Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts CVRM 2014.pdf · November 2013 Werkprotocol CVRM...

5

Click here to load reader

Transcript of Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts CVRM 2014.pdf · November 2013 Werkprotocol CVRM...

Page 1: Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts CVRM 2014.pdf · November 2013 Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de

November 2013

Werkprotocol CVRM

praktijkondersteuner en huisarts

Werkwijze risicoprofiel

De huisarts verwijst de patiënt voor een inventarisatieconsult naar de POH (labformulier en

evt. urineonderzoek bij antihypertensiva meegeven).

Bij doorgemaakte HVZ1 of gebruik van antihypertensiva/statine hoofdbehandelaar en contra-

indicatie invoeren

Indicatie voor het opstellen van een risicoprofiel:

Doorgemaakte HVZ, Diabetes Mellitus (DM), reumatoïde artritis (RA) of chronische nierschade2

Belaste familieanamnese voor HVZ (vader, moeder, broer of zus met HVZ < 65 jaar),

Bekend met een systolische bloeddruk (SBD) > 140 mmHg of gebruik antihypertensiva

Bekend met een totaal cholesterol (TC) > 6,5 mmol/l of gebruik statine

roken en ≥ 50 jaar

Optioneel:

Verzoek van patiënt om RR te meten of cholesterol te bepalen

Overgewicht BMI >25 kg/m2

(Post)menopauze (vooral na zwangerschaps-DM/-HT of pre-eclampsie)

Allochtone afkomst (Hindoestanen, Surinamers, Turken en Zuid-Aziaten)

Inventarisatieconsult door POH (eventueel met mantelzorger!):

Pat. zonder bekende HVZ,DM, hypertensie en hypercholesterolaemie: in HIS protocol: DM/CVRM/CVRP

Pat. met HVZ, hypertensie en hypercholesterolaemie : in KIS includeren

Pat. met DM: risicoprofiel in KIS (DM)

Anamnese:

Roken, voeding, alcoholgebruik, lichamelijke activiteit, familieanamnese HVZ, medicatie

Lichamelijk onderzoek (biometrie):

Bloeddruk meten, gewicht, lengte, BMI

Aanvullend onderzoek:

Bloed: nuchter lipidenspectrum, nuchtere glucose, serumcreatinine/MDRD en kalium

Optioneel: Kalium, albumine-creatinine ratio (ACR) in urine, ECG

Risicoschatting door POH (niet bij patiënten met HVZ):

Patiënten zonder HVZ: schat het absolute 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ met behulp van de risicotabel.

Tel bij patiënten met DM of RA 15 jaar bij actuele leeftijd op.

Patiënten ouder dan 70 jaar beoordelen als 70-jarigen

Geen risicoschatting, maar overleg met huisarts indien:

1. SBD>180 mm/hg

2. Totaal cholesterol > 8 mmol/l of TC/HDL-ratio>8

3. Afwijkend bloedonderzoek of afwijkend ECG

1 Atherosclerotische hart- en vaatziekten: myocardinfarct, angina pectoris, hartfalen, herseninfarct, TIA, aneurysma aortae en perifeer arterieel vaatlijden

2 <65 jaar MDRD <60 ml/min/1.73m2 en/of ACR > 3 mg/ml

>65 jaar MDRD >45 ml/min/1.73m2 en/of ACR > 3 mg/ml

Page 2: Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts CVRM 2014.pdf · November 2013 Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de

November 2013

Adviezen en informatie door POH bij inventarisatieconsult (ook bij patiënten met HVZ):

Leefstijladviezen (voor afstemming van de voorlichting met andere disciplines, zie paragraaf 2.3.2):

Stoppen met roken begeleiding aanbieden

Zorg voor voldoende bewegen: tenminste 5 dagen/week 30 min. per dag, bijv. fietsen, stevig wandelen, tuinieren etc.

Zorg voor goede voeding (volgens Richtlijnen goede voeding)

Beperk alcohol gebruik: vrouwen max. 1-2 glazen p/d, mannen max. 2-3 glazen p/d

Zorg voor een optimaal gewicht: BMI ≤ 25 kg/m2 (<70jr), BMI ≤ 30 kg/m2 (≥ 70jr)

Ga na of er stressfactoren aanwezig zijn en of de patiënt deze wil aanpakken

Indien van toepassing:

Aard en (stabiele) beloop van de aandoening

Belang leefregels en therapietrouw van de medicatie voor beloop aandoening

NHG patiënten brieven/foldermateriaal

Indien medicatie patiënten met HVZ niet volgens richtlijnen: overleg met huisarts!

Schakelconsult huisarts:

Uitleg risico

Bespreken voor- en nadelen medicatie

Instellen op medicatie (zie Medicamenteuze therapie)

Bij bereiken streefwaarden: controle POH

NB:

Bij SBD ≥ 180 mmHg nader onderzoek secundaire oorzaak hypertensie

Bij totaal cholesterol >8 mmol/l of TC/HDL ratio > 8: onderzoek naar familiaire hyperlipidemie

Sterk belaste familie anamnese met plotse hartdood: naar cardioloog of klinisch geneticus

Controles door POH bij patiënten met medicatie voor HVZ, hypertensie en/of cholesterol

Patiënt centraal:

Stel samen met patiënt een individueel zorgplan op (in KIS; eventueel uitdraai meegeven)

Stel samen met patiënt een individueel controleschema op (1-4x p/j)

Bij elke controle(KIS):

Anamnese: basale informatie, anamnese risicoprofiel en leefstijll

Vitale parameters: BMI en bloeddruk (minimaal 1x p/j) bij instelfase RR om de 2-4 weken (bij SBD>140 mmHg,

herhalen na 2 weken), wanneer goed ingesteld jaarlijks

Jaarlijks lab (nuchter glucose, lipidenspectrum, creatinine(klaring),Kalium en in urine albumine-creat ratio. Bepaal

LDL in instelfase 3-maandelijks

Bepaal CK en transaminasen bij statinegebruik alleen bij verdenking op toxiciteit, ernstige spierklachten, vermoeden

leverfalen in overleg met de huisarts

Bepaal serumcreatinine, eGFR en serumkalium bij gebruik diureticum, ACE-remmer of ARB:

1. na starten en bij elke aanpassing van dosering: na 10-14 dagen

2. bij bereiken onderhoudsdosering: na 3 en 6 maanden, en daarna jaarlijks

3. bij daling nierfunctie: zie Landelijke Transmurale Afspraak Chronische Nierschade

Bij goede instelling: ontraad staken of verlagen dosering medicatie

Voorlichting en behandelplan: Gebruik hiervoor eventueel de NHG-folders en/of wijs de patiënt op de website

www.thuisarts.nl.

Verwijzing

Verwijs eventueel naar paramedici en/of apotheek. Voor verwijscriteria zie punt 3 in dit werkprotocol.

Overleg met huisarts bij:

Alarmsignalen zoals druk/pijn op de borst, toenemende pijn in benen bij lopen, pijn in benen bij rust

Tekenen van hartfalen (moe, kortademig, oedeem)

Vermoeden bijwerkingen medicijnen

Irregulaire pols of polsfrequentie > 100 p/m

SBD bij herhaling > 140 mmHG

Page 3: Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts CVRM 2014.pdf · November 2013 Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de

November 2013

LDL-cholesterol ≥ 2,5 mmol/l of andere afwijkende laboratorium uitslagen

Registratie:

Aanmaken/aanpassen probleemlijst in het kader van CVRM

Zonodig contra-indicaties invoeren

Invoeren huisarts als hoofdbehandelaar CVRM in KIS

Jaarlijkse controles POH bij patiënten zonder medicatie voor hypertensie of cholesterol:

Doe jaarlijks opnieuw inventarisatie (zie boven) echter zonder ECG

Maak opnieuw een risicoschatting en onderneem zo nodig actie (zie boven)

2. Verwijscriteria

Fysiotherapeut voor beweegprogramma:

Als de patiënt niet voldoet aan de Nederlandse norm van Gezond Bewegen en dit ook na advies van de POH na drie

maanden niet effectief heeft opgepakt

Er dusdanig beperkende voorwaarden zijn dat niet verwacht kan worden dat de patiënt dit zelf gaat oppakken; er

wordt dan direct verwezen.

NB. Als de POH/huisarts een eenmalige beweegscreening van de fysiotherapeut wenselijk vindt, dan kan dit onder de noemer

‘consult fysiotherapeutisch onderzoek’ (CFO) aangevraagd worden. De POH/huisarts verwijst de patiënt hiervoor met een

onderzoeksvraag naar de fysiotherapeut.

Diëtiste: Zie werkafspraken diëtisten

Een risico op ziekte of sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar ≥ 10%

Patiënten met een voorafgaand hartinfarct of anderszins symptomatisch vaatlijden

Hypertensie

Hyperlipidemie

Overgewicht

Chronische nierschade

Als bij huisarts of praktijkondersteuner het vermoeden bestaat van ongezonde voedingsgewoonten/

voedingsproblemen. Extra aandacht voor voedingsgewoonten en gewicht in situaties van stress en ploegendiensten,

menopauze en stoppen met roken.

Psycholoog/POH GGZ:

Als er sprake is van stressklachten die van invloed zijn op het risico op HVZ

Als er sprake is van psychisch lijden door HVZ

Apotheek:

Als er sprake is van polyfarmacie (≥ 5 soorten medicatie)

Als de patiënt problemen ervaart met de medicatie die niet direct opgelost kan worden door huisarts of POH

3. Verwijsinformatie

Bij verwijzing naar ketenpartners via KIS met vermelding van:

Specifieke vraagstelling

Zorgproduct

Extra informatie voor apotheek:

Medicatielijst (inclusief doseringsschema)

Page 4: Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts CVRM 2014.pdf · November 2013 Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de

November 2013

Medicamenteuze therapie CVRM

Patiënten zonder HVZ, DM of RA

Antihypertensiva en/of statines zijn geïndiceerd bij:

o ≥ 20% 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ en SBD > 140 mmHg en/of LDL > 2,5 mmol/l

o 10-20% 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ en SBD > 140 mmHg en/of LDL > 2,5 mmol/l

én aanwezigheid van andere risico verhogende factoren (tabel 2)

o SBD > 180 mmHg of TC/HDL-ratio > 8 ongeacht risico op HVZ

70-plussers: weeg voor- en nadelen van behandeling af bij korte levensverwachting, uitgebreide comorbiditeit

of polyfarmacie; hanteer bij 80-plussers hogere streefwaarde SBD (150-160 mmHg)

Antihypertensiva: zie tabel 3 en 4 voor stappenplan en voorkeursmedicatie bij specifieke klinische condities

Statines: zie tabel 5 voor stappenplan; controleer in instelfase LDL elke 3 maanden; routinematige controle

CK en transaminasen is niet nodig

Patiënten met DM of RA:

Indicatie antihypertensiva en/of statines is identiek aan die bij patiënten zonder HVZ, DM of RA (zie boven)

Bij DM en 10-20% 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ: overweeg behandeling bij slechte metabole

controle, microalbuminurie, microvasculaire complicaties of andere risico verhogende factoren (tabel 2)

Bij RA en 10-20% 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ: overweeg behandeling bij sterke

ziekteactiviteit of andere risico verhogende factoren (tabel 2)

Patiënten met HVZ:

Acetylsalicylzuur 1 dd 80-100 mg:

o na TIA/CVA tevens Dipyridamol (mga) 2dd 200 mg

o bij overgevoeligheid Acetylsalicylzuur: Clopidogrel 1dd 75 mg (Dipyridamol staken)

o bij atriumfibrilleren, kunstklep, vaatprothese, structurele hartafwijking: Cumarinederivaat

Antihypertensiva:

o bij SBD > 140 mmHg: zie stappenplan en voorkeursmedicatie bij specifieke klinische condities (tabel

3 en 4)

o bij coronaire hartziekte: Bètablokker ongeacht hoogte bloeddruk

o na coronaire revascularisatie, hartinfarct en bij hartfalen: ACE-remmer ongeacht hoogte bloeddruk

o na TIA/CVA: ook indicatie antihypertensiva bij SBD ≤ 140 mmHg

Statines:

o bij LDL > 2,5 mmol/l: zie tabel 5 voor stappenplan

o bij symptomatisch coronairlijden of doorgemaakt hartinfarct: Statine ongeacht hoogte TC en LDL

Page 5: Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts CVRM 2014.pdf · November 2013 Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de

November 2013

Stappenplan statinetherapie:

Stap 1 Start met simvastatine 40 mg/d (of lager indien geringe LDL-verhoging)

Stap 2* Switch naar atorvastatine 20 of 40 mg/d of Rosuvastatine 10 of 20 mg/d (dosering

afhankelijk van de LDL-verhoging)

Stap 3* Verhoog dosering atorvastatine tot maximaal 80 mg/d of Rosuvastatine tot maximaal 40

mg/d

Stap 4* Bij niet bereiken van LDL-streefwaarde: zie tekst standaard

* Elke volgende stap is van toepassing indien de streefwaarde niet wordt bereikt.

Stappenplan bij de behandeling van ongecompliceerde essentiële hypertensie bij niet-negroïde

patiënten, ouder dan 50 jaar:

Stap 1 Thiazidediureticum of calciumantagonist

Stap 2* voeg ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB) toe, bij voorkeur in combinatietablet

Stap 3* combineer thiazidediureticum, ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB) en calciumantagonist

Stap 4* overweeg therapieresistente hypertensie (zie tekst standaard)

* Elke volgende stap is van toepassing indien de streefwaarde niet wordt bereikt.

Voorkeursmedicatie bij diverse specifieke kenmerken of condities:

Kenmerk of conditie Voorkeursmedicatie (separaat of in combinatie)

Jonge leeftijd (< 50 jaar) 1. ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)

2. Toevoegen bètablokker (als verdragen)

3. Toevoegen diureticum of calciumantagonist

Oudere leeftijd (> 70 jaar) Diureticum, calciumantagonist en/of ACE-remmer (bij kriebel-hoest

ARB). Keuze op basis van co-morbiditeit en comedicatie

Chronisch, stabiel hartfalen 1. ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)

2. Toevoegen diureticum

3. Toevoegen bètablokker

Chronische nierschade (inclusief

microalbuminurie)

ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)

DM (zonder microalbuminurie) 1. thiazidediureticum

2. Toevoegen ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)

3. Toevoegen calciumantagonist

Atriumfibrilleren Bètablokker

Astma/COPD Diureticum

Negroïde afkomst 1. Calciumantagonist of diureticum

2. Calciumantagonist én diureticum