Wikiwijs · Web viewDe afgelopen jaren is er veel ophef geweest over het Landelelijk Elektronisch...
Transcript of Wikiwijs · Web viewDe afgelopen jaren is er veel ophef geweest over het Landelelijk Elektronisch...
BPV GIDS
Opleiding apothekersassistent Noorderpoort Leerjaar 2
Cohort 2015-2018
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 9)
Inleiding
Het leren in de praktijk – de zogenaamde beroepspraktijkvorming, hierna te noemen BPV – is een belangrijk deel van de opleiding. Op school leert de student kennis en vaardigheden aan, in de BPV worden deze toegepast in een situatie met patiënten en collega’s.
Deze gids is bedoeld als informatiegids voor het BPV-adres, de BPV- begeleider, de student en de BPV-docent (van school) bij het voorbereiden, uitvoeren en afronden van de BPV. Het BPV-adres ontvangt een exemplaar van deze BPV gids, voor de student wordt er een digitale versie beschikbaar gesteld op NELO, de elektronische leeromgeving.
In deze gids kunt u andere adressen en telefoonnummers van de opleiding en haar BPV- docenten en de BPV-coördinator vinden. Daarnaast treft u in de bijlage o.a. een aantal formulieren aan (o.a. kennismakings- en evaluatieformulieren). Ook zijn de BPV-opdrachten in deze gids opgenomen. Op school worden deze opdrachten voorbereid en de BPV- begeleider begeleidt de student bij het maken van de opdrachten.
Tot slot: wij gebruiken in deze gids het woord “zij”, natuurlijk is daarmee ook bedoeld “hij” in het geval van mannelijke student.
Wij hopen met deze gids tegemoet te zijn gekomen aan de vragen en opmerkingen vanuit het werkveld.
Indien u nog vragen, opmerkingen, aanvullingen heeft t.a.v. deze gids, horen wij dat graag.
U kunt uw reactie mailen naar Trix van Calker-Henstra via: [email protected]
Wij wensen de student en de BPV-begeleider veel succes met de ‘gezamenlijke’ BPV- periode.
Contactgegevens
Mochten er tussendoor vragen zijn, kunt u altijd contact opnemen met de betreffende BPV docent. Hieronder vindt u de emailadressen.
Mevr. T. van [email protected] Mevr. J. [email protected] Mevr. H. Matthijse- [email protected] Mevr. N. [email protected]
Mevr. I.B.M. [email protected]
Bovengenoemde BPV- docenten zijn ook te bereiken via telefoonnummer: 050 – 3688300
In (zeer) dringende gevallen kunt u contact opnemen met de teammanager, Mevr. A. Rosema-Hulshof
Telefoonnummer: 050 – 3688300
Postadres Opleiding
Noorderpoort, School voor Gezondheidszorg en Welzijn, Opleiding Apothekersassistent
Postbus 1225
9701 BE GRONINGEN
fax. 050 – 3688301
Inhoud
Inleiding2Contactgegevens2Inhoud3Begrippenlijst5Afspraken en regels met betrekking tot de BPV6BPV-plaatsen6Kennismaking6Praktijkovereenkomst6Identificatieplicht6Planning6Werktijden7Kosten7Aanwezigheid7Vakanties8BPV begeleiding: vanuit school9Verzekering9Programma leerjaar 2 kerntaak 1,2 en 310BPV begeleiding vanuit het BPV adres11Leerdoelen11Evaluatie11De BPV-opdrachten12Oriënteren12Uitvoeren12Reflectie12Ontwikkeling tijdens de drie leerfasen13Bijlage 1 Kennismakingsgesprek15Bijlage 2 Wet op de identificatieplicht16Bijlage 3 Verklaring beroepsgeheim17Bijlage 4 Presentie op het praktijkadres18Bijlage 5 Persoonlijk Ontwikkelings Plan POP / PAP19Bijlage 6 Tussen- en eindevaluatieformulier BPV22Bijlage 7 Stage-opdrachten26KT1a Complexere zelfzorgvragen26Beoordelingslijst KT1a Complexere zelfzorgvragen27KT1b Omgaan met medicatiebewaking signalen29Beoordelingslijst KT1b Omgaan met medicatiebewaking signalen30KT1d Afleveren van veelvoorkomende recepten32Beoordeling KT1d Afleveren van veelvoorkomende recepten33KT2a Voor toediening gereed maken35Beoordeling KT2a Voor toediening gereed maken37KT3a Privacy in de apotheek /LSP39Beoordeling KT3a Privacy in de apotheek40KT3b Aanschrijven van recepten41Beoordeling KT3b Aanschrijven van recepten42Bijlage 8 Leerdoelen formuleren volgens SMART44Bijlage 9 Reflecteren45Bijlage 10 Kerntaken/werkprocessen/competenties46
Begrippenlijst
AG
Assisterenden Gezondheidszorg
(apothekersassistenten (AA), doktersassistenten (DA) en tandartsassistenten (TA))
Beroepscompetentie profiel
De beschrijving van beroepseisen waaraan een ervaren beroepsbeoefenaar voldoet
BOL
Beroeps Opleidende Leerweg (leren – BPV)
BPV
Beroepspraktijkvorming: alle opleidingsactiviteiten in de werkelijke praktijk van het beroep. Het vervangt het woord “stage”.
BPV-begeleider
Praktijkbegeleider van de opleiding
BPV-docent
De docent vanuit het Noorderpoort die de student begeleidt
Calibris
Landelijk Orgaan Beroepsonderwijs Gezondheidszorg, Welzijn, Dienstverlening en Sport, voert de erkenningenregeling uit
CGO
Competentie Gericht Onderwijs
Competenties
Vermogens van mensen, die je kunt ontwikkelen, waarmee je resultaat - en procesgericht kunt handelen. Competenties krijgen pas betekenis in een context
Kerntaak
Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening
Logboek
In een logboek kunnen ervaring worden opgeschreven. Dit logboek hoeft verder niemand te lezen, maar kunnen onderwerpen zijn die in de leerdoelen worden verwerkt.
PAP
Persoonlijk activiteiten plan
POP
Persoonlijk ontwikkel plan
POK
Praktijk overeenkomst
Student
Stagiair die de beroepspraktijkvorming volgt
WEB
Wet educatie en beroepsonderwijs
Wet BIG
De Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) bevat regels voor zorgverlening door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
Afspraken en regels met betrekking tot de BPVBPV-plaatsen
De school zoekt contact met BPV-adressen. Over het algemeen wordt er voor gezorgd dat het BPV-adres vanaf het huisadres van de student met het openbaar vervoer bereikbaar is. De student kan in overleg met de BPV-docent ook zelf een stageadres zoeken. De BPV- adressen dienen te zijn geaccrediteerd door Calibris.
Kennismaking
De school neemt telefonisch contact met u op, waarin de plaatsing van een BOL student wordt bevestigd. Vervolgens ontvangt u van de student de kennismakingsbrief waarin de student zich voorstelt en aangeeft welke periode de BPV plaats zal vinden.
De BOL student neemt vóór de BPV- periode ingaat ook telefonisch contact met u op om een afspraak te maken voor een kennismakingsgesprek. De student vertelt dan wat over zichzelf, haar doelstelling en haar plannen. Er is dan ook ruimte voor het stellen van vragen over de werktijden, evt. fietsstalling, kleding- en haarvoorschriften etc. Van dit kennismakingsgesprek maakt de student een verslag.
Praktijkovereenkomst
Voordat de studenten de praktijk ingaan, moet er volgens de WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) een Praktijkovereenkomst (POK) gesloten worden tussen de school, het BPV-adres, Calibris en de student (of wettelijke vertegenwoordiger). De praktijkovereenkomst is een schriftelijk contract, waarin de afspraken tussen de student, de praktijk verlenende instelling en de onderwijsinstelling zijn vastgesteld. Een kopie hiervan wordt voor de student en praktijk verlenende instelling verzorgd door de BPV- coördinator van het Noorderpoort.
Identificatieplicht
Het BPV-adres kan het tonen van een identiteitsbewijs verlangen (zie bijlage 2).
Planning
In het tweede leerjaar (= 2e fase) hebben de BOL studenten de volgende stage-indeling:
Week
Dagen
Aantal dagen
36
Maandag - vrijdag
4,5 (maandag 9.00-11.00 uur terugkommoment school)
37 - 46
Maandag
(ook in de toets week 46)
9
47 - 25
Maandag en dinsdag
(ook in de toets weken, week 6 en 18)
52
Totaal aantal dagen
65,5
Werktijden
De student past zijn/haar werktijden zoveel mogelijk aan, aan de normen van het BPV-adres, met dien verstande dat de student 8 klokuren per dag aanwezig is. De student mag in de apotheek één uur per dag werken aan opdrachten, het tijdstip in goed overleg met de BPV-begeleider. Met werken aan de opdrachten wordt bedoeld: Het opzoeken van zaken in de apotheek, het stellen van vragen aan de BPV begeleider(s). Het uitwerken van de opdrachten dient (zoveel mogelijk) thuis te gebeuren.
Tijdens vakanties en lesvrije dagen is de BOL student vrij van school en BPV. Indien nodig kunnen in overleg met BPV-begeleider en BPV-docent gemiste dagen worden ingehaald. De student dient hiervoor een verzoek in te dienen bij de BPV- docent. Het inhalen van verzuimdagen kan niet in de kerst- en zomervakantie.
Kosten
De student krijgt geen reiskostenvergoeding, reiskosten zijn een onderdeel van de opleidingskosten die voor eigen rekening zijn Vanuit de apotheek kan de student eventueel een (kleine) stagevergoeding ontvangen volgens de CAO
Aanwezigheid
De student dient haar aanwezigheid met behulp van een presentieformulier (zie bijlage
4) bij te houden en te laten ondertekenen.
Wanneer de student tijdens de BPV-periode door ziekte niet in staat is op het BPV-adres aanwezig te zijn, wordt van de student verwacht dat zij dit zo tijdig mogelijk meldt aan de BPV-begeleider en de BPV-docent. Slechts met toestemming van de school en in overleg met de BPV-begeleider mag de student om andere redenen dan ziekte afwezig zijn tijdens de BPV.
Er wordt van de student verwacht dat zij het BPV-adres en de BPV-docent regelmatig op de hoogte houdt van de stand van zaken omtrent het verzuim. Bij hervatten van de BPV (na ziekte) moet dit tijdig gemeld worden aan de BPV-begeleider en de BPV-docent.
Ouders/Partner
Het is ouders, partner, enz. niet toegestaan, anders dan in geval van ziekmelding of urgente familieomstandigheden, contact op te nemen met het BPV-adres. Voor alle overige personen is het niet toegestaan contact op te nemen met het BPV-adres.
Bijzondere omstandigheden
Er zijn situaties denkbaar waarin de opleiding (het docententeam) het niet verantwoord vindt om een student BPV te laten gaan volgen. De student wordt hierover ingelicht door de studieloopbaanbegeleider of BPV-docent en de BPV-coördinator.
Vakanties
De BOL student heeft recht op vakantie als de school vakantie of vrije dagen heeft. Deze vrije dagen kunnen - in overleg - gebruikt worden om verzuimdagen (zie hierboven) in te halen.
Indien een BOL student gedurende de vakantie vakantiewerk doet op het BPV-adres gelden deze dagen niet als BPV. Het is niet toegestaan BPV-dagen te verschuiven naar vakantieperiodes teneinde op andere dan de reguliere vakantieperiodes op vakantie te gaan.
Vakanties MBO 2016-2017
Herfstvakantie
maandag
17-10-2016 t/m vrijdag 21-10-2016
Kerstvakantie
maandag
26-12-2016 t/m vrijdag 6-1-2017
Voorjaarsvakantie
maandag
20-2-2017 t/m vrijdag 24-2-2017
Goede Vrijdag en Pasen
vrijdag
14-4-2017 t/m 17-4-2017
Meivakantie
maandag
24-4-2017 t/m 28-4-2017
Bevrijdingsdag
vrijdag
5-5-2017
Hemelvaart + vrijdag
donderdag
25-5-2017 én vrijdag 26-5-2017
Pinksteren
maandag
5-6-2017
Zomervakantie 2017
week 29 t/m 35 (MBO)
maandag
17-7-2017 t/m vrijdag 1-9-2017
Margedagen: 1 (vrij in te vullen per school/regio)
BPV begeleiding: vanuit school
Op school zal de student begeleid worden door de BPV-docent. Er worden voorbereidingen getroffen zoals het schrijven van de kennismakingsbrief, het maken van een CV, maar ook de houding op stage wordt besproken. De student wordt begeleid bij het maken van een POP en PAP en ook worden de opdrachten voorbereid. De student wordt ook geïnformeerd omtrent de rechten en plichten van de stagiair, beroepshouding en beroepsgeheim, evaluatieformulier, WA verzekering, absentielijst en het leggen van contact met de BPV- begeleider. Tijdens de BPV-periode zijn er ook regelmatige BPV-lessen. Het doel is dat de studenten van elkaar leren onder supervisie van de BPV- docent. Ze leren van elkaars fouten en successen. Tijdens deze bijeenkomsten staan de BPV-ervaringen centraal.
De BPV- docent zal in periode 5 (= eerste stageperiode) telefonisch contact opnemen met de apotheek om de voortgang te bespreken. In periode 6 of 7 zal er een BPV bezoek plaatsvinden.
Verzekering
Via de school is voor de student een ongevallen- en WA-verzekering afgesloten.
Programma leerjaar 2 kerntaak 1,2 en 3
Jaar 2
Kerntaak en onderwerp
Periode 5
Periode 6
Periode 7
Periode 8
1
FPZ
H1 Pijn H8 Huid
H6 Maag-darm
H3 Slaap en angst H5 Allergie
H13 Afweer H22Vitamines
H9 CVRM
H11 Hart- en vaatziekten
H15 Aandoeningen vd luchtwegen
H10 Diabetes H12 Bloedstolling
H14 Infectieziekten
AIS
Inbrengen eenvoudige recepten
Inbrengen moeilijke recepten
Inbrengen magistrale recepten
Eenvoudige medicatiebegeleiding
Zelfzorg
Diarree Aambeien Obstipatie Maagklachten
Allergische rhinitis Hoofdroos Kinderziektes
Acne Hoofdluis
Stoppen met roken Verkoudheid, griep en hoest
Voetschimmel Vaginale schimmelinfectie Wratten Koortslip
Kleine wonden
2
Bereiden
Dermatica (afwrijven, oplossen, 2 LNA- procedures)
(Zij-instromers: introductie meten, wegen en veiligheid)
RIFAS
Vloeistoffen
Capsules
· hoog
· laag
· uit tabletten
Zetpillen (géén LNA- procedures) en klysma’s
Rekenen
Doseringscontrole
% en promille
Relatieve dichtheid, druppelgewicht Concentratie
Theoretisch, praktisch, SD, RSD, verwrijvingen tabletten
3
De apotheek Opiumwet Voorraadbeheer Eerste- tweede uitgifte
Eerste- en tweedelijnszorg Zelfzorg en zorg door omgeving Het ziekenhuis
Preventie Gezond blijven
Patiënten rechten Complementaire en alternatieve zorg
Kwaliteit
Fouten en klachten Financiering en beleid van de gezondheidszorg
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 10)
BPV begeleiding vanuit het BPV adresLeerdoelen
De student heeft op school uitleg gekregen over de werkwijze van een POP en een PAP. Er is besproken hoe een leerdoel aan de hand van de methode SMART (bijlage 8) wordt uitgewerkt. En vervolgens welke competenties bij dit leerdoel worden behaald door de student. Deze opdracht zal als eerste met de BPV begeleider worden besproken. Vervolgens maakt de student een POP en een PAP voor de BPV-opdrachten. De student overlegt op school – in het begin van de stage - met de BPV- docent met welke opdrachten zal worden begonnen en welke leerdoelen daarbij behaald gaan worden. De student is dus niet meer gebonden aan één POP en PAP per opdracht. Vervolgens bij goedkeuring van het POP en PAP door de BPV-begeleider, krijgt de student een GO van de BPV begeleider en de student kan de opdrachten vervolgens gaan uitvoeren in de apotheek. De BPV-begeleider ondersteunt de student hierbij.
Evaluatie
De BPV-begeleider zorgt voor een vast moment waarop de begeleidingsgesprekken plaats vinden. Tijdens deze gesprekken kunnen tussen- of eindevaluaties plaatsvinden aan de hand van de voortgangs- evaluatieformulieren (bijlage 6). Voor de tussentijdse evaluatie wordt hiervoor een kopie gebruikt.
Voor de tussen- en eindevaluaties moeten zowel de BPV-begeleider als de student een beoordelingsformulier invullen. Deze ingevulde formulieren worden gebruikt om vorderingen, groei en aandachtspunten te bespreken. Tijdens deze evaluaties worden ook de BPV- opdrachten besproken. Deze zijn voorafgaand aan de evaluatie beoordeeld door de BPV- begeleider aan de hand van de beoordelingslijsten die zijn toegevoegd aan de opdrachten. De BPV-begeleider geeft tijdens dit gesprek aan, welke competenties de student voldoende beheerst en aan welke competenties de student nog moet werken. Vervolgens wordt besproken hoe de student dit het beste kan aanpakken. Ook worden de reflectieverslagen van elke opdracht met de student besproken.
De student maakt een verslag van deze gesprekken.
Alle beoordelingscriteria per leerfase zijn zo geformuleerd dat de student op het einde van de BPV aan alle beoordelingscriteria voor deze fase voldoet.
Indien de student aan alle beoordelingscriteria voldoet, ondertekent en dateert de BPV-begeleider de beoordelingslijst. Ook de student ondertekent de beoordelingslijst.
(De tussenevaluaties vinden plaats in week 50 en week 14. De eindevaluatie in week 24 of 25. Tijdens deze evaluatie wordt het ingevulde evaluatieformulier, bijlage 6, door de student en de BPV-begeleider besproken, net als de opdrachten. Het accent van deze bespreking ligt op het functioneren van de student binnen de praktijk en het team.)
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 11)
De BPV-opdrachten
De competenties die zijn beschreven in de beoordelingslijsten van de opdrachten zijn afgeleid van het kwalificatiedossier voor Apothekersassistenten 2011-2012. Bij iedere competentie behoort een lijst van kennis, vaardigheden en houding.
De studenten kunnen voor zichzelf vaststellen wat sterke en minder sterke kanten zijn binnen de verschillende competenties. De competentiewijzer is een handig hulpmiddel bij het formuleren van leerdoelen in het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Bij iedere competentie is aangegeven in welke werkprocessen de competentie voorkomt.
Hoe zien de stappen van werken aan de opdrachten eruit? Oriënteren
De BPV-begeleider bekijkt samen met de student de verschillende opdrachten. De onderwerpen die de student in de BPV in fase 2 gaat uitvoeren zijn:
· Complexere zelfzorgvragen
· Omgaan met medicatiebewakingsignalen
· Afleveren van veelvoorkomende recepten
· Voor toediening gereed maken
· Privacy in de apotheek /LSP
· Aanschrijven van recepten
Oriënteren
De student bereidt theorieopdrachten voor. De meeste opdrachten kunnen op school of thuis voorbereid worden.
Uitvoeren
De opdrachten hebben betrekking op de uitvoering op het BPV-adres. De BPV-begeleider bespreekt met de student hoe de opdracht wordt uitgevoerd. De student wordt tijdens de BPV geobserveerd door de BPV-begeleider.
Reflectie
Van elke opdracht maakt de student een reflectieverslag met behulp van de STARR methode (bijlage 9). Deze reflectieverslagen worden door de BPV-begeleider met de student besproken.
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 15)
Ontwikkeling tijdens de drie leerfasen
De opleiding bestaat uit 3 leerfases, globaal overeenkomend met de 3 leerjaren, afhankelijk van het leer-/ontwikkelingstempo van de deelnemer.
In de eerste fase zijn de activiteiten eenvoudig van aard. De beroepscontext waarin deze activiteiten worden uitgevoerd is een gesloten context.
Dit betekent dat:
· de beroepssituatie redelijk voorspelbaar is
· de deelnemer terug kan vallen op regels, procedures en protocollen
· de deelnemer meestal routinematige beroepshandelingen uitvoert
De opdrachten die de deelnemer uitvoert zijn helder van opbouw en sterk sturend. De mate van zelfstandigheid is in deze eerste fase nog gering.
In fase 2 en fase 3 komen globaal de zelfde onderwerpen aan bod. De mate van complexiteit zal gedurende de leerfasen toenemen. De begeleiding verandert in fase 2 en 3 meer in ondersteuning. De sturende werking van de opdrachten neemt af en de zelfstandigheid van de deelnemer neemt toe.
De deelnemer werkt van fase 1 tot en met 3 naar het niveau van een beginnend apothekersassistent. Op de volgende pagina is het schematisch weergegeven.
In het onderstaande schema zijn de drie factoren vastgelegd door middel van een zwart rondje. Dit rondje geeft de mate van ontwikkeling aan.
LEERFASE 1
De mate van complexiteit
De mate van verantwoordelijkheid
De mate van zelfstandigheid
· gesloten context
· uitvoering van eigen takenpakket
· geleid
o open context
o samenwerking met collega’s
o begeleid
o complexe context
o overzicht over het hele zorgproces
o zelfstandig
LEERFASE 2
De mate van complexiteit
De mate van verantwoordelijkheid
De mate van zelfstandigheid
· gesloten context
· uitvoering van eigen takenpakket
· geleid
· open context
· samenwerking met collega’s
· begeleid
o complexe context
o overzicht over het hele zorgproces
o zelfstandig
LEERFASE 3
De mate van complexiteit
De mate van verantwoordelijkheid
De mate van zelfstandigheid
· gesloten context
· uitvoering van eigen takenpakket
· geleid
· open context
· samenwerking met collega’s
· begeleid
· complexe context
· overzicht over het hele zorgproces
· zelfstandig
Bijlage 1 Kennismakingsgesprek
Het kennismakingsgesprek is bedoeld voor een student die vóór aanvang van de BPV een bezoek brengt aan uw apotheek ter kennismaking. Het geeft enerzijds een eerste indruk van de student en anderzijds geeft het de student de gelegenheid om een indruk te krijgen van de apotheek en de medewerkers. U loopt de volgende punten met de student langs. De student maakt van dit kennismakingsgesprek een verslag.
Activiteit
Eigen aantekeningen
Ontvangst door de begeleider(s).
Het doel van het gesprek uitleggen.
Korte wederzijdse kennismaking.
Rondleiding door de apotheek, introductie bij collegae en kennismaking met de werkruimtes.
Belangrijke procedures, rechten, plichten en regels doornemen met betrekking tot de huisregels van de apotheek (werktijden, gewoonten enz.).
De POP en PAP (inclusief leerdoelen) van de student bespreken en de eerste vragen van de student beantwoorden.
Vaardigheden en kennis van de student met betrekking tot de leerdoelen bespreken.
Samen vaststellen welke activiteiten de student gaat ondernemen om de doelen te realiseren en het programma uit te voeren.
De aanpak van begeleiding, beoordeling en evaluatie toelichten.
Bijlage 2 Wet op de identificatieplicht
Vanaf 1 juni 1994 geldt in Nederland de wet op de identificatieplicht. Dat is de verplichting om in een aantal situaties met een ID-bewijs (=identiteitsbewijs) aan te tonen dat je bent wie je zegt te zijn. Deze wet geldt voor iedereen vanaf 12 jaar.
De identificatieplicht geldt op de werkplek voor werknemers en BPV-deelnemers bij een controle van de Bedrijfsvereniging, de Sociale Verzekeringsbank, de Belastingdienst, de I- SZW of de Vreemdelingendienst van de politie.
Consequenties van deze wet voor de BPV-deelnemer:
1. het BPV-adres kan verlangen dat de deelnemer haar ID-bewijs toont alvorens BPV te kunnen gaan volgen
2. het BPV-adres kan een kopie van het ID-bewijs voor zijn administratie verlangen
3. het BPV-adres wijst de deelnemer op het nut een ID-bewijs bij zich te dragen Geldige ID-bewijzen t.a.v. bovengenoemde punten zijn:
· Nederlands paspoort (1, 2 en 3)
· gemeentelijke identiteitskaart (1, 2 en 3)
· rijbewijs (3)
Bijlage 3 Verklaring beroepsgeheim
Naam
geboortedatum
OpleidingApothekersassistent
Verklaart het volgende:
"Ik beloof tijdens en na de BPV geheim te zullen houden al wat mij tijdens de BPV als geheim is toevertrouwd, of te mijner kennis is gekomen".
Groningen,(datum)
(handtekening)
Bijlage 4 Presentie op het praktijkadres
A = aanwezig½ = halve dag aanwezig Z = afwezig wegens ziekte
B = afwezig wegens een bijzondere gebeurtenis in persoonlijke kring (huwelijk, begrafenis).
(WeekmadiwodovraantalWeekmaDiwodovrdagen aanw.aantaldagen aanw.)
(368)
379
(3810)
3911
(4012)
4113
(4214)
4315
(4416)
4517
(4618)
4719
(4820)
4921
(5022)
5123
(5224)
125
(226)
327
(428)
5…
(6…)
7…
(Totaal aantal dagen:(65,5 dagen te behalen)Totaal nog in te halen:)
Handtekening BPV-begeleider:
Handtekening student/werknemer:Paraaf BPV- docent:
Bijlage 5 Persoonlijk Ontwikkelings Plan POP / PAP
POP en PAP FORMULIER
Per leerjaar dient dit formulier ingevuld te worden door de student. Het geeft de ontwikkeling en de voortgang van de student aan. Dit formulier wordt opgenomen in het portfolio.
Persoonlijke gegevens
Naam student
SLB’er
Studentnummer
BPV docent
Klas
Naam apotheek
Datum
BPV begeleider
Persoonlijk Leerdoel
Beschrijving persoonlijk leerdoel:
Toelichting: Vaardigheden
Houding
Kennis
Goedkeuring
Datum
Handtekening student
Datum
Handtekening SLB’er/ BPV docent
Datum
Handtekening BPV begeleider
POP en PAP FORMULIER
Per leerjaar dient dit formulier ingevuld te worden door de student. Het geeft de ontwikkeling en de voortgang van de student aan. Dit formulier wordt opgenomen in het portfolio.
Persoonlijke gegevens
Naam student
SLB’er
Studentnummer
BPV docent
Klas
Naam apotheek
Datum
BPV begeleider
Leerdoelen gerelateerd aan de BPV opdrachten
BPV opdracht
1.Leerdoel
Wat zijn je leerdoelen?
2.Analyse
Aan welke competentie(s) ga je werken?
3.Voorwaarden
Wat heb je daarvoor nodig?
Wie ga je bij deze opdracht betrekken?
4.Activiteiten
Hoe ga je het aanpakken?
Voorbereiding: Uitvoering
Evaluatie/bespreking met BPV begeleider:
5. Tijdsplanning
Wanneer ga je wat doen?
Voorbereiding:In week ……….
Uitvoering:In week……….. Evaluatie/bespreking: In week…………………
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 20)
Goedkeuring
Datum
Handtekening student
Datum
Handtekening SLB’er/ BPV docent
Datum
Handtekening BPV begeleider
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 21)
Bijlage 6 Tussen- en eindevaluatieformulier BPV
Naam student
Klas student
Naam BPV begeleider
Eind- of tussenevaluatie?
Eindtussen**
** = omcirkel wat van toepassing is
Omcirkel hetgeen van toepassing is, uitgaande van de volgende normering:
1=actie ondernemen, graag contact met de BPV-docent opnemen
2=matig in dit stadium, verdient aandacht
3=normaal in dit stadium van de BPV
4=goed in dit stadium van de BPV
5=zeer goed in dit stadium van de BPV
* = alleen van toepassing voor het 2e en 3e leerjaar
In de kolom ‘Beoordeling’ kunt u per deelgebied aangeven of het onderdeel als totaal met een onvoldoende, een voldoende of een goed beoordeeld wordt.
Inzet
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
toont belangstelling
Onvoldoende Voldoende Goed
1
2
3
4
5
nvt
werkt gemotiveerd
1
2
3
4
5
nvt
is behulpzaam
1
2
3
4
5
nvt
stelt vragen, is leergierig
1
2
3
4
5
nvt
stelt zich flexibel op
1
2
3
4
5
nvt
ontloopt moeilijke en vervelende klussen niet
1
2
3
4
5
nvt
kan zelfstandig werken
Eventuele opmerkingen
Feedback
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
Accepteert feedback
Onvoldoende Voldoende Goed
1
2
3
4
5
nvt
Past feedback toe om eigen functioneren te verbeteren
1
2
3
4
5
nvt
Stelt vragen m.b.t. het eigen functioneren
Eventuele opmerkingen
Naam student
Klas student
Naam BPV begeleider
Initiatief
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
Ziet haar werk
Onvoldoende Voldoende Goed
1
2
3
4
5
nvt
Zoekt zelfstandig informatie op
1
2
3
4
5
nvt
Doet meer tijdens de BPV-periode dan strikt noodzakelijk is
Eventuele opmerkingen
Nakomen van afspraken
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
Houdt zich aan de afspraken die gelden in het BPV-bedrijf
Onvoldoende Voldoende Goed
1
2
3
4
5
nvt
Toont inzet bij het nakomen van afspraken
1
2
3
4
5
nvt
Communiceert bij het niet kunnen voldoen aan de afspraken
Eventuele opmerkingen
Omgang
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
Is prettig in de omgang met medewerkers
Onvoldoende Voldoende Goed
1
2
3
4
5
nvt
Stelt zich open voor een ander
1
2
3
4
5
nvt
Toont voldoende respect
1
2
3
4
5
*
Is in staat contacten te leggen met patiënten
1
2
3
4
5
*
Toont inlevingsvermogen bij omgang met de patiënt
Eventuele opmerkingen
Naam student
Klas student
Naam BPV begeleider
Communicatieve vaardigheden
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
spreekt duidelijk (hanteert goed spreektempo)
Onvoldoende
Voldoende
Goed
1
2
3
4
5
nvt
is mondeling vaardig
1
2
3
4
5
nvt
heeft een leesbaar handschrift
1
2
3
4
5
nvt
past de wenselijke omgangsvormen toe
1
2
3
4
5
*
luistert actief naar de cliënt
1
2
3
4
5
*
kan op een juiste wijze telefoongesprekken voeren
1
2
3
4
5
*
kan vragen van cliënt beantwoorden
1
2
3
4
5
*
geeft in begrijpelijke taal uitleg aan de cliënt (legt zaken duidelijk en correct uit)
1
2
3
4
5
*
speelt in op non-verbale signalen van de cliënt
Eventuele opmerkingen
Uiterljke verzorging
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
kleedt zich volgens de eisen van het BPV- bedrijf
Onvoldoende Voldoende Goed
1
2
3
4
5
nvt
heeft een persoonlijke hygiëne die voldoet aan de eisen van het BPV-bedrijf
Eventuele opmerkingen
Uitvoering opdrachten
Normering
De student
Beoordeling
1
2
3
4
5
nvt
Houdt zich bij het maken van de opdrachten aan de planning
Onvoldoende Voldoende Goed
1
2
3
4
5
nvt
De verslaglegging van de opdrachten is in correct Nederlands
1
2
3
4
5
nvt
kan op voldoende wijze zelfstandig opdrachten uitvoeren;
1
2
3
4
5
nvt
kan berekeningen uitvoeren;
Eventuele opmerkingen
Naam student
Klas student
Naam BPV begeleider
Beoordeling BPV
Onvoldoende**
Voldoende**
Goed**
Toets ID 00036234
Datum
Handtekening student
Datum
Handtekening BPV begeleider
Eventuele opmerkingen (n.a.v. reeds geformuleerde leerdoelen en nieuwe leerdoelen)
** = omcirkel wat van toepassing is
Bijlage 7 Stage-opdrachten
KT1a Complexere zelfzorgvragen
Oriënteren
Stap 1 (op school of in de stageapotheek)
· Beschrijf de volgende termen:
· UA geneesmiddel
· UAD geneesmiddel
· OTC geneesmiddel
· Noem van elke term 5 voorbeelden van geneesmiddelen
· Beschrijf in eigen woorden de UA standaarden, zoals beschreven op de KNMP kennisbank, die gebruikt worden wanneer patiënten om UA geneesmiddelen vragen. Beschrijf ook de gezondheidsvoorwaarden van de patiënt. Beschrijf dit voor alle 7 geneesmiddelen.
· In de UA standaard staat ook Hypericum vermeld. Wordt dit in je stage apotheek verkocht, zo ja, is dit een bewuste keus? Zo nee, waarom niet, is dit een bewuste keus?
· Kun je in je eigen bewoordingen uitleggen wat het verschil is tussen homeopathie en fytotherapie?
· Sommige apotheken verkopen bewust geen homeopathie of fytotherapie. Probeer uit te vinden waarom sommige apotheken dit juist bewust niet verkopen. Vraag aan je klasgenoten hoe het bij hen in de stageapotheek is geregeld.
· Schrijf voor jezelf op waar een goed baliegesprek aan moet voldoen.
Stap 2 (in de stageapotheek)
· Zoek het overzicht zelfzorg geneesmiddelen op, waarbij op het doosje een interactiesticker geplakt dient te worden. Je vindt deze op de kennisbank in de map medicatiebewaking, overzicht zelfzorgmiddelen en UA-middelen met interacties. Selecteer uit deze lijst 20 verschillende geneesmiddelen die in je BPV apotheek aanwezig zijn en controleer of en hoe deze lijst in je stage apotheek gehanteerd wordt.
Uitvoeren
· Beschrijf 4 praktijksituaties waarin je een patiënt zelfzorgadvies hebt gegeven.
· Beschrijf een praktijksituatie waarin een gesprek niet goed verloopt.
Reflectie (500 – 1000 woorden)
Reflecteer de praktijksituaties volgens de Star(r) methode (bijlage 9). Verwerk hierin in ieder geval de volgende punten:
· Gingen de gesprekken goed? Waar blijkt dit uit?
· Wat ging er mis bij het gesprek dat niet goed verliep en waarom? Hoe zou je het kunnen verbeteren?
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 26)
Beoordelingslijst KT1a Complexere zelfzorgvragen
Competentie
Prestatie indicator
Aange
-toond
Reflectiepunten
De student….
ja
nee
D
Aandacht en begrip tonen
· Interesse tonen
· Luisteren
· toont belangstelling voor de zorgvrager.
· luistert aandachtig naar de aard van de zorgvraag
· laat non-verbale signalen zien die aandacht en interesse tonen, zodat de zorgvrager tevreden is over de benadering.
-
E
Samenwerken en overleggen
· Anderen raadplegen en Betrekken
· schakelt bij twijfel collega’s, de apotheker of andere deskundigen tijdig in en
· vraagt hun mening over een zorgvraag, waardoor de zorgvrager zich verzekerd weet van het juiste advies.
F
Ethisch en integer handelen
· Integer handelen
· Verschillen tussen mensen respecteren
· respecteert de zorgvrager
· gaat discreet om met gevoelige/vertrouwelijke informatie
· handelt onbevooroordeeld, waardoor de zorgvrager met respect en zorgvuldigheid behandeld wordt.
I
Presenteren
· Duidelijk uitleggen en toelichten
· Betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
· presenteert zich als ter zake kundig en wekt vertrouwen op basis van haar deskundigheid
· legt zaken duidelijk en correct uit,
gebruikt heldere taal en hanteert een goed spreektempo, zodat de zorgvrager beschikt over relevante informatie en deskundig advies.
K
Vakdeskundigheid toepassen
· Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
· interpreteert de zorgvraag op een juiste manier,
· kan op basis van haar kennis en deskundigheid de bij de zorgvraag passende zelfzorgmiddelen kiezen.
M
Analyseren
· Informatie uiteenrafelen
· Conclusies trekken
· analyseert bij de behandeling van de zelfzorgvraag alle beschikbare gegevens grondig
· maakt uit de beschikbare gegevens (van de zorgvrager zelf en eventueel aanvullend verkregen informatie) een logische gevolgtrekking voor de keuze van het zelfzorgmiddel, zodat de zorgvrager het juiste middel ontvangt.
R
Op de behoeften en verwachtingen van de
· luistert actief, vraagt naar wensen en behoeften,
· stemt de informatie en het taalgebruik af op de vermogens en verwachtingen van de
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 27)
"klant" richten
· Behoeften en verwachtingen achterhalen
· Aansluiten bij behoeften en verwachtingen
zorgvrager en
-vraagt de zorgvrager of de verstrekte informatie duidelijk is, zodat de zorgvrager de informatie of het advies begrijpt en tevreden is over de benadering.
(Evt. opmerkingen over de beoordeling)
(Naam beoordelaar:………………………………………..HandtekeningDatum:………………………………………..Werkzaam bij:………………………………………..)
KT1b Omgaan met medicatiebewaking signalen
Oriënteren
Stap 1 op school
· Beschrijf de volgende termen:
· Contra-indicatie
· Interactie
· Dubbelmedicatie en pseudo-dubbelmedicatie
· Beschrijf minimaal één voorbeeld per term Stap 2 in de stageapotheek
· Beschrijf hoe bovenstaande signalen vastgelegd worden in het apotheeksysteem
· In het 1e leerjaar heb je de term overconsumptie al uit moeten zoeken Geef nu aan hoe jij het gesprek met een patiënt zou kunnen openen om zijn overconsumptie bespreekbaar te maken. Vraag eventueel tips aan je BPV-begeleider.
· Welke punten zou jij in ieder geval in zo’n gesprek willen bespreken om de patiënt te motiveren zijn overconsumptie aan te pakken?
Uitvoeren
· Werk 15 verschillende medicatiebewakingssignalen uit, die je tegen komt bij het aanschrijven. Voeg de geanonimiseerde recepten en/of etiketten bij je verslag.
· Van 3 situaties dien je een telefoongesprek te voeren met een doktersassistente / trombosedient / tandarts. Werk het liefst telefoongesprekken met 3 verschillende zorgverleners uit. Als dit niet lukt kies je 2 verschillende hulpverleners
· Voordat je dit gesprek voert oriënteer je in ieder geval op de volgende punten:
· Wat is de aard van het signaal? (m.a.w. wat houdt het signaal eigenlijk in?)
· Wat is het doel van je telefoongesprek (wat wil je uiteindelijk bereiken?)
· Bereid het telefoongesprek eerst goed voor met je stagebegeleider
Reflectie (500 – 1000 woorden)
Reflecteer volgens de Star(r) methode (bijlage 9). Verwerk in je reflectieverslag in elk geval de volgende punten:
· Is je doel van het gesprek behaald? Waarom wel/niet?
· Is de evt. overeengekomen oplossing ook doorgevoerd?
· Ben je tevreden met de uitkomst?
· Voelde je je zeker tijdens het gesprek?
· Zou je het de volgende keer anders aanpakken?
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 29)
Beoordelingslijst KT1b Omgaan met medicatiebewaking signalen
Competentie
Prestatie indicator
Aange toond
Reflectiepunten
De student….
ja
nee
E
Samenwerken en overleggen
· Anderen raadplegen en betrekken
· schakelt bij twijfel collega’s, de apotheker of andere deskundigen tijdig in en
· raadpleegt of overlegt bij medicatiesignalen of twijfel of indien richtlijnen en procedures niet leiden tot de gewenste zorg, de apotheker, collega’s, de zorgvrager of behandelaar, zodat fouten in de medicatieverstrekking worden voorkomen.
I
Presenteren
· Duidelijk uitleggen en toelichten
· Betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
· presenteert zich als ter zake kundig en wekt vertrouwen op basis van haar deskundigheid
· legt zaken duidelijk en correct uit,
gebruikt heldere taal en hanteert een goed spreektempo, zodat de zorgvrager beschikt over relevante informatie en deskundig advies.
J
Formuleren en rapporteren
•Nauwkeurig en volledig rapporteren
· verwerkt alle relevante gegevens van zorgvragers accuraat,
· voert zorgvuldig en consequent verstrekking van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en zelfzorgmiddelen en wijzigingen in de voorraad in de computer in,
· zorgt er op deze manier voor dat de administratie ordelijk en overzichtelijk en voor alle betrokkenen inzichtelijk is en gegevens in het (voorraad/apotheekinformatie)systeem en daaraan gekoppelde meldingen kloppend blijven.
K
Vakdeskundigheid toepassen
· Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
-De apothekersassistent bestudeert en controleert de medicatie- en zorgvragerkenmerken gedegen en interpreteert de medicatiebewakingsignalen correct, zodat de zorgvrager
de medicatie of het product ontvangt dat aansluit bij zijn behoefte en(gebruiks-)situatie.
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 30)
R
Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
· Behoeften en verwachtingen achterhalen
· Aansluiten bij behoeften en verwachtingen
· luistert actief, vraagt naar wensen en behoeften,
· stemt de informatie en het taalgebruik af op de vermogens en verwachtingen van de zorgvrager en
· vraagt de zorgvrager of de verstrekte informatie duidelijk is, zodat de zorgvrager de informatie of het advies begrijpt en tevreden is over de benadering.
(Bewijsstukken)
(Evt. opmerkingen over de beoordeling)
(Naam beoordelaar:………………………………………..HandtekeningDatum:………………………………………..Werkzaam bij:………………………………………..)
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 31)
KT1d Afleveren van veelvoorkomende recepten
Het afleveren van geneesmiddelen is een hele kunst. Je moet daarvoor goed in de praktijk oefenen. De ene aflevering gaat vlot (daar hoef je weinig bij te vertellen, bijvoorbeeld een herhaalrecept), de andere aflevering neemt meer tijd in beslag (bijvoorbeeld bij een eerste of tweede uitgifte, of inhalatie- instructie). Deze opdracht is bedoeld om ervaring op te doen bij het afleveren van geneesmiddelen
aan de balie en jouw (eerste) balie-ervaring te evalueren met je begeleider. Omdat je nu in een andere apotheek stageloopt begin je – net als in het 1e leerjaar – met meekijken en luisteren bij het afleveren aan de balie.
Oriënteren/plannen
Stap 1
· Vraag of je een uurtje mee mag kijken en luisteren bij het afleveren van geneesmiddelen aan de balie aan de patiënt
· Noteer de punten die besproken worden tijdens het afleveren
· Welke zaken vallen je op, en waarom vallen ze je op?
· Wat zijn de verschillen bij het afleveren van een eerste uitgifte, een tweede uitgifte, en een vervolg uitgifte gesprek?
Stap 2
· Vraag of je de procedure/werkinstructie met betrekking tot het afleveren van geneesmiddelen aan de balie, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek van je stage-apotheek, mag doorlezen
· Noteer eventuele verschillen die je ziet tussen de beschreven procedure en het afleveren in de praktijk
· Bespreek de gevonden verschillen met je begeleider. Waarom gaat het in de praktijk soms anders?
Uitvoeren
Lever 15 recepten af aan de balie en vermeld deze in je verslag. Voeg de geanonimiseerde recepten toe of beschrijf wat je hebt afgeleverd.
Reflectie
· Beschrijf van 2 van de (vlotte) recepten, hoe de aflevering is gegaan (dus vanaf het benaderen van de cliënt tot en met het afscheid nemen van de cliënt)
· Beschrijf van 2 van de (uitgebreide) recepten, hoe de aflevering is gegaan (dus vanaf het benaderen van de cliënt tot en met het afscheid nemen van de cliënt). Geef ook duidelijk aan wat je evt. aan schriftelijk materiaal meegeeft.
· Gaat de procedure van afleveren anders dan dat je op school aan de balie geoefend hebt?
Reflecteer volgens de Star(r) methode (bijlage 9).Verwerk hierin in ieder geval de volgende punten:
· Gingen de gesprekken goed? Waar blijkt dit uit?
· Wat zou je de volgende keer anders doen?
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 32)
Beoordeling KT1d Afleveren van veelvoorkomende receptenWerkprocessen: 1.1; 1.3; 1.5
Competentie
Prestatie indicator
Aange toond
Reflectiepunten
De student….
ja
nee
D
Aandacht en begrip tonen
· Interesse tonen
· Luisteren
· toont belangstelling voor de zorgvrager.
· Neemt de tijd om aandachtig te luisteren naar de aard van de zorgvraag
· laat non-verbaal zien dat zij aandacht en interesse heeft, zodat de zorgvrager tevreden is over de benadering.
-
F
Ethisch en integer handelen
· Integer handelen
· Verschillen tussen mensen respecteren
· respecteert de zorgvrager
· gaat discreet om met gevoelige/vertrouwelijke informatie
· handelt onbevooroordeeld, waardoor de zorgvrager met respect en zorgvuldigheid behandeld wordt.
· laat zien dat zij rekening houdt met de behoefte en het welzijn van de zorgvrager en de richtlijnen van de organisatie.
-
I
Presenteren
· Duidelijk uitleggen en toelichten
· Betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen
· presenteert zich als ter zake kundig en wekt vertrouwen op basis van haar deskundigheid en betrokkenheid
· legt zaken duidelijk en correct uit, gebruikt heldere taal en hanteert een goed spreektempo, zodat de zorgvrager beschikt over relevante informatie en deskundig advies.
-
K
Vakdeskundigheid toepassen
· Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
-handelt het recept op de juiste manier af
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 33)
(Evt. aanvullende opmerkingen over de beoordeling)
(Naam beoordelaar:………………………………………..HandtekeningDatum:………………………………………..Werkzaam bij:………………………………………..)
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 34)
KT2a Voor toediening gereed maken
Vroeger draaide alles in de apotheek om het bereiden van geneesmiddelen. Tegenwoordig zijn er juist veel apotheken die helemaal niet meer bereiden. Veel apotheken besteden tegenwoordig hun bestellingen uit aan een andere apotheek in of buiten de regio, die nog wél bereidt.
Een bekende uitzondering hierop zijn de antibioticum-drankjes die in de meeste apotheken nog wél zelf bereid worden uit bestaande bijna kant en klare antibioticum poeders voor suspensie.
-
Oriënteren/plannen
Stap 1
Waarom bereiden vele apotheken tegenwoordig niet meer? Geef 3 redenen hiervoor in je eigen woorden.
· Er zijn natuurlijk ook voordelen verbonden aan het wél blijven bereiden van geneesmiddelen. Noem drie voordelen.
· Geef in minimaal 100 en in maximaal 250 woorden aan wat jouw mening hierover is. Vind jij het een goed idee om niet meer te bereiden in een openbare apotheek? Of vind jij dat juist een minder goed idee? Beargumenteer je antwoord.
· Zoek op internet 3 grote firma’s (dus géén apotheken) die bereidingen kunnen overnemen van de apotheek. Wat voor type producten kan elk van deze firma’s leveren?
· Zoek op internet twee apotheken in het noorden van Nederland die gespecialiseerd zijn in bereidingen. Wat voor type producten kunnen deze apotheken leveren?
· Deze opdracht heet ‘voor toediening gereedmaken’. Noem 3 of meer verschillende soorten producten die in deze categorie vallen en in de openbare apotheek bereid kunnen worden.
Stap 2
· Antibioticum-drankjes worden veelal nog wél in elke apotheek gemaakt. Dat noemen ze VTGM of “ex tempore”. Wat betekenen deze beide termen?
· Noem 3 redenen waarom dit type bereidingen nog wel in je BPV-apotheek plaats vindt.
· Vraag aan je BPV-begeleider of je ook de werkinstructie mag doorlezen voor het VTGM van antibioticum-dranken. Noteer de belangrijkste punten hieruit.
· Bestaan er in jouw apotheek ook bereidingsprotocollen voor dergelijke dranken? Geef aan waarom wél of waarom niét.
· Bestaan er in je BPV-apotheek ook beschermingsmiddelen/ veiligheidsmaatregelen/hygiëne- voorschriften rondom het VTGM van deze dranken? Geef aan waarom wél of waarom niét. Wat is jouw mening hierover?
· Welke antibioticum-dranken worden in je BPV- apotheek nog met regelmaat bereid?
· Noteer van 2 van deze middelen de volgende zaken:
· Wat is de werkzame stof?
· Welke hulpstoffen bevat het poeder voor suspensie, en wat is de functie van elk van deze stoffen?
· Hoe moet je het desbetreffende drankje bereiden?
· Voldoet deze bereiding aan de “lege artis”-mengregels, zoals je deze op school hebt geleerd?
· Geef in je eigen woorden weer hoe de homogeniteit van het bereide drankje gegarandeerd kan worden.
· Wat voor eindcontroles vinden er na afloop van de bereiding plaats?
· Welke stickers moeten er allemaal (naast het standaardetiket) bijgeplakt worden, en waarom?
-
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 35)
Uitvoeren
· Vraag aan je BPV-begeleider of je 3x een antibioticum-drankje uit poeder voor suspensie mag maken voor een patiënt
· Schrijf de manier van bereiden uit
Reflectie
Reflecteer volgens de Star(r) methode (bijlage 9). Verwerk hierin in ieder geval de volgende punten:
· Wat vond je goed gaan aan deze opdracht?
· Wat vond je minder goed gaan aan deze opdracht?
· Wat zou je de volgende keer anders doen?
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 36)
Beoordeling KT2a Voor toediening gereed makenWerkprocessen: 2.1; 2.2
Competentie
Prestatie indicator
Aange toond
Reflectiepunten
De student….
ja
nee
E
Samenwerken en overleggen
· Afstemmen
· overlegt met de apotheker welke handelingen verricht moeten worden,
· voert overleg bij onduidelijkheden, zodat het handelspreparaat aangepast wordt naar tevredenheid van de apotheker.
-
K
Vakdeskundigheid toepassen
· Vakspecifieke, mentale vermogens aanwenden
-maakt gebruik van kennis van grondstoffen en past gangbare rekenvaardigheden correct toe, zodat het geneesmiddel op de juiste wijze bereid wordt.
L
Materialen en middelen inzetten
· Geschikte materialen en middelen kiezen
· Goed zorgdragen voor materialen en middelen Materialen en middelen doeltreffend en doelmatig gebruiken
· maakt bij de bereiding de juiste keuze voor te gebruiken materialen en middelen en zorgt ervoor dat de materialen schoon en goed onderhouden zijn en de ruimte netjes opgeruimd is, zodat de bereiding verantwoord kan worden uitgevoerd en weer nieuwe bereidingen uitgevoerd kunnen worden.
· is goed op de hoogte van de werking van de te gebruiken materialen/apparatuur voor de aanpassing van de handelspreparaten,
· zij gebruikt de materialen effectief en efficiënt, zodat het aanpassen van het handelspreparaat verantwoord en nauwkeurig kan worden uitgevoerd.
-
Q
Plannen en organiseren
· Activiteiten plannen
•Tijd indelen
-maakt een realistische tijdsplanning en zorgt dat de voor de bereiding noodzakelijke activiteiten goed op elkaar worden afgestemd, zodat het uit grondstoffen bereide geneesmiddel binnen de geplande tijd bereid kan worden.
-
S
Kwaliteit leveren
· Systematisch werken
•Kwaliteitsniveaus halen
· richt zich op het in één keer goed en correct bereiden van de geneesmiddelen en kent en hanteert de geldende kwaliteitseisen van de apotheek, zodat de
bereiding kwalitatief verantwoord en efficiënt verloopt.
· anticipeert op mogelijke verstoringen in de voortgang van het werk,
· pakt het werk op een ordelijke en systematische wijze aan, benadert het werk zorgvuldig,
· werkt zoveel mogelijk volgens beproefde methoden en bestaande kwaliteitsnormen, zodat het handelspreparaat op een juiste en efficiënte manier aangepast wordt.
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 37)
T
Instructies en procedures opvolgen
· Werken conform voorgeschreven procedures
· Werken conform veiligheidsvoorschriften
· Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
· volgt bij de bereiding van de geneesmiddelen uit grondstoffen de geldende procedures en protocollen, zodat de geneesmiddelen op een juiste wijze en volgens protocol bereid zijn.
· volgt bij het aanpassen van handelspreparaten nauwkeurig het samenstellings- en bereidingsvoorschrift van de apotheker op en werkt op zijn aanwijzing en instructie, -
· past relevante rekenvaardigheden correct toe bij het berekenen van doseringen en hoeveelheden,
· werkt volgens relevante wetgeving en handelt overeenkomstig veiligheids- en milieu- eisen, zodat de handelspreparaten op een juiste en veilige manier en op aanwijzing van de apotheker aangepast zijn.
(Evt. aanvullende opmerkingen over de beoordeling)
(Naam beoordelaar:………………………………………..HandtekeningDatum:………………………………………..Werkzaam bij:………………………………………..)
(BPV gids leerjaar 2 cohort 2015-2018) (Pagina 38)
KT3a Privacy in de apotheek /LSP
De meeste mensen zijn erg gesteld op hun privacy. Als mensen hun geneesmiddelen in de apotheek krijgen stellen zij het meestal op prijs dat daar rekening mee wordt gehouden.
De meeste patiënten willen niet dat andere mensen, die in de apotheek staan te wachten, te horen krijgen wat voor geneesmiddel zij krijgen of wat voor aandoening zij hebben.
-
Oriënteren/plannen
Stap 1
· Zoals je weet, moet er vertrouwelijk worden omgegaan met alle informatie van de patiënt, inclusief de medicatiegegevens. Zo mogen volgens de ‘Wet bescherming persoonsgegevens’ (Wbp) medicatiegegevens niét gedeeld worden met “derden”.
· Zoek op internet een (makkelijk leesbare) folder over de Wpb.
· Wat wordt verstaan onder “derden” ?
· De afgelopen jaren is er veel ophef geweest over het Landelelijk Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). De term Landelijk Schakel Punt (LSP) wordt hier ook veel voor gebruikt. Beschrijf wat het EPD inhoudt. Omschrijf ook de ontwikkelingen die de afgelopen jaren plaats hebben gevonden en wat de huidige status is.
Stap 2
· Welke maatregelen zijn er in de stageapotheek getroffen om een gesprek vertrouwelijk te kunnen laten plaats vinden?
· Niet alleen gesprekken met patiënt moeten vertrouwelijk plaatsvinden, maar ook moet vertrouwelijk met patiëntgegevens om worden gegaan. Hoe is dit in de stageapotheek geregeld?
· Ook de gegevens van de patiënt, die in de apotheek vastgelegd worden zijn vertrouwelijk. Zoals je geleerd hebt is in de apotheek de Wet bescherming persoonsgegevens (Wpb) geldend. De apotheker heeft hiervoor een privacyreglement opgesteld. Vraag hiernaar in de apotheek en lees het door. Vertel in eigen woorden, heel globaal en heel kort wat er in het privacyreglement staat.
Uitvoeren
Schrijf een verslag van minimaal 500 woorden waarin je minimaal de volgende punten opneemt:
· Een samenvatting van de drie gevonden artikelen
· Wat zijn volgens jou de voordelen en de nadelen voor de patiënt van de invoering van een landelijk EPD?
· Geef je mening over de volgende stellingen:
· Een landelijk EPD schaadt de privacy van de patiënt
· Een landelijk EPD verbetert de medicatiebewaking bij sommige patiënten
· De verbeterde medicatiebewaking voor sommige patiënten is belangrijker dan de privacy van alle patiënten
Reflectie
Reflecteer volgens de Star(r) methode (bijlage 9). Verwerk hierin in ieder geval de volgende punten:
· Wat heb je geleerd van deze opdracht?
· Vind je het zinvol om op deze manier je mening te leren vormen?
· Heb je bij het uitvoeren van deze opdracht veel aan je begeleider moeten vragen?
· Wat zou je de volgende keer anders doen?
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 39)
Beoordeling KT3a Privacy in de apotheekWerkprocessen: 3.1
Competentie
Prestatie indicator
Aange toond
Reflectiepunten
De student…….
ja
nee
E
Vakdeskundigheid toepassen
· Expertise delen
· houdt vakkennis en vaardigheden bij en
· draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen,
· zij gebruikt feedback om van te leren, zij is in staat tot en ontvankelijk voor feedback van andere collega’s en apotheker
· neemt deel aan inhoudelijk, beroepsmatige discussies, zodat zij werkt aan haar persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep van apothekersassistent.
· De apothekersassistent kan vakinhoudelijke en ethische keuzes en dilemma’s bespreekbaar maken.
T
Instructies en procedures opvolgen
· Werken conform voorgeschreven procedures
-De apothekersassistent houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen zodat zij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg binnen de eigen organisatie.
(Evt. opmerkingen over de beoordeling)
(Naam beoordelaar:………………………………………..HandtekeningDatum:………………………………………..Werkzaam bij:………………………………………..)
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 40)
KT3b Aanschrijven van recepten
In de apotheek zijn er een hoop administratieve verplichtingen die dagelijks uitgevoerd moeten worden. Hierbij kun je onder andere denken aan het aanschrijven van recepten in het computersysteem van de apotheek. In leerjaar 1 heb je dit inmiddels kunnen oefenen of je hebt mee kunnen kijken met een collega. In leerjaar 2 ga je hier meer zelfstandig aan werken.
Oriënteren/plannen
Stap 1
· In fase 1 heb je een overzicht gemaakt van alle soorten gegevens die in een AIS opgeslagen zijn. Sommige gegevens worden uitgewisseld met andere zorgverleners. Welke zijn dat, met welke instanties worden deze gegevens uitgewisseld en met welk doel?
· Andere gegevens worden uitgewisseld met zorgverzekeraars. Welke zijn dat, met welke instanties worden deze gegevens uitgewisseld en met welk doel?
· Aan het AIS is de geneesmiddelendatabase van de KNMP gekoppeld, de zogenaamde “G- standaard”. De G-standaard is onderdeel van de Z-index. Noem 10 verschillende gegevens die van elk geneesmiddel in de database opgeslagen zijn, en beschrijf wat het nut van elk van deze gegevens is. Voor deze opdracht kun je gebruik maken van de website www.z- index.nl/g-standaard
· Sommige van de in de G-standaard genoemde gegevens kunnen per maand verschillen. Welke gegevens zijn dat, en wat is de reden dat deze gegevens elke maand anders kunnen zijn?
Stap 2
· Bekijk samen met je BPV-begeleider aan welke competenties je moet voldoen om recepten aan te schrijven en bespreek vervolgens hoe je dit gaat realiseren.
· Vraag aan je BPV-begeleider of jij nu zelf recepten mag aanschrijven. Let op: maak hiervoor ruim op tijd een goede planning in overleg met je BPV-begeleider.
· Noteer de stappen/dingen die je opvallen, bij het aanschrijven van geneesmiddelen in je BPV- apotheek
Uitvoeren
Schrijf 30 verschillende recepten aan. Voeg de geanonimiseerde recepten toe of beschrijf wat je hebt afgeleverd.
Reflectie
Reflecteer volgens de Star(r) methode (bijlage 9). Verwerk hierin in ieder geval de volgende punten:
· Wat vond je goed gaan aan deze opdracht?
· Wat vond je minder goed gaan aan deze opdracht?
· Wat zou je de volgende keer anders doen?
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 41)
Beoordeling KT3b Aanschrijven van receptenWerkprocessen: 3.3; 3.4
Competentie
Prestatie indicator
Aange toond
Reflectiepunten
De student…
ja
nee
E
Samenwerken en overleggen
· Afstemmen
-stemt aan de hand van het voorraadbeheersysteem met de apotheker af welke materialen en middelen besteld moeten worden, zodat er een adequate voorraad is die voorziet in de verwachte uitgifte voor de komende periode en misverstanden worden voorkomen.
-
K
Vakdeskundigheid toepassen
· Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
-bestudeert en controleert de medicatie- en zorgvragerkenmerken gedegen en interpreteert de medicatiebewakingsignalen correct, zodat de zorgvrager de medicatie of het product ontvangt dat aansluit bij zijn behoefte en (gebruiks)situatie.
J
Formuleren en rapporteren
· Nauwkeurig en volledig rapporteren
-verwerkt alle relevante gegevens van zorgvragers accuraat, voert zorgvuldig en consequent verstrekking van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en zelfzorgmiddelen en wijzigingen in de voorraad in de computer in, zodat de administratie ordelijk en overzichtelijk en voor alle betrokkenen inzichtelijk is en gegevens in het (voorraad/apotheekinformatie)systeem en daaraan gekoppelde meldingen kloppend blijven.
T
Instructies en procedures opvolgen
· Werken conform veiligheidsvoorschriften
· Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
· Werken conform voorgeschreven procedures
· De apothekersassistent kent de wettelijke richtlijnen die gelden voor het uitvoeren van de administratie
· houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering, zodat zij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg binnen de eigen organisatie, maar is tevens in staat om zo nodig beargumenteerd, met instemming van de apotheker, af te wijken van instructies en procedures.
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 42)
(Evt. aanvullende opmerkingen over de beoordeling)
(Naam beoordelaar:………………………………………..HandtekeningDatum:………………………………………..Werkzaam bij:………………………………………..)
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 43)
Bijlage 8 Leerdoelen formuleren volgens SMART
Om tot goede leerdoelen te komen dient elk leerdoel SMART te worden geformuleerd. Hieronder in de tabel een voorbeeld van hoe een leerdoel SMART geformuleerd kan worden.
Onderdeel SMART
Omschrijving
Voorbeeld
Specifiek
Het doel moet duidelijk en concreet zijn. Wat ga je precies doen?
Ik wil patiënten goed te woord staan als ze aan de balie komen met een (zelfzorg)vraag
Meetbaar
Hoeveel (onderwerpen) ga je behandelen? En hoe ga je dit meten?
Ik wil in elk geval 3 onderwerpen helemaal onder de knie krijgen. Mijn BPV begeleider bepaalt of ik het beheers.
Acceptabel
Kan ik dit leerdoel uitvoeren in de apotheek? Vind mijn BPV-begeleider dat ik hier klaar voor ben?
Ik wil mijn BPV-begeleider vragen of het mogelijk is dat ik aan de balie kan staan.
Realistisch
Is het haalbaar om dit leerdoel uit te voeren?
Het is hiervoor nodig dat ik de tijd krijg in de apotheek om aan de balie te staan.
Daarnaast is het nodig dat de rest van het apotheekteam mij hierbij wil helpen
Tijdgebonden
Wanneer begin ik met de uitvoering? Wanneer ben ik hiermee klaar?
Wanneer ga ik het evalueren?
Ik begin hiermee halverwege periode 6 en aan het eind van fase 2 (periode 8) moet ik dit beheersen. Ik ga dit aan eind van periode 8 evalueren.
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 44)
Bijlage 9 Reflecteren
STARR methode
Cursief gedrukt: aandachtspunt voor de docent.
S
Beschrijf de concrete situatie ( waarin je de gevraagde competentie/werkproces getoond hebt)
Waar vond de situatie plaats? Wie waren er bij?
Wat gebeurde er precies?
T
Wat was jouw taak in deze situatie?(let hierbij op beheersingsniveau/ zelfstandig/begeleid/samen)
Zagen de anderen dat ook zo? Wat was het doel van je handelen?
A
Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd?
Hoe heb je het aangepakt?
Hoe ben je tot je keuze gekomen? Hoe reageerden de anderen?
Hoe reageerde jij op de anderen?
R
Wat was het resultaat van je handelen? Waar ben je tevreden over/ waar minder? Waar waren de reacties van de betrokkenen?
R
Hoe kijk je terug op deze situatie en je aanpak? Wat vond je goed gaan?
Wat zou je de volgende keer anders doen? Waarom? Welke gevolgen zou dit kunnen hebben?
Welke competenties wil je versterken?
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 45)
Bijlage 10 Kerntaken/werkprocessen/competenties
Het kwalificatiedossier heeft de opleiding apothekersassistente onderverdeeld in 3 kerntaken (KT):
Kerntaak 1: Bieden van farmaceutische patiëntenzorg Kerntaak 2: Bereiden van geneesmiddelen
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken
De opdrachten in bijlage 7 zijn ook geordend op deze wijze. Deze BPV gids bevat opdrachten die betrekking hebben op alle kerntaken, maar voornamelijk kerntaak 1 en 3. Kerntaak 2 wordt vooral op school beoordeeld.
De kerntaken worden onderverdeeld in werkprocessen. Onder de werkprocessen hangen de betreffende competenties. In onderstaand overzichten worden per kerntaak de werkprocessen besproken. Daarna volgt een matrix met hierin per kerntaak de betreffende werkprocessen en competenties.
Kerntaak 1 Bieden van farmaceutische patiëntenzorg
Werkprocessen bij kerntaak 1
Beschrijving kerntaak:
1.1 De apothekersassistent neemt de zorgvraag aan van de zorgvrager aan de balie, dan wel via de fax, e-mail of telefoon. Zij staat de zorgvrager te woord en checkt bij een recept of de medicatieopdracht, de NAW-gegevens, verzekeringsgegevens en het BSN. Ze stelt de zorgvraag op zorgvuldige wijze vast, bijvoorbeeld door middel van het lezen van het recept of korte vragen te stellen, stelt ook de zorgvrager zelf in de gelegenheid om vragen te stellen. Ze bepaalt op welke wijze, wanneer en door wie de zorgvraag behandeld dient te worden. De apothekersassistent benadert zorgvragers proactief en inventariseert de wensen en behoeften met betrekking tot medicatie. Ze begeleidt een zorgvrager actief bij medicatiegebruik. De apothekersassistent is de schakel tussen zorgvrager, apotheker en voorschrijver.
1.2 De apothekersassistent voert medicatiebewaking uit. Zij controleert, telkens wanneer zij een zorgvraag in behandeling heeft genomen, de medicatie- en zorgvrager kenmerken, het actuele medicatieoverzicht, interpreteert de gegevens op basis van medicatiebewaking signalen om de veiligheid van de behandeling voor de zorgvrager vast te stellen. Ze raadpleegt of overlegt zo nodig relevante bronnen en voert indien nodig overleg met de apotheker, zorgvrager, collega’s of behandelaar, bijvoorbeeld over de keuze van een mogelijk alternatief te verstrekken geneesmiddel. Ze zorgt voor een goede medicatieoverdracht tussen de zorgverleners in de keten en onderhoudt actief het medicatiedossier. Dit betekent voor de apothekersassistent in de openbare apotheek het zorgdragen voor een actueel afleveroverzicht t.b.v. andere zorgverleners en voor de apothekersassistent in het ziekenhuis, inzage en vertalen van de thuismedicatie naar de ziekenhuissetting en het verzorgen van een medicatieoverzicht als de zorgvrager naar huis gaat voor de 1e lijns zorgverleners. Bij dit proces vindt vaak overleg plaats met de voorschrijvers, de verpleging en de andere zorgverleners in de 1e en 2e lijn.
1.3 De apothekersassistent handelt recepten af en bewaakt de logistieke procesgang (central filling, weekdistributiesysteem of robot). Zij maakt het geneesmiddel volgens protocol voor toediening gereed. Zij controleert het geselecteerde geneesmiddel elektronisch met behulp van een barcodescanner en/of laat visuele controle uitvoeren door een collega- apothekersassistent. Zij voorziet het geneesmiddel van een etiket en eventuele waarschuwingssticker en voegt de bijbehorende gebruiksinstructie toe en is op de hoogte van eisen van/afspraken met de verzekeraar. Vervolgens verzorgt zij de uitgifte van het geneesmiddel of het medisch hulpmiddel, d.w.z. ze overhandigt het middel rechtstreeks aan de balie of zorgt dat het bij de
(1.1Neemt de zorgvraag aan en kanaliseert deze1.2Voert medicatiebewaking uit1.3Handelt recepten af1.4Behandelt de zelfzorgvraag1.5Geeft voorlichting en advies)
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 48)
zorgvrager wordt afgeleverd. In het ziekenhuis vindt de aflevering plaats aan derden (verpleging) die zorgdragen voor toediening.
1.4 De apothekersassistent behandelt de zelfzorgvraag. Zij verheldert de vraag en past daarbij, naar behoefte van de zorgvrager, systematische vraagtechnieken toe via onder andere de WHAM-methodiek en blijft doorvragen totdat de zorgvraag helder is. Zo nodig verkrijgt ze aanvullende informatie door zelfzorgstandaarden of andere naslagwerken te raadplegen. Zij verwijst bij alarmsymptomen naar de huisarts/specialist of maakt in overleg met de zorgvrager een keuze voor het juiste product, rekening houdend met eventueel gebruik van andere geneesmiddelen en/of zelfzorgmiddelen en andere mogelijke risico’s. Zij verstrekt het middel aan de zorgvrager en handelt de verkoop aan de kassa af.
Toelichting: Bij UA-middelen is medicatiebewaking en begeleiding van de zorgvrager een vereiste. Om die reden dient het product altijd op naam te worden ingevoerd in het AIS. Bewaking op interacties is altijd nodig. De apothekersassistent dient steeds te controleren op contra-indicaties (dit kan eenvoudig met een vragenlijst die zij samen met de zorgvrager invult).
Opmerkingen: Alle openbare apotheken kunnen zonder extra kosten beschikken over de zogenaamde KennisTest. De kennisTest richt zich op kennis over zelfzorg en 1e en 2e uitgifte. Studenten kunnen tijdens de stage gebruikmaken van deze
KennisTest. Op verzoek kan S.F.K. een lijst samenstellen van (bijv. 10) de meest verkochte zelfzorgmiddelen.
1.5 De apothekersassistent geeft voorlichting en beargumenteerd advies aan zorgvragers aan de balie of aan de telefoon, zowel bij de afhandeling van een recept als bij de verkoop van zelfzorgmiddelen. Zij luistert naar de zorgvrager en signaleert een eventuele behoefte aan informatie en advies. Zij bepaalt of eventueel doorverwijzen naar een andere zorgverlener nodig is en verzamelt informatie en (standaard) voorlichtingsmateriaal. Zij verstrekt informatie over het juiste gebruik van het geleverde product en geeft voorlichting en advies gericht op het voorkomen van problemen en het bevorderen van de gezondheid en gaat na of het een 1e of 2e uitgifte is. Ze begeleidt de zorgvrager bij het gebruik van medicijnen. Zij overlegt met de apotheker, een collega of behandelaar bij twijfel over de eigen deskundigheid of bij vragen van de zorgvrager over de adviezen van de behandelaar. Zij checkt bij de zorgvrager of de informatie duidelijk en naar tevredenheid is. In voorkomende gevallen geeft de apothekersassistent in het ZH ook voorlichting aan de individuele zorgvrager, bijvoorbeeld bij het voeren van een opname- of ontslaggesprek.
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 49)
(ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXY)Kerntaak 1 Bieden van farmaceutische patiëntenzorg
Werkprocessen
Competenties
1. Neemt de
1 zorgvraag aan en kanaliseert deze
1. Voert
2 medicatiebewakin g uit
1. Handelt recepten
3 af
1. Behandelt de
4 zelfzorgvraag
1. Geeft voorlichting
5 en advies
Kerntaak 2 Bereiden van geneesmiddelen
Werkprocessen bij kerntaak 2
Beschrijving kerntaak:
2.1 De apothekersassistent bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen. Ze maakt na het besluit tot bereiden een eenvoudige bereidingsprotocol. Hierbij analyseert en noteert zij de stappen die ze doorloopt om tot een kwalitatief goed product te komen. De apothekersassistent beheerst de basistechnieken van een bereiding en voert een eenvoudige bereiding uit. Zij stelt de aanwezigheid van benodigde middelen, apparatuur en werkomstandigheden vast en maakt een tijdsplanning. Zij voert de bereiding uit volgens het geldende protocol en houdt rekening met de LNA procedures en weet deze procedures toe te passen. Zij gebruikt de benodigde weeg-, meng-, bereidings- en uitvulapparatuur. Zij maakt de materialen schoon en ruimt de werkruimte op.
De apothekersassistent in het ZH bereidt in veel gevallen op grote schaal geneesmiddelen; het gaat zowel om grotere aantallen (semi-industriële schaal) als andersoortige en specialistische bereidingen. Ze maakt ook bereidingen met risicovolle stoffen, zoals cytostatica en radiofarmaca. Daarnaast bereidt ze ook niet risicovolle producten als parenteralia (injecties en infusen) en parenterale voeding.
Toelichting:
De apothekersassistent is deskundig om - onder het toezicht van een apotheker of apotheekhoudende arts – de volgende handelingen uit te voeren: bereiden, afleveren en beheren van geneesmiddelen en in dat kader het geven van farmaceutische adviezen. Binnenschools wordt de apothekersassistent geschoold om technisch goed te kunnen bereiden. Om bekwaam te worden (en te blijven), zal een apothekersassistent veelal ervaring/bekwaamheid moeten opdoen in een bereidingsapotheek. Dit geldt met name voor het specialistisch bereiden.
2.2 De apothekersassistent past handelspreparaten aan. Zij ontvangt van de apotheker een samenstelling- en bereidingsvoorschrift. Zij bespreekt met de apotheker de handelingen die nodig zijn om het handelspreparaat aan te passen. Zij stelt de aanwezigheid van benodigde middelen en apparatuur vast en maakt een tijdsplanning. Zij wijzigt, volgens de instructie van de apotheker, de toedieningsvorm of de dosis van het handelspreparaat. Zij gebruikt de benodigde weeg-,meng-, bereidings- en uitvulapparatuur. Zij laat het aangepaste handelspreparaat controleren door de apotheker. Zij maakt de materialen schoon en ruimt de werkruimte op.
(2.1Bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen2.2Past handelspreparaten aan)
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 50)
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 51)
(ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXY)Kerntaak 2 Bereiden van geneesmiddelen
Werkprocessen
2.1 Bereidt
geneesmiddelen uit grondstoffen
2.2 Past
handelspreparaten aan
Competenties
Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken
Werkprocessen bij kerntaak 3
Beschrijving kerntaak:
3.1 De apothekersassistent werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert haar werkzaamheden uit volgens de geleerde kennis en vaardigheden. Ze volgt actuele ontwikkelingen in het beroep, in de zorg in het algemeen en farmaceutische zorg in het bijzonder. Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook weer uit naar anderen.
3.2 De apothekersassistent werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Ze bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. Ze neemt deel aan onderzoeken die binnen de organisatie verricht worden, gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek en werkt mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. Daarnaast neemt ze deel en werkt mee aan projecten ter bevordering van de FPZ. De apothekersassistent werkt met kwaliteitszorgsystemen. Ze ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de organisatie.
3.3 De apothekersassistent voert beheertaken uit. Zij beheert de voorraad van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, materialen en voorlichtingsmateriaal, op basis van gegevens uit het voorraadbeheersysteem. Zij plaats bestellingen en handelt deze af. De apothekersassistent onderhoudt in het kader van deze werkzaamheden externe contacten namens de organisatie, bijvoorbeeld met leveranciers. De apothekersassistent in het ZH adviseert tevens de afdelingen over het assortiment, de hoeveelheid van de voorraad en de wijze van bevoorrading.
3.4 De apothekersassistent voert administratieve taken uit. Zij past indien nodig NAW-gegevens aan en het BSN toe in het medicatiedossier in het apotheekinformatiesysteem (ais) en schrijft nieuwe zorgvragers in. Zij registreert zorgvrager- en medicatiekenmerken, registreert verstrekking en verkoop van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en zelfzorgmiddelen, voert de administratie in het kader van relevante wetgeving zoals de Opiumwet uit, zorgt voor de administratie rondom machtigingen en voorraadbeheer.
3.1 Werkt aan
deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
3.3 Voert beheertaken uit
3.4 Voert administratieve taken uit
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 52)
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 53)
Kerntaak 3
(ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXY)Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Werkprocessen
Competenties
3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
3.3 Voert beheertaken uit
3.4 Voert administratieve taken uit
(BPV gids fase 2 cohort 2014-2017) (Pagina 54)