Woordelijk verslag gemeente- en OCMW-raad · 2020. 1. 15. · Bijna zestig miljoen euro naar...

Kanttekening: Dit woordelijk verslag is opgemaakt aan de hand van een programma voor automatische spraakherkenning. De tekst is in principe een letterlijke weergave van hetgeen werd gezegd. U kan de vergadering steeds integraal herbekijken via: http://ebesluitvorming.gent.be.

Woordelijk verslag gemeente- en OCMW-raad 17 december 2019

Entiteit Dienst Bestuursondersteuning

Contactpersoon [email protected]

Opening

De voorzitter: Goeienavond, collega’s. Goeienavond. Collega’s, ik stel voor dat we beginnen. Ik

open opnieuw de gemeenteraad en OCMW-raad van 17 december. We zijn gisteren toegekomen

aan het afronden van de algemene tussenkomsten door de verschillende fractieleiders. En we

gaan nu beginnen aan de lijst.

20. Lijst Meerjarenplan 2020-2025

De voorzitter: De lijst meerjarenplan 2020-2025. Graag ook de gemaakte afspraken te

respecteren die we gemaakt hebben in het bureau zijnde de algemene politieke en strategische

lijnen van het meerjarenplan wat de tussenkomsten betreft en niet zozeer op detailniveau,

anders gaan we echt niet vooruit geraken. Ik ga de hoofdstrategische en de strategische

doelstellingen, operationele doelstellingen oproepen waarvoor ik tussenkomsten heb ontvangen.

En we gaan beginnen met hoofdstrategisch SD1 11: Gent verruimt het woonaanbod en maakt

bestaande woningen kwaliteitsvoller en energiezuiniger. Ik heb hier de coördinerende schepen

mevrouw Heyse en ik heb als tussenkomsten van raadsleden in volgorde mijnheer Veli Yüksel,

Sven Taeldeman, dan heb ik Gert Robert, Tom De Meester, mevrouw De Winter en Stijn De Roo.

We gaan beginnen met mijnheer Yüksel. Alstublieft, mijnheer Yüksel.

De heer Yüksel: Ja, dank u wel mevrouw de voorzitter, collega’s, mevrouw de schepen. Wonen is

een thematiek die me na aan het hart ligt en dat is eigenlijk sinds de eerste dag dat ik hier in de

gemeenteraad actief ben. Wonen was ook een belangrijk thema in de verkiezingen van 2018. We

hebben dat ook teruggezien in de vele verkiezingsprogramma’s van de meerderheidspartijen. En

de uitdagingen op het vlak van wonen die zijn natuurlijk groot en die uitdagingen die zijn bekend

door iedereen hier in het halfrond. Ik ben ook tevreden namens mijn fractie dat de

meerderheidspartijen wat dat betreft deze problematiek ter harte nemen en daar ook de nodige

budgetten voor opzij zetten. Als we vandaag kijken naar de kwaliteit van de woningen binnen de

19e-eeuwse gordel dan stellen we vast dat daar heel wat zaken moeten gebeuren. En als we dit

koppelen aan de wachtlijsten voor sociale woningen die elke dag aangroeien dan is het een juiste

keuze om daar een recordbedrag van 92 miljoen euro voor uit te trekken. Want kwaliteitsvol

wonen is een belangrijke factor om de levenskwaliteit van de Gentenaars omhoog te krikken. We

moeten hier als stad uiteraard op inzetten en we doen dat ook. En we willen fundamenteel

inzetten op het verhogen van de woonkwaliteit en ook de energiezuinigheid van woningen.

http://ebesluitvorming.gent.be/

17 december 2019 I Woordelijk verslag gemeente- en OCMW-raad

Dienst Bestuursondersteuning Stad Gent 2

Het aanbod aan betaalbare woningen verhogen en die woonzekerheid en toegankelijkheid geeft

aan de woningmarkt. Nu de vraag is natuurlijk hoe zullen die 92 miljoen worden aangewend en

globaal kunnen we stellen dat ongeveer dertig miljoen daarvan zal aangewend worden om

nieuwe sociale woningen te bouwen. Dat is een groot bedrag en daarnaast zal er uiteraard ook

ingezet worden op de renovatie van het bestaande patrimonium. Voor het eerst zal ook zo Gent

zijn duit doen in het zakje, ook zij investeren tien miljoen euro bijkomende middelen voor de

bouw van nieuwe sociale woningen. Ik heb dan ook twee vragen voor u mevrouw de schepen:

één, hoeveel nieuwe sociale woningen zullen er tijdens deze legislatuur gebouwd worden met

het budget van ongeveer dertig miljoen euro. Welke nieuwe, belangrijke, grote projecten gaat u

lanceren en zullen in deze legislatuur gerealiseerd worden. En twee: de wachtlijsten zijn

natuurlijk bekend. Het aantal Gentenaars dat op een wachtlijst staat, is natuurlijk gigantisch.

Meer dan tienduizend mensen wachten op een sociale woning. Waar zullen we aan het eind van

deze legislatuur uitkomen in 2024? Dank u wel voor uw antwoord, maar beschouw deze

tussenkomst als een aanmoediging om op het vlak van wonen en sociaal wonen een tandje bij te

steken en belangrijke zaken te realiseren.

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Yüksel. Mijnheer Taeldeman.

De heer Taeldeman: Dank u wel, mevrouw de voorzitter, mevrouw de schepen. Beste collega’s,

in het kader van het taskforce Wonen werd de stevige Gentse woonproblematiek door de

stadsbouwmeester aan de hand van een aantal kengetallen heel eenvoudig weergegeven. Hoe

kan je iets heel complexs en groots eenvoudig weergeven. Een op twee gezinnen in Gent huurt.

Een op twee van de huurwoningen in Gent zijn in slechte staat. En een op twee van de huurders

moeten het doen met één inkomen. Ik richt mijn appel ook richting mevrouw Van Bossuyt naar

aanleiding van haar scepticisme gisteren rond de huurmarkt. Maar ik zou toch die cijfers nog

eens goed naluisteren, zal ik dan maar meegeven of aan haar collega’s, maar hiermee is de reden

benoemd waarom gefocust wordt in Gent op die levensnoodzakelijke huurmarkt. Voor een

groeiende groep van Gentenaars gaat het immers om wonen of niet wonen, collega’s. Het gaat

om een groeiende groep die het moet stellen met één inkomen of een vervangingsinkomen.

Herinner de groep die ik gisteren omschreef als het precariaat: 40% van de Gentenaars valt

daaronder, collega’s. Als het gaat om wonen of niet wonen dan is de keuze voor onze fractie snel

gemaakt. Wij kiezen samen met het college voor een stedelijk samenlevingsmodel waarin er ook

voor hen een comfortabele woonplek in Gent mogelijk is. En deze groep, collega’s, die kan niet

kopen, die kan geen eigenaar worden. Allez, ik gun het ze natuurlijk voor de volle honderd

procent, maar het heeft, in vele gevallen hebben ze zelfs geen beginkapitaal om te gaan wonen.

Wel, voor hen kan de huurmarkt een even degelijk en valabel alternatief zijn. Collega’s, deze

cijfers zeggen iets over de huurmarkt, maar uiteraard ook over kwaliteit van woningen en

betaalbaarheid van woningen in Gent. En laat dat, die drie uitdagingen, de uitdagingen van het

Gents en bij uitbreiding grootstedelijk woonbeleid zijn. We zijn daar nota bene ook niet uniek in.

Collega’s wonen staat dan ook gelukkig als een van de pijlers in deze meerjarenbegroting

centraal. De uitdagingen werden met taskforce Wonen nog eens in beeld gebracht, werden

opgenomen in de respectievelijke verkiezingsprogramma’s en werden ook erkend en

opgenomen in het bestuursakkoord. En vandaag, collega’s, liggen de centen op tafel om er met

vereende krachten de komende jaren werk van te maken. Het cijfer zal stilaan blijven hangen en

zeker ook nazinderen maar we zijn blij om te zien dat maar liefst 92 miljoen euro nu ook effectief

benoemd zijn en de juiste contouren in de begroting zijn opgenomen. Een aanzienlijk deel van de

middelen gaat juist naar die kwetsbare groepen die daarnet vermeld worden of zoals de schepen

omschreef op onze vraag in de commissie als het gaat over de toepassing van de



energierenovatiepremies, collega’s, 70% van die premies in het kader van energie en renovatie

gingen en gaan nu al naar kwetsbare groepen Gentenaars en deze lijn wordt verdergezet. Om

even op de omschreven woonnoden in te gaan: er wordt keihard ingezet op betaalbaarheid. We

denken dan aan de aanbodverruiming met ruim dertig miljoen euro aan aanbodverruiming.

Uiteraard in eerste instantie sociale woningbouw, verdubbeling van SVK-woningen bijna tien

miljoen euro op budget huur en verdrievoudiging van het aanbod in huur in Gent. Ten tweede op

die renovatie en kwaliteit van die woningen. Bijna zestig miljoen euro naar kwaliteitsverbetering,

daar kiezen wij in Gent voor. Ik geef een voorbeeld met ‘Gent knapt op’. Aanvankelijk een half

miljoen euro, dan een miljoen euro, zijn we geëvolueerd naar vijf en eigenlijk nu al ligt het

voorstel van negen miljoen euro op tafel waardoor dat we inderdaad dat rollend fonds kunnen

creëren. Ten derde op die huur waar ik daarnet al naar verwees. Met de voorzichtige

omrekening, mevrouw de schepen, uit tabellen meen ik te kunnen vaststellen dat 70 tot 75% van

de middelen de klemtoon ligt op huur. Het gaat over de huurders, maar ook, collega’s op die

verhuurders. Ook zij, eigenaars, verhuurders, kunnen op steun rekenen om die woning

kwaliteitsvol te krijgen en te gaan verhuren aan de Gentenaars. Maar het gaat ook die steun naar

de financieel zwakkere eigenaars die hun woning wensen te renoveren. En uiteraard, ten vierde

gaan we ook in op diegenen die noodgedwongen worden opgevangen zal ik maar zeggen, en die

hopelijk ook een stuk stabiliteit kunnen krijgen en doorgroeien naar zelfstandig of begeleid

wonen. En ook daar wordt zeven miljoen euro de komende jaren voor uitgetrokken. Laat dat

duidelijk zijn, heel duidelijk sociale klemtonen worden hier gelegd: betaalbaarheid, kwaliteit

huurmarkt en van opvang naar wonen. Mijnheer De Meester, mag het meer zijn? Natuurlijk,

maar u ziet dat de stad hier het onderste uit de kan haalt om aan deze doelstelling tegemoet te

komen. Een nooit geziene investering en u weet, u weet dat zeer goed dat ook daar, waar de

financiering eigenlijk van een andere overheid moet komen, wel, we doen het wel met Gent. En

omdat we voor elk Gents gezin namelijk een degelijk dak boven het hoofd willen. Dus we steken

wel degelijk onze nek uit. Dus gelieve samen die oproep te richten aan het juiste adres. Collega’s,

nu zal het zaak zijn om goed door te werken met alle partners in Gent om die ambitie effectief op

het terrein te gaan waarmaken. En in die optiek pleit ik niet alleen voor ploegsport in deze arena,

maar ook daarbuiten, collega’s. Met de private, jawel, met de private en de sociale bouwheren in

het Gentse. Met vergunningverleners, met Vlaanderen, met de middenveldorganisaties en ook

met onderzoeksinstellingen in onze stad. De stad regisseert, investeert en bundelt de krachten in

deze aanpak. We wensen u allen succes toe.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Robert.

De heer Robert: Dank u, mevrouw de Voorzitter. Mevrouw de voorzitter, ik gebruik deze

hoofdstrategische doelstelling om even terug te komen toch op het meerjarenplan van Sogent.

In dit vijfjarenbudget. Een beetje een non-budget. We hebben het er al over gehad. Het

vijfjarenplan dat later ook op de gemeenteraad voorligt om goed te keuren is gewoon een beetje

een verderzetting van het beleid van het vorige bestuur. De keuzes van deze legislatuur zijn nog

niet in cijfers, laat staan in voorgestelde projecten opgenomen. Uit dit nieuw beleid dat we zelf

bijeensprokkelen uit de verschillende toelichtingen van de verschillende schepenen valt het ons

wel op dat deze coalitie met betrekking tot de opdrachten van Sogent wel een aantal keuzes lijkt

te maken. Hoe die omgezet zullen worden in concrete projecten en hoeveel budget daar telkens

tegenover staat, dat weten we nog niet. Daarvoor is het wachten wellicht nog enkele maanden

tot er een budgetaanpassing is. Ik heb gehoord dat dat ergens in maart/april zou zijn en ik kijk

daar met vol interesse naar uit. We merken wel duidelijke trends, waarbij een omslag gemaakt

wordt. We hebben het er gisteren ook al over gehad. Van koopwoningen naar huurwoningen. En



het in eigendom houden van de gronden in plaats van te verkopen. Enkele bedenkingen die wij

ons daarbij maken, namelijk dat bovenvermelde trends duidelijk hogere budgetten zullen vragen

volgens ons. Het geïnvesteerde bedrag zal immers veel trager terug verdiend worden en dus ook

pas op lange, op veel langere termijn weer kunnen geïnvesteerd worden in nieuwe projecten.

Daarnaast zijn wij ook beducht voor complexe, experimentele projecten die jarenlang aanslepen.

Zoals het cohousingproject in de bega in Bijgaardehof en het CLT in Meulestede. Niet dat het

geen mooie projecten zijn, maar de tijd, energie en investering nodig om ze op stapel te zetten,

had misschien beter en sneller kunnen renderen. Als we het hebben over het efficiënt inzetten

van de beschikbare middelen dan durf ik dat soms wel eens in vraag stellen. We betreuren ook

de beslissing van de stad om het kavelproject stop te zetten. De stad besliste immers dat Sogent

geen sociale kavels meer op de markt zal brengen. We blijven als echte Vlamingen steeds met

die baksteen in onze maag zitten en gezinnen die het iets beter hebben en toch een eigen

woning in Gent willen aanschaffen die betaalbaar is, waren nochtans heel goed af met dit

project. Het is ook een initiatief dat de stadsvlucht kan tegengaan. Ik heb daarnaast ook

begrepen dat Sogent sociale woningen zal bouwen, maar die niet zal zelf verhuren maar

vervolgens aan WoninGent zal verkopen, zal doorverkopen. Ik vind het een goede zaak dat

Sogent met haar expertise en capaciteit WoninGent bijspringt want de uitdagingen daar zijn

immers immens om orde op zaken te stellen. Om voor voldoende vernieuwingsbouw te zorgen

zodat WoninGent zich nu maximaal kan toespitsen op de dringende renovatie van haar

patrimonium. Met aandacht voor het energetische, maar ook met aandacht voor basis, comfort

en hygiëne. En dan toch iets over de grote rol die weggelegd is voor Huuringent. Schepen Heyse

was zo eerlijk in de commissie om toe te geven dat de werking van Huuringent efficiënter kan en

moet. Er wordt al een tijd een evaluatie in het vooruitzicht gesteld. Het lijkt ons dan logisch dat

er eerst wordt gekeken hoe de werking kan verbeteren en de subsidiekost kan verlaagd worden

voordat er nieuwe woningen worden toegevoegd aan het pakket van huur in Gent. In het

algemeen, mijnheer en mevrouw de schepen, we blijven voorlopig wat op onze honger zitten in

dit plan. Een plan dat er dus nog niet is, maar pas in maart in zicht zullen krijgen. Ten eerste voor

die budgetkoopwoningen blijft het voor ons nodig. Het zijn deze budgetwoningen die mikken op

een publiek, een segment juist boven de sociale huurders. Huurders worden wel geholpen maar

we vinden het dus belangrijk dat die budgetkoopwoningen ook gebruikt worden om verder de

stadsvlucht van jonge gezinnen tegen te gaan. En ook horen we in diverse nota’s weinig over de

verdere ontwikkeling van ruimte voor maakbedrijven en kmo’s. Misschien kan u daar wat

voorbeelden van geven waar ik die dan niet gelezen zou hebben. Het mag voor ons ook allemaal

wat sneller gaan, we hebben het er gisteren al over gehad. Projecten als het Wintercircus, het

Mathildeplein en ook een aantal parken, zoals het Fabiolalaan en groen en de nieuwe dokken

mogen heel snel gerealiseerd worden en zitten al lang in de planning.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer De Meester.

De heer De Meester: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Mevrouw de schepen, het is uiteraard

zeer positief dat er echt gefocust wordt door dit college op de wooncrisis in onze stad en op de

grote nood aan betaalbaar wonen. Dit is de eerste strategische doelstelling in dit meerjarenplan

en ik ga daar niet belachelijk over doen. Ik vind dat zeer positief. Ik ben daar blij mee. Ik hoor mij

nog zeggen op een debat tijdens de Gentse Feesten een paar jaar geleden van kijk de wooncrisis

in onze stad dat zou eigenlijk helemaal bovenaan op de politieke agenda moeten komen. Ik heb

toen gezegd van, wij gaan daar met de PVDA mee voor zorgen en ik ben zeer blij dat dit effectief

bovenaan de politieke agenda staat daarmee is nog lang niet alles opgelost. Dit, collega, heeft

een bocht gepakt maar we rijden nog niet, absoluut niet op volle snelheid. Ik ben bijvoorbeeld



zeer blij, mevrouw de schepen, met heel het luik van opvang naar wonen. Ik heb dat ook in de

commissie benoemd en ik wil hier ook vandaag daarvoor mijn appreciatie uitdrukken. Dat gaat

over herhuisvest, dat gaat ook over het participatief lokaal woonbeleid via de taskforce Wonen

die na de verkiezingen, collega’s, koelvers in de diepvries is beland, maar nu weer opgewarmd

wordt. De taskforce Wonen is zeer belangrijk, met een budget van denk ik ongeveer twee

miljoen als je investering en exploitaties samen rekent. Kun je al iets mee doen. En de projecten,

de concrete projecten die op stapel staan, instapwonen BBP+, tijdelijke huisvestiging et cetera.

Dat zijn zeer positieve projecten. Gent is daar een voorloper in. En we moeten daar en we mogen

daar fier op zijn. De burgemeester zei gisteren zeer terecht betaalbaar wonen is onze

topprioriteit. Terecht en schepen Heyse zei gisteren, we investeren 92 miljoen euro. Een

recordbedrag. Terecht. Maar de vraag is, collega’s, en ik heb dat ook gisteren al een stukje

aangekaart, de vraag is, of het genoeg is. Want van die 92 miljoen euro naar wonen gaat er

eigenlijk maar 25 miljoen naar echte uitbreiding van een woonaanbod met bijkomende

betaalbare huurwoningen. Ik zal uitleggen hoe ik aan die berekening kom. De vraag is effectief,

collega’s, is dat genoeg. Is dat investeringsbedrag van 25 miljoen euro voldoende en op maat van

de uitdagingen waar wij voor staan. Er is een grote, groeiende groep van mensen die nooit op de

private markt betaalbaar zal kunnen huren. Wat dat we ook doen, die mensen zullen alleen op

de sociale huurmarkt terecht kunnen. En er is daarbuiten ook een grote, ook groeiende groep

van mensen die op de huidige private huurmarkt wel terecht zal moeten, maar dan zullen we iets

aan de prijzen moeten doen op die private huurmarkt of op dat onderste segment van de private

huurmarkt waar nu heel veel mensen met een klein inkomen veel te veel betalen voor een

huurwoning. Dat is het probleem waar dat we voorstaan. En dus wij hebben eerst en vooral,

mevrouw de schepen, meer ambitie nodig voor sociaal wonen. Dat is mijn vaste overtuiging, dat

dat het eerste probleem is dat we moeten aanpakken. En ik denk dat we nood hebben aan een

duidelijke becijferde doelstelling. Ik wil daar graag een eerlijk debat over. Want ik zie het

antwoord natuurlijk al komen, gelijk gisteren. PVDA wil veel meer sociale woningen en de N-VA

wil er veel minder en wij landen ergens in het midden, dus we zijn goed bezig. Maar ik wil daar

een eerlijk debat over want in onze stad, collega’s, en het is al gezegd, staan er 13.000 mensen

op de wachtlijst voor een sociale woning. 13.000 en op de duur wordt dat een gewoonte, die

wachtlijst. 13.000 mensen op de wachtlijst dat is al jaren en jaren en jaren. Maar één ding is

zeker, collega’s, als je op die wachtlijst staat, als je gedwongen bent om met een klein inkomen

op die private huurmarkt een woning te zoeken, dan wordt dat geen gewoonte. Dan is dat elke

maand opnieuw vechten om met dat inkomen rond te komen. En dus, wij moeten dat zeer

ernstig nemen. En dus wat zeggen wij aan die mensen, hoeveel sociale woningen komen er bij

deze legislatuur. Wat is de concrete ambitie van dit stadsbestuur. En ik heb het gisteren ook

gezegd de taskforce pleit eigenlijk voor 10.000 bijkomende sociale woningen. Zegt niet Tom De

Meester, zegt de taskforce wonen. En nee, mevrouw Heyse, het is niet ons voorstel om dit op

een legislatuur te realiseren, maar wel op drie à vier legislaturen. Dat is ons voorstel. Tenzij dat u

vindt dat het nog langer moet en mag duren. Tenzij dat u vindt dat we die wachtlijst nog langer

dan twintig jaar moeten laten voortbestaan. In het begin van deze legislatuur hebben wij

voorgesteld om 3.000 sociale woningen te bouwen deze legislatuur. En ons daar als stadsbestuur

daar op vast te pinnen. Als een objectief dat wij willen realiseren. Met alle mogelijke middelen.

Dat voorstel is weggestemd. Wij hebben toen gezegd, oké, laat ons dan voor 1.500 bijkomende

sociale woningen gaan. Het voorstel dat in het kwartaalprogramma van Sp.a en Groen stond.

Ook weggestemd. Dus mijn vraag blijft, wat wordt het dan? Hoeveel sociale woningen wil dit

stadsbestuur bij bouwen of bij realiseren op een of andere manier deze legislatuur. In die zin sluit

mijn vraag aan ook bij wat collega Veli Yüksel daarover vraagt. Dus in de boeken, want daar

hebben we het er vanavond natuurlijk over, staat er twaalf miljoen voor de ondersteuning van de



SHM’s bij de bouw van de nieuwe sociale woningen. Twaalf miljoen rechtstreekse investering op

92 miljoen. Dat is een beetje de verhouding. In het masterplan Wonen dat ooit gelanceerd is,

was dat vijftien miljoen. Dat was dan goed via die investeringssubsidie van 10.000 euro voor

1500 bijkomende sociale woningen. Als ik dat nu herleid dan kom ik uit op 1200 bijkomende,

maar geen 3000. Er is nog een tien miljoen euro prefinanciering van Sogent, maar die komen

uiteraard weer bij de huisvestigingsmaatschappijen terecht, die moeten dan opnieuw uit die pot

van twaalf miljoen een stukje ondersteund worden. Dus mijn vraag is: hoeveel komen er deze

legislatuur bij en wat is uw ambitie, mevrouw de schepen, op dat vlak. Ten tweede moeten we

dus ook iets doen aan de prijzen op de private markt. En het is mijn overtuiging dat wij als

overheid, als lokale overheid, zelf moeten ingrijpen op die markt. Dat we zelf een aanbod

moeten voorzien van betaalbare huurwoningen onder de marktprijs. Want anders gaan we dat

niet oplossen. Anders gaan we dat niet oplossen. De taskforce, ten andere, ik heb het gisteren

ook nog een keer gezegd, zegt dat er naast de sociale woningen ook nood is aan 10.000

betaalbare huurwoningen op de markt voor mensen die niet op die sociale huurmarkt terecht

kunnen. 10.000. Gaan we uiteraard ook niet op één legislatuur realiseren, maar ik vraag me wel

af, mevrouw de schepen, op welke termijn dan wel. Want in de boeken zie ik staan: zes miljoen

euro voor budgethuur. 3,3 miljoen, dat hebt u gisteren terecht aangevuld voor het pilootproject

van het SVK op publieke gronden. Geen publiek initiatief, dat is bij een projectontwikkelaar, maar

daar gaan we het nu niet over hebben. Maar laat ons zeggen 3,3 miljoen budgethuur en dan heb

je nog een paar kleinere projecten, robuust wonen enzovoort. Laat ons zeggen, twaalf à vijftien

miljoen rechtstreekse investering in de uitbreiding van het huuraanbod aan de onderkant van de

huurmarkt. Maar ver gaan we daar toch niet mee springen. Over hoeveel woningen gaat dat dan

en hoe verhoudt zich dat tot die 10.000 waar we eigenlijk naartoe zouden moeten streven

volgens de taskforce. En ik denk, mevrouw de schepen, dat we wel degelijk meer ambitie aan de

dag moeten leggen en neen, mijnheer Taeldeman, ik denk niet dat wij het onderste uit de kan

gehaald hebben. Ik denk dat niet. Het is niet omdat wij nu een recordbedrag investeren dat wij

het onderste uit de kan gehaald hebben. Ik heb u gisteren – nee we gaan niks grappen – we gaan

niks grappen, en ook geen scholen. Ik heb gisteren twee zeer concrete voorstellen gedaan. Ik heb

gezegd, laat ons een extra inkomst genereren uit een hervorming van die bedrijfsbelasting.

Target twintig miljoen euro. Ik kom daar vanavond nog verder op terug. Dat is het onderste uit

de kan halen, mijnheer Taeldeman. Dat is zorgen dat de sterkste schouders in onze stad het

kapitaal dat in de economie zit dat die een klein stukje geresponsabiliseerd worden en dat die

meehelpen om de wooncrisis in onze stad op te lossen. Dat is wat wij voorstellen dat is het

onderste uit de kan halen. Een tweede voorstel er is 37 miljoen euro beschikbaar bij Sogent als u

rekening houdt met een positief autofinancieringsmarge zit daar nog 37 miljoen. En u weet,

mijnheer Taeldeman, Sogent is een vastgoedbedrijf en die hoeven zich aan die

autofinancieringsmarge niet eens te houden. Dus daar is geld beschikbaar voor rechtstreekse

investeringen om of om leningen aan te gaan om betaalbare woningen te gaan bouwen. En ons

voorstel is om met dat geld inderdaad een publiek woonbedrijf op te richten in samenwerking

met een burgercoöperatie en om op die manier zelf honderden, geen tientallen, maar

honderden betaalbare huurwoningen te gaan bouwen om op die manier een klein beetje de druk

op de markt te gaan verlichten. Ik heb dat voorstel gisteren gedaan, mevrouw de schepen. Ik heb

ook verwezen naar DDS die in de buurt van Dendermonde als intercommunale, een gelijkaardig

project op poten zet, zonder het coöperatieve aspect natuurlijk. Maar ik ben heel benieuwd naar

uw antwoord. U hebt daar gisteren niet op geantwoord, maar misschien kunnen we vanavond

misschien een stuk dat debat al hebben. Dank u wel.



De voorzitter: Collega’s. Ik vind hier, het is echt wel heel veel geroezemoes. Je hoort dat echt wel

van hieruit. Het is soms lastig om al die prikkels binnen te krijgen. Dus graag even naar elkaar

luisteren. Goed, dank u wel. Dan gaan we naar de volgende spreker. Dat is mevrouw De Winter.

Alstublieft.

Mevrouw De Winter: Dank u wel, mevrouw de voorzitter, collega’s. We zijn inderdaad elk jaar

met meer Gentenaars. Sommigen zijn welgesteld en zoeken en vinden een mooi luxueus

appartement in de binnenstad. Oké, boomers, jaggers, jong actieve gepensioneerden, hoe dan

ook: welkom. Een middengroep van tweeverdieners vindt een eerste bescheiden woning en

slaagt erin die op te knappen. Maar de 40% minstverdieners hebben het heel moeilijk op de

woonmarkt. Eenmaal de huur betaald, houden zeker de 20% mensen met het laagste inkomen te

weinig over om menswaardig te leven. Gent moet toegankelijk blijven voor een verscheiden

groep van inwoners. Iedereen is welkom en de stad werkt mee op verschillende manieren aan

een aangename, gezonde leefomgeving voor iedereen. Maar als stad moeten we vooral de

duidelijke keuze maken de meest kwetsbare mensen concreet te ondersteunen. Iedereen

verdient een energiezuinige woning met voldoende comfort. De bestemming van 92 miljoen

extra voor wonen is al herhaald aangehaald als een positieve keuze. Er wordt een keuze gemaakt

voor sociale huurwoningen omdat heel duidelijk sociale koopwoningen niet haalbaar zijn voor de

laagste inkomens. Sociaal wonen is een enorme troef in armoedebestrijding. Wie een betaalbare

woning heeft, krijgt eindelijk ruimte, mentaal bijvoorbeeld, om bijvoorbeeld naar werk te

zoeken. We weten dat onze sociaal woningenbestand, dat is 12% van de Gentse woningen,

verouderd is. De komende jaren zal er veel afgebroken, gebouwd en grondig gerenoveerd

worden. De sloop van de torens in nieuw Gent is concreet gepland in de komende jaren. Bij elke

vernieuwbouw moeten mensen herhuisvest worden. Een immense opdracht voor de sociale

woonmaatschappijen en de stad gaat helpen mee investeren, capaciteit en begeleiding ter

beschikking stellen. Dit is constructief. WoninGent, de grootste sociale huisvestingsmaatschappij

in Gent bashen om politiek te scoren, is dat niet. Trouwens in elke sociale

huisvestingsmaatschappij kunnen foto’s gemaakt worden van vochtplekken of loshangende

elektriciteitsdraden. Dat is geen voorrecht van WoninGent. Uiteraard moet WoninGent een

efficiënt en eerlijk beleid voeren. Ik neem aan dat iedereen het daarover eens is. Maar kunnen

we ook kijken naar de echte oorzaken van de problemen. WoninGent heeft een verouderd

patrimonium. Het inkomen uit huurgelden is lager dan gemiddeld omdat er meer huurders zijn

met een zeer laag inkomen. Bovendien, en dat geldt voor elke sociale huisvestingsmaatschappij,

is er een structurele onderfinanciering vanuit Vlaanderen. Het systeem met leningen vanuit

Vlaanderen met een negatieve interest voldoet niet om voldoende te investeren en het

patrimonium in orde te houden. Wij vinden het uitdrukkelijk ook geen goed idee dat Vlaanderen

de sociale huurprijzen verhoogd heeft om het probleem op te lossen. Kan het ook stoppen met

stemmingsmakerij. WoninGent staat inderdaad onder financieel toezicht sinds 2017 omwille van

financiële problemen. Niet omwille van financiële wantoestanden. Wie meebestuurt, heeft al

kunnen vaststellen dat uit het toezicht geen wantoestanden blijken. Sociale woningen gaat over

duizenden woningen. Daarnaast is er ook een heel klein deel dat van het sociaal verhuurkantoor

voor mensen die bijvoorbeeld dakloos zijn of meer begeleiding nodig hebben en door het OCMW

gerund wordt. Het aantal sociale verhuurkantoorwoningen wordt verdubbeld in deze legislatuur

daarnaast is er ook de privéverhuur. 38% van de huurmarkt is privéverhuur. Er wordt geschat dat

50% van de huurwoningen niet voldoet aan de wooncode. Dat is dus veel meer dan de sociale

woningen. Sommige verhuurders zijn bemiddeld en die moeten via controles aangespoord

worden hun huizen in orde te brengen. Huisjesmelkers moeten eruit. Maar er zijn ook kleine,

eerlijke eigenaars en de stad heeft hiervoor ook een plan. Verhuurders ontzorgen, begeleiden bij



renovatie, begeleiden van huurders via Huuringent. Woningen energiezuiniger maken, is goed

voor het milieu maar is ook een sociale maatregel. De energiefactuur wordt betaalbaarder. Het is

dus heel positief dat hierrond een heleboel acties zullen worden gefinancierd worden. In de

aanpak van het woonprobleem raken bouwen, de stenen dus, welzijn en hulpverlening elkaar.

Het is daarom goed dat projecten voor specifieke doelgroepen, die anders uit de boot vallen ook

verder extra in wonen ondersteund worden. Ik denk aan de baai, kamers voor oudere mensen

met chronische sociale en psychische problemen, aan robuust wonen, woningen die tegen een

stootje kunnen voor mensen die extra begeleiding nodig hebben en nog niet in een andere

woonvorm terecht kunnen. Voor alle vormen van begeleiding en dat is een heleboel, SVK-

woningen, Huuringent, Woonwijzer, is man- en vrouwkracht nodig. Evident dat daar extra

middelen voor worden voorzien. Ik concludeer: Gent kampt met een groot woonprobleem, dit

meerjarenplan is een positieve stap maar geen eindpunt in de goede richting voor iedereen,

maar vooral voor de sociaal kwetsbaarste mensen.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer De Roo.

De heer De Roo: Dank u, voorzitter, mevrouw de schepen, mede-schepen, geachte heer

burgemeester, beste collega’s. Ik ga niet herhalen wat de anderen ook al hebben gezegd. Dat is

het nadeel van de laatste te zijn, maar het is denk ik duidelijk dat een gepaste en betaalbare

woning vinden moeilijk is in onze stad. Niet enkel Gentenaars met lage inkomens hebben het

moeilijk om zo een woning te vinden, maar ook jonge en ook grote gezinnen hebben meer en

meer moeite om een betaalbare woning te vinden. En met die 92 miljoen euro, daar hebben we

het ook al uitgebreid over gehad te investeren zijn we als CD&V-fractie tevreden dat wonen zo

een prominente plaats inneemt in ons meerjarenplan. Maar ik wil nog twee punten aanstippen

die we ook de komende jaren verder zullen opvolgen. Een dat gaat over de verhoging van het

aanbod via sociale verhuurkantoren. Via een viertal projecten, mijnheer De Meester heeft er ook

al naar verwezen, samen goed voor 11,85 miljoen euro moeten die projecten voor de komende

jaren voor een verdubbeling zorgen in het aanbod. Dat zal geen eenvoudige klus zijn. De schepen

heeft dat ook toegelicht op de commissie. In totaal moeten we dan eindigen op 500 woningen

die door particulieren zullen worden aangeboden op de Gentse huurmarkt aan wie het moeilijker

heeft en wie een lager inkomen heeft. Dat is iets wat we heel sterk zullen opvolgen maar wat we

ook willen ondersteunen dat die middelen daarin worden geïnvesteerd. En een tweede gaat over

‘Gent knapt op’. Met ‘Gent knapt op’ zullen er honderd woningen van kwetsbare gezinnen

gerenoveerd worden. Gezonder maken, veiliger maken, energiezuiniger maken,

levensloopbestendig maken. Dat is iets waar we ook op willen inzetten. En we vinden vooral de

nieuwe manier van het werken met het rollend fonds ook heel interessant om leningen aan te

bieden die eigenlijk op het einde van de rit wanneer de woning wordt verkocht eigenlijk terug

binnen de stadbegroting en binnen de middelen van de stad komen. Dat is iets wat we heel sterk

willen ondersteunen. Dat is nu een investering maar die moet zich uiteindelijk terugverdienen.

En met een beetje geld om het zo te zeggen op dat vlak, doen we wel heel veel grote stappen

voor die honderd kwetsbare gezinnen. Collega’s, als we Gent een thuis maken voor iedereen dan

is het essentieel dat we inzetten op onze woonmarkt. En met het meerjarenplan doen we dat

ook en we zijn als fractie daar heel tevreden over.

De voorzitter: Dank je wel met jullie goedkeuring. Mevrouw de schepen, mevrouw Persyn, ik heb

nog een punt OD 2: verhogen van het aanbod aan betaalbare woningen met sterke focus op

Gentenaars met een laag inkomen, grote gezinnen en de huurmarkt. Om die er … is het niet

nodig? Oké. Het is goed, dan hebben we geen punten wat dit betreft. Oké, mevrouw.



Mevrouw De voorzitter: Dank u, mevrouw de voorzitster. Ik ga misschien eventjes eerst voor ik

een aantal zaken ga beantwoorden toch ook nog een figuur tonen als dat klaar is. Het zal enkel

hier geprojecteerd worden. Goed, terwijl dat het komt, mevrouw van Bossuyt, ik doe dit onder

andere voor u, maar eigenlijk voor algemeen om dat dat inderdaad de figuur is waar ik gisteren

over sprak, die in de beleidsnota van de minister staat. Om ook heel goed aan te tonen van: dit is

eigenlijk informatie van het steunpunt wonen. Dus dat is eigenlijk een heel belangrijke grafiek

maar ik ga eventjes … Ja daar is ze. Sorry voor … De schepen gaat een beetje een stijve nek

krijgen maar goed, de rest gaat het hopelijk wel zien. Ja? Goed, eigenlijk vind ik het een van de

belangrijkste figuren en informatie die we hebben. Dat zijn Vlaamse cijfers, we hebben die cijfers

niet exact voor Gent. Dat zou uiteraard goed zijn. Maar dat toont zo exact aan waarom wij ons

honderd procent willen richten op de huurmarkt. Dat is een ontzettend belangrijke en eigenlijk

wat we nu zien, mijnheer Robert, is al onmiddellijk al het punt waarom we niet op sociale kavels,

ja als we keuzes maken, dan maken we keuzes. En dat is een heel duidelijke. En wat ziet u hier,

eigenlijk – Ah ja, kijk, dank je, mevrouw Van Hecke, dat is makkelijker als ik hierna kan kijken. U

ziet één, links, het aandeel huishoudens met een resterend inkomen onder de norm. Wat wil dat

eigenlijk zeggen, van u ziet van dat als mensen een woonkost betaald hebben, of ze nog ze nog

eigenlijk mens – ja sorry hoor – en wat u vooral ziet, is eigenlijk van het percentage van die

verschillende groepen die eigenlijk niet menswaardig kunnen leven als hun woonkosten betaald

zijn, te weinig over dat bedoeld men met resterend inkomen. En wat ziet u daarin, dat het de

huurder zijn. Dat het de huurders zijn die echt zwaar in de problemen komen. U ziet eigenlijk dat

zijn cijfers voor het jaar 2005, 2013 en 2018 en u ziet dat bij private huurders iets van een 31%,

dat is een op drie, die na aftrek van hun woonkosten echt niet genoeg hebben om een beetje

degelijk te wonen. Misschien ook interessant, een discussie zelfs op Vlaams niveau, over de

prijsverhogingen voor sociale huurders is ook vast te stellen ondanks dat de sociale huurders

eigenlijk aan een veel lagere prijs kunnen huren omdat hun inkomen nog lager is, dan ziet u dat

ook zij een belangrijke groep ondanks, ondanks dat, zij eigenlijk niet menswaardig kunnen leven.

Dus in die zin eigenlijk als we daar dan gaan prijsverhogingen doen, dan gaat dat alleen nog

stijgen. Maar soit, het belangrijkste is dat die groep huurders, u ziet daar zit het probleem. Bij de

eigenaars is dat gewoon niet te vergelijken. Vandaar en weten dat zijn Vlaamse cijfers, dat

wellicht in steden zoals Gent, het allicht nog uitgesprokener is en dat is honderd procent

duidelijk waarom wij absoluut honderd procent – Ik weet niet wie het was, het was denk ik

mijnheer Taeldeman, nee het is niet 70%, eigenlijk quasi honderd procent, wat het aanbod

betreft, richten wij ons op de huurmarkt. Misschien de enigste uitzondering is CLT en dat is dan

nog een beetje een mengsysteem. Het enigste. Voor de rest zetten wij, want inderdaad ook met

die 92 miljoen gaan we allesbehalve alles kunnen oplossen, ja dan moet je heel scherp keuzes

kunnen maken. En natuurlijk die grafiek ernaast toont ook aan, ik denk dat het bijna zonder

woorden is, dat het gaat over de inkomenskwintielen. Dat daar ook, ja, het vooral is voor de lage

inkomens waar we moeten op werken. En misschien, want ik ga niet alle, ik ga ook nog eentje

tonen, kwestie van dat ik alle cijfertjes toon. Wat ook belangrijk is, is bijvoorbeeld ook in het

ganse debat van bijvoorbeeld de woonkwaliteit van sociale huisvestigingsmaatschappijen in

Gent, dan is het duidelijk en ook weer dat is een cijfer dat niet uit Gent komt, maar uit

Vlaanderen, is dat 17% van de sociale woningen een slechte kwaliteit heeft. 17%, dus met andere

woorden dat is allesbehalve alleen in Gent. Dus dat is een algemeen groot probleem en iedereen

die de sociale huurmarkt kent, weet hoe dat dat door een verouderd patrimonium, slechte

financiering, dat dat eigenlijk, spijtig genoeg, laat ons duidelijk zijn, logisch is dat die kwaliteit

heel slecht is. Met andere woorden: die uitdagingen zijn niet enkel in Gent, maar uiteraard in

Gent ook groter. Goed dat toch eventjes als inleiding. En ik ga daar straks nog op een aantal

zaken op inkomen. Mijnheer Yüksel u vroeg specifiek van hoeveel nieuwe sociale woningen



komen erbij. Uw tweede vraag vond ik een beetje eigenaardig. Precies of ik de sociale woning

plan. Mijnheer Yüksel, u bent zeer goed op de hoogte dat dat natuurlijk niet zo is. De sociale

huisvestigingsmaatschappijen die trouwens in de eerste plaats gefinancierd zouden moeten

worden door Vlaanderen, maar goed dat even terzijde, die hun plannen maken. Wat wij doen,

wat wij doen vanuit Gent, vanuit het budget is dat wij 22 miljoen, twaalf miljoen plus tien miljoen

prefinanciering, het is een ander systeem, laat ons duidelijk zijn. Maar 22 miljoen zij het een

stukje gesplitst, enerzijds voor alle sociale huisvestigingsmaatschappijen in Gent inzetten voor

nieuwbouw en eigenlijk ook 22 miljoen voor renovatie. Eigenlijk, u ziet in het bestuursakkoord

stond, en ik zou het bijna zeggen, het kan bijna niet evenwichtiger zijn dat we moeten gelijktijdig

inzetten op renovatie, vervangbouw en nieuwbouw. En die is absoluut nodig. En voor die

nieuwbouw, laat ons ook duidelijk zijn, die gaan we in het begin ook zelfs nodig hebben om zelfs

renovatie te kunnen doen. Omdat je mensen gaat moeten doorschuiven en dan die woningen als

ze komen, dan kunnen vervangen, of dus met andere woorden het patrimonium - ik denk dat en

ik hoop dat ik er niemand van moet overtuigen - dat het patrimonium van sociale woningen

inderdaad absoluut enorm moet uitgebreid worden. Nu, mijnheer De Meester, ik denk dat we

het daar gloeiend over eens zijn. Die wachtlijst is heel lang en het is trouwens niet eens die

30.000 mensen die op de wachtlijst staan, is het probleem. De problematiek van mensen op

private woningen is nog veel groter. Dus in die zin de problematiek u bent de laatste persoon, de

laatste persoon die me moet overtuigen hoe groot die is. Alleen moet u niet doen, en u weet dat

zeer goed, dat wij kunnen beslissen hoeveel sociale woningen erbij komen. Want, en dat hebben

we ook al in het debat over en over gezegd, er is iets fundamenteels gebeurd de laatste jaren.

Het woon- en pandendecreet is afgeschaft. Het woon- en pandendecreet is afgeschaft. Ik ben

nog net in studiereis geweest in Lille. Ook om het CLT te bezoeken, ja daar kunnen zij opleggen,

daar kunnen zij opleggen van dit project en hier moet zoveel sociale woning. Dat kunnen wij niet.

Wij kunnen niet als lokale overheid. Dus dat instrument, spijtig genoeg, zijn we kwijt. Dat is een

heel belangrijk instrument waar we veel meer hadden kunnen op sturen. Uiteraard. Wil dat

zeggen dat we niks gaan doen? Uiteraard niet. We zien voor niks niet die 22 miljoen. En wat

exact met de bedragen gebeuren dat gaan we natuurlijk nu samen met de sociale

huisvestigingsmaatschappijen, maar eerst moet het budget toevallig ook nog gestemd worden

en dat het toevallig eerst de gemeenteraad is, die dat wel moet goedkeuren. We kunnen daar

niet op vooruitlopen. Maar zij zijn nu volop met hun planningen aan het opstellen. We moeten

zien hoe het werkt. Ik denk, mijnheer De Meester, dat u het eigenlijk al een stuk had

uitgerekend. Als we, als we met dit investeringssubsidie zouden werken, dat is één piste, dan kun

je van die twaalf miljoen inderdaad 1.200 nieuwbouw sociale woningen doen. Maar die tien

miljoen is iets complexer, dat moeten we zien. Daar kan ik nu nog niet op antwoorden. Maar

goed, is dat, is dat waar ik graag zou eindigen? ’Tuurlijk niet. Ik wil er natuurlijk liefst morgen

10.000 bij. Zoals u. Maar mijnheer De Meester, ik ga het je nog een keer zeggen, wij kunnen, wij

hebben de beslissingsmacht niet. Wij kunnen alleen vooral maken dat wij alle steun die de

sociale huisvestigingen van de lokale overheid kan hebben, financieringen, maar veel meer dan

dat, ook het faciliteren. Het faciliteren via Sogent bijvoorbeeld ook van gronde weet jij wat

allemaal. Dat is waarschijnlijk nog even belangrijk om het te faciliteren op alle niveaus. Dat zij

kunnen tenminste aan nieuwbouw komen. En als wij dat niet doen, gaan zij waarschijnlijk niet

aan die nieuwbouw kunnen komen. Dat is onze taak en dat gaan wij honderd procent op

inzetten. Dus dat is denk ik alleszins ook de vraag van mijnheer Yüksel. Mijnheer Taeldeman, ik

denk dat we het gloeiend eens zijn over de aanpak van en de huurmarkt en de betaalbaarheid.

Nu ik wil ook nog eventjes ook weer aangeven, de aanbodverruiming is meer dan dertig miljoen.

Ik heb dat ook in de commissie aangegeven. U hebt dertig miljoen van het investeringsgeld, maar

in de exploitatie zit ook een boel geld. Bijvoorbeeld voor het aanbod van SVK-woningen, of



Huuringent te doen, is niet enkel via investeringsgeld maar ook via exploitatie omdat dat nu in

een groot deel ook is dat u eigenlijk Huuringent, SVK, eigenlijk op de private markt, ook moet

woningen krijgen. Dat gaat nieuwbouw enzovoort zijn. Dus dat gewoon even aangeven van

zaken. Over aanbod heb ik het al gehad. Mijnheer Robert misschien, ik ben zeker natuurlijk dat

de collega’s hier of de Hogeschool Gent allicht zal tussenkomen, maar misschien toch ook nog

eens duidelijk aangeven dat is ook al een stukje vooruitlopen op wat De Meester zegt over zijn

model van wat u gisteren ook aangehaald heeft van DDS. Mijnheer De Meester, ik heb gisteren

dat al gezegd. Sogent gaat dat bij ons doen. Ja, u gelooft het niet goed, dat moet niet. Maar wat

zullen we dan zeggen. Exact dezelfde rol opnemen dan DDS doet. Namelijk niet enkel, die zes

miljoen, let op, gisteren uitgelegd, is enkel bedoeld om de bestaande, eigenlijk projecten waar

budgetkoopwoning zit en die nog niet te ver zitten dat ze nog kunnen omswitchen om dat te

kunnen betalen. Maar voor de rest is exact de bedoeling dat Sogent, staat ook in ons

bestuursakkoord, zowel een rol speelt in het realiseren van sociale woningen via grond en ook

via die prefinanciering van sociale huisvestiging. Maar ook op die budgethuurwoningen gaat

werken en daar doen. Dus dat is vooral daar nieuwe modellen en dat moeten we absoluut doen.

Dus met andere woorden exact, allez, het zal ongeveer hetzelfde zijn als wat DDS doet. En dat

gaat inderdaad over aantal. Kan ik daar vandaag op zeggen hoeveel? Nee, uiteraard niet. Want

terug, ik zal misschien aangeven, het lijkt me nogal logisch dat we voor dat we met Sogent alles

uitwerken, moeten we eerst het budget al goedgekeurd krijgen. Ik denk dat u het niet zou

appreciëren dat we al beginnen geld uitgeven als er toevallig nog niet gestemd is. Maar wees

gerust, we hebben daar duidelijke pistes. We zijn daar in gesprek ook vandaag is nog een

vergadering geweest met Sogent om dat uiteraard allemaal beginnen uit te rollen zodra wij

groen licht krijgen van de gemeenteraad. Dus ik denk, mijnheer Robert, dat dat heel duidelijk

aangeeft waarom wij absoluut niet inzetten op budgetkoopwoning. Waarom we niet inzetten op

sociale kavels omdat daar niet de grootste noden zitten. Dan voor WoninGent dat daar de nood

in renovatie — laten we duidelijk zijn, dat is absoluut zo — maar ook bij anderen, terug het cijfer

niet van ons, 17% sociale woning op Vlaams niveau zijn slecht. Dus dat is een kolossaal probleem

in veel sociale … en wij zitten in Gent, wij zitten in Gent. En dus ook in Gent is niet enkel bij

WoninGent is de problematiek zeer groot. Laat ons vooral die niet ontkennen. Laten we heel

duidelijk bij de laatste maar niet ontkennen, maar vooral iets aan doen. Vandaar dat wij ook 22

miljoen, 22 miljoen inzetten om niet enkel bij WoninGent, want uiteraard gaan wij dat geld zowel

die verschillende zeg maar sociale huisvestigingsmaatschappijen is natuurlijk ook de bedoeling

dat we dat naar de verschillende sociale huisvestigingsmaatschappijen die hiermee aan de slag

willen gaan, dat we daar mee gaan werken. Huuringent, mijnheer Robert, wij moeten beide

dingen doen. Onze doelstelling is duidelijk. We willen ook via Huuringent drie keer meer

woningen kunnen aanbieden. Dat is onze doelstellingen. En dat moet efficiënt gebeuren. Het is

om die doelstelling te doen dat we ook zeker efficiënter moeten worden. We gaan toch niet

eerst twee jaren efficiëntie-oefening doen en … nee. Het moet gewoon allemaal sneller, beter

enzovoort gebeuren. En ja, we gaan woningen toevoegen en we gaan het efficiënter maken. Dus

dat is exact de bedoeling waar wij echt volop gaan gaan. Mijnheer De Meester, nog een paar

zaken nog ook. Eén, ik wil toch eventjes nog ook wel rechtzetten, taskforce Wonen is deze

legislatuur al twee keer samengekomen. Twee keer. Van in die zin, ik bedoel, is dat voldoende,

dat is iets anders. Maar er wordt hier gezegd dat taskforce Wonen in de koelkast gezeten heeft.

Dat is niet waar, die is twee keer samengekomen deze legislatuur. Het is natuurlijk ook een stuk

hier kunnen we nog verder aan de slag. Nu dat het budget duidelijk is, dat klopt. Daar ga ik ook

eerlijk in zijn. Maar ze zijn wel degelijk twee keer samengekomen. En in begin januari hebben wij

daar een vergadering van. Trouwens, die taskforce gaat taskforce Opvang en Wonen zijn, ook

een beetje in de lijn van wat u zelf zegt. Dat wij het belangrijk vinden, en dat zal onder het co-



ouderschap zijn van mijnheer Coddens en mezelf omdat wij juist op dat spectrum van opvang

naar wonen zitten. En dat het ook duidelijk is dat we daar gezamenlijk in alle samenwerking daar

alle twee keihard met verschillende diensten aan werken. Ook op dat spelingsveld van tussen

van opvang naar wonen willen werken. Even kijken. Dus misschien nog eventjes voor wat het

huuraanbod betreft, mijnheer De Meester. Dus één: sociale woningen, daar willen we alle twee

dat zo snel mogelijk er veel meer komen. Laten we duidelijk zijn. En niet alleen willen, want met

willen alleen zijn we niet veel. We gaan er ook echt wel geld tegenaan zetten en daar op alles

inzetten. Maar wat daarboven, die groep daarboven doen we op, dus met andere woorden, op

drie verschillende manieren. SVK-woningen, SVK-woningen gaan in aantal verdubbelen. We gaan

drie keer meer verhuren in Gent. Die zes miljoen is enkel bedoeld om van budgetkopen naar

budgethuren. En dan een heel belangrijke pijler, namelijk wat u zegt met uw DDS-systeem, is

exact wat Sogent gaat doen. Zij moet daar geen miljoenen voor hebben dat is … Nee, omdat het

niet nodig is, mijnheer De Meester. Het is juist de bedoeling dat zij op een manier werken dat ze

helemaal integreren in hun werking. In hun werking, daar moet u geen miljoenen n andere

werking die je moet doen. Daar gaat het over. Dus dat is exact waar wij ook voor gaan dat Sogent

daar die rol zoals DDS speelt in het communale, gaat in Gent … is de bedoeling dat Sogent die rol

opneemt. Goed. Dan mijnheer De Roo. Voor SVK-woningen. Ik ben ermee eens dat is een

serieuze uitdaging. Toch ben ik ook hoopvol: dat kan. Gemakkelijk gaat het niet zijn. Dat heb je

me niet horen zeggen. Het is trouwen niet naar 500, maar naar 532 om juist te zijn. Dat is omdat

we inkanteling van de baai gedaan hebben, maar wij eigenlijk gewoon 250 meer willen hebben,

maar goed dat zijn nu details. We beseffen dat de uitdaging groot is. Vandaar dat we niet enkel

mikken op het een beetje, natuurlijk maken klopt niet, want je moet er wel iets voor doen, van

het aantal woningen dat je zo kunt op de private markt gaan halen, maar we ze echt gaan

moeten bouwen en vandaar die verschillende projecten gaan inzetten. Ik heb toch ook gezien, ik

heb eens een oefening gezien of een grafiek bij alle centrumsteden. En ik heb toch gezien dat in

al die centrumsteden de aangroei sneller was in Gent. En dat is goed nieuws, want dat wil

zeggen: het kan. Dus dat is vandaar dat we daar nog moeten les in leren. De context is ook altijd

anders enzovoort. Ik weet dat het al te gemakkelijk is, maar dat heeft me toch een beetje

gesterkt dat wij niet zoiets als wilde droom hebben, maar dat ik er echt van overtuigd ben dat

mits heel veel inspanningen dat wij dat toch gaan kunnen realiseren. Wat ‘Gent knapt op’

betreft, het is niet honderd woningen. Het is vijftig per jaar. Met andere woorden de honderd

zijn de eerste honderd, namelijk via financiering vanuit Europa. En misschien wil ik daar toch ook

eens benadrukken, want ja, het klopt dat wij deze legislatuur een recordbedrag gaan inzetten op

wonen. Drie keer meer wat investering betreft dan de vorige legislatuur. Maar ik wil toch ook wel

eens benadrukken dat wij ook wel toevallig wel een aantal zaken gedaan hebben de vorige

legislatuur. En bijvoorbeeld het project ‘Gent knapt op’, en dat was een samenwerking van

verschillende schepenen, is omdat wij dat in vorige legislatuur uitgeprobeerd hebben. Dat we die

formule uitgeprobeerd hebben vanuit wonen, vanuit OCMW hebben we dat de vorige legislatuur

uitgeprobeerd. We zagen dat het een goed concept was en daarom hebben wij van Europa

zoveel middelen ter beschikking gekregen. Dus met andere woorden ik wil toch ook wel eens

benadrukken dat het precies is dat we hier met de voorbije legislatuur weer allemaal meer

moeten doen, maar dat we ook eigenlijk kunnen voortbouwen op een aantal experimenten die

we toen gedaan hebben. Gezien hebben, dit zijn absoluut the way to go voor die doelgroep. En

dat we die nu dankzij het werk van de voorbije legislatuur dat we daar nu volledig kunnen

uitrollen. Ik kan u zeggen dat Europa daar zeer enthousiast over is. Dat het eigenlijk een

mevrouw is die dat continu gaat opvolgen om juist vooral niet enkel te zien hoe loopt het in

Gent. Maar vooral hoe kunnen we dat ook in andere steden uitrollen. Dus dat zijn projecten waar

we heel fier op zijn. Maar waar de basis eigenlijk gelegd is ook al in stukken in het verleden. Maar



goed, ik denk dat ik daarmee alle vragen beantwoord heb. Dus ja, ik wil toch nog eens

concluderen. Ja dat kan gezegd wordt, het kan altijd meer. Dat is waar. Maar in alle eerlijkheid en

ik denk, mijnheer Taeldeman, u heeft dat zeer correct verwoord. Van die 92 miljoen inschrijven,

92 miljoen en dan nog eens 83 miljoen exploitatie enzovoort enzoverder, het is veel meer dan

dat. Dat inschrijven is één zaak. Om dat te realiseren dat zal verdomd heel heel hard werken

worden. Want in die zin kunnen we bij manier van spreken, allez, zo simpel is het niet, wat geld

bijschrijven. Het zal een hele uitdaging zijn, een hele uitdaging zijn om dat drie keer meer te

verzetten. Dat is een meer dan serieuze bocht. En in die zin denk ik dat we allemaal daarover

eens zijn dat dat niet een inspanning is, die we in één legislatuur moeten doen. Dat dat de

bedoeling is dat dat eigenlijk moet de manier zijn je een bocht inzet en een versnelling schakelt

en dat we er nu een serieuze lap op geven. Maar dat zal keihard werk zijn om die 92 miljoen en al

de rest eraan aan, om dat waar te maken. Dus in die zin ik wil een eerlijk verhaal. Het is een

verhaal van absolute ambitie. Is het voldoende ten opzichte van de wooncrisis? Nee. Ook we

kunnen niet alles alleen oplossen. Maar ik ben zeker dat ook ten opzichte van alle steden ik durf

in alle eerlijkheid zeggen, ik zou geen enkele stad weten die per persoon, per inwoner, even veel

geld zou inzetten op wonen als wij. Is er geen. Ik ben er zeer van overtuigd. We zijn ook verplicht.

Ik vind ook dat we dat moeten doen. Laten we duidelijk zijn, het is ook geen euro te veel. Het zou

meer moeten zijn, maar laat ons daar … als we dit kunnen doen realiseren, dan denk ik dat we

keihard, goed gewerkt hebben om dat waar te maken.

De voorzitter: Dank u wel. Ik ga eerst het woord verder geven aan schepen Souguir.

De heer Souguir: Dank u, mevrouw de voorzitter. Heel kort, collega’s. Ik kan alleen maar

aansluiten bij de toelichting van collega Heyse. En zeker het laatste want het is één zaak om

inderdaad de centen te hebben. Dat is al een serieuze realisatie. Het gaat nu zaak zijn om

inderdaad die versnelling in te zetten en ook met vanuit Sogent een absoluut nieuwe methodiek

en nieuwe manier van werken te gaan introduceren de komende jaren. Dus er is heel wat werk

op de plank. Maar toch even ingaand op de opmerking van collega Robert. We hebben inderdaad

in de vorige raad van bestuur van Sogent heel duidelijk de toelichting gegeven dat we vandaag

met twee trajecten zitten die jammer genoeg – ik kan er echt niet aan doen, maar dat is nu

eenmaal dik in taal vereist – parallel lopen naast elkaar. Het is namelijk zo dat wij in het kader

van de BBC-cyclus dus een nieuw meerjarenplan van Sogent, en trouwens de twee andere AGB’s

ook die ook op de agenda staan vanavond en morgenavond. Wij moeten die neerleggen. Wij

moeten een meerjarenplan hebben met ingang van 1 januari. Dat betekent dus de facto dat je

het meerjarenplan van Sogent een maand eerder op de raad van bestuur en zelfs vroeger moet

hebben besproken. Wat ook gebeurd is, wat ook de goedkeuring heeft gekregen van de raad van

bestuur. Om dan vervolgens op deze commissie en dan naar de gemeenteraad vanavond

gegarandeerd te worden. Met als gevolg dat vandaag de centen van onze meerjarenbegroting

nog niet goedgekeurd is. Vannacht, morgen als die goedkeuring plaatsvindt, dan pas heb je

inderdaad uw centen. En dan pas gaan we bij wijze van spreken vanuit de verschillende

invalshoeken, of dat dat nu wonen is, of in mijn geval ook vanuit cultuur, de middelen die

voorzien zijn voor de uitrol van de opera. Waarvan we trouwens vandaag ook de persvoorstelling

over gehad hebben. Ook dat gaat naar Sogent moeten overgeheveld worden. Maar kan vandaag

nog niet in die boeken ingeschreven worden. We gaan natuurlijk geen beleid kunnen voeren

onder voorbehoud van de goedkeuring van. Dus vandaar ook de toelichting: we hebben de

stukken aangeleverd van de meerjarenplanningen zoals die voorzien zijn. Ook in het kader van de

BBC zo goed als onleesbaar. Vandaar dat we als extra ook digitaal niet verplicht, een leeswijzer

hebben toegevoegd. Een toelichting van hoe ver staan we met de verschillende plannen. Een



vijftigtal projecten zijn bij naam en toenaam, foto, al wat dat je wilt, voor de komende jaren

opgelijst geweest van wat zijn de budgetten daartegenover. En ja, die gaan natuurlijk aangevuld

worden. Dat is ook het engagement van zodra dat hier de goedkeuring heeft plaatsgevonden van

de meerjarenbegroting gaat de actualisatie plaatsvinden van het meerjarenplan en komen

uiteraard een all-in voor de komende legislaturen geactualiseerd met alle toeters en bellen van

percenten en targets terug naar de gemeenteraad begin volgend jaartal dat we dat werk

inderdaad kunnen afronden. Het is wel een feit voor alle duidelijkheid want soms is dat ook een

misvatting. Ik heb dat ook in de commissie toegelicht. We zijn het er al absoluut mee eens, er zijn

heel veel projecten die al jaren in de pipeline zitten. En dat is ook het tenue van ons

bestuursakkoord dat je erop naleest, is heel doelbewust, noemt u een aantal

stadsontwikkelingsprojecten die genomen zijn geweest wat dat we effectief zeggen, die moeten

eindelijk afgerond kunnen worden. Om dan inderdaad aan nieuwe mogelijke denkpistes te gaan

evolueren. Dus we zijn het erover eens. Dus ja, we gaan nu eigenlijk een versnelling hoger

moeten gaan zodat we eindelijk een aantal projecten die al jaren lopende zijn, kunnen afronden.

En uiteraard nieuwe projecten kunnen initiëren. Trouwens nieuwe projecten die geïnitieerd

worden, vandaar soms ook de verwarring, stadsontwikkeling, stadsontwikkelingsproject

enerzijds, anderzijds heb ik stadsvernieuwingsproject waar dat wel degelijk een aantal nieuwe

projecten ook in de pipeline zit en waarvoor ook budget is voor voorzien, wat trouwens ook later

op de avond zal worden toegelicht. Ik kan alleen maar bijvoorbeeld een aantal citeren. Budget

voor stadsvernieuwingsproject Nieuw Gent, Bloemekenswijk, zijn twee concrete voorbeelden

van twee nieuwe bijkomende projecten die in de pipeline zitten. Maar nogmaals, eens dat hier

de goedkeuring heeft plaatsgevonden, gaan we inderdaad naar een clustering moeten gaan en

op een bepaald beeld terugkomen naar en de raad van bestuur van Sogent en uiteraard naar

deze gemeenteraad op latere fase. Tot daar, mevrouw de voorzitter, mijn tussenkomst.

De voorzitter: Wel, ja, ik denk dat u alleen bent mijnheer De Meester. Zijn er nog andere

tussenkomsten, neen. Oké, mijnheer De Meester.

De heer De Meester: Mevrouw de schepen, voor alle duidelijkheid. Ik neem geen woord terug

van alle positieve punten die ik benoemd heb dus als ik hier een beetje kritisch ben dan is dat in

het kader van al het positieve dat ik benoemd heb. Dat wil ik toch nog efkes benadrukken want

anders blijkt het alsof ik Gent wil voorstellen als de slechtste ter steden. Dat is totaal niet het

geval natuurlijk hé. Kerstsfeer in huis. Wie had er naar Kerstsfeer gevraagd - maar dus - goed -

maar dus in dat kader, ja, maar in dat kader, mevrouw de Schepen, ik heb natuurlijk nooit gezegd

dat ik het liefste wil dat wij morgen die wachtlijsten hebben weggewerkt en die 10.000 sociale

woningen hebben bijgebouwd. Dat was nu net waar ik voor wilde waarschuwen. Daarin wil ik

niet geframed worden. Mijn doelstelling is en blijft om deze legislatuur 3.000 sociale woningen te

bouwen en daarop heb ik u niet over gehoord over die doelstelling. Bent u akkoord dat wij met

dit stadsbestuur in deze legislatuur niet onder die lat kunnen eindigen. Dat was de hele concrete

vraag. U heeft daar niet op geantwoord. En u zegt wij kunnen ja wel u hebt gezegd wij kunnen

wij hebben nu eenmaal niet alles in de hand wij kunnen niet alles zelf beslissen. Dat is waar.

Maar dat mag u niet verhinderen om doelstellingen te formuleren. Want u schrijft wel in het

bestuursakkoord dat om deze stad klimaatneutraal wordt in 2050 alsof we daar alles in eigen

hand hebben. Alsof we maar aan draadjes en hefbomen te trekken hebben en dat komt vanzelf

in orde. Dat is nog veel complexer dan het sociaal woonbeleid en daar is wel een doelstelling.

Mijn enige vraag is ik wil een doelstelling voor sociaal wonen en dan liefst die 3.000 want ik denk

niet dat we onder de lat kunnen, en u kunt wil dingen beslissen, mevrouw de Schepen, als u zegt

we maken 12.000.000 vrij dan staat daar denk ik 1.200 woningen tegenover. Dat kunt u zelf



beslissen. De eigen projecten van SO Gent, het aantal sociale woningen in die projecten van SO

Gent of op grond van SO Gent dat kunt u volledig zelf beslissen. Daar heeft u geen gronden

pandendecreet voor nodig. Dat beslist u volledig zelf. Of dat daar 0% of 20 of 30 of 100% komt,

dat beslist u zelf. Hebt u daar een visie over? Wat is uw doelstelling met die gronden? Hoeveel

sociale woningen moeten daar komen? Dat is mijn concrete vraag. Ten derde hebt u natuurlijk

ook nog, als bevoegd Schepen van Wonen, een soort van coördinerende, regisserende,

faciliterende rol. U kunt met die SGM Schaal gaan samenzitten en doelstellingen gezamenlijk

afspreken. Binnen welk kader willen wij dat die SGM’s werken? Waar willen wij met deze stad

naartoe? Dus het is in die richting dat ik mijn vraag formuleerde. Ten tweede over dat betaalbaar

huren daar blijf ik eerlijk gezegd veel meer op mijn honger zitten. En het … ik snap wat je zegt

over dat SO Gent een stukje die rol gaat overnemen. Allez of de rol speelt die ik van een soort

constructie “à la” DDS verwacht. Ik snap dat maar het was natuurlijk geen juridische vraag. Het

was een vraag naar welke ambitiesteek wij daarin, want ik maak mij zorgen, als ik vb. zie die

6.000.000 dient voor de omschakeling van budget koop naar budget huur. Over hoeveel

woningen gaat dat? Hoeveel huurwoningen komen er daardoor op de markt. En voor de rest zegt

u: gaat SO Gent inderdaad zelf huurwoningen bouwen en dan verhuren maar er werd blijkbaar

geen flauw idee van hoeveel woningen dat daar op die manier gaan gerealiseerd worden. U zegt:

wij moeten daar geen budget insteken, die logica kan ik, kan ik volgen. Dat het inderdaad zelf

bedruipend kan zijn. Maar SO Gent is toch ons stadsontwikkelingsbedrijf. Wij kunnen toch

zeggen wij verwachten dat investeringsvolume. Maar hoeveel over hoeveel gaat dat over

2.000.000? Gaat het over 20.000.000? Gaat het over 50.000.000? Wat is de ambitie en hoeveel

budgethuurwoningen staan daartegenover?

Schepen Heyse: maar heel kort, allez, mijnheer De Meester, eigenlijk allez, het is heel duidelijk, ik

ga het nog eens herhalen wat ik gezegd heb. Van wij geven twaalf miljoen als geld. Hoeveel

woningen daartegenover staan? Ik ga nog eens, dat kunnen wij vandaag niet weten omdat het

nu éénmaal sociale huizen zijn. Eigenlijk theoretisch, zeer theoretisch, laat mij duidelijk zijn, ik

ben er nogal gerust in, zie ik theoretisch zeggen, die mevrouw de Schepen, we gaan dat niet

doen. Ik, wat, middel zou ik misschien hebben, juridisch gezien, om hun te dwingen tot

nieuwbouw. Geen hé, mijnheer De Meester. Geen. Geen. Geen. Zo simpel is het. Maar goed.

Wees gerust, daar zijn we niet. Ik ben, wat wij de bedoeling is, om absoluut te maken, dat de

inzet voor de op nieuwbouw wil met die twaalf miljoen zoveel mogelijk nieuwbouw hebben. Dat

is onze doelstelling. Voor de rest gaan we nu en we zitten samen, dat is exact de oefening, die we

met hen gaan doen om te kijken hoever we daar gaan in gaan en op welke manier we dat gaan

doen. Hetzelfde met die 10.000.000 op die gronden. Hetzelfde wat die zes miljoen betreft. Voor

die omschakeling dat is exact, mijnheer De Meester, allez terug, ik ga het nog ene keer herhalen,

ik kon toch nog geen geld uitgeven wat er niet was. Zijn we het daarover eens? Ik dan dus

eigenlijk maar beginnen werken vanaf januari. Ja. Ik denk wel eens na. Dat gebeurt wel eens. Dus

maar serieus, allez, in die zin, dat zijn inderdaad oefeningen die we gaan moeten bekijken van

hoe vers de projecten en hoeveel kost dat. Want ik ga ook niet ten alle prijzen, ik ga die

zes miljoen niet uitgeven aan belachelijk weinig woning dus gaan gans die oefening is niet iets

dat op één, twee, drie gebeurt, mijnheer De Meester. Ook die omschakelen van Sogent is

inderdaad wat we aan het doen zijn, maar dat vraagt tijd: is een bocht maken. Nu een bocht

maken is niet iets dat je wel intellectueel snel kunt doen, maar in de feiten, dat is hetzelfde met

mobiliteitsbeleid, dan moet je bepaald ogenblik wel naar de structuren, een andere richting uit

krijgen. En vandaar, vandaag, we zullen daar, we gaan nog heel veel gelegenheden hebben om

verder over het woonbeleid te hebben. Er ook discussiëren. Ik ben zeker ook dat wij een aantal

als je suggesties hebt, we daar ook gaan naar luisteren. Dus in die zin debat is uiteraard niet ten



einde, maar vandaag ga ik, wil ik, alleen maar eerlijke antwoorden geven, en ik ga vandaag maar

zeggen als het budget goedgekeurd wordt deze legislatuur dan gaan er natuurlijk een aantal

zaken dus nu en blijft het nu weeral heel stuk duidelijker zijn. Maar ik heb heel veel partners

nodig en allez goed rol klimaat in dezelfde tijd dat zul je dan misschien ook wel nog eens hebben,

maar een aantal zaken hebben daar, ondanks moeilijkheid, zitten we meer on track, hebben we

al bewezen dan een aantal andere zaken. Maar goed. We zullen alle zaken die we hebben en we

hebben een coördinerende, faciliterende rol, mijnheer De Meester, maar u bent daar ook daarin

wel zo eerlijk om te zeggen wie echt stuurt voor sociale woning, is de stad niet duidelijk. Laat ons

dat vooral niet vergeten. Dus met andere woorden het zijn wij die het coördineren aan de

touwtjes, neen, neen, dat is niet zo. Dan moet u dat ook niet zeggen. U heeft dit al eerder

gezegd. Het is niet zo. Wij kunnen alleen maar een aantal zaken faciliteren binnen de casus

Vlaams zijn waarin we misschien van alles kunnen over denken, kunnen we toch ondanks dat tot

veel mogelijk bereiken met de stad maar goed het debat zal vervolgd worden.

De voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we over naar SD 12. Een divers en duurzaam economisch

weefsel. Ik heb hiervoor mijnheer De Roo en Steve Stevens.

De heer De Roo: Dank u, mevrouw de voorzitter, geachte burgemeester, beste schepenen, beste

collega’s, als tweede grootste stad van Vlaanderen moeten we de nodige aandacht aan de dag

leggen voor ons economisch weefsel. En als fractie, CD&V-fractie, zijn we uiterst tevreden dat de

aandacht voor ondernemers, voor onze diverse economische sectoren overvloedig aanwezig is in

dit meerjarenplan. Onze stad kent dan ook een rijk en ook verscheiden economisch weefsel. Van

de grote bedrijven in de haven die vele tienduizenden jobs creëren over de wereldbefaamde

kennisbedrijven in de techling tot de kmo’s, de lokale handelaars, de winkeliers waar we kunnen

winkel hier als woord verkozen binnen Van Daele voor dit jaar. Samen zorgen ze er voor een

robuuste economische moot, die van Gent, een welvarende, dynamische en aantrekkelijke stad

maakt. Die rijkdom willen wij vanuit het CD&V en samen met heel het stadsbestuur koesteren en

ook ondersteunen. Collega’s ik wil daar drie punten in aanhalen: eerst en vooral zijn we heel

tevreden als fractie dat de stad laat zien dat ze alle ondernemers steunt zowel de starters alsook

de ervaren rotten in het vak. Voor elke fase in een onderneming kunnen Gentse ondernemers

beroep doen op het OOG (het Gents aanspreekpunt voor die ondernemers) en er wordt ook

meer ingezet op jonge ondernemers. De schepen heeft het ook toegelicht in de commissie.

Sommige die al op de schoolbanken bezig zijn met hun eigen onderneming en ze worden zo

ondersteund om hun eigen pad te bewandelen door onder meer 270.000 euro te investeren aan

gratis starten en diverse startersactiviteiten wat ook wordt volgehouden. Ten tweede door het

op het vlak van infrastructuur ook een tand bijgestoken. Er worden nieuwe bedrijventerreinen

ontwikkeld en er wordt verder werk gemaakt onder andere van het bedrijventerrein in

Oostakker Noord waar we niet minder dan anderhalf miljoen euro in investeren en collega Van

Pee zal dat dat dossier ook verder opvolgen maar voor de Wielen Kaai Wondelgemse Meersen

zijn de nodige middelen voorzien. De komende jaren zullen we moeten inzetten op een

doordachte en ook duurzame invulling maar ook omsluiting van die gebieden. En dan ten derde

zorgen we ervoor dat met onze economische sectoren enkele maatschappelijke uitdaging

kunnen worden aangegaan. En we concentreren ons op circulaire economie op cleantech,

healthtech, beautech, digitale economie. We hebben het er gisteren ook al over gehad, zo werd

Gent en blijft ook Gent een voortrekker binnen deze innovatieve sectoren, iets wat we enkel

kunnen toejuichen. Kortom collega’s, we laten onze economische sectoren niet in de kou staan.

We investeren fors in ons economisch weefsel dat we gezond en divers willen houden en deze



investering zal positieve gevolgen hebben voor Gent en zal ons imago als technologische

hoofdstad van België en misschien wel daarbuiten, extra in de verf zetten. Dank u.

De voorzitter: Mijnheer De Roo. Mijnheer Stevens, sorry. Kort en bondig, krachtig, zo gaan we

goed vooruit geraken. Voilà.

De heer Stevens: Ik zal mijn best doen. Bedankt, mevrouw de voorzitster. Beste collega’s. Het

kwam inderdaad al enkele malen aan bod maar we gaan echt voor dé technologie hoofdstad van

Europa als het kan. En we investeren daar als stad serieus in. Op vlak van digitalisering en

technologie en technologische innovatie wat toch wel dé toekomstige economie is, zetten we

111.000.000 euro in op Digipolis en 33.000.000 ervan gaat naar technologisch vernieuwen en

digitalisering. En belangrijk in die visie is daarbij dat het maatschappelijk relevant is en tastbaar

voor de Gentsenaars. We geven zelf ook het goede voorbeeld. Want met spontaan digitaal wat

dat eigenlijk de digitale dienstverlening vanuit de stad is, zorgen we dat het eigenlijk zo positief

kan ervaren worden, ook inclusief is, toegankelijk, laagdrempelig, betrouwbaar, wat niet

onbelangrijk is. Dat de Gentenaar spontaan ook terug keert, dus spontaan digitaal. De afgelopen

dagen is het ook duidelijk geworden in de pers dat de visie ook op vlak van smart city beleid goed

zit. Want we hebben drie projecten, van die drie ingediende projecten goedgekeurd gekregen

vanuit Vlaanderen, voor een totaalbudget 835.000 euro in kader van City of Things. Het gaat over

energiezuinige huizen, over openbaarheid van bestuur en een veilige Rabotwijk, duidelijk zeer

tastbaar voor de Gentenaars. En daarnaast wordt er verder ingezet op het start-up en scale-up

beleid. En terecht. We hebben duidelijk potentieel in onze stad en duidelijk talent. Er werd hier

gisteren al gesproken over de Google Awards voor de beste app de, Android app. We hebben

eigenlijk deze week ook nog de prijs zie passeren vanuit het V-web voor de Belgische beste

Belgische app en zo zijn er tal van prijzen die eigenlijk bijna wekelijks worden gewonnen door

onze Gentse ondernemers. En daarnaast bleek ook nog uit een onderzoek van onder andere

Siri’s en HIVA dat Gent koploper is op vlak van tewerkstelling via Start-up’s. Met 636 werknemers

bij de Gentse Start-up’s of gemiddeld vier werknemers per start-up doen we duidelijk beter dan

Brussel en als derde in de rij zeker twee keer zo goed als Antwerpen. Het mag dus misschien

lijken dat andere steden ons voorbij hebben gestoken de afgelopen jaren maar deze cijfers tonen

duidelijk dat dat niet zo is. We zijn nu al de technologie stad en scale-upstad van België. Dat

toont deze cijfers wel aan. Maar we mogen alleen niet vergeten omdat extra in de verf te zetten.

We zijn misschien soms te bescheiden. En met een investering van 1.000.000 euro in de

exploitatie van het wintercircus en ik reken daar ook graag 1.200.000 euro bij voor de Rock zaal

eronder wat samen een dynamiek moet realiseren, gaan we “de hup” voor innovatie en voor ons

ecosysteem hier in Gent te hebben en, mevrouw Van Bossuyt, we zijn het erover eens het moet

het uitgangbord worden voor Gent, voor onze ambitie en voor onze durf. Ten slotte werd ook

door mijnheer De Roo nog gesproken over het hefboomfonds voor onze speerpuntclusters. Niet

onbelangrijk want op die manier halen wij eigenlijk extra Vlaams en Europees geld voor

cleantech, healthttech, biotech en digitale economie en dat zijn echt wel onze sterktes en wij

kunnen daarmee gericht gaan investeren en substantieel en ik sluit graag nog af met een

ogenschijnlijk kleinere investering maar toch niet onbelangrijk namelijk die voor het nachtleven.

Want naast Puur Gent dat al bestaat voor de handelaren, de horecacoaches, is wordt er nu ook

specifiek ingezet op de samenwerking met dat nachtleven. En er komt een nightlivecoaches. Er is

effectief ook op dat beleid durf en ambitie. Dank u.

De voorzitter: Schepen Bracke.



Schepen Bracke: Dank u wel, mevrouw de voorzitter en dank u wel collega’s voor jullie

tussenkomsten, ik voel dat, als het gaat over economie dat we allemaal toch wel een beetje

hetzelfde zeggen en dat we eigenlijk bereid zijn ook binnen deze gemeenteraad om schouder aan

schouder te staan en te doen wat nodig is. Want inderdaad, mijnheer De Roo, we hebben een

ongelofelijke robuuste economische motor maar zelf robuuste economische motoren moeten

klaar gemaakt worden voor de toekomst en dat is absoluut wat wij de komende jaren willen gaan

doen. En als we spreken over de economie van de toekomst dan gaat dat inderdaad over onze

speerpuntsectoren waar we moeten op inzetten. Maar dat gaat over ons heel mooi bestaand

patrimonium dat we hebben, onze bestaande industrie, onze bestaande handelaars, om ook die

future proof te maken, om die klaar te maken voor de wereld van morgen. En dat gaan we alleen

maar kunnen doen collega’s als we dat samen aanpakken. Meerderheid en oppositie, als we

samen inderdaad die vlag planten, als we samen niet alleen tegen elkaar zeggen dat hier in Gent

heel veel mooie zaken gebeuren op economisch vlak maar als dat ook heel breed durven

uitdragen aan iedereen die het wil horen want dat is inderdaad wat er vandaag gaande is.

Andere steden die doen soms een beetje hoe zeggen ze dat fake it till you make it veel blabla

zonder dat erom heel veel onder zit, hier in Gent is het net omgekeerd. Hier in Gent gebeurt er

heel veel en we vertellen het te weinig. Dus laat ons dat de komende jaren doen maar niet alleen

veel vertellen en veel blabla verkopen maar vooral veel samenwerken en die fundamenten voor

de economie van de toekomst en ik ben heel blij met de steun vanuit de gemeenteraad hiervoor.

Dank u wel.

De voorzitter: Dank u wel. We gaan verder met SD 13. Gent blijft koploper in gedurfde sociaal

klimaat. Ik heb bij volgorde mevrouw Karin Temmerman, mijnheer De Meester, Tine De Moor en

Ronny Rysermans. Klopt dit. Mevrouw Temmerman u mag beginnen uiteraard.

Mevrouw Temmerman: Dank u wel mevrouw de voorzitter, mevrouw de schepen, collega’s, ik ga

beginnen met een citaat uit de krant en ik denk dat iedereen wel zal begrijpen waarover het

gaat. Het citaat gaat als volgt: op dag één demonstreren de bosbrossers voor meer

klimaatmaatregelen. Op dag twee de gele hesjes tegen de duurdere brandstof die er het gevolg

van zijn van de klimaatmaatregel. Wie krijgt de lusten en wie de lasten van de strijd tegen

klimaatopwarming. Tot daar het citaat. Collega’s, mevrouw de schepen, voor ons is het antwoord

eenvoudig. De lusten zijn er en moeten er zijn voor iedereen en de lasten moeten verdeeld

worden naar draagkracht. We weten allemaal alhoewel dat ik soms twijfel of, ik zal ze maar bij

naam noemen, de N-VA daar ook van overtuigd is, maar we weten allemaal dat niets doen de

dag van vandaag geen optie meer is collega’s. Niets doen is geen optie. En blijven aanmodderen

zoals Vlaanderen doen is ook geen optie meer. We weten ook dat als we dit verder doen we

gewoon de factuur exponentieel gaan vergroten. Voor ons vandaag maar zeker voor degene de

generaties na ons. Als fractie steunen wij volledig de klimaatdoelstellingen van dit college maar

we willen wel waarschuwen we moeten iedereen mee hebben. Iedereen meenemen.

Klimaatverandering en sociale onrechtvaardigheid gaat immers hand in hand. Want wie voor wie

onderaan de sociale ladder staat, zullen de gevolgen van de climate change het hardst

aankomen. Denken we maar aan gezondheid, denken we aan overstroming, denken we aan

armoede enzovoort. Ik wil het nog eens herhalen en iedereen vindt dat boutade maar we

moeten ons daar echt van bewust zijn. De levensstijl van de tien van de 10% rijksten zorgen voor

49% van de CO2-uitstoot. En hoe meer ongelijkheid in een land hoe groter de kans op meer CO2.

De inspanningen moeten voor ons dan ook eerlijk worden verdeeld. En daarom blijven wij ijveren

om voorrang te geven aan de juiste en vooral aan collectieve investering. Niet persé elke

milieumaatregelen zelf proberen sociaal modeleren. Dit enkel doen als we niet anders kunnen.



Want als we dit doen dan zijn er altijd mensen die net uit de boot vallen. En dit zijn net die

mensen die dan terug gaan protesteren en die problemen hebben om de eindjes op het einde

van de maand aan elkaar te knopen. Huisvesting voor iedereen collega’s. We hebben daar net

het debat gehad over de wonen en dat doet dit collega. Met een grote impuls voor sociale en

betaalbare huurwoningen. Onze stadsvernieuwingsprojecten met opnieuw hier aandacht voor

iedereen die het niet breed heeft. Aandacht daarvoor wil zeggen collectief veel minder

individueel. Gent knapt op is daar ook een voorbeeld van. Eerder gaan investeren in collectief

vervoer dan bijvoorbeeld inzetten op iedereen in een elektrische wagen. Want dat is toch niet

mogelijk. Het collectief vervoer is er dan weer voor iedereen. Nogmaals wij zullen als fractie elke

milieumaatregel steunen. Maar mevrouw de schepen, wij zullen het ook, iedereen keer,

aftoetsen aan het sociale aspect zodat lasten juist worden verdeeld en niet alleen bij degene die

het minder goed hebben. Want enkel collega’s een sociaal klimaatbereid, beleid zorgt voor een

sociaal draagvlak. En dit draagvlak is bepalend voor de haalbaarheid en het resultaat van een

klimaatbeleid. En we rekenen daarvoor op u, mevrouw de schepen, maar ook op het hele

college. Dank u.

De voorzitter: Dank u wel. Meester De Meester. Dat is goed. Merci. We gaan er misschien, we

gaan er geraken. We gaan er geraken. Dank u wel Tom. Ja het moet een beetje vooruitgaan,

inderdaad. Mevrouw De Moor en dan mijnheer Rysermans, alsjeblief.

Mevrouw De Moor: Beste collega’s, compliment, complimenten over het Gentse klimaatbeleid

uitdelen dat hoeven we hier eigenlijk niet meer te doen. Dat hebben anderen al meermaals tot

de VN toe gedaan. Dus laten we ons hier bezighouden met het zoeken naar middelen om het de

komende jaren nog beter te doen. En dat dat meer dan ooit nodig is daar zijn ruim voldoende

bewijzen voor. Al kunnen we gerust ook stellen dat niet iedereen al inziet dat investeringen en

de maatregel die vandaag nodig zijn om die klimaatveranderingen een halt toe te roepen een

peulschil zullen zijn t.o.v. de kosten en de problemen die ons te wachten staan als we nu geen

drastische maatregelen doorvoeren. Omdat de gevolgen van de klimaatveranderingen iedereen

zullen treffen, moeten we er ook voor zorgen dat ook iedereen mee kan in dit verhaal. Ons

klimaatbeleid moet sociaal zijn. In Gent zetten we alles op alles om de doelstelling van 40% CO2

reductie tegen 2030 te halen. In de eerste plaats door investeringen in preventie. Door onze

inspanningen met energiecentrale te verdubbelen zullen gezinnen volledig ontzegd worden bij

energierenovaties. Advies, leningen, offertes opvragen, werken begeleidend premies aanvragen,

de stad neemt alle zorgen uit handen. En dat moet want er valt nog veel winst te boeken.

Onderzoek wijst uit dat iets meer dan 40% nog van de huizen in Gent tot op vandaag nog altijd zo

goed als geen dakisolatie hebben. Maar beïnvloeden we onze Gentenaars na die isolatie van hun

huizen, hun huizen gaan verwarmen. Dat is nog andere koek en daarvoor moeten we ook naar

het Vlaams beleidsniveau kijken. Vlaanderen moet de transitie naar een fossiel vrije toekomst

mee faciliteren. Maar we wachten niet op wat er in Brussel beslist wordt. Op termijn kan Gent

energie onafhankelijk worden. In 2017 werd ruim 16% van de groene stroom aan warmte

verbruikt door de Gentse gezinnen opgewekt op eigen bodem. En dat is maar liefst vier keer

meer dan in 2007. Dat willen we verdubbelen met deze legislatuur. We willen ook een kader

voor zonnedelen dat toelaat dat mensen met weinig budget of een ongeschikt dak toch kunnen

investeren in zonnepanelen zoals bijvoorbeeld nu al gebruikt met het project duurzame stroom

in Gent. En dat terwijl de maatregelen die op Vlaams niveau genomen worden, trouwens zorgen

voor een vertraging in investeringen in windenergie. Tot slot de bijdrage van de Gentenaars en

de herbezoekers aan het verminderen van de uitstoot via hun mobiliteitsgedrag. Tot spijt van wie

het benijdt met het circulatieplan hebben we veel minder wagens in de dat en aanzienlijk meer



fietsers en voetgangers. Met de introductie van de lage emissiezone zal nog duidelijker het

signaal uitgestuurd worden dat het niet de bedoeling kan zijn dat de Gentenaar het moet

bekopen met zijn gezondheid wanneer anderen kiezen voor vervuilende mobiliteit. Er zijn

evenwel nog altijd aandachtpunten ook daar. De grootste stijger van de uitstoot op Gents

grondgebied is het snelwegtransport. En daar hebben we geen vat op. We moeten in Gent naar

een snelheidsverlaging op de autosnelwegen door de stad. Maar ook daar stribbelt het Vlaams

niveau tegen. De cijfers tonen dat Gent op weg is om de klimaatdoelstelling voor 20% minder

CO2-uitstoot in 2020 te halen. Voor gezinnen is de uitstoot met 22% gedaald t.o.v. 2007.

Opmerkelijk aangezien de bevolking in Gent met 10% toenam, sinds 2007. Tussen 2007 en 2017

daalde de CO2-uitstoot al met 15,2%. Voor 2018 zijn er evenwel nog geen cijfers beschikbaar.

Voor die cijfers is het wachten tot ongeveer midden 2020 wellicht wanneer de Vlaamse overheid

de cijfers ter beschikking zou stellen. Waarom het lokaal klimaatbeleid sneller te kunnen

bijsturen zouden dat ook sneller moeten ook daar ligt weer een taak voor de Vlaamse regering.

Kortom in Gent doen we ons uiterste best om een ambitieus klimaatbeleid te voeren. Maar het

kader waarin dit gebeurt, dat wordt gevormd op Vlaams niveau en dat moet nog een stuk

ambitieuzer.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Rysermans.

De heer Rysermans: Dank u mevrouw de voorzitter, collega’s, ja u heeft het al meermaals

gehoord. Het klimaatbeleid in Gent, ik stel voor, ik lees voor, subsidiebeleid, goed gerichte

subsidies zijn inderdaad zinvol om beleidsdoelstellingen te behalen zeker op het vlak van milieu.

Dat geldt ook voor Gent. En inderdaad die investeringen komen niet enkel ten goede voor de

Gent voor de bedrijven of de burgers die daar in gaan investeren, maar het komt ten goede aan

alle Gentenaars. Ik stel in het verleden enkele vragen in verband met de subsidies die te

verkrijgen zijn onder andere de subsidies voor de aanleg voor groendaken en ook subsidies voor

de energiebesparende maatregelen bij bedrijven. Ik stelde natuurlijk al vast dat de kentijd van

die subsidies eigenlijk onvoldoende is en het budget is eigenlijk niet opgebruikt. Ja natuurlijk

indien men eigen doelstellingen gaat vooropstellen en men wilt die doelstellingen behalen, dan

moeten het beleidsinstrument namelijk de subsidies optimaal ingezet en gebruikt worden. Ja,

het heeft natuurlijk niet veel zin om geld op zij te zetten voor subsidies als er te weinig mensen

of bedrijven een beroep op doen. Dat wil natuurlijk zeggen wij hebben heel scherpe

klimaatdoelstellingen voor Gent maar ook als je natuurlijk die beleidsdoel…,

beleidsdoelmaatregelen ter beschikking stelt en men pikt daar niet op in dan hoort natuurlijk ook

voor de stad Gent moeilijk om die doelstelling te behalen, middel of middellange of lange

termijn. Als ik de meerderheid soms hoor dan is blijkbaar alles al in kannen en kruiken en doet

Vlaanderen altijd alles verkeerd en hier is men perfect bezig. Ik denk toch dat ook ons partij

belang hecht aan een goed en gezond klimaat. Maar ik heb wel ondertussen begrepen, uit uw

antwoorden uit de commissie, dat de schepen ook voor de nodige maatregelen zal zorgen om

aan de bekendheid van uw subsidies, meer aandacht, onder de aandacht te brengen bij de

burgers en bij de bedrijven. Want laat duidelijk zijn vooropgestelde klimaatdoelstellingen worden

ook anders moeilijk haalbaar voor de stad Gent als de middelen die men daar tegenaan gooit, zal

ik het zo formuleren, niet volledig uitput. Dank u wel.

De voorzitter: Dank u wel. Schepen Heyse.

Mevrouw Heyse: Heel kort. Dank voor de woorden van appreciatie. Mevrouw Temmerman, ik

ben het ongelooflijk met u eens. En als u mij kent, eigenlijk voor mij, is klimaat een sociaal beleid

altijd vanaf dag één een absoluut iets de match op alle vlak. En of dat het gaat over energie



investering in huizen, vind ik dat, evidentie zelf, dat ook daar energiearmoede meegenomen

wordt. Ook al maakt het natuurlijk het bereik van onze doelstellingen moeilijker. Maar het zou

nogal, ik vind het nooit het voorrecht van enkel de happy few om in een energiezuinige woning

te wonen. Dat kan absoluut niet de bedoeling zijn vandaar toch dat ik toch wel fier ben dat ons

premies, en ik vind premies maar het tweede beste middel, ik vind energielening veel beter,

weet dat we ook daar gaan naar overschakelen, helemaal, maar dat wij zelfs met de premies dat

70% van het premiegeld naar diegenen gingen die het meest nodig hadden. Met andere

woorden met ons geen Mattheus-effect. Dus dat vond ik een zeer belangrijke doelstelling die we

ook bereikt hebben. Dus dat, daar zetten we veel op in. Maar dat gaan we meer doen. Maar ook

het feit dat wij ook in de voorbije legislatuur ook nu ook mee investeren dat sociale woning

energiezuiniger worden is ook een feit. Want het is eigenlijk absurd dat je wel, eventueel een

lage huurprijs hebt maar dan hoge energiekosten hebt. Ook dat vinden we absurd vandaar de

inzet. Voerstadguy idem dito. Eén van ons strategisch doelstelling in de voerstadguy is juist de

sociale meerwaarde is ook de toegang tot vers voedsel zitten er ook in ingebakken. Met andere

woorden, voor mij is altijd vanaf dag één dat ik met klimaatbeleid bezig geweest ben de

evidentie zelve dat je inderdaad een klimaatbeleid maakt dat rechtvaardig is. En ik wil eigenlijk,

eerst eventjes ook een citaat gebruiken, ik was denk maar fameuze dag dat iemand anders in op

de Blandijnberg een debat had zat ik ook in debat maar een ander debat en dat ging namelijk

over klimaatrechtvaardigheid. Het was naar aanleiding van het boek van Sacha Dirckx over

klimaat en sociale rechtvaardigheid. Dus ik zat in dat debat met heel veel plezier en wat mij toen

trof, er werd een quote voorgelezen van een mevrouw die in beweging voor mensen met

armoede zitten. En zij zei, en ik vond dat heel mooi, laat armoede nooit de reden zijn voor gebrek

aan ambitie van klimaatbeleid. Want jammer genoeg zijn sommigen die, en uiteraard bent u de

allerlaatste, laat mij heel duidelijk zijn, wordt eigenlijk gedaan van oei het is niet sociaal dus

moet… Nee, het gaat hand in hand en juist die mensen, ik vond dat heel mooi van die mevrouw

dat ze zei: van ik wil een absoluut ambitieus klimaatbeleid, en zoals u zelf straks geeft, natuurlijk

met de juiste klemtonen naar de lasten en lusten. Ik ben daar 100% met u eens. En laat me

duidelijk zijn, ik ga daar altijd op dat vlak ook werken. Mevrouw De Moor, ik denk dat u het kaart

moet schetsen dat wij kunnen uiteraard ambitieus zijn in Gent maar dat wij inderdaad ook

hogere overheden nodig hebben. We gaan daar ook al een beetje aangeven, mijnheer

Rysermans, ik ben de allerlaatste persoon die zegt dat hier alles in kannen en kruiken is. Zo zit ik

niet in elkaar. En die mij al langer kent, die weet dat dit zo is. Vandaar dat ik hier nog maar een

tijd geleden ook aangegeven heb: kijk wij zitten op schema onze eerste doelstelling te bereiken.

Wij zaten, belangrijk het werkwoord zaten, niet op schema voor onze volgende doelstelling te

behalen. Vandaar dat we hier in dit budget ook bijkomende middelen hebben voorzien om die

doelstelling wel degelijk te kunnen halen. We gaan inderdaad ook hier in Gent nog een serieuze

tand bijgestoken moeten worden om die doelstelling te halen die ambitieus zijn. Dus specifiek als

u het heeft over de subsidies is er maar een klein luik eruit gehaald, de subsidies voor

particulieren en gans dat beleid daar zijn we, en ik, daar ga ik ne keer onbescheiden in zijn, dat

zijn we toonaangevend. Eigenlijk krijgen wij nu vragen van heel veel steden, van een

energiecentrale zoals we hier hebben, hoe doen jullie dat, en hoe kunnen wij dit ook uitwerken.

Omdat dat dat goed werkt. Daar hebben wij eigenlijk al jaren op ingezet omdat steeds te

verbeteren. Ook daar is uiteraard, je hebt mij niet horen zeggen dat alles perfect is, maar daar

hebben we een hele lange weg afgelegd, maar we weten nu heel veel hoe we mensen moeten

ontzorgen. Bedrijven is een recenter traject vandaar dat er daar zeker nog echt leerwinst uit te

halen is en daar willen we ook alles aan doen. Dus met andere woorden ja wij vinden wel degelijk

dat wij in Gent koplopers zijn wat betreft klimaatbeleid. Ik kan het ook in die zin goed vergelijken.

U weet misschien dat ik voorzitter ben van Climate reliance dus een netwerk van heel veel



duizend steden en gemeenten die rond klimaat werken. Er zijn zeker steden en gemeenten als in

de weerloop een aantal vlakken beter doen dan wij, ook duidelijk ik vind dat ook interessant, dat

is ook een leren, maar op een aantal vlakken scoren wij zeker heel goed. Dat bleek trouwens als

wij een juryrapport kregen dat in het kader van green capital dan waren wij de stad die

meededen met het beste rapport op het klimaat. Is het goed? Neen. Dat zeg ik er ook

onmiddellijk bij vandaar de ook nu weer een degelijk tand bijsteken en met een duidelijk

oogpunt om ook die sociale rechtvaardigheid mee te nemen.

De voorzitter: Dank u wel. Dan kunnen we overgaan naar SD 14 meer groen, natuur en

watermaken en aangenaam en klimaatrobuust Gent. Ik heb hiervoor mijnheer Rysermans en ik

zou OD 10 optimaliseren vanuit waterbeleid willen mee behandelen van mevrouw Sara

Matthieu. Awel kijk staan. Dank u. Mijnheer Heselmans eerst, ja.

De heer Heselmans: Dank u wel mevrouw de voorzitter, ja. Collega’s, druk groen is inderdaad ook

aangehaald ten tussenkomsten van de meerderheid gisteren bij de algemene bespreking van het

budget. De stad wil het druk groen gebruiken als een belangrijk middel om hun groene normen

voor parken, bos en natuur te realiseren. Het druk heeft natuurlijk gevolgen voor een groot

aantal privéterreinen die zullen onteigend worden of in der minne aangekocht worden. Dit is

heel ingrijpend voor de betrokkene burgers. Het druk wijzigt tamelijk de bestemming van de

percelen onder meer van woning naar groengebied. De eigenaars blijven in onzekerheid tot de

stad in finaal bod zal doen voor de aankoop van deze percelen. Bovendien, in zover ik weet het

druk groen nog niet ter goedkeuring voorgelegd in deze gemeenteraad. Wat natuurlijk niet

wegneemt als de stad al een proactieve diverse percelen kan en mag aankopen. Voor de

gemeenteraadsleden blijft het echter onduidelijk wat de totale kostprijs onder het druk groen zal

zijn. Eveneens is het daar ook niet duidelijk wanneer het druk groen definitief zal worden

afgerond. Of gerealiseerd eigenlijk. Kort nog over het Citadelpark, ik ben tenslotte bewoner,

buurtbewoner, ik vind dat het toch wat meer mag zijn. In de vorige legislatuur werd er al heel

wat beloofd maar ik vind dat toch eigenlijk weinig is gerealiseerd. Wat is er wel gerealiseerd? De

speeltuin is gerealiseerd en is heel succes kan noemen moet ik erbij zeggen. De speeltuin is altijd

drukbezocht in het Citadelpark en de verhuis van het dierenasiel is verloeft maar de beloofde

restauratie van de kiosk, het opbreken van het beton en het asfalt, ja dat is er nog altijd niet van

gekomen. Nu zijn er natuurlijk weer hoge verwachtingen wat in het meerjarenplan staat valt

volgens mij wat mager uit. De restauratie van de kiosk waar wij onder andere afhankelijk zijn van

de subsidies van Vlaanderen waar project recentelijk is ingediend. En waar we hopelijk vlug toch

wel op een positief antwoord mogen verwachten. De heraanleg van een deel van de wegen is

voorzien en hé de herbestemming van het oude dierenasiel ja dat zal pas binnen een drie à vier

jaar worden bekeken of gerealiseerd. Dit is voorlopig mij nog onduidelijk wat het zal zijn. En dus

ik herhaal voor mij mocht het wat meer zijn. Dank u wel.

De voorzitter: Dank u wel, mevrouw Matthieu.

Mevrouw Matthieu: Dank u mevrouw de voorzitter, collega’s, klimaatsverandering komt veel

harder aan in de steden. De warmte die wordt er opgeslagen, de vele gebouwen, straten en

pleinen dat kan leiden tot een zeer oncomfortabele hitte. Ik denk dat we dat allemaal kunnen

merken deze zomer. Het is dan ook heel waardevol dat dit bestuur talloze maatregelen neemt

om onze stad hier weerbaar voor te maken door te zorgen voor minder verharding, meer groen,

meer water in de stad. Dat komt de huidige Gentenaars ten goede maar evenzeer de vele

Gentenaars die er nog bij gaan komen. Gent zal de toekomende jaren enorm groeien. We zijn

ons daar allemaal bewust van. En dat betekent dat we ons al stad vooruitziend moeten zijn. Dat



gaat niet alleen over bijkomende nutsvoorzieningen en infrastructuur maar ook over veel meer

groen en water. Stad en natuur zijn daarbij geen tegenpolen van elkaar. In tegendeel, ze hebben

elkaar nodig. Als je het groen en water tot in de kern van de stad laat doordringen dan wordt je

beloond. Je krijgt een koelere stad die beter om kan met veel en hevige regenval. Je zorgt ervoor

dat het groen en water nooit veraf is. Je zorgt voor een betere luchtkwaliteit. Dus een gezondere

stad. Het maakt Gent leefbaarder, kindervriendelijker. Dat de stad Gent deze ambitie heeft dat

valt ook duidelijk af te lezen aan de vele inspanningen en investeringen voor de komende

bestuursperiode. Zowel het onthaarden, het vergroenen, dat zit in een algemeen ontwerp voor

het volledig openbaar domein maar ook private projecten en men zal enkel nog verharden waar

strikt functioneel nodig is en vooral ontharden en vergroenen. We verwachten dus stelselmatig

een afname van die verharde oppervlakte en dat is een goede zaak. Daarnaast komen er in deze

bestuursperiode zowat 50.000.000 bij rond woongroen, de aanleg of vernieuwing van twintig

parken, de richting van nieuwe stukken natuur, we hebben het druk groen, collega Rysermans

heeft ernaar verwezen. Dat is nog eens 109 hectare extra en 90 hectare bos en dan nog 266

hectare bestaand groen natuurlijk dat beschermd wordt. We zetten prioritair in op daar waar

openbaar groen meest nodig is namelijk collega’s in de dichtbevolkte wijken en we zetten daarbij

de realisatie ook optimaal in op participatie en co-creatie want we vinden het belangrijk dat er

geluisterd wordt naar wat de Gentenaars daarover te zeggen, de buurtbewoners betrokken

worden, natuurverenigingen enzovoort. Bovendien wil de stad deze legislatuur ook uitvoering

geven aan de befaamde visienota water in de stad dat speelt voor 3.000.000 euro. Er is een

actieplan opgemaakt en daar liggen een aantal prioritaire projecten klaar. We hebben het erover

gehad in de commissie. Bijvoorbeeld de oude Tichelrei, de Kolveniersgang, het vergroenen van

de oevers bijvoorbeeld aan de Coupure en ter hoogte van de nieuwe fietsonderdoorgang onder

de contributiebrug. Zo robuust en samenhangend groenblauw netwerk dat biedt immers

tegelijkertijd heel wat bijkomende kansen om veilige verplaatsingen te gaan organiseren. Om

ontmoeting te realiseren en sociale coalitie. Het zijn allemaal maatregelen die ervoor zorgen dat

zowel de stad als onze burgers gezonder worden. Ze brengen letterlijk en figuurlijk zuurstof in de

stad en daar collega’s hebben wij allemaal nood aan.

De voorzitter: Ik keek naar mevrouw De Bruyne, schepen De Bruycker alstublieft.

Mevrouw De Bruycker: Dank u wel mijnheer Rysermans, mevrouw Matthieu, voor uw

tussenkomsten. Ik hoop van jullie allebei absoluut, ja, steun voor het inzetten en investeren in

openbaar groen. Dus dat kan ik alleen maar mee beamen ik denk, mevrouw Matthieu, dat u toch

mooi heeft samengevat dat openbaar groen is belangrijk voor de leefkwaliteit van onze stad.

Vandaag maar het is ook een manier om onze stad toekomstbestendig te maken. Het is een

investering die we vandaag doen voor de mensen die er nu zijn maar absoluut ook doen voor de

volgende generaties en de manier waarop we dit willen doen is absoluut samen met de

Gentenaars en met heel veel partners samen. Dus dat was eigenlijk een perfecte samenvatting

van de beleidslijnen die wij hier hebben voorgesteld vanuit openbaar groen. Mijnheer

Rysermans, u had een aantal concrete vragen rond druk groen en het Citadelpark. Inderdaad

druk groen maakt integraal deel uit van de ambitie die wij hebben deze legislatuur op vlak van

openbaar groen, bij creëren in onze stad en niet alleen openbaar groen bij creëren maar ook

echt het beschermen van ons bestaand waardevol groen. Maar met druk groen gaan we maar

liefst 266 hectare groen waardevol groen beschermen. En gaan we meer dan meer dan 100

hectare 109 hectare bijkomend groen creëren. Dat is een zeer belangrijke maatregel waarin we,

denk ik, onze ambitie en durf ruimschoots tonen. Ik heb in de commissie meer details gegeven

over het budget dat nodig is voor druk groen, het totale budget voor druk groen wordt geraamd



op 13.000.000 euro. Wij schatten dat wij daarvan deze legislatuur ongeveer 14.000.000 zullen

moeten uitgeven en in de boeken zal u gezien hebben dat 6.000.000 voorzien is voor de

eerstkomende twee jaren voor 2020 en 2021. 2020 is ook het jaar waarin wij plannen naar deze

raad te komen met het ontwerp druk groen nog niet met het definitieve maar met het ontwerp

maar zoals u weet is het voorontwerp wel al goedgekeurd in 2018 en waar dus wel duidelijke

contouren waarbinnen wij nu werken en waarmee we ook naar de burgers stappen die

bijvoorbeeld een gebied in eigendom hebben dat in één van die gebieden valt waar wij plannen

te onteigenen. Daarover wil ik graag hier nog eens, maar daar hebben wij ook op vorige fora al

gedaan, heel duidelijk benadrukken dat de stad daar vanuit de diverse diensten die daar zeer

verslagen in zijn dat kan ik u verzekeren echt een dialoog opzetten met de mensen zelf. Er zijn

informatiemomenten geweest waarop wij ook als schepenen aanwezig waren maar waarop alle

betrokken diensten aanwezig waren om dan vervolgens individueel met elke eigenaar in gesprek

te gaan over een gebied dat binnen het toekomstige onteigeningsplan zal vallen. Het is absoluut

ons bedoeling om zoveel als mogelijk in der minne te kunnen verwerken. En omdat te kunnen

doen zorgen wij er ook voor dat het bod dat vanuit de stad gebeurt dat dat een ernstig bod is en

dat dat alle mogelijke ja kosten in zich draagt. Dus daar zijn onze mensen op dit moment al volop

mee bezig en wij mikken er dus op om die verwervingen zoveel als mogelijk in der minne te doen

en het is voor die verwerving in der minne dat wij die eerst twee jaar 2020 en 2021 al zoveel

budget hebben voorzien. Dat druk groen dat komt er niet zomaar. Wij hebben dat absoluut nodig

om onze ambitie te realiseren wanneer het gaat over het beschermen van ons groen en het

maken van bijkomend groen maar ook bijvoorbeeld voor het zorgen voor meer bos. Ons ambitie

van negentig hectare bos zouden we pas kunnen realiseren door enerzijds in onze groenpolen

veel verder te investeren en bossen aan te planten maar anderzijds ook in de druk groen voor

meer bos te zorgen. Dus ik hoop dat dat een antwoord is op de vragen die u had. Wat betreft het

Citadelpark ja ook daar denk ik dat het belangrijk is om toch een beetje die historiek ook duidelijk

te maken. Een zeer belangrijk moment voor het Citadelpark en voor de plannen die inderdaad al

een hele tijd klaar liggen is mei 2019 geweest. Wij hebben in mei 2019 de goedkeuring gekregen

van ons beheerplan van het Citadelpark en dat is eigenlijk voor ons als stadsbestuur het

startschot om van start te kunnen gaan met allerlei projecten die inderdaad al klaar waren. Met

bijvoorbeeld en daar is budget voorzien en dat zal op korte termijn gebeuren het uitbreken van

de vloerplaat van de voormalige hall 6 wat toch een aanzienlijke ruimte zal zijn binnen het park

die extra zal vergroend worden en waar, zoals u weet, plannen zijn voor meer informeel spelen

sportmogelijkheden. Het zal absoluut een meerwaarde zijn voor het park. Daarnaast is de

heraanleg voorzien ook die eerste twee geplande jaren nu 2020 en 2021 van die fameuze circle

walk. De helft van het ringvormige pad tussen het Charles de Kerchovelaan en de Astridlaan en

de zijde van de Leopoldlaan. Dat zal wel een zeer grote en zichtbare impact hebben op het

Citadelpark. De andere ingrepen zijn er ook maar die zijn daarom niet apart benoemd dat zijn de

ingrepen in het groen zelf van het park of in de beplanting allerlei opfrissingen die gebeuren en

daarom beng ik u toch graag in herinnering dat wij er binnen het beleid voor openbaar groen

heel bewust voor gekozen hebben om het onderhoudsbudget quasi te verdubbelen. Wij komen

van een onderhoudsinvesteringsbudget voor openbaar groen van 780.000 euro per jaar en dat

gaat naar 1.500.000 per jaar. Dat is niet min en dat laat ons toe om in alle parken en groenzones

die we vandaag al hebben los van nieuwe projecten toch ja op reguliere basis opfrissingswerken

te gaan doen. Dus ook op dat vlak mogen wij denk ik in het Citadelpark heel wat ingrepen

verwachten. U verwijst ook naar een aantal zaken waarmee we denk ik niet alleen in het groen of

in de inrichting van het park naar ingrijpen maar ook in de dynamiek van het park. Bijvoorbeeld

de invulling van het asiel. Ik denk dat het belangrijk is dat we daar voldoende tijd voornemen en



het eerste dat nu op de planning staat is het veilig maken van het gebouw. Daar zijn concrete

plannen voor. Voilà ik denk dat ik daarmee op uw vragen geantwoord heb. Dank u wel.

De voorzitter: Schepen Watteeuw.

De heer Watteeuw: Dank u voorzitter, collega’s, er is verwezen naar water in de stad. Ik denk dat

openbare werken sowieso één van de meest boeiende bevoegdheden die je kan hebben en

daarbinnen is er water, water in de stad nog één van de extra interessante domein. Ik denk dat

we daar heel veel kunnen in doen. Je hebt dat terecht geschetst, mevrouw Matthieu. Ik denk dat

we daar echt wel de stad een nieuw gezicht kunnen geven. En het is eigenlijk zeer eenvoudig te

illustreren. Kijk gewoon naar de Reep, kijk naar de Krook en je weet wat water in de stad brengen

wat dit kan betekenen, dit kan echt de stad een stuk aangenamer maken en wij gaat dat verder

doen. We, dat moet, dat hoeft niet altijd die grote ingrepen te zijn. Ik heb verwezen naar de

Tichelrei en de Kolveniersgang, er zijn nog tal van mogelijkheden. Denk aan alle straten die de

naam grachten, Botergracht, Ottogracht enzovoort. Je hebt de Blaisantvest enzovoort. Ik ga

morgen of donderdag liever, is er een informatiemoment voor Nieuwpoort. Ook daar gaan we

het water in de straat terugbrengen. Je kan dikwijls met heel kleine maatregelen, je hebt een

groot project, maar je kan dikwijls met kleine maatregelen ook al veel doen. Bijvoorbeeld de

Muinkkaai. Ja daar ligt het water al maar de verbinding tussen de straat, tussen de passanten die

daar in de Muinkkaai passeren en het water is eigenlijk onderstaande want die verbinding maken

dat is ook iets dat we kunnen doen. En meer zouden we samen met de Vlaamse Waterwerken

voor meer aanmeerplaatsen wat dat is momenteel echt een probleem. Gentenaars ontdekken

terug het water. En willen dikwijls met een klein bootje al is het maar een kano of zo, willen

aanmeerplaatsen hebben en die zijn er onvoldoende. Dus met het plan hebben we daar

afgesproken met de Vlaamse Waterwerken omdat te realiseren. Maar ook helemaal aan de

andere kant, maar dan in de sfeer waar ik nu aan het praten ben, misschien niet aan gedacht

wordt, economisch kan het water ook wel heel belangrijk zijn. Er zijn nieuwe tendensen waarbij

dat transporteurs, schippers, met kranen op de boot zelf, kunnen goederen beleveren in de stad

op eigenlijk een wonderlijke manier en die veel minder vervuilend, ook veel minder hinderlijk

dikwijls dan het zware vachtverkeer. En we weten allemaal dat het zware vrachtverkeer in de

stad dat dat voor zeer zware problemen kan zorgen. Denk maar aan uw geboortestad Aalst. En

de waterkwaliteit tenslotte is ook iets dat nu zwaar op gaan inzetten. Er zijn in Gent in het

centrum van Gent nog altijd woningen die gewoon lozen gewoon in het oppervlaktewater. Dat is

onvoorstelbaar. Ja en dus dit is soms, dat heeft dikwijls historische redenen, dat is zeer dikwijls

moeilijk opspoorbaar vanwaar dat de lozingspunten aan welk woning dat ze verbonden waren.

Ze zijn daar nu mee bezig om dat in kaart te brengen en dit moet weg zodanig dat het

waterkwaliteit verbetert en als de waterkwaliteit verbetert dan kunnen we ook meer ruimte

maken voor recreatie, zwemwater, ik kijk naar mijn collega Bracke die daar ook mee bezig is

vanuit haar sportbevoegdheid. Dus we moeten eigenlijk ook, in deze legislatuur, erin slagen om

een open zwemwater te realiseren in de Gentse wateren. Dus ongelooflijk boeiend, ongelooflijk

interessant en er zijn ongelooflijk veel aspecten die meerwaarde bieden aan de stad.

De voorzitter: Mijnheer Rysermans.

De heer Rysermans: Dank u, mevrouw de schepen, voor uw antwoord. Ik denk inderdaad dat we

alletwee voorstander zijn of vinden dat het Citadelpark beter verdient. Ik denk ook al dat de

buurt al langer zit op te wachten. Ik zal pas tevreden zijn natuurlijk als het project helemaal is

afgerond.



De voorzitter: Dank u wel. We gaan verder met SD15. Ik heb, in Gent werken we samen aan een

gezonde en schone leefomgeving. Mijnheer Jef Van Pee nummer 1, Patricia De Beule als tweede,

mijnheer Rysermans als derde en ik ga OD19 weer behandelen verwogen van de netheid en het

circulair afvalbeleid voor alle gebruikers van de stad. Daar staat de heer Sven Taeldeman op.

Eerst het woord aan mijnheer Van Pee alstublieft.

De heer Van Pee: Dank u wel mevrouw de voorzitter, mijnheer de schepen. Ik loop vaak op

straat. Maar dan erger ik mij, zoals vele Gentenaar, aan dat rondslingerend afval. Dat ligt vast en

zeker niet aan de man en de vrouw van Ivago. Die leveren als jaren schitterend werk in onze de

stad. En daar kunnen we nooit genoeg hen voor bedanken. Vorig jaar hebben Gentenaars 23.625

keer een sluitstort gemeld via het app. bij Ivago en werd voor 627 ton aan afval opgehaald. Maar

dat respect voor hun werk is helaas nog niet bij iedereen een soort van evidentie. We zijn als

CD&V dan ook bijzonder tevreden dat streek tegen zwerfvuil wordt verdergezet. En versterkt

wordt in alle wijken van onze stad en tot, in elke hoek van onze deelgemeente. Sensibiliseren is

uiteraard van groot belang. Het is dan ook een goede zaak dat we er hoop, dat we er ook geld

voor vrijgemaakt om de cel netheid van onze stad te versterken. Ze houden de vinger aan de pols

en ze kunnen snel acties op poten zetten. Sluikstorters moeten zich namelijk bekeken voelen.

Net daarom is ook repressie op hardleerse sluikstorters te raken in hun portemonnee. Met extra

camera’s en vaste patrouilles Gent in burger en gemeenschapswachten zetten we een stap in de

goede richting. 10.000 Gentenaars doen hun best om goed te sorteren. En dat wordt binnenkort

nog iets makkelijker met de nieuwe PMD-zak. Wie dat niet goed doet en kiest om onze stad te

vervuilen moeten we dan ook stevig aanpakken. Mijnheer de schepen, ik wil nogmaals besluiten

met het volgende zoals gemeld in de commissie, wil ik u verder helpen mee zoeken naar een

nieuwe locatie voor het recyclagepark te Oostakker. Dat tot in 2024 een vergunning heeft op de

huidige locatie in Lourdesstraat.

De voorzitter: Dank u wel mijnheer Van Pee. Mijnheer Taeldeman. Nee. Mevrouw De Beule

pardon, oh la la ik ga weer te snel.

Mevrouw De Beule: Dank u wel mevrouw de voorzitter.

De voorzitter: Sorry hoor.

Mevrouw De Beule: Collega’s, ik denk dat ik voor velen onder ons spreek als ik zeg dat de netheid

van de stad het feit dat onze straten en pleinen er proper bij liggen, iets is waar we het meest

worden over aangesproken, door de burger. Al zal het nipt zijn met mobiliteit. Ik wil schepen

Watteeuw niet ontgoochelen. Collega’s, we investeren deze legislatuur massaal in afvalbeleid.

Het gaat over een kleine 300.000.000 euro verspreid over de komende jaren. We voorzien in

extra personeel. En voeren de strijd tegen zwerfvuil verder op. Dat is jammer genoeg meer dan

nodig. Ook moderniseren we de containerparken. En belonen we sorteren van afval nog meer. Ik

wil hierbij ook de personeelsleden van Ivago uitdrukkelijk bedanken voor hun dagdagelijkse

inzet. Ze verrichten bijzonder goed werk in omstandigheden die niet altijd evident zijn. We

leveren ook een extra inspanning voor de medewerkers. We zetten niet alleen meer mensen in,

we verbeteren ook de loon- en arbeidsvoorwaarden. Niet meer dan terecht. Ik wil afsluiten met

een appreciatie voor de schepen met zijn aanpak van de recente staking bij Ivago. Ik dank u.

De voorzitter: Dank u wel, mevrouw. Mijnheer Rysermans.



De heer Rysermans: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ja, de lage emissiezone gaat in op 1

januari 2020 en ik denk dat er eigenlijk niemand, iemand tegen kan zijn, dat er minder uitstoot

zal zijn in Gent. Ik denk ook dat we ons allemaal ons steentje moeten bijdragen. Dus ook de stad

zelf. Uit opgevraagde cijfers blijkt dat de stad ook nog niet 100% klaar is om aan de voorwaarde

van de les te voldoen. Voor 2020 werden er immers 151 jaartoelagen aangekocht voor

voertuigen van de groep Gent en dit voor een bedrag van 100.000 euro. Er zal dus nog heel wat

moeten geïnvesteerd worden in een groener wagenpark van de stad Gent. Sluikstorten, uit

cijfers van Ivago, stellen we vast dat er in onze mooie stad nog heel wat wordt gesluikstort. Het

blijft een hardnekkige plaag die moet worden aangepakt. Ik ben tevreden dat deze legislatuur er

extra middelen zullen vrijgemaakt worden voor de aankoop van, ik heb begrepen, drie

bijkomende sluikstortcamera’s. De nieuwe schepen mijnheer, schepen Braeckeveld is inderdaad

ingezien dat er blijkbaar meer moet worden ingezet op handhaving. Ik hoop inderdaad dat de

pakkans verhoogd wordt en dat het sluikstorten vermindert. En dat dit tot uiting zal komen in de

cijfers die we jaarlijks gepresenteerd krijgen van Ivago. Ik zal het dan ook met belangstelling

verder opvolgen. Dank u.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Taeldeman.

De heer Taeldeman: Dank u wel mevrouw de voorzitter, mijnheer de schepen en mijnheer de

burgemeester. U haalde het ook al aan gisteren en in onze eerste avond gemeenteraad, maar

ook in de gemeenteraadscommissies, netheid van onze stad is een heel duidelijk beleidspunt in

deze meerjarenbegroting. Niet omdat we smetvrees hebben of kuisziekte hebben maar omdat

het hier gaat om die heel belangrijke leefbaarheid van onze wijken. En ook omdat we gewoon

zorg dragen voor ons openbaar domein. En er wordt ook al jaren keihard op ingezet op een

doortastende wijze worden dagelijks Ivago ploegen en allerhande flankeerde diensten daarbij

ingezet. Maar niet te min stellen we vast dat in sommige wijken een hardnekkig probleem van

sluikstorten en zwerfvuil kan vastgesteld worden. Zo kaarten we in oktober ook de kwestie aan

van de Dampoortwijk en de Dendermondsesteenweg waarop op negen maanden tijd zo maar

eventjes 500 sluikstortmeldingen werden genoteerd. Vandaar dat we ook blij waren met de

erkenning van deze problematiek, laat dat duidelijk zijn, en ook de aandacht die dit krijgt in deze

meerjarenbegroting. Niet te min, mijnheer de schepen, zijn we ook bezorgd. En ik denk, mijnheer

de schepen, dat we hadden het er al over in de commissie, wat onze zorg ook deelt. We delen de

ambitie en steun, steunen u in de aanpak van deze problematiek maar omdat we van Vlaanderen

verplicht zijn om containerparken, recyclageparken voortaan betalend te maken vrezen we voor

een neveneffect. We vrezen dat mensen deze kost zullen ontzien en toch voor het sluikstorten

kiezen. Ik hoop, collega’s en mijnheer de schepen, en ik denk dat u mij daarin steunt en ik hoop

dat we hierin fout zijn in deze bezorgdheid. Niet te min zouden wij vanuit onze fractie, vanuit die

gedeelde bezorgdheid twee zaken willen vragen, mijnheer de schepen: één, een vinger aan de

pols te houden en echt te monitoren hoe het overlastfenomeen ook na het invoeren van die

maatregel verder evolueert en daarvoor ook nagaan bijvoorbeeld hoe de problematiek in de

collega’s centrumsteden waar het misschien al is ingevoerd evolueert. Het is een goeie vinger

aan de pols houden en twee, Vlaanderen legt betaald maken van recyclageparken op als

voorwaarde om aan de nodige Vlaamse subsidies te komen voor het Gentse afvalbeleid.

Aangezien dat we vrezen dat het toenemend, tot toenemend sluikstorten kan leiden en

nogmaals we hopen dat we hierin fout zijn, indien dit effectief ook zou zijn in de stedelijke

omgeving dat het tot een averechts effect leidt, vragen wij u, vanuit onze fractie, dit ook bij uw

Vlaamse minister van omgeving ook aan te kaarten. En desnoods ook een en ander opnieuw te

bekijken samen. Burgemeester, mijnheer de schepen, zoals de Gentenaars en de betaalbaarheid



van het leven en zo ook afvalbeleid in Gent, ons nauw aan het hart ligt, zo ligt ook het Gentse

openbaar domein ons nauw aan het hart. Mijnheer de schepen, mijnheer Watteeuw, we

investeren er zeer fors in het openbaar domein, we hebben allemaal samen voor dat openbaar

domein betaald, het wordt met datzelfde belastinggeld dagelijks onderhouden. Het is van ons

allen, daar dragen we samen zorg voor.

De voorzitter: Dank u wel. Schepen Van Braeckevelt.

De heer Van Braeckevelt: Dank u wel, voorzitter, collega’s, dank voor de woorden van

appreciatie. Ik denk dat dat ook niet iets een pluim is die ik op mijn eigen hoed hoef te steken. Ik

denk dat we er allemaal van bewust zijn dat we willen gaan voor die propere stad. En daarbij is

inderdaad het historisch budget die we vrijmaken voor Ivago en bijkomende middelen ook voor

de dienst van openbare netheid fundamentele, fundamentele investering. Dat betekent dan ook

dat we samen willen werk maken van die propere stad met Ivago, de stedelijke veegploeg, ook

niet vergeten, collega Coddens die daar ook bevoegd voor is, niet onbelangrijk maar inderdaad

ook de handhaving. En ik ben ook erkentelijk voor het feit dat men vanuit de

gemeenschapsdiensten, vanuit de politie, ook op controle meer wil en zal inzetten, al weten we

ook dat handhaving met camera’s niet altijd het wondermiddel zijn. Gezichtsherkenning is

gelukkig nog niet overal van toepassing dus dat betekent dat zelfs iemand die gefilmd wordt en

die sluitstort dat dit niet per definitie betekent dat die ook gevat zal worden. Maar neemt echter

niet weg dat het wel belangrijk is dat we ook dat signaal geven dat we er verder op inzetten en er

ook voor zorgen dat diegene die hun, …, een een, de hun laars eraan lappen om de straten niet

proper te houden bij wijze van spreken dat die ook wel een duidelijk signaal krijgen van kijk die

moeten gevat worden, zo kan dat niet verder. Het historisch budget die wij investeren in Ivago

en in openbare in de dienst openbare netheid is fundamenteel maar inderdaad ook de mensen

van Ivago zelf die via de cao die we gesloten hebben toch ook een zekere vorm van appreciatie

kunnen voelen enerzijds, verdienen ze al de beste voorwaarden uit de sector. We doen er nog

een stukje boven op. Ik denk dat dat een belangrijk gegeven is. Nu er is veel gezegd over

zwerfvuil over sluitstort, ik denk dat wat sluitstort betreft dat daar al het meeste over gezegd is.

Over zwerfvuil collega’s we zijn erover eens. We moeten het aanpakken. We moeten dat

doordacht doen. We moeten dat ook samen doen. Met de burgers, met diegenen die de handen

uit de mouwen willen steken. Maar dat betekent ook een samenwerking met de boven lokale

overheid. Dat klopt ook. Dat heeft enerzijds te maken met alles met tarifering rond grof huisvuil

maar ook met zwerfvuil zelf. Denk maar aan alles rond statiegeld. Dit is een debat dat blijft leven.

En we weten ook collega’s dat we met boven lokale maatregelen, we ook voor kunnen zorgen

dat zwerfvuil op lokaal niveau gereduceerd kan worden. Maar goed dat zijn debatten die we hier

niet moeten beslechten maar die we in deze gemeenteraad wel al hebben beslecht, wat het

Gents standpunt betreft en ik denk dat dat ook een duidelijk en positief signaal is die we zeker

zullen verder vertalen wat statiegeld betreft. Nu wat grof huisvuil betreft, collega Taeldeman ik

begrijp uw bezorgdheid. Wij hebben die ook. Ik heb dit ook. Dit bestuur heeft dat ook. Het is

bovendien ook een reden waarom dat we al die jaren het betalend maken van het grof huisvuil,

niet hebben willen toepassen. Net omdat we weten dat het mogelijk zou kunnen zijn dat er extra

sluitstort zou worden. We betreuren dat we het moeten toepassen maar we moeten het wel

toepassen. Er zijn precedenten bij gouverneurs die uitspraken doen tegen steden die het niet

langer toepassen en we weten ook dat het intrekken van subsidiëring vanuit OVAM dreigt als we

dit effectief niet doen. Maar ik reik de hand uit, inzet naar Vlaanderen om die problematiek toch

aan te pakken en bovendien hebben we met ons slim retributiesysteem ervoor gezorgd dat we

geen extra inkomsten verwachten op vlak van retributies. Ook al maken we grof huisvuil



betalend, dus ik blijf bij het punt, er zou geen reden mogen zijn om te sluikstorten. Ik blijf daarbij

maar dat neemt weg dat we natuurlijk dat het eenvoudiger zou zijn als we het niet betalend

zouden moeten maken. Daar treed ik u in bij. Maar het is zo en we pakken het nu ook slim aan.

Nog even ook over, uiteraard over Oosterakker. Ik nodig de helft van de gemeenteraad die van

Oostakker afkomstig is uit om mee constructief te zorgen voor een oplossing. Wat het

recyclagepark niet het containerpark maar het recyclagepark in Oostakker betreft, ben er zeker

van met de constructieve sfeer van deze avond dat we daar samen in zullen slagen. Maar het is

wel degelijk wel ons streven om ervoor te zorgen en tot slot er is verwezen naar de app. Het feit

dat er zo veel meldingen zijn dat zegt enerzijds iets over die app. die ook heel veel prijzen wint,

maar anderzijds ook over het aantal Gentenaars die bereid is om mee bij te dragen tot die

propere stad. En ik vind dat bewonderenswaardig maar we moeten daar verder blijvend op

inzetten, wij nemen vanuit onze kant alvast budgettaire onze verantwoordelijkheid. We zullen

het ook verder uitrollen in de uitrol van ons beleidsnota en bij verdere interactie die we met

jullie en de Gentenaars zullen hebben, ongetwijfeld. Alvast bedankt.

De voorzitter: Dank u wel, ik geef het woord aan de burgemeester.

Burgemeester: Ah, nog volgt zeer kort in navolging van de schepen die zeer goed werk ter zake

levert, die goede plannen heeft, zoals gisteren in de chapeau gezegd. Collega’s inderdaad, collega

Taeldeman, is in ieder geval de Crebus van het stadsbestuur, problemen, uitdaging benoemen en

zo ook aanpakken. En dat is iets waren we samen voor staan. En specifiek kan ik nog meegeven

dat we van twee mobiele camera’s naar vijf gaan. Da’s meer dan een verdubbeling. Dat is dus

een sterk uiting om die strijd tegen sluikstorten, tegen zwerfvuil fors op te voeren en de twee

gemeenschapswachten die naarstig bezig zijn om ook op heterdaad te betrappen maar ook om

de inhoud van het zwerfvuil en het sluikstorten te bestuderen, die contracten liepen af. We

hebben als dit stadsbestuur de bewuste keuze gemaakt om dit toch verder te zetten. Door te

trekken zo doende dat dat goede werk gehandhaafd kan blijven en in combinatie op het terrein

van dienst netheid, Ivago, dienst toezicht, politie en gemeenschapswachten en ook op politiek

niveau zeer goede tandem ook met schepen van Braeckevelt willen we die strijd fors opvoeren in

het belang inderdaad van vele wijken en van vele Gentenaars die daarvan afzien want wie onze

stad bevuilt, mag daar ook de verantwoordelijkheid voor dragen. Wie we zorgen samen, goed,

dragen zorg voor onze openbare ruimte, dat mag dan ook gevoeld worden als dat niet

gerespecteerd wordt.

De voorzitter: Dank u wel. Dan gaan we meteen verder naar SD16 Gent beleeft een aangename

stad door een slim ruimtelijk gebruik. Ik heb mevrouw Matthieu, mijnheer Taeldeman, mijnheer

Robert en mijnheer De Roo. Ik ga waarschijnlijk nog, maar jullie mogen al beginnen een aantal

andere P’Oosters straks zal bijnemen. Alstublieft. Eerst mevrouw Matthieu.

Mevrouw Matthieu: Dank u mevrouw de voorzitter, collega’s. We zijn een stad in beweging, in

een stad die volop groeit en dat is goed nieuws. Maar dat stelt ons natuurlijk ook voor een aantal

uitdagingen. De beschikbare oppervlakte is beperkt. De noden zijn groot. Gelukkig hebben wij

met ruimte voor Gent een duidelijk structurerend plan hoe we met die uitdaging om moeten

gaan. Op plaatsen die goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer kunnen we gaan

verdichten maar steeds meer aandacht voor voldoende groen en openbare ruimte. Om de

leefbaarheid en klimaat robuustheid van onze stad te versterken. We stappen af van traditionele

verkavelingen die letterlijk smossen met ruimte. We zorgen ervoor dat alle faciliteiten dichter in

de buurt geclusterd worden zodat mensen zich minder ver moeten gaan verplaatsen. En we

zorgen er ook altijd voor dat er voor de bestaande buurtbewoner er een win-win in zit



bijvoorbeeld door nieuwe kwalitatieve groene ontmoetingsruimtes. Meervoudig en tijdelijk

gebruik van ruimtes dat blijft een leidprincipe waar we verder op kunnen gaan bouwen in deze

legislatuur. Denk aan WasRhei, de Standaardsite, De Meibloem, binnenkort ook misschien het

oud dierenasiel, we doen samen met de Gentenaars, met de bewoners om zo maximaal

draagvlak te creëren voor het Gent van de toekomst. Zie ik in deze meerjarenbegroting een heel

aantal projecten die die principes zeer mooi illustreren. Ik denk bijvoorbeeld aan “En Route in de

Dampoortwijk, we doen dat samen met de buurtbewoners, met lokale verenigingen, met in een

notendop de ambitie om zes zaken te gaan combineren. Goed wonen, een bloeiende lokale

economie duurzame mobiliteit, meer groen, samenleven en co-creatie met de buurt. En ook

Meulestede Morgen wil samen met die buurtbewoners van die wijk, de wijk van de toekomst

maken waar ook verhoogde leefbaarheid en gezondheid, die goede verbinding binnen die wijk

maar ook met de rest van de stad zeer belangrijk zijn. Allerlei duurzame modi, maar ook buurt

ondersteunende bedrijvigheid, korte keten, een mix aan wonen, ontmoeten, handel en andere

activiteiten. Aan de dokken komt er natuurlijk een volledige nieuwe woonwijk bij. Uiteraard met

integratie van een wijkpark. En met innovatieve ecologische technieken. Maar ook bijvoorbeeld

de Ecowijk biedt een antwoord op de woonnood in onze stad maar telkens met aandacht voor

groen in de buurt en nieuwe ontmoetingsplekken. Dat is slim verdichten, collega’s, en dat is wat

we samen moeten uitdragen en waar we draagvlak voor moeten blijven creëren.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Taeldeman.

De heer Taeldeman: Collega’s, het is al meermaals gezegd. Gent groeit, meer inwoners, meer

tewerkstelling, meer activiteiten, meer aantrekkelijke cultuur en feesten, meer schoolgaande

jeugd, meer studenten et cetera. Maar de oppervlakte van Gent die groeit tot nader orde niet.

Tenzij we natuurlijk een fusies zouden aangaan met Zelzate maar ik ga hier geen verdere mensen

op ideeën brengen. Maar eenvoudige fysische wetten leren ons op met meer op dezelfde

oppervlakte de druk verhoogt. Grotere bevolkingsdruk, grotere diversiteit aan inwoners, meer

verplaatsing lokaal, economisch weefsel aan handelsapparaat dat het leven in de wijk

ondersteunt. Ontmoetingsruimtes, scholen en zorgplekken, verlaten industriële panden, het

openbaar domein als aangename en client proof, publieke ruimte, het zijn maar enkele van de

vele uitdagingen in onze ruimte in Gent. Collega’s, dit combineren op de relatief bescheiden

oppervlakte van Gent en haar wijken daarin heeft Gent gelukkig een stevige en slimme traditie.

In 2003, ik ga ver terug, kwam Gent als een van de eerste centrumsteden met een gelauwerd

ruimtelijk structuurplan. Weer naar collega Temmerman, dat kan bevestigen en in 2018 kwam

hierop verder bouwend maar rekening houdend uiteraard met een nieuwe uitdagingen de

opvolger met ruimte voor Gent structuurvisie 2030. Hiermee legde Gent de basis voor haar

ruimtelijk beleid en is Gent terug koploper in ambitie en durf. Het bevat de bouwstenen, mijn

collega verwees er al naar, en verdichting, verweving, ontpitting, ontharden. Bouwstenen die

verder ingezet worden in en verder bouwen op een stevige eveneens gelauwerde traditie van

stadsvernieuwing collega’s. Burgemeester, collega’s, ik zou zeggen ga verder op die ingeslagen

weg en zet verder in op innovatieve vormen van stadsvernieuwing en val uiteraard terug in de

prijzen zoals we dat ook de voorbije jaren hebben gedaan. Niet om de erkenning te krijgen, dat

staat altijd mooi natuurlijk, maar het is wel een zeer goede leerschool en toetssteen en het

brengt bovendien extra Vlaams of Europees geld in het laatje om aan die broodnodige

leefbaarheid van de wijken te werken. En collega’s de verwijzing naar een investeringscollege is

niet uit de lucht gegrepen. En de accenten liggen terecht opnieuw in die wijken waar die druk het

sterkst laat voelen. Het gaat over de Brugse Poort, het gaat over Dampoort en Route, het gaat

over het Rabot maar ook over het pas, het recent opgestarte aanpak van de wijken Muile-



Meulestede en gelukkig ook Nieuw Gent. Door slimme stedenbouwkundige ingrepen

gecombineerd met een doelgericht investeren in en met de mensen in de wijk wordt er verder

aan die leefbare wijken gewerkt. Maar het gaat uiteraard over het flankerenbeleid. Ik denk aan

de verhoging van de belasting op leegstaande panden. Collega’s van de N-VA, niet alleen, er

werd gisteren naar verwezen vanuit uw fractie, niet alleen telt elk gezin in Gent maar ook elk

onderdak. Elke woning in Gent. Vanuit het feit dat u de wooncrisis erkent, dat u en uw fractie

geen stadkankers willen, dat u een propere stad wil, dat u geen krakers op het Gents

grondgebied wil, verbaast het mij dan ook bijzonder dat uw fractie met deze maatregel een

probleem zou hebben. Dat moet u, u ons en de Gentenaar eens uitleggen en dat u ook hiervoor

terug naar een ik weet niet in de plaats daarvan een lauwe halfslachtige aanpak zou gaan. Maar

collega’s laat ons vooral focussen op de positieve aanpak van de believers in deze stad. Het

werken aan leefbare wijken is dus absoluut niet af, nieuwe uitdagingen komen erbij. Maar dit

college ligt ook hier weer de lat hoog. En investeert fors in deze wijken en dit naar een duidelijke

sociale insteek. Daarvoor kan u op de steun van onze fractie rekenen.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Robert.

De heer Robert: Dank u mevrouw de voorzitter. Ik gebruik deze strategische hoofddoelstelling

om toch even als fiere Gentenaar maar vooral ook als geborene getogen Gentbruggenaar ne keer

te kijken in hoeverre dit beleid en dit budgetplan eigenlijk wat dit in petto heeft voor Gentbrugge

en wat de Gentbruggenaar daarvan vindt. Of hij dat lust of niet lust. Mijn eerste thema is wonen

op maat. En ik kan niet anders dan terugkomen op het dossier van de Ecowijk dat inderdaad door

collega Matthieu kort is aangebracht. Een oorspronkelijk mooi project. Dat jammerlijk de mist in

gaat op vlak van participatie en buurtoverleg. De rechterlijke uitspraak kan een goede aanleiding

zijn om dit project te herbekijken, in overleg met de buurt. En ik refereer naar de bezwaren op

vlak van de grootschaligheid en parkeernormen. Iedereen van de meerderheid had het hier

gisteren de mond vol over echte burgerparticipatie. En ik vraag u, mijnheer de schepen, of

mevrouw de schepen, ik weet het niet, of u vindt dat in dit project van de Ecowijk of we echt

burgerparticipatie alle mogelijke kansen hebben gegeven. Ik weet het niet, ik denk van niet. Ik

denk dat het veel beter kan. En dat de stad, die zegt dat burgerparticipatie belangrijk is, niet

enkel hier in de Ecowijk maar ook bijvoorbeeld in de woonontwikkeling Muide-Meulestede dat

die beter kan. Je kan dan misschien wel je wil doordrijven en via procedures en technische

aanpassing je slag thuishalen. Maar dan blijf je wel met een project zitten dat door de buurt

allesbehalve in de armen wordt gesloten. Dus ik zou zeggen doe er nu wat aan, geef echte

burgerparticipatie hier ook een kans nu het nog kan. Ik herhaal die oproep. Met betrekking tot

de Jean Jaurèslaan heeft het stadsbestuur een poging gedaan om een aanvaarbare invulling te

vinden waarin het bestaand stedenbouwkundig kader. Maar toch botst men ook hier weer op

bewonersprotest. Wij zitten ook hier niet aan een gebrek aan aandacht voor burgerparticipatie.

Is er wel voldoende samen gezeten, gecommuniceerd, en is er voldoende ruimte voor inspraak

geweest? Over naar onderwijs. We gaan nu volop gaan voor de renovatie van het

dienstencentrum Gentbrugge tot een multifunctioneel complex met onder andere een school en

een kunstacademie. Voor ons leek dit aanvankelijk een vreemde keuze gezien de viaduct

problematiek, luchtkwaliteit en geluidshinder. Als ik de schepen mag geloven is gebleken dat de

luchtkwaliteit vlak naast de viaduct in vergelijking met gemeten waarden verderop, niet echt

verontrustend is. De schepen sprak over een soort paraplu effect maar in de studie zelf heb ik

daar weinig van teruggevonden. Hoe dan ook de meerderheid heeft ervoor gekozen om dit

project te realiseren. Een belangrijk project van 9.500.000 euro investeringsmiddelen die op het

plan voor 2021. Mag ik er dan vanuit gaan dat het in 2021 zal gerealiseerd zijn? Of is het zoals bij



andere projecten dat wij ergens in 22-23 nog andere budgetten gaan vinden om dit project

volledig af te werken. Het is een pak geld en hopelijk wordt dit goed besteed. En wordt er strikt

op toegezien dat er echt kwalitatief werk wordt geleverd zodanig dat we hier niet verzeild

geraken in een dossier zoals het jeugdcentrum Minus One één die later in de gemeenteraad nog

op de agenda staat. Betreft mobiliteit en de opmaak van de wijk mobiliteitsplan. Het is goed dat

dit in deze legislatuur ingezet wordt op de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid van de

deelgemeenten. Fijn dat het startschot in Gentbrugge gegeven wordt en er zijn zeker noden. Ik

wil toch nogmaals het belang van een breed draagvlak benadrukken. U las het ook al in de krant

en ik kan het ook bevestigen dat op de info avond met betrekking tot het mobiliteitsplan van

Gentbrugge centrum wat jullie Oud Gentbrugge noemen, vooral dertigers op de afspraak waren.

Ik zou de schepen dan ook willen vragen erop toe te zien dat een zo breed mogelijk spectrum van

de Gentbrugse bevolking zijn of haar input en mening kan geven. En misschien een suggestie

moet u even op bezoek gaan in het dienstencentrum Speltinckx of uw oor te luisteren leggen bij

lokale ouderenraad. Voor wat betreft de E17 viaduct, de renovatie voorzien in 20-21 die ook

voorkomt op deze gemeenteraad, is een heel goede zaak. Het is het belangrijke Vlaamse en

stedelijke investering en zal ertoe leiden dat een aantal problemen voor de buurt kunnen

aangepakt worden, niet in het minst geluidshinder en de afgesloten parken rideparking. We

appreciëren de bijkomende investering die de stad doet voor bijkomende geluidsschermen die

hopelijk zowel de zuidelijke als de noordelijke deel van de Gentbrugse Meersen zullen

afschermen maar in het antwoord dat ik gisteren van de schepen heb ontvangen, blijkt dit niet

het geval te zijn. Jammer maar. De werkvennootschap werkt in samenspraak met de betrokken

partners dus ook met de buurt en ViaduKaduk aan de voorbereiding van een alternatief op

langere termijn. Ook belangrijk voor het E17 dossier is de opmaak van een regionaal

mobiliteitsplan, binnen de nieuwe vervoersregio raad, met een horizon 2030-2050. Dit is

belangrijk voor onze stad en niet alleen voor Gentbrugge. Ik verwacht dat, met betrekking tot de

uitwerking van een dergelijk plan, er voldoende terugkoppeling zal zijn naar de gemeenteraad.

Voor de parken ride arsenaal is een budget van 5.500.000 voorzien in 2021. Een vraag die ik

gesteld heb aan SO Gent, heeft men mij geantwoord dat die 5.500.000 effectief voorzien is maar

dit, dat die onvoldoende of ontoereikend zal zijn, volgens de raming die gemaakt is. Ik vraag mij

dan ook af of deze parking aangezien het budget in 2021 voorzien is of deze parking dan ook zal

gerealiseerd worden tegen eind 21 of opnieuw over na 21 in de budgetten nog geld moet

gevonden worden om dit project verder te realiseren. Het is hoog tijd dat dit project gerealiseerd

wordt. Ik had er in 2017 al vragen over gesteld en eindelijk wordt dit mecano parkeergebouw

hopelijk dan in 2021 afgewerkt. En ik hoop dat de bouw van deze parking niet uitdraait zoals het

parkeergebouw in Ledeberg dat opnieuw terug een jaar vertraging kent. De parkeerdruk vooral

ook in Gentbrugge centrum blijft heel hoog. De buurt ligt dan ook op de rand van een betalend

parkeren en wordt op die manier als parken ride gebruikt. Daarenboven heeft, en ik moet

toegeven, een aantal mooie heraanleg van verschillende straten bijkomende druk gelegd op het

parkeren in de buurt of de wijk. De realisatie van het woonproject Rute in de Kerkstraat zorgt er

ook voor dat de buurtparking die intensief werd gebruikt door bezoekers van lokale middenstand

werd opgedoekt. Parkeerplaatsen voor deelauto’s en elektrische laadpalen zorgen ervoor dat

ook op het Kerkplein parkeerplaatsen worden voorbehouden voor niet bezoekers aan de lokale

middenstand. Daartegenover mochten we in Gentbrugge nog geen enkele nieuwe buurt- of

wijkparking optekenen. Was dat niet één van uw beloftes om ook aandacht daaraan te besteden

zodat leven, werken en winkelen ook in Gentbrugge centrum aangenaam blijft. Maar vandaag

zien we daar nog geen enkele realisatie van. Wat betreft groen en natuur, we zijn zeer tevreden

met de verdere uitbouw van de Gentbrugse Meersen naar de noordkant toe. Het gerealiseerde

delen zegt mooi, een mooi project voor Gentbrugge en voor de hele stad en voor de mensen



daarbuiten. En wij hopen dat met de verwerving van het noordelijke deel dit project alleen maar

groter en mooier kan worden. Maar waar, mevrouw de schepen, is het budget voor het

beheersplan en de verdere aankoop en ontwikkeling van het noordelijke deel? Dacht ik zijn er

geen aparte cijfers opgenomen. Noch in het gedetailleerd meerjarenplan noch in de toelichtende

nota van de schepen. Maar misschien kan u dat rechtzetten. Wat de toekomstige gebruik of

beheer betreft, zien we graag dat er een goed evenwicht wordt behouden tussen het behoud

van het realiseren van natuurwaarden evenals de menselijke beleving. En vooral op dat laatste

willen wij toch de nadruk leggen. En dan een dossier is de Scheldearm. Hoogtijd om stappen

vooruit te zetten samen met de waterweg. Er is nu al lang genoeg gedebatteerd over de in

Heusden te bouwen constructie of complex en we hopen dat de kogel nu door de kerk is.

Hopelijk blijft de timing van 2025 voor het effectief bouwen van de constructie haalbaar. En kan

de verwezenlijking van de fietsbruggen die blijkbaar verbonden worden aan dit project

vroegtijdig gerealiseerd worden. Het zal de verkeersveiligheid sterk ten goede komen. We

rekenen erop dat de stad dit in overleg met de waterweg snel tot een goed einde brengt. Verder

blijven we aandringen dat er tegen de komende zomer de nodige tijdelijke maatregelen

genomen worden om de knijtenproblematiek op te lossen voor de bewoners van Gentbrugge en

Sint-Amandsberg. De uitbreiding van de woonkernen aan beide oevers van de Schelde zouden

immers het draagvlak voor het Gentse Zwin weleens gauw kunnen ondermijnen. En ik had het bij

mobiliteit al over de parkeerdruk die een zware druk legt op de lokale handelsweefsel maar

daarnaast is er ook nood aan lokale kernenversterking. We pleiten dan ook voor bijkomende

acties in Gentbrugge centrum maar ook in andere delen van onze deelgemeente. Acties die

vanuit puur Gent ondersteund moeten worden om het lokaal handelsweefsel te ondersteunen

als buffer tegen de steeds maar grotere impact van grote winkelketens die zich iets verder op de

Brusselsesteenweg nestelen. Wordt de Brusselsesteenweg richting Melle niet een tweede

Antwerpsesteenweg, vraagteken. Ik bracht deze tussenkomst om een aantal dossiers in verband

met Gentbrugge in de aandacht te brengen. Ik was zeker niet volledig. Maar ik ben ervan

overtuigd dat gelijkaardige noden ook in andere deelgemeenten van Gent spelen. En we zijn daar

dan ook van overtuigd dat deze bestuursperiode eens wat meer aandacht mag gaan naar de

deelgemeenten. Dank u.

De voorzitter: Dank u wel. Mijnheer De Roo.

De heer De Roo: Dank u voorzitter. Mijnheer de schepen, beste collega’s. De uitdaging nu op vlak

van ruimtelijke ordening en rond stadsontwikkeling die zijn groot in onze stad. Verschillende

collega’s hebben het ook al gezegd. Niet alleen zorgt de toename van het aantal Gentenaars voor

een nood aan bijkomende woningen en zoveel meer maar we moeten ook werk maken van een

leefbare en klimaatrobuuste stad. En met een gelijkblijvende oppervlakte, daar ga ik toch nog

altijd van uit, mijnheer Taeldeman, moeten we inzetten op slim ruimtegebruik, dus op

verdichting, op verweving, multifunctioneel gebruik van onze stad. En ik wou graag een 3-tal

punten onderstrepen, waar CD&V sterk verheugd over is, en ik bundel daarmee een aantal

operationeel doelstellingen. Eén, in tegenstelling tot hetgeen college Robert zegt, stellen wij wel

vast om onze wijken en deelgemeenten een prominente plaats innemen in het geheel. We zien

dat vertaald in doelstellingen om een aangename stad te realiseren door slim ruimte gebruik. Ze

zitten erin. Met de wijd structuur schetsen zullen we de komende jaren een raamwerk

ontwikkelen in verschillende wijken en deelgemeenten. En de schepen heeft ook toegelicht op

de commissie 2020 gaat het over UZ en omgeving, Zwijnaarde, Moscou, Melle Vogelhoek. 2021

Zwijnaarde in combinatie met het wijk mobiliteitsplan en in 2022 in Wondelgem. Dat zijn onze

deelgemeenten. Dat zijn ook sterktes waar we op moeten inzetten. En als stad moeten we



constant aandacht hebben voor de manier waarop nieuwe ontwikkelingen worden neergepoot

in bestaande buurten. In de stadsontwikkelingen moeten niet alleen de nieuwe maar vooral

bestaande bewoners ten goede komen. En moeten de plannen ook op een participatieve manier

kunnen realiseren. En met projecten als Brugge naar het Rabot, Ledeberg leeft, Muile-

Meulenstede morgen worden onze Gentse buurten ook niet vergeten. Meer zelfs er wordt echt

geïnvesteerd voor de toekomst. Er wordt ook tegemoetgekomen aan verzuchtingen van het zich

uitgesloten voelen van het Brugse Poort. Da’s als één. Eén belangrijk speerpunt door onze wijken

en deelgemeente die nemen een prominente plaats in. Twee. Onze stations die gaan de nodige

impulsen krijgen, zowel stationsomgeving van Gent Sint-Pieters als de Dampoort die worden

verder ontwikkeld samen ook met de steun van Vlaanderen en dat zou moeten leiden tot

resultaten waar zowel treinreizigers, bezoekers, maar ook Gentenaars en vooral ook Gentenaars

trots op kunnen zijn. En als derde wil ik er specifiek ook het wintercircus uitpikken en in slim

ruimte gebruik mogen we natuurlijk het historische karakter en ook de historische pareltjes ook

niet vergeten zeker niet als we die een nieuwe multifunctionele bestemming kunnen geven. We

creëren letterlijk fysieke ruimte om te ondernemen. En de CD&V-fractie kijkt alvast uit naar de

renovatie van het twintigste circus als sluitstuk van het nieuwe stadsdeel De Krook. Dat rond de

centraal overdekt en multifunctioneel middenplein ook kantoorruimte zal bieden aan

organisaties en bedrijven die werken rond digitale innovatie en ook ondergronds dan er ook zal

voor vijfhonderd personen evenementen en café en restaurant enzovoort. zal kunnen gaan

huisvesten. Het zal een voorbeeld voor de toekomst zijn. Collega’s voor mocht het nog niet

duidelijk zijn, slim ruimte gebruik waar wijken en deelgemeenten, stations en onze economie een

plaats krijgt daar werken wij met CD&V graag aan mee.

De voorzitter: Ik stel voor kunnen we nog Dampoort oude dokken bij nemen van voorstel van

mijnheer Veli Yüksel? PO 122. Ik denk dat het goed is dat we dit nog mee behandelen, dat gaat

over de stadsontwikkeling en stads … Station Dampoort en omgeving. Doe maar mijnheer Yüksel.

De heer Yüksel: Ja dank u wel mevrouw de voorzitter. Schepen ik denk dat dit een bevoegdheid is

waarbij meerdere schepen bevoegd over zijn. De Dampoort is natuurlijk een belangrijk

knooppunt voor onze stad. Er komt daar heel veel verkeer samen. We hebben daar natuurlijk

ook een station Gent Dampoort en uit een recente dynamische lijst van Vlaanderen blijkt dat De

Dampoort één van de gevaarlijkste punten blijft van Vlaanderen. Het staat op de vierde plaats en

dat is geen benijdenswaardige positie in tegendeel maar daar moeten we samen met Vlaanderen

werk van maken. Het masterproject station Dampoort komt ondertussen in een cruciale fase. De

studies zijn afgerond en we wachten nu op de Vlaams overheid. Het masterproject onder het

programma Dampoort Oude dokken, dit masterproject omvat integrale heraanleg van de

stationsomgeving Dampoort. De verkeersknoop wordt heraangelegd waarbij de nodige ruimte

wordt vrijgemaakt voor hoogkwalitatieve en veilige voetgangers- en fietsverbindingen. De

geplande verknoping van tramlijnen 4 en 7 aan de Dampoort, een gekoppeld tram- en busstation

en een nieuw treinstation. Rond de openbaar vervoersknoop wordt ook een volwaardig nieuw

stadsdeel gerealiseerd, met ruimte voor wonen en werken, groen en kwalitatieve publieke

ruimtes. De komende vijf jaar wordt ingezet op het doorlopen van het planningsproces en

voorbereidend studiewerk en het afsluiten van de nodige overeenkomsten met de verschillende

partners met het oog op een gefaseerde uitvoering van dit masterproject vanaf 2025. We gaan

als fractie uiteraard het verder verloop van dit masterplan en project van nabij opvolgen en ook

blijven ondersteunen. Daarnaast hebben we natuurlijk naast het station en het knooppunt

Dampoort, hebben we natuurlijk ook het project Dampoort Oude dokken en daar zal ook verder

gewerkt worden aan het programma en de opvolging en coördinatie van verschillende projecten



die vanuit het strategisch project Scharnier werden ontwikkeld. Via deze projecten wordt ingezet

op een grootschalige woonontwikkeling aan de oude dokken, de realisatie van buurtgebonden

voorzieningen zoals een school, buurtsporthall, groenzones, ondernemerschap en de

herwaardering van de Afrikalaan en de realisatie van een nieuw mobiliteitsknooppunt aan Gent

Dampoort. En in deze legislatuur zal eindelijk de Verapazbrug gerealiseerd worden. Daar zijn de

plannen al voor goedgekeurd. Wij blijven deze projecten uiteraard ondersteunen en ik denk dat

op die manier de Dampoortbuurt zal heropgewaardeerd worden en dat de mensen die daar in de

buurt wonen, Oude Dokken, Dampoort, dat die ook op die manier ondersteuning krijgen van dit

stadsbestuur.

De voorzitter: Dank u wel mijnheer Yüksel. Schepen Watteeuw.

De heer Watteeuw: Dank u voorzitter. Een aantal zaken die ik veronderstel dat, nu als we hier

ook nog zouden aanvullen indien nodig hé. Collega’s ik ben blij dat een aantal collega’s de grote

lijnen hebben opgezocht en eigenlijk vooral aangeduid hebben, mevrouw Matthieu, mijnheer

Taeldeman, mijnheer De Roo, wel aangeduid hebben waar we als stad naar toe moeten. En

gedrukt hebben op het belang van in zake planning, ruimtelijke planning, het voortouw te

nemen, proberen echt nieuwe inzichten te zoeken en te ontwikkelen en ik denk, mijnheer

Taeldeman, dat we dat ook doen. Jij heeft inderdaad verwezen naar het oude structuurplan Gent

en dan ruimte voor Gent. Ongelooflijk belangrijk document waar dat we nog jaren gaan blijven,

dat we nog jaren tevreden zullen zijn dat dat er is, omdat het eigenlijk onze houvast geeft van

hoe dat we moeten werken. Maar we doen verder in die zin van op basis van dat ruimte voor

Gent, mevrouw Matthieu, hebben we, en jullie weten, weten dat natuurlijk, de nota ruimtelijk

rendement goedgekeurd en die nota is eigenlijk ook weer pionierend in Vlaanderen. Wij zijn de

eerste stad die rond ruimtelijk rendement en die eigenlijk aangeeft waar we naar toe gaan met,

met gebieden waar BPA’s, verouderd zijn en waar daar je eigenlijk mogelijkheden kan krijgen. Ja

de BPA’s die vijftien jaar oud zijn, de discussie heeft zich even gefocust op de voortuinen,

onterecht eigenlijk, want het interessante is dat in die nota ruimtelijk rendement dat we daar de

nieuwe wegen die jullie hebben aangehaald rond de verdichting, rond de verluchting van

woonblokken van gebieden, rond het functioneel verweven, dat staat daarin. Dit, dit is het

houvast dat we ontwikkeld hebben, en ik denk dat het ongelooflijk belangrijk is. Wat als we als

stad de uitdaging willen aangaan waar dat eigenlijk al verschillende keren van deze avond, maar

ook gisteren, naar verwezen is, ik denk maar aan wonen, ja, dan moeten wij gaan verdichten. Als

onze stad binnen tien jaar een goeie tien jaar, 2030 meer dan 10.000, meer dan 15.000 inwoners

meer zal tellen dan zullen we daar ook moeten meer woningen hebben, meer wooneenheden

hebben en dat betekent dat je ook moet gaan verdichten. Op bepaalde plaatsen is het zinvol om

een aantal lagen meer te gaan voorzien ja, in Gent is eigenlijk in se een vrij lage stad, een stad

van twee lagen, drie lagen en op verschillende plaatsen, zeker op knooppunt van openbaar

vervoer is dat, zijn dat zaken waar dat we kunnen gaan verdichten, gaan verhogen, meer lagen

voorzien. Functioneel verweven, economie is hier ook al verschillende keren aan bod gekomen,

als je economische ontwikkeling in de stad wil realiseren en tegelijkertijd de mobiliteit niet

nodeloos wil gaan laten exploderen, dan moet je in de stad zelf gaan verweven. Ik heb dat recent

al gezegd. Dat, ik heb gisteren ook nog gezegd, dat planologie, ruimtelijke planning, één van de

grootste fouten die men gemaakt heeft, is de economie naar buiten duwen. Dat is heel

onoordeelkundig. Ja, en heel mobiliteitsgenererend. Wel, we hebben nu de mogelijkheden om

functioneel te gaan verweven en we gaan dat ook doen. En het gaat niet alleen over economie.

Het gaat ook over andere bestemming. Die gaat gaan vermengen met wonen, recreatie, noem

maar op, het kan van alles zijn. Dus we zijn daaraan bezig en we moeten daar alle creativiteit die



nodig is, moeten we daar gaan gebruiken, hergebruik van gebouwen, hergebruik van sites,

tijdelijk gebruik van sites, dat moeten we allemaal gaan realiseren. Dus in die zin, collega

Matthieu, collega Taeldeman, ik kan jullie daarin geruststellen. We gaan proberen vooruit te

blijven en ik ben zeker van dat jullie dat ook mee gaan aansturen. Ook mijnheer De Roo, u hebt

heel duidelijk terecht ook gezegd van, dat we heel sterk focussen op de wijken. En dat is

belangrijk. Want Gent is meer dan het centrum alleen, het is meer dan het gebied. Binnen de

Er40 alleen, we moeten voorzien en ik heb het dan vooral over mobiliteit, collega Souguir zal het

meer over de wijkstructuur schetsen hebben, maar we moeten voorzien in ja aangepaste

plannen voor de verschillende wijken rond de Er40. En ik dacht dat collega Robert daar

ongelooflijk blij om zou om zijn, dat we dat doen want in de voorbije legislatuur toen we met het

circulatieplan bezig waren was één van de kritieken die ik vanuit zijn fractie hoorde is dat we niet

genoeg bezig waren met de wijken maar we doen nu, we werken nu aan de

wijkmobiliteitsplannen. Ik dacht dat dat eigenlijk ook een stukje tegemoetkwam aan uw

bekommernissen. En heel veel de zaken die u opsomt in uw lange lijst die eigenlijk te groot is om

hier helemaal te gaan beantwoorden, het zijn soms meer schriftelijke vragen dan grote lijnen,

maar goed, dat heel veel van de vragen die u hebt en de bekommernissen die u hebt, wat ik kan

dat begrijpen, worden ook beantwoord, zullen beantwoord worden met die

wijkmobiliteitsplannen. En het is expliciet de bedoeling, en de eerste wijk, de eerste infomarkt

die we gegeven hebben in Gentbrugge rond de wijkmobiliteitsplannen was op dat vlak een

succes. Het is de bedoeling om heel veel input te krijgen. En ik ben het niet eens dat u zegt dat

het vooral dertigers waren, het was eigenlijk ook wel tekenend dat op het moment dat er daar

een foto verscheen of een artikel verscheen in de krant dat iemand zei ik zie hier geen, ik zie hier

geen mensen van zestig, zeventig, dat er op de foto die er gebruikt werd op de foto die gebruikt

werd, in de krant stonden eigenlijk alleen maar zestigers, zeventigers. En ook toen ik toe kwam

waren daar heel wat zestigers, zeventigers aanwezig. Ook dertigers natuurlijk en dat is ook maar

normaal dus maar als zou blijken uit die gegevens, want we hebben, die, de gegevens gevraagd

aan de mensen zodanig dat we hen kunnen contacteren. Als zou blijken dat dat niet het geval is

dan moeten we daarop ingrijpen. Absoluut. Het is niet alleen een wijkmobiliteitsplan van

dertigers, niet alleen een wijkmobiliteitsplan van fietsers, niet alleen een wijkmobiliteitsplan van

mannen, het is eigenlijk van alle Gentenaars en dus alle leeftijden, alle geslachten, alle mensen

die verschillende vervoersmodi gebruiken. Dus we gaan daar echt op werken, dat moet zo. Als ik

dan kijk naar een aantal zaken die u gezegd hebt, maar ik ga niet alles tot in detail gaan

beantwoorden, dat zou ons te ver leiden, maar als u het hebt, want over een aantal zaken kan ik

zelfs niet tussenkomen, in die zin dat wij als stad niet altijd de initiatiefnemer zijn en wel moeten

omgevingsvergunningen of verkavelingsvergunningen beoordelen. Als het gaat over de Jean

Jaurèslaan dan moeten wij gaan beoordelen. En er is een RUP gemaakt in de tijd dat eigenlijk

daar bescherming was van het groen daar, dat is een goeie zaak dat dat gemaakt is dat rup, dat is

een goeie zaak. Gelukkig dat het er was. Als het niet zou geweest zijn hé, dan was het nu gans die

site helemaal maar helemaal vol gebouwd. Dat er daar dat er daar dat er daar nog een aantal

vragen zijn, dat kan inderdaad zijn. Dat is inderdaad juist. Maar in se gaat het … in eerste

instantie gaat het over de projectontwikkelaar en de buurt die daar moeten ook een stukje met

elkaar in gesprek gaan. We willen dat faciliteren maar wij kunnen niet in de plaats treden van de

projectontwikkelaar. Wij kunnen ook niet in de plaats treden van de bewoners. Wij moeten nog

kunnen beoordelen en dat is een heel belangrijke zaak dat we dat onafhankelijk kunnen doen.

Rond de Ecowijk denk ik dat u toch even, maar ik vermoed dat collega Souguir daar meer zal over

zeggen, maar wat ik kan zeggen vanuit de bevoegdheid stedenbouw is, u moet toch eens kijken

op welke basis dat het dossier, de aanvraag is vernietigd hè. Eigenlijk op een zeer technische, een

aantal technische aspecten. Het is dus niet zo, wat eventjes de ronde heeft gedaan dat het



fundament van die Ecowijk helemaal onderuit is gehaald, dat is niet zo. Er waren een aantal

kleine beperkte zaken die niet in orde waren. Ja, en dus wat de verdere stappen betreft,

daarvoor verwijs ik naar collega Souguir, het regionaal mobiliteitsplan, rapportage aan de

gemeenteraad, evident, u hebt daar gelijk in, dat is geen gemakkelijke oefening. We zitten met

23 gemeenten samen, 23 gemeenteraden, een heleboel betrokkenen. Het startevent van de

vervoersreguraat zal plaatsvinden in februari en u zal daar als gemeenteraadslid ook voor

uitgenodigd worden, als u daar zin in hebt, dan mag u daar zeker voor afkomen. Park en ride, als

snel dat dat is, uw bekommernissen zijn terecht. Ja. Het moet goed bekeken worden. We gaan

dat ook doen in de komende maanden en jaren. Wat betreft uw verwijzing naar de parkbouw in

Ledeberge het is eigenlijk onterecht. Ieder project, ieder bouwproject kan problemen hebben,

kan technische problemen hebben. Iedere aannemer kan fouten maken. Dat is zo en dat leidt

dan tot vertraging, dat is jammer maar dat kan overal gebeuren. U kan daar geen politieke

conclusies rond trekken. Het dossier was in orde. Dus ik kan daar niet veel meer over zeggen.

Wat betreft de Dampoort tenslotte, mijnheer Yüksel, ja, ik denk dat we nu in een cruciale fase

zitten. Dus u weet, het plan daar is goedgekeurd, het voorontwerp Rupe was al goedgekeurd

vroeger. Het plan daar is goedgekeurd, nu is het eigenlijk de fase dat alle betrokkenen moeten

hun go geven om effectief ervoor te zorgen dat het kan gerealiseerd worden. Ik wil er niet op

vooruitlopen, ik kan dat ook niet, ik kan niet budgetten vrijmaken van anderen. Maar we zitten

dus regelmatig samen met ABV, we zitten op dezelfde lijn als De Lijn en de NMBS op dat vlak en

inderdaad, u hebt gelijk het is echt wel nodig dat er daar wordt … dat die ontwikkeling kan van

start gaan. Maar ik zeg het, in de komende weken, maanden zal u daar wel meer van horen.

Tenslotte dat staat op de zwarte lijst, we moeten daar inderdaad gaan ingrijpen. Ik ben wat

bekommerd over die zwarte lijst. Ik heb het daarnet aan mevrouw Matthieu gezegd. De zwarte

lijst, de nieuwe zwarte lijst, dynamische lijst, is wel vrijgegeven maar daar staan voorlopig bij

Agentschap wegen en verkeer, geen budgetten tegenover. Dus dat betekent dat het in de

reguliere middelen moet gerealiseerd worden. Ja, maar dat maakt het niet makkelijk hé. Want

als je in de reguliere middelen, dan zit je in de reguliere procedures en processen, dus dat

betekent jaar na jaren dat het in beslag neemt om zaken te realiseren. En dan heb je alleen maar

ja verfmaatregelen, circulatiemaatregelen, en een aantal kleine ingrepen, dus ik daar wat

bezorgd over. Ik hoop dat men daar heel snel, en u zal het daar mee eens zijn, dat men daar heel

snel budgetten voor vrijmaakt om die zwarte lijst inderdaad effectief te gaan aanpakken.

De voorzitter: Dank u wel. Schepen Souguir

De heer Souguir: Ja dank u, mevrouw de voorzitter. Collega De Roo, in eerste instantie bedankt

voor de ondersteunende woorden. Het is hier aangehaald geweest, we hebben inderdaad de

keuze gemaakt om de wijkstructuurschets naar de komende jaren effectief ook uit de rollen naar

deelgemeenten en wijken. Want het hier, door verschillende sprekers, ook al aangehaald

geweest van, weeral zitten we in een wijk of een deelgemeente van dat, wat is hier de

toekomstvisie. Hoe gaan we hier verder in ontwikkeling. Zowel korte, middellange termijn als

lange termijn. Wat betekent dat concreet voor onze wijk en omgeving? Vandaar dat we dan ook

extra middelen hebben vrij gemaakt deze meerjarenbegroting om ook via externe partijen aan

de slag te gaan. We doen dat niet zelf als stadsdienst maar we laten dat ook begeleiden en de

bedoeling is ook effectief om onderuit een draagvlak te creëren met een pas-passief traject om

te kijken van wat willen de inwoners van desbetreffende wijken en deelgemeente zelf. We

hebben er ook voor gekozen om de koppeling heel duidelijk te maken met mobiliteitsplannen

zodat we niet bij wijze van spreken naast elkaar werken maar elkaar versterkend ook echt een

integrale visie voor de verschillende wijken en deelgemeenten inzake zowel de verkeersplannen



lokaal als effectief de visie naar toekomstige ontwikkelingen toe. Zoals gezegd hebben we ook in

de commissie de planning ook meegegeven dus de deelgemeenten Sint-Denijs-Westrem

Zwijnaarde zitten in de planning, Wondelgem, Moscou en uiteraard de komende jaren wordt dan

verder aangevuld welke andere wijken en deelgemeenten aan te pas zullen komen. Dus het is

inderdaad wel een doelbewuste keuze want ook in de debatten en gesprekken die u gaf, dan is

dat vaak ondersneeuwd geraakt geweest voor toch wel een duidelijke beleidsvisie en keuze die

toch wel een antwoord geeft aan veel bekommernissen die lokaal leven. Wat het puntje met

betrekking tot de Ecowijk betreft collega Robert, zoals u weet is een tijdje geleden net na de

zomer, naar aanleiding van de toegekende verkavelingsvergunningen door de provincie Oost-

Vlaanderen, heeft men destijds ook een beroep aangetekend bij de Raad voor

vergunningsbetwisting. Daar is ook een uitspraak uitgekomen, met dien verstande dat de raad

voor vergunningsbetwistingen een aantal ingediende bezwaren had weerhouden. Dat klopt. De

weerhouden bezwaren waren dus eerder technisch van aard, gaande van de aanpassing van de

wegenis in functie van het brandweeradvies, aanpassing met betrekking tot waterhuishouding,

met Farys. Maar ook het behouden van een aantal bomen. Dus voor alle duidelijkheid en dat is

een beetje miscommunicatie die in de media is geweest, er veranderde niks met betrekking tot

het aantal woningen, het aantal bouwlanen of het aantal parkeerplaatsen. Dat is dus niet

weerhouden geweest bij de Raad voor vergunningsbetwistingen. En het is wel zo dat de laatste

stand van zaken is dat er een beperkte planaanpassing werd ingediend bij de provincie Oost-

Vlaanderen door Sogent en de Stip. En door die aangepaste plannen komen we dus nu tegemoet

aan de bezwaren die door de Raad voor vergunningsbetwisting werden weerhouden en kan in

feite de provincie, wat het is aan de provincie om een oordeel te vellen naar aanleiding van de

uitspraak van de Raad voor vergunningsbetwisting kan men nu een volledig aanvraag zijnde

verkaveling en openbaar domein opnieuw beoordelen. Dus wij zijn effectief ook wachtende voor

een uitspraak vanuit deputatie, dus nu is de deputatie aan zet, dus de beperkte planaanpassing

werd vorige week denk ik ingediend. Niet onbelangrijk ook is dat we beleidsmatig ook al een

bijsturing hebben voorzien. Dat wij ook van oordeel zijn dat we inderdaad ook minimaal dertig

budgethuurwoningen zullen voorzien naar de toekomst toe in plaats van koopwoningen dus dat

die bijsturing hebben we wel degelijk al opgenomen in onze planning. En niet onbelangrijk ook,

wij hebben die communicatie ook in de ganse wijk laten weten de afgelopen dagen. Dus we

hebben ook de buurt geïnformeerd dat men niet via de pers, of via vio, of advocaten of wat dan

ook moet vernemen dat we inderdaad een beperkte planaanpassing hebben ingediend. Dus dat

is in feite de stand van zaken. Nu is de provincie aan zet om een uitspraak te doen, ten gronde.

De voorzitter: Dank u wel. Schepen Bracke.

Mevrouw Bracke: Ja, dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik ga misschien kort, heel kort ingegaan

op een paar elementen die mijnheer Robert heeft aangebracht. Mijnheer Robert heeft uiting

gegeven aan zorgen rond handelskernversterking. En ik denk dat dat zorgen zijn die we met

elkaar delen. En een maand of twee geleden in de commissie economie hier een uitgebreide

gedachtewisseling hebben gehad onder andere naar vraag van mevrouw Van Bossuyt over wat

dat we daar kunnen aan doen. Welk instrumentarium dat we daarvoor hebben. Dat gaat

inderdaad zijn een stukje via Puur Gent, effectief gaan inzetten op promotie maar we gaan ook

meer moeten gaan doen naar dat. Puur Gent zal zich ook de komende jaren moeten richten niet

alleen op de kuip van Gent maar ook op de deelgemeente en op andere handelskernen in deze

stad. Maar we gaan meer moeten doen. En in het kader van de visienota rond de detailhandel en

de horeca zijn we ook aan het kijken om inderdaad nog die handelskernversterking te kunnen

werken en ik hoop om daar binnen een paar maanden mee klaar te zijn, om dan opnieuw naar



de commissie, naar deze gemeenteraad te kunnen komen om daar met jullie van gedachten over

te wisselen. Wie heeft een uitgebreid overzicht gegeven van zaken die in Gentbrugge allemaal

plaatsvinden en misschien voor de volledigheid van uw dossier wil ik u wijzen op een aantal

investeringen waar u de komende jaren toch wel verder mag naar uitkijken als het gaat over

sport en u weet dat want op de Gentbrugse Meersen op de opening van de sportcluster waar we

een stuk ook gaan samen bijna 5.300.000 euro zal in totaal aan de sportcluster op de Gentbrugse

Meersen worden besteed. We gaan er onder andere nog voor een nieuw multifunctioneel

gebouw naast de renovatie van sporthal Driebeek ter waarde van 1.000.000 euro.

De voorzitter: Schepen Decruynaere.

Mevrouw Decruynaere: Ja heel kort omdat ik begrepen heb dat u ook een vraag gesteld heeft

over de luchtkwaliteit bij DC Gentbrugge en de school die daar komt. Het lijkt me eerlijk gezegd

niet de plaats, zeker niet het uur om daar in alle techniciteit op in te gaan. Ik denk dat er gerust

misschien op een commissie nog verdere vragen kunnen worden over gesteld. Ik wil u gewoon

meegeven dat de resultaten nog zijn doorgenomen vorig jaar al met de werkgroep van

verontruste ouders, hoeveel mensen die daarin gelieerd zijn en viaduc à duc en dat ze eigenlijk

ze aangesloten hebben bij onze conclusies en dus akkoord waren dat we daar kunnen overgaan

tot het openen van een school.

De voorzitter: Dank u wel. Ik geef het woord aan de burgemeester.

De heer de burgemeester: Goed, dank u wel voorzitter, collega’s misschien eerst omtrent de

stadsvernieuwing, politiek die deze jaren al lang in deze stad al lang kenmerkt en waar we toch

wel een versnelling nog hoger zullen schakelen. Twee stadsvernieuwingsprojecten die reeds

lopen, Ledeberge leeft, Brugge na Rabot, worden verdergezet met overtuiging. Bij drie versnellen

we een schakel hoger inzake stadsvernieuwingsprojecten die de vorige legislatuur degelijk zijn

voorbereid. Of recentelijk reeds zijn opgestart, Muide Meulestede Morgen, En Route voor de

wijken Dampoort Sint-Amandsberg, inderdaad collega Yüksel en ook nieuw Gent Verwent. Tot

slot zullen we onder deze legislatuur, onder deze bestuursploeg drie nieuwe bijkomende

stadsvernieuwingsprojecten in de steigers worden gezet rond de Sluiskestoren Ham, tweede fase

voor de Brugse poort en de Bloemekeswijk. Iets waar collega Karen Karanfil al op heeft

tussengekomen eerder in de commissies. Dus maar liefst acht stadsvernieuwingsprojecten,

55.000.000 waarvan voor Nieuw Gent Verwent 10.000.000 euro collega’s en dat is altijd

integraal. Eh het is en en en het is en in het samenleven investeren en in de lokale

overlastproblematiek veiligheid, lokale handel, openbare domein, woonkwaliteit. Het is met veel

overtuiging dat wij die budgetten hebben uitgetrokken. En dan voorzitter tot slot ingaand op

collega Robert, die in zijn betoog liet vallen eh quit de deelgemeenten, ik wil hier aansluiting

geven op een aantal collega’s, die erover hebben gesproken, want het is zeer duidelijk collega

Robert dat dit stadsbestuur een heel sterke focus legt op de wijken en de deelgemeenten. De

wijkstructuur schetsen door schepen Souguir zijn u bekend. De wijkmobiliteitsplannen over

diverse wijken en deelgemeenten van onze stad is, zijn toegelicht, is toegelicht door schepen

Watteeuw. De Sportinfrastructuur in diverse deelgemeenten onder schepen Bracke, versterkte

handelskernen schepen Bracke, de politie nieuw, vernieuwbouw in Oostakker in Gentbrugge

onder mijn bevoegdheid op vlak van dienstverlening collega schepen Mieke Van Hecke, in

Oostakker de wijkkantoren, Gentbrugge, Wondelgem, plannen voor Sint-Denijs-Westrem,

allemaal prachtige deelgemeenten die deel uitmaken van deze stad. Forse verhoging van

wijkbudgetten, onder schepen De Bruycker. Buurtbudget verspreid over gans de stad schepen De

Bruycker. Aandacht voor cultuur in de wijken en de deelgemeenten. In nieuwe lijn nieuwe



investeringen op vlak van programmatie, schepen Souguir. Extra middelen voor de wijken, voor

wijken inzake feesten en evenementen schepen Storms. Parken, parken collega Robert, park

Halfweg, watersportbaan, de campagne De Drongen, heraanleg Maaltebrugge-park, heraanleg

Zonnebloempark, Reekers in Zwijnaarde, natuurgebied Het vliegveld Oostakker, Driemasterpark

Wondelgem, allemaal een schitterende deelgemeenten van onze stad, een notendop nog maar

van de plannen zoals gezegd voorzitter collegebreed gaan we heel fors investeren in onze mooie

deelgemeenten van onze stad.

De voorzitter: Dank u wel. Schepen De Bruycker.

Mevrouw De Bruycker: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Ik had nog enkele kleine vragen

genoteerd van mijnheer Robert over de Gentbrugse Meersen. U vraagt of het voorzien is om de

aankoop van het noordelijke deel verder te zetten en het beheerplan uit te werken. Ik kan u

zeggen, het beheerplan wordt momenteel uitgewerkt. Daarvoor is een opdracht eigenlijk dit

najaar al gegund. Dus momenteel wordt dat natuurbeheerplan uitgewerkt. We zijn daar mee

bezig. En voor de aankoop van het noordelijke deel ook dat staat opgenomen in de nota die ik

bezorg bij de commissie. Dus het staat daar, ja op pagina drie van de nota staan de Gentsbrugse

Meersen vermeld als natuurlijk één van de belangrijke groenpool maar we blijven verder in

investeren. Wij niet alleen. Ook erkende natuurverenigingen investeren verder in die groenpool.

En wat u zegt over de beleefwaarde, uiteraard is dat voor ons zeer belangrijk en daarom gaan wij

ook met verschillende partners samenwerken in het kader van het beheerplan maar ook wel

ruimere inspraak organiseren bijvoorbeeld voor de talrijke verenigen die ook gebruik maken van

die Gentbrugse Meersen. Dus voor ons is dat een zeer belangrijk element. Die budgetten

daarvoor die vallen allemaal onder die OD 112 meer natuur en groen. Dan heeft u nog eventjes

het dossier van het Gentse Zwin aangehaald, dat is niet meteen een budgettaire kwestie maar

dat blijft absoluut het engagement om op lange termijn te gaan naar een oplossing die de

wateroverlast, woonwateroverlast vermijdt in die regio, die de unieke natuur beschermt en

tegelijkertijd een oplossing biedt voor die kneiteproblematiek.

De voorzitter: Dank u wel. Schepen Storms.

Mevrouw Storms: Ja, ik wou eventjes aansluiten bij het lyrisch betoog van de burgemeester over

de infrastructuurprojecten in de deelgemeente. U verwees zelf naar de editie Gentbrugge. De

stand van zaken licht ik graag kort toe. Het voorontwerp is ondertussen goedgekeurd in het

college op 13/9 jl. Dat is een heel belangrijke stap. Omdat we nu kunnen uit, overstappen naar

het uitvoeringsontwerp en dus de voorlopige planning van de volgende komende

werkzaamheden is aanbesteding eerste helft 2020. Vanaf de zomer 2020 is er een tijdelijke

huisvesting nodig voor de huidige bewoners. Dienst vastgoed is volop aan het zoeken naar

nieuwe plekken om de diensten die er nu nog gehuisvestigd een andere vestiging te geven.

Daarna kan de uitvoering van de werken starten tot de zomer van 2020, 2022 excuseer, en het is

de bedoeling dat vanaf september 2022 het gebouw opnieuw in gebruik zal worden genomen.

Natuurlijk je weet nooit. Het gaat over renovatie van het bestaand gebouw dat is altijd iets

moeilijker dan een volledige nieuwbouw optrekken, dus normaal is dat de voorlopige planning

die we voorzien hebben. U weet dat dat een voorbeeldfunctie, een voorbeeldsite zal worden van

de brede site in onze stad, zoals wij dat noemen, waarbij de Kunstbrug zal huisvesting krijgen,

het Groen Drieske dus school, politiecommissariaat, de dienst Burgerzaken, de bibliotheek, het

leescafé en ook co-workingspaces. Dit laat toe om ruimtes te delen met elkaar maar dat laat toe

ook toe om gemeenschappelijk infrastructuur te hebben. Ik denk dan aan het sanitair, ik denk

aan het onthaal onthaalruimtes, vergaderruimtes, fietsenstallingen en ik heb al een paar keer



gezegd maar dienstverlening clusteren, ruimtes delen, gemeenschappelijke infrastructuur moet

echt de nieuwe richting zijn die wij als stadsbestuur nemen bij het opzetten van dergelijke

bouwprojecten.

De voorzitter: Dank u wel. Oké volstaat dat, dank u wel. Collega’s, we gaan in pauze gaan. Maar

mag ik vragen aan de fractieleiders om efkes mee te gaan met mij en de ondervoorzitter naar de

collegezaal, alstublieft. Collega’s, collega’s, dank u wel. Efkes jullie aandacht. Dus ik heb de

fractieleiders samengeroepen omdat we er niet gaan geraken anders we hadden al dertig

tussenkomsten op mijn lijst staan. Dank u wel en de fractieleiders om mee te willen werken.

Dank u wel aan jullie ook. Er zijn redelijk veel tussenkomsten geschrapt. De NV-A-fractie heeft

alle tussenkomsten zelfs geschrapt, dat betekent ook dat ik de medewerking wou vragen aan de

schepen om evenzeer en het college om evenzeer kort te zijn, kort en krachtig. Op die manier

kunnen we er nog geraken. We gaan nu be…, dus dank voor jullie medewerking. We gaan

onmiddellijk verder of door doen met, nu met de schrapping wordt het nog ingewikkelder, maar

het zal snel gaan. Ik heb, we zijn gebleven aan, …, geschrapt, ja dus ik heb SD17 iedereen kan zich

duurzaam, vlot en veilig verplaatsen in Gent. Er blijft enkel mijnheer Joris Vandenbroucke blijft

nog over, de rest is geschrapt. Mijnheer Vandenbroucke, kort en krachtig.

De heer Vandenbroucke: Ja, mevrouw de voorzitter, ik voel me nu al een klein beetje schuldig.

Maar neen, neen, nee, ik heb hier geen twee dagen gezeten om nu te zwijgen natuurlijk. Dus hé.

De voorzitter: Mag ik in tussenkomen nee, allez, hij heeft nog niet tussengekomen.

De heer Vandenbroucke: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Mijnheer, wablieft. Tijdsnood. Ja,

geen probleem. Mijnheer de schepen, iedereen kan zich duurzaam vlot en veilig verplaatsen.

Klinkt natuurlijk fantastisch. Beste collega’s, maar we weten natuurlijk dat dat makkelijker

gezegd dan gedaan is. En zoals u in de vorige legislatuur al hebt ondervonden, als het over

mobiliteit gaat, is iedereen minstens ervaringsdeskundigen, er zijn heel veel mensen specialist

terwijl je nooit voor iedereen goed kan doen. Nu het straffe is dat we in Gent al stevige stappen

vooruit hebben gezet. Twintig jaar geleden al pionierden mensen als Sas van Rouveroij en Frank

Beke met autovrije gebieden en fietsplannen. Het mag gezegd dat in de afgelopen jaren een

ferme extra boost is gegeven met moedige keuzes voor een vergrote autovrije zone, de invoering

van het circulatieplan, de veralgemening van de zone dertig en de investering in fietsstraten,

fietspaden en pendelparkings en de heraanleg van publieke ruimte die teruggeven wordt aan

voetgangers en fietsers. En mijnheer de schepen, onder het motto de belangrijke wegen zijn

onze luchtwegen, hebt u daarin de volle steun gekregen van de SP.A. En dat zullen wij nog altijd

blijven doen want die keuzes collega’s hebben in een korte tijdsspanne geleid tot minder

autoverkeer in het stadscentrum, meer fietsers en voetgangers, meer gebruik van openbaar

vervoer, een betere doorstroming van bussen en trams, meer gebruikers van autodeelsystemen,

minder ongevallen, betere luchtkwaliteit en vooral meer leefbaarheid. Het mag ook gezegd dat

Gent de enige stad in Vlaanderen is, de enige, waar het autobezit structureel daalt. Dat is geen

doel op zich maar het is wel een belangrijke indicator die een kentering inluidt, die aangeeft dat

we er in Gent wel in slagen om vastgeroeste patronen te doorbreken om onze stad

bereikbaarder en leefbaarder te maken. Nu vriend en vijand kunnen daar niet naast kijken en

een gewezen collega uit deze raad, die zei daarover, één jaar en één maand geleden, ik citeer,

het circulatieplan is verteerd. En dat bleek, gisteren ook, uit de tussenkomsten van de oppositie

tot uw eigen verrassing, mijnheer de schepen. Nu collega’s we moeten natuurlijk ook zeggen dat

die gunstige effecten, dat die hoopvolle tendensen dat die vooral geconcentreerd zijn in het

stadscentrum. Het is ook daarop, dat in de eerste plaats is ingezet in de vorige legislatuur. Dat is



niet erg. Je moet ergens beginnen natuurlijk. Het is dus een zeer goede zaak, mijnheer de

schepen, dat er werk zal worden gemaakt van wijkmobiliteitsplannen in zeven geselecteerde

wijken. Want ook daar heeft men immers recht op meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Op

meer verkeersveiligheid, op meer verschillende mogelijkheden om zich duurzaam te verplaatsen,

op betere luchtkwaliteit. Nu de juiste visie is er. Dat blijkt ook uit de resultaten van al de

ingrepen van de afgelopen jaren. We moeten nu ook lering trekken uit het proces dat destijds

daaraan vooraf gegaan is. En ik heb de twee grondige evaluaties van het circulatieplan nog eens

goed bekeken en zie je dat het draagvlak daarvoor gegroeid is. Dat de polarisatie tussen voor- en

tegenstanders fel verminderd is. Dat bleek gisteren ook tijdens het debat, tussen de

fractieleiders. Maar dat er een duidelijk onderscheid blijft tussen de mate waarin

centrumbewoners de lusten ervaren versus de inwoners buiten de ER40. U ziet ook dat ouderen

uitgesproken kritischer zijn en aangeven dat ze moeite hebben om zich aan te passen. In de aan,

in de uit, in de aanloop, excuseer mij, naar de uitrol van die wijkmobiliteitsplannen is het dus van

groot om ervoor te zorgen dat alle categorieën van bewoners, uiteraard ook de handelaars, van

meet af aan betrokken worden. Hier ligt een heel grote kans, geachte leden van schepencollege,

om te laten zien dat het ons menens is om echt werk te maken van meer participatie. Onze

fractie kijkt daarvoor naar u, Mijnheer Watteeuw, maar uiteraard ook naar collega Astrid De

Bruycker, bevoegd voor participatie. En tot slot nog een woord over een groep Gentenaars die u

gisteren zelf ook al heeft aangehaald, de mensen die kampen met vervoersarmoede. Ik verwijs

naar de tussenkomst van collega Karin Temmerman, zojuist, over klimaatbeleid, ook hier geldt de

redenering dat duurzame verandering maar een grote kans op slagen heeft als je ervoor zorgt

dat iedereen zich kan aanpassen. Ook hier is de uitdaging te groot om het te laten afhangen van

individuele keuzes. Ook wat mobiliteit betreft zijn de keuzemogelijkheden ongelijk verdeeld. En

moeten we maatregelen nemen die ervoor zorgen dat iedereen zich kan verplaatsen en dat het

evident is om dat zo duurzaam mogelijk te doen. Daarom, mijnheer de schepen, en daar eindig ik

mee, kijk ik heel erg uit naar het plan tegen vervoersarmoede waarvoor u zich geëngageerd

heeft. Dank u wel.

De voorzitter: Ik geef het woord aan de schepen.

De heer Watteeuw: Dank u voorzitter. Mijnheer Vandenbroecke kon niet beter gezegd, zelf niet

beter gezegd hebben. En aangezien dat er niemand anders tussenkomt van de raad, dan ga ik

ervan uit dat iedereen ermee akkoord is. Mevrouw Van Bossuyt, mevrouw Van Bossuyt, het was

maar een grapje. Mevrouw …

De voorzitter: Ja collega’s, kom kom.

De heer Watteeuw: Foei. Ik draai mijn grapje terug. Het was echt, echt niet de bedoeling …

De voorzitter: Het is trouwens …

De heer Watteeuw: Mevrouw Sleurs, ik meende het woord niet eh, het was echt … ik weet dat er

wat mensen zijn die die … wablieft.

De voorzitter: Verder doen, Filip, schepen Watteeuw.

De heer Watteeuw: Ja heel kort, mijnheer Vandenbroecke, u hebt goed aangeduid, u hebt

aangeduid dat het werk dat in de vorige legislatuur gebeurd is, dat dat eigenlijk ook een stuk

staan is op de schouders van voorgangers. Ja. Als er niks was geweest dan zou u eigenlijk van 0



moeten begonnen zijn en dat zou zeer moeilijk geweest zijn. Dat zou niet gelukt zijn. Ik denk dat

we daarop op dat datzelfde elan moeten verder gaan. Ik denk dat wij in de voorbije legislatuur

echt wel een grote stap vooruit gezet hebben, en het was toenmalig burgemeester Daniel

Termont die zei van, de belangrijkste wegen zijn onze luchtwegen. En heel terecht dat is echt een

zeer bondige samenvatting over wat het gaat. Belangrijk, we moeten verder gaan op hetzelfde

elan. We moeten vooral zorgen voor kwaliteit want je kan iets veranderen, maar je moet ervoor

zorgen dat de kwaliteit bewaard blijft en dat die nog verbetert. Kwaliteit in maatregelen rond

mobiliteit, daar kan echt wel nog ongelooflijk veel ver verbeteren maar ook naar doelgroepen. En

dus in die zin, van als je aangeeft, van vervoersarmoede aangeeft, dat is terecht. Er zijn mensen

die waar die het moeilijk hebben op vlak van mobiliteit. Wel wij moeten daar oplossingen voor

voorzien. En een van de oplossingen, ik ga er maar een benoemen, want anders zou het te lang

duren, maar een die heel belangrijk is en blijft, is het autodelen. Dat is een ongelooflijk

interessant systeem op vlak van duurzaam mobiliteit, naar milieu toe. Naar klimaat toe, maar

ook naar ook ongelooflijk sociaal, dus. Indien zin van autodelen zorgt ervoor dat mensen die die

investering om een auto te doen, niet zomaar kunnen doen, dat die toch kunnen beschikken over

een auto als het nodig is. Dus op dat vlak moeten we verder gaan en niet alleen deelauto’s maar

ook deelfietsen, enzovoort. Je kan, je kan het niet zo gek bedenken of je kan wel een oplossing

vinden en ik denk dat we zoveel mogelijk groepen moeten bereiken en dus die kwaliteit moeten

voorzien. Dat is waarvoor wij gaan.

De voorzitter: Dank u wel. OD36 is geschrapt, De Meester. Dan gaan we verder met SD 21 meer

Gentenaars aan het werk met een Gents arbeidspact. Ik heb mevrouw Welvaert. Ah toch, oké.

Da’s ook geschrapt. Oké. Dank u wel. Dan SD, ja oké, het komt terug in de commissie. Dan heb ik

SD22. Collega’s alstublieft. Iedere Gentenaar kan zijn talent ontplooien door kinderopvang en

onderwijs. Ik heb mevrouw Yeliz Güner.

Mevrouw Yeliz Güner: Dank u wel voorzitter. Leden van het college, collega raadsleden, en beste

luisteraars zoals gevraagd en afgesproken heb ik mijn tussenkomst verder ingekort. Even van de

zaken waar ik mij binnen deze gemeenteraad in het bijzonder voor inzet, is onderwijs. Het doet

mij dan ook veel plezier om te lezen dat er resoluut wordt ingezet op vermeerdering van de

capaciteit en de kwaliteit van het patrimonium voor zowel onderwijs, als kinderopvang. Hiervoor

trekken we niet minder dan 120.000.000 euro uit. Ik ben er fier op, dat we de komende jaren,

volop zullen inzetten op talenten, ontwikkeling en versterking. Eerst en vooral de talenten. Een

stevig en ondersteunend onderwijsnet is de ideale voedingsbodem voor de ontplooiing van

burgers. Men is maar weinig met een talent als men niet leert om het te gebruiken. Talent is niet

alleen zin hebben om iets te doen maar ook de mogelijkheden hebben om het te kunnen doen.

De stad Gent trekt daarom jaarlijks 100.000 euro extra uit om meer initiatieven te ondersteunen

die zich toespitsen op kwetsbare kinderen. Die ondersteuning is niet enkel financieel maar ook

inhoudelijk. Studies wijzen namelijk uit dat de persoonlijke ondersteuning de

ontwikkelingskansen van kinderen uit kwetsbare gezinnen bijzonder ten goede komen. De extra

middelen moeten en zullen voor meer gezinnen het verschil maken want studieondersteuning is

een heel effectieve vorm van coachen en het geeft de schoolloopbaan van kinderen een boost.

De totale budgettaire impact zal zo’n 650.000 euro zijn en ik ben ervan overtuigd dat dat goed

besteed geld zal zijn. Een tweede belangrijk aspect collega’s is de ontwikkeling van burgers.

Zonder voortdurende groei en vooruitgang hebben woorden als verbetering, prestaties en succes

weinig betekenis. De huidige werking van het onderwijscentrum Gent wordt daarom ook verder

uitgebreid met een lerarennetwerk. Het beroep van leerkracht opnieuw aantrekkelijk maken en

ervoor zorgen dat leerkrachten gemotiveerd blijven is essentieel. Zonder een positieve



dynamiek, zodat er een positieve dynamiek is en ook blijft. Het onderwijs en bij uitbreiding de

stad in zijn geheel, is de ideale leer- en leefomgeving voor de ontwikkeling van een vrije en

bewuste kijk op de samenleving. Gemotiveerde leerkrachten spelen hierin een zeer belangrijke

rol. Tenslotte versterking. Het is als mensen elkaar kunnen versterken in inspiratie dat er kansen

ontstaan, collega’s. Die versterking gebeurt al van bij de eerste stapjes. Onze stad zet sterk in op

het vergroten en versterken van de kansen voor kinderen. En hoe vroeger we ze kunnen

ondersteunen, hoe beter. De komende jaren wordt er daarom ingezet op een nog kwalitatievere

en toegankelijkere kinderopvang voor kinderen tot en met drie jaar. Ik wil dit stadsbestuur en, in

het bijzonder, de schepen dan ook oprecht bedanken voor de inspanningen die er geleverd

worden en de middelen die hiervoor worden vrijgemaakt. Ook binnen onze basis- en secundaire

scholen versterken we de verschillende actoren, zo zijn er vandaag al veel scholen die vaste

brugfiguren hebben. Ook voor de brugfiguren worden er bijkomende middelen vrijgemaakt.

Mijns inziens en terechte beleidsbeslissing. Want versterking dient mee te groeien met de

Gentenaars van bij de wieg tot aan de diploma-uitreiking, vanop de arbeidsmarkt tot aan het

pensioen en de jaren die daarop volgen. Collega’s ik besluit vanavond ligt een meerjarenbudget

voor dat blijkt geeft van een samenwerkingscollege met een hart voor elke Gentenaar. Het biedt

een vruchtbare voedingsbodem voor jong en oud, om te groeien en te bloeien, om zich te

ontwikkelen en zichzelf en elkaar te versterken. Dank u wel.

De voorzitter: Dank u wel. … Dank gaan we verder met, heb ik, heb ik, heb ik, SD23, minder

armoede in Gent door een proactief en integraal armoedebeleid. Ik hebt mevrouw Willaert.

Alstublieft.

Mevrouw Willaert: Ja collega’s, ik denk dat mensen in armoede het verdienen dat we hier toch

een aantal woorden aan hen ook besteden deze avond zeker ook met de integratie van de

OCMW-raad in de gemeenteraad. Laten we dat ook niet vergeten. Het is nog maar van oktober

geleden, bij de evaluatie van het vorige armoedebeleidsplan dat ik zei dat, ondanks de mooie

resultaten en de vele inspanningen van de vorige jaren de uitdagingen in onze stad op vlak van

armoedeberstrijding groot blijven. Want er leven nog altijd 40.000 Gentenaars in financiële

armoede. 40.000 stadsgenoten die de slechts betaalde fulltime jobs hebben, van voortdurend te

moeten rondkomen met veel te weinig. Die op het einde van de maand nog een stuk budget

over hebben. 40.000 Gentenaars die altijd in overlevingsmodus zitten en voor wie zorgen

voortdurend op de loer liggen. Armoede is complex en armoede bestrijden is niet eenvoudig. Het

lokale niveau heeft het voordeel van de nabijheid, van het op het veld kunnen zitten. Niet opdat

van de mensen in armoede maar op de armoede zelf. Maar het heeft het nadeel dat heel veel

fundamentele hefbomen boven lokaal liggen. Al twaalf jaar lang belooft de ene na de andere

regering de armoede te bestrijden. De kinderarmoede te halveren, mensen die in armoede leven

boven de armoedegrens te tillen. Maar al twaalf jaar lang staan de armoedebarometers om

rood. De kinderarmoede werd niet gehalveerd. In tegendeel, de kinderarmoede nam toe. De

ambitie om de kinderarmoe terug te dringen onder de vorige Vlaamse regering is volledig

mislukt. Het algemene armoederisico lag in België met 15,9% nooit hoger dan nu. Er waren nog

nooit zoveel mensen afhankelijk van hun leefloon. Hun aantal steeg met 41% tussen 2014 en

2018. Steeds minder Vlamingen kunnen hun energiefactuur betalen. En nog zo’n tekenende

indicator, in 2018 klopte 159.000 mensen aan bij de voedselbanken. In 2014 waren dat er maar

130.000, een stijging met maar liefst 22%. Nieuw is dat werken geen dam meer is tegen

armoede. Van de groep mensen die moeten aankloppen bij de voedselbank hebben er 16.000

een betaalde baan. Dit palmares, mevrouw Van Bossuyt, is misschien eerder een echt

knipperlicht voor de stijgende werkdruk bij de maatschappelijke assistenten van ons OCMW.



Schepen Coddens bij in zo’n context lokaal aan armoedebestrijding doen heeft u wel al eens

gezegd dat u het gevoel heeft van te dweilen met de kraan open. U herhaalde dat zelfs gisteren

nog. Wat wij in Gent als extra steun geven bovenop het leefloon wordt terug afgenomen door

stijgende Vlaamse en federale facturen. Maar wij blijven onze verantwoordelijkheid nemen. Wij

blijven de armoede in onze stad het hoofd bieden. Het laatste wat mensen in armoede nodig

hebben, dat is politici die bij de pakken blijven zitten. Laat het eens duidelijk zijn. De strijd tegen

armoede in Gent blijft voor ons voor de groen fractie een absolute prioriteit. Naast een

woonbeleid dat focust op wie het minder breed heeft, investeert de stad 25.000.000 extra

middelen voor armoedebestrijding waarvan 15.000.000 voor proactieve rechten benadering en

het ondersteunen van de Gentenaars in hun basisbehoeften en 8.000.000 in de strijd tegen

kinderarmoede. Armoede bestrijden doen we als stad ook niet alleen. Daarom gaat er 1.500.000

naar armoedeorganisaties. Inzetten op een proactieve rechtenbenadering en appreached

werken heeft vorige legislatuur haar vruchten afgeworpen met een stijging van 17,5% van de

actieve dossiers bij het OCMW. Dat omdat we er meer voor zorgen dat Gentenaars hun weg naar

de dienstverlening en hun sociale rechten vinden. We wachten niet tot mensen bij ons komen.

Neen we stappen zelf op hen toe. Schepen Coddens u liet in de commissie weten dat men schat

dat we 10.000 van die 40.000 Gentenaars nu nog niet bereiken. Verder en nog meer inzetten op

outreached werken zal daarom de komende jaren van cruciaal belang zijn. Ook voor de strijd

tegen kinderarmoede wordt er 8.000.000 extra budget uitgetrokken. Met onder andere de

versterking van de werking van kinderen eerst in nauwe werking met het onderwijscentrum.

Vorig schooljaar hielp kinderen eerst zo’n 528 gezinnen waarvan 75% niet gekend was bij het

OCMW. Zo’n resultaten geven duidelijk aan hoe belangrijk het is om hier stevig op in te zetten.

Want qua doeltreffendheid kan dit tellen. Daarnaast wordt het systeem van de aanvullende

financiële steun die wij bovenop het leefloon geven, versterkt. Vorige legislatuur trokken we het

totale budget al op met 750.000 euro, een stijging van meer dan 70%. Dat systeem gaan we nu

verder verfijnen en verbreden. En dat is nodig. Want ondanks de beloftes ligt het leefloon in

2018 dieper onder de armoedegrens dan in 2014. Het jaar waarin de vorige federale regering

beloofde de kloof te dichten. Wij leggen ons in Gent daar niet bij neer. Ook al is het onze

bevoegdheid niet. Wij passen als stad zelf bij met prioriteit voor gezinnen met kinderen omdat

nog voor te veel kinderen hun toekomst te fel bepaald wordt door waar hun wieg staat. Collega’s

deze twee kapstokken van ons armoedebeleid de proactieve rechtenbenadering en het

ondersteunen van Gentenaars in hun basisbehoefte zet ik graag extra in de verf omdat ze zo

cruciaal zijn. Omdat een doeltreffend armoedebeleid, mensen in armoede niet het water aan de

lippen zet, maar mensen de tools en een minimum aan comfort geeft om de armoedespiraal te

doorbreken. Maar natuurlijk is er meer. Het budget voor wonen, waar we het al over gehad

hebben, de strijd tegen dak- en thuisloosheid die verder wordt opgevoerd met modellen rond

24-uursopvang, waar we ook budgetten naast zetten. Binnen het arbeidspact willen wij de hand

reiken aan een kleine 1.000 werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het

budget voor de UIT-pas wordt aanzienlijk opgetrokken. En we zetten ook extra in op jongeren in

de meest precaire situaties. Collega’s in deze stad wijzen we mensen in armoede niet met de

vinger maar reiken we hen de hand. In deze stad brengen we mensen in armoede niet nog meer

in de problemen maar geven we hun de tools die zij nodig hebben om hun situatie te kunnen

verbeteren. In deze stad zorgen we ervoor dat ze hun rechten opnemen en dat ze financieel niet

verzuipen. Dat is onze betrachting, dat is onze overtuiging. Collega’s, mijn fractieleidster citeerde

gisteren heel mooi Pablo Neruda, ik wil graag eindigen met Nelson Mandela: “Poverty is not an

accident. Like slavery and apartheid, it is man-made and can be removed by the actions of

human beings. Overcoming poverty is not a gesture of charity. It is an act of justice.”



De voorzitter: Collega’s mag ik efkes vragen, ik heb zojuist afgesproken met de fractieleiders wie

nog tussenkomsten, er zijn zeer veel schrappingen, om zo kort en bondig mogelijk tussen te

komen. Ook van iedereen verwacht ik dat anders zit ik natuurlijk, zitten wij natuurlijk in de puree

hé. Goed.

Mevrouw Sleurs: Mevrouw de voorzitter, sorry dat ik tussenkom, ik ben geen fractieleider maar

allez ik was niet bij die bespreking, maar ik vind dat echt lachen met de oppositie hé. Wij doen

constructief omdat er inderdaad al zeer veel gezegd is, ik denk dat het normaal is, het is ook de

democratie en nu is het aan de oppositie om hier te zwijgen en de meerderheid de lofzang te

horen, sorry allez dat is niet volgens de afspraak. Allez als u constructief wilt samenwerken wij

zijn constructief geweest als oppositie die normaal gezien de bedoeling heeft van oppositie te

voeren maar gezien dat er gisteren ook al veel gezegd geweest is, en ook mensen inderdaad

vermoeid geraken, zijn wij constructief dan verwachten wij die houding ook van de meerderheid.

Ik moet zeggen allez het zit mij echt hoog hé en je weet dat dat bij mij niet rap gebeurt maar dat

allez dat dat vind ik echt niet, dat is gewoon niet correct. Dat is gewoon ons lachen in ons gezicht

als oppositie, en dat is niet correct. Sorry maar zo zullen wij ook niet meer constructief zijn.

De voorzitter: We gaan dat …

Mevrouw Sleurs: Dan zal u misschien toch ne een keer een andere oppositie zien.

De voorzitter: We gaan dat, we gaan dat noteren. Ik heb dat ook gezegd. We gaan dat noteren

op, we gaan dat bespreken op bureau, we gaan dat bespreken op bureau.

Mevrouw Sleurs: Want anders zal de, zal de oppositie veranderen en dan zal het gedaan zijn met

constructiviteit.

De voorzitter: Maar mevrouw, dit, ik heb nu ook …

Mevrouw Sleurs: Verdorie zeg.

De voorzitter: Maar moet de nu niet vloeken. Ik heb gevraagd, we gaan, het is ook een

probeersel, de volgende keer gaan we dan kijken voor een spreektijdbeperking, als het op die

manier niet gaat. We gaan dan een spreektijdbeperking invoeren. Op die manier dan. Maar ook

voor iedereen. Voor iedereen. Kwestie van een afspraak. We gaan de zaak bespreken op het

bureau. Het heeft nu echt geen zin. Het heeft echt geen zin om die nu te bespreken.

De heer Deckmyn: Neen, neen, neen, er worden hier zaken in het midden gegooid die echt niet

horen. U weet over spreektijdbeperking heb ik mij altijd al jaren verzet.

De voorzitter: En ik niet. Ik niet.

De heer Deckmyn : En wat, en kijk, kijk naar de tussenkomsten.

De voorzitter: Goed.

De heer Deckmyn: Die gebeuren, het is niet …

De voorzitter: Goed.



De heer Deckmyn: Het is niet de oppositie die zo lang gepraat heeft hé, dus de oplossing is niet

de spreektijdbeperking.

De voorzitter: Allez gisteren was er, hebben gisteren we ook tot, hebben we ook tot één uur ‘s

nachts gezeten, dus de oppositie heeft wel niet, ik bedoel, de oppositie heeft wel allez kunnen

praten, dat is geen probleem. Ja, maar we gaan nu kijken van de avond. Mag ik nu vragen om

kort en bondig te zijn alstublieft anders gaan we er niet geraken. En we gaan het inderdaad

agenderen op het bureau. Dat is echt iets dat we moeten bespreken op bureau. Zowel oppositie

als meerderheid samen en we zullen daar wel uitgeraken maar nu moeten we wel verder doen.

Dus voor wie nog praat, moet praten of wilt praten, gelieve het zo kort en mogelijk en bondig te

houden. Dank u wel. Wil de schepen hierop tussenkomen.

De heer Coddens: Neen dank u wel, voorzitter. Ik vind het alleen spijtig dat rond zo’n belangrijk

onderwerp dit moet uitmonden in een zo’n discussie.

Mevrouw Sleurs Het ging mij niet over het onderwerp hoor, mijnheer de schepen. Het ging mij

over het feit dat er bepaalde afspraken gemaakt zijn en ik vind, uit respect voor elkaar, moeten

de afspraken gevolgd worden. Dat is alles.

De voorzitter: Op bureau en we gaan daar de zaken bespreken. Ik ga nu overgaan tot het volgend

punt, is het punt van Mijnheer De Meester, SD24, Gent loont iedere Gentenaar, de weg naar

meer welzijn en betere gezondheid en zorg. Alstublieft. … Stilte … Het is betere toegang tot

kwaliteitsvolle zorg en welzijnsvoorziening. Ja, dat is uw punt.

De heer De Meester: Gaan we nog een debatje doen over de rest. Ja hé. Oké. Mijnheer Coddens,

gisteren heeft u gezegd dat wij niet bespaarden op rusthuizen maar dat wij investeerden in onze

woonzorgcentra. En ik heb u daarop gisteren gevraagd die 900.000 euro besparingen op de

woonzorgcentra op de warme keukens en op het personeel he, klopt dat of klopt dat niet. Ja of

nee. En u hebt tot twee keer toe daar niet op geantwoord. Ik hoop dat ik dan daar vanavond

antwoord op krijg, na het debat dat u gisteren geloofd hebt. Maar ik kan natuurlijk wel zelf al in

uw plaats antwoorden. Het schrappen van de warme keukens is goed voor een besparing van

550.000 euro. En op de commissie horen we dan collega’s alle soorten van argumenten, het ene

al vergezochter dan het andere. Bijvoorbeeld ja maar we gaan de maaltijdbeleving van de

bewoners, vergroten hé. Ik vraag mij dan af hoe gaat dat doen de maaltijdbeleving vergroten,

danseressen aan de tafel of zoiets. Maar neen, het gaat erover dat de patatjes aan tafel

opgeschept worden. Patatjes die wel al drie dagen geleden gekookt zijn en uit een zak komen.

Om de maaltijdbeleving te vergroten he. Ja maar zegt u dan dat is geen he opgewarmde kost, dat

zijn geregenereerde maaltijden uit een koudelijnskeuken. Dat is misschien niet vers maar dat is

dan koelvers. Mijnheer Coddens, u mag daar van mij zoveel trendy woorden voor bedenken als

dat u maar wil, wat mij betreft, maar de feiten blijven natuurlijk wel gewoon de feiten. Jullie

sluiten de warme keukens van de Gentse woonzorgcentra als een besparingsmaatregel. En de

bewoners krijgen opgewarmde kost. Punt. Dat is er wat er gebeurt. En dat is uw

verantwoordelijkheid. Trouwens collega’s wat er zeer opmerkelijk is in dat verhaal, dat is dat de

SP.A anders wel tegen besparingen is op die keukens in woonzorgcentra. Ik citeer maar

bijvoorbeeld uw collega Kurt De Loor over de kille besparing in op de keuken en het personeel

van die keuken in de woonzorgcentra in Zottegem, vorige week he. En collega Van Bignoot zei in

de commissie na uw uitleg, mijnheer Coddens, dat hij direct zou tekenen voor een verblijf in een

woonzorgcentra, het das waar hé, als hij uw uitleg over dat geregenereerd eten hoorde. Mij niet

gelaten, als mijnheer Van Bignoot graag opgewarmde spaghetti eet van drie dagen oud. Ik ga



liever naar een Italiaans restaurant om ne keer goed te gaan, gaan eten. En u zegt dan da’s tijd of

die aard innovatie koelvers regeneratiekeuken he maar uw beseft toch dat het concept zelf van

dat regeneratie koken dat dat opgewarmde kost is. Dat beseft u toch. Elders stapt men daar dus

van af he. De groep Armonea in 2016 is terug overgeschakeld naar een warme keuken omdat de

kwaliteit van dat koelvers opgewarmd eten slecht was. Het revalidatiecentrum van het UZ Gent

is er ook mee gestopt. Weet je waarom? Omdat er op de sauzen altijd een vel lag he. Ik weet niet

of dat past in uw maaltijdbeleving en zo maar ik heb daar geen honger meer van als ik dat zie. En

in het UZ blijkbaar ook want ze zijn daar dus mee gestopt he. Omwille van dat vel en omdat er op

de afdeling bij het opwarmen een geur hangde die niet bepaald eetlust opwekkend was he. Ik

citeer efkens uit het verslag van Zorgnet. Ik heb dat niet uitgevonden. Het zijn geen geruchten,

officieel verslag van Zorgnet. Het UZ stopt ermee maar wij gaan ermee beginnen, mijnheer

Coddens. Dat begrijp is eigenlijk niet goed. En daarnaast willen jullie dus de zorggraad laten

stijgen. Nog een keer 350.000 euro besparingen. En u zegt op de commissie, we gaan dat

oplossen en we gaan die zorggraad verdelen, er gaat geen extra personeel nodig zijn. Maar de

zorggraad is al gestegen van 70 naar 85%. Nu verhoogt dat naar 90%. Maar de werkdruk is nu

wel te hoog. Je moet eens gaan spreken met de mensen die in die rusthuizen werken. Dat is een

besparing mijnneer Coddens op de kap van het personeel en wij maar amendementen schrijven

in Brussel, in het federaal parlement om extra personeel in de zorg te kunnen zetten en

67.000.000 tegen de werkdruk en hier in onze woonzorgcentra gaan we de werkdruk zelf een

beetje verhogen. Jullie sturen de rekening naar het personeel in de woonzorgcentra en naar de

bewoners in die rusthuizen en om een lang verhaal kort te maken, we hebben niet veel tijd, we

gaan een amendement indienen op de begroting om het target voor de bedrijfsbelasting te

verhogen van 1.500.000 naar 2.400.000 zodanig dat we met dat extra geld die besparing in die

woonzorgcentra ongedaan kunnen maken.

De voorzitter: Dank u wel, mijnheer De Meester. Schepen Coddens, dat was kort. Dank u.

De heer Coddens: Goed ja dank u wel voorzitter, mijnheer De Meester. Eén, de kwaliteit van de

woonzorgcentra van het OCMW die zijn van uitstekende kwaliteit. Dat blijkt ook uit de

verschillende prijzen die we nationaal, internationaal ook winnen. Wij investeren daarin

inderdaad in en er zijn in onze woonzorgcentra gelukkig, gelukkig zou ik zeggen, meer

medewerkers dan dat eigenlijk de normering vooropstelt, net opdat wij die investering doen. Die

kwaliteit is goed en zal goed blijven. Het is wel zo dat, door de maatregel die we nemen, dat we

efficiëntie oefening gedaan hebben, en ik ga dat nog ene keer uitleggen. U was niet op de

commissie, uw collega mevrouw Welvaert was aanwezig, wablieft, jaja mevrouw Welvaert was

daar, wel mevrouw Welvaert was daar, jaja, jaja, jaja, jaja he, mevrouw Welvaert was daar. Ik

heb toen het volgende uitgelegd. De werkdruk eerst en vooral van het personeel. We gaan een

aantal kamers bij creëren in twee woonzorgcentra. Die kamers zijn verspreid over verschillende

afdelingen en waar er een groot efficiëntie winst is, is onder andere in de nachtdienst. Ik heb dat

ook uitgelegd. Namelijk, er zijn twee nachtdiensten, een nachtdienst voor zestig residenten en in

bijvoorbeeld de Liberteyt zijn er 124 residenten. Dat betekent dus dat je daar verplicht bent om

een derde nachtdienst te laten werken. Door wat extra plaatsen bij de creëren heb je enerzijds

inkomsten en ga je terzelfdertijd uw personeel op een optimaler manier conform de normering

gaan inzetten. He dat is een eerste aspect. Tweede aspect, we hebben personeelsleden volgens

nog het oude statuur van het OCMW stad. Die mensen die gaan geleidelijk aan op pensioen, er

worden nieuwe mensen aangeworven. Die nieuwe mensen werken meer dagen op een jaar he.

Het is zo, het is zo, of dat dat nu goed is of niet goed is. Het is het statuut, de rechtspositioning in

de ouderenzorg. Dus met andere woorden mensen werken meer dagen en daardoor is er ook zo



dat er toch meer handen zijn in de totaliteit van de woonzorgcentra. Drie, dat is ook uitgelegd,

de hogere zorggraden dat is door het invoeren ook van de D-forfaits namelijk mensen die

dement zijn die fysisch vrij goed zijn maar die dement zijn en die eigenlijk op die manier ook

hoger gescoord worden en met andere woorden met andere woorden dat zijn dezelfde mensen

die er nu zijn maar die op een hogere manier kunnen gescoord worden door de invoering van het

D-forfait. Dus dit zijn een aantal aspecten i.v.m. de werkdruk. Overdag zal dat bijzonder

meevallen. Gaat dat een beetje schelen maar gaat dat niet spectaculair zijn. In de nachtdienst die

is dat beter inzetten van een derde nachtdienst. Tweede element wat de keukens betreft. Awel

ik wil u uitdagen, mijnheer De Meester. Kom ne keer mee eten en niet voor Televisieprogramma

maar kom met mij mee eten naar zo een woonzorgcentra. Ik daag u uit in plaats van te toeteren

en eigenlijk allerlei zaken te vertellen die niet correct zijn, die niet correct zijn, kom ne keer mee

eten. En ik wil terzelfdertijd ook de journalist, he de hoofdredacteur van de Gentenaar ook

uitnodigen om te komen mee eten want die man heeft ook allerlei dingen geschreven die totaal

niet juist zijn. Die er een karikatuur van maken, dus kom alstublieft mee eten. Laten we onze

agenda pakken en we gaan ne keer kijken. En dan mag je klappen. Dan mag je klappen. Neen van

ne keer te horen zeggen he maar kom ne keer mee kijken en laat ons samen eten en

daarenboven opgewarmde kost, opgewarmde kost he, hier iedereen is zeer tevreden van het

eten dat we hier krijgen he in de in de in de gemeenteraad he. Wat denk de dat dat is misschien,

da’s ook opgewarmd in die bakken. Dat is toch wel zeer goed. Dat is juist hetzelfde. En

daarenboven als een maaltijd, en dat hebben we ook uitgelegd, dat is ook door andere mensen

bevestigd geweest, geregenereerd, geregenereerd wordt he en binnen de vijftig minuten wordt

opgediend, dan is dat kwalitatief beter. Qua voedingswaarde, qua vitamine, qua smaak of iets

dat een gehele tijd eigenlijk in bakken staat. Wij hebben trouwens in Zuiderlicht, is men gestart

met de warme keuken en is mijn naadloos overgestapt op koudvers. Op een ontkoppeld koken

en niemand heeft daar een opmerking op gemaakt en je kunt zeggen ja die mensen weten dat

niet. Ze weten zij dat maar al te goed. Hoe dat het smaakt, hoe dat het is. Dus ik daag u uit

mijnheer De Meester, alstublieft laat ons de agenda pakken, laat er ons geen woorden meer aan

over vuil maken, kom mee en beoordeel het dan.

De voorzitter: Goed, dank u wel. Dan gaan we verder met OD 56 mijnheer Joris Vandenbroecke

verhoogde gelijke kansen voor doelgroepen met een verhoogd risico op maatschappelijke

kwetsbaarheid.

De heer Vandenbroecke: Dank u wel mevrouw de voorzitter. Collega’s, ik wil in het kader van het

gelijke kansenbeleid wil ik nog even terugkomen op de lezing van Mijnheer Hoeyberghs enkele

dagen geleden bij een studentenvereniging in de lokalen van de universiteit. En iedereen weet

genoegzaam welke extreem seksistische en wansmakelijke uitspraken daar gedaan zijn over

vrouwen. Ik ga dit niet herhalen. Die uitspraken zijn ook duidelijk onmiddellijk en krachtig

veroordeeld door onze schepen van gelijke kansen, door ook de federale minister van gelijke

kansen Nathalie Muylle. Maar ik wil er toch op terugkomen omdat het mij gestoord heeft hoe

dat onmiddellijk in de nasleep van die uitspraak, sommigen daar meteen een debat over vrije

meningsuiting van willen maken. Over een debat over of dat allemaal wel kan gezegd worden,

dat interesseert mij niet. Het gaat over wat daar gezegd is. Collega’s wat daar gezegd is over

vrouwen met de claim dat dat ook nog eens wetenschappelijk onderbouwd zou zijn. Ik vind dat

wij daar niet hard genoeg op kunnen reageren. Dat je daar mee nog een zaal vol mee krijgt in

Vlaanderen anno 2019, dat je daar nog applaus mee oogst ook, dat het duidelijk is dat mijnheer

Hoeyberghs geen uitzonderlijk geval is, geen zonderling is, wel ik maak mij daar grote zorgen

over collega’s. Wat rabiaat seksisme en onversneden racisme zijn beide noten van dezelfde



boom. Seksisme is net zoals racisme een voedingsbodem voor discriminatie en discriminatie op

basis van geslacht is zoals alle vormen van discriminatie totaal onaanvaardbaar. En nochtans

gebeurt het collega’s van de oppositie dat we het over gelijke kansenbeleid, we voeren hier

gelijke kansenbeleid en ik en ik en ik geef hier ik geef hier een reëel fenomeen aan dat ze goed

plaatsvindt in onze stad, namelijk seksisme. Elke dag op de arbeidsmarkt, op de werkvloer

worden vrouwen gediscrimineerd. In de publieke ruimte worden vrouwen geconfronteerd met

ongewenste fysieke en verbale intimiteiten, agressie, ook op onze Gentse feesten. En dat

genderdiversiteit vanzelfsprekend zou moeten zijn, in alle lagen en aspecten van onze

samenleving, is niet verworven. Dat overheid zich genderneutraal moet opstellen in al haar

contacten met burgers, is dat ook niet collega’s. Mevrouw de schepen, Gent is altijd al een

voortrekker geweest op vlak van discriminatiebestrijding. Daarom zou ik u willen vragen om ook

op vlak van genderdiscriminatie ambitieus en krachtdadig te zijn. En tot slot collega’s nog een

allerlaatste bedenking die mij van het hart moet deze gemeenteraad telt meer vrouwen dan

mannen. In het schepencollege zetelen meer vrouwen dan mannen. Aan de hoofd van onze

stadsdiensten staat een vrouw. En dat is natuurlijk geen toeval maar het bewijs dat die idiote

uitspraken van Mijnheer Hoeyberghs echt nergens op slaan en mocht hij het aandurven om de

confrontatie aan te gaan met een van de vrouwen die hier aanwezig zijn, dan ben ik er zeker dat

Mijnheer Hoeyberghs na amper vijf minuten nog zo groot is.

De voorzitter: Mijnheer Deckmyn.

De heer Deckmyn: Ja collega’s ik was niet zinnens tussen te komen maar als het natuurlijk een,

en ik voel mij helemaal niet aangesproken, neen, ik vind dat je bepaalde dingen een keer mag

gaan uitleggen op publieke forum als je zo’n een onzin hoort. Want uiteindelijk maakt de collega

misbruik van deze meerjarenbegroting om een politiek statement te maken, dat is zijn goed

recht eigenlijk. Maar in het kader van de besprekingen die we daar net gevoerd hebben, vind ik

dit er ook wel over. Want wij moeten altijd zwijgen als oppositie blijkbaar maar dan worden we

aangevallen en dergelijke meer. Dit is hier een volledig politiek correct betoog geweest, dat laat

ik voor zijn rekening. Ik ben en blijkbaar is mijn collega dat niet, ik ben voor vrije meningsuiting.

En de collega zegt van ha het is walgelijk, walgelijk, dat het debat nu gaat over vrije

meningsuiting. Ja maar daar gaat het toch over. Want collega’s de neuzen van de UGentse

universiteiten durven denken. Ja maar, neen, neen, je mag, je mag denken, je mag voor je

mening uitkomen. Dat zit allemaal achter die slogan, je mag meningen ventileren, niet

noodzakelijk de meningen van de vereniging, collega’s. Je mag iedereen aan bod laten komen in

de democratie maar blijkbaar in Gent aan de universiteit zijn bepaalde meningen welkom en

andere meningen niet welkom. Ik vind dat een zeer eenzijdige kijk op vrije meningsuiting,

collega’s. En vooral duidelijkheid, ik vind de uitspraken van Mijnheer Hoeyberghs ook walgelijk.

Als ik naar tv aan het kijken was, ik zat daar met mijn vrouw, mijn vrouw zat ook te kijken, ik zei

allez wat is dat voor één, ik zei ja inderdaad. Dat is inderdaad iets dat je niet zegt. Ze zijn

walgelijk, ze zijn eigenlijk op het randje van niet tolereerbaar. Maar wat is niet tolereerbaar

natuurlijk? Ik vind in onze Westerse maatschappij dat we gelukkig nog kunnen zeggen wat we

willen zeggen. Al is het een idiote stelling. En ik vind dat iedereen het recht heeft om zich

belachelijk te maken. Dat recht heeft iedereen toch hé collega. Ik vind vrije meningsuiting is vrije

meningsuiting is een algemeniteit en zonder uitzondering. En lesjes durven hier naar voren

brengen en proberen natuurlijk anderen in dat debat te betrekken, wel ja goed, dat is wat het …

dat laat ik voor de collega over. Maar ik vind het een unicum in deze stad dat een vereniging die

iemand uitnodigt dat die dan eigenlijk gestraft wordt omwille van uitspraken van een spreker.

Excuseer ik denk, als ze daarmee naar een rechtbank stappen, en ik denk dat ze dat gaan doen of



ze gaan naar een of ander rechtscollege gaan, ze zullen wel in hun gelijk gesteld worden. Wat we

zitten toch nog altijd in een rechtsstaat, hoop ik. Verschillende mensen hier blijkbaar willen

terugkomen van die rechtsstaat, willen de vrije meningsuiting inperken want dit is voor hen geen

vrije meningsuiting. Ik vraag mij af wat is het dan wel. Ja, het zal een zeer specifieke visie zijn op

vrije meningsuiting waar ik dan niet achter sta. Ik herhaal het nog een keer: iedereen, iedereen

heeft het recht om zich belachelijk te maken. En collega’s een uitsmijter, ik wil een keer,

mijnheer Hoeyberghs, gewoon vervangen door een Iman aan de universiteit. Die gaat gaan

spreken voor een linkse studentenorganisatie en daar vrouwvriendelijke uitspraken van, awel, ik

ben er zeker van he dat het nooit te van zijn leven, een ja eerlijke reactie uit zal zijn.

De voorzitter: Ja het is goed. Ja. Ik geef het woord aan de schepen.

De schepen: Ik zal, ik zal antwoorden in twee zinnen. Dat zal mij niet kwalijk genomen worden,

denk ik. Eén. Seksisme het uitsluiten van mensen op basis van hun gender, het discrimineren van

mensen op basis van hun gender, is een misbruik. En daarvoor is geen plaats in Gent. En in het

antidiscriminatiebeleid dat wij de komende jaren zullen voeren zal onder andere gender een

speerpunt zijn. En daarover later graag meer. Voilà.

De voorzitter: Oké, dank u wel. Dan gaan we verder met SD32, Gent is een jonge en authentieke

stad met een breed en versterkte vrije tijd, sport en cultuurleven. Ik heb eerst mijnheer, nee,

mevrouw Mieke Bouve en dan mijnheer Bert Misplon.

Mevrouw Bouve: Dank u wel mevrouw de voorzitter, ja de tijd is kort. Dit is hier al gezegd. Maar

cultuur is zinvol. Dat is het altijd geweest en dat zal het altijd blijven. Daarom toch een beknopte

tussenkomst mijnentwege. Gent is al jaren de stad bij uitstek van kennis en cultuur. Ons

stadsbestuur blijft investeren in de artistieke ruggengraat van de stad en zo doende maken wij

van Gent een vrije plaats waar kunstenaars en creatievelingen alle ruimte en ondersteuning

krijgen om te creëren. En uit de meerjarenplanning blijkt dat de schepen zijn belofte is

nagekomen. Er worden heel wat bijkomende inspanningen geleverd en daardoor wordt er fors

geïnvesteerd in infrastructuur en in werking en het is gisteren al aangehaald door mijn collega, in

stenen maar ook in mensen. De infrastructuurprojecten en daaraan gekoppeld de subsidies die

stijgen. Ik ga er kort enkele noemen, het Gravensteen, designmuseum, huis van Alijn, het Stam

masterplan, Bijlokesite, de uitbouw pop- en rockzaal, Wintercircus, renovatie van de opera, de

gebouwen in het Citadelpark, de te restaureren floraliënhal, en de uitbreidingsmogelijk voor het

SMAK. Dat zijn de stenen en die gaan natuurlijk gepaard met de ambitie om in Gent 2030

bekroond te worden als culturele Europese hoofdstad. Maar er zijn natuurlijk ook de mensen, de

makers, de creatievelingen en die mogen we ook niet vergeten. En dat gebeurt ook niet. De

subsidies voor culturele organisaties gaan omhoog, het waardevolle kunstenoverleg krijgt

ondersteuning, de werking in de deelgemeente wordt versterkt en ook de bibliotheekwerking

wordt uitgebreid. Er komt een nieuwbouw voor filialen in Oostakker en Gentbrugge, met

volledige automatisering en toegankelijkheid buiten de openingsuren. Er wordt ook een

afhaalpunt opgericht in het S-gebouw aan het Sint-Pietersstation. En dan wil ik toch nog even

naar de toekomst van onze natie, de jonge mensen, de jeugd. En die vergeten we ook niet. Wat

in samenwerking met onderwijs, werken we verder aan de uitbouw van kinderen jeugdtheater

en de creatieve onderstroom in de jeugdcultuur. Dat is, daaronder verstaan we, vernissages,

optredens, hiphop, graffitiprojecten, van, voor en door jongeren. En tot slot niet onbelangrijk, de

toegangsprijzen voor onze momenten, die worden verlaagd voor de Gentenaars en voor de niet-

Gentenaars stijgen die prijzen niet als ze een UIT-pas kopen. En die UIT-pas die is éénmalig en

kost slechts vijf euro en voor de musea blijven de prijzen voor Gentenaas en de houders van een



UIT-pas gelijk. Collega’s tot slot kunst moet de politiek en de maatschappij blijven uitdagen. En

de tolerantie die wij hebben ten aanzien van kunst is eigenlijk een heel grote graadmeter voor de

tolerantie die we hebben ten aanzien van onze samenleving, van onze stad, van ons Gent. En

Philippe Van Cauteren van het SMAK zei het al mocht er evenveel schoonheid zijn in de politiek

als er vandaag is in de kunst dan zouden we goed bezig zijn. En collega’s ik denk dat wij in Gent

echt goed bezig zijn. Dankzij de forse investering en de in financiële input van de schepen en zijn

team. Hier voor u staat een trotse en fiere cultuur. Zo ga ik het zeggen. Ik dank u van harte.

De voorzitter: Mijnheer Misplon.

De heer Misplon: Dank u wel voorzitter, goede avond collega’s, we zitten hier al lang. Voor ik aan

mijn tussenkomst begin, u efkes willen rechtstaan, de heup willen losmaken, schouders

losmaken, dat mag he, voilà, je moet uzelf ook een knuffel geven want ik vind dat iedereen hier

met veel passie zit. Voilà. Niemand geen probleem. Niet dat ze goedge … Nee, twee jaar geleden

toen ze vroegen voor de lijst voor Groen wilde staan, moest ik efkes nadenken maar toen ik ja zei

en bijgevolg hier ook in de zaal, ik ben terecht gekomen, dat heeft te maken hoe de stad is en

hoe de stad Gent bestuurd wordt. Een positieve stad waar samengewerkt wordt om te proberen

elke Gentenaar kansen te geven. Laat net cultuur, jeugdwerk en sport ideale gelegenheden zijn

om mensen samen te brengen en dat zijn ook dingen die mij nauw aan het hart liggen. Als

jeugdtrainer gaf ik vroeger training en met een heel divers ploegje en op het einde van het

seizoen was dat een echte vriendengroep geworden die bij elkaar op de verjaardagsfeestjes

langskwamen. Andere nieuwkomers die door sport als uitlaatklep te vinden ook hun Nederlands

verbetert bijvoorbeeld. Of de verbondenheid tijdens het samen zingen bij Allez, Chantez!

Allemaal dingen die leuk zijn en die mensen samenbrengen. Of niet van optredens van de

Ledebergse Mais Quelle chanson op de Buffalo Dance Academy. Op Vlaams niveau wordt

jammer genoeg bespaard op zowel jeugd, sport als cultuur. Zaken die mensen kansen geven, die

mensen samenbrengen, verbinden want door dat, door die zaken komen mensen samen, leren

ze elkaar beter kennen, appreciëren en krijgen ze ook meer respect voor elkaar. En respect is iets

wat belangrijk is in het leven en zo worden ook misschien zelfs banden voor het leven geschept.

In Gent wordt gelukkig niet bespaard op die zaken, integendeel, het budget wordt zelfs

opgetrokken, zeer goede zaak. En niet enkel het budget wordt opgetrokken, er wordt ook

samengewerkt tussen de verschillende diensten en de verschillende schepenen. Want sport,

cultuur en jeugd dat zijn geen vakjes maar dat zijn dingen die in elkaar overlopen en waarin moet

samengewerkt worden. In ben blij dat daar inspanningen gedaan worden om de krachten te

bundelen. In de budgetten voor sport onder andere zag ik investeringen in infrastructuur. Ik kijk

onder andere heel hard uit naar de Blaarmeersen die vernieuwd wordt met het mooie skatepark

dat er ook bijkomt. En naast de twee buurtsporthallen die nu er zijn, komt ook nog een derde

buurtsporthal in Ledeberg. Wat het ongeorganiseerd sporten extra in de kijker zet en extra

stimuleert. En dat advies gaf ook de jeugdraad, de jeugdraad zei ook van: kijk probeer daar echt

wel op in te zetten. Want dat is belangrijk in een stad waar mensen kansen krijgen. Maar beste

schepenen, vergeet ook de mensen niet. Denk bijvoorbeeld aan mensen die meehelpen aan de

begeleiding van de sportclubs of aan de jeugdwerkorganisaties, aan de opleiding van de trainers

en lesgevers en toeleiding van kinderen uit kwetsbare groepen naar vrije tijd. Zorg voor

outreachende buurtsporters en jeugdwelzijnswerkers. Zoek ook die kleinere bottom up-

projecten die soms op de, op niet op de radar geraken maar wel het cement van onze

samenleving zijn. Veel van die kleine organisaties verzuipen in het werk en moeten daar nog,

daarnaast nog heel veel administratieve zaken in orde brengen. Om toch maar een kleine

ondersteuning te krijgen. Onlangs leerde ik het project Alles kan kennen van de jeugddienst, een



ondersteuning waarmee jongeren tussen veertien en dertig jaar projecten kunnen organiseren.

En voor mij geeft dit aan welke stad Gent is. In Gent kan je experimenteren, kan je ontdekken,

mislukken, nog eens proberen en uiteindelijk toch slagen. Ik ken heel wat jongeren die als ze

deze kansen krijgen, ze ook met beide handen grijpen. Zo bijvoorbeeld mijn, mijn maat Bashir die

zijn leven hier startte na een lange vlucht voor de oorlog. Dankzij de warme ontvangst, de kansen

die hij kreeg op school, in de voetbalclub, en de atletiekclub, is hij uitgegroeid tot een van de

betere lopers in België en zelfs wereldwijd. Misschien kunnen niet alle jongeren even goed lopen

maar ze kunnen wel allemaal door actief te participeren, de weg vinden in Gent. En dat vind ik

belangrijk. Na een jaar in de gemeenteraad heb ik nog geen spijt van mij, van mijn ja, destijds, ik

zag dat iedereen die hier zit, met alle fracties, met het goed engagement zit. En ik vind het

belangrijk dat we samen proberen om samen te werken en de stad in beweging te krijgen. Naast

het vele werk merk je ook dat er heel vele avonden weg zijn en dat is niet altijd even gemakkelijk

om avonden weg te zijn. Met een kleine spruit en binnenkort een tweede opkomst.

De voorzitter: Dat is, dat is mooi nieuws. Mooi nieuws. Dat eventjes voor … Goed collega’s, dat is

wel mooi nieuws, maar we moeten nu wel helaas wel verder doen. Het spijt mij dat ik de

spelbreekster ben. Ik geef het woord aan de schepen, neen, oké. Dan gaan we hem nog ne keer

feliciteren. Goed. We gaan verder met, we gaan verder, ik denk dat zelfs de eerste keer is dat we

zo een aankondiging gehad hebben in de gemeenteraad, goed publieksaankondiging. Dan heb ik

nog SD35 veilig Gent, over veiligheid collega’s. Veiligheid en veiligheidsdiensten, ik heb mijnheer

Gonzalez, ik heb mijnheer Cetinkaya en ik heb mijnheer De Roo. We gaan eerst met mijnheer

Cetinkaya, daarna mijnheer Gonzalez en dan mijnheer De Roo. Alstublieft.

De heer Cetinkaya: Dank u mevrouw de voorzitter. Collega’s wij hebben het vanavond over

veiligheid in onze samenleving. Onze fractie is al langer vragende partij voor meer nabijheid van

politiediensten. En dit met meerjarenplan wordt de lijn uit het bestuursakkoord blauw meer op

straat, consequent doorgetrokken. We zijn daar tevreden om, voor groen zijn, nabij flikken, de

hoeksteen voor meer integraal veiligheidsbeleid. Door zichtbare aanwezigheid en voor vlotte

aanspreekbaarheid op straat en in de buurt kunnen ze problemen voorkomen en met gezag

bemiddelen. En uiteraard ook politioneel tussenkomsten wanneer het echt nodig is. En het blijkt

een optreden wordt dan ook beter aanvaard door de buurt. Mevrouw Van Bossuyt, met nabije

flikken moeten wij thuis geen buurtinformatieve netwerken opzetten. Garanderen wij veiligheid

in het buurten is en blijft voor ons een overheidstaak. Uiteraard kan de politie dat niet alleen.

Maar mag ik ze samen met andere sleutelfiguren uit de buurt werk van meers samengaan,

betrokkenheid en veiligheid in de buurten. Iedereen vanuit zijn specifieke invalshoek.

Buurtwerkers zijn geen politie en flikken zijn geen straathoekwerkers. Maar samen met respect

voor ieders bevoegdheid vervullen ze in de wijken wel een noodzakelijke rol. Als we de komende

jaren erin slagen het kader verder in te vullen en extra politiemensen aan te werven, zijn de

straten en ze de straat opsturen, kunnen we werk maken van meer leefbare wijken. Zoals ik ook

in de commissie reeds opmerkte is onze fractie tevreden met de aankondiging van

sensibilisering- en preventiecampagne tegen seksuele intimidatie. Ieder van ons hoort af en toe

verhalen die duidelijk maken dat er werk op de plank ligt en dat we als stad hier moeten werk

van maken. Ik verneem vandaag met een tevredenheid dat onze Gentse politie bekroond is voor

haar pioniersrol in het Gentse zorgcentrum na seksueel geweld. Tot slot, mijnheer de

burgemeester, zal het u niet verrassen dat ik verhoud bij de bespreking van de plannen van de

komende jaren, extra aandacht vraag voor meer diverse samenstelling van onze flikkenkorps. De

opstart van campagne 100% flik, laat voorlopig zien dat dit geen makkelijke opdracht zal zijn.

Maar wij hebben nu eenmaal geen andere keuze. Een nabij politie moet immers ook een



herkenbare politie zijn. In alle buurten en voor alle Gentenaars. En collega’s, ik maak er even

gebruik van om nog andere perspectief te lichten op mijn vraag. Onze ouders en veel van hun

leefgenoten werden vijftig jaar geleden gevaagd of ze naar hier wilde komen. Ik weet niet of

jullie kunnen voorstellen hoe het voelt wanneer dergelijke publieke functie een gezagfunctie na

vijftig jaar nog altijd zo goed als niet wordt, voor alle burgers opengesteld. Ik zeg niet dat zo is

maar voor veel Gentse burgers met andere afkomst lijkt het wel zo. Ook daarom moeten wij hier

werk maken samen. Laat ons de stad hier dus ook een goed voorbeeld geven en ik heb

vertrouwen in de burgemeester dat ik aan u en de hele college een partner heb om dit te

realiseren. Dank u.

De voorzitter: Dan mijnheer Gonzalez.

De heer Gonzalez: Dank u voorzitter, zoals gevraagd heb ik mijn tussenkomst gereduceerd van

tien bladzijden naar tien zinnen. Kan ik beginnen, ja. Nu tijdens de bespreking gisterenavond heb

ik van niemand enig bezwaar gehoord tegen de forse investeringen die in de politie zullen

gedaan worden door het huidige bestuur en ik denk dat dat ook meer dan terecht is. Ik denk dat

iedereen hier in de zaal, er van overtuigd is welk schitterend werk onze Gentse flikken dag na dag

doen en toch niet altijd in de meest evidente omstandigheden en met in de meeste evidente

gebouwen en voertuigen. Nu de burgemeester heeft bij zijn aantreden in de Oostenrijkse zaal, ik

herinner het mij nog goed vurig aangekondigd dat hij wilde inzetten op meer flikken, meer beter

gehuisveste flikken en modern gehuisveste flikken. Nu wij vinden de invulling van deze belofte

meer dan ruim terug in de meerjarenplanning en wij kunnen echt wel gerust spreken van

ongeziene inspanning die door deze huidige meerderheid gedaan worden. Nu als we de link

maken naar de rest van de begroting zien we dat daar ook grote inspanning gebeuren naar

preventie en slachtofferzorg. Het hand in hand laten gaan van investeringen in een modern

politiekorps enerzijds met preventie en slachtofferzorg anderzijds, dat is de Gentse manier en

dat is volgens mij de enige juiste manier. Hier staat voor u een trotse ex-flik.

De voorzitter: Mijnheer De Roo.

De heer De Roo: Dank u voorzitter, mijnheer de burgemeester, beste collega’s, Warme stad is

ook een stad waar de burgers zich veilig voelen. En dat gevoel van veiligheid hangt nauw samen

met een goed opgeleid politiekorps dat goed zichtbaar is in de straat en ook kan gebruik maken

van de modernste middelen en uitrustingen. We zullen de komende zes jaren, en vele collega’s

hebben het herhaald, mag ik herhaal ook nog eens graag, vijftig extra politieagenten, vijftig extra

flikken aanwerven. We zijn als CD&V tevreden dat een aanzienlijk deel zal worden ingezet als

gemeenschapsgerichte politie met het bekendste voorbeeld de wijkagenten. De wijkagent die de

mensen in de wijken en de deelgemeenten kent en ook met hen in gesprek gaat. Op die manier

detecteert die problematieken die anders misschien onder de radar dreigen te blijven. We zijn

ook tevreden, mijnheer de burgemeester, dat de samenwerking en het uitstekend persoonlijk

contact met ons eigen, minstens op het federaal niveau, resultaten heeft opgeleverd. Minister

Geens en minister De Crem die hebben ervoor gezorgd dat de bewaking van de

gerechtsgebouwen eigenlijk naar de federale politie gaat waardoor een 10-tal lokale

politiemannen opnieuw de Gentse straten op kunnen en diezelfde samenwerking heeft ook het

dossier van het nieuw politiehuis langs de Groendreef in een stroomversnelling gebracht na een

jarenlange stilstand. Een uitstekende zaak want onze agenten die verdienen een moderne en

efficiënte werkomgeving. En ook onze deelgemeenten die blijven niet achter. Oostakker krijgt

een modern politiekantoor en ook het kantoor in Gent centrum wordt gerenoveerd. En dat we,

er naast het veiligheidsbeleid, werken aan het herstel van slachtsoffers, de strijd tegen GEN-



gerelateerd geweld, en ook de strijd tegen interfamiliair geweld dat toont aan dat we oog

hebben voor de actuele maatschappelijke problematieken die verder gaan dan de gewone

criminaliteitsstatistieken. Collega’s voor onze fractie is een warm en veilig Gent belangrijk.

Veiligheid is een basisrecht voor al onze Gentenaas, het moet overal gegarandeerd zijn.

Preventie en sensibilisering die zijn er uitermate belangrijk en die twee die staan verankerd in

het meerjarenplan en daar zijn we heel tevreden mee. Dank u.

De voorzitter: Dank u wel. Ik geef het woord aan de schepen, Neen?

(Gelach)

De voorzitter: Nee, goed dan heb ik er nog twee, OD84 versterken van de beleidsuitvoering door

gerechtelijke ontlastingen, mijnheer De Meester. Ja.

De heer De Meester: Dank u wel mevrouw de voorzitter, mevrouw Bracke, mijnheer Coddens, ik

moet hier nog een woordje zeggen over de bedrijfsbelasting, ja want ik heb dat geld nodig voor

die die rusthuizen he, snap je. Dus, maar mevrouw, mevrouw Bracke gisteren hebt u dus

gesproken over de eerlijke taxshift in Zelzate de belastingverhoging voor die bedrijven en die

multinationals, en dat dat toch allemaal niet zo veel voorstelt en dat Gent ook enorm goed bezig

is. En u hebt dat gezegd met de cijfers van uw naaste medewerker de alom gekende sinds

gisteren Zelzate specialist Filip Watteeuw he die gisteren dus dat belastingsreglement van Zelzate

heeft uitgevlooid he, maar jammer genoeg heeft hij het verkeerd begrepen he. En mevrouw

Decruynaere had het nochtans gisteren zo gezegd dat het niveau van begrijpend lezen enorm

aan het zakken was, en ja het wordt hier al onmiddellijk, het wordt hier al onmiddellijk bevestigd

he, dat is weer die zesjescultuur, waar ik het gisteren over gehad. Mijnheer Watteeuw zegt dan,

ja maar het reglement van vorig jaar dat zal voor Sofie wel genoeg zijn he. Neen, neen, neen,

neen, neen mijnheer Watteeuw he, dat is het algemeen reglement. Er is een nieuw reglement. Er

is een nieuw reglement. En dus mevrouw Bracke, allez ja, van mij mag u de lat voor uw

medewerker gerust een beetje hoger leggen he. Wat u zei gisteren, met de verkeerde cijfers van

adviseur Watteeuw in de hand he, het volgende: ik neem het voorbeeld zei u gisteren, van een

bedrijf van 2.000 m² een kmo. In Zelzate betaalt dat bedrijf 159 euro, in Gent 563 euro. Zelfs met

uw verdubbeling erbij, mijnheer De Meester, ik denk dat we in Gent toch nog altijd wel wat

belastingen heffen op bedrijven. Ja, op kmo’s he, ja op kmo’s, maar dat is nu net de hele

discussie. Want in Zelzate verlagen wij de bedrijfsbelasting voor KMO’S. We schaffen ook de

milieubelasting voor de gezinnen af, 55 euro per gezin naar beneden, en ja wij verhogen de

bedrijfsbelasting voor die grote bedrijven en voor die multinationals. Wij laten namelijk de

sterkste schouders de zwaarste lasten dragen en daar wil ik naar toe he. Maar dus uw verhaal,

mevrouw Bracke, dat klopt dus niet he. In Zelzate betaalt de KMO, vanaf 2020, dus geen 159

euro he, zoals adviseur Watteeuw ten onrechte beweerd, maar dat is gezakt naar 59 euro vanaf

2020. Wij doen daar dus 100 euro af. 95 euro in Zelzate, Gent 573 euro. Mijnheer de

burgemeester he u als onafhankelijke waarnemer nu in dit debat hier, wie komt er hier nu, ja,

nee, wie komt er hier nu het meeste op voor de ondernemers en voor de kmo’s. Zijn dat nu, is

dat nu Gent of Zelzate, zijn dat nu de liberale of de rode? Gelukkig zijn er nog de communisten

om het voor de kmo’s op te nemen he. Maar ja, awel ja, bovendien mevrouw Bracke, grote

bedrijven betalen in Zelzate wel degelijk dus fors meer dan in Gent he en ook hier slaat uw

medewerker Watteeuw de bal mis he. Het tarief in Gent is boven de 2.500 meter, vierkante

meter, 0,22 euro per vierkante meter he. In Zelzate is dat tarief boven de 5.000 vierkante meter,

0,65 euro per vierkante meter vanaf 2020. Dat is dus drie keer meer. Dat is drie keer meer. En er

is geen uitzondering voor de grootste multinationals gelijk in Gent, artikel 4 van het



belastingreglement plafonds aan een miljoen euro he. In Zelzate staat er wel een uitzondering in

het reglement maar niet voor de grootste multinationals maar voor producenten van

hernieuwbare energie, mijnheer Watteeuw. He ah ja, die betalen namelijk geen 0,65 euro maar

veel minder 0,16 euro. Dat is een korting voor die hernieuwbare energieproducent van 75%.

Omdat we dat natuurlijk willen stimuleren he. Mevrouw Bracke dat stond allemaal niet in die

nota van medewerker Watteeuw he van gisteren. Maar ik weet uit ervaring dat je moet opletten

met dat soort nota’s van medewerkers, om nog bijvoorbeeld he, onze sterk man van de fractie

die maakte er sport van om met al mijn tussenkomsten ergens te proberen een passage over

gratis openbaar vervoer te smokkelen. Probeert hij altijd te doen dat de invoering van gratis

openbaar vervoer in Duinkerke geleid heeft tot een stijging van 65% reizigers in de week. Dat

gratis openbaar vervoer het beste wapen is tegen luchtvervuiling en fijn stop. Dat dat maar

11.000.000 euro kost en dat dat op een budget van één miljard in onze stad, dat dat toch niks is.

Altijd probeert hij dat te doen he, zelfs in een tussenkomst collega’s over bedrijfsbelasting zou

Coddens in staat zijn om er een stuk over gratis openbaar vervoer in te smokkelen. Ook al heeft

de voorzitter net gezegd dat het moest kort blijven en to the point. Dat moet ik altijd zeggen, oh

neen, we gaan dat niet doen, hou u bij het thema, het gaat over de bedrijfsbelasting. En dus,

mevrouw Bracke, om aan het niveau van Zelzate te geraken zou u dus eigenlijk de tarieven per

vierkante meter voor grote bedrijven moeten verdriedubbelen. Nu zou ik dat natuurlijk mijnheer

Coddens, ik zou dat natuurlijk als amen..., ik ja ja, ik zou dat, … ja maar ik zag u, ik zag u zitten,

mijnheer Coddens, ik zag u zitten, ik zag u zitten. Maar dus ik zou dat nu als amendement kunnen

indienen he verdriedubbeling van de bedrijfsbelasting maar he want dat is gemakkelijk he. We

verhogen de vrijstelling hier in Gent tot 5.000 vierkante meter, we trekken de tarieven voor de

grote bedrijven op naar 0,65, klaar. Jullie stemmen dat natuurlijk allemaal weg en dan kan ik

zeggen kijk in Zelzate steunen de sossen dat en in Gent keuren ze dat af he. Maar dat gaan we

dus niet doen, we gaan dat dus niet doen, want ik denk niet dat Gent daar beter van wordt. Ik

denk niet dat wij als stad daar voordeel bij doen. Wat we wel vragen, mijnheer Coddens en

Mevrouw Bracke, dat is om diezelfde denkoefening misschien toch ook ne keer bij ons te doen.

We gaan nu niet spelletjes spelen, met amendementen en zo, maar misschien moeten we toch

nadenken omdat target van 1.500.000 euro extra misschien wel te verhogen naar bijvoorbeeld

20.000.000 extra bedrijfsinkomsten. Dat is geen verdriedubbeling he. Maar dat is wel fors meer.

En met die grotere bijdrage van de sterkste schouders collega’s met die grootste multinationals

in de haven, he, herinner u die discussie gisteren, toegevoegde waar van acht miljard he, met dat

geld zouden wij wel een aantal dingen extra kunnen doen. We zouden een extra turbo kunnen

zetten op dat woonbeleid. We zouden Mijnheer Coddens zijn probleem met die rusthuizen

kunnen oplossen. We zouden de prijsverhogingen van de gele vuilzakken kunnen

terugschroeven. Zijn we daarover akkoord, mijnheer Coddens? Dat we die denkoefening in de

komende weken en maanden, misschien ook bij ons in Gent he, mevrouw Bracke, dat we die

denkoefening ook bij ons ne keer doen.

De voorzitter: Geef ik het woord aan schepen Bracke. Ja.

Mevrouw Bracke: Ja, wij hebben inderdaad gisteren al een, al een eerste gedachtewisseling

gehad over de bedrijfsbelastingen. Ik denk dat er dan toen zeer veel argumenten, over en weer

zijn uitgewisseld. Dus u zal willen begrijpen, mijnheer De Meester, dat ik vandaag hier niets ter

plekke ga zeggen dat dit voorstel het een geweldig idee is en dat we dat gaan doen. Ik denk ook

niet dat dat uw verwachtingspatroon was. Het is duidelijk dat ik het bij mijn huidige

kabinetmedewerkers ga houden, mijnheer Watteeuw mag niet blijven, wegens ja, toch niet goed

genoeg, en u ga ik ook niet pakken wegens toch wel wat ideologische verschillen.



(Gelach)

De voorzitter: Het is alleszins de vaststelling hoe later op ne avond, hoe plezanter dat het wordt.

Goed. Behalve, behalve … We gaan de volgende keer om elf uur beginnen.

De voorzitter: Goed, we gaan al, we gaan ons aan ons laatste, we gaan aan ons laatste punt …

met ons laatste punt verder doen. SD44 groep Gent, getalenteerde en motiveerde medewerkers,

mevrouw Hafsa El-Bazioui. Alstublieft.

Mevrouw Hafsa El-Bazioui: Dank u wel mevrouw de voorzitter, beste schepen, collega’s, ik ga het

kort proberen houden maar ik lees voor het HR-beleid toch wel een hele boel zaken die ik vanuit

mijn HR-ervaring oprecht een warm hart toedraag. Onze medewerkers die zich dag in dag uit

engageren in Gent, voor Gent, verdienen een beleid met ambitie en durf. Een personeelsbeleid

waar gelijkwaardigheid, ondersteuning, gelijke kansen en waardering centraal staan. En het is

dan ook een goede zaak, mijnheer schepen Van Braeckevelt dat op korte tijd, tussen het

afkloppen van de begroting en de gemeenteraad, dat er een akkoord is gesloten tussen de

vakbonden en de stad. Ik ga heel kort reageren op dingen die ik gisteren heb gehoord en ik was

bijna van mijn stoel gevallen, niet van vermoeidheid, of omdat het te lang duurt maar omdat er

toch zaken zijn die niet kloppen met de praktijk En dat eerste ging over die gelijkwaardigheid. Ik

hoorde namelijk bij de NV-A-fractie dat daar de vraag werd uitgesproken of dat, ja, of dat wel

nodig is die gelijkwaardige pensioenen tussen statutaire en contractuele medewerkers. Blijkbaar

is dat geen probleem voor de NV-A-fractie dat twee collega’s, collega X en Y die exact hetzelfde

werk doen in hetzelfde bureau zitten, dat die dan een ander pensioen daarvoor krijgen. Ik vind

dat wel een probleem, en blijkbaar ben ik niet alleen. Ik kan dus alleen maar toejuichen,

mijnheer Van Braeckevelt en mijnheer Souguir en het voltallig schepencollege, dat jullie hier een

moedig en correct standpunt innemen om die verschillen weg te werken. Het gaat over meer de

om en bij de 4.000 contractuele medewerkers die op deze manier een tweede pensioenpijler

zullen zien stijgen. De tweede mythe of onduidelijkheid kwam vanuit de fractie van het Vlaams

Belang die zich afvroeg: ja dat divers personeelsbeleid is dat wel nodig. Moet dat wel een

afspiegeling zijn van de samenleving. Is dat geen verloren geld, wel ik kan u zeggen, en ik heb ze

bij alle onderzoeken, maar ik ga dat niet lezen, u mag ze gerust bij mij navragen. Er is daar

wereldwijd al heel veel onderzoek naar gebeurd waarom dat dat wel nodig is. En dat reikt zelf

verder dan de gewone maatschappelijke weerspiegeling, neen dat gaat ook over

resultaatgerichte functies. Als je met diverse teams werkt en dat is eigenlijk heel logisch, allez ik

vind dat heel logisch, dan kom je tot veel betere resultaten omdat je dat vanuit verschillende

perspectieven kunt gaan bekijken. Dus die onderzoeken zijn er. Wereldwijd zijn daar

onderzoeken rond gebeurd. Dus ik kan alleen maar toejuichen dat wij die heel die kennis uit die

onderzoeken hier ook in onze stad zullen toepassen in ons personeelsbeleid. En als laatste punt

lees ik heel wat zaken rond de wendbare arbeidsorganisatie een hele boel instrumenten om

werk te maken van een meer kwalitatieve arbeidsorganisatie, coaching, interne begeleiding en

aandacht voor psychosociale hulpverlening en er zal ook werk gemaakt worden van een

agressieprotocol. Zaken die ik alleen kan toejuichen. Dus mijn oprechte dank daarvoor.

De voorzitter: Dank u wel, geef ik het woord aan schepen, ah mijnheer Deckmyn pardon.

De heer Deckmyn: Ja ik was niet zinnens tussen te komen maar ja als je als oppositie te braaf

bent, komt de meerderheid weg met bepaalde zaken die niet correct zijn. Er is weer een goeie

retorische truc gebruikt, gewoon iemand woorden in de mond te leggen en dat dat

tegenspreken. Ja, zo is het gemakkelijk, zo kan ik het ook. Ik heb niet gezegd dat, ik heb helemaal



niet gezegd dat het in het personeel, dat dat geen afspiegeling mag zijn van de maatschappij. Ik

heb ook, ik heb erop gewezen dat dat niet zo is ondanks alle inspanningen die daarin gebeuren.

Ondanks al het geld die gestoken wordt in allerlei projecten om toch maar het personeelskader

een representativiteit te hebben van de van de bevolking. Ondanks al dat geld in al die projecten

dat er in gestoken is, lukt het niet. Dat heb ik gezegd. Dat is iets heel anders dan wat u mij in de

mond legt. Ik vind dat de waarheid daar rechten heeft en vond ik vooral belangrijk dat ik dat hier

bracht. En dan ga je dan verder natuurlijk om dan te zeggen van oh al wereldwijde studies die

spreken ook tegen wat jij hier gisteren hebt gezegd want zo hoort het, zo moet het, wij hebben

die kennis ter zake helemaal onder de knie, wel mevrouw, ik stel vast en ik heb dat gisteren

trouwens ook gezegd, dat je het zodanig goed onder de knie hebt dat je u, zelfs in de stukken, in

de stukken die voorliggen dat u daar gezegd heeft dat het voorplan mislukt is. Het voorplan is

mislukt. Maar je weet het allemaal goed hoe dat het werkt maar het is mislukt. En dus nu moet je

een nieuwe investering doen omdat het maar niet lukt, die inhaalbeweging. En mijn conclusie

was: misschien ligt het aan iets anders.

De voorzitter: Schepen Van Braeckevelt.

De heer Van Braeckevelt: Ja ik kan alleen maar mijn woorden van gisteren herhalen, collega’s.

Enerzijds dat onze Gentse samenleving evolueert en dat we dat als organisatie ook moeten

blijven doen en dat vraagt bijkomende organi … dat vraagt bijkomende inspanningen. En wij

leveren die ook. En bovendien heb ik gisteren ook gezegd, en je kan blijven roepen in de

woestijn, ik denk dat het aan ons is om bruggen te bouwen en dat doen we bij deze ook. Collega,

bedankt voor uw tussenkomst en voor uw waarderende woorden. Een akkoord dat sluit je niet

alleen, die sluit je samen met andere partners. Ik wou via deze weg ook nog eens gebruik maken,

heel kort om het college ook te danken voor de bijkomende middelen die we samen investeren

in personeel, in die wendbare organisatie maar ook de vakorganisaties met wie we samen een

akkoord hebben gesloten, om ervoor te zorgen dat we minstens voor de volgende drie jaar, maar

ik hoop nog voor veel verder, een nieuwe weg kunnen inslaan wat betreft ons personeelsbeleid

en ik ben ervan overtuigd als het ten goede zal komen van ons personeel en onze organisatie, die

tenslotte ten dienste staat van alle Gentenaars.

De voorzitter: Oké, dank u wel. We zijn aan onze, aan einde van ons tabel toegekomen. Dus dat

betekent collega’s dat we nu gaan stemmen. We gaan stemmen over punt twintig,

meerjarenplan 2020-2025, stemming is …. zit jullie badge er goed in. Dat we maar nee, badge

heb ik gezegd, niet bands. Allez, ja iedereen heeft gestemd: 37 ja, 0 onthoudingen, 10 neen

stemmen. Dank u wel collega’s. We gaan verder met punt 21. Bevoegdheid stad en OCMW,

openbare vergadering. Ja punt 21. Vraagt u ter stemming. Moet dat normaal gezien wel allemaal

aflezen hé. We gaan de stemming vragen op punt 2, 21 collega’s. Advies betreffende financiële

afrekening 2018. We gaan nog efkens eerst doorwerken. Stemming is geopend. 39 ja, 8

onthouding, 0 nee stemmen. We zijn aan punt 22 rechtspositie ligging stad en OCMW Gent.

Vraagt er iemand de stemming? Neen. Dank u wel. 25 neen, 24 geïntegreerd personeelsbehoefte

2020 van de stad. Ja. Op vraag van N-VA-fractie gaan we stemmen op punt 2, 24. De stemming is

geopend. 39 ja stemmen, 3 onthouding, 5 neen stemmen. Dan gaan we over naar punt 25

stadspersoneel en OCMW, lijst van knelpuntfuncties. Vraagt er iemand de stemming? Neen dank

u wel. 27 beheersovereenkomst 2020-25 tussen stad Gent en OCMW Gent en Sogent. Ja

stemming wordt gevraagd. Ah willen jullie stemmen ook mevrouw Welvaert, mevrouw De Moor,

had u iets ... Ah oké, ja da’s goed dat is een helpen, doe maar een tussenkomst op punt 27.



Mevrouw De Moor: Beste collega’s, nu de geïntegreerde beheersovereenkomst met Sogent

voelen we beheer…, … wilt u rechtstaan misschien, oh sorry, … met Sogent voor de beheers… en

de ontwikkeling van de stad en voormalig OCMW-gronden voorlicht, kan een volgende stap

gezet worden richting onderbouwd beleid. Investeren in grond, het klinkt misschien een beetje

ouderwets, conservatief maar met de huidige uitdagingen die hier liggen, is dat eigenlijk niet zo.

De keuzes waartoe, we in de toekomst, toe gedwongen zullen worden, bijzonder door de

klimaatverandering, vereisen een kortere keten op het vlak van onder meer landbouw en

energievoorziening. Maar ook in groenvoorziening dichterbij en daarvoor is grond in eigen

beheer noodzakelijk. Maar om de beheersovereenkomst die er nu ligt in degelijk beleid om te

kunnen zetten moeten er eerst een visie ontwikkeld worden over hoe om te gaan met huidige

gronden in beheer van Sogent. In die visie vragen we bijzonder aandacht voor de

landbouwgronden. Al in de vorige legislatuur werd besloten dat er geen landbouwgrond meer

verkocht zou worden binnen Gent en ook niet in de buurtgemeente. En het is belangrijk om dat

moratorium in stand te houden zeker met het oog op wat in de bestuursakkoord werd

opgenomen. Daarin werd opgenomen dat landbouwgronden zullen ingezet worden om erop

groen mogelijk te maken en dat in combinatie met zekere jonge boeren blijvend kansen geven.

En dat er ruimte moet zijn voor innovatieve landbouw en voedselprojecten. In dat

bestuursakkoord staan evenwel nog andere grootse ambities en om die te realiseren zullen nog

gronden verkocht worden. Wetende dat er ook 30.000.000 inkomsten nodig zijn om ons

broodnodig woonbeleid mee te financieren. Moet er ook daar keuzes gemaakt worden. Ook hier

kunnen we echter een sturend beleid gaan uitwerken. In principe kunnen dus nog

landbouwgronden verkocht worden die achteraf verder gelegen zijn van Gent. Maar ons beleid

kan er ook in voorzien dat andere gemeenten de kans krijgen om een positief duurzaam beleid te

voeren bijvoorbeeld door te onderzoeken of deze gemeenten de eerste kans krijgen om deze

grond te verwerven. Het zou van weinig solidariteit naar bewoners van omliggende gemeenten

getuigen indien we de gronden die hoofdzakelijk door schenking de stad toegekomen zijn via het

OCMW, het verkopen aan derden die er dan andere dan duurzame landbouwdoeleinden mee

voor ogen hebben. Ook in andere gemeenten kan er zo ruimte gecreëerd worden voor nieuwe

duurzame landbouw initiatieven die bovendien ook voor onze eigen Gentenaren van nut kunnen

zijn. Waarom zou een producent uit pakweg Zottegem bijvoorbeeld niet een deel van zijn

opbrengst in Gent kunnen verkopen. Indien er tot een constructieve samenwerking met andere

lokale overheden kan gekomen worden, dan kan de Gentse voedselstrategie zelfs haar stempel

drukken buiten Gent en haar buurgemeenten. Bij het bepalen van hoe er met het huidige

patrimonium aan gronden omgegaan wordt, moeten volgens ons een aantal prioriteiten gelden.

Ten eerste sociaal en ecologisch beleid hoeven elkaar niet uit te sluiten. Ten tweede strategisch

blijft het belangrijk om gronden in en rand in en in de randgemeenten van Gent in eigendom te

houden. Ten derde moeten we onderzoeken hoe we de strategische grondpositie in en rond

Gent kunnen versterken bijvoorbeeld door ruil met andere gemeenten. En tot slot in sommige

gevallen moet de verkoop van bepaalde landbouwgronden wel kunnen maar dan enkel onder

strikte voorwaarden waarbij grondpositie van andere lokale overheden kan worden versterkt of

waar er garanties zijn op een maatschappelijk waardevol project. Dank u.

De voorzitter: Schepen Souguir.

De heer Souguir: Ja dank u mevrouw de voorzitter, collega, laat duidelijk wezen, in eerste

instantie, er is nog altijd een moratorium, ook bij de start van deze legislatuur, dat er geen

patrimonium of gronden binnen Gent worden verkocht, ook niet bij de aangrenzende gemeente.

U heeft het ook terecht geschetst dat wij effectief ook aan het kijken zijn in het kader van



flankerend landbouwbeleid om die koppeling te maken naar aanleiding van uitdrogen van ons

RUP groen. En anderzijds dat we ook inderdaad conform ons bestuursakkoord openstaan voor

een aantal experimenten die zouden kunnen laten plaatsvinden in een omliggende gemeente. Ik

heb gisteren trouwens ook de organisaties toegesproken, die er aan het stadhuis stonden, ik heb

ook heel duidelijk de boodschap meegegeven dat we wel degelijk oor hebben voor hun

bezorgdheden die er zijn. Wij zullen die ook uitnodigen om te kijken naar aanleiding van de

finalisering van onze visienota, die geactualiseerd wordt, geïntegreerd wordt en normaal gezien

in het voorjaar voor volgend jaar ter discussie zal voorgelegd worden, maar ik wil wel duidelijk in

zijn, ik heb dat ook gisterenavond gezegd, we hebben er absoluut wel oren naar maar we hebben

een heel duidelijk engagement dat we deze legislatuur voor 35 de eerste 35.000.000 euro aan

patrimonium wel degelijk zullen verkopen waarvan 30.000.000 euro rechtstreeks bestemd is

voor betaalbaar wonen mogelijk te maken in onze stad. Dus we gaan binnen die contouren

moeten kijken van wat mogelijk is want ergens is er ook soms een misvatting alsof dat

landbouwgrond plotseling zou veranderen van bestemming, quod non. En bovendien

patrimonium is niet alleen maar landbouwgrond, we spreken hier ook over KMO-grond,

bouwgrond, een aantal hoeves, dus het is veel breder dan alleen maar het landbouwaspect.

Maar nogmaals de boodschap is overduidelijk meegegeven dat we effectief gaan luisteren. Hoe

kunnen we een aantal verzuchtingen daar inderdaad tegemoetkomen? Maar de doelstelling daar

ga ik effectief niet van wijken. Dat is ook een afspraak binnen het college dat we inderdaad voor

35.000.000 euro, deze legislatuur, zullen verkopen. Voor alle duidelijkheid, patrimonium

verkopen in verder gelegen gebieden, in het, buiten het Gentse, om wel degelijk een

patrimonium te verstelen in onze eigen stad. Het gaat altijd voor diezelfde sociale doelstelling.

Dus dat wou ik toch wel enigszins wil meegeven. Tot daar mijn tussenkomst mevrouw de

voorzitter.

De voorzitter: Wel collega’s, we gaan stemmen. Collega’s we gaan stemmen. Punt 27 alstublieft.

Stemming is geopend. Ik heb 37 ja stemmen, 8 onthouding en 2 neen stemmen. Dan 195

samenstelling van het bureau voor deontologie. Er is een wijziging gebeurd, kunnen we die

wijziging goedkeuring, collega’s? Betreft hun naamswijziging, verandering. Oké? Dank u wel. Dan

sluit ik nu de OCMW-raad en ik open de gemeenteraad. Want ik heb nog één punt om goed te

keuren. Gaat iedereen akkoord met de indeling van de agenda van de gemeenteraad in A en B

punten? Zo ja, geef ik het woord eerst aan de algemene directeur.

Algemene directeur: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. De gouverneur van Oost-Vlaanderen

heeft op 14 november zijn goedkeuring verleend aan het gemeenteraadsbesluit van 21 oktober

2019 betreffende de dotaties voor 2020 voor de hulpverleningszone centrum. Alstublieft.

De voorzitter: Oké. Dank u wel en nu nog tussen al mijn papieren geraken. Ja, we zitten aan de B-

punten. Ik vermeld enkel het volgnummer hé. Ik ga eerst de gemeenschappelijke nummers de B-

punten oproepen 23 en 26. Dan komen we nu aan de B-punten waarvoor enkel de

gemeenteraad bevoegd is. Dat zijn 29, 31, 32, 33, 37, 38, 39, 41, 42, 44, 45, 46, 53, 54, 55, 56, 59,

60, 61, 67, 69, 70, 72, 73, 74, 48, 75, 76, 77, 78, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 144, 145, 147, 148, 149,

150, 151, 152, 158, 160, 162, 165, 166. We komen nu aan de A-punten. Ik roep eerst de

gemeenschappelijke A-punten op die reeds besproken werden tijdens de OCMW-raad. 2019 ja,

punt 19 aanpassing 1 meerjarenplan 2019. Ik veronderstel dezelfde stemming. Ja. Dan nummer

20 meerjarenplan 2020-2025. Opgepast: dezelfde stemming als daarnet. Oké. Dank u wel. 21

advies betreft de financiële afrekening 2018 en actueel actuarieel rapport 2019 van de

pensioensverzekeringsovereenkomst. Zelfde stemming. Oké, dank u wel. 22 rechtspositieregeling

stad en OCMW Gent progressief werkhervatting. Dan 24 geïntegreerde personeelsbehoefte 2020



van de stad, OCMW Gent en SVK Gent. Vaststelling dezelfde stemming. 25 stadspersoneel en

OCMW personeel lijst van knelpuntfuncties die in aanmerking komen om eerst om 1 bij de

berekening van de geldend anciënniteit af te wijken van de maximale mee rekenbare periode

van tien jaar in de privésector of als zelfstandige en 2 af te wijken van de diplomavereiste

vastgelegd in artikel 11 van de rechtspositionering voor de functie van niveau A - B - C en D.

Goed, A, B en C, goedkeuring ja. 27 beheersovereenkomst 2025 tussen Stad, OCMW, Gent en

Sogent. Goed, iedereen dezelfde stemming als daarnet. Dank u wel. 195 samenstelling van

bureau voor deontologie. De wijziging is ook goedgekeurd. Dank u wel. Dan ik roep nu de A-

punten op waarvoor de gemeenteraad bevoegd is. En we gaan nog één A-punt behandelen 153.

Opdracht voor de vereniging IVAGO buitengewoon algemene vergadering van 18/12/2019.

Vastelling van het mandaat van de vertegenwoordiger van de stad Gent, goedkeuring. U vraagt

de stemming, we gaan stemmen, collega’s over punt 153. Mag ik jullie aandacht alstublieft.

Stemming is bijna afgerond. Ja, 39 ja, 8 onthouding, 0 neen stemmen. Ik sluit bij deze de

vergadering van openbare zitting van de gemeenteraad en we hervatten morgen met punt 155.

Dank u wel, slaap wel collega’s. Exact middernacht.

Woordelijk verslag gemeente- en OCMW-raad · 2020. 1. 15. · Bijna zestig miljoen euro naar...

Documents

Transcript of Woordelijk verslag gemeente- en OCMW-raad · 2020. 1. 15. · Bijna zestig miljoen euro naar...