WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse...

120
3-001 WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 ___________________________ 3-002 VOORZITTER: JOSEP BORRELL FONTELLES Voorzitter 3-003 Opening van de vergadering 3-004 (De vergadering wordt om 9.05 uur geopend) 3-005 Samenstelling fracties: zie notulen 3-006 Vredesproces in Spanje (debat) 3-007 De Voorzitter. - Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over het vredesproces in Spanje. 3-008 Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de Europese Gemeenschap is ontstaan vanuit een streven naar vrede en stabiliteit. Vrede en stabiliteit vormen nog steeds de basis voor de ontwikkeling van de Europese Unie, en het is zeer belangrijk dat deze vraagstukken ook worden besproken. Het is ook niet meer dan logisch dat het Europees Parlement de beginselen van vrede en stabiliteit bespreekt. Op 23 en 24 maart van dit jaar gaf de premier van Spanje de Europese Raad uitleg over de verklaring van de terroristische organisatie ETA over een permanente wapenstilstand. De Raad zei toen tevreden te zijn met de uitleg van de Spaanse premier. Sindsdien heeft de Raad deze zaak niet meer behandeld, en hij blijft dan ook bij zijn toenmalige verklaring. Veiligheid is een zeer actueel vraagstuk, dat alle Europeanen aangaat. Het Finse voorzitterschap is tevreden met alle maatregelen die zijn genomen om ervoor te zorgen dat de ETA haar terroristische activiteiten staakt en er een vreedzame oplossing komt binnen de democratische staatsinstellingen van Spanje. Zoals wij hier allemaal weten, bestrijdt de Europese Unie het terrorisme en de oorzaken ervan op actieve wijze. De Raad geeft opnieuw zijn steun aan de maatregelen die de lidstaten hebben genomen en zullen nemen om terrorisme te bestrijden in overeenstemming met het beginsel van de rechtsstaat. 3-009 Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, terrorisme is een van de ergste bedreigingen van de democratische samenleving die men zich kan voorstellen. Door terroristische aanslagen wordt niet alleen de veiligheid in gevaar gebracht, maar ook een aanval gepleegd op de fundamentele waarden van de mensenrechten, de democratie en de rechtstaat. De Commissie steunt de strijd tegen het terrorisme ten zeerste en is van plan om te blijven ijveren voor preventie van terrorisme en bescherming van onze burgers en infrastructuur door terroristen te vervolgen en zo adequaat mogelijk te reageren op terroristische aanslagen, teneinde zo veel mogelijk onschuldige levens te redden. De specifieke maatregelen op Europees niveau zijn duidelijk uiteengezet in de Europese antiterrorismestrategie en het actieplan ter bestrijding van terrorisme. De Commissie is uiteraard diep bezorgd over de verontrustende omvang van de terroristische activiteiten van de ETA in Spanje. Tijdens het vier decennia lang durende terrorisme zijn er meer dan achthonderd moorden en andere aanslagen gepleegd en waren economische criminaliteit en afpersing aan de orde van de dag. Gezagsgetrouwe burgers hebben geleerd in angst te leven. Velen van hen zijn in hun dagelijkse leven bedreigd. Het ernstige misdrijf dat gisteren in Zuid- Frankrijk is gepleegd - volgens de Franse openbare aanklager vermoedelijk door de ETA - is een bron van zorg. De wijze waarop de Spaanse maatschappij zich gedurende al deze jaren heeft opgesteld, is een voorbeeld. De vastberadenheid en de overtuiging dat het terrorisme op democratische wijze en met eerbiediging van de rechtstaat moet worden bestreden, hebben vruchten afgeworpen en geleid tot een toenemende verzwakking van de ETA. Nogmaals betuigt de Commissie haar medeleven met alle slachtoffers van de door de ETA gepleegde terroristische aanslagen en herhaalt hoe belangrijk het is dat zij geholpen worden en dat geleden schade wordt vergoed. In het kader hiervan wil de Commissie nogmaals wijzen op de verklaring van de Europese Raad van maart 2006, waarin het verslag van de Spaanse premier met de aankondiging van een permanent staakt- het-vuren van terroristische organisatie ETA werd toegejuicht. De Commissie wijst eveneens nogmaals op de verklaring die de voorzitter van de Europese Commissie heeft afgelegd naar aanleiding van de aankondiging van de Spaanse premier dat er een vredesdialoog met de ETA op gang zou worden gebracht. Daarin zegt hij de hoop te delen van al degenen die uitzien naar een toekomst waarin Spanje verlost is van de gesel van het terrorisme. De Commissie hoopt van ganser harte dat deze verklaringen zullen leiden tot de volledige ontwapening en ontbinding van de terroristische organisatie. Tevens is de Commissie zich bewust van het feit dat dit initiatief zeer complex is en dat het gaat om een uitermate gevoelige zaak. Zij is er echter van overtuigd dat Spanje via zijn democratische instellingen de juiste wijze zal weten te vinden om een einde te maken aan de terroristische activiteiten van de ETA en de vrede te

Transcript of WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse...

Page 1: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

3-001

WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 ___________________________

3-002

VOORZITTER: JOSEP BORRELL FONTELLES Voorzitter

3-003

Opening van de vergadering

3-004

(De vergadering wordt om 9.05 uur geopend)

3-005

Samenstelling fracties: zie notulen

3-006

Vredesproces in Spanje (debat)

3-007

De Voorzitter. - Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over het vredesproces in Spanje.

3-008

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de Europese Gemeenschap is ontstaan vanuit een streven naar vrede en stabiliteit. Vrede en stabiliteit vormen nog steeds de basis voor de ontwikkeling van de Europese Unie, en het is zeer belangrijk dat deze vraagstukken ook worden besproken. Het is ook niet meer dan logisch dat het Europees Parlement de beginselen van vrede en stabiliteit bespreekt. Op 23 en 24 maart van dit jaar gaf de premier van Spanje de Europese Raad uitleg over de verklaring van de terroristische organisatie ETA over een permanente wapenstilstand. De Raad zei toen tevreden te zijn met de uitleg van de Spaanse premier. Sindsdien heeft de Raad deze zaak niet meer behandeld, en hij blijft dan ook bij zijn toenmalige verklaring. Veiligheid is een zeer actueel vraagstuk, dat alle Europeanen aangaat. Het Finse voorzitterschap is tevreden met alle maatregelen die zijn genomen om ervoor te zorgen dat de ETA haar terroristische activiteiten staakt en er een vreedzame oplossing komt binnen de democratische staatsinstellingen van Spanje. Zoals wij hier allemaal weten, bestrijdt de Europese Unie het terrorisme en de oorzaken ervan op actieve wijze. De Raad geeft opnieuw zijn steun aan de maatregelen die de lidstaten hebben genomen en zullen nemen om terrorisme te bestrijden in overeenstemming met het beginsel van de rechtsstaat.

3-009

Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, terrorisme is een van de ergste bedreigingen van de democratische samenleving die men zich kan voorstellen. Door terroristische aanslagen wordt niet alleen de veiligheid in gevaar gebracht, maar ook een aanval gepleegd op de

fundamentele waarden van de mensenrechten, de democratie en de rechtstaat. De Commissie steunt de strijd tegen het terrorisme ten zeerste en is van plan om te blijven ijveren voor preventie van terrorisme en bescherming van onze burgers en infrastructuur door terroristen te vervolgen en zo adequaat mogelijk te reageren op terroristische aanslagen, teneinde zo veel mogelijk onschuldige levens te redden. De specifieke maatregelen op Europees niveau zijn duidelijk uiteengezet in de Europese antiterrorismestrategie en het actieplan ter bestrijding van terrorisme. De Commissie is uiteraard diep bezorgd over de verontrustende omvang van de terroristische activiteiten van de ETA in Spanje. Tijdens het vier decennia lang durende terrorisme zijn er meer dan achthonderd moorden en andere aanslagen gepleegd en waren economische criminaliteit en afpersing aan de orde van de dag. Gezagsgetrouwe burgers hebben geleerd in angst te leven. Velen van hen zijn in hun dagelijkse leven bedreigd. Het ernstige misdrijf dat gisteren in Zuid-Frankrijk is gepleegd - volgens de Franse openbare aanklager vermoedelijk door de ETA - is een bron van zorg. De wijze waarop de Spaanse maatschappij zich gedurende al deze jaren heeft opgesteld, is een voorbeeld. De vastberadenheid en de overtuiging dat het terrorisme op democratische wijze en met eerbiediging van de rechtstaat moet worden bestreden, hebben vruchten afgeworpen en geleid tot een toenemende verzwakking van de ETA. Nogmaals betuigt de Commissie haar medeleven met alle slachtoffers van de door de ETA gepleegde terroristische aanslagen en herhaalt hoe belangrijk het is dat zij geholpen worden en dat geleden schade wordt vergoed. In het kader hiervan wil de Commissie nogmaals wijzen op de verklaring van de Europese Raad van maart 2006, waarin het verslag van de Spaanse premier met de aankondiging van een permanent staakt-het-vuren van terroristische organisatie ETA werd toegejuicht. De Commissie wijst eveneens nogmaals op de verklaring die de voorzitter van de Europese Commissie heeft afgelegd naar aanleiding van de aankondiging van de Spaanse premier dat er een vredesdialoog met de ETA op gang zou worden gebracht. Daarin zegt hij de hoop te delen van al degenen die uitzien naar een toekomst waarin Spanje verlost is van de gesel van het terrorisme. De Commissie hoopt van ganser harte dat deze verklaringen zullen leiden tot de volledige ontwapening en ontbinding van de terroristische organisatie. Tevens is de Commissie zich bewust van het feit dat dit initiatief zeer complex is en dat het gaat om een uitermate gevoelige zaak. Zij is er echter van overtuigd dat Spanje via zijn democratische instellingen de juiste wijze zal weten te vinden om een einde te maken aan de terroristische activiteiten van de ETA en de vrede te

Page 2: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

6 25/10/2006

herstellen, met eerbiediging van de grondbeginselen van de democratie en de rechtstaat. Wij zullen vandaag niet verdeeld zijn. Dit debat gaat immers over een gemeenschappelijke vijand van Spanje en Europa: het terrorisme. (Applaus)

3-010

Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, geachte collega’s, het bevorderen van de vrede is een van de nobelste taken in de politiek. Wij streven allen naar vrede in de wereld, in Europa en in Spanje. We verschillen echter wel vaak van mening als het gaat om de manier waarop dit doel moet worden bereikt, en dat is ook vandaag weer het geval. Het gaat in dit debat niet om partijpolitieke spelletjes of voordelen, maar om principes en fundamentele overtuigingen. Daarom verzoek ik u allen dit debat met het nodige respect te voeren en elkaar geen gebrek aan goede wil te verwijten, die juist ten grondslag ligt aan onze overtuigingen. Als Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten vragen wij ons af hoe wij vertrouwen kunnen stellen in de ETA en Batasuna, hoe wij ervan op aan kunnen dat zij vrede willen, als ze de families van de ruim 800 mensen die ze hebben vermoord, geen spijt betuigen, geen excuses aanbieden en om vergiffenis vragen. Zolang dit niet gebeurt, moeten we rekening houden met de mogelijkheid dat ze opnieuw zullen moorden als ze hun doelstellingen niet via onderhandelingen kunnen bereiken. Vandaag geven wij de slachtoffers van de terreur en het geweld van de ETA en Batasuna een blijk van medeleven, respect en solidariteit. Ik zie onze gewaardeerde collega Barbara Dührkop Dührkop, wier echtgenoot als voorzitter van de socialistische partij van het Baskenland in 1984 is vermoord. Op onze collega Carlos Iturgaiz zijn meerdere aanslagen gepleegd en zeven van zijn politieke vrienden van de Partido Popular in het Baskenland zijn vermoord. Wij zijn het de slachtoffers verschuldigd dat de moordenaars worden bestraft. Dit is in overeenstemming met de richtsnoeren en grondbeginselen van onze rechtsstaat. Als men een geloofwaardig proces van verzoening wil, moet dit op gang worden gebracht tussen de daders en de slachtoffers, met inbegrip van hun nabestaanden. Wij roepen de ETA en Batasuna op de slachtoffers die zij op hun geweten hebben, een teken van verzoening en verontschuldiging te geven. Wij willen erop wijzen dat de ETA en Batasuna op de lijst van terroristische organisaties van de Europese Unie staan. Zij hebben hun wapens niet ingeleverd. Deze wapens vormen nog steeds een bedreiging voor de constitutionele orde van Spanje, maar ook van Frankrijk en dus van heel Europa. De commissaris heeft eraan herinnerd wat eergisteren in Nimes is gebeurd. Een vrouw en twee kinderen zijn

gegijzeld, en de Franse autoriteiten hebben officieel vastgesteld dat het om een wapenroof door de ETA ging. Wapens worden dus nog steeds ingezet om politieke conflicten uit te vechten. We moeten ons afvragen welk doel de ETA en Batasuna hebben. Op 24 oktober is op Euronews het standpunt van een hoge vertegenwoordiger van de ETA en Batasuna bekendgemaakt. Daarin wordt gezegd dat men weigert de wapens in te leveren zolang het Baskenland - zoals het genoemd wordt - niet onafhankelijk is. Als Parlementariërs hebben wij een brief van Batasuna gekregen. Daarin staat in het Engels: Regarding the negotiation between ETA and the Spanish and French states, it will be them who decide all about the demilitarisation of the conflict. Deze formulering belooft niet veel goeds, want als de onderhandelingen mislukken, krijgen de Spaanse en Franse staat vandaag al de schuld in de schoenen geschoven. Als PPE-ED-Fractie zeggen wij voorstander te zijn van een dialoog. Spanje en Frankrijk zijn vrije democratische landen. Het zijn geen dictaturen, geen tirannieën waartegen je met geweld verzet kunt plegen. Nee, het zijn vrije staten, en in vrije en democratische staten gebruiken we een democratische dialoog in plaats van geweld. Omdat we hier diep van overtuigd zijn, heeft onze fractie, de PPE-ED-Fractie, een resolutie ingediend. Het is niet slechts een resolutie van onze Spaanse vrienden van de Partido Popular, maar een gemeenschappelijke resolutie van heel de fractie. We zijn allen solidair en staan juist vandaag in dit debat stil bij de slachtoffers. (Applaus van rechts)

3-011

Martin Schulz, namens de PSE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het terrorismeprobleem in Spanje is geen binnenlandse aangelegenheid maar een Europees probleem. Het terrorisme is een aanslag op onze waarden. Het terrorisme is altijd een aanslag op alles waar wij in dit Parlement met onze gemeenschappelijke Europese overtuigingen voor staan. Geen enkele vorm, maar dan ook geen enkele vorm van terrorisme is gerechtvaardigd! Wij moeten allen proberen dit terrorisme een halt toe te roepen, omdat ook wij - als verdedigers van onze waarden - het slachtoffer zijn van elke terroristische aanslag die plaatsvindt. Geachte collega Poettering, dank voor uw verwijzing naar mijn vriendin Barbara Dührkop Dührkop, die ook een slachtoffer is. Vandaag bevinden zich in deze zaal veel toehoorders uit het Baskenland, die zelf het slachtoffer zijn, omdat ze familieleden zijn kwijtgeraakt of omdat ze persoonlijk schade hebben geleden. Deze toehoorders zijn hier omdat ze ‘ja’ zeggen tegen de weg van de dialoog, want alleen via een dialoog zullen we een einde kunnen maken aan de geweldsspiraal. Ik heb veel bewondering voor de mensen die het diepe leed moesten dragen dat deze slachtoffers was

Page 3: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 7

aangedaan en die desondanks zeggen: geen doden meer, geen geweld meer, er moet een einde komen aan deze spiraal! Deze morele kracht moet onze drijfveer zijn om de problemen van het geweld het hoofd te bieden, niet alleen in het Baskenland, maar overal. Daarom is het een Europees probleem waarover we vandaag debatteren. Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste te omschrijven door middel van een citaat dat ik u wil voorlezen:

3-012

(ES) Ter wille van de vrede en ter wille van uw rechten zullen wij ons niet afsluiten, maar ons juist openstellen voor de vrede, voor hoop, vergiffenis en mildheid, en we zullen ons uiterste beste doen om er, met ieders steun en beste verwachtingen, voor te zorgen dat die vrede definitief wordt. (Applaus)

3-013

(DE) Dat is een prachtige zin die precies aangeeft waar het om gaat. De zin komt van de Spaanse minister-president die zijn staatssecretarissen op pad stuurde om met de ETA te onderhandelen. Het is een zin van de Spaanse minister-president José María Aznar uit 1998. Met deze zin in het achterhoofd zouden we samen een oplossing voor dit probleem van geweld kunnen bereiken, omdat de aanpak van de huidige Spaanse regering voortborduurt op de traditie van haar voorgangers. (Applaus) Daarom was het mooi geweest als we een gezamenlijke resolutie hadden ingediend. Het zal geen verbazing wekken dat de heer Aznar en ik niet altijd dezelfde mening zijn toegedaan, maar op dit punt had hij gelijk, waarde collega’s van de PPE-DE-Fractie en van de Partido Popular. Hij was immers uw partijleider. Met deze gedachte in het achterhoofd kunnen we allen zeggen: ja, om dit grondrecht te waarborgen zijn we bereid om via dialoog een oplossing te bewerkstelligen. Onze voormalige collega’s, mijnheer de Voorzitter, die met terrorisme geconfronteerd waren, wisten altijd welke risico’s ze liepen. Toen onze ex-collega’s John Hume en David Trimble samen aan het werk gingen, wisten ze maar al te goed dat er allerlei gevaren loerden en succes allerminst verzekerd was. De wapenroof van gisteren in Frankrijk - die wij ten scherpste veroordelen - laat zien dat als je de geweldsspiraal wilt doorbreken, er altijd het gevaar bestaat dat iemand met geweld probeert hier een stokje voor te steken. Dit mag echter geen reden zijn het niet te proberen. Want wat is het alternatief? Als we in een impasse blijven steken, komt er geen eind aan het geweld. De dialoog die op gang is gebracht, is daarom een grote kans, en ik vraag u allen om allen tezamen, met een gezamenlijk platform van alle fracties, tot deze dialoog besluiten! (Applaus van links)

3-014

Graham Watson, namens de ALDE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie wordt wel het grootste voorbeeld voor het oplossen van conflicten in de geschiedenis genoemd. Wij moeten aandacht schenken aan de conflicten die intern zijn overgebleven evenals aan de conflicten buiten de grenzen van de Europese Unie. Het is niet aan het Europees Parlement om tussen beide te komen tussen de Spaanse overheid en de politieke partijen in het langslepende conflict in het Baskenland, maar wij mogen evenmin onze ogen sluiten. Wij moeten de beste kans op vrede gedurende de laatste generatie aanmoedigen. Ik betoon mijn solidariteit en medeleven met al de gezinnen die door het geweld beroofd zijn van hun geliefden. Het beste antwoord dat wij als democratische politici die ontelbare slachtoffers echter kunnen geven, is voorkomen dat er nog meer slachtoffers vallen. Daarom steunt de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie de resolutie waar vandaag in het Parlement over gestemd wordt. Dit is geen gelegenheid of onderwerp om politiek te scoren. Ik ben er diep van overtuigd dat alle democratische krachten die het geweld en de verschrikkingen in het Baskenland - en elders in Spanje waar gruweldaden zijn gepleegd - op vreedzame wijze willen beëindigen, de inspanningen van ongeacht welke Spaanse regering moeten steunen. Eerder dit jaar heeft het Parlement de aankondiging van het staakt-het-vuren van de ETA toegejuicht. Terecht willen daar nu op voortbouwen en een proces op gang brengen dat dit kan consolideren, zonder vooruit te lopen of commentaar te leveren op de resultaten van welke politieke dialoog of regeling dan ook. Net als met het vredesproces in Noord Ierland - dat weliswaar anders is maar niettemin een aantal belangrijke lessen op het gebied van conflictoplossing biedt - moeten ook hier de politici zo nu en dan risico’s nemen omwille van de vrede. Ik herinner u eraan dat onze oud-collega John Hume en zijn opponent, unionist David Trimble, in 1998 na het akkoord van Goede Vrijdag in Noord Ierland de Nobelprijs voor de vrede hebben gekregen. Zij namen risico’s omwille van de vrede. Ik speel de terroristen hiermee niet de overwinning in handen, zoals sommigen misschien zullen zeggen, maar breng hun eerder een nederlaag toe. Er kan namelijk geen sprake zijn van een dialoog tussen democraten zolang een van de partijen van plan is te blijven moorden. We moeten niet denken dat een huis van vrede gemakkelijk te bouwen is. Er zullen tegenslagen zijn, zoals de vondst van een verborgen voorraad wapens in Zuid-Frankrijk. Het is echter onze plicht om een huis van vrede te bouwen met onze inspanningen als bakstenen en onze volharding als cement.

Page 4: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

8 25/10/2006

Daarom doet mijn fractie vandaag een beroep op allen in het Parlement om de partijpolitiek opzij te zetten en ons verenigd in te zetten voor dit vredesperspectief, net zoals we verenigd zijn in onze afschuw van terroristisch geweld. (Applaus van links)

3-015

Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie. - (ES) Mijnheer de Voorzitter, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie steunt het proces dat in Spanje in gang is gezet om het terrorisme van de ETA voorgoed te verslaan en een oplossing te vinden voor het conflict in Baskenland. Tegelijkertijd willen wij alle slachtoffers van het terrorisme nogmaals onze innige solidariteit en ons respect betuigen. Wij ondersteunen dit proces omdat het geweld verwerpt, omdat het alle opties voor een definitieve oplossing open laat, omdat het niemand uitsluit en omdat het ook de Baskische politieke partijen en de Baskische samenleving in het algemeen verantwoordelijk houdt voor de beëindiging van dit conflict. Dat we over dit onderwerp debatteren in het Europees Parlement betekent niet dat we ons mengen in het beleid van een lidstaat. Dit betekent alleen dat we een reeds op gang gebracht proces aanmoedigen en opnieuw bevestigen dat terrorisme en geweld schadelijk zijn voor elke Europeaan. Hoe moeilijk dit proces en hoe onzeker de uitkomst ook mogen zijn, wij zullen onze steun blijven geven aan de mensen die besloten hebben het risico te nemen om een andere weg in te slaan dan de regering Aznar die overduidelijk geen echte resultaten bereikt heeft. Zoals Ghandi zei: “Er is geen weg naar vrede. Vrede is de weg”. Wij vinden het gepast om hier over dit proces te debatteren, en wij zijn altijd voor een dergelijk debat geweest, ook toen de Europese Volkspartij vastbesloten was om dit conflict naar het Europees Parlement te brengen om steun te krijgen voor haar beleid, dat wij altijd als onjuist hebben beschouwd omdat het gebaseerd was op het idee dat je, om het terrorisme te verslaan, de Baskische samenleving moest verdelen in plaats van haar eenwording te ondersteunen. De Basken en de meeste Spanjaarden zijn dit beleid van confrontatie moe. Dialoog, geweldloosheid en eerbiediging van het beslissingsrecht van de burgers van Baskenland zijn in onze ogen de sleutel voor het welslagen van dit proces. Met deze doelstellingen in gedachte zullen we dit proces begeleiden, als vrienden en overtuigde bondgenoten in de strijd tegen het terrorisme, tegen elke vorm van terrorisme. (Applaus van links)

3-016

Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie heeft terroristische

daden altijd veroordeeld, ongeacht de daders, de omvang en de redenen waarmee men deze probeert te rechtvaardigen. We zijn voorstander van politieke strijd, met uitsluiting van iedere vorm van geweld. Wij keuren geweld onder alle omstandigheden af, behalve wanneer - zoals bepaald in de preambule van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens - een volk wordt "gedwongen om in laatste instantie zijn toevlucht te nemen tot opstand tegen tirannie en onderdrukking". En zelfs dan achten wij aanvallen op burgers verwerpelijk. Reden te meer waarom wij de aanslagen van de ETA, die honderden onschuldige mensen de dood in hebben gejaagd, altijd scherp hebben veroordeeld. We houden de nagedachtenis van deze slachtoffers in ere en blijven onze verbondenheid uiten met hun nabestaanden. Al lange tijd koesterden wij de hoop dat deze bladzijde eindelijk definitief zou kunnen worden omgeslagen. U kunt zich dus voorstellen hoe tevreden wij waren met het bericht van het permanente staakt-het-vuren van de ETA, en hoezeer wij de open en verantwoordelijke houding waardeerden waarmee de Spaanse premier, José Luis Zapatero, deze gelegenheid aangreep om met alle mogelijke middelen te ijveren voor vrede, met name in zijn redevoering van 28 juni jongstleden, toen hij de weg van de dialoog koos zonder af te wijken van de in zijn land geldende wettelijke voorschriften en procedures. Het zou het Europees Parlement tot eer strekken indien het steun gaf aan dit initiatief. In die geest heeft de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links zich aangesloten bij de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie en de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie, middels een gezamenlijke ontwerpresolutie. Ik wil daaraan toevoegen dat het ons inziens een goede zaak zou zijn als de collega's van de andere fracties eveneens hun steun gaven aan dit initiatief, dat - niets meer en niets minder - aansluit bij de wens van de meerderheid van de Spaanse bevolking, te weten de opening van een vredesproces binnen een wettelijk kader. (Applaus van links)

3-017

Brian Crowley, namens de UEN-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mij graag aansluiten bij mijn collega’s en zeggen dat we vandaag in het Parlement een uiterst gevoelige zaak bespreken. In al onze overwegingen moeten we stil staan bij de slachtoffers van terroristisch geweld, en vandaag in het bijzonder bij de mensen die de afgelopen jaren het slachtoffer zijn geworden van het geweld van de ETA in Spanje. We moeten echter ook naar de toekomst kijken en voorkomen dat er door een gebrek aan politieke oplossingen voor de problemen in Spanje, Frankrijk en heel de Europese Unie nog meer slachtoffers vallen. Ik denk dat het verkeerd is vergelijkingen te maken of te zeggen dat alle processen eender zijn. Eerdere vredesprocessen kunnen echter wel een indicatie zijn

Page 5: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 9

voor wat er kan gebeuren, voor het soort problemen dat opgelost moet worden en voor de uitdagingen die het hoofd geboden moeten worden. Een dialoog kan enkel succesvol zijn indien beide partijen daarvoor open staan. Men kan niet praten over toekomstige ontwikkelingen met gebonden handen. Men moet de zekerheid hebben dat de gesprekspartners een compromis willen bereiken en tot een oplossing willen komen. Tijdens een vredesproces moet men vrede sluiten met zijn vijanden en niet met zijn vrienden. Dat is het belangrijkste om te onthouden, en dat kan voor veel interne problemen zorgen. (Applaus) We moeten de kansen grijpen die het proces ons nu biedt. We mogen er echter niet vanuit gaan dat iedereen zijn zin kan krijgen. Het is van het grootse belang dat we niet met een beschuldigende vinger wijzen naar mensen in de Partido Popular of de socialistische partij, maar dat we de grote democratische krachten aanmoedigen om zich te verenigen en samen een oplossing te vinden voor alle burgers van Spanje, in plaats van verdeeld te raken in onenigheid. Het bagatelliseren of ontkennen van de aangedane ellende is in ieder geval niet de juiste manier. Kan iemand zich voorstellen wat dat gevoelsmatig betekent een geliefde te moeten verliezen wegens zogenaamd politieke motieven? In Ierland weten we wat dat gevoelsmatig betekent, waar er de afgelopen dertig jaar drieduizend slachtoffers zijn gevallen als gevolg van terroristisch geweld. Toch wisten wij een uitweg te vinden en extreme opvattingen bij elkaar brengen. Indien men bereid is in alle eerlijkheid te handelen, ontstaat er een kans. Een kans blijft echter niet eeuwig liggen, maar zal voorbij gaan. Laten we de kans grijpen en onze steun geven. (Applaus van links en van het centrum)

3-018

Jens-Peter Bonde, namens de IND/DEM-Fractie. - (DA) Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie wil zich niet mengen in de binnenlandse politiek van Spanje, maar er zijn volkenrechtelijke beginselen waaraan alle landen zich moeten houden. Soms geven ze geen eenduidig antwoord. Het zelfbeschikkingsrecht van volkeren is een onschendbaar beginsel. Elk volk heeft het recht om zijn eigen lot te kiezen. Elk volk heeft het recht op zijn eigen land. Er zijn echter slechts tien tot twaalf landen in de wereld waar volk, natie en geografische eenheid in een hogere eenheid opgaan. In alle andere landen moet men door onderhandelen tot oplossingen komen die door verschillende volkeren en naties binnen dezelfde territoriale eenheid worden gerespecteerd. De EU mengt zich niet in de regeringsvorm van de lidstaten. Het is de eigen bevoegdheid van de lidstaten om te bepalen of ze een eenheidsstaat willen, een federale gemeenschap, regelingen voor zelfbestuur of een verdeling in meerdere

staten. De staten moeten minderheden beschermen en de mensenrechten eerbiedigen. Nationale discriminatie is verboden. Dus wat kan de EU doen in Baskenland om het terrorisme te stoppen en om een duurzame oplossing met vrede en verdraagzaamheid te garanderen? We kunnen onze Spaanse collega’s aanmoedigen om door onderhandelingen tot een oplossing te komen en we kunnen bijdragen met financiële lokmiddelen, zoals steun voor economische ontwikkeling, opleidingen en banen in plaats van terrorisme. Ik kom uit het grensgebied tussen Denemarken en Duitsland, waar eeuwenlang oorlog is gevoerd en haatgevoelens hebben bestaan. Mijn grootvader was een Duitse soldaat met Deense sympathieën. Mijn vader werd verwekt in Duitsland maar geboren in Denemarken, omdat Noord-Sleeswijk na een referendum weer bij Denemarken kwam. Onze nationale leider Hans Peter Hansen was een gematigd mens en wilde geen Duitsgezinde gebieden terugeisen voor Denemarken toen Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren. Wat een geluk! Daar begon de verzoening tussen Denen en Duitsers, en nu erkent iedereen de grens. Denemarken geeft de Duitse minderheid meer rechten dan de Denen, en hetzelfde geldt voor de Deense minderheid in Duitsland - bijvoorbeeld de uitzondering op de kiesdrempel van vijf procent. Erkenning, geëerbiedigde rechten, bijzondere rechten: dat is de sleutel tot begrip en vrede. Als jongen moest ik er niet aan denken om iets te kopen in een winkel van een Duitser. Vandaag lijkt dat ongelooflijk, en tegenwoordig werk ik samen met de Duitse minderheid in Denemarken en de Deense minderheid in Duitsland. We hebben samen het voorstel tot bescherming van de minderheden geformuleerd in het Handvest van de grondrechten. Ik hoop dat de Basken en de andere volkeren van Spanje hun weg naar verzoening zullen vinden. In het geval van Duitsland en Denemarken was het referendum over de bijzondere rechten een middel tot verzoening. Referenda doen niet zo’n pijn als kruit en kogels. Je kunt het verleden inderdaad achter je laten! (Applaus)

3-019

James Hugh Allister (NI). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, omdat ik uit Noord-Ierland afkomstig ben - waar men een proces heeft meegemaakt dat zo en nu dan eufemistisch een vredesproces werd genoemd - ben ik in staat om griezelige gelijkenissen en wijze lessen te zien. ETA-Batasuna en IRA-Sinn Féin zijn beide revolutionaire, marxistisch georiënteerde organisaties die als doel hebben de burgerbevolking hun ideologie aan te smeren, indien nodig met boosaardig geweld. Het is geen verrassing dat er nauwe terroristische banden tussen deze organisaties bestaan. Bovendien zijn beide bedreven in het misbruiken van de vredestaal, terwijl ze in het verleden prat gingen - en nog steeds gaan - op het exploiteren van geweld en zich daarbij meesterlijk van de ene fase van de strijd in de andere manoeuvreren.

Page 6: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

10 25/10/2006

Leert u van onze fouten! In 1994 kondigden de leden van de IRA een staakt-het-vuren af, wat vooral een tactische zet bleek te zijn, aangezien ze achttien maanden later de beruchte bomaanslag op de Canary Wharf pleegden en vervolgens naar geweld grepen wanneer het hun uitkwam. In 1998 beloofden ze zich binnen twee jaar te ontbinden, maar het duurde tot 2005 voordat ze wat noemenswaardigs lieten zien op dat vlak. Ze werden dom genoeg veel te vroeg toegelaten tot de regering van Noord-Ierland. Binnen die regering zetten ze enkel hun spionagenetwerk “Stormontgate” op. Eind 2004 gaven ze de indruk eerlijke politieke onderhandelingen te willen voeren, maar ze planden tegelijkertijd de grootste overval in de geschiedenis van Engeland: de roofoverval op de Northern Bank, en een paar weken later werd Robert McVartney door IRA-leden vermoord. Nu willen ze opnieuw opgenomen worden in de regering maar denken daarbij hun Army Council te kunnen behouden. Laat u zich daarom niet misleiden door vredesbeloften van mensen die niets anders te bieden hebben dan dubbelhartigheid en grof geweld! Onderwerpt u hen aan een langdurig en grondig onderzoek. Anders wordt er ook van uw welwillendheid misbruik gemaakt.

3-020

De Voorzitter. - Tot besluit van het debat zijn er twee ontwerpresoluties ingediend1, overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement. Het debat is gesloten. De stemming vindt vandaag om 12.30 uur plaats, na de plechtige vergadering met de president van de Republiek Hongarije.

3-022

Resultaten van de informele top van de staats- en regeringsleiders (Lahti, 20 oktober 2006) (debat)

3-023

De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag van de Europese Raad en de verklaring van de Commissie over de resultaten van de informele top van de staats- en regeringsleiders in Lahti op 20 oktober 2006.

3-024

Matti Vanhanen, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, afgelopen vrijdag, 20 oktober, had ik het genoegen gastheer te mogen zijn van de informele top van staatshoofden en regeringsleiders in Lahti en van het diner na afloop daarvan, waar de Russische president Vladimir Poetin onze gast was. De top van staatshoofden en regeringsleiders en het diner erna waren een groot succes. Deze informele bijeenkomsten van EU-leiders zijn een uitstekende manier om politieke consensus te bereiken en de Europese Unie vooruit te helpen bij haar belangrijkste uitdagingen. 1 Zie notulen.

Tijdens de top hebben wij ons vooral geconcentreerd op de externe betrekkingen op energiegebied. Ook hebben wij gesproken over illegale immigratie en de situatie in Soedan/Darfoer. Een aparte werkvergadering was gewijd aan het bevorderen van het innovatiebeleid om het concurrentievermogen en de economische groei van de Europese Unie te waarborgen. De ontwikkeling van het innovatiebeleid is van cruciaal belang voor het concurrentievermogen van de Europese Unie en voor ons vermogen om goede arbeidsplaatsen voor Europa te behouden. Dankzij het open en grondige debat tijdens de werklunch konden wij de rijen te sluiten met het oog op het diner, ofschoon sommigen daar vooraf twijfels over hadden. De sfeer tijdens de lunch was uitstekend en de solidariteit tussen de lidstaten was duidelijk voelbaar. Voor ons was het heel belangrijk dat er met één stem werd gesproken en ik zou dit vastberaden streven naar consensus de geest van Lahti willen noemen. Het debat dat wij tijdens het diner met de Russische president Vladimir Poetin hebben gevoerd, was zeer eerlijk en direct. Naast energiekwesties hebben wij ook gesproken over actuele internationale kwesties en de vrijheid van meningsuiting in Rusland. Tijdens de top van staatshoofden en regeringsleiders werd een alomvattend en veelzijdig debat over energie gevoerd. De sfeer was uitstekend en de fundamentele boodschap was ondanks nuanceverschillen coherent. De hoofdonderwerpen waren: de beginselen voor de ontwikkeling van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland op energiegebied en de uitvoering ervan, nauwere betrekkingen met strategisch belangrijke derde landen, de bestrijding van de klimaatverandering via het energiebeleid en betere informatie-uitwisseling via een netwerk van correspondenten op energiegebied. Wat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland op energiegebied betreft, waren wij het met elkaar eens over de noodzaak van een intensiever partnerschap. Dit partnerschap moet gebaseerd zijn op de beginselen van het Energiehandvest en de Verklaring van de G8, vooral wat transparantie, marktvoorwaarden en wederkerigheid betreft. Deze beginselen moeten nu al in de praktijk worden gebracht en moeten concreet hun beslag vinden in de komende overeenkomst tussen de Europese Unie en Rusland. In Lahti hebben wij een gemeenschappelijk beleid vastgesteld voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland op energiegebied. In Lahti bestond ook consensus over de noodzaak de betrekkingen met andere producerende en doorvoerlanden in de nabijheid van de Europese Unie te intensiveren en daar nog voor het einde van het jaar vaart achter te zetten. Het doel is een zo breed mogelijke toepassing van de beginselen van de interne markt in de naburige regio's van de Europese Unie. In veel discussiebijdragen werd gewezen op klimaatverandering als belangrijkste internationale

Page 7: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 11

uitdaging. De Europese Unie moet vooral leiderschap tonen bij het bevorderen van duurzame energie. Wat innovatie en technologie met betrekking tot energie-efficiëntie betreft, hebben Europese ondernemingen veel te bieden. Wij waren het erover eens dat de energie- en klimaatkwesties ook in de toekomst duidelijk naar voren moeten worden gebracht op de EU-toppen met derde landen, net als tijdens het Finse voorzitterschap is gebeurd. Continue energievoorziening vereist grote investeringen in transportnetwerken en overige infrastructuur. Daarom moet bij de infrastructuurprojecten op energiegebied doeltreffender worden samengewerkt met de internationale financiële instellingen. Continue energievoorziening moet een van de criteria zijn wanneer de Europese Investeringsbank leningfaciliteiten aan derde landen verstrekt. Het is belangrijk dat de Europese Unie wordt voorzien van uitvoerige informatie opdat zij een grondslag heeft voor haar besluitvorming op het gebied van het energiebeleid en voor haar respons op externe probleemsituaties. In Lahti hebben wij afgesproken te zullen streven naar snelle vooruitgang met het nog dit jaar op te richten netwerk van correspondenten op energiegebied. Over de details moet nog een akkoord worden bereikt in de Raad. Door het vergaren en analyseren van informatie efficiënter te maken kan men de samenwerking tussen de lidstaten en de instellingen verbeteren en de solidariteit in energiekwesties vergroten. De debatten die tijdens de top zijn gevoerd over de externe betrekkingen op energiegebied, zijn ook een voorbereiding op de Europese Raad van komend voorjaar, waar een prioritair actieplan voor het Europees energiebeleid zal worden aangenomen. Tijdens de werkvergadering van de top van staatshoofden en regeringsleiders hebben wij gedebatteerd over de wijze waarop het innovatiebeleid kan worden bevorderd. In het debat zijn vooral immateriële rechten ter sprake gebracht, in het bijzonder octrooien, de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid, het Europees Instituut voor Technologie en normen. Wij waren het met elkaar eens dat de Europese Unie een duidelijke strategie voor immateriële rechten nodig heeft. De Raad mededingingsvermogen moet de Commissie meer details geven over zijn wensen met betrekking tot immateriële rechten. In Lahti hebben wij onderstreept dat in het voorstel van de Commissie vooral de kwaliteit van het stelsel van immateriële rechten moet worden bekeken. De Commissie zal voor de Europese Raad van komend voorjaar een voorstel indienen. In Lahti werd sterk benadrukt dat het Europees octrooistelsel kosteneffectiever en gemakkelijker voorspelbaar moet worden. Bovendien moeten de gerechtelijke procedures worden verbeterd. Wij moeten proberen snel vooruitgang te boeken. De Commissie zal eind dit jaar met een mededeling komen waarin zij concrete voorstellen zal doen voor de ontwikkeling van

het Europees octrooisysteem. De Raad zal na ontvangst van het voorstel van de Commissie de verschillende alternatieven onderzoeken. De vraag hoe de effectiviteit van het octrooistelsel kan worden verhoogd, ligt heel moeilijk in de Raad, maar de ontwikkeling van een Europees stelsel is van wezenlijk belang voor ons innovatievermogen. Het is voor mij persoonlijk duidelijk dat iedereen het gezamenlijk belang daarvan moet inzien en bereid moet zijn om soepel te zijn en meer te doen dan vasthouden aan benepen nationale belangen, en bijvoorbeeld moet instemmen met een vereenvoudigd taalregime. Wij waren het ook met elkaar eens dat de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid moest worden bevorderd. Europese technologieplatforms en gemeenschappelijke technologie-initiatieven zijn goede instrumenten om cruciale technologieën te ontwikkelen. Om vooruitgang te kunnen boeken is het belangrijk dat het zevende kaderprogramma van de Europese Unie onmiddellijk wordt aangenomen. Dit programma moet ook een bron van communautaire financiering zijn voor gemeenschappelijke technologie-initiatieven. Tot mijn vreugde werd op de Top van Lahti bevestigd dat Artemis, een van de meest geavanceerde technologieplatforms, zal worden voortgezet en dat de wens van de Commissie om deze als gemeenschappelijk technologie-initiatief uit te voeren wordt ingewilligd. De ondernemingen in deze sector investeren enorme bedragen in de uitvoering van dit gemeenschappelijk initiatief. De Finse regering heeft hierbij het goede voorbeeld gegeven door 70 miljoen euro toe te zeggen voor een periode van zeven jaar. Al met al is Artemis een van de grootste gemeenschappelijke technologie-initiatieven in een zeer belangrijke en veelbelovende technologische sector. De Commissie heeft vorige week een wetgevingsvoorstel ingediend met betrekking tot het Europees Instituut voor Technologie. In Lahti werd het groene licht gegeven voor een snelle en grondige behandeling van het voorstel door de Raad. Ik vind het initiatief zeer waardevol en ben van mening dat het concrete meerwaarde kan opleveren en een betere samenwerking op onderzoeksgebied kan bewerkstelligen tussen universiteiten en ondernemingen. Wat dit betreft wil ik tot slot nog de normalisering noemen, die zijdelings ter sprake is gebracht tijdens onze bijeenkomst. Zoals ik al eerder heb benadrukt, is normalisering van groot belang in het leven van de EU-burgers. Zo heeft de introductie van het trans-Europese GSM-systeem voor mobiele telefoons het mogelijk gemaakt dat Europa in deze sector wereldleider werd. Als Europa geen afspraken kan maken over goede normen, dan zullen anderen dat doen. Wij weten allemaal dat innovatie voor succes en groei kan zorgen, maar het probleem is dat daarvoor concrete stappen moeten worden gezet. Met behulp van de in Lahti overeengekomen richtsnoeren willen wij nu

Page 8: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

12 25/10/2006

proberen vooruitgang te boeken bij het tot stand brengen van een mededinging bevorderend ondernemingsklimaat. In het debat over immigratie ging het vooral over de toezegging van de lidstaten om samen te werken en over de solidariteit die nodig is om immigratiekwesties op te lossen. Dit vraagstuk gaat heel Europese Unie aan. Voor het oplossen van de acute crisis zijn weliswaar snel kortetermijnmaatregelen nodig, maar in de debatten werd vooral gewezen op de noodzaak van een adequaat en alomvattend immigratiebeleid. Dit heeft zowel betrekking op illegale als legale immigratie. Wij moeten ook meer doen om de integratie van immigranten te bevorderen. Er werd veel nadruk gelegd op de noodzaak van nauwe samenwerking met Afrikaanse landen en ook andere landen van herkomst en doorvoer. De emigratiedruk kan het beste worden weggenomen door de ontwikkeling in Afrika en elders te bevorderen. Op de bijeenkomst werd volledige steun gegeven aan het werk van het Europees Agentschap voor het beheer van de buitengrenzen en werd gezegd dat dit agentschap meer middelen nodig heeft om doeltreffender te kunnen werken. Op de top werd ook gesproken over de noodzaak om onze besluitvormingsprocedure te verbeteren, zodat de Europese Unie eerder en doeltreffender kan reageren op acute problemen. Mijnheer de Voorzitter, ik dank u voor uw grote en belangrijke bijdrage in Lahti. U hebt heel duidelijk gemaakt dat het Europees Parlement de besluitvorming op het gebied van justitie en binnenlandse zaken doeltreffender wil maken. Het Finse voorzitterschap staat volledig achter dit standpunt. (Applaus) Het immigratievraagstuk zal opnieuw worden behandeld door zowel de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken als de ministers van Buitenlandse Zaken. Wij zullen op dit onderwerp terugkomen tijdens de Europese Raad van december. In Lahti hebben wij ook gesproken over de ernstige situatie in Soedan/Darfoer. Wij hebben onze grote bezorgdheid geuit over de humanitaire situatie en de mensenrechten in Darfoer. Ik zal als fungerend voorzitter van de Europese Raad deze serieuze boodschap van Lahti doorgeven aan de president van Soedan. De druk op de Soedanese regering om de militaire acties te staken, de vredesoperatie van de Verenigde Naties mogelijk te maken en onderhandelingen met de opstandelingen te beginnen, moet worden voortgezet. Het informele debat met de Russische president Vladimir Poetin was zeer nuttig voor de ontwikkeling van ons strategische partnerschap. Een partnerschap

betekent dat men bereid moet zijn om samen te werken en alle onderwerpen ter sprake te brengen. Een partnerschap moet niet gezien worden als iets statisch maar als een voortdurend proces. Wij vinden dat een daadwerkelijk en duurzaam partnerschap gebaseerd moet zijn op gemeenschappelijke waarden. Mijnheer de Voorzitter, ik bedank u ook voor uw bijdrage tijdens het diner en de steun die u hebt uitgesproken voor dit belangrijke standpunt. Waarden zijn de grondslag voor alles. Wij hebben met president Poetin gesproken over de wijze waarop wij de doelstellingen van de samenwerking op energiegebied met een nieuwe overeenkomst kunnen bevorderen. Onze gesprekken zijn ook een voorbereiding op de top van de Europese Unie en Rusland in november. Het is de bedoeling op de top van Helsinki afspraken te maken over het openen van onderhandelingen over een nieuwe en alomvattende overeenkomst tussen de Europese Unie en Rusland. Wat de internationale kwesties betreft hebben wij met president Poetin afgesproken om te streven naar intensivering van de samenwerking tussen de Europese Unie en Rusland. De noodzaak van nauwere samenwerking wordt nog eens benadrukt door de recente situatie in onder andere Iran, Noord-Korea en het Midden-Oosten. Tijdens het diner heb ik de schokkende moord op journaliste Anna Politkovskaja aan de orde gesteld. Ik heb president Poetin duidelijk gemaakt dat de burgers van de lidstaten zich zorgen maken over een mogelijke achteruitgang in de situatie met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting in Rusland. Ik heb de boodschap van de Europese Unie overgebracht dat de moord die ons allen diep heeft geschokt, moet worden onderzocht en de schuldigen moeten worden berecht. Ik heb ook onze bezorgdheid geuit over de situatie in Tsjetsjenië. De betrekkingen tussen Rusland en Georgië zijn eveneens ter sprake gebracht. Ik heb president Poetin erop gewezen dat de Europese Unie bezorgd is over de toenemende spanningen en dat de Europese Unie bereid is te helpen bij het oplossen van de crisis. Wij bouwen aan een zeer breed opgezet, concreet strategisch partnerschap met Rusland in het kader van de ‘gemeenschappelijke ruimtes’. De prioriteiten van het Finse voorzitterschap zijn energie, milieu, vervoer, justitie en binnenlandse zaken en mensenrechten. De Europese Unie moet tegenover haar partners met één stem kunnen spreken. Verdeeld staan wij zwak en zijn wij niet in staan onze belangen te behartigen of de waarden te bevorderen waar de Europese Unie op gebaseerd is. In Lahti zijn wij erin geslaagd president Poetin te tonen dat de Europese Unie eensgezind en vastberaden is. Ik ben hier als fungerend voorzitter van de Europese Raad trots op en ben van mening dat wij in onze betrekkingen met Rusland een stap vooruit hebben

Page 9: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 13

gezet. Dit betekent niet dat Rusland het over alles met ons eens is. Wij hebben een lang debat gevoerd waarin president Poetin onze vragen gedetailleerd heeft beantwoord en ook heeft gewezen op de gebreken in de werkzaamheden van de Europese Unie. Dit zijn wij van Rusland gewend en het maakt deel uit van een normale dialoog. De cruciale vraag na Lahti is hoe wij de woorden in daden kunnen omzetten en het werk met betrekking tot de besproken onderwerpen kunnen voortzetten. Wij vertrouwen op de voorbereidende kanalen die wij gewoonlijk gebruiken. Het meeste werk zal in de Raad worden gedaan op basis van initiatieven van de Commissie. Bij veel onderwerpen zullen wij gebruik maken van de beleidsrichtsnoeren die wij in de nog resterende weken van het Finse voorzitterschap zullen ontvangen. Ook het Europees Parlement speelt een belangrijke rol bij het snel afhandelen van de zaken die in Lahti zijn afgesproken. Ik wil u van harte bedanken voor de gelegenheid die u mij hebt geboden om de resultaten te presenteren van de informele top van staatshoofden en regeringsleiders in Lahti. Ik beantwoord graag alle vragen die mijn inleiding bij u heeft opgewekt. (Applaus)

3-025

José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, premier Vanhanen heeft u een uitvoerig overzicht gegeven van de resultaten van de informele Europese Raad van Lahti van afgelopen vrijdag. Ik zou me graag willen toespitsen op een paar punten. De Top in Lahti moet gezien worden als een onderdeel van een proces. Zoals u weet, hebben we gezegd dat we de integratie via praktische, concrete acties moeten bevorderen, en dat hebben we samen met het Parlement en de Raad ook gedaan. We hebben een ambitieuze agenda opgesteld, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en onderzoek en nu moeten we die agenda in de praktijk brengen. Dat is precies wat we in Lahti hebben gedaan. Ten eerste is iedereen het erover eens dat innovatie belangrijk is en dat Europa op dat punt achterligt. Ook erkent iedereen dat er meer steun- en stimuleringsmaatregelen voor innovatie nodig zijn en dat de hindernissen voor innovatoren afgebroken moeten worden. Dit is bevestigd in de Europese Raad en in resoluties van dit Parlement. We hadden behoefte aan een paar duidelijke, praktische stappen om te laten zien dat Europa bereid is het voortouw te nemen. Daarin zijn we in Lahti geslaagd. Wat de gezamenlijke technologische initiatieven betreft, zijn er sleutelprojecten als het Artemis-programma voor ingebedde systemen, die bij gebrek aan nationale

middelen worden opgehouden. Nu hebben we echter een aantal duidelijke toezeggingen voor rechtstreekse steun. We hebben afgesproken dat de procedures om Europese normen voor producten vast te stellen, versneld moeten worden. Ook voor intellectuele eigendom doet er zich een gelegenheid voor, en de Commissie zal hier voor het eind van het jaar vaart achter zetten. Belangrijk is dat de Commissie groen licht heeft gekregen voor het Europese Instituut voor Technologie (EIT). Ik ben alle lidstaten die zich tijdens de minizitting van twee weken geleden voor het EIT hebben uitgesproken, dankbaar voor hun steun. Men is het er in toenemende mate over eens dat Europa dankzij het EIT het voortouw kan nemen op het gebied van innovatie. We krijgen enthousiaste steun uit alle geledingen van het bedrijfsleven en de wetenschapswereld in Europa. De aandacht die het Parlement aan dat belangrijke initiatief heeft geschonken, is echt een steun geweest bij het uitwerken van de details van het voorstel. Nu starten natuurlijk de onderhandelingen over de details, waaronder de begroting. Ik kijk ernaar uit om met u en de Raad samen te werken, zodat we de verordening snel aan kunnen nemen. Ik ben van mening dat het EIT het Europese vlaggenschip van innovatieve uitmuntendheid kan zijn. We zouden het EIT moeten vragen om de uitdagingen met betrekking tot de klimaatsverandering en alles wat verband houdt met milieuvriendelijke energiebronnen tot de hoogste prioriteit uit te roepen. Daar ligt een belangrijke taak voor ons als samenleving. We moeten de Europese wetenschappers vragen ons te helpen om deze problemen op te lossen, zodat we het voortouw kunnen houden in wat misschien de belangrijkste uitdaging van de eenentwintigste eeuw is. Het tweede hoofdthema in het debat was energie. De Commissie heeft in nauwe samenwerking met het voorzitterschap drie praktische stappen vooruit afgebakend en voor alledrie hebben we steun gekregen. Ten eerste was de Europese Raad het erover eens dat we de energiebetrekkingen met onze buren moeten verstevigen, met name met producerende landen als Rusland, Noorwegen of Algerije en met cruciale doorvoerlanden als Turkije en Oekraïne. Ten tweede heeft de Europese Raad ingestemd met het opzetten van een netwerk van energiecorrespondenten, waarmee wij beter voorbereid zullen zijn op onverwachte schokken in onze energieaanvoer. Ten derde heeft de Europese Raad overeenstemming bereikt over een specifieke gemeenschappelijke opstelling ten opzichte van Rusland. We hebben president Poetin duidelijk gemaakt dat we graag een hechte energierelatie willen hebben met een dermate cruciale partner. Die relatie moet echter gebaseerd zijn op de beginselen die Rusland al heeft onderschreven tijdens de door Rusland georganiseerde G8-Top eerder dit jaar en op het Energiehandvest: transparantie, rechtsstaat, wederkerigheid en non-discriminatie, samen

Page 10: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

14 25/10/2006

met het openstellen van markten en markttoegang. Die beginselen zijn van toepassing op energie, maar niet alleen op energie. Zij zijn noodzakelijke elementen van een sterker wederzijds vertrouwen en een essentiële investering in een langetermijnrelatie. Deze boodschap klonk des te krachtiger, omdat we eensgezind waren. In Lahti heerste er een duidelijk gevoel van solidariteit. Men was het met elkaar eens dat de Europese Unie zich als een blok moest opstellen en dat de Europeanen, ongeacht de betrokken lidstaat, van onze Russische partners dezelfde betrouwbaarheidsnormen mogen verwachten. Premier Vanhanen sprak namens de hele Europese Raad, toen hij de algemene aspecten van onze brede betrekkingen met Rusland uit de doeken deed. Ik was trots dat mij gevraagd was de energievraagstukken toe te lichten. Voor die bijeenkomst en voor het succes van de Top in Lahti was het van belang dat de verklaringen van het voorzitterschap en van de Europese Commissie duidelijk ondersteund werden door alle leden van de Europese Raad. Het begrip solidariteit is belangrijker dan ooit tevoren. Meer dan ooit zijn solidariteit en samenhang sleutelbegrippen voor onze Europese Unie. Als we het energievraagstuk verder behandelen binnen het kader van onze nieuwe alomvattende overeenkomst met Rusland, zullen wij ervoor kunnen zorgen dat we een lijn blijven trekken. Kortom, de boodschap komt over: energie is een Europese kwestie waarvoor Europese oplossingen nodig zijn. Binnen de Raad groeit het besef van iets wat u in het Parlement allang wist, namelijk dat de EU een hoofdrol moet spelen in het tot stand brengen van continue energievoorziening en in het aanpakken van de klimaatsverandering door middel van het energiebeleid. Dat is een goed voorteken voor het energiepakket dat de Europese Commissie in januari zal presenteren. De Europese Unie moet haar betrekkingen met Rusland echter niet beperken tot energie. Tijdens het diner met president Poetin heeft de Europese Unie een aantal andere kwesties aan de orde gesteld: mensenrechten, handel, visa, cultuur en gemeenschappelijke internationale zorgen. We hebben gevoelige onderwerpen aangesneden, zoals Georgië. Premier Vanhanen heeft opnieuw uiting gegeven aan de bezorgdheid van de Europese Unie over de moord op Anna Politkovskaja. Deze bezorgdheid was tijdens ons vorige debat in het Europees Parlement op zulk eloquente wijze verwoord. Bij de onderhandelingen over een nieuwe alomvattende overeenkomst met Rusland moeten we vasthouden aan dit brede scala aan onderwerpen. Dat is de essentie van een allesomvattende overeenkomst. Ten derde heeft er in Lahti een korte maar belangrijke discussie over immigratie plaatsgevonden. Wederom was men het er duidelijk over eens dat dit een collectief probleem is dat een collectief antwoord vergt. Ik heb uit kunnen leggen dat de Commissie in de komende weken voorstellen zal doen om de controle vanuit de zee op de

zuidgrenzen van de Unie te verbeteren. In de aanloop naar de Europese Raad van december zullen we ook de alomvattende aanpak van migratie bijstellen. Tijdens de Europees-Afrikaanse conferentie over migratie en ontwikkeling van volgende maand zullen we proberen het probleem aan de bron aan te pakken. Op dit gebied kunnen wij echter nog veel meer doen, als de politieke wil en vastberadenheid er zijn om ons van de nodige middelen en instrumenten te voorzien. We zijn met name van mening dat ons besluitvormingssysteem aangepast moet worden. Dat kunnen we nu al doen op grond van de huidige Verdragen. We kunnen niet eindeloos blijven wachten op beslissingen die telkens weer geblokkeerd worden vanwege de eenparigheidsregel. Laten we eerlijk zijn: het is volslagen absurd dat we in een gemeenschappelijke ruimte met vrij verkeer nog steeds denken met vijfentwintig beleidsvormen voor migratie. We hebben een Europees migratiebeleid nodig. (Applaus) Tot slot is ook Darfoer besproken. Ik ben ervan overtuigd dat we al het mogelijke zullen doen om nog een humanitaire tragedie te voorkomen. Daarom was Lahti een extra wegwijzer op ons collectief traject om de Europeanen klaar te stomen voor de mondialisering. We zullen niet van dat pad afdwalen. Als het om praktische resultaten gaat, koesteren onze burgers steeds hogere verwachtingen van Europa. We moeten die waar blijven maken. Ik ben premier Vanhanen dankbaar voor zijn uitstekende voorzitterschap en dank het Finse voorzitterschap voor de nauwe samenwerking. Ik hoop dat die tot aan, maar ook na het voorzitterschap zal voortduren. Dat is de manier om praktische resultaten voor ons Europa te bereiken. (Applaus)

3-026

Ville Itälä, namens de PPE-DE-Fractie. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, premier Vanhanen, voorzitter Barroso, bij het beoordelen van de Top van Lahti mogen wij er zeker van uitgaan dat de resultaten goed waren. De vooruitzichten voor de Top waren niet al te gunstig. Veel kranten, vooral de gewaardeerde Financial Times, hadden van tevoren een nogal somber beeld van de Top geschetst en geschreven dat het een groot risico was de Russische president Poetin op de Top uit te nodigen, omdat de Europese Unie verdeeld is over het energiebeleid en het beleid jegens Rusland. Dit zou volgens de genoemde krant alleen maar op een overwinning voor president Poetin kunnen uitlopen. Het liep echter anders. Het was goed om te zien dat de EU-leiders eensgezind zijn opgetreden en tijdens het diner met één stem hebben gesproken. Zelf heb ik in mijn toespraken in het Parlement vaak geëist dat de Europese Unie eensgezind is, met één stem spreekt en een langademig beleid jegens Rusland voert.

Page 11: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 15

Nu zijn wij erin geslaagd de eerste stappen te zetten en daarmee laten wij de burgers zien dat de Europese Unie ook in moeilijke situaties slagvaardig is. Wij moeten natuurlijk erkennen dat wij nog een lange weg te gaan hebben voordat wij de zaken concrete vorm kunnen geven en voordat Rusland het Energiehandvest ratificeert, waarmee markt zal worden opengesteld en de gemeenschappelijke spelregels zullen worden geëerbiedigd. Hoewel dit een kleine stap vooruit was, was het toch een belangrijke stap in de richting van een eensgezind, langademig beleid jegens Rusland. Het was ook belangrijk dat wij openlijk en onomwonden durfden te spreken over de mensenrechten en de moord op journaliste Anna Politkovskaja. Wij mogen de mensenrechten niet slachtofferen op het altaar van het energiebeleid. Ook van de kant van president Poetin was het een open en eerlijk debat, hoewel hij niet van zijn standpunten afweek. Niemand had dat trouwens ook verwacht. Samenwerking kan alleen zijn gebaseerd op onderling vertrouwen en een gemeenschappelijke wil. Er is nu een opening gevonden voor een intensievere samenwerking op het gebied van energie en andere zaken. Wat ik heb gemist in de gesprekken met Poetin waren de kwesties met betrekking tot de Oostzee. Dit was een uitstekende gelegenheid geweest de problemen met Rusland met betrekking tot de Oostzee ter sprake te brengen. Ik begrijp echter goed dat het tijdens één diner onmogelijk is om alle zaken aan de orde te stellen. Als algemene conclusie van de Top van Lahti kan ik zeggen: “Goed gedaan, premier Vanhanen”. (Applaus)

3-027

Martin Schulz, namens de PSE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst een opmerking over de Russische president Poetin, die een prominente rol speelde in het betoog van de heer Vanhanen en in uw betoog, mijnheer de voorzitter van de Commissie. Het moet een indrukwekkende avond met hem zijn geweest! Als ik lees en hoor wat erover wordt bericht, was de ontmoeting met president Poetin iets heel bijzonders. Ik vind het goed dat de heer Poetin zo open is. Ik heb daar geen problemen mee, en mijn fractie overigens ook niet. Ik wil daarover even het volgende kwijt: de opmerkingen van de heer Poetin over de toespraak van de Voorzitter van dit Parlement Josep Borrell Fontelles strekken ons tot eer. Het geeft aan dat hij tenminste heeft geluisterd. We weten tenslotte nooit of iedereen luistert, maar Poetin lijkt te hebben geluisterd. De kwetsende opmerkingen die hij over deze toespraak gemaakt heeft, wijzen wij echter van de hand, want de Voorzitter van dit Parlement spreekt namens alle leden

van dit Parlement. Mijnheer de Voorzitter, hartelijk dank voor uw betoog! (Applaus) Een tweede punt: ja, het is prima als Vladimir Poetin zegt wat hij van Italië vindt. Het is ook goed als hij zijn kritiek op Spanje naar voren brengt. Ik vind dat prima, want de Europese maatschappij is een open maatschappij! In onze maatschappij kan iedereen kritiek hebben, waarop hij maar wil! In dat opzicht verschilt ons maatschappij duidelijk van de Russische maatschappij; daar kan namelijk niet iedereen zijn kritiek vrijelijk uiten! (Applaus) Daarom is een open gedachtewisseling met de Russische president vruchtbaar. Daarom zeggen we ook dat de gebeurtenissen in Tsjetsjenië niet door de beugel kunnen, en schendingen van de mensenrechten en vernedering van mensen moeten worden veroordeeld. Overigens worden ook Russen en soldaten van het Russische leger daar schandelijk behandeld. Natuurlijk staat volstrekt buiten kijf - we zullen dit in de resolutie over de dood van mevrouw Politkovskaja duidelijk maken - dat er geen sprake kan zijn van een functionerende democratie als journalisten voor hun leven moeten vrezen wanneer zij wantoestanden in hun land aan de kaak stellen. Laat daar geen misverstanden over bestaan! Daarom maakt de open gedachtewisseling tussen ons en Vladimir Poetin en alle Russen en Russische politici die we ontmoeten, deel uit van de manier waarop wij met partners omgaan. We uiten ook kritiek op gebeurtenissen in de VS. Wij behouden ons het recht voor kritiek te hebben op zaken die elders in de wereld plaatsvinden, net zoals wij op onze beurt onderwerp van kritiek kunnen zijn. Daarom heb ik ook kritiek op het feit dat minister-president Vanhanen en de voorzitter van de Commissie in hun toespraken zoveel positieve dingen hebben gezegd. Het klonk allemaal geweldig! U weet inmiddels wel dat ik in elk commentaar op uw betoog de woorden ‘geweldig’ en ‘super’ gebruik. Als alles wat u hier vertelt, ook daadwerkelijk wordt geïmplementeerd, dan wordt Europa echt een technologieparadijs en een paradijs voor onderwijs, voor kwalificatie. Wij worden dé kennismaatschappij van de eenentwintigste eeuw, en voor mijn part ook van de tweeëntwintigste eeuw. Geweldig! Gaat u zo door! Maar dan willen we wel meer zien dan mooie woorden alleen! De plannen mogen er zijn: geweldig! Alleen gaat dit niet alleen u aan - eigenlijk nog het minst de voorzitter van de Commissie, die namelijk echte voorstellen indient en ook probeert deze doelstellingen te verwezenlijken. Maar de Raad, en u, mijnheer Vanhanen, en de staatshoofden en regeringsleiders, u moet uw plannen op energiegebied ook in uw nationale energieplannen omzetten!

Page 12: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

16 25/10/2006

(Applaus) En, collega’s, als we niet afhankelijk willen zijn van Russische energie, moeten we een einde maken aan de energieverspilling in Europa en de Verenigde Staten, in de industrielanden! Als we de klimaatcatastrofe willen indammen, moeten we de CO2-uitstoot verminderen! Dat bereiken we niet door Russisch aardgas te kopen, maar door een efficiënter gebruik van energie, door meer gebruik te maken van hernieuwbare energie, van energiecentrales, van warmtekrachtkoppeling, van krachtcentrales die zo efficiënt mogelijk werken. Daar hebben we overigens ook meer technologie voor nodig. En zo is de cirkel rond: we zijn weer terug bij het proces van Lissabon. Want als we technologie willen hebben, moeten we in de opleiding van onze mensen investeren, in de universiteiten. Dit is allemaal goed en wel, maar wij moeten hier wel elke keer weer opnieuw over spreken. Steeds weer hetzelfde liedje. Steeds weer dezelfde aankondigingen en ook steeds weer mijn betoog. Dat is ook niet nieuw. Ik heb hetzelfde betoog al vaker gehouden, telkens in een iets andere vorm. Ik heb echter geen zin om me te vervelen, zelfs niet met mijn eigen betogen. Daarom mijn verzoek: zorgt u ervoor dat op de aankondigingen van de Commissie en de Raad eindelijk daden volgen! (Applaus)

3-028

Graham Watson, namens de ALDE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, er valt vandaag geen resolutie te bespreken. Er waren op de Top ook geen conclusies. Ik beweer niet dat dergelijke gelegenheden niet de moeite waard zijn. Integendeel: er is zoveel meer actie op Europees niveau nodig dat de Unie elk jaar vier formele toppen zou kunnen en moeten houden, zoals ook voorzien is in het Verdrag van Nice. Wat stond er in Lahti op het menu? En dan verwijs ik niet, mijnheer de minister-president, naar de artisjokkensoep of de geroosterde gans tijdens het diner, waarmee u bewees dat de prosciutto di Parma wel degelijk te vervangen valt. Ik verwijs naar het EIT en de Europese octrooien, naar continue energievoorziening, immigratie en de betrekkingen met Rusland. Dit zijn strategische onderwerpen waar ernstig over nagedacht moet worden, maar tevens strategische beslissingen waaruit naar voren komt dat we een samenhangend beleid moeten opstellen. Wat voor zin heeft een Europese technologie-universiteit die innovatieve ideeën genereert, als wij als Unie niet in staat zijn overeenstemming te bereiken over een snel en eenvoudig octrooiregistratiesysteem? Wat voor hoop kunnen we koesteren op een collectieve strategie voor klimaatsverandering, als we niet bereid zijn gezamenlijk ons energieverbruik en onze energieproductie radicaal te veranderen? En wat zijn de vooruitzichten voor een gemeenschappelijk immigratiebeleid, als we er niet in slagen een ontwikkelings- en handelsbeleid op te zetten

om de schrijnende armoede en ellende te verlichten? Groenboeken en actieprogramma's die ons de weg wijzen zijn er te over, maar net als de spreekwoordelijke paarden kun je lidstaten die geen dorst hebben, niet doen drinken. Daarom schiet Europa tekort en daarom hebben wij meer en niet minder Europa nodig. Mijn fractie brengt hulde aan Voorzitter Borrell en premier Vanhanen en aan de andere premiers die de moord op Anna Politkovskaja aan de orde hebben gesteld. Hoewel velen van ons zich duidelijk ongemakkelijk voelden bij de uitnodiging aan president Poetin en de publiciteit die hij kreeg, was dat niet de schuld van het Finse voorzitterschap en de Finse president. De fout is begaan toen Rusland werd gevraagd lid te worden van de Raad van Europa en van de G8, nog voordat de rechtsstaat echt wortel had geschoten in hun cultuur. Mijnheer Poetin, maffia is geen Russische uitdrukking, maar organizovanniye zhuliki is al te vaak de indruk die u land maakt. De Europese Unie zou geen partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst af moeten sluiten met Rusland, totdat vrijheid, transparantie en de rechtsstaat in de praktijk worden gebracht, samen met de daaruit voortvloeiende rechtszekerheid voor investeerders. (Applaus)

3-029

Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie. - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, de Europese Raad van Lahti heeft overduidelijke aangetoond dat ons optreden op wereldvlak en onze keuzes in het kader van het intern beleid steeds sterker met elkaar samenhangen. Wij zijn van mening dat steun aan de Russische democratie en aan degenen die, net als Anna Politkovskaja, hebben gestreden of strijden tegen de autoritaire uitwassen van het machtssysteem van Poetin, wel degelijk samen kan gaan met inspanningen om de energievoorziening van ons continent veilig te stellen, het Protocol van Kyoto na te leven en de energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen. Een sluier van stilzwijgen uitspreiden over de slachtingen in Tsjetsjenië, de sluiting van meer dan negentig niet-gouvernementele organisaties, de willekeurige processen, de doelgerichte moorden en de toenemende corruptie om gas te krijgen, is geen winnende strategie. Daarom wil onze fractie Voorzitter Borrell van harte gelukwensen, maar tegelijkertijd zeggen dat zij het - in alle genegenheid - niet eens is met zijn steun en de steun van het Fins voorzitterschap om kernenergie nieuw leven in te blazen. Of wij het nu leuk vinden of niet, er is - en het geval Iran toont dat duidelijk aan - een overduidelijke band tussen proliferatie van kernwapens en het zogenaamde vreedzame gebruik van kernenergie. Daarom mogen rechten niet tegen energie ingeruild worden.

Page 13: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 17

De gebeurtenissen in Oekraïne en de meer recente gebeurtenissen in Georgië tonen aan dat appeasement de betrouwbaarheid van Poetin niet doet toenemen, maar hem veeleer nog vastberadener maakt om te handelen in uitsluitend het belang van zijn machtgroep. Wij hebben reeds heel veel kostbare tijd verloren en daarom mogen wij de belangrijke gelegenheid die ons geboden wordt met de eind dit jaar verstrijkende partnerschapsovereenkomst niet missen. Wij willen evenwel van meet af aan duidelijk maken dat wij het absoluut oneens zullen zijn met elke poging om de voorwaardelijke bepalingen en met name de verwijzing naar de mensenrechtenclausule uit deze overeenkomst te schrappen. Wij moeten een strategie uitwerken voor de vermindering van alle niet-duurzame consumptieaspecten, voor de bestrijding van de enorme inefficiëntie in het vervoer, de bouw en de elektrische systemen en voor een vastberaden streven naar uitmuntendheid van onze bedrijven bij de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Dat is de beste weg om minder afhankelijk te worden en vrede, ontwapening en democratie te ondersteunen. Ik wil kort nog iets zeggen over een ander uitermate belangrijk vraagstuk dat is besproken, te weten immigratie. Mijns inziens is er een blokkade in de Raad en tussen de lidstaten onderling. Tot nu waren zij immers niet in staat om het vraagstuk van de regulering van legale immigratie aan te pakken en op Europees vlak onderhandelingen te voeren over de sluiting en financiering van serieuze samenwerkingsovereenkomsten, van samenwerkingsovereenkomsten waarmee de ontwikkelingslanden echt geholpen worden te vermijden dat zij hun beste krachten naar onze landen moeten sturen, en waarmee wordt voorkomen dat de beleidsvormen van de Europese Unie op met name visserij- en landbouwgebied een destructief effect hebben en alleen nog maar meer mensen ertoe aanzetten om aan boort te gaan van die lange boten langs hun en onze kusten. (Applaus)

3-030

Esko Seppänen, namens de GUE/NGL-Fractie. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de premier, mijnheer de commissaris, de informele Top van Lahti was oorspronkelijk bedoeld om het concurrentievermogen en het innovatiebeleid van de Europese Unie te bespreken. Bij deze onderwerpen heeft deze Top geen sporen in de geschiedenis van de Europese Unie achtergelaten. De Russische president Vladimir Poetin werd in Lahti uitgenodigd om als solist van het EU-orkest op te treden. Men wilde met hem over energie spreken. Tegelijkertijd deed de gelegenheid zich voor om over mensenrechtenkwesties in het land te spreken. Mensenrechten en persvrijheid zijn onderwerpen die wij niet kunnen negeren als wij het beleid van Rusland

beoordelen. Over deze zaken kunnen wij echter geen overeenstemming met dat land bereiken, net zomin als het voor een andere grootmacht aan de overkant van de Atlantische Oceaan mogelijk is om afspraken te maken over het beëindigen van de marteling van krijgsgevangenen of over het op grond van oorlogsmisdaden veroordelen van Amerikaanse burgers voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. President Poetin wil een strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland. Dit doet denken aan het strategische partnerschap tussen de NAVO en Rusland en de daarvoor gebruikte institutionele oplossingen. In dat kader is Rusland bereid een dialoog over energie te voeren en zich zelfs vast te leggen op een juridisch bindend instrument. Het bleef echter onduidelijk of dit dan openstelling betekent van de markten aan beide kanten of slechts aan één kant. En als het slechts om één kant gaat, welke is het dan? Lahti bracht daarover geen uitsluitsel en de volgende keer wordt deze kwestie besproken op de Top van de Europese Unie en Rusland in november. De Top van Lahti was een soort repetitie voor die Top. Het land dat het voorzitterschap bekleedt, Finland, betaalt minder voor gas uit Rusland dan de andere EU-landen. Ook behoort de prijs van de elektriciteit voor de industrie en de huishoudens in Finland tot de laagste in de Europese Unie. Harmonisatie van de elektriciteitsmarkten in de Europese Unie betekent een stijging van de elektriciteitsprijs in het land dat premier Vanhanen vertegenwoordigt, en in weinig landen zal een premier blij zijn met zo'n gemeenschappelijk energiebeleid. De regering van premier Vanhanen gebruikte de Top van Lahti om van de andere EU-landen aanzienlijke steun te krijgen voor een verhoging van de energieprijzen en voor het camoufleren van het gebrek aan democratie, waardoor het Finse parlement gedwongen is om op initiatief van de regering de Europese Grondwet te ratificeren die in referenda in andere EU-landen al dood was verklaard. Alle Europese federalisten zijn daar blij mee, maar dit is geen democratie. De elite van de Europese Unie spreekt vandaag misschien met één stem, maar luistert niet naar de burgers.

3-031

VOORZITTER: JACEK-EMIL SARYUSZ-WOLSKI

Ondervoorzitter

3-032

Brian Crowley, namens de UEN-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou premier Vanhanen en voorzitter Barroso graag willen bedanken voor hun presentatie van vanochtend. Ik wil slechts twee punten aan de orde stellen, twee punten die ik al heb voorgelegd aan de premier, maar waar voorzitter Barroso misschien ook rekening mee kan houden. De meerderheid in dit Parlement stemt in met en geeft steun aan het Europees Instituut voor Technologie, maar

Page 14: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

18 25/10/2006

welke regelingen zijn er getroffen om het op te richten? We kunnen het uitentreuren bespreken, maar we moeten positieve actie ondernemen om het echt operationeel te maken. Zo worden innovatie en onderzoek echt in Europa verankerd. Ten tweede moeten de ideeën en scheppingen die uit de innovatiestrategie en dat innovatiebeleid voortkomen, beschermd worden door middel van octrooien. Anders zullen alle onderzoeksmiddelen, alle onderzoekers, alle topdoctoren naar de VS, Japan of elders trekken, omdat hun ideeën daar beschermd kunnen worden en omdat daar meer geïnvesteerd wordt. In mijn ogen zijn dat twee cruciale punten om de Strategie van Lissabon in de toekomst te doen welslagen. Ik feliciteer premier Vanhanen. U bent erin geslaagd Europa met een stem tegen Rusland te laten spreken, terwijl iedereen zei dat u dat niet zou lukken. Gefeliciteerd!

3-033

Godfrey Bloom, namens de IND/DEM-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik weet niet goed waar ik moet beginnen. Energie is het levenssap van elke natiestaat en ik ben natuurlijk naar het EP gestuurd om een natiestaat te vertegenwoordigen. Ik denk dat het voor het Britse volk erg moeilijk te aanvaarden is dat hun energiebeleid eigenlijk wordt bepaald door buitenlanders. Er zijn nog levende herinneringen aan het feit dat we de slag om de Atlantische Oceaan moesten leveren en dat onze vrijheid aan een zijden draadje hing, omdat de landen op het vasteland kennelijk niet met elkaar konden samenleven. De gedachte, het idee of het concept dat de Britse energie eventueel gecontroleerd zal worden door een soort regeling met een gangster als Poetin is absoluut van den gekke! Het is waanzin ook maar iets te verwachten van een vodje papier dat is ondertekend door Poetin. We zouden namelijk evenmin iets verwachten van een door Adolf Hitler getekend document. Die man is een gangster. Als u denkt dat het Britse volk, om zijn levenssap (het levenssap van de natiestaat) te bewaren, het op een akkoordje zal gooien en een regeling zal aanvaarden dat stoelt op mensen die zich eigenlijk weinig gelegen laten liggen aan het welzijn van het Verenigd Koninkrijk, dan zit u er flink naast! Dat kan ik u vertellen. We moeten ook de waarheid beginnen te vertellen. Er lijkt hier een soort abstract concept van hernieuwbare energie te leven. Het is wetenschappelijk bewezen dat de meeste van onze technologieën voor hernieuwbare energie niet werken. Windparken zijn absurd. Elke onafhankelijke wetenschapper zal u vertellen dat het volslagen onzin is van het Verenigd Koninkrijk te verwachten dat het met windparken de hoeveelheden energie produceert die de Europese Unie lijkt op te leggen: 20% moet namelijk uit een hernieuwbare bron

komen. We moeten de mensen onderhand de waarheid vertellen. We hebben de technologie voor hernieuwbare energie nog niet. Laten we daar eerlijk in zijn. Maar ja, eerlijkheid is natuurlijk iets wat we in dit Parlement mijden als de pest!

3-034

Ryszard Czarnecki (NI). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, allereerst zou ik Voorzitter Borrell willen bedanken omdat hij president Poetin in Lahti op een niet mis te verstane manier heeft duidelijk gemaakt dat de Europese Unie geen mensenrechten inruilt tegen energie. Voorzitter Borrell heeft deze belangrijke woorden eveneens namens mij gesproken en - voor mijn gevoel -namens alle Poolse afgevaardigden in het Europees Parlement en namens alle Parlementsleden uit de nieuwe lidstaten. Voorzitter Borrell heeft, samen met de Poolse president en de premiers van Letland, Denemarken en Zweden, de Europese eer verdedigd. We moeten onze Russische partners recht in de ogen kijken wanneer we het over de mensenrechten hebben. We kunnen onmogelijk met twee maten wegen. Of anders gezegd, het is een goede zaak dat we eisen dat de mensenrechten worden gerespecteerd, maar dan moeten we dat overal doen en niet enkel in landen waar we toevallig geen handelsbetrekkingen mee hebben. Een verenigd Europa draait immers om veel meer dan om economie en handel alleen. Het staat eveneens voor een systeem van waarden waardoor we ons voortdurend zouden moeten laten leiden, en niet enkel wanneer ons dat goed uitkomt. Laten we bij het sluiten van de noodzakelijke en belangrijke handelsovereenkomsten met Rusland de woorden van Lenin, het schoolvoorbeeld van de Russische politicus, niet uit het oog verliezen. Hij zei ooit: "De kapitalisten zullen ons het touw verkopen waarmee we hen later ophangen." Gisteren vroegen enkele Poolse journalisten me of de Top in Lahti een doorbraak betekent voor de betrekkingen tussen Rusland en de Europese Unie. Ik weet het niet. Misschien wel. Tot op heden onderhandelden de verschillende lidstaten van de Europese Unie liever afzonderlijk met Moskou, zonder het standpunt van de andere EU-landen daarin te kennen. Schröder drukte Poetin tegen zich aan, de heer en mevrouw Blair vermaakten zich uitstekend met de heer en mevrouw Poetin, Berlusconi prees het Russische staatshoofd hemelhoog en Chirac kreeg tranen in de ogen als hij over de president van de Russische Federatie sprak. Dit alles heeft lang genoeg geduurd. De Europese Unie moet vanaf nu met één stem spreken.

3-035

Camiel Eurlings (PPE-DE). - Mijnheer de Voorzitter, op de eerste plaats wil ik als voorzitter van de EP-delegatie voor Rusland mijn waardering uitspreken voor het feit dat het Finse voorzitterschap zoveel aandacht heeft geschonken aan ons partnerschap met Rusland. Dat partnerschap kan in wederzijds belang zijn. Zoals de premier al zei, kunnen we elkaar ondersteunen in een goede diplomatie in het Midden-Oosten. Als we de

Page 15: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 19

democratische beginselen zouden delen, zou dat de beste garantie zijn voor stabiliteit in onze bilaterale betrekkingen. Verder hebben we elkaar nodig, zowel economisch als voor energie. Dit partnerschap kan alleen werken, als het gebaseerd is op gezamenlijke principes, evenwicht en basisvertrouwen. Naar aanleiding van de informele Top wil ik een aantal opmerkingen maken over deze punten. Het moet glashelder zijn dat de boycot van Georgië en de behandeling van de Georgiërs door Rusland onaanvaardbaar zijn. Dit past in het patroon dat Rusland zich in buitenlandse aangelegenheden mengt, zoals dat ook al gebeurde in Wit-Rusland en Oekraïne. Het moet duidelijk zijn dat de Europese principes inhouden dat onze gemeenschappelijke buren soeverein over hun eigen toekomst mogen beslissen. Ten tweede is de moord op Anna Politkovskaja het laatste incident in een lange reeks van minstens negentien journalisten die vermist of vermoord zijn sinds Poetin president is geworden. Ik verwelkom de verklaring van de Doema en de opmerkingen van Poetin, maar we zullen alleen pas overtuigd zijn, als de moordenaars berecht worden. Bovendien zouden de Doema en de president nog overtuigender overkomen, als ze instemden met maatregelen om de ingeperkte persvrijheid te vergroten. Ten derde werd het punt economische samenwerking aan de orde gesteld, een onderwerp dat vaak besproken wordt. Hier moet er sprake zijn van wederkerigheid. We kunnen niet leven met de toestand waarin Rusland in onze gas- en olie-infrastructuur wil investeren en zelfs een minderheidsbelang in Airbus wil nemen, terwijl onze bedrijven als Shell en Mobil tegelijkertijd uit de Russische gas- en olievelden geweerd worden. Ik zeg dit, omdat ik denk dat Europa gezamenlijk achter deze beginselen moet gaan staan. Voor het eerst toonde Europa haar kracht in Finland. Poetin werd door een eensgezind Europa in de verdediging gedrongen. Laten we dat opvatten als een aanmoediging om in de toekomst nog eensgezinder te zijn, omdat dat de enige manier is om een evenwichtig partnerschap op te bouwen dat in wederzijds belang is. Ik rond af: als we, net als collega Schulz, van mening zijn dat de innovatie niet ver genoeg gaat, dan zouden we de voorzitter van de Commissie in zijn initiatieven moeten ondersteunen. Ook moeten we druk uitoefenen op onze nationale leiders om de Commissie te ondersteunen om echt resultaten te boeken. Tot slot wil ik premier Blair en premier Balkenende complimenteren voor hun initiatief inzake klimaatsverandering. Dat verdient onze volle steun. (Applaus)

3-036

Hannes Swoboda (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, mijnheer

de voorzitter van de Commissie, mijns inziens betekent de Top van Lahti een belangrijke stap voorwaarts. Ik hoop dat de door u opgeroepen geest van Lahti ook echt - zoals collega Schulz al zei - concrete resultaten zal opleveren. Mijnheer de voorzitter van de Commissie, u hebt een voorstel voor de externe politieke aspecten van het energiebeleid gepresenteerd waar ik zeer blij mee ben. U hebt mijn volledige steun. Ik vraag u alleen uw rug recht te houden als een aantal landen opnieuw een eigen koers gaat varen als ze merken dat ze misschien toch niet zo’n voorstander zijn van een gemeenschappelijk energie- en buitenlands beleid. Ook vraag ik de heer Vanhanen dit door te geven aan de leden van de Raad. Wat hier is vastgelegd - en ik heb van de discussie in Lahti erg positieve berichten gehoord - moet nu ook worden geïmplementeerd. Dit is de enige kans om onze belangen te verwezenlijken. Er is gesproken over onze afhankelijkheid van Rusland. We moeten echter wel beseffen dat Rusland ook afhankelijk is van de Europese Unie, van haar olie- en gasverbruik, daar de leidingen bijna allemaal richting Europese Unie gaan. We kunnen deze onderhandelingen en gesprekken dus gerust met opgeheven hoofd en zelfbewust aangaan, zonder bang te moeten zijn om bepaalde onderwerpen ter sprake te brengen. We moeten ons bewust zijn van het feit dat we van elkaar afhankelijk zijn, en als ik zeg ‘elkaar’ bedoel ik uiteraard ook de regio’s die u, mijnheer de voorzitter van de Commissie, hebt genoemd en die we niet mogen vergeten. Ik denk bijvoorbeeld aan Oekraïne maar ook aan andere landen rond de Zwarte Zee en vooral ook aan Turkije. Ook met deze landen moeten we een gemeenschappelijk beleid formuleren. Dan kunnen we een daadwerkelijk partnerschap met Rusland bereiken. Wat onze meningsverschillen betreft, mogen we niet vergeten dat we in onze betrekkingen met Rusland, en vooral ook in de toekomstige partnerschapsovereenkomst, een procedure nodig hebben voor geschillenregeling. Net als in de Wereldhandelsorganisatie hebben we een geschillenbeslechtingsprocedure nodig. Conflicten kunnen altijd optreden en zullen we ook in de toekomst niet kunnen vermijden. Met een dergelijke procedure kunnen strijdpunten uiteindelijk samen of door onafhankelijke arbitrage worden opgelost. Ons doel is partnerschap. Zoals collega Schulz al zei, bestaat er geen twijfel over dat Poetin een sterke man is. Veel Russen vinden dat een goede zaak, maar als de Europese Unie de gelederen sluit, is zij sterker dan Poetin. Dan kunnen we daadwerkelijk een goed, eerlijk en gelijkwaardig partnerschap opbouwen. (Applaus)

3-037

Annemie Neyts-Uyttebroeck (ALDE). - Voorzitter, Raadsvoorzitter, commissaris, Finland zit de Europese Unie voor in een bijzonder moeilijk tijdsgewricht, want

Page 16: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

20 25/10/2006

staatshoofden en regeringsleiders zijn het eigenlijk grondig oneens over de toekomst van de Europese Unie. En wat nog erger is, een aantal onder hen weet zelf niet waar ze met de Unie heen willen. Een prestigieuze gast kan dan inderdaad uitkomst bieden. Het is gebeurd rond president George W. Bush en het is nu ook gebeurd rond Vladimir Poetin. Maar gelet op zijn geschiedenis, is Finland wellicht de best geplaatste lidstaat om met Rusland een open en grondige dialoog aan te gaan. Ik wil u dan ook graag feliciteren, voorzitter, met het verloop van de informele top en ik wil u ook feliciteren met de eensgezindheid die u kon bouwen, zowel inzake energiebeleid als ten aanzien van Rusland. Maar het moet me van het hart: 25 plus 2 regeringsleiders en staatshoofden allemaal rond de leider van een grootmacht! Ik blijf het een beetje bedroevend vinden. Het is mijn grootste wens dat de Europese Unie eindelijk volwassen mag worden van haar regeringsleiders en staatshoofden.

3-038

Claude Turmes (Verts/ALE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, op de eerste plaats wil ik hulde brengen aan premier Blair en premier Balkenende, omdat ze Europa een voortrekkersrol geven op het gebied van klimaatsverandering en omdat ze in hun brief kernenergie expliciet niet noemen. Kernenergie maakt slechts 6 procent uit van onze energieproductie en zal meer verdeeldheid zaaien in Europa dan dat het ons bindt en met één stem doet spreken. Mijnheer Barroso, ik denk dat u nu de historische verantwoordelijkheid draagt om in januari op de proppen te komen met een allesomvattende evaluatie van de energiesituatie. In die evaluatie van de energiesituatie heeft Europa een CO2-doelstelling voor 2020 nodig. Als Europa geen CO2-doelstelling heeft, is er geen investeringszekerheid voor ons bedrijfsleven. En betere regelgeving betekent toch dat het energie- en klimaatsbeleid worden samengebracht in het document dat u op tafel zult leggen? De tweede prioriteit van deze evaluatie van de energiesituatie is de beëindiging van de oligopolistische structuur in onze energie- en transportsector. Europese bedrijven en Europese burgers verliezen miljarden euro’s door het gebrek aan mededinging en diezelfde bedrijven voorkomen de innovatieboost die we in deze sectoren zouden kunnen hebben. Zolang deze oligopolies niet ontmanteld worden, hebben we specifiek beleid nodig inzake sectorale hernieuwbare energiebronnen, enzovoort. Zo’n strategie is de grondslag voor een buitenlands energiebeleid en een vredesproject voor de wereld. Deze technologieën zullen de druk op de energiebronnen namelijk verlichten en Europa een zakenkans bieden.

3-039

Ilda Figueiredo (GUE/NGL). - (PT) Het is zorgwekkend dat de Europese instellingen steeds minder belang hechten aan de sociale gevolgen van de versnelde

invoering van het neoliberalisme. Dit leidt immers tot hoge werkloosheid en veel armoede en sociale uitsluiting, terwijl het aantal onzekere en slecht betaalde banen toeneemt. Men wil de werkers via de zogenaamde "flexbescherming" opnieuw verplichten om afstand te doen van hun elementaire rechten. Ze worden zo gedwongen steeds onzekerder banen te aanvaarden. De nu doorgevoerde maatregelen en andere, reeds aangekondigde maatregelen, zoals de liberalisering en deregulering van de diensten en de ontmanteling van de openbare diensten, zullen het Europese sociale model volledig uithollen, en dat is iets waar we ons fel tegen verzetten. Het verzet tegen dit beleid blijft dan ook toenemen. Als voorbeeld noem ik de protesten in Lissabon op 12 oktober. De CGTP heeft daar de grootste manifestatie sinds de jaren tachtig georganiseerd. Bijna 100 000 werkers hebben aan deze manifestatie deelgenomen. Vindt u niet er dat met deze gerechtvaardigde protesten eindelijk eens rekening moet worden gehouden?

3-040

Mirosław Mariusz Piotrowski (IND/DEM). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het is intussen algemeen bekend dat er op de Top van Lahti geen doorbraak is bereikt. Er werd evenmin noemenswaardige vooruitgang geboekt in de onderhandelingen met Rusland over samenwerking op het vlak van energiebeleid. Ik betreur ten zeerste dat, in tegenstelling tot wat voor de Top werd verklaard, de Europese Unie niet naar buiten getreden is als een verenigd en machtig blok waarmee Rusland ernstig rekening moet houden. Met het oog hierop verdient de houding van een aantal landen, waaronder Polen, alle lof. Hetzelfde geldt voor de aanpak van de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Borrell, die ervoor gezorgd heeft dat de stem van de nieuwe lidstaten, de buurlanden van Rusland, op deze top werd gehoord. Verder moet dit alles opgevat worden als een oproep tot eensgezindheid over het energiebeleid in de Europese Unie. We moeten tegenover Rusland een onverzettelijke, resolute houding aannemen. Enkel dan kunnen we hopen dat er concrete resultaten worden geboekt bij de onderhandelingen over de veiligheid van de energievoorziening. Jammer genoeg hebben nog niet alle lidstaten deze boodschap begrepen.

3-041

Mario Borghezio (NI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, ik heb heel veel hartstochtelijke betogen gehoord ter verdediging van de mensenrechten, ook uit de gelederen van de partijen die tientallen jaren lang zwegen, toen in het Oosten de volkeren in opstand kwamen in Berlijn, Boedapest, enzovoort. Toen zweeg Europa en toen zwegen ook die partijen. Nu zijn ze echter allemaal voorvechters van de mensenrechten en zetten het Rusland van Poetin op het bankje der beschuldigden. Ook ik ben er absoluut van overtuigd dat men de mensenrechten niet mag inruilen tegen economische belangen, maar anderzijds mogen wij bij alle aandacht voor onze vastberaden verdediging van de aan Europa

Page 17: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 21

ten grondslag liggende waarden, die vaak met voeten worden getreden in Rusland en niet alleen in Rusland - ik zou tussen twee haakjes graag dezelfde hartstocht willen horen in de woorden van degenen die spreken over schendingen van de mensenrechten in bijvoorbeeld Turkije, een land dat sommigen het liefst onmiddellijk zouden willen opnemen in de Europese Unie - onze ogen niet sluiten voor een noodzaak. Het is namelijk evident dat Rusland ons op het gebied van de energiesamenwerking net zo hard nodig heeft als wij Rusland nodig hebben voor een economische partnerschapsovereenkomst. Ik wil erop wijzen dat Poetin zelf heeft verklaard dat hij de beginselen van het handvest niet afwijst. Hij heeft echter wel gevraagd om deze in gedeeltelijk gewijzigde vorm op te nemen in een ander document. Hij stelt zich dus duidelijk open. Er zijn geo-economische en geostrategische redenen voor een overeenkomst met Rusland. Die overeenkomst ligt op tafel en betreft de economische toekomst van ons land. Daarom is realisme nodig, zonder dat evenwel de verdediging van de mensenrechten wordt opgegeven, die hoe dan ook een pressiemiddel zijn, aangezien de politiek van Poetin een voor Europa zorgwekkende wending neemt en de richting uitgaat van economisch nationalisme, afwijzing van samenwerking en het ontnemen van contracten aan westerse bedrijven. Er is een realistisch beleid nodig en dat beleid moeten wij op uiterst vastberaden en verantwoorde wijze voeren.

3-042

VOORZITTER: PIERRE MOSCOVICI Ondervoorzitter

3-043

Timothy Kirkhope (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, toen ik zojuist naar collega Bloom van de United Kingdom Independence Party luisterde, was ik wat verbaasd. Ik dacht namelijk dat dinosaurussen al miljoenen jaren geleden uitgestorven waren. Ik wil mijn overwegingen toespitsen op het hoofdonderwerp van de Top van Lahti: continue energievoorziening in Europa en onze aanhoudende betrekkingen met Rusland. Het recente geschil tussen Oekraïne en Rusland over gasleveranties was voor ons allen een reden tot zorg. Laat er geen misverstand over bestaan: de betrekkingen tussen de EU en Rusland zijn van vitaal belang en we moeten wegen vinden om die te versterken. In de komende decennia hebben we de energiebronnen van Rusland nodig, en vice versa heeft Rusland toegang nodig tot de EU-markten om zijn economisch potentieel tot ontwikkeling te brengen. De inzet is voor beide partijen te hoog om gezwollen verklaringen voor de diplomatieke bühne af te leggen. Met genoegen hoorde ik president Poetin zeggen dat hij betrekkingen wil die gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden. Een van die waarden moet betekenen dat Rusland zich ondubbelzinnig committeert aan pluralisme en democratie. Willen we dat grootse

land in de komende jaren als strategische partner kunnen omarmen, dan hebben we in Europa garanties nodig dat Rusland inzake democratie en mensenrechten dezelfde waarden en normen na zal streven als wij. In dit stadium moeten we president Poetin misschien op zijn woord geloven en hem aanmoedigen ervoor te zorgen dat de democratie in Rusland tot bloei komt. Sommigen zijn echter van mening dat het democratisch proces in Rusland onlangs eigenlijk tot stilstand is gekomen. Ik hoop dat er meer beweging komt in de goede richting. Ik feliciteer voorzitter Barroso met zijn uitspraak dat er voor betrekkingen met Rusland transparantie, rechtsstaat en wederkerigheid nodig is. Ik hoop dat president Poetin goed heeft geluisterd. Wat betreft de mensenrechtenkwesties was ik wat teleurgesteld. Ik was teleurgesteld dat mijn eigen Britse premier, die had beweerd dat hij die punten bij president Poetin aan zou kaarten, dat kennelijk niet gedaan heeft. Hij moet nu een gepast moment vinden om dat alsnog te doen. We hebben niets te vrezen van een eerlijk debat over deze onderwerpen. Voor een toekomstige productieve relatie tussen Europa en Rusland is het zelfs broodnodig.

3-044

Robert Goebbels (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Commissie, dames en heren, informele toppen leiden enkel tot virtuele conclusies. Het is allemaal maar verbeelding, het is allemaal maar gedroom! Laten we ons even voorstellen dat de droom werkelijkheid wordt. Europa is een economische reus. Zelfs zonder de handel tussen de vijfentwintig landen onderling, zijn we de belangrijkste exporteur ter wereld. Europa is de belangrijkste bestemming voor directe internationale investeringen. De onderneming IBM heeft voor 2005, afgezien van fusies en overnamen, wereldwijd 8 000 investeringen in nieuwe productiecapaciteiten geteld, waarvan 900 in China, 600 in India, 1 200 in de VS en 3 200 in de EU, die zo 40 procent van de productieve investeringen op de wereld binnenhaalt. Zeker, Europa heeft op bepaalde terreinen marktaandeel verloren, maar minder dan de VS en Japan. Zeker, China is uitgegroeid tot het land waaruit we het meest importeren, maar Europa heeft het volume van haar export naar China verdubbeld. In werkelijkheid was 60 procent van de Chinese export in 2005 afkomstig van buitenlandse ondernemingen met vestigingen in China. De landen van de triade verkopen de handelswaar die zij in China produceren, aan elkaar, ter meerdere vreugde van onze consumenten en van de aandeelhouders van de multinationals. Zeker, onze werkloosheid is te hoog, ook al scheppen we nieuwe banen. De laagste lonen zult u aantreffen in sectoren als de horeca, de bewaking, de schoonmaak en de kleine middenstand, sectoren die niet onderhevig zijn aan internationale concurrentie.

Page 18: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

22 25/10/2006

Natuurlijk zou Europa beter kunnen presteren, maar dan zouden de dwergen die ons regeren eindelijk hun eigen besluiten ten uitvoer moeten leggen: investeren in innovatie, onderzoek en trans-Europese netwerken. Dan zou de Unie een volwaardige begroting moeten krijgen, om de snelle integratie van de nieuwe lidstaten te kunnen ondersteunen voor een interne markt met meer groei voor alle landen. Bovendien, als onze leiders hun eigen handtekening gestand zouden doen, zouden we misschien tot een nieuw verdrag kunnen komen voor het Europa van de energie. Tot slot, als op de toppen geen virtuele besluiten meer genomen zouden worden, zou voorzitter Barroso een Europees Instituut voor Technologie kunnen oprichten dat over werkelijke middelen beschikt! Mijnheer de voorzitter van de Raad, moet dat alles soms een droom blijven?

3-045

Lena Ek (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij met de eendrachtige onderhandelingen en besprekingen van de Europese Unie met Rusland over de mensenrechten, de rechtsstaat, de moord op mevrouw Anna Politkovskaya en op andere journalisten in Rusland, en natuurlijk over energie. In Rusland bestaat een oud gezegde: "Hebt uw naaste lief maar trek wel een schutting op". De huidige energiebesprekingen met Rusland moeten gebaseerd zijn op wederkerigheid, rechtsstatelijkheid en transparantie. Wat zich momenteel in Rusland afspeelt op energiegebied is echter juist het tegenovergestelde daarvan, en daar mogen we niet aan voorbij gaan. Het bewijst ook de absolute noodzaak van een gemeenschappelijk Europees energiebeleid, niet alleen voor een continue voorziening maar ook voor de strijd tegen de opwarming van de aarde. Heel binnenkort onderhandelen we over het emissiehandelssysteem met Rusland, dat het Protocol van Kyoto heeft ondertekend en geratificeerd. Dat wordt de echte test voor zowel de eenheid van de Europese Unie als wat Rusland ... (Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

3-046

Milan Horáček (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, het is wellicht lastig om een continue energievoorziening te combineren met onze Europese fundamentele waarden. Maar moet het daarop stuklopen? Huurmoorden zijn in Rusland net zo aan de orde van de dag als de onderdrukking van niet-gouvernementele organisaties en de beknotting van de democratische grondrechten. De Yukos-zaak, de arrestatie van Chodorkovski en Lebedev en de oorlog in Tsjetsjenië blijven - wat het energiebeleid en de mensenrechten betreft - recente voorbeelden van de willekeur van de regering-Poetin. Met de moord op Anna Politkovskaja wordt opnieuw op tragische wijze duidelijk dat Rusland, als het om misdaden tegen kritische journalisten gaat, de tweede plaats inneemt, direct na Colombia.

Rusland staat momenteel op een tweesprong tussen kleine stappen in de richting van democratie en autoritaire structuren. Kritiek alleen is niet langer voldoende. Over energiebeleid en mensenrechten moet tegelijkertijd worden onderhandeld. Deze twee onderwerpen mogen niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Volgens Poetin kunnen er voor continue energievoorziening geen betrouwbare garanties worden gegeven. Toch moeten we onze Europese normen en waarden blijvend garanderen.

3-047

Kyriacos Trinataphyllides (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil stil blijven staan bij twee vraagstukken die tijdens de informele Top van Lahti aan de orde zijn gesteld. Het eerste vraagstuk betreft het innovatiebeleid dat volgens u, mijnheer Vanhanen, de bron zal zijn voor Europese ontwikkeling. Ik geloof echter niet dat wij daarbij aan hetzelfde innovatiebeleid denken, want u spreekt over het afbreken van de hinderpalen voor de grensoverschrijdende economische activiteiten en over het wegwerken van de concurrentievervalsende factoren. Zouden wij onze aandacht niet moeten toespitsen op een sterker sociaal gekenmerkt ontwikkelingsmodel? U ziet trouwens ook dat de mening van de Europese burgers over de Unie op een laagtepunt is aanbeland. Is het niet hoog tijd dat er wordt nagedacht over een duurzame strategie voor het herstel van de geloofwaardigheid? Het tweede vraagstuk betreft Cyprus. Ik heb enkel een vraag, mijnheer de fungerend voorzitter: hebt u een discussie gevoerd over de mogelijkheid dat Turkije ook in december nog weigert de Cyprische Republiek te erkennen en de havens en luchthavens open te stellen?

3-048

Inese Vaidere (UEN). - (LV) Dames en heren, allereerst was de Top van Lahti een indicator voor de eenheid in het Europese beleid. Als we nu in staat zijn om met één stem te spreken over energie, is dat een stap op weg naar eensgezindheid over alle onderwerpen van buitenlands beleid. Ten tweede is het ook een indicator voor de vraag of en hoe we het beleid van Rusland kunnen beïnvloeden. Als Rusland met de Europese Unie over energie praat, weet het maar al te goed munt te slaan uit onze angsten, terwijl wij van onze kant vergeten dat Rusland ook belangen heeft. Het wil namelijk zijn energie met winst verkopen, een versoepeling van het visumsysteem verkrijgen en gebruik maken van alles wat de Europese beschaving te bieden heeft, als we dat zo kunnen zeggen. Die kaart moeten we uitspelen om vooruitgang te boeken op het terrein van de persvrijheid, de democratie, de mensenrechten en de gelijkheid op investeringsgebied. En dan is er ten derde ook nog het innovatiebeleid. Op dit moment wordt het potentieel van de nieuwe lidstaten niet volledig benut. Het Europees Instituut voor Technologie zou juist in een nieuwe lidstaat gevestigd moeten worden. De Letse stad Riga is, als centrum van technologie en milieubescherming in de Baltische staten, de meest geschikte locatie voor het Instituut. Dank u voor uw aandacht.

Page 19: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 23

3-049

Georgios Karatzaferis (IND/DEM). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, volgens mij gaan wij nog steeds de verkeerde kant uit. Waarom leggen wij het met Rusland aan? Ook op deze laatste Top is oorlog gevoerd tegen Rusland. Dat blijkt uit al het voorpaginanieuws. Amerika wil haar spelletje spelen en spant ons voor haar kar. Op die manier zetten wij Rusland er echter toe aan om een Chinees-Russische as te vormen, en dan komen wij klem te zitten tussen Amerika, Rusland en China. Waarom eigenlijk? Wat voor problemen hebben wij met Rusland? Vervallen wij soms in dezelfde historische fouten als tweehonderd jaar geleden? Waarom zouden wij ruzie zoeken met Rusland? Wat verdeelt ons? Wat ik over de mensenrechten hoor, wel, laten wij onszelf nu niet voor de gek houden. Wij hebben de ogen gesloten voor Tsjetsjenië omdat wij wilden dat Rusland op zijn beurt de ogen sloot voor Israël en Palestina. Dat is koehandel. Kunnen wij een beleid voeren waarmee wij onder de vleugels van de Amerikanen heen kunnen kruipen? Ik hoorde iemand spreken over dwergen die Europa besturen. Wel, laten die dwergen, hoe klein ze ook mogen zijn, hun hoofd opheffen. Wij mogen ons niet door de Amerikanen op een pad laten zetten dat Europa alleen maar narigheid zal brengen. Laten wij dat wel beseffen.

3-050

Philip Claeys (NI). - Voorzitter, de informele Top van Lahti heeft nogmaals de beperkingen van de Europese Unie op een pijnlijke manier blootgelegd. Men heeft President Poetin er niet toe kunnen bewegen om de energieovereenkomst te ondertekenen die een betere toegang tot Russische gas- en olievelden mogelijk moet maken. Ondernemingen uit de Europese Unie die in Rusland investeren, worden nog altijd geconfronteerd met grote rechtsonzekerheid, met name inzake de naleving en de afdwingbaarheid van contracten. President Poetin is naar Lahti gekomen wetende dat de Europese Unie niet in staat zou zijn om als één man te spreken over de situatie van de mensenrechten in Rusland en over de houding van Rusland tegenover bijvoorbeeld Georgië. Het gebrek aan politieke eensgezindheid is blijkbaar even structureel als onze afhankelijkheid van Russische energiebronnen. Mijnheer de Voorzitter, ik kan mij niet inbeelden dat er op de informele top niet over het onderhandelingsproces met Turkije is gepraat, gezien de weigering van Turkije om zich te schikken naar de geldende criteria, gezien de algemene verslechtering van de relaties met Turkije; een derde van de Turkse bevolking is evenwel nog voorstander van EU-toetreding. Ik zou graag van de Raad vernemen in hoeverre de lidstaten bereid zijn om nepoplossingen te aanvaarden, zoals het plaatsen van Cypriotische zeehavens onder controle van de Verenigde Naties.

3-051

Margie Sudre (PPE-DE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Commissie, dames en heren, ik zou

de nadruk willen leggen op wat de burgers is bijgebleven van de informele Top van Lahti: het bezoek van de Russische president, op een moment van buitengewone spanning in de betrekkingen tussen Europa en Rusland, zowel op het terrein van de energiestrategie als op dat van de mensenrechten, na de moorden op Russische journalisten de afgelopen dagen. Ik ben blij dat Europa de moed heeft opgevat om in Moskou onze vragen over de vrijheid van meningsuiting niet onder stoelen of banken te steken, ook al hebben we onze bewoordingen voor de camera's tamelijk diplomatiek gehouden. De Europese integratie is gegrondvest op de rechtsstaat en de inachtneming van de democratische waarden. We zijn het aan onszelf verplicht deze beginselen ook uit te dragen, zowel onder onszelf als onder onze partners. In tegenstelling tot wat de Russische president insinueerde, betekent dat niet dat Europa zichzelf volmaakt acht. Wij hebben absoluut onze gebreken, maar we hebben ook de plicht om duidelijk uiting te geven aan onze zorg en onze afkeuring ten aanzien van verontrustende misstanden. Europa is niet alleen maar een economische Gemeenschap. Wat het energievraagstuk betreft, heeft de Russische president duidelijk aangegeven de principes van het Energiehandvest niet te verwerpen maar voorstander te zijn van een document waarin deze principes zijn overgenomen en tegelijk enkele bepalingen uit het handvest zijn gewijzigd. Daar draait mijns inziens alles om bij zowel het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland, waarover binnenkort onderhandeld gaat worden, als de Europese energietop die president Chirac voor volgend jaar heeft voorgesteld. Wat tot slot immigratie betreft, lopen de standpunten van beide partijen nog te zeer uiteen om snel het gemeenschappelijke beleid te kunnen vaststellen dat wij zo hard nodig hebben. Het lijkt er beslist op dat de lidstaten op dit terrein minder haast hebben bij voortgang dan de burgers, ofschoon deze voortgang nodig is om coherentie te brengen in de uiteenlopende nationale beleidsvormen binnen het Schengengebied, met name met betrekking tot illegale immigratie. In december zal het Fins voorzitterschap concrete conclusies moeten trekken over kwesties die tijdens deze informele top aan de orde zijn gekomen. Maar als de politieke wil bij de lidstaten ontbreekt, staat een voorzitterschap machteloos, alle huidige welwillendheid van Finland ten spijt.

3-052

Riitta Myller (PSE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, de buitengewone Top van Lahti kan als een succes worden beschouwd. De Europese Unie had voor president Poetin een eensgezinde boodschap met betrekking tot het energiebeleid, de democratie en de mensenrechten. Dit debat mag echter slechts als een begin worden gezien. Zoals de voorzitter van de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement, de heer Schulz, zei, zijn er nu concrete daden nodig. Of er woorden in daden worden omgezet, zien wij binnenkort, wanneer wij gaan

Page 20: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

24 25/10/2006

onderhandelen over de details van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Rusland. Op de Top van Lahti was het belangrijk dat er mét Rusland en niet alleen óver Rusland werd gesproken. Het was goed dat in de energiedebatten ook over de toekomst werd gesproken. Hoewel het erop lijkt dat op de korte termijn de energievoorziening het belangrijkste is, was het goed dat er ook aandacht werd besteed aan de toekomst. Gelukkig was dat nog overgebleven van het onderwerp innovatie op de agenda van Lahti. Onze uitdagingen op het gebied van het energiebeleid en onze antwoorden op de toekomstige problemen liggen bij innovatie en bij de vraag hoe wij hernieuwbare energiebronnen kunnen exploiteren en technologie kunnen ontwikkelen om grote hoeveelheden energie te besparen. Wij moeten ervoor zorgen dat de CO2-uitstoot op de lange termijn met 60 à 80 procent wordt verminderd, en dit kan alleen gebeuren als wij als Europeanen daadwerkelijk de gemeenschappelijke wil tonen om te investeren in hernieuwbare energiebronnen en energiebesparing. Ook het sociaal Europa kwam in Lahti aan bod, alleen niet op de agenda van de Top zelf, maar op die van een aparte arbeidsmarktvergadering. Werkgelegenheid en de verbetering ervan zijn zeer belangrijke elementen van het concurrentievermogen van de Europese Unie en moeten daarom op alle bijeenkomsten duidelijk zichtbaar zijn.

3-053

Anneli Jäätteenmäki (ALDE). - (FI) Mijnheer de Voorzitter, Finland werd in de aanloop tot de informele EU-Top bekritiseerd wegens het feit dat het president Poetin voor de bijeenkomst had uitgenodigd. Het uitnodigen van Poetin was gerechtvaardigd, omdat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland een van de onderwerpen van de bijeenkomst was. Poetin was in Lahti een genode gast, maar geen eregast. De Finnen lieten het niet bij beleefdheden, maar spraken over de moord op Anna Politkovskaja, de mensenrechtensituatie in Rusland en de gebrekkige democratie aldaar. Sommigen vreesden van tevoren dat deze zaken niet aan de orde zouden worden gesteld. De dialoog tussen de Europese Unie en Rusland is belangrijk. Finland droeg en draagt zijn verantwoordelijkheid voor de voortzetting ervan. De wederzijdse afhankelijkheid is goed voor Rusland en de Europese Unie, mits zij op de juiste manier wordt gebruikt. Europa heeft de Russische markt nodig, want Rusland is dichtbij en is een snel groeiende economische ruimte, maar Rusland heeft ook de Europese Unie nodig.

3-054

Georgios Toussas (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de informele Europese Raad markeert een intensivering van de internationale wedijver ten gevolge van niet alleen de gemeenschappelijke strategie van de Europese Unie maar ook de tegenstellingen tussen de lidstaten wat de

controle over de energiebronnen en het energievervoer betreft, met alle narigheid van dien voor de volkeren. De weg die de Raad bewandelt omvat activiteiten op drie niveaus: economisch, politiek en militair. Daarmee wil men het EU-kapitaal in staat stellen vaste voet aan wal te krijgen in Rusland en een strategische overeenkomst met Rusland in de wacht te slepen. Ook wil men daarmee echter een groter deel van de met de uitbuiting van de natuurlijke hulpbronnen in derde landen verkregen buit bemachtigen. Uitgaande van de doctrine van continue energievoorziening wordt de Europese Investeringsbank gevraagd de derde landen nog sterker te chanteren en ze te dwingen zich neer te leggen bij de loodzware voorwaarden van de monopolies, om aldus de controle te verkrijgen op de energiebronnen. De heer Solana heeft medegedeeld dat er in de komende twintig jaar 200 nieuwe kerninstallaties zullen worden gebouwd voor energieproductie. Het doel daarvan is de Europese Unie in staat te stellen het voortouw te nemen in de verkoop en uitbuiting van die installaties, maar ook het oligopolie in de sector van de uraniumverrijking te behouden. Daardoor worden de echte redenen onthuld die schuil gaan achter de agressiviteit van de imperialisten, die de controle…. (Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

3-055

Guntars Krasts (UEN). - (LV) Het streven van het Finse voorzitterschap naar continuïteit via de voortzetting van de discussies over de onderwerpen die vorig jaar door het Britse voorzitterschap waren aangesneden, valt te prijzen. Deze onderwerpen verdienen een serieus debat. Dit geldt des te meer daar er het afgelopen jaar weinig is bereikt op deze terreinen. De gast die bij deze gelegenheid is uitgenodigd, de president van Rusland, bewijst hoe serieus het voorzitterschap het vraagstuk van de continue energievoorziening neemt. Het was in alle opzichten een welkom initiatief, aangezien het de staatshoofden de gelegenheid heeft gegeven om niet alleen te luisteren naar de mening van de Russische leider over de kansen op ratificering van het Energiehandvest en de risico's voor Europese investeringen in de Russische energiesector, maar ook over de druk die Rusland uitoefent op Georgië en over de opvattingen van dat land op het gebied van de mensenrechten. Het was een nuttig voorschot op de voor de komende maand geplande top tussen de Europese Unie en Rusland. We mogen hopen dat dankzij deze ontmoeting de lidstaten van de Europese Unie zich er sterker bewust van zijn geworden dat de meest doeltreffende wijze om van Rusland een partner met belangstelling voor Europa te maken, is het land tegemoet te treden als een verenigd kartel van energieconsumenten. De huidige en toekomstige economie van Rusland is gebaseerd op de uitvoer van energie. Het spreekt vanzelf dat het optreden van het voorzitterschap en de Commissie moet worden beoordeeld op de mate waarin zij erin slagen een

Page 21: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 25

partnerschap tussen de lidstaten en eenheid in het buitenlands beleid van de Unie te bewerkstelligen. Dank u voor uw aandacht.

3-056

Francisco José Millán Mon (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij dat er in Lahti aandacht is geschonken aan de immigratieproblematiek, maar ik vind het jammer dat de prioriteit bij andere onderwerpen lag. Toen het Finse voorzitterschap in juni zijn programma aan ons voorlegde, heb ik ervoor gepleit om illegale immigratie als prioritaire kwestie te behandelen. Als we nu de balans opmaken van de afgelopen maanden, is er weinig reden tot optimisme. Wat er in de werkelijkheid gebeurt aan de kusten van de Canarische Eilanden, is bijzonder ernstig. Het Frontex-systeem en de solidariteit van de Europese bondgenoten in het algemeen waren ontoereikend, maar misschien ook is door eenzijdige acties een klimaat ontstaan dat niet optimaal was om medewerking van de bondgenoten te verkrijgen. In een ruimte zonder binnengrenzen, zoals Schengen, is illegale immigratie een probleem dat iedereen aangaat. Op Europees niveau gaat het hierbij vooral om beslissen en uitvoeren. De ideeën en plannen zijn grotendeels al vastgelegd, bijvoorbeeld in de conclusies van de Europese Raad van Sevilla, in 2002, en die van Thessaloniki en Brussel, in 2003. In die conclusies is het beginsel vastgelegd dat immigratie een plaats dient te krijgen in het buitenlands beleid van de Europese Unie, en dat we met derde landen moeten samenwerken op het gebied van de illegale immigratie. Er bestaat zelfs een mechanisme om het niveau van samenwerking met derde landen te bepalen, en verder zijn er ook evaluatiecriteria vastgesteld. Ik vind echter dat dit mechanisme te weinig en op bijzonder bureaucratische wijze gebruikt is. Dames en heren, ik wil er verder nog op wijzen dat er in de Raad niet langer unanimiteit hoeft te bestaan als het gaat om besluiten over illegale immigratie, maar dat men deze problematiek in de jaren 2004 en 2005 steeds weer voor zich uit heeft geschoven, tot het moment waarop de hekken van Ceuta en Melilla werden aangevallen. De Unie mag niet reagerend optreden, als de gebeurtenissen al hebben plaatsgevonden, en zij mag de kwesties die zij aanvankelijk prioritair vond, vervolgens niet zo maar weer vergeten. We zijn nu al meer dan vijf jaar aan het onderhandelen over een terugname-overeenkomst met Marokko. Mijnheer de Voorzitter, het mag toch niet zo zijn dat we pas serieus gaan nadenken over het terrorisme als er een 11 september plaatsvindt, over de energiecrisis als er een crisis uitbreekt tussen Rusland en Oekraïne en over illegale immigratie als er doden vallen bij de hekken van Ceuta en Melilla. De Europese Unie zal worden beoordeeld op haar resultaten. Ik hoop dat die er zullen komen in de

resterende maanden van het Finse voorzitterschap en op de Europese Raad van december, en ik hoop tevens dat er rekening zal worden gehouden met de vorderingen die gemaakt zijn op eerdere Europese Raden.

3-057

Martine Roure (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, het onderwerp immigratie had inderdaad meer aandacht moeten krijgen in Lahti. Mijns inziens hebben alle landen aan de grenzen van Europa, en met name de landen in het zuiden, daarom gevraagd. We maken ons grote zorgen, want het is duidelijk dat de lidstaten er nog altijd geen zin in hebben om een werkelijk gezamenlijk immigratiebeleid tot stand te brengen. Bovendien willen sommigen het immigratievraagstuk vanuit een louter repressieve invalshoek benaderen. Me dunkt dat de nood in de eerste plaats humanitair is. We moeten te velde trekken tegen de uitbuiting van immigranten door netwerken die er enkel opuit zijn de arbeidskosten te drukken en het arbeidsrecht en de regels inzake sociale bescherming te omzeilen. Gisteren hadden we in het Europees Parlement een leerzame hoorzitting, waardoor wij konden vaststellen dat op Europese bodem immigranten als slaven worden beschouwd. Ze worden flink onderbetaald, gedwongen tot buitengewoon zware werktijden en gehuisvest onder afschuwelijke omstandigheden. Ze worden mishandeld. Sommigen hebben zelfs ernstige lichamelijke mishandelingen ondergaan. Omdat Spanje geconfronteerd werd met deze onaanvaardbare leefomstandigheden en met mensen in een rechteloze situatie, heeft het besloten tot massale regularisatie van alle mensen die op zijn grondgebied werken. Daarom wil ik bij deze Spanje complimenteren met zijn enorme moed. Massale regularisatie is geen oplossing en mag het ook niet zijn, maar in dit geval kon Spanje niet anders handelen. Het moest gewoon gebeuren. Nu is het aan ons allen om er in onze eigen landen buitengewoon goed op toe te zien dat alle werkende immigranten ook rechten hebben en net zo worden behandeld als alle andere werknemers. De geloofwaardigheid van de Unie en haar waarden staat daarbij op het spel. Als we echt doeltreffend willen zijn op het gebied van immigratie, moeten de lidstaten eindelijk instemmen met samenwerking en een echt beleid gaan voeren voor legale immigratie en bovenal een echt beleid voor ontwikkelingssamenwerking, een beleid dat zo dicht mogelijk bij de plaatselijke bevolking staat. Daarbij moet zij ervoor waken met dit beleid alleen dictators te verrijken en corruptie in de hand te werken.

3-058

Henrik Lax (ALDE). - (SV) President Vladimir Poetin, wij zijn bezorgd over de ontwikkeling in Rusland. Uw commentaren over Georgië tijdens de topontmoeting maken deze bezorgdheid er niet minder op. Velen van ons in de EU willen graag een succesvol Rusland zien, als uitbreiding van een wereld die is gebaseerd op democratie en rechtvaardigheid. Wij willen dat u degenen onder ons helpt die u, Russen, het beste

Page 22: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

26 25/10/2006

toewensen, maar dat doet u niet. U wilt dat wij u een gemeenschappelijk vrijhandelsgebied in het vooruitzicht stellen en dat we werken aan vrij verkeer. Hoe moeten wij dat echter doen, mijnheer Poetin, als u uw spierballen toont aan het kleine Georgië? Hoe moeten wij dat doen als u de grensovereenkomsten met Estland en Letland niet heeft goedgekeurd? Hoe moeten wij dat doen als u het werk van Anna Politkovskaja bagatelliseert? Onze samenwerking moet gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden en spelregels, maar nu na de topontmoeting voelt het helaas aan alsof we verder van elkaar zijn dan daarvoor.

3-059

Herbert Reul (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, in Lahti is een belangrijke stap gezet in het energiebeleid, maar een mijlpaal was het mijns inziens niet. Misschien doen we er sowieso beter aan in de Europese politiek niet altijd met grote woorden te smijten. Vervolgens stellen we de mensen namelijk teleur omdat we onze plannen niet waarmaken. Ik vind de opmerking van Commissievoorzitter Barroso om realiseerbare projecten te formuleren en deze stuk voor stuk te implementeren, veel verstandiger. Voor continue energievoorziening is een belangrijke stap gezet. Het vraagstuk van de continue energievoorziening is namelijk bovenop de agenda van het energiebeleid geplaatst. Ik hoop dat dit ertoe zal bijdragen dat we in dit Parlement het onderwerp energiebeleid niet langer alleen vanuit het oogpunt van het klimaatbeleid bespreken. Continue energievoorziening heeft een hoge prioriteit. Sinds de ontwikkelingen in Oekraïne, toen duidelijk werd dat Rusland en president Poetin het energiebeleid als politiek middel inzetten, zijn we kennelijk eindelijk bereid om ons intensiever met deze kwestie bezig te houden, en dat is in Lahti wel gebleken. Het blijft niet bij woorden. Blijkbaar is er ook in Rusland iets veranderd. Als wij Poetin serieus willen nemen - en dat moeten we wel - moeten wij ons met deze standpunten bezighouden. Overigens geldt ook voor ons dat we serieuzer worden genomen als we gemeenschappelijk optreden. Lahti was een succes in de zin dat we met één stem hebben gesproken. Nu moeten we proberen Europa bevoegdheden op het gebied van het energiebeleid te geven. Daarnaast moeten we bij de aanpak van concrete problemen consequenter optreden. Continue energievoorziening heeft te maken met het buitenlandse beleid, maar ook met het stimuleren van de bedrijfstakken die zich hiermee bezighouden. We moeten beter nagaan of we met de regelingen, verordeningen en controles daadwerkelijk zorgen voor zekerheid in de energievoorziening, of veeleer voor onzekerheid. Degenen die voor ons onderhandelen en degenen die wereldwijd inkopen, moeten investeren, en bedrijven zijn alleen bereid te investeren als ze weten waar ze aan toe zijn.

Last but not least, moeten we ons ook richten op diversificatie van de energievoorziening. Het zou dom zijn om kernenergie uit te sluiten. We zouden de energievoorziening daarmee een slechte dienst bewijzen.

3-060

Csaba Sándor Tabajdi (PSE). - (HU) De Top van Lahti was een daverend succes, hetgeen bewijst dat de werkelijke kracht van de Unie gelegen is in haar eenheid. Als deze Top niet was gehouden, zou de Russische president zijn toon jegens sommige lidstaten niet hebben gematigd. Ik wil onze Finse collega's dan ook feliciteren. Er zijn heel wat landen die een puntje kunnen zuigen aan de Finse diplomatie, die altijd in staat is geweest om de dialoog met Rusland gaande te houden, zelfs in de meeste moeizame perioden. Natuurlijk bestaat er een wederzijdse maar asymmetrische afhankelijkheidsrelatie tussen de Europese Unie en Rusland op het vlak van de energievoorziening. Wij, in de EU, zijn als importerende landen het meest afhankelijk, maar ook de Russische afhankelijkheid moet in aanmerking worden genomen. Het is ons streven onze afhankelijkheid van de Russische energiebronnen terug te brengen. Voor de meeste lidstaten, waaronder Hongarije, is er op de middellange termijn echter geen realistisch alternatief. En voor wat hernieuwbare energiebronnen betreft, mijnheer Barroso, ontbeert de Europese Commissie iedere realistische visie. We hebben terecht kritiek op de rechtsstaat in Rusland. Maar kunnen we wel over rechtsstaat spreken, mijnheer Barroso, als er geen rechtszekerheid is binnen de Europese Commissie? Als de Unie gedurende de maïsoogst de interventieregels voor maïs wijzigt? Dit is in strijd met de rechtsstaat en de rechtszekerheid. Wij hebben terecht kritiek op Rusland, maar ook wij moeten de beginselen van de rechtsstaat in acht nemen. Mijn felicitaties voor de Top, maar ik verzoek de heer Barroso om stappen te ondernemen, want anders zal Hongarije naar het Europees Hof van Justitie stappen. Dit is namelijk in strijd met de rechtsstaat en de rechtszekerheid. Laten wij de heer Poetin en de democraten in Rusland het goede voorbeeld geven!

3-061

Šarūnas Birutis (ALDE). - (LT) Ik ben blij te kunnen vaststellen dat dankzij de Top van Lahti Europa eindelijk zijn krachten bundelt, zich solidair betoont en zich ferm opstelt in de dialoog met Rusland over energie en democratie. Eindelijk zien we dat er iets concreets wordt gedaan met de woorden dat de energiesector een vast bestanddeel is van het buitenlands beleid. In de discussie over veiligheid en transparantie in de energiesector kreeg hetgeen met de Druzhba-oliepijplijn gebeurde, toen Rusland de oliekraan dichtdraaide, eerder de vorm van een politiek dan een technisch ongeluk. Moskou uitte zijn ongenoegen over het feit dat het Litouwse bedrijf Mažeikių Nafta aan het Poolse PKN Orlen was verkocht, in plaats van aan een Russische onderneming.

Page 23: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 27

Dat Europa tijdens de Top met Rusland zo duidelijk heeft gezegd dat de regels moeten worden nageleefd in de energiesector, is een geweldige prestatie. Ik kan niet ontkennen dat ik bewondering heb voor de gewijzigde standpunten van Finland, Frankrijk en vooral Duitsland. Ik hoop dat hiermee een einde is gekomen aan de politiek van Schröder. Het huidige standpunt van beleidsvormers als onze Commissievoorzitter, de heer Barroso, en mevrouw Merkel geeft hoop op een verenigd Europa met een gemeenschappelijk energiebeleid en een gemeenschappelijke toekomst.

3-062

Jacek Protasiewicz (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de berichtgeving over de Top van Lahti stond volledig in het teken van wat premier Vanhanen een "openhartig gesprek met de Russische president" heeft genoemd. Ik wil echter de aandacht vestigen op een ander belangrijk thema dat op deze Top is besproken, namelijk innovatie en technologische vooruitgang. Ik sluit me volledig aan bij het standpunt van voorzitter Barroso. Hij is van mening dat de burgers de Europese Unie meer zullen gaan waarderen en respecteren als de Unie zich sterker concentreert op praktische zaken en op aangelegenheden die de burgers na aan het hart liggen. Het initiatief van voorzitter Barroso tot oprichting van een Europees Instituut voor Technologie is hier een perfect voorbeeld van. Het is een concrete maatregel die wellicht positief onthaald zal worden door de Europese burgers. Het was misschien toeval, maar in zekere zin is het toch zeer symbolisch dat het geplande Instituut uitgerekend in Finland werd goedgekeurd, het meest innovatieve land van de Gemeenschap. Het is echter eveneens van wezenlijk belang dat de nieuwe EU-lidstaten bij de ontwikkeling van moderne, baanbrekende technologieën worden betrokken, aangezien de investeringen in innovatie in de eerder genoemde landen op dit moment nog veel te laag zijn. Dankzij de door de Commissie voorgestelde structuur voor het Europees Instituut voor Technologie - een centraal bestuurde kern omgeven door een netwerk van kennis- en innovatiegemeenschappen verspreid over de hele Europese Unie - kunnen ook academische instellingen uit Centraal- en Oost-Europa bij de activiteiten van het Instituut worden betrokken. De begroting en het vinden van de nodige financiële middelen spelen een cruciale rol in het debat over de verdere plannen voor het Europees Instituut voor Technologie. Ik stel vast dat men in mijn land, Polen, bereid is om middelen uit de structuurfondsen aan te wenden voor de oprichting van het Instituut. Op die manier wil de Poolse regering proberen de doelstellingen op het vlak van regionale ontwikkeling aan de moderne uitdagingen te koppelen. Ik denk hierbij in eerste instantie aan investeringen in kennis en in de ontwikkeling van een op moderne technologieën gebaseerde economie. In samenwerking met de regionale en lokale overheden draagt de Poolse overheid de stad Wrocław voor als zetel voor de raad van bestuur

van het nieuwe Europees Instituut voor Technologie. De Poolse regering stelt Wrocław eveneens voor als een van de belangrijke wetenschappelijke onderzoekscentra. Ik ben er ten stelligste van overtuigd dat de stad Wrocław zich hiertoe uitstekend leent. Wrocław en de omliggende regio bieden niet enkel een bruisende en innovatieve academische omgeving, met meer dan honderdduizend getalenteerde en ambitieuze jonge studenten, maar kunnen ook prat gaan op de talrijke nieuwe investeringen in industriële ontwikkeling.

3-063

Stavros Lambrinidis (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, vandaag worden wij verondersteld over de resultaten van Lahti te spreken. Over welke resultaten echter? Wat energie en de betrekkingen met Rusland betreft, zeiden de premiers dat zij aandringen op de eerbiediging van de grondrechten door Rusland. Daarna namen zij hun woorden echter terug en lieten zij uitkomen dat realpolitik de enige weg is om aan de energiebehoeften van de Unie te voldoen. En tot slot slaagden zij erin Rusland zover te krijgen dat het hun de rug toedraaide, zowel bij de energievraagstukken als bij hun humanitaire eisen. Wat het grote vraagstuk van de immigratie betreft waren de resultaten nog teleurstellender. Wij moeten, zeiden de premiers, onze aandacht toespitsen op een betere grensbewaking. Prima! Maar waarom hebben zij dan de begroting voor Frontex verminderd? Nog belangrijker is echter dat zij, zolang zij immigratie als een verschijnsel zien dat door de politie onderdrukt moet worden, onze toekomst ondermijnen. Om het hoofd te bieden aan illegale immigratie en aan de onmenselijke mensenhandel is eerst en vooral een kader nodig voor legale immigratie: zij maken echter alsmaar ruzie en weigeren dat kader vast te stellen. Er is ook behoefte aan een serieus buitenlands beleid en een beleid voor economische ontwikkeling en vrede: zij zijn niet bij machte dat uit te stippelen. En tot slot is ook een dapper beleid van integratie en gelijke behandeling van immigranten nodig: ook dat weigeren op te stellen.

3-064

Alexander Lambsdorff (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, we hebben een partnerschap met Rusland nodig, en het zou mooi zijn als we gemeenschappelijke normen en waarden hadden. Maar hoe ziet de werkelijkheid eruit? In Rusland is de “verticale macht” tot in de puntjes georganiseerd, is de Doema gedomesticeerd, worden gouverneurs niet gekozen maar benoemd, is de persvrijheid beknot en worden niet-gouvernementele organisaties, evenals politieke stichtingen voor democratie en mensenrechten, steeds sterker gedwarsboomd in hun werk. In zoverre is een waardegemeenschap met de Russische regering op dit moment niet mogelijk; misschien wel met het volk, maar dat was niet aanwezig in Lahti. Daarom heeft, premier Vanhanen, voorzitter Barroso gelijk als hij zegt: laten we het eerst eens worden over bepaalde principes voor stabiele relaties: transparantie,

Page 24: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

28 25/10/2006

rechtszekerheid, nationale behandeling, wederkerigheid bij openstelling van de markt en markttoegang. Op basis daarvan kunnen we dan een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst sluiten en tegelijkertijd hopen en ernaar streven dat we ergens in de toekomst ook een strategisch partnerschap met Rusland kunnen opbouwen dat is gebaseerd op gemeenschappelijke waarden. Overigens ben ik van mening dat we dit debat in Brussel zouden moeten voeren en niet in Straatsburg.

3-065

Piia-Noora Kauppi (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Top van Lahti was ongetwijfeld een succes voor de EU. Na uitgebreide besprekingen over concurrentievermogen en innovatie, is met Rusland een opbouwende dialoog gevoerd, terwijl ook de kwestie van de mensenrechten aan de orde is gekomen. Onze staats- en regeringsleiders hebben zich eensgezind getoond en onze gemeenschappelijke waarden weergegeven. Als vice-voorzitter van de EVP zei de heer Michel Barnier enkele weken geleden in Lyon dat niemand van ons als nationaal politicus kan deelnemen aan besluitvorming over wereldwijde zaken. Dat is zonder meer waar en ook van toepassing op de betrekkingen tussen de EU en Rusland. De vrijheid van meningsuiting wordt ernstig bedreigd in Rusland. In een zeer recent onderzoek van Journalisten zonder grenzen - waarin veel lidstaten van de EU de bovenste plaatsen bezetten - stond Rusland van 168 landen op nummer 147. Ik ben het zelden eens met de Voorzitter van het Parlement, de heer Borrell Fontelles, maar ik moet zeggen dat hij tegenover president Poetin terecht sterk de nadruk heeft gelegd op de kwestie van de mensenrechten en de democratie in Rusland. We moeten een duidelijk standpunt innemen over de mensenrechten, ongeacht onze gesprekspartner. Een onafhankelijk, doelmatig onderzoek naar de moord op journaliste Anna Politkovskaya, om de vileine daders op te sporen en te veroordelen, zal moeten uitwijzen hoe het is gesteld met de vrijheid en de rechtsstaat in Rusland en met de betrekkingen van het land met de EU. De democratische wereld kan niet werkloos toezien wanneer de vrijheid wordt bedreigd en de sterkste voorvechters van de vrijheid worden neergeschoten. Als we nu niets doen, laat de vrijheid misschien nog dertig jaar op zich wachten, zoals de Hongaren is overkomen toen het Westen hun niet kordaat genoeg ondersteunde in hun verzet vijftig jaar geleden. Samenwerking met Rusland voor praktische aangelegenheden is belangrijk, maar er is niets belangrijker dan de voortgang die Rusland maakt op de weg naar vrijheid en eerbiediging van de mensenrechten.

3-066

Nicola Zingaretti (PSE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, als men met China over handelszaken, met de Verenigde Staten over landbouw en met Rusland

over energie spreekt, of als men optreedt in crises zoals in Libanon of meer in het algemeen in het Midden-Oosten, stelt zich telkens weer hetzelfde probleem: geen enkel Europees land kan een dergelijke klus in zijn eentje klaren, geen enkel Europees land kan in zijn eentje weerstand bieden en doelstellingen en ambities verwezenlijken. Daarom stelt zich ook bij het energievraagstuk en bij het vraagstuk van de betrekkingen met Rusland en met zijn steeds zorgwekkendere leiding steeds weer hetzelfde probleem: Europa moet eendrachtig zijn en met één stem spreken. De Top van Lahti, heeft, zoals collega Goebbels al zei, een virtueel resultaat opgeleverd en daarom moeten wij nu de hand aan de ploeg slaan. Daarvoor hebben wij een gezaghebbende en moedige Commissie nodig, een Commissie die de landen van hun nationale egoïsme weet af te brengen en die namens allen weet te spreken. Daarvoor hebben wij een Parlement nodig dat de meest gezaghebbende voorvechter van de communautaire belangen weet te zijn, en een Raad en regeringen die inzien dat interdependentie de sleutel is om meer gewicht in de schaal te leggen. Er zijn wat dat betreft signalen en voorbeelden. Een daarvan is de keuze die de Italiaanse regering heeft gemaakt. Italië is met ingang van januari lid van de Veiligheidsraad van de VN en heeft onmiddellijk gezegd zijn zetel in dienst te willen stellen van Europa. Dit is een concrete daad, een voorbeeld van de bijdrage die een lid van de Raad kan leveren.

3-067

Nikolaos Vakalis (PPE-DE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, wat Lahti betreft wil ik de aandacht vestigen op het voorstel betreffende het Europees Instituut voor Technologie (EIT). De eerste boodschappen van de kant van de Raad zijn, evenals die van het Parlement positief. Ik wilde u, mijnheer Vanhanen en mijnheer Barroso, er echter op wijzen dat er een nieuw en innovatief instrument nodig is waarin onderwijs, onderzoek en innovatie op succesvolle wijze met elkaar worden gecombineerd tot een drieluik. Wij hebben een locomotief nodig die onderzoek kan omzetten in innovatieve producten en diensten. Wij zitten echter niet te wachten op een instituut dat de eeuwenlange universitaire traditie van Europa ontwricht. Dat instituut moet deze traditie veeleer respecteren en optimaal gebruiken. Daarom is het zo belangrijk dat wij de mening vernemen van de universiteiten, de onderzoekcentra en het bedrijfsleven voordat wij besluiten nemen over dit nieuwe instituut. Heel veel instanties hebben hun mening al gegeven. Op het eerste gezicht lijken de boodschappen die wij van hen krijgen op belangrijke punten soms tegenstrijdig te zijn. Mijns inziens zijn zij echter geen uiting van onwrikbare standpunten maar eerder van twijfels. Daarom is het heel belangrijk dat wij heel veel tijd uittrekken om met alle partners een welgemeend overleg te voeren in een geest van samenwerking.

Page 25: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 29

Tijdens de eerste behandeling van de ontwerpverordening zijn heel wat vragen gerezen over cruciale kwesties. Bijvoorbeeld: hoe zullen wij zorgen voor een duurzame financiering van het EIT? Hoe zullen wij particulieren ervan overtuigen geld te investeren in iets dat ze tot nu toe niet hebben gekend? Hoe zullen wil zorgen voor een daadwerkelijke deelneming van de universiteiten? Hoe zullen wij de universiteiten ervan overtuigen dan het EIT hun activiteiten niet zal dwarsbomen of afzwakken? Hoe zullen wij hen ervan overtuigen dat de onderzoeksactiviteiten niet zullen worden versplinterd, waardoor ze een averechtse uitwerking zouden hebben? Wij moeten al deze ‘details’, mijnheer de Voorzitter, verduidelijken. Daarvan zal namelijk het succes van heel de zaak afhangen en niet van het algemene idee, dat algemeen aanvaard wordt.

3-068

Andres Tarand (PSE). - (ET) De heer Barroso heeft vandaag in zijn toespraak gezegd dat de kwestie Georgië is besproken. Maar we weten allemaal dat er tussen bespreken en bespreken een hele wereld ligt. Op een persconferentie in Lahti vorige week vrijdag kwamen we er allemaal tot onze verrassing achter dat er niets aan de hand is tussen Georgië en Rusland, maar dat er in plaats daarvan een conflict is tussen Georgië aan de ene kant en Abchazië en Ossetië aan de andere kant. Volgens president Poetin nadert de situatie het punt waarop er bloed wordt vergoten. Vorige maand heeft Poetin het Westen echter meegedeeld dat als Kosovo zich van Servië afscheidt, ook Ossetië, Abchazië en Transnistrië zich definitief zullen afscheiden. Aangezien dit geen eilandstaten zijn, betekent afscheiding hier in de praktijk inlijving in Rusland. Dat is een forse herziening van de Akkoorden van Helsinki van 1975. Mijnheer de Voorzitter, we weten dat het conflict tussen Rusland en Georgië niet over een provocatie van de zijde van Georgië gaat, maar over wat in feite een opnieuw ontwaken van het Russische imperium is, dat is gebaseerd op aan de ene kant het aanmoedigen van het Russische nationalisme en aan de andere kant het gebruik van energieleveranties voor de restauratie van het imperium. De oliepijpleiding Baku-Tbilisi-Ceyhan is in dit verband ook niet onbelangrijk. Ik roep de instellingen van de Europese Unie op om Georgië met wat fermere hand te verdedigen dan… (Spreker wordt onderbroken door de Voorzitter)

3-069

Josef Zieleniec (PPE-DE). - (CS) Tot mijn ontzetting stel ik vast dat de Top van Lahti een gemiste kans is geweest voor de energiekwestie, wat betreft zowel de betrekkingen van de EU met Rusland als de onderlinge verstandhouding van de lidstaten. Onder druk van de media hebben Europese politici laten weten oog te hebben voor het belang van een eensluidend standpunt

over energie. Ik vrees evenwel dat we nog geen echte eenheid en afstemming hebben bereikt op het gebied van energiezaken. Dat blijkt uit het feit dat sommige EU-lidstaten hun onderhandelingen over hun continue energievoorziening liever bilateraal voeren dan namens de hele EU. Met nadruk zij gesteld dat de energiekwestie gevolgen heeft op milieu-, economisch en bovenal geostrategisch gebied. Europa is afhankelijk van externe energiebronnen. Dit onvermogen om onze belangen en benaderingen onderling af te stemmen verzwakt onze onderhandelingspositie op de mondiale energiemarkt, vergroot onze kwetsbaarheid en heeft een sterk ondermijnend effect op ons gezag als Europeanen op het vlak van het buitenlandse beleid. Het beperkt ook ons vermogen om wereldwijd onze waarden van democratie, rechtsstatelijkheid en markttransparantie te bevorderen. Ik wil daarom de Raad en de Commissie oproepen praktische maatregelen te nemen, opdat er een Europees energiebeleid wordt geformuleerd en uitgevoerd. Dat is een potentiële oplossing en zou de weg kunnen bereiden voor een gemeenschappelijk Europees energiebeleid. Een dergelijk beleid zou onze energiedoelen kunnen vaststellen en maatregelen kunnen formuleren om die doelen te bereiken. Ook zou het kunnen voorzien in een duidelijk mechanisme voor gezamenlijke besluitvorming over energieprojecten en voor communicatie binnen en buiten de EU, waardoor onze solidariteit op energiegebied versterkt zou worden. Het gaat hier immers om onze toekomst binnen een gemondialiseerde wereld en ons vermogen om stabiliteit en welvaart op ons continent te waarborgen. Ik geloof stellig dat de energiekwestie een belangrijke test is voor het vermogen van de EU om doelmatig op te treden.

3-070

Bernard Poignant (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, in Finland heeft Voorzitter Borrell de mensenrechten verdedigd, hetgeen hem tot eer strekt. Voorzitter Barroso verdedigde de rechten van Europa op energiegebied. Dat is zijn plicht. President Chirac, als staatshoofd en regeringsleider, verdedigde de gasconsumenten in zijn land. Dat lijkt me normaal. Maar het zorgt wel voor enige gewetensnood in Europa, zoals ook het geval zou zijn geweest als het olie uit Saoedi-Arabië, Iran of een of ander Afrikaans land had betroffen. Voor mij gaat het er niet om of het geoorloofd is om gas te kopen van de duivel. Er zal gas worden gekocht. De vraag is veeleer hoe we buiten het gas van de duivel kunnen. De komende jaren - en voor wat u betreft, mijnheer Vanhanen, de komende maanden - denk ik dat onafhankelijkheid het leidende principe moet zijn. Over een jaar of tien, twintig, moeten olie en gas voor onze onafhankelijkheid zijn wat kolen en staal voor onze vrede waren. (Applaus)

Page 26: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

30 25/10/2006

3-071

Rihards Pīks (PPE-DE). - (LV) Dank u wel, mijnheer de Voorzitter, mijnheer Vanhanen en mijnheer Barroso. Allereerst wil ik het Finse voorzitterschap bedanken voor het organiseren van deze Top, aangezien een informele top een goed platform is om moeilijke kwesties te bespreken. Daarnaast denk ik dat we onze eensgezinde opstelling, op energiegebied tenminste, te danken hebben aan de standvastigheid en het initiatief van de heer Vanhanen. Ik zou echter twee onderwerpen onder uw aandacht willen brengen. In de eerste plaats vind ik dat de bepalingen in het Energiehandvest absoluut moeten worden opgenomen in de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Rusland. Dit is des te belangrijker daar de heer Poetin het een strategische overeenkomst noemde. Maar wat moeten wijzelf doen? De ongelukkige ervaring van mijn land leert dat Rusland er nooit voor is teruggeschrokken om geweld te gebruiken en druk uit te oefenen als het daar de kans toe had. Daarom denk ik dat wij bovenal harder moeten werken aan de totstandbrenging van een verenigd gas- en elektriciteitsnetwerk in de Europese Unie. In de tweede plaats moeten wij meer doen op het gebied van alternatieve energiebronnen, en ten derde moeten we werken aan programma’s voor energiebesparing. Wat dat betreft sluit ik mij aan bij de heer Schulz, die hier eerder al een zeer bevlogen betoog over afstak. Er was nog een kwestie die tijdens de persconferentie ter sprake kwam. De heer Poetin zei namelijk in antwoord op een vraag dat de kwestie met betrekking tot Abchazië, Georgië en Zuid-Ossetië hun eigen zaak was. Dat is op zijn zachtst gezegd een cynische uitspraak. Wij weten maar al te goed dat het Russische leger ook in Transnistrië zit, dat Rusland wapens heeft geleverd en dat de leiders in al die enclaves officieren zijn van officiële Russische organisaties. Mij dunkt dat Europa een initiatief zou moeten nemen … (Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

3-072

Matti Vanhanen, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de voorzitter, allereerst wil ik u bedanken voor dit debat, dat heeft aangetoond dat ook het Parlement zeer eensgezind is over de hoofdlijnen en het volledig eens is met de standpunten van de Europese Raad en de Commissie. Ik denk daarom dat de Europese Unie gemakkelijk een basisstrategie zal kunnen vinden voor het extern beleid op energiegebied. Wij moeten beseffen dat wij op het niveau van de Europese Raad pas afgelopen maart, tijdens een diner op een Top tijdens het Oostenrijkse voorzitterschap, het debat over de externe betrekkingen op energiegebied zijn begonnen. Wij kwamen toen tot de conclusie dat ook de Europese Unie een extern beleid op energiegebied nodig heeft. Finland kreeg als volgend voorzittend land de taak om samen met de Commissie dit extern beleid op energiegebied vorm te geven, en dat doen wij. De Commissie heeft een uitstekend document opgesteld voor de Top van Lahti en tijdens de lunch aldaar hebben

wij zo'n drie uur besteed aan het bespreken van het beleid. Dit debat was zo grondig dat voorzitter Barroso en ik 's avonds namens de hele groep konden spreken in onze ontmoeting met president Poetin. In de komende maanden zullen wij dit extern beleid op energiegebied definiëren als communautaire strategie, niet alleen met betrekking tot Rusland, maar met betrekking tot al onze partners en alle derde landen. In vrij veel interventies werd benadrukt dat de Top van Lahti een stap, of een eerste stap was in de goede richting. Dat zie ik ook zo. Ik ben het ook eens met de eis dat wij in de praktijk aantonen ook tot daden in staat te zijn. De volgende belangrijke fase zal zijn wanneer de Raad in de komende weken overeenstemming moet bereiken over het mandaat op basis waarvan de Europese Unie met Rusland gaat onderhandelen over de toekomstige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, of welke naam deze nieuwe overeenkomst ook moge krijgen. Op de Top tussen de Europese Unie en Rusland in november moeten wij een consensus bereiken en een besluit nemen over de opening van de onderhandelingen. In dit verband was de Top van Lahti een oefening. De boodschap van de Top van Lahti aan president Poetin was echter ook dat wij op de Top van november, waar voorzitter Barroso, Hoge Vertegenwoordiger Solana en ik de Europese Unie vertegenwoordigen, namens de hele Europese Unie zullen spreken. Dit debat hier in het Parlement heeft hieraan krachtige steun gegeven. Wij kunnen zeggen dat alle communautaire instellingen in dit opzicht één front vormen. Wij zijn van elkaar afhankelijk. Door wederkerigheid moeten wij er voor zorgen dat beide partijen van deze afhankelijkheid kunnen profiteren. Zoals hier al vele malen is gezegd, moet afhankelijkheid ook op gemeenschappelijke waarden zijn gebaseerd. Dit is een duidelijk doel en een duidelijk beleid van de Europese Unie. Wanneer wij echter over samenwerking met Rusland spreken, moeten wij Rusland of de Russen niet als monsters afschilderen. Zij willen samenwerken, zij willen hun levensstandaard en welvaart verbeteren en zij willen met ons samenwerken. Dit was ook de krachtige boodschap van president Poetin. Hij benadrukte dat Rusland en de Russen in feite afhankelijker zijn van Europa dan Europa van Rusland. Zij hebben vooral behoefte aan samenwerking op zeer veel technologische gebieden om hun eigen ontwikkelingswerk te kunnen verbeteren, en wij moeten ook hiertoe bereid zijn. Wat investeringen betreft wil ik iedereen erop wijzen dat Europese ondernemingen al vele tientallen miljarden euro's in de Russische energiesector hebben geïnvesteerd. Sommige grote investeringsprojecten zijn niet voltooid, sommige ondernemingen hebben problemen met de Russische overheid en sommige hebben hun projecten vrij gemakkelijk kunnen uitvoeren. Daarom zijn er gemeenschappelijke spelregels nodig, regels die voor iedereen dezelfde zijn. Ook moeten de regels voor Russische ondernemingen met betrekking tot Europa dezelfde zijn.

Page 27: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 31

Ik wil u voor dit debat en uw reacties bedanken. In december zullen wij met concrete besluiten op veel van deze onderwerpen terugkomen en dan zullen wij ook beslist terugkomen op de immigratiekwesties die hier in een aantal toespraken aan de orde zijn gesteld. Bij de immigratievraagstukken - of het nu om legale of illegale immigratie gaat - hebben wij onderlinge solidariteit en een gemeenschappelijk beleid nodig, en daar zullen wij beslist op terugkomen. (Applaus)

3-073

José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, fungerend voorzitter Vanhanen, dames en heren, ik denk dat zo goed als alles wel gezegd is. Met uw welnemen wil ik kort ingaan op enkele punten die tijdens het debat aan de orde zijn gesteld. Allereerst heeft de Europese Raad - zoals premier Vanhanen al aan het einde van de Top van Lahti zei - groen licht gegeven - geen oranje maar groen licht - voor het initiatief van het Europees Instituut voor Technologie. Daarom hebben we ook al een wetgevingsvoorstel gepresenteerd, dat door de Raad en het Parlement zal worden behandeld en dat onder andere ook het door u genoemd financieringsvraagstuk bevat. Onze insteek is dat er financiële middelen moeten komen van de kant van de communautaire instellingen, maar ook van de kant van de lidstaten die het initiatief willen ondersteunen. Voor hen is dat een manier om de doelstellingen van Lissabon op het gebied van innovatie en onderzoek te verwezenlijken. Daarnaast verwachten wij ook bijdragen uit de particuliere sector. Wat dat betreft kan ik uitgaande van onze informele contacten zeggen dat er in de particuliere sector grote belangstelling is voor het financieren van bepaalde acties van dit Instituut, wat ook niet meer dan normaal is, aangezien dezelfde ideeën in veel van onze lidstaten leven. Er zijn publiek-private partnerschappen, en als de lidstaten private investeringen kunnen aantrekken voor hun initiatieven op onderzoeksgebied, waarom zouden wij dat dan niet kunnen op Europees niveau? Ik zeg dit omdat volgens ons de steun voor onderzoek een Europese dimensie moet krijgen. Het voornaamste verschil tussen de Verenigde Staten en Europa op het gebied van onderzoek is dat er in de VS instellingen of netwerken bestaan die het hele grondgebied beslaan, zoals de bij sommigen onder u bekende National Science Foundation, of het National Institute for Health. In Europa hadden wij tot nu toe zo goed als niets vergelijkbaars. Natuurlijk zijn er in een aantal van onze landen grote instituten, grote universiteiten, maar wij zijn nu pas overgaan tot de oprichting van de Europese Onderzoeksraad, die een essentiële instelling is voor de tenuitvoerlegging van het zevende kaderprogramma voor onderzoek, en tot de oprichting van het Europees Instituut voor Technologie dat juist is gebaseerd op het idee van netwerken om een Europese impuls, een Europees perspectief te kunnen geven aan de op uitmuntendheid gebaseerde

inspanningen op het vlak van innovatie, onderzoek en onderwijs. Het is dan ook een groots project en ik bedank iedereen die ervoor gepleit heeft. We hebben gevraagd om de strijd tegen klimaatverandering en de voortrekkersrol van Europa op het terrein van hernieuwbare, milieuvriendelijke energiebronnen uit te roepen tot de topprioriteiten van dit Instituut. Ik denk dat we in dat opzicht een speciale missie hebben, en ik wil mijn opmerkingen met name richten tot degenen die zich daarover bezorgd hebben betoond, zoals de heer Turmes. Het lijdt geen twijfel dat het energie hét vraagstuk van de toekomst wordt, niet alleen vanuit economisch maar ook vanuit politiek oogpunt. Ik ben het eens met de opmerking van de heer Poignant, waarin hij een parallel trekt met de situatie in de kolen- en staalsector. Ik beschouw energie namelijk als een sterk argument voor een federatieve benadering. Dat is ook de reden waarom we een paar maanden geleden een Groenboek over duurzame energie hebben gepresenteerd, en we waren zeer ingenomen met de steun van de Europese Raad voor het idee van een gemeenschappelijke benadering op energiegebied. Mijnheer Poignant, wij werken dus precies in die richting. Deze benadering is van groot belang als we kijken naar onze verantwoordelijkheden ten aanzien van onze aarde en van de toekomstige generaties. De klimaatverandering is misschien wel de grootste uitdaging van de eenentwintigste eeuw. Ze is echter ook vanuit economisch oogpunt van groot belang, en wij moeten dan ook de mogelijkheid behouden om first movers te zijn en het voortouw te nemen in de strijd tegen klimaatverandering. En ze is eveneens van groot belang als blijk van solidariteit, vooral met het oog op het uitgebreide Europa. Ze biedt ons namelijk de gelegenheid om te laten zien dat solidariteit tastbaar kan zijn. Ik denk daarom dat we hier te maken hebben met iets heel ambitieus, en ik kan u, en met name de heer Turmes, verzekeren dat dit de instelling is waarmee we werken aan het energiepakket dat in januari zal worden gepresenteerd. U heeft daar overigens al een eerste teken van kunnen zien in het onlangs door ons ingediende voorstel inzake energie-efficiëntie. Zoals premier Vanhanen al zei, heeft de Raad van Lahti de weg gebaand voor de formele besluiten op energiegebied die wij op de Voorjaarsraad, onder Duits voorzitterschap, hopen te bereiken. Ter afronding wil ik nog zeggen dat ik de ambitie, soms zelfs het ongeduld, van de heren Goebbels, Swoboda en Schulz en vele anderen deel. Onze rol op dit moment is om - zoals de heer Goebbels het zei - de droom waar te maken. Dat is absoluut onze rol, maar zoals al gebleken is in Hampton Court, biedt een informele Raad ons de gelegenheid om het debat te verdiepen en standpunten te verstevigen. In dat opzicht kan ik u oprecht zeggen dat de Raad van Lahti vooruitgang heeft opgeleverd. Het was zeker moeilijk, met name vanwege de steeds

Page 28: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

32 25/10/2006

complexere betrekkingen met Rusland, maar ook op dat vlak had ik de indruk - en de aanwezigheid van de heer Poetin heeft daartoe bijgedragen - dat er vooruitgang werd geboekt. Ik had de indruk dat de staatshoofden en regeringsleiders inzagen dat het noodzakelijk is een lijn te trekken en ons solidair op te stellen. Daarom hoop ik dat nu, met de waakzame steun van het Europees Parlement, de voorwaarden aanwezig zijn om onder Fins voorzitterschap en daarna vooruitgang te boeken op deze zo belangrijke terreinen als energie en innovatie, en om ook ons project van een sterker eengemaakt Europa vooruit te helpen. (Applaus)

3-074

De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

3-075

Richard Corbett (PSE). - (EN) Het wist dat de leden van de UKIP lijden onder een gebrek aan realiteitszin, maar toch ben ik stomverbaasd over wat de heer Godfrey Bloom zojuist heeft gezegd. Hij lijkt namelijk te beweren dat Groot-Brittannië kan voorzien in zijn eigen energiebehoeften en niet met andere landen hoeft samen te werken of zelfs maar te praten. Hij zegt dat het "levensbloed" van Groot-Brittannië uit handen van "buitenlanders" moet blijven, maar hoe denkt hij te bereiken dat we het zonder energie van buiten kunnen stellen? In elk geval niet met duurzame bronnen, want die doet hij af als "onzinnig", omdat volgens hem windparken "absurd" zijn en "geen enkele wetenschapper van naam" zou beweren dat hernieuwbare energie in belangrijke mate kan voorzien in de energievraag van Groot-Brittannië. Dus geen energie van buiten, geen duurzame bronnen, slinkende gas- en olievoorraden in de Noordzee, kernenergie die, voor zover we ermee doorgaan, maar een klein deel van de benodigde stroom kan leveren, plus nogal beperkte mogelijkheden tot uitbreiding van kolengebruik: als we de UKIP moeten geloven, wacht Groot-Brittannië zo te horen een niet door buitenlandse handen bezoedelde, maar duistere toekomst!

3-076

Pedro Guerreiro (GUE/NGL). - (PT) Achter de schermen van deze Top zijn bepaalde krachten aan het overleggen hoe ze het proces voor het alsnog opleggen van dit onaanvaardbare verdrag - abusievelijk en onheus de "Grondwet voor Europa" genoemd - weer kunnen opstarten, zonder rekening te houden met de soevereine en democratische beslissingen van het Franse en het Nederlandse volk. Deze kwalijke ideeën beginnen nu ook in de hogere echelons weerklank te krijgen. Kijk maar eens naar de opmerkingen van António Vitorino, leider van de PS, "die nu" – zo wordt ons medegedeeld – "voor de Commissie werkt". Volgens Vitorino rust op het Portugees voorzitterschap van de Raad gedurende de tweede helft van 2007 "de zware verantwoordelijkheid

om de eerste stappen te nemen bij het uitvoeren van het (zogenaamde) Grondwetswijzigingsprogramma". Het Portugees voorzitterschap moet fungeren als "lanceerplatform voor de nieuwe (zogenaamde) Europese Grondwet". Het zal dit door het Duits voorzitterschap opgestelde "programma" moeten implementeren; het is aan het Frans Voorzitterschap om dat programma in de tweede helft van 2008 af te ronden. De Europese Unie staat voor kapitalistische - neoliberale, federalistische en militaristische - integratie, en de zogenaamde "Grondwet voor Europa" zal die integratie in juridisch en politiek opzicht versterken. Het is de bedoeling nu een grote sprong voorwaarts maken, maar men zal daarbij, niettegenstaande alle propaganda, mystificatie en demagogie, stuiten op de eensgezinde afwijzing van al degenen die strijden voor een Europa van gelijkwaardige en soevereine staten, gebaseerd op sociale vooruitgang, samenwerking en vrede.

3-077

Bruno Gollnisch (NI). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, een paar opmerkingen over de Europese Top in Lahti. Eerste opmerking: terwijl ons continent overspoeld wordt door een ongekende golf van illegale immigratie, hebben de staatshoofden en regeringsleiders het niet nodig geacht meer dan een half uurtje aan dit probleem te besteden. Er valt op dit terrein niets, maar dan ook helemaal niets te verwachten van de Europese Unie, en het is hoog tijd dat officieel wordt vastgelegd dat iedere vorm van immigratiebeleid alleen maar nationaal kan zijn en iedere samenwerking op dit punt intergouvernementeel. Tweede opmerking: de heer Poetin heeft het volste recht een zekere soevereiniteit te bewaren over de energierijkdommen van zijn land en om te weigeren deze, in naam van een liberalisme dat hij niet deelt, te verkwanselen aan de hongerige oliemultinationals. Wat de mensenrechten betreft - waarvan de inachtneming een voorwaarde zou moeten zijn voor de betrekkingen van de EU met de rest van de wereld - zou de grootspraak hierover aan geloofwaardigheid winnen als deze niet zo selectief was en ook op een land als China werd gericht. Tot slot wachten wij nog altijd op de veroordeling door de Raad van de Turkse autoriteiten, die geprobeerd hebben om de verwijdering te forceren van een Cypriotische collega uit een delegatie van Europese afgevaardigden. Het wordt hoe langer hoe onaanvaardbaarder om toetredingsonderhandelingen te voeren met een land dat weigert om alle lidstaten te erkennen.

3-078

(In afwachting van de plechtige vergadering wordt de vergadering om 12.00 uur onderbroken en om 12.05 uur hervat)

3-079

VOORZITTER: JOSEP BORRELL FONTELLES Voorzitter

Page 29: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 33

3-080

Plechtige vergadering - Hongarije

3-081

De Voorzitter. - Mijnheer de president van de Republiek Hongarije, geachte afgevaardigden, dames en heren, het is mij een eer om u, president Sólyom, welkom te mogen heten in de plenaire vergadering van het Europees Parlement. President Sólyom is een vooraanstaand jurist die zich altijd vastberaden heeft ingezet voor de bescherming van het recht, de politieke vrijheid en de menselijke waardigheid. Hij was een van de eerste vijf rechters tot wier benoeming besloten werd aan de nationale Ronde Tafel in Hongarije van 1989, toen dit land en andere landen toegang kregen tot de vrijheid. Als president van het Hongaars grondwettelijk hof heeft president Sólyom enorme invloed uitgeoefend op de besluiten die de jonge democratie en de Hongaarse instellingen moesten versterken. Als derde president van de Republiek Hongarije heeft de heer Sólyom de inbreng en de reputatie van zijn land geconsolideerd. Hij is een pleitbezorger van sociale rechten en milieuwetgeving. Hij heeft gedurende het eerste jaar van zijn mandaat respect weten af te dwingen door zijn voorzichtige machtsuitoefening en zijn kordaat optreden telkens wanneer dat nodig was. Hij is ook zeer betrokken bij het milieu. Dat heeft hem ertoe gebracht een Europese Groep van groene regeringsleiders op te richten, dat wil zeggen van regeringsleiders die begaan zijn met de milieuproblematiek. Dit is een origineel en creatief initiatief. (Applaus) U kunt zich wel voorstellen tot welke fractie de afgevaardigden behoren die nu voor u applaudisseren. De opstand van het Hongaarse volk van vijftig jaar geleden toonde aan hoe krachtig het volk de democratische beginselen steunde en hoezeer het nationale zelfbestemming wenste. Zo zijn er heel wat mijlpalen die wij nu gedenken en vieren. Alles begon in oktober 1989 toen uw land zijn onafhankelijkheid verklaarde, en in 1990 toen het Hongaarse parlement 23 oktober uitriep tot nationale feestdag van Hongarije en duidelijk maakte dat de erfenis van de revolutie van 1956 nog steeds onder ons leeft. Gisteren heeft het Europees Parlement in zijn plenaire vergadering de Hongaarse revolutie van 1956 herdacht. Morgen zullen we hierover een resolutie aannemen. Ook vanmiddag zal het Europees Parlement deze herdenkingsdag vieren met de opening van de foto-

expositie: “Hongarije - Verleden en Toekomst - 1956-2006”, waarvoor ik alle leden van het Parlement zou willen uitnodigen. Mijnheer de president, ik dank u voor uw aanwezigheid hier op een voor de geschiedenis van uw land, en voor de geschiedenis van ons allen, zo belangrijk moment. (Applaus)

3-082László Sólyom, president van de Republiek Hongarije. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, geachte leden van het Europees Parlement, geachte vertegenwoordigers van de Raad en de Commissie, dames en heren, samen met de hele wereld viert Hongarije de vijftigste verjaardag van de Hongaarse opstand van 1956 en de vrijheidsstrijd. Het is bemoedigend en verheffend te zien dat er één herdenkingsplechtigheid is waarin iedereen zich kan herkennen. Er zijn geen meningsverschillen, geen voorbehouden. Iedereen eert de nagedachtenis van de Hongaarse helden van 1956. Vijftig jaar zijn verstreken en nu kunnen wij, vanuit een historisch perspectief en na de val van het communistische regime in de voormalige Sovjet-Unie, duidelijk overzien hoe groot het historische belang van de Hongaarse opstand van 1956 en van de strijd om de vrijheid was. De herdenking is ook voor de rest van de wereld aanleiding tot viering, en volkomen terecht. We keren in gedachten terug naar de geestdrift waarmee andere landen zich schaarden achter de Hongaarse opstand. We vieren de edelmoedige offers die wereldwijd werden gebracht. Oostenrijk, zelf nog maar net bevrijd, opende zijn grenzen voor 160 000 Hongaarse vluchtelingen, Polen doneerde bloed voor de gewonden in de vrijheidsstrijd en in diverse landen overal ter wereld vonden tienduizenden Hongaarse vluchtelingen een nieuw bestaan. De werkelijke aanleiding voor deze vreugdevolle herdenking is echter dat Hongarije inmiddels zelfstandig, soeverein en democratisch is geworden, dat het nu een rechtsstaat is en zich uit eigen vrije wil kon aansluiten bij internationale organisaties zoals de Europese Unie. Mede door de gebeurtenissen in 1956 bejegent de wereld Hongarije met een positieve instelling. De heroïsche strijd van de Hongaarse verzetsstrijders tegen de Sovjetoverheersing heeft ervoor gezorgd dat Hongarije ook nu nog overal erkenning en waardering ondervindt. Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie is het gemeengoed geworden te stellen dat met de Hongaarse opstand een fatale klap werd toegediend aan het internationale Sovjetregime. In de beginjaren van de militaire dictatuur en het terreurbewind van Kádár zag echter niemand dat zo. 1956 riep hooguit twijfels op over de communistische ideologie en de gebeurtenissen stelden het linkse, sovjetgezinde deel van de intelligentsia in West-Europa voor een dilemma door hen op de feiten te wijzen. Die respons kan nu nog

Page 30: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

34 25/10/2006

worden gezien als een zekere mate van intellectuele oprechtheid. Politiek had de Sovjet-Unie evenwel geleerd dat zij de regio ongestoord en onbeperkt haar wil kon opleggen. De Westerse mogendheden hadden er immers geen directe veiligheids- of economische belangen. De grote mogendheden stelden zich ambivalent op in hun beleid en propaganda, zodat ook de Hongaren niet goed wisten wat ze konden verwachten. Noch de Amerikaanse noch de Franse of Britse regering was voornemens te interveniëren of zelfs maar de integriteit van de Sovjetinvloedssfeer in twijfel te trekken - dat gaven zij de Sovjet-Unie in oktober te verstaan. Zij lieten de Hongaarse regering alleen, verschaften geen informatie en wekten valse hoop onder de verzetsstrijders en de bevolking omdat zij in de propaganda van de met overheidsmiddelen gesubsidieerde, Westerse radiostations ertoe werden aangezet vertrouwen te stellen in de komst van hulp voor hun vrijheidsstrijd. De communisten konden in 1961 de Berlijnse Muur bouwen en in 1968 met militair ingrijpen korte metten maken met de hervormingsbeweging van de Praagse lente. Dat de Sovjet-Unie in 1989 haar invloedssfeer in het Oostzeegebied en in Midden- en Oost-Europa opgaf, was, evenals de ineenstorting zelf, niet het gevolg van 1956 maar van de inherente zwakheden van het politieke stelsel en van het onvermogen om de economische race en de wapenwedloop bij te houden. De Hongaarse opstand en onafhankelijkheidsstrijd waren echter vanuit een ander standpunt bekeken, het eerste en gewichtigste teken van de instabiliteit van de communistische regimes in de Midden-Europese landen, met hun ten opzichte van de Sovjetunie geheel andere historische, politieke en culturele tradities. Deze landen hadden een democratische traditie. Nationale autonomie was er bijna zoiets als een intrinsieke waarde geworden. De strijd die in 1956 werd gevoerd in Polen en Hongarije, in 1968 in het toenmalige Tsjecho-Slowakije, en vanaf de jaren tachtig opnieuw in Polen, onder leiding van de vakbond Solidariteit, was tevens een strijd voor elementaire democratische vrijheden en voor beperking van de Sovjetinvloed. Die gebeurtenissen en strijd leidden in 1989-90 tot de democratische overgang in Midden-Europa. De opstand in 1956 en de overgang in 1989 hebben gemeen dat beide gekeerd waren tegen het communisme van de eenpartijstaat. Als wij echter de opstand trouw willen blijven en er een legitieme aanspraak op willen maken, moeten we erop toezien dat de scheidslijn tussen het vrije Hongarije van vandaag en het Hongarije van vóór 1989 niet vervaagt. De lering die we kunnen trekken uit zowel 1956 als 1989 is dat in beide gevallen de historische implicaties verder reikten dan het streven naar meer vrijheid binnen een socialistisch systeem. De grootsheid van premier Imre Nagy was dat hij dat besefte. Hij liet zijn communistische verleden achter zich, hij liet het

internationale Sovjetsysteem achter zich, hij bleef een links politicus maar nam een historische rol op zich. Hij aanvaardde het lot dat de opstandige Hongaarse natie hem aanbood en wilde liever sterven dan zich daaraan te onttrekken.

3-083

(DE) Op 22 oktober, aan de vooravond van de revolutie, hebben staatshoofden, regeringsleiders en andere hoge gasten deelgenomen aan een feestelijke bijeenkomst in de Staatsopera van Boedapest. Onder de genodigden bevonden zich ook de landen die destijds veel Hongaarse vluchtelingen hadden opgenomen. Tot eind 1956 zijn meer dan 153 000 Hongaren naar Oostenrijk gevlucht. Later kwamen daar nog eens 30 000 personen bij. Oostenrijk zorgde onbaatzuchtig voor onderdak en verzorging van de vluchtelingen en zette de bijna onmisbaar geworden internationale hulpactie op touw. De Oostenrijkse hulp omvatte advies, rechtshulp, arbeidsbemiddeling en zelfs onderwijs voor schoolgaande kinderen en psychologische zorg. Oostenrijk maakte ook de weg vrij voor emigratie naar andere landen. Een tiende van de Hongaren is echter in Oostenrijk gebleven, een land waar de Hongaren altijd al een nauwe band mee hadden. De hulp van Oostenrijk bleef echter niet beperkt tot de opvang van vluchtelingen. Dit buurland voelde zich niet alleen bij ons betrokken vanwege de geografische nabijheid, maar had ook een bijzondere empathie voor Hongarije. De bezettingsmacht had kort daarvoor het land verlaten; het rode leger had zich kort daarvoor uit Wenen teruggetrokken. In Oostenrijk wist men wat het betekende in een onvrij land te wonen. Hier ondervond men telkens weer aan den lijve hoe het gebrek aan zelfbeschikking alles doordringt en aantast. Wij hadden ook ervaringen met totalitaire systemen gemeen. Wij zijn ook de Bondsrepubliek Duitsland bijzondere dank verschuldigd. Op 2 november 1956 kwamen de eerste Hongaarse vluchtelingen in Duitsland aan. Toen de regering zag hoe groot de toestroom was, besloot zij 10 procent van de vluchtelingen asiel te verlenen, hoewel ze op 7 november aanvankelijk slechts 3 000 vluchtelingen wilde opnemen. Hoewel de vluchtelingen en ontheemden uit de oostelijke deelstaten reeds een zware last waren voor de Duitse verzorgingsstaat, ving men de Hongaren met grote sympathie op. Het Duitse Rode Kruis gaf in totaal 30 miljoen DM voor de opvang van vluchtelingen uit. 20 000 Hongaarse vluchtelingen vonden in Duitsland een nieuw thuis. 1 200 studenten konden een studie volgen in het Duitse hoger onderwijs, en in Kastl werd een tweetalig gymnasium opgericht. Namens het Hongaarse volk mijn dank hiervoor.

3-084

(HU) De herdenking van 1956 moet ons herinneren aan de bevrijding die wij toen ervoeren, aan het gevoel van elementair en puur geluk. Dat geluk straalde af van de gezichten van de mensen tijdens de demonstratie op 23 oktober 1956, en was zichtbaar op alle foto's en filmbeelden die uit die tijd konden worden bewaard, en

Page 31: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 35

dat is ook wat iedereen die er herinneringen aan bewaart, noemt. Ik zou willen afsluiten met de woorden van een beroemd schrijver, Géza Ottlik, die schreef: "Als je er niet van het begin tot het einde bij bent geweest, heb je aan een poëtische verbeelding, een fervente revolutionaire inborst of zelfs een geniaal verstand niet genoeg om te bevatten hoe het was. Ik had het me ook niet van tevoren de gelukzaligheid kunnen indenken waarmee we door de straten van Budapest liepen, omdat ik niet wist, omdat ik er gewoon geen flauw benul van had dat zo'n gelukzaligheid kon bestaan … Niemand acht zijn ellendige leven - dat misschien te ellendig is gemaakt - meer waard dan de abstracte eer van zijn vaderland. Kijk naar de gezichten! Ziet u … wat een opgeluchte kalmte erop te lezen is? Het belangrijkste is namelijk niet de dappere vastberadenheid, noch de heldenmoed, maar wat uit hun ogen straalt, die blije opluchting. Ze marcheren, in groepjes of alleen, tanks tegemoet, terwijl kanonnen en machinegeweren op hen gericht zijn, met een diepe, gelukzalige kalmte. Niets is hun dierbaarder dan hun herwonnen menselijke waardigheid." Ik dank u voor uw aandacht.

3-085

De Voorzitter. - Mijnheer de president, hartelijk dank voor uw herinneringen aan de gebeurtenissen die wij nu vieren. Wij wensen uw land het allerbeste toe. Europa was voor vele landen in niet alleen het Oosten maar ook het Westen een baken en heeft de weg gewezen naar vrijheid en democratie. Uw woorden zullen ongetwijfeld de kennis onder de jonge generaties van die historische gebeurtenissen vergroten. Wij danken u hartelijk voor uw aanwezigheid hier, en wij hopen dat u en de Hongaarse regering de ingeslagen weg naar volledige integratie in de Europese Unie zullen voorzetten. Nogmaals hartelijk dank. (Applaus) (De plechtige vergadering wordt om 12.25 uur gesloten)

***

3-086

Gérard Onesta (Verts/ALE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, wat de agenda van onze vergadering betreft, was, als ik me niet vergis, aangekondigd dat de stemmingen om 12.30 uur zouden beginnen. Ik heb de indruk dat daarom sommige collega's nog niet aanwezig zijn. Zouden we niet tot 12.30 uur kunnen wachten met de stemmingen, zoals was aangekondigd? (Applaus)

3-087

De Voorzitter. - De stemming is aangekondigd en iedereen volgt de werkzaamheden in de plenaire zaal. Mijns inziens is het niet wenselijk om te wachten tot precies half één. Ik heb namelijk heel duidelijk gezegd

dat de stemming onmiddellijk na de plechtige vergadering zou plaatsvinden.

3-088

Ignasi Guardans Cambó (ALDE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik heb u vanochtend, niet via de simultane vertolking maar rechtstreeks in uw schitterende Castiliaans, horen verklaren na afloop van het debat over deze kwestie, dat de stemming om half één zou plaatsvinden. Meer hebt u niet gezegd: u zei dat de stemming om half één zou plaatsvinden. Ik verzoek u dan ook om uit respect voor onze collega’s, en omdat het nu zal gaan over een uiterst gevoelig onderwerp waarbij elke stem telt - zoals elke stem altijd telt - zo tactvol te zijn en de stemming om half één te beginnen en niet om vijf of vier minuten voor half één.

3-089

De Voorzitter. - Mijnheer Guardans, bedankt voor uw complimenten met mijn Castiliaans. Ik kan mij natuurlijk over het algemeen goed uitdrukken in die taal en als ik me goed herinner, heb ik gezegd: om half één, na de plechtige vergadering. Uit de notulen zal blijken wie van ons twee gelijk heeft, maar u hoeft geen beroep te doen op mijn tact om mij beslissingen te laten nemen die u goeddunken.

3-090

Josu Ortuondo Larrea (ALDE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik zou hetzelfde willen zeggen als de heer Guardans. U hebt na afloop van het debat over het vredesproces verklaard dat de stemming om half één zou plaatsvinden, om 12.30 uur, en bovendien is wat u zei, in het Castiliaans waarin u zich zo goed uitdrukt - om half één, na de plechtige vergadering - geenszins in strijd met een begin van de stemmingen om half één. Het tweede deel is gewoon bedoeld als een garantie, dat als de plechtige vergadering niet om half één zou zijn afgelopen, de stemmingen ook later kunnen beginnen. Dat is de betekenis van uw woorden in het Castiliaans.

3-091

De Voorzitter. - Ik laat geen verdere moties van orde toe.

3-092

Stemmingen

3-093

De Voorzitter. - We gaan nu over tot de stemming. (Uitslagen en nadere bijzonderheden betreffende de stemmingen: zie notulen)

3-094

Vredesproces in Spanje (stemming)

3-095

De Voorzitter. - Wij gaan stemmen over de ontwerpresolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten en van de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten.

Page 32: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

36 25/10/2006

Er is een amendement ingediend door de PPE-DE-Fractie op paragraaf 2 van de ontwerpresolutie. (Het Parlement verwerpt het amendement bij elektronische stemming) Dan stemmen we nu over de ingediende ontwerpresolutie. (Het Parlement verwerpt de ontwerpresolutie bij hoofdelijke stemming) Dan gaan wij nu stemmen over de ontwerpresolutie van de PSE-Fractie, de ALDE-Fractie, de GUE/NGL-Fractie en de Verts/ALE-Fractie.

3-096

Cristiana Muscardini (UEN). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, overeenkomstig de artikelen 136 en 138 van het Reglement wil ik vragen waarom de titel en paragraaf 6 van de ontwerpresolutie de nu in stemming wordt gebracht, en die politiek gezien zeer belangrijk is, zo ingrijpend zijn gewijzigd. Daarbij heeft men zich niet gehouden aan de in het Reglement opgenomen beperkingen. Bovendien wil ik erop wijzen dat de nieuwe tekst nog niet in alle taalversies beschikbaar is, zoals het Reglement vereist. Mijnheer de Voorzitter, wij willen weten waarom de diensten een dergelijke wijziging hebben aanvaard, zonder de instemming van de fracties, en waarom men niet de toevlucht heeft genomen tot een mondeling amendement, zoals normaliter gebeurt en zoals ook in het Reglement is voorzien. Het Reglement staat het niet toe te stemmen over een tekst die is gewijzigd na het verstrijken van de daarvoor bestemde termijn en zonder enig overleg met de fracties.

3-097

De Voorzitter. - Volgens het secretariaat is er voor de afgevaardigden een tekst beschikbaar in alle talen. Dat hebben ze mij verzekerd.

3-098

Mirosław Mariusz Piotrowski (IND/DEM). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, is er hier geen misverstand in het spel? Volgens onze stemlijsten zou de eerste stemming bij handopsteking moeten geschieden. De tweede stemming, over de resolutie van de PPE-DE-Fractie, zou hoofdelijk moeten zijn. Volgens onze stemlijsten zou deze tweede stemming echter gaan over de resolutie van de socialisten. Wij hebben tegen gestemd omdat we dachten dat het om de tweede stemming ging. Heb ik juist begrepen dat de stemming die zojuist heeft plaatsgevonden de eerste stemming was? Ik zou erop willen wijzen dat veel van mijn collega’s, niet enkel uit Polen, maar ook uit Tsjechië en uit andere lidstaten, op dezelfde manier hebben gestemd. Mag ik in deze kwestie om duidelijkheid verzoeken?

3-099

De Voorzitter. - Het is heel duidelijk wat het Voorzitterschap in stemming heeft gebracht: we hebben eerst gestemd over een amendement op een

ontwerpresolutie. Wat daarna in stemming moest worden gebracht, was heel duidelijk: we moesten stemmen over de ontwerpresolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten en van de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten. Je moest wel stokdoof zijn om niet te horen wat er in stemming wordt gebracht. (Protest van rechts) (Applaus van links)

3-100

Alejo Vidal-Quadras (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik heb twee moties van orde. Ten eerste moest over het amendement bij handopsteken worden gestemd en niet hoofdelijk. (Applaus van de fractie) Zoals we zojuist hebben gezien, mijnheer de Voorzitter, zijn door deze procedurefout sommige afgevaardigden op het verkeerde been gezet bij het uitbrengen van hun stem. Daarom verzoek ik u, mijnheer de Voorzitter, het Reglement toe te passen en deze fout te herstellen. Ten tweede heeft de tekst van de socialistische resolutie een ingrijpende wijziging ondergaan - ik herhaal: een ingrijpende wijziging - waarbij het Reglement echter niet werd geëerbiedigd. Om deze wijziging te kunnen aanbrengen had men namelijk een amendement moeten indienen, wat niet is gebeurd binnen de vastgestelde termijn, ofwel men had een mondeling amendement moeten indienen in de plenaire vergadering. Derhalve, mijnheer de Voorzitter, is de tekst van de socialistische resolutie evenmin in overeenstemming met het Reglement, en ik verzoek u dienovereenkomstig te handelen. (Applaus van rechts) (Protest van links)

3-101

De Voorzitter. - Mijnheer Vidal-Quadras, we hebben geen hoofdelijke maar een elektronische stemming gehouden. U bent hier lang genoeg om het verschil te weten. In de tweede plaats is de interpretatie van het Reglement niet uw zaak maar die van de Voorzitter, die daarin wordt bijgestaan door het secretariaat. De Voorzitter luistert naar alle argumenten en neemt ze naar behoren in aanmerking en handelt dan op de meest passende wijze. Maar, alstublieft, blijf bij uw leest. Zeg niet: dit is niet overeenkomstig het Reglement en dat wel, want dat is uw taak niet. (Protest van rechts) (Applaus van links)

3-102

Martin Schulz (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, volgens mij hebt u alles gezegd wat gezegd moest worden. De Voorzitter is verantwoordelijk voor de uitleg

Page 33: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 37

van het Reglement, vooral wat betreft de volgorde en de uitvoering van stemmingen. Ik heb de indruk dat de stemming geheel volgens het boekje is verlopen. Mijn politieke ervaring heeft mij ook één ding geleerd - we zijn immers allemaal politici, ook u, waarde collega’s van de EVP-ED-Fractie -, namelijk dat als de politiek er niet meer uitkomt, het Reglement het weer eens moet ontgelden. Dat is niets nieuws, maar toch vraag ik u, mijnheer de Voorzitter, nu tot stemming over te gaan. (Applaus van links)

3-103

Avril Doyle (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, is er, gelet op uw gewaardeerde achtergrond als Spaans socialist, wellicht sprake van belangenconflict als u blijft voorzitten, juist bij dit punt ? (Levendig en langdurig applaus van rechts)

3-104

Ignasi Guardans Cambó (ALDE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, omdat door een aantal betogen misschien wat verwarring is ontstaan, wil ik alleen verduidelijken dat er niet gestemd wordt over een socialistische resolutie maar over een gezamenlijke resolutie van de Sociaal-democratische Fractie, de Alliantie van Democraten en Liberalen voor Europa fractie, de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie en de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noord Groen Links, dat wil zeggen over een gezamenlijke resolutie van verschillende fracties van dit Parlement. Dit is geen socialistische resolutie die hier in stemming wordt gebracht, mijnheer de Voorzitter. (Applaus van rechts)

3-105

Kathy Sinnott (IND/DEM). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, misschien zijn sommigen uit op een andere uitslag, of wat dan ook, maar feit is dat ik als gevolg van de hoofdelijke stemming verkeerd heb gestemd. Dat zegt genoeg. Er is hier tenminste één stem verkeerd uitgebracht. (Applaus van rechts)

3-106

Bogdan Pęk (IND/DEM). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het is toch van cruciaal belang dat de stemming een weerspiegeling is van de wil van dit Parlement, of liever gezegd van de afgevaardigden die in dit Parlement zetelen. Door een vergissing, of door onoplettendheid, heeft een aanzienlijk deel van de Parlementsleden niet overeenkomstig zijn of haar wil gestemd. Ik doe daarom een formeel verzoek om de resolutie opnieuw in stemming te brengen. Daar is geen enkel risico mee verbonden, aangezien enkel duidelijk zal worden wat de eigenlijke wil van het Parlement is. (Applaus van rechts)

3-107

De Voorzitter. - Alstublieft, dit is een serieuze en belangrijke kwestie. Ik verzoek u met het Bureau samen

te werken opdat wij op rationele en adequate wijze kunnen onderzoeken wat er aan de hand is. U hoeft uw betoog niet telkens te ondersteunen met een blijk van instemming met deze of gene zijde.

3-108

Daniel Cohn-Bendit (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, wat u ook van deze stemming moge denken, één ding moet ik toch zeggen, en ik vraag de voorzitter van de PPE-DE-Fractie daar een standpunt over in te nemen: het is een schande wat hier is gezegd, en het hele Parlement moet dit van de hand wijzen! Deze Voorzitter is met een grote meerderheid gekozen en hij heeft het recht stemmingen te leiden, of u dat nu zint of niet! De rest is een schande en smeerlapperij! (Applaus van links)

3-109

José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra (PPE-DE). - (ES) Mjinheer de Voorzitter, ik wil alleen even ingaan op uw antwoord aan de ondervoorzitter van het Parlement, de heer Vidal-Quadras. U zei dat het de taak van de Voorzitter van het Europees Parlement is om het Reglement te interpreteren. In artikel 159, lid 1, van het Reglement van dit Parlement staat dat het Parlement in de regel stemt bij handopsteken, en in lid 2 staat dat “als de Voorzitter beslist dat de uitslag twijfelachtig is, er elektronisch wordt gestemd”. Mijnheer de Voorzitter, u besloot een elektronische stemming te houden ofschoon de uitslag nog niet bekend was, en dat heeft tot verwarring geleid. Mijnheer de Voorzitter, over twee maanden zit uw mandaat in dit Parlement erop. Zet uw onafhankelijkheid en reputatie niet op het spel, want u en dit Parlement verdienen beter. (Gemengde reacties)

3-110

De Voorzitter. - Voor een laatste motie van orde geef ik het woord aan de heer Poettering, en dan is het afgelopen, want anders houdt het niet op. Daarna zal ik in overleg met de leden van het Bureau de beslissing nemen die ik opportuun acht, overeenkomstig ons Reglement.

3-111

Hans-Gert Poettering (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, we zitten in een lastig parket, en we hebben mijns inziens vanochtend een zeer waardig debat gevoerd. Nu moeten we handelen. Ik wil nog eens benadrukken dat de integriteit van de Voorzitter van het Europees Parlement buiten kijf staat. (Applaus) Dit gezegd hebbende moeten we nu een procedure zien te vinden waarmee wij een beslissing kunnen nemen. We hadden de eerste stemming bij handopsteken moeten doen - zo gaat dat normaliter. Ik dacht toen dat u meteen tot elektronische stemming overging omdat de uitslagen

Page 34: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

38 25/10/2006

volgens u dicht bij elkaar zouden liggen, maar stemming bij handopsteken zou de normale gang van zaken zijn geweest. Helaas heeft de onderhavige stemmingsprocedure ertoe geleid dat sommige collega’s anders hebben gestemd dan ze van plan waren. Rest ons nog de vraag of de gezamenlijke tekst waarover de fracties overeenstemming hebben bereikt, op de juiste manier tot stand is gekomen en of er inmiddels vertalingen beschikbaar zijn. Alles bij elkaar een hele serie problemen. Daarom doe ik een beroep op uw goede wil: laten we de stemming overdoen en daarna stemmen over de gezamenlijke ontwerpresolutie van de fracties. Dan heeft het Parlement een uitspraak gedaan en wordt de politieke wil van dit Parlement duidelijk. Toont u nu uw goede wil! (Applaus)

3-112

De Voorzitter. - Hartelijk dank, mijnheer Poettering. Hartelijk dank dat u het voor de Voorzitter van het Europees Parlement opneemt en zijn eer verdedigt. Ik vind inderdaad het betoog van mevrouw Doyle volstrekt onaanvaardbaar. Dat staat geheel los van wat hier aan de hand is. (Applaus) We hebben echter belangrijkere zaken om te bespreken. Geachte leden van het Parlement, ik verzoek u mij twee minuten te geven om met de leden van het Bureau overleg te plegen over de drie kwesties die aan de orde zijn gesteld. Vervolgens zal het Voorzitterschap zijn besluit aankondigen, en ik wijs u erop dat volgens artikel 166, lid 2, van ons Reglement de Voorzitter, na geluisterd te hebben naar de moties van orde met betrekking tot het onderhavige onderwerp, de beslissing neemt die hij passend acht en dat er niet zal worden gestemd over de beslissing van de Voorzitter. Met andere woorden, wat het Voorzitterschap beslist, wordt gedaan. Welnu, dan hoop ik dat u mij nu toestaat om met de leden van het Bureau overleg te plegen over de technische kwesties met betrekking tot de drie aan de orde gestelde problemen . (De vergadering wordt voor enkele ogenblikken geschorst) Dames en heren afgevaardigden, na raadpleging van de diensten van dit Parlement en na bestudering van de artikelen van ons Reglement met betrekking tot de onderhavige kwesties, acht ik het wenselijk als volgt te handelen. - Wat betreft de gezamenlijke resolutie van de PSE-Fractie, de ALDE-Fractie, de GUE/NGL-Fractie, en de

Verst/ALE-Fractie, is mij verteld - en ik heb geen reden daaraan te twijfelen - dat de tekst in alle talen beschikbaar is. Er is mij ook gezegd dat de tekst gisteren op het laatste moment inderdaad op een aantal punten gewijzigd is, en dat het Bureau daarmee akkoord is gegaan zonder de officiële procedure voor amendering toe te passen, omdat het dat niet nodig achtte. De gezamenlijke resolutie van de PSE-Fratie, de ALDE-Fractie, de GUE/NGL-Fractie en de Verst/ALE-Fractie kan dan ook in stemming worden gebracht in de versie waarop de laatste wijziging betrekking had, die tot doel had in het debat opgenomen te worden. Daar zullen wij over stemmen. - Ten tweede is er alle reden om aan te nemen dat er enige verwarring is ontstaan en dat sommige afgevaardigden de tweede maal hebben gestemd zonder te beseffen waar de stemming precies over ging, ook al had de Voorzitter dat volgens mij duidelijk aangegeven. Ik denk echter dat de bezwaren te goeder trouw zijn, en dat er misverstanden zijn geweest over datgene waarover gestemd werd. Daarom en om de democratische wil van dit Parlement te bekrachtigen, zal ik de twee stemmingen herhalen. (Applaus) (Het Parlement verwerpt het amendement door middel van stemming bij handopsteken, die elektronisch gecontroleerd wordt) De uitslag van de tweede ronde is dus dezelfde als die van de eerste: het amendement is verworpen. (Het Parlement verwerpt de ontwerpresolutie van de PPE-DE-Fractie en de UEN-Fractie bij hoofdelijke stemming) Wij hebben nu dus precies dezelfde uitslag als zojuist, maar ik denk dat de gemoederen nu gesust zijn en dat de wens van de afgevaardigden beter tot uitdrukking is gebracht. (Het Parlement neemt de gezamenlijke resolutie van de PSE-Fractie, de ALDE-Fractie, de GUE/NGL-Fractie en de Verst/ALE-Fractie bij hoofdelijke stemming aan)

3-113

VOORZITTER: ANTONIOS TRAKATELLIS Ondervoorzitter

3-114

Europese betalingsbevelprocedure (stemming)

3-115

Vóór de stemming

3-116

Cristiana Muscardini (UEN). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik heb een motie van orde en ik dank u voor het feit dat u mij zo prompt het woord geeft. Dankzij het feit dat de Voorzitter mij zo snel het woord geeft, kan ik ervan op aan dat mijn stem ook daar aankomt waar de microfoons niet aankomen.

Page 35: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 39

Met het oog op het Reglement moet ik er dus van uitgaan dat wij met ons besluit van vandaag en met de daarop volgende stemming ons Reglement met ingang van vandaag hebben gewijzigd en aangepast aan de vandaag ingevoerde praktijk. Van nu af aan zal het niet meer nodig zijn om vierentwintig uur vóór de stemming te beschikken over de teksten in alle taalversies, maar zal volstaan de teksten te ontvangen op het moment van de stemming. Evenmin zal het nodig zijn om mondelinge amendementen in te dienen, omdat eenieder onder ons de in stemming te brengen teksten op het allerlaatste moment nog kan wijzigen. Mijnheer de Voorzitter, hartelijk dank, want dit betekent dat eens te meer de democratie een deuk heeft opgelopen.

3-117

Monica Frassoni (Verts/ALE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, ik wilde alleen maar zeggen dat dit een moeilijke dag was en ben van mening dat het besluit om de stemming te herhalen een gevaarlijk precedent en totaal onnodig was.

3-118

Arlene McCarthy (PSE), rapporteur. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de commissie en de fracties hebben gevraagd eerst te stemmen over compromisamendement 4, omdat over dit amendement in de trialoog overeenstemming is bereikt met Raad en Commissie. Dat strookt met de bepalingen van ons Reglement betreffende de nieuwe comitologieprocedure. Als u eerst compromisamendement 4 in stemming brengt, komt amendement 2 te vervallen. Met het oog op de verklaring van commissaris Frattini tijdens het debat van maandag en zijn toezegging om de gevolgen te bestuderen die deze verordening en het civiel recht zal hebben voor partijen die gevestigd zijn in derde landen, met name in de landen van de Europese Economische Ruimte, hebben de fracties afgesproken om af te zien van amendement 1. Daarom zullen we als fracties tegen dat amendement stemmen. Ik hoop dat daarmee verwarring tijdens de stemming zal worden voorkomen.

3-119

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ook het voorzitterschap neemt nota van de positieve houding van het Parlement ten aanzien van de uitbreiding van de werkingssfeer van de Europese betalingsbevelprocedure tot rekwiranten en verweerders die gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. Mede gelet op de besprekingen in de Raad lijkt het in dit stadium echter onmogelijk om grensoverschrijdende gevallen anders te definiëren in de tekst van de verordening is gedaan. Het voorzitterschap is bereid tot nader onderzoek van de gevolgen van de verordening voor partijen die gevestigd zijn in lidstaten van de Europese Economische Ruimte.

3-120

Programma "Jeugd in actie" (2007-2013) (stemming)

3-121

Actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (stemming)

3-122

Programma "Europa voor de burger" (2007-2013) (stemming)

3-123

Beperkingen op het op de markt brengen en het gebruik van perfluoroctaansulfonaten (stemming)

3-124

Instelling, werking en gebruik van SIS II (verordening) (stemming)

3-125

Vóór de stemming

3-126

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het belang van de wetgevingsvoorstellen voor het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie kan niet genoeg worden benadrukt. Het SIS II-systeem is een essentieel instrument voor de met rechtshandhaving belaste instanties en maakt het tegelijkertijd mogelijk het Schengen-gebied uit te breiden en de controle aan de binnengrenzen af te schaffen. Voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Unie creëren we een wetgevingsgrondslag voor een grootschalig informatiesysteem, met medebeslissing van het Europees Parlement. Samen met de rapporteur van het Europees Parlement, de heer Coelho, heeft het voorzitterschap een compromis opgesteld dat hopelijk voor alle partijen in eerste lezing aanvaardbaar is. We danken de heer Coelho en zijn team voor hun medewerking. Het standpunt van de Raad inzake het wetgevingspakket voor SIS II is begin oktober voorgelegd aan de Voorzitter van het Parlement. De Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken heeft op 5 oktober gestemd over haar standpunt. Zij was het niet eens met de door de Raad voorgestelde aanvulling met betrekking tot de toegang van autoriteiten tot het systeem. Volgens het standpunt van de Raad zouden alle autoriteiten die gegevens invoeren in het SIS II-systeem, ook toegang tot het systeem moeten hebben. Zo zou de volledige, onmisbare samenwerking gewaarborgd zijn tussen alle autoriteiten die betrokken zijn bij de bescherming van alles wat verband houdt met vrijheden, veiligheid en justitie. De aanvulling werd in een heel laat stadium van de onderhandelingen voorgesteld. Het is derhalve volstrekt begrijpelijk dat de Commissie burgerlijke vrijheden van mening was er niet mee te kunnen instemmen als haar niet de gelegenheid werd geboden de zaak grondiger te bestuderen. Het voorzitterschap heeft het op maandag hierover gevoerde plenaire debat met grote belangstelling gevolgd. Ik hoop dat het Europees Parlement vandaag de

Page 36: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

40 25/10/2006

voorgestelde tekst kan goedkeuren. In de komende weken zal de Raad de uitkomst van de plenaire stemming van het Parlement bespreken. Ik geloof dat een oplossing met het Parlement in eerste lezing mogelijk is. Ik wil met nadruk stellen dat we nu heel dicht bij een oplossing voor deze belangrijke wetgevingskwestie zijn.

3-127

Toegang tot SIS II voor de instanties belast met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen

(stemming)

3-128

Vóór de stemming

3-129

Carlos Coelho (PPE-DE), rapporteur. - (PT) Mijnheer de Voorzitter, de Raad kon bij het debat van maandag niet aanwezig zijn en heeft nu een verklaring afgelegd. Ik geloof dat het correct is als het Parlement bij monde van uw rapporteur op die verklaring van de Raad reageert. Als u daarmee instemt, mijnheer de Voorzitter, wil ik graag twee korte opmerkingen maken. Om te beginnen wil ik het voorzitterschap bedanken voor al het werk dat het met betrekking tot dit onderwerp heeft verricht. Ik meen verder dat het Parlement zich met dit voorzitterschap gelukkig kan prijzen. We gaan nu immers onze goedkeuring hechten aan een stuk wetgeving dat de buitengrenzen zal versterken en aldus zal bijdragen tot meer veiligheid voor onze burgers. Ook al heeft het voorzitterschap zich in dit proces van zijn beste kant laten zien, van de Raad kunnen wij bezwaarlijk hetzelfde zeggen. De Raad is de beloften die hij in mei hier in Straatsburg in het kader van de trialoog heeft gedaan, niet nagekomen. Ik hoop nu maar dat de Raad het Finse voorzitterschap niet dezelfde behandeling zal geven als destijds het Oostenrijkse voorzitterschap. Ik hoop dus dat de Raad zijn beloften zal nakomen en dit document zal aannemen in de vorm waarin wij het gaan goedkeuren. Alleen dan zullen we in eerste lezing tot een akkoord geraken, en alleen zo kunnen we vermijden dat we bij het implementeren van de tweede generatie van het SchengenInformatiesysteem een vertraging oplopen.

3-130

Instelling, werking en gebruik van SIS II (besluit) (stemming)

3-131

Betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland na de moord op de journaliste Anna Politkovskaïa

(stemming)

3-132

Borstkanker (stemming)

3-133

Antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen van derde landen tegen de

Gemeenschap (stemming)

3-134

Vóór de stemming

3-135

Cristiana Muscardini (UEN), rapporteur. - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dit is een zeer delicaat onderwerp. Ik heb enkel het woord gevraagd om alle collega’s van de Commissie internationale handel, en met name haar voorzitter en heel het secretariaat, te bedanken voor het uitstekende werk en voor de bijdrage aan het debat over een thema dat uitermate delicaat en moeilijk is voor de toekomst van ons Europa, niet alleen vanuit de optiek van de handel maar ook vanuit dat van de vrijheid.

3-136

De Voorzitter. - Hiermee is de stemming beëindigd.

3-137

Stemverklaringen

3-138

- Vredesproces in Spanje (B6-0526/2006 en B6-0527/2006)

3-139

Bernat Joan i Marí (Verts/ALE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de stemming over het vredesproces in Baskenland mag dan enigszins vergiftigd zijn door de procedurele maatregelen, maar ik geloof dat het een goede dag is geweest voor het proces. Nu kan het immers rekenen op de steun en de betrokkenheid van het Europees Parlement. Dat is van groot belang voor een oplossing van het politieke conflict dat momenteel speelt in Baskenland en Spanje. Er zullen nu maatregelen moeten worden genomen om de problemen in Baskenland op te lossen. Enerzijds moeten de wapens worden neergelegd en moet de terreurbeweging ETA worden ontmanteld, maar anderzijds moet het politieke conflict onder ogen worden gezien en worden opgelost. Als er geen druk wordt uitgeoefend om de politieke kwestie op te lossen, zou de situatie wel eens ernstig kunnen verslechteren. De betrokkenheid van het Europees Parlement is heel belangrijk, omdat we nu een concrete arena hebben om naar een oplossing te zoeken voor het probleem, en misschien is dat wel de enige weg. Europa is de aangewezen plaats om dit politieke conflict op te lossen. We hebben de juiste arena gevonden. Bij het zoeken naar een oplossing moet ook de Baskische gemeenschap worden betrokken, evenals de politieke partijen, de vakverenigingen en de Europese Unie.

3-140

Josu Ortuondo Larrea (ALDE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, als politicus en afgevaardigde uit Baskenland heb ik het volgens mij bij het rechte eind als ik zeg dat het vandaag voor een grote meerderheid van de Baskische burgers, van Euskadi of van Euskal Herria, een grote dag is, een historische dag, waarop de instelling die alle Europeanen vertegenwoordigt, dit Parlement, eindelijk genegen is om aandacht te schenken aan een deel van het Europese grondgebied dat geteisterd wordt door een oud conflict. Omdat dit niet tijdig noch adequaat is aangepakt, heeft het een groep

Page 37: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 41

extremisten ertoe gebracht haar toevlucht te zoeken tot geweld, daarbij dood en verderf zaaiend. De Baskische samenleving heeft het gebruik van geweld als middel om politieke doeleinden te bereiken, verworpen, en gelukkig lijkt zij oprecht te hebben gekozen voor een oplossing van het conflict langs democratische weg. Degenen die het niet mogelijk wilden maken dat burgers spraken in plaats van bommen, zou ik willen verzoeken om goed na te denken en naar de toekomst te kijken. Ook wil ik hun vragen om de resolutie, als die met een meerderheid door het Parlement is aangenomen, op democratische wijze te accepteren en het vredesproces een kans te geven. Tenslotte wil ik, namens het overgrote deel van de Baskische bevolking, mijn dank uitspreken aan alle Europese afgevaardigden die met een stemmeerderheid deze ontwerpresolutie hebben aangenomen en aldus een kans op vrede hebben gegeven. Ik vertrouw erop dat wij hen niet zullen teleurstellen.

3-141

Gérard Onesta (Verts/ALE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik neem hier het woord als afgevaardigde uit Baskenland, want mijn kiesdistrict beslaat Ipar Euskadi, het noordelijke deel van Baskenland. Dit is een hoogst belangrijke dag voor het Europees Parlement, aangezien wij, als goede Europeanen, hebben besloten om de Europese methode toe te passen, die de dialoog tot de enige oplossing voor geweld maakt. Het in Baskenland toegepast proces bevat de volgende ingrediënten: allereerst beëindiging van het geweld; ten tweede opening van een debat waarvan niemand is uitgesloten - vrede sluiten doet men tenslotte alleen met vijanden en niet met vrienden; ten derde een eerlijk en correct debat waarin niet op de uitkomst wordt vooruitgelopen en tenslotte democratische bekrachtiging van het resultaat van het proces, wat dit ook moge zijn. Ik dring erop aan dat ook Frankrijk meedoet aan dit proces. We moeten namelijk ophouden eromheen te draaien: Baskenland ligt schrijlings aan beide kanten van de Pyreneeën. Ik zal afsluiten met een prachtige zin die ik op een muur in Baskenland heb zien staan en die geloof ik van Gandhi is: "Er is geen weg naar vrede; vrede is de weg".

3-142

Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, net zoals de sprekers voor mij wil ook ik het Europees Parlement gelukwensen met het feit dat het een nieuwe trede heeft toegevoegd aan de trap die leidt naar vrede in Baskenland. Dat was geen eenvoudige taak, zoals wij hebben gezien en meegemaakt, maar geen enkel vredesproces is eenvoudig. Deze dagen hebben we ook bepaalde gebaren en houdingen gezien die op geen enkele manier bijdragen tot een oplossing van het Baskische conflict,

maar we mogen ons hierdoor niet laten afhouden van onze inspanningen om een redelijke uitweg te vinden, die deze complexe situatie in de banen kan leiden van een politiek overlegkader, waarin geen ruimte is voor welke vorm van geweld dan ook. Uiteindelijk is dat namelijk waar we vandaag voor gestemd hebben: voor een veroordeling van het geweld, voor solidariteit met alle slachtoffers, en voor steun aan de vrede. Het is triest te moeten constateren dat niet iedereen hiervoor is, maar het feit dat wij met zo velen zijn, geeft ons het vertrouwen dat we werkelijk aan het begin van het einde staan. Ik hoop dat degenen die ons vandaag niet hebben gesteund met deze resolutie toch zullen inzien dat we nu, eindelijk, op de goede weg zijn.

3-143

Pál Schmitt (PPE-DE). - (HU) Ik zou graag willen opmerken dat de inspanningen van de Spaanse regering om een dialoog aan te gaan met de terroristische organisatie ETA niets nieuws is. Als voormalig ambassadeur van Hongarije heb ik geleerd dat iedere democratische regering onderhandelingen heeft gevoerd met vertegenwoordigers van die organisatie. De regering-Suárez deed dit, verscheidene regeringen onder leiding van Felipe González en ook de regering van José María Aznar. Waarom heb ik het woord gevoerd, en voer ik nu opnieuw het woord namens de dertien Hongaarse leden van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten? Omdat het afdwingen van de rechten van minderheden voor ons buitengewoon belangrijk is. Veel van onze Hongaarse landgenoten wonen als minderheid buiten de grenzen van Hongarije. Er is één ding dat we moeten bevestigen: de rechten van minderheden moeten worden beschermd in het kader van de rechtsstaat en de Europese normen. Laat ik benadrukken dat, ongeacht de manier waarop eenieder gestemd heeft, we ons sterk moeten blijven maken voor de mensenrechten en de rechten van minderheden, en dat we gebruik van geweld in welke gedaante of vorm dan ook moeten veroordelen.

3-144

Frank Vanhecke (NI). - Voorzitter, als fractieloze Parlementsleden hebben wij niet de kans om via amendementen onze kritiek of onze aanvulling op teksten te verwoorden en wij hebben dan ook voor geen van de twee voorliggende resoluties kunnen stemmen. In het ene geval konden we niet vóór zijn, omdat we onmogelijk akkoord kunnen gaan met een resolutie die de mogelijke onafhankelijkheid van Baskenland reeds principieel onaanvaardbaar acht. Maar in het andere geval konden wij ook niet vóór stemmen, omdat wij van mening zijn dat in een normale politieke wereld enkel gepraat kan worden met mensen die geweld - en het gaat dan dikwijls over zuiver crimineel geweld - volstrekt afkeuren en zelfs veroordelen. Maar de essentie van de hele zaak is, dat de Europese Unie als zodanig en de instellingen van de Europese Unie als zodanig zich eigenlijk niet te bemoeien hebben met binnenlandse aangelegenheden van Spanje en

Page 38: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

42 25/10/2006

Baskenland. Niet om een eventuele afscheiding van Baskenland te bemoeilijken, wanneer deze door de democratische wil van de kiezers zou gebeuren en trouwens al evenmin voor het omgekeerde. Laat Spanje en laat Baskenland over de ene of over de andere richting zelf beslissen op een geweldloze, onderhandelde en democratisch gedragen wijze.

3-145

Rosa Díez González (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ook ik ben afgevaardigde uit Baskenland. Ik ben Baskisch én Spaans. Ik verklaar hier in dit Parlement dat de Baskische samenleving altijd al, en niet pas sinds vandaag, tegen terrorisme is geweest. Ik verklaar in dit Parlement dat de terroristische organisatie ETA geen extremistische groepering is, het is een terroristische organisatie die veertig jaar lang moorden heeft gepleegd en de Spaanse democratie daarbij geschonden heeft. Ik verklaar in dit Parlement dat er in Spanje geen enkel politiek conflict bestaat dat niet ook voorkomt in alle andere democratische landen van de Europese Unie. Het zijn de politieke conflicten die bij een democratie horen. Wat er in Spanje, en in Euskadi, bestaat, is een terroristische organisatie, ETA genaamd, die al veertig jaar lang moorden pleegt en de democratie schendt. Mijnheer de Voorzitter, ik heb voor geen enkele van de resoluties gestemd, als politiek gebaar tegen het debat met de naam “over het vredesproces in Spanje”. Ik ben, mijnheer de Voorzitter, vierenvijftig jaar maar ik heb nog nooit in een oorlogssituatie geleefd. Ik woon al mijn hele leven in Euskadi, en in Euskadi hebben we geen vrede nodig, maar vrijheid. Het is dus vrijheid waar het om gaat, en het praten over een vredesproces is een steun in de rug van de mensen die de euvele moed hebben om te beweren dat het terrorisme een gevolg is van een politiek conflict, dat überhaupt niet bestaat in ons land.

3-145-500

Jean-Pierre Audy (PPE-DE), schriftelijk. - (FR) Ik heb voor de resolutie gestemd die mijn collega Françoise Grossetête namens de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten heeft ingediend over het vredesproces in Spanje met betrekking tot de problemen in Baskenland. Ik ben ingenomen met de eensgezindheid waarmee het Europees Parlement het gebruik van geweld veroordeelt, de nagedachtenis van de slachtoffers van het terrorisme in ere houdt en oproept tot een volledig herstel van de vrede. Ik betreur dat de politieke partijen niet tot een gezamenlijke tekst konden komen over een dergelijk ernstig onderwerp, ook al valt deze kwestie in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van de betrokken lidstaten, te weten Spanje en Frankrijk en de politieke krachten in die landen. Ik hoop dat de rede zal zegevieren en ik ben blij mijn stem te hebben laten horen in het koor van degenen die de overtuiging zijn toegedaan dat deze situatie langs democratische en vreedzame weg dient te worden opgelost.

3-146

Frieda Brepoels (PPE-DE), schriftelijk. - Wij betreuren het feit dat er geen gezamenlijke resolutie tot stand kon worden gebracht; binnenlandse partijpolitieke verschillen over de weg die bewandeld moet worden zijn te groot. Nochtans is iedereen het erover eens dat een dialoog de enige weg is naar een vredevolle oplossing. Hiervoor zullen alle democratische krachten zich moeten verenigen om een politieke oplossing tussen alle volkeren in Spanje mogelijk te maken. Het kan dan ook niet dat vooraf reeds elk democratisch proces wordt veroordeeld dat een wijziging van de interne grenzen van de EU inhoudt, gebaseerd op het zelfbeschikkingsrecht. Meteen worden ook alle democratische en vredevolle processen naar meer autonomie en onafhankelijkheid in andere Europese lidstaten veroordeeld. Neem nu België, waar de roep naar Vlaamse onafhankelijkheid steeds luider klinkt. Regionalisering en Europeanisering kunnen heus wel hand in hand gaan. Mijn partij, de N-VA staat voor een vredevol Europa waar alle volkeren de kans krijgen zich te ontplooien, vertrekkend vanuit het zelfbeschikkingsrecht en in een geest van "eenheid in verscheidenheid". Dit debat over een mogelijke vredevolle oplossing kan dan ook niet worden verengd tot een debat over terrorisme alleen.

3-147

Bairbre de Brún (GUE/NGL), schriftelijk. - (EN) Sinds de ETA in maart dit jaar een staakt-het-vuren heeft afgekondigd, heeft Sinn Féin gesteld dat hiermee een unieke kans is ontstaan om het conflict in Baskenland op te lossen. Alle politieke krachten die dit een belangrijke politieke doelstelling vinden, waaronder de Europese Unie, moeten alles doen wat in hun vermogen ligt om ervoor te zorgen dat die kans met beide handen wordt aangegrepen. Het is betreurenswaardig dat geen van beide vandaag aan het Parlement voorgelegde resoluties ingaat op de kernzaken, noch op de huidige stand van zaken van het vredesproces. De resolutie van de PPE-DE staat haaks op het vredesproces en de gezamenlijke resolutie is weliswaar beter dan die van de PPE-DE, maar duidelijk een gemiste kans. Op grond daarvan hebben wij tegen de resolutie van de PPE-DE gestemd en ons onthouden van stemming over de gezamenlijke resolutie. Er is dringend behoefte aan besprekingen met alle betrokkenen. Er is behoefte aan respect voor alle politieke mandaten, ook dat van Batasuna, en er moet nodig worden gestopt met de voortdurende politieke rechtszaken tegen Baskische linkse nationalistische activisten. Sinn Féin blijft zich sterk maken voor ondersteuning van het Baskische vredesproces, gaat door met het overleg met alle politieke partijen in de regio en zal alle hulp bieden die genoemde partijen wenselijk vinden.

3-148

Christine De Veyrac (PPE-DE), schriftelijk. - (FR) Ik wil mij geen oordeel aanmatigen over de inhoud en de

Page 39: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 43

gegrondheid van de benadering van de regering van José-Luis Rodriguez Zapatero, maar het is niet aan de Europese instellingen om partij te kiezen in een kwestie die per definitie onder het binnenlands beleid van een lidstaat valt, namelijk de status en de toekomst van een provincie. Dit is des te meer het geval als in een binnenlands debat de politieke meerderheid en de oppositie zo fel tegenover elkaar staan. Het is evident dat de gezamenlijke resolutie, waarin de Raad en de Commissie gevraagd wordt passende maatregelen te treffen, het risico met zich meebrengt van een te grote Europese inmenging in een binnenlandse aangelegenheid. De redenering van sommige fracties die deze resolutie hebben ondertekend en die het conflict willen internationaliseren, is gevaarlijk en contraproductief. We kunnen beter de Spanjaarden dit conflict onderling in goede banen laten leiden en laten oplossen. In deze situatie was het volkomen terecht dat de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten met een alternatieve resolutie kwam. Ik had echter graag gezien dat de argumentatie berustte op een principiële afwijzing van de behandeling van een interne aangelegenheid van een lidstaat. Daarom heb ik me voor beide resoluties van stemming onthouden.

3-149

Gérard Deprez (ALDE), Frédérique Ries (ALDE), schriftelijk. - (FR) Omdat het Europees Parlement vandaag werkelijk in gijzeling is genomen door de Spaanse socialisten, de initiatiefnemers van dit debat, wilden wij ons aanvankelijk onthouden van stemming over beide vandaag voorgestelde resoluties. Dat wij uiteindelijk toch onze steun hebben gegeven aan de resolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten, is omdat daarin een voor ons heel belangrijk punt naar voren wordt gebracht, namelijk dat de ETA niet aan de voorwaarden heeft voldaan om een geloofwaardige onderhandelingspartner te worden. Iedereen weet dat deze organisatie geen enkele verontschuldiging heeft aangeboden aan de families van de duizend slachtoffers van zijn aanslagen en dat ze de wapens nooit definitief heeft neergelegd. Op 23 september heeft de ETA nog verklaard de bloedige strijd te zullen voortzetten met de wapens in de hand. We hebben tegen de resolutie van de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement en andere fracties gestemd, niet vanwege de onbeduidende en nutteloze inhoud ervan, maar omdat ze in wezen door Batasuna gedicteerd is. De ETA heeft het vredesproces altijd willen internationaliseren. Via haar politieke vleugel en dankzij de Spaanse socialisten is dat vandaag gelukt, in een Europees Parlement dat diep verdeeld is door een debat dat nooit hier en nu plaats had mogen vinden. Zolang de ETA de wapens niet definitief neerlegt, blijft ze een terroristische organisatie die bestreden dient te

worden, en geen politieke organisatie waarmee een dialoog moet worden aangegaan.

3-150

Mathieu Grosch (PPE-DE), schriftelijk. - (DE) Het is niet goed dat het Europees Parlement dergelijke problemen op de agenda zet, omdat het binnenlandse aangelegenheden betreft. Met uitzondering van onze Spaanse collega’s krijgen wij niet de mogelijkheid om uitvoerig over dit onderwerp te debatteren. Hierdoor wordt dit zeer belangrijke thema tot een puur partijpolitiek dispuut gedegradeerd, want het zou absurd zijn als alle niet-Spaanse collega’s de Spaanse collega’s in hun fractie niet hun volste vertrouwen zouden schenken. Principieel ben ik echter ook van mening dat geen enkele regio of minderheid die autonomie nastreeft, gebruik mag maken van geweld, omdat deze handelswijze indruist tegen de Europese waarden waar wij al ruim zestig jaar voor staan. Dit zeg ik bewust als vertegenwoordiger van de Duitstalige minderheid in België.

3-151

Kartika Tamara Liotard en Erik Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. - De Basken verkeren in een uitzonderingspositie ten opzichte van de meeste andere Europese volkeren. Begin 19e eeuw was Europa verdeeld tussen een klein aantal grote veelvolkerenstaten. Het Congres van Wenen in 1815 dacht dat het die staatsindeling en de bijbehorende grenzen eeuwig kon vastleggen. Vanaf 1830 is tweederde van de huidige Europese staten gewelddadig of vreedzaam ontstaan, als resultaat van de democratische strijd voor bestuur en onderwijs in de eigen volkstaal. Van de resterende meertalige staten hebben Spanje en België een federale vorm aangenomen die bestuurlijk de verscheidenheid in taal en cultuur erkent. Helaas is binnen Spanje Baskenland nog steeds verdeeld tussen de drie voornaamste Baskische provincies, die samen een regio vormen, en de regio Navarra, waarvan alleen de westelijke helft een Baskische meerderheid heeft. De verlangens van de Basken zijn vergelijkbaar met die van Catalonië, die inmiddels grotendeels zijn ingewilligd. Het antwoord op hun eisen moet geen militaire en juridische onderdrukking zijn, zoals die werd toegepast door vroegere Spaanse regeringen en nu wordt bepleit door de huidige rechtse oppositie. Wij juichen het toe dat de onafhankelijkheidsbeweging en de Spaanse staat nu eindelijk samen zoeken naar een vreedzame oplossing, en dat de meeste fracties in dit parlement daaraan steun geven.

3-152

- Vredesproces in Spanje (B6-0526/2006)

3-153

Gerard Batten, Graham Booth, Nigel Farage, Roger Knapman, Jeffrey Titford, John Whittaker en Thomas Wise (IND/DEM), schriftelijk. - (EN) UKIP heeft zich onthouden van stemming over resolutie B6-0526/2006, omdat het hier duidelijk een aangelegenheid

Page 40: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

44 25/10/2006

van een natiestaat betreft en het dus geenszins aan de EU is om zich in de kwestie te mengen of er een oordeel over te vellen. De territoriale integriteit van een lidstaat en de wijze waarop een lidstaat terrorisme aanpakt, zijn kwesties die aan de staat zelf dienen te worden overgelaten. Elke lidstaat vertegenwoordigt immers de direct betrokken burgers en legt verantwoording aan hen af. UKIP verafschuwt en bestrijdt alle vormen van terrorisme.

3-154

Proinsias De Rossa (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik ben tegen deze resolutie van de PPE-DE, die zich kritisch uitlaat over de inspanningen van de Spaanse regering om vrede te bewerkstelligen. Als de door de PPE-DE beoogde criteria aanvankelijk waren toegepast op het Ierse proces, zou de IRA nu nog bezig zijn met zijn moordcampagne. Zoals we weten, hielden de twijfels over de medewerking van de IRA tien jaar aan. Er ontstonden evenwel structuren waarmee druk kon worden uitgeoefend en waarmee de activiteiten van de organisatie konden worden gevolgd, om er zeker van te zijn dat de IRA ernst maakte met de ontwapening en uitsluitend politieke wegen bewandelde. Als dat proces er niet was geweest, waren er in die periode wellicht nog duizend doden gevallen in Noord-Ierland. De Spaanse regering staat voor een van de moeilijkste opgaven: een einde maken aan intern, politiek geweld. Het standpunt dat wij verzocht worden te steunen, is dat van de oppositiepartij in Spanje. Dat standpunt staat haaks op dat van de huidige, democratisch gekozen regering van het land. In het VK en in Ierland wordt het Ierse vredesproces kamerbreed gesteund, ook al is er op bepaalde punten soms kritiek. Dat is een van de redenen waarom het tot nu toe succesvol is geweest.

3-155

Avril Doyle (PPE-DE), schriftelijk. - (EN) De stemming over deze resolutie heeft de Ierse delegatie van de PPE-DE in een lastig parket gebracht. Het Ierse vredesproces is een succes geweest en wij erkennen de bijdrage van de EU tot dat proces. Na ruim veertig jaar van terrorisme, geweld en strijd werken alle partijen nu toe naar blijvende vrede in Ierland. We zouden graag zien dat er ook in Spanje een succesvol vredesproces ontstaat en een einde komt aan het gebruik van geweld voor politieke doeleinden. Het is echter gevaarlijk om parallellen te trekken tussen het Ierse vredesproces en de huidige situatie in Spanje. Om te beginnen wordt het Ierse vredesproces ondersteund door twee soevereine regeringen en door de overgrote meerderheid van de politieke partijen op beide eilanden. In Spanje bestaat nog altijd grote politieke verdeeldheid over welke weg het beste bewandeld kan worden. Het is betreurenswaardig dat het Europees Parlement wordt gedwongen om tegenover elkaar staande standpunten in te nemen over een kwestie die van zo wezenlijk belang is voor Spanje. Aangezien de Spaanse

afgevaardigden zo sterk verdeeld zijn over de onderhavige resolutie, is het voor de rest van het Parlement onmogelijk om een eensluidend standpunt in te nemen over een onderwerp waarover we in feite niet verdeeld zouden moeten zijn. In wezen zijn we er allemaal voorstander van dat er een einde komt aan het politiek geweld in Spanje. (Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement)

3-156

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik verwelkom deze resolutie over het vredesproces in Spanje en betreur het ten zeerste dat rechts in het Parlement geen deel uitmaakt van de coalitie ter ondersteuning van het vredesproces. Het is triest dat zij geen gehoor hebben gegeven aan de wijze woorden die hun eigen ex-premier, de heer José María Aznar, in 1998 sprak: "Om vrede en het recht op vrede te krijgen, moeten wij ons hart openstellen voor hoop en vergeving. In onze strijd voor vrede zullen wij ons best doen met eenieders hulp en hoop." Wat jammer dat de PPE-DE niet in deze geest heeft deelgenomen aan het debat van vandaag.

3-157

- Vredesproces in Spanje (B6-0527/2006)

3-158

Alexander Lambsdorff (ALDE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, de parlementsleden van de Freie Demokratische Partei uit Duitsland hebben niet deelgenomen aan de stemming over ontwerpresolutie B6-0527/2006. De ontwerpresolutie heeft als titel “Resolutie van het Europees Parlement inzake het vredesproces in Spanje”. Ons inziens kan deze kwestie in Spanje zelf worden opgelost. Wij zijn van mening dat de Europese Unie zich niet met onderwerpen moet bezighouden waarvoor ze geen bevoegdheid heeft. In deze context hebben we vooral kritiek op paragraaf 3 van de resolutie, waarin de Raad en de Commissie worden opgeroepen passende maatregelen te nemen. Dit is ons inziens in strijd met het subsidiariteitsbeginsel. Daarom hebben we ons van stemming onthouden.

3-159

Koenraad Dillen (NI). - Voorzitter, ik heb tegen de gezamenlijke en door de socialisten geïnspireerde ontwerpresolutie over het zogenaamde vredesproces in Spanje gestemd. Ik was zo naïef te denken dat de Europese Verdragen het subsidiariteitsbeginsel hadden ingevoerd, maar neen, Europa wil zich bemoeien met zuiver interne Spaanse aangelegenheden. Ik was zo naïef te denken dat democraten niet met moordenaars en terroristen aan één tafel gaan zitten en toegeven aan hun chantage, maar neen Europa wil dit soort praktijken vanaf nu blijkbaar aanmoedigen. Hiermee wordt echter een gevaarlijk precedent gecreëerd. De linkerzijde in dit Parlement gevolgd door nogal wat nuttige idioten van de Liberale Fractie vinden het blijkbaar normaal dat de regering van een van de lidstaten onderhandelt met een terreurorganisatie die niet eens haar verontschuldigingen wil aanbieden aan de

Page 41: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 45

families van al de zinloze slachtoffers die de voorbije jaren zijn gevallen. Maar als men weet dat sommige fractieleiders in dit Parlement die vandaag deze resolutie indienen, in het verleden zelf persoonlijk onderdak hebben verschaft aan gezochte terroristen zoals Hans-Joachim Klein van de Rote Armee Fraktion moet niets ons nog verbazen vanwege links en uiterst links, altijd paraat anders om de moraalridder uit te hangen. "Chassez le naturel, il revient au galop".

3-160

Jean-Louis Bourlanges (ALDE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil het woord voeren voor een persoonlijk feit en de vorige spreker verzoeken zijn excuses aan te bieden. Het gaat niet aan om afgevaardigden die anders stemmen voor idioten uit te maken. (Reagerend op de heer Martinez die hem in de rede valt) Het maakt niet uit of hij het nu over "nuttige" of "nutteloze" idioten had. Ik heb net zoveel Lenin gelezen als u, mijnheer Martinez. Ik zou u evenwel willen verzoeken, mijnheer de Voorzitter, de afgevaardigde over wie ik het had te vragen zijn excuses aan te bieden. Daarna zal ik mijn stemverklaring afleggen. (Applaus) (Reagerend op de heer Martinez die hem opnieuw in de rede valt) Ik ken Lenin. Als Lenin beledigingen bezigt, betekent dat nog niet dat u dat ook maar moet doen ...

3-161

De Voorzitter. - Mijnheer Dillen, het was vast niet uw bedoeling om uw gewaardeerde collega's voor idioten uit te maken. Ik zou u daarom willen verzoeken om wat u zojuist zei te herformuleren of te preciseren.

3-162

Koenraad Dillen (NI). - Voorzitter, ik heb niet het woord "idioten" gebruikt, ik heb de woorden "nuttige idioten" gebruikt, hetgeen al meer dan een eeuw een vaak politiek gebruikte uitdrukking is die, zoals mijn collega Martinez, de spreker van daarjuist, eraan herinnert, voor het eerst door Lenin gebruikt werd. Het is een typisch politieke uitdrukking die vaak in het politieke debat gelanceerd wordt en die zeker niet persoonlijk bedoeld was. Als de spreker dat dacht, wil ik mij daarvoor verontschuldigen. Het was gewoon een politieke aanval en zeker niet persoonlijk bedoeld.

3-163

Jean-Louis Bourlanges (ALDE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik aanvaard zijn verontschuldigingen, maar ik denk niet dat het toevoegen van een adjectief de strekking van het substantief waarop het betrekking heeft, verzacht. Een "grote" imbeciel is nog altijd een imbeciel, niet waar?

Dan nu mijn stemverklaring. Net als mijn collega's van de Union pour la Démocratie Française (UDF) heb ik voor de resolutie ter ondersteuning van het door het Spaanse parlement goedgekeurde vredesinitiatief in Baskenland gestemd. Langs die weg wilden wij onze solidariteit uiten met de democratische autoriteiten in Spanje, aan het begin van een kwetsbaar proces om het geweld uit te bannen en de openbare orde in Baskenland te herstellen. We hebben echter pas voor deze resolutie gestemd na de wijziging van paragraaf 6 - die de heer Vidal-Quadras terecht een substantiële wijziging van de oorspronkelijke tekst noemde - waardoor er nu heel duidelijk op gewezen wordt dat deze kwestie onder de exclusieve bevoegdheid van Spanje valt. Het was ongepast geweest als het Europees Parlement zich ten aanzien van het Spaanse parlement als bevoogdende autoriteit had opgesteld in een aangelegenheid die onder de nationale soevereiniteit valt. Het Parlement en de Europese Raad vervullen echter volledig hun rol door de Spaanse autoriteiten de morele en politieke steun te verschaffen die zij van ons mogen verwachten. In dat opzicht is het voor dit Parlement op zijn minst paradoxaal om de Spaanse Partido Popular schande te horen spreken van een internationale inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van hun land, terwijl deze afgevaardigden tegelijkertijd een resolutie voorstellen waarin de stemming in de Cortes ongenuanceerd en ondubbelzinnig wordt veroordeeld. Wanneer het Europees Parlement de besluiten van de wettelijke autoriteiten van Spanje steunt, neemt het Europees Parlement de soevereiniteit van dit land toch beslist meer in acht dan wanneer het deze veroordeelt, zoals de Spaanse oppositie ons oproept te doen. In plaats van de Franse afgevaardigden uit het midden van het politieke spectrum te intimideren, zoals hij vanmorgen in Le Figaro doet, had de heer Mariano Rajoy er beter aan gedaan zich eens af te vragen of zijn eigen opstelling en die van zijn partij in Straatsburg wel zo consistent is.

3-164

Proinsias De Rossa (PSE), schriftelijk. - (EN) Het Spaanse vredesproces is een dapper en noodzakelijk initiatief. Nu de regering in Spanje streeft naar beëindiging van het bloedvergieten door de ETA, door middel van dialoog en onderhandelingen, is het de plicht van alle democratische partijen, zowel in als buiten Spanje, om dat proces te steunen. Dat weerhoudt ons er niet van om kritisch te blijven volgen in hoeverre de ETA serieus van plan is de nodige compromissen te sluiten. Incidenten als de ontvoering door de ETA in Zuidwest-Frankrijk zijn een test voor het proces. Er zullen mogelijk nog meer van dergelijke incidenten plaatsvinden voordat het proces kan worden voltooid. Onder die omstandigheden is het een zaak voor de Spaanse regering om te beoordelen of dergelijke incidenten een moedwillig verbreken van de wapenstilstand met de ETA vormen, en om dienovereenkomstig te handelen.

Page 42: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

46 25/10/2006

Het is noodzakelijk om gedurende het proces en de voltooiing daarvan rekening te houden met de gevoelens van de slachtoffers van terreur en van hun gezinnen. Maar het doel van het proces is in de allereerste plaats moord en destructie verder te voorkomen. De slachtoffers van terreur die het huidige vredesproces steunen, verdienen het om te worden geprezen voor hun grootmoedigheid en dapperheid. Zij hebben, ondanks alle pijn, besloten om te proberen te voorkomen dat anderen in de toekomst eenzelfde trauma moeten ondergaan.

3-165

Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) Terrorisme, in al zijn vormen, is een afschuwelijk verschijnsel, dat meestal onschuldige burgers treft. Een ware democraat moet zich onder alle omstandigheden van dat soort daden distantiëren. Het Parlement heeft vandaag gedebatteerd over door een meerderheid van de fracties gesteunde ontwerpresoluties over het vredesproces in Spanje. De afwijzing van terrorisme en de keuze voor het vredesproces zijn echter helaas doordrenkt van de politieke machtsstrijd, die eigenlijk een Spaanse politieke aangelegenheid is. Deze kwestie moet uiteindelijk worden besloten in de soevereine staat van het Koninkrijk Spanje. Het is daarom zeer onaangenaam om te moeten vaststellen dat diverse politieke krachten in het Europees Parlement op opportunistische wijze munt proberen te slaan uit dit tragische hoofdstuk in de Spaanse geschiedenis. Overeenkomstig bovenstaande redenering heb ik mij vandaag onthouden van stemming over alle ontwerpresoluties inzake het vredesproces in Spanje.

3-166

Willy Meyer Pleite (GUE/NGL), schriftelijk. - (ES) Vandaag spreken wij ons uit over een ontwerpresolutie ter ondersteuning van het vredesproces in Spanje. Deze resolutie betekent onvoorwaardelijke steun aan het vredesproces en aan de bestrijding van het terroristisch geweld in ons land, onder de voorwaarden die in mei 2005 zijn vastgesteld door het Spaanse congres van afgevaardigden. In die verklaring heeft het congres gezegd de regering-Zapatero te steunen bij de opening van een dialoog met degenen die het geweld achter zich willen laten, op basis van een strikte naleving van de wet en de democratische beginselen.

3-167

Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Ik heb om een aantal redenen tegen de aangenomen resolutie gestemd. Om te beginnen vind ik het onaanvaardbaar dat men het woord "vredesproces" gebruikt voor initiatieven (of het nu om dit initiatief gaat om een ander) die een einde beogen te maken aan de terroristische activiteiten van de ETA. Deze woordkeus is onjuist en geeft de verkeerde indruk. Er is hier geen sprake van wat voor oorlog dan ook. We hebben hier te maken met een vrije en democratische staat die de autonome regio’s respecteert,

en met een volk dat het slachtoffer is van het willekeurige en volkomen ongerechtvaardigde geweld van een terroristische groepering. In de tweede plaats kan ik onmogelijk voor een resolutie stemmen waarin niet duidelijk wordt erkend dat er geen onderhandelingen mogen worden begonnen met een terroristische groepering die niet bereid is eerst het geweld expliciet af te zweren. Tot slot geloof ik dat het aan Spanje en de Spanjaarden is om te beslissen hoe ze het probleem van het Baskische terrorisme oplossen. Ik weiger een resolutie van het Europees Parlement over dit onderwerp te steunen waarin nergens duidelijk wordt gesteld dat de motieven van de ETA niet te rechtvaardigen of te verdedigen zijn. We moeten niet alleen het middel waarvan de organisatie zich bedient - terrorisme - afwijzen maar we moeten ook de organisatie zelf verwerpen, en wel zonder enige voorbehoud. In dit geval moeten we dus ook de eisen van de terroristen veroordelen. We mogen ze op generlei wijze via een democratische stemprocedure steunen.

3-168

José Ribeiro e Castro (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) De wijze waarop deze ontwerpresolutie ter discussie is voorgelegd, is beledigend voor een groot deel van de Spanjaarden en zeker voor de slachtoffers van het terrorisme in Spanje. De vereniging die de overgrote meerderheid van die slachtoffers vertegenwoordigt, heeft dat ook duidelijk aangegeven en het door de Spaanse regering in gang gezette proces als "overgave" bestempeld. In de titel van de resolutie wordt ten onrechte gesteld dat er hier sprake is van twee legitieme partijen die in een vredesproces zijn verwikkeld. In werkelijkheid gaat het hier om een regering en een terroristische groepering die verantwoordelijk is voor de dood, vervolging en afpersing van honderden Spaanse burgers. We mogen niet vergeten dat er na het door de ETA afgekondigde staakt-het-vuren doodsdreigingen zijn geuit door leden van deze organisatie. Er zijn geen wapens ingeleverd en volgens de laatste berichten is de groepering zelfs aan het herbewapenen. Het is ongelooflijk dat de politieke leiding van een democratische staat bereid is om zonder enige voorwaarden vooraf onderhandelingen te beginnen met terroristen die de gewapende strijd niet veroordelen maar deze zelfs rechtvaardigen, en daarbij geen enkele spijt betonen voor de onschuldige levens die zo verloren zijn. Er is geen enkele reden om dat te vieren. Ik moet het opportunisme van de regering-Zapatero dan ook betreuren. Deze regering probeert de steun die ze van de eigen burgers niet kon ontvangen, nu alsnog in een internationale context te verkrijgen.

3-169

Marc Tarabella (PSE), schriftelijk. - (FR) Ik heb besloten voor de resolutie te stemmen van de Sociaal-

Page 43: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 47

democratische Fractie in het Europees Parlement en drie andere fracties inzake het vredesproces in Spanje, waarmee het Europees Parlement de strijd tegen het terrorisme steunt, evenals het vredesinitiatief dat de Spaanse regering in Baskenland heeft ontplooid. Ik denk namelijk dat het van belang is dat het Europees Parlement zich over een dergelijke belangrijke kwestie uitspreekt. Het probleem van het terrorisme blijft niet beperkt tot Spanje, en een proces dat een oplossing kan bewerkstelligen voor een conflict dat diepe wonden heeft geslagen onder het Spaanse volk, verdient door ons als Europese afgevaardigden te worden gesteund. Ik wil evenwel benadrukken dat de erkenning en de verwelkoming van het vredesproces dat in Spanje begonnen is, niet betekent dat wij de achthonderd slachtoffers van het terrorisme van de ETA vergeten. Ik geef steun aan dit initiatief maar ik zal iedere daad van geweld van de kant van de ETA krachtig blijven veroordelen. Ik heb dan ook waardering voor voornoemde resolutie en hoop dat deze een positieve bijdrage zal leveren aan het vervolg van het in gang gezette proces.

3-170

- Verslag-McCarthy (A6-0316/2006)

3-171

Mairead McGuinness (PPE-DE), schriftelijk. - (EN) Hoewel ik bij het uitbrengen van mijn stem over deze zaak de PPE-DE-Fractie en de rapporteur heb gevolgd, wil ik toch graag de aandacht vestigen op de kwestie van European City Guides, waarbij particulieren, kleine bedrijven en zelfs scholen meegezogen zijn in een complot waarmee hun op frauduleuze wijze geld afhandig is gemaakt, zonder dat zij enige duidelijkheid hebben gekregen over de mogelijkheden van schadeloosstelling. Hoewel ik van mening ben dat dit verslag algemeen gezien gunstig is voor het Europese zakenleven, moet ook worden opgemerkt dat het de deur open laat voor praktijken als die waaraan European City Guides zich schuldig heeft gemaakt.

3-172

- Verslag-Gröner (A6-0341/2006)

3-173

Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) Er kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de inhoud van het programma. De rapporteur schreef in haar toelichting tijdens de eerste lezing dat het “een wezenlijke bijdrage levert aan een actief burgerschap voor jongeren in de samenleving en hun gevoel van verbondenheid met de Europese Unie verdiept, hetgeen een aanzienlijke Europese meerwaarde kan opleveren.” Wij betwijfelen of het programma werkelijk een substantiële bijdrage aan deze doelstelling zal leveren. Internationale uitwisseling van jongeren is een positieve zaak, maar moet worden gefinancierd met inspanningen van het maatschappelijke middenveld of door toedoen van de lidstaten. Wij vinden dat de EU zich niet met dit soort activiteiten mag bezighouden.

3-174

Sérgio Marques (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Vandaag stemt het Europees Parlement over het verslag van mevrouw Gröner over het programma "Jeugd in Actie" voor de periode 2007-2013. Ik steun dit verslag, vooral omdat het erop gericht is de financiering van de activiteiten voor de jeugd in geheel Europa zeker te stellen. In dit nieuw programma zijn vijf soorten actie opgenomen: Jeugd voor Europa, Europees Vrijwilligerswerk, Jeugd voor de Wereld, Jongerenwerkers en ondersteuningssystemen, Ondersteuning van beleidssamenwerking. Europa blijft zich aldus op de jeugd richten om bij de burgers het gevoel dat men tot Europa behoort te versterken. Het draagt zo bij tot de ontwikkeling van onze jongeren, en wel op basis van solidariteit en wederzijds begrip onder alle volkeren.

3-175

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik ben blij met het programma ‘Jeugd in Actie’, dat tot doel heeft de mogelijkheden voor jongeren om ervaring op te doen met Europees burgerschap te bevorderen. Dit moet bijdragen aan solidariteit en wederzijds begrip onder jongeren in de hele Europese Unie. Het programma zou eenieders bereidheid om initiatieven te nemen en om zijn of haar creativiteit en ondernemingsgeest te ontwikkelen, moeten bevorderen. Tot slot zou het programma moeten bijdragen aan de ontwikkeling van jongerenorganisaties en activiteiten voor jongeren in alle lidstaten.

3-176

Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik wil graag mijn steun voor dit verslag laten optekenen.

3-177

- Verslag-Pack (A6-0344/2006)

3-178

Proinsias De Rossa (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik ben blij met deze voorstellen, waardoor bestaande interne onderwijs- en opleidingsprogramma’s bij elkaar worden gebracht, het mogelijk wordt gemaakt dat er meer samenhang komt tussen de programma’s van de Gemeenschap en dat deze elkaar beter aanvullen, en waardoor de Gemeenschap efficiënter en flexibeler kan optreden op dit terrein. Deze programma’s hebben tijdens hun bestaan een tastbaar succes gehad en bijgedragen aan de modernisering van de onderwijs- en opleidingssystemen in Europa. Omdat het geïntegreerde programma openstaat voor sommige derde landen (IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Bulgarije, Roemenië, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Servië en Montenegro, Zwitserland) heeft het een enorm potentieel om bij te dragen aan intercultureel begrip. Helaas staat het geïntegreerde programma niet voor alle landen in de omgeving van de Unie open. Ik ben van mening dat het van cruciaal belang is om contact te

Page 44: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

48 25/10/2006

leggen en te behouden met de volkeren van de zuidelijke en oostelijke buren van de Unie door middel van onderwijs en opleidingsactiviteiten. Ik doe daarom een oproep om het programma geleidelijk aan open te stellen voor alle landen die onder het nabuurschapsbeleid van de EU vallen. Ik zou ook graag het Erasmus Mundus-programma opgenomen zien in het geïntegreerde programma, en wel met ingang van 2009 wanneer dit programma verstrijkt.

3-179

Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) Hierbij wil ik het negatieve standpunt herhalen dat de Zweedse partij Junilistan tijdens de eerste lezing van dit onderwerp in oktober 2005 heeft ingenomen. Junilistan is weliswaar voorstander van bijvoorbeeld het Erasmus-programma, maar er zijn andere onderdelen van het voorstel die nauwkeurig moeten worden bestudeerd, om vast te kunnen stellen of ze gerechtvaardigd zijn. Elke lidstaat is immers volgens het Verdrag verantwoordelijk voor de inhoud van zijn onderwijs- en beroepsopleidingssysteem. Al met al is er te veel geld uitgetrokken voor te veel projecten. Wij hebben onze twijfels bij het bestaansrecht van deze projecten en de financiering ervan via de EU.

3-180

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd en ben blij met de intentie om de bestaande programma’s - Socrates, Leonardo da Vinci, e-learning en andere verwante programma’s - die aan het einde van 2006 aflopen, te vervangen door een nieuw geïntegreerd programma voor levenslang leren voor de periode 2007 - 2013. Ik steun de ontwikkeling van vier sporen: Comenius voor algemene onderwijsactiviteiten op scholen, Erasmus voor hoger onderwijs, Leonardo da Vinci voor beroepsonderwijs en -opleidingen, en Grundvig voor volwassenenonderwijs. Ik geloof dat dit programma tegemoet komt aan belangrijke behoeften bij de modernisering en aanpassing van de onderwijs- en opleidingssystemen met het oog op de Lissabon-doelstellingen.

3-181

- Verslag-Takkula (A6-0342/2006)

3-182

Philip Claeys (NI). - Voorzitter, ik heb tegen de amendementen op het verslag over het programma Europa voor de burger gestemd, omdat dit programma de zoveelste pleister op een houten been is. Men wil de burgers dichter bij de Europese instellingen brengen, maar daar zal men nooit in slagen zolang er een beleid wordt gevoerd dat op een aantal fundamentele punten lijnrecht ingaat tegen wat de meerderheid van de bevolking eigenlijk wil. Ik verwijs naar het uitbreidingsbeleid en meer bepaald naar de mogelijke toetreding van Turkije. Zo'n programma als Europa voor de burger kan alleen maar geloofwaardig zijn als de Europese Unie iets doet aan het democratisch deficit en aan het gebrek aan verantwoording ten opzichte van de Europese burgers. Wat nu is goedgekeurd door het Parlement verandert niets aan het probleem ten gronde,

en is dus alleen maar een zoveelste vorm van geldverspilling.

3-183

Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. - (PT) Ook dit programma toont aan hoe weinig aandacht de Europese Unie voor haar burgers heeft. Dat blijkt in de eerste plaats uit de voorgestelde bedragen, die beslist aan de lage kant zijn. Er is op de in de begroting opgenomen bedragen ongeveer 60 procent gekort. Dit programma is bovendien incoherent. Het bevat behalve een aantal interessante doelstellingen, zoals steun voor de jumelage van steden, burgerprojecten, enquêtes, diverse onderzoeken, kunstmanifestaties en -conferenties, ook doelstellingen die van onaanvaardbare politieke opties getuigen. In het kader van de nieuwe actie 4 worden bijvoorbeeld geen middelen uitgetrokken om de herinnering aan de misdaden van het fascisme levend te houden. Binnen het programma zelf zijn enige wijzigingen aangebracht met betrekking tot de toewijzingen. Positief is in dit opzicht dat acties op het gebied van onderwijs meer aandacht hebben ontvangen. We hopen wel dat bij deze onderwijsprojecten recht wordt gedaan aan de verschillende standpunten die de mensen met betrekking tot de Europese Unie en haar beleid innemen, en dat men niet zal proberen ook deze acties als een forum voor propaganda te gebruiken. We vinden het een goede zaak dat amateursportverenigingen in dit programma zijn opgenomen. We hopen nu maar dat bij de implementatie van dit principe het pluralisme als richtsnoer wordt aangehouden.

3-184

Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) Hierbij wil ik het negatieve standpunt herhalen dat de Zweedse partij Junilistan heeft ingenomen bij de eerste lezing van dit onderwerp in april 2006. Wij zijn zeer negatief over diverse standpunten van Commissie cultuur en onderwijs van het Europees Parlement ten aanzien van dit programma. Het werk aan dit thema is vooral gebaseerd op een visie waarin geen begrip wordt getoond voor de lage opkomst bij de Europese verkiezingen van 2004 en voor de verwerping van het Grondwettelijk Verdrag tijdens de referenda in Frankrijk en Nederland. Het programma “Burgers voor Europa” kan op geen enkele manier bijdragen aan een verandering van de politieke situatie. De activiteiten van dit programma in verband met plaatselijke amateursportverenigingen stralen verachting uit voor de burgers. Tevens constateren we dat het belangrijk is dat de volkeren van Europa zorgvuldig omgaan met hun herinneringen aan dictaturen en aan de tragedies in hun geschiedenis. Dat dient echter op nationaal niveau te gebeuren. Het is niet iets waarmee eurocraten in Brussel zich moeten bemoeien.

Page 45: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 49

Junilistan heeft daarom een negatief standpunt ingenomen ten aanzien van de amendementen die tijdens de parlementaire behandeling van dit thema door de Commissie cultuur en onderwijs zijn ingediend.

3-185

Carl Lang (NI), schriftelijk. - (FR) Al in de eerste lezing, in april 2006, hadden we ons tegen dit verslag uitgesproken - zo groot waren de aberraties die erin waren vervat. Dit voorstel in tweede lezing is niet slechter; het is eenvoudigweg onaanvaardbaar. Met een totale begroting van 190 miljoen euro is dit programma namelijk het zoveelste propaganda-instrument in dienst van de Europese Unie. Het lijdt geen enkele twijfel dat we betere bestemmingen zouden kunnen verzinnen voor dit bedrag, en daarbij denk ik met name aan sociale zaken, landbouwsteun of nieuwe ondernemingen, en niet aan een vaag en kunstmatig concept als Europees burgerschap. In deze volkomen zwart-wit gestelde tekst wordt ons precies aangeduid wat goed is. Goed is als men een aanhanger is van de waarden van een actief Europees burgerschap; slecht is als men een passieve burger is, en nog slechter is als men eurosceptisch is. Wat er ook gebeurd na de aanneming van verslag - waar ik niet aan twijfel - en de verspilling van al dit geld aan uiteenlopende organisaties, we blijven in de eerste plaats allemaal leden van een bepaalde natie, en daar zijn wij trots op!

3-186

Sérgio Marques (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Het programma "Europa voor de burger" is bedoeld om de kloof tussen de burgers en de Europese Unie te verkleinen. Dit programma verschaft de Unie instrumenten voor het bevorderen van een actief Europees burgerschap. Het beoogt de samenwerking tussen de burgers en burgerorganisaties in de verschillende landen aan te moedigen. Het is de bedoeling dat deze met elkaar in contact komen, samen optreden en hun eigen ideeën ontwikkelen, en wel binnen een Europese sfeer die het nationale perspectief weliswaar overstijgt, maar toch rekening houdt met de Europese diversiteit. Ik heb voor dit verslag gestemd. Daarin worden twee veranderingen geïntroduceerd die het mogelijk maken het programma "Europa voor de burger" te verbeteren. Om te beginnen zal het begrotingsaandeel voor actie 1 ("Actieve Burgers voor Europa") worden teruggebracht van 47 procent naar 45 procent, zodat er meer middelen kunnen worden toegewezen aan actie 2 ("Het Maatschappelijk Middenveld in Europa"), een actietype dat bijzonder geschikt is voor projecten over Europa, Europese waarden en Europese culturen. Wat tot slot de algemene doelstelling van dit programma betreft, sta ik achter het idee van de rapporteur om meer aandacht te besteden aan tolerantie, om er zo voor te zorgen dat de projecten die in het kader van dit

programma worden gefinancierd bijdragen tot een actief burgerschap dat het wederzijdse respect en de interculturele dialoog bevordert en racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie bestrijdt.

3-187

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd waarmee men een oplossing probeert te vinden voor een belangrijk probleem waarmee de EU wordt geconfronteerd: het leggen van een verbinding tussen de EU en de burgers. Het programma ‘Europa voor de burger’ staat garant voor de continuïteit van het programma voor burgerparticipatie dat is vastgesteld voor de periode 2004 tot en met 2006. Het programma biedt de Unie een instrument voor het bevorderen van actief Europees burgerschap. Het komt tegemoet aan de noodzaak om de burgerparticipatie bij de opbouw van Europa te verbeteren en moedigt de samenwerking tussen burgers en hun organisaties uit verschillende landen aan, opdat zij elkaar kunnen ontmoeten, samen kunnen handelen en eigen gedachten kunnen ontwikkelen in een Europese omgeving die breder is dan de nationale visie. Daar ben ik blij mee.

3-188

Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik wil graag mijn steun voor dit initiatief laten optekenen.

3-189

- Verslag-Schlyter (A6-0251/2006)

3-190

Vasco Graça Moura (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Perfluoroctaansulfonaten (PFOS) zijn toxisch, persistent en bioaccumulerend. Ze worden gebruikt bij verchroming, in coatings en in brandvertragende middelen. In tegenstelling tot het oorspronkelijke voorstel van de Commissie pleit dit verslag voor het geleidelijk uit de markt nemen van PFOS om zo het gebruik ervan volledig uit te bannen. De aanvankelijk voorgestelde uitzonderingen moeten daarom komen te vervallen. Het gaat hier om het gebruik van PFOS in blusschuim of voor het verchromen van metalen. Daar bestaan reeds veiligere alternatieven voor. Met een compromisamendement is de door de Commissie voorgestelde administratieve normwaarde teruggebracht van 0,1 massaprocent naar 0,005 massaprocent. Verder is vastgelegd dat er in alle lidstaten een inventaris moet worden opgemaakt van PFOS-houdende producten om te voorkomen dat PFOS uit deze producten in het milieu kunnen vrijkomen. Ik steun het amendement waarin wordt voorgesteld de bestaande uitzonderingen alleen te handhaven als er geen veiligere substanties of technologieën bestaan die ook technisch en economisch haalbaar zijn. In zulke gevallen zullen de beste beschikbare technieken moeten worden aangewend om de emissies van PFOS zoveel mogelijk te beperken.

Page 46: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

50 25/10/2006

De afgevaardigden van de PSD zijn het eens met deze op de bescherming van het milieu gerichte amendementen. Ze steunen daarom het voorstel van rapporteur Schlyter.

3-191

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd dat een beperking beoogt van het op de markt brengen en het gebruik van perfluoroctaansulfonaten (PFOS), stoffen die algemeen worden gebruikt in materialen als textiel, tapijt, papier en allerlei coatings. Onderzoek door de OESO, de autoriteiten in het Verenigd Koninkrijk en het Wetenschappelijk Comité voor gezondheids- en milieurisico’s heeft aangetoond dat PFOS persistent, bioaccumulatief en toxisch zijn. Het lijkt terecht dat de EU iets doet om verlost te raken van nog een stof die grote zorgen baart.

3-192

- Verslag-Coelho (A6-0355/2006)

3-193

Oldřich Vlasák (PPE-DE). - (CS) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, er zijn ruim twee jaar verstreken sinds onze toetreding tot de EU. Desondanks is er nog altijd sprake van binnengrenscontrole, en dat stemt ons tot grote ontevredenheid. Als vertegenwoordiger van de Tsjechische bevolking ben ik niet bijster geïnteresseerd in de technische en juridische problemen rond de invoering van het SIS II-systeem, waarover de Commissie het zojuist heeft gehad. De nieuwe lidstaten en hun burgers moeten volwaardig lid worden van de EU, met gelijke rechten, zo snel mogelijk. Ieder uitstel van onze toetreding tot het Schengen-gebied is volstrekt onverdedigbaar. Met het oog hierop heb ik vóór het Coelho-verslag over het Schengeninformatiesysteem gestemd, omdat een soepele, snelle goedkeuring leidt tot de verwezenlijking van de vier fundamentele vrijheden die ten grondslag liggen aan de EU.

3-194

Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou heel blij zijn als het Schengeninformatiesysteem werd verbeterd. Toch heb ik tegen het verslag-Coelho gestemd, omdat een noodoplossing voor de door de nieuwe EU-lidstaten nagestreefde onmiddellijke uitbreiding van het Schengen-gebied mijns inziens absoluut onwenselijk is. De veiligheid van de burger is dan namelijk afhankelijk van eventuele gevoeligheden van Hongarije, Polen en Tsjechië, die - zoals we weten - sterke druk uitoefenen. Want of de nieuwe lidstaten daadwerkelijk in staat zullen zijn de buitengrens van de EU in het oosten te bewaken, is alleen al vanwege het grote aantal opgepakte illegale immigranten aan de oostgrens van mijn land Oostenrijk twijfelachtig. Een te vroege deelname van de nieuwe lidstaten zou de illegale massale toestroom van vluchtelingen en het misdaadtoerisme bevorderen, en moet mijns inziens om die reden worden afgewezen.

3-195

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Hoewel het Verenigd Koninkrijk geen deel uitmaakt van het Schengeninformatiesysteem (SIS), ben ik om twee redenen blij met dit pakket van drie verslagen. In de eerste plaats omdat het dankzij het bestaan van het SIS mogelijk is geworden de binnengrenzen in het Schengen-gebied te slechten, en omdat dankzij dit nieuwe SIS II-systeem de nieuwe lidstaten de mogelijkheid krijgen zich aan te sluiten bij het systeem, vervolgens hun binnengrenzen af te bouwen en zodoende hun burgers in staat te stellen de voordelen van vrij verkeer ten volle te benutten. In de tweede plaats ben ik omwille van het Verenigd Koninkrijk blij met dit pakket, omdat ik hoop dat het Verenigd Koninkrijk, hoewel het niet deelneemt aan de verordening, in de toekomst toch, met het oog op veiligheidsdoeleinden, zal kunnen beschikken over de informatie.

3-196

Hubert Pirker (PPE-DE), schriftelijk. - (DE) Met de aanneming van de verslagen-Coelho is de rechtsgrondslag geschapen voor de implementatie van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie. SIS II verhoogt de veiligheid in de EU dankzij een nieuw elektronisch vangnet aan de nieuwe buitengrenzen. SIS II heeft een aantal nieuwe kwaliteiten: de geheugencapaciteit wordt uitgebreid met het oog op zevenentwintig lidstaten, biometrische gegevens en het Europees aanhoudingsbevel kunnen worden opgeslagen, en gegevens betreffende voorwerpen en personen kunnen aan elkaar worden gekoppeld. Daarnaast is ook het niveau van gegevensbescherming verbeterd. Met SIS II zijn nieuwe opsporingsmogelijkheden voor politie en justitie gecreëerd en de voorwaarden geschapen voor vrij verkeer van burgers in Europa, binnen een grotere ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Om al deze redenen heb ik voor de verslagen van de heer Coelho gestemd.

3-197

Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Ik heb vóór de verslagen van de heer Coelho gestemd, omdat ik geloof dat ze van groot belang zijn voor het waarborgen van de veiligheid en de belangen van onze burgers. Met het SIS II-systeem kunnen we de uitbreiding van de Schengen-ruimte tot de nieuwe lidstaten zo spoedig mogelijk realiseren, niet alleen omdat het systeem nu een grotere capaciteit heeft en up-to-date is gebracht, maar ook omdat dankzij de meest recente technologie er nieuwe functies in konden worden opgenomen. Het belangrijkste is echter dat dit systeem meer veiligheid biedt bij het beheren en controleren van persoonsgegevens, zonder dat daarbij de individuele grondrechten in het gedrang komen. Op die wijze kunnen we onze burgers garanderen dat al de nodige maatregelen worden genomen voor een doeltreffend optreden tegen georganiseerde misdaad, illegale

Page 47: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 51

immigratie en andere delicten die de belangen of veiligheid van de burgers kunnen schaden.

3-198

- Verslag-Coelho (A6-0354/2006)

3-199

Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. - (FR) Het Schengeninformatiesysteem (SIS) is een instrument voor politiële samenwerking dat tot doel heeft de uitwisseling van gegevens over gezochte personen en voorwerpen of voertuigen tussen de politiediensten van de lidstaten te centraliseren en te vergemakkelijken. Op dit moment zijn in het huidige systeem ongeveer dertien miljoen inlichtingen opgeslagen. Nu stelt men ons voor een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) in het leven te roepen, om het huidige systeem uit te breiden tot de nieuwe lidstaten. Wij kunnen daar niet mee instemmen, net zo min als wij hebben ingestemd met Schengen I waardoor het vrije verkeer van personen werd geregeld door de opheffing van de binnengrenzen tussen de lidstaten. Het al dan niet hebben van een supercomputer, waarmee een inventaris kan worden gemaakt van alle door de politie gezochte personen of goederen, is niet het probleem. Het probleem is veeleer ervoor te zorgen dat ieder nationaal grondgebied een ruimte van veiligheid wordt. Dagelijks bewijst de massale immigratie die op de Europese kusten aankomt dat wij de grenzen moeten beschermen. Die zijn zo lek als een zeef en daarom zijn wij geconfronteerd met onveiligheid en illegaliteit. Ook al zouden alle computers van de wereld alle mogelijke persoonsgegevens kunnen verzamelen, dan nog is de belangrijkste oorzaak van de problemen van onveiligheid, allerhande smokkel en illegale immigratie gelegen in het ontbreken van een doeltreffend toezicht op de binnen- en buitengrenzen van de Europese Unie.

3-200

- Verslag-Coelho (A6-0353/2006)

3-201

Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. - (PT) Dit verslag is erop gericht de functies van SIS uit te breiden en daarmee verder te gaan dan oorspronkelijk bedoeld was. Men wil nieuwe functies ontwikkelen, meer overheden toegang geven tot het systeem (waarbij signaleringen worden gekoppeld), nieuwe categorieën gegevens invoeren (zoals het aanhoudingsbevel en biometrische gegevens), en een technisch platform ontwikkelen voor het uitwisselen van gegevens met het visuminformatiesysteem. Deze uitbreiding van het bestaande systeem houdt ernstige risico's in voor de rechten, vrijheden en garanties van de burgers. Er worden immers nieuwe elementen toegevoegd aan een databank die door meerdere organisaties wordt gebruikt en voor meer personen toegankelijk is, zonder dat er enige garantie bestaat voor een vertrouwelijk gebruik van die gegevens. Ook andere aspecten van dit voorstel zijn zorgwekkend. Dat geldt vooral voor het idee dat "registers langer

kunnen worden bewaard indien zij nodig zijn in het kader van lopende toezichtprocedures". Dan dringt zich immers de vraag op wie bepaalt wat "nodig" is, terwijl ook het begrip "lopende toezichtprocedures" niet duidelijk omlijnd is. Een ander vaag punt is de in dit voorstel opgenomen mogelijkheid om gegevens met derde landen uit te wisselen. Uiteindelijk gaat het erom het SIS aan te passen aan de nieuwe behoeften zoals die door de uitbreiding en het gevaarlijke en onaanvaardbare veiligheidsoffensief van de EU zijn gecreëerd.

3-202

Athanasios Pafilis (GUE/NGL), schriftelijk. - (EL) Het verslag zoals dit uiteindelijk is opgesteld met instemming van de politieke woordvoerders van het kapitaal (Volkspartij, Sociaal-democraten, liberalen) verankert de instelling van een gigantisch mechanisme voor het schaduwen en het registreren van persoonsgegevens van elke Europese en buitenlandse burger binnen en buiten de grenzen van de EU als ‘communautair acquis’. Het SIS II-systeem maakt korte metten met elke garantie voor de bescherming van de persoonsgegevens van de burgers. Daarmee wordt immers het recht gegeven om persoonsgegevens en zelfs biometrische gegevens (foto’s, vingerafdrukken, lichamelijke kenmerken) te registreren en elke persoon te schaduwen die volgens het willekeurig en ongebreideld oordeel van de repressieve mechanismen als verdacht moet worden beschouwd voor het plegen van strafbare feiten of - na inlichtingen van geheime diensten - voor het in gevaar brengen van de staatsveiligheid!! Deze persoonsgegevens mogen voor onbepaalde tijd, zolang als de repressieve autoriteiten maar willen, worden bewaard, en afgezien van de politiële en justitiële autoriteiten hebben daartoe ook geheime diensten, Europol en Eurojust toegang, die zelfs het recht hebben om deze gegevens door te geven aan derde landen of instellingen (zoals de CIA, enzovoort). De beruchte ruimte van vrijheid en veiligheid in de EU onthult op die manier zijn meest weerzinwekkende en schrikwekkende vorm, als een ruimte waarin de fundamentele mensenrechten en grondvrijheden worden gewurgd, waar de repressieve mechanismen ongebreideld hun gang kunnen gaan bij de bescherming van de macht van de EU-monopolies tegen het verzet van de volkeren, van de arbeiders- en volksbeweging.

3-203

- Verslag-Coelho (A6-0353/2006, A6-0354/2006, A6-0355/2006)

3-204

Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) De instelling van SIS II wordt door de krachten die kritisch staan tegenover de EU gezien als de zoveelste bouwsteen voor een gemeenschappelijk EU-politiekorps en als onderdeel van het web waarmee op het ene na het andere gebied een EU-staat wordt gevormd. De EU is bezig zich te ontwikkelen tot de ultieme “big brother”-

Page 48: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

52 25/10/2006

maatschappij, waarvoor vele Zweden zo bang waren bij de toetreding van hun land. Dit gebeurt met de zegen van zowel linkse als rechtse politici, die met populistische boodschappen over bijvoorbeeld misdaadbestrijding en externe grenscontroles bijdragen tot de opbouw van een echte Orwelliaanse samenleving. De Zweedse parrtij Junilistan is voorstander van grensoverschrijdende politiële samenwerking. Deze is nodig om de huidige internationale criminaliteit te bestrijden, maar dat gebeurt al tientallen jaren met succes door het internationale politieorgaan Interpol. Het bekostigen van nog zo’n informatiesysteem, dat bovendien alleen in de Europese Unie geldt, is dus overbodig. Junilistan staat zeer sceptisch tegenover de mogelijkheid om eenheden die verantwoordelijk zijn voor de uitgifte van registratiebewijzen voor voertuigen toegang te geven tot zeer gevoelige persoonsgegeven. De omgang met dat soort gegevens dient een nationale aangelegenheid te zijn. Alle staten moeten hun burgers bescherming kunnen garanderen tegen onbevoegde toegang tot hun persoonsgegevens. Junilistan stemt dus tegen alle drie de verslagen over SIS II en de toegang tot het systeem.

3-205

- Betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland na de moord op de journaliste Anna Politkovskaïa (B6-0531/2006)

3-206

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) De moord op Anna Politkovskaya maakt Rusland te schande en ik hoop dat de Russische autoriteiten op alle niveaus al het mogelijke zullen doen om degenen die er voor verantwoordelijk zijn, voor het gerecht te brengen.

3-207

Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. - (EN) De moord op Anna Politkovskaya moet worden veroordeeld, evenzeer als iedere moord op journalisten, mensenrechtenvoorvechters en andere personen die de waarheid aan het licht willen brengen. ‘Vrijheid van meningsuiting’ wordt nog op te veel plaatsen op de wereld met de dood bekocht. Rusland is nog steeds een land waar vrijheid van meningsuiting een mythe is. De Russische autoriteiten moeten degenen die deze misdaad hebben gepleegd voor het gerecht brengen. Er moet meer druk op de Russische autoriteiten worden uitgeoefend opdat zij de vrije meningsuiting van media en mensenrechtenorganisaties op Russisch grondgebied waarborgen.

3-208

- Borstkanker (B6-0528/2006)

3-209

Proinsias De Rossa (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik steun deze resolutie van harte en gruw van het feit dat, hoewel de EU-richtsnoeren voor screening op borstkanker al in 1992 zijn opgesteld, deze screening op dit moment nog slechts in elf lidstaten (België, Tsjechië, Estland,

Finland, Frankrijk, Hongarije, Luxemburg, Nederland, Zweden, Spanje en het Verenigd Koninkrijk) landelijk wordt aangeboden. Het is voor mij bijzonder onacceptabel dat in Ierland, dat de afgelopen jaren de hoogste economische groeicijfers heeft laten zien, ieder jaar ongeveer 600 vrouwen het slachtoffer worden van borstkanker, ofschoon een aanzienlijk aantal van die sterfgevallen zou kunnen worden voorkomen als het probleem door middel van periodieke screening en diagnose tijdig zou worden herkend. Het is een schande dat we in Ierland nog steeds wachten op invoering van een nationaal programma voor screening op borstkanker. We verwachten echter dat de invoering zal worden voltooid in 2007, al zal de invoering van het programma voor screening op baarmoederhalskanker op zijn vroegst zijn voltooid in 2008 - maar liefst 15 jaar later. Alle lidstaten moeten - dringend - landelijk screening op borstkanker invoeren. De Commissie zou nu met de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten moeten samenwerken en hen bij moeten staan om met behulp van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling en middelen uit het pretoetredingsfonds een omvangrijke infrastructuur voor gezondheidszorg op te zetten.

3-210

Nigel Farage, Roger Knapman, Jeffrey Titford, John Whittaker en Thomas Wise (IND/DEM), schriftelijk. - (EN) De leden van de UKIP-delegatie beschouwen EU-initiatieven van welke aard dan ook als ondemocratisch machtsmisbruik en zullen onder geen enkele omstandigheid daarvoor stemmen, zelfs niet als het goedbedoelde initiatieven lijken. In dit geval probeert de EU greep te krijgen op het terrein van de gezondheidszorg, dat evenals alle andere gebieden waarop de EU invloed uitoefent, onder controle zou moeten blijven van democratisch gekozen regeringen, iets wat alleen op nationaal niveau mogelijk is.

3-211Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) Zijn EU-maatregelen tegen borstkanker effectiever dan dienovereenkomstige maatregelen in het kader van internationaal erkende organisaties met een brede expertise zoals de WHO? Het antwoord van de Zweedse partij Junilistan op deze vraag is: nee. Het Europees Parlement mag niet voorschrijven in welke mate de lidstaten belangrijke maatregelen zoals mammografieonderzoeken, voorlichtingscampagnes over borstkanker, de instelling van kankerregisters en de oprichting van voorlichtingscentra over borstkanker moeten nemen. Dringende coördinatie en grensoverschrijdende samenwerking kan veel beter plaatsvinden binnen een organisatie zoals de WHO en niet in de EU.

Ik heb daarom tegen de onderhavige resolutie gestemd.

3-212

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Ieder jaar wordt bij 275 000 vrouwen in de EU de diagnose

Page 49: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 53

borstkanker gesteld en de grote verschillen in zorg en behandeling die zij krijgen, zijn eenvoudigweg onacceptabel. Daarom heb ik voor deze resolutie gestemd die oproept tot het stellen van Europese normen voor vroegtijdige herkenning en behandeling van de ziekte. Borstkankerpatiënten worden op het werk vaak gediscrimineerd en ik hoop dat de Commissie, inhakend op de stemming van de overweldigende meerderheid in het Parlement, nu een handvest voor de bescherming van borstkankerpatiënten op het werk zal opstellen. Mijns inziens kunnen wij, met een volledige uitvoering van het verslag, de levenskwaliteit verbeteren van degenen die borstkanker overleven, en het geschatte aantal van 88 000 doden in de EU per jaar als gevolg van borstkanker met misschien wel 35 procent reduceren, waardoor het leven van 30 000 vrouwen per jaar zou worden gered.

3-213

Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. - (EN) Borstkanker is de belangrijkste doodsoorzaak onder vrouwen tussen 35 en 59 jaar. Hoe vroeger de diagnose wordt gesteld, des te groter de kans is op genezing. De meeste vrouwen met borstkanker hebben geen behoefte aan ‘een kopje thee en betuigingen van medeleven’, maar aan gezamenlijke actie om de behandeling te verbeteren en de oorzaken aan te pakken. Een voorbeeld van zo’n eenvoudige actie is het inkorten van de wachttijd tussen onderzoek en uitslag. Uit gesprekken met vrouwen met borstkanker blijkt dat het wachten het ergste is. We moeten alles in het werk stellen om de behandeling van vrouwen in die beangstigende periode te verbeteren en hen te helpen. De lidstaten moeten meer doen aan het uitwisselen van beste praktijken. Het werk van Europa Donna is essentieel voor het helpen van alle Europese vrouwen en ik wil mijn steun voor deze pan-Europese organisatie graag in het verslag opgetekend zien.

3-214

- Verslag-Muscardini (A6-0243/2006)

3-215

Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, het is voor het eerst dat ik voor een volledig lege zaal een stemverklaring afleg. Toch wil ik graag uitleggen waarom ik mij bij het verslag-Muscardini van stemming heb onthouden. Na het einde van de contingentering in de afgelopen tien jaar is de export van Chinese leren schoenen naar Europa sinds 2005 sterk gegroeid - dat is bekend. Het is dus niet verwonderlijk dat we van de zijde van China en van de ondernemers die van de Chinese leveringen profiteren een storm van kritiek op de heffing van aanvullende douanerechten te verduren krijgen. Misschien is het wel zo dat we de Europese schoenenindustrie - waarin al jaren steeds minder mensen een baan vinden en steeds meer bedrijven naar niet-EU-landen verhuizen - definitief kwijtraken, zoals

de critici van prohibitieve invoerrechten beweren. Maar we kunnen toch niet werkeloos toezien hoe een hele bedrijfstak de ondergang tegemoet gaat? Daarom moeten we de twee jaar dat de strafheffingen worden geheven, gebruiken om oplossingen te bedenken voor dit grote probleem voor de Europese arbeidsmarkt.

3-216

De Voorzitter. - Wij zijn hier om te luisteren, omdat een stemverklaring een Parlementslid de gelegenheid biedt om iets uit te leggen wat hij niet in een eenvoudig ja of nee kan zeggen. Uw opmerking hoort thuis in het verslag van deze vergadering en is niet echt bedoeld voor de andere leden van het Parlement. Het is begrijpelijk, maar we zijn hier om te luisteren en zullen dat doen zolang er stemverklaringen zijn.

3-217

Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik ben het geheel met u eens en dank u voor uw aandacht.

3-218

Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. - (FR) We duwen de volkeren van Europa de globalisering door de strot door ze te beloven dat ze er uiteindelijk voordeel van zullen kunnen trekken, omdat de globalisering de export vergemakkelijkt en de markten van onze concurrenten evengoed openstelt als de onze. We zien echter maar al te goed dat deze globalisering verre van een win-win-situatie is, dat het zogenaamde "fort" Europa een zeef is, maar dat Europa anderzijds wel toelaat dat er overal ter wereld echte forten worden opgetrokken, met name op de veelbelovende markten. Het probleem, zoals dat in het verslag van mevrouw Muscardini uiteen wordt gezet, is dat de reacties van de Europese Unie op de buitensporige handelsbeschermingsmaatregelen van sommige derde landen tegen de EU - die in feite niet meer dan verhuld en oneerlijk protectionisme zijn - slap zijn, hun doel missen of zelfs helemaal uitblijven. Mevrouw Muscardini dringt er terecht op aan dat de Unie haar handelsbescherming moet versterken. Maar de concrete oplossingen die zij voorstelt zijn verre van afdoende, zo zeer is het geloof in de zegeningen van het geglobaliseerde ultraliberalisme en de verdiensten van het multilateralisme een onaantastbaar dogma geworden. Het systeem heeft nu zijn grenzen bereikt. De WTO is niet de oplossing, maar het probleem. Omdat de voorstellen niet overeenkomen met de juiste analysen, zullen wij ons onthouden van stemming over dit verslag.

3-219

Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) De Zweedse partij Junilistan vindt vrijhandel een goede zaak, omdat die leidt tot meer welvaart voor alle betrokken partijen. Het is vermeldenswaardig dat Zweden tot zijn toetreding tot de EU een van de meest vrijhandelsgezinde landen ter wereld was.

Page 50: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

54 25/10/2006

De EU voert af en toe een zeer protectionistisch beleid ter bescherming van de sectoren die niet opgewassen zijn tegen de concurrentie op de internationale markt. Een voorbeeld daarvan is de landbouwsteun, waarmee men landbouwproducten subsidieert, met als gevolg dat de dienovereenkomstige producten uit andere landen - meestal ontwikkelingslanden - niet op de EU-markt kunnen worden verkocht. Een goed functionerend wereldhandelssysteem is uiterst belangrijk, wil de vrijhandel ooit realiteit worden. Het verslag-Muscardini ademt echter een protectionistische geest en daarom heb ik vandaag bij de stemming hierover tegengestemd.

3-220

Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. - (PT) Dit verslag is een pleidooi voor de liberalisering van de handel, het wederkerigheidsbeginsel en het opleggen van vergeldingsmaatregelen. De onderliggende filosofie is er één van rivaliteit om marktaandelen, en dat alles in naam van de mededinging. Het is dus geen filosofie van samenwerking, waarin handel weliswaar een rol speelt voor ontwikkeling, maar niet alles zaligmakend is. Antidumping- en antisubsidiemaatregelen komen neer op inmenging in de interne besluitvorming van een land. Het zijn dreigementen waar de WTO mee kan zwaaien. De ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen zijn daarbij de verliezers. Het verslag spreekt zich uit vóór de WTO en het mechanisme voor geschillenoplossing. Het is de bedoeling om zowel de offensieve mechanismen voor handelsbescherming (antidumping) als de defensieve mechanismen (vrijwaring) verder uit te werken. Als je het mechanisme voor geschillenoplossing verder uitwerkt en meer gewicht toekent, versterk je de macht van de grote mogendheden binnen de WTO, want dat zijn de landen die voldoende sterk zijn om regels op te leggen. Het kernpunt is dat de liberalisering van de handel haaks staat op elke filosofie voor een rechtvaardige ontwikkeling. Elke staat moet het recht hebben om zijn eigen maatschappij- en ontwikkelingsmodel te kiezen, om te industrialiseren en die industrie te beschermen. Dat recht mogen we ze niet ontnemen. Het is een soeverein recht, dat onverenigbaar is met dit model voor de bevordering van de uitvoer en vrijhandel.

3-221

Carl Lang (NI), schriftelijk. - (FR) De Europese Unie is ongerust over het feit dat de industriële reuzen India en China protectionistische maatregelen nemen tegen onze uitvoer door middel van handelsbeschermingsmaatregelen. De Verenigde Staten zijn dus niet langer de enige economische concurrenten van Europa. We hebben ook te maken met Brazilië, andere Zuid-Amerikaanse landen en Australië. De WTO, die als wereldwijde regulator zou moeten optreden, is niet alleen machteloos maar zelfs medeplichtig.

De zeepbel van de ultraliberale globalisering staat dus op het punt om uiteen te spatten. De ongebreidelde en ongereguleerde speculatie met goederen, handelswaar en personen is op haar grenzen gestuit. Na een spectaculaire economische groei te hebben bereikt schakelen de opkomende landen nu over op consolidering en bescherming van hun positie, teneinde ons weldra in te halen als we niet heel snel reageren. Ondertussen pleiten de Brusselse ultra-Europeanen ervoor om onze grenzen steeds verder te openen, om door te gaan de hele wereld blindelings en ongecontroleerd te helpen en daarbij onze eigen medeburgers te vergeten. Wij moeten het voorbeeld van de nieuwe wereldmachten volgen en beschermings- en communautaire preferentiemaatregelen treffen in Europa en beschermings- en nationale preferentiemaatregelen in Frankrijk.

3-222

David Martin (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd, waarin een analyse wordt gemaakt van de handelsbeschermende maatregelen die derde landen tegen de EU treffen en waarin verstandige aanbevelingen worden gedaan voor de manier waarop de Gemeenschap zou moeten reageren, vooral indien die maatregelen een verkapte vorm van protectionisme zijn en tot doel hebben de toegankelijkheid van buitenlandse markten voor producten uit de EU op onwettige wijze te beperken.

3-223

Rectificaties stemgedrag/voorgenomen stemgedrag: zie notulen

3-224

(De vergadering wordt om 13.45 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat)

3-225

VOORZITTER: INGO FRIEDRICH Ondervoorzitter

3-226

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering: zie notulen

3-227

Welkomstwoord

3-228

De Voorzitter. - Namens het hele Europees Parlement heet ik nu Igor Dodon, minister van Economie en Handel van de Republiek Moldavië, als vertegenwoordiger van de regering van de Republiek Moldavië, alsmede een delegatie van het parlement van de Republiek Moldavië hartelijk welkom op de eretribune . (Applaus) De delegatie uit Moldavië neemt vandaag en morgen deel aan onze vergadering en aan de vergadering met de delegatie van het Europees Parlement in de parlementaire samenwerkingscommissie EU-Moldavië.

Page 51: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 55

Ik ben blij met uw komst en hoop dat het een interessante discussie voor u wordt.

3-229

Moldavië (Transnistrië), Georgië (Zuid-Ossetië) (debat)

3-230

De Voorzitter. - Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over Moldavië (Transnistrië) en Georgië (Zuid-Ossetië).

3-231

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de recente ontwikkelingen die zich in de geografische en politieke situatie in Moldavië hebben voltrokken, hebben sporen nagelaten in de fundamentele toestand van het conflict in Transnistrië. Het initiatief van Oekraïne na de Oranjerevolutie om het conflict in Transnistrië op te lossen, de betrokkenheid van de Europese Unie en de Verenigde Staten in de vredesonderhandelingen en de activiteiten van de EU-grensbijstandmissie (EUBAM) hebben de eenheid van Moldavië kunnen versterken. Transnistrië heeft hier onder andere op gereageerd door op 17 september een referendum te organiseren. Volgens de autoriteiten van Transnistrië was het resultaat van het referendum een overweldigende steun van de bevolking voor onafhankelijkheid en aansluiting bij Rusland. De internationale gemeenschap, met inbegrip van de Europese Unie, erkent noch dit referendum noch de eerdere in Transnistrië gehouden referenda. Dit blijkt duidelijk uit de verklaring die het voorzitterschap op 18 september namens de Europese Unie heeft afgelegd en ook uit de standpunten die de Europese Unie heeft ingenomen op de bijeenkomst van het Ministercomité van de Raad van Europa in september en op die van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) van juli. In haar verklaring heeft de Europese Unie het referendum veroordeeld en gezegd dat het in strijd was met de territoriale onschendbaarheid en de internationaal erkende soevereiniteit van Moldavië. Bovendien betwijfelde de Europese Unie of het resultaat van het referendum in Transnistrië de werkelijke wil van de bevolking weerspiegelde. De Europese Unie heeft verscheidene malen ook met Rusland over het referendum gesproken. Hoewel de publieke uitspraken van Rusland aanleiding gaven tot andere interpretaties, heeft Rusland de Europese Unie verzekerd dat het de territoriale onschendbaarheid van Moldavië eerbiedigt en ontkend dat het dit referendum steunt. De werkzaamheden van de EUBAM zijn het beste voorbeeld van de wijze waarop de Europese Unie concrete steun kan geven aan het proces om het conflict in Transnistrië op te lossen en om in het algemeen de controle van de grens tussen Moldavië en Oekraïne zo te ontwikkelen dat deze beter aan de Europese criteria voldoet. Moldavië en Oekraïne zijn dankbaar voor de knowhow die hun grensautoriteiten hebben gekregen. Het is voor de pogingen om het conflict op te lossen van

wezenlijk belang dat de EUBAM heeft geholpen om de controle op de buitenlandse handel van ondernemingen in Transnistrië over te laten aan de Moldavische autoriteiten. Dit draagt op zijn beurt bij aan de nationale eenheid van Moldavië. Het besluit van Oekraïne om in maart te beginnen met de tenuitvoerlegging van het protocol inzake samenwerking tussen Oekraïne en Moldavië op het gebied van douane heeft op zijn beurt de mogelijkheden van de EUBAM verbeterd. De partijen spelen zelf een sleutelrol in het vredesproces in Transnistrië. De Europese Unie hoopt dat de partijen in het vredesproces naar de onderhandelingstafel terugkeren. De mogelijkheden van de Europese Unie om een effectieve bijdrage te leveren aan het vredesproces worden versterkt door de Speciale Vertegenwoordiger van de Europese Unie, die het conflict in Transnistrië helpt oplossen aan de hand van de overeengekomen politieke doelstellingen van de Europese Unie en in nauwe samenwerking met de OVSE. Het actieprogramma in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid tussen de Europese Unie en Moldavië is een instrument dat een doelmatige, langdurige steun van de Europese Unie aan Moldavië mogelijk maakt. De sleutel voor het oplossen van het conflict in Transnistrië is uiteindelijk gelegen in de ontwikkeling van Moldavië tot een in politiek en economisch opzicht stabiel land. Om dit te bereiken moet Moldavië onder andere zijn bestuurlijke slagvaardigheid vergroten, corruptie bestrijden en het investeringsklimaat verbeteren. Moldavië moet zichzelf aantrekkelijk maken voor zowel buitenlandse investeringen als ondernemingen uit Transnistrië. De Europese Unie heeft zich ertoe verbonden om Moldavië in zijn pogingen daartoe te steunen. Ik zal nu ingaan op het andere onderwerp van ons debat. Gezegd moet worden dat de Europese Unie zich grote zorgen maakt over de gespannen bestrekkingen tussen Rusland en Georgië. Deze crisis beïnvloedt ook de situatie in de separatistische conflictgebieden van Georgië: Zuid-Ossetië en Abchazië. President Poetin heeft er afgelopen vrijdag op de informele Top in Lahti zelfs voor gewaarschuwd dat de situatie tot een bloedbad zou kunnen uitmonden en heeft Georgië ervan beschuldigd zich op een oorlog voor te bereiden. De Europese Unie heeft in haar conclusies van 17 oktober een beroep gedaan op Rusland en Georgië en hen gevraagd alles in het werk te stellen om de bilaterale betrekkingen te verbeteren en te ijveren voor een vreedzame oplossing van de conflicten. De Europese Unie heeft de partijen ook opgeroepen zich volledig aan eerdere overeenkomsten te houden. De huidige situatie in Zuid-Ossetië is gespannen. In de regio wordt op 12 november een referendum gehouden met de bedoeling de onafhankelijkheid van de regio te bevestigen. De Europese Unie erkent dit referendum niet, zoals zij evenmin het referendum over de onafhankelijkheid van Transnistrië heeft erkend. Het referendum zal waarschijnlijk voor meer spanningen in de regio zorgen.

Page 52: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

56 25/10/2006

De Europese Unie en de internationale gemeenschap dragen op veel manieren bij aan een oplossing van het conflict in Georgië. Door haar status als waarnemer speelt de Europese Commissie een belangrijke rol in de Gemeenschappelijke Controlecommissie (JCC), het mechanisme voor conflictoplossing voor Zuid-Ossetië. Georgië heeft bij veel gelegenheden gezegd een grotere rol van de Europese Unie te wensen. Het wil ook de omvang van de JCC zodanig wijzigen dat de Europese Unie en de Verenigde Staten erbij worden betrokken, in navolging van het 5+2-model in het vredesproces in Transnistrië. Recentelijk heeft Georgië geëist dat de bilaterale vredesonderhandelingen tussen Georgië en Zuid-Ossetië worden voortgezet. Georgië eist ook dat de vredestroepen van de Gemeenschap van Onafhankelijke Staten (GOS) - in de praktijk alleen Russen - worden vervangen door een internationale operatie in zowel Zuid-Ossetië als Abchazië, en wil daarbij vooral de nadruk leggen op politiële activiteiten. Het parlement en de regering van Georgië zijn van mening dat de troepen niet voldoen aan hun mandaat en dat hun voortgezette aanwezigheid daarom ter discussie moet worden gesteld. De Europese Unie debatteert momenteel intern over een grotere rol, maar Georgië heeft waarschijnlijk onrealistische verwachtingen van de Europese Unie. De Europese Unie spoort de Georgische leiding aan voorzichtigheid te betrachten: te snelle conclusies over het vredesproces in Zuid-Ossetië en Abchazië moeten worden voorkomen, want die kunnen de aanwezigheid van de Verenigde Naties en de OVSE in het gebied in gevaar brengen. Dit zou vervolgens een vacuüm in de regio's creëren. Georgië moet zich onthouden van geweldgebruik. De EU-lidstaten en de Commissie hebben een grote bijdrage geleverd aan de donorconferentie voor de wederopbouw van Zuid-Ossetië, die in juni in Brussel werd gehouden. De conferentie vond plaats op basis van een door de OVSE opgestelde evaluatie van de behoeften. Met het op de conferentie verzamelde geld wordt in het najaar in Zuid-Ossetië een groot internationaal programma voor economische wederopbouw op touw gezet. Rusland speelt een belangrijke rol in zowel Zuid-Ossetië als Abchazië. De steun van Rusland is noodzakelijk om in de vredesprocessen resultaten te kunnen bereiken. Het recente spionageschandaal heeft de toch al slechte betrekkingen tussen Georgië en Rusland echter op de spits gedreven. De Europese Unie heeft de leiders van beide landen er herhaaldelijk - president Poetin recentelijk nog in Lahti - nadrukkelijk op gewezen dat de betrekkingen genormaliseerd moeten worden, en zij heeft ook haar goede diensten aangeboden om de dialoog te helpen hervatten. In de Europese Unie wordt eind oktober gedebatteerd over het vergroten van de rol van de Europese Unie bij het oplossen van de conflicten in Georgië. Speciaal

vertegenwoordiger Semneby speelt een belangrijke rol bij het voortzetten van de politieke dialoog tussen de Europese Unie en Georgië. Hij kan er ook voor zorgen dat de contacten tussen Georgië en Rusland worden hervat. De Trojka van de Europese Unie heeft tijdens haar bezoek aan Tbilisi op 2 oktober jongstleden ook gezegd dat de Europese Unie bereid is Georgië te steunen bij het oplossen van zijn conflicten door middel van het Europees nabuurschapsbeleid. Een gemeenschappelijk actieplan van de Europese Unie en Georgië in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid is onlangs opgesteld en zal formeel worden aangenomen op de Samenwerkingsraad van de Europese Unie en Georgië, die op 14 november in Brussel wordt gehouden. Het actieplan voor het Europees nabuurschapsbeleid bevat ook een apart gedeelte voor de oplossing van de conflicten in Georgië.

3-232

Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, sinds ons laatste debat zijn er substantiële ontwikkelingen geweest, waaraan fungerend voorzitter Lehtomäki reeds heeft gerefereerd. Ik heb de Zuidelijke Kaukasus begin oktober bezocht als lid van de Trojka, toen de actieplannen in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid met de drie landen werden afgerond. Die zullen nu officieel worden ondertekend en aangenomen in november. Ik denk dat dit een basis is voor een krachtdadige samenwerking. Voordat ik spreek over de steun van de EU, is het mijns inziens belangrijk ook stil te staan bij de betekenis van dit alles voor onze relatie met Rusland. In de afgelopen maanden is de gasprijs voor Moldavië gestegen, is er een invoerverbod ingesteld voor wijn en water uit Moldavië en Georgië, is er de facto steun verleend aan Transnistrië voor het referendum, en is er krachtig gereageerd op het uitwijzen van Russische officieren door Georgië. Deze kwesties zijn besproken met president Poetin in Lahti en ik heb zelf een aantal van deze kwesties aan de orde gesteld tijdens een gesprek met minister van Buitenlandse Zaken Lavrov een paar dagen geleden in Moskou. Tijdens de aanstaande bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken in het kader van de Permanente Partnerschapsraad op 3 november, en op de EU-Ruslandtop van 24 november aanstaande in Helsinki krijgen wij opnieuw de mogelijkheid om over deze kwesties te spreken. Ik wil ook de steun van de OVSE noemen, die heeft geweigerd toezicht te houden op het referendum in Transnistrië, het referendum niet heeft erkend en de terugkeer van de Russische officieren van Georgië naar Rusland heeft verzorgd. Ik wil nu eerst een paar woorden wijden aan Moldavië en Transnistrië, en vervolgens aan Georgië. Ik wil ook graag de aandacht vestigen op de zeer succesvolle missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer (EUBAM), die een uiterst belangrijke rol heeft gespeeld bij de introductie van een nieuwe

Page 53: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 57

douaneregeling tussen Moldavië en Oekraïne. Aan dit programma is een begroting van twintig miljoen euro toegewezen voor twee jaar, terwijl de lidstaten zeventig douaneambtenaren en grenswachten hebben gedetacheerd. Alle belangrijke Transnistrische bedrijven staan nu geregistreerd in Chisinau en opereren onder deze nieuwe regeling. Door de bestrijding van douanefraude zullen de illegale inkomsten van de huidige Transnistrische leiders in cruciale mate afnemen. Hoewel we ingenomen zijn met het feit dat het overleg op hoog niveau tussen Rusland en Moldavië onlangs is hervat, maken we ons zorgen over de Russische steun voor de Transnistrische leiders. In een recente verklaring heeft minister Lavrov opgeroepen tot ‘politieke erkenning van het resultaat’ van het referendum in Transnistrië, dat noch door de Europese Unie, noch door de OVSE wordt erkend. Ik denk dat dat een complicerende factor kan zijn bij het zoeken naar een oplossing voor dit conflict. We maken ons ook zorgen over het feit dat Transnistrië en Rusland volharden in hun eis met betrekking tot een zogenaamd overgangsprotocol tussen Moldavië en Transnistrië, waarin zou moeten worden vastgelegd dat Transnistrië een onafhankelijke speler is in de internationale economie. Deze kwestie vormt een struikelblok in de besprekingen over een overeenkomst, die na zes maanden stilzwijgen zijn hervat, weliswaar niet in het volledige 5+2-formaat, maar alleen met bemiddelaars en met elk van de beide partijen afzonderlijk, met andere woorden 5+1. Deze benadering is niet acceptabel, zoals we ook Rusland bij diverse gelegenheden duidelijk hebben gemaakt. Er is zelfs meer dan dat. De ontwikkelingen ter plaatse hebben namelijk laten zien dat, nu alle belangrijke Transnistrische bedrijven legaal samenwerken met Chisinau, een dergelijke benadering niet overeenstemt met de werkelijkheid. We vroegen ons ook bezorgd af of de nieuwe Oekraïense regering haar koers in deze kwestie zou wijzigen. Ik was erg verheugd toen premier Janoekovitsj me verzekerde van de blijvende steun van de Oekraïense regering. We zullen het belang van Oekraïense medewerking blijven benadrukken op de Top die over een paar dagen in Helsinki plaatsvindt. Sommigen hebben erop gewezen dat de aanhoudende discussies over spoorwegkwesties tussen Moldavië en Oekraïne ook een aanwijzing zijn dat Oekraïne zijn standpunt wijzigt. De feiten laten dat echter niet zien. We vragen beide partijen dan ook dringend om zo spoedig mogelijk een voor iedereen bevredigende oplossing voor deze zaak te zoeken. Onze aanwezigheid ter plaatse in de vorm van de missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer is een uitstekend instrument om de ontwikkelingen op de voet te volgen en beide partijen assistentie te verlenen. Ik wil daar aan toevoegen dat Moldavië dankzij het nieuwe nabuurschapsbeleid een substantiële verhoging van gelden tegemoet kan zien.

Moldavië zal ook een bijdrage krijgen uit het macrofinanciële hulpprogramma, waarmee het land geholpen kan worden om de schok van de verhoogde energieprijzen en het Russische verbod op invoer van Moldavische wijn op te vangen. Wij zijn in hoge mate bezorgd over de crisis in de relatie tussen Georgië en Rusland, vooral over de toegenomen spanningen tussen beide landen. We zijn met name bezorgd over de uitwijzing van grote groepen Georgiërs uit Rusland, wat in strijd lijkt te zijn met de verplichtingen die Rusland heeft uit hoofde van het Europees Verdrag betreffende de bescherming van de rechten van de mens en de Slotakte van Helsinki uit 1975. Ik heb ook deze zaak onlangs besproken met minister Lavrov. Georgië draagt ook een deel van de verantwoordelijkheid. Tijdens ons recente bezoek met de Trojka aan Georgië heb ik er bij president Saakashvili op aangedrongen matiging te betrachten en opnieuw vertrouwen op te bouwen. Tot slot wil ik nog iets zeggen over Ossetië. Mijns inziens is het betreurenswaardig dat de recente bijeenkomst van de Gemeenschappelijke Controlecommissie voor Zuid-Ossetië geen resultaten heeft opgeleverd. We hebben begrip voor de wens van Georgië om de samenstelling van de Gemeenschappelijke Controlecommissie te wijzigen, maar de bestaande vredesmechanismen moeten ten volle worden benut totdat nieuwe mechanismen in werking zijn getreden. De recente studie ter beoordeling van de urgente behoeften en de internationale donorconferentie van juni 2006 hebben ook aangetoond dat er ruimte is voor een constructieve dialoog. We zijn blij dat dit rehabilitatieprogramma ondanks de crisis voortgang vindt. We hebben een belangrijke financiële bijdrage geleverd aan de ondersteuning van een vreedzame regeling. Zo hebben wij onder andere 9,5 miljoen euro gegeven voor een economisch rehabilitatieplan voor Zuid-Ossetië. Er zijn bovendien gelden voor rehabilitatie uitgetrokken in het nieuwe EG-financiële bijstandsprogramma voor de jaren 2007 tot en met 2010. Ik denk dat voor de Europese Unie als geheel een belangrijke rol is weggelegd in de ondersteuning van welke vredesregeling dan ook. Het belangrijkste is echter om de relaties tussen Rusland en Georgië weer in het gareel te krijgen, in een diplomatiek gareel. We zullen zeker onze inspanningen voortzetten om dat doel te bereiken.

3-233

Laima Liucija Andrikienė, namens de PPE-DE-Fractie. - (EN) Voorzitter, morgen stemmen we over de resolutie over de regio Transnistrië in Moldavië. We weten dat Moldavië het armste land van Europa is. In september heeft er een zogenaamd ‘referendum’ plaatsgevonden in de Moldavische regio Transnistrië, dat tot doel had de aansluiting van de regio bij de

Page 54: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

58 25/10/2006

Russische Federatie mogelijk te maken. Het referendum en de uitkomst ervan zijn niet geaccepteerd door de internationale gemeenschap en het conflict tussen de afscheidingsgezinde autoriteiten in Transnistrië en de centrale regering van Moldavië heeft in hoge mate bijgedragen aan de instabiliteit van het hele land en de instabiele economische en sociale ontwikkeling. Eerder dit jaar zijn we getuige geweest van het mislukken van de onderhandelingen over de status van Transnistrië in het 5+2-formaat, toen de Transnistrische autoriteiten zich terugtrokken uit de onderhandelingen. We weten ook dat de zogenaamde Russische vredeshandhavers nog steeds in Transnistrië zijn. In die context dienen wij als Europees Parlement het zogenaamde referendum in de Transnistrische regio af te wijzen, omdat het indruist tegen de internationaal erkende soevereiniteit en territoriale integriteit van Moldavië, en kan worden gezien als een provocatie die de bestaande spanningen vergroot en de kans op een vreedzame oplossing van de problemen in gevaar brengt. We moeten ook Rusland oproepen tot stopzetting van de steun aan het Transnistrische regime, dat de territoriale integriteit van Moldavië bedreigt, en tot uitvoering van het op de OVSE-top van 1999 genomen besluit tot terugtrekking van de troepen en wapens op Moldavisch grondgebied. We betreuren in het bijzonder dat er geen duidelijke vooruitgang is gemaakt bij de EU-besprekingen over visumfacilitering en de overnameovereenkomst met Moldavië. De Raad en de Commissie dienen de procedure te versnellen om een visumfaciliteringsovereenkomst met Moldavië te sluiten en te implementeren, omdat de huidige situatie, waarbij de EU toegankelijker is voor Transnistrische burgers met een Russisch paspoort dan voor Moldaviërs, oneerlijk is en discriminerend.

3-234

Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie. - Voorzitter, we zien ons geconfronteerd met een aantal sluimerende, bevroren conflicten in de common neighbourhood die de Europese Unie deelt met Rusland. Helaas moeten we vaststellen dat de oplossing van deze bevroren conflicten na jaren nog geen stap dichterbij is gekomen ondanks de goede inzet van de Europese Unie voor een onderhandelde politieke oplossing in een multilateraal kader. We zien de recente ontwikkelingen in deze regio met grote bezorgdheid, omdat ze juist wijzen op een mogelijke escalatie. Op 17 september vond in Transnistrië een referendum plaats over de afscheiding van Moldavië, terwijl de spanning tussen Georgië en Rusland rond de status van Zuid-Ossetië de afgelopen week is opgelaaid tot een diplomatieke crisis van de eerste orde. Beide gebeurtenissen gaan lijnrecht in tegen de inzet om in het kader van de OVSE een politieke oplossing te vinden voor deze conflicten. Ik vind dat de EU moet vasthouden aan een aanpak van

onderhandelingen in een multilateraal kader waarbij de territoriale integriteit van Moldavië en Georgië het uitgangspunt is. Eenzijdige stappen, zoals het organiseren van een referendum of zogenaamd referendum, - want van een democratische volksraadpleging in een vrije en open omgeving was absoluut geen sprake - wijzen wij resoluut af. Dreigende politieke retoriek over en weer en het eenzijdig afkondigen van sancties zijn evenzeer contraproductief. Ze brengen een oplossing geen stap dichterbij en gaan lijnrecht in tegen de moeite die de internationale gemeenschap zich getroost om de betrokken partijen op één lijn te krijgen. Het moet voor alle spelers duidelijk zijn dat een duurzame oplossing alleen gebaseerd kan zijn op een politieke dialoog, met respect voor democratie in de betrokken landen en de betrokken regio's. Voor de Europese Unie is het een noodzakelijke investering een impuls te geven aan dit proces. De Europese Unie kan deze conflicten niet alleen oplossen. Zolang wij inzetten op een multilaterale strategie, mogen we ook van de andere betrokken partijen redelijkerwijs vragen zich daarbinnen te bewegen en zich aan eerder gemaakte afspraken, bijvoorbeeld in Instanbul in 1999, te houden. Van Rusland, dat in elk van deze conflicten een cruciale rol speelt, mogen we bovendien enige behoedzaamheid verwachten. De actieve ondersteuning die Rusland geeft aan het regime in Transnistrië en de referenda, alsook de steun aan de afscheidingsbeweging in Zuid-Ossetië en Abchazië vallen helaas niet onder deze categorie.

3-235

Jelko Kacin, namens de ALDE-Fractie. - (SL) Als ondervoorzitter van de Moldavië-delegatie volg ik de gebeurtenissen in dat deel van de wereld op de voet. Het ongrondwettelijke, internationaal niet-erkende referendum over onafhankelijkheid van Transnistrië, dat onlangs in dat gebied heeft plaatsgevonden, is een ernstige stap achteruit voor alle betrokken partijen. Op 10 oktober heeft Transnistrië het compromis van de OVSE onder leiding van de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Karel de Gucht verworpen. Het voorgestelde plan voorzag in een vrijwel onafhankelijke, semi-autonome status voor heel Transnistrië binnen een Moldavische federatie. Ik betreur de verwerping van dat compromis, omdat het een gemiste kans is om vrede en stabiliteit in heel de onstabiele regio te brengen. Nu blijft het vastgelopen conflict tussen Transnistrië en Moldavië een bedreiging voor de politieke en economische stabiliteit van dat deel van Europa. Bij de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie in 2007 zal de Europese Unie grenzen aan Moldavië. Daarom is het voor ons van levensbelang dat we ons engageren en de nodige tijd en energie investeren in verdere onderhandelingen . Ten slotte zou ik zowel de Raad als ook de Commissie willen oproepen om heel hun politieke gewicht in de

Page 55: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 59

schaal te leggen om de onderhandelingen nieuw leven in te blazen. Ik roep eveneens Tiraspol op om weer rond de onderhandelingstafel te gaan zitten en op te houden met zijn tactiek van tijdrekken. Tegelijk roep ik ook Moskou op om voor de oplossing van dit conflict een progressiever beleid te voeren. Met een constructievere aanpak kan Rusland namelijk bewijzen dat het de uitbouw van een verantwoordelijk en betrouwbaar partnerschap met de Europese Unie ernstig neemt.

3-236

Marie Anne Isler Béguin, namens de Verts/ALE-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, nog maar kort geleden juichten wij de vreedzame revolutie in Georgië toe en spoorden wij de jonge leiders van dat land aan om er een heuse democratie te vestigen. Vandaag ondervindt Georgië, zoals we weten, problemen met het oplossen van conflicten met zijn separatistische regio's en het lijdt geen twijfel dat de escalerende provocaties over en weer geenszins bijdragen tot een vreedzame oplossing daarvan. Erger nog, een gewapende interventie zou de hele Kaukasus kunnen doen ontbranden, en dat realiseren we ons allemaal. Daarom moeten we de Georgische autoriteiten met klem aansporen tot een verzoenende opstelling en tot een constructieve hervatting van het vredesproces in Zuid-Ossetië. Er zijn echter wel verzachtende omstandigheden voor Georgië. Buurland Rusland stelt zich namelijk allerminst verzoenend op. Zo heeft de heer Poetin afgelopen week in Lahti olie op het Kaukasische vuur gegooid door Zuid-Ossetië te vergelijken met Kosovo, terwijl we van hem juist verwachtten dat hij het vertrouwen zou herstellen door zijn nabuurschapsbetrekkingen met Georgië te normaliseren. Wat Rusland ook moge zeggen, het is wel degelijk een deel aan het conflict. Heeft het immers geen Russische paspoorten toegekend aan de Georgische inwoners van Zuid-Ossetië? Wat is de waarde van een referendum als 80 procent van de stemmers Russische burgers zijn? En welke neutraliteit kan men verwachten van de aanwezige vredestroepen in Zuid-Ossetië als deze overwegend Russisch zijn? En dan hebben we het nog niet eens over het eenzijdige Russische embargo of de nog altijd voortdurende deportatie van Georgiërs uit Rusland, waaruit blijkt dat men Georgië probeert te destabiliseren. Natuurlijk zijn het nabuurschapsbeleid en de versterkte samenwerking met Rusland instrumenten voor ons, maar neemt u mij niet kwalijk als ik zeg dat ik het standpunt van de Raad ten aanzien van de vervanging van de vredestroepen niet deel. Ik denk, beste collega's, dat we ons echt moeten afvragen hoe we de neutraliteit en de onpartijdigheid van die troepen kunnen waarborgen. We moeten ons misschien, of liever gezegd, wij moeten ons absoluut voorbereiden op het leveren van een bijdrage aan de vervanging van die vredestroepen, als dat noodzakelijk blijkt te zijn. (Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

3-237

Helmuth Markov, namens de GUE/NGL-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, als we het hebben over

veiligheid en stabiliteit in een land of regio, dan moeten we er bovenal voor zorgen dat alle betrokken partijen, met hun uiteenlopende belangen, geen stappen zetten die tot een escalatie leiden. En als de grondwet van Moldavië niet voorziet in een referendum kan men de uitslag van een referendum uiteraard ook niet erkennen. Dat is duidelijk. Transnistrië heeft altijd al deel uitgemaakt van de Republiek Moldavië. Daarom mogen we gerust van onze Russische partners - waarmee we toch niet zulke slechte betrekkingen hebben - vragen, de Russische troepen uit dit gebied terug te trekken. Als we een escalatie willen voorkomen, mogen we uiteraard geen export- of importverbod instellen. Integendeel, wij moeten het zakenleven juist bevorderen. De aanpak die de Commissie en de Europese Unie hebben gekozen - namelijk het vasthouden aan onze intentie om de 5+2-onderhandelingen intensief voort te zetten of te hervatten - is mijns inziens de juiste weg, en daar mogen wij niet van afwijken. Bij een eerlijk partnerschap - en dan bedoel ik een partnerschap met Rusland - hoort ook dat je de partner open en eerlijk kunt zeggen waarmee je het eens en oneens bent. We hebben dat in het verleden uit eigenbelang van de Europese Unie niet altijd met de nodige scherpte gedaan.

3-238

Michał Tomasz Kamiński, namens de UEN-Fractie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie waarin we geloven, de Europese Unie van onze dromen, de Europese Unie die de Europese burgers willen, moet in elk geval een Unie zijn die toekijkt op de eerbiediging van bepaalde waarden, ook op internationaal niveau. Ik ben bijgevolg van mening dat we de manier waarop Rusland Georgië de laatste weken heeft behandeld principieel moeten afkeuren. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om alle bevoegde instellingen van de Europese Unie op te roepen om in deze aangelegenheid actie te ondernemen en op te komen voor de onafhankelijkheid van Georgië. Ik vraag de instellingen tevens om een lans te breken voor de basisbeginselen van het internationaal recht, zoals het beginsel van onafhankelijkheid en niet-inmenging in de interne aangelegenheden van een ander land. We weten uiteraard al langer dat Rusland het separatisme in Georgië aanwakkert. De gebeurtenissen van de laatste weken zijn echter bijzonder verontrustend omdat we vaststellen dat het aantal chauvinistische, nationalistische en anti-Georgische uitlatingen in Rusland in een razendsnel tempo toeneemt. We hebben onlangs vernomen dat enkele kunstwerken van Georgische artiesten die in Moskou tentoongesteld waren, volledig zijn vernield. De hysterische scheldkanonnades van de Russische media gericht tegen Georgiërs die al jaren in Rusland wonen, leiden ertoe dat zij zich allesbehalve veilig voelen op het grondgebied van de Russische Federatie. Ik roep de Europese Unie en het Europees Parlement op om hun uitdrukkelijke steun

Page 56: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

60 25/10/2006

te verlenen aan een onafhankelijk, autonoom Georgië dat het recht heeft om zich veilig te voelen in een verenigd Europa.

3-239

Alessandro Battilocchio (NI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, ik spreek namens de nieuwe Italiaanse Socialistische Partij. De spanning in de zuidelijke Kaukasus bevestigt enkel de these dat er zo spoedig mogelijk multilaterale onderhandelingen moeten worden geopend over de oplossing van het probleem rond Abchazië en Zuid-Ossetië. De boodschap van toenadering die de Europese Unie kortgeleden heeft gestuurd aan de Russische Federatie met betrekking tot de intensivering van de betrekkingen op diverse niveaus gaat gepaard, en moet gepaard gaan met een uitnodiging tot een dialoog en tot de uitvoering van alle maatregelen die kunnen bijdragen aan een oplossing zonder bloedvergieten van de ernstigste crisis in de postsovjettijd. De verklaringen van Poetin over de vermeende voorbereiding van een militaire interventie in Georgië hebben evenals als het embargo op landbouwproducten uit Georgië en Moldavië en de onderbreking van de belangrijkste diensten, van vervoer tot bankdiensten, onvermijdelijk een weerslag op het Georgische volk, zowel op de naar Rusland geëmigreerde Georgiërs, van wie een groot gedeelte de afgelopen dagen ten onrechte gedwongen werd om terug te keren naar Georgië, als op de mensen in Georgië die vaak economisch afhankelijk zijn van hun geëmigreerde familieleden. Europa mag zich in dit geval niet beperken tot het vervullen van een scheidsrechtersfunctie.

3-240

Vytautas Landsbergis (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, in 1996 was ik lid van de Litouwse delegatie van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa, toen Rusland plechtig beloofde zijn troepen in 1997 uit Moldavië te zullen terugtrekken. Het jaar 2007 vormt dan ook een mooie gelegenheid om de tiende verjaardag te vieren van deze niet nagekomen belofte van Rusland - een van de vele beloften, uiteraard. Misschien is dit ook een goed ogenblik om een dik boek te schrijven en publiceren over de onvervulde internationale beloften van Rusland. Dat is mijn eerste voorstel aan dit Parlement, aangezien het nieuwe toezeggingen wil. Met zijn beleid wil Rusland verdeeldheid zaaien onder zijn kleinere buurlanden, maar het heeft alleen maar verlies en leed onder de bevolkingen veroorzaakt en meerdere landen vragen ons dan ook nog steeds om hulp. Kunnen wij holle woorden blijven produceren in de stijl van de Verenigde Naties en onze handen in onschuld wassen voor de talrijke vluchtelingen die uit Abchazië worden verdreven door de binnenvallende Russen? Het loont ook de moeite om even te wijzen op een kleine passage in Resolutie 1666 van de Veiligheidsraad van 31 maart 2006 over eventuele wijzigingen aan het mandaat

van de GOS-vredesmacht in Georgië. In werkelijkheid gaat het om een Russische macht die weinig te maken heeft met vredesbewaring, en veeleer helpt bij de annexatie van een bevolking die massaal paspoorten van een vreemd land krijgt, waarna hun land vervolgens wordt geannexeerd. Als wij echt vrede willen in dat deel van Europa, hebben wij een echte en mogelijkerwijs Europese vredesmacht nodig in Zuid-Ossetië en in Abchazië. Het alternatief bestaat erin de naam van de huidige ‘vredeshandhavers te veranderen in ‘misdaadhandhavers. Dat is mijn tweede voorstel aan dit Parlement: laten wij een keuze maken tussen echte vredeshandhavers en officiële ‘misdaadhandhavers.

3-241

Hannes Swoboda (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, als er in Rusland, en vooral onder de Russische gezagdragers, mensen zijn die onze debatten volgen, zullen ze denken dat we deze week in het Europees Parlement geen ander doel hebben dan de Russische beer op zijn tenen te trappen. Dat is niet onze bedoeling, maar we willen Rusland wel duidelijk maken dat het samen met ons moet proberen de problemen - van het energieprobleem tot problemen met buurlanden - op te lossen. En Rusland moet zich uitspreken voor multilateralisme! In onze kritiek op Amerika zijn we het vaak eens over de eenzijdigheid van het Amerikaans optreden. Maar als het er dan om gaat op eigen terrein iets te ondernemen - en wel multilateraal en niet eenzijdig - stellen wij vast dat Rusland de laatste tijd een andere weg volgt, en dat kunnen we absoluut niet accepteren. Ten eerste kunnen wij natuurlijk niet zonder de medewerking van de betrokken landen. Wat Georgië betreft - en dat hebben we bij ons meest recente bezoek aan Georgië ook gezegd - hopen we dat het land de verklaring inzake geweldafzwering zal ondertekenen. De uitspraak: “Wij willen ons kunnen verdedigen” zegt in dat opzicht niets, omdat natuurlijk iedereen het recht heeft om zich te verdedigen. Ten tweede willen wij graag een concreet voorstel zien voor de manier waarop men de bevolking van Zuid-Ossetië en ook Abchazië opnieuw in de Georgische maatschappij kan integreren, omdat we van mening zijn dat er slechts ruimte is voor één ongedeeld Georgië, maar dan wel met speciale, concrete regelingen voor deze bevolkingsgroepen. Toch is Rusland nog steeds de hoofdverantwoordelijke. Ik snap niet dat Rusland nog steeds niet door heeft dat je geen vrienden maakt als je steun geeft aan kleine, separatistische, ten dele ook door criminelen ondergraven bewegingen, maar veeleer als je de stabiliteit in de buurlanden bevordert, iets dat Georgië zeker ook graag zou willen doen. We moeten ons echter kanten tegen de verdrijving van Georgiërs uit Rusland. Het argument ‘Ja, maar het zijn wel illegalen’ klinkt nogal cynisch. Deze verdrijving van Georgiërs komt - juist nu, gezien deze incidenten - net

Page 57: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 61

zo ongelukkig uit als de verhogingen van de energieprijzen in Oekraïne vóór de verkiezingen en in Wit-Rusland na de verkiezingen. Dat is absoluut onverantwoord en onacceptabel.

3-242

Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, Zuid-Ossetïe is één van die uiterst storende ‘bevroren’ conflicten, en ik herinner mij nog dat ik er mij zelf mee heb beziggehouden toen ik, mevrouw de fungerend voorzitter, vijf jaar geleden op precies diezelfde stoel zat als u nu. Het risico bestaat echter dat dit bevroren conflict opnieuw zal oplaaien. De gemoederen moeten dan ook dringend bedaard worden en mijn fractie steunt de oproep aan Rusland en Georgië om hun taalgebruik en optreden te matigen. Wat de Georgische burgers werd aangedaan, is absoluut onaanvaardbaar, net als, uiteraard, de beslissing van Rusland om alle communicatie met Georgië te verbreken. Het feit dat president Poetin in aanwezigheid van de heer Vanhanen, fungerend voorzitter van de Raad, en de heer Barroso, voorzitter van de Commissie, waarschuwde voor het risico op bloedvergieten, was ongetwijfeld erg pijnlijk en is in elk geval volstrekt onaanvaardbaar, net als het feit dat Rusland paspoorten blijft uitreiken aan Zuid-Ossetiërs. Dat Georgië gedreigd heeft naar de wapens te grijpen, is eveneens onaanvaardbaar. Als de EU deze zaak ernstig neemt, moet zij bereid zijn de Russische vredesmacht te vervangen, als dat nodig zal zijn. Dit is geen lichtvaardige toezegging en de voor- en de nadelen hiervan moeten ernstig tegen elkaar afgewogen worden. Laten wij echter eerst en vooral alle bestaande multilaterale en Europese vredesmechanismen aanwenden.

3-243

Elisabeth Schroedter (Verts/ALE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, mevrouw de commissaris, waarde collega’s, als lid van de interparlementaire delegatie EU-Moldavië heb ik nog een aantal opmerkingen over dit probleem en wil ik glashelder stellen dat dit geen conflict rond minderheden is! De maatschappij van de Republiek Moldavië heeft zowel in politiek als maatschappelijk opzicht open systemen, die een tolerante samenleving vormen. Als men beweert dat het om conflicten rond minderheden gaat, dan doet men dit alleen om de politiek werkelijk problematische steun voor een stalinistisch regime te legitimeren. Dat is uitermate dubieus. Dat wil ik de Russische regering en president Poetin uitdrukkelijk meegeven. Het conflict in Transnistrië is een conflict tussen Rusland en de EU. Er kan mijns inziens alleen vrede komen als de troepen worden teruggetrokken. Daarom moeten de Commissie en de Raad op dit punt veel meer druk uitoefenen op de Russische regering. Het conflict in Moldavië mag niet worden geofferd op het altaar van de energiebetrekkingen met Rusland!

3-244

Konrad Szymański (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, uit de situatie in Zuid-Ossetië en Transnistrië blijkt ontegenzeggelijk dat Rusland nog steeds in termen van invloedssferen denkt. Rusland heeft zich - zestien jaar later - nog steeds niet neergelegd bij het feit dat het de territoriale integriteit en soevereiniteit van de onafhankelijke landen aan zijn grenzen moet erkennen. Om zijn onafhankelijke buurlanden, Georgië en Moldavië, te verzwakken en hun stukken grondgebied af te nemen, neemt Rusland zijn toevlucht tot bedrog, spionage en chantage in kwesties als energiebevoorrading en het uitreiken van Russische paspoorten. Tegen onze verwachtingen in is Rusland geen stabiliserende factor in de regio. Integendeel, naarmate de politieke invloed van Rusland toeneemt, stijgt ook het aantal conflicten, spanningen en zelfs oorlogen. Is een dergelijk beleid wel aanvaardbaar voor de Europese Unie? Is het wel mogelijk om een onvoorwaardelijk strategisch partnerschap op te bouwen met een land dat zich tot dergelijke praktijken verlaagt? Ik hoop van niet, en daarom verzoek ik het Parlement met aandrang om deze gezamenlijke resolutie aan te nemen, met inbegrip van de amendementen die werden ingediend door de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten en de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten.

3-245

Bernd Posselt (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, de Republiek Moldavië zou over negeneneenhalve week lid zijn geworden van de Europese Unie als zij niet met het pact tussen Hitler en Stalin van Roemenië was gescheiden. Dit toont aan hoe na deze kwestie ons is. Georgië - lid van de Raad van Europa – is tot tweemaal toe het slachtoffer geworden van het Russische of Sovjetkolonialisme, één keer onder de tsaren en één keer toen de sovjettroepen in de jaren twintig de volkerenlente in de Kaukasus in de kiem smoorden. Vandaag de dag is er sprake van een postkoloniale situatie, waarin Rusland niet bereid is goed te maken wat het in dit soort gebieden als koloniale mogendheid of ook als totalitaire Sovjet-Unie heeft aangericht. Rusland voert veeleer een postkoloniale politiek van nationale dominantie en chantage via grondstoffen. Conflicten tussen nationaliteiten worden misbruikt of ten dele ook kunstmatig gecreëerd. Daarom is er ook maar één antwoord. Als er ergens conflicten zijn, moeten we ook bereid zijn - zoals Vytautas Landsbergis al zei - ons in internationaal of Europees verband ter plaatse in te zetten voor de vrede, of het nou gaat om Transnistrië, Abchazië en Zuid-Ossetië of ook Tsjetsjenië, waar de internationale gemeenschap eindelijk orde op zaken moet gaan stellen. Als Rusland zou streven naar transparantie, zou dit de juiste oplossing zijn. Rusland wil echter helemaal geen transparantie. Rusland wil achter de schermen een beleid van dominantie voeren. Daarom vind ik het ook jammer dat dit debat na de topontmoeting plaatsvindt en niet ervoor, zoals we hadden gehoopt. De heer Poetin wilde

Page 58: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

62 25/10/2006

op de top eerst in de schijnwerpers illusies oproepen, en nu zijn we in de schaduw van de top bezig de scherven op te ruimen. Rest mij alleen de Raad en de Commissie op te roepen eindelijk duidelijke en open taal te spreken tegen de Russische politiek, waarbij ook mensenrechten ter sprake kunnen worden gebracht. Laat daar geen misverstanden over bestaan: Rusland verstaat alleen duidelijke taal. We hebben - Vytautas Landsbergis zei het al - niet alleen genoeg stof voor een witboek over gebroken Russische beloftes, maar ook voor een witboek over Westers zelfbedrog.

3-246

Marianne Mikko (PSE). - (ET) Dames en heren, de kwestie Transnistrië is grotendeels een zaak van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland. Daarbij bevinden wij ons in een impasse maar Rusland heeft het vermogen om een oplossing te vinden. Als Rusland dat echter doet, moet het de belofte gestand doen die tijdens de OVSE-Top in Istanbul in 1999 werd gedaan en dan moet het zijn troepen terugtrekken uit Moldavië. Goede vrienden moeten vrijmoedig en recht door zee zijn. In Rusland worden zulke vrienden op waarde geschat. Wij hier zijn te angstig geweest en hebben te veel om de zaken heen gedraaid, met als gevolg dat we vanaf 1 januari een ernstige bron van instabiliteit zullen krijgen aan de grens van de Europese Unie. Ik wil drie feiten over Transnistrië herhalen. Ten eerste streeft de regering van Transnistrië niet naar onafhankelijkheid, maar eerder naar aansluiting bij Rusland, dat achthonderd kilometer verderop ligt. De regio heeft in het verleden bij Moldavië en Oekraïne gehoord, maar nooit bij Rusland. Ten tweede vormen de inwoners van Transnistrië geen uniforme etnische groep. De meeste van hen zijn Moldaviërs, die 40 procent van de bevolking uitmaken, dan de Oekraïners met bijna 28 procent en op de derde plaats de Russen. Ten derde zouden de inwoners van Transnistrië onder de regering in Chisinau zeker meer democratie en vrijheid genieten dan ze nu hebben. Chisinau heeft de niet-Moldavische bevolking van Transnistrië nooit vervolgd. Rusland zal geen actie ondernemen als het niet door ons onder druk wordt gezet. We moeten niet bang zijn om druk uit te oefenen. Onze relatie met Rusland moet tweerichtingsverkeer zijn, waar beide partijen van kunnen profiteren. Wij hebben misschien Russische energie nodig, maar Rusland heeft ook gunsten van ons nodig, om nog maar te zwijgen over de Europese markt. Het is tijd dat wij Rusland herinneren aan wat wij gegeven hebben, en dat wij daarvoor iets terugvragen. Tot slot moeten de 5+2-onderhandelingen om elke prijs doorgaan. We hebben een goede resolutie, dus laten we die aannemen.

3-247

Tatjana Ždanoka (Verts/ALE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik meen dat er bij alle redelijke politieke overwegingen in de huidige tekst, een belangrijke zaak is weggelaten: de dagdagelijkse realiteit waarin de mensen in de betrokken gebieden moeten leven. Zij die de afgifte van Russische paspoorten aan inwoners van deze gebieden veroordelen, zouden er goed aan doen even stil te staan bij de omstandigheden waarin deze mensen terechtkwamen als burgers of niet-burgers van de nieuwe onafhankelijke staten, die zijn ontstaan uit de voormalige Sovjetrepublieken. Dat zijn republieken waarvan de grenzen - in het geval van de Kaukasus - arbitrair werden vastgelegd door Stalin of - in het geval van Transnistrië - veranderd werden door het Molotov-Ribbentroppact. Na de ontbinding van de federale staat - de USSR - werd er geen overgangsperiode vastgelegd waarbinnen deze mensen problemen zoals gezinshereniging, burgerschap en dergelijke konden oplossen. Deze mensen hebben vooral nood aan Russische paspoorten om naar Rusland te reizen, en niet naar de EU, zoals werd beweerd.

3-248

Inese Vaidere (UEN). - (LV) Dames en heren, dat Rusland invloed wil uitoefenen op de lotsbestemming van de buurlanden die op een westers ontwikkelingsmodel zijn overgestapt, blijkt zowel uit zijn inmenging in de binnenlandse aangelegenheden in Oekraïne, als in de gevallen van Moldavië en Georgië. De Europese Unie heeft er belang bij dat er een vreedzame oplossing wordt gevonden in het conflict tussen Rusland en Georgië. Daartoe moeten ten eerste de GOS-vredestroepen in Zuid-Ossetië, die niet tegen hun taak zijn opgewassen, worden vervangen door internationale vredestroepen. Ten tweede moet Rusland afzien van militaire oefeningen in de nabijheid van het grondgebied van Georgië. Ten derde moet er onmiddellijk een einde komen aan de schendingen van de rechten van Georgische burgers - die langzamerhand in de buurt komen van etnische zuivering - evenals aan de handelsblokkade tegen Georgische producten. Ten vierde moet, wat de integriteit van het grondgebied van Georgië betreft, de wettigheid worden onderzocht van de uitgifte van Russische paspoorten in Abchazië en Zuid-Ossetië, om te voorkomen dat dit scenario zich herhaalt in Transnistrië. Tot slot moeten beide staten afzien van activiteiten en verklaringen die de betrekkingen verder kunnen doen verslechteren.

3-249

Tunne Kelam (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, wat de achtergrond van dit debat betreft, hebben wij nood aan een zeer sterk engagement van de EU in de vorm van een vredesmacht om te proberen de verspreiding van deze gevaarlijke conflicten te voorkomen. Laten wij duidelijk wezen: deze bijna afgescheurde gebieden, of bevroren conflicten, worden door de Russische regering systematisch gebruikt om haar invloed op de voormalige Sovjetburen te bewaren. Zoals mijn collega, mevrouw Mikko, al zei, zouden de

Page 59: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 63

conflicten waarmee wij thans te maken hebben, zonder de voortdurende aanwezigheid van Russische troepen wellicht reeds verdwenen zijn. Een deel van het probleem lijkt de angst te zijn voor de mogelijke verspreiding van ‘roze revoluties’ en de vrees voor echte democratische veranderingen in Rusland zelf, die trouwens al lang hadden moeten plaatsvinden. Wij moeten daarom reageren op het optreden van de Russische regering, dat haaks staat op alle internationale gedragsnormen, zoals het verbreken van de communicatie, het opleggen van economische blokkades en het aanzetten tot xenofobie in Rusland zelf. De EU van de Vijfentwintig moet duidelijk stellen dat een dergelijk optreden volstrekt onaanvaardbaar is, zeker als het afkomstig is van het land dat thans voorzitter is van de Raad van Europa. In de resolutie van het Europees Parlement roepen wij Rusland op om de nieuwe realiteit die is ontstaan na het einde van de Koude Oorlog, eindelijk te accepteren, en niet langer te denken en handelen in termen van exclusieve invloedszones.

3-250

Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik zou kort iets over de situatie in Moldavië willen zeggen. De problemen waar Moldavië mee te kampen heeft, zijn niet enkel toe te schrijven aan historische factoren en aan zijn geopolitieke ligging, maar ook aan de situatie waarin het land zich op dit moment bevindt. Die is op haar beurt het gevolg van de interne machtsverhoudingen en van externe invloeden. We moeten er ons terdege van bewust zijn dat Moldavië alleen niet in staat is om de problemen betreffende zijn veiligheid in ruime zin en zijn verdere ontwikkeling op te lossen. Er is niet enkel nood aan gezamenlijke inspanningen van Oekraïne en Roemenië, de buurlanden van Moldavië, maar ook aan levensnoodzakelijke hulp van de Europese Unie en de Verenigde Staten en uiteraard aan een stevige portie goede wil van Rusland. Het lijdt immers geen twijfel dat er een duidelijk verband bestaat tussen enerzijds het embargo op de invoer van landbouwproducten en de problemen op het vlak van energievoorziening en anderzijds de wil van Moldavië om zich in de Europese Unie te integreren. We mogen Moldavië dus niet aan zijn lot overlaten. Het land heeft het morele recht om door de Europese Unie geholpen te worden en wij zijn perfect in staat die steun te verlenen.

3-251

Ryszard Czarnecki (NI). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik geef mijn volledige steun aan de ontwerpresolutie van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten over Transnistrië, een regio in Moldavië. Ik zou mijn bewondering willen uitdrukken voor het Georgische volk dat autonoom wenst te beslissen over de richting die het land met zijn buitenlands beleid moet inslaan. Georgië kan en moet in deze context op de solidariteit van de EU-lidstaten rekenen. De Georgische overheid eist terecht dat de rechten van het kleine Georgische volk door het grote Rusland worden gerespecteerd. Het zou echter goed zijn - en hier verschil ik enigszins van

mening met de vorige sprekers - indien de Georgische autoriteiten ook aandacht schonken aan de eerbiediging van de rechten van de minderheden in hun eigen land. Ik bedoel hier onder andere de religieuze minderheden. Staat u me toe om kort in te gaan op de recente aanslagen op de katholieken in Tbilisi. Ik kan de aanval van zestig individuen op een volledig nieuwe kerk voor de Assyrische, of liever, de Chaldeeuwse katholieke gemeenschap, niet anders beschrijven. Deze aanval was het werk van leden van de protestantse kerk, die zich in hoge mate met de Russische cultuur identificeert. Ook in een ander deel van Tbilisi zetten protestanten de machthebbers onder dwang om de opening van een katholieke kerk te verbieden. Jammer genoeg waren er de afgelopen jaren legio voorbeelden van religieuze onverdraagzaamheid in Georgië. De slachtoffers waren niet enkel katholieken, maar ook baptisten, aanhangers van de pinksterbeweging en Jehova’s getuigen. Ik vertrouw erop dat de Georgische overheid krachtig zal optreden tegen deze gewelddaden die de reputatie van het land op het internationale toneel ernstig schaden. Ik ben ervan overtuigd dat het merendeel van de fracties in dit Parlement een gelijkaardige mening is toegedaan.

3-252

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik u bedanken voor dit uitvoerige debat. Wij spreken hier al sinds vanmorgen over de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland. De enorme reikwijdte van deze betrekkingen is te zien aan het feit dat ook bij het onderhavige onderwerp de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland een prominente plaats innemen in de toespraken van de leden. De betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland bevatten een waardevol element. Wij kunnen tegenwoordig namelijk over alle zaken met elkaar spreken, ook over lastige zaken en over de verplichtingen die Rusland is aangegaan. De volgende goede gelegenheid voor zulke besprekingen is in november wanneer de Permanente Partnerschapsraad van de ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie en Rusland bijeenkomt en eind november op de Top tussen de Europese Unie en Rusland. Over deze kwesties zal ongetwijfeld ook worden gesproken op de Top tussen de Europese Unie en Oekraïne, die overmorgen in Helsinki wordt gehouden. Zoals ik in mijn openingstoespraak al zei, zijn de maatregelen van de Europese Unie met betrekking tot Moldavië en Transnistrië vooral gericht op het steunen en versterken van de eenheid van Moldavië. Hiervoor is het Europees nabuurschapsbeleid een cruciaal instrument. Een onderdeel van deze samenwerking is ook het voorstel dat wij, in de Raad, van de Commissie verwachten om dit jaar nog te beginnen met onderhandelingen over visumfacilitering.

Page 60: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

64 25/10/2006

De betrekkingen tussen Georgië en Rusland werden gisteren nog besproken in het Comité Politiek en Veiligheid (COPS) op basis van de voorstellen die de speciale vertegenwoordiger heeft gedaan voor het vinden van nieuwe middelen om een vreedzame oplossing voor deze moeilijke situatie zo goed mogelijk te bevorderen. Gelukkig zijn er bemoedigende aanwijzingen dat er een dialoog tussen Georgië en Rusland in gang wordt gezet, aangezien de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen van plan zijn elkaar begin november in Moskou te ontmoeten. Dat is een zeer goed begin voor een mogelijke hervatting van de gesprekken. Het basisprincipe dat de Europese Unie vreedzame oplossing van crises nastreeft en dit op veel manieren kan doen, geldt net zo goed voor de crisis tussen Georgië en Rusland als voor veel andere crises in de wereld, maar als de partijen zich zelf niet tot een vreedzame oplossing verbinden, kunnen zij daar van buiten af niet toe gedwongen worden.

3-253

Benita Ferrero-Waldner, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, dit was een zeer interessant debat over beide onderwerpen. Ik bedank de leden voor hun opmerkingen. Uiteraard zullen wij hiermee in de mate van het mogelijke rekening houden. Ik meen dat het Parlement zijn inspanningen kan opvoeren en met zijn partners in de Parlementaire Samenwerkingscommissie EU-Moldavië kan zorgen voor een aanvulling op en afronding van hetgeen wij doen met betrekking tot Moldavië. Wij moeten Moldavië blijven aanmoedigen tot voortzetting van de belangrijke hervormingen op het vlak van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten en tot verbetering van het ondernemingsklimaat. Wij moeten Moldavië helpen aantrekkelijker te worden voor de bevolking, zelfs in Transnistrië. Wat de macrofinanciële bijstand betreft, hebben wij net een pakket van 45 miljoen euro voorbereid dat zal worden toegekend aan Moldavië. Het is namelijk heel belangrijk dat dit land bijzondere bijstand krijgt. Staat u mij toe te vermelden dat het totale bedrag van het bijstandsprogramma is opgelopen tot ongeveer 230 miljoen euro sinds 1991. Ons jaarlijkse bijstandsbegroting is de laatste jaren toegenomen en zal nog verder stijgen met het ENPI. Wat visumfacilitering voor Moldavië betreft, zijn wij bezig met het uitwerken van voorstellen voor de onderhandelingsrichtsnoeren en voor de overnameovereenkomsten. Wij hebben de lidstaten aangemoedigd een gezamenlijk centrum voor visumaanvragen op te zetten in Chisinau. Daarmee zal een doeltreffend faciliteringsmechanisme in het leven worden geroepen voor Moldavische burgers, die dan niet langer naar de buurlanden hoeven te reizen om een visum aan te vragen.

Ik wil hier nog aan toevoegen dat, als er tegen het einde van het jaar een mandaat verkregen kan worden, de kostprijs van een visum op 35 euro gehandhaafd zal worden en niet zal stijgen tot 60 euro, wat heel belangrijk is voor de zeer arme mensen in Moldavië. Over Georgië hebben wij een heel lang debat gevoerd met minister van Buitenlandse Zaken Lavrov. Het belangrijkste is dat beide partijen vooreerst hun openbare retoriek matigen en dat zij daarna proberen opnieuw een diplomatieke dialoog te voeren - een normalisatie van de situatie, dus. De Georgische leiders moeten elke actie vermijden die de spanning zou kunnen doen oplopen. Dat is wat wij de heer Saakashvili verteld hebben. Wij hopen dat met de hulp van onze speciale vertegenwoordigers en met vanzelfsprekend ons aller hulp, de situatie weer normaal wordt.

3-254

VOORZITTER: MIROSLAV OUZKÝ Ondervoorzitter

3-255

De Voorzitter. - Het debat is gesloten. De stemming vindt donderdag om 11.30 uur plaats.

3-259

Uitvoer van giftig afval naar Afrika - Strafrechtelijke bescherming van het milieu (debat)

3-260

De Voorzitter. - Aan de orde is de gecombineerde behandeling van: - de verklaringen van de Raad en de Commissie over de uitvoer van giftig afval naar Afrika; - de mondelinge vraag (O-0067/2006) van Karl-Heinz Florenz, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, aan de Raad, over milieubescherming: misdaadbestrijding, misdrijven en straffen (B6-0438/2006); en - de mondelinge vraag (O-0068/2006) van Karl-Heinz Florenz, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, aan de Commissie, over milieubescherming: misdaadbestrijding, misdrijven en straffen (B6-0439/2006).

3-261

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de Raad maakt zich grote zorgen over de milieuramp die enige tijd geleden in Ivoorkust aan het licht kwam met betrekking tot het schip Probo Koala. Het Finse voorzitterschap vindt het zeer belangrijk dat deze betreurenswaardige gebeurtenis grondig wordt onderzocht. De wereld werd weer eens gewezen op de ernstige gevaren die het overbrengen van afval naar ontwikkelingslanden met zich meebrengt. Dit is een probleem dat daadkrachtig moet worden aangepakt. De Europese Unie heeft laten weten dat zij in samenwerking met de Verenigde Naties bereid is te helpen bij het

Page 61: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 65

beschermen van de volksgezondheid en het milieu op de plaatsen waar de gevolgen van dit incident zeer groot zijn. Door de recente gebeurtenissen in West-Afrika zijn wij er weer eens op gewezen hoe belangrijk het is om de overeenkomsten inzake grensoverschrijdende overbrenging van afval en de controle op afvalverwerking doeltreffend ten uitvoer te leggen. Het gaat hierbij vooral om het Verdrag van Bazel en de herziening ervan in 1995, het Marpol-Verdrag inzake het voorkomen van vervuiling door schepen alsmede plaatselijke overeenkomsten inzake maritieme bescherming. Met de herziening van het Verdrag van Bazel werd een verbod uitgevaardigd op de export van gevaarlijk afval uit de landen van de Europese Unie en de OESO en Liechtenstein, naar andere landen. Natuurlijk is de controle op de naleving van deze overeenkomsten even belangrijk. De achtste bijeenkomst van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de controle van grensoverschrijdende overbrenging en de verwerking van gevaarlijk afval wordt eind november in Nairobi gehouden. Momenteel worden in de Raad de standpunten voorbereid die de Europese Unie op deze conferentie zal innemen met betrekking tot alle onderwerpen die op de agenda staan: illegale overbrenging van afval, het lossen van schepen, financiering van het Verdrag, synergie tussen afval- en chemicaliënclusters en de monitoring van het strategische plan ter uitvoering van het Verdrag. Een deel van dit voorbereidende werk werd gedaan tijdens het grondige debat in de Milieuraad op 23 oktober, ofwel eergisteren. Aan het eind heeft de voorzitter zijn conclusies inzake de voorbereidingen van de Europese Unie op de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel gepresenteerd. In deze conclusies staat dat het belangrijk is om vastberaden en doeltreffend in te grijpen bij illegale grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijk afval. Het is belangrijk dat naast de landen die de herziening met betrekking tot het exportverbod op gevaarlijk afval al hebben geratificeerd, zo veel mogelijk andere landen hetzelfde doen, zodat de herziening zo snel mogelijk wereldwijd van kracht kan worden. Zoals u weet, is het verbod al van kracht in alle EU-lidstaten, omdat het in zijn geheel is geïmplementeerd door middel van de verordening betreffende overbrenging van afvalstoffen. Bijna alle EU-landen hebben ook de wijziging daarvan geratificeerd. De herziene EU-verordening inzake overbrenging van afvalstoffen, die in juli van kracht wordt, bevat ook bepalingen waarmee de samenwerking op nationaal en communautair niveau met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de verordening kan worden verbeterd. Er is ook een richtlijn uitgevaardigd betreffende de havenfaciliteiten voor afvalontvangst en overtollige lading van schepen. Deze is waarschijnlijk ook relevant in het geval van de Probo Koala.

In het debat van eergisteren hebben de ministers van Milieu het feit onderstreept dat een doeltreffende tenuitvoerlegging van de bestaande wetgeving een belangrijk doel van de Europese Unie is. Cruciaal voor het voorkomen van illegale overbrenging is het in toenemende mate harmoniseren van wetten inzake milieu en zeevaart, vooral op internationaal niveau, en het intensiveren van de samenwerking tussen de autoriteiten. Het belangrijkste is dat alle soorten afval op milieuvriendelijke wijze worden verwerkt, ongeacht waar dit gebeurt. Dit moet ook het primaire doel zijn bij het slopen van schepen. In de conclusies van de voorzitter wordt ook benadrukt dat de ontwikkelingslanden externe hulp nodig hebben bij hun inspanningen om het Verdrag van Bazel ten uitvoer te leggen en op milieuvriendelijke wijze afval te verwerken. De ontwikkelingslanden moeten afvalverwerking opnemen in hun strategieën voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Op de Milieuraad heeft het voorzitterschap ook een ontmoeting gehad met een delegatie uit Ivoorkust die ons actuele informatie over de situatie heeft gegeven. De omvang van de milieuramp is enorm: naast het verlies van vele mensenlevens zijn er zeer veel acute gezondheidsproblemen. De ramp heeft ook een grote weerslag op het milieu, de middelen van bestaan, de woonomstandigheden en het functioneren van de samenleving. Op dit moment zijn de belangrijkste maatregelen het schoonmaken van de vervuilde gebieden en rioleringen en het beperken van de schade voor de mensen en het bedrijfsleven. In Ivoorkust vindt nationaal en internationaal onderzoek plaats naar de gebeurtenissen, waaronder strafrechtelijk onderzoek. Ook in enkele lidstaten, zoals Nederland en Estland, is een strafrechtelijk onderzoek ingeleid om een grondige analyse te kunnen maken van de omstandigheden met betrekking tot het geval van de Probo Koala. Ik zal nu de mondelinge vraag beantwoorden van Karl-Heinz Florenz, voorzitter van de Commissie milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid. De lidstaten van de Europese Unie vinden het belangrijk dat in het kader van de Europese Unie wetten en samenwerkingsverbanden worden ontwikkeld om milieucriminaliteit te voorkomen en te onderzoeken en strafrechtelijke aansprakelijkheid af te dwingen. Milieucriminaliteit is gewoonlijk internationaal van aard, omdat de effecten van illegale emissies tot ver over de landsgrenzen reiken. Zoals de geachte afgevaardigde in zijn vraag zegt, heeft echter het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op 13 september 2005 het kaderbesluit van de Raad van 27 januari 2003 inzake de strafrechtelijke bescherming van het milieu nietig verklaard.

Page 62: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

66 25/10/2006

Op 25 november heeft de Commissie het Europees Parlement en de Raad een mededeling doen toekomen over de gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie. Het arrest van het Hof van Justitie en de mededeling van de Commissie zijn in januari besproken op de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in Wenen en zijn op 21 februari dit jaar behandeld in de Raad te Brussel. In deze besprekingen heeft de Commissie aangegeven meer tijd te willen om na te denken over de manier waarop moet worden omgegaan met de eerder door de Raad genomen kaderbesluiten, die misschien heronderzocht moeten worden in het licht van het arrest het Hof van Justitie. Dezelfde redenering is van toepassing op het genoemde kaderbesluit dat door het Hof van Justitie nietig werd verklaard. Zodoende wacht de Raad op een reactie van de Commissie. De Commissie kan een herziene versie presenteren van het voorstel voor een richtlijn dat zij in 2001 heeft ingediend en in 2002 heeft herzien, of zij kan ook een geheel nieuw voorstel indienen.

3-262

Stavros Dimas, lid van de Commissie. - (EL) Mijnheer de Voorzitter, het recente voorval met de dumping van giftig afval in Ivoorkust heeft dramatische gevolgen. Tenminste 10 mensen hebben het leven verloren en duizenden zijn vergiftigd en worden verpleegd in ziekenhuizen. Ofschoon de werkelijke toedracht van deze afschuwelijke milieumisdaad nog niet geheel is opgehelderd, is het noodzakelijker dan ooit om het verbod op de uitvoer van gevaarlijk afval naar Afrika strikt na te leven. De Commissie probeert in samenwerking met de lidstaten, de Verenigde Naties en de autoriteiten van Ivoorkust de schade op verschillende manieren te herstellen, en neemt eveneens de geijkte maatregelen om de eventueel plaatsgevonden illegale activiteiten het hoofd te bieden. Onmiddellijk na het voorval zijn vertegenwoordigers van de Commissie - en speciale teams van de lidstaten - naar de plek van het voorval gegaan om de getroffen bevolking bij te staan en bij de bescherming van het natuurlijk milieu te helpen. De Commissie volgt de ontwikkelingen in Ivoorkust op de voet en onderhoudt voortdurend contact met de autoriteiten van het land. Maandag heb ik, samen met het voorzitterschap, een ontmoeting gehad met een delegatie van Ivoorkust, waarvan drie ministers deel uitmaakten. De instellingen en de lidstaten van de Europese Unie moeten nagaan op welke manier ze de slachtoffers in Ivoorkust kunnen bijstaan en ze moeten hun uiterste best doen om bij te dragen aan de milieusanering.

Er loopt momenteel een strafrechtelijk onderzoek in verschillende lidstaten. Wij onderhouden contact met die lidstaten. Na de terugkeer van de Probo Koala in de Europese Unie heb ik zelf op 28 september een bezoek gebracht aan de haven Paldiski in Estland om steun te geven aan het onderzoek en de meest recente inlichtingen te verkrijgen. Als wij echter verder kijken dan het voorval in Ivoorkust, stellen wij vast dat er een ernstige leemte zit in de handhaving door de lidstaten van de verordening van de Europese Unie betreffende afvaloverbrenging. Deze verordening bevat duidelijke voorschriften en verbiedt uitvoer van gevaarlijk afval naar ontwikkelingslanden. Deze voorschriften zullen nog worden verscherpt en vanaf juli volgend jaar zullen de lidstaten gedwongen zijn om ter plekke controle en inspecties te verrichten en samen te werken in geval van illegale overbrenging van afvalstoffen. Het bestaan van regels op zich zegt echter niets. Deze moeten namelijk ook correct worden toegepast in de praktijk. De leemtes in de wetgeving moeten worden opgevuld met strenge aanvullende maatregelen voor correcte toepassing. Milieumisdaden behoren tot de meest ernstige problemen die de Gemeenschap moet aanpakken. Soms wordt daarmee enorme milieuschade aangericht en vaak zit daar ook de internationale georganiseerde misdaad achter, waardoor de bestrijding moeilijk maar ook absoluut noodzakelijk is. Voor een correcte toepassing van de communautaire milieuwetgeving is het absoluut noodzakelijk te voorzien in efficiënte sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties. Juist daarom moet onmiddellijk actie worden ondernomen op communautair vlak. In 2001 heeft de Commissie een ontwerprichtlijn ingediend betreffende de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. Het ontwerp had tot doel om enerzijds in heel de Gemeenschap een minimumaantal strafbare feiten op milieugebied vast te stellen en anderzijds deze overtredingen te bestrijden met efficiënte strafrechtelijke sancties in alle lidstaten. Het is spijtig dat de Raad indertijd het voorstel van de Commissie niet heeft goedgekeurd. Het voorstel was gegrondvest op artikel 175 van het Verdrag en zou volgens de medebeslissingsprocedure moeten worden aangenomen. De Raad kon echter niet akkoord gaan met de rechtsgrondslag en heeft toen besloten om in plaats van de door ons voorgestelde richtlijn een kaderbesluit uit te vaardigen in het kader van de derde pijler. Volgens de Europese Commissie was het gekozen instrument juridisch gezien niet correct en maakte het onmogelijk om controle uit te oefenen op de omzetting van het kaderbesluit in de nationale wetgeving en op de tenuitvoerlegging daarvan door de lidstaten. In krasse tegenstelling tot de Raad gaf het Europees Parlement wel volledige steun aan het voorstel van de Commissie. Het Parlement heeft de Commissie eveneens gesteund in de zaak die aanhangig werd gemaakt voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Ik wil erop wijzen hoe belangrijk de goede samenwerking tussen onze instellingen is, en ik hoop dat

Page 63: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 67

wij deze bij de verdere ontwikkelingen in de zaak kunnen voortzetten. Met het arrest van het Hof van Justitie is nu duidelijk geworden dat de strafrechtelijke maatregelen die noodzakelijk zijn om een efficiënte toepassing van het milieubeleid te waarborgen, kunnen worden uitgevaardigd in het kader van de eerste pijler. Het kaderbesluit van de Raad schond de in het Verdrag verankerde bevoegdheden van de Gemeenschap en moest nietig worden verklaard. De Europese Commissie is bijzonder voldaan over het arrest van het Hof. Het arrest regelt geen technisch probleem maar is van doorslaggevend belang voor de verduidelijking van de Verdragsbepalingen met betrekking tot de afbakening van de eerste en derde pijler. Dit heeft een enorme institutionele weerslag, aangezien verduidelijkt wordt dat de omstreden maatregelen genomen moeten worden overeenkomstig de medebeslissingsprocedure, dat wil zeggen met volledige deelneming van het Parlement. Verder zijn, in het kader van de eerste pijler, de nationale toepassingsmaatregelen onderworpen aan toetsing door het Hof van Justitie, hetgeen niet geldt voor de maatregelen uit de derde pijler. Een richtlijn betreffende milieubescherming door middel van het strafrecht - in het kader van de eerste pijler - zal zorgen voor een betere milieubescherming en tegelijkertijd een democratischer methode zijn om wet te geven. Helaas is intussen veel kostbare tijd verloren. Er worden nog steeds milieumisdaden begaan en wij moeten de noodzakelijke juridische maatregelen nemen om deze het hoofd te bieden. Wij hebben in de Commissie de diverse keuzemogelijkheden waarmee wij gevolg kunnen geven aan het arrest van het Hof van Justitie, onderzocht en besproken. Wij hebben met name twee keuzemogelijkheden bekeken. Wij kunnen ofwel het Commissievoorstel van 2001, in zijn huidige vorm, handhaven en de andere instellingen vragen de medebeslissingsprocedure voort te zetten, of wij kunnen een nieuw Commissievoorstel doen. Wij hebben de tweede mogelijkheid verkozen om rekening te kunnen houden met het arrest van het Hof. Het aanvankelijke voorstel dateert namelijk uit 2001 en sedert 2001 is er veel veranderd in de milieuwetgeving, en dus moet het voorstel worden aangepast. Tot slot hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan in de Europese samenwerking op strafrechtelijk gebied, en ook daar moet in het voorstel rekening mee worden gehouden. Wij moeten er zeker van kunnen zijn dat het voorstel strookt met de andere onderdelen van de communautaire wetgeving van strafrechtelijke aard. Wij zitten momenteel in het voorbereidingsstadium van de nieuwe ontwerprichtlijn betreffende de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. De eerste stap was, zoals ik reeds zei, een gedetailleerd onderzoek van het arrest van het Hof en de gevolgen daarvan, evenals een grondige vergelijking van de verschillende reeds van kracht zijnde wetgevingsmaatregelen. In het vervolg zullen wij een effectbeoordeling maken waarin de voor- en nadelen van de verschillende

keuzemogelijkheden met elkaar zullen worden vergeleken. Daarna zal het voorstel in een definitieve vorm worden gegoten en, naar ik hoop, voor eind 2006 worden goedgekeurd.

3-263

Karl-Heinz Florenz (PPE-DE), auteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, het gifschandaal in Ivoorkust is echt een afschuwelijke daad. Nu kunnen we natuurlijk gewoon de slachtoffers en het ernstige letsel van de mensen beklagen, maar als we niet tegelijkertijd vragen hoe dit kon gebeuren, is dat allemaal huichelarij. Daar doe ik niet aan mee. Daarom wil ik nogmaals duidelijk maken dat dit een humanitaire en milieuramp is. Een schandaal. Ik verbaas me steeds weer over het feit dat dit Parlement bij derden - bijvoorbeeld bij de productie van vlees - het principe “name and shame” hanteert. Dus als iemand zich misdraagt, wordt zijn naam bekend gemaakt en in de krant gezet. Toevallig gebeurt dat niet bij de lidstaten van deze Unie. Dat is toch hoogste merkwaardig! Mevrouw de voorzitter van de Raad, u hebt de dingen natuurlijk in de juiste chronologische volgorde geplaatst, maar commissaris Dimas heeft u de ware reden genoemd waarom de wetgeving in Europa niet werkt: de Raad is te kleinmoedig. Daarmee bedoel ik geenszins u of uw land, maar bij dit soort grensoverschrijdende kwesties - zoals u dat terecht noemde - moet men ook de moed hebben om in de toekomst grensoverschrijdend te straffen en te vervolgen. De Commissie heeft hiertoe een voorstel gedaan, maar de Raad betwist in al zijn wijsheid de juridische grondslag daarvan, waartegen noch de Commissie noch Parlement enig verweer hebben, omdat u de inwerkingtreding van de wet met uw blokkerende minderheid tegenhoudt, dan is dat voor een volksvertegenwoordiger, dat wil zeggen voor degene die als taak heeft de regering te controleren, echt uitermate frustrerend. Daar moeten we een stokje voor steken. De Raad moet zijn kleinmoedigheid in deze kwestie laten varen! Ik vraag u werkelijk uit de grond van mijn hart om tegen uw collega’s te zeggen dat de voorzitter van de commissie erg kwaad is. Het heeft namelijk geen zin om achteraf te klagen als we niet eerst ons huiswerk hebben gedaan. Wij hebben ons huiswerk gedaan, maar u hebt dit bij wijze van spreken naar de prullenbak verwezen. Dat is niet zoals het hoort. De Raad doet er mijns inziens goed aan om zich in de toekomst nog eens aan de omzetting van de Europese regels wijden. Ik maak al heel lang deel uit van dit Parlement, en in die tijd is veel besproken en besloten. Als het dan echter op de omzetting van deze dingen aankomt, laten we het allemaal weer afweten. Ik woon dicht bij de grens met een sympathiek buurland, Nederland. Het heeft ongelooflijk lang geduurd voordat we het erover eens waren hoe we criminelen konden vangen. Gelukkig zijn we hier uitgekomen, maar bij de vervolging van afvaldelicten leven we nog in het stenen tijdperk. Dat kunt u, mevrouw de voorzitter van de Raad, toch niet

Page 64: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

68 25/10/2006

accepteren. U zou de laatste maanden van uw voorzitterschap van de Raad ertoe moeten benutten de commissaris bij deze kwestie te ondersteunen en te motiveren. We hebben een grote achterstand bij de omzetting van de EU-wetgeving in nationale wetgeving. Ik wil graag weten of er wordt gecontroleerd of de staat waar giftig afval naartoe wordt gebracht, daar toestemming voor heeft gegeven. Anders mogen deze giftige stoffen helemaal niet worden ingevoerd. We hebben alleen maar verstand en moed nodig om de vele regelingen op dit vlak om te zetten. Het is overigens niet alleen een gezondheids- en milieuschandaal, maar ook een concurrentieschandaal. Als we deze maas in onze eigen wetgeving, maar ook in het Verdrag van Bazel, niet dichten, moedigen we mensen die het met de wet niet zo nauw nemen, aan om milieuvervuiling te exporteren. Ook dat is huichelarij, want aan de ene kant hebben we het in Europa over hoge normen, maar anderzijds creëren we volop mogelijkheden om de regels te omzeilen en dergelijke exporten mogelijk te maken. Degene die daarop wordt aangekeken, is commissaris Dimas en met hem de Commissie. In dit geval, mevrouw de voorzitter van de Raad, is de Commissie echter geheel onschuldig. Onze beide instellingen waren op de goede weg. Wij verzoeken u vriendelijk de goede voorstellen van het Parlement en de Commissie in deze kwestie over te nemen.

3-264

John Bowis, namens de PPE-DE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, Ivoorkust is een onstabiel land, dat nog onstabieler is geworden door de milieumisdaad die van ons continent naar Afrika is overgebracht. Het gaar hier om een Nederlands schip, om de Nederlandse havenautoriteiten, om een Grieks schip onder Panamese vlag en Ivoriaanse bedrijven en vrachtwagens die petrochemische stoffen hebben gedumpt. Daarbij werden volgens de Verenigde Naties 12 personen gedood en moesten - eveneens volgens de Verenigde Naties - 104 000 mensen medische verzorging ontvangen. Dat schip loste 500 ton chemisch afval in vrachtwagens, die het vervolgens stortten op 15 verschillende plaatsen rond Abidjan, een stad met 5 miljoen inwoners. Volgens het Milieuprogramma van de Verenigde Naties is dit duidelijk een misdaad, hoewel eraan toe wordt gevoegd dat men nog niet weet wie verantwoordelijk is, of wat de eigenlijke aard van de misdaad is. Wat wij wel weten, is dat het Verdrag van Bazel deze misdaad had moeten voorkomen, maar daarin niet geslaagd is. Wij moeten dan ook uitzoeken waarom dat niet gelukt is. Ivoorkust ligt ver weg. De meeste landen in Afrika hebben geen sterke wetgeving om de gezondheid van mens en milieu te beschermen tegen de gevolgen van gevaarlijk afval, maar dat mag geen reden zijn voor ons hier in Straatsburg om deze zaak de rug toe te keren en hieruit geen lessen te trekken. Wij willen een veilige

verwijdering, niet het doorgeven van giftige ladingen. Wij willen, en ik richt mij hierbij rechtstreeks tot u, commissaris, dat de landen die het Verdrag nog niet hebben geratificeerd, dit alsnog doen. Tot deze landen behoren onder andere Griekenland, Ierland, Italië, Malta en Slovenië. Ik hoop dat u hierop bij hen zult aandringen en ik hoop dat de Raad dat ook zal doen. Misdaad, aansprakelijkheid en het oordeel daarover zijn zaken voor rechtbanken, maar het voeren van een onderzoek en het dichten van juridische achterpoortjes is onze verantwoordelijkheid. Ook moeten wij de ACS-landen helpen om te voldoen aan de hoge normen voor het verwijderen van gevaarlijk afval. Tevens moeten wij de slachtoffers van deze ontstellende gebeurtenis helpen, en dan denken wij in het bijzonder aan de kinderen in Ivoorkust die hierdoor lijden. Het is ook onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de Commissie, de Nederlandse autoriteiten, het EMA en de regering van Ivoorkust allen hun best doen om de schuldigen van deze misdaad op te sporen en te vervolgen. Als de wetgeving niet voldoet, dan moet zij gewijzigd worden. Als de wetgeving toereikend is, dan moet zij worden toegepast. Wij weten echter dat de wetgeving maar al te vaak wordt genegeerd. Wij weten dat de kosten voor een verantwoorde en veilige afvalverwijdering al te gemakkelijk omzeild kunnen worden door niet OESO-landen te gebruiken en een beroep te doen op nationale en internationale cowboys. En precies daaraan moeten wij een eind maken.

3-265

Margrietus van den Berg, namens de PSE-Fractie. - Voorzitter, de socialistische fractie steunt van harte de vorige twee sprekers. Hoe is het mogelijk dat een groot vervuiler als Proba Koala niet is gestopt? Alle rode lampen hadden moeten gaan branden bij dit incident, maar de Nederlandse regering als eindverantwoordelijke wast haar handen in juridische onschuld. Ze weigert fouten openlijk te erkennen, het ontbreekt aan bereidheid een fonds op te richten voor slachtoffers in Ivoorkust, afschuiving vindt plaats van verantwoordelijkheid gecombineerd met de weigering morele en financiële verantwoordelijkheid te nemen. Dat kenmerkt het droevige gedrag van de Nederlandse regering. Daarom vraag ik de Commissie of zij bereid is om Nederland onder druk te zetten juridische steun te verlenen aan Ivoorkust en er ook voor te zorgen dat in overleg met de VN er een noodfonds wordt ingesteld voor de slachtoffers van deze ramp. Mijn Afrikaanse parlementaire collega's hebben het gevoel dat Nederland en Europa hen ondanks de basisconventie niet hebben weten te behoeden voor dit misdadig gedrag. Blijkbaar mag Afrika gebruikt worden als dumpplaats. Dat schept een gevoel van minderwaardigheid dat een geloofwaardig partnerschap tussen Afrika en Europa ondergraaft. De schade aan onze relaties is enorm. Voorzitter, welke stappen gaan het Fins voorzitterschap en de Commissie zetten richting Ivoorkust en Afrikaanse Unie?

Page 65: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 69

Is de Commissie bereid om voorstellen te doen voor maatregelen om deze dumping zo mogelijk te doen verdwijnen en waar wetten gelden ze toe te laten passen? Is de Commissie bereid jaarlijks een zwarte lijst op te stellen van landen en transnationale bedrijven die betrokken zijn bij de illegale dumping van chemisch afval in ontwikkelingslanden? Zijn Commissie en Raad bereid om wetsvoorstellen te doen om de loopholes in de basisconventie te dichten, onder andere met de verplichting voor schepen die de EU verlaten, om het spoelwater over te dragen aan de verantwoordelijke autoriteiten in de laatste EU-haven die ze aandoen? Is de Commissie tot slot bereid om de noodzakelijke stappen te nemen om ontwikkelingslanden te assisteren bij het identificeren van gevaarlijke substanties en spoelwater dat op zee is geproduceerd, een veilige verwerking te garanderen? Voorzitter, ik reken op steun van u als Commissie en ik hoop dat de Raad Nederland intern nog een keer goed aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid; de Raad is hier terecht door de voorzitter van de milieucommissie aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. Mooie woorden genoeg, we willen nu praktijk, daden en toepassing van wetten.

3-266

Danutė Budreikaitė, namens de ALDE-Fractie. - (LT) Dit jaar heeft de Europese Unie haar strategie inzake duurzame energie herzien. Deze werd in 2001 goedgekeurd en in 2002 in Barcelona uitgebreid met een externe dimensie. Dankzij het beleid voor ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie kunnen wij armoede bestrijden en kunnen de ontwikkelingslanden stap voor stap geïntegreerd worden in de wereldeconomie. Hoe streven we deze doelstellingen na? Wat we willen is groei voor de ontwikkelingslanden, bescherming van het milieu en terugdringing van het broeikaseffect, maar wat doen we om dat te bereiken? Door vervuiling met giftig afval hebben in Ivoorkust 85 000 mensen gezondheidsklachten gekregen en zijn acht mensen overleden. Het Nederlandse bedrijf Trafigura Beheer BV verscheepte gifstoffen vanuit Amsterdam. Ofschoon ze wisten dat deze stoffen giftig waren, kozen ze vanwege de hoge kosten voor het goedkope alternatief om ze te dumpen in Ivoorkust. De meeste Afrikaanse landen kennen geen voorschriften voor milieubescherming tegen gevaarlijk afval. In Nigeria worden gebruikte computers opgeslagen, in Somalië radioactief afval en in Kameroen chloor, ondanks het feit dat de EU in 1994 en 1997 verordeningen heeft uitgevaardigd waarmee uitvoer van afval werd verboden. In 2002 heeft dit Parlement de richtlijn betreffende milieubescherming door middel van het strafrecht in eerste lezing goedgekeurd. Daar bleef het echter bij. We moeten het debat over deze richtlijn zo snel mogelijk hervatten.

De Commissie en de Nederlandse autoriteiten moeten de zaak van Ivoorkust onderzoeken, de daders opsporen, de gevolgen ongedaan maken en schadevergoeding betalen aan de slachtoffers. Als er geen serieuze maatregelen worden getroffen zal het moeilijk worden om het communautaire beleid voor ontwikkelingssamenwerking ten uitvoer te leggen, dat tot doel heeft de ontwikkelingslanden te ondersteunen en hun duurzame ontwikkeling te bevorderen. Dan dreigt de EU gezichtsverlies te lijden.

3-267

Carl Schlyter, namens de Verts/ALE-Fractie. - (SV) Het is een tragedie wat er in Ivoorkust is gebeurd en wij betuigen allen ons medeleven en onze solidariteit met de slachtoffers van het criminele gedrag dat Europese ondernemingen hebben getoond. De slachtoffers moeten alle steun krijgen die hun in dit proces kan worden geboden. Als sinds 1997 hebben we een verbod op de uitvoer van gevaarlijk afval naar landen buiten de OESO. Het is hoog tijd dat we ervoor zorgen dat dit verbod goed wordt nageleefd. Het is onaanvaardbaar dat de Nederlandse autoriteiten hun verantwoordelijkheid niet hebben genomen toen ze de kans hadden om het vaartuig te stoppen. Alle lof voor Estland dat deed wat er gedaan moest worden. Ik wil u, commissaris Dimas, bedanken dat u de ernst van de situatie snel inzag. Nu moet er snel een voorstel van de Commissie komen voor een strengere naleving van de regels. We moeten ervoor zorgen dat telkens als iemand de taak op zich neemt om gevaarlijk afval te vervoeren, er iemand is die persoonlijk aansprakelijk is en een aansprakelijkheidsverzekering afsluit. Ook de raad van bestuur en de algemeen directeur moeten in ruimere mate persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Anders zullen de traditionele onduidelijke en ingewikkelde aansprakelijkheidsvoorwaarden het moeilijk maken om onverantwoordelijke transporteurs en reders aan te pakken. Afrika heeft genoeg geleden onder kolonialisme en slavernij en onder de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen. Willen wij ons beschaafde mensen kunnen noemen, dan moeten we nu een eind maken aan deze jongste vorm van neokolonialisme, waarbij we ons afval in armere landen dumpen.

3-268

Kartika Tamara Liotard, namens de GUE/NGL-Fractie. - Mijn fractie ondersteunt van harte al hetgeen er tot nu toe is gezegd en ook de resolutie die de aandacht vestigt op de giframp met de Proba Koala in Ivoorkust die tot nu toe een tiental levens heeft gekost en waardoor tienduizenden mensen moesten worden gehospitaliseerd; de nasleep hiervan ten aanzien van milieu en volksgezondheid is nog niet te overzien. Veel onduidelijkheid is er nu nog over wat er met het gif en de besmette bemanningsleden zal gebeuren.

Page 66: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

70 25/10/2006

Dit soort schandalige praktijken die respectloos zijn ten aanzien van het milieu en de burgers en waarbij overheden en verantwoordelijken zich bewust of onbewust onttrekken aan hun verplichtingen, moeten sowieso worden aangepakt op elk mogelijk niveau. En lidstaten, in dit geval Nederland, moeten duchtig aangesproken worden. Mijn waarnemer, die voor mij naar Estland is afgereisd, kan zich helemaal vinden in de woorden van de heer Dimas: "het is nog maar het topje van de ijsberg". Dit soort gif had de Europese Unie nooit mogen verlaten en Europese en internationale regelgeving zijn overtreden. Nadat het mij keer op keer, ondanks eerder verleende toestemming, is geweigerd om met de bemanning van de Proba Koala te spreken, kan ik alleen maar stellen dat er een zeer duister spel wordt gespeeld met mensenlevens door diverse verantwoordelijken. Zichtbaarheid voor het publiek is noodzakelijk. Hard lik-op-stuk-beleid is nodig om herhaling te voorkomen of te ontmoedigen. Ik pleit voor een zwarte lijst van afvaldumpers en het publiek bekendmaken van afspraken met ontwikkelingslanden op het gebied van afvalverwerking.

3-269

Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie. - Voorzitter, ik sluit mij aan bij alle voorgaande sprekers. Wat er in Ivoorkust gebeurd is met het afval afkomstig van het schip Proba Koala is verschrikkelijk en dit had nooit mogen gebeuren. Volstrekt duidelijk is dat het hier ging om illegale afvaltransporten. Het Verdrag van Bazel bevat een uitdrukkelijk verbod op het overbrengen van gevaarlijk afval naar niet OESO-landen en dit verbod is dus niet gehandhaafd. Het is al langer bekend dat de naleving van de huidige wetgeving inzake het overbrengen van afvalstoffen ernstig tekortschiet. Steekproeven in Engeland en Frankrijk wijzen uit dat in 75% tot 100% van de afvaltransporten de regels niet worden nageleefd. Voor het Europees Parlement was goede handhaving en strengere controles een hard punt in de onderhandelingen tijdens de totstandkoming van de nieuwe verordening inzake overbrenging van afvalstoffen. En we hebben maar ten dele onze zin gekregen. Op dit moment hebben we niet zozeer behoefte aan nieuwe regels of een Europese minimumstraf voor overtreding, zoals commissaris Dimas suggereert. Wat we allereerst nodig hebben is handhaving van bestaande wetten. Het zou de Commissie en de lidstaten sieren als zij hier nu eindelijk werk van maken.

3-270

Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, binnenkort krijgen we enkele duizenden tonnen besmet materiaal en de 500 illegaal in Afrika gedumpte ton terug, zodat Europa een veelvoud van het oorspronkelijke gevaarlijke afval terugkrijgt. We moeten hiervoor de nodige voorbereidingen treffen. Over het algemeen lijkt het zogenaamde Verdrag van Bazel redelijk te functioneren. Naar het schijnt is het aantal officiële exporten van giftig afval naar Afrika

sterk teruggelopen. Steekproeven in Europese havens geven echter een heel ander beeld: ongeveer de helft van alle als niet-giftig gedeclareerde afvaltransporten bleek giftig te zijn. We moeten de controle en samenwerking dus verbeteren, willen we het probleem van de illegale handel in giftig afval onder controle krijgen. Daarnaast zullen we ons moeten bezighouden met de problematiek van de groeiende handel in elektronisch afval en scheepswrakken, die nog niet in internationale verdragen is opgenomen. Om de afvalmaffia uiteindelijk te kunnen bestrijden, hebben we een zwarte lijst nodig van bedrijven die zich met dergelijke praktijken hebben beziggehouden.

3-271

Marie-Arlette Carlotti (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, deze gifaffaire is absoluut een misdaad. Het lijkt wel alsof het Zuiden de vuilnisbak is van het Noorden, en bij een misdaad horen schuldigen en straffen. Tot nu toe is het echter straffeloosheid en laisser faire wat de klok slaat. Zeker, de Unie beschikt over wetgeving inzake het vervoer van giftig afval. Sinds 1997 is de uitvoer ervan verboden op grond van het Verdrag van Bazel. Tot op heden is dit verbod echter systematisch met voeten getreden. Deze laisser-faire houding is misdadig en de doden in Abidjan zijn er het slachtoffer van. De Unie moet nu snel in actie komen om paal en perk te stellen aan de onverantwoordelijkheid en straffeloosheid. Ze moet de bestaande wetgeving toepassen, en met name de richtlijn van juli 2006 waarin de lidstaten worden verplicht inspectienetwerken op te zetten. Zo nodig moet ze deze wetgeving handhaven door te zorgen voor snelle en doeltreffende sancties, waar zowel de Commissie als het Europees Parlement al sinds 2001 op aandringen. Tot slot moet ze de Afrikaanse landen helpen bij het zich voorzien van beschermende wetgeving. Mijnheer de commissaris, we steunen uw proactieve verklaringen, maar we moeten nu overgaan tot concrete actie. En dat verwachten we met name van de Raad.

3-272

Patrick Louis (IND/DEM). - (FR) Dames en heren, wat een ratjetoe! De paar burgers die zich voor onze debatten interesseren, zullen nauwelijks begrijpen hoe we vanmiddag een debat over vervuiling in Ivoorkust kunnen combineren met een ander debat over rechtspraak, waarmee het subsidiariteitsbeginsel onderuit wordt gehaald. Dat het arrest van 13 september 2005 gewezen is met betrekking tot een milieurichtlijn, verandert niets aan het feit dat het is geformuleerd als een principearrest over de communautarisering van het strafrecht. Het betreft een heuse constitutionele revolutie, want we weten dat minstens negen andere bevoegdheden ook op het punt staan om zonder verdrag te worden opgeslorpt door de Europese Unie, waaronder het strafrecht inzake immigratie en het strafrecht inzake intellectuele eigendom.

Page 67: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 71

Ja, er is inderdaad vervuiling, dames en heren, en wel judiciële vervuiling van de Europese verdragen door het Hof van Luxemburg! In dit warrige en slecht doordachte arrest valt geen enkele tekstuele verwijzing te ontdekken en duidelijke principes met betrekking tot de rechtspraak ontbreken eveneens. De overhaaste en onzorgvuldige conclusie is gebaseerd op slecht onderbouwde overwegingen die er met de haren zijn bijgesleept. Het mechanisme is genoegzaam bekend: in vage conclusies wordt aangedrongen op een onbepaalde uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Unie; vervolgens wordt de interpretatie van de Commissie gerechtvaardigd en dan legitimeert de Commissie op haar beurt de overdracht van bevoegdheden van de lidstaten aan het Hof. Degenen die net als wij wantrouwend stonden tegenover de aanzienlijke uitbreiding van de doelstellingen van de Unie in artikel I-3 van de ontwerp-Grondwet, hadden daar maar al te zeer gelijk in. De commissarissen en rechters zijn niet van plan te buigen voor de wil van het volk en zijn vast van plan voorbij te gaan aan de afwijzing van de ratificatie van de ontwerp-Grondwet, waarmee het strafrecht juist werd opgenomen in de normale communautaire wetgevingsprocedure. Dit arrest vormt een verdraaiing van de wil van degenen die de Europese verdragen hebben ondertekend en geratificeerd. Het is een heuse juridische coup. Dames en heren, we naderen het einde van een aantal belangrijke termijnen. Ons volkeren houden ons in de gaten en zullen ons weldra ter verantwoording roepen. Zouden er hier nog oprechte democraten te vinden zijn om deze schaamteloze dictatuur af te wijzen?

3-273

Dorette Corbey (PSE). - Voorzitter, export van afval naar ontwikkelingslanden is verboden. Dat is heel erg duidelijk. Alleen normaal scheepsafval en spoelwater vallen niet onder het verbod. Maar het is ook duidelijk dat het spoelwater van de Proba Koala niet normaal was. De dodelijke slachtoffers, duizenden gewonden en de enorme ontreddering in Ivoorkust zijn daar het bewijs van. Maar eerder in Amsterdam was al gebleken dat het afvalwater niet normaal was. Er is iemand flauwgevallen en er was een ondraaglijke en ongewone stank. Het is duidelijk dat het schip met deze inhoud Amsterdam nooit had mogen verlaten zonder waarschuwing aan de autoriteiten van de volgende Europese haven, namelijk Estland. In Nederland loopt daarom terecht een strafrechtelijk onderzoek om na te gaan hoe het gifschip Nederland heeft kunnen verlaten en of de havenautoriteiten en -inspecties fouten hebben gemaakt. Maar we moeten ons nu concentreren op de vraag hoe deze rampen in de toekomst te voorkomen zijn. Commissaris, in dit verband heb ik drie vragen. In Estland heeft u gezegd dat het dumpen van gif in Ivoorkust het topje van de ijsberg is. Op grond waarvan hebt u deze uitspraak gedaan? Ten tweede, bent u het ermee eens dat schepen die de EU verlaten verplicht moeten worden in de laatste EU-haven hun afvalwater

en afval af te staan? En tenslotte, welke maatregelen kan en wil de Commissie nemen om de controle op de uitvoer van gevaarlijk afval te versterken?

3-274

Karin Scheele (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, al tientallen jaren lang wordt Afrika door exporten van giftige chemicaliën uit laboratoria, oplosmiddelen, verouderde pesticiden of zuiveringsslib uit geïndustrialiseerde landen veranderd in een gevaarlijke vuilnishoop. De illegale handel in giftig afval is voor een klein aantal personen in Europa en Afrika een zeer lucratieve bezigheid. Wij weten dat de handelwijze van het Nederlandse bedrijf in Abidjan geheel in strijd was met het Verdrag van Bazel, evenals met het EU-recht, maar wij moeten ons afvragen hoe snel wij als Europese instellingen daarop kunnen reageren en hoe wij herhaling in de toekomst kunnen voorkomen. De aankondigingen van commissaris Dimas klinken veelbelovend, en we hopen dat de lidstaten en de Europese Raad de ernst van de situatie ditmaal inzien en beseffen dat ingrijpen noodzakelijk is, in plaats van dat ze bij dergelijke rampen telkens alleen betreuren dat de ramp is gebeurd. De lidstaten van de Europese Unie moeten nu echt daadkracht tonen.

3-275

Evangelia Tzampazi (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik wil de betrokkenen feliciteren met dit initiatief. Tot mijn ongerustheid moet ik vaststellen dat het Verdrag van Bazel minstens tien keer per jaar wordt geschonden door de overbrenging van giftig afval naar Afrikaanse landen. Het recente voorval met de Probo Koala heeft het geweten van de mensen in de Europese Unie wakker geschud. De Unie moet de illegale praktijken bij de overbrenging van giftig afval strafrechtelijk vervolgen. Ook moet zij aandacht schenken aan de Organisatie van Europese Zeehavens om ervoor te zorgen dat de verordeningen betreffende de overbrenging van giftig afval door haar leden worden toegepast. Men name moet gewezen worden op de noodzaak van: voorlichting van het publiek, intern overleg en interne informatie tussen de betrokken diensten, onderzoek van de werking van het register van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens en de hoeveelheden afval die worden geproduceerd en verhandeld. Dit alles moet op een transparante en voor alle belanghebbenden toegankelijke manier gebeuren om te voorkomen dat bepaalde Afrikaanse economieën zich specialiseren in het industrieel beheer van gevaarlijk afval.

3-276

Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE). - Voorzitter, waar we het eigenlijk vandaag over hebben, is een voorbeeld van milieucriminaliteit waarvan we niet zeker weten of die straks vervolgd zal worden. Overigens zeg ik tegen mijn collega's, ik zou niet graag Groenlinks wethouder willen

Page 68: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

72 25/10/2006

zijn, wanneer ik het heb over het dossier van de Proba Koala; de vraag is dus of er al dan niet vervolgd wordt, er is onzekerheid of je als lidstaat vervolgd wordt. Dat is dus nu net de reden dat we zeggen, we moeten voor een goede handhaving van het milieubeleid, ook wetgeving ten aanzien van criminal law hebben. Dat wil zeggen dat we vinden dat er in elk geval veroordeeld moet worden, maar dat de lidstaten zelf mogen uitmaken op welke wijze die sancties aan de orde zijn. Voorzitter, dat is de manier waarop we het willen. Er is 6 jaar geleden een wetsvoorstel ingediend. De Raad is op dat moment ook gekomen met een eigen kaderbesluit. Dat kaderbesluit is door de Europese Commissie tezamen met het Europees Parlement voorgedragen voor vernietiging. Dat is een jaar geleden gebeurd. De commissaris heeft afgelopen maandag aangekondigd dat hij met een nieuw voorstel komt. Wat ik van de commissaris zou willen weten is, hoe dat er precies gaat uitzien, want dat is nog een beetje in het vage gebleven afgelopen maandag. Voorts zou ik van de Raad willen weten, Voorzitter - ik was vroeger rapporteur - of de Raad zich neerlegt bij een nieuw voorstel voor het oplossen van de milieucriminaliteit? Dat is de belangrijkste vraag die hier aan de orde is. Er zijn voorbeelden genoeg, Voorzitter, het blijkt inderdaad nodig te zijn.

3-277

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, milieuvraagstukken zijn uitermate belangrijk en vormen een prioriteit. Het is daarom goed dat wij vandaag in het Parlement over dit onderwerp spreken. De Raad neemt de illegale overbrenging van afval en het gevaar dat zij voor het milieu en de volksgezondheid vormt, zeer serieus. Zoals in dit debat duidelijk is gebleken, is het verhinderen van dergelijke illegale overbrenging een zeer lastige taak. Daarvoor zijn uiteenlopende maatregelen en een doeltreffende samenwerking op verschillende niveaus nodig, zonder dat daarbij de grenzen van de bevoegdheden van de autoriteiten mogen worden overschreden. Wij moeten ook eerlijk erkennen dat er volgens de uitgevoerde onderzoeken nog veel moet worden verbeterd in de wijze waarop de controle op de overbrenging van afval binnen en vanuit de Europese Unie plaatsvindt. Wij moeten ook beseffen dat, hoe triest de incidenten ook mogen zijn die zoveel publieke aandacht krijgen - zoals het recente incident met de Probo Koala in Ivoorkust -, wij ook aandacht moeten schenken aan de talloze dagelijkse gebeurtenissen en situaties die de gezondheid en het milieu schaden. Een voorbeeld hiervan is het slopen van schepen onder slechte omstandigheden in ontwikkelingslanden. Het werk met betrekking tot deze belangrijke vraagstukken wordt eind november in Nairobi voortgezet, op de achtste bijeenkomst van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel.

Wij moeten ook zien en erkennen dat er tussen de lidstaten grote verschillen bestaan wat het nationale strafrecht inzake milieu betreft. In sommige lidstaten bestaan zeer moderne strafwetten met betrekking tot milieucriminaliteit, terwijl het in andere lidstaten waarschijnlijk noodzakelijk is deze wetten te herzien, zodat daarmee de huidige gevaren kunnen worden aangepakt. In feite kan men zeggen dat er in alle lidstaten nog veel moet worden gedaan om dit strafrecht ten uitvoer te leggen en vooral om de schuldigen te kunnen berechten. De Raad neemt milieucriminaliteit en de bestrijding ervan zeer serieus. Wat betreft het voorstel dat nu wordt voorbereid, wil ik erop wijzen dat het voor de Raad natuurlijk lastig is een standpunt in te nemen over iets wat nog niet bestaat. Wij moeten eerst het voorstel onderzoeken en kunnen dan pas een standpunt innemen.

3-278

Stavros Dimas, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag de voorzitter van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, de heer Florenz, en alle andere sprekers bedanken voor hun zeer positieve bijdragen tot het debat van vandaag. Ik zou de lijst van nationaliteiten waarnaar de heer Bowis verwees nog willen uitbreiden. Dit was een Grieks schip dat de Panamese vlag voerde in het kader van een tijdbevrachtingcontract met een Nederlands bedrijf dat opereerde vanuit Zwitzerland. Het schip had een Russische bemanning, werd gefinancierd door Britse en internationale banken en de leden van de raad van bestuur van het bedrijf en de aandeelhouders kwamen uit een hele resem landen. Gelukkig werd het tegengehouden door Greenpeace in Estland en hebben de Estse autoriteiten de zaak grondig onderzocht. Ik wil de rapporteur verzekeren dat het eerste voorstel, waarin een minimumniveau voor sancties wordt vastgelegd, zal worden samengevoegd met het kaderbesluit van de Raad. Het zal dan ook voornamelijk aansluiten op hetgeen u voorstelde, en daarbij zullen bepaalde amendementen uit eerste lezing worden overgenomen. Wat de vraag betreft of een schip met gevaarlijk afval aan boord een haven van de Europese Unie mag verlaten: als het afval gevaarlijk is, mag het niet naar een bestemming buiten de OESO. Dat geldt ook voor spoelwater - het eigen afvalwater van het schip - dat gevaarlijk afval bevat. Ik zal alle ontwikkelingen in het strafrechtelijk onderzoek en de procedures die gevoerd worden in Nederland en Estland met betrekking tot het storten van het giftig afval in Ivoorkust op de voet blijven volgen. De Commissie is ook alle in de andere lidstaten beschikbare informatie over het schip Proba Koala en zijn route aan het inzamelen. Ik hoop dat wij daar binnenkort conclusies uit kunnen trekken en de beste manier vinden om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Wij mogen niet vergeten dat het tragische

Page 69: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 73

incident in Ivoorkust slechts het topje van de ijsberg is. Dat weten wij uit inspecties in de lidstaten, die zijn uitgevoerd door IMPEL, door hun netwerk van implementatie- en handhavingagentschappen. In 2005 was 51 procent van de onderzochte overbrengingen van afvalstoffen illegaal. Hoewel de meeste gevallen de voorpagina’s niet halen, kunnen zij toch een ernstig risico inhouden voor de gezondheid van mens en milieu. Wij moeten heel duidelijk stellen dat onze maatschappij geen milieucriminaliteit tolereert en dat wij vastbesloten zijn alle nodige stappen te ondernemen om deze te bestrijden. De wetgeving die wij hebben goedgekeurd om ons milieu en de gezondheid van onze burgers beter te beschermen, zal haar doel echter niet bereiken als wij niet de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat zij ook daadwerkelijk wordt toegepast. Ik kan u verzekeren dat de Commissie ervan overtuigd is dat de milieuwetgeving behoorlijk moet worden toegepast in de hele Unie. Wij hebben al enkele specifieke initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat de verordening van de Europese Unie over de overbrenging van afvalstoffen correct wordt toegepast en dat het illegale vervoer van afvalstoffen wordt voorkomen en verminderd. Deze omvatten de voorbereiding van richtsnoeren voor de toepassing van de nieuwe verordening inzake de overbrenging van afvalstoffen volgend jaar en het organiseren van bewustmakingsacties in de lidstaten. De Commissie heeft regelmatig ontmoetingen met vertegenwoordigers van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de overbrenging van afvalstoffen. Dit gebeurt binnen een welomschreven kader en omvat multilaterale bijeenkomsten in Brussel, evenals bilaterale contacten, maar deze initiatieven moeten worden aangevuld met maatregelen om doelmatige sancties te treffen. Een van de vele maatregelen die de Commissie daartoe getroffen heeft, was een voorstel voor een richtlijn betreffende milieubescherming door middel van het strafrecht. Zoals ik reeds zei, is het betreurenswaardig dat het voorstel van de Commissie niet werd overgenomen door de Raad wegens onenigheid over de correcte rechtsgrond. Het Hof van Justitie heeft onlangs echter bevestigd dat het standpunt van de Commissie correct was. De Commissie bereidt een nieuw voorstel voor een richtlijn voor dat gevolg geeft aan het arrest van het Hof en binnenkort zou moeten worden goedgekeurd. Het opstellen van het gewijzigde voorstel heeft enige tijd gevergd omdat de Commissie het arrest van het Hof zeer zorgvuldig heeft geanalyseerd en een vergelijking heeft gemaakt tussen het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, zoals gewijzigd na eerste lezing in het Parlement, en het kaderbesluit van de Raad. Daarenboven wordt een impactbeoordeling gemaakt om de verschillende actiemogelijkheden te onderzoeken.

De Commissie acht het noodzakelijk haar voorstel uit 2001 te wijzigen in het licht van het arrest van het Hof om ervoor te zorgen dat alle vereiste strafrechtelijke maatregelen om de effectieve implementatie van het beleid van de Gemeenschap met betrekking tot milieubescherming te garanderen, opgenomen worden in het voorstel. Het Hof heeft duidelijk gesteld dat de parallelle uitvaardiging van een richtlijn en een kaderbesluit, zoals voorheen gebeurde, niet langer kan. Tevens moet het voorstel van de Commissie na vijf jaar worden aangepast aan de wettelijke ontwikkelingen. Ik wil verduidelijken dat het niet de bedoeling is van de Commissie om het nationale strafrecht volledig te harmoniseren. Het doel is enkel die stappen die noodzakelijk zijn voor de effectieve implementatie van het milieubeleid op communautair niveau te tillen. Tot slot wil ik nogmaals het belang beklemtonen van een goede samenwerking tussen de Commissie en het Parlement tijdens de komende medebeslissingsprocedure ter aanneming van de richtlijn betreffende de milieubescherming door middel van het strafrecht. Wij hebben dezelfde doelstellingen, namelijk het milieu beschermen door minimumnormen vast te leggen voor het bestraffen van milieucriminaliteit en proberen een einde te maken aan de mogelijkheid tot het vinden van veilige havens voor milieumisdadigers in de Europese Unie. Als wij samenwerken, kunnen wij een grote stap zetten op weg naar het bereiken van die doelstellingen. Tenslotte, inzake de ratificatie van het Verdrag van Bazel, heb ik brieven geschreven naar meer dan 50 landen met de vraag het Verdrag te ratificeren. Om verkeerde conclusies te vermijden wil ik verduidelijken dat het Bazelverbod verplicht is, juridisch bindend, voor de lidstaten van de Europese Unie, zelfs voor de lidstaten die de Verdrag niet hebben geratificeerd, aangezien wij als Europese Unie de overeenkomst ondertekend en geratificeerd hebben.

3-279

De Voorzitter. - Tot besluit van het debat zijn er zeven ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement en twee ontwerpresoluties overeenkomstig artikel 108, lid 5, van het Reglement1. De gecombineerde behandeling is gesloten. De stemming vindt morgen om 11.30 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

3-256

David Martin (PSE). - (EN) Het dumpen van giftig afval door het Nederlandse bedrijf Trafigura in de stad Abidjan in Ivoorkust is een schande die tot op het bot uitgezocht moet worden en die strenge acties vereist. Het behoeft weinig twijfel dat deze lozing een inbreuk vormt op de Europese wetgeving en op het Verdrag van Bazel. Deze milieumisdaad zal eens te meer het beeld creëren dat het rijke Noorden het arme Afrika als een geschikte

1 Zie notulen.

Page 70: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

74 25/10/2006

stortplaats voor afval beschouwt. Ik ben tevreden met de verklaring van de commissaris, die dit beeld probeert te bestrijden, maar verklaringen zijn één zaak: enkel actie zal de Afrikanen ervan overtuigen dat wij deze problematiek ernstig willen aanpakken. Los van alle andere aspecten die onderzocht moeten worden, moeten wij ook erachter zien te komen hoe dat schip Amsterdam heeft kunnen verlaten. Zijn de Nederlandse autoriteiten hun inspectiemethodes aan het herzien? Zal de Commissie volgende maand de hele problematiek van inspectie en handhaving aankaarten op het Forum van het Verdrag van Bazel?

3-257

James Nicholson (PPE-DE). - (EN) Wat in Ivoorkust is gebeurd, is beschamend voor de Europese Unie. In dit Parlement nemen wij vaak het voortouw bij campagnes voor een betere milieubescherming. Hoewel wij maar al te graag verklaren dat vervuiling geen grenzen kent, worden wij in 2006 met een situatie geconfronteerd waarin 500 ton giftig afval uit een EU-lidstaat wordt overgebracht en gedumpt bij de lankmoedige bevolking van Ivoorkust. Het onmiddellijke gevolg hiervan is dat enkele mensen zijn overleden en dat tienduizenden anderen medische verzorging nodig hadden. Bovendien weten wij allemaal hoe slecht hun vooruitzichten op lange termijn kunnen zijn. Indien wij enige betekenis willen geven aan onze plechtige verklaringen over milieubescherming, dan moeten de Commissie en de Nederlandse autoriteiten een diepgaand onderzoek uitvoeren naar de daders van deze misdaad. Het is duidelijk dat de huidige wetgeving onvoldoende bescherming biedt tegen gewetenloze mensen die zich niets aantrekken van de mensen in Ivoorkust en andere Afrikaanse staten. In de EU moeten wij actie ondernemen, zodat onze wetgeving over giftig afval de mensen in Afrika kan garanderen dat hun land geen stortplaats zal zijn voor ons gevaarlijk afval.

3-258

Jules Maaten (ALDE). - Voorzitter, de ramp in de Ivoorkust vereist een snelle reactie vanuit Europa. Er moet genoegdoening komen voor de slachtoffers en de gemaakte schade aan het milieu, waarbij uiteraard de regel moet gelden dat de vervuiler voor de gemaakte kosten opdraait. Als Europa verder wil, zal het aan haar burgers duidelijk moeten maken waar haar meerwaarde ligt. Het incident in de Ivoorkust is bij uitstek een aangelegenheid waar Europa duidelijk een verantwoordelijkheid heeft. De scheepvaart staat bekend om haar complexiteit in eigendom en beheer en is bijna per definitie een grensoverschrijdende aangelegenheid. In een periode van 2 maanden heeft het schip de Proba Koala namelijk de havens van Gibraltar, Algeciras, Amsterdam, Skaw, Paldiski, Dover en Venkspits aangedaan. Het schip vaart bovendien onder Panamese vlag, is eigendom van een Grieks bedrijf, is gecharterd door Trafigura BV uit het Verenigd Koninkrijk en heeft een Russische bemanning. Trafigura BV heeft een postbus in Nederland.

Deze mate van complexiteit vereist helderheid en eenduidigheid in regelgeving. Als de Europese Unie effectief wil optreden zal het snel aan deze voorwaarden moeten voldoen. Alleen door resoluut op te treden kan Europa aantonen waarom verdere Europese integratie voor ons allen van belang is.

3-280

Euromediterrane associatieovereenkomst EG-Syrië (debat)

3-281

De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0334/2006) van Véronique De Keyser, namens de Commissie buitenlandse zaken, met de aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de onderhandelingen over een Euromediterrane associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Arabische Republiek Syrië anderzijds (2006/2150(INI)).

3-282

Véronique De Keyser (PSE), rapporteur. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil allereerst de commissaris bedanken voor haar aanwezigheid. De associatieovereenkomst is het sluitstuk van het proces van Barcelona, maar het is ook de Godot van het Europees Parlement: zo vaak aangekondigd, nooit gesloten. De onderhandelingen over deze overeenkomst zijn begonnen in 1996, toen Syrië zich nog niet eens uit Libanon had teruggetrokken. Het waren moeizame onderhandelingen, maar ze leidden niettemin tot een dikwijls herzien voorstel, dat bijvoorbeeld voorzag in de bestrijding van de proliferatie van massavernietigingswapens en de strijd tegen het terrorisme. In oktober 2004 heeft de Raad deze overeenkomst ondertekend, maar het ratificatieproces werd onderbroken door de afschuwelijke moord op oud-premier Hariri, op 14 februari 2005. Wat volgde is bekend: zowel in Libanon als in de rest van de wereld werd onmiddellijk met een beschuldigende vinger naar het regime in Damascus gewezen. Er werd ter plaatse een onderzoek uitgevoerd, eerst onder leiding van de heer Melis, en nu van de heer Brammertz, terwijl Syrië in Resolutie 1559 werd opgeroepen zijn troepen en geheime diensten uit Libanon terug te trekken. De praesumptio innocentiae is een van de pijlers van onze rechtssystemen, maar het voorzorgsbeginsel mag niet uit het oog worden verloren. Hoewel Syrië zonder dralen zijn troepen uit Libabon heeft teruggetrokken, heeft het zich aanvankelijk terughoudend opgesteld ten aanzien van samenwerking met rechter Mehlis. Europa heeft toen voorzichtigheidshalve afstand genomen van het bewind in Damascus. Is deze voorzichtigheid vandaag nog steeds geboden, nu verscheidene gebeurtenissen, zowel op het wereldtoneel als binnen het binnenlandse politieke systeem van Syrië ons zouden moeten aanzetten tot hervatting van de dialoog? Daar zal de Raad over beslissen, maar ik voor mij ben voorstander van de dialoog en de Commissie buitenlandse zaken heeft mij in grote meerderheid in die

Page 71: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 75

opvatting gesteund. Deze dialoog zou uiteindelijk kunnen leiden tot de ondertekening van de overeenkomst, maar het zou voorbarig zijn ons daar nu al over uit te spreken en het is dan ook niet de bedoeling van deze aanbeveling. En welke gebeurtenissen zijn het dan wel? Allereerst de hernieuwde, effectieve medewerking aan het onderzoek van rechter Brammertz, zoals werd bevestigd in zijn laatste rapport. Verder is gebleken dat onze isolering van Syrië contraproductief was op het vlak van de interne democratie in het land, terwijl het sterke regime er niet door werd verzwakt. Onze politiek van de lege stoel heeft een voorzichtig opstekende hervormingsgezinde wind tegengewerkt. Bovendien wordt er op dit moment nauwelijks meer geluisterd naar de stem van Europa, die in het verleden wel werd gehoord als het ging om de verdediging van activisten en politieke gevangenen. Tot slot, en dat is mijn derde punt, is het drama in Libanon een verschrikkelijke les geweest. De oorlog tussen Israël en Libanon heeft bewezen - zo dat al nodig was - hoe gevaarlijk gewelddadig ingrijpen is en hoe weinig het uitricht. Het heeft bewezen dat de politieke weg moet worden bewandeld met alle betrokkenen in dit conflict, en we weten dat achter de twee hoofdrolspelers andere invloeden zich doen gelden: niet alleen de Verenigde Staten, dat lijdt geen twijfel, maar ook Iran en Syrië. Toen Europa de deur dichtdeed, kreeg Syrië andere bondgenoten, waaronder Iran, dat niet alleen olie levert maar ook een oorlogszuchtige ideologie, die de vrede in het Midden-Oosten bepaald niet dichterbij brengt. Europa zet zich vandaag sterk in het Midden-Oosten in, en de diplomatieke missies volgen elkaar in een gestaag tempo op. Het pleidooi om de dialoog met Syrië over de associatieovereenkomst te hervatten past in deze preventieve strategie, want nog een conflict in de regio zou nog veel verwoestender gevolgen hebben. Laten we geen illusies koesteren: Syrië zal op handelsgebied niet breken met Iran, maar de hoogste Syrische autoriteiten verklaren wel bereid te zijn om afstand te nemen van Iran als het gaat om vrede in het Midden-Oosten. Dat is een belangrijke stap. Het betreft een land met een sterk en hard regime, waar de mensenrechten onvoldoende in acht genomen worden, en deze problemen komen in mijn verslag ook ondubbelzinnig aan bod. Syrië is evenwel een groots land, met een rijke cultuur, dat respectvol, waardig en eerlijk behandeld dient te worden. Het zou een stabiliserende factor kunnen worden in het Midden-Oosten, en die hebben we nodig. Toen de heer Siniora hier was, opperde hij al een mogelijke oplossing voor het probleem van het gebied Sheba'a Farms, en er zijn daarnaast nog meer mogelijke punten van verzoening. Ik pleit er voor dat we alle deuren weer openzetten. En ik bedank mijn collega's van alle partijen voor hun waardevolle steun bij het uitwerken van deze aanbeveling.

3-283

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, namens de Raad wil ik mevrouw De Keyser bedanken voor het belangrijke verslag waarin de situatie in Syrië zeer goed

wordt beschreven. De Raad deelt veel van de hierin geuite zorgen met betrekking tot Syrië. Zoals mevrouw De Keyser in haar verslag zegt, kan Syrië een belangrijke rol spelen in het Nabije en Midden-Oosten “als link tussen de partijen in het vredesproces en als facilitator van een oplossing van het regionale conflict”. Daarom besloot ook de Raad in augustus om Hoge Vertegenwoordiger Javier Solana en het Finse voorzitterschap mandaat te geven tot het opnemen van contact met alle relevante partijen die van invloed kunnen zijn bij het vinden van een oplossing voor de crisis in Libanon en de situatie in het Midden-Oosten in het algemeen. Tot deze partijen wordt natuurlijk ook Syrië gerekend. Sinds de dramatische gebeurtenissen afgelopen zomer is het belangrijk de situatie in Libanon en zijn directe omgeving te stabiliseren. Toen de Finse minister van Buitenlandse Zaken Erkki Tuomioja eind augustus zijn Syrische collega ontmoette, was de boodschap aan Syrië duidelijk. Wij verwachten dat Syrië de resoluties 1559, 1680 en 1701 uitvoert. Syrië moet het nationale proces van wederopbouw in Libanon steunen en zijn uiterste best doen om de politieke situatie in Libanon te stabiliseren. Het bewapenen van andere legers dan het Libanese en de kwestie van de wapensmokkel zijn van grote invloed op de mogelijkheid om een wapenstilstand op duurzame basis te bereiken. Er zijn ook nog steeds onbeantwoorde vragen met betrekking tot de demarcatie van de grens tussen Syrië en Libanon en het aangaan van diplomatieke betrekkingen. Het oplossen van de ingewikkelde kwestie met betrekking tot de Shebaa-regio vereist ook samenwerking met Syrië. Het land moet ook bereid blijven om samen te werken met de Brammertz-commissie, die de moord op ex-premier Harriri onderzoekt. Een kwestie die buiten resolutie 1701 valt, maar belangrijk is voor de stabiliteit in de regio, is die van de activiteiten van Palestijnse organisaties die hun hoofdkwartier in Damascus hebben en de steun die Syrië aan hen geeft. Daarnaast zijn ook de betrekkingen van Syrië met Irak en Iran en de activiteiten van Syrië met betrekking tot deze landen rechtstreeks van invloed op de algemene situatie in het Midden-Oosten. De Raad volgt ook de ontwikkelingen in de mensenrechtensituatie in Syrië op de voet. Zeer zorgwekkend waren de arrestaties in het voorjaar van mensenrechtenverdedigers die de Beiroet-Damascus-verklaring hebben ondertekend. Het feit dat sommigen van hen onlangs zijn vrijgelaten, is natuurlijk goed nieuws. De Europese Unie zal nauwkeurig blijven volgen hoe bijvoorbeeld de vrijheid van vergadering en de vrijheid van meningsuiting in het land worden gerealiseerd. Het is duidelijk dat ook Syrië moet handelen overeenkomstig de principes van de internationale mensenrechten. De heropening van het Civil Society Training Centre, dat door de Europese Unie wordt gesteund, is een belangrijk doel. Het centrum werd afgelopen voorjaar gesloten na slechts een week open te zijn geweest.

Page 72: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

76 25/10/2006

Er worden voortdurend contacten met Syrië onderhouden, vooral via de Euromediterrane samenwerking. De bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken, die in november in Tampere plaatsvindt en waarvoor ook Syrië is uitgenodigd, biedt een uitstekend forum voor gesprekken. Syrië is een belangrijke speler in het Midden-Oosten. Het kan kiezen of het een onruststoker of een constructieve partner wil zijn. De sterke historische banden die Syrië heeft met Libanon, betekenen dat het land een zeer belangrijke rol speelt bij de uitvoering van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad met betrekking tot de situatie in Libanon. De Europese Unie heeft voortdurend onderstreept dat het recht van Libanon op zelfbeschikking, territoriale onschendbaarheid en politieke onafhankelijkheid gerespecteerd moet worden. Om voor stabiliteit in Libanon en de hele regio te kunnen zorgen, is het belangrijk dat wapensmokkel naar Libanon wordt voorkomen. Syrië moet zijn grenzen bewaken om dit doel te bereiken. De Raad heeft verklaard bereid te zijn de betrekkingen met Syrië te verbeteren wanneer het gedrag van dit land dit toelaat. Syrië is nu aan zet. In de juiste omstandigheden kan de Europese Unie bijvoorbeeld de mogelijkheid heroverwegen om de associatieovereenkomst te ondertekenen. Dit zou natuurlijk de samenwerking tussen de Europese Unie en Syrië bevorderen, vooral op economisch gebied, maar ook de hervormingen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van Syrië, zoals ook in het verslag wordt verondersteld.

3-284

Benita Ferrero-Waldner, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, eerst en vooral denk ik dat deze discussie precies op tijd komt. Mijn dank dat u ze op de agenda heeft gezet. Ik heb de debatten in de AFET-commissie over het uitgebreide en volledige verslag van mevrouw De Keyser van nabij gevolgd. Het verslag is een eerlijke weergave van de interne en regionale uitdagingen waar Syrië voor staat. Ik verwelkom de beschouwingen van het Europees Parlement over hoe het verder moet met Syrië. Na het conflict in Libanon en binnen de nieuwe context van Resolutie 1701 uit 2006 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, is dit inderdaad het geschikte ogenblik om opnieuw te evalueren waar wij staan met ons huidige beleid. Syrië is al lang een partner in het kader van het Barcelona-proces en een potentiële kandidaat voor het Europese nabuurschapsbeleid op middellange termijn. Net als u meen ik dat wij er alle belang bij hebben dit land nader tot Europa te brengen. Zoals wij allen weten, is Syrië van essentieel belang voor de stabiliteit in het Midden-Oosten. Het is een cruciaal puzzelstuk om een bestendige oplossing te vinden voor de conflicten in de regio en ook om resolutie 1701 volledig te implementeren. In deze kritieke fase van het

vredesproces heeft Damascus de macht om een deel van de oplossing te zijn in plaats van een deel van het probleem. Dit betekent dat wij - zoals u in de ontwerpresolutie stelt - van Syrië verwachten dat het de juiste boodschap geeft aan Hezbollah en Hamas, voorkomt dat er wapens worden overgebracht naar Libanon - zoals onze collega van de Raad zei - en helpt bij het vinden van een oplossing voor de Shebaa-boerderijen. Zoals reeds gezegd geloof ik dat een hernieuwd engagement met Syrië deel moet uitmaken van onze strategie. Een andere kwestie is hoever wij daarin, hier en nu, kunnen gaan. Het eerste wat moet gebeuren om Syrië opnieuw te betrekken, is dat zijn leiders blijk geven van hun engagement en van hun interesse om vooruitgang te boeken en positieve stappen te zetten op een heleboel vlakken. Zoals u wel weet, hebben wij de laatste tijd moeilijke tijden beleefd in onze relatie met Syrië. Het verslag van mevrouw De Keyser vermeldt een aantal van de politieke meningsverschillen. Of wij uit de politieke impasse raken, hangt af van het vermogen van de Syrische leiders om een aantal van de woorden van goede wil om te zetten in daden van goede wil. Op dit kritieke ogenblik voor het vredesproces krijgt Syrië een nieuwe kans om aan te tonen dat het wel degelijk positief wil bijdragen tot de regionale stabiliteit. In afwezigheid van een associatieovereenkomst hebben wij onze doelstellingen beperkt tot het aanpakken van dringende kwesties. Waar iets mogelijk was, hebben wij iets geprobeerd. Bovendien hebben wij die kwesties gekozen waarvan wij aanvoelen dat ze in het belang zijn van de Syrische bevolking. Wij hebben geprobeerd programma’s voort te zetten op die vlakken waarbij de Syrische bevolking rechtstreeks baat heeft. Wat de mensenrechten bijvoorbeeld betreft, gebruikt de Europese Unie diplomatieke kanalen om de meest ernstige inbreuken aan te pakken, zoals onder andere de problematiek van de gewetensgevangenen. Wij hebben ook gereageerd op de beperkingen van de vrijheid van meningsuiting en de arrestatiegolf die gepaard ging met de publicatie van de Beiroet-Damascus-verklaring in mei jongstleden. Het is echter niet door de contacten te verbreken dat wij veel vooruitgang zullen boeken. Zonder dialoog hebben wij geen invloed. Daarom moeten wij de situatie anders bekijken, de relaties met Syrië positief aanschouwen en de gebieden vastleggen waarop wij vooruitgang verwachten. Dat doen wij al gedeeltelijk via onze samenwerkingsprogramma’s. Syrië lijkt nu goed op weg te zijn naar een economische overgang en wij verwelkomen de goedkeuring in mei van de nationale Syrische agenda voor hervormingen, die gesteund werd door vice-premier Dardari. Als alles goed gaat, zou de klemtoon in onze acties voor de komende jaren kunnen liggen op ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het hervormingsproces, met inbegrip van progressieve stappen naar politieke openheid. Door middel van de samenwerking binnen het ENPI - het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument

Page 73: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 77

- kunnen wij Syrië op middellange termijn het vooruitzicht bieden op volledige deelname aan het nabuurschapsbeleid. Het ENP zal dan bijkomende voordelen bieden en - hopelijk - een aantrekkelijker pakket voor hen zijn, als de tijd daartoe rijp is. De associatieovereenkomst ligt nog steeds op tafel. Wij hebben alle technische voorbereidingen afgerond en hebben de overeenkomst geparafeerd. Nu is het wachten op een beslissing over ondertekening door de Raad. De ondertekening is een proces. Tot nog toe waren de politieke omstandigheden niet gunstig. Om de ondertekening mogelijk te maken verwachten de lidstaten nog steeds van Syrië dat het positievere en geloofwaardiger stappen neemt, ook bij regionale vraagstukken zoals Libanon en Palestina. De recente verklaringen van Syrië over het bevorderen van de implementatie van Resolutie 1701 van de Veiligheidsraad kunnen in dit opzicht als bemoedigend worden beschouwd, evenals de oproepen van president Assad tot het heropenen van de vredesbesprekingen, die toch een positieve weerklank vonden in Israël. Net als het Europees Parlement gelooft ook de Commissie sterk in de dialoog. Daarom hoop ik van ganser harte dat de positieve boodschappen die wij onlangs uit Damascus ontvangen hebben, in daden worden omgezet en dat wij opnieuw een sterke relatie kunnen opbouwen met dat land.

3-285

José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, namens de PPE-DE-Fractie. - (ES) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de fungerende voorzitter van de Raad, mevrouw de commissaris, geachte collega’s, in de eerste plaats zou ik mevrouw De Keyser willen gelukwensen met de door haar ingediende ontwerpaanbeveling en met al het werk dat zij heeft verricht voor de betrekkingen met Syrië. Ik denk dat we ons goed moeten bezinnen en dit debat in de juiste context moeten plaatsen, mijnheer de Voorzitter. Zoals de commissaris zeer terecht zei, betekent die context dat er een balans moet worden opgemaakt van de situatie, nu men zich in de overgangsfase naar de associatieovereenkomst bevindt, en dat daarbij niet uit het oog mag worden verloren dat we ook een dialoog op - in ons geval - parlementair niveau met Syrië moeten bevorderen, rekening houdend met het - reeds benadrukte - belang dat dit land vanuit strategisch oogpunt bekleedt in de ingewikkelde context van die regio. Ik denk dat verder ook moet worden beklemtoond - en dat staat ook heel duidelijk in de resolutie - dat dit niet het moment is voor het Parlement om met een positief advies te komen inzake de associatieovereenkomst. In de resolutie - in de ontwerpaanbeveling - wordt in alle duidelijkheid gesteld dat nog niet aan de voorwaarden is voldaan. Er zijn nog punten waarop duidelijke vooruitgang moet worden geboekt.

Het is geen goed bericht dat Syrië een defensieovereenkomst met Iran heeft gesloten. Er moet sprake zijn van substantiële vooruitgang om de traditionele opvattingen van de Europese Unie te respecteren op het gebied van democratie en eerbiediging van de mensenrechten. De resoluties van de VN-Veiligheidsraad moeten worden nageleefd en de territoriale eenheid van Libanon moet worden gerespecteerd. Ook dient Syrië zijn medewerking te verlenen aan het ophelderen van de moord op voormalig premier Hariri, en daarnaast vorderingen te maken in de richting van afschaffing van de doodstraf, eerbiediging van de religieuze minderheden, enzovoorts. Mijnheer de Voorzitter, ik ben dan ook van mening dat er nog een lange weg te gaan is. Er zijn bemoedigende berichten, zoals de benoeming tot vice-premier van de heer Dandari, die ik heb mogen ontmoeten na afloop van een missie in Libanon. Zoals de commissaris zojuist zei, denk ik dat we alleen onder die voorwaarden onze lijst met goede voornemens kunnen omzetten in concrete feiten, zodat de Europese Unie het groene licht kan geven voor deze belangrijke associatieovereenkomst tussen de Unie en Syrië.

3-286

Hannes Swoboda, namens de PSE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik mevrouw De Keyser bedanken voor haar uitmuntende verslag. Mijn dank gaat ook uit naar collega Salafranca voor de goede samenwerking, waardoor het mogelijk werd dit verslag met grote meerderheid goed te keuren. Syrië is geen gemakkelijk land. Het is een lastig land in een lastige regio, maar juist als we in deze lastige regio stabiliteit en vrede willen bewerkstelligen, hebben wij de medewerking van Syrië nodig. Wat de kwestie-Libanon betreft moet Syrië eerst inzien dat een politiek stabiel en economisch sterk Libanon Syrië voordeel oplevert en geen gevaar vormt. Wat Iran betreft, hebben wij niets tegen vriendschappelijke relaties tussen Syrië en Iran. Er is niets mis met een goede relatie met de buren! De vriendschap moet echter in een constructieve bijdrage, in een vredesproces worden omgezet, en niet in een blokkade. Wat Israël aangaat begrijp ik wel dat Syrië de Golan-hoogvlakte terug wil hebben, maar Syrië moet erkennen dat Israël veiligheidsbelangen heeft waar het geen afstand van kan doen, en Syrië dient een bijdrage te leveren aan een vreedzame ontwikkeling in Palestina en vooral ook in de Gazastrook - tussen de Palestijnen onderling, maar natuurlijk ook tussen de Palestijnen en Israël. Het is van groot belang dat we deze dialoog opstarten. Ik wil ook even terugkomen op een woord dat mevrouw de commissaris gebruikte, namelijk leadership ability. Ik zou willen dat de Syrische president minder luisterde naar de souffleurs die Syrië de afgelopen jaren in een isolement hebben gebracht, en meer naar de adviseurs

Page 74: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

78 25/10/2006

die Syrië weer willen laten deelnemen aan de dialoog met de internationale gemeenschap, en dan vooral met de Europese Unie.

3-287

VOORZITTER: SYLVIA-YVONNE KAUFMANN Ondervoorzitter

3-288

Hélène Flautre, namens de Verts/ALE-Fractie. - (FR) Mevrouw de Voorzitter, een onoverkomelijk obstakel verspert de weg naar ondertekening, namelijk de mensenrechtensituatie in Syrië, die steeds verder achteruit gaat. Waarnemers maken met regelmaat gewag van willekeurige aanhoudingen, martelingen, flagrante discriminatie van minderheden, belemmeringen van de vrijheid van meningsuiting en van vereniging, en mishandeling en gevangenneming van mensen die zich op vreedzaam wijze inzetten voor meer vrijheden in Syrië. Ik denk daarbij aan Michel Kilo, Anwar al Bunni en Mahmoud Issa, die nog altijd vast zitten omdat ze in mei dit jaar de verklaring "Beiroet-Damascus, Damascus-Beiroet" hebben ondertekend, waarin wordt opgeroepen tot een normalisering van de betrekkingen tussen Libanon en Syrië. Michel Kilo had op 19 oktober vrij zullen komen, maar door een nieuwe aanklacht tegen hem is zijn detentieperiode verlengd. De heer Issa werd op 25 september vrijgelaten maar is twee dagen geleden opnieuw gearresteerd. Deze twee voorbeelden - er zijn nog vele soortgelijke gevallen - laten zien dat bij de Syrische autoriteiten de echte wil om de noodzakelijke democratische hervormingen door te voeren, ontbreekt. Zoals u zei, mevrouw De Keyser, is het onder dergelijke omstandigheden ondenkbaar dat de Europese Unie een associatieovereenkomst met Syrië sluit. Zoals in de resolutie wordt verklaard moeten de verbetering van de mensenrechtensituatie en de inachtneming van de democratische waarden noodzakelijke voorwaarden zijn voor het sluiten van ongeachte welke overeenkomst. Het is daarbij ook van belang dat er een effectief toezichtmechanisme komt, als onderdeel van de tenuitvoerlegging van de mensenrechtenclausule. Deze benadering zou ook moeten worden gevolgd ten aanzien van landen als Rusland, Turkmenistan en vele andere landen. De coherentie van de standpunten van het Parlement staat of valt daarmee.

3-289

Miguel Portas, namens de GUE/NGL-Fractie. - (PT) Mevrouw de Voorzitter, dit verslag van mevrouw De Keyser is gericht op de dialoog met Syrië en het normaliseren van onze betrekkingen met dit land. We zien deze associatieovereenkomst als een onderdeel van dat politieke proces. Ik leg de nadruk op "politiek", want economisch gezien is deze overeenkomst veel voordeliger voor Europa dan voor Syrië. Het bevriezen van de betrekkingen met Syrië was een politieke vergissing. Europa mag geen zwarte lijsten of Noord-Amerikaanse theorieën over de "as van het kwaad" aanhouden. Welke regering er in Syrië ook aan de macht

is, dit land is voor de vrede in de regio van fundamenteel belang. Europa moet daarbij ook oog hebben voor de complexiteit van de Syrische samenleving en de meningsverscheidenheid daar. Het regime mag politiek gezien autoritair zijn, op economisch gebied is het heel soepel en op het gebied van religie en gewoonten zelfs liberaal. Het pluralisme kan zich niet vrijuit manifesteren, maar het bestaat wel degelijk, zowel in de maatschappij zelf als in de instellingen. En dat pluralisme zal des te sterker worden naarmate de inmenging van de Westerse mogendheden in de regio afneemt. Het is jammer dat de uiteindelijke versie van het verslag op een aantal punten de trekjes van het koloniale tijdperk vertoont. Het is bijvoorbeeld niet aan ons om te bepalen wie wel en wie niet te vertrouwen is. Wij accepteren dat soort oordelen ook niet van derden, en terecht. Het zou verder een goed idee zijn om niet langer allerhande verdenkingen te uiten met betrekking tot banden tussen Damascus en Al-Qaida of het Soennitische fundamentalisme. Die bestaan gewoonweg niet. Dit soort onwetendheid zal ons geen goed doen. Bovendien moeten we coherent zijn. Je kunt diplomatieke betrekkingen niet afhankelijk maken van de resultaten van een strafrechtelijk onderzoek. Het bewijs in verband met de weerzinwekkende moord op Rafik Hariri zal ten overstaan van de rechter moeten worden geleverd. Anders zou ons beleid een schending inhouden van het beginsel dat schuld eerst bewezen dient te worden. Hoe dit zij, het verslag is duidelijk als het om de kernpunten gaat. Het pleit voor het normaliseren van de betrekkingen, en dat is een goede zaak. Het dringt erop aan dat de mensenrechten bij de normalisering van de betrekkingen een centrale rol spelen, en ook dat is goed. Maar dan moet Europa dat ook doen met betrekking tot ieder ander land, waaronder ook Israël. Tot slot roept het verslag op tot teruggave van de Golan-hoogte aan Damascus. Dat is ook de strekking van resoluties van de VN. Syrië heeft dit gebied nooit met geweld proberen te heroveren.

3-290

Bastiaan Belder, namens de IND/DEM-Fractie. - Voorzitter, evenals in de Commissie buitenlandse zaken zal ik ook tijdens de plenaire stemming over het verslag van collega De Keyser in volle overtuiging tegen stemmen. Wie in dit huis de Raad aanbeveelt een associatieakkoord met Syrië te sluiten, ondersteunt een meedogenloos minderheidsregime dat veelzeggend genoeg slechts de Islamitische Republiek Iran en Hezbollah als strategische partners in de regio beschouwt. De voorliggende resolutie miskent ten enen male de ware aard van het Assad-regime, alles, werkelijk alles draait om machtsbehoud. De rapporteur geeft zich daardoor over aan illusies over mogelijke positieve effecten van het associatieakkoord op het interne en externe beleid van Damascus. Collega De Keyser, als ik even uw aandacht mag, ik wil u de opinie niet onthouden van een erkend Syrië-expert uit mijn land, die al vele jaren naar Syrië reist. Hij zei

Page 75: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 79

mij dezer dagen letterlijk: "Democratie - dat is me de afgelopen jaren in gesprek met bronnen binnen het regime duidelijk geworden, ook met die mijnheer Dardari die zo liberaal is - wordt door de machtshebbers beschouwd als een dodelijke bedreiging". Het ongerijmde van dit verslag is dat de tekst vol waarschuwingen staat om het diplomatieke dwaalspoor richting Damascus vooral niet te volgen. Dit is voer, mevrouw de Voorzitter, voor satirici in plaats van voor politici.

3-291

Paweł Bartłomiej Piskorski, namens de ALDE-Fractie. - (PL) Mevrouw de Voorzitter, we voeren vandaag een debat over een associatieovereenkomst met een land waarvan wellicht alle leden van dit Parlement het belang inzien. Het gaat om een land dat een hele reeks bedenkingen en opmerkingen bij ons oproept. Het staat als een paal boven water dat Syrië direct of indirect betrokken is bij de wapensmokkel voor terroristische organisaties. Het is een uitgemaakte zaak dat Syrië nauwe banden onderhoudt met Iran. Het zal niemand verbazen dat we ons ernstig zorgen maken over de eerbiediging van de mensen- en burgerrechten in het land. We moeten ons afvragen welke instrumenten het Europees Parlement en de Europese Unie hier kunnen gebruiken. Zal deze overeenkomst het democratiseringsproces ten goede komen? Zal ze de instrumenten die we kunnen aanwenden om druk uit te oefenen op de Syrische regering, doeltreffender maken? Of zal ze onze positie verzwakken? Ik ben van mening dat wederzijds begrip en de mogelijkheid om druk uit te oefenen onze positie zullen versterken en dat we deze associatieovereenkomst zouden moeten steunen. Ik vind wel dat de eerbiediging van de mensen- en burgerrechten een absolute voorwaarde moet zijn voor een positief standpunt en advies van het Europees Parlement. We moeten elke gelegenheid te baat nemen om dit duidelijk te onderstrepen. Het stopzetten van de steun aan terroristische activiteiten is eveneens een voorwaarde sine qua non. Het is van cruciaal belang dat we dit soort druk op Syrië uitoefenen. Als we dat niet doen, zetten we onze eigen basisprincipes op het spel.

3-292

Elmar Brok (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, mevrouw de voorzitter van de Raad, we moeten beseffen dat de crisis in het Nabije Oosten - zowel in Libanon als in het hele Nabije Oosten - alleen kan worden opgelost als Syrië van de partij is. We moeten concluderen dat Syrië momenteel contacten onderhoudt met Iran en met Hezbollah, en we moeten erover nadenken of deze contacten niet verbroken kunnen worden, maar dan wel zodanig dat dit ook Syrië tot voordeel strekt. Syrië is een soennitisch, seculier land dat ideologisch met sjiitische fundamentalisten eigenlijk relatief weinig gemeen heeft. Daarom zou een associatieovereenkomst nuttig kunnen zijn, mits de eerbiediging van de mensenrechten daarmee wordt bevorderd en een oplossing wordt gevonden voor de vraag hoe we gezamenlijk het

terrorisme kunnen bestrijden. Wapenleveranties aan Libanon kunnen zeker niet helemaal worden stopgezet als Syrië niet mee wil doen. Dit verband moeten we onderkennen. Een andere voorwaarde is de oplossing voor het probleem van de Shebaa-boerderijen. Dit is van groot belang, omdat Hezbollah dan zijn excuus dat daar wapens nodig zijn omdat dit gebied door Israël is bezet, niet meer kan gebruiken. Om al deze redenen moet de situatie in Syrië en de relatie tussen Syrië en de Europese Unie worden verbeterd. Het initiatief dat mevrouw De Keyser via de Commissie buitenlandse zaken heeft genomen, en waar volgens mij zowel de Raad als de Commissie positief tegenover stond, draagt er in belangrijke mate toe bij dat Syrië de kans krijgt zijn eigen belangen te behartigen en daarmee een constructieve bijdrage aan het vredesproces in de regio te leveren. Het is duidelijk dat dit regime vijandig staat tegenover democratie en de mensenrechten schendt, dat mensen - Syriërs en anderen - moeten worden vrijgelaten en dat de samenwerking met de militaire tak van Hezbollah en Hamas moet worden beëindigd, maar ik geloof dat een dergelijke dialoog mogelijk is en dat het aanbod van een associatieovereenkomst in dit kader een effectief instrument hiervoor kan zijn.

3-293

Pierre Schapira (PSE). - (FR) Mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, ik wil allereerst mevrouw De Keyser bedanken voor dit uitstekende verslag. De sluiting van een associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Syrië zou een zeer stimulerend politiek signaal kunnen zijn voor de vrede in het Midden-Oosten, die wij allen zo oprecht wensen. Associatieovereenkomsten zijn een uitstekend middel om druk uit te oefenen op een staat. Wij moeten Syrië dan ook vragen om, in ruil voor onze samenwerking op economisch en handelsgebied, een democratisch land te worden waar de grondvrijheden worden geëerbiedigd, zijn inmenging in de aangelegenheden van zijn buurlanden stop te zetten, zijn grens met Libanon strikt af te bakenen en zijn steun aan de milities van Hezbollah of de fundamentalisten van Hamas aan wie het onderdak verschaft, te staken. Syrië dient de intellectuelen, mensenrechtenactivisten en politieke gevangenen die het in zijn gevangenissen vasthoudt, vrijlaten. Bovendien moet het de rechten respecteren van de op zijn grondgebied levende minderheden, in het bijzonder van de Koerden, die het Syrisch staatsburgerschap moeten krijgen, dat zij nu niet hebben. Als Syrië af zou zien van zijn "Groot Syrië"-project, als het andere bondgenoten zou zoeken dan Iran, dan zou de hele regio daar wel bij varen. Syrië is meer nog dan de andere landen in de regio in staat een regulerende en pacificerende rol te spelen, met name in de Iraakse en Palestijnse kwesties. Europa moet alles in het werk stellen om Syrië tot een van zijn strategische bondgenoten in het Midden-Oosten te maken. Als er in Syrië een frisse wind van veranderingen zou gaan waaien en als het land een beleid van openheid zou voeren, zouden alle bevolkingen van het Midden-Oosten

Page 76: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

80 25/10/2006

het juk van dictatuur en theocratisch populisme eindelijk van zich af kunnen gaan werpen.

3-294

Gerard Batten (IND/DEM). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit verslag stelt dat een overeenkomst tussen de EU en de Middellandse-Zeelanden een doorslaggevende rol kan spelen bij de politieke, economische en sociale hervormingen die nodig zijn in Syrië, maar het verslag betreurt ook de ondertekening van een militaire overeenkomst tussen Syrië en Iran, die volgens de Syriërs de samenwerking zal versterken tegen wat zij de gezamenlijke dreiging van Israël en de VS noemen. Sinds 1995 heeft de Europese Unie 259 miljoen euro gegeven aan Syrië. De EU betaalt miljoenen euro’s steun aan het tirannieke Syrische regime, in de hoop dat dat er op de één of andere manier toe zal leiden dat het regime gaat geloven in democratie, burgerlijke vrijheden, mensenrechten, enzovoort. De Syriërs vinden echter dat zij nu genoeg geld achter de hand hebben om zich een militaire alliantie met Iran te kunnen veroorloven, waardoor de wereld onvermijdelijk een gevaarlijkere plaats zal worden. Het geld van de Europese belastingbetaler mag niet besteed worden aan het ondersteunen van tirannieke en moorddadige regimes die vijanden zijn van democratie, vrijheid en vrede.

3-295

Charles Tannock (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, het is in het strategische belang van de EU in Syrië dat de vrede wordt bewaard in het Midden-Oosten en de olie kan blijven stromen, en dat het geschil tussen Israël en de Palestijnen de richting wordt uitgestuurd van een duurzame tweestatenoplossing, zoals wordt gesteld in het verslag van mevrouw De Keyser. Het geïsoleerde Syrië helpt Iran reeds enige tijd om een gecombineerd panislamitisch offensief op te zetten tegen Israël, en Syrië tracht de Libanese regering zwak te houden door de afgevaardigde van Iran, de Hezbollah, krachtig te ondersteunen. Syrië gelooft dat dit ook zal helpen om zijn invloed in Libanon te herstellen. Syrië heeft echter één verlossende eigenschap: het is een lekenstaat die terugdeinst voor het islamitische fundamentalisme. Een deel van de regerende Ba’ath-elite maakt zich dan ook zorgen over het groeiende defensiebondgenootschap van Syrië met het theocratische Iran en de islamitische Hezbollah. Syrië hoeft niet langer aan te schurken tegen Iran zoals het deed tijdens de alliantie tegen hun gemeenschappelijke vijand, het Irak van Saddam Hoessein. Jammer genoeg vervliegt nu de hoop dat de EU direct kan onderhandelen met de Palestijnen, aangezien het onbuigzame Hamas weigert Israël te erkennen of het geweld af te zweren. Daarom is de tijd nu rijp om Syrië de garantie te bieden dat het blokkeren van de herbewapening van Hezbollah, het stopzetten van de doorgang voor jihadi’s naar Irak en het verbeteren van

de schrikwekkende situatie van de mensenrechten in Syrië waardevolle voordelen met zich zullen brengen, zoals de uiteindelijke ratificatie van de versterkte associatieovereenkomst met de EU. De EU kan, als lid van het Kwartet, ook helpen bemiddelen bij het bewerkstelligen van een aanvaardbaar vredesakkoord tussen Israel en Syrië over de Golanhoogte en de Shebaa-boerderijen, iets waar de VS misschien onwillig tegenover staan. Israël zou er veel bij winnen als het zou spreken met Syrië, zijn vijand. Israël is zich bewust van zijn kwetsbaarheid voor raketaanvallen en weet dat het een verdedigbare staat nodig heeft die niet kan worden getroffen door externe agressie. De Syrische dreiging verwijderen is een sleutelelement voor het bereiken van deze strategische doelstelling. Ik steun echter de bevindingen van het verslag en ik hoop dat de Europese Unie nu zal proberen haar aanzienlijke invloed op Syrië aan te wenden om die doelstellingen te bereiken.

3-296

Panagiotis Beglitis (PSE). - (EL) Mevrouw de Voorzitter, ook ik wil mevrouw Véronique De Keyser van harte gelukwensen met het zeer belangrijke verslag dat zij ons vandaag heeft voorgelegd. Mevrouw de commissaris, mevrouw de minister, ik ben van mening dat de Europese Unie met het oog op de nieuwe geopolitieke realiteit die in het Midden-Oosten aan het ontstaan is, haar eigen, autonome strategie moet uitwerken. Syrië is een realiteit en zijn rol zal van doorslaggevend belang blijven voor de regionale stabiliteit en veiligheid. Europa moet met Syrië spreken en een gestructureerde institutionele en politieke dialoog met het regime van Damascus voeren. Ik ben het roerend eens met al hetgeen in het verslag staat, en met hetgeen de collega’s zeiden. Niemand heeft echter een antwoord gegeven op de vraag hoe wij een gedragsverandering van de kant van Syrië kunnen beïnvloeden, hoe wij kunnen bijdragen aan het democratiseringsproces. Daar heeft niemand een antwoord op gegeven. Ik ben van mening, mevrouw de commissaris, mevrouw de minister, dat zonder de mechanismen van de associatieovereenkomst en de politieke dialoog de mogelijkheden van de Europese Unie om bij te dragen aan de democratisering van Syrië nihil zijn. Daarom mag de Europese Unie mijns inziens niet nog langer wachten met het sluiten van de overeenkomst. De voorstanders van isolement van Syrië, van sancties of zelfs omverwerping van het regime wil ik erop wijzen dat de burgeroorlog in Irak het beste antwoord is op hun illusies.

3-297

Jana Hybášková (PPE-DE). - (CS) Mevrouw de voorzitter, mevrouw de commissaris, het besluit om de ratificatie van de associatieovereenkomst met Syrië te verlengen is van strategisch belang. De situatie in het

Page 77: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 81

Midden-Oosten is eerder een halfleeg dan een halfvol glas. Het gebrek aan democratisering in Egypte heeft de groei van de radicale krachten aangemoedigd. Libanon glijdt af naar een situatie van ontreddering, en de kansen op de totstandkoming van een staat in Palestina zijn om binnenlandse redenen vervlogen. Van de betrekkingen tussen de EU en Israël is sinds de zomeraanvallen tegen Libanon weinig meer over. Er is geen Europees beleid en ook geen Israëlisch beleid, terwijl Israël steeds verder wegzakt in regionalisme en niet meer in staat blijkt om de problemen te benaderen vanuit een breder perspectief. Bovendien voert, zoals het meest recente besluit over Irak heeft aangetoond, de VS ook geen serieus beleid in de regio. Nu niet langer een beleid wordt gevoerd waarbij de ene kant wordt uitgespeeld tegen de andere, neemt Iran ongetwijfeld een sterkere positie in. Iran is de enige partij met een relevant, actief beleid. De intermediair van Iran is Syrië. Het Europees Parlement kan geen relevante maatregelen nemen met betrekking tot Iran. Daarvoor is een gezamenlijke benadering van de EU, de VS en de Russische Federatie nodig. Wat wij in dit Parlement kunnen doen, is proberen om Syrië uit zijn onderdanige rol als intermediair te halen. Dat is de strategie. De tactiek is prikkels van economische of internationale aard te bieden, en dit te doen in het kader van een helder, gemeenschappelijk en standvastig Europees beleid. We moeten Syrië eisen stellen op een overeenkomstig heldere, standvastige manier. Het gaat hier niet om verzoeningspolitiek. Waar het om gaat is dat Syrië inzet op de geleidelijke opheffing van de staat van beleg, op de totstandbrenging van een maatschappelijk middenveld met volledige vrijheid van meningsuiting en op de eerbiediging van minderheidsrechten. Het moet de overgang maken naar een democratisch politiek stelsel op basis van een open markteconomie. Syrië moet uiteraard meewerken aan het onderzoek naar de moordaanslag op Rafiq Hariri. Het moet deelnemen aan opbouwende initiatieven ter bevordering van het vredesproces. Het moet een einde maken aan de bewapening van Hezbollah en de ondersteuning van gewapende Palestijnse groeperingen. Het moet voldoen aan resoluties 1559 en 1701 en het moet de terugtrekking van alle gewapende strijdkrachten uit Libanon voltooien en diplomatieke betrekkingen aangaan. Wij zijn geen eigenaar van de associatieovereenkomst. Wat nu moet gebeuren, is dat Syrië het eigenaarschap met betrekking tot de overeenkomst op zich neemt. Onze taak is om via de overeenkomst een routekaart naar de overgang in Syrië op te stellen. Ik roep de Commissie, en met name de Raad, op om zowel onze strategie als onze tactiek actief te ondersteunen.

3-298

Jamila Madeira (PSE). - (PT) Mevrouw de Voorzitter, beste collega's, de Verklaring van Barcelona noemt als

doelstellingen het creëren van een gemeenschappelijke ruimte voor vrede, stabiliteit en welvaart via de verbetering van de politieke dialoog en de veiligheid, en het opzetten van partnerschappen, zowel op economisch en financieel gebied als in sociaal, cultureel en humanitair opzicht. De afgelopen jaren hebben we op een heel succesvolle manier gewerkt aan de verwezenlijking van deze doelstelling. Er zijn met vrijwel alle landen in het Middellandse Zeebekken associatieovereenkomsten gesloten, behalve natuurlijk met Syrië, en daar zijn een aantal begrijpelijke redenen voor. De Europese Unie heeft de afgelopen maanden steeds gekeken naar de ontwikkelingen in dat land, maar nu moeten we een oprechte poging ondernemen om met Syrië serieuze onderhandelingen te beginnen. We moeten proberen dit land te bewegen tot de sluiting van een overeenkomst en vervolgens tot de ontwikkeling van een democratie met godsdienstvrijheid en respect voor de mensenrechten. Het moet het terrorisme helpen bestrijden, aanzetten tot dialoog en bijdragen tot een duurzame vrede in de regio. Het is daarom van fundamenteel belang dat de Syrische regering stappen onderneemt om een einde te maken aan de noodtoestand. De Europese Unie moet daarvoor alle nodige steun verlenen. Syrië is vanwege zijn geostrategische ligging heel belangrijk. Het kan een cruciale rol spelen bij het vredesproces in het Midden-Oosten. De Europese Unie moet nu voor eens en altijd duidelijk maken dat ze ervan overtuigd is dat de democratie niet geconsolideerd wordt met een beleid van bombardementen of isolering.

3-299

Patrick Gaubert (PPE-DE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, als het gaat om de crisis in het Midden-Oosten is Syrië een land waar we niet omheen kunnen. Door iedere dialoog af te breken komt het land geïsoleerd te staan, hetgeen het risico van radicalisering van het regime met zich meebrengt. Dan zouden we Syrië nog verder in de armen van Iran duwen, dat enkel streeft naar vernietiging van Israël en destabilisering van de regio. Als we nu echter de gesprekken met Syrië hervatten, moeten we heel voorzichtig te werk gaan en van tevoren harde voorwaarden stellen. We moeten eisen dat Syrië de soevereiniteit van Libanon eerbiedigt en dat het zich voegt naar de resoluties van de Veiligheidsraad, waarin het wordt gelast het toezicht aan de Libanees-Syrische grens op te voeren en op te houden wapens te leveren aan Hezbollah. We moeten de eerbiediging van de mensenrechten en de burgerlijke vrijheden als voorwaarde stellen voor de ondertekening van wat voor overeenkomst dan ook. We moeten eisen dat het concrete consequenties verbindt aan de conclusies van het onderzoek naar de moord op oud-premier Rafic Hariri. Ik wil erop wijzen dat dit ook een noodzakelijke voorwaarde is voor de voortzetting van de onderhandelingen. Tot slot moet Syrië de internationale gemeenschap duidelijk maken welke maatregelen het

Page 78: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

82 25/10/2006

neemt om de proliferatie van wapens en het terrorisme doelmatig en concreet te bestrijden. Ik versta daaronder dat het iedere steun aan de milities van Hezbollah en Hamas moet staken. Als de Europese Unie voornemens is de onderhandelingen met Syrië te heropenen, moet zij dat alleen doen als dit land deze voorwaarden aanvaardt en zich eraan houdt. Vandaag wordt nog niet voldaan aan de voorwaarden voor ondertekening van wat voor associatieovereenkomst dan ook, en dat betreur ik. Het is zaak dat we Syrië oproepen uit zijn isolement te komen en dat we het wijzen op zijn verantwoordelijkheden in een regio waar alle actoren zich moeten inzetten voor het bereiken van vrede en stabiliteit.

3-300

Richard Howitt (PSE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik steun de aanbevelingen in het verslag van mevrouw De Keyser. Ik denk daarbij in het bijzonder aan het feit dat het tijd is voor Europa en de rest van de wereld om het engagement met betrekking tot Syrië te herzien, evenals aan de noodzaak dat wij onze principes op de voorgrond plaatsen zonder daarover compromissen te sluiten. Er moet een duidelijke boodschap gegeven worden aan Syrië met betrekking tot de mensenrechten en de verbetering van de situatie op het vlak van de vrijheid van meningsuiting, foltering en het afschaffen van de doodstraf. De mensenrechtenadvocaat Anwar al-Buni, die samen met honderden anderen een petitie heeft ondertekend om aan te dringen op eerbiediging van de Libanese soevereiniteit, moet onmiddellijk worden vrijgelaten, net als de honderden gewetensgevangenen. Syrië brandmerken als deel van de as van het kwaad heeft nergens toe geleid. Ik verwelkom het feit dat de commissaris de voorbije maand haar vertegenwoordigers toestemming heeft gegeven om besprekingen te voeren met de Syrische ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken en dat deze week het Europees Parlement het vooruitzicht zal bieden op ondertekening van de associatieovereenkomst, op voorwaarde uiteraard dat Syrië er werkelijk voor kiest met Europa samen te werken aan vrede in het Midden-Oosten.

3-301

Albert Jan Maat (PPE-DE). - Voorzitter, ik wil de rapporteur, mevrouw De Keyser, bedanken voor haar arbeid en ik wil hier toch wel uitdrukking geven aan mijn zorg. Want laten we eerlijk zijn, we kunnen ons toch bijna niet voorstellen dat de Europese Unie als Unie van waarden en normen een samenwerkingsovereenkomst sluit met een schurkenstaat à la Syrië. Want dat is de realiteit als ik kijk naar de banden met Hezbollah en de banden met Iran. De enige mogelijkheid is om een samenwerkingsovereenkomst, de onderhandelingen daarover, te benutten om een aantal minimumvoorwaarden te stellen op het terrein van de mensenrechten, want er is een toenemende repressie tegen vakbonden, journalisten en religieuze minderheden in Europa. Met name Syrische burgers die

behoren tot religieuze minderheden alsook Assyrische christenen die terugkeren naar Syrië worden vrijwel zonder uitzondering gevangengezet. Alle reden dus om het immigratiebeleid in de Europese Unie en ook het terugkeerbeleid naar Syrië eindelijk op Europees niveau op elkaar af te stemmen en voorlopig te stoppen met het terugkeerbeleid naar Syrië. Dat lijkt me een eerste stap. Een tweede stap is: harde garanties vragen voor religieuze vrijheid; de Syrische regering dient af te blijven van religieuze minderheden in Syrië zelf. Met name verschillende kerkgenootschappen en etnische groepen hebben op dit moment bijzonder veel problemen met de wijze waarop er in Syrië wordt omgesprongen met hun belangen. Europa heeft op dat punt een naam te verliezen, want de Europese kerken zijn gebaseerd op de vroegste kerken die hun geloof vanuit Syrië ook richting Europa hebben verbreid. En dat betekent dat de Europese Unie een hele zware hypotheek heeft om ervoor te zorgen, als er al sprake zou kunnen zijn van een samenwerkingsovereenkomst, dat op die punten in ieder geval een harde garantie wordt gevraagd voor verbeteringen.

3-302

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik u bedanken voor dit zeer waardevolle debat. Tijdens het debat werd duidelijk dat hier in het Parlement zich hetzelfde verschijnsel voordoet als in de internationale gemeenschap en in de gematigde Arabische landen, namelijk dat er enigszins verschillende meningen zijn over de vraag welk beleid ten aanzien van Syrië het beste en doeltreffendste is om ervoor te zorgen dat Syrië weer een constructief lid van de internationale gemeenschap wordt. De Europese Unie is tot de conclusie gekomen dat isolatie Syrië in de verkeerde richting stuurt. De Raad heeft specifiek hierover gesproken en begin augustus een nieuw beleid opgesteld om met alle relevante spelers contact te onderhouden met het oog op een oplossing van de situatie in het Midden-Oosten. Syrië is een van die relevante spelers. Ik kan dan bijvoorbeeld ook in antwoord op de wens van de heer Swoboda dat het voorzitterschap vooral luistert naar degenen die streven naar een actieve dialoog met Syrië, zeggen dat wij dat ook gedaan hebben. Een voorbeeld hiervan is de Euromediterrane conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken die binnenkort in Tampere wordt gehouden en waar Syrië ook voor is uitgenodigd. Het is beslist ook waardevol een dialoog tussen de parlementen op te bouwen en te activeren, zoals de heer Salafranca in zijn toespraak zei. De juiste omstandigheden en de juiste timing zijn zeer belangrijk bij het herstellen van de betrekkingen. In de maatregelen die wij zelf nemen, zullen wij vooral proberen Syrië in de gelegenheid te stellen een positieve rol te spelen.

Page 79: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 83

In dit debat is zeer duidelijk gebleken dat in de zoektocht naar een oplossing voor de situatie in het Midden-Oosten het een het ander beïnvloedt. Daarom hebben wij in de afgelopen maanden actief geprobeerd om een alomvattende, langdurige en duurzame oplossing voor de situatie in het Midden-Oosten te vinden. Er is zeer actief gezocht. Hoge Vertegenwoordiger Javier Solana is juist vandaag in de regio en hij is niet van plan alleen Israël en de Palestijnse gebieden te bezoeken, maar ook Beiroet, Jordanië en mogelijk ook andere plaatsen. Contact met de verschillende partijen is zeer belangrijk.

3-303

Benita Ferrero-Waldner, Commissie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, geachte leden, ik dank u voor deze meningsuitwisseling over dit strategisch erg belangrijke land in het Midden-Oosten. Ik denk dat dit een heel belangrijk debat was. Staat u mij toe enkele heel specifieke vragen te beantwoorden. Eén ervan betrof de mensenrechten. In afwezigheid van een geldige associatieovereenkomst heeft de Europese Unie geen platform voor een diepgaande mensenrechtendialoog met Syrië om kritieke onderwerpen te bespreken - en dat zijn er heel wat -, zoals het opheffen van de noodtoestand, de wijziging van de wetgeving op politiek gebonden NGO’s, het toekennen van het staatsburgerschap aan statenloze Koerden of de oprichting van een nationale raad voor de mensenrechten. Ik denk niet dat volledige vooruitgang op het vlak van de mensenrechten een voorafgaande voorwaarde voor de ondertekening mag worden. Toch moeten wij - en daarmee bedoel ik in het bijzonder de vertegenwoordigers van de Commissie en van de lidstaten in Damascus - onze politieke instrumenten, zoals demarches en politieke verklaringen, gebruiken om de meest ernstige inbreuken op de mensenrechten aan de kaak te stellen. Zo kaarten wij zeer regelmatig de situatie aan van de gewetensgevangenen bij de Syrische autoriteiten en volgen wij systematisch de processen voor het nationaal veiligheidshof. Daarenboven steunen wij het ontstaan van een open maatschappelijk middenveld in Syrië via onze samenwerkingsprogramma’s. De Commissie heeft daartoe in januari zes microprojecten opgestart in het kader van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten. Deze zijn gericht op Arabische advocaten, vrouwenorganisaties, vluchtelingenorganisaties, de Koerdische minderheid en de media, alsook op het bevorderen van vrouwen- en kinderrechten. Omdat de controles door de veiligheidsdiensten thans almaar strenger worden, komen deze projecten en de meeste opleidingsactiviteiten echter slechts moeizaam van de grond. De autoriteiten stellen de legaliteit van deze projecten in Syrië in vraag, en politieke NGO’s worden soms geduld, maar niet altijd toegelaten. Daarom zoeken wij oplossingen voor deze problemen. Bepaalde

individuele vraagstukken hebben wij uiteraard ook rechtstreeks met de Syrische regering besproken. Wat de bijstand betreft, is het zo dat de Europese financiële bijstand niet gebruikt werd om het regime te steunen, zoals sommige collega’s hier eerder gezegd hebben. Die bijstand ging bijvoorbeeld naar steun aan de particuliere sector en ook aan het midden- en kleinbedrijf. Wij hebben de bevolking rechtstreeks geholpen, bijvoorbeeld via gezondheidsprogramma’s, en wij hebben onze hulp gericht op het openstellen van de economie via hervormingen, alsook op handel, mededinging en investeringen - zaken die heel belangrijk zullen zijn voor de toekomstige ontwikkeling van het land. Tenslotte zou ik één punt willen herhalen. Wij zijn voorstander van een dialoog met Syrië dat een politiek en economisch perspectief heeft. Wij proberen positief te blijven en voort te bouwen op de reeds geboekte vooruitgang, bijvoorbeeld door het ondersteunen van de door de regering uitgevoerde hervormingen om de economie open te stellen en de macht te decentraliseren. Tegelijkertijd zullen wij, zoals ik al zei, kijken naar de praktische activiteiten die kunnen worden ontplooid met betrekking tot regionale kwesties, zoals de implementatie van Resolutie 1701 van de Veiligheidsraad en de positieve rol die wij zullen spelen in bijvoorbeeld Palestina. Dit alles zal bepalen hoe snel wij kunnen vorderen in ons toekomstig optreden, en ik zie dat een grote meerderheid van de deelnemers aan dit debat ook in die richting denkt.

3-304

De Voorzitter. - Het debat is gesloten. De stemming vindt morgen om 11.30 uur plaats.

3-305

Vragenuur (vragen aan de Raad)

3-306

De Voorzitter. - Aan de orde is het Vragenuur (B6-0437/2006). Wij behandelen een reeks vragen aan de Raad.

3-307

De Voorzitter. - Vraag nr. 1 van Marie Panayotopoulos-Cassiotou (H-0779/06):

Betreft: Dienstverlening aan en vrij verkeer van gezinnen met kinderen Er zijn steeds meer klachten van Europese gezinnen over de discriminerende manier waarop zij worden behandeld bij de dienstverlening en bij de uitoefening van het recht van vrij verkeer binnen de EU wegens het feit dat ze kinderen onder de 15 jaar bij zich hebben. In een aantal recente artikelen in de Griekse pers wordt erop gewezen dat de aanwezigheid van kinderen effectief worden verboden in openbare commerciële ruimtes zoals hotels, restaurants, enz. Welke maatregelen denkt de Raad te nemen om een eind te maken aan de discriminerende behandeling en het 'leeftijdsracisme' tegen kinderen, jongeren en hun

Page 80: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

84 25/10/2006

medegezinsleden? Komt er een harmonisering van de voorschriften ínzake dienstverlening en het garanderen van vrij verkeer binnen de EU, zodat de rechten van minderjarige Europeanen en hun medegezinsleden niet geschonden worden?

3-308

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, in antwoord op deze vraag wil de Raad eerst iedereen erop wijzen dat in artikel 18, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap staat dat iedere burger van de Unie het recht heeft vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen die bij dit Verdrag en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld. Zoals de geachte afgevaardigde zeker weet, moet de Commissie, als hoedster van het Verdrag, waarborgen dat de bepalingen in het Verdrag en de regels en bepalingen die de instellingen op basis hiervan uitvaardigen, worden nageleefd. Zodoende zou de vraag van de geachte afgevaardigde in feite aan de Commissie moeten worden gesteld. In juli van dit jaar heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd waarin staat dat zij streeft naar een strategie voor de rechten van het kind. Het is de bedoeling de rechten van het kind effectief te bevorderen en te beschermen in het interne en externe beleid van de Europese Unie en de maatregelen van de lidstaten op dit gebied te steunen. Besluiten over het eigenlijke kind- en gezinsbeleid worden op nationaal niveau genomen.

3-309

Marie Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE). - (EL) Mevrouw de Voorzitter, ook ik wil op mijn beurt de vertegenwoordiger van de Raad eraan herinneren dat de Commissie wel een strategie kan uitwerken maar dat het aan de lidstaten is om deze toe te passen. Aangezien in de Raad alle lidstaten nota moeten nemen van de situatie en de problemen van de gezinnen met kinderen, heb ik de Raad deze vraag gesteld, waarbij ik heel goed weet wat er in de Verdragen en in de nieuwe mededeling van de Commissie staat.

3-310

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, wij beschikken over wetten om discriminatie van alle bevolkingsgroepen en leeftijden te bestrijden, zoals de richtlijn betreffende rassengelijkheid en de richtlijn betreffende discriminatie in werk en beroep. Deze bevatten bepalingen voor bijvoorbeeld het verbieden van discriminatie in verscheidene dagelijkse situaties. Wat betreft de voorbeelden die de geachte afgevaardigde in haar vraag geeft van bijvoorbeeld de restaurantcultuur, moeten wij beseffen dat afgezien van de Raad ook de burgers van de lidstaten, als consumenten en, als puntje bij paaltje komt, als degenen die voor deze diensten betalen, ook grote invloed hebben op welke cultuur er ontstaat uit het oogpunt van gezinnen met kinderen.

3-311

Jörg Leichtfried (PSE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik wil u er alleen maar op wijzen dat dit probleem niet alleen in Griekenland voorkomt, maar ook op grote schaal in Oostenrijk. Hotels maken er openlijk reclame van dat kinderen of gezinnen met kinderen niet welkom zijn. Mijn vraag luidt: kunnen we niet op z’n minst iets doen op het gebied van reclame? Er zijn tenslotte ook andere onderwerpen waarvoor reclame kan worden beperkt. Misschien liggen daar mogelijkheden.

3-312

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, er is natuurlijk veel discussie geweest over reclame met betrekking tot kinderen, vooral met betrekking tot marketing en tot de vraag welk soort marketing in welke situatie geschikt is wanneer die op kinderen is gericht. Wat echter het voorbeeld van hotels betreft, dat de geachte afgevaardigde in zijn aanvullende vraag naar voren heeft gebracht, wil ik herhalen wat ik in mijn vorige antwoord heb gezegd, namelijk dat consumentenorganisaties en betalende klanten natuurlijk kunnen beïnvloeden welke diensten er worden aangeboden.

3-313

De Voorzitter. - Vraag nr. 2 van Manuel Medina Ortega (H-0781/06):

Betreft: Versterking van Frontex Het Europees agentschap voor het beheer van de buitengrenzen van de Unie (Frontex), dat vorig jaar werd opgericht, heeft zijn werkzaamheden met zeer beperkte middelen en een overduidelijke zwakheid aangevat. Is de Raad voornemens maatregelen te nemen zodat het agentschap doeltreffender kan optreden, ofwel door samenwerking tussen de lidstaten, ofwel door toekenning van bijkomende begrotingsmiddelen?

3-314

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de verordening van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie voorziet in de oprichting van Frontex en regelt zijn taken, structuur en de eisen inzake financieel beheer. Overeenkomstig de verordening krijgt de Raad informatie over het actieprogramma van het agentschap, de algemene en specifieke risicoanalyses die het opstelt, een algemeen jaarverslag en de begroting van het agentschap. Maatregelen om de bepalingen van de verordening te wijzigen kunnen alleen door de Commissie worden voorgesteld. Het is in eerste instantie de taak van de Raad van Bestuur van Frontex om maatregelen met betrekking tot zijn organisatorische structuur, personeelsbeleid en actieprogramma goed te keuren en de Raad is hier niet bij betrokken. Het is nog steeds de verantwoordelijkheid van de Europese instellingen om communautair beleid en

Page 81: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 85

regelgeving inzake het controleren van de buitengrenzen te ontwikkelen. Nauwe samenwerking tussen het agentschap en de instellingen moet daarom worden gewaarborgd en de Frontex-verordening bevat regelingen hiervoor. In dit verband wil ik u wijzen op het in behandeling zijnde voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een mechanisme voor de oprichting van snelle grensinterventieteams. Het doel hiervan is het doeltreffender maken van de operationele activiteiten van het agentschap en het bevorderen van de samenwerking tussen de lidstaten en de Gemeenschap in crisissituaties. De Europese Raad heeft afgelopen december voorgesteld dat de lidstaten, de Raad en de Commissie voor het eind van het jaar bepaalde maatregelen nemen om de praktische samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren. Hiertoe behoren versterkte controle op en bewaking van de zuidelijke zeegrens van de Europese Unie en het Medsea-onderzoek met betrekking tot het kustwachtnetwerk in de Middellandse Zee, dat Frontex al heeft voltooid. De Raad heeft de afgelopen maanden - bijvoorbeeld in zijn bijeenkomst van 24 juli en op de informele ministervergadering in september - specifieke aandacht geschonken aan het verbeteren van de operationele samenwerking tussen de lidstaten en Frontex en vooral aan de situatie in het Middellandse Zeegebied en Afrika. Bij deze gelegenheden werd onder meer gesproken over de rol van Frontex en zijn deelname aan de operationele activiteiten, vooral in de Middellandse Zee en met betrekking tot de situatie in Afrika. De Raad was voldaan over de maatregelen die Frontex en de Raad al hadden genomen en heeft benadrukt dat de operationele samenwerking verder moet worden ontwikkeld. Begin oktober heeft de Raad ook zijn conclusies over het versterken van de externe zeegrens in het zuiden aangenomen. In zijn conclusies riep de Raad Frontex op om een haalbaarheidsonderzoek te doen naar de oprichting van een Europees controlesysteem die in de beginfase de gehele zuidelijke zeegrens van de Gemeenschap en de Middellandse Zee moet dekken. De Raad vroeg Frontex ook te overwegen onderling verbonden regionale centra op te richten die tot de beschikking staan van Frontex bij operationele zaken in verschillende zeegebieden of delen daarvan. Het is echter niet de taak van de Raad om toewijzing van kredieten aan de begroting van Frontex voor aanvullende maatregelen voor te stellen. Overeenkomstig artikel 33 van de verordening van de Raad tot oprichting van een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie en het Haag Programma zal het werk van Frontex voor het eind van volgend jaar worden beoordeeld op basis van een evaluatieverslag van de Commissie.

3-315

Manuel Medina Ortega (PSE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, ik vind het antwoord van de Raad geruststellend, en ik zal iets zeggen dat u zal verbazen: Frontex heeft gefunctioneerd. Ondanks de experimentele fase waarin Frontex verkeerde, is het in de Canarische Eilanden, in de wijde strook zee om de Canarische Eilanden heen, toch doeltreffend geweest. Het verontrustende aspect is het precaire karakter van de instellingen en het gebrek aan economische en financiële middelen. Het voorzitterschap heeft hier wel op gewezen, maar mijn concrete vraag aan u is of u het mogelijk acht dat de operatie-Frontex in het Atlantisch Zeegebied wordt voortgezet na 1 januari, en of de Raad werkelijk denkt dat het de moeite waard is om geld uit te geven aan hulpmiddelen om dit agentschap te handhaven, dat - ik herhaal - daadwerkelijk gefunctioneerd heeft, dat nog steeds functioneert en dat zijn doeltreffendheid bewezen heeft.

3-316

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, allereerst is het natuurlijk goed om te horen dat Frontex goed heeft gefunctioneerd. Wij moeten weliswaar toegeven dat het ook enkele problemen, of in ieder geval uitdagingen het hoofd moest bieden, maar wij moeten ook beseffen dat het agentschap nog erg jong is, dat het tegelijkertijd zijn administratie moet opbouwen en zijn taken moet uitvoeren. Bovendien is het al betrokken geweest bij zeer veel operaties in het Middellandse Zeegebied en elders. Of de omvang en effectiviteit van deze operatie kan voortduren, is natuurlijk ook afhankelijk van aanvullende financiering.

3-317

Hubert Pirker (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de voorzitter van de Raad, u hebt verteld hoe moeilijk het is om financiële middelen voor Frontex te vinden. Frontex krijgt subsidie. Denkt u er ook over om preventieve acties te starten, zoals voorlichtingscampagnes in de landen van herkomst om daar potentiële migranten te wijzen op de gevolgen van illegale immigratie of de mogelijkheden voor legale immigratie? Overweegt u ook preventieve maatregelen te nemen die de bestaande mogelijkheden voor legalisatie van illegalen in de toekomst aan banden leggen?

3-318

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, een zeer belangrijke vraag in verband met illegale immigratie of immigratie in het algemeen betreft natuurlijk de mate waarin wij moeten samenwerken met de landen van herkomst of doorvoer. De afgelopen tijd probeert men in de Europese Unie specifieke aandacht te schenken aan de band tussen immigratie en ontwikkeling, met de gedachte dat wij onze samenwerking met de landen van herkomst moeten verbeteren om de emigratiedruk daar te verminderen. Een onderdeel van deze samenwerking met de landen van herkomst is natuurlijk het verstrekken van informatie over de bestaande mogelijkheden en

Page 82: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

86 25/10/2006

onmogelijkheden. In november vindt in Tripoli de volgende conferentie op hoog niveau plaats tussen de Europese Unie en de Afrikaanse landen en het hoofdthema zal immigratie zijn.

3-319

Sarah Ludford (ALDE). - (EN) Ik heb twee punten. Eerst en vooral hoorden wij enkele maanden geleden dat er problemen waren met het onderbrengen van het agentschap in Polen; er was geen adequate accommodatie, enzovoort. Zijn deze problemen inmiddels opgelost? Ten tweede, zal het Finse voorzitterschap zich verbinden tot ondersteuning van de amendementen die het Europees Parlement zal aannemen op de Frontex-begroting, en zal het proberen de lidstaten hiervan te overtuigen? Dat is amendement 836, waarin opnieuw het bedrag is opgenomen dat de Commissie had voorgesteld. Anders gezegd, er wordt geen gevolg gegeven aan de besnoeiingen van de Raad en er worden niet nog meer middelen in de reserve opgenomen. Zal het Finse voorzitterschap deze stijging van middelen steunen?

3-320

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de mogelijkheden van Frontex en van de Europese Unie in het algemeen voor een goed beheer van de situaties van illegale immigratie hangen natuurlijk enorm af van de mate waarin de lidstaten zich hiertoe willen verbinden. Hierover is de afgelopen tijd zeer veel gesproken op verschillende niveaus in de Europese Unie, laatst nog op de EU-Top in Lahti afgelopen vrijdag. Dit debat is echter nog steeds aan de gang, en daarom is het wat lastig om nu al een heel nauwkeurig antwoord op deze vraag te geven.

3-321

De Voorzitter. - Vraag nr. 3 van Sarah Ludford (H-0783/06):

Betreft: Informatieverstrekking over veroordeelde pedofielen Hoe staat het er voor in de Raad met het voorgestelde kaderbesluit betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van verboden die het gevolg zijn van veroordelingen wegens seksuele misdrijven tegen kinderen? Dit besluit zou tot gevolg hebben dat wanneer in een lidstaat een pedofiel of iemand die kinderen heeft misbruikt, niet meer met kinderen mag werken na een veroordeling wegens seksueel misbruik of omdat hij betrokken was bij kinderpornografie, deze informatie zou worden gedeeld zodat de naam op andere nationale lijsten van seksuele delinquenten komt te staan en het verbod in de hele EU van kracht kan worden. Kan de Raad meedelen waarom hij blijkbaar tot dusver niet in staat is geweest overeenstemming te bereiken over dit belangrijke voorstel dat het Europees Parlement in juni 2006 ondersteunde en dat een praktisch voorbeeld zou geven aan de Europese burgers van de waardevolle rol van de EU in de strijd tegen de misdaad en de toenemende onveiligheid? Heeft de Raad de doelstelling die hij zich heeft gesteld om de bestrijding van de seksuele uitbuiting van kinderen voorrang te verlenen, opgegeven?

3-322

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, het initiatief dat het

Koninkrijk België in november 2004 aan de Raad heeft voorgelegd om een kaderbesluit aan te nemen betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van verboden die het gevolg zijn van veroordelingen wegens seksuele misdrijven tegen kinderen, wordt momenteel in werkgroepen van de Raad behandeld. Recentelijk - in oktober, ruim een week geleden - werd het nog besproken in de groep voor samenwerking in strafzaken. De behandeling van het initiatief maakt ook deel uit van de gesprekken die in de werkgroepen worden gevoerd over andere voorstellen, zoals het voorstel voor een kaderbesluit betreffende de inachtneming van veroordelingen in de lidstaten van de Europese Unie in nieuwe strafrechtelijke procedures en het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de organisatie en inhoud van de uitwisseling van gegevens van strafregisters tussen de lidstaten. Er worden dus nog twee andere voorstellen voor kaderbesluiten behandeld. Het gemeenschappelijke doel van deze instrumenten is het creëren van structuren om te waarborgen dat gegevens over de criminele achtergrond van een persoon algemeen en direct beschikbaar zijn. Wanneer alle lidstaten deze bepalingen te zijner tijd in hun nationale wetgeving hebben omgezet, moet het makkelijker zijn om te verhinderen dat een veroordeelde persoon met kinderen gaat werken of nog een keer een misdrijf tegen kinderen pleegt. De Raad gaat op werkgroepniveau dus door met de behandeling van deze voorstellen voor kaderbesluiten.

3-323

Sarah Ludford (ALDE). - (EN) Ik heb de indruk dat de Raad niet snel vooruitgang boekt met deze voorstellen. Bijna twee jaar geleden was er een ambitieus programma van de Commissie, als antwoord op de sterke oproep van het publiek om te vermijden dat misdadigers, zoals zedendelinquenten, de grenzen uitbuiten en hieruit voordeel halen. Ik heb de indruk dat de lidstaten hun standpunten hierover niet op één lijn krijgen. Ik begrijp niet hoe wij de mensen kunnen vertellen dat de EU de misdaad doeltreffend bestrijdt, als de Raad zoveel tijd nodig heeft om een besluit te nemen over deze maatregelen van topprioriteit, waarmee ervoor moet worden gezorgd dat misdadigers overal achterna gezeten worden, waar zij ook naar toe gaan.

3-324

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de bescherming van kinderen, vooral tegen de mogelijkheid van nieuwe aanvallen door voor seksuele misdrijven veroordeelde personen, is natuurlijk zeer belangrijk. Aan deze voorstellen voor kaderbesluiten kleven echter behalve principiële ook veel praktische bezwaren, zoals het feit dat het principe van het beroepsverbod niet eens in alle lidstaten bestaat. Wij moeten daarom zoeken naar een wijze om met dit probleem om te gaan die in alle lidstaten van de Europese Unie kan worden toegepast.

3-325

Manuel António dos Santos (PSE). - (PT) Mevrouw de voorzitter van de Raad, ik wil u graag bedanken voor uw

Page 83: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 87

informatie. Mijn vraag is heel duidelijk en direct, en erop gericht te weten te komen wat uw standpunt is. Is de Raad, het Fins voorzitterschap, het niet met me eens dat vrije toegang tot persoonsgegevens van mensen die veroordeeld zijn wegens pedofilie of seksueel geweld tegen minderjarigen, een heel goed instrument kan zijn bij het bestrijden van dit soort delicten?

3-326

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, wij zijn het met elkaar eens dat kinderen moeten worden beschermd tegen veroordeelde mensen. In de lidstaten bestaan verschillende manieren om dit te doen. Bijvoorbeeld in mijn land, Finland, wordt gebruik gemaakt van een systeem waarbij een werkgever het recht heeft de gegevens te krijgen uit het strafregister van personen die naar bepaalde banen solliciteren en op basis daarvan te bekijken of de betrokken persoon geschikt is voor de baan. Zulke banen zijn echter zeer nauwkeurig omschreven. De lidstaten hebben verschillende manieren om dit te doen en dat is een van de redenen waarom er naar de mening van veel leden van het Parlement zo traag vooruitgang wordt geboekt.

3-327

James Hugh Allister (NI). - (EN) Ik wil verwijzen naar een specifiek geval om aan te tonen dat het delen van informatie niet volstaat. Paul Hunter Redpath is een veroordeelde pedofiel die de gevangenisstraf waartoe hij was veroordeeld, uitzat in mijn kieskring in Noord-Ierland. Onlangs is hij gevlucht naar de Ierse Republiek, waardoor hij een inbreuk heeft gepleegd op zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling. Hij kan daar in alle vrijheid leven en kan niet gearresteerd worden, terwijl in Noord-Ierland de straf voor het verbreken van zijn proeftijd de onmiddellijke terugkeer naar de gevangenis is. Toont dit geval niet duidelijk aan dat een volledige uitleveringsregeling nodig is? Zoniet wordt het gerecht ontweken en krijgen de kwetsbaren geen volledige bescherming. Kan de fungerende voorzitter aanvaarden dat een behoorlijke uitlevering het optimale vereiste is?

3-328

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, het gaat er in dit vragenuur natuurlijk niet om wat ik persoonlijk kan aanvaarden, maar welk soort debatten en besluiten de Raad moet nastreven. De Raad is nu echter van plan ook wat dit betreft vooruitgang te boeken overeenkomstig het assimilatieprincipe, wat betekent dat een lidstaat de plicht heeft op buitenlandse vonnissen dezelfde juridische gevolgen toe te passen als op nationale vonnissen, hoewel dit uiteindelijk alles te maken heeft met de algemene samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken en hoe wij op andere manieren vorderingen kunnen maken op het gebied van uitleveringen en de wederzijdse erkenning van vonnissen.

3-329

De Voorzitter. - Daar de vraagsteller afwezig is, komt vraag nr. 4 te vervallen. Vraag nr. 5 van Liam Aylward (H-0787/06):

Betreft: Luchtvaartsector Kan de Raad aangeven welke nieuwe maatregelen hij wil nemen om tegen de achtergrond van de aanhoudende internationale terreurdreiging de veiligheid van de passagiers van Europese luchtvaartmaatschappijen te verhogen?

3-330

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, Verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart vormt het huidige communautaire wetgevingskader op het gebied van de veiligheid in de burgerluchtvaart. De verordening, die is opgesteld naar aanleiding van de terroristische aanslagen op 11 september, is sinds januari 2003 van kracht. Om de problemen op te lossen die bij de uitvoering van de verordening zijn opgedoken, heeft de Commissie in september 2005 een voorstel ingediend tot vervanging van de verordening door een nieuwe. In maart van dit jaar heeft de Raad een algemeen standpunt ingenomen ten aanzien van dit voorstel van de Commissie. Het Europees Parlement heeft toen in juni in eerste lezing een standpunt ingenomen waarin 85 amendementen waren opgenomen. Op basis van dit standpunt heeft de Raad op 12 oktober een politieke consensus over het voorstel bereikt. De aangenomen tekst zal officieel als gemeenschappelijk standpunt worden bevestigd op een komende vergadering van de Raad en vervolgens aan het Europees Parlement worden voorgelegd, zodat in tweede lezing snel consensus kan worden bereikt. Met inachtneming van de veiligheidsproblemen waarmee het Verenigd Koninkrijk in augustus van dit jaar te kampen had, hoopt de Raad dat de instellingen zo snel mogelijk consensus zullen bereiken over de nieuwe verordening. De effecten van de nieuwe veiligheidsmaatregelen die de Commissie en haar comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart onlangs hebben ingevoerd, moeten bovendien voortdurend worden bewaakt.

3-331

Liam Aylward (UEN). - (EN) Is er volgens de Raad voldoende samenwerking tussen de lidstaten van de EU in de strijd tegen het internationale terrorisme? Bent u het ermee eens dat Europol en het Antiterrorismebureau van de EU voldoende financiering krijgen?

3-332

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, natuurlijk kunnen wij onze activiteiten in de strijd tegen het terrorisme altijd verbeteren. Er zijn natuurlijk veel verschillende maatregelen genomen, vooral in de afgelopen jaren, maar er is beslist altijd ruimte voor verbetering.

3-333

Page 84: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

88 25/10/2006

Danutė Budreikaitė (ALDE). - (LT) Mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, de meesten van ons komen hier naar toe door de lucht. Ik geloof niet dat het vliegtuig de afgelopen jaren ook maar één keer geen half uur of een uur vertraging had. Meestal worden veiligheidsredenen aangevoerd, maar zou de werkelijke reden - en misschien is dat echt wel het geval - niet slecht georganiseerd en slecht uitgevoerd werk kunnen zijn? Kunnen we na aanneming van dit document nog steeds nagaan of de veiligheidseisen werkelijk worden nageleefd?

3-334

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, naast het nemen van besluiten is het natuurlijk zeer belangrijk dat wij toezicht houden op de tenuitvoerlegging en voortdurend de wijzigingen in de operationele omgeving in de gaten houden. Het is natuurlijk ook van wezenlijk belang dat wij identieke regels voor verschillende luchthavens en verschillende lidstaten kunnen opstellen. Met een goede voorspelbaarheid zijn wij zeker in staat in de dagelijkse praktijk van tevoren aan te geven hoeveel tijd bijvoorbeeld veiligheidscontroles in beslag nemen en daardoor het ongemak voor passagiers te reduceren. Ik denk echter dat al degenen die veel reizen, er aan moeten wennen dat het vliegen een bezigheid is geworden die met veel meer uitdagingen gepaard gaat.

3-335

Jörg Leichtfried (PSE). - (DE) Mevrouw de voorzitter van de Raad, als rapporteur voor de uitbreiding van bevoegdheden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart wil ik u mededelen dat de Commissie vervoer en toerisme met betrekking tot dit onderwerp ook overleg heeft gevoerd over de vraag of het zinvol is het EASA op lange termijn ook veiligheidstaken te laten uitvoeren. Ik ben benieuwd naar de visie van het voorzitterschap van de Raad. Mijn tweede vraag: iets wat mij persoonlijk opvalt, is het feit dat ook de privatisering van veiligheidscontroles op luchthavens ertoe heeft geleid dat deze er soms niet in slagen extreme situaties net zo efficiënt aan te pakken als bijvoorbeeld de politie. Kunnen we deze privatisering niet beter terugdraaien en de veiligheidscontroles weer door de overheid laten uitvoeren?

3-336

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, het is natuurlijk goed dat de Raad bekijkt en bespreekt op welke wijze bijvoorbeeld de werkzaamheden van het Europees Agentschap voor veiligheid in de luchtvaart doeltreffender kunnen worden gemaakt, maar natuurlijk kan het alleen meer bevoegdheden krijgen als de lidstaten bereid zijn die te verlenen. Ik vind het zeer moeilijk te geloven dat de snelheid van een veiligheidscontrole ervan afhangt of wij te maken hebben met een particuliere speler of een staatsinstelling. Het gaat meer om het toewijzen van

middelen en de omvang van de middelen in het algemeen. Het is logisch dat luchthavens vooral op drukke tijden moeite hebben met het verwerken van grote aantallen passagiers.

3-337

De Voorzitter. - Vraag nr. 6 van Seán Ó Neachtain (H-0789/06):

Betreft: De status van de Ierse taal Per 1 januari 2007 a.s. wordt Iers een officiële werktaal van de EU-instellingen. Kan de Europese Raad een verklaring afleggen over de voorbereidingen die zijn getroffen om te kunnen garanderen dat de EU-instellingen alle noodzakelijke systemen op orde zullen hebben zodat het Iers in de praktijk per 1 januari a.s. een officiële werktaal van de Europese Unie kan worden?

3-338

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, op verzoek van de Ierse regering heeft de Raad in juni 2005 de taalregels gewijzigd en het Iers toegevoegd aan de lijst van officiële en werktalen van de communautaire instellingen. De Raad heeft besloten dat de instellingen niet alle bepalingen in het Iers hoeven op te stellen of ze in deze taal in het Publicatieblad van de Europese Unie hoeven te publiceren. Dit besluit is dus een uitzondering op de regel. Het zal vijf jaar van kracht blijven en die periode kan worden verlengd. Er is ook besloten dat de uitzondering niet van toepassing is op de verordeningen die in de medebeslissingsprocedure tot stand komen. In overeenstemming met het besluit om het Iers toe te voegen aan de lijst van werktalen, heeft de Raad alle noodzakelijke praktische maatregelen genomen om een adequate uitvoering van de besluiten te waarborgen per 1 januari 2007 wanneer de verordening van kracht wordt.

3-339

Seán Ó Neachtain (UEN). - (EN) Ik dank de fungerende voorzitter voor haar antwoord. Mag ik ervan uitgaan dat, behalve de genoemde uitzondering, de Ierse taal gelijk behandeld zal worden als de andere talen in dit Parlement?

3-340

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, zoals ik zei, is het Iers toegevoegd aan de lijst van officiële en werktalen van de Europese Unie, met inbegrip van de door mij genoemde uitzondering. Het Parlement heeft zelf ook het recht te bepalen hoe het dit in de praktijk uitvoert. Toen ik echter zei dat de Raad alle noodzakelijke maatregelen heeft genomen om het besluit te implementeren, refereerde ik aan de meest uiteenlopende praktische zaken. Ik heb in mijn eerste antwoord niet in detail willen beschrijven wat er allemaal gebeurt, maar wat er volgens dit besluit noodzakelijk is.

3-341

Justas Vincas Paleckis (PSE). - (LT) Ik heb een vraag aan mevrouw Lehtomäki over de toekomst. Hoewel de eenentwintig officiële talen in de Europese Unie natuurlijk een afspiegeling vormen van onze kostbare

Page 85: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 89

nationale verscheidenheid, wordt het aan de andere kant een kostbare en steeds complexere aangelegenheid. Wat denken de Raad en het land dat het voorzitterschap bekleedt van de toekomst? Wordt deze kring steeds verder uitgebreid, of zullen er misschien maatregelen worden getroffen om de taalgerelateerde procedures te vereenvoudigen?

3-342

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, zoals de geachte afgevaardigde zegt, is taaldiversiteit een zeer belangrijk onderdeel van de Europese cultuur en het pluralisme van de Europese culturen. Men moet echter erkennen dat de Raad, wanneer het om informele bijeenkomsten gaat, om praktische en financiële redenen beperktere regelingen voor talen en vertolking heeft en dat er soms slecht twee, soms vijf of zes talen worden gebruikt. Dit systeem werkt in de praktijk zeer goed.

3-343

De Voorzitter. - Vraag nr. 7 van Johan Van Hecke (H-0791/06):

Betreft: Over de verstrengde perscensuur in China Recentelijk heeft de Chinese overheid de buitenlandse pers nog verder aan banden gelegd. De pers moet zich nu aan strenge interne regels moet onderwerpen. Het door buitenlandse persbureaus verspreide nieuws wordt eerst gecontroleerd en zo nodig gecensureerd, zo luidt het letterlijk, zogenaamd om de stabiliteit, nationale eenheid en soevereiniteit van het land niet in het gedrang te brengen. Het is een zoveelste schending van mensenrechten. De Europese Commissie heeft reeds haar bezorgdheid geuit en zou de kwestie bij komende contacten ter sprake brengen. Zal de Raad hierin volgen en welke maatregelen stelt de Raad voor tegen deze totaal onterechte perscensuur?

3-344

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de Raad is net als de geachte afgevaardigde bezorgd over de verstrengde perscensuur in China. Bij elke onderhandelingsronde in het kader van de mensenrechtendialoog tussen de Europese Unie en China, die twee keer per jaar plaatsvindt, heeft de Europese Unie China systematisch en herhaaldelijk opgeroepen het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten te ratificeren. Hierin staan regels voor de vrijheid van meningsuiting. De Europese Unie heeft China ook opgeroepen de reisbeperkingen voor buitenlandse journalisten en de restricties met betrekking tot het interviewen van Chinese burgers op te heffen. Deze kwestie werd aan de orde gesteld tijdens de onderhandelingsronde op 19 oktober in Peking in het kader van de dialoog tussen de Europese Unie en China.

3-345

Johan Van Hecke (ALDE). - Voorzitter, mevrouw de Raadsvoorzitter, als de persvrijheid aan banden wordt gelegd in een arm Afrikaans land, dan is de Raad er als de kippen bij om dit in de scherpst mogelijke bewoordingen te veroordelen en te dreigen met sancties. In het geval van China spreekt men gewoon zijn bezorgdheid uit. Het lijkt heel sterk op twee maten en

twee gewichten. Mijn vraag is concreet: gaat u de schending van de persvrijheid in China opnieuw agenderen op de eerstvolgende Top EU-China ? Ten tweede: welke zeer concrete maatregelen gaat u nemen om respect voor de persvrijheid en voor de mensenrechten in het algemeen in China effectief af te dwingen?

3-346

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de ministers van Buitenlandse Zaken van het Fins voorzitterschap en China hebben elkaar op de ASEM-Top in Helsinki op 10 september ontmoet. Toen was juist het onderwerp persvrijheid veel in het nieuws en in de besprekingen tussen de ministers van Buitenlandse Zaken heeft dit veel aandacht gekregen. Wij kunnen zodoende vaststellen dat de reactie van de Europese Unie net zo snel en van gelijke strekking is als wanneer zij met andere landen spreekt. Begin september vond een topbijeenkomst plaats tussen de Europese Unie en China en op die top werden de mensenrechten in het algemeen besproken.

3-347

De Voorzitter. - Vraag nr. 8 van Brian Crowley (H-0793/06):

Betreft: EU-Bureau voor de grondrechten Kan de Raad mededelen welke vooruitgang er wordt geboekt bij de oprichting van het nieuwe EU-Bureau voor de grondrechten en welke bevoegdheden dit bureau waarschijnlijk zal bezitten?

3-348

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, op zijn bijeenkomst in juni 2006 heeft de Europese Raad verklaard verheugd te zijn over de vorderingen in de onderhandelingen over het voorstel van de Commissie van juli vorig jaar voor een verordening tot oprichting van een Europees Bureau voor de grondrechten en een voorstel voor een besluit van de Raad om het Europees Bureau voor de grondrechten toe te staan zijn activiteiten uit te breiden naar sectoren die vallen onder de derde pijler van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarin het gaat om samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. De Europese Raad heeft erop aangedrongen dat de noodzakelijke maatregelen zo snel mogelijk worden genomen, zodat het Bureau op 1 januari kan worden opgericht en met zijn werkzaamheden kan beginnen. Het Finse voorzitterschap heeft in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad in juli, augustus, september en oktober een aantal bilaterale ontmoetingen georganiseerd om de belangrijkste nog overgebleven kwestie op te kunnen lossen. Hierbij gaat het om vooral om de uitbreiding van de werkzaamheden van het Bureau naar gebieden die vallen onder de derde pijler van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Tijdens zijn bijeenkomst begin oktober heeft de Raad een overzicht gegeven van de gevoerde onderhandelingen en om steun gevraagd voor het idee om het werk van het

Page 86: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

90 25/10/2006

Bureau uit te breiden naar gebieden die vallen onder de derde pijler van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zij het dan in een beperktere vorm dan in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie was voorzien. De meerderheid van de delegaties die hun standpunt hebben ingenomen, hebben hun steun uitgesproken voor deze benadering van het voorzitterschap, hoewel sommige delegaties zich afvroegen of hiervoor een goede rechtsgrondslag kon worden gevonden. Het voorzitterschap blijft de opties bekijken en zal de delegaties binnenkort een interim-voorstel doen. Wat de bevoegdheden betreft, heeft het Bureau tot doel advies en kennis over grondrechten te geven aan communautaire instellingen, organen en agentschappen en de lidstaten te ondersteunen bij de toepassing van de communautaire regelgeving en hen op deze manier te helpen de grondrechten te doen eerbiedigen als zij binnen hun bevoegdheden maatregelen nemen of beleid vaststellen. Er bestaat grote eensgezindheid over het feit dat de oprichting van een dergelijk Bureau meerwaarde zal creëren voor het communautair mensenrechtenbeleid en daarin meer coherentie brengen. Het Bureau zal ook het belangrijkste contactpunt in de Europese Unie zijn voor zaken met betrekking tot de grondrechten. Als de besluiten voor de oprichting van het Bureau worden genomen, zal het Bureau zijn taken uitvoeren in synergie met de Raad en hierbij het werk van de Raad van Europa aanvullen.

3-349

Brian Crowley (UEN). - (EN) De punten die u aanhaalde, geven de zorg weer van velen hier in het Parlement, namelijk dat, zodra wij dit Bureau voorstellen, de rol die wij ervoor oorspronkelijk in gedachten hadden, zal worden afgezwakt tot het uiteindelijk een denktank wordt of een contactpunt dat hoofdzakelijk informatie doorgeeft van de ene lidstaat naar de andere, in plaats van een leidende rol te spelen in het verdedigen van de fundamentele rechten. Misschien kunt u verduidelijken of dit een correcte interpretatie is van uw algemene uitleg over de bilaterale bijeenkomsten.

3-350

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, allereerst moet worden gezegd dat het de bedoeling is dat dit Bureau een adviserend orgaan van deskundigen wordt. Wij zijn echter ook van mening dat wij het tegenover onze burgers moeilijk kunnen rechtvaardigen dat er een Bureau voor de grondrechten wordt opgericht dat niet over de bevoegdheden kan beschikken die noodzakelijk zijn om het werk te doen en om actie te ondernemen op gebieden die onder de derde pijler vallen. Daarom wordt het werk met betrekking tot dit onderwerp voortgezet.

3-351

Richard Corbett (PSE). - (EN) Ik heb de indruk dat de lidstaten maar wat aanmodderen en een Bureau aan het opzetten zijn dat uiteindelijk niet verantwoordelijk zal

zijn voor precies dat gebied waarop de EU-acties het meest waarschijnlijk tot problemen bij de mensenrechten zullen leiden. Ik heb nog een vraag: vindt de Raad ook niet dat wij kennelijk almaar meer agentschappen oprichten? Zij worden als confetti over de lidstaten uitgestrooid, zodat iedereen er eentje heeft, waarbij niet zozeer wordt gekeken of er echte nood aan bestaat - wat hier misschien niet zozeer het geval is, maar wel geldt voor vele andere agentschappen. Ze hebben allemaal een loodzware structuur: een raad van bestuur met vertegenwoordigers uit iedere lidstaat en een administratie die soms kleiner is dan die raad van bestuur.

3-352

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, misschien gaat dat soms en in sommige contexten inderdaad op. Het Finse voorzitterschap streeft echter naar een zo licht mogelijke administratieve structuur. Zoals ik in het begin al zei, bestaat er wat het Bureau voor de grondrechten betreft grote consensus over het feit dat dit noodzakelijk is. Daarom moeten wij ons inspannen om ervoor te zorgen dat de besluiten worden genomen, dat het Bureau vanaf 1 januari kan functioneren en dat het beschikt over bevoegdheden die voor zijn werkzaamheden van groot belang zijn.

3-353

De Voorzitter. - Vraag nr. 9 van Eoin Ryan (H-0795/06):

Betreft: Betrekkingen EU- Iran Kan de Raad mede delen hoe de betrekkingen tussen de EU en Iran momenteel zijn, met name hoe de toekomst van de nucleaire industrie in Iran er uitziet?

3-354

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de Raad wil meer doen om langetermijnbetrekkingen met Iran op te bouwen die gebaseerd zijn op vertrouwen en samenwerking. Verbetering van de betrekkingen vereist vooruitgang bij alle problematische kwesties, zoals de mensenrechten, het terrorisme, de houding van Iran ten opzichte van het vredesproces in het Midden-Oosten, regionale aangelegenheden en het nucleaire programma van Iran. Wat de nucleaire industrie van Iran betreft, heeft de Raad vele malen gezegd te willen streven naar een diplomatieke oplossing waarin rekening wordt gehouden met de internationale zorg over het nucleaire programma van Iran en waarin tegelijkertijd het recht van Iran wordt bevestigd op een vreedzaam gebruik van kernenergie overeenkomstig het Non-proliferatieverdrag. Wat dit betreft heeft de Raad op 17 oktober zijn grote waardering uitgesproken voor de volharding waarmee de Hoge Vertegenwoordiger Javier Solana sinds juni Iran ertoe aanzet te voldoen aan de eisen van de Raad van Beheer van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) en de VN-Veiligheidsraad en de gesprekken over langetermijnregelingen voort te zetten.

Page 87: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 91

De Europese Unie neemt de evaluatie van het IAEA zeer serieus, volgens de welke het niet in staat is geweest enige vooruitgang te boeken in het al bijna vier jaar durende intensieve onderzoek naar de strekking en juistheid van de verklaringen van Iran met betrekking tot de vreedzame aard van haar nucleaire programma. De Europese Unie maakt zich ook grote zorgen over het feit dat Iran niet alle activiteiten met betrekking tot de verrijking en verdere verwerking van uranium heeft beëindigd, zoals de Raad van Beheer van de IAEA en de VN-Veiligheidsraad hebben geëist. De Veiligheidsraad verklaart in zijn resolutie 1696 dat hij van plan is relevante maatregelen overeenkomstig artikel 41 te nemen als Iran niet aan de eisen voldoet. De Raad is dienovereenkomstig van mening dat als Iran doorgaat met zijn activiteiten met betrekking tot het verrijken van uranium, de Europese Unie niets anders rest dan steun te geven aan de onderhandelingen over deze sancties. De Raad heeft echter in oktober gezegd dat de deur naar de onderhandelingstafel nog steeds open staat voor Iran en heeft Iran nadrukkelijk opgeroepen om te kiezen voor de positieve aanpak die het land is voorgesteld. De Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie heeft Iran op 6 juni voorstellen gedaan die waren opgesteld door zes landen. Deze verstrekkende voorstellen kunnen een basis vormen voor een langetermijnovereenkomst en Iran alles geven wat het nodig heeft om zijn huidige sector van civiele kernenergie te ontwikkelen. Daarin wordt ook rekening gehouden met de internationale zorgen. De keuze voor deze positieve aanpak zou de weg vrijmaken voor nieuwe betrekkingen met Iran, die gebaseerd zijn op wederzijds respect en uitgebreide samenwerking in politieke en economische zaken. De Raad hoopt dat er langs deze positieve weg vorderingen kunnen worden gemaakt.

3-355

Eoin Ryan (UEN). - (EN) Ik begrijp dat u vertrouwenwekkende maatregelen probeert te bewerkstelligen in de relatie tussen Europa en Iran, teneinde de onderlinge relaties te kunnen verbeteren en in deze ernstige situatie op te kunnen treden als een eerlijke bemiddelaar. Het idee van sancties werkt echter niet goed. Het heeft niet in Irak gewerkt en het zal ook niet in Iran werken. Iran is een erg rijk land met grote aardoliereserves. Het zal dan ook gewoon zijn zin doorzetten. Sancties kunnen wellicht wel enig effect hebben, maar op lange termijn zullen ze niet veel uithalen. U hebt reeds een aantal zaken aangekaart. Een ervan is het vervoer van heroïne uit Afghanistan via Iran. Daarbij moet men beseffen dat Iran zo’n drie miljoen heroïneverslaafden telt en dat het al ongeveer 3000 soldaten aan de grens heeft verloren om die trafiek te stoppen… (Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

3-356

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de discussie over mogelijke sancties is natuurlijk gerelateerd aan het feit dat ook de Europese Unie gebonden is aan resolutie 1696 van de VN-Veiligheidsraad. De doorvoer van drugs heeft te maken met de algemene situatie in Afghanistan, wat zelfs een onderwerp voor een aparte vraag kan zijn. De Commissie heeft gezegd zich naast vredeshandhaving en crisisbeheersing ook te willen inzetten voor een veelzijdige ontwikkeling van Afghanistan op de lange termijn, waardoor de drugsproductie daar kan worden beteugeld.

3-357

De Voorzitter. - Vraag nr. 10 van Sajjad Karim (H-0799/06):

Betreft: EU-steun aan vergemakkelijking van de handel als vertrouwen scheppende maatregel tussen India en Pakistan In mijn verslag over de economische en handelsrelatie van de EU met India (A6-0256/2006) riep ik "India en Pakistan op vertrouwenstimulerende maatregelen op handelsgebied verder te stimuleren door de bestaande administratieve belemmeringen af te bouwen en (…) de EU op in dit verband waar nodig technische bijstand aan te bieden". Vergelijkbare nadruk op het belang van regionale samenwerking als "prioritair terrein" voor steun en als belangrijke sector voor economische samenwerking wordt gelegd in Verordening (EEG) nr. 443/921 van de Raad. Welke rol kan handel volgens de Raad vervullen bij het streven om India en Pakistan dichter bij een vreedzame oplossing voor het Kasjmir-vraagstuk te brengen? Is dit onderwerp op de recente EU-India-top te Helsinki aan de orde gesteld, en welke conclusies zijn er bereikt? Kan de Raad programma's of voorstellen voor programma's noemen die handelsgerelateerde, vertrouwen scheppende maatregelen tussen India en Pakistan ondersteunen, met name met betrekking tot Kasjmir en de wederopbouw na de aardbeving, alsmede ter ondersteuning van nauwere economische integratie in SAARC in het algemeen?

3-358

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de Raad is het ermee eens dat handel zeer belangrijk kan zijn om India en Pakistan dichter bij elkaar te brengen. In zijn conclusies van februari 2004 heeft de Raad herhaald steun te geven aan de pogingen om de regionale samenwerking te bevorderen in het kader van de Zuid-Aziatische Associatie voor regionale samenwerking (SAARC) en vooral het akkoord inzake de oprichting van een vrijhandelszone in Zuid-Azië in 2006. De Europese Unie is tevreden met het onlangs gesloten Zuid-Aziatisch vrijhandelsakkoord (SAFTA), maar begrijpt dat sommige leden van SAARC nog steeds onopgeloste bilaterale problemen hebben. Met een oplossing hiervan krijgen de leden van de Associatie de mogelijkheid om volledig te profiteren van de overeenkomsten waarbij zij partij zijn. In het algemeen steunt de Europese Unie nog steeds alle pogingen die worden ondernomen om de multilaterale

1 PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1.

Page 88: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

92 25/10/2006

handel te vergemakkelijken. Deze zijn namelijk een belangrijke manier om de contacten tussen de verschillende landen op het gebied van handel en investeringen te versterken. Het besluit van de ministerraad van SAARC om de Europese Unie de status van waarnemer te verlenen, is een uitstekende mogelijkheid om de samenwerking tussen SAARC en de Europese Unie te ontwikkelen. De samenwerking tussen de Europese Unie en SAARC werd behandeld op de zevende EU-India-top in Helsinki op 13 oktober. De Europese Unie wil de praktische steun die zij aan SAARC geeft, verbeteren. De Commissie heeft al een programma opgesteld voor economische samenwerking met SAARC. Het programma omvat handelsfaciliteiten, normen en samenwerking tussen nieuwe handelsondernemingen. Het doel is de handel binnen de regio te bevorderen via de ondersteuning van de implementatie van SAFTA. Naar men hoopt zal dit een impuls zijn voor de verbetering van de politieke betrekkingen in de regio. Het secretariaat van SAARC en de lidstaten van de Europese Unie zijn van plan dit programma binnenkort aan te nemen. De Europese Unie moedigt een brede dialoog tussen India en Pakistan aan en hoopt dat de handels- en andere betrekkingen zich gunstig zullen ontwikkelen, want dat zal de stabiliteit in de hele regio bevorderen. Wij verwelkomen het feit dat er de laatste tijd veel is ondernomen om het vertrouwen tussen India en Pakistan te vergroten. Daardoor zijn ook vrijere contacten tussen mensen, directe bus- en treinverbindingen en bezoeken van parlementsleden and sportteams mogelijk geworden. De presidenten van India en Pakistan hebben elkaar afgelopen september in Havana ontmoet. De betrekkingen tussen beide landen werden op hoog niveau besproken op een topbijeenkomst op 13 oktober.

3-359

Sajjad Karim (ALDE). - (EN) Eerst wil ik het voorzitterschap van de Raad bedanken voor het zeer gedetailleerde antwoord op mijn vraag. Ik zou echter nog iets meer informatie willen. Die heeft te maken met mijn oorspronkelijke vraag of het vraagstuk betreffende Pakistan/India en Kashmir specifiek besproken is op de EU-top met India in Helsinki. De reden waarom ik dit vraag, is dat beide naties uitvoerige besprekingen voeren op het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken op 14 en 15 november. Is er een specifieke boodschap van de Raad voor hen?

3-360

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, ik was weliswaar de meeste tijd op deze top aanwezig, maar ik herinner mij niet hoe de kwestie-Kasjmir werd behandeld. Ik heb echter de bevestiging gekregen dat ook deze kwestie in de marge werd besproken, als onderdeel van de regionale stabiliteit en de situatie in de regio.

3-361

Justas Vincas Paleckis (PSE). - (LT) Mevrouw de fungerend voorzitter, ik heb een vraag over het bezoek dat een delegatie van het Europees Parlement volgende week op uitnodiging van de Indiase regering aan Kasjmir zal brengen. Wat denkt u dat de grootmachten, met name de Verenigde Staten en Rusland, ondernemen om een oplossing van het probleem van Kasjmir dichterbij te brengen, en wat zou de Europese Unie nog meer kunnen doen in dit verband?

3-362

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, wat betreft deze vraag en vele andere vragen die vandaag werden gesteld, moet worden gezegd dat, aangezien het hier om een kwestie tussen de twee landen gaat, het van wezenlijk belang is dat deze partijen zelf actief naar een oplossing zoeken. De Europese Unie en de andere grootmachten kunnen dit proces wel steunen. Omdat ik hier vooral namens de Raad vragen beantwoord, is het onmogelijk voor mij een stevig standpunt in te nemen namens de Verenigde Staten van Amerika.

3-363

De Voorzitter. - Vraag nr. 11 van Jacek Protasiewicz (H-0803/06):

Betreft: Arbeidskampen waar de rechten van werknemers worden geschonden In juli dit jaar rolde de Italiaanse politie, in samenwerking met de Poolse gerechtelijke autoriteiten, in Zuid-Italië een arbeidskamp op waar Italiaanse werkgevers Poolse werknemers vasthielden, die zelfs niet van de meest elementaire hygiënische en sanitaire voorwaarden konden genieten en aan wie ook de meest elementaire arbeidsrechten werden onthouden die in Italië van kracht zijn. Uit verder onderzoek bleek dat het hier niet ging om een geïsoleerd geval, maar dat ook in andere delen van Italië en in andere lidstaten van de EU werknemers worden geconfronteerd met dergelijke praktijken (niet-naleving van de arbeidswetgeving). Is de Raad voornemens om in deze aangelegenheid stappen te ondernemen die ertoe zullen leiden dat personen die de arbeidswetgeving schenden worden bestraft en dat op effectieve wijze wordt voorkomen dat dergelijke arbeidskampen ook in de toekomst zullen blijven bestaan op het grondgebied van de Europese Unie?

3-364

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de geachte afgevaardigde stelt in deze vraag een belangrijke zaak aan de orde. De Raad - en sinds de herziening van het Verdrag de Raad samen met het Europees Parlement - heeft uitgebreide communautaire regelgeving uitgevaardigd op het gebied van gezondheid en veiligheid op de werkplek. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van deze regelgeving. De Raad verwelkomt het feit dat in het geval waar de geachte afgevaardigde naar verwees de Italiaanse en Poolse rechtshandhavingsautoriteiten samen hebben gewerkt om de in de vraag genoemde werkkampen te sluiten. Hoewel wij ons hier net als de geachte afgevaardigde zorgen over maken, moet worden gezegd dat de verantwoordelijkheid voor het toezicht op

Page 89: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 93

de implementatie van de communautaire regelgeving in de lidstaten bij de Commissie ligt en niet bij de Raad.

3-365

Jacek Protasiewicz (PPE-DE). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, ik heb een vraag voor het voorzitterschap. Is het niet mogelijk om mechanismen te activeren, misschien via Eurojust, waarmee de oprichting van een speciaal controleorgaan kan worden vergemakkelijkt, voornamelijk wanneer het vermoeden bestaat dat de lokale overheden, en zelfs de lokale politie, onder één hoedje hebben gespeeld met de organisatoren van criminele activiteiten, zoals bij de werkkampen voor burgers uit Centraal- en Oost-Europa?

3-366

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de communautaire regelgeving die voor deze sector bestaat en de secundaire regelgeving die hieraan is toegevoegd, vereist dat met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden gelijke behandeling wordt gewaarborgd van burgers van andere lidstaten. Het gaat hierbij om controle die door de autoriteiten van de lidstaten moet worden uitgevoerd. Overeenkomstig het rechtsstaatbeginsel en de principes van goed bestuur mogen wij in de Europese Unie verwachten en eisen dat deze controlerende autoriteiten ook in overeenstemming met de regels handelen.

3-367

Danutė Budreikaitė (ALDE). - (LT) Mevrouw Lehtomäki, ik zou willen vragen of zulke kampen feitelijk leiden tot een beperking van het vrije verkeer van personen. Dit is de situatie waarin de oude lidstaten verkeerden na de invoering van de overgangsperioden voor de nieuwe landen. Denk u niet dat we door een dergelijke overgangsperiode toe te passen voor Roemenië en Bulgarije, zwartwerk in de hand werken?

3-368

Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de lidstaten nemen besluiten over de toepassing van overgangsperioden voor nieuwe lidstaten met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers. Er zijn ook lidstaten die bij de vorige uitbreiding een overgangsperiode hebben toegepast, maar dat niet meer doen bij de nieuwe uitbreiding. De reden is dat volgens de bevindingen het beter is dat arbeidskrachten zich binnen het kader van een gemeenschappelijke Europese regelgeving bewegen dan dat er uitzonderingsregelingen worden gecreëerd. Zoals ik al in mijn antwoord op de vorige vraag heb gezegd, is de gelijke behandeling van werknemers zeer goed gereguleerd, maar wij moeten steeds meer aandacht schenken aan implementatie en toezicht.

3-369

Bernd Posselt (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijn kritiek is niet aan uw adres gericht, aangezien ik veel waardering heb voor de manier waarop u het vragenuur leidt. Toch wil ik afgelopen maandag nogmaals in herinnering roepen. Op maandag hebben we het Reglement vastgesteld. De Conferentie van voorzitters had in haar voorstel anderhalf uur

uitgetrokken voor het vragenuur. De Voorzitter kortte dit in tot één uur. Meerdere collega’s hebben toen geprotesteerd, maar er is niet over gestemd. Ik ben er toen vanuit gegaan dat we anderhalf uur hadden voor het vragenuur. Ik vraag u of de Raad niet nog een kwartier of twintig minuten kan blijven. Of is er een vakbond van Raadsvoorzitters die het de Raad verbiedt om na 19 uur nog vragen te beantwoorden? Vroeger begon het vragenuur met de Raad toch ook pas om 21 uur, en dat was nooit een probleem. De Raad bleef gewoon tot de volgende dag. Ik ben niet te spreken over de huidige gang van zaken.

3-370-500

De Voorzitter. - Waarde collega, dank u voor uw compliment, maar wat ons debat van maandag betreft, vergist u zich, want het ging over de agenda, niet over het Reglement, en we hebben ook over de agenda gestemd. U kunt het allemaal nog eens nalezen in het verslag. Wij moeten het vragenuur - dat een belangrijk recht is van alle afgevaardigden - allemaal serieus of serieuzer nemen en er met z’n allen voor zorgen dat bij de vaststelling van de agenda het vragenuur niet al te vaak in het gedrang komt. De vragen die wegens tijdgebrek niet zijn behandeld, worden schriftelijk beantwoord (zie bijlage). Het vragenuur is gesloten. (De vergadering wordt om 19.05 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat)

3-371

VOORZITTER: MANUEL ANTÓNIO DOS SANTOS

Ondervoorzitter

3-372

Conferentie van Nairobi over klimaatverandering (debat)

3-373

De Voorzitter. - Aan de orde is de mondelinge vraag (B6-0440/2006) van Karl-Heinz Florenz, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, aan de Commissie, over de strategie van de Commissie voor de conferentie van Nairobi over klimaatverandering (O-0100/2006).

3-374

Stavros Dimas, lid van de Commissie. - (EL) Mijnheer de Voorzitter, de twaalfde Conferentie van de Partijen bij het VN-Raamverdrag inzake Klimaatverandering in Nairobi is de eerste conferentie in haar soort die wordt gehouden in het gebied ten zuiden van de Sahara, in het armste gebied van de planeet, waarmee de Europese Unie bijzondere politieke betrekkingen onderhoudt. Daarom is het logisch dat tijdens de conferentie de aandacht zal worden toegespitst op de behoeften van de ontwikkelingslanden.

Page 90: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

94 25/10/2006

De Europese Unie zal vooral benadrukken dat bestrijding van klimaatverandering en snelle economische ontwikkeling wel degelijk samen kunnen gaan, en dat in de besluitvorming over cruciale sectoren rekening gehouden moet worden met het beleid inzake broeikasgasvermindering. De maatregelen ter bestrijding van klimaatverandering kunnen echter ook andere belangrijke voordelen opleveren, bijvoorbeeld de economische ontwikkeling van de Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen, continue energievoorziening en een betere luchtkwaliteit. Ik ben van mening dat als men op internationaal vlak de gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering beter leert begrijpen en belangstelling heeft voor de behoeften van de ontwikkelingslanden, men meer kans maakt om een akkoord te sluiten met betrekking tot de tijd na 2012. De Europese Unie heeft vier concrete prioriteiten in Nairobi. Ten eerste willen wij een akkoord bereiken over het institutionele kader van het Aanpassingsfonds. Dit fonds zal worden gevoed met bijdragen uit het mechanisme voor schone ontwikkeling, en men schat dat op die manier meer dan 350 miljoen euro beschikbaar zal worden in de periode 2008-2012. Ten tweede willen wij een akkoord over de lijst met activiteiten in het kader van het vijfjarig werkprogramma met betrekking tot de aanpassing. Dat programma bevat een reeks activiteiten voor het verbeteren van onze aanpasbaarheid. Onder die activiteiten valt ook een verdere verbetering van onze kennis met betrekking tot de negatieve gevolgen van klimaatverandering, de economisch en sociale weerslag daarvan en de zwakke punten die onze economieën en samenlevingen vertonen met betrekking tot klimaatverandering. Ten derde moet de toegang tot het mechanisme voor schone ontwikkeling voor de arme landen in Afrika en in andere gebieden van de wereld worden verbeterd en vergemakkelijkt. Wij moeten het vraagstuk van een billijke verdeling van de projecten van het mechanisme voor schone ontwikkeling aanpakken, want slechts een klein percentage van alle projecten is bestemd voor Afrika. Ten vierde zullen in Nairobi de besprekingen over de tijd na 2012 worden voortgezet. Deze zullen echter niet worden afgerond. Ik ben inderdaad van mening dat er nog een hoop werk verzet moet worden. Er zijn talrijke meningen over wat er gedaan moet worden. De ontwikkelingslanden voelen zich niet erg op hun gemak met het vooruitzicht dat zij meer inspanningen moeten ondernemen voor de bestrijding van de klimaatverandering. Tegelijkertijd blijven ook veel ontwikkelde landen aarzelen als het erom gaat de noodzakelijke maatregelen te treffen om de broeikasgasuitstoot te verminderen en op die manier bij te dragen aan de beperking van de gemiddelde

verhoging van de temperatuur van de planeet met 2 graad Celsius. In Nairobi zal de Europese Unie met gefundeerde argumenten erop blijven aandringen dat de strijd tegen klimaatverandering wel degelijk kan samengaan met de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen en dat het een zelfs van het ander afhankelijk is. In Nairobi willen wij enerzijds zorgen voor een duidelijke, concrete en evenwichtige benadering en voor gestage vooruitgang in de ad hoc-werkgroep, met betrekking tot artikel 3, lid 9, in de dialoog die plaatsvindt in het kader van het Raamverdrag, en anderzijds een akkoord bereiken over de wijze waarop het Protocol van Kyoto herzien moet worden uitgaande van artikel 9. Wij moeten echter ook verder kijken dan Nairobi. Europa moet zijn inspanningen intensiveren en zijn partners in heel de wereld ervan zien te overtuigen dat de inspanningen tot vermindering van de broeikasgassen ook na 2012 moeten worden voortgezet. Collega’s, het is heel positief dat tien leden van het Parlement zullen deelnemen aan de communautaire delegatie, en persoonlijk kijk ik uit naar een nauwe samenwerking met u, zoals ook de afgelopen twee jaar het geval was. Ik zal ervoor zorgen dat zij volledig worden geïnformeerd. Ik zal hun onmiddellijk alle beschikbare gegevens doen toekomen. Wij zullen gezamenlijk de pers te woord staan en ik hoop dat de leden van het Parlement gedurende de conferentie contacten en besprekingen zullen hebben met vertegenwoordigers van andere landen. Op die manier zullen wij onze ambitie en onze gemeenschappelijke visie op een duurzame toekomst van de mensheid over kunnen brengen aan een mondiaal publiek.

3-375

Avril Doyle, namens de PPE-DE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de commissaris voor zijn welgekozen woorden hier vanavond. Ik ben blij dat ik een van de tien Parlementsleden ben die namens het Europees Parlement deelnemen aan de EU-delegatie. Wij zijn allen leden van de Commissie milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid. Onze delegatieleider is collega Blokland, ondervoorzitter van deze commissie. Ik had verwacht dat mijn collega, de heer Florenz, namens de PPE-DE-Fractie het woord zou voeren, maar ik zie hem niet. Met zijn vraag wilde hij er onder meer nog eens op wijzen dat de leden van de delegatie van het Europees Parlement, als onderdeel van de EU-delegatie, als tweederangs burgers worden behandeld. Ik weet dat de commissaris weer zal komen aandraven met de interinstitutionele akkoorden, de Raad, de Commissie en de onderlinge verhoudingen tussen de instellingen en allerlei praktische overwegingen, maar eerlijk gezegd zijn wij dat verhaal spuugzat en willen wij het niet meer horen. De commissaris doet het bij dit

Page 91: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 95

soort gelegenheden altijd voortreffelijk; hij neemt altijd alle tijd voor ons, net als zijn ambtenaren; zij informeren ons buitengewoon goed, na afloop van de vergadering, buiten de vergaderzaal, maar wij worden nooit binnengelaten, zelfs niet als waarnemers bij de vergaderingen op hoog niveau. Namens mijn collega’s van de PPE-DE-Fractie - en ik denk namens alle collega’s - wil ik zeggen dat wij op dezelfde manier behandeld willen worden als de vertegenwoordigers van zowel de Europese Commissie als de Raad die daar aanwezig zijn. Als de Commissie het een EU-delegatie noemt, moeten de drie daar vertegenwoordigde EU-instellingen op voet van gelijkheid worden behandeld. De commissaris vertelde ons onlangs tijdens een briefing dat hij geen opzienbarende doorbraken verwacht. Dit wordt de zoveelste tussentijdse COP, COP 12-MOP 2 zo u wilt, maar hij is wel buitengewoon belangrijk, omdat dit de eerste vergadering is die over Afrika ten zuiden van de Sahara gaat. De commissaris zei dat het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM) moet worden uitgebreid. Slechts 2,5 procent hiervan wordt momenteel in Afrika besteed, en dan nog hoofdzakelijk in Marokko en Zuid-Afrika, en helemaal niets in de rest van Afrika, ten zuiden van de Sahara. Daar moet nog een heleboel werk worden verzet. De commissaris noemde de mogelijkheid van het opzetten van een koolstoffonds voor Afrika. Ik zou dat idee heel graag willen onderzoeken om te zien wat dat zal opleveren. Wie gaat het Aanpassingsfonds financieren? De discussie gaat over de vraag of het EGF de belangrijkste financieringsbron zal zijn en waar het geld zal worden besteed. In Montreal is afgesproken dat er bij de onderhandelingen sprake zou zijn van twee sporen: het ene spoor is het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering (UNFCC) en het andere het Protocol van Kyoto. Mijns inziens maakt dat goed duidelijk waar de verschillende landen staan. Samen kunnen wij vooruitgang boeken, meer ontwikkelingslanden erbij betrekken en een groter aantal van onze vrienden in met name de Verenigde Staten overhalen om zich samen met ons in te zetten voor de uiterst belangrijke taak van het verminderen van de koolstofemissies.

3-376

Dorette Corbey, namens de PSE-Fractie. - Voorzitter, commissaris, sinds enige tijd reist Al Gore door de wereld met zijn boodschap. Het klimaat verandert snel, sneller dan verwacht. IJskappen verdwijnen, de zeespiegel stijgt en het point of no return zal snel worden bereikt. Dan verwacht je een antwoord van politici. Niet alleen meehuilen met Al Gore, maar ook het begin van een oplossing. Nairobi is een gelegenheid om die uitdaging met kracht op te pakken. Als we praten over de energiecrisis en het klimaatprobleem, dan moeten we ons niet laten gijzelen door pessimisme. Want oplossingen zijn mogelijk. Waar kunnen we die oplossingen vinden? Allereerst in vertrouwen in onze eigen maatregelen. Ik wil hier nogmaals mijn steun uitspreken voor het emissiehandelssysteem. Het is lang niet perfect. En ik

kijk nu vooral naar de Commissie, die zou moeten verzekeren dat de nationale allocatieplannen geloofwaardig zijn en dat overallocatie tot het verleden behoort. Op iets langere termijn moeten we denken over veiling van emissierechten. Daarmee vermijden we de windfall profits bij de elektriciteitsbedrijven en de al te ruimhartige toewijzing van de gratis uitstootrechten. Ten tweede pleit ik voor een grootschalige investering in de ontwikkeling van een nieuwe schone energievoorziening. Naast de bestaande initiatieven zijn er veel innovatieve mogelijkheden. Blauwe energie uit de menging van zout en zoet water kan energie opleveren. De laddermolens met vliegers op grote hoogte die werken als een windmolen en energie opwekken. Energieproducerende kassen en huizen, aardwarmte, zonnespiegels, er is erg veel mogelijk. We moeten die mogelijkheden benutten door technologische innovatie. Geld moet van regeringen komen, maar op termijn ook uit de veiling van emissierechten. Ten derde moeten we de samenwerking met landen als China voortvarend ter hand nemen. Elke maand opent in China een nieuwe elektriciteitscentrale. China heeft schone kolentechnologie nodig en wij moeten die leveren. Technologieoverdracht kan China overhalen om na 2012 verplichtingen op zich te nemen. En als China meedoet, komt de deelname van de Verenigde Staten ook dichterbij. Ten vierde moeten we ruimhartig investeren in het Aanpassingsfonds. Europa heeft de historische verantwoordelijkheid voor klimaatverandering en het is onze taak om de ontwikkelingslanden te helpen zich aan te passen aan de gevolgen hiervan. Klimaatverandering is niet altijd een populair onderwerp in ontwikkelingslanden. Een leider van een ontwikkelingsland - Voorzitter, ik had een minuut extra gekregen, want Anne Ferreira heeft haar spreektijd grootmoedig aan mij afgestaan, dus ik heb drie minuten spreektijd - zei ooit tegen een Nederlandse minister van Milieu: eerst gaan we zo rijk worden als jullie en daarna gaan we ons net zoveel zorgen maken over klimaatverandering. Ik denk dat het anders kan. Rijk worden zonder CO2-uitstoot. Europa heeft de plicht daaraan bij te dragen en in Nairobi moeten we laten zien dat we het ook echt menen. Commissaris, ik kijk uit naar een heel goede samenwerking tijdens de conferentie in Nairobi. Ik steun uiteraard van harte de oproep die Avril Doyle heeft gedaan. Ik denk dat wij zoveel mogelijk bij alle onderhandelingen betrokken moeten worden en zoveel mogelijk toegang moeten hebben tot de vergaderingen en ik weet dat u uw uiterste best daarvoor zult doen. Nogmaals, ik hoop op een goede samenwerking.

3-377

Chris Davies, namens de ALDE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de commissaris bedanken voor het feit dat hij hier vanavond voor een zo afgeladen zaal komt spreken over het belangrijkste probleem waar deze planeet voor staat!

Page 92: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

96 25/10/2006

U hebt eerder gezegd dat deze Conferentie van de Partijen in Nairobi een bijeenkomst zal zijn waar men pas op de plaats zal maken, en dat de activiteiten eromheen misschien wel even belangrijk zijn als de officiële vergaderingen. Wij hebben echter vaak gehoord dat de problemen iedere maand groter en moeilijker oplosbaar worden. Dus kunnen we het ons misschien helemaal niet meer veroorloven om tussentijdse bijeenkomsten te houden: wij moeten de lat hoger leggen en u moet proberen uit iedere vergadering alles te halen wat u maar kunt. Ik wil drie specifieke kwesties noemen. Allereerst de vervoersemissies in de Europese Unie. Volgens de huidige cijfers gaan vijf grote autofabrikanten de doelstelling van de vrijwillige afspraak van 140 gram CO2 in 2008 inderdaad halen, maar 75 procent zal die doelstelling naar alle waarschijnlijkheid niet halen. Denkt u zich eens in wat dat betekent. Zij hebben een vrijwillige overeenkomst getekend met de Commissie, met de Europese Unie. In de beslotenheid van hun eigen directiekamers hebben zij de cijfers bekeken en vastgesteld dat zij met SUV's en auto's met vierwielaandrijving meer winst kunnen maken, en zij hebben er doelbewust voor gekozen hun toezegging niet na te komen. Zij hebben de overeenkomst verscheurd, zij hebben hun woord gebroken, en nu is het tijd voor de Commissie om hen hard aan te pakken. Van de vijf die de doelstellingen wel halen, weten wij dat de norm van 140 gram niets bijzonders is. U moet strenge maatregelen nemen, en ik hoop dat u dat in de komende maanden zult doen. In de tweede plaats de nationale toewijzingsplannen. Ik weet dat u de nationale toewijzingsplannen gaat terugsturen naar de lidstaten met de boodschap dat een verschil van 15 procent tussen de toewijzingen en de werkelijke CO2-uitstoot bij lange na niet genoeg is. Dit is een onmogelijke situatie. U weet dat dit het belangrijkste instrument is. U moet streng zijn en ieder middel dat de Commissie tot haar beschikking heeft benutten om te benadrukken dat de nationale regeringen daadwerkelijk moeten doen wat zij in hun fraaie toespraken in de Raad hebben toegezegd. Tot slot wil ik vooruitkijken naar het systeem van verhandelbare emissierechten voor de periode na 2012. Hoe gaat u ervoor zorgen dat dat systeem in de toekomst goed gaat functioneren? Gratis emissierechten waren een goed begin, maar bleken in de praktijk onvoldoende. Veiling ervan levert voor sommige grote energieproducenten nog steeds oneigenlijke winsten op. U wilt de mogelijkheden van benchmarking gaan onderzoeken, maar dat is erg moeilijk. U moet echter het bedrijfsleven in heel Europa vertellen dat wij beste praktijken gaan belonen en dat ze nu moeten gaan investeren in een betere toekomst voor onze planeet.

3-378

Satu Hassi, namens de Verts/ALE-Fractie. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de boodschap

die wij uit de wereld van de wetenschap ontvangen wordt steeds ernstiger: hoe recenter het onderzoek, hoe ernstiger de boodschap over een sneller veranderend klimaat. Wij naderen een drempel waarna grote rampen niet meer te voorkomen zijn. Dit heeft ook de Britse minister van Buitenlandse Zaken Margaret Beckett gezegd en zij voegde hieraan toe dat wij steeds dichter bij een klimaatchaos komen. Tegelijkertijd tonen de economische analysen aan dat zeer ambitieuze emissiereducties zeer redelijke kosten met zich meebrengen en natuurlijk veel goedkoper zullen zijn dan het uit de hand laten lopen van de klimaatverandering. Dat de burgers dit steeds meer beseffen, blijkt bijvoorbeeld uit het recentelijk standpunt van de Europese Verbond van Vakverenigingen (EVV) dat Europa zijn emissies medio deze eeuw met 75 procent moet hebben gereduceerd en dat de Europese Unie niet op anderen kan wachten. Zelfs in de Verenigde Staten van Amerika is de publieke opinie aan het veranderen. Dat blijkt uit het enorme succes van de film van Al Gore en uit lange artikelen in de grote kranten over klimaatverandering en de mogelijke oplossing ervoor, recentelijk nog in het laatste nummer van Scientific American over energie zonder kolen. In deze situatie hebben wij concreet leiderschap van de Europese Unie nodig. Ook in de Verenigde Staten kijken degenen die een verantwoordelijke klimaatbescherming willen naar Europa en zij worden bemoedigd door wat Europa doet. Wij moeten dit vertrouwen waard zijn. Wij mogen ons ook in internationale onderhandelingen niet tevreden stellen met wachten en het verspillen van tijd. Wij moeten onze eigen constructieve voorstellen doen over wat de wereld na 2012 moet ondernemen. Binnen Europa moeten wij onze eigen emissiereductieverplichtingen opstellen en actie ondernemen om te voorkomen dat de wereld meer dan twee graden warmer wordt. Wij moeten eveneens onze eigen Kyoto-verplichtingen ten uitvoer leggen en daarbij is het systeem van emissiehandel zeer belangrijk. Ik roep de Commissie op streng te zijn. Het is niet voldoende dat emissie worden verhandeld; de emissiehandel moet ook voor emissiereductie zorgen, zoals in het Protocol van Kyoto staat. Ook het bedrijfsleven heeft Europees leiderschap nodig. Om verstandig te kunnen investeren heeft het langetermijndoelen voor emissiereductie nodig. Verkeerde investeringen zullen zeer duur uitpakken. De levensduur van een krachtcentrale is veertig jaar. Krachtcentrales die slecht zijn voor het klimaat zouden helemaal niet meer gebouwd mogen worden.

3-379

Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie. - Voorzitter, het is overduidelijk dat klimaatverandering een realiteit is. Elk jaar wordt de gemiddelde temperatuur hoger; ook dit jaar is daarop helaas geen uitzondering. Vorige week hebben de ministers-

Page 93: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 97

presidenten Jan Peter Balkenende en Tony Blair daarom een brief geschreven aan de Raadsvoorzitter met het verzoek om concrete actie. Ik citeer uit hun brief: "Wij hebben slechts tien tot vijftien jaar om de stappen te nemen die nodig zijn om te voorkomen dat we catastrofale keerpunten passeren". Ik verneem graag welke stappen we zeer binnenkort mogen verwachten. De tijd dringt. Voorzitter, ik wil vanaf deze plaats ook de commissaris nog bedanken voor het actieplan energy efficiency dat vorige week gepubliceerd is, maar ik wil daar wel de aantekening bij maken dat het streefpercentage van 20% ten eerste te laag is en ten tweede nooit gehaald gaat worden als er geen bindende reductiedoelen worden vastgelegd voor de lidstaten. Voorzitter, zoals de collega's Avril Doyle en Dorette Corbey al stelden, wil de delegatie van het Europees Parlement naar de klimaatconferentie de toezegging dat wij nu eindelijk ook toegelaten worden tot alle vergaderingen die door de delegatie van de Europese Unie worden belegd. Commissaris Dimas weet dat en wij rekenen op zijn steun om dat te bereiken. We zijn een officiële EU-instelling en hebben dus evenveel recht op het bijwonen als de andere instellingen.

3-380

Eija-Riitta Korhola (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, wat wij bij onze voorbereiding voor de volgende Conferentie over klimaatverandering in Nairobi het dringendst nodig hebben, is eerlijkheid. Het is waar dat wij trots zijn op de vooruitgang die wij tot nu toe hebben geboekt, maar wat zijn de resultaten gemeten aan de totale emissiereducties? De wereld zit te wachten op een doelmatig klimaatbeleid, en niet op ongefundeerde zelfingenomenheid. Wij weten allemaal, en we zijn het er ook allemaal over eens, dat wij van een eenzijdig EU-klimaatbeleid moeten overgaan op een mondiale aanpak, omdat alleen werkelijk mondiale maatregelen tot doelmatige emissiereducties zullen leiden. Laten wij dus omwille van het klimaat, en om de strijd echt te winnen, eerlijk zijn bij onze analyse van de problemen met betrekking tot het Protocol van Kyoto en de EU-regeling voor verhandelbare emissierechten ter uitvoering van Kyoto. Ik ben bang dat de krantenkoppen al geschreven zijn: ‘Nairobi was een succes en de EU loopt voorop’. Maar loopt zij wel de goede kant op? Natuurlijk vindt de EU het politiek gezien belangrijk om voorop te lopen en het goede voorbeeld te geven, en anderen aan te moedigen dat voorbeeld vroeg of laat te volgen. Als wij er echter niet in slagen meer landen mee te laten doen, zullen de inspanningen van de EU lijken op het halen van een paar druppels water uit de oceaan of je haar laten knippen om af te vallen. Het effect van eenzijdige inspanningen op de mondiale markten maakt het probleem extra moeilijk. Op de mondiale markten betekent dit namelijk dat de vervuiler bevoordeeld wordt ten opzichte van zijn concurrenten, omdat de kosten van milieu-investeringen en

emissierechten niet in de prijzen kunnen worden doorberekend. Voor het internationale kapitaal van de mondiale markten is de verleiding dan ook groot om te investeren op plaatsen waar geen emissiebeperkingen of milieunormen gelden. Verplaatsing van de vervuiling is iets anders dan vermindering ervan. Opvallend genoeg werd de vorige Conferentie over klimaatverandering, in Montreal alom als een overwinning getypeerd. Als we naar de resultaten kijken, is er echter weinig reden tot juichen. Op het punt van de emissiereducties is in Montreal geen enkele vooruitgang geboekt. Er zijn geen aanwijzingen dat het internationale draagvlak voor de strijd tegen de klimaatverandering breder wordt. Het Protocol van Kyoto heeft slechts betrekking op een kwart van de mondiale uitstoot. Dat is niet genoeg.

3-381

Marios Matsakis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, klimaatverandering is geen kwestie meer van speculatie; het is een feit. Dat geldt ook voor het vooruitzicht en de dreiging van een ongekende en onafwendbare catastrofe voor komende generaties als wij op de huidige onaanvaardbare voet doorgaan. Het is nu tijd voor moedige en dappere besluiten over ingrijpende maatregelen die significante resultaten kunnen opleveren. De EU heeft in het verleden op dit gebied altijd een leidende rol gespeeld, en de VN-Conferentie in Nairobi geeft ons de kans en de plicht om ons sterk te maken voor concrete en doeltreffende maatregelen. Wij kunnen ons niet langer de luxe veroorloven om te wachten op degenen die nog niet helemaal overtuigd zijn, of geduld te blijven hebben met degenen die het domweg niets kan schelen. Naar mijn mening moeten de volgende twee punten in de Nairobi-strategie worden opgenomen. In de eerste plaats moeten strenge doelstellingen voor emissiereductie worden vastgesteld en moeten voor de landen die deze doelstellingen niet halen strenge sancties worden aangekondigd en uitgevoerd. In de tweede plaats moet de internationale gemeenschap de landen die de betreffende verdragen niet hebben ondertekend en die niet bereid zijn met de andere landen samen te werken in de strijd tegen de klimaatverandering, isoleren. Ik doel hier uiteraard met name op de Verenigde Staten, die in hun eentje verantwoordelijk zijn voor eenderde van de mondiale CO2-uitstoot. Representatief voor de houding van de Verenigde Staten is het buitengewoon egoïstische en onvoorstelbaar arrogante commentaar dat woordvoerder Adam Ereli van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in 2004 gaf op de ratificatie van het Protocol van Kyoto door Rusland. Hij zei: “Wij achten het Protocol van Kyoto niet realistisch voor de Verenigde Staten en wij zijn niet van plan het te ondertekenen of te ratificeren.” Het wordt onderhand tijd dat wij in verzet komen tegen de VS en dat land onomwonden zeggen dat, als zij het Protocol van Kyoto nu niet onverwijld ondertekenen en

Page 94: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

98 25/10/2006

ratificeren, dat buitengewoon schadelijk zal zijn voor onze transatlantische betrekkingen.

3-382

Stavros Dimas, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, hartelijk dank voor de gelegenheid die u mij biedt om te reageren op enkele vragen die tijdens dit debat zijn gerezen en om mijn dank uit te spreken voor alle positieve bijdragen. Als Nairobi slaagt, betekent dat dat wij de juiste beslissingen hebben genomen en de juiste akkoorden hebben gesloten. De Commissie is met u van mening dat de Europese Unie een leidende rol moet blijven spelen, niet alleen op internationaal vlak maar ook intern, bij onze eigen inspanningen, om klimaatverandering tegen te gaan. Ik ben het met u eens dat het van groot belang is dat wij de ontwikkelingslanden helpen bij de aanpassing aan de nadelige gevolgen van klimaatverandering en hen helpen bij de toepassing van duurzame technologieën. Enkele dagen geleden heeft de Commissie haar voorstel ingediend voor het nieuwe wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie. De totale initiële financiering uit publieke en commerciële bronnen zal naar verwachting 100 miljoen euro bedragen. Met dit nieuwe initiatief zullen klimaatvriendelijke technologieën worden gestimuleerd, in het bijzonder in Afrika. Daarnaast hebben we ook het Aanpassingsfonds. Wij hopen dat in Nairobi zal worden besloten dit fonds operationeel te maken. Het fonds zal worden gefinancierd door 2 procent van de opbrengst van het mechanisme voor schone ontwikkeling. Wij verwachten dat er voor de periode 2008-2012 ongeveer 350 miljoen euro beschikbaar zal zijn voor investeringen in de ontwikkelingslanden en in Afrika. De Europese Unie kan haar leidende rol alleen geloofwaardig vervullen als zij de eigen uitstoot beduidend vermindert en de internationale afspraken in het kader van het Protocol van Kyoto naleeft. De tweede reeks nationale toewijzingsplannen van de EU-regeling voor de handel in emissierechten zal een beslissende test zijn. Als de lidstaten meer emissierechten op de Europese markt brengen dan alle bedrijven samen waarschijnlijk zullen uitstoten, betekent dat de EU-regeling voor de handel in emissierechten is mislukt. De heer Davies zei dat de totale toewijzing van de eerste zeventien aangemelde plannen samen ongeveer 15 procent boven de emissies van deze lidstaten in 2005 zal liggen. Dat is veel. Ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat de EU-regeling voor de handel in emissierechten niet mislukt. De Commissie zal alle nationale toewijzingsplannen op een consistente en eerlijke wijze beoordelen. Alle lidstaten zullen hun steentje moeten bijdragen om ervoor te zorgen dat de regeling voor de handel in emissierechten in de periode 2008-2012 een succes wordt. Ik ben het met u eens dat wij, als het gaat om de voorlichting van het publiek en om de mogelijkheden om onze regeringen te beïnvloeden, alles uit de kast moeten halen. Ook uw betrokkenheid en actie zijn in

deze cruciale fase van de regeling voor de handel in emissierechten echter van groot belang. Ik vraag u er samen met ons voor te zorgen dat in alle hoofdsteden van de lidstaten en in Brussel het toewijzingsdebat vooral gaat over de vraag hoeveel meer wij moeten verminderen, en niet over de vraag hoeveel meer wij mogen uitstoten. In de komende dagen zal de Commissie naar verwachting haar goedkeuring hechten aan een mededeling over de regeling voor de handel in emissierechten, waarin een herziening van deze belangrijke regeling zal zijn opgenomen. In deze mededeling komen zaken aan de orde als het toepassingsgebied van de regeling, de vraag hoe wij deze eenvoudiger en voorspelbaarder kunnen maken, een betere naleving en een betere afstemming met regelingen voor de handel in emissierechten elders in de wereld. Wat betreft de aanpak van de emissies door het verkeer, die ongeveer 22 procent van de totale emissies in de Europese Unie uitmaken, zal de Commissie dit jaar nog een wetgevingsvoorstel doen voor de opneming van de luchtvaartsector in de emissiehandel in de Europese Unie. Ook zal de Commissie dit jaar de mogelijkheden onderzoeken van een verdere vermindering van de CO2-emissies door auto’s na 2008-2009, met het oog op de realisering van de communautaire doelstelling van 120 gram CO2 per kilometer in 2012. Daarvoor is uiteraard wetgeving nodig. De Commissie onderzoekt ook de mogelijkheden voor een wetgevingskader in de Europese Unie om de veilige opvang en ondergrondse opslag van CO2 uit industriële installaties mogelijk te maken, waar dat relevant wordt geacht. De Commissie is ook voornemens om aanpassingsmaatregelen te bevorderen, en zo de regionale en nationale besluitvormers te helpen een antwoord te vinden op de steeds duidelijker zichtbare gevolgen van de klimaatverandering. Tijdens een conferentie op 1 december in Brussel zal de Commissie een Groenboek over de aanpassing aan klimaatverandering presenteren, waarmee zij de aftrap geeft voor een publiek debat over de noodzaak om ons aan te passen aan een onvermijdelijke klimaatverandering. Het allerbelangrijkste is dat wij initiatieven nemen om het internationale debat over de periode na 2012 te structureren. De Commissie zal naar verwachting in januari volgend jaar haar energiepakket bekendmaken. Een belangrijk onderdeel van dit pakket is de strategische beoordeling van het energiebeleid van de EU. Daaruit zal een alternatief energiescenario voor de Europese Unie voortvloeien, dat zal stroken met de langetermijndoelstelling van de Europese Unie inzake klimaatverandering. In nauwe samenhang met de aanpassing van het energiepakket zal de Commissie ook een Groenboek

Page 95: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 99

uitbrengen met de visie van de Europese Unie op verdere maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan. Met dit Groenboek reageert de Commissie op het verzoek van de Europese Raad om een EU-strategie te ontwikkelen voor de beperking van de opwarming van de aarde tot 2 oC in vergelijking met de pre-industriële niveaus. Daarin zullen concrete voorstellen staan voor zowel interne maatregelen, binnen de Europese Unie, als internationale maatregelen ter verwezenlijking van die doelstelling. Een van onze belangrijkste doelstellingen zal zijn ervoor te zorgen dat de Verenigde Staten en andere zich snel ontwikkelende landen als China en India hierbij actief worden betrokken, op basis van gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden, zoals bepaald in het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering. De Commissie zal ervoor zorgen dat het energiepakket en het Groenboek een coherente, gecoördineerde en duurzame klimaat- en energiestrategie voor de Europese Unie bevatten. Naar mijn mening is er sinds vorig jaar in Montreal sprake van een zeker nieuw elan in het internationale debat over klimaatverandering. Wij moeten zeker de vaart erin houden in onze eigen inspanningen, maar in het internationale proces moeten wij geduld blijven oefenen en zorgen dat wij vertrouwen winnen. Tot slot wil ik nog zeggen dat Al Gore een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het bewustwordingsproces in de Europese Unie. Ik had een maand geleden de eer hem in een afgeladen theater in Brussel te mogen introduceren.

3-383

De Voorzitter. - Tot besluit van het debat is er één ontwerpresolutie1 ingediend, overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement. Het debat is gesloten. De stemming vindt morgen om 11.30 uur plaats.

3-384

"NAIADES", een geïntegreerd Europees actieplan voor de binnenvaart (debat)

3-385

De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0299/2006) van Corien Wortmann-Kool, namens de Commissie vervoer en toerisme, over het bevorderen van de binnenvaart: Naiades, een geïntegreerd Europees actieplan voor de binnenvaart (2006/2085(INI)).

3-386

Corien Wortmann-Kool (PPE-DE), rapporteur. - Voorzitter, graag wil ik de vice-voorzitter van de Europese Commissie van harte danken voor het actieprogramma voor de binnenvaart NAIADES. Het Parlement is uw bondgenoot, want de binnenvaart moet een prominente plaats krijgen op de Europese agenda. Ons verslag werd unaniem gesteund door de Commissie vervoer en graag wil ik mijn collega's, de 1 Zie notulen.

schaduwrapporteurs en de staf van harte danken voor hun inspanning. Vice-voorzitter, het Parlement steunt de door u voorgestelde doelen, maar we vinden echter wel dat meer ambitie nodig is om die doelen ook te kunnen bereiken. In het verslag benadrukt het Parlement bovenal het belang van een betrouwbare binnenvaart. Dat is immers de sleutel naar succes en uitbreiding van de binnenvaart. Een betrouwbare binnenvaart staat of valt met goede infrastructuur en overslagvoorzieningen en de huidige achterstand in het onderhoud van de Europese infrastructuur voor de binnenvaart is een van de dringendste problemen die een oplossing vraagt. Daarbij is ook speciale aandacht nodig voor de nieuwe lidstaten met hun specifieke problemen. De voornaamste verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij de nationale en regionale overheden, want die geven te weinig prioriteit. Maar het Parlement dringt ook aan op meer financiële armslag in het kader van de TEN's. Ten eerste als het gaat om de prioritaire projecten. En wij wachten nog steeds op de benoeming van een TEN-coördinator. Kunt u toezeggen dat u snel met een voorstel komt? Het Parlement wil ook grotere prioriteit en een hoger financieringspercentage van 20% voor alle vaarwegprojecten van gezamenlijk belang. Dan kunnen tal van kleine infrastructuurprojecten ondersteund worden. Want tot nu toe gaat het geld eigenlijk vooral naar spoor en weg en dat moet wel veranderen als we het Naiades-programma serieus nemen. Ook river information services-projecten moeten in aanmerking komen voor een bijdrage uit het meerjarenprogramma. Het Parlement zal hier morgen vóór stemmen. Het Fins voorzitterschap heeft dit ook voorgesteld in de Raad. Dus als u dat kunt steunen, komt dat wel goed. Ook op het gebied van het milieu is het Parlement ambitieus. We hopen dat de Commissie zo snel mogelijk komt met voorschriften voor schonere brandstof. We hebben afgelopen vrijdag van uw dienst aanvullende informatie ontvangen, waarvoor dank. Duidelijk is dat er veel onderzoek is verricht, onder meer ook naar technische en economische gevolgen. De uitkomsten lijken veelbelovend en daarom wil ik u vragen om bij de herziening van de richtlijn met een stevig voorstel te komen. Het perspectief dat de binnenvaart net zo schoon wordt als het wegvervoer, moet in beeld komen. De sector zelf is hier ook voorstander van. Ik lees in de krant dat de sector denkt meer te kunnen bereiken via de CCR, omdat de Europese Commissie niet genoeg vaart zou willen maken. Ik hoop dat u mij gerust kan stellen. Er is veel gesproken over het innovatiefonds, volgens mij een prachtig instrument om dit mooie actieprogramma handen en voeten te geven. De sector zelf heeft goede ideeën en 40 miljoen euro op de plank liggen in Brussel. Het Parlement vindt dat ook de Commissie en de Raad commitment moeten tonen en met eenzelfde bedrag over de brug moeten komen, zodat 120 miljoen euro beschikbaar komt. De Raad is helaas

Page 96: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

100 25/10/2006

op dit punt nog weinig concreet, maar ziet u kans om hem te overtuigen? En, nog belangrijker, bent u bereid die 40 miljoen euro de komende jaren beschikbaar te stellen? Ik beschouw dit als een test case of u het actieprogramma echt wilt gaan uitvoeren. Het actieprogramma bevat nog meerdere punten die we graag van harte ondersteunen: een financieringshandboek, richtsnoeren voor staatssteun en de aangekondigde screening van bestaande regelgeving. Dat is hard nodig om administratieve lasten terug te dringen. Ik wil daarbij bijzondere aandacht vragen voor problematische milieuregelgeving. Voorzitter, het is niet zonder reden dat ik als laatste punt inga op de institutionele kwestie. In mijn verslag treft u op dit punt een heldere koers. We moeten inzetten op samenwerking, rekening houden met de huidige bevoegdheden van alle deelnemende partijen en gebruik maken van de deskundigheid van internationale organisaties. Competentiestrijd zal alleen maar vertragend werken. We moeten snel starten met de uitvoering van het actieprogramma. Tot slot: de Commissie zal ook echt commitment moeten tonen als het op daden aankomt. Door daden kan de Commissie ook bewijzen dat zij de binnenvaart daadwerkelijk in het hart gesloten heeft en pas dan is de tijd rijp om, indien nodig - en daarvan ben ik nog niet overtuigd - te kijken naar de institutionele verhoudingen.

3-387

Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte leden van het Parlement, ik wil eerst mevrouw Wortmann-Kool feliciteren met dit uitstekende verslag. Uit de resolutie blijkt dat er tussen het Parlement, de Raad en de Commissie zeer brede overeenstemming bestaat over het bevorderen van de binnenvaart. De binnenvaart is niet alleen veilig, milieuvriendelijk en energiezuinig, maar biedt ook een grote reservecapaciteit. Ondanks deze voordelen wordt deze wijze van vervoer onvoldoende benut: de binnenvaart neemt een krappe 6 procent van het totale goederenvervoer over land in de Unie voor zijn rekening, ofschoon dit percentage in sommige lidstaten 40 procent is. De totale lengte van de Europese waterwegen is 36 000 kilometer. Zij vormen daarmee een echt trans-Europees netwerk. Voor de stimulering van deze vervoerswijze is een Europese visie nodig. Zoals u zojuist al zei, mevrouw, kan het aandeel van de binnenvaart veel groter worden als deze visie resulteert in concrete maatregelen. Ik bedank het Parlement voor de steun die het mij via dit verslag van mevrouw Wortmann-Kool geeft. Mijnheer de Voorzitter, ik houd het bij een paar opmerkingen over de belangrijkste punten. Om te beginnen de verbetering van de marktomstandigheden. Wij moeten nieuwe, intermodale en innovatieve diensten ontwikkelen om de binnenvaart zijn functie te kunnen laten vervullen tussen de grote zeehavens en de grote steden in het achterland.

De binnenvaartsector bestaat voor meer dan 70 procent uit kleine ondernemingen, in veel gevallen zelfstandige binnenschippers. Er moeten gunstige voorwaarden worden geschapen voor de versterking van hun marktpositie. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan betere financieringsmogelijkheden door het wegnemen van wettelijke en administratieve belemmeringen en door expliciete verwijzingen naar de mogelijkheden van staatssteun. De Commissie zal richtsnoeren inzake staatssteun voor deze sector opstellen en die naar verwachting in 2008-2009 publiceren. Tot zover de marktomstandigheden. Wat de modernisering van de vloot betreft, moet de binnenvaart zijn logistieke efficiëntie en zijn milieu- en veiligheidsprestaties verbeteren. Er moeten innovaties plaatsvinden op scheepsbouwtechnisch vlak - bijvoorbeeld motoren en voortstuwing - en op ICT-gebied voor de zogeheten informatiediensten voor de waterwegen. Er is al een juridisch kader, maar de concrete toepassing van het systeem blijft hier nog bij achter. Dit geldt ook voor de brandstofnormen voor de binnenvaart. De milieukwaliteit van de binnenvaart kan nog verder omhoog door strengere normen, waarvoor wij dit jaar nog met voorstellen zouden moeten komen. Dat brengt mij bij de bevordering van werkgelegenheid en vakkundigheid. De binnenvaart kampt met een tekort aan personeel en een groeiend tekort aan gegadigden voor de overname van bedrijven. De strategie moet gericht zijn op de verbetering van de arbeids- en leefomstandigheden aan boord, maar ook op beroepsopleidingen. Ik wil met een voorstel komen voor de harmonisatie van de eisen inzake bemanning en getuigschriften voor kapiteins middels wederzijdse erkenning in 2008. Het huidige imago van de binnenvaart moet worden verbeterd. Het werkelijke potentieel van de binnenvaart moet onder de aandacht worden gebracht via een promotienetwerk, zoals dat in sommige regio’s al bestaat. Qua infrastructuur is er sprake van een aantal knelpunten in het waterwegennet, die de concurrentiepositie van de binnenvaart nadelig beïnvloeden. Deze belemmeringen moeten dan ook worden weggenomen. Dit is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar de Gemeenschap kan ook haar steentje bijdragen dankzij de trans-Europese netwerken. De Commissie kent in dit verband prioriteit toe aan de ontwikkeling van de twee belangrijkste rivierverbindingen: Rijn-Maas-Donau en Seine-Schelde. In het nieuwe financieel reglement dat ter goedkeuring aan het Parlement is voorgelegd, hebben wij voorgesteld het steunpercentage voor binnenvaartprojecten vast te stellen op 30 procent en deze projecten in het meerjarenprogramma op te nemen. Ik meen ervan uit te mogen gaan dat de Raad en het Parlement akkoord zullen gaan met onze voorstellen. Het invoeren van intelligente vervoerssystemen is onontbeerlijk. Wij bereiden de invoering van de informatiediensten voor de

Page 97: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 101

waterwegen voor. In feite gaat het hierbij om één systeem voor het beheer van informatie over de binnenvaart, waarmee schippers hun reizen beter kunnen plannen, wachttijden bij sluizen kunnen bekorten en het transport permanent kunnen volgen. Mevrouw de rapporteur, u hebt gesproken over de benoeming van een TEN-coördinator. Ik moet zeggen dat wij waardering hebben voor de positieve resultaten die zijn geboekt door de zes, reeds in functie zijnde coördinatoren. Voorzitter Costa heeft overigens ook zelf verzocht om de aanstelling van coördinatoren voor de binnenvaart en het zeevervoer. Ik kan u meedelen dat ik zeker van plan ben de komende weken twee coördinatoren te kiezen. Het Naiades-programma voorziet in een reeks zeer uiteenlopende maatregelen: harmonisatie van regelgeving, bevordering middels strategieën en coördinerende maatregelen. Al deze maatregelen zullen echter slechts dan effect sorteren als er een geschikt institutioneel kader voorhanden is. We hebben niet alleen te maken met een versnippering van middelen, de activiteiten vinden ook op té veel verschillende niveaus plaats. Het kader moet derhalve worden aangepast aan de eisen van de grotere Europese markt na de uitbreiding. We houden de verschillende opties momenteel tegen het licht. De resultaten van deze analyse zullen besproken worden met alle betrokken partijen, de lidstaten en de internationale riviercommissies. Tot slot nog dit: het Naiades-programma moet een succes worden, en daarom moeten we kunnen rekenen op de steun van de verantwoordelijken op alle niveaus: nationale en regionale overheden, riviercommissies en ondernemingen. Ik bedank het Parlement en u, mevrouw Wortmann-Kool, omdat u met dit verslag een krachtig pleidooi houdt voor het bevorderen van de binnenvaart, die Europa meer dan ooit nodig heeft.

3-388

Etelka Barsi-Pataky, namens de PPE-DE-Fractie. - (HU) Vice-voorzitter Barrot heeft een uitgebreid programma voor de binnenvaart gepresenteerd, waarmee ik hem alleen maar kan feliciteren. Vanuit het perspectief van het Parlement beschouwd is dit verslag van mevrouw Wortmann-Kool een waardige verklaring en een waardig verslag over dit uitgebreide programma. Bij deze kwestie komen onze doelstellingen exact overeen met die van de Commissie. Er zijn diverse strategische vertakkingen, en daarvan wil ik er één benadrukken, namelijk infrastructuur. De recente overstromingen hebben aangetoond dat we op het gebied van de infrastructuur, en daarbinnen meer specifiek bij onze pogingen om de bevaarbaarheid te verbeteren, omzichtig te werk moeten gaan als wij de scheepvaart permanent willen waarborgen. Overstromingen maken de scheepvaart onbetrouwbaar en onvoorspelbaar. Daarom is het belangrijkste doel van het Naiades-programma aandacht te besteden aan hoogwaterbeheersing. Ik wil vooral de

milieuoverwegingen van het programma benadrukken - die extra aandacht verdienen - zoals het aanleggen en beschermen van overstromingsgebieden. Ik ben van mening dat we zorgvuldig te werk moeten gaan en in harmonie en met respect voor zowel milieu- als scheepvaartoverwegingen moeten handelen. Ik heb nog een korte opmerking over een ander punt. Voor de bevaarbaarheid van de Donau is het belangrijk dat men over de gehele loop kan rekenen op hoogwaardige scheepvaartomstandigheden. Van de derde landen die hierbij een rol spelen, wil ik met name Servië noemen. Voor Servië is de waarde van de Donau als waterweg aanzienlijk toegenomen, en ik stel dan ook voor dat de toekomstige lidstaten Roemenië en Bulgarije, alsmede de landen in de regio van de Zwarte Zee nauw met elkaar samenwerken bij dit onderwerp. Al deze voorstellen komen ook in het verslag aan de orde, en daarvoor wil ik mijn collega, mevrouw Wortmann-Kool hartelijk bedanken.

3-389

Inés Ayala Sender, namens de PSE-Fractie. - (ES) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik zei zojuist nog tegen de rapporteur, mevrouw Wortmann-Kool, dat er vanavond in dit debat tot nog toe alleen maar het woord is gevoerd door vrouwen. En dan zeggen ze dat vervoer alleen een mannenzaak is! Misschien dat Naiades ons inspireert, en misschien zou de commissaris hiervan nota moeten nemen en voor Naiades twee coördinatrices moeten benoemen. Afin, alle gekheid op een stokje, laten we het hebben over het verslag van mevrouw Wortmann-Kool. In principe ondersteunen wij officieel het geïntegreerd Europees actieplan voor de binnenvaart, “Naiades” geheten, alsook het voorstel om het een sterker politiek profiel te geven. Het klopt - en we hebben dat ook gemerkt - dat het gebruik van de vaarwegen in Europa sterk verschilt van land tot land, en varieert van 0,1 procent in landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Italië, of in mijn eigen land, Spanje, waarin dat percentage zelfs nog lager ligt, tot 40 procent in Nederland, dat het hoogste aantal vaarwegen telt. Helaas worden kanalen en rivieren in sommige gevallen aan hun lot overgelaten. Er worden echter prijzenswaardige pogingen ondernomen om die te herstellen. Vanwege het bergachtige karakter van mijn land zijn de kanalen en rivieren daar meer geschikt om irrigatie- en drinkwater te vervoeren dan voor de scheepvaart, maar dat neemt niet weg dat we de initiatieven kennen en ondersteunen met betrekking tot het bevaarbare stuk van de Guadalquivir, vanaf Sevilla tot aan zee, dat hoopt te worden opgenomen in het trans-Europese netwerk. Verder ben ik dezer dagen ook blij met de inzet van mijn stad, Zaragoza, waar de Expo 2008 zal worden gehouden, en die in dit kader - en dit is voorgesteld in de doelstelling gericht op het water en op duurzame ontwikkeling - de bevaarbaarheid van de rivier de Ebro wil herstellen. We zijn dan ook blij dat we ons kunnen aansluiten bij dit Europese project.

Page 98: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

102 25/10/2006

Als wij spreken over duurzame ontwikkeling, hebben wij het over het potentieel van de vaarwegen om de impact van de CO2-uitstoot te helpen verminderen met 75 procent in vergelijking met de wegen, en ook - en daarom is dit zo belangrijk - om dit netwerk van vaarwegen op Europees niveau te bevorderen en nieuwe formules te ondersteunen, zodat deze sector concurrerender en efficiënter kan worden. Mevrouw Wortmann-Kool heeft als rapporteur uitstekend werk verricht, en wij wachten met ongeduld de volgende Commissie-voorstellen af om de economische impact en de concurrentiemogelijkheden van deze nieuwe sector te verbeteren. Met name verbeteringen van de infrastructuur hebben onze steun, waardoor de duizenden kilometers vaarwegen en de honderden binnenhavens, met hun infrastructuren van sluizen enzovoorts, die hier al genoemd zijn, eindelijk een verbindingsnetwerk worden dat de regionale en de territoriale cohesie versterkt. Vandaar dat er in sommige amendementen die wij in de commissie hebben ingediend en die zijn overgenomen, werd voorgesteld om deze sector sterker op te nemen in de programma’s voor de transEuropese netwerken. Verder hebben wij gepleit voor ondersteuning van de river information services, die naar onze mening zullen zorgen voor een grote verbetering van de doelmatigheid en de veiligheid van deze sector. Voorts vinden wij het een uitstekend idee om meer economische steun te verkrijgen voor de bevordering van de mogelijkheden in de sector riviercontainervervoer, ofschoon hier nog grote leemtes bestaan. In het verslag over logistiek, dat ik aan dit Parlement hoop te kunnen voorleggen, zal ik natuurlijk ook de voorstellen opnemen die mevrouw Wortmann-Kool heeft gedaan voor de verbetering van de logistieke aspecten en de technologische innovatie en vooruitgang om de operationele kosten te beperken.

3-390

Eva Lichtenberger, namens de Verts/ALE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, zoals de commissaris nogmaals heeft benadrukt - en daar wil ik hem graag voor danken - loopt zes procent van alle personen- en goederenvervoer over de waterwegen. Daarom is er een ambitieus plan nodig om deze onbenutte capaciteiten te gebruiken en de bestaande infrastructuur te verbeteren. Het moet gezegd worden dat het grootste probleem op dit gebied het gebrek aan intermodale knooppunten is. Teneinde transportketens te ontwikkelen - waaronder ook deze transportmiddelen - moeten allereerst havens en overslagplaatsen worden gebouwd. De innovatie, waarbij in andere transportsectors grote vooruitgang is geboekt, loop hier nog ver achter. Op het gebied van brandstoffen en materiaal moeten wij nog veel inhalen en daartoe moet dit programma ons nu de mogelijkheid bieden. Wij moeten echter eveneens - zoals mijn collega reeds heeft opgemerkt - zeer serieus

rekening houden met het milieu, en daar hecht ik bijzonder veel waarde aan. Ik wil u eveneens verzoeken een amendement te ondersteunen dat wij hebben ingediend en dat betrekking heeft op het transport van gevaarlijke stoffen over de waterwegen. Daarvoor moeten even strenge regels gelden als voor bijvoorbeeld het transport over de weg of het spoor, want een ongeval met gevaarlijke stoffen op een waterweg kan enorme en onherstelbare schade veroorzaken. Een andere kwestie is de dreiging van het uitvlaggen - het herregistreren van schepen onder goedkope vlag - dat ook voor sociale normen schadelijk is. Wij moeten vanaf het begin rekening houden met dit gevaar. Ik dank de rapporteur voor haar uitstekende verslag en de schaduwrapporteurs voor hun goede samenwerking. Hartelijk dank en ik hoop dat dit morgen in deze vorm zal worden aangenomen!

3-391

Erik Meijer, namens de GUE/NGL-Fractie. - Voorzitter, jarenlang werden oude kanalen verwaarloosd of gesloten, de binnenvaart leek verleden tijd en de grote groei van het goederenvervoer vond plaats over de weg. Nu juicht iedere politieke stroming toe dat het goederenvervoer over het water weer in de mode komt. Achter die consensus gaan verschillende visies schuil, zoals bleek in dit Parlement bij het debat in februari 2003 over het Witboek transport 2010. Voor mijn fractie en voor sommige andere is vervoer over het water een alternatief voor steeds meer en steeds bredere autosnelwegen. Het is een manier om zuinig om te gaan met ruimte en milieu. Een andere visie wil daarentegen van alles meer, dus ook een steeds verdere toename van de autosnelwegen. Door middel van het scheppen van overcapaciteit krijgen ondernemers meer vrijheid om binnen die overcapaciteit telkens opnieuw de keuze te maken welke vervoerswijze op dat moment het voordeligst uitkomt. Een voorbeeld van overcapaciteit is dat naast de goed bevaarbare rivieren Waal en Lek aan de benedenloop van de Rijn als TEN-project voor vrachtvervoer per rail in Nederland de dure Betuwelijn is aangelegd. Belangrijker dan zulke waarschijnlijk onvoldoende gebruikte projecten is verbreding van de smalle kanalen die in Noord-Frankrijk aansluiting geven op België en Nederland en herstel van het sinds de bombardementen van 1999 sterk teruglopend vervoer over de Donau tussen Hongarije en de Zwarte Zee. Mijn fractie keert zich tegen overcapaciteit, zelfs bij waterwegen gaat dit ten koste van ruimte, natuur en milieu. Aanpassing van rivieren heeft gevolgen voor uiterwaarden, biodiversiteit, drinkwatervoorziening en overstroming van omringend laag land. Watervervoer neemt ook niet alle risico's van vervuilende en gevaarlijke stoffen weg. Hun vervoer levert niet alleen gevaren op voor de rivier zelf, maar ook voor de stroomafwaarts gelegen woon- en natuurgebieden. Er is

Page 99: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 103

meer nodig dan alleen schonere motoren en zwavelarme brandstof. Samen met de groene fractie stellen wij infrastructuurheffingen voor om een eerlijke concurrentie tussen verschillende vervoersvormen te bevorderen, een betere milieueffectbeoordeling van Europese ontwikkelingsplannen, aanscherping van de wetgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en bestrijding van het uitvlaggen van binnenschepen, omdat dit negatieve gevolgen heeft voor sociale, veiligheids- en milieunormen. Pas als ons watervervoer voldoet aan zulke kwaliteitseisen is de groei ervan een stap vooruit.

3-392

Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie. - Voorzitter, allereerst wil ik de rapporteur complimenteren met haar uiterst volledig verslag en haar bedanken voor de prettige samenwerking. Evenals de overige sprekers wil ik het Naiades-programma van harte onderschrijven. De binnenvaart kan, mits op de juiste wijze door flankerend beleid ondersteund, een substantiële bijdrage aan de oplossing van de vervoersproblematiek leveren. Ik ben content dat ook die notie aan de nationale, regionale en lokale overheden wordt doorgegeven. Zowel oude als nieuwe lidstaten worden opgeroepen om in hun economisch en planologisch beleid rekening te houden met de mogelijkheden die de binnenvaart biedt om in transportbehoeften van ondernemingen te voorzien. Niet alleen voor dikke maar ook voor dunnere goederenstromen. Daarnaast steun ik van harte de aanbeveling om de milieuprestatie van de vloot op actieve wijze te verbeteren. Evenals in het wegvervoer betekenen ook in de binnenvaart nationale stimuleringsregelingen voor de introductie van emissiebeperking en energiebesparing een impuls voor de vergroening van de vloot. Tenslotte, hoop ik dat de lidstaten dit actieprogramma met een zelfde positieve houding en inzet benaderen als de leden van dit huis de afgelopen periode hebben gedaan.

3-393

Stanisław Jałowiecki (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik zou in het bijzonder de aandacht willen vestigen op de titel van het verslag van mevrouw Wortmann-Kool. Het verslag betreft de bevordering van de binnenvaart. Inderdaad kan de Europese binnenvaart best een duwtje in de rug gebruiken. Dat is misschien niet het geval voor Nederland, waar de rapporteur van het verslag vandaan komt, maar wel voor talrijke andere EU-landen, waaronder ook mijn land, Polen. Enkele jaren geleden werd in Polen het Oder-programma uitgevaardigd, een programma dat aanvankelijk ‘Oder 2006’ heette, maar later verlengd werd tot 2015. De doelstellingen van het programma zijn echter holle woorden, want in werkelijkheid verandert er helemaal niets. De verdienste van het verslag dat we vandaag behandelen is dat het de Europese binnenlandse waterwegen als een onafhankelijk domein probeert te behandelen. Ik benadruk hierbij de woordkeuze

"onafhankelijk". Het verslag behandelt de binnenlandse waterwegen dus niet als een aanvulling op het transport over de weg en het spoor, als een onbeduidend aanhangsel ervan, maar als een onafhankelijk, op zichzelf staand geheel. Dit is van wezenlijk belang met het oog op de nakende toetreding van Bulgarije en Roemenië die ons een unieke gelegenheid zal bieden voor de totstandbrenging van een heus Europees netwerk van binnenlandse waterwegen. Ik zou u graag een van mijn dromen vertellen en ik ben er bijna zeker van dat veel leden van de commissie waarvan ik deel uitmaak deze droom delen. Ik zou een reis willen maken langs de oude en nieuwe binnenlandse waterwegen in Europa. Het lijkt misschien een ouderwets idee, maar het zou ongetwijfeld een prachtige reis zijn. Om die droom echter te kunnen verwezenlijken zijn er aanzienlijke investeringen nodig. Ik denk dat het de moeite loont om kort terug te blikken op een aantal waardevolle ideeën die in de loop der eeuwen op het verlanglijstje van vooruitziende politici hebben gestaan. Een van die projecten was het plan voor de bouw van een kanaal tussen de Oder en de Donau, waardoor twee belangrijke waterwegen met elkaar in verbinding zouden komen te staan. Ik wil de Europese Commissie aanmoedigen om verder te blijven zoeken naar mogelijkheden om een Europees netwerk van binnenlandse waterwegen te realiseren. Het onderzoek op dit gebied moet worden voortgezet. Ik wens de Commissie daarbij veel succes.

3-394

Reinhard Rack (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, zoals bekend is Oostenrijk een land met bergen, maar het is eveneens - en aangezien het morgen een nationale feestdag is in Oostenrijk, kan ik wellicht deze toespeling maken - een land aan een rivier, te weten de Donau. Binnenlandse waterwegen zijn derhalve een belangrijke aangelegenheid voor ons land, aangezien wij door middel van water verbonden zijn met het Westen, met het Rijn/Maas-Mainsysteem dat daar ligt, maar ook en met name met het Zuiden en het Oosten. Wij weten in Oostenrijk hoe belangrijk het is - niet alleen voor ons land, maar voor heel Europa - om een beter, en daarmee bedoel ik vooral een beter functionerend systeem van waterwegen te hebben. Er is reeds gewezen op milieu- en technische aspecten en nog vele andere zaken, maar wij weten echter eveneens dat met name in het belang van de nieuwe en de toekomstige EU-lidstaten alternatieven voor de weg nodig zijn, aangezien wij anders daadwerkelijk van de weg gedrukt worden. En welk beter alternatief zou er kunnen zijn dan een goed ontwikkelde en daardoor goed benutte infrastructuur in corridor VII in het trans-Europese netwerk? Het doet mij deugd dat de Commissie meer belang wil hechten aan deze belangrijke vervoersmodus en ik kan veel van hetgeen vice-voorzitter Barrot vandaag heeft opgemerkt dan ook alleen maar toejuichen. Er moeten plannen en programma’s worden opgesteld, ofschoon opstelling niet

Page 100: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

104 25/10/2006

volstaat. Deze plannen en programma’s moeten bovendien zo spoedig mogelijk worden geïmplementeerd! Ik hoop dat de bijdragen die zijn geleverd tijdens de door het Oostenrijks voorzitterschap georganiseerde conferentie over de binnenscheepvaart in Wenen, zinvol waren voor ons thema in zijn geheel en daarom ook relevant zullen zijn voor onze toekomstige mogelijkheden. Ik wil bovenal de rapporteur, mevrouw Wortmann-Kool, danken voor het bijzonder goede werk dat zij heeft verricht voor deze tekst, en voor de goede samenwerking. Bovendien heeft zij zich laten overtuigen van de noodzaak om zich in te zetten voor niet alleen de prioriteiten van het ‘oude’ Europa, maar ook de mogelijkheden en kansen van het ‘nieuwe' Europa. Ik herhaal wat ik eerder heb gezegd: nu wordt het tijd dat wij deze kansen daadwerkelijk benutten!

3-395

Renate Sommer (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, de binnenscheepvaart is binnen de EU jarenlang schandalig verwaarloosd. Daar willen wij met Naiades verandering in brengen. Wij willen dat op het gebied van de binnenscheepvaart vorderingen worden gemaakt bij de werkgelegenheid, op de markten, bij de infrastructuur en de vloot in haar geheel. De belangrijkste voorwaarden daartoe zijn de betrouwbaarheid van de binnenlandse waterwegen en de beschikbaarheid van multifunctionele binnenhavens, niet in de laatste plaats met het oog op intermodale transportketens. In dit verband wil ik overigens, evenals commissaris Barrot, wijzen op het belang van RIS. RIS is een belangrijke bijdrage aan het gebruik van de binnenlandse waterwegen, nu en in de toekomst. Om die reden moet het potentieel van RIS ten volle worden gebruikt en dat kan als het in het TEN-programma wordt geïntegreerd. Ik keer nu echter terug naar Naiades. In het verslag over Naiades wordt gewezen op de noodzaak om strengere emissiegrenswaarden binnen de Gemeenschap vast te leggen, in het bijzonder door het gebruik van brandstoffen met een laag zwavelgehalte te bevorderen. Prima tot zover! Het is mijns inziens echter contraproductief als de binnenvaartsector, die grotendeels bestaat uit kleine en middelgrote ondernemingen door strengere emissiegrenswaarden gedwongen zou worden om veel geld te spenderen aan aanpassingen, hoewel ze zich dat niet kan veroorloven. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat niet alleen de Commissie, maar met name de lidstaten maatregelen nemen voor een versnelde invoering van milieuvriendelijke motoren op schepen. Mijns inziens is het belangrijk dat het geplande vernieuwingsfonds voor de Europese binnenscheepvaart wordt opgericht onder de met de binnenvaartsector

overeengekomen voorwaarden, en een bijdrage levert aan de financiering van communicatiebureaus. In aanvulling op het initiatief van de Commissie om informatiebronnen voor financieringskwesties op te stellen, bijvoorbeeld in de vorm van een financieringshandboek, is een Europees ontwikkelingsplan noodzakelijk, dat een actuele inventarisatie en uitgebreide informatie over de Europese binnenlandse waterwegen bevat en dat is gebaseerd op reeds bestaande wetenschappelijke studies, deskundigenrapporten en de ervaring die de coördinatoren hebben opgedaan. Het zou immers verkeerd zijn als men het wiel steeds opnieuw zou willen uitvinden, en aangezien meer bureaucratie niet gewenst is bij de implementatie van het actieprogramma, moeten wij er met name voor zorgen dat dit wordt voorkomen. Tot slot wil ik de rapporteur, mevrouw Wortmann-Kool danken voor haar toewijding en de werkelijk goede en constructieve samenwerking!

3-396

Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil eerst recht doen aan dit uitstekende debat door alle sprekers te bedanken. Zoals u al zei is de binnenvaart niet slechts een aanvulling. Het is een echte optie, want we hebben in het Europa van nu ook behoefte aan andere vervoersmodaliteiten dan alleen de weg. Ik ben dan ook uiterst vastberaden, net zoals de rapporteur en u. Maar u hebt gelijk, het gaat er nu ook om woorden in daden om te zetten. Ik zal dus op een paar punten reageren. Allereerst het innovatiefonds. De diensten van de Commissie bestuderen momenteel samen met vertegenwoordigers van de sector en de lidstaten de mogelijkheid om een innovatiefonds voor de binnenvaart op te richten. Dit fonds zou een belangrijk instrument zijn voor de uitvoering van het Naiades-programma. We onderzoeken meerdere opties, met name hoe dit fonds gevoed kan worden door de binnenvaartsector, de Unie en de lidstaten. De Commissie zal in 2007 verslag uitbrengen over de stand van zaken en de resultaten van het denkproces dienaangaande. U hebt, mevrouw Wortmann-Kool, ook sterk aangedrongen op dit innovatiefonds. Wat de vervuiling door schepen aangaat klopt het, mevrouw, dat wij - zonder te overdrijven - moeten streven naar een vermindering van het zwavelgehalte van de in de binnenvaart gebruikt brandstof. Het idee is om dit gehalte terug te brengen tot dat van de diesel in het wegvervoer. Deze verlaging is hard nodig om de luchtverontreiniging te verminderen. Wij gaan de richtlijnen betreffende luchtverontreiniging herzien om dit zwavelgehalte aanzienlijk te verminderen. Ik heb overigens goed onthouden wat u zei over investeringen op dit terrein. Mevrouw Lichtenberger, u hebt mij onder meer een vraag gesteld over de aanpak van gevaarlijke transporten. Ik kan u meedelen dat er momenteel tussen

Page 101: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 105

de verschillende diensten overleg plaatsvindt over een voorstel terzake, dat nog dit jaar aangenomen zou moeten worden. Mijnheer Meijer, de verbetering van de infrastructuur zal in principe gepaard gaan met milieueffectbeoordelingen om de eventuele funeste gevolgen van infrastructurele werken zoveel mogelijk te beperken. Ik zou bij wijze van algemene opmerking aan het adres van alle sprekers willen zeggen dat voor infrastructuur uiteraard investeringen nodig zijn. Deze investeringen vallen onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Het klopt echter wel - en nu richt ik me vooral tot u, mevrouw Ayala - dat wij in het financieel reglement prioriteit toekennen aan het vervoer over de binnenwateren met ons voorstel van een maximumpercentage van 30 procent. Mag ik echter, mijnheer de Voorzitter, het Parlement om hulp vragen en aandringen op aanneming van dit financieel reglement? Ik bespeur de nodige terughoudendheid bij de lidstaten, maar ik weet zeker dat het Parlement wel prioriteit zal toekennen aan de waterwegen. Er zijn zeker nog andere oplossingen denkbaar, maar ik wil met deze antwoorden alleen maar aangeven dat ik uiteraard tot actie wil overgaan. U benadrukte al dat we in Europa een aantal magnifieke waterwegen hebben, zoals de Donau, en ik heb kennisgenomen van uw opmerkingen dat alle aan de Donau gelegen belanghebbende partijen bij het proces betrokken moeten worden. Mijnheer Rack, ik kan u zeggen dat wij ons bewust zijn van het belang van dit soort waterwegen en van de grote rol die ze in de toekomst kunnen gaan spelen. Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dat was wat ik u wilde zeggen. Ik hoop dat wij samen verder kunnen gaan met dit uiterst belangrijke werk om de waterwegen in Europa de plaats te geven die hun toekomt.

3-397

De Voorzitter. - Het debat is gesloten. De stemming vindt morgen om 11.30 uur plaats.

3-398

Publiek-private samenwerkingen en het Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en

concessieovereenkomsten (debat)

3-399

De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0363/2006) van Barbara Weiler, namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming, over publiek-private samenwerkingen en het Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten (2006/2043(INI)).

3-400

Barbara Weiler (PSE), rapporteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, allereerst wil ik mijn dank uitspreken aan het adres van de vertegenwoordigers van de andere fracties - mevrouw Cederschiöld, de heer Lambsdorff en mevrouw Rühle - en de vertegenwoordigers van de Commissie

economische en monetaire zaken, die betrokken waren bij de totstandkoming van dit verslag. Wij zijn erin geslaagd een constructieve en eerlijke meningsuitwisseling te houden, en het is ons in ieder geval gelukt in de commissie overeenstemming te bereiken over ruim 140 amendementen, zodat er nog slechts 23 amendementen overblijven voor vandaag of morgen. Ook daarvoor hebben wij echter compromissen moesten sluiten. Wij hebben getracht een evenwicht te vinden tussen twee machtige partijen die tegenover elkaar staan - namelijk de commerciële samenwerkingsverbanden en de lokale samenwerkingsverbanden van de overheid - die hun ongetwijfeld legitieme belangen op daadkrachtige wijze naar voren hebben gebracht. Wat ik aan het begin van mijn bijdrage moet zeggen, zal tot hen gericht zijn. Ik zou het bedrijfsleven willen zeggen dat ik, ondanks alles wat wij hebben gehoord, duidelijk wil maken dat het voor ons, afgevaardigden, vanzelfsprekend is dat lokale overheden zich bezighouden met economische activiteiten en dat het inderdaad zinvol en terecht is dat zij bepaalde activiteiten weer in beheer nemen. Tegen de lokale overheden zou ik willen zeggen dat overheidsopdrachten, op nationaal en Europees niveau, niet per definitie willekeurig hoeven te zijn, maar de transparantie bieden die noodzakelijk is, in het belang van de burger en ter bescherming tegen corruptie. Tijdens het debat heb ik namelijk de indruk gekregen dat de samenwerkingsverbanden van beide partijen dit niet altijd zo zagen. Ik heb getracht met mijn verslag een evenwicht te bereiken. Ik wilde enerzijds de particuliere sector meer gegarandeerde concurrentie bieden en anderzijds de openbare sector, in dit geval de lokale overheden, meer gegarandeerde ruimte geven voor intergemeentelijke samenwerking. Welnu, morgen zullen wij het standpunt van het Parlement bepalen en besluiten of wij de Commissie opdracht willen geven tot verder optreden. Dat optreden moet - ten minste wat mijn fractie betreft - zoveel mogelijk de vorm krijgen van wetgeving. Het gaat hier om de wettelijke en politieke aspecten van de wijze waarop onze gemeenten diensten van algemeen publiek belang organiseren. Dat doen ze uiteraard volgens het subsidiariteitsbeginsel, dat wij hier in het Parlement eveneens zeer serieus nemen. Vele afgevaardigden hebben immers een sterke band met de lokale overheden, omdat ze in de lokale politiek actief waren, voordat ze hiernaartoe kwamen. Als overtuigde Europeanen moeten wij echter ook een antwoord geven op de vraag hoe wij de interne markt willen vormgeven. Bovendien zijn er talrijke arresten van het Europese Hof van Justitie en van andere, nationale rechtbanken. Door klachten en procedures van de Commissie raken de gemeenten en de investeerders de kluts kwijt en weten ze niet of ze thuis kunnen

Page 102: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

106 25/10/2006

investeren en projecten kunnen opzetten, en daarom moet de Europese Unie actie ondernemen. Wat houdt bijvoorbeeld de Europese wetgeving inzake overheidsopdrachten in? Welke ophelderingen en aanvullingen moeten er in worden aangebracht met het oog op de geïnstitutionaliseerde publiek-private samenwerkingen of voor inhouse-transacties? Wij beschouwen het als onze cruciale taak om na te denken over de manier waarop wij verder moeten gaan. Volgens mijn fractie moet er een wet komen. Het is niet voldoende als de Commissie, in een poging om het Parlement te omzeilen, interpreterende mededelingen of andere instrumenten van dien aard voorlegt. Daarom doe ik vandaag nogmaals een beroep op alle afgevaardigden om morgen, tijdens de hoofdelijke stemming, een stem uit te brengen vóór het recht van het Europees Parlement om zijn eigen zaken te regelen! Wij willen er geen enorme, moeizame onderneming van maken en wij willen evenmin dat de vorige richtlijn inzake overheidsopdrachten wordt opengebroken, die nog niet in alle lidstaten is omgezet, zoals bijvoorbeeld in Duitsland. Wij willen echter ophelderingen en mogelijk aanvullingen zien, en die mogen niet zonder het Parlement worden doorgevoerd. Ik zal er geen doekjes om winden en u ronduit zeggen dat wij voor het probleem van intergemeentelijke samenwerking geen kant en klare oplossing hebben. Dat was - zoals u aan de amendementen zult zien - het meest omstreden gebied. Wij zijn van mening dat intergemeentelijke samenwerking niet algemeen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten uitgesloten kan worden, maar daar evenmin algemeen onder kan vallen. Dat betekent dat wij een intelligente oplossing nodig hebben binnen dit spanningsveld. Intergemeentelijke samenwerking is - vooral met het oog op de toekomst - nuttig voor onze gemeenten. Dat het Europees Parlement dit instrument ondersteunt, blijkt overigens uit het feit dat wij daarvoor financiële middelen uit de structuurfondsen inzetten. Ik weet zeker dat niet iedereen weet hoezeer wij ons daarvoor hebben ingezet. Mijns inziens kunnen wij, met onze sympathie voor de Europese gemeenten en de deskundigheid van mijn collega’s in de Commissie interne markt en consumentenbescherming, een wetgeving tot stand brengen die door iedereen gesteund en aanvaard kan worden, en die bestand is tegen de arresten van het Europese Hof van Justitie.

3-401

Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de rapporteur, geachte afgevaardigden, zoals u weet zijn er in diverse publieke sectoren publiek-private samenwerkingen (PPS) tot stand gekomen, een verschijnsel dat zich steeds verder uitbreidt in de Europese Unie. In deze tijd van beperkte overheidsmiddelen kan er geen twijfel bestaan over hun belang voor de Europese economie. Dit

geldt zeker ook voor de infrastructuur, en dan met name die op het gebied van vervoer, die ik goed ken. Om te waarborgen dat die samenwerkingen zo doeltreffend mogelijk zijn en het overheidsgeld beter wordt besteed, moeten particuliere partners op basis van eerlijke concurrentie worden gekozen. Deze selectie dient dus zowel voort te vloeien uit een competitieve en niet-discriminerende procedure, als de partners in staat te stellen op lange termijn optimaal te profiteren van zo’n samenwerking. Toch zijn vele betrokken partijen van mening dat het juridisch kader betreffende de selectie van particuliere partners voor dergelijke samenwerkingen onvolledig of onduidelijk is. Het verslag van mevrouw Weiler brengt de voornaamste uitdagingen waar wij voor staan, op evenwichtige wijze in kaart. Mevrouw, u geeft goede oplossingen voor de problemen die zich voordoen, en ik bedank u voor uw werk als rapporteur. De twee volgende, naar onze mening essentiële aspecten, zou ik vóór de stemming van morgen nog willen behandelen. Ik wil eerst ingaan op de concessieovereenkomsten en daarna op de gemengde publiek-private ondernemingen, de zogeheten "geïnstitutionaliseerde PPS". Eerst dus de concessieovereenkomsten. Een concessieovereenkomst verleent een onderneming het recht verrichte werken of diensten te exploiteren als tegenprestatie voor het realiseren van een infrastructureel werk of het verlenen van een dienst. Voorbeelden zijn de aanleg en het onderhoud van autosnelwegen en luchthavens, of afvalbeheer. Een jaar geleden, in november 2005, is de Commissie in haar mededeling ingegaan op de redenen waarom zij wetgeving op het gebied van concessies nuttig acht, met name voor diensten. Een dergelijk initiatief beoogt een gelijke behandeling en rechtszekerheid bij het toekennen van concessies voor diensten, zoals het geval is bij overheidsopdrachten, terwijl tevens duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen overheidsopdrachten en concessies. Ik ben er in dit verband zeker van dat het Parlement het advies van de Commissie interne markt zal overnemen. Het blijft niettemin even duidelijk dat de keuze voor wetgeving overheden niet de beleidsruimte mag ontnemen waar zij behoefte aan hebben om de beste particuliere partner te kiezen en, indien nodig, de looptijd van de concessie aan te passen overeenkomstig de doelstellingen van langlopende PPS. Haastige spoed is zelden goed. De Commissie zal daarom eerst de kosten en baten van bindende regelgeving inzake concessieverlening nader bestuderen en zich ook buigen over andere maatregelen waarmee deze problematiek kan worden opgelost. Op basis van de resultaten van deze effectbeoordeling zal de Commissie vervolgens - naar alle waarschijnlijkheid komend jaar - besluiten of de kosten-batenanalyse zo’n wetgevingsinitiatief rechtvaardigt.

Page 103: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 107

Luidt het antwoord ‘ja’, dan zullen wij met een wetgevingsvoorstel komen. Tot zover de concessies. Dit brengt mij bij de gemengde ondernemingen, de geïnstitutionaliseerde PPS. Overheidsorganen wenden zich steeds vaker tot particuliere partners om samen met hen bedrijven op het gebied van openbare diensten op te zetten. Dit noemen wij geïnstitutionaliseerde publiek-private samenwerking. Dit soort samenwerking werpt bepaalde vragen op: moeten de communautaire beginselen van non-discriminatie tevens gelden voor de selectie van de particuliere partner, medeaandeelhouder van de dienstverlener, voor de selectie van de dienstverlener of voor beide? Deze kwestie heeft tot levendige discussies in het Parlement geleid. De belangrijkste vraag is in feite of wij een pakket nieuwe regels moeten opstellen, of slechts de bestaande wetgeving moeten verduidelijken om deze problematiek te regelen. De Commissie heeft haar voorkeur uitgesproken. Zij wil op dit moment niet met nieuwe wetgevingsvoorstellen komen op dit terrein, en wel om twee redenen. Ten eerste is de oprichting van publiek-private entiteiten voor diensten van algemeen economisch belang in de meeste lidstaten een geheel nieuwe en zeer innovatieve optie. Facultatieve verduidelijkingen op dit vlak zouden de nodige richtsnoeren kunnen verschaffen zonder de innovatie in de kiem te smoren. Ten tweede hebben het Parlement, de vijftien toenmalige lidstaten en de Commissie in 2004, na jaren van intensieve discussies, een compromis bereikt dat heeft geleid tot de huidige richtlijnen inzake overheidsopdrachten. Tal van lidstaten hebben deze richtlijnen pas dit jaar ingevoerd en sommige werken daar op dit moment nog aan. Voor wetgeving inzake gemengde publiek-private samenwerkingen zou het compromis van 2004 herzien moeten worden, zou met zevenentwintig lidstaten - in plaats van vijftien - over een nieuwe tekst onderhandeld moeten worden en zouden de lidstaten, als hier al een nieuw compromis uit zou rollen, nogmaals verplicht worden hun nationale wetgeving en hun praktijken op het gebied van overheidsopdrachten aan te passen, terwijl de huidige regels nog niet eens volledig ingang hebben gevonden. Daarom geniet het volgens ons op dit moment de voorkeur een andere richting in te slaan dan wetgeving, zoals de meeste betrokkenen ook willen. Mijnheer de Voorzitter, dit was wat ik te zeggen had namens mijn collega McCreevy, maar zoals u weet hebben deze bepalingen ook zeer sterke raakvlakken met het werkterrein van de commissaris voor vervoer. Ik ga nu aandachtig luisteren naar de verschillende bijdragen van de afgevaardigden.

3-402

Werner Langen (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie economische en monetaire zaken. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik had graag een kwart van de spreektijd van de commissaris gehad om het standpunt

van de Commissie economische en monetaire zaken toe te lichten, maar helaas is dat niet mogelijk. Ik ben echter zeer blij met de duidelijke toelichtingen die hier vandaag zijn gegeven en ik wil met name de rapporteur, mevrouw Weiler, uitdrukkelijk danken, die tijdens de versterkte samenwerkingsprocedure wezenlijke punten uit het voorstel van de Commissie economische en monetaire zaken heeft overgenomen en daarmee iets heeft gedaan wat helaas zeer uitzonderlijk is in dit Parlement. Wij zijn het ten aanzien van de te volgen lijn allemaal eens, hoewel wij een aantal meningsverschillen hebben, bijvoorbeeld over punt 5, dat mevrouw Weiler in de vorm van amendement 20 opnieuw heeft ingediend. Als er een wetgevende verklaring komt, zullen wij dit in de medebeslissingsprocedure conform artikel 251 behandelen. Dit was een typisch geval voor de Commissie economische en monetaire zaken, waarin wij de exacte formulering pas na de stemming hebben gevonden, aangezien wij tijdens de stemming een compromis wilden vinden. Wij zouden dit echter in de omgekeerde volgorde moeten doen, zodat er na de stemming ook geen meningsverschillen meer zijn. Overeenkomstig het standpunt van de Commissie economische en monetaire zaken geef ik de voorkeur aan amendement 21 van mevrouw Weiler. Het is mijn persoonlijke mening dat wij dit amendement moeten overnemen, omdat het voorziet in de mogelijkheid deze criteria in de communautaire wetgeving op te nemen. Daarom is dit beter dan amendement 20. Mijns inziens zouden wij er goed aan doen vast te houden aan onze lijn. Deze zegt namelijk dat geen nieuwe grote gebieden mogen worden uitgesloten van overheidsopdrachten, dat er ook geen alternatieve weg mag zijn via de gemeentelijke doelcorporaties met een supraregionaal karakter, en dat inhouse-transactries niet mogen worden uitgebreid. Wij zouden echter graag zien dat de Commissie toelichting gaf op kwesties die door het arrest in de zaak-Halle en andere arresten van het Europees Hof van Justitie naar voren zijn gekomen. Wij willen derhalve niet alleen een voorstel voor de concessies, maar ook een opheldering zien van de wettelijke kwesties die momenteel lopen ten aanzien van de geïnstitutionaliseerde publiek-private samenwerkingen. U, mijnheer de commissaris, heeft uw standpunt toegelicht. Dat was duidelijk, prijzenswaardig duidelijk voor de Commissie, die de afgelopen jaren een beslissing steeds opnieuw gemeden heeft. Daarom zullen wij een gezamenlijke oplossing vinden waarmee we vooruit kunnen. Tot slot wil ik mevrouw Weiler nogmaals danken voor haar streven om zoveel mogelijk een unaniem standpunt te bereiken, dat niet alleen bestand is tegen de arresten van het Europees Hof van Justitie, maar ook tegen de heftige debatten met de samenwerkingen die de verschillende belangen vertegenwoordigen.

3-403

Page 104: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

108 25/10/2006

VOORZITTER: LUIGI COCILOVO Ondervoorzitter

3-404

Paolo Costa (ALDE), rapporteur voor advies van de Commissie vervoer en toerisme. - (IT) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, het grootste deel van de ervaring die in Europa is opgedaan met publiek-private samenwerking heeft betrekking op de aanleg en het beheer van infrastructuren en van vervoers- en logistieke diensten. Bovendien vormen de publiek-private partnerschappen misschien wel de enige manier waarop particuliere middelen kunnen worden ingezet voor de verwezenlijking van die infrastructuren. Daarom wil ik slechts twee punten aan de orde stellen. Ten eerste hebben we, zoals ook in het verslag wordt aangegeven, een wetgevingsinitiatief inzake concessieovereenkomsten nodig, ook met betrekking tot aanleg en beheer. Er is absoluut behoefte aan rechtszekerheid en aan een duidelijke omschrijving van de relatie tussen de concessieverlenende overheidsinstantie en de particuliere concessiehouder. Enerzijds moet de particuliere concessiehouder er gegarandeerd van op aan kunnen dat de contracten worden nagekomen binnen de periode waarin ze van kracht zijn en anderzijds moet de concessieverlenende instantie kunnen rekenen op een begrensde en vaste looptijd van die contracten, zodat ze kunnen worden aangepast aan de productieomstandigheden in de loop van de tijd. Dit zijn de twee grondslagen waarop het wetgevingsvoorstel naar ik hoop gebaseerd zal zijn. Mijn tweede punt is dat de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve financiële instrumententen gestimuleerd moet worden. Ik denk bijvoorbeeld aan de garantiefondsen die al voorzien zijn in de verordening inzake de financiering van trans-Europese vervoersnetwerken. Deze kunnen dan als hefboom dienen en ervoor zorgen dat er nog veel meer publiek-private partnerschappen komen en efficiënte en effectieve instrumenten blijken te zijn voor de financiering van de infrastructuren die wij allen nodig hebben en waarvan u, commissaris Barrot, ongetwijfeld veel afweet.

3-405

Grażyna Staniszewska (ALDE), rapporteur voor advies van de Commissie regionale ontwikkeling. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, we klagen voortdurend over het feit dat de lidstaten hardnekkig weigeren om hun bijdrage aan de communautaire begroting ook maar een ietsepietsie te verhogen. We herhalen steeds opnieuw dat we over te weinig middelen beschikken om de regionale verschillen in ontwikkelingsniveau weg te werken en dat Europa zich te traag ontwikkelt. Moeten we het gebruik van private middelen en knowhow ter bevordering van ontwikkeling dan niet steunen, in plaats van het te bemoeilijken en hindernissen te creëren? De Europese Unie zou dringend een topprioriteit moeten maken van de uitwisseling van beproefde praktijken inzake publiek-private samenwerkingen. Ik beschouw dit als een absoluut minimum. De Europese Unie zou op zijn minst moeten investeren in een website die in de twintig

officiële EU-talen te raadplegen en voor het grote publiek toegankelijk is. Op die internetpagina zouden, naast een beschrijving van het mechanisme en de resultaten van publiek-private samenwerkingen, concrete voorbeelden van PPS-projecten te vinden moeten zijn. Die zouden de Europese gemeenten in staat moeten stellen zich een beeld te vormen van eerdere succesvolle ervaringen. Zo kan elke Europese gemeente een les trekken uit het verleden en de reeds bestaande kennis en ervaring benutten bij het uitwerken van haar eigen toekomstplannen. Ik roep de Europese Commissie met aandrang op om de Europese Investeringsbank te verzoeken dergelijke openbaar toegankelijke informatie ter beschikking te stellen. De Europese Investeringsbank werkt op dit moment aan een volledig intern, intergouvernementeel informatiesysteem over publiek-private samenwerkingen dat niet toegankelijk zou zijn voor de burgers van de EU-lidstaten. Dat is onaanvaardbaar.

3-406

Charlotte Cederschiöld, namens de PPE-DE-Fractie. - (SV) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, het gaat hier om een reactie op het Groenboek van de Commissie over publiek-private partnerschappen, dat tot doel heeft onduidelijkheden op te helderen, vooral op het zogeheten inhouse-gebied. We zijn het er echter allemaal over eens dat we bestaande wetgeving betreffende overheidsopdrachten niet uiteen moeten rafelen, zoals de commissaris al zo verstandig opmerkte. De publiek-private samenwerking moet concurrentie bevorderen en vooral bijdragen tot nieuwe ideeën en meer effectiviteit in de publieke sector. De Commissie moet het probleem nu oplossen - dat is het streven - zonder met meer wetgeving te komen dan noodzakelijk is. We zijn echter niet star op dat punt, en precies zoals de heer Langen zei, steunen we dus amendement 21 van mevrouw Weiler. Wij hebben gevraagd om wetgeving over concessies, en daarop heeft de Commissie positief en snel gereageerd. We zijn het erover eens dat we de drempelwaarden moeten respecteren en dat er normale rechtsbeginselen moeten gelden voor de waarden waaronder geen overheidsopdrachten vereist zijn. We willen de ruimte voor overheidsopdrachten niet verkleinen en wij roepen de Commissie ondubbelzinnig op om oplossingen voor te stellen voor de problemen die zich in Duitsland, Frankrijk en andere landen voordoen bij de samenwerking tussen gemeentelijke overheden, maar om daarbij ook te letten op de minder rijke maar samenwerkingsgezinde gemeentes in dunbevolkte gebieden in lidstaten zoals Finland en Zweden. Als de Commissie deze taak niet vervult, mag ze beslist verwachten dat het Parlement haar zwaar onder druk zal zetten. Ik ben ervan overtuigd dat de Commissie deze kwestie op uitstekende wijze zal oplossen, en wij willen de Commissie tijd geven onze standpunten over het Groenboek in overweging te nemen en met voorstellen te komen. Alle betrokken partijen moeten bij het verdere proces worden betrokken. De parlementaire commissie

Page 105: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 109

kan hier zeker aan bijdragen door het kennisniveau op dit moeilijke terrein te verhogen. De paragrafen 45 tot en met 47 garanderen al meer rechtszekerheid en laten zien dat gemeentes kunnen samenwerken. In de toekomst zullen we ook een helderder en gedetailleerder overzicht krijgen van de manier waarop een en ander in zijn werk gaat. Tot slot wil ik een woord van dank richten tot mevrouw Weiler voor haar fantastische werk en tot de vele anderen die hierbij betrokken zijn geweest. Hartelijk dank! Wij krijgen een Europa met meer concurrentievermogen en meer rechtszekerheid.

3-407

Gilles Savary, namens de PSE-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil eerst alle collega’s bedanken, en met name Barbara Weiler en Werner Langen, met wie wij schitterend werk hebben afgeleverd. Laten we hopen dat de tekst morgen wordt aangenomen. Het gaat er gewoon om dat de subsidiariteit wordt toegepast op de instrumenten - PPS - waarmee onze lokale overheden al jarenlang zeer vertrouwd zijn. Het verheugt me dat de Commissie wetgevingsvoorstellen overweegt voor concessies, die al te lang worden verward met overheidsopdrachten. Ik wil echter vanaf deze plaats duidelijk maken dat er naar mijn mening ook wetgeving moet komen voor de geïnstitutionaliseerde publiek-private samenwerkingen. Het klopt niet dat dit recente vormen zijn: in Frankrijk bestaan al sinds 1955 gemengde ondernemingen en in Duitsland zijn er al sinds mensenheugenis Stadtwerke. Als deze samenwerkingen nu worden onderworpen aan dubbele concurrentie, worden ze in een zeer nadelige positie gemanoeuvreerd. Welke particuliere partner zal willen samenwerken met een lokale overheid die hem aan tweevoudige concurrentie blootstelt? Bovendien wijs ik de commissaris op het risico dat intergemeentelijke organisatievormen lopen als ze verward worden met private structuren, wanneer ze in feite een volledig publieke organisatievorm zijn van kleine gemeenten die een zodanige omvang willen bereiken dat zij de aan steeds veeleisender verplichtingen en taken van de overheidsdienst kunnen voldoen.

3-408

Alexander Lambsdorff, namens de ALDE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, wij zijn het erover eens dat wetgeving inzake overheidsopdrachten van wezenlijk belang is voor het begrotings- en concurrentiebeleid. Aanbestedingen zijn de juiste, geijkte manier om te bepalen wat de meest economische variant van openbare dienstverrichting is. Bovendien levert de plicht tot een Europese aanbesteding een doorslaggevende bijdrage aan het openstellen van de interne markt voor concurrentie.

Mevrouw Weiler heeft als rapporteur uitstekend werk verricht door ons allen tezamen op voorbeeldige wijze door dit lastige dossier inzake openbare aanbestedingen te loodsen. Dankzij haar zijn wij er in de Commissie interne markt en consumentenbescherming in geslaagd menig draagkrachtig compromis te vinden. Het is derhalve niet meer dan terecht dat wij van de gelegenheid gebruikmaken om haar onze uitdrukkelijk dank en bijzondere erkenning uit te spreken. Ik ben ervan overtuigd dat ik niet alleen namens mijzelf maar namens alle andere betrokken collega’s spreek. Ik heb mijn fractie geadviseerd om vast te houden aan het resultaat van deze stemming en wil slechts ingaan op een aantal punten die ter discussie staan. Ik wil daarbij beginnen met de geïnstitutionaliseerde publiek-private samenwerkingen, die een betrekkelijk nieuw fenomeen zijn. De ontwikkeling daarvan mag niet overmatig worden beperkt door wettelijke bepalingen, en bij de openbare raadpleging is ook duidelijk geworden dat de mensen dat niet willen. Ik stel derhalve voor dat wij het laten bij een interpreterende mededeling en richtsnoeren, die niet alleen voor advocaten begrijpelijk zijn, maar ook voor degenen die op gemeentelijk niveau besluiten moeten nemen. Dat biedt meer flexibiliteit dan wetgeving en belooft bovendien een snelle opheldering van de rechtsonzekerheden waarvan die hier absoluut nog aanwezig zijn. Hier moet de Commissie nu zo spoedig mogelijk in actie komen. Wat betreft de intergemeentelijke samenwerking - het tweede punt dat ter discussie staat - is het mijns inziens vanzelfsprekend dat het zelfbestuur van de gemeenten op geen enkele wijze ingeperkt mag worden. Het is naar mijn mening evenzo vanzelfsprekend dat dit niet betekent dat publiek-private samenwerkingen een algemene vrijstelling van de aanbestedingsplicht wordt toegekend. Hoewel de overheid niet verplicht is derden te belasten met de uitvoering van taken waarvoor een markt bestaat, moet zij, indien ze daartoe besluit, zich wel aan een aanbestedingsprocedure houden. Dat blijkt al uit artikel 295 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, op grond waarvan neutraliteit verplicht is bij de toepassing van internemarktregels voor openbare en particuliere ondernemingen. Dienovereenkomstig is gemeentelijke samenwerking in principe mogelijk, echter binnen de grenzen die in de huidige paragraaf 45 van het verslag-Weiler worden vastgesteld, namelijk als de samenwerking tussen gemeenten bestuurstechnische herstructurering tot doel heeft of indien er daadwerkelijk sprake is van inhouse-controle. Tot slot zou ik nog het volgende willen opmerken.De ervaringen met publiek-private samenwerkingen in Europa zijn zeer uiteenlopend, en ik ben dan ook zeer blij dat er een begin wordt gemaakt met het uitwisselen van beproefde praktijken, zodat er meer positieve voorbeelden van goed functionerende publiek-private samenwerkingen zullen volgen.

Page 106: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

110 25/10/2006

Ik ben overigens van mening dat wij dit debat in Brussel zouden moeten voeren en niet in Straatsburg.

3-409

Heide Rühle, namens de Verts/ALE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur eveneens danken voor haar werk, ook al is onze fractie niet tevreden met het eindresultaat dat uit de commissie is voortgekomen. Ik wil er vanavond derhalve nogmaals bij u op aandringen uw standpunt ter herzien, in ieder geval gedeeltelijk! Intergemeentelijke samenwerking, in de vorm van intergemeentelijke ondernemingen, is volgens ons het belangrijkste punt, en ik wil opnieuw duidelijk maken - ook in antwoord op hetgeen de vorige sprekers zeiden - dat dit absoluut niets te maken heeft met het belasten van derden met bepaalde activiteiten, maar juist met het feit dat gemeenten besluiten gezamenlijk diensten te leveren aan de samenleving. Juist wegens een gebrek aan voldoende openbare fondsen, wegens vergrijzing en een daling van de bevolkingsaantallen - met name in plattelandsgemeenten - maar ook omdat burgers steeds kritischer en kostenbewuster worden, is deze vorm van samenwerking voor vele gemeenten in Europa de beste, en veelal de enige mogelijkheid om de geleverde diensten te moderniseren. Administratieve taken, watervoorziening en lozing van afval water, kinderopvang, scholen en vele culturele diensten kunnen op deze wijze gezamenlijk, in sommige gevallen zelfs grensoverschrijdend, worden uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn projecten op het gebied van kleuteronderwijs die door Franse en Duitse gemeenten samen worden geleid. Dat mag niet door Europa op het spel worden gezet, maar moet juist worden versterkt. Ik wil het Parlement derhalve nogmaals uitdrukkelijk verzoeken om ons amendement 45 te ondersteunen, dat een compromis is dat door afgevaardigden van verschillende fracties is opgesteld en waarvan ik hoop dat het morgen door de meerderheid wordt gesteund. Het tweede punt dat ik onder de aandacht wil brengen, heeft betrekking op de kwestie van de concessies. Ik ben vermoedelijk sceptischer ten aanzien van publiek-private samenwerkingen dan de meesten onder u. Desalniettemin is het mijns inziens onjuist om het signaal af te geven dat publiek-private samenwerkingen worden gestimuleerd, en tegelijkertijd te eisen dat concessies op dezelfde wijze worden aanbesteed als opdrachten waarvoor de betreffende publiek-private samenwerkingen tenslotte zijn opgericht. Het kan in mijn ogen geen toeval zijn dat het Parlement en de Raad de dienstenconcessies uitdrukkelijk niet in de richtlijn inzake overheidsopdrachten hebben opgenomen, en ik hoop dat wij het erover eens zullen worden dat wij hiervoor geen verplichting tot aanbesteding willen hebben, zoals bij het toekennen van contracten voor overheidsopdrachten. Dienstenconcessies vormen een ander geval en moeten derhalve anders worden geregeld. Wat betreft in-house: de Europese wetgever had hier helderheid omtrent de voorwaarden moeten verschaffen.

Een percentage van 100 procent is mijns inziens onhoudbaar. Ik ben van mening dat er drempelwaarden moeten komen, die vervolgens daadwerkelijk moeten worden nageleefd. Het is echter aan de wetgever om deze drempelwaarden vast te stellen, niet aan het Europese Hof van Justitie.

3-410

Zita Pleštinská (PPE-DE). - (SK) Hoewel er geen eensluidende definitie is van het begrip publiek-private samenwerking (PPS) die in de gehele Gemeenschap geldt, zijn er in de Europese Unie in het goederen- en reizigersvervoer per spoor, alsmede op het gebied van volksgezondheid en onderwijs vele projecten met succes uitgevoerd. Deze geslaagde projecten vormen voldoende rechtvaardiging om ook het Parlement zich met dit onderwerp bezig te laten houden, en ik verheug mij over de mededeling van de Commissie over PPS, waarin specifieke voorstellen voorkomen die zijn opgesteld op basis van de openbare raadpleging. Tegelijkertijd wil ik de rapporteur, mevrouw Weiler, feliciteren met haar zeer evenwichtige verslag, waarin de behoefte aan rechtszekerheid op dit gebied wordt onderstreept. In het kader van PPS-regelingen dragen particuliere ondernemingen hun knowhow over aan de publieke sector. In mijn amendementen - die zijn overgenomen in het verslag - heb ik dan ook de nadruk gelegd op de noodzaak om transparante mechanismen op te zetten voor private investeerders. Investeerders moeten de garantie krijgen dat hun juridische en financiële belangen voor de duur van een contract gewaarborgd zijn, en dat de algemene voorwaarden van openbare aanbestedingen ongewijzigd blijven gedurende hun geldigheidstermijn. Vanwege een gebrek aan ervaring zijn met name de nieuwe lidstaten huiverig voor het gebruik van PPS. Verzamelde informatie over de tenuitvoerlegging van geslaagde projecten zal helpen voorkomen dat fouten en procedures die in de praktijk tot mislukkingen hebben geleid, worden herhaald. Ik ben ervan overtuigd dat PPS-projecten het benodigde kapitaal alleen zullen kunnen aantrekken als de belanghebbende partijen in de EU-lidstaten goed geïnformeerd zijn en zich houden aan de verordeningen en voorschriften van de Gemeenschap op het gebied van kwaliteit en transparantie. Die verordeningen en voorschriften zullen hen helpen bij de opbouw van de infrastructuur die in ontwikkeling is achtergebleven omdat er te weinig in is geïnvesteerd. Deze vorm van samenwerking kan ook van groot belang blijken om regionale ongelijkheden te helpen overbruggen en de duurzame ontwikkeling van de armere regio's van Europa te verzekeren.

3-411

Evelyne Gebhardt (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijns inziens vormen geïnstitutionaliseerde publiek-private samenwerkingen een zeer belangrijk instrument. De rechtsonzekerheid die is ontstaan door

Page 107: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 111

het arrest van het Europese Hof van Justitie in de zaak-Halle, heeft aangetoond hoe noodzakelijk het is dat de wetgever in actie komt. Het is dan ook absoluut onaanvaardbaar dat de Europese Commissie eigenhandig richting geeft aan de wijze waarop dit probleem moet worden aangepakt. Dat is veeleer de taak van de medewetgevers, van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie, om samen een besluit te nemen over de vraag hoe wij in Europa deze kwesties moeten oplossen. Het tweede punt dat ik kort wil aankaarten, betreft de intergemeentelijke samenwerking. Ik ben het wat dat betreft niet eens met de heer Lambsdorff, aangezien deze samenwerking al geruime tijd bestaat en een zeer lange traditie kent, ook in de Bondsrepubliek Duitsland. Wij mogen het tere plantje van de grensoverschrijdende intergemeentelijke samenwerking, zoals die er vandaag de dag is, niet beschadigen, door te verklaren dat dit beter aan de vrije markt kan worden overgelaten. Als dat gebeurt, kunnen wij ons boeltje meteen inpakken, want dan hebben we geen gemeenten meer nodig. Maar dat is ongetwijfeld niet het soort Europa dat wij willen hebben.

3-412

Ieke van den Burg (PSE). - Voorzitter, bij dit verslag was ik vooral betrokken in de Commissie economische zaken, waar de heer Langen rapporteur was, en ik feliciteer beide rapporteurs met het uiteindelijke resultaat, hoewel wij inderdaad nog een aantal wensen hebben. Ik zie een duidelijke parallel met de discussie die we hadden over de diensten van algemeen economisch belang waarover we in de vorige plenaire zitting een besluit hebben genomen. In beide gevallen ging het over de wijze waarop je meer rechtszekerheid biedt aan decentrale overheden, aan dienstverleners en aan burgers. Dat kan af en toe conflicteren. Aan de ene kant de regels van de interne markt, aan de andere kant het algemeen belang dat die overheden moeten dienen voor hun burgers. Nu is het zo dat vaak het Hof van de Justitie, de rechter, eraan te pas moet komen of dat de Commissie interpretaties geeft. De belangrijke boodschap in die beide dossiers is geweest dat wij via de medebeslissingsprocedure daar echt politiek knopen over willen doorhakken en dat het ook belangrijk is dat we de Commissie vragen en er echt op aandringen dat ze met wetgevende initiatieven komt waar we in medebeslissing met dit Parlement en met de lidstaten en hun parlementen over kunnen besluiten. Dat is de belangrijkste boodschap die ik ook bij dit verslag nog eens een keer aan de Commissie wil overbrengen.

3-413

Donata Gottardi (PSE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, publiek-private samenwerking is een onderwerp dat zich nu al enige tijd beweegt binnen de nieuwe grenzen van de verzorgingsstaat in de Europese Unie. Het belang ervan moet in een nieuw licht worden gezien, namelijk vanuit de onderlinge samenhang van alle initiatieven waarop onze diensten steunen.

Het gemeenschappelijke doel, waarop ook vandaag weer herhaaldelijk gewezen is, is dat er een volledig en duidelijk rechtskader gecreëerd wordt waarbinnen de plaatselijke overheden hun eigen keuzen kunnen maken, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen, met beginselen die in acht moeten worden genomen en met de terreinen waarop vrijheid en innovatie mogelijk is. Opvallend in de tekst waarover wij stemmen is de vervlechting met de regels die er al zijn op het gebied van aanbestedingen, concessies en gemengde ondernemingen en met de richtsnoeren van het Hof van Justitie. De meerwaarde is echter dat vanuit een ander perspectief gekeken wordt naar de verschillende manieren waarop de publiek-private samenwerkingen vorm kunnen krijgen op het buitengewoon lastige terrein van dienstverlening, waar de rechten van de burger in het geding zijn. Een aantal uitgangspunten is in dit verband van belang. Kostenbesparingen mogen niet belangrijker zijn dan of ten koste gaan van de kwaliteit van de diensten en de bescherming van de rechten van de dienstverleners. Het streven naar efficiëntie en innovatie moet gekoppeld zijn aan de garantie dat de gevolgde procedure toegankelijk, transparant en niet discriminerend is. Er zijn dit jaar heel wat initiatieven ontplooid op dienstengebied. Het is nu te hopen dat we, met al die verschillende puzzelstukjes, een samenhangend geheel zullen weten te vormen.

3-414

Bernadette Vergnaud (PSE). - (FR) Mijnheer de commissaris, mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, het verslag van Barbara Weiler biedt ons de nodige leesbaarheid en de nodige duidelijkheid over de publiek-private samenwerkingen, zodat de uitglijders van de Europese rechter gecorrigeerd kunnen worden en het rechtskader voor alle betrokkenen duidelijker wordt. Concessies worden te vaak verward met overheidsopdrachten. Laatstgenoemde hebben betrekking op de aanschaf van goederen die door de lokale overheid worden verbruikt, terwijl concessies de overheid de mogelijkheid bieden een deel van haar taken te delegeren aan een derde. Dus ‘ja’ tegen wetgeving voor deze concessies en ‘nee’ tegen een mededeling die alleen maar dient als toelichting. Hetzelfde gaat op voor de geïnstitutionaliseerde PPS. De ontwikkeling hiervan staat momenteel onder druk vanwege de strakke jurisprudentie, die in de richting van dubbele concurrentie bij het gunnen van opdrachten lijkt te gaan, wat het lot van de gemengde ondernemingen zou bezegelen. Ik bedank onze rapporteur dan ook voor haar verzoek om een wetgevingsinitiatief op dit gebied. Tot slot is de intergemeentelijke organisatievorm in het arrest Commissie tegen. Spanje een particuliere partner geworden voor het Hof van Justitie. Een gemeente zou dus een intergemeentelijke organisatievorm waaraan zij diensten delegeert, aan concurrentie moeten blootstellen. Mevrouw Weiler zorgt voor rechtsherstel en biedt ons de

Page 108: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

112 25/10/2006

beste bijdrage die het Parlement op dit terrein kan leveren, waarvoor dank.

3-415

Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mevrouw Weiler nogmaals bedanken, evenals de rapporteurs voor advies van de verschillende commissies: de heer Langen, voorzitter Costa en mevrouw Staniszewska. Ik zal proberen een antwoord te geven op een aantal vragen, zonder dat ik de pretentie heb ze allemaal te kunnen behandelen. Ik zal eerst mevrouw Cederschiöld, mijnheer Lambsdorff en mevrouw Rühle antwoorden. Diensten die door een gemeente aan een andere publieke entiteit worden toegewezen en door die entiteit tegen betaling worden verricht, zijn in principe openbaar aanbesteed. De publieke entiteit waaraan de opdracht is gegund, bevindt zich in een situatie van concurrentie met particuliere ondernemingen en eventuele andere publieke entiteiten die dezelfde dienst aanbieden. Alle vormen van publiek-publieke samenwerking stelselmatig uitsluiten van de werkingssfeer van de communautaire regels inzake overheidsopdrachten en de regels inzake concessies zou dan ook onaanvaardbaar zijn. De jurisprudentie van het Hof van Justitie is glashelder op dit punt. Omgekeerd vallen niet alle vormen van publiek-publieke samenwerking onder het Gemeenschapsrecht. De Commissie onderkent dat er duidelijkheid moet komen, om te kunnen bepalen in hoeverre het Gemeenschapsrecht van toepassing is op het delegeren van taken aan overheidsorganen, en welke vormen van samenwerking buiten de werkingssfeer van de bepalingen betreffende de interne markt blijven. Wij werken nauw samen met alle belanghebbende partijen om deze duidelijkheid te verschaffen. Vervolgens wil ik een mijn antwoord geven op de vragen van mevrouw Rühle en mevrouw Gebhardt over de problematiek van de publiek-private samenwerkingen en het "in house" concept. Dit concept sluit de toepassing van de regels voor overheidsopdrachten uit als een overheidsorgaan een opdracht of concessie verleent aan een derde entiteit waarover het een zekere controle uitoefent. Het Hof heeft de voorwaarden voor deze afwijking verduidelijkt. U zult begrijpen dat de Commissie graag ziet dat deze uitzondering op de regels voor de gunning van overheidsopdrachten strak ingekaderd blijft. Uiterst problematisch is met name dat een overheidsopdracht of concessie op discriminerende wijze verleend kan worden aan een onderneming waarin particuliere belangen vertegenwoordigd kunnen zijn, en dat andere geïnteresseerde particuliere ondernemingen daarbij buitenspel gezet kunnen worden. Daarom vinden wij dat we ons op dit moment moeten houden aan de voorwaarden voor de toepassing van "in house" zoals die nu gelden: de controle die het overheidsorgaan over de dienstverlener uitoefent, moet vergelijkbaar zijn met die welke het uitoefent over de eigen diensten, en de dienstverlener moet de hoofdmoot van zijn activiteiten samen met het overheidsorgaan in kwestie verrichten. Daarom, en ook om de nieuwe regels voor overheidsopdrachten, die nog maar net worden omgezet

in de nationale wetgevingen, niet opnieuw in de steigers te moeten zetten, lijkt wetgeving over gemengde publiek-private ondernemingen en het "in house" concept ons niet opportuun. Een mededeling met een interpretatie is het aangewezen middel om toe te lichten hoe de regels voor overheidsopdrachten van toepassing zijn op de selectie van particuliere partners voor dergelijke samenwerkingsverbanden. De heer Savary, die het punt van de dubbele concurrentie noemde, wil ik zeggen dat wij ons bewust zijn van deze problematiek. Zoals u opgemerkt zult hebben, ben ik daar ook op ingegaan in mijn toespraak. Ik wil hier geen misverstand over laten bestaan: wij eisen geen dubbele concurrentie, simpelweg omdat die volgens ons niet nodig is. Wij hebben dit toegelicht in het groenboek uit 2004 over de PPS en zullen ons standpunt verduidelijken in de voorstellen die wij in 2007 zullen presenteren. Mijnheer de Voorzitter, ik ben me er terdege van bewust dat ik niet alle vragen heb beantwoord, maar ik wil het hierbij laten. Wat de concessies en een eventueel wetgevingsinitiatief betreft, moeten we ons niet overhaasten. De Commissie moet zich eerst nader buigen over de kosten en baten van dwingende regelgeving inzake het verlenen van concessies, evenals over andere maatregelen waarmee deze problematiek geregeld kan worden. Op basis van de resultaten van deze impactstudie zal de Commissie vervolgens - naar alle waarschijnlijkheid komend jaar - besluiten of deze kosten-batenanalyse zo’n wetgevingsinitiatief rechtvaardigt. Is dat het geval, dan zal zij met een wetgevingsvoorstel komen. Overigens is de boodschap van al degenen die betrokken zijn bij het opzetten van PPS duidelijk: zij vragen om praktische richtsnoeren over de manier waarop de regels voor overheidsopdrachten toegepast moeten worden op het opzetten van dergelijke samenwerkingsverbanden. Om de redenen die ik in mijn inleiding heb genoemd, wil de Commissie deze richtsnoeren niet in de vorm van wetgeving aanbieden. Het belang van PPS voor de Europese economie staat buiten kijf. Ik hoop dat het verslag van het Parlement zal bijdragen tot de verduidelijking van de communautaire regels voor overheidsopdrachten en concessies en de partners de voorwaarden voor transparante en eerlijke concurrentie zal kunnen bieden. Het is ons in dit debat heel duidelijk geworden dat het Parlement de nadruk op rechtszekerheid legt, maar het zal u op uw beurt ook duidelijk zijn geworden dat de Commissie er veel aan gelegen is om op een zo belangrijk terrein voor de investeringen in Europa een beleidsmarge te behouden waarin rechtszekerheid gewaarborgd is maar waarin ook voldoende ruimte bestaat om waar echt nodig meer te investeren. Overigens hebben meerderen van u terecht opgemerkt dat dat absoluut onmisbare instrumenten zijn.

Page 109: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 113

Mijnheer de Voorzitter, dit zijn mijn antwoorden, en ik bedank het Parlement nogmaals voor dit hoogstaande debat.

3-416

De Voorzitter. - Het debat is gesloten. De stemming vindt donderdag om 11.30 uur plaats.

3-417

Terbeschikkingstelling van werknemers (debat)

3-418

De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0308/2006) van Elisabeth Schroedter, namens de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, over de toepassing van Richtlijn 96/71/EG over de detachering van werknemers (2006/2038(INI)).

3-419

Elisabeth Schroedter (Verts/ALE), rapporteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, de detacheringsrichtlijn is een van de belangrijkste richtlijnen voor het vrije verkeer van diensten. Enerzijds zorgt deze richtlijn binnen heel Europa immers voor eerlijke concurrentie tussen de dienstverlenende bedrijven en anderzijds omvat deze duidelijke regels voor de bescherming van gedetacheerde werknemers en zijn hierin minimumnormen vastgelegd die voor iedereen gelden, waarbij er voldoende ruimte voor flexibiliteit is, zodat deze normen kunnen worden geïmplementeerd in de verschillende nationale systemen. Het kernbeginsel is een gelijk minimumloon of dezelfde minimumvoorwaarden voor hetzelfde werk op dezelfde plaats. Op die manier zorgt deze richtlijn voor eerlijke concurrentievoorwaarden voor de bedrijven ter plaatse. Voor een succesvolle uitvoering van de detacheringsrichtlijn is het echter noodzakelijk dat iedereen zich hiervoor inzet, van alle kanten en op alle niveaus! Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken en alle collega's die aan dit verslag hebben meegewerkt, danken voor hun toewijding en met name voor hun oneindige geduld tijdens de onderhandelingen. Ik wil eveneens een woord van dank uitspreken aan de medewerkers van het commissiesecretariaat, van het Tabling Office, de fracties en de kantoren van de afgevaardigden zelf. Ik dank hen allen voor hun inzet en de ontelbare overuren die ze hebben gemaakt. Dit verslag is het resultaat van een gezamenlijke inspanning. Het wordt door alle fracties ondersteund, dankzij de bereidheid van alle betrokkenen om aan elkaar tegemoet te komen en om in het belang van deze kwestie uiteindelijk tot compromissen te komen. Het Parlement heeft zich krachtig ingezet voor deze detacheringsrichtlijn en wijst daarom ook de pogingen van de Commissie van de hand om via de richtsnoeren de controlemogelijkheden van de lidstaten te beperken. De lidstaten vervullen immers een bijzondere rol, omdat zij met behulp van hun controlemechanisme garanderen dat de minimumarbeidsvoorwaarden voor de gedetacheerde werknemers worden nageleefd. Dat

moeten zij, zonder enige uitzondering, ook in de toekomst kunnen blijven doen. De Commissie zal niet verrast zijn door onze kritiek op de richtsnoeren, aangezien ze met deze richtsnoeren enkel de inhoud van de artikelen 24 en 25 van haar oorspronkelijke ontwerp voor een dienstenrichtlijn opnieuw, via een achterdeur, probeert op te nemen. Het Parlement had deze beide artikelen echter met een grote meerderheid afgewezen en de Raad heeft daarin toegestemd. Werkgevers- en werknemersorganisaties, regeringen en afgevaardigden willen immers de vrijheid van dienstverlening niet inruilen tegen de grondrechten van werknemers. Integendeel, er bestaat een brede alliantie die ervan overtuigd is dat het onze Europese Unie zal lukken om beide aspecten met elkaar te combineren en daardoor tot uitdrukking te brengen wat wij een sociaal Europa noemen. Wij verwachten dat de Commissie de duidelijke stemmingsuitslag van februari over dit verslag serieus neemt en haar verdere handelen daarop baseert. Dat betekent ook dat wij van de Commissie verwachten dat ze bij de beoordeling van de vragenlijsten die ze gisteren naar de lidstaten heeft gestuurd, rekening houdt met het standpunt van het Parlement, zoals dat in het verslag tot uitdrukking komt. Het mag niet zo zijn dat de Commissie dusdanige eisen stelt aan de lidstaten dat daarmee de naleving van de minimumarbeidsvoorwaarden op het spel wordt gezet. Overigens heeft het Europese Hof van Justitie duidelijk gemaakt dat de vereisten voor de naleving van de minimumarbeidsvoorwaarden het vrije verkeer van diensten niet belemmeren, en dat is precies wat duidelijk wordt gemaakt in dit verslag. De praktijk heeft, in tegenstelling tot de interpretatie van de Commissie, bijvoorbeeld uitgewezen dat loonkaarten eveneens noodzakelijk kunnen zijn naast tijdregisters, om het recht van werknemers op hun minimumloon te garanderen. Als gevolg daarvan zal er in de toekomst een juridisch adviseur nodig zijn, die optreedt als onderhandelingspartners bij cao-onderhandelingen in de zin van artikel 3, lid 8 van de detacheringsrichtlijn, of als vertegenwoordiger om officiële stukken concreet te overleggen en zodoende dergelijke onderhandelingen mogelijk te maken. Voor de omzetting van de richtlijn is het noodzakelijk maatregelen te treffen voor een vroegtijdige verduidelijking van en informatie over de naleving van de minimumarbeidsvoorwaarden. In die zin hoop ik dat eenieders inzet voor de totstandkoming van dit verslag daadwerkelijk de moeite waard zal zijn geweest, en dat nu ook de Commissie zonder beperkingen toelaat dat het beginsel van ‘gelijk loon voor hetzelfde werk op dezelfde plaats’ overal in de Europese Unie wordt gegarandeerd!

3-420

Vladimir Špidla, lid van de Commissie. - (CS) Dames en heren, de richtlijn betreffende de detachering van werknemers beoogt het recht van bedrijven die grensoverschrijdende diensten verlenen in

Page 110: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

114 25/10/2006

overeenstemming te brengen met het recht van werknemers die tijdelijk gedetacheerd zijn. Doel is om ervoor te zorgen dat het vrije verkeer van zowel werknemers als diensten wordt gewaarborgd, en dat de sociale wetgeving die bedoeld is om werknemers te beschermen wordt nageleefd. Tien jaar na de goedkeuring van deze richtlijn levert de toepassing ervan nog altijd problemen op. Het grootste probleem is dat ondernemers en werknemers onvoldoende geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten. Verder laat de administratieve samenwerking tussen herkomstlanden en ontvangende landen te wensen over, hetgeen weer beschouwd zou kunnen worden als een gebrek aan wederzijds vertrouwen. Ten slotte hebben de door sommige lidstaten opgelegde inspecties geleid tot vrees voor protectionisme. De autoriteiten in de ontvangende landen hebben een soort inspectierecht gekregen, zij het dat ook dit beperkt is. Deze inspecties moeten naar behoren worden uitgevoerd, zonder discriminatie en zonder de levering van diensten in het kader van de interne markt aan banden te leggen. Om dit punt op te helderen achtte de Commissie het gepast om de grondbeginselen op 4 april goed te keuren. Nationale instanties moeten gedetacheerde werknemers en dienstverleners daadwerkelijk de mogelijkheid bieden om informatie in te winnen over de arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn in het ontvangende land. Ook moeten ze op een eerlijke manier samenwerken. Met het oog hierop wijst de Commissie de lidstaten op hun verplichtingen, en roept hen op om doeltreffendere middelen in te zetten. Ik ben me ervan bewust dat het debat binnen het Parlement over de detachering van werknemers complex is geweest, en dat heel wat verschillende meningen te berde zijn gebracht. Dit toont aan hoe moeilijk het is een evenwicht te vinden tussen het beschermen van werknemers enerzijds en de vrijheid om diensten te verlenen anderzijds. Ik ben blij dat het verslag van het Parlement op tal van punten overeenstemt met het standpunt dat de Commissie op 4 april in haar mededeling heeft ingenomen. Er is echter een aantal punten waar ik wat langer bij stil wil staan, en ten aanzien waarvan ik een duidelijk standpunt moet innemen. Ik kan me niet vinden in de visie dat de Commissie via haar mededeling probeert de geschrapte artikelen 24 en 25 uit de oorspronkelijke dienstenrichtlijn alsnog op te nemen. Dat is hier niet het geval. In haar mededeling interpreteert de Commissie de wet, maar introduceert geen nieuwe wetten, omdat mededelingen van de Commissie hiertoe niet bevoegd zijn, niet eens formeel. Iets dergelijks is deel van het wetgevende proces. Deze bewering strookt niet met de feitelijke interpretatie van de Commissie. Ik wil nogmaals benadrukken dat de Commissie met haar mededeling geen nieuwe wet invoert als grondslag voor deze artikelen maar een

interpretatie geeft van de huidige wet, die ook wezenlijke arresten van het Hof in Luxemburg bevat. De arresten van het Hof waarnaar in de mededeling van de Commissie wordt verwezen, verbieden nationale instanties om te eisen dat uit andere lidstaten gedetacheerde dienstverleners een kantoor of een vertegenwoordiger in hun land hebben. Om te voldoen aan het solidariteitsbeginsel mag een lidstaat die buitenlandse dienstverleners ontvangt op grond van de jurisprudentie bepalen dat er op de werkplek documentatie voorhanden moet zijn die direct betrekking heeft op de verrichte werkzaamheden, en met name rapporten die betrekking hebben op gezondheid, veiligheid en arbeidsbescherming op de werkvloer. In haar interpretatie beperkt de Commissie geenszins het vermogen van de lidstaten om doeltreffende inspecties uit te voeren, en geen van de eerder genoemde artikelen beogen dat. Ik ben van mening dat de Commissie er in haar interpretatie alles aan heeft gedaan om de werkelijke inhoud en strekking van de arresten van het Hof te achterhalen en te begrijpen. De Commissie hecht veel belang aan een goede tenuitvoerlegging van de arresten van het Hof, maar heeft verder gekeken dan dat. Zo heeft de Commissie reeds een begin gemaakt met een verslag waarin de situatie een jaar na de publicatie van haar richtsnoeren wordt beoordeeld. Hiertoe heeft de Commissie de nationale instanties en sociale partners een vragenlijst doen toekomen. Ook heeft ze een website gemaakt over wettelijke en praktische zaken die verband houden met het detacheren van werknemers. Op deze website is onlangs een forum aangemaakt waar elke Europese burger suggesties en opmerkingen kwijt kan. Bovendien heeft een groep van nationale deskundigen onder auspiciën van de Commissie richtsnoeren voor beste praktijken opgesteld, waaronder een aantal regels voor administratieve samenwerking en één formulier waarmee we de informatie-uitwisseling tussen contactpunten kunnen vereenvoudigen. De Commissie houdt uiteraard rekening met alle ideeën van het Parlement en het verslag dat vóór ons ligt, is voor de Commissie een belangrijk document.

3-421

Małgorzata Handzlik (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mevrouw Schroedter van harte bedanken voor haar verslag. Tot mijn spijt heb ik moeten vaststellen dat de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken helaas geen rekening heeft gehouden met de naar mijn gevoel toch zeer belangrijke conclusies uit mijn advies, dat was goedgekeurd in de Commissie interne markt en consumentenbescherming. Bovendien is er in werkgroep B van onze fractie nauwelijks gelegenheid geweest om informatie uit te wisselen over belangrijke kwesties en ze grondig te bespreken. De rapporteur heeft in haar verslag een groot aantal onrustwekkende en vaak tegenstrijdige elementen opgenomen. Ik zal me vandaag tot de belangrijkste

Page 111: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 115

problemen beperken. De moeilijkheden die ik wil aankaarten zijn niet nieuw. Ze zijn eerder al uitvoerig aan bod gekomen tijdens de besprekingen over de dienstenrichtlijn. Toen werd jammer genoeg beslist om de oplossingen voor deze problemen niet op te nemen in de richtlijn, maar in de richtsnoeren van de Commissie voor de detachering van werknemers. Ik ben ervan overtuigd dat deze richtsnoeren nuttig zijn omdat ze een einde maken aan de dagelijkse moeilijkheden van duizenden ondernemers die hun werknemers detacheren. Een van die problemen betreft de verplichting om in het ontvangende land een wettelijke vertegenwoordiger aan te stellen, in plaats van eenvoudigweg een werknemer te detacheren die als vertegenwoordiger van de werkgever zou kunnen functioneren. Deze verplichting heeft verreikende gevolgen omdat de aanstelling van een wettelijke vertegenwoordiger onder het beginsel van de vrijheid van vestiging van ondernemingen valt, maar niet onder de vrijheid van dienstverlening. Voor de werkgevers houdt deze verplichting daarenboven een aanzienlijke financiële belasting in. Een volgend probleem betreft de verplichting om de autoriteiten van het ontvangende land een groot aantal documenten te verschaffen. Vele ondernemers klagen over het feit dat de autoriteiten in kwestie deze verplichting vaak misbruiken en documenten verlangen die niet relevant zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. De verplichting om gegevens over de gedetacheerde werknemers vrij te geven vormt eveneens een probleem. Sommige landen eisen dergelijke verklaringen reeds enkele maanden voor de aanvang van de eigenlijke detachering en behandelen ze vaak als een vorm van vergunningen. Dergelijke praktijken maken dienstverleners het leven zuur. Een laatste belangrijke kwestie waarop ik de aandacht zou willen vestigen, en die ook vaak door ondernemers wordt aangehaald, zijn de uiterst strenge controles van Poolse bedrijven… (Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

3-422

Raymond Langendries, namens de PPE-DE-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik zou eerst mevrouw Schroedter willen bedanken voor haar uitgebreide en uitstekende werk in het kader van dit verslag, en met name voor haar streven naar een zo breed mogelijke consensus over een tekst die in meer dan één opzicht belangrijk is. Ook zij heeft gewezen op het nuttige werk dat een grote meerderheid van de leden van dit Parlement heeft verricht tijdens de discussie en stemming over het ontwerp van de dienstenrichtlijn. Dat was nuttig werk omdat het Parlement - met de aanneming van de fundamentele amendementen die borg staan voor een onvoorwaardelijke eerbiediging van de bevoegdheden en onderwerpen die onder de detacheringsrichtlijn vallen -

garanties heeft geboden voor de essentiële rol die de richtlijn moet vervullen. Wij leven immers in een tijd waarin het Europa van de Vijfentwintig gekenmerkt wordt door een sterke toename van de dienstverlening en de mobiliteit onder werknemers. De tekst bevatte bovendien garanties - en volgens mij strookten die ook met het unanieme advies van de leden van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken - voor onze bevoegdheden op de terreinen die ons van rechtswege toekomen. Een heldere, juist toegepaste richtlijn, met een in goede banen geleide werking, moet het juiste evenwicht garanderen tussen eerlijke concurrentie en eerbiediging van de rechten van werknemers. De spelregels moeten strak en rechtvaardig zijn. Ze moeten ook zorgen voor transparantie en zekerheid voor de werknemers, zowel op het vlak van de dienstverlening als op dat van het vrije verkeer. Voor een heldere richtlijn is een grote inspanning nodig op het gebied van uitleg, administratieve vereenvoudiging en informatie. Een juist toegepaste richtlijn moet het recht van vrij verkeer en de beginselen van gelijke behandeling doen eerbiedigen en streven naar harmonisatie van arbeidsvoorwaarden en sociale stelsels. Een richtlijn met een in goede banen geleide werking is een belangrijk wapen in de strijd tegen anti-Europese sentimenten die onder de bevolking kunnen gaan leven als gevolg van de aanwezigheid van werknemers die simpelweg als koopwaar worden behandeld, koopwaar die willekeurig van hot naar haar wordt verplaatst en onder armetierige voorwaarden wordt uitgebuit.

3-423

Anne Van Lancker, namens de PSE-Fractie. - Voorzitter, mijnheer de commissaris, beste collega's, ik zou om te beginnen onze rapporteur willen danken voor het vele werk en haar luisterbereidheid. Ik kan u zeggen dat mijn fractie alvast vindt dat dit een evenwichtig verslag is. Commissaris, mijn fractie wil met dit verslag u vooral aanmoedigen om maatregelen te nemen om de detacheringsrichtlijn op het terrein te doen naleven. Wij vragen niet om een herziening van de richtlijn, want de wetgeving op zich is vrij goed, maar wij weten allemaal dat in de praktijk werknemers die tijdelijk in een ander land werken vaak meedogenloos uitgebuit worden en wij vinden dat deze uitbuiting moet stoppen. En daarom moet er meer samenwerking komen tussen inspectiediensten van de verschillende lidstaten. Wij vragen dan ook aan de Commissie om werk te maken van een goed draaiend netwerk van inspectiediensten. Ook de doorstroming van informatie over rechten en plichten aan werknemers en aan bedrijven, mijnheer de commissaris, moet verbeteren en onze fractie is alvast heel tevreden met uw belofte om een goed gedocumenteerde website uit te bouwen, eenvormige formulieren te lanceren en goede praktijken uit te wisselen.

Page 112: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

116 25/10/2006

Nog een punt, mijnheer de commissaris, over de richtsnoeren die de Commissie heeft gelanceerd als gevolg van het feit dat dit Parlement met succes vermeden heeft dat de dienstenrichtlijn de detacheringsrichtlijn zou uithollen. Ik zou de commissaris willen oproepen om geen verwarring te creëren tussen enerzijds, pogingen om administratieve vereenvoudiging door te voeren, wat we volmondig steunen en anderzijds vereisten in vraag te stellen die noodzakelijk zijn voor de monitoring en de controle; daarom blijven we verdedigen, mijnheer de commissaris, dat lidstaten het recht moeten blijven behouden om te eisen dat er een vertegenwoordiger moet worden aangeduid van de firma, maar ook eisen te stellen in verband met documenten en registratiesystemen. Een halt toeroepen aan de bureaucratie en aan de uitbuiting, dat is waar we samen aan moeten werken.

3-424

Ona Juknevičienė, namens de ALDE-Fractie. - (LT) In bepaalde landen van de Gemeenschap steekt een geest van protectionisme en economisch nationalisme steeds sterker de kop op. Dit belemmert de internationale handel en het vrije verkeer van kapitaal en arbeid. Protectionisten stellen zich negatief op niet alleen tegenover concurrentie vanuit Azië, maar ook tegenover iedere vorm van buitenlandse concurrentie. Dit is een kortzichtige opstelling. We weten allemaal dat concurrentie de drijvende kracht is achter economische ontwikkeling, terwijl uitsluiting juist leidt tot economische en sociale neergang. Het opwerpen van kunstmatige bureaucratische obstakels voor de tenuitvoerlegging en toepassing van de richtlijn betreffende de detachering van werknemers is een van de manieren waarop dit protectionisme tot uiting komt. Deze situatie is schadelijk niet alleen voor onze eigen belangen, maar ook voor die van de gehele Gemeenschap. Ze is in strijd met de grondrechten van haar burgers, en eerst en vooral met de vrije dienstverrichting en de vrijheid van vestiging. Deze rechten zijn vastgelegd in het EG-verdrag en in de richtlijn betreffende de detachering van werknemers, maar worden door de lidstaten aan de laars gelapt. Een dergelijk gedrag ondermijnt onze Gemeenschap. Ik zal stemmen voor het wegnemen van bureaucratische obstakels, zodat de nationale grenzen geen belemmering vormen voor de ontwikkeling van bedrijven in de Gemeenschap en mensen de vrijheid hebben om te kiezen waar zij willen werken. Tevens moeten zij er zeker van kunnen zijn dat zij niet worden uitgebuit of gediscrimineerd als zij in het buitenland werken.

3-425

Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie. - (PT) Het is bekend dat veel werknemers uit de lidstaten van de EU, zoals Portugal, die in andere landen, ook lidstaten, gaan werken, maar waar de lonen hoger zijn, nog steeds te maken hebben met discriminatie. De richtlijn betreffende de detachering van werknemers

geeft aan dat het garanderen van bescherming en rechten voor de gedetacheerde werknemers volledig een zaak is van het gastland, dat ook maatregelen moet nemen om te voorkomen dat de minimum normen worden omzeild. Daardoor ontstaan werkelijk discriminerende situaties die uiteindelijk invloed hebben op alle werknemers, op de gedetacheerden en de werknemers van het gastland. De werkelijkheid heeft echter aangetoond dat deze richtlijn aan alle kanten wordt genegeerd, ondanks het feit dat herhaaldelijk hierop is aangedrongen, hetzij door het Europees Parlement, hetzij door middel van rapporten over concrete zaken, die wij een aantal malen op tafel hebben gelegd. Er blijft een situatie van niet-naleving bestaan die moet worden opgelost, en daarom kunnen wij het voorstel van de Commissie niet aanvaarden om op belangrijke gebieden de toch al minimale eisen die de lidstaten aan bedrijven stellen, nog verder te beperken, wat trouwens voortvloeit uit de voorgestelde richtlijn betreffende de totstandkoming van een interne markt voor dienstverlening. We steunen het verslag van de rapporteur, maar betreuren de pressie en de voorstellen van de zijde van de PPE-DE. Deze maakten deel uit van haar pogingen om een verduidelijking van belangrijke aspecten van de uitvoering van de richtlijn te verhinderen. Er zijn amendementen ingediend op verschillende punten uit het verslag. Bijzonder ernstig zijn daarbij de pogingen om amendement 13 en delen van de amendementen 26 en 29 uit het verslag te schrappen. Wij dringen erop aan dat het werk van de rapporteur wordt gehandhaafd en verschillende andere voorstellen betreffende de naleving van de richtlijn worden aangenomen.

3-426

Konrad Szymański, namens de UEN-Fractie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, vrijwel onmiddellijk nadat het broze compromis over de dienstenrichtlijn was bereikt, werd duidelijk dat het een compromis was ten koste van de nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Hun belangrijkste concurrentievoordeel op de interne markt ligt immers precies in de dienstensector. Op die manier werd abrupt een einde gemaakt aan de hoop op gelijke kansen op de interne markt, een van de doelstellingen van de oorspronkelijke ontwerprichtlijn. De door de Commissie opgestelde richtsnoeren voor de detachering van werknemers maakten deel uit van een akkoord dat in de nieuwe lidstaten voor een vleugje hoop had gezorgd. Met het verslag dat ze hier vandaag voorstelt, tracht de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken zelfs die bescheiden en niet-bindende afspraken onder tafel te vegen. De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken probeert met dit verslag op de dienstenmarkt een volledige status-quo te handhaven, ondanks het feit dat protectionisme en onverbloemd chauvinisme in deze sector een regelrechte plaag zijn. Volgens onder andere het Europees Verbond van Vakverenigingen heeft dit chauvinisme als voordeel dat het in het teken van de werknemer staat en onder vakbondsbescherming tot stand gekomen is. Ik betwijfel ten zeerste of het wel en wee van de werkende bevolking

Page 113: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 117

hier ook maar iets mee te maken heeft. Eigenlijk hebben strenge administratieve en sociale verplichtingen enkel tot doel mensen hun werk af te nemen. Dat was zowel in de zaak-Vaxholm als bij de Poolse firma Zojax het geval. Beide bedrijven werden onder druk gezet om af te zien van de tenuitvoerlegging van bepaalde projecten, met verlies en gedwongen ontslagen tot gevolg. De Zweedse vakbondsleden lachten echter in hun vuistje, want het waren de buitenlandse werknemers, Letten en Polen, die door de gedwongen ontslagen werden getroffen. Ik zou zowel de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken als de Zweedse vakbondsleden eraan willen herinneren dat deze eerder genoemde buitenlanders volwaardige Europese burgers en bedrijven zijn, die we bij de laatste uitbreiding van de Europese Unie gelijke rechten op de interne markt hebben beloofd. Ik ben het ermee eens dat de verplichtingen in artikel 3 van de richtlijn minimumnormen zijn. Maar ziet de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken dan niet dat het de hoogste tijd is om voor die verplichtingen maxima vast te leggen, zowel voor verplichtingen die voortvloeien uit rechtsvoorschriften als die op basis van collectieve arbeidsovereenkomsten? Ziet de Commissie dan niet dat deze verplichtingen in het merendeel van de gevallen enkel en alleen bedoeld zijn om zuiver protectionistische maatregelen te verhullen? De verplichting om zich in te schrijven, om in het ontvangende land een vertegenwoordiger aan te duiden en op het grondgebied van dat land sociale documenten te bewaren, wordt door de autoriteiten aangewend om de procedures onnodig ingewikkeld te maken. Al deze verplichtingen dienen een enkel doel, namelijk het afschermen van de nationale markten voor metselaars, bakkers, houtbewerkers en tal van andere beroepen. Deze werknemers voelen zich vandaag - niet zonder reden - in de steek gelaten. Hun verwachtingen omtrent gelijke rechten op de interne Europese markt staan in schril contrast met de harde realiteit. Als het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken ongewijzigd wordt aangenomen, is dat een duidelijk signaal voor de lidstaten, met name dat er voor de interne dienstenmarkt geen algemeen geldende regels zijn. De goedkeuring van het verslag in zijn huidige vorm impliceert eveneens dat het broze compromis over de dienstenrichtlijn verbroken wordt. Om die reden roep ik alle Parlementsleden op om steun te verlenen aan de amendementen die zijn ingediend door een groep afgevaardigden van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten en de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten. Zonder die amendementen verdient het verslag onze steun niet.

3-427

Derek Roland Clark, namens de IND/DEM-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, als mensen op basis van kortlopende contracten in een ander land dan hun eigen land gaan werken, is het duidelijk dat alle partijen daar baat bij hebben. Ik ben dan ook sterk voor gedetacheerde werknemers - maar niet op deze manier. In paragraaf 19

van het verslag staat dat een doeltreffende uitvoering van deze richtlijn niet wordt bereikt door meer bureaucratie, maar ondertussen gaan 35 van de 49 paragrafen wel over wetten, regels, inbreukprocedures, zaken van het Europese Hof van Justitie en handhaving door middel van strafmaatregelen. Afgaande op dit voorstel verbaast het mij niets dat de voor ondernemingen en industrie bevoegde commissaris met zijn vereenvoudiging van de EU-wetten niet op schema zit. Hier zien we immers weer het zoveelste voorstel met daarin een heel woud van regels en voorschriften, onderbouwd met zoveel verwijzingen naar strafmaatregelen en inbreukprocedures dat de rapporteur zich wel suf gepiekerd moet hebben hoe zij in vredesnaam een voorstel kon maken dat gemakkelijk uitvoerbaar, billijk jegens iedereen en doeltreffend is. Toen wij een tijdje geleden in de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken over dit onderwerp spraken, waren de leden geschokt over de verhalen over regelrechte uitbuiting van gedetacheerde werknemers. Hier moet een eind aan komen, maar wat deden de lidstaten? Wat deden de vakbonden? Tenslotte werden hoogstwaarschijnlijk ook de lokale werknemers uitgebuit. Werden de gedetacheerde werknemers ingehuurd omdat de lokale werknemers weigerden de geboden arbeidsvoorwaarden te accepteren? De sleutel ligt in overweging L op pagina 5 van het verslag, waar staat dat het omzeilen van nationale normen tegen gegaan moet worden. Als de nationale normen zo belangrijk worden geacht, waarom hebben we dan überhaupt een EU-richtlijn nodig? Waarom wordt dit niet aan de lidstaten overgelaten, als het toch de lidstaten zijn die de situatie moeten regelen? Een richtlijn van de EU zal aan alle kanten als een last worden ervaren en tot vertragingen leiden, terwijl wij alleen maar willen dat mensen kunnen werken. Dit is tenslotte geen nieuwe situatie. Het verschijnsel van gedetacheerde werknemers is niet ontstaan als gevolg van de EU. Dat bestond al voordat er een EU was. Mijn eigen broer, net als ik Engelsman, was technisch tekenaar. Hij ging als zelfstandige werken, nam een contract aan bij Volkswagen en werkte verscheidene jaren in Duitsland. Hij ondervond totaal geen problemen, maar dat was voordat het Verenigd Koninkrijk lid werd van de toenmalige EG. Dus ik herhaal, wij hebben deze richtlijn niet nodig. De lidstaten zijn heel goed in staat om hun zaken te regelen binnen de bestaande regels van de Europese Unie - kortom, de subsidiariteit. Herinnert u zich die nog?

3-428

Milan Cabrnoch (PPE-DE). - (CS) Commissaris, dames en heren, ik wil iedereen bedanken die een bijdrage heeft geleverd aan dit verslag. Het detacheren van werknemers is een belangrijke kwestie waarvoor de EU een oplossing moet vinden om de interne markt te voltooien met het vrije verkeer van personen en vrije, grensoverschrijdende dienstverlening. Ik voel me vereerd om op dit wezenlijke moment het woord te

Page 114: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

118 25/10/2006

mogen nemen ten overstaan van honderden collega-parlementariërs. De mededeling van de Commissie richt zich op het liberaliseren van de dienstverlening en het detacheren van werknemers, evenals op het wegnemen van onnodige obstakels en protectionisme, waar in sommige lidstaten sprake van is. Het verslag van mevrouw Schroedter gaat echter in de tegenovergestelde richting. De rapporteur legt te veel de nadruk op het beschermen van werknemers en stelt daartoe protectionistische maatregelen voor die haaks staan op de vrijheid om werknemers te detacheren. De huidige praktijk benadeelt werknemers uit de nieuwe lidstaten. Bedrijven uit de oude lidstaten mogen overal op de Europese markt diensten aanbieden, evenals in hun land van herkomst. Bedrijven uit de nieuwe lidstaten daarentegen hebben dit recht niet. Bovendien worden ze geconfronteerd met tijdsrestricties en een aantal administratieve obstakels en protectionistische maatregelen die het hun gedetacheerde werknemers feitelijk onmogelijk maakt diensten aan te bieden onder dezelfde voorwaarden als werknemers uit het ontvangende land. In dit Parlement horen we nog steeds uitingen van vrees voor de Poolse loodgieter en alles wat hij symboliseert. Het verslag van mevrouw Schroedter gaat klakkeloos voorbij aan de fundamentele waarden die ten grondslag liggen aan de totstandkoming van de EU, en draagt beslist niet bij aan de verwezenlijking van ons gezamenlijke doel, namelijk het voltooien van de interne markt. Dames en heren, ik wil u dan ook vragen om tegen dit verslag te stemmen.

3-429

Jan Andersson (PSE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, om te beginnen wil ik de rapporteur bedanken voor haar zeer opbouwende werk. Zoals vele anderen hebben gezegd, is dit een belangrijke richtlijn, niet alleen voor het vrije verkeer, maar ook voor de bescherming van de werknemers. Er zijn diverse gebreken - dat weten we van de vragenlijsten - op het punt van informatie, de controlemogelijkheid en de samenwerking tussen lidstaten. Ik wil benadrukken dat wij geen voorstander van protectionisme zijn, maar van open grenzen. Wij zijn voor concurrentie op gelijke voorwaarden tussen ondernemingen, maar we zijn ook voor gelijke behandeling van werknemers. Daar gaat het om: het gaat om gelijke behandeling. Sommige Parlementsleden, die op de zaak-Vaxholm hebben gewezen, zijn inmiddels vertrokken. Die zaak ging er specifiek om dat Letse werknemers niet slechter mochten worden behandeld dan Zweedse werknemers. Ze moesten precies dezelfde behandeling krijgen, niet slechter, maar precies dezelfde behandeling. Een vraagstuk waar onenigheid over bestond tussen ons en de Commissie, betrof het belang van een vertegenwoordiger. U stelt voor dat het voldoende is een verbinding te hebben met een onderhandelingspersoon

in een ander land. Dat zou ontzettend bureaucratisch en ontzettend moeilijk zijn. Een vertegenwoordiger moet kunnen communiceren in de landen die de onderhandelingen voeren en dan moet men iemand hebben die een onderhandelingsmandaat heeft. Men moet ook kunnen communiceren met de arbeidsinspectie en dergelijke. Een andere oplossing is volstrekt onmogelijk. Er is geen jurisprudentie die mijn woorden weerspreekt. De zaak-Arblade ging om iets anders. Daarbij ging het om documenten die volgens de Belgische wetgeving vijf jaar moesten worden bewaard, en die zaak is dus niet van belang voor hetgeen de Commissie zegt. Ik hoop niettemin dat het ons lukt om van deze detacheringsrichtlijn een maatschappelijk goed functionerende richtlijn te maken, maar dan moeten de zojuist genoemde elementen er wel in zijn opgenomen.

3-430

Marian Harkin (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur gelukwensen met haar verslag. Wegens tijdgebrek zal ik mij beperken tot ervaringen in Ierland, maar wat ik ga zeggen is zeker van belang voor dit debat. De commissaris stelde dat Ierland geen specifieke omzettingsmaatregelen heeft goedgekeurd en niet voldoet aan de criteria die in de jurisprudentie van het Hof van Justitie zijn vastgesteld. Dus nog afgezien van alle andere door de rapporteur genoemde problemen - en ik heb geen tijd om ze allemaal op te noemen - lijkt het erop dat wij in Ierland onvoldoende rechtszekerheid hebben om deze richtlijn integraal uit te voeren. Uit recente gebeurtenissen in Ierland is wel gebleken dat de volledige tenuitvoerlegging van deze richtlijn hard nodig is. Ik noem GAMA, een Turks bouwbedrijf dat een deel van zijn buitenlandse werknemers oplicht en het Ierse veerdienstschandaal, waarbij bestaande werknemers domweg werden vervangen door voornamelijk buitenlandse werknemers die werken voor de helft van het loon en onder slechte arbeidsomstandigheden - en ik kan hier wel aan toevoegen dat dit voor mij een van de redenen is om voor een richtlijn inzake veerdiensten te zijn. Ook heeft vandaag de champignonbranche in Ierland toegegeven dat sommige van zijn leden hun buitenlandse werknemers de helft van het minimumloon betaalt. Mijn laatste punt is dat niet alleen de gedetacheerde werknemers de dupe zijn, maar uiteindelijk alle werknemers, met inbegrip van de Ierse, een prijs zullen moeten betalen, omdat het minimumloon wordt ondergraven en de solidariteit tussen de werknemers plaats maakt voor argwaan en wantrouwen. De commissaris zei eerder dat het moeilijk is werknemers te beschermen en tegelijk het vrije verkeer van diensten te garanderen. Hoe moeilijk dat echter ook is, wij komen er niet onderuit.

3-431

Gabriele Zimmer (GUE/NGL). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik eveneens mijn

Page 115: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 119

waardering uitspreken voor het werk van de rapporteur. De detacheringsrichtlijn was in het verleden reeds een heet hangijzer en is dat nu nog steeds. Het land waar ik vandaan kom, was niet het enige dat tot dusver niet bereid was om het toepassingsgebied van de richtlijn uit te breiden tot heel de economie. In Duitsland geldt deze richtlijn slechts voor de bouwindustrie en de bijbehorende nevenactiviteiten. Ik wil het debat over het onderhavige verslag op drie aspecten toespitsen. Een daarvan is de nadruk die de rapporteur legt op de noodzaak om de sociale partners te versterken en te voorkomen dat de in cao’s vastgestelde normen worden ondermijnd. Dat betekent echter niet dat de tussen de lidstaten en de cao-partners gesloten overeenkomsten daadwerkelijk lonen garanderen waarmee werknemers in hun levensonderhoud kunnen voorzien. In verband daarmee moet worden bekeken in hoeverre minimumnormen daadwerkelijk overeenstemmen met de noodzaak van decent work. Mevrouw Schroedter wijst er niet geheel ten onrechte op dat het lastig is om een onderscheid te maken tussen zelfstandigen en werknemers. Toch is het noodzakelijk dat wij hen definiëren en de status van de zogenaamde schijnzelfstandigen ophelderen. Daarbij mogen wij echter niet vergeten dat het hier om mensen gaat die zich dikwijls in de marge van de samenleving bevinden en het minste verdienen, en daarom recht hebben op een eerlijk inkomen waarmee ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien. De tenuitvoerlegging van de richtlijnen inzake vrijheid van dienstverrichting wordt steeds gerechtvaardigd door het argument dat de consument er tenslotte profijt van moet hebben. De detacheringsrichtlijn lijkt op het eerste gezicht niet zoveel te maken te hebben met de bescherming van de consument, maar ik ben ervan overtuigd dat daarin verandering komt, zodra wij ons in een breder perspectief plaatsen. Het belang van de consument is immers niet meer alleen gelegen in de kwaliteit van de producten op zich. Dat is ook de reden waarom consumenten tegenwoordig worden beschermd tegen de invoer van producten die zijn vervaardigd met kinderarbeid. De handel in goederen en diensten moet een sociale dimensie hebben, en degenen die daaraan deelnemen, moeten recht hebben op minimumnormen die garanderen dat zij in hun levensonderhoud kunnen voorzien, met passende arbeidsvoorwaarden en arbeidsbescherming.

3-432

Thomas Mann (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, in februari heeft het Europees Parlement met de Raad en de Commissie een compromis bereikt over de dienstenrichtlijn. Daarin werden de artikelen 24 en 25 geschrapt, omdat deze slechts voorzagen in een oppervlakkige controle van de werknemers en de bedrijven die werknemers detacheren. Wij hebben daarbij weten te garanderen dat zowel zwartwerk als loondumping effectiever bestreden werden.

De Commissie heeft de afgelopen maanden een aantal veren moeten laten, en nu probeert ze de verworpen standpunten opnieuw te presenteren via het achterdeurtje van de detacheringsrichtlijn. Daarbij gaat ze in een aantal gevallen verder dan wat het Europese Hof van Justitie heeft bepaald, en wel via richtsnoeren, ten aanzien waarvan wij slechts advies mogen geven. Dat is misleidend en leidt ertoe dat de volksvertegenwoordigers macht wordt ontnomen. In het kader van inbreukprocedures worden richtsnoeren wel degelijk in aanmerking worden in het arrest van het Europese Hof van Justitie, en worden daarmee juridisch verplicht. De Duitse regering, onze partijen, sociale partners, werkgevers- en werknemersorganisaties zullen de geplande beperkingen van onze detacheringswet niet accepteren en andere Europese landen hebben dezelfde bedenkingen. In Polen werken bijvoorbeeld nauwelijks Polen op de bouwterreinen, maar grote aantallen arbeidskrachten uit niet-EU-landen. Het is van belang dat er mobiliteit wordt toegestaan op de Europese interne markt, maar daarbij moet het er vooral eerlijk en rechtvaardig aan toe gaan, en dat kan worden bereikt door middel van effectieve controles. Ieder gastland moet het recht hebben om documenten te eisen en arbeidsvoorwaarden te controleren, zoals inkomen, werktijden, rusttijden, veiligheid en gezondheidsbescherming. Degenen die beweren dat er minder documenten nodig zijn en dat bureaucratie moet worden voorkomen, willen in feite dat er geen enkele vorm van controle is en werken illegaliteit in de hand. Bovendien moet het mogelijk zijn personen die de wet hebben overtreden, officiële stukken te doen toekomen. Het is derhalve noodzakelijk dat de bedrijven die werknemers detacheren, worden vertegenwoordigd door personen die hiertoe op grond van de wet van het gastland de volledige bevoegdheid hebben. Ik juich het verslag van mevrouw Schroedter toe. Zij heeft mijn amendementen in de compromissen opgenomen. Op één punt ben ik het echter niet met haar eens, en wel als zij zegt dat de definitie van het begrip werknemer zodanig moet worden aangepast, dat economisch afhankelijke zelfstandigen worden ingedeeld bij de groep schijnzelfstandigen. Ik hoop dat mijn standpunt morgen door de meerderheid zal worden ondersteund.

3-433

Ieke van den Burg (PSE). - Voorzitter, ik heb in de Commissie interne markt met mevrouw Handzlik onderhandeld over dit dossier namens de PSE, het is jammer dat ze niet echt meer in het debat participeert, maar ik denk dat ik hier ook nog een keer wil zeggen dat wij wel degelijk heel veel oog hadden voor de problemen die door haar en ook door vele collega's in mijn fractie vanuit de nieuwe lidstaten zijn ingebracht en dat wij uiteraard onderkennen dat je onnodige barrières, onnodige bureaucratische belemmeringen voor het vrije dienstenverkeer en voor het vrije werknemersverkeer

Page 116: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

120 25/10/2006

moet opruimen. Aan de andere kant heb ik ook genoeg ervaring met wat er op de arbeidsmarkt legaal, illegaal, semi-legaal gebeurt om te weten dat mensen daar inderdaad uitgebuit worden en dat er juist ook grensoverschrijdende mogelijkheden tot detachering gebruikt worden om regels te ontduiken. Daarom zou ik hier nog eens heel duidelijk willen herhalen dat we niet het kind met het badwater moeten weggooien, maar dat we moeten kijken naar een goed evenwicht; ik zou mijnheer Clark, die blijkbaar niet weet hoe deze regelingen in elkaar zitten, nog eens duidelijk onder ogen willen brengen, dat er een subsidiariteitsprincipe is, dat voor het arbeidsrecht de regels van het werkland gelden en dat lidstaten daar volstrekt autonoom in zijn en dat die detacheringsrichtlijn alleen maar bedoeld is als uitzondering op die regel, om wat te regelen voor de situaties waarin werknemers over de grens gedetacheerd worden en tijdelijk onder hun eigen voorwaarden mogen werken, maar dan wel met een aantal minimumbeschermingen. Juist de controle daarop, en het feit dat dat zo ingewikkeld is, maakt het nodig om regels te hebben om ook mogelijkheden voor controle te hebben, betere mogelijkheden voor arbeidsinspecties om samen te werken en dat maakt ook dat we dat evenwicht nodig hebben. Maar ook in het kader van de dienstenrichtlijn wil ik nog eens benadrukken dat er voor dat arbeidsrecht geen hiërarchie van regels geldt, dat lidstaten daar autonoom in zijn en dat de regels voor het vrij verkeer van diensten dat niet overrulen.

3-434

Jacek Protasiewicz (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de mogelijkheid om werknemers te detacheren is onlosmakelijk verbonden met de grondvrijheden van de Europese Unie. De belangrijkste vrijheden daaronder betreffen het vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal. De richtlijn inzake de detachering van werknemers is dus een logisch uitvloeisel van de werking van de interne markt van de Europese Unie. We zijn het er allemaal over eens dat de toestand van de Europese economie gemeten kan worden aan het succes van haar bedrijven, in de eerste plaats van het midden- en kleinbedrijf. De richtlijn uit 1996 was hoofdzakelijk bedoeld voor deze kleine en middelgrote ondernemingen en vereenvoudigt de beginselen met betrekking tot het uitvoeren van economische activiteiten in een ander land dan het land van herkomst. Interne concurrentie is van cruciaal belang voor de Europese Unie als ze met succes de concurrentiestrijd wil aangaan op wereldvlak, waar ze het moet opnemen tegen de economieën van de Verenigde Staten, China en Japan. Ik wil mevrouw Schroedter van harte bedanken omdat ze deze kwestie aan de orde heeft gesteld. Het is een onderwerp dat van wezenlijk belang is voor de toekomst van Europa. Ik heb het verslag van mevrouw Schroedter aandachtig bestudeerd. Ik vrees helaas dat het document niet meteen aansluit bij mijn kijk op de vrijheid van

dienstverlening op de interne markt, een thema dat me na aan het hart ligt. Na het ontwerpverslag van mevrouw Schroedter doorgenomen te hebben ben ik van mening dat het verslag de facto tot doel heeft het de bedrijven moeilijk te maken om werknemers te detacheren voor het verrichten van specifieke werkzaamheden. Op die manier probeert het de protectionistische praktijken te bekrachtigen die door de regeringen van de lidstaten zijn ingevoerd om zich tegen de gevolgen van concurrentie te beschermen. Ik heb het dan over de positieve gevolgen van concurrentie. Tegelijkertijd steun ik de inspanningen van de Europese Commissie en van de commissaris zelf om een betere tenuitvoerlegging van de richtlijn mogelijk te maken. Ik hoop dat er geen reden is om de richtlijn te wijzigen of te vervangen door een nieuwe rechtstekst. Ik ga ervan uit dat commissaris Špidla dezelfde mening is toegedaan.

3-435

Proinsias De Rossa (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mevrouw Schroedter bedanken voor haar uitstekende verslag. Wij hebben een doeltreffende richtlijn nodig om werknemers die tijdelijk in een EU-lidstaat werken, te beschermen. Dit is van essentieel belang om een neerwaartse spiraal te voorkomen. Wij hebben echter een richtlijn vol met juridische zwarte gaten, en die richtlijn wordt bovendien in sommige landen niet eens toegepast. Ondanks de geweldige inzet van commissaris Špidla geloof ik niet dat met richtsnoeren deze tekortkomingen opgelost kunnen worden. Veel van onze lidstaten verzetten zich tegen de noodzakelijke veranderingen in de wetgeving. Het gevolg is dat er schandalen uitbreken als het reeds genoemde Ierse debacle met de veerdiensten. Scheepsbemanningen zijn al van de detacheringsrichtlijn uitgesloten, maar de Ierse regering verzet zich zelfs tegen de tenuitvoerlegging van een veerdienstenrichtlijn, die deze werknemers zou beschermen. Wij hebben dringend behoefte aan een wettelijk kader om een neerwaartse spiraal, oneerlijke concurrentie en vooral ook de verfoeilijke opkomst van vreemdelingenhaat te voorkomen. Wij hebben duidelijkheid en zekerheid nodig over definities van werknemers, en er moet een eind komen aan schijnzelfstandigheid. Wij moeten het recht krijgen om duidelijk vastgelegde hogere minimumnormen toe te passen, er moeten voldoende inspecteurs komen om de naleving daarvan te waarborgen, en er moeten uitvoerbare straffen worden vastgesteld voor overtreding van de EU-wetgeving. Ik vind ook dat er bescherming moet komen voor klokkenluiders, mensen die misstanden in het kader van de bestaande regeling naar buiten brengen. Ik wil degenen die de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en mijzelf op dit punt bekritiseren, erop wijzen dat ik een land vertegenwoordig dat zijn grenzen volledig heeft opengesteld voor alle tien de nieuwe

Page 117: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 121

lidstaten. Wij zijn nu gedwongen onze grenzen te sluiten voor Bulgarije en Roemenië vanwege de misstanden rond migrerende werknemers en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de Ierse werknemers. Dit is geen gemakkelijk oplosbaar vraagstuk en het is zeker geen poging om in de vijftien ‘oude’ lidstaten protectionistische maatregelen in te voeren.

3-436

José Albino Silva Peneda (PPE-DE). - (PT) Voorzitter, commissaris, de dynamiek van de interne markt heeft gezorgd voor een grotere mobiliteit van werknemers en ertoe bijgedragen dat Europese ondernemingen hun activiteiten ook over de grens konden ontwikkelen. Het feit dat ondernemingen werknemers naar andere lidstaten kunnen detacheren voor uitvoering van tijdelijk werk heeft ook bijgedragen aan deze groeiende mobiliteit. Toch laat de ervaring tot nu toe op dat gebied veel te wensen over. In het geval van Portugal is het detacheren van werknemers, vooral in de bouwsector, slecht verlopen. Er zijn verschillende gevallen bekend van uitbuiting van Portugese werknemers in Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland. Dat kon gebeuren doordat er een enorme kloof gaapt tussen de richtlijn van 1999, waarin het evenwicht tussen de vrijheid van diensverlening en de garantie van de arbeidsrechten van gedetacheerde werknemers is geregeld, en de toepassing van die richtlijn in het veld. Behalve het feit dat de richtlijn op verschillende manieren door de lidstaten wordt geïnterpreteerd, zijn er ook nog praktische problemen bij de toepassing ervan, wat geleid heeft tot meer barrières, meer bureaucratie en tragere procesvorming. Er is duidelijk geen controle op deze richtlijn. Uitbesteding is een bedroevend voorbeeld van een situatie die weliswaar voorkomt maar niet geregeld is in de richtlijn. Dit leidt tot een onaanvaardbare verwatering van de verantwoordelijkheden, en dat is altijd en eeuwig in het nadeel van de gedetacheerde werknemers. Ik steun het verslag van mevrouw Schroedter omdat ik vind dat het gastland verplicht is om in nauwe samenwerking met het land van herkomst ervoor te zorgen dat de arbeidsomstandigheden overeenkomstig de richtlijn strikt worden nageleefd. Zo moet de effectiviteit van de controle worden vergroot en moeten illegale praktijken worden tegengegaan. Daarom zijn grotere transparantie en meer informatie over de rechten en plichten noodzakelijk wanneer ondernemingen overgaan tot het detacheren van werknemers. Ik steun het verslag van mevrouw Schroedter, ook omdat het nodig geworden is, correcties aan te brengen om de ondersteuning, de controle en de uitvoering van deze richtlijn beter en systematischer te organiseren.

3-437

Françoise Castex (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte collega’s, wij moeten ons goed realiseren dat de Europese arbeidsmarkt echt bestaat, met name in de dienstensector, die meer dan

andere de verplaatsing van werknemers inhoudt. Wij staan daar positief tegenover, maar niet onder om het even welke voorwaarden en niet tegen het risico van sociale dumping. Menselijke arbeid is geen koopwaar en mag niet worden onderworpen aan de regels van vrije mededinging. Wij hebben deze bezorgdheid kenbaar gemaakt tijdens het debat over de dienstenrichtlijn, en het Parlement heeft - zoals al gezegd - de artikelen 24 en 25 van deze richtlijn verworpen, die precies gaan over de versoepeling van de voorwaarden voor de detachering van werknemers. Het is onaanvaardbaar dat de Commissie dit standpunt opnieuw ter discussie stelt en voorbijgaat aan de kritiek van het Parlement. De richtlijn betreffende de detachering van werknemers wordt niet goed toegepast in de lidstaten en beantwoordt niet aan de doelstellingen. Maar in welke richting moeten we het dan zoeken? Moet de regelgeving versoepeld worden, of moet de bereidheid om die toe te passen juist worden gestimuleerd? Volgens mij leiden de verplichtingen inzake verklaringen, doeltreffende controles en bewaring van documenten niet tot overbodige extra bureaucratie waar het gaat om de bescherming van de sociale rechten van gedetacheerde en lokale werknemers. Alleen fraudeurs profiteren van de laksheid op dit terrein. Meer dwang en de dreiging van geldboetes moeten overigens een afschrikwekkende werking hebben. Daarom steun ik dit verslag en doe ik een dringend beroep op de Commissie en de lidstaten om iets te doen aan de problemen rond de toepassing van de richtlijn, die wij vooralsnog liever niet gewijzigd willen zien.

3-438

Csaba Őry (PPE-DE). - (HU) Diverse collega’s hebben erop gewezen dat de richtlijn betreffende de detachering van werknemers en de dienstenrichtlijn nauw met elkaar samenhangen. Ik vind het dan ook jammer dat we beide richtlijnen niet tegelijk in november behandelen, want dat zou logisch en verstandig zijn geweest. Er bestaat een belangrijk verschil in filosofie tussen ons standpunt en de benadering die de collega's van de PSE-Fractie en de Verts/ALE-Fractie hebben verwoord. Wij leggen de nadruk namelijk op het versterken en aanzwengelen van de economie, want als we het ontwikkelingstempo niet verhogen, kunnen we geen nieuwe banen scheppen en kunnen we de financiering van de grote socialezekerheidsstelsels op de lange termijn niet garanderen. Evenmin kunnen we dan onze Europese sociale waarden waarborgen. Het zal dan onmogelijk zijn vooruitgang te boeken met de inspanningen om werk en gezin op elkaar af te stemmen of om het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen te vergroten. We zullen als gevolg daarvan niet voldoende middelen hebben om op Europees niveau de massale inkrimping ten gevolge van de verplaatsing van bedrijfsactiviteiten aan te pakken. De vraag is dan ook of we de economische prestaties willen belemmeren of bevorderen. In de loop van het debat over de richtlijn betreffende de detachering van

Page 118: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

122 25/10/2006

werknemers leek het wel alsof we deze prestaties wilden belemmeren, en dat is geen goed teken voor de toekomst. Ik wil alleen het meest in het oog springende probleem noemen, namelijk de eis die wordt gesteld met betrekking tot de vertegenwoordigers van bedrijven. Deze druist volledig in tegen het idee van vrije dienstverrichting en in de praktijk vormt dit een ernstig concurrentienadeel. Het zou namelijk betekenen dat men een lokaal netwerk moet opzetten en dat is een dure, zinloze en onpraktische onderneming. Daarom wil ik uw aandacht vestigen op het feit dat wij amendement 7 van cruciaal belang achten. Mocht dit amendement niet worden aanvaard, dan zullen we geen steun geven aan de richtlijn. Houdt u daarmee alstublieft rekening bij de stemming.

3-439

Harald Ettl (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou willen dat er geen detacheringsrichtlijn meer nodig was, en ik ben ervan overtuigd dat de commissaris gelijksoortige gedachten heeft. Ik weet ook niet of de werknemers door deze wet voldoende kunnen worden beschermd tegen uitbuiting. Wij hebben echter geen ander adequaat instrument voor de Europese arbeidsmarkt tot onze beschikking staan om problemen te voorkomen. Feit is dat de belangrijkste kenmerken van de detacheringsrichtlijn slechts beperkt functioneren, en ik doel hierbij niet alleen op het grensoverschrijdend opleggen van administratieve straffen, maar ook op de samenwerking tussen overheden. Bovendien leidt het niet opnemen van bonussen als een dikwijls wezenlijk bestanddeel van het loon tot nog meer loondumping. Een minimale vereiste voor het functioneren van de detacheringsrichtlijn is dat er een persoon wordt aangewezen die kan optreden als vertegenwoordiger van het bedrijf dat werknemers detacheert, teneinde de tenuitvoerlegging van de richtlijn te garanderen.

3-440

Vladimir Špidla, lid van de Commissie. - (CS) Dames en heren, ik zal het zeer kort houden, omdat het al vijf over twaalf is en ik vind dat we ons strikt moeten houden aan de binnen de EU geldende regels, zoals de arbeidstijdenrichtlijn. Heel kort dus. Een belangrijke kwestie die twee keer aan de orde is gesteld in dit debat, was dat de Commissie via haar mededeling zou proberen de artikelen 24 en 25, die uit de dienstenrichtlijn waren geschrapt, er alsnog doorheen te drukken. Dit is een misvatting, omdat de artikelen 24 en 25 gebaseerd zijn op het herkomstlandbeginsel, ofwel op het beginsel dat het land van herkomst verantwoordelijk is voor inspecties. Dit staat niet in de mededeling, omdat de mededeling, zoals het hoort, gebaseerd is op de huidige wettelijke situatie, die voorschrijft dat de inspectieverantwoordelijkheid rust bij de lidstaten waar werknemers gedetacheerd worden, dat wil zeggen bij de landen die de werknemers ontvangen.

Ook is me in het debat opgevallen dat we het erover eens zijn dat de richtlijn te allen tijde toegepast kan worden, maar het is cruciaal dat we een tandje bijzetten om de consequente toepassing ervan te garanderen. Het grootste probleem is momenteel dat het niet consequent wordt toegepast, met name in de grensoverschrijdende samenwerking tussen afzonderlijke lidstaten. De Commissie heeft in haar mededeling maatregelen genomen om dit probleem te verhelpen, en ik vind dat we verplicht zijn dit zo grondig en snel mogelijk te doen. Ik wens geen oordeel te vellen over de afzonderlijke gevallen die zijn aangehaald om kritiek uit te oefenen op de richtlijn of de Commissie, niet omdat ik dit niet zou kunnen maar meer omdat ik de arbeidstijd van de tolken respecteer. Ik wil nog een algemene opmerking plaatsen. In haar mededeling heeft de Commissie ten eerste het arrest van het Hof in Luxemburg geïnterpreteerd, en dat heeft ze naar behoren gedaan. Vervolgens heeft ze, als hoedster van de Verdragen, een standpunt bepaald ten aanzien van een aantal kwesties. Ten derde heeft ze maatregelen voorgesteld - en die stelt ze nog steeds voor - om deze richtlijn beter ten uitvoer te leggen. Nog één laatste opmerking. Het is een grondbeginsel van behoorlijke rechtsstatelijke procedures dat wetten - een in dit geval een richtlijn - alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn opgesteld. Het doel van deze richtlijn is om gedetacheerde werknemers te beschermen, niet om de vrijheid van dienstverlening aan banden te leggen. Met de mededeling worden, gezien deze algemene structuur en het evenredigheidsbeginsel, de lidstaten dan ook geen beperkingen opgelegd in verband met de uitvoering van hun eigen inspecties. Evenmin worden de lidstaten ervan weerhouden hun plichten na te komen. Het evenredigheidsbeginsel is uiteraard van toepassing, waarbij de opgelegde verplichtingen passend moeten zijn voor het doel en gevallen afzonderlijk moeten worden bekeken, zoals ook in de mededeling wordt aangegeven. Dames en heren, ik wil het Parlement bedanken voor de aandacht die het geschonken heeft aan deze kwestie. Ik ben ervan overtuigd dat dit een van de belangrijkste richtlijnen betreffende de Europese arbeidsmarkt is. Het is onze plicht om de richtlijn juist te interpreteren en zo snel en doeltreffend mogelijk in praktijk te brengen. Ik wil mevrouw Schroedter bedanken voor haar verslag, omdat het zonder meer een stap vooruit betekent in het proces dat ik eerder schetste, namelijk de volledige tenuitvoerlegging van de richtlijn, en wel op een wijze die tegemoetkomt aan het doel ervan. Geachte afgevaardigden, ik dank u allen hartelijk.

3-441

De Voorzitter. - Het debat is gesloten. De stemming vindt donderdag om 11.30 uur plaats.

Schriftelijke verklaring (artikel 142)

3-442

Page 119: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

25/10/2006 123

John Attard-Montalto (PSE). - (EN) Wij debatteren vanavond over het verslag over de toepassing van een richtlijn inzake detachering van werknemers. Zoals bekend is de detacheringsrichtlijn in de eerste plaats bedoeld om het vrije verkeer van personen en diensten te waarborgen, en in de tweede plaats om ervoor te zorgen dat gedetacheerde werknemers de voorwaarden inzake minimumbezoldiging, arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid van de ontvangende lidstaten genieten. Het kernprobleem van de richtlijn is de handhaving ervan. Een van de grootste struikelblokken is dat de definitie van ‘werknemers’ zodanig moet worden aangepast dat met het oog op het nationale arbeidsrecht een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen ‘werknemers’ en ‘zelfstandigen’. Een ander probleem is dat deze richtlijn niet door alle lidstaten is omgezet, en in de praktijk in een aantal lidstaten ook niet wordt uitgevoerd. Ook is het duidelijk dat deze werknemers hun eigen rechten niet eens kennen. Het doel van de richtlijn wordt dus niet bereikt. Ik ben talloze Maltezen tegengekomen die in andere lidstaten werkten en die geen flauw idee hadden van de rechten die zij krachtens deze richtlijn hebben. Als wij een zinvolle richtlijn willen, moeten wij ervoor zorgen dat er geen enkele onduidelijkheid over bestaat.

3-443

Agenda van de volgende vergadering: zie notulen

3-444

Sluiting van de vergadering

3-445

(De vergadering wordt om 00.10 uur gesloten)

Page 120: WOENSDAG 25 OKTOBER 2006 - European Parliament · 2008-06-22 · Ik bewonder de moed van de Spaanse regering om te kiezen voor een risicovolle en omstreden weg. Deze weg is het beste

124 25/10/2006

INHOUD WOENSDAG 25 OKTOBER 2006............................. 5 Opening van de vergadering ....................................... 5 Samenstelling fracties: zie notulen ............................. 5 Vredesproces in Spanje (debat) .................................. 5 Resultaten van de informele top van de staats- en

regeringsleiders (Lahti, 20 oktober 2006) (debat) .............................................................. 10

Plechtige vergadering - Hongarije ............................ 33 Stemmingen ................................................................ 35 Stemverklaringen ....................................................... 40 Rectificaties stemgedrag/voorgenomen stemgedrag:

zie notulen........................................................ 54 Goedkeuring van de notulen van de vorige

vergadering: zie notulen................................. 54 Welkomstwoord ......................................................... 54 Moldavië (Transnistrië), Georgië (Zuid-Ossetië)

(debat) .............................................................. 55 Uitvoer van giftig afval naar Afrika - Strafrechtelijke

bescherming van het milieu (debat) .............. 64 Euromediterrane associatieovereenkomst EG-Syrië

(debat) .............................................................. 74 Vragenuur (vragen aan de Raad) ............................. 83 Conferentie van Nairobi over klimaatverandering

(debat) .............................................................. 93 "NAIADES", een geïntegreerd Europees actieplan

voor de binnenvaart (debat)........................... 99 Publiek-private samenwerkingen en het

Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten (debat) ................ 105

Terbeschikkingstelling van werknemers (debat) .. 113 Agenda van de volgende vergadering: zie notulen 123 Sluiting van de vergadering .................................... 123