douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van...

60
Onderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen maken Douwe de Vries Fontys Hogeschool Journalistiek Studentnummer: 3274124 Research en Productie AV online-Bladen maken 30 juni 2019 Hoofdstuk 1: Inleiding Dit is het definitieve verslag van het onderzoeksrapport, naar aanleiding van het enquêteonderzoek van Douwe de Vries (in samenwerkings- en redactieverband). Gedurende het blok AV online- Bladen maken. In het najaar van 2018 volgde ik dit vak voor het eerst en pleegde destijds, door verschillende (samenlopen van) omstandigheden, een ‘journalistieke doodzonde’ door een interview met Omroep Brabantjournalist Raymond Merkx te fingeren. Mij is een sanctie opgelegd; te weten, het voor drie maanden niet mogen ontvangen van enige feedback op schoolwerk. Tijdens deze drie maanden, heb ik niet stilgezeten, en ben ik mijzelf ook te rade gegaan hoe ik tot zo’n actie kon komen. Bij de psychologische hulpverlener is een hoop duidelijk geworden, ook over mijn functioneren binnen (journalistiek) groepsredactieverband. Opnieuw ging ik het vak ‘Bladen maken/AV’ volgen, toen mijn sanctie eind april was opgeheven. Maar wederom ondervond ik moeite met het functioneren binnen de redactiegroep. Daarom leverde het vak opnieuw niet een voldoende voor mij op. Ondanks dat ik wel het nodige had geproduceerd, en er geen onregelmatigheden waren. Toch woog dat niet op tegen mijn rol en functioneren binnen het (collectieve) groepsproces. Vandaar dat docenten Lemstra en Van Willigen mij een alternatieve opdracht gaven. Namelijk het analyseren van mijn rol binnen de redactiegroep. Dit gebeurde door een vragenlijst onder medestudenten te verspreiden, met wie ik (op enige manier/wijze) heb samengewerkt op de FHJ. Dit verslag begint met de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken. Aan de hand van de 11 (door de docenten) opgestelde stellingen, zal ik een algemene (samenvattende) hoofdconclusie kunnen opstellen. Een conclusie dus, over hoe andere redactieleden mij zien binnen het functioneren in de groep. De volgende stukken heb ik als bijlagen toegevoegd: de (door

Transcript of douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van...

Page 1: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Onderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen maken

Douwe de Vries Fontys Hogeschool Journalistiek Studentnummer: 3274124 Research en Productie AV online-Bladen maken 30 juni 2019

Hoofdstuk 1: Inleiding Dit is het definitieve verslag van het onderzoeksrapport, naar aanleiding van het enquêteonderzoek van Douwe de Vries (in samenwerkings- en redactieverband). Gedurende het blok AV online-Bladen maken. In het najaar van 2018 volgde ik dit vak voor het eerst en pleegde destijds, door verschillende (samenlopen van) omstandigheden, een ‘journalistieke doodzonde’ door een interview met Omroep Brabantjournalist Raymond Merkx te fingeren. Mij is een sanctie opgelegd; te weten, het voor drie maanden niet mogen ontvangen van enige feedback op schoolwerk.

Tijdens deze drie maanden, heb ik niet stilgezeten, en ben ik mijzelf ook te rade gegaan hoe ik tot zo’n actie kon komen. Bij de psychologische hulpverlener is een hoop duidelijk geworden, ook over mijn functioneren binnen (journalistiek) groepsredactieverband. Opnieuw ging ik het vak ‘Bladen maken/AV’ volgen, toen mijn sanctie eind april was opgeheven. Maar wederom ondervond ik moeite met het functioneren binnen de redactiegroep. Daarom leverde het vak opnieuw niet een voldoende voor mij op. Ondanks dat ik wel het nodige had geproduceerd, en er geen onregelmatigheden waren. Toch woog dat niet op tegen mijn rol en functioneren binnen het (collectieve) groepsproces.

Vandaar dat docenten Lemstra en Van Willigen mij een alternatieve opdracht gaven. Namelijk het analyseren van mijn rol binnen de redactiegroep. Dit gebeurde door een vragenlijst onder medestudenten te verspreiden, met wie ik (op enige manier/wijze) heb samengewerkt op de FHJ. Dit verslag begint met de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken. Aan de hand van de 11 (door de docenten) opgestelde stellingen, zal ik een algemene (samenvattende) hoofdconclusie kunnen opstellen. Een conclusie dus, over hoe andere redactieleden mij zien binnen het functioneren in de groep. De volgende stukken heb ik als bijlagen toegevoegd: de (door medestudenten) ingevulde vragenlijsten zelf, de brief aan docenten Lemstra en Van Willigen, feedback van eerdere redactiegroepen op de SvJ in Utrecht en het door mij geproduceerde materiaal tijdens de tweede keer ‘Bladen maken/AV-online’.

Hoofdstuk 2: De elf stellingen en conclusie(s) Op het verzoek om deze vragenlijst in te vullen, waren het in totaal zeven studenten die reageerden. In totaal heb ik 18 mensen benaderd, om deel te nemen aan dit onderzoek. Hieronder vind je de elf stellingen, en de ‘algemene conclusie(s)’ die daaruit

Page 2: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

kunnen worden getrokken.

1 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat ik open sta voor feedback. Daarnaast ben ik bereid te luisteren naar wat er van mij wordt verwacht. Ook zeggen redacteuren, het positief te hebben ervaren, om met mij te discussiëren over werk. Face-to-face (fysiek) wordt dat als positief ervaren en denkt men dat ik de feedback goed oppak. Alleen via de digitale communicatie, laat dit nog te wensen over. Bijvoorbeeld in het weekend via de WhatsApp. Ook komt naar voren dat ik de feedback wel op lijk te nemen, maar ik er vervolgens te weinig concreet mee doe.

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat er weinig respons komt. Ik sla dicht of schiet in de verdediging. Wat veel redactieleden/collega’s opvalt, is dat ikzelf denk dat ik iets goed heb gedaan, terwijl dat door de anderen niet als zoiets wordt ervaren. Er volgt een ‘ja’ bij de vraag of ik het wel heb gesnapt, maar uit het ingeleverde werk blijkt niet dat ik deze feedback heb toegepast. Men vindt het wel van een professionele houding getuigen, dat ik vriendelijk en rustig blijf tijdens het ontvangen van feedback.

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is een duidelijke ‘nee’ van vrijwel ieder redactielid. Het kon in hun ogen allemaal veel effectiever en sneller, en ik ging niet meteen aan de slag met wat mij werd opgedragen. Veel redactieleden zien een inactieve houding, en het wekt frustratie op als men ziet dat ik er niks mee doe. Ook als ik herschreven of opnieuw gefilmde stukken inleverde, dan was het nog niet voldoende. Dus de feedback werd wel door mij (goed) ontvangen, maar niet afdoende verwerkt.

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat redactieleden/collega’s vinden dat ik niet proactief genoeg ben om naar feedback te vragen. Niet uit mijzelf vraag ik, naar wat er precies moet gebeuren. Medestudenten vinden, dat je als redactie een team vormt en dan gewoon mag vragen als er dingen onduidelijk zijn. Als ik wel feedbackvragen stel, dan vindt men dat ik met goede vragen kom, om dingen duidelijker te begrijpen.

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat ik goed kritisch kan kijken naar een onderwerp. Mederedactieleden vinden, dat ik goede bronnen naar voren kan halen voor het produceren van het item. In het geval van ‘Waag Het’, vond men dat ik goede ideeën had voor cross mediale producties en hier ook goed mee aan de slag ging. Alleen kwam opnieuw naar voren, dat niet werd voldaan in wat er in het stijlboek werd afgesproken. Vervolgens kon ik niet kritisch (genoeg) kijken naar wat er precies beter moest.

6 Vind je dat ik in de communicatie in gegeven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat ik altijd uiterst respectvol om blijf gaan met de gevoelens van anderen. In de communicatie face-to-face (nogmaals), sta ik dan open voor feedback. Maar wat veel redactieleden/samenwerkingspartners niet respectvol vinden, is dat ik geen verantwoordelijkheid neem om mijn eigen fouten op te lossen. Zij offeren vaak hun vrije tijd op, om de door mij gemaakte fouten te herstellen/repareren. Ik kom dan niet over als betrouwbaar, omdat ik niet laat merken dat ik de gegeven feedback goed verwerk.

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking?

Page 3: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat ik opnieuw niet pro-actief genoeg was om samenwerking te zoeken. Tijdens vergaderingen viel op, dat ik niet aanwezig was bij hetgeen daadwerkelijk werd besproken. Ook geven veel redactieleden aan, dat ik niet altijd op WhatsApp bereikbaar was, als dat wel nodig bleek. Men ervaart het als lastig om met mij te communiceren. Omdat ik niet zelf met onderwerpen kom, en meedenk over het platform in zijn algemeenheid.

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat ik de gemaakte afspraken simpelweg niet nakom. Ik leverde op de uiterste deadline mijn producten in. Als het onverhoopt verlaat kwam, dan communiceerde ik niet genoeg. Ook als werd gevraagd of iets duidelijker moest worden gemaakt, en dit vervolgens met ‘ja’ werd beantwoord, dan ontstond er alsnog verwarring omdat het daaropvolgende ingeleverde werk niet voldeed aan de gestelde eisen.

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat ik niet bijdroeg aan de algehele redactiesfeer. Veel mensen vonden het storend, dat ik niet meedeed aan het redactieproces. Ik zat veelal alleen op mijn laptop, mijn eigen ding te doen en nam niet deel aan het collectieve proces. De mederedactieleden vonden dat ik niet per se de sfeer ‘aan het bederven’ was, maar het was een vreemd gezicht en een kwalijke situatie dat ik niet deelnam aan het algehele productieproces.

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid)?Wat in zijn algemeenheid naar voren komt bij deze stelling, is dat ik altijd rustig blijf in conflicten. Ik sta open voor kritiek, op zowel verbaal als non-verbaal niveau. De verdedigingen en excuses vind men jammer, maar ik blijf wel altijd ervoor openstaan om verbaal en non-verbaal mij in de discussie te mengen. Men vind dat ik ook gewoon fouten mag blijven maken, omdat we immers nog studenten zijn. Maar in dat proces moet ik wel meer mijn eigen geluid laten horen.

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om?Treffende feedback op dit gebied komt van een medestudent:

“Buiten de werk gerelateerde sfeer hebben we weinig van je meegekregen. Sociaal was je niet veel aanwezig in de groep en ik kan dus ook niet een duidelijk verschil zien in gedrag. Wel vond ik dat je je tijdens de vergaderingen soms weinig professioneel opstelde, wat betreft het doen van andere werkzaamheden/niet bezig zijn met werk of school gerelateerde zaken. Dit komt ongemotiveerd over op de groep, wat ook belemmerend werkt binnen de communicatie.”

Dit is ook wat in zijn algemeenheid naar voren komt, bij de feedback van andere redactieleden en samenwerkingspartners. Ik was sociaal niet altijd aanwezig, en heb ook niet altijd goed genoeg gecommuniceerd over wat er in de groep allemaal gebeurde. Mensen ergeren zich er dus wel aan dat ik zowel buiten het werk om, als binnen de redactiegroep niet voldoende communiceer.

Hoofdstuk 3: Conclusie en (leer)plan Uit deze elf stellingen, en de ingevulde vragenlijsten kunnen al de nodige conclusies worden getrokken. Dat heb ik ook reeds gedaan, maar er moet natuurlijk ook een algehele conclusie en leerplan worden gemaakt, op basis van voorgaande bevindingen. Dat zal ik doen, door een algehele

Page 4: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

conclusie en een leerplan te formuleren. Hierbij maak ik onderscheid tussen de conclusies van individuele studenten, en mijn eigen conclusies.

Uit de ingevulde vragenlijsten kan worden geconcludeerd, dat de redactie mij niet als onderdeel zag van het team. Dit had gevolgen voor de betrouwbaarheid en het net op tijd of te laat inleveren van stukken. Ik was wel fysiek aanwezig, maar mijn houding droeg niet bij aan een goede en constructieve werksfeer. De redactieleden dachten wel dat feedback door mij werd opgevangen, maar wat er vervolgens werd ingeleverd voldeed niet aan de gemaakte afspraken en eisen. Zoals bijvoorbeeld opgesteld in het handboek van ‘Waag Het’. Dit leverde veel irritaties op bij mederedactieleden. Hen viel ook op, dat ik de gemaakte afspraken niet altijd nakwam. Namelijk: je moet altijd bereikbaar zijn tijdens diensten, je moet je plannen overleggen met de hoofdredacteur en je moet zelf om tussentijdse feedback vragen. Dit gebeurde lang niet altijd, maar na gesprekken met de docenten en hoofdredactrice verbeterde dit wel enigszins. Maar dit was nog niet genoeg in de ogen van de redactieleden. Men vond dat ik kwalitatief goede producties inleverde, maar de items voldeden lang niet altijd aan de specifieke eisen/redactiestatuten. Ik heb nog eens teruggekeken naar de feedback van eerdere samenwerkingsopdrachten in Utrecht. Hier kwam in naar voren, dat ik mijzelf wel meer mocht profileren in de groep. Gezien mijn (schrijvers)kwaliteiten.

De ingevulde vragenlijsten vond ik confronterend, omdat bij het lezen daarvan mij pas duidelijk werd wat voor een consequenties mijn gedrag kan hebben. Maar dit is absoluut niet mijn bedoeling. Sterker nog; in eerste instantie probeer ik ‘onbewust’ met mijn houding, te bewerkstelligen dat mederedactieleden geen ‘last’ van mij hebben. Het heeft mij nu het inzicht gegeven dat ik het tegenovergestelde bereik. Op basis van eerdere (traumatische) ervaringen in groepsverband, is er sprake van een reflex. Ik vermijd spanning door mijzelf letterlijk en figuurlijk af te sluiten voor de groep. Door de mondelinge feedback van docenten en schriftelijke feedback van de medeleerlingen, heb ik nu beter inzicht gekregen in mijn niet-wenselijke gedrag in groepsverband en de gevolgen hiervan. Na deze feedback tot mij te hebben genomen, heb ik dit ook met naasten besproken, die mij hebben laten inzien dat ik dit vaker doe in groepen. Met name wanneer voor mij de spanning dusdanig oploopt, en ik daardoor te veel getriggerd raak door eerdere ervaringen. In therapeutisch opzicht zou je kunnen spreken van vermijding op verschillende niveaus: onder andere niet bereikbaar zijn, afzonderen, niet duidelijk communiceren, en niet goed verwerken van feedback en kritiek. Hierdoor ontstaat er veel onduidelijkheid en verwarring voor iedereen.

Op basis van deze conclusies en bevindingen, heb ik een (leer)plan opgesteld. Met mijn therapeut heb ik al het nodige besproken op dit gebied. Hij gaat mij helpen anders op de triggers te reageren. Uiteindelijk wil ik komen tot verandering in gedrag, van vermijding naar een constructieve houding gericht op samenwerking. Op school zal ik de komende tijd bij opdrachten gericht op samenwerking, werken aan een pro-actievere houding. Dit betekent onder andere dat ik let op triggers en alert ben dat ik niet ga vermijden, maar vooral in contact blijf met redactieleden. Ik zal in de toekomst ervoor zorgen een redactielid te vinden, met wie ik tussentijds kan sparren en overleggen. Ook vereist in samenwerkingsverband is een pro-actievere opstelling, ter verbetering van mijn betrouwbaarheid. Onder andere door actief feedback te vragen, en ervoor te zorgen dat mijn spullen op tijd ingeleverd zijn en aan de eisen voldoen. Met hem/haar kan ik mijn

Page 5: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

valkuilen bespreken. Ook kan hij/zij mij erop wijzen als ik te veel bezig ben met andere zaken. Dit kan ik ook doen in stageverband. Hierbij moet ik mij ook krachtiger en zelfverzekerder neerzetten. Ik ben goed in mijn vak, en mag dat ook meer uitspreken.

Het gehele onderzoek heeft mij veel inzichten geleverd, de uitdaging zit er voor mij nu in, deze inzichten om te zetten naar resultaten. Ik hoop dan ook dat dit onderzoeksverslag zal bijdragen aan een voldoende afsluiting van dit vak.

Bijlagen

(Bijlage 1: Brief aan docenten Lemstra en Van Willigen) Bladen maken/AV-online Fontys Hogeschool Journalistiek Woensdag 12 juni 2019Research en Productie

(Eventuele) alternatieve beoordelingswijze Douwe de Vries

Beste docenten Lemstra en Van Willigen,

Bij deze heb ik een brief opgesteld, over een eventuele alternatieve beoordelingswijze, voor het vak Bladen maken/AV-online. Deze beoordeling zou dan gelden voor student Douwe de Vries. In het najaar van 2018, nam ik voor het eerst deel aan dit profielblok van Research en Productie. Door verschillende omstandigheden, heb ik tijdens dat journalistieke productieproces, een ‘doodzonde’ gepleegd. Namelijk het fingeren van een interview met Omroep Brabantjournalist Raymond Merkx.

In het voorjaar van 2019 zijn verschillende processen in werking getreden, om deze fraudekwestie af te handelen. Allereerst had ik een gesprek met docent Van Willigen, vervolgens met SLB’er Simon Knopper en tot slot een zitting bij de examencommissie van de FHJ. Mij is een sanctie opgelegd; namelijk het voor drie maanden niet mogen ontvangen van enige feedback, op schoolproducties (hoofdzakelijk voor R&P).

De sanctie gold van 31 januari tot en met 30 april. In de tussentijd heb ik professionele hulpverlening gezocht, omdat aan deze (fraude)kwestie veel meer ten grondslag lag. Namelijk een zeer turbulente episode in privésferen, en flashbacks naar eerdere traumatische ervaringen op de School voor Journalistiek in Utrecht. Bij de psycholoog ben ik in behandeling (geweest), om te kunnen doorgronden hoe ik tot bepaalde handelingen en gedragingen kom. Het ‘faken’ van het interview, is uitgebreid de revue gepasseerd. Ook heb ik het met mijn psychologische hulpverlener uitgebreid gehad, over het functioneren in journalistiek groeps(redactie)verband.

In die drie maanden is een hoop voor mij duidelijk geworden. Ondertussen heb ik niet stilgezeten, en ondertussen ook verder gewerkt aan de voor mij resterende onderdelen van het derde jaar. Te weten: factcheck en fotobijschrift (Schrijven Nieuwe Genres), Journalism Studies en Inhoud. Met desbetreffende docenten heb ik mailcontact onderhouden in die drie maanden. De behandeling bij de psycholoog sloeg (en slaat) goed aan, dus ik had vertrouwen in het aangaan van het derde vak binnen R&P.

Page 6: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

In eerste instantie had ik willen kiezen, voor een ander vak, omdat het opnieuw volgen van Bladen maken/AV-online, te confronterend zou zijn. Op de deadlinedag voor het aanmelden, kwam ik tot de ontdekking dat het niet meer mogelijk was om mij in te schrijven voor ‘Studio Uitzending’, wat ik aanvankelijk als alternatief vak had willen volgen. Opnieuw Bladen maken/AV-online dus. Bij aanvang op het Hilversumse Mediapark, had ik natuurlijk meteen een gesprekje met docenten Van Willigen en Lemstra, over hoe ik de zaken nu niet zo (op grove wijze) zou laten escaleren.

Maar in de eerste twee weken van het vak, ging het toch weer mis. Met name het in contact (via WhatsApp) blijven staan met de groep, en het functioneren in de redactie. Dat vond ik opnieuw erg lastig, en waarschijnlijk hangt dat ook samen met de (onder voorbehoud) diagnose die bij mij is gesteld bij de psychologische hulpverlener. Namelijk het Asperger syndroom. Een autistisch syndroom, waarbij het voor de ‘patiënt’ lastig is, om zich in de ander te verplaatsen en emoties op juiste waarde in te schatten.

Dit is ook hetgeen geweest, wat tijdens het eerste ‘waarschuwingsgesprek’ naar voren kwam. Het gesprek met hoofdredactrice Bregje Simons, Taco Lemstra en Marieke van Willigen. Gezien mijn recente verleden, lig ik al onder een vergrootglas, maar opnieuw viel op dat ik niet functioneerde in het redactieproces. Met name tijdens de eerste schrikbaitdienst (in het weekend) ging het mis. Zelf vind ik, dat ik mij in de resterende weken (naar omstandigheden) goed heb herpakt. Ik stond beter in contact met de redactieleden (door henzelf toegegeven) en ik heb producties geleverd. Namelijk een AV-item over een gameverslaafd meisje in Waalre, en een interview met verslavingsdeskundige Corina van der Laan (Brijder) in Hoorn.

Ondertussen ben ik contact blijven onderhouden met mijn psychologische hulpverlener, om de vorderingen te bespreken. Mijn gedrag heeft en had een oorzaak, en ook het functioneren in de redactiegroep heeft een (achterliggende) reden. De turbulente episode in privésferen, maakt dat alles toch nog extra lastig is. Maar. Dat mag, natuurlijk, niet ten koste gaan van het journalistieke productieproces, omdat je de redactie als geheel daarmee benadeelt.

En dit is ook exact wat werd aangestipt door Van Willigen en Lemstra, tijdens het eindgesprek op het Hilversumse Mediapark. Journalistiek inhoudelijk heb ik mij redelijk herpakt, maar opnieuw schortte het aan het functioneren in redactieverband. De docenten gaven mij het advies, wanneer mogelijk, niet meer aan dit soort vakken en/of (redactie)activiteiten deel te nemen. De waarschijnlijke diagnose van het Syndroom van Asperger, heeft hier natuurlijk veel mee te maken. Ik ondervind veel moeite om in groepen te functioneren, en het bewustzijn van mijn verantwoordelijkheden te onderkennen.

Desondanks, heb ik een zwak voor de journalistiek. Het is het vak, waar ik graag in verder wil, maar ben er achter gekomen dat ik dit beter op solistische wijze kan doen. Ook op de SvJ in Utrecht heb ik ervaren, dat groepsopdrachten een struikelblok voor mij vormen, en dit ten koste kan gaan van het gehele collectieve proces. De afgelopen vijf weken, waren daar wel weer een bevestiging van. Tijdens mijn ‘tweede poging’ AV/Bladen maken dus.

De deur is nog niet helemaal ‘dichtgegooid’, wat betreft dit R&P-onderdeel. Docenten Lemstra en Van Willigen gaven al aan, dat zij contact hadden opgenomen met meneer Knopper, voor een gesprek. Zelf was ik hier al erg blij mee, want ik wil natuurlijk graag het derde jaar afronden voor 19 juni aanstaande. Ik ben druk bezig om de resterende onderdelen van Journalism Studies, Inhoud en Schrijven Nieuwe Genres af te ronden. Maar om dat succesvol te laten geschieden, moet ik wel op enige manier beoordeeld kunnen worden voor

Page 7: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

het derde R&P-profielblok.

Daarom is mijn voorstel, om voor mijn tweede poging AV/Bladen maken, een uitgebreide essay/opdracht te produceren, over wat ik als journalist (in spé) heb geleerd van mijn turbulente ervaringen. Daarnaast kan ik er een competentie- en reflectieverslag aan koppelen, omdat ik als geen ander weet hoe het is om valkuilen te kunnen analyseren. Ook zou ik contact op kunnen nemen met de coördinator van NPO Radio 1, om een uitgebreidere analyse van de site te maken. Ook dit uitgebreid in het verslag terug laten komen natuurlijk. Daarnaast zijn mijn journalistiek producties voor ‘Waag Het’ wel beoordeelbaar, denk ik.

Zo. Tot zover de uitgebreide mail. Ik hoop dat het, alvast, wat meer duidelijkheid verschaft voor het gesprek van morgen. Graag wil ik natuurlijk het derde jaar afronden, heb daar al meerdere initiatieven toe genomen, en ben ook bereid om daarvoor iets extra’s te doen. Ik denk dat dit ‘voorstel’, daar een goede leidraad voor kan vormen. Uiteraard ben ik ook benieuwd naar wat jullie, docenten, al voor een ideeën en initiatieven hebben.

Tot morgen.

Met vriendelijke groet,

Douwe de Vries FHJ

(Bijlage 2: Eerste conceptbevindingen) (Voorlopige bevindingen) Conceptversie 1

Onderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband)

Inleiding en hypothese Naar aanleiding van mijn tweede poging, om het vak ‘Bladen maken-AV online’ succesvol af te sluiten, maak ik een extra opdracht/onderzoek. Namelijk een onderzoek naar mijn functioneren binnen samenwerkings- en redactieverband. Docenten Marieke van Willigen en Taco Lemstra gaven mij deze opdracht mee, omdat mijn tweede poging het vak te halen, stuk liep op het onderdeel samenwerken.

Zij gaven mij de opdracht, een onderzoek te laten houden onder medestudenten waarmee ik heb samengewerkt. Zijzelf hebben een enquête opgesteld, die dus moet worden ingevuld door (tenminste) tien studenten. Als eerste stap, heb ik een mail gestuurd aan studenten met wie ik heb samengewerkt. Tijdens de vorige twee samenwerkingsprojecten en de minor Creatief Schrijven. In totaal heb ik zestien studenten benaderd, maar de respons bleef in eerste instantie achter. Daarom heb ik in een later stadium, een WhatsAppgroep aangemaakt, en de studenten op die manier gevraagd hun mening over mij te laten geven.

Bij deze, heb ik een voorlopig onderzoeksrapport/resultaatverslag opgesteld. Omdat de reeds ingevulde formulieren, al een hoop inzichten hebben gegeven, heb ik al een hoop kunnen ‘destilleren’. Verwacht kon al worden (hypothese), dat er het nodige valt aan te merken op mijn functioneren in samenwerkingsverband. Maar middels deze vragenlijst,

Page 8: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

moest die problematiek nog specifieker worden. Specifieker duidelijk worden. Daarom de eerste bevindingen op een rij.

Eerste onderzoeksresultaten De eerste ingevulde vragenlijsten heb ik mogen ontvangen, van ‘uiteenlopende’ medestudenten. Namelijk van studenten met wie ik heb (samen)gewerkt bij de eerste keren ‘AV-bladen’ en de minor Creatief Schrijven. Ik heb dus in verschillende situaties met hen samengewerkt.

Uit de eerste onderzoeken is gebleken, dat medestudenten mij uiterst respectvol met anderen en de (werk)situaties om vinden gaan. Ik blijf altijd rustig, en sta open voor feedback. Als er zich problemen voordoen denk ik constructief mee. Veel samenwerkingspartners waarderen dit in mij. Maar als het aankomt op het (concreet) verwerken van deze feedback, zijn veel mederedacteuren teleurgesteld in mij. In mijn ogen ga ik (goed) aan de slag, met de opdrachten die mij zijn gegeven. Maar hetgeen het resulteert, komt niet overeen met wat anderen hebben bedoeld.

En dat is de rode draad bij mij, in samenwerkingsopdrachten. Ik neem niet snel het woord, en raak niet betrokken in het redactieproces. Dat levert voor de rest van de groep ergernissen op, terwijl ik mij daar zelf niet echt bewust van ben. Ik lever kwalitatief goede, journalistiek producties af. Maar hetgeen veel belangrijker is, is het goed functioneren in journalistiek redactieverband. Eigenlijk pas, na het lezen van de eerste (ingevulde) vragenlijsten, kwam ik tot het besef waar het voor mij misgaat. En mis is gegaan. Daarom moet ik in het vervolg, bij nieuwe samenwerkings- en redactieopdrachten, eerder proactief zijn en duidelijker communiceren met de anderen. Je bent van elkaar afhankelijk als collega’s, terwijl ik liever alleen opereer, en dan mijn producties aflever bij de hoofdverantwoordelijken van de groep. Maar als je als redactie aan een product werkt, moet je vanaf begin af aan een collectief vormen, dat toewerkt naar een eindproduct.

Zoals redactielid Iris Wijnands het goed beschreef; er was ‘de redactie’ en ‘Douwe’. Liever begeef ik mij, op m’n eigen eiland, en overleg pas daarna met de eindverantwoordelijken. Dat is natuurlijk niet hoe het werkt, omdat je als redactie als geheel een soort van machine vormt. Als er één onderdeel spaak loopt, dan kan dat gevolgen hebben voor het gehele eindproduct. Mijn eerdere negatieve ervaringen met samenwerkings- en redactieopdrachten (op de noodgedwongen verlaten School voor Journalistiek in Utrecht en tijdens het fraude-incident op de FHJ), maken dat ik weinig zelfvertrouwen heb in het succesvol laten verlopen van zulke groepsopdrachten. Dat vertrouwen moet terugkomen, en door deze bevindingen heb ik daar ook meer handvaten voor ontvangen en gekregen.

De redacteuren zien het dus wel in mij zitten als persoon, en kwalitatief goede journalist. Maar het onderdeel samenwerken blijft een flink struikelblok. Hetgeen wordt gecommuniceerd met mij, is niet helemaal duidelijk (meteen) en vat het anders op, dan eigenlijk wordt bedoeld.

Tot zover de eerste bevindingen. Een uitgebreider verslag volgt nog, maar dat zal ik (concreter) opstellen na het gesprek met de docenten en meer ontvangen (ingevulde) vragenlijsten.

Page 9: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

(Bijlage 3: Ingevulde enquêtes)

Formulier 11 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven (+motivatie)?Ja. Wanneer het nodig was stond je open voor feedback. Ik heb me in ieder geval nooit tegengehouden om feedback te geven.Nee

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?Neutraal

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast (+motivatie)?Nee. Volgens mij hebben wij alleen les gehad samen tijdens de minor. En ik heb wel het idee dat je vooral je eigen plan trok qua het boek.

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag (+motivatie)?JaAnders, neutraal

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp (+motivatie)?GoedVoldoendeNee

Kan ik niet echt over oordelen, aangezien ieder voor zich een boek schreef, en dus iedereen vooral bezig was met het eigen onderwerp.

6 Vind je dat ik in de communicatie in geven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen (+motivatie)?Ja.

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking (+motivatie)?GoedVoldoendeOnvoldoende

Ik heb nooit écht samengewerkt met je. Maar ik zou je denk ik net een voldoende geven.

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na (+motivatie)? GoedVoldoendeOnvoldoende

Niet van toepassing

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?JaAndersNee

Page 10: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Ik heb niet echt het idee dat je bijdraagt aan een goede sfeer, maar je zorgt ook niet voor een slechte sfeer. Dus neutraal denk ik.

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid) (+motivatie)?

voldoendeOnvoldoende

Ik heb nooit conflicten gehad met je, dus kan ik niet over oordelen.

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om (+motivatie)?JaAndersNee

Ik vond je meestal ‘neutraal’ in allebei de sferen.

Formulier 21 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven (+motivatie)?Jaface to face ben je daar toegankelijk voor. Dan neem je de feedback aan. Als de communicatie niet rechtstreeks gaat maar bijvoorbeeld in weekenden via de app, ben je er niet toegankelijk voor. Nee

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?Over het algemeen vind ik dat je daarbij een volwassen houding hebt, en de feedback aanneemt zonder boos te worden. Wel vind ik dat je erg in de verdediging springt door redenen te bedenken waarom je iets niet hebt kunnen uitvoeren of waarom je iets gedaan hebt zoals je het hebt gedaan. Dat voelt soms een beetje alsof het excuusjes zijn en dat is niet prettig. Je zou wat meer je verantwoordelijkheid mogen nemen, vind ik.

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast (+motivatie)?JaAndersnamelijk ja en nee. Met sommige feedback heb je wel wat gedaan, en met andere niet. Ik vroeg me vaker af of je alles wel helemaal mee kreeg, en zag dan terug dat de feedback die je niet had opgeslagen of begrepen, ook niet werd toegepast. Als je wel begreep waar de feedback vandaan kwam, en bereid was om het aan te passen, deed je dat. Nee

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag (+motivatie)?JaAndersNeeIk vind dat je te weinig zelf om feedback vraagt. Als je zaken lastig vond, bleef je er lang zelf mee rondlopen. Als je zelf eerder om hulp zou vragen of om feedback zou vragen, zou je veel moeilijkheden voor kunnen blijven.

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp (+motivatie)?

Page 11: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

GoedVoldoendeNeeIk vind je persoonlijk niet kritisch genoeg, en vind dat je vrij snel tevreden bent. Maargoed, dat komt van een rasechte perfectionist, dus misschien ligt mijn lat ook wel heel hoog ;)

6 Vind je dat ik in de communicatie in geven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen (+motivatie)?JaDat doe je wel. Je hoort de ander aan en veroordeelt het gevoel van de ander niet. AndersNee

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking (+motivatie)?GoedVoldoendeOnvoldoendeIk vind dat je niet goed bent in samenwerken, het is te merken dat je liever alleen werkt. Dat is ook niet erg, maar in sommige verbanden ontkom je niet aan samenwerken. Ik heb deze mening vooral doordat je houding vaak een beetje ongeïnteresseerd lijkt. Je bent vaak met andere dingen bezig en doet niet actief mee in discussies. Op die manier draag je vaak weinig bij aan het groepsproces, en dat vind ik belangrijk in samenwerken. Een ander belangrijk aspect aan samenwerken vind ik communiceren, en dat ging niet zo lekker.

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na (+motivatie)? GoedVoldoendeOnvoldoendeNaar mij toe ben je meerdere afspraken niet nagekomen, voornamelijk over de manier van communiceren en productionele afspraken. Ik vind je daarom niet zo’n betrouwbare factor, als ik met jou iets afspreek kan ik er niet per definitie vanuit gaan dat je dat nakomt.

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?JaAndersNeeDit komt er misschien wat harder uit dan ik het eigenlijk bedoel, maar ik vind niet dat je bijdraagt aan een goede sfeer. Sterker nog, ik vond gedurende afgelopen project dat je de sfeer soms zelfs negatief beïnvloedde. Dat had te maken met de afwezigheid die je toonde tijdens discussies en door het feit dat we als groep meerdere malen extra hard hebben moeten werken om gaten te dichten die vielen doordat jij je afspraken niet nakwam. Dat zorgde voor frustratie die het groepsgevoel niet ten goede kwam.

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid) (+motivatie)?

VoldoendeZoals ik al bij vraag 2 beantwoordde, vind ik dat je geen lastige houding hebt tijdens conflicten of gesprekken. Ik vind dat je je vrij open opstelt, luistert en antwoord geeft. De excuusjes vind ik jammer, maar dat doet niet af aan hoe je houding is tijdens een gesprek. Je non-verbale houding is mij verder niet opgevallen tijdens onenigheid. Onvoldoende

Page 12: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om (+motivatie)?JaAndersNeeIk vind niet dat je hier goed in bent. Als je communiceert – of dat nou tijdens werk of buiten werk om is -, is dat heel professioneel en zelfs een beetje onpersoonlijk. Maar het meest viel me eigenlijk op dat je helemaal niet echt communiceerde of meedeed met de groep, zowel tijdens werkmomenten als daarbuiten. Ik heb je wel zien lachen, maar dat ging om filmpjes o.i.d. die op je laptop voorbijkwamen, maar om iets wat in de groep gezegd werd, heb ik je nooit zien lachen.

Formulier 31 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven (+motivatie)?Ja – In principe wel. Je ontvangt feedback graag en bent bereid om in gesprek te gaan over je werk. Nee

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?Het lijkt erop dat je bij het ontvangen van feedback snel in de verdediging wil schieten en dezelfde punten vaak herhaalt. Op de vraag of je iets begrepen hebt komt vaak een ‘ja’ maar uiteindelijk blijkt dan uit je ingeleverde werk en de manier waarop je artikelen inlevert dat je het toch niet snapt. (Bijvoorbeeld bij de eindredactie handleiding).Je blijft vriendelijk tijdens het ontvangen van feedback en accepteert het ook als iemand iets terugkoppelt. Dat getuigt van een professionele werkhouding.Soms dwaalt de concentratie even af, maar dat is begrijpelijk.

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast (+motivatie)?JaAndersNee Wat vervelend was, was dat het soms lang duurde voor je met feedback of extra hulp aan de slag ging, waardoor je je eigen productieproces in de weg zat. Er werden telefoonnummers van bronnen toegereikt op het moment dat je krap kwam te zitten met de tijd. Wanneer je deze dan pas na een paar dagen een appje stuurt, pak je de feedback op jouw manier wel op, hoewel het natuurlijk veel effectiever en sneller kan.

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag (+motivatie)?JaAnders Ik denk dat je erg veel feedback nodig hebt omdat je artikelen niet goed werden ingeleverd. (Verkeerd volgens de eindredactie handleiding maar ook ontbrekende bronnen, etc.) Op die manier hoefde je niet om feedback te vragen, die kreeg je sowieso.

Soms vroeg je ook een gesprekje aan, wat prima is. Je vormt samen met je medestudenten een redactie en dat leek je soms te vergeten, tot je niet anders kon dan om hulp vragen. Eerder anderen mee laten denken (en zelf ook meedenken bij anderen) kan al in het begin helpen, waardoor schadebeperking met allerlei gesprekjes niet nodig is.

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp (+motivatie)?GoedVoldoende Ik heb me minder beziggehouden met dit punt aangezien dit meer iets voor de hoofdredactie en chef online is, maar voor zover ik weet schoot je vaak onderwerpen af omdat je

Page 13: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

dacht dat ze niet bij de doelgroep zouden passen. Je hebt prima stukken gemaakt over gameverslaving die goed in onze reeks onderwerpen passen.Nee

6 Vind je dat ik in de communicatie in geven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen (+motivatie)?Ja Het geven van feedback naar anderen heb je (zo goed als) niet gedaan, dus daar kan ik niets over zeggen. In het ontvangen van feedback neem je een afwachtende houding aan en laat je het gesprek vooral op je afkomen. Met gevoelens van anderen (bijvoorbeeld stress en toenemende werkdruk omdat anderen een artikel overnemen) leef je wel mee. Je bent bereid je excuses aan te bieden en dat is een goede eigenschap.AndersNee

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking (+motivatie)?GoedVoldoendeOnvoldoende Het was ‘de redactie’ en ‘Douwe’. Je zonderde je erg af van de groep, dacht niet mee bij ochtendvergaderingen, onderwerpen van anderen of het hele platform. Je kwam niet vaak met ideeën of bronnen voor anderen of voor jezelf. Je nam ook geen extra artikelen op je wanneer de nood hoog was en hebt in compensatie daarvoor geen extra taak uitgevoerd (zoals hoofdredactie, eindredactie, chef, website, etc.).

Communiceren en samenwerken is lastig.

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na (+motivatie)? GoedVoldoendeOnvoldoende In overleg zijn er planningen gemaakt. Deze ben je niet helemaal nagekomen. Uiteindelijk had je je taak wel een keer af, maar wanneer iets om 17:00 in WordPress moet staan en je levert het ’s avonds een keer via een Word-document op de mail in, zijn de afspraken niet nagekomen.

Verder is er meerdere malen met je gekeken naar de eindredactie handleiding. Zowel in de groep als apart. Later is ook nóg een keer uitgelegd hoe iets ingeleverd moet worden in Wordpress, inclusief afbeelding, tussenkoppen, hashtags, slugs, etcetera. Op de vraag of deze uitleg helder was zei je ‘ja’. Helaas bleek bij het inleveren van je laatste productie toch niet alles ingevuld te zijn.

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?JaAnders Je ging vooral je eigen gang en trok niet op met de anderen. Een informeel gesprekje met je voeren is lastig omdat je vaak je koptelefoon op hebt, op je telefoons kijkt of met (andere dingen dan Waag Het) op je laptop bezig bent en in jezelf lacht om … Tsja, waarom eigenlijk? We hadden graag met je mee gelachen op momenten dat het kon. Je veroorzaakte ook geen negatieve sfeer, de redactie ging alsnog z’n gang.Nee

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid) (+motivatie)?

voldoendeOnvoldoende

Page 14: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Tijdens gesprekjes zeg je dat je dingen snapt, echt wat aan je werkhouding gaat doen,etc. Je kijkt tijdens de gesprekken vaak weg en staart naar andere dingen. Je maakt weinig oogcontact, al helemaal bij conflicten of onenigheid.

Het lijkt alsof je geen interesse hebt in wat er op de redactie gebeurde en was vaak bezig met andere dingen, terwijl je wel zei dat je bezig was met het benaderen van een bron.

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om (+motivatie)?JaAndersNee Na dit intensieve project kan ik zeggen dat ik bijna alle redactieleden beter heb leren kennen. Van jou weet ik bijna net zo veel als voor het project. Je zoekt geen contact met medestudenten en wanneer je sprak ging het vaak over je eigen producties. Ondanks dat de groep gezellig met elkaar kon lachen, muziek kon luisteren en kon kletsen, sloot je niet aan. Ook bij pogingen je bij het gesprek te betrekken liep het stroef.

Formulier 4 1 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven (+motivatie)?Ja, je staat open voor feedback en bent bereid te luisteren. Daarnaast heb ik positief ervaren te kunnen discussiëren over werk.

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?Je accepteert feedback als iets wat je beter maakt en niet als negatieve kritiek.

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast (+motivatie)?Ja, ik kan me een verhaal herinneren dat je bij bladenmaken schreef. Je paste het na de feedbeck aan.

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag (+motivatie)?Nee, dat kun je zelf misschien nog wel iets meer doen. Maar misschien vind je dat moeilijk, want dat heb ik zelf ook.

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp (+motivatie)?Dat weet ik niet, sorry.

6 Vind je dat ik in de communicatie in geven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen (+motivatie)?Ja, dat vind ik wel.

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking (+motivatie)?Onvoldoende. Het was af en toe erg lastig om met je te communiceren. Zeker via WhatsApp. Maar je hebt aangegeven dat je daar persoonlijke redenen voor had, dus ik kan daar niet écht over oordelen.

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na (+motivatie)? Ik was destijds hoofdredacteur en je zou eigenlijk iets moeten publiceren in het weekend, maar dat deed je niet. Dat vond ik jammer, omdat ik verantwoordelijk was.

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?Je zat vaak op je computer en zonderde je af. Dat is jammer, want je bent een aardige gozer met wie ik vaak een praatje kon maken over voetbal. Als ik een gesprek met je aanging, konden we altijd gezellig praten.

Page 15: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid) (+motivatie)?Ik heb je eigenlijk te weinig gehoord tijdens discussies, waardoor ik hier niet over kan oordelen.

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om (+motivatie)?Ik denk dat je buiten werk om wat losser bent in de communicatie, maar je kan meer proberen zelf een gesprek aan te knopen met bepaalde mensen. Daardoor verbetert de sfeer in redactieverband en verloopt de samenwerking ook beter.

Formulier 51 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven (+motivatie)?Nee. Wanneer je feedback geeft aan je lijkt het soms of het helemaal niet tot je doordringt. Je bent afwezig en er kwam in de redactiegroep ook weinig respons van je als mensen probeerden met je mee te denken. In het werkveld moet je juist deze open houding van feedback ontvangen hebben, anders is het voor mensen ook minder fijn om met je samen te werken en bijvoorbeeld samen te sparren om het uiteindelijke eindproduct te verbeteren.

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?De feedback ontvang je wel maar er komt weinig respons. Wanneer de feedback te direct komt dan sla je dicht of je gaat juist in de verdediging waarom jij wel denkt dat je iets goed hebt gedaan.

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast (+motivatie)?Nee. Ik heb het idee dat je weinig deed met de feedback die je kreeg. Ook na een aantal wat langere gesprekken bleef de boodschap niet echt hangen en ging je vaak weer op dezelfde manier door als daarvoor. Het is frustrerend om te zien dat je er niets mee doet en ook dat het lijkt alsof je de feedback van anderen weinig serieus neemt. Je hebt zelf vaak wel het idee dat je het goed hebt gedaan, ondanks wat de mensen om je heen zeggen.

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag (+motivatie)?Nee. We hebben je vaak tijdens de vergaderingen gevraagd of alles goed ging en of we je nog ergens bij konden helpen. Hier kwam weinig reactie op en ook op de artikelen die je schreef heb je weinig tussentijdse feedback gevraagd. Ik denk dat het de kwaliteit van je producties ten goede was gekomen als je dit wel had gedaan.

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp (+motivatie)?Voldoende. Ik denk dat je in principe wel kritisch kijkt naar een onderwerp, als in of het journalistiek relevant is. Ik denk dat je tijdens het laatste project wel kritischer had mogen zijn naar of je onderwerp en de manier van uitvoering pasten bij het archetype en styl van Waaghet. Hier heb je naar mijn idee niet kritisch genoeg naar gekeken.

6 Vind je dat ik in de communicatie in geven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen (+motivatie)? Ja. Bij het ontvangen van feedback ga je wel respectvol om met anderen maar in de communicatie niet. Je laat mensen van eindredactie hun hele avond/weekend opofferen om de fouten op te lossen die jij hebt gemaakt, zonder na te denken over waar zij mee bezig zijn of hoe ze zich daarbij voelen. Naar mijn weten heb je daar later ook geen interesse in getoond en je excuses voldoende aangeboden. Het respectvol omgaan met anderen hoort erbij in een dergelijke opstelling en dat

Page 16: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

betekent ook dat je naar de ander overkomt als een betrouwbaar persoon waar ze op kunnen bouwen. Naar mijn inzicht ben je dat onvoldoende geweest binnen dit project.

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking (+motivatie)?Onvoldoende. Ik vind dat je nog veel kunt verbeteren op het gebied van samenwerking. Je directe communicatie met anderen (face to face maar ook via de app) kan duidelijk beter. Het komt de samenwerking met anderen niet ten goede wanneer het lijkt alsof je weinig aandacht voor hen en hun ideeen hebt tijdens de vergaderingen. Je interesse in anderen en de manier waarop je met hen communiceert kan een stuk beter.

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na (+motivatie)? Onvoldoende. Je komt je afspraken met mij en met de eindredactie niet na wat betreft tijden dat je dingen moet aanleveren en de manier waarop je deze moet aanleveren. Het lijkt of je afwezig bent als we verschillende afspraken maken en je krijgt ze dus tijdens de vergadering niet mee.

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?Nee. Je hebt niet echt bijgedragen aan een goede sfeer. Het feit dat de rest van de groep vaak een backup artikel moest schrijven wanneer er iets van jou online zou komen en je in de vergaderingen ook vaak afwezig was (fysiek of mentaal) dragen niet bij aan een echt groepsgevoel met jou erbij. Je toonde weinig interesse in de rest, zowel wat betreft producties als de persoonlijke sfeer. Niemand kende elkaar in de groep dus juist dan is dat naar mijn inzicht erg belangrijk.

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid) (+motivatie)?Zowel verbaal als non-verbaal hou je je sterk op de achtergrond tijdens discussies of conflicten. Je geeft weinig eigen inbreng en zegt alleen dat het allemaal beter wordt, of juist dat je vindt dat je het goed hebt gedaan. Probeer je meer te laten horen en zo te leren van wat anderen te melden hebben. We zijn allemaal nog studenten dus dat betekent ook dat er nog heel veel beter kan, als je je maar openstelt voor verbetering.

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om (+motivatie)?Buiten de werkgerelateerde sfeer hebben we weinig van je meegekregen. Sociaal was je niet veel aanwezig in de groep en ik kan dus ook niet een duidelijk verschil zien in gedrag. Wel vond ik dat je je tijdens de vergaderingen soms weinig professioneel opstelde, wat betreft het doen van andere werkzaamheden/niet bezig zijn met werk of schoolgerelateerde zaken. Dit komt ongemotiveerd over op de groep, wat ook belemmerend werkt binnen de communicatie.

Formulier 61 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven (+motivatie)?Ja, wanneer er iets is, sta je altijd open voor een gesprek. (zie 2.)Nee

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?Wanneer je feedback krijgt luister je daar goed naar en denk je mee. Als je iets niet begrijpt uit de feedback geef je dat ook meteen aan, wat erg fijn is in zo’n gesprek.

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast (+motivatie)?Ja

Page 17: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Anders Ik vind het moeilijk om te zeggen of jij de door mij gegeven feedback goed hebt toegepast. De belangrijkste feedback die ik aan je gaf was dat je beter bereikbaar moest zijn i.v.m. de eindredactie over jouw stukken en dat je moest denken aan alle punten (productie in Wordpress zetten, goede kop, tussenkoppen, juiste tone of voice, links toevoegen, uitgelichte afbeelding met goede verhouding, seo en metabeschrijving) waaraan de producties aan moesten voldoen. Hierover hebben we toen een gesprek gevoerd. In mijn opzicht heb je er op gelet om beter bereikbaar te blijven (al ging dit nog steeds niet echt helemaal goed, omdat je vaak niet snel reageerde), maar de andere punten bleven een probleem. Je vertelde dat je moeite hebt om je aandacht ergens bij te houden en dat je soms al je taken niet helder hebt in je hoofd, maar voor mijn gevoel had je hier ook meer je best voor kunnen doen. Zo had je mij als eindredactie of iemand anders eerder om hulp kunnen vragen bij dingen die niet duidelijk voor je zijn.Nee

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag (+motivatie)?JaAnders : Nee, dit vind ik niet. In de klas heb ik dit niet van je gehoord en via Whatsapp was ik diegene die je erop aansprak. Je was het hier dan wel mee eens maar focuste op de dingen die beter gingen, zoals de communicatie. Soms had ik het gevoel dat je de punten die misgingen niet onder ogen wilde zien ‘want de communicatie was nu wel goed’. Het is goed dat de communicatie beter ging, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat de andere problemen opeens geen probleem meer zijn.

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp (+motivatie)?Goed Bij crossmediale productie over gameverslaving heb je verschillende bronnen gesproken en zelf ondervonden wanneer je spreekt van een gameverslaving. Ik denk dat je in die productie hebt bewezen dat je zeker kritisch kan kijken naar een onderwerp.VoldoendeNee

6 Vind je dat ik in de communicatie in geven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen (+motivatie)?Ja Anders : Je komt erg begripvol over, laat anderen uitpraten en luistert naar de feedback. Je voegt alleen te weinig daad bij je woord, waardoor je in die zin wel enigszins onrespectvol omgaat met je klasgenoten.Nee

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking (+motivatie)?GoedVoldoendeOnvoldoende Tijdens de vergaderingen lijk je niet geïnteresseerd te zijn in de discussies die we als groep voeren. Je mengt je hierin niet en geeft vaak ook geen mening. Je stelt vragen die al lang beantwoord zijn en dit wekt tot irritaties en ongeloof bij klasgenoten. Je houding en inzet zie ik daarom als onvoldoende in de samenwerking. Wat betreft de samenwerking met de eindredactie heb je na een gesprek wel geprobeerd je houding en inzet te verbeteren, alleen bleef dit stroef.

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na (+motivatie)? GoedVoldoendeOnvoldoende Zoals al eerder gezegd hebben we afspraken gemaakt over je bereikbaarheid. Dit werd na een gesprek met je iets beter maar toch was je te vaak niet bereikbaar of appte je niet snel terug. Ook lette je niet op de regels die in eindredactie handleiding stonden en moest ik je daar telkens

Page 18: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

weer op wijzen. Doordat je niet goed bereikbaar was en de deadline voor het publiceren van je stukken te dichtbij kwam, heb ik het vaak zelf moeten oplossen.

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?JaAnders Ik vind niet dat je bijdraagt aan een goede sfeer, maar ook niet aan een slechte sfeer. Feit is dat je niet vaak van je liet horen en dat de klas, denk ik, daar soms een beetje ongemakkelijk van werd. Nee

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid) (+motivatie)?voldoendeOnvoldoende Tijdens conflicten/onenigheid laat je weten dat je aan je mindere punten gaat werken, alleen laat je dit niet genoeg zien.

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om (+motivatie)?JaAnders Aangezien ik je alleen in werk gerelateerde sferen heb gezien, zou ik dit niet kunnen beantwoorden.Nee

Formulier 71 Ben ik toegankelijk om feedback aan te geven (+motivatie)?Ja , je staat open voor kritiek en luistert goed naar wat de ander zegt. Je laat iemand tevens rustig uitpraten. Nee

2 Wat vind je van mijn houding bij het ontvangen van feedback?Open houding.

3 Heb ik de door jou gegeven feedback goed toegepast (+motivatie)?Ja , ik heb je niet veel feedback gegeven, omdat dat in mijn ogen zelden nodig was. Desondanks als ik je toch een tip meegaf deed je er wel wat mee. AndersNee

4 Vind je dat ik zelf voldoende om feedback vraag (+motivatie)?Ja , vooral in het spiegelgroepje was je vaak benieuwd wat de anderen van jouw stukje tekst vonden. Anders

5 Kan ik voldoende kritisch kijken naar een onderwerp (+motivatie)?Goed , je hebt een brede kennis wat betreft schrijven/journalistiek, dus je keek altijd met een kritische blik naar de teksten van mijn boek. Ik had veel aan je tips.VoldoendeNee

6 Vind je dat ik in de communicatie in geven en ontvangen van feedback respectvol omga met de gevoelens van anderen (+motivatie)?Ja , dit breng je op een rustige en duidleijke manier met een goede onderbouwing. Anders

Page 19: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Nee

7 Hoe ervaar je mijn houding en inzet als het gaat om samenwerking (+motivatie)?Goed , prima en relaxt persoon om mee samen te werken. Als ik vroeg om jouw mening over een stukje tekst, dan ging jij daar serieus naar kijken. Uit jezelf vroeg je niet vaak of je een stukje mocht lezen/nakijken, maar dat was wederzijds. VoldoendeOnvoldoende

8 In hoeverre kom ik mijn afspraken met jou na (+motivatie)? Goed , communicatie was kort en bondig. Afspraken kwamen we van elkaar na. VoldoendeOnvoldoende

9 Vind je dat ik bijdraag aan een goede sfeer en kun je dit toelichten?Ja , positieve, rustige en goedlachse jongen. Niks op aan te merken. AndersNee

10 In hoeverre sluit mijn verbale communicatie aan bij mijn non-verbale houding (met name bij conflicten/onenigheid) (+motivatie)?

Voldoende , conflicten heb ik met jou niet meegemaakt. Zowel persoonlijk als in groepsverband niet. Voor mij niet echt te beoordelen.Onvoldoende

11 Kan ik onderscheid maken in mijn gedrag en communicatie in een werk gerelateerde sfeer en buiten werk om (+motivatie)?Ja , in beide gevallen gedraag je je hetzelfde. Professionele houding naar de rest. AndersNee

(Bijlage 4: Materiaal voor ‘Waag Het’) Uitleg: wat is straattaal, en hoe gebruiken jongeren het?

Vaak onbegrijpelijke afkortingen, worden er door jongeren de ‘socials’ ingeslingerd. Met name WhatsApp is een vergaarbak geworden van afkortingen als: ASAP, B4, BRB, FB, etc. Snap jij wat hier staat? “Doe ff nrml mn, dat zech ik tch NET”, is zomaar een voorbeeld van een bericht die jongeren op WhatsApp sturen, of ontvangen. De huidige generatie pubers is niet anders gewend, om via WhatsApp en andere social media, hun eigen taal zo te ‘verkrachten’.

Misbruiken

Page 20: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Het misbruiken van onze mooie Nederlandse taal, laat bij jongeren het besef weg wat de norm is, en zorgt voor een ware taalverpaupering. Variant op dit fenomeen: straattaal. ‘De Taal van de Straat’, zoals het in de volksmond ook wel wordt genoemd. Maar wat is nu de herkomst van deze bijzondere taal? Waag Het zocht het verder uit.

Straattaal is een fenomeen dat zo eind jaren negentig vorige eeuw opkwam. Het begrip moet niet worden verward met ‘slang’. Dat is een fenomeen uit Amerika. Nederlandse taalkundigen, zagen het als een taal die eigenlijk spontaan is ontstaan. Door plaatsen waar autochtone en relatief veel allochtone jongeren met elkaar samenleefden. Voornamelijk in de buitenwijken, van Nederlands’ grootste steden (Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam). Het zijn dus voornamelijk allochtonen jongeren/pubers, die deze bijzondere taal gebruiken.

Identiteit In Nederland is de straattaal vaak een mengsel van het Nederlands zelf, Sranantongo, Papiaments, Turks en Marokkaans gemend met Engelse woorden. In Amsterdam hadden jongeren een geheime taal ontwikkeld, een ‘ish-taal’ om in het geheim met elkaar te communiceren. Het was een bevestiging voor sociologen: straattaal is er niet alleen voor de communicatie, maar het is ook een wezenlijk onderdeel van de identiteit geworden.

Het gebruik van straattaal komt niet alleen voor, in de daadwerkelijke (non)-verbale communicatie. Ook in tags als graffiti, en rapmuziek komt het voor dat er dingen uit de straattaal worden overgenomen. Het is nooit de bedoeling geweest vaste regels te hanteren in straattaal. Ook omdat er zoveel variaties op zijn. Jongeren gebruiken bijvoorbeeld vaak de woorden niffauw (neef; vriend), ballie pattas (voetbalschoenen), daabse (mongool), baafen (blowen) of kiet (gestolen), omdat het variaties van deze eigenlijke woorden zijn.

De straattaaldiscussie Maar er bestaat ook een tegenbeweging, in de straattaaldiscussie. Zo stelt schrijver en taalwetenschapper René Appel, dat het gebruik van straattaal ook een positief effect kan hebben op de beheersing van het Nederlands. Appel deed onderzoek naar het taalgebruik van allochtone jongeren, en wist zo dit beeld recht te trekken.

Het gebruik van 'smurfentaal', of 'straattaal' (zoals hij het noemt) positief effect heeft op de beheersing van het Nederlands. Straattaal wordt volgens Appel vooral door allochtone jongeren gesproken, die het Nederlands prima kunnen spreken. En die bovendien meestal een beperkte vaardigheid hebben in hun (allochtone) moedertaal.

Conclusie: straattaal is van alle tijden, en het wordt zeker niet altijd op de juiste manier uitgelegd, aan de ‘doorsnee Nederlander’. Het is een wezenlijk onderdeel geworden van de taal die jongeren gebruiken. Maar niet altijd even handig dus, volgens hun ouders, die maar wat graag zouden willen terugvallen op het Oerhollandse. Het glossy ‘Harpers Bazaar’ zette een aantal kenmerkende woorden op een rij:

https://www.harpersbazaar.com/nl/cultuur-reizen/a6114/woorden-pubers-pubertaal-puberwoorden/

Tot zover. Ons gestraattaal.

Gameverslaving bij pubers: van een deskundige, tot een verslaafde zélf

Page 21: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Door: Douwe de Vries

Wanneer spreken ‘we’ van een…? In dit geval: verslaving. Diagnoses worden in de geestelijke gezondheidszorg nauwelijks meer vastgesteld. Laat staan dat er een officieel ‘etiket’ op vast wordt geplakt. De DSM5 staat vol met ‘diagnoses’, die eigenlijk nauwelijks meer als echte aandoening kunnen worden gezien. Dus wanneer spreek je dan van een echte verslaving? Wanneer je op het internet naar een definitie van het begrip zoekt, vind je het volgende: ‘Verslaving is een begrip waar veel verschillende opvattingen over bestaan. Verslaving wordt gezien als ziekte, een gewoonte, ondeugd of een maatschappelijk probleem. De term verslaving is van toepassing op middelen als alcohol en drugs, maar ook op gewoontes waar mensen geen weerstand aan kunnen bieden.’ Zo valt te lezen op de site VNN, specialist in verslavingszorg.

Bepaalde componenten In Hoorn spreekt de redactie van Waag Het af met Corina van der Laan, een verslavingsdeskundige van Brijder, specialist in verslavingszorg in Hoorn. Van der Laan valt meteen met de deur in huis, zoals de eigen ondervindingen van Waag Het ook al waren. “Wanneer iemand gameverslaafd is, kunnen we niet echt zeggen”, stelt de gepokte en gemazelde deskundige Van der Laan. “Omdat er inderdaad geen DSM voor bestaat, is er geen officiële diagnose.” Maar wanneer iemand niet van de console of PC af kan blijven, is er sprake van ‘craving’. Een vorm van ‘drang’, waarbij de verslaafde wel móét gamen, zonder er echt plezier uit te halen. “Er moeten bepaalde componenten in een game zitten, die het aantrekkelijk maken om te spelen”, zo stelt Van der Laan. “Het moet oneindig zijn, er moet een sociaal component in zitten en een bepaald mechanisme, dat een stof als dopamine vrij maakt.”

‘Usual suspects’ Wat zijn dan de voornaamste games, waarin die elementen terugkomen? “Het zijn wel de ‘usual suspects’”, zo stelt verslavingsdeskundige Corina. “Denk aan de recent verschenen shooters en andere schietspellen, als GTA (Grand Theft Auto), COD (Call of Duty), WoW (World of Warcraft) en Fortnite.” Wat is precies de belangrijke rol van ouders, om hun kind weer verslavingsvrij te krijgen? “Ouders brengen hun kinderen hier echt letterlijk naartoe”, zegt Van der Laan. “Ze worden hier ‘gedropt’, en dan moeten wij iets aan hun gedrag zien te veranderen. Waar het probleem vaak in zit, is dat ouders de problematiek van hun kinderen vaak niet begrijpen, of niet kunnen duiden. Het gevoel kan niet aan de (verslavings)gedachte worden gekoppeld, dat is vaak het probleem.” Ouders hebben wel degelijk een ‘cruciale rol’, om hun kind niet meer verslaafd te laten zijn. Luister hier naar een audio-item, met een aantal podcastfragmenten van het interview.

Officiële ziekteWaag Het ging een aantal dagen na het gesprek bij de deskundige, op bezoek bij een ‘echt voorbeeld’. Wat gameverslaving dus betreft. Redacteur Douwe de Vries streek neer in Waalre, een echt Brabants dorp dat onder Eindhoven ligt. Hij sprak er af met de familie Van den Akker. Dochter Sammy is blijven zitten in 3 VMBO, door haar overmatig gamegebruik. Zie hieronder het video-item, dat werd gemaakt over het bezoek aan Waalre bij de familie Van den Akker.

Page 22: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Uit het gesprek met de verslavingsdeskundige, de gameverslaafde zelf en haar vader, kan worden geconcludeerd dat het een hardnekkige ‘aandoening’ is. Een chronische, je kan wel zeggen, ziekte die echt op professionele wijze zal moeten worden genezen. Waar uit ons eigen onderzoek is gebleken, dat gameverslaving lang niet altijd erkent wordt als een gediagnostiseerde ziekte, zo anders ligt dat bij de officiële instantie WGO. Vanaf 2022 zal gameverslaving als een officiële ziekte gelden. Er zijn dus nog volop ontwikkelingen, op het gebied van gameverslaving. Of het ooit helemaal de wereld uit kan worden verbannen? Wie weet… Lees hier het artikel van www.gamer.nl: https://gamer.nl/artikelen/nieuws/gameverslaving-vanaf-2020-officieel-erkend-als-stoornis/?API_COOKIE_REDIRECTED=True.

Productiesheet:

Callsheet:Contactpersoon: Sammy (gameverslaafde uit Aalst) Telefoonnummer: 06-45795247Contactpersoon: Verslavingsopvang Brijder in Hoorn

(verslavingsdeskundige Telefoonnummer: 06-52568152Datums: 16 mei (Van der Laan) en 25 mei

(Gameverslaafde Sammy uit Aalst)Locatie: 1: Keern 33d 1624NB Hoorn

2: Willemstraat 26 5583CK Waalre

Over de AV-productie: Eerste afspraak reeds gehad met verslavingsdeskundige Corina van der Laan (Brijder Hoorn). Dit op de band (voice-recorder) opgenomen en verwerken tot podcast-achtig item. Daarnaast uitgeschreven interview. Tweede gedeelte van de AV-productie behelst een video-item met gameverslaafde Sammy uit Aalst. Zij is woonachtig in Aalst, en het video-item zal een productie worden, die bijvoorbeeld past in een RTL-programma als Verslaafd. Het is niet per se keihard journalistiek. Ook wat emotionele televisie zit erbij.

Scenario Video-item Functie Beeld Geluid10s Contrast Buitenshot van Sammy’s

woning in WaalreOmgeving rondom Waalre

10s Contrast Steeds langer (in sequentie) inzoomen op het huis in Waalre, langzaam naar de woonkamer, van de woonkamer naar de kamer van Sammy

Voice-over (nog nauwkeuriger te bepalen), over de gameverslaving van Sammy

10s Introductie personage

Sammy, die op haar kamer aan het gamen is

Voice-over plus quotes van Sammy

20s Hoe ben je Sammy vertelt op haar Voice-over plus quotes

Page 23: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

gameverslaafd geraakt? kamer, met op de achtergrond de televisie aan

van Sammy

20s Welke games speel jij het meest? Wat zijn de gevolgen geweest van de gam

Covershots van de verschillende games die zij heeft gespeeld, op welke consoles etc.

Voice-over plus quotes van Sammy

1min Impressie van Sammy haar gamekamer

Meer shots van het huis van Sammy, eventueel haar ouders in beeld, maar die willen waarschijnlijk niet op beeld reageren

Voornamelijk voice-overs

15s Hoe komt Sammy af van haar verslaving?

Langere close-ups van Sammy

Sammy vertelt hoe zij van haar gameverslaving afkomt

Extra toelichtingAan het einde van het item, de conclusie, moeten Sammy haar ouders ook aan het woord komen. Dit zal nog afwachten worden of het lukt, maar waarschijnlijk willen zij sowieso mondeling reageren. In ieder geval worden beide AV-producties één geheel. Het item met de verslavingsdeskundige, audio, vormt aanvulling op het video-item met Sammy.

GTA en FIFA als verslavende infinitieven

Door Douwe de Vries

Ik was zielsgelukkig, toen in september 2013 Grand Theft Auto V (GTA 5) uitkwam. Dat ik mij in die tijd zielsgelukkig kon voelen was een klein wonder. Het laatste jaar van mijn Havo-opleiding was aangebroken en dat was bepaald niet altijd even leuk. Moeite had ik om, naast het educatieve gedeelte, (slagende) sociale interacties aan te gaan met leeftijds- en klasgenoten. Liever trok ik mij terug in m’n eigen wereld, op de gameconsoles. GTA’end en FIFA’end was hoe ik het leven vermijdend doorkwam. Daarom was ik op die 28e september 2013 zó blij, dat ik weer tot half vier ’s nachts kon gaan gamen. Volle bak GTA’end.

GTA’end en FIFA’end. Het werden de twee leidende infinitieven (=werkwoorden) tijdens mijn middelbareschooltijd. Al gamend vermeed ik alles, om maar niet de deur uit te hoeven gaan om (stel je eens voor) met mensen te moeten praten. Urenlang zat ik in mijn eigen

Page 24: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

virtuele voetbal- en/of schietwereld om een bepaald gevoel te bevredigen. Het veilige gevoel, dat alles maar op afstand was. Op gepaste afstand nietsvermoedende voetgangers omverrijden, willekeurige mensen doodsteken- of knuppelen, passagiersvliegtuigen kapen en zoveel meer. Wat dat voetbalspelletje betreft: voetballers Xavi en Iniesta kopen bij Ajax, de Champions League (toen nog virtueel) winnen met je favoriete Amsterdamse club en nachten doorhalen om de boze Technisch Directeur van je af te houden.

GTA V dus. Hoe blij was ik, om met het fictieve Russische figuur genaamd Boris, alles te mogen doen wat God had verboden. Ik moest eigenlijk aan mijn profielwerkstuk, literatuurlijsten en schoolexamens zitten. Maar, die roodgroene Xbox-console lonkte. En ik gaf er GTA’end aan toe, zo in het najaar van 2013. Hoewel mijn toekomst er van afhing, ik het heilige Havo-papiertje moest halen, speelde ik toch door tot 03.00 of 04.00 uur ‘s nachts. Om de volgende dag wel gewoon naar school te gaan. Als ik even klaar was met het uitmoorden, ging ik over op FIFA. Daar waar de o zo onrealistische voetbaldromen echt werkelijkheid werden. Met Vurnon Anita de winnende maken in Camp Nou. Marc Overmars, gesymboliseerd in een bestuurdersgeldzak, wél een virtueel doelpunt laten maken met het Legend XI team. Niks was te gek. Maar toen werd het mei 2014…

Ik moest wel. Zes jaar middelbare school kwam tot een einde, in de vorm van de Centrale Examens. Ik moest wel m’n controller wegleggen. Ik moest wel realistisch, in de échte wereld, de boeken induiken om mijn Havo te halen. Ik weet nog goed, voordat ik aan mijn eerste examen Nederlands begon, hoe ik het Russische figuur uit GTA V vaarwel moest zeggen. Vaarwel aan de idioot die mij deels in het sociaal isolement stortte. Vaarwel aan de pseudoBreivik die aardig wat had geruïneerd in mijn nog jeugdige bestaan.

Niet GTA’end, maar lerend moest ik het leven verder doorkomen. Even waande ik mij in een sociaal wenselijke situatie, toen ik voor het eerst het woordenboek van Nederlands erbij pakte en daadwerkelijk ging leren. Even was het allemaal goed. Totdat ik de aankondiging van de nieuwe FIFA zag. Toen besefte en realiseerde mij weer eens hoe erg ik verlangde naar die virtuele wereld. De virtuele wereld, waarin niets hoeft en vooral álles kan.Pubers met talent in de sport-, muziek- en musicalwereld

Door Douwe de Vries

Stel: je puber kan al vanaf 12-jarige leeftijd onwijs goed schaatsen, voetballen, pianospelen, zingen of acteren. Wat je moet je daarmee? Wat moet je daarmee, in de zin van: wat moet je doen met je puber, die al vanaf zo’n jonge leeftijd ongekende kwaliteiten heeft? Hoe moet dat talent ultiem ontplooit worden? Het is een vraag die ouders met kinderen met extreem talent, al een tijdje bezighoudt. Of beter gezegd: tijd. Want al sinds mens- en heugenis worstelen ouders met wat zij nou eigenlijk ‘aan moeten’ met hun extreemgetalenteerde kind. Een kind kan niet, letterlijk, altijd de was blijven doen. Als dit thema wordt aangesneden, denkt men vaak terug aan het beroemde moment uit Jiskefet, als de voetbalvader zijn (weggestuurde) Ajaxjeugdtalent belerend toespreekt. “Wie was dat dan? Wie heb je gesproken daar binnen? Ene meneer Ben? Weet jij dat papa heel verdrietig is? Papa is heel verdrietig, en mama gaat nog verdrietiger worden.” Waag Het zocht uit, hoe pubers met (groots) talent nu omgaan met hun toekomstige roem.

Page 25: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Hulp is onderwegWelke tak/sector is het zwaarst om, als talentvolle puber, in uit te blinken? De sport-, muziek- of musicalwereld? Iedere puber die zich in een van deze werelden bevindt, zal natuurlijk direct zeggen dat zijn of haar ‘wereld’ het zwaarst is. Dus de voetballer- of ster zal zeggen dat het niet te doen is bij een Ajax, Feyenoord of PSV. De musicus zou willen zeggen dat hij of zij de piano of viool aan gort wil slaan. En de film- of muscialster zal zeggen dat het incestueuze wereldje, jou uiteindelijk kapot maakt. Waag Het analyseerde de huidige problematiek binnen het ‘pubersmettalentwereldje’. Aan de hand van enkele, daadwerkelijke talentvoorbeelden en een gesproken deskundige. Help, mijn puber heeft talent. Hulp is onderweg.Timo Letschert, profvoetballer, 25 jaar, speler van FC Utrecht Timo Letschert werd geboren op 25 mei 1993 in Purmerend. De Noord-Hollander begon zijn amateurloopbaan bij SDOB in Broek

in Waterland. Hier werd hij ontdekt door Ajax en kwam daar in de jeugdopleiding terecht. De ultieme droom was het voor hem, om te slagen bij zijn favoriete Nederlandse profclub. Maar in Amsterdam moest hij in de C-junioren al de jeugdopleiding verlaten. De reden? Hij kwam fysiek tekort ten op zichte van zijn leeftijdsgenoten. Jarenlang in de jeugdopleiding gezeten… En dan

als een nummertje er worden uitgegooid. Hij streek neer bij achtereenvolgens HFC Haarlem, VA Heerenveen, Roda JC

Groningen, Sassuolo en FC Utrecht. Bij Heerenveen en Roda JC had de temperamentvolle Letschert verschillende disciplinaire schorsingen. Hij kon simpelweg niet omgaan met de harde eisen van de dienstdoende hoofdcoaches. Een warsbol, die zeker niet bij AFC Ajax zou passen. Letschert werd later zowaar volwassen en veranderde zijn gedrag, en dat leverde hem uitverkiezingen op bij Sassuolo en zelfs het Nederlands elftal. Hij was lange tijd het ‘lievelingetje’ van Danny Blind in de jeugdopleiding van Ajax, dus het moest allemaal wel goedkomen. Maar opnieuw werd ‘ondisciplinair gedrag’ hem toch wel fataal. Ook bij het FC Utrecht van Dick Advocaat afgelopen seizoen, werd hij enkele weken geschorst wegens ongewenst gedrag. Kwam hoogmoed voor de val? Of is Timo Letschert een goed voorbeeld van een voormalig puber, die te snel aan de grootste sportroem heeft mogen ruiken? Tegenover de Telegraaf gaf Letschert afgelopen maand een openhartig interview. „Het moet niet zo overkomen dat ik excuses zoek of dingen wil goedpraten. Ik was fout. En niet zo’n klein beetje ook”, zei hij over het desbetreffende incident. „De trainer stond volkomen in zijn recht.” Zelfreflectie toonde hij dus wel.

Lucas en Arthur Jussen, de Pianotweeling, 26 en 23 jaar, ongekende muziektalenten Al op zeer jonge leeftijd waren de gebroeders Jussen bezig om hun muziekloopbaan gestalte te geven. De Gooische muziekgebroeders bevonden zich al in de muziektalenten- wereld op al veel jongere leeftijd, dan een puberteit zou doen vermoeden. Als pre-pubers konden zij al ongenadig goed pianospelen. Ze traden vaak op als duo, en het is ook geen verrassing, aangezien hun moeder Christianne van Gelder docente dwarsfluit is. Ook vader Paul Jussen, maakte naam in het wereldje als paukenist. De meester van beide wonderkinderen, was pianopedagoog Jan Wijn.

Page 26: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Al op dertien- en tienjarige leeftijd speelden zij een concert van Mozart in het Concertgebouw. Beiden doorliepen daarvoor respectievelijk het gymnasium en atheneum. Een paar maanden na hun eerste pianoconcert tekenden de broers een contract bij het ‘Deutsche Grammophon’. Al zo jong, zoveel talent. In hun eerste jaren als Pianotweeling moesten zij nog wel wennen aan alle roem en faam. Maar dat het inmiddels gelouterde artiesten zijn, bleek wel uit het interview dat zij hadden met Concertgebouw.nl. Hun dirigent, Stéphane Denève, gaf hun er al flink van langs. Zo zei Arthur over hun begeleiding, tegenover Concertgebouw: “De schellen vielen ons van de ogen, we kregen er volledig van langs. We dachten dat we het werk wel kenden: niet dus. Natuurlijk waren we tot in de puntjes voorbereid, maar er was nog zoveel dat we niet wisten over deze muziek. In korte tijd hebben we een enorme groeispurt doorgemaakt.”

Richting te gevenWaag Het deed zelf onderzoek naar de instanties, die pubers begeleiden, die veel talenten hebben. Dan wel in topsport, dan wel in muziek, dan wel als acteur of actrice. Een van de meest uit het oog springende organisaties, is Stichting Opvoeden. Deze organisatie biedt betrouwbare informatie over opvoeden, opgroeien en gezondheid voor ouders. Ook is er een speciale talententak binnen deze organisatie. “Hoe ouder je kind wordt, hoe duidelijker je kunt zien waar het echt een gave voor heeft. Vaak komt dat tot uiting in een hobby. Als je het talent van je kind ondersteunt, help je het richting te geven aan zijn of haar toekomst. Wat is er fijner dan een vader en moeder die ook vinden dat je supergoed je best doet en daar trots op zijn? Dat motiveert enorm. Je kunt het talent van je kind ondersteunen door samen te zoeken naar een club, een speciale leraar, een school, vakanties of workshops waardoor dat talent wordt gevoed en tot zijn recht kan komen, onder leiding van mensen die je kind inspireren om het beste uit zichzelf te halen”, zo valt te lezen op de site van Stichting Opvoeden.

‘Dak boven het hoofd bieden’ Verder zijn er de organisaties NJI (Nederlands Jeugd Instituut) en NCJ (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid). Als het gaat over specifieke topsportstalling van pubers, die zo’n ongekend talent hebben, dan kom je terecht bij bijvoorbeeld Papendal. “In principe zijn wij lang niet de enige organisatie die zulke topsportkinderen een ‘dak boven het hoofd biedt’”, zegt woordvoerster Angelique van Dongen van Papendal. “Er zijn ook veel andere, specifieke organisaties van bijvoorbeeld NOC*NSF, die kinderen met topsporttalent opvangt. Papendal hier is lang niet de enige organisatie voor.” Conclusie van dit artikel: kinderen met ongekend talent kunnen de gevolgen van sterallures ervaren, maar de verschillende organisaties maken dat het puber met groot talent kan worden opgevangen.

Analysereflectie Bladen maken-AV ‘Waag het’

Waag het ‘in de markt’

1 Welke multimediale site/platform (geef url) vind je een voorbeeld voor Waag Het en waarom (wees zo specifiek mogelijk)? Noem naast Tishiergeenhotel een ander platform

Het platform Tishiergeenhotel, is wel het meest vergelijkbare concept met ‘Waag het’. Met name door het stukje ‘about’, dat onderaan de site staat: “Op een dag kijk je naar je opgroeiende kroost en realiseer je je dat ze oud genoeg zijn om hun eigen plan te trekken, maar dat ze het wel fijn vinden dat je ergens op de achtergrond aanwezig bent. Als koelkastvuller, pinautomaat, slavendrijver, bijlesleraar of eerste hulp bij liefdesverdriet. Ze halen soms het bloed onder je nagels vandaan en zorgen voor slapeloze nachten, maar heel

Page 27: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

vaak zijn ze ontzettend leuk en grappig.” Dit vat, wat mij betreft, perfect samen hoe ouders met hun huidige puberproblematiek ‘dealen’. En dat is nou ook net de slogan van ons eigen platform.

www.oudersvannu.nl vind ik een ander vergelijkbare site/platform, wat ons medium betreft. Hier worden ook thema’s behandelt die op ons eigen platform worden aangesneden. Daarnaast is het een crossmediale omgeving. Er worden meerdere media-uitingsvormen aangeboden, in de vorm van podcasts en video-items.

2.a. Wat is je mening over de combinatie van print en online? Hoe vind je dat Waag Het andere media zoals facebook, instagram, youtube en twitter heeft ingezet? Wat is hieraan sterk en wat kan er beter?

Waag Het is zeer actief geweest op de verschillende social media. Met name Facebook en Instagram zijn goed ingezet. YouTube, Twitter minder naar mijn gevoel. Maar een overkill aan social media-platforms, is ook niet goed. De verhouding is goed in de gaten te houden. Niet te veel van het één of het ander. Wat anders kan, is misschien gevarieerdere content op de socials te verspreiden.

b. Hoe is de verhouding print / AV op het platform. Wat vind je daarvan?

De verhouding print / AV vind ik in balans. Uitingen die op de AV-site komen, worden soms rechtstreeks uit het printproduct gehaald. Daarnaast heeft iedereen zijn eigen grotere AV-producties gemaakt. En uiteraard op de site doorgelinkt. De verhouding tussen de print en onlineproducties, was dus uitstekend.

c (voor AV) c. Kun je de verschillen benoemen waarin de AV-producties zich onderscheiden van andere (TV)producties/reportages? Zijn de mogelijkheden maximaal benut en effectief toegepast?

De AV-producties onderscheiden zich van andere reportages van nieuwsmedia, omdat het niet altijd keihard journalistiek is. Mijn grotere AV-productie rondom gameverslaving had ook wel degelijk journalistiek relevante informatie, maar het was niet altijd ‘keihard journalistiek’ dus. De mogelijkheden zijn maximaal benut, omdat alle desgewenste apparatuur voorhanden waren om kwalitatief sterke items te maken. Ook is het effectief toegepast, omdat de bronnen sterk en makkelijk benaderbaar waren.

3. Welke feedback van de professionals zou je meenemen als je dit Waag Het in de markt zou zetten? Motiveer.

Deze vraag is pas van toepassing, na onze laatste excursie op het Hilversumse mediapark. Daar zullen wij feedback krijgen van iemand uit het beroepsveld, namelijk de zendercoördinator van NPO Radio 1. Hij zal ons naar aanleiding van de eindpresentatie, ons platform van feedback voorzien.

Analyse

Page 28: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

4.. Bekijk Google Analytics (GA). Wat kun je zeggen over toe- of afname van het aantal bezoekers? Welke rubrieken doen het goed en welke minder? Hoe verklaar je dat? (hou er rekening mee dat de site vanaf 20/11 aan Google Analytics verbonden is, en dat niet alle stukken er even lang op staan. Ook dit kun je met Analytics filteren.)

Als ik de statistieken van GA bekijk, zie ik dat er behoorlijk wat conjuncturen zijn ontstaan, wat betreft de afgelopen weken. Er zijn hele hoge pieken, maar toch ook wel hele diepe dalen. Een verklaring hiervoor is, dat de redactie nog op elkaar moest worden ingewerkt. Ook in het weekend waren er enkele dippen, omdat de schrikbaitdienst nog niet helemaal goed ingewerkt was. Een aantal vaste rubrieken hebben het platform wel ‘gered’, omdat die steeds goed op de socials werden verspreid. Met name de grotere, speciale verhalen worden goed gelezen. Dat zie je aan het aantal clickbaits, en de SEO-technische zaken die daarmee samenhangen.

5. Welke tekst is waarschijnlijk SEO-technisch goed? Waarop baseer je dat?

https://waaghet.fhj.nl/xtc-daar-zit-een-luchtje-aan/, is een SEO-technisch goede tekst, omdat in de kop een aantal prikkelende en bovenal afwijkende woorden zitten. Ook in het verdere verloop zitten termen en woorden die het goed doen bij de afgestemde doelgroep. Zoals ook is afgesproken in het stijlboek van Waag Het.

6. Wat zijn je prognoses voor de site op basis van GA?

Op basis van GA, zou ik het zeker aanraden om door te gaan met dit platform. De reach op het internet (socials en andere zoekmachines), is in potentie erg groot, mede door het specifieke woordgebruik en de gevarieerde producties die erop staan. Binnen de analyses van GA zie je ook de engagement van de producties, die steeds hoger oplopen.

7. Wat adviseer je op basis van je analyse van GA? Wees zo precies mogelijk.

Op basis van mijn analyse, zou ik adviseren om het platform Waag Het nóg rebelser te maken. Tijdens deze periode bleven ‘we’ (=de redactie) af en toe nog erg binnen de lijntjes kleuren. Maar het kan allemaal nog wel net iets rebelser, om echt voor meer controverse te

Page 29: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

zorgen, en bovenal voor een meer egale lijn wat bezoekersaantal betreft. Als de hele tijd een meer egale lijn kan worden doorgetrokken, dan is er een consequenter bezoekersgedrag.

Jij en Waag het

8 a. Weke producties heb je gemaakt? Schrijf hieronder de links.

Ik heb verschillende producties gemaakt: van schrikbaitdiensten, tot eindredactiewerk en mijn grotere AV-product rondom gameverslaving. Voor een compleet overzicht, al mijn producties op een rij:

b. Over welke productie ben je het meest tevreden?

Het meest tevreden ben ik over mijn productie, die ik heb gemaakt omtrent gameverslaving. Dit was namelijk een gevarieerde productie, met zowel een video als audioitem. Daarnaast heb ik ook meer research gedaan naar het te bestuderen onderwerp. Namelijk uitgebreidere research naar de gameverslaving zelf. Daarnaast zijn er meerdere bronnen geraadpleegd, en is het een gevarieerde productie geworden.

Page 30: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

c. Welke productie zou je anders aanpakken/ doen, en hoe?

Ik zou mijn schrikbaitdienst anders hebben ingevuld. Dit heeft ook een puur functionele reden, omdat ik mijn eerste dienst in het weekend niet naar behoren heb ingevuld. Ook heb ik een aantal rubrieken in eerste instantie niet helemaal juist ingevuld. Ook dit zal ik voor de volgende keer anders moeten doen. In zijn algemeenheid zal ik anders over mijn planning moeten denken, als ik mijn grotere productie maak.

d. In hoeverre heb je innovatief gewerkt ?

Ik heb innovatief gewerkt, doordat ik wel steeds naar andere invalshoeken ben gaan zoeken tijdens mijn verhalen. Steeds heb ik goed nagedacht over wat ik precies wilde qua invalshoek. Ook heb ik steeds ‘emotionele’ journalistiek bedreven, door niet altijd alleen maar het puur informatieve te delen in de stukken.

9. Bekijk je online producties op GA. Hoe hebben ze het gedaan (pageviews, lees-kijk-luistertijd). Hoe verklaar je dat? Wat leer je ervan (beschrijf dit concreet)?

Van mijn eerste online producties, kan ik concluderen dat zij het ‘gemiddeld’ hebben gedaan. Ze staken niet boven de rest uit. Mijn grotere AV-productie, daarentegen, heeft het wel heel goed gedaan. Boven het gemiddelde gepresteerd. Ik heb hiervan geleerd, dat je echt origineel moet zijn, en niet alleen maar moet blijven hangen in de rubrieken. Dan kan er een bepaalde sleur in raken.

10. Welke functie bekleedde je in de redactie? Hoe functioneerde je? Noem sterke punten en minder sterke punten, leg uit, en onderbouw je mening met minimaal twee meningen van mederedacteuren. Ook je leerpunten. Kies hierbij een redacteur waar je veel mee samenwerkte en een waar je het minst mee hebt samengewerkt.

Ik bekleedde de functie van ‘normale’ redacteur. In het weekend heb ik een dienst gedraaid, en ik stond steeds in nauw contact met de dienstdoende eindredacteuren. Ook voor mijn overige producties heb ik steeds veel contact gehad met docenten en studenten. Veruit het meest heb ik overlegd met Sanne Peters en Jeursen, en hoofdredactrice Bregje Simons.

11. Was de onderlinge feedback/sturing nuttig en effectief?

De onderlinge feedback en sturing was nuttig, omdat ik natuurlijk een verleden heb, wat betreft dit vak. Ik moest mij opnieuw zien te bewijzen, in wat werd gezien als mijn tweede kans. De vorige keer is er iets goed mis gegaan, en het was voor mijzelf natuurlijk ook spannend om dat weer goed te zetten. In het begin verliep dat nog wat stroef, maar na enkele gesprekken, is ook dat weer goed gekomen.

12. Hoe zou jij jezelf typeren als journalist? Beschrijf dit in één zin. (“Ik ben een…. Journalist”)

Ik ben een observerend journalist.

13. Wat zijn je eigen opmerkingen/aanvullingen mbt het blok?

Nog goed weet ik, dat dit blok voor mij voor de tweede keer begon op het Mediapark in Hilversum. Er was heel wat aan voorafgegaan natuurlijk, omdat er een ernstig fraude-incident had plaatsgevonden, in het najaar van 2018. Ik zag dit als een ultieme herkansing, om die grove journalistieke fout recht te zetten. Ik hoop dat docenten Lemstra en Van Willigen dat

Page 31: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

ook zo hebben ervaren. Na een wederom stroeve start, heb ik mijn producties wel gewoon afgeleverd, op de afgesproken en juiste tijd uiteindelijk.

Pagga slaan, wat is dat nou weer, vreemde pubers?

Op de site van Waag Het, zijn al een aantal zeer vreemde straattaalwoorden de revue gepasseerd. Wij proberen het voor jullie duidelijker te maken. Deze keer legt de redactie de term ‘pagga slaan’. ‘Pagga slaan’, wat is dat nou weer, vreemde pubers?

Na onze eerste research te hebben voltooid, durven we bijna niet te zeggen wat het eigenlijk is. Want, de pagga wordt geslagen als een mens zijn ultieme behoefte bevredigt. Om het concreter te maken, gaan we uit van de site: www.straatwoordenboek.nl.

De betekenisOp de site van straatwoordenboek.nl, worden ‘we’ geconfronteerd met verschillende soorten betekenissen, van deze prikkelende term. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: iemand/je aftrekken, masturberen/aftrekken, aftrekken en rukken.

Klik hier om naar een alternatieve uitleg van de betekenis ‘pagga slaan’ te kijken.

Wat is pagga dan? De term is in tweeën opgedeeld. Je hebt enerzijds ‘de pagga’, en anderzijds het ‘slaan’. Het slaan is uiteraard het te hanteren werkwoord binnen deze term. Opnieuw houden we de site ‘straatwoordenboek.nl’ aan, en vinden de volgende niet malse betekenissen: sperma, aftrekken, rukken, kwakje. Als de pagga ‘geslagen’ wordt, wordt het kwakje er dus als het ware uit ‘gefrommeld’. Zie het zelf maar: https://straatwoordenboek.nl/letter/p/pagga.

Ander, alternatief onderzoek Vorig jaar september deed ‘Spuiten en Slikken’ een onderzoekje naar het verslaafd zijn aan masturberen. Het is normaal en gezond. Dat was de conclusie van het BNN-artikel. Doe je het te veel of te vaak? Dat is om het even. Het is een normaal en natuurlijk iets. Maar pubers moeten er dan weer een alternatief etiket op plakken. Namelijk: ‘pagga slaan’.

Vond je dit een interessant artikel? Lees ook: Nee Ouder, Zemmel daar zeem je je ramen niet mee.

Dit kijkt of luister jouw puber nu: Undercover op Netflix

Ook de jeugd weet Nederlandse series en films steeds meer te waarderen. De nieuwe Netflix original ‘Undercover’, vormt daar bepaald geen uitzondering op. Een aantal Nederlandse topacteurs werden van stal gehaald, om een bijzonder verhaal te schetsen. Een dubbelleven en dubbelspel. Ze zitten er zo diep in dat ze soms niet weten wat hun echte leven is. De Trouw kopte in haar recensie: ‘Undercover, de eerste Vlaams-Nederlandse Netflixserie, is precies wat het moet zijn: binge-waardig’.

Page 32: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Pubers komen in aanraking met een typische Coenbrothers-achtige serie. Rare karakters. “Twee met de voeten aan elkaar geketende Chinezen maken in een xtc-lab ruzie om de laatste frikandel. Wat begint met slapstick eindigt met bruut geweld. De openingsscène van de Belgisch/Nederlandse serie Undercover had zo uit Breaking Bad kunnen komen, maar ook uit Hollands Hoop”, zo luidde het oordeel van AD.

In het ‘Colombia van de XTC’, ofwel Limburg, komen de meest uiteenlopende figuren in aanraking met wel 500 miljoen pillen per jaar. Met een straatwaarde van 2 miljard euro. Brabantse tieners die deze serie bekijken, komen in aanraking met wel 500 miljoen pillen per jaar. Het is een wereld die in deze provincie, en ook voornamelijk wel in de steden rondom Tilburg, steeds meer voet aan de grond krijgt. Het zal ‘onze’ kinderen aan het denken zetten. Willen zij ook in de keiharde Brabantse drugsscene belanden? Of denken zij wel twee keer na, voordat zij met twee met de voeten aan elkaar geketende Chinezen maken in een xtc-lab ruzie om de laatste frikandel. Wat begint met slapstick eindigt met bruut geweld. De openingsscène van de Belgisch/Nederlandse serie Undercover had zo uit Breaking Bad kunnen komen, maar ook uit Hollands Hoop.

Dit kijkt of luistert je puber nu: FRANKIE, een podcast voor en door pubers

We worden tegenwoordig doodgeslagen- en vooral gegooid met podcasts. Over de meest uiteenlopende onderwerpen verschijnen langere audio-items. Van meestal panelleden die voor een uurtje of langer het nieuws doornemen. FRANKIE is een podcast speciaal voor pubers.

Door pubers ook nog eens. Anonieme pubers vertellen wat ze meemaken, waar ze mee worstelen en wat ze leren. Anoniem, omdat het hen niet gaat om het plaatje, maar het verhaal.

De formule van FRANKIE is al anders, en de typische podcastelementen zitten er ook niet echt in. Althans; er zijn jingles een aantal vaste, terugkerende elementen. Maar een standaardpanel is er bijvoorbeeld niet. Een aantal vaste gasten die in studiovorm bespreken waar de onderwerpen over zullen gaan.

ANONIEMZo is de eerste aflevering één lange monoloog van een (eerder gezegd) anoniem meisje, dat zich verwondert over de wereld om haar heen, en de dingen die zij daarin meemaakt. Het is een vreemde eerste aflevering van deze podcast, omdat het eerder een reportagevorm van een radio-item is. Er is, door deze gekozen vorm, niet echt ruimte voor discussie. Bijvoorbeeld panelleden die elkaar ondervragen en zo tot een interessant gesprek komen. Daarnaast zijn er heel veel muzikale intermezzo’s.

DE AFLEVERINGEN Niet heel veel ‘echte’ podcastelementen dus. FRANKIE is van de kinderomroep Zapp, dus vandaar dat er waarschijnlijk wat meer ‘speelse’, en vooral makkelijker te begrijpen elementen in zitten. De tot nu toe gemaakte afleveringen op een rij.

-S01E01 Trailer: Dit is FRANKIE. Een podcast waarin wij, pubers, vertellen over ons leven.

Page 33: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Wat we meemaken, waar we mee worstelen en wat we leren. Dat vertellen, dat doen we anoniem. Niet omdat we scheiterds zijn, maar omdat het nou eens niet gaat om het beeld. Het gaat om ons verhaal.

-S01E02 Ik wil gewoon weer klein zijn: Ken je dat, die behoefte om voor altijd klein te zijn, een leven zonder zorgen? Laten we het niet mooier maken dan het is, groot worden doet soms pijn. Helemaal als paniek je bij de strot grijpt.

-S01E03 Ik leerde erover praten: Het leven kan een heel verdrietige wending nemen. Als je te maken krijgt met intens groot verlies, waarvan je niet weet hoe ermee om te gaan, is praten en huilen misschien wel de enige oplossing.

-S01E04 Hoezo zit ik in dit lichaam? Stel je voor, je bent een jongen die droomt van een mountainbike, hanenkam, schakelketting en een vriendin. Maar je lijf is dat van een meisje. Hoe komt je erachter wat er aan de hand is? En dan..?

-S01E05 Ik wilde het er gelijk afsporten Het begint met een opmerking over je uiterlijk. En dan ben je in één zomer opeens 11 kilo afgevallen. Hoe krijg je weer grip op jezelf als je een eetprobleem hebt?

-S01E06 Ik kon gewoon mijn moeder verliezen Iedereen maakt wel dingen mee die je liever niet wil. Maar dit is iets van een andere orde. Wat gebeurt er met je kijk op het leven als je moeder kanker heeft?

-S01E07 Bijna niemad weet het Als je erachter komt dat je op jongens én meisjes valt, is het fijn om daar met anderen over te praten. Maar hoe doe je dat als je op de biblebelt woont en de dominee zegt dat je naar de hel gaat?

-S01E08 De enige die de game niet speelde Meedoen of outsider zijn – hoe ga je om met groepsdruk? Je kan je er bijvoorbeeld weinig van aantrekken en je storten op het ontwikkelen van je eigen talenten.

-S01E09 Alles was voorbij Een droom als musicalster die werkelijkheid lijkt te worden. En dan kan je opeens niet meer zingen. Soms zijn de grootste teleurstellingen eigenlijk kansen. Maar dan moet je wel eerst door een emotionele achtbaan.

SAMEN LUISTEREN MET JE PUBER? In de beschrijving van deze podcast staat al: voor en door pubers. FRANKIE is echt opgezet voor een specifieke doelgroep, namelijk de puberende kinderen zelf. Voor ouders is het misschien wel goed om een keer mee te luisteren, om te ervaren hoe hun pubers de wereld tegenwoordig zien. Maar het kan natuurlijk ook voor ongemakkelijke momenten zorgen.

Voor meer FRANKIE, ga naar desbetreffende link, en voor aanvullende informatie: https://visie.eo.nl/2019/02/pubers-geven-in-podcast-frankie-inkijkje-in-hun-leven/.

NOC*NSF stelt: pubers sporten minder in verenigingsverband

Page 34: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

TILBURG- De pubertijd wordt niet meer gezien als ‘ideale periode’ om (top)sport te bedrijven bij de vereniging. Dat valt te lezen in een rapport van de sportorganisatie NOC*NSF. Het rapport is getiteld Zo sport Nederland. Bijna 60 procent van de jongeren is lid van een sportclub, op 14-jarige leeftijd. Bij mensen in de leeftijdscategorie vanaf 20 jaar, is dat gehalveerd tot 30 procent.

De redactie van Waag Het, deed zelf ook nog meer onderzoek naar deze kwestie. Het nam het desbetreffende rapport ‘Zo sport Nederland’ onder de loep. Wat opvalt, is een conclusie aan het einde van het rapport, namelijk dat er meer sportbeoefenaars zijn dan sportleden. Met name in de wandel-, fiets- en zwemsport. De tendens dat er minder leden bij de vereniging zitten, valt ook onder pubers waar te nemen. Onder pubers zijn er meer meisjes die aan echte (top)sport doen, dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. De algemene trends in dit onderzoeksrapport, zijn dus zeker ook op pubers van toepassing.

“Het klopt inderdaad, dat jongeren een meer ‘eigen draai’ geven, aan het beoefenen van (top)sport”, zo bevestigt Yasmine Feriani van Kenniscentrum Topsport. “Dat is iets waar wij bij Kenniscentrum Topsport ook rekening mee houden. Wij zijn onder andere intensief betrokken bij een internationaal, Europees project. Genaamd: Keep Youngers Involved. Er is dus ook een internationale beweging, die zich bezighoudt met sportbewustzijn onder jongeren.”

Bij dit project wordt antwoord gezocht op de vraag, hoe voorkomen kan worden dat kinderen tussen de 12-19 jaar uit het sportleven zullen verdwijnen. De zes organisaties hebben een aantal gemeenschappelijke doelen opgesteld. Namelijk het ontwikkelen van nieuwe topsportbenaderingen en producten, die ervoor zorgen dat jongeren meer gaan sporten, individueel en met elkaar. Feriani benadrukt, dat er nog een aantal grote slagen gemaakt moeten worden, wat betreft (top)sportbenadering onder jongeren. Maar daar zal dit Europese project ook voor zorgen.

Mediaoverzicht: pubers, ouders en gerelateerde zaken (Het pubernieuws van 11 mei)

Voorlichtingsavond over gameverslaving (RTV Bodegraven) In Gouda vindt een voorlichtingsavond over gameverslaving plaats. Experts schatten in dat er in Nederland enkele tienduizenden mensen een gameverslaving hebben. Voor de meeste mensen is gamen een leuke hobby, waar ze weinig of geen problemen door ervaren. Een kleine groep mensen, vooral jongeren, komen wél in de problemen door gamen. Ook kan het zijn dat mensen gaan gamen om problemen te ontvluchten. Tijdens deze voorlichtingsavond vertelt een ervaringsdeskundige hoe het is om een gameverslaving te hebben en hoe je hiermee omgaat.

Wat doe je als jouw puber de hele dag op sociale media zit? (de Volkskrant) Voor ouders die niet goed snappen wat hun puber online uitspookt, is de speelfilm Eighth Grade een aanrader. Hoofdpersoon is de verlegen tiener Kayla Day die stuntelige video’s maakt op haar YouTube-kanaal, waarin ze tips geeft over hoe je ‘jezelf meer kunt laten zien’. Tijdens het avondeten probeert de vader onhandig een gesprek aan te knopen, terwijl zijn dochter met oordopjes in langs haar Instagramfeed scrolt. Ten einde raad keilt hij, voor de grap, een boontje naar haar hoofd. Je leeft als kijker mee met die arme man, maar vraagt je tegelijkertijd ook af: is er geen slimmere manier om grip te krijgen op het online leven van tieners?

Page 35: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

NIX op zondag: gratis met puber naar de film (Arnhems Nieuws) NIX18 introduceert in samenwerking met bioscoopketen Vue ‘de Zondag van NIX’ voor jou en je tienerkids. Want wanneer zie je die pubers eigenlijk nog? Ze vliegen in en uit, hangen op hun kamer en spreken af met vrienden. Hoogste tijd om lekker samen te NIXEN in de bios. Bij de Zondag van NIX kijk je samen met je puber naar de tofste film van het jaar: Avengers Endgame. Nodig jouw puber uit om samen naar deze superheldenfilm te gaan bij de Vue bioscoop in Arnhem en ontvang één kaartje gratis.

Revolutionaire symfonieën van de puber Schubert (NRC) Franz Schubert schreef zijn Eerste Symfonie op zijn zestiende. Zoals schrijver Gerard Reve zei: „Je begint met het imiteren van mensen die je bewondert. Dat is tot mislukken gedoemd en tenslotte blijft er een eigen stijl over.” De puber Schubert volgde de sporen van Haydn, Mozart en Beethoven. In zijn Derde – twee jaar later – dwaalt hij al wat meer. Zouden ze in de canon staan als ze niet van Schubert waren? Dat hangt af van de vertolker van de tienersymfonieën.

De Ligt in illuster rijtje tieners met openingsgoal tegen Spurs (VI) Matthijs de Ligt opende namens Ajax al na vijf minuten de score in de halve finale van de Champions League tegen Tottenham Hotspur. De negentienjarige captain van Ajax schaarde zich daarmee in een fraai rijtje tieners die ook trefzeker waren in de halve eindstrijd van het miljardenbal. De allereerste tiener die trefzeker was in een halve finale van de Champions League (zoals het toernooi sinds 1992/93 heet) was eveneens een Ajacied. De destijds negentienjarige Nordin Wooter verzorgde in 1996 op weg naar de finale de 0-3 op bezoek bij Panathinaikos. Obafemi Martins volgde de Nederlander in 2003 op door namens Internazionale de 1-1 te maken tegen AC Milan. De Nigeriaan, toen achttien jaar, kon daarmee uitschakeling echter niet voorkomen. De derde tiener was Kylian Mbappé (18) in het seizoen 2016/17. De Fransman tekende namens AS Monaco voor de 2-1 op bezoek bij Juventus. Ook dat was niet voldoende voor een plekje in de finale. De Ligt mag zich dus door zijn kopgoal in de vijfde minuut van de halve finale tegen Tottenham Hotspur de vierde tiener noemen die trefzeker is in de halve finale van de Champions League.

Crossmediaal items https://www.youtube.com/watch?v=fHiuuzrCeQUhttps://soundcloud.com/ddv96/audio-item-brijder

(Bijlage 5: Feedback van eerdere projecten in Utrecht)

Feedbackformulier Heleen over DouweVermeld jouw naam: Heleen Zijlstra Naam gevolgde student: Douwe de VriesKlas: D04Titel Tijdschrift: The Gap

Page 36: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

1 Afspraken / deadlines / werk voorbereiden

(student heeft relevant materiaal bij de hand, afgesproken taken uitgevoerd – houdt zich aan deadlines)

Toelichting: Ik vind dat Douwe er als enige echt bovenuit

steekt in het relevante materiaal dat de studenten bij zich hebben. Douwe heeft zelfs voor de deadlines vaak al dingen af en kan ons dit dan laten zien waardoor de redactie vaak enthousiast wordt.

2 Ideeën / creativiteit / initiatief nemen

(student brengt eigen onderwerpen in of geeft

opbouwende aanvullingen op anderen) Toelichting:Ik denk dat Douwe zeker opbouwende aanvullingen op anderen kan doen maar zich af en toe nog een beetje teruggetrokken houdt. Ik zie vaak (als ik het goed heb) aan zijn blik dat-ie ergens iets van vindt, maar in de groep neemt hij nog niet zo vaak het woord (dit kan ook liggen aan de aanwezigheid van vele meisjes die met z’n allen door elkaar heen kunnen praten). Douwe is voor zichzelf wel met opvallende eigen onderwerpen gekomen waar ik erg van onder de indruk was.

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Page 37: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

3 Actief luisteren (student luistert actief: vraagt anderen om uitleg, parafraseert, vraagt door)

Toelichting: Ik heb het idee dat Douwe redelijk goed luistert naar alles wat er gezegd wordt en hij stelt af en toe relevante vragen maar niet heel erg vaak.

4 Bijdragen leveren: Relatief weinig? Evenredig? Extra taken? (Levert de student een evenredige bijdrage aan het werk? En biedt de student zich daarnaast ook aan voor extra taken / klusjes die gedaan moeten worden? (zo ja, welke?))

Toelichting: Douwe doet zijn werk goed en doet ook net even iets extra om zijn eigen onderwerpen echt boeiend te maken. Daarnaast heeft Douwe als ik het goed heb geen extra taken/klusjes.

5 Bijdragen aan sfeer (Is de sfeer ontspannen, levert de student hieraan een positieve bijdrage? Maakt de student geen onderonsjes? Gaat de student respectvol met de anderen om?)

Toelichting: Douwe mag af en toe misschien iets meer in de groep gooien dan alleen met zijn vrienden overleggen of woordgrapjes maken, maar dit haalt verder de sfeer niet naar beneden. Douwe gaat gewoon respectvol met alle redactieleden om.

6 Bijdragen aan besluitvorming (doet constructieve voorstellen voor

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Page 38: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

artikelen / noodzakelijke aanpassingen / keuzes en draagt oplossingen aan bij ontstane problemen, hakt waar nodig knopen door)

Toelichting: Douwe doet hele goede voorstellen voor artikelen maar is nog wel een beetje ingehouden wat betreft knopen doorhakken, terwijl ik denk dat hij goede keuzes zou kunnen maken.

Tip 1 Iets vaker naar voren durven stappen in de groep en je zegje doen.Argumentatie: Ik denk dat je goede inbreng hebt en vaak een sterke mening als we ergens over vergaderen maar zie soms dat je die niet met de hele redactie deelt. Dit mag je zeker vaker doen, iets meer van je laten horen.

Tip 2 Douwe mag soms best zeggen: ‚Dan doen we het zo’. Ik denk dat Douwe een overtuigende factor zou kunnen zijn en knopen zou kunnen doorhakken waar nodig, tussen al het gekibbel van de meisjes door. Argumentatie: Ik denk dat Douwe een overtuigende factor zou kunnen zijn en knopen zou kunnen doorhakken waar nodig, tussen al het gekibbel van de meisjes door.

Feedbackformulier Marleen over Douwe

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Page 39: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Vermeld jouw naam: Marleen Cuijpers Naam gevolgde student: Douwe de VriesKlas: D04Titel Tijdschrift: The Gap

1 Afspraken / deadlines / werk voorbereiden (student heeft relevant materiaal bij de hand, afgesproken taken uitgevoerd – houdt zich aan deadlines)

Toelichting: Douwe komt altijd zijn afspraken na. Ook houdt hij zich aan alle deadlines. Als het een keer voorkomt dat hij het niet haalt overlegt hij dat duidelijk met de (eind)redactie. Hij is deel van de eindredactie, dus zijn stukken zijn altijd op tijd ingeleverd.

2 Ideeën / creativiteit / initiatief nemen (student brengt eigen onderwerpen in of geeft opbouwende aanvullingen op anderen)

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Toelichting:Douwe brengt altijd eigen, originele onderwerpen in. Meestal komt hij met maatschappelijke onderwerpen, dat is erg goed want het kan daar in onze redactie nog weleens aan ontbreken. Hij heeft verder niet heel veel inbreng in onderwerpen van anderen. Dit gebeurt in onze redactie sowieso niet zo veel, dus het zou daar wel door kunnen komen.

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Page 40: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

3 Actief luisteren (student luistert actief:

vraagt anderen om uitleg, parafraseert, vraagt door)

Toelichting: Ik heb het idee dat Douwe redelijk goed luistert naar alles wat er gezegd wordt en hij stelt af en toe relevante vragen maar niet heel erg vaak.

4 Bijdragen leveren: Relatief

weinig? Evenredig? Extra taken? (Levert de student een evenredige bijdrage aan het werk? En biedt de student zich daarnaast ook aan voor extra taken / klusjes die gedaan moeten worden? (zo ja, welke?)

Toelichting: Douwe levert een goede bijdrage aan het werk. Hij is altijd op tijd klaar, meestal ruim voor de deadline. Verder heeft Douwe zover ik weet geen extra klusjes op zich genomen.

5 Bijdragen aan sfeer (Is de sfeer ontspannen, levert de student hieraan een positieve bijdrage? Maakt de student geen onderonsjes? Gaat de student respectvol met de anderen om?)

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Page 41: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen

Toelichting: Douwe zegt in

de vergaderingen vrij weinig, maar dat is niet per se negatief. Het zou wel mogen aangezien hij kennis bezit die in onze redactie van pas zou komen. Hij maakt geen onderonsjes en is altijd duidelijk over wat hij gaat maken of doen. Hij gaat erg respectvol met de andere redactieleden om. 6 Bijdragen aan besluitvorming (doet constructieve voorstellen voor artikelen / noodzakelijke aanpassingen / keuzes en draagt oplossingen aan bij ontstane problemen, hakt waar nodig knopen door)

Toelichting: Douwe stelt onderwerpen voor voor artikelen in de vergaderingen. Hij is deel van de eindredactie, dus in de artikelen doet hij de noodzakelijke aanpassingen. Als er problemen zijn bij zijn eigen artikelen weet hij die zonder moeite op te lossen.

Tip 1 Neem bij vergaderingen meer het woord.Argumentatie: Je hebt verstand van zaken en dat mag je laten horen, het kan onze redactie en het blad alleen maar verder helpen.

Tip 2 Iets meer communiceren over hetgeen waar je mee bezig bent.Argumentatie: De artikelen die je aflevert zijn goed, maar je mag er meer over communiceren zodat de anderen ervan kunnen leren en er meer duidelijkheid is.

Goed Voldoende Onvoldoende Slecht

x

Page 42: douwedevries.fhj.nl€¦  · Web viewOnderzoeksrapport en resultaatverslag van ‘enquêteonderzoek Douwe de Vries’ (in samenwerkings- en redactieverband) gedurende AV online-Bladen