Ik haat Amsterdam Gerard Reve

2
Amsterdam Vrijdag 13 december 2013 ELKEVRIJDAGVERSPREIDINAMSTERDAMENOMSTREKEN AMSTERDAM NIEUWS A2-3 Gerard Reve, Amsterdammer tegen wil en dank | A4 Column Marscha Holman | Talk of the Town Fietsgevaarlijk Amsterdam | A9 Bouwen in Ringzone | A10 Recensie Oceania, het favoriete restaurant van Jeroen Krabbé | A10-11 Agenda Gerard Reve Ik haat Amsterdam De reactie van mijn zoontje toen de sneeuwpop uitgelaten naar hem zwaaide was: Ik ben bang. Ik begreep dat. A4 Ik geloof niet dat enige hemel en andere soort wolken mij beter zouden kunnen inspireren. Amsterdam nu, in die laaiende zomer en met die hippetroep van voortschuifelende, inerte imbecielen, dat is voor geen mens vol te houden. In werkelijkheid ben ik ook opgejaagd geworden, in Amsterdam, van het ene krot naar het andere. Ik haat Amsterdam. () Amsterdam is een gedoemde stad. Ziedaar. Ik moest het even kwijt. FOTOHOLLANDSEHOOGTE

description

Ik haat Amsterdam Gerard Reve

Transcript of Ik haat Amsterdam Gerard Reve

Page 1: Ik haat Amsterdam Gerard Reve

Amsterdam

Vr ijdag 13 december 2013 ELKE VRIJDAG VERSPREID IN AMSTERDAM EN OMSTREKEN

AMSTERDAM NIEUWS

A2-3 Gerard Reve, Amsterdammer tegen wil en dank | A4 Column Marscha Holman | Talk of the Town F i e t sgeva a r l i j kAmsterdam | A9 Bouwen in Ringzone | A10 Recensie Oceania, het favoriete restaurant van Jeroen Krabbé | A10-11 Age n d a

Gerard Reve’Ik haat Amsterdam’

De reactie van mijn zoontje toen de sneeuwpop uitgelaten

naar hem zwaaide was: „Ik ben bang”. Ik begreep dat. A4

Ik geloof niet dat enigehemel en andere soortwolken mij beter zoudenkunnen inspireren.

Amsterdam nu, in dielaaiende zomer en metdie ‘h i p p e’ troep vanvoortschuifelende, inerteimbecielen, dat is voorgeen mens vol te houden.

In werkelijkheid ben ikook opgejaagd geworden,in Amsterdam, van hetene krot naar het andere.

Ik haat Amsterdam. (…)Amsterdam is eengedoemde stad. Ziedaar. Ikmoest het even kwijt.

FOTO HOLLANDSE HOOGTE

Page 2: Ik haat Amsterdam Gerard Reve

A2 A m st e rd a m

Gerard Reve

Morgen zou hij 90 jaar

zijn geworden. Een

groot deel van zijn

s c h r i jve rs b e s t a a n

woonde hij in

Amsterdam. Met steeds

minder genoegen. Een

literaire tocht langs de

plekken van een

Amsterdammer tegen

wil en dank.

Het is geenz w a a rd ,geen lul,geen zuilen geenkr uisGerard Reve overhet NationaalMonument op deDa m

‘Amsterdam is eengedoemde stad’

A d ve r t e n t i e

Door Bert Boelaars

‘Vreemd: ik ben er gebo-ren en opgegroeid,maar ik heb me er nooitthuis gevoeld.” AldusGerard Reve over Am-sterdam in 1971. Op 14

december 1923 zag hij er het levenslicht, inde Staatsliedenbuurt. In veel van zijn pu-blicaties vervult de „grote stad A.” een be-langrijke rol. Hier vond hij inspiratie om teschrijven, hoererij, het besef „dat God een-zaam is” enzovoort – maar ook een gestaaggroeiend gevoel van onbehagen.

Gaandeweg uitte hij een flinke afkeervan de stad, die zich op haar beurt even-min onbetuigd liet. In 1986 plaatste de ge-meente Reve op de zwarte lijst wegens zijnhouding jegens apartheid. Zelf sloeg de au-teur in steeds krassere bewoordingen te-rug. In 1998: „Op die stad zou een atoom-bom gegooid moeten worden.”

De persoonskaart uit het bevolkingsregis-ter beslaat negen adressen waar Reve inAmsterdam woonde. Daar is Van Hallstraat25 niet eens bij: het bovenhuis waar in 1923zijn wieg stond. Al snel verhuisde het gezinnaar Betondorp Watergraafsmeer. Gerard-je, zoals hij genoemd werd, bezocht er delagere school. Hij werd gepest en had wei-nig vriendjes. „Ik was eigenlijk een erg on-gelukkig kind”, schrijft hij in Bezorgde Ou-de rs . Op zijn twaalfde ging hij naar het Vos-sius Gymnasium. „De ergste tijd uit mijn le-ve n”, zo blikte hij in 1976 terug. Kort voorzijn vijftiende verjaardag verhuisde hijnaar de Pijp: Jozef Israëlskade 116 éénhoog,alwaar zich de vertelling afspeelt van zijnwinterverhaal uit 1947, De Avonden. Op zijnslaapkamer schreef de jongvolwasseneweemoedige teksten, zoals in een gedichtuit 1940: Ik voel mij hopeloos verlaten, / Enin de schemerige straten / Schommelt desneeuw omlaag.

De oorlog brak uit en Reve maakte hetgymnasium niet af. Zijn vader in 1967 tegenIscha Meijer: „Tja, Gerard wilde niet opschool. Een goed hoofd, dat wel. Maar hijhad geen zin, hè. Toen heb ik hem op deGrafische School gedaan. Daar werd-ie ge-pest. Hij gebruikte woorden als niet-te-gen-staan-de en zo.” Toch haalde hij in 1943 zijneindexamen. In de hongerwinter raakte hijbetrokken bij overvallen op vermeendezwarthandelaren. En bij verzetskrant He tParool leerde hij de tien jaar oudere SimonCarmiggelt kennen, die zijn leermeesterwerd na de bevrijding.

Het dagblad was gevestigd aan de Nieu-wezijds Voorburgwal. In de lunchpauzeging Reve geregeld de Bijenkorf in. Onder

HAARLEMMERDIJK 39 AMSTERDAM +(0)20 337 6473 WWW.RESTORED.NL

DESIGN | ACCESSORIES | INTERIOR | JEWELLERY | BOOKS | CERAMICS

De in 2006 overleden schrijver Gerard Reve was jarenlang goed bevriend met Simon Carmiggelt, ooit zijn leermeester bij Het Parool. Later raakten zij gebrouilleerd en verkocht Carmiggelt zijn Reve-brieven.

FOTO HOLLANDSE HOOGTE

de verbasterde naam Het Wespennestspeelt dit warenhuis een rol in De Avonden,waaraan de schrijver in zijn vrije urenwerkte en dat als zijn debuutroman eenenorm succes werd. Met zo’n zestig druk-ken en een succesvolle verfilming en to-neelbewerking is het het meest bekendewerk van Reve. Omdat het verhaal zich vol-ledig in Amsterdam afspeelt noemde histo-ricus Richter Roegholt het „een door endoor Amsterdams boek”.

Kort na de publicatie verruilde Reve hetouderlijk huis voor een kleine etage in hetSuikerhofje, Prinsengracht 395. Nu woon-de hij midden in de stad. Een jaar later, op 9december 1948, de dag van zijn huwelijkmet de Amsterdamse dichteres Hanny Mi-chaelis, trok hij naar Achtergracht 7.

Enkele maanden later verhuisde hetkersverse echtpaar naar Galerij 14, waar nuhet Frederiksplein ligt. Tot zijn scheidingin 1956 was dit zijn officiële verblijfplaats.Maar hele periodes bracht Reve door in En-geland. Hij wilde als onafhankelijk auteurzijn brood verdienen en dacht dat hij meerkans op succes zou hebben door in het En-gels te schrijven. Toen dat niet lukte be-keerde hij zich in 1957 weer tot het Neder-lands en reisde terug naar Amsterdam, inzijn woorden toen nog „een stad des vre-de s”. Aan Hanny: „Ik geloof niet dat enigehemel en andere soort wolken mij beterzouden kunnen inspireren.”

Na de aanvaarding van zijn gevoelensvoor mannen betrok Reve nu een kamer inde Johannes Vermeerstraat 51. Hij was toenal enige jaren samen met zijn eerste GroteLiefde, Wim Schuhmacher – „een vrouwmet een kraantje”.

V R I J DAG 13 DECEMBER 2013 A3N RC HANDEL SBLAD

lijkse vaste ontmoeting in Amsterdam:„Wij wilden dan enkele uren, maar niet lan-ger, blijven”. Graag zag hij dat Carmiggeltlangsging in zijn favoriete stadskerk in deKalverstraat, De Papegaai, om kaarsenvoor hem te branden: „Trek je van de offi-ciële prijs niets aan. Brand 4 kaarsen (ad 30cent) maar doe niet meer dan één guldenin de gleuf. Dan moet de paus maar een halfjaar wachten met zijn auto inruilen.”

Gedoemde stad

Al dook hij er nog geregeld geliefden op, destad zelf kon niet meer op genade rekenen.Zoals hij medio 1971 schreef: „A m s te rd a mnu, in die laaiende zomer en met die ‘hip-pe’ troep van voortschuifelende, inerte im-becielen, dat is voor geen mens vol te hou-de n . ” Aan Carmiggelt: „Ik wilde onderzoe-ken wat er veranderd was: de stad, hetmenselijk leven, de ‘j o n ge re n’, het reizen,of ik.” Zijn conclusie was toch wel eerlijk,namelijk dat hij zelf veranderd was: „He tlawaai is niet noemenswaard hinderlijkergeworden, maar toen kon het me nietsschelen.” Alleen aan de overkant van het IJ,in de tuin van het aloude horeca-etablisse-ment Het Tolhuis, heerste nog rust.

In augustus ’71 bekent hij Carmiggelt: „Ikvoel me erg opgejaagd en bedreigd, altijd.In werkelijkheid ben ik ook opgejaagd ge-worden, in Amsterdam, van het ene krotnaar het andere. Tienduizenden guldensen nooit eindigende overlast heeft het megekost. Tenslotte eerde de Gemeente Am-sterdam mij achtereenvolgens met tweeprijzen, één van f 2.500,- en één van f4.000,-, waarover ik, zo heette het, ‘ge e nbelasting verschuldigd’ zou zijn. Maar ikmoest er wel degelijk belasting over beta-len, voordat ik samen met mijn adviseur M.de zaak voor de belastingkamers vanrespektievelijk rechtbank en gerechtshofhad uitgevochten en gewonnen. Ik haatAmsterdam. (…) Amsterdam is een ge-doemde stad. Ziedaar. Ik moest het evenkwijt .”

De jarenlange vriendschap met Carmig-gelt kwam begin jaren tachtig bruusk toteen einde. Reve gaf een verdacht makendeuitleg aan een interview van zijn oudementor: „Het is mede aan Simon Carmig-gelt te danken, dat oude mensen met hunhond na het donker niet meer de deur uitkunnen in Amsterdam.” Toen de breuk on-herstelbaar bleek verkocht Carmiggelt zijnReve-brieven. Van de opbrengst liet hij een

GERARD REVE

Een van ‘DeGrote Drie’

In Moeder en Zoon geeft Reve een vernie-tigende beschrijving van zijn volgendeadres, Oudezijds Achterburgwal 55: „He twas een krot, totaal vernield, uitgewoonden leeggesloopt toen het, na jaren van krui-pen, smeken, kronkelen en zich voor de so-cialistische loketten vernederen, mij alswoonruimte was toegewezen, en elke po-ging tot verbetering door herstel of verbou-wing (…) was weggegooid geld en nuttelozem o e i te . ”

Ho m o s c e n e

Vermoedelijk in deze tijd kwam Reve inaanraking met het oertrefpunt van deleerscene in Amsterdam: een hotel in deHeintje Hoekssteeg, van de latere uitbatersvan homobar Argos. En ook kwam Reveover de vloer bij de legendarische Bet vanBeeren, van het nog altijd bestaande café ’tMandje op de Zeedijk. Verder bezocht hijhet COC in de Korte Leidsedwarsstraat 49,zo weten we van acteur Willem Nijholt diehem daar ontmoette.

In 1963 was Reve de eerste bekende Ne-derlander die het aandurfde op het nieuwepublieksmedium televisie zijn homoseksu-aliteit te erkennen. Hij had opzien gebaardmet Op Weg Naar Het Einde waarin hij felvan leer trok tegen de gevestigde weer-stand: „De ergste menselijke zonde is debereidheid zich in een hoek te laten trap-pen. Ik wil niet in een hoek of verborgenkelder leven.” Reve woont dan inmiddelsop een volgende Amsterdamse etage: Eer-ste Rozendwarsstraat 9.

Dit zijn ook de jaren van zijn oriëntatieop het katholicisme. Hij bezocht de nacht-mis in de Mozes en Aäronkerk, of de schuil-kerk Ons’ Lieve Heer op Solder. Als hij zichin 1966 in een kapel aan de Rustenburger-straat laat dopen, woont hij alweer in hetvolgende appartement. Door een brandhadden Reve en zijn nieuwe geliefde Wil-lem van Albada halsoverkop het centrummoeten verlaten. Ze kregen vervangendewoonruimte aangeboden: Dubbelmonde-hof 2. Aan een goede vriendin schreef Re-ve: „We zijn erg tevreden met het nieuwehuis in Osdorp: stilte, ruimte, bomen &groen, uitzicht, en niet opnieuw duizen-den guldens aan verbouwing etc.”

Maar al spoedig vindt hij de woning „we lerg ver afgelegen”. Ongetwijfeld speeldemee dat hij in 1964 een huisje op het platte-land van Friesland had verworven, in Gre-onterp. Ook daar blijft Amsterdam in zijngedachten, bijvoorbeeld in de Brief uit hethuis genaamd ‘Het Gras’. Hij verhaalt hierinhoe hij een week nadat hij de Meedogenlo-ze Jongen op de Dam had waargenomen,hem aan het werk had gezien bij het Water-looplein. De Dam, waarvan het monumenthem met walging vervulde: „Het is een per-fekte uitdrukking van het gebrek aan natio-nale cultuur: het is geen zwaard, geen lul,geen zuil en geen kruis: het mag niks zijn,want dan zou een of andere groep van hu-manisten of marxisten of negers of Jodenof pedofielen er tegen kunnen zijn.”

Ar ti s

Via woningruil kon Reve in januari 1968weer naar het centrum van de stad: Planta-ge Kerklaan 43, schuin tegenover de ingangvan Artis. Reve genoot van de dierentuin,waar hij een abonnement op had. Overi-gens niet alleen om de dieren te bekijken:„Ik heb vandaag in de Zoologische Tuin ge-wandeld, & jonge Vogeloppassers geil be-l o e rd”. Aan zijn ‘lijfar ts’ op de Wallen JanGroothuyse schreef hij kort na zijn verhui-zing: „Mogelijk blijf ik na vandaag nog eenpaar dagen in Amsterdam, en vertoef ik ve-le uren in de diergaarde, die, zoals je weet,veel rust en troost schenkt.”

De twee jaren dat Reve zijn woning inFriesland afwisselde met zijn verdieping inde Plantagebuurt was zijn laatste periodein Amsterdam. In de roman Bezorgde Ou-de rs (1988) kijkt hij terug op deze voor hemcruciale tijd. Er gebeurde dermate veel dat

de rest van zijn leven er bepalend doorbeïnvloed is. Natuurlijk, hij had na het bril-jante De Avonden met Op Weg Naar Het Ein-de (1963) en Nader tot U (1966) al een on-aantastbare plaats verworven in de Neder-landse literatuur. Bovendien baarde hij in1967 opzien met een rechtszaak wegensvermeende godslastering waarbij hij metsucces zijn eigen verdediging voerde, hetzogenaamde Ezelproces. Maar in 1969kwam er ook nog eens formele erkenningvan staatswege: de prestigieuze PC Hooft-prijs. De zorgvuldig geregisseerde kus diehij bij de uitreiking gaf aan minister MargaKlompé haalde alle kranten. Een feestelij-ke huldiging die de VPRO-tv vervolgensverzorgde vanuit de Vondelkerk pakte nietminder spraakmakend uit. Omdat Reveaan het eind hand in hand met zijn vrienddoor het middenpad de kerk uitliep dach-ten veel kijkers dat zij getrouwd waren.

Uitgever Geert van Oorschot had een va-kantiehuis in Zuid-Frankrijk, waar Reveenkele malen te gast was. Dezelfde maandvan de toekenning van de literaire prijs,8.000 gulden, kocht hij niet ver van hem„een halve berg, een bron, & een bos”. Inhet nabijgelegen dorp Le Poet-Laval kochthij later nog een flink woonhuis. In de ber-gen bij Vesc was hij toen al volop aan hetbouwen aan zijn Geheime Landgoed.

Begin jaren zeventig vestigde Gerard Re-ve zich in het Limburgse Weert, waar hij in-trok bij ‘half broer ’ Guus van Bladel. Vandaaruit zette hij de uiteindelijke stap naarFrankrijk. Het appartement aan de Planta-ge Kerklaan was in het voorjaar van 1970verlaten. Journalist Antoine Bodar (dienaar eigen zeggen „alleen vriendschappe-lijk” in contact stond met Reve) werd denieuwe huurder.

Op 9 april 1970 liet Reve zich uitschrijvenbij de burgerlijke stand. Voor hem was wo-nen in Amsterdam een gruwel geworden.Hij zou de stad voorgoed de rug toekeren:„veel te laat weliswaar maar beter laat dannooit. Het is een lugubere feesttent waaropeen vloek schijnt te rusten, want welke ga-ve of welk talent men ook moge hebben:wie daar blijft zitten zal nooit iets bereiken,waarom dat zo is dat weet ik niet.”

Toch bleef Reve zijn geboortestad nogvele malen bezoeken. Zijn oude vader enstiefmoeder woonden er nog aan de JozefIsraëlskade, maar ook zijn ‘vroegere huis-vrouw ’ Hanny bleef hij trouw bezoeken.Met Simon Carmiggelt had hij een maande-

Gerard Kornelis van

het Reve werd op 14

december 1923 ge-

boren in Amster-

dam. Hij ove r l e e dop 82-jarige leef-tijd in het VlaamseZu l t e , 8 april 2006.

Gerard Reve (vanaf

1973 voerde hij d e ze

naam)wordt, samen

met Harry Mulisch

en Willem Frederik

Hermans,g e re ke n dtot ‘De Grote Drie’ –de drie beste naoor-

logse schrijvers.

Zijn bekendste titels

zijn De Avonden

(1947) , Werther Nie-

land (1949) en Op

Weg Naar Het Einde

(19 6 3 ) .

Ook na zijn dood

kan Reve nog altijd

bogen op een g ro t eschare bewonde-ra a r s , zie bijvoor-beeld www.nader-

t o t re ve . n l .

beeld van Wim Kan en Corry Vonk makenop het Leidseplein.

Rac i sme

In 1986 gaf het gemeentebestuur van Am-sterdam te kennen streng de hand te willenhouden aan het boycotten van personendie voorkwamen op de zwarte lijst van deVerenigde Naties vanwege hun bijval voorde apartheid in Zuid-Afrika. Reve was daarin 1984 geweest en dermate enthousiast ge-worden dat hij er wel wilde wonen. Dat Re-ve nu op de zwarte lijst stond ontlokte hemde reactie: „Ik ben blank, hoe kan ík op eenzwarte lijst staan?” Terugblikkend in 1998:„Ik mocht van de gemeente Amsterdamniet meer optreden in openbare gebou-wen. Die boycot is nooit opgeheven. Toenging de film De Avonden in première, enmoest ik praten met die enge burgemees-ter, met die spuuglippen, hoe heet ’ie, VanThijn. Ik had hem dood willen slaan.” L aterzou Van Thijn het boek Bezorgde Ouders„fasc i sti sch” noemen.

Over zijn vermeende racisme is veel ge-schreven. Regelmatig heeft hij zich nega-tief uitgelaten over de snel veranderendebevolkingssamenstelling in Amsterdam.„Naar mijn mening en overtuiging was Ge-rard geen racist”, merkte boezemvriendWim Bergmans op in diens rede bij de uit-vaart in 2006. „Wel heeft hij zich van mis-plaatste grappen bediend. Ik denk dat zijnmaatschappelijk isolement debet was aaneen volstrekt verkeerde inschatting vanwat zijn woorden teweeg zouden bren-ge n . ” Een andere vriend, Rijkjan Sikkel,herinnert zich: „Bijna iedereen luisterdealtijd naar Gerard, was het in alles met hemeens. Een ongezonde en eenzame situatie,die hij zelf in stand hield.”

Over woekerd

Ook in Frankrijk op de berg, of beneden inhet dorp, hield Reve het op den duur nietvol. Nadat hij in 1993 naar Vlaanderen wasgetogen verkocht Reve zijn huis in Le Poet-Laval. In Het Boek Van Violet En Dood(1996) rekende hij nog één keer af: “Hoe va-ker ik er over had nagedacht, hoe meer ikbegon in te zien dat de Fransen een soortAmsterdammers waren met dezelfde men-senliefde mits die niks kostte; met dezelfdegrofheid en slechte smaak; dezelfde heb-zucht; dezelfde haat jegens alles wat edelen kwetsbaar was; dezelfde vernielzuchten dezelfde geveinsde verontwaardigingover vermeend onrecht, compleet met depreutsheid van de pooier. Ja hoor, het wa-ren allemaal echte Amsterdammers; alleende tulpen en het draaiorgel ontbraken. Ei-genlijk was ik dus voor niets twaalfhon-derd kilometer naar het zuiden gevlucht.”

Toch, de robuuste bunker op de top bijVesc hield hij aan. Vermoedelijk was hij erin 1999 voor het laatst. Daarna bleef het Ge-heime Landgoed leeg en raakte in verval.De ooit door Reve zelf gemetselde Maria-grot is overwoekerd door braamstruiken,planten groeien via gaten in de muur naarbinnen. Hoewel de kronkelweg naar boveninmiddels is geasfalteerd blijft de plek nogaltijd moeilijk vindbaar. Maar eenmaal bo-ven is het uitzicht adembenemend. Even-als de herinnering aan de schrijver die hierzwoegde om te kunnen zijn wie hij was.

Amsterdam mag zich gelukkig weten datde door frustraties ingegeven wens van Re-ve niet is verhoord. Dit zeer tot zijn spijt,blijkens de aanbeveling die hij deed in eenweinig bekend, titelloos gedicht dat vol-gens kenners alleen maar op Amsterdamkan slaan: Wij smeken U: / Lam, Lam, oLam, met al Uw bloed, / toe doe het eens eenkeer, / en gooi die bom: als U het nu niet doet,/ dan doet U het niet meer.

Zaterdag 14 december spreekt Huub Mous

over zijn boek Modernisme in Lourdes, Ge-

rard Reve en de secularisering (15.00 uur,

OBA, Oosterdokskade). Aansluitend ope-

ning van de expositie Reve en de Dood.

Destijds opzienba-

rend: Gerard Revekust minister Mar-ga Klompé bij deuitreiking van de PC

Hooftprijs (1969).FOTO SPAARNESTA

D