Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn...

24
Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is Trots en eigenwaarde niet afpakken Keihard werken voor een habbekrats 2010

Transcript of Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn...

Page 1: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is

Trots en eigenwaarde niet afpakken

Keihard werken voor een habbekrats

2010

Page 2: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

2Armoede Magazine 2010

INHOUD

Kan iedereen meedoen?Degene die zich bijna expert op het gebied van armoede mag noemen, is Marcel van Dam. Hij verbaast zich over de inkomensachteruitgang van de kwetsbaren in de samenleving. Mensen, zo zegt hij, die niet veel ver-der komen in de maatschappij omdat ze dat vermogen niet hebben. Maar die er net zo goed bijhoren.

SchaamteKinderen die niet mee kunnen doen, omdat er thuis geen geld is. Kinde-ren die zich schamen omdat ze geen nieuwe kleren kunnen dragen. Ze kunnen er niets aan doen, maar met openheid zijn ze erg geholpen.

Trots en eigenwaardeAls iets funest is voor mensen, is het wel het weggummen van hun trots en eigenwaarde, zegt Tweede Kamerlid Hans Spekman. Vooral kinderen gaan hem aan het hart: ‘Voor kinderen is het zwaar om zich uit een situatie beneden de ondergrens te knokken, zonder boek thuis, zonder inspiratie. Ik wil niet dat zij de dupe worden.’

SpelDoor kinderen het Arm-Rijkspel te laten spelen, realiseren ze zich veel beter hoe goed of hoe slecht iemand het heeft.

Hard werken en toch armEen vrij nieuw verschijnsel is de sterke groei van het aantal wer-kende armen. Een baan of werk is geen garantie meer om weg te blijven uit de armoede. Sommige mensen komen tenauwernood rond.

ColumnNiets sexy aan armoede

Pleister plakkenOmdat het landelijk beleid niet afdoende is, omdat het landelijk sociaal minimum gewoonweg ontoereikend is, moeten gemeenten de minima wel helpen. Raf Janssen vindt ook: ‘We moeten mensen die het goed hebben proberen te mobiliseren om iets voor een ander te doen’.

ToekomstdromenVoor kinderen die opgroeien in achterstandswijken of in kansarme gezinnen is het vormen van een toekomstbeeld moeilijk. Vaak heb-ben zij geen reëel beeld van de mogelijkheden. De Weekendschool kan daar verandering in brengen.

OuderenDe ouderen in de samenleving lijken vaak niet arm, maar moeten soms van een schamel inkomen rondko-men. Als ze meer op de hoogte zijn van regelingen en toeslagen kan het allemaal wat gemakkelijker worden.

EstafetteLeren van hoe gemeenten omgaan met minima. Hoe kan er samenge-werkt worden tussen vrijwilligers-organisaties en professionals? En lukt dat ook? Wilma Kuiper van de stichting CLIP: ‘Je zult het met z’n allen samen moeten doen!’

OpmerkelijkEen Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting levert bijzondere berichten op. Een selectie uit opmerkelijk nieuws.

ColofonHet Armoede Magazine is een

eenmalige uitgave van de

Landelijke Cliëntenraad (LCR) in

het kader van 2010: Europees

Jaar van de bestrijding van

armoede en sociale uitsluiting.

Uitgever

Else Roetering,

Landelijke Cliëntenraad

Conceptontwikkeling,

uitvoering, eindredactie

Rietje Krijnen

Teksten

Nicole de Haan

Arnoud Kluiters

Rietje Krijnen

Josephine Krikke

Liza Leijenhorst

Corrector

Barbara Bosman,

Landelijke Cliëntenraad

Fotografie

Jeroen Poortvliet

Wil Scholten

iStockphoto

Vormgeving

Wil Scholten

Druk

Zalsman Zwolle BV

Aan deze uitgave kunnen geen

rechten worden ontleend.

Overname van artikelen met

bronvermelding alleen na

uitdrukkelijke schriftelijke

toestemming van de uitgever

en auteur.

November, 2010

4

21

11

12

16

18

22

24

15

6

8

Page 3: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

3Armoede Magazine 2010

VOORWOORD

Hoe wrang is het dat juist in het staartje van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting het meeste venijn zit? Voor mensen die het al niet breed hebben, zijn de vooruitzichten voor de komende vier jaar niet erg rooskleurig. Het kabinet van CDA en VVD met gedoogsteun van de PVV heeft een keur aan maatregelen op het programma staan die bijna zonder uitzondering de mensen met de laagste inkomens het meeste gaan voelen.Wij, als Landelijke Cliëntenraad (LCR), kunnen ze allemaal opsommen.

Alleen mensen die maximaal 110% van het wettelijke minimumloon verdienen, mogen een beroep doen op het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te maken hebben, een financiële tegemoetkoming kunnen bieden.De zorg- en huurtoeslag worden mikpunt van de bezuinigingen. De vraag is op welke manier dat gaat gebeuren. Wordt de inkomensgrens omlaag gebracht waardoor de mensen met de laagste inkomens niets te vrezen hebben? Of wordt de hoogte van de toeslag aangepakt?De premie van de basisverzekering gaat fors omhoog. De berichten vanuit zorgverzekeraars zijn niet roos-kleurig. Soms is er zelfs een stijging van 20 procent! De vraag is hoe het zit met het eigen risico: wordt dat hoger of niet?Een aantal zaken verdwijnt uit de basisverzekering, zoals fysiotherapie, maar ook de anti-conceptiepil voor 21-plussers. De bijstandsuitkering voor gehuwden en samenwonenden gaat omlaag. De eigen bijdrage AWBZ en WMO gaat omhoog. Inburgering moet zelf worden betaald en er komt één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt.Daar moet je even bij zuchten. Mensen die elke maand 50 euro tekort kwamen, komen er volgende jaar nòg meer tekort. De enige groep die het kabinet zegt enigs-zins te gecompenseren, zijn de 65-plussers. Ouderen lijken het beter te krijgen door de invoering van een koopkrachttegemoetkoming die een AOW-regeling vervangt, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ouderen die in het buitenland belasting betalen en ouderen met een onvolledige AOW met een aanvulling uit de bijstand krijgen de tegemoetkoming niet meer.Hoe moet het nu met de armoede in Nederland? Laten de cijfers volgend jaar zien dat de armoede is toege-nomen of afgenomen? Voor een deel kunnen cliënten-raden hierop invloed uitoefenen. Zij kunnen allerlei minimaregelingen die gemeenten in het leven hebben geroepen laten toekomen aan de mensen die het slecht

hebben. Cliëntenraden zijn ook prima in staat om bij gemeenten aan te dringen op samenwerking met aller-lei organisaties om de hulpverlening meer op elkaar aan te laten sluiten. Uit de Stedenestafette 2010 zijn, wat dit aangaat, goede voorbeelden te halen. De LCR is er alles aan gelegen om armoede en sociale uitsluiting duurzaam te bestrijden. We zijn niet een orga-nisatie die alleen maar signaleert, maar die ook in debat gaat met de politiek. Wij zullen het gesprek aangaan met de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het zou prachtig zijn als het ons lukt om een aantal maatregelen om te buigen of te laten zien wat de effecten zijn van sommige bezuinigingen. Dit Armoedemagazine ziet de LCR niet als een afsluiting van het Europees ‘armoede-jaar’, maar als een voortzet-ting van ons beleid om kwetsbaren in de sociale zeker-heid een stem te geven!

Jan Laurier, voorzitter LCR

Venijn zit in de staa(r)t

Page 4: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

4Armoede Magazine 2010

In het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting zou bijna verwacht mogen worden dat er in elk geval iets wordt gedaan aan het tegengaan van de groei van het aantal armen en de ernst van de armoede. De vraag is of dat is gelukt. Met de Steden-estafette (zie pag. 22) is geprobeerd op lokaal niveau gaten in het vangnet te dichten. Maar hoe staan de zaken er op landelijk niveau voor?Marcel van Dam is de laatste jaren vooral in de publici-teit gekomen door aandacht te vragen voor armoede in Nederland. Hij bracht een jaar geleden de film ‘De onren-dabelen’ uit. De film leidde tot discussie. Ook op televisie, waar in het programma ‘Eigen schuld dikke bult’ de vraag centraal stond of aan iedereen gelijke eisen mogen wor-den gesteld als het gaat om zelfredzaamheid.In zijn column in de Volkskrant liet Van Dam op 28 ok-tober 2010 in een reflectie op de eerste schreden van het nieuwe kabinet op het regeringspad weten: ‘Rutte zei in de regeringsverklaring: “De overheid is het schild voor de echt zwakkeren in ons land. Maar iedereen die dat kan, moet wel zelf op de trampoline stappen en de sprong maken naar succes. Niemand in ons land zou aan de kant moeten staan. Want iedereen heeft een eigen

uniek talent.” Dat is, ik kan het niet anders zeggen, een leugenachtige frase. (...) Toch is de mensen die het treft met de komst van het kabinet-Rutte een groot ongeluk overkomen.’Hij borduurt daarmee voort op zijn stellingname in de film De onrendabelen en zijn boek Niemandsland. Ook op het LCR-congres 2010 liet hij als dagvoorzitter zijn mening over het thema ‘armoede’ regelmatig horen.

Laten gebeurenDe cijfers die hij presenteert zijn niet, zoals tegenstan-ders willen doen geloven, gemanipuleerd. Ze komen rechtstreeks van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zoals de armoedeontwikkeling van 1985 tot heden. Daar zijn verschillende cijfers over te produceren. Het minimuminkomen versus topsalarissen bijvoorbeeld: het minimum zakt verder weg en de topinkomens schieten als een raket de lucht in. ‘Hoe komt het dat in jaren van overvloed mensen aan de onderkant van de samenle-ving niet mee hebben kunnen profiteren van de wel-vaart?’, vraagt Marcel van Dam zich af. Mensen die arm zijn, zijn alleen nog maar armer geworden, ongeacht de periode van welvaart of crisis. En hoe komt het dat nie-mand dat heeft gezien en iedereen dat maar heeft laten gebeuren? Hij steekt als eerste hand in eigen boezem, want hij heeft het ook niet gesignaleerd.

MisbruikDat er iets moet gebeuren, is hem meer dan duidelijk geworden. In de film én het boek geeft hij aan dat er een kentering is geweest. Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig waren mensen die rond moesten komen van een sociale uitkering slachtoffers. Die rol hebben

Kan iedereen meedoen of toch niet?

Als het over armoede gaat, lijken berichten elkaar

hierover tegen te spreken. ‘Iedereen meer koopkracht’

tot ‘armen leveren nòg meer in’. Hoe zit het nu precies

met de positie van armen in Nederland? Komen er

echt meer mensen bij die van heel weinig moeten

rondkomen? Of zit het vooral in arme mensen die nòg

armer zijn geworden?

ONRENDABEL

Tekst: Rietje Krijnen

Page 5: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

5Armoede Magazine 2010

ze allang niet meer. Tegenwoordig zijn het daders die, zoals politici willen doen geloven, verantwoordelijk zijn voor de buitensporige overheidsuitgaven. En bovendien zijn veel mensen die terug moeten vallen op een uitke-ring omgeven door een geur van misbruik.Van Dam in Niemandsland: ‘In de hele samenleving in alle instituties, onder vigeur van welke regelingen dan ook, maken sommige mensen misbruik van de inspan-ningen van anderen. Dat gebeurt in de sociale zeker-heid, bij het betalen van belasting, bij het declareren van kosten, bij het leveren van tegenprestaties voor loon en salaris, enzovoort. De wijze waarop het misbruik in de sociale zekerheid wordt bestreden, is stuitend vergeleken met de coulance waarmee ander misbruik wordt gedoogd. Temeer omdat het dat deel van de bevolking raakt dat toch al buitenproportioneel slachtof-fer is van economische tegenwind: de onrendabelen, die als eerste op straat worden gezet als het tegen-zit. Fraude moet altijd en overal worden bestreden. De nadruk die de bestrijding van fraude in de sociale zekerheid krijgt en de concentratie daarvan bij mensen met een lage sociaaleconomische status maakt het tot klassenjustitie.’

Kosten-batenHet levert per saldo erg weinig op om mensen steeds verder in de armoede weg te duwen. Mensen die een erg laag inkomen hebben, leven ongezonder en maken daardoor onevenredig vaak gebruik van de gezond-heidszorg. Het risico om in de criminaliteit terecht te komen, is groter. De kosten die criminaliteit met zich meebrengt, zijn enorm. Van Dam: ‘Het zou een geweldig leerproject zijn om een brede kosten-baten-analyse te maken van de reorganisatie van de verzorgingsstaat zoals die sinds het begin van de jaren tachtig heeft plaatsgevonden. De maatschappelijke en economische kosten van de afname van het sociale en culturele kapitaal moeten gigantisch zijn. Wegen de eventuele economische baten daar tegenop?’

BasisinkomenHij zou er graag een parlementaire enquête aan gewijd

zien worden, maar moet met lede ogen toezien hoe ook het kabinet Rutte zich werpt op de kwetsbaren in de samenleving. Bijstandsuitkeringen die omlaag worden gebracht. Het bedreigde voortbestaan van de sociale werkvoorziening. Van Dam is een warm pleitbezorger van een ‘oud’ idee van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uit 1985. Daarin wordt een basisinkomen voorgesteld. ‘Er zou voor werkenden, ook zelfstandigen, een verplichte algemene volksverzeke-ring moeten komen om aanvulling van het inkomen tot het sociale minimum zeker te stellen. Voor niet-werkenden zou de bijstand dat moeten doen. Boven het sociale minimum zouden sociale partners de risico’s van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid moeten verzekeren, analoog aan het pensioenstelsel. (...) Ik zou er niet voor pleiten het minimumloon af te schaffen, zoals de WRR doet. Wel zou het gedeeltelijk basisinko-men het mogelijk maken het minimumloon met het bedrag van het basisinkomen te verlagen, zodat het voor werkgevers aantrekkelijker wordt onredendabelen in dienst te nemen.’

RijkerHet is een oplossing die niet eens zo heel erg ver van de huidige realiteit afstaat, maar wel van regeringskeu-zes. Van Dam is een idealist. Hij droomt van een betere wereld voor iedereen: ‘Stel je voor dat de Locaties voor Werk en Inkomen veranderen in Locaties voor Werk, Inkomen en Participatie in de Samenleving. Met als belangrijkste doelstelling iedereen, ongeacht zijn vaardigheden, een zodanige plaats in de samenleving te geven dat die kan bijdragen aan zijn geluk. Stel je voor dat over vijftien jaar de achterstand die de laagste inkomensgroepen in de afgelopen dertig jaar hebben opgelopen, goeddeels weer is ingehaald. En stel je voor dat in elk geval over tien jaar de duurzame armoede niet meer bestaat. Dat is waarachtig geen revolutionair verlangen. (...) Als we op alle beleidsonderdelen voor de onrendabelen een verbetering van 1 procent per jaar realiseren, betekent dat over dertig jaar geen heilstaat, maar wel een samenleving waarin iedereen zich rijker voelt.’

Het levert per saldo erg weinig op om mensen steeds verder in de armoede weg te duwen.

Page 6: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

6Armoede Magazine 2010

Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is

JEUGD EN ARMOEDE

Tekst: Arnoud Kluiters

Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) leven 343.000 Nederlandse kinderen in een gezin met een inkomen onder 120 procent van het sociaal minimum. Dit leidt er vaak toe dat ze problemen hebben om zich een plek te verwerven onder leeftijdsgenootjes. Ze trekken zich bijvoorbeeld terug of worden door klasgenootjes buitengesloten. Al is aan de armoede thuis niet snel iets te doen, toch kan aan deze kinderen meer lucht worden gegeven.

Page 7: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

7Armoede Magazine 2010

‘Je ziet het soms nauwelijks. Armoede onder kinderen kan namelijk erg bedekt zijn. Toch treft het gemiddeld drie kinderen per schoolklas. Kinderen waarmee niets aan de hand lijkt te zijn, maar die intussen worden geconfronteerd met de geldzorgen van thuis.’Marja Wittenbols werkt bij stichting De Vonk in Tilburg, een organisatie die zich in Noord-Brabant al ruim 15 jaar actief bezighoudt met armoedebestrijding (zie kader). ‘Onderling kunnen kinderen genadeloos zijn. Verschijnt iemand voor de derde achtereenvolgende dag in dezelfde trui op school? Dan kunnen ze keihard opmerken: Heb je nou alwéér die trui aan? Zou je niet eens wat anders aantrekken!’Nog zo’n uiting van armoede: kinderen die hun ouders niet informeren over het aanstaande schoolreisje. Ze verzwijgen het simpelweg of overhandigen thuis niet het briefje dat ze van school meegekregen hebben.En dan bestaat er overcompensatie: ouders die uit schuldgevoel hun kinderen in de watten leggen. Ze geven bijvoorbeeld dure stiften, een trendy spelcom-puter of een nieuwe fiets, terwijl het geld hiervoor eigenlijk ontbreekt. Maar ze willen niet dat hun kind lijdt onder een volwassen probleem.

OpenheidHoe vervelend ook, de beste manier om met geldzorgen om te gaan is en blijft openheid, weet Wittenbols. ‘Praat erover met de kinderen. Ze hoeven niet van de hoed en de rand te weten, maar zeg eerlijk wat er aan de hand is. Dat je voorlopig helaas iets niet kunt kopen, maar mis-schien pas veel later. Wees hier vooral duidelijk in.’Uit onderzoek blijkt dat deze kinderen vaak denken dat zíj schuldig zijn aan de situatie thuis. ‘Vergelijk het met gescheiden ouders, waarvan een kind denkt dat hun pro-blemen met hem te maken heeft. Ontwijkgedrag kan het gevolg zijn. Of het probeert met oplossingen te komen, ten koste van zichzelf. Zoals het niet melden van een aan-staand schoolreisje. Zo ontlast het kind zijn ouders.’Dankzij openheid leren kinderen zelf om positie te bepalen. ‘In plaats van zelf oplossingen te verzinnen, leert het kind nu dat hij niet alleen staat. Het hoort dat het geen enkele schuld draagt.’Tot op latere leeftijd kan de ouderlijke geldstress iemand achtervolgen. Bekend is het voorbeeld van volwassenen die als kleuter op tafel mochten staan om nieuwe schoenen te showen. Een feest! Welnee, een drama, zeggen die kinderen van toen nu nog. 'Er

wás thuis geen geld voor nieuwe schoenen. Ik liep op de afgedragen gympen van een ander en stond dus nooit op die tafel. Nu nog voel ik die pijn, als ik kinderen over hun modeshows hoor.'Achteraf geconfronteerd met dit soort verhalen slaan veel leerkrachten zich ontzet met de handen voor de mond. Want dit was nooit de bedoeling. ‘Toch sluipen zo onbedoeld veel verschillen tussen rijk en arm het klaslokaal in’, zegt Wittenbols.

Spreek aan!Leraren kunnen zich actiever opstellen als ze vermoe-den dat een kind in de knel komt. ‘Ga bijvoorbeeld niet mee in de vervelende opmerkingen van klasgenoten als iemand al meerdere dagen dezelfde trui draagt. Wat kan het kind hier aan doen? Antwoord liever luchtig dat de leerling er blijkbaar erg aan is gehecht!’Verder is het belangrijk de ouders aan te spreken. ‘Zelf zullen ze niet aan de bel trekken. Wees niet bang om een flater te slaan, ook al bestaat de kans dat je hoort dat er niets aan de hand is. We weten inmiddels: accep-teer dit risico op zo’n misser. Echt! We hebben al zoveel ervaringsverhalen verzameld van leerkrachten die voor zo’n situatie kwamen te staan.Steeds weer blijkt: uiteindelijk zijn deze ouders juist dolblij dat er eindelijk een vertrouwenspersoon nabij is aan wie ze kunnen vertellen wat er werkelijk gaande is. Je kunt als leraar, maar natuurlijk geldt dit voor alle begeleiders, beter iemand twee keer beledigen dan één keer iemand missen die de hulp zo hard nodig heeft.’Daarnaast kunnen er gemeentelijke hulpmiddelen zijn om op terug te vallen. ‘Zo kent de gemeente Tilburg inmiddels een serieus armoedebeleid. Zit je in de bij-zondere bijstand en gaat je kind op schoolreisje? Al gaat het maar om 25 euro: je hoeft niet nogmaals je situatie aan te tonen om aan dit geld te komen. Dien simpel-weg je rekening in en het wordt voor je afgehandeld.’Daarom: ‘vertel je verhaal aan een vertrouwensper-soon van school’, adviseert Wittenbols. ‘Die kan je helpen om een oplossing te vinden. Met de steun van bijvoorbeeld een leraar zien instanties de ernst van een zaak sneller in.’

Stichting De VonkStichting De Vonk richtte zich ongeveer 20 jaar geleden vooral op de ondersteuning van bijstandsmoeders. Later ontstond ook de vraag wat er eigenlijk gebeurde met de kinderen van deze vrouwen. Hoe hielden zij zich staande?De organisatie ontwikkelde onder andere het project Armoede en effecten op kinderen, dat in Tilburg de baker-

mat was voor de oprichting van de stichting Leergeld. Ongeveer zeventig gemeenten hebben deze aanpak

inmiddels gekopieerd. Ook is De Vonk altijd in de weer met buurtprojecten, waardoor er veel en direct con-

tact met mensen wordt gelegd. Verder ontwikkelt de stichting cursussen ‘Armoede onder de loep’

voor vrijwilligers en beroepskrachten, en streeft zij naar het inbedden van struc-

tureel armoedebeleid op lokaal en nationaal niveau.

Page 8: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Hans Spekman

Trots en eigenwaarde mogen we niet afpakken van mensen

8Armoede Magazine 2010

ARMOEDEBELEID OVERHEID

Tekst: Josephine Krikke

Hans Spekman houdt zich

als Tweede Kamerlid

voor de Partij van de Arbeid

bezig met armoede.

Welke landelijke ingrepen

zijn noodzakelijk om

armoede en

sociale uitsluiting

tegen te gaan?

‘Soms moeten we ons

podium gebruiken

om te moraliseren.’

Page 9: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Vrolijke kindertekeningen hangen aan het prikbord in zijn werkkamer, omringd door een slinger van kerst-lichtjes. Aan de muur een vlag van de SDAP-afdeling in Zevenhuizen, de geboorteplaats van Hans Spekman. Hij komt gehaast en iets te laat binnen na een debat in de Tweede Kamer, waar een nipte meerderheid akkoord ging met zijn voorstel om uitbuiting van Oost-Europea-nen in Nederland tegen te gaan. Solidariteit. Dit woord lijkt in zijn DNA te zitten. Dat hij zich druk maakt om de positie van minder bedeelden in ons land komt, denkt hij, voort uit zijn eigen verleden. ‘Ik ben geboren in een arm gezin. Mijn vader ging dood toen ik één jaar oud was en daardoor stond mijn moeder er alleen voor, een weduwe met vier kinde-ren. Zij gaf ons de mogelijkheid om vooruit te komen. Ze cijferde zichzelf helemaal weg, veroorloofde zich slechts een jurk in de twee jaar. Al het andere geld was bestemd voor de kinderen.’ Zijn moeder kwam zelf ook uit een arm gezin. ‘De lagere school mocht zij niet afmaken. En als huwelijkscadeau kreeg ze een gebit.’ De armoede van nu ziet er welis-waar iets anders uit, maar die is net zo zorgelijk, vindt het Kamerlid.

Wat is uw definitie van armoede?‘Daarvoor hecht ik zeer aan het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, red.) Dat laat zien wat iemand - eventueel gebruikmakend van alle regelingen - netto overhoudt en wat daarmee kan worden gedaan. De grens van armoede ligt voor mij op het punt wan-neer de portemonnee het niet meer toelaat mee te doen aan een sport, muziekles of een lidmaatschap van de bibliotheek. Zo raken mensen geïsoleerd en is de vonk van vooruitgang - die iedereen nodig heeft - veel moeilijker te voelen. Voor kinderen is het zwaar om zich uit een situatie beneden die ondergrens te knokken, zonder boek thuis, zonder inspiratie. Ik wil niet dat zij de dupe worden.’

U komt vooral op voor kinderen in armoede. Waarom is dat uw speerpunt?

‘Misschien omdat ik zelf nog heel goed weet hoe het als jongen voelde dat ik bepaalde dingen niet kon doen. En hoe belangrijk het was dat er mensen voor mij knokten; niet alleen de politiek maar ook mensen uit de omge-ving, die bijvoorbeeld mijn judolessen betaalden. Mensen kunnen pech hebben en in armoede terecht-

komen. Kinderen kunnen daar geen moer aan doen. Dat zeg ik ook altijd tegen leden van andere politieke partijen. Sommigen kunnen misschien hardvochtig den-ken over ouders met een uitkering - dat ze profiteurs of fraudeurs zijn, wat aantoonbaar niet het geval is - maar zelfs áls zij dat denken, dan help je kinderen toch niet de vernieling in?Er is veel onderzoek gedaan naar de betekenis van hobby’s voor kinderen. Stel dat een kind talent heeft voor pianospelen, maar nooit de kans krijgt om dat te doen. Bewezen is dat het dan een achterstand oploopt. Zo gooien we het bieden van gelijke kansen overboord.’

Is er in politiek Den Haag genoeg aandacht voor armoede?

‘Toen ik hier kwam werken, wilde ik de mensen die leven in armoede een gevoel van trots en eigenwaarde (terug)geven. We moeten hen niet bestempelen als idioten omdat ze in de bijstand zitten. Het is de afgelopen jaren gelukt om het armoedebudget flink uit te breiden, maar er zijn nog veel oordelen over mensen in de bijstand: je moet het hen allemaal niet te makkelijk maken, want dan hebben ze geen stimulans meer om aan het werk te gaan. Dat mechanisme is heel sterk en ik zie dit tot mijn spijt ook in het nieuwe regeerakkoord.’

Wat vindt u de kabinetsplannen?‘Mensen die afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering worden aan alle kanten geraakt. Er wordt beknibbeld op de kinderkorting en dat hakt er in voor mensen met meer dan twee kinderen. Ook op de bijstand wordt gekort: in twintig jaar tijd wordt een miljard euro bezuinigd. Op een gegeven moment zakken deze mensen dus allemaal onder die ondergrens van een aanvaardbare levensstandaard. Daar heb ik problemen mee. Ze worden geraakt door de opeenstapeling van maatregelen. Maar ook zijn er kleine pesterijen. Zo krijgen 65-plussers geen extra tegemoetkomingen meer van de belasting als ze niet een volledige AOW hier hebben opgebouwd. Ik vind dat er in dit akkoord iets te gemakkelijk geld wordt weggegeven aan mensen die het goed hebben, zoals via de hypotheekrente. Waarom zou ík, een ‘rijk-aard’, daar recht op moeten hebben? Waarom moeten die bijstandsgerechtigden er op ach-teruit gaan en hun kinderen dus buitengesloten worden

9Armoede Magazine 2010

Er zijn nog veel vooroordelen over

mensen in de bijstand. We moeten hen

niet bestempelen als idioten omdat zij

in de bijstand zitten.

Page 10: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

10Armoede Magazine 2010

om rijkere mensen, die er misschien zelf niet op zitten te wachten, financieel te ondersteunen? Dat is toch de wereld op zijn kop?’

Wat vindt u ervan dat mensen makkelijk een lening aangaan?

‘Ik ben daar bezorgd over en denk dat we de cultuur van het lenen weer moeten veranderen in een cultuur van het sparen. Mensen moeten zich niet gek laten maken omdat hun buurman een grote auto heeft. Dit moet een keer worden doorbroken. Het klinkt misschien ouder-wets, maar anders maken we onszelf kapot. Ik wil dan ook bijdragen aan een moraliserende discussie en zeg-gen: neem je eigen verantwoordelijkheid als het gaat over het maken van die schulden. Maar er is ook een andere kant. De wet legt de verant-woordelijkheid voor schulden neer bij de consument en dat is grotendeels terecht. We moeten echter niet vergeten dat mensen soms op een vernuftige manier worden overgehaald, zoals door belbedrijven, met dure ringtone-abonnementen, of door banken die extreme roodstanden toestaan. Als het bedrijfsleven geen ver-antwoordelijkheid neemt, werkt het niet. Ik zie in win-kels nog altijd een grote hoeveelheid bordjes met: nu kopen, morgen betalen. Hiertegen wordt in het nieuwe regeerakkoord niets gedaan. Ik zie daarentegen alleen maar bezuinigingen op de schuldhulpverlening.

Ik vind het ook belangrijk dat er in het onderwijs in de bestaande vakken ruimte komt voor financiële bewust-wording, vooral op scholen waar veel kinderen uitvallen omdat ze schulden maken.’

Wat moet naar uw mening de rol van de landelijke politiek zijn in strijd tegen armoede en sociale uitsluiting?

‘Het belangrijkste is dat we gaan afspreken dat het besteedbaar inkomen van mensen die leven in armoede, onder wie veel alleenstaande moeders, niet beneden een vastgestelde grens komt. Ik kies ervoor om, wanneer mensen hun best niet doen, veel meer werk te maken van de wet werk en bijstand: straffen, sanctioneren en achter de broek te zitten.Maar er zijn ook mensen met een uitkering - en dat zijn er heel veel - die niet eens aan werk kómen. Omdat ze daar fysiek of geestelijk niet toe in staat zijn. Aan ’t werk; daar gaat het nieuwe regeerakkoord vanuit. De schade die dit teweegbrengt bij de mensen die niet kúnnen werken, is groot. Ik zou het waardevol vinden als we met elkaar bepalen: onder deze bestedingsgrens mag niemand zakken. Er zijn nu wel allerlei beleidsma-tige armoedegrenzen, maar die hangen af van willekeur. Werk is een goede manier om uit de armoede te komen. Maar het kabinet wil mensen aan het werk

krijgen door de uitkering te verlagen en hen langdurig onder het minimumloon te laten werken. Ik vind juist dat mensen zijn geholpen wanneer we meer kansen bieden en hen niet onder een bepaalde bestedingsgrens laten zakken. Iemand aan werk helpen doe je niet door de uitkeringen te verlagen.’

Wat is de taak van u en uw collega's in de Tweede Kamer op het gebied van armoede?

‘Soms vluchten we in de politiek weg in het verzinnen van wetten en regeltjes. Maar soms moeten we het feit dat we toegang tot een podium hebben meer gebruiken om te moraliseren en bijvoorbeeld te zeggen: ‘Wees niet zo stom. Leen niet als je het niet hebt.’ Politici moeten daarover durven oordelen - zonder dat dit gelijk leidt tot regelgeving. We moeten het debat in de samenleving aanzwengelen, zodat mensen weer gaan nadenken over waar ze in godsnaam mee bezig zijn. Dat ze voor ieder onzinnig luxegoed een lening aangaan of een hypo-theek nemen voor de keuken omdat de buurman ook een nieuwe keuken heeft: dat vind ik waanzin.’

Eerder zei u dat u trots en eigenwaarde zo belangrijk vindt. Waarom?

‘Trots en eigenwaarde mogen we niet afpakken van mensen. Iedereen moet mee moet kunnen doen in Nederland. Niemand mag worden buitengesloten omdat hij minder geld heeft. We moeten zorgen voor een samenleving die enerzijds een vangnet biedt, maar waarin we ook voor elkaar zorgen. Dat is haal-baar, als we het maar willen met elkaar. Ik heb heel lang gewerkt met dak- en thuislozen en gezien dat de mensen die het meest 'afgeschreven' waren, konden knokken en nu gewoon werken en zelfstandig wonen. Onder hen zijn zelfs mensen die van 1978 tot 2000 op straat hebben geleefd. En als zij dat kunnen, dan kan iedereen het. Als je ze maar niet loslaat. We moeten consequent het gesprek aangaan en ook vragen wat hun eigen behoeftes, wensen en ideeën zijn. Dat dit succesvol is, is ook gebleken bij de re-integratie: wan-neer iemand inspraak krijgt op zijn traject, is het resul-taat vele malen beter dan wanneer iemand standaard in een fabriek moet gaan werken. En op zijn tijd moeten we misschien ook wel bereid zijn een schop onder de kont geven, als iemand het ernaar heeft gemaakt. De ingrepen van het nieuwe kabinet brengen mensen in diepere armoede én meer mensen krijgen te maken met armoede. De regering gaat uit van het idee dat als mensen nog kariger moeten rondkomen, ze nog meer hun best gaan doen. Die filosofie gaat tot enorme schade leiden in de samenleving, vrees ik. Ik zal ervoor vechten dat het niet gebeurt.’

Niemand

mag worden

buitengesloten

omdat hij

minder geld

heeft.

Page 11: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

‘Machteloos, maar ook slim. Dat was ons algemene gevoel', zeggen de ‘arme’ Femke, Miriam en Josien na afloop van het spel. Wat bijvoorbeeld te doen - zo luidt een vraag - als populaire klasgenoten thuis achter de computer duiken om met elkaar te msn’en? ‘Geld voor een computer is er bij ons niet’, beeldt Miriam zich in. ‘Hierdoor hoor ik er niet meer helemaal bij. Wat ik dan zal doen? Ik kan bijvoorbeeld in de bieb of bij een vriendin achter de computer kruipen. Of ik probeer een nieuwe activiteit te verzinnen waarop anderen inhaken.’ Bij ieder antwoord dat de spelleider goedkeurt mag de speler de pion een stap voorwaarts zetten. Wie straks als eerste in het eindvak komt met de pion, mag het geld in ontvangst nemen dat gedurende het spel in de pot terecht is gekomen.

Geen geldzorgenShirley en Malou starten het Arm-Rijkspel als ‘rijk’ persoon. ‘Geen moment heb ik geldzorgen gehad’, ervaart Malou. ‘Er was een vraag of ik wekelijks twee euro opzij wilde schuiven om binnenkort een mobiele telefoon te kopen. Nou, dat was dus geen enkel probleem.’

Het leuke van het spel zijn vooral de discus-sies die losbarsten tijdens het uitvoeren van opdrachten. Al bij de eerste vraag verbazen de vijf meiden zich over de hoogte van elkaars zakgeld. De één krijgt niets, klopt pas bij de ouders aan als er iets nodig is. Een ander ontvangt wekelijks een tientje, met daarnaast maandelijks 50 euro kleedgeld. ‘Weet je wel hoeveel je dan overhoudt’, wordt er over de tafel geroepen. Wat móet je met al dat geld, dat krijg je toch niet op?’

VerschillenNa afloop van het spel praat het vijftal nog langdurig na over alle (on)gemakken, frustraties, oplossingen en meningsverschil-len. Ze bespreken de situatie op school, ze menen in eerste instantie dat iedere leerling sociaal gezien best goed meedraait. Financiële verschillen komen bij klasgenoten niet echt aan het licht. Er wordt rekening met elkaar gehouden en iedereen draagt de kleren die hij of zij wil dragen, zonder dat daar denigrerende opmerkingen over worden gemaakt.Maar gaandeweg het gesprek komen er nuanceverschillen naar boven. Ze weten dat

sommige meiden alleen make-up van duurdere merken gebruiken, terwijl anderen het moeten doen met een goedkopere variant van een winkelketen. Wat gebeurt er vervolgens: ‘Je hoort er bij die rijkere groep dan echt niet bij!’

MerkHetzelfde zie je terug in de gymles. Veel leerlingen lopen rond in een bepaald merk sportbroek. Draag je die, dan word je over het algemeen sneller uitgekozen tijdens het vormen van een ploeg. ‘Die broek tekent namelijk een vriendschap. Loop je in een andere broek, dan hoor je er niet bij en word je minder snel gekozen.’Ze vinden dit soort situaties belachelijk. Laat dat duidelijk zijn, roepen ze in koor. Maar ze komen wel voor. ‘Ik ken iemand die soms met een goedkope Zeemanonderbroek rondloopt, dat zie je aan de rand ervan die duidelijk boven de broek uitsteekt’, zegt één van de meiden. ‘Ik zou dat nooit doen, het is niet mijn smaak. Maar ik zal die meid daar nooit op beoordelen. Zij is er toch tevreden mee? Ik zou het pas stom gaan vinden als ze zich zou aanpassen aan de smaak van anderen.’

11Armoede Magazine 2010

Hoe laat je kinderen van de hoogste groepen van de basisschool en van het middelbaar onderwijs op een speelse manier ondervinden wat het betekent om met weinig geld te moeten leven? Met het Arm-Rijkspel, luidde het creatieve antwoord van stichting De Vonk in Tilburg. Het is een op Ganzenbord gebaseerd bordspel voor maximaal zes jongeren, met een volwassene als begeleider. Iedere deelnemer ontvangt aan het begin 7,50 euro of 30 euro als startgeld. Daarmee is de teneur gezet, want welke (noodgedwongen) keuzes maak je hierdoor tijdens opdrachten, gedurende het spel? Of, hoe los je financiële obstakels op een slimme manier op?

Tekst: Arnoud Kluiters

Armoedespel

Page 12: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Vijftig uur per week aan het werk voor

een schijntje. Twee of zelfs drie banen

en toch niet rond kunnen komen.

Het is het lot van een steeds groter

wordende groep flexwerkers,

uitzendkrachten, mensen met een

tijdelijk contract en zzp’ers.

Een groep die door zijn

flexibiliteit en innovatie

heel belangrijk is voor

onze economie, maar

tegelijkertijd de harde

klappen moet

opvangen als

het slecht gaat.

12Armoede Magazine 2010

WERKENDE ARMEN

Tekst: Liza Leijenhorst

Keihard werken voor een habbekrats

Werkende armen in Nederland

Ans Pelzer

Page 13: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Magda van Tilburg is zelfstandig illustrator. Ze werkt tien uur per dag, zeven dagen in de week. Haar werk is haar leven. Toch verdient ze maar een schamele 800 euro netto per maand exclusief huursubsidie. ‘Kom, ik ben geen chirurg, maar waarom zou ik minder moeten verdienen dan iemand die mijn ramen komt lappen? Ik ben geen lapzwans, ik lig niet de hele dag op mijn nest, ik werk me te pletter! Ik leg mijn hart in mijn werk, ik geef alles wat ik in me heb, maar de financiële tegenwaarde is zeer gering. Omdat hun werk voor de meeste tekenaars een vleesgeworden hobby is, hebben uitgevers weinig geld over voor goede illustraties, denk ik weleens.’ Magda is een zogeheten werkende arme. In het boek Onzeker bestaan. Leven aan de rafelrand van de arbeidsmarkt, vertelt ze hoe ze ondanks haar 70-urige werkweek zo weinig verdient dat de Belastingdienst het een negatief inkomen noemt. Dat betekent dat ze na aftrek van beroepskosten en andere aftrekposten in de min staat. En ze is niet de enige.

Working poorIn Amerika vormen de ‘working poor’ al jarenlang een bekend fenomeen, maar ook Nederland heeft een steeds grotere groep werkende armen. Mensen die zich net als Magda van Tilburg op hun werk storten, maar daar nauwelijks van rond kunnen komen. Volgens Ans Pelzer, beleidsmedewerker Maatschappij en levens-beschouwing bij FNV Bondgenoten, gaat het om zo’n 250.000 tot 300.000 huishoudens met inkomen uit werk of eigen onderneming die toch onder de armoedegrens komen. Die grens ligt rond de 1000 euro netto. Daar-naast zijn er heel veel mensen met een laag inkomen. ‘Het fenomeen bestond tot zo’n tien à vijftien jaar gele-den niet. Het is een vrij nieuw iets, heel Amerikaans. Het is een gevolg van de flexibilisering van de arbeids-markt en de privatisering van diverse branches, zoals de postmarkt’, licht Pelzer toe. De werkende armen zijn er in allerlei gedaanten en in allerlei branches, zo wordt duidelijk in Onzeker bestaan, een boek dat op initiatief van Pelzer ontstond. De één knoopt de eindjes aan elkaar als heftruckbestuurder, de ander sappelt als postbezorger voor 2 euro netto per uur. Zowel de vormgeefster als de alfahulp bijten op een houtje. Wel zijn er bepaalde branches die er wat vaker negatief uitspringen, vertelt Pelzer. Het zijn de branches waarin de medewerkers maar weinig vaste uren krijgen of steeds weer een tijdelijk contract totdat ook dat niet meer mag. Dan staan ze op straat. ‘Het gaat bijvoorbeeld om de thuiszorg, de kinderopvang of de supermarkten die het liefst alleen jongeren in dienst nemen. De jeugdlonen liggen immers stukken lager dan het minimumloon, dus oudere werknemers krijgen maar moeilijk een vaste aanstelling in een supermarkt.’

TweedelingEsther-Mirjam Sent, Hoogleraar Economische theorie en economisch beleid aan de Radboud Universiteit Nijmegen, woonde vijftien jaar in de Verenigde Staten en zag daar hoe vele working poor nauwelijks genoeg hadden aan twee of drie baantjes. Ze voelde zich er niet prettig bij, maar signaleerde na haar terugkeer in Neder-land dat ook in de polder een dreigende tweedeling was ontstaan tussen mensen met een vast contract en de groep flexwerkers en zzp’ers: ‘Inmiddels is nog maar 40% van de werkenden fulltime in loondienst, 60% is zzp’er, uitzendkracht, flexwerker of heeft een contract voor bepaalde tijd. Veel van ons beleid om werken-den te beschermen, komt echter bij die 40% terecht. Het grootste deel van de werkenden valt daarbuiten. Afspraken over ziektekosten, arbeidsongeschiktheid en pensioenen zijn mooi, maar een hele grote groep heeft er niets aan. Gelukkig zijn de vakbonden inmid-dels wel wakker geschud. Zij kunnen de grootste vuist maken aan de onderhandelingstafel. Ook bij de Sociaal Economische Raad (SER) is sinds kort iemand aangesteld die zich met de zzp’ers bezighoudt.’Sent wijst erop dat de groep die tijdens de recessie de hardste klappen heeft gekregen, juist ontzettend hard nodig is om de economie gezond te houden. ‘Die flexi-bele schil van zzp’ers en flexwerkers hebben we heel hard nodig in Nederland. De economische crisis was erg, maar de werkloosheid viel mee. We klopten ons op de borst. In een land als Spanje liep de werkloosheid op tot ruim 20% en bij ons ging het “maar” om 6,1%. Maar dat hebben die flexibele werkers bijna helemaal opgevangen. En die mensen hebben we in de toekomst juist zo hard nodig op de arbeidsmarkt, met het oog op ontgroening en vergrijzing. Ook de innovatie en flexibiliteit die ze brengen kunnen we goed gebruiken. Maar het zure is dat de armoede juist onder die groepen veel groter is.’

Alleenstaande oudersEen bijkomend probleem van werkende armen is dat er veel alleenstaande ouders onder vallen, zeggen Sent en Pelzer. Zij hebben immers meer monden te vullen. Een voorbeeld is dtp’er Paula van der Veer. Haar verhaal is opgenomen in Onzeker bestaan. In 2002 gingen Paula en haar man uit elkaar, waardoor het inkomen van de kostwinner grotendeels kwam te vervallen. (…) Het is een hele kunst om een gezin met vier kinderen gaande te houden met een inkomen van 1125 euro en 360 euro kinderbijslag. De huur voor de bescheiden woning in Sneek kost per maand al 450 euro. Gas, water en licht komen op zo’n 210 euro. De zorgverzekering en assuran-tiën kosten 165 euro per maand. (..) Van wat overblijft, zo’n 560 euro per maand, moeten vier kinderen en een volwassene gekleed en gevoed worden.

13Armoede Magazine 2010

Inmiddels is nog maar 40% van de werkenden fulltime

in loondienst. De rest is flexibel inzetbaar.

Page 14: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

14Armoede Magazine 2010

‘Eenoudergezinnen zijn heel erg oververtegenwoordigd in de armoedeproblematiek, maar dat lijkt niemand te interesseren’, zegt Pelzer. ‘We krijgen een samenleving waarin een groep alleenstaande moeders het maar moet zien te rooien. Al die vrouwen gaan bovendien een arme oude dag tegemoet. Ze bouwen immers ook geen pensioen op.’

OplossingMaar hoe kan het probleem dan worden opgelost? Pelzer is van mening dat al veel leed te voorkomen is door het flexwerken terug te dringen. ‘Meer contracten van klein naar groot omzetten. De FNV vindt dat uit-zendkrachten die meer dan negen maanden hetzelfde werk doen, een vast contract horen te krijgen. Uitzend-krachten die hetzelfde werk doen als vaste krachten horen daarvoor hetzelfde loon en dezelfde arbeidsvoor-waarden te krijgen als de vaste mensen. Zij moeten dus onder dezelfde cao werken. Overigens zouden werkge-vers alleen flexwerkers moeten inschakelen bij ziekte van vaste krachten en tijdens topdrukte.’ Ook vindt Pel-zer dat er speciale aandacht moet komen voor de soms schrijnende situatie van alleenstaande ouders. ‘Vaders zouden meer op hun verantwoordelijkheden moe-ten worden aangesproken en een betere alimentatie moeten betalen. Daarvoor zouden die vrouwen niet naar de rechter moeten hoeven gaan. Het zou gewoon via de Belastingdienst geregeld moeten kunnen worden. We moeten nadenken hoe we met die heel grote groep alleenstaande ouders met een laag inkomen kunnen omgaan. Ik heb daar ook niet meteen een oplossing

voor.’ Sent ziet vooral winst in het verplicht stellen van een verzekering voor ziekte en arbeidsongeschiktheid bij zelfstandigen. ‘Ik was laatst op een bijeenkomst voor zzp’ers en ik schrok ervan hoe slecht ze dingen, zoals verzekeringen en pensioen, voor zichzelf hadden geregeld. Natuurlijk horen risico’s bij ondernemer-schap, maar als we als maatschappij willen dat mensen voor het zzp-bestaan blijven kiezen omdat we daar baat bij hebben, dan moeten we ze wel beschermen. Bijvoorbeeld door ze verplicht te laten verzekeren tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid. Om de flexwerkers te beschermen, moet je zorgen dat de cao-bepalingen over bijvoorbeeld scholing ook op hen van toepassing zijn. Als iemand niet onder de minimumloonregeling valt bijvoorbeeld, heeft het geen zin om het minimumloon te verhogen. Verder denk ik dat er een nieuw Sociaal Akkoord moeten worden gesloten om de tweedeling op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Het helpt ook nog de overheidsbelastingen gezond te houden. Het momen-tum is daar om het te doen!’

Nieuwe regeringOf het nieuwe kabinet er iets aan gaat doen, betwijfelt Sent. ‘Er wordt in het regeerakkoord wel gesproken over krapte op arbeidsmarkt. Ook worden zorgen uitgesproken over de positie van flexwerkers en zzp’ers. Het kabinet prijst ze voor het ondernemerschap en de dynamiek die ze brengen. De nieuwe regering wil verder dat werkgevers en werknemers afspraken maken en dat die ook van toepassing zijn op de flexwerkers. Ook vindt het dat zzp’ers overheidsklussen moeten kunnen binnenhalen. Kortom, dit kabinet is zich er van bewust dat flexwerkers en zzp’ers hard nodig zijn, maar de specifieke maatregelen om hun positie te verbeteren zijn nog redelijk beperkt.’ De FNV hoopt volgens Pelzer dat de nieuwe regering een brede volksverzekering voor arbeidsongeschikten in het leven roept waar ook zzp’ers onder vallen. Daarnaast vindt de bond dat zzp’ers toegang moeten krijgen tot bedrijfstak- en pensioenfondsen met premies die zijn afgestemd op hun wisselende inkomen. Andere wensen tenslotte op het lijstje zijn minimumtarieven voor zzp’ers in bepaalde sectoren en een loket voor zzp’ers waarin UWV, gemeente, Kamer van Koophandel samenwerken.Er is nòg een trend gaande. In de pilots Werken naar vermogen gericht op herziening van de Wsw wordt met loondispensatie gewerkt. De mensen krijgen een belo-ning onder het Wettelijke minimumloon. De FNV, maar ook de Landelijke Cliëntenraad vrezen dat werknemers in de Sociale Werkvoorziening minder fulltime contrac-ten krijgen, waardoor ze mogelijk weer afhankelijk wor-den van een uitkering en armoede onder hen toeneemt. Als ze ook ten prooi vallen aan flexibele inzetbaarheid wordt het voor hen moeilijk om mee te blijven doen.

Page 15: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Wie op internet zoekt naar informatie over dit Europese Jaar van bestrijding van armoede en sociale uitsluiting komt bij geijkte sites van de organisatie zelf uit. Her en der wordt er melding gemaakt van activiteiten in regio’s of van landelijke organisaties. Er ís heus aan-dacht voor armoede, maar de vraag is of dat de ‘goede’ aandacht is?Politieke partijen als de SP hameren keer op keer op de problematiek rond armoede. Marcel van Dam verschijnt regelmatig in programma’s om uiteen te zetten hoe het er in Nederland aan toe gaat. Er zijn documentaires, praatprogramma’s en zo meer. Maar dan nog: is het de goéde aandacht?De mensen die al op de hoogte zijn van de stijgende armoede in Nederland en de toenemende schrijnende problematiek luisteren hier graag naar. Ze krijgen een bevestiging. De mensen die het niet wìllen horen, luis-teren niet en vinden het een kwestie van ‘eigen schuld, dikke bult’.Dat armoede niet een op zichzelf staand gegeven is, komt bij het grote publiek niet over. Simpelweg uitkerin-gen verlagen om mensen zo te prikkelen aan de slag te gaan, werkt niet. Armoede zit diep in mensen veran-kerd. Sterker nog: door het armer maken van Neder-landers die toch al arm zijn, kost het de Nederlandse maatschappij op termijn nog veel meer om de gevolgen op te vangen.Want: wie betalen met z’n allen de gezondheidszorg? Wie bekostigen opvanghuizen voor tienermoeders? Uit welk budget worden gevangenissen, politie en justitie betaald? Waar komt het geld vandaan voor gratis sport-mogelijkheden voor kinderen?Wat al deze vragen met armoede te maken hebben? Alles! Arme mensen leven ongezonder en doen een groter beroep op de gezondheidszorg. Meisjes uit arme gezinnen komen eerder in de puberteit blijkt uit onder-zoek. Ze gaan zich eerder voortplanten, omdàt ze een kortere tijd te leven hebben. Pure biologie. De kans dat zij en hun kinderen weer uit de armoede komen, neemt hierdoor steeds verder af.Wie in armoede opgroeit en al generaties niets anders meemaakt, loopt een groter risico om met criminaliteit in aanraking te komen. Een jongere die een jaar in de gevangenis verblijft kost maar liefst 250.000 euro. Wordt er niets aan begeleiding gedaan, dan is kans op herha-

ling groot, waardoor een nieuw verblijf in een gevange-nis op de loer ligt en de kosten verder oplopen. En dan de kinderen. Er wordt veel geïnvesteerd om de kinderen ‘erbij’ te houden. Maar ook die budgetten zijn lapmiddeltjes en zouden in een groter geheel moeten passen. Als mensen uit de armoede moeten komen, moeten ze allereerst het gevoel hebben dat ze erbij horen. Echte aandacht is van belang. Dat betekent: een fatsoenlijk leefbudget, goede woonomstandigheden, kansen voor kinderen en mogelijkheden om werk te doen wat wordt gewaardeerd.Maar ja, dat zijn allemaal geen ‘sexy’ onderwerpen. Is het ‘sexy’ te maken? Dat deed de familie Froger ooit. Het gezin ging op bijstandsniveau leven en zal er goede bedoelingen mee hebben gehad. Hun situatie komt nooit in de buurt van de realiteit, omdat zij juist worden gerespec-teerd om hun tijdelijke armoede. Er zullen weinig ‘armen’ zijn die ditzelfde respect ontmoe-ten. Juist omdat armoede niet sexy is, kan er maar het beste zo snel mogelijk een halt aan worden toegeroepen. En dat moet de hele samenleving willen!

Het is het Europees Jaar van bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Hoeveel mensen weten dat? Weet het ‘grote publiek’ dat er dit jaar extra aandacht is voor het onderwerp?

Niets ‘sexy’ aan armoede

15Armoede Magazine 2010

COLUMN

Tekst: Rietje Krijnen

Page 16: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Volgens Raf Janssen, wethouder van sociaal beleid, wonen en cultuur van de gemeente Peel en Maas, heb-ben veel gemeenten best een goed minimabeleid. Janssen houdt zich vanaf zijn studie sociologie al bezig met armoedebestrijding en heeft diverse publicaties over dit onderwerp geschreven. Janssen is naast wet-houder ook secretaris bij de Sociale Alliantie, samenwer-kingsverband van diverse organisaties zoals FNV, CNV, Kerk in Actie en Forum. De Sociale Alliantie zet zich in voor een armoedevrij Nederland.

Ontoereikend‘Bij het gemeentelijk armoedebeleid gaat het om plak-pleisters. Omdat het landelijk beleid niet voldoende is en het landelijk sociaal minimum gewoonweg ontoe-reikend is, moeten gemeenten de minima wel helpen. Gemeenten moeten fatsoenlijk omgaan met mensen die op of onder de armoedegrens leven en ik heb het idee dat dat heel aardig gebeurt. Natuurlijk doet de ene gemeente het beter dan de andere. De plannen van het nieuwe kabinet baren me wel zorgen. Korten op de bij-standsuitkering is niet reëel, het is schandalig te denken dat ze wel met minder rond kunnen komen.’Het Sociaal Cultureel Planbureau kwam in septem-ber met de publicatie ‘Uit de armoede werken’. In dit onderzoek is gekeken of mensen die in 2004 arm waren dat in 2007 nog steeds waren. 40 procent van die groep bleek vier jaar later nog steeds op of onder de armoedegrens te leven. Een van de conclusies is dat betaald werk de belangrijkste manier is om uit de armoede te komen. Daar is Raf Janssen het mee eens, als het tenminste om werk gaat dat fatsoenlijk betaald wordt. Als dat zo is hoeft er ook geen sprake te zijn van een armoedeval, waardoor het voor mensen met een bijstandsuitkering financieel niet loont om te gaan werken. Als ze gaan werken zouden ze namelijk het recht op diverse inkomensafhankelijke regelingen ver-liezen. ‘Armoedeval wordt snel geroepen, maar is vaak lariekoek. Een alleenstaande die vanuit de bijstand gaat werken en het minimumloon ontvangt, gaat er sowieso 30% op vooruit. Voor gehuwden ligt het gecompli-ceerder, maar dan nog. Wij als gemeente hanteren bij inkomensafhankelijke regelingen bijvoorbeeld een grens van 115 procent van het sociaal minimum. Dat wil zeggen dat als je tussen de 100 en 115 procent van het minimumloon gaat verdienen, je nog steeds recht hebt op de minimaregelingen. Het loont dus zeker om te gaan werken. En een baan biedt trouwens meer dan een hoger inkomen. Het geeft voldoening en het gevoel er weer bij te horen.’

De gemeente plakt pleisters

16Armoede Magazine 2010

ARMOEDEBELEID GEMEENTEN

Tekst: Nicole de Haan

Gemeenten krijgen van de Rijksoverheid steeds meer

beleidsvrijheid om het armoedebeleid zelfstandig

vorm te geven. Ze hebben de zorgplicht om de

leefsituatie en het toekomstperspectief van kwetsbare

inwoners te verbeteren. In eerste instantie gebeurt

dat door de Wet Werk en Bijstand (WWB) uit te voeren.

Gemeenten zorgen ervoor dat een bijstandsuitkering

wordt uitbetaald. Daarnaast kunnen ze bijzondere

bijstand verlenen, en voorzieningen in het leven

roepen om maatschappelijke participatie mogelijk te

maken. Bijvoorbeeld zodat kinderen uit arme gezinnen

kunnen sporten. De gemeente kan ook helpen bij het

oplossen van schulden. Deze maatregelen vallen onder

de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Page 17: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

AanvullendTwee maal per jaar stelt het Rijk het sociaal minimum vast. Dit is gelijk aan de bijstandsnorm, eventueel aangevuld door de kinderbijslag. Voor 65-plussers is het sociaal minimum gelijk aan de AOW. Deze norm geldt voor alle burgers in Nederland en wordt geregeld in de Wet Werk en Bijstand (WWB). ‘De uitvoering van de Wet Werk en Bijstand is een taak van de gemeenten’, aldus Raf Janssen, ‘maar daarnaast zijn er aanvullende gemeentelijke regelingen, zoals een tegemoetkoming in de aanvullende ziektekostenverzekering. In de gemeente Peel en Maas is dat bijvoorbeeld € 17,- per maand. Er kan ook een bijdrage worden gegeven voor schoolkosten, sociaal-culturele activiteiten en sport. Ver-der kun je denken aan een tegemoetkoming in de extra uitgaven die chronisch zieken of gehandicapten hebben.’ Deze voorzieningen in het kader van de Wet maatschap-pelijke ondersteuning (Wmo) kunnen op twee manieren worden verstrekt. Je krijgt de hulp in natura (iemand komt bijvoorbeeld langs als hulp in de huishouding) of via een persoonsgebonden budget (een geldbedrag waarmee mensen zelf hulp kunnen inkopen).Naast de uitvoering van de WWB en Wmo noemt Jans-sen het betrekken van de samenleving bij het armoe-deprobleem. ‘Gemeenten moeten mensen die het goed hebben proberen te mobiliseren om iets voor een ander te doen. Vrijwilligerswerk bijvoorbeeld.’

Op lokaal niveau proberen steeds meer voedselbanken een steeds grotere groep mensen te helpen met een eerste levensbehoefte. In eerste instantie keek de overheid met argusogen naar dit fenomeen, maar nu werken gemeenten steeds vaker samen met de lokale voedselbank.

VindplaatsHet ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft zelfs aan dat de samenwerking tussen gemeen-ten en voedselbanken verder moet worden verbeterd. Volgens Janssen heeft het ook geen enkele zin om met de ruggen naar elkaar toe te staan. ‘Voedselbanken zijn er, en ze zijn een vindplaats van mensen met wie de overheid het contact verloren heeft. Mensen die gebruik maken van de voedselbank, kunnen wellicht ook gebruik maken van gemeentelijke voorzieningen. Zo houden ambtenaren in diverse gemeenten spreek-uren bij de lokale voedselbank, om te kijken hoe ze de situatie van mensen kunnen verbeteren. Daarnaast kun-nen gemeenten voedselbanken ondersteunen door hen bijvoorbeeld een pand beschikbaar te stellen. Het zou mooi zijn als er geen voedselbanken meer nodig zijn, maar dat moment is helaas nog niet aangebroken.’

17Armoede Magazine 2010

StedenestafetteIn het kader van het Europese jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting vindt dit jaar de Stedenestafette plaats (zie pag. 22). De

bedoeling is om lokale initiatieven te stimuleren. Ook is de hoop dat hier-mee verschillende partners met elkaar in verbinding komen, zoals

bijvoorbeeld gemeente en voedselbank.Volgens Raf Janssen denken nog steeds veel mensen

in Nederland dat armoede geen probleem is. Hij hoopt dat er door de Stedenestafette een landelijk

en publiek debat op gang komt, omdat de ene gemeente het stokje doorgeeft aan de andere. Zo zou er, als het goed is, door het hele land aandacht moeten komen voor het armoedepro-bleem.

Page 18: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

De vriendenboekjes staan er in de eerste jaren van de basisschool vol mee. Meisjes willen later graag verpleegster, juf of kapster zijn. Jongens zijn vast van plan door het leven te gaan als brandweerman, piloot of avonturier. Kinderen van 10 jaar en ouder krijgen wat realistischer beelden. Ze hebben om zich heen kunnen kijken en vinden het beroep van vader, moeder, oom, tante of een vriend leuk.

EenzaamVoor kinderen in achterstandswijken werkt het allemaal wat anders. Daar kwam psycholoog Heleen Terwijn midden jaren negentig achter tijdens een meerjarig onderzoek in de Bijlmer onder de leeftijdsgroep 10-14 jarigen. Kinderen, zo bleek, stonden er enorm eenzaam voor als het ging om het nadenken over hun toekomst. Hun ouders vonden wel dat hun kroost het beter moest krijgen en een diploma moest halen. Waar-vóór ze een diploma moesten halen was, daar hadden ze niet zo’n idee van. Alleen dokter en advocaat pasten in dat plaatje, omdat dat de enige ‘hoge’ beroepen waren die ze kenden. Terwijn in een eerder interview: ‘Bij een slechte CITO-score lag de toekomstdroom om dokter of advocaat te worden in duigen. Veel kinderen kregen het idee dat ze gefaald hadden en ze dachten vooral dat er voor hen niets interessants te doen zou zijn’.

18Armoede Magazine 2010

WEEKENDSCHOOL

Tekst: Rietje Krijnen

Kinderen hebben lang romantische

ideeën over hun toekomst. Vaak worden

die ingegeven door hun ouders, de

omgeving en televisiebeelden. Kinderen

uit achterstandswijken krijgen minder

prikkels op dit vlak. Omdat ze ook niet

kunnen terugvallen op rolmodellen lopen

ze sneller het risico in een uitzichtloze

situatie te belanden. Niet als ze naar de

Weekendschool gaan. Daar krijgen ze een

keur aan mogelijkheden voorgeschoteld

die hun toekomst kan verrijken.

Weekendschool opent deuren voor toekomstperspectief

Page 19: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

19Armoede Magazine 2010

Shelley viel al tijdens de kleuterjaren op door haar leergierigheid. Haar ouders die in een cafetaria werken, noemden haar de professor van het gezin. Shelley nam altijd aan dat ze later ook in diezelfde zaak zou gaan werken. Totdat ze op de Weekendschool zag wat de mogelijkheden waren. Nu heeft ze heel andere plannen en wil ze ooit lerares biologie worden.

Veel kinderen werden in het moeilijke proces van opleiding en beroepskeuze aan hun lot overgelaten. Terwijn kon haar deprimerende onderzoeksresultaten bij de gemeente neerleggen en het daarbij laten, maar ze zocht verder. Er moest iets nieuws komen. Terwijn: ‘Het besef dat elk kind talenten heeft en dat het er uiteinde-lijk om gaat iets te vinden waar jij goed in bent, leefde helemaal niet. Je was ongeveer verloren als je geen hoge schoolopleiding kon gaan volgen.’

InspiratieZe zag dat het belangrijk was al op jonge leeftijd veel toekomstmogelijkheden te zien én de eigen talenten te ontdekken. Inspiratie te krijgen van mensen met passie voor hun vak. En zo werd het concept van de Weekend-school geboren. Een school die het beste in kinderen naar boven moet halen, als er van nature weinig sti-mulans in de omgeving is. Terwijn vond een partner in handelshuis IMC dat zorgde voor de nodigde financiën. De naam van de school was zo snel gevonden: IMC Weekenschool. Na de eerste vestiging in de Bijlmer in 1997 volgden er nog acht. Natalie van Gelder, hoofd onderzoeksgroep IMC Week-endschool: ‘De tweede school kwam na behoefteon-derzoek in Amsterdam Noord. Het was erg spannend in die tijd of het concept ook daar aan zou slaan. Je hebt toch met andere bevolkingsgroepen te maken – meer

autochtonen – dan in de Bijlmer die destijds voor een belangrijk deel bestonden uit Antillianen en Surinamers. Datzelfde gold voor de derde vestiging in Amsterdam-West. Dat was rond de tijd van de discussies over de Marokkaanse jeugd. Maar het concept bleek overal aan te slaan. We hebben nu ook vestigingen in Den Haag, Utrecht, Nijmegen, Groningen, Rotterdam en Tilburg.’

MotivatieDe werkwijze is even eenvoudig als doeltreffend. De vestiging heeft contacten met scholen in achterstands-wijken. Elk jaar werven zij kandidaten onder leerlingen van groep 7. De kinderen moeten aangeven waarom ze naar de Weekendschool willen komen. Ze krijgen ook de vraag voorgelegd of ze het vol kunnen houden om drie jaar lang elke zondag te komen. Niet voor elk kind is dat weggelegd, omdat er verplichtingen zijn zoals sportclubs, hobbies, kerk of moskee. Voor kinderen uit gebroken gezinnen die om het weekend niet in dezelfde stad verblijven, is het ook nauwelijks mogelijk om steeds aanwezig te zijn.‘We pikken de meest gemotiveerde kinderen eruit. Dat moet ook wel, want we hebben per vestiging maar 40 plaatsen per leerjaar, terwijl zoveel meer kinderen willen komen. Kinderen moeten dus ook die energie erin willen steken’, legt Van Gelder uit. Motivatie staat bij de leiding van de scholen niet gelijk aan prestatie. ‘Dat is een mis-vatting. We gaan ervan uit dat elk kind talenten heeft.’Het systeem draait voor een belangrijk deel op gast-docenten. ‘Dan gaat het om mensen die vanuit hun eigen passie en enthousiasme kennis overdragen. De beroepen passen in de 15 vakken die we in drie jaar tijd behandelen. Denk maar aan geneeskunde, recht, journalistiek, sterrenkunde, ondernemen, film. Vooraf spreken we met gastdocenten de aanpak goed door.’

Page 20: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Hashim ging voorheen van school naar huis om daar alleen maar televisie te kijken. Buiten spelen mocht niet van zijn moeder. Met klasgenootjes afspreken, lukte bijna nooit. De Weekendschool was een soort ontsnap-ping voor hem uit het saaie dagritme van de zondag. Van een bijna depressieve jongen veranderde hij in een ondernemende puber.

StageAdvocaat Carolien Pentinga heeft een paar jaar meege-draaid als gastdocent. Zij werkt bij Plasman Advocaten en kwam dus ook samen met Peter Plasman les geven over strafrecht. ‘Ik vind het een prachtig initiatief’, zegt ze. ‘Het idee dat kinderen geïnspireerd raken en blijven geloven in hun dromen. Je leert ze echt iets en ze raken geïnteresseerd. Ik zag dat ook aan het enthousiasme van de kinderen. We hebben te maken gehad met kinderen die zonder meer talent hadden om te pleiten. Peter zei naderhand: je bent bij deze over tien jaar aangenomen op ons kantoor.’

Het meest treffend vindt ze nog altijd de motivatie. ‘Ga er maar aanstaan om op 10-jarige leeftijd de moed op te brengen om er elke zondag weer te zijn. Dat vergt nogal wat van je! Motivatie die je vooral uit jezelf moet halen. Er waren ook kinderen die het thuis moeilijk had-den. Het hoort niet uniek bij deze doelgroep, maar het komt wel voor. Die kinderen moet je ook ruimte kunnen bieden. Of kinderen die eerst teruggetrokken waren, maar naderhand toch uit hun schulp kropen. Het gaat eigenlijk om meer dan het vak ‘recht’ alleen. Ze moeten ook leren voor een groep te gaan staan, de pleiten en te argumenteren. Daar heb je altijd wat aan.’Het is het aspect waarop ook Natalie van Gelder hamert: kinderen leren niet alleen vakken. Een jongetje op

school zei het een keer erg treffend: ‘Op de Week-endschool leer je echte dingen’. ‘Dat is ook zo. Sociale vaardigheden zijn minstens zo belangrijk. Onze drie peilers zijn verbreden van perspectief, vergroten van het zelfvertrouwen en versterking van de verbintenis met de samenleving. Dat zit in meer dan alleen kennis. Dit zorgt ervoor dat kinderen een duidelijker toekomst-perspectief hebben. Dat ze volhardend worden in het bereiken van hun ideaal. Wij krijgen ze binnen vanaf 10 jaar. Als ze nog volop nieuwsgierig zijn en voor heel veel openstaan. Het is bekend dat die natuurlijke drang afneemt naarmate kinderen ouder worden. Juist tot die 14 jaar kunnen we ze veel extra’s bieden, zoals com-promissen sluiten, onderhandelen, het eigen standpunt verdedigen. Dat is allemaal erg waardevol. Krijgen ze dit soort impulsen niet, dan ligt uitzichtloosheid veel meer op de loer.’

Jair was volgens zijn basisschool een lastige dominante jongen. Het eerste jaar op de Weekendschool had hij het moeilijk. In het tweede jaar leek het ook die kant op te gaan toen hij weer een voorzittersrol opeiste. Zijn groepje wilde alleen een ander onderwerp voor een film kiezen dan hij had voorgesteld. Hij legde zich daarbij neer zonder boos te worden en werkte net zo hard als alle anderen mee om de film tot een succes te maken.

OudersEen teer punt in het geheel is de thuisbasis. Die is lang niet altijd ideaal. Tot dit jaar heeft de IMC Weekend-school zich vooral gericht op de kinderen, omdat hun motivatie belangrijk is voor deelname. ‘Het klopt dat we ouders op een bepaalde manier links hebben laten lig-gen. We zien wel het belang van ouders en de thuissitu-atie. Het is voor de leerlingen fijn als ze thuis het een en ander kunnen vertellen, dat hun ouders geïnteresseerd zijn en naar de diploma-uitreiking komen. Dat is alleen niet voor iedereen weggelegd. Dit jaar zijn we begon-nen met huisbezoeken om een beter beeld van de leerlingen te krijgen. Soms helpt dat om een kind beter te ondersteunen. Als ouders beter weten wat hun kind doet, kunnen zij er op hun beurt ook meer voor hem of haar zijn.’Inmiddels is een groep oud-leerlingen ook gevraagd naar de ervaringen en de manier waarop ze de kennis nog gebruiken of toepassen. ‘Het blijkt dat ze voor een groot deel wel een duidelijker beeld van hun toekomst hebben. We zouden over tien jaar weer eens moeten onderzoeken hoe zij er dan voor staan. Ze kunnen dan zelf ook beter de waarde van de tijd bij ons onder woor-den brengen.’

Met dank aan Impuls, uitgave van StimulanszKijk ook op www.imcweekendschool.nl

20Armoede Magazine 2010

WEEKENDSCHOOL

Deelname aan de school is gratis. De kosten worden opgebracht door IMC en zo’n zestig andere sponsoren. Giften zijn er ook. Job Cohen heeft bij zijn afscheid als burge-meester van Amsterdam besloten alle giften ten goede te laten komen aan de IMC Weekend-school. Sinds kort is er wat overheidsgeld mee gemoeid. Gemeenten zijn meer bereid om financieel hun steentje bij te dragen en de organisatie bekijkt welke vorm hiervoor wordt gevonden.

Page 21: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

OUDEREN

Tekst: Rietje Krijnen

21Armoede Magazine 2010

Pia gaat elke dag naar het café op de hoek. Niet om er een borreltje te halen, maar om lang voor openingstijd de boel schoon te maken. Ze doet dit werk nu ruim vier jaar en het bevalt haar wel, omdat ze alles op haar eigen tempo kan doen. Pia is namelijk niet meer zo snel met haar 69 jaar. ‘Het is niet het meest fantastische werk, maar ik hoef in elk geval niet steeds de eindjes aan elkaar te knopen. Met alleen AOW kwam ik er niet’, zegt ze.Er zijn meer mensen als Pia: een leven lang gewerkt, gescheiden, geen recht op pensioen. Pia kent iemand die bijna dertig jaar in België heeft gewoond in een enorme villa. De beste man dacht het gemakkelijk tot zijn dood uit te zingen met zijn kapitaal, maar liep tegen een louche zakenpartner aan. Pensioen? Had hij niet geregeld. ‘Die doet nu met zijn 72 jaar de administratie van een paar kleine bedrijfjes, zodat hij toch wat bijver-dient. Het punt is dat hij een onvolledige AOW heeft, waardoor hij wel zal moeten.’

Gaatjes dichtenHet zijn geen uitzonderlijke situaties. Een deel van de Nederlanders heeft géén aanvullend pensioen of een onvolledige AOW. Leven van alléén een AOW is al inge-wikkeld. Wie de gemiddelde kosten voor wonen, zorg en dagelijks levensonderhoud bij elkaar optelt, komt al snel boven de 1000 euro per maand uit. Het jaarlijkse vakantiegeld wordt meestal gebruikt om de gaatjes te dichten.Volgens de ouderenbond ANBO is het belangrijk dat deze situaties meer bespreekbaar worden gemaakt. Woordvoerder Juanita Bouman: ‘Veel ouderen hangen het niet aan de grote klok dat ze te weinig geld heb-ben om van te leven. Daardoor is een deel van deze armoede verborgen en blijft zo onzichtbaar voor de buitenwereld. Je ziet dat mensen steeds minder gaan uitgeven aan eerste levensbehoeftes als eten. Anders redden ze het niet.’Wie zo slecht de eindjes aan elkaar kan knopen, heeft

vaak de mogelijkheid om kwijtschelding van bijvoor-beeld afvalheffing of gemeentelijke belastingen te krijgen. Mensen met een onvolledige AOW kunnen via de Sociale Verzekeringsbank (SVB) hun AOW én een aanvulling (WWB 65+) krijgen als het inkomen beneden het sociaal minimum ligt. Wie zich erin verdiept, vindt tal van mogelijkheden om het basisinkomen toch iets op te krikken.

Niet-gebruik‘Een belangrijk speerpunt van de ANBO is dat we niet-gebruik willen tegengaan’, zegt Bouman. ‘Het blijkt dat veel ouderen te weinig de mogelijkheden kennen om kwijtschelding te krijgen of toeslagen aan te vragen. Dat kan mensen behoorlijk in de problemen brengen. Soms zie je ook een te grote trots om die aanvragen in te die-nen. Alsof mensen dan toegeven dat ze het financieel slechter hebben. Wij laten mensen zien dat het daar niet om draait. Dat het belangrijker is om genoeg te eten te hebben, maar dat is niet altijd gemakkelijk.’

CliëntenradenCliëntenraden van de SVB zijn bijvoorbeeld in staat om via informatie vanuit de SVB te hameren op mogelijkhe-den om toeslagen of kwijtschelding aan te vragen. De ANBO: ‘Mensen willen soms niet zichtbaar worden. Dan moet je wel zorgen dat ze de juiste informatie krijgen. Dat proberen wij te doen en wij proberen ook de positie van ouderen via de politiek goed onder de aandacht te brengen. Mogelijk dat er dan iets verandert.’

Ouderen en armoede

Je ziet het niet, maar het is er welGepensioneerden die nauwelijks de eindjes aan elkaar kunnen knopen. 65-plussers zonder pensioen die niet weten hoe ze het einde van de maand moeten halen. Armoede treft ook duidelijk ouderen. Meer bekendheid geven aan bestaande regels zou ouderen wel kunnen helpen.

Page 22: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Het idee is eenvoudig en zou doeltreffend kunnen zijn: gemeenten die zich aanmelden voor de Stedenestafette houden een manifes-tatie over armoede en sociale uitsluiting. Een van de dragers van het project, het Verweij-Jonker Instituut, voert in elke deelnemende gemeente een onderzoek uit naar de stand van zaken van het armoedebeleid. Het onder-zoek mét aanbevelingen moet gemeenten verder helpen het lokale beleid te verbeteren.Dat zou de verwachting scheppen dat het hier om gemeenten gaat waarin het slecht gesteld is met het minimabeleid, maar niets is minder waar. Uit de informatie die het Verwey-Jonker Instituut verstrekt blijkt het te gaan om koplopers op het gebied van bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.

De ervaring van Wilma Kuiper van de Stichting CLIP, door de organisatie van regionale werk-bijeenkomsten van de Sociale Alliantie betrok-ken bij dit project, is toch een iets andere. ‘Wij zijn ook in verschillende deelnemende gemeenten geweest, maar daar moet nog veel gebeuren’, zegt zij.

Keihard nodigHet is haar vooral opgevallen dat de samen-werking tussen professionals en vrijwilligers moeizaam verloopt. ‘En je zult het toch met z’n allen moeten doen. Ik heb wel gezien dat mensen zich dat realiseren. Iedereen roept ook dat een goede samenwer-king tot stand moet komen, maar de praktijk is gewoon anders.'

'Vrijwilligers gaan op een andere manier om met geven van tijd en aandacht aan mensen. Dat kan haaks staan op hoe professionals te werk gaan. Terwijl je elkaar keihard nodig hebt. Je bent er bijvoorbeeld niet met schuld-hulpverlening alléén. Dat kan een prachtig uit-gangspunt zijn om mensen uit de problemen te halen, maar in de praktijk wil het nogal eens mis gaan. Dan gaan mensen opnieuw schulden aan omdat de wasmachine kapot gaat. Als je zorgt voor goede begeleiding van deze mensen en een goed contact met een kerkelijke organisaties of humanitas dan kan dat probleem misschien worden opgevangen.’

VangnetWilma Kuipers verhaal is eigenlijk: zorg voor een goed gemeentelijk kader, maar rust tege-lijkertijd ook vrijwilligersorganisaties toe om brede steun te kunnen bieden.

Stichting CLIP:

Alleen door samenwerking is armoede tegen te gaan

22Armoede Magazine 2010

STEDENESTAFETTE

Tekst: Rietje Krijnen

Een van de onderdelen van de aanpak in Nederland in het

kader van het Europees Jaar van de bestrijding van armoede

en sociale uitsluiting is de Stedenestafette. De bedoeling is

dat in verschillende plaatsen ervaring wordt opgedaan met

armoedebestrijding én dat daarna die ervaring weer wordt

doorgegeven aan een andere gemeente. Een mooi initiatief,

maar werkt het ook?

Page 23: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

‘Je ziet dat gemeenten het helemaal niet zo slecht doen als het gaat om armoedebeleid via de sociale zekerheid en Wet maatschap-pelijk ondersteuning (Wmo). Cliëntenraden zitten daar, als het goed is, ook bovenop. Het probleem zit ‘m veel meer in de organisaties die als het ware het vangnet vormen. Hun subsidies dreigen in de komende jaren afge-bouwd te worden, terwijl ik vaak het gevoel heb dat zij echt de basis vormen onder het armoedebeleid.’Ze noemt het de dubbele hedendaagse bood-schap. Aan alle kanten wordt geroepen dat mensen mee moeten doen. Ze moeten met drang en dwang aan de slag om te participe-ren in de samenleving. ‘En tegelijkertijd zie je dat allerlei faciliteiten worden teruggebracht. Er wordt steeds wat vanaf gesnoept, zodat het uiteindelijk moeilijker wordt om echt mee te doen.’De term is bekend: civil society. We moe-ten meer voor elkaar doen om zo verder te komen. Burenhulp, heette dat vroeger. Op zich niet eens een verkeerd onderdeel van het armoedebeleid. ‘Als mensen bij elkaar zijn betrokken, is er al een grote stap gemaakt. Maar je moet dat wel onderdeel maken van het grotere geheel. Wat ons betreft – en dat geldt voor alle organisaties die te maken heb-ben met het armoedebeleid – moeten deze

organisaties ondersteunend zijn.

Ze moeten kunnen inspringen als regelingen tekort schieten. Dat betekent dat je elkaar moet kennen en samen moet optrekken.’Vrijwilligers en professionals lukt dat niet zo goed, ziet ze. Terwijl het wél kan. ‘De gemeenten moeten zien dat zij het overleg, de samenwerking, moeten faciliteren. Zij moeten de bindende factor zijn, anders blijven er te veel mogelijkheden onbenut. Tja en dat kost een gemeente geld, maar het levert ook weer veel op!’

Ne9en padenplanWilma Kuiper neemt Zwolle als voorbeeld. ‘Daar is een aparte stichting opgericht die wij hebben ondersteund. Die stichting is er in 2009 gekomen. In 2010 konden de participerende organisaties aan de slag. We hebben daar gewerkt met het idee van lange termijnvisies en korte klappen. Als je dat stappenplan bekijkt (zie hieronder), ziet het er gewoon goed uit. We hebben als vertrekpunt de mensen zelf. Zij worden aan het woord gelaten. Armoede kan je niet aanpakken zonder de inbreng van de mensen waarover het gaat! De samenleving moet erbij worden betrokken, zodat mensen meetellen en kun-nen meedoen. Zo zijn diverse paden uitge-werkt. Die werkwijze kan naadloos op elke gemeentelijke situatie worden geplakt. Maar dan nogmaals: het is zaak dat professionals en vrijwilligers met elkaar optrekken.’In Zwolle is een sociale toekomstagenda opgesteld. Die kan ook overgenomen wor-

den door diverse gemeenten, zodat uiteindelijk de lokale samenwer-

king voor de minima wordt versterkt, vernieuwd en

verbeterd.

Geleen is ook een voorbeeld waar lokale organisaties een betere onderlinge samen-werking hebben afgedwongen. ‘Daar waren verschillende maatschappelijke organisaties ontevreden over de armoedemanifestatie die er is gehouden. De gemeente heeft dat goed opgepikt en is met de organisaties om de tafel gegaan. Je ziet dat in Geleen een betere samenwerking op poten wordt gezet.’

BezuinigingenMaar wordt het ‘stokje’ ook doorgegeven aan andere gemeenten? Wilma Kuiper vindt dat het te weinig is gebeurd. Uit de cijfers van begin november blijkt dat ze daar gelijk in heeft. Bij de start van het ‘armoedejaar’ en de stedenestafette lieten dertig gemeenten weten in dit kader activiteiten te willen ont-plooien om armoede te bestrijden. De stand begin november was niet echt hoopgevend. De helft van deze dertig gemeenten heeft tot dusver actie ondernomen. Movisie, landelijke projectleider van de Stedenestafette laat als reactie hierop weten: ‘Sommige gemeenten zien door bezuinigingen of de installatie van een nieuw college af van deelname. Anderen zijn bang verwachtingen te scheppen die ze in de praktijk niet waar kunnen maken.’Wilma Kuiper: ‘Het streven van de Sociale Alliantie is om Nederland in 2020 armoedevrij te hebben. We zouden hieraan met dit armoe-dejaar een impuls kunnen geven. Deels denk ik dat dat ook wel gelukt is. Toch blijft dat streven erg afhankelijk van de manier waarop in heel Nederland naar armoedebeleid wordt gekeken. Blijft het iets van ons allemaal? Of wordt het een ‘zij’ tegen ‘wij’-verhaal?’

23Armoede Magazine 2010

Page 24: Zeg kinderen eerlijk wat er aan de hand is niet afpakken ...het minimabeleid van gemeenten. Weg zijn beleids-vrijheden waardoor gemeenten aan burgers die met cumulatie van kosten te

Veel Nederlanders die onder de armoedegrens leven, hebben moeite om uit deze situatie te komen. Dat laat het Sociaal en Cultureel Planbureau in septem-ber 2010 weten. Van de huis-houdens met een laag inkomen zijn zes op de tien er drie jaar later financieel beter aan toe. De andere veertig procent zat ook na drie jaar nog onder de armoedegrens.Autochtone Nederlanders heb-ben vijfmaal zoveel kans om blijvend aan de armoede te ontsnappen dan niet-westerse migranten. Voor de vraag of iemand in armoede leeft, ging het Planbureau uit van de zoge-noemde lage-inkomensgrens. Die was in 2007 tijdens het onderzoek 900 euro per maand voor een alleenstaande.

Voor het rapport hield het SCP een steekproef onder honderd-duizenden huishoudens die in 2004 onder deze grens leef-den. Het vinden van werk of beter betaald werk is meestal erg belangrijk voor de vraag of iemand arm is. Autochtone Nederlanders slagen er over het algemeen veel sneller in om aan de slag te komen dan migran-ten. Dat is volgens het CPB dan ook de reden dat het voor die laatste groep moeilijker is om de armoede achter zich te laten.Bijna de helft van de armen heeft in de 3,5 jaar voorafgaand aan het onderzoek niet naar werk gezocht. Daarvan zegt weer de helft dat hun slechte gezondheid de reden is om niet de solliciteren.

24Armoede Magazine 2010

Movisie: Stedenestafette heeft veel losgemaaktSCP: moeilijk om uit armoede omhoog te klimmen

De zorg- en beschermingstaak van de overheid schiet tekort. Dat is de meest schrijnende conclusie die blijkt uit het breed kerkelijke onderzoek ‘Armoede in Nederland 2010’. Dat stuit de kerken tegen de borst. Grote groepen burgers zijn langdurig afhankelijk geworden van dia-conale hulp door kerken.De kerken dringen er om die reden bij hun lokale diaconale organisaties op aan dat zij de uitkomsten van het armoede-onderzoek als een belangrijk signaal inbrengen bij hun lokale overheden en pleiten voor een duurzaam sociaal armoedebeleid en betere uitvoering van de soci-ale zekerheid. Ds. Peter Verhoeff, preses van de generale synode van de Protestantse Kerk, noemt het ‘een kwestie van fatsoen dat de overheid verantwoordelijkheid draagt voor wie dat zelf niet kan’. Ds. Peter Verhoeff: ‘Gerechtig-heid is recht, en daar behoort in een beschaafde samenleving

de overheid zorg voor te dragen. Waar mensen vallen, daar die-nen zij opgevangen te worden. En het net dat daarvoor nodig is, dient te worden opgehouden door de overheid. Pas wanneer die zorg tekort schiet, wanneer het recht niet functioneert, of wanneer er meer nodig is dan recht doen, pas dan komt de kerk in beeld.’Uit het onderzoek blijkt dat het vooral alleenstaande ouders (51,8%) en mensen zonder betaald werk (48%) zijn die hulp ontvangen. Andere veelvoor-komende groepen zijn oude-ren, asielzoekers en mensen met psychische beperkingen. Verder blijkt dat de oorzaken van armoede vooral voortkomen uit schuldenproblematiek, door langdurig moeten rondkomen van een laag inkomen en ook door onbekendheid met regel-geving en de bureaucratie.

Onderzoeksrapport‘Armoede in Nederland 2010’

Juist nu het economisch slechter gaat, juist nu alle politieke partijen zoeken naar bezuinigin-gen om het doorschieten van de geldeconomie te repareren, juist nu roept de Sociale Alliantie de Nederlandse samenleving op zichzelf een doel te stellen dat past bij een welvarend land: zorg dat binnen 10 jaar geen armoede meer voorkomt in Nederland.Met deze doelstelling pleit de Sociale Alliantie voor een samenleving waarin alle burgers respect ervaren, waarin de bestaanszekerheid voor allen en de zorg voor elkaar zijn gegaran-deerd. Armoede kan overwon-nen en voorkómen worden als goede collectieve voorzieningen mensen in staat stellen om naar vermogen eigen bijdragen te leveren aan het goede samen-

leven van allen en de eigen bestaanszekerheid van een ieder. Met solidariteit en eigen kracht lukt het om armoede uit te ban-nen en weg te houden uit onze samenleving.’De samenleving moet op zoek naar werkelijk nieuwe wegen om de bestaanszekerheid van iedereen te garanderen. Tijdens die zoektocht naar nieuwe regelingen moeten de bestaande sociale regelingen zo veel mogelijk in stand en op peil worden gehouden. Want alleen burgers die verzekerd zijn van bestaanszekerheid zijn in staat om volwaardig mee te doen aan het maatschappelijke debat over de toekomst van onze samen-leving en deel te nemen aan de zoektocht naar de vernieuwing van de sociale zekerheid.

Manifest Sociale Alliantie: Nederland in 2020 Armoedevrij!

Vanuit MOVISIE zijn zeven advi-seurs betrokken bij de Steden-estafette. Zij begeleiden de deelnemende gemeenten zowel op bestuurlijk als op ambte-lijk niveau en adviseren bij de ontwikkeling en uitvoering van de lokale manifestaties. Volgens twee adviseurs, Bora Avric en Christine Kuiper, heeft de Ste-denestafette veel losgemaakt.Bora Avric: ‘Ik heb gemerkt dat het project Stedenestafette heel veel heeft losgemaakt. Niet alleen bij de deelnemende gemeenten maar ook bij veel andere gemeenten en instanties die zich bezighouden met

de armoedeproblematiek. Veel organisaties hebben ons bena-derd met de vraag wat wij doen, of ze met ons mogen samenwer-ken en hoe zij zelf een bijdrage kunnen leveren aan de doelstel-lingen van het project.’Christine Kuiper: 'De Stedenesta-fette tegen armoede en sociale uitsluiting kwam wat mij betreft op het juiste moment. Nederland gaat flink bezuinigen. Dit treft kwetsbare groepen, onder meer Wajongers en mensen die al langdurig in een bijstandssituatie verkeren. Ik vind het belangrijk dat we aandacht hebben voor deze groepen en samen met deze groepen kijken wat er nodig is om hun situatie minder kwetsbaar te maken.’