Woord en Daad jaarverslag 2011: Verbinding
-
Upload
g-lekkerkerker -
Category
Documents
-
view
260 -
download
10
description
Transcript of Woord en Daad jaarverslag 2011: Verbinding
Verbinding
jaarVersLag
2011
18
2
1 3
4
Woord en Daad kort en bondig 5Landenkaart 6Voorwoord 9Ontwikkelingen in 2011 10
STRATEGIE, VISIE EN BELEID 1.1 Inleiding 13 1.2 Missie, visie en kernwaarden 13 1.3 Strategie 14 1.4 Beleid 15
HET wERk IN HET ZuIDEN 2.1. Inleiding 21 2.2. Basisvoorzieningen en Noodhulp 21 2.3 Onderwijs 24 2.4. Beroepsonderwijs en -training en arbeidsbemiddeling 28 2.5 Agribusiness en Enterprise Development 32 2.6 Werken in Regionale Allianties 36 2.7 Capaciteitsopbouw 40 2.8 Beleidsbeïnvloeding 41 2.9 Resultaatmanagement en Leren 41
HET wERk IN HET NooRDEN 3.1 Het werken in het Noorden 49 3.2 Beleidsbeïnvloeding 53 3.3 Bewustwording 55 3.4 Donorrol 56 3.5 Communicatie en Fondsenwerving 57
INTERNE oRGANISATIE 4.1 Ontwikkelingen in de organisatie 67 4.2 Effectiviteit risicomanagement in 2011 71 4.3 Kwaliteit in 2011 72 4.4 Codes/certificeringin201172
Intermezzo: “Droom wordt werkelijkheid” 18
Intermezzo: “Zonder wrijving geen glans” 46
Intermezzo: “Duurzaam leven” 64
Intermezzo: “Samenwerken is investeren” 80
90 98
61
46
6
7
MEER DETAILINfoRMATIEwoordendaad.nl/jaarverslag
VooRuITBLIk 6.1 De dynamiek in onze werkomgeving 91 6.2 Toekomst: werk in het Zuiden 92 6.3 Toekomst werk in het Noorden 94 6.4 Toekomst organisatie, bestuur en kwaliteit 95 6.5 Toekomst Finance, Projectadministratie en
Control 96
fINANcIËLE VERANTwooRDING 7.1 Jaarrekening 2011 99 7.2 Controleverklaring 128 7.3 Begroting 129
5 BESTuREN EN ToEZIcHT HouDEN 5.1 Inleiding 83 5.2 Bestuurlijke verantwoording 83
VooRuITBLIk 6.1 De dynamiek in onze werkomgeving 91 6.2 Toekomst: werk in het Zuiden
6.3 Toekomst werk in het Noorden
6.4 Toekomst organisatie, bestuur en kwaliteit
6.5 Toekomst Finance, Projectadministratie en
Control
83
98
BESTuREN EN ToEZIcHT HouDEN
98
BIjLAGEN 1. Aftreden raad van toezicht 132 2. Nevenfuncties raad van toezicht 133 3. Functies 134 4. Organogram 137 5. Procesbeheersing, risicobeheersing en
verantwoording 138 6. Onderzoeksrapport externe accountant 145 7. Samenwerking en netwerken 146 8. Theory of Change 148
Lijst van gebruikte afkortingen 153
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden4
Kort en bondig
hoeVeeL
Inkomsten 2011 € 32.235.785
Landen 20
Financieel geadopteerde kinderen 33.524
Partners 30
Satelliet Partners 9
Donateurs 56.000
Jongeren 14.500
Leden Business Platform 89
Medewerkers op 31-12-2011 80
Aantal fte’s op 31-12-2011 69.33
Vrijwilligers op kantoor 9
Lokale vrijwilligers (comité) 721
inkomsten 2011 €
Particulieren 16.406.797
Bedrijven 2.097.758
Subsidies overheden 9.302.579
Inkomsten derden* 3.231.599
Vermogensfondsen 976.406
Interest 220.647
Totaal 32.235.785
* O.a. kerkelijke en diaconale organisaties
bestedingen 2011 €
Doelstelling structurele programma’s* 27.055.564
Doelstelling PMEL/PMA 1.171.337
Doelstelling Lobby en Bewustwording 1.001.537
Werving baten 1.160.730
Kosten beheer en administratie 959.404
Totaal 31.348.572
*Incl. noodhulp
kostennormen* 2011 %
Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fondsenwerving (CBF-norm)
4,75%
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte van de totale bestedingen)
93,24%
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte van de totale inkomsten)
90,67%
Eigen norm Beheer en Administratie (3,1% norm) 2,98%
Eigen overheadnorm (7,5% norm) 6,58%
* Woord en Daad bezit het CBF-keurmerk en is ISO gecertifi ceerd.
wIE
Woord en Daad verbindt mensen over de hele
wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels
perspectief. We willen hiermee een bijdrage
leveren aan duurzame verandering in Nederland
en wereldwijd.
wAT
Woord en Daad werkt aan de thema’s: onderwijs,
beroepsonderwijs en –training, arbeidsbemid-
deling, bedrijfsontwikkeling, basisvoorzieningen
(gezondheid, landbouw, water) en noodhulp. In
Nederland wil Woord en Daad mensen, bedrijven
en overheid bewustmaken van hun verantwoorde-
lijkheid ten aanzien van armoede wereldwijd.
wAAR
Woord en Daad is werkzaam in:
• Afrika: Benin, Burkina Faso, Ethiopië, Sierra
Leone, Somaliland, Tsjaad, Oeganda, Zambia en
Zuid-Afrika.
• Azië: Bangladesh, de Filippijnen, India, Pakistan,
Sri Lanka en Thailand.
• Midden- en Zuid-Amerika: Colombia,
Guatemala, Haïti, Honduras en Nicaragua.
wERkwIjZE
In ons werk onderscheiden we drie typen
activiteiten:
• Directe armoedebestrijding (DAB) – activiteiten
gericht op armen om samen met hen te werken
aan vermindering van armoede, bijvoorbeeld
door voorzieningen van onderwijs, gezondheids-
zorg en inkomensverbetering op te starten of te
verbeteren.
• Maatschappijopbouw (MO) – activiteiten gericht
op het opstarten en versterken van maatschap-
pelijke organisaties of netwerken, die zich inzet-
ten voor de belangen van armen.
• Beleidsbeïnvloeding (BB) – activiteiten van
maatschappelijke organisaties, gericht op het
bevorderen van nieuw of aangepast overheids-
beleid op thema’s die in het belang zijn van (de
rechtspositie van) armen.
kERNcIjfERS GEVISuALISEERD oP PAGINA 74
Doelstelling structurele programma’s*
1.171.337
Doelstelling Lobby en Bewustwording 1.001.537
1.160.730
959.404
Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fondsenwerving (CBF-norm)
4,75%
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten 93,24%
kostennormen* 2011
Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fondsenwerving (CBF-norm)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte van de totale bestedingen)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte van de totale inkomsten)
beleid op thema’s die in het belang zijn van (de
kERNcIjfERS GEVISuALISEERD oP PAGINA 74
bevorderen van nieuw of aangepast overheids-
beleid op thema’s die in het belang zijn van (de
rechtspositie van) armen.
kERNcIjfERS GEVISuALISEERD oP PAGINA 74
Werving baten
Kosten beheer en administratie
Totaal
*Incl. noodhulp
%
op het opstarten en versterken van maatschap-
pelijke organisaties of netwerken, die zich inzet-
Beleidsbeïnvloeding (BB) – activiteiten van
maatschappelijke organisaties, gericht op het
bevorderen van nieuw of aangepast overheids-
beleid op thema’s die in het belang zijn van (de
90,67%
2,98%
93,24%
Eigen overheadnorm (7,5% norm)
* Woord en Daad bezit het CBF-keurmerk en is ISO gecertifi ceerd.
opzichte van de totale inkomsten)
Eigen norm Beheer en Administratie (3,1% norm) 2,98%
Eigen overheadnorm (7,5% norm) 6,58%
* Woord en Daad bezit het CBF-keurmerk en is ISO gecertifi ceerd.
2,98%
Eigen overheadnorm (7,5% norm)
* Woord en Daad bezit het CBF-keurmerk en is ISO gecertifi ceerd.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 55
Lan
de
n w
aa
r
wo
or
d e
n
da
ad
we
rk
t
Co
nt
ine
nt
Ve
rd
eLi
ng
P
ro
gr
am
ma
’s
(€)
aa
nta
L
ad
oP
tie
k
ind
er
en
P
er
31
12
20
11
ag
rib
usi
ne
ss
en
en
te
rP
ris
e
de
Ve
LoP
me
nt
(€
)
ba
sisV
oo
r
zie
nin
ge
n e
n
no
od
hu
LP (€
)
on
de
rw
ijs
(€)
re
suLt
aa
tm
an
ag
em
en
t
en
Le
re
n (€
)
Ca
PaC
ite
its
oP
bo
uw
(€)
be
ro
eP
son
de
r
wij
s t
ra
inin
g
en
ar
be
ids
be
mid
de
Lin
g (€
)
1 Bangladesh Azië 1.200.159 1.343 -197.023 837.670 421.127 11.356 127.029
2 Filippijnen Azië 721.494 1.811 -22.399 -36.266 461.298 10.626 308.235
3 India Azië 3.183.020 9.059 114.314 2.689.568 -707 379.845
4 Pakistan Azië 637.000 637.000
5 Sri Lanka Azië 173.887 404 25.000 148.887
6 Thailand Azië 174.886 430 18.810 153.712 2.364
7 Colombia Zuid-Amerika 2.487.167 3.118 82.358 135.393 1.837.222 30.794 401.400
8 Guatemala Midden-Amerika 1.778.927 5.257 93.081 50.200 1.593.495 29.468 12.683
9 Haïti Midden-Amerika 2.973.169 5.686 28.031 1.201.415 1.682.085 10.579 51.059
10 Honduras Midden-Amerika 42.555 189 42.555
11 Niguragua Midden-Amerika 723.866 419.442 199.668 -1.072 21.071 84.757
12 Benin Afrika 467.844 129.799 106.189 67.195 42.209 122.452
13 Burkina Faso Afrika 2.420.643 3.722 297.413 475.134 1.050.792 27.384 51.869 518.051
14 Ethiopië Afrika 1.293.248 2.285 17.585 28.422 1.010.286 15.240 221.715
15 Oeganda Afrika 452.020 -20.883 355.159 36.270 81.474
16 Sierra Leone Afrika 398.855 220 36.905 22.487 216.855 2.269 30.147 90.192
17 Somaliland Afrika 500.000 500.000
18 Tsjaad Afrika 315.991 -18.120 215.094 22.270 96.747
19 Zambia Afrika 263.440 -2.570 19.277 153.601 -359 93.491
20 Zuid Afrika Afrika 716.804 41.944 420.041 84.924 8.751 161.144
20.924.975* 33.524
Landenkaart
* Het verschil (6.130.589) met de totale bestedingen (27.055.564) heeft te maken met de bestedingen aan programma’s in Nederland en de bestedingen via andere organisaties waaronder Red een Kind.
1
4
5
7
12
18
17
15
19
20
13
16 14
8
9
10
11
6
3
2
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden
1
4
5
7
12
18
17
15
19
20
13
16 14
8
9
10
11
6
3
2
7Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden8
Het jaar 2011 ligt achter ons. Het zal de
annalen van Woord en Daad ingaan als
een veelbewogen jaar. Dat wisten we al
toen het jaar begon. De balans opmakend,
is dat weten alleen maar onderstreept. De
veelbewogenheid gold de wereld, ons eigen
Europa en Nederland, ons wereldwijde
partnernetwerk en individuele partners, ons
eigen Woord en Daad en het persoonlijke
leven daarbinnen.
Definanciëlecriseslekenin2011overelkaar
heen te rollen. De debatten tussen parlement en
regering gingen over bezuinigen en bezuinigen en
bezuinigen en de schade voor onszelf beperken.
Tegelijkertijd is er een wegbewegen van de maakbare
samenleving. De economische crises leren ons óók dat
dingen niet vanzelf gaan en dat we met elkaar onze
verantwoordelijkheid kunnen en moeten nemen.
Maatschappelijke organisaties zijn veelal meebewogen
op de maakbare samenleving, zijn geprofessionaliseerd
en hebben zich veelal ontworteld uit hun natuurlijke
voedingsbodem. Dat leidt tot ontreddering en stelt ze
voor de uitdaging zichzelf opnieuw uit te vinden. Nu
subsidies opdrogen, middelen nijpend worden, is de
natuurlijke verworteling van levensbelang. Het jaar
2011 liet Woord en Daad zien dat de verbondenheid
met de achterban er was en is! We beseften in 2011 in
toenemende mate dat dat een heel groot goed is, een
schat die we met elkaar mogen koesteren.
Het jaar 2011 was voor ons wereldwijde netwerk en
onze eigen organisatie een spannend jaar. Het was
het jaar waarin de organisatievernieuwing gestalte
moest krijgen. Een nieuwe wijze van werken, in
nieuwe rollen, nieuwe verantwoordelijkheden, nieuwe
taakinhoud, een nieuwe manier van organiseren. Een
nieuwe werkwijze waarbij we de Zuidelijke allianties
nog beter van dienst kunnen zijn, en waarbij we als
donor vernieuwend en scherp onze rol kunnen spelen.
Veel hadden we uitgewerkt, maar we wisten dat we
gaandeweg ook nog veel moesten ontdekken. We
zijn de tocht in 2011 begonnen. Met de regionale
allianties, met de alliantieteams, de donorteams, de
matrixorganisatie en parallel de ontwikkeling van ICT.
Het was in het begin leren lopen en gaan. Met vallen
op staan. Als ik terugkijk zijn we dat proces op een
open en eerlijke manier en met betrokken emotie
doorgegaan. En aan het eind van het jaar zien we
dat het op gaat leveren wat we ervan verwachtten.
Heldere rollen, heldere verantwoordelijkheid, een
beter gebruik van de competenties van mensen, een
betere inhoudelijke relatie met ons partnernetwerk.
Maar uiteindelijk gaat het om meer.
Toen ik samen met alle directeuren van onze
partnerorganisaties wereldwijd de handtekening
zette onder het document dat uiteindelijk tot dit
alles leidde, was het 2009. Visie en missie waren
hooggestemd. Maar uiteindelijk gaat het daar wel
om. Ik besefte toen het belang van het moment. Maar
zoals het er nu naar uit gaat zien geeft het nog meer
dan we toen met elkaar
konden bevroeden.
Ook dat liet 2011 ons
al in een doorkijkje
zien. We ervoeren in
het partnernetwerk
en in de vernieuwing
de verbondenheid
op basis van onze in
de bijbel gewortelde
kernwaarden, die
we delen met ons
partnernetwerk.
Onvoorzien en
onverwacht was 2011
ook ánders ingrijpend.
Johan Groothedde,
onze jonge collega van 25 jaar ontviel ons op tragische
wijze.Dattrokeenongeloofl ijkzwaarwisselopzijn
vrouw Marjolein en nog onbewust op zijn dochtertje
Jenthe en zijn familie. Het sloeg ook diep in op de
organisatie. We hebben tegelijkertijd ook in de
organisatie de verbondenheid vanuit de kracht van het
geloof ervaren. Dat maakte het heel zware 2011 toch
ook weer een bijzonder jaar.
Het jaar is bijgeschreven in de rij van de anno domini’s.
Ik ben er van overtuigd dat het werk iets heeft
mogen uitstralen van het Koninkrijk van God en Zijn
Gerechtigheid. In een gebroken wereld is dat een
lichtpunt, dat we brandend mogen houden.
Jan Lock, voorzitter raad van bestuur
Bewegen en bewogen
EEN NIEUWE WIJZE VAN
WERKEN, IN NIEUWE ROLLEN,
NIEUWE VERANTWOOR-
DELIJKHEDEN, NIEUWE
TAAKINHOUD, EEN NIEUWE
MANIER VAN ORGANISEREN
mogen uitstralen van het Koninkrijk van God en Zijn
organisatie de verbondenheid vanuit de kracht van het
geloof ervaren. Dat maakte het heel zware 2011 toch
ook weer een bijzonder jaar.
Het jaar is bijgeschreven in de rij van de anno domini’s.
Ik ben er van overtuigd dat het werk iets heeft
zijn de tocht in 2011 begonnen. Met de regionale
allianties, met de alliantieteams, de donorteams, de
matrixorganisatie en parallel de ontwikkeling van ICT.
Het was in het begin leren lopen en gaan. Met vallen
op staan. Als ik terugkijk zijn we dat proces op een
mogen uitstralen van het Koninkrijk van God en Zijn
Gerechtigheid. In een gebroken wereld is dat een Gerechtigheid. In een gebroken wereld is dat een
lichtpunt, dat we brandend mogen houden.
Jan Lock, voorzitter raad van bestuur
Gerechtigheid. In een gebroken wereld is dat een
lichtpunt, dat we brandend mogen houden.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 9
Ontwikkelingen in 2011
Met het jaarverslag 2011 legt Woord en Daad verantwoording af over de wijze waarop zij haar missie concreet gestalte geeft in Nederland en wereldwijd. In dit hoofdstuk de belangrijkste ontwikkelingen in vogelvlucht.wooRD EN DAAD IN HET ZuIDEN
Samen met de vijf Zuidelijke allianties ging Woord en
Daad in 2011 aan de slag om de nieuwe lijnen voor de
beleidsperiode 2011-2015 uit te zetten. Direct bleek
al hoe actueel de beleidskeuzes zijn.
De aangrijpende beelden en verhalen vanuit de Hoorn
van Afrika maakten duidelijk hoe urgent de aandacht
voor voedselzekerheid in Afrika is.
De toenemende aandacht voor de relatie tussen
economische ontwikkeling en armoedebestrijding
vanuit media, overheid en donors sluit goed aan bij
het groeiende agri & bedrijfsontwikkelingsprogramma
van Woord en Daad. In 2011 werd hard gewerkt
aan de opzet van de ‘agribusiness-poot’, met name in
Afrika. 2011 was ook een jaar waarin we experimen-
teerdenmetinnovatievevormenvanfinancieringvoor
bedrijfsontwikkeling, zoals het deelnemen in BV’s. De
opmaat voor nieuwe stappen in 2012.
Investeren in economische ontwikkeling lijkt inmid-
dels de nieuwste hype in ontwikkelingssamenwerking.
Woord en Daad is ervan overtuigd dat armoede niet
via één blauwdruk-oplossing aangepakt kan worden.
Vandaar dat ze onverminderd hecht aan de waarde
van christelijk onderwijs en beroepstraining. Ook in
2011 was daarbij weer veel aandacht voor leider-
schap, kwaliteit van onderwijs en koppeling naar werk
en inkomen. De opening van Hope University College,
een bacheloropleiding in Ethiopië, vormde een hoog-
tepunt in 2011.
Samenwerking en netwerken was een kernwoord in het
afgelopen jaar voor Woord en Daad en de Zuidelijke
allianties. Juist omdat armoede een complex probleem
is, is koppeling met bedrijven, overheden en andere net-
werken heel hard nodig. Woord en Daad investeerde
dan ook stevig in de versterking van de Zuidelijke alli-
anties. De allianties maakten duidelijke stappen vooruit
in het gezamenlijk werken aan de versterking van
hun programma’s en fondsenwerving. Het leggen van
verbindingen met anderen en actieve betrokkenheid
bij beleidsbeïnvloeding is nog een zwak punt. Ook één-
op-één zijn de Zuidelijke partners van Woord en Daad
versterkt via training en coaching in PMEL.
wooRD EN DAAD IN NEDERLAND
In 2011 was de samenwerking met onze achterban
opnieuw dynamisch en veelzijdig. Het betrekken van
kinderen, jongeren, volwassen, ondernemers, kerken
en scholen bij armoede wereldwijd en de vertaling naar
een duurzame levensstijl stond hoog op de agenda. Een
TNS-Nipo-onderzoek –waarvoor Woord en Daad het
initiatief nam- naar geef- en leefgedrag van christenen
in Nederland gaf veel inzicht. Daarnaast betrok Woord
en Daad actief haar eigen achterban bij beleidsbeïn-
vloeding, bijvoorbeeld door Bengaalse en Nederlandse
jongeren in gesprek te laten gaan met Kamerleden.
Waar mogelijk en nodig werd expertise uit de ach-
terban ingezet voor ontwikkeling van programma’s,
bijvoorbeeld door ondernemers bij bedrijfsontwikke-
ling in Zambia en door Driestar Educatief bij onderwijs
in Sierra Leone, Ethiopië en Guatemala.
Ookin2011bleekdefinanciëlesteunvanuitdeparti-
culiere achterban onverminderd groot (€ 16,4 miljoen
tegenover begroot € 14,8 miljoen). De inkomsten van-
uit bedrijven, vermogensfondsen en institutionele fond-
sen bleven achter bij de verwachtingen (€ 15,6 miljoen
tegenover begroot € 22,8 miljoen) veel bedrijven gaven
minder maar wilden wel betrokken blijven bij Woord
en Daad. Over de gehele linie is er wel sprake van groei
(2,2%, exclusief noodhulp). Iets waar we erg dankbaar
voor zijn in tijden van economische recessie.
PoLITIEk DRAAGVLAk
Het jaar 2011 was een jaar dat in politieke zin sterk
gestempeld werd door de forse bezuinigingen op ont-
wikkelingssamenwerking. De Nederlandse regering
besloot het aantal partnerlanden terug te brengen
van 33 naar 15 en aanzienlijk te korten op met name
(basis)onderwijs in Afrika, Azië en Latijns Amerika.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden10
Staatssecretaris Knapen publiceerde zijn nieuwe
beleid ten aanzien van voedselzekerheid en ontwik-
keling van de private sector. Weliswaar leverden de
beleidswijzigingen stevige discussies op in de Kamer,
maar in de samenleving is er nauwelijks - en zeker
geen georganiseerd - verzet tegen de bezuinigingen.
Om die reden wist de staatssecretaris zonder grote
problemen een meerderheid achter zijn beleid te
krijgen. Via diverse netwerken probeerde Woord en
Daad actief het beleid van de regering bij te sturen
in de gewenste richting. Zo hebben we ons kritisch
uitgelaten over de gemaakte landenkeus, de vinger
aan de pols gehouden bij de bezuinigingen op onder-
wijs en veel aandacht gevraagd voor de versterking
van lokale (voedsel)productieketens. Ook op het
Europese vlak lieten we onze stem in 2011 horen,
vooral via EU CORD, een netwerk van christelijke
ontwikkelingsorganisaties. In de Europese Unie zijn de
onderhandelingen begonnen over het budget dat van
2014 tot 2020 beschikbaar is voor ontwikkelingshulp.
INTERNE oRGANISATIE
De interne organisatie stond in 2011 in het teken van
een organisatievernieuwing. Om de Zuidelijke allianties
nóg beter van dienst te zijn, en nog beter aan te sluiten
bij wensen van sponsors en donoren, heeft Woord en
Daad haar interne organisatie vernieuwd. Hiervoor
werden donor- en alliantieteams gevormd, ieder met
onderscheiden verantwoordelijkheden. De ontwikke-
ling en implementatie van nieuwe ICT-infrastructuur
ondersteunt de nieuwe werkwijze. De eerste resul-
taten waren eind 2011 al zichtbaar: hogere kwaliteit
van programmavoorstellen, snellere reacties richting
partners en meer eigenaarschap bij beide teams.partners en meer eigenaarschap bij beide teams.
uitgelaten over de gemaakte landenkeus, de vinger
aan de pols gehouden bij de bezuinigingen op onder-
wijs en veel aandacht gevraagd voor de versterking
van lokale (voedsel)productieketens. Ook op het
Europese vlak lieten we onze stem in 2011 horen,
vooral via EU CORD, een netwerk van christelijke
ondersteunt de nieuwe werkwijze. De eerste resul-
taten waren eind 2011 al zichtbaar: hogere kwaliteit
van programmavoorstellen, snellere reacties richting
partners en meer eigenaarschap bij beide teams.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 1111
STRATEGIE, VISIE EN BELEID
1.1 INLEIDING
De eerste mijl zit erop. In maart en april 2009 begon woord en Daad in Nairobi aan een beleidstraject en nieuwe manier van werken. Dat werd een jaar later bekrachtigd in Apeldoorn. Samen met partners en in samenspraak met zakenmensen, comitéleden en onze staf werkten we nieuw beleid uit. Met elkaar werd dat beleid (inclusief de hieronder genoemde missie, visie en kernwaarden) in 2010 vastgesteld en in 2011 uitgerold. En als de signalen ons niet bedriegen levert 2011 al een bewijs dat zó beleid maken en uitvoeren werkt! Spannend. Maar de moeite waard om het steeds zó te blijven doen.
1.2 MISSIE, VISIE EN kERNwAARDEN
HISToRIE
Woord en Daad is in 1973 opgericht door refor-
matorische christenen die hun verbondenheid
met de allerarmsten wereldwijd concreet vorm
wilden geven. De meeste organisaties die zich
bezig hielden met ontwikkelingssamenwerking
waren in die tijd sterk marxistisch georiënteerd,
daardoor vormde Woord en Daad een herken-
baar en betrouwbaar alternatief. Bijna veertig
jaar later is zowel de Nederlandse als internati-
onale context totaal gewijzigd, maar verbonden-
heid blijft. Woord en Daad ontleent blijvend haar
bestaansrecht aan haar achterban in Nederland.
De achterban met wie we samen verbinding leg-
gen met armen in het Zuiden, en andersom. Die
verbinding wordt verstevigd door de Bijbelse
missie en visie die we delen met onze achterban
en partnerorganisaties wereldwijd.
MISSIE
Woord en Daad verbindt mensen over de hele
wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels
perspectief. We werken daarbij samen met part-
nerorganisaties in Afrika, Azië en Centraal- en
Zuid-Amerika, de achterban in Nederland, maat-
schappelijke instellingen, overheden en bedrijven
en andere sectoren. Samen met hen wil Woord en
Daad een bijdrage leveren aan duurzame veran-
dering in Nederland en wereldwijd.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden
STRATEGIE, VISIE EN BELEID
1.1 INLEIDING
De eerste mijl zit erop. In maart en april 2009 begon woord en Daad in Nairobi aan een beleidstraject en nieuwe manier van werken. Dat werd een jaar later bekrachtigd in Apeldoorn. Samen met partners en in samenspraak met zakenmensen, comitéleden en onze staf werkten we nieuw beleid uit. Met elkaar werd dat beleid (inclusief de hieronder genoemde missie, visie en kernwaarden) in 2010 vastgesteld en in 2011 uitgerold. En als de signalen ons niet bedriegen levert 2011 al een bewijs dat zó beleid maken en uitvoeren werkt! Spannend. Maar de moeite waard om het steeds zó te blijven doen.
1.2 MISSIE, VISIE EN kERNwAARDEN
HISToRIE
Woord en Daad is in 1973 opgericht door refor-
matorische christenen die hun verbondenheid
met de allerarmsten wereldwijd concreet vorm
wilden geven. De meeste organisaties die zich
bezig hielden met ontwikkelingssamenwerking
waren in die tijd sterk marxistisch georiënteerd,
daardoor vormde Woord en Daad een herken-
baar en betrouwbaar alternatief. Bijna veertig
jaar later is zowel de Nederlandse als internati-
onale context totaal gewijzigd, maar verbonden-
heid blijft. Woord en Daad ontleent blijvend haar
bestaansrecht aan haar achterban in Nederland.
De achterban met wie we samen verbinding leg-
gen met armen in het Zuiden, en andersom. Die
verbinding wordt verstevigd door de Bijbelse
missie en visie die we delen met onze achterban
en partnerorganisaties wereldwijd.
MISSIE
Woord en Daad verbindt mensen over de hele
wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels
perspectief. We werken daarbij samen met part-
nerorganisaties in Afrika, Azië en Centraal- en
Zuid-Amerika, de achterban in Nederland, maat-
schappelijke instellingen, overheden en bedrijven
en andere sectoren. Samen met hen wil Woord en
Daad een bijdrage leveren aan duurzame veran-
dering in Nederland en wereldwijd.
VISIE
In een gebroken wereld vol armoede en
onrecht streeft Woord en Daad naar het
zichtbaar maken van tekenen van Gods komend
Koninkrijk. Daarin willen we iets laten zien van
een wereld in wording zonder armoede en lijden.
Vanuit dit Bijbelse toekomstperspectief mogen
mensen nu al tot hun bestemming komen in de
diepste zin van het Woord. Dit zien wij gebeuren
als mensen verantwoordelijkheid nemen en
dragen voor zichzelf en voor anderen, waardoor
zij een waardig leven kunnen leiden.
kERNwAARDEN
Medeschepsel Schepsel van God, gelijkwaardig én uniek Ieder mens is geschapen om beelddrager van
de Schepper te zijn. Dit betekent dat we in
Gods oog allen gelijkwaardig zijn, en tegelij-
kertijd divers en uniek. Deze twee aspecten
–gelijkwaardigheid én diversiteit– bepalen
hoe wij naar onze medemens kijken. In haar
werk wil Woord en Daad deze twee aspecten
herkenbaar in praktijk brengen. Dit betekent
onder andere dat ze ieder mens benadert
met respect, ongeacht ras, religie, geslacht
of politieke voorkeur. Ook is Woord en Daad
ervan overtuigd dat er niet slechts één pad van
ontwikkeling is: daarvoor zijn mensen te uniek
en divers geschapen.
Medeverantwoordelijkheid Verantwoordelijk voor jezelf, je naaste en de schepping Ieder mens is geschapen als verantwoorde-
lijk schepsel. We zijn verantwoordelijk om te
beantwoorden aan Gods roeping om beelddra-
ger, naaste en rentmeester te zijn. Vertaald naar
de praktijk van ons werk betekent dit dat we
mensen willen stimuleren verantwoordelijkheid
voor zichzelf te nemen, maar ook voor anderen
en de schepping. Dit betekent niet dat mensen
verantwoordelijkheid moeten overnemen, maar
vanuit Bijbels mededogen oog hebben voor de
situatie van de ander.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 13
1 STRATEGIE, VISIE EN BELEID
Mede-lijden Dicht bij en naast mensen die lijdenWe leven in een door zonden gebro-
ken wereld. Tegelijkertijd weten we
ons vanuit de Bijbel geroepen er te
zijn voor mensen die lijden aan deze
gebrokenheid. In dit mede-lijden
kunnen we iets laten zien van wat
het betekent beelddrager van God
te zijn, ook al is dit beeld bescha-
digd. Door mee te leven –en mee
te lijden– mogen we op bescheiden
wijze iets zichtbaar maken van Gods
komend Koninkrijk en werken aan
herstel, vanuit de wetenschap dat
Christus ons daarin is voorgegaan.
Rentmeesterschap Zorgvuldig omgaan met mensen, middelen en milieu Als christelijke organisatie wil
Woord en Daad verantwoordelijk
‘rentmeester’ zijn. Dit willen we op
een integere wijze zijn, met oog voor
de context waarbinnen we opereren.
Woord en Daad is aanspreekbaar
op een zorgvuldig omgaan met de
middelen(menselijke,financiëleen
materiële) die we ontvangen. In ons
werk willen we rentmeesterschap
concreet laten zien aan degenen met
wie we werken en in zorg voor het
milieu, beide zowel in Nederland als
in het Zuiden.
wederzijdse afhankelijkheid onafhankelijk in keuzes, afhanke-lijk in samenwerking Als christelijke organisatie is
Woord en Daad onafhankelijk, en
tegelijkertijd bewust afhankelijk.
Onafhankelijk en zelfbewust in het
maken van beleidskeuzes, ongeacht
keuzes die onze omgeving maakt.
Tegelijkertijd zijn we ervan overtuigd
dat samenwerking met andere
organisaties van groot belang is
voor armoedebestrijding, ook vanuit
rentmeesterschap. In dat opzicht wil
Woord en Daad bewust afhankelijk
zijn van anderen.
Voor een verdere toelichting op de
missie, visie en kernwaarden zie
www.woordendaad.nl/jaarverslag.
1.3 STRATEGIE
Het werk van Woord en Daad
betreft drie aspecten:
• Armoedebestrijding: In de con-
tinenten Afrika, Azië en Zuid- en
Midden-Amerika samen met onze
partnerorganisaties armoede op
stevige wijze aanpakken.
Woord en Daad kent in dat kader
vier programma’s:
- Onderwijs
- Vakonderwijs en –training en
arbeidsbemiddeling
- (Agri-)Bedrijfsontwikkeling
- Basisvoorzieningen (water,
voeding, gezondheid, landbouw)
• Bewustwording: In Nederland
samen met onze achterban naden-
ken over vragen rond armoede en
rijkdom.
• Beleidsbeïnvloeding: In Nederland
en Europa samen met anderen
opkomen voor de belangen van de
allerarmsten. Zo nodig vragen we
aandacht voor de positie van de
allerarmsten bij politiek, pers en
bedrijfsleven.
Het scherp analyseren van de
context waarbinnen onze pro-
gramma’s vormgegeven worden, en
het doorvertalen naar het concrete
werk ‘op de grond’ krijgt een steeds
belangrijker plaats in ons werk.
Daarbij vinden we het van belang
dat de verschillende programma’s
niet op zichzelf staan, maar dat
waar mogelijk slimme en effectieve
verbindingen worden gelegd. Omdat
onderwijs niet automatisch leidt
tot een betere positie voor mensen,
investeren we in de programma’s
beroepsonderwijs en –training en
arbeidsbemiddeling. Daarin geven
we aandacht aan de aansluiting
van jongeren op de arbeidsmarkt.
Vanuit bedrijfsontwikkeling wordt
gezocht naar mogelijkheden om
lokale bedrijvigheid te stimuleren
en te verbinden met regionale of
(inter)nationale markten. Daar waar
nodig werkt Woord en Daad vanuit
het ondersteunende programma
Basisvoorzieningen (water, voeding,
gezondheid, landbouw) aan rand-
voorwaarden voor de programma’s
op het gebied van Onderwijs en
Arbeid en Inkomen. Uitwisseling van
kennis neemt in alle programma’s
een belangrijke plaats in.
Partnerorganisaties van Woord en
Daad hebben uiteindelijk altijd een
beperkt bereik. Daarom investeert
Woord en Daad met haar partner-
organisaties in netwerken die samen
met anderen het werk van armoede-
bestrijding effectiever en krachtiger
maken. Sinds 2010 krijgt dit con-
creet vorm in samenwerking binnen
vijf regionale allianties. Hierover is
meer te lezen in hoofdstuk 2 Werk in
het Zuiden.
Soms hinderen (lokale) wet- en regel-
geving de mogelijkheden en kansen
voor armen. Soms worden zij zelfs
direct door regelgeving benadeeld.
In die gevallen werkt Woord en Daad
samen met haar partnerorganisaties
en/of de netwerken die ze steunt
aan het verbeteren of aanpassen van
overheidsbeleid, zowel in Nederland
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden14
en Europa als in het Zuiden.
Woord en Daad is ervan overtuigd
dat haar ‘visie op verandering’
(theory of change) zich niet beperkt
tot mensen in het Zuiden. In een
wereld waarin we internationaal
steeds meer afhankelijk van elkaar
worden, heeft onze leefwijze steeds
vaker gevolgen voor de situatie van
armen waar ook ter wereld. Woord
en Daad wil haar eigen achterban
hiervan bewustmaken, en concrete
mogelijkheden aanreiken om ook in
de Nederlandse context ‘ambassa-
deur van verandering’ te zijn.
1.4 BELEID
Woord en Daad ziet zichzelf als
een organisatie die op inhoudelijke
betrokkenheid en verantwoordeli-
jkheid mensen en partijen met
elkaar verbindt. Woord en Daad
beweegt voortdurend tussen de
positie van haar partnernetwerk
en de doelgroepen (armen, kin-
deren, ondernemers) in het Zuiden
enerzijds, en haar achterban,
sponsors, fondsen en de Nederlandse
achterban anderzijds. De vragen en
opvattingen van deze twee groepen
belanghebbenden, hebben dan ook
een belangrijke stem in het beleid van
Woord en Daad. Het beleidsplan voor
de periode 2011-2015, dat in 2010
werd vastgesteld, is dan ook mede
ontwikkeld en gevalideerd door zowel
het Zuidelijke partnernetwerk als
vertegenwoordigers uit de achterban
van Woord en Daad. Nu de uitvoering
van het beleidsplan is ingezet, worden
de diverse stakeholders regelmatig
betrokken bij belangrijke stappen in
de uitvoering en evaluatie.
In haar beleidsplan werkt Woord
en Daad met zogenaamde ‘results
frameworks’. Hierin heeft Woord en
Daad samen met partners en andere
stakeholders gewenste resultaten
geformuleerd en vastgesteld. Aan
die resultaten wordt inzet van
mensen en middelen gekoppeld, en
wordt per resultaat bekeken wat
de output, outcome en impact zou
kunnen zijn. Via contracten wordt
hier ook op gestuurd en samen met
partners op gemonitord.
BETRokkENHEID
STAkEHoLDERS BIj BELEID
Woord en Daad is gewend om
zowel bij de vormgeving als uitvoer-
ing van het beleid stakeholders
te betrekken. Afhankelijk van het
thema worden partners uit het
Zuiden, klankbordgroep van onze
vrijwilligerscomités, coördinatie-
groep bedrijven of de klankbor-
dgroep Vermogensfondsen om
advies gevraagd. Jaarlijks wordt
onder deze stakeholdergroepen een
tevredenheidsonderzoek gehouden.
Uitkomsten van deze onderzoeken
worden doorvertaald in beleid
of jaarplan, en besproken met de
raad van toezicht (in het kader van
de beoordeling van de raad van
bestuur). De resultaten van deze
tevredenheidsonderzoeken zijn in
onderstaande sterkte-zwakte-ana-
lyse verwerkt, inclusief de vertaling
naar de praktijk. Vanuit dit overzicht
wordt helder wat de kerncompe-
tenties zijn van Woord en Daad,
evenals waar de uitdagingen liggen
voor de komende jaren.
ToELIcHTING oP DE MISSIE, VISIE EN kERNwAARDENwoordendaad.nl/jaarverslag
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 15
1 STRATEGIE, VISIE EN BELEID
sterk zwak VertaLing naar Praktijk
Sterk partnerschap tussen Woord en Daad en partnerorganisaties wereldwijd, door vorming van gezamenlijke regionale allianties waarbinnen gezamenlijk wordt gewerkt aan beleidsontwikkeling, kwaliteitsverbetering, netwerken en fondsenwerving.
Een deel van het partnernetwerk denkt nog vanuit de oude bilaterale relatie met Woord en Daad en ziet nog onvoldoende de kansen in samenwerking met anderen.
Het functioneren van partners binnen de regionale alliantie en het samenwerken met andere partijen wordt jaarlijks geëvalueerd in de alliantie, en wordt door Woord en Daad meegenomen in de donor-beoordeling.
Visie op verandering (Theory of Change) biedt een sterk en vernieuwend kader om als maatschap-pelijke organisatie samen met anderen te werken aan armoede bestrijding (zie voor meer informatie de bijlage).
Vertaling van de Visie op verandering naar de praktijk is nog niet in alle werkgebieden even concreet zichtbaar. Met name effectieve samenwerking met verschillende actoren is nog een zwak punt.
Intern, richting achterban en op alliantievergade-ringen aandacht voor praktische vertaling Visie op verandering. Regionale allianties stimuleren om samen te werken met andere maatschappelijke organisaties en bewegingen, kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid.
Partners van Woord en Daad staan dicht bij de armen en hebben oog voor hun specifi eke context.
Te weinig aandacht bij partners voor participatie van armen bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van projecten.
Woord en Daad levert de komende jaren een stevige bijdrage aan de ontwikkeling van een nieuwe evalu-atiemethodiek waarbij participatie van armen (naast andere doelgroepen) centraal staat.
Zuidelijke partners beschikken over steeds meer capaciteit op management– en programmaniveau.
Capaciteit op het terrein van planning, monitoring, evaluatie en leren (PMEL), beleidsbeïnvloeding en werving van subsidies blijft achter.
Woord en Daad stelt de komende jaren capaciteit beschikbaar aan de regionale allianties in het Zuiden om fors te investeren op PMEL, lobby en fondsenwerving.
kansen bedreigingenimPaCt kansen en bedreigingen oP beLeid
Internationaal is er meer oog voor en erkenning van de rol van waarden-gedreven organisaties in armoedebestrijding.
In diverse landen staat de ruimte voor Faith Based Organisations (FBO’s) onder druk.
Blijvend aandacht voor de constructieve rol die bijvoorbeeld kerken spelen vanuit de visie op verandering.
Meer aandacht voor rurale ontwikkeling in Afrika kan mensen in kwetsbare gebieden onafhankelijker maken. Aandacht voor economische ontwikkeling met oog voor lokale waardetoevoeging biedt hierbij kansen.
Klimaatverandering en kredietcrisis treffen landen wereldwijd, maar met name Afrika. Toegang tot fi nan-ciering voor klein-MKB is nog altijd een belangrijke hobbel.
Focus van het agri bedrijfsontwikkelingsprogramma is gericht op versterking van locale productiebe-drijven en verwerkende industrie. Opschaling door aantrekken van impact investeerders.
Toenemend aantal institutionele donoren dat fondsen direct ter beschikking stelt aan Zuidelijke NGO’s.
Toenemend aantal landen waar overheid vijandig is ten aanzien van inmenging (internationale) NGO’s.
Door vormen van regionale allianties worden Zui-delijke partners minder afhankelijk van Noordelijke donoren, en kunnen kansen voor fondsenwerving in het Zuiden uitgebuit worden.
Technologische ontwikkelingen bevorderen Noord-Zuid-samenwerking en maken tevens informatie makkelijker toegankelijk voor armen.
Informatiekloof tussen opgeleide en analfabete groepen kan nog verder verdiepen.
Binnen (vak)onderwijsprogramma is veel aandacht voor ICT-training. In 2012 uitrollen van nieuwe ICT-infrastructuur richting regionale allianties. Innovatie-werkgroep onderzoekt mogelijkheden voor brede toepassing van ICT binnen programma’s onderwijs en TVET.
STERkTE-ZwAkTEANALySE VAN HET wERk VAN wooRD EN DAAD IN HET ZuIDEN
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden16
sterk zwak Praktijk
Stevige verankering in de achterban vanuit heldere eigen identiteit en weinig afhankelijk van subsidies. Woord en Daad profileert zich als een onafhankelijke christelijke organisatie.
Aandacht vanuit de organisatie voor omvangrijke subsidies kan (met name bij ondernemers) soms de indruk wekken dat Woord en Daad groter belang hecht aan subsidies dan particuliere bijdragen, en hierdoor haar christelijke identiteit in gevaar brengt.
Beleidslijn voortzetten dat overheidssubsidies slechts 30% van inkomsten mogen beslaan. Duidelijk maken richting achterban –en met name richting onderne-mers- dat Woord en Daad altijd eerst eigen beleids-keuzes (vanuit christelijke identiteit) maakt, en van daaruit financiering zoekt (en niet andersom). Door 30% lijn vast te houden blijft de binding en afhanke-lijkheid van de achterban onverminderd groot.
In de communicatie gaat de inhoud van het werk vóór de fondsenwerving.
Communicatie naar de achterban is soms te ingewik-keld, te veel gebruik van vaktaal.
Alert op vaktaal zijn in alle communicatie-uitingen. Regelmatig achterban communicatie-uitingen laten evalueren.
Aandacht voor bewustwording (leefgedrag) heeft nu een duidelijke plaats in het contact met de achterban.
Lokale Woord en Daad-comités vinden bewustwor-ding nog lastig vorm te geven en richten zich daarom liever op fondsenwerving.
Actief aan de slag gaan met comités die bewust-wording concreet vormgeven en die stimulerende rol geven. Daarnaast debatavonden in de regio organiseren.
Goed georganiseerde betrokkenheid vanuit diverse stakeholdersgroepen; verhoudingsgewijs grote, jonge en actieve, betrokken achterban; goede differentiatie in benadering doelgroepen achterban.
Voor de verschillende stakeholdergroepen is niet altijd duidelijk of, en zo ja wat Woord en Daad met adviezen doet.
Duidelijk terugkoppelen naar stakeholdergroepen of Woord en Daad adviezen overneemt, en aangeven wat er in de praktijk mee gedaan is.
Met de organisatievernieuwing speelt Woord en Daad haar donorrol sterker. Merendeel (85%) van de Zuidelijke partners waardeert dit en voelt zich meer uitgedaagd om kwaliteit te leveren. Transparantie en communicatie rond beoordeling van aanvragen wordt sterk gewaardeerd.
Tijdigheid in communicatie vanuit Woord en Daad Donor richting Zuidelijke partners kan beter. Begrip voor de context waarin partners werken is eveneens verbeterpunt.
Woord en Daad Donor zal bij bijeenkomsten van Zuidelijke allianties aanwezig zijn om begrip voor Zui-delijke context te laten groeien. Daarnaast blijvend belangrijk verschillende rollen en verantwoordelijk-heden van donor- en alliantieteams te benoemen richting partners.
Alle Zuidelijke partners vinden de verhouding met alliantieteam meer ontspannen sinds organisatiever-nieuwing, 85% ziet alliantieteam als ambassadeur en bijdragen aan kwaliteit aanvraag.
Partners ervaren nog minder sterk dat alliantie-teams hen ondersteunen in ontwikkeling kwaliteit programma en staf, en in het schrijven van aanvragen voor andere donoren.
Meer aandacht voor strategie in alliantieteam. Coaching van alliantie teams om hun rol adequaat in te vullen.
kansen bedreigingenVertaLing kansen en bedreigingen in Praktijk
De stevige basis in de achterban kan richting insti-tutionele donoren en vermogensfondsen meer en strategisch ingezet worden.
Vrijwilligerswerk staat onder druk door economi-sering van de samenleving. Mensen krijgen minder ruimte om vrijwilligerswerk te doen.
Nog steviger positioneren van unieke betrokkenheid achterban; vrijwilligers blijven interesseren door hen op maat te benaderen.
Institutionele fondsen verplaatsen zich naar het Zuiden. Meer kansen in de regio’s zelf.
Kansen op subsidie in Nederland en Europa nemen af. Woord en Daad gaat medewerkers voor institu-tionele fondsen in de regio’s zelf inzetten, die in samenwerking met de regionale allianties donoren gaan benaderen.
Draagvlak voor internationale samenwerking is in de achterban van Woord en Daad onverminderd hoog, ondanks het gure politieke klimaat.
Doorvertaling van het brede draagvlak in de achter-ban naar leefgedrag kan beter.
Samen met achterban zoeken naar mogelijkheden hoe in leefgedrag aandacht voor armoede en duur-zaamheid nog beter vorm kan krijgen.
STERkTE-ZwAkTEANALySE VAN HET wERk VAN wooRD EN DAAD IN NEDERLAND
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 17
Droom wordt werkelijkheid
Talentvolle jongeren uit Ethiopië trekken naar
Amerika en Europa om dromen en carrières te
realiseren. Daar moet je zijn om dromen werkelijk-
heid te maken en kwalitatief goed onderwijs te
ontvangen. Dr. Minas ziet en zag dit met lede ogen
aan. Zeven jaar geleden deelde hij als directeur van
partnerorganisatie Hope Enterprises in Ethiopië
zijn zorgen met jan Lock, bestuurder van woord
en Daad. Maar dr. Minas zou dr. Minas niet zijn als
hij het bij de zorgen zou laten. Dromen horen niet
alleen bij jongeren maar ook bij visionaire bestuur-
ders die graag een land opbouwen.
BouwExPERTISEEen christelijke universiteit waar talentvolle jongeren kunnen studeren en zich later dienstbaar maken voor hun land. Dat was de droom van dr. Minas! Jan Lock zag ook wel wat in het plan maar stelde duidelijk voorwaarden. Om goed eigenaarschap te borgen en risico te spreiden, zegde hij toe dat Woord en Daad een derde van de kosten zou dragen. Twee derde moest van andere donoren komen.In 2007 werd met de voorbereidingen van het project gestart. Een ontwikkelproject waarbij partner Hope Enterprises om tafel ging zitten met diverse groepen uit Nederland, Engeland en Amerika. Een groep onderne-mers die hun expertise beschikbaar stelde, vormde een consortium met elkaar. Een architectenbureau en bouw-ondernemingen dachten met dr. Minas mee over het ontwerp van het gebouw; ook werd nauwkeurig gekeken wie de bouw zou mogen uitvoeren. De keuze viel op een Chinese bouwonderneming. Gedurende het traject werd veel met elkaar vergaderd en over en weer werden ervaringen uitgewisseld. Een directievertegenwoordiger vanuit Nederland ging vrijwillig in Ethiopië aan de slag en volgde het traject op de voet. Waar nodig kon ter plekke bijgestuurd worden en de juiste rapportage naar donoren verzonden worden. Een groots project van zo’n omvang kon op deze wijze gerealiseerd worden dankzij de exper-tise die beschikbaar was.
oNDERwIjSExPERTISENaast vakbekwaam advies voor de bouw wordt er ook deskundigheid op onderwijsgebied ingewonnen. Opleidingen rond businessmanagement krijgen een prominente plaats in de universiteit. Landbouw wordt steeds belangrijker voor Ethiopië. Innovaties in de land-bouwsector zijn broodnodig. De Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten is daarom een belangrijke partner in de ontwikkeling van het onderwijscurriculum. Zij heeft veel ervaring in het opzetten van internatio-nale curricula. Samen met deskundigen uit Ethiopië en onderwijskundigen van Woord en Daad vormen zij het zogenaamde onderwijsconsortium.
kRAcHTEN BuNDELENEn zo is het Hope University College een mooi voorbeeld hoe Woord en Daad als makelaar donoren en partners bij elkaar brengt. Niet alleen vanuit financieel oogpunt kijken welke mogelijkheden er zijn maar juist ook de inhoudelijke expertise bij elkaar brengen. In samenwer-king met overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen van Ethiopië en Nederland. Vanuit diverse perspectieven een doel bereiken: een onderscheiden, vernieuwende opleiding bieden ten opzichte van het bestaand acade-misch onderwijs. De studenten van HUC zijn de leiding-gevenden van de toekomst van Ethiopië. En daarom is het belangrijk dat de opleiding inzet op leiderschap, gebaseerd op christelijke normen en waarden. Nadat jongeren het middelbaar onderwijs hebben gevolgd zijn ze welkom op Hope University College. Zowel Hope Enterprises als Hope University College volgen een filosofie waarin hoog wordt ingezet op verandering van de mentaliteit van jongeren. Niet alleen op het gebied van onderwijs maar in de algehele vorming. De jongeren die later een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de verhoging van het levens-peil zullen moeten functioneren vanuit Ethiopische optiek.Met alle samenwerkingsverbanden die er rondom dit traject lopen, zien we hoe de theory of change (zie pag 148) in de praktijk werkt. Vanuit het individu (de student) beginnen, maar tegelijkertijd de hele context meenemen namelijk: overheid, bedrijfsleven, kennisinstituten en andere maatschappelijke organisaties.
Hoe partners van Woord en Daad en donoren een droom verwezenlijken
Auteur: Rina Molenaar
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden18
INTERMEZZO
EN ToEN wAS HET ZoVER…Zaterdag 15 oktober 2011 werd de droom werkelijk-heid. Hope University College opende haar deuren in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. De Ethiopische president Girma Wolde-Giorgis verrichtte de openings-handeling met het doorknippen van een lint voor het auditorium. Hij legde in 2006 de eerste steen en was nu ook bij dit grote moment betrokken. Daarna sprak dr. Minas: ‘De nieuwe universiteit wil dienstbaar zijn aan de studenten zodat zij uiteindelijk met een gedegen univer-sitaire opleiding de toekomst in kunnen gaan.’De studenten kunnen opleidingen ‘Business Management and Enterpreneurship’, ‘Accounting and Finance’, ‘Marketing Management’ en ‘ICT-Technology’ volgen. Jan Lock wees in zijn speech bij de opening op het ont-werp van het universiteitencomplex: ‘De pupil van het oog is open naar de wereld en ontvangt indrukken die verwerkt worden in de hersenen en een beeld creëren van mensen en de wereld om ons heen. Verbinden en ver-anderen zijn belangrijke uitgangspunten om de armoede te bestrijden. Echte verandering zal alleen plaatsvinden als in alle geledingen van de maatschappij ook de armen betrokken worden.’
De universiteit draait inmiddels. Studenten gaan toe-komstdromen waarmaken en zich dienstbaar maken voor hun land als burger van Ethiopië.
De universiteit draait inmiddels. Studenten gaan toe-komstdromen waarmaken en zich dienstbaar maken voor hun land als burger van Ethiopië.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 19
HET WERK IN HET ZUIDEN
2.1. INLEIDING
De partnerorganisaties van woord en Daad zetten zich met passie in voor de strijd tegen armoede en voor verandering van hun maat-schappij. Een werkbezoek is vaak een bron van inspiratie en toont aan hoezeer de partners en woord en Daad elkaar nodig hebben om samen te werken aan deze gezamenlijke missie.
Dit hoofdstuk gaat in op het werk in het Zuiden.
Eerst wordt per programma verslag gelegd,
waarna vervolgens wordt beschreven hoe de
samenwerking in regionale allianties is verlopen.
De daaropvolgende paragraaf beschrijft hoe
capaciteitsopbouw bij de allianties en de partners
een plek heeft gekregen en hoe beleidsbeïnvloe-
ding als interventiestrategie is ingezet. De laatste
paragraaf geeft weer hoe Resultaatmanagement
en Leren een plek krijgt in het geheel.
2.2. BASISVooRZIENINGEN EN NooDHuLP
Amina Muse (30) verblijft al meer dan een maand in het ziekenhuis te Burao. Niet voor haarzelf, maar om bij haar elf maanden oude zoontje, Ahmed Hassan, te zijn. Ahmed werd ruim een maand geleden zwaar onder-voed opgenomen: hij woog acht en een half pond. Heel wat Nederlandse baby’s wegen dat al bij de geboorte.
Amina maakt zich zorgen. De strijd is nog niet gewonnen. ‘Ik ben hier nu al een maand. In de tus-sentijd heb ik veel nieuwe kinderen zien binnenko-men. Vrijwel allemaal zijn ze weer vertrokken, want het ging goed met hen. Maar de situatie van Ahmed verbetert niet echt.’
Ahmed oogt fragiel. Een hoofd dat te groot lijkt, met ogen die hol in de oogkassen staan. Breekbaar dunne armpjes en beentjes rusten naast zijn tengere lichaam…Medewerkers van Medair, de organisatie waarmee Woord en Daad samenwerkt, zagen meteen de kritieke situatie van Ahmed en regelden vervoer naar het ziekenhuis in de provinciehoofdstad. ‘Daar was ik zo blij mee, want zelf had ik hier geen geld voor’, vertelt Amina.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden20
HET WERK IN HET ZUIDEN
2.1. INLEIDING
De partnerorganisaties van woord en Daad zetten zich met passie in voor de strijd tegen armoede en voor verandering van hun maat-schappij. Een werkbezoek is vaak een bron van inspiratie en toont aan hoezeer de partners en woord en Daad elkaar nodig hebben om samen te werken aan deze gezamenlijke missie.
Dit hoofdstuk gaat in op het werk in het Zuiden.
Eerst wordt per programma verslag gelegd,
waarna vervolgens wordt beschreven hoe de
samenwerking in regionale allianties is verlopen.
De daaropvolgende paragraaf beschrijft hoe
capaciteitsopbouw bij de allianties en de partners
een plek heeft gekregen en hoe beleidsbeïnvloe-
ding als interventiestrategie is ingezet. De laatste
paragraaf geeft weer hoe Resultaatmanagement
en Leren een plek krijgt in het geheel.
2.2. BASISVooRZIENINGEN EN NooDHuLP
Amina Muse (30) verblijft al meer dan een maand in het ziekenhuis te Burao. Niet voor haarzelf, maar om bij haar elf maanden oude zoontje, Ahmed Hassan, te zijn. Ahmed werd ruim een maand geleden zwaar onder-voed opgenomen: hij woog acht en een half pond. Heel wat Nederlandse baby’s wegen dat al bij de geboorte.
Amina maakt zich zorgen. De strijd is nog niet gewonnen. ‘Ik ben hier nu al een maand. In de tus-sentijd heb ik veel nieuwe kinderen zien binnenko-men. Vrijwel allemaal zijn ze weer vertrokken, want het ging goed met hen. Maar de situatie van Ahmed verbetert niet echt.’
Ahmed oogt fragiel. Een hoofd dat te groot lijkt, met ogen die hol in de oogkassen staan. Breekbaar dunne armpjes en beentjes rusten naast zijn tengere lichaam…Medewerkers van Medair, de organisatie waarmee Woord en Daad samenwerkt, zagen meteen de kritieke situatie van Ahmed en regelden vervoer naar het ziekenhuis in de provinciehoofdstad. ‘Daar was ik zo blij mee, want zelf had ik hier geen geld voor’, vertelt Amina.
Hoewel de voorzieningen basaal zijn, is het zie-kenhuis goed georganiseerd en biedt het adequate medische zorg aan de vele slachtoffers van de droogte in Somaliland. Vooral voorlichting is een sleutel. Want traditionele gewoonten en praktijken staan een betere gezondheid vaak in de weg.
De toekomst is verborgen. Amina: ‘Graag zou ik m’n kind weer gezond zien, zodat ik terug kan naar ons dorp om voor mijn gezin en familie te zorgen.’ En hoop is er, want de meeste ondervoede kinderen gaan opgeknapt naar huis.
Dit verhaal is eerder in uitgebreidere versie gepubliceerd in Werelddelen, december 2011
2.2.1. ALGEMENE oNT wIk kELINGEN
In 2011 vonden twee grote ontwikkelingen
plaats. Een subsidie liep af en een andere grote
meerjarensubsidie startte (MFS2). Verder werd
de aandacht voor het thema voedselzeker-
heid vergroot. Vanuit het gemeenschappelijke
beleid met de partners wisten we dat er voor
de programma’s veel ging veranderen. Woord
en Daad heeft veel input gegeven aan partner-
organisaties om ze te helpen met deze omslag.
Voor de MFS2-subsidie werkt het programma
Basisvoorzieningen nauw samen met de
ICCO-Alliantie.
De gerealiseerde uitgaven waren beduidend
hoger dan begroot. De twee belangrijkste rede-
nen daarvoor zijn:
• In de begroting was niet uitgegaan van een
grote noodhulpactie. Die kwam er echter wel
(zie 2.2.3.), waardoor gerealiseerde uitgaven
op noodhulp bijna 2 miljoen Euro hoger waren
dan begroot.
• Bij het opstellen van de begroting was nog
veel onduidelijkheid over toekenning van
bedragen voor gezondheids- en voedsel-
zekerheidsprogramma’s vanuit de ICCO/
Prisma alliantie. Daarom was conservatief
gepland. De uiteindelijke toekenning werden
pas in de loop van het jaar helder. Deze bleken
toen hoger te liggen dan gepland.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 21
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
2.2.2. BASISVooRZIENINGEN
Samenwerking binnen Icco-AlliantieDe samenwerking binnen de ICCO-
Alliantie houdt in dat partnerorgani-
saties uit één land, die binnen deze
alliantiegefinancierdwordenvoor
gezondheidszorg of voedselzeker-
heid, bij elkaar gebracht worden
onder één programma. Woord en
Daad is betrokken bij samenwer-
king binnen Haïti en Oeganda. De
partners hebben regelmatig overleg,
leren van elkaar en coördineren
hun activiteiten. Vaak komt het tot
gemeenschappelijke activiteiten,
zoals capaciteitsopbouw, onderzoek
of beleidsbeïnvloeding. Dit werkt
veelalefficiëntereneffectieverbin-
nen een samenwerkingsverband.
Beleidsontwikkeling Op gebied van gezondheidszorg en
voedselzekerheid werd beleid ont-
wikkeld, waarbij doelstellingen voor
de komende jaren worden geformu-
leerd. Projecten op andere gebieden,
zoals huizenbouw en drinkwater, kun-
nenwelgefinancierdworden,maar
zijn geen speerpunten in beleid.
VoedselzekerheidDe alliantie van West-Afrika (WARA)
heeft ervoor gekozen om voedselze-
kerheid als het belangrijkste thema
te nemen. Dit is absoluut noodzake-
lijk voor Sahel-landen. Veel landen
ondergaan klimaatverandering: de
regens vallen niet meer regelmatig
en de traditionele landbouwka-
lender werkt dan niet meer. Ook
komen er meer en meer monden
die gevoed moeten worden. Ook in
Oeganda steunt Woord en Daad nu
voedselzekerheidsprogramma’s.
Hiermee heeft voedselzekerheid
een stevige programmabasis, zodat
onze specialisatie hierin verder kan
ontwikkelen.
Veranderde plannen partnersVeel partners hebben hun plan-
nen ingrijpend moeten veranderen
ten opzichte van 2010, omdat de
landenfocus van de subsidie sterk
verschilde en vanwege een nieuwe
focus op voedselzekerheid. Het gaf
interessant inzicht in de duurzaam-
heid van de programma’s: wat komt
ervan terecht zonder steun van
Woord en Daad? Sommige program-
ma’s bleken verrassend innovatief.
Zo was de partner in Colombia in
staat zelf fondsen te vinden voor
twee klinieken. Verder werd in Sierra
Leone een kliniek overgenomen door
de overheid en werd een voedings-
centrum in Burkina Faso ook door de
overheid overgenomen.
Andere programma’s moesten van-
wege bezuinigingen mensen ontslaan.
Woord en Daad heeft dit moment
zo veel mogelijk gebruikt om alle
programma’s te helpen heroriënte-
ren. Een belangrijke focus daarbij was
om programma’s zo in te richten dat
zenietalleenvanfinancieringdoor
Woord en Daad afhankelijk zijn.
2.2.3. NooDHuLP
In 2011 werd hulp verleend in de
volgende situaties:
• Honger in de Hoorn van Afrika
Bestedingen Basisvoorzieningen in een oogopslag
budgetLijn begroting 2011 (€) reaLisatie 2011 (€)
6.1.1 Gezondheidszorg: directe armoedebestrijding 1.288.259 1.702.432 32%
6.1.2 Gezondheidszorg: capaciteitsopbouw en netwerken 314.880 470.964 50%
6.1.3 Gezondheidszorg: beleidsbeïnvloeding 91.840 44.013 -52%
6.2.1 Hiv/Aids - DPR 441.628 -
6.2.2 Hiv/Aids - CSS 85.280 -
6.2.3 Hiv/Aids - Adv 13.120 -
6.3.1 Voedselzekerheid: directe armoedebestrijding 436.240 501.339 15%
6.3.2 Voedselzekerheid: capaciteitsopbouw en netwerken - 105.494
6.3.3 Voedselzekerheid: beleidsbeïnvloeding 35.000 78.142 123%
6.4 Water en hygiëne - 34.838
6.5 Huisvesting - -
7.0 Noodhulp 729.300 2.606.990 257%
6.6 Nog niet bepaald - 1.051
3.435.547 5.545.263 61%
Div. posten te verrekenen eerdere jaren / koersverschillen -416.176
Totaal basic needs 3.435.547 5.129.087
Analyse:De gerealiseerde uitgaven waren beduidend hoger dan begroot. De twee belangrijkste redenen daarvoor zijn:• In de begroting was niet uitgegaan van een grote noodhulpactie. Die kwam er echter wel (zie 2.2.3.), waardoor gerealiseerde uitgaven op noodhulp bijna 2 miljoen Euro
hoger waren dan begroot.• Bij het opstellen van de begroting was nog veel onduidelijkheid over toekenning van bedragen voor gezondheids- en voedselzekerheidsprogramma’s vanuit de ICCO/
Prisma alliantie. Daarom was conservatief gepland. De uiteindelijke toekenning werden pas in de loop van het jaar helder. Deze bleken toen hoger te liggen dan gepland.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden22
(2011): In verband met de droogte
in de Hoorn van Afrika verleende
Woord en Daad via Medair
noodhulp in de Hoorn van Afrika.
Droogte komt in dit deel van Afrika
herhaaldelijk terug, Woord en
Daad werkt daarom naast directe
noodhulp ook aan duurzame
oplossingen door middel van
voedselzekerheidsprogramma’s.
• Overstromingen/orkanen (2011):
in diverse landen waren overstro-
mingen in het najaar. Bangkok
heeft zelfs meer dan een maand
wateroverlast gehad. Tientallen
mensen kwamen om het leven
en velen verloren hun spullen. In
drie landen (Guatemala, Thailand,
Bangladesh) heeft Woord en Daad
kunnen helpen met noodpakketten.
Acties die voor 2011 startten, en in
2011 voortgezet werden:
• Overstroming Pakistan (2010):
het overgrote deel van het geld is
nu toegekend. Het gaat met name
om landbouwhulpmiddelen, en
het vormen van boerengroepen.
Mensen kunnen zo hun leven weer
op poten zetten: samen sta je sterk.
• Aardbeving Haïti (2010): het
programma is in de fase tussen
noodhulp en wederopbouw. Dit is
moeilijk, met name vanwege slecht
geregelde grondrechten. Bouwen
van huizen en scholen komt
daardoor moeizaam van de grond.
In 2012 zal bekeken worden of de
periode van drie jaar, die normaal
gesproken wordt gehanteerd
voor de implementatie van een
noodhulpprogramma, in het geval
van Haïti verlengd moet worden.
Woord en Daad werkt bij de hui-
zen- en scholenbouw samen met
grote organisaties, die specialisten
hebben op dit gebied.
2.2.4. BELEIDSBEïNVLoEDING
De partnerorganisatie DEDRAS in
Benin is inmiddels zeer ervaren op
het gebied van beleidsbeïnvloeding
voedselzekerheid. Omdat de hele
West-Afrika alliantie (WARA) voedsel-
zekerheid als speerpunt heeft geko-
zen, kan deze organisatie de anderen
hierin op een hoger plan brengen.
Ook binnen Colombia (ASONALISS)
en Bangladesh (het BOOM-netwerk)
steunt WD ervaren en gespeciali-
seerde lobbyorganisaties.
2.2.5. EVALuATIES EN oNDERZoEk
Acht programma’s ondergingen een
evaluatie. Het hiv/aidsprogramma
in Zuid-Afrika kreeg een lovende
evaluatie wat betreft de kwaliteit
van de activiteiten. Een verbeter-
punt was de duurzaamheid van het
programma. De partnerorganisatie
(Mfesane) is nu, in samenwerking
met Woord en Daad, op zoek naar
lokale fondsen, deels met succes.
Ook de evaluatie van het waterpro-
gramma in Burkina Faso (EU) was
goed. Voornaamste kritiekpunt bij de
andereevaluatieswasdefinanciële
duurzaamheid; hier is hard aan
gewerkt via vernieuwde projectop-
zet van veel programma’s.
2.2.6. LANGETERMIjNEffEcTEN
Een selectie van langetermijn-
effecten uit evaluaties en
werkbezoeken:
• 200 boer(inn)en in Oeganda zijn
dankbaar dat partnerorganisatie
ADP ze in 2011 een spaarsysteem
heeft geleerd. Hun boodschap: Zo
komen we er zelf verder wel uit!
• 20 klinieken (10 nieuw opgestart)
in Bangladesh behandelden 80.000
patiënten, en zijn hard op weg
zelfvoorzienend te worden.
2.2.7. DoELSTELLINGEN EN
RESuLTATEN
Ondanksverminderdefinanciering
t.o.v. 2010 is toch een groot aantal
mensen bereikt met consulten en
voorlichting. Dit is met name gebeurd
in een groot gezondheidsprogramma
in het dichtbevolkte Bangladesh.
Consulten bleven achter omdat het
ziekenhuis in Bangladesh minder
presteerde dan verwacht. Landbouw:
hier zijn projecten nieuw opgestart,
vandaar dat de resultaten veel hoger
zijn dan oorspronkelijk gepland.
outPut
RESULTAAT PLANNING 2011 REALISATIE 2011
directe armoede bestrijding Aantal klinieken 40 47
Aantal medische consulten 236.448 209.365
Aantal mensen bereikt met voorlichting 423.549 532.261
Mensen getraind in voedselzekerheid/landbouw 640 2.579
Mensen geholpen met landbouwmaterialen 6.240 3.925
Mensen geholpen in noodhulp, huizenbouw, drinkwater - 57.527
maatschappijopbouw Organisaties met een gemeenschapsbenadering 12 11
beleidsbeïnvloeding Organisaties met een lobbyplan 8 5
Uitleg:• Alle getallen zijn op basis van 100% rapportage behalve noodhulp: dit loopt vaak niet synchroon.• Minder consulten, meer voorlichting: een medisch project in Bangladesh presteerde minder op consulten maar heel goed op voorlichting.• Voedselzekerheid: dit is laat ingezet vandaar dat minder materialen gebruikt zijn dan gepland. Wordt volgend jaar opgepakt.
Doelstellingen en resultaten
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 23
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
Leerpunten uit 2010 en opvolging in 2011
•Meer aandacht voor ‘disaster preparedness’
Dit onderwerp is verder uit-
gewerkt als onderdeel van het
voedselzekerheidsbeleid.
•Systematische aandacht voor kwali-teitscontrole van projecten
Hier is een begin mee gemaakt bin-
nen een aantal projecten (Mfesane,
CDA, Haïti, CSS). In komende jaren
zal dit breder aangepakt worden.
•Versterking van de samenwerking binnen de ICCO Alliantie
In 2011 is W&D in zes landen
steeds nauwer gaan samenwerken
met organisaties binnen de ICCO
Alliantie. In het algemeen is er
meerwaarde in het leren van elkaar
en gezamenlijke activiteiten.
Leerpunten 2011
•NoodhulpHet managen van noodhulppro-
gramma’s door een consortium van
partnerorganisaties heeft voordelen
omdat deze programma’s zo goed
verankerd kunnen worden in de
samenleving; in Haïti leidde het
echter tot veel frustraties. We moe-
ten in deze consortia meer werken
aan onderling vertrouwen en ook
de verwachtingen beter op elkaar
afstemmen.
•VoedselzekerheidOnregelmatige regens zijn in onze
projectgebieden het grootste
probleem. Wateropvang zal meer
aandacht krijgen in deze situaties,
bijvoorbeeld middels dammen.
2.3 oNDERwIjS
Vanuit de stad Bo zijn we op weg naar het dorpje Gombahun. Aanvankelijk over een geasfalteerde weg, later wordt de weg slechter. Aangekomen in het dorp bezoeken we de school, gevestigd in een gebouw dat nog het meest lijkt op een opslagloods. 168 kinderen krijgen er onderwijs.
Een oudere man verwelkomt ons. Vol trots laat hij ‘zijn’ school zien. Mr. Foday, bijna blind, hese stem, maar bepaald niet uitgeblust. Een zeer gepassioneerd man, met hart voor de school en hart voor het dorp. Zijn gezag in het dorp is groot, hij straalt positieve invloed uit. Mr. Foday vindt het belangrijk dat het dorp schoon is. En dat is het ook. Iedereen moet naar school, ook de meisjes. Hij vertelt ons dat hij ervoor zorgt dat meisjes hun opleiding afma-ken, alvorens ze trouwen. Is een kind afwezig? Mr. Foday laat het er niet bij zitten en benadert de ouders. Sinds kort steunt Evangelical Fellowship of Sierra Leone (EFSL),
partnerorganisatie van Woord en Daad, vier scholen in de regio Pujehun, waaronder die van mr. Foday. Een gewaardeerd project in de gemeen-schap, onder leiding van enthousiaste en betrokken mensen.Cecilia Becker, onderwijscoördinator vertelt dat de regio Pujehun voor de burgeroorlog relatief welvarend was. De oorlog heeft echter veel kapotgemaakt. Misschien wel juist daarom zijn de medewerkers gemotiveerd om het land er bovenop te helpen. Kinderen vormen daarin een belangrijke schakel, weten ze. ‘I love my children to do well’, vertelt Ansumana Gamanga, docent. Aan de docenten ligt het niet. Sierra Leone heeft kansen en Sierraleoners popelen die te verwezenlijken!
2.3.1. ALGEMENE
oNTwIkkELINGEN
In het jaar 2011 stond de planning van
onderwijsprogramma’s voor de peri-
ode 2011-2015 centraal. Inhoudelijk
is samengewerkt en informatie uit-
gewisseld met MFS-Alliantiepartner
budgetLijn begroting 2011 (€) reaLisatie 2011 (€)
11.1 Kleuteronderwijs 1.130.254 1.334.311
11.2 Basisonderwijs 6.140.434 5.609.581
11.3 Voortgezet onderwijs 2.557.884 2.452.155
11.4 Hoger onderwijs 792.152 613.857
11.5 Non-formeel onderwijs 375.163 264.873
11.6 Alfabetisering 308.721 267.100
11.7 Infrastructuur/investeringen 1.298.926 862.161
11.8 Training 309.393 343.582
11.9 Capaciteitsopbouw en netwerken 251.357 74.622
11.10 Curriculumontwikkeling 138.981 138.778
11.11 Beleidsbeïnvloeding 228.847 203.429
13.532.110 12.164.449
Div. posten te verrekenen voorgaande jaren / koersverschillen 19.141
totaal onderwijs 13.532.110 12.183.590
Inkomsten uit financiële adoptie 10.104.374
Analyse:• De totale besteding voor het onderwijsprogramma is aangepast aan de inkomsten (10% minder).• 11.8-11.9 Er is meer uitgegeven voor training en minder voor algemene capaciteitsopbouw en
netwerken, zoals aangevraagd door partnerorganisaties (zie ook onder leerpunten).
Bestedingen Onderwijs in een oogopslag
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden24
Red een Kind. Ook hebben partneror-
ganisaties in Ethiopië en Zambia met
elkaar kennisgemaakt. De samen-
werking in de alliantie met Driestar
Educatief is voortgezet en verdiept.
2.3.2. oNDERwIjS
Directe armoedebestrijdingPartnerorganisaties werken aan een
verbeterde toegang voor arme fami-
lies tot kleuteronderwijs, basison-
derwijs, voortgezet onderwijs, hoger
onderwijs, non-formeel onderwijs en
alfabetiseringscursussen. In 2011
zijn in 16 landen in totaal 58.000
kinderen en jongeren en 4.400
volwassenen gesteund. Daarnaast
is gewerkt aan verbetering van de
onderwijskwaliteit. Door het werken
aan meerjarenplannen is meer
bewustzijn gekomen voor het belang
van een goede overgang naar ver-
volgonderwijs en de arbeidsmarkt.
Programma’s van partnerorganisa-
ties zijn aangepast aan de context. Er
wordt samengewerkt met scholen
die door kerken of de lokale gemeen-
schap zijn opgericht, met overheids-
scholen en ook met scholen die van
de partnerorganisatie zelf zijn.
Alle onderwijsprogramma’s hebben
–op verschillende manieren– aan-
dacht voor christelijk onderwijs.
Infrastructurele verbeteringen zijn
gerealiseerd door klaslokalen te bou-
wen in Tsjaad (BAC) en Sierra Leone
(CTF). Een bouwproject in Haïti
(P&A) is vertraagd doordat plannen
moesten worden bijgesteld met
aardbevingsbestendige richtlijnen.
Sinds 2004 is Woord en Daad
betrokken bij de bouw van Hope
University College, een nieuwe
bachelor-opleiding in Ethiopië. Een
groep ondernemers had hierbij een
belangrijke adviserende rol. Op 15
oktober2011ishetgebouwoffi-
cieel geopend door de Ethiopische
president Girma Wolde-Giorgis.
Inmiddels zijn 250 studenten
gestart met de opleidingen Business
Management, Accountancy,
Marketing en ICT. (Zie hiervoor ook
het intermezzo op pagina 18)
Door economische vooruitgang is
de onderwijssituatie verbeterd in
werkgebieden van Indiase partners.
Daarom is besloten de steun aan
onderwijsprojecten in India in tien
jaar tijd geleidelijk uit te faseren. Ook
in Zuid-Afrika zijn positieve ontwik-
kelingen en groeiende mogelijkhe-
den van de overheid en bedrijven om
te investeren in onderwijs. Samen
met deze partners is besproken hoe
afbouw van fondsen voor het onder-
wijsprogramma op een goede manier
kan worden uitgevoerd.
Er zijn twee nieuwe onderwijspro-
gramma’s begonnen bij DEDRAS
in Benin en EFSL in Sierra Leone.
DEDRAS richt zich op alfabetise-
ringsprojecten in een gebied waar
Woord en Daad ook andere projec-
tenfinanciert.EFSLwerktinderegio
Pujehun aan verbetering van onder-
wijs. In dit gebied zijn veel scholen
tijdens de burgeroorlog verwoest.
Maatschappijopbouw en capaciteitsversterkingVergeleken met voorgaande jaren is
in de keuze voor activiteiten meer
aandacht gekomen voor capaci-
teitsversterking van scholen en de
onderwijssector.
Veel partners dienden aanvragen
in voor het trainen van leraren en
schoolleiders. Een voorbeeld is
CREDO in Burkina Faso, die alle lera-
ren wil bijscholen en een kleine lera-
renopleiding voor nieuwe docenten is
begonnen. Daarnaast werd gewerkt
aan versterking van de schoolcomi-
tés en netwerken, bijvoorbeeld met
andere NGO’s in de omgeving.
Door het gebruik van scorecards voor
ouderbetrokkenheid en kwaliteit (zie
ook onder 2.3.4 evaluaties en onder-
zoek) hebben meer dan 60 scholen en
centra een concreter beeld gekregen
van onderwerpen waarop ze nog
kunnen verbeteren. Hierop zijn actie-
punten geformuleerd voor de school,
ouders en partnerorganisatie.
De organisatie CRECH (Haïti)
ontwikkelt lesboeken (o.a. aardrijks-
kunde en geschiedenis) voor haar
leden en de 400 scholen in haar
netwerk. MIMED, de organisatie
voor de verkoop van de lesboeken, is
beter gaan functioneren. Daarnaast
was CRECH actief in lerarentraining.
Uitwisseling en leren tussen de
verschillende partnerorganisaties
was onderdeel van de activiteiten
in 2011. Programma’s van part-
ners in de Filippijnen, Bangladesh,
Nicaragua, Haïti en Sierra Leone
zijn door andere partners bezocht
rond alliantievergaderingen. Tijdens
de alliantievergaderingen werden
inhoudelijke onderwijsworkshops
gehouden. Een thema dat op de
agenda stond is ‘kinderbescher-
ming’. Verschillende partners waren
hier al mee bezig en deelden hun
ervaringen.
Een ander thema dat is besproken
op de conferenties is ‘life skills’ en
eencurriculumvan‘Aflatoun’voor
socialeenfinanciëlevaardigheden.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 25
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
Het project Edu4change is uitge-
voerd in samenwerking met een
projectteam van Driestar Educatief.
Negen groepen met leraren en
schooldirecteuren in Sierra Leone,
Ethiopië en Guatemala volgden een
cursus. De cursussen gaan over
omgaan met kinderen die hulp nodig
hebben, ouderbetrokkenheid, didac-
tiek en onderwijskundig leiderschap.
Na elke cursus werd het trainings-
materiaal herzien. In Sierra Leone
zijn drie trainers opgeleid. Het is de
bedoeling om een component over
taalonderwijs toe te voegen aan het
programma.
2.3.3. BELEIDSBEïNVLoEDING
COSPE in Haïti is een consortium
van 12 netwerkorganisaties die wer-
ken aan verbeteringen in de onder-
wijssector door beleidsbeïnvloeding.
In Haïti is meer dan 80 procent van
de scholen particulier georganiseerd
zonder overheidssubsidie. COSPE
vertegenwoordigt hen richting het
Ministerie van Onderwijs. Woord en
Daad heeft een aantal activiteiten
van COSPE ondersteund. COSPE
heeft geparticipeerd in verschillende
consultaties rond de reconstructie-
plannen na de aardbeving.
Partnerorganisatie COUNT in
India startte met activiteiten
voor beleidsbeïnvloeding. Er is
een training door BBO (Bureau
Beleidsbeïnvloeding Ontwikkelings-
samenwerking) gegeven. India
heeft een wet waarin het recht
op onderwijs voor alle kinderen
is vastgelegd, maar dit wordt niet
altijd geïmplementeerd. COUNT
heeft in 2011 al gerealiseerd dat
100 kinderen toegang kregen tot
overheidsscholen.
AEAD en CREDO in Burkina Faso
participeren actief in het groei-
ende netwerk AESEB (Alliance
des Etablissements Scolaires
Evangélique du Burkina Faso). Naast
trainingen en conferenties voor
christelijk onderwijs is het hun doel
eenofficiëleovereenkomstmet
de overheid te realiseren, die op
termijn mogelijkheden biedt voor
overheidsfinanciering.
Er zijn meerdere partners die in
2011erophebbengereflecteerdof
ze met hun organisatie actief willen
worden op het gebied van beleids-
beïnvloeding.Ditvraagtspecifieke
expertise en capaciteit. In een aantal
gevallen bleek het beter om aan te
haken bij een bestaand netwerk.
2.3.4. EVALuATIES EN oNDERZoEk
Er zijn baseline studies uitgevoerd
voor de resultaten op outcome niveau.
Het is de bedoeling om deze studies
(onder meer naar toegang en kwaliteit
van onderwijs) in 2013 te herhalen
om te zien of de situatie is verbeterd.
In India is een traject ingezet om de
zorg voor kinderen in de onderwijs-
programma’s van de vier partners te
evalueren. De kinderen vormen een
kwetsbare groep, omdat ze vaak uit
moeilijke thuissituaties met extreme
armoede komen. Het is belangrijk dat
de zorg, met name in internaten, goed
is geregeld, ook met preventieve maat-
regelen om misbruik te voorkomen.
De evaluatie van het onderwijspro-
gramma in Zuid-Afrika (Mfesane)
is onder meer gebruikt om input te
geven hoe de steun van Woord en
Daad aan het programma kan wor-
den afgebouwd. Aandachtspunten
zijn het vergroten van de ouderbe-
trokkenheid en het verbeteren van
het monitoringsysteem.
In Haïti is een interviewstudie
uitgevoerd naar hoe organisaties
samenwerken op het gebied van
onderwijs. Daarvoor is gesproken
met verschillende netwerkorga-
nisaties. Door samen te werken in
koepelorganisaties en netwerken
wordt de coördinatie verbeterd en
kan meer kwaliteit worden geleverd.
Een analyse van het aanbod van
opleidingen voor docenten in
Zambia is een aanzet om te verken-
nen hoe docenten op het platteland
ondersteund kunnen worden.
Daarnaast is de informatie bruikbaar
om overheden bewust te maken van
de grote behoefte aan professionali-
sering onder deze leerkrachten.
Bevindingen in de evaluatie van het
onderwijsprogramma van Hope
Enterprises laten zien dat de scholen
van deze partnerorganisatie van
goede kwaliteit zijn. Een uitdaging is
de uitval van meisjes in (met name
hoger) onderwijs en het vasthouden
van docenten in rurale gebieden.
Als leerpunten uit een studie van het
IOB waar Woord en Daad in heeft
geparticipeerd1 (leren van NGO’s)
neemt Woord en Daad mee dat het
essentieelisomspecifiekeaandacht
te geven aan de selectie van kans-
arme doelgroepen.
1 Studie van de basic education activiteiten van zes Nederlandse NGOs (IOB, 2011)
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden26
imPaCt 20112015
Een bijdrage leveren aan armoedebestrijding en empowerment op individueel, familie- en community/regioniveau, door middel van verbeterde toegang en kwaliteit van onderwijs, met aandacht voor transformatie en verandering van mindset.
Impactstudie wordt gedaan aan het eind van 2015.
outCome 20112015
1a Gross Enrolment Ratio, Net Enrolment Ratio, Gender Parity Index per type onderwijs voor (gemarginaliseerde) groepen.
Baseline studie uitgevoerd in 2011. Vervolgstudie in 2013.
1b Alfabetiseringsratio
PLANNING 2011 REALISATIE 2011
2.1a Aantal leerlingen dat hun onderwijs heeft afgerond
Kleuteronderwijs n.v.t. 3.300
Basisonderwijs 4.650
Voortgezet onderwijs 2.900
Hoger onderwijs 430
2.1b Aantal leerlingen dat doorstroomt naar vervolgonderwijs of werk vinden
Basisonderwijs 4.500 Data niet compleet
Voortgezet onderwijs 2.000 Data niet compleet
Hoger onderwijs 500 Data niet compleet
2.2a Aantal leerlingen en deelnemers dat hun non-formeel onderwijs of alfabetiseringscursus met succes heeft afgerond.
3.200 2.260
2.2b Aantal en percentage van deelnemers van non-formeel onderwijs en alfabetiseringscur-sussen dat de geleerde kennis en vaardigheden gebruikt in hun dagelijks leven.
Zal onderdeel zijn van evaluatiestudies in de periode 2012-2015.
3 Score voor ouderbetrokkenheid/ betrokkenheid van de gemeenschap Baseline studie uitgevoerd in 2011: gemiddelde score 2.6. Vervolgstudie in 2013.
4 Score voor sociaal kapitaal Baseline studie uitgevoerd in 2011. Vervolgstudie in 2013.
5 Score voor kwaliteit van scholen/centra Baseline studie uitgevoerd in 2011: gemiddelde score 2.6. Vervolgstudie in 2013.
6 Aantal landen/regio’s met een verbeterde onderwijssector Wordt onderdeel van evaluatiestudies in minimaal 2 landen.
outPut 2011
RESULTAAT PLANNING 2011 REALISATIE 2011
directe armoede bestrijding
7a Jaarlijks aantal kinderen/jongeren/volwassenen dat gesteund wordt (direct)
Kleuteronderwijs 6.000 7.040
Basisonderwijs 37.000 34.250
Voortgezet onderwijs 11.000 11.350
Hoger onderwijs 2.300 2.310
Non-formeel onderwijs 3.500 3.000
Alfabetiseringscursussen 4.000 4.000
7b Jaarlijks aantal kinderen/jongeren/volwassenen dat gesteund wordt (indirect)
Basisonderwijs 5.600 5.500
Voortgezet onderwijs 0 330
maatschappij opbouw
8a Aantal getrainde personen (leerkrachten, school leiders, personeelsleden, overheidsfunctionarissen)
1.600 2.820 (2030, 430, 340, 20)
8b Aantal comités/instituties dat een geïmplementeerd capaciteitsopbouwplan heeft 170 110
8c Aantal partners dat werkt aan curriculumontwikkeling 3 3
9a Aantal partners dat participeert in relevante netwerken 26 21
9b Aantal relevante netwerken 30 50
9c Aantal partners met een duidelijk link met TVET-JBS. 18 19
beleidsbeïnvloeding 10 Aantal partners met een programma voor beleidsbeïnvloeding 8 9
Toelichting:• 81% van de data is gebaseerd op rapportages van de realisatie door 21 partners, 19% is gebaseerd op planninggegevens (5 partners).• Indicator 2.1a en 2.2a zijn deels gebaseerd op een schatting. Voor indicator 2.1b zijn de gegevens op dit moment niet voldoende betrouwbaar en compleet.
Dit zal in 2012 worden gerapporteerd.• De aantallen van indicator 2.2a blijven achter op de planning omdat er in 2011 minder speedschools zijn gesteund.• Er zijn minder kinderen in het basisonderwijs bereikt dan gepland (7a), deels omdat leerlingen zijn gesteld onder kleuteronderwijs, deel door minder besteding. • Het aantal ‘comités/instituties dat een geïmplementeerd capaciteitsopbouwplan heeft’ (8b) is lager dan gepland, terwijl partners meer personen getraind hebben
(8a). Zie ook onder de leerpunten.
Doelstellingen en resultaten
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 27
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
Verder is duurzaamheid van
projecten en de mogelijkheid voor
het opschalen van goede pilots van
belang. De studie liet zien dat de
geëvalueerde NGO’s erin slagen
onderwijs te bieden aan moeilijk
bereikbare groepen.
2.3.5. LANGETERMIjNEffEcTEN
Het is motiverend in de praktijk te
zien hoe leerlingen uit het onderwijs-
programma uiteindelijk zelfstandig in
de maatschappij kunnen functioneren.
Uit een evaluatie in Ethiopië bleek dit
jaar bijvoorbeeld dat de meeste jonge-
ren in de Hope Schools doorstuderen
of een baan hebben gevonden.
In 2011 is een nieuwe beleidspe-
riode gestart waarin de bijdrage
aan langetermijneffecten meer
aandacht krijgt in de onderwijsplan-
nen van partnerorganisaties. Ook
is geïnvesteerd in het opzetten van
een datasysteem om effecten beter
zichtbaar te maken in 2015.
2.3.6. DoELSTELLINGEN EN
RESuLTATEN
Leerpunten uit 2010 en opvolging in 2011
• Financiële duurzaamheid van onderwijsprogramma’s vraagt meer aandacht.
Duurzaamheid was in 2011 een expli-
ciet onderdeel in de beoordelings-
procedure van projecten. Partners
zijn actiever geworden in het leggen
van contacten met andere donoren
en de overheid, maar dit blijft een
aandachtspunt voor de toekomst.
• Cursussen voor leraren in het traject met Driestar Educatief aanvullen met train-the-trainer-component.
In Sierra Leone zijn goede eerste
ervaringen opgedaan met het trai-
nen van trainers, al blijkt het traject
meer tijd te vragen dan verwacht.
• Meer inzicht in de beginsituatie van ouderbetrokkenheid op scholen.
Er is een scorecard over betrok-
kenheid van ouders en de gemeen-
schap in onderwijs gebruikt. Dit
proces heeft goede inzichten
opgeleverd voor de scholen en
partnerorganisaties.
• Samenwerking en wederzijds leren stimuleren.
Voor en tijdens de alliantievergaderin-
gen in 2011 zijn uitwisselingsbezoe-
ken georganiseerd met verschillende
partnerorganisaties. Dit leidde tot een
betere kennismaking met elkaar.
• Mogelijkheden voor harmonisatie en complementariteit met andere organisaties verder uitwerken.
In 2011 zijn nieuwe contacten
gelegd en ook de samenwerking met
Red een Kind draagt hieraan bij. Het
is een blijvend aandachtspunt voor
deze beleidsperiode.
Leerpunten 2011
• Partners leggen meer nadruk op trainingsactiviteiten dan op bredere schoolontwikkeling en capaciteits-versterking van comités: we gaan de noodzaak van een goede balans tussen de genoemde aspecten met partnerorganisaties bespreken.
• Onderwijsprogramma’s sluiten nog niet altijd voldoende aan bij de veranderende context, bijvoorbeeld groeiende criminaliteit in wijken in Latijns-Amerika en meer economi-sche mogelijkheden in India en Zuid-Afrika: in de onderwijsworkshops
tijdens de alliantievergaderingen zul-len we nader ingaan op de specifieke problematiek en kansen in bepaalde regio en hoe dit vertaald kan worden in de programma’s.
• Zeer zwakke resultaten op het gebied van taalontwikkeling en leesonderwijs in een aantal landen vragen extra aandacht als onderdeel van onder-wijskwaliteit. Dit zal worden gedaan in samenwerking met Driestar Educatief.
• Een aantal partners heeft onvoldoende capaciteit voor beleidsbeïnvloeding en kan deze ook niet makkelijk ontwikke-len. Deze partners gaan we stimuleren om aan te haken bij bestaande lobby-netwerken op het gebied van onderwijs.
2.4. BERoEPSoNDERwIjS EN -TRAINING EN ARBEIDSBEMIDDELING
In 2011 vonden Zeeland en Bangladesh elkaar rond het thema vakonderwijs: jongeren reisden heen en weer, ontmoetten elkaar en gaven daarmee een gezicht aan vakonderwijs als middel in de strijd tegen armoede: een speerpunt van Woord en Daad.
De 15 vmbo-leerlingen van het Calvijn College die in mei naar Khulna (Bangladesh) reisden, keken aanvanke-lijk hun ogen uit in het door armoede geteisterde land. Maar pas écht interes-sant werd het toen zij samen met vak-jongeren (van het door Woord en Daad gesteunde Hope Technical Institute) aan het werk gingen met hamer, lasap-paraat of pen en papier.
Wouter Hoorweg, derdejaars leerling installatie- en elektrotechniek had het prima naar z’n zin. ‘Samen opdrachten
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden28
doen is leuk. Maar ik geniet vooral van het praten en leren kennen van elkaar: ik wil graag zo veel mogelijk van de Bengalezen te weten komen.’Andersom konden de Bengalezen Nederland leren kennen, toen zij in oktober Zeeland bezochten. Een eyeopener voor David Gomes, direc-teur van de vakschool in Bangladesh. ‘Vooraf dacht ik dat Europeanen alleen maar aan zichzelf dachten, en dat familie niet belangrijk was, maar dat klopt helemaal niet’, aldus Gomes, nadat hij een weekend in een Nederlands gezin doorbracht. ‘Misschien is hier de familie nog wel belangrijker dan in Aziatische landen.’De groep uit Bangladesh had in Den Haag een ontmoeting met Tweede Kamerleden. Daarmee gaven zij de lob-byactiviteiten van Woord en Daad voor vakonderwijs een gezicht. Het verhaal van Rizwan uit Khulna maakte zichtbaar indruk op de SGP-, VVD- en PvdA-Kamerleden. ‘Een halfjaar eerder dealde ik nog drugs om aan geld te komen. Dankzij deze opleiding kan ik straks eerlijk de kost verdienen.’
2.4.1. ALGEMENE
oNTwIkkELINGEN
In dit eerste jaar van de nieuwe
Woord en Daad-beleidsperiode was
er veel aandacht voor het ontwik-
kelen van (meerjaren)plannen met
partnerorganisaties. Het uitvoeren
van de kwaliteitsscan leidde bij alle
partners tot een actieplan. Verder
werd gewerkt aan netwerkopbouw
in het Zuiden. Rondom beleidsont-
wikkeling werd samengewerkt met
REK. Via Leprazending werd een
onderwijsproject in India gesteund.
2.4.2. BERoEPSoNDERwIjS
EN –TRAINING EN
ARBEIDSBEMIDDELING
6014 studenten ontvingen training
bij 19 partnerorganisaties. Er kwam
meer aandacht voor korte trainingen
voor volwassenen. 3843 personen
ontvingen hulp bij het vinden van
een baan of het opzetten van een
bedrijf. Om de onderwijskwaliteit te
verhogen, werden 611 trainingen
voor docenten uitgevoerd. Verder
werd bij nagenoeg alle projecten de
kwaliteitsscan gedaan: een scoring van
een aantal kwaliteitsaspecten, waaruit
een actieplan volgt. Dit bleek erg suc-
cesvol, omdat het partners een bruik-
baar instrument in handen geeft om
aan kwaliteit te werken. De uitkomst
wordt door de partners geïntegreerd
in hun beleidsontwikkeling.
NetwerkenPartners vinden netwerken steeds
belangrijker. Er wordt meer
geparticipeerd binnen lokale TVET-
gerelateerde netwerken. Binnen
allianties werden waardevolle con-
tacten gelegd. Zo adviseerde AMG
Filippijnen collega-organisatie CSS in
Bangladesh rondom relevantie van
de vakopleiding. AMG Filippijnen
organiseerde ook een uitwisselings-
conferentie voor tien organisaties.
Bijna alle opleidingen hebben inmid-
dels een vereniging van oud-leerlin-
gen. Dit levert een netwerk op voor
stageplaatsen en banen.
Woord en Daad stimuleert samen-
werking tussen Nederlandse
experts en vakonderwijsprojecten.
Nederlandse docenten reisden naar
Burkina Faso en Bangladesh voor
een docententraining. Docenten
van Hoornbeeck College Rotterdam
ronden het BEST (Business and
Entrepreneurial Skills Training)
curriculum af met Hope. In hetzelfde
kader was er ook een leerlingenreis
naar Ethiopië. Een uitwisselingstraject
tussen leerlingen van AMG Filippijnen
en Hoornbeeck College Amersfoort
richt zich op Engels onderwijs.
BeleidDit jaar oriënteerden WD en de part-
ners zich op rural skills: vak training
op het platteland. Enkele reizen naar
Zambia leverden veel inzichten op.
budgetLijn begroting 2011 (€) goedgekeurd 2011 (€)
12.0 Inkomsten uit financiële adoptie 0 298.342
12.1 Beroepsonderwijs en –training (TVET) 1.647.322 1.815.948
12.2 Arbeidsbemiddeling (JBS) 456.808 316.964
12.3 Infrastructuur 353.189 312.138
12.4 Training 144.880 135.532
12.5 Capaciteitsopbouw en netwerken 162.070 80.589
12.6 Beleidsbeïnvloeding 97.829 79.547
3.727.097 2.740.718
Div. posten te verrekenen eerdere jaren / koersverschillen
- -46.049
totaal tVet jbs 3.727.097 2.694.669
Analyse• De realisatie van JBS is 30% lager dan begroot. Dit komt deels door kortingen in de geplande budget-
ten. Daarnaast bleken de JBS-activiteiten goedkoper dan verwacht.• De budgetlijn ‘Other capacity building + networking’ is ruim 50% lager dan begroot. Partners hebben
wel groeiende aandacht voor netwerken, maar het is belangrijk dat dit nog verder wordt uitgebouwd. De kosten voor netwerken zijn soms ook moeilijk te traceren, en vallen lager uit dan verwacht.
• De budgetlijn ‘Beleidsbeïnvloeding’ is 19% lager dan begroot. Er zijn nog weinig goede advocacy-initiatieven, die gerelateerd zijn aan TVET.
Bestedingen Beroepsonderwijs en –training en arbeidsbemiddeling in een oogopslag
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 29
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
Ook rondom business skills waren
er ontwikkelingen. Meer partners
integreerden basisvaardigheden
voor bedrijfsontwikkeling in hun
vakonderwijs. De uitrol van het
BEST curriculum naar MKC-RDA,
EFSL en CTF werd voorbereid. Bij
Hope en AMG Filippijnen werden
plannen ontwikkeld voor business
incubation. Leerlingen starten
daarbij een bedrijfje op in een veilige
omgeving en worden begeleid naar
zelfstandigheid.
Nieuwe ontwikkelingen• In Haïti werd tweemaal een pilot
uitgevoerd met korte vaktrainingen
in het kader van de wederopbouw.
• De vakopleiding van NTI werd
overgenomen door Mfesane,
waarbij wordt toegewerkt naar
overheidsfinanciering.
• AEAD en CREDO brengen JBS
onder in een afzonderlijke unit,
zodat andere doelgroepen gemak-
kelijker worden bereikt.
• GCPDO startte met vaktraining;
MKC-RDA startte met rurale
training.
• Bij INDEF werd gestart met
afstandsonderwijs.
• Bij COUNT werd een jongensinter-
naat gebouwd met behulp van een
Nederlands bouwteam.
• Een digitaal leerlingvolgsysteem
voor vakscholen werd ontwikkeld
en uitgerold.
2.4.3. BELEIDSBEïNVLoEDING
Veel partners ontwikkelen plan-
nen voor beleidsbeïnvloeding. De
meeste projecten moeten nog
daadwerkelijk starten. CREDO
organiseerde een forum waarin
lobbythema’s in kaart gebracht
werden. AMG Filippijnen startte
een anticorruptieproject in
samenwerking met een bestaande
organisatie; een seminar over dit
thema werd druk bezocht. CDA en
INDEF hebben goede contacten
met de overheid en participeren in
commissies voor curriculumontwik-
keling. TLMI en INDEF werken met
Community Based Organizations:
belangenbehartiging door groepen
uit de bevolking bij de lokale over-
heid. In India gaat het om parti-
cipatie van leprapatiënten in het
reguliere onderwijs. Alle partners
werken met de Fair Labour Score
Card, een instrument om eerlijke
arbeid bespreekbaar te maken.
2.4.4. EVALuATIES EN
oNDERZoEk
Evaluaties werden afgerond bij CSS,
Mfesane en Hope Enterprises.
• De evaluatie bij CSS was positief
over de projectopzet. Wel werden
kritische opmerkingen gemaakt bij
de relevantie van de training. Een
hiervoor ontwikkeld actieplan liet
in de loop van het jaar al verbete-
ring zien.
• De evaluatie bij Mfesane was kri-
tisch. Voor één van de opleidingen,
gericht op gehandicapten, is weinig
expertise. Hiervoor wordt een
andere donor gezocht. De andere
opleiding wordt momenteel meer
marktgericht gemaakt.
• De evaluatie bij Hope Enterprises
was positief. Aanbevelingen
werden overgenomen om een
agrarische training te starten en
het eigen inkomen te verhogen.
2.4.4. LANGETERMIjNEffEcTEN
49% van de afgestudeerden heeft
binnen zes maanden een eigen inko-
men, waardoor in het levensonder-
houd kan worden voorzien, vaak ook
nog van de familie. Om meer inzicht
te krijgen in langetermijneffecten
van vakonderwijs, is een impacton-
derzoek opgestart met enkele part-
nerorganisaties, waarbij studenten
over langere tijd worden gevolgd.
Dit onderzoek wordt begeleid door
het AIID (Amsterdam Institute for
International Development).
2.4.5. DoELSTELLINGEN EN
RESuLTATEN
Leerpunten uit 2010 en opvolging in 2011
• Vakgenoten in het Zuiden met elkaar in contact brengen is effectief
Tijdens alliantievergaderingen wer-
den ervaringen uitgewisseld en advi-
seerden partners elkaar. Daarnaast
werd een TVET-conferentie georga-
niseerd bij AMG Filippijnen.
• De Quality Quick Scan geeft inzicht in kwaliteit van opleiding; actieplan is belangrijk
Bij nagenoeg alle projecten werd de
kwaliteitsscan inmiddels uitgevoerd.
Alle partners schreven een actieplan,
wat geïntegreerd werd in meerjaren-
plan en jaarplan.
• Door partners te betrekken bij het formuleren van indicatoren worden ze gemotiveerd
De indicatoren voor de nieuwe
beleidsperiode 2011-2015 zijn in
gebruik bij alle partners.
• Langdurige uitwisselingstrajecten zijn vruchtbaar
De bestaande uitwisselingstrajec-
ten zijn voortgezet en uitgebreid.
Daarnaast werd in Nederland een
leer bijeenkomst georganiseerd met
alle betrokkenen bij een dergelijk
traject.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden30
Leerpunten 2011
• Concreet beschrijven van doelstel-lingen voor beleidsbeïnvloeding is moeilijk voor partners. Partners die hier geen visie en/of capaciteit voor hebben, zullen we in overweging geven om beleidsbeïnvloeding over te dragen aan gespecialiseerde organisaties.
• Partners zijn primair gefocust op het bieden van onderwijs en minder op netwerken met relevante stakehol-ders. In onze contacten met partners zullen we expliciet aandacht vragen voor netwerken.
• Bedrijven aanspreken op eerlijke arbeid is lastig, omdat partners de bedrijven ook nodig hebben voor
stages en banen. Deze problematiek en mogelijke oplossingen daarvoor zal besproken worden tijdens werkbe-zoeken en alliantievergaderingen.
• Het genereren van eigen inkom-sten heeft te weinig prioriteit voor partners. Partners zullen hierop aangesproken worden, o.a. op basis van de verzamelde informatie over het percentage eigen inkomsten.
imPaCt 20112015
Een bijdrage leveren aan armoedebestrijding door vaktraining en arbeidsbemiddeling, die leidt tot een hoger inkomen en een betere positie in de arbeidsmarkt.
Impactstudie wordt gedaan aan het eind van 2015.
outCome 20112015
RESULTAAT PLANNING 2011 REALISATIE 2011
1 Percentage gediplomeerden dat werkt onder eerlijke arbeidsomstandigheden
46% 68%
2a Gediplomeerden die een baan vinden 2.000 1.430
2b Gediplomeerden die een eigen bedrijf starten 700 1.101
2c Gediplomeerden die studie vervolgen op hoger niveau 200 909
3 Social Capital Score Baseline studie uitgevoerd in 2011. Vervolgstudie in 2013.
4 Partnerorganisaties met vereniging van oud-studenten 16 14
5a Kwaliteitsscore vakonderwijs 2 2,6
5b Kwaliteitsscore arbeidsbemiddeling 2 2,2
6a Percentage projectinkomen vakonderwijs 8% 11,8%
6b Percentage projectinkomen arbeidsbemiddeling 4% 7,5%
outPut 2011
RESULTAAT PLANNING 2011 REALISATIE 2011
Directe armoedebestrijding 7a Studenten die vaktraining ontvangen 5.000 6.014
7b Studenten die vaktraining succesvol afronden 3.700 5.233
8 Cliënten Job and Business Services 3.600 3.843
Maatschappijopbouw 9 Trainingen voor personeel 240 611
10a Partnerorganisaties die participeren in relevante netwerken 15 19
10b Aantal relevante netwerken 40 61
Beleidsbeïnvloeding 11 Aantal partners met een programma voor beleidsbeïnvloeding, gerelateerd aan vakonderwijs
11 13
Toelichting:Verklaring afwijking doelstellingen TVET-JBSHet aantal gediplomeerden dat een baan vindt is lager dan gepland. Dit is meestal een gevolg van beperkte werkgelegenheid. Meer studenten beginnen daarom aan een eigen bedrijf of vervolgen hun studie, waardoor deze waarden hoger zijn. Het aantal partnerorganisaties met een vereniging van oud-studenten is iets lager dan gepland. Enkele organisaties werken momenteel aan de opzet van een dergelijke vereniging. Deze cijfers zijn voor 95% gebaseerd op rapportage. De overige 5% is gebaseerd op een partnerovereenkomst.
2.4.5. Doelstellingen en resultaten
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 31
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
2.5 AGRIBuSINESS EN ENTERPRISE DEVELoPMENT
Uitdagen. Dat doen partnerorganisaties hun doelgroep(en), elkaar en Woord en Daad. Corstiaan van Aalsburg, Woord en Daad-medewerker AED2, ondervond dit toen hij samen met Mario Pérez, directeur van partnerorganisatie PAC, een bezoek bracht aan een kredietklant, ondernemer Narcizo, in de binnenlan-den van Nicaragua. Corstiaan: ‘Behalve de financiën op orde hebben, daagt PAC ondernemer Narcizo uit verder te gaan dan alleen tussenhandelaar te zijn. Hoe denkt de ondernemer bijvoorbeeld over technische assistentie? Zoals fermenta-tie van cacao (bewerken door te laten gisten) zodat de cacao exportkwaliteit krijgt en hij een hogere prijs kan vragen. Narcizo kan de boeren bij elkaar roepen zodat een PAC-medewerker
hun de training kan geven. Dit wordt afgesproken.’
Op de terugweg daagt Mario Corstiaan uit: ‘Jullie strategie om waardeketens van bijvoorbeeld koffie of cacao te ontwik-kelen, gaat hier wel scheef. Narcizo koopt alles van de boeren, niet alleen cacao en koffie, maar ook maïs en gemeste varkens.’ Beide heren zijn het erover eens dat er alleen landbouwontwikkeling in Kaisiwas zal zijn als er voor boer en handelaar een win-winsituatie is. ‘De uiteindelijke prijs die wordt betaald voor een product moet omhoog en daarom is het bereiken van exportkwaliteit belangrijk. Dat doe je met de focus op waardeketens’, zegt Corstiaan. ‘Ja, maar omdat de boeren hier de komende jaren nog zeker allemaal een veld maïs zullen telen, kunnen we ook waarde toevoegen als de boeren van hetzelfde akkertje
straks 20 zakken oogsten in plaats van de huidige tien’, antwoordt Mario…
PAC en Woord en Daad hebben dezelfde missie: bijdragen aan een duurzame ver-andering in levens. Wat de beste aanpak is? Daarover gaan partners met elkaar en met Woord en Daad in dialoog.
2.5.1. ALGEMENE
oNTwIkkELINGEN
De 5021 unieke klanten, onder wie
veel kleine (boeren)ondernemers,
hebbenin2011geprofiteerdvan
bedrijfsdiensten die dankzij Woord
enDaad-financieringzijnmogelijk
gemaakt.
2011 was ook het eerste jaar waarin
–nauw verbonden aan bedrijfs-
ontwikkeling– ook het programma
Agribusiness Development gestart is.
budget 2011 (€) reaLisatie 2011 (€) oVer/onderbesteding (€)
ED AD ED AD AED ED AD AED ED AD AED
13.1 14.1 132.790 75.278 208.068 195.006 146.654 341.660 62.216 71.376 133.592
13.2.1-3 14.2.1-3 2.144.799 425.741 2.570.540 553.157 740.715 1.293.872 -1.591.642 314.974 -1.276.668
Terugbet.leningen - - - -589.261 -500.000 -1.089.261 -589.261 -500.000 -1.089.261
13.3 14.3 20.845 - 20.845 -40.426 - -40.426 -61.271 - -61.271
13.4 14.4 153.981 117.575 271.556 50.422 80.381 130.803 -103.559 -37.194 -140.753
13.5 14.5 127.172 231.091 358.263 37.157 28.504 65.661 -90.015 -202.587 -292.602
13.6 14.6 98.549 81.094 179.643 20.348 36.107 56.455 -78.201 -44.987 -123.188
13.7 14.7 21.440 28.345 49.785 - 417 417 -21.440 -27.928 -49.368
Div. posten te verrekenen eerdere jaren / koersverschillen 44.306
2.699.576 959.124 3.658.700 226.403 532.778 803.487 2.473.173 426.346 2.899.519
13.10 255.708,00
totaal realisatie aed 1.059.195
ToelichtingAlgemeen: in de loop van 2011 is een bedrag van € 600.000 op on hold gezet vanwege achterblijvende inkomsten.
13.1 / 14.1: Vanwege start van het AD programma en enkele doorlopende contracten.13.2/14.2:Cumulatiefnettosaldozonderterugbetalingenispositief,brutobestedingenlagennetbovenbegrotingengeeftbestedingaandoelstellingaan.Aflossingvan
(kortlopende) leningen en een inhouding vanuit een revolving fonds hebben bijgedragen aan het saldo.13.3/14.3:Eerderafgegevengarantieszijnvooreendeelvrijgevallenvanwegeaflossingen,ditresulteertinnegatievebesteding.13.4 / 14.4: Organisatie uitgaven (13.1/14.1) zijn hoger en directe BDS kosten lager uitgevallen.13.5 / 14.5: Veel aandacht in selectiefase op ketenontwikkelingspartners. Nog weinig contracten gerealiseerd13.6 / 14.6: Minder aanvragen en voordeliger aanbod13.7 / 14.7: Vanwege afwezigheid lobby coördinator in 2011 zal lobby in 2012 starten.
Bestedingen AED in een oogopslag
2 AED: Agribusiness and Enterprise Development, afdeling Woord en Daad
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden32
Woord en Daad heeft zich georiën-
teerd op geschikte samenwerkings-
organisaties in de landen waar we
het programma uitvoeren. Beheer
en management van het uitstaande
leningenportfolio en fondsen vroe-
gen aandacht, om ook in 2011 zo
veel mogelijk rendement te halen uit
herbesteding van gelden.
Binnen de regionale allianties is er
vooral aan bijgedragen om binnen de
Theory of Change in samenwerking
met gespecialiseerde organisaties
duurzame economische ontwikke-
ling te bevorderen door verbetering
vantoegangtotfinancierings-en
bedrijfsadviesdiensten.
2.5.2. AED oNTwIkkELINGEN EN
AcTIVITEITEN
In Benin is een contract gesloten
met Eminence Consulting gericht
op groei van MKB door middel van
versterking van o.a. managementca-
paciteit, business planning, toegang
totlokalefinancieringenproductie-
ondersteuning. Bestaande partner
DEDRAS richt zich op het adviseren
van boerenondernemers en boeren-
groepen om marktkansen voor deze
producenten te vergroten.
Met First Consult in Ethiopië is begin
2011 overeenstemming bereikt over
de gezamenlijke opzet van Agrivest
Ltd. Een investeringsbedrijf dat zich
zal richten op investeringen in de
vleesproductieketen in Ethiopië.
Medio 2012 verwachten we de eer-
stefinancieringtekunnendoen.
Een uniek initiatief voor Woord en
Daad betreft de samenwerking met
drie ondernemers in de Oeganda
Investment Company als aandeel-
houder. De bv UIC is eigenaar van
een landbouwmechanisatiebedrijf in
Noord-Oost Oeganda. Doelstelling
is om met deze diensten bij te dragen
aan grotere productiecapaciteit en
–kwaliteit, waardoor er meer handel
ontstaat en toegevoegde waarde in
het gebied gerealiseerd wordt. Er
zijn plannen om in 2012 te werken
aan een boerenbedrijf, dat een
gecombineerde functie krijgt van
productie/bulking en trainingfacili-
teiten voor boeren in het gebied.
Binnen Burkina Faso zijn opnieuw
duidelijke resultaten bereikt door
samenwerking met private bedrijven
in de cashewsector. Tijdelijke werk-
kapitaalfinancieringdroegeraan
bij dat honderden boeren in staat
zijn gesteld om gewasproductie te
verbeteren en daarmee waarde toe
te voegen aan aan de lokale gemeen-
schap. Vermeldenswaard is verder
de inzet van een Rabobankdirecteur
in het bestuur van partner ACFIME,
een microkredietorganisatie in
Burkina waarmee we samen werken.
In Zambia is in 2011 weinig nieuwe
financieringafgegeven.Belangrijkste
redenen daarvoor zijn:
• Partner Zambia Works heeft een
verkennendemissiemetfinanciële
expertise gehad die in 2012 een ver-
volg krijgt. Doelstelling is realisatie
van een sterk strategisch business-
plan. Het huidige portfolio presteert
naar tevredenheid, maar verbetering
van de kredietprocessen is nodig bij
verdere groei van de organisatie.
• Tijdens dezelfde missie zijn
aan partner ZATAC een aantal
aanvullende eisen gesteld t.a.v. de
processen voor het verstrekken
vanMKB-financiering.
In Nicaragua heeft partner PAC
eveneens een expertmissie gehad.
Tijdens deze inspirerende missie, is
training gegeven aan PAC-personeel.
Op directieniveau zijn strategische
sessies gehouden als basis voor
de verdieping van het conceptplan
voor het nieuwe bedrijf waar PAC
alle kredietactiviteiten onder gaat
brengen. De misère in de veeteelt
heeft ervoor gezorgd dat de kre-
dietportefeuille in kwaliteit gedaald
is. Agribusinessactiviteiten, in het
bijzonderkoffie,zijndaarentegenmet
succes uitgebreid.
De samenwerking met World Relief
in Haïti is verder ontwikkeld. DANRE,
de entiteit waarvan World Relief
en Woord en Daad samen eigenaar
zijn, heeft in 2011 een businessplan
opgesteldomfinanciëleenadvies-
producten te ontwikkelen, gericht op
dekoffie-enpluimveeketen.
CDA-Forjar in Colombia heeft gedu-
rende dit jaar een duidelijke verbe-
teringsslag gemaakt. Inkomsten uit
de kredietportefeuille zijn aanzienlijk
verbeterd en de kwaliteit ervan is
toegenomen.
In Bangladesh is partner CSS
opnieuw succesvol geweest in
het uitzetten van kredieten onder
doorgegroeide microkredietbedrij-
ven.VoorfinancieringvanhetMKB
is vooral geïnvesteerd in het vinden
van een nieuwe partnerorganisatie.
De resultaten daarvan zullen in
2012 zichtbaar worden,
2.5.3. HuIZENPRoGRAMMA
Naast de programma’s AD en ED,
is het team eveneens verantwoor-
delijk voor het beheer van een low
cost huizenprogramma. Met een
portefeuille van bijna 1 miljoen euro
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 33
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
en inmiddels ruim 1600 gerealiseerde huizen in Bangladesh
een programma dat de moeite waard is.
In de afgelopen jaren werd het programma onder de vlag
van het microkredietprogramma van CSS in Bangladesh
uitgevoerd. Helaas is het voldoende kredietwaardige
deel van de klantenkring van CSS te klein om dit aantal te
vergroten. Daarbij komt dat aangescherpte wetgeving voor
kredietverstrekkers het voor CSS onmogelijk maakt om haar
microkredietstructuur hiervoor te blijven gebruiken. Dat
dwong ons op zoek te gaan naar een nieuwe samenwerking
om het huizenprogramma verder te kunnen ontwikkelen. De
opgedane ervaring bij CSS inclusief een positieve evaluatie
die in 2011 gedaan is t.a.v. de inhoud van het programma. zijn
daarbij zeker van toegevoegde waarde.
Inmiddels is een MOU getekend met Green Housing Energy
Ltd. (GHEL). Doelstelling is om begin 2012 met deze jonge
onderneming, een dienstverlener met een groot distribu-
tienetwerk in ruraal Bangladesh, te komen tot een overeen-
komst om het huizenprogramma sterk te laten groeien. GHEL
heeft samen met Europese technici een kwalitatief goed en
modernhuisontwikkelddatvooreenlageprijsinclusieffinan-
ciering wordt aangeboden. Verschillende afmetingen, maar
allemaal voorzien van goede sanitaire voorzieningen, en in de
meeste gevallen ook van een systeem voor zonne-energie.
2.5.4. BELEIDSBEïNVLoEDING
Vanuit het AED-team is regelmatig meegewerkt aan
inhoudelijke onderbouwing van beleidsbeïnvloeding (AVET
onderwijsagenda, ondersteuning lokale MKB-ontwikkeling)
in Brussel en Den Haag. Inzet op beleidsbeïnvloeding in het
Zuiden heeft in 2011 nauwelijks aandacht gekregen vanwege
afwezigheid van een lobbycoördinator Zuiden. Met enkele
partners is gesproken over de mogelijkheden en in 2012
krijgt dat handen en voeten.
2.5.5. EVALuATIES EN oNDERZoEk
In 2011 is een evaluatie gedaan bij partnerorganisatie
PAC om iets te kunnen zeggen over de sociale impact door
middel van kredietverstrekking in de keten. Daarnaast is er
kennisonderzoek afgerond bij PAC (zie ook 2.6.5.) om inzicht
te krijgen in de ontwikkeling die deze organisatie heeft
doorgemaakt in de afgelopen vijftien jaar. Vanuit een volledig
gesubsidieerde, missionair gerelateerde ngo is PAC ontwik-
keld tot een professionele, dienstverlenende organisatie
die samenwerkt met producenten, verwerkende bedrijven
en (internationale) handelaren. Hierdoor is ze operationeel
vrijwel zelfvoorzienend geworden. De impact van het werk
van PAC op armoede wordt heel concreet door zichtbaar te
maken dat in de ketens waarin PAC werkt 60-75 procent van
de exportwaarde terugkomt op het producentenniveau.
2.5.6 LANGETERMIjNEffEcTEN
Van output naar outcome
In 2.5.6. staat een overzicht van de behaalde resultaten in
2011. Dit zijn de zogenaamde outputresultaten die relatief
eenvoudig te tellen zijn. Met de geleverde diensten door
middel van AD- en ED-interventies beogen we een positieve
invloed te hebben op het inkomen en de bedrijfsvoering van
de (boeren)ondernemers, via het meten van vastgestelde
kpi’s (kritieke prestatie-indicatoren) in de periode 2011-
2015 in meerdere gebieden door studies.
Belangrijke outcome resultaten zijn gericht op:
• Aantal gecreëerde arbeidsplaatsen als gevolg van
financiëleoftechnischeinterventies(waarmogelijkal
gekwantificeerd)
• Verbeterde rentabiliteit van producerende en verwerkende
(boeren)bedrijven.
•Verbeteringvanfinanciëlezelfredzaamheidvandelokale
aanbiedersvanfinanciëleentechnischediensten.Alleen
dan is er sprake van duurzaam aanbod van diensten zonder
tussenkomst van donoren.
Capaciteitsopbouw zoals geconcretiseerd in 2.5.7. is een
interventie die zich helemaal richt op langetermijneffecten.
2.5.7. DoELSTELLINGEN EN RESuLTATEN
In de praktijk blijkt dat sturen op output indicatoren per jaar
maar beperkt mogelijk is, juist vanwege het langetermijn-
resultaat dat we nastreven. Deels wordt dat veroorzaakt
doordat we in diverse landen met nieuwe trajecten bezig
zijn, waarbij de interventiestrategie nog in ontwikkeling is. In
die trajecten ligt meer nadruk op het behalen van resultaten
binnen de beleidstermijn dan op korte termijn kwantitatieve
resultaten op jaarbasis. E.e.a. gaat in de praktijk vaak met
sprongen en zal geregeld ook boven de gestelde targets
uitkomen aan het einde van de termijn.
capaciteitsopbouwHet verbeteren van de dienstverlening van partners heeft
meer aandacht gehad. Expertmissies zijn uitgevoerd door
zowel leden van het Business Platform, medewerkers van
betrokken Rabobanken en externe experts. De tabel geeft
aan waar en op welk thema expertise is geleverd.
Partner/Land onderwerPherkomst exPerts
CTF – Sierra Leone Haalbaarheidsonderzoek oprichten commerciële agri dienstverlener
Extern (Dienst Landbouw Voorlichting)
UIC - Oeganda Haalbaarheidsonderzoek oprichten en uitbreiden van com-mercieel agri dienstverlener
Extern
ZATAC - Zambia Kwaliteitsverbetering zuivelproductie
Business Platform
ZW/ZATAC - Zambia Bedrijfsplanning kredietpartners Zambia
Rabobank
ACFIME - Burkina Advies bedrijfsplanning en bestuur
Rabobank
PAC - Nicaragua Due dilligence en sterkte zwakte analyse
Extern
PAC - Nicaragua Training kredietverstrekking en presentatie jaarrekening
Rabobank
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden34
Belangrijkste leerpunten uit 2010 en opvolging in 2011
• Expertise-inzet vanuit Nederlandse ondernemers die sterk aanbodgedreven is, is lastig vorm te geven vanwege de zake-lijke financieringsrelatie in het Zuiden. Daarom zal samen met het Business Platform van Woord en Daad gekeken worden naar het nog beter op maat aanbieden van expertise aan Zuidelijke businesspartners, waardoor vraag gecreëerd wordt.
Per lening- of subsidieaanvraag is geëvalueerd op welke
manier er aanvullende technische of managementcapaciteit
geleverd kan worden. Dit heeft geresulteerd in aanzien-
lijk meer expertmissies, zoals te zien is in de paragraaf
capaciteitsopbouw.
• Het is niet zinvol een partnerorganisatie sterk te stimuleren aan-vullende diensten aan te bieden ten aanzien van bedrijvigheid op elk niveau (micro tot MKB) indien dit niet past bij de corebusiness van deze organisatie. Een algemene MFI kan wel een programma uitvoeren voor SME (Small & Medium Enterprise), maar interna-liseert de aanpak vaak nauwelijks, wat een groot afbreukrisico is. Daarom zal de afdeling Bedrijfsontwikkeling uitsluitend diensten aanbieden die in lijn zijn met de kernactiviteiten van de partner.
Met drie partnerorganisaties zijn de aangeboden producten
gedurende dit jaar veranderd in lijn met de algemene strate-
gie van die bedrijven. In een aantal gevallen heeft dit geleid
totnieuwerelatiesmetaanbiedersvanspecifieke(financiële)
producten.
Leerpunten 2011
• Onderbesteding van Woord en Daad-gelden voor AED is al meerdere jaren voorgekomen; een van de redenen hiervoor is de versnippering van aandacht over een groot aantal landen.
In 2012 zullen we ons, samen met Incluvest BV, gaan focussen
op een beperkter aantal landen en specialistische partners zodat
daar een substantiële hoeveelheid tijd en geld geïnvesteerd
kan worden, waardoor de beschikbare gelden op verantwoorde
manier kunnen worden ingezet en verbinding met andere stake-
holders aantrekkelijk wordt.
• Meer en meer krijgen de partnerschappen op het terrein van economische ontwikkeling het karakter van co-investeringen waarbij inzet van AED gevraagd wordt in ontwikkeling van de programma’s. In de toekomst zullen we onze kennis en ervaring inzetten op nieuwe manieren via het nieuwe bedrijf Incluvest BV:
- Als participatie in een project samen met andere Noordelijke en Zuidelijke actoren
- Als product aangeboden vanuit een leveranciersrol (consultancy)
indiCatorad PLanned
ad rePorted
3 Aantal banen1 1281 149 -
8 Aantal leningen verstrekt aan (boeren)bedrijven2
945 521
9a Aantal trainingen/ondersteuning aan ondernemers/boeren3
945 828
10 Aantal gefaciliteerde ketenverbindingen 416 396
11 Aantal netwerken waarin betrokken 6 2
12a Aantal partners betrokken bij lobbytrajecten
6 -
1 De indicator banen is een gevolg van andere interventies zoals het aanbieden van een lening en technische ondersteuning. Meten van het aantalbanenkandaardoorjuistbijfinancieringaanboerenbedrijvenpasenige tijd nadat de directe dienst verstrekt is. Om die reden zijn voor 2013 en 2015 studies ingepland om het daadwerkelijke aantal vast te stellen. Het aantal banen dat hier gepresenteerd is, is het aantal dat in een contract is opgenomen.
2 Uitblijven van uitbreiding en/of consolidering van AD in Zambia en Filippijnen.
3Doorverbindingvanfinancieringaandecashewketenwashetmogelijkom bij te dragen aan de opkoop van de oogst gekoppeld aan onder-steuning van boerengroepen om productie in de toekomst verder te verbeteren.
4 De networking en lobby-activiteiten hebben in 2011 weinig aandacht gekregen vanwege afwezigheid van de lobby medewerker. In 2012 krijgt lobby meer aandacht.
indiCatored PLanned
ed rePorted
3 Aantal banen11 1982 1976 -
8 Aantal leningen verstrekt aan bedrijven2
3253 1629
9a Aantal trainingen/ondersteuning aan ondernemers
2119 2037
10 Aantal gefaciliteerde ketenverbindingen 1226 1266
11 Aantal netwerken waarin betrokken3 15 4
12a Aantal partners betrokken bij lobbytrajecten
7 1 -
1 Het aantal gegenereerde banen betreft voornamelijk banen in MKB. Door het achterblijven van leningaanvragen van de microkrediet partners, komt het aantal gegenereerde banen lager uit. Zie ook punt 1 bij de toelichting van de tabel Agribusiness Development 2011.
2 De partners in Nicaragua en Zambia hebben veel minder bedrijven geassisteerd dan geprojecteerd. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door de slechte economische klimaat waardoor minder klanten een lening aanvroegen.
3 Deelnemen in relevante netwerken wordt eens in de twee jaar vast-gelegd middels een enquête en tijdens werkbezoeken.
Agribusiness Development 2011
Enterprise Development 2011
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 35
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
• Het rekenen van rente voor leningen betekent dat de kapitaalkosten van de partners omhoog gaan, waar-door sommige partners afzien van gebruik van Woord en Daad diensten. Hierdoor komen de doelstellingen t.a.v. ontwikkelingsimpact van AED onder druk te staan, aangezien die gebaseerd zijn op het bestaande partnernetwerk.
Woord en Daad zal in het beleid voor
het bedrijf Incluvest B.V. uitwerken
hoe zij wil bijdragen aan een goede
balans tussen het bereiken van
ontwikkelingsimpact en het zorgen
vooreengezondefinanciëlebasis
voor de dienstverlenende bedrijven
in het Zuiden.
• Financiering en technische assistentie voor productie-activiteiten is niet voldoende voor de ontwikkeling van MKB. Ontwikkeling van adequate managementcapaciteit is evenzeer noodzakelijk voor succes
Woord en Daad zal via partner
Incluvest BV niet alleen kunnen
financieren,maarookparticiperen.
In combinatie met het inzetten van
expertmissies gericht op manage-
mentthema’s ontstaan hierdoor
extra mogelijkheden voor verster-
king van het bedrijfsmanagement.
• Een financieel duurzaam, efficiënt en effectief programma opzet-ten voor het aanbieden van ‘low cost housing’ vraagt focus en specifieke capaciteit binnen een partnerorganisatie.
Woord en Daad zal in 2012 alleen
huizenprogramma’sfinancieren
wanneer er perspectief is op een
distributiemodel dat resulteert in
zelfvoorziening van het programma
binnen 5 jaar.
2.6 wERkEN IN REGIoNALE ALLIANTIES
Het partnernetwerk van Woord en Daad is geclusterd in Regionale Allianties (zie meer hierover in intermezzo op pagina 46). Een nieuwe manier van werken voor zowel Woord en Daad als de partnerorganisaties. Het werken in allianties heeft in 2011 geresulteerd in een goede dynamiek in de relaties tussen partners onderling en met Woord en Daad. Hieronder wordt per alliantie beschreven hoe dit proces is verlopen.
wARA – west Africa Regional Alliance:Binnen de regionale alliantie in West-
Afrika werkt Woord en Daad in vier
landen met in totaal zeven partneror-
ganisaties. In 2011 zijn de directeu-
ren en programmamedewerkers twee
keer bij elkaar gekomen tijdens regi-
onale conferenties in Benin en Sierra
Leone. Elke conferentie had een
onderdeel van uitwisseling van erva-
ringen tussen partnerorganisaties op
programmaniveau. Deze uitwisseling-
bezoeken leidden tot discussies over
(on)mogelijkheden van integratie van
regio aLLiantie Land Leden Van de aLLiantie nietLeden Van de aLLiantie
WARA Benin DEDRAS
Burkina faso AEAD, CREDO, ACFIME
Sierra Leone CTF, EFSL
Tsjaad BAC
GHARA Ethiopia HOPE, MKCRDA, EKHC
KUSRA* Oeganda KIDEP, ADP
CLARA Nicaragua INDEF, PAC
Colombia CDA
Guatemala AMG Guatemala AGUDESA, Oikocredit Guatemala
Haïti
SARA Zuid-Afrika MFESANE
Zambia EFSL, GCPDO
ARA Bangladesh CSS
India Word and Deed India, IREF, AMG India, COUNT
Sri Lanka INL
Filippijnen CCT, AMG Filippijnen
Thailand AMG Thailand
*KUSRA alliantie nog in oprichting
In alle Regionale Allianties is getraind in ‘Free Actor Network’ (FAN). De insteek van deze training was om alliantieleden (Woord en Daad en partnerorganisaties) het belang en de mogelijkheden van proactief participeren in netwerkverbanden voor te houden. Tijdens deze training stond o.m. centraal: het ontwikkelen van een samenwerkingsverband, herkennen van randvoorwaarden en vervolgstappen in samenwerking, relaties tussen verschillende actoren in de samenwerking, inhoud en strategie van samenwerking.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden36
programma’s en samenwerking met
andere actoren. De Theory of Change
(ToC) werd hierdoor herkenbaar en
duidelijk praktisch gemaakt.
Er werd ook een evaluatie gedaan
door twee WARA-leden over voort-
gang van de organisatie en (capaci-
teits)ontwikkeling van BAC in Tsjaad
als lid van de alliantie. Aangezien de
voortgang nog onvoldoende was,
gaf WARA er de voorkeur aan om
BAC nog niet als lid van de alliantie
te accepteren. BAC werd geadvi-
seerd zich de komende twee jaar te
concentreren op ontwikkeling van de
eigen organisatie (m.n. op gebied van
financieelmanagement,administra-
tie, beleid en HRM). Daarna kan BAC
weer een aanvraag indienen voor
lidmaatschap van WARA. Partner
CTF (in Sierra Leone) werd toegela-
ten tot lid van WARA, aangezien men
goede vooruitgang had geboekt met
organisatieontwikkeling.
wARA highlight 2011:• Eigen organisatie-evaluatie van
BAC door twee WARA-leden over
voortgang capaciteitsontwikkeling
van BAC en mogelijkheid lid te
worden van WARA.
• Toelating van CTF als lid van
WARA.
• BAC krijgt van WARA twee jaar de
tijd haar organisatiecapaciteiten te
versterken, voordat een aanvraag
voor lidmaatschap in behandeling
genomen kan worden.
GHARA – Greater Horn of Africa Regional Alliance (inclusief oeganda)De GHARA-alliantie bestaat uit vier
partnerorganisaties in Ethiopië en
Woord en Daad. In 2011 zijn er twee
partnerconferenties in Ethiopië
georganiseerd. De directeuren en
programmamedewerkers van alle
partnerorganisaties participeerden
hierin. In Ethiopië is er een nauwe
samenwerking tussen Woord en Daad
en REK en de wederzijdse partners.
De samenwerking tussen Woord en
Daad en REK-partnerorganisaties in
Ethiopië mondde uit in vier uitwis-
selingsbezoeken, gesprekken over
de vorm en inhoud van de samen-
werking en het opstellen van een
conceptovereenkomst voor de con-
cretisering van deze samenwerking.
Deze wordt het komende jaar verder
afgerond. Intussen bereiden Woord
en Daad en Red een Kind zich aan
de Nederlandse kant voor op deze
samenwerking door een gezamenlijk
alliantieteam samen te stellen ten
dienste van de Ethiopische partners.
Woord en Daad heeft met haar part-
nerorganisaties een drietal work-
shops in Ethiopië gehouden over
eenreflectieophet5competencies
model van organisatie-evaluatie.
Na diverse bezoeken en gesprek-
ken heeft Woord en Daad besloten
samen met een nieuwe partnerorga-
nisatie EKHC, een rehabilitatiepro-
gramma uit te voeren de komende
jaren. Dit is noodzakelijk n.a.v. de
grote droogte die m.n. Zuid-Ethiopië
in zijn greep heeft. In Oeganda is
een laatste bezoek gebracht aan
KDDS ter afsluiting van de partner-
relatie. Daarnaast zijn verschillende
bezoeken gebracht en een analyse
van de organisatorische capaciteit
(OCA) gedaan bij de twee nieuwe
partnerorganisaties (KIDEP
en ADP) in Oeganda. Tijdens deze
bezoeken is ook aandacht besteed
aan training op PMEL en aan de
inrichting van de samenwerking met
Woord en Daad.
GHARA highlight 2011:• In Ethiopië hebben de zes partners
veel energie geïnvesteerd in het
uitwisselen van ervaringen en het
bezoeken van elkaars programma’s.
Deze samenwerking en uitwisse-
ling geeft veel positieve energie bij
de partners.
• In Oeganda zijn partnerrelaties
aangegaan met KIDEP (Karamoja
Integrated Development
Programme) en ADP en in Ethiopië
met EKHC (Ethiopian Kale Heywet
Church).
cLARA - caribbean and Latin America Regional AllianceDe CLARA-alliantie bestaat uit een
achttal leden: CDA (Colombia),
AMG (Guatemala), INDEF en PAC
(Nicaragua), CRECH, P&A en AMG
(Haïti) en Woord en Daad (NL).
2011waseenofficieelstartjaar,
waarin het netwerk langzaam vorm
kreeg. Het was een zoektocht naar
verschillen en overeenkomsten
rondom organisatieopbouw en
alliantieopbouw. Het was vooral
een jaar van (opnieuw) vertrouwen
verdiepen; persoonlijk en profes-
sioneel. Dit heeft vooral plaatsge-
vonden tijdens de twee alliantie-
vergaderingen waarin partners een
week lang met elkaar opgetrokken
hebben. Tijdens deze vergaderingen
is ook aandacht gegeven aan een
aantal activiteiten gericht op het
opbouwen van wederzijds vertrou-
wen, zoals met elkaar kijken naar
vereenvoudigde Myers-Briggs typo-
logieën (wat voor soort persoon
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 37
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
ben ik/zijn wij als groep), om van
daaruit na te denken over het effect
voor alliantieopbouw en onderling
vertrouwen. Eyeopener is dat voor
de één structuur belangrijk is, voor
de ander vrijheid en dit heeft effect
op onderlinge relaties.
Alliantieleden bezochten de
programma’s van partners in
Nicaragua en later in het jaar op
Haïti. Realiteit en context van het
werk van de partnerorganisaties
ter plaatse gaan daardoor meer
leven. Hierdoor werd het mogelijk
niet alleen te praten over ‘papieren’
plannen/programma’s, maar zagen
alliantieleden de realiteit waarin
een ander alliantielid zijn/haar
werk doet. Kennis van die context
kweekt ook weer wederzijds begrip
over mogelijkheden en uitdagingen
van programma’s. Gevolg is verder
onderling vertrouwen en een geza-
menlijke wil om de alliantie zodanig
op te bouwen dat het de verschil-
lende leden op de juiste manier kan
dienen. In 2011 is ook gewerkt aan
structuur van de alliantie in de vorm
van een MoU en heeft de stuur-
groep tweemaandelijks overleg via
Skype.
cLARA highlight 2011:• Tweedaagse trustbuildingactivitei-
ten;vanuitpersoonlijkereflectieen
relaties naar onderlinge organisa-
tie relaties.
• Uitgebreide CEO-groepsbezoeken
van programma’s in Nicaragua
en Haïti; samen elkaars werke-
lijkheid en context bezoeken en
begrijpen, om betere onderlinge
bruggen te kunnen bouwen in
alliantievorming.
SARA – Southern Africa Regional AllianceBinnen de regionale alliantie in
Southern Afrika werkt Woord en
Daad in Zuid-Afrika met een en in
Zambia met twee partnerorganisa-
ties. In 2011 zijn de directeuren en
programmamedewerkers twee keer
bij elkaar gekomen tijdens regionale
conferenties in Zambia. Opvallend is
de synergie tussen de twee landen en
culturen en ook op programmaniveau.
In de voorjaarsvergadering lag de
focus in de programma- en PMEL-
groepen vooral op strategische
meerjarenplannen en uitwisseling van
(leer)ervaringen. De uitwisselings-
bezoeken droegen bij tot verdieping.
Door elkaar wederzijds te bevragen
en te adviseren werd de Theory of
Change (ToC) praktisch gemaakt en
vond een kwaliteitsslag plaats.
De directeuren van de partneror-
ganisaties overlegden samen met
Woord en Daad over de structuur,
missie en visie van de alliantie.
Daarnaast hadden de directeuren
een ontmoeting met de leden van de
coördinatiegroep van het Business
Platform die op dat moment Zambia
bezochten. Hieruit is o.a. een pilot
dorpsontwikkelingsproject in
Chongwe (Zambia) ontstaan.
In de najaarsvergadering
participeerde ook de REK-
partnerorganisatie RCZ (Reformed
Church in Zambia) en werden
gezamenlijk vergaderingen en
plannen werkelijkheid. Tijdens de
FAN-training werden gezamenlijke
initiatieven binnen de alliantie gefor-
muleerd en verwerkt in de 2012-jaar-
planning, Bij GCPDO vond een
audit plaats, waaruit een actieplan is
geformuleerd dat in 2012 geïmple-
menteerd zal worden. Belangrijk
onderdeel daarvan is dat andere
alliantieleden betrokken worden bij
de uitvoering van het actieplan.
SARA highlight 2011:• Goede samenwerking tussen
Woord en Daad en REK-partners
resulteerde in de ontwikkeling van
de eerste gezamenlijke initiatieven
in Zambia.
• Door de aanstelling van een pro-
grammamedewerker bij Woord en
Daad voor SARA maakte TVET/JBS
een verdiepingslag.
ARA – Asia Regional Alliance In Azië zijn drie partnerorganisaties in
twee landen lid van de regionale allian-
tie. De partnerorganisaties in India, Sri
Lanka en Thailand zijn nog niet gekwa-
lificeerdvoorlidmaatschap.AMG
Thailand onderging een tweede OCA
(Organizational Capacity Assessment)
waarin duidelijk vooruitgang te meten
was. De andere partnerorganisaties
in de regio zullen in 2012 ook een
tweede OCA ondergaan.
Woord en Daad heeft besloten de
partnerrelatie met LOH (Ladder of
Hope) in Sri Lanka te stoppen van-
wege organisatorische problemen.
Woord en Daad zal zich blijvend
op Sri Lanka richten en in 2012
wordt gezocht naar een nieuwe
partnerorganisatie.
Tijdens een conferentie in Nederland
met de partnerorganisaties uit India
is gesproken over de toekomst
van de samenwerking. Daarbij is
afgesprokendatdefinanciëlesupport
van Woord en Daad aan India in de
komende tien jaar geleidelijk aan
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden38
wordt uitgefaseerd. Er zal ter plaatse
een regiocoördinator worden aange-
steld om dit proces te begeleiden.
In 2011 zijn de directeuren en
programmamedewerkers twee keer
bij elkaar geweest voor regionale
conferenties in Bangladesh en de
Filippijnen. De onderlinge uitwis-
seling van ervaring en expertise
op gebied van PMEL en TVET/
JBS-programma’s hebben geleid tot
zichtbare kwaliteitsverbetering.
De voorjaarsconferentie in
Bangladesh stond vooral in het teken
van strategische meerjarenplannen.
Ook was er aandacht voor program-
mathema’s in samenwerking met
andere actoren en PMEL. In de
programmagroep basisvoorzienin-
gen participeerden ook de ICCO-
Prismaleden. De najaarsconferentie
had een meer thematische insteek.
Dedirecteurenreflecteerdenopde
missie, visie en structuur van de alli-
antie en hoe de samenwerking met
de andere partnerorganisaties in de
regio versterkt kan worden.
In september werd door de twee
partnerorganisaties in de Filippijnen
de pilot 5C-model workshop met
veel enthousiasme ontvangen. Beide
organisaties kozen ervoor dit model
verder te gebruiken bij het ontwik-
kelen van hun capaciteitsplannen.
In 2012 zal het ook in Bangladesh
worden geïntroduceerd.
ARA highlights 2011:• De goede samenwerking tussen de
partners in de Filippijnen geeft posi-
tieve energie. Er werd een gezamen-
lijke subsidieaanvraag geschreven.
• Word and Deed India kreeg een
nieuwe CEO, die tijdens een
bezoek aan Nederland in novem-
ber liet zien gedegen plannen te
hebben voor de toekomst van zijn
organisatie. Uitgangspunt daarbij is
dat de organisatie op termijn zon-
derfinanciëlesupportvanWoord
en Daad kan voortbestaan.
• AMG Filippijnen participeerde in
de tweede OCA en bij de capaci-
teitsopbouw van AMG Thailand.
Het werken in alliantieverband
kreeg hierin concreet gestalte,
waarbij de ene partnerorganisatie
zich actief inzette voor de ontwik-
keling van een andere Zuidelijke
partnerorganisatie.
Leerpunten uit allianties in 2011:
• Partners stellen meestal 1-jarige capaciteitsopbouw plannen op. Deze bestaan vaak uit kortlopende trainin-gen en dragen slechts op ad hoc wijze bij aan versterking van de organisatie. Woord en Daad gaat met partners beter samenwerken om organisatie-ontwikkeling onderdeel te laten zijn van de meerjaren strategie van een organisatie om zodoende meer effectiever bij te kunnen dragen aan versterking van de organisatiecapaci-teit en - beleid op armoedebestrijding.
• Nu alle partners een strategisch meerja-renplan hebben is hun programmafocus voor de komende jaren duidelijk, wat een belangrijke voorwaarde is voor het identifi ceren van potentiële donoren. In 2012 zal versterkt worden ingezet op het identifi ceren van calls van instituti-onele donoren die kansen bieden voor specifi eke allianties en partners.
• Ronde-tafeloverleggen tussen partners en donoren, kunnen duidelijk bijdragen aan verbeterde
kennisuitwisseling en afstemming tussendonoren en partnerorganisa-ties. Woord en Daad wil daarom in 2012 meer aandacht geven aan het organiseren van zulk overleg.
• W&D en partners zijn sinds 2010 pro-actief bezig om netwerken beter vorm te geven. Dit is een langdurig proces. Het opbouwen van vertrou-wen in samenwerking tussen partners kan geen kortlopende of éénmalige activiteit zijn en heeft aandacht en tijd nodig. In 2012 zal hieraan verder worden gewerkt door o.m. gezamen-lijke projectbezoeken, trainingen, uitwisselingen en afsluiten van MoU op alliantie niveau.
Gezamenlijke initiatieven voor allianties in 2012
• Afronden van strategische
samenwerkingsovereenkomst op
alliantieniveau (alle allianties).
• Opstellen van een meerjarig
capaciteitsversterkingsprogramma
per partnerorganisatie dat aansluit
bij het strategisch plan van de
organisatie (alle allianties).
•Ontwikkelenvanfinancieringsaan-
vragen bij institutionele donoren
voor o.a. SPN, onderwijs en voed-
selzekerheid, gezondheidszorg
en ‘disaster preparedness’ (alle
allianties).
• Intensievere begeleiding van part-
ners in India, Sri Lanka en Thailand
(ARA).
• Intensiveren van samenwerking
tussen REK en Woord en Daad en
elkaars programma’s/organisaties
beter leren kennen (SARA en
GHARA).
• Ontwikkelen van gezamenlijke
website met inhoud voor externen,
en interne kennisdeling (CLARA).
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 39
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
• Tweedaagse workshops met alli-
antieleden om na te denken over
meerjarige capaciteitsplannen n.a.v.
het 5C-model (CLARA).
2.7 cAPAcITEITSoPBouw
Een belangrijk deel van het capaciteits-opbouwprogramma van WD is gericht op het versterken van de regionale allianties, hun leden (partnerorganisa-ties) en de alliantieteams van Woord en Daad. Al deze activiteiten komen samen in het programma Strengthening Partner Network (SPN). De W&D regi-onale coördinatoren zijn verantwoor-delijk voor uitvoer van activiteiten op regionaal niveau en adviseren partners bij capaciteitopbouw op organisatie-niveau. In overleg met de regionale allianties was er zowel een budget voor gezamenlijke activiteiten als voor training/uitwisseling bij de partners.
Regio’sDe alliantievergaderingen werden
gebruikt om de regionale allian-
ties verder vorm te geven. Er zijn
functionerende stuurgroepen,
bestaande uit CEO’s van partners,
en programmawerkgroepen, waarin
programmacoördinatoren met
elkaar samenwerken. Details van de
ontwikkelingen in de verschillende
allianties worden in 2.1.6 beschre-
ven. Training richtte zich op het
vorm kunnen geven aan opzetten en
ondersteunen van netwerken. Het
bij elkaar op bezoek kunnen gaan
(‘peer-review’), creëerde een basis
om daar in 2012 systematischer
mee om te gaan. Hoe kijk je naar
elkaars organisaties en programma’s,
hoe geef je elkaar gericht feedback,
zodat deze ook verbeterpunten
oplevert voor organisaties. Hoewel
er binnen de regionale allianties
aanzetten werden gegeven en
ideeën uitgewisseld voor elementen
van een gezamenlijk strategisch plan,
werkplan en fondsenwervingsacti-
viteiten, is hier in 2012 nog een hele
slag op te maken. In programma- en
PMEL-werkgroepen is gewerkt aan
training van staf, uitwisseling van
conceptplannen, ondersteuning bij
verdere ontwikkeling van plannen,
en verdieping van inhoudelijke zaken
(bv. onderwijs, TVET, PMEL).
PartnersNaar aanleiding van de organisatie-
analyses (OCA) bij alle partners van
Woord en Daad in 2009 en 2010
hebben alle partners actielijsten
opgesteld om aan een aantal verbe-
teringen te werken. Een groot aantal
partners maakten in 2011 gebruik
van het SPN-budget voor organi-
satieontwikkeling. Van 15 partners
(van de 24) kon een aanvraag wor-
dengefinancierd.Erzijnrichtlijnen
opgesteld welk type activiteiten
vanuit het SPN-budget kunnen
worden betaald. Een aantal orga-
nisaties hoopt in 2012 hun plan af
te ronden. Met de afronding van de
meeste strategische meerjarenplan-
nen op programmaniveau kunnen
organisaties in 2012 er ook gericht
naar kijken welke capaciteit binnen
hun organisatie verder ontwikkeld
kan worden. Dit, in het licht van plan-
nen en ambities voor de komende
jaren. De partnervoorstellen laten
een variatie aan activiteiten zien:
staftraining (leiderschap, manage-
ment, institutionele fondsenwerving,
beleidsbeïnvloeding, communicatie,
HRM, administratie, PMEL, Engels
als tweede taal), participatie in
nationale conferenties, publicaties,
uitwisselings- en leerbezoeken van
één partner bij een andere partner/
expertise organisatie, gerichte
ondersteuning bij strategische
planning/verbetering van adminis-
tratieve procedures. Omdat in de
overheidssubsidie MFS2 het z.g.
5C-model(fivecapabilitiesmodel)
centraal staat in het kijken naar en
beoordelen van organisatiecapaci-
teit, is met ondersteuning van PSO
bij een aantal partners (Colombia,
Filippijnen, Ethiopië) geëxperimen-
teerd met deze benadering. In 2012
wordt bezien hoe dit verder gebruikt
wordt bij andere partners en hoe
deze benadering zich verhoudt tot al
eerder toegepaste organisatieana-
lyse (OCA). In het 5C-model staan
de vijf kernvaardigheden van een
organisatie centraal: besluitvaar-
digheid en daadkracht, resultaten
kunnen behalen, relaties aan kunnen
gaan, zich kunnen aanpassen en
vernieuwen en samenhang aan
kunnen brengen in het geheel van
activiteiten.
Alliantieteams, programmaniveau Nederland (zie ook Intermezzo “woord en Daad Donor en partner” op pagina 46)Om de W&D alliantieteams, een
interdisciplinaire groep van pro-
grammamedewerkers onder leiding
van de regiocoördinator, meer ken-
nis te laten maken met netwerkbena-
deringen, is er training gegeven door
MDF in z.g. Free Actor Network-
benadering. Deze benadering is
ontstaan na praktijkonderzoek van
tientallen netwerken in de land-
bouwsector. De regiocoördinatoren
kregen een verdiepingscursus om
zelf de intro en training in deze bena-
dering op regionaal alliantieniveau
te kunnen geven. Hierbij kregen ze
coachende ondersteuning vanuit
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden40
MDF. In september 2011 zijn op een
reflectie-enleerdagdeervaringen
in de diverse regio’s teruggekoppeld
en aanbevelingen gegeven voor
trainingen in het najaar. Deze trai-
ningen vormden een eerste aanzet
om concreet begeleiding te kunnen
geven aan samenwerkingsverbanden
waarin partners samenwerken met
andere maatschappelijke organisa-
ties, overheid en bedrijfsleven.
De SPN-coördinator van Woord en
Daad participeerde in een leer-
traject van PSO (een Nederlandse
vereniging voor capaciteitsopbouw),
waarin gekeken wordt hoe (verschil-
lende methoden van) organisatie-
analyses daadwerkelijk bijdragen aan
het versterken van de capaciteit van
organisaties. Hoe meer organisaties
zelf nut en noodzaak daarvan zien
en duidelijk kunnen maken waar ver-
beteringen nodig zijn, hoe groter de
kans dat die ook worden uitgevoerd.
In dit traject wisselen verschillende
Nederlandse organisaties ervarin-
gen uit, en wordt er geleerd samen
met partners in het Zuiden.
2.8 BELEIDSBEïNVLoEDING
Tijdens de conferenties van de regionale allianties is beleidsbeïnvloeding steeds aan de orde geweest. Partners stelden zich de vraag: Wat willen wij in ons land bereiken? Hoe kan beleidsbeïnvloeding onze armoedebestrijding het best ondersteunen? Tegelijkertijd moeten we eind 2011 erkennen dat de voortgang van beleidsbeïnvloeding binnen de pro-gramma’s in het Zuiden achterblijft bij de oorspronkelijke planning. Om die reden heeft Woord en Daad besloten hier in 2012 een sterke duw aan te geven door actief nieuwe partners te gaan zoeken.
Regionale ontwikkeling beleids-beïnvloeding 2011In Azië (ARA) stond de rol van het
gezin in ontwikkelingslanden cen-
traal. Gezondheidszorg voor moeder
en kind bij CSS Bangladesh (via het
Nederlandse BOOM-netwerk).
CCT (Center for Community
Transformation) en AMG in de
Filippijnen zetten zich samen met
hun overheid in tegen corruptie en
kindersmokkel.
In Caribisch en Latijns-Amerika
(CLARA) stond 2011 in het teken
vanreflectieenvoorbereiding.In
Haïti hebben de partners P&A, AMG
en CRECH zich bezonnen op een
gezamenlijk beleidsbeïnvloedings-
plan voor onderwijs op lokaal niveau.
Bovendien heeft COSPE meege-
werkt aan de reconstructieplannen
voor particuliere scholen die nog
steeds de gevolgen ondervinden van
de aardbeving in 2010. INDEF in
Nicaragua stimuleerde dit jaar lokale
mensen om hen later bij beleidsbeïn-
vloeding op lokaal niveau te kunnen
betrekken. Daarbij heeft INDEF
onderzocht hoe beleidsbeïnvloeding
in hun onderwijsprogramma’s op
lokaal niveau past.
Binnen de West-Afrikaanse
alliantie (WARA) wierp DEDRAS’
lobby voor voedselzekerheid (via
platform PBSA) zijn vruchten af.
Het maatschappelijk middenveld en
deoverheidzijnspecifiekbetrok-
ken. De overheid heeft met PBSA
(la Plateforme Béninoise pour la
Sécurité Alimentaire)
vastgesteld welke veranderingen
zij al vanaf 2012 kan doorvoeren.
Hiervoor zijn plannen opgesteld.
Samen met Social-Watch Benin heeft
PBSA vier televisiedebatten en een
publicatie namens het maatschappe-
lijk middenveld opgezet. Het traject
is gebaseerd op grondig onderzoek
naar cijfers en oorzaken van honger
in Benin. Het project loopt door tot
in 2012.
In de Hoorn van Afrika (GHARA) ligt
beleidsbeïnvloeding gevoelig. Met
de partners in Ethiopië is besproken
hoe hun programma’s voor directe
armoedebestrijding door gezagsdra-
gers kunnen worden gesteund. Door
middel van gesprekken met de lokale
overheid kan draagkracht en begrip
worden gekweekt.
In de alliantie voor Zuidelijk Afrika
(SARA) was EFZ in Zambia actief
op nationaal niveau voor eerlijke
presidentsverkiezingen, behoud
van natuurlijke hulpbronnen en
tegen geweld tegenover vrouwen.
De verkiezingen zijn goed verlopen.
GCPDO was actief op lokaal niveau.
2.9 RESuLTAATMANAGEMENT EN LEREN
Woord en Daad en partners houden graag bij wat de voortgang is van de verschillende programma’s en hoe zaken veranderen in de omgeving (de context) waarbinnen de programma’s uitgevoerd worden. Sommige zaken zijn relatief goed in kaart te brengen, bijvoorbeeld het aantal kinderen dat scholing ontvangt of het aantal hectares beteeld volgens milieuvriendelijke methoden. Andere zaken vragen meer inspanning: het meten van de algehele toegang van kinderen tot onderwijs in soms afgelegen gebieden – waardoor er geen of sterk verouderde data beschikbaar zijn; het inzicht krijgen in de armoedeniveaus van de huishou-dens in ons werkgebied of het in kaart
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 41
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
brengen van andere organisaties of initia-tieven die ook bijdragen aan ontwikkeling in de gebieden waar we werken.
Om die reden heeft Woord en Daad in 2011 een aantal experts ingeschakeld. Samen met onze partners in het Zuiden hebben zij in 16 landen in totaal meer dan 11.000 huishoudens geïnterviewd en meer dan 30 groepsbijeenkomsten gehad.3 Dat leverde verrassende infor-matie op die partners helpt bij het kiezen van de juiste activiteiten. Eén van onze partnerorganisaties: ‘Eerder zei Woord en Daad: Geef ons het aantal kinderen door, dan is hier het geld. Nu nemen de kwaliteitseisen toe. (…) Maar die onder-zoeken geven ons zelf ook inzicht. Nooit geweten dat er in ons werkgebied wel 20 andere burgerinitiatieven of andere organisaties actief zijn. Een deel kenden we al. De andere? Daar gaan we vanaf nu zeker mee samenwerken!’
2.9.1. ALGEMENE
oNTwIkkELINGEN
In de eerste helft 2011 namen de
nulmetingen (baseline studies) veel
van tijd en capaciteit. De tweede
helft stond in het teken van evalua-
ties en onderzoek. Voor de nulmetin-
gen is de methodologie ontwikkeld
en zijn in 16 landen veldstudies
uitgevoerd. De uitkomsten zijn
gerapporteerd aan de vijf allianties
en het ministerie. Evaluaties en
onderzoeken zijn uitgevoerd samen
met partners. Woord en Daad neemt
deel in de Stichting Gezamenlijke
Evaluaties.
Met partners is gewerkt aan het
(verder) ontwikkelen van hun PMEL-
systeem. Bij 13 partners werd in de
tweede helft van 2011 een bezoek
gebrachtwaarbijpartnerspecifieke
systemen beoordeeld zijn vanuit
de vernieuwde PMEL-eisen van het
gezamenlijk met partners en allian-
ties ontwikkelde beleid.
De genoemde activiteiten val-
len onder de Woord en Daad-
partnerrol. De Woord en Daad-
donorrol heeft een plaats in de
afdeling in de vorm van de coördi-
natie van audits en de ontwikke-
ling van bijbehorend beleid. Meer
daarover in hoofdstuk 3.
Woord en Daad heeft in 2011
meegedongen naar een prijs voor
een Briljante Mislukking in de
Ontwikkelings samenwerking. Dit
initiatief, dat we ook steunden met
eenfinanciëlebijdrage,wilopenheid,
lerend vermogen en innovatiekracht
bevorderen. Onze inzending betrof
Poverty Share Investment (PSI). PSI
is in 2007 vanuit Woord en Daad
opgericht met als doel te investeren
in ondernemingen in het Zuiden, als
aanvulling op het kredietprogramma
voor MKB-ontwikkeling. PSI was niet
succesvol maar heeft ons veel waar-
devolle lessen opgeleverd die gebruikt
zijn bij het opzetten van het nieuwe
investeringsinstrument Incluvest bv.
In 2011 is een brede klanttevre-
denheidsenquête uitgevoerd bij
partners. Partners werden hierin
o.a. ook expliciet gevraagd naar hun
ervaringen met de nieuwe werkwijze
van Woord en Daad waarin partner-
en donorrol zijn onderscheiden. De
uitkomsten komen op verschillende
plaatsen in dit jaarverslag aan de
orde.
2.9.2. oNTwIkkELING VAN
SySTEMEN VooR PLANNING,
MoNIToRING, EVALuATIE EN
LEREN
In de aanloop naar de samenwer-
king in allianties voor de periode
2011-2015 zijn er strengere
PMEL-criteria vastgesteld. Met
deze strengere criteria geldt dat
voor (een deel) van de partners de
eigen PMEL-systemen onvoldoende
aansluiten bij de alliantiesystemen.
Opbouw van partner- en alliantie-
systemen was het belangrijkste doel
voor 2011.
• PMEL Strengthening Visits (PSVs)
zijn uitgevoerd, waarbij systema-
tisch de verschillende onderdelen
van het PMEL-systeem worden
beoordeeld en een actieplan wordt
geformuleerd. De bezoeken zijn
ervaren als een effectieve vorm van
capaciteitsopbouw. In 2011 werden
13 van de 27 partners bezocht.
nr. budgetLijn PLanning 2011 (€) reaLisatie 2011 (€)
18.1 PMEL-systeem 41.667 7.177
18.2 PMEL - OD issues 11.667 -
18.3 Monitoring 176.689 116.319
18.4 Evaluaties – partner- & alliantieniveau 152.000 66.970
18.5 Evaluaties - mondiaal niveau 32.667 108.559
18.6 Evaluaties - Noordelijke activiteiten 20.000 -
18.7 Onderzoek – partner- & alliantieniveau 76.667 57.752
18.8 Onderzoek - mondiaal niveau 76.667 32.000
18.9 Onderzoek - Noordelijke activiteiten 30.000 46.571
18.10 Kennismanagement - 11.773
18.11 PMA-activiteiten 106.000 44
18.12 Consultancy - -
18.13 Open ruimte 5.000 -3.037
729.024 444.128
Div. posten te verrekenen eerdere jaren / koersverschillen 116.221
totaal PmeL / Pma 729.024 560.349
Bestedingen Resultaatmanagement en Leren in een oogopslag
3 Zogenoemde Nulmetingen (Baseline studies)
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden42
• Documentatie van alliantiesystemen is gestart met de
eerste versie van een PMEL Manual. Dit document geeft
partners toegang tot beleid, methoden en instrumenten die
gebruikt worden in het PMEL-systeem van de alliantie.
Leerpunten uit 2011
• Partners weten vaak niet goed hoe ze PMEL-eisen concreet kunnen vertalen. Door voor de huidige eisen (meer) concrete voorbeelden van methoden en instrumenten te verzamelen en deze te delen op alliantiebijeenkomsten willen we partners ondersteunen.
• De combinatie partner- en donorrol versterkt de kwaliteit van programmamanagement; het is wel zaak dat beide rollen goed op elkaar zijn afgestemd om mogelijke inefficiënties te voorko-men. Voor PMEL en PMA willen we nagaan hoe de verschillende analyse-instrumenten optimaal op elkaar worden afgestemd.
2.9.3. MoNIToRING
Nulmetingen leggen de beginsituatie van projecten vast. Als
ijkpunt voor verdere monitoring en evaluatie. In 2011 zijn
deze metingen systematisch uitgevoerd bij alle programma’s
van partners. Voor een aantal indicatoren is informatie
vanuit de administratie van partners verzameld. Voor ande-
ren zijn veldstudies uitgevoerd, door externe consultants.
Samen met onze partners in het Zuiden hebben zij in 16
landen in totaal meer dan 11.000 huishoudens geïnterviewd
en meer dan 30 groepsbijeenkomsten gehad. Dat leverde
verrassende informatie op die partners helpt bij het kiezen
van de juiste activiteiten. De methodologie en instrumenten
zijn met partners samen ontwikkeld. Uniforme rapportages
zijn gewenst om partners in staat te stellen voortgang in
hun programma’s te kunnen vergelijken met de situatie bij
collega-partners.
Leerpunt uit 2011*
• Tijdens het ontwikkelproces van de rapportageformats is er onvoldoende aandacht geweest voor het ontwikkelen en behouden van betrokkenheid en eigenaarschap van partners en collega’s. In de toekomst willen we meer aandacht geven aan (de wijze van) samenwerking, ook als er sprake is van tijdsdruk.
2.9.4. EVALuATIE
Woord en Daad’s evaluatiestructuur is zichtbaar in onder-
staandefiguur.
doeLsteLLing resuLtaat
Eind 2011 is er een complete PMEL Manual beschikbaar in conceptvorm
Is beschikbaar (een groeidocument)
Eind 2011 zijn alle partners met een Onderwijs- of Vakonderwijs-programma bezocht voor PMEL Strengthening Visit
Eind 2011 zijn 13 partners bezocht (48% van de relevante partners)
Alle partners ontvangen PMEL-training op basis van een behoeftepeiling
Alle partners ontvingen training en coaching voor meest urgente onderwerpen
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
doeLsteLLing resuLtaat
Er worden nulmetingen uitgevoerd die voldoen aan de MFS2-eisen
Documentonderzoek en veldstudies in 16 landen. Het rapport kreeg goedkeuring van het ministerie
Voor het Onderwijs-, het Vakonderwijs- en het Bedrijfs-ontwikkelingsprogramma worden rapportageformats ontwikkeld
Voor het Onderwijs- en het Vak-onderwijsprogramma zijn vaste formats en voor Bedrijfsontwik-keling is een monitoring manual ontwikkeld
Klanttevredenheidsonderzoek onder partners en collega’s over het werk van de alliantie- en donorteams
Is uitgevoerd onder partners: de mening van collega’s is in beeld gebracht d.m.v. een intern medewerkerstevredenheidson-derzoek
Inventarisatie van de status van de verschillende samenwerkingsovereenkomsten
Is uitgevoerd
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
* In jaarverslag 2010 zijn geen leerpunten voor Monitoring opgenomen; daarom wordt de opvolging in 2011 niet beschreven.
Programma eVaLuatie
aLLerLei soorten ProjeCteVaLuaties
informeLe kennis
reguLiere monitoring
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 43
2 HET WERK IN HET ZUIDEN
De evaluaties in de middenlaag zijn gericht op het functione-
ren van programma’s en projecten in het Zuiden: vakscholen,
microkredietprojecten, klinieken etc. Wat betreft dit type
evaluaties zijn de resultaten voor 2011 als volgt4:
Voor 15 van de 27 geplande activiteiten is de doelstelling
volledig behaald. Voor een deel betreft dit afronding van
eerder uitgevoerde evaluaties, zoals bijvoorbeeld de in 2010
uitgevoerde evaluatie van het waterprogramma van CREDO
in Burkina Faso. Voor een deel zijn dit evaluaties die gestart,
uitgevoerd en afgerond zijn in 2011, zoals de evaluatie over
het sociale effect van het microkredietprogramma van PAC
in Nicaragua.
Voor tien evaluaties is de doelstelling gedeeltelijk behaald: de
evaluatie is uitgevoerd maar wacht nog op een opvolging (5) of
is nog in uitvoering (5). Voor zeven evaluaties is de doelstelling
niet behaald, vanwege ontwikkelingen als managementwisse-
lingen, zoals bijvoorbeeld voor INDEF Nicaragua, of vanwege
de uitvoer van een onverwacht audit (3/7).
De top van de piramide bestaat uit partneroverstijgende
programma-evaluaties. De hierbij geplande evaluatie van
Woord en Daad’s Beleids beïnvloedingsprogramma is niet
uitgevoerd, omdat er prioriteit is gegeven aan de basis van de
piramide: reguliere monitoring (par. 2.9.3).
Leerpunt uit 2010 en opvolging in 2011
• Versnelling van evaluatieproces met intensievere afstemming en correcte afronding is gewenst om zo het leereffect van evaluaties te vergroten.
Dit heeft aandacht gekregen door het expliciet als doelstelling
te formuleren. We constateren dat de doelstelling niet geheel
is gehaald waarmee dit een aandachtspunt blijft.
Leerpunten uit 2011
• Terugkoppeling van evaluatieresultaten naar de doelgroep door onze partners is onderdeel van de Woord en Daad criteria voor evaluatiecoördinatie, maar de praktijk kan verbeteren. In 2012 worden partners expliciet herinnerd aan dit criterium en worden concrete voorbeelden gedeeld.
2.9.5. LEREN
Zoals gepland werd onderzoek gedaan, gerelateerd
aan de volgende drie Woord en Daad-programma’s:
Onderwijs, Vakonderwijs en Bedrijfsontwikkeling. Het
Basisvoorzieningenprogramma werkt voor wat betreft
onderzoek samen met de ICCO-alliantie. Verder werd ook
onderzoek gedaan naar enkele programmaoverstijgende
onderwerpen als instrumentarium voor organisatieanalyse
en factoren die van belang zijn voor een effectieve implemen-
tatie van nieuwe PMEL-systemen door partners.
Voor Onderwijs en Bedrijfsontwikkeling was er een al lopend
kennisprogramma met als kennispartners resp. Driestar
Educatief en ISS. Het kennisprogramma Onderwijs is
gecombineerd met een capaciteitsopbouw van partners. Dat
laatste onderdeel bleek in 2011 alle energie te vragen zodat
het geplande onderzoek niet kon worden uitgevoerd en werd
doorgeschoven naar 2012. Het kennisprogramma met het ISS
leverde een waardevol rapport op van de casestudie naar het
doeLsteLLing resuLtaat
Versnelde uitvoer van evaluaties van programma’s of projecten van partners met inachtneming van een intensievere afstemming met programma collega’s
40% van de geplande evaluatieacti-viteiten is volledig uitgevoerd en het proces afgerond
20% is uitgevoerd en is in de fase van het formuleren van een respons door Woord en Daad en partner
20% is eind 2011 nog in uitvoering
20% schuift door naar het nieuwe jaar
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
4 Een gedetailleerde lijst is beschikbaar op www.woordendaad.nl/jaarverslag.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden44
werk van partner PAC in Nicaragua,
terwijl de tweede casestudie, in
Burkina Faso, werd gestart.
In 2011 werd besloten om onderzoek
zo veel mogelijk samen te brengen
in een geïntegreerde Leeragenda.
Tevens zijn de interne samenwer-
kingsprocessen m.b.t. de Leeragenda
verhelderd: coördinatie en budgetbe-
heer berusten bij R&L, de uitvoering
primair bij de verschillende program-
magroepen, die ondersteuning kun-
nen inroepen van R&L.
Het is al langer de wens alle activi-
teiten die Woord en Daad ontplooit
met betrekking tot leren, innoveren,
kennisvergaring en kennisdeling,
bijeen te brengen in een samen-
hangend kennismanagement- en
innovatiebeleid. De ontwikkeling van
zo’n beleid was gepland voor 2011
maar helaas ontbrak de tijd om dit te
doen zodat het werd opgenomen in
het jaarplan voor 2012.
2.9.4.1 Doelstellingen
Leerpunt uit 2010 en opvolging in 2011
• Het merendeel van de partners heeft kennisontwikkeling en onderzoek niet expliciet opgenomen in het takenpak-ket van specifieke medewerkers
Dit onderwerp is opgenomen in het
instrument dat we hebben ontwik-
keld voor de PMEL Strengthening
Visits, zodat dit tijdens deze bezoe-
ken expliciet de aandacht krijgt wat
leidt tot bewustwording en indien
relevant, opname in het actieplan.
• Als partners op ons verzoek een PMEL-coördinator aanstellen bete-kent dit nog niet dat deze persoon
over de juiste capaciteiten en het gewenste mandaat beschikt
Tijdens partnerbijeenkomsten en tij-
dens de PMEL Strengthening Visits
is gericht aan capaciteitsversterking
van de PMEL-coördinatoren gedaan
en is gesproken over hun mandaat.
Inmiddels hebben de meesten een
adequaat mandaat binnen hun orga-
nisatie en zien we ze groeien qua
capaciteit en rolopvatting.
Leerpunten uit 2011
• Het belang van leren en een lerende houding zien veel mensen wel in, maar om dat dan ook in de praktijk handen en voeten te geven blijkt vaak lastig. Om onszelf maar ook onze partners hierin te ondersteunen willen we in 2012 investeren in het ontwik-kelen van een kennismanagement- en innovatiebeleid.
doeLsteLLing resuLtaat
Partnercapaciteit: ontwikkeling instrument dat organisatorische capaciteit van partners in kaart brengt
Binnen het Thematisch Leerprogramma Organizational Capacity van PSO werd op basis van het 5C-model gewerkt aan een nieuw instrument. Studie ligt op schema, afronding midden 2012
Partnercapaciteit: welke factoren dragen bij aan de juist aansluiting tussen de PMEL-systemen van allianties en de eigen PMEL-systemen van partners?
Binnen het Thematisch Leerprogramma PMEL van PSO werd een studie gedaan naar de factoren die van belang zijn bij de implementatie van nieuwe PMEL-systemen bij/door partners. Studie ligt op schema, afronding midden 2012
Partnercapaciteit: ontwikkeling methodologie voor het doen van contextana-lyses als input voor strategische landenbeleidsplannen
Niet uitgevoerd door tijdsgebrek
Kennisprogramma Onderwijs i.s.m. Driestar Educatief: onderzoeksactiviteiten starten in Burkina Faso, Ethiopië en Sierra Leone
Niet uitgevoerd
Onderwijs: onderzoek naar: of en hoe risico’s op verwaarlozing en misbruik binnen onderwijsproject in India geminimaliseerd zijn
Ligt op schema, afronding midden 2012
Kennisprogramma Bedrijfsontwikkeling i.s.m. ISS: de studie bij partner PAC Nicaragua afronden en een tweede casestudie selecteren
De evaluatie over het sociale effect van microkrediet bij PAC is afgerond, nieuwe evaluatie (ook input voor dit onderzoek) loopt bij ACFIME Burkina Faso
Vakonderwijs: Plannen uitwerken voor een kennisprogramma naar onderne-mersvaardigheden i.s.m. partners
Er zijn deels plannen ontwikkeld voor een studie met controlegroepen en er is een potentiële kennispartner geïdentificeerd
Bewustwording: studie naar geef- en leefgedrag onder achterban Studie is afgerond en tijdens een seminar gepresenteerd voor de doelgroep en betrokken organisaties
Algemeen: ontwikkeling van een kennismanagementbeleid binnen Woord en Daad en allianties
Niet uitgevoerd, opgenomen in jaarplan 2012
Algemeen: vervolgen PADEV impact evaluatiestudie. Onderzoek is vervolgd in 2011. De interesse voor deze participatieve methodologie gaf aanleiding tot het starten van nieuw onderzoek, i.s.m. het Afrika Studiecentrum naar het al dan niet bereiken van de allerarmsten (in Bangladesh, Ethiopië en Benin)
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
EVALuATIES woordendaad.nl/jaarverslag
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 45
Naast de partners in de regio staan, meedenken
over de toekomst van de programma’s in het land en
de regio waar de partners werkzaam zijn en zoeken
naar mogelijke samenwerkingsverbanden. Zaken
die bij woord en Daad hoog in het vaandel staan
en we als gelijkwaardigen willen uitvoeren! Toen
in 2009 samen met de partners gesproken werd
over het vormen van allianties was de hoogleraar
alliantievorming aan de Vu, prof. Ard-Pieter de
Man, aanwezig. Hij bevroeg woord en Daad en haar
partners op kritische wijze. De grote vraag die in de
discussies steeds weer boven kwam drijven was:
‘Hoe kun je gelijkwaardig met je partner omgaan
terwijl je ook de zak met geld hebt?’ Een relevante
vraag die om een serieus antwoord vraagt.
Mede door deze conferentie besloot Woord en Daad om, na overleg met haar partners, in haar structuur een tweedeling te maken tussen W&D Donor en W&D Partner. W&D Partner bestaat uit medewerkers die met de inhoud van het werk bezig zijn en met de partners kijken hoe het werk inhoudelijk vorm kan krijgen binnen de eigen context en hoe de kwaliteit en effectiviteit van het werk kan verbeteren. Zij houden zich niet met toeken-ning van fondsen bezig. W&D Donor bestaat uit medewerkers die zich bezighou-den met financiën en fondsenwerving en hierdoor ook goed weten wat er bij donoren leeft en welke eisen gevers stellen aan programma’s. Zij worden verantwoordelijk voor de fondsenwerving. Door deze scheiding in rollen aan te geven zullen de collega’s van W&D Partner zich meer in partners kunnen inleven en ook richting hun collega’s van de donorrol deze zaken benadrukken. Aan de andere kant zal de donorrol juist de belangen van backdonoren kunnen benadrukken. Een spannende stap die in 2011 een feit werd. Hoe kijken de partner, de regiocoördinator en de donorcoördinator hierop terug?
Aan het woord zijn mevrouw Baba Nomvuyo, directeur partnerorganisatie MFESANE Zuid-Afrika en voorzitter van SARA, Sander Verduijn, regiocoördinator CLARA, Hans Schipaanboord, PMA-medewerker en donorcoör-dinator SARA.
Hoe kijk je terug op 2011, het werken met de nieuwe structuur?Sander geeft aan dat werken in de nieuwe structuur een gedragsverandering van iedereen vraagt. Dat kost tijd en moet je tijd geven. Als regiocoördinator ervaart hij de rolscheiding als positief. ’Ik sta dichter bij de partner en kan me erin inleven hoe het voelt om wel of geen fondsen te krijgen.’ Hans onderschrijft deze positieve ervaring: ‘We hebben gewerkt met een reflectieve houding en extern deskundig advies gekregen gedurende het proces. Dat gaf veel inzichten. Het werken met een dubbele matrixstructuur was een boeiende ontdekkingsreis. Mevrouw Nomvuyo is wat terughoudender: ‘Ik ben nog aan het ontdekken hoe rollen precies werken en ik denk dat we ook in de alliantie nog eens goed moeten bekijken wat de partnerrol inhoudt.
Is deze manier van werken winst?Nomvuyo ziet in het werken in allianties het voordeel dat ze andere partners beter leert kennen. ‘We denken met de alliantieleden na over een betere samenwerking in de toekomst. Dat betekent wel dat er nog veel moet gebeu-ren en mensen dit belang ook in moeten zien. Vooral als het gaat over de vraag: hoe rechtvaardigen we de tijd en het geld die we aan de alliantie besteden?’ Winst? Ja! , zegt Hans. ‘Medewerkers van de partner-rol zijn van nature dichter betrokken bij het werk van de partners. Collega’s van de donorrol veel minder en daardoor zijn ze ook objectiever in het beoordelen van programma’s.’ Sander vult aan: ‘Eens, je maakt gebruik van elkaars krachten. Voorbeeld: Ik heb geen financiën gestudeerd dus het is prettig dat die verantwoordelijk-heid ligt bij een lid van het donorteam. Ik kijk naar de inhoudelijke aspecten en naar de contexten waar de part-ner in werkt. Daar heb ik ook voor gestudeerd.’
Woord en Daad: Donor en Partner
Auteur: Rina Molenaar
Zonder wrijving geen glans
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden46
INTERMEZZO
Woord en Daad kent vijf regionale allianties: Asian Regional Alliance (ARA), Southern Africa Regional Alliance, (SARA), Caribbean Latin America Regional Alliance (CLARA), West Africa Regional Alliance (WARA) en Greater Horn of Africa Regional Alliance (GHARA). Elke alliantie wordt gevormd door de partnerorgani-saties van Woord en Daad, samen met Woord en Daad. De regiocoördinatoren van Woord en Daad vertegenwoordigen de raad van bestuur in de allianties. Dat doen ze vanuit wat Woord en Daad de partnerrol noemt.
PartnerroLVanuit Woord en Daad wordt aan elke alliantie een team gekoppeld dat gecoördineerd wordt door een regiocoördinator. Dit team bestaat uit: medewerker Onderwijs, Basisvoorzienin-gen, Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling, Bedrijfsontwikkeling, Planning Monitoring Evaluatie en Leren en een regiocoördinator. Dit team vergadert een à twee keer in het jaar met de alliantie in de regio.
donorroLAan elke regionale alliantie is een donorteam gekoppeld. Een donorcoördinator coördineert het donorteam dat bestaat uit een: medewer-ker Finance, Communicatie en Fondsenwer-ving, Institutionele Fondsen, Projectadminis-tratie en Planning Monitoring en Auditing. De donorteams adviseren de managers Finance, Projectadministratie & Control en Communi-catie en Fondsen rond toekenning van fondsen en monitoren de programma’s door audits en rapportages.
Een organisatie en toch scheiding van rollen? Geeft dat geen wrijving?‘In opstartfase wel’, zegt Sander, ‘dat is logisch en ook gezond. Er vinden verschuivingen plaats en je moet zoe-ken naar je plaats hierin. Maar je merkt dat na een poosje met elkaar werken er wederzijds begrip komt. Voor wrijvingen heb je olie nodig om het weer soepel te laten verlopen. Begrip en complementariteit zijn de elementen die voor goede olie zorgen in dit proces.’Hans: ‘De rolscheiding heeft ook gezorgd om zelfkritisch te zijn en naar je eigen beoordelingen te kijken. Als wij negatief advies uitbrachten richting partner en onze collega van de partnerrol is dat natuurlijk niet leuk. Maar door hun kritische blik moesten wij ook kijken naar onze eigen beoordelingen en dit kwam de kwaliteit van het werk ten goede. De budgetbeperkingen die je daarin hebt spelen dan ook uiteraard een rol. Maar hoe dan ook: zonder wrijving geen glans!’
Mevrouw Nomvuyo: wat kunnen we verbeteren in het komende jaar?Het klinkt goed om in een alliantie te werken maar het betekent wel dat we ook onze uitdagingen daarin heb-ben. Elkaar goed leren kennen, met duidelijke plannen komen en vervolgens het actieplan van de alliantie in je eigen organisatie implementeren en een natuurlijke plek geven. Dat is denk ik het belangrijkste punt voor 2012. Meer interviewuitspraken vindt u op: woordendaad.nl/jaarverslag.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 47
HET WERK IN HET NOORDEN
3.1 HET wERkEN IN HET NooRDEN
AlgemeenVoor Woord en Daad is in de relaties met de
achterban verbinden het sleutelwoord. In leef- en
geefgedrag. Met mensen wereldwijd. In dit hoofd-
stuk leest u hoe we vanuit het werk in het Noorden
op diverse wijze naar deze verbindingen zoeken.
Van ondernemer naar een basisschoolleerling in het
Zuiden en van een kennisinstituut tot een diaconie
van een kerk. Denk bijvoorbeeld aan het uitwisse-
lingstraject met Calvijn College locatie Kerkpolder
Krabbendijke en Bangladesh. Maar ook met Calvijn
College Goes en Driestar Educatief is gekeken hoe
samenwerking een plek kan krijgen en leerlingen
en studenten als ‘agents of change’ ingezet kunnen
worden in de globaliserende wereld.
Het eerste deel van het hoofdstuk is vooral gericht
op leefgedrag. Namelijk de programma’s Lobby en
Bewustwording. Het tweede deel van het hoofdstuk
is gericht op geefgedrag: de fondsenwerving en de
communicatie daaromheen.
In 2011 is er veel aandacht besteed aan het trans-
parant maken van gegevens voor de betrokkenen
bij Woord en Daad. In het najaar is de website van
doeLgroeP doeLsteLLing 2011 (€) reaLisatie 2011 (€) reaLisatie 2010 (€) VersChiL (€)
Particulieren totaal 14.850.000 16.406.741 19.760.928 -3.354.187
Projecten 4.650.000 4.934.539 4.678.319 256.220
Adoptie 9.700.000 9.610.987 9.713.988 -103.001
Noodhulp 500.000 1.861.215 5.368.621 -3.507.406
Bedrijven 3.575.000 2.097.758 2.725.368 -627.610
Institutionele fondsen 13.907.280 12.534.233 13.045.963 -511.730
Vermogensfondsen 4.100.000 976.406 1.320.647 -344.241
Rentebaten en baten uit beleggingen 100.000 220.647 183.691 36.956
36.532.280 32.235.785 37.036.597 4.800.812
doeLgroeP aantaL
Particuliere gevers 56.000
Jongeren 14.500
Studenten Ad hoc contacten.*
Business Platformleden 89
RegioOndernemers 9
Bedrijven 2912
Vermogensfondsen 22
Lokale vrijwilligers 721
Vrijwilligers op kantoor 9
Omvang
Inkomsten per doelgroep
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden48
HET WERK IN HET NOORDEN
3.1 HET wERkEN IN HET NooRDEN
AlgemeenVoor Woord en Daad is in de relaties met de
achterban verbinden het sleutelwoord. In leef- en
geefgedrag. Met mensen wereldwijd. In dit hoofd-
stuk leest u hoe we vanuit het werk in het Noorden
op diverse wijze naar deze verbindingen zoeken.
Van ondernemer naar een basisschoolleerling in het
Zuiden en van een kennisinstituut tot een diaconie
van een kerk. Denk bijvoorbeeld aan het uitwisse-
lingstraject met Calvijn College locatie Kerkpolder
Krabbendijke en Bangladesh. Maar ook met Calvijn
College Goes en Driestar Educatief is gekeken hoe
samenwerking een plek kan krijgen en leerlingen
en studenten als ‘agents of change’ ingezet kunnen
worden in de globaliserende wereld.
Het eerste deel van het hoofdstuk is vooral gericht
op leefgedrag. Namelijk de programma’s Lobby en
Bewustwording. Het tweede deel van het hoofdstuk
is gericht op geefgedrag: de fondsenwerving en de
communicatie daaromheen.
In 2011 is er veel aandacht besteed aan het trans-
parant maken van gegevens voor de betrokkenen
bij Woord en Daad. In het najaar is de website van
Woord en Daad vernieuwd met meer aandacht voor
de projecten en vooral ook de resultaten hiervan.
De meevallers en de tegenvallers. Op de site, maar
ook in de bladen zijn succes- en falende projecten
expliciet benoemd en is aangegeven wat er van
geleerd werd. Er kwamen hierop veel positieve
reacties van lezers van onze magazines die deze
vorm van transparantie erg op prijs stellen. Ondanks
de economische crisis stegen de inkomsten vanuit
de particulierenachterban.
Met de Wees Eerlijk campagne hebben we duur-
zaamheid als centraal thema. Hierover leest u meer
in paragraaf 3.3. Ook in de fondsenwerving kijken
we naar dit aspect door bijvoorbeeld het versturen
van digitale mailings.
3.1.1. HET wERk IN HET NooRDEN IN EEN
ooGoPSLAG
In onderstaande tabellen ziet u in een oogopslag de
diverse doelgroepen van Woord en Daad. Door op
maat te communiceren worden mooie successen
behaald. Soms ook tegenvallers. Beide zaken wil
Woord en Daad benoemen en ervan leren. Doordat
Woord en Daad niet afhankelijk is van één gever is
er een risicospreiding wat een goede zaak is voor
een gezonde bedrijfsvoering.
doeLgroeP doeLsteLLing 2011 (€) reaLisatie 2011 (€) reaLisatie 2010 (€) VersChiL (€)
Particulieren totaal 14.850.000 16.406.741 19.760.928 -3.354.187
Projecten 4.650.000 4.934.539 4.678.319 256.220
Adoptie 9.700.000 9.610.987 9.713.988 -103.001
Noodhulp 500.000 1.861.215 5.368.621 -3.507.406
Bedrijven 3.575.000 2.097.758 2.725.368 -627.610
Institutionele fondsen 13.907.280 12.534.233 13.045.963 -511.730
Vermogensfondsen 4.100.000 976.406 1.320.647 -344.241
Rentebaten en baten uit beleggingen 100.000 220.647 183.691 36.956
36.532.280 32.235.785 37.036.597 4.800.812
doeLgroeP aantaL
Particuliere gevers 56.000
Jongeren 14.500
Studenten Ad hoc contacten.*
Business Platformleden 89
RegioOndernemers 9
Bedrijven 2912
Vermogensfondsen 22
Lokale vrijwilligers 721
Vrijwilligers op kantoor 9
Omvang
Inkomsten per doelgroep
* beleid op bereiken van studenten zou ontwikkeld worden in 2011 maar is door de Wees Eerlijk campagne doorgeschoven naar 2012.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 49
3 HET WERK IN HET NOORDEN
Communicatie
Giften via mailings
Kosten van lobbyprojecten
magazine doeLgroeP x Per jaar bereik 2010 bereik 2011 stijging
Werelddelen Particulieren 4 69.639 69.854 215
Grenzeloos Jongeren 4 12.007 13.356 1.349
Verrekijker Schoolkinderen 1 81.363 85.250 3.887
Bouwplaten Kleuters 1 13.962 15.750 1.788
Intercom Comitéleden 1 752 721 -31
E-letter jongeren Jongeren 10 875 923 48
Indeed E-letter Indeed-jongeren 10 151 163 12
Daadkracht Ondernemers 2 3.380 3.431 51
Daadkracht Nieuwsmail Ondernemers 11 358 353 -5
E-letter Vermogensfondsen Vermogensfondsen 3 200 144 -56
onderwerP maiLing aantaL Verzonden Per Post aantaL Verzonden Per emaiL inkomsten (€)
Give a Gift 11.010 7.348 23.968
Schoolkids 1.909 0 288.775
Decembermailing 2.471 141 38.876
Noodhulp Sri Lanka* 311 0 27.230
Noodhulp Sierra Leone 715 0 21.497
ProjeCtnr. ProjeCt begroot (€) gereaLiseerd (€)
32.91.001 Lobby Colombia platform 4.000 3.154
91.91.004 Open ruimte beleidsbeïnvloeding
10.000 17
91.91.008 Lobby duurzame ketenontwikkeling
10.000 96
91.91.022 Lobby vakonderwijs, werkge-legenheid, ondernemerschap
10.000 0
91.91.026 Lobby Coordination Europe-Haiti
6.500 479
Bijdrage aan EU-CORD ten behoeve van Europese lobby
11.250 11.250
Uitgaven aan het Colombia platform vielen lager uit dan begroot, vanwege een geringer beroep vanuit het platform op de consultant van BBO. De begrote uitgaven voor de lobby rond ketenontwikkeling en rond vakonderwijs/ondernemerschap werden niet gedaan, omdat afgezien werd van het organiseren van miniseminars voor beleidsmakers. Wat de lobby voor Haïti betreft, Woord en Daad heeft per 1 januari 2011 de coördinatie en administratie van het Europese platform op zich genomen en draagt derhalve in natura bij aan het platform, in plaats van door een fi nanciële bijdrage.
* in samenwerking met ZOA en Red een Kind.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden50
Ontwikkeling fondsenwerving per product
Activiteiten
Evenementen en bewustwordingreizen
Website 2011
ProduCt doeLsteLLing 2011 reaLisatie 2011 reaLisatie 2010
PARTICULIEREN
Indeed Groei 250 28 20
Nieuwe adopties Groei 750 -821* 176
Sharekids Groei 50 23 26
Aanmeldingen PartnerPlan Groei 500 319 -148
BEDRIJVEN
Leden Business Platform 110 91 86
Business Partners 11 7 10
Aantal CompanyKids 1195 1075 1045
RegioOndernemers 9 9 7
aCtiViteit doeLgroeP aCtiViteiten 2010 aCtiViteiten 2011 VersChiL
Presentaties Basisschoolleerlingen 118 117 -1
Presentaties Jongeren 73 75 2
Presentaties Volwassenen 27 40 13
Uitlenen leskisten Basisschoolleerlingen 38 53 15
Verkoop leskisten Basisschoolleerlingen 0 0
Zangavonden Particulieren 90 80 -10
Fiets-boot-wandeltochten etc. Particulieren 23 31 8
Verkopingen Particulieren 18 25 7
eVenementen en reizen doeLgroeP thema bereikte doeLgroeP
Comitédag Comitéleden Afrika, op je gezondheid! 220
Beurs Wegwijs Particulieren en jongeren Werven adopties en onderhouden contacten
6.500
Platformoverleg Leden Business Platform en RegioOndernemers
90
Ondernemersreis Ondernemers Burkina Faso 8
Relatiereis Ondernemers en particulieren Vermogensfondsen
Opening Hope University College 20
Vakuitwisseling Nederland naar Bangladesh Vmbo-jongeren/vakjongeren ‘Vakonderwijs werkt’2.750
Vakuitwisseling Bangladesh naar Nederland Vmbo-jongeren/vakjongeren ‘Vakonderwijs werkt’
Views totaaL aantaL Views Per dag
Algemeen www.woordendaad.nl 1.703.895 4.668
Comité www.comites.woordendaad.nl 9.752 27
www.woordendaadindebuurt.nl* 7.216 20
Jongeren www.woordendaadjongeren.nl 16.077 44
Kids www.woordendaadkids.nl 10.513 29
Bedrijven www.woordendaadbedrijven.nl 12.404 34
RegioOndernemers www.regioondernemers.nl 1.368 4
Vermogensfondsen www.woordendaadvermogens.nl 2.307 6
Samen voor Haïti** www.samenvoorhaiti.nl 4.028 11
* www.woordendaadindebuurt.nl is per 01/11/2011 geïntegreerd in de algemene site** www.samenvoorhaiti.nl is online vanaf 13/01/2010, net na de ramp in Haïti
* Waarvan 623 Canada afmeldingen.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 51
3 HET WERK IN HET NOORDEN
Publicaties in de media
Klachten
Signalen
Complimenten
Social media
reaLisatie 2010 doeLsteLLing 2011 reaLisatie 2011
Landelijke en regionale media (exclusief comitépublicaties)
340 305 279
Lokale media (comitépublicaties) 875 900 810
Bijdrage aan (niet-)christelijke bladen 56 60 68
Radio en tv 24 15 10
totale mediaaandacht 1.295 1.167
aantaL kLaChten 2011 2010 2009
Ontvangen 6 10 4
Naar tevredenheid afgehandeld 6 10 3
Niet naar tevredenheid afgehandeld 0 0 1
kLaChten ingedeeLd Per tyPe 2011 2010 2009
Communicatie 2 0 3
Identiteit en geloofsbeleving 0 0 0
Werkwijze Woord en Daad en/of partners 4 4 1
Salarissen 0 6 0
totaal 6 10 4
aantaL signaLen 2011 2010 2009
Ontvangen 42 38 16
signaLen ingedeeLd Per tyPe 2011 2010 2009
Communicatie 6 0 1
Identiteit en geloofsbeleving 0 0 1
Werkwijze Woord en Daad en/of partners 3 0 4
Salarissen 33 38 10
totaal 42 38 16
aantaL ComPLimenten 2011 2010 2009
Ontvangen 5 4 2
ComPLimenten ingedeeLd Per tyPe 2011 2010 2009
Communicatie 1 0 0
Identiteit en geloofsbeleving 0 0 0
Werkwijze Woord en Daad en/of partners 4 4 2
totaal 5 4 2
soCiaL media VoLgers beriChten gereageerd oP beriChten
Facebook 144 45 89
Twitter 394 462 607
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden52
3.2 BELEIDSBEïNVLoEDING
SuBTHEMA 1: - VAkoNDERwIjS,
wERkGELEGENHEID EN
oNDERNEMERScHAP
Algemene doelstelling: De
Nederlandse regering en de EU
worden gestimuleerd meer en
beter te investeren in toegang tot
vakonderwijs voor gemarginali-
seerde en werkloze jongeren en
volwassen, alsook in training van
ondernemersvaardigheden.
SuBTHEMA 2 – oNTwIkkELING
VAN wAARDEkETENS
Algemene doelstelling: Woord en
Daad vergroot het bewustzijn van
beleidsmakers voor onderbelichte
aspecten van private sector-
ontwikkeling (link tussen rurale
ontwikkeling en beroepsonderwijs;
betrokkenheid van private sector
bij duurzame landbouw; toegang tot
krediet voor MKB, niet alleen voor
handel maar ook voor productie
en investeringen, niet alleen voor
stabiele maar ook voor innovatieve
productieketens en nichemarkten).
SuBTHEMA 3 – GENDER EN GEZIN
Algemene doelstelling: toegeno-
men bewustzijn bij overheid en
maatschappelijke organisaties dat
ondersteuning en versterking van
gezinsstructuren cruciaal is voor
duurzame ontwikkeling.
doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
Toegenomen bewustzijn) bij Nederlandse en Europarlementariërs van het belang van vakonderwijs, en het verbinden daarvan met werk en MKB-ontwikkeling.
In de Tweede Kamer is de aandacht en inzet voor beroepsonderwijs en MKB-ontwik-keling duidelijk toegenomen, mede dankzij onze lobby. Richting het Europees Parlement is niet gelobbyd op deze thema’s.
Toegenomen beleidsontwikkeling op dit thema door MBZ en EC.
Genoemde thema’s maken onderdeel uit van het nieuwe beleid. Wat betreft beroeps-onderwijs is dat mede a.g.v. onze lobby in Nederland en op EU-niveau via EU-CORD.
Verbeterde beleidsuitvoering door MBZ en EC.
Omdat het voor een belangrijk deel nieuw beleid betreft, of omdat rapportages en evaluaties hierover ontbreken, is hier weinig over te zeggen.
doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
MBZ vergroot de inspanningen voor meer toegang tot mesofinanciering en BDS-diensten voor kleiner MKB
De huidige regering investeert fors meer in mesofinanciering en capaciteitsversterking van het MKB. Woord en Daad heeft beperkte invloed gehad op de beleidswijziging
MBZ en de Tweede Kamer willen meer financiële instrumenten voor nichemarkten met hogere risico´s en voor producenten van goederen in nichemarkten
Dit is gerealiseerd met de introductie van het Fonds Opkomende Markten-OS, een nieuw MKB-fonds voor investeringen met hogere risico’s. Woord en Daad heeft geen directe invloed gehad op de introductie van dit fonds
MBZ streeft volledige betrokkenheid na van producenten (hoofdzakelijk boeren) in het beleid voor private sectorontwikkeling
Op papier en in debatten is dit inmiddels gemeengoed, mede n.a.v. pleidooien van ons en gelijkgezinde organisaties. Uitwerking in de praktijk wordt kritisch gevolgd door Woord en Daad
MBZ erkent het belang van een sterkere focus op agribusinessontwikkeling in het algemeen, en meer specifiek op investeringen en private dienstverlening, dan vooral op capaciteitsver-sterking voor boeren en boerengroepen
Dit is terug te zien in het nieuwe beleid voor private sectorontwikkeling, waarin sterke nadruk ligt op beschikbaarheid financiële instrumenten en op verbetering van het ondernemersklimaat
doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
Eind 2011 heeft Woord en Daad een sterke kennisbasis tot haar beschikking, (die bestaat uit relevant wetenschappelijk onderzoek over specifieke) gezinsvraagstukken in ontwikke-lingslanden (bijv. Veranderingen in gezinsstruc-turen, gezinswaarden en hiv-preventie etc.), wat gebruikt zal worden voor lobbydoeleinden
Op 15 september heeft de nieuwe stichting Family Facts zich met haar website gepresenteerd aan het publiek. Vergroting van de bekendheid van Family Facts en het ontwikkelen van goede thematische dossiers zal vooral in 2012 plaatsvinden.
SuBTHEMA 4 – EffEcTIVITEIT EN
DuuRZAAMHEID
Algemene doelstelling: Woord en
Daad heeft meer inzicht gekregen in
de mate waarin en de aard van scepsis
onder Bijbelgetrouwe christenen over
de effectiviteit van ontwikkelingshulp
en gebruikt dit inzicht voor gerichte
lobby- en bewustwordingsactiviteiten
om deze scepsis het hoofd te bieden.
doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
In 2011 wordt een onderzoek gedaan naar dit onderwerp, dat zowel een kwalitatief als een kwantitatief karakter zal hebben
In samenwerking met elf andere organisaties heeft Woord en Daad door TNS NIPO een onderzoek laten uitvoeren naar leef- en geefgedrag onder Bijbelgetrouwe christenen. Het thema scepsis is daarin meegenomen. Resultaten zijn gepubliceerd op 24 november 2011, waaruit een actieplan voortvloeit
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 53
3 HET WERK IN HET NOORDEN
coLoMBIA PLATfoRM: LoBBy
VooR oNTHEEMDEN
Algemene doelstelling: De
Nederlandse inspanningen voor
humanitaire hulp aan ontheemden in
Colombia worden geconsolideerd en
waar mogelijk versterkt.
cooRDINATIoN EuRoPE-
HAITI: LoBBy VooR
VoEDSELZEkERHEID EN
VooRBEREIDING oP RAMPEN
Algemene doelstelling: De EU ver-
sterkt haar steun aan voedselzeker-
heid en vermindering van kwets-
baarheid voor rampen (DRR) in Haïti.
Nederland speelt een actieve rol
binnen de EU om dat te realiseren.
ALGEMENE LoBByAcTIVITEITEN
VooR PRISMA EN PARToS
Algemene doelstelling: Prisma en
Partos zetten een krachtige lobby
voor ontwikkelingssamenwerking
voort, met actieve ondersteuning
van Woord en Daad (op aanvraag).
doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
Nederland zet zijn bilaterale OS-relatie met Colombia voort
Niet behaald: Nederland heeft, ondanks sterke lobby vanuit het Colombia platform, besloten de bilaterale ontwikkelingsrelatie te beëindigen. Woord en Daad stapt per 1 janu-ari 2012 uit het Colombia platform, omdat de lobbyprioriteiten van het platform niet meer aansluiten bij onze eigen prioriteiten.
Het MBZ-budget voor hulp aan Colombiaanse ontheemden blijft tenminste gelijk. Ontheem-den vormen een belangrijk thema in de politieke dialoog tussen Nederland en Colombia
Ontheemden zijn geen belangrijk eigenstan-dig thema in de politieke dialoog. Wel is er aandacht voor in de dialoog over onder meer restitutie van land
doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
De Coordination Europe-Haiti draagt bij aan sterkere EU-inspanningen voor voedselze-kerheid en Disaster Risk Reduction (DRR) in Haïti, o.a. in de uitvoering van het EU-landenbeleidsdocument over Haïti.
Lobby van het platform heeft eraan bijgedra-gen dat het EP zich sterk maakt voor voed-selzekerheid en DRR in Haïti. De Commissie erkent de relevantie van ons standpunt, maar heeft haar beleid nog niet aangepast in die richting. (Gelet op de nieuwste EU-beleids-trends is de kans daarop wel reëel en heeft doorgaan met de lobby zin.)
doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
Woord en Daad draagt bij aan de Prisma-lobby op het gebied van hiv/aids en SRGR en kwetsbare groepen (kinderen, mensen met een handicap)
De politiek adviseur van Woord en Daad heeft in 2011 permanent input gegeven en meegedacht bij lobbyactiviteiten van Prisma. Succes was de parlementaire aanvaarding van een SGP-amendement voor uitstapprogramma´s voor sekswerkers in ontwikkelingslanden.
Woord en Daad draagt bij aan de Partos-lobby over zaken als beleidscoherentie, zui-verheid van het OS-budget, een goede balans tussen bestedingen via de multilaterale, bilaterale en maatschappelijke kanalen.
Gedurende het hele jaar is actief geparti-cipeerd in de lobby van Partos. Successen waren onder meer: aanvaarding Eerste Kamer-motie over MFS2/3 en Tweede Kamer-motie over handhaving 0,7% BNP voor ontwikkelingssamenwerking.
LoBBy HooRN VAN AfRIkA doeLsteLLing resuLtaat gereaLiseerd
Bevorderen dat Nederland bijdraagt aan het vinden van duurzame oplossingen voor instabiliteit en voedselonzekerheid in de Hoorn van Afrika
Samen met ZOA met succes aandacht gevraagd voor de noodzaak van een struc-turele oplossing bij ministerie en Tweede Kamer. Regering zet nu sterk in op politieke oplossing conflict in Somalië als belangrijke oorzaak van de hongersnood.
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden54
LEERPuNTEN
Leerpunt in 2010 en opvolging in 2011
• Tot op heden heeft Woord en Daad vooral gebruik gemaakt van lob-byactiviteiten (gesprekken, brieven etc.) om politici te beïnvloeden. Andere organisaties laten zien dat ook andere middelen ingezet kunnen worden, bij-voorbeeld acties vanuit de achterban of bepaalde groepen in de samen-leving.Door binnen de organisatie beleidsbeïnvloeding en bewustwording meer met elkaar te verbinden, willen we vanaf 2011 de slagkracht van de lobbyactiviteiten vergroten.
In 2011 is de eerste activiteit geor-
ganiseerd, waarin lobby en bewust-
wording werden gecombineerd: het
bezoek van de Bengaalse vakstu-
denten aan de Tweede Kamer, waar
zij het belang van beroepsonderwijs
hebben behartigd. Deze activiteit is
goed verlopen en is aanleiding om in
de komende jaren meer gezamenlijke
activiteiten te organiseren.
Leerpunt 2011
• In 2011 is begonnen met regelmatige verslaglegging van lobbyactiviteiten naar een brede groep collega’s. Dit heeft bijgedragen aan meer zichtbaar-heid van, draagvlak voor en betrok-kenheid bij het lobbywerk. In 2012 zal deze lijn voortgezet en de verslagleg-ging verder verbeterd worden.
3.3 BEwuSTwoRDING
wees Eerlijk campagneWoord en Daad is al jaren samen
met haar partners actief in het
verbinden van jongeren uit de
achterban met leeftijdsgenoten in
het Zuiden en vice versa. In 2011
heeft Woord en Daad dit verder
verdiept door de ontwikkeling van
de nieuwe Wees Eerlijk campagne.
Deze campagne, die Woord en
Daad en ZOA tot 2013 samen
gaan houden, is gericht op vmbo-
scholieren met als doel hen aan te
zetten tot een eerlijke en duurzame
levensstijl. Dit programma met als
centrale thema duurzaamheid omvat
onder meer reizen naar ontwik-
kelingslanden en voorlichting over
duurzaamheid in het Noorden.
Begin januari 2011 kwam het
verheugende bericht binnen dat
een aanvraag voor de Wees Eerlijk
campagne van Woord en Daad (i.s.m.
ZOA) voor een SBOS-subsidie was
goedgekeurd. SBOS staat voor de
Subsidiefaciliteit voor Burgerschap
en Ontwikkelingssamenwerking, een
programma van het ministerie van
Buitenlandse Zaken gericht op het
vergroten van mondiaal burger-
schap. De plotselinge ruimte voor
dit programma heeft tot gevolg
dat een aantal plannen van de unit
Bewustwording voor 2011 niet of
anders dan gepland zijn ingevuld.
Zie voor meer informatie over deze
campagne www.weeseerlijk.nl.
onderzoek Trouw geven, eerlijk levenOntwikkelingssamenwerking is
geen vanzelfsprekendheid meer, ook
niet onder christenen. Bovendien
ontstaan er in een globaliserende
wereld steeds meer mogelijkheden
om, niet alleen in ‘geven’ maar ook in
‘leven’ (bijvoorbeeld: consumeren)
bij te dragen aan een eerlijker en
rechtvaardiger wereld. Om inzicht
te krijgen in deze ontwikkelingen
heeft Woord en Daad het initiatief
genomen tot een grootschalig
onderzoek naar het geef- en leefge-
drag van Bijbelgetrouwe christenen.
Dit onderzoek is uitgevoerd door
TNS NIPO en werd mede gesteund
door elf andere maatschappelijke
organisaties. Op 24 november vond
in Utrecht een goedbezocht sym-
posium plaats, waar de uitkomsten
door verscheidene deskundigen
werden besproken. Meer informatie:
www.woordendaad.nl/jaarverslag.
Vakuitwisseling BangladeshVakonderwijs (beroepsonderwijs) is
in de visie van Woord en Daad een
belangrijke weg voor arme mensen
om daadwerkelijk uit de armoede
te geraken. Door een samenwer-
king van de unit Bewustwording
en de politiek adviseur van Woord
en Daad is dit in 2011 voor zowel
de achterban als voor politiek Den
Haag duidelijk geworden: een
vakuitwisseling tussen het Calvijn
College en het Hope Technical
Institute in Bangladesh vond plaats.
Vakjongeren uit beide landen heb-
ben hier én daar hun overeenkom-
sten en verschillen op het gebied van
vakonderwijs, cultuur en geloof ont-
dekt. Bovendien zijn de vakjongeren
uit Bangladesh in Den Haag op een
ontwapenende manier in gesprek
gegaan met Tweede Kamerleden.
3.3.1. DoELSTELLINGEN EN
RESuLTATEN
Leerpunten uit jaarverslag 2010 en opvolging in 2011.
• Het publiek is niet altijd op de hoogte van de activiteiten die Woord en Daad op het gebied van beleidsbeïn-vloeding onderneemt. Een duidelijker mobilisatie van de achterban, ter
TRouw GEVEN, EERLIjk LEVENwoordendaad.nl/jaarverslag
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 55
3 HET WERK IN HET NOORDEN
ondersteuning van politieke lobbyactiviteiten, kan de betrokken-heid vergroten.
Door beleidsbeïnvloeding en bewustwording in 2011 sterk
aan elkaar te koppelen, met name rond het uitwisselings-
traject Nederland-Bangladesh en het daaraan gekoppelde
lobbytraject, en door daarbij ook nadrukkelijk in eigen en
externe media de publiciteit te zoeken, is er in 2011 meer
bekendheid gekomen voor de politieke lobby-activiteiten van
Woord en Daad.
Leerpunten 2011
• Uit het gehouden onderzoek ‘Trouw geven, eerlijk leven’ blijkt dat kerken een belangrijk rol vervullen bij opinievorming van de achter-ban. In 2012 zullen we kijken hoe we met predikanten en kerken meer kunnen samenwerken.
3.4 DoNoRRoL
Op pagina 142 staat beschreven hoe de partner- en donorrol
werken. De donorrol speelt zich vooral af in de Nederlandse
organisatie. Donorteams geven elk vanuit hun eigen vak-
gebied (Finance, Fondsenwerving, Planning, Monitoring en
Auditing (PMA), Projectadministratie) een advies over (meer)
jaarplannen aan de twee managers die verantwoordelijk zijn
voor de uitvoering van de donorrol.
De rol van PMA werd in 2011 ontwikkeld. Het doel is binnen
deze functie vanuit Woord en Daad Donor verantwoording
af te kunnen leggen aan backdonoren, regioallianties en
partnerorganisaties. Hiervoor waren een aantal actiedoelen
opgesteld:
doeLsteLLingen resuLtaten gereaLiseerd
Een uitwisseling tussen vakleerlingen in Zeeland en Bangladesh vindt plaats. Doel: uitwisseling, bewustwording en lobby.
15 leerlingen vanuit Zeeland reisden in mei naar Bangladesh. In oktober bezochten 12 leerlingen uit Bangladesh Nederland. Ontmoetingen vonden plaats met Tweede Kamer en ministerie.
Een publiciteitscampagne over ‘eerlijk consumeren’ wordt gelanceerd in de achterban van Woord en Daad
Door de toewijzing van SBOS-subsidie, is in februari gekozen voor een campagne over eerlijk consumeren, specifiek gericht op vmbo-scholieren. Dit is de Wees Eerlijk campagne.
Een digitale nieuwsdienst wordt opgezet met nieuws over duurzaamheid, barmhartigheid en gerechtigheid om achterban bewust te maken van ontwikkelingen op dit gebied
Dit is onderdeel van de sociale media-activiteiten die in 2011 zijn opgezet, waarbij Woord en Daad als ‘organisatie’ maar ook diverse medewerkers via sociale media actief zijn.
De website www.woordendaadjongeren.nl wordt vernieuwd en een nieuwe huisstijl wordt ontwikkeld voor Woord en Daad-jongeren.
Samen met het kwartaalblad Grenzeloos en de fondsenwervende producten gericht op jongeren, wordt ook de website herzien: in één nieuwe stijl. Oplevering: maart 2012.
Beleidsplan over, en invoering van social media-initiatieven van Woord en Daad.
Na vaststelling beleidsplan heeft Woord en Daad 360 volgers op Twitter, 146 op Facebook en 885 op Hyves.
Een database wordt ontwikkeld met relevante videofragmenten, te gebruiken bij voorlichtingen voor jongeren.
Deze database is opgezet en groeiende. Een twintigtal videofragmenten is inmiddels beschikbaar.
Twee Young Ambassadors-reizen vinden plaats. Eén reis i.s.m. Calvijn College vond plaats met 5 leerlingen naar India. Een andere reis moest vanwege ziekte van een docent worden doorgeschoven naar 2012.
In samenwerking met World Servants wordt een bewustwor-dingsinitiatief opgezet voor een bouwreis van World Servants naar een Woord en Daad-partner
Voor en tijdens de reis vond een bewustwordingstraject plaats. Bovendien ontvingen alle 33 deelnemers een bewustwordingstoolkit na afloop.
Het laatste boek van WWKidz wordt gepubliceerd en een bezin-ningsproces over de toekomst van WWKidz vindt plaats
Het boek Schokkende Aarde verscheen in januari. Het bijbehorende lespakket is inmiddels 94 keer verkocht. Een plan wordt opgesteld over de toekomst van WWKidz.
Just Care krijgt een nieuwe structuur ZOA en Woord en Daad hebben gezamenlijk het initiatief overgenomen van Just Care. Driestar Educatief is de leverancier van Just Care op onderwijsgebied.
De lessen van Just Care worden herzien en breder ingezet in het onderwijs
Met ingang van september 2011 wordt het Just Care-materiaal kosteloos ter beschikking gesteld. De lessen maken bovendien deel uit van de Wees Eerlijk campagne.
Er worden initiatieven ondernomen om studenten als doelgroep nauwer bij Woord en Daad te betrekken
In verband met het (plotselinge) opstarten van de Wees Eerlijk campagne, is ervoor gekozen deze doelstelling naar 2012 te verplaatsen.
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden56
In het operationeel jaarplan 2011
waren voor PMA de volgende activi-
teiten gepland:
Er is een aantal audits uitgevoerd
overspecifiekebestedingenofhet
managementniveau van organi-
saties. De eindrapportages zijn
door de raad van bestuur goed-
gekeurd, alsmede het plan van
aanpak voor de follow-up. Er is een
opzet gemaakt hoe de geplande
PMEL audits zoals beschreven in
hoofdstuk 2 worden vormgegeven.
Daarnaast is er een meerjaren-
planning (2012-2015) voor de
diverse typen audits gemaakt.
Hieruit komt naar voren dat het
uitvoeren van een audit regu-
lier werk is. Financiële audits en
organisatie-audits worden door
een lokale consultant uitgevoerd,
definancieeladoptieauditsdoor
collega’s van de unit Financiële
Adoptie en audit rond Planning
Monitoring Evaluatie en Leren door
de PMA-medewerker.
De PMA-medewerker participeert in
alle donorteams, zodat bevindingen
vanuit PMA meegenomen worden bij
het beoordelen van projectaanvragen
en in de toekenning van fondsen.
In 2011 is er een bezoek gebracht
aan de vijf najaars-alliantiemeetings
door donorrepresentaties. Dit is
voor zowel de partnerorganisaties
als de donormedewerkers als erg
nuttig ervaren.
3.5 coMMuNIcATIE EN foNDSENwERVING
Christenen geven bovengemiddeld hoog. Dit blijkt uit het onderzoek dat Woord en Daad met een aantal andere christelijke organisaties in november 2011 heeft laten uitvoeren. Als we kijken naar de groeiende inkomsten vanuit de particu-lierenachterban kunnen we dat beves-tigen. Ondanks de economische crisis stegen de inkomsten bij deze doelgroep. Bij Bedrijven en Vermogensfondsen was de economische crisis wel voelbaar. Institutionele Fondsen bleven achter op de begroting door o.a. de kortingen vanuit de overheid. We zien echter bij alle doelgroepen dat er een hoge mate van betrokkenheid is.
3.5.1. coMMuNIcATIE
EN foNDSENwERVING
PARTIcuLIEREN
AlgemeenWoord en Daad is voor haar inkom-
sten voor een groot deel afhankelijk
van de particuliere achterban. In
oktober ontmoetten we duizenden
donateurs tijdens beurs Wegwijs in
Utrecht. Een mooie gelegenheid om
feedback te krijgen en door te praten
over het werk van Woord en Daad
en onze wijze van communiceren.
Via onze website, magazines, folders,
projectvoorstellen en -rapportages
informeren we over de voortgang
van het werk en de fondsenwer-
vende activiteiten en producten.
comitésDankzij de 83 comités, bestaande uit
721 lokale vrijwilligers, is Woord en
Daad in het land rijkelijk vertegen-
woordigd. Dat koesteren we. De jaar-
lijkse comitédag werd traditiegetrouw
gehouden in september in Nijkerk,
en stond in het teken van het nieuwe
jaarthema: Afrika, op je gezondheid!
Een speciale dag voor vrijwilliger en
comitécoördinator Henk de Pater,
omdat hij door de Koningin benoemd
werd tot Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau. Burgemeester Gert-
Jan Kats van de gemeente Zuidplas
speldde de versierselen op.
AdoptieViafinanciëleadoptiekregen
1291 kinderen een sponsor vanuit
Nederland. Het aantal afmeldin-
gen was dit jaar helaas erg hoog
met een totaal van 2112. Van dit
aantal zijn er 623 die van Woord
en Daad Nederland zijn overge-
gaan naar Word and Deed Canada.
Hiermee komt het aantal op 1489
aCtiedoeLen status
Ontwikkelen van een PMA manual Met inbreng van betrokkenen is een accountability manual opgesteld, wat beschrijft welk type audits we hanteren, en hoe deze worden uitgevoerd. Dit manual is op 31-05-2011 goedge-keurd door de raad van bestuur.
Ontwikkelen van een format voor PMA audits
Deze formats zijn betrokken in het genoemde accountability manual; er zijn formats/schema’s opgezet voor financiële, PMEL, organisatiebrede, specifieke en sponsoring audits
Beoordeling jaarlijkse resultatenrap-portage allianties
Volgens planning worden deze jaarlijks door de PMEL-mede-werker opgesteld. Dat is in 2011 niet gerealiseerd, waardoor logischerwijs beoordeling hiervan door PMA en donorteam niet heeft plaatsgevonden
Uitvoeren audits Er zijn een aantal financiële en organisatiebrede audits uitge-voerd (India, Zambia en Oeganda). De PMEL Strengthening Visits zijn gestart per ultimo september, PMEL audits worden minimaal een ½ jaar daarna uitgevoerd, waardoor er in 2011 geen PMEL audits zijn uitgevoerd. In 2011 zijn geen sponsoring audits uitgevoerd.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 57
3 HET WERK IN HET NOORDEN
afmeldingen vanuit Nederland. Een
grootgedeeltegafhunfinanciële
situatie aan als reden voor de
stopzetting. Daarmee komen we op
een totaal van 33.524 gesponsorde
kinderen.
Omdat we waarde hechten een (nog)
sterkere binding tussen sponsors en
sponsorkinderen, zijn we een vernieu-
wingstraject gestart van Financiële
Adoptie. Zo zullen we nadrukkelijker
oog hebben voor verschillende
doelgroepen, zoals jongeren, starters,
gezinnen en ouderen.
uitfasering IndiaIn februari besloten we op (lange)
termijn (tien jaar) de projecten in
India uit te faseren onder andere
vanwege de economische groei van
het land en de lokale fondsenwer-
vingmogelijkheden. Veel sponsors
hebben een hechte band met India.
Daarom hebben we hen vroegtijds
geïnformeerd over deze ontwik-
keling. In april verstuurden we een
informatieve mailing aan alle 8.369
sponsors en donateurs in India.
Structurele giftenIn2011ontvingenwijviafinanciële
adoptie, PartnerPlan, sharekids,
Indeed en Schoolkids structurele
financiëlebijdragen.ViaGiveagiftis
dit jaar meer binnengekomen voor
Gift of love en Schoolgift met een
totaalbedrag van € 215.725.
Een groeiende groep van 319 dona-
teurs steunt PartnerPlan. Vanuit dit
fonds worden basisvoorzieningen en
onderwijsprojectenvanfinanciële
steun voorzien. Jongeren dragen
individueel of door acties op scholen
structureel bij via sharekids en
Indeed.
Momenteel zijn er 916 kinderen die
via scholen gesteund worden. Er
kwamen in 2011 twee nieuwe scho-
len bij die met Schoolkids werken.
NoodhulpMaart 2011 start EFSL, partnerorga-
nisatie van Woord en Daad, met een
noodhulpactie in Gondama en Belebu,
Sierra Leone. Deze twee dorpen zijn
grotendeels platgebrand en vanuit de
donateurs ontvingen wij een bijdrage
voor de wederopbouw. Halverwege
2011 kwamen de berichten binnen
over de grote nood in Oostelijk Afrika.
Doordroogteenconflictenzijn
tienduizenden mensen op de vlucht
geslagen. Vanuit de achterban was de
steun groot met een totale inkomsten
van ruim € 2,5 miljoen. Zie paragraaf
2.2 voor meer informatie.
jaarthema en (thema)projectenIn 2011 werkten we verder met het
jaarthema: ‘Landbouw, verbouw
je toekomst!’ Vanaf september
zijn we overgegaan op het nieuwe
jaarthema: Afrika, op je gezondheid!
Hiervoor is € 68.389 binnenge-
komen. Daarnaast zijn er scholen,
kerken en particulieren die een
specifieke(thema)projecthebben
gefinancierdnaastallegiftenvoor
‘waar meest nodig’.
3.5.2. coMMuNIcATIE EN
foNDSENwERVING BEDRIjVEN
AlgemeenNiet alleen kijken naar wat we doen
maar ook wat we bereiken met ons
werk en welke impact dit heeft voor
de doelgroep. Resultaat en impact
stonden dit jaar centraal in de
communicatie richting Bedrijven en
kregen op diverse wijze een plaats in
de communicatie. In een bijeenkomst
met de Business Partners stond
centraal hoe Woord en Daad omgaat
met evalueren en leren. Daarnaast
werd er in het voorjaarsnummer
van Daadkracht en op het Business
Platform aandacht aan besteed.
De directeur van de vakschool
Filippijnen vertelde hoe zijn falend
vakonderwijsproject een succes
werd. Ondernemers reageerden na
aflooppositiefopdebijeenkomst.
Betrokken ondernemers werden
maandelijks via Daadkracht-
nieuwsmail op de hoogte gehouden
van (bedrijfs)ontwikkelingen hier
en in het Zuiden. De coördinatie-
groep, onderdeel van het Business
Platform, vergaderde in 2011
vier keer over resultaten, ontwik-
kelingen en plannen voor het
Business Platform. Besturen van
RegioOndernemers en de coördi-
natiegroep kwamen in mei bij elkaar
om van gedachten te wisselen over
hoe beide, RegioOndernemers en
Business Platform, elkaar kunnen
versterken.
Business PlatformVanaf 2011 wordt een andere
manier van tellen gehanteerd voor
de leden van het Business Platform.
Voorgaande jaren werden ook
de leden meegeteld die nog geen
besluit over verlengen of stoppen
hadden genomen. Vanaf dit jaar
tellen we alleen de leden met een
lopend contract. Op 1 januari waren
er 86 leden, op 31 december telt
het platform 90 leden. Hiermee
is een lichte groei gerealiseerd.
Binnen het Business Platform zijn
verschillende teams actief; met
een groei van twee teams zijn er nu
totaal vijf groepen.
Leden van een Business Platform-
team reisden in maart naar Burkina
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden58
Faso. Met hun team sponsoren zij
vakonderwijs in dit land. Doel van
hun reis was inzicht krijgen in de
aansluiting van de huidige vakoplei-
dingen op het bedrijfsleven in rurale
gebieden.
De coördinatiegroep van het
Business Platform reisde in mei
af naar Zambia. De ondernemers
bezochten verschillende projec-
ten die door unit Bedrijven en het
Business Platform worden gesteund.
In oktober vertrok een groep van
tien ondernemers voor tien dagen
Burkina Faso. Daar zagen zij met
eigen ogen het werk van partners
CREDO en AEAD in de stad en op
het platteland. In oktober reisden
betrokken ondernemers, onder
wie RegioOndernemers Duin- en
Bollenstreek, naar Ethiopië om daar
deofficiëleopeningvanhetHope
University College in Addis Abeba bij
te wonen.
RegioondernemersEr is een groei gerealiseerd van
zeven naar negen lokale groepen
RegioOndernemers. Zuid-Hollandse
Eilanden en Twente hebben een
eigen RegioOndernemersgroep
gekregen. Totaal zijn ongeveer 400
bedrijven lid van RegioOndernemers
en daarmee een belangrijke doel-
groep. Totaal haalden deze groepen
€ 273.932 binnen.
De negen groepen
RegioOndernemers organiseerden
verschillende netwerkactiviteiten
en grote veilingen. Dit resulteerde
in prachtige bedragen bestemd voor
hun project. De RegioOndernemers-
besturen en Woord en Daad
kwamen in mei bij elkaar en wis-
selden ervaringen en ideeën uit. In
2011 ontvingen de RO-besturen
twee maal een nieuwsmail met van
elke RO een update. Dit werd zeer
gewaardeerd.
In 2011 is er veel aandacht besteed
aan relatiebeheer. Met name de con-
tacten met de RegioOndernemers,
Business Partners en de Business
Platformleden hebben de aandacht
gekregen die ze verdienen. Via
diverse producten werd er een
inkomstenbedrag van € 2,1 miljoen
bijeengebracht, wat het meest
haalbare bleek. In 2010 kwam er
veel binnen voor noodhulp Haïti.
Maar ook de economische tegen-
wind zorgde er mede voor dat de
begrote groei naar € 3,6 miljoen niet
gehaald is.
Business PartnersIn 2011 waren er zes Business
Partners, dit zijn er vier minder
dan in 2010. De Business Partners
committeren zich aan Woord en
Daad voor drie jaar en een minimaal
jaarbedrag van € 35.000. Een
eigen project, overgang naar de
unit Vermogensfondsen en minder
financiëleruimte,zijnredenenvoor
het beëindigen van de relatie. Er is
een nieuwe partner bijgekomen. Een
andere partner kon door omstandig-
heden nog geen passend project met
bijbehorende overeenkomst worden
aangeboden. Deze partner wil graag
per 2012 weer deelnemen.
financiële Adoptie (companykids)In 2011 zijn 1728 kinderen door
bedrijven gesponsord. Via het
speciale adoptieprogramma
CompanyKids, waarbij een bedrijf
vijf kinderen sponsort, hebben 1075
kindereneenfinancieelonderdak
gevonden. Hiermee is een groei van
25 kinderen gerealiseerd.
overige inkomstenEr zijn in 2011 bijna 2300 kerstpak-
ketten verkocht om extra inkomsten
te genereren, dit bracht ruim € 8000
op. De sponsorbutton op de home-
page van Woord en Daad werd door
15bedrijvengefinancierd.Eenaan-
tal bedrijven vierden een feestelijke
gebeurtenis waarbij de opbrengst
aan Woord en Daad gedoneerd
werd. Ten opzichte van 2010 zijn de
overige inkomsten met € 400.000
achtergebleven op de begroting.
Door middel van een analyse wordt
gekeken hoe we hier in 2012 meer
aandacht aan kunnen besteden.
3.5.3. coMMuNIcATIE
EN foNDSENwERVING
INSTITuTIoNELE foNDSEN
In 2011 is door de unit Institutionele
Fondsen een nieuwe strategie
uitgewerkt voor institutionele fond-
senwerving, waarbij de nadruk veel
meer is komen te liggen op de rol van
de partnerorganisaties van Woord
en Daad. De focus in deze nieuwe
strategie ligt op de regionale allian-
ties, om op regionaal niveau fondsen
te werven. Dat sluit aan op trends
die zichtbaar zijn bij grote institu-
tionele donoren, waarbij meer en
meer subsidies op regionaal niveau
beschikbaar zijn. Hierbij aansluitend
heeft de unit dit jaar al een aantal
partnerorganisaties geadviseerd bij
aanvragen die deze organisaties zelf
indienden. In 2012 zal deze nieuwe
strategie een verdere praktische
uitwerking krijgen.
De unit Institutionele Fondsen-
werving heeft in 2011 qua inkomen
in 2011 de doelstelling niet
gehaald. Dit is grotendeels toe
te schrijven aan de onverwachte
korting op de meerjarige MFS2-
subsidie die Woord en Daad van de
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 59
3 HET WERK IN HET NOORDEN
Nederlandse overheid ontvangt.
Wel zijn diverse nieuwe subsidies
toegekend, onder andere voor
bewustwordingsprogramma’s
in Nederland. Hiervoor kregen
we bijvoorbeeld van SBOS, de
Subsidiefaciliteit voor Burgerschap
en Ontwikkelingssamenwerking, een
subsidie. Ook met Prisma en PSO
zijn nieuwe contracten gesloten.
Een mooi resultaat is ook dat EO
Metterdaad aandacht zal besteden
aan het werk van onze partner CSS
in Bangladesh. Hiervoor zijn in 2011
opnames gemaakt. In 2012 worden
deze uitgezonden.
Met Driestar Educatief is in 2011
een start gemaakt met het samen-
werken op het gebied van institutio-
nele fondsenwerving.
Op het gebied van noodhulp zijn ook
in 2011 nog inkomsten ontvangen
voor de noodhulpprojecten in Haïti.
Daarnaast is ruimhartig en spontaan
gedoneerd door kerkelijke dono-
ren voor de noodhulpactie voor
Oost-Afrika.
3.5.4. coMMuNIcATIE
EN foNDSENwERVING
VERMoGENSfoNDSEN
communicatieDe ingezette koers van 2010 is
voor het segment Familie- en
Vermogensfondsen in 2011 gecon-
tinueerd. Dat betekent concreet:
geen brede marketingcampagnes,
wel ‘netwerken’ en investeren in
persoonlijke relaties. De com-
municatiemiddelen zijn vooral op
maat gemaakt en ingestoken op de
persoonlijke benadering die bij deze
doelgroep past.
Zo worden projectvoorstellen en
projectrapportages opgebouwd vol-
gens een standaardformat, maar wel
steeds met toevoeging van klantspe-
cifiekeeisenenwensen.Daarnaast
wordt ook actief meegewerkt aan de
redactie van een nieuwsbrief voor
een tweetal belangrijke relaties. De
nieuwsbrief van Woord en Daad
Vermogensfondsen is in 2011
drie keer verstuurd naar ruim 200
gerichte relaties. Woord en Daad
heeft in 2011 geparticipeerd in
een viertal zogenaamde ronde-
tafelbijeenkomsten die werden
georganiseerd door drie verschil-
lende vermogensbanken. Doel van
deze sessies was uitwisseling van
kennis en expertise en waar mogelijk
verbindingen leggen. Voorts is nog
vermeldenswaard dat Woord en
Daad in september 2011 een eerste
succesvolle try-out heeft gedaan met
het organiseren van een bijeenkomst
voor zowel Business Partners als
Vermogensfondsen met als thema:
‘Impact – wat is het resultaat?’.
fondsenwerving2011 was een moeilijk jaar voor veel
Vermogensfondsen. Tegenvallende
rendementen en een onzeker econo-
misch klimaat hebben veel fondsen
parten gespeeld. Deze vertalen
zich door bij grote donoren richting
Woord en Daad: minder spontani-
teit, langere besluitvormingstrajec-
ten, doorschuiven van donaties en
meestal ook afnemende donaties.
Naast de geschetste externe facto-
ren waren er ook enkele interne oor-
zaken –zoals het later beschikbaar
komen van goedgekeurde projecten
en het werken binnen de nieuwe
organisatiestructuur– waardoor de
unit Vermogensfondsen haar doel-
stelling voor 2011 niet heeft kunnen
realiseren en er helaas sprake is van
een forse terugval in inkomsten
Wel zijn er resultaten geboekt op
langere termijn. Met een aantal
grotere relaties zijn inmiddels 5-jaars
contracten overeengekomen die een
stabiele basis geven voor de komende
jaren. Daarnaast hebben enkele grote
donoren hun donatie doorgeschoven
en is er geen sprake van ‘lost cases’.
De verwachte doorbraak met drie
jaar (gestart in 2009) lijkt –gegeven
de economische situatie– niet langer
haalbaar. Intern kijken we hoe we bin-
nen vijf jaar resultaten kunnen beha-
len. De ingezette koers qua marktbe-
nadering met de focus op partnership
slaat goed aan bij nieuwe relaties.
Met onder andere de Rabobank
Foundation, Wereldfoundation,
Turing Foundation, Stichting De
Pagter Fonds, Dr. Hofsteestichting
zijn duurzame relaties ontwik-
keld, waarin we elkaar op basis van
expertise niet alleen waarderen maar
ook ‘scherp’ houden. ‘Vermogen in
ontwikkeling’ dus.
Behalve in bestaande relaties
is er in 2011 ook weer veel tijd
geïnvesteerd in het aanboren van
nieuwe strategische contacten via
bestaande of nieuwe netwerken
zoals vermogensbanken. Het zijn
trajecten die veel tijd kosten, maar
waar we op middellange termijn veel
van verwachten.
Vergelijken we de inkomsten
Vermogensfondsen van 2010 met
2011, dan is er sprake van een
afname van € 344.241, ofwel een
afname van 26 procent.
3.5.5 coMMuNIcATIE MEDIA
In 2011 is de werkgroep strate-
gische communicatie opgericht.
Deze werkgroep, bestaande uit de
manager Communicatie en Fondsen,
de perscoördinator, de lobbyist, het
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden60
hoofd Bewustwording en de com-
municatiemedewerker van Woord
en Daad, inventariseert elk kwartaal
welke onderwerpen geschikt zijn
voor de media en andere communi-
catiekanalen en hoe deze onderwer-
pen op elkaar afgestemd kunnen
worden. In totaal is Woord en Daad
1167 keer in de media genoemd
(zie in een oogopslag). Bijna 300
publicaties hiervan zijn verschenen
in de landelijke en regionale media
en bevatten inhoudelijke bijdragen
van Woord en Daad. Ruim 800
publicaties, over de activiteiten
van de comités, zijn verschenen in
de lokale media. Hiernaast werden
sociale media regelmatig ingezet om
aandacht te vragen voor nieuwsfei-
ten rondom het werk van Woord en
Daad en haar partners.
Via de vernieuwde website van
Woord en Daad, die in november
2011 gelanceerd werd, is eenvoudig
informatie te vinden over noodhulp
en andere projecten. Er is op de site
ook veel aandacht voor de resultaten
van het werk in het Zuiden. Voor
de media is een apart onderdeel
ingericht met persberichten, opinie-
artikelen en verschenen artikelen
in de media: www.woordendaad.nl/
woord-en-daad/actueel/pers.
ARTIkELEN IN DE MEDIAwoordendaad.nl/woord-en-daad/actueel/pers
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 61
3 HET WERK IN HET NOORDEN
3.5.6 DoELSTELLINGEN EN RESuLTATEN
doeLsteLLingen resuLtaten gereaLiseerd
Via units bijdragen aan het beeld van Woord en Daad als een profes-sionele organisatie die met bezieling werkt vanuit Bijbels perspectief, waarbij aandacht is voor de mee- en tegenvallers.
Via de vernieuwde website en de magazines werd er bijgedragen aan dit beeld. Gedurende het jaar hebben de succes- en faalprojecten een plaats gekregen in diverse communicatieuitingen.
Units creëren meer betrokkenheid van de achterban op programma’s, door rekening te houden met diverse subdoelgroepen en de fondsen-wervende producten gedifferentieerd onder de aandacht te brengen.
De nieuwe website informeert uitgebreid over het projectenaanbod en de resultaten van de projecten en laat de diverse producten zien. Binnen de units zijn door op maat gemaakte communicatie de doelgroepen benaderd met de diverse producten. Voor Financiële Adoptie startte een vernieu-wingstraject met aandacht voor subdoelgroepen.
In alle rapportagevoorstellen wordt het perspectief van Woord en Daad toegelicht
In alle voorstellen wordt het perspectief toegelicht.
Donoren in het Noorden worden door Woord en Daad op betekenis-volle manier verbonden met armen in het Zuiden
Bij de units Bedrijven en Vermogensfondsen is het in verschillende gevallen gebeurd. Grotere donoren hebben een bezoek gebracht aan programma’s en contracten afgesloten om zich voor een langere tijd aan een programma te verbinden.
In 2011 zet de unit Institutionele Fondsen zich in om verbindingen tussen donoren en projecten en/of programma’s van partnerorgani-saties in het Zuiden te continueren of nieuwe verbindingen tot stand te brengen
Er zijn diverse nieuwe verbindingen gecreëerd, door nieuwe subsidies van bestaande en nieuwe donoren. Bestaande verbindingen zijn onderhouden door contacten met/tussen donoren en partners.
Woord en Daad informeert (institutionele) donoren tijdig over de goede en minder goede performance van haar partner en programma’s op een heldere en transparante wijze
Donoren zijn meestal tijdig geïnformeerd over de performance van part-ners en programma’s van Woord en Daad. Wel hebben diverse donoren aangegeven dat de inhoud van rapportages verbeterd kan worden.
Online fondsenwerving krijgt een vaste plaats in fondsenwerving De online fondsenwerving heeft een duidelijke plaats op de vernieuwde site gekregen. Via Ideal is er een betrouwbare manier van geven mogelijk.
De particuliereninkomsten groeien met 5% Er was sprake van een groei hoewel de aantallen voor financiële adopties terugliepen
De inkomsten via bedrijven halen € 3.575.000 binnen De inkomsten bleven achter en haalden € 2.097.758 binnen. Dit had o.a. te maken met de financiële crisis
De inkomsten van vermogensfondsen halen totaal € 4,1 miljoen binnen.
De financiële crisis veroorzaakte slechte resultaten op de beleggingsmarkt. Dit is één van de belangrijkste oorzaken van de tegenvallende inkomsten van unit Vermogensfondsen.
Geïntegreerd mediabeleid voeren zodat er kwalitatief inhoudelijke publicaties, opinieartikelen en interviews aangeboden kunnen worden over het werk van Woord en Daad en haar partners
Er is een werkgroep strategische communicatie samengesteld. Hierdoor is meer geïntegreerde communicatie ontstaan. Dit resulteerde in 36 persbe-richten wat 279 publicaties in landelijke en regionale media opleverde. De totale media-aandacht, inclusief comitépublicaties en RTV-uitzendingen bestaat uit 1167 publicaties.
Naast christelijke media ook op seculiere media richten met o.a. opinieartikelen
Met name de christelijke media berichten over Woord en Daad. Incidenteel wordt er een opinieartikel gepubliceerd in kranten zoals Trouw of Volks-krant. Het vakblad Vice Versa en andere vakbladen plaatsen wel vaker Woord en Daad-artikelen en interviews.
Inzetten van sociale media bij nieuwsfeiten over Woord en Daad Er is met grote regelmaat sociale media zoals Twitter en Facebook ingezet om melding te maken van nieuwsfeiten. Dit wordt in 2012 voortgezet.
doelstelling geheel gehaald doelstelling gedeeltelijk gehaald doelstelling niet gehaald
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden62
Leerpunten uit jaarverslag 2010 en opvolging in 2011
• Vernieuwingsslag adoptiecommuni-catie met aandacht voor meer online communicatieMet een deskundige is er gekeken
naar het adoptiecommunicatiebe-
leid en dit beleid is aangepast.
• Nieuwe vormen van vrijwilligerswerk een plaats geven.
Binnen de comités wordt er gekeken
naar diverse mogelijkheden om
vrijwilliger te worden. Er is niet
een beleid vanuit de organisatie op
gevoerd. Dit punt heeft niet veel
aandacht gekregen. Mede doordat
comités hier wat minder het belang
van in zagen.
• Lifestories succes- en faalprojecten moeten meer aandacht krijgen.
In de magazines en nieuwsbrieven is
er richting de diverse doelgroepen
ruimschoots aandacht aan gegeven.
• Meer aandacht geven aan betrokken-heid van ondernemers op het werk in het Zuiden.
Tussen unit bedrijven en de afdeling
projecten en programma’s hebben er
gesprekken plaatsgevonden.
• Communiceren over mate en wijze van kostenbeheersing naar aanleiding van vragen rond directiesalaris.
In het blad Werelddelen is er
aandacht besteed aan de kosten-
structuur van Woord en Daad. In
alle stakeholdergroepen is het op de
agenda van vergaderingen geweest.
• Trainingen aanbieden om partneror-ganisaties succesvol fondsen binnen te laten halen.
In 2011 zijn via het samenwer-
kingsverband EU-CORD trainingen
verzorgd voor 2 [check CO] partner-
organisaties van Woord en Daad in
Rwanda en Peru
• Verbetering van software voor fondsenwerving.
Met het nieuwe ICT systeem zijn
alle fondsenwervingswensen
meegenomen.
• Bedrijven en jongeren geven aan dat een bredere groep voor fondsenwer-ving kan aangeschreven worden.
Via jongerencomité en de unit bedrij-
ven wordt er op lokaal niveau een
bredere groep aangesproken.
• Uitbrengen van programmavoorstellen beter afstemmen met de doelgroep.
Door de opzet van de nieuwe
structuur ging dit in 2011 moei-
zaam en kwamen voorstellen laat
bij de fondsenwervers. Eind 2011
waren alle voorstellen voor 2012 al
goedgekeurd dus is het punt recht
getrokken.
• Woord en Daad wil in de perscommu-nicatie en via de website de situatie van de armen in ontwikkelingslanden centraal stellen.
Hierisspecifiekaandachtaan
besteed.
Leerpunten 2011
• Er is behoefte aan vernieuwing van rapportages. Begin 2012 gaat Woord en Daad daarom de rapportages vernieuwen, standaardiseren.
• Uit gesprekken met diverse donoren bleek dat rapportages niet goed genoeg aansluiten bij hun wensen. Vooral de beschrijving van concrete resultaten liet te wensen over. Begin 2012 gaan we daarom de rapportages vernieu-wen, standaardiseren met ruimte voor op maat wensen van de donor.
• Financiering in ketens is lastig doordat veel schakels met elkaar samenhangen en er moeilijk een 1 op 1 koppeling te maken is met product donor.
In de marketing van het AED pro-
gramma worden bepaalde gebieden
en/ofproductengedefinieerdzodat
er voldoende mogelijkheden zijn om
fondsen te werven en richting het
Zuiden er voldoende ruimte is om
het verantwoord te besteden.
LEERPuNTEN EN oPVoLGINGwoordendaad.nl/jaarverslag
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 63
Duurzaamheid is een begrip dat steeds vaker
wordt gebruikt. ook binnen woord en Daad.
Niet omdat deze term nu toevallig in de mode
is, maar omdat woord en Daad als christelijke
organisatie een eigen verhaal heeft bij
duurzaamheid. ‘Het lijkt mij volstrekt duidelijk
dat ons welvaartsniveau en onze levensstijl niet
duurzaam zijn.’
Dr. ir. Roel A. Jongeneel is docent landbouweconomie en internationale handel aan de Universiteit Wageningen en lid van de raad van toezicht van Woord en Daad. Zowel in zijn baan als in zijn vrijwilligerswerk komt hij geregeld in aanraking met duurzaamheid, in het arme Zuiden én hier in het rijke Noorden. ‘Duurzaamheid is in het Zuiden minstens zo belangrijk als hier’, zegt Jongeneel. ‘Armoede kan ertoe leiden dat mensen roofbouw op de schepping plegen in de strijd om te overleven. Neem uitputting van de bodem: door erosie (afslijting) gaan jaarlijks duizenden hectares goede land-bouwgrond verloren; dat raakt de voedselproductie van morgen. Ook als het gaat om het milieu zie je in ontwikke-lingslanden soms schrijnende wantoestanden, die letterlijk tot ziekten of dood leiden. Bijvoorbeeld bestrijdingsmid-delen spuiten op gewassen vanuit een vliegtuigje, terwijl de koffi ebonenplukkers intussen gewoon bezig zijn.’Volgens Jongeneel komt er vanuit het Zuiden heel duide-lijk een boodschap naar ‘ons’ toe, de ‘grote veroorzakers’ in het Noorden, ‘omdat de gevolgen van klimaatveran-dering vooral ontwikkelingslanden treffen’. Jongeneel wil daarom heel nadrukkelijk aandacht vragen voor een levensstijl die de problemen in de wereld niet groter maakt. ‘Het is mijns inziens volstrekt duidelijk dat ons welvaartsniveau en onze levensstijl niet duurzaam, niet houdbaar zijn. Als we wat wij doen, kopiëren naar de rest van de wereld, dan zou de aarde ongeveer twee keer te klein zijn. Maar God heeft één aarde gemaakt en Hij zei dat dat goed (dus ook genoeg!) was. Wat willen wij dan?’Jongeneel ziet duurzaam leven als een gedeelde verant-woordelijkheid van consumenten, producenten en over-heden. ‘Doe verschillende dingen tegelijkertijd’, zegt hij.
Bewustwording en mentaliteitsverandering horen daar zeker bij, evenals regels en standaarden. Ook al bouwen wij hier op aarde geen paradijs, we hebben de plicht tot duurzaam handelen. Omdat duurzaamheid onderdeel is van Gods goede geboden.’Hij verwijst daarbij naar de oudtestamentische wetten, waarin onder meer het sabbatsjaar werd ingesteld: een jaar waarin alle eigendommen in het land weer eerlijk werden verdeeld. ‘Laat het niet nodig zijn dat anderen ons dat vertellen. Het geeft meteen ook aan dat het hier uiteindelijk gaat om het wel of niet dienen van de Heere God.’
cHRISTENEN BoVEN GEMIDDELD BEZIG MET DuuRZAME LEEfSTIjLChristenen kopen vaker duurzame of eerlijke produc-ten dan niet-christenen en geven meer geld aan goede doelen. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Trouw geven, eerlijk leven’ dat TNS NIPO in 2011 uitvoerde onder Bijbelgetrouwe christenen, in opdracht van Stichting Woord en Daad en elf andere maatschappelijke organisaties.Een van de doelen van het onderzoek was in kaart brengen in hoeverre christenen én niet-christenen in hun leefgedrag (bijvoorbeeld: het kopen van duurzame pro-ducten of het gebruiken van groene stroom) bijdragen aan een eerlijker en rechtvaardiger wereld. Als het daar om gaat scoren christenen uit vrijwel alle kerken hoger dan de gemiddelde Nederlander, van wie 49 procent aan-geeft regelmatig (wekelijks of maandelijks) duurzame of eerlijke producten te kopen. Uit het onderzoek blijkt dat het maatschappelijk gedrag van christenen per kerkver-band evenwel aanzienlijk uiteenloopt.Hoewel al een behoorlijk deel van de Bijbelgetrouwe christenen actief bezig is met een bewuste leefstijl, valt er op dit vlak nog een wereld te winnen: veel christenen zijn nog niet overtuigd van het belang van duurzame consumptie. Ontwikkelingsorganisaties, maar ook maat-schappelijke en kerkelijke leiders, kunnen een belangrijke en positieve rol spelen om daarin verandering te brengen, zo blijkt uit het onderzoek.Zie woordendaad.nl/jaarverslag voor het gehele onderzoek.
Duurzaam leven
Eén aarde is genoeg
Auteur: Aldwin Geluk
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden64
INTERMEZZO
Donaties aan goede doelen, uitgave per maand
NL PKN GB HHK GG GKV CGK NGK CE B OE
Gemiddelde €16 €32 €62 €44 €56 €74 €53 €79 €97 €70 €82
Als ik eerlijke/duurzame producten koop, draag ik bij aan een betere wereld
NL PKN GB HHK GG GKV CGK NGK CE B OE
Eens 53% 65% 62% 44% 64% 66% 57% 70% 66% 66% 62%
Oneens 9% 9% 9% 23% 7% 7% 13% 4% 8% 9% 9%
Hoe vaak koopt u duurzame/eerlijke producten? % wekelijks
NL PKN GB HHK GG GKV CGK NGK CE B OE
15-34 jaar 3% 8% 24% 22% 20% 25% 24% 25% 21% 24% 23%
35-54 jaar 12% 25% 29% 19% 10% 16% 22% 35% 33% 28% 32%
55+ jaar 17% 31% 23% 13% 38% 37% 27% 47% 40% 17% 28%
NL controlegroep ‘Gemiddelde Nederlander’PKN Protestantse Kerk Nederland,
exclusief de Gereformeerde BondGB Gereformeerde BondHHK Hersteld Hervormde KerkGG Gereformeerde GemeentenGKV Gereformeerde Kerken VrijgemaaktCGK Christelijke Gereformeerde KerkenNGK Nederlands Gereformeerde KerkenCE Charismatisch Evangelisch,
inclusief PinkstergemeenteB BaptistischOE Overig Evangelisch
Bron: TNS NIPO, 2011
B BaptistischOE Overig Evangelisch
Bron: TNS NIPO, 2011Oneens 4% 8%
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 65
INTERNE ORGANISATIE
4.1 oNTwIkkELINGEN IN DE oRGANISATIE
4.1.1 ALGEMEEN
In 2011 startte een nieuwe beleidsperiode, is de
organisatie vernieuwd en heeft Woord en Daad
de implementatie van het ICT-traject opgepakt.
Dat was veel en vroeg veel van het personeel en
het bewaken van processen én mensen door het
management. We wisten dat er een zwaar jaar
aan zat te komen en waren daarop voorbereid.
Waar we echter niet op voorbereid waren was het
onverwachte overlijden van een jonge collega. Een
ingrijpende gebeurtenis voor de hele organisatie.
Zowel in professioneel als persoonlijk opzicht was
het dan ook een jaar waarin veel op onze medewer-
kers af kwam. Als organisatie was het voortdurend
zoeken naar de juiste balans tussen ondersteuning
bieden aan medewerkers en stimuleren om nieuwe
verantwoordelijkheden op te pakken.
4.1.2. oRGANISATIEVERNIEuwING
In 2011 werkte Woord en Daad voor het eerst met
de nieuwe organisatiestructuur die in het laatste
kwartaal van 2010 is uitgewerkt en getest. De orga-
nisatievernieuwing sloot aan op het nieuwe beleid
voor 2011-2015. In dit nieuwe beleid worden de
rollen die Woord en Daad speelt van donor, partner,
leverancier en verbinder duidelijker dan voorheen
gedefinieerdenonderscheiden.
De donorrol, die de werving en toekenning van
middelen en fondsen omvat, wordt ingevuld door de
afdeling Communicatie en Fondsen, en de afdeling
Finance, Projectadministratie en Control, in samen-
werking met de afdeling Resultaatmanagement en
Leren. Vanuit deze afdelingen werd het donor-
beleid in 2011 verder geconcretiseerd, zoals het
ontwikkelen van donorcriteria en beleid ten aanzien
van Planning, Monitoring & Audits. Voor het eerst
functioneerden de donorteams, die verantwoorde-
lijk zijn voor de implementatie van dit donorbeleid.
De donorteams, die verbonden zijn aan regio’s,
doorstonden de eerste vuurproef met succes. Dat
was mede te danken aan een gerichte training door
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden66
INTERNE ORGANISATIE
4.1 oNTwIkkELINGEN IN DE oRGANISATIE
4.1.1 ALGEMEEN
In 2011 startte een nieuwe beleidsperiode, is de
organisatie vernieuwd en heeft Woord en Daad
de implementatie van het ICT-traject opgepakt.
Dat was veel en vroeg veel van het personeel en
het bewaken van processen én mensen door het
management. We wisten dat er een zwaar jaar
aan zat te komen en waren daarop voorbereid.
Waar we echter niet op voorbereid waren was het
onverwachte overlijden van een jonge collega. Een
ingrijpende gebeurtenis voor de hele organisatie.
Zowel in professioneel als persoonlijk opzicht was
het dan ook een jaar waarin veel op onze medewer-
kers af kwam. Als organisatie was het voortdurend
zoeken naar de juiste balans tussen ondersteuning
bieden aan medewerkers en stimuleren om nieuwe
verantwoordelijkheden op te pakken.
4.1.2. oRGANISATIEVERNIEuwING
In 2011 werkte Woord en Daad voor het eerst met
de nieuwe organisatiestructuur die in het laatste
kwartaal van 2010 is uitgewerkt en getest. De orga-
nisatievernieuwing sloot aan op het nieuwe beleid
voor 2011-2015. In dit nieuwe beleid worden de
rollen die Woord en Daad speelt van donor, partner,
leverancier en verbinder duidelijker dan voorheen
gedefinieerdenonderscheiden.
De donorrol, die de werving en toekenning van
middelen en fondsen omvat, wordt ingevuld door de
afdeling Communicatie en Fondsen, en de afdeling
Finance, Projectadministratie en Control, in samen-
werking met de afdeling Resultaatmanagement en
Leren. Vanuit deze afdelingen werd het donor-
beleid in 2011 verder geconcretiseerd, zoals het
ontwikkelen van donorcriteria en beleid ten aanzien
van Planning, Monitoring & Audits. Voor het eerst
functioneerden de donorteams, die verantwoorde-
lijk zijn voor de implementatie van dit donorbeleid.
De donorteams, die verbonden zijn aan regio’s,
doorstonden de eerste vuurproef met succes. Dat
was mede te danken aan een gerichte training door
MDF (Management for Development Foundation)
op hun rol binnen de nieuwe structuur.
Binnen het kader van het nieuwe donorbeleid
beoordeelden zij de strategische meerjarenplan-
nen van Zuidelijke partners voor 2011-2015, en de
eerste ronde jaarplannen 2012. Eind 2011 was 94
procent van de jaarplannen beoordeeld en goed-
gekeurd.Hetzosnelrondkrijgenvandedefinitieve
goedkeuring van jaarplannen is een mijlpaal in de
geschiedenis van Woord en Daad. Het is mede
te danken aan het snel oppakken van de nieuwe
kansen door de partners, de alliantieteams en de
donorteams.
De partnerrol wordt ingevuld door de alliantie-
teams, die per regio een team vormen vanuit de
afdelingen Partners en Programma’s, Agribusiness
Enterprise Development en Resultaatmanagement
en Leren. Hun taak is om vanuit vakinhoudelijke
expertise support te bieden aan de regionale
allianties in vijf Zuidelijke regio’s. De alliantieteams
functioneerden al langer dan de donorteams, maar
moesten in 2011 wel voor het eerst de uitdaging
aangaan om een goed onderbouwd advies uit te
brengen aan de donorteams, zonder een beslissing
tekunnennemenoverdefinanciën.Gaandeweg
groeiden de teams in hun rol.
Een belangrijke verbindende schakel tussen de
donor- en alliantieteams werd gevormd door de
nieuwe unit Projectadministratie, die de beide
teams administratief ondersteunt bij aanvragen,
rapportages en contracten. Door de inzet van deze
unit krijgen de alliantieteams meer ruimte om zich
op de vakinhoud te richten, en de donorteams om
zich met fondsenwerving bezig te houden.
De invoering van de nieuwe werkwijze is een
intensief traject geweest. Een aantal belangrijke
hobbels werden genomen. Voor de alliantieteams
was het wennen om geen grip meer te hebben op
definanciëletoekenningenvanprogramma’swaar
ze vakinhoudelijk nauw bij betrokken zijn. Voor de
donorteams was het soms zoeken naar de wijze
waarop zij programma’s vanuit donorperspectief
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 67
4 INTERNE ORGANISATIE
beoordelen. Het communiceren naar
alliantieteams en partners in het
Zuiden was nieuw voor de donorte-
ams en verliep niet altijd vlekkeloos.
Een eerste tussenevaluatie, die in
zomer 2011 werd uitgevoerd door
organisatieadviesbureau Obelon,
benadrukte dat de verschillende rol-
len binnen de organisatie niet te veel
uit elkaar mogen groeien. Ze hebben
weliswaar een eigen verantwoor-
delijkheid, maar dienen hetzelfde
belang. Vanuit het management en
RvB is hier scherp op gestuurd.
Winstpunten van het werken
volgens de nieuwe structuur waren
eind 2011 al duidelijk zichtbaar. De
kwaliteit van programmavoorstellen
vanuit Zuidelijke partners is duidelijk
toegenomen. Donorteams zien dat
ze beter tegemoet kunnen komen
aan wensen van donoren en ervaren
daarmee meer eigenaarschap. Ten
slotte is de snelheid en tijdigheid
van reactie richting partners in het
Zuiden sterk verbeterd. Eind 2012
zal de organisatievernieuwing breed
geëvalueerd worden.
De winst zal naar verwachting
verder vergroot worden met de
invoering van de nieuwe ICT-
infrastructuur die de komende jaren
in combinatie met de organisatiever-
nieuwingeenbelangrijkeefficiëntie-
slag zal geven.
De implementatie van de nieuwe
ICT-architectuur is in 2010 gestart.
Deze stap was ook nodig vanwege
technologische veranderingen
en een veranderende informatie-
behoefte. Begin 2011 is gekozen
voor het systeem Pluriform.
Softwareleverancier Matthat, die
gespecialiseerd is in de Goede
Doelen Branche, kreeg de opdracht.
Matthat en de ICT-projectgroep
hebben veel werk verzet om de
implementatie voor te bereiden. Er
moest nog de nodige nieuwe func-
tionaliteit ontwikkeld worden, het
Pluriformsysteem moest ingericht
worden op de Woord en Daad-
processen en de gegevens vanuit het
huidigesysteemWDOfficemoesten
omgezet naar Pluriform. Daarnaast
zijn koppelingen met de vernieuwde
website in voorbereiding.
Een deel van het Pluriformsysteem is
in 2011 al in gebruik genomen. Begin
2012 zal helemaal op Pluriform
overgestapt worden.
In 2012 zal het systeem verder
uitgerold worden naar de regio-
allianties, waarin Woord en Daad
functioneert. Die stap is cruciaal om
het databasebeheer te vereenvou-
digen, het dubbel invoeren van data
te vermijden en zo kostenbesparing
te realiseren. Tevens stelt het regio-
allianties in staat om aanvragen bij
andere donoren in te dienen en kan
het ook, ondersteund door het sys-
teem, aan de verantwoordingseisen
van die donoren voldoen.
Het traject staat onder leiding van
een stuurgroep. Daarin zijn RvB,
het management en de externe
projectleiding (Piet Verolme)
vertegenwoordigd.
4.1.3. PERSoNEEL
Op personeelsgebied was 2011 voor
Woord en Daad een veelbewogen
jaar. Op 5 juli overleed onze collega
Johan Groothedde, hoofd Finance
en Control, op 25-jarige leeftijd.
Johan laat voor zijn vrouw Marjolein
en zijn dochtertje Jenthe een lege
plek achter. Rond het overlijden
hebben we sterk ervaren dat we er
voor elkaar mochten zijn en kracht
mochten vinden in Hem, Die ons ook
kracht en sterkte heeft gegeven. We
kijken dankbaar terug op de profes-
sionele ondersteuning door een
Sociaal Psychiatrisch medewerker
van van Eleos/Optiment.
Op 1 november overleed Kees, de
echtgenoot van onze collega Rita
Uittenbogaard, oud 63 jaar.
Het personeelsbestand is ten
opzichte van 2010 gegroeid met 9,9
fte (68 medewerkers) naar 69,33
fte (80 medewerkers). Deze groei
is met name het gevolg van het
ICT-traject en de samenwerking met
Driestar Educatief op het gebied
van Institutionele Fondsen. Verder
staat er tijdelijk een medewerker op
de payroll die vanaf 2012 ingezet
zal worden voor het investerings-
bedrijf dat vanuit Woord en Daad
functioneert.
Verschillende medewerkers partici-
peren in een ICT-projectgroep. Een
aantal (deel)taken van deze mede-
werkers worden door verschillende
medewerkers, in tijdelijke dienst (ca.
2fte), overgenomen. De verwachting
is dan ook dat als gevolg van deze
gegevens het aantal medewerkers in
2012 zal dalen naar 75.
In-/door-/uitstroomPer 31 december 2011 werken er
80 medewerkers bij Woord en Daad,
die 69,33 fulltime equivalenten (fte)
vervullen.
In 2011 zijn er 16 (14,56 fte) nieuwe
medewerkers bij Woord en Daad in
dienst gekomen. Eén medewerker
heeft ons tijdelijk, kortdurend onder-
steund en is niet in bovenstaande
telling opgenomen. Drie medewer-
kers (2,78 fte) hebben Woord en
Daad in de loop van 2011 verlaten.
Eén medewerker is gestopt na
haar zwangerschapsverlof, één
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden68
heeft gekozen voor een beter bij haar passende baan in het
onderwijs en van één medewerker is eenzijdig het contract
beëindigd i.v.m. onvoldoende functioneren.
Enkele cijfersopbouw naar geslacht en leeftijd
ZiekteverzuimHet ziekteverzuimpercentage kwam in 2011 uit op 4,72%.
Een behoorlijke stijging, maar vergelijkbaar met het landelijk
gemiddelde. In 2010 was het percentage van Woord en Daad
3,42 procent. De stijging van het ziekteverzuim is incidenteel
van aard. Het gaat om een lang ziekteverzuim van een mede-
werker die onder de Wajong valt. Een andere medewerker
heeft een operatie ondergaan, met een bijpassend relatief
lange hersteltijd.
Verder is ook in het ziekteverzuim merkbaar dat het overlij-
den van Johan Groothedde met name in de afdeling Finance,
Projectadministratie & Control, waar hij werkte, diep inge-
grepen heeft.
Twee medewerkers waren om andere redenen langdurig ziek.
Eén daarvan is in de loop van 2011 weer volledig hersteld, de
andere medewerker is uit dienst gegaan.
Niet alleen het aantal ziektedagen, maar ook het aantal mel-
dingen was in 2011 hoger dan in 2010. Dit is voor het grootste
deel te verklaren door een ‘griepgolf’ begin van het jaar.
Per 31 december 2011 was er nog één langdurig zieke
medewerker, die naar verwachting op 1 februari 2012 weer
volledig het werk zal hervatten.
Als de ziekteverzuimcijfers gecorrigeerd worden met de
meer incidentele verzuimcijfers dan komt het percentage uit
rond 3,7 procent. Dat past in de langjarige trend.
PersoneelsbeleidIn de visie van Woord en Daad is het belangrijk dat mensen en
processen op elkaar betrokken zijn. Mensen die binnen proces-
sen met elkaar te maken hebben, worden dan ook gestimu-
leerd met elkaar te werken en met elkaar te overleggen.
Vanuit haar missie vraagt Woord en Daad van haar medewer-
kers betrokkenheid, professionaliteit en een gezonde dosis
inzet. Daartegenover staat dat Woord en Daad vanuit haar
karakter én vanuit goed werkgeverschap zich ook verplicht
voelt een goed en verantwoordelijk personeelsbeleid te voeren.
Dat uit zich in goede en evenwichtige primaire en secundaire
arbeidsvoorwaarden, goede arbeidsomstandigheden en
arbeidsverhoudingen. Persoonlijke benadering speelt daarbij
een grote rol.
HRM-ontwikkelingen 2011Arbeidsvoorwaarden/werving en selectieDe voorstellen die in 2010 zijn gedaan hebben geresulteerd
in een complete update van de arbeidsvoorwaardenregeling
in 2011.
organisatievernieuwingIn het kader van de organisatievernieuwing zijn alle functies
per 1 januari 2011 opnieuw beschreven. Daarbij is rekening
gehouden met de verschillende verantwoordelijkheden en
rollen als gevolg van het werken in allianties en netwerken.
Daarnaast is een functiewaarderingsronde gehouden.
De organisatievernieuwing heeft duidelijk gemaakt dat er
rond alliantie- en donorteams, maar ook voor individuele
werknemers opleidingsbehoeften ontstaan. Begin 2011 is
daarvoor een opleidingsplan opgesteld en in de loop van het
jaar uitgevoerd. Het plan is grotendeels gerelateerd aan de
training van de donor- en alliantieteams en het werken in een
matrixorganisatie.
Gedurende het jaar gingen de teams en afdelingen door de
trainingenbeterenefficiënterwerken.
gesLaCht aantaL (2011)
PerCentageaantaL (2010)
PerCentage
Mannen 41 51% 36 53%
Vrouwen 39 49% 32 47%
Totaal 80 100% 68 100%
Leeftijd aantaL (2011) aantaL (2010)
tot 25 11 9
25 tot en met 29 jaar 17 11
30 tot en met 39 jaar 31 29
40 tot en met 49 jaar 12 11
50 tot en met 55 jaar 3 3
56 tot en met 59 jaar 5 5
60 tot met 64 jaar 1 0
65 jaar en ouder 0 0
Totaal 80 68
Geslacht
Leeftijd
De gemiddelde leeftijd van de Woord en Daad-medewerker is 34,74 (2009: 35,31).Dat betekent dat Woord en Daad gelet op de leeftijdsopbouw van haar personeel een relatief jonge organisatie is en blijft.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 69
4 INTERNE ORGANISATIE
VeiligheidsbeleidHet veiligheidsbeleid bij reizen is vrijwel geheel opnieuw
beschreven. Alle medewerkers die regelmatig reizen hebben
een veiligheidstraining gevolgd. Deze training wordt standaard
aangeboden aan nieuwe medewerkers en periodiek herhaald.
ArboIn 2011 is de arbodienst geëvalueerd en is gekeken naar
alternatieven. Vanuit prijs/kwaliteitsoverwegingen is Woord
en Daad overgestapt naar Perspectief.
Conform de wettelijke bepalingen is er een Risico-
Inventarisatie en Evaluatie (RIE) uitgevoerd. Die pakte goed
uit. Er zijn adviezen gegeven om de arbeidsomstandigheden
verder te optimaliseren. De uitwerking hiervan is opgenomen
in een Plan van Aanpak.
Medewerkerstevredenheids onderzoek (MTo)Eind 2011 heeft de RMU een medewerkerstevredenheidson-
derzoek uitgevoerd. De uitkomsten van het onderzoek waren
positief en inspirerend.
De medewerkers zijn tevreden (gemiddeld cijfer rond de 8),
gedreven, gemotiveerd, verantwoordelijk en bereid om te
leren. De sfeer wordt goed tot uitstekend genoemd. De RMU
constateert, vanuit de genoemde context, dat er uitdagin-
gen liggen ten aanzien van het voeren van creatief beleid,
aangaande persoonlijke ontwikkeling van medewerkers en
binding aan de organisatie en het werk, en op gezonde wijze
ook afstand kunnen nemen van het werk. Deze uitdagingen
worden in 2012 opgepakt.
BeloningsbeleidWoord en Daad volgt voor de primaire arbeidsvoorwaar-
den het beloningssysteem van de rijksoverheid (BBRA). De
functies worden via het BBRA-functiewaarderingssysteem
FUWASYS gewaardeerd en vallen tussen schaal 2 en schaal
16. Woord en Daad heeft een werkweek van 36 uur. Naast
de reguliere vakantietoeslag kent Woord en Daad ook een
eindejaarsuitkering van 8,33 procent, conform het percen-
tage van eindejaarsuitkering in de BBRA.
Woord en Daad volgt de pensioenvoorziening voor Zorg en
Welzijn, uitgevoerd door de PGGM. Een derde van de premie
wordt op het salaris van de werknemer ingehouden. Dit is in
overeenstemming met de premieverhouding zoals de over-
heid hanteert.
De verhouding tussen de totale inkomsten en het
aantal fte’s is een indicator in hoeverre een organisa-
tieefficiëntwerktendematewaarinmedewerkers
verantwoordelijkheid dragen. Voor Woord en Daad levert
dit in 2011 het volgende beeld op:
Beloning raad van bestuurZie paragraaf 5.2.1 voor de nadere details over de beloning
van de RvB.
4.1.4. INTERNE coMMuNIcATIE
Uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek, dat in het
najaar van 2011 via een enquête onder de medewerkers
werd uitgevoerd, kwam naar voren dat er voldoende gecom-
municeerd werd via de gebruikelijke communicatiekanalen.
Naast de huidige werkzaamheden werd ook ruimschoots
over de organisatievernieuwing gecommuniceerd. Diverse
medewerkers gaven hierbij aan dat de mate van aandacht
hiervoor na verloop van tijd weer verminderd kon worden.
Naast de twee reguliere personeelsbijeenkomsten zijn er
rond de zomer drie extra personeelsbijeenkomsten geweest
vanwege het overlijden van onze collega Johan Groothedde.
De open en transparante communicatie werd door medewer-
kers gewaardeerd.
Tijdens lunchlezingen die elk kwartaal plaatsvonden en een
aantal bezinningsbijeenkomsten werd het werk in het Zuiden
met elkaar op interactieve wijze besproken, om zo de mede-
werkers te betrekken bij het werk van Woord en Daad daar.
Voor de medewerkers die een jaar of korter in dienst waren,
is er een speciale introductiebijeenkomst geweest, waarbij
de corporate identity en het ontstaan en de ontwikkeling van
Woord en Daad toegelicht is. Ook was er gedurende het jaar
aandacht voor het ICT-project Link-IT. Naast updates in de
maandelijkse nieuwsbrief is er een barometer ontwikkeld
waarmee de status van dit project tijdens de weekopening
toegelicht kon worden.
Aantal fte’s per 31/12/2011 69,33
Totale inkomsten in 2011 € 32.235.785
Verhouding inkomsten/fte € 464.962
totaLe PersoneeLskosten woord en daad
Bruto jaarsalarissen, sociale lasten € 3.179.964
Pensioenlasten € 328.968
Overige personeelskosten € 156.510
Reiskosten € 108.048
totale werkgeverslasten € 3.773.490
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden70
4.1.5. oNDERNEMINGSRAAD
In 2011 heeft de ondernemingsraad negen or-vergaderingen
en zes bijeenkomsten met de RvB (OV) gehouden. De
belangrijkste thema’s die aan de orde kwamen, zijn: invoering
van de werkkostenregeling, diversiteits- en integriteitsbeleid,
compensatie van reisuren, kwesties rond de invoering van
de nieuwe organisatiestructuur, het Medewerkerstevreden-
heidsonderzoek en de RIE.
Tijdens personeelsbijeenkomsten en via e-mail zijn collega’s
geïnformeerd over de adviezen van de or en kregen zij de
notulen van de or- en OV-vergaderingen. Zes keer werd
spreekuur gehouden, voorafgaand aan or-vergaderingen,
zodat vragen, suggesties e.d. daaruit direct meegenomen
konden worden.
In 2011 is de samenstelling van de or gewijzigd. John
Lindhout stopte wegens drukke werkzaamheden. Omdat zich
geen kandidaten meldden, zijn de verkiezingen uitgesteld
tot november. Jan-Frans de Bruijn werd, omdat hij de enige
kandidaat was, automatisch herkozen voor de zetel van de
afdeling Communicatie en Fondsen. In de vacature voor de
vrije zetel is Willemijn ten Brinke gekozen. De nieuwe termijn
van Jan-Frans en de eerste termijn van Willemijn gaan op 1
januari 2012 in. In december maakte Maryse Tanis bekend
dat zij in verband met een nieuwe betrekking Woord en Daad
per 1 februari 2012 verlaat. In januari 2012 wordt besloten
over de invulling van deze vacature.
4.1.6. MILIEu
Woord en Daad maakt een aantal bewuste keuzes op het
gebied van het milieu. In 2011 is gestart met een campagne
om onze C0²-uitstoot te gaan verminderen. Begin 2012
hopen we de C0²-uitstoot in kaart te hebben gebracht en
vervolgens te gaan verminderen. Deze stap ligt in lijn met de
‘Wees Eerlijk’ campagne (zie paragraaf 3.3).
Verder is de vergoedingsregeling woon-werkverkeer
beperkt, maakt Woord en Daad gebruik van gerecycled
papier, is er strikte papier- en afvalscheiding en gebruik van
energiezuinige apparatuur.
Daarnaast heeft Woord en Daad een modern geoutilleerd
kantoor met goede isolatie waarbij een klimaatcontrolesys-
teem de luchtverversing reguleert.
Door verdergaande automatisering wordt steeds minder
papier gebruikt. Medewerkers worden op verschillende
manieren uitgedaagd kostenbewust te zijn op het gebruik van
elektriciteit, licht, papier e.d.
Voor Woord en Daad is een goede monitoring van program-
ma’s belangrijk. Reizen per vliegtuig is daarbij onontbeerlijk.
Daarom kiest Woord en Daad nadrukkelijk voor langere
reizen, waarbij tegelijk meerdere partners worden bezocht.
De komende jaren zal Woord en Daad het aantal reizen gaan
verminderen door inzet ICT en opzet helpdesk, zodat fysieke
aanwezigheid minder nodig wordt.
In haar programma’s toetst Woord en Daad projecten en pro-
gramma’sopduurzaamheid(financieelenmilieutechnisch)
of wordt op stimulerende wijze met partners nagedacht over
bijvoorbeeld de inzet van duurzame energie.
4.2 EffEcTIVITEIT RISIcoMANAGEMENT IN 2011
Zoals beschreven in bijlage 5 heeft Woord en Daad een uitgebreid risicomanagementbeleid. In 2011 is gebleken dat de getroffen maat-regelen adequaat zijn met betrekking tot onderstaande risico’s. Over de effectiviteit van dit management is dit jaar het volgende te melden.
Risico’s in de werkomgevingIn 2011 speelden met name risico’s rond een goede beste-
ding van fondsen in het werkgebied Haïti na de aardbeving.
Door nauwe samenwerking met partners en andere actoren
en de inzet van een expat in Haïti konden de fondsen besteed
worden in lijn met de toezeggingen aan donoren. Wel is er
sprake van vertraging. Die is geaccepteerd om de kwaliteit
van de bestedingen te garanderen.
Risico’s op organisatieniveauIn 2011 is een partnerrelatie (met Ladders of Hope in Sri
Lanka) gestopt. Een risicoanalyse gaf aan dat voortzetting
van de relatie i.v.m. het beheer van contracten niet langer
verantwoord was. Dat had te maken met verstrengeling van
belangen binnen de top van de organisatie. Die hadden geen
invloed op de besteding van de fondsen, maar wel op de
voortzetting van de relatie.
Risico’s in de groeistrategieDoor de vorming van allianties en de sterke groei in kwaliteit
en capaciteit door de vernieuwde organisatiestructuur, is dit
risico in 2011 beheersbaar gebleken. De vernieuwde struc-
tuur heeft hier sterk aan bijgedragen.
koersrisico’sIn 2011 is voor het eerst met een nieuwe vorm van beheer
van koersrisico’s gewerkt. Dat was nodig omdat koersen
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 71
4 INTERNE ORGANISATIE
sterkerlijkentegaanfluctuerenen
Woord en Daad binnen een contract
garant staat voor de koersrisico’s.
Het gevormde koersrisicofonds
bleek een adequate buffer om in
2011defluctuatiesoptevangen.
Er is geen aanleiding om het beleid
verder aan te scherpen.
Evenwicht en verbinding tussen uitgaven en inkomsten; reservesIn 2011 is de systematiek rond
beheersing van de relatie tussen uit-
gaven en inkomsten weer met succes
toegepast. Dat betekent dat ook in
2011 deze wijze van risicobeheer-
sing effectief is gebleken.
De reserves konden daardoor op
het niveau van 7,5 procent worden
gehandhaafd en werden niet
aangesproken.
Beleggingsbeleid en vermogensbeheerDoordat aanvaarde projecten
meestal in termijnen betaald
worden en het opstarten van
nieuwe projecten tijd vergt, zijn
er tijdelijke liquiditeiten aanwezig.
Deze worden risicoloos belegd op
spaarrekeningen met een goede
rente zonder opnamebeperkingen.
Woord en Daad heeft geen beleg-
gingen in aandelen of effecten.
crisismanagementEr was sprake van een situatie in
2011 waarin het crisisplan gebruikt
is. Het bleek zeer goed te functio-
neren. Op een klein onderdeel is op
basis van de ervaringen een aanpas-
sing gemaakt.
4.3 kwALITEIT IN 2011
De kwaliteit die Woord en Daad
levert, wordt geborgd door het
voldoen aan de eisen van ISO
9001:2008. In 2011 zijn hier ook
weer de gebruikelijke werkzaamhe-
den voor verricht.
• Er zijn vijf interne audits uitge-
voerd. Afwijkingen en verbe-
terpunten zijn geregistreerd en
opgevolgd;
• De externe heraudit van KIWA is
met goed resultaat doorlopen;
• Het Handboek voor de Organisatie
is up-to-date gehouden;
• Door verschillende afdelingen zijn
klanttevredenheidsonderzoeken
uitgevoerd;
• De klachten, signalen en compli-
menten zijn geregistreerd; zie
hiervoor het overzicht in H3;
• Leveranciersbeoordelingen zijn
uitgevoerd;
• De jaarlijkse Management Review
is uitgevoerd;
• Er is geparticipeerd in de
kwaliteitsgroep van Prisma.
4.4 coDES/cERTIfIcERING IN 2011
Woord en Daad:
• onderschrijft de Code of Conduct
van het Internationale Rode Kruis,
een internationale gedragscode
voor hulporganisaties;
• volgt in noodhulp en wederopbouw
de Sphere Standards;
• volgt de Code Goed Bestuur voor
Goede Doelen. De daarin bepleite
scheiding van toezicht en uitvoe-
ring wordt binnen Woord en Daad
toegepast. Dat geldt ook voor de
richtlijnen rond salariëring;
• werkt in fondsenwerving met de
Gedragscode van de VFI;
• bezit het CBF-keurmerk
(zie paragraaf 4.1);
•isISO-gecertificeerd
(zie paragraaf 4.1);
• werkt volgens COSO
(zie paragraaf 4.1).
jaargemiddeLd saLdo
(€)oPbrengst
(€)in
ProCentenbenChmark
(euribor dagrente)
2011 6.222.324 101.220 1,63% 0,90%
2010 6.301.256 94.704 1,96% 0,50%
2009 4.804.950 104.897 2,18% 0,80%
Rendement beleggingen
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden72
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 73
Kern
CijferskLAP DEZE PAGINA’S oPEN VooR EEN
VISuALISATIE VAN DE kERNcIjfERS
Financiële adoptie
Met fi nanciële adoptie krijgt een kind kans op een toekomst!
35.000
30.000
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
34.350 33.524
2010 2011
EEN NIEuwE ToEkoMST VooR
33.524 KINDEREN
IN 2011:
2010 2011
Toelichting: De daling van het aantal fi nanciële adopties in 2011 komt door de verzelfstandiging van het programma van onze partner in Canada.
DALING VAN
2.4 %
woordendaad.nl/adoptie
of scan de QR code
Aan
tal k
ind
eren
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden76
Partners en Programma’s
Woord en Daad verbindt mensen over de hele wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels perspectief.
We werken daarbij samen met partnerorganisaties in Afrika,
Azië en Centraal- en Zuid-Amerika, de achterban in Nederland,
maatschappelijke instellingen, overheden en bedrijven en andere
sectoren. Samen met hen wil Woord en Daad een bijdrage leveren
aan duurzame verandering in Nederland en wereldwijd.
In Zuid- en midden Amerika werd 8.102.163,- euro
besteed aan ontwikkeling van projecten.
In Afrika werd 5.802.922,- euro besteed aan ontwikkeling van projecten.
In Azië werd 5.959.088,- euro
besteed aan ontwikkeling van
projecten.
42%
28%
30%
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
Zuid- en middenAmerika
Afrika Azië
€ x
10
00
Bes
ted
ing
pro
gram
ma’
s 2
01
1
24
87
- c
olo
mb
ia
17
79
- G
uat
emal
a
29
73
- H
aïti
24
20
- B
urk
ina
fas
o
12
93
- E
thio
pië
46
7 -
Ben
in
39
9 -
Sier
ra L
eon
e
50
0 -
Som
alila
nd
31
6 -
Tsja
ad
45
2 -
oeg
and
a
26
3 -
Zam
bia
71
7 -
Zu
id-A
frik
a
12
00
- B
angl
ades
h
72
1 -
72
1 -
fili
pp
ijnen
fili
pp
ijnen
60
0 -
60
0 -
Pak
ista
nP
akis
tan
17
4 -
17
4 -
Sri L
anka
Sri L
anka
17
5 -
17
5 -
Th
aila
nd
Th
aila
nd
31
83
- In
dia
43
- H
on
du
ras
Ho
nd
ura
sH
on
du
ras
72
4 -
72
4 -
Nic
arag
ua
Nic
arag
ua
Landen waar Woord en Daad werkt
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 77
16.406.797
3.231.599 2.097.758
Inkomsten 2011De inkomsten voor 2011 zijn Є 32.235.785,-
Kijk voor meer informatie opwoordendaad.nl/ondernemers
Kijk voor meer informatie opwoordendaad.nl/donateurs
Kijk voor meer informatie opwoordendaad.nl/vermogensfondsen
*Dit is inclusief het subsidiebedrag van Red een Kind (1,8 miljoen euro) dat met Woord en Daad gezamenlijk is aangevraagd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. ** Woord en Daad houdt de beleidslijn dat maximaal 30% van de inkomsten afkomstig is van subsidies.
51%
1%
subsidies oVerheden**
Vermogensfondsen
interestPartiCuLieren
inkomsten derden*(o.a. kerkelijke en diaconale organisaties)
bedrijVen
9.302.579
976.406
220.647
3%% 6%
29%
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden78
27.055.564 1.171.337 1.160.7301.001.537
31.348.572=
STRUCTURELEProgramma’s
ADVIES ENonderzoek
959.404KOSTENBEHEER ENadministratie
WERVING
batenVOORLICHTING EN bewustwording
Bestedingen 2011De bestedingen voor 2011 zijn Є 31.348.572,-
Dit is besteed aan de structurele programma’s, advies en onderzoek, voorlichting
en bewustwording, werving baten en kosten beheer en administratie.
KostenpercentagesgereaLiseerd 2011
86,3%
3,7% 3,7%3,3%
3%
* Kosten beheer en administratie delen door de totale inkomsten
** Kosten eigen fondsenwerving delen door de totale baten eingen fondsenwerving
eigen fondsenwerving**
overheadkosten
4,75%
6,58%
2,98%
beheer enadministratie*
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 79
Investeren in tijd, inspanning, middelen en vertrouwen
woord en Daad (w&D) en kind (REk) werken nu ruim twee jaar (formeel) samen, in allianties. welke ontwikkeling en verschillen zien jullie? Cees Oosterhuis (regiocoördinator Afrika, Woord en Daad): In 2011 hebben we voor het eerst een gezamenlijke conferentie gehad in Ethiopië. We volgden gezamenlijk een MDF-training en hebben deze ook weer ‘uitgerold’ bij de partners in Ethiopië. De gezamenlijkheid is in 2011 echt versterkt. Het is als een proces. Je begint ergens en je ‘bent’ vervolgens aan het samenwerken. Ik zie steeds meer gezamenlijke activiteiten. Trainingen, conferenties, uitwisseling. Er is veel meer openheid gecreëerd op het niveau van de partners.
Assegid Gedamu (regiovertegenwoordiger Ethiopië, Red een Kind): De alliantie is op het moment goed bezig. Er is goede uitwisseling, we bezoeken elkaars projecten en geven elkaar feedback. Voor de samenwerking was hier geen sprake van. Het is noodzakelijk voor W&D en REK dat ze elkaar aanvullen en sterker maken. Dit zal waar-schijnlijk dubbel werk en inspanning schelen.
welke meerwaarde heeft het?Cees: Als W&D en REK goed samenwerken in Nederland, heeft dat effect op de uitwisseling en samenwerking van de W&D- en REK-partners in Ethiopië. Toen we op zoek waren naar een geschikte noodhulppartner in Ethiopië, heb ik daarover contact gehad met REK en Assegid in Ethiopië. In principe is de samenwerking in Nederland een middel om te komen tot versterking van armoedebe-strijding en versterking van de maatschappij in Ethiopië.
Assegid: Samenwerkende organisaties in de alliantie wisselen ervaring, informatie en vaardigheden uit. Ten aanzien van PMEL vullen de verschillende organisaties elkaar aan; dat bespaart werk. Daarnaast maakt de samenwerking op termijn ook programmatische en organisatorische samenwerking mogelijk. Met het oog op (institutionele) fondsenwerving is het immers belangrijk om als organisaties op sterkte te zijn, competent te zijn.
Zie je ook schaduwzijden? of: zijn er nadelen verbonden aan de samenwerking?Cees: Je merkt vaak in de onderlinge verhoudingen dat wij als W&D voorzichtig moeten zijn niet te individualistisch
en te zelfstandig te opereren. We moeten oppassen als grootste organisatie, en als penvoerder in de MFS-aanvraag, niet altijd te domineren. W&D moet ook in dit opzicht de samenwerking blijven zoeken.
Assegid: Mits er sprake is van wederzijds vertrouwen en samenwerking, zal de alliantie vooral positieve resultaten opleveren. Dit is echter geen gegeven, het vraagt veel investering in de samenwerking. Communicatie is erg belangrijk, niet alleen tussen W&D en REK, maar ook tussen partners in het Zuiden. Zien W&D en REK de regionale organisaties nog steeds op dezelfde manier? Is de rolverdeling duidelijk en komt die goed over? Als deze zaken niet goed gaan, kan dit leiden tot misverstanden en verwarring.
Hoe kijken jullie nu, twee jaar later, terug op de samenwerking tot nu toe? wat leerden de organisaties van elkaar?Leo Visser (directeur Red een Kind): Het is erg belangrijk dat de aandacht voor de ontwikkeling van en kansen voor kinderen en jongeren wordt verbonden met de economi-sche ontwikkeling van de samenleving. Daarom zetten we allebei in op beroepstraining en maken we ook allebei een beweging naar fl exibele vaktrainingen in agrarische samenlevingen. Woord en Daad heeft daarbij veel ervaring in het tot stand brengen van landbouwgerichte waarde-ketens. Red een Kind heeft ervaring met het van onderop organiseren van gezinnen en gemeenschappen. Een goede aansluiting tussen die twee is erg belangrijk. Daarin leren we van elkaar en kunnen we elkaar versterken.
Jan Lock (directeur Woord en Daad): Wat mij betreft is er nog niet uitgekomen wat er uit zou kunnen komen. Dat heeft te maken met een andere manier van kijken. Maar dat leer je pas als je beelden uitwisselt. Leerpunt van de afgelopen twee jaar is dat samenwerken ver-trouwen over en weer vraagt, en tijd om elkaar te leren begrijpen. Dat heeft langer geduurd dan we hadden verwacht. Nu wordt het tijd om echt kilometers te gaan maken! Een aantal belangrijke eerste stappen zijn daarvoor gezet in 2011, onder andere het werken via hetzelfde ICT-programma en het vormen van gezamen-lijke programmateams. De vruchten daarvan gaan we in 2011 plukken.
Samenwerken is investeren
Auteur: Kees Vreeken
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden80
INTERMEZZO
Welke speerpunten wilt u formuleren voor de samenwer-king tussen W&D en REK in de komende jaren?Visser: Het heeft prioriteit dat de partnerorganisaties als effectieve geïntegreerde netwerken gaan functioneren. Bijvoorbeeld in het gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor het behalen van programmaresultaten. Maar ook door van elkaar te leren, samen op te trekken en gezamenlijk te linken met de andere partijen. Ook tussen de organisaties in Nederland zal de samenwerking wor-den uitgebreid en verdiept, bijvoorbeeld op ICT-gebied.
Lock: We moeten nog meer investeren in het denken en handelen vanuit een gemeenschappelijk begrepen gedachtegoed en beleid. Dat is het belangrijkste. Het tweede is dat we in de regio’s waar we samen werken ook daadwerkelijk gaan samenwerken. Teams van REK en W&D vormen een team voor de betreffende regio en zijn zonder onderscheid en aanzien des persoons? de nu nog gescheiden optrekkende W&D- en REK-partners tot een hand en een voet. Het derde is dat we aan het eind van deze beleidsperiode een krachtig gemeenschappelijk programma rond onderwijs en vakonderwijs/arbeidsbe-middeling hebben dat staat als een huis en echt verschil maakt met andere programma’s.
kan de oS-sector leren van de wijze van samenwerking? Hoe, wat, waarom? Visser: Samenwerken betekent investeren in tijd, inspan-ning en middelen. Het vereist commitment. Daarom moe-ten voor succesvolle en intensieve samenwerking meer dan oppervlakkige of opportunistische redenen zijn. Nauwe samenwerking op waarden en inhoud gebaseerd, geeft energie en is duurzaam! Dat komt ten goede aan de mensen in het Zuiden, kinderen en jongeren inbegrepen.
Lock: Begin vanuit gemeenschappelijke waarden. Want je weet dat het in de samenwerking een keer vast kan lopen. Dan moet je tegen elkaar kunnen zeggen: wat heb-ben we gezamenlijk en waarom doen en willen we dit? En van daaruit bekijk je je verschil van inzicht en mening. Ook al dit niet altijd aangenaam, dit creëert ruimte en openheid. Je houdt elkaar zo wel vast en een crisis kan de samenwerking versterken. Houd met elkaar scherp oog op je doelen en spreek elkaar daar voortdurend op aan. Daag elkaar uit. Dat doen wij ook!
Welke speerpunten wilt u formuleren voor de samenwer-king tussen W&D en REK in de komende jaren?Visser: Het heeft prioriteit dat de partnerorganisaties als effectieve geïntegreerde netwerken gaan functioneren. Bijvoorbeeld in het gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor het behalen van programmaresultaten. Maar ook door van elkaar te leren, samen op te trekken en gezamenlijk te linken met de andere partijen. Ook tussen de organisaties in Nederland zal de samenwerking wor-den uitgebreid en verdiept, bijvoorbeeld op ICT-gebied.
Lock: We moeten nog meer investeren in het denken en handelen vanuit een gemeenschappelijk begrepen gedachtegoed en beleid. Dat is het belangrijkste. Het tweede is dat we in de regio’s waar we samen werken ook daadwerkelijk gaan samenwerken. Teams van REK en W&D vormen een team voor de betreffende regio en zijn zonder onderscheid en aanzien des persoons? de nu nog gescheiden optrekkende W&D- en REK-partners tot een hand en een voet. Het derde is dat we aan het eind van deze beleidsperiode een krachtig gemeenschappelijk programma rond onderwijs en vakonderwijs/arbeidsbe-middeling hebben dat staat als een huis en echt verschil maakt met andere programma’s.
kan de oS-sector leren van de wijze van samenwerking? Hoe, wat, waarom? Visser: Samenwerken betekent investeren in tijd, inspan-ning en middelen. Het vereist commitment. Daarom moe-ten voor succesvolle en intensieve samenwerking meer dan oppervlakkige of opportunistische redenen zijn. Nauwe samenwerking op waarden en inhoud gebaseerd, geeft energie en is duurzaam! Dat komt ten goede aan de mensen in het Zuiden, kinderen en jongeren inbegrepen.
Lock: Begin vanuit gemeenschappelijke waarden. Want je weet dat het in de samenwerking een keer vast kan lopen. Dan moet je tegen elkaar kunnen zeggen: wat heb-ben we gezamenlijk en waarom doen en willen we dit? En van daaruit bekijk je je verschil van inzicht en mening. Ook al dit niet altijd aangenaam, dit creëert ruimte en openheid. Je houdt elkaar zo wel vast en een crisis kan de samenwerking versterken. Houd met elkaar scherp oog op je doelen en spreek elkaar daar voortdurend op aan. Daag elkaar uit. Dat doen wij ook!
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 81
BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
5.1 INLEIDING
De Raad van Toezicht van woord en Daad heeft een belangrijke toezichthoudende rol wat betreft de invulling van de missie en visie van de organisatie.
STATuTAIRE NAAM EN ALGEMEEN
Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en
Daad, bij verkorting Stichting Woord en Daad,
is gevestigd te Gorinchem. De RvB vult haar
functioneren in op basis van de cyclus beleid–
operationeel jaarplan-implementatie en evaluatie
(zie verder bestuurlijk functioneren, paragraaf
(5.2.2). Vanuit bestuurlijk oogpunt is de scheiding
tussen toezicht en bestuur conform de Code
Wijffels doorgevoerd.
neVenfunCties risiCoanaLyse
Bestuurslid Stichting Gezamenlijke Evaluaties Partos. (onbezoldigd) Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Gedelegeerd bestuurder van de Vereniging Prisma, christelijke organisaties in ontwikkelings-samenwerking, gevestigd te Houten (zie ook Adicisim bv). (bezoldigd) (tot en met 31 december 2011). Vanaf 1 januari 2012 bestuurslid. (onbezoldigd)
Deze nevenfunctie ligt in het verlengde van de bestuurders-functie bij Woord en Daad. Risico voor belangenverstrenge-ling is opgelost door besluitvorming rond Prisma volledig bij lid van raad van bestuur te leggen.
Lid van het bestuur van Co-Prisma (vanaf november 2011) Mandaat ligt in verlengde van Prisma. (onbezoldigd)
Deze nevenfunctie ligt in het verlengde van de bestuurdersrol bij Woord en Daad. Geen sprake van risico voor Woord en Daad.
Directeur Adicisim bv (deeltijd) (bezoldigd) Adicisim bv levert management en bestuurlijk advies. De uitvoerende en bezoldigde activiteiten bij Prisma zijn in ver-band met aansprakelijkheid onder deze bv ondergebracht.
Gemeenteraadslid van Gemeente Giessenlanden. (bezoldigd) Geen verband met Woord en Daad, geen risico.
Lid RvT voor masteropleiding en kenniscentrum Besturen van Maatschappelijke organisaties aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. (onbezoldigd)
Passend bij functie Woord en Daad, geen risico.
neVenfunCties risiCoanaLyse
Lid bestuur Partos, Nederlandse branchevereniging voor internationale samen-werking Amsterdam. (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad.
Member Administrative Council EU-Cord, Europese vereniging voor christelijke organisaties op terrein van internationale samenwerking. (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad.
Lid steunfractie gemeenteraad Culemborg. (onbezoldigd) Geen verband met Woord en Daad, geen risico.
Voorzitter raad van bestuur: ir. Jan Lock
Lid raad van bestuur: drs. Dicky Nieuwenhuis
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden82
BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
5.1 INLEIDING
De Raad van Toezicht van woord en Daad heeft een belangrijke toezichthoudende rol wat betreft de invulling van de missie en visie van de organisatie.
STATuTAIRE NAAM EN ALGEMEEN
Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en
Daad, bij verkorting Stichting Woord en Daad,
is gevestigd te Gorinchem. De RvB vult haar
functioneren in op basis van de cyclus beleid–
operationeel jaarplan-implementatie en evaluatie
(zie verder bestuurlijk functioneren, paragraaf
(5.2.2). Vanuit bestuurlijk oogpunt is de scheiding
tussen toezicht en bestuur conform de Code
Wijffels doorgevoerd.
5.2 BESTuuRLIjkE VERANTwooRDING
De raad van bestuur (RvB) bestaat uit ir. Jan Lock
(voorzitter RvB) en drs. Dicky Nieuwenhuis (lid
RvB). Statutair heeft de raad van bestuur beleids-
matig de verantwoordelijkheid voor de organisatie.
Het door de RvB vastgestelde beleid legt hij ter
goedkeuring aan de raad van toezicht (RvT) voor.
Daarnaast geeft de RvB leiding aan de uitvoerende
organisatie van Woord en Daad en valt het manage-
mentteam onder het voorzitterschap van de RvB.
De RvB is in 2011 geëvalueerd door het manage-
mentteam en door diverse stakeholders (partners,
klankbordgroep comités, coördinatiegroep Business
Platform en Vermogensfondsen). De resultaten van
deze evaluaties zijn meegenomen door de RvT in
zijn beoordeling van de RvB (zie pagina 85).
De RvB heeft verschillende nevenfuncties:
neVenfunCties risiCoanaLyse
Bestuurslid Stichting Gezamenlijke Evaluaties Partos. (onbezoldigd) Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Gedelegeerd bestuurder van de Vereniging Prisma, christelijke organisaties in ontwikkelings-samenwerking, gevestigd te Houten (zie ook Adicisim bv). (bezoldigd) (tot en met 31 december 2011). Vanaf 1 januari 2012 bestuurslid. (onbezoldigd)
Deze nevenfunctie ligt in het verlengde van de bestuurders-functie bij Woord en Daad. Risico voor belangenverstrenge-ling is opgelost door besluitvorming rond Prisma volledig bij lid van raad van bestuur te leggen.
Lid van het bestuur van Co-Prisma (vanaf november 2011) Mandaat ligt in verlengde van Prisma. (onbezoldigd)
Deze nevenfunctie ligt in het verlengde van de bestuurdersrol bij Woord en Daad. Geen sprake van risico voor Woord en Daad.
Directeur Adicisim bv (deeltijd) (bezoldigd) Adicisim bv levert management en bestuurlijk advies. De uitvoerende en bezoldigde activiteiten bij Prisma zijn in ver-band met aansprakelijkheid onder deze bv ondergebracht.
Gemeenteraadslid van Gemeente Giessenlanden. (bezoldigd) Geen verband met Woord en Daad, geen risico.
Lid RvT voor masteropleiding en kenniscentrum Besturen van Maatschappelijke organisaties aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. (onbezoldigd)
Passend bij functie Woord en Daad, geen risico.
neVenfunCties risiCoanaLyse
Lid bestuur Partos, Nederlandse branchevereniging voor internationale samen-werking Amsterdam. (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad.
Member Administrative Council EU-Cord, Europese vereniging voor christelijke organisaties op terrein van internationale samenwerking. (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad.
Lid steunfractie gemeenteraad Culemborg. (onbezoldigd) Geen verband met Woord en Daad, geen risico.
Voorzitter raad van bestuur: ir. Jan Lock
Lid raad van bestuur: drs. Dicky Nieuwenhuis
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 83
5 BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
RAAD VAN ToEZIcHT
De RvT keurt het door de raad van
bestuur vastgestelde beleid goed.
Tevens is het zijn verantwoordelijk-
heid om het functioneren van de
raad van bestuur te beoordelen.
De RvT bestaat uit acht leden (zie
voor samenstelling en rooster
van aftreden bijlage 1) met ds. C.
(Coen) Westerink als voorzitter.
Piet Nobel RA trad toe als nieuw
lid van de raad van toezicht. De
RvT wordt samengesteld op basis
van een goede mix van inhoudelijke
en bestuurlijke competenties. De
leden van de raad van toezicht heb-
ben zitting gedurende een periode
van vier jaar en kunnen tweemaal
worden herbenoemd. Per 31
december 2011 was de samenstel-
ling als volgt:
Bij elk aandachtsgebied is vanuit de
professie van het lid van de RvT dui-
delijk dat hij of zij waarde toevoegt
voor het aandachtsgebied en Woord
en Daad. Nevenfuncties van RvT-
leden zijn te vinden in bijlage 2.
De RvT vergaderde in 2011 zeven
keer in aanwezigheid van de RvB.
Tijdens de vergadering in maart
2011 keurde zij de jaarrekening
goed. Goedkeuring van het jaarplan
vond plaats in oktober 2011. In die
vergadering vond ook de evaluatie
van de RvB plaats. De accountant
was aanwezig in de maartvergade-
ring, waarin jaarverslag en jaarreke-
ning passeerden.
In december 2011 keurde de RvT
de oprichting van een investerings-
maatschappij Incluvest BV goed.
Incluvest dat onder de al bestaande
stichting Poverty Share Investment
(PSI) zal gaan vallen, gaat zich richten
op inclusief investeren: investeren
met oog voor mensen, en met name
armen (zie verder 5.4.)
In juni werd tijdens een symposium,
met prof. dr. Ton Dietz als spreker,
met grote waardering afscheid geno-
men van drie oudgedienden uit de
RvT: Jan Plaisier (RA), mr. drs. Dirk
Vergunst en dr. Roelof Bisschop.
jaarlijkse evaluatie raad van toezichtBegin 2011 is het functioneren van
twee leden van de RvT, Marja van de
Lagemaat en Gerben Nooteboom,
geëvalueerd aan de hand van een
peer review. De evaluatie was
positief. Zij zijn herkozen. Eind 2011
waren er geen aftredende leden van
de RvT en werden er dus geen peer
reviews gehouden.
Het functioneren van de volledige
RvT is in 2011 extern geëvalueerd
door de Galangroep. Deze evalu-
atie vormde tevens de inbreng voor
een training die de Galangroep
heeft verzorgd, gericht op effec-
tieve samenwerking tussen RvB
en RvT. De training richtte zich op
een heldere verdeling van taken,
rollen, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden.
financiële auditcommissieDefinanciëleauditcommissie(voor
samenstelling zie bijlage 1) adviseert
deRvTinzakefinanciëlevoorstellen
van de RvB en geeft haar opinie over
definanciëlehandelwijzevandeRvB
en de verslaglegging hierover. De
auditcommissie vergaderde in 2011
drie keer; eenmaal over jaarrekening
2010, een keer over de begroting
2012 en een keer over de voorstel-
len van de RvB met het oog op de
Lid raad Van toeziCht beroeP aandaChtsgebied binnen woord en daad
Ds. Coen Westerink Predikant Voorzitter. Aandachtsgebied identiteit van de organisatie
Jenny Achterstraat-Floor Ondernemer Secretaris
Piet Nobel, RA Registeraccountant Begroting, budget inclusief financiële en fiscale zaken, personeel en organisatie
Drs. Marja C. van de Lagemaat M.A.
Docente Frans/decaan vwo; onderwijskundige
Onderwijs
Dr. ir. Roel A. Jongeneel Universitair docent landbouweconomie en inter nationale handel
Arbeid en Inkomen (microkrediet, vak-training, Job & Business Centres) i.c.m. het Business Platform
Dr. Pieter Honkoop MDL-arts; ervaring in tropische geneeskunde
Basisvoorzieningen en humanitaire hulpverlening
Dr. ir. Gerben Nooteboom Onderzoeker en universi-tair docent antropologie en ontwikkelingsstudies
Advies en Onderzoek, evaluatie en beleidsbeïnvloeding
Ing. Kees van Burg Directeur kapitaal-investeringen Dow Chemical
Arbeid en Inkomen (microkrediet, vak-training, Job & Business Centres) i.c.m. het Business Platform; Investeringsmogelijk-heden, Businessplannen
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden84
oprichting van PSI/Incluvest. In alle
gevallen adviseerde zij de RvT de
voorstellen van de RvB over te nemen.
Accountant en benoeming accountantOm haar toezichthoudende taak
goed uit te kunnen oefenen laat de
RvT de RvB en de onder de RvB
functionerende organisatie extern
en onafhankelijk controleren op
zowelhetfinanciëledoenenlaten
als de procesmatige gang van zaken.
Daartoe benoemt zij een accountant.
In 2011 was Roza bv uit Veenendaal
de accountant van Woord en Daad
(benoeming in 2010). De accountant
neemt zowel deel aan de vergaderin-
gen van de auditcommissie als aan de
vergadering waarin de jaarrekening
passeert.
Beoordeling van de raad van bestuur door de raad van toezichtIn de decembervergadering beoor-
deelde de RvT op basis van resulta-
tenrapportage (via het maandelijkse
koersrapport en jaarverslag), extern
VFI (Vereniging Fondsenwervende
Instellingen) benchmarkonderzoek
en rapportage van de belangheb-
benden, het functioneren van de
RvB. De beoordeling was positief.
Bijzondere aandacht vroeg de
implementatie van de vernieuwde
structuur, het managen van
het parallelle proces van ICT-
implementatie en het managen van
werkdruk. Zie verder ook de SWOT
in hoofdstuk 1.
5.2.1. BELoNING EN SALARIS VAN
DE RAAD VAN BESTuuR
De RvT heeft het bezoldigingsbe-
leid, de hoogte van de directiebe-
loning en de hoogte van andere
bezoldigingscomponenten vastge-
steld. Het beleid wordt periodiek
geactualiseerd. Bij de bepaling van
het bezoldigingsbeleid en de vaststel-
ling van de beloning blijft Woord en
Daad ruim binnen de Adviesregeling
Beloning Goede Doelen van de VFI
en de code Wijffels. De RvB van
Woord en Daad heeft binnen het sys-
teem geen eigen salarispositie. Ook
de functies binnen de RvB worden via
FUWASYS beoordeeld.
Voor 2011 viel de functie van
voorzitter van de RvB in schaal 16,
trede 10, het salaris van het lid van
de RvB viel in schaal 14, trede 5.
Vanuit de VFI-systematiek heeft de
positie van directie bij Woord en
Daad een weging van 485 punten
(de zogenaamde BSD, Basis Score
voor Directiefuncties). Bij een
tweehoofdige directie geldt hierbij
voor de voorzitter van de RvB een
percentage van 87 procent, voor het
lid van de RvB geldt een percentage
van 80 procent. Dit betekent dat
bij de positie van de voorzitter van
de RvB een weging hoort van 422
punten, voor het lid van de RvB
een weging van 388 punten. Bij die
functiezwaarte en het part-time
percentage van de heer Lock en
mevrouw Nieuwenhuis horen voor
2011 maximumsalarissen, respectie-
velijk van € 104.225 en € 87.339 (zie
bijlage 6 van de Jaarrekening). Het
niveau van de brutojaarsalarissen
van leden van de RvB lagen daar in
2011 onder. Woord en Daad kiest
daarvoor omdat ze ervan overtuigd
is dat bij de aard van het werk van
de organisatie bescheidenheid in
beloning past. De voor de toetsing
aan VFI-maxima relevante werke-
lijke jaarsalarissen van de directie
bedroegen in 2011 € 100.158,00
(VFI-norm: € 104.225) voor de
heer J. Lock en € 65.159,00 (VFI-
norm bij parttime percentage 89
procent: € 87.339) voor mevrouw D.
Nieuwenhuis.
De RvT heeft in goed overleg met
de RvB besloten het dienstverband
van de voorzitter van de RvB vanaf
1 januari 2011 terug te brengen
naar 33 uur per week. Die ruimte
gebruikt de voorzitter van de RvB
voor zijn nevenfuncties. Omdat in
2011 het lid van de RvB vier maan-
den met zwangerschapsverlof was, is
het dienstverband van de voorzitter
van de RvB vanaf augustus 2011
weer verhoogd tot 36 uur per week.
In 2012 zal de urenbezetting weer
opnieuw bekeken worden.
5.2.2. BESTuuRLIjk
fuNcTIoNEREN
organisatie en code wijffels De organisatie staat onder leiding
van de RvB. De verhouding tussen
de RvT en de RvB is geregeld con-
form de Code Wijffels.
De werkorganisatie is opgesplitst in
vijf afdelingen. Drie van de vijf afde-
lingen kennen een assistent-mana-
ger. De opbouw per 31/12/2011
was als volgt:
afdeLing onder Leiding Van PLaatsVerVanger
Finance, Projectadministratie en Control Drs. Arnold van Willigen Geurt Versteeg, MBA
Communicatie en Fondsen Rina Molenaar Wim Hasselman (tot 1-6-2011) en ir. Eric Versteegt
Partners en Programma’s Ir. Leen Stok (tot 1/6/2011)
Edwin Visser (vanaf 1/6/2011) Ellen van den Hil, MPHC
Agribusiness & Enterprise Development Ing. Maarten van Middelkoop n.v.t.
Resultaatmanagement en Leren Dr. Wim Blok n.v.t.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 85
5 BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
De managers van de afdelingen
vormen met elkaar het management-
team, Dit team wordt voorgezeten
door de voorzitter van de RvB (en bij
diens afwezigheid door het lid van
de RvB). Het managementteam advi-
seert de RvB over besluitvorming.
Afwijking van het advies wordt via de
notulen van het managementteam
vastgelegd. De RvT neemt kennis
van deze notulen.
In de uitvoering heeft de RvB
verantwoordelijkheden en
bevoegdheden gedelegeerd aan de
afdelingsmanagers. De procedu-
res hiervoor zijn vastgelegd in het
organisatiehandboek. Via interne
controle wordt naleving van de pro-
cedures door de afdeling Finance,
Projectadministratie en Control
gerapporteerd aan de RvB.
Tussen de afdelingen en de RvB zijn
zeven staffuncties:
• directiesecretariaat,
Tosca van Breda
• humanresourcesmanagement,
Herman Hendriks
• kwaliteitsmanagement,
Harmke van Ooijen
• interne en perscommunicatie,
Wilma van der Meij
• beleidsbeïnvloeding,
Evert-Jan Brouwer
• beleidsontwikkeling,
Leen Stok (per 1/6/2011)
• ICT, Gert-Jan van den Berg
onkostenvergoedingenDe RvB vervult een bezoldigde
functie.
De leden van de RvT krijgen alleen
een kostenvergoeding. In de praktijk
betreft dat een vergoeding voor de
verreden kilometers en vergoeding
voor porti en telefoonkosten. De
vergoeding bedraagt per gereden
kilometer € 0,28.
NevenfunctiesDe nevenfuncties van de leden van
de RvB en RvT worden genoemd in
paragraaf 5.1 en bijlage 2. Vóór het
aangaan van nevenfuncties worden
deze getoetst aan de statuten van
Woord en Daad. Er zal geen goed-
keuring plaatsvinden als er risico
bestaat op belangenverstrengeling
of afhankelijkheid.
Evalueren en lerenEvalueren en leren is structureel ver-
ankerd binnen de beleidscyclus van
Woord en Daad. Meer informatie
hierover in hoofdstuk 2.
jaarverslagHet jaarverslag geeft een goed
beeld van het werk van Woord
en Daad. Het gaat in op zowel het
werk in Afrika, Azië en Zuid- en
Midden-Amerika als op het werk
in Nederland en Europa. Woord
en Daad beschikte in 2011 over
voldoende middelen om haar werk
voor het grootste deel volgens de
voorgenomen plannen en langs de
strategische lijnen uit te voeren.
Woord en Daad stelt budgetten
vast in lokale valuta. Met het oog op
de koersontwikkelingen in 2010 is
een nieuw koersbeleid vastgesteld
en werkt Woord en Daad met een
koersrisicofonds. De nieuwe werk-
wijze voldeed goed.
Aan de inkomstenkant was er sprake
van een opvallende groei bij parti-
culieren. Aan de bedrijvenkant en
de kant van de vermogensfondsen
vielen de inkomsten tegen. De aan
deze bronnen van inkomsten gerela-
teerde uitgaven werden beperkt. De
inkomsten uit noodhulp waren zeer
aanzienlijk. Alles bij elkaar vielen
de inkomsten € 4.000.000 lager uit
dan begroot en circa € 5.000.000
lager dan in 2010 (Haïti-effect van
€ 7.500.000) maar ca. € 3.000.000
hoger dan in 2009.
jaarrekeningVoorgedetailleerdefinanciëlegege-
vens verwijzen we naar de jaarreke-
ning met toelichting.
In het operationeel jaarplan voor
2011 is een begroting onderbouwd
van € 36.500.000. Een deel daarvan
(€ 4.400.000) zat in de categorie
niet goed te voorspellen inkomsten.
De uiteindelijke inkomsten komen
uit op € 32.200.000. Met name
in het laatste kwartaal van 2011
bleven de inkomsten uit bedrijven
en vermogensfondsen sterk achter.
De inkomsten van particulieren en
institutionele fondsen vielen hoger
uit dan begroot.
Door de koppeling van uitgaven aan
inkomsten was er sprake van een
goed evenwicht tussen baten en las-
ten. De vaste programmakosten, de
kosten beheer en administratie en de
kosten eigen fondsenwerving bleven
binnen de vastgestelde normen.
Begroting 2012, meerjarenbegro-ting en beleidsvoornemensNa de jaarrekening is de begroting
over het jaar 2012 en de meer-
jarenbegroting opgenomen. De
beleidsvoornemens zijn vastgelegd
in hoofdstuk 6 van dit jaarverslag.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden86
40
35
30
25
20
15
10
5
0
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
69,3fte
32,24miljoen
22,94
19,8
Totale inkomsten
Vermeerderd metextra inkomsten derden.
Reguliere inkomsten
6,58%Kosten*
x m
iljo
en
8,4%
9,4% 9,4%
7,8% 7,9%
8 fte
10 fte
20 fte
23,3 fte
7,7%
11,01%
9,18%
10,1%
subsidie
noodhulp
Vermeerderd met subsidies overheden.
* Met ingang van 2011 wordt voor berekening van het kostenpercentage een nieuwe systematiek toegepast. In de vergelijking met eerdere jaren dient hier rekening mee te worden gehouden. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar bijlage 4 van de jaarrekening (pagina 122) en bijlage 5 van het jaarverslag (pagina 143).
GRAfIEk INkoMSTEN 1973 T/M 2011
Gerealiseerd en begroot
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 87
5 BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
overige beleidsuitgangspunten, van belang voor bestuurlijke ver-antwoordelijkheid en functioneren
• VermogenHet vermogen van de stichting is
opgesplitst conform de regels van
het CBF in reserves.
• ReservesWoord en Daad streeft naar een
evenwicht tussen inkomsten en
uitgaven. De opbouw van het opera-
tioneel jaarplan is daarop afgestemd:
tegenover bestedingen dienen via
fondsenwerving inkomsten te staan.
Dekoppelingtussenspecifieke
inkomstenenspecifiekeuitgavenis
zo beter geborgd.
• FondsenDe bestemmingsfondsen zet Woord
en Daad overeenkomstig de bestem-
ming in bij de uitvoering van de
projecten. Indien er bij projecten in
aanvang nog te weinig fondsen binnen
zijn, wordt per balansdatum het tekort
aangevuld vanuit het algemeen fonds.
Indien alsnog via fondsenwerving dek-
king voor het project gevonden wordt,
wordt dit bedrag teruggeboekt naar
het algemeen fonds.
Tot de bestemmingsfondsen beho-
ren ook de adoptiefondsen.
• BeleggingsbeleidDoordat aanvaarde projecten
meestal in termijnen betaald wor-
den en het opstarten van nieuwe
projecten tijd vergt, zijn er tijdelijke
liquiditeiten aanwezig. Deze worden
risicoloos belegd (zie verder para-
graaf 4.3, risicomanagement).
• Procesbeheersing en risicobeheersingStichting Woord en Daad streeft
transparantie na bij de uitvoering
van de werkzaamheden. De toeken-
ning van de fondsen, besteding van
fondsen, bewaking van project- en
programma-uitvoering en rappor-
tage vonden in 2011 plaats volgens
de kaders, procedures en processen,
zoals vastgesteld door de stichting.
Zie voor een beknopte beschrijving
van deze kaders, procedures en
processen bijlage 5. Vanuit de RvT
wordt vanuit gegevens toezicht
gehouden. In dezelfde bijlage is de
werkwijze rond risicobeheersing
opgenomen.
In een afzonderlijke verklaring geeft
de accountant een oordeel over de
beheersing van deze processen. Het
doel van deze beschrijving is het
afleggenvanverantwoordingover
de wijze waarop Woord en Daad
de haar toevertrouwde middelen
beheert en besteedt. Daarnaast
borgt Woord en Daad haar proces-
sen via het ISO 9001–2000. Dit
certificaatverkreegWoordenDaad
in2002.Hetcertificaatwerdin
2009 verlengd.
• De normpercentages voor overheadIn 2011 is Woord en Daad, als
gevolg van de vernieuwde orga-
nisatiestructuur, met een nieuwe
kostennorm van beheer van admi-
nistratie gaan werken. De norm is
nu gesteld op 3,1%. de norm voor de
kosten eigen fondsenwerving was
6%, gerealiseerd is 4,75% in 2011.
Voor een verdere toelichting op
deze normpercentages en de gere-
aliseerde cijfers zie bijlage 4 van de
jaarrekening.
• De normpercentages voor vaste programmaonderdelen binnen de doelstelling
Daarnaast stuurt Woord en Daad
op verdeling tussen programma’s
en vaste programma-uitgaven
zoals uitgaven voor inhoudelijke
ondersteuning (partnerrol), uitgaven
voor monitoring en evaluatie (PMEL)
en uitgaven voor het programma
bewustwording. Voor 2011 waren
voor deze programma-uitgaven/
uitgaven aan de doelstelling, de
volgende normen verbonden.
In 2011 werd een doelbestedings-
ratio behaald van 90,67 procent.
Dat is met de kosten voor beheer
en administratie en de kosten eigen
fondsenwerving meer dan 100
procent. Dat komt doordat fondsen
die in 2010 geworven zijn in 2011
zijn besteed (met name Haïti
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden88
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 89
VOORUITBLIK
6.1 DE DyNAMIEk IN oNZE wERkoMGEVING
Drie jaar geleden besprak woord en Daad met haar internationale partnernetwerk belangrijke trends in haar omgeving. Het snel verdwijnende onderscheid tussen het ‘rijke Noorden’ en ‘arme Zuiden’ bijvoorbeeld. Dat onderscheid verdwijnt door toegang tot kennis, herverdeling van economische machtsblokken en verschuiving in leiderschap. Armoede is verder steeds moeilijker te binden aan specifieke landen, wel aan regio’s.
Aan de ene kant zijn er toenemende technologische
mogelijkheden om middelen, producten en informa-
tie toegankelijk te maken voor armen. De toegang
tot informatie verkleint de kenniskloof.
Aan de andere kant is er wel een toenemende
druk op natuurlijke hulpbronnen, Dat sluit vooral
de zwakke landen en regio’s uit en gaat daardoor
gepaard met politieke instabiliteit. Die politieke
instabiliteit leidt vooral voor achterblijvende regio’s
tot (politieke) verwaarlozing en daardoor kunnen
rampen als droogte zich makkelijk tot hongersnood
ontwikkelen. Het nieuws van elke dag laat de voor-
beelden zien. In 2011 was Oost-Afrika er (weer) een
schrijnend voorbeeld van.
Voor de komende jaren betekent dit dat armoedebe-
strijding –zowel noodhulp als de langeretermijnhulp
en economische ontwikkeling– keihard nodig blijven
Tegelijkertijd zullen organisaties, instellingen en
bedrijven uit het Zuiden zélf zich steeds actiever
inzetten voor de armen in hun omgeving, met eigen
financiëlemiddelen.Westerseontwikkelingsorgani-
saties (NGO’s) zullen niet verdwijnen, maar steeds
meer een partner worden naast hun collega’s in het
Zuiden. Daarnaast zullen ze steeds sterker de rol
gaan spelen van makelaar en verbinder. Het op een
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden90
VOORUITBLIK
6.1 DE DyNAMIEk IN oNZE wERkoMGEVING
Drie jaar geleden besprak woord en Daad met haar internationale partnernetwerk belangrijke trends in haar omgeving. Het snel verdwijnende onderscheid tussen het ‘rijke Noorden’ en ‘arme Zuiden’ bijvoorbeeld. Dat onderscheid verdwijnt door toegang tot kennis, herverdeling van economische machtsblokken en verschuiving in leiderschap. Armoede is verder steeds moeilijker te binden aan specifieke landen, wel aan regio’s.
Aan de ene kant zijn er toenemende technologische
mogelijkheden om middelen, producten en informa-
tie toegankelijk te maken voor armen. De toegang
tot informatie verkleint de kenniskloof.
Aan de andere kant is er wel een toenemende
druk op natuurlijke hulpbronnen, Dat sluit vooral
de zwakke landen en regio’s uit en gaat daardoor
gepaard met politieke instabiliteit. Die politieke
instabiliteit leidt vooral voor achterblijvende regio’s
tot (politieke) verwaarlozing en daardoor kunnen
rampen als droogte zich makkelijk tot hongersnood
ontwikkelen. Het nieuws van elke dag laat de voor-
beelden zien. In 2011 was Oost-Afrika er (weer) een
schrijnend voorbeeld van.
Voor de komende jaren betekent dit dat armoedebe-
strijding –zowel noodhulp als de langeretermijnhulp
en economische ontwikkeling– keihard nodig blijven
Tegelijkertijd zullen organisaties, instellingen en
bedrijven uit het Zuiden zélf zich steeds actiever
inzetten voor de armen in hun omgeving, met eigen
financiëlemiddelen.Westerseontwikkelingsorgani-
saties (NGO’s) zullen niet verdwijnen, maar steeds
meer een partner worden naast hun collega’s in het
Zuiden. Daarnaast zullen ze steeds sterker de rol
gaan spelen van makelaar en verbinder. Het op een
creatieve manier bij elkaar brengen van expertise
vanuit het bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid
en NGO’s wordt cruciaal in de strijd tegen armoede.
Inmiddels heeft staatssecretaris Knapen de discus-
sie geopend over de rol en toegevoegde waarde
van NGO’s in ontwikkelingssamenwerking. Een
belangrijke discussie waarin terecht kritische
vragen worden gesteld bij het bestaansrecht van
veel organisaties die zonder duidelijk mandaat van
een achterban of stakeholders hun werk doen.
Dat past bij de overtuiging die Woord en Daad
altijd vastgehouden heeft. Sinds 1973 weet ze zich
verbonden met de achterban en weet ze ook dat
continue investeren in wederzijds vertrouwen de
basis voor haar bestaan is. Woord en Daad weet
daarom uit ervaring dat maatschappelijke organisa-
tiesalleenkunnenflorerenentoegevoegdewaarde
kunnen hebben als ze echt geworteld zijn in de
samenleving en in een eigen achterban. Niet alleen
in Nederland. Ook in het Zuiden, in een partner-
netwerk waarmee diezelfde achterban zich vanuit
Bijbelse en christelijke waarden verbonden weet.
En omgekeerd weet dat partnernetwerk zich op
diezelfde basis weer verbonden met die achter-
ban. Dus in die zin beschouwt Woord en Daad de
huidige ontwikkelingen als erkenning voor de lijn
die altijd gevolgd en vastgehouden is. Woord en
Daad is ervan overtuigd dat zowel andere NGO’s
als de overheid kunnen leren van de lessen die ze
in de 39 jaar geleerd heeft. Lessen die Woord en
Daad graag deelt. Samengevat: weet wie je bent en
waar je vandaan komt, trek je lijn naar de toekomst
vanuit waar je staat, deel met anderen waar je naar
toe zou moeten en ga de weg naar de toekomst
samen met anderen. En kijk per stap welke volgende
stap je samen zet. In dit hoofdstuk wordt daar per
onderdeel inzicht in gegeven.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 91
6 VOORUITBLIK
6.2 ToEkoMST: wERk IN HET ZuIDEN
Samenwerken in allianties en andersoortige netwerken zal in de komende jaren voort-gezet worden, waarbij naast directe armoedebestrijding er steeds grotere aandacht zal zijn voor maatschappijopbouw en beleidsbeïnvloeding.
6.2.1. REGIoNALE ALLIANTIES
Gedurende het jaar 2011 is goede
vooruitgang geboekt in de vorming
van regionale allianties. De interac-
tie tussen de leden van de allianties
zorgde voor een zinvolle dynamiek
waarbij het delen van kennis en
ervaringen een belangrijke plek
innam.
In de voorliggende tijd zal veel aan-
dacht gegeven worden aan de strate-
gische positionering van de allianties.
Partners zullen uitwisseling van
kennis en ervaring gaan omzetten
in het ontwerpen en implemente-
ren van gezamenlijke initiatieven.
Daarbij zullen ze zich niet beperken
tot samenwerking met organisaties
binnen de alliantie alleen, maar actief
participeren in een netwerkomge-
ving, waarbij samenwerkingsver-
banden met andere organisaties
een belangrijke rol vervullen. Een
belangrijk doel daarbij is om vanuit
de thema’s onderwijs, vakonderwijs,
basisvoorzieningen en bedrijfsont-
wikkeling de vertaling te maken naar
de context van die thema’s. Door
nauw samen te werken in alliantie-
verband worden integrale verbin-
dingen gelegd tussen die thema’s
onderling en de context waarin ze
staan. Op die manier krijgt de ‘theory
of change’, waarin een integrale
benadering van ontwikkeling cen-
traal staat, concreet gestalte.
In 2011 is een beleidsplan ontwik-
keld om de samenwerking tussen
Woord en Daad- en Red een Kind
(REK)-partners binnen de allianties
verder te intensiveren. De bedoeling
is dat partners van beide organisa-
ties dezelfde rol en status binnen de
allianties krijgen, waarbij Woord en
Daad en REK als een gemeenschap-
pelijke organisatie hun plek binnen
de alliantie innemen. Dit zal de
positie van de alliantie versterken en
onder meer mogelijkheden bieden
voorfinancieringdoorinstitutionele
donoren. Door deze positionering
zullen de partnerorganisaties binnen
dealliantieskunnenprofiterenvan
elkaars expertise en netwerken.
Daarbij zullen ze minder afhankelijk
wordenvanfinancieringdoorWoord
en Daad (en REK) alleen, en beter in
staat zijn als zelfstandige entiteiten
te opereren.
6.2.2. PRoGRAMMA’S
Voor alle programma’s geldt dat
integratie tussen de diverse pro-
gramma’s een belangrijk speerpunt
is voor de toekomst. Zo is een goede
integratie tussen onderwijs, vak-
onderwijs en het bedrijfsleven een
belangrijke voorwaarde om duur-
zame ontwikkeling te realiseren. De
samenwerking in alliantieverband,
waarin de diverse programma’s zijn
vertegenwoordigd, zal hieraan een
belangrijke bijdrage leveren.
Vanuit de unit Basisvoorzieningen
zal in de komende jaren sterke aan-
dacht zijn voor beleidsontwikkeling
op gebied van voedselzekerheid, ten
eerste op het snijvlak van traditi-
onele landbouw en economische
ontwikkeling. Ook het voorbereid
zijn op rampen (‘disaster prepared-
ness’) verdient veel aandacht, om
daardoor bevolkingsgroepen weer-
baarder te maken tegen mogelijke
rampen en de impact daarvan zo
veel mogelijk te beperken. In 2011
bleek dat binnen de thema’s de unit
Basisvoorzieningen relatief nog een
zwakke schakel is. De kwaliteit van
het werk moet en kan beter. Dat
vraagt in 2012 extra aandacht.
Voor de gezondheidsprogramma’s is
duurzaamheid en kwaliteit een belang-
rijk speerpunt voor de komende jaren,
waarbij het uitgangspunt is dat klinie-
ken in toenemende zin zelfvoorzie-
nend worden en overheden in plaats
van NGO’s hun verantwoordelijkheid
nemeninfinancieringenmanagement
van de klinieken.
Op internationaal en nationaal niveau
ishetdraagvlakendefinanciering
voor onderwijs als thema bin-
nen ontwikkelingssamenwerking
afgenomen. Voor Woord en Daad
en partners blijft onderwijs een
essentieel element in de aanpak van
armoedebestrijding en maatschappij-
opbouw. Het is echter wel van belang
om de kwaliteit en relevantie van
onderwijs voldoende te waarborgen
en sociale en economische ontwikke-
ling te verbinden. Daarbij is blijvende
aandacht nodig voor de betrokken-
heid van ouders en gemeenschappen
bij het onderwijs van hun kinderen.
Ook is het essentieel om in de samen-
werking met partners aandacht
te geven aan de bescherming van
kinderen, waarbij het committeren
aan gedragscodes gericht op de
bescherming van kinderen van groot
belang is. Verder is het belangrijk
om onderwijs en vakonderwijs in
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden92
het bedrijfsleven te integreren. Die
verbinding kan beter.
Het is verheugend dat TVET-JBS
partners in het Zuiden in toenemende
mate het belang van netwerken
erkennen. Partners binnen alliantie-
verband worden steeds belangrijker
voor elkaar in het meedenken over en
beoordelen van elkaars programma’s.
Benchmarking met andere lokale
TVET-JBS aanbieders zal sterk wor-
den gestimuleerd. Daaruit ontstaat
een natuurlijke vorm van netwerken.
Dezelfde ontwikkeling wordt in
Nederland gezien. Meer organi-
saties die zich bezig houden met
TVET-JBS wisselen ervaringen en
tools uit. Op het gebied van lobby en
advocacy wordt binnen EU-CORD
samengewerkt.
Nu het nieuwe beleid op de rails
staat is er ruimte voor leren en
innoveren. Binnen TVET-JBS zijn
twee leertrajecten ingezet. Een leer-
traject over business skills, waarbij
kennispartners in Nederland zullen
worden ingezet. De ervaring uit het
BEST project in Ethiopië is hierbij
een uitgangspunt. Verder is er een
leertraject over rural skills, waarin
nauw wordt samengewerkt met
Red een Kind. Een pilot in Zambia
krijgt in het komende jaar gestalte.
De aandacht voor rurale (met name
landbouw) vaardigheden vraagt
eenflexibelebenadering,waarbij
mobiele training waarschijnlijk een
veelgebruikte aanpak gaat worden.
Hierbij wordt de doelgroep opge-
zocht met gerichte training die past
bij de behoeften in de markt. Deze
vorm van training is drempelverla-
gend en maakt optimaal gebruik van
de mogelijkheden die de doelgroep
beschikbaar heeft.
Agribusiness Enterprise
Development / Incluvest hebben
de politieke wind redelijk in de rug
ten aanzien van het onderstrepen
van het belang van lokale private
sectorontwikkeling als motor in de
economische ontwikkeling. Vanuit
PSI, de investeringsstichting die een
aantal jaren geleden door Woord en
Daad is opgezet, wordt daar op inge-
speeld (zie verder paragraaf 5.4).
6.2.3. BELEIDSBEïNVLoEDING
Beleidsbeïnvloeding stelt in 2012
concrete initiatieven op nationaal
niveau centraal. Meer partners
zullen samenwerken met lokale
lobbygroepen. Met hun brede
ervaring en netwerken hebben zij de
middelen om onze partners effectief
te ondersteunen. Onze partners
nodigen zo overheden en andere
gezagsdragers uit samen te werken
aan duurzame verandering voor de
allerarmsten. In een apart project
voor de rechten van kinderen in
Guatemala zal Woord en Daad een
nieuwe methode toetsen om de
resultaten van beleidsbeïnvloeding
in kaart te brengen. Daarnaast zul-
len in alle allianties de thematische
agenda’s voor beleidsbeïnvloeding
worden afgerond, waardoor beleids-
beïnvloeding versterkend werkt op
de armoedebestrijdingprogramma’s.
6.2.4. oNDERZoEk EN EVALuATIE
Woord en Daad gaat met de stevige
inzet op investeringen in Planning,
Monitoring, Evaluatie en Leren
(PMEL) ook in 2012 verder. In de
eerste helft worden de resterende
partners bezocht voor een PMEL
Strengthening Visit zodat halver-
wege het jaar alle partners een
PMEL-actieplan hebben. De uitkom-
sten geven ook inzicht in de behoefte
aan training van partners, die zal
worden gebruikt om een training
‘advanced PMEL’ te ontwikkelen.
Uitbreidingen en verbeteringen van
het PMEL-systeem worden gedocu-
menteerd in het PMEL-Handboek
waarvan in 2012 de tweede versie
zal worden geproduceerd.
Naast het genereren van relevante
en betrouwbare monitoring- en eva-
luatiegegevens is het ook van belang
dat die gegevens optimaal worden
gebruikt, voor het (beter) mana-
gen van de projecten en voor het
optimaal informeren van relevante
stakeholders. Beide aspecten zullen
in 2012 veel aandacht krijgen.
Woord en Daad geeft al heel wat
jaren stevig aandacht aan evaluatie
en onderzoek, overtuigd van het nut
hiervan voor een goede en steeds
betere uitvoering van de pro-
gramma’s. Een nieuwe trend is dat
er ook een aantal pilots uitgevoerd
gaan worden met nieuwe evalua-
tiemethoden, waaronder Outcome
Mapping,MostSignificantChange
and Randomized Controlled Trials.
Belangrijk is het door Woord en
Daadgefinancierdeonderzoeknaar
het bereiken van de allerarmsten,
een groep die in de praktijk vaak nog
nauwelijks wordt bereikt, ondanks
alle pogingen daartoe.
Zoals in het jaarverslag is aangegeven
participeert Woord en Daad in het
PADEV-onderzoek, dat bekijkt hoe
armen zelf de effecten van ontwikke-
ling beoordelen. Uit dat onderzoek
komt dat de verschoppelingen onder
de allerarmsten vaak buiten beeld
blijven. Daarom wil Woord en Daad
in 2012 een vervolgonderzoek
financierendathetprobleeminkaart
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 93
6 VOORUITBLIK
brengt en aanzetten geeft om te
bezien hoe deze groep wel betrokken
kan worden. Daarnaast start in 2012
een traject over het leren voor de
toekomst, waarbij Woord en Daad wil
kijken hoe ze nu het best kan investe-
ren om D.V. 2020 klaar te zijn voor de
ontwikkelingen die eraan komen.
6.3 ToEkoMST wERk IN HET NooRDEN
In de snel veranderende wereld is het bij een beleidsplan van vijf jaar ook belangrijk elk jaar opnieuw ons te realiseren welke nieuwe zaken er zich in het werk voor-doen. ook het afgelopen jaar is er weer veel geleerd en hebben de werkervaringen nieuwe inzichten en ideeën opgeleverd voor de toekomst.
6.3.1. BELEIDSBEïNVLoEDING EN
BEwuSTwoRDING
De komende jaren gaat Woord
en Daad in het kader van beleids-
beïnvloeding voortvarend verder
met het lobbywerk in Den Haag en
Brussel. Woord en Daad blijft zich
inzetten voor goed (vak)onderwijs,
voor ondernemerschap en voor het
opzetten en versterken van duur-
zame productieketens. Bedoeling is
om meer en meer gebruik te kunnen
maken van resultaten en geleerde
lessen uit de eigen programma’s. Er
is bij de politiek een grote behoefte
aan goed onderbouwde adviezen,
die laten zien wat écht effectief is.
In toenemende mate wordt daarbij
ook samengewerkt met de unit
Bewustwording van Woord en Daad.
De bewustwordingscampagne Wees
Eerlijk zal tot 2013 verder uitgerold
worden. In 2012 gaan de activiteiten
op scholen draaien. Daaruit zullen de
nodige lessen geleerd en toegepast
worden. Woord en Daad heeft
ervaring met bewustwording onder
jongeren. Het is echter wenselijk ook
meer ervaring onder volwassenen
op te doen. De doelgroep studenten
heeft in 2011 geen aandacht gehad.
Wel zijn er enkele leuke contacten
geweest met diverse groepen. Deze
contacten worden de komende tijd
verder uitgebreid en krijgen een
vaste plaats in het jongerenbeleid.
Last but not least kan er bij de unit
Bewustwording gewerkt worden
aan een cultuur (die verder binnen
Woord en Daad een plaats kan
krijgen) van scherp helder en eerlijk
debatteren over aangelegen onder-
werpen die het werk van Woord en
Daad raken.
6.3.1. coMMuNIcATIE
EN foNDSENwERVING
PARTIcuLIEREN
Financiële adoptie is blijvend een
belangrijk middel om de achterban
aan het werk van Woord en Daad
te verbinden. De komende jaren
hebben de vernieuwingen in com-
municatie richting sponsoren van
adoptiekinderen de aandacht. Er zal
gekeken worden welke groeiende
mogelijkheden er zijn binnen het
ICT-systeem en de link naar de web-
site. Hierbij kijken we hoe informa-
tievoorziening richting de donateur
scherper kan en frequenter, op
effectieve wijze. Daarbij streven
we naar een optimaal persoonlijke
benadering. De magazines van
Woord en Daad kunnen onder een
bredere doelgroep bekendheid krij-
gen. Komende jaren kijken we naar
mogelijkheden hiervoor. Samen met
de unit Bewustwording willen we
bezien hoe we de achterban actief
kunnen inschakelen om mensen op
leefgedrag aan te spreken of hun er
bewust van te maken.
6.3.2. coMMuNIcATIE EN
foNDSENwERVING BEDRIjVEN
Relatiebeheer is in tijden van crisis
een belangrijke zaak bij onderne-
mers. Daarbij is het belangrijk dat
ondernemers gelijkgestemden
vinden die voor dezelfde dilemma’s
staan en wellicht een gezamenlijk
project kunnen steunen. Daarom
zal expertise van Nederlandse
ondernemers in ontwikkelingslanden
ingezet worden waar nodig en nuttig
voor de lokale partnerorganisatie. Bij
RegioOndernemers en het Business
Platform zal blijvend gestreefd wor-
den naar een groei. Rond de commu-
nicatie zullen inzichten in resultaten
en de persoonlijke verhalen een
blijvende rol spelen. De lay-out van
het magazine Daadkracht wordt in
2012 vernieuwd. Samen met de unit
Communicatie en Fondsenwerving
Particulieren vragen we via Groot
Nieuws Radio aandacht voor inhou-
delijke thema’s die Woord en Daad
aangaan. Reclamespotjes zullen
proactief mensen oproepen zich aan
te sluiten bij Woord en Daad.
6.3.3. coMMuNIcATIE
EN foNDSENwERVING
INSTITuTIoNELE DoNoREN
Subsidieland verandert. Steeds meer
komt de nadruk te liggen op het werk
in het Zuiden en met name hoe er
samengewerkt wordt met partners
in het veld. Woord en Daad heeft
regionale allianties die in 2011 een
enquête hebben ingevuld over hun
ervaringen met fondsenwerving. In
2012 zal de nieuwe strategie uitge-
werkt worden. Binnen de allianties
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden94
wordt een persoon verantwoordelijk
voor institutionele fondsenwerving.
Deze strategie zal in twee allianties
opgezet worden. De leerpunten van
dit traject worden meegenomen
als dit ook bij andere allianties een
plaats krijgt. EU en USAID zullen de
twee donoren zijn waar partners en
Woord en Daad stevig op in gaan
zetten. Het relatiebeheer van de
unit Institutionele Fondsen wordt
de komende jaren verbeterd door
een proactieve en daadkrachtige
benadering en kwalitatief goede
rapportages op maat aan te bieden.
Twee junior medewerkers zijn ook
inzetbaar voor Driestar Educatief.
Samenwerking op dat vlak zal verder
voortgezet worden.
6.3.4. coMMuNIcATIE
EN foNDSENwERVING
VERMoGENSfoNDSEN
Samenwerken en netwerken zijn de
sleutelwoorden voor de komende
jaren. In samenwerking met de
unit Bedrijven zal gekeken worden
op welke fronten een en ander
uitgebreid kan worden en waar de
units elkaar kunnen versterken.
Met multidisciplinaire ontwikkel-
teams krijgt de samenwerking met
partners en donoren een concreet
gezicht. Woord en Daad Incluvest
(zie 5.4) wordt in 2012 een feit.
Dit attractieve investeringsvehicle
wordt bij grote donoren actief
gepromoot. In samenwerking met
de unit Institutionele Fondsen
worden de mogelijkheden van
US-fondsenwerving nader onder-
zocht en waar mogelijk contacten
gelegd. Om betrokkenheid van
donoren te vergroten zullen er
weblogs gemaakt worden, zodat
ontwikkelingen binnen programma’s
beter gevolgd kunnen worden.
6.3.5. MEDIA
In 2012 zal de mediacommunicatie
blijvend aansluiten op de andere
communicatievormen, zodat geïn-
tegreerde communicatie bevorderd
wordt. De focus zal gericht blijven op
bestaande christelijke media. Vooral
verhalen van mensen uit het Zuiden
zullen onder de aandacht gebracht
worden. Hiernaast zullen ook de
seculiere media meer benaderd wor-
den. De sociale media zullen inten-
siever aangewend worden, om ook
journalisten via media als Twitter en
Facebook te bereiken. De website
sluit hierop aan. Het aanwenden van
diverse mediakanalen zal passen bij
de corporate identity van Woord en
Daad. Gedurende het jaar zullen de
banden met de bestaande media-
contacten aangehaald worden, door
hetafleggenvanbezoekenaande
redacties. Ook worden er nieuwe
contacten gelegd met christelijke
en seculiere media. Dit alles moet
resulteren in een goede samenwer-
king met de pers en Woord en Daad,
waaruit kwalitatief goede publicaties
voortkomen.
6.4 ToEkoMST oRGANISATIE, BESTuuR EN kwALITEIT
Het komende jaar verwacht Woord
en Daad de eerste vruchten te
plukken van de organisatievernieu-
wing die in 2011 is doorgevoerd.
Concreet zal dit betekenen dat
de vakkennis binnen de diverse
programma’s en fondsenwervende
units verdiept zal zijn, de alliantie- en
donorteams betere kwaliteit leveren
richting de Zuidelijke partners en
donoren,enerefficiëntergewerkt
wordt. Dit laatste zal met name gefa-
ciliteerd worden door de invoering
van het nieuwe ICT-systeem in
de loop van 2012. In 2012 zal het
nieuwe ICT-systeem geïntroduceerd
worden bij partners in het Zuiden.
In Nederland wordt een helpdesk
opgezet, die hierbij online onder-
steuning zal bieden. De doelstellin-
gen voor de organisatievernieuwing
die zowel op kwaliteit (effectiviteit)
enkwantiteit(efficiëntie)zijngefor-
muleerd, zullen eind 2012 geëvalu-
eerd worden.
De kwaliteit van de samenwerking
tussen raad van toezicht en raad
van bestuur zal het komend jaar
opnieuw aandacht krijgen in de vorm
van een training, samen met het
managementteam.
Al een aantal jaar werkt vanuit
Woord en Daad met de Stichting
Poverty Share Investment (PSI).
Vanaf2012wordenallefinancie-
ringsmodaliteiten vanuit de Woord
en Daad-programma’s Agribusiness
Development en Enterprise
Development die het karakter van een
investering of lening hebben, onder
PSI worden ondergebracht. De raad
van toezicht van PSI bestaat voor twee
leden uit leden die ook lid zijn van de
raad van toezicht van Woord en Daad.
De overige drie komen van buiten
Woord en Daad. De voorzitter van de
raad van bestuur van Woord en Daad
is benoemd tot bestuurder van PSI.
Onder PSI functioneert vanaf februari
2012 een investeringsmaatschappij,
Incluvest bv. Tot statutair directeur
van Incluvest is voor een periode van
een jaar Ruben Verzijl benoemd. PSI
en Incluvest richten zich op inclusief
investeren: investeren met impact op
mensen en met name armen. Bij de
investeringenenfinancieringenwordt
gestuurdopfinancieelensociaal
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 95
6 VOORUITBLIK
rendement, in die volgorde, de basis voor duurzame impact.
Inzetvanflankerend,risicobeperkendbeleidvooruitvoe-
rings- en bedrijfscapaciteit is hierbij cruciaal. Het bijzondere
aan de werkmaatschappij Incluvest is de slimme combinatie
vanverschillendefinancieringsmodaliteitenenflankerende
interventies. Deze worden in een pakket aangeboden aan de
klant en tegelijk scherp gescheiden in de verantwoording van
de modaliteiten in het administratieve systeem. Vanuit Woord
en Daad zal in de samenwerking met investeerders en andere
externefinanciersvooralingezetwordenophetbetrekkenvan
grotere private bedrijven die in staat zijn om schaalgrootte te
realiseren én het begrip inclusief concreet te maken, ofwel de
impact van bedrijfsontwikkeling voor armen zichtbaar te maken.
Dat laatste vertaalt zich onder andere in de mate waarin kleine
ondernemers (inclusief ondernemende boeren) daadwerkelijk
toegangkrijgentotfinancieringenkennis,maarookinhet
percentage van de omzet binnen ketens, dat weer terugkomt in
de gemeenschap waar het product vandaan komt.
6.5 ToEkoMST fINANcE, PRojEcTADMINISTRATIE EN coNTRoL
Vanaf 2012 zal de adoptieadministratie als aparte unit onder
de manager FP&C gaan vallen. Tevens is gekeken naar een
sterkere verbinding tussen het fondsenwervende en adminis-
trerende aspect van adoptie. De unit Projectadministratie zal
in 2012 verantwoordelijk worden voor de fondscoördinatie
enzalhierbijdoorspecifiekesoftwarewordenondersteund.
De verwerking van aanvragen en toekenningen zal verder
worden geoptimaliseerd, de jaarplannen voor 2012 waren
eind 2011 en begin 2012 binnen twee maanden beoor-
deeld en afgehandeld via contracten. Dit is een grote stap
voorwaarts ten opzichte van voorgaande jaren en dit proces
wordtin2012nogefficiënteringericht.Naarverwachtingzal
de nieuwe software voor de afdeling aanmerkelijke voordelen
metzichmeebrengen,nietalleeninefficiëntie,maarookin
digitaliseringvanbestanden,autorisatiesviaworkflowsen
het gemakkelijker genereren van managementinformatie. De
afdeling FP&C zal vanaf 2012 ook administratieve dienstver-
lening leveren aan de nieuwe entiteit PSI en Incluvest bv.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden96
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 97
FINANCIëLE VERANTWOORDING
7.1 jAARREkENING 2011
BALANS PER 31 DEcEMBER 2011
2011 2010
aCtiVa € €
immateriële vaste activa (1)Activering website/softwareontwikkeling
1.054.455 0
materiële vaste activa (2)In het kader van bedrijfsvoering
214.988 170.425
financiële vaste activa (3)Leningen/deelnemingen in het kader van de doelstelling
869.033 976.412
Voorraden (4)Goederenvoorraad in kader van bedrijfsvoering
92.939 82.590
Vorderingen (5) 3.812.076 5.110.761
Liquide middelen (6) 6.785.710 10.259.471
totaal activa 12.829.201 16.599.659
PassiVa € €
RESERVES EN FONDSEN
reserves (7) 1.783.885 1.957.476
Stichtingskapitaal 272 272
Continuïteitsreserve 2.261.431 2.386.406
Algemene reserve 0 0
Reserve kosten regio-allianties 66.730 0
Negatieve adoptiereserves -533.844 0
Negatieve koersreserve adoptie -10.703 -429.202
Negatieve koersreserve overige projecten 0 0
fondsen (8) 5.967.381 4.906.576
Bestemmingsfondsen noodhulp 4.469.101 4.045.433
Overige bestemmingsfondsen 921.737 341.245
Garantiefonds bedrijfsontwikkeling 570.479 519.898
Positieve adoptiefondsen 6.064 0
Voorzieningen (9) 122.071 153.389
schulden op lange termijn (10) 629.868 842.993
schulden op korte termijn (11) 4.325.997 8.739.225
Projecten en programma's 2.163.313 3.151.718
Vooruitontvangen adoptiegelden 780.291 805.446
Overige schulden en nog te betalen kosten 1.239.493 986.281
Vooruitonvangen MFS-2 subsidie 142.900 3.795.780
totaal passiva 12.829.201 16.599.659
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden98
FINANCIëLE VERANTWOORDING
7.1 jAARREkENING 2011
BALANS PER 31 DEcEMBER 2011
2011 2010
aCtiVa € €
immateriële vaste activa (1)Activering website/softwareontwikkeling
1.054.455 0
materiële vaste activa (2)In het kader van bedrijfsvoering
214.988 170.425
financiële vaste activa (3)Leningen/deelnemingen in het kader van de doelstelling
869.033 976.412
Voorraden (4)Goederenvoorraad in kader van bedrijfsvoering
92.939 82.590
Vorderingen (5) 3.812.076 5.110.761
Liquide middelen (6) 6.785.710 10.259.471
totaal activa 12.829.201 16.599.659
PassiVa € €
RESERVES EN FONDSEN
reserves (7) 1.783.885 1.957.476
Stichtingskapitaal 272 272
Continuïteitsreserve 2.261.431 2.386.406
Algemene reserve 0 0
Reserve kosten regio-allianties 66.730 0
Negatieve adoptiereserves -533.844 0
Negatieve koersreserve adoptie -10.703 -429.202
Negatieve koersreserve overige projecten 0 0
fondsen (8) 5.967.381 4.906.576
Bestemmingsfondsen noodhulp 4.469.101 4.045.433
Overige bestemmingsfondsen 921.737 341.245
Garantiefonds bedrijfsontwikkeling 570.479 519.898
Positieve adoptiefondsen 6.064 0
Voorzieningen (9) 122.071 153.389
schulden op lange termijn (10) 629.868 842.993
schulden op korte termijn (11) 4.325.997 8.739.225
Projecten en programma's 2.163.313 3.151.718
Vooruitontvangen adoptiegelden 780.291 805.446
Overige schulden en nog te betalen kosten 1.239.493 986.281
Vooruitonvangen MFS-2 subsidie 142.900 3.795.780
totaal passiva 12.829.201 16.599.659
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 99
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
staat Van baten en Lasten LoPend boekjaar begroot boekjaar Voorafgaand boekjaar
BATEN € € €
- collecten 257.383 0 306.070
- kinderadopties 10.104.374 0 10.198.730
- overige giften 8.039.754 0 12.011.558
- nalatenschappen 1.043.969 0 1.251.067
- brutowinst verkopen artikelen 35.481 0 39.518
totaal baten uit eigen fondsenwerving (12) 19.480.960 22.525.000 23.806.943
aandeel in acties derden (13) 3.231.599 2.497.231 2.914.656
subsidies overheden en anderen (14) 9.302.579 11.410.049 10.131.308
rentebaten en baten uit beleggingen (15) 220.647 100.000 183.691
som baten*: 32.235.785 36.532.280 37.036.597
LASTEN
structurele programma's (16) 24.589.104 30.470.909 27.609.641
noodhulp (17)verstrekte steun via organisaties/instanties ter plaatse
2.466.460 729.300 3.611.759
Lobby en bewustwording (18) 1.001.537 1.036.822 1.321.048
PmeL/Pma (19) 1.171.337 1.255.217 544.528
werving baten: (20)
Kosten eigen fondsenwerving 921.332 1.092.340 990.610
Kosten acties derden 37.554 27.615 23.063
Kosten subsidies overheden en anderen 198.249 195.090 125.789
Kosten verkoop goederen 3.595 3.675 3.065
Kosten van beleggingen 0 0 0
kosten beheer & administratie (21) 959.404 986.350 772.619
som lasten 31.348.572 35.797.318 35.002.122
saLdo Van baten en Lasten *** 887.214 734.962 2.034.474
TOEVOEGING/ONTTREKKING AAN:
-Continuïteitsreserve -124.975 0 -57.544
-Algemene reserve 0 74.467 708.528
-Reserve evaluaties 0 0 -142.759
-Reserve bestedingen regio-allianties 66.730 0
-Negatieve adoptiereserves -533.844 0 264.684
-Reserve koersverschillen adoptie 418.499 0 -429.202
-Reserve koersverschillen overige projecten 0 240.495 0
-Positieve adoptiefondsen 6.064 420.000 -810.999
-Garantiefonds 50.581 0 -60.329
-Bestemmingsfondsen noodhulp**** 423.668 0 3.591.498
-Overige bestemmingsfondsen 580.492 0 -1.029.404
887.214 734.962 2.034.474
* waarvan baten noodhulp in 2011 € 3.134.965 (2010: €7.781.623)** waarvan € 3.988.341 via REK, dit bedrag is tevens in de inkomsten verwerkt*** zie bijlage 8 voor een analyse van het saldo van baten en lasten ten opzichte van de begroting**** zie ook bestemmingsfondsen noodhulp (8), het bestemmingsfonds noodhulp Haiti is met een bedrag van € 427.271 afgebouwd in
2011 en noodhulp Pakistan met € 667.279. Het bestemmingsfonds voor noodhulp Oost-Afrika is met € 1.568.587 opgebouwd en zal in 2012-2014 besteed gaan worden. Per saldo is er dus een toename van de bestemmingsfondsen noodhulp.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden100
kasstroomoVerziCht 2011 2010
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN € €
Resultaat 887.214 2.034.474
Aanpassingen betreffende:
Afschrijvingen immateriële vaste activa (1) 2.767 0
Afschrijvingen materiële vaste activa (2) 93.488 67.612
Mutaties in vorderingen (5) 1.298.684 -1.604.491
Muaties in voorraden (4) -10.349 8.900
Mutaties in verplichtingen programma's langlopend (10) -213.125 -59.035
Mutaties in verplichtingen programma's kortlopend (11) -988.406 273.598
Mutaties in vooruitontvangen adoptiegelden (11) -25.155 47.801
Mutaties in overige schulden en nog te betalen kosten (11) -3.399.668 4.114.930
kastroom uit operationele activiteiten (a) 2.354.550 4.883.788
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN € €
Investeringen in immateriele vaste activa (1) -1.057.222 0
Investeringen materiële vaste activa (2) -138.050 -94.081
kastroom uit investeringsactiviteiten (b) 1.195.272 94.081
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN € €
Koersverschil en aflossing leningen kantoorgebouwen partners (3) 131.879 -11.518
Verstrekte garanties (9) -31.318 60.328
Mutaties in deelnemingen -24.500 397
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (C) 76.061 49.207
mutatie liquide middelen (a + b + C) 3.473.761 4.838.914
Liquide middelen per 1 januari 10.259.469 5.420.555
Liquide middelen per 31 december 6.785.708 10.259.469
mutatie liquide middelen 3.473.761 4.838.914
Toelichting:• In 2011 is verder gegaan met het ontwikkelen van nieuwe software voor Woord en Daad en de
regionale allianties. Doordat deze kosten zijn geactiveerd is de post immateriële vaste activa fors
toegenomen (zie ook (1)).
• De overige vorderingen zijn fors afgenomen, onder andere door een lager bedrag aan voorschot-
ten projectkosten en een lager bedrag aan nog te ontvangen subsidies, acties derden, bedrijven en
vermogensfondsen.
• De liquide middelen zijn sterk afgenomen ten opzichte van 2010, wat komt doordat eind 2010 de
eerste termijn van de MFS-2 subsidie is ontvangen, die betrekking heeft op 2011. Daarnaast zitten er
in het saldo per einde 2010 veel inkomsten voor noodhulp in Haïti en Pakistan, waarvan een deel van de
besteding in 2011 heeft plaatsgevonden.
• De overige schulden zijn fors afgenomen, wat met name wordt veroorzaakt doordat eind 2010 de
eerste termijn van de MFS-2 subsidie is ontvangen, die betrekking heeft op 2011. Daarnaast zijn de
verplichtingen met betrekking tot projecten en programma’s lager dan voorgaand jaar.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 101
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
ALGEMENE ToELIcHTING
De jaarrekening is opgemaakt volgens de Richtlijn Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen.
wAARDERINGSGRoNDSLAGEN
Balans: Activa: Materiële vaste activa; opgenomen tegen aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen op
basisvanverwachtelevensduurtegenvastpercentagevandeaanschaffingswaarde.
Goederenvoorraad: Tegen inkoopwaarde met een voorziening voor incourant.
Overige activa: Tegen nominale waarde, zonodig verminderd met voorziening voor oninbaarheid.
Geldmiddelen en verplichtingen: Tegen nominale waarde, voor zover in vreemde valuta tegen de koers per 31-12.
Overige passiva: Tegen nominale waarde.
Baten en lasten: Ontvangsten en uitgaven: De ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Voor de giften die niet bestemd zijn voor adoptie en waarvoor geen overeenkomst is afgesloten
is dat het moment waarop de giften ontvangen worden.
Alle baten en lasten worden verantwoord in de staat van baten en lasten.
Baten uit nalatenschappen: De baten uit nalatenschappen worden meegenomen voorzover die bekend worden tot het
moment van het opmaken van de jaarrekening, mits deze voldoende betrouwbaar zijn vast te
stellen en ook betrekking hebben op het boekjaar.
Projectverplichtingen: De projectverplichtingen worden geheel ten laste gebracht van het jaar waarin het besluit tot
toekenning schriftelijk aan de partners in meegedeeld.
Bij de doorlopende projecten en adoptieprojecten wordt het matchingsprincipe toegepast. De
kosten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben.
Bijgrotebestemdeprojectfinancieringen,diecontractueelzijnvastgelegdwordeninkomsten
toegerekend voor zover de bestedingen op dat project zijn gerealiseerd.
Besluiten ten aanzien van projecten die na het boekjaar worden genomen leiden niet tot project-
verplichtingen in desbetreffend boekjaar.
Gemengde kosten: Organisatiekosten die zowel betrekking hebben op fondsenwerving als op voorlichting en
bewustwording worden naar verhouding verdeeld.
Salariskosten worden toegerekend op basis van tijdsbesteding.
Koersverschillen: Koersverschillen met betrekking tot aangegane verplichtingen worden voor zover nog niet
gerealiseerd verrekend met het fonds. Gerealiseerde koersverschillen worden onttrokken/toe-
gevoegd aan de koersreserve adoptie voor de adoptieprojecten en voor de koersreserve overige
projecten voor de overige projecten. Gedurende het jaar wordt voor de koersreserve adoptie €
0,50 per kind per maand gedoteerd aan de koersreserve adoptie en 0,5% van de bestedingen aan
de koersreserve overige projecten. Koersverschillen van liquide middelen worden toegerekend
aan het beleggingsresultaat.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden102
BELEGGINGSBELEID
De tijdelijk overtollige liquide middelen worden belegd bij betrouwbare banken. Dat betekent in de praktijk spaartegoeden met
een goede rente, deposito’s of bij een langere horizon in obligaties die aangehouden worden tot het einde van de looptijd. In 2011
zijn de overtollige liquide middelen belegd bij de Rabobank. Woord en Daad geeft invulling aan de VFI Handreiking Verantwoord
Vermogensbeheer Fondsenwervende Instellingen. Het beleid van de Rabobank sluit aan op de punten genoemd in deze Handreiking.
Zie verder het jaarverslag.
NIET IN DE BALANS oPGENoMEN VERPLIcHTINGEN
HuurcontractHet huurcontract voor het kantoorpand loopt tot 31 december 2014. De jaarhuur is gemiddeld € 159.904 per jaar.
AdoptieprojectenAan de partners zijn in 2011 de een aantal bedragen voor de adoptieprojecten toegezegd voor 2012. Het gaat in totaal om een bedrag
van € 615.618
Doorlopende projecten:Eind 2011 was er voor doorlopende projecten in totaal voor € 880.336 toegezegd aan partners voor het jaar 2012.
Verlofuren Woord en Daad kent de mogelijkheid om bij een fulltime dienstverband 15 dagen (108 uur) mee te nemen naar het volgende jaar (bij
parttime contracten naar rato). Per einde van het jaar bedroeg het totale verlofsaldo in geld € 95.542, inclusief sociale lasten. De erva-
ring leert dat bij uitdiensttreding de uren vaak opgemaakt worden in tijd en niet als geld worden uitbetaald. Tevens zijn de verlofsaldi
sterk teruggebracht ten opzichte van vorige jaren.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 103
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
ToELIcHTING oP DE BALANS
( bedragen x € 1,--)
(1) IMMATERIËLE VASTE AcTIVA
Per 31 december lopend jaar 1.054.455
Per 31 december vorig jaar 0
website software
2011 2010 2011 2010
Boekwaarde 1-1 0 0 0 0
Investering 54.755 0 1.002.467 0
Afschrijving -2.767 0 0 0
Boekwaarde 31-12 51.988 0 1.002.467 0
In 2011 is de website ingrijpend vernieuwd, deze kosten worden in een periode van 5 jaar afgeschreven.
Ook is in 2011 verder gegaan met het ontwikkelen nieuwe software voor Woord en Daad en de regionale allianties. Deze kosten worden
geactiveerd en bestaan voor € 815.332 uit externe kosten (waarvan € 584.200 voor licenties/softwareontwikkeling en € 231.132 voor
projectmanagement) en voor € 187.135 uit interne personeelskosten van personeel dat is ingezet op dit traject. De geactiveerde kosten
zullen over een periode van 10 jaar worden afgeschreven, voor de helft ten laste van de organisatiekosten en voor de andere helft ten
laste van bestedingen aan allianties.
(2) MATERIËLE VASTE AcTIVA
Per 31 december lopend jaar 214.988
Per 31 december vorig jaar 170.425
inVentaris auto
2011 2010 2011 2010
Boekwaarde 1-1 161.792 143.956 8.634 0
Investering 93.293 84.119 44.757 9.962
Afschrijving -82.885 -66.284 -10.603 -1.328
Boekwaarde 31-12 172.200 161.791 42.788 8.634
Door personeelsuitbreiding is er geïnvesteerd in meubilair en zijn de hard- en software verder uitgebreid. De afschrijving van hard- en
software is 33,3%, investeringen in het kantoorgebouw 10% en van de overige inventaris 20% van de aanschafwaarde.
Voor een fondsenwervers die veel onderweg zijn is uit kostenoogpunt drie auto’s aangeschaft in 2011. Het gaat om een Peugeot 107 en
twee maal een VW Polo Bluemotion. De auto’s worden per jaar afgeschreven met 20% van de aanschafwaarde.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden104
(3) fINANcIËLE VASTE AcTIVA
Per 31 december lopend jaar 869.033
Per 31 december vorig jaar 976.412
Leningen partners kantoorpandenErzijninhetverledenvierleningenvoordefinancieringvankantoorpandenvanpartnersgegeven.Dezeleningenzijnvolledigals
vorderingopgenomen,waarbijWoordeenDaadeenhypotheciarrechtopdebetreffendekantoorpandenheeft.Deaflossingstermijn
bedraagt bij drie leningen 10 jaar en bij één lening 12,5 jaar in maandelijks gelijke delen.
2011 2010
Saldo per 1-1 867.569 964.894
Uitgeleend in boekjaar 0 0
Koersverschil einde boekjaar 3.387 11.354
Afgelost in boekjaar -108.055 -108.679
Saldo per 31-12 762.901 867.569
Lening partner gezondheidszorgprogrammaInhetboekjaar2010iseenleningaanéénpartnerverstrektmetbetrekkingtotdefinancieringvangezondheidszorginColombia,die
volledig als vordering is opgenomen. Vanuit het garantiefonds is hiervoor 25% voorzien, aangezien het een bedrijfsmatig opgezet gezond-
heidsprogrammabetreft.Deaflossingstermijnvandezeleningis5jaarinmaandelijksgelijkedelen.
2011 2010
Saldo per 1-1 108.843
Uitgeleend in boekjaar 0 136.054
Koersverschil einde boekjaar 0 0
Afgelost in boekjaar -27.211 -27.211
Saldo per 31-12 81.632 108.843
overige leningen partnersDaarnaast bedraagt per ultimo 2011 de stand van de projectuitgaven in de vorm van een lening € 2.155.880 (2010 € 2.115.666).
Hiertegenover staat een voorziening voor hetzelfde bedrag. In 2012 wordt bekeken welke leningen overgedragen zullen worden naar
PSI/Incluvest.
DeelnemingenIn 2011 is Woord en Daad in het kader van de doelstelling aandeelhouder geworden van Oeganda Investment Corporation B.V. Het
betreft een Nederlandse BV die een loonwerkersbedrijf in Oeganda heeft opgezet. Het totale aandelenkapitaal bedraagt € 98.000,
Woord en Daad is voor 25% aandeelhouder, dus voor € 24.500.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 105
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
(4) GoEDERENVooRRAAD
Per 31 december lopend jaar 92.939
Per 31 december vorig jaar 82.590
goederenVoorraad Per 31 deCember 2011 2010
In magazijn in Gorinchem tegen inkoopprijs 5.677 6.099
Voorziening voor incourant 1.419 1.784
4.258 4.315
Voorraden bij comités tegen gefactureerde inkoopprijs 48.732 44.965
Voorraad postzegels comité Gorinchem 39.949 33.311
totaal voorraad 92.939 82.590
(5) VoRDERINGEN
Per 31 december lopend jaar 3.812.076
Per 31 december vorig jaar 5.110.762
Per 31 deCember nog te ontVangen 2011 2010
Adoptiegelden (waarvan € 0 ouder dan 1 jaar in 2011) 156.102 168.126
Intrest 68.636 68.235
Waarborgsommen 3.602 3.602
Voorschotten projectkosten 299.906 635.732
Nog te vorderen projectsaldi bij partners 774.369 507.051
Nog te ontvangen legaten en erfenissen 864.931 779.657
Nog te ontvangen subsidies en acties derden 905.608 1.479.600
Te verrekenen met Act Positive consortium 0 2.152
Rekening-courant met Word and Deed Canada 0 5.184
Vooruitbetaalde kosten 14.292 208.509
Bedrijven/vermogensfondsen 463.464 1.056.356
Overige vorderingen 261.166 196.558
totaal 3.812.076 5.110.762
Onder de voorschotten projectkosten is een voorschot opgenomen van € 90.000 aan CDA Colombia.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden106
(6) LIQuIDE MIDDELEN
Per 31 december lopend jaar 6.785.710
Per 31 december vorig jaar 10.259.471
Liquide middeLen Per 31 deCember 2011 2010
Kasgelden (incl. vreemde valuta) 3.713 987
Banktegoeden (incl.spaarrekeningen) 6.376.785 9.799.121
Comités (kas, bank-, girotegoeden) 395.238 449.389
totaal 6.775.736 10.249.497
De vreemde valuta wordt berekend tegen de koers per 31-12 van het jaar.
ParticipatiesIn 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling voor € 10.000 aan participaties aangeschaft in het Oikocredit Nederland
Fonds. De waarde van deze participaties per ultimo 2011 bedraagt € 9.974. In 2011 heeft Woord en Daad geen dividend ontvangen
(zie ook 14).
2011 2010
Participaties Oikocredit 9.974 9.974
RESERVES EN foNDSEN
(7) RESERVES
Per 31 december lopend jaar 1.783.885
Per 31 december vorig jaar 1.957.476
reserVes stand 11 2011 mutaties stand 3112 2011
Stichtingskapitaal 272 0 272
Continuïteitsreserve 2.386.406 -124.975 2.261.431
Algemene reserve 0 0 0
Negatieve adoptiereserves 0 -533.844 -533.844
Reserve bestedingen regio-allianties 0 66.730 66.730
Reserve koersverschillen adoptie -429.202 418.499 -10.703
Reserve overige koersverschillen 0 0 0
totaal reserves 1.957.476 173.590 1.783.885
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 107
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
Stichtingskapitaal:Betreft het ingelegde kapitaal van € 272 bij oprichting in
1973.
continuïteitsreserve:De continuïteitsreserve heeft als doel om bij een eventuele
terugloop van de inkomsten een opvang te hebben voor de
doorloop van organisatiekosten.
Woord en Daad kent een norm van 7,5% van de geraamde
inkomsten van het volgende jaar (2012: € 34.140.749). In
deze inkomsten is echter ook een bedrag verantwoord van
€ 3.988.341 wat betrekking heeft op de organisatie Red een
Kind. Derhalve wordt dit bedrag, voor de berekening van
de continuïteitsreserve van de totale inkomsten afgehaald
waardoor deze uitkomen op € 30.152.408. Op basis van
de 7,5%-norm wordt de reservering derhalve berekend op
€ 2.261.431. Op basis van de CBF richtlijn mag de reserve
voor maximaal 1,5 maal de kosten van de werkorganisatie zijn
(voor Woord en Daad maximaal € 7.056.696). Het saldo van
de conintuïteitsreserve ligt dus ruimschoots binnen de door
CBF maximaal toegestane norm. Op basis van de hoogte van
de organisatiekosten is de norm van 7,5% voldoende om een
doorloop van organisatiekosten van ruim een half jaar op te
kunnen vangen. Daarnaast is de hoogte van de continuiteits-
reserve ruim voldoende voor de projectbetalingen in een
maand. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat ook in
bestemmingsfondsen liquiditeiten vastliggen en dat vaak van
grote subsidieverstrekkers voorschotten worden ontvangen
voorafgaand aan de betaling aan de partner. In de praktijk
blijkt dat de hoogte van de continuiteitsreserve afdoende is
voordeomvangenrisicoprofielvandeorganisatie.
Algemene reserve:Het saldo van de algemene reserve is nihil. Hiermee voldoet
de algemene reserve aan de norm van het bestuur van tussen
0% en 7,5% van de inkomsten.De algemene reserve dient
ter dekking van projectuitgaven van projecten waarvoor
nietvoldoendespecifiekegiftenontvangenzijn.Aangezien
de koersreserve adoptie en de koersreserve overige
projecten negatief waren is het resterende saldo van de
algemene reserve (€ 233.534) toegevoegd aan de reserve
koersverschillen adoptie (voor € 101.544) en de reserve
koersverschillen overige projecten (voor € 131.990). In
tegenstelling tot de continuiteitsreserve (die bedoeld is voor
opvang van de organisatiekosten bij teruglopende inkomsten)
is de algemene reserve bedoeld voor bestedingen aan de
doelstelling.
Reserve PMEL/PMAIn 2011 is er 5% van de projectbestedingen gedoteerd aan
de PMEL/PMA reserve. De reserve is ingezet voor de kosten
PMEL/PMA, zie hiervoor ook het model lastenverdeling
(bijlage 3).
Reserve bestedingen regio-alliantiesVan de projectbestedingen is in 2011 1% gedoteerd aan de
reserve bestedingen regio-allianties. Dit betreft vergader-
en reiskosten van de allianties en kennisuitwisseling tussen
partnerorganisaties binnen de allianties.
Negatieve adoptiereserves diverse organisaties:Per 31 december van het verslagjaar waren 17 adoptiefond-
sen negatief als gevolg van tegenvallende adoptieinkomsten
in relatie tot de adoptiebestedingen. Het verschil bestaat uit
kindertallen die niet gedekt konden worden vanuit fondsen-
werving (zie ook bijlage 2).
Reserve koersverschillen adoptieIn 2010 was sprake van een fors koersverlies, na inzet van
positieve adoptiefondsen resteerde een negatieve koersre-
servevooradoptieprojecten.In2011isdooreenheffingopde
adoptieinkomsten dit verschil ingelopen, de komende jaren zal
naar verwachting een positieve adoptiereserve gevormd kun-
nen worden ter afdekking van eventuele koersrisico’s.
Negatieve bestemmingsreservesVoor projecten waarvan de besteding in het boekjaar is
genomen (maar waarvoor in het boekjaar onvoldoende
inkomsten waren), maar waarvoor wel een toezegging is van
eenspecifiekedonor(maarnietvoldoendehardineencon-
tract vast gelegd om als inkomst mee te nemen) worden deze
projectennietmetalgemeengeldvoorgefinancieerdmaar
onder negatieve bestemmingsreserves verantwoord. In 2011
was dit voor geen enkel project het geval.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden108
(8) foNDSEN
Per 31 december lopend jaar 5.967.381
Per 31 december vorig jaar 4.906.576
bestemmingsfondsen stand 11 2011 mutaties stand 3112 2011
Positieve adoptiefondsen 0 6.064 6.064
Garantiefonds 519.898 50.581 570.479
Bestemmingsfondsen noodhulp 4.045.433 423.668 4.469.101
Overige bestemmingsfondsen 341.245 580.492 921.737
totaal bestemmingsfondsen 4.906.576 1.060.804 5.967.381
Adoptiefondsen:Per partner wordt een fonds aangehouden waarin de ontvangen adoptiegelden gestort worden en waaruit de
projectbetalingen gedaan worden. Voor een overzicht van de adoptiefondsen zie bijlage 2.
Garantiefonds bedrijfsontwikkeling:Dit fonds is bestemd voor opvang van de risico’s van in de toekomst uit te geven leningen voor opstart van
MKBbedrijven.In2011ispersaldo€50.581vrijgevallenalsgevolgvanhethetaflossenvanleningenwaar
Woord en Daad garant voor staat. In het boekjaar stond Woord en Daad tevens garant voor een lening van
€ 500.000, die voor het einde van het boekjaar weer terugbetaald was.
Bestemmingsfondsen noodhulp/overige bestemmingsfondsen:Giftenmeteenspecifiekebestemmingwordengebruiktvoordebetalingvandeprojectkosten.Voorzoverde
gelden nog niet besteed zijn worden zij in een bestemmingsfonds gestort. Ook giften waarvan het kapitaal in
stand moet blijven en alleen de opbrengsten besteed mogen worden voor de hulpverlening worden in een fonds
opgenomen. In de bestemmingsfondsen liggen ook liquiditeiten vast om de projectbetalingen steeds
tijdig te kunnen verrichten.
Per 31 december van het boekjaar zijn de volgende bestemmingsfondsen aanwezig:
naam fonds Proj.nr. bedrag afwikkeLing
Noodhulp Azië 18.97.009 35.466 Besteding in 2012
Noodhulp Birma 19.97.001 2.004 Besteding in 2012
Noodhulp overstromingen Thailand 19.97.002 5.360 Besteding in 2012
Noodhulp aardbeving Haiti 21.97.007/26.79.002/26.97.001 2.717.780 Besteding in 2012-2013
Noodhulp orkaan Guatemala 62.97.005 5.238 Besteding in 2012
Noodhulp droogte Oost-Afrika 81.97.008 1.568.588 Besteding in 2012-2014
Wijsfonds noodhulp kleine projecten 90.90.103 4.675 Besteding in 2012
Noodhulp overstromingen Pakistan 90.97.002 126.245 Besteding in 2012-2013
Thema Noodhulp 93.60.080 3.745 Besteding in 2012
totaal bestemmingsfondsen noodhulp 4.469.101
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 109
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
naam fonds Proj.nr. bedrag afwikkeLing
Kinderfonds G.C. Woudenberg 91.90.099 22.233 alleen rente te besteden
Kinderfonds Nelleke Regina 91.90.100 45.378 alleen rente te besteden
Cluster onderwijs Burkina Faso 00.99.001 20.360 Besteding in 2012
Cluster gezondheid Burkina Faso 00.99.002 81.024 Besteding in 2012
Cluster onderwijs India 00.99.008 40.656 Besteding in 2012
Cluster onderwijs Tsjaad 00.99.013 5.250 Besteding in 2012
Cluster onderwijs Guatemala 00.99.014 14.831 Besteding in 2012
Cluster gezondheidszorg Guatemala 00.99.015 33.304 Besteding in 2012
Onderwijs/studiebeurzen COUNT India 10.73.008 5.285 Besteding in 2012
Revolving fund SMED Bangladesh 16.79.107 265.571 Besteding in 2012
Fondsenwerving leningen Bangladesh 16.79.999 10.000 Besteding in 2012
Onderwijs Filippijnen 18.73.006 23.258 Besteding in 2012
Onderwijs Benin 68.73.002 58.980 Besteding in 2012
Karamoja Investment Company Oeganda 69.44.002 14.941 Besteding in 2012
Voedselzekerheid Oeganda 69.80.002 3.237 Besteding in 2012
Speed school programma Burkina Faso 76.73.017 8.169 Besteding in 2012
Onderwijs Ethiopie 81.73.010 97.189 Besteding in 2012
Beroepsonderwijs Sierra Leone 88.73.020 17.883 Besteding in 2012
Landbouwprogramma Makomp Sierra Leone 88.79.001 45.756 Besteding in 2012
Wijsfonds 90.90.102 45.262 Besteding in 2012
Fonds Rabo Foundation 90.90.104 29.687 Besteding in 2012
Speciale giften 96.10.001 5.230 Besteding in 2012
Just Care 99.99.108 23.196 Besteding in 2012
Overige bestemmingsfondsen < € 2.500 diverse 5.058 Besteding in 2012
totaal overige bestemmingsfondsen 921.737
(9) VooRZIENINGEN
Per 31 december lopend jaar 122.071
Per 31 december vorig jaar 153.389
GarantstellingenIn 2011 heeft Woord en Daad zich garant stelt voor een lening via Oikocredit. De lening is uitgegeven in de Filippijnen. Deze lening
heeft een waarden van 1.500.000 PHP (€ 26.476). Woord en Daad staat voor deze lening 30% garant, het voorziene bedrag is € 6.626.
In 2010 heeft Woord en Daad zich garant gesteld voor een tweetal leningen via Oikocredit. Deze leningen hebben een huidige waarde
van USD 66.000 (€ 50.922) en een bedrag van PHP 1.638.889 (€ 28.927). De leningen zijn uitgegeven in Guatemala en de Filippijnen.
Van de bedragen is een voorziening getroffen van 25%, het voorziene bedrag is € 19.998 . Ook is er in 2010 een voorziening van 25%
getroffen via het garantiefonds voor de uitgegeven lening in Colombia. Deze lening heeft een huidige waarde van € 108.843, het voor-
ziene bedrag is € 27.211 . Woord en Daad heeft zich in 2009 voor een zestal leningen in de Filippijnen garant gesteld. Woord en Daad
staat voor 25 tot 50% garant voor deze leningen. Totaal gaat het om een huidige waarde van PHP 15.446.216, dat is € 272.634. Het
voorziene bedrag is € 68.235. Al deze leningen zijn verstrekt door Oikocredit.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden110
(9) ScHuLDEN oP LANGE TERMIjN
Per 31 december lopend jaar 629.868
Per 31 december vorig jaar 842.993
In2007isdooreendonoreenleningverstrektvan€235.000voordefinancieringvandebouwvaneenconferentiecentrum(zieook
(2)). Deze lening o/g heeft een looptijd van 12,5 jaar en wordt in halfjaarlijkse gelijke termijnen afgelost. Over het opgenomen bedrag is
vanaf december 2010 een rente verschuldigd van 5%. Het resterende gedeelte van deze schuld langer dan 5 jaar bedraagt € 103.400.
In2008isdoortweedonoreneenleningverstrektvanieder€117.794voordefinancieringvandebouwvaneenconferentiecen-
trum (zie ook (2)). Deze leningen o/g hebben een looptijd van 12,5 jaar en worden in halfjaarlijkse gelijke termijnen afgelost. Over
het opgenomen bedrag is een rente verschuldigd van 2,5%. Het resterende gedeelte van deze leningen langer dan 5 jaar bedraagt €
103.658,72.
In2009isdooreendonoreenleningverstrektvan€10.000voordefinancieringvanzijntoekomstigeadoptieverplichtingen.Deze
lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar.
In2009isdoortweedonoreneenleningverstrektvanrespectievelijk€50.000en€47.500voordefinancieringvandebouwvaneen
conferentiecentrum (zie ook (2)). Deze lening o/g heeft een looptijd van 11,5 jaar en wordt in halfjaarlijkse gelijke termijnen afgelost.
Over het opgenomen bedrag van beide leningen is een rente verschuldigd van 2,5%. Het resterende gedeelte van deze leningen langer
dan 5 jaar bedraagt € 38.154.
In2009heefteendonortweerentelozeleningenverstrektvoordefinancieringvanhetmicrokredietprogrammainBangladesh.De
ene lening van € 200.000 heeft een looptijd van 2 jaar, de andere lening van € 100.000 3 jaar.
In2009isdooreendonoreenrentelozeleningverstrektvan€105.000voordefinancieringvandetoekomstigeverplichtingenvanuit
de business partner overeenkomst. Deze lening o/g heeft een looptijd van 3 jaar.
In2010isdooreendonoreenrentelozeleningverstrektvan€136.155voordefinancieringvanhetgezondheidsprogrammain
Colombia. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en wordt aan het einde van de looptijd volledig afgelost.
In2010isdooreendonoreenrentelozeleningverstrektvan€150.000voordefinancieringvandetoekomstige
verplichtingen vanuit de business partner overeenkomst. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar.
(10) ScHuLDEN oP koRTE TERMIjN
Per 31 december lopend jaar 4.325.997
Per 31 december vorig jaar 8.739.225
VerPLiChtingen Per 31 deCember 2011 2010
Projectverplichtingen kortlopend 2.163.313 3.151.718
Vooruitontvangen adoptiegelden 780.291 805.446
PSO, o.a. nog te betalen kosten uitgezondenen 208.250 88.132
Belastingdienst, salarissen, sociale lasten en pensioenpremies 2.705 10.332
Reservering vakantiegeld 136.926 135.282
Geleende gelden o/g (zie ook (9)) 431.925 313.125
Vooruitontvangen MFS-2 subsidie voor volgende boekjaar 142.900 3.795.780
Vooruitontvangen subsidies/aandeel acties derden 72.187 0
Vooruitontvangen EU-subsidie Bangladesh 0 127.515
Te verrekenen met Act Positive-consortium 0 79.767
Rekening-courant COEH 9.610 0
Diverse schulden en nog te betalen kosten 377.890 232.129
totaal schulden op korte termijn 4.325.997 8.739.225
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 111
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
Projectverplichtingen kortlopend:De projecten waarvoor een verplichting openstaat per 31 december zijn:
2011
Noodhulp aardbeving P&A Haiti 21.97.007 292.955
Onderwijsprogramma Colombia 32.73.005 248.000
Bouw Hope College Ethiopië 81.82.006 197.965
Noodhulp droogte Afrika via ZOA 81.97.008 100.000
Noodhulp droogte Afrika via Medair 81.97.010 200.000
Noodhulp overstroming Pakistan 90.97.002 497.107
Overige projecten < € 100.000 diverse 627.286
totaal 2.163.313
ToELIcHTING oP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
( bedragen x € 1,--)
BATEN
(12) BATEN uIT EIGEN foNDSENwERVING
Werkelijk lopend jaar 19.480.960
Begroot lopend jaar 22.525.000
Baten vorig jaar 23.806.943
ontVangen in het VersLagjaar totaaL 2011 totaaL 2010
PARTICULIEREN
Collecten 257.383 306.070
Adoptiegelden 9.610.987 9.713.988*
Nalatenschappen 1.043.969 1.251.067
Overige giften 5.458.977 8.450.285
Bruto-winst omzet goederenverkoop 35.481 39.518
16.406.797 19.760.928
BEDRIJVEN
Ledenbijdrage Business Platform 426.709 456.000
Adoptiegelden 493.387 484.742
Overige giften 1.177.662 1.784.626
2.097.758 2.725.368
VERMOGENSFONDSEN
Diverse giften 976.406* 1.320.647
totaal baten eigen fondsenwerving 19.480.960 23.806.943
* waaronder in 2011 € 60.000 van Turing Foundation (2010 € 25.000)
In totaal werden 341.418 giften ontvangen (2010: 348.445 giften)
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden112
resuLtaat VerkoPen artikeLen 2011 2010
Omzet goederenverkoop 59.671 65.640
Inkoopwaarde verkoop 24.189 26.122
brutowinst 35.481 39.518
Vracht en portikosten 0 0
Kosten eigen organisatie 3.595 3.065
nettowinst 31.887 36.453
Deze omzet goederenverkoop is exclusief de omzet van verkoop van postzegels. De nettowinst van de postzegels van € 10.865 (omzet
€ 222.187) wordt grotendeels gerealiseerd door de comités en is verantwoordt onder overige inkomsten particulieren.
(13) AANDEEL IN AcTIES DERDEN
Werkelijk lopend jaar 3.231.599
Begroot lopend jaar 2.497.231
Baten vorig jaar 2.914.656
in het boekjaar werd ontVangen Van 2011 2010
Eigen bijdrage Red een Kind voor MFS-2 subsidie 1.800.589 0
ZOA eigen bijdrage Wees Eerlijke campagne 52.563 0
Dep.Bijzondere Noden Ger.Gemeente (noodhulp) 0 188.750
Diaconale commissie Hersteld Hervormde Kerk (noodhulp) 282.029 650.485
EO Metterdaad (€ 260.472 noodhulp) 376.121 377.460
RD/Draagt elkanders lasten (noodhulp) 0 38.000
Diaconaal bureau CGK (noodhulp) 0 215.000
Happy Gift (Happietaria) 64.989 59.570
WD Canada (noodhulp) 142.940 6.673
Eigen Bijdrage Act Positive consortium 0 204.666
Red een Kind (noodhulp) 0 9.342
Tearfund Belgium/Switzerland 50.000 50.000
Edukans 44.963 140.879
Lakarmissionen (noodhulp) 105.126 61.190
Gereformeerde Gemeenten in Nederland (noodhulp) 175.000 225.000
Stichting Casa Rescate (noodhulp) 0 40.000
Gereformeerde Zendingsbond (noodhulp) 0 9.529
Stichting Ontwikkelingswerk KOOK 5.010 0
Stromme Foundation (noodhulp) 75.000 0
totaal 3.174.330 2.276.543
Woord en Daad was penvoerder voor wat betreft de MFS I -subsidie (2006-2010) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In deze
subsidie participeerden ook de Noordelijke samenwerkingspartners Tear, Dorcas, Oikonomos en Leprazending. Deze organisaties
maakten hun eigen bijdrage in de projecten over aan Woord en Daad en Woord en Daad besteedde deze inclusief de MFS-subsidie aan
de projecten van deze organisaties.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 113
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
NaafloopvandesubsidieperiodevanMFSIwerdin2011desamenwerkingmetLeprazendinggedeeltelijkvoortgezet,zijhetdat
Leprazending vanuit eigen middelen bijdroeg aan een gezamenlijk project van Woord en Daad en Leprazending via TLMI, waarvan de
besteding via Woord en Daad liep.
in het boekjaar werd ontVangen Van: 2011 2010
Tear 0 350.913
Dorcas 0 99.330
Oikonomos 0 104.135
Leprazending 57.269 83.735
totaal 57.269 638.113
* 2010 is inclusief adopties via WD Canada voor een totaalbedrag van € 177.613. In 2011 is dit verzelfstandigd en worden de inkomsten van adoptie van WD Canada niet meer meegenomen. De adoptieinkomsten 2010 exclusief WD Canada bedragen € 9.536.375.
(14) SuBSIDIES oVERHEDEN EN ANDEREN
Werkelijk lopend jaar 9.302.579
Begroot lopend jaar 11.410.049
Baten vorig jaar 10.131.308
in het boekjaar werd ontVangen Van 2011 2010
Prisma/ICCO 1.949.909 4.423.868
Bijdrage Woord en Daad publieksgelden 847.577 2.153.040
netto ontvangen projectbijdragen 1.102.332 2.270.828
Kostenvergoeding 67.087 104.216
Totaal ontvangen Prisma/ICCO 1.169.419 2.375.044
Prisma correctie MFS I -1.247 0
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Woord en Daad deel 4.546.424 5.037.000
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Red een Kind deel 2.187.752 0
TMF subsidie via Red een Kind 0 549.786
Europese Unie 584.057 918.362
USAID 189.711 455.682
PSO bijdrage capaciteitsopbouw 291.641 434.422
Provincie Zeeland (noodhulp) 0 120.000
Gemeente Urk (noodhulp) 0 10.000
Gemeente Houten (noodhulp) 0 5.714
Gemeente Nederlek (noodhulp) 0 5.634
Gemeente Zutphen 2.474 0
Overheidssubsidies via comités/regio ondernemers 175.000 149.490
Oxfam Novib ivm Wees Eerlijk-campagne 34.479 0
Stichting SBOS ivm Wees Eerlijk campagne 130.564 0
Overheidssubsidies overig 0 70.173
Aqua4All correctie voorgaande jaren -7.695 0
totaal ontvangen 9.302.579 10.131.308
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden114
(15) RENTEBATEN EN BATEN uIT BELEGGINGEN
Werkelijk lopend jaar 220.647
Begroot lopend jaar 100.000
Baten vorig jaar 183.691
2011 2010
Ontvangen rente in het boekjaar over liquiditeiten 101.220 94.704
Ontvangen rente over leningen partnerorganisaties 125.338 60.320
Dividend participatie Oikocredit 0 0
Koersverschil -5.911 28.667
totaal resultaat beleggingen 220.647 183.691
Op basis van een gemiddeld saldo van € 6.222.324 (per eerste en twintigste van de maand) is de rente op liquiditeiten 1,63% (2010: 1,96
%). Gezien de rentestructuur in 2011 en de liquiditeitspositie ten opzichte van de totale bestedingen is belegd in direct opneembare
spaarrekeningen. Als benchmark is de Euribor-dagrente gehanteerd. De Euribor-maandrente was in 2011 gemiddeld 0,9 % (2010: 0,5%).
Het resultaat beleggingen is hoger dan de benchmark, als gevolg van een langjarige relatie met de huisbankier (Rabobank).
LASTEN
(16) STRucTuRELE PRoGRAMMA’S
Werkelijk lopend jaar 24.589.104
Begroot lopend jaar 30.470.909
Lasten vorig jaar 27.609.641
zie bijLage 1 en 2. bijLage 1 is inCLusief noodhuLP 2011 2010
Kosten structurele hulpverlening 23.280.386 26.413.848
Bestedingen partnerrol in Nederland 1.308.718 1.195.793
totaal 24.589.104 27.609.641
Als lasten in het betreffende boekjaar worden de betalingen ten laste van de fondsen en de aangegane verplichtingen (reserveringen)
verantwoord. Zie ook bijlage 6
(17) NooDHuLP
Werkelijk lopend jaar 2.466.460
Begroot lopend jaar 729.300
Lasten vorig jaar 3.611.759
uitgegeVen Voor noodhuLP 2011 2010
Diverse noodhulpprojecten 2.466.460 3.611.759
totaal 2.466.460 3.611.759
Zie ook bijlage 1,3 en 6. Bijlage 1 is inclusief noodhulp.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 115
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
(18) LoBBy/BEwuSTwoRDING
Werkelijk lopend jaar 1.001.537
Begroot lopend jaar 1.036.822
Lasten vorig jaar 1.321.048
totaLe bestedingen: 2011 2010
Directe bestedingen lobby en bewustwording (zie 20) 146.528 152.627
Lobby EU-CORD 11.006 0
Lobby consultancy 9.649 0
Act Positive (HIV/Aids-bewustwordingscampagne onder jongeren) 0 682.223
Vakuitwisseling/Young Ambassadors 56.778 0
Happietaria/WW Kidz 13.855 0
Campagne Wees Eerlijk (duurzaamheidscampagne onder jongeren) 217.606 0
Overige projecten bewustwording 28.019 0
Overige bestedingen via eigen organisatie (bijlage 3) 518.096 486.198
totaal 1.001.537 1.321.048
Zie de toelichting bij de kosten fondsenwerving.
(19) PMEL/PMA
Werkelijk lopend jaar 1.171.337
Begroot lopend jaar 1.255.217
Lasten vorig jaar 544.528
2011 2010
Bestedingen PMEL 449.314 174.730
Bestedingen PMA 111.035 0
Overige bestedingen PMEL/PMA via eigen organisatie (bijlage 3) 610.988 369.798
1.171.337 544.528
(20) wERVING BATEN
De directe kosten fondsenwerving en voorlichting en bewustwording bestaan deels uit gemengde kosten:
Hiervoor zijn verdeelsleutels opgesteld om een juiste toerekening te kunnen maken.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden116
direCte PubLiCiteitskostenrekening
2011begroting
2011rekening
2010% fondsen
werVing% VoorLiChting en
bewustwording
Werelddelen (oplage 77.000) 143.568 144.425 134.424 75% 25%
Grenzeloos (oplage 20.000) 37.534 40.874 29.495 0% 100%
Schoolmagazine (oplage 85.000) 20.372 20.890 14.807 0% 100%
Daadkracht (oplage 3.600) 15.744 16.065 16.782 50% 50%
Jaarverslagen/corporate brochure 51.050 51.630 31.422 50% 50%
Kosten businessplatform 1.505 30.848 15.113 50% 50%
Kosten Comites 46.802 55.847 26.298 100% 0%
Jongerenbeleid 3.219 0 27.531 0% 100%
Advertenties 48.694 102.000 117.507 100% 0%
Kosten Happietaria 0 0 8.000 0% 100%
Mailingen 17.069 34.000 65.512 100% 0%
Kosten website 17.388 13.000 11.223 75% 25%
Werven adopties 43.561 70.866 9.512 100% 0%
Diverse kosten fondsenwerving 88.926 77.580 99.484 100% 0%
Diverse kosten voorlichting en bewustwording 0 0 3.449 0% 100%
Kosten communicatie 5.676 0 0 100% 0%
Kosten vermogensfondsen 3.331 11.555 1.273 0% 100%
totale kosten 544.439 669.580 611.832
De kosten zijn per saldo € 544.439 (2010: € 611.832) en worden als volgt verdeeld:
rekening 2011 begroting 2011 rekening 2010
Directe kosten fondsenwerving 397.910 511.803 459.207
Directe kosten voorlichting en bewustwording 146.528 157.777 152.625
Voor de overige organisatiekosten zie staat lastenverdeling (bijlage 3).
(20) koSTEN BEHEER EN ADMINISTRATIE
rekening 2011 begroting 2011 rekening 2010
Totaal personeelskosten (zie bijlage 3) 780.451 825.086 642.303
Totaal overige organisatiekosten (zie bijlage 3) 178.953 161.264 130.317
959.404 986.350 772.619
opgesteld en vastgesteld door: goedgekeurd door:
Ir. J. Lock Ds. C. Westerink
voorzitter Raad van Bestuur voorzitter Raad van Toezichtnamens de Raad van Bestuur namens de Raad van Toezicht
te Gorinchem in de vergadering van 05-03-2012 te Gorinchem in de vergadering van 15-03-2012
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 117
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
BIjLAGE 1 : MuTATIES RESERVES EN foNDSEN
naar LandenreserVe/fonds
Per 010111ontVangsten
2011bestedingen/oVe
rige mutaties 2011oVerboeking
2011reserVe/fonds
Per 311211
AZIë € € € € €
India 5.285 1.321.454 3.479.854 2.064.912 -88.203
Bangladesh 0 1.293.554 1.319.545 295.862 269.871
Sri Lanka 0 142.867 195.783 49.440 -3.476
Filippijnen 0 511.584 799.558 323.280 35.306
Thailand 0 169.609 192.185 14.205 -8.371
Pakistan 0 0 545.750 545.750 0
Overige landen 932 1.072 1 0 2.003
Regio-allianties 0 0 -354.462 -299.669 54.793
totaal azië 6.217 3.440.140 6.178.214 2.993.780 261.923
AFRIKA € € € € €
Zuid-Afrika 0 199.373 835.396 636.023 0
Burkina Faso 30.046 1.475.735 2.680.848 1.100.451 -74.616
Botswana 0 0 0 0 0
Zambia 0 128.582 317.633 189.051 0
Oeganda 0 187 431.501 449.490 18.176
Ethiopië 98.312 946.694 1.415.499 425.048 54.555
Sierra Leone 0 219.101 453.165 292.243 58.179
Tsjaad 0 221.220 355.922 134.702 0
Benin 0 0 24.069 24.069 0
Diversen 43.654 200.887 622.149 436.588 58.980
Regio-allianties 0 1.516 -107.156 -110.866 -2.194
totaal afrika 172.012 3.393.295 7.029.026 3.576.799 113.080
MIDDEN- EN ZUID-AMERIKA € € € € €
Haïti 3.167.621 2.141.595 3.299.684 666.834 2.676.366
Colombia 0 1.170.984 2.738.509 1.503.403 -64.122
Guatemala/Honduras 9.309 1.579.183 2.184.102 530.953 -64.657
Nicaragua 0 56.161 800.025 743.864 0
Regio-allianties 0 0 318.585 332.713 14.128
totaal midden en zuidamerika 3.176.930 4.947.923 9.340.905 3.777.767 2.561.715
DIVERSEN € € € € €
Garantiefonds Oikocredit 519.898 0 0 50.581 570.479
Inkomsten MFS 0 6.401.832 0 -6.401.832 0
Inkomsten PSO 0 288.060 0 -288.060 0
Inkomsten MFS Red een Kind 0 1.800.589 3.988.341 2.187.752 0
Act Positive 0 0 0 0 0
Wijsfonds 146.701 14.025 0 -110.789 49.937
Reserve koersverschillen adoptie -429.202 0 -18.445 400.054 -10.703
Algemene reserves (besteding op organisatiekosten) 0 2.283.110 934.206 -1.348.904 0
Overige reserves en fondsen 884.818 7.658.128 1.762.666 -4.837.148 1.943.132
Continuïteitsreserve 2.386.406 0 124.975 0 2.261.431
Stichtingskapitaal 272 0 0 0 272
totaal diversen 3.508.892 18.445.744 6.791.743 10.348.346 4.814.547
totaaL reserVes en fondsen 6.864.052 30.227.102 29.339.888 0 7.751.266
rentebaten en baten uit beleggingen 220.647
kostendekking voor organisatiekosten 1.788.036
organisatiekosten gedekt uit intrest/kostendekking 2.008.683
totaal baten en lasten conform staat van baten en lasten 32.235.785 31.348.571
In deze bijlage zijn de ontvangsten de gelden die beschikbaar zijn voor de projecten (dus na aftrek kosten overhead).
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden118
BIjLAGE 2: VERGELIjkING ADoPTIEBuDGETTEN (cuMuLATIEf)
Jaar: t/m 2011
saLd
o f
on
ds
P
er 1
1
on
tV
an
ge
n
inh
ou
din
g o
rg
an
isa
tie
k
ost
en (6
,5%
)
ink
om
sten
(n
ett
o)
bes
ted
ing
kw
aLi
tei
t e
n
on
tw
ikk
eLi
ng
do
tat
ie k
oe
rsr
ese
rV
e
on
tt
rek
kin
g k
oe
rsr
e
ser
Ve
(ko
er
sVe
rsC
hiL
)
on
ger
eaLi
see
rd
k
oer
sVer
sCh
iL
saLd
o f
on
ds
Per
31
12
ORGANISATIE € € € € € € € € € €
IREF India - 327.375 21.310 306.065 285.183 25.875 6.900 4.617 -1.140 -15.370
Count India - 280.616 18.287 262.329 240.854 21.766 5.820 3.586 -1.024 -8.673
AMG-India - 1.513.575 98.602 1.414.973 1.329.484 120.375 32.100 18.716 -9.102 -76.600
Word & Deed-India - 621.805 40.021 581.784 593.824 50.003 13.926 -8.932 0 -67.037
HBI India - 15.375 1.002 14.373 15.864 1.434 383 201 -117 -3.392
CSS Bangladesh - 391.575 25.612 365.963 335.744 29.813 7.950 -1.844 0 -5.700
I.N. NETWORK - 121.258 7.887 113.371 104.651 5.908 2.580 3.709 0 -3.477
AMG-Philippines - 544.975 35.444 509.531 499.543 42.750 11.400 -20.743 0 -23.419
AMG-Thailand - 138.325 8.991 129.334 125.243 11.655 3.108 5.293 0 -15.965
AMG Guatemala - 1.585.216 103.211 1.482.005 1.396.931 119.791 33.420 6.709 1.111 -75.957
AMG Honduras - 56.352 3.528 52.824 43.982 1.590 1.050 118 20 6.064
Credo Burkina Faso - 1.089.950 70.808 1.019.142 989.100 88.313 23.550 0 0 -81.821
Hope Enterprises - 679.125 44.351 634.774 619.105 54.338 14.490 -10.525 0 -42.634
Parole et Action - 1.536.865 100.140 1.436.725 1.329.292 98.663 31.926 11.600 0 -34.756
CDA Colombia - 914.250 60.376 853.874 865.456 63.564 19.871 -30.895 0 -64.122
AMG Haiti - 113.825 7.441 106.384 100.658 9.068 2.418 898 0 -6.658
Cotton Tree Foundation - 33.000 2.150 30.850 28.991 5.288 1.410 619 0 -5.458
AEAD - 2.520 225 60 0 0 -2.805
totaal 0 9.963.462 649.161 9.314.301 8.906.425 750.419 212.362,00 16.873 10.252 527.780
Onder de reserves is de positieve reserve van AMG Honduras (€ 6.064) verantwoord, de overige fondsen die alle negatief zijn (€ -533.844), zijn onder fondsen verantwoord in de balans.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 119
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
BIjLAGE 3: MoDEL LASTENVERDELING
DOELSTELLING WERVING BATENBEHEER & ADMINIS-
TRATIE
PartnerroL
PmeL/Pma L&a/areigen fondsenwerVing
aCties derden
subsidiesVerkooP goederen
totaaL boekjaar
begroot boekjaar
rekening 2010
€ € € € € € € € € € €
Onderwijs 12.183.590 12.183.590 13.532.109 12.959.538
TVET / JBS 2.694.669 2.694.669 3.727.097 4.692.140
Basisvoorzieningen 2.662.627 2.662.627 2.706.247 5.644.073
PMEL/PMA 0 560.349 560.349 729.022 174.730
ED/AD 1.059.195 1.059.195 3.658.698 2.414.621
SPN/Overige projecten 483.620 483.620 659.663 703.475
Noodhulp 2.466.460 2.466.460 729.300 3.611.759
Regio-allianties 208.344 208.344 250.000 0
Red een Kind 3.988.341 3.988.341 4.713.530 0
L&A/AR 336.913 336.913 366.040 0
Act Positive 0 0 0 682.223
subtotaal projectbestedingen 25.746.846 560.349 336.913 0 0 0 0 0 26.644.108 31.071.706 30.882.558
Salarissen en sociale lasten 1.011.945 468.878 387.934 393.146 29.810 160.862 2.739 724.651 3.179.964 3.155.711 2.680.961
Pensioenlasten 101.752 50.384 38.964 37.851 3.018 17.319 250 79.431 328.968 322.978 279.408
Overige personeelskosten 51.178 22.359 18.719 19.395 1.405 7.633 129 35.692 156.510 120.732 140.704
Reis- en verblijfkosten 31.921 15.304 15.374 15.836 1.218 6.822 127 21.445 108.048 105.822 102.479
subtotaal personeelskosten 1.196.796 556.925 460.991 466.228 35.451 192.636 3.245 861.219 3.773.490 3.705.243 3.203.552
Bijdrage door derden -10.000 -10.000 -10.500 101.313
Geactiveerde personeels-kosten Pluriform
-63.569 -23.965 -9.860 -19.035 -2.649 -20.245 -87 -47.725 -187.135 -249.060 0
Personeelskosten in projectbestedingen
-32.178 -14.909 -12.336 -12.501 -948 -5.115 -87 -23.043 -101.117 0 278.791
totaal personeelskosten 1.101.049 518.051 438.795 434.692 31.854 167.276 3.071 780.451 3.475.238 3.445.683 2.823.448
Publiciteit & communicatie 146.528 397.910 544.439 669.580 611.822
Huisvestingskosten 74.401 32.506 27.213 28.197 2.042 11.096 188 51.889 227.531 214.250 204.610
Kantoorkosten (excl. Afschrijving)
34.078 14.889 12.465 12.915 935 5.083 86 23.767 104.218 152.500 270.121
Kosten RvT/vergaderingen organisatie
5.309 2.319 1.942 2.012 146 792 13 23.633 36.166 7.750 13.334
Kosten monitoring en evaluatie
0 2.207 0 0 0 0 0 14.190 16.397 25.000 62.687
Overige algemene kosten 66.778 29.175 24.425 25.308 1.833 9.960 169 46.572 204.220 62.250 67.258
Afschrijving en rente 27.103 11.841 13.256 20.298 744 4.042 68 18.902 96.255 148.600 66.284
subtotaal organisatiekosten 1.308.718 610.988 664.624 921.332 37.554 198.249 3.595 959.404 4.704.464 4.725.613 4.119.564
totaaL 27.055.564 1.171.337 1.001.537 921.332 37.554 198.249 3.595 959.404 31.348.572 35.797.319 35.002.121
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden120
Verdeelsleutels:De verdeling van de personeelskosten over de kostendragers vindt plaats op basis van de gemiddelde tijdsbesteding.
Bij het toerekenen van de personeelskosten is het advies van VFI gevolgd. Dit houdt in dat de Raad van Bestuur volledig onder Beheer
&Administratie valt, en de managers van de afdeling voor 20%. De afdeling Finance & Control en algemene staffuncties vallen volledig
onder Beheer & Administratie, HRM en ICT wordt toegerekend naar rato van het aantal FTE per kostendrager. De indirecte kosten
wordenverdeeldopbasisvandeverdelingvandepersoneelskostenbehalvemonitoringenevaluatie.Definanciëlewerkbezoekenworden
half om half verdeeld over A&O en beheer en administratie.
De werkbezoeken van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht worden volledig toegerekend aan beheer en administratie.
toeLiChting uitVoeringskosten totaaL boekjaar (€) begroot boekjaar (€) Vorig boekjaar (€)
HUISVESTINGSKOSTEN
Huur 156.748 156.750 153.588
Servicekosten (incl. energie) 51.442 38.000 35.700
Onderhoud/schoonmaakkosten 19.341 19.500 15.318
Bijdrage derden huisvesting 0 0 0
totaal huisvestingskosten 227.531 214.250 204.606
KANTOORKOSTEN
Kantoorbenodigdheden en drukwerk 82.134 69.500 73.578
Afschrijving inventaris 0 0 66.284
Porti algemeen 24.826 19.000 20.997
Communicatie 18.063 19.500 20.314
Overige kantoorkosten 27.389 44.500 35.589
Ontwikkeling WD Office / kosten ICT-traject 0 0 150.915
Bijdragen derden ontwikkeling WD Office 0 0 -31.272
Bijdragen derden in kantoorkosten -48.194 0 0
totaal kantoorkosten € 104.218 152.500 336.405
WoordenDaadheeftsamenmetTearenRedeenKindeeneigensoftwarepakket(WDOffice)ontwikkeld.TearenRedeenKind
dragen bij in de kosten hiervan. In 2010 is gestart met een fase van onderzoek naar een nieuw ERP-systeem. In 2011 is begonnen met
de ontwikkeling hiervan en zijn de kosten voor het nieuwe systeem geactiveerd. Het oude softwarepakket is nog wel gebruikt in 2011
maar hier zijn nauwelijks kosten meer voor gemaakt.
kosten raad Van toeziCht en diVerse Vergaderingen organisatie (€)
Reiskosten 1.823 1.500 1.029
Werkbezoeken 5.331 0 0
Porti/telefoon/representatie 0 250 0
Overige kosten 29.012 6.000 12.303
totaal kosten bestuur / afd. e.d. € 36.166 7.750 13.332
kosten monitoring en eVaLuatie (€)
Reguliere werkbezoeken 11.983 10.000 34.775
Financiële werkbezoeken 4.414 15.000 7.731
Werkbezoeken ED 0 0 20.182
totaal overige algemene kosten € 16.397 25.000 62.688
oVerige aLgemene kosten (€)
Externe controle 13.090 13.000 13.500
Advies-/notariskosten 13.361 4.500 11.057
Administratieve dienstverlening 133.908 8.500 0
Samenwerkingsverbanden (Prisma/EU-Cord/Partos) 35.612 28.750 42.697
Overige algemene kosten 8.249 7.500 0
totaal overige algemene kosten € 204.220 62.250 67.254
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 121
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
BIjLAGE 4: BEREkENING DIVERSE NoRMPERcENTAGES EN RATIo’S
*1000 Euro
rekening 2011 (€)
begroting 2011 (€)
rekening 2010 (€)
Baten eigen fondsenwerving (incl. goederen): 19.481 22.525 23.807
Overige baten: 12.755 14.007 13.230
totaal inkomsten woord en daad 32.236 36.532 37.037
Voor diverse kosten, zie model toelichting lastenverdeling.
Cbfnorm max. 25% (eigen norm kosten eigen fondsenwerVing max. 6% ten oPziChte Van baten eigen fondsenwerVing)
rekening 2011 (€)
begroting 2011 (€)
rekening 2010 (€)
Kosten eigen fondsenwerving (incl. verkoop goederen) 925 1.096 994
Baten eigen fondsenwerving 19.481 22.525 23.807
Percentage kosten eigen fondsenwerving (volgens Cbfcriteria) 4,75% 4,87% 4,17%
eigen norm kosten beheer & administratie (max. 3,1% Van totaLe inkomsten)
rekening 2011 (€)
begroting2011 (€)
rekening 2010 (€)
Kosten Beheer & Administratie 959 986 773
Totale inkomsten 32.236 36.532 37.037
Percentage kosten beheer & administratie 2,98% 2,70% 2,09%
In 2011 is Woord en Daad als gevolg van de vernieuwde organisatiestructuur gaan werken met nieuwe kostennormen en ratio’s.
Hiermee kan zowel op de overheadkosten, maar ook op de bestedingen aan de doelstellingen worden gestuurd. Gezien de compleet
andere werkwijze vanaf 2011 in donor- en partnerrol is een vergelijkend cijfer voor 2010 moeilijk te geven. Het gemiddelde overhead-
percentage van 2008-2010 lag op 9,92% (norm max. 10%).
eigen norm oVerhead (kosten fondsenwerVing en beheer en administratie max. 7,5% Van totaLe inkomsten
rekening 2011 (€)
begroting 2011 (€)
Organisatiekosten (zie model lastenverdeling) 2.120 2.305
Totale inkomsten 32.236 36.532
Percentage overhead 6,58% 6,31%
diVerse bestedingsratio’srekening
2011 (€)begroting
2011 (€)
Bestedingen PMEL/PMA t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) 5,08% 5,02%
Bestedingen partnerrol t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) 5,67% 4,89%
Bestedingen directe alliantiekosten t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) 0,90% 1,00%
bestedingen L&a/ar ten opzichte van totale inkomsten 3,11% 2,84%
doeLbestedingsratio (totaaL Van de bestedingen ten oPziChte Van totaaL Van de inkomsten en ten oPziChte Van totaaL bestedingen)
rekening 2011 (€)
begroting 2011 (€)
rekening 2010 (€)
Totaal bestedingen aan doelstellingen 29.228 33.492 33.087
Totaal inkomsten 32.236 36.532 37.037
Totaal bestedingen 31.349 35.797 35.002
doelbestedingsratio ten opzichte van de inkomsten 90,67% 91,68% 89,33%
doelbestedingsratio ten opzichte van de totale bestedingen 93,24% 93,56% 94,53%
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden122
BIjLAGE 5: VERScHILLEN ANALySE BEGRoTING EN
jAARREkENING 2011
De gepresenteerde begroting 2011 betreft de in novem-
ber2010officieelgoedgekeurdebegrotingdoordeRaad
van Toezicht. Gedurende het verslagjaar zijn inkomsten en
uitgaven bewaakt via de categoriensystematiek. Zie voor een
uitgebreidere analyse van verschillen ook het jaarverslag.
BATEN
Baten uit eigen fondsenwerving (particulieren)
Totaal rekening € 16.406.797
Totaal begroting € 14.850.000
Verschil € 1.556.797
Totaal rekening 2010 € 19.760.928
Totaal lagen de inkomsten particulieren in 2011 € 1.556.740
hoger dan begroot. Dit zit met name in extra noodhulpinkom-
sten voor Afrika en Haïti. De inkomsten op adopties bleven
met € 89.013 achter op de begroting. De totale inkomsten
voor noodhulp van particulieren waren in 2011 € 1.861.215.
Het begrotingsbedrag van € 14.850.000 bestaat voor €
14.562.000 uit groen budget (inclusief € 500.000 noodhulp-
inkomsten), wat een zekerheidsniveau in de begroting heeft
van 100 % en wat gekoppeld is aan een groen budget aan
de uitgavenkant, dat zonder meer uitgegeven kan worden.
Totaal is er dus € 483.526 boven de groene begroting bin-
nengekomen, afgezien van noodhulp. Ten opzichte van 2010
is er voor adoptie minder binnengekomen, dit wordt echter
veroorzaakt doordat tot en met 2010 inkomsten adoptie WD
Canada meegenomen werden, als dit effect geelimineerd
wordt is het verschil in adoptie-inkomsten tussen 2010 en
2011 nagenoeg nihil
Baten uit eigen fondsenwerving (bedrijven)
Totaal rekening € 2.097.758
Totaal begroting € 3.575.000
Verschil € 1.477.242
Totaal rekening 2010 € 2.725.368
Defondsenwervingbijbedrijvenbleefflinkachteropde
begroting. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de onzekere
economische situatie. De totale inkomsten noodhulp van
bedrijven waren in 2011 € 198.184, wat € 148.184 meer
is dan begroot. De daling in inkomsten is in alle categorieën
inkomsten van bedrijven terug te zien. De inkomsten op
adopties bleven met € 106.613 achter op de begroting. Het
begrotingsbedrag van € 3.575.000 bestaat voor € 3.075.000
uit groen budget (waarvan € 50.000 noodhulp). Ten opzichte
van de groene begroting is dus € 1.125.426 minder bin-
nengekomen, afgezien van noodhulp. Op met name AED is
hierdoor ook minder uitgegeven. Gedurende het jaar lagen
de inkomsten redelijk in lijn, vooral bij bedrijven is altijd een
sterk seizoenspatroon merkbaar, waarbij de meeste inkom-
sten in december binnenkomen. In 2011 vielen de inkomsten
met name in december tegen.
Baten uit eigen fondsenwerving (vermogensfondsen)
Totaal rekening € 976.406
Totaal begroting € 4.100.000
Verschil € 3.123.594
Totaal rekening 2010 € 1.320.647
Defondsenwervingbijvermogensfondsenbleefflinkachter
bij de begroting, ondanks het feit veel tijd die besteed is aan
relatiemanagement. De economische crisis ook gevolgen
op de vermogensfondsen. Wel zijn er inmiddels een aantal
toezeggingen voor 2012. De totale inkomsten noodhulp van
vermogensfondsen waren in 2011 € 35.000. Het begrotings-
bedrag van € 4.100.000 bestaat voor € 2.200.000 uit groen
budget (waarvan € 100.000 noodhulp). Ten opzichte van de
groene begroting is dus € 1.215.194 minder binnengekomen.
Aandeel in acties derden
Totaal rekening € 3.231.599
Totaal begroting € 2.497.231
Verschil € 734.368
Totaal rekening 2010 € 2.914.656
Het aandeel in acties derden is hoger dan begroot, met name
door niet begrote noodhulpinkomsten. De afwijking met
vorig jaar komt onder andere door de hoge noodhulpinkom-
sten in 2010: € 1.727.112 ten opzichte van € 1.040.566 in
2011 en de eigen bijdrage van Stichting Red een Kind voor
de MFS-2 subsidie, waarvan Woord en Daad als penvoerder
de gehele subsidie verantwoordt in zowel inkomsten als
bestedingen. Daarnaast was Woord & Daad in de periode
2006 - 2010 penvoerder voor wat betreft de MFS I - subsidie
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In deze subsidie
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 123
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
participeerden ook de Noordelijke Partners Tear, Dorcas,
OikonomosenLeprazending.Naafloopvandesubsidie-
periode werd in 2011 de samenwerking met Leprazending
gedeeltelijk voortgezet. De inkomsten zijn hierdoor echter
wel lager: € 638.113 in 2010 ten opzichte van € 57.269 in
2011 (zie ook (13)). De totale begroting van € 2.497.231
bestaat voor € 100.000 uit groen budget. Er is € 60.612 meer
binnengekomen dan gepland, afgezien van noodhulp.
Subsidies overheden en anderen
Totaal rekening € 9.302.579
Totaal begroting € 11.410.049
Verschil € 2.107.470
Totaal rekening 2010 € 10.131.308
De subsidies overheden en anderen lagen onder de begro-
ting. In de begroting is uitgegaan van het volledige bedrag
aan MFS-2 subsidie dat in eerste instantie is was toegekend.
Eind december 2010 heeft het Ministerie van Buitenlandse
Zaken echter besloten het begrotingsvoorbehoud in te
roepen, waardoor er een korting van 11,29 % is toegepast
op de oorspronkelijke toekenning. Dit geeft een verschil met
de begroting van € 857.402 op jaarbasis. Ook de Prisma-
inkomsten werden lager als gevolg van deze korting (begroot
€ 1.453.303, gerealiseerd € 1.169.419). De totale begroting
van € 11.410.049 bestaat voor € 9.633.126 uit groen budget.
Er is € 330.547 minder binnengekomen dan gepland.
Rentebaten en baten uit beleggingen
Totaal rekening € 220.647
Totaal begroting € 100.000
Verschil € 120.647
Totaal rekening 2010 € 183.691
Er waren als gevolg van de nog niet bestede noodhulpgelden
meer liquiditeiten aanwezig, wat ondanks de lage rentestand,
leidde tot een hogere intrestopbrengst. Daarnaast werd
meer intrest ontvangen op leningen aan partnerorganisaties.
BESTEDINGEN
Structurele programma’s
Totaal rekening € 24.589.104
Totaal begroting € 30.470.909
Verschil € 5.881.805
Totaal rekening 2010 € 27.609.641
Aangezien gedurende het jaar middels trendanalyse bleek
dat de inkomsten lager zouden uitkomen dan begroot zijn er
ook minder projecten goedgekeurd. Meer informatie is te
vinden onder de toelichting bij de verschillende programma’s
in het jaarverslag.
De begroting bestaat voor € 20.890.844 uit groen budget.
Aangezien gedurende het jaar bleek dat de oranje inkomsten
nauwelijks zouden binnenkomen is er niet meer dan het
groene budget vrijgegeven, behalve een paar projecten in de
oranjecategoriewaarspecifiekgelabeldeinkomstenvoor
binnenkwamen. Verder is als gevolg van de lagere inkomsten
voor bedrijven en vermogensfondsen dan begroot bezuinigd
op met name het programma AED.
Noodhulp
Totaal rekening € 2.466.460
Totaal begroting € 729.300
Verschil € 1.737.160
Totaal rekening 2010 € 3.611.759
Aan noodhulp is fors meer uitgegeven dan begroot, als gevolg
van de noodhulpacties voor Haiti en Pakistan.
De begroting bestaat voor € 546.800 uit groen budget.
Lobby en bewustwording
Totaal rekening € 1.001.537
Totaal begroting € 1.036.822
Verschil € 35.285
Totaal rekening 2010 € 1.321.048
De totale besteding aan Lobby en Bewustwording is iets lager
dan begroot, aan lobby is ongeveer € 32.000 minder uitgege-
ven. De Wees Eerlijk-campagne, waarvan Woord en Daad pen-
voerder is, is verantwoord onder deze post voor € 217.606,
dit is inclusief de bestedingen via ZOA. Zowel vanuit SBOS als
vanuit Oxfam Novib werd subsidie ontvangen op dit traject.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden124
PMEL/PMA
Totaal rekening € 1.171.337
Totaal begroting € 1.255.217
Verschil € 83.880
Totaal rekening 2010 € 544.528
De totale besteding aan PMEL/PMA ligt wat lager dan de
begroting, bij PMA is wat minder besteed aan begeleiden van
partners bij het aanvragen van geld bij institutionele fondsen,
dit kwam eind 2011 pas goed op stoom. Aan audits is onge-
veer € 38.000 meer uitgegeven dan begroot, de begroting
bleek niet toereikend te zijn voor de geplande activiteiten.
Bij PMEL is vooral onderbesteed op kennisprogramma’s
vanwege andere prioriteiten en bleek de begroting voor
nulmetingen en evaluaties aan de ruimte kant, ook omdat uit-
eindelijk bleek dat een deel van deze activiteiten gezamenlijk
met andere organisaties kon worden uitgevoerd.
werving Baten
Totaal rekening € 1.160.730
Totaal begroting € 1.318.720
Verschil € 157.990
Totaal rekening 2010 € 1.142.528
De personeelskosten voor werving baten lagen wat lager
dan begroot, voor wat betreft directe kosten lagen met
name kosten voor comites en advertenties/mailingen lager
dan begroot. Daarentegen waren de kosten voor werving
adopties hoger, omdat hier steviger op ingezet is gezien de
achterblijvende groei. Zie ook (20).
kosten Beheer & Administratie
Totaal rekening € 959.404
Totaal begroting € 986.350
Verschil € 26.946
Totaal rekening 2010 € 772.619
De kosten Beheer & Administratie zijn iets lager uitgevallen
dan begroot. De salariskosten liggen fors lager dan begroot,
tevens zijn de overige kantoorkosten behoorlijk lager als
gevolg van een incidentele bate als gevolg van BTW-restitutie
over de afgelopen 5 jaar, die niet begroot was. Kosten van
Raad van Toezicht/vergaderingen liggen hoger dan begroot
evenals de algemene kosten, waarbij met name op adminis-
tratieve dienstverlening fors is overschreden. Dit heeft onder
andere te maken met vervanging voor het ICT-traject.
Voor kosten Beheer & Administratie geldt een maximumper-
centage van 3,1% (zie ook bijlage 4). In 2011 lag dit percen-
tage op 2,98% en voldoet hiermee aan de norm.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 125
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
BIjLAGE 6: ToELIcHTING koSTEN DIREcTIE
Naam Ir. J. Lock Drs. D. Nieuwenhuis
Functie Voorzitter Raad van Bestuur Lid Raad van Bestuur
DIENSTVERBAND
Aard Onbepaald Onbepaald
Uren 36 32
Percentage dienstverband 100% 89%
Periode 1-1-2011 t/m 31-12-2011 1-1-2011 t/m 31-12-2011
BEZOLDIGING € € € €
Bruto jaarsalaris 82.866,00 55.052,00
Vakantiegeld 6.665,52 4.208,00
Eindejaarsuitkering 6.954,00 4.585,00
Variabel inkomen 3.673,00 1.314,00
salaris volgens Vfisystematiek 100.158,00 65.159,00
Maximaal salaris volgens VFI-systematiek(conform Adviesregeling Directeuren Goede Doelen VFI)
104.224,65 87.339,56
SV lasten (wg deel) 8.835,00 8.305,00
Pensioenlast (wg deel) 13.858,39 8.688,00
Totaal 2011 122.851,39 82.152,00
Totaal 2010 121.855,00 79.479,00
Toelichting:Percentage eindejaarsuitkering is 8,33% conform de BBRA. De heer Lock heeft per 1 januari 2011 een dienstverband van 33 uur per
week, per 1 augustus 2011 weer tijdelijk 36 uur per week. Het maximaal salaris volgens VFI-systematiek is berekend naar rato van het
parttimepercentage van de heer Lock en mevrouw Nieuwenhuis. Bij een fulltime dienstverband bedraagt dit voor de heer Lock € 109.550
en voor mevrouw Nieuwenhuis € 98.257. Variabel inkomen mevrouw Nieuwenhuis en de heer Lock betreft de verkoop van vakantieda-
gen, conform de arbeidsvoorwaarden van Woord en Daad. Aan de directieleden zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt.
In de periode 23 augustus 2011 tot en met 17 december 2011 werd € 18.352,88 ontvangen in verband met de uitkering zwanger-
schapsverlof van mevrouw Drs. D. Nieuwenhuis. In de berekening van het maximale salaris volgens de VFI-systematiek is hiermee geen
rekening gehouden.
*Deze periode heeft de heer J. Lock haar volledig vervangen.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden126
BIjLAGE 7: ANALySE GEREALISEERD SALDo VERSuS BEGRooT SALDo
BATEN EN LASTEN
€
Begroot saldo baten en lasten 734.962
EFFECTEN ROND INKOMSTEN
Lagere inkomsten uit adoptieprogramma -195.626
Hogere inkomsten overige giften particulieren 284.538
Hogere noodhulpinkomsten 1.444.399
Lagere inkomsten giften bedrijven (excl. adoptie en noodhulp) -1.518.813
Lagere inkomsten giften vermogensfondsen (excl. noodhulp) -3.058.594
Hogere inkomsten uit aandeel in acties derden 734.368
Lagere inkomsten subsidies overheden -2.107.470
Hogere inkomsten rentebaten en baten uit beleggingen 120.647
EFFECTEN ROND BESTEDINGEN
Hogere noodhulpbestedingen -1.983.774
Koersverliezen projecten -325.719
Lagere projectbestedingen als gevolg van lagere inkomsten 6.454.195
Lager bestedingen lobby en bewustwording 35.286
Lagere bestedingen R&L 83.880
EFFECTEN ROND OVERHEAD
Lagere kosten werving baten 157.990
Lagere kosten beheer en administratie 26.946
Gerealiseerd saldo baten en lasten 887.215
De inkomsten voor noodhulp Oost-Afrika zijn in het verslagjaar nog niet
besteed en toegevoegd aan een bestemmingsfonds, waaruit in de komende
jaren zal worden onttrokken.
Woord en Daad werkt met een koppeling tussen inkomsten en uitgaven. Gezien
de lagere inkomsten voor bedrijven en vermogensfondsen ten opzichte van de
begroting is er ook minder aan projecten besteed dan begroot.
Zie ook de toelichting in de staat van baten en lasten voor de toevoeging en ont-
trekking aan reserves en fondsen van het resultaat.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 127
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
7.2 coNTRoLEVERkLARING
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden128
7.3 BEGRoTING
begroting 2012 (€)
EIGEN FONDSENWERVING
Adoptieprogramma 10.225.000
Overige giften particulieren 4.750.000
Noodhulp 650.000
Giften bedrijven (exclusief adoptie) 2.950.000
Vermogensfondsen 2.900.000
subtotaal eigen fondsenwerving 21.475.000
BATEN UIT ACTIES VAN DERDEN
Aandeel in acties derden (overig) 2.750.589
subtotaal baten acties van derden 950.000
Subsidies overheden 9.765.260
Baten uit beleggingen 150.000
som van de baten 34.140.749
LASTEN
Programma's
EDU 12.165.551
TVET-JBS 3.244.030
ED 2.150.964
AD 1.041.004
SPN 795.477
BN 3.329.872
R&R 546.800
Overig (ICT tbv allianties) 25.000
REK 3.988.341
Directe alliantiekosten 225.769
L&A en AR 1.100.381
PMA/PMEL 1.300.573
partnerrol kstn 1.429.959
totaal doelstelling 31.343.720
Kosten fondsenwerving 1.454.355
Kosten Beheer en Administratie 1.055.661
totaal overhead 2.510.016
som van de lasten 33.853.736
resuLtaat 287.012
toevoeging/onttrekking aan:
Koersreserve adoptie 210.000
Koersreserve overige projecten 73.296
Bestemmingsreserve PMEL/PMA -125.000
Algemene reserve 128.716
287.012
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 129
7 FINANCIëLE VERANTWOORDING
meerjarenbegroting 2012 (€) 2013 (€) 2014 (€) 2015 (€) 2016 (€)
EIGEN FONDSENWERVING
Adoptieprogramma 10.225.000 10.531.750 10.847.703 11.173.134 11.508.328
Overige giften particulieren 4.750.000 4.892.500 5.039.275 5.190.453 5.346.167
Noodhulp 650.000 650.000 650.000 650.000 650.000
Giften bedrijven (exclusief adoptie) 2.950.000 3.068.000 3.190.720 3.318.349 3.451.083
Vermogensfondsen 2.900.000 3.045.000 3.197.250 3.357.113 3.524.968
subtotaal eigen fondsenwerving 21.475.000 22.187.250 22.924.948 23.689.048 24.480.545
BATEN UIT ACTIES VAN DERDEN
Aandeel in acties derden (overig) 2.750.589 2.779.089 2.808.444 2.838.680 2.869.822
subtotaal baten acties van derden 2.750.589 2.779.089 2.808.444 2.838.680 2.869.822
Subsidies overheden 9.765.160 9.880.817 9.997.631 10.115.613 10.234.775
Baten uit beleggingen 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000
som van de baten 34.140.749 34.997.156 35.881.023 36.793.341 37.735.143
LASTEN
Programma's
EDU 12.165.551 12.652.173 13.031.739 13.422.691 13.825.371
TVET-JBS 3.244.030 3.406.231 3.508.418 3.613.671 3.722.081
ED 2.150.964 2.258.512 2.326.268 2.396.056 2.467.937
AD 1.041.004 1.093.054 1.125.846 1.159.621 1.194.410
SPN 795.477 835.251 860.308 886.117 912.701
BN 3.329.872 3.496.366 3.601.257 3.709.294 3.820.573
R&R 546.800 546.800 546.800 546.800 546.800
Overig (ICT tbv allianties) 25.000 50.000 50.000 50.000 50.000
REK 3.988.341 3.988.341 3.988.341 3.988.341 3.988.341
Directe alliantiekosten 225.769 237.416 244.538 251.874 259.431
L&A en AR 1.100.381 1.049.915 1.076.431 1.103.800 1.132.054
PMA/PMEL 1.300.573 1.214.419 1.250.032 1.286.712 1.324.494
partnerrol kstn 1.429.959 1.214.419 1.250.032 1.286.712 1.324.494
totaal doelstelling 31.343.720 32.042.898 32.860.009 33.701.691 34.568.687
Kosten fondsenwerving 1.454.355 1.574.872 1.614.646 1.655.700 1.698.081
Kosten Beheer en Administratie 1.055.661 1.049.915 1.076.431 1.103.800 1.132.054
Totaal overhead 2.510.016 2.624.787 2.691.077 2.759.501 2.830.136
som van de lasten 33.853.736 34.667.685 35.551.085 36.461.191 37.398.823
resuLtaat 287.012 329.472 329.937 332.150 336.320
toevoeging/onttrekking aan:
Koersreserve adoptie 210.000 210.000 210.000 210.000 210.000
Koersreserve overige projecten 73.296 76.961 80.809 84.849 89.092
Bestemmingsreserve PMEL/PMA -125.000 0 0 0 0
Algemene reserve 128.716 42.511 39.128 37.300 37.229
287.012 329.472 329.937 332.150 336.320
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden130
bijLagen
TITEL
BIJLAGEN
1. AfTREDEN RAAD VAN ToEZIcHT
2. NEVENfuNcTIES RAAD VAN ToEZIcHT
3. fuNcTIES
4. oRGANoGRAM
5. PRocESBEHEERSING, RISIcoBEHEERSING EN VERANTwooRDING
6. oNDERZoEkSRAPPoRT ExTERNE AccouNTANT
7. SAMENwERkING EN NETwERkEN
8. THEoRy of cHANGE
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 131
bijLagen
AFTREDEN RAAD VAN TOEZICHT1
RAAD VAN BESTuuR
Ir. J. Lock
Functie: Voorzitter raad van bestuur
Ingangsdatum: per 01-01-2008
Drs. D.J. Nieuwenhuis
Functie: Lid raad van bestuur
Ingangsdatum: per 01-01-2010
RAAD VAN ToEZIcHT
fINANcIËLE AuDITcoMMISSIE
naam jaar 1e Verkiezing aftredend oP / hernoembaar
Ds. C. Westerink - voorzitterPredikant
2009 31-12-2012hernoembaar
J. Achterstraat-Floor - secretarisZelfstandig ondernemer
2011 31-12-2013hernoembaar
P.W. Nobel RARegisteraccountant
2011 01-03-2013hernoembaar
Dr. P. Honkoop MDL-arts
2007 31-12-2014hernoembaar
Dr. ir. R.A. JongeneelUniversitair docent landbouweconomie en internationale handel
2002 31-12-2013niet hernoembaar
Ing. C. van BurgDirecteur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
2010 31-12-2013hernoembaar
Drs. M.C. van de Lagemaat-Maaskant MADocente Frans en onderwijsdeskundige
2003 31-12-2014niet hernoembaar
Dr. ir. G. NooteboomOnderzoeker en universitair docent antropologie en ontwikkelingsstudies Universiteit van Amsterdam
2003 31-12-2014niet hernoembaar
naam aftredend oP / hernoembaar
P.W. Nobel RARegisteraccountant
31-12-2013hernoembaar
Dr. ir. R.A. JongeneelUniversitair docent landbouweconomie en internationale handel
31-12-2013niet hernoembaar
Jan Gouw RARegisteraccountant
31-12-2012hernoembaar
Universitair docent landbouweconomie en internationale handel
Jan Gouw RA
hernoembaar
31-12-2013niet hernoembaar
31-12-2012hernoembaar
Universitair docent landbouweconomie en internationale handel
fINANcIËLE AuDITcoMMISSIE
ontwikkelingsstudies Universiteit van Amsterdam
hernoembaar
P.W. Nobel RARegisteraccountant
Dr. ir. R.A. JongeneelUniversitair docent landbouweconomie en internationale handelDr. ir. R.A. JongeneelUniversitair docent landbouweconomie en internationale handel
Registeraccountant
Dr. ir. R.A. Jongeneel
Drs. M.C. van de Lagemaat-Maaskant MADocente Frans en onderwijsdeskundige
Dr. ir. G. NooteboomOnderzoeker en universitair docent antropologie en ontwikkelingsstudies Universiteit van Amsterdam
2
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden132
bijLagen
NEVENFUNCTIES RAAD VAN TOEZICHT
NEVENfuNcTIES RAAD VAN ToEZIcHT
naam neVenfunCties
Ds. C. Westerink - voorzitterPredikant
J. Achterstraat-Floor AA MBA - secretarisZelfstandig ondernemer
• Lid Raad van Commissarissen Rabobank Vallei en Rijn
P.W. Nobel RARegisteraccountant
• Directievoorzitter accountantskantoor
Dr. P. HonkoopMDL-arts
• Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Maag-, Darm- en Leverartsen
Dr. ir. R.A. JongeneelUniversitair docent landbouweconomie en internationale handel
• Betrokken bij het IIED • Betrokken bij werk in India op terrein van
handel, landbouw-beleid (met aandacht voor ontwikkelings-/voedselissues) in opdracht van Europese Commissie
Ing. C. van BurgDirecteur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
• Lid Provinciaal Bestuur SGP Zeeland • Bestuurslid SGP Terneuzen
Drs. M. C. van de Lagemaat-Maaskant MADocente Frans en onderwijsdeskundige
Dr. ir. G. NooteboomOnderzoeker en universitair docent antropologie en ontwikkelingsstu-dies Universiteit van Amsterdam
• Bestuurslid EUROSEAS: European Association of Southeast Asian Studies
2
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 133
bijLagen
FUNCTIES3
funCtienr. funCtienaam naam medewerker aantaL fte
DIRECTIE
1.1 Voorzitter Raad van Bestuur Ir. Jan Lock
1.2 Lid Raad van Bestuur Drs. Dicky Nieuwenhuis
1.3 Directiesecretaresse Tosca van Breda
1.4 Stafmedewerker Kwaliteitsmanagement Harmke van Ooijen-Oomen
1.5 Stafmedewerker Interne- en Perscommunicatie Drs. Wilma van der Meij-van Doorn
1.6 Webmaster Lianne Bal
1.7 Stafmedewerker HRM Herman Hendriks
1.8 Stafmedewerker ICT Ing. Gert-Jan van den Berg
1.9 Stafmedewerker Beleidsbeinvloeding Drs. Evert-Jan Brouwer
1.10 Stafmedewerker Beleidsontwikkeling Ir. Leen Stok
totaal 8,38
AFDELING FINANCE, PROJECTADMINISTRATIE EN CONTROL
2.1 Manager Finance, Projectadministratie en Control Drs. Arnold van Willigen
2.2 Assistent Manager Finance, Projectadministratie en Control Geurt Versteeg MBA
totaal 1,50
UNIT FINANCE EN CONTROL
3.2 Medewerker unit Finance & Control Peter Zegers
3.4 Medewerker unit Finance & Control Bram van Nordennen
3.5 Medewerker unit Finance & Control Gerrit-Jan Klein Beekman
3.6 Controller Jarno Visser
3.7 Medewerker unit Finance & Control Christina Timmer
totaal 4,30
UNIT PROJECTADMINISTRATIE
4.1 Hoofd unit Projectadministratie Henk Swijnenburg
4.2 Medewerker unit Projectadministratie Annelien Bom
4.3 Medewerker unit Projectadministratie Hilda de Vries
4.4 Adm. Medewerker Financiële Adoptie Petra Timmermans-Bos
4.5 Adm. Medewerker Financiële Adoptie Rianne Barendse-de Bruijn
4.6 Adm. Medewerker Financiële Adoptie Erica de Groot
4.7 Medewerker unit Projectadministratie Klaasje Kooiker
totaal 6,33
AFDELING COMMUNICATIE EN FONDSEN
5.1 Manager afdeling Communicatie en Fondsen Rina Molenaar
5.2 Secretaresse afdeling Communicatie en Fondsen Lisette Vis
5.6 Redactiesecretaris/Eindredacteur Florence Goossens-de Groot
totaal 2,25
UNIT BEWUSTWORDING
5.3 Medewerker bewustwording en jongerenactiviteiten Herman Hendriks
5.4 Coördinator bewustwording en jongerenactiviteiten Aldwin Geluk
5.5 Medewerker bewustwording en jongerenactiviteiten Els Hoogendoorn
totaal 2,30
UNIT INSTITUTIONELE FONDSEN
6.1 Hoofd unit Institutionele Fondsen Drs. Pascal Ooms
6.2 Medewerker unit Institutionele Fondsen Jan-Frans de Bruijn
6.3 Senior medewerker unit Institutionele Fondsen/assistent manager C&F Ir. Erik Versteegt
6.4 Junior medewerker unit Institutionele Fondsen Mr. Gerlinde van Wijk-Ekelmans
6.5 Junior medewerker unit Institutionele Fondsen Leonard Walpot
totaal 4,89
3
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden134
bijLagen
FUNCTIES
funCtienr. funCtienaam naam medewerker aantaL fte
UNIT COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING PARTICULIEREN
7.1 Hoofd unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Corjan Rink
7.2 Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren
Kees Vreeken MA
7.3 Redactiesecretaris/(Eind)redacteur unit Communicatie en Fondsen-werving Particulieren
Joke Martens-Bevelander
7.4 Scholenvoorlichter/Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren
Janneke Witzier-Wemmers
7.5 Communicatiemedewerker Adoptie unit Communicatie en Fondsen-werving Particulieren
Willemijn Bax-Schouten
7.6 Coórdinator comités en evenementen Aart den Braber
totaal 4,50
UNIT FONDSENWERVING BEDRIJVEN
8.1 Hoofd unit Fondsenwerving Bedrijven Gideon Davidse
8.2 Communicatiemedewerker unit Bedrijven Willemijn ten Brinke-Molendijk
8.3 Assistent Fondsenwerving unit Bedrijven Willemien van Wijnen-Vos
8.4 Accountmanager Regio Ondernemers unit Bedrijven Cor Schaap
8.5 Accountmanager unit Bedrijven Arie Meerkerk
totaal 3,73
UNIT VERMOGENSFONDSEN
9.1 Hoofd unit Vermogensfondsen Wim Hasselman
9.2 Medewerker unit Vermogensfondsen Florence Goossens-de Groot
9.3 Medewerker unit Vermogensfondsen Frieda Mooij-Roeleveld
totaal 1,86
UNIT OFFICE MANAGEMENT
10.1 Office Manager unit Office Management Jan Versteeg
10.2 Office Assistent unit Office Management Wilma Schoonderwoerd-van Dalen
10.3 Medewerker PR/Adoptie unit Office Management Ruchama Bom
10.4 Telefoniste/Receptioniste unit Office Management Edith Dekker-Boot
10.5 Interieurverzorgster unit Office Management Rita Uittenbogaard-Linstee
10.6 Telefoniste/Receptioniste unit Office Management Ellen Snoek-de Vreugd
10.7 Vervangend Office Manager Christine Plaisier*
10.8 Telefoniste/Receptioniste unit Office Management Joanne Smit-van Dongen
totaal 4,12
AFDELING PARTNERS EN PROGRAMMA'S
11.1 Manager Partners en Programma's Edwin Visser
11.2 Assistent Manager Partners en Programma's Ellen van den Hil MPHC
11.3 Manager Noodhulp Haïti Jaap Noordzij
11.4 Regiocoordinator/Medewerker Capaciteitsopbouw Cees Oosterhuis MSc
11.5 Regiocoordinator Drs. Sander Verduijn
11.6 Coördinator Beleidsbeïnvloeding Zuiden Drs. Judith van den Bogaard-Krol
11.7 Coördinator SPN Ir. Wouter Rijneveld
totaal 6,50
3
* tijdelijke vervanging
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 135
bijLagen
FUNCTIES3
funCtienr. funCtienaam naam medewerker aantaL fte
UNIT ONDERWIJS
12.1 Hoofd Programma unit Onderwijs Drs. Marike de Kloe
12.2 Programmamedewerker unit Onderwijs Drs. Greetje Yousif Al Michael-Urban
12.3 Programmamedewerker unit Onderwijs Drs. Michelle Hoftijzer-van Berchum
12.4 Programmamedewerker unit Onderwijs Drs. Jolanda Bout
12.5 Programmamedewerker unit Onderwijs Drs. Henrike Bisschop
totaal 4,00
UNIT BASISVOORZIENINGEN
13.1 Hoofd Programma unit Basisvoorzieningen en Humanitaire Hulpverlening
Ir. Luuk van Schothorst
13.2 Programmamedewerker unit Basisvoorzieningen en Humanitaire Hulpverlening
Drs. Gerben Visser
13.3 Programmamedewerker unit Basisvoorzieningen en Humanitaire Hulpverlening
Ir. Maarten van den Dool
Programmamedewerker unit Basisvoorzieningen en Humanitaire Hulpverlening
Christine Plaisier*
totaal 2,72
UNIT TVET/JBS
14.1 Hoofd unit Programma Beroepsonderwijs en Arbeidsbemiddeling Cees van Breugel
14.2 Programmamedewerker Beroepsonderwijs en Arbeidsbemiddeling Drs. Mirjam de Vries
14.3 Programmamedewerker Beroepsonderwijs en Arbeidsbemiddeling Drs. Henrike Bisschop
totaal 2,56
AFDELING AGRIBUSINESS ENTERPRISE DEVELOPMENT
15.1 Manager Agribusiness Enterprise Development Ing. Maarten van Middelkoop
15.2 Programmamedewerker Agribusinees Enterprise Development John Lindhout
15.3 Programmamedewerker Agribusiness Enterprise Development Ir. Corstiaan van Aalsburg
15.4 Junior medewerker Agribusiness Enterprise Development Marc de Leeuw BBA
totaal 4,00
AFDELING RESULTAATMANAGEMENT EN LEREN
16.1 Manager Resultaatmanagement en Leren Dr. Wim Blok
16.2 Coordinator PMEL WARA Ir. Wouter Rijneveld
16.3 Coordinator PMEL ARA Drs. Maryse Tanis
16.4 Senior medewerker PMA Hans Schipaanboord
16.5 Medewerker PMEL WARA/CLARA Drs. Hanneke Post
totaal 4,50
AFDELINGSSECRETARIAAT
17.1 Afdelingssecretariaat AED, R&L, P&P Caroline Noorland-van der Slik 0,89
totaal 0,89
totaal per 31122011 80 medewerkers 69,33
4
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden136
bijLagen
CommuniCatie & fondsen
Partners en Programma’s
agribusiness enterPrise
deVeLoPment
resuLtaat manage ment
en Leren
finanCe, ProjeCtadministratie
& ControL
ORGANOGRAM4
Logistiek secretariaat voor P&P, AED, R&L
SITUATIE T/M 31-12-2011
c&f Secretariaat
Bewustwording
Directiesecretariaat
ICT
Kwaliteitsmanagement
Beleidsbeïnvloeding
Interne- en Perscommunicatie
Beleidsontwikkeling
HRM
raad Van toeziCht
raad Van bestuur
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 137
bijLagen
5 PROCESBEHEERSING, RISICOBEHEERSING EN VERANTWOORDING
1. ALGEMEEN
Woord en Daad kent twee hoofdprocessen als het gaat om
de werving en toekenning van fondsen (donorrol) en de
inhoudelijkeflankeringvanpartnersbijdeuitvoeringvan
programma’s (partnerrol).
Deze scheiding is formeel in 2011 doorgevoerd en heeft
ingrijpende gevolgen voor de processen, zoals die binnen
Woord en Daad worden uitgevoerd. Zie voor een beschrij-
ving van de rollen pagina 142 van het jaarverslag 2011.
In het stroomschema op pagina 141 is de samenhang tussen
de twee hoofdprocessen weergegeven.
De interne procesbeheersing en controle zijn beschreven in
het Handboek Organisatie waarin zijn opgenomen:
• een overzicht van processtappen per proces en de onderlig-
gende administratieve procedures;
• projecthandleiding en adoptiehandleiding.
Woord en Daad toetst haar processen aan de hand van drie
kwaliteitssystemen. Elk systeem heeft zijn eigen invalshoek
en juist de combinatie van systemen omvat de beide hoofd-
processen op verschillende niveaus.
• CBF-keurmerk, geïntegreerd met de Code Goed Bestuur
voor Goede Doelen (de Code Wijffels). Het keurmerk stelt
eisen aan bestuur, beleid, fondsenwerving, voorlichting en
communicatie, besteding van middelen en verslaggeving.
Woord en Daad werkt volgens de Code Wijffels. Het keur-
merk is in 2010 voor 3 jaar verlengd.
• ISO: dit kwaliteitskeurmerk gebruikt Woord en Daad voor
een kritische beheersing, aanpassing en optimalisering
van de processen. Sinds mei 2002 is Woord en Daad ISO
9001:2000gecertificeerd(categorie35;hetwervenen
besteden van fondsen ten bate van armoedebestrijding in
ontwikkelingslanden). De opvolgingsaudit in 2011 verliep
goed.
• COSO: dit systeem is vooral gericht op een kritische
beheersing van de fondsenwervings- en fondsenbeste-
dingsprocessen en een betrouwbare verslaglegging in de
jaarrekening. Dit wordt bereikt door een adequate admi-
nistratieve organisatie en het daarin opgenomen stelsel van
interne controlemaatregelen.
2. PRocESBEHEERSING NEDERLAND
BeleidsplanWoord en Daad werkt met een rollend beleidsplan. Het nu
vigerende beleidsplan geldt voor 2011–2015 en is in 2010
vastgesteld. Er waren in 2011 geen aanpassingen nodig.
operationeel jaarplanOp basis van de doelstellingen van het beleidsplan wordt
een operationeel jaarplan geschreven. Aan het operatio-
nele jaarplan is de begroting gekoppeld. Het operationele
jaarplan en het budget fungeren als uitvoeringskader voor de
organisatie.
De RvB toetst in hoeverre de uitvoerende organisatie zich
aan het operationele jaarplan als kader houdt. Daartoe wordt
gebruikgemaakt van het koersrapport.
koersrapport, evaluaties en lerend vermogenElke eerste week van de maand komt het koersrapport op
financiëleindicatorenbeschikbaar.Elketweemaandenwerkt
elke afdeling met een koersrapport op kwalitatief niveau en
opactiviteitenniveau.Hetfinanciëlekoersrapportisintegraal
onderdeel van de vergaderingen van het managementteam.
Van het meer gedetailleerde tweemaandelijkse koersrapport
wordt een samenvatting tijdens de managementteamverga-
dering besproken. Daarin geven afdelingen aan of de reali-
satie van doelstellingen op koers ligt, en zo niet, in hoeverre
corrigerende maatregelen nodig zijn.
De RvB en later de RvT beoordelen in hoeverre de corrige-
rende maatregelen realistisch zijn c.q. passen in het beleid.
De koppeling tussen ‘beleidsplan–operationeel jaarplan–
koersrapport’ geeft op een eenvoudige en overzichtelijke
wijze zicht op datgene wat er speelt. In de lijn plan–do–
check–act dwingt dat om van de praktijk te leren. Daarnaast
leert Woord en Daad veel uit de gesprekken met partneror-
ganisaties, de doelgroep, de achterban en organisaties met
wie we samenwerken. Deze leerelementen worden serieus
genomen en doorvertaald in beleid en organisatie.
Woord en Daad voert systematisch evaluaties uit. In de
evaluaties wordt naast cijfers ook gekeken naar de daadwer-
kelijke impact van ons werk op het leven van mensen in het
Zuiden. Door middel van leerinventarisaties wordt syste-
matisch gevolgd of en hoe geleerde lessen uit evaluaties en
onderzoeken opgevolgd en/of geïmplementeerd worden.
5
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden138
bijLagen
PROCESBEHEERSING, RISICOBEHEERSING EN VERANTWOORDING
Interne auditsIn het verslagjaar zijn door de medewerker Kwaliteit op een
aantal afdelingen interne audits uitgevoerd. De resultaten
van de audits zijn onderwerp van bespreking in de vergade-
ringen van het managementteam. Corrigerende maatregelen
worden daar afgesproken en getoetst.
De afdeling FP&C voert per kwartaal een check uit op het
functioneren van de interne controlemaatregelen en rap-
porteert hierover naar de RvB. De externe accountant maakt
ook gebruik van deze verslagen en de hieraan gekoppelde
eventuele acties bij de beoordeling van het functioneren van
de interne controlesystematiek.
Algemene opmerkingen bij deelprocessen in Nederland
Communicatie en FondsenUitgangspunt bij de samenstelling van het voorlichtings-
materiaal is dat de informatie overeenkomt met de werke-
lijkheid. De fondsenwerving vindt plaats door middel van
magazines, websites, advertenties, rapportages, voorlichting,
mailings, activiteiten van comités en persoonlijke contacten.
Gedurende het jaar wordt er door de afdeling FP&C een
trendanalysegedaanvanalleinkomstenperspecifiekedoel-
groep. Door responsmeting gaat Woord en Daad steeds na
welke wijze van fondsenwerving binnen de gegeven kaders
hetmeesteffectiefenefficiëntis.Dezegegevensvormen
input voor de analyses en het marketingplan van de afdeling
Particulieren en Bedrijven voor de strategie.
Bij de verwerking van de inkomende geldstroom volgt Woord
en Daad de procedures uit haar Kwaliteitshandboek. De
inkomsten rekent Woord en Daad toe aan het doel waarvoor
ze gegeven zijn. Is geen doel aangegeven, dan vindt boeking
plaats op het algemeen fonds.
Bij het opbouwen van de database van gevers houdt Woord
en Daad rekening met de regelgeving in het kader van de
privacywetgeving.
VerslagleggingDe jaarrekening stelt Woord en Daad op volgens de ‘Richtlijn
Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen’. Conform deze
Richtlijn bestaat het jaarverslag naast de balans en rekening
van baten en lasten, uit een verantwoordingsverklaring en de
begroting voor het volgende jaar.
BelastingwetgevingMet betrekking tot de verkoop van goederen, waarvan
Woord en Daad de winst gebruikt voor de doelstelling, heeft
de stichting te maken met omzetbelasting. Per kwartaal wor-
den de verschuldigde bedragen aangegeven en betaald. Er
zijn afspraken gemaakt met de belastingdienst over de prakti-
sche invulling met betrekking tot de verkoop door comités.
Onze naamDe naam van Woord en Daad is gedeponeerd bij het Benelux-
merkenbureau. Sinds begin 2002 is onze naam binnen het
geheel van de Europese Unie een beschermde naam.
Bij het deelnemen aan samenwerkingsverbanden met andere
organisaties gaat Woord en Daad altijd nauwkeurig na of en
zo ja hoe de samenwerking past binnen onze doelstelling en
bij onze doelgroep. Bovendien is absolute voorwaarde dat
we binnen zo’n samenwerkingsverband in alle vrijheid het
eigen karakter van Woord en Daad en de reformatorische
identiteit van onze stichting kunnen handhaven.
Raad van toezicht Bij de benoeming van de leden van de RvT wordt gekeken naar
hun verbondenheid met de achterban. Alleen degenen die zich
verbonden weten met en staan in de gereformeerde gezindte
en van daaruit de grondslag en het doel van de stichting van
harte onderschrijven, komen voor benoeming aanmerking.
Daarnaastspelenspecifiekeprofielenmeeindeopenwerving.
Raad van bestuurEen van de belangrijkste bevoegdheden van de RvT is het
benoemen en eventueel ontslaan van de RvB. Naast hoge
eisen aan professionaliteit stelt Woord en Daad ook hoge
eisen aan de identiteit van de leden van de RvB. Deze eisen
liggen in lijn met de eisen die gesteld worden aan de leden
van de raad van toezicht.
PersoneelsbeleidSelectie en benoeming van personeel vinden plaats door een
selectiecommissie. In die commissie zit behalve de RvB ook
demanagervandebetreffendeafdeling.Bijdedefinitieve
benoeming speelt, behalve kennis en kunde, ook de identiteit
(zie ook raad van toezicht) van de kandidaat een rol. De
bevoegdheid tot benoeming en ontslag berust bij de RvB.
Woord en Daad volgt ten aanzien van de salarisstructuur de
BBRA-systematiek. Daarnaast is blijvend gekozen voor eigen
arbeidsvoorwaarden. Inschaling vindt plaats via het Fuwasys.
5
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 139
bijLagen
5 PROCESBEHEERSING, RISICOBEHEERSING EN VERANTWOORDING
InformatiesysteemDe administratieve en bedrijfsgegevens slaat Woord en Daad
op in een geautomatiseerd informatiesysteem dat in eigen
beheer is ontwikkeld. In 2011 is hard gewerkt aan de overgang
naar nieuwe software. Deze software wordt straks zowel door
Woord en Daad als door de regionale allianties gebruikt.
Bij de bouw van het systeem speelden twee uitgangspunten
een rol: snelle service aan onze relaties en het leveren van
relevante managementinformatie.
Voor de boekhouding maakt Woord en Daad gebruik van het
programma Pluriform. Er is voorzien in een tijdelijke koppe-
ling tussen Pluriform en de andere programmatuur. In 2012
zal de volledig op Pluriform worden overgegaan. De back-
upprocedures worden in acht genomen, waardoor we het
risico van verlies van informatie zo veel mogelijk beperken.
Signalen, complimenten en klachten als onderdeel van het kwaliteitssysteemWoord en Daad realiseert zich: waar gewerkt wordt, worden
fouten gemaakt. Daarom is de mogelijkheid voor het depone-
ren van een klacht over de werkwijze van Woord en Daad van
groot belang. Uiteraard mogen mensen ook laten weten welke
manier van werken ze op prijs stellen. Daarom kent Woord en
Daad een procedure voor signalen, klachten en complimenten.
Woord en Daad vindt dat de mogelijkheid er moet zijn uitein-
delijk bij de RvT aan te kloppen. Die mogelijkheid is vastgelegd
in een klachtenprocedure. Deze is er voor vrijwilligers zoals
comitéleden, donateurs, en andere samenwerkingsorganisa-
ties (inclusief onze partners in het Zuiden). De procedure is op
aanvraag beschikbaar. In hoofdstuk 3 wordt bij in een oogop-
slag over de jaren 2009–2011 een overzicht gegeven van de
aard en afhandeling van signalen, complimenten en klachten.
ComitésDe naam Woord en Daad wordt niet alleen uitgedragen door
de RvB en medewerkers in de organisatie. Woord en Daad
zou Woord en Daad niet zijn zonder het grote aantal comité-
leden en vrijwilligers die zich jaar in jaar uit, belangeloos voor
het werk van de stichting inzetten. Voor de comités is het
Handboek Comités het uitgangspunt voor hun werkwijze en
de verantwoording over hun werkwijze.
Overeenkomst voor leden van de comités en RegioOndernemersMet het sluiten van een overeenkomst met comitéleden
neemt de stichting de aansprakelijkheid voor schade en
dergelijke op zich. Anderzijds verbindt het comitélid zich met
zijn handtekening aan de werkwijze, zoals die in de richtlijn is
aangegeven als passend bij het karakter van Woord en Daad.
Wijkt een comitélid in leef- en handelwijze van de richtlijn af,
dan heeft het lokale bestuur van een comité en de RvB van de
stichting de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen.
Met de RegioOndernemers wordt per groep een overeen-
komst gesloten die ondertekend wordt door de voorzitter.
Hiermee verbindt de groep zich aan de stichting zoals hierbo-
ven is beschreven.
Werkwijze en financieel beheer in comitésBinnen de comités gaat heel wat geld om. Het is dus ook
logisch dat we hoge eisen stellen aan de werkwijze, verslag-
geving en controle binnen een comité. Ook als geld aan een
comité wordt gegeven, moet de gever er in alle gevallen zeker
van zijn dat het geld ook terechtkomt bij het doel waarvoor
hij of zij het geeft. In het Handboek Comités worden richtlij-
nen gegeven voor de activiteiten van de comités. Ook geeft
het handboek richtlijnen over de verslaglegging. Tevens is er
een online softwarepakket beschikbaar, zodat comités het
jaarverslag eenvoudiger kunnen samen stellen.
Na de afsluiting van het boekjaar stelt de penningmeester
van het comité zijn jaarverslag op. Ook vindt binnen het
comité een kascontrole plaats. Vervolgens wordt het jaarver-
slag, na voltooiing, mede ondertekend door de voorzitter en
gaan de verslagen naar het kantoor van de stichting. Deze
verslagen worden door de afdeling FP&C gecontroleerd.
Tevens dient deze afdeling als vraagbaak voor penningmees-
ters. De accountant betrekt vervolgens de verslagen bij
de controle. Bovendien worden enkele comités ter plaatse
gecontroleerd.
Samenwerkingsverbanden in Nederland en EuropaAan het lidmaatschap van of participatie in samenwerkings-
verbanden ligt altijd een besluit van de RvB ten grondslag.
Woord en Daad participeert alleen in die netwerken en
samenwerkingsverbanden die voor haar of haar partnernet-
werk een toegevoegde waarde hebben.
5
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden140
bijLagen
AANVRAGEN RAPPORTAGES
fondsenwerVingsaCtiViteitenen begeLeiding Comites
Lobby en bewustwording
Partner 1
Projectrealisatieen PMEL
Partner 4
Projectrealisatieen PMEL
Partner 3
Projectrealisatieen PMEL
wd Partner
Expertise-inbreng en kwaliteitsborging
Partner 2
Projectrealisatieen PMEL
5
3. PRocESBEHEERSING VAN PRoGRAMMA’S (INcLuSIEf PRocESScHEMA); PARTNER EN DoNoRRoL
PROCESBEHEERSING, RISICOBEHEERSING EN VERANTWOORDING
Hoofdprocessen Woord en Daad in haar hele context
infostroom/contacten
geldstroom
Woord en Daad (Nederland)
Comites
Achterban & andere fondsenverstrekkers
SATTELIETPARTNER
Regio-allianties/partnerorganisaties
WD Donor
WD Partner
PARTNERADVIES
WD
Verstrekken fondsen Voor ProjeCten
aCtiViteiten Comites
donorteambeoordeLing PLannen oP donorCriteria
fondstoekenningdoor managers wd donor
aLLiantieteambeoordeLing PLannen oP PartnerCriteria
gezamenLijke ProjeCtreaLisatie en PmeL
CONTRACTEN EN RAPPORTAGEFORMATS
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 141
bijLagen bijLagen
PROCESBEHEERSING, RISICOBEHEERSING EN VERANTWOORDING5
AlgemeenVanaf 2011 werken de partnerorganisaties van Woord en Daad
samen in allianties. Zoals op pagina 46 (intermezzo partner-/
donorrol) beschreven is er binnen Woord en Daad een rolschei-
ding tussen partner en donor. Door deze organisatievernieu-
wing is ook het proces voor programma-aanvragen veranderd.
AlliantiesSinds de samenwerking in allianties een feit is valideert Woord
en Daad haar beleid met Zuidelijke partners. Ook beoordelen
allianties jaarlijks het functioneren van Woord en Daad door
middel van tevredenheidsonderzoeken of rondetafelsessies
waar over en weer gekeken wordt waar verbeterpunten voor
Woord en Daad liggen. Binnen de allianties vindt er kennis-
uitwisseling plaats op het gebied van vakexpertise, lokale of
regionale fondsenwerving en ontwikkeling van beleid in de
regio. Binnen het beleid zijn de drie onderdelen, directe armoe-
debestrijding, maatschappijopbouw en beleidsbeïnvloeding
speerpunten. Elke alliantie sluit een raamwerkovereenkomst
met Woord en Daad waarin belangrijke speerpunten vanuit
het beleid en samenwerking in de komende jaren wordt
beschreven. Deze raamwerkovereenkomst wordt door de
voorzitter van de alliantie en de raad van bestuur van Woord
en Daad getekend. Jaarlijks vinden er alliantievergaderingen
plaats in de regio, waarbij Woord en Daad als alliantielid vanuit
de W&D Partner lid is. Onderdelen van deze vergaderingen
worden door W&D Donor en de raad van bestuur bijgewoond.
PartnerrolDe rol van W&D Partner is het begeleiden en ondersteunen
van de regionale alliantie in het opstellen van (meerjarenbe-
leids)plannen en het doen van aanvragen bij donoren, waar-
onder W&D Donor. De plannen worden door W&D Partner
beoordeeld op kwaliteit door middel van een assessment
waarbij het Woord en Daad beleidsplan dat gezamenlijk met
partners is opgesteld het uitgangspunt vormt. In het (meer-
jarenbeleids)plan is ook de visie op het werk in het Zuiden
beschreven vanuit de Theory of Change (zie pagina 149).
Zowel bij programma-aanvragen als bij rapportages is de
partnerrol vooral begeleidend. Medewerkers van Woord en
Daad hebben expertise op het programma en de context en
kijken samen met de partner hoe programma’s verbeterd kun-
nen worden met optimale samenwerking met diverse actoren
in de lokale context waar de partnerorganisatie werkt. Daarbij
wordt op alliantieniveau gekeken welke zaken er in de regio
spelen en gezamenlijk opgepakt kunnen worden. Om partners
in staat te stellen een lerende organisatie te zijn vinden er
PMEL-bezoeken plaats. Voor verdere info zie paragraaf 2.9.2.
Donorrol, toekenning van fondsen, monitoring, resultaat- en contractmanagementDe aanvragen die vanuit de regionale allianties bij W&D Donor
binnenkomen worden op basis van de donorcriteria beoordeeld.
Hierin worden de volgende punten meegenomen: het op orde
hebben van planning, monitoring en auditsystemen, de capaci-
teitvan(financieel)management,duurzaamheidvanprogramma
endeeffectiviteitenefficiëntiedaarvan.Ookdemogelijkheid
tot fondsenwerven voor het programma speelt een rol, waarbij
W&D Donor de partner stimuleert ook via andere (lokale) dono-
rentecofinancieren.Opdezemanierwordtdeafhankelijkheid
van één donor ontmoedigd. In de toekenningen wordt ook het
trackrecord van de partner meegenomen voor wat betreft tijdig-
heid en volledigheid van rapportages. Het ingevulde beoorde-
lingsformulier van W&D Donor wordt met de partner gedeeld,
wat de transparantie van de beoordeling bevordert. Op deze
manier weet de partner ook op welke punten het programma
nog verbeterd kan worden in de ogen van W&D Donor.
Naast het toekennen van fondsen is het ook belangrijk de
programma’s te monitoren. Woord en Daad Donor heeft
hiervoor een accountability manual opgesteld en dit met
partners tijdens alliantiemeetings in 2011 gedeeld. In het
accountability manual staat het beleid beschreven rond
verantwoording van gelden en de maatregelen die Woord
en Daad hierbij treft. Partners worden periodiek bezocht; in
de meeste gevallen een keer in de drie jaar, waarbij na een
financieelwerkbezoektussentijdsooknogeenfinanciële
audit volgt om zaken goed te monitoren.
Als afronding van de goedkeuring ondertekent W&D Donor
met de partner een contract. Dat contract is onderdeel van
een meerjarenovereenkomst. Er zijn afspraken gemaakt t.a.v.
toekenning, te behalen resultaten (inclusief sturing daarop),
rapportage en verantwoording en afspraken over betalingen
c.q. verplichtingen van beide zijden rond betalingen.
Strategische meerjarenplannen; overeenkomstenMet vrijwel alle partners zijn strategische meerjarenover-
eenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten plaatsen de
programma’s in een langetermijnperspectief. Woord en Daad
spreekt na goedkeuring onder voorwaarden ook een com-
mitteringaandefinancieringuit.Jaarlijkswordtdefinitieve
financieringtoegekend.Indietoekenningwordthetstrate-
gisch meerjarenplan als kader meegenomen, maar spelen ook
afwegingen vanuit de jaarlijkse resultatenrapportage een rol.
Op basis van de goedkeuring worden contracten gesloten,
waarin onder andere doelstellingen, verwachte resultaten,
het goedgekeurde bedrag en voorwaarden ten aanzien van
uitvoering en rapportage zijn opgenomen.
5
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden142
bijLagen
5
Aangaan en stoppen van een partnerrelatieWoord en Daad wil met name in Afrika groeien. Hiervoor
worden nieuwe partnerrelaties aangegaan, die soms vanuit
Woord en Daad en soms vanuit de allianties worden voorge-
dragen. De alliantie bekijkt of de potentiële partnerorganisa-
tie meerwaarde heeft voor de alliantie en kan besluiten deze
als lid op te nemen. W&D Partner, als lid van de alliantie heeft
hier ook een stem in, de meerderheid van de alliantie beslist
echter. W&D Donor kijkt aan de hand van een organisatiebe-
oordeling of de potentiële partner in aanmerking komt voor
fondsen vanuit Woord en Daad. Als dat het geval is wordt er
eenfinanciëleauditgedaanomookeenonafhankelijkerap-
portage over de organisatie te hebben. De raad van bestuur
beslist uiteindelijk over het al dan niet aangaan van de part-
nerrelatie en neemt hierbij de adviezen van W&D Partner
en W&D Donor mee. Nadat de relatie is aangegaan wordt
met een beperkt budget gestart in het eerste jaar en wordt
daarna gekeken of er voldoende vertrouwen is om het budget
uit te breiden. Als Woord en Daad besluit geen fondsen toe
te kennen aan de betreffende partner, kan de alliantie alsnog
besluiten deze partner toch als lid op te nemen. In dat geval
zal vanuit Woord en Daad, die lid is van de alliantie, vanuit de
partnerrol wel met deze organisatie samengewerkt worden.
Als een samenwerking in de praktijk tegenvalt of toege-
voegde waarde in de lokale context nihil blijkt bouwt Woord
en Daad in goed overleg met de partnerorganisatie fondsen
af. De partnerorganisatie kan echter desgewenst wel allian-
tielid blijven en kennis en expertise delen. In het geval van
corruptie of besteding van geld voor een ander doel dan waar
het voor gegeven is zal er sprake zijn van een snelle afbouw.
Invloed van andere belanghebbenden op het beleid van woord en DaadNaast Zuidelijke partners hebben ook Nederlandse belang-
hebbenden via evaluaties inbreng op het beleid van Woord
en Daad. Dat gebeurt via jaarlijkse evaluaties vanuit het
personeel (ondernemingsraad), de comités (via de klankbord-
groep voor comités), de bedrijven (via de coördinatiegroep
van het Business Platform) en de vermogensfondsen (via de
adviesgroep Vermogensfondsen).
Normpercentages overheadVoor overhead werkt Woord en Daad met het percentage
kostenbeheer en administratie (bestuurlijk gemaximeerd op
3,1 procent) en het percentage kosten eigen fondsenwerving
(gemaximeerd op 6 procent). Beide percentages worden
gemaximeerd in een overheadpercentage over de totale
omzet. Dit percentage is gemaximeerd op 7,5 procent).
Programma’s/activiteiten binnen de doelstelling die gebonden zijn aan een maximum percentage van de omzetWoord en Daad voert binnen haar doelstelling het bewust-
wordingsprogramma en diverse activiteiten uit die gemaxi-
meerd zijn aan percentages van de omzet of de bestedingen.
Deze programma’s betreffen:
• Bewustwording. Dit programma mag maximaal 3 procent
nemen van de omzet (gemiddeld percentage over drie jaar)
• Planning, monitoring, evaluatie en leren: 5 procent van de
bestedingen
• Inzet Nederlandse staf voor partnerrolactiviteiten bij part-
ners en allianties 5 procent van de bestedingen.
• Directe alliantiekosten ten behoeve van de allianties, zoals
vergaderkosten/uitwisseling etc., maximaal 1% van de
bestedingen
4. RISIcoMANAGEMENT
AlgemeenDoor de beheersing van processen borgt Woord en Daad
de koppeling tussen missie, doelstelling, beleid en operatio-
neel jaarplan. Binnen de processen is daarmee al sprake van
risicobeheersing en bescherming van onze naam. De in deze
paragraaf genoemde risico’s betreffen vooral onderdelen die
niet of lastig in de beschreven processen te vangen zijn. Ook
in 2011 is gebleken dat de getroffen maatregelen adequaat
zijn met betrekking tot onderstaande risico’s.
Risico’s in de werkomgevingDe werkomgeving in het Zuiden is niet altijd een stabiele
werkomgeving. Omdat dit tot de externe factoren behoort,
is het beleid van Woord en Daad erop gericht dit risico te
spreiden. In dat kader streeft Woord en Daad naar verdeling
van partners en programma’s over landen en regio’s.
Per regio en land is een plafond in bestedingen vastge-
steld. Op project- en programmaniveau wordt per partner
bovendien een inschatting gemaakt van risico’s die spelen.
Per contract worden die risico’s in kaart gebracht en worden
er eventueel te nemen maatregelen benoemd. In dat kader
spelen evaluaties een belangrijke rol (zie hoofdstuk 3).
Risico’s op organisatieniveauEen tweede risico dat Woord en Daad op organisatieniveau
loopt, is het risico dat inkomsten achterblijven bij uitgaven.
Basaal wordt dit risico afgedekt door bij de liquiditeits- en
vermogensplanning voldoende reserves aan te houden.
Bovendien worden verplichtingen direct geboekt, zodat bij
een positieve vermogenspositie Woord en Daad altijd in staat
PROCESBEHEERSING, RISICOBEHEERSING EN VERANTWOORDING
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 143
bijLagen
5 PROCESBEHEERSING, RISICOBEHEERSING EN VERANTWOORDING
is haar aangegane verplichtingen na te komen. Vanaf 2008
werkt Woord en Daad met drie inkomstencategorieën. De
inkomstencategorie met vaste of contractueel vastgelegde
inkomsten vormt de kern van de begroting. De programma-
onderdelen die aan de uitgavenkant aan deze kern gekoppeld
zijn, worden aan het begin van het begrotingsjaar volledig
goedgekeurd. De uitgaven die aan categorieën gekoppeld
zijnmeteenhogerrisicoprofielwordenpasgoedgekeurdals
de inkomsten gerealiseerd zijn. In contracten met partners
wordt benoemd onder welke voorwaarden fondsen beschik-
baarkomen,indienfinancieringgekoppeldisaaninkomsten
meteenhoogrisicoprofiel.Opbasisvandeervaringenin
2010 wordt extra gestuurd op koersrisico. Het geheel van
maatregelen lijkt adequaat te zijn.
Risico’s in de groeistrategieEen derde risico ligt in de uitvoering van de groeistrategie.
Omdat Woord en Daad hecht aan een hoog kwaliteitsniveau
wordt voortdurend gewerkt aan de versterking van het
kwaliteitsniveau van het partnernetwerk (binnen het SPN-
programma, zie pagina 40), en de uitbreiding van het netwerk.
koersrisico’sBij de uitvoering van de programma’s is altijd een koersrisico.
Veel van de lokale valuta’s volgen de trend van de dollar, zodat
de verhouding euro/dollar belangrijk is bij de koersrisico’s. De
koersrisico’s neemt Woord en Daad gedurende het jaar voor
haar rekening. De reden hiervoor is dat Woord en Daad over
hetalgemeenfinancieelsterkerisdanhaarpartnerorganisaties.
Bovendien heeft Woord en Daad (in tegenstelling tot partner-
organisaties) met meerdere lokale valuta’s te maken waarover
risico wordt gelopen. Hierdoor ontstaat een meer afgewogen
risico, aangezien valuta’s tegen elkaar in kunnen werken.
Verder wordt optimale transparantie geborgd doordat
projecten in lokale valuta aanvaard, betaald en door de
partnerorganisatie besteed worden. Het risico op eventuele
fraude met omwisselen wordt hierdoor sterk beperkt. Vanaf
2011 wordt een buffer voor koersverliezen opgebouwd, om
in de toekomst deze risico’s nog beter op te kunnen vangen.
De nieuwe strategie werkt naar behoren.
Evenwicht en verbinding tussen uitgaven en inkomsten; reservesDe opbouw van het operationeel jaarplan is afgestemd op
een evenwicht tussen uitgaven en inkomsten: bestedingen
dienengekoppeldtezijnaanspecifiekeinkomstenvanuit
fondsenwerving.Bijhetdefinitiefaanvaardenvanprojectenen
programma’s wordt rekening gehouden met het besteedbare
vermogen en het vastgelegde vermogen in bestemmingsfond-
sen. In het koersrapport geeft de RvB inzicht in de verhouding
tussen beschikbare middelen en uitgaven. In incidentele geval-
len kan tot een hoger bedrag dan beschikbaar goedgekeurd
worden. In die gevallen moet Woord en Daad echter met een
redelijke mate van zekerheid kunnen aannemen dat de fond-
sen in het lopende boekjaar binnen zullen komen.
Onderdeel van de reserves is de continuïteitsreserve. Het
doel van deze reserve is tweeledig:
• het garanderen van liquiditeiten om tijdig aan de project-
verplichtingen te kunnen voldoen;
• opvang voor de organisatiekosten bij terugloop van de
inkomsten.
De continuïteitsreserve heeft het niveau van 7,5 procent van
de geraamde inkomsten van het volgende jaar. Dit past ruim-
schoots binnen de kaders van de ‘Richtlijn Reserves Goede
Doelen’ van VFI (Vereniging Fondsenwervende Instellingen)
(zie hiervoor ook de toelichting in de jaarrekening). Gezien
hetrisicoprofielvanWoordenDaadachthetbestuureen
continuïteitsreserve van 7,5 procent voldoende.
Beleggingsbeleid en vermogensbeheerDoordat aanvaarde projecten meestal in termijnen betaald
worden en het opstarten van nieuwe projecten tijd vergt, zijn
er tijdelijke liquiditeiten aanwezig. Deze worden risicoloos
belegd op spaarrekeningen met een goede rente zonder
opnamebeperkingen.
Woord en Daad volgt VFI Handreiking Verantwoord
Vermogensbeheer fondsenwervende instellingen. De
overtollige liquiditeiten worden belegd bij de huisbankier
(Rabobank). De Rabobank heeft beleid ontwikkeld op het
gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en
duurzaambeleggen/investeren.Deniet-financiëlecriteriadie
genoemd worden in de handreiking worden ingevuld via het
beleid dat de Rabobank ontwikkeld heeft.
Sinds 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doel-
stelling participaties aangekocht in het Oikocredit Nederland
Fonds (zie hiervoor verder ook de jaarrekening).
crisismanagementTot slot hanteert Woord en Daad een crisismanagementplan
dat elk jaar wordt geactualiseerd.
6
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden144
bijLagen
ONDERZOEKSRAPPORT6
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 145
bijLagen
7 SAMENWERKING EN NETWERKEN
Stakeholders en netwerken
naam organisatie of netwerk aard samenwerking
BRANCHEORGANISATIES EN BREDE NETWERKEN
EU-Cord, Europees netwerk voor christelijke organisaties actief in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking
Actieve participatie in trajecten van EU-Cord rond beleidsbeïnvloeding in Brussel (met name ten aanzien van vakonderwijs en –training) en institutionele fondsen. Daarnaast is er regelmatig uitwisseling op het terrein van EU-regelgeving m.b.t. financiën en auditing.
ICCO/CO-Prisma Samenwerkingsverband in het kader van MFS2 met strategische doelstelling om per 2015 via ICCO-coöperatie op programmatisch niveau in het Zuiden samen te werken en financiering binnen te halen. Woord en Daad participeert in het programma basisgezondheidszorg en voedselzekerheid.
ICCO Alliantie Als onderdeel van de WD-REK MFS-2 aanvraag zijn een aantal concrete afspraken gemaakt m.b.t. har-monisatie en complementariteit van onze onderwijs en TVET/JBS activiteiten in een aantal landen.
Partos, branchevereniging voor particuliere internationale samenwerking in Nederland
• Lid van de RvB bestuurslid Partos;• Voorzitter RvB bestuurslid Stichting Gezamenlijke Evaluaties Partos;• Participatie in Kwaliteitshuis Partos en PMEL-groep die Partos richting ministerie vertegenwoordigt;• Participatie in lobbynetwerk Partos dat o.a. reactie verzorgde op begroting
ontwikkelingssamenwerking;• Kennisuitwisseling tijdens bijeenkomsten op het vlak van financiën en regelgeving rond bijvoorbeeld
MFS-2 en BTW.
Prisma, vereniging van christelijke organisaties op terrein van ontwikkelingssamenwerking en diaconaat
• Platform voor christelijke ontwikkelingsorganisaties voor bezinning, discussie en opinievorming, Samenwerking op inhoudelijke programmatisch gebied, gezamenlijke fondsenwerving, belangenbehar-tiging vanuit oogpunt christelijke organisaties.
• Participatie in secties hiv en aids/SRGR, bezinning, lobby, communicatie en bewustwording. Twee-maandelijks directeurenoverleg: voorzitter RvB gedelegeerd bestuurder (tot en met 31-12-2011). Inhoudelijke en strategische bijdrage aan koers vereniging Prisma, ICCO-Alliantie en Co-Prisma.
Woord en Daad-Red een Kind Alliantie Alliantie in het kader van MFS2 met strategische doelstelling om per 2015 kwalitatief goede geïnte-greerde programma’s t.a.v. onderwijs, TVET en JBS, AD te hebben.
SAMENWERKING ROND PROGRAMMA’S IN HET ZUIDEN
Aflatoun Aflatoun is een organisatie die gratis curricula en training voor social/financial education beschikbaar stelt (voor formal/non-formal education – 6-18 jr.). Partners moeten zelf betalen voor de materiaal- en kopieerkosten. Woord en Daad wil het gebruik van dit materiaal door partners stimuleren in het kader van ‘life skills’.
AgriProFocus (APF), netwerk dat zich richt op het bevorde-ren van boerenondernemerschap.
Woord en Daad is lid van APF, samenwerking richt zich op uitwisseling en leren.
Cluster Humanitaire Hulpverlening (Dorcas, Tear, Red een Kind, ZOA-Vluchtelingenzorg, Woord en Daad)
Coördinatie en samenwerking van noodhulpacties. In 2011 betrof het een gezamenlijke actie voor Hulp Oost-Afrika
Connect4Change (IICD) IICD bevordert het gebruik van ICT in projecten op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en economische ontwikkeling. Woord en Daad heeft met IICD rondetafel sessies georganiseerd tijdens regionale alliantiemeetings.
Consortium private sectorontwikkeling Zambia (Cordaid, SNV, HIVOS, Oxfam Novib, Woord en Daad, Nederlandse ambassade)
Samenwerkingsverband rond versterking van private sector in Zambia.
ETC Leusden Capaciteitsopbouwin Benin, georganiseerd en voor 50% gefinancierd door ETC.
Leprazending Woord en Daad steunt in MFS2 een project van LepraZending in India (TLMI) met 2 vakscholen en 4 community based TVET units. Het gaat om flexibele skills training in rurale context.
MDF Training en Consultancy Samenwerking t.a.v. capaciteitsversterking en positionering van Zuidelijke allianties in de regio.
Netherlands Platform for Microfinance Woord en Daad is lid van NPM, samenwerking richt zich op uitwisseling
Oikocredit Verstrekken van leningen aan Woord en Daad business partners in het Zuiden.
PUM (Programma Uitzending Managers), uitzending van senior experts naar het Zuiden
Samenwerking vanuit programma bedrijfsontwikkeling Woord en Daad en PUM (expertise resource op afroep).
Vereniging Personele Samenwerking Ontwikkelingsorgani-saties (PSO)
PSO ondersteunt programma voor capaciteitsopbouw partners en Zuidelijke allianties. Participatie in Algemene Ledenvergadering (ALV) en klankbordgroep Monitoring&Evaluatie (M&E).
7
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden146
bijLagen
7 SAMENWERKING EN NETWERKEN
naam organisatie of netwerk aard samenwerking
NETWERKEN VOOR BELEIDSBEïNVLOEDING
Bangladesh Platform Participatie binnen het Bangladesh Overleg voor Ontwikkeling en Mensenrechten (BOOM).
Colombia Platform Colombia Platform lobbyt bij de Tweede Kamer, het ministerie en de ambassade in Bogotá voor onder-steuning van vrede en ontwikkeling in Colombia. Eind 2011 is besloten dat Woord en Daad niet langer deelneemt aan het platform.
Coordination Europe-Haiti Platform uit 8 Europese landen, dat opkomt voor duurzame economische ontwikkeling en versterking van de landbouwsector in Haïti. De lobbyist van Woord en Daad is sinds 2011 voorzitter.
Family Facts Kennisnetwerk rond positie van het gezin in ontwikkelingslanden. Coördinator beleidsbeïnvloeding maakt deel uit van het bestuur.
Global Campaign for Education Lobby- en kennisnetwerk op het gebied van onderwijs, waar Woord en Daad veel mee heeft samenge-werkt in 2011. Lidmaatschap wordt overwogen.
Overige netwerken Regelmatige samenwerking in kader van beleidsbeïnvloeding met: AgriProFocus, Better Care Network, CABA werkgroep (Children Affected by AIDS), Sharenet, Dutch Coalition for Disability and Develop-ment, Child en Youth Rights Initiative, lobbygroep van Partos.
Kennisinstellingen
Institute for Social Studies (ISS) Samenwerking rond kennisprogramma voor bedrijfsontwikkeling in het Zuiden.
Universiteit van Amsterdam (UvA) Participatie door Woord en Daad, samen met ICCO en Prisma, in onderzoek van de UvA (Ton Dietz) naar nieuwe methoden voor impactmeting.
Christelijke Hogescholen (CAH en CHE) Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten en Christelijke Hogeschool Ede zijn betrokken bij curriculu-montwikkeling voor Hope University College (Ethiopië).
Netwerken rond fondsenwerving
Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) Lidmaatschap CBF.
Charitas VFI-inkoop realiseert inkoopbesparingen voor aangesloten goede doelen.
NCDO Financiering van fondsenwervingsacties en bewustwordingsactiviteiten van lokale comités en andere vrijwilligersgroepen.
Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) Lidmaatschap VFI.
Netwerken rond bewustwording
Calvijn College en Hoornbeeck College Uitwisseling tussen Nederlandse vakscholen en vakscholen in het Zuiden (zowel studenten als docenten).
Driestar Educatief Strategische samenwerking voor de periode 2010-2015 die zich richt op kwaliteitsversterking van onderwijs in ontwikkelingslanden en uitwisseling tussen docenten en studenten in Nederland en het Zuiden
Just Care, samenwerking van Woord en Daad, ZOA, en mid-delbare scholen
Ontwikkeling van lesmateriaal voor middelbare scholen rond armoedebestrijding.
WWKidz, samenwerking van Uitgeverij Jongbloed, Colum-bus Heerenveen, ZOA en Woord en Daad
Ontwikkeling van leesboeken en bijbehorend lesmateriaal voor kinderen uit groep 7 en 8.
ZOA Woord en Daad voert samen met ZOA de campagne Wees Eerlijk gericht op duurzaamheid.
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 147
bijLagen
8 THEORY OF CHANGE
AcHTERGRoND VISIE oP VERANDERING
Armoedebestrijding. Dat is de ‘core business’ van woord en Daad en haar partners in de landen waar we werkzaam zijn. Maar wat bedoelen we eigenlijk met armoedebestrij-ding? Met welke ogen kijken we naar mensen die leven in armoede? Hoe gaan we om met de vele complexe factoren die vaak ten grondslag liggen aan armoede en achter-stand? Belangrijke vragen waar geen simpel antwoord op gegeven kan worden. woord en Daad en haar partners zijn in gesprek gegaan over deze vragen en hebben een geza-menlijke ‘visie op verandering’ ontwikkeld. Verandering van mensen en samenlevingen, daar gaat het tenslotte ten diepste om bij armoedebestrijding.
Woord en Daad en partners maken in hun werk voortdu-
rend keuzes. Die keuzes hebben vaak direct weerslag op de
mensen met wie we werken, binnen de organisatie of in de
projecten. Vandaar dat we eraan hechten dat de visie achter
die keuzes helder is, en dat die keuzes verankerd zijn in een
aantal centrale kernwaarden. De centrale visie van Woord en
Daad en partners is dat we gezamenlijk willen bijdragen aan
armoedebestrijding en daarmee mensen willen versterken
om duurzame verandering in hun leven tot stand te brengen.
Die kernwaarden zijn allemaal direct te herleiden tot Bijbelse
principes, die Woord en Daad en partners wereldwijd met
elkaar delen: mede-schepsel, mede-verantwoordelijkheid,
mede-lijden, rentmeesterschap en wederzijdse afhankelijk-
heid. Doordat iedereen zich heeft verbonden aan deze kern-
waarden, kunnen we elkaar over en weer kritisch bevragen
op de vertaling van deze waarden in ons concrete werk.
Daarnaast hebben we met elkaar een aantal ‘ontwikkelings-
principes’ vastgesteld. Het gaat om principes die te maken
hebben met de kwaliteit en relevantie van het werk, waaraan
Woord en Daad en partners zich committeren.
‘Eigenaarschap’ is zo’n principe, dat benadrukt dat uiteinde-
lijk altijd de mensen om wie het draait –de armen- eigenaar
moeten zijn. Een hulporganisatie kan nooit de eigenaar zijn
van de ontwikkeling van de mensen met wie ze werkt, omdat
we geloven dat ieder mens eigen verantwoordelijkheid
van God heeft ontvangen. Duurzaamheid, geïntegreerde
benadering, partnerschap en innovatie zijn de andere
ontwikkelingsprincipes.
Duurzame verandering bij mensen (maar ook bij organisaties
of samenlevingen) is geen rechte lijn van a naar b. Daarvoor
spelen te veel factoren een rol. Het is van groot belang om
dat mee te nemen in de vormgeving van programma’s en
projecten. Zo spelen persoonlijke factoren een rol. Ieder
mens –ook de allerarmste- heeft capaciteiten en beschikt
over bepaalde mogelijkheden.
Woord en Daad vindt het belangrijk om niet uitsluitend op
‘problemen’ en ‘beperkingen’ gericht te zijn, maar ook op de
kansen en gaven die ieder mens heeft ontvangen. Verder is
het belangrijk om mensen in hun context te zien. Ieder mens
maakt deel uit van een familie, een lokale gemeenschap, een
samenleving. In ieders omgeving zijn obstakels (bijvoor-
beeld droogte, ziektes, geweld) en mogelijkheden (bijvoor-
beeld een vruchtbare grond of een goede exportmarkt).
Ook diverse actoren zoals bedrijven en overheden in de
omgeving kunnen van grote invloed zijn. Uitgangspunt voor
Woord en Daad is dat de eigen interventie een duidelijk
toegevoegde waarde moet hebben. Als de doelgroep grote
behoefte heeft aan microkrediet, en in de directe omgeving
is een goede microkredietinstelling actief, dan zal ze probe-
ren een link te leggen naar deze instelling, maar geen eigen
kredietprogramma opzetten.
Ten slotte speelt de houding van mensen een belangrijke rol.
Hulp kan soms mensen afhankelijk maken (van de hulporga-
nisatie of van het project). Op het moment dat de context dan
weer verandert, en ‘het project’ opeens niet meer relevant
blijkt, belanden mensen weer even hard in armoede. Daarom
besteedt Woord en Daad veel aandacht aan vaardigheden
waarmee mensen weerbaar worden gemaakt. Het uitein-
delijke ideaal is dat mensen daarmee ‘ambassadeurs voor
verandering’ worden in hun eigen omgeving. Dit kan op
verschillende niveaus: ook een partnerorganisatie van Woord
en Daad kan zo’n ambassadeur worden, bijvoorbeeld door
geleerde lessen te delen met collega-organisaties of de lokale
overheid, en hen uit te dagen die lessen ook toe te passen.
8
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden148
bijLagen
NGO’soverheidkerken enreligieuze instellingenprivate sectorgemeenschap
HOEWERKENWIJ?
WAT ENVOOR WIE?
CONTEXT OMGEVING
ONTWIKKELINGS-PRINCIPESeigenaarschap
geïntegreerde benadering
duurzaamheid
partnerschap
innovatie
KERNWAARDENmede-schepsel
mede-verantwoordelijkheid
mede-leven
rentmeesterschap
wederzijdse afhankelijkheid
DIMENSIESnatuurlijke hulpbronnen
opleiding en gezondheid
infrastructuur en technologie
financiën
sociale en politieke verbanden
religieuze verbanden
BASIS-VOORZIENINGEN
ONDERWIJS
BEDRIJFS-ONTWIKKELING
BEROEPSONDERWIJS(training en arbeidsbemiddeling)
DWARS-DOORSNIJDENDETHEMA’Sfamilie en gezin
hiv/aids
leiderschap
rechten van kinderen
INDIVIDU
familie
gemeenschap
regio
THEORY OF CHANGE8
Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden 149
woord en daad
Postbus 560
4200 AN Gorinchem
Spijksedijk 16E
4207 GN Gorinchem
Tel 0183-611800
Fax 0183-611808
www.woordendaad.nl/jaarverslag
Rabobank 38.54.87.088
t.n.v. Woord en Daad, Gorinchem
VormgeVing
Reprovinci
fotografie
Woord en Daad, Willem van Cappellen, Jaco Klamer, Dirk-Jan van Roest
Woord en Daad is een Algemeen Nut Beogende Instelling. Voor testamentaire
beschikkingen luidt ons adres: Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en Daad,
gevestigd te Gorinchem. Onze stichting is ingeschreven onder nummer 41118168, bij
de Kamer van Koophandel te Tiel en staat onder controle van een registeraccountant.
Financieel jaarverslag wordt op verzoek toegezonden.
150 Woord en Daad jaarverslag 2011 - Verbinden