WONDERWATERWERELD
description
Transcript of WONDERWATERWERELD
Deze powerpoint is samengesteld als integratie in een stageopdracht met een les rond kleur. De doelgroep zijn
kinderen van 7 tot 9 jaar.
WONDERWATERWERELD
Ergens ver hier vandaan,
in een grote en diepe oceaan,
leven drie vissen.
Ze hebben elk een andere kleur.
Hallo!Ik ben rood.
En ik ben geel.
Wij zijn familie
van elkaar.
Daarom noemen ze
ons de primaire kleuren.
Dan ben ik vast blauw.
Op een mooie dag waren de vissen hun kleurtjes moe.
Hallo!
Zeg rood, ik ben mijn
kleurtje moe.
Ik adem alleen maar
gele luchtbellen.
Ik adem alleen maar rode luchtbellen.
Wat denk jij blauw?
Laten we een
spelletje spelen.
We ademen tegelijk in en wanneer onze luchtbellen elkaar
raken veranderen ze misschien wel in een
andere kleur.
Leuk idee! Laten we proberen.
Blauw en geel begonnen als eerste.
En het werkt! Zoals je kon zien:
Oké, nu zijn blauw en rood aan de beurt.
Welke kleur zou dat worden?
Ook blauw en rood veranderen in een andere kleur wanneer ze
elkaar overlappen.
Als laatste zijn rood en geel aan de beurt.
Heb je goed opgelet?
Probeer dan maar eens zelf!
We krijgen nu drie nieuwe kleuren. We noemen dit de secundaire kleuren:
groen paars oranje
De volgende dag komen er drie nieuwe vissen bij.
Hallo! Ik ben
oranje.
Dag allemaal, mijn naam is
groen.
Goedendag, ik ben paars.
Wij zijn onze
kleuren beu!
Mogen wij met jullie
meespelen?
Oké!
Weten jullie het nog? We zullen herbeginnen.
secundaire kleur groen
secundaire kleur paars
secundaire kleur oranje
primaire kleuren blauw en geel
primaire kleuren blauw en rood
primaire kleuren rood en geel
De familie van de drie secundaire vissen werd al gauw vrienden met de familie van de
primaire vissen.
Maar plots gebeurde het! Ze kwamen de schrik van de oceaan tegen. Er kwam een verschrikkelijk grote zwarte haai op hen
af!
Vluchten!!!
Haha!Dat zien er
lekkere hapjes uit. Ik kom jullie allemaal opeten!
Oh neen! Een grote zwarte
haai. Wegwezen!
Hap-hap-hap-hap-hap-hap!!!
De haai was veel sneller dan de vissen en at hen één voor één op.
Alle kleuren zitten nu in de zwarte buik van de haai.
We kunnen dus concluderen dat als we alle kleuren samen zouden mengen we zwart zullen krijgen.
Wist je trouwens dat als we bij een bepaalde kleur een beetje zwart doen, bijvoorbeeld rood, dat deze kleur dan donkerder
wordt? We krijgen dan donkerrood. Hoe meer zwart we toevoegen, hoe donkerder het
rood.
En de haai?
Wel, die zwemt nog steeds rond. Maar er is wel iets
vreemds mee aan de hand. Er komen alleen nog maar gekleurde bubbels uit!
Dus moest je ooit een haai tegenkomen die gekleurde
luchtbellen ademt dan weet je dat het de haai uit ons
verhaaltje is!
Einde.