Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1...

25
Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap Anesthesie Geachte Patiënt, het doel van deze map is U zeer veel informatie aan te bieden vanwege de dienst Anesthesie. Deze informatie moet U wegwijs maken in alle aspecten van het type verdoving (algemeen, regionaal of beide) of de behandeling (peridurale infiltratie of pijnloze bevalling) die met U werd afgesproken. Daarnaast vindt U in deze brochure informatie over de kostprijs van de anesthesie, en over de ereloonsupplementen welke van toepassing zijn. Deze map ligt in voldoende exemplaren ter inzage op elke afdeling waar chirurgische patiënten worden opgenomen, alsook op de raadplegingen van uw chirurg. U kan de map ook terugvinden op de website van de dienst anesthesie www.anesthesie-monica.be en daar downloaden in PDF-formaat De inhoudsopgave moet het U gemakkelijk maken de onderwerpen te kiezen die voor U van toepassing zijn. 1: Contactinformatie dienst anesthesie ......................................................................... Pgn. 2 2: Anesthesie voor heelkundige ingrepen ..................................................................... Pgn. 4 2.1: Algemene informatie ................................................................................................. Pgn. 4 2.2: Bijkomende info voor de opgenomen patiënt (1 nachtverblijf na de ingreep) ....... Pgn. 5 2.3: Bijkomende info voor de daghospitaalpatiënt ........................................................... Pgn. 8 3: Algemene anesthesie: bijkomende informatie ......................................................... Pgn. 10 4: Locoregionale anesthesie: bijkomende informatie .................................................. Pgn. 13 4.1: Regionale verdoving door middel van een ruggenprik ............................................. Pgn. 14 4.2: Perifere zenuwbloks .................................................................................................. Pgn. 18 5: Epidurale infiltratie .................................................................................................... Pgn. 22 Informatie Belangrijke info igv gebruik van medicatie die de bloedstolling beïnvloed 6: Pijnloze bevalling ........................................................................................................ Pgn. 24 7: Kostprijs van de anesthesie ........................................................................................ Pgn. 25 1

Transcript of Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1...

Page 1: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie

Informatiemap Anesthesie

Geachte Patiënt, het doel van deze map is U zeer veel informatie aan te bieden vanwege de dienst Anesthesie. Deze informatie moet U wegwijs maken in alle aspecten van het type verdoving (algemeen, regionaal of beide) of de behandeling (peridurale infiltratie of pijnloze bevalling) die met U werd afgesproken. Daarnaast vindt U in deze brochure informatie over de kostprijs van de anesthesie, en over de ereloonsupplementen welke van toepassing zijn. Deze map ligt in voldoende exemplaren ter inzage op elke afdeling waar chirurgische patiënten worden opgenomen, alsook op de raadplegingen van uw chirurg. U kan de map ook terugvinden op de website van de dienst anesthesie www.anesthesie-monica.be en daar downloaden in PDF-formaat De inhoudsopgave moet het U gemakkelijk maken de onderwerpen te kiezen die voor U van toepassing zijn. 1: Contactinformatie dienst anesthesie ......................................................................... Pgn. 2 2: Anesthesie voor heelkundige ingrepen ..................................................................... Pgn. 4 2.1: Algemene informatie ................................................................................................. Pgn. 4 2.2: Bijkomende info voor de opgenomen patiënt (≥ 1 nachtverblijf na de ingreep) ....... Pgn. 5 2.3: Bijkomende info voor de daghospitaalpatiënt ........................................................... Pgn. 8 3: Algemene anesthesie: bijkomende informatie ......................................................... Pgn. 10 4: Locoregionale anesthesie: bijkomende informatie .................................................. Pgn. 13 4.1: Regionale verdoving door middel van een ruggenprik ............................................. Pgn. 14 4.2: Perifere zenuwbloks .................................................................................................. Pgn. 18 5: Epidurale infiltratie .................................................................................................... Pgn. 22 • Informatie • Belangrijke info igv gebruik van medicatie die de bloedstolling beïnvloed

6: Pijnloze bevalling ........................................................................................................ Pgn. 24 7: Kostprijs van de anesthesie ........................................................................................ Pgn. 25

1

Page 2: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

1. Contactinformatie Dienst Anesthesie Campus OLV-Middelares

• Secretariaat: Agten Viviane Tel: 03/3205643 Dect: 5643 Mail: [email protected]

• Dienst Anesthesie: Tel: 03/3206060 = centraal oproepnummer tijdens werkuren Dect 6060 Mail: [email protected]: www.anesthesie-monica.be

• Stafleden:

Dr Stroobants Gerard Tel: 03/3205989 Dect: 5989 Mail: [email protected] Dr Nyckees Guido: Tel: 03/3205990

Dect: 5990 Mail: [email protected] Dr Vrints Jan: Tel: 03/3205988 Dect 5988 Mail: [email protected] Dr Claes Brigitte Tel: 03/3205995 Dect 5995 Mail: [email protected] Dr Van de Putte Peter

Tel: 03/3205991 Dect 5991 Mail: [email protected] Dr Lacquet Albert Tel: 03/3205992 Dect 5992 Mail: [email protected] Dr Theunissen Thomas Tel: 03/3205979 Dect 5979 Mail: [email protected]

2

Page 3: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

1. Contactinformatie dienst anesthesie campus Eeuwfeestkliniek 

▪ Secretariaat: Roodhooft Christel Tel: 03/2402278 Dect: 2278 Mail: [email protected]▪ Dienst anesthesie:

Mail: [email protected] Website: www.anesthesie-monica.be

▪ Stafleden: Dr. Blomme Anne Tel: 03/2402295 Dect: 2295 Mail: [email protected] Dr. Coen Erik Tel: 03/2402297 Dect: 2297 Mail: [email protected] Dr. Haems Jan Pieter Tel: 03/2402298 Dect: 2298 Mail: [email protected] Dr. Janssens Marie-Louise Tel: 03/2402299 Dect: 2299 Mail: [email protected] Dr. Lamens Dirk Tel: 03/2402296 Dect: 2296 Mail: [email protected] Dr. Moonen Jan Tel: 03/2402694 Dect: 2694 Mail: [email protected] Dr. Van Riet Lieve Tel: 03/2402294 Dect: 2294 Mail: [email protected] Dr. Willems Caroline Tel: 03/2402593 Dect: 2593 Mail: [email protected]

3

Page 4: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

2. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie

VOOR DE INGREEP

1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een arts die een bijkomende opleiding van minimum vijf jaar tot specialist doorlopen heeft. Hij is verantwoordelijk voor uw comfort en welzijn tijdens en ook na de ingreep. Hij volgt alle belangrijke lichaamsfuncties tijdens de ingreep. Hij voorkomt en behandelt medische problemen die ontstaan tijdens of door de chirurgie alsook tengevolge chronische ziekten die U eventueel heeft. Hij volgt U de ganse ingreep en wordt hierin bijgestaan door bekwame en ervaren operatiezaalverpleegkundigen.

2. Hoe wordt mijn gezondheidstoestand geëvalueerd voor de ingreep? Nadat U samen met uw chirurg beslist heeft dat een operatie noodzakelijk is en welk type verdoving hiervoor is aangewezen, zal U een vragenlijst krijgen die U zelf, samen met de chirurg of met uw huisarts dient in te vullen. Uw chirurg of de huisarts vraagt indien nodig bijkomende onderzoeken aan en voegt de resultaten bij de vragenlijst. Aan de hand van dit preoperatief dossier kan de anesthesist uw toestand evalueren.

3. Mag ik eten en drinken voor de ingreep? Als algemene regel kan gesteld worden dat er niets gegeten of gedronken mag worden na middernacht voor een ingreep die ’s morgens gepland is. Indien uw operatie zeker pas ’s namiddags plaats heeft, mag U vóór 7 uur een licht ontbijt nemen. In bepaalde omstandigheden wordt er toestemming gegeven om tot twee uren voor de ingreep “heldere vloeistoffen “ te gebruiken. Hieronder verstaat men appelsap, water of limonade. GEEN melk. Tanden poetsen en een klein slokje water om medicatie te nemen is toegestaan.

4. Moet ik mijn normale medicatie doornemen? In de meeste gevallen dient U de eigen medicatie te blijven gebruiken tot de operatie. Speciale aandacht wordt gevraagd voor geneesmiddelen die de bloedstolling beïnvloeden: Deze medicatie dient gestopt, zonodig vervangen door subcutaan toe te dienen heparines. Deze heparines (fragmin, clexane, fraxiparine) mogen ten laatste de ochtend van de dag voor de geplande procedure toegediend worden.: 6 dagen: Salicylaten: oa: Aspirine, Aspro, Dispril, Asaflow, Acenterine, Cardioaspirine, Aspegic, 8 dagen: Anti-aggregantia: oa: Plavix & Anticoagulantia: oa: Marcoumar, Marevan, Sintrom NB.: (voor vrouwen): Indien U een anticonceptiepil gebruikt, mag U die gewoon blijven innemen. Na de ingreep echter kan er gedurende de rest van de cyclus niet meer gerekend worden op volledige bescherming.

5. Hygiëne, sieraden en make-up? Scheren en kleding? Grondige lichaamshygiëne zo kort mogelijk voor de ingreep is van groot belang. Make-up én nagellak moeten verwijderd worden. Voor de ingreep dient U ook alle sieraden af te doen en piercings te verwijderen. Ook uw bril of gebit laat U achter op de afdeling. Meestal wordt de te opereren plek geschoren. In plaats van uw kleding krijgt U een operatiehemd.

4

Page 5: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

DE INGREEP U wordt per bed naar het operatiekwartier gebracht. In de wachtruimte is er televisie en opvang door de vrijwilligers en de operatiezaalassistentie. Vooraleer U naar de operatiezaal gaat, ontmoet U de anesthesist. Hij zal uw ziektegeschiedenis en eventuele laboresultaten en andere vooronderzoeken bekijken. Hij zal de anesthesietechniek met U bespreken en eventuele vragen beantwoorden. De verpleegkundige prikt een ader aan en plaatst een intraveneuze lijn. Indien nodig wordt er reeds medicatie toegediend zoals antibiotica. Eens in de operatiezaal worden standaard monitors zoals bloeddrukmanchette en EKG elektrodes voor uw veiligheid aangebracht. Vanaf nu bent u klaar voor de anesthesie.

SOORTEN ANESTHESIE Anesthesie is de verzamelnaam van alle soorten verdoving voor operaties en wordt ook wel narcose genoemd. Dit betekent “ gevoelloosheid”. Er bestaan verschillende anesthesietechnieken gaande van locale tot algemene anesthesie. Welke techniek gekozen wordt is afhankelijk van verschillende factoren. De aard van de ingreep dicteert soms welke anesthesie er gebruikt wordt. Voortgaande op uw medische geschiedenis biedt een bepaalde techniek soms een bijkomende veiligheidsmarge en wordt dan ook verkozen. Natuurlijk wordt er ook rekening gehouden met uw voorkeur bij het bepalen van de beste anesthesietechniek. Dit zijn de vier mogelijkheden: Algemene anesthesie: deze techniek geeft een soort bewusteloosheid en zorgt dat U niets voelt, hoort of ziet van de ingreep. De medicatie wordt toegediend via de intraveneuze lijn of als damp of beide.

Regionale anesthesie: Deze techniek veroorzaakt gevoelloosheid door het inbrengen van lokaal anestheticum rond de zenuwen die betrekking hebben op het te opereren gebied. Een epidurale of rachi verdooft de buik en de onderste ledematen. Andere bloks kunnen geplaatst worden op de zenuwen van armen of benen om aparte ledematen te verdoven. U bent wakker en zal ervaren dat er iets gebeurt doch geen pijn voelen. Het operatiegebied wordt met een scherm afgeschermd zodanig dat U niets van de operatie ziet.

Monitored Anesthesia Care: indien tijdens een locale of regionale anesthesie pijnmedicatie en/of kalmeermiddelen worden toegevoegd via de intraveneuze lijn om uw comfort te verhogen, spreekt men van monitored anesthesia care. Terwijl U gesedeerd bent, volgt de anesthesist uw lichaamsfuncties.

Locale anesthesie: de te opereren plek wordt plaatselijk verdoofd met lokaal anestheticum. Deze locale infiltratie wordt meestal door de chirurg toegediend. Een anesthesist is normaliter niet aanwezig zoals bij de andere technieken. Nota: In vele gevallen zal de anesthesist kiezen voor een combinatie van deze verschillende types. Hij kan bijvoorbeeld een ruggeprik combineren met een lichte algemene verdoving, of hij zal een zenuwblok plaatsen met het doel een minder diepe algemene verdoving te geven of te zorgen dat U minder pijn heeft nà de ingreep.

5

Page 6: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

ONTWAKEN EN HERSTEL NA DE ANESTHESIE

Wat kan ik verwachten na de operatie? Na de ingreep wordt U naar de ontwaakzaal gebracht, vaak ook de “recovery” genaamd. De eerste 30-60 minuten ongeveer wordt U van dichtbij gevolgd door speciaal opgeleide verpleging onder toezicht van een anesthesist. Gedurende deze periode krijgt u extra zuurstof en wordt de ademhaling en de hartslag gevolgd. Hier worden ook pijnstillende medicatie en andere essentiële geneesmiddelen toegediend. De intraveneuze perfusie (“baxter”) laat men meestal ter plaatse om nadien op de kamer nog extra vloeistoffen en geneesmiddelen te kunnen toedienen zonder U terug te moeten prikken. Na goedkeuring door de anesthesist wordt U ontslagen naar de kamer. In geval van grote ingrepen met vergroot risico op verwikkelingen zal U na de ingreep uit voorzorg overgebracht worden naar de afdeling Intensieve Zorgen. Dit kan ook het geval zijn indien er onverwacht ernstige problemen optraden tijdens de ingreep. Daar blijft U onder voortdurend toezicht van artsen en verpleegkundigen en wordt uw gezondheidstoestand permanent bewaakt door monitors waaraan U zo lang als nodig verbonden blijft. Zal ik last hebben van nevenwerkingen? Onwelzijn of braken nà een operatie kan veroorzaakt worden door allerlei factoren zoals: het soort ingreep, de aard van verdoving, overgevoeligheid aan de pijnstillers toegediend nà de ingreep en individuele gevoeligheid van de patiënt. Een voorgeschiedenis van reisziekte of problemen met onwelzijn bij eerdere ingrepen zijn voorbeschikkend. Best is uw anesthesist hierover in te lichten. Hij zal het type verdoving zo veel mogelijk aanpassen aan uw probleem, of tijdens de ingreep reeds medicatie toedienen om misselijkheid te voorkomen. U mag de eerste uren, (soms een paar dagen) na de ingreep ook niet drinken. Om uitdroging en dorst te voorkomen wordt via de intraveneuze toegang extra vocht toegediend. U kan dan wel uw lippen regelmatig (laten) bevochtigen of de mond spoelen met slokjes water, zonder te drinken. Op het ogenblik dat U toch terug mag drinken doet u dat in ’t begin best met mate om misselijkheid te voorkomen.

THUIS U kan zich best vooraf wat voorbereiden op uw thuiskomst na de operatie, want U zal nog niet helemaal hersteld zijn op het ogenblik dat U naar huis mag. Vaak zijn er nog kleinere na-effecten zoals spierpijn, keelpijn, duizeligheid en hoofdpijn. Ook misselijkheid is mogelijkheid doch braken is eerder zeldzaam. Deze na-effecten verdwijnen meestal snel de eerste uren na de ingreep doch kunnen soms enkele dagen aanwezig zijn. De meeste patiënten kunnen hun normale thuisbezigheden pas na enkele dagen volledig hervatten door vermoeidheid of vage last van de chirurgie. Dit is de normale gang van zaken. Plan dus relatieve rust gedurende de eerste dagen na de ingreep, zorg ervoor dat U telefonisch bereikbaar bent en dat U zelf nuttige telefoonnummers (familie, vrienden, huisarts) bij de hand heeft.

OPVOLGING Volg de opgegeven instructies. Deze zorgen voor het snelste, veiligste en aangenaamste herstel. Bij problemen moet U het ziekenhuis contacteren. De eerste dag na de ingreep wordt U gecontacteerd door het personeel van het dagziekenhuis om te zien of er problemen zijn.

6

Page 7: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

2.2 Bijkomende info voor verblijvende patiënten Nota vooraf: Lees eerst aandachtig de tekst onder “2.1”; in deze paragraaf staat enkel aanvullende informatie die van belang is indien U nà de operatie in het ziekenhuis zal overnachten. Waarom wordt ik op een verblijfafdeling opgenomen? Hiervoor kunnen zeer uiteenlopende redenen zijn.: De ingreep is te ingrijpend, U heeft nadien nog veel verpleegkundige en medische verzorging nodig, U zal de eerste dag(en) te veel pijnmedicatie nodig hebben, via baxters of spuitjes? Er zijn nà de ingreep nog bloednames en onderzoeken nodig, U heeft misschien bloedtransfusie nodig U woont alleen, ............................ Moet ik mijn normale thuis- medicatie meenemen naar het ziekenhuis? Indien U “bloedverdunners” gebruikt, heeft U al voor de opname in het ziekenhuis met de chirurg of de huisarts afgesproken wanneer U deze medicatie stopt, en of ze moet vervangen worden door andere geneesmiddelen of “spuitjes”. Zie ook de “pre-operatieve brochure” . U neemt best al uw thuismedicatie mee, en vooral een lijstje waarop de juiste geneesmiddelen en de tijdstippen van inname vermeld staan. De hoofdverpleegkundige van de afdeling zal in overleg met uw chirurg de lijst opmaken van de geneesmiddelen die U (verder) moet innemen. In de meeste gevallen zal U echter de eigen medicatie blijven innemen tot de operatie. Vrouwen die een anticonceptiepil gebruiken, kunnen deze gewoon verder nemen. Na de ingreep echter kan er gedurende de rest van de cyclus niet meer gerekend worden op volledige bescherming. Hoe lang moet ik een “baxter” hebben, en waarvoor dient die? De baxter dient om gemakkelijk pijnstillers, antibiotica, bloed of andere geneesmiddelen toe te dienen, zodanig dat men U niet steeds hoeft te prikken. Via een baxter wordt ook vocht toegediend, als vervangmiddel zolang U niet mag drinken. Indien U langere tijd niet mag eten, worden via de baxter vervangmiddelen gegeven voor uw dagelijkse voeding.

7

Page 8: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

2.3 Bijkomende info voor daghospitaalpatiënten Nota vooraf: Lees eerst aandachtig de tekst onder “2.1”; in deze paragraaf staat enkel aanvullende informatie die van belang is indien U in het dagverblijf wordt opgenomen. Vele ingrepen en diagnostische procedures vereisen tegenwoordig geen overnachting in het ziekenhuis meer. In de meeste gevallen zal U fit genoeg zijn om ’s avonds naar huis terug te keren Wat is ambulante anesthesie? Ambulante anesthesie is ontworpen om te voldoen aan de noden van de ambulante chirurgie zodanig dat men snel naar huis kan na de ingreep. Kortwerkende anesthetica en gespecialiseerde anesthesietechnieken worden gebruikt om uw verblijf aangenaam en veilig te maken. Over het algemeen kan men stellen dat indien U in relatief goede gezondheid bent, de ingreep via het dagziekenhuis kan plaatsgrijpen. Moet ik mijn normale medicatie doornemen? Indien U “bloedverdunners” gebruikt, heeft U al voor de opname in het ziekenhuis met de chirurg of de huisarts afgesproken wanneer U deze medicatie stopt, en of ze moet vervangen worden door andere geneesmiddelen of “spuitjes”. Zie ook de “pre-operatieve brochure” Alle andere “ochtendmedicatie” neemt U ’s morgens in met een paar slokjes water, dus vooraleer U naar het ziekenhuis vertrekt. Sieraden en make-up? Scheren en kleding? U laat best uw sieraden thuis. Ook piercings verwijdert U best reeds thuis. Zeer grondige volledige lichaamshygiëne, liefst de ochtend van de opname is noodzakelijk, en draagt bij tot het verminderen van het infectierisico. U draagt best loszittende kledij die gemakkelijk over dikke verbanden heen kan. Voor de ingreep dient U resterende sieraden en piercings af te doen. Ook bril of gebit moet U achterlaten op het dagverblijf. Make-up en nagellak moeten verwijderd worden. Meestal wordt de te opereren plek geschoren. In plaats van uw kleding krijgt U een operatiehemd. Heb ik iemand nodig om me thuis te brengen? Ja, U mag nà een ingreep onder algemene of locoregionale anesthesie niet alleen naar huis. Bovendien mag U de eerste nacht niet alleen zijn. Zorg er dus voor dat iemand U thuis kan brengen of naar huis kan begeleiden, ( dus niet zonder begeleiding in een taxi, bus of tram!) en dat er iemand (familie, vriend) de eerste nacht bij U is. Het is ook niet toegelaten om de eerste 24 uur na een algemene of locoregionale verdoving om het het even welk voertuig te besturen, technische apparaten te bedienen of gevaarlijke activiteiten uit te oefenen. Welke type anesthesie zal ik krijgen? De anesthesietechniek zal zodanig gekozen worden dat hevige pijn of braken vermeden worden en dat U tijdig ontslagen kan worden.

8

Page 9: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Wanneer mag ik naar huis? Dit hangt af van het type anesthesie, van de aard van de ingreep en van uw gevoeligheid aan de producten die we gebruikten om U te verdoven. Meestal kunt U echter tussen 2 à 4 uur na de ingreep naar huis. Gelieve er rekening mee te houden dat een overnachting soms toch nodig is, ondanks het feit dat uw ingreep gepland was in het daghospitaal. Dit komt o.a. voor als de ingreep toch uitgebreider is als eerst gepland, als de middelen die gebruikt werden om U te verdoven toch langer nawerken dan verwacht of als U allergisch reageerde op medicatie of ontsmettingsmiddelen. Welke instructies zal ik krijgen? Vooraleer U naar huis gaat, zullen zowel mondelinge als schriftelijke instructies gegeven worden. Het is best dat uw begeleider meeluistert als er instructies gegeven worden: het gebeurt dikwijls dat men na een verdoving de eerste uren heel vergeetachtig is. Over het algemeen gelden de volgende regels de eerste 24 uren na de ingreep: ■ drink geen alcohol of neem geen medicatie die niet voorgeschreven werd. ■ rijd niet met een voertuig of bedien geen gevaarlijke toestellen. ■ neem geen belangrijke beslissingen. Nuttige telefoonnummers worden medegedeeld.

9

Page 10: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

3. ALGEMENE ANESTHESIE , BIJKOMENDE INFORMATIE Deze tekst beantwoordt in het kort enkele van de meest voorkomende vragen over een algemene anesthesie. Hoe weet mijn anesthesist dat alles in orde is tijdens de operatie? Uw lichaamsfuncties worden voortdurend van nabij geobserveerd door de anesthesist en de andere leden van het team. Gespecialiseerde toestellen worden gebruikt om de werking van uw hart, de bloedcirculatie, uw ademhaling en andere belangrijke orgaanfuncties te monitoren. Ik heb een slecht hart, moet ik me zorgen maken? Anesthesisten zorgen regelmatig voor patiënten met een slecht hart, met longziektes, slecht werkende nieren en alle mogelijke medische problemen. Voor de operatie worden aan de hand van het pre-operatieve dossier uw algemene gezondheidstoestand en specifieke risico’s ingeschat. Soms is het nodig bijkomende technische onderzoeken of consulten aan te vragen om een beter beeld te krijgen van uw gezondheidstoestand. Zelden zal uw ingreep omwille van gezondheidsredenen tijdelijk uitgesteld worden. De anesthesie zelf wordt zoveel mogelijk aangepast aan uw algemene gezondheidstoestand, uw specifieke problemen en de medicatie die U gebruikt. Dit heeft als doel het risico dat uw gezondheidstoestand verslechtert zo klein mogelijk te houden. Ik rook, is dat een probleem? Indien U rookt is ons advies van dit zo snel mogelijk te laten. Het is bekend dat tijdelijk onderbreken van het roken, bvb vanaf enkele dagen voor de ingreep tot een paar dagen na de operatie, de genezing zeer sterk bevordert. Proberen dus!! Als roker hebt U meer kans op ademhalingsproblemen tijdens en na de anesthesie. Gelukkig kunnen deze problemen meestal vlot opgelost worden. Na de ingreep is het best dat U als roker extra aandacht besteedt aan ademhalingsoefeningen om bronchitisopstoot of longinfecties te helpen voorkomen. Kan ik allergisch zijn voor de anesthesie? Allergie en allergische reacties zijn niet frequent, maar vormen wel een toenemend probleem in onze moderne maatschappij. Elk geneesmiddel of ontsmettingsmiddel kan allergie uitlokken. In de preoperatieve vragenlijst wordt daarom veel aandacht gevraagd voor dit onderwerp. Indien U zelf of een familielid ooit ernstige problemen ondervond tijdens een (vorige) ingreep of tengevolge een verdoving, moet dat zeker vooraf gemeld worden. Bijkomende oppuntstelling in een centrum voor allergologie kan aangewezen zijn. De ernst van allergische reacties kan variëren van lichte huiduitslag over veralgemeende roodheid tot allergische shock. Dit laatste is een ernstige verwikkeling en komt gelukkig slechts zelden voor. Uw anesthesist is geoefend om zulke problemen te herkennen en te behandelen en zal zijn uiterste best doen om U gezond door elke complicatie te leiden. Moet ik echt een intraveneuze leiding krijgen? Bij ongeveer alle ingrepen wordt een IV leiding geplaatst. Meestal worden de handrug of de voorarm hiervoor gebruikt. Deze toegang wordt niet alleen gebruikt om anesthesie en pijnstillers toe te dienen, maar ook om ervoor te zorgen dat uw lichaam voldoende vocht krijgt. De leiding dient ook als een soort “noodlijn” als er dringend (levensreddende) geneesmiddelen moeten toegediend worden. De leiding wordt meestal verwijderd als U goed kan eten en drinken en als er geen nood meer is aan een toegangsweg om intraveneuze geneesmiddelen toe te dienen.

10

Page 11: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Ik heb losse tanden, is dat een probleem? Het is noodzakelijk de anesthesist hierover te informeren. Tijdens de verdoving plaatst de anesthesist bijna altijd een “beademingstube” in de mond. Indien U een gezond en verzorgd gebit heeft, zal deze tube of het instrument dat men gebruikt om deze te plaatsen de tanden niet beschadigen. Als U slecht verzorgde, loszittende tanden of kunsttanden heeft, zal de anesthesist met grotere voorzichtigheid de mond manipuleren om schade te voorkomen. Het spreekt voor zich dat soms toch tanden of tanddelen beschadigd geraken. De anesthesist zal U hiervan dan op de hoogte brengen en U verwijzen naar de tandarts of stomatoloog om een oplossing te zoeken voor uw probleem.. Gebeurt het dat ik wakker word tijdens de ingreep? Wakker worden tijdens de ingreep is zeldzaam. Gelukkig volgt de anesthesist een aantal parameters die hem toelaten de diepte van de anesthesie in te schatten en aan te passen. Bij een geplande ingreep is wakker worden zeer zeldzaam. Soms moet de anesthesist de anesthesiediepte om veiligheidsredenen beperken zoals bv na een zwaar trauma of bij een keizersnede onder algemene verdoving en is het risico op wakker worden tijdens de ingreep iets groter. In geval uw ingreep onder regionale anesthesie uitgevoerd wordt, ttz. dmv een ruggenprik of een zenuwblok, en U gekozen heeft voor een “comfortslaapje” gebeurt het soms dat U tijdens of op het einde van de procedure toch wat ontwaakt. Dit komt omdat de anesthesist U slechts oppervlakkig verdoofde, ttz. juist voldoende om te slapen, aangezien de pijnverdoving door de regionale verdoving gebeurde. Hoe wordt mijn pijn bestreden na de ingreep? De variatie in de hoeveelheid pijn die een patiënt ervaart na een ingreep is zeer groot. Sommige ingrepen zijn zeer pijnlijk terwijl andere zoals bv cataract operaties nadien bijna pijnloos zijn. In de ontwaakzaal worden meestal intraveneuze pijnstillers toegediend. De anesthesist maakt het voorschrift voor de pijnstilling na de operatie. Hij houdt hierbij rekening met de uitgebreidheid van de ingreep, de te verwachten pijn, de individuele gevoeligheid van de patiënt, alsook met de leeftijd en de gezondheidstoestand. De verpleegkundige zal volgens dit voorschrift op regelmatige tijdstippen, of op uw verzoek pijnmedicatie toedienen. Dit gebeurt via de baxter, doch ook door middel van spuitjes. De PCA-methode (patiënt gecontroleerde analgesie) is een populaire methode om pijnstilling toe te dienen. Meestal wordt deze vorm van pijnbestrijding gebruikt in combinatie met bv een peridurale catheter. Met deze methode kan de patiënt zelf, in beperkte mate, pijnstilling toedienen volgens eigen behoefte, via een druk op de knop. Overdoseren is niet mogelijk omdat na de toediening van het geneesmiddel automatisch een geprogrammeerde periode ( lock-out) volgt waarin geen medicatie meer toegediend wordt door de pomp, ook al zou de patiënt erom vragen. De anesthesist beslist samen met de chirurg of het plaatsen van een pijnpomp in uw geval noodzakelijk is. Vanaf het ogenblik dat U normaal kan eten en drinken wordt de intraveneuze pijnstilling en deze door middel van spuitjes afgebouwd, en vervangen door pijnstillende tabletten. Zal ik een pijnlijke keel hebben na de ingreep? Het plaatsen van een tube in de keel of luchtweg geeft soms keelpijn en heesheid na de ingreep. Dit is vooral vervelend, doch meestal onschuldig. Deze ongemakken verdwijnen meestal binnen 24 uur na de verdoving. Blijvende keelpijn of heesheid meldt U best aan de anesthesist .

11

Page 12: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Zal ik misselijk zijn of braken na de ingreep? Misselijkheid en braken zijn de meest frequente ongemakken nà een ingreep onder algemene verdoving. De misselijkheid wordt veroorzaakt door de ingreep zelf, de middelen die gebruikt worden voor de verdoving of de pijnstilling na de operatie, door individuele “overgevoeligheid”, of door een combinatie van factoren. Sommige ingrepen geven meer kans op misselijkheid dan andere. Oog-, middenoor- en darmoperaties veroorzaken de meeste problemen. Personen die gevoelig zijn voor reis of wagenziekte, of die na een vorige ingreep ook misselijk waren lopen het grootste risico. Gelieve de anesthesist extra te informeren vooraleer U onder verdoving gebracht wordt. Hij/zij zal dan reeds tijdens de operatie geneesmiddelen geven die de misselijkheid en het braken zoveel mogelijk voorkomen. Krijg ik bloed tijdens de ingreep? Er zal bloed toegediend worden indien de anesthesist dit absoluut noodzakelijk vindt om uw gezondheid te beschermen. Alle bloed is getest op de aanwezigheid van het AIDS-virus , hepatitis B en C en andere infecties. Indien uw religie het gebruik van bloedprodukten niet toelaat (Jehova), dan moet U dit op tijd aan de anesthesist en chirurg melden. Een familielid van mij had een slechte reactie op zijn anesthesie, kan dat mij overkomen? Er zijn twee zeer zeldzame erfelijk bepaalde complicaties die we hier moeten vermelden. Indien U of familieleden ernstige problemen stelde tijdens of na een narcose moet U dit natuurlijk melden op de vragenlijst. -Maligne hyperthermie is een zeer zeldzame erfelijke ziekte die in gang gezet kan worden door sommige anesthesieproducten. Hoge koorts en zeer ernstige problemen tijdens of na een ingreep zijn hiervan de symptomen. Door ontwikkeling van steeds veiligere producten komt deze verwikkeling zeer zelden voor. Indien deze complicatie zich toch bij U moest voordoen zal uw anesthesist alles in het werk stellen om U gezond door deze situatie te leiden. -Sommige mensen zijn niet in staat om bepaalde spierverslappers af te breken. Hierdoor werkt dit product veel langer dan gepland en bestaat het risico dat men U langer dan gepland onder verdoving moet houden, ttz tot dit product spontaan is uitgewerkt.

12

Page 13: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

4. REGIONALE VERDOVING, BIJKOMENDE INFORMATIE Het is belangrijk eerst een misverstand uit de wereld te helpen. Er is een belangrijk verschil tussen zgn. PLAATSELIJKE VERDOVING en REGIONALE VERDOVING.: In geval van plaatselijke verdoving wordt de huid rond de te opereren streek geïnfiltreerd met een lokaal verdovingsmiddel. Deze vorm van verdoven kan enkel als het om kleine, oppervlakkige operaties gaat (kleine gezwelletjes, cysten, snijwonden,....) In geval van grotere of dieperliggende ingrepen kan deze vorm van verdoven niet. Er zou teveel verdovingsproduct nodig zijn, of de operatiestreek zou te fel zwellen door inspuiten van het verdovingsprodukt, zodanig dat de operatie zelf bemoeilijkt wordt. Bij een plaatselijke verdoving is de anesthesist meestal niet betrokken daar deze verdoving bijna altijd door de chirurg zelf wordt uitgevoerd. Bij een regionale verdoving wordt een deel van het lichaam tijdelijk gevoelloos en bewegingloos gemaakt door een verdovingsmiddel in te spuiten in de buurt van een zenuwbaan. Het blokkeren van deze zenuwbanen kan over het ganse lichaam gebeuren. Een arm kan verdoofd worden via een plexusanesthesie in de oksel, het onderlichaam door een spinale- ( rachi ) of een peridurale anesthesie. Vaak lopen de pijnzenuwen samen met de zenuwen die de spieren laten werken. Die worden ook tijdelijk mee verdoofd. Dit leidt tot krachtverlies van de spieren. Deze vorm van verdoving wordt uitsluitend uitgevoerd door de anesthesist die hiervoor speciaal opgeleid is. Ze gebeurt daarom ook onder bewaking, in de operatiezaal. Regionale verdoving kan op verschillende plaatsen worden toegepast: 1: Regionale verdoving door middel van een ruggeprik: • Epidurale verdoving • Spinale verdoving (rachi) • CSE = combinatie van epidurale en spinale verdoving • Sacraalblok 2: Perifere zenuwbloks: • Interscaleenblok = halsprik voor verdoving van schouder en arm • Plexus Axillarisblok = okselprik voor verdoving van de arm • Femoraalblok = liesprik voor verdoving van de knie • ......... • .........

13

Page 14: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

4.1: Regionale Verdoving door middel van een ruggenprik 4.1.1: EPIDURALE VERDOVING Wat is een epidurale verdoving? Een “epidurale” is een anesthesietechniek waarbij een dun flexibel buisje in de lage rug geplaatst wordt om lokaal anestheticum of andere pijnstillers toe te dienen vlakbij de zenuwen die pijnsensaties doorsturen. Hiermee kan men zowel oppervlakkige pijnstilling bekomen (arbeid en bevalling, zie verder) als volledige tijdelijke verdoving van de benen en het onderste gedeelte van het lichaam. Hoe wordt een epidurale geplaatst? De anesthesist zal u vragen recht te zitten op de rand van uw bed en het onderste deel van de rug zo bol mogelijk te maken. Hij zal u vragen om tijdens het plaatsen niet te bewegen. Na het verdoven van de huid wordt een naaldje tussen de wervels tot in de epidurale ruimte gebracht. Via de naald wordt nu een buisje achtergelaten dat goed op de huid vastgemaakt wordt. Dit buisje blijft de ganse tijd aanwezig. Hoe lang blijft de epidurale katheter ter plaatse? De katheter kan onmiddellijk na de ingreep verwijderd worden, doch blijft meestal 24 tot 48 uur nà de operatie ter plaatse. De katheter wordt verwijderd als uw behandelend geneesheer oordeelt dat pijnstilling op minder ingrijpende manier kan gebeuren, ttz. door middel van spuitjes, baxters of pillen. Het verwijderen van de epidurale katheter doet geen pijn! Hoe lang duurt het eer een epidurale verdoving werkt? Het plaatsen duurt ongeveer 10 minuten, waarna goede pijnstilling binnen nog eens 10 minuten begint. Bij sommige patiënten duurt het langer om de epidurale te plaatsen, (zeer zwaarlijvige patiënt, kleine gestalte, holle of zeer kromme rug,.....) Eenmaal dat de verdoving ter plaatse is, zullen uw benen warm worden en beginnen tintelen. Later verdwijnt het gevoel en kan men meestal ook de verdoofde streek niet meer bewegen. Doet het plaatsen van een epidurale katheter pijn? Het plaatsen van een epidurale veroorzaakt minimale last. De huid wordt eerst plaatselijk verdoofd. Dit kan een licht branderig of spannend gevoel geven.. Nadien voelt u een lichte druk tijdens de procedure. Eens ter plaatse wordt de katheter goed vastgekleefd. Indien U tijdens het plaatsen toch pijn ervaart, deelt U dit mee aan de anesthesist, die zo nodig extra verdoving toedient. Werkt een epidurale verdoving altijd? Bij de meeste patiënten werkt een epidurale verdoving perfect. Het gebeurt echter dat het onmogelijk is de epidurale katheter te plaatsen omwille van technische problemen: (te zwaarlijvige patiënt, te korte lichaamsgestalte, ingezakte wervelzuil, holle of zeer kromme rug,.....). De anesthesist zal dan met U en de chirurg overleggen welke alternatieve techniek zal gebruikt worden om U te verdoven. (spinale verdoving, algemene verdoving, ....) . Soms (5%) werkt een epidurale verdoving slechts aan één kant, maar meestal kan de anesthesist dit makkelijk oplossen. Indien de epidurale verdoving onvoldoende is kan de anesthesist andere pijnstilling bijgeven of desnoods toch een algemene anesthesie toevoegen.

14

Page 15: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Zijn er patiënten die geen epidurale kunnen krijgen? Ja, zoals mensen met stollingsproblemen, neurologische ( zenuw ) afwijkingen of patiënten die vroeger grote rugchirurgie ondergingen. Kan een epidurale verdoving nevenwerkingen geven? Tijdelijke ongemakken: -Uw benen kunnen verdoofd en zwaar aanvoelen. Dit is normaal. -De bloeddruk kan wat dalen doch dit is makkelijk behandelbaar. -De rug kan ter hoogte van de prikplaats enkele dagen wat gevoelig zijn. Het is echter nooit aangetoond dat een epidurale verdoving nadien chronische ruglast kan veroorzaken. -Soms veroorzaakt de epidurale wat jeuk, sufheid of wordt het spontaan wateren bemoeilijkt.Het kan nodig zijn om de blaas tijdelijk te sonderen. Complicaties: -In +/- 0.5 à 1% van de gevallen kan er na de ruggenprik voor het plaatsen van de epidurale katheter hoofdpijn en misselijkheid optreden ten gevolge van het onvoorzien doorprikken van het vlies rond het ruggenmergvocht. Deze ongemakken verdwijnen meestal spontaan maar soms moet de anesthesist toch ingrijpen om deze complicatie op te lossen. In dit geval moet de prikprocedure herhaald worden om ter plaatse een beetje bloed in te spuiten dat werkt als een inwendige pleister (dit noemt men een bloedpatch). -Zeer zelden zijn er langerdurende verwikkelingen zoals een blijvende verdoofde plek op het been, of aan de voet, of verminderde spierkracht in bepaalde spiergroepen. Dergelijke problemen kunnen met elke plaatselijke verdovingstechniek voorkomen doch zijn zeldzaam en herstellen meestal volledig. De oorzaak kan een klein kwetsuurtje zijn van een zenuw op de plek waar men de prik gaf, maar is meestal niet te achterhalen. Bovendien komen zulke complicaties ook voor bij ingrepen onder algemene verdoving. Hier kan de complicatie dan een gevolg zijn van de operatie zelf of van de voor deze ingreep noodzakelijke houding op de operatietafel. De chirurg en de anesthesist doen steeds hun uiterste best om zulke complicaties te vermijden, en gelukkig genezen deze letsels na enkele maanden vanzelf. -Blijvende zenuwproblemen zoals verlamming kunnen met elk type anesthesie voorkomen doch zijn uiterst zeldzaam. We werken steeds zeer voorzichtig en met het geschikte materiaal.

15

Page 16: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

4.1.2: Spinale verdoving (Rachi) Wat is een rachi of spinale verdoving? Een “rachi” is een anesthesietechniek waarbij de anesthesist na lokale verdoving van de huid een zeer dunne naald brengt tot bij het ruggemergvocht en daar het verdovingsproduct inspuit. Hiermee wordt het onderste deel van het lichaam en de onderste ledematen voor een beperkte tijd volledig verdoofd, en verlamd. Hoe wordt een “rachi” geplaatst? De anesthesist zal U vragen recht te zitten op de rand van uw bed en het onderste deel van de rug zo bol mogelijk te maken. Hij zal U vragen om tijdens het plaatsen niet te bewegen. Na het verdoven van de huid wordt een naaldje tussen de wervels tot in de spinale ruimte gebracht. Hierin wordt dan een kleine hoeveelheid verdovend product ingespoten. De naald wordt daarna onmiddellijk verwijderd. Hoe lang duurt het eer een spinale verdoving werkt en hoe lang duurt de werking ervan? Het plaatsen duurt ongeveer 5 minuten, waarna goede pijnstilling binnen nog eens 5 à 10 minuten begint. Bij sommige patiënten duurt het langer om de naald te plaatsen, (zeer zwaarlijvige patiënt, kleine gestalte, holle of zeer kromme rug,.....) Eenmaal dat de verdoving ter plaatse is zullen uw benen, zitvlak, voeten, warm worden en beginnen tintelen. Later verdwijnt het gevoel en kan men de verdoofde streek niet meer bewegen. Een rachi verdoving werkt 2 à 6 uur. Het “ontwaken” van het onderlichaam en de benen gebeurt niet altijd symmetrisch en gelijktijdig. Let er goed op dat U het bed niet probeert te verlaten vooraleer de verdoving helemaal is uitgewerkt, én dat er een verpleegkundige in de buurt is als U de eerste keer het bed verlaat. Doet het plaatsen van een spinale pijn? Het plaatsen van een spinale anesthesie veroorzaakt minimale last. De huid wordt eerst plaatselijk verdoofd. Dit kan een licht branderig of spannend gevoel geven. Nadien voelt U een lichte druk tijdens de procedure. Indien U tijdens het plaatsen toch pijn ervaart, deelt U dit mee aan de anesthesist, die zo nodig extra verdoving toedient. Werkt een spinale of rachi verdoving altijd? Bij de meeste patiënten werkt een spinale verdoving perfect. Zelden gebeurt het echter dat het plaatsen van een spinale verdoving wegens technische problemen niet lukt (te zwaarlijvige patiënt, te korte lichaamsgestalte, ingezakte wervelzuil, holle of zeer kromme rug,.....). De anesthesist zal dan met U en de chirurg overleggen welke alternatieve techniek zal gebruikt worden om U te verdoven . Soms (5%) werkt een verdoving slechts aan één kant, maar meestal kan de anesthesist dit oplossen door uw houding tijdelijk aan te passen. Indien de verdoving onvoldoende is kan de anesthesist andere pijnstilling bijgeven of desnoods toch een algemene anesthesie toevoegen. Zijn er patiënten die geen rachiverdoving kunnen krijgen? Ja, zoals mensen met stollingsproblemen, neurologische ( zenuw ) afwijkingen of patiënten die vroeger grote rugchirurgie ondergingen.

16

Page 17: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Zijn er nevenwerkingen aan het krijgen van een spinale verdoving? Tijdelijke ongemakken: -Uw benen kunnen verdoofd en zwaar aanvoelen. Dit is normaal. -De bloeddruk kan wat dalen doch dit is makkelijk behandelbaar. -De rug kan ter hoogte van de prikplaats enkele dagen wat gevoelig zijn. Het is echter nooit aangetoond dat een ruggenprikverdoving nadien chronische ruglast kan veroorzaken. -Soms wordt het spontaan wateren tijdelijk bemoeilijkt.Het kan nodig zijn om de blaas te sonderen. Complicaties: -In +/- 0.5 à 1% van de gevallen kan er na de ruggenprik voor het toedienen van de spinale verdoving hoofdpijn en misselijkheid optreden ten gevolge van het niet spontaan sluiten van de prikwonde in het ruggenmergvlies. Deze ongemakken verdwijnen meestal spontaan maar soms moet de anesthesist toch ingrijpen om deze complicatie op te lossen. In dit geval moet de prikprocedure herhaald worden om ter plaatse een beetje bloed in te spuiten dat werkt als een inwendige pleister. (dit noemt men een bloedpatch). -Af en toe zijn er langer durende verwikkelingen zoals een blijvende verdoofde plek op het been, of aan de voet, of verminderde spierkracht in bepaalde spiergroepen. Dergelijke problemen kunnen met elke plaatselijke verdovingstechniek voorkomen doch zijn zeldzaam en herstellen meestal volledig. De oorzaak kan een klein kwetsuurtje zijn van een zenuw op de plek waar men de prik gaf, maar is meestal niet te achterhalen. Bovendien komen zulke complicaties ook voor bij ingrepen onder algemene verdoving. Hier kan de complicatie dan een gevolg zijn van de operatie zelf of van de voor deze ingreep noodzakelijke houding op de operatietafel. De chirurg en de anesthesist doen steeds hun uiterste best om zulke complicaties te vermijden, en gelukkig genezen deze letsels na enkele maanden vanzelf. -Blijvende zenuwproblemen zoals verlamming kunnen met elk type anesthesie voorkomen doch zijn uiterst zeldzaam. We werken steeds zeer voorzichtig en met het geschikte materiaal. 4.1.3:CSE (gecombineerde spinale-epidurale anethesie) CSE staat voor gecombineerde spinale-epidurale en de techniek om een CSE te plaatsen is bijna gelijk aan het plaatsen van een epidurale. Deze techniek is vooral aanbevolen indien men snel, dwz op enkele minuten volledige pijnstilling en spierverslapping wil bekomen. 4.1.4: Sacraalblok of Caudaalblok Dit is een prik zeer laag in de rug, ttz juist boven het zitvlak. Deze techniek wordt bijna uitsluitend gebruikt bij peuters, kleuters en kinderen, als bijkomende verdoving in geval van operaties aan de penis voor pijnverdoving nà de ingreep. De prik wordt pas gegeven als het kindje slaapt zodat het hiervan niets merkt. Na het onder verdoving brengen, (meestal met een maskertje), wordt eerst een intraveneuze perfusie geplaatst, waarna het kindje eventjes op de zijde gelegd wordt om de ruggeprik te plaatsen.

17

Page 18: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

4.2 : Perifere Zenuwbloks: Wat is een perifeer zenuwblok? Bij een perifeer blok worden zenuwen of “zenuwknooppunten” (plexus) op welbepaalde plaatsen verdoofd. De anesthesist spuit een lokaal verdovingsmiddel rond het verloop van één of meerdere perifere zenuwen met als doel één lidmaat of een gedeelte ervan te verdoven. Hoe wordt een perifeer zenuwblok geplaatst? Om het juiste verloop van de zenuwen te vinden maakt de anesthesist gebruik van een speciale naald die verbonden is met een zenuwstimulator. Dit is een toestel dat zachte elektrische impulsen geeft op de naaldpunt. Op het ogenblik dat de naald, onderhuids, dicht in de buurt van een zenuw komt veroorzaken de elektrische pulsen lichte regelmatige schokken in het lidmaat. Nu kan de anesthesist door de naald het verdovingsproduct rond de zenuw spuiten. Doet het plaatsen van een perifeer zenuwblok pijn? Het werk met de zenuwstimulator is niet of weinig pijnlijk. U ervaart schokjes en vreemd aanvoelende willekeurige bewegingen zonder hierover zelf controle te hebben. Heeft een perifeer zenuwblok voor- of nadelen in vergelijking met algemene verdoving? Het verdoven van perifere zenuwen heeft het voordeel dat enkel het te opereren lichaamsdeel wordt verdoofd en dat de verdoving lang kan blijven nawerken, soms tot 24 uur. Een nadeel van een perifeer zenuwblok is dat we niet kunnen garanderen dat het altijd 100% werkt. Het kan dus zijn dat de operatiestreek nog wat gevoelig is, of niet volledig pijnvrij is. De anesthesist zal dan extra pijnstilling toedienen via de intraveneuze leiding of soms zelfs genoodzaakt zijn U onder algemene verdoving te brengen. Hiermee moet U wel rekening houden als U “lokale” verdoving vraagt. Zijn er patiënten die geen perifeer zenuwblok kunnen krijgen? Soms beslist de anesthesist, of de chirurg dat het plaatsen van een zenuwblok niet aangewezen of onmogelijk is. Hierna volgt een korte opsomming van mogelijke redenen: - gebruik van bloedverdunnende geneesmiddelen - U bent zeer zenuwachtig op het ogenblik dat de verdoving moet geplaatst worden. - ontsteking in de buurt van de prikplaats of een besmette operatiestreek, - vuile of onverzorgde omgeving van de plaats waar geprikt moet worden, - ziekte van het zenuwstelsel, of aantasting van het zenuwstelsel door bvb suikerziekte,.... - een heelkundige ingreep aan of rond een zenuw. De chirurg of de anesthesist zal dit met U bespreken en een alternatief voorstellen. Moet ik echt een intraveneuze leiding krijgen als ik kies voor een perifeer zenuwblok? Ja, het is noodzakelijk dat U een intraveneuze leiding krijgt, dit zowel voor uw comfort als voor de veiligheid. Bij een perifeer zenuwblok dient deze leiding vooral om snel bijkomende pijnstillers toe te dienen als dit nodig mocht zijn, maar ook als een soort “noodlijn” als er dringend geneesmiddelen moeten toegediend worden. De leiding wordt meestal snel verwijderd na de operatie, als er geen nood meer is aan een toegangsweg om intraveneuze geneesmiddelen toe te dienen.

18

Page 19: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Word ik tijdens de operatie onder perifeer zenuwblok goed bewaakt? Uw “vitale functies” worden net zoals bij een algemene verdoving of nà een ruggenprik voortdurend bewaakt. Dwz dat uw hartritme, het electrocardiogram, de bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed voortdurend geregistreerd worden door een monitor, en dat de anesthesist en de operatiezaalverpleegkundige in uw buurt zijn om als het nodig is, maatregelen te nemen. Kan ik zelf kiezen tussen een perifeer zenuwblok of algemene verdoving? Natuurlijk kan U zelf mee kiezen voor een bepaald type verdoving. Toch moet U rekening houden met een aantal factoren: - De chirurg die U zal opereren, is best geplaatst om samen met U het soort verdoving af te spreken. Hij weet juist hoe en waar hij moet opereren en weet uit ervaring of “lokale” verdoving voor uw operatie aangewezen is. - “Schrik” voor verdoving of prikken mag niet de reden zijn waarom U voor een “lokale” verdoving kiest. Voor het plaatsen van het perifeer zenuwblok moeten ook (soms) verschillende prikjes gegeven worden. Bovendien zijn het dikwijls personen die van nature uit onzeker, bang, gestresseerd of zenuwachtig zijn, waarbij het zenuwblok onvoldoende of niet (lijkt) te werken. - Schrik voor misselijkheid na algemene verdoving hoeft ook niet noodzakelijk een reden te zijn om te kiezen voor “lokale” verdoving. De middelen die tegenwoordig gebruikt worden voor algemene verdoving veroorzaken zeer weinig misselijkheid, en soms wordt misselijkheid veroorzaakt door de pijnstillers of ontstekingsremmers die worden toegediend nà de operatie. Welke voorzorgen neem ik na mijn operatie onder perifeer zenuwblok? Uw chirurg zal U duidelijk informeren wat mag en wat niet mag na de operatie. - Na verdoving van een been, of het onderbeen is bedrust verplicht zolang uw benen gevoelloos zijn. De 1ste keer dat U het bed wil verlaten, moet dit onder toezicht van een verpleegkundige. - Na verdoving van een arm is het best een draagdoek te gebruiken, tot het gevoel terug normaal is, en de arm wat hoogstand te geven (op een kussen leggen bvb), - Het is ook niet toegelaten om de eerste 24 uur na een locoregionale verdoving om het even welk voertuig te besturen, technische apparaten te bedienen of gevaarlijke activiteiten uit te oefenen.

19

Page 20: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Zijn er nevenwerkingen of risico’s aan het plaatsen van een perifeer zenuwblok? Tijdelijke ongemakken: - Als het plaatsen van het naaldje en het opzoeken van de te verdoven zenuw erg pijnlijk is, of als het inspuiten van het verdovingsmiddel rond de zenuw pijnlijk is of pijnscheuten veroorzaakt, moet U dit meedelen aan de anesthesist. - Soms ondervindt U wat pijn, een blauwe plek ter hoogte van de prikplaats. Dit verdwijnt binnen enkele dagen. - Soms veroorzaakt het wakker worden van het lidmaat een onaangenaam gevoel, zoals tintelingen of zinderingen. Dit duurt soms enkele uren. - Pijn van de operatie. Pas als de verdoving uitwerkt zal U de pijn voelen die het gevolg is van de operatie. Het is best dat U de voorgeschreven pijnmedicatie inneemt op het ogenblik dat er terug gevoel komt in het verdoofde lidmaat, vooraleer de eigenlijke pijnsensatie terugkomt. Op deze manier blijft U de pijn een stapje voor. Complicaties: Echte verwikkelingen zijn zeldzaam: - Allergische reacties (cfr hiervoor) kan men op elk geneesmiddel doen, zelden ook op lokale anesthetica. De ernst van allergische reacties kan variëren van lichte huiduitslag over veralgemeende roodheid tot allergische shock. Dit laatste is een ernstige verwikkeling en komt gelukkig slechts zelden voor. Uw anesthesist is geoefend om zulke problemen te herkennen en te behandelen en zal zijn uiterste best doen om U gezond door elke complicatie te leiden.: - Te snelle opname van de verdovingstof in het bloed of injectie van (een deel van) de verdovingsstof in een bloedvat ( kan soms een aanval van epilepsie veroorzaken). Dit is zeer zeldzaam en de anesthesist is bij U om de voorbijgaande problemen hieraan verbonden op te vangen. - Af en toe zijn er langer durende verwikkelingen zoals een blijvende verdoofde plek op het been, of aan de voet of een verminderde spierkracht in bepaalde spiergroepen. Dergelijke problemen kunnen met elke plaatselijke verdovingstechniek voorkomen doch zijn zeldzaam en herstellen meestal volledig. De oorzaak is soms een klein kwetsuurtje van een zenuw op de plek waar men de prik gaf, maar is meestal niet te achterhalen. Bovendien komen zulke complicaties ook voor bij ingrepen onder algemene verdoving. Hier kan de complicatie dan een gevolg zijn van de operatie zelf of van de voor deze ingreep noodzakelijke houding op de operatietafel. De chirurg en de anesthesist doen steeds hun uiterste best om zulke complicaties te vermijden, en gelukkig genezen deze letsels na enkele maanden vanzelf. - Blijvende zenuwproblemen zoals verlamming kunnen met elk type anesthesie voorkomen doch zijn uiterst zeldzaam. We werken steeds zeer voorzichtig en met het geschikte materiaal.

20

Page 21: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Welke perifere zenuwbloks bestaan, en waarvoor dienen zij? Men kan bijna elke “perifere” zenuw of zenuwknoop verdoven maar slechts enkele van deze bloks worden dikwijls toegepast: 4.2.1: Interscaleenblok = halsprik voor verdoving van schouder en bovenarm. Deze verdovingstechniek wordt zeer dikwijls toegepast, samen met een (lichte) algemene verdoving voor zowat alle schouder- en bovenarm operaties. Het doel van de combinatie van een algemene verdoving en het interscaleenblock is dubbel: (1)de pijnverdoving dank zij het zenuwblok maakt dat er slechts een lichte algemene verdoving noodzakelijk is. U krijgt minder (misselijkmakende) verdovingsmiddelen toegediend, zodanig dat U sneller en comfortabeler wakker wordt na de ingreep. (2) De nawerking van het blok zorgt ervoor dat U gedurende langere tijd nà de operatie weinig of geen pijn ondervindt, en minder pijnstillers nodig heeft. Het prikken gebeurt juist voor U onder verdoving gebracht wordt of soms als U reeds slaapt. Bij grotere ingrepen of indien veel pijn te verwachten is tengevolge de operatie, wordt soms tijdens het prikken een katheter ter plaatse gebracht. In geval van goede plaatsing kan de pijn dan 24 tot 48 uur onder controle gehouden worden door het aansluiten van een pijnpomp die U zelf kan bedienen. Het plaatsen van een interscaleen-katheter wordt enkel nà overleg tussen anesthesist en chirurg uitgevoerd. 4.2.2: Plexus Axillarisblok = okselprik voor verdoving van de arm. Deze verdovingstechniek is nuttig voor ingrepen aan de arm vanaf en beneden de elleboog. Meestal wordt deze techniek toegepast zonder bijkomende algemene verdoving. Soms is het effect echter onvoldoende zodanig dat de anesthesist toch nog pijnstillende medicatie moet bij geven 4.2.3: Femoraalblok = liesprik voor verdoving van de knie Dit blok is nuttig voor pijnstilling, doch niet voor volledige verdoving, voor ingrepen rond het kniegewricht. Deze techniek wordt dus bijna uitsluitend toegepast in combinatie met algemene verdoving, en heeft dezelfde voordelen als bvb. het “interscaleenblok” Dit blok wordt soms gebruikt als “alternatief” als een ruggeprik niet mogelijk is. Dan wordt het soms gecombineerd met een “ischiadicusblok” (zie verder) Zelden wordt in de liesplooi een katheter geplaatst voor langdurige pijnstilling na zeer pijnlijke ingrepen. 4.2.4: Ischiadicusblok = een prik aan de achterkant van de bil voor verdoving van de heup en een gedeelte van het onderste lidmaat. Dit blok wordt soms toegepast samen met een femoraalblok als een ruggeprik niet mogelijk of tegenaangewezen is. 4.2.5: Kniekuilblok 4.2.6: Enkel- en Voetblok

21

Page 22: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

5. Toediening van epidurale corticosteroïden Inleiding: Uw arts heeft U epidurale infiltraties met corticosteroïden als behandeling van uw rug- of neklast voorgesteld. Onderzoeken hebben aangetoond dat uw pijn ontstaat in de zenuwen die in het ruggenmerg ontspringen en vandaar naar uw benen of armen vertakken. Wat is een epidurale corticosteroïdeninjectie? Het is het inspuiten van een cortisone-achtig product in de epidurale ruimte. Dit is de ruimte tussen de wervels en het ruggenmerg. Het corticosteroïd heeft een dubbele werking. In de eerste plaats neemt het plaatselijk de ontsteking/zwelling weg en ten tweede heeft het ook een pijnstillende werking. Ingespoten in de epidurale ruimte komt het in rechtstreeks contact met de pijnlijke zenuw. Wat zijn de resultaten? Algemeen gezien is er meestal een verbetering van de klachten na de eerste injectie. Door een tweede injectie worden de klachten meestal verder gestabiliseerd en de pijnstilling nog verbeterd. Soms is een derde injectie nodig. Vermits de pijn verdwijnt kan U beter revalideren. Anderzijds zijn er soms patiënten die helemaal geen baat hebben bij zulke epidurale infiltratie. Hoe wordt een epidurale infiltratie uitgevoerd? Vooraleer men de epidurale infiltratie toedient, wordt uit veiligheidsoverweging een kleine canule in een ader geplaatst. Men zal U vragen van zo te zitten dat uw ruggenwervels zo ver mogelijk uit elkaar gaan staan. De huid en onderliggende structuren worden vervolgens plaatselijk verdoofd. Eens deze verdoving werkt, wordt de epidurale naald in de epidurale ruimte gebracht en wanneer men zeker is van de correcte positie van de naald wordt langzaam de medicatie ingespoten. De arts welke de infiltratie toedient, verwacht dat U ontspannen stil zit tijdens de procedure, en dat U elke prikkeling of pijnsensatie nauwkeurig beschrijft. Hij houdt hiermee rekening, en zal dankzij uw aanwijzingen de naald wat verplaatsen of meer lokale verdoving toedienen. Wat zijn de risico’s ? -Techniekgebonden : Het ruggenmerg wordt omgeven door een vloeistof dat dmv een vlies wordt gescheiden van de epidurale ruimte. De epidurale ruimte is soms zeer nauw zodanig dat accidenteel dit vlies doorprikt wordt. Dit veroorzaakt meestal geen problemen, maar geeft soms aanleiding tot vervelende hoofdpijn. Het is een typische hoofdpijn die het meest uitgesproken is bij rechtstaan en verdwijnt bij liggen. . In dit geval moet de procedure herhaald worden om ter plaatse een beetje bloed in te spuiten dat werkt als een inwendige pleister. Deze verwikkelingen komen echter zelden voor door de ervaring van Uw anesthesist. -Medicatiegebonden:de toegediende producten zijn zeer veilig doch kunnen, net zoals alle andere medicatie bepaalde nevenwerkingen hebben. Het corticosteroïd kan soms spierzwakte en hoofdpijn veroorzaken, alsook tijdelijke gewichtstoename of ontregeling van suikerziekte. Het plaatselijk verdovingsmiddel geeft soms bloeddrukdaling. Beide producten kunnen ook allergische reacties geven. Indien U in het verleden allergisch op bepaalde medicatie gereageerd heeft, dient U dit aan de arts mede te delen. - Zeer zeldzame nevenwerkingen of complicaties: infecties, bloeding ter hoogte van het ruggenmerg, incontinentie, toxische werking op de zenuwen. Dit betekent dat er blijvende verlamming kan optreden. Dit is zeer zeldzaam en de kans dat U deze complicaties ondervindt, is uitermate gering. Deze symptomen kunnen echter ook optreden zonder dat een epidurale inspuiting gegeven wordt en kunnen het gevolg zijn van de evolutie van het onderliggende ziektebeeld van nek of rug. Het kan dus aangewezen zijn om tijdelijk opgenomen te worden voor behandeling van deze complicaties.

22

Page 23: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

Belangrijke opmerkingen, betreffende het gebruik van geneesmiddelen: Indien U één van volgende geneesmiddelen gebruikt, die een invloed hebben op de bloedstolling, dient U deze op voorhand te stoppen zoals hieronder aangegeven. Best is uw Huisarts te raadplegen om alternatieve medicatie voor te schrijven zo nodig. 6 dagen op voorhand te stoppen: Salicylaten: Aspirine, Aspro, Dispril, Asaflow, Acenterine, Cardioaspirine, Aspegic, Cardegic Anticoagulantia : Sintrom 8 dagen op voorhand te stoppen: Anti-aggregantia: oa: Plavix Anti- coagulantia: oa: Marcoumar, Marevan, Notabene:

Heparines (fragmin, clexane, fraxiparine) welke als vervangmiddel van langwerkende antitrombotica dienen, mogen ten laatste de ochtend van de dag vóór de ruggenprik toegediend worden.

De geneesheer die met U de afspraak maakte voor een epidurale infiltratie had dit waarschijnlijk reeds geregeld.

Indien dit niet het geval was neemt U best contact op met de verwijzende geneesheer of de huisarts, om dit te regelen vooraleer U naar het ziekenhuis komt!!

Indien U toch niet gestopt bent met gebruik van de hiervoor opgesomde geneesmiddelen, zal de anesthesist in het belang van uw veiligheid weigeren de epidurale infiltratie toe te dienen!!

23

Page 24: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

6. Epidurale Pijnstilling tijdens Arbeid en bevalling, Informatie Inleiding Geachte Mevrouw, U bent zwanger en zal binnenkort bevallen. Bevallen is een normaal en natuurlijk proces, maar gaat meestal gepaard met veel pijn, die soms als ondraaglijk beschreven wordt. De steun van familie en vroedvrouw, ademhalingsoefeningen en relaxatietechnieken helpen vaak om lichte pijn draaglijk te maken. Soms echter is medische hulp noodzakelijk om de pijn te stillen. Epidurale pijnverdoving is de beste methode om de pijn tijdens weeën te voorkomen of te stillen. U hoeft niet perse te wachten om een epidurale verdoving te vragen tot U de pijn van contracties ervaart. U kan ook voor deze techniek kiezen vooraleer U opgenomen wordt voor de bevalling. Hoe wordt een epidurale pijnverdoving geplaatst? Ter gelegenheid van uw opname in de arbeidskamer zal de anesthesist vragen van rechtop te zitten dwars in bed, met uw benen aan één kant afhangend, en met gekromde rug. Na het toedienen van lokale verdoving van de huid plaatst de anesthesist door een naald een dun plastieken buisje tussen twee ruggenwervels. Hierdoor wordt dan een mengsel van locaal verdovingsmiddel en een pijnstiller toegediend. Hierna zorgt een pompje voor blijvende pijnstilling via dit buisje tot na de bevalling. Het plaatsen van een epidurale doet bijna geen pijn, duurt +/- 10 minuten, en pijnverdoving volgt na nog eens 10 minuten. Hoewel epidurale verdoving een zeer veilige en reeds lang gebruikte techniek is wensen we U over de neveneffecten en zeldzame complicaties in te lichten. Veelvuldig voorkomende nevenwerkingen Als deze nevenwerkingen zich zouden voordoen verdwijnen ze snel, ttz in enkele uren, soms dagen. - Uw benen kunnen verdoofd en zwaar aanvoelen. Dit is normaal. - De bloeddruk kan wat dalen doch dit is makkelijk behandelbaar. - De rug kan ter hoogte van de prikplaats enkele dagen wat gevoelig zijn. Het is echter nooit aangetoond dat een epidurale verdoving nadien chronische ruglast kan veroorzaken. - Soms veroorzaakt de epidurale wat jeuk, sufheid of wordt het spontaan wateren bemoeilijkt.Het kan nodig zijn om de blaas tijdelijk te sonderen. Complicaties - In +/- 0.5 à 1% van de gevallen kan er na de ruggenprik voor het plaatsen van de epidurale katheter hoofdpijn en misselijkheid optreden ten gevolge van het onvoorzien doorprikken van het vlies rond het ruggenmergvocht. Deze ongemakken verdwijnen meestal spontaan maar soms moet de anesthesist toch ingrijpen om deze complicatie op te lossen. In dit geval moet de prikprocedure herhaald worden om ter plaatse een beetje bloed in te spuiten dat werkt als een inwendige pleister. (dit noemt men een bloedpatch). Deze behandeling zorgt meestal onmiddellijk voor herstel. - Zeer zelden zijn er langerdurende verwikkelingen zoals een blijvende verdoofde plek op het been, of aan de voet, of verminderde spierkracht in bepaalde spiergroepen. Dergelijke problemen kunnen met elke plaatselijke verdovingstechniek voorkomen doch zijn zeldzaam en herstellen meestal volledig. De oorzaak kan een klein kwetsuurtje zijn van een zenuw op de plek waar men de prik gaf, maar is meestal niet te achterhalen. De anesthesist doet steeds zijn uiterste best om zulke complicatie te voorkomen, en gelukkig genezen deze letsels op enkele maanden vanzelf. - Blijvende zenuwproblemen zoals voosheid of verlamming kunnen met elk type anesthesie voorkomen doch zijn uiterst zeldzaam. We werken daarom steeds zeer voorzichtig en met het geschikte materiaal.

24

Page 25: Ziekenhuis Monica Dienst Anesthesie Informatiemap …. Anesthesie voor heelkundige ingrepen 2.1 Algemene informatie VOOR DE INGREEP 1. Wie is mijn anesthesist? Een anesthesist is een

7. Kostprijs van de anesthesie Alle noodzakelijke informatie over de kostprijs van uw verblijf vindt U op de website van het fusieziekenhuis, <<www.monica.be>> waar U onder de hoofding “facturen”, onderverdeeld in kleinere hoofdstukken, alle belangrijke info kan nalezen. U kan diezelfde informatie ook opvragen ter gelegenheid van uw opname voor de heelkundige ingreep. Via de prijslijn van het ziekenhuis kan U bijkomende info opvragen over de kostprijs van uw opname. Hiervoor contacteert U het nummer 0800 92258 De kostprijs, of het ereloonsupplement dat door de anesthesist wordt aangerekend is in evenredigheid met het ereloonsupplement dat uw chirurg zal aanrekenen, en wordt mede bepaald door uw kamerkeuze en de opnameverklaring die U ter ondertekening zal voorgelegd worden. U zal op de website onder “consultaties”, of op de lijst die aan het onthaal van het ziekenhuis ter beschikking ligt lezen dat de anesthesisten niet geconventionneerd zijn. Dit betekent niet dat U niet aan het conventietarief kan behandeld worden indien U dit vraagt en hiervoor in aanmerking komt. De maximumsupplementen die de anesthesisten aanrekenen zijn: Voor gehospitaliseerde patiënten:

• Zaal: 0% • Tweepersoonskamer: 50% • Eenpersoonskamer: 100%

Voor ambulante patiënten: • Zaal: 100% • Tweepersoonskamer: 100% • Eenpersoonskamer: 100%

Afwijkingen op bovenstaande ereloonsupplementen, tot 100% op een tweepersoonskamer in het ziekenhuis, tot 200% op een éénpersoonskamer in het ziekenuis, en tot 200% voor alle kamertypes in het daghospitaal, vereisen een ondertekend akkoord vanwege de patiënt. Gedetailleerde prijsinformatie of kostenraming over de anesthesie zelf kan U verkrijgen als volgt: Indien uw opname voorzien is op Campus OLV-Middelares te Deurne: U contacteert het secretariaat van de dienst per mail: [email protected] , of telefonisch op 03/3205643. Kostenramingen kunnen echter alleen op basis van het correcte nomenclatuurnummer, of een nauwkeurige omschrijving van uw ingreep, en op basis van uw kamerkeuze. Let wel dat het hier gaat om een prognose te goeder trouw, en geen verbintenis. Indien uw opname voorzien is op Campus EFKA te Antwerpen: U contacteert het secretariaat van de dienst per mail: [email protected] , of telefonisch op 03/2402278. Kostenramingen kunnen echter alleen op basis van het correcte nomenclatuurnummer, of een nauwkeurige omschrijving van uw ingreep, en op basis van uw kamerkeuze. Let wel dat het hier gaat om een prognose te goeder trouw, en geen verbintenis. NB.: voor conserverende tandverzorging onder algemene verdoving wordt een supplement aangerekend van maximum 100 € ongeacht leeftijd of kamerkeuze. Uw Tandarts zal het noodzakelijke document hiervoor ter ondertekening aanbieden. NB.: voor ingrepen waar geen officieel nomenclatuurnummer bestaat bepaalt de anesthesist zijn ereloon in overleg met de chirurg en in overeenstemming met de deontologische principes.

25