Waterpeiling 2014 - Marktonderzoek bij huishoudelijke ...
Transcript of Waterpeiling 2014 - Marktonderzoek bij huishoudelijke ...
WATERPEILING 2014
Marktonderzoek bij huishoudelijke gebruikers
over de integrale waterfactuur
2
DOCUMENTBESCHRIJVING
Titel
WATERPEILING 2014
Marktonderzoek bij huishoudelijke gebruikers over de integrale waterfactuur
Samenstellers en eindredactie
WaterRegulator - Dienst Reguleringsinstantie
Samenvatting
In dit rapport worden de resultaten voorgesteld van het marktonderzoek dat eind 2013 werd
uitgevoerd bij huishoudelijke leidingwatergebruikers naar de perceptie van de drinkwaterprijs en de
wijze van berekening van de waterfactuur (tariefstructuur) . Dit rapport kadert in onderzoek naar het
invoeren van een uniforme tariefstructuur voor leidingwater in Vlaanderen.
Wijze van refereren
VMM, Waterpeiling 2014, Marktonderzoek over de integrale waterfactuur bij huishoudelijke gebruikers
Verantwoordelijke uitgever
Michiel Van Peteghem
Depotnummer
D/2014/6871/075
3
INHOUDSTAFEL
DOEL.......................................................................................................................... 5
METHODOLOGIE ...................................................................................................... 7
ONDERZOEKSRESULTATEN .................................................................................. 8
DEEL I : MENING VAN DE VLAMING OVER TARIEFSTRUCTUUR VAN DE
WATERFACTUUR ..................................................................................................... 8
Uniformiteit............................................................................................................................................ 8
Resultaten ........................................................................................................................................... 8
Progressieve tariefstructuur ............................................................................................................. 10
Resultaten ......................................................................................................................................... 10
Billijk .................................................................................................................................................... 12
Resultaten ......................................................................................................................................... 13
Prioritering criteria ............................................................................................................................. 14
Resultaat ........................................................................................................................................... 14
Besluit .................................................................................................................................................. 16
DEEL II : PERCEPTIE VAN HUISHOUDELIJKE ABONNEES BIJ DE
WATERPRIJS .......................................................................................................... 17
Betrokkenheid bevraagden ............................................................................................................... 17
Kennis watermaatschappij ................................................................................................................ 17
Bewust waterverbruik ........................................................................................................................ 19
Kennis drinkwaterfactuur .................................................................................................................. 21
Controle waterfactuur ........................................................................................................................ 21
Kennis inhoud waterfactuur .............................................................................................................. 22
Perceptie duidelijkheid van de waterfactuur ..................................................................................... 23
Kennis kosteloze levering van water ................................................................................................ 24
Perceptie verhouding prijs – kwaliteit .............................................................................................. 26
Besluit .................................................................................................................................................. 29
4
LIJST MET FIGUREN
Figuur 1: Distributiegebieden watermaatschappijen – situatie 2013 .................................................... 17
Figuur 2: Belang duurzaam watergebruik ............................................................................................ 20
Figuur 3: Kennis hoeveelheid kosteloos geleverd water ...................................................................... 25
Figuur 4 Perceptie hoogte van de waterfactuur ................................................................................... 26
Figuur 5 Perceptie correctheid prijs van leidingwater .......................................................................... 26
LIJST MET TABELLEN
Tabel 1 Overzicht van tariefstructuren voor drinkwatercomponent (2012) ............................................ 5
Tabel 2 Uniforme berekening waterfactuur ............................................................................................ 8
Tabel 3 Uniforme hoogte waterfactuur ................................................................................................... 9
Tabel 4 Reden waarom geen uniforme hoogte waterfactuur ................................................................. 9
Tabel 5 Wenselijkheid sociale correctie ............................................................................................... 10
Tabel 6 Wenselijkheid locatie correctie ................................................................................................ 10
Tabel 7 Wenselijkheid vlakke tariefstructuur ........................................................................................ 11
Tabel 8 Wenselijkheid bestraffen veelverbruik ..................................................................................... 11
Tabel 9 Wenselijkheid bestraffen veelverbruik vs. belang duurzaam watergebruik ............................ 11
Tabel 10 Hoogte tarief basisverbruik .................................................................................................... 12
Tabel 11 Aandeel vaste vergoeding ..................................................................................................... 12
Tabel 12 Kosteloze levering afhankelijk van aantal gezinsleden ......................................................... 13
Tabel 13 Compensatie vaste vergoeding alleenstaanden ................................................................... 13
Tabel 14 Vaste vergoeding in functie van aantal gezinsleden ............................................................. 14
Tabel 15 Prioritering criteria - totaal ..................................................................................................... 15
Tabel 16 Prioritering criteria – socio-demografische analyse .............................................................. 15
Tabel 17: Kennis watermaatschappij ................................................................................................... 18
Tabel 18: Spaarzaam watergebruik ..................................................................................................... 19
Tabel 19: Opvolging waterverbruik ....................................................................................................... 20
Tabel 20: Stimulansen voor duurzaam watergebruik ........................................................................... 21
Tabel 21: Controle van de waterfactuur ............................................................................................... 22
Tabel 22: Kennis van componenten integrale waterfactuur ................................................................. 23
Tabel 23: Duidelijkheid waterfactuur .................................................................................................... 23
Tabel 24: Duidelijkheid waterfactuur – wat kan beter ? ....................................................................... 23
Tabel 25: Kennis kosteloos geleverd water .......................................................................................... 25
Tabel 26: Perceptie prijs-kwaliteit leidingwater in functie van bepaalde stellingen .............................. 27
5
DOEL
Nagenoeg elk gezin in Vlaanderen is voor watervoorziening aangesloten op het openbaar
leidingwaternetwerk. Ter vergoeding van de kost voor de productie en levering van het geleverde
leidingwater versturen de watermaatschappijen in de regel jaarlijks een verbruiksfactuur. Via deze
integrale waterfactuur wordt ook een bijdrage in de kosten voor gemeentelijke en bovengemeentelijke
sanering van het geleverde water aangerekend.
Niet alleen verschilt de prijs voor dit water van watermaatschappij tot watermaatschappij, ook de wijze
van aanrekening varieert. Elke in Vlaanderen actieve watermaatschappij hanteert eigen tarieven en
een eigen tariefstructuur. Met uitzondering van de verplichte kosteloze levering van 15 m³ drinkwater
per persoon per jaar zijn in de regelgeving geen verplichtingen opgelegd voor wat betreft de wijze van
doorrekening van de kosten voor waterproductie en -levering. De aanrekening van de bijdrage in de
sanering gebeurt wel op een uniforme manier door alle watermaatschappijen.
Onderstaande tabel illustreert de verscheidenheid in tariefstructuren.
Tabel 1 Overzicht van tariefstructuren voor drinkwatercomponent (2013)
Bron: VMM Waterbank Drinkwatertarieven
De WaterRegulator (= Reguleringsinstantie, sub-entiteit van de VMM) onderzoekt of het vastleggen
van een over heel Vlaanderen uniforme tariefstructuur, ook voor de drinkwatercomponent, zinvol is.
De resultaten van het marktonderzoek bij huishoudens zullen gebruikt worden om de ‘theoretisch’
mogelijke structuren te toetsen aan de mening van de huishoudens.
6
Er werden 5 criteria vastgelegd ter beoordeling van de verschillende mogelijke tariefstructuren :
1. Duurzame kostenterugwinning : duurzame kostenterugwinning is van belang om te
garanderen dat de watermaatschappijen over voldoende middelen blijven beschikken voor een
kwalitatieve productie en levering van leidingwater. Dit impliceert dat op korte termijn (voor elk jaar)
de inkomsten de werkingskosten moeten dekken en dat men op middellange termijn voldoende extra
inkomsten genereert om de investeringen in vernieuwing en uitbreiding van de infrastructuur te
financieren.
2. Aanzet tot efficiënt en duurzaam watergebruik : duurzaam watergebruik heeft betrekking op
het beperken van leidingwaterverbruik en een kleinere onttrekking van grond- en/of oppervlaktewater.
Dit kan door waterbesparing of het gebruik van andere waterbronnen zoals hemelwater.
3. Administratieve eenvoud : een eenvoudige tariefstructuur heeft voordelen voor de
watermaatschappij omdat dit leidt tot lagere administratieve kosten voor facturatie en
klachtenbehandeling. Ook voor de klant heeft dit voordelen omdat eenvoudige aanrekening
makkelijker te begrijpen en te controleren is.
4. Billijkheid of “fair deal” (prijsverschil tussen type abonnees) : de voorziening van leidingwater
is typisch een goed waarvan uitsluiting mogelijk is met hoge vaste kosten die gespreid worden over
vele klanten met verschillende kenmerken. Het is belangrijk dat klanten ervaren dat zij een billijke
bijdrage betalen voor de kostenterugwinning en dat ze dus een “fair deal” krijgen. Met dit criterium
wordt het verschil in prijs (€/m³) bedoeld voor een éénpersoonsgezin en een meerpersoonsgezin bij
eenzelfde watermaatschappij.
5. Uniformiteit (over de watermaatschappijen) : uniformiteit van de tarieven in Vlaanderen
kunnen we ook als een element van billijkheid beschouwen. Aangezien we de uniformiteit willen
verbeteren tussen maatschappijen, beschouwen we dit als een apart criterium. Met dit criterium
bedoelen we het prijsverschil (€/m³) van een abonnee met dezelfde kenmerken (verbruik,
gezinssamenstelling) over Vlaanderen.
Vooral wat betreft de laatste 4 criteria (duurzaam waterverbruik, eenvoud, billijkheid en uniformiteit)
willen we de Vlaamse bevolking bevragen. Hierbij willen we nagaan welke criteria abonnees meer of
minder belangrijk vinden.
Er werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal vragen uit vorige marktbevragingen naar
de perceptie van de prijs van water te herhalen. Een aantal vragen werd verfijnd zodat de antwoorden
eenduidiger kunnen geïnterpreteerd worden. De herhaling van deze vragen laat toe om evoluties in
de perceptie van de huishoudelijke abonnees bij de waterfactuur in kaart te brengen. De analyse van
deze herhalingsvragen zijn in een afzonderlijk deel (deel II) van dit rapport opgenomen.
Meer informatie over de tarieven, tariefstructuren en de drinkwatervoorziening in het algemeen is te
vinden in de publicatie ‘Watermeter 2013’
(http://www.vmm.be/pub/watermeter-2013/view).
7
METHODOLOGIE
De marktbevraging werd in opdracht van de WaterRegulator uitgevoerd door Checkmarket tussen 10
en 17 december 2013. Het betrof een online bevraging bij huishoudelijke waterverbruikers. Industriële
verbruikers werden niet meegenomen in het onderzoek.
Omdat deze enquête een peiling is naar parate kennis omtrent kennis en perceptie van drinkwater en
de prijs ervan werd de deelnemers gevraagd geen informatie bij de hand te nemen bij het invullen. Zo
werd uitdrukkelijk gevraagd om de laatste waterfactuur niet te bekijken. In de vragen waren een
aantal vaktechnische termen niet te vermijden. Deze werden, met behulp van infovelden, verklaard.
Doorheen de enquête was het niet mogelijk om terug te gaan naar eerdere vragen. Om het
consequent invullen van bepaalde stellingen na te gaan werden een aantal vragen – soms licht
gewijzigd – herhaald. Bij de analyse van de antwoorden in dit rapport werden de vragen per thema
gebundeld. In totaal werden 33 vragen gesteld, waarvan 6 ter categorisering van de ondervraagde
(socio-demografische kenmerken) en 27 onderzoekspecifieke vragen. Het nummer van de vraag
werd in de tabellen van dit rapport opgenomen. De volledige vragenlijst, zoals voorgelegd aan de
deelnemers van de enquête, is terug te vinden in bijlage.
Het invullen van de vragenlijst nam zo’n 10 minuten in beslag. Er werden 1.000 volledig ingevulde
enquêtes in aanmerking genomen. De resultaten zijn representatief voor de Vlaamse bevolking voor
wat betreft volgende socio-demografische kenmerken:
- geslacht;
- leeftijdsverdeling;
- provincie;
- opleidingsniveau.
In de in het rapport opgenomen tabellen wordt alleen de spreiding van de antwoorden over socio-
demografische kenmerken weergegeven als statistisch significante verschillen vastgesteld worden.
De statistisch significante verschillen tussen de socio-demografische groepen zijn dan in het blauw
aangeduid.
Voor een beperkt aantal vragen werden de antwoorden gekruist met de antwoorden van andere
vragen. Zo werd bijvoorbeeld nagegaan of ondervraagden die stellen spaarzaam met water om te
springen meer/minder van mening zijn dat een progressieve tariefstructuur gewenst is.
8
ONDERZOEKSRESULTATEN
De analyse van de antwoorden werd in dit rapport gebundeld in twee delen. Deel I behandelt de
mening van de Vlaming bij de criteria ter beoordeling van de tariefstructuur van de waterfactuur. In
Deel II worden de meer algemene vragen over de kennis van de watermaatschappij, duurzaam
watergebruik en de perceptie van de waterprijs geanalyseerd.
De deelnemers aan het onderzoek hadden bij de vragen over tariefstructuur duidelijk een meer
uitgesproken mening dan bij de vragen naar de perceptie van de waterprijs. Dit wordt afgeleid uit het
aandeel van de ondervraagden dat ‘geen mening’ aankruiste. Dit aandeel is opmerkelijk lager bij de
vragen die betrekking hebben op tariefstructuur, ongeveer 10%, in vergelijking met de tot 50% van de
ondervraagden die ‘geen mening’ aanduidde bij vragen naar perceptie van de waterprijs.
DEEL I : MENING VAN DE VLAMING OVER TARIEFSTRUCTUUR VAN DE
WATERFACTUUR
Uniformiteit
Een eerste hoofdstuk analyseert de antwoorden op vragen van het marktonderzoek die peilden naar
het standpunt over de uniformiteit van tariefstructuren over Vlaanderen.
Resultaten
Bijna 80% van de ondervraagden vindt dat de berekening van de waterfactuur voor iedere
huishoudelijke gebruiker in Vlaanderen op dezelfde manier moet gebeuren. Er is dus een groot
draagvlak voor de invoering van een uniforme tariefstructuur voor de berekening van de waterfactuur
over Vlaanderen. Deze voorkeur neemt toe met de leeftijd en de scholingsgraad van de
ondervraagden.
Tabel 2 Uniforme berekening waterfactuur
-35 35-49 50+Hoogstens lager
middelbaar
Hoger
middelbaaHoger onderwijs
N % (A) (B) (C) (A) (B) (C)
100 100% 212 270 518 258 402 340
Ja 789 78,9% 73,6% 77,4% 81,9% A 71,7% 80,6% A 82,4% A
Neen 104 10,4% 13,7% 10,7% 8,9% 12,8% 9,2% 10,0%
Geen mening 107 10,7% 12,7% 11,9% 9,3% 15,5% C 10,2% 7,6%
19. Vindt u dat de berekening van de waterfactuur voor iedere huishoudelijke gebruiker in Vlaanderen op dezelfde
manier moet gebeuren?
TotaalLeeftijd Diploma
r
0
Ook op de vraag naar een gelijke hoogte van de waterfactuur voor huishoudelijke gebruikers met
eenzelfde waterverbruik antwoordt een ruime meerderheid positief (75%). Opvallend is dat uit de
analyse van de antwoorden op deze vraag wel blijkt dat de jongeren (-35-jarigen) significant meer
vinden dat de hoogte van de waterfactuur niet gelijk moet zijn over Vlaanderen.
9
Tabel 3 Uniforme hoogte waterfactuur
-35 35-49 50+Hoogstens lager
middelbaar
Hoger
middelbaarHoger onderwijs
N % (A) (B) (C) (A) (B) (C)
1000 100% 212 270 518 258 402 340
Ja 752 75,2% 69,3% 76,3% 77,0% 69,8% 76,1% 78,2%
Neen 134 13,4% 19,3% C 13,0% 11,2% 15,5% 11,7% 13,8%
Geen mening 114 11,4% 11,3% 10,7% 11,8% 14,7% C 12,2% 7,9%
20. Vindt u dat de hoogte van de waterfactuur voor iedere huishoudelijke gebruiker in Vlaanderen bij hetzelfde verbruik
gelijk moet zijn?
TotaalLeeftijd Diploma
Aan de respondenten die van mening zijn dat de hoogte van de waterfactuur niet gelijk moet zijn werd
gevraagd waarom zij dit vinden. De antwoorden op deze open vraag zijn in 3 groepen onder te
brengen. Ongeveer 65% van de antwoorden hebben betrekking op de nood aan sociale correcties
zodat de waterfactuur ook voor de sociaal zwaksten betaalbaar is; 26% stelt dat zuinige
waterverbruikers moeten beloond worden en/of waterverspillers bestraft; 8% geeft aan dat de
kostverschillen per regio een verschillende hoogte van waterfactuur verantwoorden.
Tabel 4 Reden waarom geen uniforme hoogte waterfactuur
N %
98 100%
Sociale correcties zijn nodig 64 65,3%
Efficiënt gebruik moet beloond worden26 26,5%
Kosten variëren dus ook tarief 8 8,2%
21. Waarom bent u niet van mening dat de hoogte van de
waterfactuur gelijk moet zijn voor iedere huishoudelijke gebruiker in
Vlaanderen bij eenzelfde verbruik?
Totaal
Verder in de enquête werd specifiek gevraagd naar de wenselijkheid van een korting op de
waterfactuur voor sociaal zwakkeren. Meer dan 70% van de ondervraagden vindt dat er een sociale
korting kan gegeven worden. De leeftijdsgroep +50 is het hier significant meer mee eens dan de
jongere ondervraagden. De leeftijdsgroep -35 vindt significant meer dat er geen korting kan gegeven
worden aan sociaal zwakkeren.
10
Tabel 5 Wenselijkheid sociale correctie
-35 35-49 50+
N % (A) (B) (C)
1000 100% 212 270 518
Ja 727 72,7% 62,7% 69,6% 78,4% AB
Neen 183 18,3% 25,5% C 20,0% 14,5%
Geen mening 90 9,0% 11,8% 10,4% 7,1%
TotaalLeeftijd
30. Vindt u dat er een korting kan gegeven worden voor sociaal zwakkeren?
Er werd ook specifiek gepeild naar de mening van de ondervraagden over verschillen in waterprijs
naargelang de woonplaats (stedelijk of landelijk; veel of weinig water beschikbaar). Meer dan 80%
van de ondervraagden geeft aan dat dit voor hen geen reden voor een verschillende waterprijs mag
zijn. Ook bij deze vraag valt op dat de oudere deelnemersgroepen (+ 35-jarigen) significant meer van
mening zijn dat een woonplaats geen verschil mag maken.
Tabel 6 Wenselijkheid locatie correctie
-35 35-49 50+
N % (A) (B) (C)
1000 100% 212 270 518
Ja 103 10,3% 15,1% C 9,6% 8,7%
Neen 820 82,0% 73,1% 84,8% A 84,2% A
Geen mening 77 7,7% 11,8% B 5,6% 7,1%
TotaalLeeftijd
26. Mag de waterfactuur voor elke inwoner verschillen naargelang de
woonplaats (stedelijk of landelijk; veel of weinig water beschikbaar)?
Progressieve tariefstructuur
In dit deel van het rapport worden de antwoorden op vragen die polsen naar de wenselijkheid van een
progressieve tariefstructuur geanalyseerd.
Resultaten
Bijna de helft van de ondervraagden vindt dat elke verbruikte liter niet even duur moet zijn. Deze
voorkeur neemt toe met de scholingsgraad van de ondervraagden.
40% van de ondervraagden stelt wel te vinden dat elke verbruikte liter even duur moet zijn.
11
Tabel 7 Wenselijkheid vlakke tariefstructuur
Hoogstens lager
middelbaar
Hoger
middelbaarHoger onderwijs
N % (A) (B) (C)
1000 100% 258 402 340
Ja 397 39,7% 39,9% 43,3% 35,3%
Neen 477 47,7% 41,1% 43,5% 57,6% AB
Geen mening 126 12,6% 19% C 13,2% C 7,1%
TotaalDiploma
22. Vindt u dat elke verbruikte liter (zowel basisverbruik, normaal verbruik als
veelverbruik) even duur moet zijn?
Bijna 80% van de ondervraagden die stelden dat niet elke verbruikte liter even duur moet zijn is van
mening dat veelverbruik duurder moet zijn. Bij de hoger geschoolden loopt dit percentage op tot bijna
90%.
Tabel 8 Wenselijkheid bestraffen veelverbruik
-35 35-49 50+Hoogstens lager
middelbaar
Hoger
middelbaarHoger onderwijs
N % (A) (B) (C) (A) (B) (C)
477 100% 212 270 518 258 402 340
Ja 371 77,9% 69,1% 84,5% A 78,3% 65,1% 74,7% 87,8% AB
Neen 87 18,3% 25,8% 13,8% 17,5% 26,4% C 20,1% 12,2%
Geen mening 19 3,8% 5,2% 1,7% 4,2% 8,5% 5,2% 0,0%
23. Vindt u dat veelverbruik duurder moet zijn dan normaal verbruik?
TotaalLeeftijd Diploma
De volgende tabel geeft het resultaat weer van de kruising van de antwoorden op de vraag of
veelverbruik duurder moet zijn en de mate waarin de ondervraagde vindt dat duurzaam omgaan met
water belangrijk is. Er kan immers verwacht worden dat diegene die duurzaam omgaan met water
een voorkeur hebben voor een progressieve tariefstructuur. Het onderzoek bevestigt dit ook. De
ondervraagden, die van mening zijn dat veelverbruik duurder moet zijn dan normaal verbruik , vinden
het significant meer belangrijk dat duurzaam omgegaan wordt met water.
Tabel 9 Wenselijkheid bestraffen veelverbruik vs. belang duurzaam watergebruik
Helemaal niet
belangrijk
Niet
belangrijkNeutraal Belangrijk
Heel
belangrijkGeen mening
N % (A) (B) (C) (D) (E) (F)
1000 100% 5 3 25 218 222 3
Ja 371 77,9% 100,0% 33,3% 44,0% 75,2% C 85,1% C 33,3%
Neen 87 18,3% 0,0% 33,3% 44% E 22% E 11,7% 33,3%
Geen mening 19 3,8% 0,0% 33,3% D 12,0% 2,8% 3,2% 33,3% D
23. Vindt u dat veelverbruik duurder moet zijn dan normaal verbruik?
32. In welke mate vindt u het duurzaam omgaan met water belangrijk?
Totaal
12
Bij alle ondervraagden werd gepeild naar de hoogte van het tarief voor basisverbruik. Meer dan 80%
vindt dat dit tarief goedkoper moet zijn dan normaal verbruik, waarvan 30% dat het effectief gratis
moet zijn. Lang niet alle ondervraagden zijn dus van mening dat er een ‘gratis’ schijf verbruik moet
zijn.
Tabel 10 Hoogte tarief basisverbruik
N %
000 100%
Gratis 303 30,3%
Goedkoper dan normaal verbruik 503 50,3%
Dezelfde prijs als normaal verbruik 129 12,9%
Geen mening 65 6,5%
Totaal
24. Hoe vindt u dat het tarief voor basisverbruik moet zijn?
1
Een laatste vraag in dit deel peilt naar de hoogte van het aandeel van de vaste vergoeding in de
waterfactuur. De vaste vergoeding wordt door relatief veel ondervraagden als ‘ongewenst’ ervaren.
Meer dan een kwart stelt immers dat er geen vaste vergoeding aangerekend mag worden, een ander
kwart stelt een lage vaste vergoeding (10% van de waterfactuur) voorop. Hogere aandelen van vaste
vergoeding worden opmerkelijk minder aangeduid. Opmerkelijk is dat 25% van de ondervraagden
geen mening heeft aangevinkt op deze vraag.
Tabel 11 Aandeel vaste vergoeding
N %
1000 100%
Geen vaste vergoeding 278 27,8%
€ 35 (10% waterfactuur) 292 29,2%
€ 50 (14% waterfactuur) 112 11,2%
€ 87,5 (25% waterfactuur) 46 4,6%
€ 115,5 (33% waterfactuur) 12 1,2%
€ 175 (50% waterfactuur) 6 0,6%
€ 350 (100%) 3 0,3%
Geen mening 251 25,1%
28. Hoe groot mag het aandeel van de vaste vergoeding zijn in de waterfactuur
van een gemiddeld gezin?
Totaal
Billijk
Een laatste reeks antwoorden heeft betrekking op de billijkheid van de waterfactuur. Wat ervaren de
bevraagden als rechtvaardig? Hierbij werd vooral gevraagd in hoeverre de deelnemers vinden dat de
variabele en vaste vergoeding afhankelijk moet zijn van gezinsgrootte.
13
Resultaten
Meer dan 70% van de ondervraagden vindt het goed dat de hoeveelheid kosteloos geleverd water
toeneemt met de gezinsgrootte. Het spreekt voor zich dat grotere gezinnen hier sterker de voorkeur
aan geven dan kleinere gezinnen. Toch vindt ook een meerderheid van de éénpersoonsgezinnen dit
goed.
Tabel 12 Kosteloze levering afhankelijk van aantal gezinsleden
1 2 3 4 5 Meer dan 5
N % (A) (B) (C) (D) (E) (F)
1000 100% 211 421 157 141 46 24
Ja 716 71,6% 65,4% 70,3% 73,9% 71,6% 91,3% AB 95,8% A
Neen 202 20,2% 23,2% 21,4% 20,4% 19,1% 6,5% 4,2%
Geen mening 82 8,2% 11,4% 8,3% 5,7% 9,2% 2,2% 0,0%
25. Vindt u het goed dat het kosteloos geleverde water afhankelijk is van het aantal gezinsleden, m.a.w. hoe
meer gezinsleden, hoe meer kosteloos geleverd water?
TotaalUit hoeveel leden bestaat uw gezin (inclusief uzelf)?
Ook meer dan 70% van de ondervraagden vindt dat er compenserende maatregelen mogen komen
voor de alleenstaanden, die een relatief hogere vaste vergoeding hebben. Ook hier spreekt het voor
zich dat de kleinere gezinnen hier een relatief grotere voorkeur voor hebben. Het valt evenwel op dat
de 2- tot 5-persoonsgezinnen significant meer aangeven niet akkoord te gaan met deze stelling dan
de eenpersoonsgezinnen. Ook hoger geschoolden zijn het significant meer niet eens met de stelling
dan lager geschoolden. Deze significante verschillen zijn niet aanwezig bij de vorige vraag. In
tegenstelling tot de eerdere vraag, waar de ondervraagden het relatief gelijk over de socio-
demografische groepen eens en niet eens waren, zijn hier wel significante verschillen op te merken.
Het voorstel voor corrigerende maatregelen voor alleenstaanden, beroert dus meer dan de kosteloze
levering te laten afhangen van het aantal gedomicilieerden.
Tabel 13 Compensatie vaste vergoeding alleenstaanden
Hoogstens
lager
middelbaar
Hoger
middelbaar
Hoger
onderwijs1 2 3 4 5 Meer dan 5
N % (A) (B) (C) (A) (B) (C) (D) (E) (F)
1000 100% 258 402 340 211 421 157 141 46 24
Ja 705 70,5% 76,0% 67,7% 69,7% 87,2% BCDEF 69,6% D 68,2% 56,0% 60,9% 58,3%
Neen 173 17,3% 10,9% 17,9% A 21,5% A 4,7% 18,5% A 21% A 27% A 23,9% A 12,5%
Geen mening 122 12,2% 13,2% 14,4% 8,8% 8,1% 11,9% 10,8% 17,0% 15,2% 29,2% A
Totaal
Uit hoeveel leden bestaat uw gezin (inclusief uzelf)?Diploma
27. Aangezien de factuur een vaste vergoeding bevat, betalen alleenstaanden relatief meer voor hun water. Vindt u dat hiervoor compenserende maatregelen
mogen komen?
De verdeeldheid bij de ondervraagden bij het afhankelijk maken van de vaste vergoeding van het
aantal gezinsleden blijkt ook uit de antwoorden op de volgende vraag. Bijna de helft van de
ondervraagden vindt het niet goed om de vaste vergoeding te laten toenemen met de gezinsgrootte;
40% vindt dit wel een goed voorstel.
14
Tabel 14 Vaste vergoeding in functie van aantal gezinsleden
Hoogstens
lager
middelbaar
Hoger
middelbaar
Hoger
onderwijs1 2 3 4 5 Meer dan 5
N % (A) (B) (C) (A) (B) (C) (D) (E) (F)
1000 100% 258 402 340 211 421 157 141 46 24
Ja 402 40,2% 34,9% 39,6% 45% A 45,5% 44,4% 34,4% 32,6% 28,3% 25,0%
Neen 462 46,2% 47,7% 45,8% 45,6% 35,5% 44,9% 52,9% A 51,1% 65,2% A 54,2%
Geen mening 136 13,6% 17,4% C 14,7% 9,4% 19,0% 10,7% 12,7% 16,3% 6,5% 20,8%
29. Vindt u het goed dat de vaste vergoeding afhankelijk is van het aantal gezinsleden, m.a.w. hoe meer gezinsleden, hoe meer vaste
vergoeding?
Totaal
Diploma Uit hoeveel leden bestaat uw gezin (inclusief uzelf)?
Prioritering criteria
Als laatste luik van de toetsing van de perceptie bij de tariefstructuur werd de deelnemers gevraagd 4
stellingen te priorteren. Elke stelling hoort thuis bij één criterium :
- de waterprijs moet duurzaam waterverbruik stimuleren : aanzet tot efficiënt en duurzaam
watergebruik;
- de waterprijs moet eenvoudig na te rekenen zijn : administratieve eenvoud;
- bij eenzelfde verbruik, moeten grote en kleine gezinnen ongeveer hetzelfde betalen :
billijkheid of “fair deal”;
- de waterfactuur is voor abonnees met dezelfde kenmerken (verbruik en gezinsgrootte)
(ongeveer) gelijk bij alle watermaatschappijen : uniformiteit.
De vraag naar prioritering werd op het einde van de enquête gesteld. Omdat in de voorgaande
vragen standpunten gevraagd werden bij elk van de criteria, wordt aangenomen dat de deelnemers
de criteria op het einde van de enquête kunnen rangschikken.
De vraag werd gesteld aan de hand van een rangordeschaal waarbij de respondent de vier opties
moest ordenen naar orde van belangrijkheid.
Omdat de percentages zoals weergegeven in de volgende tabellen gebaseerd zijn op sub-
berekeningen, kunnen hier geen significanties op berekend worden.
Resultaat
Er blijkt geen duidelijke voorkeur voor één vooropgesteld criterium. Het eenvoudig na te rekenen zijn
van de waterfactuur scoort met 33% het hoogst, gevolgd door billijkheid (24%) en stimuleren van
duurzaam watergebruik (22%) en gelijkheid van de waterprijs over de watermaatschappijen (22%).
15
Tabel 15 Prioritering criteria - totaal
31. In welke mate vindt u onderstaande stellingen i.v.m.
de waterprijzen in Vlaanderen belangrijk?
%
100%
De waterprijs moet duurzaam waterverbruik stimuleren. 1000 22,1% 3
De waterprijs moet eenvoudig na te rekenen zijn. 1000 32,6% 1
Bij eenzelfde verbruik, moeten grote en kleine gezinnen
ongeveer hetzelfde betalen.1000 23,8% 2
De waterfactuur is voor abonnees met dezelfde
kenmerken (verbruik en gezinsgrootte) (ongeveer) gelijk
bij alle watermaatschappijen.
1000 21,5% 4
N
Totaal
Rang
Ook bij analyse van de resultaten over de socio-demografische groepen blijkt nauwelijks variatie. De
jongere deelnemers aan de enquête (-35-jaringen) geven iets meer een hogere prioriteit aan
duurzaam watergebruik stimulerende tariefstructuren boven een billijke tariefstructuur in vergelijking
met de oudere deelnemers. Relatief bekeken betreft het wel gelijkaardige percentages (23,8% t.o.v.
22,7%).
Verder is op te merken dat het belang dat de deelnemers hechten aan de eenvoud van de factuur
afneemt met de scholingsgraad van de deelnemers, terwijl het belang van een duurzaam
watergebruik stimulerende tariefstructuur en in mindere mate uniformere tarieven toeneemt met de
scholingsgraad.
Tabel 16 Prioritering criteria – socio-demografische analyse
16
Besluit
De analyse van de resultaten geeft aan dat de huishoudens een afgetekende voorkeur
(> 70%) hebben voor:
- een uniforme berekening van de waterfactuur over Vlaanderen, dus voor een
uniforme tariefstructuur;
- een uniforme hoogte van de waterfactuur over Vlaanderen;
- het voorzien van een sociale correctie op de waterfactuur voor de sociaal zwakkeren;
- een progressieve tariefstructuur, waarbij het veelverbruik duurder en het
basisverbruik goedkoop (niet gratis) is;
- een structuur waarin rekening gehouden wordt met de gezinsgrootte (afhankelijkheid
schijfgrootte van gezinsgrootte);
- een lage vaste vergoeding.
Jongeren (-35-jarigen) significant meer gaan voor het stimuleren van duurzaam watergebruik
en individualiseren, waar ouderen (+50-jarigen) meer gaan voor billijkheid en solidariseren.
Er blijkt geen overduidelijke voorkeur voor één vooropgesteld criterium ter beoordeling van
tariefstructuren (aanzetten tot duurzaam watergebruik, administratieve eenvoud, billijkheid en
uniformiteit). Het eenvoudig herrekenbaar zijn van de waterfactuur scoort relatief wel iets
beter dan de andere criteria.
17
DEEL II : PERCEPTIE VAN HUISHOUDELIJKE ABONNEES BIJ DE
WATERPRIJS
Betrokkenheid bevraagden
De eerste vragen van het marktonderzoek peilden naar de betrokkenheid van de bevraagden bij
waterlevering in het algemeen. Dit geeft een eerste algemeen beeld van de mate waarin de Vlaming
begaan is met zijn waterverbruik.
Kennis watermaatschappij
Het openbaar waterdistributienetwerk in de 308 Vlaamse gemeenten werd eind 2013 beheerd door
11 exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk (verder watermaatschappijen genoemd).
Figuur 1: Distributiegebieden watermaatschappijen – situatie 2013
Bron: VMM Waterboek
De watermaatschappijen zijn het eerstelijnsaanspreekpunt bij vragen van inwoners over
watervoorziening. Door het bevragen van de kennis van de eigen watermaatschappij wordt gepeild
naar de betrokkenheid bij de eigen watervoorziening.
18
Resultaat bevraging
Van de ondervraagden stelt 73% zijn drinkwaterleverancier te kennen. Aan deze deelnemers werd
gevraagd de naam van deze maatschappij in te vullen. Door het koppelen van gegevensbestanden is
het mogelijk de correctheid van het antwoord na te gaan. 75% van de deelnemers die stellen hun
drinkwaterleverancier te kennen (van 73% van de deelnemers aan de enquête dus), slaagden er ook
in een correcte naam van hun watermaatschappij in te vullen.
Bekijken we de totale steekproef dan kan besloten worden dat van alle deelnemers aan dit onderzoek
56% de correcte naam van zijn watermaatschappij kon invullen. Dit is een lichte stijging ten opzichte
van het marktonderzoek uitgevoerd in 2011 toen 52% van de deelnemers de naam van zijn
watermaatschappij kende.
Opmerkelijk is wel dat de kennis van de maatschappijnaam sterk varieert tussen de maatschappijen.
Voor de kleinere maatschappijen werd slechts een heel beperkt aantal klanten bevraagd. Het is
bijgevolg niet mogelijk om hier sluitende conclusies uit te trekken.
De bij haar abonnees best gekende watermaatschappij blijft PIDPA. Ruim 87% van de
ondervraagden uit dit distributiegebied kon de naam van zijn watermaatschappij correct weergeven.
Voor de ondervraagden wonend in het distributiegebied van TMVW en AWW werd ook ‘Waterlink’ als
antwoord aanvaard. In 2013 wijzigde VMW haar naam voor abonnees in De Watergroep. Zowel VMW
als De Watergroep werden voor deze abonnees als juist gemarkeerd. Opvallend was toch wel de
reeds grote bekendheid van de nieuwe naam. Ruim 35% van de ondervraagden uit het gebied van de
Watergroep wisten van deze nieuwe naam en vulden hem correct in.
Tabel 17: Kennis watermaatschappij
*De 11 deelnemers aan de marktbevraging die niet in Vlaanderen wonen worden voor deze analyse niet in rekening genomen.
19
Bewust waterverbruik
Aan de hand van de vragen ‘Vindt u van uzelf dat u spaarzaam omgaat met water?’ en ‘Volgt u uw
waterverbruik actief op?’ peilden we naar het effectief bewust omgaan met water.
Het leidingwaterverbruik in huishoudens bedraagt gemiddeld 101 liter per persoon per dag. In
vergelijking met andere regio’s en landen is het leidingwaterverbruik van huishoudens laag. Er wordt
bijgevolg verondersteld dat de Vlaming reeds bewust omgaat met water.
Resultaat bevraging
Meer dan 85% van de ondervraagden stelt spaarzaam om te gaan met water. De 50-plussers
antwoorden significant meer ‘ja’ op deze vraag. Meer dan 91% van de 50-plussers vindt dat hij
spaarzaam omgaat met water.
Op de vraag naar het actief opvolgen van het waterverbruik, door bijvoorbeeld regelmatig de
tellerstand van de watermeter op te volgen, antwoordt 24% van de ondervraagden dit effectief te
doen. Hier zijn geen significante verschillen vast te stellen over de leeftijdsgroepen.
Algemeen kan hieruit besloten worden dat de grote meerderheid van de Vlamingen van mening is dat
hij spaarzaam omgaat met water. Een kwart stelt zelfs het waterverbruik actief op te volgen.
Door het regelmatig controleren van de tellerstand van de watertellers en het zo actief opvolgen van
het waterverbruik kunnen lekken en andere onregelmatigheden (bv aan toestellen) sneller
opgespoord worden. Zo wordt duurzaam waterverbruik gestimuleerd en worden onverwacht hoge
waterfacturen vermeden. De peiling geeft aan dat deze actieve opvolging van het waterverbruik
wellicht nog meer gestimuleerd kan worden.
Tabel 18: Spaarzaam watergebruik
-35 35-49 50+
N % (A) (B) (C)
1000 100% 212 270 518
Ja 852 85,2% 75,9% 79,6% 91,9% AB
Neen 120 12,0% 20,8% C 16,7% C 6,0%
Geen mening 28 2,8% 3,3% 3,7% 2,1%
Marktonderzoek 2013
Totaal Leeftijd
10. Vindt u van uzelf dat u spaarzaam omgaat met water ?
(bv. kraan niet onnodig laten lopen, regenwater gebruiken, niet te lang
douchen, …)
20
Tabel 19: Opvolging waterverbruik
-35 35-49 50+
N % (A) (B) (C)
1000 100% 212 270 518
Ja 241 24,1% 22,2% 23,3% 25,3%
Neen 735 73,5% 74,5% 74,4% 72,6%
Geen mening 24 2,4% 3,3% 2,2% 2,1%
Totaal
Marktonderzoek 2013
Leeftijd
9. Volgt u uw waterverbruik actief op?
(bv. regelmatig aflezen van de tellerstand van de watermeter, douchetijd
timen, …)
Bijna 90% van de ondervraagden vindt het duurzaam omgaan met water belangrijk tot heel belangrijk.
De grootste stimulans voor het duurzaam omgaan met water is volgens de ondervraagden de
waterprijs.
Figuur 2: Belang duurzaam watergebruik
21
Tabel 20: Stimulansen voor duurzaam watergebruik1
N %
De hoogte van de waterprijs 534 53,4%
Prijsstijgingen 401 40,1%
Hogere prijs voor veelverbruik 399 39,9%
Sensibiliseringsacties 301 30,1%
Overtuiging 303 30,3%
Opvoeding en onderwijs 298 29,8%
Andere: 22 2,5%
33. Welke van onderstaande factoren zetten u aan tot
duurzaam waterverbruik?
Totaal
Kennis drinkwaterfactuur
Controle waterfactuur
In de peiling werd gevraagd in welke mate de waterfactuur bekeken wordt. Dit kan een indicatie zijn
voor de bezorgdheid van de respondent over de correctheid van zijn factuur of over de eventuele
stijging van het te betalen bedrag.
Resultaat bevraging
Slechts 14% van de deelnemers stelt zijn waterfactuur niet na te kijken. 41% overloopt ze vluchtig,
35% leest ze aandachtig en 11% controleert ze heel grondig.
In vergelijking met de eerdere marktbevragingen stellen we een verschuiving in de antwoorden naar
een grondigere controle van de waterfactuur vast. Daar waar bij de vorige bevragingen nog meer dan
de helft van de deelnemers aangaf zijn waterfactuur slechts vluchtig te bekijken is dit nu nog slechts
40%. Het aandeel van de deelnemers dat stelt zijn waterfactuur aandachtig te lezen en zeer grondig
te controleren steeg daarentegen relatief sterk (van 32% naar 45%).
De controle van de waterfactuur stijgt naarmate de leeftijd van de respondent stijgt. Zo stelt 42% van
de 50-plussers de waterfactuur aandachtig te lezen ten opzichte van slechts 23% van de
min-35-jarigen. Ook het grondig controleren van de waterfactuur gebeurt significant meer in de
hogere leeftijdscategorieën.
De bij vorige marktbevragingen vastgestelde significante verschillen tussen de verschillende
opleidingsniveaus worden nu niet meer vastgesteld.
De oorzaak van de algemene verhoogde alertheid bij de waterfactuur is wellicht complex. De stijging
van de levensduurte in het algemeen en de economische crisis zet wellicht mensen aan tot een
grondiger controle van hun waterfactuur.
1 Aanduiden van meerdere antwoorden was mogelijk.
22
Tabel 21: Controle van de waterfactuur
Kennis inhoud waterfactuur
Sinds de reorganisatie van de watersector betaalt elke abonnee van een watermaatschappij in
Vlaanderen via de integrale waterfactuur ook voor de afvoer én voor de zuivering van het afvalwater
afkomstig van het verbruikte leidingwater. Met andere woorden, de abonnee betaalt zowel voor de
productie en levering van zijn leidingwater als voor de afvoer en zuivering van zijn afvalwater via één
(drinkwater)factuur.
In het marktonderzoek werd gepeild naar de kennis van de deelnemers over de componenten van
deze waterfactuur.
Resultaat bevraging
De kennis van de integrale waterfactuur blijkt vrij groot te zijn. De resultaten van de marktbevraging
sluiten nauw aan bij deze van 2010 en 2011. De meerderheid van de respondenten geeft te kennen
dat de kosten voor de productie en levering van drinkwater, voor de afvoer en zuivering van
afvalwater en de administratieve kosten van de waterleverancier vervat zitten in de drinkwaterfactuur.
Opvallend is evenwel ook dat nog steeds meer dan 30% van de deelnemers meent dat ook het
onderhoud van waterwegen vervat zit in de integrale waterfactuur.
23
Tabel 22: Kennis van componenten integrale waterfactuur
Marktbevraging 2013 2011 2010
Administratieve kosten van de waterleverancier 84,4% 83,7% 80,7%
Levering van drinkwater 84,3% 86,5% 87,7%
Zuivering van afvalwater 79,6% 80,8% 81,8%
Productie van drinkwater 66,5% 71,4% 71,6%
Afvoer van afvalwater 59,1% 59,5% 57,8%
Onderhoud van waterwegen (kanalen, rivieren,…) 36,6% 33,0% 30,3%
Afvoer van regenwater 23,9% nb nb
Gebruik van hemelwater (regenwater) 10,7% 10,3% 9,0%
Andere 2,2% 2,4% 2,0%
15. Welke kosten zijn, volgens u, vervat in de rekening van uw kraantjeswater?
*nb = niet bevraagd
Perceptie duidelijkheid van de waterfactuur
De deelnemers werd gevraagd of ze hun waterfactuur duidelijk genoeg vinden.
Resultaten
Opvallend is toch wel dat meer dan twee derden van de deelnemers zijn waterfactuur duidelijk
genoeg vindt. Het feit dat 50-plussers hun waterfactuur grondiger bekijken verklaart mogelijk waarom
deze groep zijn waterfactuur duidelijker vindt dan de jongere leeftijdsgroepen. Een grondigere
controle vergroot wellicht het inzicht en de perceptie van de duidelijkheid van de factuur.
Aan diegene die aangaven dat de waterfactuur niet duidelijk genoeg was, werd gevraagd wat er beter
kan. Meer dan 90% gaf aan dat de berekeningswijze van het factuurbedrag duidelijker zou mogen
zijn.
Tabel 23: Duidelijkheid waterfactuur
-35 35-49 50+
N % (A) (B) (C)
1000 100% 212 270 518
Ja 652 65,2% 57,5% 63,0% 69,5% A
Neen 186 18,6% 21,2% 20,4% 16,6%
Geen mening 162 16,2% 21,2% C 16,7% 13,9%
12. Vindt u uw waterfactuur duidelijk genoeg ?
Marktonderzoek 2013
Totaal Leeftijd
Tabel 24: Duidelijkheid waterfactuur – wat kan beter ?
13. Wat kan er duidelijker aan uw waterfactuur?
Marktbevraging 2013
De berekeningswijze van het factuurbedrag 91,9%
De betalingsmodaliteiten 17,7%
Hoe de watermaatschappij te contacteren bij inlichtingen of
bij klachten 17,7%
Andere: 6,5%
24
Kennis kosteloze levering van water
De kost die elke abonnee betaalt voor de productie en levering van leidingwater, wordt aangerekend
via een vaste vergoeding (abonnementsgeld en/of meterhuur) en een variabele vergoeding
(afhankelijk van de hoeveelheid verbruikt water).
Per gedomicilieerde wordt jaarlijks 15m³ drinkwater kosteloos geleverd. Dit wil zeggen dat voor de
eerste 15m³ verbruik per persoon per jaar het tarief van de variabele vergoeding voor productie en
levering van leidingwater 0 €/m³ bedraagt. In de bevraging werd gepeild naar de kennis van deze
maatregel.
Resultaat bevraging
Ongeveer de helft van de ondervraagden gaat akkoord met de stelling dat ‘gratis’ water geleverd
wordt. Dit is een lichte daling van deze kennis ten opzichte van de vorige bevragingen. Als we dit
resultaat vergelijken met de kennis van de Vlaamse bevolking over gratis elektriciteit dan stellen we
vast dat er minder kennis is over de ‘gratis water’-maatregel. Uit een marktonderzoek van de VREG in
2013 blijkt immers dat 71 % van de bevraagden de maatregel van gratis elektriciteit kent.
Tussen de verschillende leeftijdscategorieën merken we opnieuw een significant verschil op over de
kennis van de kosteloze levering van water. De 50-plussers gaan significant meer akkoord met de
stelling dat jaarlijks een hoeveelheid drinkwater gratis verkregen wordt. Eerder is gebleken dat net de
jongste bevraagden stellen hun waterfactuur minder grondig te bekijken. Het minder bekijken van de
waterfactuur door de jongste deelnemers is waarschijnlijk de verklaring voor het feit dat ze minder op
de hoogte zijn van de kosteloze levering van drinkwater.
Er werd bij dit onderzoek ook gepeild naar de kennis over de hoeveelheid kosteloos geleverd water.
De kennis hiervan blijkt zeer beperkt. Slechts 14% van diegenen die akkoord gingen met de stelling
dat een bepaalde hoeveelheid water gratis geleverd werd, konden deze hoeveelheid correct
aangeven. Op de totale steekproef (1000 deelnemers) is dit slechts 5%.
Besloten kan dus worden dat de maatregel van de kosteloze levering van drinkwater vrij algemeen
gekend is, vooral bij de hoogste leeftijdscategorie. De hoeveelheid water die kosteloos geleverd wordt
is niet gekend.
25
Tabel 25: Kennis kosteloos geleverd water
17. Ik krijg jaarlijks een bepaalde hoeveelheid gratis drinkwater.
-35 35-49 50+
N % (A) (B) (C)
1000 100%
Niet akkoord 178 17,8% 27,8% C 20% C 12,5%
Akkoord 486 48,6% 45,7% 45,2% 59,5% AB
Geen mening 336 33,6% 45,7% C 34,8% 28,0%
Ik krijg jaarlijks een bepaalde hoeveelheid gratis drinkwater.
30-34 35-49 50-70
N % (A) (B) (C)
1000 100% 282 349 369
Niet akkoord 137 13,7% 13,5% 13,5% 14,0%
Akkoord 538 53,8% 40,3% 59,7% A 58,5% A
Geen mening 326 32,6% 46,2% 26,8% 27,5%
Ik krijg jaarlijks een bepaalde hoeveelheid gratis drinkwater.
30-34 35-49 50-70
N % (A) (B) (C)
1000 100% 282 349 369
Niet akkoord 116 11,6% 13,5% 10,2% 11,3%
Akkoord 569 56,9% 44,1% 58,7% A 65,2% A
Geen mening 315 31,5% 42,4% 31,1% 23,5%
Marktbevraging 2013
TotaalLeeftijd
Marktbevraging 2010
TotaalLeeftijd
Marktbevraging 2011
TotaalLeeftijd
Figuur 3: Kennis hoeveelheid kosteloos geleverd water
26
Perceptie verhouding prijs – kwaliteit
Aan de hand van een aantal gerichte vragen werd gepeild naar het ervaren van de prijs van water.
Resultaat bevraging
De helft van de ondervraagden vindt de hoogte van de waterfactuur normaal, 37% vindt ze hoog. Bij
de vraag of de prijs van kraantjeswater een correcte prijs is, stelde bijna de helft van de
ondervraagden hierover geen mening te hebben, 22% gaat akkoord, 30% gaat niet akkoord met de
stelling. De helft van de Vlamingen vindt de hoogte van de waterfactuur dus normaal en heeft geen
mening over de correctheid van de prijs.
Voor deze beide stellingen werden geen significante verschillen vastgesteld in de antwoorden over de
verschillende indelingsgroepen (leeftijd, opleidingsniveau en provincie).
Figuur 4 Perceptie hoogte van de waterfactuur
Figuur 5 Perceptie correctheid prijs van leidingwater
27
In onderstaande tabel worden de antwoorden van twee andere gerichte vragen naar de perceptie van
prijs en kwaliteit van water gebundeld. Opvallend is telkens het grote aantal ondervraagden dat als
antwoord ‘geen mening’ of ‘neutraal’ heeft aangevinkt. Deze worden in de tabel samen weergegeven
als ‘geen mening’. Dit geeft reeds aan dat de ondervraagden niet echt begaan zijn met de prijs van
water. Deze vaststelling kan ook afgeleid worden uit de verdere analyse van de antwoorden.
Tabel 26: Perceptie prijs-kwaliteit leidingwater in functie van bepaalde stellingen
Ongeveer 1/4 van de ondervraagden stelt dat de uitgaven voor kraantjeswater een groot deel van hun
huishoudbudget vertegenwoordigen. In vergelijking met eerdere marktbevragingen is dit aandeel
gestegen, van 16% in 2010 tot 23 % in 2013. Uit de enquête blijkt dat het ervaren van een groot
belang van het aandeel van de waterfactuur in het totaal huishoudbudget afneemt bij toename van de
scholingsgraad. Zo gaat bijna de helft van de ondervraagden met een diploma hoger onderwijs niet
akkoord met deze stelling. Hoger geschoolden vinden niet dat het aandeel van de waterfactuur in het
huishoudbudget groot is.
28
Er zijn geen exacte cijfers gekend over het aandeel van de waterfactuur in het huishoudbudget
rekening houdend met opleidingsniveau en leeftijd van het ‘gezin’, zodat deze vaststellingen niet
kunnen getoetst worden aan de werkelijkheid. Er zijn wel aanwijzingen dat gemiddeld het
huishoudbudget van ouderen en laaggeschoolden kleiner is. (cf. Bevolkingsgroepen onder de
armoededrempel – VRIND 2010).
Iets meer dan een vierde van de deelnemers geeft aan dat kraantjeswater een goede prijs-kwaliteit
verhouding heeft. De lager geschoolden zijn het hier significant minder mee eens dan de hoger
opgeleiden. Ook hier wordt vastgesteld dat het aandeel dat niet akkoord gaat met de stelling
toegenomen is over de jaren. In 2010 ging nog 36% van de ondervraagden akkoord met deze
stelling, nu nog slechts 28%.
Niettegenstaande het feit dat de tarieven van de integrale waterfactuur tussen 2010 en 2013
nagenoeg louter geïndexeerd werden en dus niet wezenlijk verhoogden, ervaren meer en meer
mensen het aandeel van de waterfactuur in het huishoudbudget als groot en de prijs-
kwaliteitsverhouding niet meer goed.
29
Besluit
Kennis watermaatschappij
Ongeveer de helft van de Vlaamse bevolking kent zijn watermaatschappij.
De kennis van de watermaatschappij varieert sterk van maatschappij tot maatschappij.
De grotere watermaatschappijen in Vlaanderen zijn algemeen beter bekend bij hun abonnees
dan de kleinere.
Bewust waterverbruik
Bijna 90% van de ondervraagden vindt duurzaam watergebruik belangrijk.
Slechts 25% volgt zijn waterverbruik actief op. Een actieve opvolging van het waterverbruik
(bv. regelmatige controle van de waterteller) kan wellicht nog meer gestimuleerd worden.
Kennis drinkwaterfactuur
De kennis van de verschillende componenten van de integrale drinkwaterfactuur, die sinds
2005 ingevoerd werd, is groot. Opvallend is wel dat nagenoeg een derde van de deelnemers
aan de enquête denkt dat ook het onderhoud van waterwegen vervat zit in de
drinkwaterfactuur.
Meer dan de helft van de ondervraagden weet dat jaarlijks een hoeveelheid water kosteloos
geleverd wordt.
Meer dan twee derden van de deelnemers vindt zijn waterfactuur duidelijk genoeg. Diegenen
die de waterfactuur onduidelijk vinden, wijten dit vooral aan een niet verstaanbaar zijn van de
berekeningswijze van het factuurbedrag.
De drinkwaterfactuur wordt door de helft van de abonnees slechts vluchtig overlopen.
Jongeren controleren hun waterfactuur duidelijk minder grondig.
De algemene kennis over drinkwater en zijn prijs neemt toe naar mate de factuur grondiger
bekeken wordt.
Perceptie verhouding prijs – kwaliteit
De helft van de Vlamingen vindt de hoogte van de waterfactuur normaal (niet hoog
en niet laag).
De helft van de ondervraagden heeft geen mening over de correctheid van de prijs.
Ten opzichte van eerdere marktbevragingen wordt meer aangegeven dat het aandeel van de
waterfactuur in het huishoudbudget groot is. Ongeveer een vierde van de ondervraagden zijn
het eens met deze stelling. Het ervaren van de grootte van het aandeel van de waterfactuur
in het totaal huishoudbudget neemt af bij toename van de scholingsgraad. Dit sluit aan bij
aanwijzingen uit andere onderzoeken stellende dat gemiddeld het huishoudbudget van
ouderen en laaggeschoolden kleiner is.
Iets meer dan één vierde van de deelnemers geeft aan dat kraantjeswater een goede prijs-
kwaliteit verhouding heeft. De lager geschoolden zijn het hier significant minder mee eens
dan de hoger opgeleiden. Ook hier wordt vastgesteld dat het aandeel dat niet akkoord gaat
met de stelling toegenomen is over de jaren.