Werkwoorden: de stam
-
Upload
conrad-de-docent -
Category
Education
-
view
476 -
download
0
description
Transcript of Werkwoorden: de stam
Werkwoorden
En dan vooral: wat is de stam?
Wat is de stam?
• Behandelen behandel• Bieden bied• Doen doe• Zien zie• Zeggen zeg• Kloppen klop• Lopen loop• Geven geef• Vrezen vrees
Waarom belangrijk?
• Tegenwoordige tijd, in de jij- en hij-vorm: stam + t• Verleden tijd: stam + de/den• Of• Stam + te/ten
Tegenwoordige tijd
• Onthoud: er komt nooit een d bij!• Bij hij en jij-vorm: stam + t• Hij werkt, jij loopt, de vogel vliegt
Maar wanneer dt?
• Als de stam eindigt op een d:• Hij biedt, jij vindt, het vliegtuig landt• Twijfel? Vul werkwoord ‘lopen’ in. Hoor je een
t? Dan schrijf je er een.
Verleden tijd
• Allereerst: nooooit dt!• Wanneer –te(n) en wanneer –de(n)?• Kijk weer naar de stam!
‘t kofschip
• Eindigt stam op een medeklinker uit ‘t kofschip?
• -te(n): zij werkten, hij verraste mij, ik schopte tegen de bal
‘t kofschip
• Eindigt de stam op een medeklinker die niet in ‘t kofschip staat, of op een klinker?
• -de(n): ik ontdooide de kip, zij verzekerden mij van het tegenovergestelde, de chauffeur laadde zijn auto.
En het voltooid deelwoord?
• Ik heb me verzekerd, hij heeft hard gewerkt, zij hebben hem geschopt
• Regels van ‘t kofschip.