Welkom - AZ Klina€¦ · ongeveer 180 L primaire urine 1‐2L urine/dag individuele regeling...
Transcript of Welkom - AZ Klina€¦ · ongeveer 180 L primaire urine 1‐2L urine/dag individuele regeling...
Welkom
8 x 15 minuten
1. NIEREN FALEN:
PILLETJE, POEDER OF SPUITJE ERBIJ HALEN?
Annemie WoestenburgNefroloog ‐ diabetoloog
Functies van de nier
1. evenwicht vochtbalans
2. uitscheiding afvalstoffen
3. constante omgeving
4. aanmaak hormonen
ongeveer 180 L primaire urine 1‐2L urine/dag
individuele regeling excretie water en opgeloste stoffen (Na, K, H, ..)
concentratie van urine verdunning van urine
Evenwicht vochtbalans
door het lichaamaangemaakte stoffen
medicatie, ...
Uitscheiding afvalstoffen
nodig voor het goed functioneren van de cellen
Constante omgeving
streefwaarden• chronisch nierlijden (CNL) 3,5‐5,5 mmol
• bij dialysepatiënten dieet met doel K < 6 mmol/L
hars bij de maaltijd
nevenwerking : obstipatie
geen attest
Behandeling hyperkaliëmie
toekomst• oplossen in water
• 3 uur weg van andere medicatie
• gastro‐intestinale nevenwerkingen
• 1/dag
Behandeling acidose
streefdoel : bicarbonaat ≥ 22 mmol/L
natriumbicarbonaat• weg van maaltijd
• 2‐4g/d
geen attest
gevolg acidose• misselijkheid• verminderde botkwaliteit• eiwitdegradatie• verminderde albumine synthese• aantasting spieren• hyperkaliëmie
Behandeling hyperfosfatemie
fosfaatbinders (darm)• normaal P nastreven bij oplopend verhoogd P (KDIGO 2017)
• bij maaltijd/tussendoortje:
o CaCO3, Ca acetaato Ca acetaat‐Mg carbonaat, Renepho®o Sevelamer, Renagel®, Renvela®o Lanthaan, Fosrenol®o Succroferri‐oxyhydroxide, Velphoro®
gevolg hyperfosfatemie• jeuk
• huidaantasting/calciphylaxis
• gewrichtsaantasting
Renagel®• nevenwerking : gastro‐intestinaal
• enkel bij dialysepatiënten
• attest
Sevelamer
Renvela®• nevenwerking : gastro‐intestinaal
• bij CNL en dialysepatiënten
• attest / ZT CNL
o P > 1.79 mmol/L
Lanthaan
Fosrenol®• nevenwerking : gastro‐intestinaal
• enkel bij dialysepatiënten
• attest
Nieuwere fosfaatbinders Ca acetaat‐Mg carbonaat, Renepho®
• nevenwerkingen:
o nausea
o pruritus
• enkel bij dialysepatiënten
• attest /ZT CNL
Succroferri‐oxyhydroxide,Velphoro®• kauwtablet (of pletten)
• contra‐indicatie:
o hemochromatose
o glutenallergie
• nevenwerkingen:
o gastro‐intestinaal
o verkleuring tanden
o zwarte stoelgang
• enkel bij dialysepatiënten
Secretie hormonen
voor regulatie van:• systemische en renale hemodynamiek (bloeddruk)
renine, angiotensine II, prostaglandines, NO, endotheline, bradykinine
• productie van rode bloedcellen
erythropoeitine
• calcium‐, fosfor‐ en botmetabolisme
1,25‐dihydroxyvitamine D3 of calcitriol
ijzer• TSAT < 30 % (KDIGO 2012)
• Ferritine < 500 ng/ml (KDIGO 2012)
Po, IV
Attest IV
Behandeling renale anemie
Behandeling renale anemie
EPO• Hb 10‐11,5 g/dl (KDIGO 2012)
• Subcutaan, IV
Nevenwerking• grieperig, AHT, hoofdpijn, GI
• thrombose
• pure red cell anemia
• toename maligniteit?
Attest / ZT CNL
Behandeling hyperparathyroïdie
PTH ernstig en progressief verhoogd (KDIGO 2017)
Actief vitD• 1 alpha Leo
• Rocaltrol
Nevenwerking : hypercalcemie
Attest / ZT CNL
Behandeling hyperparathyroïdie
PTH ernstig en progressief verhoogd (KDIGO 2017)
Cinacalcet• inname met voedsel
• 30 mg tot max 180 mg/d
Nevenwerkingen:• hypocalcemie‐convulsies
• anorexie, nausea, braken
• rash, myalgie, asthenie
Attest / ZT CNL• secundaire hyperparathyroidie
• bij dialysepatiënt
• iPTH 300‐800 pg/ml + CaxP > 55 mg2/dl2of iPTH > 800 pg/ml
• gedurende 6 maanden onder optimaletherapie
2. Diabetische voeten:Niet om mee te spelen !!
Liesbeth LeuridanEndocrinoloog ‐ diabetoloog
Immens probleem
Er is ook nog goed nieuws !85% van de amputaties kunnen vermeden worden door preventie en/of goede behandeling bij diabetespatiënten
TIME TO ACT !!!
DOEL:‐ Preventie voetulcera‐ Snelle genezing voetulcera om amputatie te voorkomen
Pathyfysiologie
VRAAG: welke pathofysiologische factor speelt mee in het ontstaan van een diabetisch voetulcus?
‐ A: sensorische, motorische, autonome neuropathie?‐ B: perifeer arterieel lijden?‐ C: limited joint immobility?‐ D: vormafwijkingen?‐ E: combinatie A + B + C + D
Screening: welke diabetespatiënt heeft een verhoogd risico?
Jaarlijks preventief voetonderzoek: “who is at risk”?
• Anamnese: vb. al voetwonde gehad?, neuropathischeklachten?, claudicatioklachten?
• Inspectie: vormafwijkingen, huid, nagels, atleetvoet• Gevoeligheid testen (oa monofilamenttest)• Doorbloeding testen
Screening: welke diabetespatiënt heeft een verhoogd risico?
Jaarlijks preventief voetonderzoek: “who is at risk”?
Maatregelen: verhoogd risico, maar nog geen wonde.
Educatie:‐ vb. correct wassen.‐ Juist schoeisel.‐ Dagelijkse voetinspectie.(Brochure)
Eventueel verwijzing naar podoloog.(www.podonet.be)
Er is een diabetische voetwonde… wat nu?
Principes wondbehandeling diabetisch ulcus
• Bestrijding infectie (al dan niet antibiotica)• Oxygenatie (vaatingreep nodig?)• Drukontlasting (aangepast schoeisel nodig?)• Debridement• Wondzorg (in principe: vochtige wondzorg)• Glycemieregeling
Overweeg verwijzing “diabetische voetkliniek”
Er is een diabetische voetwonde… wat nu?
Eerste aanpak diabetisch voetulcus
• Eelt grondig verwijderen• Bij besmetting: kweek nemen, nadien antibiotica start• Wondzorg: ontsmetten, gel, verbandje dat gel ter plaatse houdt
• Drukontlasting: vb. dik wattenverband, sandaal, rust• Ernst inschatten
Er is een diabetische voetwonde… wat nu?
Welke wonden zijn ernstig?
• Diep ondermijnd• Botcontact• Infectie: etter, cellulitis, lymfangitis, rillen, koorts• Ischemie• Op drukpunt of proximaal gelegen
Er is een diabetische voetwonde… wat nu?
Wanneer nood aan hyperurgente verwijzing/spoed ?
FOOT ATTACKTime = foot
CHARCOT VOETSteunverbod !
Take home messages !
• Screen diabetespatiënten op een verhoogd risico op diabetische voetproblemen (jaarlijks)
• Bij verhoogd risico ‐> neem preventieve maatregelen
• Bij diabetisch voetulcus‐ Vocht wondzorg + drukontlasting‐ Ernst inschatten en zo nodig verwijzing
3. De NiERkliniek voor een breed Publiek
Alison PK LeeNefroloog
Inleiding CKD
Wanneer starten met dialyse?
• Niet enkel op geleide van nierfunctie
• Combinatie van:
– Klachten uremie– Ondervoeding– Overvulling– Metabole controle
• In overleg met patiënt, familie en huisarts
Opties tot nu toe… • Hospitaalhemodialyse
– In het ziekenhuis– 3 keer 4 uur/week in bed– AV-fistel of catheter– Alles wordt voor u gedaan
• Collectieve autodialyse– Idem, maar in zetel en autonomer
• Peritoneale dialyse – Dagelijks thuis met een PD-catheter– Alles zelf doen
• Thuishemodialyse– Thuis 4 tot 6 dialyses van 2 tot 3 uur/ week– AV-fistel of catheter– Alles zelf doen
• Transplantatie
• Advanced care planning
De huidige situatie…
NiERkliniek Voorkempen
Nierlijden Educatie Referentie Kliniek
• Een gestructureerd en multidisciplinair zorgprogramma aanbieden.
• De situatie verhelderen en eventuele zorgen wegnemen.• Educatie en informatie.• De patiënt helpen bij het aanvaardingsproces.• De evolutie naar terminale nierinsufficiëntie vertragen.• De socio-professionele rehabilitatie bevorderen.• De patiënt helpen de meest gepaste behandelingsmethode te
kiezen.• Zelfzorg bevorderen.• Een vertrouwensrelatie met het team opbouwen.
Onze doelstelling
Voordelen predialysezorg (1)• Daling start urgente dialyse (Levins 1997, non‐RCT, n=162)
(Cho 2012, CT, n=1218)
• Uitstel duur tot nierfunctievervangende therapie• Vermindering van angst en onzekerheid• Verbeterde therapietrouw door beter ziekte inzicht• Meer kans op thuisdialysemodaliteit (Wenwu 2009, Goovaerts 2005)
• Optimale acces planning• Meer kans op (pre-emptieve) transplantatie• Significant verhoogde levenskwaliteit (Bolton 2002) en
tevredenheid
Voordelen predialysezorg (2)• Significante verbetering op overleving (MCRCT Devins 2005)
– + 2,2 jaar na educatie– + 8 maanden na start dialyse
• Daling hospitalisatie(duur) en gezondheidszorgkosten (Levin1997, non‐RCT, n=162)
• Gedaalde (cardiovasculaire) morbiditeit (Cho 2012, CT, n=1218) en mortaliteit (Curtis 2005)
• Algemeen betere gezondheidstoestand door beterevoedingstoestand bij start, betere vaccinatietoestand, vroegtijdige behandeling van anemie …
• Maatschappelijk benefit!
Hoe?
Health literacy (1)
Health literacy (2)• Dissociatie tussen de
bemerkte en gemeten literacy (Nesrallah GE. Perit Dial Int. 2013)
• 38% van de patiënten: 2 maanden na educatie nog onzeker over behandeling nierziekte (Gray NA. Clin Kidney J. 2016)
• 10‐50% patiënten: lage literacy• Meer frequent bij lagere
educatiegraad, mannen, hogere leeftijd, niet‐kaukasisch ras (Dageforde LA. Adv Chronic Kidney Dis. 2013)
Informatie: hindernissen• Patiënten kunnen zich niet herinneren erover
geïnformeerd te zijn • Informatie komt “te laat” aan: uremisch, wanhopig,
depressief door diagnose:– Medisch taalgebruik– Irrelevante informatie– Te veel informatie
• Communicatieprobleem– Empathisch luisteren– Motiverend ondervragen
• Patiënten maken eerder een heuristische dan een objectieve beslissing– Gevaar om ze bloot te stellen aan andere patiënten
Shared decision making (1)1. Alle opties verduidelijken2. Assisteren bij het maken
van een geïnformeerde keuze1. Wensen/Waarden
verduidelijken2. Voorkeur patiënt uitlokken3. Bias door eigen waarden en
voorkeuren voorkomen 4. Voorstel formuleren die zijn
waarden en voorkeuren incorporeren
5. Het maken van de beslissing faciliteren
Shared decision making (2)
Integrated Care Model
Multi-disciplinair team samenwerkingsverband
Indien gewenst: tabakoloog, kinesist, chirurg/vaatchirurg, …
Team NiERkliniek Voorkempen
• Individueel• eGFR<20 ml/min en progressief of <30
ml/min met duidelijke evolutie naar dialysenood
• Voortzetting ook na start van dialyse.
• Ook na ongeplande start dialyse
• In groep
NiERkliniek
4. Obesitas,waar maken we ons dik over?
Sabien DriessensEndocrinoloog ‐ diabetoloog
BMI ≥ 30 kg/m²:Levensverwach ng ↓
gem. 6,5 jaar
Belang van obesitas?
Obesepersoon
overheidonderwijs
Huisarts
Diëtist
Fysio‐therapeut
Psycho‐loog
Psychiater
Endocrinoloog
Pneumo‐loog
Chirurg
Cardioloog
Gastro‐enteroloog
PREVENTIE / SENSIBILISATIEGezond leven‐projecten:
voedingsdriehoek10 000 stappenBewegen op verwijzing
SCREENING, EDUCATIE,
VERWIJZING
EDUCATIE, MOTIVATIE“COACHING”
2de
lijn
Hulpmiddelen voor de hulpverlener
• www.gezondleven.be– infobrochures
• www.eetexpert.be– Flowchart eetstoornissen in de huisartsenpraktijk– Focus = gezondheid, levensstijl >>> gewicht
BOV – bewegen op verwijzing
• Doel: kwetsbare groepen in beweging krijgen• Middelen:
– Coach– Beweegplan (max. 7h pp, 6m)
• Op verwijzing huisarts• Betaalbaar
Indiv. (15 min) Groep (15 min)
Normaal tarief 5 € 1 €
Omnio 1 € 0,5 €
www.gezondleven.be/projecten/bewegen‐op‐verwijzing
Regio Brasschaat – Essen ‐ Kalmthout ‐Wuustwezel
• Ans Coene, tel. 0486/21 29 16• Veerle Van Leuven, tel. 0485/64 26 21
Gemeente Zoersel• Noortje Aernouts, tel. 0494/43 70 30• [email protected]
Gemeente Schoten• Joost Van der Vliet, 0491/99 67 17• [email protected]
Ondersteunende medicatie• fenfluramine/phentermine (“fen‐phen”)• Orlistat (Alli, Xenical®)• Sibutramine (Reductil®)• rimonabant (Acomplia®)• exenatide / pramlintide• tesofensine / cetilistat / lorcaserine• Liraglutide (Saxenda®)
Saxenda® (liraglutide)
= GLP‐1 analoog, oorspronkelijk ontwikkeld als antidiabeticum
Voordelen:‐ gewichtsverlies‐ geen “hypoglycemies”
Nevenwerkingen: gastro‐intestinaal‐ ↓ eetlust, vol gevoel thv maag, nausea‐ (diarree)
Saxenda®
↓ gewicht↓ glycemie↓ bloeddruk
Pi‐Sunyer
245 € per maand
bariatrische heelkunde
Dumping syndroom– 2 vormen:
• Vroeg (vasomotorisch / gastro‐intestinaal)• Laattijdig (1‐3 uur na maaltijd): postprandiale hypoglycemie
Aanpak?– Frequente, kleine maaltijden
– Geen vloeistofinname binnen 30 min. na vaste maaltijd
– Vermijden snel resorbeerbare KH
– meer vezels, complexe KH, eiwitten
– evt. medicatie
Lifestyle clinic – AZ Klina• Intake
– Mevr. Elien Van Bouchaute– Mevr. Sanne Wouters
• Aanbod– Lifestyleprogramma– Heelkundig traject
http://www.azklina.be/medisch‐aanbod/medische‐diensten/lifestyle‐clinic
Centrum Over Gewicht ‐Malle
• Verpleegkundig coördinator: mevr. Brigit Meyvis• www.centrumovergewicht.be
– Infobrochure– Data info‐avonden
• Aanbod:– Lifestyle programma: groep / individueel– Heelkundig traject
Mineralen, niet altijd even mooi
Daan DetroyerNefroloog
Mineralen, niet altijd even mooi
Nefrolithiase: een poging tot preventie
Vraag:Wat is de meest nuttige
therapeutische interventie na de acute periode ?
Jonge vrouw, 65 kg, nierkoliek doorgemaakt 1 maand geledenRadiologie: radio opake steen
Urine analyse: calcium oxalaat kristallenLabo: normaal ionogram
24u urinecollectie: verhoogd natrium / 24u, normaal oxalaat / 24u, verlaagd citraat / 24 u, normaal ureum / 24u, verhoogd Calcium / 24u en creatinine 1500
mg / 24 u
Epidemiologie
• Niersteenziekte: 2de meest frequente aandoening (na tandcariës)
• Incidentie: 1 : 1000 per jaar• Piek: 20 ‐ 35 jaar oud• Man : vrouw ratio: 3 ‐ 4 : 1• 8 ‐ 15% van Noord Amerikanen en Europeanen• Herval: 50% hervalt binnen de 10 jaar. Na 25 jaar loopt dit cijfer op tot 75 %.
Vorming van Nierstenen
Urine supersaturatie
Urine supersaturatie
‐ Nucleatie ‐Groei ‐
Aggregatie
‐ Nucleatie ‐Groei ‐
Aggregatie
Kristal ‐ Cel interactieKristal ‐ Cel interactie
Secundaire kristalgroeiSecundaire kristalgroei SteenvormingSteenvorming
Inhibitoren
Promotoren
Screenen
• Wie ?o Recidiverende stenen of meerdere stenen
o Leeftijd < 20 jaaro Familiale anamneseo … ?
• Hoe ?o Steenanalyse: steen opsturen!
o Beeldvorming o Kristalurieo Bloed‐ en urineanalyse
Steenanalyse
• 99 % van de nierstenen (in het westen) zijnsamengesteld uit:– calcium oxalate 75% (mono or di hydrate)– calcium hydroxyl phosphate (15%)(apatite)– magnesium ammonium phosphate 10% (struvite)– uric acid 5%– cystine 1%
Geen steen ter beschikking ? Giswerk
Bloed‐ en urineanalyse
• Bloedo Creatinine, ureumo Natrium, kalium,
bicarbonaat, fosfor, magnesium
o Calcium, albumine, 25 OH vit D, PTH
o Glucose, urinezuur
• Urinestaalo pHo Urinesediment (+ cultuur) o Kristallen ?• 24 u urinecollectieo Urine volume, Na, fosfor,
Ca, urinezuur, citraat, oxalaat, creatinine, ureum
o Minstens 2xo Normaal dieet,
vochtinname en fysieke activiteit
o Zonder infectie of urinaire obstructie
24 u urinecollectie
Vrouw Man
Calcium < 250 mg / d < 300 mg / d
Urinezuur < 750 mg / d < 800 mg / d
Oxalaat < 45 mg / d < 45 mg / d
Citraat > 320 mg / d > 320 mg / d
Natrium < 100 mEq / d < 100 mEq / d
Onderliggende aandoening?
• Hyperparathyroidie• Metabool syndroom• Nefrocalcinose• Gastro‐intestinale aandoeningen• Neurogene blaas• Cystinurie• RTA type 1• …
Preventieve maatregelen
• Anamnese, familiale anamnese, medicatie• Afhankelijk van steenanalyse / risicofactoren <> metabole screeningType niersteen Specifieke risico factorcalciumoxalaat - hypercalciurie
- hypocitraturie- hyperoxalurie
calciumfosfaat - hoge urinaire pH (>7)- hypercalciurie
urinezuur - lage urinaire pH (< 5.5)- hyperuricosurie
Preventieve maatregelen
• Algemeen
• Hypercalciurie
• Hypocitraturie
> 2.5 L per dag verspreid over de dag doel: opdrijven diurese
Veel groenten en fruit Normale hoeveelheid Ca (1 g per dag) Zoutbeperking (<6 g per dag) Beperken dierlijke eiwitten (1 tot 1.2 g / kg/ d)
Dieet: cfr supra
Thiazide Hypo K: K supplement of K sparend diureticum
Uitsluiten: sarcoidose, RTA, primaire hyperparathyroidie
Citraat supplement zolang pH < 6.5 Alkalinisatie urine (citraat of bicarbonaat) Uralyte ‐ U
Preventieve maatregelen
• Hyperoxalurie
• Hyperurocisurie
• Cystine stenen
Mijden oxaalrijke voeding (oa asperges, bonen, peterselie, rode biet, spinazie, noten, rabarber, chocolade, …)
Geen vit C suppl Calciumsupplementen/Ca rijke voeding Zo metabole acidose: kaliumcitraat
Oxalaat binders Anionenuitwisselaars
Malabsorptie ?
Purine arm dieet (bvb wijn, bier, peulvruchten, vis, …)
Vermagering Allopurinol
Algemeen: vochtinname verhogen, zoutarm dieet, eiwitarm dieet
Kaliumcitraat met als doel urinaire pH > 7.5 Penicillamine
Vraag:Wat is de meest nuttige
therapeutische interventie na de acute periode ?
Jonge vrouw, 65 kg, nierkoliek doorgemaakt 1 maand geledenRadiologie: radio opake steen
Urine analyse: calcium oxalaat kristallenLabo: normaal ionogram
24u urinecollectie: verhoogd natrium / 24u, normaal oxalaat / 24u, verlaagd citraat / 24 u, normaal ureum / 24u, verhoogd Calcium / 24u en creatinine 1500
mg / 24 u
Meest nuttige interventie ?
A. ThiazideB. KaliumcitraatC. AllopurinolD. Calciumarm dieetE. Zoutarm dieetF. Hoog eiwitdieetG. Vochtintake > 2.5 LH. B, D en GI. A, E, D en GJ. A, B, E en G
Radio opake steenCalcium oxalaat kristallenVerhoogde natriurese, verlaagde citraturie, verhoogde calciureseCorrecte 24 u urinecollectie (creatinine: normaal 20 mg/kg/dag)
Meest nuttige interventie ?Radio opake steenCalcium oxalaat kristallenVerhoogde natriurese, verlaagde citraturie, verhoogde calciureseCorrecte 24 u urinecollectie (creatinine: normaal 20 mg/kg/dag)
A. ThiazideB. KaliumcitraatC. AllopurinolD. Calciumarm dieetE. Zoutarm dieetF. Hoog eiwitdieetG. Vochtintake > 2.5 LH. B, D en GI. A, E, D en GJ. A, B, E en G
Casuïstiek van de endocrinologischeLepidopterologie
Katrien ClotmanEndocrinoloog ‐ diabetoloog
Casuïstiek van de endocrinologischeLepidopterologie
Welke winkel is gevaarlijk voor de schildklier…
• 1. Gamma
• 2. Bart Smit
• 3. Veritas
• 4. Kruidvat
De schildklier• Allereerst beschreven door Claudius Galenus (2e‐3e eeuw)• Thyroid= Grieks voor ‘schild’• Enig orgaan dat jodium (= Grieks voor ‘paars’) gebruikt• Bilobulaire structuur in de hals, RE > LI• Pas vanaf week 12 foetale aanleg• Weegt 25‐40 gram • Thyroxine (T4); 80‐100 µg ter hoogte van de schildklier• Tri‐iodothyronine (T3); 30‐45 µg 80% hiervan extrathyroïdaal ten
gevolge van perifere deïodering van T4• Beïnvloeden bijna ALLE lichaamsfuncties (groei, ontwikkeling,
thermogenese, basaal metabolisme …)
De schildklier• Thyrotoxicose = ziektetoestand waarvoor er biochemische en
fysiologische manifestaties zijn van een overmaat aan schildklierhormonen =vergiftiging
• Hyperthyroïdie =dat type van thyrotoxicose waarbij er een overproductie is van schildklierhormonen
– Hoge radio‐iodine uptake• Auto immune schildklieraandoeningen: Graves…• Autonoom functionerend schildklierweefsel: Nodule, Goiter• TSH gemedieerde hyperthyroïdie: TSH adenoom, …• HCG gemedieerde hyperthyroïdie: hyperemesis gravidarum, trofoblast aandoening..
– Lage radio‐iodine uptake• Subacute thyroïtiden• Exogene intake van schildklierhormoon• Ectopische hyperthyroïdie: struma ovarii, metastatische folliculaire schildklierCa…
Casus 1/71 jarige man
• VG: Liesbreuk, arteriële hypertensie• Heden pre‐operatief traject voor heupprothese rechts• Familiaal: geen bijzonderheden• Medicatie: Emcoretic 5/12,5 mg; Tazko 5/5 mg; Eliquis 2x5 mg per
dag• Klachten: overmatig zweten, palpitaties
Referentie
TSH 0,01 mU/L 0,27‐4,20
Vrij T4 38,9 pmol/l (11,0‐24,0)
Vrij T3 20,0 pmol/l 3,14‐6,8)
Aanvullende vraagstelling?
Casus 1/71 jarige man
• Contrastonderzoeken?• Biochemische teken van auto‐immuniteit? TSI‐R antistoffen?• Cordaronetherapie?• Uptake? • …
Aanvullende onderzoeken?
Casus 1/71 jarige man
Casus 1/71 jarige man
• Hyperthyroïdie op basis van een hyper functionerende solitaire nodus in de schildklier= TOXISCH ADENOOM
• Activerende somatische puntmutatie in het TSH‐R‐gen waardoor deze functionele capaciteit onafhankelijk van de TSH regeling verloopt
• Kliniek in functie van de ernst• Therapie I* of chirurgie• Na therapie met 5 mCi radio‐actief jodium
Referentie
TSH 1,06 mU/L 0,27‐4,20
Vrij T4 14,0 pmol/l 11,0‐24,0
Vrij T3 6,5 pmol/l 3,14‐6,8
Casus 2/40 jarige vouw• VG: Multiple sclerose, hemicolectomie links wegens villeuze poliep• Familiaal: geen bijzonderheden• Medicatie: Bisoprolol 2,5 mg 2 x per dag sinds kort; Lemtrada
infusen begin maart 2017• Actief rookster• Klachten: overmatig zweten, palpitaties, vermagering, tremor
Referentie
TSH <0,01 mU/L 0,27‐4,20
Vrij T4 >100 pmol/l 11,0‐24,0
Vrij T3 48,5 pmol/l 3,7‐6,1
Aanvullende onderzoeken?
Casus 2/40 jarige vouw
Referentie
TSI 26,2 IU/L ‐1,75 IU/L
Casus 2/40 jarige vouw• Therapie:
– Symptomatisch Inderal– Thyreostatica: PTU– Associatie L thyroxine – Block and Replace– ROOKSTOP
• OPLETTEN– Oftalmologische klachten– Agranulocytose– Leverfunctiestoornissen
• NIEUWE THERAPIEEN/– monoklonale antilichamen bij MS
• Alemtuzumab (anti CD 52) – tot in 36%
– Immunotherapie/oncologie: melanomen ..
Casus 3/52 jarige vrouw• VG: Arteriële hypertensie, sinds kort diplopieklachten• Medicatie: Coversyl 5 mg, 1x1/d; Mestinon 60 mg, 4x/d• Doorverwijzing neuroloog: Dokter, iedereen zegt al jaren dat er iets
mis is met mijn schildklier!• Klachten: asymptomatisch• Dochter ook afwijkende schildkliertesten
TSH Vrij T4
CMA 5/2016 2.65 µU/ml 25.4 pmol/l
UZA8/2016
1.64 µU/ml 22 pmol/l
Casus 3/52 jarige vrouw
• DD?– Assayproblematiek?– TSH‐oom?
• MRI hersenen negatief– Perifere schildklierhormoonR
• Genetische screening dochter ‐
Wat nu?
Casus 3/52 jarige vrouw• Controle AML
TSH Vrij T4
CMA 5/2016 2.65 µU/ml 25.4 pmol/l
UZA8/2016
1.64 µU/ml 22 pmol/l
AML 8/2016 1.71 µU/ml 16.9 pmol/l
Niets is wat het lijkt…
Casus 3/52 jarige vrouw
• Patiënt extra bevragen:– Patiënt en dochter namen multivitaminen preparaat (biotinebevattend)
Rol van biotine en assay interferentie
Biotine
• Vitamine H, vitamine B7, coenzyme R• Dagelijkse behoefte 30‐100 µg• Normale serumwaarde 220‐3000 pg/ml• Halfwaarde tijd: 1 uur en 50 min• Carboxylase co‐enzym
– Multiple sclerose: activeert acetyl CoA carboxylase een ‘rate‐limiting’ enzym in de myeline synthese
• Andere indicaties – Biotin responsive basal ganglia disease– Encefalopathie en neuropathie bij dialyse patiënten– Diabetische neuropathie– Over the counter multivitamine
Kijk altijd naar de kliniek...
Welke winkel is gevaarlijk voorschildklierpathologie…
• 1. Gamma
• 2. Bart Smit
• 3. Veritas
• 4. Kruidvat
Wanneer is “diabetes mellitus”goed voor de nieren?
Jan MonballyuNefroloog ‐ diabetoloog
Wanneer is “diabetes mellitus”goed voor de nieren?
Wanneer is “diabetes mellitus”goed voor de nieren?
1. Kort na diagnose vertonen diabetespatiënten hyperfiltratie met een hogere GFR.
2. Patiënten met familiale renale glucosurie kennen geen nierproblemen.
3. SGLT2 inhibitoren hebben een nefroprotectief effect
4. RAAS inhibitoren hebben een nefroprotectief effect
5. GLP1 analogen (incretinomimetica) hebben een nefroprotectief effect
Diabetici hebben meer nierlijdenwaardoor hun mortaliteit fel
toeneemt
Kidney Disease and Increased Mortality Risk in Type 2 DiabetesJ Am Soc Nephrol. 2013 Jan 31; 24(2): 302–308.
Renale en Cardiovasculaire problematiek lopen gelijk
Screening voor diabetischenefropathie is dan ook
belangrijk zowel ter detectie van het renaal als van het CV risico
Bepaal jaarlijks bij alle diabetespatiënten1. de nierfunctie:
– creatinine in het serum (sensitiviteit 45,3%) – met berekening van de GFR (sensitiviteit 100%)
2. albumine/creatinine op ochtendurine
Aanpak diabetische nefropathie is dan ook multifactorieel:
• Lifestyle: correctie overgewicht, rookstop, dieet (ZA,EA,AVVZ)• Goede glycemieregeling: HbA1c < 7 % (7,5%)• Correctie lipiden: LDL < 100 (70) mg/dl; TG < 150 mg/dl• Lage dosis Acetylsalicylzuur• Correctie BD:
– < 140/90 zo normoalb.; < 130/80 mmHg zo alb/Cr > 30– Geef antihypertensiva met bewezen CV protectie:
ACEI/ARB, dihydropyridine CCB, thiaziden• ACEI/ARB zodra alb/creat > 30 gram/gram
Steno 2 studie: Follow‐up 8 jaar(NEJM 2005)
Streefdoelen: Standaard IntensiefSyst.BD < 160 <140Diast.BD < 95 <85Hga1c < 7,5 < 6,5Totaal cholesterol < 250 < 190Triglyceriden < 195 < 150ACE los van de BD Nee JaAspirine Nee JaAdvies omtrent dieet Nee Jabeweging, rookstop
Steno 2: follow‐up na 21 jaar (Diabetologia 2016)
Intensief behandelde groep leeft 7,9 jaar langer
Glomerulaire hypothese
• (slecht geregelde) DM gaat gepaard met hyperfiltratie (oorzaak?)
• Deze hyperfiltratie veroorzaakt podocytenstress wat leidt tot glomerulosclerose met– Micro‐ tot macroalbuminurie– Oplopende BD– Dalende nierfunctie
• RAAS inhibitoren bestrijden de hyperfiltratie, de albuminurie, de proteinurie, de hypertensie en de achteruitgang van de nierfunctie
15 jaar geen nieuwe therapie voor diabetische nefropathie
IDNT EMPAREG (empagliflozine)
IRMA 2 CANVAS (canagliflozine)
AH ongunstig bij Diab Np Captopril (DM1) irbesartan (DM2) SGLT2 (DM2)
1980 1990 2000 2000 ‐ 2015 2016 ‐ 2017
Betablokkers RENAAL GLP1 analogen (DM2)
Hydralazine Losartan (DM2) LEADER (liraglutide)
SUSTAIN (semaglutide)
A New Chapter for Diabetic KidneyDiseaseIan H. De BoerEditorial: N Engl J Med 377;9 31 Augustus 2017
SGLT2 in de proximale tubulus
Productnaam Stofnaam Vergunninghouder Posologie
Invokana® Canagliflozine Janssen‐Cilag 100 à 300 mg p.d. in 1 dosis
Forxiga® Dapagliflozine Astra‐Zeneca 10 mg p.d. In 1 dosis
Jardiance® Empagliflozine Boehringer Ingelheim 10 à 25 mg p.d. in 1 dosis
Renale verwerking van glucose(180 l/dag) (900 mg/l) = 162 g/dag
SGLT-290%
SGLT-110%
Geen glucose 60‐80g glucose per dag
RTG is verhoogd bij T2D patiënten
Polidori D et al. 2010. Abstract 2186-PO. American Diabetes Association. June 25-29, 2010; Orlando, Florida.Polidori D et al. 2010. Presented at: European Association for the Study of Diabetes. September 20-24, 2010; Stockholm, Sweden.
0
25
50
75
100
125
150
50 100 150 200 250 300
Urinary Glucose Excretion (g/day)
Plasma Glucose (mg/dL)
T2DMRTG
SGLT2i‐Treated
RTG
Tubulaire en ischemische hypothese
meer SGLT2 bij DM waardoor:– Meer reabsorptie van glucose: draagt bij tot de oplopende glycemie
– Meer reabsorptie natrium en dus minder natrium thvde macula densa geeft via de tubuloglomerulairefeedback een dilatatie van de afferente arteriole met hyperfiltratie en podocytenstress
– Meer O2 verbruik tubulair met risico voor ischemie en oxidatieve stress, zeker zo ook vasculair lijden
Effect SGLT2 inhibitoren
• Minder glucosereabsorptie waardoor daling glycemie, vermagering en osmotische diurese
• Minder natriumreabsorptie waardoor – verminderde hyperfiltratie en albuminurie– hogere natriurese (“proximaal tubulair diureticum”) met lagere bloeddruk en verminderde vulling
• Minder tubulair zuurstofgebruik (“betablokker van de nier”)
EMPA‐REG Renale eindpuntenEffect van empagliflozine op het optreden of verergeren van nefropathie* versus placebo in T2D patiënten met hoog CV risico
*gedefiniëerd als nieuw optreden van macroalbuminurie, verdubbeling van serum creatinine (vergezeld van eGFR [MDRD] ≤45 mL/min/1.73 m2), nood aanniervervangende therapie of overlijden tgv nieraandoening
HR 0.61(95% CI 0.53, 0.70)
p<0.001
Empagliflozin
Placebo
‐ 39%Risicoreductie
Wanner C et al. N Engl J Med 2016; 375:323‐334
EMPA‐REGCardiovasculaire eindpunten
Zinman B. et al., N Engl J Med, 2015: 373(22):2117‐28