Xollandria deel 2

8
Schrijver en illustrator: Thomas Vroegop Xollorandia

description

door Thomas Vroegop

Transcript of Xollandria deel 2

  • Schrijver en illustrator:

    Thomas Vroegop

    Xollorandia

  • Hoofdstuk 1

    Het was inmiddels al weer 2014. Stijn en Will zijn aan het spelen. Opeens zien ze een gat.

    Het gat lijkt oneindig diep te zijn. Maar Stijn springt er in.

    Will hoort een harde plof dus roept: gaat het? Ja, er is hier zachte grond! Roept Stijn.

    Kom ook. Er is hier een portaal. Will springt ook in het gat en komt op Stijn terecht. Au!

    Roept Stijn. Gaat het stijn? Vraagt Will. Nee! Antwoord stijn. We moeten naar huis.

    Zegt Will. Dat kan niet. Antwoord stijn. Waarom niet? Vraagt Will.

    Ik denk omdat we door het portaal moeten. En een ander portaal in de andere wereld moeten

    nemen om weg te gaan.

  • Hoofdstuk 2

    Stijn en Will kijken naar het portaal. Opeens ziet Will een briefje. Dit is het briefje:

    Will laat de brief aan Stijn zien. Hahaha! Geloof jij daar in?! Reuze bijen?! Jan van dood?!

    Stijn buldert het uit van het lachen. Will word boos en roept: en als het nou waar is?!

    Dat is een bang makertje van de bewoners daar. Buldert Stijn verder.

    ga hier nie in doodelijk

    ga terug nu nog kan

    reuze bijen

    jan van dood

  • Hoofdstuk 3

    Stijn en Will stappen door het portaal. De kleuren golven om hen heen.

    De gang met gekleurde golven houd op. Ze stappen uit de gang.

    Ze zien een mooie gekleurde wereld voor zich. Hier zal nooit avontuur te vinden zijn.

    Zegt Stijn. Will kijkt om zich heen. Hij ziet een zonnebloemenveld.

    Hij ziet iets bewegen. Het is een bij en geen kleintje ook! Will zegt het tegen Stijn.

    Stijn antwoord als volgt: hahaha, je bent bang! Opeens ziet Stijn het ook.

    Maar Will je hebt gelijk. Ja, natuurlijk heb ik gelijk!

    Laten we maar langs de rand lopen van het zonnebloemenveld.

    Dan zien ze ons misschien niet. Ok. Zegt Will.

    Ze lopen langs de rand van het zonnebloemenveld. Maar na een klein stukje lopen zien ze dat

    ze wel een klein stukje door het zonnebloemenveld moeten lopen.

    Stijn gaat voorop, maar Will blijft staan. Stijn verdwijnt tussen de zonnebloemen.

    Opeens hoort Will Stijn om hulp roepen. Will rent naar Stijn toe.

    Hij ziet hoe Stijn wordt gevangengenomen. Will springt naar Stijn toe.

    Maar hij blijft in de lucht hangen. Hij wordt uit de lucht gepakt door een bij en word

    gevangengenomen.

  • Hoofdstuk 4

    Stijn en Will zijn gevangengenomen in de bijenkorf. Stijn, je bent veel te eigenwijs!

    Sorry Will. Sorry?! We zijn gevangengenomen door reuzen grote bijen!

    En er zijn geen mensen in de buurt! Will we moeten ontsnappen. Ja, joh, dat weet ik ook wel.

    Ik heb honger. Stijn je bent geniaal. Waarom? Honing is eetbaar toch. Ja?

    We eten de muren op en we zijn vrij. Eerst moet ik even slapen. Ok.

    Ok, we kunnen ontsnappen, ik ben uitgeslapen. Zegt Stijn gelijk na het slapen.

    Nou, dan zeg ik maar eet smakelijk. Na tien minuten zijn ze weer vrij. Ze springen uit de korf

    en rennen weg. Goed plan Will. Roept Stijn tijdens het rennen.

    Will kijkt naar achteren en ziet dat de bijen achter hen aan zitten. Ren! Roept Will hard.

  • Hoofdstuk 5

    Stijn en Will zijn sneller dan de bijen. De bijen keren terug naar de bijenkorf.

    Maar toch blijven ze rennen. Stop! Roept Will tegen Stijn.

    Waarom? Zie je dat daar? Dat zijn bijen. We moeten dus omlopen. Antwoord Will.

    Ja, nu zie ik het. Ok, dan doen we dat.

    Gelukkig dat jij hebt opgelet anders werden we weer gevangengenomen.

    Ze zijn om de bijen heen gelopen. Nu staan ze weer op een open veld.

    Waar zullen we heen gaan? We moesten naar de overkant van het eiland.

    Dat was volgens mij het noorden. Eh, Stijn er is hier geen zuid of noord.

    Oeps, vergeten. We moeten naar rechts. Zegt Will.

    Na een tijdje lopen komen ze bij een grot. Hierin! Roept Stijn en rent naar de grot.

    Stijn, er kan ook een bewaker van het portaal zijn! Roept will.

    Op dat moment horen we gezoem.Het is een wesp!

    Stijn, rennen! Roep ik. En daar komt de wesp.

    We rennen naar het zonnebloemenveld, maar we gaan er niet in. De wesp komt op ons af.

    Duiken Stijn, duiken! We duiken opzij. De wesp komt in het zonnebloemenveld terecht.

    We rennen zo snel mogelijk de grot in. Vr ons zien we het portaal terug naar huis.

  • Hoofdstuk 6

    Stijn en Will stappen door het portaal. De gekleurde golven om hen heen.

    Ze stappen uit het portaal. Ze zijn weer thuis! Waar waren jullie? Vraagt Ilse.

    Geef de kaart eens? Als Stijn de kaart heeft, kijkt hij ernaar. We wareneens kijkenhier. Hij tekent een rondje en kleurt het met geel in. Dit noem ik bijeneiland.

    Ik zei toch dat je niet weer in portaal moest gaan. Zegt Ilse boos.

    Bedankt voor het lezen

    Stijn laat de kaart aan de volwassenen zien.

    Kijk, ik en Wil hebben een nieuwe plek gevonden op

    Xollorandia. Zegt Stijn.

    Stijn toch. Waarom ga je toch altijd weg?

    We waren aan het spelen en toen viel ik in een gat.

    Ik zag een portaal en ik wist: daar moet ik doorheen om

    terug te komen. Liegt Stijn. En moet ik dat geloven?

    Vraagt Stijns moeder.

    Ja. Zegt Stijn onzeker. Ok, laat dat gat eens zien.

    Stijn en zijn moeder lopen naar het gat.

    Zijn moeder ziet het gat en gelooft Stijn.

    Je hebt geluk dat je moeder je gelooft.

    Zegt Will tegen Stijn