€¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en...

28
INTRODUCTIEBROCHU RE VOOR Studenten Zorgeenheid C1 Campus Knokke 9/7/2022 Welkom! De personeelsequipe van de zorgeenheid C1 heet je van harte welkom. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte handleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet alles omvattend zijn. Daarom staan zowel de hoofdverpleegkundige als de verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Je hoeft niet te ‘leren’ van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg. Zo kunnen vergissingen en fouten voorkomen worden. Wij wensen je alvast veel stagevreugde toe. Versie: 2016-17

Transcript of €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en...

Page 1: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

INTRODUCTIEBROCHURE

VOOR Studenten

Zorgeenheid C1Campus Knokke

23/5/2023

Welkom!

De personeelsequipe van de zorgeenheid C1 heet je van harte welkom. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte handleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet alles omvattend zijn. Daarom staan zowel de hoofdverpleegkundige als de verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt.

Je hoeft niet te ‘leren’ van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg. Zo kunnen vergissingen en fouten voorkomen worden.

Wij wensen je alvast veel stagevreugde toe.

Versie: 2016-17

Page 2: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Inhoud1. Voorstelling van de dienst.......................................................................................................3

1.1 Architectuur....................................................................................................................31.1.1. Indeling van de zorgeenheid.........................................................................................31.1.2. Voorstelling van het medisch team................................................................................31.1.3. Voorstelling van het verpleegkundig team.....................................................................41.1.4. Patiëntenpopulatie en de meest voorkomende pathologie..............................................41.1.5. Zorgeenheden waarmee samengewerkt wordt...............................................................5

2. Taakinhoud en-verdeling.........................................................................................................62.1 Uurregeling op dienst......................................................................................................6

2.1.1. Tijdsregistratie via SAGA...............................................................................................62.2 Dagindeling.....................................................................................................................62.3 Specifieke verpleegkundige handelingen..........................................................................7

3. Specifieke aandachtspunten C1...............................................................................................83.1 Specifieke zaken betreffende zorg....................................................................................83.2 Algemene aandachtspunten.............................................................................................93.3 Specifieke doelstellingen.................................................................................................9

3.3.1. verwachtingen vanuit de zorgeenheid...........................................................................93.3.2. Algemene verwachtingen..............................................................................................9

3.4 Eindevaluatie.................................................................................................................104. Nuttige informatie................................................................................................................10

4.1 Badge............................................................................................................................104.2 Parkeergelegenheid.......................................................................................................104.3 Kastje en beroepskledij..................................................................................................104.4 Rookverbod...................................................................................................................114.5 Ziektemelding................................................................................................................114.6 Beroepsgeheim..............................................................................................................114.7 Contactpersonen............................................................................................................11

5. Bijlagen................................................................................................................................125.1 Veiligheid op de werkvloer.............................................................................................125.2 Infectiepreventie en handhygiëne...................................................................................13

5.2.1. Referenties.................................................................................................................145.3 Prik-, spat-, snij- en bijtaccidenten.................................................................................155.4 Brandpreventie..............................................................................................................175.5 De zorgpiramide............................................................................................................19

Introductiebrochure studenten C1 2

Page 3: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

1. Voorstelling van de dienst

1.1 Architectuur

Zorgeenheid C1 is gelegen op de 1e verdieping van het ziekenhuis en telt 30 bedden.

1.1.1. Indeling van de zorgeenheid

Onze zorgeenheid is onderverdeeld in: A-kant:

o 9 eenpersoonskamers (100, 101, 102, 103, 104, 105, 107, 108, 113)o 1 tweepersoonskamer (106)o 2 gemeenschappelijke kamers (109, 112)

B-kant:o 5 eenpersoonskamers (133, 134, 137, 138, 139)o 2 tweepersoonskamers (131, 132)o 2 gemeenschappelijke kamers (135, 136)

1.1.2. Voorstelling van het medisch team Urologie:

o Dr. Z. Malikzadao Dr. W. Kerckhaert

Gynaecologie:o Dr. G. Bouwenso Dr. F. Mestdacho Dr. B. De Brauwer

Algemene heelkunde:o Dr. B. Devoso Dr. M. Philippeo Dr. J. Vlasselaers

Vaatheelkunde:o Dr. M. Philippe

Plastische heelkunde:o Dr. I. Van Heijningeno Dr. B. Hendrickx

Orthopedie:o Dr. G. Arnauwo Dr. D. Laureyso Dr. K. Pieretso Dr. S. Vander Eeckeno Dr. E. Van Hoeckeo Dr. P. Vererfve

ORL:o Dr. B. Lantsoghto Dr. J. Swinneno Dr. F. Mestdagh

Andere disciplines kunnen altijd in consult geroepen worden zoals Bv. de dermatoloog, de neus-keel-oor arts, stomatoloog,…

Introductiebrochure studenten C1 3

Page 4: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

1.1.3. Voorstelling van het verpleegkundig team

Verpleegkundig diensthoofd:o Danny Verstraete

Hoofdverpleegkundige:o Leen Devlieger

Stagementoren:o Ann Vandierendonck, Mieke Devisch, Nancy Goossens en Sofie Goethals

1.1.4. Patiëntenpopulatie en de meest voorkomende pathologie Het aantal toegekende bedden voor de medische disciplines verandert regelmatig, afhankelijk van het aantal opgenomen patiënten.De meest voorkomende pathologie:

Urologie:o Nefrostomie (uitwendig draineren van de nier)o Nefrectomie (verwijderen van een nier)o TUR Blaas (trans ureterale resectie t.h.v. de blaas), bv. tumoreno Blaasophanging TVT (plaatsen taping onder blaas)o TUR Prostaat (trans ureterale resectie van de prostaat)o Prostatectomie (radicaal)o Niercrisiso Haematurieo Cystectomieo Ureteroscopie -> verwijderen nierstenen

Gynaecologie:o Vaginale hystrectomieo Abdominale hystrectomieo Colporaphia anterioro Colporaphia posterioro Laparascopie – tomie

Algemene heelkunde:o Laparatomieo APRA (plaatsen def. stoma)o Colonresectieo Dundarmresectie

Vaatheelkunde:o PT Ao Fempopo Bypasso Varices

Plastische chirurgie:o Borstcorrectieso Ooglid-, neus, en oor correctieso Abdominoplastieo Face-lift

ORL:o Tonsillectomieo Stapedotomieo Sinus ingrepen

Introductiebrochure studenten C1 4

Page 5: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Orthopedie:o Heupoperaties: protheses en osteo-syntheseso Knieprotheseso Hand & pols ingrepeno Rugoperatieso Voetoperatieso Schouderoperaties

Wij gaan er steeds vanuit dat de patiënten recht hebben op een “hoogwaardig kwalitatieve” verzorging, vandaar dat een goede multidisciplinaire samenwerking noodzakelijk is, maar ook een goede samenwerking met de andere zorgeenheden.

1.1.5. Zorgeenheden en ondersteunende diensten waarmee samengewerkt wordt

1.1.5.1. Zorgeenheden Spoedgevallen Operatiekwartier Andere zorgeenheden

1.1.5.2. Ondersteunende diensten Laboratorium Medische beeldvorming in eigen ziekenhuis en andere ziekenhuizen Kinesitherapie Apotheek: staat in voor de medicatiedistributie van beide campussen Technische dienst: zorgt voor het onderhoud van lokalen en apparatuur Personeelsdienst Automatisatie: alles wat verband houdt met PC en randapparatuur Sociale dienst: zorgt voor begeleiding en bijstand van de patiënt en familie. Dit houdt ontslagregeling,

begeleiding bij materiële noden, ondersteunende rol in palliatieve zorg en samenwerking met externe sociale diensten in

Ergotherapie Pastorale dienst Diëtiste Keuken Huishoudelijke dienst linnenbevoorrading magazijn administratie Specifieke referentieverpleegkundigen

o Ziekenhuishygiënisto Borstverpleegkundigeo Diabetesverpleegkundigeo Palliatief verpleegkundigeo Opleidingsverpleegkundigeo Wondzorgverpleegkundigeo Liaison geriatrie

Introductiebrochure studenten C1 5

Page 6: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

2. Taakinhoud en-verdeling

2.1 Uurregeling op dienstDe dienstregeling van de studenten wordt in samenspraak met de hoofdverpleegkundige en de mentoren geregeld. Dit wordt op deze manier gedaan zodat de studenten bijna iedere moment gekoppeld zijn aan de mentoren.

Vroegdienst (V03): 6u30 tot 15u15 Korte vroegdienst (V6A): 6u30 tot 12u30 Gesplitste dienst (OD03): 8u00 tot 12u00 en 16u00 tot 20u00 Late dienst (L06): 12u30 tot 21u00 Nachtdienst (ND): 20u45 tot 06u45 Dagdienst: 08u00 tot 17u00

In het weekend: D (D83): 7u30 tot 12u00 en 14u30 tot 18u00 D (D36) : 8u00 tot 12u30 en 15u30 tot 19u00 L5 (OD10): 8u00-12u00 en 17u00 tot 21u00

Op de A gang ligt het boek met de dagverdeling van het personeel en de studenten. Gelieve deze steeds bij de start van de dienst te raadplegen.Buiten de totale verzorging van de patiënten, is de verpleegkundige ook verantwoordelijk voor andere taken:

Het opruimen van de spoelruimte Zorgen dat de keuken ordelijk blijft De controle en het opruimen van de linnen- en materiaalkar In orde houden van de linnenkamer

Het werk is pas gedaan als iedereen gedaan heeft.

2.1.1. Tijdsregistratie via SAGA Op de dienst wordt er gebruik gemaakt van digitale tijdsregistratie. Meer informatie hieromtrent kan je bekomen bij de hoofdverpleegkundige.Inloggen moet gebeuren:

Voor aanvang van de dienst Bij het verlaten van de dienst Ook als je in middagpauze gaat. Voorlopig niet voor studenten

2.2 Dagindeling06u30: Ochtendbriefing: - in het verpleeglokaal (gang A of/en gang B afhankelijk als er 1 of 2

verpleegkundigen nachtdienst zijn- de nachtdienst aan de vroegdienst (V03)- per patiënt worden de volgende aandachtspunten vernoemd: patiënten naam,

kamernummer, reden van de opname, verpleegdiagnose, kwaliteit van de nachtrust, bijzonderheden

- de nachtdienst voert het woord en baseert zich op het nachtblad en observatie nachtdienst- één personeelslid van de morgendienst (V8) luistert en noteert alle

gegevens op zijn persoonlijk registratieblad.Tweede en derde personeelslid:

- Medicatie toedienen(V6a)- het klaarmaken van de te opereren patiënten- patiënten die RX moeten hebben of heup en knieprothesen worden al gestart (ochtendtoilet)

08u00: ontbijt opdienen en eventueel glycemies controleren

Introductiebrochure studenten C1 6

Page 7: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

08u30: Briefing van de patiënten + toebedelen taken09u00: verzorgingstoer

Overleg met student over de zorgenHygiënische zorgen toedienen en parametercontroleKlinische kijk op de genezingsevolutieMobiliseren van de patiëntNa verzorgingsronde dagelijks:

- utility samen opruimen- verzorgingskar aanvullen

11u00: medicatiebedeling (V6)11u30: hulp bij het opdienen van het middagmaal12u00: patiënten in bed helpen + middagrust12u30: middagbriefing:

- Meestal verantwoordelijke of hoofdverpleegkundige naar de late dienst- per patiënt wordt vernoem en besproken: de naam, reden van opname,

Diagnose, uitgebreid verslag van de medische en VK problemen, parameters, Klinische evolutie in functie van ziekenverloop, nood aan ondersteuning en

Begeleiding, familiebegeleiding en de samenspraak met de paramedici, geplande Onderzoeken, behandeling, ontslag

13u00: patiënten toerInzien van de patiëntendossiers en bezoek aan de patiëntenMedicatie toedienen en infuuscontrole. Verzorgingsplanning afspreken met de patiëntKleine hygiënische zorgen bij bedlegerige of postoperatieve patiëntenKlinische en/of postoperatieve controlesParametercontrole

16u00: medicatie toedienen (late dienst)Opname + voorbereiden van de te opereren patiënten

17u15: opdekken van het avondmaal + afdienen18u00: grote avondverzorging

Hygiënische zorgen in overleg met de patiëntWondverzorging en klinische controles, slaapmedicatie uitdelen

20u45: avondbriefing – laatdienst aan nachtdienst:- per patiënt bespreking van reden van opname, voornaamste verpleegdiagnose, Planning van de zorgen, onderzoeken en behandelingen van de volgende dag

21u00: aanvang nachtdienst

Noot: op beloproepen wordt er op gelijk welk moment gereageerd!

2.3 Specifieke verpleegkundige handelingen

Contactvaardigheden:o Naar patiënto Naar familieo Naar collega’so Naar verpleegkundigen en paramedicio Naar artsen, enz. …o Samenwerken in team

Introductiebrochure studenten C1 7

Page 8: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Toepassen van de in de lessen aangeleerde technieken:

o Dagelijks toilet-bedbado Voetwassingo Haarwassingo Mondtoileto Wondzorg (volgens de verschillende protocollen)o Plaatsen van maagsonde, verblijfsonde, vervangen collectiezako Rectale canuleo Bladdereno Éénmalige sondageo Nemen van dagcurveo Meten en noteren van debieten (urine, maag, wond) + opmaken vochtbalanso Correct nemen van stalen voor labo (bloed, urine, stoelgang, screening MRSA en ESBL …)o Toedienen lavement en darmlavage (ook via AP)o Verzorging van stomao Toedienen van zuurstof en aërosolso Aanmeten en aandoen van anti-thrombonekouseno Comfortzorg patiënto Voorbereiden en toedienen van medicatie

Correct noteren van parameters in verpleegdossier Orde en netheid van de kamers en verpleegpost Onderhoud van sanitair materiaal en toestellen (pijnpompen, druppeltellers, spuitpompen, …) Mondeling verslag aan verpleegkundigen of hoofdverpleegkundige

3. Specifieke aandachtspunten C1 Studenten vallen onder de verantwoordelijkheid van de verpleegkundigen. Dit wil zeggen dat de studenten werken onder toezicht van de verpleegkundige.

Maak gebruik van de zorgpiramide (zie pagina 19-20) Techniek en steriliteit respecteren Nauwkeurig werken Patiënt in zijn totaliteit afwerken Evalueren en observeren van de patiënt Verslag uitbrengen Orde Zelfdiscipline Verantwoordelijkheidszin Nemen van eigen initiatief Ken je eigen grenzen

3.1 Specifieke zaken betreffende zorg (zie zorgpiramide)altijd in samenspraak met de verpleegkundige (voor studenten)

Patiënt met infuus:o Altijd medicatievignet op infuuszako Druppelt het infuus nog?o Druppelt het infuus niet te snel of te traag? Zit er geen bloed of lucht in de leiding? Zijn er pijnklachten

t.h.v. het insteekpunt? Eventueel leiding vervangeno Bij roodheid, infuus verwijderen

Diepe katheter:o Fixeren met tegaderm

Introductiebrochure studenten C1 8

Page 9: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

o Het insteekpunt ontsmetten op maandag, woensdag en vrijdag

Patiënten van urologie:o Bij urologische patiënten, controleren van afloop, kleur en debiet van urineo Bij patiënten met blaassonde: sonde fixereno Bij verwijderen van blaassonde, 1 comprimé tavanic 500mg + controle mictie

Bloeddruk, temperatuur en polsslag meteno Correct meten en notereno Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuuso Bloeddruk meten bij ochtend- en/of avondverzorgingo Postoperatieve patiënten opvolgen om de 2 uuro Afwijkende parameters steeds melden aan verantwoordelijke verpleegkundige aan wie je werd

toevertrouwd! Studenten mogen tijdens de stageperiode 1x een ingreep volgen in kader van het volgen van de patiënt

3.2 Algemene aandachtspunten

Bezoek:o Bezoek van 14u00 tot 20u00o ’s avonds mag men het bezoek wijzen op het einde van het bezoekuur

Rapportage:o Mondeling: verantwoordelijke en/of verpleegkundige waarmee je werkto Schriftelijk: CPD voor parameters en nota’s (= spec. Code studenten) + verpleegkundig dossier (zwarte

mapjes)o Patiënten identificatie: bed = staalvignet (geen adres)

Polsbandje Belangrijke observatiepunten en afwijkingen: STEEDS DE VERANTWOORDELIJKE VERPLEEGKUNDIGE

ONMIDDELLIJK VERWITTIGEN Infuus:

o Elke infuusvloeistof die uit voorraad wordt genomen, moet op infuusaanvraag worden besteldo Begin- en eind uur op vloeistofzak noteren (niet met alcoholstift!)

3.3 Specifieke doelstellingen

3.3.1. verwachtingen vanuit de zorgeenheid Men verwacht dat de studenten zelf initiatief nemen om zich zo vlug mogelijk in te werken op dienst. Dit kan door vraagstelling, observatie, …Het is belangrijk voor zijn/haar leerproces dat de student zo vlug mogelijk een inzicht krijgt in de werking van de dienst. Vragen worden steeds positief onthaald en getuigen van een goede inzet.

3.3.2. Algemene verwachtingen Betrouwbaar zijn, het beroepsgeheim respecteren Vriendelijke en voorkomend respecteren Natuurlijk en spontaan contact hebben met patiënten, personeel en medestudenten Geduldig luisteren, tactvol contact met de patiënten Goede observaties en een correcte, volledige mondelinge en schriftelijke rapportage Verantwoordelijkheid durven nemen volgens niveau Zelfstandig kunnen werken Steeds meedenken Altijd het eigen functioneren in vraag stellen Goed opmerkzaam zijn

Introductiebrochure studenten C1 9

Page 10: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Het erkennen van de eigen plaats in de hiërarchische structuur Correct taalgebruik Verzorgd uiterlijk Het aanvaarden van de begeleiding in het algemeen Begeleiding in vertrouwen nemen Kenbaar maken van de eigen leersituaties en eventuele moeilijkheden zo vlug mogelijk meedelen, zodat we

samen aan de oplossing kunnen werken Na de inwerkperiode verwacht men dat de student voldoet aan de specifieke doelstellingen van zijn/haar

opleidingsjaar Wees steeds stipt. Bij ziekte moet de school gewaarschuwd worden alsook de dienst (050/63 31 49) en

stagecoördinator (050/63 35 07) 1e dag -> weten waar de urgentiekar staat:

o A-gang: in het verpleegbureel naast de bloedkar en de medicatiekaro B-gang: de bloedkar (bovenaan), de urgentiekar is onderaan

De urgentieknopo A-gango B-gang

Codes van de deur:o A-gang: 3149#o B-gang: 3130#

Code lift: 4250 (omgekeerde 1 zonder 8)

3.4 Eindevaluatie

Uiteraard wordt er ongeveer halfweg van de stageperiode een tussentijdse evaluatie gegeven door 1 van de mentoren. Dit is afhankelijk van de aanwezigheid van de mentoren. Stel alles ter bespreking en sta open voor opbouwende kritiek of aandachtspunten/werkpunten. Zo ook graag een eindevaluatie, het is steeds prettig om een positieve groei te zien bij jullie!Probeer zo snel mogelijk datum van tussentijdse en eindevaluatie door te geven en af te spreken met mentoren zodat er 1 mentor aanwezig is bij de evaluatie

4. Nuttige informatie

4.1 Badge

Op je eerste dag wordt je ontvangen door de Opleidingsverpleegkundige, om 8u aan het onthaal.Op elke afdeling zijn een aantal badges voorzien voor studenten.In de cafetaria betaal je, op vertoon van je badge 4 i.p.v. 5 euro voor een warme maaltijd.Met de badge kan je ook op CPD nota’s en parameters + intranet (code: studentC1a , wachtwoord: student)

4.2 Parkeergelegenheid

Voor studenten is het gebruik van de personeelsparking gratis. Deze parking is toegankelijk met een code-slot. De code wordt de eerste stagedag gegeven.Er is ook een fietsenberging waar de fiets kan geplaatst worden. Hier is er ook een afgesloten gedeelte voor het personeel die enkel te bereiken is via een code-slot. Dit kan ook gebruikt worden door studenten en de code wordt de eerste stagedag gegeven.

Introductiebrochure studenten C1 10

Page 11: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

4.3 Kastje en beroepskledij

De student is zelf voorzien van beroepskledij en schoeisel (liefst antislip). Indien noodzakelijk, stelt het ziekenhuis beroepskledij ter beschikking. Deze beroepskledij kan je bekomen via je dienst.

Er kan ook een kastje met sleutel worden bekomen om deze beroepskledij in te hangen. Voor het kastje hoeft de student een waarborg van 5€ te betalen. Bij het inleveren van de sleutel op het einde van de stage, wordt het bedrag terugbetaald. Er zijn ook studentenkastjes met code. Het ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor eventuele diefstallen.

4.4 Rookverbod

In het ziekenhuis geldt een algemeen rookverbod. Roken buiten het ziekenhuis in beroepskledij is evenmin toegestaan.

4.5 Ziektemelding

Ingeval van ziekte, dient de stageafdeling alsook de school verwittigd te worden.

4.6 Beroepsgeheim

Een van de meest fundamentele principes in de gezondheidszorg is het beroepsgeheim. De patiënt komt in contact met diverse disciplines en geeft daarbij een deel van zijn privacy prijs. Alles wat men in dit ziekenhuis te zien of te horen krijgt, valt onder het beroepsgeheim. Het beroepsgeheim wordt hoog in het vaandel gedragen. Studenten mogen patiëntengegevens niet bespreken met medestudenten of familie. Ze mogen geen formulieren ondertekenen of informatie doorspelen aan personen, die niet werkzaam zijn op de zorgeenheid.

4.7 Contactpersonen

Bij vragen omtrent de afdeling, het rooster en dergelijke, kan men terecht bij de mentor, de praktijkdocent of de hoofdverpleegkundige van de afdeling.

Met vragen over de stage kan men steeds contact opnemen met de stagementor of de opleidingsverpleegkundigen. De opleidingsverpleegkundigen staan in voor het onthaal en begeleiding van zowel de nieuweverpleegkundigen als de vele stagiaires.

De algemene stagecoördinator van de ziekenhuizen te Knokke en Blankenberge is Mevr. Jessica Samaey.

Mevr. Lydia Vandermeersch is de Opleidingsverpleegkundige te Knokke, Mevr. Hilde Van Landschoot te Blankenberge.

Stagecoördinator:Jessica Samaey050/63 35 [email protected]

Opleidingsverpleegkundige Knokke:Lydia Vandermeersch050/63 33 [email protected]

Opleidingsverpleegkundige Blankenberge:Hilde Van Landschoot050/43 43 68 of 0498/21 16 [email protected]

Introductiebrochure studenten C1 11

Page 12: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Hoofdverpleegkundige C1:

Leen Devlieger050/63 31 [email protected]

Patiënten vergeten soms je naam maar ze vergeten nooit het gevoel dat je hen gaf tijdens hun opname.

We wensen je veel plezier, ervaring en uiteraard een aangename samenwerking met ieder van ons en van alle diensten!

C1

Introductiebrochure studenten C1 12

Page 13: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

5. Bijlagen

5.1 Veiligheid op de werkvloerUit verschillende studies blijkt dat nieuwe werknemers en jonge werknemers in het bijzonder veel meer risico lopen op een arbeidsongeval. De verklaring is een gebrek aan ervaring en onvoldoende kennis van de gevaren op de werkvloer. Daarom is het van belang om stil te staan bij arbeidsveiligheid, en je goed te informeren betreffende de te nemen veiligheidsmaatregelen in een nieuwe werkomgeving. Deze kunnen zeer uiteenlopend zijn: verplicht dragen van veiligheidskledij, verboden toegang voor onbevoegden, (geschikte) handschoenen dragen, …

Indien je toch slachtoffer wordt van een arbeidsongeval, meld dit dan steeds aan je leidinggevende en geef dit steeds onmiddellijk aan bij de personeelsdienst. Voor medische verzorging kan je terecht op de dienst spoedgevallen.

Prikongevallen vormen een bijzonder risico in de gezondheidszorg. Bij (vermoeden van) contact met lichaamsvochten van een derde persoon (meestal een patiënt) in combinatie met verwonding in of door de huid of contact met slijmvliezen, verwittig dan je leidinggevende en ga onmiddellijk naar de dienst spoedgevallen. Je krijgt er voorrang op andere niet-levensbedreigende spoedgevallen. De formulieren die moeten ingevuld worden bij een prikongeval zijn beschikbaar op de eigen dienst.

Opvallend is ook het hoge percentage (60 a 70%) rugklachten in de gezondheidssector bij verpleegkundigen en verzorgenden, waarbij een groot deel zich voordoet bij het optillen van patiënten. Het is dan ook van groot belang om de juiste technieken te gebruiken bij rug belastende taken. Maak ook steeds gebruik van de tilliften en andere ergonomische hulpmiddelen indien mogelijk.

In een ziekenhuis zijn er nog een aantal andere specifieke gezondheidsrisico’s. Ioniserende straling, MRSA, aanwezigheid van verdovende middelen om er maar enkele te noemen. Volg steeds de richtlijnen en negeer geen waarschuwingspictogrammen.

Tenslotte is het van groot belang de richtlijnen te kennen met betrekking tot brandpreventie. In de eerste plaats denken we aan voor de hand liggende zaken zoals een algemeen rookverbod binnen het ziekenhuis, melden van technische defecten, … Een tweede belangrijke stap die al wat vaker wordt vergeten is het beperken van de kans dat een brand kan aangroeien. De compartimenteringsdeuren sluiten automatisch bij een brandalarm om de zuurstoftoevoer te minimaliseren. Daarom is het heel belangrijk dat er niets voor de compartimenteringsdeuren wordt geplaatst, zodat deze steeds automatisch kunnen sluiten. Indien de brand niet te groot is in omvang kan je proberen de brand te blussen. Indien er toch een brand is uitgebroken die je niet op eenvoudige wijze kan blussen, is het belangrijkste de evacuatie. Om vlot te kunnen evacueren is het van belang dat je de zone waar je werkt goed kent en dat de vluchtgangen vrij zijn van allerhande materialen. Zorg er dan ook voor dat je de vluchtroutes kent en weet wat je te doen staat indien een brand uitbreekt, informeer naar je taken binnen het rampenplan bij je leidinggevende. En houd de gangen, compartimenteringsdeuren en nooduitgangen steeds vrij.Studenten zullen bij evacuatie de “ambulante” patiënten beneden begeleiden en ze observeren bij aankomst in de veilige zone.

Voor alle vragen betreffende arbeidsveiligheid kan je terecht bij je leidinggevende,die dit zal bespreken met de preventieadviseur.

Introductiebrochure studenten C1 13

Page 14: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

5.2 Infectiepreventie en handhygiëne

Infectieziekten zijn een constante bedreiging voor iedereen, ongeacht de leeftijd, geslacht, levensstijl, etnische achtergrond en socio-economische status. De wereld gezondheidsorganisatie beschreef: “infectious diseases are the leading cause of death world wide”. Ze kunnen een enorme morbiditeit en mortaliteit veroorzaken en een belangrijke financiële weerslag hebben op de gemeenschap.

De handen vormen de belangrijkste overdrachtsweg voor kruisinfecties. Voor 95% dragen de handen van de zorgverstrekkers de kruisinfectie over, rechtstreeks of onrechtstreeks via voorwerpen naar de patiënt, de omgeving van de patiënt of naar de handen van andere zorgverstrekkers. Het is dan ook noodzakelijk dat alles in het werk wordt gesteld om een maximale compliance van de richtlijnen met betrekking tot handhygiëne te bekomen.

Handhygiëne is één van de belangrijkste zoniet dé belangrijkste maatregel in de strijd tegen de overdracht van micro-organismen, dit ter preventie van infecties. Voor het toepassen van een correcte handhygiëne voorziet het AZ Zeno voldoende handontsmetting, handzeep, handcrème en handschoenen. Deze producten bevinden zich op strategische plaatsen op elke afdeling wat de kwaliteit van zorg bevordert.

Een goede handhygiëne bestaat enerzijds uit:

Het correct toepassen van handontsmetting met alcogel Het correct wassen van de handen met water en zeep Het correct gebruik van handschoenen Naleven van de basisvereisten handhygiëne

Anderzijds moet er ook voldoende aandacht besteed worden aan de kennis en het naleven van de vijf momenten voor het toepassen van handhygiëne:

Voor het patiëntencontact Na het patiëntencontact Voor een propere handeling Na een vuile handeling Na contact met de patiënten omgeving

Op het intranet zijn procedures terug te vinden om handhygiëne correct toe te passen.

Verantwoordelijkheid

Kwalitatieve zorgverlening is een fundamentele opgave voor elke zorgverstrekker. Handhygiëne vormt een essentiële stap in het verlenen van die kwaliteit. Kwaliteit kan maar geleverd worden als alle zorgverleners hun steentje bijdragen in de implementatie. Bovendien zijn de patiënt en zijn familie zich veel meer bewust geworden van het begrip kwaliteit. Het vermijden van zorginfecties is een vertaling van die kwaliteit van zorg.

Introductiebrochure studenten C1 14

Page 15: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Aan alle studenten die stage lopen in het ziekenhuis en die in een patiënten omgeving kunnen vertoeven, wordt

gevraagd om de procedures handhygiëne na te lezen en de procedures correct toe te passen. Bij vragen of problemen kunnen zij contact opnemen met de dienst Infectiepreventie op het nummer 3543 of 3094. Ook de referentieverpleegkundige infectiepreventie van de afdeling mag aangesproken worden.

De referentieverpleegkundige infectiepreventie geeft informatie over de procedures en promoot handhygiëne op de afdeling.

Het team ziekenhuishygiëne kan ten allen tijde controles uitvoeren op het correct naleven van de procedures. Zie ook procedures of E-learning rond handhygiëne.

Handhygiëne veronderstelt:

Dat de juiste kennis betreffende de juiste wijze van handen wassen en ontsmetten aanwezig is Het motiveren van eenieder tot het naleven van de aanbevelingen Het ter beschikking stellen van de uitrusting en producten nodig voor de juiste uitvoering van de technieken

5.2.1. Referenties

Center for disease control and prevention (CDC) “guideline for Hand Hygiene in Health-Care Settings” (2002) De Bens R. & Knaepkens L., 2009. Infectiepreventie, leidraad voor zorginstellingen.

Standaard uitgeverij nv Antwerpen. Hoge Gezondheidsraad “Aanbevelingen inzake handhygiëne tijdens de zorgverlening” (2009) Referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne, 2014. Onuitgegeven cursus, Erasmus Hoge School, Brussel. Schuermans A., 2014. Ziekenhuishygiëne. Acco Leuven/ Den Haag. Vande Putte M., 2014. Hygiëne in het ziekenhuis. Handboek infectiepreventie voor verpleegkundigen. Acco

Leuven/ Den Haag WIP, december 2014. Algemene voorzorgsmaatregelen, persoonlijke hygiëne medewerker. Werkgroep

infectiepreventie ziekenhuizen. World Health Organization “WHO Guidelines on Hand Hygiene in Health Care” (2009)

Introductiebrochure studenten C1 15

Page 16: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

5.3 Prik-, spat-, snij- en bijtaccidenten

Doel v/d procedure: De overdracht tegengaan van virale besmetting vanuit het bloed, afkomstig van patiënten of andere personen naar de ziekenhuiswerker (het slachtoffer) toe. De voornaamste bezorgdheid betreft de overdracht van het Humaan Immuundeficiëntie Virus (HIV), Hepatitis B virus (HBV) en/of het Hepatitis C virus (HCV). De richtlijn verstrekt informatie over de procedure die gevolgd moet worden eenmaal een mogelijke besmetting is opgetreden (= profylaxis).

Definities: Preventie van HIV: profylaxis van een besmetting met HIV na een prikongeval is een internationaal, doch zeer

omstreden onderwerp. Belangrijke punten in dit debat zijn: De gevolgen van een Hiv-besmetting zijn zeer ernstig;

o De kans op besmetting na een prikongeval is zeer klein, maar wisselt erg naargelang de aard van het ongeval en de herkomst van de “bron”;

o Er bestaat (nog) geen genezende medicatie tegen het HIV; o De chemische producten, gebruikt om het virus tegen te werken, kennen belangrijke nevenwerkingen.

Tevens zijn er geen snelwerkende antivirale geneesmiddelen die profylactisch kunnen worden toegediend aan, die blootgesteld zijn aan het Hiv-virus. Nochtans is er een groeiend bewijs dat antiretrovirale geneesmiddelen een rol hebben in de post-blootgestelde profylaxis van een HIV besmetting;

o De doeltreffendheid en veiligheid van antiretrovirale profylaxis: dit is beperkt omwille van ethische en praktische problemen bij het invoeren van gecontroleerde klinische onderzoeken;

o Er bestaan geen erkende therapeutische vaccins. Hepatitis B infectie: ⋅

Hepatitis B blijft een belangrijke ziekte in onze samenleving. Een (klein) aandeel van deze besmettingen doet zich voor onder ziekenhuiswerkers (4% van alle HBV infecties in één Amerikaanse studie), voornamelijk wanneer veel contact bestaat met bloed of bloedproducten of wanneer prikongevallen en kwetsuren veelvuldig voorkomen. Efficiënte bescherming is mogelijk geworden door vaccinatie enerzijds, en anderzijds door het toedienen van specifieke antistoffen bij het vermoeden van besmetting.

Hepatitis C infectie: ⋅ Hepatitis C virusbesmetting is wereldwijd een belangrijke oorzaak van chronisch leverlijden. Minstens 85% van mensen die besmet raken met het HCV, blijven chronisch drager, waarvan ongeveer 70% een chronische leverziekte ontwikkelt met aanhoudend verhoogde leverenzymen. Deze chronische HCV-personen riskeren levercirrose en primair hepatocellulair carcinoma (leverkanker). Daar de overdracht vaak gebeurt door direct percutane blootstelling met bloed, behoren ziekenhuiswerkers tot de risicopopulatie. In tegenstelling met hepatitis B, is tegen hepatitis C geen vaccin beschikbaar en het profylactisch toedienen van immunoglobulines is niet efficiënt. Preventie van het prikongeval is dus van het allergrootste belang.

Prik-, spat-, snij-, of bijtaccident als arbeidsongeval. Flowchart (aangifteformulier ‘prik-, spat-, snij- of bijtaccident’). Overzicht administratieve formulieren en aanvragen voor labo-onderzoeken. Taakverdeling. Indien van toepassing VIM-formulier

Introductiebrochure studenten C1 16

Page 17: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Documenten:

Spoedgevallendossier (2-voudig) Aangifteformulier ‘prik-, spat-, snij- of bijtaccident’ (3-voudig) Aanvraag voor een intern consult Apotheek bestelformulier Aanvraag voor laboratorium onderzoek – BA 1 (Besmettingsbron) – zie procedure prik-, spat-, snij- of

bijtaccident richtlijnen voor de spoedgevallen, zie punt 7.1. Aanvraag voor laboratorium onderzoek – BA 2 (Werknemer) – zie procedure prik-, spat-, snij- of bijtaccident

richtlijnen voor de spoedgevallen, zie punt 7.2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Alle ziekenhuismedewerkers: alle personen in het ziekenhuis werkende, vrijwilligers en de stagiairs. De verpleegkundige van de spoedgevallen en de dienstdoende internist van wacht zorgt voor de eerste opvang

en medische behandeling van personen met een prik-, spat-, snij- of bijtaccident. De personeelsdienst: voor de registratie en de opvolging van het accident op administratief vlak. De preventieadviseur: ter registratie in FONA en melding aan de arbeidsgeneesheer (en opvolging). De arbeidsgeneesheer: ter opvolging van de medische behandeling in samenspraak met de hepatoloog. De aanpak bij mogelijke bloedbesmettingen tussen personeel en patiënten of besmet materiaal moet als primair

worden beschouwd, aangezien sommige medicamenteuze behandelingen moeten gestart worden binnen de twee uur na het incident. Wachten in de wachtzaal of terugkomen naar de spoedgevallendienst op een kalmer moment, is niet aangewezen. Hieromtrent kan de spoedarts en de verpleegkundige van de dienst in gebreken gesteld worden.

De spoedarts of verpleegkundige van de spoedgevallendienst informeert de werknemer over wat betreft HIV, hepatitis B en hepatitis C.

Werkwijze: Ik heb mij zojuist geprikt, gesneden met een voorwerp of werd gebeten door een persoon (patiënt) of ik kreeg spatten materie op de slijmvliezen (oog, neus, mond of open wonde). De wonde-> grondig spoelen met warm water en wassen met zeep (prikwonden ontsmetten met alcohol 70%). Slijmvliezen -> grondig spoelen met fysiologische oplossing of water en reinigen met Hibidil in water. Indien in de mond ->de mond spoelen met water of Isobetadine mondwater. Neem het 3-voudig formulier “Aangifteformulier prik-, spat-, snij- of bijtaccident” (beschikbaar in de gele map ziekenhuishygiëne of op spoed) en volg de aanwijzingen die voor jouw van toepassing zijn. Meld u aan (al of niet met dit document) op de dienst spoedgevallen voor verdere medische verstrekkingen. Dit document kan als checklijst afgetekend worden. Ik krijg voorrang op andere niet-levensbedreigende spoedgevallen. Ik doe zelf de aangifte bij de personeelsdienst en de preventieadviseur namelijk een kopie opsturen via de interne post (of in het postvakje van de betrokken dienst) of persoonlijk naar de betrokken diensten gaan. Opmerking: een prik-, spat-, snij-, en bijtaccident wordt ingeschreven als arbeidsongeval. Er worden geen kosten aangerekend aan het slachtoffer. Indien er toch een factuur bezorgd wordt, gelieve dan contact op te nemen met de tarificatie.

Introductiebrochure studenten C1 17

Page 18: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

5.4 Brandpreventie

Introductiebrochure studenten C1 18

Page 19: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Introductiebrochure studenten C1 19

Page 20: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

5.5 De zorgpiramide

We werken bottom – up.

Voorbereiding op de gang

• Wie is mijn patiënt?• Begrijp ik alles tijdens de overdracht?• Verpleegkundig dossier• Pathologie van mijn patiënt?• Wat zal ik allemaal aantreffen in de patiëntenkamer? Wat hangt er allemaal rondom mijn

patiënt?• Infuus?• Verblijfscatheter?• Maagsonde?• PCIA / PCEA?• Drains?• Wondzorgen?

• Heb ik mijn benodigde materiaal? Weet ik alles te vinden?• Verzorgingskar?• Bloeddrukmeter?• Thermometer?• Vers linnen• Wasbekkentjes?• Wondzorgmateriaal?

Voorbereiding op de patiëntenkamer

• Brandt mijn beletlampje?• Heb ik al mijn benodigde materiaal? (zie stap 1 van de matrix)• Welke kledij wenst mijn patiënt aan te doen?

• Operatiehemd?• Pyjama / slaapkleed?• Dagkledij?

• Heb ik incontinentiemateriaal nodig?• Waar zal ik de hygiënische zorgen toepassen?

Introductiebrochure studenten C1

Rapportage

Nazorg

Verpleegkundige zorgen

Voorbereiding op de patiëntenkamer

Voorbereiding op de gang

20

Page 21: €¦ · Web viewCorrect meten en noteren Temperatuur en polsslag meten bij de ochtend- en namiddagverzorging, ’s avonds bij ingreep en infuus Bloeddruk meten bij ochtend- en/of

Verpleegkundige zorgen

• Als eerste parametercontrole• Bloeddruk, temperatuur, pols en pijn• Wat zijn de normaalwaarden?• Abnormaliteiten onmiddellijk melden!

• Krijgt mijn patiënt vocht? Infuustherapie.• CVC• Perifeer infuus• Isotoon / hypertoon / bloedderivaten• Controle

• Loopt dit infuus nog?• Insteekpunt?• Flebitis?

• Heeft mijn patiënt een verblijfscatheter?• Urimeter?• Plaatsen / vernieuwen?• Collecteerzak ledigen / vernieuwen?• Blaasspoeling?• Urinecultuur?

• PCIA / PCEA• Maagsonde• Heeft mijn patiënt wondzorg?

• Controle verband• Vervanging verband• Reinigen? Ontsmetten?• Infectieus?• Nodige materiaal bij de hand?

• Toiletzorg• Bed opschik

Nazorg

• Oog hebben voor detailzorg• Mondtoilet• Haarwassing• Proper gebit?

• Is mijn patiënt comfortabel geïnstalleerd?• Heeft mijn patiënt alles bij de hand?• Vooraleer de kamer te verlaten eventjes over je schouder kijken en denken zou ik in deze kamer

willen verblijven? Zijn alle niet noodzakelijke benodigdheden uit de kamer?

Rapportage

Rapportage in het patiëntendossier (schriftelijk) Rapportage in CPD Rapportage mondeling aan de begeleidende verpleegkundige

Introductiebrochure studenten C1 21