Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een...

21
1 Centrum voor Politiestudies – Studiedag 6 november 2014 in Gent DEMOCRATISCHE POLITIE Workshop: Externe controle op de politie – rol van de media Pol Deltour Nationaal secretaris VVJ / AVBB Politie en media: elk een eigen finaliteit - De politie moet de orde handhaven en criminaliteit opsporen - De media moeten informeren, duiden en opiniëren – ook over politie Politiewerk zal de informatietaak van de media soms in de weg staan Mediaverslaggeving en –kritiek zullen politiewerk soms dwarsbomen of politiemensen soms onwelgevallig zijn De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten: Persvrijheid: artikel 25 Grondwet, artikel 10 EVRM Maar ook: de Code van Journalistieke Beginselen, uitgevaardigd door de Raad voor de Journalistiek op 20.09.2010 Zie bijlage 1. Op het terrein: belang van de wettelijke erkenning van beroepsjournalisten (wet 30.12.1963): “De overheden worden verzocht de titularis [van deze officiële perskaart] alle faciliteiten te verlenen in zoverre verenigbaar met de vereisten van openbare orde en van het verkeer.” Zie bijlage 2.

Transcript of Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een...

Page 1: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

1

Centrum voor Politiestudies – Studiedag 6 november 2014 in Gent

DEMOCRATISCHE POLITIE

Workshop: Externe controle op de politie – rol van de media

Pol Deltour Nationaal secretaris VVJ / AVBB

Politie en media: elk een eigen finaliteit

- De politie moet de orde handhaven en criminaliteit opsporen

- De media moeten informeren, duiden en opiniëren – ook over politie

Politiewerk zal de informatietaak van de media soms in de weg staan

Mediaverslaggeving en –kritiek zullen politiewerk soms dwarsbomen of politiemensen soms

onwelgevallig zijn

De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide.

Enkele klassieke ankerpunten:

Persvrijheid: artikel 25 Grondwet, artikel 10 EVRM

Maar ook: de Code van Journalistieke Beginselen, uitgevaardigd door de Raad voor de

Journalistiek op 20.09.2010

Zie bijlage 1.

Op het terrein: belang van de wettelijke erkenning van beroepsjournalisten (wet 30.12.1963):

“De overheden worden verzocht de titularis [van deze officiële perskaart] alle faciliteiten te

verlenen in zoverre verenigbaar met de vereisten van openbare orde en van het verkeer.”

Zie bijlage 2.

Page 2: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

2

Reglementering over politiewoordvoering

Maar ook bescherming van informele communicaties: wet 2005 op het journalistieke

bronnengeheim.

Zie bijlage 3.

Journalisten en undercover: het principe is open vizier; undercover kan voor maatschappelijk

echt relevante informatie die niet met de normale journalistieke werkwijzen kan worden

verkregen.

Zie bijlage 4.

En dan de verslaggeving:

- Democratisch belang vs. Staatsraison (inclusief politielogica)

- Openbaarheid van politie en justitie vs. belang van openbare orde, geheim van het

onderzoek

- Openbaarheid vs. privacy, vermoeden van onschuld, recht op vergeten

Zie bijlage 5.

Actuele casus: burger-/beroepsjournalisten met smartphonecamera’s

Page 3: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

3

BIJLAGE 1

Code van de Raad voor de Journalistiek

Goedgekeurd door de VZW Vereniging van de Raad voor de Journalistiek op 20 september 2010 BEGINSELEN Het recht op informatie en vrije meningsuiting is een fundamenteel mensenrecht en een essentiële voorwaarde voor een democratische samenleving. De pers heeft het recht en de plicht om het publiek te informeren over zaken van maatschappelijk belang. Het recht van het publiek om de feiten en de opinies te kennen bepaalt de journalistieke vrijheid en verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid van de journalist tegenover het publiek veronderstelt een maximale vrijheid en heeft voorrang op zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn werkgever en die tegenover de overheid. De journalist legt zich daarbij normen op, die volgen uit het respect voor andere fundamentele mensenrechten. Die normen vloeien voort uit zijn plicht om (I) waarheidsgetrouw te berichten, (II) onafhankelijk informatie te garen en te verstrekken, (III) fair op te treden en (IV) respect te betonen voor het privéleven en de menselijke waardigheid. De journalist kan van sommige bepalingen van deze code afwijken als een voldoende gewichtig maatschappelijk belang dat vereist en de informatie niet op een andere manier kan gebracht worden. De bepalingen waarop deze afwijking van toepassing is, worden hierna aangeduid met (*). Een aantal bepalingen van deze code worden aangevuld met concrete richtlijnen, die als bijlage bij de code worden gevoegd. Deze bepalingen worden hierna aangeduid met (►).

Page 4: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

4

I. - WAARHEIDSGETROUW BERICHTEN

1. – De journalist bericht waarheidsgetrouw. Dit vloeit voort uit het recht van het publiek om de waarheid te kennen. 2. – De journalist publiceert alleen informatie waarvan de oorsprong hem gekend is. De journalist checkt de waarachtigheid van de informatie. In de mate van het mogelijke, en voor zover dit relevant is, maakt hij de bron van zijn informatie bekend. 3. – De journalist schrapt of verdraait geen essentiële informatie in teksten, beelden, klankfragmenten of andere documenten. Bij het verwerken van vraaggesprekken geeft hij de verklaringen van de geïnterviewde getrouw weer en respecteert hij de geest van het gesprek. ► 4. – De journalist maakt voldoende het onderscheid tussen zijn feitelijke berichtgeving en zijn commentaar duidelijk voor het publiek. In zijn berichtgeving maakt de journalist het onderscheid tussen feiten, veronderstellingen, beweringen, en opinies duidelijk voor het publiek. 5. – De journalist zet loyaal de relevante feitelijke informatie recht die hij onjuist weergegeven had. 6. – De journalist verleent desgevraagd loyaal een wederwoord om relevante feitelijke informatie recht te zetten of aan te vullen. Een vraag om wederwoord kan enkel om ernstige redenen afgewezen worden. II. - ONAFHANKELIJK INFORMEREN

7. – De journalist en zijn redactie genieten een maximale vrijheid van informatie, van commentaar en van kritiek, en zij oefenen die in verantwoordelijkheid uit. 8. – Als auteur van een opiniebijdrage, een column of cartoon geniet de journalist een grotere mate van vrijheid om zijn mening te geven en om conclusies te trekken uit de feiten dan in zijn feitelijke berichtgeving. 9. – De journalist en zijn redactie bewaren hun onafhankelijkheid en weren elke druk. De journalist aanvaardt slechts redactionele richtlijnen van de redactieverantwoordelijken. De journalist heeft het recht om opdrachten die niet stroken met de journalistieke ethiek te weigeren. ► 10. – De journalist vermijdt belangenvermenging met personen of organisaties waarmee hij beroepshalve in contact komt. 11. – De journalist leent zich niet tot reclame of propaganda en laat zich niet onder druk zetten door adverteerders of door belanghebbenden bij de informatie. Reclameboodschappen en ingezonden mededelingen worden zodanig gebracht dat de lezer, kijker en luisteraar ze niet kan verwarren met de eigen berichtgeving.

Page 5: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

5

12. – De journalist neemt geen voordeel in ontvangst dat zijn onafhankelijkheid in gevaar brengt. 13. – De journalist gebruikt financiële informatie, waarvan hij kennis heeft en voordat die aan het publiek openbaar is gemaakt, niet in zijn eigen belang of dat van zijn omgeving. De journalist onthoudt zich van elke vorm van misbruik van voorkennis en marktmanipulatie. ► 14. – Het staat de redactie vrij ingezonden brieven en andere reacties van een naschrift te voorzien of niet te plaatsen. Wijziging en inkorting zijn toegestaan zolang de inhoudelijke essentie en de toonzetting behouden blijven. De redactie beheert in volle onafhankelijkheid haar webforums en draagt de verantwoordelijkheid voor dit beheer. ► III. - FAIR PLAY 15. – De journalist gebruikt loyale methodes om informatie, foto's, beelden en documenten te verkrijgen of te verwerken.* De journalist maakt geen misbruik van zijn hoedanigheid, in het bijzonder ten aanzien van mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie zoals minderjarigen, slachtoffers van criminaliteit, rampen en ongevallen, en hun familie. 16. – Voor informatie wordt niet betaald*. Enkel voor de exclusiviteit van beeldmateriaal of interviews kan worden betaald op voorwaarde dat dit de vrije nieuwsgaring niet in het gedrang brengt. 17. – Bij het vergaren van informatie maakt de journalist zichzelf en het doel van zijn optreden bekend.* ► 18. – De journalist pleegt geen plagiaat. 19. – De journalist beschermt de identiteit van zijn bronnen aan wie hij vertrouwelijkheid heeft toegezegd, en van bronnen van wie hij wist of moest weten dat zij hem informatie hebben toegespeeld in de verwachting dat hij hun identiteit niet zou onthullen.* 20. – Wanneer een journalist in zijn berichtgeving zelf ernstige beschuldigingen uit, met name wanneer die de eer en de goede naam betreffen, is het aangewezen dat hij de betrokkene voor de publicatie of de uitzending contacteert en hem loyaal de kans biedt hierop te reageren.* 21. – De journalist maakt met bronnen of andere gesprekspartners geen afspraken die zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengen. Maar gemaakte afspraken moeten wel worden nageleefd, met name wanneer het gaat over het noemen van namen of de voorinzage van teksten. Precies om die reden moeten afspraken ook duidelijk en ondubbelzinnig zijn. ►

Page 6: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

6

IV. - RESPECT VOOR HET PRIVELEVEN EN DE MENSELIJKE WAARDIGHEID 22. – De journalist houdt rekening met de rechten van eenieder die in de berichtgeving voorkomt. Hij weegt die rechten af tegenover het maatschappelijk belang van de informatie. 23. – De journalist respecteert het privéleven van personen en tast het niet verder aan dan noodzakelijk in het maatschappelijk belang van de berichtgeving. De journalist gaat in het bijzonder omzichtig om met mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie, zoals minderjarigen, slachtoffers van criminaliteit, rampen en ongevallen, en hun familie. ► 24. – De journalist respecteert de menselijke waardigheid en tast ze niet verder aan dan noodzakelijk is in het maatschappelijk belang van de berichtgeving. De journalist vermijdt overdrijving bij het vrijgeven van beelden en/of details, ook wanneer de feiten de publieke opinie sterk beroeren. ► 25. – De journalist uit geen ongegronde verdachtmakingen of beschuldigingen. 26. – De journalist respecteert het leed van slachtoffers en hun omgeving en bij zijn nieuwsgaring dringt hij zich niet ongepast op. 27. – De journalist die persoonlijkheidskenmerken vermeldt zoals etnische oorsprong, huidskleur, seksuele geaardheid vermijdt stereotypering, veralgemening en overdrijving, en zet niet aan tot discriminatie.

Raad voor de Journalistiek

IPC – Residence Palace, blok C Wetstraat 155, 1040 Brussel

www.journalist.be tel. 02 /230.27.17

[email protected] Contact: Pieter Knapen, ombudsman

Page 7: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

7

BIJLAGE 2

Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België (AVBB)

Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ)

juli 2013 Geachte heer, geachte mevrouw,

Betreft: officiële perskaarten van beroepsjournalisten Als verantwoordelijke van een overheid of openbare dienst, vereniging of bedrijf, komt u ongetwijfeld vaak in contact met journalisten. Ook al klopt het dat de pers vrij is en ook al noemen velen zich ‘journalist’, toch maakt de Belgische wet een onderscheid en geeft ze voorrang en faciliteiten aan beroepsjournalisten. Het gaat om journalisten die professioneel en onafhankelijk werken voor de algemene nieuwsmedia en als zodanig door een onafhankelijke Erkenningscommissie (www.cebj.be) als beroepsjournalist kunnen worden erkend. Erkende beroepsjournalisten krijgen van Binnenlandse Zaken automatisch een officiële perskaart. In het kader van de wettelijk verplichte vijfjaarlijkse hernieuwing van de erkenningen, zijn de huidige kaarten uitgereikt voor de periode 2012-2016. Het document is jaarlijks te valideren.

Page 8: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

8

De huidige officiële perskaart van beroepsjournalist ziet er uit als volgt:

Hiernaast bestaat ook het statuut van gespecialiseerde journalist van beroep verbonden aan de periodieke pers (of vakpers). Zij hebben net zoals de beroepsjournalisten een officiële perskaart, die is uitgereikt voor 2012-2016.

In het verlengde van de officiële perskaart ligt de officiële autopersplaat voor erkende beroepsjournalisten. Net zoals de officiële perskaart is deze plaat jaarlijks te valideren.

Page 9: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

9

De officiële T-kaart is bestemd voor technici (geluidsmensen bijvoorbeeld) die de beroepsjournalist begeleiden. Ook dit document moet jaarlijks worden gevalideerd om geldig te zijn.

Wie nog geen 2 jaar actief is als professioneel journalist, kan nog niet worden erkend als beroepsjournalist en is in die aanloopfase aangewezen op het statuut van stagiair-beroepsjournalist. Deze ‘erkenning’ gebeurt door respectievelijk de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) en de Association des Journalistes Professionnels (AJP), de twee dochterverenigingen van de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België (AVBB). Wie aanvaard wordt als stagiair, krijgt een stageperskaart. Deze is slechts één jaar geldig.

Ten slotte doen de algemene nieuwsmedia ook nog in ruime mate een beroep op medewerkers die niet in hoofdberoep journalistiek actief zijn. Het gaat dan om lokale of internationale correspondenten of verslaggevers over specifieke sport- of cultuurevenementen. Deze persmedewerkers beschikken over een gewone VVJ-lidkaart, die echter nooit het werk van de beroepsjournalisten (of stagairs) mag bemoeilijken.

Page 10: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

10

Mogen we u, als verantwoordelijke voor een overheid of openbare dienst, onderneming of vereniging, met aandrang vragen om zoveel mogelijk rekening te houden met deze persdocumenten? Concreet verzoeken wij u daarbij

de houders van deze kaarten zoveel mogelijk doorgang te verschaffen en faciliteiten te verlenen wanneer ze daarom verzoeken;

wanneer zich een selectie van journalisten opdringt als gevolg van een tekort aan

beschikbare persruimte, voorrang te verlenen aan de houders van deze kaarten. Door hieraan tegemoet te komen, levert u een essentiële bijdrage aan het werk van de algemene nieuwsmedia in het land. Tevens bevordert u zo de kwaliteit van de nieuwsstroom – iets wat ons allemaal toch bekommert. Als medeoprichter en beheerder van de Raad voor de Journalistiek waarborgen wij als beroepsvereniging trouwens ook een correcte naleving van de journalistieke deontologie. Voor klachten in dit verband kunt u altijd terecht op www.rvdj.be. Ons rest enkel u bij voorbaat te danken voor de gevolgen die u aan dit schrijven zult willen geven. Laat in elk geval niet na ons te contacteren indien u meer informatie wenst. Met achtingsvolle groeten,

Pol Deltour Nationaal secretaris AVBB/VVJ

Huis van de Journalist Tel. 02/777.08.40 Zennestraat 21 [email protected] 1000 Brussel www.journalist.be

Page 11: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

11

BIJLAGE 3

Bronnenbescherming tegenover politie en justitie

Wet van 7 april 2005 tot bescherming van de journalistieke bronnen (actuele, gecoördineerde tekst)

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Art. 2. De bescherming van de bronnen als bepaald in artikel 3, genieten de volgende personen: 1° eenieder die een rechtstreekse bijdrage levert tot het verzamelen, redigeren, produceren of verspreiden van informatie voor het publiek via een medium; 2° redactiemedewerkers, dus eenieder die door de uitoefening van zijn functie ertoe gebracht wordt kennis te nemen van informatie die tot de onthulling van een bron kan leiden, ongeacht of dat verloopt via het verzamelen, de redactionele verwerking, de productie of de verspreiding van die informatie. Art. 3. De personen bedoeld in artikel 2 hebben het recht hun informatiebronnen te verzwijgen. Met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 4, kunnen zij er niet toe worden gedwongen hun informatiebronnen vrij te geven en inlichtingen, opnames en documenten te verstrekken die onder meer: 1° de identiteit van hun informanten kunnen bekendmaken; 2° de aard of de herkomst van hun informatie kunnen prijsgeven; 3° de identiteit van de auteur van een tekst of audiovisuele productie kunnen bekendmaken; 4° de inhoud van de informatie en van de documenten zelf kunnen bekendmaken, indien daarmee de informant kan worden geïdentificeerd. Art. 4. De personen bedoeld in artikel 2 kunnen enkel op vordering van de rechter ertoe gedwongen worden de informatiebronnen bedoeld in artikel 3 vrij te geven, indien die van aard zijn misdrijven te voorkomen die een ernstige bedreiging opleveren voor de fysieke integriteit van één of meer personen, daarin begrepen de misdrijven bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek, in de mate zij de fysieke integriteit in het gedrang brengen, en indien de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn: 1° de gevraagde informatie is van cruciaal belang voor het voorkomen van deze misdrijven; 2° de gevraagde informatie kan op geen enkele andere wijze verkregen worden. Art. 5. Gegevens die betrekking hebben op de informatiebronnen van de personen bedoeld in artikel 2, mogen niet het voorwerp uitmaken van enige opsporings- of onderzoeksmaatregel, tenzij die gegevens kunnen voorkomen dat de in artikel 4 bedoelde misdrijven worden gepleegd, en met naleving van de daarin bepaalde voorwaarden.

Page 12: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

12

Art. 6. De personen bedoeld in artikel 2 kunnen niet op grond van artikel 505 van het Strafwetboek worden vervolgd als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen. Art. 7. Ingeval het beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek wordt geschonden, kunnen de personen bedoeld in artikel 2 niet op grond van artikel 67, vierde lid, van het Strafwetboek worden vervolgd als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen.

* Artikel 505 van het Strafwetboek stelt heling strafbaar. * Artikel 67, vierde lid Strafwetboek stelt medeplichtigheid strafbaar.

PRAKTISCHE HANDLEIDING BIJ DE BRONNENWET VOOR JOURNALISTEN Waarover gaat de wet? Om te beginnen: het uitgangspunt van goede journalistiek is en blijft dat je maximaal open kaart speelt over je informatiebronnen. Door iemand in beeld te brengen, door iemand nominatim te quoten, enzovoort. Dat is een kwestie van eerlijkheid, en het komt ook de geloofwaardigheid van je berichtgeving ten goede. Alleen zal een bron soms weigeren in beeld te komen omdat hij dan te grote risico’s loopt. Denk aan een werknemer die weet dat zijn bedrijf fraudeert, aan een politieman die kennis heeft van manipulaties, aan een sportman die bewijzen heeft van doping, aan een politicus die zonder zichzelf te verbranden licht wil werpen op vertrouwelijk overleg... In al die gevallen, zegt het Europese Hof voor de Rechten van de Mens sinds 1996, moeten journalisten en informatiebronnen kunnen rekenen op de vertrouwelijkheid van hun contacten. Dat is een essentiële voorwaarde voor de free flow of information. Vandaar nu die Belgische wet: “Journalisten hebben het recht hun informatiebronnen te verzwijgen.” Wie kan een beroep doen op de wet? Kort en goed: iedereen die journalistiek actief is. Om het even is of dat nu professioneel (betaald) en regelmatig is dan wel vrijwillig of occasioneel. Ook bloggers, bijvoorbeeld, kunnen dus aanspraak maken op de bescherming van hun informatiebronnen. Verder zijn ook de mediabedrijven als entiteit beschermd, net zoals alle redactiemedewerkers (receptionisten en telefonisten bijvoorbeeld). Opgelet! De bron die informatie ‘lekt’ kan zelf géén beroep doen op de Bronnenwet. Hij kan nog steeds worden vervolgd voor schending van het beroepsgeheim of verduistering van documenten bijvoorbeeld. Maar duidelijk is nu dat justitie hierbij van journalisten geen hulp moet verwachten. Andere wetgeving daarentegen verleent wél een directe bescherming aan ‘klokkenluiders’ die wantoestanden willen aanklagen. Hoe verhoudt de wet zich tot de journalistieke beroepsethiek?

Page 13: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

13

In perfecte harmonie, als waren het twee kanten van eenzelfde medaille. Alle deontologische codes voorzien al veel langer in een zwijgplicht voor journalisten die zich ten overstaan van een bron engageren tot vertrouwelijkheid. Met het nu wettelijk toegekende zwijgrecht kan elke journalist die beroepsplicht ook effectief hard maken ten overstaan de autoriteiten. Stel: Justitie is bezig met een lekkenonderzoek en nodigt je uit om een verklaring af te leggen of documenten of beelden te overhandigen. Meer dan ooit kan de journalist zich nu beroepen op het bronnengeheim om geen getuigenis te moeten afleggen of wat dan ook over te maken aan justitie. Het beste is om bij een verhoor kort en goed te verwijzen naar de wet (wet van 7 april 2005 tot bescherming van de journalistiek bronnen). Laat je niet vangen door in ondervragingstechnieken goed getrainde rechercheurs die je toch nog de pieren uit de neus proberen te halen. Hoe ver reikt de bescherming nog? Ook alle andere mogelijke opsporingsmaatregelen tegen journalisten of redacties zijn voortaan taboe in het kader van een lekkenonderzoek. Het gaat om de klassieke opsporingsmethoden zoals fouillering, huiszoeking, inbeslagneming en het afluisteren en opnemen van telefoongesprekken, maar ook om de zogenaamde BOM – bijzondere opsporingsmethoden – zoals observatie en infiltratie. Is de bescherming compleet? Neen. Maar Justitie moet wel aan zeer strikte voorwaarden voldoen om het bronnengeheim van een journalist te kunnen kraken:

1. Enkel een rechter kan hiertoe beslissen (niet een parketmagistraat, laat staan een politierechercheur);

2. De gezochte informatie kan misdrijven voorkomen die een ernstige bedreiging vormen voor de fysieke integriteit van één of meer personen (denk aan terrorisme, gijzeling, ontvoering, kindermishandeling of pedofilie);

3. De gezochte informatie moet cruciaal zijn voor het voorkomen van deze misdrijven en ze kan bovendien op geen andere wijze verkregen worden.

Wanneer geldt het bronnengeheim dus onverkort? Dat is, bijvoorbeeld, wanneer een persoon of bedrijf gewaagt van aantasting van zijn eer of goede naam door een publicatie of uitzending, en in dit kader aanspraak zou maken op de onthulling van de anonieme bron van de journalist. Kunnen slimme justitiefunctionarissen de wet niet omzeilen door de journalist persoonlijk te vervolgen voor een misdrijf – wat hen alsnog zou toelaten huiszoekingen etcetera te komen uitvoeren? Dit wordt in elk geval een heel stuk moeilijker. De nieuwe wet verleent de journalist immers een immuniteit tegen vervolgingen voor zowel heling als medeplichtigheid aan schending van het beroepsgeheim. Andere vervolgingen – zoals voor misbruik inzagerecht in een strafdossier, scannerbezit, corruptie of bendevorming – blijven wel mogelijk. Een journalist die persoonlijk wordt verdacht heeft bij een verhoor weliswaar per definitie het recht om te zwijgen. Maar andere opsporingstechnieken kunnen in theorie wel degelijk tegen hem worden ingezet.

Page 14: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

14

Leuk allemaal, op een foutje meer of minder in onze berichtgeving steekt het dus niet meer… Goed fout! De wet laat de aansprakelijkheid van de journalist voor zijn uiteindelijke berichtgeving ongemoeid. Gepubliceerde of uitgezonden informatie die niet beantwoordt aan de normale zorgvuldigheidsnormen, kan dus nog steeds leiden tot schadevergoeding. Checken en dubbelchecken blijft met andere woorden de boodschap – dit des te meer wanneer gewerkt wordt met een anonieme bron. Want laat ons vooral eerlijk blijven: niet àlle anonieme bronnen hebben de nobelste bedoelingen...

Page 15: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

15

BIJLAGE 4

Richtlijn van de Raad voor de Journalistiek over undercoverjournalistiek

Als algemene regel geldt dat een journalist met open vizier optreedt. Dit betekent dat hij/zij zich bij

elk professioneel contact als journalist kenbaar maakt. Journalistiek waarbij de journalist een andere

hoedanigheid of identiteit aanneemt, zoals bij zogenaamde undercoverreportages, moet de

uitzondering blijven.

Afwijking van deze regel is enkel toegestaan als aan volgende voorwaarden samen is voldaan:

1. De informatie, die de journalist op die manier hoopt te verkrijgen, heeft een grote

maatschappelijke relevantie, zoals het geval is bij ernstige misstanden of schending van

mensenrechten.

2. De gebruikelijke journalistieke methoden van informatiegaring zijn niet toereikend om het

verhoopte resultaat te bereiken.

3. De risico’s, die het gebruik van de undercovermethode met zich kan meebrengen voor de

journalist of voor anderen, staan in een aanvaardbare verhouding tot het verhoopte

resultaat.

4. De beslissing tot realisatie van een undercoverreportage, alsook de realisatie en de

openbaarmaking ervan, gebeuren in overleg met en onder verantwoordelijkheid van de

hoofdredactie of haar gemachtigde.

Brussel, 10 mei 2007

Page 16: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

16

BIJLAGE 5

Richtlijn over identificatie in een gerechtelijke context

Een journalist die in zijn berichtgeving een verdachte, een veroordeelde of een slachtoffer

identificeert door woord, tekst of beeld, maakt steeds een afweging tussen het recht van het

publiek om zo volledig mogelijk geïnformeerd te worden enerzijds, en het recht op privacy

van de persoon over wie bericht wordt anderzijds. Deze belangenafweging maken is niet

eenvoudig. Naar gelang van de situatie zal de journalist kiezen voor een volledige

identificatie, voor een beperkte identificatie of voor het niet bekendmaken van de

identiteitsgegevens. De beslissing om een verdachte of een slachtoffer volledig te

identificeren is bij voorkeur geen inschatting van de individuele journalist, maar een op de

redactie overlegde beslissing. Overwegingen in verband met het maatschappelijk belang van

de berichtgeving komen daarbij op de eerste plaats. Journalisten en redacties die zich op het

maatschappelijk belang beroepen, moeten dit steeds kunnen motiveren. Dat doet overigens

niets af aan het recht van elke journalist om zijn medewerking op een concreet punt te

weigeren als hij of zij een bepaalde journalistieke handelwijze beroepsethisch moeilijk vindt.

Deze richtlijn is bedoeld als een hulpmiddel bij het maken van deze

belangenafweging. In de richtlijn worden een aantal situaties besproken, en daarbij wordt

aangegeven welke oplossing de voorkeur verdient. De specifieke omstandigheden van een

concrete situatie kunnen ook tot een andere verantwoorde keuze leiden, maar de journalist

of de redactie moet die keuze tot identificatie steeds kunnen motiveren.

Plicht 5 van de Verklaring der plichten en rechten van de journalist (1971) zegt dat de

journalisten ‘zich ertoe verplichten het privéleven van personen te eerbiedigen’. Artikel 5 van

de Code van journalistieke beginselen (1981) zegt: ‘De uitgevers, de hoofdredacteuren en de

journalisten moeten de individuele waardigheid en privacy respecteren. Zij moeten elke

ongeoorloofde inmenging in persoonlijke pijn en smart vermijden, tenzij overwegingen in

verband met de persvrijheid dit noodzakelijk maken’. Als regel bepaalt het Europees hof voor de rechten van de mens dat privacygegevens

bekendmaken slechts kan indien hierdoor een bijdrage wordt geleverd tot een debat van

maatschappelijk belang. Recht op privacy en persvrijheid moeten daarom telkens tegenover

elkaar afgewogen worden. Soms verbiedt de wet bovendien uitdrukkelijk het identificeren van betrokkenen in bepaalde

situaties. Dit geldt onder meer voor minderjarigen die betrokken zijn in een zaak voor de

Page 17: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

17

Jeugdrechtbank (art. 433bis Strafwetboek) en voor slachtoffers van seksueel geweld (art.

378bis Strafwetboek).

Bij de bekendmaking van namen en andere identificatiegegevens in de gerechtelijke

verslaggeving moet daarom terughoudendheid in acht worden genomen. Dit geldt ook voor

indirecte identificatie. Toch zijn er situaties waarin identificatie aangewezen kan zijn.

Achtereenvolgens wordt in deze richtlijn de berichtgeving over verdachten, veroordeelden,

minderjarigen en slachtoffers toegelicht.

1. Verdachten

Principes:

Beperkte identificatie kan uitzonderlijk.

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder specifieke

voorwaarden.

1.1. Algemeen

Uiterste voorzichtigheid wordt in acht genomen wanneer er twijfel is over de betrokkenheid van de

verdachte. Elke verdachte geniet immers het vermoeden van onschuld en dit dient uit de

berichtgeving te blijken.

1.2. Beperkte identificatie

De voornaam, de beginletter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats kunnen eventueel

worden vermeld.

Of deze gegevens worden vermeld, en de mate waarin, moet hoofdzakelijk afhangen van 1.1 en van

de ernst van de feiten, de stand van het onderzoek en het maatschappelijk belang om over de feiten

te berichten.

Bij lichte misdrijven ligt zelfs beperkte identificatie niet voor de hand.

1.3. Volledige identificatie en herkenbare beelden

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder één van volgende voorwaarden,

die de redactie moet kunnen motiveren:

- Een ernstig maatschappelijk belang rechtvaardigt de volledige identificatie.

- De verdachte is een publiek figuur en het maatschappelijke belang rechtvaardigt zijn

identificatie.

Page 18: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

18

- Bij ernstige misdrijven wanneer de schuld aannemelijk is gemaakt, bijvoorbeeld door een

bekentenis, een betrapping op heterdaad of door informatie uit betrouwbare bron.

- De verdachte is voortvluchtig en de politie of het gerecht heeft een opsporingsbericht

verspreid met volledige identiteitsgegevens en/of herkenbare beelden.

- De verdachte is voortvluchtig en vormt een gevaar voor de samenleving.

- Het volledig identificeren van de verdachte kan een waarschuwing betekenen voor mogelijke

nieuwe slachtoffers.

- De verdachte komt zelf met zijn verhaal naar buiten en maakt geen bezwaar tegen verdere

identificatie.

1.4. Minderjarige verdachten

Zie 4.

2. Veroordeelden:

Principes:

Beperkte identificatie kan eventueel.

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder specifieke

voorwaarden.

2.1. Algemeen

De herintegratie in de maatschappij van een veroordeelde, zijn reclassering, of het lange tijdsverloop

na de veroordeling, zijn elementen waarmee de journalist rekening houdt om terughoudend te zijn

met identiteitsgegevens.

2.2. Beperkte identificatie

De voornaam, de beginletter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats kunnen eventueel

worden vermeld.

Of deze gegevens worden bekend gemaakt, en de mate waarin, moet hoofdzakelijk afhangen van 2.1

en van de ernst van de feiten, de stand van de procedure en het maatschappelijk belang om over de

feiten te berichten.

Bij lichte misdrijven ligt zelfs beperkte identificatie niet voor de hand.

Page 19: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

19

2.3. Volledige identificatie en herkenbare beelden

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder één van volgende voorwaarden,

die de redactie moet kunnen motiveren:

- Het maatschappelijk belang rechtvaardigt de volledige identificatie.

- De veroordeelde is een publiek persoon en het maatschappelijk belang rechtvaardigt zijn

volledige identificatie.

- De ernst van de feiten rechtvaardigt de volledige identificatie.

- De veroordeelde komt zelf met zijn verhaal naar buiten en maakt geen bezwaar tegen

volledige identificatie. 2.4. Minderjarige veroordeelden

Zie 4.

3. Slachtoffers

Principes:

Beperkte identificatie kan eventueel. Volledige identificatie en herkenbare beelden zijn in de regel niet toegestaan.

3.1. Algemeen

Bij slachtoffers worden, indien mogelijk, de identiteitsgegevens pas bekendgemaakt nadat blijkt dat

het slachtoffer of de rechtstreekse familie op de hoogte is gebracht.

Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de vraag van een slachtoffer of zijn directe

omgeving om niet geïdentificeerd te worden.

Elke identificatie van slachtoffers van seksueel geweld is bij wet verboden, tenzij met hun

schriftelijke toestemming of die van de onderzoeksmagistraat.

3.2. Beperkte identificatie

De voornaam, de eerste letter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats kunnen eventueel

worden vermeld.

Of deze gegevens worden vermeld, en de mate waarin, moet afhangen van 3.1. en van de ernst van

de feiten en van het maatschappelijk belang om erover te berichten. De redactie moet haar

beslissing kunnen motiveren.

Page 20: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

20

3.3. Volledige identificatie en herkenbare beelden

Volledige identificatie en herkenbare beelden kunnen alleen onder één van volgende voorwaarden,

die de redactie moet kunnen motiveren:

- Een ernstig maatschappelijk belang.

- De ernst van de feiten.

- De bekendheid van het slachtoffer.

- De instemming van het slachtoffer of van zijn nabestaanden.

3.4.Minderjarige slachtoffers

Zie 4.

4. Minderjarigen

Principes: Zelfs met beperkte identificatie moet uiterst terughoudend worden omgesprongen.

Volledige identificatie en herkenbare beelden van een minderjarige die betrokken is bij

strafbare feiten, zijn in de regel niet toegestaan.

4.1. Algemeen

Elke identificatie van een minderjarige die het voorwerp is van een maatregel van een jeugdrechter,

is bij wet verboden.

4.2. Beperkte identificatie

Enkel bij ernstige misdrijven en op voorwaarde van een ernstig maatschappelijk belang kunnen

eventueel de voornaam, de beginletter van de familienaam, de leeftijd en de woonplaats bekend

worden gemaakt, àls dit verenigbaar is met 4.1.

Minderjarige slachtoffers worden in de regel niet geïdentificeerd, minstens wordt uiterst

terughoudend omgegaan met gegevens die identificatie mogelijk maken.

Page 21: Workshop: Externe controle op de politie · 2018-07-24 · De eeuwige uitdaging: het vinden van een modus vivendi in de liefde-/haat-verhouding tussen beide. Enkele klassieke ankerpunten:

21

Als de ouders of nabestaanden van minderjarigen de pers verzoeken een bepaalde lijn aan te houden

in verband met de identificatie van minderjarigen, wordt daarmee zo veel mogelijk rekening

gehouden.

4.3. Volledige identificatie en herkenbare beelden

Volledige identificatie en herkenbare beelden zijn in regel niet toegestaan.

In zover verenigbaar met 4.1., zijn uitzonderingen enkel mogelijk onder één van volgende

voorwaarden, die de redactie moet kunnen motiveren:

- De politie of het gerecht verspreiden zelf een opsporingsbericht met volledige identificatie

en/of herkenbare beelden.

- De feiten zijn zeer ernstig en hebben de maatschappij beroerd.

- De ouders van minderjarige slachtoffers komen zelf met hun verhaal naar buiten en maken

geen bezwaar tegen volledige identificatie of herkenbare beelden van hun kind.

Brussel, 15 april 2010