatie nog niet bekend

5 april BG Energie en Klimaat Shell, Moerdijk

13 aprilDagelijks bestuurVNCI, Den Haag

13 aprilAlgemeen bestuurVNCI, Den Haag

26 april WG Milieuzorg VNCI, Den Haag

28 maart C2W Career Expo Jaarbeurs, Utrecht

18 aprilSafety & Fashion @ WorkAhoy, Rotterdam

19 aprilPartners in Kunststof en RubberHigh Tech Campus, Eindhoven

24 aprilChemie zonder grenzenBeatrixgebouw, Utrecht

maart 2012 Chemie magazine 7

Agenda / Voorwoord

Page 8: Chemie magazine - maart 2012

8 Chemie magazine maart 2012

141.538 m2 PVC141.538 mPVC141.538 m

Page 9: Chemie magazine - maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 9

Wetenswaardig

Voor de bouw van de diverse sportfacilitei-ten van het Olympisch Park in Londen is in totaal 141.538 m2 polyvinylchloride (pvc) gebruikt. Hiervan is 98.038 m2 vrij van weekmakende ftalaten. De London 2012 Sustainability Group erkent daarmee dat pvc ten opzichte van andere materialen in veel gevallen de beste keuze is voor gezondheid, veiligheid en levensduur. Daarnaast stelt de organisatie dat de Olympische organisatie in de toekomst de totale levenscyclus van producten en

materialen in overweging moet nemen om tot goed afgewogen keuzes te komen. Ook moet er meer aandacht worden besteed aan de mogelijkheid van re-engineering, zodat materialen kunnen worden gerecy-cled. De Olympische Spelen 2012 vinden plaats van 27 juli tot 12 augustus, gevolgd door de Paralympics van 29 augustus tot 9 september.

(BRON: NRK NETWERK )

FO

TO: O

LYM

PIC

DE

LIV

ER

Y A

UTH

OR

ITY

PVC voor Olympische Spelen 2012

Het Olympic Park in Londen. Links het Velodrome, de Basketball Arena en de Olympic en Paralympic Village. In de verte het Aquatics Centre en het Olympic Stadium. Rechts de Handball Arena en het International Broadcast Centre.

Page 10: Chemie magazine - maart 2012

Voedingssystemen voor mengers :AZO • betrouwbaar

• nauwkeurig• economisch

Bedrijfszekere en economische oplossingenvoor de automatisering van uw grondstoffen en processen.

Automatischefficiënt

Optimaalvoeden vanmengers enprocessen

www.azo.be

AZO N.V. Katwilgweg 15B-2050 AntwerpenTel. : +32-3-250 16 00Fax : +32-3-252 90 02

Optimale uptimeGecertifi ceerd onderhoudContinuïteit en kwaliteit zijn sleutelwoorden voor productieprocessen in de hedendaagse industrie.METTLER TOLEDO Service helpt u met het optimaliseren van beide. Daarbij blijft u voldoen aan de steeds strengere wet- en regelgeving.Elektronische kalibratiecertifi caten zorgen voor eenvoudigere traceerbaarheid; een hele geruststelling bij audits.

Mettler-Toledo B.V., Tiel, [email protected] N.V./S.A., [email protected]

▼ www.mt.com/service Maintenance18 en 19 april

Antwerpen

Stand A1013

Page 11: Chemie magazine - maart 2012

Fo

to: c

3

Centrum voor biobased eCono-mie opgeriChtHogeschool Van Hall Larenstein (VHL) heeft samen met Wageningen University en drie andere agrarische hogescholen het Centre for Biobased Economy opgericht. VHL gaat voor Noord-Nederland, als de spil voor groene onderwijsinstellingen, het bedrijfs-leven en andere kennisinstellingen, kennis en onderwijs voor de biobased toekomst ontwikkelen.

Het Centre of Expertise for the Biobased Economy (CBBE) wordt een knooppunt van onderwijs, onderzoek en innovatie.

In het CBBE treedt Wageningen University op als Centre of Excellence. HAS Den Bosch, CAH Dronten, InHolland Delft en Van Hall Larenstein Leeuwarden zijn Centres of Expertise. De agrarische hogescholen heb-ben ieder in zijn regio een loketfunctie voor het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Zo kan een kennisvraag uit de praktijk leiden tot een onderzoeksproject over mestvergisting, grasraffinage, de ontwikkeling van biobased producten of de verwerking van reststromen.

Als CBBE in Noord-Nederland wil VHL dat de biobased economie duidelijk herkenbaar wordt in de curricula van onder meer de opleidingen milieukunde, landbouw en bedrijfskunde. Daarnaast wil VHL een HBO-minor biobased opzetten en uitvoeren in het studiejaar 2012-2013. Ook wordt de haalbaar-heid van een major biobased onderzocht. Het doel is om een complete opleiding biobased economie aan te bieden vanaf studiejaar 2014-2015. Kernbegrippen van de opleiding zijn technische, maatschappelijke en econo-mische innovatie.

Verder gaat VHL zorgen voor kennisover-dracht tussen de Wageningen University en de agrarische hogescholen (HAO), onder meer via docententrainingen, gezamenlijke onderwijsontwikkeling, uitwisseling van docenten en bepaling van doorstroommoge-lijkheden tussen HAO en wetenschappelijk onderwijs (WO). Een ander speerpunt is de koppeling van wetenschappelijke kennis en praktijkkennis, inclusief terugkoppeling van-uit de praktijk naar het WO. Pp

Scholieren en ouderS op expeditie in het labOuders spelen een belangrijke rol bij de studiekeuze van hun kinderen, maar hieraan wordt vaak weinig aandacht besteed in de voorlichting. In de laboratoriumwereld is daarom een for-mule ontwikkeld om scholieren en ouders samen kennis te laten maken met de beroepsmogelijkheden: de Lab Experience Days. Na een succesvolle pilot in het najaar van 2011 gaat dit project verder in het voorjaar van 2012.

T ijdens de Lab Experience Days zijn scholieren en ouders een dag in-house bij werkgevers te gast. Scholieren brengen een bezoek aan het lab, voeren zelf proeven uit en krijgen zo een

goed beeld van de beroepen in het lab. Voor de ouders is er een apart programma met presentaties over onder meer het beroeps-beeld en de arbeidsmarkt. Ruim duizend scholieren en ouders bezochten de pilot in 2011. De leerlingen beoordeelden de dag gemiddeld met een 7,6, terwijl ouders een 8 invulden. Ruim tweederde van de deelnemers gaf aan een beter beeld te hebben gekregen van laboratoriumtech-niek, ruim eenderde claimde enthousiast te zijn geworden voor deze sector. Met de Lab Experience Days willen de organisatoren, Stichting C3, FeNeLab, DAS en Kenniscentrum PMLF, meer leerlingen voor laboratoriumopleidingen strikken. Dit voorjaar staan er drie nieuwe dagen gepland: op 13 april bij VU medisch centrum in Amsterdam, op 18 april bij Nuplex Resins in Bergen op Zoom en op 5 juni bij Nunhems Zaden in Venlo. p

Meer informatie: www.labexperience.nl

Innovatie

maart 2012 Chemie magazine 11

Page 12: Chemie magazine - maart 2012

Baanbrekend in Recruitment!

Emerald Kalama Chemical BV is wereld markleider met betrekking tot de productie en verkoop van benzoëzuur, derivaten en volgproducten daarvan. Eindmarkten zijn o.a. voedingsproduc-ten voor mens en dier, producten voor persoonlijke verzorging en geneesmiddelen. Voor onze productiesite in de Botlek in Rotterdam zoeken wij een enthousiaste Reliability Engineer, die samen met ons de performance van onze productinstallaties verder kan verbeteren.

Functiebeschrijving Als Reliability Engineer ben je verantwoordelijk voor het realiseren van een hoge betrouwbaar-heid van de installaties. Kerntaak is het opstellen en optimaliseren van het preventieve onder-houdsprogramma met als doel de betrouwbaarheid te verhogen en de kosten te verlagen.

Kerntaken • Borgenvandetechnischekwaliteitvanalleinstallatiesenverbeterenvandefabrieksper-

formance; • Makenvankritischeanalyses,o.aFMEAstudies,enhetopzettenvanpreventieveonder-

houdsprogramma’s. • Rapporterenmetbetrekkingtotdevoortgangvandeuitvoeringvanhetpreventieveonder-

houdsprogramma. • Initiërenvanrestlevensduurstudiesenhetverbeterenvanturnaroundintervallen; • Meewerkenaanderealisatievanverbeterplannenenprojecten; • Bepalen van correctieveenpreventieve maintenance kosten, structureel evalueren en

rapporteren.

Functie-eisen• TechnischeHBO+metbedrijfskundigevervolgopleiding,5-10jaarwerkervaring;• Ervaringmethetopstellenvanonderhoudsprogramma’s,bekendmettoolszoalsRCM,Six

SigmaenTPM;• Analytischvermogen• Gewendommulti-disciplinaireentrekkersroltevervullen;• Communicatiefvaardig,proactiefenresultaatgericht.

Wat bieden wij?Hetsalaris ismarktconformenafhankelijk van leeftijdenervaring.Desecundairearbeids-voorwaardenbestaanuit40vakantiedagenincl.ATV,eenprimapensioenregeling,collectieveziektekostenregelingplusuitstekendescholing-enopleidingsmogelijkheden.

ContactinformatieVoormeerinformatieneemcontactopmet:SophiaWolters-Douma,HRofficervanEmeraldKalama,telefoonnummer:[email protected].

Reliability engineeR

Meer informatie over deze vacature of direct solliciteren? Ga naar RECCEN.NL/EMERALD

OUR PROFESSION

Want to focus on your profession?

Safety is

vandenAnker.com

Steeds meer moderne bedrijven in de industriële sector werken met gevaarlijke

producten en chemische stoffen. De sector ziet zich geconfronteerd met steeds

stringentere wettelijke eisen die in de bedrijfsvoering de nodige aandacht

vergen. De opslag en distributie van deze stoffen brengen risico’s en forse

investeringen met zich mee. Wanneer u niet de vereiste kennis in huis heeft

of liever de ‘focus on your profession’ legt, is uitbesteden een voor de hand

liggende keuze. Safety is our profession. Wij leveren de specialist die u de

zekerheid geeft die nodig is. In Van den Anker vindt u een partner die uw

vertrouwen waarmaakt. Naast onze logistieke diensten biedt ons transport- en

kennisnetwerk u grote voordelen.

Page 13: Chemie magazine - maart 2012

Veiligheid

Hoe kunnen brancheverenigingen en veiligheidsnetwer-ken niet-aangesloten bedrijven bij het actieplan Veilig-heid Voorop betrekken? Die vraag stond centraal tijdens een bijeenkomst van de Masterclass Veiligheid Zuid-West in februari. Tekst: Erik te Roller

Het actieplan Veiligheid Voorop is een initiatief van vier brancheorganisaties om nog veiliger te werken met gevaarlijke stoffen in de gehele keten en de

samenleving meer inzicht te geven in de activiteiten op dit gebied. Voor initiatiefnemers VNCI, VNPI, VHCP en VOTOB is alleen het probleem dat maar een kwart tot eenderde van de bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken bij een branchevereniging is aangesloten. Voor de bijeenkomst van de Masterclass Veiligheid Zuid-West (MCV) bij Sabic in Bergen op Zoom in februari waren daarom ook de direc-ties uitgenodigd van deze bedrijven. Daarnaast was het hogere management aanwezig van bedrijven die wél lid zijn van een van de betrokken brancheorganisaties.

Tijdens de bijeenkomst onderstreepte VNCI-directeur Colette Alma het belang van de regionale veiligheidsnet-werken. Deze kunnen namelijk helpen ook de niet-aange-sloten bedrijven bij het actieplan Veiligheid Voorop te betrekken. Veel van de zestig aanwezigen opperden daar-naast om de gespreksonderwerpen van de netwerken te

verbreden. Zo is bijvoorbeeld procesveiligheid voor pro-cesbedrijven een belangrijk onderwerp, maar niet voor vervoerders, tankopslagbedrijven en verpakkers. “Als je die bedrijven bij de veiligheidsnetwerken wilt betrekken, moet je op de bijeenkomsten ook veel aandacht besteden aan de veiligheid bij het verladen, transporteren en opslaan van gevaarlijke stoffen, dus de veiligheidsaspec-ten waarmee zij dagelijks te maken hebben”, aldus Paul Tock, lid van de stuurgroep van MCV en werkzaam bij Sabic. Vervolgens bespraken de aanwezigen in acht groe-pen vijf vragen en stellingen, zoals wat de branchevereni-gingen en veiligheidsnetwerken kunnen doen om ‘achter-blijvers’ bij het actieplan te betrekken. Tock: “Uit de discussie bleek dat iedereen achter het actieplan staat, maar zich afvraagt hoe het nu verder moet. Het verzoek aan de brancheorganisaties is dan ook om het actieplan verder te verdiepen.”

KetenveiligheidDe meeste deelnemers hebben zich volgens Tock voorge-nomen om de discussie over ketenverantwoordelijk in het eigen bedrijf aan de orde te stellen, ook in het kader van Responsible Care. “Het doel van de veiligheidsnetwerken, zoals MCV, was oorspronkelijk dat grote bedrijven kennis en ervaring over veiligheid konden uitwisselen. Nu gaat het erom de hele keten bij veiligheid te betrekken”, aldus Tock.p

Veiligheidsnetwerk MCV discussieert over Veiligheid Voorop

“ BetreK hele Keten Bij veiligheid”

“Als je vervoerders bij de veilig-heidsnetwerken wilt betrekken,

moet je op de bijeenkomsten ook veel aandacht besteden aan de

veiligheid bij het verladen, trans-porteren en opslaan van gevaarlijke

stoffen.”

maart 2012 Chemie magazine 13

Page 14: Chemie magazine - maart 2012

Mengen ...

Geavanceerde stortgoedtechnologie

CH-8105 RegensdorfT +41 (0)44 871 36 36

FR-95100 ArgenteuilT +33 (0)1 39 98 29 29

www.gericke.net

Singapore 787813T +65 64 52 81 33

GB-Ashton-under-LyneLancashire, OL6 7DJT +44 (0)161 344 1140

DE-78239 RielasingenT +49 (0)7731 92 90

NL-3870 CA HoevelakenT +31 (0)33 25 42 100

[email protected]

... transporteren, doseren, breken, zeven: GERICKE

beschikt over de kennis en de technieken voor iedere

denkbare processtap of totaaloplossing. Wij leveren al

meer dan 115 jaar machines en complete systemen als

optimale toepassing in stortgoed gerelateerde processen.

Wij bieden u onze kennis en kwaliteit in com binatie met

onze betrouwbaarheid, effi ciënte en wereldwijde service.

Als het gaat om de flexibele inzet van arbeidskrachten, bent u bij SWA aan het juiste

adres. Maar het gaat om meer: het recept voor een goede samenwerking vraagt ook

om de juiste chemie, de juiste klik.

SWA is arbeidsmarktspecialist in de techniek, dus ook in de chemische branche. U kunt bij

ons terecht voor uitzending of detachering, maar ook voor loopbaanadvies, outplacement

en nieuwe instroom via leer/werktrajecten.

Het gaat om de juiste chemieZaken doen met SWA?

Neem contact op met een vestiging

bij u in de buurt:

SWA Amsterdam (020) 627 81 17

SWA Beverwijk (0251) 27 88 10

SWA Breda (076) 572 21 66

SWA Utrecht (030) 232 61 40

Mailen kan ook: [email protected]

Page 15: Chemie magazine - maart 2012

Stakeholderdialoog in het teken van langetermijnvisie chemie

“Het zijn ingewikkelde vergezicHten”

Fo

to: c

hr

is b

on

is

Hoe kan de VNCI ervoor zorgen dat haar leden de langetermijnvisie 2030/2050 oppikken en meenemen in hun strategie? Deze vraag stond centraal tijdens een van de sessies van de stakeholderdialoog van de VBDO (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling) en de VNCI op 15 februari in Utrecht.Tekst: Adriaan van Hooijdonk

De organisaties hielden voor de derde keer de dialoog, waarbij onder meer vertegenwoordigers van chemische

bedrijven, financiële instellingen, overhe-den en universiteiten met elkaar in gesprek gingen over een aantal actuele thema’s in de chemische industrie. De visie van de VNCI voor de chemische industrie in Nederland in 2030-2050 kwam dit jaar uitgebreid aan bod. Deze visie is gebaseerd op het begin dit jaar verschenen onderzoek van Deloitte en de VNCI naar de toekomst van de branche in Nederland en West-Europa.

UnaniemDe aanwezigen bij de stakeholderdialoog waren het er unaniem over eens dat de uitgangspositie van de sector bijzonder gunstig is en dat er in alle vier de toe-komstscenario’s die het onderzoeksbureau schetst volop kansen liggen voor de ver-duurzaming van de maatschappij. Tegelij-kertijd bleek de visie voor een groot deel van de aanwezigen nog ver weg te staan. “Het zijn ingewikkelde vergezichten, maar ik vraag mij af hoe chemische bedrijven

hier op korte termijn handen en voeten aan kunnen geven. Hoe wordt de visie gecon-cretiseerd en getoetst bij bedrijven?” aldus een van de deelnemers. VNCI-directeur Colette Alma reageerde positief op het idee om de komende maanden het actie-pad dat naar de visie leidt in kaart te bren-gen, zodat stakeholders kunnen zien hoe de sector naar de realisatie toewerkt. “Als belegger kan ik daar zeker mijn voordeel mee doen”, reageerde een vertegenwoor-diger van een financiële instelling. “Door bijvoorbeeld in de jaarverslagen van bedrijven te kijken in hoeverre ze al bezig zijn om over te schakelen op groene grond-stoffen.”

Uitdagend toekomstperspectiefUit een enquête van de VBDO onder de stakeholders bleek verder dat 50 procent het scenario van de groene transitie, waar-bij grondstoffen steeds meer uit biomassa worden gehaald, het meest waarschijnlijk acht. “Olie, kolen en gas raken op termijn immers op en zorgen door de CO2-uitstoot die met hun verbruik gepaard gaat voor klimaatproblemen”, stelde een van de aan-

wezigen. “Door de overgang naar een op groene grondstoffen gebaseerde economie kunnen we hier een halt aan toeroepen”, merkte een ander op. “Tegelijkertijd scheppen we zo niet alleen een uitdagend toekomstperspectief voor jonge bètastu-denten, maar versterken we ook onze internationale concurrentiepositie. Het zal namelijk erg lastig zijn om te concurreren met de grote, moderne industriële com-plexen in bijvoorbeeld Saoedi-Arabië of China.” Het Responsible Care-programma van de chemische industrie, bedoeld om haar prestaties voor veiligheid, gezondheid en milieu te verbeteren, speelt volgens de deelnemers aan de stakeholderdialoog een grote rol bij de verwezenlijking van de visie. “Goed veiligheids- en milieumanage-ment is immers essentieel voor het imago en de acceptatie van de branche door de maatschappij, en zonder draagvlak komt de uitvoering van de visie in gevaar”, aldus een van de deelnemers. Verschillende aanwezigen benadrukten verder dat de sector de goede logistieke positie en de grote kennisvoorsprong moet blijven benutten om de groene transitie mogelijk te maken. “De continuering van de posi-tieve samenwerking met de grote techno-logische topinstellingen en universiteiten is daarbij van groot belang”, onderstreepte een andere spreker. p

Visie 2030/2050

Uit een enquête van de VBDO onder de stakeholders blijkt dat 50 procent het scenario van groene transitie het meest waarschijnlijk acht.

maart 2012 Chemie magazine 15

Page 16: Chemie magazine - maart 2012

Aggregaten; Mobiele lichtmasten; Kabels; Trafo’s; Verdeelkasten; Tijdelijke stroom en lichtvoorziening voor industriële toepassingen.

• • • • • •

Parkweg 67a, 4153 XL Beesd T 0345 684000 - F 0345-680907

[email protected] - www.voetverhuur.nl

24 UUR, 7 DAGEN PER WEEK

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

Het afvullen en mengen van chemische stoffen is een vak apart.

Een vak dat wij beheersen als de beste. Al sinds 1934.

Of het nu gaat om het afvullen vaneen kleinverpakking of het mengen van stoffen met

een UN classifi catie in een 1000-liter verpakking,Bleko Chemie heeft de perfecte mix in huis.

Meer weten? Bel 053-4315835 of kijk op blekochemie.nl

Innovatief sinds 1934

blekochemie.nl

Professioneel, fl exibel, modern & innovatief

een kleinverpakking of het mengen van stoffen met

blekochemie.nl

Professioneel, fl exibel, modern & innovatief

Page 17: Chemie magazine - maart 2012

Milieu

Fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

Chemiebedrijven voor flexi-bele milieumaatregelen Investeren in milieumaatregelen moet zinvol zijn. Die bood-schap geeft de VNCI aan de overheid in de discussie over de gevolgen van op handen zijnde nieuwe milieuregels voor onder andere de uitstoot van stikstof (NOx). Met de nieuwe regels lopen grote chemiebedrijven het gevaar veel geld te moeten steken in maatregelen met een relatief klein effect. Volgens de VNCI kunnen bedrijven dat geld beter besteden aan milieumaatregelen met een groter effect. Later dit jaar wordt duidelijk hoe de nieuwe regels worden geïmplemen-teerd.

D irecte aanleiding voor het pleidooi van de VNCI is het plan om bedrijven met een grote impact op het milieu (IPPC-bedrijven) te laten vallen onder de algemene

regels voor bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen. Dit betekent onder meer dat de kleine stookinstallaties van een IPPC-bedrijf minder NOx mogen uitstoten, terwijl hun bijdrage aan de totale NOx-emissie van dit bedrijf klein is. Het is voor bedrijven niet aantrekkelijk om deze installaties te optimaliseren, omdat voor hetzelfde geld betere emissie-beperkingen mogelijk zijn in andere onderdelen van de installatie. De VNCI pleit bij de overheid daarom voor het bubble-con-cept. Hierbij kijken controlerende diensten als het bevoegd gezag niet per bedrijfsschoorsteen wat eruit komt, maar naar de totale uitstoot van de fabriek. Er wordt dan als het ware een stolp over de plant geplaatst, waarbij op één punt wordt gemeten wat de fabriek opgeteld uitstoot. De emissie-eis qua concentratie geldt dan alleen voor dat meetpunt. Met het bubble-concept kunnen bedrijven investeren in milieu-maatregelen die de grootste milieuwinst met zich meene-men. p

Forse emissie-reductie via slimme stoomleveringStedin is in de Botlek begonnen met de aanleg van een stoomnetwerk. Op 15 februari tekende deze regionale beheerder van het gas- en elektriciteit-netwerk de eerste contracten met afvalverwerker en stoomleverancier AVR en chemiebedrijf en stoomgebruiker Emerald Kalama Chemical. Het project moet uiteindelijk leiden tot een CO2-emis-siereductie van 200 kiloton per jaar.

Het doel van het netwerk is om de stoom die de ene fabriek maakt te transporteren naar andere fabrieken die stoom als productiemid-

del nodig hebben en deze nu nog tegen hoge kosten opwekken met fossiele brandstof. Het eerste deel van het netwerk wordt aangelegd in het westelijk deel van het industriegebied. Fabrieken langs het tracé kunnen dan, afhankelijk van hun behoefte, stoom invoeren of afnemen. AVR en Emerald in Bot-lek West zijn de eerste klanten. “Het is de bedoeling dat er nog vele bedrijven volgen en dat we het stoom-netwerk kunnen doortrekken naar andere delen van de Botlek”, aldus Stedin-directeur Jeroen de Swart. Met het gehele stoomnetwerk wordt de CO2-uitstoot jaarlijks met meer dan 200.000 ton teruggedrongen.

Naast Stedin zijn ook het Havenbedrijf Rotterdam en ontwikkel- en bouwbedrijf Visser & Smit Hanab initi-atiefnemers bij de ontwikkeling van het stoomnet-werk. Het netwerk levert een belangrijke bijdrage aan de Rotterdamse klimaatdoelstelling: 50 procent CO2-reductie in 2025. Het project is de afgelopen jaren actief ondersteund en mede gefinancierd door het Rotterdam Climate Initiative, onder meer via de Rotterdamse Green Deal met het Rijk.

maart 2012 Chemie magazine 17

Page 18: Chemie magazine - maart 2012

Fo

to: N

ed

sta

ck

be

el

d: s

hu

tte

rs

toc

k

De biobrandstoffensector heeft een branchevereniging opgericht. De Nederlandse Vereniging voor Duurzame Biobrandstoffen (NVDB) wil een consistent geluid in politiek Den Haag laten horen, en zo een ambi-tieus en duurzaam Nederlands biobrandstoffenbeleid stimuleren.

Een belangrijk onderwerp voor de NVDB is het gelijke speelveld voor verschillende vormen van hernieuwbare energie in het wegverkeer. Volgens haar moet de overheid de doelen en randvoorwaarden voor

duurzame energie stellen, terwijl de wijze waarop de doelen worden bereikt aan de markt overgelaten moet worden. “Een gelijk speelveld, waarop technieken onder dezelfde voorwaarden met elkaar concurre-ren, biedt de grootste garantie dat de beste en meest betaalbare vormen van duurzame energie worden ingezet”, aldus NVDB-voorzitter Rob Voncken. “We moeten helaas constateren dat de overheid dit principe met de mond belijdt, maar niet altijd toepast. Elektrische auto’s kunnen rekenen op subsidie én tellen mee voor de bijmengverplichting, terwijl expliciet is besloten dat biogas en biobrandstof onder maximaal één sti-muleringsregeling vallen. Elektrische auto’s krijgen bovendien tal van fiscale voordelen. Wij roepen het kabinet op om dit verschil recht te trek-ken en te zorgen voor eerlijke concurrentie.” p

Bij Solvay in het Belgische Lillo draait al enkele maanden met succes een demonstratie-brandstofcel van Ned-stack met een vermogen van 1 mega-watt. Deze industriële brandstofcel met een protonenmembraan (PEM) zet waterstof, een reststof uit de chloorin-dustrie, om in elektriciteit.

De mini-elektriciteitscentrale bij Solvay, PEM Powel Plant genoemd, heeft gedurende de

eerste 800 uren meer dan 500 mega-wattuur opgewekt, wat neerkomt op het stroomverbruik van 1.370 gezinnen. De brandstofcel zet de chemische energie van waterstof om in schone elektriciteit via een elektrochemische reactie met zuurstof, en produceert daarbij alleen elektriciteit, water en warmte. Derge-lijke brandstofcellen worden steeds meer als een belangrijke nieuwe ener-gietechnologie beschouwd voor tal van toepassingen zoals autobussen, auto’s, vaartuigen, heftrucks, warmtekracht-koppelingen en stroomaggregaten. De internationale koploper is Japan. Daar wordt zowel door de overheid als door autobouwers als Toyota en Honda zwaar geïnvesteerd in de brandstofceltechno-logie.

Energie-intensieve chloor- en chloor-aatfabrieken kunnen met dit brandstof-celsysteem in respectievelijk 20 en 40 procent van hun eigen elektriciteitsbe-hoefte voorzien. Naast 1 megawatt elek-triciteit levert de PEM Power Plant ook 500 kilowatt warmte, die op de Solvay-site wordt gebruikt. De brandstofcel vergroot daarmee ook de energie-effi-ciëntie van zoutelektrolyse. p

Solvay haalt elektriciteit uit waterStof

NVDB wil gelijke kaNseN BioBraNDstof

18 Chemie magazine maart 2012

Page 19: Chemie magazine - maart 2012

Meer actueel nieuws op www.vnci.nl en in de weke-lijkse gratis Chemie nieuws-brief (meld je aan via de site).

www

De Light Hydrocarbon (LHC) ethyleenpro-ductie in Terneuzen staat qua productie, betrouwbaarheid en veiligheid in de abso-lute mondiale top. Dit is mede te danken aan een nieuw record van ethyleenkraker 3.

Sinds de kraker na de laatste onder-houdsstop in maart 2006 opgestart is, draait deze inmiddels meer dan 2150

dagen zonder een dag oponthoud produc-tie. Dat is zowel voor Dow als de chemi-sche industrie een ongeëvenaarde presta-tie. Daar komt bij dat kraker 3 bewijst dat betrouwbaarheid en veiligheid hand in hand gaan. Sinds de ingebruikname in november 2001 hebben zich bij deze kraker namelijk geen persoonlijke ongevallen of procesveiligheidsincidenten voorgedaan.

De ethyleenproductie in Terneuzen heeft een reputatie hoog te houden in de indus- trie. Het krakercomplex in Terneuzen is niet alleen het grootste gemeten naar pro-ductievolume, maar wordt door het continu en veilig opereren ook alom gezien als best in class wat betreft betrouwbaarheid en veiligheid. p

Tijdens de komende VNCI-jaarvergade-ring belicht professor Sweder van Wijn-bergen de chemische industrie vanuit een macro-economisch perspectief. Van Wijnbergen is hoogleraar macro-econo-mie aan de Universiteit van Amsterdam en publiceert veel over internationale economie en public finance.

Van Wijnbergen promoveerde in 1980 op economie aan het Massachusetts Institute of Technology in Cam-

bridge. Hij werkte daarna bij de Wereld-bank als hoofdeconoom Oost-Europa, Mexico en Latijns-Amerika. Tot 1997 was hij als hoogleraar verbonden aan de Lon-don School of Economics en tot 1999 was hij secretaris-generaal bij het Ministerie van Economische Zaken. Hij lanceerde veel originele ideeën over de staats-schuld, de nieuwe economie, het nieuwe belastingstelsel, marktwerking en priva-tisering. Daarnaast is Van Wijnbergen al geruime tijd een belangrijk en invloedrijk

adviseur voor diverse overheden, bedrij-ven en banken in Oost-Europa, Latijns-Amerika, het Midden-Oosten én Neder-land.

Tijdens de VNCI-jaarvergadering gaan diverse gastsprekers in op het grote eco-nomische en maatschappelijke belang van de chemie in Europa en Nederland, nu én in de toekomst. Daarbij komen onder meer aan bod: het verwachte ren-dement van investeringen, het aantrek-ken van financiering, en de risico’s en kansen voor bedrijven bij het investeren. Ook zal een VNCI-lidbedrijf vertellen over ervaringen met gemaakte investeringen. Verder staan de vaste jaarlijkse onderde-len, zoals de overhandiging van de Res-ponsible Care-prijs en de VNCI-borrel, op het programma. p

De VNCI-jaarvergadering 2012 vindt plaats op 20 juni in De Nieuwe Kerk in Den Haag. Meer informatie: [email protected]

ZeeuwSe Dow-kraker breekt recorDS

SweDer van wijnbergen Spreekt op vnci-jaarvergaDering

Sweder van Wijnbergen.

Fo

to: h

ol

la

Nd

se

ho

og

te

BASF stelt zichzelf een aantal nieuwe doelen voor milieu, gezondheid en veiligheid. Zo wil het bedrijf 35 procent energie besparen in 2020 (was 25). Daarnaast moet rond die tijd de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent verminderd zijn (was 25).

Ook gaat het chemiebedrijf verantwoordelijker gebruik-maken van water als hulpbron. BASF is van plan om in 2020 (in vergelijking met 2010) de hoeveelheid drink-

water bij de productie te halveren. Daarnaast gaat het bedrijf duurzame watermanagementsystemen realiseren op alle productievestigingen in gebieden met waterschaarste. Bovendien speelde BASF de laatste jaren een doorslagge-vende rol in de ontwikkeling van de European Water Ste-wardship Standard, een vrijwillige, Europese standaard voor verantwoord watergebruik door de industrie.

Bescherming van de gezondheid op het werk meet BASF met de Health Performance Index, zijn wereldwijde meetin-strument. Deze index kijkt naar vijf criteria: gerapporteerde gevallen van beroepsziekten, medische rampplanning, eer-ste hulp, preventieve geneeskunde en promoten van gezondheid. Om de veiligheid op het werk en bij transport verder te vergroten wil het bedrijf voor 2020 werkgerela-teerde ongevallen met 80 procent (ten opzichte van 2002) en transportongevallen met 70 procent (ten opzichte van 2003) terugdringen. p

amBitieuze DoeleN Basf Voor milieu, gezoNDheiD eN VeiligheiD

Actueel

maart 2012 Chemie magazine 19

Page 20: Chemie magazine - maart 2012

20 Chemie magazine maart 2012

De Chinese chemische industrie is de afgelopen jaren op indrukwekkende wijze gegroeid. Het land heeft de leidende

rol van Europa overgenomen, terwijl menig Nederlands chemiebedrijf toegang zoekt tot de immense markt van 1,3 miljard inwoners. Maar let op: ondernemen in China

draait om guanxi, aldus twee China-pioniers.Tekst: Marga van Zundert

China, het land van groot en snel

Een contract is pas een begin

ka

ll

igr

af

ie: h

on

g

Page 21: Chemie magazine - maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 21

‘De eerste anammox-installa-tie die vanuit China werd besteld, was ruim tien maal groter dan wat we ooit ont-worpen hadden”, vertelt Rob Heim, directeur van

Paques. En ook de grootste biopaq-installatie van het Friese bedrijf in biologische gas- en waterzuive-ringstechnieken staat in China. Heim is nog vaak verbaasd over het enthousiasme en de snelheid waar-mee China nieuwe technologie omarmt. ‘Dat is het leukste aspect van ondernemen in China. Bij ons staan de kranten bol over innovatie en kenniseconomie, maar dáár wordt het veel sneller verwezen-lijkt.”China is de C uit de BRIC’s, de lan-den met de sterkste economische groei in de afgelopen tien jaar. China is ook de absolute koploper. Vanaf begin jaren tachtig groeide de Chi-nese economie jaar op jaar gemid-deld tien procent. In het ‘crisisjaar’ 2009 daalde de groei tot zes procent. In februari 2011 streefde het land Japan voorbij en werd het de tweede grootste economie. De verwachting is dat China in 2020 ook de VS inhaalt. Chemie is na de textiel- en machine-industrie de derde grootste indu-striesector van China, goed voor 10 procent van het bruto binnenlands product in 2010. Een groot deel van de Chinese chemische industrie is basischemie. Maar uit China komen lang niet meer alleen goedkoop speelgoed en matrassen. Ook in zonnepanelen en consumentenelek-tronica (denk aan alle iPads) is China de strijd aan het winnen. Het land bezit echter, met uitzondering van steenkool en een aantal belang-rijke zeldzame aardmetalen, weinig e

grondstoffen. Het is daarom nauwe banden aangegaan met grondstof-rijke landen in Afrika zoals Zim-babwe, Angola, Kongo en Nigeria.

SnellerSinoloog Henk Schulte Nordholt is een China-pionier. Hij werkt sinds de jaren tachtig in Bejing, destijds voor de toenmalige Amro Bank. Nu heeft hij al weer twintig jaar een eigen onderneming: Hofung Techno-logy, een leverancier van proces-technologie voor de (petro)chemie. Sinds 1985 is het zakendoen in China beduidend sneller geworden, vertelt Schulte Nordholt. Dat komt vooral doordat er steeds meer privéonder-nemingen zijn. “Maar het blijft China”, benadrukt hij. “Het land is modern, maar niet Westers. Het draait hier natuurlijk om prijs en kwaliteit, maar óók om guanxi.”Dat laatste betekent zo veel als ‘relatie’ of ‘verbondenheid’. Schulte Nordholt: “Een contract stelt hier niet veel voor, al moet je er hard voor onderhandelen. China is geen sterk gejuridiseerde samenleving zoals de VS. Ontstaan er problemen, dan grijp je niet terug op een con-tract, maar los je ze samen op. Dat betekent dat je enkel zakendoet met mensen die je vertrouwt en waar je je goed bij voelt. Iedereen is ermee bezig zijn relaties op te bouwen en te onderhouden. Het lijkt haast een spel, maar het is heel reëel.” Guanxi vergt ook veel geduld en tijd. Schulte Nordholt: “Chinezen denken door-gaans in langere termijnen dan Europeanen.”

Boot gemistGrote Nederlandse multinationals als DSM, Shell, Unilever en AkzoNo-bel zijn actief in China. Inmiddels

Ondernemerschap

China: kans of bedreiging?De Europese chemische indu-strie was lange tijd leidend in de wereld, maar in 2010 heeft China deze koppositie overge-nomen. Veel basischemie is zelfs uit Europa verdwenen. Gaat de Nederlandse chemie het onderspit delven tegen China?Werner Fuhrmann, VNCI-voor-zitter: “Dat China snel moderni-seert en groeit, is een goede zaak voor de Chinezen die daar-door welvarender worden. Dat moet je daarom niet als bedrei-ging zien. De chemie in Neder-land zal de groei niet kunnen evenaren, maar blijft een veel-belovende toekomst houden. Daarvoor moeten we de funda-menten, een goede infrastruc-tuur en onderwijs, wel op het hoogste niveau houden.”Herman de Jongste, oud-voor-zitter VNCI’s economic outlook group: “Nederland moet erg zuinig zijn op haar chemie. Een fabriek die sluit komt niet meer terug. Je kunt alle troeven zet-ten op hoog-technologische ontwikkeling, maar een pira-mide heeft een brede basis nodig om de top te kunnen dra-gen.”Rein Willems, voorzitter top-team chemie: ‘We moeten zeker niet het geloof in onszelf verlie-zen. De positie van de chemie in Nederland is sterk, en de sleu-tel tot behoud ligt in technologi-sche ontwikkeling én in goede samenwerking met de opko-mende economieën.’

Brazilië, Rusland, India en China - de zogehete BRIC-landen - vertegen-woordigen een grote ontluikende afzet- en productiemarkt met grote groeimogelijkheden voor de chemie-sector. Of zijn de BRIC’s een hype? Een serie over de potentiële economische grootmachten van de toekomst en de kansen voor de chemie. Guanxi, oftewel het maken en

onderhouden van persoonlijke relaties in de Chinese maatschappij, is een van de belangrijkste aspecten van het zakendoen in China

Page 22: Chemie magazine - maart 2012

22 Chemie magazine maart 2012

“ kritiek leveren is hier absoluut not done”

Chemisch technoloog Ronny de Ridder werkt sinds een jaar als plant engineer in het Chinese Huizhou (provincie Guangdong) voor de joint ven-ture CSPC van staatsoliebedrijf CNOOC en Shell. Hij is de enige buitenlander in een operationele rol.

Hoe bevalt het?“Ik voel me hier regelmatig Alice in Wonderland. Elke dag brengt verwondering en avontuur. Bood-schappen doen, eten bestellen of ergens heenrei-zen gaat altijd net even anders dan verwacht door spraakverwarringen en cultuurverschil. Maar iedereen is erg behulpzaam, open en nieuwsgierig. Als de serveerster in een restaurant je niet begrijpt, haalt ze er een tweede bij, en binnen de kortste keren staan er tientallen mensen aan je tafel in het Chinees te discussiëren over wat je bedoelt. Hila-risch!”

Je werkt met Chinese collega’s. Wat gaat er anders dan met Nederlanders?“Werkelijk alles. De Nederlandse manier van zeg-gen wat je denkt en weinig aan hiërarchie hechten is absoluut not done. Het hoogste goed wordt gevormd door respect tonen, gezichtsverlies voor-komen en harmonie. Vergaderingen zijn chaotisch. Mensen komen te laat, vallen in slaap en kakelen door elkaar heen. En er wordt niets besloten. Veel zaken blijven impliciet en besluiten vallen in infor-mele een-op-een-gesprekken. Maar alles gebeurt in een ongelofelijk tempo, en per saldo is de pro-ductiviteit vaak hoger dan in Nederland. En het is grappig om te merken dat mijn Chinese collega’s me af en toe inzetten om juist wél kritiek te leve-ren. Een verschil is ook dat mijn Chinese collega’s, hoewel ze universitair geschoold zijn, vele jaren praktijkervaring hebben. Je begint je carrière hier altijd onderaan. Als er een pomp piept, weten ze precies wat er aan de hand is.’

Wat valt je op aan het land?“Oud en nieuw bestaan hier naast elkaar, en dat levert contrastrijke plaatjes op. Ik zie dagelijks stokoude mannen en vrouwen op gammele drie-wielers met manden schriele kippen naar de lokale markt fietsen. Ze worden daarbij links en rechts ingehaald door de nieuwste hybride Lexus SUV’s. Er zijn gigantische zonnecentrales en windmolen-parken, maar tegelijkertijd is de smog in Beijing werkelijk ongelofelijk.”

Is China de toekomst?“China is hard op weg de nieuwe wereldmacht te worden. Vrijwel dagelijks worden hier nieuwe raf-finaderijen en fabrieken aangekondigd. Binnen een week ligt er een nieuwe zesbaanssnelweg. Maar China is ook een kruitvat. De controle en beperkte vrijheid zijn dagelijks voelbaar. En het is duidelijk dat de ontwikkeling slechts een deel van de bevol-king bereikt. Hoe wordt die druk van de ketel gehaald? Daar hangt volgens mij veel vanaf.”

hebben ook kleinere chemiebedrij-ven hun weg gevonden. Betekent dit dat je de boot hebt gemist als je China nu nog wilt veroveren? “Dat is wat extreem uitgedrukt”, vindt Schulte Nordholt. “Maar je moet wel iets bijzonders in huis hebben. China heeft veel geleerd de afgelopen jaren en kan inmiddels heel veel zelf.”In 2006 ontving Paques een China Trader Award van het Nederlandse Centrum voor Handelsbevordering en de Hong Kong Trade Develop-ment Council voor innovatief, suc-cesvol en duurzaam ondernemen. Paques was er vroeg bij in China: al in 1997 opende het bedrijf een vesti-ging in Shanghai. Heim: “In de jaren negentig zag Paques China lang-zaam opengaan. In potentie was het land natuurlijk een enorme groei-markt, en daar wil je als internatio-naal bedrijf bij zijn.” Via een Chinees die in Nederland studeerde en bij

“ Een contract stelt hier niet veel voor.”

Paques onderzoek deed naar de Chinese markt werden eerste con-tacten gelegd. De man is nu ceo van de vestiging in Shanghai. China is ondertussen goed voor bijna de helft van de totale jaarlijkse omzet van Paques.Heim heeft ook plannen in twee andere BRIC-landen: Brazilië en India. In het Braziliaanse Piracicaba is onlangs een kantoor geopend met zeven lokale medewerkers. In India is Paques nog in de oriëntatiefase. Heim: “Groei-economieën zijn stra-tegisch belangrijk, maar je kunt niet zomaar je Nederlandse of Chinese aanpak kopiëren. Dat zou ook van weinig respect getuigen voor de cultuur. Het succes valt of staat bij goede lokale managers die weten hoe het land en de gewoonten in elkaar steken. Van hen kun je veel leren, en die mensen moet je de ruimte geven.” p

In november 2010 opende AkzoNobel een multi-site in het Chinese Ningbo.

fo

to: a

kzo

no

be

l

Page 23: Chemie magazine - maart 2012

Bekijk de DSM business case

Logistics Control Tower

Cost Saving Tools

Carrier Connectivity

KPI Dashboards

Uw transport onder controle?

CO2COBekijk de DSM business case

Carrier ConnectivityCarrier Connectivity

WIJ DE CONTROLE, U HET INZICHTIDS is gespecialiseerd in ADR, Temp- en vorstvrijzendingen. Ga naar idsnl.com/ADR

®

WORLDWIDE LEVEL AND FLOW SOLUTIONS

Europees hoofdkwartier & produktie - Zele, België

Heikensstraat 69240 Zele, Belgium

Tel: +32 (0)52 45 11 11Fax: +32 (0)52 45 09 93

e-mail: [email protected]

SAFETY INTEGR

ITY LEVEL

HEAVY DUTY ECLIPSE®

Volledige mechanische overvulveiligheid, geschikt voor SIL 2, en ontworpen voor zowel zuivere als vervuilde vloeistoffen (tot 10.000 cP) zijn de basisingrediënten voor de Eclipse “heavy duty” reeks. Met een mi-nimum aan sondes kan een maximum aan-tal toepassingen bediend worden, gaande van sterk aanklevende vloeistoffen met lage diëlectrische konstante, hoge of cryogene temperaturen, of van volledig vacuüm tot 430 bar. Eclipse is sinds 1998 de eerste en onbetwiste leider in 2-draads Golfgeleide Radartechnologie.

FOCUS OP NIVEAUMETING

Page 24: Chemie magazine - maart 2012

“Wij zijn kooplieden in duurzaamheid”

Directeur Natuur & Milieu Tjerk Wagenaar

24 Chemie magazine maart 2012

Page 25: Chemie magazine - maart 2012

“Wij denken graag mee hoe we op een con-structieve manier samen oplossingen kunnen vinden.” Dat zegt directeur Tjerk Wagenaar van Natuur & Milieu naar aanleiding van de visie 2030-2050. Daarom ruimt de milieuorganisatie samen met de VNCI belemmeringen uit de weg die de overgang naar een biobased economie vertragen. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

jerk Wagenaar, sinds kort directeur van milieuorgani-satie Natuur & Milieu, was in januari aanwezig als panellid tijdens de presentatie van VNCI’s visie 2030-2050 in

Utrecht. In deze visie voorspellen zij en organisatie- adviesbureau Deloitte dat de chemie in Nederland en Noordwest-Europa de komende tientallen jaren een substantiële groei zal doormaken. En terwijl Natuur & Milieu in het verle-den vooral politiek actief was, werkt Wagenaar anno nu daarnaast actief samen met bedrijven en consumen-ten. Hij is daarom positief over de boodschap die de visie schetst, namelijk dat er een toekomst is voor de chemische industrie in ons land. “Vaak hoor je geluiden dat er in ons overvolle, kleine Nederland geen ruimte is voor nog meer industrie. Het opvallende aan deze studie is voor mij dat de chemische industrie haar omzet nog kan verdubbelen, uiteraard binnen de beschikbare milieugebruiksruimte. Dat hadden veel mensen volgens mij niet ver-wacht. Het onderstreept voor mij bovendien nog eens hoe belangrijk het is dat de VNCI en Natuur & Milieu samen optrekken.”

Wat bedoelt u daar precies mee? “De chemische industrie heeft maatschappelijke organisaties als Natuur & Milieu nodig. Samen kun-nen zij de juiste randvoorwaarden scheppen om de groene groei in de toekomst mogelijk te maken. Je kunt hierbij denken aan dilemma’s oplossen over welke biomassa waarvoor te gebruiken, eenvoudige regels of prikkels aandragen om dit te bereiken, of maatschappelijk draagvlak creëren voor de gewenste stappen. Natuur & Milieu kan zich prima vinden in de activiteiten van de sector om het energieverbruik verder te reduceren, of het streven naar zo veel mogelijk transparantie over de herkomst en opbouw van de te gebruiken grondstoffen. Verder vindt de VNCI ons aan haar zijde om een aantal belangrijke belemmerin-gen voor de overgang naar de bio-based economie uit de weg te rui-men.”

Waar moeten we dan aan denken?“In de eerste plaats is het belangrijk dat de branche zekerheid krijgt over het effect van toekomstige investe-ringen in de biobased economie. De sector wil op termijn graag over-schakelen op groene grondstoffen

T

efo

to: c

as

pe

r r

ila

Visie 2030/2050

maart 2012 Chemie magazine 25

Page 26: Chemie magazine - maart 2012

voor de productie van hoogwaardige biomaterialen. Daarvoor is het belangrijk om te weten hoe veel biomassa we kunnen importeren en hoe we die goed kunnen verdelen. De Europese biobrandstoffenricht-lijn schept een kunstmatige markt voor biobrandstoffen, waardoor veel van deze stromen worden wegge-lokt van de chemische sector naar de energiesector. Denk daarnaast aan een stabiele CO2-prijs zonder dat daarmee de mondiale concur-rentiepositie wordt aangetast. Ook is het belangrijk dat de overheid de juiste wet- en regelgeving opstelt die de overgang naar de biobased economie faciliteert.”

Kunt u dat toelichten?“Ik zit bijvoorbeeld in de Advies-groep Modernisering Omgevings-recht. Deze adviseert minister Schultz van Haegen van Infrastruc-tuur en Milieu over de vereenvoudi-ging van het omgevingsrecht. De regels voor milieu, ruimtelijke orde-ning, natuur en water zijn momen-teel veel te complex en vaak los van elkaar tot stand gekomen. De samenhang ontbreekt, en dat bemoeilijkt een integrale benade-ring van de omgeving. Ik heb mij er sterk voor gemaakt dat er in de nieuwe Omgevingswet experimen-teerruimte komt voor duurzame ontwikkelingen. Zo moet het moge-lijk zijn om tijdelijk bepaalde emis-sies beperkt toe te staan als dit bij-draagt aan structurele duurzaamheid. Stel dat een bedrijf in de Botlek een nieuwe proeffa-briek wil neerzetten die op groene grondstoffen draait. Dan moet de onderneming er wel van verzekerd zijn dat er ook in de toekomst ruimte is voor bepaalde emissies. De maat-regel van het kabinet om de maxi-mum snelheid rond Rotterdam weer tot 100 kilometer per uur te verho-gen, heeft momenteel direct invloed op dit soort investeringsbeslissin-gen. Het beperkt de ruimte voor vernieuwing in de chemische indu-strie in Rotterdam. Staan we daar

“ Ik verwacht van de VNCI leiderschap bij het benoemen van de belemmeringen.”

26 Chemie magazine maart 2012

Page 27: Chemie magazine - maart 2012

over natuur & milieuIn de lobby van VNO-NCW verontschuldigt directeur Tjerk Wagenaar zich voor het uitlopen van een eer-dere afspraak aldaar. Zijn aanwezigheid in het kan-toor van de ondernemersorganisatie typeert de omslag die Natuur & Milieu al een paar jaar geleden heeft gemaakt. Was de organisatie voorheen sterk gericht op het Haagse en Brusselse lobbycircuit, tegenwoordig werkt zij constructief samen met bedrijven, overheid, consumenten en maatschap-pelijke organisaties om de overgang naar een duur-zame samenleving te realiseren. Ook de financiering is veranderd. Een paar jaar geleden was de overheid de belangrijkste financier van Natuur & Milieu en vroegen sommigen zich wel eens af waarom de organisatie niet gewoon deel uitmaakte van het toenmalige ministerie van Ver-keer, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Inmiddels haalt Natuur & Milieu tweederde van haar inkom-sten uit onafhankelijke projecten voor een scala aan opdrachtgevers.De rol van versneller en verbinder van de duurzame samenleving is Wagenaar op het lijf geschreven. Sinds december 2010 leidt de natuur- en bedrijfs-kundige de maatschappelijke organisatie. Daarbij profiteert hij ook van zijn uitgebreide ervaring in het bedrijfsleven, onder andere als directeur warmte en koude bij Eneco, tijdens gesprekken in de board rooms van de toonaangevende ondernemingen van ons land. Daarnaast mengt Wagenaar zich graag in het publieke debat over ontwikkelingen in de indu-strie.

een chemische fabriek van binnen heeft gezien. Ik weet nog uit mijn periode als directeur bij Eneco hoe leuk het is om jongeren met gepas-sioneerde technici of marketeers in aanraking te laten komen. Dat werkt heel stimulerend voor beide par-tijen. Verder is het essentieel dat bedrijven die zich niet aan de regels houden intern keihard worden aan-gepakt. De uitstraling van de brand bij Chemie-Pack op de sector is natuurlijk killing. Eén rotte appel in de mand verpest het voor iedereen, ook al is het bedrijf geen lid van de VNCI. Verder is het belangrijk dat de vereniging haar tegenkrachten goed organiseert, want anders krijg je je eigen zaken niet goed voor elkaar.”

Tegenkrachten?“Daarbij doel ik op goed en profes-sioneel overheidstoezicht bij chemi-sche bedrijven. Er bestaat een breed gedragen beeld dat het hieraan schort. Daarom is de overheid al een tijdje bezig om het toezicht te professionaliseren via gespeciali-seerde uitvoeringsdiensten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving van BRZO-bedrijven in een regio. Deze diensten konden er in mijn ogen al veel eerder zijn als er meer druk op de overheid was uit-geoefend.”

Doet u liever rechtstreeks zaken met bedrijven of met hun koepelorganisa-ties?“Dat ligt aan het onderwerp. Als het bijvoorbeeld om sectorbrede ont-wikkelingen gaat, zoals het opzetten van keurmerken, het oplossen van dilemma’s of het verkrijgen van maatschappelijk draagvlak, dan stemmen we dat uiteraard graag af met de koepelorganisaties. Maar bedrijven kloppen steeds vaker zelf bij ons aan om duurzaamheid in hun organisatie een stimulans te geven. Wij helpen ze om hun eigen dilem-ma’s scherp te krijgen en intern enthousiasme te kweken. Door onze brede blik kunnen wij ze ook advise-ren over relevante ontwikkelingen in

andere sectoren, zoals het emissie-handelssysteem in de luchtvaartin-dustrie. Ook ondersteunen wij bedrijven bij het terugdringen van hun energieverbruik. Daarmee ver-sterken ze niet alleen hun concur-rentiepositie, maar werken ze tevens aan duurzaamheid.”

Hoe kunnen bedrijven duurzaamheid stimuleren?“Bij de koplopers in de chemische industrie maakt duurzaamheid inte-graal deel uit van het management. Daar kijken ze bijvoorbeeld bij iedere investeringsbeslissing naar de duurzaamheidscomponent en is duurzaamheid onderdeel van de beloningsstructuur. Dat is alleen zeker nog niet overal het geval. Ik pleit ook altijd voor meer promotie-kansen voor mensen die invulling geven aan duurzaamheid.”

Natuur & Milieu heeft zich in de afge-lopen jaren dus ontwikkeld tot een volwaardige sparringpartner voor het bedrijfsleven. Hoe bevalt die rol?“Ik vind het bijzonder inspirerend om voor het grootste deel afhanke-lijk te zijn van vrije opdrachten. Graag adresseer ik onderwerpen die standaard niet ter sprake komen om aan te geven dat we het over een bepaald thema moeten hebben en om voortgang te krijgen. Dat doe ik niet met de intentie om te zeggen of iets wel of niet goed is. Natuur & Milieu zit graag aan tafel, en niet aan de zijkant. Wij hangen geen span-doeken aan fabrieken, maar zoeken actief de dialoog, publiceren in de media en entameren discussie. En als we het écht niet met elkaar eens zijn, gaan we naar de institutie waar we nog steeds veel vertrouwen in hebben: de rechter. Maar dat komt steeds minder voor. De tijd van de dominees hebben we voorgoed ach-ter ons gelaten. Dat past niet meer bij het nieuwe profiel van Natuur & Milieu. Ik zie ons meer als kooplie-den in duurzaamheid, en daarbij gaat het om het resultaat.” p

met z’n allen wel bij stil, vraag ik mij soms af.”

Welke rol ziet u hierbij voor de VNCI weggelegd?“Ik verwacht van de VNCI leider-schap bij het benoemen van de belemmeringen die uit de weg geruimd moeten worden. Daarnaast kan de vereniging aangeven welke stimuleringsmaatregelen nodig zijn. Ook kan de VNCI een belangrijke rol spelen bij het creëren van een posi-tief imago voor de gehele sector.”

Op welke manier?“Bijvoorbeeld door ervoor te pleiten dat iedere middelbare scholier mini-maal twee keer tijdens zijn opleiding

Visie 2030/2050

maart 2012 Chemie magazine 27

Page 28: Chemie magazine - maart 2012

28 Chemie magazine maart 2012

Op 13 februari is het Masterplan Bèta en Technologie Naar 4 op de 10 aan minister Verhagen gepresenteerd. Een van de belangrijkste conclusies uit het rapport is dat er veel extra bèta- en technologiewerknemers nodig zijn als de topsectoren willen blijven groeien. De chemie zet zich hiervoor al met drie projecten in die hier voorgesteld worden. Tekst: Emma van Laar

chemie VoortVarend Van start

Masterplan vraagt om veel extra bèta- en technologiewerknemers

Om de groei van de topsec-toren te waarborgen moe-ten er gedurende langere tijd jaarlijks minstens 40.000 bètatechnologische mensen extra aangetrok-

ken worden. De langetermijnambi-tie: in 2025 heeft 40 procent van alle afgestudeerden een bèta- of tech-nologische opleiding gevolgd. Momenteel ligt dit percentage nog rond de 25 procent. Om dit voor elkaar te krijgen zijn investeringen van de topsectoren, de overheid en het onderwijs noodzakelijk, aldus het Masterplan Bèta en Technologie Naar 4 op de 10 – meer technologieta-lent voor Nederland. Het plan is opgesteld door de negen topsecto-ren (AgroFood, Tuinbouw en uit-

Page 29: Chemie magazine - maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 29

chemie VoortVarend

e

Onderwijs

gangsmaterialen, High Tech, Ener-gie, Logistiek, Creatieve Industrie, Life Sciences, Chemie en Water) en bouwt voort op de plannen van de topsectoren om talent aan zich te binden.

Wat is de bedoeling?Het Masterplan Bèta en Technologie (MB&T) benoemt vier doelen die in de komende tien jaar bereikt moe-ten worden. Ten eerste zijn meer bèta- en technologiegediplomeer-den in de topsectoren nodig. Daar-naast moet de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbete-ren. Het derde doel is om techni-sche mensen te binden, boeien en ontwikkelen. Tot slot is het cruciaal om de arbeidsmarkt interessanter

te maken voor buitenlandse werk-nemers. Voor de realisatie zijn zowel de topsectoren en de indu-strie als de overheid en het onder-wijs verantwoordelijk. Als eerste stap zal een implementatieplan worden opgesteld. Dit gebeurt onder leiding van de stuurgroep MB&T en in samenwerking met onder andere het Platform Bèta Techniek en de Groene Kennis Coö-peratie.

Wat doet de chemie?De chemiesector is al voortvarend aan de slag gegaan met drie con-crete projecten die in het master-plan en de Human Capital Agenda Chemie vallen.

De Universiteit Utrecht (UU) start komend studiejaar met een pilot waarbij chemiebedrijven beurzen aan talentvolle startende studen-ten ter beschikking stellen. Deze zogeheten topsectorchemiebeurs bedraagt 500 euro per maand tijdens de bachelor. “Dit kan hel-pen om briljante scholieren te laten kiezen voor chemie”, vertelt professor Andries Meijerink, hoogleraar vaste stof chemie en onderwijsdirecteur scheikunde aan de UU. “Met de beurs kunnen ze hun talent optimaal benutten en is er geen bijbaan nodig om de studie te fi nancieren. Daarnaast geeft de industrie hiermee aan alle scholieren het signaal af dat chemie belangrijk is en de toe-komst heeft.” De topsectorchemiebeurs is gelinkt aan een bedrijf, wat zowel multinationals als mkb’ers kun-nen zijn. “Met deze beurs willen we als industrie laten zien dat het wat ons betreft menens is”, zegt Nelo Emerencia, VNCI-speerpunt-manager onderwijs en innovatie. “Komend studiejaar zullen er drie tot vijf beurzen beschikbaar zijn. De lering die we trekken uit deze pilot zullen we benutten als we het plan in 2013 landelijk uitrollen met zestig beurzen. Hiervan gaan er twintig naar het wo en veertig naar het hbo.”

chemieBeUrs1IL

LUS

TRA

TIE

: RO

Y W

OL

FS

Page 30: Chemie magazine - maart 2012

30 Chemie magazine maart 2012

Twee onderzoeken, een van de Europese koepelorganisatie van de chemische industrie Cefic (2009) en een van de VNCI (2011), laten zien dat chemiebedrijven en universiteiten een verschillende kijk op de gewenste vaardigheden van chemici hebben. Waar univer-siteiten zich vooral toeleggen op het overbrengen van technologi-sche kennis, zijn bedrijven juist op zoek naar multidisciplinaire werk-nemers met persoonlijke en busi-nessvaardigheden. De industrie, het onderwijs en de wetenschap zijn het erover eens dat het verbe-teren van de aansluiting tussen onderwijs en industrie een geza-menlijke aanpak vergt (zie ook het artikel ‘Wie onderwijst wat?’ in de februari-editie van Chemie Maga-zine). Op basis van dit onderzoek ontwikkelt de VNCI samen met de onderwijsinstellingen een plan voor het onderwijs in innovatie-vaardigheden.

Onderdeel van het plan om de vaardigheden van studenten beter op het bedrijfsleven te laten aan-sluiten is een pilot in de regio Amsterdam, waarbij de samen-werking tussen chemiebedrijven en de universiteiten verstevigd wordt. In Amsterdam lopen bij-voorbeeld plannen om het bedrijfsleven te betrekken bij de voorlichting over de scheikunde-studie. Marly van den Boom, stu-dievoorlichter scheikunde van de VU, merkt dat ze van scholieren vaak de vraag krijgt wat je uitein-delijk met de studie scheikunde kunt. “We vroegen ons af hoe we dit al in de voorlichting en werving duidelijker konden maken. Daarbij gebruikmaken van chemiebedrij-ven lijkt ons een goed idee, bij-voorbeeld door ze in te zetten bij een beroepenmiddag of tijdens voorlichtingsdagen. Dit heb ik met de VNCI besproken, en zij heeft een lijst met bedrijven in de regio opgesteld. Het idee is om dit naar een landelijk niveau te tillen. Het plan staat nog in de kinderschoe-nen, maar zowel bedrijven als de universiteiten zijn zeer positief.”

Verschillen in competenties

samenwerken in amsterdam

2

3reactie VsnU op het masterplanUniversiteiten spannen zich al langere tijd samen met het bedrijfsleven in om het aan-tal bèta-afgestudeerden fors te verhogen en hen te interesseren voor een bètaberoep. Dit zegt de Vereniging van Universiteiten (VSNU) in reactie op het masterplan. “Zo zijn de curricula verbeterd en aantrekkelij-ker gemaakt”, zegt Sijbolt Noorda, woord-voerder van VSNU. “Bovendien zijn de ambi-ties en de onderwijskwaliteit verhoogd en worden scholieren in een vroeg stadium over deze opleidingen geïnformeerd.”Om bèta’s meer in hun eigen sector te hou-den en het tekort te verkleinen is meer dan alleen de inspanning van de universiteiten nodig, denkt de VSNU. Noorda: “Tot op heden kiest maar de helft van de bètastu-denten voor een carrière in zijn eigen sector. Een intensievere samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs kan ons hel-pen dat aantal te vergroten. Denk bijvoor-beeld aan een bijdrage van het bedrijfsleven aan het onderwijs door docenten en stage-plekken aan te bieden, maar ook aan aan-trekkelijke arbeidsvoorwaarden. Daarnaast is het goed om beurzen beschikbaar te stel-len voor getalenteerde studenten en het internationaal perspectief te bevorderen.”

“Met deze beurs wil-len we laten zien dat het wat ons betreft menens is.”

Page 31: Chemie magazine - maart 2012
Page 32: Chemie magazine - maart 2012

32 Chemie magazine maart 2012

M

Een van de aandachtspunten van het actieplan Veiligheid Voorop is het excellent uitvoeren van het veiligheidsbeheerssysteem. Bij de vestigingen van Arkema in Nederland is dit systeem verre-gaand geïntegreerd in het gewone managementssysteem. Maarten Dankloff, HSE-manager Benelux, legt uit hoe dat in zijn werk gaat. Tekst:Joost van Kasteren

aarten Dankloff van Arkema Nederland ver-keert in een bijzondere situatie voor een health, safety & environment (HSE)-manager. Hij heeft

namelijk te maken met vijf vestigin-gen, verspreid over het land, die ook nog eens heel verschillende produc-ten maken (zie kader). “Het veilig-heidsbeheerssysteem verschilt van bedrijf tot bedrijf”, vertelt hij. “De uitvoering ervan is de verantwoor-delijkheid van het management op de locatie. Alle sites hebben een HSE-manager die hiërarchisch onder de locatiemanager valt, maar wel aan mij rapporteert. Naast toe-zicht en advies is het ook mijn taak om ervoor te zorgen dat de bedrijven gebruikmaken van elkaars kennis en expertise. Ze hoeven tenslotte niet allemaal opnieuw het wiel uit te vin-den als het gaat om veiligheid.”

Zeven elementenEen veiligheidsbeheerssysteem (VBS) bestaat standaard uit zeven elementen. Drie daarvan zijn speci-fiek voor het werken met gevaarlijke stoffen: identificatie van gevaren en beoordeling van risico’s; voorberei-den op noodsituaties (emergencies) en het aanbrengen van wijzigingen (management of change). De andere elementen hebben betrekking op personeel en organisatie, toezicht op uitvoering, toezicht op prestaties en het uitvoeren van audits en inspec-ties. In het VBS is in detail omschre-ven hoe de verschillende elementen moeten worden ingevuld. Voor bij-voorbeeld het element ‘identificatie van gevaren en beoordeling van risi-

ToeTsen is weTen

co’s’ worden scenario’s voor het vrij-komen van gevaarlijke stoffen en de gevolgen daarvan (loss of contain-ment) opgesteld. Dankloff: “Door verschillende technieken te gebrui-ken, zoals HAZOP (hazard and opera-bility study) en risico-inschatting, kun je op verschillende momenten in het proces nagaan wat de kans hierop is.”

Gezamenlijk oefenenDesgevraagd zegt Dankloff dat de overheid – in juridische terminologie het bevoegd gezag - ook graag wil weten hoe een bedrijf de verschil-lende elementen van het VBS invult en de veiligheidsprestaties meet. “Als het bijvoorbeeld gaat om het element loss of containment, dan worden regelmatig een of twee van onze scenario’s doorgelicht door bijvoorbeeld mensen van de brand-weer of de arbeidsinspectie. Stel dat het gaat om een brand in een tank- opslag, dan wordt er gecontroleerd of we de tank wel goed onderhou-den, of een tankput wel vloeistof-dicht is, en of de mensen adequaat zijn opgeleid en weten wat ze moeten doen bij een incident.”Het doorlichten en daarna oefenen van scenario’s heeft volgens Dan-kloff als nuttig neveneffect dat de operationele diensten van de over-

heid ook beter weten wat ze moeten doen als zich een incident voordoet. “Het leidt soms ook tot een geza-menlijke oefening. Dat is natuurlijk alleen maar gunstig, omdat het helpt om situaties zoals bij Chemie-Pack in Moerdijk te voorkomen.”

Klachten“Naast de reguliere rapportage moeten we ook alle gebeurtenissen die konden leiden tot een ongeval of het vrijkomen van gevaarlijke stoffen melden bij het bevoegd gezag”, ver-volgt Dankloff. “Eind januari bleek bijvoorbeeld dat een aantal automa-tische kleppen in een van onze installaties in Rotterdam niet meer naar behoren functioneerde bij 14 graden vorst. Dat heeft gelukkig geen problemen gegeven, omdat we de productie hebben stopgezet. Maar we moesten het wel melden.”De meldingsplicht geldt voor alle voorvallen die ertoe kunnen leiden dat de operationele diensten, zoals brandweer, politie en ambulance, in actie moeten komen. Daaronder valt dus ook de onderhoudsstop en het weer opstarten van de installatie. Dankloff: “Bij zulke operaties is de kans dat er iets misgaat groter dan bij de reguliere productie. Vandaar dat we dat vooraf moeten melden. Het is ook een vorm van geruststel-

Maarten Dankloff (Arkema): key performance indicators regelmatig beoordelen

Page 33: Chemie magazine - maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 33

ling. Als er bijvoorbeeld ineens klachten komen over geur, dan weet het bevoegd gezag dat dat misschien komt door de onderhoudsstop.”

Key performance indicatorsVoor elk van de elementen van een VBS zijn key performance indicators (KPI’s) geformuleerd. Die kunnen per afdeling van het bedrijf verschil-lend zijn. Afhankelijk van het type indicator wordt er eens per maand of per kwartaal over gerapporteerd aan de HSE-afdeling en het mana-gement. Daarnaast worden eens per kwartaal de KPI’s overzichtelijk gerangschikt in een process safety management-overzicht. Dankloff laat een kleurig staatje zien met groene vakjes (een score van 90 procent op het betreffende element van het veiligheidsbeheerssysteem), gele vakjes (score tussen de 70 en 90 procent) en rode vakje (score lager dan 70 procent). “Die rode kleur kan diverse oorzaken hebben”, aldus Dankloff. “De emissie kan hoger zijn geweest dan gepland, de operatio-nele controle kan tekort zijn gescho-ten, of er is sprake geweest van meer bijna-incidenten. Het betekent wel dat je om de tafel moet gaan zitten en moet kijken wat er aan de hand is of was. Tijdens zo’n gesprek wordt wel verwacht dat de afdelings-

managers zelf met voorstellen komen voor verbetering. Gelukkig gebeurt dat meestal ook.”

Hearts and mindsNaast de regelmatige rapportage en bespreking met het management worden de VBS’en van de verschil-lende vestigingen om de zoveel jaar getoetst via een audit door mensen van Arkema zelf, samen met audi-tors van het certifi ceringbureau Det Norske Veritas (DNV). Daarnaast zijn er eigen Arkema-richtlijnen, bijvoor-beeld voor reizen naar risicogebie-den, afhandeling van calamiteiten en rapportage van incidenten. Bij de audit vindt ook een inspectie plaats van de plant. Dit gebeurt meestal aan de hand van een check-list, waarbij de inspecteur over het terrein loopt en kijkt wat er niet klopt. Het grote voordeel van een audit door derden is dat het VBS kritisch onder de loep wordt genomen. Daar-door komen niet alleen de zwakke punten aan het licht, maar wordt ook het belang van veiligheid nog eens extra benadrukt. Dankloff: “Heldere procedures en processen zijn essen-tieel voor een goed veiligheidsma-nagement. Maar ze werken alleen als veiligheid in de hearts and minds van de mensen zit.” p

Veiligheid Voorop

VeiLiGHeiD VooRoPHet excellent uitvoeren van het veilig-heidsbeheerssysteem is een van de kernelementen van een solide veilig-heidscultuur en is een van de aan-dachtspunten van het actieplan Veilig-heid Voorop. Daarbij gaat het om het:continu verbeteren van de kwaliteit van het systeem en de uitvoering ervan,meten van de veiligheidsprestaties, enversterken van de competenties.Voor Veiligheid Voorop gaat de VNCI met haar leden na welke gegevens verzameld gaan worden voor het meten van de veiligheidsprestaties op brancheniveau. Die gegevens worden jaarlijks gepubliceerd. Daarnaast wil de VNCI bevorderen dat de leden de kwaliteit van hun veiligheidsbeheers-systeem continu verbeteren, dat werk-nemers beschikken over de vereiste competenties, en dat het onderwerp veiligheid een belangrijke plaats krijgt in de Nederlandse opleidingen.

oVeR ARKeMAHet van oorsprong Franse chemiebe-drijf Arkema heeft vijf vestigingen in Nederland, waarvan er drie vallen onder het besluit risico zware ongeval-len (BRZO). In totaal telt Arkema in Nederland een kleine driehonderd medewerkers. Wereldwijd zijn dat er 16 duizend. De omzet bedraagt ongeveer 6 miljard euro per jaar. Het hoofdkantoor is gevestigd in Parijs.

In Vlissingen maakt Arkema impact modifi ers, polymeren die de slagvastheid van kunststoffen verbeteren. F

OTO

: AR

KE

MA

Veiligheid Voorop

VEILIGHEIDVOOROPVEILIGHEIDVEILIGHEIDVOOROPVOOROP

Page 34: Chemie magazine - maart 2012

34 Chemie magazine maart 2012

“V

Naast safety is voor chemiebedrijven vandaag de dag ook security belangrijk: het gevaar van terrorisme, spionage, cybercrime en misbruik van chemicaliën. Volgens Jos Dingemans, speerpuntmanager VGM bij de VNCI, loopt de chemische industrie alleen nog achter met de verdediging hiertegen. Tekst: Igor Znidarsic

“ Je ontkomt er niet meer aan”

an oudsher heeft onze indu-strie veel aandacht voor procesveiligheid”, zegt Jos Dingemans, speerpuntma-nager veiligheid, gezond-heid en milieu (VGM) bij de

VNCI. “Je wapenen tegen onplof-fende ketels, brandgevaar, schade-lijke stoffen, dat zit in onze genen.” Maar in de loop der tijd zijn er veel meer gevaren bijgekomen. Zo werd begin jaren zeventig duidelijk dat het milieu beschermd moest worden. “Dus richtten we onze processen zo in dat we het milieu zo veel mogelijk ontzien.” Daarna kwamen er stren-gere eisen voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen. En na 9/11 werd de industrie zich bewust van haar kwetsbaarheid voor terroristische aanslagen. Zo werd security een belangrijk thema. Onder security valt naast terrorisme ook spionage, al bedreigt die vooral de continuïteit van het bedrijf en niet zozeer de volksgezondheid. Daarnaast is er cybercrime. Dingemans: “Bijna alle installaties in de chemische indus- trie zijn gecomputeriseerd. Je moet er niet aan denken dat iemand met kwade bedoelingen kan inbreken in de besturingssoftware.” Het vierde onderdeel is misbruik van chemica-

liën. Dingemans: “Chemicaliën wor-den gemaakt voor maatschappelijk relevante doelen: brandstof, isola-tiemateriaal, geneesmiddelen. Maar je kunt er ook producten mee maken die illegaal en gevaarlijk zijn: chemische wapens, drugs. Wees daarom alert als een bedrijf waar je nog nooit zaken mee hebt gedaan vraagt of je tien ton aceton kan leve-ren.”

Toxische wolkNa 9/11 onderzocht de Nederlandse overheid welke sectoren bij een aanslag de maatschappij kunnen ontwrichten of stilleggen en daarom een doelwit van terrorisme kunnen zijn. Naast de drinkwater- en de energievoorziening kwam ook de chemische industrie op de lijst. Hierbij woog - naast een afgesneden olie- en energietoevoer - vooral het gevaar van een toxische wolk zwaar, omdat daarbij slachtoffers kunnen vallen. In 2008 werd een security-convenant getekend tussen de over-heid en de brancheverenigingen van de vitale sectoren. De bij de bran-cheorganisaties aangesloten bedrij-ven verplichtten zich daarmee bin-nen een jaar een securitymana-gementsysteem in te voeren. Voor e

Chemiebedrijven moeten securitymanagement-systeem implementeren

responsible Care seCurity CodeDe Responsible Care Security Code bestaat uit zeven manage-mentmethoden:

1. Inzet van leidinggevenden2. Risicoanalyse3. Uitvoering van beveiligings-

maatregelen4. Training, begeleiding en

informatie5. Communicatie, dialoog en

uitwisseling van informatie6. Reactie op bedreigingen voor

de veiligheid en incidenten7. Inspecties, controle en

voortdurende verbetering

Zie ook www.cefic.org/responsible-care

Page 35: Chemie magazine - maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 35

Veiligheid

illu

str

ati

e: j

oo

st

van

lie

ro

p

Page 36: Chemie magazine - maart 2012

36 Chemie magazine maart 2012

doW CHemiCalDow Chemical heeft een securitymanagementsys-teem. “Als je de zeven stappen van de Responsible Care Security Code implementeert en laat zien dat het onderdeel is van je managementsysteem, voldoe je al voor 90 procent aan het convenant”, zegt emer-gency services & security expertise center leader Wicher Mintjes, tevens voorzitter van de VNCI-werkgroep security. Een belangrijk punt is training van de mede-werkers: “Wij hebben bij Dow mensen bewust gemaakt van wat er allemaal kan gebeuren. Ze moe-ten ook op beveiligingszaken letten, zoals mensen aanspreken die je niet kent of die geen badge dragen.” Dow organiseert ook regelmatig trainingen op het gebied van cybercrime. “Confi dentiële informatie moet je niet laten rondslingeren. Vraag je ook af waar je bent als je over iets confi dentieels praat.”

de chemie gold dit voor bepaalde bedrijven die aange-sloten zijn bij de VNPI (Vereni-ging Nederlandse Petroleum Industrie), de NAV (Neder-landse Aerosol Vereniging) en de VNCI. Op basis van VROM-informatie over risico’s werden vervolgens 24 VNCI-lidbedrij-ven geselecteerd die in aan-merking kwamen voor zo’n managementsysteem. De over-heid zou de implementatie faci-literen met de benodigde infor-matie. Dingemans moet helaas constateren dat het convenant niet de beoogde resultaten heeft geboekt. “Uit onderzoek van de VROM-inspectie uit 2010 blijkt dat slechts 5 van de 24 chemiebedrijven volledig aan de eisen van het convenant voldoen. Sommige zeggen dat ze zich er helemaal niet van bewust zijn dat ze het conve-nant hebben ondertekend”, aldus Dingemans.

SalesorganisatieIn 2010 heeft koepelorganisatie Cefi c security op Europees niveau een speerpunt gemaakt en toegevoegd aan het Respon-sible Care-programma. Dit betekent dat als een bedrijf deelneemt aan dit programma, het automatisch aan de meeste verplichtingen van het conve-nant moet voldoen. “Je ontkomt er gewoon niet meer aan”, benadrukt Dingemans. “Wees je ervan bewust dat de maat-schappij verwacht dat je een securitymanagementsysteem implementeert en de noodza-kelijke maatregelen neemt. Niet eenmalig, maar als vast onderdeel van je business.”Een probleem kan zijn dat voor de verkoop van chemicaliën en voor cybersecurity niet direct de securitymanager verant-woordelijk is, maar respectie-velijk de afdelingen sales of logistiek en ICT. Dingemans: “Instrueer daarom ook die afdelingen. Houd het overzicht over de securitythema’s – ter-rorisme, spionage, verkoop van chemicaliën en cybercrime - en

oproep VnCiDe VNCI roept lidbedrijven op om security in het bestaande managementsysteem te implementeren. Ook zal de vereniging de overheid vragen om het instrumentarium dat is ontwikkeld voor het convenant opnieuw ter beschikking te stellen. De workshops die in 2008 zijn gehouden kunnen, eventueel aangepast, weer worden opgestart. Voor de zeven punten van de Responsible Care Security Code hebben Dow, BASF en Evonik met Cefi c een wat uitgebreider document gemaakt. De Nederlandse vertaling wordt binnen-kort besproken in de VNCI-werkgroep security. “Daarna willen we het met name uitrol-len naar het mkb om te zorgen dat security ook bij kleinere bedrijven onderdeel wordt van het managementsysteem”, aldus Mintjes. Er komt ook een online evaluatietool. “Daarmee kan een bedrijf globaal het eigen managementsysteem en het securityaspect daarvan beoordelen.”

doW CHemiCalDow Chemical heeft een securitymanagementsys-teem. “Als je de zeven stappen van de Responsible

breng ze onder in het security-managementsysteem. Zorg ervoor dat één persoon, met voldoende senioriteit en man-daat, daarover verantwoording kan afl eggen en minimaal een-maal per jaar rapporteert aan de hoogste leidinggevende. In een kleiner bedrijf kan dat een MT-lid zijn die het erbij doet, in een groter bedrijf een securi-tymanager.”

OnacceptabelDingemans kan zich goed voorstellen dat een chemiebe-drijf geen zin heeft in nog meer papierwerk en daardoor zo’n securitymanagementsysteem overbodig vindt. “Ik zou tegen zo’n bedrijf zeggen: ik begrijp al je argumenten en ben het er zelfs mee eens. Ik deel alleen niet je conclusie, want die is onacceptabel. Je hebt gekozen voor een productiesite in Nederland en deze samenle-ving verwacht gewoon dat je de zaken goed regelt. De chemie-branche wil niet alleen de basale veiligheid borgen, maar ook een gewaardeerde maat-schappelijke partner zijn. Daar hoort bij dat je ook de security regelt. Je kunt niet je kop in het zand steken. De enige verlich-ting die ik kan bieden is: doe het op de maat van je bedrijf, zo lean and mean mogelijk, maar baseer het wel op de specifi eke risico’s voor jouw bedrijf.”p

Page 37: Chemie magazine - maart 2012

het veiligste lading zekeringssysteem voor chemisch transport over land en zeeTygard is dé enige economische bezuinigingsmaatregel die risico op ladingschade en incidenten verminderd. Ty-Gard omsluit de lading op zeer betrouwbare en effectieve wijze. Het werkt snel, veilig en milieuvriendelijk: onze producten zijn speciaal ontwikkeld en gecertificeerd voor vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor, over zee en op de weg. Voor meer informatie over dit product, bezoek onze website. Of ervaar het zelf: vraag naar een vrijblijvende proefverscheping of demonstratie over dit unieke product van Walnut Industries.

Bezuinigings-maatregelen?Bezuinigings-maatregelen?

ty-gard.eu

Page 38: Chemie magazine - maart 2012

DSM

in

de

mod

e

38 Chemie magazine maart 2012

Page 39: Chemie magazine - maart 2012

Tijd

ens

de A

mst

erda

m F

ashi

on W

eek

in

janu

ari t

oond

e m

odeo

ntw

erpe

r To

ny C

ohen

zi

jn e

xclu

siev

e ‘T

ony

Cohe

n Fo

r D

SM’-c

olle

c-tie

. Dez

e be

staa

t uit

kled

ing

van

poly

amid

e en

acr

yl, t

wee

doo

r D

SM g

epro

duce

erde

ku

nstv

ezel

s.

Het

idee

om

DSM

op

de c

atw

alk

te p

laat

sen

kom

t van

Auk

je D

oorn

bos

en C

arry

Hen

drix

, tw

ee m

odef

ans

die

bij D

SM F

ibre

Inte

rmed

ia-

tes

wer

ken,

de

mar

ktle

ider

op

het g

ebie

d va

n gr

onds

toffe

n vo

or m

an m

ade

fibre

s. Z

ij na

men

co

ntac

t op

met

de

Amst

erda

mse

mod

eont

-w

erpe

r Ton

y Co

hen,

die

in z

ijn c

reat

ies

stee

ds

vake

r kun

stst

offe

n ge

brui

kt. D

eze

stof

fen

zijn

ge

base

erd

op p

rodu

cten

zoa

ls p

olya

mid

e en

ac

ryl e

n bi

eden

ont

wer

pers

vee

l nie

uwe

mog

elijk

hede

n. Z

o zi

jn z

e be

ter v

erw

erkb

aar,

inte

nser

van

kle

ur, v

alle

n ze

moo

ier e

n ga

an

ze la

nger

mee

.

De

‘Ton

y Co

hen

for D

SM’-

colle

ctie

wer

d tij

-de

ns d

e Am

ster

dam

Fas

hion

Wee

k on

der

grot

e be

lang

stel

ling

gepr

esen

teer

d en

le

verd

e ve

el p

ositi

eve

reac

ties

op. C

ohen

pa

ste

poly

amid

e en

acr

yl to

e in

lang

e, v

loei

-en

de s

ilhou

ette

n en

ged

rape

erde

sto

ffen.

De

geto

onde

col

lect

ie w

as s

tijlv

ol e

n lu

xueu

s,

met

een

inge

toge

n kl

eure

npal

et v

an v

oorn

a-m

elijk

zw

art-

en

grijs

tinte

n, a

ange

vuld

met

ro

od e

n pa

ars.

Top

mod

el K

im F

eens

tra

open

de e

n sl

oot d

e sh

ow.

“D

e dr

oom

van

elk

e on

twer

per i

s om

aan

de

wie

g te

sta

an b

ij de

ont

wik

kelin

g va

n st

offe

n,

van

gron

dsto

f tot

dra

ad. E

n di

t is

mog

elijk

bij

een

Ned

erla

nds

bedr

ijf!”

ald

us C

ohen

. p

FoTo: JEroEN SNIJDEr

maart 2012 chemie magazine 39

Uitgelicht

Page 40: Chemie magazine - maart 2012

40 Chemie magazine maart 2012

L“Het verdwijnen van ecosystemen schaadt de economie. Wie daar niets aan doet, betaalt later een hoge prijs.” Dat is de opvallende conclusie van een breed samengestelde commissie: de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen. De commissie werd geleid door oud-milieuminister Hans Alders.

aat de term ‘biodiversiteit’ vallen en menig ondernemer slaat de schrik om het hart. Herin-neringen doemen op aan de korenwolf, de zeg-gekorfslak, de rugstreeppad en andere diertjes waarvan niemand had gehoord, maar die erin slaagden om de aanleg van bedrijventerreinen,

wetenschapsparken en wegen te vertragen omdat hun habitat niet mocht worden verstoord. Lang was het begrip dan ook synoniem voor belemmering van econo-mische ontwikkeling, maar er is een kentering gaande.Neem het volgende citaat: “Het uitsterven van planten en dieren is iets waar ondernemers zich wel degelijk druk over moeten maken, simpelweg omdat het vroeg of laat flinke gevolgen kan hebben voor hun bedrijfsvoe-ring. Niet alleen in de voedingsindustrie, die bijvoor-beeld nu al aanloopt tegen de overbevissing van de zeeën, maar ook in tal van andere sectoren.” Stelling van een militante vertegenwoordiger van de milieube-weging? Niet bepaald, want de schrijver is August Mes-

Oud-milieuminister Hans Alders:

Tekst: Jos de Gruiter

“Behoud Biodiversiteit van wezensF

oto

: sh

el

l

Shell Moerdijk

Page 41: Chemie magazine - maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 41

e

verdwijnen van ecosystemen schaadt de economie. Wie daar niets aan doet, betaalt later een hoge prijs. In 2020 moet het streven naar no net loss van ecosystemen een belangrijk onderdeel zijn van het beleid van overheid en bedrijven.” “We hebben een intensieve discussie gevoerd over de vraag of we slim omgaan met biodiversiteit”, legt com-missievoorzitter Alders uit. “Veel van hetgeen we pro-duceren is afhankelijk van een grote biodiversiteit. Als we doorgaan met het vernietigen van de natuur blijkt straks dat er grondstoffen zijn verdwenen die we nu for granted nemen. En het is de vraag of de natuur ons nieuwe, vervangende stoffen kan leveren.”De westerse mens gebruikt meer natuurlijke hulpbron-nen dan de aarde kan aanvullen. Nederlanders leggen gemiddeld een vier keer groter beslag op deze hulp-bronnen dan er beschikbaar zijn. Volgens het rapport moet er naar gestreefd worden de ecologische voetaf-druk van de Nederlandse burger in 2030 te halveren. De

Biodiversiteit

iodiversiteit van wezensBelang voor industrie”

aanpak moet ertoe leiden dat het evenwicht in 2050 is hersteld en dat de balans weer positief wordt. “Onze economie draait op het gebruik van natuurlijke hulp-bronnen. Afname van biodiversiteit leidt tot de vernieti-ging van deze bronnen”, schrijft de werkgroep. “Het is hoog tijd om de bakens te verzetten en de omslag te maken van interen op natuurlijk kapitaal naar een groene groei.”

Waarde toekennenDe korenwolf komt ter sprake, de hamstersoort die in 2000 de bouw van bedrijventerrein Avantis bij Heerlen stillegde omdat natuurbeschermers erop wezen dat het in Nederland met uitsterven bedreigde dier schade zou ondervinden van het verdwijnen van zijn habitat. “We realiseerden ons dat we weg moesten van het uitgangs-punt ‘u ondernemer doet iets fout en daarmee moet u stoppen’”, herinnert Alders zich. “Je mag aannemen dat economische activiteiten nut hebben, maar soms heb-ben ze een keerzijde. Voor een zinvolle discussie moet je daaraan een economische waarde toekennen en die

meewegen in het beleid, in investeringsbeslissingen en in bedrijfsstrategieën. Een voorbeeld: ik kan tegen een ontwikkelingsland zeggen dat het geen bomen mag kappen omdat dat slecht is voor het klimaat. Als je een boom laat staan levert hij alleen niets op, maar wel als je hem kapt en het hout verhandelt. Dus in plaats van een moreel beroep te doen op regeringen, betalen we nu sommige landen een prijs om bomen te laten staan. Dan praat je met elkaar in termen van economische grootheden.”De gedachtewisselingen in de taskforce hebben de oud-milieuminister optimistisch gestemd. “In de discussie over vergroening van de economie hebben we grote stappen gezet. Afgelopen winter in Davos kwam het onderwerp overal op tafel, en niet in de zin van ‘leuk thema om over te praten’. Ceo’s zijn ermee bezig in hun strategische verkenningen. Ik heb grote sprongen voor-waarts gezien van een bemoedigend aantal koplopers uit het bedrijfsleven, ook uit de chemie. En zonder die

ker, secretaris van het Platform Biodiversiteit, Ecosy-stemen en Economie van VNO-NCW. Op de website van de werkgeversorganisatie vraagt hij zo aandacht voor het rapport Groene Groei, investeren in biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen van de breed samengestelde Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen. De werkgroep werd in oktober 2008 door het kabinet-Bal-kenende in het leven geroepen met de opdracht advies uit te brengen over het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen op de lan-gere termijn. Ze bestond uit vertegenwoordigers van overheid, wetenschap, werkgevers en NGO’s. Voorzitter was oud-milieuminister Hans Alders. Namens de che-mische industrie had (toenmalig) VNCI-voorzitter en DSM-bestuurder Jan Zuidam zitting in de commissie.

Hoge prijsDe taskforce presenteerde medio december 2011 zijn eindrapport in het pand van VNO-NCW. Van de conclu-sies en aanbevelingen was niet direct te verwachten dat het georganiseerde bedrijfsleven ze zal omarmen. “Het

alders: “Stimuleer de frontrunners en voorkom dat achterblijvers die alles aan hun laars lappen, profiteren van de inspanningen van de koplopers. Bestraf freeridergedrag.”F

oto

: IIs

D R

s

Page 42: Chemie magazine - maart 2012

42 Chemie magazine maart 2012

frontrunners komen we er niet. Dat is mijn belangrijke boodschap aan de overheid: stimuleer de frontrunners, help de middengroepen om mee te komen en voorkom dat een achterblijvende groep, die alles aan zijn laars lapt, kan profiteren van de inspanningen van de koplo-pers. Bestraf freeridergedrag.”Volgens het rapport moet de overheid het belastingsys- teem vergroenen: wie innoveert en nieuwe schone pro-ducten maakt, betaalt minder belasting. De vervuilers in de economie moeten juist meer betalen. Op die manier wordt de druk op het milieu in de kosten van producten verwerkt. Een andere manier om dat te doen is een hef-fing op het onttrekken van grond aan de open ruimte, zoals de werkgroep aanbeveelt.

Hart van de chemieVoormalig VNCI-voorzitter en DSM-bestuurder Jan Zui-dam voelde zich zeer op zijn plaats in de taskforce. “De wereldbevolking gaat van zeven naar negen miljard mensen. Die willen allemaal dezelfde levensstandaard als wij in het westen. Dat is een geweldige uitdaging, alleen al om die mensen te voeden. We kunnen de zeeën niet blijven leegvissen, dus moet er veel meer vis wor-den gekweekt. Daarvoor moeten we efficiënter visvoer ontwikkelen. Verder worden fossiele grondstoffen op de lange termijn schaars. We moeten daarom innovatief omgaan met de voorraden die we hebben en zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Daarover ging de discussie en dus hadden we het over het hart van de chemie. Als VNCI-voorzitter was ik groot voorstander van verster-king van het overleg tussen overheid, wetenschap, NGO’s en bedrijfsleven. Bij DSM was ik verantwoordelijk voor duurzaamheid, dus dat paste ook. Daarnaast heeft

de chemie duurzaamheid als strategisch thema geko-zen in haar visie 2030-2050. Ook zijn diverse chemiebe-drijven duidelijk bezig met de transitie naar het gebruik van biogrondstoffen. Wat de commissie aan conclusies en aanbevelingen heeft geformuleerd is een extra duw in de goede richting. Verder was het een bijdrage aan de bewustwording en schetste het een kader voor beleid dat ruimte biedt aan innovaties in de chemie, wat essen-tieel is om het verlies aan biodiversiteit te keren. Het rapport was bovendien een goed bewijs van het feit dat groeperingen met verschillende invalshoeken tot geza-menlijke, breed gedragen aanbevelingen kunnen komen.”“De chemie is in dit verhaal heel belangrijk”, benadrukt Alders. “De bedrijfstak heeft er als vanouds groot belang bij om te kijken wat de natuur aan stoffen levert. Ik zie het als een sector die de leiding kan nemen in het transitieproces naar vergroening van de economie. Dat blijkt al uit initiatieven als de Green Deal tussen de sec-toren chemie, papier, agro en energie. In elk geval moe-ten we ervoor oppassen dat we achterover leunen in de overtuiging dat alles goed zal komen. Het is een perma-nente zoektocht en er zijn geen eenvoudige oplossingen.”

Weinig vertrouwenTen tijde van de presentatie van het rapport liet Willem Ferwerda van IUCN Nederland (de samenwerkingsor-ganisatie van de 36 in Nederland gevestigde leden van de International Union for Conservation of Nature, zoals de Vogelbescherming, het Wereldnatuurfonds, Natuur & Milieu en de waddenvereniging) optekenen dat hij de aanbevelingen uit het rapport “erg belangrijk” vond. Het huidige kabinetsbeleid heeft volgens hem alleen het vertrouwen bij de leden van IUCN dusdanig geschaad dat er weinig vertrouwen over is. “Bij de uitwerking van de aanbevelingen moet de regering dat vertrouwen weer terug te zien krijgen.”Alders: “Omdat de taskforce in het leven is geroepen door het vorige kabinet, hebben we het kabinet-Rutte gevraagd of het er prijs op stelde dat we ons werk zou-den voortzetten. Toen duidelijk werd dat onze aanpak economisch van aard was, is onze vraag in positieve zin beantwoord. De eerste reacties op het rapport hebben me ook optimistisch gestemd. Men is het eens met onze analyse, en ik lees niet dat de bewindslieden van Econo-mische Zaken en Milieu de conclusie afwijzen dat ze een rol te vervullen hebben in het stimuleren van de koplo-pers en het bestraffen van freeridergedrag. Ik heb begrip voor de opstelling van IUCN Nederland. Het was natuurlijk een opgave om de 36 lidorganisaties op één lijn te houden. In feite hebben zij er wel mee ingestemd dat er niet opeens protesterende milieuorganisaties op de stoep staan als ergens volgens de lijnen van de aan-bevelingen van de commissie wordt gewerkt.” Zoals August Mesker (VNO-NCW) schrijft: “Voor de verdere uitwerking zetten bedrijfsleven, overheid en milieuorga-nisaties hun samenwerking voort. Ze kijken hoe ze de aanbevelingen van Alders’ commissie in de praktijk kunnen brengen. Het is goed dat ondernemers en natuurorganisaties heel praktisch kijken hoe ze het beste hun gezamenlijke belangen kunnen verdedigen. Dat levert een stuk minder frustratie op voor onderne-mers en effectievere maatregelen voor natuurbehoud.” p

zuidam: “Fossiele grond-stoffen worden op de lange termijn schaars. We moeten daarom innovatief omgaan met de voorraden die we hebben en zoeken naar nieuwe mogelijkheden.”

Fo

to:v

nc

I

Page 43: Chemie magazine - maart 2012

Jarenlange opleidingservaring • • • • • • • • •

Gespecialiseerde modules

Wist u dat…

U met de ATEX opleidingen van Elsevier Opleidingen ook internationaal goed zit?

Elsevier Opleidingen heeft al 40 jaar ervaring in het opleiden van veiligheidsexperts en mag zich

dan ook met recht dé veiligheidsopleider noemen. Naast de meest actuele informatie over de ATEX-

richtlijnen biedt Elsevier Opleidingen u ook de mogelijkheid een IECEx 05-persoonscertificaat aan te

vragen. Met dit certificaat kunt u wereldwijd aan de slag. Werkt u niet in het buitenland?

Ook dan is dit certificaat waardevol.

DIRECT INSCHRIJVEN? WWW.ELSEVIEROPLEIDINGEN.NL/ATEX

Ga naar www.elsevieropleidingen.nlen schrijf u meteen in vooronze digitale nieuwsbrief!

Over de incompany mogelijkheden informeert onze adviseur Incompany Paul van der Sneppen u graag. Hij is te bereiken op 06 300 14 657.

1. ATEX VOOR DESKUNDIGENDe opleiding ‘ATEX voor deskundigen’

is bedoeld voor mensen werkzaam

in een explosiegevaarlijke branche*.

In twee dagen tijd worden alle

generieke onderwerpen uit de ATEX

modules EX002 tot en met EX0010

behandeld.

Hierna kunt u een examen afleggen

waarmee u bewijst het overgrote deel

aan kennis in huis te hebben.

Duur: 2 dagen

Prijs: € 735,- excl. BTW

Startdata: 23** maart, 3, 12, 14, 18,

21 en 23 april 2012

Locaties: Amsterdam,

Zwijndrecht en Utrecht

* speciaal voor operators is er ‘ATEX voor

operators’. Voor meer informatie

www.elsevieropleidingen.nl/ATEX

** gegarandeerde startdatum

2. ATEX SPECIALISATIEMet een ATEX specialisatie krijgt

u meer diepgaande kennis van

bijvoorbeeld:

- installatie materieel

- onderhoud materiaal

- reparatie & revisie.

Deze modules kunnen ook

incompany plaatsvinden.

Duur en prijs: op aanvraag

Verwachte startdata: 1 ste helft 2012

3. VAN ATEX NAAR IECEX 05 Met het behaalde PBNA diploma

en een werkgeversverklaring

kunt u bij Dekra een IECEx 05

persoonscertificaat aanvragen.

Meer weten? Neem contact op met onze relatiebeheerderBrigitte de Wolf. Zij is te bereiken op tel. (078) 62 53 888 of mail naar [email protected]

UW 3 STAPPEN NAAR UW IECEX 05:

1. Elsevier Opleidingen geeft u een

bewijs van deelname

2. Bij PBNA kunt u het examen

afleggen

3. Dekra kan u een persoonsgebonden

certificaat IECEx 05 afgeven

op basis van uw PBNA examen en

uw werkgeversverklaring

ATEX online? Kijk opwww.ATEXelearning.nl

Page 44: Chemie magazine - maart 2012

44 Chemie magazine maart 2012

Chemiebedrijven en vervoer-ders moeten de handen ineenslaan om het transport veel efficiënter te maken. Zonder tegenmaatregelen stijgen de kosten voor het wegvoer tot 2020 met zo’n 20 tot 25 procent, waardoor de bedrijven uiteindelijk minder klanten in het buitenland kunnen beleveren. Dit stelt Walther Ploos van Amstel, expert op het gebied van logistiek. Tekst: Erik te Roller

e grote uitdaging voor de komende jaren is méér vervoeren met mínder mensen en mínder midde-len”, zegt Walther Ploos van Amstel. Hij is universitair

docent logistiek aan de Vrije Univer-siteit in Amsterdam en supply chain expert bij TNO Mobiliteit. Onlangs heeft hij een essay geschreven over de mogelijke ontwikkelingen in transport en logistiek tot 2040, dat onder meer gaat over de chemische industrie. Dit essay is een preadvies voor de Raden voor de Leefomge-ving en Infrastructuur, die dit najaar een beleidsadvies uitbrengen aan minister Schultz van Infrastructuur en Milieu. Hij licht enkele punten toe die voor de chemie van betekenis zijn.Voor de komende jaren voorziet hij stijgende vervoerskosten: “Binnen acht jaar gaat 20 tot 25 procent van de chauffeurs met pensioen, terwijl nieuwe chauffeurs moeilijk te krij-gen zijn. Ook gaat per 1 januari 2014 de Euro 6-norm in, waardoor ver-voerders extra maatregelen moeten nemen om de emissies van het vrachtvervoer te beperken. Die moeten ze doorberekenen aan hun klanten. Verder heffen de overheden

in de verschillende landen steeds meer tol.”Volgens Ploos van Amstel kan de chemie zich geen stijgende trans-portkosten veroorloven. “De waarde van een chemisch product per kubieke meter is vaak relatief laag, waardoor de transportkosten dus relatief hoog zijn. Bij hogere trans-portkosten loont het niet meer om klanten verder weg in Europa nog te beleveren, met omzetverlies als gevolg.”

AchterblijversDe komende tien jaar dreigen de kosten van het wegvervoer met in totaal 20 tot 25 procent toe te nemen. “Om dat te voorkomen is het zaak de productiviteit in transport en logistiek met 20 tot 25 procent te verhogen. Dit kan door leeg rijden te voorkomen, het wagenpark 24 uur per dag te benutten, en meer in te zetten op spoor en binnenvaart. Op die manier kun je met minder men-sen en middelen meer vervoeren tegen lagere kosten.”Verladers kunnen zich daarom niet meer veroorloven transportbedrij-ven tegen elkaar uit te spelen om ad hoc de laagste prijs voor een trans-portopdracht te bedingen. “Efficiënt

Chemie en vervoerders moeten samenwerken

Meer vervoer Met Minder

‘D

Page 45: Chemie magazine - maart 2012

maart 2012 Chemie magazine 45

vervoer vraagt om het combineren van vracht, en dat vraagt weer om tijdige planning”, aldus Ploos van Amstel. “Dit kan alleen bij langlo-pende contracten tussen chemiebe-drijven en vervoerders. Sabic, win-naar van de Nederlandse Logistiek Prijs, werkt al op die manier.”Alleen de grote vervoerders zijn volgens Ploos van Amstel goed in staat vracht slim te bundelen. Die vervoerders komen nu dan ook razendsnel op. Hij noemt als voor-beeld de twee Duitse logistieke dienstverleners Alfred Talke en DB Schenker, die over tientallen loca-ties in Europa beschikken en een vloot van meer dan duizend vracht-wagens hebben. “De Nederlandse transporteurs moeten oppassen dat ze niet achterblijven.”

ArgusogenPloos van Amstel ziet dat verschil-lende chemiebedrijven al partner-ships zijn aangegaan met logistieke dienstverleners. Dit doen ze niet alleen vanwege de kosten, maar ook vanwege de veiligheid en het milieu voor Responsible Care. Ook consta-teert hij dat de verticale samenwer-king bij vervoer in de keten toe-neemt. Een klassiek voorbeeld

hiervan is het leidingnet dat produ-centen en afnemers van etheen in de Benelux en Duitsland met elkaar verbindt. Daarnaast ziet de docent horizontale samenwerking van con-currenten die vervoer combineren of aan swapping doen: de producent die het dichtste bij de klant zit, levert het product en verrekent dit met de producent bij wie de klant zijn order heeft geplaatst maar elders zit. De mededingingsautoriteiten kijken met argusogen naar dergelijke vor-men van samenwerking, maar Ploos van Amstel ziet geen pro-bleem. “Juridisch gezien kan het, mits je vooraf goed vastlegt wat wel en niet mag in de regelgeving op mededingingsgebied.”

KansloosHet spoorvervoer blijft voor de che-mie belangrijk. “Wel neemt door de verstedelijking het publieke draag-vlak voor oude, lawaaiige en pie-pende wagons af”, meent Ploos van Amstel. “En terecht. Stillere, met crashbuffers uitgeruste wagons bieden de oplossing.” Aanleggen van spoorlijnen rondom de steden is volgens hem kansloos, omdat er te weinig ruimte is. “Dat vraagt om de aanleg van tunnels, waarvan je de kosten nooit meer terugverdient.”Ook voor de binnenvaart bepleit hij meer planning en bundeling van vracht om nieuwe, schone schepen zo goed mogelijk te benutten. Nauwe samenwerking tussen schippers en haventerminals is eveneens van belang om lange wachttijden te voorkomen. ECT en Contargo doen dat al. “Het gevolg zal zijn dat meer dan de helft van de schepen uit de vaart kan worden genomen. Voor sommige beroeps-vaarders geen prettig vooruitzicht, maar die kant gaat het wel op.” p

Logistiek

topsector en transportPloos van Amstel vindt het spijtig dat in het jongste plan van aanpak van de topsector chemie geen aan-dacht is voor innovatie op trans-portgebied. “Een gemiste kans. Je kunt het huidige innovatieverhaal ook voor Frankrijk schrijven, maar wat Nederland bijzonder maakt, is de combinatie met logistiek. We kunnen kiezen uit vervoer over de weg, het spoor en het water, en moeten zoeken naar nieuwe com-binaties daarvan. Dat vraagt om innovatie waarbij de topsectoren chemie, agrofood en logistiek elkaar kunnen versterken. Daarom raad ik iedereen in de chemie aan het innovatieve plan van de topsec-tor logistiek alvast door te lezen.” VNCI-beleidsmedewerker onder-wijs en innovatie Nelo Emerencia, die zitting heeft in de Regiegroep Chemie en medeauteur is van het beleidsstuk van de topsector che-mie geeft aan dat er wel degelijk is gekeken naar innovatie voor het logistieke aspect van de bedrijfs-tak. Dit moet alleen nog verder uitgewerkt worden in het zoge-noemde innovatiecontract. Als voorbeeld noemt hij het verder uitbreiden van multicore pijpleidin-gen, een bundel van pijpleidingen die te huur is. Dit moet niet alleen gebeuren in de regio Europoort en Rotterdam, maar ook tussen Rot-terdam en Antwerpen. “In de hele chemiecluster die wij in de toe-komst zien ontstaan van Neder-land, België en het Roergebied zullen bedrijven op deze manier een logistiek netwerk vormen”, aldus Emerencia.

inder

“Bij hogere transportkosten loont het niet meer om

klanten verder weg in Europa nog te beleveren.”

Page 46: Chemie magazine - maart 2012

PLANTMANAGER MICHEL MEERTENS BIJ DSM SINOCHEM PHARMACEUTICALS

GEEN TIJD OM STIL TE ZITTEN

“Ons bedrijf is nog steeds een van de grootste

producenten van antibiotica in de wereld,

maar onze concurrenten leren snel en proberen ons

in te halen. Daarom is het niet zozeer belangrijk dat

we onze prestaties verbeteren, maar vooral het tempo waarin we dat

doen.” Was getekend: Michel Meertens,

plantmanager van DSM Sinochem

Pharmaceuticals in Delft én genomineerd voor

Plantmanager of the Year.Tekst: Erik te Roller

46 Chemie magazine maart 2012

FO

TO: C

AS

PE

R R

ILA

Page 47: Chemie magazine - maart 2012

n september vorig jaar heeft DSM zijn wereldwijde antibiotica-activiteiten (anti-infectives) ondergebracht in DSM Sinochem Pharmaceuticals (DSP), een 50/50 joint venture met het Chinese chemieconcern Sinochem. De oprich-

ting hiervan heeft vooral in Delft heel wat voeten in de aarde gehad. Voorheen waren de activiteiten voor antibiotica (DSM Anti-Infectives) en voedingsingrediënten (DSM Food Specialties) op de site in Delft name-lijk sterk met elkaar verweven. Toen DSM en Sinochem medio 2010 van plan waren een joint venture op te richten, kreeg Michel Meertens, nu plantmanager DSP in Delft, dan ook de taak om op de locatie eerst de activiteiten van DSM Anti-Infecti-ves te isoleren. Toen hij hier in mei 2011 mee klaar was, kon DSP (na toestemming van de antitrustautoriteiten) in september van start gaan.

FietsenstallingenDe splitsing bracht Meertens, van huis uit technoloog met veel kennis van productie en onderhoud, voor het eerst in aanraking met allerlei juridische en fi nanciële aange-legenheden. Hij heeft zich de kennis van deze terreinen razendsnel eigen gemaakt. “Voor de ontvlechting moesten we onder meer uitzoeken welke mensen naar DSP zouden overgaan en onder welke voor-waarden”, vertelt Meertens. “Met de vak-bonden zijn we een overgangs-cao over-eengekomen, waarbij de arbeidsvoorwaarden praktisch hetzelfde zijn gebleven. Ook moesten we kijken naar de milieuvergunning. De Provincie Zuid-Holland heeft voor de locatie al eerder een overkoepelende milieuvergunning afgege-ven en ziet de locatie nog steeds als één geheel. Met DSM hebben we daarom dui-delijke afspraken gemaakt over wat we doen als één van de partijen van de ver-gunning afwijkt. Verder hebben we het eigendom, van fabrieken tot en met fi et-senstallingen, moeten splitsen en de mogelijkheden voor toekomstige uitbrei-dingen zeker gesteld. Daarnaast zijn er tientallen diensten die we over en weer aan elkaar leveren. Zo verzorgen wij de afval- e

waterzuivering voor het hele terrein in Delft. Voor al die diensten hebben we dui-delijk op papier gezet wat ze behelzen, wat ze kosten, wie er betaalt als er iets kapot gaat, enzovoorts.”Hij benadrukt het belang van zo’n gedetail-leerde aanpak: “Wil je je als bedrijf volledig op een nieuwe toekomst kunnen richten, dan moeten er geen losse einden zijn. Die leiden je nodeloos af van de kern van het werk: tegen zo laag mogelijke kosten pro-duceren en de strategie volgen. Bekijk het ook eens vanuit Sinochem: dit bedrijf wil naderhand niet met onvoorziene kosten worden geconfronteerd. Veel joint ventures zijn gestrand vanwege zaken die niet goed vastlagen. Zowel Sinochem als DSM moet er daarom op kunnen vertrouwen dat er een scherpe overeenkomst ligt. Het succes van de joint venture staat of valt immers met het vertrouwen dat beide eigenaren erin stellen.”Om dezelfde reden heeft DSP bij de afsplit-sing van DSM niet het onderste uit de kan geëist. “Op de locatie blijven we elkaar nodig hebben, ook al volgen we onze eigen weg en lopen onze belangen niet parallel. Tot nu toe gaat het goed. De lakmoesproef was het opstellen van de budgetten voor de diensten voor 2012. De gesprekken hier-over zijn in een goede, zakelijke sfeer ver-lopen.”

Platte organisatieMeertens geeft leiding aan een productie-team met managers die verantwoordelijk zijn voor de productie, logistiek, kwaliteit, onderhoud en EHS (veiligheid, gezondheid en milieu), aangevuld met managers van verschillende onderdelen van de onderne-ming. Hij staat erom bekend dat hij ieder-een in zijn waarde laat en correct behan-delt, ongeacht het niveau in de organisatie. Bij gesprekken luistert hij eerst goed naar anderen en neemt dan pas een besluit. Eigenschappen die goed van pas komen bij de platte organisatie van DSP. “We hebben een productieclub die zich elke dag moet bewijzen tegenover de concurrentie in China. Dat vraagt om een hoogwaardige platte organisatie.”

De Plant Manager of the Year-verkiezing is een initiatief van het blad Petrochem en de VNCI, in samenwerking met Deltalinqs en het Havenbedrijf Rotterdam. De wedstrijd wil bijdragen aan een positief imago van de Neder-landse procesindustrie door de inspanningen en prestaties van plantmanagers voor onder andere veiligheid, gezondheid, milieu en productiviteit te benoe-men en te waarderen. De win-naar wordt bekendgemaakt tij-dens Deltavisie 2012 op 7 juni op de RDM Campus in Rotterdam.

Plant manager of the year

DE PLANTMANAGEROF THE YEAR 2012

I

maart 2012 Chemie magazine 47

Plant manager of the Year

Page 48: Chemie magazine - maart 2012

Tien jaar geleden begon DSM in Delft met zelfsturende teams. Nu breidt Meertens deze manier van werken voor DSP verder uit. De teams bestaan uit een aantal top-operators die in hoge mate verantwoorde-lijk zijn voor het dagelijks werk en recht-streeks rapporteren aan de productiemanager. Er zijn dus geen ploeg-bazen. Voordeel is dat deze manager alle operators regelmatig spreekt. Op die manier slagen ze erin snel problemen op te lossen en productieverbeteringen door te voeren. “Zelfsturend wil niet zeggen dat ze maar hun eigen gang kunnen gaan. Ze werken binnen een bepaald kader met een mandaat: een zekere ruimte waarbinnen ze zelfstandig kunnen werken”, verklaart Meertens.

ConcurrentiestrijdDe meeste operators hebben ook een extra rol. De ene operator is bijvoorbeeld het aanspreekpunt voor veiligheid, de ander voor personeelszaken, en weer een ander voor kwaliteit. “Die rollen geven de functies van de operators nog meer inhoud”, aldus Meertens. Sommige operators werken al tien jaar in de fabrieken van DSP. “Die willen we een nieuwe uitdaging bieden. Daarvoor hebben we de functie van assistent-technoloog in het leven geroepen. Hierbij ondersteunt de

• Afgestudeerd als chemisch technoloog aan de Technische Universiteit Eindhoven in 1996

• Procesingenieur bij ingenieursbureau Fluor Daniel (1996 – 1999)

• Werkzaam bij een service-afdeling van DSM voor engineering support en licen-sing (verkoop van kennis) voor DSM busi-nessgroepen (1999 – 2004)

• Onderhoudsmanager bij het vroegere DSM Anti-Infectives in Delft (2004 – 2006)

• Productiemanager van DSM Anti-Infecti-ves (2007)

• Plantmanager van DSM Sinochem Phar-maceuticals (sinds 2008)

CV Michel Meertens

operator een technoloog bij het verbeteren van het productieproces. Hiervoor hebben een aantal operators zich inmiddels de Six Sigma-aanpak (bedrijfsprocessen verbete-ren door oorzaken van fouten op te sporen en te verwijderen – red.) eigen gemaakt. Anderen volgen nog. Dit helpt hen de pro-blemen nog scherper te defi niëren en via statistiek knelpunten in het proces te ana-lyseren. Dat is heel anders dan wanneer ze alleen op hun praktijkervaring afgaan. Op deze manier helpen ze mee om alle pro-blemen effectief op te lossen, waardoor we uiteindelijk nog meer product met nog minder grondstoffen kunnen maken.” Volgens Meertens is het de ultieme uitda-ging om met deze fabrieken die middenin de Randstad staan op kostprijs te concur-reren met producenten in China. “Tot nu toe lukt dat omdat we over een geavan-ceerd proces beschikken. Bij de concur-rentiestrijd geven niettemin uiteindelijk de mensen en het management de doorslag. Het gaat er dus om dat we als klein team effi ciënt en effectief opereren. Tijd om stil te zitten hebben we niet. Iedereen knokt mee, ook bij onderhoud en logistiek. Ik zeg wel eens: ‘Als we even met de ogen knip-peren worden we links en rechts ingehaald door de concurrentie’. We moeten dus con-tinu in hoog tempo verbeteren en vernieu-wen.” p

DSM SINOCHEM PHARMACEUTICALSDSM heeft zijn activiteiten voor anti-biotica in september 2011 inge-bracht in een 50/50 joint venture met het Chinese staatsbedrijf Sino-chem. Het resultaat, DSM Sino-chem Pharmaceuticals (DSP) gehe-ten, telt wereldwijd zo’n tweeduizend medewerkers en heeft vestigingen in Nederland (Delft), Spanje, Mexico, India en China. De vestiging in Delft maakt deel uit van de businessunit voor Europa en Noord-Amerika. Dit wordt ook wel de gereguleerde wereld genoemd, omdat de geneesmiddelenautoritei-ten (FDA in Amerika en EMA in Europa) streng toezien op de wer-king van de geneesmiddelen en de kwaliteit van de productie ervan. In Delft staat de zogenoemde ZOR-F-fabriek die 7-ADCA levert, een belangrijk ingrediënt voor antibio-tica van de cefalosporine-familie. Dit gebeurt via een milieuvriendelijk proces waarbij vrijwel geen organi-sche oplosmiddelen te pas komen. DSP verwerkt de 7-ADCA elders in eigen producten en levert de ver-binding ook aan andere bedrijven. In Delft maakt DSP ook de enzymen die de andere DSP-fabrieken inzet-ten bij hun eigen productie.

48 Chemie magazine maart 2012

Page 49: Chemie magazine - maart 2012

Dé afvalverwerker Afvalstoffen Terminal Moerdijk BVVlasweg 12,

4782 PW Moerdijkwww.atmmoerdijk.nl

Tel: 0168-389289 Fax: 0168-389270

Contactpersonen:

Rick Leerink (06-53698983) & Ron van Verk (06-51124004)

Verwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

Page 50: Chemie magazine - maart 2012

Leschaco Nederland B.V. | Hoogvlietsekerkweg 164 | NL 3194 AMRotterdam-Hoogvliet | [email protected] | www.leschaco.com

LESCHACO –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

Logistics –

and beyond.

Since 1879.

Experienced. Dedicated. Customized.

phone +31

(10) 2953 153

GEVAARLIJK GOED VERPAKT ?!

CarePack Holland heeft het grootste assortiment UN-gekeurde verpakkingen

voor gevaarlijke stoffen

- monsterverpakkingen - jerrycans

- dozen, standaard maten - blikken

- dozen, op maat - vaten

- 4GV-dozen - palletboxen

- medische verpakkingen - flessen

- transportbakken - zakken

CarePack Holland BV - Tel 020-3540787 - Fax 020-3540650

Em ail info@ carepack.nl - W ebsite www.carepack.nl

Johan, productiemanagerbij een olieraffi naderij, werkt in een explosiegevaarlijkeomgeving. En jij? Werk veilig met ATEX. Haal het certifi caat snel en eenvoudig via e-learning!

Samen met

Probeer nu gratis proefabonnement

Page 51: Chemie magazine - maart 2012

Fo

to: c

as

pe

r r

ila

VNCI-beleIdsmedewerker sjoerd looIjs tIjdelIjk Naar brusselVNCI-beleidsmedewerker Sjoerd Looijs vertrekt naar Brussel om de rol van manager Responsible Care voor Europa te vervullen. “De komende vier jaar wil ik samen met mijn Europese en Cefic-collega’s nieuwe indicatoren ontwikkelen. Daarmee krijgen stakeholders meer inzicht in de voortgang van duurzaam ondernemen in het Responsible Care-programma. Meer uniformiteit in de verschillende duurzaamheidsrapportages aanbrengen is een ander belangrijk doel.” Tekst: Adriaan van Hooijdonk

Looijs is sinds februari actief als manager Responsi-ble Care van Cefic, de Europese brancheorganisatie voor de chemische industrie in Brussel. Na ruim

veertien jaar VNCI, waarin hij tien jaar verantwoordelijk was voor de uitrol van het Responsible Care-programma onder de VNCI-leden, was hij toe aan een nieuwe uitda-ging. Die vindt hij onder meer in duurzaam ondernemen stimuleren via Responsible Care. Het zwaartepunt van het programma ligt immers vooral op het continu verbeteren van de prestaties voor veiligheid, gezondheid en milieu, terwijl duurzaam ondernemen veel breder is. Daarbij gaat het om vragen als: waar haalt een bedrijf zijn grondstoffen vandaan? Hoe gaat het om met de mensenrechten? Neemt het de juiste arbeidsvoorwaarden in acht voor contractors in projecten in het buitenland? “De huidige indicatoren in het programma bieden stakeholders te weinig inzicht in de voortgang op deze gebieden, vandaar dat er nieuwe moeten komen”, aldus Looijs.

Meer uniformiteitEen ander heikel punt is de rapportage over Responsible Care-resultaten van de internationale federatie van de chemische industrie ICCA, de Europese brancheorganisa-

tie Cefic, de nationale verenigingen en de aangesloten bedrijven. Gegevens uit verschillende databases zijn niet altijd vergelijkbaar, en in sommige landen verschaffen lidbedrijven informatie op vrijwillige basis. Daarnaast worden nog lang niet overal de gegevens door een externe partij geverifieerd, waardoor bij sommige stakeholders het beeld bestaat van de slager die zijn eigen vlees keurt. Dat is uiteraard niet bevorderlijk voor het vertrouwen in de sector. Verder moet Looijs ervoor zorgen dat de Euro-pese standpunten van Cefic doorklinken in internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Pro-gramme (UNEP) en de Organisatie voor Economische Ont-wikkeling en Samenwerking (OECD).

Kwaliteit en diepgangDat is een uitdagende opgave, aangezien er in de drie grote blokken waarin de internationale chemische gemeenschap is opgedeeld, Azië, Europa en Amerika, nogal eens verschillend wordt gedacht over bepaalde onderwerpen. Denk bijvoorbeeld aan wet-en regelgeving die mens en milieu beter moeten beschermen tegen de effecten van chemische stoffen, of aan de keuze voor vei-ligheidsindicatoren die meer de nadruk leggen op per-soonlijke veiligheid, zoals het aantal arbeidsongevallen in plaats van leading indicators die meten hoe goed het veilig-heidsmanagementsysteem functioneert. “Ik hoop dat ik er over vier jaar met mijn collega’s in ben geslaagd om deze onderwerpen internationaal gezien meer op één lijn te krijgen. Doel is om uiteindelijk de zichtbaarheid en de transparantie van het Responsible Care-programma onder de stakeholders verder te vergroten. Ook moet het programma een volwaardig onderdeel worden van het Cefic-duurzaamheidsbeleid, inclusief aantoonbare kwali-teit en diepgang”, besluit Looijs. p

maart 2012 Chemie magazine 51

Responsible Care

Page 52: Chemie magazine - maart 2012

Postbus 50482600 GA Delft

015 278 83 [email protected]

Meer informatie over onderstaande cursussen en andere cursussen op het gebied van Technisch Management en

Procestechnologie vindt u op:

cursus.paotechniek.nl

Leergang PlantmanagementModulair traject van 6 modules

Start 22 mei 2012 De leergang is gericht op plantmanagers in de

productie- en procesindustrie die hun kennis enkunde willen verdiepen en verbreden. Ervaren experts

leiden een modulair traject en behandelen voor plantmanagers relevante managementaspecten. Door

de interactieve opzet is er veel ruimte voor deelnemers om ervaringen met elkaar te delen.

Polymeerchemie en -technologieModulair traject van 6 modules,inschrijven per module mogelijkStart 18 april 2012 In zes modules levert de cursus de totale keten-kennis, die nodig is om polymere materialen en moleculen te begrijpen en daarmee goed te kunnen functioneren binnen het bedrijfsleven of onderzoeks instituut waar polymeren het hoofdthema zijn.

Seveso-richtlijn:

cultuur telt mee

Renée Bergkamp (EL&I) over

topgebied chemie

De chemie achter

huidverzorging

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 04 • 27 april 2011

AIVD wAArschuwt Voor

BEDRIjfSSpIonagE

MagazineMagazine

Ruim baan voor procesintensificatie

Bert Weckhuysen (topteam chemie) waarschuwt voor brain drain

Arbeidsinspectie focust op chemie

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 05 • 25 mei 2011

CommuniCatie Chemie-PaCk

hoe het NIet moet

Magazine

Arbeidsinspectie focust op chemieArbeidsinspectie focust op chemieArbeidsinspectie

Magazine

TU Eindhoven stopt duale opleiding

Ambitieuze doelen topteam Chemie Relatie chemie-pers kan beter

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • 06 • 29 juni 2011

BioBased economy benut complexiteit biomoleculen

Magazine

Neem eeN gratis proefaboNNemeNt op Chemie magaziNe

Bent u geïnteresseerd in de laatste ontwikkelingen in de chemische industrie?

AIVD wAA AIVD wAA AIVD w

rschuwt Voor

BEDRIjfSSpIonagonag

NIet moet moet ased economybenut complexiteit benut complexiteit biomoleculen

Ja, ik wil eeN gratis proefaboNNemeNt op Chemie magaziNe

h Chemie magazine proefabonnement (3 edities)h Chemie nieuwsbrief (gratis wekelijkse, digitale nieuwsbrief) Bedrijfsnaam/OrganisatieNaamFunctieAdresWoonplaatsE-mail

Vul deze bon in en ontvang drie edities van Chemie magazine gratis. Stuur de bon naar: VNCI, T.a.v. Cyrille Timmerman, Loire 150, 2491 AK Den Haag, E-mail: [email protected]

ased economyased economybenut complexiteit

3xgratis

Page 53: Chemie magazine - maart 2012

Afgelopen zomer reed ik in de Provence regelmatig langs een groot complex dat vanwege de strenge bevei-liging op een gevangenis leek. Google vertelde me dat hier de International Thermonuclear Experimental Reactor wordt gebouwd, een van de grootste weten-schappelijke projecten ooit. Rond 2030 zal er voor het eerst rendabele kernfusie plaatsvinden (er komt meer energie uit dan erin gaat). Daarna is het een kwestie van tijd voor er commerciële reactoren worden gebouwd. En voilà: overvloedige energie, een van de scenario’s van The Chemical Industry in the Netherlands in 2030/2050, de toekomstvisie van de VNCI en Deloitte.De Japanse hoogleraar natuurkunde Michio Kaku weet zeker dat kernfusie straks doodnormaal is. Hij zegt dit in zijn boek Reis naar de toekomst, waarin hij het leven in het jaar 2100 beschrijft op basis van honderden inter-views met vooraanstaande wetenschappers. Behalve kernfusie is tegen die tijd ook supergeleiding bij kamer-temperatuur mogelijk, en daarmee supersterk magne-tisme. Hiermee belanden we in het magnetisch tijdperk. Nu verbruikt een auto het grootste deel van zijn benzine nog voor wrijving met de weg en de lucht, maar straks zweven auto’s en treinen soepel en snel door de lucht. Bestuurd door robots, want die hebben naast het gras-maaien ook veel ander werk overgenomen.Ook biochemie en biotechnologie gaan deze eeuw een hoge vlucht nemen, voorspelt Kaku: kweek van nieuwe organen, nanosensors die inwendig ziekten detecteren, gentherapie, kinderen naar eigen ‘ontwerp’, vertraging (of zelfs stop) van het verouderingsproces, en het wer-kelijkheid worden van Jurassic Parc.De heilige graal wordt de replicator, de ultieme chemi-sche bouwdoos. Met deze molecuulbouwer kun je wer-kelijk alles creëren. Fijntjes merkt Kaku op dat er al een versie van bestaat: “Moeder natuur kan hamburgers en groenten in slechts negen maanden omzetten in een baby, een proces dat uitgevoerd wordt door DNA-mole-culen die de blauwdruk voor de baby coderen.” Zo moei-lijk kan het toch niet zijn om een machine te bouwen die dit ook kan? We hebben al een MRI-scanner en een 3D-printer. Kwestie van steeds verder verfijnen en we zijn er.Maar wel met de nodige ethische en morele dilemma’s. De sleutel tot de toekomst ligt volgens Kaku dan ook in “het opbrengen van voldoende wijsheid om het zwaard van de wetenschap te kunnen hanteren.”p

ReplicatoRhoofdredacteur

Igor Znidarsic is hoofdredacteur van chemie magazine

“Zo moei-lijk kan het

toch niet zijn?”

fo

to: C

as

pe

r r

ila

Bat terijen…BASF neemt de activiteiten en patenten rondom batterijen voor elektrische auto’s over van Merck. Ook neemt het Duitse bedrijf het Amerikaanse Ovonic over, wereldleider in de productie en ontwikkeling van oplaadbare nikkel-metaalhydridebatterijen. BASF wil ‘s werelds belangrijkste leverancier van batterijmaterialen worden om zo samen met fabrikanten van batterijen bij te dragen aan de toekomst van elek-trische mobiliteit. p

…iPa ds…Eastman Chemical neemt Solutia over, dat chemicaliën levert voor de produc-tie van onder meer consumentenelek-tronica als de iPad en autobanden. Met deze acquisitie wil Eastman zijn groei in opkomende markten (vooral in Azië) versnellen. De overname wordt medio dit jaar afgerond. p

…zonnePa nelen…DuPont en Suntech Power Holdings,’s werelds grootste producent van zonne-panelen, hebben een strategische over-eenkomst getekend voor meer toevoer door DuPont van fotovoltaïsch materi-aal en technologie. De overeenkomst is voornamelijk gericht op technische verbeteringen, optimalisering van de leveringsketen, kostenbesparingen en levering van Tedlar, de polyvinylfluori-defolie van DuPont. p

…Pl a stics…DSM Engineering Plastics heeft zijn mondiale hoofdkwartier verhuisd naar Singapore. Het bedrijf heeft een aantal belangrijke activiteiten verplaatst naar Azië om de betrokkenheid bij deze markt duidelijk te laten blijken. Ver-wacht wordt dat dit werelddeel de komende jaren verantwoordelijk zal zijn voor een groot deel van de groei van het bedrijf. p

…en ga s senAir Products gaat in Krasny Sulin in Rusland een installatie bouwen en beheren voor het vloeibaar maken van zuurstof, stikstof en argon, plus een depot voor het vullen van cilinders. De investering past in het beleid van Air Products om te investeren in groeire-gio’s. p

B e d r i j v e n

maart 2012 Chemie magazine 53

Column

Page 54: Chemie magazine - maart 2012

Colofon

MENSEN

ROOSEVELT ACADEMY Gerard van Harten, voorzitter van de Raad van Bestuur van Dow Benelux, is benoemd tot voor-zitter van het nieuwe bestuur van de Roosevelt Academy (RA) in Middelburg. Het nieuwe stich-tingsbestuur is onlangs geïnstalleerd en bestaat naast de voorzitter uit vier leden. De voorzit-ter wordt benoemd op gezamenlijke voordracht van de Universiteit van Utrecht en de Provincie Zeeland. De RA is een internationaal hoog aangeschreven honors college van de Universiteit Utrecht en participeert in uitwisselingsprogramma’s met internationale topuniversiteiten. Gerard van Harten volgt de voormalig minister van landbouw Cees Veerman op.

SAXIONGregor Luthe is bij het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie begonnen als lector Nanotechnology. Hiermee is Saxion de eerste hogeschool in Nederland met een offi cieel lecto-raat Nanotechnology. Luthe promoveerde aan de VU en specialiseerde zich in de VS in de toxi-cologie van nanodeeltjes. Het lectoraat heeft twee hoofddoelen: verdere ontwikkeling van de studieroute Nanotechnology en onderzoek doen met en voor het bedrijfsleven, inclusief bijbe-horend servicecentrum.

VOLGENDE MAAND (25 APRIL)VNCI ONLINE

WWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie maga-zine en alles over de chemi-sche industrie in Nederland WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laatste nieuws, vacatures en reactiemogelijkheden op alle berichten

WWW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan 1000 betrokkenen uit de chemische industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI EN NOG VEEL MEER…

Chemie magazine is het maandbladvan de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en ver-schijnt 11x per jaar

RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)Drs.ing. Inge Janse (eindredacteur)Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den HaagT 070 337 87 28, F 070 320 39 03E [email protected]

MedewerkersAdriaan van Hooijdonk, Ir. Joost van Kasteren, drs. Emma van Laar, ir. Gerard van Nifterik, Casper Rila, ir. Erik te Roller, drs. Esther Rasenberg, Marga van Zundert

VormgevingCurve, Haarlem

Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17,2551 KS Den Haag,T 070 323 40 70, E [email protected] vallen buiten de verantwoor-delijkheid van de redactie

DrukDeltaHage, Den Haag

AbonnementenChemie magazine is gratis voor VNCI-leden en voor leden van de aangesloten lidverenigingen. Voor anderen bedra-gen de abonnementskosten per jaar 80 euro in Nederland en 100 euro in ove-rige landen (incl. btw). Abonnementen eindigen per 31 december. Als niet voor 1 november wordt opgezegd, loopt het abonnement door. Nieuwe abonnemen-ten/mutaties schriftelijk opgeven via [email protected]. Meer info: 070 337 87 28 OvernameOvername van artikelen uit Chemie magazine is alleen toegestaan na voor-afgaande schriftelijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld coverHong, www.chinesekalligrafi e.nl

ISSN 1572-2996

BRIC-LAND BRAZILIËGENOMINEERDEN RESPONSIBLE CARE-PRIJSVGM CHECKLIST VOOR OPDRACHTGEVERSPLASTICS UIT BIOMASSA DANKZIJ NANOKATALYSATORPLANTMANAGER OF THE YEARCOMPLEXE DATA-ANALYSE VERBETERT SCHATTING TOXICITEIT

54 Chemie magazine maart 2012

Service

Page 55: Chemie magazine - maart 2012

chemistry, blends & knowledge

AD Productions B.V. is gespecialiseerd in het formulerenen mengen van chemische vloeistoffen en poeders

Markweg Zuid 274794 SN HeijningenPostbus 1024793 ZJ Fijnaart

T +31 (0)167 - 526 900F +31 (0)167 - 526 [email protected]

AD Productions B.V.

serv

ices

As an active and dynamic agency we recruit specialised and experienced pro-fessionals in chemistry and life sciences. We continuously offer an extensive job portfolio and will actively look for the job that is made for you.

Would you like to know what CLS Services can do for you? You can find us at the

C2W Career ExpoMarch 28 Jaarbeurs Utrecht

matching the best in chemistry & life-sciences

www.cls-services.nlrecruitment & selection and outsourcing in chemistry | pharma | biotech | food

Dedicated to Excellence

Page 56: Chemie magazine - maart 2012