gop2019.files.wordpress.com  · Web view2019-09-30 · Binnen onze opleiding staat het...

23
Handleiding werkplekleren Graduaat orthopedagogie Afstudeerrichting: orthopedagogie Academiejaar 2019 – 2020

Transcript of gop2019.files.wordpress.com  · Web view2019-09-30 · Binnen onze opleiding staat het...

Handleiding werkplekleren

Graduaat orthopedagogie

Afstudeerrichting: orthopedagogie

Academiejaar 2019 – 2020

2

Met deze informatiebundel willen wij zowel studenten, werkplekgever als de werkplekmentor informeren over het praktijkgedeelte van onze opleiding ‘Gegradueerde in de Orthopedagogie’. De opleiding gegradueerde in de orthopedagogie maakt vanaf 16 september 2019 onderdeel uit van de AP Hogeschool.

Binnen onze opleiding staat het competentiegericht leren centraal. Een evenwicht tussen theoretische kennis en praktijkervaring staat garant voor een dynamisch leerproces, waarin de vereiste competenties worden ontwikkeld en studenten leren om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun leerproces. Wij willen alvast iedereen betrokken bij de werkplekbegeleiding van onze studenten van harte bedanken om hen in het werkveld kansen te geven. De studenten wensen we boeiende en aangename leerervaringen toe.

Het team werkplekbegeleiders

Inleiding pagina 41. Verschillen tussen bachelor en graduaat pagina 5

3

a. Niveau van de opleiding Pagina 5b. Duur van de opleiding pagina 5c. Theorie versus praktijk pagina 5d. Inhouden en competenties pagina 5e. Verschillen m.b.t. stage Pagina 6

2. Keuze werkplek pagina 63. Planning pagina 74. Te presteren uren pagina 75. Afwezigheden pagina 86. Leerdoelen pagina 87. Taken van de opvoeder/begeleider op de werkplek pagina 98. Werkstudenten, studenten VDAB, werkplekleren in scholen en in het buitenland pagina 10

a. Werkstudent pagina 10 b. Studenten VDAB pagina 10 c. Werkplekleren (stage) in scholen en het buitenland pagina 10

9. Ondersteuning pagina 11 a. De werkplekmentor pagina 11

b. De werkplekbegeleider pagina 12 c. De werkplekcoördinator pagina 12

10. Administratie pagina 13 a. Gezondheidsbeoordeling pagina 14 b. Verzekering pagina 14 c. Inlichtingenfiche pagina 14 d. Overzicht werkplek-uren pagina 14 e. Het stagereglement pagina 14 f. Feedbackformulieren pagina 15 g. Tussentijdse en eindevaluatie pagina 15

11. Op de Hogeschool pagina 16 a. Start- en supervisiebijeenkomsten pagina 16 b. Individuele gesprekken pagina 17 c. Opdrachten pagina 17 d. Werken met een Portfolio pagina 17

contactadres pagina 19

Inleiding

Tijdens het opleidingsonderdeel (OLOD) ‘Praktijk’ neem je je groeiproces als

4

professioneel opvoeder/begeleider in handen. Tijdens het werkplekleren is het belangrijk dat je leerproces zichtbaar wordt. Werkplekleren is gericht op het aanleren en toepassen van beroepsgerichte vaardigheden, in een arbeidssituatie die tevens een leeromgeving is.

Dit groeiproces aantonen doe je via je handelen op de werkplek maar ook door hierover in communicatie te treden met je werkplekmentor op de werkplek en in de daarvoor voorziene werkplekbegeleidingsmomenten op school. Tijdens je werkplekleren toon jij aan wat je leerde (je opzoekingswerk, je gestelde vragen…).

Tenslotte stoffeer je dit alles in een portfolio.

Deze bundel geldt tevens als studiewijzer voor praktijk 1B tot en met 4.

1. Verschillen tussen bachelor en graduaat

5

Er zijn wezenlijke verschillen tussen de bachelor- en graduaatsopleiding Orthopedagogie. We lichten een aantal van deze verschillen toe.

a. Niveau van de opleiding De bacheloropleiding (BA) situeert zich op niveau 6, het niveau tussen het graduaatsdiploma en het masterdiploma. De graduaatopleiding (GR) bevindt zich op niveau 5, het niveau tussen het diploma secundair onderwijs en het bachelorsdiploma.

b. Duur van de opleiding De BA opleiding staat voor 180 studiepunten en duurt in principe 3 jaar. De GR opleiding staat voor 120 studiepunten en duurt 2 jaar.

c. Theorie versus praktijk In de BA opleiding krijgt de student grotere hoeveelheden leerstof te verwerken en is er De GR opleiding legt nog meer nadruk op praktijk. Van bij de start wordt kennismaking met het werkveld en theorie afgewisseld. Concreet komt dit neer op 2 lesdagen, 2 dagen werkplekleren en een halve dag supervisie.

d. Inhouden en competenties De competenties van de gegradueerde in de Orthopedagogie concentreren zich voornamelijk op het microniveau van hulpvragers, de eigen werkplek en team/afdeling. De bachelor verdiept zich ook in de organisatiestructuur. Daarnaast verwerft de bachelor ook (internationale) competenties die hem in staat stellen om op beleids- en organisatieniveau te functioneren. Verder heeft de bachelor ook een aantal onderzoek vaardigheden verworven.Zowel de gegradueerde als de bachelor handelt in complexe contexten, met uitzondering van gespecialiseerde contexten die eerder toegewezen worden aan de bachelor. Bachelors en graduaten handelen autonoom en nemen initiatief. De gegradueerde neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen. De bachelor kan een grotere mate van autonomie aan en neemt, naast de verantwoordelijkheid voor het eigen handelen, medeverantwoordelijkheid op voor de collectieve resultaten, is zelfsturend en innoveert.

6

e. Verschillen m.b.t. stage De verschillen met betrekking tot kennis, vaardigheden, inhouden en competenties tussen beide opleidingen vertalen zich uiteraard ook in de uitwerking van de stages. Daarnaast werkt de graduaatsopleiding steeds meer toe naar werkplekleren, waar stage een vorm van is. Dit houdt in dat er binnen de graduaatsopleiding ingezet wordt op het expliciet verwerven van een aantal vaardigheden binnen de beroepscontext.Wat beide opleidingen delen is de wijze waarop het assessment van de stage gebeurt, alsook het instrument (het feedbackformulier) dat hiervoor gebruik wordt. Meer uitleg over de wijze van beoordelen vindt u in de desbetreffende stagebundels en feedbackformulieren.

2. Keuze werkplek

Als student zoek je zelf naar een geschikte werkplek. Je kan hierbij gebruik maken van de werkpleklijst op Digitap en op de voorbeeldwebsite. Je werkplek moet kunnen voldoen aan bepaalde criteria en de vooropgestelde leerdoelen moet je daar kunnen behalen. Je toetst zelf eerst af of je deze leerdoelen kan bereiken op de werkplek.

Als je een werkplek kiest die niet op de werkpleklijst voorkomt, neem je contact met je werkplekbegeleider op de Hogeschool. Bij twijfel kan je werkplekbegeleider dit aftoetsen bij de werkplekcoördinator.

Criteria werkplek

De voertaal tussen de hogeschool en de werkplek is Nederlands.

De werkplek moet betaalde krachten in dienst hebben.

De student mag deelnemen aan interne overlegmomenten.

De student moet het vooropgestelde aantal werkplek-uren kunnen presteren.

De student moet altijd onder begeleiding werken.

De student moet minstens 3/4de van de uren contact hebben met doelgroep of

contact hebben in functie van de doelgroep.

De student moet een plek (bv. bureau) krijgen op de werkplek.

De student moet de vooropgestelde leerdoelen kunnen bereiken.

7

In het stagereglement vind je alle geldende bepalingen voor een vlot verloop van het

werkplekleren. (stagereglement zie digitap en voorbeeldwebsite)

3. Planning

Wanneer begint mijn stage/werkplekleren en wanneer eindigt mijn stage/werkplekleren?

Praktijk 1&2Aanvang werkplekleren: na de herfstvakantie 2019Tussen 03/02/20 en 21/01/20 = tussentijdse evaluatie 11/05/20 en 05/06/20 = eindevaluatie

Praktijk 2&3 en 3&4Aanvang werkplekleren: vanaf 19 september 2019Tussen 02/12/19 en 20/12/19 = tussentijdse evaluatie 11/05/20 en 05/06/20 = eindevaluatie

4. Te presteren uren

Een overzicht van de te presteren uren per praktijkmodule:

We werken vanaf dit academiejaar (2019 -2020) met jaarolods (onderwijsopleidingsonderdelen).

• PRAKTIJK 1 + 2 = jaar OLOD: 350 stage-uren = 22 weken• PRAKTIJK 2 + 3 = jaar OLOD: 500 stage-uren = 28 weken• PRAKTIJK 3 + 4 = jaar OLOD: 500 stage-uren = 28 weken• PRAKTIJK 4 = Semester OLOD: 250 stage: 14 weken • TOTAAL OPLEIDING => 850 stage-uren

Als student kom je met de werkplekmentor overeen over de spreiding van de te presteren uren. Dit wordt georganiseerd onder de volgende voorwaarden:

Er is geen werkplekleren mogelijk tijdens examenperiodes. Het werkplekleren is mogelijk tijdens vakantieperiodes, maar we raden je aan om

voldoende stil te staan bij de balans tussen uitdaging en je eigen draagkracht. Tijdens de grote vakantie kan je geen praktijkervaring opdoen.

8

Het werkplekleren kan enkel starten indien je officieel bent ingeschreven in de opleiding, je stagecontract/overeenkomst ondertekend is door alle partijen: jezelf, de werkplek en (het departementshoofd van) de hogeschool en indien nodig de medische keuring in orde is.

Tijdens de laatste week van de stageperiode moet je nog een aantal uren stage lopen.

5. Afwezigheden

Bij afwezigheid breng je zo snel mogelijk de werkplek en de werkplekbegeleider van de hogeschool op de hoogte. Je doet dit ten laatste de dag van de afwezigheid. Een wettiging is steeds noodzakelijk. Je dient je ziektebriefje in via start AP/Ibamaflex. De dag van afwezigheid moet ingehaald te worden. Bij een ongewettigde afwezigheid, zowel op de werkplek als tijdens de supervisiebijeenkomsten en/of de individuele gesprekken op school, kan een 0 op 20 worden toegekend. De werkplek wordt gevraagd elke ongewettigde afwezigheid te melden aan de Hogeschool. Meer informatie hierover vind je terug via Digitap/info studenten AP.

6. Leerdoelen

In de ECTS-fiches van de praktijkmodules vind je de leerdoelen terug. Deze fiches kan je terugvinden op Digitap.

Neem deze doelen goed door, al voor de aanvang van je werkplekleren. Je vindt de leerdoelen ook terug in het feedbackformulier van elke praktijkmodule.

7. Taken van de opvoeder/begeleider op de werkplek

In het stagereglement (zie digitap) kan je meer lezen over je opdracht op de werkplek en tijdens de periode van het werkplekleren:

De student heeft de volgende taken:

- is verantwoordelijk voor het eigen leerproces;

- houdt zich aan de opdrachten en afspraken zoals beschreven in deze handleiding;

9

- bezorgt alle contactgegevens van de werkplek en de werkplekmentor aan de werkplekbegeleider via de inlichtingenfiche;

- bezorgt volgende documenten aan de werkplekmentor: Stagecontact/-overeenkomsten, stagereglement, werkplekbundel per praktijkonderdeel, de handleiding werkplekleren, document overzicht beroepspraktijkuren, feedbackformulier, inlichtingenfiche;

- houdt zich aan de vooropgestelde deadlines voor verslaggeving, zoals aangegeven in de werkplekbundel;

- de verslagen die je maakt voor school laat je bij voorkeur ook lezen door je werkplekmentor;

- is medeverantwoordelijk voor een goede communicatiedoorstroming tussen de hogeschool en werkplek;

- maakt zichzelf zichtbaar t.a.v. collega’s op de werkplekplaats d.m.v. regelmatige feedbackgesprekken;

- brengt bij problemen die het werkplekleren bemoeilijken, tijdig de hogeschool en werkplek op de hoogte;

- gaat zelf op geregelde tijdstippen op zoek naar feedback;

- zorgt in zijn/haar verslagen voor een verzorgd taakgebruik.

8. Werkstudenten, studenten VDAB, werkplekleren in scholen en in het buitenland

a. Werkstudent:

Er bestaat de mogelijkheid voor een student om zijn studies te combineren met een deeltijdse job, dit wel onder bepaalde voorwaarden.

De werkplek moet voldoen aan alle voorwaarden van een andere werkplek. (zie hierboven)

Werkplekmentor van een werkstudent mag niet de rechtstreeks leidinggevende zijn van de werkstudent.

10

Onderscheid tussen stage- en werkuren. Tijdens de stage-uren moet de student begeleid worden.

De werkstudent moet ook de overeenkomsten/contracten van de school laten ordertekenen door zijn of haar werkgever!

b. Student VDAB:

Er bestaat de mogelijkheid om binnen de VDAB de opleiding ‘gegradueerde in de orthopedagogie’ te starten.

Studenten die de opleiding volgen via de VDAB (OKOT-traject) zijn verplicht om het eerste jaar stage te lopen in de VAPH-sector (mensen met een beperking)

(OKOT= onderwijs kwalificerend traject met VDAB opleidingscontract)

Als student moet het je contract/overeenkomst van de VDAB alsook het contract/overeenkomst van de school in orde brengen.

c. Werkplekleren (stage) in scholen en het buitenland

Werkplekleren in het buitenland is niet toegestaan. Scholen komen onder bepaalde voorwaarden wel in aanmerking. Je kan hiervoor best contact opnemen met je werkplekbegeleider en/of de werkplekcoördinator.

9. Ondersteuning

Je staat er niet alleen voor. Je wordt in jouw persoonlijke groeiproces ondersteund door

een werkplekmentor op de werkplek en door een werkplekbegeleider op school.

a. De werkplekmentor

Criteria werkplekmentor:

De werkplekmentor heeft minimum een graduaatsdiploma in sociaal-agogische

wetenschappen en/of minimum vijf jaar relevante ervaring in de sector.

De werkplekmentor toont de intentie en de bereidheid om tweewekelijks een

contactmoment te voorzien met de student, feedbackformulieren in te vullen en

11

aanwezig te zijn op tussentijdse evaluaties en eindevaluaties.

De werkplekmentor moet een betaalde kracht zijn.

De werkplekmentor van een werkstudent mag niet de leidinggevende zijn van de

werkstudent.

De mentor ondersteunt jouw leerkansen door regelmatige gesprekken

op de werkvloer.

Dit vertaalt zich concreet in volgende acties:

De mentor voert een startgesprek in de eerste week van het werkplekleren.

In dit startgesprek krijgt de mentor informatie over wie je bent en waar je

staat als professional en bespreken jullie samen praktische en andere

afspraken. De werkplekmentor formuleert verwachtingen vanuit de

voorziening of het team t.a.v. het werkplekleren.

De mentor voert regelmatig werkbesprekingen waarin hij of zij je inzichten

bevraagt m.b.t. de doelgroep en de werking, mogelijkheden bespreekt tot

verdieping en jouw kritische ingesteldheid en theoretische verdieping als

student mee aanstuurt.

De mentor geeft feedback bij de opdrachten door je als student uit te nodigen

tot probleemoplossend denken vertrekkende vanuit je krachten.

De mentor durft thema's en werkpunten aankaarten die spelen binnen je

ontwikkelingsproces. De mentor voert tussentijdse gesprekken met je

betreffende je functioneren in functie van de te behalen leerdoelen.

b. De werkplekbegeleider

De werkplekbegeleider fungeert als jouw trajectbegeleider. Hij of zij begeleidt je

doorheen coaching momenten, groepssupervisies en geeft feedback op je leerproces.

De werkplekbegeleider neemt na de eerste week werkplekleren telefonisch contact op

met de werkplekmentor. Verder maakt de werkplekbegeleider een afspraak voor een

bezoek aan de werkplek in het kader van een tussentijdse en/of eindevaluatie.

Als student kan het wel eens zijn dat je de nood voelt om het één of ander onder vier

12

ogen met je werkplekbegeleider te bespreken. Op vraag van jou of de werkplek zijn

individuele gesprekken mogelijk. De werkplekbegeleider gaat respectvol en

zorgvuldig om met persoonlijke informatie. De werkplekbegeleider heeft geen therapeutische functie: een eventuele doorverwijzing naar of bespreking met de dienst

Studentenvoorzieningen (STUVO) of professionele externen kan enkel mits jouw

instemming.

De inhoudelijke schriftelijke communicatie van en naar de werkplekbegeleider verloopt via Digitap en het e-mailadres van de werkplekbegeleider. Alle documenten die nodig zijn voor de Praktijk zijn te vinden op de Digitap-pagina van het opleidingsonderdeel.

c. De werkplekcoördinator

De werkplekcoördinator heeft de volgende taken:

- organiseert en coördineert het werkplekleren voor de studenten

- coördineert en superviseert de administratieve organisatie en regelgeving (stageovereenkomst, stagereglement, werkplekbundel, …)

- organiseert en coördineert de evaluatie van de werkplekprestaties van de studenten in algemene samenspraak met de werkplekbegeleiders

- coördineert en superviseert de planning van de werkplekbegeleiding door de werkplekbegeleiders

- coördineert en superviseert het naleven van de verplichtingen van alle partijen

- is voor alle partijen een aanspreekpunt bij eventuele problemen

- organiseert op regelmatige basis contact met de werkplekgevers en/of werkplekmentoren van de werkplek en brengt hiervan verslag uit aan de opleidingsstaf en het departementale werkplekoverleg.

- Bewaak het kwaliteitsvol verloop van het werkplekleren en rapporteert hieromtrent knelpunten aan de opleidingscoördinator, het opleidingshoofd graduaten of desgevallend het departementshoofd.

13

- Adviseert omtrent de organisatie van de werkplek, de evaluatie van de werkplekken, de keuze van de nieuwe en occasionele werkplekken.

10. Administratie

Volgende administratieve stappen moeten studenten zetten alvorens het werkplekleren kan aanvatten:

- Volledige inschrijvingsprocedure AP doorlopen.

- Stageovereenkomst (in drievoud) met risicoanalyse (en eventueel) werkpostfiche afgeven op school.

- Getekende stageovereenkomst (twee) afhalen op school.

- Indien gewenst (zie stageovereenkomst) een afspraak maken met de medische dienst via Digitap.

Studenten die reeds als opvoeder/begeleider in dienst zijn bij een werkgever alsook VDAB studenten dienen ook de overeenkomsten van de school te laten ondertekenen.

Het is belangrijk dat de stageovereenkomsten bij de aanvang van de stage in orde zijn, zo niet kan de student geschorst worden voor de praktijk olod’s.

Op de voorbeeldwebsite alsook op Digitap kan de student een handleiding raadplegen hoe de werkplekovereenkomsten correct kunnen ingevuld worden.

a. Gezondheidsbeoordeling :

Stagiairs vallen onder de welzijnswetgeving m.b.t de bescherming tegen beroepsrisico’s (KB 21 september 2004). Indien uit de risicoanalyse en/of het werkplekcontact blijkt dat er een passend gezondheidstoezicht en eventueel inentingen nodig zijn wordt op de overeenkomst aangeduid wie het toezicht organiseert.

Indien AP wordt aangeduid als organisator maakt de student een afspraak hiervoor via Digitap.

b. V er z e k eri n g:

14

Wanneer de stageovereenkomst op school is bezorgd, zijn de studenten die hun werkplekleren presteren buiten een arbeidsovereenkomst verzekerd door een schoolpolis.

c. Inlichtingenfiche

Je vindt een voorbeeld van een inlichtingenfiche op Digitap/voorbeeldwebsite. Via deze fiche bezorgt de student de informatie over zijn/haar werkplek aan de werkplekbegeleider. Je geeft de fiche af aan je werkplekbegeleider bij de aanvang van je stage.

d. Overzicht werkplek-uren

Je vindt een voorbeeld van het document op digitap/voorbeeldwebsite. Dit document geeft een overzicht van het aantal op de werkplek gepresteerde uren. Dit document wordt opgevolgd door student en werkplekmentor en dient op het einde van de stage ondertekend door de werkplekmentor op Digitap geplaatst te worden.

e. Het stagereglement

Je vindt het stagereglement op Digitap/voorbeeldwebsite. Een exemplaar van dit stagereglement bezorgt de student aan de werkplekmentor. In het stagereglement kan je meer informatie terugvinden over de werking en de afspraken over werkplekleren binnen de opleiding.

f. Feedbackformulieren

Het feedbackformulier is een hulpmiddel bij de beoordeling van de student/stagiair tijdens het werkplekleren. Het wordt gebruikt als (tussentijds) feedbackinstrument waardoor de student gerichte informatie krijgt over zijn functioneren en de leerdoelen die hij nog dient uit te diepen of bij te sturen. Ook bij de eindbeoordeling gebruikt de werkplekmentor dit formulier om het totale pakket leerdoelen met de student te bespreken. Per stage worden zowel door de student als door de werkplekmentor 2 exemplaren ingevuld.

g. Tussentijdse en eindevaluatie

15

Op het tussentijds opvolggesprek alsook op de eindevaluatie zijn zowel de werkplekbegeleider, werkplekmentor als student aanwezig. Er wordt nooit een evaluatie gehouden waar de student niet bij aanwezig is.

Tussentijdse evaluatie

Tijdens het tussentijdse opvolggesprek op de werkplek ( feedbackgesprek/tussentijdse evaluatie ) wordt een stand van zaken opgemaakt van alle leerdoelen die je dient te behalen. De student bereidt dit gesprek schriftelijk voor door het feedbackformulier in te vullen. De leerdoelen zijn op dit formulier vertaald in concreet waarneembaar gedrag. Per leerdoel kan aangeduid worden op welk niveau het handelen van de student zich bevindt.

De student bezorgt het feedbackformulier vooraf (ten laatste één week voor het gepland tussentijdse evaluatiemoment) aan de werkplekmentor en de werkplekbegeleider (via Digitap).

Er wordt nog geen eindbeoordeling gegeven!

Eindevaluatie

De eindevaluatie van het werkplekleren kan maar plaatsvinden als de student minstens 85% van het totaal aantal werkplek-uren gepresteerd heeft en mits een grondige schriftelijke voorbereiding. Tijdens dit gesprek op de werkplek wordt stilgestaan bij het functioneren van de student en op welke manier hij het leerproces gedurende het werkplekleren zichtbaar gemaakt heeft.

Als student gebruik je het feedbackformulier om jezelf te evalueren en te scoren op de

verschillende leerdoelen. De werkplekmentor maakt gebruik van een tweede feedbackformulier om je als student te evalueren.

Je bezorgt de lege feedbackformulieren vooraf (ten laatste één week voor de geplande eindevaluatie) aan je werkplekmentor en je werkplekbegeleider (leeg exemplaar terug te vinden op Digitap).

Bij de eindevaluatie op de werkplek wordt enerzijds aan de hand van deze formulieren

en anderzijds door het bespreken van je specifieke vaardigheden en attitudes een

eindscore toegekend. Het is de werkplekbegeleider die de uiteindelijke score bepaalt.

Het opleidingsonderdeel wordt afgerond met een eindscore. In de feedbackformulieren kan je terugvinden op welke manier een eindscore tot stand komt.

16

11. Op de Hogeschool

Een werkplekervaring speelt zich niet alleen af op de werkvloer van een voorziening of organisatie. Wat er op school gebeurt, tijdens de supervisiemomenten, de schriftelijke rapportage en de individuele gesprekken met de werkplekbegeleider, is een wezenlijk onderdeel van deze ervaring.

a. Start- en supervisiebijeenkomsten

Bij de aanvang van elk semester worden er een startbijeenkomst georganiseerd.

Centraal staat hier het geven van informatie en het toelichten van de werkwijze van de praktijk modules

- verduidelijking van de te realiseren competenties;

- doelstellingen en opdrachten;

- hoe deze om te zetten in de praktijk

Nadien komen de studenten om de 14 dagen samen binnen kleinere supervisiegroepen. Er wordt stilgestaan bij stage-ervaringen en eigen functioneren. Reflecteren over het eigen beroepsmatig denken, voelen en handelen staat hier centraal.

Verplichte aanwezigheid van de student is vereist!

b. Individuele gesprekken

Daarnaast worden ook op school individuele gesprekken gepland met de student. Deze zijn ondersteunend voor het leerproces van de student. Belangrijke invalshoeken zijn hierbij: bespreking en evolutie van de leerdoelen, het protfolio, feedback, aandachtspunten, …

c. Opdrachten

Binnen werkplekleren werken we dan ook met eigen individuele leerdoelen en opdrachten, vertrekkende vanuit de student. Reflecteren rond leerdoelen vormt een rode draad doorheen de praktijk modules en wordt tijdens de ganse opleiding steeds geactualiseerd. (zie Portfolio) Het is van essentieel belang voor het ontwikkelen van competenties. Studenten leren zo systematisch na te denken over hun eigen leerproces. Persoonlijke groei wordt zo voortdurend gestimuleerd en gestuurd.

17

In de reflectieopdrachten geeft de student weer hoe hij/zij de verschillende competenties persoonlijk gaat integreren, m.a.w. de student neemt initiatief en verantwoordelijkheid m.b.t het eigen leertraject.

d. Werken met een Portfolio

Je digitale portfolio heeft een belangrijke plaats in dit jaaropleidingsonderdeel. Het is een handig instrument dat je kan inzetten om je professioneel handelen te presenteren aan je werkplekmentor en je werkplekbegeleider. Daarnaast gebruik je je portfolio om sturing te geven aan je eigen professionele ontwikkeling. Je zal zelf moeten aantonen dat je de

portfolio doelen hebt bereikt a.d.h.v. verzameld materiaal. Zorg dat je goed weet wat er

in je portfolio zit en wat je kan gebruiken als bewijslast voor de verschillende leerdoelen.

Met een portfolio kan je:

je groeiproces zichtbaar maken

oefenen in linken leggen tussen de theorie en je praktijk

chronologisch je observaties bijhouden en van hieruit hypothesen formuleren

kritische bedenkingen formuleren

informatie verzamelen m.b.t. het werkplekleren, de doelgroep, bepaalde

problematieken,…

Wat kan er in een portfolio zitten ?

Voorbereidingen, verslagen en notities vanuit groepssupervisie en de inzichten die

je daarbij gekregen hebt

Situering van de organisatie (mesoniveau) en de werking & invloed hiervan op

micro- en macroniveau

Informatie over de doelgroep: observaties, ondersteuningsvragen, hypothesen,

doelstellingen, evoluties,…

Groepsdynamische processen in kaart brengen a.d.h.v. bepaalde methodieken

(axenroos, sociogram,…)

Kritische bespreking van relevante artikels

Kritische bespreking van boeken die je linkt aan jouw groeiproces of praktijk

(duiden van nieuwe inzichten)

18

Voorbereidingen & evaluaties van activiteiten (van jezelf of anderen)

Verslagen van vergaderingen

Verslagen van gesprekken

Kritische reflecties bij handelingsplannen

Brochures als documentatie bij één van je verslagen

Verslag van een gevolgde vormingen (studiedag, workshop, lezing, …)

Opgezochte informatie via internet gelinkt aan één van je verslagen

Linken met de opleiding

Adres

AP Hogeschool/Graduaat Orthopedagogie

Lange Nieuwstraat 101

2000 Antwerpen

03 220 35 00

werkplekcoördinator An Wieërs. (an.wieë[email protected]).

(omwille van praktische redenen zijn de feedbackformulieren, de werkveldovereenkomsten/contacten en het stagereglement niet toegevoegd aan deze handleiding, maar worden ze afzonderlijk door de student bezorgd)