Chemie Magazine oktober 2014

64
Stakingsrecht versus veiligheid Zesde veiligheidsnetwerk van start PGS 31 moet geen keurslijf zijn WERKT MET PLEZIER IN DE CHEMIE Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie jaargang 56 10 15 oktober 2014 MARTINE WOLS

description

Maandblad van de VNCI

Transcript of Chemie Magazine oktober 2014

Page 1: Chemie Magazine oktober 2014

Stakingsrecht versus veiligheid

Zesde veiligheidsnetwerk van start

PGS 31 moet geen keurslijf zijn

WERKT MET PLEZIER IN DE CHEMIE

Maandblad van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie • jaargang 56 • 10 • 15 oktober 2014

MARTINE WOLS

CM1410_01_A_Cover.indd 1 09-10-14 15:58

Page 2: Chemie Magazine oktober 2014

EMPOWERING PEOPLE AND INDUSTRIES

Loire 150 Postbus 24090 2490 AB Den Haag

T 070 337 83 01 F 070 320 51 86 E [email protected] I www.vapro-trainingen.nl

Maak je ambities waar met VAPRO trainingen!

De trainingen van VAPRO zijn zo opgezet dat je de opgedane kennis direct in de praktijksituatie inzet. Ze vormen een uitdagende mix van theorie en praktijk. De docenten maken gebruik van moderne, herkenbare en inspirende werkvormen. Daarmee is het effect van een training maximaal en blijvend.

Leren is doen!

Ons aanbod richt zich op de expertgebieden:

1. HRD/personeelsontwikkeling

2. Persoonlijke effectiviteit

3. Leidinggeven, operationeel management en communiceren

4. Begeleiden, beoordelen en examineren VAPRO-model

5. Procesoptimalisatie

6. Duurzaamheid, veiligheid en milieu

7. Vaktechnische trainingen

Ga naar VAPRO-Trainingen.nl

voor actuele data en locaties

Page 3: Chemie Magazine oktober 2014

INHOUDINHOUDINHOUD

oktober 2014 Chemie Magazine 3

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken. Martine Wols ging na haar studie chemische technologie aan de slag als process engineer bij LyondellBasell. Vier jaar later is ze nog altijd enthousiast over haar keuze. “Ik ga vaak naar huis met het gevoel dat ik echt iets gedaan heb.”22

10 | 15 oktober| 2014

WAT MAAKT WERKEN IN DE CHEMIE ZO LEUK?

Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het Veiligheid Voorop-programma.

ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START

oktober 2014 Chemie Magazine

process engineer bij LyondellBasell. Vier jaar later is ze nog altijd enthousiast over haar keuze. “Ik ga vaak naar huis met het gevoel dat ik echt iets

Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het Eind oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-zesde regionale veiligheidsnetwerk (Midden-Oost Nederland) offici-eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In eel van start. Daarmee is het landelijk dekkend netwerk compleet. In het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-het hele land kunnen ondernemingen nu in de regionale veiligheids-netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het netwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het

ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START ZESDE VEILIGHEIDSNETWERK VAN START

26CM1410_03-05_inhoud.indd 3 09-10-14 15:57

Page 4: Chemie Magazine oktober 2014

409559_ADV.indd 4 09-10-14 10:57

Page 5: Chemie Magazine oktober 2014

INHOUD

oktober 2014 Chemie Magazine 5

People+ van DSM geeft handen en voeten aan sociale component duur-zaamheid

Veiligheid tankinstallaties met

PGS 31 al ruimschoots gewaarborgd

Hoe mkb’er medical-2market de boer op gaat met veelbelo-vende innovatie

34

44

Stakingsrecht versus vei-ligheid: productie chloorfa-briek mag niet onder 40 procent dalen

38

40

7

7

91113151719 21

22

26

30

32

34

38

40

44

48

50

54

56

6062 6262

Voorwoord Colette AlmaWerken in de chemieEvenementen

NIEUWSLab ExperienceWetsvoorstel stikstofNederland sterk in biobased grondstoffenWatercrisis vraagt om actie4c4Chem-project werpt eerste vruchten afSplitsing wacht- en toezichthoudende functiesVijftig nieuwe Topsector Chemiebeurzen

ACHTERGRONDArbeidsmarktWat maakt werken in de chemie zo leuk?VeiligheidLandelijk dekkend netwerk regionale veilig-heidsnetwerkenEvenementVolop innovatie op CHAINS 2014Wetenswaardig Duurzaam vissen dankzij Dyneema-vezelInnovatieMkb’er gaat de boer op met innovatieVeiligheidStakingsrecht versus veiligheidVeiligheidPGS 31 moet geen keurslijf zijnDuurzaamheidDSM meet bijdrage product aan gezondheid en welzijnUitgelichtNederlandse bedenkt Lego-set met schei-kundigeOnderwijsDocenten lezen Chemie MagazineVeiligheidEmergency response simulator in gebruik genomenDuurzaamheidHoe word je een duurzame koploper?

VNCI NieuwsMensenVolgende maandColofon

10 | 15 oktober | 2014

CM1410_03-05_inhoud.indd 5 10-10-14 11:52

Page 6: Chemie Magazine oktober 2014

Heeft u proceskoeling of tijdelijke stroom nodig?Zoekt u ervaring en expertise?Aggreko verhuurt al ruim 50 jaar aggregaten, koelmachines en koeltorens voor de petrochemische industrie. Dit doen wij met een team van specialisten die 24/7 voor u klaar staan. Van een calamiteit tot een volledige energievoorziening voor uw plant. Van het koelen van ruimtes tot het opheffen van bottlenecks in uw productieproces.

Neem contact op met John Gijsbers voor meer informatie T: +31 (0)88 6441 441E: [email protected]

Aggreko opereert vanuit meer dan 200 vestigingen wereldwijd. Voor de dichtstbijzijnde vestiging gaat u naar: www.aggreko.com/contact

Aggreko, de expert in tijdelijke stroom en (proces)koeling voor de Petrochemische industrie

Advertising in Petrochem.indd 1 30/09/2014 11:12409559_ADV.indd 6 09-10-14 10:57

Page 7: Chemie Magazine oktober 2014

Voorwoord

EVENEMENTEN

fgelopen maand konden we – met grote dank aan de sponsorende bedrijven – weer vijftig Topsector Chemiebeurzen uitreiken. Elk van de studenten had ter gelegenheid van de

uitreiking in één zin zijn of haar motivatie voor de chemiestudie onder woorden gebracht. Het was een genot om die caleidoscoop van motivatiezin-nen bij elkaar te zien. Stuk voor stuk laten deze jongeren een sterke drang zien om te onderzoe-ken, een nieuwsgierigheid om te begrijpen, een ambitie om iets beter te maken. En, frappant, bijna allemaal geven ze er blijk van dat ze besef-fen dat de dingen die ons in het dagelijks leven bezighouden, het nieuws in de krant, de natuur en de tastbare wereld om ons heen alles te maken hebben met chemie. Wij getroosten ons soms grote moeite om de moleculaire basis van de wereld te verklaren, zij lijken die als een van-zelfsprekendheid te aanvaarden. Waar zij meer moeite mee hebben is zich een voorstelling maken van hoe het is om te werken

in de chemie. Uit de reacties van de afstudeer-ders, die er dit jaar voor het eerst bij waren, werd mij één ding duidelijk: de beroepsomgeving is steevast een – gelukkig vaak positieve – verras-sing voor hen. Natuurlijk, als chemicus kun je in een grote variëteit van beroepen terechtkomen. Functies die allemaal een stevig beroep doen op het geleerde op de universiteit of de hoge-school. Desondanks ervaren nieuwkomers blijkbaar een groot contrast tussen school en werk, in de dagelijkse praktijk en in de inbedding van hun werk in het bedrijf. Daarom ben ik blij met de nieuwe rubriek over werken in de chemie die in deze Che-mie Magazine is gestart (zie pagina 22). Dit levert een verzameling verhalen op die onze nieuwe talenten helpt zich een beter beeld te vormen van hun toekomstige werkomge-ving. En die hen zo mogelijk nog enthousi-aster maakt.

Colette Alma, directeur VNCI

A

20.10 Biobased Economy Event Noord-Nederland 2014

Podium voor nieuwe ontwikkelingen, concrete projecten en investeringskan-sen in een groeiende sector. Het thema is ‘Verbinden Agri en Chemie’. Vindt plaats gezamenlijk met de Landelijke Netwerk-bijeenkomst Biobased Economy van het ministerie van EZ.Locatie: De Nieuwe Kolk, AssenOrganisator: BBE-event 2014

30.10 Waterdag 2014: Industriële waterhuishouding klaar voor de toekomst?

De politiek neemt in het kader van het Deltaprogramma omvangrijke maatre-gelen om ons te wapenen tegen het water en ons te verzekeren van vol-doende zoet water. Ze hebben ook ver-gaande consequenties voor de zakelijke watergebruiker. Bart Parmet, stafdirec-

teur van de Deltacommissaris, licht de maatregelen toe.Locatie: Nederlands Watermuseum, ArnhemOrganisator: VEMW

6.11 Veiligheidsdag BRZO-bedrijven ‘Leiderschap en communicatie’

Onder meer de volgende vragen komen aan bod: hoe geeft u concreet invulling aan leiderschap; hoe zorgt u ervoor dat veiligheid binnen de eigen organisatie van hoog tot laag tussen de oren zit; hoe kunt u beoordelen of uw leveranciers en afnemers veiligheid ook hoog op de agenda hebben staan?Locatie: Groot Kievitsdal, BaarnOrganisatie: Veiligheid Voorop

17/18.11 CHAINS 2014 - Chemistry as innovating science

Grootste chemieconferentie van Neder-

land laat zien hoe belangrijk chemie is in ons dagelijks leven en voor toekomstige generaties. Meer dan vijftienhonderd wetenschappers komen bij elkaar om kennis te delen, elkaar te inspireren en te netwerken. Naast lezingen voorziet de conferentie in workshops, innovatieses-sies en een innovatiemarkt. Locatie: NH Conference Center Konings-hof, VeldhovenOrganisatie: NWO, Topsector Chemie, VNCI en KNCV

WERKEN IN DE CHEMIE

VERGADERINGEN VNCI

31.10 WG RC Global Charter4.11 WG Procesveiligheid6.11 BG Energie en Klimaat6.11 WG Stoffenbeleid11.11 VNCI Advocacy Team13.11 WG Milieuzorg18.11 WG Arbeidshygiëne

COMPLEET OVERZICHT EN AANMELDEN: WWW.VNCI.NL/NIEUWS/EVENEMENTEN

oktober 2014 Chemie Magazine 7

CM1410_07_Voorwoord-agenda.indd 7 09-10-14 15:56

Page 8: Chemie Magazine oktober 2014

PHOV bestaat 25 jaar en dat willen we graag samen met jou vieren tijdens een middag-symposium. Dit wil je toch niet missen?

Tijdens deze middag willen we samen met jou met andere

ogen naar werkomstandigheden kijken:

• De gevolgen van een ongeval zijn duidelijk zichtbaar

(hoge kosten, uitval personeel, uitval materieel). Veel

bedrijven richten zich dan ook op het voorkomen van

deze gevolgen. Maar wat doe je als de gevolgen minder

zichtbaar of pas over 25 jaar zichtbaar zijn, zoals bij

beroepsziekten?

• Hoe kunnen nieuwe technieken en ontwikkelingen ons

helpen in het werk? Kost het alleen maar geld, of levert

het straks ook iets op?

AanmeldenJij bent er toch ook bij?

Meld je nu aan op www.phov-symposium.nl.

Vul de code PHOV25ACM in en betaal slechts

e 75,- excl. btw.

Meld je op tijd aan, want vol = vol.

PHOV opent je de ogenWoensdag 26 november 2014 | Media Plaza, Utrecht (Jaarbeurs)

ProgrammaVanaf 12.00 uur Ontvangst

13.00 uur Opening door dr. Wim van Alphen

13.10 uur Veiligheid kan ook op tijd komen

Dr. Paul Ulenbelt, SP lid Tweede Kamer

13.50 uur Hoe ver moet je kijken?

Prof. dr. Alex Burdorf, Erasmus MC

14.20 uur Terugblik op 25 jaar PHOV

Drs. Johan Gort, voorzitter bestuur PHOV

14.30 uur Maak van je werk een energy boost

Spreker nog onbekend

15.00 uur Pauze

15.30 uur Workshopronde 1

1. Hoe verleid je het management om

lange termijneffecten aan te pakken?

Drs. Felicia Vizi, NSPOH

2. Chemie is meer dan veiligheid alleen

Dirk van Well, VNCI

3. Mensen duurzaam aan het werk houden

Drs. André Verbeek,

Hoogheemraadschap van Delfland

4. Virtual reality training

Spreker nog onbekend

16.25 uur Workshopronde 2 (zie workshopronde 1)

17.15 uur Sluiting met toost op 25 jaar PHOV door

dr. Wim van Alphen

Aansluitend feestelijke borrel

Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | [email protected]

PHOV_adv_A4_chemie_wt.indd 1 15-08-14 16:45409559_ADV.indd 8 09-10-14 10:57

Page 9: Chemie Magazine oktober 2014

Actueel

AkzoNobel eN PhotANol gAAN uit zoNlicht eN co2 chemicAliëN mAkeNAkzoNobel en cleantechbedrijf Phota-nol slaan de handen ineen om een pro-ces te ontwikkelen waarbij de kracht van de zon wordt benut om uit CO2 che-micaliën te maken. Dat moet leiden tot de productie van ‘groene’ chemische bouwstenen, die uiteindelijk de fossiele grondstoffen zullen vervangen.

De samenwerking draait om Phota-nols bestaande eigen technologie waarbij zonne-energie wordt

gebruikt om CO2 uit de lucht recht-streeks om te zetten in vooraf bepaalde grondstoffen zoals azijnzuur en butanol. Het enige bijproduct is zuurstof. Deze

duurzame technologie werkt op dezelfde wijze als fotosynthese bij planten. De twee bedrijven beginnen met het ont-wikkelen van een aantal specifieke che-micaliën die momenteel door het Akzo-Nobel-bedrijfsonderdeel Specialty Chemicals worden gebruikt. Het is de bedoeling dat de samenwerking een opstap wordt voor de commerciële pro-ductie van organische chemicaliën van de vierde generatie. De chemicaliën van AkzoNobel worden veelvuldig ingezet in de schoonmaakmid-delen-, voedings-, papier- en kunststof-industrie, de chemische industrie en in de bouw. p

In november openen vier laboratorium-bedrijven hun deuren voor een Lab Expe-rience Day. Deze succesvolle formule is ontwikkeld om scholieren samen met hun ouders kennis te laten maken met de studie- en beroepsmogelijkheden in de laboratoriumwereld. Voor ouders, die een belangrijke rol spelen in de studie-keuze van hun kind, is er een apart pro-gramma.

T ijdens de Lab Experience Days (LED) zijn scholieren en ouders een dag in-house bij werkgevers te gast.

Scholieren brengen een bezoek aan het lab en voeren zelf enkele proeven uit om zo een goed beeld te krijgen van de werk-

Scholieren nemen ouderS

mee op lab experience

zaamheden. Daarnaast krijgen ze de kans om met medewerkers te praten en ontdek-ken zij meer over de studiemogelijkheden. Voor de ouders is er een apart programma met praktische informatie over onder andere opleidingen, baanzekerheid en doorgroeimogelijkheden. De data:

1 november: Nunhems Netherlands in Nunhem, een groot, internationaal zaad-veredelingsbedrijf. 1 november: RIKILT Wageningen UR/NVWA in Wageningen, doet onder andere onderzoek naar de veiligheid en betrouw-baarheid van voedsel voor de consument.8 november: Mead Johnson Nutrition in Nijmegen, een van de grootste fabrikanten van zuigelingenvoeding ter wereld. 14 november: Vitens Laboratorium in Leeuwarden, het grootste drinkwaterbe-drijf in Nederland.

Dat de vorige edities succesvol waren, blijkt uit de evaluaties: ruim tweederde van de deelnemers geeft aan na de LED een beter beeld te hebben van de laboratori-umtechniek en ruim eenderde geeft aan enthousiast te zijn geworden voor deze sector. Het project Lab Experience Days is een samenwerking tussen Stichting C3, laboratoriumbedrijven, hogescholen en roc’s. p

Meer informatie: www.labexperience.nl

De technologie werkt op dezelfde wijze als foto-

synthese bij planten.

oktober 2014 Chemie Magazine 9

CM1410_09-13_D_actueel.indd 9 09-10-14 15:56

Page 10: Chemie Magazine oktober 2014

Op zoek naar een unieke locatie voor uw proces industrie?

Valuepark Terneuzen beschikt over 140 hectare ideaal gelegen terrein. Als

bedrijf profi teert u van de nabijheid van gevestigde proces industrie waaronder

Dow Benelux BV, de ondersteuning van Zeeland Seaports en diensten van

service bedrijven die zich hier al gevestigd hebben.

Waarom Valuepark Terneuzen kiezen?

- In het hart van de Noord/West-Europese

industrialisatie;

- Diepzeehaven met directe toegang tot de

Noordzee (100.000 dwt);

- Uitstekende verbindingen met het achter-

land via weg, spoor en binnenwateren;

- Rail en shortsea container terminal;

- Granulaatopslag en -overslag;

- Opslagtanks en verwerking;

- Diverse utiliteiten inclusief centrale

brandbluswatersystemen.

NOG 80 HECTARE BESCHIKBAAR!

park your added value where it can grow

www.vpterneuzen.comValuepark Terneuzen is een gezamenlijke onderneming van Zeeland Seaports en Dow Benelux.

409559_ADV.indd 10 09-10-14 10:57

Page 11: Chemie Magazine oktober 2014

Actueel

Wetsvoorstel stikstof biedt nog onvoldoende zekerheid De VNCI onderschrijft het belang van het wetsvoorstel Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), dat op 10 september in de Eerste Kamer is behandeld, maar vindt het nog onvoldoende duidelijk of de benodigde ontwikkelruimte voor de chemische indus- trie er daadwerkelijk is. Daarnaast bestaat nog onzekerheid over de wijze van toewij-zing van die ontwikkelruimte. Er lijken ver-schillen te gaan ontstaan per provincie, wat de onduidelijkheid bij de bedrijven vergroot.

De uitstoot van stikstofverbindingen, zoals stikstofoxiden, leidt tot verzuring die de kwaliteit van natuurgebieden kan

aantasten. Het wetsvoorstel Programmati-sche Aanpak Stikstof (PAS) is bedoeld om de natuur te beschermen, maar ook de econo-mie te stimuleren. PAS staat op twee pijlers. Het initiëren van maatregelen om de bedreigde habitattypes, die binnen Natura 2000 worden beschermd, weer te laten opbloeien. En ervoor zorgen dat, met behoud van die natuurdoelstellingen, er toch weer ruimte komt voor nieuwe economische ont-wikkelingen.

De VNCI pleit ervoor dat de economische ont-wikkeling van de chemische industrie niet geblokkeerd wordt als gevolg van de PAS. Hierbij is regie op landelijk niveau belangrijk. Daarnaast wil de VNCI dat de sector niet ver-plicht wordt tot verdergaande emissiereduce-rende maatregelen dan die op grond van Europese regelgeving getroffen dienen te worden. De chemische industrie heeft in de afgelopen jaren namelijk al zeer fors geïnves-teerd in stikstofbeperkende maatregelen.

De PAS-wetgeving omvat instrumenten met behulp waarvan ontwikkelruimte per gebied kan worden uitgerekend. Enerzijds wordt bekeken wat het positieve effect is van her-stelmaatregelen die getroffen zullen worden in een gebied. Anderzijds wordt berekend welk deel van deze positieve effecten kan worden aangewend voor economische ont-wikkelingen, zoals uitbreiding van industriële activiteiten. De PAS beoogt ook de vergun-ningverlening voor bedrijven te vereenvoudi-gen, vooral door het rekeninstrument AERIUS. p

Meer informatie: Peter Bareman, speerpuntma-nager Veiligheid, Gezondheid en Milieu, 070 337 87 39, [email protected]

BioBTX valT in de prijzenTechnostarter BioBTX is tijdens het congres EemsDelta-visie uitgeroepen tot Northern Enlightenment of the Year 2014. De groene route die de onderzoekers kozen om aromaten te produceren en de volwassenheid van de technologie, gaf bij de jury de doorslag.

BioBTX ontwikkelt samen met de Rijksuniversiteit Groningen en Syncom een proces om aromaten uit hernieuwbare grondstoffen te produceren. Dit pro-

ces maakt het mogelijk om de chemische bouwblokken benzeen, tolueen en xyleen uit bijvoorbeeld houtresten te maken. Het eindproduct is identiek aan zijn fossiele ben-zeen, tolueen en xyleen, waardoor chemische installaties die op BTX draaien probleemloos met deze groene vari-ant aan de slag kunnen. Technisch directeur van BioBTX Niels Schenk ziet de benoeming als een opsteker om de technologie verder te ontwikkelen. “Het proces werkt in het laboratorium goed, maar we zijn nu toe aan testen op grotere schaal. We hopen dan ook snel investeerders te vinden die ons kun-nen helpen die volgende stap te zetten.” p

fo

to: J

er

oe

n v

an

Ko

ote

n

oktober 2014 Chemie Magazine 11

CM1410_09-13_D_actueel.indd 11 09-10-14 15:56

Page 12: Chemie Magazine oktober 2014

Bereken nu zelf úw besparing opwww.idsnl.com/besparing

Dé Logistics Control Tower voor de chemische industrie

Bekijk de DSM business case

409559_ADV.indd 12 09-10-14 10:57

Page 13: Chemie Magazine oktober 2014

Actueel

TWITTER

Justine Roggemans@JustineRggemans90 op chemie gehaald, snappen

jullie mijn vreugde

doekleterpstra @doekle_terpstra51 studenten ontvangen Top-

sector Chemiebeurs. Complimenten bedrijfsleven die dit mogelijk maakt. @vnci @ispt @coast

Jos van Bree @JosvBreeVandaag cursus “Chemie en

Veiligheid” Roermond |#gevaarlijke-stoffen 2015

Stichting C3 @StichtingC3Tijdens een meeting van de

@vnci voor secretaresses was iedereen laaiend enthousiast over onze proeven! #chemie

Selina C @SelinaaakeNet ontdekt da ik mijn naam

kan maken met de elementen, waar chemie allemaal nie goe voor kan zijn

industrienieuws @industrienieuws“Suikerbiet kan Nederlandse

chemie versterken” http://feedly.com/e/R9rESD1o

Harm Ikink@harmikinkTwee stemmen voor Ben

Feringa in peiling Nobelprijs Chemie… En drie voor Paris Hilton.

Als grondstoffenland is Nederland sterk gepositioneerd om de wereld-wijde fermentatie-industrie te voorzien van suikers en afgeleide pro-ducten. Dit blijkt uit een studie van Deloitte naar de concurrentiepositie van Noordwest-Europese gewassen zoals suikerbiet als grondstof voor de op fermentatie gebaseerde chemische industrie. De studie werd gepresenteerd tijdens the Chemical Conference op 29 september.

Tot nu toe was er beperkt inzicht in de concurrentiepositie van grondstoffen uit West-Europa, met name suikerbieten, ten opzichte van alternatieven, zoals suikerriet uit Brazilië, dextrose uit de VS en

tapioca uit Zuidoost-Azië. Deze studie biedt dit inzicht nu voor biobased grondstoffen van Noordwest-Europa (vooral suikerbieten) voor de fer-mentatie-gerichte chemische industrie. “De studie geeft voor het eerst een robuuste onderbouwing van de sterke positie van Nederland en Noordwest-Europa als grondstoffenland voor de chemische industrie”, zegt Willem Vaessen, director chemical value chain bij Deloitte en onder-zoeksleider van het rapport. Aanleiding voor de studie is de afschaffi ng van het Europese suikerquotum in 2017, waardoor de productie van suiker kan toenemen.

Interessante markt“De wereldwijde markt voor fermentatieproducten bedraagt ongeveer 127 miljard dollar (waarvan 110 miljard dollar voor ethanol) en groeit sneller dan het bbp”, aldus Vaessen. “Door horizontale en verticale integratie in de keten kan er zelfs nog meer winst behaald worden dan in de studie wordt aangeven. Het is een interessante markt om in Nederland in te investeren voor bedrijven.” De studie, uitgevoerd in opdracht van het Bio-renewables Business Platform, Rabobank en de Suikerunie, bevat onder meer een vraag/aanbod-balans van biobased producten en grondstoffen en beoordeelt de huidige en toekomstige beschikbaarheid en prijzen van de belangrijkste grondstoffen.

Biobased kansenTijdens de Chemical Conference, mede georganiseerd door de VNCI, lie-ten behalve Vincent Oomes van Deloitte en Bertold Leeftink van het ministerie van Economische Zaken, diverse andere sprekers hun licht schijnen op de biobased kansen van Nederland en Noordwest-Europa, waaronder Marcel Wubbolts van DSM, Tom van Aken van Avantium en Tyler Painter van Solazyne. Zij waren het ermee eens dat Nederland met de landbouw en de chemie over twee sterke industrieën beschikt, die als ze gaan samenwerken veel kunnen bereiken. Ook een voordeel van Nederland zijn de sterke publiek-private samenwerkingsverbanden. Maar om de op fermentatie gebaseerde chemische industrie een impuls te geven zijn nog wel grote investeringen nodig. p

Download het rapport via: http://bit.ly/1CHgwr5

FO

TO: R

GB

STO

CK

NEDERLAND STERK IN GRONDSTOFFEN VOOR BIOBASED CHEMIE

oktober 2014 Chemie Magazine 13

CM1410_09-13_D_actueel.indd 13 09-10-14 15:56

Page 14: Chemie Magazine oktober 2014

Stilstand kan geld opleveren. Heeft uw onderneming een duidelijke piek in de energievraag of heeft u signifi cant vermogen binnen uw bedrijfsproces dat op verzoek tijdelijk opgeschakeld of verminderd kan worden? Dan is EnCharge van GDF SUEZ waarschijnlijk interessant voor u. Kijk op www.encharge.nl voor meer informatie.

www.gdfsuez.nl/zakelijk

MIJN PRODUCTIEPROCES STAAT STIL, WAT LEVERT DAT OP? MET ENCHARGE VAN GDF SUEZ PROFITEERT U VAN UW FLEXIBILITEIT IN ENERGIEVERBRUIK

409559_ADV.indd 14 09-10-14 10:57

Page 15: Chemie Magazine oktober 2014

Energie & klimaat

Chemiebedrijven maken sinds dit jaar gebruik van een aantal hulp-middelen om de samenwerking in de logistieke keten te verbeteren. Deze tools komen voort uit het DINALOG4c4Chem-project, dat in 2012 is gestart en tot volgend jaar loopt. Het project heeft als doel om innovatieve supply chain-processen te ontwikkelen. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

Projectleider van het DINA-LOG4c4Chem-project is Jan Fransoo, tevens hoogleraar

logistiek aan de TU Eindhoven (TU/e). Studenten en ontwerpers van de TU/e ontwikkelden de afge-lopen twee jaar verschillende ver-nieuwende logistieke concepten en instrumenten die chemiebedrijven inmiddels toepassen. Fransoo licht toe: “Bijvoorbeeld een model waar-mee bedrijven beter inzicht krijgen in de prijsontwikkeling van chemi-caliën door ook het onderhoud van de fabrieken mee te nemen. Of een hulpmiddel waarmee verladers en vervoerders samen hun logistieke proces kunnen verbeteren. Daar-mee voorkomen ze dat vrachtwa-gens onnodig moeten wachten op hun lading.”

BundelenVerder onderzoeken Shell, Dow en

Den Hartogh momenteel of ze het vervoer van chemicaliën in contai-ners per binnenvaartschip kunnen bundelen, weet Fransoo. “De par-tijen kijken of ze in het Rijngebied genoeg volume bij elkaar kunnen krijgen. Ook vragen ze bij de bin-nenvaartschippers offertes op om de kosten inzichtelijk te maken. Aan het einde van het jaar moet duidelijk zijn of en in welke omvang het proefproject gaat plaatsvinden.”Daarnaast zijn voor het virtueel delen van voorraden stappen gemaakt. Zo is het door een van de studenten ontwikkelde wiskundig model om het voorraadbeheer van Europese styreenproducenten te verbeteren, inmiddels ook geschikt voor vier andere chemische produc-ten. Daarbij gaat het om benzeen, polypropyleen, MEG en methanol. “Uit onderzoek blijkt dat de busi-nesscase voor MEG en methanol niet interessant is. Dat lijkt echter niet het geval voor benzeen en poly-propyleen. Wanneer de Europese producenten met elkaar samenwer-ken kunnen ze jaarlijks 9 procent, dus 14 miljoen euro, besparen en ook hun CO2-uitstoot met 14 pro-cent reduceren. Voor polypropyleen gaat het om een kostenbesparing van 5 procent en een CO2-reductie van 18 procent”, berekent Fransoo. Daarbij gaat het volgens hem om

berekeningen op basis van informa-tie uit openbare databases. “Wan-neer wij de échte cijfers van de bedrijven krijgen, kunnen de bespa-ringen weleens veel groter zijn.”

Neutrale partijDe projectleider vraagt zich echter af of besparingen tussen de 5 en 10 procent groot genoeg zijn om de logistieke keten écht in beweging te krijgen. “Bedrijven kunnen in ver-band met de kartelwetgeving niet zomaar informatie over hun ver-voersstromen uitwisselen. Daarom is een onafhankelijke partij nodig die het allemaal regelt voor de che-miebedrijven zonder de commerci-ele transactie te beïnvloeden. Maar om zo’n partij op te zetten, zijn investeringen noodzakelijk. Wan-neer wij er echter in slagen om de tien grootste Europese producenten van benzeen en polypropyleen hier-mee aan de slag te laten gaan, ziet de businesscase er meteen een stuk interessanter uit door de gro-tere besparingen.” p

ANDERS KIJKEN NAAR LOGISTIEK

4C4CHEM-PROJECT WERPT EERSTE VRUCHTEN AF

VNCI ORGANISEERT SYMPOSIUM VOOR LOGISTIEKE EXPERTSHet DINALOG4c4Chem-project heeft ertoe geleid dat er een virtuele gemeenschap van logis-tieke experts van chemiebedrij-ven is ontstaan. Fransoo: “Begin volgend jaar organiseren wij samen met de VNCI een sympo-sium om deze ‘community’ nog verder vorm te geven. Doel is om gezamenlijk tot innovatieve pro-jecten te komen en de kennisuit-wisseling tussen logistieke experts te stimuleren. Daarbij wil de VNCI nadrukkelijk jonge professionals betrekken om de logistieke innovatie in de chemi-sche industrie te bevorderen.”

Meer informatie: www.dinalog.nl

FO

TO: N

ATI

ON

AL

E B

EE

LD

BA

NK

Shell, Dow en Den Hartogh onderzoeken momenteel of ze het vervoer van chemica-liën in containers per binnenvaartschip kunnen bundelen.

oktober 2014 Chemie Magazine 15

CM1410_15_E_Energie.indd 15 09-10-14 15:55

Page 16: Chemie Magazine oktober 2014

Niet voldoeN aaN ReaCH bReNgt uw bedRijfsCoNtiNuïteit iN gevaaR!Bent u Bereid dat risico te nemen?Bij het werken met chemische stoffen moet u al aan veel regels voldoen. de gevolgen van reacH worden steeds duidelijker nu ook de gebruikers de effecten zien en merken. inspecties door de overheid kunnen leiden tot boetes, vertraging bij import, zelfs stopzetten van activiteiten… daarom:

Hou de controle over uw bedrijf!

tno triskelion kan er samen met u voor zorgen dat u aan alle verplichtingen voldoet. Wat wij aanbieden is o.a.:-- inspectie van uw reacH implementatiesysteem-- Hulp bij voldoen aan maatregelen uit veiligheidsbladen-- evalueren van risico’s met nano-deeltjes-- risico’s van humane- en milieublootstelling in kaart brengen-- opstellen van veiligheidsbladen en exposure scenario’s-- assisteren in reacH autorisatie/sVHc processen-- nieuwe stoffen registraties en/of dossier updates

Voor meer informatie zie onze websitewww.triskelion.nl/chemistry of neem contact met ons op.tel: 088 866 1620 / e-mail: [email protected]

TNO.13.724 adv vnci 180 x 130.indd 1 03-05-13 16:04

T. +32 9 336 39 [email protected] ERP-SOFTWARE VOOR DE CHEMIE

waar zit uw WINST ?

Natuurlijk maakt u niet evenveel winst op elk product. Net zo min behaalt u dezelfde winstmarge bij elke klant. Precies weten waar uw winst zit, zal u andere en betere beslissingen doen nemen. Laten we samen ontdekken wat nodig is om uw winst veilig te stellen zodat u kunt blijven investeren.

C

M

Y

CM

MY

CY

CMY

K

HIT_Versie3_HighRes.pdf 1 6/02/14 12:13

409559_ADV.indd 16 09-10-14 10:57

Page 17: Chemie Magazine oktober 2014

Water

Een gebrek aan zoetwater vormt een bedreiging voor de industrie. Door toenemende droogte staan kwantiteit en kwaliteit van geschikte water-bronnen onder druk. Water wordt in de nabije toekomst een ‘license to operate’ en de chemie moet snel in actie komen om die vergunning veilig te stellen. Dat is de boodschap van Anton van Beek, CEO van Dow Chemi-cal Benelux.Tekst: Esther Rasenberg

Tijdens het Dow Waterdebat op donderdag 18 septem-ber verzamelden verte-

genwoordigers uit de watersec-tor, de industrie en de ingeni-eurswereld zich in het Kurhaus in Scheveningen. Onder leiding van Roland Koopman van RTL Z Nieuws introduceerden zes sprekers de problematiek. Anton van Beek, de kersverse CEO van Dow Chemical Benelux, beet het spits af met een lucht-foto van de Dow-plant in Terneu-zen. “De site wordt omringd door water, maar dat heeft niet de juiste kwaliteit. Om die reden hebben we de afgelopen jaren samen met de gemeente en het waterschap veel geïnvesteerd in de zuivering en hergebruik van industriewater.”Volgens Roy Tummers, directeur water van de VEMW, blijft een groot deel van de chemie achter bij bijvoorbeeld de voedings- en de papierindustrie. Daar wordt volop gestuurd op het realiseren van waterbesparing. Toch zijn er voldoende prikkels om op water te besparen. Zo leidt waterbe-sparing namelijk vaak ook tot energiebesparing.

VestigingsfactorWater is voor de chemie een belangrijke vestigingsfactor. Tummers: “Belangrijk is dat de overheid een faciliterende en stimulerende rol vervult. Dat kan bijvoorbeeld door een con-sistent beleid te voeren en bedrijven meer inzicht te geven

in het wateraanbod en in de bij-behorende risico’s. Dat maakt het voor bedrijven mogelijk om te anticiperen op die risico’s.”Volgens Cate Lamb, hoofd water van het Carbon Disclosure Pro-ject, dat onderzoek doet naar de gevolgen van klimaatverande-ring bij beursgenoteerde bedrij-ven, staan waterschaarste en watervervuiling dit jaar op num-mer 3 op de lijst van wereldri-sico’s die door het Wereld Eco-nomisch Forum wordt opge-steld. “Zonder water is er geen business”, stelt Lamb. Toch blijft ze positief: “De watercrisis kan door de industrie worden opge-lost, want zij beschikken over de middelen, de grondstoffen en de vaardigheden.”

Quick winsProfessor Nick van de Giesen van de TU Delft signaleert de mogelijkheden voor quick wins. “Vaak kan tussentijds in het pro-ces het water al worden gezui-verd en opnieuw worden gebruikt.” Henk Lingbeek van Papierfabriek DS Smith De Hoop vertelt dat zij sinds de jaren zeventig al fors minder water gebruiken en tot 2020 nog eens 20 procent willen besparen. De

fabrieken waren in het verleden gedwongen de inname van de hoeveelheid grondwater te ver-minderen, vanwege het Euro-pese natuurbeschermingspro-gramma Natura 2000. Lingbeek: “Als dat niet was gebeurd, had ons bedrijf geen vergunning gekregen.” Nieuwe zuiveringstechnolo-gieën zouden hergebruik verder kunnen bevorderen, maar dat vergt investeringen. Anton van Beek wil graag, samen met

andere bedrijven, werken aan generieke oplossingen. “Ik zie water niet als iets waar we con-currentievoordeel mee kunnen halen. Ik voorspel dat het onderwerp in 2020 in 80 pro-cent van de boardrooms hoog op de agenda zal staan. We moeten samen adequate oplos-singen ontwikkelen.” p

Watercrisis vraagt om actie

‘Ik voorspel dat het onderwerp in 2020 in 80 procent van de boardrooms hoog op de agenda zal staan’

V.l.n.r.: Roy Tummers (VEMW), Jaap Kwadijk (Universi-teit Twente), Anton van Beek (Dow), Cate Lamb (CDP) en Henk Lingbeek (DS Smith De Hoop).

fo

to: s

hu

tte

rs

toc

k

oktober 2014 Chemie Magazine 17

CM1410_17_F_Milieu.indd 17 09-10-14 15:59

Page 18: Chemie Magazine oktober 2014

Transportservice van huis uit

Internationaal Transportbedrijf

L. van der Lee en Zonen B.V.

T (015) 213 59 11

E [email protected]

I www.vanderlee.nl

02-2014 Chemie Magazine AZO N3 nl. Pfade 100x297 korr 07.03.14.indd 1 07.03.14 09:40

409559_ADV.indd 18 09-10-14 10:57

Page 19: Chemie Magazine oktober 2014

Een heet-werk-wacht moet onder meer een diploma hebben voor werken met kleine blusmiddelen.

Veiligheid

De Stichting Samenwerken voor Veiligheid (SSVV) maakt vanaf dit opleidingsjaar onderscheid tussen verschil-lende soorten wacht- en toezichthoudende functies. Dit schept duidelijkheid over wat de wachten en toezicht-houders moeten kunnen en weten.Tekst: Erik te Roller

‘V roeger werd er gezegd: ‘Er moet een brandwacht bij.’ Dat was een brandweerman die in geval van brand meteen kon gaan blussen”, zegt Willem

Wagemakers, voormalig technisch directeur van SSVV. De laatste jaren bleek echter dat de bedrijven er niet meer op konden vertrouwen dat elke ingehuurde wacht of toezicht-houder voldoende toegerust was voor een bepaalde klus, want er wordt van deze mensen ook verwacht dat ze pre-ventief situaties kunnen beoordelen en dat ze desnoods verbeteringen eisen. Dat had onder andere te maken met het verschil in duur en inhoud van de opleidingen zoals die door verschillende instituten werden aangeboden. In feite spraken de bedrijven die de wachters inhuurden en de firma’s die ze aanboden niet meer dezelfde taal.

Zeven functiesOm hieraan een einde te maken zijn de wacht- en toezicht-houdende functies uitgesplitst in zeven verschillende functies. Die staan beschreven onder ‘Wacht- en toezicht-houdende functies’ in de SSVV Opleidingengids, met spe-cifieke taken en opleidingen erbij. Alle wachten en toe-zichthouders moeten minimaal een VCA-basisdiploma hebben en de bedrijfsinstructies kennen. Daarnaast dient bijvoorbeeld een heet-werk-wacht (onder ‘heet werk’ val-len werkzaamheden waarbij de gebruikte apparatuur of gereedschappen een ontstekingsbron kunnen vormen in gebieden waar brandbare of ontvlambare stoffen aanwe-zig kunnen zijn) ook nog diploma’s te hebben voor gasme-ten, werken met kleine blusmiddelen en het herkennen van risico’s in de petrochemie. Een kabelwacht hoeft geen gasmetingen te kunnen doen, maar moet wel alles weten over veiligheid bij graafwerkzaamheden. Hij moet aan de hand van tekeningen kunnen bepalen waar en hoe diep ondergrondse kabels liggen en erop toezien dat de graaf-machinist de grond tot een bepaalde diepte uitgraaft. Daarna is het een kwestie van met de hand verder graven tot de rode slab is bereikt die de kabels afdekt. Een hijs-wacht hoeft alleen de opleiding voor verplaatsen van las-ten als extra te hebben.“Als je nu naar een brandwacht vraagt, weet je nog steeds niet wie je krijgt, maar als je naar een heet-werk-wacht vraagt, weet je precies wie je qua opleiding en taken in huis haalt”, aldus Wagemakers, die nauw betrokken was bij het opstellen van de nieuwe functienamen en taakom-schrijvingen. p

Wachters nieuWe stijl

SSVV SplITST WACHT- En TOEzICHTHOuDEnDE funCTIES

chemelot Site paSt eiSen aanAndré van den Berg, manager SHEQ van de Chemelot Campus op de Chemelot Site in zuid-limburg: “Als we vroeger een wacht inhuur-den, gingen we er automatisch vanuit dat die de vereiste kennis had en de gewenste taken kon uitvoeren. Op een gegeven moment was dit niet meer het geval.” nu de functies zijn uitgesplitst, is het volgens Van den Berg veel dui-delijker welk type toezicht in welke situatie nodig is, zowel voor de vragende als aanbiedende partij. “Inmiddels hebben we op de Che-melot Site onze eisen aan wachten en toezichthouders door middel van een best practice in overeenstemming gebracht met de SSVV Opleidingengids.”

Fo

to: S

hu

tte

rS

toc

k

oktober 2014 Chemie Magazine 19

CM1410_19_G_Veiligheid.indd 19 09-10-14 16:00

Page 20: Chemie Magazine oktober 2014

AdvertentieInduvac_PompNL_definitief.indd 2 21/August/12 10:35 AM

“ Is your plant ready for the future? “

Please visit us at www.yokogawa.com/eu

Making critical plant information fully visible is just the beginning of the vigilant cycle. Seeing clearly gives you the knowledge necessary to anticipate the changes required in your process. Knowing in advance brings you the speed and flexibility to optimize your plant in real time. And by acting with agility, you are able to adapt to the ups and downs of your business environment. VigilantPlant excels at bringing out the best in your plant and your people - keeping them fully aware, well informed, and ready to face the next challenge.

409559_ADV.indd 20 09-10-14 10:57

Page 21: Chemie Magazine oktober 2014

Onderwijs

Op 30 september ontvingen vijftig nieuwe chemietalenten de Topsector Chemie-beurs. Sinds de start van dit beurzenstel-sel in 2011 is er een duidelijke toename te zien in de instroom bij chemie-opleidin-gen. Ook zorgen de beurzen voor inten-siever contact tussen bedrijven en oplei-dingen, waardoor beide partijen beter kunnen inspelen op de behoefte van het werkveld.Tekst: Igor Znidarsic

D e beurzen werden uitgereikt tijdens het evenement World of Technology and Science in de Jaarbeurs Utrecht.

“Beurzen zijn belangrijk om talent aan te moedigen”, zei Doekle Terpstra, aanjager van het Techniekpact, daarbij. En dat talent moeten we volgens hem ‘koesteren en aan ons binden’. Hij gaf ook aan dat de chemie hierin koploper is. Met de realisatie van meer dan honderd beurzen voorziet de Topsector Chemie nu al in meer dan 10 procent van de ambitie van duizend beur-zen die door Techniekpact is gesteld. Jasper Wesseling van het ministerie van Economische Zaken wees op het belang van de interactie tussen onderwijs en bedrijfsleven tijdens de studie, die de beurs met zich meebrengt. Want juist van die interactie moeten we het hebben. Daarbij krijgen de studenten bij de Topsec-tor Chemiebeurs de kans om zowel bij een

Vijftig nieuwe topsector chemiebeurzen uitgereikt

Vier talentenprOgramma’s Van tOpsectOr chemiebeurs• Analytical Sciences Talent Program (ASTP): 2e t/m 4e jaar hbo; 150 uur/jaar extra

onderwijs; 600 uur extra stages bij bedrijven; beurs (3000-5400 €/jaar); 66 stu-denten. Coördinatie: CEAS (Center of Expertise Analytical Sciences; samenwer-king van HAN en COAST).

•MSc+ Analytical Sciences: 1e en 2e jaar academische MSc; 150 uur/jaar extra onder-wijs; 1600 uur extra stages in (publiek-)private projecten; beurs (4400-5000 €/jaar); 10 studenten. Coördinatie: COAST.

•BSc+ Chemie: 1e t/m 3e jaar academische BSc; honours-trajecten aan universitei-ten; extra contact met bedrijven; beurs (5000 €/jaar); 26 studenten. Coördinatie: VNCI.

• Process Technology Talent Program (PTTP): 2e t/m 4e jaar hbo; 150 uur/jaar extra onderwijs; stages bij bedrijven; 11 studenten. Coördinatie: ISPT.

Fo

to: t

am

ar

Uit

er

wij

k

groot bedrijf als BASF als bij een kleiner bedrijf als Dishman rond te kijken.De Topsector Chemie heeft de Topsector Chemiebeurs in het leven geroepen van-wege het dreigende tekort aan talentvolle scheikundigen. Daarbij krijgen streng geselecteerde excellente studenten in het hoger onderwijs een studiebeurs, gespon-sord door chemiebedrijven. In de afgelo-pen vijf jaar is het aantal inschrijvingen voor chemie-opleidingen aan de universi-teiten met 20 procent gestegen, aan de hogescholen zelfs met 34 procent.Op de vraag van dagvoorzitter Inge Janse of er straks nog wel werk is in de chemie vanwege het Amerikaanse schaliegas en

de economische crisis, zei VNCI-directeur Colette Alma dat de studenten daar niet bang voor hoeven te zijn. Uit VNCI-onder-zoek is namelijk gebleken dat chemiebe-drijven de komende jaren duizenden werk-nemers tekortkomen, ondanks de recente toename van het aantal chemiestudenten. De toekomstige vraag is als gevolg van vergrijzing en de stijging van het aantal vacatures nog steeds groter dan de toe-stroom van studenten. “Gefeliciteerd met je baan”, zei Doekle Terpstra tegen de studenten, daarmee aangevend dat ze met een Topsector Chemiebeurs straks verzekerd zijn van een baan. p

COAST-directeur Oscar van den Brink en Mo van Dijk, project manager CEAS, reiken een certificaat uit aan een van de studenten.

oktober 2014 Chemie Magazine 21

CM1410_21_H_Topsector.indd 21 09-10-14 16:00

Page 22: Chemie Magazine oktober 2014

22 Chemie Magazine oktober 2014

‘ Ik heb de wInd mee omdat energIe tegenwoordIg zo belangrIjk Is’

Martine Wols ging na haar studie Chemische Technologie aan de slag als process engineer bij LyondellBasell in Moerdijk. Nu, vier jaar later, is zij nog altijd enthousiast over haar keuze. Tekst: Inge Janse

Martine Wols process engineer bij LyondellBasell

gie gebruiken. Om dat te realiseren, werk ik met twee teams: het opera-torteam van vijf man en het dag-dienstteam van zes man.

2 Wat vertel je tegen kinde-ren als zij vragen wat voor werk je doet?Aan hen vertel ik dat ik

onderzoeker ben, een soort Willy Wortel. Dat komt het dichtst in de buurt van wat ik doe en wat zij zich kunnen voorstellen. Ook maak ik weleens de vergelijking met een parel die als één zandkorreltje begint en dan groeit doordat er alle-maal laagjes omheen worden gebouwd. Dat doe ik ook, maar dan met plastic. Ik kijk hoe je het beste plastic korrels kunt laten groeien.

3Hoe ben je in deze baan terechtgekomen?Op de lagere school had ik totaal niet iets met chemie.

Ik wilde toen schooljuf worden! (lacht) Maar op het gymnasium vond ik scheikunde heel erg leuk, dus toen bedacht ik me dat ik daar iets mee wilde doen. En toen mijn

Wat is er zo boeiend aan chemie en wat maakt werken in de chemiesector zo leuk? Chemie Magazine vraagt het aan mensen die chemie hebben gestudeerd en nu in de chemie werken.

1 Wie ben je, waar werk je en wat is je functienaam?Ik ben Martine Wols en ik werk bij LyondellBasell in

Moerdijk als process engineer. De ene helft van de tijd probeer ik de fabriek te verbeteren, de andere helft houd ik me bezig met het besparen van CO2-uitstoot en ener-gieverbruik. Voor CO2 zorg ik ervoor dat LyondellBasell Moerdijk alles doet wat vanuit de overheidswetge-ving verplicht is. Voor energie houd ik het verbruik bij en kijk ik waar we kunnen minderen. We willen name-lijk per jaar 2 procent minder ener- e

CM1410_22-25_J_werken in chemie.indd 22 09-10-14 16:00

Page 23: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 23

e

Arbeidsmarkt

fo

to: c

as

pe

r r

iLa

e

Martine Wols: ‘Als iedereen van tevoren zegt dat iets me niet gaat lukken, dan denk ik: nou, dat zullen we nog weleens zien.’

CM1410_22-25_J_werken in chemie.indd 23 09-10-14 16:00

Page 24: Chemie Magazine oktober 2014

24 Chemie Magazine oktober 201424 Chemie Magazine oktober 2014

WIE IS MARTINE WOLS NAAST HAAR WERK?als Wols niet actief is voor Lyon-dellBasell, is ze te vinden op het badmintonveld, de racefi ets of haar loopschoenen. ook vindt ze koken erg leuk, met als voorlopig hoogte-punt de geslaagde spekkoek.

ouders me meenamen naar de Dag van de Chemie bij Shell Moerdijk, liepen we in de controlekamer rond en dacht ik: dit zie ik mezelf ook wel doen. Die schermen met processen, het idee dat iets door pijpen heen gaat en als een ander product eruit komt, dat trok me wel. Want hoe werkt dat proces? Hoe stuur je dat bij? Een paar jaar later was ik weer bij een Dag van de Chemie, maar toen bij Lyondell. Ik studeerde toen nog Chemische Technologie aan de TU Delft en wilde mijn ouders laten zien wáár ik voor leerde. De gemoe-delijke sfeer, de vriendelijke men-sen, het open bedrijf: het sprak me allemaal erg aan. Dus toen ik door Lyondell in Moerdijk gevraagd werd omdat er een vacature was, ging ik daar twee weken later aan de slag!

4 Wat vind je zo leuk aan wat je doet?Ik vind het heel leuk om zaken te zien verbeteren. Ik

bedenk van tevoren wat ik wil aan-pakken, duik erin, praat erover met collega’s, en dan blijken er allemaal oplossingen te zijn om een proces te verbeteren, goedkoper te produce-ren of energie te besparen. Boven-dien vind ik puzzelen leuk. Er gebeurt weleens wat in zo’n fabriek, maar je hebt niet overal meters. Ook kun je niet naar binnen kijken, want het is een grote stalen massa. Waarom is de korrel een klont geworden? En hoe kunnen we dat voorkomen? Het is een soort raad-sel dat je op moet lossen.

5 Op welke eigen prestatie ben je het meest trots?Daar hoef ik niet lang over na te denken: mijn energie-

teams. Toen ik daarmee begon, zei-den mijn collega’s dat we hier ‘uitbe-

‘Ik ga vaak naar huIs met het gevoel dat de fabrIek weer Iets beter Is geworden’

fo

to: c

as

pe

r r

iLa ?

CM1410_22-25_J_werken in chemie.indd 24 09-10-14 16:00

Page 25: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 25

s

ets curriculum VitAe

Naam: Martine WolsLeeftijd: 29 jaarWooNpLaats: BarendrechtHuWeLijkse staat: getrouwd (sinds een half jaar)kiNdereN: geenopLeidiNgeN: gymnasium met bèta-pakket en Chemische Technologie aan de TU Delft, inclusief stage bij Unilever Vlaardingen bij de afdeling Home and Personal CareNeveNactiviteiteN: secretaris van de badmintonvereniging in MaasdamWerkgevers: Martine werkt sinds haar afstuderen in 2010 bij LyondellBasell in Moerdijk. In die periode was zij ook één jaar productiecoördinator van de fabriek. Tijdens haar studie werkte Martine als manusje-van-alles en directie-assistent bij C3, dat chemie promoot in het onderwijs.

spaard’ waren. Gelukkig zijn we nu twee jaar verder en komen de ope-rators nog steeds met écht goede besparingsideeën. Dan loop ik door de controlekamer en hoor ik de een tegen de ander zeggen: ‘Joh, zet die stoom eens wat minder, weet je wel wat dat kost?’ Die inzet blijkt ook uit de resultaten. Zo hebben we inmid-dels een plan om de komende jaren 10 procent energie te besparen. En we zijn goed op weg, want we heb-ben vorig jaar 3 procent bespaard en zijn voor dit jaar ook al hard op weg. Dat lukt doordat de operators echt betrokken zijn bij de plannen én de uitvoering. Zo ben ik een keer met twee operators ‘s avonds de fabriek ingegaan met een warmtecamera om te zien waar er isolatie ont-breekt. Dat heeft uiteindelijk vol-doende isolatieplekken opgeleverd om voor 12 duizend euro aan energie te besparen. Dat hebben we met z’n allen gedaan.

6 Wat drijft je in je werk?Ik vind het een uitdaging om doelen te bereiken. Hoe kom je op de beste manier van

punt A naar punt B? Daarnaast ben ik een tikkeltje perfectionistisch en heb ik de wind mee omdat energie tegenwoordig zo belangrijk is. Maar ik heb vooral een uitdaging nodig. Als ik iets onder de knie heb, wordt het minder interessant. Als iedereen van tevoren zegt dat iets me toch niet gaat lukken, dan denk ik: nou, dat zullen we nog weleens zien.

7 Wat levert je werk je op?Ik ga vaak naar huis met het gevoel dat ik echt iets gedaan heb. Dat de fabriek

weer iets beter is geworden. Daar-naast ben ik een mensenmens die graag in teams werkt, zoals met

operators. Ook over mijn salaris ben ik erg tevreden. Ik kan mijn hypo-theek betalen en ik houd genoeg geld over om leuke dingen te doen. Maar dat is niet het allerbelangrijk-ste. Ik moet plezier hebben in mijn werk en niet op maandag denken: ach jee, ik moet weer!

8 Aan welke consumenten-producten lever jij een bijdrage?Wij maken kunststof kor-

rels die in grote zakken naar onze klanten gaan. Ik lever zo een bij-drage aan onder meer de ijsbakken van Hertog, Tupperware en bum-pers voor auto’s. Dat is uitdagend, want een bumper moet in een snik-hete woestijn even goed werken als bij 40 graden onder nul in Canada. Dat geldt ook voor Tupperware, dat zowel in de vriezer als in de magne-tron moet kunnen. Op al die produc-ten zit geen stempel ‘Lyondell-Basell’, maar de basis hiervan komt hier uit de fabriek rollen.

9 Wat zou je nóg liever doen dan wat je nu doet?Ik wil in ieder geval in de chemie blijven werken. Wel

zou ik voor nu meer willen doen met het management van grote projec-ten. Hoe bouw je een heel nieuw onderdeel van begin tot eind? Aan de andere kant zou ik ook dichter op het proces willen zitten. De techno-logie waar ik nu aan werk is vaak voor de langere termijn, terwijl ik ook op de korte termijn wil meekij-ken. Waarom hebben we deze maand meer stoom gebruikt dan normaal? Hoe komt het dat er meer grondstof is ingezet? Hoe kun je de procedures voor operators verbete-ren?

10 Hoe zie je jezelf over tien jaar?Ik zou meer strate-gisch en meer aan-

sturend willen functioneren, waarbij de mensen waar ik mee werk de details behandelen. Soms lijkt uit mijn huidige positie een oplossing heel logisch, maar bekijk je het gro-tere plaatje, dan wordt een andere optie ineens veel interessanter. Ik wil dus een grotere puzzel met meer stukjes. Ik denk dan aan de positie van operations manager, die ervoor zorgt dat de fabriek op de juiste manier bestuurd wordt. Ook hoef ik niet persé in Moerdijk te blijven. Zo heb ik van horen zeggen dat we een fabriek in Zuid-Frankrijk hebben die aan de Côte d’Azur ligt. Dat lijkt me geen vervelende plek om naartoe te moeten. (lacht) Polen of China spre-ken me minder aan. Ik wil vooral dingen doen die ik leuk vind, dus als ik dan toch ergens naartoe moet, dan graag naar een vakantieland. p

Arbeidsmarkt

CM1410_22-25_J_werken in chemie.indd 25 09-10-14 16:00

Page 26: Chemie Magazine oktober 2014

26 Chemie Magazine oktober 2014

Met de start van het zesde regionale veiligheidsnetwerk, Midden-Oost Nederland, is er nu een landelijk dekkend netwerk. Ondernemingen in het hele land kunnen in de regionale veiligheidsnetwerken kennis en ervaring uitwisselen, een van de pijlers van het programma Veiligheid Voorop. Tekst: Adriaan van Hooijdonk

ZESDE REGIONALE VEILIGHEIDS-NETWERK GAAT VAN START

 ‘A ctieve deelname aan regionale vei-ligheidsnetwerken’, zo luidt een van de vier pijlers van het programma Veiligheid Voorop, waarmee de VNCI de veiligheidsprestaties van de che-

mische industrie naar een nog hoger niveau wil brengen. Dit doet zij samen met VNO-NCW, de petroleumindustrie (VNPI), de tankopslagbedrij-ven (Votob), de handelaren in chemische produc-ten (VHCP), onderhoudsorganisaties (Vomi, NVDO en Profi on) en verf- en drukinktbedrijven (VVVF). Van VNCI-leden (BRZO/Arie -bedrijven) wordt dan ook verwacht dat zij lid worden van een veiligheidsnetwerk. Dat kan inmiddels in heel Nederland.

Op 30 oktober gaat tijdens een bijeenkomst voor BRZO-bedrijven het zesde regionale veiligheids-netwerk (Midden-Oost Nederland) offi cieel van start. “Daarmee is het landelijk dekkend net-werk compleet”, aldus coördinator Rob Ooster-meijer, hoofd beleid van VNO-NCW Midden. Vijf-tien bedrijven, waaronder AkzoNobel, Veco en Elementis Specialties Nederland, hebben inmid-dels interesse getoond.

Eerste bijeenkomstTijdens de eerste bijeenkomst van het veilig-heidsnetwerk Midden-Oost Nederland staat crisiscommunicatie centraal. “Een logische keuze,” vindt Oostermeijer, “want bij vorige bij-

‘ LANDELIJK DEKKEND NETWERK IS COMPLEET’

CM1410_26-28_Veiligheidsnetwerk.indd 26 09-10-14 16:11

Page 27: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 27

Veiligheid

e

BZW Masterclass Veiligheid zuid-west kiest praktische insteekHet veiligheidsnetwerk BZW Masterclass Veiligheid zuidwest is samen met Deltalinqs ‘University’ een van de oudste netwerken van het land. “Sinds 2007 hebben wij ruim 35 workshops georga-niseerd rondom verschillende veiligheidsthema’s”, vertelt coör-dinator Bert Zandvoort. “Daarbij kozen wij vooral voor een prak-tische insteek met onderwerpen die deelnemers in de praktijk kunnen benutten. Zo ontwikkelden wij verschillende voorbeeld-procedures, bijvoorbeeld op het gebied van het veiligstellen van werkplekken. Ook hebben wij samen met de Vereniging van Stei-ger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven de nieuwe richtlijn steigerbouw meer afgestemd op de praktijk in de chemische industrie.”Een ander belangrijk thema tijdens de bijeenkomsten is de interpretatie van wet- en regelgeving. “Neem bijvoorbeeld de PGS 15-richtlijn voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Deze richtlijn is erg ingewikkeld en bovendien kun je de regels op ver-schillende manieren uitleggen. Daarom is het erg waardevol voor bedrijven om te zien hoe andere ondernemingen hiermee omgaan”, aldus Zandvoort.Een van de grote voordelen van het netwerk is dat deelnemers elkaar inmiddels ook buiten de bijeenkomsten weten te vinden, stelt de coördinator. “Door een kijkje in de keuken van een ander bedrijf te nemen en ervaringen uit te wisselen kun je van elkaar leren. Bovendien levert deelname aan de workshops punten op voor veiligheidskundigen die hun certifi cering op orde moeten houden.”De komende maanden besteedt het netwerk vooral aandacht aan het werken in besloten ruimtes. “Niet alleen in de chemische industrie, maar ook daarbuiten, zijn er de laatste tijd verschil-lende incidenten op dit gebied geweest. Daarom gaan we het thema verder uitdiepen, om de oorzaken in kaart te brengen en het aantal incidenten te reduceren.”

SABIC: Workshops bieden interes-sante inzichten “Eind vorig jaar nam ik deel aan een bijeenkomst waarin de review van het veiligheidsmanagementsysteem centraal stond. De workshop leverde waardevolle informatie op over de manier waarop andere bedrijven hiermee omgaan. Daardoor is het mij gelukt om intern meer draagvlak voor de review te creëren”, vertelt manager QESH Olaf Derkx van SABIC in Geleen. Hij is ruim vier jaar actief in het veiligheidsnetwerk Zuid-Oost Neder-land. “Ook de workshop waar een psycholoog inging op de manier waarop ons brein werkt, vond ik buitengewoon interes-sant. Wanneer medewerkers begrijpen waarom ze aan bepaalde veiligheidsregels moeten voldoen, zijn ze sneller bereid om zich eraan te houden. Deze kennis heb ik gebruikt om de fabrieksin-structie aan te passen. Ook de Last Minute Risico Assessment gaat op de schop. Daarnaast heb ik de manier waarop wij leren van incidenten veranderd op basis van zijn inzichten. Tegenwoordig kiezen wij voor een groepsgerichte aanpak, waarbij ook de con-tractors zijn betrokken.”Derkx vindt het verder een goede zaak dat grote bedrijven in het netwerk ervaring en kennis uitwisselen met kleinere onderne-mingen. “Die hebben vaak een beperkte staf en kunnen hun voor-deel doen met de inzichten en inspirerende werkpraktijken van de grotere spelers.”

eenkomsten van andere veiligheidsnetwerken kon de VNCI-training op veel belangstelling van de deelnemende bedrijven rekenen.” Hij bena-drukt dat onderwerpen op het gebied van milieu en veiligheid voor de industriële leden al een aantal jaren aan bod komen in de Industrietafel Midden-Nederland. “Vanuit onze verbinding met de collega’s van VNO-NCW in de Malietoren in Den Haag, die al betrokken waren bij de andere regionale veiligheidsnetwerken, was het uitein-delijk niet meer dan logisch om ook in ons lands-deel dit netwerk op te zetten.”Een van de belangrijkste doelen van het netwerk is om de uitwisseling van kennis en ervaring op veiligheidsgebied te faciliteren. “Bedrijven die

CM1410_26-28_Veiligheidsnetwerk.indd 27 09-10-14 16:11

Page 28: Chemie Magazine oktober 2014

28 Chemie Magazine oktober 2014

leren van elkaars ervaringen, onder andere op het gebied van (bijna-)incidenten en inspirerende werkpraktijken, kunnen daar in de praktijk veel profi jt van hebben. Ik ben nu met de program-macommissie in overleg over de invulling van het programma voor het komend jaar. Daarbij moet je denken aan onderwerpen als veilig-heidscultuur, leiderschap, opslag van gevaarlijke stoffen, steigerbouw, poortcontrole, maar bij-voorbeeld ook de relatie van bedrijven met de regionale omgevingsdiensten”, vertelt de coördi-nator.

Invulling programmaUiteindelijk zijn de bedrijven volgens Ooster-meijer zelf verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van het programma rond genoemde thema’s. “Wij richten ons vooral op de organisa-tie van de inhoudelijke bijeenkomsten, waarvan er tot en met juni 2015 drie worden gepland. Het voordeel van deelname aan het netwerk is ook dat er een verbinding is met thema’s die tevens een raakvlak hebben met de invulling van lande-lijk beleid.”De coördinator wijst er verder op dat het aan elkaar verbinden van netwerken en bedrijven een belangrijke activiteit is voor VNO-NCW Mid-den. “Ook op het gebied van andere relevante beleidsthema’s, zoals infrastructuur, bereik-baarheid, arbeidsmarkt, onderwijs en internati-onalisering. Behoud en ontwikkeling van bedrij-vigheid is immers van groot belang voor de regionale economie. Verder is het essentieel dat BRZO-bedrijven veilig opereren om hun license to operate te behouden. Daarom hoop ik samen met de deelnemende bedrijven het komend jaar een mooie basis te leggen voor het op een hoog niveau uitwisselen van kennis en ervaringen, zodat ze op veiligheidsgebied goed blijven presteren.” p

Meer informatie: www.vnci.nl/veiligheidsnetwerken

Teijin Aramid: Dankzij netwerk vinden bedrijven elkaar“Een van de grote voordelen van onze deelname aan het veilig-heidsnetwerk Noord-Nederland is dat je elkaar als bedrijven weet te vinden, wat de gezamenlijke uitdagingen zijn en hoe je die op kunt lossen”, stelt health & safety offi cer Hedzer Rozeboom van Teijin Aramid in Delfzijl. “Zo hebben wij binnen het netwerk een aannemersstandaard ontwikkeld die onder meer inzicht geeft hoe bedrijven hun contractors een veilige werkplek kunnen bie-den. Contractors zijn immers voor een groot deel verantwoorde-lijk voor met name het onderhoud en daarom ook relatief vaak bij incidenten betrokken. Door samen de incidenten te analyseren, brengen wij de oorzaken in kaart en werken wij gezamenlijk aan oplossingen.”Daarnaast heeft Rozeboom veel profi jt gehad van het netwerk bij de ontwikkeling van de Life Saving Rules voor de locatie in Delfzijl. “Deze veiligheidsregels richten zich voornamelijk op de rol van de individuele medewerker en zijn gedrag om de veiligheid naar een nog hoger niveau te brengen. Het contact met andere bedrij-ven heeft waardevolle informatie opgeleverd die wij intern goed kunnen gebruiken.”De afgelopen twee jaar heeft Rozeboom aan verschillende work-shops deelgenomen waarin diverse sprekers tal van interes-sante onderwerpen behandelden. “Variërend van de mogelijkheden van serious gaming, om incidenten na te bootsen en te oefenen, tot crisiscommunicatie. Interessante materie die ik in de praktijk goed kan toepassen.”

Deltalinqs ‘University’ pleit voor échte transparantie “Deelnemers aan het netwerk vergroten hun kennis over veilig-heid en milieu door het delen van ervaringen en nieuwe inzich-ten. Ook de discussies tijdens de bijeenkomsten leveren waarde-volle informatie op over de manier waarop andere bedrijven met deze thema’s omgaan”, is de stellige overtuiging van coördinator Frank Kasel van Deltalinqs ‘University’. De afgelopen jaren heeft de kennis- en netwerkorganisatie onder meer gestreefd naar meer uniformiteit in de procedures bij de aangesloten bedrijven. “Vooral voor contractors is het soms lastig dat ze overal andere corporate regels moeten volgen. Het is goed dat ze er zijn, maar in de praktijk is het handig om bepaalde regels te stroomlijnen. Daarom ontwikkelden wij onder meer de Deltalinqs poortin-structie, instructies op het gebied van gevaarlijke gassen en het ‘Rode Boek’, een richtlijn voor harmonisatie van incidentenpro-cedures voor het Rotterdamse haven- en industriegebied.”Ketenverantwoordelijkheid, leiderschap, cultuur en gedrag, ook de thema’s van Veiligheid Voorop, zijn enkele actuele onderwer-pen waar het netwerk de komende maanden de aandacht op richt. “Met externe ondersteuning ontwikkelen wij verder een programma over leiderschap en gedrag, dat bedrijven in de praktijk kunnen toepassen”, aldus de coördinator. “De roep om transparantie neemt, vooral door politieke druk, toe. De overheid kiest ervoor om dit met ‘spiegeltransparantie’ in te vullen: een-zijdige informatie over het functioneren van bedrijven. Voor échte transparantie is een kwetsbare opstelling nodig van zowel overheid als bedrijven. Binnen Rijnmond trekken we op met een aantal Deltalinqsleden en hun brancheverenigingen om dit ook bij de overheid op de agenda te krijgen.”

‘Bedrijven die leren van elkaars ervarin-gen kunnen daarvan in de praktijk veel profijt hebben’

CM1410_26-28_Veiligheidsnetwerk.indd 28 09-10-14 16:11

Page 29: Chemie Magazine oktober 2014

Havep moet je hebben...

Bescherming

Draagcomfort

Duurzaam

Visitekaartje voor bedrijf

TEL MAAR OP!

Visitekaartje voor bedrijf

T NL +31 (0)13 531 32 56 BE +32 (0)14 30 07 37 E [email protected]

JohnSenior operator

PaulShiftleader

MEER WERKKLEDING OPLOSSINGEN ?KIJK OP WWW.HAVEP.COM/CHEMIE

Voor ons is er geen twijfel

mogelijk als het om werkkleding

gaat. Wij werken er elke dag in,

dus wij weten waar we het over

hebben. Als je alle kwaliteiten

van HaVeP bij elkaar optelt en

je kijkt ook naar prijs, service

en levering, kom je tot maar één

conclusie: HaVeP moet je hebben.

APPR

OVED BY

PROFESSIONA

LS

Adv A4 Havep Chemie-2014-V1-II.indd 1 10-03-14 17:04409559_ADV.indd 29 09-10-14 10:57

Page 30: Chemie Magazine oktober 2014

30 Chemie Magazine oktober 2014

Volop innoVatie op CHainS 2014

InnovatIesessIes en InnovatIemarkt op de nederlandse chemIeconferentIe

en bedrijven laten zien hoe chemi-sche vernieuwing toekomstbesten-dige producten creëert.Zo presenteren Bert Jan Lommerts en Irina Cotiuga van Latexfalt de ‘verjongingscrème’ voor zoab waar-mee het bedrijf de Responsible Care-prijs 2014 won. Testen in de afgelopen drie jaar op verschillende zoab-snelwegen laten zien dat de duurzaamheid van deze wegen met 50 procent wordt verlengd. De ver-jongingscrème is een voorbeeld van succesvolle samenwerking in de innovatieketen tussen fundamenteel chemisch onderzoek en toegepaste technologie.

RubberFrans Kappen van het EU-PEARLS-consortium van de Wageningen Uni-versiteit zal ingaan op alternatieve biobased grondstoffen voor rubber. Aangezien de productie van ruwe rubber alleen in Zuidoost-Azië plaatsvindt, bedreigd wordt door

schimmelinfecties en te maken heeft met volatiele prijzen, is de EU op zoek naar alternatieve bronnen voor natuurlijk rubber, zoals paar-denbloem en guayule. Deze planten produceren ook reststromen, zoals harsen, lignine en inuline, die op hun beurt een bron vormen van FDCA (furaan dicarbonzuur), een veelbelo-vende biobased bouwsteen voor chemicaliën en polymeren.

De drie innovatie-thema’s worden op de innovatie-markt aangevuld met tastbare pro-ducten

Naast vele lezingen van topsprekers, waaronder Nobelprijswinnaar Arieh Warshel, biedt de twee-daagse conferentie ook

een keur aan innovatiesessies, een innovatiemarkt, workshops, net-werkmomenten en postersessies. Allemaal bedoeld voor wetenschap-pers, industrie en bedrijfsleven. Omdat Nederland de ambitie heeft om tot de wereldtop te behoren als het gaat om vernieuwing door che-mie, heeft innovatie een belangrijke plaats in het programma. Er zijn speciale kennissessies opgezet rond drie thema’s: ‘Food, Health and Sports’, ‘Highway and car of the future’ en ‘3D printing and materials’. In elke sessie lichten sprekers de chemische uitdagingen en succes-sen binnen hun thema uit. De drie innovatiethema’s worden op de innovatiemarkt aangevuld met tast-bare producten van kennisgedreven innovatie, waarmee onderzoekers

Chemie is één van de belangrijkste wetenschappen als het gaat om het bieden van (duurzame) oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van energie, gezondheid, voeding, transport en klimaat. Tijdens CHAINS 2014 op 17 en 18 november brengt NWO Chemische Wetenschappen (NWO-CW) daarom het hele chemische veld onder één dak samen, met als doel: kennis delen, elkaar inspireren en netwerken. Tekst: Igor Znidarsic

fo

to’s

: nW

o

CM1410_30-31_Chains.indd 30 09-10-14 16:05

Page 31: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 31

event

TOPSECTOR ChEMIE STUDENTENCOMPETITIEsamen met de topsector chemie organiseert nWo chemische Wetenschappen een competitie onder chemiestudenten. teams van masterstudenten konden voorstellen indienen om een korte onder-zoeksstage te doen, met als doel een creatieve oplossing te vinden voor een maatschappelijke of industriële uitdaging. vier teams van masterstu-denten zijn op basis van hun onderzoeksvoorstel geselecteerd om afgelopen zomer hun voorge-stelde project uit te voeren. het winnende team wordt tijdens chaIns bekendgemaakt.

de geselecteerde projecten zijn:• team Chemistry Drives life: Carbon dioxide

reduction on gold-enzyme electrode. • team nanosled: Speeding up biomolecular pro-

cesses by a molecular sled.• team pulp Fraction: Green extraction of value

added products from commercial orange peel waste by Natural Deep Eutectic Solvents.

• team Smart Starch: New renewable starch based emulsifier/demulsifier for paints.

Start-up vaN het jaarvanuit het fonds ncI (nWo-financieringsvorm voor topsector chemie) wordt de ‘start-up van het jaar’ bekendgemaakt. decanen van faculteiten die onderdak bieden aan chemische en/of moleculaire onderzoeks-groepen konden één start-up nomineren. een deskun-dige jury kiest uit de nominaties drie kanshebbers. de winnaar ontvangt de Gouden kIem, een kIem-subsidie van 18.750 euro.

Ook gezondheidszorg komt aan bod, in de innovatiesessie van Jan van hest van de Radboud Universiteit. Na een operatie of bij een trauma worden wonden traditioneel geslo-ten met hechtingen. Vaak kunnen de kleine gaatjes leiden tot lekkage van lichaamsvloeistoffen en tot bacteri-ele infecties. Daarom is er grote behoefte aan een materiaal dat de zachte weefsels versterkt, als aan-vulling op de hechtingen. De Rad-boud Universiteit heeft hiervoor een weefselplakband bedacht. Momen-teel wordt gekeken naar de moge-lijkheden voor commerciële toepas-sing.

3D-printingJohan Tiesnitsch van IZI zal materi-alen presenteren die gebruikt wor-den om body cooling mogelijk te maken. Materialen die het Giant Shimano-team gebruikt in de koel-vesten voor de tijdritten in het wiel-rennen. Deze materialen kunnen

nog worden verbeterd. IZI zal aan-geven wat er moet worden verbe-terd en de bezoekers leveren hope-lijk een (chemische) bijdrage aan hoe dit kan worden gerealiseerd. 3D-printing komt aan bod bij Jan Jager van Stenden hogeschool en Green PAC. 3D-printers met de New Fused Deposition Modeling-technolo-gie (FDM) bouwen objecten laag voor laag, van beneden naar boven op door het verwarmen en extrude-ren van thermoplastische monofila-menten, met als resultaat robuust-heid en hoge nauwkeurigheid.

CHAINS 2014 vindt plaats op 17 en 18 november in het NH Conference Center Koningshof in Veldhoven. Meer informatie over de kennissessies en de innovaties die gepresenteerd worden, en voor registratie: www.chains2014.nl

CM1410_30-31_Chains.indd 31 09-10-14 16:05

Page 32: Chemie Magazine oktober 2014

32 Chemie Magazine oktober 2014

LEGO-RAGENEDERLANDSE BEDENKT SPEELGOEDSET MET VROUWELIJKE SCHEIKUNDIGE

CM1410_32-33_R_Uitgelicht.indd 32 09-10-14 16:04

Page 33: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 33

Uitgelicht

FO

TO: L

EG

O

Lego set 21110, ofwel het Research Institute, werd afge-lopen zomer onderwerp van wereldwijde media-aan-dacht. De doos met vrouwelijke onderzoekers was het initiatief van De Nederlandse geochemicus Ellen Kooijman, werkzaam bij het Zweeds Natuurhistorisch Museum in Stockholm. Op de site ideas.lego.com kreeg ze vorig jaar meer dan tienduizend steunbetuigingen en wist ze zo de interesse van de speelgoedfabrikant te wekken. Die vond het een goed idee en introdu-ceerde de doos afgelopen augustus op zijn site.

Vooral omdat Kooijmans Lego-staf uit louter vrouwen bestond werd het een hype. Van Berlijn tot New York was Kooijman in het nieuws en binnen een mum van tijd was de set uitverkocht. Dat was weer aanleiding tot nieuwe aandacht, want niet iedereen accepteerde dat het hier om een limited edition ging – zoals alle sets uit de lego ideas-competitie. Op internet werden petities getekend om de fabrikant te vermurwen en de geruch-ten gaan dat het misschien toch een blijvertje wordt. Misschien dat Kooijmans idee zo tot de langverwachte

doorbraak leidt waarbij Lego ook voor meisjes serieuze, levensechte sets gaat leveren. Tot het zover is kunnen geïnteresseerde kopers alleen nog op Marktplaats en E-bay terecht, waar de vraagprijzen inmiddels oplopen tot ruim 80 euro.

De vrouwen van Lego’s onderzoeksinstituut zijn respec-tievelijk paleontoloog, sterrenkundige en scheikundige. Volgens Lego is die laatste losjes op Kooijman geba-seerd, maar die blijkt daar niet helemaal tevreden over. De Lego-onderzoeksters dragen namelijk overduidelijk lippenstift en andere make-up. Geen goed idee, liet Kooijman via haar blog weten, want in het laboratorium kan de make-up samples besmetten. Ook had ze graag gezien dat haar Lego-alter-ego veiligheidshandschoe-nen droeg, want veiligheid gaat voor alles natuurlijk. Kooijman is wel heel tevreden dat Lego de onderzoek-sters aan de achterkant van het hoofd alternatieve gezichtsuitdrukkingen van paniek en frustratie gaf – precies wat je in een lab kunt tegenkomen. Dit inspi-reerde Donna Yates van de University of Glasgow inmid-dels tot het Twitter-account @legoacademics. Ze brengt er op vermakelijke wijze het universitaire leven in beeld met foto’s van de Lego-onderzoeksters. Binnen een maand kreeg Yates meer dan 36.000 volgers. p

CM1410_32-33_R_Uitgelicht.indd 33 09-10-14 16:04

Page 34: Chemie Magazine oktober 2014

34 Chemie Magazine oktober 2014

‘WIe maaKt OnZe BlOedFIlteRs?’

MKB’ER MEDICAL2MARKET GAAT DE BOER OP MET INNOVATIE

Jamie Lewis: ‘Door ons fi lter wordt het mogelijk om op een goedkopere manier

betere zorg te leveren.’

FO

TO: H

ER

MA

N E

NG

BE

RS

CM1410_34-36_medical2market.indd 34 09-10-14 16:03

Page 35: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 35

Stel, je bent mkb’er en je hebt een schitterende innovatie, in dit geval een bloedfilter, die rijp is voor de markt. Hoe kom je dan het laboratorium uit? Jamie Lewis van medical2market vertelt over het belang van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Polymer Science Park en visitekaartjes. Het nog op te richten MKB Steunpunt Topsector Chemie en Energie vindt hij ook ‘interessant’.Tekst: Marloes Hooimeijer

Innovatie

e

‘W e hebben een bloedfilter ontwikkeld om gezonde rode bloedcellen terug te winnen uit het wondvocht dat een patiënt na bijvoor-

beeld een openhartoperatie verliest. Een patiënt die tijdens de operatie te veel bloed heeft verloren, heeft daardoor geen donorbloed meer nodig, maar kan zijn eigen rode bloedcellen terugkrij-gen.” Deze innovatie van medical2mar-ket heeft volgens R&D-manager Jamie Lewis meerdere voordelen: “Donorbloed is duur: 875 euro per zakje. Er treden geregeld complicaties op bij bloedtrans-fusies, zoals koorts; de patiënt ligt lan-ger in het ziekenhuis. Uit recente weten-schappelijke studies blijkt bovendien dat de langetermijneffecten van transfusies met donorbloed vermoedelijk slechter zijn dan eerder gedacht. Ze worden meer als weefseltransplantaties gezien, met alle bijbehorende risico’s. Door ons filter wordt het mogelijk om op een goedko-pere manier betere zorg te leveren.” Dan moeten die bloedfilters wel eerst door een geschikte partij in productie genomen worden. Maar zoals voor meer innovatieve mkb’ers geldt, is het ook voor medical2market een uitdaging om de laboratoriumschaal te ontstijgen. Dus toen de VNCI het bedrijfje benaderde om te komen pitchen tijdens de jaarvergade-ring in juni, twijfelde Lewis geen moment. “Het was een mooi event, waar veel professionals uit de industrie en daaromheen aanwezig waren, zoals de overheid en belangenorganisaties. Ik kreeg na de presentatie over het bloed-filter de gelegenheid om de aanwezigen mee te laten denken over welk bedrijf onze filtermodules in grotere aantallen zou kunnen produceren.”

Fujifilm werd door een van de aanwezi-gen genoemd. Lewis: “Volgens hem deed dat bedrijf ook ‘iets’ met mem-braanfilters. Ik kreeg zijn visitekaartje en heb hem de volgende dag direct gemaild. Zo kwam ik aan een contact-persoon bij Fujifilm. Inmiddels ben ik er op bezoek geweest: een heel mooi bedrijf. Nooit bij stilgestaan dat het mis-schien een geschikte producent voor ons bloedfilter zou kunnen zijn. Ik kwam er heel enthousiast vandaan. Ze bleken het een interessant idee te vinden en onder-zoeken nu of hun productietechnieken mogelijkheden bieden.” (zie kader)

Europese subsidieMet subsidie uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) heeft medical2market de afgelopen jaren twee types bloedfilter kunnen doorontwikkelen. De eerste bestaat uit hollevezelmembranen en is ontwikkeld in samenwerking met het Zwolse zie-kenhuis Isala (Arno Nierich, de eigenaar van medical2market is anesthesioloog-intensivist in dat ziekenhuis. Hij staat aan de wieg van het bloedfilter) en met het Europees Membraan Instituut (EMI), dat is verbonden aan de Universiteit Twente. “Die hollevezelmembranen worden gemaakt door een polymeerop-lossing te ‘spinnen’, dat wil zeggen te extruderen via een speciale spinkop”, legt Lewis uit. “Een holle vezel ontstaat dan door de geëxtrudeerde straal poly-meeroplossing in contact te brengen met vloeistoffen waarin het polymeer neerslaat. De oplossing ontmengt hier in twee fasen die elkaar intensief doordrin-gen, hierdoor krijgt de uiteindelijke vezel de gewenste poreuze structuur. Het EMI heeft de receptuur voor deze procedure

FujIFIlm: ‘Het Is een genIaal Idee’“We vinden het bloedfilter van medical2market een geniaal idee, vooral doordat het door een arts met veel kennis en ervaring op dit gebied is uitge-dacht”, zegt Joop de Gooijertaccount manager membranes bij Fujifilm. Hij was ook erg verheugd met het feit dat Jamie Lewis van medical-2market zich na een tip tijdens de VNCI-jaarvergadering bij Fujifilm meldde om de innova-tie toe te lichten. “De linking pin was een oud-medewerker van ons die nu bij SABIC werkt.” Naast de productie van offset-platen en kleurenfotopapier richt Fujifilm in Tilburg zich op nieuwe producten in twee hoofdgebieden: membraan-technologie en life sciences. De Gooijert: “We zijn als bedrijf misschien al oud, op het gebied van productontwikke-ling zijn we nog heel jong. Omdat innovatie klein begint is het voor ons cruciaal om met innovatieve mkb’ers in contact te komen. Zoals medical2mar-ket de ontwikkeling van het bloedfilter aanpakt is een goed voorbeeld van open innovatie.”Maar daarmee is nog niet gezegd dat ze gaan samenwer-ken. “Wij richten ons meer op chemische filtratietechnieken, membranen die bijvoorbeeld CO2 uit gas halen of nitraat uit water door gebruik te maken van ionenuitwisseling. Voor het bloedfilter is een mechani-sche scheidingstechniek beter geschikt. We kijken nu nog of onze bedrijfspoot life sciences iets kan betekenen. Hoe dan ook is Fujifilm zelf niet medisch gecertificeerd en hebben we geen cleanroom. Als wij niet de juiste partij blij-ken te zijn, zullen we medical-2market zeker proberen door te verwijzen. Ik ben ervan overtuigd dat er op de markt al geschikte technieken en part-ners te vinden zijn.”

CM1410_34-36_medical2market.indd 35 09-10-14 16:03

Page 36: Chemie Magazine oktober 2014

36 Chemie Magazine oktober 2014

nagenoeg klaar; het luistert nauw om de juiste oppervlaktestructuur en poriegrootte te krijgen.”Het tweede type fi lter is een module die bestaat uit geschakelde vlakke mem-branen van 8 bij 8 centimeter. Doordat de membranen stapelbaar zijn past er een groot fi lteroppervlak in een klein doosje. Lewis: “Het procedé voor dit fi lter is dat er argondeeltjes op folie worden geschoten om de molecuulver-bindingen te beschadigen, vervolgens wordt de folie geëtst in een bad met zuren en daar ontstaan de poriën van het membraan. Voor dit type hebben we inmiddels een buitenlandse producent in beeld die al beschikt over een certifi -cering voor medische hulpmiddelen in Europa, waaronder met een kleine aan-passing ook ons fi lter kan vallen.” Die certifi cering is geen onbelangrijk detail, zegt hij. “De producent moet niet alleen over geschikte fi ltratietechnie-ken beschikken, maar moet ook vol-doen aan de eisen die gelden voor pro-ductieomstandigheden voor medische toepassingen. De productie moet bij-voorbeeld in een cleanroom plaatsvin-den, waar onder overdruk kleine stof-deeltjes naar buiten geperst worden, en medewerkers helemaal ingepakt zijn.”

Twintig visitekaartjesLewis benadrukt het belang voor een mkb’er als medical2market om zijn innovatie te kunnen presenteren aan de achterban van de VNCI. “Dat kan ons echt een stap verder helpen. Het was voor de VNCI de eerste keer om een mkb’er te laten pitchen. Ik was vooraf erg benieuwd naar de reacties, maar die waren erg enthousiast. De dagvoor-zitter riep de aanwezigen op visitekaart-jes in te leveren als zij tips hadden. Ik

kwam met twintig kaartjes thuis. Daar-tussen zaten vooral veel tips als ant-woord op mijn tweede vraag: waar ik goede ingangen kon vinden om een demonstratieproject voor ons bloedfi l-ter op te zetten in ontwikkelingslanden. Ideeën voor geschikte producenten van het bloedfi lter beperkten zich tot Fuji-fi lm. Maar ook al komt er nog geen pro-ducent uit rollen, we hebben in ieder geval onze ideeën kunnen toetsen.”Medical2market was voorheen in het Isala Ziekenhuis gevestigd, maar is verhuisd naar het Polymer Science Park (PSP) in Zwolle. Met reden, want de kunststofi ndustrie is erg relevant voor de behuizing van de fi lters. “Via het PSP hebben we de juiste medisch-gecertifi ceerde bedrijven gevonden om voor ons te spuitgieten. Inmiddels is hier in het gebouw ook een iLab geves-tigd en in Emmen een COCI (zie kader), samen Green PAC gedoopt (Polymer Application Center). Ik was aanwezig bij de lancering. Dit soort knooppunten zorgt dat je als bedrijf sneller toegang krijgt tot een groot kennisnetwerk in de regio en bij de juiste partij aan tafel komt. Voor ons was ontwikkelingsmaat-schappij Oost NV erg belangrijk, daar weten ze ook alles van subsidiemoge-lijkheden. Via hen kwam het Europese project met Isala en het EMI tot stand.” In die lijn verwacht Lewis dat ook het nog op te richten MKB Steunpunt Top-sector Chemie en Energie (zie kader) ‘interessant’ is. “De chemie is zó’n grote industrie, dat een mkb-bedrijf er ont-zettend mee geholpen is als een steun-punt het de weg wijst. Je wilt gewoon snel zijn waar je moet zijn, niet eerst over vijf schijven gaan. Een goede advi-seur kan ons helpen om de wirwar aan mogelijkheden te fi lteren.” p

IlaB en COCI BIeden InnOVatIeVe staRteR gROeIKansen Met de oprichting van de Cen-tres for Open Chemical Innova-tion (COCI) en iLabs bevordert de Topsector Chemie innova-tief ondernemerschap in de chemie. Er zijn momenteel zes iLabs. Gevestigd in de nabij-heid van kennisinstellingen b ieden zij starters de mogelijk-heid om een veelbelovend con-cept door te ontwikkelen tot een opschaalbaar product. Zij kunnen bijvoorbeeld gebruik-maken van goede laboratori-umfaciliteiten. Door zich te vestigen in een Centre for Open Chemical Innovation heb-ben jonge ondernemingen de mogelijkheid om de productie daadwerkelijk op te schalen. Alle basisvoorzieningen zijn er voorhanden, zoals utilities en milieuvergunningen.

Meer informatie: www.topsec-torchemie.nl/content/onderne-merschap

mKB steunPunt tOPseCtOR CHemIe en eneRgIe WIjst de WegHet Topsectorenbeleid ziet een sterke betrokkenheid van mkb-bedrijven als een essen-tiële voorwaarde voor succes: het mkb pakt vaak als eerste innovaties op om ze toe te pas-sen. Maar het mkb weet lang niet altijd de weg te vinden naar netwerk- en samenwer-kingspartners die kunnen hel-pen om de beschikbare kennis te vertalen naar innovatieve producten en diensten, zoals op het terrein van biobased economy. Het MKB Steunpunt Topsector Chemie en Energie – een initiatief vanuit beide Topsectoren – gaat ze daarbij helpen. Het Steunpunt is straks gevestigd op vijf regio-nale Ondernemerspleinen van de Kamer van Koophandel. De steunpuntmedewerkers hel-pen de ondernemers door ver-bindingen te leggen, bijvoor-beeld door ze te koppelen aan kennispartijen of collega-ondernemers.

‘ Contact met indus- trie kan ons als mkb’er echt een stap verder helpen’

‘ Contact met indus- trie kan ons als mkb’er echt een stap verder helpen’

CM1410_34-36_medical2market.indd 36 09-10-14 16:03

Page 37: Chemie Magazine oktober 2014

PWG BEDRIJFSVEILIGE KLEDING B.V.

POSTBUS 103, 4460 AC GOES

TEL: 0113 213440 • FAX: 0113 232675

[email protected] • WWW.PWG.NL

Partners van PWG.

Wat vertelt een fabrikant van veiligheids-

kleding u over stikstof?

Helemaal niets. Maar als ontwikkelaar en fabrikant

van specialistische bedrijfsveilige kleding weten wij

exact waar het in de chemische industrie om draait:

Het beschermen van professionals tijdens

het uitoefenen van hun taak.

Wij weten alles van stikken, stoffen, draagcom-

fort, gebruiksgemak, normeringen, certifi ceringen,

levertijden, prijsstellingen en service. Wij zijn

PWG Bedrijfsveilige Kleding en zijn u graag en

professioneel van dienst. Omdat wij zelf ontwik-

kelen en fabriceren kunnen wij, samen met onze

partners prima inspelen op individuele vragen en

wensen van onze klanten.

Wilt u weten wat PWG Bedrijfsveilige Kleding

voor u en uw collega’s kan betekenen?

Bel: 0113 213 440

[14-005] PWG A4 Chemie stikstof.indd 1 07-04-14 09:55409559_ADV.indd 37 09-10-14 10:57

Page 38: Chemie Magazine oktober 2014

38 Chemie Magazine oktober 2014

STAKINGSRECHT VERSUS VEILIGHEIDWaar liggen de grenzen van het stakingsrecht? Die vraag moest beantwoord worden toen de vakbonden een staking aankondigden bij de chloorfabriek van AkzoNobel. Na een kort geding bepaalde de rechter dat met het oog op veiligheid en milieurisico’s de productie niet onder de 40 procent van de capaciteit mag dalen. Tekst: Igor Znidarsic

PRODUCTIE CHLOORFABRIEK MAG NIET ONDER 40 PROCENT VAN DE CAPACITEIT DALEN

 Eind augustus dreigden de vakbonden met een sta-king bij chloorfabriek Membraan Elektrolyse Bedrijf van AkzoNobel in

het Botlekgebied. Hun eis: een aparte ondernemings-cao en een salarisverhoging van 10 procent. Zij stelden een ultimatum: werden de eisen niet ingewilligd, dan zou de productie vanaf 4 september wor-den afgebouwd naar 40 procent en op 8 september naar 16 procent. Vooral het laatste was voor AkzoNo-bel onbespreekbaar, vanwege onaanvaardbare risico’s voor milieu en veiligheid. Na een kort geding bepaalde de rechtbank dat het pro-ductieniveau vanwege veiligheids- en milieurisico’s inderdaad niet onder 40 procent van de capaciteit mag dalen. Dit stemt AkzoNobel blij. “Over milieu en veiligheid valt met ons niet te onderhandelen”, zegt AkzoNobel-directeur Knut Schwa-lenberg. Volgens hem bevestigt de uitspraak dat de rechter het recht om te staken kan beperken als dit noodzakelijk is in het belang van de

veiligheid van medewerkers, omwo-nenden en het milieu. “Op zich niet verrassend. Stakers hebben ook een verantwoordelijkheid en het stakingsrecht is niet onvoorwaarde-lijk, maar zo duidelijk als hier is dit punt bij mijn weten niet eerder in een vonnis aan de orde gesteld.”

Waarom mag de productie, technisch, niet onder de 40 procent uitkomen?“Je kunt het vergelijken met een Boeing 747 die op een hoogte van 500 meter naar zijn bestemming gaat: het moet kunnen, maar het appelleert aan het veiligheidsge-voel. Een fabriek als deze levert de minste risico’s bij een stabiele belasting, waarbij niet telkens de veiligheidstechniek moet worden aangesproken. Die techniek wordt aangesproken als de productie onder de 40 procent daalt. Telkens wisselende drukbelasting van pak-kingen etcetera levert ook extra risico’s op voor lekkages. Daarnaast is de kans op emissies (afblazen) en lozingen hoger: regelkringen komen buiten hun normale regelbereik.

CM1410_38-39_Stakingsrecht.indd 38 09-10-14 16:38

Page 39: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 39

Veiligheid

extra chloortransport per trein voor klanten. Met de overheid is in het verleden afgesproken dat in inciden-tele gevallen chloor kan worden vervoerd. Regulier onderhoud en een staking als deze behoren daar-toe.”

Hoeveel werknemers zijn er nodig voor die 40 procent productie?“Het bedrijven van de installaties op 40 procent vereist dezelfde mini-mum bezetting als het draaien op vollast. Dit is zo omdat alle veilig-heidssystemen, recycles etcetera operationeel moeten blijven en dus bewaakt moeten blijven worden. Om de ploegen op de minimumsterkte te krijgen, is het kleine aantal werk-willigen van de continudienst aange-vuld met stakers.”

Wat betekent de uitspraak concreet?“Er zijn meerdere bedrijven betrok-ken in deze pipeline business. Twee

daarvan, Huntsman en Shin-Etsu, hebben zich via de rechter tegen de staking verzet. AkzoNobel heeft zich gevoegd in die zaak. Ondanks de beperkingen die de rechter heeft opgelegd, wordt er echte schade berokkend aan AkzoNobel, toeleve-ranciers en afnemers. De exacte getallen zijn concurrentiegevoelig, maar het gaat om een schade bij ons en onze directe klanten van miljoe-nen per week. Er is ook nog een aanzienlijke reputatieschade van ons ten opzichte van onze klanten en de klanten van onze klanten.”

Maar de les is dus wel dat het sta-kingsrecht ook beperkingen heeft.“Stakingsrecht is een fundamenteel recht voor werknemers. Maar het is niet onvoorwaardelijk of onbeperkt. De rechter heeft het belang van het stakingsrecht voor een kleine groep medewerkers (in ons geval 43 medewerkers van de 280) afgewo-gen tegen de belangen van milieu en veiligheid voor heel veel bewoners in de omgeving. Ik ben blij met een samenleving waarin we rekening met elkaar moeten houden en waar een onafhankelijke rechter daarover een oordeel kan geven.”

Bij welke andere chemiefabrieken mag de productie ook niet zo dalen?“Dat is afhankelijk van het ontwerp van de fabriek. Het betreft dan in ieder geval bedrijven met grote milieu- en veiligheidsrisico’s die normaliter onder de BRZO ’99 val-len. In het Rotterdamse chloorclus-ter gaat het om grootschalige conti-nufabrieken die cyclisch, qua stoffen en energie, over meerdere organi-saties aan elkaar verknoopt zijn. Dat maakt het lastiger overzicht te hou-den over het totaal van de keten.”

Wat vindt AkzoNobel van de opstel-ling van de vakbonden tot nu toe? “Wij vinden de looneis van 10 pro-cent buitensporig. Ook is een sta-king voor een separate cao voor een kleine groep binnen de locatie en binnen AkzoNobel echt niet solidair. Het stakingscomité en de stakende operators hebben zich in de samen-werking wel verantwoordelijk gedragen om de acties veilig en beheersbaar te laten verlopen.” p

Knut Schwalenberg

‘Over milieu en veiligheid valt met ons niet te onderhandelen’

Het is overigens wel mogelijk om in bijzondere gevallen op een lager productieniveau te draaien, bijvoor-beeld als er onderhoud aan de fabriek moet worden gepleegd. Het terugregelen van de productie moet echter zeer zorgvuldig worden voor-bereid. Daarbij wordt met een multi-disciplinair team van medewerkers, afnemers, externe deskundigen en overheidsinstanties gewerkt aan een draaiboek om alles zo veilig mogelijk en met zo min mogelijk gevolgen voor het milieu te laten verlopen. Een dergelijke voorberei-ding neemt enkele maanden tot meer dan een jaar in beslag. Bij deze staking was een dergelijke voorbereiding niet mogelijk, daarom was produceren op een productieni-veau van minder dan 40 procent voor ons vanuit veiligheids- en milieuoogpunt onaanvaardbaar. Wij begrijpen heel goed dat we zo’n vei-ligheidsargument niet zomaar zon-der goede onderbouwing kunnen gebruiken. AkzoNobel heeft daarom een onafhankelijke deskundige een diepgaande analyse laten maken van de risico’s die met een staking gepaard zouden gaan. De rechter heeft de conclusies uit die analyse overgenomen en er zijn uitspraak mede op gebaseerd.”

Hoe zit het met de milieuregels?“Het langdurig laten draaien van de fabriek op een productieniveau onder de 40 procent, zonder dat dit van tevoren zorgvuldig is voorbereid en is afgestemd, zou nadelige gevol-gen kunnen hebben voor milieu, omwonenden en andere onderne-mingen die buiten het confl ict staan. Daarbij gaat het niet alleen om het overschrijden van harde normen in de vergunningen voor emissies en lozingen. We zijn het aan onze stand verplicht om alles te doen om alle extra risico’s en emissies te vermij-den. Tot die potentiële gevolgen behoort ook de mogelijkheid van

Werknemers van AkzoNobel vullen stakingsformulie-ren in.

FO

TO: H

OL

LA

ND

SE

HO

OG

TE

CM1410_38-39_Stakingsrecht.indd 39 09-10-14 16:39

Page 40: Chemie Magazine oktober 2014

40 Chemie Magazine oktober 2014

 In juni 2010 begon een werk-groep van overheid en een twin-tigtal brancheorganisaties aan de nieuwe richtlijn PGS 31. Het opzetten van een dergelijke

richtlijn is geen sinecure. De Publi-catiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) behelst een set van richtlijnen voor de opslag van risicovolle stoffen die honderden voorschriften bevatten. Directeur Hans Razenberg van de Nederlandse Vereniging van Zeep-fabrikanten (NVZ) en de Neder-landse Aerosol Vereniging (NAV) heeft als voorzitter van de werk-groep al heel wat tijd in PGS 31 gestoken. Wat eveneens geldt voor Erik van der Heijden, directeur-eigenaar van het gelijknamige tank-installatiebedrijf en deelnemer van-uit brancheorganisatie VTI van deze sector. Ook Frank van Hofwegen, die via zijn werkgever Baril Coating de

PGS 31 MOET GEEN KEURSLIJF ZIJNVEILIGHEID TANKINSTALLATIES AL RUIMSCHOOTS GEWAARBORGD

PGS 31 voorziet in een behoefte bij uiteenlopende branches. De richtlijn verschaft straks duidelijke handvatten voor de opslag van chemicaliën in kleine tankinstallaties. Realisme is echter op zijn plaats, vindt het bedrijfsleven. Er moeten geen onevenredig zware eisen worden opgelegd. De veiligheid van de tankopslag is al van een hoog niveau.Tekst: Pieter van den Brand

VEILIGHEID TANKINSTALLATIES AL RUIMSCHOOTS GEWAARBORGD

CM1410_40-42_PGS31.indd 40 09-10-14 16:38

Page 41: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 41

Veiligheid

e

Vereniging van Verf- en Drukinktfa-brikanten (VVVF) vertegenwoordigt, was er intensief bij betrokken.

TevredenheidDe drie branchevertegenwoordigers onderbreken een zoveelste overleg van de werkgroep om uitleg te geven over de bijna voltooide richt-lijn. De eerste indruk is tevreden-heid. Uiteenlopende branches slaan chemicaliën in bulk op voor gebruik voor hun bedrijfsvoering, van food-producenten en verffabrieken tot zwembaden en rioolwaterzuive-ringen. Met de komst van PGS 31 is er eindelijk duidelijkheid over welke veiligheidsvoorschriften van toepas-sing zijn op de bulkopslag van onder meer oplosmiddelen, zuren en basen.De nieuwe PGS-richtlijn voorkomt bovendien dat vergunningverleners

teruggrijpen op PGS-richtlijnen die in de buurt kwamen van de eigen-schappen van de betreffende che-

micaliën, zoals PGS 29 voor opslag-tanks groter dan 150 duizend liter of PGS 30 voor de opslag van vloeibare brandstoffen, zoals olie. ‘Slecht passende jassen’, zoals Van der

Heijden ze noemt. “Deze richtlijnen zijn niet specifi ek genoeg en de risi-co’s van de vloeistoffen waar ze betrekking op hebben zijn net weer anders. Maar toch werden ze door het bevoegd gezag klakkeloos toe-gepast en werden er vaak niet-reële maatregelen geëist.”PGS 31 voorziet niet alleen in een hiaat, benadrukt Razenberg. “We hebben een richtlijn gemaakt die zo veel mogelijk aansluit op de bestaande praktijk. Een richtlijn die eenvoudig is van opzet en op zo veel mogelijk situaties van toepassing is met direct bruikbare elementen.” Van der Heijden vult aan dat PGS 31 standaardisatie beoogt. “Dat scheelt extra engineeringkosten en bewerkstelligt een grote mate van deregulering. Desondanks biedt de richtlijn volop mogelijkheden voor maatwerk.”

PGS 31 MOET GEEN KEURSLIJF ZIJN‘We hebben een richtlijn gemaakt die zo veel moge-lijk aansluit op de bestaande praktijk’

ILLUSTRATIE: JOOST VAN LIEROP

ILLUSTRATIE: JOOST VAN LIEROP

CM1410_40-42_PGS31.indd 41 09-10-14 16:38

Page 42: Chemie Magazine oktober 2014

42 Chemie Magazine oktober 2014

De bestaande praktijk, benadruk-ken de drie, kent inmiddels een hoog veiligheidsniveau. “We hebben de afgelopen twintig jaar bepaald niet stilgezeten. Tankinstallaties zijn steeds veiliger geworden. Ik heb gekeken of er incidenten zijn waar menselijke slachtoffers bij zijn gevallen, maar deze heb ik niet gevonden”, vertelt Razenberg. “Meestal was er alleen sprake van materiële schade.”

VeiligerDat opslagtanks steeds veiliger zijn geworden is ook de invloed van de BRL K903, de beoordelingsrichtlijn die voorschrijft waar een opslag-tank en bijbehorend leidingwerk aan moet voldoen. Tankinstallaties die hieronder vallen worden ont-worpen, geïnstalleerd, geïnspec-teerd, onderhouden en gerepareerd door gespecialiseerde tankinstal-latie- en onderhoudsbedrijven. De BRL K903 valt ook onder PGS 31. Van Hofwegen: “Het overgrote deel van de huidige tanks voldoet kwali-tatief ruimschoots aan de eis van goede en veilige opslag. Het restri-sico is verwaarloosbaar klein. Met tanks die zijn gecertifi ceerd volgens de BRL K903 of een vergelijkbaar niveau gebeurt weinig. Na een brand vindt men deze opslagtanks doorgaans intact terug. Daar zijn legio voorbeelden van.”

VNCI: ‘PGS NIET NAAR DE LETTER MAAR MET VERSTAND TOEPASSEN’De Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) vormt geen dwin-gende regelgeving. “De voorschrif-ten bieden houvast”, zegt beleids-medewerker Milieu en Procesveiligheid Edwin de Roij van de VNCI, “en geven aan hoe opslag veilig kan plaatsvinden. Echter, ze moeten met verstand worden toe-gepast en niet zonder meer juri-disch bindend, iets wat vergun-ningverleners vaak doen. Complete delen van de PGS-richtlijnen wor-den klakkeloos als vergunning-voorschrift opgenomen en ten onrechte naar de letter gehand-haafd. Alle fl exibiliteit is dan zoek. De PGS-richtlijnen zijn niet primair voor dat doel opgesteld. Het zijn informatiedocumenten die als lei-draad dienen in het gesprek tussen bedrijf en overheid om een bepaald veiligheidsniveau te bereiken.”VNCI pleit daarnaast voor een risi-cobenadering. “Bedrijven moeten geen onevenredig zware eisen opgelegd krijgen, die niet in ver-houding staan tot het restrisico dat overblijft”, licht De Roij toe. “Het houdt een keer op. Als er sprake is van een acceptabel restrisico, eis dan niet nog eens aanvullende maatregelen als overheid, ook als de regelgeving hiervoor nog ruimte laat. Bovendien is in de loop der jaren de zorg voor een veilige werkomgeving en een schoner milieu sterk verbeterd. Met breed gedragen programma’s, zoals Responsible Care, Coatings Care en Veiligheid Voorop, geeft de che-mische industrie hier concreet invulling aan. Hierdoor wordt de kans op eventuele scenario’s die leiden tot een grootschalig incident aanzienlijk verkleind.”

Erik van der Heijden wordt vanuit zijn functie als lid van het College van Deskundigen TTA van deze BRL op de hoogte gehouden van inciden-ten met tankinstallaties in het land. “De meeste incidenten zijn toe te schrijven aan menselijk falen of dat een tank niet volgens de BRL is gebouwd.”

ActiviteitenbesluitNet als andere PGS-richtlijnen wordt PGS 31 straks opgenomen in het Activiteitenbesluit voor bedrij-ven die onder algemene regels val-len en voor vergunningplichtige bedrijven vastgesteld als ‘best beschikbare techniek’. Vanwege het al bestaande hoge veiligheidsniveau van opslagtanks willen de drie branchevertegenwoordigers ervoor waken dat er aan PGS 31 eisen wor-den toegevoegd. “Vaak gebeurt dat uit angst voor situaties die zich in de praktijk niet of nauwelijks voor-doen”, zegt Razenberg. “De over-heid lijkt uit te gaan van worstcase-scenario’s, maar verlang van bedrijven geen onnodige investe-ringen die niet leiden tot een hoger veiligheidsniveau. Met PGS 31 zijn tankinstallaties bovendien veiliger dan andere opslagmiddelen, zoals vaten en IBC’s. Voor bedrijven die veel van één stof nodig hebben, zijn opslagtanks volgens PGS 31 het aangewezen middel.” p

‘ Verlang van bedrijven geen onnodige investeringen die niet leiden tot een hoger veiligheidsniveau’

CM1410_40-42_PGS31.indd 42 09-10-14 16:38

Page 43: Chemie Magazine oktober 2014

ATM Vlasweg 12, 4782 PW Moerdijkwww.atmmoerdijk.nlTel: 0168-389289Fax: 0168-389270

Contactpersonen:Rick Leerink (06-53698983)& Ron van Verk (06-51124004)

Dé afvalverwerkerVerwerker van: Industrieel afvalwaterOliehoudend afval BrandstofrestenChemisch afval

Ook verwerker van: Verontreinigde grond en TAG

409559_ADV.indd 43 09-10-14 10:58

Page 44: Chemie Magazine oktober 2014

44 ChemieMagazine oktober 2014

Jacobine Das Gupta: ‘De bedrijfs-

winst moet in balans zijn met de

impact van de bedrijfsvoering op

mens en milieu.

FO

TO: L

UC

LO

DD

ER

DSM MEET BIJDRAGE PRODUCT AAN GEZONDHEID EN WELZIJN

PEOPLE+ GEEFT HANDEN EN VOETEN AAN SOCIALE COMPONENT VAN DUURZAAMHEID

De meeste mensen kennen de drie p’s van planet, profit en people. Veel bedrijven hanteren ze om duidelijk te maken dat winst alleen niet zaligmakend is: het milieu en de gezondheid en veiligheid van medewerkers en eindgebruikers spelen een minstens zo grote rol. Life sciences & materials sciences-bedrijf DSM voegt er een element aan toe. People+ meet de sociale impact van een product door de keten heen. Programmamanager Jacobine Das Gupta vertelt over het traject.Tekst: Jos de Gruiter

CM1410_44-46_DSMPeople.indd 44 10-10-14 11:54

Page 45: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 45

Duurzaamheid

‘Wordt de eindgebruiker beter van ons pro-duct? Is het goed voor zijn gezondheid, voor zijn gevoel van welbevinden? Zijn de arbeidsomstandigheden van de werkne-mers in de hele keten in orde, van de win-

ning van grondstoffen, de verwerking tot product tot en met de afvalfase. Maar ook: schaadt het product hun gezondheid niet? Wordt voldoende aandacht besteed aan hun veiligheid? Dragen de productie-activiteiten van het bedrijf bij aan een hoger niveau van gezondheid, onderwijs of infrastructuur? Kortom: het gaat om een holistische benadering, waarin zo veel mogelijk facetten tegen het licht worden gehouden.” In een paar zinnen schetst programmamanager Jacobine Das Gupta (“niet Duits, de naam komt uit India”) de fi losofi e achter People+, het programma van DSM dat producten van het concern de ‘menselijke maat’ neemt. “Niet alleen vanuit idealisme, maar ook vanuit de gedachte dat de samenleving in toenemende mate bedrijven en hun produc-ten beoordeelt op hun toegevoegde waarde: product en produc-tie moeten liefst een positieve invloed hebben op mensen. Een negatieve invloed moet worden vermeden.” In de woorden van Das Gupta: “De grote gemene deler is dat sociale aspecten bij duurzaamheid horen, net zoals ecologische.”De van oorsprong industrieel ontwerper (TU Delft) ontwikkelde samen met collega’s en externe deskundigen een methode om de bijdrage van producten aan welzijn en gezondheid op een objectieve wijze te meten.

Koninklijke DSM heeft de reputatie van een onderneming die duurzaamheid meer dan serieus neemt. Het bedrijf staat al vele jaren hoog in de Dow Jones Sustainability World Index, de lijst die 2500 beursgenoteerde bedrijven rangschikt op basis van hun duurzaamheidsinspanningen en -resultaten. Sinds 2004 heeft DSM de lijst zesmaal aangevoerd en afgelopen maand werd bekendgemaakt dat het bedrijf opnieuw tot de duurzaamste bedrijven van de wereld behoort.

Balans Duurzaamheid blijft de komende tientallen jaren uiterst belang-rijk, is de overtuiging van DSM. “De aarde zal spoedig worden geconfronteerd met het gegeven dat negen miljard mensen alle-maal gezond en welvarend willen leven. Daarom is het zo belangrijk om oplossingen te vinden die bijdragen aan stabiliteit en welvaart”, aldus de website van het bedrijf. De life sciences & materials sciences company hanteert de ‘Triple P’-strategie (people, planet, profi t), het uitgangspunt dat mensen en leefom-geving net zo belangrijk zijn als een positief bedrijfsresultaat. Duurzaamheid wordt daarbij niet gezien als een lastige neven-opdracht, maar als een aanjager van groei.Das Gupta: “DSM hanteert al lang het uitgangspunt dat de bedrijfswinst in balans moet zijn met de impact van de bedrijfs-voering op mens en milieu. De afgelopen decennia lag de nadruk misschien meer op de p van planet en minder op die van people, het sociale, menselijke aspect. People+ moet dat rechttrekken. e

CM1410_44-46_DSMPeople.indd 45 10-10-14 11:54

Page 46: Chemie Magazine oktober 2014

46 Chemie Magazine oktober 2014

Het programma kijkt naar de hele keten en is op de dagelijkse praktijk toegesneden doordat het op productniveau kijkt en een makkelijk toepasbare meetmethode biedt.”Ze ontwikkelde een methode aan de hand waarvan de sociale impact van producten kan worden vastgesteld. De methode meet in welke mate het product de gezondheid en de ervaring van comfort en welzijn van eindgebruikers schaadt of (liever:) verbetert. Ook de werkomstandigheden van de werknemers die het product maken en de lokale gemeenschappen rondom de productketen worden meegewogen. Uitgangspunt is dat People+-producten in de waardeketen waarin DSM actief is, in een voor werknemers goede en veilige werkomgeving worden geproduceerd, onder werkomstandigheden die goed zijn voor gezondheid of welzijn van de werknemers. Daarnaast draagt een People+-programma bij aan lokale welvaart, waaronder het verbeteren van onderwijs, het creëren van banen en lokale inkoop.

Splendid isolationDSM is een voortrekker op veel gebieden rond duurzaam-heid, maar het is van belang, benadrukt Das Gupta, om activi-teiten op dat vlak niet ‘in splendid isolation’ te ontwikkelen.Daarom is samenwerking met andere bedrijven gezocht.In 2012 heeft DSM met andere ondernemingen (zoals Philips, AkzoNobel, BASF, BMW, Goodyear, L’Oréal, Marks & Spencer en Ahold) en andere stakeholders de meetmethode verder ontwikkeld. Op 1 september is het resultaat gepresenteerd: het Handbook for Product Social Impact Assessment, een prak-tisch instrument voor duurzaamheidsmanagers en de eerste stap naar een gestandaardiseerde objectieve methode om de sociale impact van een product gedurende zijn levenscyclus te kunnen meten. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de People LCA tool, gebaseerd op de internationale standaarden van de Verenigde Naties (UN), de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO).DSM is lid van de World Business Council for Sustainable Development en zet in deze hoedanigheid de meetmethode ook in dat gremium op de agenda.De meetmethode is vastgelegd in een handboek, dat bedrijven kunnen gebruiken om de sociale impact van producten tegen het licht te houden. Het bevat gestandaardiseerde vragen over

het beleid van een bedrijf op een aantal onderwerpen op het terrein van veiligheid, gezondheid en arbeidsomstandigheden. Das Gupta legt uit: “Een vraag kan bijvoorbeeld zijn: hebt u een geïntegreerd veiligheidsbeleid, en zo ja hoe ziet dat eruit, en kunt u bewijzen dat u het uitvoert? Een andere vraag kan betrekking hebben op het aantal ziektedagen. Dat kan een indicatie zijn voor de gezondheid van de medewerkers en de arbeidsomstandigheden. Ook wordt gevraagd naar het effect op de gezondheid van de eindgebruiker en de mogelijke bij-drage op de ontwikkeling van de lokale gemeenschap, zoals het onderwijsniveau. Aan de hand van de antwoorden op die vragen ontstaat een beeld van het bedrijf.”Mochten de antwoorden vragen oproepen, dan bestaat de mogelijkheid actie te ondernemen, bijvoorbeeld door een nader onderzoek ter plaatse te verrichten. “In eerste instantie gaan we in gesprek met een bedrijf dat niet optimaal presteert op de onderzochte onderwerpen”, vertelt Das Gupta. “Waar nodig helpen we met bewustmaking en training. Volgens ons is het beter een bedrijf waar bepaalde risico’s zijn geconsta-teerd bij de hand te nemen, te begeleiden of te trainen. Op zo’n manier breng je niet alleen de visie in praktijk van het eigen bedrijf, maar ook in de organisatie van toeleveranciers.”

VirusZe vervolgt: “Er is een trend dat afnemers en consumenten in toenemende mate eisen stellen op gebieden als duurzaam-heid, veiligheid en gezondheid. DSM is ervan overtuigd dat duurzaamheid business genereert, dus ook duurzaamheid op sociaal gebied. Het biedt mogelijkheden om met elkaar in dialoog te gaan. We zien dat vooral bedrijven nu enthousiast zijn over het meetbaar maken van social impact, en dat dit enthousiasme zich als een virus verspreidt.”Overigens wordt de meetmethode vooral toegepast op nieuw ontwikkelde producten. Das Gupta: “Daar valt de meeste winst te behalen. Al vanaf de ideegeneratie kan rekening gehouden worden met alle facetten, variërend van de aard van de grondstof en de wijze waarop die wordt gewonnen tot de productie en de eindfase. Innovaties vertegenwoordigen ons toekomstige productportfolio en verdienen daarom de hoog-ste aandacht, voor een duurzaam bedrijf en een duurzame samenleving.” p

“Een praktisch voorbeeld is de ontwik-keling van alternatieve grondstoffen voor watergedragen verven”, vertelt Das Gupta. Van oudsher werden in veel verfformuleringen vluchtige organische oplosmiddelen toegepast om de verf goed verwerkbaar te maken of snel te laten drogen, zoals terpentine of thin-ner. Veelvuldige blootstelling aan deze stoffen kan een schadelijke uitwerking hebben op de gezondheid van schilders. Dat leidde tot aangescherpte regelge-ving en tot veel R&D-inspanningen van

de industrie om minder schadelijke alternatieven te ontwikkelen. Dat is gelukt. Das Gupta: “DSM’s ‘watergedra-gen’ verfi ngrediënten minimaliseren mogelijke gezondheidsrisico’s voor zowel de bij de productie betrokken werknemers als de applicateur en de consument.”Een ander voorbeeld is volgens haar DSM’s ‘Alpafl or Edelweiss’, een actief ingrediënt voor cosmetica dat wordt gemaakt van bloemextracten die in het Zwitserse Wallis worden geteeld. “Onze

klanten in het cosmeticasegment vinden het belangrijk klanten te kunnen vertel-len waar de grondstof vandaan komt en onder welke omstandigheden ze wordt geoogst en verwerkt. De objectieve meetmethode die we hebben ontwik-keld, maakt het mogelijk op een gestructureerde en onderbouwde manier de genoemde claims te staven. Er worden geen beweringen gedaan op basis van gevoel, geruchten of een kran-tenartikel.”

VOORBEELDEN VAN PEOPLE+-PRODUCTEN VAN DSM

CM1410_44-46_DSMPeople.indd 46 10-10-14 11:54

Page 47: Chemie Magazine oktober 2014

Your Partner for Design and Turnkey Realization of GMP FacilitiesDiscover your benefits: Whether greenfield,

expansion or optimization – our specialists

develop high quality solutions for your projects

in The Netherlands and all around the globe.

Consulting Engineering Construction Validation TFM

M+W Process IndustriesA Company of the M+W Groupwww.pi.mwgroup.net

Laboranten en analisten van SWA versterken!Als het gaat om inzet van laboratoriumpersoneel bent u bij SWA aan het juiste adres. Want wij leveren u (tijdelijke) vakkrachten met de juiste chemie, die passen in uw organisatie.

SWA is arbeidsmarktspecialist in de techniek, wij leveren u laboranten en analisten. Bovendien leiden wij deze specialisten ook voor u op in maatwerk leer/werktrajecten. Of verzorgen werving & selectie.

Uw organisatie versterkt met SWA?Kijk op onze website voor alle informatie.

LABORATORIUMTECHNIEK

www.vacaturelaboratoriumtechniek.nl

409559_ADV.indd 47 09-10-14 10:58

Page 48: Chemie Magazine oktober 2014

48 Chemie Magazine oktober 2014

DUURZAMER VISNET MET

90 PROCENT DYNEEMA-VEZELVisnetten voor het vangen van pelagische (scholende) vissoorten worden traditioneel van nylon gemaakt. Rederij Cornelis Vrolijk in IJmuiden en dochteronderneming Jaczon in Scheveningen vervangen hun nylonnetten nu door duurzamere netten van DSM’s lichte en supersterke Dyneema-vezel. Die hebben een kleinere weerstand in het water, wat zich ver-taalt in een aanzienlijk lagere CO2-uitstoot van de vissersvloot.

De innovatieve trawlernetten van UHMwPE-vezel (ultra high molecular weight polyethylene), bekend onder de merknaam Dyneema, zijn ontwikkeld door het Katwijkse bedrijf Maritiem, in nauwe samenspraak met DSM. Zo’n 90 pro-cent van het nettenmateriaal bestaat uit Dyneema-vezel. Cornelis Vrolijk en Jaczon, gespecialiseerd in de pelagische visserij, heb-ben inmiddels acht netten met Dyneema in gebruik.

Voor een goede vergelijking werden aan boord van sommige schepen identieke netten van voornamelijk traditionele materialen, zoals nylon, meegenomen. Zo was het mogelijk om de prestaties van de verschillende materialen te vergelijken in netten met een identiek ont-werp. “Er komen vanuit alle gebieden goede resultaten binnen”, zegt Johan Müller, fi shing fl eet manager bij Cornelis Vrolijk. “Ook kunnen we een fl inke daling melden in ons brandstof-verbruik en daardoor in de CO2-uitstoot.” Het lichtere materiaal maakt de nieuwe visnetten bovendien beter hanteerbaar en daardoor veili-ger in gebruik voor de bemanning.

“Als bedrijf dat zich specialiseert in de pelagi-sche visserij zijn we ons zeer bewust van de impact van onze activiteiten op het milieu”, zegt Eric Roeleveld, operations manager van Jaczon. “Een van onze grootste drivers is voortdurend te zoeken naar mogelijkheden om onze visserij-methodes te verduurzamen. We proberen onze CO2-voetafdruk waar mogelijk te verkleinen en we ondersteunen de FAO-gedragsregels voor een verantwoorde visserij.”Müller raadt andere rederijen aan om ook met het nieuwe materiaal aan de slag te gaan. ”Dit is goed voor het milieu en voor de visserij.” p

CM1410_48-49_L_wetenswaardig.indd 48 09-10-14 16:10

Page 49: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 49

Wetenswaardig

Fo

to: J

ac

zon

BV

Vriestrawler ‘Zeeland, SCH 123’ van rederij Cornelis Vrolijk. Cornelis Vrolijk en dochteronderneming Jaczon vervangen hun nylon netten door netten met DSM’s Dyneema.

CM1410_48-49_L_wetenswaardig.indd 49 09-10-14 16:10

Page 50: Chemie Magazine oktober 2014

50 Chemie Magazine oktober 2014

Dankzij programma’s zoals Nieuwe Scheikunde komt er in het voortgezet onderwijs steeds meer aandacht voor de chemiesector en de beroepen in de chemie. En dat geldt eveneens voor het hoger onderwijs. Het onderwijs wordt praktijkgerichter. De VNCI merkt dat ook: steeds meer docenten abonneren zich op Chemie Magazine. Drie van hen vertellen hoe ze het blad gebruiken voor hun lessen.Tekst: Emma van Laar

PRAKTIJKLES VOOR DOCENTEN

CHEMIE MAGAZINE ONTPOPT ZICH ALS ‘WEERMANNETJE’ VOOR SCHEIKUNDE-ONDERWIJS

geert BaKKer (voormalig docent) Avans Hoge-school, Breda

Geert Bakker was tot voor kort docent energiekunde op Avans

Hogeschool in Breda. Hij is van oor-sprong chemicus en werkte 25 jaar als chemisch technoloog in de che-mische industrie. “Daarna ben ik gaan lesgeven, met name over the-ma’s als chemische technologie en energie. Dit is langzamerhand steeds meer richting energie ver-schoven. In de industrie gaat het immers om effi ciënt omgaan met grondstoffen en energie.” Bakker, inmiddels met pensioen, heeft zich op Chemie Magazine geabonneerd om vakinhoudelijk op de hoogte te blijven. Hij haalt er ook regelmatig onderwerpen uit voor de afstudeerders die hij nog begeleidt. “Studenten zijn vaak op zoek naar een afstudeeronderwerp en daar help ik ze graag bij. De power-to-

gas-installatie in Delfzijl, waar in het aprilnummer aandacht aan werd besteed, is een mooi voorbeeld. Daar heb ik een paar studenten warm voor gekregen. In Delfzijl wordt de eerste grootschalige, vol-ledig geïntegreerde power-to-gas-installatie ter wereld gebouwd. Dit is een fl inke stap in de vergroening van de chemische industrie en bovendien een oplossing voor de opslag van wind- en zonnestroom”, aldus Bakker.

Up-to-date“Ik vind Chemie Magazine vakinhou-delijk goed en het is belangrijk dat duurzaamheid en milieuverant-woord ondernemen veel aandacht krijgen. De artikelen zijn van de juiste lengte, thematisch zit het goed in elkaar en het is up-to-date. Ik denk dat iemand die weinig kennis van de chemische industrie heeft bij het lezen van het blad een goed beeld krijgt.” Hij vervolgt: “Wat me ook opvalt is

dat de sector transparantie nastreeft. Als leerproces wordt er tevens aandacht besteed aan zaken die fout gaan. Items die wat mij betreft belangrijk worden, zijn ont-wikkelingen op Europese schaal. Sommige producten worden in de VS wel toegestaan, maar hier niet – vanwege Reach. Dat doen we goed: niet het economische (de korte termijn) moet bepalend zijn maar ook milieu en volksgezondheid (de lange termijn).”

‘Ik haal regelmatig onderwerpen uit het blad voor de afstudeerders die ik begeleid.’

fo

to: S

HU

tte

rS

toC

K

CM1410_50-52_Docenten.indd 50 09-10-14 16:09

Page 51: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 51

onderwijs

e

HelÈne VerlooP Driestar College, Leiden

Helène Verloop is sinds zes jaar scheikundedocent aan het Drie-

star College in Leiden. Daarvoor heeft ze lange tijd wiskunde onder-wezen. “Ik heb vroeger zelf wel het Hoger Laboratorium Onderwijs doorlopen, maar ben nu 48 en ben een tijd uit het vakgebied geweest. Ik leer met behulp van Chemie Magazine een hoop over chemie. De eerste jaren dat ik weer scheikunde gaf, was ik met name druk bezig met de lessen. Nu heb ik steeds meer de behoefte om meer feeling te krijgen met wat er speelt in de praktijk. Waar ligt tegenwoordig de nadruk op en wat voor nieuwe werknemers zijn er in de toekomst nodig? Om hier meer oog voor te krijgen ben ik op zoek gegaan naar een informa-tiebron die me op de hoogte kan houden. En dat is Chemie Magazine geworden.”

Proefabonnement“Ik vind het leuk dat er zowel aan-dacht is voor inhoudelijke zaken, persoonlijke verhalen, maar bijvoor-beeld ook voor veiligheid. Ik heb sinds kort een proefabonnement en kan daarom nog niet echt concrete voorbeelden geven die ik in mijn lessen aan de onderbouw van het vmbo zou willen verwerken. Maar ik kan me goed voorstellen dat dat op een gegeven moment wel gebeurt. Voor nu proef ik meer wat er speelt en of er behoefte is aan juist hard-core chemie of biochemie. Wel merk ik dat het me beïnvloedt, ik zeg vaker tegen leerlingen: er zijn men-sen nodig binnen de chemie, het is een mooie industrie om in te wer-ken.” Verloop gaat haar proefabon-nement binnenkort omzetten naar een vast abonnement.

‘Ik zeg vaker tegen leerlingen: het is een mooie industrie om in te werken.’

fo

to: j

er

oe

n p

oo

rt

vl

iet

CM1410_50-52_Docenten.indd 51 09-10-14 16:09

Page 52: Chemie Magazine oktober 2014

52 Chemie Magazine oktober 2014

Martijn Vogelezang Stedelijk Dalton Lyceum, Dordrecht

Martijn Vogelezang geeft schei-kundeles aan vwo’ers in de

derde, vierde, vijfde en zesde klas van het Stedelijk Dalton Lyceum in Dordrecht. “Ik heb me op Chemie Magazine geabonneerd omdat ik op zoek was naar achtergrondmateri-aal”, zegt hij. “Het is prettig om als je les geeft een verhaal te kunnen vertellen. En die verhalen en con-crete voorbeelden kan ik uit het blad halen.” “Zo heb ik naar aanleiding van de editie van afgelopen mei mijn leer-lingen verteld over het dak van het vernieuwde voetbalstadion Estadio Nacional in de Braziliaanse hoofd-stad Brasilia”, vervolgt hij. Het sta-dion, gebruikt tijdens het WK voet-bal 2014, heeft een Belgisch dak dat is gemaakt in de Tieltse vestiging van Bayer. Bijzonder eraan zijn de polycarbonaatplaten, vanwege de onbreekbaarheid, dubbelzijdige uv-bescherming en lichtdoorlaat-baarheid. Vogelezang: “Dit soort actuele voorbeelden spreekt leer-lingen aan.”

Special duurzaamheid“Nieuwe onderwerpen en zaken die op dit moment in de praktijk spelen, zoals groene chemie en duurzaam-heid, kan ik mooi uit het magazine halen”, zegt hij. “Bij veel andere bronnen sneeuwt de chemie helaas vaak onder.” De special rondom duurzaamheid in de juni-editie heeft Vogelezang dan ook met veel plezier bekeken. “Een voorbeeld dat ik in de klas wil be- spreken is het stuk over de milieu-voordelen van het verpakken van voedsel in kunststof. Dit soort con-crete voorbeelden helpt leerlingen anders tegen dingen aan te kijken.” Chemie Magazine ontwikkelt zich volgens hem tot een soort ‘weer-mannetje’. “Waar vroeger Intermedi-air een goed beeld gaf van hoe het management in het onderwijs zich zou gaan ontwikkelen, zou dit blad dat weleens voor de chemie kunnen doen. Het is een mooi magazine, al zou ik het wel leuk vinden als er wat meer scheikundeformules in zou-den staan.”

fo

to: j

er

oe

n p

oo

rt

vl

iet

‘ Het is prettig om een verhaal te kunnen vertellen. En die verhalen haal ik uit het blad.’

CM1410_50-52_Docenten.indd 52 09-10-14 16:09

Page 53: Chemie Magazine oktober 2014

409559_ADV.indd 53 09-10-14 10:58

Page 54: Chemie Magazine oktober 2014

54 Chemie Magazine oktober 2014

Voorbereid op noodsituatiesDe STC-Group heeft onlangs in Brielle een emergency response simulator in gebruik genomen. Hier kunnen zowel mbo- en hbo-studenten als operators uit de industrie oefenen met virtuele incidenten, zodat ze beter voorbereid zijn op abnormale situaties die zich ook werkelijk kunnen voordoen. Tekst: Erik te Roller

STC-Group biedT TraininGen meT SimulaTor aan

A nno 2014 zijn raffinade-rijen en chemiebedrij-ven over het algemeen zo veilig, dat een opera-tor maar zelden met

een ernstig incident te maken krijgt. Hierdoor doet hij of zij te weinig ervaring op om goed voorbereid te zijn op brand, grote lekkages, stroomuitval en dergelijke. Virtueel oefenen is het antwoord. Net zoals piloten in een simulator kunnen oefenen met noodsituaties, zo kun-nen operators veilig oefenen met verschillende incidentenscenario’s en hierbij leren van hun fouten. Vier jaar geleden spraken Deltalinqs en de STC-Group al over het aanbie-den van een emergency response-training. Er volgde een haalbaar-heidsonderzoek. Daarna bleef het een tijd lang stil, maar nu is de trai-ning er. “We hebben de training uit-eindelijk in eigen beheer opgezet in overleg met enkele bedrijven en met name Kuwait Petroleum Company”, zegt bestuursvoorzitter Erik Hiet-brink van de STC-Group. De STC-Group maakt voor de trai-ning gebruik van EnVision-software van GSE Systems uit Amerika. In

een nieuw lokaal kunnen achttien mensen tegelijk leren omgaan met de simulator. Daarna volgen indivi-dueel twee sessies met drie beeld-schermen, zoals in een controleka-mer. Elders hangt een groot scherm waarop bijvoorbeeld te zien is dat een destillatietoren in brand staat.

ScenarioBij de eerste sessie doorloopt de cursist een bepaald scenario, neemt beslissingen en grijpt in. Aan de zijkant zit de trainer, die op elk gewenst moment problemen over de fabriek kan afroepen, zoals lek-kages, stilvallende pompen en brand. Ernaast kijkt een ‘assessor’ toe hoe de cursist reageert, zich verstaat met anderen en handelt. Ook is er een field operator van het eigen bedrijf of van STC aanwezig, aan wie de cursist vragen kan stel-len over de situatie ter plekke, zoals bijvoorbeeld bij een uitgevallen pomp. De trainer en assessor nemen de sessie na afloop met de cursist door, waarbij ze kunnen laten zien en horen hoe de cursist heeft gereageerd en welke vragen hij aan collega’s heeft gesteld.

De training is in eerste instantie ontwikkeld voor raffinaderijen, maar kan

geschikt worden gemaakt voor de chemie.

CM1410_54-55_W_Simulator.indd 54 09-10-14 16:08

Page 55: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 55

Veiligheid

Hietbrink voegt STC hier wel dege-lijk wat aan toe: “Uniek aan onze aanpak is dat die niet alleen op de inhoud, maar vooral op het mense-lijk handelen is gericht.”Er zijn bedrijven die meer zien in de aanschaf van een eigen simulator die identiek is aan de eigen fabriek. “Aanschaffen is één, maar onder-houden is twee”, zegt Hietbrink daarover. “Na tal van aanpassingen is de simulator niet meer up-to-date en wijkt deze dus af van de werke-lijkheid. Bovendien hoeft de virtuele fabriek, als het gaat om trainen op menselijk handelen, niet identiek te zijn aan de eigen fabriek.” Deelname van de STC-Group aan het project van Deltalinqs met de trainingsplant in Rotterdam (zie kader) beschouwt hij als een brug te ver. “Die fabriek is goed om steiger-bouw, onderhoud, isolatie en derge-lijke te oefenen, maar niet noodza-kelijk voor het trainen en opleiden van panel operators.” p

De eerste keer gaat de cursist mak-kelijk de fout in. Veel mensen heb-ben als ze onder druk staan name-lijk de neiging om al meteen van de noodprocedure af te wijken, door te doen wat het eerste in hen opkomt. Ook stellen ze vaak onvoldoende vragen aan de field operator en maken ze te weinig gebruik van alle informatiebronnen om een goed beeld van de situatie te krijgen. Tij-dens een tweede sessie krijgt de cursist de gelegenheid om derge-lijke fouten niet meer te maken en het geleerde meteen in de praktijk te brengen.

UniekDe STC-Group heeft de training in eerste instantie ontwikkeld voor raffinaderijen, maar kan deze des-gewenst geschikt maken voor de chemie, als kant-en-klare training of als training op maat. Overigens biedt een aantal firma’s al diverse veiligheidstrainingen aan. Volgens

PlAn voor trAinings-fAbriek in rotterdAmdeltalinqs laat de haalbaarheid onder-zoeken van een trainingsplant op de rdm Campus in rotterdam, waar zowel studenten als werknemers uit de industrie in een veilige en realisti-sche omgeving kunnen oefenen met procesbesturing en onderhoud. ook kunnen werknemers die opnieuw opgaan voor een VCa-certificaat hier hun bekwaamheid laten toetsen. Het onderzoek zal waarschijnlijk eind dit jaar afgerond zijn.op de kade bij de campus liggen de onderdelen van een oude rubberfa-briek van Shell. die kan zo weer in elkaar worden gezet en bevat onder meer drie destillatietorens, een aantal reactorvaten, pompen en warmtewis-selaars. Vanwege de veiligheid zullen werkende installaties alleen water bevatten van hooguit 80 graden Cel-sius. bij veel trainingen hoeven de installaties overigens niet eens in bedrijf te zijn. Het idee komt van TCC (Training en Cursus Centrum voor opleidingen in industriële veiligheid).

Cees alderliesten, beleidsadviseur arbeidsmarkt binnen deltalinqs, voor-ziet vier mogelijke toepassingen van de fabriek. de eerste is de promotie van de procesindustrie. mensen uit rotterdam en de regio rijnmond kun-nen hier betrekkelijk veilig een kijkje nemen. de tweede is scholing: mbo- en hbo-studenten kunnen hier prak-tisch oefenen. Ten derde kunnen hier werknemers van firma’s op het gebied van onder meer isolatie, hogedrukrei-niging en steigerbouw oefenen. Ten slotte biedt de trainingplant mogelijk-heden voor veiligheidstrainingen. “Het gaat vooral om mensen met enige jaren werkervaring die op een gege-ven moment hun VCa-certificering moeten verlengen”, zegt alderliesten. “die kunnen dan een toets afleggen om aan te tonen dat ze op het gebied van veiligheid niet alleen bevoegd, maar ook bekwaam zijn. met andere woorden: hun veiligheidskennis kun-nen toepassen.”

Het project vergt een investering van naar schatting 7 tot 10 miljoen euro. deltalinqs probeert de financiering van de trainingsfabriek rond te krijgen met bijdragen van de overheid en het bedrijfsleven en zoekt afstemming met het onderwijs in de regio.

‘Onze aanpak is vooral op het menselijk handelen gericht’

Fo

To’S

: STC

-Gr

ou

p

CM1410_54-55_W_Simulator.indd 55 09-10-14 16:08

Page 56: Chemie Magazine oktober 2014

56 Chemie Magazine oktober 2014

DUURZAME KOPLOPERS

KIJKEN VERDER

HOE AKZONOBEL NUMMER ÉÉN WEET TE BLIJVEN IN DOW JONES SUSTAINABILITY INDEX

‘Alle kleine innovaties, zoals antifouling, die niet alleen milieuvriendelijk is, maar ook 9 procent brandstof bespaart voor containerschepen, dra-gen bij aan de overstap naar energie-effi ciënt transport.’

CM1410_56-58_Duurzaamheid.indd 56 09-10-14 16:07

Page 57: Chemie Magazine oktober 2014

oktober 2014 Chemie Magazine 57

Vorige maand werd bekend dat AkzoNobel voor de derde keer op rij nummer één in de Dow Jones Sustainability Index is geworden. Tegelijkertijd werden de resultaten bekendgemaakt van een onderzoek onder bijna duizend professionals uit de chemie wereldwijd. Daaruit bleek dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt voor de bedrijven waar ze werken. Maar hoe word je als chemiebedrijf een duurzame koploper? Tekst: Joost van Kasteren

Duurzaamheid

lijke transities in die segmenten en de marktkansen die dat oplevert. “Belangrijk is dat de hoogste leiding duurzaamheid als business ziet, als kans. Geen Doom and Gloom, maar Planet Possible”, benadrukt Vene-man. “Een antifouling bijvoorbeeld, die niet alleen milieuvriendelijk is, maar ook 9 procent brandstof bespaart voor containerschepen. Of een verf die warmte refl ecteert zodat de airconditioning 20 procent minder energie verbruikt. Al deze kleine innovaties dragen bij aan een onvermijdelijke transitie: de over-stap naar energie-effi ciënt trans-port en naar gebouwen die CO2-neutraal zijn.”Duurzame ontwikkeling van een bedrijf kent verschillende dimen-sies. De eerste: het onderkennen en reduceren van risico’s door onder meer het ontwikkelen en handhaven van wereldwijde standaarden voor veiligheid, gezondheid en milieu, maar ook voor integriteit en sociaal beleid. Zorgen dat je je zaken op orde hebt, bij je eigen bedrijf, maar ook bij toeleveranciers.De tweede dimensie is het verbete-ren van de bedrijfsprocessen. Dan blijkt dat alle aandacht voor veilig-heid, duurzaamheid en integriteit ook geld oplevert. Veneman: “Effi -ciënter gebruiken van energie bete-kent een lagere energierekening. Slib blijkt geen afval dat voor veel geld gestort moet worden, maar een grondstof voor pigment. In die fase gaat het om het verhogen van de opbrengst per kilowattuur energie en per kilo grondstof: yield improve-ment, waardoor je niet 95 maar 100 procent van je grondstoffen en ener-gie omzet in product.”

A an het eind van het gesprek benadrukt André Veneman, corpo-rate director sustainabi-lity bij AkzoNobel, het

nog eens: “Zo’n eerste plaats is leuk, maar de Dow Jones Sustaina-bility Index (DJSI) is geen wedstrijd wie de duurzaamste is. Er zijn heel veel bedrijven die het goed doen. Het is vooral een benchmark voor onze eigen processen: waar staan we en wat moeten we verbeteren?We leven straks met 9 of 10 miljard mensen op deze aarde. Als die alle-maal een goed leven willen leiden, zullen we veel effi ciënter om moe-ten gaan met grondstoffen en ener-gie. Duurzaamheid betekent dat je je afvraagt wat voor consequenties dat heeft voor de segmenten waarin je als bedrijf actief bent. Kenmerkend voor een duurzame koploper is dat je verder vooruit kijkt.”

Planet PossibleVoor AkzoNobel zijn dat transport en mobiliteit, bouw en infrastruc-tuur, maakindustrie en consumen-tenproducten. Veneman licht toe: “In bouw en infrastructuur gaat het om verlengen van de levensduur en maximaal hergebruik van materia-len. Dan moet je dus coatings ont-wikkelen die hergebruik mogelijk maken. Bij transport en mobiliteit is de opgave om te besparen op ener-giekosten. De maakindustrie moet de effi ciëntie in het gebruik van grondstoffen en energie met factor 4 tot 10 verbeteren en bij consumen-ten zou dat zelfs een factor 10 tot 15 moeten worden.” Een duurzame koploper maakt keu-zes, gebaseerd op de onvermijde-

De derde dimensie gaat over het ontwikkelen van nieuwe en slimme producten, die de klant en uiteinde-lijk de consument moeten helpen om energie en grondstoffen te besparen. Lichtgewicht materialen bijvoorbeeld, of poedercoatings die bij een lagere temperatuur opge-bracht worden. Ook de antifouling (onderwaterverf) is zo’n voorbeeld. “Het ontwikkelen van zulke nieuwe, slimme producten vraagt intern om samenwerking tussen inkoop, research en marketing en extern om samenwerking met toeleveran-ciers en afnemers. Waar vroeger inkopers en verkopers met elkaar spraken, is het nu veel meer een kwestie van communicatie op ver-schillende niveaus, zowel met toele-veranciers als met klanten.”De prestaties op al deze dimensies worden gemeten in de Dow Jones Sustainability Index. Die beperkt zich niet alleen tot ecologische aspecten. Ook anticorruptie en res-pect voor mensenrechten horen erbij. Afgelopen jaar bijvoorbeeld was er ook een vraag over de belas-tingafdrachten per land, maar er zijn ook vragen over operational eco-effi ciency, product stewardship, custo-mer relations en innovatiebeleid. In totaal gaat het om negen aspecten van de bedrijfsvoering.

SpiegelHet beantwoorden van de vragen is geen exercitie die je kunt overlaten aan iemand op het hoofdkantoor, stelt Veneman. “Als je het belegt bij een afdeling duurzaamheid of com-municatie, dan zit het niet goed. Dan ben je vooral bezig met reputatie-management. Wil je er als bedrijf echt van profi teren, dan moeten de vragen worden beantwoord op het niveau van de businessunits en ondersteunende functies zoals inkoop, hrm en legal. Dat levert niet alleen betere gegevens op, maar daarmee krijg je ook een spiegel voorgehouden.”Veel bedrijven laten zich afschrik-ken door de omvang en diepgang van de vragenlijsten, maar dat is volgens Veneman niet nodig. “In het begin was ik ook verrast door de aard en de hoeveelheid van de vra-gen, maar er zit wel een goede systematiek in. De analisten van RobecoSAM kennen de bedrijfstak eF

OTO

: AK

ZON

OB

EL

CM1410_56-58_Duurzaamheid.indd 57 09-10-14 16:07

Page 58: Chemie Magazine oktober 2014

58 Chemie Magazine oktober 2014

en snappen waar het over gaat. Het is belangrijk om ook tijd uit te trek-ken voor gesprekken met de analis-ten om vast te stellen wat op dit moment state of the art is. De DJSI is een benchmark die voortdurend opschuift, op basis van de verbete-ringen in bedrijven.”

VerbeterplannenBij AkzoNobel worden de resultaten van de vragenlijsten uitgebreid besproken in de sustainability coun-cil, waarin alle businessunits en functies zijn vertegenwoordigd. Op basis daarvan worden verbeterplan-nen gemaakt, die omstreeks november worden voorgelegd aan de raad van bestuur. Veneman: “Twee maanden nadat de resultaten van de Dow Jones Sustainablity Index zijn gepubliceerd, liggen er al uitgewerkte voorstellen op tafel om bijvoorbeeld de operationele eco-

ENQUÊTE PROFESSIONALS: CHEMIE STEEDS DUURZAMERDe chemische industrie werkt meer en intensiever samen met toeleveranciers en afnemers als het gaat om duurzame ont-wikkeling van grondstoffen en halffabrika-ten of eindproducten, zo luidt een van de conclusies uit onderzoek van het Britse tijdschrift ICIS Chemical Business onder 958 professionals in de chemische in-dustrie. De enquête is uitgevoerd in juli. Het algemene beeld is dat duurzaamheid stevig voet aan de grond heeft gekregen in de chemische industrie, schrijft John Baker in ICIS Chemical Business. De belangrijkste drijfveer is de groeiende vraag van afnemers en van ‘afnemers van afnemers’ naar duurzame producten. Meer dan een kwart van de producenten meldt een groeiende belangstelling voor duurzame producten bij hun afnemers en 10 procent meldt zelfs een sterk groeiende interesse. Bijna driekwart van de respon-denten zegt al duurzame producten te maken of dat binnenkort te gaan doen.

Groene grondstoffenDuurzame ontwikkeling wordt ook gedre-ven door andere motieven, zoals het ver-beteren van de operationele prestaties onder meer op het gebied van veiligheid, energie en afval, met name giftig afval. Door in te zetten op recycling en her-nieuwbare grondstoffen hoopt men ook op meer strategische fl exibiliteit. Grondstof-fen, en dan vooral groene grondstoffen, krijgen sowieso veel aandacht in de enquête, die mede is gefi nancierd door biotechnologiebedrijf Genomatica. Veel bedrijven zeggen al hernieuwbare grond-stoffen te gebruiken of dat binnenkort te gaan doen, in gelijke mate gedreven door de vraag van afnemers als door het stre-ven naar veiligere processen. Zorgen zijn er wel, met name over de betrouwbaar-heid van levering, kwaliteit en kosten.

License to produceOpmerkelijk is dat de enquête zich vooral richt op de ecologische kant van duur-zaamheid – energie en grondstoffen, ter-wijl duurzaamheid ook gaat over integri-teit en arbeidsrelaties. In een recent commentaar schrijft The Economist dat de eerste golf van vooral ecologische duur-zaamheid zichzelf betaalt omdat het vooral een kwestie is van gezonde bedrijfsvoe-ring. Lastiger wordt het met de tweede golf, die vooral maatschappelijk gericht is. Dat levert niet automatisch meer profi jt op; het gaat vooral om de licence to pro-duce in de toekomst.

De score van AkzoNobel (groene lijn) op de duurzaamheidscriteria die de Dow Jones Sustainability Index

hanteert. De blauwe lijn is het gemiddelde van de ruim 350 bedrijven die meededen in de groep Materials Industry.

100

Customer relationshipmanagement

Innovationmanagement

Supply chainmanagement

Climate strategy

Operational eco-effi ciencyProduct stewardship

Human capital development

Occupational health and safety

Labor practice indicators and human rights

75

50

25

0

effi ciency of het customer relations management verder te verbeteren.”Het voordeel van beantwoording van een set vragen zoals die van de DJSI, is dat je als bedrijf een databe-stand opbouwt waaruit je ook kunt putten voor andere initiatieven, zoals het Global Reporting Initiative. Gevraagd of het ook fi nancieel voor-deel oplevert, zegt Veneman dat uit een overzicht van RobecoSAM (de uitvoerder van de DJSI) blijkt dat bedrijven die onder het gemiddelde scoren systematisch een lagere aandeelhouderswaarde hebben dan bedrijven die boven het gemiddelde scoren. “Bedrijven die duurzaam-heid hoog in het vaandel hebben, hebben oog voor de lange termijn. Ze kijken verder dan hun eigen bedrijfsterrein en dan de komende jaarcijfers. Ik denk dat dat wordt herkend door investeerders.” p

DISCUSSIEER MEE!Kenmerkend voor een duurzame koploper is dat deze vooruit kijkt en de bedrijfsprocessen onder de loep legt. De business units en onder-steunende functies moeten er actief bij worden betrokken. Duurzaamheid is meer dan een spel in de boardroom. Helaas zien bedrijven duur-zaamheid maar al te vaak als een wedstrijd en blijven steken in reputatiemanagement.Mee eens? Of juist niet? Discussieer mee op LinkedIn!

http://linkd.in/1xsRfxU

CM1410_56-58_Duurzaamheid.indd 58 09-10-14 16:08

Page 59: Chemie Magazine oktober 2014

De Fike breekplaat is voorsanitaire toepassingen het meestbetrouwbaar gebleken en voldoetaan de strengste hygiëne-eisen.Het is de enige breekplaat met eenvolkomen gladde proceszijde zonderinkervingen en groeven.

Vraag de gratis White Paper ”SanitairyConnections in pressure relief” nu aan. Stuur een email naar [email protected]

De breekplaat die het verschil maakt

Fike EuropeToekomstlaan 522200 Herentals, BelgiëT +32-14-210031F +32-14-210743fi ke-europe@fi ke.com

Sinds 1945 produceert en levert Fike wereldwijd veiligheidsproducten voor de procesindustrie. Zowel explosiebeveiligingsapparatuur als systemen voor brandbestrijding, -detectie en -controle. Fike staat garant voor onderscheidend betrouwbare oplossingen die de verwachtingen van haar prestigieuze klanten veelal overstijgen.

Het is de enige breekplaat met eenvolkomen gladde proceszijde zonder

The + in your logistics

WWW.VERSTEIJNEN.NL

ADR OPSLAG (KLASSE 3,6,8 EN 9)•

DIRECTE DISTRIBUTIE•

GECONDITIONEERD TRANSPORT•

GESPECIALISEERD IN TIJDLEVERINGEN•

ISO, AEO EN SQAS GECERTIFICEERD•

Wat is de + voor uw bedrijf?

(GECONDITIONEERD) TRANSPORTHANDLINGOPSLAG

409559_ADV.indd 59 09-10-14 10:58

Page 60: Chemie Magazine oktober 2014

VNCI

In de medIa In een artikel in het HET FINANCI-EELE DAGBLAD van 22 september reageerde de VNCI op de numerus fixus die vijf hogescholen volgend jaar gaan instellen voor chemie en biologie en medisch laboratorium-onderzoek, vanwege een verdubbe-ling van de toestroom van studen-ten. De VNCI zegt hiervoor begrip te tonen. “Het is belangrijk dat de kwa-liteit van de opleiding gegarandeerd wordt.” Anderzijds zegt de VNCI er wel op rekenen dat de hogescholen hun opleidingscapaciteit uitbreiden, want: “De instroom is nog niet op het niveau dat we graag zouden zien.” VNCI-directeur Colette Alma her-haalde deze boodschap op BNR NIEUWSRADIO. Ze zei blij te zijn met de toename, maar verwacht dat de komende jaren nog meer studenten een baan kunnen krijgen dan er nu instromen in chemieopleidingen.

In het kader van de Klimaattop van de Verenigde Naties op 23 septem-ber werd Colette Alma geïnterviewd in het Radio 1-programma DE NIEUWS BV. Zij vertelde dat de Nederlandse chemische industrie drie wegen bewandelt om de uit-stoot van broeikasgassen terug te dringen: energie-efficiëntie, op lan-gere termijn vervanging van fossiele grondstoffen (door biologische grondstoffen en door recycling) en energiebesparende (consumenten-)producten, zoals wasmiddelen. Op de vraag wat de chemische in-dustrie bijdraagt aan de doelstelling van Europa om in 2050 90 procent minder broeikasgassen uit te stoten, zei Alma dat de Europese chemische industrie sinds 1990 de uitstoot met de helft heeft verminderd en dat de chemie in Nederland de ambitie heeft om tot 2030 de uitstoot nog eens met 40 procent te verminde-ren. Zij gaf aan dat de industrie hier-over regelmatig zal rapporteren. “U kunt zo precies volgen wat we doen en checken hoever we zijn.”

OprOep aaN beleIdsmakersTijdens een bijeenkomst over de biobased en circulaire economie in de Port of Amsterdam op 25 september riep VNCI-directeur Colette Alma de aanwezige ver-tegenwoordigers van de Europese Commissie op om belemmeringen weg te nemen en de chemie actief te steunen, bijvoorbeeld door een gelijke stimulering van het gebruik van biomassa voor materialen versus het gebruik van biomassa voor ener-gieopwekking. Zij stelde dat de concurrentiepositie van de chemische industrie in Europa ernstig onder druk staat en riep de beleidsmakers dringend op de chemi-sche industrie te steunen door een duidelijk en consistent innovatie- en energiebe-leid te voeren. paNeldIsCussIe OVer aardgasOp 5 september nam Colette Alma tijdens het lustrumsymposium van de Neder-landse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie deel aan een paneldiscussie over de vraag ‘Heeft de Nederlandse aardgasindustrie nog toekomst?’ Zij bracht naar voren dat de concurrentiekracht van de chemische industrie in Nederland in negatieve zin de gevolgen ondervindt van het verschil in gasprijs met de VS. De VS investeert veel in de chemie door de lage gasprijs, wat een boost geeft aan de eco-nomische ontwikkeling. Geïnspireerd door de VS vroeg Alma zich af hoe Nederland maximale waarde voor de economie kan genereren op basis van het gas dat we nog beschikbaar hebben, waarbij de chemie natuurlijk een rol wil spelen.

ChemICal CONfereNCeOp 29 september organiseerden Deloitte, Rabobank, TNO en de VNCI ‘The Chemical Conference 2014: Where Agri meets Chemicals’. Er werd onder meer het onderzoek van Deloitte gepresenteerd waaruit blijkt dat Nederland sterk is gepositioneerd om de grondstoffen (zoals suikerbiet) te leveren voor de op fermentatie gebaseerde chemische industrie.

TOpseCTOr ChemIebeursVijftig talentvolle studenten kregen op 30 september een Topsector Chemiebeurs uitgereikt van een van de vier Topsector Chemie-talentprogramma’s. Sinds de start van dit beurzenstelsel in 2011 is er een duidelijke toename te zien in de instroom bij chemie-opleidingen.

Bijeenkomst in de Port of Amsterdam.

60 Chemie Magazine oktober 2014

VNCI NIeuws

CM1410_60_VNCI.indd 60 09-10-14 16:07

Page 61: Chemie Magazine oktober 2014

BHT2012-005 adv BHT NL Automatie.indd 2 16-02-2012 17:27:35

www.hiltra.com

PGS15 opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen

RUIM 30 JAAR EXPERTISE

[email protected] - 0342-404160

Verkoop en Verhuur

phone (31) 10.7541 600 | [email protected] | www.leschaco.com

Leschaco Nederland B.V.Hoogvlietsekerkweg 164NL 3194 AM Rotterdam-Hoogvliet

Forwarding is our passion.Since 1879.

Leschaco –

your specialist

for supply chain

solutions.

We offer

integrated,

intercontinental

logistics with

responsible care

for the chemical

industry.

monsterverpakkingen

dozen, standaard maten

dozen, op maat

4GV-dozen

medische verpakkingen

transportbakken

jerrycans

blikken

vaten

palletboxen

fl essen

zakken

Douglassingel 25 Schiphol-Rijk | The Netherlands | +31 (0)20 3540787 | [email protected]

www.carepack.nl

GEVAARLIJK GOED VERPAKT?!CarePack Holland heeft het grootste assortimentUN-gekeurde verpakkingen voor gevaarlijke stoffen.

409559_ADV.indd 61 09-10-14 10:58

Page 62: Chemie Magazine oktober 2014

Service

MENSEN

Chemie Magazine is het maandbladvan de Vereniging van de Nederlandse Chemi-sche Industrie (VNCI) en verschijnt 11x per jaar

RedactieIgor Znidarsic (hoofdredacteur)Marloes Hooimeijer (eindredactie)Jos de Gruiter (redacteur)

Contact redactieLoire 150, 2491 AK, Den HaagT 070 337 87 28, F 070 320 39 03E [email protected]

MedewerkersJoost van Kasteren, Emma van Laar, Noortje van Dorp, Casper Rila, Erik te Roller, Adriaan van Hooijdonk, Marga van Zundert

VormgevingCurve Mags and More, Haarlem

Advertentie-exploitatieMooijman Marketing & Sales,Julius Röntgenstraat 17,2551 KS Den Haag,T 070 323 40 70, E [email protected] vallen buiten de verantwoordelijk-heid van de redactie

DrukMediaCenter Rotterdam

AbonnementenWie werkzaam is in de chemische industrie of op een andere wijze direct of indirect bij de chemische industrie betrokken is komt in aanmerking voor een kosteloos abonnement op Chemie Magazine. Meld u aan via [email protected] of www.vnci.nl/actualiteit/maandblad.aspx en u krijgt zo spoedig mogelijk bericht. Meer informatie: [email protected] of 070 337 87 28. OvernameOvername van artikelen uit Chemie Magazine is alleen toegestaan na voorafgaande schrifte-lijke toestemming van de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven

Beeld coverCasper Rila

ISSN 1572-2996

COLOFON

VNCI ONLINEWWW.VNCI.NL Website met onder meer dagelijks nieuws, het archief van Chemie magazine en alles over de chemische industrie in Nederland

WWW.VNCI.NL/NIEUWSBRIEF Gratis nieuwsbrief met daarin wekelijks het laatste nieuws over de chemische industrie en de VNCI

TWITTER.COM/VNCI De VNCI op Twitter met het laat-ste nieuws, vacatures en reac-

tiemogelijkheden op alle berichten

WW.VNCI.NL/LINKEDIN Discussieer mee met meer dan 2000 betrokkenen uit de chemi-

sche industrie en bezoek de vacatures in de LinkedIn-groep van de VNCI

OCI NITROGENGert Jan de Geus is sinds 1 oktober CEO van OCI Nitrogen en volgt daar-mee Renso Zwiers op. De Geus was vanaf 2010 verantwoordelijk voor alle productieactiviteiten van OCI Nitrogen, daarvoor was hij director operations van DSM Agro. Renso Zwiers was vanaf de overname van DSM Agro en DSM Melamine door OCI in 2010 bestuurlijk verantwoorde-lijk. Hij gaat zich als COO volledig richten op de verdere groei van OCI

Fertilizer & Chemicals Group, waar OCI Nitrogen deel van uitmaakt.

CEEMETFME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink is benoemd tot voorzitter van CEEMET, de Europese koepelorganisatie van werkgevers in de technologische en metaalindustrie. Dezentjé zal zich als voorzitter van CEEMET hard maken voor de belangen van de Europese werkgevers in die sector. Volgens haar is krachtig Europees industriebeleid essenti-eel voor het behoud van onze welvaart en moet Europa zorgen voor min-

der en vooral betere regels voor de industrie.

EASTMAN CHEMICAL COMPANYMurray R. Deal is vicepresident en managing director geworden van de regio Europa, Midden-Oosten en Afrika (EMEA) van Eastman Chemical Company. De Amerikaan werkt sinds 1980 voor Eastman en bekleedde diverse functies met toenemende verantwoordelijkheid op het gebied van fi nanciën, onderzoek, verkoop en marketing. Hij leidde ook bedrijven in de chemie en polymeren in Europa. Voor zijn huidige functie was hij

Eastmans vicepresident van ‘ Talent Development’.

ANTON VAN BEEK, VOORZITTER VEILIGHEID VOOROPSUIKER UNIE ALS GRONDSTOFLEVERANCIER VOOR CHEMIEWINNAARS ESSAYWEDSTRIJD ‘VEILIGHEID EN LEIDERSCHAP’LEERMOMENTEN OP GEBIED VAN VEILIGHEIDTHEO STIJNEN NIEUWE VOORZITTER PLASTICS EUROPEEN NOG VEEL MEER…

VOLGENDE MAAND (13 NOVEMBER)

62 Chemie Magazine oktober 2014

CM1410_62_service.indd 62 09-10-14 16:06

Page 63: Chemie Magazine oktober 2014

is a part of AD International

adinternationalbv.com

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Chemical companies, from global conglomerates through to regional and specialized suppliers, can benefi t from AD Productions extensive capabilities and expertise, built over a period of 40 years in the chemical industry.

AD Productions (located in the heart of Western Europe) offer full R&D, formulation and pilot line capabilities and can extend their toll services to encompass purchasing, quality control, traceability, documentation and certifi cation.

Custom Manufacturing, Blending and Toll servicesAD Productions is a service business that allows customers to benefi t from AD International’s state of the art manufacturing expertise.

Overview of production capabilities

Batch capacity varying from 300 liters up till 30000 liter Possibility to purge with and produce under nitrogen Temperatures controlled production (up till 80 degrees) Blending of powders (packaging from 250 grams to Big Bags)

Possibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso ContainersPossibility to fi ll product from 0,5 liter up till road tankers or Iso Containers

Production capabilities

Heijningen | The Netherlands | +3 1 (0)167-52 69 00 | [email protected]

serv

ices

With our free app you have new jobs, training and workshops at your fi ngertips.

Dedicated to Excellence

matching the best in chemistry & life sciences

www.cls-services.nlrecruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food

409559_ADV.indd 63 09-10-14 10:58

Page 64: Chemie Magazine oktober 2014

www.sgs.com

sgs gRoUP NETHERLANDsMalledijk 18P.O. Box 200NL-3200 AE Spijkenisset +31 (0)181 69 33 33e [email protected]

sgs gRoUP BELgiUmSGS HouseNoorderlaan 87B-2030 Antwerpent +32 (0)3 545 44 00e [email protected]

SGS is unique in the market in finding and creating opportunities and is recognized as the global benchmark for quality and integrity. As the world’s leading inspection, verification, testing and certification company, with more than 75,000 employees, SGS operates a network of over 1,500 offices and laboratories around the world.

SGS helps to improve quality, safety, performance and efficiency for the following industries: Agricultural - Automotive - Consumer Testing - Environmental - Industrial - Life Science - Minerals - Oil, Gas & Chemicals - Systems & Services Certification - Governments & Institutions.

mAkiNg THE DiffERENcE

409559_ADV.indd 64 09-10-14 10:58