ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen...

31
ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK · "SUPRANATIONAAL"? Stijn Schutt INLEIDING Onder de wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. A. Alen Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna: EVRM of Conventie) en het Intemationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna : BUPO of Covenant) zijn internationale verdragen, het eerste regionaal, het tweede mondiaal. Beide betreffen ze een gespecialiseerde materie, nl. de mensen- rechten. Intemationaal zijn ze in de ·zin dat soevereine Staten zich ertoe verbonden hebben, tegenover elkaar, de in deze verdragen neergelegde principes van eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden, waarvan hun onderdanen, maar ook alle mensen zonder onderscheid, geacht worden titularis te zijn, 'nate volgen. Maar de internationale rechtsorde heeft een primitief karakter vergeleken met de interne rechtsorden van de Staten : zij is grotendeels gebaseerd op voluntarisme van zijn soevereine subjecten, en in de regel ontbreekt een overkoepelend orgaan, een centrale instantie die de naleving van de vrijwillig opgenomen verplichtingen kan afdwingen. Als een Staat een algemeen prin- cipe dat zij heeft aanvaard, in. een concreet geval niet wil toepassen, dan valt daar weinig of niets aan te doen, en hebben de betrokkenen, slachtoffers van deze handelswijze, eenvoudigweg pech gehad I 296

Transcript of ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen...

Page 1: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK · "SUPRANATIONAAL"?

Stijn Schutt

INLEIDING

Onder de wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. A. Alen

Het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna: EVRM of Conventie) en het Intemationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (hierna : BUPO of Covenant) zijn internationale verdragen, het eerste regionaal, het tweede mondiaal. Beide betreffen ze een gespecialiseerde materie, nl. de mensen­rechten.

Intemationaal zijn ze in de ·zin dat soevereine Staten zich ertoe verbonden hebben, tegenover elkaar, de in deze verdragen neergelegde principes van eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden, waarvan hun onderdanen, maar ook alle mensen zonder onderscheid, geacht worden titularis te zijn, 'nate volgen.

Maar de internationale rechtsorde heeft een primitief karakter vergeleken met de interne rechtsorden van de Staten : zij is grotendeels gebaseerd op voluntarisme van zijn soevereine subjecten, en in de regel ontbreekt een overkoepelend orgaan, een centrale instantie die de naleving van de vrijwillig opgenomen verplichtingen kan afdwingen. Als een Staat een algemeen prin­cipe dat zij heeft aanvaard, in. een concreet geval niet wil toepassen, dan valt daar weinig of niets aan te doen, en hebben de betrokkenen, slachtoffers van deze handelswijze, eenvoudigweg pech gehad I

296

Page 2: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien
Page 3: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

In de internationale rechtsorde zijn er echter deelgebieden die bovengenoemde kenmerken niet bezitten : hier is de samenwerking tussen Staten veel nauwer, de impact op de interne rechtsorde veel groter, en meest van al, bier is de gebondenheid van de Staten aan het gegeven woord veel urgenter en in rechte afdwingbaar. Dit is het domein van wat genoemd wordt de supranationaliteit, een esoterisch, vaag begrip, een vlag die vele ladingen dekt en ook geeneen, en zoals zo vele dingen in het recht, een bron van eindeloze discussie.

Als het supranationale niveau a1 bestaat en als we daarvoor dan de term 11 supranationaal 11 mogen gebruiken - be ide pun ten voorwerp van betwisting zijnde - dan is het enige dat op voorhand, a priori vaststaat, dat het zich ergens moet bevinden tussen het internationale en het federate niveau. U merkt het a1 : 11ergens11

•••• 1

Om de oervraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst op zoek gaan naar een werkbare definitie van supranationaliteit, naar een criterium waaraan we de theorie en de praktijk van beide verdragen kunnen toetsen. Vanuit een summiere voorkennis, quasi-intu1tief en zonder de pretentie van een gnoseologisch inzicht, vertrekken we vanuit volgende dubbele hypothese : het EVRM zeker, het BUPO misschien.

I. SUPRANATIONALITEIT

A. OVER DE TERM

De term supranationaliteit is voor een groot deel een politieke term : hij geeft aan dat de samenwerking tussen Staten wordt gei:ntensifieerd. Het intergouvernementele domein wordt verlaten en men betreedt een nieuw, voorheen niet bestaand niveau van beslissingsbevoegdheid, dat wordt ervaren als een beperking van de nationale soevereiniteit. Dit verklaart dan meteen de afkeer, het steigeren van sommigen om de zaken zo expliciet te stellen. Supranationaliteit verwijst dan onmiddellijk naar de wereldomvattende

1 The exact limits of supranationality, or its relative position between international and federal,

cannot be defined. GRIEVES, F.L., Supranationalism and International Adjudication,

University oflllinois Press, Urbana, 1969, p. 13.

297

Page 4: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

Superstaat in wording, voorwaar een niet aantrekkelijk idee voor de aanhangers van de onaantastbare Soevereiniteit.

De term "supranationaliteit" is dan ook eerder scbaars in bet positieve recbt. V oor de eerste maal aldaar gebruikt in bet Verdrag tot opricbting van de Europese Gemeenscbap voor Kolen en Staal (art. 9, al. 5 en 6), komt de term niet voor in de overeenstemmende artikels van de EEG- en Euratom­verdragen (art. 157, par. 2 EEG en art. 126, par. 2 Euratom). Daaruit kan ecbter niet worden afgeleid dat de leden van de Hoge Autoriteit van de EGKS een andere bevoegdheid zouden bebben dan die van de Commissie van de EEG (of Eura-tom). Aileen het gebruik van bet woord was om oppor­tuniteitsoverwegingen niet wenselijk ten tijde van bet opstellen van de EG- en Euratom-verdragen. Het EG-verdrag is niet minder supranationaal dan het EGKS-verdrag, de term supranationaliteit is er impliciet in begrepen2.

Naast "supranationaliteit" worden ook "supernationaliteit", "supra­nationaliteit" en "super-nationaliteit" gebezigd. De eerste term is verkieslijk, omdat deze gebruikt wordt in het EGKS-verdrag. De Franse tekst - Frans is de officiele taa1 van het verdrag - luidt : le caractere supranational de leurs fonc-tions.

Daartegenover staat de ietwat bevreemdende bewering van Robert Schuman dat bet supranationale zich op gelijke afstand bevindt tussen het internationaal individualisme en het Statenfederalisme. Bevreemdend in die zin dat ook voor federalisme gradaties worden onderkend - sterke en zwakke federate systemen. Er is dus een uitgebreid spectrum van Staatenverbindungen.

Gezien het vage karakter van bet concept spreekt men niet zozeer over supranationale organisaties, dan wei over internationale organisaties met supranationale kenmerken. of met elementen van supranationaliteit.

Letterlijk betekent supranationaal "hoven Naties". Nu herinnert de actualiteit er ons bijna dagelijks aan dat Staten en Naties (in de zin van een groep personen verenigd door een gemeenschappelijkheid van ras, taal, godsdienst, cultuur, geschiedenis en tradities, bezield door een gevoel van solidariteit en de wil om samen te Ieven) niet noodzakelijk samenvallen. Als

2 In navolging van DE SOTO schrijft DELV A dat de EEG- en Euratomcommissies een minder

uitgesproken supranationaal karakter hadden dan de Hoge Autoriteit van de EGKS. DELVA, J.,

"Begrenzing van onze soevereiniteit in bet licht van Grondwetsartikel25bis", Recht in beweging,

Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1973, p. 299.

298

Page 5: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

we niet overgaan op een andere benaming - super-statelijk ? - dan is dat omdat de notie vooral van belang is voor West-Europa, waar de "Nation-States" nog steeds de dienst uitmaken, soevereine Staten die tegelijk aan hun identiteit vasthoudende Naties zijn3.

Zowel op politiek als op juridisch vlak heeft de term supranationaliteit burgerrecht verworven. Maar, hoe kan het ook anders in deze fel gecontesteerde materie, niet alle auteurs zijn bet daarmee eens ...

B. TEGEN DE NOTIE

De standpunten die pleiten tegen de invoering in bet juridische denken van een nieuwe notie om in de eerste plaats het verschijnsel van de Europese Gemeenschappen aan te duiden, komen neer op het volgende4 :

* Daar "supranationale" organisaties in feite sterke internationale organisaties zijn, waarom er dan niet aldus naar verwijzen? Eerder dan een nieuwe, verwarrende term te introduceren, zou bet niet beter zijn om internationale organisaties te klasseren volgens gradaties van bevoegdheid of niveaus van integratie?

* Opdat een nieuwe juridische term zou worden ingevoerd, moet met die term dan geen nieuw verschijnsel worden aangeduid, en moet die term dan niet voldoende precies zijn om dat nieuwe fenomeen af te bakenen? Welnu, de Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien wei), ook de direkte band met de onderdanen van de lidstaten (immediatete), wat toch als de grote vernieuwing wordt voorgesteld, is slechts een teruggrijpen naar vroeger.

* Er is helemaal niets "bovenstatelijks" aan een organisatie als de EGKS, die door haar leden in onderling akkoord kan ontbonden worden. Als het gaat om organisaties die een creatie zijn van het internationale recht en waarvan de organen functioneren zoals "gemeenschappelijke organen van Staten",

3 BOUQUELLE, F. en PICARD, A.I., "La supranationalite en Europe", Annales de droit de

Louvain, 1992, p. 231. 4 KOROWICZ, LAWSON, DE VISSCHER, WEHBERG, CATALANO en DAIG, zoals

behandeld door VON LINDEINER-WILDAU, K., La supranationalite en rant que principe de

droit, Leiden, Stijthoff, 1970, p. 32-38.

299

Page 6: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

waarom zouden deze een andere benaming moeten krijgen dan .. internationaal 11 ?

* Aileen een unie die geniet van de volheid van soevereiniteit kan supranationaal genoemdworden, omdat aileen zij beschouwd kan worden als staande boven de Staten die er deel van uitmak:en. Is zulke creatie niet veeleer een Staat op zich, van federate aard ?

*De term 11Supranationaal 11 is in zijn positiefrechtelijke context (art. 9 EGKS) louter descriptief en zeker niet normatief : men mag uit deze abstracte term geen concrete regels atleiden, er geen oorzak:elijk verband aan vastknopen. Aangezien dit onvermijdelijk gebeurt met elke juri disc he term ( conceptualisme of Begriffsjurisprudenz ), zou het niet beter zijn het gebruiken van suprana­tionaliteit te Iaten varen?

* Door een onderscheid te mak:en tussen de internationale en de supranationale rechtsorde, komt de ontwikkeling en de vooruitgang van het internationale recht in het gedrang : van een internationale organisatie zullen Staten zich minder Iaten welgevallen dan van een organisatie die als supranationaal is aangeduid. Aangezien dat onderscheid noodzak:elijk arbitrair is, ware het niet beter het niet te mak:en?

Eenzelfde aarzeling om de zak:en bij de naam te noemen als bij bovenvermelde 11doctrines negatrices 11

, vinden we terug bij de parlementaire voorbereiding van art. 25bis G. W. (ut infra), een aarzeling die zich ook heeft veruitwendigd in de definitieve versie van dat artikel, dat zedig zwijgt over soevereiniteitsoverdracht aan (of -uitoefening door) supranationale of gemeen­schapsinstellingen. Over het ammendement van senator Goffart in die zin zegt Van Bogaert : 11 Wanneer het gaat om het vastkoppelen van een grondwettelijke tekst aan een doctrine waarover men het zelfs niet eens is op Europees niveau, zou ik het liever maar zo laten115

C. OVERDEMETHODE

Of men een bepaalde organisatie a1 dan niet als supranationaal aanduidt, hangt af van het criterium of van de combinatie van criteria die men daarbij zal hanteren. Men heeft hierbij de vrije keuze, en dat resulteert in een

5 Part. Hand., Senaat, nrs. 33-34, 24 maart 1970, p. 1033.

300

Page 7: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

roerende oneensgezindheid over de preciese grens tussen intemationaliteit en supranationaliteit. Daarbij moet men voor ogen houden dat er geen antithese bestaat tussen beide, het ene is een meer ontwikkelde variant van het andere. Meer nog, het gaat om een heel scala van onderscheiden bevoegdheden, van het laagste tot een zeer hoog niveau, met elke internationale organisatie op een eigen trede van de ladder6.

De werkwijze waarbij de originaliteit van het supranationale niveau gezocht wordt in een enkel criterium, lijkt dan ook te moeten worden afgewezen. Evenzo gaat het niet op om een accumulatie van verschillende kenmerken te eisen, die alle tegelijk moeten aanwezig zijn om tot supranationaliteit te besluiten. Het komt er integendeel op aan verschillende aspecten onder de Ioupe te nemen en voor elk afzonderlijk voor een bepaalde organisatie (of een orgaan van een organisatie) na te gaan of er op dat punt sprake is van supranationaliteit.

Deze methode lijkt in overeenstemming te zijn met het relatieve, dynamische en ietwat wazige karakter van het onderwerp. De onzekerheid bestaat echter aileen voor wat een concrete, sluitende definitie betreft. Aan de basis van alle karakteristieken ligt een primair principe, nl. macht.

Slechts enkele internationale organisaties zijn bedoeld om daadwerkelijk macht te hebben hoven het statelijk niveau. Het gaat dan niet meer om samenwerking tussen regeringen aileen, maar om wetgeving over het gebied van een aantal staten tegelijk. We spreken dan van "supranationale organisaties"7. Supranationaal betekent dat een orgaan beslissingen neemt die bindend zijn voor de lidstaten, zel.fs tegen hun wil in8!

D. MOGELIJKE CRITERIA

Het eerste en belangrijkste criterium vloeit rechtstreeks voort uit boven­vermeld basisprincipe : de overdracht van soevereiniteit aan de instellingen van een internationale organisatie. Hierbij wordt dus uitgegaan van een

6 VERZUL, J., Acres 0./ficiels du Congres International d'Etudes sur Ia Communaute

Europeenne du Charbon et de l'Arcier, Milan-Stresa, 31 mei- 9 juni 1987, deel IT, p. 400. 7 SCHERMERS, H. G. en VAN HOUTIE, H., Intenzationaal en Europees Recht, Antwerpen,

Kluwer Rechtswetenschappen, 1987, p. 17. 8 ULLMAN zoals geciteerd door VON LINDEINER-WILDAU, o.c., p. 32.

301

Page 8: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

soevereiniteit die deelbaar is, hetgeen diametraal staat ten opzichte van het k:lassieke internationale recht waarin soevereiniteit als ondeelbaar wordt beschouwd en exclusief toebehorend aan de Staten. De Belgische Grondwet voorziet slechts sinds 1970 in de mogelijkheid hiertoe (ut infra).

Als aanwijzingen voor zulke overdracht van soevereiniteit kunnen vermeld worden : de quasi-wetgevende bevoegdheid en het uitoefenen van de recht­sprekende functie, evenals het bestaan van organen van volksvertegenwoordiging. Samenhangend met de eigen beslissings­bevoegdheid is de vraag naar het gezag van die beslissingen : het lijkt noodzakelijk dat een supranationale organisatie de Staten kan binden, kan verplichten. Bedoeld wordt de dwingende kracht van beslissingen in rechte. De Wereld Post Unie (UPU) vaardigt besluiten uit die in feite bindend zijn voor de Staten : iedere Staat is immers zo athankelijk van het internationale postverkeer dat zij er niet over zal denken brieven te versturen die niet aan de overeengekomen regels voldoen, zodat andere Staten niet verplicht zouden zijn deze brieven door te geleiden. De UPU-besluiten binden slechts in feite. Formeel-juridisch zijn zij aanbevelingen en de Staten zijn vrij ze a1 dan niet na te leven9.

Om het eerste criterium authenticiteit te verlenen, is het nodig dat de organen van een internationale organisatie onathankelijk zijn van de regeringen van de Lidstaten. Deze onathankelijkheid kan zich veruitwendigen door de afwezigheid van een imperatief mandaat, stemmingen met gewone of gekwalificeerde meerderheid, het vermogen om zelf belastingen te he:ffen, een statuut voor de leden. De onathankelijkheid zal dus onderzocht worden op een drievoudig vlak : samenstelling van het orgaan, benoeming van het orgaan, wilsvorming van het orgaan.

Ook van groot belang wordt de directe band tussen een supranationaal orgaan en particulieren geacht. De normen uitgevaardigd in internationaal verband moeten niet worden omgezet in nationale normen om rechten en verplichtingen te doen ontstaan voor de ingezetenen (individuen en bedrijven) van de Lidstaten. Dit wordt "immediatete"genoemd, wat kan blijken uit de rechtstreekse toegang voor de burger tot een internationaal orgaan. Belangrijker is de interne werking van een internationale norm in de nationale rechtsorde, die dan in een monistische visie als symbiotisch met de internationale rechtsorde wordt beschouwd.

9 SCHERMERS, H.G. en VAN HOUTI'E, H., o.c., p. 18.

302

Page 9: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

Een dynamisch principe van rechtsvorming wordt ook als criterium genoemd. Dit volgt eigenlijk uit de hele structuur en werking van een organisatie. Meest spectaculair is de bevoegdheid voor een organisatie om (kleine) veranderingen aan te brengen aan haar vestigingsakte (son document constituti:f), via haar eigen organen en zonder ratificatie door de Lidstaten.

Een mogelijk criterium is het permanent karakter van de organisatie : er zou pas echt sprake kunnen zijn van overdracht van soevereiniteit, als deze overdracht definitief is. Het verdrag zal dan bepalen dat het voor onbepaalde duur gesloten is, of dat de Lidstaten de organisatie niet zullen kunnen ontbinden. Daarmee wordt dan gelijkgesteld, de overdracht van bevoegdheden voor zeer lange tijd (bijvoorbeeld voor een periode van 50 jaar zoals de EGKS). Na zo'n lange periode zullen de Lidstaten wat de materie betreft die het verdrag regelt, zodanig op elkaar afgestemd zijn dat niemand er nog aan zal denken de organisatie op te heffen. Men dient hierbij wel voor ogen te houden dat politieke overwegingen kunnen opwegen tegen mogelijke economische en andere nadelige gevolgen, wat nog maar eens bewezen is door de recente opdeling van Tsjechoslowakije. Een conventioneel engagement tussen Staten mag nooit als echt onherroepelijk worden beschouwd.

De criteria waarmee rekening wordt gehouden, zijn van formele aard. De aard of uitgestrektheid van de bevoegdheden is zonder be lang. Zulk materieel criterium moet als te subjectief worden afgewezen. Supranationaal zouden dan zijn, die organisaties die zich bezighouden met taken die tevoren aan de Staten zelf waren voorbehouden, met belangrijke taken, met politieke taken, in tegenstelling tot touter technische aangelegenheden. Echter, wat tot het domaine reserve behoort en wat niet, hangt af van de ontwikkeling van het volkenrecht. De vraag naar wat "belangrijk" is en wat niet, wat politiek is en wat a-politiek, zal telkens anders beantwoord worden. Wat voor een westers land een onbelangrijke technische kwestie is, kan voor een ontwikkelingsland van levensbelang zijn en dus uitermate politiek getint. Trouwens, alle aspecten van het maatschappelijke Ieven, sport en cultuur incluis, worden hoe Ianger hoe meer gepolitiseerd.

Professor VERZIJL beweert minstens vijftien tot twintig mogelijke criteria te hebben ontdekt tussen het internationale en het supranational e. Helaas : "Je ne veux pas vous donner la liste complete". Hij beperkt zich tot het opsommen van een aantall o :

10 VERZDL, J., o.c., p. 399-400.

303

Page 10: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

- nemen van beslissingen bij meerderheid van stemmen - bindende beslissingen - quasi-legislatieve bevoegdheden - rechtstreeks verplichtingen opleggen aan de onderhorigen der lidstaten - minstens kleine veranderingen kunnen aanbrengen aan de eigen oprich-

tingsakte - organen van volksvertegenwoordiging - onafhankelijk functioneren in alle onpartijdigheid - onmogelijkheid voor de leden om de organisatie te ontbinden

E. OVERDRACHT VAN SOEVEREINITEIT IN BELGIE: art. 25bis G.W.

Art. 25 G.W. is erg duidelijk: "Alle machten gaan uit van de Natie. Zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald". Ons constitutioneel systeem droeg tot 1970 de soevereiniteit hoog in het vaandel. Een principiele relativering van de traditionele idee van de staatssoevereiniteit kwam hoe langer hoe meer op de voorgrond, opdat politieke ruimte zou gecreeerd worden voor de instelling van supranationale instituties voor a1 die problemen die aileen op mondiaal niveau adequaat aangepakt konden worden 11.

Dit betekende echter geen volledige breuk met het verleden : de soevereiniteit was in Belgie nooit absoluut opgevat. Op het door internationale verdragen bestreken gebied was de wetgevende macht van meetaf begrensd (art. 68 G.W.). Onvermijdelijk impliceert elke internationale overeenkomst een beperking van de nationale soevereiniteit. Bovendien zou een verdeling van soevereiniteit tussen nationale en internationale instellingen een verdere stap zijn in een eeuwenlange evolutie in het publiekrecht, van een absolute machtsconcentratie in een hand naar de scheiding der machten, naar de trias politica.

Belgies lidmaatschap van de Volkenbond en de UNO was constitutioneel a1 niet helemaal zuiver op de graat, daar deze organisaties een dwingend beslissingsrecht verkregen ten opzichte van de Lidstaten. Echt problematisch werd het pas met de oprichting van de Europese Gemeenschappen : in het kader van het Gemeenschapsrecht worden rechtsnormen _uitgevaardigd en gerechtelijke beslissingen gewezen met brede en diepgaande weerslag op het

11 CAUWENBERG, S.W., De omstreden Staat, Alphen aan den Rijn, Samsom, p. 79.

304

Page 11: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

nationale vlak:. Dit kon slecbts door overheveling van een wettelijk competentiegebied naar de communautaire gezagsorganen, schrijft DEL VA 12.

Het ging dus wei degelijk om een overdracbt van soevereiniteit, en nog vrij massaal ook. Het parlement besefte wei dat bet in strijd met de Grondwet zou bandelen als bet de Gemeenscbapsverdragen goedkeurde, maar het was van mening dat bet niet de verantwoordelijkheid op zicb kon laden bet Europees integratieproces te vertragen. Reeds in 1954 werd de invoeging van een art. 25bis in de Grondwet in bet vooruitzicbt gesteld om de "anti-constitutionele" toestand te verbelpen. Het zou uiteindelijk duren tot 1970.

Toen was bet de opdracbt van de Constituante bet Belgiscb grondwettelijke systeem aan te passen aan de nieuwe internationale realiteit, dit door invoeging van art. 25bis en art. 107bis (effect van verdragen in bet interne Belgiscbe recbt) en aanpassing van art. 68 (sluiten van verdragen), "les articles 'internationaux' de notre pacte fondamental" 13. Door de vroegtijdige ontbinding van de als Constituante zetelende kamers is alleen art. 25bis in de Grondwet ingeschreven, naar luidt : "De uitoefening van bepaalde macbten kan door een verdrag of door een wet worden opgedragen aan volkenrecbtelijke instellingen".

Wat is nu de preciese draagwijdte van dit artikel? Door Procureur­Generaal GANSHOF VAN DER MEERSCH werd geopperd dat bet alleen maar declaratieve waarde zou bebben. Volgens die stelling zou ons bestel ab initio de mogelijkheid bebben geboden daadwerkelijk attributen van soevereiniteit over te dragen, of tocb zeker de loutere uitoefening daarvan. En dit was zeker niet bet geval, de Grondwet regelde deze aangelegenheid niet. Het ging dus om een retroactieve regularisatie van de in de preconstitutionele fase gesloten verdragen, derbalve met constitutieve werking14.

De bewoordingen van art. 25bis G.W. geven aanleiding tot verwarring15 en beantwoorden niet aan de realiteit van de Europese Gemeenschappen,

12 DELVA, J., o.c., p. 263-264. Volgens CAUWENBERG is de belangrijkste aanzet tot

doorbreking van bet beginsel van de nationale soevereiniteit en van bet daarmee samenbangende

beginsel van niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden te vinden in bet EVRM van 1950 en in bet Europees Sociaal Handvest van 1981, o.c., p. 74. 13 Senaatsverslaggever DEHOUSSE, Part. Hand., Senaat, 24 maart 1970, p. 1020. 14 DELVA, J., o.c., p. 287-288. 15 De Kamer volgde de visie van LAROCK, die de teneur van de uiteenzetting van

Kamerverslaggever WIGNY expliciteerde door de stellen : "Le projet par Ia commission nous

305

Page 12: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

waarvoor zij in de eerste plaats werden geconcipieerd. Niet aileen zijn ze niet in overeenstemming met de door het Hof van Justitie gehuldigde stelling van "definitieve· overdracht van soevereiniteitsrechten", zij kunnen de bevoegdheden van de organen van de EG - eigen rechtscheppende bevoegdheid met onmiddellijke weerslag in de interne rechtsorden en zelfstandige rechtsmacht - niet afdoende verantwoorden.

Als verantwoording voor deze gebrekkige formulering worden twee redenen aangehaald : bet beginsel van art. 25 blijft gevrijwaard, aangezien de bevoegdheden zelf niet worden overgedragen~ nadat de activiteiten van de intemationale organisatie eventueel een einde bebben genomen, kan de Natie de uitoefening van die bevoegdheden, waarvan ze nooit afstand heeft gedaan, weer opnemen. Deze soevereiniteitsminnende redengeving kan niet worden gevolgd. Afstand van soevereiniteit geldt uiteraard altijd onder de impliciete voorwaarde dat die beperkt is voor de duur van bet bestaan van de organisatie, begunstigde van deze afstand. En volgens bet principe van impliciete Grondwetswijziging worden de andere constitutionele bepalingen geacbt zicb aan te passen tot een interne coberentie~ van enig absoluut principe kan geen sprake zijn.

Een formulering die de overdracbt van de bevoegdbeden zelf toeliet, was zeker beter geweest. Het geldende art. 25bis ontsnapt niet aan de bijtende kritiek van LAROCK dat het de uitdrukking is van een acbterboedegevecbt, onder bet mom van een berziening, voor bet beboud van de dominante rol van de Staat op internationaal vlak16.

Tocb moet art. 25bis, ondanks zijn ontoereikende formulering, geacbt worden de noodzakelijke constitutionele aanpassing te bebben verwezenlijkt. Hierbij werden niet aileen de Europese Gemeenscbappen beoogd, maar ook andere internationale organisaties, zonder geografische beperking : de Veiligheidsraad van de UNO die met meerderheid van stemmen bindende

parait englober toutes les possibilites de cession de pouvoirs, de caractere international ou

supranational, aux differents degres" (Part. Hand., Kamer, 27 mei 1970, p. 6.) daar waar

DEROUSSE en de Senaat met hem een beperktere interpretaite nastonden : art. 25bis verzet

zich tegen een massale overdracht van (de uitoefening van) bevoegdheden (instemming van

DEROUSSE met de insinuatie van GOFFARD, p.1023). 16 "ll faut non pas encore que l'on consente, mais bien deja que !'on visage de consentir des

abandons de souverainete", LAROCK, o.c., p. 1023. In andere Ianden heeft men dit consequent

aanvaard. Zo bepaalt art. 24(1) van de Duitse Grondwet : "Der Bund kann durch Gezetz

Roheitstrechte auf zwischenstaatliche Einrichtungen iibertragen". Idem voor de Nederlandse

Grondwet.

306

Page 13: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

beslissingen kan nemen~ mogelijke bevoegdheidsuitbreiding van de OESO. Aan het EHRM zijn soevereiniteitsrechten toegestaan, daar tijdelijk benoemde maar tijdens hun ambtstermijn niet afzetbare (ut infra) rechters arresten uitspreken die bindend zijn zowel voor de Staten als voor de regeringen 17.

In andere Ianden heeft men dit consequent aanvaard. Zo bepaalt art. 24 ( 1) van de Duitse Grondwet : "Der Bund kann durch Gesetz Hoheitsrechte auf zwischenstaatliche Einrichtungen iibertragen". Idem voor de Nederlandse Grondwet (art. 67).

ll. E.V.R.M. SUPRANATIONAAL?

A. OVERDRACHTVANSOEVEREINITEIT ·

Het bestaan op zich van het EHRM is al een goede aanwijzing voor het supranationaal karakter van het EVRM. De beslissingen van dit Hof zijn bindend voor de Lidstaten (art. 53) : zij zijn verplicht een uitspraak van het Hof nate Ieven. Men rekende erop dat het respect voor de rechter in West­Europa zo groot is, dat dit ook e:ffectief zou gebeuren 18. Ook de beslissingen van het Comite van Ministers zijn bindend (art. 32/4). Elke ontvankelijke klacht - de ontvankelijkheid wordt beoordeeld door een onafhankelijke instantie (ut infra) - waarvoor geen minnelijke schikking wordt bereikt, eindigt dus in een beslissing waaraan de Staat in kwestie zich moet houden.

Van belang is ook de vraag naar de rechtsmacht van het Hof. Art. 46 laat de Staten dienaangaande volledig vrij, maar toont toch een preferentie voor een eenmalige verklaring waarbij de rechtsmacht van het Hof ipso facto aanvaard wordt in aile zaken waarbij de Staat partij is, zonder enige eis van wederkerigheid. Deze verklaring is door de Partijen bij het verdrag massaal afgelegd, zodat de rechtsmacht van het EVRM als dwingend kan worden beschouwd inzake uitlegging en toepassing van het verdrag.

17 Verslag WIGNY, Parl. Besch., Kamer, 21 mei 1970, p. 4. 18 SCHERMERS, H.G. en VAN HOUTIE, H., o.c., p. 217, die ook vaststellen dat de staten

de minnelijke schikkingen zowel als de uitspraken van het Hof zorgvuldig plegen na te Ieven.

Waar het de Staten betreft, heeft recht altijd "slechts" een morele geldingskracht. Enkel de

Veiligheidsraad heeft de bevoegdheid om effectieve dwangmaatregelen te nemen. Is hij dan de

enige echte supranationale instelling? En even verder denkend, kan hij niet meer dan de Staat

zelf : kan bijvoorbeeld in Belgie de federatie bet Ieger inzetten tegen een onwillige deelstaat?

307

Page 14: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

B. ONAFHANKELIJKHEID

De leden van de Commissie worden voorgedragen door de afgevaardigden van de afzonderlijke lidstaten in de Parlementaire Vergadering en verkozen door het Comite van Ministers bij absolute meerderheid van stemmen (art. 21/1). Uit deze investituur blijkt a1 dat de commissieleden geen regeringsvertegenwoordigers zijn, daar ook de andere Lidstaten hun zegje hebben: zij hebben zitting in hun persoonlijke hoedanigheid (art. 23). Er zijn speciale subjectieve voorwaarden gesteld19 en regeringsfunctionarissen komen niet in aanmerking20, daar zulks niet in overeenstemming zou kunnen zijn met de onpartijdigheid van de Commissie Gustice must not only be done, it must also be seen to be done). De leden leggen ook de eed af, waarin hun onafhankelijke positie naar voren komt (art. 2 Reglement van de Commissie). Tijdens de uitoefening van hun functie genieten zij van voorrechten en immuniteiten (art. 59).

De Commissie is samengesteld uit zoveel leden als er Staten partij zijn bij het EVRM en er mogen geen twee onderdanen van dezelfde Staat lid zijn. Geen enkel land kan dus zijn stempel drukken op de werking van de Commissie, temeer daar er uitsluitingsprocedures zijn ingeval van (mogelijk) co~ict van belangen.

De Commissie beslist bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen (art. 34). Bij staking van stemmen heeft de President een beslissende stem (art. 18/3 Reglement), maar daar staat tegenover dat de President afziet van zijn functie gedurende het onderzoek waarbij de Lidstaat betrokken is waarvan hij onderdaan is of die hem heeft voorgedragen (art. 9 Reglement).

Zowel de benoeming, als de samenstelling, als de wilsvorming van dit orgaan staan borg voor volledige onafhankelijkheid.

19 Art. 23/1, ingevoegd door art. 2 van Protocol nr. 8 : van een hoge morele integriteit,

benoembaar voor de hoogste rechterlijke ambten of erkende deskundigheid bezittend op het

gebied inzale de rechten van de mens. Voor Potocol nr. 8 werden deze eisen in de praktijk ook

al gesteld. 20 Art. 23, tweede lid, ingevoegd door art. 3 van Protocol nr. 8; deze vereiste was daarvoor

ook al gesteld, als emanatie van de vereiste van onafhankelijkheid en onpartijdigheid.

308

Page 15: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

De samenstelling van het EHRM hangt af, niet van het aantal Ianden die Partij zijn bij het EVRM, maar van het aantal leden van de Raad van Europa : een rechter per land en geen twee onderdanen van dezelfde Staat (art. 38). Het waren de kleine Ianden die hierop aandrongen om monopolievorming van de gr~te staten te voorkomen21.

Een ander verschil met de Commissie is dat de rechters worden voorgedragen door de (regeringen van) de Lidstaten en verkozen door de Parlementaire Vergadering bij meerderheid van stemmen (art. 39/1). Dus ook hier invloed van anderen bij de benoeming. De rechters moeten aan dezelfde voorwaarden voldoen als de leden van de Commissie (art. 39/3), zij zijn geen regeringsfunctionarissen (art. 4 Reglement van het Hof), hebben zitting "op persoonlijke titel'' (art. 40/7, ingevoegd door art. 9 van Protocol nr. 8) en zweren hun taak onafhankelijk en onpartijdig te vervullen (art. 3 Reglement). Zij genieten van privileges en immuniteiten, wat de onafhankelijkheid van hun taak bevordert (art. 59).

Het Hof neemt zijn beslissingen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen, met preferentie voor de stem van de President bij staking van stemmen (art. 20 Reglement).

Voor het EHRM geldt dezelfde conclusie als voor de Commissie, hoewel moet opgemerkt dat het ontbreken in het oorspronkelijke verdrag van een bepaling die onafhankelijkheid voorschreef, een ernstige lacune was. Van de mogelijkheid zijn eigen reglement vast te stellen (art. 55) heeft het Hof vruchtbaar gebruik gemaakt om zijn onafhankelijke positie te accentueren en uit te werken.

Het Comite van Ministers van de Raad van Europa bestaat in principe uit de ministers van buitenlandse zaken van de Lidstaten. Het is dus het flagrante voorbeeld van partijdigheid. Het Comite beslist over de politiek gevoelige zaken en het is voor de werking en het gezag van de instellingen van de Conventie van belang dat daarvoor een politiek aanvaardbare oplossing wordt uitgedokterd, zoniet zou het krediet van het hele systeem ernstig in het gedrang kunnen komen. Staten hebben wei geen vetorecht: het comite beslist bij gekwalificeerde meerderheid (art. 32/1).

21 VAN DDK, P. en VAN HOOF, G.J.H., De Europese Conventie in lheorie en praktijk,

Nijrnegern, Ars Aequi Libri, 1990, p. 28.

309

Page 16: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

C. DIRECTE BAND

De meeste bepalingen van het EVRM die rechten voor de burgers consacreren, voldoen aan de vereisten van voldoende duidelijkheid en volledigheid om als self-executing te worden beschouwd22. Of ze ook effectief voor de nationale rechter kunnen worden ingeroepen, hangt af van het nationale recht. Ret verdrag noch het EHRM leggen interne werking aan de Staten op (ut infra), hoewel het Hof wei van mening is dat interne werking de beste -niet de enige!- manier is van uitvoering van de verdragsverplichtingen.

De procedure van sanctionering van een schending van een verdragsbepaling door een Lidstaat wordt in gang gezet door een klacht van een andere Verdragspartij (art. 24). Dit statenklachtrecht lijdt echter aan een ernstig gebrek : Waarom zou de Belgische regering onze relaties met Nederland bemoeilijken door te protesteren als de Nederlandse overheid een Nederlandse onderdaan niet goed behandelt? Waf gaat ons dat aan23? Als een Staat vindt dat zij een band heeft met het slachtoffer van zulke onheuse behandeling in een andere Staat, dan zal zij protesteren ( eigen onderdanen, volksgenoten). Ook als zij de regering van een andere Staat maar een ondemocratisch zootje vindt dat aan de mensenrechten zijn voeten veegt (het vroegere kolonelsregime in Griekenland en het huidige regime in Turkije). In andere gevallen zal zij dat waarschijnlijk niet doen, omdat er volgens haar geen schending is, zij de zaak te onbelangrijk vindt of -waarschijnlijker- geen weet heeft van de hele zaak.

Een veel efficientere methode van sanctionering is deze waarbij het slachtoffer zichzelf in de mogelijkheid bevindt om klacht in te dienen bij de internationale instantie. De Conventie voorziet hierin slechts ten facultatieven titel (art. 25). Aile Partijen hebben de verklaring die individueel klachtenrecht mogelijk maakt, afgelegd. Hiervan wordt bijzonder veel gebruik gemaakt, alhoewel de meeste klachten volledig ongegrond zijn en zonder verdere behandeling door de Commissie worden afgewezen.

22 Als criterium voor rechtstreekse toepasbaarheid wordt ook de bedoeling van de opstellers

genoemd, de gezamenlijke wil van de verdragsluitende Staten, waarvoor de objectieve criteria

aanwijzingen zouden zijn. Zie RIGAUX, F., "L'interpretation judiciaire d'une norm empruntee

a une autre ordre juridique", Liber Amicorum Frederic Dumon, v. 2, Antwerpen, Kluwer

Rechtswetenschappen, 1983, p. 1213. 23 SCHERMERS, H.G. en VAN HOU1TE, H., o.c., p. 215.

310

Page 17: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

In de procedure voor de Commissie wordt de individuele klager betrokken. Logisch, daar het doel daar op de eerste plaats is een compromis te bereiken in de vorm van een minnelijke schikking. Als geen vergelijk gevonden wordt, dan heeft de individuele klager niet de mogelijkheid de zaak voor het Hof te brengen: aileen de Verdragspartijen en de Commissie hebben de bevoegdheid het Hofte adieren (art. 48).

Tot voor 1983 was de klager zelf ook geen partij voor het Hof. Hij werd in theorie ook niet betrokken bij de procesvoering, al had de Commissie vanaf de eerste zaak ervoor gezorgd dat hij en zijn raadslieden in de praktijk wei degelijk bij de zaak betrokken werden, zij het niet in eigen naam maar onder toezicht en verantwoordelijkheid van de Commissie.

Vanaf 1 januari 1983 worden volgens het nieuwe reglement van het Hof personen, organisaties of groepen die een zaak overeenkomstig art. 25 bij de Commissie aanhangig hebben gemaakt rechtstreeks door het Hof zelf bij de procesvoering betreffende hun zaak betrokken. Zij worden hierbij op gelijke voet geplaatst als de Staten en de Commissie. De nieuwe regeling betekent een aanzienlijke verbetering van de rechtsbedeling, doordat het fundamentele recht van de verzoekers om gehoord te worden in hun eigen zaak, heel wat beter wordt erkend en gewaarborgd24.

Wat is het gevolg van een veroordeling van een Staat voor de verzoeker? Als dat internrechtelijk mogelijk is zal de onrechtmatige overheidshandeling worden hervormd of tenietgedaan en de geleden schade hersteld. In het andere geval kan het Hof een billijke schadevergoeding toekennen (art. 50). Dat zal het geval zijn als het EHRM een Belgische rechterlijke beslissing strijdig acht met de Conventie. Aile interne rechtsmiddelen zijn per definitie uitgeput (art. 26). In de zaak Piersack echter heeft de beslissing van het EHRM geleid tot een nieuwe behandeling door het Hof van Cassatie volgens de procedure van art. 441 Sv. en tot een nieuwe berechting ten gronde25.

24 DE MEYER, J., "Het nieuwe reglement van bet Europese Hof tot bescherming van de

rechten van de mens", R. W., 1982-1983, 1889-1998. 25 KRINGS, J.E., "De verhouding tussen nationale en supranationale rechtspraak", Academiae

Analecta, 1984, p. 14-16.

311

Page 18: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

D.DYNAMIEK

Het EVRM heeft een systeem in het leven geroepen dat onafuankelijk van de Staten kan evolueren26, zij het niet zo expliciet als bij de Europese Gemeenschappen die over quasi-legislatieve bevoegdheden beschikken, die zelf aan regelgeving doen. Gewone internationale organisaties trachten in de behoefte aan internationale wetgeving te voldoen door het opstellen van ontwerpen van verdragen. Supranationale organisaties vullen het bestaande recht zelf aan, wat de systematiek van de verschillende regels ten goede komt. Daar waar het recht van internationale organisaties veelal een samenraapsel is van losstaande regels, vormt dat van supranationale instellingen een systeem van rechtsregels, id est een rechtsorde27.

Vooreerst is er de bevoegdheid van Commissie en Hof om hun eigen reglement op te stellen (artt. 36 en 55). De werking van deze instellingen kan zo worden aangepast aan nieuwe inzichten en nieuwe noden (ut supra). Belangrijker zijn de interpretatiemethodes toegepast door het EHRM, die het tot een heus rechtscheppend orgaan maken.

De Conventie valt enerzijds onder het internationaal recht. In deze hoedanigheid is ze onderworpen aan de interpretatieregels waaraan verdragen in dat internationale rec~t zijn onderworpen. Anderzijds maakt zij ook een instrument sui generis uit dat een eigen rechtsorde creeert, in samenhang met de interne constitutionele systemen. In die hoedanigheid is ze onderworpen aan eigen interpretatieregels. Steeds wordt rekening gehouden met de betekenis van de termen in het licht van het voorwerp en het doel van de Conventie. Het Hof maakt gebruik van een evolutieve en teleologische interpretatie : de Conventie lezen in het licht van de hedendaagse levensomstandigheden. Teleologische interpretatie betekent dus tegelijk extensieve interpretatie. Het steunt hierbij op het criterium van de efficiente bescherming. Met de voorbereidende werken die de oorspronkelijke bedoeling van de partijen aangeven, wordt slechts subsidiair rekening gehouden28.

26 RIGAUX, F., o.c., p. 1207-1208. 27 SCHERMERS, H.G., Internationaal Publiekrecht voor de rechtspraktijk, Deventer, Kluwer,

1985, p. 124. 28 VELU, J. en ERGEC, R., "Convention Europeenne des droits de l'homme", R.P.D.B., VII,

1990, p. 168-170.

312

Page 19: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

De rechtsorde van het EVRM bestaat uit : het verdrag zelf en zijn negen aanvullende protocollen~ het Statuut van de Raad van Europa~ de arresten van het EHRM~ de beslissingen van het Comite van Ministers~ het reglement van Commissie en Hof~ resoluties en aanbevelingen van de Raad van Europa. Ook de aigemene beginselen, gemeen aan het recht van de Lidstaten van de Raad van Europa worden door de organen van de Conventie in ovetWeging genomen. De supranationaie rechtsorde wortelt in de nationaie rechtsorden en is er innig mee verbonden. ·

ill. B.U.P.O. SUPRANATIONAAL?

Het BUPO, dat reeds op 16 december 1966 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties was aanvaard en op 26 maart 1976 in werking was getreden, is pas op 21 juli 1983 voor Belgie bindend geworden. Naast de gebruikelijke traagheid bij de ratificatie van internationaie verdragen was er een bijzondere reden voor deze vertraging. Er was een bepaiing in het Covenant die in Belgie bijzonder gevoelig lag, namelijk art. 27 : "In Staten waar zich . . . lingulstische minderheden bevinden, mag aan personen die tot die minderheden behoren, niet het recht worden ontzegd, in gemeenschap met de andere 1eden van hun groep, ... zich van hun eigen taa1 te bedienen".

Het probleem was zeker niet dat men in ons land geen oog had voor de belangen van taalminderheden, wei integendeel! Maar in Belgie heeft het internationaie recht voorrang en interne werking. Bepaiingen die self­executing zijn kunnen worden ingeroepen voor de rechtbanken. Men had de ervaring van het EVRM die geleerd had dat je met mensenrechten wei wist waar je begon, maar niet waar je zou kunnen uitkomen. Het BUPO legde directe werking van zijn bepaiingen wei niet op, maar sloot dat ook niet uit. Men vreesde dat de rechters in de communautaire twisten, die in dit land met de regelmaat van de klok in aile heftigheid losbarsten, zouden worden meegesleurd, wat het wankele evenwicht van het moeizaam bereikte compromis a la beige zou verstoren.

Bij de parlementaire voorbereiding van de goedkeuringswet werd dan ook gesteld dat geen enkele bepaiing van het BUPO directe werking kon hebben. Als dit het gevai was, dan zou het Covenant aile supranationaie werking ontberen, daar het sanctiemechanisme dat door het Covenant zelf wordt ingericht, nooit uitloopt op een dwingende beslissing (ut infra). Deze visie werd echter bestreden en de tegenstanders hebben sindsdien van het Hof van Cassatie gelijk gekregen. Het kon moeilijk anders : vele bepaiingen van het

313

Page 20: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

BUPO lopen volledig parallel met bepalingen van het EVRM die wel als rechtstreeks werkend worden erkend29.

Mogelijke direkte werking van art. 27 moet echter niet worden gevreesd. Het moet betwijfeld of deze bepaling voldoende duidelijk en volledig is om rechtstreeks rechten voor particulieren te doen ontstaan zonder tussenkomst van de wetgever. Bovendien kan van de rechter voldoende verantwoordelijkheidszin verwacht worden om niet tot directe werking te besluiten 30.

De Covenant bevindt zich wat interne werking betreft in dezelfde positie als het EVRM. Ook i.v.m. de toegang voor particulieren tot de internationale instellingen die in het kader van het BUPO zijn opgericht, vinden we een gelijkaardige situatie : individueel klachtrecht is slechts mogelijk als de Staat waartegen de klacht gericht is, dit heeft erkend. Daartoe moet die Staat partij zijn geworden bij het Facultatieve Protocol van het BUPO. Voor sommige Staten was individueel klachtrecht zo onaanvaardbaar, dat zij het niet in het verdrag zelf ingeschreven wilden zien, ook niet facultatief zoals het statenklachtrecht.

Het orgaan dat zich met de naleving van het BUPO bezig houdt binnen de UNO is het Mensenrechtencomite (Human Rights Committee, in de Nederlandse versie van de Covenant Commissie voor de rechten van de mens genoemd). Het Comite bestaat uit 18 personen die onderdanen moeten zijn van Staten, partij bij het Verdrag. Bepaalde voorwaarden worden voor deze functie gesteld (art. 28/2). Zij vertegenwoordigen niet hun Staat maar treden op in hun persoonlijke hoedanigheid (art. 28/3). Elke Staat kan twee personen voordragen (art. 29/2), met dien verstande dat niet meer dan een onderdaan van een Staat tegelijk lid kan zijn van het Comite (art. 31/1). De leden worden verkozen bij geheime stemming door vertegenwoordigers van de Staten (artt. 29/1 en 30/4). Zij leggen de eed afwaarin zij hun onpartijdigheid bevestigen (art. 38). Besluiten van het Comite worden genomen met gewone meerderheid (art. 2/b).

Dit orgaan biedt dezelfde waarborgen van onathankelijkheid en onpartijdigheid als EHRM en ECRM, wat samenstelling, benoeming en wilsvorming betreft. We hebben echter gesteld dat deze supranationale

29 L., noot onder Cass., 17 januari 1984, R. W., 1984-1985, p. 1567-1568. 30 BRACQUENE, P., "De directe werking van bet Intemationaal Verdrag inzake burgerrecbten

en politieke recbten na bet cassatiearrest van 17 januari 1984", R. W., 1984-1985, p. 1567-1568.

314

Page 21: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

kenmerken slecbts nuttig zijn, voorzover zij waaracbtigheid verlenen aan de bevoegdheidsoverdracbt naar de internationale organisatie toe. Dit is nu juist bet zwakk:e punt van bet sanctioneringssysteem van bet BUPO.

Volgens de boven uiteengezette kenmerken is er geen sprake van afstand van soevereiniteit ten gunste van bet Comite. Nocbtans zijn er vele parallellen te ontdekken met bet EVRM-systeem; de verschillen wegen ecbter door. Als een Staat bet statenklacbtrecht heeft aanvaard, is er eerst een fase van bilaterale onderhandelingen (art. 41/1 a). Komt er geen vergelijk, dan kan elke Staat de zaak bij bet Comite aanhangig maken en de goede diensten van het Comite inroepen (art. 41/1 b). Dit mag niet zijn mening geven over de vraag of er inderdaad sprake is van schending van bet Verdrag.

Een eventuele verdere stap in de procedure is bet instellen van een ad hoc Conciliatie-Commissie, mits toestemming van de betrokken Staten (art. 42/1 a). Deze bestaat uit vijf personen die aanvaardbaar zijn voor de betrokken Staten (art. 42/1 b), maar mogen geen onderdaan zijn van een van die Staten (art. 41/2). Zij treden op in hun persoonlijke hoedanigheid. Deze Conciliatie­Commissie heeft dezelfde taak als bet Comite, met dit verschil dat zij, als er geen vergelijk gevonden wordt, haar oordeel over de zaak kan geven (art. 42/7 c). Hierin ligt enige zweem van supranationaliteit, aangezien een onafhankelijke instantie zich uitspreekt over een handeling van een Staat. Met het rapport van de Conciliatie-Commissie eindigt de procedure en bet geschil blijft onopgelost31.

Ook in, de procedure van het Facultatieve Protocol is deze lage intensiteit van macht van bet Comite te onderkennen : het Comite geeft zijn zienswijze omtrent de zaak, waarvan een samenvatting wordt gepubliceerd in het jaarverslag (Report of the Human Rights Committee). Door de extensieve interpretatie die bet Comite aan zijn bevoegdheden geeft, kan deze zienswijze aangemerkt worden als een "decision on the merits", die in de praktijk in extenso wordt gepubliceerd32. Tegelijk betreft het bier een aanwijzing van het -beperkte- dynamiscbe karakter van bet BUPO-systeem. Ook de bevoegdheid voor bet Comite baar eigen reglement vast te stellen (art. 39/2) betekent een zekere macbtstoekenning en boudt de mogelijkheid van evolutie en aanpassing in.

31 De hele uiteenzetting is eerder steriel en theoretisch : van het statenklachtrecht is nog geen

gebruik gemaakt. 32 vAN DDK, P. en VAN HOOF, G.H.J., o.c., p. 62.

315

Page 22: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

A. MONJSME EN DUAUSME

Art. 1 van het EVRM verplicht de Lidstaten de in de Conventie neergelegde rechten en vrijheden te verzekeren. Hoe ze dat doen is hun zaak:. In de eerste plaats gaat het hier om een taak: voor de nationale autoriteiten (wetgevende en uitvoerende macht). In hoeverre de nationale rechter daarbij een rol kan spelen, door toezicht op de nationale autoriteiten, hangt af van de interne werking die aan het intemationale recht toekomt in de nationale rechtsorde. Er zijn twee benaderingen mogelijk.

Men kan uitgaan van twee gescheiden rechtssferen. Dit is de dualistische visie33. Aan het internationale recht komt in de nationale rechtsorde slechts werking toe, nadat het volgens de geijkte procedures is omgezet in nationaal recht. De rechtsonderhorige is van deze transformatie afhankelijk om van de hem door intemationaalrechtelijke normen toegekende rechten te genieten. Hij heeft met dat intemationale recht niets te maken.

Men kan ook uitgaan van een rechtsorde, waar zowel de nationale als de internationale deel van uitmaken. Dit is de monistische visie. De justitiabele ontleent rechtstreeks rechten en plichten aan het internationale recht, zonder enige tussenkomst van de nationale wetgever. Interne werking betekent nog niet directe werking : voor dat laatste worden aan de intemationale normen een aantal kwaliteitseisen gesteld. Self-executing zijn dan deze normen die in een concreet geval kunnen toegepast zonder aanvullende maatregelen van de nationale overheid.

Hoewel dit in theorie niet noodzakelijk is, gaat de monistische school er doorgaans van uit dat binnen het totale rechtsstelsel de internationale rechtsregels voorrang hebben op de nationale. Binnen het systeem bestaat een hierarchie volgens welke ingeval van conflict de rechtsregels van de kleinere gemeenschap moeten wijken voor die van de grotere34.

33 Ook "transformatiestelsel" genoemd: SCHERMERS, H.G. en VAN HOUTIE, H., o.c., p.

293. 34 In een dualistisch systeem heeft het verdrag in principe geen voorrang op een ermee strijdige

wet van latere datum dan de goedkeuringswet. De rechter moet dan het verdrag buiten

toepassing Iaten, waardoor de Staat in de persoon van de rechter zijn de intemationale

verplichtingen niet nakomt. In de praktijk zal de rechter er echter dikwijls in slagen het conflict

weg te interpreteren, volgens de redenering "a Ia Waleffe" : de latere wet kan niet hebben

bedoeld het verdrag opzij te zetten.

316

Page 23: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

De monistische visie wordt door het intemationaal recht niet bindend voorgeschreven. Het laat de staten vrij zelf te bepalen op welke wijze zij hun intemationale verplichtingen nak:omen : pacta sunt servanda, maar aileen het resultaat telt. Het internationale recht gaat in zijn huidige vorm nog uit van rechtssferen. Voor het jus cogens zou uitzonderlijk het monistische systeem bestaan : iedereen is eraan gebonden, ongeacht wat het nationale rechtsstelsel zegt35.

V oor de Europese Gemeenschappen geldt verplichtend het monistische systeem : de Gemeenschapsverdragen en de besluiten van de instellingen hebben rechtstreekse werking binnen de rechtsorden der Lidstaten, ongeacht wat het betrokken nationale rechtsstelsel dienaangaande bepaalt. Buitendien hebben deze bepalingen ook voorrang. Behalve voor de verordeningen (art. 189 EEG) volgt dit uit het standpunt van het Hofvan Justitie, gebaseerd op het beginsel van de effectiviteit, de afstand van soevereine rechten en het eigen karakter van het gemeenschapsrecht, een standpunt dat het Hof aan de nationale rechter kan opleggen via de procedure van prejudiciEHe beslissing ex art. 177 EEG36. Uit de prejudiciele procedure zelf kan ook de wil van de verdragsluitende partijen worden afgeleid om het Gemeenschapsrecht interne werking te verlenen.

Wat het EVRM betreft moet men kijken naar het toegepaste systeem in de nationale rechtsorde. Dit is niet zo voor de hand liggend. Vooreerst lijkt art. 13 EVRM aan te geven dat de Conventie rechtstreeks moet kunnen worden ingeroepen voor de nationale rechter : het recht op daadwerkelijke rechtshulp heeft geen zin als de rechten en vrijheden geen deel zouden uitmak:en van het objectieve recht dat de nationale instantie moet toepassen. Op het eerste gezicht lijkt dit artikel de directe toepasbaarheid van de bepalingen van de Conventie met zich mee te brengen.

35 "Preremptory norms of international law" zoals het vebod van agressieve oorlog, een aantal

elementaire beginselen van mensenrechten, bet verbod van kolonialisme en racisme :

SCHERMERS, H.G., o.c., p. 123. 36 Van Gend en Loos van 5 februri 1963, zaak 26/62, Jur. IX., p. 5; Costa/ENEL-arrest van 15 juli 1964, zaak 6/64, Jur. X, p. 1199. Dit primaat zou ook volgen uit de verbintenis van de

Lidstaten aile mogelijke maatregelen te treffen ter uitvoering van de verdragsverbintenissen (art.

5, lid 1 EEG) en zich te onthouden van aile maatregelen waardoor de verwezenlijking van de

communautaire doelstelling in gevaar kan worden gebacht (art. 5, lid 2 EEG) : DELV A, J.,

0. c.' p. 261.

317

Page 24: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

Het EHRM heeft soms de indruk gegeven op de vraag van de rechtstreekse toepasbaarheid bevestigend te antwoorden. Maar in andere arresten heeft bet Hof geoordeeld dat art. 13 geen verplichting aan de Staten oplegt om de Conventie in hun interne rechtsorde te incorporeren. Voor Staten met een dualistisch systeem volstaat bet in hun nationale recht gelijkaardige rechten te garanderen, waarover de rechter zich kan uitspreken37.

Vervolgens, afgezien van een mogelijke andere uitlegging van art. 13, kan gedacht worden aan een met bet Gemeenschapsrecht vergelijkbare ontwikkeling, waarbij het EHRM de constructie van afstand van een deel van de soevereiniteit gebruikt om de primauteit en interne werking van de Conventie verplichtend op te leggen. De materie die de Conventie regelt- de bescherming van burgerlijke en politieke rechten - leent zich bij uitstek tot rechtstreekse werking : het gaat om rechten die naar hun aard rechtstreeks toepasbaar zijn. Echter, de band tussen EHRM en nationale rechter is veel minder direct, aangezien voor het EHRM geen prejudiciEHe procedure bestaat. Blijft nog over de nationale rechter die de redenering van het Hof van Justitie kan overnemen voor wat bet EVRM betreft, maar daarbij dient opgemerkt dat de nationale rechter in het algemeen we1mg geneigd is internationaalrechtelijke regels te Iaten prevaleren op nationale regels38.

B. BONDSREPUBLIEK DUITSLAND39

Duitsland heeft bet EVRM ondertekend op 4 november 1990 en geratificeerd op 7 augustus 1952. Op 5 juli 1955 werden bet individueel klachtenrecht (art. 25) en de verplichte rechtsmacht van bet Hof (art. 46) erkend.

37 VELU, J. en ERGEC, R., o.c., p. 183. In de Swedich Engine Drivers' Union-zaak stelt bet

Hof : noch artikel 13 in bet bijzonder, noch de conventie in bet algemeen bepalen voor de

contracterende Staten enige manier om in hun interne recht de effectieve nakoming te verzekeren

van enige bepaling van de Conventie. 38 VAN DDK, P. en VAN HOOF, G.H.J., o.c., p. 15. Het Franse Hof van Cassatie weigert

bepaalde verdragen te interpreteren en laat bet aan de regering over zelf voor interpretatie te

zorgen die de intemationale aansprakelijkheid van de Staat met zich mee kan brengen. Ook

wordt gewezen op bet beginsel van de "judicial restraint", waarbij de rechter tracht te vermijden

de regering in verlegenheid te brengen bij bet voeren van de buitenlandse politiek. Zie

RIGAUX, F., o.c., p. 1209. 39 DRZEMCZEWSKI, A., European Human Rights Convention in Domestic Law, 106-115.

318

Page 25: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

Art. 59/2 G.W. bepaalt dat bij federale wet wordt ingestemd met verdragen. Ret verdrag wordt gelijkgesteld met een federale wet. Federaal recht gaat boven het recht van de Lander (art. 31 G.W.). De regellex posterior derogat priori geldt : het verdrag heeft niet de status van constitutioneel recht. Een latere wet krijgt voorrang, maar daarop bestaat een uitzondering : art. 25 G. W. bepaalt dat als het gaat om algemene regels van internationaal recht, deze regels voorrang krijgen.

Ret conflict tussen verdrag en Grondwet wordt opgelost in het voordeel van die laatste. Rechterlijke toetsing van het verdrag aan de Grondwet is mogelijk. Eigenlijk gaat het dan om toetsing van de goedkeuringswet, van het Zustimmungsgesetz. Dit werd bepaald door het Bundesverfassungsgericht n.a.v. de Internationale Handelsgesellschaft-zaak.

Theoretisch is de impact van het EVRM in de interne Duitse rechtsorde gelimiteerd. In de praktijk echter wordt de Conventie vaak toegepast en wordt ernaar verwezen in vonnissen en arresten van Duitse rechters. De weg naar Straatsburg wordt vaak genomen en de wetgeving wordt in belangrijke domeinen aangepast in het Iicht van arresten van het EHRM. De rechter kan de Conventie grondwettelijke status verlenen via interpretatie ex art. 25. De regel van de Verfassungskonforme Auslegung wordt ook inzake het EVRM toegepast : verdragsconforme interpretatie van nieuwe wetten.

Ret Duitse rechtssysteem beschermt bovendien de grondrechten zeer goed. Er bestaat de Grundrechtskatalog, waarvan de schending voor elke rechter kan worden ingeroepen. Van groot belang voor de bescherming van de individuele vrijheden is de rol van het Bundesverfassungsgericht : eenieder heeft het grondwettelijke recht om bij dit hof klacht neer te leggen (Verfassungsbeschwerde ).

C. VERENIGD KONINKRIJK40

Ret Verenigd Koninkrijk heeft het EVRM ondertekend op 4 november 1950. Voorafgaand aan de ratificatie moest de Conventie eerst 21 dagen lang "lie upon the Table" van zowel de House of Lords als de House of Commons, dit in overeenstemming met een grondwettelijke gewoonte, de Ponsonby rule genaamd. De Conventie werd tenslotte geratificeerd op 21 februari 1951. Op

40 DRZEMCZEWSKI, A., o.c., p. 177-187.

319

Page 26: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

14 januari 1966 werd het individueel klachtenrecht ex art. 25 erkend, evenals de verplichte rechtsmacht van het Hof.

Verdragen hebben geen effect in de interne Britse rechtsorde tenzij ze zijn omgezet in nationaal recht. Zo is de wettelijke en constitutionele praktijk, gebaseerd op de absolute soevereiniteit van het parlement. Voor het EVRM was er volgens de Engelse regering geen omzetting nodig, daar het interne recht volledig in overeenstemming was met het verdrag. Hieruit volgt dat particulieren geen beroep kunnen doen op het EVRM voor het Britse gerecht. Er is dus - in tegenstelling tot Duitsland - een verschil tussen de ratificatie, die gebeurt door de regering bij uitblijven van protest door het parlement, en de omzetting in het interne recht !

Er is wel een jurisdictionele interpretatie dat het internationale recht deel uitmaakt van de "law of the land" ( dit is echter niet algemeen aanvaard) en dat de wetgever niet de bedoeling had in tegenspraak te zijn met het verdrag (zgn. rule of construction). In 1975 stelde Lord Denning, Master of the Rolls in de Court of Appeal : "It is to be assumed that the Crown, in taking its part in legislation, would do nothing which was in conflict with treaties".

Het EVRM is dus geen formele bron van intern recht, maar wel een "persuasive authority". Als gevolg van veroordelingen door het EHRM hebben substantiele wetswijzigingen plaatsgevonden. Ook zijn er stemmen opgegaan ten gunste van een formele omzetting, in de vorm van een Act of Parliament of een Bill of Rights. F eit blijft dat tegen een duidelijke, ondubbelzinnige bepaling van Engels recht, die de rechten van de mens overtreedt, het EVRM werkeloos blijft in de interne rechtsorde.

IV. RECHTSPRAAK VAN HET E.H.R.M. '"

A. DEMOCRATJSCH KARAKTER VAN SUPRANATIONALE ORGANISATIES

Rechters en commissieleden die de organen bevolken, opgericht door de verdragen EVRM en BUPO, zijn niet verkozen door de onderdanen van de Lidstaten; zij worden aangeduid door hun regering. Bepaalde eisen worden voor hun functie gesteld. Hun autonomie ten opzichte van de regeringen van de Lidstaten wordt gewaarborgd : zij vertegenwoordigen in theorie niet hun eigen land.

320

Page 27: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

De vraag naar de democratische legitimiteit stelt zich op minder urgente wijze bij de leden van de commissies, daar deze geen echt belangrijke bevoegdheden hebben. De rechters van het EHRM hebben echter wel daadwerkelijke decision-making powers. Is het democratisch dat een stelletje rechters in Straatsburg beslist waaraan de rechtstreeks verkozen nationale parlementen zich van dan afte houden hebben? En dit onafgezien van het feit dat het internationale recht al dan niet voorrang krijgt.

Deze vraag stelt zich waarschijnlijk niet in die landen waar het de rechters zijn die volgens de traditie het recht maken (landen van de Common Law, hoewel moet gezegd dat ook daar het laatste woord toekomt aan het parlement, wanneer dit regelend optreedt). Bij ons bestaat echter de afkeer tegen het gouvernement des juges. De vraag derhalve gesteld, antwoord : neen, niet democratisch !

Men vraagt zich echter af of de rechtszoekende, respectievelijk rechts­onderhorige, beter gediend is met een ander systeem : verkozenen, id est politici, doen aan regelvorming volgens politiek-tactische motieven, terwijl rechters geacht worden te beslissen volgens objectief geldende regels. Ik zou hier dus mijn vertrouwen in de rechterlijke macht willen bevestigen.

Het probleem beperkt zich daarbij niet tot het Hof van Straatsburg. De Europese Gemeenschappen worden evenmin als erg democratisch ervaren, getuige de beschuldigingen van "democratisch deficit" en "Eurocratie".

Door het ontbreken van dialoog tussen nationale en EHRM-rechtspraak (geen prejudiciEHe procedure zoals bij het Hof van Justitie) bezitten de beslissingen van het EHRM niet alleen voor de nationale gerechten, maar misschien vooral voor de nationale wetgevers een verbindende kracht, hoewel eigenlijk het gezag erga omnes van de arresten van een supranationaal rechtscollege wordt afgewezen.

B. GEZAG VAN BESLJSSINGEN VAN HET EHRM41

Wat is het gezag van de beslissingen van een supranationaal gerecht? Uitwerking erga omnes? Geen gezag erga omnes maar wel gezag van de

41 KRINGS, J.E., o.c., p. 3-23. Ook SCHERMERS, H.G. en VAN HOU'ITE, H., o.c., p.

218; RIGAUX, F., o.c., p. 1211-1212 en 1216.

321

Page 28: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

interpretatie (!'interpretation s'incorpore ala loi)? Men past op de rechtspraak van supranationaie gerechten dezelfde regel toe die voor de nationaie gerechten geldt. De regel van kracht in de Ianden van de Common Law die het precedent bindend maakt voor de rechtbanken (stare decisis) maakt geen deel uit van het internationaie recht. In Belgie dus geen effect in andere zaken.

Door het feit dat het intemationaie recht voorrang heeft op het interne recht, aithans in Belgie sinds het Smeerkaas-arrest van 27 mei 1971, en door het feit dat het internationaie recht een grote invloed heeft op het materieel intern recht, d.i. ingevai van het EVRM de subjectieve rechten van de rechtsonderdanen betreft, kan de verhouding tussen supranationaie en nationaie rechtspraak problematisch zijn.

Dit probleem treedt meer op de voorgrond in verband met het EVRM, daar het EHRM uitspraak doet over de grond van de zaak zelf, daar waar het Benelux-Gerechtshof en het Hof van Justitie in abstracto uitspraak doen, met het oog op de eenvormige uitlegging en rechtszekerheid, en in het kader van een prejudiciele procedure, wat de zaak overlaat aan de eindbeslissing van de nationaie rechter. De twee laatste rechtscolleges zeggen iets over het verdrag, nl. hoe het juist moet worden uitgelegd. Het EHRM zegt iets over de nationaie wet of over een handeling van een staatsorgaan, nl. dat deze het verdrag schendt!

Ret grote verschil tussen het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is dat laatstgenoemde pas uitspraak mag doen over een beweerde schending van een of meer gewaarborgde rechten nadat aile nationaie rechtsmiddelen werden aangewend (art. 26 EVRM).

Indien de nationaie rechter zich niet kan neerleggen bij de interpretatie van het EHRM, dan kan hij aileen maar uitspraak doen in een met die interpretatie strijdige zin. In dat gevai kan het EHRM inzien dat zijn vorige rechtspraak niet gehandhaafd kan worden en de nationaie rechter gelijk geven, of zijn rechtspraak bevestigen, vaststellen dat het Verdrag werd geschonden en de Staat veroordelen. De rechter die het verdrag verkeerd toepast, schendt immers het verdrag in hoofde van de Staat en maakt de internationaie ansprakelijkheid van de Staat gaande42. Deze dreiging van veroordeling leidt tot de in het vorige punt gemaakte conclusie.

42 De internationale aansprakeijkheid van een Staat is een rechtsfiguur sui generis, met andere

componenten dan vereist in het interne recht (fout - schade - oorzakelijk verband) : het moet

gaan om een schending van een internationale verplichting en deze schending moet toerekenbaar

322

Page 29: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

Ret EHRM is zelf niet gebonden door zijn eigen rechtspraak en kan die vrijelijk wijzigen. Ret zal van die mogelijkheid echter, in bet belang van de rechtszekerheid, met de nodige terughoudendheid gebruik maken. De hoogste nationale rechtscolleges die van de interpretatie van bet EHRM willen afwijken, moeten eerst nagaan of een wijziging van de rechtspraak van bet EHRM mogelijk, denkbaar is. Zij kunnen hierbij steunen op de a1 dan niet ruime meerderheid die in bet Hof voor de gehuldigde stelling bestond, en op de dissenting opinions, die gepubliceerd worden. Ook bet feit dat bet EHRM zich reeds verscheidene keren in dezelfde zin heeft uitgelaten, moet voor ons Hofvan Cassatie een aansporing zijn zich neer te leggen bij bet de facto gezag van bet Europese Ho:F3.

V. BESLm

Bij de aanvang hadden we de verwachting geopperd dat bet EVRM zeker en bet BUPO misschien als supranationaal bestempeld zouden kunnen worden. A1 snel bleek dat er in deze geen zwart en geen wit bestaat en dat we voor elk van beide verdragen supranationale kenmerken konden aanwijzen. Nu moeten we die oorspronkelijke stellingname anders verwoorden : bet EVRM-systeem heeft veel/meer supranationale aspecten dan bet BUPO­systeem. Dit is niet verwonderlijk : bet BUPO is een verdrag op wereldschaal, waar jonge landen aan hun nationalisme vasthouden, waar ( dezelfde) landen nog wat onwennig de eerste stappen op de weg van de democratie zijn gegaan, waar de mensenrechten op grote schaal geschonden worden en waar er dringender noden zijn, zoals louter overleven.

Zoals voor bet humanitair recht van de oorlog (Verdragen van Den Haag en van Geneve) is bet louter bestaan van BUPO en EVRM de verdienste en de eventuele gebreken de prijs. Het internationaal recht bevindt zich in een stroomversnelling en de praktijk van BUPO en EVRM draagt daartoe bij. Zij zijn de katalysator van bet proces van bewustwording en hollen bet perfide principe van niet-inmenging in interne aangelegenheden verder uit. In die mate dragen zij de kiemen in zich van verdere supranationale ontwikkeling. Staten geven niet zomaar beslissingsbevoegdheid af : ze zullen dat enkel doen als ze er een goede reden voor zien. In het kader van mensenrechten is dat

zijn aan de Staat. Zie SALMON, J.J.A., "La Cour de Cassation et Ia responsabilite

intemationale de Ia Belgique", noot onder Cass., 21 januari 1982, J.T., 1982,-1, p. 447. Contra:

Procureur -Generaa1 DUMON, conclusie voor Cass., 21 januari 1982, Pas., 1982, II, p. 640.

43 SALMON, J.J.A., o.c., p. 448-449.

323

Page 30: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

niet zo evident. Internationale samenwerking in deze materie Ievert weinig tot geen voordeel op, maar zorgt voor des te meer hinder en bemoeienis. De hoeveelheid "real power" die elk:e instelling kreeg toegemeten, werd door de Staten dan ook voorzichtig en precies afgemeten, vooral niet teveel! Dat de Europese Gemeenschappen de meeste supranationale kenmerken van alle intemationale organisaties vertonen, volgt daar onmiddellijk uit : zij hebben op de eerste plaats een economische doelstelling (een markt) waar iedereen beter van wordt.

Een belangrijke opmerking is deze : men mag veronderstellen dat de Staten die de moeite nemen om internationale instrumenten voor de bescherming van mensenrechten te creeren, en tegelijkertijd aan die instrumenten een zekere mate van daadwerkelijke macht te verlenen, waarschijnlijk de Staten zullen zijn die deze rechten het best beschermen44. De evolutie van het EVRM is in deze interessant. Oorspronkelijk was het !outer bedoeld als een politiek instrument. De verdragsluitende Staten wilden tonen dat zij de naleving van de mensenrechten als belangrijk beschouwden, in de overtuiging dat zij die rechten reeds volledig respecteerden. Naderhand bleek dat, door de evolutieve en extensieve interpretatie van het EHRM, toch even anders en naast zijn symboolfunctie kreeg het EVRM ook het aura van een Europese Grondwet, waaraan de Staten hun wetgeving moesten aanpassen en dat ook deden en doen.

EPaOOG

De Iucht was warm en schoon, ze vaagde de nevels een beetje uit zijn hoofd. Hij wandelde over de helder verlichte roltrottoirs en voegde zijn eigen tempo toe aan hun 15 kilometer per uur. Op dat moment viel het hem in dat aile steden over de hele wereld roltrottoirs hadden van 15 kilometer per uur.

Die gedachte was onverdraaglijk. Niet nieuw, maar onverdraaglijk. Louis WU zag hoe door en door Cairo op Miinchen leek en op Greenwich... en op San Francisco en Topeka en Londen en Amsterdam. De winkels langs de trottoirs verkochten in aile steden van de wereld precies dezelfde produkten. De mensen die hij vanavond tegenkwam, zagen er allemaal hetzelfde uit en gingen allemaal op dezelfde manier gekleed. Het waren geen Amerikanen of Duitsers of Egyptenaren, maar gewoon vlaklanders.

44 GRIEVES, o.c., p. 179.

324

Page 31: ZI]N HET E.V.R.M. EN HET B.U.P.O. OOK SUPRANATIONAAL? · 2017-05-30 · Europese Gemeenschappen zijn kwalitatief gezien niets nieuws onder de volkenrechtelijke zon (kwantitatief misschien

Dit hadden in drieenhalve eeuw de transfercabines gedaan met de oneindige verscheidenheid van de Aarde. Ze omspanden de wereld met hun net van ogenblikkelijke verplaatsing. Het verschil tussen Moskou en Sidney was een ogenblikje en een muntstuk ter waarde van een tiende ster. Onvermijdelijk waren de steden door de eeuwen been op elkaar gaan lijken, totdat plaatsnamen nog slechts herinneringen aan bet verleden waren.

San Francisco en San Diego vormden de noordelijke en zuidelijke uiteinden van een enorme kuststad, maar hoeveel mensen wisten tegenwoordig nog waar noord en zuid lag? Drigg weinig maar. Wat een pessimistische gedachten op je tweehonderdste verjaardag.

Maar bet vervagen van de steden was werkelijkheid. Louis had bet zien gebeuren. A1 die kleine rare trekjes van plaats en tijd en traditie waren versmolten tot een saaie grijze brij die over de hele wereld was uitgesmeerd. Spraker tegenwoordig nog iemand Deutsch, English, Franr;ais of Espanol? Iedereen sprak Interwerelds. De mode in lichaamsbeschilderingen bijvoor­beeld kon van de ene dag op de andere omslaan over de hele wereld, in een gigantische monsterlijke omwenteling45.

Aper~u general

L'auteur se demande si le Traite Europeen des Droits de l'Homme et le Traite International des Droits Civils et Politiques ont un caractere supranational.

Dans la premiere partie, il explique "la supranationalite" : le terme, la notion, la methode et les criteres. Finalement i1 parle de la passation de souverainete en Belgique (art. 25 de la Constitution).

La partie suivante est consacree a la question : le Traite Europeen des Droits de l'Homme, est-il supranational? Dans ce chapitre il s'agit, par exemple, de la passation de souverainete de l'independance.

Dans la troisieme partie, la meme question est posee a propos du Traite International des Droits Civils et Politiques.

Finalement, I' auteur analyse la jurisprudence principale de la Cour Euro­peenne des Droits de l'Homme.

45 NIVEN, L., Ringwereld, Amsterdam, Meulenhoff, 1989, p. 8.

325