Woord en Daad Jaarverslag 2015
Transcript of Woord en Daad Jaarverslag 2015
VA
KM
AN
SCH
AP Jaarverslag 2
01
5W
OO
RD
EN
DA
AD
Woord en Daad is een Algemeen Nut
Beogende Instelling. Voor testamentaire
beschikkingen luidt ons adres: Stichting
Reformatorische Hulpaktie Woord
en Daad, gevestigd te Gorinchem.
Onze stichting is ingeschreven onder
nummer 41118168, bij de Kamer van
Koophandel te Utrecht en staat onder
controle van een registeraccountant.
Woord en Daad
Postbus 560, 4200 AN Gorinchem
tel 0183-611800 | fax 0183-611808
www.woordendaad.nl/jaarverslag
Rabobank NL64 RABO 0385 4870 88
t.n.v. Woord en Daad, Gorinchem
Vormgeving
Reprovinci reclamebureau
Productie
Media Center Rotterdam
Fotografi e
Woord en Daad
Bekijk het jaarverslag online!
In een gebroken wereld, getekend door armoede en onrecht,
streeft Woord en Daad naar zichtbare tekenen van Gods
komend Koninkrijk. Het Bijbels perspectief op gerechtigheid
en barmhartigheid drijft ons om dagelijks bij te dragen aan
een duurzame verandering van mensen hier en daar.
1 Strategie, visie en beleid1.1 Inleiding .................................................................................................... 15
1.2 Missie, visie en kernwaarden ........................................................ 15
1.3 Strategie ................................................................................................... 15
1.4 Beleid ......................................................................................................... 16
2 Werk in het Zuiden2.1 Inleiding .................................................................................................... 19
2.2 Onderwijs ............................................................................................... 20
2.3 Beroepsonderwijs, - Training en Arbeidsbemiddeling
(TVET-JBS) ............................................................................................. 22
2.4 Landbouwtraining en voedsel zekerheid (AVET-FNS) ....... 23
2.5 Gezondheidszorg en Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) 26
2.6 Agribusiness en Bedrijfsontwikkeling (AED) ......................... 28
2.7 Huizenbouw .......................................................................................... 29
2.8 Beleidsbeïnvloeding .......................................................................... 31
2.9 Noodhulp ................................................................................................ 33
3 Ontwikkelingen in de regio’s3.1 Inleiding ................................................................................................... 36
3.2 Caraïben en Latijns-Amerika (CLARA) ..................................... 36
3.3 West-Afrika (WARA) ......................................................................... 37
3.4 Azië (ARA) ................................................................................................ 37
3.5 Hoorn van Afrika (GHARA) ............................................................. 37
3.6 Midden-Afrika (KUSSRA)................................................................. 37
3.7 Zuid-Afrika (SARA) .............................................................................. 38
3.8 India (INRA) ........................................................................................... 38
3.9 Versterking Partnernetwerk ......................................................... 38
4 Leren en innoveren 4.1 Inleiding .................................................................................................... 40
4.2 Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL) ............... 40
4.3 Leerpunten en uitdagingen ............................................................ 41
5 Het werk in het Noorden5.1 Inleiding ................................................................................................... 43
5.2 Beleidsbeïnvloeding Nederland en Europa ............................ 43
5.3 Bewustwording .................................................................................... 44
5.4 Communicatie en Fondsenwerving ........................................... 46
5.5 Communicatie via media ................................................................. 49
Kort en bondig ...................................................................................................... 4
De wereld van Woord en Daad .................................................................... 8
Voorwoord ........................................................................................................... 11
Samenvatting ...................................................................................................... 12
2 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
STRATEGIE, VISIE EN BELEID
6 Interne organisatie6.1 Ontwikkelingen in de organisatie................................................. 53
6.2 Effectiviteit risicomanagement in 2015 ................................... 56
6.3 Kwaliteitsmanagement ..................................................................... 56
6.4 Planning, monitoring en auditing (PMA) ................................... 57
6.5 Codes/certificering ............................................................................. 57
7 Besturen en toezicht houden7.1 Inleiding .................................................................................................... 59
7.2 Bestuurlijke verantwoording ......................................................... 59
7.3 Beloning en salaris raad van bestuur .......................................... 60
7.4 Bestuurlijk functioneren .................................................................. 60
7.5 Verantwoordingsverklaring raad van toezicht ...................... 63
8 Toekomstvisie8.1 Inleiding .................................................................................................... 65
8.2 Algemeen ................................................................................................. 65
8.3 Werk in het Zuiden ............................................................................. 65
8.4 Werk in het Noorden ......................................................................... 66
8.5 Projectmatig werken .......................................................................... 66
8.6 Sterkte – Zwakte analyse ................................................................. 67
9 Financiële verantwoording9.1 Jaarrekening toelichting ................................................................... 69
9.2 Jaarrekening 2015 .............................................................................. 71
9.3 Begroting 2016 ................................................................................. 102
Bijlagen1. Raad van bestuur en raad van toezicht .................................. 106
2. Nevenfuncties .................................................................................... 107
3. Functies ................................................................................................. 108
4. Organogram ........................................................................................ 110
5. Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording ...112
6. Onderzoeksrapport ......................................................................... 119
7. Stakeholders en netwerken ......................................................... 120
8. Theory of Change ............................................................................. 122
9. CertificaatClimateNeutralGroup .......................................... 124
Lijst van gebruikte afkortingen ........................................................................
Colofon ........................................................................................................................
3Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
KORT en BONDIG
» Wie In een gebroken wereld, getekend door armoede en onrecht,
streeft Woord en Daad naar zichtbare tekenen van Gods
komend Koninkrijk. Het Bijbels perspectief op gerechtigheid
en barmhartigheid drijft ons om dagelijks bij te dragen aan een
duurzame verandering van mensen hier en daar.
» WatWoord en Daad werkt aan de thema’s: onderwijs, beroeps-
onderwijs, -training en arbeidsbemiddeling , agribusiness en
bedrijfsontwikkeling, basisvoorzieningen (gezondheidszorg;
water, sanitatie en hygiëne en voedselzekerheid) en noodhulp.
In Nederland wil Woord en Daad mensen, bedrijven en over-
heid bewustmaken van hun verantwoordelijkheid ten aanzien
van armoede wereldwijd.
» Waar Woord en Daad is werkzaam in:
• Europa: Griekenland
• Afrika: Benin, Burkina Faso, Ethiopië, Sierra Leone, Tsjaad,
Oeganda, Zambia, Zuid-Afrika en Zuid-Sudan
• Azie: Bangladesh, de Filipijnen, India, Irak, Jordanië, Nepal,
Sri Lanka en Thailand
• Caraïben en Latijns-Amerika: Colombia, Guatemala, Haïti
en Nicaragua
» WerkwijzeHet werk van Woord en Daad betreft vier aspecten:
Armoedebestrijding
In de continenten Afrika, Azië en Caraïben en Latijns-Amerika
samen met de partnerorganisaties armoede op stevige
wijze aanpakken. Woord en Daad kent in dat kader vier
programma’s: Onderwijs; Beroepsonderwijs en -training,
agrarisch beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling; (Agri-)
Bedrijfsontwikkeling; Basisvoorzieningen (gezondheidszorg;
water, sanitatie en hygiëne en voedselzekerheid). Daarnaast is
Woord en Daad actief in noodhulp.
BewustwordingIn Nederland samen met de achterban nadenken over vragen
rond armoede en rijkdom.
Maatschappijopbouw in het ZuidenWoord en Daad werkt samen met haar partners aan een ste-
vige maatschappelijke inbedding van het werk. Dat maakt dat
het werk een brede uitstraling en uitgebreid effect krijgt.
BeleidsbeïnvloedingIn Nederland en Europa samen met anderen opkomen voor
de belangen van de allerarmsten. Zo nodig wordt aandacht
gevraagd voor de positie van de allerarmsten bij politiek, pers
en bedrijfsleven.
Woord en Daad is een ANBI, bezit het CBF-keurmerk en is
ISO-gecertificeerd.
4 Woord en Daad JAARVERSLAG 20154 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
5Woord en Daad JAARVERSLAG 2015 5Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
29.247.833Inkomsten 2015
29.788Sponsorkinderen
1.077Betrokken ondernemers
52.000Donateurs
15.306Betrokken jongeren
61,31Aantal fte’s op 31-12-2015
6.827Vrijwilligers*
Inkomsten 2015
€ 29.247.833Bestedingen 2015
€ 30.577.194
€ 5.000.000
€ 10.000.000
€ 20.000.000
€ 15.000.000
€ 25.000.000
Par
ticu
liere
n€
15
.42
5.6
03
Ver
mo
gen
sfo
nd
sen
€ 1
.48
4.2
55
Sub
sid
ies
€ 7
.47
3.8
76
Bed
rijv
en€
2.4
82
.74
4
Aan
dee
l act
ies
der
den
€ 2
.09
3.6
41
Inte
rest
/In
kom
sten
le
vera
nci
ersr
ol/
bew
ust
wo
rdin
g €
28
7.7
14
Do
elst
ellin
g st
ruct
ure
le
pro
gram
ma’
s (i
ncl
. no
od
hu
lp)
€ 2
5.6
89
.51
8
Do
elst
ellin
g P
ME
L/P
MA
€ 1
.07
9.8
08
Do
elst
ellin
g lo
bby
€
15
9.7
64
Do
elst
ellin
g b
ewu
stw
ord
ing
€ 9
25
.34
4
Wer
vin
g b
aten
€ 1
.70
4.5
13
Ko
sten
leve
ran
cier
sro
l€
10
1.2
11
Ko
sten
beh
eer
en
adm
inis
trat
ie€
91
7.0
37
WERK in het NOORDEN
*Dit betreft vrijwilligers op kantoor, winkelvrijwilligers, comitévrijwilligers en vrijwilligers om de comitégroepen heen.
6 Woord en Daad JAARVERSLAG 20156 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
22Landen
4.484Jongeren met een baan
15.646(Boeren)ondernemers
getraind
41Partnerorganisaties
38.589Kinderen op school
8,96% 3,14%
Kostennormen 2015
7,14% 88,07% 92,07%
3,14%
Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fond-senwerving (CBF-norm 25%)
Woord en Daad norm beheer en administratie (3,1% norm)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte
van de totale bestedingen)
Woord en Daad overheadnorm (7,5% norm)
Woord en Daad norm kosten fondsenwerving niet eigen fondsenwerving ten opzichte van
baten niet eigen fondsenwerving (2,5 % norm)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte
van de totale inkomsten)
WERK in het ZUIDEN
7Woord en Daad JAARVERSLAG 2015 7Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
C L A R A
WA
RA
Kinderen op school:
Jongeren met een baan:
(Boeren)ondernemers getraind:
Afrika »
6.94016.951 3.176
4611.355 176
11.2263.038 0
CLARA€ 5.894.454
Alliantie:Besteed:
WARA€ 3.634.578
GHARA€ 1.390.305
AT L A N T I S C H E O C E A A N
S A RA
Caraïben en Latijns-Amerika
Comité Jongerencomité Lezer Grenzeloos Lid Business Platform RegioOndernemers Vermogensfonds
HET WERK in NEDERLAND
DE WERELD van
WOORD en DAAD
8 Woord en Daad JAARVERSLAG 20158 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WA
RA
» »
S A RA
I ND I A
A R A
G H
AR
A
KU S S R A
Azië »
3.843214 7.4650
1.002215 1.151124
2841.098 00
Programma’s Onderwijs
Beroepsonderwijs, -Training en Arbeidsbemiddeling
Landbouwtraining en Voedselzekerheid
Gezondheidszorg en Water, Sanitatie en Hygiëne
Agri-Bedrijfsontwikkeling en huizenbouw
Beleidsbeïnvloeding
Noodhulp
ARA€ 2.213.873
INRA€ 2.213.873
SARA€ 433.361
KUSSRA€ 591.940
I N D I S C H E O C E A A N
9Woord en Daad JAARVERSLAG 2015 9Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
VOORWOORD
10 Woord en Daad JAARVERSLAG 201510 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
VOORWOORD
Een kind op het strand. Overleden. Slachtoffer van drijf-
veer van de ouders om over de zee hun heil te zoeken,
daar een nieuwe toekomst op te bouwen. Weg van de
ellende thuis. Op zee moet de horizon gewenkt hebben. En als
ik me in mijn eigen kleinkinderen verplaats, zal het jongetje in
de boot ook kippenvel gekregen hebben van sensatie. In de
boot. Naar de einder. Die nooit werkelijkheid werd.
Het overleden jongetje werd intussen de doorbraak als het
gaat in het scherp krijgen van de massa’s mensen in beweging.
Uit het Midden-Oosten. Uit Afrika.
Veel, ontzettend veel harten en portemonnees zijn er in 2015
opengegaan voor de mensen op drift. Woord en Daad merkte
het intussen aan haar inkomsten. Miljoenen die anders bij
Woord en Daad op de rekening kwamen, kwamen nu bij de
migranten terecht. Dat stemt ons vooral dankbaar. Het leverde
ons uiteraard een probleem op, maar daar zoeken we met het
oog op de vluchteling graag een oplossing voor. We zijn vooral
dankbaar omdat, dwars tegen de stroom aan berichten in de
afgelopen jaren, mensen een hart hebben voor hun naaste in
nood. En dat telt voor ons!
Het heeft ons ook uitgedaagd om na te denken wat wíj kunnen
doen. Nee, wij gaan niet in de plek staan van organisaties die
uitstekend toegerust zijn om hier in Nederland hun werk te
doen en met de vluchtelingen hier te kijken naar hun nieuwe
toekomst. We doen iets aan de opvang van vluchtelingen in de
regio. Maar we kunnen meer. Niet hier, maar daar!
Voor veel jongeren in Oost-, West- en Noord-Afrika trekt
een nieuw bestaan over de Middellandse Zee. Soms trekt
dat zo, dat alles over de zee mooier en beter is dan in je eigen
omgeving. Het toch al wankele gebouw van je bestaan wordt
nog wankeler door de prachtige beelden op je netvlies van
het leven overzee. Dan zuigt Europa en is er niets meer wat je
op je eigen plek vast kan houden. Dat zuigende beeld van een
prachtig op te bouwen toekomst in Europa willen we eerlijker
maken. Maar er zijn, samen met onze partners en lokale over-
heden, ook legio aan mogelijkheden om het bestaan in de eigen
omgeving een veel steviger fundament te geven. Dus we willen
de zuigkracht verzwakken, maar ook het bestaan in de eigen
omgeving beter, mooier en toekomstbestendiger maken.
Zodat de eigen omgeving niet langer de jongeren uitspuugt,
maar vasthoudt en hen mee laat bouwen aan hun eigen
bestaan, het bestaan van hun familie en toekomstig gezin, de
toekomst van hun gemeenschap en land.
Het valt op dat onze achterban, comités en bedrijven dat ook
zien en met ons delen. Het is nieuwe inspiratie, een nieuw
perspectief voor ons werk en betekenis voor het aanpakken
van de problemen bij de bron.
Het jongetje op het strand. Hij liet ook ons opnieuw naar ons
werk kijken. Beschamend, omdat we het niet eerder zagen.
Verrassend ook, omdat we meer kunnen doen dan we ooit
vermoedden. In die zin is er nieuw elan, juist om nooit meer dat
soort beelden te hoeven zien.
Jan LockDirecteur-bestuurder
Bouwen aaneen toekomst
11Woord en Daad JAARVERSLAG 2015 11Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Het jaar 2015 stond voor een groot deel in het teken van de
vluchtelingencrisis. De stroom vluchtelingen kwam steeds
dichter bij huis. Dat schudde mensen wakker voor de proble-
men die elders in de wereld spelen. Door middel van opinië-
rende artikelen en door een vluchtelingenavond voor onze
achterban, maakten we de oorzaken inzichtelijk en lieten iets
zien van onze missie.
Samen met het Christelijk Noodhulpcluster richtten we ons
door middel van een noodhulpactie op vluchtelingen die in
Europa strandden, maar vooral ook op de vele miljoenen
vluchtelingen die in de regio opgevangen worden. We steunen
daarvoor een opvangprogramma in Jordanië en Irak. Ook de
projecten rond vaktraining en arbeidsbemiddeling in Afrika
namen we daarin mee, omdat door jongeren in het eigen land
perspectief te geven een vlucht kan worden voorkomen.
Armoedebestrijding kent veel facetten. Donateurs kennen
Woord en Daad vooral vanwege de onderwijsprojecten die
we mede door de vele sponsorkinderen steunen. Maar er
zijn meer bouwstenen nodig om armoede aan te pakken.
Beleidsbeïnvloeding bijvoorbeeld, in onder meer Den Haag
en Brussel, vormde een belangrijk onderdeel van ons werk.
Omdat een coherent beleid van overheden, waarin het beleid
van de verschillende departementen elkaar versterkt in plaats
van tegenwerkt, bijdraagt aan de ontwikkeling van mensen in
armoede.
Op het gebied van onderwijs zetten we ons in om duurzame
verbeteringen in de kwaliteit aan te brengen, bijvoorbeeld
door onderwijzers te trainen op basisvaardigheden als taal en
rekenen. Uit evaluatie bleken de een-op-een trainingen met
leraren niet effectief. Daarom ontwikkelt Woord en Daad,
samen met Driestar Educatief, een Global Education Network
waarin lerarenopleidingen over heel de wereld aan elkaar
worden verbonden.
Monitoring van kinderen die uitvallen of die de school verlaten
is belangrijk om voldoende inzicht te krijgen in hun door-
stroom. Woord en Daad ontwikkelde hiervoor een monitoring-
instrument voor partners.
Verder was er aandacht voor projecten rond vaktraining,
stagebegeleiding en arbeidsbemiddeling, om jongeren na
school ook echt aan een baan te helpen. In verschillende
landen worden ondernemers uitgedaagd zich hiervoor mede
verantwoordelijk te voelen.
Om de gevolgen van klimaatverandering, droogte en over-
stromingen aan te pakken heeft Woord en Daad via haar
partnerorganisaties hard gewerkt aan verbetering van de
voedselzekerheid, bijvoorbeeld via voorlichting rond voeding
en door trainingen aan boeren. De in 2015 nieuw opgerichte
unit AVET is bezig landbouwkundige waardenketens te ver-
sterken, die winstgevend zijn én werkgelegenheid en inkomen
SAMENVATTING
Vakmanschap inzetten om armoede aan te pakken
Bij het bouwen van een huis komt heel wat kijken: een goed plan, goed gereedschap,
mensen met de juiste kennis. Vakwerk dus. Deze ‘bouwstenen’ kwamen in 2015 ook in
ons werk naar voren. In dit jaarverslag ontdekt u ze. Woord en Daad blikt hierin dankbaar
terug op het vele dat ze in afhankelijkheid, met dank aan de trouwe achterban en samen
met partners voor de allerarmsten mocht betekenen.
12 Woord en Daad JAARVERSLAG 201512 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
creëren. Concrete waardeketens zijn bijvoorbeeld: melkvee in
Ethiopië, groenteverbouw in Burkina Faso en honingproductie
in Oeganda.
In 2015 zijn veel presentaties gegeven om onze achterban
bewust te maken dat niet alleen het geefgedrag maar ook het
leefgedrag en de keuzes die mensen hier maken van invloed
zijn op het leven van mensen in armoede. In 2015 zijn de voor-
bereidingen getroffen voor een eenmalig vrouwenmagazine,
Fier, dat in 2016 over dit thema verschijnt.
Het WASH programma (Water Sanitatie en Hygiëne) is in
2015 verder uitgebouwd. Belangrijk daarin was het zoeken
naar mogelijkheden om water en sanitatie als dienstverlening
op te zetten waardoor de duurzaamheid wordt vergroot.
De partnerorganisaties werkten ook in 2015 samen in allian-
ties. In de aanloop naar het nieuwe beleidstraject 2016-2020
hebben zij hard gewerkt aan hun strategische programmaplan-
nen. En is veel nadruk gelegd op versterking van de netwerken.
De meeste partners staan nu sterker in samenwerkingsver-
banden en multi-stakeholderprocessen.
Woord en Daad en haar partners hechten eraan dat hun
programma’s kwetsbare mensen daadwerkelijk helpen en
geven daarom veel aandacht aan het monitoren en evalueren
van de programma’s. In 2015 was een belangrijk speerpunt het
verder versterken van deze capaciteit bij partners.
Het afgelopen jaar zijn er zichtbaar minder fondsen bin-
nen gekomen dan vorig jaar. Dit heeft diverse oorzaken:
afnemende subsidiestromen vanuit het Ministerie van
Buitenlandse Zaken, minder inkomsten van het sponsor-
programma en een donor bij Vermogenfondsen die later
wilde beslissen over een grote bijdrage. De inkomsten bij
Particulieren rond overige projecten zijn wat lager, vooral
door tegenvallende inkomsten in december. Mogelijk speelt
de vluchtelingenproblematiek en de positionering van andere
organisaties hierin een rol.
Intern werd gekeken welke organisatievorm het beste past
bij de ontwikkelingen binnen ons werkveld. Er is door de
organisatie zelf gekozen voor projectmatig werken. Het leidde
tot een bestuursmodel dat geen hiërarchie meer kent en een
werkwijze die dat mogelijk maakt.
13Woord en Daad JAARVERSLAG 2015 13Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
HET FUNDAMENT
STRATEGIE, VISIE EN BELEID
14 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
STRATEGIE, VISIE EN BELEID
1.1 INLEIDING
Jan Lock, directeur-bestuurder Woord en Daad: ‘Het
jaar 2015 begon lastig. In één week besloten de raden
van toezicht van Woord en Daad en Red een Kind om
de stekker uit de samenwerking te trekken, hoorden we
dat de vervolgsubsidie van het ministerie niet doorging en
kondigde Edwin Visser als de zeer gewaardeerde manager
van de afdeling Projecten en Programma’s zijn vertrek aan.
Er was veel werk en energie gestopt in de samenwerking, we
waren trots op onze subsidieaanvraag en voor mijn gevoel was
Edwin onmisbaar. Op zo’n moment schudt een organisatie als
Woord en Daad op z’n fundamenten, maar ook mijn werk als
directeur-bestuurder. De schokken, want zo beleefden we
de drie gebeurtenissen, waren niet leuk. Je wacht er niet op,
je wil het ook niet. Maar in de maanden daarna bleek wel de
enorme veerkracht van de organisatie. Want een week later
liet het personeel organisatiebreed zien van de veranderingen
te willen leren en een volledig nieuwe manier van werken op
te willen pakken. Dat tekende 2015: een fundamentele veran-
dering in onze werkwijze met een energierijk en veerkrachtig
team. Die energie en veerkracht werkte aantrekkelijk. Voor
onze achterban, de vrijwilligers, voor onze partners overzee,
voor de mensen die met ons meewerken. Omdat we ons in ons
werk ook diep geïnspireerd weten. Juist dat. Omdat uit het hart de uitgangen van het leven zijn. Dit jaarverslag laat er het nodige
van meebeleven. Over de veranderingen in het fundament,
over ons nieuwe beleid. Waarin we onze missie en visie nog
scherper formuleerden.’
1.2 MISSIE, VISIE EN KERNWAARDEN
Historie
Woord en Daad is in 1973 door Ivo ’t Lam opgericht samen
met dominee H.J. Hegger en christenen uit de brede gerefor-
meerde gezindte. Zij wilden op betrokken wijze hun verbon-
denheid met de allerarmsten wereldwijd concreet vormgeven.
Na meer dan veertig jaar blijft de verbondenheid. Met en voor
de achterban met wie Woord en Daad samen de verbinding
legt met armen in het Zuiden, en andersom. Die verbinding
wordt verstevigd door de gedeelde Bijbelse missie en visie.
Missie
In een gebroken wereld, getekend door armoede en onrecht,
streeft Woord en Daad naar zichtbare tekenen van Gods
komend Koninkrijk. Het Bijbels perspectief op gerechtigheid
en barmhartigheid drijft ons om dagelijks bij te dragen aan een
duurzame verandering van mensen hier en daar.
Visie
Als bijbelgetrouwe Nederlandse stichting verbindt Woord en
Daad mensen wereldwijd om verantwoordelijkheid te nemen
voor het scheppen van kansen om armoede te overstijgen. Dit
doen we samen met lokale partners en actoren uit relevante
sectoren.
Kernwaarden
• Medeverantwoordelijkheid
Verantwoordelijk voor jezelf, je naaste en de schepping.
• Medeschepsel
Schepsel van God, gelijkwaardig én uniek.
• Mede-lijden
Dicht bij en naast mensen die lijden.
• Rentmeesterschap
Zorgvuldig omgaan met mensen, middelen en milieu.
• Wederzijdse afhankelijkheid
Onafhankelijk in keuzes, afhankelijk in samenwerking.
1.3 STRATEGIE
Het werk van Woord en Daad betreft vier aspecten:
• Armoedebestrijding: In Afrika, Azië en Midden- en Zuid-
Amerika samen met onze partnerorganisaties armoede aan-
pakken. Woord en Daad heeft vier programma’s: Onderwijs;
Beroepsonderwijs en -training, agrarisch beroepsonder-
wijs en arbeidsbemiddeling; (agri-)Bedrijfsontwikkeling;
en Basisvoorzieningen (gezondheidszorg; sinds 2013 in
afbouw; water, sanitatie en hygiëne en voedselzekerheid).
Daarnaast is Woord en Daad actief in noodhulp.
• Bewustwording: In Nederland samen met onze achterban
en partners overzee nadenken over vragen rond armoede
en rijkdom en onze verantwoordelijkheid daarin.
• Maatschappijopbouw in het Zuiden: Woord en Daad werkt
samen met haar partners aan een stevige maatschappelijke
inbedding van het werk. Dat maakt dat het werk een brede
uitstraling en duurzaam effect krijgt.
• Beleidsbeïnvloeding: In Nederland en Europa en met onze
partners overzee, samen met anderen, opkomen voor de
belangen van de allerarmsten. Zo nodig vragen we aandacht
voor de positie van de allerarmsten bij politiek, pers en
bedrijfsleven.
15Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Woord en Daad vindt het belangrijk dat de programma’s niet
op zichzelf staan, maar elkaar versterken in de context waarin
ze gestalte krijgen. Onderwijs leidt niet automatisch tot een
betere positie voor mensen. Dat gebeurt alleen als ze ook
daadwerkelijk werk en inkomen hebben. Daarom investeert
Woord en Daad in de programma’s Vakonderwijs en –training,
agrarisch beroepsonderwijs en Arbeidsbemiddeling. Vanuit
Bedrijfsontwikkeling wordt gezocht naar mogelijkheden
om lokale bedrijvigheid te stimuleren en te verbinden met
regionale of (inter)nationale markten. En waar gaten vallen in
basisbehoeften als water, sanitatie, hygiëne en voedselzeker-
heid werkt Woord en Daad met haar partners aan het vullen
van die gaten. Uitwisseling van kennis neemt in alle program-
ma’s een belangrijke plaats in.
Partnerorganisaties van Woord en Daad hebben soms een
beperkt bereik naar andere netwerken. Daarom investeert
Woord en Daad met haar partnerorganisaties in netwerken
die samen met anderen het werk van armoedebestrijding
krachtiger maken.
Onze levensstijl hier kan het leven van mensen overzee maken
of breken. Daarom denken we met onze achterban en ons
netwerk in het Zuiden na over de vraag hoe we door keuzes
die we hier maken armoede in het Zuiden helpen aanpakken.
Woord en Daad biedt hiervoor concrete mogelijkheden aan
om in de Nederlandse context ‘ambassadeur van verandering’
te zijn.
Soms hinderen (lokale) wet- en regelgeving de mogelijkheden
en kansen voor armen. In die gevallen werkt Woord en Daad
samen met haar partnerorganisaties aan het verbeteren of
aanpassen van overheidsbeleid, zowel in Nederland en Europa
als in het Zuiden.
Zonder fondsenwerving zijn er geen middelen om pro-
gramma’s uit te voeren. Woord en Daad hecht vanuit haar
kernwaarde wederzijdse afhankelijkheid, waarbij we onaf-
hankelijk in keuzes zijn, maar afhankelijk in samenwerking, in
keuzes aan eigen fondsenwerving als teken van eigenaarschap
vanuit haar achterban. In dat verband beperkt Woord en Daad
haar inkomsten vanuit overheidssubsidies tot maximaal 30%.
Woord en Daad hanteert het concept van lokale ambas-
sadeurs die het gezicht zijn van de organisaties en zo veel
naamsbekendheid geven. Daarnaast wil Woord en Daad vanuit
rentmeesterschapscherpsturenopefficiëntieenhanteertze
scherpe normen als het gaat om kosten eigen fondsenwerving
en beheer en administratie (zie kort en bondig pagina 7).
1.4 BELEID
Het beleidsplan 2011 – 2015 is samen met zowel het
Zuidelijke partnernetwerk als vertegenwoordigers vanuit de
comités, de bedrijven, de vermogensfondsen en de jongeren
ontwikkeld. Een aantal keren per jaar betrekt Woord en Daad
hen ook bij de uitvoering van het beleid. Voor het partnernet-
werk van Woord en Daad gebeurt dat tijdens de regionale
partnerbijeenkomsten. In Nederland door contact en gesprek
met groepen uit de verschillende achterbangeledingen via
stakeholdergroepen en regionale bijeenkomsten met onderne-
mers en vrijwilligers. In 2015 is het nieuwe beleid vastgelegd
en goedgekeurd. De nieuwe beleidsperiode gaat in 2016
in. De evaluatie, de inbreng van de achterbangroepen en de
partnerconferentie hielden Woord en Daad een spiegel voor.
Die is samengevat in een grondige sterkte-zwakte analyse (de
SWOT). Die analyse is op hoofdlijnen te vinden in paragraaf
8.6, op pagina 67 en vormt de basis voor de nieuwe beleids-
keuzes van Woord en Daad.
Daarnaast vindt Woord en Daad het belangrijk om helder te
hebben waar in de uitvoering van het beleid de risico’s liggen
en hoe ze de risico’s in de hand kan houden. Daar wordt uitge-
breid op ingegaan in paragraaf 6.2 op pagina 56.
16 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
STRATEGIE, VISIE EN BELEID
» Waardecreatiemodel Woord en Daad
BRONNEN
AANPAK
DOEL
Financiën• 52.000 donoren• € 29,2 mln. inkomsten
MissieIn een gebroken wereld, getekend door armoede en onrecht, streeft Woord en Daad naar zichtbare teke-nen van Gods komend Koninkrijk. Het Bijbels perspectief op gerechtigheid en barmhartigheid drijft ons om dage-lijks bij te dragen aan een duurzame verandering van mensen hier en daar. Lange termijn
doelstellingIntegratie en duurzame transformatie van arme en gemarginaliseerde mensen
door:• focus op context:
betere stimulerende omgeving
• focus op mens: mensen versterkt op verschil-lende niveaus
• focus op mentaliteit: bijdragen aan de mentaliteit en hogere aspiraties op verschil-lende niveaus in de samenleving
ten einde:• het levensonderhoud
te verbeteren • een fatsoenlijk en
waardig leven op te bouwen
• deel te nemen aan de samenleving
• verantwoordelijkheid te nemen en te dragen
• herstelde relaties te ervaren
Kernwaarden• Medeschepsel• Medeverantwoordelijkheid• Mede-lijden• Rentmeesterschap• Wederzijdse afhankelijkheid
Ontwikkelingsprincipes• Eigenaarschap• Geintegreerde benadering• Duurzaamheid• Partnerschap• Innovatie
Strategie• Gezamenlijke bewustwording• Beleidsbeïnvloeding• Gebruik van relevante kennis en
competenties• Gezamenlijke fondsenwerving
Kernactiviteiten• Kennis verdiepen over lokale
context, ontwikkelingen en kansen, enbiedenvanspecifiekekennisenexpertise (partnerrol)
• Mobiliserenenbiedenvanfinanci-ele steun aan contextgerelateerde programma’s van hoge kwaliteit (donorrol)
• Bieden van betaalde diensten aan professionele organisaties (leveranciersrol)
Mensen• 41 partners• 61,31 fte Woord en
Daad• 1.077 ondernemers• 6.827 vrijwilligers• 15.306 jongeren
KennisKennis en capaciteits ontwikkeling
RESULTATEN
Onderwijs
38.589kinderen op school
Vakonderwijs
4.484jongeren met een baan
Voedselzekerheid-AVET
2.644boeren getraind
Gezondheid
133.800consultaties van patienten
Water en sanitatie
110waterpompen
Agri-bedrijfsontwikkeling
15.646(Boeren)ondernemers getraind
Huizenbouw
700gebouwde huizen
Noodhulp
10landen
Beleidsbeïnvloeding Zuiden
46beïnvloedingstrajecten
Beleidsbeïnvloeding Noorden
7campagnes
Bewustwording
25events
17Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
18 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
VAKMENSENAAN HET WERK
WERK IN HET ZUIDEN
18 Woord en Daad JAARVERSLAG 201518
WERK IN HET ZUIDEN
2.1 INLEIDING
Een goede vakman of -vrouw heeft een heldere strategie
voor de toekomst. 2015 was een jaar van strategie-
ontwikkeling met partners. Woord en Daad heeft voor
bijna alle partners bijeenkomsten gefaciliteerd die hen hielpen
programmastrategie te ontwikkelen. Dit heeft voor veel
programma’s nieuwe focus ingebracht, waarbij zoveel mogelijk
gebouwd is op de kracht van de organisatie. Tegelijk werd dui-
delijk dat er voor vakwerk veel capaciteit nodig is en je die niet
allemaal zelf in huis hoeft te hebben, maar juist ook strategisch
kunt samenwerken met anderen. Focus en samenwerking dus,
twee woorden die er uitspringen.
Meer focus kwam door de duidelijke keuze te werken met
bijzonderewaardeketensinspecifiekelanden.Doorhet
doelbewusttrainenopfinanciëleduurzaamheidbijeengroep
partners die vakscholen runt. Door WASH pilotprojecten op te
zettendieeenintegraleleeragendahebbenopfinancieelduur-
zame dienstverlening voor armsten op het platteland. Door
specifiekeaandachtvoordoorstroominonderwijssystemen,
en wat daarvoor nodig is vanuit de bredere onderwijssector in
landen. Meer focus dus, om diepgang en kwaliteit te bereiken,
en ons vak goed te doen.
Er is ook meer aandacht gekomen voor nieuwe vormen van
samenwerking en een stuk innovativiteit daarin, om beter ons
doel te bereiken. Binnen de verschillende thema’s zien we
een trend waarbij ontwikkelingsinspanningen zich meer naar
sectorniveau bewegen. We moeten ons niet alleen inspannen
voor de lokale school, de watervoorziening in het dorp, de boe-
rencoöperatie in een gebied, maar breder kijken naar andere
partijen en factoren die een bloei op lokaal niveau mogelijk
maken. Het gaat dan om samenwerken met overheden (van
lokaaltotnationaal),financiëledienstverleners,kennisorgani-
saties, bedrijven zowel in de lokale context als in Nederland.
Meer handen in elkaar slaan en vanuit een gedeelde visie
een omgeving creëren waarbij kansen geboden en benut
worden en ontwikkelingen hun gang gaan. Voor het zoeken
van dergelijke samenwerkingsverbanden (consortia) is dan
juist de heldere strategie van belang. Daar hebben we dan ook
stevig in geïnvesteerd, en op die basis zoeken onze partners en
wijzelf samenwerking.
Vakwerk doe je uiteindelijk beter sámen. Het zoeken van ver-
binding wereldwijd blijft onverminderd van belang.
Een gewoon gezinsleven? Voor Addisalem
is dat vroeg opstaan, ontbijt maken en
haar gehandicapte moeder helpen.
Daarna naar de school van Hope
Enterprises, voor een lesdag vol nieuwe
uitdagingen. Na school geen tijd om te nik-
sen. Ze bakt injera’s, een soort Ethiopisch
brood, en verdient zo nog wat om de
volgende dag opnieuw te kunnen eten.
Addisalem, eigenlijk nog maar een kind.
Maar ze runt haar leven als een door het
leven getekende volwassene. Ondanks
alles verliest ze de moed niet. Nauwelijks
in te denken.
Het Ethiopische meisje weet ook wel
dat ze de toekomst niet in eigen handen
heeft. Maar ze weet wel wat ze wil. ‘Ik wil
graag dokter worden. Net als de arts uit
Gambella. Hij ontdekte een middel tegen
slangengif. Zo’n belangrijke ontdekking
wil ik ook graag doen. Zo kan ik andere
mensen helpen.’
In september stond de Nederlandse familie
Van Breda oog in oog met hun sponsor-
kind: Addisalem uit Gambella. ‘Heel bijzon-
der om haar nu in het echt te ontmoeten.
Je handen jeuken om meer voor haar te
doen. Voor ons is de impact van sponsoring
in elk geval overduidelijk geworden.’
Addisalem: ‘Ik wil graag dokter worden’
Addisalem (16) woont in Gambella. Daar gaat ze naar school. Maar niet alleen dat. Ze zorgt ook voor haar moeder. Kortgeleden kreeg zij een hersenbloeding en raakte half verlamd. Acht jaar geleden overleed de vader van Addisalem al. Moed benemend. Addisalem
Meer impact stories
19Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
2.2 ONDERWIJS
2.2.1 Resultaten programma Onderwijs
2.2.3 Bestedingen op hoofdlijnen
InterventieBegroting
2015Realisatie
2015
1.1 Pre-primary education € 868.726 € 990.495
1.2 Primary education € 5.330.077 € 3.806.898
1.3 Secondary education € 2.170.547 € 2.601.505
1.4 Higher education € 719.347 € 580.056
1.5 Non-formal education € 111.083 € 312.836
1.6 Functional Literacy € 255.019 € 155.289
1.7 Infrastructure / investments € 160.108 € 314.517
1.8 Training € 1.072.905 € 584.617
1.9 Other capacity building + networking € 22.817 € 360.007
1.10 Curriculum development - € 98.365
1.11 Advocacy € 374.652 € 289.351
€ 11.085.279 € 10.093.935
2.2.3 Analyse programma Onderwijs
Vakmanschap is ook binnen onderwijs belangrijk, zowel voor
de kinderen die worden opgeleid als voor de docenten die het
onderwijs verzorgen. Dit vakmanschap moet strategisch en
duurzaam zijn, daarnaast moet het onderhouden worden en
voor de kinderen zijn de basisvaardigheden van groot belang.
Thema’s die in 2015 expliciet aandacht kregen.
Duurzaam vakmanschapVoor een duurzame ontwikkeling van onderwijs is het belang-
rijk dat alle aspecten die het onderwijs beïnvloeden worden
meegenomen. Uit de onderwijsevaluatie van 2014 bleek dat
dit voor onze partners met hun huidige projecten vaak lastig
is. Daarom hebben Woord en Daad en Driestar Educatief het
plan opgevat een Global Education Network te ontwikkelen
waarin lerarenopleidingen over heel de wereld aan elkaar
verbonden worden. Ook per land zullen netwerken opgezet
worden van lerarenopleidingen, scholen, onderwijsadvies-
diensten, overheden en de private sector. In 2015 is een begin
gemaakt met de uitwerking van deze plannen.
Voor de duurzame ontwikkeling van een kind is het van belang
dat het kind na de basisschool doorstroomt naar het volgende
onderwijsniveau en vervolgens naar een baan. Monitoring van
kinderen die uitvallen of die de school verlaten, is belangrijk in
het bepalen van wat daar tegen gedaan kan worden. Omdat
dit voor onze partners lastig bleek, heeft Woord en Daad een
monitoringinstrument ontwikkeld.
Ook meer aandacht voor voortgezet onderwijs is hierin
belangrijk. Het bleek dat partners hier verhoudingsgewijs min-
der aandacht aan geven, alhoewel ze wel degelijk het belang
hiervan inzien. De hogere kosten en de beperktere fondskan-
sen zijn hierin een belemmering. Woord en Daad heeft part-
ners uitgedaagd boven de belemmeringen uit te stijgen. Ook
de nog steeds beperkte toegang voor kinderen tot kwalitatief
goed basisonderwijs speelt een rol in deze keuze.
Ontwikkeling van vakmensenVakmanschap moet onderhouden worden. Daarom was er in
het afgelopen jaar weer veel aandacht voor capaciteitsopbouw
van onze partners. Het ontwikkelproces van Edu4Change is
afgerond met als resultaat vier trainingen over actief lesgeven,
begeleiding van (zorg)kinderen, betrekken van ouders en goed
leiderschap. In Ethiopië en Sierra Leone zijn lokale trainers
getraind om deze trainingen zelf te geven.
Om de kwaliteit van een school te verbeteren spelen ook de
aspecten infrastructuur, materiaal en leiderschap een rol.
Woord en Daad ontwikkelde een handleiding voor samen-
hangende capaciteitsontwikkeling voor partners om op een
doelgerichte en samenhangende manier te werken aan kwali-
teitsverbetering op school.
Ook onze partners hebben methodes ontwikkeld om de kwa-
liteit te verbeteren op de scholen waar zij mee werken. Parole
et Action, onze partner in Haïti werkt bijvoorbeeld met 29
scholen die voorheen allemaal dezelfde begeleiding ontvingen.
In 2015 zijn de scholen ingedeeld in kwaliteitscategorieën en
werd er per school een kwaliteitsverbeteringsplan gemaakt
Onderwijs
Leerlingen in opleiding (×1.000)
Leerlingen die hun opleidinghebben afgerond en zijndoorgestroomd naar vervolg-onderwijs of werk (×1.000)
Leerlingen die hun opleidinghebben afgerond maar niet zijndoorgestroomd of de doorstroomis onbekend (×1.000)
Doelstelling
Geheel gehaald (90% of meer)
Gedeeltelijk gehaald (50-89%)
4.500
500
Kleuteronderwijs3.596 LEERLINGEN
1.862 1.734 (100%) 0
Basisonderwijs22.122 LEERLINGEN 23.500
Voortgezet onderwijs10.326 LEERLINGEN 8.500
Hoger onderwijs2.545 LEERLINGEN 2.400
18.269 3.358 (87%) 495
8.278 1.855 (91%) 193
2.016 433 (82%) 96
ToelichtingEr zijn minder kinderen gesteund dan gepland voor kleuter- en basisonderwijs. Dit komt voornamelijk doordat 4000 kinderen van partnerorganisatie P&A in Haiti niet meer opgenomen zijn in dit overzicht omdat ze sinds 2015 een minder uitgebreide vorm van ondersteuning ontvangen (wel onderwijs, maar geen kleding, voedsel en medische zorg).
500 Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald
(90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk
gehaald (50-89%)
20 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET ZUIDEN
waar de lokale gemeenschap nauw bij betrokken werd.
Hierdoor kregen zij meer verantwoordelijkheid voor de school
en kan Parole et Action gerichter begeleiden.
Basisvaardigheden voor een vakmanGoede basisvaardigheden als taal en rekenen zijn vereist voor
goed vakmanschap. Het blijkt dat het hier nogal eens aan ont-
breekt. In 2015 hebben wij ons daarom meer verdiept in het
thema ‘Taal’. Een achtergrondstudie en een scan zijn ontwik-
keld om scholen te helpen deze problematiek helder in kaart te
brengen en een gericht plan van aanpak te ontwikkelen.
In Sierra Leone is een analyse gedaan van het gebruik van de
lokale taal Mende op scholen en de mogelijkheden om in de
lagere klassen te starten met onderwijs in de moedertaal met
een geleidelijke overgang naar het Engels. Dit kan een posi-
tieve invloed hebben op de leerresultaten van een kind, maar
de invoering hiervan moet zorgvuldig gebeuren om negatieve
effecten te voorkomen.
2.2.4 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten uit 2015:• Woord en Daad biedt kinderen graag een doorgaande lijn
van relevant onderwijs naar de arbeidsmarkt. In veel landen
heeft voortgezet onderwijs een plaats in die lijn. Het blijkt
dat de hogere kosten en lagere fondskansen resulteren in
lagere aantallen kinderen die werden gesteund in het volgen
van voortgezet onderwijs. In 2016 zullen we ons bezinnen
op deze problematiek.
• Monitoring van redenen van drop out en gebrek aan
doorstroom bleek niet voldoende te worden gedaan door
onze partners. Daarom is in 2015 een gedetailleerdere
monitoringtool ontwikkeld die in 2016 uitgerold zal worden.
• Partners zijn vaak alleen gericht op het eigen onderwijspro-
gramma en dragen nog nauwelijks bij aan de ontwikkeling van
de onderwijssector in hun land. Daarom is een plan ontwikkeld
voor een Global Education Netwerk, waarin de verschillende
actoren met elkaar zullen worden verbonden. Uit vooron-
derzoek blijkt dat er in verschillende landen al wel goede
aanknopingspunten zijn, maar dat dit nog veel aandacht zal
moeten krijgen in 2016.
Uitdagingen voor 2016:• Op een duurzame manier investeren in de kwaliteit van
onderwijs is een aandachtspunt voor het onderwijspro-
gramma. Hiervoor is het van belang te investeren in de
onderwijssector en losse onderwijsinterventies aan elkaar
te verbinden.
• Doorstroom van kinderen naar het vervolgonderwijs
en drop-out in het onderwijs blijft een uitdaging in
ontwikkelingslanden.
• Capaciteitsopbouw wordt vaak gedaan door allerlei losse
interventies. We willen dit op een samenhangende manier
aan te pakken.
• Ondanks de aandacht voor onderwijs zijn in veel landen
de basisvaardigheden niet voldoende aan het einde van de
basisschool. Hier meer aandacht aan besteden binnen de
bestaande programma’s is een focus voor veel scholen.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
Leren voor een vak en daarna werken aan de gemeenschap, het dorp of land. Veel mensen willen wel, maar hebben geen geld voor een opleiding. Juist voor hen bieden onze partnerorganisaties praktische vaktrainingen en ondersteuning bij het vinden van een baan. In de praktijk ontvangen leerlingen echter vaak meer dan dat. ‘God heeft me gezegend!’
Alena (35) uit Colombia volgde in 2010 een opleiding tot kleermaker
bij partnerorganisatie CDA en begon een eigen naaiatelier. ‘Tijdens de
cursus hoorde ik over God, bij weekopeningen en in gesprekken met
docenten. Dat zette me aan het denken. Ik ging bidden, en er kwam rust
in mijn leven. God heeft me gezegend; ik kreeg een startkrediet en zo
kon ik voor mezelf beginnen! In totaal ontving ik drie kredieten tussen
2011 en 2013. Inmiddels ben ik zelfstandig, dat is veel beter. Bij alles wat
ik doe wil ik andere mensen laten delen, ook in mijn succes. Ik zeg altijd
tegen mijn werknemers: ‘We werken niet zozeer aan de vooruitgang van
mijn zaak, maar aan de ontwikkeling van ons allemaal.’
Alena: ‘Er kwam rust in mijn leven’
Alena
Meer impact stories
21Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
500 Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
... een baan vinden (3.001)
... een eigen bedrijf starten (1.483)
nog in (meerjarige) opleiding (1.187)
gediplomeerd (5.767)
... doorstromen naar vervolgonderwijs (624)
... onbekend (659)
Eigen projectinkomen partnerorganisatie
Inkomen via Woord en Daad
6.954GETRAINDE STUDENTEN
VAKONDERWIJS ARBEIDSBEMIDDELING
5.767GEDIPLOMEERDE STUDENTEN DIE...
Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling (TVET-JBS)
Eigen inkomsten
1.700
2.000
350
22% 23%
21% 27%
52%
26%
11%
11%
500 Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
... een baan vinden (3.001)
... een eigen bedrijf starten (1.483)
nog in (meerjarige) opleiding (1.187)
gediplomeerd (5.767)
... doorstromen naar vervolgonderwijs (624)
... onbekend (659)
Eigen projectinkomen partnerorganisatie
Inkomen via Woord en Daad
6.954GETRAINDE STUDENTEN
VAKONDERWIJS ARBEIDSBEMIDDELING
5.767GEDIPLOMEERDE STUDENTEN DIE...
Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling (TVET-JBS)
Eigen inkomsten
1.700
2.000
350
22% 23%
21% 27%
52%
26%
11%
11%
500 Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%) Eigen projectinkomen partnerorganisatie
Inkomen via Woord en Daad
» TVET-JBS » Eigen inkomsten
2.3 BEROEPSONDERWIJS, - TRAINING EN ARBEIDSBEMIDDELING (TVET-JBS)
2.3.1 Resultaten programma TVET-JBS
2.3.2 Bestedingen op hoofdlijnen
InterventieBegroting
2015Realisatie
2015
2.1 TVET € 1.698.937 € 1.519.143
2.2 JBS € 402.524 € 350.595
2.3 Infrastructure € 154.700 € 335.863
2.4 Training € 308.392 € 162.134
2.5 Other capacity building + networking - € 129.373
2.6 Advocacy € 161.942 € 99.597
€ 2.726.495 € 2.596.705
2.3.3 Analyse programma TVET-JBS
In 2015 werkten partners in 14 landen met ons programma
TVET (vakonderwijs) en JBS (Job & Business Services). 6.954
personen ontvingen een vakopleiding en 4.484 personen wer-
den aan werk geholpen. Vakmanschap is meer dan technische
vaardigheden! Daarom besteden onze partners veel aandacht
aan zaken als werkhouding, geldbesteding en omgaan met
klanten. Juist vanwege deze vaardigheden zijn ‘onze’ jongeren
populair bij werkgevers. Vakmanschap bevorderen bij kwets-
bare jongeren, dat is het doel. Eén zo’n jongere is Charmaine,
een meisje uit de Filipijnen. Ze groeide op bij de Smokey Mountains, de vuilnishopen van Manila. Met een spraakgebrek
en een groeiachterstand stond dit meisje écht op achterstand.
Maar door een jaar training op onze vakschool ontwikkelde
ze zelfbewustzijn! Na het volgen van een stage zal er voor
Charmaine een baan worden gezocht, zodat ze voor zichzelf
kan zorgen.
Graag willen we vakmanschap bij onze partners bevorderen
door samen expertise op te bouwen en toe te passen. Het
JBS-model is nu uitgebreid beschreven en wordt elk jaar in een
aantal landen versterkt; in 2015 werd een training verzorgd
in Zuid-Afrika, Ethiopië, Sri Lanka en de Filipijnen. Bij partners
waar deze training eerder plaatsvond, zien we de relevantie
van het programma stijgen. Een vernieuwd Student Tracking System is eind 2015 ontwikkeld en zal er vanaf 2016 voor
zorgen dat de impact van de programma’s beter gemeten kan
worden.
Financiële duurzaamheid staat bij alle partners op de agenda.
Een training hierover werd gegeven in India, de Filipijnen en
Ethiopië. Opvallend is dat partners waar ingezet wordt op
financiëleduurzaamheid,automatischgaanwerkenaankwa-
liteit. Dr. Lemma, directeur van Hope Ethiopië, na de training:
‘Voor ons komt alles in een ander perspectief te staan. Vanaf
vandaag schrijven we onze eigen geschiedenis, en jullie zullen
die lezen!’
Eenveelbelovendconceptvoorfinanciëlezelfstandigheidis
het Young Africa model. In dit model worden ondernemers
uitgenodigd om hun bedrijf binnen de school te runnen en
ToelichtingHet percentage eigen inkomen voor vakonderwijs en arbeidsbe-middeling is gebaseerd op de gegevens van ongeveer 60% van de partnerorganisaties.
Toelichting• Er zijn meer jongeren die hun opleiding hebben afgerond dan de aanvankelijke prognose. • Bij sommige partners is er een verschuiving van jongeren die een baan vinden in plaats
van een eigen bedrijf starten (TML in India, DEDRAS in Benin, CSS in Bangladesh).
22 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET ZUIDEN
tegelijk te fungeren als docenten. In 2015 werd met Young
Africa en partner DEDRAS uit Benin een pilot uitgewerkt die
in 2016 zal gaan starten.
Het programma ASHTEC in de Filipijnen is in meerdere
opzichten een voorbeeldprogramma. Het heeft doelen gesteld
voorfinanciëleduurzaamheidenheefteengoedontwikkeld
JBS waardoor elk jaar meer dan 80% van de afgestudeerden
aan werk wordt geholpen. Wel zijn er uitdagingen in het
traject naar verzelfstandiging, op gebied van fondswerving en
management van de transitie. ASHTEC bestond in november
20 jaar. Dit werd gemarkeerd met een feestelijk seminar waar
Woord en Daad-bestuurder Jan Lock de keynote speaker was.
In Colombia werd een positieve ontwikkeling doorgemaakt. De
afgelopen jaren is partner CDA uitgedaagd om de relevantie
van het programma te verbeteren. Er was veel uitval en de
plaatsing van afgestudeerden was te laag. De relevantie was
in 2012 lager dan 25%. CDA zette in op een betere selectie
van studenten, wijzigde vakken op basis van marktonderzoek
en gaf meer aandacht aan het plaatsen van leerlingen. Vanuit
Nederland reisden enkele ondernemers naar Colombia om
vanuit hun vakmanschap de organisatie te adviseren. In 2015
noteerde CDA een relevantie van 68%!
Bij partner CREDO in Burkina Faso werd training op het
gebied van zonne-energie verder ontwikkeld. Training werd
verzorgd voor leerlingen en eigenaars van bedrijfjes. Daarin
werd vooral gefocust op kleine energiesystemen voor een
huishouden. Dit jaar werd het plan opgevat om het wat groter
op te zetten en zelfs leverantie aan het net mogelijk te maken.
Een nieuw curriculum wordt ontwikkeld samen met bedrijven
in de sector. Op deze manier bevorderen we groene energie en
technische innovatie in ontwikkelingslanden.
2015 was een jaar waarin wereldwijd extreem veel men-
sen migreerden. Eén van de redenen voor migratie is het
ontbreken van arbeid en inkomen. Woord en Daad startte een
bezinning over de relatie tussen migratie en (het ontbreken
van) vakonderwijs. Overwogen wordt om nieuwe programma’s
te starten in regio’s waar vakonderwijs kwetsbare mensen
kan helpen om in hun eigen omgeving te ontwikkelen zodat er
minder risico is op radicalisering of vlucht uit eigen land.
2.3.4 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten uit 2015:• Om impact te bereiken dient een programma relevant te
zijn voor de doelgroep in hun context. In Colombia bleek
door een aanpassing van de strategie de relevantie sterk
verhoogd te kunnen worden. Een concreet middel daarbij
was een grondige analyse van de kostenstructuur van het
programma en van de resultaten. Zo werd meer impact
bereikt voor hetzelfde geld.
• Het ontwikkelen van een project op zonne-energie in een
consortium van private actoren en een trainingsinstituut
was een goede mogelijkheid om in Burkina Faso iets te doen
aan het energieprobleem. Het was een leerervaring om dit
project gezamenlijk te ontwikkelen als een business model,
waarbij de toegevoegde waarde van alle partijen werd inge-
zet.Inmiddelsiserfinancieringaanhetprojecttoegekenden
is het van start gegaan.
• Leerlingen volgen via een Student Tracking System biedt
veel mogelijkheden om de impact van een programma te
meten. Vanaf 2016 zal dit structureel gebeuren.
Uitdagingen voor 2016:• Dit jaar werden stappen gezet om de kijken hoe we het inno-
vatieve Young Africa model mogelijk kunnen toepassen op
ons bestaande programma in Benin. Dit is soms moeilijk. Het
toepassen van een nieuw model op een bestaand programma
vraagt veel overleg, omdat het voor de organisatie in Benin
een omslag in denken inhoudt: meer ondernemerschap
betekent grotere verantwoordelijkheid voor afwegingen en
risico’s.
• Partnerszijnsomsgoedopwegnaarfinanciëlezelfstandig-
heid, maar vallen na enkele jaren terug door een samenloop
van omstandigheden. Het is dan een uitdaging om de juiste
benaderingtevinden.Definanciëlebijdragetijdelijkverho-
gen? Of de partner even in het diepe laten zodat hij beter
leert zwemmen?
• In regio’s met een hoge migratie kunnen verbeterde
omstandigheden rond arbeid en inkomen een positieve
impact hebben. Onze ervaringen in andere landen kunnen in
deze regio’s ingezet worden. Dit is niet eenvoudig, omdat de
politieke en maatschappelijke situatie veelal instabiel is.
• Het blijft een uitdaging om bij alle programma’s die partners
uitvoeren vanuit de lokale markt een programma in te vullen
voor vakonderwijs. Daarom zal in 2016 gekeken worden
naar een nauwere en strategischere samenwerking met
ROC’s en vakscholen in Nederland.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
2.4 LANDBOUWTRAINING EN VOEDSEL-ZEKERHEID (AVET-FNS)
2.4.1 Resultaten programma AVET en voedselzekerheid
2.4.2 Bestedingen op hoofdlijnen
InterventieBegroting
2015Realisatie
2015
14.1 AVET - directe armoedebestrijding € 447.211 € 219.319
14.2 AVET - maatschappijopbouw € 114.518 € 124.593
14.3 AVET - beleidsbeïnvloeding € 28.571 € 28.577
€ 590.300 € 372.489
6.3.1 Food security - directe armoedebestrijding € 358.894 € 253.261
6.3.2 Food security - maatschappijopbouw € 193.211 € 136.271
6.3.3 Food security - beleidsbeïnvloeding € 160.411 € 181.886
€ 712.516 € 571.417
23Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
2.4.3 Analyse programma AVET en voedselzekerheid
In 2015 zijn de bestaande voedselzekerheidsprogramma’s in
Burkina Faso, Benin, Sierra Leone en Oeganda afgerond. In
Burkina Faso en Oeganda werkten de afgelopen vijf jaar de
partnerorganisaties van Woord en Daad samen met andere
partners van de ICCO Alliantie om het bereik en de impact van
het voedselzekerheidsprogramma te vergroten. De betrokken
partnerorganisaties zetten hun landbouwkundige activiteiten
voort onder AVET. AVET is agrarische beroepstraining die
zich richt op technische en economische kennis als onderne-
mersvaardigheden. Er is veel aandacht besteed aan speci-
fiekewaardeketens:melkveeinEthiopië,groenteverbouw
in Burkina Faso en honingproductie in Oeganda. Binnen een
waardeketen is het belangrijk dat de boeren zich professioneel
organiseren om voldoende volumes te produceren, te voldoen
aan kwaliteitseisen, gezamenlijk te onderhandelen voor de
verkoop van producten en om toegang te krijgen tot krediet.
Daartoe zijn ook boerengroepen en hun overkoepelde organi-
saties versterkt.
Als illustratie, is in Ethiopië het melkveehouderijproject
‘Milking the potential’ van start gegaan om de werkgelegen-
heid voor jongeren te vergroten. De doelstelling voor dit pro-
ject is om de kwaliteit van de melkveehouderij en de geleverde
melk te kunnen vergroten. In dit project wordt nauw samenge-
werkt met de zuivelindustrie, waarbij een melk- en vleesfa-
briek de afname garandeert. Het AVET-programma zet in op
de ontwikkeling van benodigde diensten op kwaliteitscontrole,
hygiëne en voeding. Dit biedt werkgelegenheid voor jongeren
en is randvoorwaarde voor betere productie en vermarkting.
In Benin is gewerkt aan de opstart van een tienjarig geïnte-
greerd gebiedsontwikkelingsproject, waarbij agribusiness
en ondernemerschap centraal staan, voor ondernemers,
werkzoekende jongeren en kinderen in het basisonderwijs.
Daarbij is veel aandacht besteed aan het eigenaarschap van
de geplande ontwikkeling bij de doelgroep zelf, met nadruk op
een gezamenlijke analyse welke mogelijkheden het gebied zelf
biedt voor sociaaleconomische ontwikkeling, agribusiness en
bestrijding van werkloosheid en armoede.
In Burkina Faso is er een gezamenlijk project ontwikkeld met
diversepartnerorganisaties,financiëleinstellingenendienstver-
leners op geïrrigeerde groenteteelt. Er is sprake van duurzame
ontwikkeling van de watervoorziening, produceren van speci-
fiekegroenten(vooraluien)enhetontwikkelenvangeschikte
financiëleproductenvoordezeproductie.Desamenwerking
tussen deze partijen en productontwikkeling is innovatief.
Economische onderbouwing bijgedragen aan een professio-
naliseringsslag, zowel bij de doelgroep als bij de partnerorga-
nisaties. Er wordt een beroep gedaan op goede beheersing
van de productie, de organisatie en van benodigde diensten.
De professionaliteit van de leiders van boerengroepen wordt
versterkt door hen leiderschapstraining te geven en hun blik
te verruimen op het krachtenveld van waardeketens. Hiertoe
behoortookhetverkrijgenvanlokalefinancieringvoordepro-
ductieactiviteiten door boerengroepen zelf. Op deze manier
hebben we middels onze projecten 2.644 boeren getraind.
2.4.4 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten uit 2015:• De ontwikkeling van waardeketens in de landbouw biedt veel
kansen voor jongeren. Deze waardeketens hebben diensten
nodig van goede kwaliteit. De ontwikkeling van deze diensten
door jongeren vormt voor hen een kans om inkomen te
1.320
Voedselzekerheid
Personen ontvangentraining over voeding
4.472Boeren ontvangen trainingover landbouwmethoden
2.644Boeren ontvangenlandbouwproductiemiddelen
957
167boerengroepenhebben huncapaciteit versterkt
0 1.000 2.000 3.000 4.000
4.510
100
1.980
Toelichting• Er zijn meer boeren getraind door de start van nieuwe AVET-programma’s.• Er zijn minder landbouwproductiemiddelen ontvangen omdat dit minder is gestimuleerd.
In het nieuwe beleid worden landbouwproductiemiddelen op basis van kredieten verstrekt.
• In Burkina Faso zijn meer boerengroepen versterkt door de grote interesse hiervoor.
500 Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
» Voedselzekerheid
24 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET ZUIDEN
generen en het ondersteunt de ontwikkeling van de teelt en
verwerking van landbouwproducten. Om jongeren deze kan-
sen ook daadwerkelijk te kunnen bieden zal in kaart worden
gebracht welke competenties nodig zijn voor de verschillende
landbouwkundige beroepen in de partnerlanden.
• Trainers die de boerengroepen lesgeven zijn technisch
gezien goed opgeleid (akkerbouw, veehouderij e.d.). Maar
weinigen onder hen hebben enige training gehad op
onderwijskundig gebied (lesmethodes, opzetten van een
lessenplan met doelstellingen e.d.), terwijl het juist van het
allergrootste belang is om training op een zodanige manier
te verzorgen, dat het de boeren aanspreekt en het effect
van de training maximaal is. Dit aspect van de professionali-
teit zal de komende periode meer aandacht krijgen.
• Het is belangrijk om in processen van visievorming met part-
nerorganisaties en (vertegenwoordigers van) doelgroepen te
borgen dat deze groepen voldoende eigenaarschap ontwikke-
len. De ervaring leert dat het een risico is als zaken vanuit ana-
lyses worden aangereikt die door de actoren zelf onvoldoende
worden toegeëigend. Dit vraagt voortdurend gesprek en
nagaan hoe dingen over en weer begrepen worden.
Uitdagingen voor 2016:• Het opereren binnen waardeketens vergt een andere
professionaliteit van partnerorganisaties dan voorheen.
Nu wordt er van hen verwacht dat ze in staat zijn te denken
in economische termen en om samenwerkingsverbanden
aan te gaan met een heel scala van actoren binnen een
bepaalde waardeketen. Dit zijn onder andere leveranciers
van productiemiddelen, afnemers en transporteurs; het
omvatfinancieringsinstitutiesendeoverheiddievoorlich-
ting geeft of grond beschikbaar stelt. De partnerorganisatie
moet verbanden leren leggen, hiaten in de waardeketen
aanduiden en met oplossingen komen middels het initiëren
van projectinterventies, samenwerkingsverbanden of
beleidsbeïnvloeding. Er is veel gewerkt aan visie-ontwikke-
ling van waardeketens, waarbinnen partnerorganisaties nog
sterker hun eigen rol zullen innemen, vooral in samenwer-
king met andere partijen. Dit betreft met name de relatie
metafnemersenfinanciers.
• De jongere generatie in rurale gebieden ziet over het alge-
meen weinig perspectief voor de toekomst. En dat terwijl
juist deze groep het vakmanschap en ondernemerschap kan
bieden die nodig zijn voor sociaaleconomische ontwikke-
ling. Enerzijds is er zicht op de potentie van landbouw en
economische ontwikkeling en aanverwante diensten nodig.
Anderzijds is het hard nodig dat jongeren bewust zijn dat
deze mogelijkheden voor hen te bereiken zijn als ze de juiste
competenties en kennis hebben. Vanzelf komen deze twee
dingen niet bij elkaar. Als gevolg migreren jongeren op hoop
dat er elders betere kansen zijn. De mogelijkheden moeten
voor jongeren concreet worden en binnen handbereik. Hier
is vakmanschap en compassie voor nodig vanuit begelei-
dende organisaties. Dat geeft uitdaging en hoop.
• Gemarginaliseerden hebben weinig houvast voor een
zekere toekomst. Binnen de landbouw is de beschikbaarheid
van land en/of vee de basis voor economische ontwikkeling.
Het is een uitdaging om gemarginaliseerden te betrekken
in (self-help) groepen, zodat er een weg wordt gecreëerd
voor verbeterde toegang tot productiemiddelen. In veel
Afrikaanse landen kan de overheid aan groepen land
beschikbaar stellen; deze mogelijkheid moet dan ook ten
volle worden benut.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
Elizabeth: ‘Ik voel me enorm gesteund en aangemoedigd’
In veel landen zijn mensen voor hun dagelijkse levensbehoeften afhankelijk van lokale land-bouw en veeteelt. Juist zij ervaren de gevolgen van klimaatverandering, droogte en overstro-mingen. Onze partnerorganisaties werken aan verbetering van de voedselzekerheid, bijvoor-beeld via voorlichting rond voeding en door boeren te trainen.
Elizabeth (55) uit Tsjaad is getrouwd, moeder
van acht kinderen en heeft al twintig jaar een
klein boerenbedrijf. Gedurende die periode
heeft ze veel gehad aan de ondersteuning van
onze partnerorganisatie PCAR. ‘Ik had zelf
al het een en ander opgezet voordat ik een
microkrediet ontving. Het ging voorspoedig
en nadat ik de lening had afbetaald, nam ik een
tweede, grotere lening. Dankzij deze steun
kwam er meer stabiliteit in mijn bedrijf. Van
de winst kan ik bijdragen in de huishoudelijke
uitgaven. Tijdens het droge seizoen houd ik me
voornamelijk bezig met kleinschalige handel.
Afgelopen jaar heb ik een training gevolgd over
hoe ik deze activiteiten nog beter kan beheren
en mijn winst kan verhogen. Ik voel me enorm
gesteund en aangemoedigd in mijn werk, dat ik
doe om voor mijn gezin te kunnen zorgen.’
Elizabeth
Meer impact stories
25Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
2.5 GEZONDHEIDSZORG EN WATER, SANITATIE EN HYGIËNE (WASH)
2.5.1 Resultaten programma Gezondheidszorg en WASH
CONSULTATIES VAN PATIËNTEN
133.800 PERSONEN BEREIKT MET PREVENTIEVOORLICHTING
636.000× 20.000 × 20.000
WATERPOMPEN GEPLAATST
110× 20
LATRINES GEBOUWD
301× 30
PERSONEN BEREIKT MET HYGIËNEVOORLICHTING
142.000× 20.000
Gezondheidszorg
188.900
212 300
661.000 150.000
Toelichting• Er zijn minder consultaties van patiënten en minder
personen bereikt met preventievoorlichting o.a. omdatWoordenDaaddefinancieringvoorgezond-heidszorg afbouwt.
• Er zijn minder waterpompen geplaatst, maar wel zijn in Ethiopië 280 watercomités getraind die zorgen dat 280 bestaande pompen goed functioneren.
500 Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
2.5.2 Bestedingen op hoofdlijnen
InterventieBegroting
2015Realisatie
2015
6.1.1 Health - directe armoedbestrijding € 843.935 € 1.009.717
6.1.2 Health - maatschappijopbouw € 373.389 € 374.194
6.1.3 Health - beleidsbeïnvloeding € 221.152 € 295.987
€ 1.438.476 € 1.679.898
16.1 WASH - directe armoedebestrijding € 551.735 € 232.107
16.2 WASH - maatschappijopbouw € 202.044 € 235.501
16.3 WASH - beleidsbeïnvloeding € 23.313 € 44.539
€ 777.092 € 512.147
2.5.3 Analyse programma Gezondheidszorg en WASH
Met name in landen in Afrika en Haïti is het WASH-programma
(Water, Sanitatie en Hygiëne) verder uitgebouwd. Belangrijk
daarin was het samen met de partnerorganisaties zoeken naar
mogelijkheden om water en sanitatie als dienstverlening in de
verschillende landen op te zetten. Diensten die professioneel
geleverd worden en waarvoor ook daadwerkelijk betaald wordt
door eindgebruikers. Dat is in veel gebieden een benadering die
nieuw is, want er is nog veel ‘hulpverlening op oude voet’, waarbij
waterpompen en latrines grotendeels gedoneerd worden. Het
probleem daarmee is dat er geen capaciteit en bereidheid is om
opkomende (technische) problemen te verhelpen. Alleen dienst-
verlening die lokaal is ingebed en daadwerkelijk gemaakte kos-
tenkanterugverdienenisfinancieelduurzaam.Daaromhebben
wij in onze programma’s een focus op capaciteitsopbouw door
middel van training, op bewustwording bij eindgebruikers en op
financieelduurzamedienstverlening.
In een pilot project in Bangladesh is de focus meer op de kleine
ondernemers komen te liggen. Onze partner traint hen in
goede bedrijfsvoering, het verbeteren van de kwaliteit van hun
(sanitatie)producten, maar ook een stuk marketing. Ook wor-
den er op kleine schaal drinkwatersystemen uitgeprobeerd,
door middel van regenwateropvang, omdat het grondwater
vaak vervuild is met arseen.
In Ethiopië is dit jaar naast een lopend programma een nieuw
project gestart uitsluitend gericht op reparatie en onder-
houd van bestaande watervoorzieningen. Tweederde van
de voorzieningen in het projectgebied zijn in onbruik, soms
door eenvoudige technische mankementen. Daarnaast is ook
vaakfinancieelbeheernietinorderondwatervoorzieningen,
waardoor eindgebruikers niet willen betalen. Door middel van
intensieve training en coaching van jonge ondernemers wor-
den bedrijfjes opgezet die tegen lage kosten watervoorzienin-
gen in het gebied kunnen onderhouden. Daarnaast worden de
watercomités getraind in het beheer van waterpunten. In dit
project is een unieke samenwerking opgezet tussen de lokale
en regionale overheid, watercomités, bedrijven en experts van
technische vakscholen die training verzorgen.
Steun aan lopende gezondheidsprogramma’s is in 2015
helemaal afgebouwd. Met alle partners zijn uitfaserings-
plannen uitgevoerd die in 2013 waren opgesteld. Niet altijd
26 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET ZUIDEN
betekende dit dat het hele gezondheidsprogramma stopte, wel dat
bijvoorbeeld preventieve gezondheidscomponenten werden afge-
bouwd. Verschillende strategieën zijn ingezet, afhankelijk van de
context:financiëleverzelfstandigingvanruraleklinieken,vervangende
steun van nationale ministeries of steun/overname door andere
ontwikkelingspartners.
2.5.4 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten gezondheidzorg uit 2015:• Uitfaseren van steun aan (gezondheids)projecten moet een focus
zijn vanaf het begin van de samenwerking. Een leerpunt daarbij is dat
de inhoudelijke experts betrokken bij uitvoering en kwaliteitsbor-
ging van het programma niet de juiste personen zijn om een goede
uitfasering te managen.
• Onze partners hebben de locatie van klinieken en gezondheids-
diensten niet altijd strategisch bepaald (vaak zijn er bijv. historische
redenen). Dit kan betekenen dat er dichtbij ‘concurrenten’ zitten of
dat de kliniek juist te geïsoleerd is van andere actoren die relevant
zijnvoorhetgoedfunctioneren;ditzijnzakendiede(financiële)
duurzaamheid van het project kunnen bedreigen. Dit moet vanaf
toezegging van de steun scherper overwogen worden.
Leerpunt WASH uit 2015:• Duurzaamheid van WASH-diensten in rurale gebieden zonder
financiëlesteunisvaakonrealistisch,zekerineeneerstefase.Hoewel
financiëleduurzaamheididealitergeborgdmoetzijndoorbetalende
eindgebruikers, is creatieve samenwerking van overheden, bedrijven
en maatschappelijke organisaties van belang om diensten in afgelegen
gebieden (waar vaak ook onze doelgroep zich bevindt) op te zetten.
Uitdagingen voor 2016:• De WASH programma’s hebben allemaal een belangrijk onderdeel
training van lokale technische capaciteit om water en sanitatiesyste-
men te onderhouden en repareren. Hoewel er niet genoeg voorzienin-
gen zijn voor vooral bevolking op het platteland in de landen waar we
werken, is dat niet de enige prioriteit. Minstens van even groot belang
is om bestaande voorzieningen (en nieuwe!) duurzaam te laten func-
tioneren. Onderhoud en reparatie van infrastructuur is erg belangrijk,
en hier leveren programma’s die wij steunen allemaal een bijdrage aan.
• Door ons meer te richten op gedragsverandering door middel van
bewustwordingscampagnes, voorlichting en ‘social marketing’
(vermarkten van producten die tegelijk ander gedrag vereisen) is
er minder uitval op scholen, hogere productiviteit en zijn er minder
medische uitgaven.
• We willen de eindgebruikers gaan benaderen als klanten van dienst-
verlening waarvoor betaald wordt.
• In 2015 hebben we studie gedaan naar integraal waterbeheer. De
noodzaak voor integraal waterbeheer komen we tegen in water-
schaarse gebieden waar behoefte aan drinkwater en water voor het
vee of de landbouw met elkaar strijden. We willen capaciteitsopbouw
voor integraal waterbeheer een plek geven in programma’s waar zowel
drink- en productiewater componenten een plek hebben en in gebie-
den waar water schaars is, zoals in het noorden van Burkina Faso.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
Met vakmanschap kan het project goed draaien
In Ethiopië heeft Woord en Daad twee programma’s rond water, die nauw verbonden zijn. In het eerste project worden nieuwe putten geboord met behulp van een innovatieve methode waarbij twee boortechnieken tegelijk worden gebruikt Op deze manier kunnen op veel meer plaatsen putten worden geboord. In het tweede project trainen we teams die juist het onderhoud van de putten en pompen op zich nemen. Veel al geboorde putten zijn in onbruik geraakt door slecht onderhoud, en als ze wel gerepareerd worden, duurt dat veel te lang.
Yosef, Yared, Barhanu, Masho en Tsegay vormen een
onderhoudsteam van het project. Ze wonen rond het
plaatsje Hintalo-Wajerat. Allemaal begin 20 en afgestu-
deerd van een vakopleiding. Inmiddels hebben zij samen
hetspecifieketrainingsprogrammavanhetproject
doorlopen, waardoor ze nu alles weten van waterpom-
pen. En dat is hard nodig, want alleen met vakmanschap
kan het project goed draaien. Binnenkort hopen ze met
het werk van hun bedrijfje te starten. En vooral: met hun
gemeenschap als klant. Hun droom? ‘We willen graag een
eigen kantoortje hier in de stad hebben, waaruit we dan
ons bedrijf kunnen draaien. Het liefst willen we ons bedrijf
uitbreiden met een onderdelenwinkeltje, en het openen
van een afdeling in een andere woreda (vergelijkbaar met
gemeenten in Nederland). Op deze manier hebben we
zelf een baan en kunnen we banen creëren voor heel veel
andere jongeren in deze omgeving!’
Yosef
Masho
Tsegay
Yared
Berhanu
Meer impact stories
27Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Bedrijfsontwikkeling
Verstrekte leningen
4.468
× 1.000 × 1.000 × 1.000 × 1.000
Boeren/ondernemersontvangen training
15.646
Nieuwe banen
1.075Gerealiseerdeketenverbindingen
16.21814.180
3505.83014.250
500 Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%) Doelstelling niet gehaald
Toelichting• De planning van de
verstrekte leningen aan boeren/ondernemers is niet gehaald, met name vanwege minder leningen-dat kon worden verstrekt in West-Afrika.
• Tegelijk is het ook in deze regio dat het aantal gerea-liseerde ketenverbindingen ruim hoger is dan gepland, waardoor het totaal boven de planning komt.
• De ruime overschrijding van nieuwe banen komt met name door het huizenbouw programma in Bangladesh, wat leidt tot nieuwe werkgelegenheid (560 banen).
2.6 AGRIBUSINESS EN BEDRIJFSONTWIKKELING (AED)
2.6.1 Resultaten programma Agribusiness & bedrijfsontwikkeling
2.6.2 Bestedingen op hoofdlijnen
Interventie Begroting 2015 Realisatie 2015
4.1 Exploitation support for partners € 235.879 € 25.656
4.2 Capital / loans € 486.086 € 6.406
4.4 Business Development Support € 224.433 € 72.279
4.5 Chain organisation € 635.719 € 231.675
4.6 Training, capacity building € 235.749 € 41.031
4.7 Advocacy € 32.083 € 90.104
€ 1.849.947 € 467.152
In het AED-programma is in 2015 minder besteed dan
begroot, maar de resultaten zijn in lijn met voorgaande jaren.
De reden hiervoor is dat een deel van de bestedingen in voor-
gaande jaren is gedaan in de vorm van leningen. Zolang deze
lening uitstaat leidt dit tot impactresultaten, zonder dat er een
nieuwe besteding nodig is.
In Zambia is een bedrag van € 152.005 besteed aan het
Chongwe project en € 157.000 aan ZambiaWorks. Deze
bedragen waren reeds in voorgaande jaren gecommitteerd en
leidden daardoor niet tot een besteding in 2015.
2.6.3 Analyse programma AED
Het jaar 2015 was het laatste jaar van een beleidsperi-
ode. In de laatste paar jaar is het Agribusiness Enterprise
Development (AED) programma meer en meer dynamisch
geworden. In de praktijk betekent dit dat er met veel meer
partijen wordt samengewerkt om een project uit te voeren,
waarbij elk van de deelnemers iets inbrengt en waarbij iedere
deelnemer baat heeft. We denken bijvoorbeeld aan het
Chongwe project in Zambia, waar niet alleen wordt samenge-
werkt met een boerencoöperatie, maar ook met een voedsel-
verwerker in de stad die het voedsel verwerkt en verkoopt in
de supermarkt. Hierdoor krijgen deze boeren toegang tot een
markt die eerder voor hen onbereikbaar was.
Ook in 2015 hebben kleinschalige (boeren)ondernemers baat
gehadbijdefinanciëleentechnischeondersteuningdievia
Woord en Daad beschikbaar is gesteld. In totaal bereikten we
op die manier 15.646 (boeren)ondernemers en hun gezinnen
en werden 1.075 banen gecreëerd en/of in stand gehouden.
Een zelfstandig inkomen betekent een mate van keuzevrijheid,
maar doet vooral recht aan de zelfstandigheid van mensen en
voorkomt een ongewenste afhankelijkheid van donoren.
In 2015 werd er ook intensief samengewerkt met andere
partijen in Nederland. Met Incluvest wordt intensief samenge-
werktbijhetfinancierenvanbedrijveninontwikkelingslanden.
Ditvarieertvanmicrofinancieringofeenleningvoornieuwe
machines. Samen met een aantal andere partijen werd de
iMPACT Booster opgezet. De iMPACT Booster is een samen-
werking van Woord en Daad met ICCO, New World Campus,
Universiteit Nyenrode, Wilde Ganzen en de 1%Club. Het doel
van de iMPACT Booster is om tien startende ondernemers
te helpen hun bedrijf op te bouwen in een ontwikkelingsland.
Deze ondernemers zijn allemaal gericht op innovaties gerela-
teerd aan landbouw.
OokwerddefinancieringvanhetAEDprogrammameeren
meer divers. Leningen, investeringen en garanties zijn een
veel grotere rol gaan spelen in de projecten. De trend binnen
het AED programma is dat de projecten en activiteiten jaar op
jaar toenemen, bij een gelijkblijvend of soms zelfs teruglopend
budget vanuitNederland,doordateendeelvanhetgelddat
ooit ingezet is steeds opnieuw uitgezet wordt. Bijvoorbeeld
in Burkina Faso, waar door partnerorganisatie ACFIME al
jarenlangmicrofinancieringwordtverstrektaanstartende
ondernemers. Dit geld wordt keer op keer uitgeleend, zodat
steeds nieuwe ondernemers hun bedrijf kunnen opbouwen.
28 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET ZUIDEN
2.6.4 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten uit 2015:• Voor een succesvolle toegang tot fondsen voor landbouwke-
tenontwikkeling is het nodig om eerst ervaring en kennis van
specifiekeketensendebijbehorendecontextoptebouwen.
• In 2015 is soms gezien dat marktvraag wordt verondersteld
aanwezig te zijn, terwijl dat niet het geval blijkt te zijn. Dan
kan de productiviteit wel toenemen, maar leidt het onvol-
doende tot toegenomen inkomen. Wanneer een marktpartij
(koper/verwerker) geen deel van het project uitmaakt
moet er contractueel een sterke samenhang zijn tussen de
financieringvaneenprojectendetebehalenresultatenop
het gebied van de marketing.
• Projecten op het gebied van duurzame economische ontwik-
keling/landbouwontwikkeling moeten gebaseerd zijn op een
solide business case voor de betrokken bedrijven maar tege-
lijkertijd zoeken we ook projecten die direct en aantoonbaar
inclusief zijn. In de praktijk blijkt dat een lastige combinatie
te zijn. In 2016 zal voor nieuwe Inclusive Agri Development
(IAD)-projecten duidelijke criteria worden vastgelegd om
deze afweging vooraf beter te kunnen maken.
Uitdagingen voor 2016:• In 2016 zal er gericht worden gekeken naar de opbouw van
relevante kennis en hoe netwerken van kansrijke landbouw-
ketens kan worden verankerd in de organisatie.
• Een uitdaging voor 2016 is het ontwikkelen van relevante en
robuuste samenwerkingen in agri-ketens. Om blijvend aan-
spraak te maken op subsidies en fondsen zijn bewezen con-
sortia nodig om duurzaam verschil te maken. Samenwerken
met betrouwbare en capabele partnerorganisaties enerzijds
en het bedrijfsleven anderzijds. De in 2015 toegekende
FDOV-subsidies voor Guatemala en West-Afrika laten zien
dat investeren in samenwerking binnen ketens zich terug-
betaalt. Deze twee omvangrijke projecten kunnen worden
uitgevoerd vanwege de bestaande partnerschappen met
cashewfabrieken in Burkina Faso en Benin, met een groen-
teverwerker in Guatemala en de aan deze ketens verbonden
internationalehandelsorganisaties,financiëledienstverleners
en lokale ngo’s die de toegang tot kleinschalige boeren heb-
ben en weten hoe ze die kunnen trainen en begeleiden.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
2.7 HUIZENBOUW
2.7.1 Resultaten huizenbouw
2.7.2 Bestedingen op hoofdlijnen
Interventie Begroting 2015 Realisatie 2015
13.1 Credit program housing € 550.000 € 343.263
Ejem: ‘kleine dingen hebben grote impact’
ADP (Aridland Development Program), partnerorganisatie van Woord en Daad, zet zich in Oeganda in voor het uitbreiden van de honingsector. Het doel van dit programma is het versterken van de leef-gemeenschappen door het verbeteren van de economische kansen. Door middel van honingproductie verduurzamen de boeren (een deel van) hun inkomsten.
Ejem is 35 jaar oud, is getrouwd, en heeft zes kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. In januari sloot hij zich
bij ADP aan als cursist voor de honingtraining. Hij was al actief als imker, maar wilde graag meer leren en ook
meer verdienen. Ejem vertelt: ‘Ik had een traditionele, ouderwetse bijenkorf., maar kon via een lening een
modernere bijenkorf krijgen. Dat levert meer op. Ik weet nu veel beter wat ik moet doen om de oogst te ver-
groten. Zo is het bijvoorbeeld goed als je bij warm weer een emmer water in de buurt van de bijenkorf plaatst,
zodat de bijen vocht in de buurt hebben. Verder hebben we geleerd dat de cassavebloem goed is voor de bijen.
Dus planten we cassave in de buurt van de bijenkorven. Het lijken kleine dingen, maar het heeft grote impact.’
En het resultaat blijkt! Vroeger verdiende de groep van
Ejem ongeveer 300.000 shilling (€ 80) per oogst. Nu
verdient de groep 800.000 shilling (€ 220)!
Ejem
Meer impact stories
700Huizen gebouwd
× 50
29Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
2.7.3 Analyse huizenbouwprogramma
Met enkele jaren ervaring achter de rug, draait het hui-
zenbouwprogramma inmiddels goed en redelijk soepel.
Vakmanschap ontwikkelt zich binnen Inclusive Home Solutions
ltd dankzij de geweldige inzet van Willem Gees, general
manager in Bangladesh. Samen met zijn lokale mensen wordt
er nauwlettend toegezien op de bouw van de huizen. Drie
Bengaalse ingenieurs uitgerust met gps en camera bezoeken
meerdere keren alle families in de periode van selectie als
kandidaat tot en met het oplevermoment van het afgebouwde
huis. De verschillen tussen de vroegere en huidige woonom-
standigheden zijn op die manier snel zichtbaar te maken. Een
vakman ziet graag waar hij voor werkt!
Economisch gezien begint het programma ook serieus mee te
doen doordat het revolverend fonds in Bangladesh gestaag
groeit. Een lening van 150.000 taka beschikbaar stellen voor
700 huizen betekent een investering van ongeveer 1,3 miljoen
euro in constructie in rurale gebieden. Een deel van dat geld
gaat uiteraard naar de inkoop van materialen, maar is ook goed
voor 560 jaarsalarissen die de bouw van deze huizen oplevert.
Dat betreft een directe investering in de dorpseconomieën
waar deze vakmensen wonen en werken. Zie ook de resultaten
in 2.6.1.
2.7.4 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten uit 2015:• Huizenbouw in Bangladesh gaat goed. Om een verschil op
grotere schaal te maken is een verandering van het systeem
nodig naar duurzaam bouwen. De ingezette pilot met
Compressed Stabilized Earth Blocks (CSEB) is daarvoor
een goede stap geweest. Met nauwe betrokkenheid van
enkele Nederlandse ondernemers uit de ‘bouwgroep’ zijn
de eerste stappen in de productie van CSEB in Bangladesh
gezet. Verbetering van het leefcomfort in huis en enorme
vermindering van de ecologische impact van de huidige
steenovens zijn twee belangrijke doelen om deze innovatie
verder te ontwikkelen.
Uitdagingen voor 2016:• Kennis vanuit India en vanuit het Nederlandse bedrijf
Oskam VOF heeft bijgedragen om deze innovatie in
Bangladesh te bewerkstelligen. Rond de jaarwisseling
2015/16 waren de eerste resultaten binnen en in 2016 zal
Rahimia: ‘Wat een luxe om een eigen toilet te hebben’
In Nederland heeft ieder huis vaak meer dan één toilet. Dat is op het platteland van Bangladesh heel anders. Je zult je toilet maar moeten delen met nog 15 andere families. Toch niet voor te stellen! Daarom is Rahima Begum (50) zo blij met haar eigen toilet. En Rahima heeft niet alleen een nieuwe toilet, maar een heel nieuw huis! Mogelijk gemaakt door het unieke hypotheeksysteem van Woord en Daad-partner Inclusive Home Solution.
Rahimia woont in Kowarpur, een klein
gehuchtje in het zuiden van Bangladesh.
Stil zitten is niks voor haar. Sinds 2008 is
ze lid van een microkredietgroep. Met het
krediet kocht ze stoffen in. Nu maakt ze
kleurrijke kleding voor de lokale markt. Voor
de foto heeft ze speciaal haar mooiste sari
aan gedaan. Rahimia is getrouwd en trotse
moeder van vijf zonen. Haar man werkt als
schipper op de rivier. Die stroomt vlak langs
hun huis. De rivier bezorgt hen ieder jaar
weer grote problemen. In het regenseizoen
stroomt de rivier buiten haar oevers. Dijken
zijn er niet om Rahimia en haar gezin te
beschermen. Gevolg is dat het rivierwater
ieder jaar weer het huis binnenstroomt. ‘Het
water komt wel vijf centimeter hoog. Alles
wordt nat. Ook onze rijstvoorraad. De lemen
vloer spoelt weg en als het water weer zakt
moeten we ons hele huis opnieuw opknap-
pen.’ Rahimia valt even stil.
Gelukkig is veel veranderd voor Rahimia en
haar gezin. Dankzij een huizenkrediet van
€ 1.500 bouwde Rahimia een nieuw huis.
Rahimia bepaalde samen met haar gezin
wat voor soort huis ze wilden bouwen.
Hun nieuwe onderkomen moest aan drie
voorwaarden voldoen: een stevige betonnen
fundering van minimaal 70 cm hoog, zodat
bij overstromingen het rivierwater niet meer
naar binnen spoelt, een schone watervoor-
ziening èn een eigen toilet. ‘Kijk, daar staat
onze nieuwe latrine, kijk eens hoe mooi het is
afgewerkt! Zie je het verschil? Deze verande-
ringen maken mij een gelukkig en dankbaar
mens!’
Rahimia
Meer impact stories
30 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET ZUIDEN
hier een vervolg aan worden gegeven. De uitdaging is om
daar subsidie voor te krijgen.
• De eerste resultaten laten zien dat het mogelijk is om goede
kwaliteit bouwblokken te produceren met de in Bangladesh
beschikbare grondsoorten. Experts geven wel aan dat
Bangladesh evenals Nederland geologisch gezien een van
de complexere landen is, we staan dus voor de uitdaging te
bewijzen dat we dit aan kunnen.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
2.8 BELEIDSBEÏNVLOEDING
2.8.1 Resultaten beleidsbeïnvloeding
2.8.2 Analyse beleidsbeïnvloeding
Tientallen partnerorganisaties hebben hun invloed aangewend
om overheidsinstanties en andere partijen te stimuleren beleid
uit te voeren dat bijdraagt aan armoedebestrijding. Woord en
Daad heeft in totaal 46 beïnvloedingstrajecten gesteund, op
gemeentelijk niveau, maar soms op het niveau van de nationale
politiek.
Partner CSS in Bangladesh heeft een prijs gekregen voor ‘de
beste hulporganisatie’ in de gemeente Betaga. Sinds 2014
loopt hier het beleidsbeïnvloedingsprogramma voor veilig
moederschap. Bij dit programma brengt een speciaal team van
CSS vrouwen uit de dorpen bij elkaar en traint hen om bij te
houden of de overheid de nodige verloskundige zorg levert.
Ook traint CSS de vrouwen om gesprekken aan te gaan met
leiders uit hun gemeente voor de verbetering van die zorg.
Hiervoor heeft CSS eerst de traditionele leiders kunnen over-
tuigen dat het belangrijk is de vrouwen er zelf bij te betrekken.
De prijs is een teken dat CSS in de gemeente Betaga heeft
kunnen bijdragen aan sociale verandering.
De lobby gericht op het bevorderen van kindveiligheid in
Latijns-Amerika is succesvol verlopen. Partner CDA uit
Colombia heeft de gemeenteraadsverkiezingen van oktober
aangegrepen om kindveiligheid hoger op de politieke agenda
te krijgen in de gemeente Cartagena. Diverse gekozen
raadsleden hebben beleidsvoorstellen positief ontvangen en
aangegeven graag verder te willen samenwerken met CDA.
INDEF uit Nicaragua heeft bereikt dat een aantal kerken een
kinderbeschermingscomité heeft opgericht. Deze comités
kunnen kindermisbruik sneller signaleren en het bewustzijn
over rechten van kinderen onder kerkgangers vergroten.
Partner AMG uit Guatemala heeft zich ingezet voor betere
pleegzorg voor wezen en kwetsbare kinderen.
Éven stond Burkina Faso overal in de wereld in de spotlights.
In september 2015, een maand voor de geplande verkiezingen,
pleegde generaal Diendéré een coup op de transitieregering
van interim-president Michael Kafando. Na een bewogen
week kon Kafando weer op het pluche plaatsnemen en konden
de verkiezingen eind november alsnog doorgaan. De verkiezin-
gen zijn daarna goed verlopen, en inmiddels heeft het land
met Roch Marc Kaboré een nieuwe, democratisch gekozen
president. Diverse partnerorganisaties werken aan beleidsbe-
invloeding in Burkina Faso. Door de politieke ontwikkelingen
was het voor hen moeizaam om in 2015 beleid te beïnvloeden.
Wel heeft Woord en Daad deze partners kunnen trainen in
betere resultaatmeting voor beleidsbeïnvloeding. Op deze
manier verwachten de partners in de komende jaren meer te
kunnen betekenen voor, onder andere, arme boeren en jon-
geren in hun land. De situatie in landen als Burkina Faso, maar
ook Haïti lieten eens te meer zien dat politieke beïnvloeding
flexibiliteitvergtvanzoweldepartnerorganisatiesalsWoord
en Daad. Juist in die situatie is het belangrijk om vanuit een
heldere visie en strategie te werken en deze continu te toetsen
aan de realiteit.
In Zuid Afrika lobbyde partner Mfesane richting diverse
gemeentelijke instanties om overheidsdiensten dichter bij de
arme bevolking te brengen. Focus lag daarbij op toegang tot
het rechtssysteem en gezondheidszorg, en op het tegengaan
van misbruik en mishandeling. De beïnvloeding richtte zich
daarom met name op de politie, maatschappelijk werkers en de
departementen van Justitie en Gezondheidszorg.
Het From Field to Market-programma waarbij beleidsbeïnvloe-
ding wordt gebruikt om boeren en verwerkers in verschillende
waardeketens te ondersteunen, is in 2015 langzaam verder
ontwikkeld. Het feit dat de Nederlandse overheid hier geen
subsidie voor wilde verstrekken, heeft als gevolg dat Woord en
Daad zich in 2015 in eerste instantie enkel op de cashewketen
in Benin en Burkina Faso heeft gericht. De nodige kennis is
» Partnerorganisaties actief in beleidsbeïnvloeding
Beleidsbeïnvloeding
Partnerorganisaties actief in beleidsbeïnvloeding
Onderwijs TVET/JBS Gezondheid Voedsel-zekerheid
Agri-bedrijfs-ontwikkeling
Algemeen
5
0
10
15
31Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
verzameld en de eerste contacten met relevante organisaties
zijn gelegd. In 2016 wordt op deze voorbereiding voortge-
bouwd en worden de eerste concrete stappen gezet.
2.8.3 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten uit 2015:• Voor continuïteit van programma’s is het belangrijk dat
partners diverse inkomstenbronnen hebben, waarmee
beleidsbeïnvloedinggefinancierdwordt.Bijhetopstarten
van nieuwe programma’s wordt daarom vanaf het begin
toegewerktnaarfinanciëlezelfstandigheid.
• We blijven werken aan geïntegreerde programma’s, waarbij
beleidsbeïnvloeding op natuurlijke wijze wordt meegeno-
men in alle projecten waar de beleidsomgeving invloed heeft
op de resultaten.
Uitdagingen voor 2016:• Voor een aantal programma’s was 2015 het laatste jaar van
uitvoering. Het is mooi om te zien dat een aantal partners
ervoor koos om door te blijven gaan met beleidsbeïnvloe-
ding als onderdeel van hun werk, ook al houdt het beïn-
vloedingstraject als losstaand programma op te bestaan.
Wij juichen het toe dat partners mogelijkheden zoeken om
verder te gaan met hun politieke programma’s. Het blijft een
uitdaging om te werken aan geïntegreerde programma’s,
waarbij beleidsbeïnvloeding op natuurlijke wijze wordt
meegenomen in alle projecten waarop het beleid van de
overheid ter plaatse van invloed is.
• Het team Beleidsbeïnvloeding heeft zich in 2015 ingezet
voor de ontwikkeling van meerjarige strategieën voor
beleidsbeïnvloeding bij partnerorganisaties in het Zuiden.
Daarnaast heeft het team partners ondersteund in het
verder ontwikkelen van hun vermogen voor het volgen en
evalueren van resultaten. De inzet is dat dit de komende
jaren daadwerkelijk leidt tot effectievere en meer resultaat-
gerichte beleidsbeïnvloeding.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
Jonel: ‘Echte ontwikkeling moet van de mensen zelf komen’
Om te werken aan blijvende verandering is het van belang dat burgers zelf, maar ook overheden, kerken en maatschappelijke organisaties hun verantwoordelijkheid nemen en samenwer-ken. Daarom ondersteunt Woord en Daad partnerorganisaties in het uitvoeren van zogenaamde beleidsbeïnvloedingspro-gramma’s. In Haïti coördineert Jonel Jonathas (44) het beïn-vloedingsprogramma van partnerorganisatie Parole et Action. Dit programma bestaat uit lobby-activiteiten en bewustwor-dingscampagnes gericht op burgers.
‘Veel ouders op het platteland kunnen zich geen onderwijs veroor-
loven voor hun kinderen. Gebrek aan onderwijs maakt kwetsbaar
en toegang tot onderwijs is een aandachtspunt. Onverantwoorde
keuzes op het gebied van seksualiteit en gezinsvorming zijn dan snel
gemaakt. Door samen te werken met scholen en kerken, hoop ik
eraan bij te dragen dat mensen weerbaarder worden en hun verant-
woordelijkheid nemen voor hun naaste en zichzelf. Wanneer mensen
handelen vanuit een christelijke visie op seksualiteit en voortplan-
ting, zal dat ook leiden tot meer welzijn in de dorpsgemeenschappen.
Daarbij blijft beïnvloeding van overheidsinstanties om overheidspro-
gramma’s dichter bij burgers te brengen, onverminderd belangrijk.
Wat mij motiveert is de overtuiging dat echte ontwikkeling uiteinde-
lijk van de mensen zelf moet komen. In het verleden werd Haïti ‘Parel
van de Antillen’ genoemd. Graag draag ik er met mijn kennis aan bij
dat dit ook in de toekomst weer zal gelden, voor alle inwoners!’
Jonel
Meer impact stories
32 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET ZUIDEN
2.9 NOODHULP
2.9.1 Resultaten noodhulp
Zie infographic Landen waar noodhulp is gegeven.
2.9.2 Bestedingen op hoofdlijnen
Interventie Begroting 2015 Realisatie 2015
6.4 Water & sanitation - € 231.202
6.5 Housing / shelter - € -74.183
7.0 Emergency assistance € 1.500.000 € 2.519.235
€ 1.500.000 € 2.676.255
2.9.3 Analyse
In 2015 liep een aantal noodhulptrajecten door die in eerdere
jaren waren begonnen. Dit gold voor ons werk via partners
in Filipijnen, Sierra Leone en Haïti. Het karakter was gedeel-
telijk het verder versterken van de veerkracht van mensen
die waren getroffen, maar ook voortzetting van het bouwen
van nieuwe huizen en andere voorzieningen. Een nieuw land
was Nepal, waar een zware aardbeving plaatsvond in april
2015. Via een sterke lokale organisatie en samenwerking
binnen het Christelijk Noodhulp Cluster is belangrijk werk
gedaan om getroffenen te ondersteunen met wederopbouw
van huizen en scholen, en ook het verbeteren van water- en
sanitatie- voorzieningen.
We hebben dit jaar ook een antwoord geboden aan de
vluchtelingenstroom die op gang kwam naar Europa, door een
project in Griekenland, waar veel vluchtelingen aankomen in
Europa. Hier gaat het om acute in-transit hulp aan mensen die
een onzekere reis voor zich hebben verder Europa in. Andere
projecten zijn gestart in Jordanië en Irak, waarbij we mensen
helpen die ontheemd zijn in de regio en mogelijk verder willen
vluchten naar Europa. Doelstelling is om deze kwetsbare
groepen een menswaardig verblijf te geven in de regio en hoop
voor de toekomst levend te houden. Voor een actie in Irak wer-
ken we samen met de organisatie ZOA Vluchtelingenzorg. In
december is verder een actie voor de intensiverende droogte
in Oost-Afrika gelanceerd, die naar verwachting groter wordt
in 2016. Effecten van natuurverschijnsel El Nino betekenen
te weinig regen voor goede oogsten of juist hevige en grillige
neerslagpatronen, die tot overstromingen kunnen leiden,
met gevaar voor opgeslagen oogsten en schade aan fragiele
woningen.
2.9.4 Leerpunten 2015 en uitdagingen 2016
Leerpunten uit 2015:• De noodhulpactie in Nepal kreeg te kampen met vertragin-
gen door wisselende regels van de Nepalese overheid. Dit
» Landen waar noodhulp is gegeven
NEPAL
€ 1.059.569FILIPIJNEN
€ 668.743IRAK
€ 450.957
HAÏTI
€ 181.841SIERRA LEONE
€ 178.406 VLUCHTELINGENMIDDEN-OOSTEN
€ 100.000
OVERIGE LANDEN
€ 36.738
33Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
bemoeilijkte snelle selectie van groepen en wederopbouw
van huizen. Het benadrukt eens te meer het belang van
pleiten en beïnvloeden van (lokale) overheden in doellanden
om de positie van de allerarmsten en crisisgetroffenen te
verbeteren, en beleid te maken dat hen echt helpt.
• Met name vanuit de crisis in het Midden-Oosten ontdek-
ken we dat naast hulpgoederen ondersteuning nodig is
die mensen helpt om mentaal om te kunnen gaan met alle
leed dat hen treft en waarvan ze zelf soms middelpunt zijn.
Psycho-sociale zorg en counseling is belangrijk in noodhulp-
programma’s en kan geïntegreerd worden in noodhulp.
Uitdagingen voor 2016:• Onze noodhulpactiviteiten voeren we vaak uit als zelf-
standige projecten. Dat levert goede resultaten op zoals
concrete bouw- en herstelwerkzaamheden. Wel willen we
een betere inbedding en aansluiting bij andere projecten en
programma´s gaan realiseren zodat de mensen die we op
het oog hebben in ons werk, sterker uit de crisis tevoor-
schijn kunnen komen en een eventuele volgende noodsitua-
tie beter aan kunnen. Begin 2016 zullen we ons programma
Noodhulp analyseren en nauwere inbedding zoeken in de
strategie die we voor de komende vijf jaar hebben uitgestip-
peld voor de meer structurele programma’s.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
‘De huizen gingen dansen en stortten toen in...’
Dit is Lalit. We spreken hem vlak na de aardbeving op 24 april 2015. Hij vervoert hout uit het bos om zijn huis te repareren dat tijdens de aardverschuivingen ernstig beschadigd raakte.
Samen met zijn vrouw Masali heeft hij naast zijn ingestorte
huis een tijdelijk onderkomen gemaakt. Hij vertelt over de
ramp: ‘Ik was buiten bezig mijn bijl vast te zetten. Alles begon
te schudden, mijn huis begon te dansen en ik bevroor gewoon,
ik kon niets doen. De grond om me heen begon te kraken, dus
ik sprong naar een andere plaats, bang als ik was in de scheur
te vallen. Nadat de eerste aardbeving voorbij was, volgden
nog veel naschokken. Drie dagen hadden we geen eten, nog
geen enkele rijstkorrel. We overleefden alleen op water. Ik
sliep niet al deze drie dagen. Ik dankte God steeds opnieuw
dat de aardbeving overdag was. ’s Nachts zouden we allemaal
gestorven zijn.’
Het was in Nepal de ergste aardbeving sinds 80 jaar. Een
aardbeving die een spoor van verdriet achterliet, ruim 8500
overleefden de ramp niet. Honderdduizenden mensen verlo-
ren hun huis. Het is dus niet zonder reden dat Woord en Daad
focust op wederopbouw van huizen, onder andere met part-
nerorganisaties UMN en Medair. Samen met deze organisaties
werken we aan Vakmanschap! Vakmanschap bij de bevolking
zèlf. In de vorm van een training in aardbevingsbestendig bou-
wen, zodat op de lange termijn mensen echt geholpen zijn. En
in de vorm van vouchers waarmee bouwmateriaal kan worden
aangeschaft bij lokale handelaren. Dat stimuleert meteen de
lokale markt. Vakmanschap over de gehele linie dus!
Lalit
Meer impact stories
34 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
ONTWIKKELINGEN IN DE REGIO’S
ARCHITECTEN VAN SAMENWERKING
ONTWIKKELINGEN IN DE REGIO’S
35Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
3.1 INLEIDING
De allianties zijn hun kinderschoenen ontgroeid.
Stonden de eerste paar jaar in het teken van zoeken
naar richting en identiteit, van versterking van de
eigen organisatie en capaciteit, steeds meer ontwikkelen de
allianties zich nu ‘naar buiten’ toe. Ze slaan hun vleugels uit en
daarmee verzilveren we in toenemende mate de meerwaarde
van de allianties.
Regiocoördinatoren Cees Oosterhuis, Sander Verduijn,
Jacob Jan Vreugdenhil en Samuel Nirmal hebben elk vanuit
Woord en Daad één of meerdere allianties/regio’s onder hun
hoede. Ze vertellen over de ontwikkelingen in het afgelo-
pen jaar. In het algemeen benoemen ze drie ontwikkelingen
die alliantiebreed speelden: de ontwikkeling van strategi-
scheplannen,deaandachtvoorwaardenprofielenende
multistakeholderprocessen.
In de aanloop naar het nieuwe beleidstraject 2016-2020
hebben de partnerorganisaties in 2015 gewerkt aan hun
strategische programmaplannen, voorafgegaan door ‘Theory
of change’-workshops in bijna alle landen. Cees Oosterhuis
licht toe: ‘Eerder al stelden de allianties hun eigen regiobeleid
vast en op basis van dat beleid en deze workshops maakten de
partnerorganisaties de vertaalslag naar strategische plannen
voor hun programma’s. In de laatste maanden van 2015
werden deze plannen verder uitgewerkt tot jaarplannen voor
2016.’ De landen Zuid-Afrika, Zambia, Thailand en India vielen
buiten deze cyclus omdat we met deze partners werken aan
een afbouwtraject.
De drie regiocoördinatoren volgden in 2015 een training
‘changemanagement’,gebaseerdopwaardenprofielenvan
mensen. Hoe kun je bij grote veranderingen zoveel mogelijk
rekening houden met de persoonlijke motivatie van mensen
die bij een organisatie werken? Waar krijgen ze energie van,
wat vinden ze leuk? Hoe is hun stijl van werken en leidingge-
ven? Cees: ‘In Haïti is geëxperimenteerd met deze aanpak en
dat smaakte naar meer. Daarom willen we als regiocoördinato-
ren onszelf daarin graag verder specialiseren.’ Sander Verduijn,
aanvullend: ‘In Haïti zagen we een groot verschil in benadering
tussen enerzijds het bestuur van onze partner en anderzijds
de interim-leiding. De laatste was veel ondernemender, meer
zakelijk georiënteerd. Het bestuur worstelde met de zakelijke,
ondernemende leider, terwijl de interim-leiding op zijn beurt
onvoldoende ruimte ervoer om snelle veranderingen door te
voeren in onder andere de structuur van de organisatie. Door
inzichtelijk te maken vanuit welke waarden mensen gedreven
werden in de discussies, konden we constructief werken aan
oplossingen. Daarna hebben we gezegd: ‘dit kunnen we heel
goed in ons werk, ook bij andere partners, toepassen.’
Cees: ‘Waarom is dit juist nu belangrijk? Ontwikkelings-
samenwerking verandert, met steeds meer nadruk op onder-
nemerschap en samenwerking. Andere capaciteiten zijn nodig
om fondsen te werven en projecten succesvol uit te voeren. De
rol van partners en Woord en Daad zelf gaat hierin verande-
ren. We willen voorsorteren op deze veranderingen en elkaar
hierin meenemen.’
Dat sluit mooi aan bij de derde algemene ontwikkeling,
namelijk de grotere focus op multi-stakeholderprocessen
in 2015. Partnerorganisaties krijgen steeds meer te maken
met andere partijen, zoals overheden, ondernemers, lokale
gemeenschappen en veeleisende donoren. Ze kunnen het niet
meer maken om afzonderlijke eilandjes te zijn. Samenwerking
is noodzakelijk geworden. Sander volgde daarom samen
met de Latijns-Amerikaanse partners een training via het
Wageningse CDI (Centre for Development Innovation). Met
die kennis kunnen we ook partners ondersteunen om de ver-
nieuwing een plek te geven in hun organisatie.
3.2 CARAÏBEN EN LATIJNS-AMERIKA (CLARA)
Binnen CLARA is die focus op multi-stakeholderprocessen
vertaald naar extra aandacht voor nationale netwerken. Sander:
‘Vanuit dat perspectief heeft CDI voor ons in Nicaragua een
speciale training verzorgd die ging over de vragen: hoe facili-
teer je op de beste manier contacten met andere stakeholders,
wie ben ik daar zelf in? Als je een helder doel hebt, zoek je daar
bepaalde actoren bij. Je gaat niet lukraak met iedereen in zee.’
De partners in Haïti hebben nog niet meegedaan aan deze
training; zij volgen in februari 2016. ‘Haïti’ worstelt momen-
teel met een aantal zaken. ‘Bij onze partners daar zien we dat
de organisatiecapaciteit toch een heel stukje zwakker is, ook
de fondsenwervende capaciteit en de PMEL-voorzieningen
(Planning, Monitoring, Evaluation, Learning) zijn minder sterk
dan bij de Spaanssprekende organisaties binnen CLARA. Met
partner CRECH pakten we dit al gedeeltelijk op en de eerste
stappen naar verbetering zijn gezet door samenwerking met
een externe organisatie. Zo willen we bijvoorbeeld meer gaan
werken met shared services. Mogelijk gaan we bij de partners in
Haïtieengezamenlijkefinanciëlemanofvrouwinzetten.’
De regionale fondsenwerver (Regional Fundraising Officer, RFO)
» Partnerorganisaties die werken aan organisatieontwikkeling
36 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
ONTWIKKELINGEN IN DE REGIO’S
heeft binnen CLARA veel gedaan aan capaciteitsopbouw.
INDEF kreeg bijvoorbeeld een nieuwe afdeling fondsenwer-
ving. ‘In het algemeen zagen we toch dat we in Latijns-Amerika
op institutioneel niveau geen fondsen binnenhaalden. Wel
schreef de regiofondsenwerver diverse subsidieaanvragen,
maar daar is uiteindelijk niks uitgekomen. Donoren in Europa
richten zich bijna uitsluitend op projecten in Afrika. Latijns-
Amerika is helemaal in beeld, wat dat betreft. Toen de regionale
fondsenwerver in september 2015 zijn ontslag indiende,
hebben we als alliantie verder nagedacht: wat willen we nu met
deze functie. In de toekomst zal de nadruk toch sterker liggen
op lokale en private fondsenwerving in de afzonderlijke landen.
We gaan meer werken met een pool van fondsenwervingsex-
perts die ingezet kan worden indien nodig.’
3.3 WEST-AFRIKA (WARA)
Binnen WARA werpt de inzet van de regiofondsenwervers
voor het tweede jaar veel vruchten af wat betreft inkomsten. In
2015 schreven ze 16 aanvragen, waarvan er vier goedgekeurd
werden. Het leverde een bedrag op van € 5,8 miljoen. De regio-
fondsenwervers vergrootten ook het netwerk van donoren en
contacten. Niet alleen fundraising, ook friendraising. Ze gingen
ook bij de diverse partnerorganisaties binnen de alliantie langs
om workshops over fondsenwerving te geven, toegespitst op
de doelstellingen en capaciteiten van de organisatie. Cees: ‘Ook
binnen WARA willen we ons inzetten voor lokale, private fond-
senwerving. In Benin heeft onze partnerorganisatie DEDRAS
met een kerkgenootschap de afspraak weten te maken dat ze
eens per jaar een ‘DEDRAS-zondag’ organiseert. De collectes
van die dag zijn dan bestemd voor het werk van DEDRAS.
Eigenlijk precies wat wij als Woord en Daad in Nederland ook
doen.’ Een tweede, belangrijke ontwikkeling binnen WARA is de
aandacht voor de economische kant van landbouwproductie
en de link met de markt. ‘De nadruk ligt in de nieuwe projecten
sterker op inkomen vanuit de markt. In de oude voedselzeker-
heidsprojecten produceerde men alleen voor de behoeften
van het eigen gezin, in de agribusinessprojecten produceren
boeren veel meer marktgericht. Uiteraard wordt het gezin daar
zelf ook beter van. Ze bouwen hun eigen kapitaaltje op.’
3.4 AZIË (ARA)
De Aziatische partners hebben geen regionale fondsenwerver,
maar zijn vanwege een groeiende nadruk op ‘uitfasering’ van
financiëlesteunwelopzoeknaarnieuwe,eigenfondsenom
hun werk voort te zetten. In de Filipijnen is het de bedoeling
dat de vakschool van AMG per 2018 functioneert zonder
financiëlesteunvanWoordenDaad.Inditprocesmoeten
de programmaresultaten natuurlijk wél minstens behouden
blijven. Cees: ‘De leiding heeft in 2013 een plan opgesteld.
De laatste jaren werkte ze hard aan de uitvoering hiervan.
Fondsenwerving blijkt echter nog niet zo makkelijk te zijn,
evenals het behalen van de gestelde doelen wat betreft de
instroom van studenten, waardoor de inkomsten in 2015
verder achterbleven. Eind 2015 zijn we daarom opnieuw met
hen om de tekentafel gegaan. In 2016 gaan we de overgang
naar zelfstandigheid per 2018 nadrukkelijker een plek geven. In
Bangladesh gingen we aan de slag met een nieuwe interventie,
de ontwikkeling van een agrarische waardeketen. Het is een
noviteit voor Woord en Daad om bij een interventie eerst een
privatepartijteidentificerenendaarnaopzoektegaannaar
een geschikte lokale partnerorganisatie. ‘Vorig jaar hebben
we een Bengaalse vleesverwerker als private partij gevonden
en daarna met CCBD als lokale partnerorganisatie, een plan
gemaakt om kalver- en schapenvlees op de markt te brengen.
De organisatie CCDB organiseert periodiek een ronde
tafel-overleg met haar grote (inter)nationale partners die actief
zijn in Bangladesh. Woord en Daad is daarbij uitgenodigd.
CCBD bespreekt haar strategisch plan met deze donoren en
bouwt zo aan effectieve samenwerking voor haar werk. Dat is
een heel nieuwe, verfrissende manier van werken.’
3.5 HOORN VAN AFRIKA (GHARA)
De alliantie in de Hoorn van Afrika, met partners in uitsluitend
Ethiopië, draaide in het achterliggende jaar op een lager pitje,
vertelt Jacob-Jan. ‘Een paar leden hebben afscheid genomen
van de alliantie, ook omdat we als Woord en Daad de samen-
werking met deze partners beëindigen. Mede vanwege deze
ontwikkelingen speelde het gezamenlijke regiobeleid in deze
alliantie een minder grote rol. Partners varen hier meer een
eigenkoers.’OokbinnenGHARAzijndewaardenprofielen
ingezet, namelijk bij Hope Enterprises. In 2016 krijgt dit een
vervolg en zal de directeur in Nederland een training volgen om
zich hierin verder te specialiseren. ‘Bij het bestuur van Hope
heeft dit echt wat losgemaakt. De organisatie ging door een
crisisendewaardenprofielengavenmeerinzichtindesituatie.
Met behulp van een interim-directeur is Hope nu weer op de
goede weg.’ Samen met leden van de ICCO-coöperatie hebben
we binnen GHARA als het ware een ‘thematische alliantie’
opgezet, gericht op de ontwikkeling van nieuwe programma’s
op het gebied van agrarische ketenontwikkeling, vaktraining
van jongeren en livelihoods. ‘We hebben als samenwerkende
organisaties een Memorandum of Cooperation opgesteld en
getekend; in december heeft de alliantie een coördinator
aangenomen.’ Ook verkennen we momenteel nieuwe part-
nerschappen in Ethiopië om zo de uitvoerende capaciteit te
vergroten.
3.6 MIDDEN-AFRIKA (KUSSRA)
Woord en Daad heeft in 2015 het lidmaatschap van KUSSRA
opgezegd. Jacob-Jan Vreugdenhil: ‘We kregen binnen deze
alliantie te weinig terug. Bovendien was een belangrijke reden
van ons vertrek dat de samenwerking met Red een Kind niet
doorging. De focus binnen KUSSRA lag sterk op de projecten
die door Red een Kind gesteund werden. Wij houden wel onze
programma’s en partners in Oeganda, maar we hebben verder
geen reguliere activiteiten in Zuid-Soedan, alleen noodhulp.’
37Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
3.7 ZUID-AFRIKA (SARA)
Voor SARA geldt hetzelfde als voor KUSSRA, namelijk dat
we geen lid meer zijn. ‘De alliantie functioneert zeker nog
wel, maar onze partner Mfesane is zelf ook uit SARA gestapt’,
aldus Jacob-Jan. Momenteel werken we aan afbouw van de
financiëlesteunaanMfesane.‘Juistindatopzichthebben
we een mooi traject achter de rug, waarbij we de organisatie
sterker zagen worden. We beëindigen daarom de reguliere
programmafinancieringoptermijnenverkenneneennieuwe
samenwerkingsrelatie met Mfesane als kennispartner. Zij
kunnen een dergelijke functie ook vervullen voor andere allian-
tieleden of partijen in Zuid-Afrika.’
3.8 INDIA (INRA)
De partners in India vormen in feite geen alliantie zoals de
andere allianties. Per 2020 zullen we vanuit Woord en Daad
definanciëlesteunbeëindigenaandeIndiasepartners.
Hoewelwefinancieelafbouwenkijkenwewelhoewevanuit
kennis en netwerken een relatie kunnen houden. Veel activi-
teiten in het achterliggende jaar en de komende periode staan
dus in dit teken. Samuel Nirmal is de regiocoördinator van
deze partnerorganisaties. Hij geeft aan dat de organisaties in
India gevraagd hebben om de ‘Theory of change’-workshops.
‘In 2016 kunnen we daarmee onze partners helpen strate-
gischer te werken, gericht op sterkere betrokkenheid naar
andere partijen in het werkveld. Zeker voor een verandering
van mindset op het gebied van onderwijs is die bredere gericht-
heid belangrijk.’ Daarnaast werken we met hen aan ontwikke-
ling van de onderwijsprogramma’s, het sponsorprogramma en
lokale fondsenwerving.
3.9 VERSTERKING PARTNERNETWERK
InterventieBegroting
2015Realisatie
2015
5.1 Strengthening Partner Network € 624.539 € 674.349
5.2Generalpolicyinfluencing € 142.853 € 15.245
€ 767.392 € 689.594
Zoals in de introductie al genoemd, lag de nadruk de achterlig-
gende jaren vooral op versterking van de partnerorganisaties
(Organizational Development). In 2015 is die focus verlegd. Nog
steeds werken we aan versterking van organisatiecapaciteit,
maar vooral ook benadrukken we versterking van netwerken
(Institutional Development). De meeste partners staan nu ster-
ker in samenwerkingsverbanden en multi-stakeholderproces-
sen. Een mooi voorbeeld van organisatieversterking betreft de
nieuwe sponsorafdeling van CREDO in Burkina Faso. ‘CREDO
heeft jarenlang een probleem gehad met de administratie van
sponsorkinderen. Daarmee kwam de fondsenwervende kracht
van de organisatie in gevaar en dus óók die van Woord en
Daad. Dankzij budget voor SPN (Strengthening Partner Network)
konden we een algehele reorganisatie doorvoeren, geleid door
een externe adviseur uit Burkina Faso. Per eind 2015 stond
daar een nieuwe afdeling met een nieuwe strategie. In het
nieuwe jaar is zij met volle energie aan de slag gegaan!’
38 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
LEREN EN INNOVEREN
39 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
VAKMANSCHAP IS MEESTERSCHAP
LEREN EN INNOVEREN
39Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
4.1 INLEIDING
Woord en Daad en haar partners hechten eraan dat
hun programma’s kwetsbare mensen daadwerke-
lijk helpen en daarom gaat veel aandacht naar het
monitoren en evalueren van de programma’s, gebruiken we
geleerde lessen om de aanpak te verbeteren en te innoveren.
Hiervoor hanteert Woord en Daad een beleid voor Planning,
Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL). In 2015 was een
belangrijk speerpunt het verder versterken van de PMEL-
capaciteit van partners door middel van een serie workshops
waarin samen werd gewerkt aan het schrijven van PMEL-
plannen. Dit bleek een belangrijke investering in de kwaliteit
van de programma’s voor de periode 2016-2020 die door
partners is ervaren als het sluitstuk van de capaciteitsopbouw
in de periode 2011-2015.
4.2 PLANNING, MONITORING, EVALUATIE EN LEREN (PMEL)
Outcome studies
In 2015 zijn gegevens verzameld over de effecten van de pro-
jecten over de periode 2013-2015 in de zogenaamde outcome
studies. De uitkomsten van deze studies (eindmeting) gaan we
in 2016 vergelijken met die van studies uitgevoerd in 2011
(nulmeting) en 2013.
Capaciteitsopbouw partners
In 2015 hebben partners strategische projectplannen voor
de periode 2016-2020 ontwikkeld. Kern van deze plannen is
een theorie van verandering (‘Theory of Change’). Partners
zijn tijdens een meerdaagse workshop ondersteund in het
maken van deze theorie van verandering. Na goedkeuring van
hun strategisch projectplan hebben partners een workshop
bijgewoond waarin gezamenlijk werd gewerkt aan een PMEL-
plan per project. Deze PMEL-plannen bouwen voort op de
kennisbasis die in voorgaande jaren werd opgebouwd middels
trainingen en stellen de informatiebehoefte van de partner
centraal.
Tevredenheid partners over Woord en Daad
In 2015 nam Woord en Daad deel aan een onderzoek van
de Engelse organisatie Keystone onder de partners van tien
Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. Centrale vraag was
de tevredenheid van partnerorganisaties over hun relatie
met de Nederlandse organisatie. De resultaten voor Woord
en Daad werden vergeleken met de totaaluitkomsten van de
Nederlandse groep en die van een groep van 70 internatio-
nale ontwikkelingsorganisaties die eerder deelnam aan dit
onderzoek. Gemiddeld genomen bleken partners erg tevreden
over hun relatie met Woord en Daad; met onze tevredenheids-
score eindigden we als derde van de Nederlandse groep en als
zevende van de internationale groep (van 70!). Daar zijn we
erg blij mee. Het onderzoek leverde ook een aantal bruikbare
aandachtspunten op.
Ontwikkeling en toetsing van nieuwe manieren van monitoring
Woord en Daad en haar partners voeren heel diverse projec-
ten uit die ook verschillende typen effecten geven. Om al die
verschillende effecten goed in beeld te krijgen is een breed
scala van monitoringinstrumenten nodig. In 2015 werden
pilots uitgevoerd met drie nieuwe methoden.
Pilot met de Most Significant Change methode Deze methode is gericht op het systematisch verzamelen en
selecteren van verhalen over de belangrijkste veranderingen
die mensen in hun leven hebben ervaren in een bepaalde
periode. Deze informatie is een welkome aanvulling op de
meest kwantitatieve informatie die we normaliter verzamelen.
Een aantal partnerorganisaties heeft de methode intussen
geïntegreerd in hun programma’s.
Pilot met de Outcome Mapping methodeDe methode werd ingezet voor een beleidsbeïnvloedingstra-
ject op het gebied van kinderbescherming in samenwerking
met twee partners in Latijns-Amerika. Karakteristiek voor
deze methode is dat er vooral gekeken wordt naar het optre-
den van gedragsveranderingen in plaats van naar veranderin-
gen in de situatie van mensen, wat het geval is in veel andere
monitoringsmethoden.
Pilot met mobiele gegevensverzamelingDoor verzameling van gegevens via mobiele telefoons worden
automatisch gegevens gegenereerd naar een database en dat
leverteengroteefficiëntiewinstopvergelekenmetgege-
vensverzameling via formulieren. Ook is het zo mogelijk om
aanvullende gegevens te verzamelen, zoals de locatie van de
huishoudens door middel van gps-coördinaten.
Innovatieve aanpak voor onderwijs in plattelandsgebieden
We hebben in 2015 een vervolg gegeven aan het traject
One2Count. In dit innovatietraject zetten we in op het gebruik
van zelfsturende, educatieve software die met een ‘slimme’
technologie kinderen spelenderwijs en zelfstandig leert
rekenen. Eind 2015 is een nieuwe fase gestart die gericht is op
het vormen van een consortium en het beschikbaar maken van
de educatieve software voor de kinderen op het platteland in
Burkina Faso.
De ontwikkeling van PMEL-plannen voor beleidsbeïnvloeding
De partners die afgelopen jaar een apart strategisch beleids-
plan indienden voor hun beleidsbeïnvloedingsprogramma wer-
den ondersteund in het opstellen van een PMEL-plan hiervoor.
Uitgangspunt was de Outcome Mapping-methode waarbij een
40 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
LEREN EN INNOVEREN
apart format ontwikkeld werd voor deze plannen. Een deel van
de partnerorganisaties kreeg een workshop in het kader van
de ontwikkeling van de PMEL-plannen.
Onderzoek Christelijk leraarschap
Woord en Daad heeft opnieuw geparticipeerd in het Lectoraat
Christelijk Leraarschap van Driestar Educatief. Er is een artikel
geschreven over een generiek model dat inzicht geeft in de
context en kenmerken van christelijk onderwijs wereldwijd.
In de praktijk zijn hiernaar studies uitgevoerd bij christelijke
scholen in Burkina Faso en Benin.
Promotieonderzoek interventie-ethiek
Het promotieonderzoek van Corné Rademaker naar een
normatieve ethiek voor ontwikkelingssamenwerking heeft
zich verder uitgerold in 2015. Het heeft geresulteerd in een
eerste wetenschappelijke publicatie over de rol van religie
in landbouw (in Sub-Sahara Afrika). De inhoud van dit artikel
wordt in februari 2016 gepresenteerd op een conferentie aan
het Institute for Development Studies, Brighton, UK, en gepu-
bliceerd in de congresbundel. Op deze wijze hopen we een
bijdrage te leveren aan het debat over (steun aan) ontwikke-
ling. Verder draagt dit onderzoek ook bij aan de kennisagenda
van het IAD-programma in de komende jaren.
Evaluaties - vakmanschap geëvalueerd
Inzicht in de effecten van projecten en programma’s is cruciaal
om te leren over succesvolle aanpakken en doelen en strate-
gieën van programma’s bij te sturen. In 2015 lag het zwaar-
tepunt hiervoor bij het uitvoeren van de outcome studies.
Naast deze outcome studies, die door alle partners en voor alle
programma’s zijn uitgevoerd, zijn in 2015 twee projecten geë-
valueerd. Dit waren het TVET-JBS-project van partner ADP in
Uganda en het Hope College in Ethiopië. Het eindrapport over
het TVET-JBS-project laat zien dat het programma bijdraagt aan
het vakmanschap van de studenten en daarmee de positie op de
arbeidsmarkt.Aanbevelingenwarenerook,namelijkcertifica-
tie van de trainingen en een modulaire opzet. Door erkenning
encertificeringzullenafgestudeerdestudentenookdoorde
overheid en bedrijven als vakbekwame werknemers worden
gekozen. Met een modulaire opzet kan op maat en aangepast op
de doelgroep de duur, het niveau en de toelatingscriteria gezien
worden. Meer informatie hierover, en over de evaluatie van
Hope College is te vinden op www.woordendaad.nl/resultaten.
IATI – transparantie over ontwikkelingsprojecten
In 2015 is gestart met het IATI-project. IATI (International Aid
Transparancy Initiative) is een beweging waarbij organisaties
hun data openlijk publiceren via een in het leven geroepen
wereldwijd IATI-register. Mede om aan te sluiten op de richt-
lijnen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de eerste
publicatie van IATI-gegevens door Woord en Daad uitgesteld
naar 1 april 2016.
4.3 LEERPUNTEN EN UITDAGINGEN
Leerpunten in 2015:
• Trainingen voor PMEL zijn het meest effectief als de
deelnemers de theorie tijdens de training meteen kunnen
toepassen in een concreet product dat ze ook meteen kun-
nen gebruiken (zoals een PMEL-plan). In toekomstige capa-
citeitsopbouwactiviteiten zullen we dan ook zoeken naar
mogelijkheden om te werken aan een relevant eindproduct. • Datacollectie met behulp van smartphones is relatief snel,
goedkoop en met een goed draagvlak te introduceren bij
partners. Vanwege de toenemende informatiebehoefte in
projectenendeefficiëntiewinstvanmobieledatacollectie
willen we deze methode breed gaan inzetten.
• We zien een toenemend belang van goede communicatie
over en verantwoording van het werk van Woord en Daad
en de partnerorganisaties. Door helder te communiceren
over (met name langetermijn)effecten van programma’s
met zowel de doelgroepen als de donoren bouwen we aan
eigenaarschap, draagvlak en lerend vermogen. Hier willen
we toenemend aandacht aan besteden in publicaties en in
advisering aan de partnerorganisaties.
Uitdagingen voor 2016:
• Projectmatig werken in combinatie met een grotere diver-
siteit aan donoren vraagt een PMEL-beleid dat kan omgaan
met een diversiteit aan verantwoordingseisen door het
leverenvanprojectspecifiekerapportages.Tegelijkertijd
moeten we uniforme informatie verzamelen om resultaten
op organisatieniveau te aggregeren.
• Voor kennismanagement: het bepalen van de juiste focus
inonderwerpkeuzeenhetafleverenvanbruikbareenrele-
vante kennisproducten.
41Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
GEREEDSCHAPVOOR VAKWERK
HET WERK IN HET NOORDEN
42 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET NOORDEN
5.1 INLEIDING
Armoedebestrijding kent veel facetten. Dat hebben we ook in
2015 weer ondervonden. De vluchtelingenstroom naar Europa
bracht iets wat ver weg leek dichtbij. Door de vluchtelingen
werd men bewust van wat er in de wereld speelt en hoe kritiek
de situatie in een land kan zijn. Ook binnen de achterban kwam
de discussie op gang. Woord en Daad organiseerde om die
reden een avond over vluchtelingen. In 2015 zijn er talloze
momenten geweest met de donateurs rond geefgedrag en
leefgedrag. Om de strijd tegen armoede aan te gaan zijn beide
gereedschappen nodig om echt vakwerk te kunnen leveren in
de landen waar Woord en Daad via haar partners werkt. Woord
en Daad werkt niet alleen met haar partners via onderwijs-
programma’s, maar heeft ook veel kennis op het gebied van
economische ontwikkeling en beleidsbeïnvloeding. Met de
goedkeuring van de Nederlandse overheid van een programma
rond de cashewketen kreeg Woord en Daad volop de gelegen-
heid om dit programma voor het voetlicht te brengen en zo de
breedte van het werk te presenteren. Een mooi voorbeeld van
een combinatie van leef- en geefgedrag is het concept van de
kringloopwinkels. Op diverse plaatsen zijn kringloopwinkels
gestart. Vrijwilligers voelen zich aangesproken tot dit concept.
Duurzaamheid leeft ook onder het publiek en dat is een van de
redenen voor het succes van dit concept. Het thema duur-
zaamheid en eerlijk consumeren kreeg ook aandacht onder de
doelgroep vrouwen. Met de campagne ‘De Eerlijke Vrouw’ werd
een start gemaakt en vrouwen werden uitgedaagd na te denken
over eigen leefgedrag rond bijvoorbeeld consumeren.
5.2 BELEIDSBEÏNVLOEDING NEDERLAND EN EUROPA
Lobby is samenwerking
Ook in 2015 waren we actief in Den Haag en Brussel. Woord
en Daad vindt het belangrijk dat Nederland bij alles wat het op
het wereldtoneel doet, kijkt of het bijdraagt aan de ontwik-
keling van mensen in armoede. Of het hen extra kansen biedt
om zich te ontplooien. Wat we niet willen is dat Nederland
met de ene hand neemt wat het met de andere gegeven heeft.
Een voorbeeld: vakkundige ontwikkelingswerkers hebben
met steun van Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Ploumen West-Afrikaanse boeren geholpen betere land-
bouwproducten te leveren op de markt. Vervolgens sluit
diezelfde Minister een handelsakkoord met West Afrika dat
die boeren blootstelt aan concurrentie met Europese boeren,
die betere kwaliteit leveren voor een gunstiger prijs. Dat is niet
hoe het zou moeten. Het ene beleid moet het andere beleid
juist versterken. We noemen dat beleidscoherentie. Zowel
in Den Haag als in Brussel heeft Woord en Daad dit soort
tegenstrijdigheden aangekaart. We deden dat in contact met
ambtenaren en politici. Daarvoor haalden we verschillende
gereedschappen uit onze kist: lobbygesprekken, inspraak in
hoorzittingen, brieven en rapporten publiceren, deskundigen
naar voren schuiven. Helaas is genoemde tegenstrijdigheid
nog niet opgelost. Nederland en de EU maken zich sterk
voor snelle inwerkingtreding van vrijhandelsverdragen met
ontwikkelingslanden. Wel is er meer aandacht gekomen voor
kwetsbare economische sectoren in die landen. Mochten de
zogeheten Economic Partnership Agreements in werking
treden, dan zal Woord en Daad scherp in de gaten houden hoe
ze uitpakken voor boeren en kleine ondernemers.
In Nederland werkt Woord en Daad samen met branchever-
eniging Partos en Foundation Max van der Stoel (FMS) om
beleidscoherentie te bevorderen. Niet alleen op het gebied
van handelsverdragen, maar ook ten aanzien van bijvoorbeeld
klimaat, belastingen en migratie. In de EU speelt Woord en
MP Watch: studenten gaan de politiek te lijf
Wat is nu precies het effect van de Nederlandse ontwikkelingshulp
op het leven van mensen in Afrika? Versterkt de Nederlandse
handel met Afrikaanse landen de positieve effecten van hulp, of
verzwakt het die juist? Neemt ons land Afrika met de linkerhand
af wat het eerst met de rechterhand gegeven heeft? Belangrijke
vragen. Vier studenten gingen voorjaar 2015 met Woord en Daad
op zoek naar het antwoord: Alette Paul (23), Nelline Boers (23),
Arco Vuik (24) en Kees Knulst (25). Ze kregen van Woord en Daad
een training in het analyseren van het Nederlandse overheidsbe-
leid en in het schrijven van scherpe politieke adviezen en columns.
Tijdens een leerzame reis naar Oeganda konden ze met eigen
ogen zien wat er klopte van al die mooie politieke documenten.
Of woorden wel omgezet worden in daden. In contacten met
de SGP en de ChristenUnie brachten ze hun bevindingen naar
voren. In het Nederlandse beleid zitten wel degelijk spanningen.
Ontwikkelingssamenwerking en internationale handel versterken
elkaar niet automatisch. SGP en ChristenUnie stonden open voor
de inzichten en aanbevelingen, De komende tijd zullen we in de
gaten houden wat ze ermee gaan doen!
Meer impact stories
43Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Daad een leidende rol in CONCORD, een platform van meer
dan 2400 ontwikkelingsorganisaties die pleiten voor een
samenhangend effectief EU beleid in de wereld.
In 2015 werden door de Verenigde Naties de Duurzame
Ontwikkelingsdoelen aangenomen. Deze doelen moeten vanaf
2016 uitgevoerd worden. Woord en Daad spoort vanaf eind
2015, samen met Partos en FMS, Nederland en de EU aan
om deze doelen op een samenhangende manier uit te voeren:
economische, sociale en ecologische ontwikkeling moeten
hand in hand gaan. Het Nederlands voorzitterschap van de
EU in de eerste helft van 2016 biedt daarvoor mooie kansen.
Zowel in Nederland als in Europa wordt onze rol gezien en
erkend. Zo zijn we in Europa vaste gesprekspartner van de
Europese Commissie als het gaat om het toetsen van nieuw
Europees beleid dat effecten heeft op ontwikkelingslanden.
We stemmen dat overigens nauw af met EU CORD, het
Europese netwerk van christelijke organisaties voor noodhulp
en ontwikkeling waar wij lid van zijn. In Nederland hebben
we een initiatiefrol gespeeld bij de publicatie van de eerste
Coherentiemonitor in maart 2015. In dat rapport wordt het
beleid van de Nederlandse regering op een aantal terreinen,
waaronder internationale handel, belastingen, wapenexport en
maatschappelijk verantwoord ondernemen, kritisch onder de
loep genomen. Uiteraard met aanbevelingen voor verbetering.
Kansen bieden
Een constante in het lobbywerk van Woord en Daad is de aan-
dacht voor boerenondernemerschap en duurzame waardeke-
tens in de landbouwsector. Als actief lid van het AgriProFocus
netwerk pleitten we ook in 2015 voor Nederlandse steun aan
goede vakopleidingen voor jongeren in de landbouwsector, en
goedetoegangtotfinancieringvoorboerenondernemers.
Na de zomer namen we het initiatief om, met een vijftal andere
ontwikkelingsorganisaties, de Tweede Kamer te voorzien van
kritische informatie over het Dutch Good Growth Fund. Komt
dit nieuwe fonds van Minister Ploumen echt ten goede aan de
meest kwetsbare bedrijven in de landbouwsector? En is het haal-
baar om 100% van het geïnvesteerde geld terug te verwachten
als de risico’s in die sector soms zo groot zijn? Diverse fracties
hebben hierover scherpe Kamervragen gesteld. De Minister
heeft die niet afdoende weten te beantwoorden. Reden voor ons
om de uitvoering van dit fonds scherp te blijven volgen. Verder
droegen we bij aan het organiseren van meer uitwisseling tussen
de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken
over hun inzet voor wereldwijde voedselzekerheid.
De actuele vluchtelingencrisis dwong Nederland in 2015
om bij te dragen aan een adequate oplossing. Menswaardige
opvang van vluchtelingen in Nederland is essentieel.
Tegelijkertijdmagfinancieringhiervanniettenkostegaanvan
de inzet voor ontwikkelingssamenwerking. Ook moet blijvend
geïnvesteerd worden in het bieden van kansen op werk en
inkomen in de landen waar migranten vandaan komen. Onder
andere de fracties van de SGP en de ChristenUnie hebben,
mede op ons verzoek, op deze punten in beide Kamers een
krachtig signaal afgegeven richting het Kabinet.
In Brussel waren we in 2015 voor het vijfde jaar op rij voorzitter
van de Coordination Europe-Haïti. Waar we in andere jaren veel
aandacht vroegen voor landbouw en voedselzekerheid, werd
het jaar nu gedomineerd door de verkiezingen voor president,
parlement en lokaal bestuur. In de contacten met de EU waarne-
mersmissie en de Europese diplomatieke dienst brachten we de
aanbevelingen van Haïtiaanse organisaties over. Verder troffen
we voorbereidingen voor het helpen organiseren van een
bezoek van Europarlementariërs aan Haïti in 2016.
Leerpunten uit 2015:
• In de evaluatie van het programma beleidsbeïnvloeding
2008-2012 is krachtig aanbevolen om met Theory of Change-
modellen te werken en via outcome journals de resultaten
van het lobbywerk bij te houden. Voor een deel is dat in 2015
gebeurd. Het heeft ons inzicht in de resultaten vergroot.
• Het is belangrijk dat Woord en Daad voorafgaand aan het
indienen van grote subsidieaanvragen scenario’s uitwerkt
voor het geval dat het programmavoorstel niet voor de
beoogdefinancieringinaanmerkingkomt.
Uitdagingen voor 2016:
• In 2016 willen we resultaten van lobbywerk bijhouden via
outcome journals en door te werken met Theory of Change
modellen. Het is een uitdaging om dit op alle lobbyprojecten
toe te passen.
• We zullen in 2016 bezig zijn met de zoektocht hoe we het
nieuw ontwikkelde lobbyprogramma ‘From Field to Market’
alsnog kunnen uitvoeren.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
5.3 BEWUSTWORDING
Nieuw model voorlichtingen
Er werd in 2015 nagedacht over een nieuw concept om vol-
wassenen meer bij de ontwikkelingen binnen het werkveld van
Woord en Daad te betrekken. Een nieuw model hiervoor zal in
2016 worden uitgerold.
Verandering in leefgedrag
In de impactstory staat het verhaal van de vrouwenreis naar
Burkina Faso. Heeft zo’n reis met vrouwen ook echt zin? Dat
» Beleidsbeïnvloeding in Nederland
7Campagnes
en trajecten
44 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET NOORDEN
onderzochtenwein2015viadeMostSignificantChange
methode. Deelnemers aan de reis werden op vier momenten
gevraagd input te leveren. Voor de reis, net na de reis en op
twee momenten wat langer na de reis. Duidelijk was dat de
impact van de reis groot was. Bijna alle deelnemers gaven aan
zich meer bewust te zijn van hun rijkdom en bevoorrechte
positie als Nederlandse burger. Ruim drie kwart van de vrou-
wenbeslootnaafloopvandereismeereerlijkeproductente
kopen. Ruim 90 procent van de vrouwen roept mensen in de
omgeving op hun leven te verduurzamen.
Uit het onderzoek komt minder duidelijk naar voren of de deel-
nemers ook de dieperliggende oorzaken van armoede hebben
opgemerkt. Slechts twee vrouwen laten dit in hun verslag dui-
delijk zien. Goed om bij een eventuele volgende reis nog meer
aandacht te geven. Voor wie het hele onderzoek wil lezen, zie
www.woordendaad.nl/eerlijke-vrouw.
Magazine
Om de boodschap van de campagne De Eerlijke Vrouw breder te
verspreiden, is in 2015 gewerkt aan de opzet van een eenmalig
magazine voor vrouwen. Daarvoor is samenwerking gezocht met
uitgeverij Jongbloed. Het magazine zal Fier gaan heten en wordt
op de Gezinsbeurs Wegwijs gelanceerd. Het zal voor € 6,95 euro
verkocht gaan worden in boekhandels en via de comités.
Onlusten
Onrust in de wereld raakt ook ons werk. Een vakreis die begin
van het jaar zou plaatsvinden met vijftien leerlingen van het
Calvijn College in Krabbendijke kon helaas niet doorgaan. Dat
was vanwege een negatief reisadvies en onlusten die gemeld
werden door de partner CSS in Bangladesh. Ook later in het
jaar meldde de partnerorganisatie dat het beter was nog niet te
komen. De school blijft wel betrokken bij het werk van Woord
en Daad. Er is nu besloten volgend jaar naar Colombia te reizen.
Japanse delegatie
In maart 2015 kreeg de in 2014 afgesloten Wees Eerlijk
Campagne een kort vervolg. Professor Ishikawa, professor
Tsuchiya en mevrouw Ishikawa van de universiteit van Kyoto,
Japan kwamen bij Woord en Daad op gesprek. Ze hadden
belangstelling voor de manier waarop de Wees Eerlijk
Campagne een thema als duurzaamheid onder de aandacht
hadgebrachtopmiddelbarescholen.Naafloopvandeont-
moeting gaf professor Ishiwaka aan de opgedane ideeën zeker
mee te nemen en toe te gaan passen in het Japanse onderwijs.
Op reis naar Guatemala
Zes jongeren van de Wartburglocatie Revius hebben in oktober
2015 een indrukwekkende reis naar Guatemala gemaakt. In
de stad ontmoetten ze leeftijdsgenoten die dagelijks te maken
hebben met armoede, maar vooral ook met gevaar en geweld.
Op het platteland zagen ze een leven in eenvoud. Mensen
hadden daar bijvoorbeeld geen water en elektriciteit in huis.
Werken naast school is hier vanzelfsprekend en noodzakelijk.
De gedrevenheid waarmee partnerorganisatie AMG in dit land
hulp biedt, maakte een diepe en vooral blijvende indruk.
Leerpunten uit 2015:
• Een reis naar het buitenland brengt altijd onzekerheden
met zich mee, waardoor een programma voor of tijdens de
reis kan wijzigen of zelfs niet door kan gaan. Goed om dit
duidelijk aan scholen en deelnemers mee te geven tijdens de
voorbereidingen.
Eerlijk consumeren
Vijftien vrouwen namen in februari 2015 deel aan een reis vanuit ‘De Eerlijke Vrouw’
naar Burkina Faso. Woord en Daad wilde hen laten nadenken over eerlijk consume-
ren. Deelneemster Sjanet Schipper: ‘Ik heb genoten van het landschap, de vriendelijke
mensen en de andere manier van leven. Maar ik heb mij vooral verbaasd tijdens onze
‘cashewnotendag.’ We hebben de cashewnoot van begin tot eind gevolgd: vanaf dat hij
als vrucht aan de boom hangt, totdat hij verpakt wordt voor de export. Wat een vakwerk
vereist dat zeg! Voordat wij een nootje in onze mond stoppen, zijn ten minste tien
mensen met de verwerking van dat nootje bezig geweest. Zoveel werk voor een product
dat wij hier in Nederland ‘duur’ noemen. Dit verhaal vertel ik nu ook aan anderen. Want
als we beseffen hoeveel mensen betrokken zijn bij één nootje, eten we dan nog steeds
gedachteloos een bakje cashewno-
ten leeg of denken we eerst na voor
we nog een handje pakken?”
Meer impact stories
45Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
• Uit de evaluatie van de reis van De Eerlijke Vrouw komt
minder duidelijk naar voren of de deelnemers ook de
dieperliggende oorzaken van armoede hebben opgemerkt.
Slechts twee vrouwen laten dit kort na de reis in hun verslag
duidelijk zien. Goed om bij een eventuele volgende reis nog
meer aandacht voor te hebben.
• De Wees Eerlijk campagne, die we samen met ZOA hielden,
is eind 2014 succesvol afgesloten. Nog steeds blijft er vraag
van scholen naar voorlichtingen en materiaal rond Eerlijk
consumeren. Zeker voor vmbo-leerlingen. We bieden nu
aparte lessen aan, maar in 2016 oriënteren we ons op
nieuwe campagnemogelijkheden voor vmbo’ers.
Uitdagingen voor 2016:
• Uit onderzoeken en gesprekken met donateurs blijkt
dat Woord en Daad vooral bekend staat vanwege het
onderwijsprogramma. Donateurs hebben daarmee een te
eenzijdig beeld van het werk van Woord en Daad. Uitdaging
voor 2016 is om donateurs mee te nemen in de ontwikkelin-
gen binnen het werkveld van ontwikkelingssamenwerking.
Concreet betekent dit dat we in 2016 de economische
programma’s en het lobbywerk meer aandacht willen geven
in communicatie-uitingen.
• Er is met diverse scholen en organisaties gekeken of het
ontwikkelen van een digitaal, leerzaam spel haalbaar was.
De kosten bleken te hoog. Het blijft een uitdaging om
jongeren in hun leefwereld te bereiken. Het is dan ook goed
om alert te blijven op ontwikkelingen op onder meer digitaal
gebied.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
5.4 COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING
Het afgelopen jaar zijn er zichtbaar minder fondsen binnen
gekomen dan vorig jaar. Dit heeft diverse oorzaken: afnemende
subsidiestromen vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken,
minder inkomsten van het sponsorprogramma en latere beslis-
sing van een vermogensfonds over een grote bijdrage.
Bij sponsoring is er meer persoonlijk contact met de donateurs
van het sponsorprogramma geweest. Toch blijft het een uitda-
ging om sponsors vast te houden. Deze persoonlijke contacten
worden gewaardeerd, zo bleek ook weer uit het TNS NIPO-
onderzoek dat onder donateurs van het sponsorprogramma
is gehouden. Ook de comités van vrijwilligers en bedrijven en
vermogensfondsen spraken die waardering uit. Ten opzichte
van 2014 zagen we een lichte verbetering en besloten iets meer
mensen hun sponsoring stop te zetten, wat gecompenseerd
werd door groeiende aanmeldingen. Bij Vermogensfondsen
duurt het komen tot een overeenkomst soms langer. Er zijn veel
contacten die mogelijk volgend jaar iets opleveren.
Onder Bedrijven is sinds eind 2014 een nieuwe dynamiek die
veel betrokkenheid oplevert wat zich uit in stijgende inkom-
sten. Er is geïnvesteerd in grotere contacten die in 2016
mogelijk grotere partnerschappen opleveren.
De inkomsten bij Particulieren is rond overige projecten
lager uitgekomen, onder meer door lagere nalatenschappen
en inkomsten van comités. Tevens leek de aandacht voor de
vluchtelingenproblematiek waarbij andere organisaties zich
duidelijkprofilerenteconcurrerenmetdeeindejaarsgiften
aan Woord en Daad. Comités hebben behoefte aan concrete
handreikingen om fondsen te kunnen werven.
Kortom: alle gereedschap is uit de kist gehaald en het resultaat
hiervan is deels gehaald.
5.4.1 Communicatie en fondsenwerving Particulieren
‘Een arbeider werkt met zijn handen, een vakman met hoofd
én handen.’ Het is dus niet voor niets dat we graag op scholen
langsgaan om het werk van Woord en Daad te delen. Met
hoofd en handen nadenken over armoede en rijkdom én jonge-
ren motiveren aan de slag te gaan voor hun naaste wereldwijd.
Dat was de rode draad in 2015!
ScholenDe keuze om verder te investeren in (basis- en middelbare)
scholen, werkten we verder uit in 2015. Het resulteerde in
552 scholen die acties organiseerden voor Woord en Daad.
11 Schoolevenementen
(780 leerlingen bereikt) 6 Jongeren op reis
10 Vrouwenevenementen (324 vrouwen bereikt)
Bewustwording
171 Lespakketten gedownload
4 Studentenbijeenkomsten (344 studenten bereikt)
× 10
» Bewustwording
46 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET NOORDEN
VoorlichtingWe vertellen graag over ons werk, niet alleen op scholen, maar
ook bij verenigingsavonden, ouderenbijeenkomsten en tijdens
concerten of andere activiteiten. Onze professionele voorlich-
ters gaven in totaal 216 voorlichtingen.
VrijwilligersComitéleden zijn onze vaklieden in het land. Ze vertegenwoor-
digen Woord en Daad en halen daarmee veel geld binnen. Er
worden regelmatig zang- en muziekavonden georganiseerd
waarbij Woord en Daad via de appélwoorden een toelichting
over het betreffende project kan geven. In 2015 bedroegen de
inkomsten van comités € 952.801. We hebben 77 comités met
582 comitéleden en nog 5948 vrijwilligers om de comités heen.
Daarnaast hebben we 229 winkelvrijwilligers en 45 vrijwilliges
en vertalers voor onze sponsoringafdeling. Ook op kantoor
worden we ondersteund door 23 professionele vrijwilligers,
die een handje helpen bij het vele werk dat verzet wordt om de
doelstellingen van Woord en Daad te behalen. Het totale aantal
vrijwilligers komt hiermee op 6.827. Hier is Woord en Daad erg
dankbaar voor.
EvenementenIn mei organiseerden we de tweede editie van het Posbank
Event, dit keer als afsluiting van de RD-actie voor Bangladesh.
Een maand later organiseerden we de eerste Steprun op de
Johannes Fruytier-school in Apeldoorn. Met de derde editie
vanFietsofLoopvooreenHuis,inaugustus,fietstenofliepen
374 deelnemers naar de top van de Galibier in Frankrijk.
Daarmee brachten ze € 578.237 bij elkaar voor huizenbouw in
Bangladesh; bijna een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar.
Ook organiseerden we voor de tweede keer de Woord en Daad-
dag. Een evenement dat duidelijk in de behoefte voorziet!
SponsorprogrammaHet sponsorprogramma verbond 27.882 mensen met kinderen
in het Zuiden. Zij sponsorden in totaal 29.788 kinderen. Ten
opzichte van 2014 zagen we helaas een lichte stijging in het
aantal sponsors dat besloot hun sponsoring stop te zetten,
waardoor er een daling is in het aantal gesponsorde kinderen. In
2015 werden er totaal 29.788 sponsorkinderen ondersteund.
Daarnaast werd in juni een sponsorconferentie georganiseerd
waar we samen met onze partners het sponsorprogramma
hebben geëvalueerd. In oktober bezocht een groep sponsors
hun sponsorkind in Ethiopië.
GiftenNaast de steun via het sponsorprogramma en PartnerPlan,
mogen we altijd op vele donateurs rekenen die eenmalige of
periodieke donaties doen. In 2015 met een totaalbedrag van
€ 6.243.029. Online fondsenwerving neemt daarbij een steeds
grotere plaats in. In het bijzonder noemen we de inkomsten uit
nalatenschappen. Het stemt ons dankbaar dat zoveel mensen
het werk van Woord en Daad op deze manier willen steunen.
We sloten het jaar af met de kerstactie ‘Ik wens jou…’ Het
leverde € 17.242 op.
NoodhulpIn 2015 startte Woord en Daad drie noodhulpacties. Werk dat
met hoofd en handen gedaan wordt, maar zeker ook vanuit het
hart. In Nepal gaven we steun aan slachtoffers van de aardbe-
ving (opbrengst: € 1.408.788), met de actie Help Vluchtelingen
Nu boden we vluchtelingen hulp in Noord-Irak, Jordanië en
Griekenland (opbrengst: € 997.760) en in Oost Afrika onder-
steunden we voedselhulp aan slachtoffers van de droogte
(opbrengst: € 40.618). Er werd een avond georganiseerd rond
vluchtelingen die door circa 50 mensen bezocht werd. De
betrokkenheid bij deze acties was enorm!
Samenwerken kerkenDe kerkelijke deputaatschappen toonden zich opvallend betrok-
kenbijdenoodhulp.Nietalleenfinancieel,maarookinhoude-
lijk. Zo is er een gezamenlijke reis naar de Filipijnen gemaakt
waar de voortgang en uitdagingen van de projecten zichtbaar
werden. Met aan aantal jeugdorganen van de kerken werd een
dankdagkalender ontwikkeld. Ruim 24.000 gezinnen maakten
gebruik van deze kalender.
5.4.2 Communicatie en fondsenwerving Bedrijven
In 2015 zijn bestaande contacten in de regio’s verder uitge-
bouwd, nieuwe contacten aangeboord en ondernemers geor-
ganiseerd rondom een project of thema. Dit bleek succesvol,
want met het totaalbedrag van € 2.482.744 is er een inkomsten-
stijging 22,93% gerealiseerd ten opzichte van 2014. Het totale
aantal betrokken ondernemers groeide in 2015 naar 1.077.
Op maat: regio’s, groepen, teams en partners10 van de 14 RegioOndernemersgroepen zagen hun leden-
aantal groeien. Het totaal aantal RegioOndernemers-leden
stijgt van 418 in 2014 naar 452 in 2015. De lokale onderne-
mers organiseerden 32 activiteiten, van tocht met botters
tot bedrijfsbezoek en van een workshop leiderschap tot een
grootse veiling. Dit laatste betekende voor RegioOndernemers
Zeelandeenflinkepiekinhunfondsen.Inéénregioisactief
ingezet op een nieuwe groep, maar dat is helaas nog niet gelukt.
Voor de sectoren makelaars, veehouders en bouwondernemers
is gewerkt aan het verder uitbouwen en opstarten van een
groep rondom een project dat aansluit bij hun core business.
In 2015 waren er 67 Business Platformleden verbonden aan
Woord en Daad. De inkomsten vanuit het Business Platform
groeidenmetnamedoorteamsrondeenspecifiekproject,
bijvoorbeeld de vier ondernemers rond een onderwijsproject in
Sierra Leone. Twee Business Platform-leden reisden naar Haïti
voor een pilot business mentoring aan startende ondernemers
(meer informatie is te lezen in de blogs www.woordendaad.
nl/mentoring). Het aantal business partners is met zes gelijk
gebleven aan vorig jaar.
CompanyKids, Boer-en-bedrijf en kerstpakketRuim 164 bedrijven (2014: 149) zorgen met elkaar dat 201
groepjes van vijf kinderen (2014: 185) kunnen werken aan hun
toekomst. Dit is een groei van 80 kinderen. Tijdens de onder-
nemersmeeting werd Boer-en-bedrijf gelanceerd. Eind 2015
47Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
werden acht boeren gesteund met een bedrag van € 1.000.
Het Puur natuur! Kerstpakket werd 1010 keer besteld; een
daling van 780 pakketten ten opzichte van 2014. Met name
veroorzaakt doordat het Hoornbeeck College besloot om de
kerstpakketten dit jaar elders af te nemen.
Ondernemersreizen en –evenementEen afvaardiging van Business Club Het Groene Hart reisde in
het voorjaar naar Colombia. Deze reis zorgde voor veel enthou-
siasme en nieuw commitment van de groep voor hun project. De
Adviesgroep Ondernemers reisde in november met Jan Lock
naar de Filipijnen. Daar kregen zij inzicht in het werk en gaven
ter plekke advies. (meer informatie is te lezen in de blogs:
www.woordendaad.nl/ondernemersreis). De jaarlijkse onder-
nemersmeeting van 3 juni op de replica van de Ark van Noach
was een succes. Dat blijkt ook uit de positieve uitkomst van de
enquête onder de deelnemers. Zo’n 140 ondernemers kregen
een rondleiding, ontmoetten elkaar en luisterden naar een
lezing over ontwikkelingssamenwerking en defensie.
Verantwoording Ruim 90% van de bedrijvendonoren is tevreden of zeer
tevreden over de rapportage. Via relatiebezoeken, bijeenkom-
sten, projectrapportages en -voorstellen en nieuwsmail weten
ondernemers de stand van zaken rond projecten. Bij 3.598
ondernemers en belangstellenden viel in april, september en
december het ondernemersmagazine Daadkracht op de mat.
Thema’s waren: Waarden en resultaat in ondernemen, Goed
voorbeeld en Groeiende markten in Afrika. Daadkracht-lezers
kregen de kans hun mening te geven over het blad: de resultaten
waren positief. Het aantal personen dat Daadkracht Nieuwsmail
ontving, steeg naar 987 met een ‘open rate’ van 34,8%. De
Adviesgroep Ondernemers (bestaande uit vijf betrokken onder-
nemers werkzaam in diverse sectoren) vergaderde vier keer.
Hun adviezen voor communicatie en fondsenwerving richting
bedrijven waren waardevol voor benadering van bedrijven.
5.4.3 Communicatie en fondsenwerving Institutionele Fondsen
2015 was een goed jaar voor Institutionele Fondsen. In de
eerste plaats werd een groot aantal (24) subsidievoorstel-
len gemaakt, waarvan ongeveer 25% is goedgekeurd. Met
als hoogtepunt twee goedkeuringen van Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland (RvO) voor een groentevoorstel in
Guatemala en een cashewnotenvoorstel in Benin en Burkina
Faso. Veel aanvragen zijn gedaan in samenwerking met ‘nieuwe’
samenwerkingspartners, zoals IDE en de iMPACT Booster. In
de tweede plaats werd een toenemend aantal aanvragen met
een Zuidelijke partner als hoofdaanvrager gedaan. Dit leidde
o.a. tot een goedgekeurde aanvraag van onze partner in Benin
bij het NWO. Partners pakken in toenemende mate een grotere
rol in aanvragen. In de derde plaats hebben wij de vijfjarige MFS
II periode succesvol weten af te sluiten en alvast geanticipeerd
met plannen om na 2015 de teruggang in subsidie te adresse-
ren. door de start van projectmatig werken in 2016 is het goed
mogelijk om samen met andere organisaties fondskansen te
onderzoeken en uit te werken.
Samenwerking werd gezocht met de institutionele fondswer-
vers van de leden van de ICCO Coöperatie. Naast informatie-
uitwisseling werd een vijftal projecten gezamenlijk opgezet,
zoals de opzet van een website met fondskansen. Daarnaast
werd een start gemaakt met het zoeken van samenwerkingen
met bezoekers van het New World Campus, een broedplaats
voor nieuwe initiatieven binnen os-sector.
5.4.4 Communicatie en fondsenwerving Vermogensfondsen
CommunicatieFamilie- en vermogensfondsen worden persoonlijk en op maat
benaderd.Allevoorstellenenrapportageszijnklantspecifiek.De
algemene communicatie naar deze doelgroep vindt plaats via
deNieuwsbriefVermogensfondsenendespecifiekewebpagina.
In 2015 hebben circa 300 relaties de nieuwsbrief vier keer
ontvangen met het thema ‘inspireren’. In dat kader heeft Woord
en Daad in 2015 ook een inspiratiebijeenkomst georgani-
seerd met het thema ‘christelijk ondernemen in deze wereld’.
Het Amerikaanse Acton Institute was daarbij als gastspreker
uitgenodigd.
Nieuw was de inzet van relaties in onze communicatie-uitingen
via zogenaamde testimonials. Alle internationale relaties heb-
ben in 2015 ook vier keer de Engelstalige nieuwsbrief InDeed
ontvangen; een gezamenlijke uitgave van Woord en Daad en
haar impact investment bedrijf Incluvest BV.
Fondsenwerving In 2015 heeft het accent gelegen op de internationale uitbouw
van contacten en het beheer van bestaande klantrelaties.
Internationaal is het netwerk sterk gegroeid tot ruim honderd
(met name USA-)contacten, waaronder een aantal zeer stra-
tegische koepelorganisaties. Wetend dat de doorlooptijd van
contact tot contract vaak meer dan een jaar is, verwachten we
dat in 2016 dit zijn eerste vruchten zal afwerpen. In het kader
van US Fundraising hebben we twee conferenties bezocht,
waarvan een in San Francisco (april) en een in Grand Rapids
(juni). Naast de internationale focus is in 2015 ook bewust veel
tijd geïnvesteerd in het beheren van bestaande klantrelaties.
Belangrijke reden is dat er bij een aantal projecten vertraging en
soms tegenslag is opgetreden in de uitvoering van het project. In
gesprek blijven met de donor is dan cruciaal. Klanttevredenheid
is immers de sleutel voor duurzame en langdurige donorrelaties.
Keerzijde hiervan is dat er in 2015 onvoldoende tijd beschik-
baar was om actieve acquisitie te doen op de Nederlandse
markt, hetgeen zich uiteindelijk heeft vertaald in achterblijvende
inkomsten.
Vergelijken we de inkomsten Vermogensfondsen van 2015 met
2014, dan is er sprake van een een toename van € 131.879,
ofwel een toename van 9,8%. Gezien de potentie in Amerika
en het groeiende aantal betrokken vermogensfondsen zijn
we positief gestemd. Er is nu een ‘gezonde thuisbasis’ en een
sterk netwerk aan internationale contacten. Dat gaat zich in de
toekomst uitbetalen!
48 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET NOORDEN
Leerpunten uit 2015:
• Concrete, afgebakende projecten leveren meer geld op dan
algemene thema’s en daarom zullen we in 2016 het aanbod
van concrete projecten uitbreiden.
• Om onze waardering voor de inzet van grotere donoren te
tonen is betrokkenheid vanuit de directie belangrijk. Vanaf
2016 zal de directie blijvend betrokken worden bij het
relatiebeheer met grote donoren.
• Proactief samenwerking zoeken met zowel organisaties
in het Noorden als het Zuiden is een belangrijke stap om
succes te boeken in de fondsenwerving. En dan ook daad-
werkelijk gezamenlijk voorstellen ontwikkelen, voordat een
subsidiemogelijkheid uitkomt.
• Proactieve donor mapping is cruciaal om potentiële dono-
ren (in Nederland en internationaal) tijdig te traceren, zodat
de fondsenwerver zijn relatief beperkte tijd voor nieuwe
acquisitie zo gericht mogelijk kan inzetten op het ontwikke-
len van een succesvolle donorrelatie.
Uit TNS NIPO-onderzoek onder donateurs van sponsoring blijkt:
• De sponsor heeft meer behoefte aan inzicht in de voortgang
van het sponsorkind en de context waarin het kind leeft. In
2016 zal hier meer in geïnvesteerd worden, door:
- het voortgangsrapport over het sponsorkind aan te passen
met onderwerpen gericht op de voortgang van het kind op
school, Vanaf 2016 gaan de onderwerpen in het voort-
gangsrapport per jaar verschillen.
- De inhoud van het sponsorprogramma zal meer ingericht
gaan worden op basis van de verschillende lokale contexten.
Hierdoor gaat onze communicatie richting de sponsors
veranderen.
• Persoonlijk contact met sponsor en medewerker sponsoring
wordt gewaardeerd. Hier geven we in 2016 extra aandacht
aan, door meer telefonisch contact op te nemen met de
sponsor bij uitschrijvingen en betalingsachterstanden.
• Adverteren gedurende het hele jaar levert meer aanmeldin-
gen op dan in een afgebakende periode. Het advertentiebe-
leid wordt hierop aangepast.
Uitdagingen voor 2016:
• Helder maken van de visie van Woord en Daad op
ontwikkelingssamenwerking en hoe dit relateert aan de
vluchtelingenproblematiek
• Vaste subsidiestroom van MFS vervalt, uitdaging is om
dit op te vullen met andere fondsen en nieuwe bronnen
hiervoor te zoeken
• De breedte van het werk van Woord en Daad voor het voet-
licht brengen zodat donoren zien dat het werk van Woord
en Daad breder is dan onderwijs.
• Bij grote donoren niet alleen fondsenwervers maar ook
directie en inhoudelijk projectexperts betrekken.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
5.5 COMMUNICATIE VIA MEDIA
De vluchtelingencrisis kwam dit jaar steeds dichterbij huis.
Dat schudde mensen wakker voor de problemen die elders
in de wereld spelen. We schreven daar als Woord en Daad
verschillende opiniërende artikelen over in diverse kranten
en tijdschriften. Naarmate de stroom vluchtelingen Europa
en zelfs Nederland bereikte, bleek het lastig de media vast te
houden voor de verhalen rond opvang in de regio.
Door een nieuw actualiteitenprogramma bij de Refor mato-
rische Omroep kregen we verschillende keren de mogelijk-
heid om iets over ons werk te vertellen voor de radio. Ook
op Groot Nieuws Radio zijn we diverse keren gevraagd onze
mening te geven. Mooie kansen die we graag benutten. Het
spontaan aanbieden van een nieuws gerelateerd blog aan
het RD, net voor de verkiezingen in Burkina Faso, bleek een
schot in de roos. We konden daarin niet alleen zaken over de
actualiteit, maar ook iets over ons werk delen.
Leerpunten uit 2015:
• Er is vanuit de media blijvend vraag naar goed beeldmate-
riaalenzelfskortefilmpjesrondprojectenvanWoorden
Daad. Het blijft lastig hier aan te komen. In 2016 oriënteren
we ons op een manier om aan deze vraag te kunnen voldoen.
• MP Watch trok dit jaar veel aandacht, vooral in vakbladen.
Bij de start van een nieuwe MP Watch ronde, zullen we
inzetten op het betrekken van de brede media.
Uitdagingen voor 2016:
• Uitdaging voor 2016 is om media vast te houden te blijven
schrijven over onderwerpen die rijkdom en armoede betref-
fen, ook als die niet meer zo in de actualiteit zijn.
• Jongeren bereiken via de media die zij volgen.
Kijk op www.woordendaad.nl/resultaten voor meer
resultaten en de opvolging van de leerpunten uit 2014.
» Klachten-, signalen- en complimentenoverzicht 2015
Klachten 2015 2014 2013
AANTAL KLACHTEN
Ontvangen 4 3 3
Naar tevredenheid afgehandeld 4 3 3
Niet naar tevredenheid afgehandeld 0 0 0
KLACHTEN INGEDEELD PER TYPE
Communicatie 1 2 0
Identiteit en geloofsbeleving 1 0 1
Werkwijze Woord en Daad en/of partners 2 1 2
Totaal 4 3 3
Opvolging klachten in ons beleid• De bedankbrieven worden aangepast (zodat er meer dank uit spreekt).• De brieven naar sponsors worden aangepast (geen belerende voorschriften
meer). • Locaties met luxe uitstraling proberen te vermijden.
49Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Signalen* 2015 2014 2013
Ontvangen 23 27 35
SIGNALEN INGEDEELD PER TYPE
Communicatie 1 1 1
Identiteit en geloofsbeleving 0 1 0
Werkwijze Woord en Daad en/of partners 2 1 0
Salarissen 20 24 34
Totaal 23 27 35
* Woord en Daad registreert klachten in geval Woord en Daad afwijkt van haar beleid of diensten niet levert conform wat Woord en Daad belooft. Een signaal gaat over zaken die Woord en Daad conform haar beleid uitvoert, maar waar mensen uit de achterban anders over denken. Klachten leiden tot aanscherping van de procedures. Bij signalen gaat Woord en Daad in gesprek met mensen om haar beleid toe te lichten.
Complimenten* 2015 2014 2013
Ontvangen 7 4 8
* Complimenten worden geregistreerd als zij afdelingsoverstijgend zijn, door stakeholders worden gegeven die van strategisch belang zijn voor Woord en Daad (o.a. coördinatiegroep, comités, ministerie). Woord en Daad ziet het registreren van deze complimenten als een extra middel tot het meten van klanttevredenheid.
Presentaties
Particulieren € 15.425.603
Bedrijven € 2.482.744
Subsidies € 7.473.876
Aandeel acties derden € 2.093.641
Vermogensfondsen € 1.484.255
Interest/Inkomsten leveranciersrol/
bewustwording € 252.062
» Inkomsten per doelgroep
Doelstelling 2015
Realisatie 2015
Realisatie 2014
Verschil 2015-2014
Particulieren totaal € 16.288.500 € 15.425.603 € 16.364.545 € -938.942
Projecten € 6.708.500 € 4.505.762 € 6.469.014 € -1.963.252
Sponsoring € 9.080.000 € 8.813.824 € 9.010.556 € -196.732
Noodhulp € 500.000 € 2.106.017 € 884.975 € 1.221.042
Bedrijven € 3.000.000 € 2.482.744 € 2.019.613 € 463.131
Vermogensfondsen € 3.500.000 € 1.484.255 € 1.352.376 € 131.879
Aandeel acties derden € 2.998.645 € 2.093.641 € 3.616.217 € -1.522.576
Subsidies € 8.346.929 € 7.473.876 € 7.839.276 € -365.400
Rentebaten en baten uit beleggingen € 50.000 € 35.651 € 44.180 € -8.529
Inkomsten bewustwording € 62.700 € 97.921 € 46.985 € 50.936
Inkomsten leveranciersrol € 180.000 € 154.141 € 122.871 € 31.270
Totaal € 34.426.774 € 29.247.833 € 31.406.063 € -2.158.230
» Beleidsbeïnvloeding en bewustwording
Begroting 2015 Gerealiseerd 2015
Directe bestedingen € 243.950 € 415.326
Toegerekende organisatiekosten € 856.910 € 669.782
Totaal € 1.100.860 € 1.085.108
» Presentaties
Basisschoolleerlingen
Jongeren
Volwassenen
Presentaties
» Website
WebsiteSessies totaal 2015
Unieke bezoekers 2015
Algemeen: www.woordendaad.nl 432.105 121.502
SamenvoordeFilipijnenwww.noodhulpfilipijnen.nl* 4.037 3.762
*www.noodhulpfilipijnenisonlinevanaf15/11/2013netnadetyfoondieoverdeFilipijnentrok.
» Social Media
Social Media Volgers BerichtenGereageerd op berichten
Facebook 1.909 269 37
Twitter 1.703 57 Gem. 1 retweet/favorite per tweet
50 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
WERK IN HET NOORDEN
» Beleidsbeïnvloeding en bewustwording
Magazine Doelgroep × per jaar Bereik 2015 Bereik 2014 Verschil
Werelddelen Particulieren 4x 76.179 73.527 2.652
Grenzeloos Jongeren 4x 15.943 15.801 142
Verrekijker Schoolkinderen 1x 76.990 77.557 -567
Bouwplaat Kleuters 1x 17.701 17.566 135
Intercom Comitéleden 1x 1.000 1.000 0
E-letter jongeren Jongeren 9x 1.108 1.086 22
Daadkracht Ondernemers 3x 3.568 3.495 73
Daadkracht E-letter Ondernemers 6 390 290 100
Vermogensfondsen E-letter Vermogensfondsen 4 285 275 10
Vermogensfondsen E-Letter Indeed (Engelstalig) Vermogensfondsen 4 120 50 70
» Ontwikkeling fondsenwerving per product
Product Doelstelling 2015 Realisatie 2015 Realisatie 2014
PARTICULIEREN
Indeed 50 28 18
Nieuwe kind sponsoring 600 -350 (bruto 952) -407
ShareKids 50 4 (bruto 21) 14
Aanmeldingen Partnerplan 200 142 134
BEDRIJVEN
Leden Business Platform 60 65 54
Business Partners 7 6 6
Aantal CompanyKids 205 201 185
RegioOndernemers 16 14 14
» Evenementen en Reizen
Evenementen en Reizen Doelgroep Thema Bereikte doelgroep
Vrouwenreis – Burkina Faso Vrouwen Bewustwording/Eerlijk consumeren 15 deelnemers. Deze deelnemers bereikten 500 vrouwen in hun omgeving. En circa 10.000 vrouwen door middel van artikelen en radio
Comitécursus april Comitéleden Vrijwilligers en publiciteit 30 personen
Ondernemersmeeting Ondernemers Ontwikkelingssamenwerking op oorlogspad 120 ondernemers
Bouwreis jongeren Jongeren Klussen en ontmoeten in een andere cultuur 9 jongeren
Jongerenreis oktober - Guatemala Jongeren Bewustwording 6 deelnemers, via hen inmiddels 500 andere jongeren bereikt
Sponsorreis oktober - Ethiopië Sponsors en comitéleden Ontmoetingen sponsorkinderen en projectenbezoek
28 deelnemers
Woord en Daad-dag oktober Achterban Goed voorbeeld 3500
Comitécursus november Comitéleden Vrijwilligers en publiciteit 18 personen
Sponsoravond december - Ethiopië Sponsors van sponsorkinderen Ethiopië Onderwijs in Ethiopië 30 sponsoren
Ondernemersreis november – Filipijnen Ondernemers Projectbezoek 3 ondernemers
Bezinningsavond Achterban Vluchtelingenproblematiek 50 personen
» Activiteiten
Activiteit Doelgroep Activiteiten 2015 Activiteiten 2014 Verschil
Presentaties Basisschoolleerlingen 115 92 23
Presentaties Jongeren 61 99 -38
Presentaties Volwassenen 40 29 11
Uitleen leskisten Basisschoolleerlingen 14 20 -6
Zangavonden Particulieren 66 64 2
Fiets-boot-wandeltochten etc. Particulieren 29 26 3
Verkopingen Particulieren 24 23 1
51Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
VAKWERK DOEJE SAMEN
INTERNE ORGANISATIE
52 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
INTERNE ORGANISATIE
6.1 ONTWIKKELINGEN IN DE ORGANISATIE
6.1.1 Algemeen
Het jaar 2015 begon turbulent. De raden van toezicht van
Woord en Daad en Red een Kind besloten februari om de
stekker uit de samenwerking te trekken. In hetzelfde tijds-
bestek hoorden we dat het vervolg van onze subsidie afge-
wezen was, en vertrok één van de managers. Dat leidde tot
een geheel nieuwe situatie. Samen met het vorige jaarverslag
gememoreerde evaluatie van de vorige organisatievernieuwing
heeft Woord en Daad in al haar geledingen bezonnen op de
toekomst. Tijdens een personeelsbijeenkomst eind februari
dachten we na over de goede zaken in de samenwerking met
Red een Kind en de dingen die we geleerd hebben. Dachten
wenaoveralternatievenvoordefinancieringvanhetplandat
we bij het ministerie hadden ingediend en vroegen we ons af
of de managers nog wel nodig zijn. We trokken de conclusie
dat samenwerking belangrijk is voor de effecten van ons werk
over de grens. Maar we concludeerde ook dat het massief op
organisatieniveausamenwerkennietdemeestflexibelevormis.
We constateerden ook dat we steeds meer samenwerken met
derden en steeds intensiever samenwerken tussen afdelingen
(met interdisciplinaire teams) niet meer mogelijk was met de
afdelingsstructuur. We zagen mogelijkheden om, ondanks
afwijzing van de subsidieverstrekker, in samenwerking met
derden ons mooie plan rond pleiten en beïnvloeden voor elkaar
te krijgen. Deze conclusies kwamen vanuit de organisatie zelf.
Ze vielen samen met een opdracht van de raad van toezicht
aan de directeur-bestuurder om met een nieuwe visie op de
toekomst te komen. Het voorgaande leidde tot een intensief
proces van organisatievernieuwing, waarbij we de vernieuwing
zelfuitwerkten.Datleiddetoteennieuwebesturingsfilosofie,
gericht op projectmatig werken, een bestuursmodel dat geen
hiërarchie meer kent en een werkwijze die dat mogelijk maakt.
Injuninamderaadvantoezichthetdefinitievebesluitoverhet
bestuursmodel met een tweehoofdige raad van bestuur zonder
managementteam. In de zomer is dat vertaald naar een werk-
wijze en vanuit de werkwijze hebben de groepen medewerkers
zelf hun werkprocessen ontwikkeld. Daarbij hebben we de
stappen die we genomen hebben extern laten toetsten (door
tweebureaus)enzijnsleutelfigureninhetveranderingsproces
getraind door een externe consultant in de nieuwe cultuur en de
nieuwe manier van denken en doen.
De nieuwe ontwikkelingen geven nieuwe energie en erg
veel nieuwe kansen. In die zin lijkt de vernieuwing ook een
juiste keus en een adequate aanpassing aan veranderende
omstandigheden.
De evaluaties uit 2014, de consultaties met achterban en
belanghebbenden en de partnerconferentie uit 2014 zijn in
2015 vertaald in nieuw beleid. Dat is in oktober goedgekeurd
en is vanaf 1 januari 2016 leidend.
Op het gebied van ICT waren er de volgende belangrijke
ontwikkelingen:
• OverstapnaarOffice365-omgevingenvanProxsysnaar
Officegrip;
• Implementatie van IATI. Na een onderzoek is besloten om
een pilot te starten om dit zelf, zonder tussenkomst van ICT-
leverancier Matthat, op te pakken en te implementeren. Dit
zal in 2016 een vervolg krijgen.
• Sponsoring: WDCAP-training tijdens sponsorconferentie,
koppeling tussen WDCAP en SIGES. SIGES is het informa-
tiesysteem van CDA Colombia. In september is hiervoor
een reis gemaakt om deze pakketten te integreren. Dit is
nog niet afgerond en wordt begin 2016 gerealiseerd.
• Start van het gebruik van SharePoint voor interne informa-
tievoorziening en –deling. Ontwikkelen van intranetportaal
‘Share-IT’;
• Centralisering van de verschillende ICT taken (ICT versus
OfficeManagement);
• Benoeming van nieuwe ICT-medewerker.
Daarnaast was er natuurlijk de gebruikelijke ondersteuning en
support van de diverse ICT-systemen.
6.1.2 Personeel
BeloningsbeleidWoord en Daad volgt voor de primaire arbeidsvoorwaarden
het beloningssysteem dat bij de rijksoverheid gehanteerd
wordt (BBRA). In 2015 is een onderhandelaarsakkoord
gesloten over de arbeidsvoorwaarden sector Rijk. Als gevolg
daarvan zijn per 1 september 2015 de BBRA-schalen met
1,25% verhoogd en is een éénmalige uitkering van € 500,-
bruto overeengekomen. Eerder waren de BBRA-schalen met
0,8% verhoogd als gevolg van de pensioencompensatie.
Omdat Woord en Daad het beloningssysteem van de rijks-
overheid volgt, zijn deze verhogingen in 2015 toegepast op de
salarissen van het personeel van Woord en Daad.
De functies worden net als bij de rijksoverheid via het functie-
waarderingssysteem FUWASYS gewaardeerd en vallen binnen
BBRA tussen schaal 2 en schaal 16. Woord en Daad heeft
een werkweek van 36 uur. Naast de reguliere vakantietoeslag
kent Woord en Daad ook een eindejaarsuitkering van 8,33%,
conform het percentage van eindejaarsuitkering in de BBRA.
Woord en Daad hanteert, op grond van in het verleden
gemaakte afspraken, de pensioenvoorziening voor Zorg en
Welzijn. Een derde van de premie wordt op het salaris van de
werknemer ingehouden. Dit is in overeenstemming met de
premieverhouding zoals het pensioenfonds voor de overheid
(ABP) hanteert.
Personeelsbeleid 2015Het personeelsbeleid 2015 was vooral gericht op de organisa-
tievernieuwing per 1 januari 2016. Het HRM-beleid is gericht
op een goed, relevant en adequaat personeelsbeleid dat past
bij een projectorganisatie en het ondernemende karakter
ervan. Diverse medewerkers hebben de opleiding organisch
leiderschap gevolgd. Deze opleiding is een praktische benade-
ring die mens en organisatie helpt bij het constante proces van
verandering. Medewerkers die in projecten worden ingezet,
53Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
hebbeneenprofielpaspoortopgesteld,waarinzijhunexper-
tise, vakmanschap en persoonlijke drive hebben beschreven.
HRM is voorbereid op het houden van functioneringsgesprek-
ken met projectexperts en op haar rol in het samenstellen van
de projectteams.
Onderaan zijn twee medewerkers aan het woord over de
organisatieverandering.
Het personeelsbestandEr werken 76 medewerkers bij Woord en Daad die 61,31
fulltime equivalenten vervullen. Het aantal medewerkers en
het aantal fte is daarmee in vergelijking met 2014 vrijwel gelijk
gebleven. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 36,57
jaar. Verder is het personeelsbestand evenwichtig samenge-
steld 40 mannen en 36 vrouwen. De omzet per medewerker
was in 2015 als volgt:
Aantal fte’s per 31/12/2015 61,31
Totale inkomsten in 2015 € 29.247.833
Verhouding inkomsten/fte € 477.048
Totale personeelskosten Woord en Daad
Bruto jaarsalarissen, sociale lasten € 3.530.804
Pensioenlasten € 336.961
Overige personeelskosten € 102.636
Reiskosten € 272.531
Totale werkgeverslasten € 4.242.932
ZiekteverzuimHet ziekteverzuimpercentage in 2015 was 2,2%.
Dat is beduidend lager dan het landelijk gemiddelde verzuim-
percentage. Woord en Daad voert een doelgericht preventie-
beleid, onder andere vastgelegd in ons ARBO beleidsplan.
Beloning raad van bestuurSeparaat legt Woord en Daad verantwoording af over de
beloning van de raad van bestuur. Zie paragraaf 7.3 voor de
nadere details.
VrijwilligersbeleidOp het kantoor zetten zich gemiddeld 22 professionele vrijwil-
ligers in. In 2015 is het aantal vrijwilligers dat op het kantoor
werkt gegroeid met bijna 30%.
Woord en Daad kijkt met een professionele blik naar vrijwilli-
gers. Vrijwilligerswerk is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Dat
geldt zowel voor de organisatie als voor de vrijwilliger.
Door middel van vrijwilligerswerk raken mensen geïnteres-
seerd en betrokken bij het werk van Woord en Daad. Dat is
belangrijk voor een goed begrip van armoede en armoebe-
strijding. Dat is ook belangrijk voor de continuïteit van de
organisatie en het behalen van de doelstelling, door middel van
geld, betrokkenheid, tijd, capaciteit en beroepskennis.
Er wordt actief geïnvesteerd in training van vrijwilligers.
Naast een actief wervingsbeleid wordt elk aanbod voor
vrijwilligerswerk serieus bekeken en zoveel mogelijk naar de
wensen van de potentiële vrijwilliger ingepast. In 2016 zal een
vrijwilligerscoördinator worden aangesteld die het werk en de
inzet van de vrijwilligers op kantoor zal gaan coördineren.
Vrijwilligersbeleid heeft voor Woord en Daad alles te maken met
het creëren van een breed draagvlak, contact met de achterban,
bewustwording onder de achterban en professionalisering van
de vrijwilliger. De persoonlijke benadering van vrijwilligers via
de lokale comités, groepen RegioOndernemers en de jonge-
rencomités is een belangrijk communicatiemiddel richting de
achterban. In de comités en de Woord en Daad winkels zijn ruim
800 vrijwilligers actief. Daarom heen zijn er bijna 6.000 vrijwil-
ligers die hen met hand- en spandiensten bijstaan. Het totale
vrijwilligersbestand komt daarbij op 6.827 vrijwilligers.
6.1.3 Interne communicatie
In 2015 is de interne communicatie van Woord en Daad
gericht geweest op het betrekken en informeren van mede-
werkers rondom alle zaken van de organisatieverandering van
Woord en Daad. Naast de twee reguliere personeelsbijeen-
komsten zijn er twee extra bijeenkomsten met het personeel
geweest. We hebben met elkaar de leerpunten over het
samenwerkingsproces van Red en Kind besproken. Dit heeft
uiteindelijk geleid tot een organisatie die projectmatig werkt
enzoflexibelereneffectieverwerkttendienstevandedoel-
groep in het Zuiden. Onder leiding van een externe consultant
zijn in diverse werksessies de doorlopen en gereed gemaakt
voor projectmatig werken. De interne communicatie is hierbij
Hoe heb jij het proces van de organisatieverandering ervaren?
Arnold van Willigen:“Sinds 2004 werk ik bij Woord en Daad en nog geen jaar is het-
zelfde. Dat is wat mij ook aantrekt in deze organisatie, steeds
zoeken naar het beste, naar nieuwe wegen met hart voor de
mensen waar we het uiteindelijk voor doen. De organisatiever-
andering van het afgelopen jaar gaat daar zeker aan bijdragen.
Mooi om te zien dat iedereen hier bij betrokken was en is en
dat met enthousiasme deze stap genomen wordt.“
Greetje Urban:“Ik ervaar de stap naar projectmatig
werken als een zinvolle stap, omdat het ons
dwingt meer doelgericht te werken. Ook
biedt het kansen om nieuwe ideeën op te
pakken als project. Ik hoop dat de verande-
ringdeorganisatieflexibelerzalmakenen
de talenten van medewerkers nog beter zal
kunnen inzetten.”
54 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
INTERNE ORGANISATIE
vernieuwd. Op het digitale systeem SharePoint is een speciale
Woord en Daad site ontwikkeld: Share-IT, waarop vanaf 2016
het nieuws gecommuniceerd wordt. Deze site vervangt de
nieuwsbrieven die elke twee maanden verspreid werden.
Voor medewerkers die nog geen jaar in dienst waren, is in het
voorjaar een introductiebijeenkomst georganiseerd. Tijdens
deze bijeenkomst is aan zes nieuwe medewerkers de historie
en de corporate identity van Woord en Daad toegelicht.
Voor het hele personeel zijn drie lunchlezingen gehouden, te
weten over het lobbytraject MP Watch, de communicatie van
vernieuwende zaken die we op de plank hebben liggen en het
werk van de Regionale Fondsenwervers. In de zomer is er een
barbecue geweest voor het hele personeel.
6.1.4 Ondernemingsraad
In 2015 veranderde de OR van samenstelling. Henrike Klijn
en Jan Versteeg werden gekozen in de vacatures die waren
ontstaan nadat Willemijn ten Brinke haar OR werk vanwege
drukte moest neerleggen en Gideon Davidse zijn betrekking
bij Woord en Daad beëindigde. Het belangrijkste thema
waarover de OR in gesprek was met de raad van bestuur, was
de organisatievernieuwing die per 1 januari 2016 zijn beslag
krijgt. Kort na het besluit om de intensievere samenwerking
met Red een Kind niet door te zetten, werden de contouren
van de nieuwe structuur met het personeel gedeeld en met de
OR besproken. De OR heeft in de loop van het jaar construc-
tief meegedacht over de uitwerking van het projectmatige
werken, in plaats van een advies uit te brengen aan het einde
van het traject. De gevolgen van het personeel stonden
daarbij voor ons centraal. Eind 2015 hebben de OR-leden
een training gevolgd bij het adviesbureau People Plus Human
Development. Daarmee is de kennis over de wettelijke
bevoegdheden en verantwoordelijkheden als OR weer op peil
gebracht. Zo stelt de OR zich in staat om op een goede manier
aandacht te vragen voor personeelsbelangen, en gespreks-
partner te zijn van de raad van bestuur.
6.1.5 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
In 2015 is een integraal MVO-beleidsdocument opgesteld.
Voor Woord en Daad is MVO een integrale visie op een duur-
zaam management van de organisatie. Bij iedere beslissing
maakt Woord en Daad een afweging tussen de verschillende
maatschappelijke en economische effecten hiervan. Daarbij
houden we rekening met de belangen van diverse stakehol-
ders, waaronder die van onze partnerorganisaties en hun doel-
groep. Voor het vormgeven van ons MVO beleid volgen we de
ISO 26000 richtlijn. Binnen deze richtlijn wordt onderscheid
gemaakt in MVO- principes en thema’s, zoals de thema’s milieu
of eerlijk zakendoen. Het beleid wordt geïmplementeerd in
de periode 2016-2020 en daarvoor zijn, gekoppeld aan de
verschillende thema’s, diverse actiepunten geformuleerd.
Het meest vernieuwende element is dat we ook aan onze
partner eisen gaan stellen ten aanzien van MVO-gerelateerde
onderwerpen. Deze onderwerpen worden de komende
jaren geïntegreerd in de OSA (Organizational Standards
Assessment), het instrument waarmee we de organisatiecapa-
citeit van partners toetsen. Aan de OSA zullen we de volgende
elementen toevoegen:
• aandacht voor kindbescherming op het niveau van de
partners;
• mogelijke (gezondheids)risico’s binnen de arbeidsomstan-
digheden van partners;
• downward accountability;
• innovatie en duurzame oplossingen;
• methoden om allerarmsten bij interventies te betrekken.
Woord en Daad compenseert de volledige CO2-uitstoot van
vluchten die gemaakt worden. In 2015 bedroeg de CO2-uitstoot
vanWoordenDaad615,80ton(bijlage9:certificaatvoor
compenseren uitstoot vluchten 2015). De compensatie van deze
uitstoot gebeurt via een bijdrage aan het klimaatproject wind-energie in India via Climate Neutral Group. Dankzij het windpro-
ject worden de lokale huishoudens in vaak afgelegen gebieden in
India voorzien van stabiele en schone energie. Daarnaast wordt
bewust gezocht naar en gebruik gemaakt van werkmethoden die
minder reizen mogelijk maken (combinatie van reizen, gebruik
van Skype, inrichten van een helpdesk voor het sponsorpro-
gramma, zodat partners op afstand begeleid kunnen worden).
Dit beleid heeft geleid tot een kostenreductie in reizen van 14%
ten opzichte van vorig jaar. Het beleid is dus niet alleen duurza-
mer maar ook goedkoper. Woord en Daad hanteert een strikt
beleid woon-werkverkeer: medewerkers krijgen slechts tot 30
km woon-werkverkeer vergoed. Op die wijze wil Woord en Daad
het dicht bij het werk wonen stimuleren.
Woord en Daad gebruikt energiezuinige apparatuur, gerecy-
cled papier en er is papier- en afvalscheiding.
Door verdergaande automatisering wordt steeds minder
papier gebruikt. Ook zijn de werkvergaderingen van Woord en
Daad papierloos. Onderstaande tabel toont dit aan:
JaarVerbruik zwart-wit
Verbruik kleuren
Verschil met voorgaand jaar zwart-wit
Verschil met voorgaand jaar kleur
2015 148.960 92.183 -19.063 -11,35% -17.806 -16,19%
2014 168.023 109.989 -188.177 -52,83% 37.697 52,15%
2013 356.200 72.292 -6.985 -1,9% -15.895 -18%
2012 363.185 88.187 -59.115 -12,8% -10.214 -10,4%
2011 422.300 98.401 -95.575 -18,4% -19.345 -16,4%
In 2015 zijn de hiervoor genoemde MVO-elementen opgeno-
men in een integraal MVO-beleid. In dit beleidsdocument wordt
beschreven hoe wij binnen de organisatie vormgeven aan MVO.
Eind 2015 is het kantoor terugverhuisd naar het pand waar we
sinds 2002 gebruik van maken. Het pand heeft vanuit energie
nu de A++ status. Het is de bedoeling dat het kantoor in 2016
energieneutraal gemaakt wordt. Dit leidt tot een verlaging van
de servicekosten en uiteindelijk lagere huisvestingskosten dan
in het verleden.
55Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
6.2 EFFECTIVITEIT RISICOMANAGEMENT IN 2015
In bijlage 5 beschrijft Woord en Daad haar risicomanage-
mentbeleid. In deze paragraaf staat of en zo ja hoe effectief
dit beleid in 2015 is uitgevoerd. Gedurende 2015 is samen
met de externe accountant en de auditcommissie gekeken
naar de impact en kans van risico’s. Dit heeft geleid tot een
tabel waarin ook de bijbehorende maatregelen benoemd zijn.
Gezien de risico-exposure van Woord en Daad worden de
genomen maatregelen voldoende geacht.
Risico’s in de werkomgeving
In 2015 deden zich geen bijzondere risico’s voor. We hadden
wel te maken met diverse noodhulpsituaties. In West-Afrika
hadden we te maken met de naweeën van de ebola-epidemie.
Risico’s op organisatieniveau
In 2015 is waren er bij drie partnerorganisaties ontwikkelin-
gen die op inhoud een risico vormden voor ons als organisatie.
Met MKC in Ethiopië waren goede ervaringen op programma-
niveau, maar op managementniveau waren enkele knelpunten
die op termijn een risico vormen voor de samenwerking op
programmaniveau. Het programma is nu verzelfstandigd. De
relatie met MKC is afgebouwd. In Haïti bij Parole et Action en
in Ethiopië bij Hope Enterprises vond een managementwisse-
ling plaats. Dat leek in Haïti op bestuursniveau en in Ethiopië
op directieniveau tot frictie met ons beleid te leiden. Met
behulp van externe facilitatie is diepgaand op de fricties inge-
gaan en zin er goede lijnen uitgezet. Beide organisaties maken
een grondige vernieuwingsslag.
Bij CREDO in Burkina Faso was er sprake van slecht functio-
neren van de sponsoringsafdeling. In goed overleg is daar met
behulp van interim-management een grondige verandering in
gang gezet om zo de risico’s voor ons te beperken.
Risico’s in de groeistrategie
In 2015 zijn de totale inkomsten van Woord en Daad ten
opzichte van 2014 enigszins gedaald. Als noodhulp niet
meegeteld wordt is er sprake van een lichte stijging van de
reguliere inkomsten. De komende jaren staat Woord en Daad
voor de uitdaging om het wegvallen van subsidies zoals MFS
en Prisma te compenseren qua inkomsten. Gezien de nieuwe
werkwijze via projectmatig werken en het team dat voldoende
omvang en expertise heeft staat Woord en Daad goed voorge-
sorteerd om deze ambitie te verwezenlijken.
Koersrisico’s
Het management van het koersrisico is ook in 2015 conform
het beleid uitgevoerd. Er was sprake van een beperkt koers-
verlies, dat binnen de bestaande systematiek kon worden
opgevangen.
Evenwicht en verbinding tussen uitgaven en inkomsten: reserves en liquiditeit
De koppeling tussen inkomsten en uitgaven heeft in 2015 goed
gewerkt, zij het dat de inkomsten in december tegenvielen wat
voor een tekort op de algemene reserve zorgde, omdat op toe-
kenningen niet meer bijgestuurd kon worden. In het begin van
het jaar wordt in de contracten 80% van de contracten toege-
zegd.Delaatste20%wordtpasinhettweedehalfjaardefinitief
toegekend. In 2016 wordt circa 3,5% gekort op de toekenningen
om dit tekort in te lopen, daarnaast wordt er een bedrag apart
gehouden wat alleen uitgekeerd wordt in het volgende jaar als
de algemene reserve positief is.
Beleggingsbeleid en vermogensbeheer
Door de match tussen inkomsten en uitgaven en de voorwaar-
den die aan betaling gesteld worden, is er altijd sprake van
enige liquiditeit. Deze middelen belegt Woord en Daad risico-
loos bij de Rabobank. Een beperkt bedrag (€ 10.000) betreft
een participatie in Oikocredit. Woord en Daad heeft daarnaast
geen beleggingen in aandelen of effecten.
» Rendement beleggingen
JaarGemiddeld saldo
OpbrengstIn procenten
Benchmark (Euribor-dagrente)
2015 € 1.220.607 € 5.853 0,47% -/- 0,1%
2014 € 2.653.674 € 19.656 0,74% 0,13%
2013 € 3.010.613 € 28.361 0,94% 0,13%
2012 € 5.110.885 € 71.627 1,40% 0,65%
2011 € 6.222.324 € 101.220 1,63% 0,90%
Woord en Daad volgt GDN Handreiking Verantwoord
Vermogensbeheerfondsenwervendeinstellingen.Deniet-fi-
nanciële criteria die genoemd worden in de handreiking wor-
den ingevuld via het beleid dat de Rabobank ontwikkeld heeft.
Crisismanagement
Er waren in 2015 geen crisissen die Woord en Daad nood-
zaakten het crisismanagement toe te passen. Wel startte er
een noodhulpactie voor Nepal en voor de vluchtelingen. Daar
is het noodhulpteam op ingezet.
6.3 KWALITEITSMANAGEMENT
• Woord en Daad heeft haar kwaliteitsmanagementsys-
teem ingericht volgens de principes van ISO 9001:2008.
Daarnaast volgen we de Partos-norm 9001 (sectorspeci-
fiekeISOnorm).Ookin2015isdejaarlijksetoetsingweer
afgenomendoordecertificerendeorganisatieCertiked.De
conclusies waren positief, met complimenten voor de orga-
nisatie. Als aandachtspunt kregen we mee dat het MVO-
beleid beter uitgewerkt moest worden. Hier is intussen
gehoor aan gegeven.
56 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
INTERNE ORGANISATIE
• Door de twee interne auditors zijn vijf audits op verschil-
lende afdelingen uitgevoerd om de werking van het kwali-
teitsmanagementsysteem te controleren. Afwijkingen en
verbeterpunten zijn geregistreerd en opgevolgd.
• Het Handboek Organisatie is in samenwerking met de
afdelingsmanagers up-to-date gehouden.
• Door verschillende afdelingen zijn klanttevredenheidonder-
zoeken uitgezet. Een belangrijk onderzoek was het klantte-
vredenheidsonderzoek wat in het voorjaar van 2015 door
een extern bureau onder een groot aantal sponsors van
sponsorkinderen is uitgevoerd. Ook leverde het Keystone
partnertevredenheidsonderzoek veel bruikbare informatie
op: zie voor meer informatie hoofdstuk 4.
• De klachten, signalen en complimenten zijn geregistreerd
en beantwoord: zie het overzicht in hoofdstuk 5.
• In juni 2015 zijn de leveranciersbeoordelingen en de
jaarlijkse Management Review uitgevoerd. Het MT toonde
zich tevreden met het kwaliteitsmanagementsysteem en de
wijze van uitvoering.
• Erismeegewerktaanhetefficiënterinrichtenvande
interne processen op de units Projectadministratie en
Sponsorprograma, in samenwerking met een externe con-
sultant en Arnold van Willigen.
• Volgens het verslag van de vertrouwenspersonen van
Woord en Daad zijn er in 2015 geen klachten en/of meldin-
gen ontvangen. Rina Molenaar stopt per januari 2016 als
vertrouwenspersoon. Door haar nieuwe functie als lid van
de Raad van bestuur is dit niet te combineren met de rol als
vertrouwenspersoon.
6.4 PLANNING, MONITORING EN AUDITING (PMA)
Het is de taak van Planning, Monitoring, Auditing (PMA) om
een goed functionerend systeem van interne beheersing van
de partnerorganisaties te waarborgen.
Enerzijds wordt de interne beheersing van de partnerorga-
nisaties geborgd door het verzekeren van de kwaliteit van
financiëlesystemen.Delokaleaccountantisbetrokkenbij
definanciëleverantwoordingvandepartner.Elkhalfjaar
wordteenfinancieelverslagdooreenlokaleaccountant
gecontroleerd en jaarlijks dient de partnerorganisatie een
goedkeurende accountantsverklaring op de jaarrekening te
presenteren.Eenanderinstrumentomdefinanciëlesystemen
van partnerorganisaties te beoordelen en te verbeteren is een
financialmanagementaudit.Dezeauditswordeneensinde
drie jaar uitgevoerd en zijn bedoeld om de kwaliteit van het
financieelmanagementhoogtehouden.
Anderzijds worden ook andere typen audits bij partnerorga-
nisaties uitgevoerd, zoals PMEL audits, sponsorship audits en
Organisational Standards Assessments (OSA’s).
In2015zijndetoolsvoorPMELauditsenfinancialmanage-
ment audits verbeterd. De tools geven de inhoudelijke secties,
onderzoeksvragen en scoringsmethode weer. De PMEL audits
wordendoorWoordenDaadzelfuitgevoerd,maarfinancial
management audits worden door consultants uitgevoerd omdat
we sterk hechten aan objectiviteit. Door een kritische selectie en
duidelijke instructie van consultants is de kwaliteit van de rap-
portenverhoogdenwordenspecifiekeverbeterpuntengerap-
porteerd waar de partnerorganisaties mee aan de slag gaan.
In 2015 zijn in totaal 19 audits uitgevoerd, waaronder zes
financialmanagementaudits,zesPMELauditsenvijfOSA’s.
De audits hebben bruikbare bevindingen en aanbevelingen
opgeleverd. Vergelijking van de audituitkomsten levert geen
algemeen beeld op, omdat daarvoor de situatie en kwaliteit
van de partnerorganisaties te veel verschilt. Zo heeft bij een
financialmanagementauditdeenepartnerverbeterpunten
ophetgebiedfinanciëlerapportageendeandereopfinanciële
staf of planning en budgettering. De geauditeerde partner-
organisaties zijn ieder met hun eigen actieplan aan de slag
gegaan. In een enkel geval was een uitgebreider verbeter-
traject nodig. Zo is bijvoorbeeld bij een partnerorganisatie in
Burkina Faso de sponsorafdeling gereorganiseerd.
Leerpunten van 2015
• De verbetering van de tools voor het uitvoeren van een
PMELauditenfinancialmanagementaudithebbengeleidtot
hogere kwaliteit van de auditrapportages en concrete verbe-
tering van de interne beheersing van partnerorganisaties. In
2016 willen we daarom ook de andere audittools verbeteren.
• Verificatievandeauditbevindingendoordepartnerorga-
nisatie is cruciaal voor de acceptatie van het auditrapport
en de voorgestelde aanbevelingen. In 2015 is dit sterker
geadresseerd in de auditprocessen.
• De opvolging van actiepunten kan worden verbeterd door
deze te verankeren in de planning en control cyclus en
ervoor te zorgen dat de actiepunten ook worden meegeno-
men in de projecten van de partnerorganisatie.
Uitdaging in 2016:
• Het doorontwikkelen van de OSA-tool waarbij de leerpun-
ten van de afgelopen jaren worden meegenomen.
6.5 CODES/CERTIFICERING
Woord en Daad:• onderschrijft de Code of Conduct van het Internationale Rode
Kruis, een internationale gedragscode voor hulporganisaties;
• volgt in noodhulp en wederopbouw de Sphere Standards;
• werkt in fondsenwerving met de Gedragscode van Goede
Doelen Nederland;
• bezit het CBF-keurmerk (inbegrepen zit de Code Goed
Bestuur voor Goede Doelen);
• isISO-gecertificeerd;
• isPartos-9001gecertificeerd;
• Werkt volgens COSO.
57Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
58
TIMMERMANSOOG
BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
58 Woord en Daad JAARVERSLAG 201518
BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
7.1 INLEIDING
De raad van toezicht van Woord en Daad heeft een
belangrijke toezichthoudende rol wat betreft de
invulling van de missie en visie van de organisatie. De
bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij de raad van bestuur.
Vanuit bestuurlijk oogpunt is de scheiding tussen toezicht en
bestuur doorgevoerd conform de Code Goed Bestuur voor
Goede Doelen.
Statutaire naam
Stichting Woord en Daad (verkorte statutaire naam, volledige
statutaire naam is Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord
en Daad), is gevestigd te Gorinchem.
7.2 BESTUURLIJKE VERANTWOORDING
Raad van bestuur
De raad van bestuur bestaat per 31 december 2015 uit Dr.h.c.
Ir. Jan Lock (directeur-bestuurder). Statutair heeft de raad
van bestuur beleidsmatig de verantwoordelijkheid voor de
organisatie. De directeur-bestuurder heeft verschillende
nevenfuncties. Een overzicht hiervan vindt u in bijlage 2. Vanaf
1 januari 2016 functioneert er weer een tweehoofdige raad
van bestuur. Daartoe heeft de raad van toezicht in oktober
2015 Rina Molenaar MSc. benoemd.
Raad van toezicht
De raad van toezicht keurt het door de raad van bestuur vast-
gestelde beleid goed. Tevens is het zijn verantwoordelijkheid
om het functioneren van de raad van bestuur te beoordelen.
De raad van toezicht bestaat per 31 december 2015 uit zeven
leden (zie voor samenstelling en rooster van aftreden bijlage
1. Ds. C. (Coen) Westerink is voorzitter. De raad van toezicht
wordt samengesteld op basis van een goede mix van inhoude-
lijke en bestuurlijke competenties. De leden van de raad van
toezicht hebben zitting gedurende een periode van vier jaar
en kunnen tweemaal worden herbenoemd. Per 31 december
2015 was de samenstelling als volgt (zie tabel onderaan de
pagina):
Jenny Achterstraat AA heeft zich in juli uit de raad van toezicht
teruggetrokken. Zij is niet vervangen, omdat alle aandachtsge-
bieden in de huidige raad van toezicht bezet zijn. Naar aanleiding
van de vernieuwing van de raad van toezicht en de vernieuwing
van de raad van bestuur en organisatie heeft de raad van toezicht
voorgenomen zich in 2016 weer extern te laten spiegelen.
Nevenfuncties van raad van toezicht-leden zijn te vinden in
bijlage 2.
De raad van toezicht vergaderde in 2015 zeven keer in aanwe-
zigheid van de raad van bestuur. Delen van twee vergaderingen
waren zonder de raad van bestuur (met name als het ging om de
beoordeling van de raad van bestuur en de organisatievernieu-
wing). Tijdens de vergadering in maart 2015 keurde de raad van
toezicht de jaarrekening goed. Goedkeuring van het jaarplan
vond plaats in december 2015. In diezelfde vergadering vond de
evaluatie van de raad van bestuur plaats. De accountant was aan-
wezig in de maartvergadering, waarin jaarverslag en jaarrekening
passeerden.
Jaarlijkse evaluatie raad van toezicht
De reguliere evaluatie van de heer Nobel in 2014 was in ver-
band met verblijf in het buitenland uitgesteld tot het voorjaar
van 2015. Hij is positief geëvalueerd.
Financiële auditcommissie
Definanciëleauditcommissie(voorsamenstellingziebijlage
1)adviseertderaadvantoezichtinzakefinanciëlevoorstellen
vanderaadvanbestuurengeefthaaropinieoverdefinanciële
handelwijze van de raad van bestuur en de verslaglegging
hierover. De auditcommissie vergaderde in 2015 drie keer:
eenmaal over de jaarrekening 2015, een keer over de begro-
ting 2016 en een keer over algemeen lopende zaken, met
name rond het risicobeleid.
Accountant en benoeming accountant
Om zijn toezichthoudende taak goed uit te kunnen oefenen
laat de raad van toezicht de raad van bestuur en de onder
de raad van bestuur functionerende organisatie extern en
onafhankelijkcontrolerenophetfinanciëledoenenlatenen
de procesmatige gang van zaken. Daartoe benoemt zij een
» Raad van toezicht
Lid raad van toezicht Beroep Aandachtsgebied binnen Woord en Daad
Ds. Coen Westerink Predikant Voorzitter. Aandachtsgebied identiteit van de organisatie
Piet Nobel RA Registeraccountant Begroting,budgetinclusieffinanciëleenfiscalezaken,personeelenorganisatie
Dr. Richard Toes Locatiedirecteur Guido de Bres Onderwijs
Mr. Margreeth Overbeeke - Boer Jurist en verslaggever bij de NOS Lobby en advocacy, beleidsbeïnvloeding, communicatie en bewustwording, juridische zaken
Dr. Pieter Honkoop MDL-arts; ervaring in tropische geneeskunde WASH, Basisvoorzieningen en humanitaire hulpverlening
Ing. Bart Jaspers Faijer Wethouder; landbouwkundige Landbouw, voedselzekerheid, resultaatmanagement en leren
Ing. Kees van Burg Directeur kapitaalinvesteringen Dow Chemical Arbeid en Inkomen (microkrediet, vaktraining, Job & Business Centres) i.c.m. het Business Platform; Investeringsmogelijkheden, businessplannen
59Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
accountant. In 2015 was Accon avm uit Gorinchem de accoun-
tant van Woord en Daad. De accountant neemt zowel deel aan
de vergaderingen van de auditcommissie als aan de vergade-
ring van de raad van toezicht waarin de jaarrekening passeert.
Beoordeling van de raad van bestuur
In de maart- en decembervergadering beoordeelde de raad van
toezicht op basis van resultatenrapportage en evaluaties het
functioneren van de raad van bestuur. De organisatie wordt een
keer per twee jaar geëvalueerd door verschillende belang-
hebbenden (klankbordgroep comités, adviesgroep bedrijven,
partnernetwerk en ondernemingsraad). Deze evaluaties zijn
meegenomen in de beoordeling van de raad van bestuur.
7.3 BELONING EN SALARIS RAAD VAN BESTUUR
De raad van toezicht heeft het bezoldigingsbeleid, de hoogte
van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldi-
gingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek
geactualiseerd. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid
en de vaststelling van de beloning blijft Woord en Daad ruim
binnen de Adviesregeling Beloning Goede Doelen van de VFI
en de Code Wijffels. De regeling geeft aan de hand van zwaar-
tecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. De weging
van de situatie van de heer Lock vond plaats door de raad van
toezicht. Dit leidde tot een zogenaamde BSD-score van 485
punten, met een maximaal jaarinkomen van € 124.233
De voor de toetsing, aan de geldende maxima, relevante werkelijk
jaarinkomen van de directie bedroeg in 2015 € 99.918. Deze
beloning bleef binnen het geldende maximum. Het jaarinkomen,
de belaste vergoedingen, de werkgeversbijdrage pensioen bleven
voor de heer Lock met een bedrag van € 114.006 binnen het in de
regeling opgenomen maximum bedrag van € 178.000 per jaar. De
belaste vergoedingen, de werkgeversbijdrage pensioen stonden
bovendien in een redelijke verhouding tot het jaarinkomen. De
hoogte en samenstelling van de bezoldiging worden in de jaarre-
kening toegelicht op de staat van baten en lasten.
De actuele salariëring van de raad van bestuur van Woord en
Daad is net als die van andere personeelsleden gebaseerd op
BBRA. Ook de functies binnen de raad van bestuur worden via
FUWASYS beoordeeld.
Beloning raad van bestuur Directeur-bestuurder
Schaal 16, trede 10
Percentage dienstverband 100
Salarissen raad van bestuur € 99.918
» VFI-norm salarissen directiefuncties
Directeur-bestuurder
Weging volgens GDN-systematiek (de zoge-naamde BSD, Basis Score voor Directiefuncties)*
485
Maximumsalaris volgens GDN-norm bij deze functiezwaarte en -omvang.
€ 124.233 (Goede Doelen Nederland-norm bij 100%:
De puntentelling volgens de GDN-norm met betrekking tot
maximumsalarissen passend bij de complexiteit en grootte van
de organisatie is in 2015 door de raad van toezicht beoordeeld
en vastgesteld.
7.4 BESTUURLIJK FUNCTIONEREN
Organisatie en Code Wijffels
De organisatie staat onder leiding van de raad van bestuur.
De verhouding tussen de raad van toezicht en de raad van
bestuur is geregeld conform de Code Wijffels en vastgelegd in
de statuten.
De organisatie is opgesplitst in vijf afdelingen. De opbouw was
per 31/12/2015 als volgt:
Afdeling Onder leiding van
Finance en Control Jan van der Bas QCAssistent-manager: drs. Arnold van Willigen
Communicatie en Fondsen Rina Molenaar MSc
Partners en Programma’s Ir. Jacob Jan Vreugenhil
Agribusiness en Enterprise Development Ing. Maarten van Middelkoop
Resultaatmanagement en Leren Dr. ir. Wim Blok
De managers van de afdelingen vormen onder voorzitter-
schap van de raad van bestuur met elkaar het management-
team. Het managementteam adviseert de raad van bestuur
over besluitvorming. Afwijking van het advies wordt via de
notulen van het managementteam vastgelegd. De raad van
toezicht neemt kennis van deze notulen. Vanaf 1 januari
2016 is er geen managementteam meer, maar is er sprake
vaneenstrategischoverlegmeteenvastekerneneenflexi-
bele schil.
In de uitvoering heeft de raad van bestuur verantwoorde-
lijkheden en bevoegdheden gedelegeerd aan de afdelings-
managers. De procedures hiervoor zijn vastgelegd in het
Organisatiehandboek. Via interne controle wordt naleving van
de procedures door de afdeling Finance en Control gerap-
porteerd aan de raad van bestuur. Woord en Daad kent een
zevental staffuncties. Zie het organogram in bijlage 4.
Onkostenvergoedingen
Woord en Daad voert een sober onkostenvergoedingenbe-
leid met het oog op haar rentmeesterschap. De leden van
de raad van toezicht krijgen alleen een onkostenvergoeding.
In de praktijk betreft dat een vergoeding voor de verreden
kilometers en vergoeding voor porti en telefoonkosten. De
vergoeding bedraagt per gereden kilometer € 0,28.
Nevenfuncties
De nevenfuncties van de raad van bestuur en de leden van de
60 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
raad van toezicht worden genoemd in bijlage 2. Vóór het geven
van goedkeuring voor het aangaan van nieuwe nevenfunc-
ties door raad van toezicht-leden worden deze getoetst aan
de statuten van Woord en Daad. Er zal geen goedkeuring
plaatsvinden als er risico bestaat op belangenverstrengeling of
afhankelijkheid.
Evalueren en leren
Evalueren en leren is structureel verankerd binnen de
beleidscyclus van Woord en Daad. Meer informatie hierover in
hoofdstuk 4.
Jaarverslag
Het jaarverslag gaat in op zowel het werk in Afrika, Azië en
Midden- en Zuid-Amerika als op het werk in Nederland en
Europa. Woord en Daad beschikte in 2015 over voldoende
middelen om haar werk voor het grootste deel volgens de voor-
genomen plannen en langs de strategische lijnen uit te voeren.
Aan de inkomstenkant was er sprake van een groei bij
Bedrijven en Vermogensfondsen. De inkomsten vanuit
Particulieren en Institutionele Fondsen bleven achter.
Jaarrekening
Voorgedetailleerdefinanciëlegegevenswordtuverwezen
naar de jaarrekening met toelichting.
In het operationeel jaarplan voor 2015 is een begroting onder-
bouwd van € 34.426.774. Een deel daarvan (€ 4.485.000) zat
in de categorie ‘niet goed te voorspellen inkomsten’.
Door de koppeling van uitgaven aan inkomsten is er sprake
van een goed evenwicht tussen baten en lasten waarbij
tevens bestemmingsfondsen die aan het begin van het jaar
beschikbaar waren werden ingezet. Als gevolg van de lagere
inkomsten lagen de kosten voor beheer en administratie en de
kosten eigen fondsenwerving boven de vastgestelde normen.
Begroting 2015, meerjarenbegroting en beleidsvoornemens
Na de jaarrekening is de begroting over het jaar 2015 en de
meerjarenbegroting opgenomen. De beleidsvoornemens zijn
vastgelegd in hoofdstuk 8 van dit jaarverslag.
Overige beleidsuitgangspunten, van belang voor bestuurlijke verantwoordelijkheid en functioneren
VermogenHet vermogen van de stichting is opgesplitst conform de
regels van het CBF in reserves.
ReservesWoord en Daad streeft naar een evenwicht tussen inkomsten
en uitgaven. De opbouw van het operationeel jaarplan is
daarop afgestemd: tegenover bestedingen dienen via fondsen-
wervinginkomstentestaan.Dekoppelingtussenspecifieke
inkomstenenspecifiekeuitgaveniszobetergeborgd.
FondsenDe bestemmingsfondsen zet Woord en Daad overeenkomstig
de bestemming in bij de uitvoering van de projecten. Indien
er bij projecten in aanvang nog te weinig fondsen binnen
zijn, wordt per balansdatum het tekort aangevuld vanuit het
algemeen fonds. Indien alsnog via fondsenwerving dekking
voor het project gevonden wordt, wordt dit bedrag terugge-
boekt naar het algemeen fonds. Tot de bestemmingsfondsen
behoren ook de sponsorfondsen.
BeleggingsbeleidDoordat aanvaarde projecten meestal in termijnen betaald
worden en het opstarten van nieuwe projecten tijd vergt, zijn
er tijdelijke liquiditeiten aanwezig. Deze worden risicoloos
belegd (zie verder paragraaf 6.2 risicomanagement).
Procesbeheersing en risicobeheersingStichting Woord en Daad streeft transparantie na bij de uitvoe-
ring van de werkzaamheden. De toekenning van de fondsen,
besteding van fondsen, bewaking van project- en program-
ma-uitvoering en -rapportage vonden in 2014 plaats volgens
de kaders, procedures en processen, zoals vastgesteld door de
stichting. Zie voor een beknopte beschrijving van deze kaders,
procedures en processen bijlage 5. Door de raad van toezicht
wordt vanuit die gegevens toezicht gehouden. In dezelfde
bijlage is de werkwijze rond risicobeheersing opgenomen.
In een afzonderlijke verklaring geeft de accountant een
oordeel over de beheersing van deze processen. Het doel
vandezebeschrijvingishetafleggenvanverantwoording
over de wijze waarop Woord en Daad de haar toevertrouwde
middelen beheert en besteedt. Daarnaast borgt Woord en
DaadhaarprocessenviahetISO9001–2000.Ditcertificaat
verkreegWoordenDaadin2002.Hetcertificaatisin2014
verlengd en geldt tot 2016.
De normpercentages voor overheadSinds 2011 werkt Woord en Daad met kostennormen voor
beheer en administratie en een eigen norm voor kosten eigen
fondsenwerving. De norm beheer en administratie is 3,1%, die
voor kosten eigen fondsenwerving 6%.
De organisatiekosten liggen redelijk in lijn met de begroting
(totaal 86K hoger dan de begroting). In 2015 zijn kosten
gemaakt in verband met de samenwerking, die binnen de
begroting gecompenseerd konden worden door onder andere
lagere afschrijving hardware (door latere investering in nieuw
serverpark) en besparing op fondsenwervingskosten. Het
overheadpercentage komt op circa 8,96% uit (wat dus fors
hoger is dan in 2014, toen 7,93%). Overheadkosten liggen
dus redelijk in lijn met de begroting, de inkomsten zijn echter
lager uitgekomen, vandaar dat het normpercentage van 7,5%
niet gerealiseerd is. Kosten Beheer & Administratie komen
uit op 3,14% van de inkomsten (was 3,05% in 2014), CBF-
percentage (kosten eigen fondsenwerving gedeeld door
61Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
inkomsten eigen fondsenwerving) 7,14% (was 6,37% in 2014).
De norm kosten fondsenwerving niet eigen fondsenwerving
versus baten niet eigen fondsenwerving bedraagt in 2015 qua
realisatie op 3,14% (in 2014 op 2,33%).
De normpercentages voor vaste programmaonderdelen binnen de doelstellingDaarnaast stuurt Woord en Daad op verdeling tussen
programma’s en vaste programma-uitgaven zoals uitgaven
voor inhoudelijke ondersteuning (partnerrol), uitgaven
voor monitoring en evaluatie (PMEL) en uitgaven voor het
programma bewustwording. Voor 2014 waren voor deze
programma-uitgaven/uitgaven aan de doelstelling, de normen
verbonden zoals verwoord in bijlage 5. In 2015 werd een
doelbestedingsratio behaald van 88,07% van de totale
bestedingen.
40
35
30
25
20
15
10
5
0
19
75
19
80
19
85
19
90
19
95
20
00
20
05
20
10
20
15
× m
iljo
en
8 fte
10 fte
20 fte
subsidie
noodhulp
8,4%
9,4% 9,4%
7,8% 7,9% 7,7%
11,01%
9,18%
10,1%
Kosten
8,96%
fte
61,33
Reguliere inkomsten
19,680 mln.
21,774 mln.Vermeerderd metextra inkomstenderden
Totale inkomsten
29,248 mln.Vermeerderd met subsidies overheden
» Inkomsten 1975 t/m 2015 Gerealiseerd en begroot
62 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BESTUREN EN TOEZICHT HOUDEN
7.5 VERANTWOORDINGSVERKLARING RAAD VAN TOEZICHT
Conform de Code goed Bestuur voor goede Doelen maakt Woord en Daad een helder onderscheid tussen besturen en toezicht
houden.
• Besturen: richting geven, zorgen voor het verwerven van de nodige middelen, het besteden en beheren daarvan en voor het
adequaat functioneren van de organisatie.
• Toezicht houden daarop, zowel vooraf als achteraf.
In 2015 is besloten om de samenwerking met Red een Kind te beëindigen. De bestuurder heeft de opdracht gekregen om gegeven
de nieuwe situatie opnieuw naar de toekomst van Woord en Daad te kijken. Dat is voortvarend opgepakt.
De bestuurder heeft de opdracht samen met MT en medewerkers uitgewerkt en in een serie vergaderingen in maart, mei, juni en
septembergepresenteerd.Datheeftgeleidtoteenvernieuwdebesturingsfilosie,eenvernieuwdgovernancemodel(waarinvanaf
1 januari 2016 twee bestuurders functioneren) en een vernieuwde werkwijze zonder de managementlaag. Op 19 juni is de bestu-
ringsfilosieendegovernancestructuurgoedgekeurd.Inseptemberwerddewerkwijzegoedgekeurd.
Ook heeft een aantal afdelingen een presentatie verzorgd voor de raad van toezicht. De naar aanleiding van de presentatie ont-
stane discussie maakte het voor de raad van toezicht helder hoe de organisatie zelf haar processen beheerst en aanstuurt.
Toezicht houden is alleen mogelijk als de organisatie ‘in control’ is. De raad van toezicht heeft vastgesteld dat de organisatie
beschikt over een Handboek Organisatie, waarin alle processen en risico’s zijn vastgelegd. De voortgang van het operationeel jaar-
plan, afgeleid van het voor een periode van drie jaar vastgestelde beleidsplan, wordt gevolgd door een periodiek intern opgesteld
zogenaamd koersrapport. De raad van bestuur voegt aan dit rapport zijn visie toe en deze zaken worden met de raad van toezicht
besproken. Daarnaast worden binnen Woord en Daad interne audits uitgevoerd. Met dit alles is de raad van toezicht in staat om
zijn toezichthoudende rol te vervullen. De leden van de raad van toezicht bezoeken jaarlijks diverse programma’s in het Zuiden en
kunnen daar zelf, aangevuld met informatie uit de gesprekken met de partnerorganisaties, vaststellen hoe de programma’s worden
gevolgd en de gemaakte afspraken worden nagekomen.
Elke vergadering evalueren de raad van bestuur en de raad van toezicht de loop van de vergadering. Op deze wijze ontstaat weder-
zijds vertrouwen en raken er geen zaken onder ‘tafel’ of blijven onbesproken.
Periodiek worden door middel van peer reviews ook de individuele leden van raad van toezicht door elkaar beoordeeld. De raad
van toezicht werkt in de praktijk overeenkomstig de aanbevelingen in de Publieke Management Letter voor de goede doelen
sector.
Ds. C. WesterinkVoorzitter raad van toezicht
11 maart 2016
63Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
64
DUURZAAM VAKMANSCHAP
TOEKOMSTVISIE
64 Woord en Daad JAARVERSLAG 201518
TOEKOMSTVISIE
8.1 INLEIDING
Het nieuws werd in het grootste deel van 2015 gedo-
mineerd door de enorme aantallen vluchtelingen in de
wereld, waarvan velen richting Europa komen. In de
komende jaren zal de vluchtelingenstroom hoogstwaarschijn-
lijk niet minder worden. Onder de vluchtelingen bevinden zich
grote groepen jonge migranten uit West-Afrika. Ze zoeken
naar nieuwe kansen, teleurgesteld als ze zijn in de mogelijk-
heden in eigen land. Migratie is voor veel mensen en achter-
blijvende families een manier om extra inkomen te verwerven.
Het creëren van lokale werkgelegenheid en het opleiden van
jongeren tot vakmanschap in diverse sectoren zijn belangrijke
sleutels voor het bieden van duurzaam toekomstperspectief in
eigen land.
Klimaatverandering bepaalde mede de internationale poli-
tieke agenda in 2015. De realiteit ervan ervaren miljoenen
boeren en burgers wereldwijd. Verhoging van temperatuur
en onregelmatigere regenval bedreigt de voedselvoorziening
van miljoenen mensen wereldwijd, en leidt steeds vaker tot
natuurrampen. Dit vraagt om aanpassingen in de landbouw en
agrarisch vakmanschap om duurzaam te kunnen produceren.
Op 25 september 2015, aanvaardden 193 landen de ontwik-
kelingsagenda tot 2030, getiteld ‘Transforming our World’.
De bestrijding van zowel armoede als klimaatverandering
vormt de kern. Het doel is een inclusieve sociale, economische
en ecologische ontwikkeling. Het nadenken met mensen in
Nederland over hun leefgedrag is dan ook belangrijk.
Woord en Daad werkt vanaf 2016 met een nieuw beleids-
plan. In een steeds sneller veranderende omgeving willen we
flexibelenadequaatbijdragenaanduurzameveranderingvoor
armen en gemarginaliseerden. Dat vraagt vakmanschap op
veel verschillende niveaus. Daarvoor zetten we ons in.
8.2 ALGEMEEN
Wereldwijde armoede blijft een groot en complex maatschap-
pelijk probleem. De komende jaren zet Woord en Daad zich in
om dieperliggende oorzaken van armoede en buitensluiting te
analyseren en te adresseren. Daarbij steunen we initiatieven
om de allerarmsten beter te bereiken en te betrekken. Dat kan
in bestaande programma’s van partners, maar ook in nieuwe
gebieden in fragiele regio’s, eventueel met nieuwe partners.
Woord en Daad zet hierbij zowel in op sociale ontwikkeling als
op economische ontwikkeling, rekening houdend met prioritei-
ten en behoeften van de armen zelf. We vinden het essentieel
om hierbij samen te werken met actoren uit diverse sectoren.
Zo ontstaat duurzame toegang tot diensten en dienstver-
leners. Het is onze overtuiging dat verandering alleen kan
beklijven als mensen zelf verantwoordelijkheid nemen en zich
organiseren, op kleinere en grotere schaal. Aan die vormen van
organisatie geeft Woord en Daad steun, ook middels partner-
schappen. Met als doel dat het welzijn van mensen duurzaam
verbeterd wordt.
Woord en Daad continueert het werken vanuit vier onder-
scheidende rollen. Elke rol draagt op eigen wijze bij aan het
behalen van de doelstellingen en heeft eigen speerpunten:
• Donor: We bieden steun aan programma’s op maat van hoge
kwaliteit, die toegevoegde waarde bieden en een verschil
maken voor de diverse doelgroepen. Deze steun verloopt via
capabele, zelfstandige nationale organisaties en relevante,
effectieve samenwerkingsverbanden. Waar er onvoldoende
capaciteit is om de allerarmsten te bereiken, wil Woord en
Daad lokale capaciteit opbouwen en/of versterken.
• Partner: We willen een diepgaand begrip hebben van lokale
contexten,ontwikkelingenenmogelijkheden.Specifieke
kennis en expertise is nodig om (strategisch) toegevoegde
waarde te (kunnen) bieden aan partners en samenwer-
kingsverbanden. Het gaat erom gezamenlijk innovatieve
aanpakken in armoedebestrijding te ontwikkelen/verbete-
ren en toe te passen.
• Leverancier: We bieden betaalde dienstverlening aan
professionele ontwikkelingsorganisaties om operationele
verbeteringendoortevoeren,staftetraineninspecifieke
vakgebieden, PMEL en IF. Ook bieden we het product ‘JBS’
aan en geven tegen betaling bijbehorende trainingen.
• Verbinder/makelaar: We willen mensen/organisaties verbin-
den in Noorden en Zuiden in de strijd tegen armoede, door
(gezamenlijke) bewustwording, beleidsbeïnvloeding en het
inzetten van kennis, vaardigheden, fondsen en dergelijke.
8.3 WERK IN HET ZUIDEN
Regionale allianties en partners, met beleid en slagkracht in de
eigen regio, zoeken steeds meer samenwerking met anderen
in eigen land en regio. Die beweging ondersteunt Woord en
Daad krachtig. Het gaat erom toegevoegde waarde te kunnen
bieden in multi-actor samenwerking. We zetten actief in om
gebruik te kunnen maken van fondsen, die in toenemende
mate in het Zuiden beschikbaar komen. De verschuivingen
en veranderingen in de omgeving van partners van Woord en
Daad, vraagt om een innovatieve en ondernemende houding
van hen. Onze ondersteuning wil dat versterken.
Het aantal kinderen dat de lagere school bezoekt is de afge-
lopen tien jaar sterk gestegen, hoewel er wereldwijd nog 57
miljoen kinderen geen onderwijs ontvangen. Dalende onder-
wijskwaliteit in veel landen raakt nog veel meer kinderen.
Vooral arme kinderen en jongeren maken hun onderwijs niet
af, of stromen niet door naar vervolgonderwijs of training in
relevant vakmanschap. Woord en Daad zet zich ervoor in dat
kinderen/jongeren onderwijs goed doorlopen en hun kennis,
vaardigheden en waarden inzetten in hun leven en werk. Dat
betekent voor ons ook steun voor het psychosociale en fysieke
welzijn van kinderen en hun families. Betrokken ouders, die
een veilige en stimulerende omgeving kunnen bieden, vormen
een belangrijke springplank voor hun kinderen. Factoren die
drop-out veroorzaken zullen dieper onderzocht en geadres-
seerd worden. We geven daarom steun aan innovatieve
benaderingen om kwaliteit op de scholen te verbeteren via
65Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
netwerken of op sector niveau. Woord en Daad, in samen-
werking met Driestar Educatief, zal dit vooral doen via een
wereldwijd onderwijsnetwerk, dat samenwerkt met overhe-
den en andere relevante actoren. Extra aandacht daarbij krijgt
het versterken van christelijk onderwijs.
Economische ontwikkeling in veel landen waar Woord en
Daad werkt, gaat gepaard met een groeiende behoefte aan
geschoold personeel en vakmanschap, afgestemd op de markt.
Toch blijft het aantal banen achter op het aantal jongeren op de
arbeidsmarkt. Er is behoefte aan productiviteitsverhoging in de
informele sector en in rurale gebieden, omdat daar de grootste
mogelijkheden voor werk liggen. We zetten ons in om vooral
arme en gemarginaliseerde jongeren, vaak drop-outs, te trainen
en te begeleiden/bemiddelen naar werk of een eigen bedrijfje,
en follow-up te bieden. Het doel is een duurzaam inkomen,
als basis voor een menswaardig bestaan. Naast technische en
ondernemersvaardigheden, zijn een verhoogde motivatie en
zelfwaardering essentieel voor hun succes. We streven naar de
verduurzaming van de training en coaching, in samenwerking
met overheid en andere belanghebbenden.
Gebrek aan schoon drinkwater heeft directe consequenties voor
hygiëne en gezondheid. Water is ook in toenemende mate een
beperkende factor voor voedselproductie. In enkele Afrikaanse
landen, Bangladesh en Haïti heeft Woord en Daad als doel om
goede hygiëne, lokale drinkwatervoorziening en duurzaam
waterbeheer voor landbouw te bevorderen met een focus op
kleinschalige irrigatie met lage-kosten technologie. Dit moet op
zo’nwijzegebeurendatookdeallerarmstenmeeprofiteren.
Woord en Daad zet zich sterk in om landbouwkundige waar-
denketens te versterken, die winstgevend zijn én werkgelegen-
heid en inkomen creëren voor een sterk groeiende en jonge
bevolking. Het gaat om nieuw perspectief in landen, waar
armen onvoldoende worden meegenomen in economische
ontwikkelingen en waar voedselzekerheid afneemt. Dit vraagt
om samenwerking van (veelal kleinschalige) producenten,
verwerkingsindustrieën, overheid en internationale handel.
Daarbij gaat het om verhoging van productiviteit en kwaliteit
in de keten, de verbinding tussen boer en verwerker, toegang
totland,kennis/training(ookinafgelegengebieden),financiën/
aangepastefinanciëleproductenenmarkteneneenover-
heidsbeleid dat dit ondersteunt/mogelijk maakt.
Gezien alle ontwikkelingen in de wereld, zullen rampen en
conflictennietminderworden.WoordenDaadzetblijvendin
op noodhulp via partners (bij calamiteiten in/vlakbij hun werk-
gebieden) en continueert samenwerking met het Christelijke
Noodhulpcluster. Woord en Daad zet zich vooral in op hulp bij
de herstelfase.
8.4 WERK IN HET NOORDEN
De communicatie en fondswerving van Woord en Daad is erop
gericht om de trouwe achterban blijvend bij Woord en Daad
te betrekken, en nieuwe groepen te interesseren. Dit gebeurt
op maat, met veel ruimte voor interactie en inbreng vanuit
desponsors.Hetbeproefdesponsormodelwordtflexibeler
gemaakt, beter afgestemd op veranderende contexten. We
investeren daarnaast in contacten met scholen en kerken, met
mogelijkheden voor nieuwe, digitale vormen van contact/uit-
wisseling met het Zuiden.
Er is veel verschuiving in ‘donor-land’, maar tegelijk ziet Woord
en Daad nieuwe kansen. De eisen voor subsidievoorstellen
worden hoger, maar professionaliteit en het bereiken van
impact openen ook deuren. Cruciaal hierbij zijn goede kennis
van de context, expertise en ervaring, en het vermogen om
multidisciplinair te werken, in samenwerking met andere
belanghebbenden. Meer en meer kunnen Woord en Daad
en partners gebruik maken van institutionele fondsen in het
Zuiden. We bouwen ook verder aan relaties met middelgrote
bedrijven en een groeiend aantal vermogensfondsen.
MVO en globalisering zijn onderdeel geworden van veel
bedrijven. Ze zijn bereid hun bijdrage te leveren, en hebben
steeds vaker een voorkeur voor investeringen. Woord en Daad
werkt met een persoonlijke benadering richting de bedrijven,
met ruimte voor projectmatige aanpakken. Daarbij verbinden
we bedrijven met sectoren en waardenketens, waarmee deze
bedrijven zich verwant voelen.
Woord en Daad draagt haar visie op ontwikkelingssamenwer-
king uit naar de eigen achterban, maar ook naar het bredere
publiek. We willen daarmee betrokkenheid bij de armoede-
problematiek vergroten. Daarbij gebruiken we steeds meer
nieuwe, sociale media.
Door middel van beleidsbeïnvloeding en bewustwording
vraagt Woord en Daad aandacht voor de sterke, en tegelijk
complexe, relatie tussen armoede, klimaat en de beschikbaar-
heid van natuurlijke hulpbronnen. Coherentie van beleid,
zowel nationaal als internationaal, in Noorden en Zuiden, is
daarvoor essentieel. We willen daarnaast aandacht vragen
voor een duurzame levensstijl. Woord en Daad brengt hier-
voor ervaring uit Noorden en Zuiden samen. We bieden ook
ondersteuning om lobbycapaciteit in het Zuiden te versterken.
8.5 PROJECTMATIG WERKEN
Woord en Daad is erop gericht om mensen optimaal in hun
kracht te zetten, om een bijdrage te leveren aan de doelstellin-
gen van Woord en Daad. Gezien de veranderende omgeving,
gaathetdaarbijsteedsmeeromflexibeleinzetbaarheid.
Talentmanagement en het bieden van kansen spelen een essen-
tiële rol in een aangepaste Woord en Daad structuur vanaf 1
januari 2016, die projectmatig samenwerken met meer zelfstu-
ring faciliteert. De HRM afdeling heeft daarin een belangrijke
ondersteunende functie.
66 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
TOEKOMSTVISIE
8.6 STERKTE – ZWAKTE ANALYSE
» Sterkte-zwakte analyse van het werk van Woord en Daad in het Zuiden
Sterk Zwak
Allianties Woord en Daad en partners zijn in toenemende mate actief en effectief in diverse netwerken
Focus op toegevoegde waarde is nog niet bij alle netwerken aanwezig
Doelgroepen Sterke aandacht voor inclusie van verschillende doelgroepen, met name ook de allerarmsten, in het werk van onze partnerorganisaties
Geschikte methodologie om allerarmsten te vinden en effectief te bereiken is nog beperkt
Interventies Duidelijke visie op samenhang van sociale en bedrijfsmatige interventies Beperkt vertrouwen tussen sociale en private actoren bij opstart van interven-ties die sociale en bedrijfsmatige aspecten integreren
Kansen Bedreigingen
Nieuwe business Nieuwevormenvanpartnerschappenenfinancieringsbronnen Door een eenzijdige aandacht voor economische ontwikkeling ontstaat een grotere kloof tussen arm en rijk
Regionale fondsen Inspelen op de regionale beschikbaarheid van institutionele fondsen voor partners
Grotere concurrentie op lokale fondsen verkleint het succes op toegang tot regionale fondsen
Context Meer openheid vanuit andere sectoren tot samenwerking Wereldwijd dreigingsniveau neemt toe met als gevolg grote migratie-stromen
Vertaling naar de praktijk
Allianties Ruimte creëren voor nationale allianties naast regionale allianties, toelaten van niet-implementerende partners en de rol van
W&D beperken.
Doelgroep Er komen scherpere analyses van dieperliggende oorzaken van armoede, en ontwikkeling van innovatieve aanpakken om aller-
armsten te bereiken.
Interventies In het nieuwe beleid wordt vanuit een integrale benadering gewerkt, met oog voor het eigene van bedrijfsmatige en sociale aanpakken.
Nieuwe business De focus blijft liggen op het verbinden van armen met de markt.
Regionale fondsen Fondswervingscapaciteit wordt uitgebreid en versterkt.
Context Gevolgen van klimaatverandering en toenemende vluchtelingenstromen leiden tot nieuwe aanpakken om lokale veerkracht en
kansen te vergroten.
» Sterkte-zwakte analyse van het werk van Woord en Daad in Nederland
Sterk Zwak
Achterban Identiteit geeft verankering in de achterban met brede doelgroepbenadering Achterban heeft incompleet beeld van de rol van Woord en Daad in ontwikkelingssamenwerking
Afhankelijkheid Beperkte afhankelijkheid van subsidies door stevige inkomstenbron vanuit achterban
Onvoldoende afstemming en inzicht in werk van andere donoren bij onze partners
Capaciteitsopbouw Leveren van capaciteitsopbouw, advies en innovatie vanuit eigen organisatie en netwerk
Support is nog onvoldoende van strategisch gehalte
Kansen Bedreigingen
Fondsen Nieuwe fondsen voor klimaatverandering en vluchtelingen komen beschikbaar Grote aandacht voor vluchte-lingenproblematiek in Europa, kan leiden tot minder fondsen voor andere thema’s
Draagvlak Hoog draagvlak voor inter-nationale samenwerking in de achterban Eenzijdige verantwoordingsdrang op kosten zonder oog voor kwaliteit en impact
Bedrijfsbehen-digheid
Veranderde context vraagt om aanpassing van organisatie en strategie op projectmatig werken
Niet meebewegen leidt tot teruglopende inkomsten en relevantie
Vertaling naar de praktijk Achterban Sterkere op maat benadering voor optimale informatie en betrokkenheid van de achterban.
Afhankelijkheid Eigenfondsenwervingvanpartnerswordtgediversifieerdomdefinanciëlezelfstandigheid(verder)teversterken,enwordt
inzichtelijk gemaakt om beter af te stemmen met andere donoren.
Capaciteitsopbouw Het leveren van expertise en ondersteuning verschuift steeds meer van operationeel naar strategisch, gerelateerd aan een
leeragenda van de alliantie.
Fondsen Woord en Daad gaat nieuwe samenwerking aan met bedrijfsleven voor nieuwe typen fondsen voor klimaatverandering en
vluchtelingenproblematiek. Fondsenwerving wordt steeds meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Woord en Daad en
partners.
Draagvlak Mensen willen bijdragen en betrokken zijn bij echte verandering van mensen – het gaat erom dat verhaal te kunnen vertellen.
Bedrijfsbehendigheid Met ingang van 2016 is de organisatie ingericht op basis van projectmatig werken om beter op kansen in te spelen, bijvoorbeeld
door ontwikkeling van andere modellen rondom partnerschap en samenwerking.
67Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
VERANTWOORD VAKMANSCHAP
FINANCIËLEVERANTWOORDING
68 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
9.1 JAARREKENING TOELICHTING
In paragraaf 9.2 is de jaarrekening inclusief gedetailleerde
toelichting te vinden. In deze paragraaf geven we u een samen-
vatting van de meest opvallende zaken.
Inkomsten
De totale inkomsten van Woord en Daad zijn ten opzichte van
2014 met 6,1% gedaald. Zowel inkomsten vanuit particulieren
als vanuit subsidies en aandeel acties derden zijn lager dan
in 2014. Deels is dit te verklaren door het doorschuiven van
een deel van de MFS-subsidie naar 2016 om meer impact te
bereiken. Tevens bleek dat vooral in december inkomsten lager
uitvielen dan verwacht, deels vanwege de grote aandacht voor
de vluchtelingenproblematiek. Positief is de stijging van de
inkomsten van bedrijven (+21%) en vermogensfondsen (+10%).
De afname van overheidssubsidies wordt veroorzaakt door
de lagere inkomsten vanuit MFS2 (2015 was het laatste jaar
van dit meerjarenprogramma). Deze lagere inkomsten waren
begroot maar konden niet worden gecompenseerd door
nieuwe subsidies, hoewel met de subsidie van de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland een belangrijk succes is
geboekt. Nieuwe fondsen hebben echter een relatief lange
opstart- en aanloopfase. Door de toenemende concurrentie
voor het verkrijgen van subsidiemiddelen is het wel steeds
moeilijker –ondanks kwalitatief goede aanvragen– om sub-
sidies te werven. In 2015 is samen met regionale allianties
verder ingezet op institutionele donoren, via de regionale
fondsenwervers in het Zuiden, die partnerorganisaties
ondersteunen bij het schrijven van subsidieaanvragen. Diverse
aanvragen waren succesvol mede dankzij de bijdrage van deze
regionale fondsenwervers.
De lagere inkomsten uit eigen fondsenwerving zijn groten-
deels het gevolg van lagere inkomsten uit nalatenschappen.
De sponsorgelden zijn in 2015 wederom gedaald doordat
er per saldo meer afmeldingen waren dan aanmeldingen.
Daartegenover zijn de overige giften van bedrijven gestegen
door verbeterde acquisitie-inspanningen, het gegroeide aantal
betrokken bedrijven, gecombineerd met het economisch
herstel. Dit geeft een goede uitgangspositie voor de toekomst.
Hoewel de inkomsten uit fondsenwerving bij vermogens-
fondsen gestegen zijn liggen ze fors lager dan de begroting,
aangezien de ambitie bij met name Amerikaanse fondsen nog
niet gerealiseerd kon worden.
De fors lagere inkomsten uit acties met derden heeft een
aantal redenen. Allereerst heeft Red een Kind een (verwachte)
lagere eigen bijdrage voor de MFS-2 subsidie ingebracht.
Ten tweede was het aandeel in noodhulpacties met derden
flinklager.Hetjaar2014waseenextreemjaarmetzeerhoge
noodhulpinkomsten; in 2015 is de vluchtelingenproblematiek
gaan spelen waarvoor Woord en Daad blijkbaar nog niet wordt
gezien als actieve partij. Gezien de stijgende kosten in landen
waar Woord en Daad een sponsorprogramma heeft wordt
overwogen om in 2016 het sponsorbedrag in Nederland te
verhogen.
Bestedingen
De bestedingen van Woord en Daad lagen in 2015 5,2% lager
dan in 2014, als gevolg van tegenvallende inkomsten. Woord
en Daad heeft een goed systeem om inkomsten en uitgaven
te monitoren en maximaal op elkaar aan te laten sluiten, zodat
tijdig is bijgestuurd en minder projecten zijn goedgekeurd.
Dit is concreet terug te zien in lagere programmabestedingen
dan begroot. Het programma Basisvoorzieningen werd in
2015 afgebouwd als gevolg van wegvallende fondsen vanuit
Prisma. De bestedingen aan het programma AED liggen fors
lager dan begroot als gevolg van het doorschuiven van MFS-
inkomsten naar 2016. Het programma WASH, wat een nieuwe
focus is samen met AVET, is gegroeid, waarmee voorgesor-
teerd wordt op een verdere toename van deze programma’s.
Een deel van de structurele programma´s is uitgevoerd via Red
eenKindenwerdgefinancierduitdeMFS2-subsidie.Deze
bestedingen zijn eveneens in de inkomsten verwerkt.
Woord en Daad investeert in het opzetten van een goede
ICT-infrastructuur, waardoor de regionale allianties waarmee
samengewerkt wordt de kans krijgen een goed rapportage- en
monitoringsysteem op te zetten. Dit versterkt ook weer hun
kansen richting andere donoren. Vandaar dat deze uitgaven als
doelbesteding opgenomen zijn onder het programma Overig.
Het overgrote deel van de doelbestedingen betreft structurele
programma’s rond armoedebestrijding en noodhulp in het
Zuiden (92,3%). Van de totale doelbestedingen heeft Woord
en Daad 9,5% aan noodhulp verstrekt via organisaties ter
plaatse. Een deel daarvan had betrekking op rampen uit 2014
zoals tyfoons in de Filipijnen en de aardbeving in Nepal.
Daarnaast vindt Woord en Daad het van belang dat de
allerarmsten ook een stem en gezicht krijgen richting de
politiek, en dat ze een plaats krijgen in het leven van mensen
in Nederland. Vandaar dat beleidsbeïnvloeding in Nederland
en Europa en bewustwording 3,9% van de doelbestedingen
uitmaakt. Verder hecht Woord en Daad aan een hoge kwaliteit
van haar programma’s, waarin voortdurend lessen uit de prak-
tijk doorvertaald worden, maar ook uitgaven scherp worden
gecontroleerd. Vandaar dat Woord en Daad 3,8% van de
doelbestedingen heeft geïnvesteerd in evaluaties en audits.
Reserves en fondsen
Door tegenvallende inkomsten is het in 2015 niet mogelijk
gebleken de negatieve algemene reserve aan te vullen. In 2015
liep het tekort in de algemene reserve verder op en kwam
de algemene reserve uit op € 1.022.789 negatief. Hiermee
voldoet de algemene reserve niet aan de norm van het bestuur
van 0% tot 7,5% van de inkomsten. De algemene reserve is
bedoeld om onverwachte uitgaven voor partnerorganisaties
op te vangen. In 2016 zal er op gestuurd worden om de alge-
mene reserve aan te vullen zodat deze weer voldoet aan de
norm. Hiervoor is een pakket maatregelen genomen die vanaf
2016 geeffectueerd gaan worden. Het betreft enerzijds een
korting van circa 3,5% op de programma’s en organisatiekos-
ten in 2016 conform de bestaande systematiek van vrijgaven.
Daarnaast wordt er een systeemwijziging doorgevoerd,
69Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
waarbij 5% sowieso niet wordt vrijgegeven binnen het verslag-
jaar, dit bedrag is beschikbaar in het volgende boekjaar en kan
afhankelijk van de stand van de fondsen aan het einde van het
jaar worden vrijgegeven of worden gereserveerd als buffer in
het nieuwe jaar. In het eventueel korten op programma’s zal
maatwerk worden toegepast, zodat de impact van de uitvoe-
rende programma’s zo min mogelijk geraakt worden. Naar ver-
wachting zal ook de teruggelopen liquiditeit door deze maatre-
gelen verbeteren. De algemene reserve is in 2015 deels ingezet
voor projecten waar onvoldoende gelden voor binnenkwamen,
maar die in 2016 geworven kunnen worden. Dit zal leiden tot
een terugboeking van deze algemene fondsen. Ten slotte wordt
geïnvesteerd in software om fondsmatching tussentijds goed te
kunnen monitoren. Vanaf 2016 wordt via projectmatig werken
intensief samengewerkt met anderen in consortia, waarbij
bijvoorbeeld personeelskosten in het kader van conceptontwik-
keling gedekt kunnen worden vanuit fondsenwerving. Ook zal
de kostenstructuur onderzocht worden, mede in het licht van de
nieuwe werkwijze.
De continuïteitsreserve bedraagt per ultimo 2015
€ 2.201.439, wat aansluit bij het beleid dat deze maximaal 7,5%
van de begrote inkomsten mag bedragen (exclusief inkomsten
Red een Kind).
De bestemmingsfondsen voor noodhulp in Haïti (aardbe-
ving), de Filipijnen (tyfoon), West-Afrika (ebola) en noodhulp
vluchtelingen zijn afgewikkeld. Per saldo is in 2015 € 720.711
onttrokken aan de bestemmingsfondsen noodhulp, wat ook tot
uitdrukking komt in hogere bestedingen dan inkomsten in 2015.
De sponsorreserve is positief. Wel zijn er grote verschillen tus-
sen partnerorganisaties. Er is sprake van onderlinge solidariteit
wereldwijd voor wat betreft overschotten en tekorten.
Kostenpercentages/ratio’s
Woord en Daad stuurt strak op kostenpercentages. Die sturing
is gebaseerd op vier normpercentages.
De eerste is de norm voor ‘beheer en administratie’ (B&A).
Woord en Daad volgt hierin het advies van de Goede Doelen
Nederland en het model zoals opgenomen in de richtlijn verslag-
legging RJ650. Het maximale percentage beheer en adminis-
tratie (gerelateerd aan de totale inkomsten van de organisatie)
mag volgens de eigen norm van Woord en Daad maximaal 3,1%
zijn. In 2015 voldeed het percentage hier nagenoeg aan: 3,14%.
Ondanks tegenvallende inkomsten was het mogelijk om op
kosten voor Beheer en Administratie te besparen.
Het tweede percentage betreft de norm van het Centraal
8,96% 3,14%
7,14% 88,07% 92,07%
3,14%
Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fond-senwerving (CBF-norm 25%)
Woord en Daad norm beheer en administratie (3,1% norm)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte
van de totale bestedingen)
Woord en Daad overheadnorm (7,5% norm)
Woord en Daad norm kosten fondsenwerving niet eigen fondsenwerving ten opzichte van
baten niet eigen fondsenwerving (2,5 % norm)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte
van de totale inkomsten)
70 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
9.2 JAARREKENING 2015
» Balans per 31 december (na resultaatsbestemming)
ACTIVA 2015 (€) 2014 (€)
VASTE ACTIVA 2.214.587 2.366.726
Immateriële vaste activa (1) Activering website/softwareontwikkeling in het kader van bedrijfsvoering
1.667.184 1.873.482
Materiële vaste activa (2) In het kader van bedrijfsvoering
197.504 158.273
Financiële vaste activa (3) Leningen/deelnemingen in het kader van de doelstelling
349.899 334.971
VLOTTENDE ACTIVA 4.765.331 6.235.927
Voorraden (4) Goederenvoorraad in kader van bedrijfsvoering
805.128 766.417
Vorderingen (5) 2.453.718 3.246.592
Liquide middelen (6) 1.506.485 2.222.917
Totaal activa 6.979.918 8.602.653
PASSIVA
RESERVES EN FONDSEN 1.998.042 3.327.401
Reserves (7) 1.038.022 1.367.369
Stichtingskapitaal 272 272
Continuïteitsreserve 2.201.439 2.172.478
Bestemmingsreserves:
- Sponsorreserves 0 0
- Koersreserve sponsorprogramma 149.867 163.249
- Koersreserve overige projecten -290.768 -163.497
- Reserve Draagt Elkanders lasten Bangladesh 0 -210.765
Algemene reserve -1.022.789 -594.367
Fondsen (8) 960.019 1.960.032
Sponsorfondsen 640 104.684
Garantiefonds bedrijfsontwikkeling 64.479 58.413
Bestemmingsfondsen noodhulp 285.044 1.005.753
Overige bestemmingsfondsen 609.856 791.182
Voorzieningen 0 0
Langlopende schulden (10) 120.143 17.369
Kortlopende schulden (11) 4.861.733 5.257.883
Projecten en programma’s 2.345.466 2.678.172
Vooruit ontvangen sponsorgelden 740.525 755.054
Vooruit ontvangen MFS-2 subsidie 163.294 35.626
Overige schulden en nog te betalen kosten 1.612.448 1.789.031
Totaal passiva 6.979.918 8.602.653
Bureau Fondsenwerving. Dit betreft het percentage dat
uitgegeven wordt aan kosten voor eigen fondsenwerving (dus
exclusief subsidies). Dit percentage mag maximaal 25% zijn om
het CBF-keurmerk te behouden. Voor Woord en Daad was dit
percentage in 2015 iets hoger dan in 2014 namelijk 7,14%.
De derde eigen norm voor fondsenwervingskosten (kosten
fondsenwerving van niet-eigen fondsenwerving) is gesteld op
maximaal 2,5%. Door de tegenvallende inkomsten op dit vlak
was dit percentage in 2015 hoger dan in 2014 en boven de
eigen Woord en Daad norm, namelijk 3,14%.
Het vierde percentage betreft onze eigen norm voor overhead:
het percentage dat Woord en Daad besteedt aan kosten beheer
en administratie, en totale kosten fondsenwerving (inclusief
subsidiewerving), gerelateerd aan de totale inkomsten van de
organisatie. De norm hiervoor is 7,5%, maar kwam uiteindelijk
uit op 8,96%, met name door de tegenvallende inkomsten.
71Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
» Staat van baten en lasten over 2015
Lopend boekjaar (€) Begroot boekjaar (€) Voorafgaand boekjaar (€)
BATEN:
-collecten 195.730 200.000 241.819
-sponsorprogramma 9.265.710 9.530.000 9.449.961
-overige giften * 8.914.843 11.683.500 8.707.469
-nalatenschappen 994.259 1.350.000 1.317.346
-brutowinst verkoop artikelen 22.060 25.000 19.939
Totaal baten uit eigen fondsenwerving (12) 19.392.602 22.788.500 19.736.534
Baten uit acties van derden (13) * 2.093.641 2.998.645 3.616.217
Subsidies van overheden (14) 7.473.876 8.346.929 7.839.276
Rentebaten en baten uit beleggingen (15) 35.651 50.000 44.180
Opbrengst leveranciersrol en bewustwording (16) 252.062 242.700 169.856
Som van de baten*: 29.247.833 34.426.774 31.406.063
LASTEN:
Besteed aan doelstellingen:
Structurele programma's (17) ** 23.013.263 26.774.378 23.767.862
Educatie (EDU) 10.123.790 11.085.279 9.403.288
Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) 372.489 590.300 226.729
Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) 2.596.709 2.726.495 2.597.309
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) 512.147 777.092 164.196
Basisvoorzieningen (BN) 2.251.315 2.150.992 2.184.016
Economische ontwikkeling (ED) 0 777.137 19.189
Agrarische ontwikkeling (AD) 180.986 1.072.810 1.468.849
Huizenbouwprogramma (LCH) 343.263 550.000 21.356
Capaciteitsopbouw (SPN) 689.594 767.392 503.988
Innovatieprogramma 11.774 150.000 174.755
Overig 346.746 600.000 534.187
Regio-allianties 135.417 215.301 218.423
Red een Kind 4.075.977 3.988.341 4.789.920
Bestedingen partnerrol in Nederland 1.373.056 1.323.240 1.461.657
Noodhulp (18)
-verstrekte steun via organisaties/instanties ter plaatse 2.676.255 1.500.000 4.191.445
Lobby (19) 159.764 157.195 124.184
Bewustwording (20) 925.344 943.665 898.599
PMEL/PMA (21) 1.079.808 1.242.596 954.932
Totaal besteed aan doelstellingen 27.854.434 30.617.834 29.937.021
Kosten leveranciersrol (22) 101.211 137.951 86.280
Werving baten: ((23) en appendix 3) 1.704.513 1.675.496 1.528.744
Kosten eigen fondsenwerving 1.398.403 1.384.270 1.252.067
Kosten acties derden 53.981 46.106 57.188
Kosten subsidies van overheden 247.501 240.531 215.276
Kosten verkoop goederen 4.628 4.589 4.213
Kosten van beleggingen 0 0 0
Beheer & Administratie (24) 917.037 907.685 956.663
Som van de lasten 30.577.195 33.338.966 32.508.708
Saldo van baten en lasten *** -1.329.362 1.087.808 -1.102.645
Toevoeging/onttrekking aan:
-Continuïteitsreserve 28.961 -15.342
-Algemene reserve -428.422 876.474 -111.797
-Sponsorreserves 0 447.574 789.693
-Koersreserve sponsorprogramma -13.382 73.160 151.380
-Koersreserve overige projecten -127.271 190.600 -159.487
-Reserve Draagt Elkanders Lasten Bangladesh 210.765 -210.765
-Sponsorfondsen -104.044 -169.043
-Bestemmingsfondsen noodhulp**** -720.711 -500.000 -1.428.571
- Garantiefonds bedrijfsontwikkeling 6.066 8.413
-Overige bestemmingsfondsen -181.325 42.873
-1.329.362 1.087.808 -1.102.646
* waarvan baten noodhulp in 2015 € 2.106.017 (2014: € 2.747.956), verantwoord onder Overige giften en acties van derden** waarvan € 4.075.977 via Red een Kind, dit bedrag is tevens onder de subsidies van overheden en acties van derden verwerkt.*** zie appendix 7 voor een analyse van het saldo van baten en lasten ten opzichte van de begroting**** zie ook bestemmingsfondsen noodhulp (8)
72 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
» Kasstroomoverzicht
2015 (€) 2014 (€)
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN
Saldo van baten en lasten: -1.329.362 -1.102.645
Aanpassingen betreffende:
Afschrijvingen immateriële vaste activa (1) 241.836 204.771
Afschrijvingen materiële vaste activa (2) 74.828 67.518
Mutatie voorziening leningen (3) 15.607 43.197
Aanpassing veranderingen werkkapitaal:
Mutaties in voorraden (4) -38.711 -108.904
Mutaties in vorderingen (5) 792.874 312.477
Mutaties in projectverplichtingen kortlopend (11) -332.706 -1.222.461
Mutaties in vooruit ontvangen sponsorgelden (11) -14.529 -25.174
Mutaties in overige schulden en nog te betalen kosten (11) -48.915 -644.015
Kastroom uit operationele activiteiten (A) -639.078 -2.475.234
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
Investeringen in immateriële vaste activa (1) -35.538 -309.496
Investeringen materiële vaste activa (2) -114.058 -120.148
Kastroom uit investeringsactiviteiten (B) -149.596 -429.644
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Verstrekking leningen aan partnerorganisaties e.d. (3) -140.499 -50.000
Ontvangenaflossingopverstrekteleningen(3) 199.566 86.586
Mutatie ongerealiseerd koersresultaat verstrekte leningen (3) 10.397 -4.616
Verstrekking leningen aan deelnemingen (3) -100.000 -49.292
Ontvangen langlopende schulden (10) 127.774 2.774
Aflossinglanglopendeschulden(10) -25.000 -186.155
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (C) 72.238 -200.703
Mutatie liquide middelen (A + B + C) -716.432 -3.105.582
Liquide middelen per 1 januari 2.222.917 5.328.499
Liquide middelen per 31 december 1.506.485 2.222.917
Mutatie liquide middelen -716.432 -3.105.582
Toelichting- Sinds 2013 wordt voor het eerst afgeschreven op de geactiveerde kosten voor softwareontwikkeling per eind 2012.
Tevens is de verdere ontwikkeling van Pluriform afgerond in 2014 en is dit deel van de kosten geactiveerd. - In het boekjaar is opnieuw geïnvesteerd in een voorraad postzegels, die verkocht worden via de comités. Begin 2015 is de officiëleverkoopprijsvandepostzegelsverdergestegen.
- De vorderingen zijn onder meer lager als gevolg van ontvangsten van gelden vanuit nalatenschappen die in eerdere boek-jaren waren opgeboekt als vordering. Daarnaast liepen de vorderingen vanuit inkomstencontracten terug.
- De verplichtingen naar partnerorganisaties zijn afgenomen, dit betreft een optelling van een aantal reguliere afgeno-men verplichtingen in reguliere projecten. De verplichtingen noodhulp namen toe, als gevolg van de afbouw van de noodhulpfondsen.
- De liquide middelen zijn afgenomen ten opzichte van 2014, wat, naast bovengenoemde redenen, aanvullend verklaard wordt door de afbouw van noodhulpfondsen.
ALGEMENE TOELICHTING
Stichting Reformatorische Hulpactie Woord en Daad, opgericht op 5 juli 1973, is gevestigd in Gorinchem en verleent ontwikke-
lingshulp, doet hiervoor fondswerving, verkoopt artikelen en stelt arbeidskrachten ter beschikking. Vrijwilligers vormen door het
gehele land comités ten behoeve van fondsenwerving, eind 2015 waren er 77 comités.
SchattingenBij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding zich verschillende oordelen
en schattingen, die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in
artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veron-
derstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.
73Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
VERBONDEN PARTIJEN
Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap
of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden
aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in de Raad van bestuur en Raad van
toezicht en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor
zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie
en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.
In het boekjaar heeft Stichting Woord en Daad voor de uitvoering van het grootste deel van haar AED-programma samengewerkt
met stichting Poverty Share Investment (PSI). Stichting PSI is een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur (geen groeps-
maatschappij), waarvan stichting Woord en Daad twee van de vijf leden kan benoemen. Stichting PSI is de enige aandeelhouder van
IncluvestB.V.Binnendezeentiteitvindendeactiviteitenplaatsmetbetrekkingtothetfinancierenvanbedrijfsontwikkelinginhet
Zuiden. Daarnaast wordt capaciteitsopbouw verstrekt. In 2012 heeft Stichting Woord en Daad de door haar in het verleden opge-
bouwde leningenportefeuille overgedragen aan Stichting PSI, die deze heeft doorgezet via een storting op aandelen en een achter-
gesteldeleningaanIncluvestB.V.Deleningenportefeuillediein2012isovergedragenisdoorStichtingPSIisgefinancierdmeteen
achtergestelde lening van Stichting Woord en Daad, met een looptijd van tien jaar tegen een rente van 1% over de hoofdsom.
De lening is contractueel vastgelegd. Deze lening zal aan het einde van de looptijd worden afgelost. Indien er in geval van overmacht
niet geïncasseerd kan worden op de bestaande leningenportefeuille of eventuele nieuwe leningen dan kan Stichting PSI in overleg
met Stichting Woord en Daad ervoor kiezen dit bedrag af te boeken op de achtergestelde lening. Stichting Woord en Daad heeft de
achtergestelde lening volledig voorzien. Hiermee wordt een consistente gedragslijn gevolgd (in het verleden waren de overgedragen
leningen binnen Woord en Daad ook volledig voorzien, daarnaast is de looptijd van de lening nog erg lang en is eventuele oninbaar-
heid daarom nog moeilijk betrouwbaar in te schatten (zie ook de toelichting (3).
In 2013 zijn de revolving funds (fondsen die bij de lokale partnerorganisaties aanwezig zijn ten behoeve van bedrijfsontwikkeling,
maar die eigendom bleven van Stichting Woord en Daad) overgedragen aan PSI om niet. Het betreft een bedrag van € 1.543.490 wat
in eerdere jaren door Stichting Woord en Daad in de bestedingen is verantwoord. Stichting PSI heeft deze revolving funds doorgezet
naar Incluvest BV middels een storting op aandelen en een achtergestelde lening.
In het verslagjaar is de iMPACT Booster Holding opgericht, gezamenlijk met Fair & Sustainable Participations B.V. en Coöperatie New
World Campus U.A. Aan laatst genoemde is tevens een lening verstrekt. In 2012 is door ICCO, Kerk in Actie en Prisma besloten tot
oprichting van een coöperatie.
De initiële inbreng door de Prisma-leden was in totaal € 1.000.000. In de hoedanigheid als Prisma-lid heeft Woord en Daad een
inbreng gedaan van € 197.167. Tevens is in 2015 een aanvullend bedrag betaald van
€ 73.129 om de rechtstreekse deelname van Woord en Daad in de coöperatie in 2016 mogelijk te maken.
Evenals in de vorige drie jaren is in het boekjaar personeel van Stichting Woord en Daad gedetacheerd geweest bij Incluvest BV. Het
betreft medewerkers die zich bezig houden met fondswervende activiteiten en de programma’s Agribusiness Development, die hun
expertise op het gebied van bedrijfsontwikkeling inzetten bij Incluvest BV. Deze opbrengsten zijn verantwoord onder opbrengstenle-
veranciersrol en bedroegen in totaal € 101.158 (zie ook toelichting (16).
TOELICHTING KASSTROOMOVERZICHT
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide
middelen. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de transactiekoers. De verkrijgingsprijs van de verworven groeps-
maatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden
ALGEMENE GRONDSLAGEN
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving 650
Fondswervende instellingen, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Activaenverplichtingenwordeninhetalgemeengewaardeerdtegendeverkrijgings-ofvervaardigingsprijs.Indiengeenspecifieke
waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en
het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande
jaar.
74 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
HuurcontractenEr kunnen leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn niet bij de
organisatie ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend
met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het con-
tract.Specifiekvoordeorganisatiegeldendezebepalingentenaanzienvanhetgehuurdeonroerendgoed.
Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het inci-
dentele karakter van de post.
Omrekening van vreemde valutaTransacties in vreemde valuta worden in de betreffende valuta omgerekend tegen de geldende koers op transactiedatum.
De activa en verplichtingen in vreemde valuta worden per balansdatum omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers.
(On)gerealiseerde koersverschillen met betrekking tot aangegane verplichtingen worden onttrokken/toegevoegd aan de koers-
reserve sponsorprogramma voor de sponsorprogramma’s en voor de koersreserve overige projecten aan de overige projecten.
Gedurende het jaar wordt voor de koersreserve sponsorprogramma € 0,50 per kind per maand gedoteerd aan de koersreserve
sponsorprogramma en 0,5% van de overige bestedingen aan de koersreserve overige projecten. Koersverschillen van liquide
middelen worden toegerekend aan het beleggingsresultaat.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
Vaste activaImmateriële vaste activa: Immateriële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de verkrijgingsprijs plus
bijkomende kosten of vervaardigingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en
(eventuele) bijzondere waardeverminderingen.
Materiële vaste activa: Materiële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de verkrijgingsprijs plus
bijkomende kosten cumulatieve afschrijvingen op basis van verwachte economische levens-
duur. De afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa vinden lineair plaats op
basis van een vast percentage van de aanschafwaarde, rekening houdend met de eventuele
restwaarde.
Financiëlevasteactiva: Deelnemingenwaarininvloedvanbetekenisophetzakelijkeenfinanciëlebeleidkanworden
uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de
nettovermogenswaarde. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoe-
fend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. De verstrekte
leningen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde. Vervolgens worden deze
vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Bij de waardering wordt rekening
gehouden met eventuele waardeverminderingen.
Vlottende activaVoorraden: De voorraden worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, onder aftrek van een voorzie-
ning voor incourantheid.
Vorderingen: De vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde. Vervolgens worden
deze vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens
oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.
Liquide middelen: De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Effecten: Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Indien sprake is
van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde;
afwaardering vindt plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Indien van een dergelijk
individueel effect de reële waarde onder de kostprijs komt, wordt de waardevermindering
direct verwerkt ten laste van de staat van baten en lasten. Transactiekosten die zijn toe te
rekenen aan effecten die na eerste verwerking worden gewaardeerd tegen reële waarde
met verwerking van de waardeveranderingen via de staat van baten en lasten worden recht-
streeks in de staat van baten en lasten verwerkt. Effecten als onderdeel van de vlottende
activa hebben een looptijd van korter dan een jaar.
PassivaReserves: Reserves ontstaan op initiatief van de raad van bestuur, zij worden gewaardeerd tegen de
nominale waarde.
75Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Fondsen: Fondsenontstaandoorontvangengeldenvandonateursmeteenspecifiekebestemming,
waarvan nog geen besteding heeft plaatsgevonden. Zij worden gewaardeerd tegen nominale
waarde.
Langlopende schulden: De langlopende schulden worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde. Vervolgens
worden deze schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Kortlopende schulden: De kortlopende schulden worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde. Vervolgens
worden deze schulden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Grondslagen voor resultaatbepaling
Algemeen: De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Voor
de giften die niet bestemd zijn voor sponsoring en waarvoor geen overeenkomst is afgeslo-
ten, is dat het moment waarop de giften ontvangen worden. Alle baten worden verantwoord
voor het ontvangen bedrag, zonder dat de door de eigen organisatie gemaakte kosten in
mindering worden gebracht.
Baten:Baten uit eigen fondswerving: Dit betreft baten van donateurs waar geen evenredige tegenprestatie tegenover staat.
Onder deze baten wordt tevens de brutowinst uit de verkoop van artikelen opgenomen.
Baten uit nalatenschappen: De baten uit nalatenschappen worden toegerekend aan het boekjaar voor zover die bekend
worden tot het moment van het vaststellen van de jaarrekening, mits de omvang van de
nalatenschappen voldoende betrouwbaar is vast te stellen.
Baten in natura: Deze worden gewaardeerd tegen de reële waarde in Nederland, met een maximum van
€ 7.500 per gift, indien zij ontvangen zijn in het kader van de doelstelling.
Baten uit acties van derden: Baten uit acties van derden worden verwerkt in het jaar waarin het bedrag is ontvangen, dan
wel door die derde is toegezegd en betrouwbaar is vast te stellen.
Baten uit subsidies van overheden: Deze worden als bate opgenomen indien toerekenbaar aan boekjaar, wordt voldaan aan
de subsidie verbonden voorwaarden en redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden
ontvangen.
Lasten:Bestedingen aan doelstelling: De projectverplichtingen worden geheel ten laste gebracht van het jaar waarin het besluit
tot toekenning schriftelijk aan de partners is meegedeeld. Bij de doorlopende projecten en
sponsorprojecten wordt het matchingsprincipe toegepast. De kosten worden toegerekend
aanhetjaarwaaropzebetrekkinghebben.Bijgrotebestemdeprojectfinancieringen,die
contractueel zijn vastgelegd worden inkomsten toegerekend voor zover de bestedingen op
dat project zijn gerealiseerd.
Ingevalvannoodhulp,infrastructureleprogramma’senprogramma’sgefinancierddoor
Prisma worden de projectverplichtingen geheel ten laste gebracht van het jaar waarin
het besluit tot toekenning schriftelijk aan de partners is meegedeeld, ook al loopt de
projectperiode over meerdere jaren heen. Besluiten ten aanzien van projecten die na het
boekjaar worden genomen leiden niet tot projectverplichtingen in desbetreffend boek-
jaar. Projectverplichtingen die in het verslagjaar door de partner niet geheel zijn besteed,
worden teruggevorderd. Deze teruggevorderde gelden komen beschikbaar voor nieuwe
toekenningen.
Personeelskosten: Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in
de staat van baten en lasten en voor zover ze verschuldigd zijn aan medewerkers respectie-
velijk de belastingautoriteit. De pensioenregeling is verwerkt volgens de verplichtingenbena-
dering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord.
Gemengde kosten: Organisatiekosten die zowel betrekking hebben op fondsenwerving als op voorlichting en
bewustwording worden naar verhouding verdeeld. Salariskosten worden toegerekend op
basis van tijdsbesteding.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Liquiditeit- en beleggingsbeleid:De tijdelijk overtollige liquide middelen worden belegd bij betrouwbare banken, ter beheersing van het liquiditeitsrisico. Dat
76 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
betekent in de praktijk spaartegoeden met rente, deposito’s of bij een langere horizon in obligaties die aangehouden worden tot
het einde van de looptijd. In 2015 zijn de overtollige liquide middelen ondergebracht bij de Rabobank. De organisatie geeft invul-
lingaandeRichtlijnfinancieelbeheerafkomstigvanGoedeDoelenNederland.HetbeleidvandeRabobanksluitaanopdepunten
genoemd in deze Richtlijn. Zie verder het jaarverslag.
ValutarisicoDe organisatie is wereldwijd werkzaam. Het valutarisico heeft vooral betrekking op het nakomen van toekomstige projectverplich-
tingen. Op basis van een risicoanalyse is bepaald dat valutarisico’s niet worden afgedekt met valutatermijncontracten, gegeven de
wereldwijde spreiding. Zie verder hetgeen is opgenomen onder Omrekening vreemde valuta.
BEGROTING 2015In het verslagjaar is - in verband met het niet doorgaan van de samenwerking met Red een Kind - een herziene begroting opge-
steld. Deze is vastgesteld door de raad van toezicht d.d. 29 mei 2015. De gepresenteerde cijfers uit de begroting 2015 wijken
derhalve af van de begrote cijfers 2015, zoals opgenomen in de jaarrekening (en jaarverslag) 2014. In de herziene begroting zijn de
inkomsten en organisatiekosten naar boven toe bijgesteld.
FISCALE POSITIE
OmzetbelastingIn het verslagjaar is het op initiatief van Woord en Daad gestarte overleg met de Belastingdienst afgerond. Doelstelling was om
meerduidelijkheidtekrijgenoverdeBTW-positie.Insamenwerkingmetdefiscaleadviseurisovereenstemmingbereiktoverhet
verledenenzijnafsprakengemaaktvoordetoekomst.Defiscalegevolgenzijnindejaarrekening2015verwerktenultimoboekjaar
stonden geen BTW-schulden meer open over oude jaren. Daarnaast is Woord en Daad in overleg met de Belastingdienst betref-
fende een mogelijke teruggave op geheven omzetbelasting op de ontwikkeling van Pluriform. Met deze mogelijke bate is voorzich-
tigheidshalve nog geen rekening gehouden, hoewel kans van slagen reëel wordt geacht.
TOELICHTING OP DE BALANS(bedragen × € 1,--)
(1) IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Per 31 december lopend jaar 1.667.184
Per 31 december vorig jaar 1.873.482
Website Software Totalen
2015
Boekwaarde 1-1 36.566 1.836.916 1.873.482
Investering 35.538 0 35.538
Afschrijving -23.658 -218.178 -241.836
Boekwaarde 31-12 48.446 1.618.738 1.667.184
Aanschafwaarde per 31-12 123.253 2.181.779 2.305.032
Cumulatieve afschrijvingen -74.807 -563.041 -637.848
Boekwaarde 31-12 48.446 1.618.738 1.667.184
Vanaf 2011 is de website ingrijpend vernieuwd, deze kosten worden in een periode van 5 jaar afgeschreven. In 2015 is hierin
opnieuw geïnvesteerd.
Voor zover in 2015 de software voor Woord en Daad en de regionale allianties nog is ontwikkeld, zijn deze kosten direct in het
resultaat geboekt, aangezien deze kosten meer het karakter van onderhoud hebben. De totale kosten zijn tot en met het jaar 2014
geactiveerd en bestaan voor € 1.801.844 uit externe kosten (waarvan € 1.177.387 voor licenties/softwareontwikkeling en
€ 624.457 voor projectmanagement) en voor € 379.935 uit interne personeelskosten van personeel dat is ingezet op dit traject.
77Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
De geactiveerde kosten zullen over een periode van tien jaar (ingaande vanaf 2013) worden afgeschreven voor de helft ten laste
van de organisatiekosten en voor de andere helft ten laste van bestedingen aan allianties.
(2) MATERIËLE VASTE ACTIVA
Per 31 december lopend jaar 197.504
Per 31 december vorig jaar 158.273
Gebouwen Inventaris Auto Totalen
2015
Boekwaarde 1-1 7.136 0 9.957 17.092
Investering 0 255.239 0 255.239
Afschrijving 0 -70.871 -3.957 -74.828
Boekwaarde 31-12 7.136 184.369 6.000 197.504
Aanschafwaarde per 31-12 7.136 541.043 54.718 602.897
Cumulatieve afschrijvingen 0 -356.675 -48.718 -405.393
Boekwaarde 31-12 7.136 184.369 6.000 197.504
In 2012 is een pand in Oud-Beijerland aangekocht wat al jarenlang gehuurd werd door het plaatselijke comité. De aankoopwaarde
lag ver onder de WOZ-waarde van de grond, daarom wordt niet afgeschreven.
De investeringen in inventaris betreffen met name vervangingen van hard- en software. De afschrijving van hard- en software is
33,3%, investeringen in het kantoorgebouw 10% en van de overige inventaris 20% van de aanschafwaarde.
Voor fondsenwervers die veel onderweg zijn, zijn uit kostenoogpunt vier auto’s aangeschaft. Het gaat om twee maal een Peugeot
107 en twee maal een VW Polo Bluemotion. De auto’s worden per jaar afgeschreven met 20% van de aanschafwaarde, rekening
houdend met hun restwaarde.
(3) FINANCIËLE VASTE ACTIVA
Per 31 december lopend jaar 349.899
Per 31 december vorig jaar 334.971
Leningen u/g DeelnemingenVorderingen op
deelnemingenTotaal
Saldo per 1-1 137.804 197.167 0 334.971
Mutaties in boekjaar 85.071 479 99.521 185.071
Saldo per 31-12 52.733 197.646 99.521 349.900
» Leningen u/gLening
kantoorpandenLening gezond-
heidsprogrammaLeningen auto’s Overige leningen
2015
Saldo per 1-1 116.914 20.890 0 0
Uitgeleend in boekjaar 0 0 80.499 60.000
Koersverschil einde boekjaar -4.806 0 -5.591 0
Afgelost in boekjaar -59.375 -26.956 -53.235 -60.000
Voorzien in boekjaar 0 6.066 -21.673 0
Saldo per 31-12 52.733 0 0 0
Hoofdsom 642.042 136.054 74.908 100.000
Aflossingen -589.309 -136.054 -3.411 0
Voorziening 0 0 -71.497 -100.000
Boekwaarde 31-12 52.733 0 0 0
Leningen partners kantoorpandenErzijninhetverledendrieleningenvoordefinancieringvankantoorpandenvanpartnersgegeven.Dezeleningenzijnvolledigals
vordering opgenomen (en dus niet voorzien), omdat Woord een Daad een hypothecair recht op de betreffende kantoorpanden
heeft.Deaflossingstermijnbedraagtbijdezeleningentienjaar.Overeenkomstighetaflossingsschemawordendezeleningeninde
loop van 2016 geheel afgelost.
78 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Tevens is in het verleden een lening gegeven aan een partnerorganisatie voor de bouw van een conferentiecentrum. Deze lening
wasgefinancierdviaeenaantalondernemers,dieaanWoordenDaadhiervoorleningenverstrekthadden.In2012isdeleningvan
de partnerorganisatie overgedragen aan de ondernemers. Woord en Daad verzorgt nog wel voor de ondernemers de inhouding
vanaflossingenrentebijdepartnerorganisatieviaeenovereenkomstvanopdracht.Zieook(10)Schuldenoplangetermijn.
Lening partner gezondheidszorgprogrammaInhetboekjaar2010iseenleningaanéénpartnerverstrektmetbetrekkingtotdefinancieringvangezondheidszorginColombia,
die volledig als vordering is opgenomen. Vanuit het garantiefonds is tot en met 2015 hiervoor 25% voorzien, aangezien het een
bedrijfsmatigopgezetgezondheidsprogrammabetreft.Deaflossingstermijnvandezeleningisvijfjaarinjaarlijksgelijkedelen.In
2015 is volgens het afgesproken betaalschema de laatste termijn afgelost.
Leningen partners in verband met aanschaf auto’s en trainingscentrumIn2015zijnaantweepartnerorganisatiesleningenverstrekttenbehoevedefinancieringvanauto’svoordeprogramma’s.
Daarnaastisaaneenpartnerorganisatieeenleningverstrektterfinancieringvaneentrainingscentrum.Dezeleningenzijnbij
verstrekking geheel voorzien. Op het moment van terugbetaling vloeit de vrijval van de voorziening ten gunste van het resultaat.
Aflossingenzijnontvangenopin2014verstrekteleningen
Overige leningenHet betreft een lening aan New World Campus, een initiatief om samenwerking binnen de sector te bevorderen. Woord en Daad
had de mogelijkheid om in 2014 deze lening op termijn om te zetten in een deelneming in een op te richten bedrijf of coöperatie,
maar hiervan is ultimo 2014 besloten geen gebruik te maken. De lening is volledig voorzien ten laste van het PMEL-budget en was
tot en met eind 2014 renteloos. In 2014 is een aanvullende termijn van € 50.000 verstrekt, zodat het totaal van de lening nu
€ 100.000 bedraagt. Daarnaast is eind 2014 een rentevergoeding overeengekomen van 4% per jaar vanaf 2015. In 2015 heeft een
werkkapitaalfinancieringplaatsgevondendiebinnenhetverslagjaarookweerisafgelost.Ditwaseenbedragvan€60.000,waarop
4% rente werd ontvangen.
Achtergestelde lening aan Stichting PSI In het kader van de overdracht van de leningportefeuille met betrekking tot bedrijfsontwikkeling is in 2012 een achtergestelde
lening afgesloten met Stichting PSI. Deze lening heeft een looptijd van tien jaar (die daarna eventueel verlengd kan worden). Het
volledige leningbedrag zal aan het einde van de looptijd worden afgelost. Over de uitstaande hoofdsom is een rente verschuldigd
van 1%. Deze lening wordt door Woord en Daad volledig voorzien. In geval het na voldoende incasso-inspanningen niet mogelijk
blijkt te zijn de opbrengsten uit de leningportefeuille te ontvangen kan Stichting PSI samen met Woord en Daad overeenkomen om
dit bedrag in mindering te brengen op de door Woord en Daad verstrekte achtergestelde lening. Dit geldt ook voor toekomstige
gevallenwaarovermachteenrolspeelt.Ineerderejarenhebbenaflossingenplaatsgevondenalsgevolgvanmetdonorenvan
WoordenDaadgemaakteafspraken.DezedonorenvanWoordenDaadhaddenleningengefinancierddiezatenbegrepeninde
overgedragenleningportefeuillenaarStichtingPSI.DezegedaneaflossingendoorPSImoestenconformafsprakenterugvloeienin
het bestemmingsfondsen van deze donoren bij Woord en Daad.
2015 2014 cumulatief
Saldo per 1-1 respectievelijk verstrekkingsdatum 2.269.886 2.349.806 2.493.666
Afgelost in boekjaar 0 -79.920 -223.780
Saldo lening aan PSI per 31-12 2.269.886 2.269.886 2.269.886
Voorziening per 31-12 2.269.886 2.269.886 2.269.886
Saldo per 31-12 0 0 0
Deelneming ICCO-Coöperatie via Co-PrismaIn 2012 is door ICCO, Kerk in Actie en Prisma besloten tot oprichting van een coöperatie. De initiële inbreng door de Prisma-leden
was in totaal € 1.000.000 (Woord en Daad deel € 197.167). De stortingen zijn geoormerkt als vermogen van de coöperatie en
blijven eigendom van de inbrengers.
De deelnemende Prisma-leden in de coöperatie werken onder andere samen op het gebied van fondswerving in de USA. De kosten
hiervanwordengefinancierddoormiddelvaneenleningvanuitdedeelnemingaanICCOwaarop2%rentewordtvergoedaan
ICCO. De opbrengsten vanuit de algemene kostenvergoeding van toekomstige fondsenwervingscontracten zullen worden ingezet
om de lening af te lossen.
InverbandmethetaflopenvandeMFS-II-subsidiezalCo-Prismawordenopgehevenindeloopvanhetjaar2016.Devorderingen
en schulden vanuit Co-Prisma op de ICCO-coöperatie zullen worden overgedragen aan de leden. Daarom is onder de overige
vorderingen een bedrag € 73.029 opgenomen. Dit bedrag zal verrekend worden bij de inbreng in de ICCO-coöperatie met een
79Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
inmiddels behaald fondsenwervingssucces.
Op deze deelneming wordt geen invloed van betekenis uitgeoefend, zodat deze is gewaardeerd op kostprijs.
Deelneming iMPACT Booster Holding B.V.iMPACT Booster Holding B.V. is opgericht per 15 december 2015 en is gevestigd te ‘s-Gravenhage. Het geplaatst en gestort
aandelenkapitaal bestaat uit 100.000 aandelen met een waarde van € 0,01 per aandeel. De verdeling van het aandelenkapitaal is
als volgt verdeeld over de aandeelhouders:
Naam Plaats Aantal aandelen %
Stichting Woord en Daad Gorinchem 47.990 48,0%
Fair & Sustainable Participations B.V. Utrecht 41.570 41,6%
Coöperatie New World Campus U.A. ‘s-Gravenhage 10.440 10,4%
Op deze deelneming wordt invloed van betekenis uitgeoefend, deze wordt gewaardeerd volgens nettovermogenswaarde. In het
verslagjaar is het resultaat deelneming niet materieel verondersteld.
2015 2014
DEELNEMING ICCO COÖPERATIE VIA CO-PRISMA
Saldo per 1-1 197.167 147.875
Gestort in boekjaar - 49.292
Saldo per 31-12 197.167 197.167
DEELNEMING IMPACT BOOSTER HOLDING B.V.
Gestort in boekjaar 479
Saldo per 31-12 479
Saldo per 31-12 deelnemingen 197.646 197.167
Vordering op iMPACT Booster Holding B.V.Deze vordering is verstrekt in verband met het opstarten van de activiteiten van de B.V. en heeft een langlopend karakter. In 2016
zullen nadere afspraken worden gemaakt over de verdere leningscondities (waaronder looptijd, rentepercentage en zekerheden).
Een voorziening voor oninbaarheid wordt niet noodzakelijk geacht.
Gestort in boekjaar 99.521
Saldo per 31-12 99.521
(4) VOORRADEN
Per 31 december lopend jaar 805.128
Per 31 december vorig jaar 766.417
Goederenvoorraad per 31 december: 2015 2014
In magazijn in Gorinchem tegen inkoopprijs:
Voorraad postzegels 740.400 684.400
Voorraad kerstkaarten, leesboekjes 1.053 1.104
Voorziening voor incourant op voorraad kerstkaarten -543 -134
740.910 685.370
Goederenvoorraden bij comités tegen gefactureerde inkoopprijs 39.701 39.801
Voorraad postzegels bij comité Gorinchem en overige comités 24.517 41.246
Totaal voorraad 805.128 766.417
In 2013 heeft Woord en Daad een eigen Woord en Daad-postzegel laten drukken, die verkocht wordt via de comités. Wegens het
succes hiervan zijn eind 2014 en eind 2015 aanvullende bestellingen geplaatst. In verband met toekomstige prijsstijgingen van
postzegels die reeds zijn aangekondigd is een voorraad voor circa 1,5 jaar aanwezig in het (externe) magazijn.
80 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
(5) VORDERINGEN
Per 31 december lopend jaar 2.453.718
Per 31 december vorig jaar 3.246.593
Per 31 december nog te ontvangen: 2015 2014
Nog te ontvangen legaten en erfenissen 816.249 1.237.749
Nog te ontvangen subsidies, acties derden, particulieren en kerkelijke donoren 506.848 923.102
Nog te ontvangen van bedrijven/vermogensfondsen 332.792 673.670
Nog te vorderen/verrekenen projectsaldi van partners 282.215 47.342
Voorschotten projectsaldi aan partners 80.891 19.499
Sponsorgelden 180.698 156.185
Debiteuren 55.753 85.669
Interest 5.692 17.466
Waarborgsommen 119 119
VorderingopICCOCoöperatieinverbandmetopheffingCo-Prisma 73.201 -
Vordering op verhuurder Spijksedijk in verband met te verrekenen verhuiskosten 47.633 -
Overige vorderingen 71.627 85.792
Totaal 2.453.718 3.246.593
In het saldo van de vorderingen op debiteuren is rekening gehouden met een voorziening voor oninbaarheid, deze bedraagt nihil. In
de vorderingen ultimo 2015 is een bedrag begrepen van € 15.032 (2014 € 3.071) aan vooruitbetaalde kosten met een resterende
looptijd van meer dan 1 jaar.
(6) LIQUIDE MIDDELEN
Per 31 december lopend jaar 1.506.485
Per 31 december vorig jaar 2.222.917
Liquide middelen per 31 december: 2015 2014
Kasgelden (incl. vreemde valuta) 4.083 1.251
Banktegoeden (incl. spaarrekeningen) 1.249.745 1.899.640
Comités (kas, bank-, girotegoeden) 242.834 312.052
Subtotaal banktegoeden en kasgelden 1.496.662 2.212.943
De liquide middelen staan ter vrije beschikking, behoudens hetgeen bij de comités en regio-ondernemers staat. In geval van cala-
miteiten kan vanuit het hoofdkantoor hier eveneens over worden beschikt.
ParticipatiesIn 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling voor € 10.000 aan participaties aangeschaft in het Oikocredit
Nederland Fonds. De waarde van deze participaties per ultimo 2015 bedraagt € 9.823. In 2015 heeft Woord en Daad € 152
dividend ontvangen.
2015 2014
Participaties Oikocredit 9.823 9.974
Omwille van aard en omvang zijn deze verantwoord onder de banktegoeden.
81Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Reserves en fondsen
(7) RESERVES
Per 31 december lopend jaar 1.038.021
Per 31 december vorig jaar 1.367.369
Reserves stand 1-1 2015 dotaties koersresultaat overige mutaties stand 31-12 2015
Stichtingskapitaal 272 272
Continuïteitsreserve 2.172.478 28.961 2.201.439
Bestemmingsreserves:
- Reserves PMEL/PMA 0 859.716 -859.716 0
- Sponsorreserves (zie ook appendix 2) 0 0 0
- Reserve bestedingen regio-allianties 0 166.568 -166.568 0
- Reserve koersverschillen sponsorprogramma 163.249 184.628 -197.959 -51 149.867
- Reserve overige koersverschillen -163.497 59.081 -185.086 -1.266 -290.768
- Reserve Bangladesh Draagt Elkanders Lasten -210.765 -210.765 0
Algemene reserve -594.367 -428.422 -1.022.789
Totaal reserves 1.367.369 1.269.993 -383.044 -1.637.827 1.038.021
StichtingskapitaalBetreft het ingelegde kapitaal van € 272 bij oprichting in 1973.
ContinuïteitsreserveDe continuïteitsreserve heeft als doel om bij een eventuele
terugloop van de inkomsten een opvang te hebben voor de
doorloop van organisatiekosten.
Woord en Daad kent een norm van 7,5% van de geraamde
inkomsten van het volgende jaar (2016: € 29.352.518). Op
basis van deze norm wordt de reservering berekend op
€ 2.201.439. Op basis van de CBF richtlijn mag de reserve
maximaal 1,5 maal de kosten van de werkorganisatie zijn (voor
Woord en Daad maximaal € 8.601.206). Het saldo van de
continuïteitsreserve ligt dus ruimschoots binnen de door CBF
maximaal toegestane norm. Op basis van de hoogte van de orga-
nisatiekosten is de norm van 7,5% voldoende om een doorloop
van organisatiekosten van bijna een half jaar op te kunnen
vangen. Daarnaast is de hoogte van de continuïteitsreserve
voldoende voor de projectverplichtingen in een maand. Daarbij
dient wel te worden opgemerkt dat ook in bestemmingsfondsen
liquiditeiten vastliggen en dat vaak van subsidieverstrekkers
voorschotten worden ontvangen voorafgaand aan de betaling
aan de partner. In de praktijk blijkt dat de hoogte van de con-
tinuïteitsreserveafdoendeisvoordeomvangenrisicoprofiel
van de organisatie. Deze reserve is niet beschikbaar als liquide
middelen,maargebruiktterfinancieringvandeinvesteringen
in hard- en software in de afgelopen jaren. Bij de beoordeling
van de hoogte van deze reserve is tevens de hoogte van de
algemene reserve van belang. Zie ook de toelichting zoals opge-
nomen onder Algemene reserve.
Bestemmingsreserves:Reserves PMEL/PMA:
In 2015 is er 5% van de projectbestedingen gedoteerd aan de
PMEL/PMA reserve. De reserve is ingezet voor bestedingen
PMEL/PMA, zie hiervoor ook het model lastenverdeling
(appendix 3).
Negatieve sponsorreserves:
Vanaf 2014 worden de saldi van de positieve en negatieve
sponsorfondsen gesaldeerd weergegeven in de jaarrekening.
Aangezien het totaalsaldo positief is, is het saldo in 2015 ver-
antwoord onder de fondsen. Zie toelichting bij (8) Fondsen. In
2014 was dit saldo ook reeds positief, zodat het in dat jaar ook
in de fondsen had moeten worden verantwoord. De vergelij-
kende cijfers zijn derhalve hierop aangepast.
Reserve bestedingen regio-allianties:
Van de projectbestedingen is in 2015 1% gedoteerd aan de
reserve bestedingen regio-allianties. Dit betreft vergader- en
reiskosten van de allianties en kennisuitwisseling tussen part-
nerorganisaties binnen de allianties.
Reserve koersverschillen sponsorprogramma:
Inhetboekjaarisviaheffingopdesponsorinkomsten
€ 184.628 aan de reserve koersverschillen sponsorprogramma
toegevoegd. Het gerealiseerde koersverlies met betrekking tot
het sponsorprogramma bedroeg in het boekjaar € 197.959. Per
31 december resteert een saldo van € 149.867.
Reserve koersverschillen overige programma’s:
In het boekjaar is via een opslag op de overige programmabe-
stedingen (dus exclusief sponsorprogramma) een bedrag van
€ 59.081 toegevoegd aan de reserve koersverschillen overige
programma’s. Het koersverlies met betrekking tot deze pro-
gramma’s bedroeg in het boekjaar € 185.086 (waarvan € 72.117
ongerealiseerd). Per 31 december bedraagt het saldo € 290.768
negatief. De komende jaren zal naar verwachting een positieve
koersreserve overige programma’s ter afdekking van de koers-
risico’s gevormd kunnen worden, gecombineerd met de reserve
koersverschillen sponsorprogramma, en onder meer vanwege
82 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
het incidentele karakter van de geleden koersverliezen in 2015.
Bestemmingsreserve Draagt Elkanders lasten - Gezondheid
Bangladesh:
Voor projecten waarvan de besteding in het boekjaar is geno-
men (maar waarvoor in het boekjaar onvoldoende inkomsten
waren), maar waarvoor wel een toezegging is van een speci-
fiekedonor(maarnietvoldoendehardineencontractvast
gelegd om als inkomst mee te nemen) worden deze projecten
nietmetalgemeengeldvoorgefinancierdmaarondernega-
tieve bestemmingsreserves verantwoord. In 2014 was dit het
geval bij een actie door het Reformatorisch Dagblad tussen
1 november 2014 en mei 2015 ten behoeve van meerdere
gezondheidsprogramma’s in Bangladesh. Tijdens het opmaken
van de jaarrekening 2014 bleek het in 2014 vanuit algemene
middelenvoorgefinancierdebedragin2015alnagenoeg
ontvangen door de donor, derhalve is toen een negatieve
bestemmingsreserve gevormd voor dit bedrag. In 2015 is, na
ontvangst van de gelden, deze reserve vrijgevallen.
Algemene reserve:
Het saldo van de algemene reserve is € 1.022.789 negatief.
Hiermee voldoet de algemene reserve niet aan de norm van
het bestuur van tussen 0% en 7,5% van de inkomsten. De
algemene reserves dient ter dekking van projectuitgaven
vanprojectenwaarvoornietvoldoendespecifiekegiften
ontvangen zijn. In tegenstelling tot de continuïteitsreserve
(die bedoeld is voor opvang van de organisatiekosten bij
teruglopende inkomsten) is de algemene reserves bedoeld
voor bestedingen aan de doelstelling. In 2016 zal gestuurd
worden op een algemene reserve die weer aan de norm vol-
doet. Hiervoor is een pakket maatregelen genomen die vanaf
2016 geëffectueerd gaan worden. Het betreft enerzijds een
korting van circa 3,5% op de programma’s in 2016 conform de
bestaande systematiek van vrijgaven. Daarnaast wordt er een
systeemwijziging doorgevoerd, waarbij 5% sowieso niet wordt
vrijgegeven binnen het verslagjaar, dit bedrag is beschikbaar
in het volgende boekjaar en kan afhankelijk van de stand van
de fondsen aan het einde van het jaar worden vrijgegeven of
worden gereserveerd als buffer in het nieuwe jaar. Ook zal
de kostenstructuur onderzocht worden, mede in het licht
van de nieuwe werkwijze van de organisatie. In het eventueel
korten op programma’s zal maatwerk worden toegepast, zodat
de impact van de uitvoerende programma’s zo min mogelijk
geraakt wordt. Ten slotte wordt geïnvesteerd in software om
fondsmatching tussentijds goed te kunnen monitoren. Er is
voorgekozenomgeenreservefinancieringactivatevormen
ten behoeve van de bedrijfsvoering.
(8) FONDSEN
Per 31 december lopend jaar 960.019
Per 31 december vorig jaar 1.960.032
Bestemmingsfondsen stand 1-1 2015 mutaties stand 31-12 2015
Sponsorfondsen (zie ook appendix 2) 104.684 -104.044 640
Garantiefonds 58.413 6.066 64.479
Bestemmingsfondsen noodhulp 1.005.753 -720.709 285.044
Overige bestemmingsfondsen 791.182 -181.326 609.856
Totaal bestemmingsfondsen 1.960.032 -1.000.013 960.019
Sponsorfondsen:Per partner wordt een fonds aangehouden waarin de ontvangen sponsorgelden gestort worden en waaruit de projectbetalingen
gedaan worden. Een sponsorfonds kan zowel een positief als een negatief saldo hebben. Omdat er sprake is van onderlinge solida-
riteit wereldwijd voor wat betreft overschotten en tekorten, is het positieve totaalsaldo onder de fondsen verantwoord. Voor een
overzicht van de sponsorfondsen zie appendix 2. Het postieve saldo ultimo 2014 was abusievelijk onder de reserves verantwoord,
hetgeen in de vergelijkende cijfers is aangepast.
Garantiefonds bedrijfsontwikkeling:Per 2 januari 2012 is het garantiefonds op € 50.000 na overgedragen aan Stichting PSI. Het garantiefonds kan ingezet worden
voorhetafdekkenvanleningenbijpartnerorganisaties.Alsgevolgvandeaflossingvandeleningrondhetgezondheidsprogramma
in Colombia is de volledige voorziening hiervoor die ten laste van het garantiefonds was genomen, vrijgevallen.
Bestemmingsfondsen noodhulp/overige bestemmingsfondsen:Giftenmeteenspecifiekebestemmingwordengebruiktvoordebetalingvandeprojectkosten.Voorzoverdegeldennogniet
besteed zijn worden zij in een bestemmingsfonds gestort. Ook giften waarvan het kapitaal in stand moet blijven en alleen de
opbrengsten besteed mogen worden voor de hulpverlening worden in een fonds opgenomen. In de bestemmingsfondsen liggen
ook liquiditeiten vast om de projectbetalingen steeds tijdig te kunnen verrichten.
Per 31 december van het boekjaar zijn de volgende bestemmingsfondsen aanwezig:
83Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
» Noodhulp
Naam fonds Bedrag 1-1 Mutatie Bedrag 31-12 Afwikkeling
Noodhulp West-Afrika 0 0 0 Afgewikkeld
Noodhulp Vluchtelingen* 0 0 0 Afgewikkeld
Noodhulp aardbeving Haïti 151.286 -151.286 0 Afgewikkeld
Noodhulp orkaan Guatemala 2.668 -2.668 0 Afgewikkeld
Noodhulp droogte Oost-Afrika 0 0 0 Afgewikkeld
Schoemantelfonds noodhulp kleine projecten 1.322 -1.322 0 Afgewikkeld
Noodhulp tyfoon Filipijnen 311.623 -311.623 0 Afgewikkeld
Noodhulp Irak 404.676 -366.896 37.780 Besteding in 2016
Noodhulp West-Afrika ebola 118.634 -118.634 0 Afgewikkeld
Noodhulp aardbeving Nepal 0 247.264 247.264 Besteding in 2016
Thema Noodhulp 15.545 -15.545 0 Afgewikkeld
Totaal bestemmingsfondsen noodhulp 1.005.754 -720.710 285.044
* In het boekjaar is er een noodhulpactie voor vluchtelingen geweest. Deze fondsen waren per 31 december besteed.
» Overige bestemmingsfondsen
Naam fonds Bedrag 1-1 Mutatie Bedrag 31-12 Afwikkeling
DEL - CSS sponsoring boys CBESP 66.150 -15.498 50.652 Besteding in 2016-2024
Extra gifts sponsorprogramma 7.420 -7.420 0 Afgewikkeld
Kinderfonds G.C. Woudenberg 31.780 0 31.780 alleen rente te besteden
Kinderfonds Nelleke Regina 45.378 0 45.378 alleen rente te besteden
Learn for Work Ethiopië 2012-2016 12.234 76.192 88.426 Besteding in 2016
Voedselzekerheid Tsjaad 3.259 -3.259 0 Afgewikkeld
Economische ontwikkeling Ethiopië 50.600 1.218 51.818 Besteding in 2016
Economische ontwikkeling Haïti 12.254 -12.254 0 Afgewikkeld
Economische ontwikkeling Filipijnen 0 72.132 72.132 Besteding in 2016
Economische ontwikkeling Uganda 4.675 -4.675 0 Afgewikkeld
Economische ontwikkeling Sierra Leone 7.012 -7.012 0 Afgewikkeld
Onderwijs Colombia 73.329 -73.329 0 Afgewikkeld
Onderwijs India 4.346 -4.346 0 Afgewikkeld
Onderwijs Sierra Leone 7.367 19.633 27.000 Besteding in 2016
Water, hygiëne & sanitatie Bangladesh 17.974 -17.974 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Bangladesh 38.807 -38.807 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Sierra Leone 40.160 -40.160 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Colombia 35.160 -35.160 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Burkina Faso 5.662 -5.662 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Sri Lanka 6.017 -6.017 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Nicaragua 5.423 -5.423 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs India 43.144 -43.144 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Ethiopië 41.489 -41.489 0 Afgewikkeld
Vakonderwijs Filipijnen 11.431 -11.431 0 Afgewikkeld
Schoemantelfonds reguliere projecten ** 83.894 -46.997 36.897 Besteding in 2016
Just Care 13.595 -1.045 12.550 Besteding in 2016
Fonds Best Hope Enterprises (V/d Sluis) 4.341 -4.341 0 Afgewikkeld
Home Foundation Bangladesh 72.372 -71.817 555 Besteding in 2016
Merwe-Oord/Voxcie 0 0 0 Fonds op naam blijft beschikbaar
Blue Marlin 0 0 0 Fonds op naam blijft beschikbaar
Bouwgroepfonds Genemuiden 0 14.533 14.533 Besteding in 2016
Business Club Het Groene Hart 0 59 59 Besteding in 2016
Erfenissenmetspecifiekebestemming 0 21.871 21.871 Besteding in 2016
Esselink Beheer Fonds 0 49.500 49.500 Besteding in 2016
Feije en Janke Elzinga Fonds 0 33.535 33.535 Besteding in 2016
Ruiterfonds 31.982 37.230 69.212 Besteding in 2016
MareJan 126 -114 12 Besteding in 2016
Filipijnen algemeen 3.522 313 3.834 Besteding in 2016
Overige bestemmingsfondsen < € 2.500 10.279 -10.167 112 Besteding in 2016
Totaal overige bestemmingsfondsen 791.182 -181.326 609.856
** voorheen genoemd Wijsfonds
84 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
(10) SCHULDEN OP LANGE TERMIJN
Per 31 december lopend jaar 120.143
Per 31 december vorig jaar 17.369
In 2007, 2008 en 2009 hebben vijf donoren leningen verstrekt aan Woord en Daad. Deze leningen zijn doorgeleend aan een part-
nerorganisatieterfinancieringvaneenconferentiecentrum.Eind2012isdevorderingvandepartnerorganisatieovergedragen
aan betreffende donoren, waarmee de leningen van de donoren niet meer op de balans van Woord en Daad voorkomen. Woord en
Daadblijftdezefinancieringechterwelfaciliteren.Aangeziendejaarlijkseterugbetalingdoordepartnerorganisatiehogerisdan
de jaarlijkse terugbetaling aan de donoren, leidt dit tot een schuldpositie op lange termijn (de laatste terugbetalingstermijn aan de
donoren in 2021 is hoger). Het verschil per 31 december 2015 bedraagt € 19.644 en heeft dus een looptijd van langer dan 5 jaar.
In2010isdooreendonoreenrentelozeleningverstrektvan€136.155voordefinancieringvanhetgezondheidsprogrammain
Colombia. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en is aan het einde van de looptijd (in 2015) volledig afgelost.
In2015isdooreendonoreenrentelozeleningverstrektvan€125.000voordefinancieringvandetoekomstigeverplichtingen
vanuitdebusinesspartnerovereenkomst.Dezeleningo/gheefteenlooptijdvan5jaar.Deeersteaflossingstermijnisin2015in
een gift omgezet.
In2013isdooreendonoreenleningverstrektvan€2.500.Dezeleningo/gheefteenlooptijdvan5jaar.Dejaarlijkseaflossing
wordt omgezet in een gift.
(11) SCHULDEN OP KORTE TERMIJN
Per 31 december lopend jaar 4.861.733
Per 31 december vorig jaar 5.257.883
Verplichtingen per 31 december: 2015 2014
Projectverplichtingen kortlopend 2.296.769 2.552.266
Ongerealiseerd koersresultaat projectverplichtingen en -vorderingen 48.697 125.906
Vooruitontvangen sponsorgelden 740.525 755.054
Vooruitontvangen MFS-2 subsidie 163.294 35.626
Vooruitontvangen overige subsidies 97.867 30.196
Vooruitontvangen van bedrijven en vermogensfondsen 50.000 10.881
Crediteuren 731.065 728.998
Belastingen, salarissen en sociale lasten 276.433 198.013
Vakantiegeld en vakantiedagen * 256.359 254.009
Rekening-courant PSI 86.542 249.193
Rekening-courant Incluvest B.V. - 2.945
Rekening-courant COEH 21.481 28.017
Geleende gelden o/g (zie ook (9)) 500 136.655
Overige schulden 92.201 150.126
Totaal schulden op korte termijn 4.861.733 5.257.883
* het saldo vakantiedagen betreft ultimo 2015 een bedrag van € 124.956. In 2014 bedroeg dit € 119.106.
Projectverplichtingen kortlopend:De projecten waarvoor een verplichting openstaat per 31 december zijn:
2015
Noodhulp tyfoon Filipijnen 760.420
Noodhulp aardbeving Nepal 678.000
Noodhulp Noord-Irak 150.000
Overige projecten met uitstaande verplichting < € 100.000 708.349
Totaal 2.296.769
85Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN ACTIVA EN VERPLICHTINGEN
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN(bedragen × € 1,--)
(12) BATEN UIT EIGEN FONDSENWERVING
Werkelijk lopend jaar 19.392.602
Begroot lopend jaar 22.788.500
Baten vorig jaar 19.736.534
Huurcontract kantoor Spijksedijk Gorinchem:Het huurcontract voor het kantoorpand aan de Spijksedijk in
Gorinchem liep tot 31 december 2014. In 2015 is dit pand
gerenoveerd, waarbij Woord en Daad tijdelijk was gehuisvest is
aan de Dokter Van Stratenweg in Gorinchem. Sinds december
2015 is de organisatie weer gehuisvest in het gerenoveerde pand
aan de Spijksedijk. Per 1 november 2015 is een nieuw huurcon-
tract afgesloten voor een periode van tien jaar, met een opzegte-
rmijnvan12maandenvoorafloopvandezetermijn.Dejaarlijkse
huurverplichting (inclusief servicekosten) bedraagt € 175.779.
De eerste verschuldigde maandtermijn vervalt per 1 april 2016.
Huurcontracten kringloopwinkelsIn het verslagjaar zijn op vier locaties in Nederland kringloop-
winkels opgestart. De bijbehorende huurverplichtingen zijn
aangegaan vanuit het hoofdkantoor in Gorinchem, hoewel
deze na de opstart voldaan worden vanuit de opbrengsten van
winkelcomités. De gezamenlijke verplichtingen bedragen
€ 38.322 per jaar.
Deelneming iMPACT Booster Holding B.V.Ten behoeve van de opstart van de activiteiten is per 31 maart
2016 een aanvullende inbreng verschuldigd van € 100.000.
Inkomsten:Voor het jaar 2016 zijn toezeggingen vanuit bedrijven, insti-
tutionele donoren en particulieren ontvangen tot een bedrag
van € 12.756.568. Overigens zal als gevolg van stijgende
kosten in landen waar sponsorprojecten worden uitgevoerd
het sponsorbedrag per kind in Nederland worden verhoogd in
2016.
Projecten:Eind 2015 was er voor projecten in totaal voor € 2.532.690
toegezegd aan partners voor het jaar 2016 en verder.
Gezamenlijke agribusiness-projecten met Incluvest, ICCO-Coöperatie en ICCO-investments B.V.Bovengenoemde partijen zijn een samenwerkingsovereen-
komst aangegaan inzake de agribusinessprojecten in het
Zuiden. Gezamenlijk met Incluvest heeft Woord en Daad zich
verplicht tot een investering. Afhankelijk van de inbreng van
Incluvest bedraagt deze maximaal € 1.000.000 in 2016.
Informatie en Communicatie TechnologieDe begrote jaarlast voor de kosten voor dienstverlening op het
gebied van Informatie en Communicatie Technologie bedraagt
€ 153.000. In december 2014 had Woord en Daad afspraken
gemaakt met een nieuwe hard- en softwareleverancier. In het
verslagjaar is besloten de overeenkomst op te zeggen en te
beëindigen op het moment dat de migratie in de loop van 2016
naar de oorspronkelijke leverancier is afgerond, welke wordt
verwacht ultimo eerste kwartaal 2016.
Nieuwe organisatieIn 2016 gaat binnen Woord en Daad het grootste deel van
de organisatie over op een meer projectmatige manier van
werken. Een eventuele reorganisatievoorziening wordt niet
noodzakelijk geacht.
Ontvangen in het verslagjaar Totaal 2015 Totaal 2014
PARTICULIEREN:
Collecten 195.730 241.819
Sponsorgelden 8.813.824 9.010.556
Nalatenschappen 994.259 1.317.346
Overige giften * 5.399.730 5.774.885
Brutowinst omzet goederenverkoop 22.060 19.939
15.425.603 16.364.545
BEDRIJVEN:
Ledenbijdrage Business Platform 283.495 268.000
Sponsorgelden 451.886 439.405
Overige giften * 1.747.363 1.312.208
2.482.744 2.019.613
VERMOGENSFONDSEN:
Diverse giften** 1.484.255 1.352.376
Totaal baten eigen fondsenwerving 19.392.602 19.736.534
In totaal werden 325.047 giften ontvangen
(2014: 322.931 giften)
* In de overige giften zijn in het verslagjaar ook inkomsten in natura opgenomen voor een totaalbedrag van € 92.850 (2014: € 89.500). Dit betrof bedrijven (€ 90.600; 2014: € 61.750) en onderwijsinstellingen (€ 2.250; 2014:€ 27.750) die hun expertise om niet hebben ingezet ten behoeve van de programma’s van Woord en Daad.
** waaronder in 2015 € 40.000 van Turing Foundation
(2014 € 110.000)
86 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Resultaat verkopen artikelen 2015 2014
Omzet goederenverkoop 36.200 39.154
Inkoopwaarde verkoop 14.140 19.215
Brutowinst 22.060 19.939
Kosten eigen organisatie 4.628 4.213
Nettowinst 17.432 15.726
Deze omzet goederenverkoop is exclusief de omzet van verkoop van postzegels. De nettowinst van de postzegels van € 35.541
(2014: € 55.296) wordt grotendeels gerealiseerd door de comités en is verantwoord onder overige inkomsten particulieren. De
bijbehorende omzet van het comité wat de postzegels verkoopt bedroeg € 395.991 (2014: € 393.267).
(13) AANDEEL IN ACTIES DERDEN
Werkelijk lopend jaar 2.093.641
Begroot lopend jaar 2.998.645
Baten vorig jaar 3.616.217
In het boekjaar werd ontvangen van: 2015 2014
Eigen bijdrage Red een Kind voor MFS-2 subsidie* 1.888.225 2.602.168
ZOA eigen bijdrage Wees Eerlijke campagne 0 25.077
EO Metterdaad ** -63.444 37.695
ZOA PAZA 0 25.551
Tearfund Belgium/Switzerland 0 60.000
Edukans 62.433 106.891
Leprazending *** 63.616 88.631
Tearfund Nederland 10.000 20.000
UnitedNationsOfficeforProjectServices 3.182
World Servants 19.000
Partners for Water 0 38.300
Subtotaal reguliere programma’s 1.983.012 3.004.313
All We Can - Huizenbouw n.a.v. Noodhulp Filipijnen 110.630 97.975
EO Metterdaad Noodhulp 0 248.557
Red een Kind (noodhulp) 0 265.372
Subtotaal noodhulp 110.630 611.904
Totaal 2.093.641 3.616.217
* De eigen bijdrage van Red een Kind ligt in 2015 fors lager dan in 2014, maar ligt nog steeds boven het begrote en afgesproken niveau voor 2015. De eigen bijdrage van Red een Kind ligt over de gehele looptijd van de MFS-2 subsidie boven het vereiste bedrag van de subsidieverstrekker, waarbij afwijkingen tussen de jaren mogelijk zijn.
** In de inkomsten zit een correctie begrepen op de inkomsten 2014 die gedeeltelijk als co-funding aan een andere donor zijn toegerekend.*** Leprazending droeg vanuit eigen middelen bij aan een gezamenlijk project van Woord en Daad en Leprazending via TLMI, waarvan de besteding via Woord en Daad liep.
(14) SUBSIDIES VAN OVERHEDEN
Werkelijk lopend jaar 7.473.876
Begroot lopend jaar 8.346.929
Baten vorig jaar 7.839.276
In het boekjaar werd ontvangen van: 2015 2014
Prisma/ICCO 1.906.495 2.017.707
Bijdrage Woord en Daad publieksgelden -891.686 -1.041.374
Netto ontvangen projectbijdragen 1.014.809 976.333
Kostenvergoeding 73.837 59.419
Totaal ontvangen Prisma/ICCO 1.088.646 1.035.752
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Woord en Daad deel 4.046.424 4.546.424
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Red een Kind deel 2.187.752 2.187.752
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 145.893
Europese Unie 5.161 0
Stichting SBOS i.v.m. Wees Eerlijk campagne 69.348
Totaal ontvangen 7.473.876 7.839.276
87Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
(15) RENTEBATEN EN BATEN UIT BELEGGINGEN
Werkelijk lopend jaar 35.651
Begroot lopend jaar 50.000
Baten vorig jaar 44.180
2015 2014
Ontvangen rente en dividend in het boekjaar over liquiditeiten 5.853 19.656
Ontvangen rente over leningen partnerorganisaties 42.557 41.338
Betaalde rente leningen o/g (doorgeleend) -12.817 -16.889
Koersverschil 58 75
Totaal resultaat beleggingen 35.651 44.180
Op basis van een gemiddeld saldo van € 1.220.607 (per eerste en twintigste van de maand; 2014: € 2.653.674) is de rente op
liquiditeiten 0,47% (2014: 0,74 %). Gezien de rentestructuur in 2015 en de liquiditeitspositie ten opzichte van de totale bestedin-
gen is belegd in direct opneembare spaarrekeningen. Als benchmark is de Euribor-dagrente gehanteerd. De Euribor-maandrente
was in 2015 gemiddeld -0,10 % (2014 0,13%). Het resultaat beleggingen is hoger dan de benchmark, als gevolg van een langjarige
relatie met de bankier (Rabobank).
De ontvangen rente over leningen partnerorganisaties is hoger dan de betaalde rente leningen o/g (doorgeleend) in verband met
de ontvangen rente op de achtergestelde lening aan Stichting PSI met betrekking tot de overdracht van leningen in het kader van
bedrijfsontwikkelingen aan Stichting PSI.
(16) OPBRENGST LEVERANCIERSROL EN BEWUSTWORDING
Werkelijk lopend jaar 252.062
Begroot lopend jaar 242.700
Baten vorig jaar 169.856
2015 2014
Detachering AED-team bij Incluvest B.V. 101.158 95.398
Administratieve dienstverlening aan COEH/EU-CORD 10.000 10.000
Detachering (IF-)medewerkers aan Driestar Educatief 8.000 3.921
Detachering IF-medewerker aan Prisma 20.904 8.802
Detachering IF-medewerker aan ICCO 9.520
Detachering overig 4.559 4.750
Subtotaal inkomsten leveranciersrol 154.141 122.871
Inkomsten bewustwording: Doorberekende kosten van reizen in het kader van bewustwording 97.921 46.985
Subtotaal inkomsten bewustwording
Totaal 252.062 169.856
De opbrengsten leveranciersrol liggen lager dan de begroting (€ 180.000). Gedurende het boekjaar is besloten de doorbelasting aan
Incluvest B.V. ongewijzigd te houden ten opzichte van 2014, hoewel dit anders begroot was. De tegenoverliggende kosten van de
leveranciersrol bedragen € 101.483 (zie ook appendix 3). De inkomsten bewustwording liggen fors hoger dan begroot (€ 62.700),
onder meer omdat er meer reizen zijn geweest. De deelnemers betalen voor hun deelname aan reizen een eigen bijdrage.
Lasten
(17) STRUCTURELE PROGRAMMA’S
Werkelijk lopend jaar 23.013.263
Begroot lopend jaar 26.774.378
Baten vorig jaar 23.767.862
88 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Rekening 2015 Begroting 2015 Rekening 2014
DIRECTE BESTEDINGEN (ZIE APPENDIX 1 EN 2. APPENDIX 1 IS INCLUSIEF NOODHULP):
Educatie (EDU) 10.123.790 11.085.279 9.403.288
Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) 372.489 590.300 226.729
Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) 2.596.709 2.726.495 2.597.309
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) 512.147 777.092 164.196
Basisvoorzieningen (BN) 2.251.315 2.150.992 2.184.016
Economische ontwikkeling (ED) 0 777.137 19.189
Agrarische ontwikkeling (AD) 180.986 1.072.810 1.468.849
Huizenbouwprogramma (LCH) 343.263 550.000 21.356
Capaciteitsopbouw (SPN) 689.594 767.392 503.988
Innovatieprogramma 11.774 150.000 174.755
Overig (o.a. ICT t.b.v. Allianties) 346.746 600.000 534.187
Regio-allianties 135.417 215.301 218.423
Red een Kind 4.075.977 3.988.341 4.789.920
Bestedingen partnerrol in Nederland 1.373.056 1.323.240 1.461.657
Totaal 23.013.263 26.774.379 23.767.862
Als lasten in het betreffende boekjaar worden de aangegane verplichtingen met betrekking tot het boekjaar verantwoord.
(18) NOODHULP
Werkelijk lopend jaar 2.676.255
Begroot lopend jaar 1.500.000
Baten vorig jaar 4.191.445
Uitgegeven voor noodhulp: 2015
Diverse noodhulpprojecten 2.676.255 4.191.445
Totaal 2.676.255 4.191.445
Zie ook appendix 1 en 3. appendix 1 is inclusief noodhulp.
(19) LOBBY
Werkelijk lopend jaar 159.764
Begroot lopend jaar 157.195
Baten vorig jaar 124.184
2015 2014
Bijdrage EU-CORD / COEH 27.000 25.633
Bijdrage Global Campain for Education 2.500 5.000
Bijdrage Agri Pro Focus lobbygroep 5.000 0
Bijdrage publicatie ‘religie en ontwikkelingssamenwerking’ 0 7.500
Lobbyproject EU/Partos: Ready for change? 6.878 0
Bijdrage werkgroep Partos beleidscoherentie 2.500 0
MP Watch 50% (rest onder bewustwording) 6.610 0
Overige projecten lobby 5.076 3.112
Subtotaal projectbestedingen 55.564 41.245
Overige bestedingen via eigen organisatie (appendix 3) 104.200 82.939
Totaal 159.764 124.184
89Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
(20) BEWUSTWORDING
Werkelijk lopend jaar 925.344
Begroot lopend jaar 943.665
Baten vorig jaar 898.599
2015 2014
Vakuitwisseling/Young Ambassadors 46.109 71.330
Campagne Wees Eerlijk (duurzaamheidscampagne onder jongeren) 0 117.345
Campagne De Eerlijke Vrouw 31.233 0
Ontwikkeling lesmateriaal 9.266 0
Ontwikkeling scholenactiviteiten 6.105 0
MP Watch 50% (rest onder lobby) 6.610 0
Sponsorreis Ethiopië (2014: Bangladesh) 35.027 17.348
Ondernemersreizen 11.500 0
Overige projecten bewustwording 14.288 12.778
Directe bestedingen bewustwording (zie toelichting bij 23) 199.624 156.141
Subtotaal projectbestedingen 359.762 374.942
Overige bestedingen via eigen organisatie (appendix 3) 565.582 523.657
Totaal 925.344 898.599
Zie de toelichting bij de kosten fondsenwerving.
(21) PMEL/PMA
Werkelijk lopend jaar 1.079.808
Begroot lopend jaar 1.242.596
Baten vorig jaar 954.932
Rekening 2015 Begroting 2015 Rekening 2014
Bestedingen PMEL/PMA 251.233 405.300 258.444
Overige bestedingen PMEL/PMA via eigen organisatie (appendix 3) 828.575 837.296 696.488
1.079.808 1.242.596 954.932
(22) KOSTEN LEVERANCIERSROL
Werkelijk lopend jaar 101.211
Begroot lopend jaar 137.951
Baten vorig jaar 86.280
Het betreft de organisatiekosten die zijn toegerekend aan de leveranciersrol, gebaseerd op de tijdsbesteding van de diverse mede-
werkers (zie ook appendix 3). De opbrengst van de leveranciersrol bedroeg in 2015 € 154.141, aangezien meer kosten doorgefac-
tureerd konden worden dan begroot (zie ook toelichting bij (16).
(23) WERVING BATEN
De directe kosten fondsenwerving en voorlichting en bewustwording bestaan deels uit gemengde kosten: Hiervoor zijn verdeel-
sleutels opgesteld om een juiste toerekening te kunnen maken.
90 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Directe Publiciteitskosten: Rekening 2015 Begroting 2015 Rekening 2014% fondsen-
werving% voorlichting en
bewustwording
Werelddelen (oplage 77.000) 155.511 158.500 147.124 75% 25%
Grenzeloos (oplage 16.500) 36.608 49.000 35.188 0% 100%
Verrekijker (oplage 84.000) 15.966 24.000 25.583 0% 100%
Daadkracht (oplage 3.750) 13.722 17.500 13.060 50% 50%
Jaarverslagen/corporate brochure 39.792 41.700 43.011 50% 50%
Kosten Business Platform 40 4.000 514 50% 50%
Kosten Comités 51.080 51.250 48.577 100% 0%
Jongerenbeleid 19.269 36.250 8.964 9% 91%
Advertenties 88.929 61.000 62.760 100% 0%
Mailingen 49.843 25.500 33.809 89% 11%
Kosten website 42.596 41.543 34.939 75% 25%
Werven sponsoring 62.374 57.500 72.024 100% 0%
Kosten communicatie 3.993 5.000 2.455 75% 25%
Kosten vermogensfondsen 10.941 22.000 10.019 100% 0%
Kosten subsidies 8.168 22.001 9.468 100% 0%
Kosten Woord en Daad dag 59.728 51.000 0 50% 50%
Kosten Woord en Daad 40 jaar 0 0 2.793 92% 8%
Diverse kosten fondsenwerving 106.358 113.950 107.181 85% 15%
Totale kosten 764.919 781.694 657.469
De kosten zijn per saldo € 764.919 (2014: € 657.469) en worden als volgt verdeeld
Rekening 2015 Begroting 2015 Rekening 2014
Directe kosten fondsenwerving 565.295 542.382 501.329
Directe kosten voorlichting en bewustwording 199.624 202.361 156.141
Voor de overige organisatiekosten zie staat lastenverdeling (appendix 3).
(24) BEHEER EN ADMINISTRATIE
Rekening 2015 Begroting 2015 Rekening 2014
Totaal personeelskosten (zie appendix 3) 752.246 743.426 793.962
Totaal overige organisatiekosten (zie appendix 3) 164.791 164.259 162.702
917.037 907.685 956.664
opgesteld en vastgesteld door: goedgekeurd door:
namens de raad van bestuur namens de raad van toezichtDr.h.c Ir. J. Lock - voorzitter Drs. C. Westerink - voorzitter
R.F. Molenaar MSc - lid Ing. C. van Burg
Dr. P. Honkoop
Mr. M. Overbeeke-Boer
P.W. Nobel RA
Dr. R. Toes
Ing. J.B. Faijer
was getekend door beiden was getekend door alle leden
te Gorinchem in de vergadering van 11 maart 2016 te Gorinchem in de vergadering van 11 maart 2016
91Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Appendix 1: Mutaties reserves en fondsen
Naar landenReserve/
Fonds per 1-1 2015
Ontvangsten 2015
Bestedingen/ Overige muta-
ties 2015
Overboeking 2015
Reserve/ Fonds per
31-12 2015
AZIË
Bangladesh 77.334- 1.343.474 1.444.007 97.453 80.413-
de Filipijnen 294.138 868.381 1.351.185 218.468 29.802
India 140.317- 2.125.465 2.477.736 429.337 63.251-
Irak 404.676 91.168 457.722 343- 37.780
Nepal - 1.324.261 1.076.997 0 247.264
Sri Lanka 24.948 93.794 197.786 104.592 25.548
Thailand 3.888 55.733 99.749 42.486 2.358
Vluchtelingen Midden-Oosten - 462.084 101.500 360.584- -
Totaal Azië 509.998 6.364.361 7.206.681 531.409 199.088
AFRIKA
Benin 2.189- 371.579 1.143.919 768.412 6.116-
Burkina Faso 35.111- 1.593.581 2.317.152 804.570 45.889
Ethiopië 241.202 1.485.915 2.038.375 608.591 297.333
Oeganda 6.642 356.323 731.871 368.906 -
Sierra Leone 161.467 513.901 875.064 210.040 10.343
Tsjaad 3.259 92.214 156.518 61.045 -
Zambia - 73.091 835 72.256- -
Zuid-Afrika - 250.842 517.369 266.528 -
Zuid-Soedan - 3.701 - 3.701- -
Totaal Afrika 375.271 4.741.147 7.781.103 3.012.134 347.449
MIDDEN- EN ZUID-AMERIKA
Colombia 10.562- 1.318.777 1.578.366 120.770 149.380-
Guatemala/Honduras 1.826- 1.656.386 1.986.352 342.362 10.570
Haïti 576.063 2.149.268 2.755.972 160.799 130.159
Nicaragua 6.526 30.208 419.426 382.691 -
Totaal Midden- en Zuid-Amerika 570.202 5.154.640 6.740.115 1.006.623 8.650-
DIVERSEN
Garantiefonds 58.413 - - 6.066 64.479
Inkomsten MFS - 5.829.534 - 5.829.534- -
Inkomsten MFS Red een Kind - 1.888.225 4.075.977 2.187.752 -
Regio-allianties - - 201.838 201.838 -
Reserve koersverschillen sponsorprogramma 163.249 - 197.959 184.578 149.867
Reserve overige koersverschillen 163.497- - 185.086 57.815 290.768-
Algemene reserve 594.367- 2.023.868 - 2.452.290- 1.022.789-
Overige reserves en fondsen 235.382 1.315.616 2.257.994 1.064.649 357.655
Continuïteitsreserve 2.172.478 - - 28.960 2.201.438
Stichtingskapitaal 272 - - - 272
Totaal Diversen 1.871.930 11.057.242 6.918.853 4.550.166- 1.460.154
Totaal reserves en fondsen 3.327.402 27.317.391 28.646.752 0 1.998.041
Rentebaten en baten uit beleggingen 35.651
Opbrengst leveranciersrol 154.141
Kostendekking voor organisatiekosten 1.740.649
Organisatiekosten gedekt uit rentebaten/leveranciersrol/kostendekking 1.930.442
Totaal baten en lasten conform staat van baten en lasten 29.247.833 30.577.194
In deze appendix zijn de ontvangsten de gelden die beschikbaar zijn voor de projecten (dus na aftrek kosten overhead).
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar meerdere plaatsen in het jaarverslag en de resultaten/bestedingen per land via
de website. Voor wat betreft de toekenning van fondsen en zie ook met name hetgeen beschreven staat in bijlage 5.
92 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Appendix 2: Verloop sponsorfondsen
Jaar: 2015
Sald
o fo
nd
s p
er 1
-1
On
tvan
gen
Inh
ou
din
g o
rgan
isat
ieko
sten
Inh
ou
din
g ko
ersr
isic
o
Inko
mst
en (
net
to)
Bes
ted
ing
Ver
reke
nin
g vo
or-
gaan
de
jare
n
Kw
alit
eit
en
on
twik
keli
ng
Ove
rgeb
oek
t n
aar
and
ere
bes
tem
min
gen
*
Sald
o fo
nd
s p
er 3
1-1
2
ORGANISATIE € € € € € € € € € €
AEAD Burkina Faso 4.547- 119.299 6.951 2.379 109.969 98.784 - 8.545 70 1.836-
AMG Guatemala 33.148- 1.527.329 89.554 30.428 1.407.347 1.288.354 - 113.437 - 27.593-
AMG Haïti 28.424 130.263 8.176 2.587 119.500 97.650 - 8.447 - 41.827
AMG India 83.504- 1.236.713 77.664 24.653 1.134.396 990.066 - 88.291 - 27.464-
AMG Honduras 25.134 25.944 627 541 24.777 10.916 - 944 - 38.050
AMG Philippines 32.438- 521.505 32.665 10.393 478.446 451.290 13.011- 53.894 - 46.164-
AMG Thailand 3.888 54.256 3.397 1.076 49.784 47.250 - 4.087 23 2.358
CDA Colombia 119.051- 880.000 52.129 17.577 810.294 761.040 - 87.964 56 157.705-
COUNT India 13.807 137.942 8.690 2.750 126.503 109.936 - 9.509 - 20.865
CREDO Burkina Faso 36.226- 1.083.818 21.447 986.303 821.409 - 80.943 - 47.725
CSS Bangladesh 61.870- 380.358 31.938 7.474 340.946 331.380 - 28.664 25.000- 105.968-
Cotton Tree Foundation Sierra Leone 11.706- 43.740 810 35.640 35.280 - 3.052 - 14.397-
DEDRAS Benin 2.189- 29.060 1.605 580 26.875 28.350 - 2.452 - 6.116-
EFSL Sierra Leone - 3.360 77 67 5.040 - 436 - 2.260-
HOPE Enterprises Ethiopië 135.461 790.509 52.323 15.668 722.518 679.670 39.444- 60.664 - 157.089
IREF India 17.265 135.987 8.506 2.693 124.788 65.299 34.253- 2.840 58.170- 49.997
Parole & Action Haïti 384.100 1.578.582 79.103 31.733 1.467.747 1.247.400 44.305- 131.568 403.851- 113.333
WD India 137.647- 502.725 30.823 9.970 461.932 396.899 1.814- 35.849 - 106.649-
WD Lanka 18.930 86.808 2.091 1.803 82.915 75.600 5.871- 6.568 - 25.548
Totaal 104.686 9.268.199 569.675 184.628 8.513.895 7.541.614 -138.698 728.153 -486.872 640
* In de voorgaande jaren zijn er bedragen overgeboekt vanuit andere bestemmingen naar de sponsorbudgetten. In 2015 is een aantal bedragen overgeboekt naar andere bestemmingen die gerelateerd zijn aan sponsoring. Een sponsorfonds kan zowel een positief als een negatief saldo hebben. Omdat er sprake is van onderlinge solidariteit wereldwijd voor wat betreft overschotten en tekorten, is het totaalsaldo verantwoord onder Fondsen in de balans. Per 31 december van het verslagjaar waren tien sponsorfondsen negatief als gevolg van tegenvallende sponsorinkomsten in relatie tot de bestedingen van het sponsor-programma. Het verschil bestaat uit kindertallen die niet gedekt konden worden vanuit fondsenwerving. In de toekenningen voor bestedingen sponsorprogramma in de komende jaren wordt rekening gehouden met deze negatieve saldi. In 2016 wordt het saldo per begin 2015 in mindering gebracht op de toekenningen voor bestedingen sponsorprogramma. Voor 2017 wordt rekening gehouden met het ontstane saldo over 2015. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar meerdere plaatsen in het jaarverslag, onder meer hoofdstuk 2 paragraaf 2.
93Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
DOELSTELLINGLEVE-RAN-
CIERSROLWERVING BATEN
BEHEER & ADMINIS-
TRATIE
PartnerrolPMEL/
PMALobby
Bewust-wording
Eigen fond-senwerving
Acties derden
SubsidiesVerkoop
goederenTotaal
boekjaarBegroot
BoekjaarRekening
2014
€ € € € € € € € € € € € €
Educatie (EDU) 10.123.790 10.123.790 11.085.279 9.403.288
Agrarisch Vakonderwijs en Training
(AVET)
372.489 372.489 590.300 226.729
Vakonderwijs en Arbeidsbemidde-
ling (TVET / JBS)
2.596.709 2.596.709 2.726.495 2.597.309
Water, Sanitatie en Hygiëne
(WASH)
512.147 512.147 777.092 164.196
Basisvoorzieningen (BN) 2.251.315 2.251.315 2.150.992 2.184.016
Economische ontwikkeling (ED) 0 0 777.137 19.189
Agrarische ontwikkeling (AD) 180.986 180.986 1.072.810 1.468.849
Huizenbouwprogramma (LCH) 343.263 343.263 550.000 21.356
Capaciteitsopbouw (SPN) 689.594 689.594 767.392 503.988
Noodhulp (R&R) 2.676.255 2.676.255 1.500.000 4.191.445
Innovatieprogramma 11.774 11.774 150.000 174.755
Overig (o.a. ICT t.b.v. Allianties) 346.746 346.746 600.000 534.187
Regio-allianties 135.417 135.417 215.301 218.423
Red een Kind 4.075.977 4.075.977 3.988.341 4.789.920
PMEL/PMA 251.233 251.233 405.300 258.444
Lobby 55.564 55.564 49.500 41.245
Bewustwording 359.762 359.762 396.811 374.941
Subtotaal projectbestedingen 24.316.462 251.233 55.564 359.762 0 0 0 0 0 0 24.983.021 27.802.750 27.172.280
Salarissen en sociale lasten 966.342 584.258 74.035 388.321 72.563 597.848 38.637 159.614 3.325 645.862 3.530.804 3.471.599 3.467.008
Pensioenlasten 87.335 63.812 8.089 33.921 7.462 49.382 3.777 15.899 290 66.993 336.961 354.618 369.936
Reis- en verblijfskosten 24.683 15.344 889 14.328 2.505 18.558 1.247 4.861 128 20.092 102.636 78.461 104.666
Kosten inhuur personeel 60.663 9.864 1.186 24.016 1.294 18.531 609 16.106 52 10.293 142.614 44.106 58.706
Overige personeelskosten 33.353 22.183 2.841 14.995 2.506 21.936 1.519 6.346 115 24.123 129.917 129.100 151.612
Subtotaal personeelskosten 1.172.377 695.461 87.039 475.580 86.330 706.256 45.790 202.827 3.910 767.363 4.242.932 4.077.884 4.151.928
Bijdrage door derden 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Personeelskosten in
projectbestedingen
-16.902 -15.331 -1.888 -8.878 -2.270 -14.399 -935 -3.845 -78 -15.117 -79.643 0 -103.913
Totaal personeelskosten 1.155.475 680.130 85.152 466.702 84.060 691.856 44.855 198.982 3.832 752.246 4.163.289 4.077.884 4.048.015
Publiciteit & communicatie 557.127 8.168 565.295 557.332 501.329
Huisvestingskosten 53.995 36.453 4.431 24.154 4.268 36.521 2.470 9.994 197 39.757 212.240 355.500 231.019
Kantoorkosten (excl.
afschrijvingen)
64.144 42.702 5.234 30.445 4.729 42.242 2.364 12.356 233 45.805 250.255 189.500 212.288
Kosten RvT en vergaderingen
organisatie
5.843 3.800 1.467 1.511 323 2.352 155 659 13 2.551 18.674 10.000 64.826
Kosten werkbezoeken RvB 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6.217 6.217 7.500 6.504
Overige algemene kosten 39.018 27.167 3.287 17.753 3.247 27.185 1.725 7.113 148 29.408 156.050 110.500 72.263
Afschrijving, rente en bankkosten 54.583 38.324 4.629 25.016 4.584 41.119 2.414 10.228 205 41.052 222.154 228.000 200.185
Subtotaal organisatiekosten 1.373.056 828.575 104.200 565.582 101.211 1.398.403 53.981 247.501 4.628 917.037 5.594.174 5.536.216 5.336.429
Totaal 2015 25.689.518 1.079.808 159.764 925.344 101.211 1.398.403 53.981 247.501 4.628 917.037 30.577.195 33.338.966 32.508.709
Begroot 2015 28.274.378 1.242.596 157.195 943.665 137.951 1.384.270 46.106 240.531 4.589 907.685
Realisatie voorgaand boekjaar 28.334.248 954.932 124.184 898.599 86.280 1.252.067 57.188 215.276 4.213 956.663
Verdeelsleutels:De verdeling van de personeelskosten over de kostendragers vindt plaats op basis van de gemiddelde tijdsbesteding.Bij het toerekenen van de personeelskosten is de richtlijn van GDN gevolgd. Dit houdt in dat de raad van bestuur volledig onder Beheer & Administratie valt, en de managers van de afdeling voor 20%. De algemene staffuncties vallen volledig onder Beheer & Administratie, HRM en ICT wordt toegerekend naar rato van het aantal fte per kostendrager. Afdeling Finance en Control valt deels ook onder PMADe indirecte kosten worden verdeeld op basis van de verdeling van de personeelskosten behalve monitoring en evaluatie.De werkbezoeken van de raad van bestuur en raad van toezicht worden volledig toegerekend aan beheer en administratie.Het gemiddeld aantal fte’s in 2015 bedroeg 64,13. In 2014 was dit 63,65 fte. Hiervan waren zowel in 2015 als in 2014 2 personen (2 fte) werkzaam in het buitenland.Het totaal van de kolommen doelstelling (€ 28.099.433) sluit aan met de verantwoorde bestedingen aan de doelstelling in de Staat van baten en lasten.
Kostensoort Kostendragers
Appendix 3: Model lastenverdeling
94 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Appendix 3 (vervolg) Toelichting uitvoeringskosten
Totaal boekjaar Begroot boekjaar Vorig boekjaar
OVERIGE PERSONEELSKOSTEN
Opleidings- en trainingskosten 51.027 45.000 42.148
Onkostenvergoeding vrijwilligers 9.859 17.000 16.159
Overige personeelskosten 69.039 67.100 93.309
Totaal overige personeelskosten 129.924 129.100 151.617
HUISVESTINGSKOSTEN
Huur en overige huisvestingskosten 187.486 332.000 171.362
Servicekosten (incl. energie) 0 0 36.300
Onderhoud/schoonmaakkosten 24.759 23.500 23.362
Totaal huisvestingskosten 212.245 355.500 231.024
KANTOORKOSTEN
Kantoorbenodigdheden en drukwerk 24.273 19.000 16.251
ICT licenties en servicecontracten 236.630 173.500 152.798
Porti algemeen 30.649 28.000 30.181
Communicatie 20.918 19.500 20.056
Overige kantoorkosten 21.085 19.500 18.264
Bijdragen derden in kantoorkosten -83.282 -70.000 -25.260
Totaal kantoorkosten 250.273 189.500 212.289
KOSTEN RVT
Werkbezoeken 5.701 3.500 328
Reiskosten 1.982 0 8.589
Overige kosten 1.695 3.000 4.329
Totaal kosten RvT 9.378 6.500 13.246
VERGADERINGEN ORGANISATIE
Vergaderingen organisatie 9.296 3.500 11.813
Kosten onderzoek samenwerking WD-REK 0 0 39.765
Totaal kosten bestuur / afd. e.d. 9.296 3.500 51.579
KOSTEN WERKBEZOEKEN RVB
Werkbezoeken RvB 6.217 7.500 6.504
Totaal overige algemene kosten 6.217 7.500 6.504
OVERIGE ALGEMENE KOSTEN
Externe controle* 15.125 15.000 12.573
Advies-/notariskosten 98.619 45.500 11.538
Administratieve dienstverlening 0 0 787
Samenwerkingsverbanden (o.a. Prisma/Partos) 38.817 41.000 38.373
Overigealgemenekosten(o.m.ISO-certificeringenalgemeneabonnementen) 3.446 9.000 8.976
Totaal overige algemene kosten 156.008 110.500 72.247
*2014: waarin vrijval van 2013 begrepen (€ 3.822)
AccountantshonorariumDe volgende honoraria van Accon avm zijn in de lasten verantwoord:
Totaal boekjaar Begroot boekjaar Vorig boekjaar
Onderzoek jaarrekening 15.125 15.000 15.125
Andere controle-opdrachten 0 0 2.750
Adviesdienstenopfiscaalterrein** 13.423 0 14.044
Andere niet-controlediensten 0 0 6.145
** in het verslagjaar is onder meer geadviseerd rond de BTW-positie van Stichting Woord en Daad, zowel met het oog op fondsenwerving als de samenwerking met andere partijen. Deze kosten zijn verantwoord onder de advieskosten.
95Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Appendix 4: Berekening diverse normpercentages en ratio’sbedragen × € 1.000
Begroting 2016 Rekening 2015 Begroting 2015 Rekening 2014
Baten eigen fondsenwerving (incl. goederen): 23.275 19.645 22.789 19.737
Overige baten: 6.078 9.603 11.638 11.670
Totaal inkomsten Woord en Daad 29.353 29.248 34.427 31.407
Voor diverse kosten, zie model toelichting lastenverdeling.
CBF-NORM MAX. 25% (EIGEN NORM KOSTEN EIGEN FONDSENWERVING (MAX. 6% TEN OPZICHTE VAN BATEN EIGEN FONDSENWERVING)
Kosten eigen fondsenwerving (incl. verkoop goederen) 1.479 1.403 1.389 1.256
Baten eigen fondsenwerving 23.275 19.645 22.789 19.737
Percentage kosten eigen fondsenwerving (volgens CBF-criteria) 6,35% 7,14% 6,09% 6,37%
EIGEN NORM KOSTEN FONDSWERVING NIET EIGEN FONDSWERVING (MAX. 2,5% TEN OPZICHTE VAN DE BATEN NIET EIGEN FONDSWERVING)
Kosten werving subsidies en acties derden 284 301 287 272
Overige baten 6.078 9.603 11.638 11.670
Percentage kosten Fondswerving niet eigen fondswerving 4,67% 3,14% 2,46% 2,33%
EIGEN NORM KOSTEN BEHEER & ADMINISTRATIE (MAX. 3,1% VAN TOTALE INKOMSTEN)
Kosten Beheer & Administratie 918 917 908 957
Totale inkomsten 29.353 29.248 34.427 31.407
Percentage kosten Beheer & Administratie 3,13% 3,14% 2,64% 3,05%
EIGEN NORM OVERHEAD (KOSTEN FONDSENWERVING EN BEHEER EN ADMINISTRATIE MAX. 7,5% VAN TOTALE INKOMSTEN)
Organisatiekosten (zie model lastenverdeling) 2.681 2.622 2.583 2.485
Totale inkomsten 29.353 29.248 34.427 31.407
Percentage overhead 9,13% 8,96% 7,50% 7,91%
Het percentage overheadkosten voldoet niet aan de norm van maximaal 7,5% van de totale inkomsten. De overschrijding van 1,46% wordt met name veroorzaakt door de fors lagere inkomsten (1,33%) enerzijds en anderzijds de iets hogere overheadkosten (0,13%)
DIVERSE BESTEDINGSRATIO’S
Bestedingen PMEL/PMA t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) * 2,24% 5,00% 5,46% 4,12%
Bestedingen partnerrol t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) * 7,97% 6,35% 5,82% 6,31%
Bestedingen directe alliantiekosten t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK) 0,50% 0,63% 0,96% 0,94%
Bestedingen lobby ten opzichte van de totale inkomsten ** 3,61% 0,55% 0,46% 0,26%
Bestedingen bewustwording ten opzichte van totale inkomsten 3,09% 3,16% 2,56% 2,99%
* m.i.v. de begroting 2016 maken de PMEL-bestedingen onderdeel uit van de bestedingen partnerrol. ** m.i.v. de begroting 2016 worden ook lobbybestedingen in het Zuiden opgenomen in dit percentage.
DOELBESTEDINGSRATIO (TOTAAL VAN DE BESTEDINGEN TEN OPZICHTE VAN TOTAAL VAN DE INKOMSTEN EN TEN OPZICHTE VAN TOTAAL BESTEDINGEN)
Totaal bestedingen aan doelstellingen 26.546 26.929 29.812 29.413
Totaal inkomsten 29.353 29.248 34.427 31.407
Totaal lasten 29.227 30.577 33.339 32.509
Doelbestedingsratio ten opzichte van de inkomsten 90,44% 92,07% 86,60% 93,65%
Doelbestedingsratio ten opzichte van de totale bestedingen 90,83% 88,07% 89,42% 90,48%
Solvabiliteit (reserves / totaal vermogen) niet gedefinieerd 14,87% niet gedefinieerd 15,89%
96 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Appendix 5. Verschillen analyse begroting en jaarrekening
De gepresenteerde begroting 2015 betreft de in mei 2015
officieelgoedgekeurdeherzienebegrotingdoorderaadvan
toezicht. Deze cijfers wijken dus af van de gepresenteerde
begroting 2015 in de jaarrekening 2014. Gedurende het ver-
slagjaar zijn inkomsten en uitgaven bewaakt via de categorie
systematiek. Zie voor een uitgebreidere analyse van verschil-
len ook het jaarverslag.
Baten
Baten uit eigen fondsenwerving (particulieren)
Totaal rekening 15.425.603
Totaal begroting 16.288.500
Verschil -862.897
Totaal rekening vorig boekjaar 16.364.545
Totaal waren de inkomsten Particulieren inclusief noodhulp
in 2015 € 862.897 lager dan begroot. Daarvan kwamen de
overige inkomsten Particulieren € 1.529.509 lager uit dan
begroot. Verder waren de sponsorinkomsten € 266.175
lager dan begroot. De lagere inkomsten op overige projecten,
ook ten opzichte van 2014, worden veroorzaakt door lagere
inkomsten vanuit comités, nalatenschappen en natura (onder-
wijsinstellingen). De acties derden van niet-fondswervende
instellingen, sinds 2014 opgenomen in deze baten, kwamen
€ 645.239 lager uit dan begroot. De totale inkomsten voor
noodhulp van particulieren waren in 2015 € 2.106.017 (2014
€ 1.906.923) en lagen daarmee € 1.606.017 hoger dan de
begroting. Het begrotingsbedrag van € 16.288.500 bestaat
voor € 14.503.500 uit groen budget (inclusief € 500.000
noodhulpinkomsten), wat een zekerheidsniveau in de begro-
ting heeft van 100% en wat gekoppeld is aan een groen budget
aan de uitgavenkant, dat zonder meer uitgegeven kan worden.
Totaal is er € 655.924 minder dan de groene begroting binnen-
gekomen, afgezien van noodhulp. Ten opzichte van 2014 is
er voor het sponsorprogramma minder binnengekomen. Per
saldo waren er meer afmeldingen dan aanmeldingen.
Baten uit eigen fondsenwerving (bedrijven)
Totaal rekening 2.482.744
Totaal begroting 3.000.000
Verschil -517.256
Totaal rekening vorig boekjaar 2.019.613
De fondsenwerving bij Bedrijven bleef iets achter op de
begroting, maar ligt ruim 20% boven het gerealiseerde niveau
van 2014, hetgeen verklaard kan worden door verbeterde
acquisitie-inspanningen, het gegroeide aantal betrokken bedrij-
ven, gecombineerd met het economisch herstel, wat een goede
uitgangspositie voor de toekomst geeft. De Business Platform-
en Business Partnerinkomsten groeiden ten opzichte van 2014
maar bleven wel met € 69.005 achter bij de begroting. In 2015
zijn de inkomsten van de regio-ondernemers € 52.000 hoger
uitgekomen ten opzichte van 2014, hoewel zij ten opzichte van
de begroting met € 65.000 achterbleven. De sponsorinkomsten
kwamen € 1.886 iets hoger uit dan de begroting. De overige
inkomsten bleven achter met € 408.423. Hier staat tegenover
dat bedrijven een bedrag van € 223.654 doneerden voor nood-
hulp, waarvoor niets was begroot. De overige oranje begrote
inkomsten van € 200.000 werden niet gerealiseerd. Het begro-
tingsbedrag van € 3.000.000 bestaat voor € 2.800.000 uit groen
budget (waarvan geen noodhulp begroot). Ten opzichte van de
groene begroting is dus € 317.256 minder binnengekomen.
Baten uit eigen fondsenwerving (vermogensfondsen)
Totaal rekening 1.484.255
Totaal begroting 3.500.000
Verschil -2.015.745
Totaal rekening vorig boekjaar 1.352.376
De fondsenwerving bij Vermogensfondsen was fors lager dan
begroot en iets hoger ten opzichte van een jaar geleden, waar-
bij wordt opgemerkt dat 2014 incidenteel laag was omdat op
verzoek van de donor inkomsten werden verantwoord in 2013
in plaats van 2014. Met één nieuwe donor werd een langdu-
rige relatie aangegaan. Het begrotingsbedrag van € 3.500.000
bestaat voor € 2.500.000 uit groen budget. Ten opzichte van
De groene begroting is dus € 1.015.745 minder binnengeko-
men. De oranje inkomsten, begroot op € 1.000.000 werden,
evenals in 2014, (nog) niet gerealiseerd.
Aandeel in acties derden
Totaal rekening 2.093.641
Totaal begroting 2.998.645
Verschil -905.004
Totaal rekening vorig boekjaar 3.616.217
Het aandeel in acties derden is € 905.000 lager dan begroot,
waarbij wordt vermeld dat het achterblijven geheel bestond
uit achterblijvende oranje inkomsten (€ 886.189),
de groene inkomsten waren € 18.811 lager dan begroot, gro-
tendeels veroorzaakt door een iets lagere eigen bijdrage Red
een Kind op MFS, waartegenover ook bestedingen
staan. De totale begroting van € 2.998.645 bestaat voor
€ 1.998.645 uit groen budget
Zie voor de verschillen met 2014 (13) Aandeel in acties der-
den uit de staat van baten en lasten.
Subsidies van overheden
Totaal rekening 7.473.876
Totaal begroting 8.346.929
Verschil -873.053
Totaal rekening vorig boekjaar 7.839.276
De subsidies van overheden lagen onder de begroting. Dit
wordt vooral verklaard door het feit dat er wel nieuwe fondsen
binnengehaald zijn, maar tot relatief lage inkomsten in 2015
leidden, gezien de relatief lange opstart- en aanloopfases
van deze subsidies, waardoor bestedingen nog relatief laag
waren. Concurrentie op het gebied van institutionele fondsen,
bezuinigingen van institutionele donoren als gevolg van de
97Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
economische crisis en de inzetbare capaciteit speelden Woord
en Daad parten, ondanks het feit dat ingediende aanvragen
kwalitatief goed scoorden. In 2015 is samen met regionale
allianties verder ingezet op institutionele donoren, via de
regionale fondsenwervers in het Zuiden, die partnerorganisa-
ties ondersteunen bij het schrijven van subsidieaanvragen. De
totale begroting van € 8.346.929 bestaat voor € 7.846.929
uit groen budget. Er is € 373.053 minder binnengekomen dan
gepland op het groene budget, wat grotendeels wordt ver-
klaard uit het doorschuiven van een deel van de MFS-subsidie
(€ 500.000), waarvan de activiteiten in 2016 zullen worden
afgerond.
Rentebaten en baten uit beleggingen
Totaal rekening 35.651
Totaal begroting 50.000
Verschil -14.349
Totaal rekening vorig boekjaar 44.180
Door de afnemende liquiditeiten als gevolg van noodhulpbe-
stedingen en de lage rentestand zijn de rentebaten iets lager
dan vorig jaar en dan de begroting.
Opbrengst leveranciersrol
Totaal rekening 154.141
Totaal begroting 180.000
Verschil -25.859
Totaal rekening vorig boekjaar 122.871
Er zijn onder andere minder personeelskosten doorbelast aan
derden dan begroot. Zie ook de toelichting bij (16).
Opbrengst bewustwording
Totaal rekening 97.921
Totaal begroting 62.700
Verschil 35.221
Totaal rekening vorig boekjaar 46.985
De inkomsten zijn hoger dan begroot wegens het plaatsvinden
van meer reizen. Voor deze reizen betalen de deelnemers een
eigen bijdrage.
Bestedingen
Structurele programma’s
Totaal rekening 23.013.263
Totaal begroting 26.774.378
Verschil -3.761.115
Totaal rekening vorig boekjaar 23.767.862
Aangezien gedurende het jaar bleek dat de inkomsten lager
zouden uitkomen dan begroot zijn er ook minder projecten
goedgekeurd. Meer informatie is te vinden onder de toelich-
ting bij de verschillende programma’s in het jaarverslag.
De begroting bestaat voor € 22.970.330 uit groen budget.
Aangezien gedurende het jaar bleek dat de oranje inkomsten
nauwelijks zouden binnenkomen, is dit oranje budget niet
vrijgegeven, behalve een paar projecten in de oranje categorie
waarspecifiekgelabeldeinkomstenvoorbinnenkwamen.
Per programma is maatwerk toegepast in de toekenningen,
waarbij deze gekoppeld zijn aan de inkomsten.
Noodhulp
Totaal rekening 2.676.255
Totaal begroting 1.500.000
Verschil 1.176.255
Totaal rekening vorig boekjaar 4.191.445
Aan noodhulp is fors meer uitgegeven dan begroot, als gevolg
van de noodhulpacties voor Nepal, Filipijnen en Irak. Zie voor
een gedetailleerder overzicht (8) Fondsen.
Lobby
Totaal rekening 159.764
Totaal begroting 157.195
Verschil 2.569
Totaal rekening vorig boekjaar 124.184
De totale besteding aan lobby liggen in lijn met de begroting.
Bewustwording
Totaal rekening 925.344
Totaal begroting 943.665
Verschil -18.321
Totaal rekening vorig boekjaar 898.599
De totale bestedingen aan bewustwording liggen in lijn met de
begroting.
PMEL/PMA
Totaal rekening 1.079.808
Totaal begroting 1.242.596
Verschil -162.788
Totaal rekening vorig boekjaar 954.932
De totale bestedingen aan PMEL/PMA ligt lager dan de begro-
ting. Dit sluit aan met de lagere besteding aan structurele
programma’s ten opzichte van de begroting (zie hierboven).
Kosten werving Baten
Totaal rekening 1.704.513
Totaal begroting 1.675.496
Verschil 29.017
Totaal rekening vorig boekjaar 1.528.744
Het percentage kosten werving totale baten kwam uit op
5,82% (8,96% totaal minus 3,14% beheer en administratie),
hetgeen hoger was dan begroot 4,86% (7,5% totaal minus
2,64% beheer en administratie), hetgeen verklaard wordt door
een overschrijding in de kosten (0,1%) in combinatie met de
achterblijvende inkomsten (0,86%). De personeels- en organi-
satiekosten voor werving baten waren nagenoeg overeenkom-
stig de begroting. De directe kosten waren € 10.000 hoger
dan begroot. De kosten voor jongerenbeleid en de diverse
98 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
magazines waren lager dan begroot. Daarentegen waren de
kostenvooradvertentiesenmailingenflinkhoger.Zievooreen
verdere uitsplitsing ook (23).
Kosten Beheer & Administratie
Totaal rekening 917.037
Totaal begroting 907.685
Verschil 9.352
Totaal rekening vorig boekjaar 956.663
De kosten Beheer & Administratie zijn iets hoger uitgevallen
dan begroot, maar sterk gedaald ten opzichte van 2014. Voor
kosten Beheer & Administratie geldt een maximumpercentage
van 3,1% (zie ook appendix 4). In 2014 lag dit percentage op
3,06% en in 2015 kwam dit uit op 3,14%.
Overige toelichting op kosten overhead
De belangrijkste verschillen tussen begroting en realisatie
in 2015 bestaan uit lagere huisvestingskosten (geen huur
verschuldigd in 2015). In de huisvestingskosten zit een bijzon-
dere post begrepen inzake een regeling met de verhuurder
van de beoogde locatie in Utrecht. Hoger dan begroot waren
de kosten van aanwezig eigen en ingehuurd personeel, wat
verklaard wordt door inhuur van niet-begroot personeel en
tijdelijke vervanging bij ziekte. De hoger dan begrote ICT-
kosten zijn veroorzaakt doordat na overgang naar de nieuwe
leverancier de periodieke kosten hoger bleken dan begroot,
waarop inmiddels actie is ondernomen. De advieskosten zijn
hoger uitgekomen dan begroot in verband met met ingewon-
nen advies met betrekking tot verkleining van de kwetsbaar-
heid ten aanzien van ICT. Daarnaast is advies ingewonnen om
organisatiebreedprocessenefficienterteorganiserenengoed
voorbereid te zijn op de nieuwe manier van werken (Project
Slimmer).
Zie voor een verdere uitsplitsing appendix 3 Toelichting
uitvoeringskosten.
Appendix 6: Toelichting bezoldiging raad van bestuur en raad van toezicht
Naam Dr.h.c. Ir. Jan Lock
Functie Directeur-bestuurder
DIENSTVERBAND
Aard Onbepaald
Uren 36
Percentage dienstverband 100%
Periode 01-01-15 t/m 31-12-15
BEZOLDIGING
Bruto jaarsalaris 88.883
Vakantiegeld 7.042
Eindejaarsuitkering 1.485
Variabel inkomen* 2.508
Salaris volgens VFI-systematiek 99.918
Maximaal salaris volgens VFI-systematiek** (conform Adviesregeling Directeuren Goede Doelen VFI)
124.233
SV lasten (wg deel) 9.330
Pensioenlast (wg deel) 14.115
Totaal 2015 incl. SV en pensioenlasten 123.363
Totaal 2014 incl. SV en pensioenlasten*** 119.152
Toelichting:Percentage eindejaarsuitkering is 8,33% conform de BBRA, verminderd met uitruil belastbaar loon.
* Variabel inkomen van de heer Lock betreft de verkoop van vakantiedagen, conform de arbeidsvoorwaarden van Woord en Daad** Het maximaal salaris volgens VFI-systematiek in 2015 betreft het totale bruto salaris, SV-lasten en pensioenlasten worden hierin niet meegenomen.*** Het maximaal salaris volgens VFI-systematiek betrof in 2014 voor J. Lock € 117.222. Het brutosalaris van dhr. J. Lock in 2014 was € 95.274.
Aan de leden van de raad van bestuur en raad van toezicht zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. De leden van de raad van toezicht ontvangen geen bezoldiging.
99Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Appendix 7: Analyse gerealiseerd saldo versus begroot saldo baten en lasten
Begroot saldo baten en lasten 1.087.808
EFFECTEN ROND INKOMSTEN:
Lagere inkomsten voor sponsorprogramma particulieren en bedrijven -264.290
Lagere inkomsten overige giften particulieren -2.202.738
Hogere noodhulpinkomsten particulieren, bedrijven en vermogensfondsen 1.629.671
Lagere inkomsten giften bedrijven (excl. sponsoring en noodhulp) -542.796
Lagere inkomsten giften vermogensfondsen (excl. noodhulp) -2.015.745
Lagere inkomsten uit aandeel in acties derden -905.004
Lagere inkomsten subsidies overheden -873.053
Lagere inkomsten rentebaten en baten uit beleggingen -14.349
Lagere opbrengst leveranciersrol -25.859
Hogere opbrengst bewustwording 35.221
Totaal lagere inkomsten -5.178.941
EFFECTEN ROND BESTEDINGEN:
Hogere noodhulpbestedingen -1.176.255
Koersresultaat (verlies) op programma’s -381.038
Lagere programmabestedingen als gevolg van lagere inkomsten 4.142.153
Hogere bestedingen lobby -2.569
Lagere bestedingen bewustwording 18.321
Lagere bestedingen PMEL/PMA 162.788
Lagere kosten leveranciersrol 36.740
Totaal lagere bestedingen 2.800.140
EFFECTEN ROND OVERHEAD:
Hogere kosten werving baten -29.017
Hogere kosten beheer en administratie -9.352
Gerealiseerd saldo baten en lasten -1.329.363
Woord en Daad werkt met een koppeling tussen inkomsten en uitgaven. Gezien de lagere inkomsten ten opzichte van de begroting
is er ook minder aan projecten besteed dan begroot. Zie ook de toelichting in de staat van baten en lasten voor de toevoeging
enonttrekkingaanreservesenfondsenvanhetresultaat.Zievoorverderereflectieopdeafwijkingenvandebegrotinghet
jaarverslag.
Overige gegevens
Statutaire regeling inzake bestemming saldo baten en lastenStatutair zijn geen aanvullende bepalingen opgenomen over de bestemming van het saldo van de baten en lasten.
Voorstel resultaatbestemmingHiervoor wordt verwezen naar de staat van baten en lasten, waar dit onderaan nader is uitgewerkt.
Gebeurtenissen na balansdatumNa balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen als hier bedoeld plaatsgevonden.
Controleverklaring van de onafhankelijk accountantOp de volgende pagina is de controleverklaring van de onafhankelijke acountant opgenomen.
100 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
Appendix 8: Controleverklaring
101Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
LASTEN
Programma’s
Educatie (EDU) 9.399.100
Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) 2.528.686
Subtotaal regulier 11.927.786
in % van doelstelling 47%
Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) 1.167.650
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) 1.172.958
Agrarische ontwikkeling (AD) 3.962.883
Voedselzekerheid 1.041.201
Subtotaal nieuwe focus 7.344.692
in % van doelstelling 29%
Huizenbouwprogramma (LCH) 289.500
Capaciteitsopbouw (SPN) 337.750
Innovatieprogramma 144.750
Noodhulp 1.447.500
Overig (ICT t.b.v. partners, beleidsconferenties etc.) 386.000
Subtotaal overige programma’s 2.605.500
in % van doelstelling 10%
REK 0
Directe alliantiekosten 91.851
Lobby 332.888
Bewustwording 876.067
PMA 489.799
Partnerrol 1.743.728
Leveranciersrol 187.821
Totaal doelstelling 25.600.132
Kosten fondsenwerving 1.701.349
Kosten Beheer en Administratie 886.024
Totaal overhead 2.587.373
Som van de lasten 28.187.505
Resultaat 1.165.013
Toevoeging/onttrekking aan:
Koersreserve sponsoring 190.600
Koersreserve overige projecten 73.160
Negatieve sponsorreserve (inhalen) -
Opbouw sponsorfondsen 50.000
Bestemmingsfondsen noodhulp -500.000
Overige bestemmingsfondsen 250.000
Algemene reserve 1.101.253
1.165.013
9.3 BEGROTING 2016
EIGEN FONDSENWERVING:
Sponsorprogramma 9.392.500
Overige giften particulieren 6.103.887
Noodhulp 1.305.000
Giften bedrijven (exclusief sponsoring) 2.850.000
Vermogensfondsen 3.500.000
Subtotaal eigen fondsenwerving 23.151.387
BATEN UIT ACTIES VAN DERDEN:
Aandeel in acties derden (overig) 1.076.084
Subtotaal baten acties van derden 1.076.084
SUBSIDIES OVERHEDEN:
Op reguliere programma’s 1.251.497
Op nieuwe focus 3.500.000
Subtotaal subsidies overheden 4.751.497
Inkomsten bewustwording 123.550
Baten uit beleggingen 50.000
Inkomsten leveranciersrol 200.000
Som van de baten 29.352.518
Het subsidielandschap zal vanaf 2016 drastisch veranderen.
2015 is het laatste jaar van de MFS-2 subsidie (alsook Prisma).
Dergelijke brede programmatische subsidies zullen ook niet
meer terug komen, vanaf 2016 zal er gewerkt worden met meer
specifiekesubsidiesmetoverhetalgemeeneenkorterelooptijd,
die via een tendersysteem worden toegekend. Op basis van
de trendanalyse is voor 2016 een lagere inkomstenbegroting
opgesteld dan voor 2015 begroot was. Dit wordt grotendeels
veroorzaakt door het wegvallen van de MFS-subsidie/Prisma,
die niet direct in 2016 kunnen worden gecompenseerd met
andere subsidies. Andere inkomsten categorieën groeien juist,
onder andere vanwege economisch herstel.
Het inkomstenniveau heeft uiteraard gevolgen voor de beste-
dingen. Het BN Health-programma is per eind 2015 uitgefa-
seerd. De programma’s AVET en WASH zijn in 2014 opgestart
en worden de komende jaren verder uitgebreid. TVET-JBS
blijft in 2016 nog op niveau, maar zal in de jaren daarop
worden afgebouwd, allereerst door JBS zelfstandig te maken
en vervolgens TVET bij bestaande partners. De vrijgekomen
ruimte zal deels worden ingezet voor TVET in fragiele regio’s.
Daarnaast komt er meer integraliteit tussen de programma’s
AVET, AD en FNS aangezien deze interventies elkaar verster-
ken en deels overlappen.
Ten slotte is er als gevolg van het tekort in de algemene
reserve per eind 2015 een pakket aan herstelmaatregelen
getroffen, waarbij de algemene reserve per eind 2016 weer
positief is.
102 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
FINANCIËLE VERANTWOORDING
INKOMSTEN 2016 2017 2018 2019 2020
EIGEN FONDSENWERVING:
Sponsorprogramma 9.392.500 9.577.650 9.625.538 9.673.666 9.722.034
Overige giften particulieren 6.103.887 6.273.000 6.398.460 6.526.429 6.656.958
Noodhulp 1.305.000 500.000 500.000 500.000 500.000
Giften bedrijven (exclusief sponsoring) 2.850.000 2.907.000 2.965.140 3.024.443 3.084.932
Vermogensfondsen 3.500.000 3.675.000 3.858.750 4.051.688 4.254.272
Subtotaal eigen fondsenwerving 23.151.387 22.932.650 23.347.888 23.776.225 24.218.196
BATEN UIT ACTIES VAN DERDEN:
Aandeel in acties derden (overig) 1.076.084 1.091.969 1.124.728 1.158.470 1.193.224
Subtotaal baten acties van derden 1.076.084 1.091.969 1.124.728 1.158.470 1.193.224
SUBSIDIES OVERHEDEN:
Op reguliere programma’s 1.251.497 2.750.000 2.805.000 2.861.100 2.918.322
Op nieuwe focus 3.500.000 1.500.000 1.875.000 2.343.750 2.929.688
Subtotaal subsidies overheden 4.751.497 4.250.000 4.680.000 5.204.850 5.848.010
Inkomsten bewustwording 123.550 126.021 128.541 131.112 133.734
Baten uit beleggingen 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000
Inkomsten leveranciersrol 200.000 500.000 625.000 781.250 976.563
Som van de baten 29.352.518 28.950.640 29.956.158 31.101.908 32.419.726
LASTEN 2016 2017 2018 2019 2020
PROGRAMMA’S
Educatie (EDU) 9.399.100 10.752.721 10.537.666 10.326.913 10.326.913
Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) 2.528.686 2.644.700 2.565.359 2.514.052 2.514.052
Subtotaal regulier 11.927.786 13.397.421 13.103.025 12.840.965 12.840.965
in % van doelstelling 47% 51% 48% 45% 43%
Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) 1.167.650 1.500.000 2.000.000 2.500.000 3.000.000
Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) 1.172.958 1.500.000 1.750.000 2.000.000 2.500.000
Agrarische ontwikkeling (AD) 3.962.883 3.000.000 3.450.000 3.700.000 3.700.000
Voedselzekerheid 1.041.201 900.000 925.000 950.000 950.000
Subtotaal nieuwe focus 7.344.692 6.900.000 8.125.000 9.150.000 10.150.000
in % van doelstelling 29% 26% 30% 32% 34%
Huizenbouwprogramma (LCH) 289.500 566.500 575.000 601.000 619.030
Capaciteitsopbouw (SPN) 337.750 350.000 431.658 345.326 362.593
Innovatieprogramma 144.750 400.000 500.000 500.000 500.000
Noodhulp 1.447.500 500.000 500.000 500.000 500.000
Overig (ICT t.b.v. partners, beleidsconferenties etc.) 386.000 600.000 600.000 600.000 600.000
Subtotaal overige programma’s 2.605.500 2.416.500 2.606.658 2.546.326 2.581.623
in % van doelstelling 10% 9% 10% 9% 9%
REK 0 0 0 0 0
Directe alliantiekosten 91.851 125.000 216.686 125.000 125.000
Lobby 332.888 350.000 138.560 360.000 370.000
Bewustwording 876.067 664.549 692.799 725.695 764.326
PMA 489.799 567.848 595.867 613.432 639.315
Partnerrol 1.743.728 1.135.696 1.191.734 976.865 928.629
Leveranciersrol 187.821 750.000 625.000 1.031.250 1.226.563
Totaal doelstelling 25.600.132 26.307.013 27.295.329 28.369.533 29.626.420
Kosten fondsenwerving 1.701.349 1.383.520 1.408.586 1.434.440 1.461.116
Kosten Beheer en Administratie 886.024 897.470 928.641 964.159 1.005.012
Totaal overhead 2.587.373 2.280.990 2.337.227 2.398.599 2.466.127
Som van de lasten 28.187.505 28.588.004 29.632.556 30.768.133 32.092.547
Resultaat 1.165.013 362.637 323.602 333.775 327.179
Toevoeging/onttrekking aan:
Koersreserve sponsoring 190.600 190.600 190.600 190.600 190.600
Koersreserve overige projecten 73.160 76.818 80.659 84.692 88.926
Negatieve sponsorreserve (inhalen) 0 0 0 0 0
Opbouw sponsorfondsen 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000
Bestemmingsfondsen noodhulp -500.000 0 0 0 0
Overige bestemmingsfondsen 250.000 0 0 0 0
Algemene reserve 1.101.253 45.219 2.343 8.483 -2.347
1.165.013 362.637 323.602 333.775 327.179
Zie ook de toelichting op de jaarbegroting 2016. De totale inkomsten groeien jaarlijks, waarbij bij subsidies onderscheid gemaakt wordt tussen reguliere programma’s (EDU en TVET) en programma’s die verder uitgebouwd worden (AVET, WASH, IAD en BN-FNS). Vooral in de laatste categorie is groei begroot, omdat hier ook goede fondskansen zijn. Deze programma’s worden daarom ook verder uitgebouwdtotcirca1/3evandebestedingenaandedoelstelling.Deprogramma’sEDU/TVETzijngemaximeerdop50%enzalintoenemendemategefinancierdwordenvanuit de stijgende sponsorinkomsten. De kosten partnerrol worden fors lager doordat Woord en Daad steeds meer betaalde dienstverlening gaat bieden aan partner orga-nisaties, die echter hier ook consultants voor in kunnen zetten of dit binnen de eigen capaciteit uitvoeren. Begrote overheadkosten, maar ook partnerrol, L&A, AR en PMA zijn gekoppeld aan de bijbehorende normpercentages.
» Meerjarenbegroting 2016-2020
103Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
104 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
105Woord en Daad JAARVERSLAG 2015 105Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
1. Raad van bestuur en raad van toezicht
2. Nevenfuncties
3. Functies
4. Organogram
5. Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording
6. Onderzoeksrapport
7. Stakeholders en netwerken
8. Theory of Change
9. Certificaat Climate Neutral Group
BIJLAGEN
BIJLAGE01
Raad van bestuur en raad van toezicht
» Raad van bestuur
Dr.h.c. Ir. Jan LockFunctie: Directeur-bestuurder
Ingangsdatum: per 01-01-2008
» Raad van toezicht
Naam Jaar 1e verkiezing Aftredend / hernoembaar op
Ds. C. Westerink - voorzitter Predikant
2009 31-12-2016hernoembaar
Ing. C. van BurgDirecteur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
2010 31-12-2017hernoembaar
Dhr. B. Jaspers FaijerWethouder
2014 31-12-2017hernoembaar
Dr. P. HonkoopMDL-arts
2007 31-12-2018niet hernoembaar
P.W. Nobel RARegisteraccountant
2011 31-12-2018hernoembaar
Mr. M.A. Overbeeke – Boer Politiek verslaggever NOS
2014 31-12-2017 hernoembaar
Dr. R. ToesDirecteur Wartburg College, locatie Guido de Bres
2015 31-12-2018hernoembaar
» Auditcommissie
Naam Aftredend / hernoembaar op
P.W. Nobel RA Registeraccountant
31-12-2018hernoembaar
Dr. P. Honkoop MDL-arts
31-12-2018niet hernoembaar
J. Gouw RARegisteraccountant
31-12-2016hernoembaar
106 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE02
» Raad van bestuur
Directeur-bestuurder: Dr.h.c. Ir. Jan Lock
NEVENFUNCTIES RISICOANALYSE
Adviseur Stichting Poverty Share Investments (onbezoldigd) Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Bestuurslid (penningmeester) Stichting Gezamenlijke Evaluaties Partos (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Bestuurslid Vereniging Co-Prisma (onbezoldigd)Mandaat ligt in verlengde van Prisma.
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
DGA Adicisim B.V. (deeltijd 5%: bezoldigd) Adicisim B.V. levert (interim-)management en (bestuurlijk) advies. Voor zover er bij klanten van Adicisim sprake kan zijn van belangenverstrengeling wordt dit gemeld aan de raad van toezicht van Woord en Daad
Gemeenteraadslid van Gemeente Giessenlanden (bezoldigd) Geen risico’s, geen verband met functie Woord en Daad
Lid wetenschappelijke adviesraad voor kennisontwikkeling en lectoraten Driestar Educatief (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad en samenwerking Driestar Educatief en Woord en Daad
Lid van de Raad van Commissarissen New World Campus (onbezoldigd)
Geen risico, steunt de activiteiten van Woord en Daad
Bestuurder Impact Booster B.V. Den Haag (onbezoldigd) Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Bestuurder Stichting Business 4 Impact Utrecht (onbezoldigd) Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
» Raad van toezicht
Naam Nevenfuncties
Ds. C. Westerink - voorzitterPredikant
Ing. C. van BurgDirecteur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
- Lid Provinciaal Bestuur SGP Zeeland- Bestuurslid Stichting Poverty Share Investments (PSI)
Dhr. B. Jaspers FaijerWethouder
- Bestuurslid Stichting Restauratie en Innovatie in de Bouw Overijssel (RIBO)- Lid algemeen bestuur werkvoorzieningschap Reestmond- Bestuurslid Uitvoeringscommissie Ruilverkaveling Staphorst
Dr. P. HonkoopMDL-arts
- Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Maag-, Darm- en Leverartsen
P.W. Nobel RARegisteraccountant
- Bestuurslid Stichting Poverty Share Investments te (PSI)
Mr. M.A. Overbeeke – BoerPolitiek verslaggever NOS; jurist
- Lid raad van advies Nederlands Dagblad
Dr. R. ToesDirecteur Wartburg College, locatie Guido de Bres
- Geassocieerd lid van de Onderwijsraad
Nevenfuncties
107Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE03
Functies
» Woord en Daad december 2015
Functienaam Naam Medewerker fte
DIRECTIE
Directeur-bestuurder Dr.h.c. Ir. Jan Lock
Directiesecretaresse Tosca van Beek - van Breda
Stafmedewerker Kwaliteitsmanagement Harmke van Ooijen-Oomen
Stafmedewerker Communicatie Drs. Wilma van der Meij - van Doorn
Stafmedewerker HRM Herman Hendriks
Stafmedewerker ICT Gert-Jan van den Berg
Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding Drs. Evert-Jan Brouwer
Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding Eddie Krooneman MSc
Stafmedewerker Beleidsontwikkeling Ir. Leen Stok
6,73
AFDELING FINANCE, PROJECTADMINISTRATIE EN CONTROL
Manager Finance, Projectadministratie en Control Jan van der Bas QC
Assistant-manager Finance, Projectadministratie en Control Drs. Arnold van Willigen
1,67
UNIT FINANCE EN CONTROL
Coördinator Finance en Control Albert Don AA
Analist Finance en Control Ernst Prosman
Medewerker Finance en Control Peter Zegers
Medewerker Finance en Control Bram van Nordennen
Medewerker Finance en Control Gerrit-Jan Klein Beekman
4,22
UNIT PROJECTADMINISTRATIE
Medewerker Projectadministratie Hilda de Vries
Medewerker Projectadministratie Klaasje Kooiker
2,00
AFDELING COMMUNICATIE EN FONDSEN
Manager afdeling Communicatie en Fondsen Rina Molenaar MSc
Programmamedewerker Noodhulp/medewerker communicatiepool Tineke Morren
Medewerker Communicatie en Fondsen/eindredacteur Annemarie vd Plas MSc
Secretaresse afdeling Communicatie en Fondsen Carlien Walhout-Maljaars
Data-analist Jan-Frans de Bruijn
Webmaster Barend Visser
Coördinator communicatiepool Gerjan Agterhof
5,22
UNIT BEWUSTWORDING
Hoofd unit Bewustwording/perscoördinator Mariska Dijkstra-Wolters
Medewerker bewustwording en jongerenactiviteiten Els Hogendoorn
1,44
UNIT SPONSORPROGRAMMA
Hoofd unit Sponsorprogramma Annelien Bom
Administratief medewerker unit Sponsorprogramma Marianne Bossenbroek-de Vries
Administratief medewerker unit Sponsorprogramma Cindy van Luttikhuizen-Metselaar
Administratief medewerker unit Sponsorprogramma Willemijn Bax - Schouten
2,77
UNIT INSTITUTIONELE FONDSEN
Hoofd unit Institutionele Fondsen Drs. Pascal Ooms
Medewerker unit Institutionele Fondsen Siripha van Driel
Medewerker unit Institutionele Fondsen Fieneke van den Bosch-de Jong MSc
2,56
UNIT FONDSENWERVING BEDRIJVEN
Communicatiemedewerker unit Bedrijven Willemijn ten Brinke - Molendijk
Assistent Fondsenwerving unit Bedrijven Willemien van Wijnen - Vos
Accountmanager unit Bedrijven Wilhelm Doeleman
Accountmanager unit Bedrijven Arjen Bulk
3,23
108 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE03
» Woord en Daad december 2015 (vervolg)
Functienaam Naam Medewerker fte
UNIT COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING PARTICULIEREN
Hoofd unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Corjan Rink
Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Kees Vreeken MA
Scholenvoorlichter/Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren Janneke Witzier
Communicatiemedewerker/eindredacteur Marlies Verwoerd-Moret
Communicatiemedewerker/fondsenwerver Roy Wouters
Coördinator comités Sanne de Jong-van den Born
4,61
UNIT VERMOGENSFONDSEN
Hoofd unit Vermogensfondsen Wim Hasselman
Medewerker Unit Vermogensfondsen Barend Visser
Medewerker Unit Vermogensfondsen Kees Knulst
2,44
UNIT OFFICEMANAGEMENT
OfficemanagerunitOfficeManagement Jan Versteeg
Office-assistentunitOfficeManagement Wilma Schoonderwoerd - van Dalen
MedewerkerPR/sponsorprogrammaunitOfficeManagement Ruchama Bom
Interieurverzorgster Rita Uittenbogaard - Linstee
Telefoniste/receptioniste Ellen Snoek - de Vreugd
Telefoniste/receptioniste Lisette den Besten - Kros
3,71
AFDELING PARTNERS EN PROGRAMMA’S
Manager P&P/programmamedewerker WASH Ir. Jacob Jan Vreugdenhil
Regiocoördinator ARA/WARA Cees Oosterhuis MSc
Regiocoördinator Latijns-Amerika en Caribisch gebied Drs. Sander Verduijn
Coördinator Beleidsbeïnvloeding Zuiden Drs. Judith van den Bogaard - Krol
Coördinator Expertiseteams AVET/TVET/JBS Ir. Wim Simonse
Programmamedewerker Onderwijs Drs. Greetje Urban
Programmamedewerker Onderwijs Pauline Blok MSc
Coördinator Expertiseteam Onderwijs Drs. Henrike Klijn-Bisschop
Programmamedewerker Voedselzekerheid Ir. Maarten van den Dool
Programmamedewerker AVET/TVET/JBS Cees van Breugel
Programmamedewerker AVET/TVET/JBS Henri Jansen
Coördinator Beleidsbeïnvloeding Zuiden Eddie Krooneman MSc
Coördinator Beleidsbeïnvloeding Zuiden Gerjan Agterhof
10,48
AFDELING AGRIBUSINESS ENTERPRISE DEVELOPMENT
Manager Agribusiness Enterprise Development Ing. Maarten van Middelkoop
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development Drs. John Lindhout
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development Ir. Corstiaan van Aalsburg
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development Marc de Leeuw MBA
4,00
AFDELING RESULTAATMANAGEMENT EN LEREN
Manager Resultaatmanagement en Leren Dr. ir. Wim Blok
Medewerker Resultaatmanagement & Leren Drs. Marike Spruyt-de Kloe
Senior medewerker PMA Drs. Paul Schot
Medewerker PMEL WARA/CLARA Ir. Hanneke Post
Medewerker PMEL en Projectleider Onderwijsinnovatieproject Cornelis de Schipper MSc
Medewerker PMEL Drs. Michelle Hoftijzer - van Berchum
Promotieonderzoeker Drs. Corné Rademaker
5,34
Afdelingssecretariaat AED, R&L, P&P Caroline Noorland - van der Slik
Afdelingssecretariaat AED, R&L, P&P Florence Goossens - de Groot
0,89
61,31
109Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE04
Organogram
Directiesecretariaat
Kwaliteitsmanagement
ICT
Beleidsbeïnvloeding
Communicatie en Fondsen
Staf C&F Bewustwording
Agribusiness Enterprise Development
Partners en Programma’s
Logistiek secretariaat voor P&P, AED, R&L
Resultaatmanagement en Leren
Finance, Projectadministratie
en Control
Interne- en Perscommunicatie
HRM
Beleidsontwikkeling
Raad van toezicht
Raad van bestuur
Algemeen
Staffuncties alg.
Verbindende rol
Donorrol
Partnerrol
Leveranciersrol
» Woord en Daad - december 2015
110 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE04
Managers WD Donor ( Manager C&F en Ass. manager F&C)
Donorcoördinator (DC)Hoofd van een fondsenwer-vende afdeling binnen C&F
Manager C&F
Deskundige op gebied van IF
Vertegenwoordiger projectadministratie
Manager FP&C
Deskundige PMA
Manager R&L
Financieel deskundige (op afroep)
» Donorteams
donorteam Hiërarchisch leidinggevende vanuit afdelingen
Functioneel leidinggevende vanuit donorrol
Deskundigen in donorteams
REGIO’STHEMA’S
Afdeling AgribusinessEnterprise
Development
Afdeling Partners en Programma’s
Thema’s:AVET/TVET/JBS,Beleidsbeïnvloeding, Onderwijs,
Gezondheidszorg, Voedselzekerheid, WASH
Afdeling Resultaat - management
en Leren
Support Teams
functionele aansturing door regiocoördinatoren
Expertise Teams
functionele aansturing door expertiseteam
coördinatoren
111Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE05
Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording
1 Algemeen
Woord en Daad kent twee hoofdprocessen als het gaat om de
werving en toekenning van fondsen (donorrol) en de inhoude-
lijkeflankeringvanpartnersbijdeuitvoeringvanprogramma’s
(partnerrol). In het stroomschema bij paragraaf 3 is de samen-
hang tussen de twee hoofdprocessen weergegeven.
De interne procesbeheersing en controle zijn beschreven in
het Handboek Organisatie waarin zijn opgenomen:
• een overzicht van processtappen per proces en de onderlig-
gende administratieve procedures;
• handleidingen voor project, donor (inclusief accountability),
PMEL, sponsoring, advocacy, auditing en evaluatie.
Woord en Daad toetst haar processen aan de hand van drie
kwaliteitssystemen. Elk systeem heeft zijn eigen invalshoek
en criteria, juist de combinatie van systemen resulteert in een
dekkende toetsing van de beide hoofdprocessen op verschil-
lende niveaus:
• CBF-keurmerk, geïntegreerd met de Code Goed Bestuur
voor Goede Doelen (de Code Wijffels). Het keurmerk stelt
eisen aan bestuur, beleid, fondsenwerving, voorlichting en
communicatie, besteding van middelen en verslaggeving.
Woord en Daad werkt volgens de Code Wijffels. Uit de
tussentijdse audit in 2015 bleek dat het kwaliteitsmanage-
mentsysteem goed functioneert en past bij de werkwijze
van Woord en Daad. Voor deze audit werd tevens gebruik
gemaakt van de Partos-versie van ISO 9001:2000, die
toegesneden is op de ontwikkelingssector.
• ISO: dit kwaliteitskeurmerk gebruikt Woord en Daad voor
een kritische beheersing, aanpassing en optimalisering
van de processen. Sinds mei 2002 is Woord en Daad ISO
9001:2000gecertificeerd(categorie35;hetwervenen
besteden van fondsen ten bate van armoedebestrijding in
ontwikkelingslanden). De audit in 2015 verliep goed. Sinds
2014 voldoet Woord en Daad ook aan de Partos 9001-
norm(sectorspecifiekenormopbasisvanISO9001).
• COSO: dit systeem is vooral gericht op een kritische
beheersing van de fondsenwervings- en fondsenbeste-
dingsprocessen en een betrouwbare verslaglegging in
de jaarrekening. Dit wordt bereikt door een adequate
administratieve organisatie en de daarin beschreven interne
beheersmaatregelen. In 2016 wordt de toepassing van
COSO verder uitgebouwd.
Woord en Daad is van mening dat in alle van materieel belang
zijnde opzichten, en op basis van geschikte criteria zoals
hierboven genoemd:
• de beschrijving in deze bijlage het systeem van de organisa-
tie getrouw weergeeft zoals dit gedurende 2015 is opgezet
en geïmplementeerd;
• de interne beheersingsmaatregelen die verband houden
met interne beheersingsdoelstellingen zoals die in de
beschrijving van de organisatie van haar systeem staan
vermeld, gedurende 2015 op afdoende wijze zijn opgezet;
• deze interne beheersingsmaatregelen gedurende 2015
effectief werkten.
2 Procesbeheersing Nederland
BeleidsplanWoord en Daad werkt met een rollend beleidsplan. Het nu
vigerende beleidsplan geldt voor 2011–2015 en is in 2010
vastgesteld. In oktober 2012 is een addendum geschreven. In
2013 en 2014 bleek dat niet nodig. In 2014 zijn de voorberei-
dingen getroffen voor het beleidsplan 2016-2020.
Operationeel jaarplanOp basis van de doelstellingen van het beleidsplan wordt een
operationeel jaarplan geschreven. Aan het operationele jaar-
plan is de begroting gekoppeld. Het operationele jaarplan en
het budget fungeren als uitvoeringskader voor de organisatie.
De raad van bestuur toetst in hoeverre de uitvoerende
organisatie zich aan het operationele jaarplan als kader houdt.
Daartoe wordt gebruik gemaakt van het koersrapport.
KPI’s evaluaties en lerend vermogenElke eerste week van de maand komt het koersrapport op
financiëleindicatorenbeschikbaar.Elketweemaanden
maakt elke afdeling een koersrapport op kwalitatief en op
activiteitenniveau.Hetfinanciëlekoersrapportisintegraal
onderdeel van de vergaderingen van het managementteam.
Van het meer gedetailleerde tweemaandelijkse koersrap-
port wordt tijdens de managementteamvergadering een
samenvatting besproken. Daarin geven afdelingen aan of
de realisatie van doelstellingen op koers ligt, en zo niet, in
hoeverre corrigerende maatregelen nodig zijn. De raad van
bestuur beoordeelt in hoeverre de corrigerende maatregelen
realistisch zijn c.q. passen in het beleid. De raad van toezicht
ziet erop toe dat de raad van bestuur haar rol goed pakt.
Raad van bestuur en raad van toezicht maken gebruik van
Key Performance Indicators.
De koppeling tussen ‘beleidsplan - operationeel jaarplan -
koersrapport’ geeft op een eenvoudige en heldere wijze zicht
op datgene wat er speelt. In de lijn plan–do–check–act dwingt
dat om van de praktijk te leren. Daarnaast leert Woord en
Daad veel uit de gesprekken met partnerorganisaties, de doel-
groep, de achterban en organisaties met wie ze samenwerkt.
Deze leerelementen worden serieus genomen en doorvertaald
in beleid en organisatie.
Woord en Daad voert systematisch evaluaties uit. In de
evaluaties wordt behalve naar cijfers ook gekeken naar de
daadwerkelijke impact van het werk op het leven van mensen
in het Zuiden. Door middel van leerinventarisaties wordt sys-
tematisch gevolgd of en hoe geleerde lessen uit evaluaties en
onderzoeken opgevolgd en/of geïmplementeerd worden. Het
nieuwe beleid wordt vanaf 2016 geïmplementeerd.
112 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE05
Interne auditsIn het verslagjaar zijn door de medewerker Kwaliteits-
management op een aantal afdelingen interne audits
uitgevoerd. De resultaten van de audits zijn onderwerp van
bespreking in de vergaderingen van het managementteam.
Corrigerende maatregelen worden daar afgesproken en
getoetst.
De afdeling Finance, Projectadministratie en Control (FP&C)
voert per zes maanden een check uit op het functioneren van
de interne beheersingsmaatregelen om risico’s in processen te
redresseren tot een aanvaardbaar niveau. De afdeling rappor-
teert hierover aan de raad van bestuur. De externe accountant
maakt ook gebruik van deze verslagen en de eventuele hieraan
gekoppelde acties bij de beoordeling van het functioneren van
de interne controlesystematiek. Er zijn in 2015 twee controles
uitgevoerd.
Algemene opmerkingen bij deelprocessen in Nederland
Communicatie en FondsenUitgangspunt bij de samenstelling van het promotiemateriaal
is dat de informatie overeenkomt met de werkelijkheid. De
fondsenwerving vindt plaats door middel van magazines, web-
sites, advertenties, rapportages, voorlichting, mailingen, acti-
viteiten van comités, jongerengroepen, RegioOndernemers
en persoonlijke contacten. Gedurende het jaar wordt door de
afdeling FP&C een trendanalyse gedaan van alle inkomsten
perspecifiekedoelgroep.DoorresponsmetinggaatWoord
en Daad steeds na welke wijze van fondsenwerving binnen
degegevenkadershetmeesteffectiefenefficiëntis.Deze
gegevens vormen input voor de analyses en het marketingplan
van de afdeling Communicatie en Fondsen.
Bij de verwerking van de inkomende geldstroom volgt
Woord en Daad de procedures uit haar Handboek voor de
Organisatie. De inkomsten rekent Woord en Daad toe aan het
doel waarvoor ze gegeven zijn. Is geen doel aangegeven, dan
vindt boeking plaats op het algemeen fonds.
Bij het opbouwen van de database van gevers houdt Woord
en Daad rekening met de regelgeving in het kader van de
privacywetgeving.
VerslagleggingDe jaarrekening stelt Woord en Daad op volgens de ‘Richtlijn
Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen’. Conform deze
Richtlijn bestaat het jaarverslag naast de balans en rekening
van baten en lasten, uit een verantwoordingsverklaring en de
begroting voor het volgende jaar.
BelastingwetgevingMet betrekking tot de verkoop van goederen, waarvan Woord
en Daad de winst gebruikt voor de doelstelling, heeft de
stichting te maken met omzetbelasting. Per kwartaal worden
de verschuldigde bedragen aangegeven en betaald. Er zijn
afspraken gemaakt met de belastingdienst over de praktische
invulling met betrekking tot de verkoop door comités.
Onze naamDe naam van Woord en Daad is gedeponeerd bij het Benelux-
merkenbureau. Sinds begin 2002 is dit binnen het geheel van
de Europese Unie een beschermde naam.
Bij het deelnemen aan samenwerkingsverbanden met andere
organisaties gaat Woord en Daad altijd nauwkeurig na of en
zo ja hoe de samenwerking past binnen haar doelstelling en bij
haar doelgroep. Bovendien is absolute voorwaarde dat binnen
zo’n samenwerkingsverband in alle vrijheid het eigen karakter
van Woord en Daad en de reformatorische identiteit van de
stichting gehandhaafd kunnen worden.
Raad van toezicht Bij de benoeming van de leden van de raad van toezicht wordt
gekeken naar hun verbondenheid met de achterban. Alleen
degenen die zich verbonden weten met en staan in de gerefor-
meerde gezindte en van daaruit de grondslag en het doel van
de stichting van harte onderschrijven, komen voor benoeming
inaanmerking.Daarnaastspelenspecifiekeprofielenmeeinde
open werving.
Raad van bestuurEen van de belangrijkste bevoegdheden van de raad van toe-
zicht is het benoemen en eventueel ontslaan van de raad van
bestuur. Naast hoge eisen aan professionaliteit stelt Woord en
Daad ook hoge eisen aan de identiteit van de leden van de raad
van bestuur. Deze eisen liggen in lijn met de eisen die gesteld
worden aan de leden van de raad van toezicht.
PersoneelsbeleidSelectie en benoeming van personeel vinden plaats door een
selectiecommissie. In die commissie zit behalve de raad van
bestuur ook de manager van de betreffende afdeling. Bij de
definitievebenoemingspeelt,behalvekennisenkunde,ookde
identiteit (zie ook raad van toezicht) van de kandidaat een rol.
De bevoegdheid tot benoeming en ontslag berust bij de raad
van bestuur.
Woord en Daad volgt ten aanzien van de salarisstructuur de
BBRA-systematiek. Daarnaast is blijvend gekozen voor eigen
arbeidsvoorwaarden. Inschaling vindt plaats via het Fuwasys.
InformatiesysteemWoord en Daad gebruikt het informatiesysteem Pluriform.
Het is de bedoeling dat ook regionale allianties gebruikmaken
van het systeem. Met dit systeem is Woord en Daad in staat
snelle service aan haar relaties te realiseren en relevante
managementinformatie aan te leveren.
Signalen, complimenten en klachten als onderdeel van het kwaliteitssysteemWoord en Daad realiseert zich: waar gewerkt wordt, worden
fouten gemaakt. Daarom is de mogelijkheid voor het depone-
ren van een klacht over de werkwijze van Woord en Daad van
groot belang. Uiteraard mogen mensen ook laten weten welke
manier van werken ze op prijs stellen. Daarom kent Woord en
Daad een procedure voor signalen, klachten en complimenten.
Woord en Daad vindt dat de mogelijkheid er moet zijn
113Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE05
uiteindelijk bij de raad van toezicht aan te kloppen. Die
mogelijkheid is vastgelegd in de klachtenprocedure en is er
voor vrijwilligers zoals comitéleden, donateurs, en andere
samenwerkingsorganisaties – inclusief onze partners in het
Zuiden. De procedure is op aanvraag beschikbaar. In hoofd-
stuk 5 wordt in een oogopslag over de jaren 2011–2015 een
overzicht gegeven van de aard en afhandeling van signalen,
complimenten en klachten.
Comités en regio-ondernemers en jongerengroepenDe naam Woord en Daad wordt niet alleen uitgedragen door
de raad van bestuur en medewerkers in de organisatie. Woord
en Daad zou Woord en Daad niet zijn zonder het grote aantal
comitéleden en vrijwilligers die zich jaar in jaar uit, belangeloos
voor het werk van de stichting inzetten. Voor de comités is het
Handboek Comités het uitgangspunt voor hun werkwijze en
de verantwoording over hun werkwijze. Aan een aantal comi-
tés zijn jongerencomités gekoppeld die zelfstandig activiteiten
uitvoeren maar in de verantwoording onder de comités vallen.
Overeenkomst voor leden van de comités en RegioOndernemersMet het sluiten van een overeenkomst met comitéleden neemt
de stichting de aansprakelijkheid voor schade en dergelijke op
zich. Anderzijds verbindt het comitélid zich met zijn handteke-
ning aan de werkwijze, zoals die in de richtlijn is aangegeven
als passend bij het karakter van Woord en Daad. Wijkt een
comitélid in leef- en handelwijze van de richtlijn af, dan heeft
het lokale bestuur van een comité en de raad van bestuur van
de stichting de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen.
Met de RegioOndernemers wordt per groep een overeen-
komst gesloten die ondertekend wordt door de voorzitter.
Hiermee verbindt de groep zich aan de stichting zoals hierbo-
ven is beschreven.
Werkwijze en financieel beheer in comitésBinnen de comités gaat heel wat geld om. Het is dus ook
logisch dat Woord en Daad hoge eisen stelt aan de werkwijze,
verslaggeving en controle binnen een comité. Ook als geld aan
een comité wordt gegeven, moet de gever er in alle geval-
len zeker van zijn dat het geld ook terechtkomt bij het doel
waarvoor hij of zij het geeft. In het Handboek Comités staan
richtlijnen voor de activiteiten van de comités. Ook geeft het
handboek richtlijnen over de verslaglegging. Tevens is er een
online softwarepakket beschikbaar, zodat comités het jaarver-
slag eenvoudiger kunnen samenstellen.
Na de afsluiting van het boekjaar stelt de penningmeester van
het comité zijn jaarverslag op. Ook vindt binnen het comité
een kascontrole plaats. Vervolgens wordt het jaarverslag na
voltooiing mede ondertekend door de voorzitter en gaan de
verslagen naar het kantoor van de stichting. Deze versla-
gen worden door de afdeling FP&C gecontroleerd. Tevens
dient deze afdeling als vraagbaak voor penningmeesters. De
accountant betrekt vervolgens de verslagen bij de controle.
Bovendien worden enkele comités ter plaatse gecontroleerd.
In 2015 is dit voor 1 comité gebeurd. Met comités die voor
een programma werven zijn afspraken vastgelegd over com-
mittering. Die werkwijze vereenvoudigt de administratieve
verwerking.
Samenwerkingsverbanden in Nederland en EuropaAan het lidmaatschap van of participatie in samenwerkings-
verbanden ligt altijd een besluit van de raad van bestuur ten
grondslag. Woord en Daad participeert alleen in die net-
werken en samenwerkingsverbanden die voor haar of haar
partnernetwerk een toegevoegde waarde hebben.
Procesbeheersing van programma’s (inclusief processchema);
partner- en donorrol.
114 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE05
AANVRAGEN RAPPORTAGES
FONDSENWERVINGSACTIVITEITENEN BEGELEIDING COMITÉS
LOBBY EN BEWUSTWORDING
PARTNER 1
Projectrealisatie en PMEL
PARTNER 4
Projectrealisatie en PMEL
PARTNER 3
Projectrealisatie en PMEL
WD PARTNER
Expertise-inbreng en kwaliteitsborging
PARTNER 2
Projectrealisatie en PMEL
Hoofdprocessen Woord en Daad in haar hele context
infostroom/contacten
geldstroom
Woord en Daad (Nederland)
Comités
Achterban & andere fondsenverstrekkers
SATELLIETPARTNER
Regio-allianties/ partnerorganisaties
WD Donor
WD Partner
PARTNERADVIES
WD
VERSTREKKEN FONDSEN VOOR PROJECTEN
ACTIVITEITEN COMITÉS
DONORTEAMBEOORDELING PLANNEN OP DONORCRITERIA
FONDSTOEKENNING DOOR MANAGERS WD DONOR
ALLIANTIETEAMBEOORDELING PLANNEN OP PARTNERCRITERIA
GEZAMENLIJKE PROJECTREALISATIE EN PMEL
CONTRACTEN EN RAPPORTAGEFORMATS
3 Procesbeheersing van programma’s (inclusief processchema); partner- en donorrol
115Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE05
AlliantiesSinds de samenwerking in allianties een feit is, valideert Woord
en Daad haar beleid met Zuidelijke partners. Ook beoordelen
allianties jaarlijks het functioneren van Woord en Daad door
middel van tevredenheidsonderzoeken of rondetafelsessies
waar gekeken wordt naar verbeterpunten Woord en Daad.
Binnen de allianties vindt kennisuitwisseling plaats op het
gebied van vakexpertise, lokale of regionale fondsenwerving
en ontwikkeling van beleid in de regio. Binnen het beleid zijn
de drie onderdelen directe armoedebestrijding, maatschappi-
jopbouw en beleidsbeïnvloeding, speerpunten. Elke alliantie
sluit een raamwerkovereenkomst met Woord en Daad waarin
belangrijke speerpunten vanuit het beleid en samenwerking in
de komende jaren worden beschreven. Deze raamwerkover-
eenkomst wordt getekend door de voorzitter van de alliantie
en de raad van bestuur van Woord en Daad. Jaarlijks vinden
er alliantievergaderingen plaats in de regio, waarbij Woord
en Daad als alliantielid vanuit Woord en Daad Partner lid is.
Onderdelen van deze vergaderingen worden door Woord en
Daad Donor en de raad van bestuur bijgewoond.
PartnerrolDe rol van Woord en Daad Partner is georganiseerd via de
supportteams. De supportteams begeleiden en ondersteunen
de regionale alliantie in het opstellen van (meerjarenbeleids)
plannen en het doen van aanvragen bij donoren, waaronder
Woord en Daad Donor. Het supportteam toetst in overleg
met de partnerorganisatie of de plannen voor Woord en Daad
Donor voldoen aan de kwaliteitseisen. Het Woord en Daad
beleidsplan – dat gezamenlijk met partners is opgesteld –
vormt hiervoor het uitgangspunt. In het (meerjarenbeleids)
plan is ook de visie op het werk in het Zuiden beschreven
vanuit de Visie op Transformatie (zie bijlage 8). Zowel bij
programma-aanvragen als bij rapportages is de partnerrol
vooral begeleidend. Medewerkers van Woord en Daad hebben
expertise op het programma en de context, en kijken samen
met de partner hoe programma’s verbeterd kunnen worden.
Dit alles met optimale samenwerking met diverse actoren in
de lokale context waar de partnerorganisatie werkt. Daarbij
wordt op alliantieniveau gekeken welke zaken in de regio
spelen en gezamenlijk opgepakt kunnen worden. Om partners
te stimuleren een lerende organisatie te zijn, vinden er PMEL-
bezoeken plaats.
Donorrol, toekenning van fondsen, monitoring, resultaat- en contractmanagement en auditingDe aanvragen die vanuit de regionale allianties bij Woord en
Daad Donor binnenkomen worden op basis van de donor-
criteria beoordeeld. Hierin worden de volgende punten
meegenomen: het op orde hebben van planning, monitoring
enauditsystemen,decapaciteitvan(financieel)management,
duurzaamheidvanprogrammaendeeffectiviteitenefficiëntie
daarvan. Ook de mogelijkheid tot fondsen werven voor het
programma speelt een rol, waarbij Woord en Daad Donor de
partnerstimuleertookviaandere(lokale)donorenco-finan-
ciering te verwerven. Op deze manier wordt de afhankelijkheid
van één donor ontmoedigd. In de toekenningen wordt ook het
trackrecord van de partner meegenomen voor wat betreft
tijdigheid en volledigheid van rapportages. Het ingevulde
beoordelingsformulier van Woord en Daad Donor wordt met
de partner gedeeld, wat de transparantie van de beoordeling
bevordert. Op deze manier weet de partner ook op welke
punten het programma nog verbeterd kan worden in de ogen
van Woord en Daad Donor.
Naast het toekennen van fondsen is het ook belangrijk de pro-
gramma’s te monitoren. Woord en Daad Donor heeft hiervoor
een accountability manual opgesteld en deze met partners
tijdens alliantiemeetings in 2011 gedeeld. In het accountability
manual staat het beleid beschreven rond verantwoording van
gelden en de maatregelen die Woord en Daad hierbij treft.
Partners worden periodiek bezocht; in de meeste gevallen een
keerindedriejaar,waarbijnaeenfinancieelwerkbezoektus-
sentijdseenfinanciëleauditvolgtomzakengoedtemonitoren.
Als afronding van de goedkeuring ondertekent Woord en
Daad Donor met de partner een contract. Dat contract is
onderdeel van een meerjarenovereenkomst. Er zijn afspraken
gemaakt t.a.v. toekenning, te behalen resultaten (inclusief stu-
ring daarop), rapportage en verantwoording en afspraken over
betalingen c.q. verplichtingen van beide zijden rond betalingen.
Strategische meerjarenplannen; overeenkomstenMet vrijwel alle partners zijn strategische meerjarenover-
eenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten plaatsen de
programma’s in een langetermijnperspectief. Woord en Daad
spreekt na goedkeuring onder voorwaarden ook een com-
mitteringaandefinancieringuit.Jaarlijkswordtdefinitieve
financieringtoegekend.Indietoekenningwordthetstrate-
gisch meerjarenplan als kader meegenomen, maar spelen ook
afwegingen vanuit de jaarlijkse resultatenrapportage een rol.
Op basis van de goedkeuring worden contracten gesloten,
waarin onder andere doelstellingen, verwachte resultaten,
het goedgekeurde bedrag en voorwaarden ten aanzien van
uitvoering en rapportage zijn opgenomen.
Aangaan en stoppen van een partnerrelatieWoord en Daad wil met name in Afrika groeien. Hiervoor wor-
den nieuwe partnerrelaties aangegaan, die soms vanuit Woord
en Daad en soms vanuit de allianties worden voorgedragen.
De alliantie bekijkt of de potentiële partnerorganisatie meer-
waarde heeft voor de alliantie en kan besluiten deze als lid op
te nemen. Woord en Daad Partner, als lid van de alliantie, heeft
hier ook een stem in; de meerderheid van de alliantie beslist
echter. Woord en Daad Donor kijkt aan de hand van een
organisatiebeoordeling of de potentiële partner in aanmerking
komt voor fondsen vanuit Woord en Daad. Als dat het geval
iswordtereenfinanciëleauditgedaanomookeenonafhan-
kelijke rapportage over de organisatie te hebben. De raad van
bestuur beslist uiteindelijk over het al dan niet aangaan van
de partnerrelatie en neemt hierbij de adviezen van Woord en
Daad Partner en Woord en Daad Donor mee. Nadat de relatie
is aangegaan wordt met een beperkt budget gestart in het eer-
ste jaar. Daarna wordt gekeken of er voldoende vertrouwen
is om het budget uit te breiden. Als Woord en Daad besluit
116 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE05
geen fondsen toe te kennen aan de betreffende partner, kan de
alliantie alsnog besluiten deze partner toch als lid op te nemen.
In dat geval zal vanuit Woord en Daad, die lid is van de alliantie,
vanuit de partnerrol wel met deze organisatie samengewerkt
worden.
Als een samenwerking in de praktijk tegenvalt of toegevoegde
waarde in de lokale context nihil blijkt, bouwt Woord en Daad
in goed overleg met de partnerorganisatie fondsen af. De
partnerorganisatie kan echter desgewenst wel alliantielid
blijven en kennis en expertise delen. In het geval van corruptie
of besteding van geld voor een ander doel dan waar het voor
gegeven is zal er sprake zijn van een snelle afbouw.
Invloed van andere belanghebbenden op het beleid van Woord en DaadNaast Zuidelijke partners hebben ook Nederlandse belang-
hebbenden via evaluaties inbreng op het beleid van Woord
en Daad. Dat gebeurt via jaarlijkse evaluaties vanuit het
personeel (ondernemingsraad), de comités (via de klankbord-
groep voor comités), de bedrijven (via de coördinatiegroep
van het Business Platform) en de vermogensfondsen (via de
Adviesgroep Vermogensfondsen).
Normpercentages overheadVoor overhead werkt Woord en Daad met het percentage
kostenbeheer en administratie (bestuurlijk gemaximeerd
op gemiddeld 3,1 procent over drie jaar) en het percentage
kosten eigen fondsenwerving (gemaximeerd op 6 procent).
Beide percentages worden gemaximeerd in een overheadper-
centage over de totale omzet. Dit percentage is gemaximeerd
op gemiddeld 7,5 procent over drie jaar.
Programma’s/activiteiten binnen de doelstelling die gebon-den zijn aan een maximumpercentage van de omzetWoord en Daad voert binnen haar doelstelling het bewustwor-
dingsprogramma en diverse activiteiten uit die gemaximeerd
zijn op percentages van de omzet of de bestedingen. Deze
programma’s betreffen:
• Bewustwording. Dit programma mag maximaal 2,5 procent
nemen van de omzet (gemiddeld percentage over drie jaar).
• Beleidsbeïnvloeding: maximaal 0,5% van de omzet (gemid-
deld percentage over drie jaar)
• Planning, monitoring, evaluatie en leren: 5 procent van de
bestedingen.
• Inzet Nederlandse staf voor partnerrolactiviteiten bij part-
ners en allianties: 5 procent van de bestedingen.
• Directe alliantiekosten ten behoeve van de allianties, zoals
vergaderkosten/uitwisseling etc.: maximaal 1 procent van
de bestedingen.
4 Risicomanagement
In 2015 is samen met de auditcommissie en de externe
accountant doorgesproken over het risicomanagementbeleid
van Woord en Daad. Door Woord en Daad is een onderscheid
gemaakt in de waarschijnlijkheid dat een bepaald risico zich
voordoet (kans), impact en de daarvan afgeleide prioriteit om
maatregelen te treffen.
In onderstaande tabel zijn de relevante risico’s inzichtelijk
gemaakt:
Nr. Risico Kan
s
Imp
act
Pri
ori
teit
Beheersmaatregelen
1 Continuïteits- en reputatierisico (bijv. publiek worden van negatieve zaken in de media); m.n. risico voor imago/continuïteit etc.
L H H • Klankbordgroepen om ontwikkelingen/nieuwe ideeen te bespreken. • Procedure voor signalen, complimenten en klachten• Comitéhandboekinclusiefrichtlijnenvoorfinancieelbeheer• Keurmerken (CBF, ISO, COSO)• Veiligheidsbeleid• Anti-corruptiebeleid• Crisiscommunicatieplan• Beleggingsbeleid
2 Nietvoldoenaanwet-enregelgeving(bijv.ANBI,fiscaleregelgeving). L M L • Externe accountantscontrole + advisering• CBF-toetsing• Interne kennis up to date via netwerken (Partos, GDN etc.) en
cursussen
3 Strategische risico’s (bijv. door andere marktomstandigheden en economi-sche tijden).
L M M • Meerjaren beleidsplan met SWOT• Opstellen trendanalyse en koppeling inkomsten en uitgaven via
kleurensystematiek• Vastgestelde normering/ratio’s kosten en bestedingen• Klankbordgroepen om ontwikkelingen/neiuwe ideeen te bespreken
4 Frauderisico (in binnen- en buitenland). H M M • Externe accountantscontrole• Donorbeleid met eisen richting partner organisaties rond anti-cor-
ruptie, audits etc. • Audits door lokale consultants en eigen staf• Interne controle maatregelen en periodieke toetsing
L= laag, M = medium, H = hoog
117Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE05
Nr. Risico Kan
s
Imp
act
Pri
ori
teit
Beheersmaatregelen
5 Niet transparante kostentoerekening en dekking/werfbaarheid daarvan (zeker met projectmatig werken wat steeds meer voorkomt).
M M M • Vastgestelde kostenstructuur met normeringen• Afspraken binnen noodhulpcluster over rapportages en
kostenverantwoording• In begrotings- en bij jaarwerkproces analyse van toerekening en
dekking• Monitoring via maandelijkse koersrapportage
6 Risico’s in het kader van samenwerken in consortia met diverse partijen, zoalsoverheden,bedrijfsleven,ngo’setc,watookderapportageflowenbeheersing complexer maakt, gekoppeld aan meerjarige contracten, zowel aan de inkomsten als bestedingenkant.
M M/H M/H • MOU met samenwerkingsafspraken• Fondsplanningtool (wordt geoptimaliseerd in 2016 inclusief door-
rekening actuele stand fondsen). • Maandelijkse koersrapportage• Projectmatig werken met duidelijk omschreven rollen/
verantwoordelijkheden
7 Koersrisico. L L L • Valutabeleid gebaseerd op betalingen in lokale valuta en vormen koersreserve ter dekking van eventuele verliezen
• Maximale looptijd van bestedingscontracten 1 jaar
8 Risico inzake vrijwilligers (professionaliteit). L L L • Vrijwilligerscontracten en vrijwilligershandboek • Comitébezoeken• Training vrijwilligers
9 ICT-risico (uitvallen van systeem, ongeautoriseerde transacties etc.). L H H • SLA netwerkbeheerder• back-up procedure• interne expertise ICT• toegangsautorisatie met periodiek wisselende wachtwoorden• rolscheiding in systemen vastgelegd via toegangsautorisatie (wordt
in 2016 verder geoptimaliseerd)• logging van transacties met datum/tijd/medewerker
10 Onvoldoende planning & control: niet tijdige en betrouwbare management-informatie en als gevolg daarvan niet tijdige en/of effectieve bijsturing.
L H H • jaarlijkse planning koersrapportages met betrokkenen• vervanging in geval van ziekte binnen de afdeling (back up)• werkprocedures beschreven• Controleverbanden op data en rapportages• Interne expertise ICT/SLA netwerkbeheerder
11 Onvoldoende liquiditeit en inzicht in stand van reserves en fondsen, ook richting de toekomst.
L H H • Periodiekecashflowplanning• Fondsplanningtool (wordt geoptimaliseerd in 2016 inclusief door-
rekening actuele stand fondsen).
12 Geen goede uitvoeringscapaciteit van de partners M M M • OSA’s en audits• Capaciteitsopbouw• Evaluaties/referenties door derden• Beeindigen partnerrelatie
13 Geen matching tussen inkomsten en uitgaven (met als gevolg overschrijding van de begroting).
L L L • Fondsplanning• Continuiteitsreserve
14 Onvoldoende (goede) spreiding van geldmiddelen. L L L • Diverse bankrelaties• Beleggingsbeleid
118 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE06
Onderzoeksrapport
119Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE07
Stakeholders en netwerken
Naam organisatie of netwerk Aard samenwerking
BRANCHEORGANISATIES EN BREDE NETWERKEN
EU-Cord, Europees netwerk voor christelijke organisaties actief in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking
Actieve participatie in trajecten van EU-Cord rond beleidsbeïnvloeding in Brussel (met name ten aanzien van beleidscoherentie) en institutionele fondsen. Daarnaast is er regelmatig uitwisseling op het terrein van EU-regelgevingm.b.t.financiënenauditing.
ICCO Coöperatie/Co-Prisma Samenwerkingsverband met strategische doelstelling om waar relevant en mogelijk samen te werken in programma’sinhetZuidenendaarvoorfinancieringterealiseren.Directeur-bestuurdervanWoordenDaadis bestuurslid van Co-Prisma.
Partos, branchevereniging voor particuliere internationale samenwerking in Nederland
Participatie in verschillende werkgroepen van het Kennisplatform; Participatie in werkgroep Kwaliteit; Participatie in lobbynetwerk Partos op onderwerp beleidscoherentie en samenwerking met Partos en Founda-tion Max van der Stoel in project ‘Ready for Change’; Kennisuitwisseling tijdens bijeenkomsten over uiteenlopende relevante onderwerpen.
Prisma, vereniging van christelijke organisaties op terrein van ontwikkelingssamenwerking en diaconaat
Platform voor christelijke ontwikkelingsorganisaties voor bezinning, discussie en opinievorming. Samen-werking op inhoudelijk programmatisch gebied, gezamenlijke fondsenwerving, belangenbehartiging vanuit oogpunt christelijke organisaties; Participatie in bezinning, lobby, communicatie en bewustwording. Inhoudelijke en strategische bijdrage aan koers vereniging Prisma, ICCO Coöperatie en Co-Prisma.
Woord en Daad-Red een Kind Alliantie Alliantie in het kader van MFS2 met strategische doelstelling om per 2015 kwalitatief goede geïntegreerde programma’s t.a.v. onderwijs, TVET en JBS, AD te hebben geïmplementeerd.
Stichting Gemeenschappelijke Evaluaties Stichting die opgezet is om in kader van MFS2 voor alle deelnemende allianties MFS2-brede evaluaties uit te voeren. Directeur-bestuurder is lid van het stichtingsbestuur (penningmeester), medewerker maakt deel uit van de interne referentiegroep.
New World Campus Woord en Daad is een van de initiatiefnemers van New World Campus, die een fysieke plek wil bieden aan bedrijven, organisaties en investeerders die willen werken aan innovaties ten behoeve van een duurzame, inclusieve ontwikkeling, elkaar kunnen ontmoeten.
SAMENWERKING ROND PROGRAMMA’S IN HET ZUIDEN
Aflatoun Aflatouniseenorganisatiediegratiscurriculaentrainingvoorsocial/financialeducationbeschikbaarstelt(voor formal/non-formal education – 6-18 jaar). Partners moeten zelf betalen voor materiaal- en kopieerkos-ten. Woord en Daad wil het gebruik van dit materiaal door partners stimuleren in het kader van life skills.
AgriProFocus (APF), netwerk dat zich richt op het bevorde-ren van boerenondernemerschap
Woord en Daad is lid van APF, samenwerking richt zich op uitwisseling, leren en beleidsbeïnvloeding (voor Nederlandse steun aan goede vakopleidingen voor jongeren in de landbouwsector, en goede toegang tot financieringvoorboerenondernemers).
Brand Out Loud Brand Out Loud ondersteunt zuidelijke partners in het opzetten van een goede strategie voor communicatie en ‘branding’. Zo is Brand Out Loud o.m. betrokken bij een traject van partnerorganisatie CRECH in Haïti.
Christelijk Noodhulp Cluster (Dorcas, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA
Coördinatie en samenwerking van noodhulpacties. In 2015 betrof het noodhulpprogramma’s in Nepal, Noord-Irak en Jordanië, Zuid-Sudan, Uganda en de Filipijnen.
Incluvest bv Investeringsmaatschappij gericht op inclusief investeren in ontwikkelingslanden. Strategisch partnerschap in hetkadervanimplementatievanhetprogrammaAgri-businessenhetaantrekkenvanexterneprojectfinancie-ring in de vorm van leningen en investeringen.
Leprazending Woord en Daad steunt in MFS2 een project van Leprazending in India (TLMI) met twee vakscholen en vier communitybasedTVET-units.Hetgaatomflexibeleskillstraininginruralecontext.
MDF Training en Consultancy Capaciteitsversterking en positionering van Zuidelijke allianties.
PUM (Programma Uitzending Managers), uitzending van senior experts naar het Zuiden
Samenwerking vanuit programma Agri-business development Woord en Daad en PUM (expertise resource op afroep).
Royal Jongbloed Samenwerking in het kader van de gezamenlijke ontwikkeling van zelfsturende onderwijssoftware op basis van serious gaming principes, waarmee toegang tot hoogwaardig onderwijs in (m.n. plattelandsgebieden) in Afrika wordt verhoogd.
120 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE07
Stakeholders en netwerken
NETWERKEN VOOR BELEIDSBEÏNVLOEDING
CONCORD Europe Confederatie van ruim 2400 Europese ngo’s die bij de EU lobbyen voor duurzame ontwikkeling. Woord en Daad was in 2015 namens EU CORD co-voorzitter van de CONCORD groep voor beleidscoherentie voor ontwikkeling.
Coordination Europe-Haiti Platform uit acht Europese landen, dat opkomt voor duurzame economische ontwikkeling en versterking van de landbouwsector in Haïti. De lobbyist van Woord en Daad is sinds 2011 voorzitter.
Global Campaign for Education Lobby- en kennisnetwerk op het gebied van onderwijs. Als lid van het netwerk actieve deelname aan beleids-beïnvloeding van GCE. Vanwege afnemende mogelijkheden voor effectieve lobby voor onderwijs heeft Woord en Daad per 1 januari 2016 het lidmaatschap beëindigd.
Plataforma C Christelijk netwerk in Zuid-Amerika dat overheidsbeleid wil verbeteren op het terrein van kindveiligheid.
Overige netwerken Geregelde samenwerking in kader van beleidsbeïnvloeding met: Better Care Network, CABA werkgroep (Children Affected By Aids), Sharenet, Dutch Coalition for Disability and Development, Child en Youth Rights Initiative, lobbygroep van Partos
KENNISINSTELLINGEN
Universiteit van Amsterdam (UvA) i.s.m. Afrika Studiecentrum
Samenwerking in het kader van onderzoek naar het bereiken van de allerarmsten onder leiding van prof. Ton Dietz, in vervolg op het PADEV-onderzoek (onderzoek naar nieuwe methoden voor impactmeting).
Driestar Educatief Strategische samenwerking voor de periode 2010-2015 die zich richt op kwaliteitsversterking van onderwijs in ontwikkelingslanden en bewustwording d.m.v. uitwisseling tussen docenten en studenten in Nederland en het Zuiden. Verder steunt Woord en Daad actief het lectoraat rond leraarschap en is er samenwerking rond de rol van ICT in onderwijs. Directeur-bestuurder Woord en Daad is lid van de Wetenschappelijke Adviesraad Kennisontwikkeling en lectoraten van Driestar Educatief.
Groenhorst College Gezamenlijke capaciteitsontwikkeling en fondsenwerving voor Agrarisch Beroepsonderwijs. Gezamenlijke betrokkenheid bij uitvoering van een AVET-project in Ethiopië.
NETWERKEN ROND FONDSENWERVING
Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) Lidmaatschap CBF.
Charitas VFI-inkoop realiseert inkoopbesparingen voor aangesloten goede doelen.
Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) Lidmaatschap VFI.
Mare Jan Foundation Vermogensfonds dat een ontwikkelproject in Benin met Woord en Daad steunt en daarin kennis en expertise deelt.
Wereldfoundation Stichting die een huizenbouwproject in Bangladesh met Woord en Daad gezamenlijk uitvoert en vanuit hun netwerk kennis en expertise inbrengt.
NETWERKEN ROND BEWUSTWORDING
Calvijn College en Hoornbeeck College Uitwisseling tussen Nederlandse (vak)scholen en (vak)scholen in het Zuiden (zowel studenten als docenten).
Just Care, samenwerking van Woord en Daad, ZOA en middelbare scholen
Ontwikkeling van lesmateriaal voor middelbare scholen rond armoedebestrijding.
121Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE08
Theory of Change
ACHTERGROND VISIE OP VERANDERING
Armoedebestrijding. Dat is de ‘core business’ van Woord en Daad en haar partners in de 22 landen waar we werkzaam zijn. Maar wat bedoelen we eigenlijk met armoedebestrij-ding? Met welke ogen kijken we naar mensen die leven in armoede? Hoe gaan we om met de vele complexe factoren die vaak ten grondslag liggen aan armoede en achterstand? Belangrijke vragen waar geen simpel antwoord op gegeven kan worden. Woord en Daad en haar partners zijn in gesprek gegaan over deze vragen en hebben een geza-menlijke ‘visie op verandering’ ontwikkeld. Verandering van mensen en samenlevingen, daar gaat het tenslotte ten diepste om bij armoedebestrijding.
Woord en Daad en partners maken in hun werk voortdu-
rend keuzes. Die keuzes hebben vaak direct weerslag op de
mensen met wie we werken, binnen de organisatie of in de
projecten. Vandaar dat we eraan hechten dat de visie achter
die keuzes helder is, en dat die keuzes verankerd zijn in een
aantal centrale kernwaarden. De centrale visie van Woord en
Daad en partners is dat we gezamenlijk willen bijdragen aan
armoedebestrijding en daarmee mensen willen versterken om
duurzame verandering in hun leven tot stand te brengen. Die
kernwaarden zijn allemaal direct te herleiden tot Bijbelse prin-
cipes, die Woord en Daad en partners wereldwijd met elkaar
delen: medeschepsel, medeverantwoordelijkheid, mede-lijden,
rentmeesterschap en wederzijdse afhankelijkheid. Doordat
iedereen zich heeft verbonden aan deze kernwaarden, kunnen
we elkaar over en weer kritisch bevragen op de vertaling van
deze waarden in ons concrete werk.
Daarnaast hebben we met elkaar een aantal ‘ontwikkelings-
principes’ vastgesteld. Het gaat om principes die te maken
hebben met de kwaliteit en relevantie van het werk, waaraan
Woord en Daad en partners zich committeren. ‘Eigenaarschap’
is zo’n principe, dat benadrukt dat uiteindelijk altijd de mensen
om wie het draait – de armen – eigenaar moeten zijn. Een
hulporganisatie kan nooit de eigenaar zijn van de ontwik-
keling van de mensen met wie ze werkt, omdat we geloven
dat ieder mens eigen verantwoordelijkheid van God heeft
ontvangen. Duurzaamheid, geïntegreerde benadering, part-
nerschap en innovatie zijn de andere ontwikkelingsprincipes.
Duurzame verandering bij mensen (maar ook bij organisaties
of samenlevingen) is geen rechte lijn van a naar b. Daarvoor
spelen teveel factoren een rol. Het is van groot belang om dat
mee te nemen in de vormgeving van programma’s en projec-
ten. Zo spelen persoonlijke factoren een rol. Ieder mens – ook
de allerarmste – heeft capaciteiten en beschikt over bepaalde
mogelijkheden.
Woord en Daad vindt het belangrijk niet uitsluitend op ‘proble-
men’ en ‘beperkingen’ gericht te zijn, maar ook op de kansen en
gaven die ieder mens heeft ontvangen. Verder is het belangrijk
om mensen in hun context te zien. Ieder mens maakt deel uit
van een familie, een lokale gemeenschap, een samenleving. In
ieders omgeving zijn obstakels (bijvoorbeeld droogte, ziektes,
geweld) en mogelijkheden (bijvoorbeeld een vruchtbare
grond of een goede exportmarkt). Ook diverse actoren zoals
bedrijven en overheden in de omgeving kunnen van grote
invloed zijn. Uitgangspunt voor Woord en Daad is dat de eigen
interventie een duidelijk toegevoegde waarde moet hebben.
Als de doelgroep grote behoefte heeft aan microkrediet, en in
de directe omgeving is een goede microkredietinstelling actief,
dan zal ze proberen een link te leggen naar deze instelling,
maar geen eigen kredietprogramma opzetten.
Tot slot speelt de houding van mensen een belangrijke rol.
Hulp die niet verbonden is aan eigen verantwoordelijkheid
kan mensen en organisaties afhankelijk en onzelfstandig
maken. Op het moment dat de context dan weer verandert,
en ‘het project’ opeens niet meer relevant blijkt, belanden
mensen weer even hard in armoede. Daarom besteedt Woord
en Daad veel aandacht aan vaardigheden waarmee mensen
weerbaar worden gemaakt. Het uiteindelijke ideaal is dat
mensen daarmee ‘ambassadeurs voor verandering’ worden in
hun eigen omgeving. Dit kan op verschillende niveaus: ook een
partnerorganisatie van Woord en Daad kan zo’n ambassa-
deur worden, bijvoorbeeld door geleerde lessen te delen met
collega-organisaties of de lokale overheid, en hen uit te dagen
die lessen ook toe te passen. Op programmaniveau speelt ook
de zogenaamde ketenbenadering een rol. Die zegt vooral iets
over de link tussen programma’s: een onderwijsprogramma
kan nooit geïsoleerd uitgevoerd worden, evenals een vak-
trainings-, gezondheids- of bedrijfsontwikkelingsprogramma.
Waar en hoe die link gelegd wordt, hangt af van de bril waar-
door we kijken. De lens van die bril wordt weer gevormd door
alle hiervoor genoemde factoren – de visie op verandering.
122 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE08
Theory of Change
ngo’soverheidkerken enreligieuze instellingenprivate sectorgemeenschap
HOEWERKENWIJ?
WAT ENVOOR WIE?
CONTEXT OMGEVING
ONTWIKKELINGS-PRINCIPESeigenaarschap
geïntegreerde benadering
duurzaamheid
partnerschap
innovatie
KERNWAARDENmedeschepsel
medeverantwoordelijkheid
mede-lijden
rentmeesterschap
wederzijdse afhankelijkheid
DIMENSIESnatuurlijke hulpbronnen
opleiding en gezondheid
infrastructuur en technologie
financiën
sociale en politieke verbanden
religieuze verbanden
BASIS-VOORZIENINGEN
ONDERWIJS
BEDRIJFS-ONTWIKKELING
BEROEPSONDERWIJS(training en arbeidsbemiddeling)
DWARS-DOORSNIJDENDETHEMA’Sfamilie en gezin
hiv/aids
leiderschap
rechten van kinderen
INDIVIDU
familie
gemeenschap
regio
123Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
BIJLAGE09
Certificaat Climate Neutral Group
124 Woord en Daad JAARVERSLAG 2015
Lijst van gebruikte afkortingen
AED Agribusiness & Enterprise Development
ARA Asia Regional Alliance
AVET Agricultural Vocational Education and Training
CLARA Caribbean and Latin America Regional Alliance
ED Enterprise Development
GHARA Greater Horn of Africa Regional Alliance (inclusief Oeganda)
FDOV Faciliteit Duurzaam Ondernemen en Voedselzekerheid
IAD Inclusive Agri-business Development
IDE Integrated Development Environments
IF Institutionele Fondsen
INRA India Regional Alliance
JBS Job & Business Services
KUSSRA Kenya Uganda Sudan Regional Alliance
NWO Nederlandse Wetenschapsorganisatie
MT Managementteam
MVO Maatschappelijk verantwoord ondernemen
OR Ondernemingsraad
OS Ontwikkelingssamenwerking
P&P Partners en Programma’s
PMA Planning, Monitoring en Auditing
PMEL Planning Monitoring Evaluation Learning
RFO regionale fondswerver
RO RegioOndernemers
Rvb raad van bestuur
Rvt raad van toezicht
SARA Southern Africa Regional Alliance
SMED Small and Medium Enterprise Development
SPN Strengthening Partner Network
ToC Theory of Change
TVET Technical and Vocational Education and Training
VET Vocational Education and Training
WARA West Africa Regional Alliance
WASH Water, Sanitatie en Hygiëne
ACFIME Agence Communautaire pour le Financement de la Micro Enterprise
ADP Aridland Development Program
AEAD Association Evangélique d’Appui au Développement
AESEB Alliance des Etablissements Scolaires Evangélique du Burkina Faso
AMG Advancing the Ministries of the Gospel
ASHTEC AMG Skilled Hands Technological College
CCT Center for Community Transformation
CDA Corporación Dios es Amor
CHOPPA Chongwe Organic Producers and Processors Association
COUNT Christian Organization Uplifting New Tribes
CRECH Consortium pour le Renforcement de l’Éducation Chrétienne en Haiti
CREDO Christian Relief and Development Organization
CSS Christian Service Society
CTF Cotton Tree Foundation
DEDRAS Organisation pour le Developpement Durable le Renforcement et l‘Autopromotion des Structures communautaires
EFSL Evangelical Fellowship of Sierra Leone
EKHC Ethiopian Kale Heywet Church
FMS Foundation Max van der Stoel
FONHEP Fondation Haïtienne de l’Enseignement Privé
HCBST Hope College of Business Science and Technology
IHS Inclusive Home Solutions
INCLUVEST Inclusive Investments
INDEF Institutio Nacaragüense de Evangelismo a Fondo
INSOL Innovative Solution
IREF India Rural Evangelical Fellowship
KIDEP Karamoja Integrated Development Programme
LoH Ladders of Hope
MFESANE Compassion
MKC-RDA Meserete Kirstos Church-Relief and Development Association
ODE Offi ce de Développement des Eglises Evangéliques
OSRA Oroma Self Reliance Association
PAC Pueblos en Accion Communitaria
P&A Parole et Action
PCAR Programme Chrétien d’Animation Rurale
SPONG Secretariat Permanent des Organisations Non Gouvernementales
TLMI The Leprosy Mission Trust India
WORD AND DEED INDIA Woord en Daad India
WORD AND DEED LANKA Woord en Daad Sri Lanka
YGRO Youth Grow holistically
ZAMBIA WORKS Zambia Works
Gebruikte afkortingen jaarverslag 2015 Afkortingen partnerorganisaties van Woord en Daad en Incluvest
VA
KM
AN
SCH
AP Jaarverslag 2
01
5W
OO
RD
EN
DA
AD
Woord en Daad is een Algemeen Nut
Beogende Instelling. Voor testamentaire
beschikkingen luidt ons adres: Stichting
Reformatorische Hulpaktie Woord
en Daad, gevestigd te Gorinchem.
Onze stichting is ingeschreven onder
nummer 41118168, bij de Kamer van
Koophandel te Utrecht en staat onder
controle van een registeraccountant.
Woord en Daad
Postbus 560, 4200 AN Gorinchem
tel 0183-611800 | fax 0183-611808
www.woordendaad.nl/jaarverslag
Rabobank NL64 RABO 0385 4870 88
t.n.v. Woord en Daad, Gorinchem
Vormgeving
Reprovinci reclamebureau
Productie
Media Center Rotterdam
Fotografi e
Woord en Daad
Bekijk het jaarverslag online!