V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

21
ELEKTRONISCHE NIEUWSBRIEF VOOR LEDEN NUMMER 2010-2

description

Electronische nieuwsbrief van de VZI Inhoud: V&VN VZI strategie 2010 - 2013 Interview met Rob Doms: kerndocent opleiding Healt&Informatics Verpleegkundige verkenning EPD SNOMED CT en de Mirador epd basisset

Transcript of V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

Page 1: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

ELEKTRONISCHE NIEUWSBRIEF VOOR LEDEN

NUMMER 2010-2

Page 2: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

Oprichtingsdatum: 26 februari 2004 Aantal leden: 140 Lidmaatschap: V&VN € 62,00 per jaar / Afdeling VZI € 25,- per jaar

Nieuwsbrief: verschijnt jaar exclusief voor leden

Eindredactie: Ulco de Boer ([email protected])

Nieuwsbrief V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 2

COLOFON

Bestuur : Contact: Ulco de Boer, voorzitter E-mail: [email protected]

Erna Vreeke, vice voorzitter Website: http://vzi.venvn.nl

Paul Blankers, secretaris LinkedIn: http://www.linkedin.com/e/vgh/2557980/

Sietze Ketelaar, communicatie

Renée Verwey

Eef Peelen

Bestuurslid (vacant)

INHOUDSOPGAVE

Van het bestuur…….…………………………………………………………………….…...3 V&VN VZI strategie 2010—2013………………………………………………...……....... 4 Interview Rob Doms……………………………………………………………………….... 6 Verpleegkundige verkenning EPD…………………….…………………………………... 8 SNOMED CT en de Mirador EPD Basisset…………………………...……………….... 11 Project Infuus InZicht ……………………………………………..………………………..15 E-learning ………………………………………………………..…………………………..18 HIMSS 2010………………………………………………………..………………………..19 Agenda …………………………………………………………..…………………………..21

Page 3: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 3

VAN HET BESTUUR

MISSIE Als afdeling verpleegkundige en zorginformatica hebben we een missie wat ons bestaansrecht rechtvaardigt: na-mens de verpleegkundigen en verzorgenden een bijdrage leveren aan de informatietechnologie. Veel van onze leden zijn dan ook verpleegkundigen met zorginformatica als aandachtsgebied. Echter we moeten onze positie wel zien in het kader van de multidisciplinaire zorgverlening. De focus ligt dan ook niet alleen bij verpleegkundigen en verzorgenden en staat onze afdeling open voor niet verpleegkundigen. Vanwege het multidisciplinaire karakter zoeken we als af-deling actief de samenwerking op met andere verenigingen en proberen we mee te liften op activiteiten die door hen georganiseerd worden. Het MIC congres en de NVMA EPD dag zijn daar goede voorbeelden van.

SAMENWERKING HEALTH INFORMATICS De afdeling is mede ontstaan n.a.v. een alumnidag van de toen nog Hogere Opleiding Verpleegkundige Informatica opleiding. Sinds een aantal jaren heet de opleiding Health Informatics en bedoeld voor allerlei zorgverleners. Ook hier dus een verschuiving naar de Multi disciplinaire context. De VZI en de opleiding Heal-th Informatics hebben beslo-ten om nauwer te gaan sa-men werken aangezien we beiden de zelfde doelgroep hebben. De eerste activiteiten worden in deze nieuwsbrief al zicht-baar. De VZI denkt mee over de opzet van een master op het gebied van Health Informatics en een aantal afgestu-deerden presenteren in een samenvatting hun eindop-dracht voor de opleiding.

NIEUWSBRIEF 10-2 Nieuwsbrief 10-2 staat voor het grootste gedeelte in het teken van de opleiding Health Informatics. Een interview met één van de coördinatoren van de opleiding en een ver-slag van het onderzoek dat de opleiding heeft gedaan om een master Health Informatics op te gaan zetten. De plan-nen zijn concreter dan ooit. Ook in deze nieuwsbrief samenvattingen van de afgstu-deerden van de opleiding Health Informatics. Ik hoop dat het publiceren van de eindopdrachten een nieuwe traditie gaat worden. Het geeft namelijk een goed beeld over wat er speelt op het gebied van zorg informatica in Nederland. Naast de onderwerpen rondom Health Informatics ook de publicatie van de strategische doelen van de afdeling. De-ze doelen zijn ook gecommuniceerd naar het bestuur van

V&VN die daar positief op heeft gereageerd en we hebben afspraken gemaakt voor een vervolg. Een reisverslag van de HIMS 2010 geeft een beeld van de internationale ontwikkelingen op zorginformatica gebied. Vanwege de zomer periode is de agenda niet zo uitgebreid maar ik vraag aandacht voor de geplande ALV op ma 13 december. Nadere informatie volgt. Veel leesplezier.

Ulco de Boer Voorzitter VZI en eindredacteur

Namens de verpleegkundige en verzorgende beroepsgro epen levert de VZI een bijdrage aan de verdere ont -wikkeling van informatie technologie ter ondersteun ing van patiëntgecentreerde, veilige, efficiënte, e ffectieve

en toegankelijke zorg.

Page 4: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 4

V&VN VZI STRATEGIE 2010—2013 - Strategische doelen van de afdeling-

Het bestuur heeft zich in het afgelopen half jaar beraden over het te volgen strategische beleid van de afdeling voor de komende jaren. Dat heeft geresulteerd in een strategisch plan 2010—2013. Een ambitieus plan waarvan veel onderwerpen al zijn gestart en dat niet kan slagen zonder actieve inbreng van de leden zelf. Ulco de Boer, Voorzitter V&VN VZI

VISIE De visie geeft weer hoe de afdeling zorginformatica ziet: Namens de verpleegkundige en verzorgende beroeps-groepen levert de VZI een bijdrage aan de verdere ont-wikkeling van informatie technologie ter ondersteuning van patiëntgecentreerde, veilige, efficiënte, effectieve en toegankelijke zorg.

MISSIE Vanuit een visie op zorginformatica geeft de missie aan wat de afdeling wil bereiken. De VZI vertegenwoordigt de verpleegkundige en verzor-gende beroepsgroepen betreffende de toepassing van ICT binnen de Nederlandse gezondheidszorg in nationale- en internationale organen, opleidingen, verenigingen en organisaties. De VZI bevordert een optimale inzet van gebruikersvrien-delijke informatietechnologie waarmee het zorgproces gefaciliteerd wordt. Dit betreft o.a. systemen die gebruikt worden om de communicatie te faciliteren tussen profes-sionals onderling (elektronische dossiers) als ook de toe-passing van informatietechnologie die de communicatie tussen verpleegkundige, verzorgenden en de patiënt (zorg op afstand) ondersteunt.

STRATEGISCHE DOELEN Om de missie vorm te geven zijn er strategische doelen geformuleerd voor de komende jaren om hier gericht aan te werken. Samengevat komen deze op het volgende neer: 1. De VZI zorgt dat er bewustwording, kennisontwikkeling

en kennisdeling plaatsvindt betreffende nut en nood-zaak van informatietechnologie en de toepassing daar-van door verpleegkundigen en verzorgenden

2. De VZI zorgt dat we binnen de V&VN consensus heb-ben over een kern dataset voor de Nederlandse ver-pleegkundige zorg ter ondersteuning van elektronische dossiervoering

3. De VZI zorgt dat de toepassing van informatietechnolo-gie is opgenomen in het competentieprofiel van V&V en er in de diverse curricula van de zorgopleidingen aan-dacht besteed wordt aan dit thema

4. De VZI heeft de juiste communicatiekanalen opgezet om aanwezig kennis te delen en te ontwikkelen binnen de V&V beroepsgroep

5. De VZI heeft een organisatie opgezet om aanwezige en ontwikkelde kennis te borgen binnen V&VN

UIT TE VOEREN ACTIVITEITEN Ad1: De VZI zorgt dat informatietechnologie voor V&V is opge-nomen als vast agendapunt bij de VAR c.q. zorginstellin-gen. Benaderen zorginstellingen en VAR’en. Zorg op afstand ( keep in touch) mede ontwikkelen. De VZI vertegenwoordigt de beroepsgroep, soms uit naam van V&VN, bij de verschillende overlegorganen: V&VN Bestuurscommissie ICT, MIC organisatie en BIOZ (Bestuurlijk ICT overleg Zorg van VWS) Ad2: Dit is het belangrijkste thema voor de komende jaren. De VZI gaat een voortrekkersrol spelen op het gebied van standaardisatie/interoperabiliteit. Het bestuur zet een ac-tieve lobby op naar externe partijen en V&VN bestuur en bureau om dit onderwerp breed op de agenda te krijgen.

Page 5: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 5

Het bestuur van VZI stuurt het proces van standaardisering binnen de beroepsgroep (afdelingen) actief aan. Dit ge-beurt in eerste instantie door de bijdrage te leveren aan het project e-overdacht in de care waarin het één van de aan-bevelingen is om een een kern dataset vast te leggenvoor V&V. Naast de kern dataset (inhoud) gaat het ook om procesma-tige aspecten van standaardisatie. We leveren daarom een bijdrage aan de totstandkoming van de richtlijn Verpleeg-kundige en Verzorgende Verslaglegging. De VZI stelt een richtlijn op t.b.v. elektronische dossiers voor V&V (pakket van eisen voor systeeminhoud en draai-boek voor implementatie) De VZI vertegenwoordigt de verpleegkundige beroeps-groep bij landelijke werkgroepen: Landelijke werkgroep EMD plus, Landelijk project informa-tie-uitwisseling in de care (E- overdracht), de Nen Beleids-commissie 303 en de Normcommissie 303 . Ad3: Het onder de aandacht brengen van specifiek ICT Compe-tenties bij de zorgopleidingen. Hiermee worden bedoeld de niveaus 3 tm 5 inclusief de Post-HBO opleidingen. De VZI levert input aan de ontwikkelingen van het nieuwe beroepsprofiel ( zowel verpleegkundige als verzorgende ) Workshop/studiemiddag ‘ontwikkelingen in verpleegkundi-ge informatica’ Deze workshops worden georganiseerd in de regio’s en leveren accreditatiepunten op.

Ad4: Het gaat om het creëren van bewustwording door informa-tie te verstrekken. Op verschillende manieren wil de VZI de kennis die aanwezig is binnen de afdeling delen of onder de aandacht te brengen.

• Nieuwsbrief met inhoudelijke artikelen.

• Website onderbrengen bij V&VN en uitbouwen voor mis-

sie en beleidsdoelen

• Opzetten competentiedatabank. Met als doel vragen te kunnen stellen aan leden en te zoeken naar mensen met bepaalde ervaring.

• Organisatie van en deelname aan bijeenkomsten

• Themamiddagen

• EPD dagen

• Nursing Informatics

• Linked in Ad5: Benaderen achterban V&VN. Op dit moment heeft V&VN 30000 leden. Hier zijn zeker ook leden te vinden die geïn-teresseerd zijn in onze afdeling. De VZI zal activiteiten uit zetten om deze potentiële leden te benaderen. Dit gaan we doen door:

• Zoeken naar mogelijkheden om een beleidsmedewerker t.b.v. ICT aan te nemen ( 1 dag per week )

• Website

• Goed beheerde documenten eigen afdeling

• Actief benaderen afdelingen V&VN betreffende ICT

• Contact V&VN bureau organiseren

• Workshop / ICT inventarisatie kaderleden andere afde-lingen. Wat zijn hun ervaringen met ICT en waar lopen zij tegen aan.

• Publicaties in V&VN magazine, V&VN nieuws en vere-nigd V&VN.

2013 VZI STRATEGIE GESLAAGD? Naast het bestuur zetten ook andere leden zich actief in voor de afdeling d.m.v. deelname aan een landelijke werkgroep, het beheren van de website , het geven van bijscholing of het aanleveren van een artikel voor de nieuwsbrief. De opgestelde strategische doellen zijn behoorlijk ambitieus en om deze te bereiken zijn we op zoek naar leden die hieraan een bijdrage willen leveren. Vind je één van de genoemde activiteiten interes-sant neem dan contact op met onze secretaris: [email protected]. Ook via de VZI linkedin zijn de activiteiten te volgen of is het mogelijk om zelf een discussie op gang te brengen: http://www.linkedin.com/e/vgh/2557980/

Page 6: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 6

INTERVIEW ROB DOMS - Kerndocent opleiding Health Informatics-

Als inleiding op de afstudeeropdrachten van de opleiding Health Informatics maken we eerst kennis met één van de kerndocenten die ons een inkijk geeft in de ontwikkellingen van het onderwijs in Nederland op het gebied van zorginformatica. Rob Doms

Kun je in enkele zinnen je CV beschrijven en aangeven waar jij je op dit moment mee bezig houdt wat betreft de opleiding? Mijn CV laat zich lastig in enkele zinnen beschrijven, maar er is wel een rode draad te formuleren: ik houd me bezig met projecten op het snijvlak van ICT, onderwijs en zorg. Dat doe ik als ZZP-er in verschillende rollen: als docent, als adviseur en als projectleider. Al enige jaren ben ik als docent betrokken bij de post-hbo opleiding Health Informatics van INHolland en de laatste tijd ben ik samen met Hans Springer één van de kerndo-centen. Dat houdt in dat ik meer modules verzorg en ook afstudeeropdrachten begeleid. Dat is erg leuk, omdat ik daardoor zelf ook een beter beeld heb gekregen van de opleiding als geheel en het belang dat de afgestudeerden hebben in de zorgsector.

Sinds het begin van dit jaar heeft INHolland concreet de wens uitgesproken om de opleiding nog steviger neer te zetten als een masteropleiding en mij gevraagd dit project te trekken. Hiervoor heb ik onder andere samen met de afdeling VZI een werkveldenquête afgenomen en ben ik nu samen met een team docenten en onderwijskundigen bezig om een nieuw opleidingsplan te schrijven. Daarbij maken we na-tuurlijk gebruik van de resultaten van het onderzoek, maar ook de recent gepubliceerde aanbevelingen voor onderwijs in Health Informatics van de International Medical Informa-tics Association (IMIA). Dat concept opleidingsplan zullen we dan vervolgens weer voorleggen aan een werkveld-commissie.

In de landen om ons heen bestaat een dergelijke master-opleiding overigens al jaren. Na het doen van een vergelij-kend onderzoek blijkt dat de huidige hogere opleiding heal-th informatics zich qua niveau al kan meten met de betere internationale masteropleidingen. De hogere opleiding verpleegkundige informatica, Hovif, tegenwoordig Health Informatics bestaat zo’n 15 jaar. Wel-ke ontwikkelingen zie jij op het gebied van verpleegkundige informatica? Ik zie vooral dat het gebruik van informatica in de zorg vol-wassen begint te worden. Informatica speelt een steeds grotere rol bij de inrichting van de primaire processen van de zorgorganisaties en deze processen worden steeds meer worden gekoppeld, zowel binnen een organisatie als tussen organisaties. Dat betekent dat de verpleegkundig informaticus een hoger abstractieniveau aan moet kunnen (naast het denken in informatiesystemen ook het denken in informatie-architecturen) en ook meer zorginhoudelijke dis-ciplines. De verpleegkundig informaticus moet meer een zorginformaticus worden. Dit werd ook bevestigd door de antwoorden op de vraag in de werkveldenquête wat de belangrijkste thema's zijn voor de komende jaren: 50% noemde het EPD (informatievastlegging), 50% noemde ketenzorg en infor-matie-uitwisseling, 40% noemde nieuwe ontwikkelingen als health 2.0, zorg op afstand, domotica en patiëntenportalen, 30% noemde kwaliteit/meetbaarheid/veiligheid,15% noem-de betaalbaarheid/marktwerking/procesoptimalisatie en 15% noemde de regie van de patiënt. Dat zijn allemaal on-derwerpen die gaan over het primaire zorgproces en de koppeling van verschillende processen. Gek genoeg noemden maar weinig respondenten een ui-termate belangrijke onderliggende voorwaarde voor deze trends: de interoperabiliteit van informatie en informatiesys-temen. We hebben het dan over termen als HL7, Snomed-CT, Lloinc oftewel de eenheid van taal. In deze nieuwsbrief gaan twee artikelen onder andere over dit onderwerp. Het gaat om de afstudeerprojecten: "Project Verpleegkundige Verkenning EPD" en het "Onderzoek naar eenheid van begrip met Snomed CT en de Mirador EPD basisset".

Page 7: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 7

Alle verpleegkundigen en verzorgenden krijgen op enigerlei wijze te maken met informatica. Vind je dat er voldoende aandacht besteedt wordt aan informatica binnen de regulie-re opleiding? Nee, op dit moment is dat onvoldoende het geval. Maar ik ben wel positief over de nabije toekomst. Steeds meer mensen beseffen dat ICT in de zorg een grotere rol gaat spelen en het dringt langzaam door dat het daarvoor nodig is dat alle zorgverleners over meer ICT basiscompetenties moeten beschikken. ICT wordt namelijk een onderdeel van de dagelijkse praktijk. Het is niet meer iets dat 'erbij' komt. Ik merk dat opleidingsinstellingen gaan beseffen dat deze ICT-competenties opgenomen moeten worden in de curri-cula van de verschillende zorgopleidingen. Dat moet dan wel zorgvuldig gebeuren. Daarom denk ik dat juist de mas-teropleiding Health Informatics en de afdeling verpleegkun-dige en zorginformatica een bijdrage kunnen leveren aan het mede vormgeven van de inbedding van deze ICT-competenties in de curricula van de verschillende zorgop-leidingen. Wat zijn volgens jou de uitdagingen voor verpleegkundige informatici de komende jaren? Verpleegkundige informatici moeten hun nieuwe vakgebied meer zichtbaar maken. Want hoewel 79% van de respon-denten van de werkveldenquête aangaf dat gezien de ont-wikkelingen rondom ICT in de zorg het goed zou zijn als meer zorgprofessionals de opleiding Health Informatics zouden volgen, zien we dit niet terug in het aantal aanmel-dingen voor de opleiding. Zorgorganisaties die nog geen kennis hebben gemaakt met verpleegkundige informatici zijn zich onvoldoende bewust van de meerwaarde om bij belangrijke nieuwe ontwikkelingen op het gebied van zorg en ICT gebruik te maken van mensen die een schakelfunc-tie kunnen vervullen tussen zorg en ICT. Dat geldt voor ma-nagers die deze notie mee zouden moeten wegen in hun personeels- en opleidingenbeleid, maar ook voor verpleeg-kundigen die er belang bij hebben meer te weten over hun carrièreperspectieven.

Opvallend in de enquête is dat 92% van de afgestudeerde zorginformatici aan hebben gegeven dat de opleiding een rol heeft gespeeld bij de uitoefening of verkrijging van de huidige functie. Hoewel de belangrijkste rol is weggelegd voor de verpleeg-kundige informatici zelf, kunnen een afdeling als de VZI en de opleiding Health Informatics dat natuurlijk wel onder-steunen. De VZI doet dat al door onder andere het organi-seren van congressen en het actief deelnemen aan netwer-ken en overlegstructuren. De opleiding doet dit naar mijn

persoonlijke mening nog onvoldoende. Traditionele oplei-dingsinstituten zijn geen experts op het gebied van zelfmar-keting. Toch zie ik mogelijkheden, bijvoorbeeld in samen-werking met VZI. De opleiding zou wat mij betreft daar moeten zijn waar ook de potentiële belangstelling is, name-lijk op de congressen en beurzen op het gebied van zorg en ICT. Nu wachten we nog teveel op belangstellenden die ons zelf weten te vinden. Daarnaast zie ik een enorme potentie in de afstudeerpro-jecten van de studenten. Als ik het werk van deze studen-ten vergelijk met een gemiddelde presentatie van een prak-tijkproject op bijvoorbeeld een EPD-dag of zorg en ICT dag, dan komt ik tot de conclusie dat het niveau van de afstu-deerprojecten zeker niet onder doet voor het niveau van deze presentaties. De lezers van deze nieuwsbrief kunnen dat zelf beoordelen: vier artikelen in deze uitgave gaan over vier afstudeerprojecten. Het kan dus interessant zijn om meer te doen met dit werk. Bijvoorbeeld door rondom de diploma-uitreiking een minicongres te organiseren. Er is veel commotie rondom het landelijk EPD. Zie jij daarin nog een rol weggelegd voor verpleegkundigen? Die rol wordt denk ik goed geïllustreerd door de vier artike-len in deze nieuwsbrief over afstudeeronderzoeken van studenten van de opleiding Health Informatics. Twee ervan gaan over het EPD. Het project Verpleegkundige Verken-ning EPD en het onderzoek naar eenheid van begrip met Snomed CT en de Mirador EPD basisset. Dit zijn goede voorbeelden die laten zien hoe verpleegkundige informatici een brug kunnen slaan tussen zorg en ICT. Van welke technische mogelijkheid verwacht jij dat dit in de zorginformat ica veel gebruikt gaat worden? De belangrijkste focus ligt nu op het inbedden van informa-ticamogelijkheden in de primaire processen en dus minder op 'een' technologie. Op het vlak van sensoren en domotica zie ik wel ontwikkelingen om meer te doen met zorg op af-stand. Het artikel over het project “Infuus InZicht” in deze nieuwsbrief gaat hierover. Mits goed ingericht kan zorg op afstand zowel een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de zorg in de beleving van de patiënt en aan de betaalbaar-heid van de zorg. De balans tussen deze twee belangen dient echter zorgvuldig bewaakt te worden. Zorginformatici zijn bij uitstek geschikt om deze balans te bewaken. Wat zijn de websites die jij beroepsmatig vaak bezoekt? Meestal zoek ik gewoon via de zoekmachine Google naar de informatie die ik nodig heb. De sites waar ik deze infor-matie vind wisselen steeds. Vaak komt dan de site van Nic-tiz voor in de zoekresultaten. Op die site zijn veel relevante documenten te vinden.

“Zorgorganisaties zijn zich nog onvoldoende bewust van de meerwaarde om gebruik te maken van men-

sen met een schakelfunctie tussen zorg en ICT”

Page 8: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 8

VERPLEEGKUNDIGE VERKENNING EPD - onderzoek naar de bruikbaarheid van ICF -

In het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) loopt op dit moment het project Verpleegkundige Verken-ning EPD (project VVE). In het project wordt vooronderzoek gedaan om in de toekomst het EPD voor verpleegkundigen te kunnen ontwikkelen en implementeren. Dit artikel richt zich op het onderzoek naar het classificatiesysteem ICF, als afstudeer opdracht van de opleiding Health informatics. Gerard Geijtenbeek

INLEIDING Doel van dit artikel is een bijdrage te leveren aan de dis-cussie over standaardisatie op verpleegkundig gebied in relatie met een EPD. Helaas is er in Nederland geen con-sensus op dit gebied. Ook andere ziekenhuizen zullen hier-in keuzes moeten maken. Het project VVE in het ASz bestaat uit vier onderzoeken: 1. de verpleegkundig modules van SAP; 2. het classificatiesysteem ICF; 3. het verpleegkundig multidisciplinair proces; 4. klinische paden in relatie tot het EPD. Dit artikel gaat in op de onderzoeksvraag m.b.t. het classifi-catiesysteem ICF. Vraagstelling van het onderzoek is geformuleerd als: wat is de meerwaarde van de verpleegkundige classificatie ICF voor gebruik in het ASz in het toekomstige EPD voor ver-pleegkundigen? Met als subvragen: 1. Is het gebruik van een classificatiesysteem wenselijk voor dossiervoering binnen het verpleegkundig beroep? 2. Is het gebruik van ICF in het toekomstige EPD mogelijk? 3. Welke investeringen moet het ziekenhuis doen om ICF te gaan gebruiken in het toekomstige EPD en wat levert het op? Voor inhoudelijke informatie over ICF: http://www.rivm.nl/who-fic/icf.htm De onderzoekswerkgroep bestaat uit 3 verpleegkundigen. Een van de deelnemers heeft in 2004 in het ASz een on-derzoek uitgevoerd naar de bruikbaarheid van ICF op een verpleegafdeling. Deelnemer 2 is een jaar geleden afgestu-deerd op de HBOV en stond geheel blanco t.a.v. ICF. De derde persoon ben ikzelf als projectleider. De werkgroep heeft zich verdiept in de essentie van ICF. Onder andere de volgende vragen kwamen aan de orde: Hoe werkt de ICF? Wat kunnen we ermee? Wat is nodig om er als ziekenhuis mee te gaan werken? Wat zijn de voordelen? En de nadelen? Bij haar verdieping maakte de werkgroep gebruik van de resultaten van 2 onderzoeken die in 2004 en in 2007 in het ASz gedaan zijn door studenten van de HBOV. Daarnaast is er literatuuronderzoek geweest. Ook is er contact ge-weest met deskundigen van het RIVM, LEVV en het UMC. De resultaten van de werkgroep zijn gebruikt als input voor de klankbordgroep (KBG).

De klankbordgroep bestaat uit 8 professionals uit het zie-kenhuis met een verpleegkundige en paramedische achter-grond. Zij vertegenwoordigen verschillende afdelingen, specialisaties, divisies en locaties. Omdat de werkgroep bij het vooronderzoek de diepte in-ging, kon de klankbordgroep volstaan met 2 bijeenkom-sten. Doel van de klankbordgroep is een eenduidig advies te geven aan de opdrachtgever (divisiemanagement). Met een brede samenstelling van de klankbordgroep is gepro-beerd een groot draagvlak in de organisatie te creëren. Eindproduct van het project is een adviesnota, gericht aan de opdrachtgever (divisiemanagement). De laatste bijeenkomst van de klankbordgroep is geweest. Het project is nu in de eindfase. (schrijven van de advies-nota) ONDERZOEK Het EPD voor verpleegkundigen en paramedici heeft als centraal thema het methodisch werken. Om methodisch te kunnen werken worden verpleegplannen gemaakt. Om de verpleegplannen individueel te kunnen samenstellen met een EPD is het nodig goed na te denken over de functiona-liteit van het systeem. De verpleegkundige en paramedicus moeten snel en efficiënt kunnen werken. Daarom is het van belang om van ieder specialisme en afdeling de meest voorkomende verpleegplannen te inventariseren en deze als standaard in de computer te zetten. De standaardver-pleegplannen kunnen vervolgens per patiënt aangepast worden. Het is wenselijk om voor standaardverpleegplan-nen een éénduidige taal, of classificatiesysteem te gebrui-ken. 1 Verwarring kan ook ontstaan wanneer beroepsgroepen

in hun eigen vakjargon praten met anderen die dat jar-

Page 9: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 9

gon niet kennen. 2 Wanneer mensen samenwerken is het noodzakelijk dat

men elkaar begrijpt. Langs elkaar heen werken, fouten maken omdat een opdracht niet duidelijk is, elkaar on-voldoende informeren, kunnen deels voorkomen worden door voor dezelfde soort dingen dezelfde termen te ge-bruiken.

3 Een classificatiesysteem levert de bouwstenen voor de verpleegkundige anamnese en het verpleegplan. Die bouwstenen zijn op evidence onderzocht en samenge-steld.

4 Data die gestructureerd wordt vastgelegd kan herge-bruikt worden. B.v. voor kwaliteitszorg, trendanalyse en epidemiologisch onderzoek.

De KBG ziet het als kwaliteitswinst dat verpleegkundigen en paramedici samenwerken vanuit het verpleegplan. Het verpleegplan wordt daarmee niet meer specifiek verpleeg-kundig, maar multidisciplinair. Dat geeft meer eenheid in benadering van de patiënt. Disciplines worden gedwongen om hun doelen op elkaar af te stemmen. Consequentie is dat al deze disciplines hierin een gemeenschappelijke taal dienen te spreken.

Het classificatiesysteem ICF is redelijk onbekend bij de ver-pleegkundige beroepsgroep. Bekender zijn de Nanda, de NIC en de NOC. In de KBG was aanvankelijk scepsis over het onderzoek naar ICF. Waarom weer iets nieuws. Nog geen enkel perifeer ziekenhuis in Nederland werkt ermee. Gaandeweg de discussie werd de klankbordgroep toch enthousiast over de ICF. De 2 voornaamste redenen: 1 ICF gaat niet uit van een verpleegkundige diagnose of

interventie, maar neemt de persoon als uitgangspunt. Niet de ziekte staat centraal, maar de beperking die de patiënt door zijn ziekte ondervindt. Dat maakt dat bij een-zelfde aandoening patiënten andere problemen kunnen aangeven. Bijvoorbeeld: een timmerman met een gebro-ken wijsvinger heeft een ander probleem dan een pianist. Een moeder van 4 kleine kinderen die in het ziekenhuis opgenomen is met een longontsteking heeft een ander probleem dan een alleenstaande.

2 Omdat de ICF een classificatie is van het menselijk func-tioneren, is zij niet exclusief voor de verpleegkundige beroepsgroep. Zij is multidisciplinair bruikbaar, en ook buiten het ziekenhuis.

WAT ZIJN DE VOORDELEN VAN ICF. Het cijfer achter elk item geeft de mate van belangrijkheid aan die de KBG toegekend heeft. 1= minst belangrijk, 5=meest belangrijk. − ICF is het enige classificatiesysteem wat multidisciplinair

is. (5) − ICF is het meest complete classificatiesysteem. (5) − ICF is uitgegeven door de WHO en daardoor wereldwijd

erkend. (3) − ICF gaat uit van de mens op zichzelf en niet vanuit het

denken van een discipline. Wat je over een persoon in een registratie zet doe je dan bij voorkeur in erkende standaarden zodat gegevens voor iedereen dezelfde be-tekenis hebben in het gehele zorgtraject en hergebruikt kunnen worden. Dus ook in de overdracht van 1e naar 2e lijn en weer terug. (5)

− ICF wordt ook door VWS in allerlei beleidsdocumenten gebruikt zoals voor de WMO de AWBZ etc. en alle ge-meentes in Nederland gaan ook gebruik maken van de ICF. (Dit wordt voor het ASz pas belangrijk op langere )termijn.) (4

− ICF is al gemeengoed in de revalidatie. Het is dus niet zo handig om als verpleegkundige een andere terminologie te gebruiken. (= mening van externe deskundige) (Belang van dit punt is afhankelijk van keuzes die in de revalida-tiekliniek gemaakt worden) (4/5)

− ICF voorziet in een wetenschappelijke grondslag voor het begrijpen en bestuderen van het menselijk functioneren, uitkomsten en determinanten. (5)

− ICF schept een gemeenschappelijke taal voor het be-schrijven van iemands functioneren met als doel de com-municatie tussen beroepsbeoefenaren in de gezond-heidszorg en in andere sectoren, als ook met mensen met functioneringsproblemen te verbeteren. (5)

− ICF maakt gegevens in de tijd en uit verschillende landen, vakgebieden en sectoren, en met elkaar vergelijkbaar. (3)

− ICF voorziet in een systematisch codestelsel voor infor-matiesystemen in de gezondheidszorg. (opmerking: Dit punt is niet exclusief voor ICF) (4/5)

− ICF kan in het ASz ook in de revalidatie en in de psychia-trie gebruikt worden. (5)

− ICF-CY - voor kinderen en jeugd - is in oktober 2007 ge-

Page 10: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 10

lanceerd. Het Collaborating Centre werkt aan een Neder-landse vertaling. (5)

− ICF sluit aan op de ICD 10. (medische classificatie van ziekten, aandoeningen en letsels). (belang van dit punt komt voor het Asz pas indien medici hiervoor kiezen) (5)

− ICF is voor alle onderdelen van de verpleegkundige dia-gnose (P, E en S) bruikbaar. (5)

− ICF is ook bruikbaar voor de verpleegkundige / paramedi-sche anamnese, alsmede voor het formuleren van zor-gresultaten. (Punt is later bijgevoegd en niet door de KBG gescoord)

− Uit wetenschappelijk onderzoek in 3 academische zieken-huizen met medewerking van het LCVV is geconcludeerd dat ICF waardevol en relevant is voor de verpleegkunde. (5)

− Een onderzoek in Zweden heeft aangetoond dat ICF ook bruikbaar is bij het formuleren van interventies voor de verpleegkunde en de fysiotherapie. (= discussie) (1)

−Gegevens die niet geclassificeerd kunnen worden met behulp van de ICF, kunnen de term + code ‘…, anders gespecificeerd’ krijgen. Hierdoor kunnen alle gegevens over het menselijk functioneren in de ICF ondergebracht worden. (5 )

NADELEN ICF 1.Een nadeel van ICF is dat het ervaren wordt als een

moeilijk aan te leren classificatiesysteem. Dit nadeel wordt door gebruik van een computersysteem opgehe-ven. Wel is dit punt belangrijk voor de werkgroepen die de standaard verpleegplannen gaan maken.

2.In verpleegkundige opleidingen in de regio nemen classi-ficatiesystemen geen grote plaats in. ICF komt minimaal aan bod. Er zijn nog geen perifere ziekenhuizen in Neder-land die met ICF werken.

3.Zoals voor ieder systeem geldt, is ook ICF niet 100% dekkend. Dit punt wordt ondervangen door de term “anders gespecificeerd” toe te kennen aan de term + co-de.

WAT LEVERT HET VOOR HET ASZ OP OM ICF EN VER-PLEEGPLANNEN TE GEBRUIKEN. 1. Een evidence-based dossier waar bovengenoemde voor-

delen van kracht zijn. 2. Een voorsprong in de concurrentiepositie in Nederland.

(Indien ICF formuleringen in databases zijn vastgelegd kunnen andere ziekenhuizen er gebruik van maken)

AANBEVELINGEN. Het is duidelijk dat ICF goede mogelijkheden biedt voor het formuleren van verpleegproblemen. Verder onderzoek is gewenst voor eventueel gebruik in de volgende onderde-len: a.Maken van een ziekenhuisbrede keuze voor het classifi-catiesysteem ICF. b.Verpleegkundige anamnese. Overweging: gebruik van de huidige anamnese (Gordon) is goed mogelijk samen met probleemstellingen die in ICF geformuleerd zijn. De huidige anamnese behoeft dan niet wezenlijk aangepast te worden. De KBG adviseert onderzoek te doen naar de voor- en nadelen van een anamnese in ICF bewoordingen. Dit

om meer eenheid en mogelijk meer evidence te krijgen. c.Zorgresultaten (doelstellingen) kunnen zowel met NOC als met ICF geformuleerd worden. Nader onderzoek op dit punt is gewenst. d.Als deze onderzoeken gedaan zijn (onder b en c) maken van een plan van aanpak om per afdeling en per specialis-me standaard verpleegplannen op te stellen. De conclusie voor het ASz is het antwoord wat op de vraagstellingen gegeven wordt. Dat is met name verwoord onder de kopjes: “wat levert het op”en ‘wat kost het”. Het project neemt geen beslissing om wel of niet met ICF te gaan werken. Die beslissing moet nog genomen worden. Heeft u belangstelling voor het gehele onderzoek: neem contact op! ([email protected]) BRONVERMELDING. − http://www.rivm.nl/who-fic/icf.htm . − ICF brochure, RIVM. − Verpleegkundige besluitvorming. Het verpleegkundig

proces en de rapportage hierover; R.T. Zelm; Pagina 9. − Herziening consensus verpleegkundige verslaglegging,

pag 9, 10 en 11. − Beroepsprofiel van de verpeegkundige, Ellen Leistra

E.A., Pagina 12 en 20 t/m 31. − Citaten van Goossen en Eurlings& Goverde uit Ver-

pleegkundige classificaties, KAVANAH. − Verpleegkundige classificaties, H v/d Bruggen, pag. 112. − http://www.verpleegkunde.net/GORDON/bestanden/

nic_noc_nanda.pdf − De mogelijkheden en knelpunten van ICF in het ver-

pleegkundig dossier; Dordrecht 2007; Blom e.a. − “Notitie Beheer en achtergronden verpleegkundig dossier

ASz; Eerste versie 2006.” − Inhoudsdeskundige van het RIVM. − De mogelijkheden en knelpunten van de ICF in het ver-

pleegkundig dossier; T van Dormolen 2007. − Buitendijk en Den Boer; Verpleegproblemen formuleren

met de ICF; 2004. − Medewerker UMC St. Radboud. − Nederlandse vertaling van de ICF; compilatie; Neder-

lands WHO-FIC Collaborating Centre. − http://nl.wikipedia.org/wiki/Classificatie

Page 11: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 11

SNOMED CT EN DE MIRADOR EPD BASISSET - Een onderzoek naar eenheid van begrip -

Elk jaar veroorzaakt gebrekkige communicatie tussen zorgverleners vermijdbare doden en gewon-den1. Het is van belang dat zorg informatiesystemen zijn gebaseerd op eenheid van taal of beter gezegd eenheid van begrip2. Harm Visser is werkzaam als EPD ontwikkelaar voor het Universitair Medisch Centrum Utrecht bij de directie Informatie Technologie, afdeling ICT Applicaties, team Projecten en Advies. Hij deed voor zijn afstudeeropdracht onderzoek naar de bruikbaarheid van Snomed CT. Harm Visser

ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de inhoud van de UMC Utrecht Basisset formulieren

‘Voorgeschiedenis en algemeen’ en ‘Medische anamnese’ worden vertaald naar SNOMED CT concep-ten?

2. Wat zijn de kosten en baten van de klinische referentie-terminologie SNOMED CT?

EPD BASISSET FORMULIEREN Zorgverleners van het UMC Utrecht registreren in het Mira-dor elektronische patiëntendossier (EPD) van iSOFT. Bin-nen het EPD bestaat, als standaard onderdeel van ieder specialisme dossier, de Basisset. Deze is ontworpen om (vooral artsen) huisbreed een medisch totaaloverzicht van de patiënt te laten invullen en inzien. Het bevat onderdelen zoals anamnese, labgegevens, verwijsgegevens, medica-tie, algemene gegevens en diagnostische gegevens.

Voor dit onderzoek zijn de formulieren ‘Voorgeschiedenis en algemeen’ en ‘Medische anamnese’ geselecteerd om hun inhoudelijke relevantie. Figuur 1 toont een fragment van de Basisset.

SNOMED CT SNOMED CT staat voor Systematized Nomenclature of Medicine Clinical Terms. SNOMED CT3. Het is een gesys-tematiseerde noemer van medische begrippen die in infor-matie systemen verwerkt kunnen worden. Het wordt be-schouwd als de meest uitgebreide, meertalige klinische gezondheidszorg terminologie in de wereld.

Twee keer per jaar brengt de ITHSDO (International Health Terminology Standards Development Organisation) als in-ternationale non-profit beheersorganisatie een aangevulde dataset uit. Men vindt in SNOMED CT onder andere dia-gnoses, toxinen, specialismen, laboratoriumuitslagen en eenheden. SNOMED CT is een instrument dat denkbeelden definieert. Figuur 2 toont de semantische driehoek. Een object kan worden geprojecteerd in gedachten en uitgesproken in taal.

1. http://www.ihtsdo.org/snomed-ct/ 4. naïeve betekenisleer van Aristoteles 2. R. Cornet, Medisch Informatie Congres 2009 5. Medisch Contact, 28 september 2007, pag. 1590-1593, nr. 39, Koppenaal et. al. 3. Medisch Contact, 28 september 2007, pag. 1590-1593, nr. 39, Koppenaal et. al.

Page 12: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 12

SNOMED CT CONCEPTEN5, SYNONIEMEN EN RELA-TIES Omvat meer dan 380.000 unieke concepten. De begrippen zijn georganiseerd in 19 categorieën zoals: klinische bevin-dingen, anatomische structuur, procedures en gradaties. Dit maakt het mogelijk dat gedetailleerde klinische gege-vens kunnen worden opgenomen en later benaderd of ge-koppeld op een meer algemeen niveau. Er zijn meer dan een miljoen beschrijvingen in SNOMED CT, met inbegrip van synoniemen, die kunnen worden gebruikt om te verwij-zen naar een concept.

SNOMED CT creëert eenheid van begrip doordat het taal (termen) relateert aan gedachten (concepten). Betekenis van concepten worden gegeven als relaties. Ie-der concept heeft een voluit gespecificeerde naam (F, fi-guur 3), een geprefereerde naam (P, figuur 3) en synonie-men of termen (S, figuur 3). Alle begrippen hebben een unieke code en zijn verbonden via een onderlinge relatie zoals figuur 4 toont.

SNOMED CT koppelt en voegt samen door gebruik te ma-ken van 60 relatietypen. Deze typen leggen een relatie tus-sen de meer dan 380.000 concepten en meer dan een mil-joen (synonieme) termen. SNOMED CT kent rond de 1.360.000 relaties. Een botbreuk kent de relaties zoals weergegeven in figuur 5.

METHODE Om het onderzoek te kunnen verrichten werden de volgen-de voorbereidingen getroffen:

• Theoretische verdieping in SNOMED CT

• Presentaties (inclusief CliniClue demonstratie) van Prof.

Dr. Schonk, Drs. de Groot, Gain, PhD. en Dr. Cornet Nictiz SNOMED CT introductiecursus

Een vergelijking met coderingstelsels zoals ICD-10, LOINC et cetera heeft in dit onderzoek niet plaatsgevonden.

Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van CliniClue (versie 2006.2.0030) en de ClueData dataset (versie 20090731). CliniClue browser heeft een eenvoudige grafi-sche gebruikers interface. Door kleurgebruik en schermop-bouw wordt overzicht gecreëerd in de complexe materie. Stap één was de vragen en antwoordmogelijkheden struc-tuur van de twee onderzochte formulieren te exporteren uit het ziekenhuis informatiesysteem (ZIS) naar een Microsoft Excel werkbestand. De export vormt de inhoud van de ko-lommen ‘Vragen’ en ‘Antw. mogelijkheden’ (figuur 6). De tweede stap was een Nederlands-Engels vertaling van termen. Vervolgens werden de vragen en antwoorden van beide vragenformulieren voorzien van een enkelvoudige

Page 13: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 13

(precoördinatie) of een meervoudige (postcoördinatie) SNOMED CT concept(en). Daarna volgde een kwaliteits-borging door drs. de Groot. Haar betrokkenheid werd ge-vraagd in verband met haar ervaring met het relaties leg-gen tussen CBV codes en SNOMED CT concepten.

Vraagconcepten In totaal bevatten beide formulieren 121 vragen die met 163 SNOMED CT concepten werden gedefinieerd. Hiervan wa-ren 95 concepten enkelvoudig (precoördinatie), 59 concep-ten twee of meer gecombineerde concepten (postcoördinatie). 9 resultaten waren dubieus en 0 konden niet worden gecoördineerd. Antwoordconcepten In totaal bevatten beide formulieren bevatten 299 antwoord-mogelijkheden die met 467 SNOMED CT concepten wer-den gedefinieerd. Hiervan waren 334 concepten enkelvou-dig (precoördinatie), 131 concepten twee of meer gecombi-neerde concepten (postcoördinatie). 1 conceptresultaat was dubieus en 1 kon niet worden gecoördineerd.

CONCLUSIE VRAAGSTELLING 1 Kan de inhoud van de UMC Utrecht Basisset formulieren ‘Voorgeschiedenis en algemeen’ en ‘Medische anamnese’ worden vertaald naar SNOMED CT concepten? Ja, coderen van de formulieren is, mede dankzij de kwali-teitsborging, zeer succesvol verlopen. De codeerwerk-zaamheden vertaalt zich naar de volgende cijfers: Van het Basisset formulier ‘Voorgeschiedenis en algemeen’ is 100% van de vragen en 100% van de antwoordmogelijk-heden vastgelegd met SNOMED CT pre- en/of postcoördi-naties. Van het Basisset formulier ‘Medische anamnese’ is 92.24% van de vragen en 99,36% van de antwoordmogelijkheden vastgelegd met SNOMED CT pre- en/of postcoördinaties.

CONCLUSIE VRAAGSTELLING 2 Wat zijn de kosten en de baten van de klinische referentie-terminologie SNOMED CT? Met SNOMED CT kan het UMC Utrecht een grote stap zet-ten om essentiële gegevens gestructureerd te registreren en uit te wisselen. Hervorming van de Basisset tot een toe-komstige minimale dataset in het ChipSoft EZIS en EPD kan SNOMED CT worden gecodeerd. Dit garandeert een-heid van begrip. Deze gegevens kunnen daarmee de basis

vormen van het nieuwe inter-operabele EPD van het UMC Utrecht.

Kosten SNOMED CT Implementatie van SNOMED CT in het ChipSoft ZIS en EPD is een grote investering doordat: 1.SNOMED CT complex is en daardoor intensief beheer na

implementatie en grondige training van werknemers; 2.SNOMED CT is nog niet beschikbaar in het Nederlands; 3.Post-coördineren kan een risico vormen voor het globale

doel ‘eenheid van begrip’ en vraagt duidelijkheid, strikte afspraken en een intensief beheer op landelijk en instel-lingsniveau.

Baten van SNOMED CT Communicatie tussen zorgverleners kan worden vereen-voudigd doordat: 1. Relevante informatie is consistent, betrouwbaar en volle-

dig te vertegenwoordigen als een integraal onderdeel van het EPD, eenheid van begrip wordt zodoende een feit;

2. SNOMED CT kan beslissingsondersteunende zorg be-werkstelligen;

3. Nauwkeurig en multidisciplinair registratie van patiënten-zorg;

4. Er is mondiale communicatie mogelijk; 5. Een op standaarden gebaseerde gemeenschappelijk

referentiepunt voor Informatie die is gekoppeld aan klini-sche kennis, informatierapportage, data-aggregatie, ana-lyses, uitwisseling, en andere functies;

6. Ontsluiten (mapping) van medische databanken inclusief het EPD;

7. Onderzoek6 toont aan dat het gebruik van terminologie een besparing van 5% op de totale uitgaven kan opleve-ren.

AANBEVELINGEN Mocht het UMC Utrecht kiezen voor integratie van de klini-sche refentieterminologie SNOMED CT in het nieuwe zie-kenhuis informatie systeem en elektronische patiëntendos-sier van ChipSoft, dan zullen de volgende aanbevelingen noodzakelijk zijn om deze keuze te realiseren:

Kennis Meer kennis over SNOMED CT zal moeten worden verkre-gen binnen de directie Informatie Technologie om deze klinische terminologie te integreren in het ZIS en EPD van ChipSoft. Dit is mogelijk door:

6. Market Watch 2005, 19 januari 2005, pag. 10-18, Walker et. al.

Page 14: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 14

• Het volgen van de Nictiz SNOMED CT cursussen en het jaarlijkse congres ‘Eenheid van taal’;

• Toekomstige interne en externe SNOMED CT presenta-ties van ervaringsdeskundigen;

• Onder begeleiding opdoen van praktische codeererva-ring;

• Optuigen van een intern kenniscentrum. Hierbij is het aan te bevelen zorgverleners, medewerkers van de di-rectie Informatie Technologie en externe deskundigen te betrekken. Deze groep kan ook participeren aan instel-lingsoverstijgende betrokkenheid bij SNOMED CT pro-jecten en bijeenkomsten om consensus, kennis en inter-operabiliteit te bevorderen.

Integratie Het is raadzaam op korte termijn samenwerking te zoeken met ChipSoft. Zodoende kan er worden georiënteerd op de mogelijkheden van SNOMED CT binnen het ZIS en EPD. Informatie zal in zijn volledige context moeten worden op-geslagen en beschikbaar zijn. Dit geldt voor de SNOMED CT codes van de gerelateerde vragen, antwoordmogelijk-heden én de vrije toelichtingen samen.

Kwaliteit Om de kwaliteit van de in dit project gecodeerde formulie-ren te waarborgen dienen geselecteerde SNOMED CT concepten door Nictiz en zorgverleners, het liefst zij die ervaring hebben met SNOMED CT, definitief worden geac-cordeerd.

Huidige stand van zaken Op het moment van schrijven wordt door de Aspectgroep Codering van het projectprogramma ‘vernieuwing Zorg ICT’ beoordeeld of wordt aanbevolen om de klinische terminolo-gie SNOMED CT te integreren in het ChipSoft ZIS en EPD.

BRONNEN Medisch Contact, 28 september 2007, pag. 1590-1593, nr. 39, Koppenaal et. al. Market Watch 2005, 19 januari 2005, pag. 10-18, Walker et. al.

• http://library.ahima.org/xpedio/groups/public/documents/ahima/bok1_026463.hcsp?dDocName=bok1_026463

• http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18376050?ordinal-pos=5&itool=EntrezSystem2.PEntrez.Pubmed.Pubmed_

ResultsPa-nel.Pubmed_DefaultReportPanel.Pubmed_RVDocSum

• http://www.infoway-inforoute.ca/lang-en/about-infoway/news/news-releases/160-canadas-ehr-initiatives-to-benefit-from-snowmed-ct-terminology-standard

• http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/14728416?ordinal-pos=11&itool=EntrezSystem2.PEntrez.Pubmed.Pubmed_ResultsPa-nel.Pubmed_DefaultReportPanel.Pubmed_RVDocSum

• http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/12687738?ordinal-pos=12&itool=EntrezSystem2.PEntrez.Pubmed.Pubmed_ResultsPa-nel.Pubmed_DefaultReportPanel.Pubmed_RVDocSum

• http://www.ihtsdo.org/snomed-ct/

Auteur Harm Visser is werkzaam als EPD ontwikkelaar voor het Universitair Medisch Centrum Utrecht bij de directie Infor-matie Technologie, afdeling ICT Applicaties, team Projec-ten en Advies.

Contact [email protected]

Page 15: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 15

PROJECT INFUUS INZICHT - Verantwoordingsrapport -

Het project “Infuus InZicht” is ontstaan om een oplossing te vinden voor het ontbreken van een veili-ge “dubbelcheck” bij infuustechnologie in de thuissituatie. Deze verantwoordingsrapportage be-schrijft de gevolgde stappen in het project en wordt er inzicht gegeven in het ontstaan en het verloop van het project. Het project is tevens een afstudeeropdracht in het kader van de post-HBO opleiding “health and informatics”. Sonja Jutte is coördinator registratie en managementinformatie bij Zorg-Brug, een organisatie die transmurale gespecialiseerde verpleegkundige zorg levert aan chronisch zieken. Sonja Jutte

DOEL VAN HET PROJECT • Het ontwikkelen en uittesten van een infuuspompcontro-

le in de thuissituatie op afstand met behulp van video-monitoring tijdens werkzaamheden gespecialiseerd ver-pleegkundigen thuiszorgtechnologie van ZorgBrug.

• Onderzoeken welke mogelijkheden deze videomonito-ring nog meer zou kunnen bieden, op het gebied van kwaliteit voor de patiënt en tijdswinst voor de verpleeg-kundige, als vervanging van een fysiek huisbezoek.

• Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn naast een dubbelcheck uitgevoerd door dienstdoende collega’s.

DE OPDRACHTGEVER Het Project is uitgevoerd in opdracht van Wilma Bijster-bosch, directeur ZorgBrug, in samenwerking met Vier-stroomzorgring en Focus Cura. DE OMGEVING VAN HET PROJECT Het project heeft betrekking op het team thuiszorgtechnolo-gie (TT) van ZorgBrug. Het TT van ZorgBrug levert als diensten ziekenhuisverplaatste zorg, ziekenhuisopname voorkomende zorg, en palliatieve terminale zorg. De aanleiding van het project is het verschijnen van het inspectierapport “Infuuspompen in de thuissituatie; een goede ontwikkeling maar toepassing moet veiliger”(IGZ Inspectie voor de gezondheidszorg, 2009), waarin de resul-taten van een onderzoek dat de Inspectie voor de Gezond-heidszorg heeft uitgevoerd in het kader van het toepassen van infuuspompen in de thuiszorg. In het inspectierapport worden de risico’s in kaart gebracht en op basis van de resultaten en conclusies zijn in dit rap-port maatregelen en aanbevelingen geformuleerd. De ge-

specialiseerd verpleegkundigen van ZorgBrug herkennen deze maatregelen en deze worden grotendeels, binnen de huidige mogelijkheden, nageleefd. Een uitzondering hierop is de aanbevolen dubbelcheck op het berekenen van de inloopsnelheid van de medicatie/vloeistof bij het instellen van de pomp. Uit het inspectierapport is gebleken dat de meeste fouten worden gemaakt bij het berekenen van de inloopsnelheid van de medicatie/vloeistof bij het instellen van de pomp. Dit is een groot risico voor de patiënt. Tijdens hun diensten moeten de gespecialiseerd verpleegkundigen regelmatig infuuspompen aansluiten en instellen. In het ziekenhuis en andere intramurale zorginstellingen is een dubbelcheck op het instellen vanzelfsprekend. Daar is altijd een collega voorhanden. In de thuissituatie is dat niet zo, door de soli-taire manier van werken. Om een dubbelcheck te doen zou dit betekenen dat er een tweede verpleegkundige aanwe-zig moet zijn, wat praktisch en financieel niet haalbaar blijkt. In de huidige situatie worden tussenoplossingen gevonden in bijvoorbeeld telefonisch doorgeven van de instellingen van de pomp aan een dienstdoende collega op een andere locatie. Ook vraagt men soms een onbevoegd iemand mee te kijken en op die manier een dubbelcheck uit te voeren.

Page 16: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 16

DE GEVOLGDE WERKWIJZE Nadat samen met het TT een pakket van wensen en eisen is opgesteld is Focus Cura gestart met de ontwikkeling van een prototype videomonitor. Het betreft een mobiele video-monitor gebruiksklaar in een koffer, die in eerste instantie op een vast station, op een andere locatie, af te lezen is. Omdat het TT de voorkeur heeft de dubbelcheck door een collega uit het team te laten doen, bestaat de wens om ook de beelden mobiel te ontvangen op elke willekeurige loka-tie.Hiertoe is gekeken of de PDA of de netbook een ge-schikte ontvanger zou kunnen zijn. Daarnaast zijn ook de mogelijkheden van een vast station onderzocht. Onder andere bij de Zorglijn van Vierstroom-zorgring en er zijn oriënterend gesprekken geweest bij de afdelingen CCU en IC van het Groene Hart Ziekenhuis. Na een aantal testen met de mobiele koffer en ontvangst op vast station, zijn er een aantal aanpassingen gedaan, vooral met betrekking tot de gebruiksvriendelijkheid van de camera en is men gestart met de mobiele camera en testen van ontvangst op het netbook. De netbooks, die door de gespecialiseerd verpleegkundigen thuiszorgtechnologie worden gebruikt blijken geschikt om de beelden te ontvan-gen. Het opslaan en bewaren van de beelden gebeurt di-rect op het netbook, waarna de gegevens op kantoor in een database opgeslagen en bewaard wor-den.

In het ziekenhuis en andere intramurale zorginstellingen volstaat na een dubbelcheck een handtekening, dat de dubbelcheck verricht is. Omdat in deze situatie de mogelijk-heid bestaat de beelden vast te leggen en te bewaren, is de vraag ontstaan of het opslaan van de gegevens wense-lijk is. Vooralsnog worden alle beelden voor onbepaalde tijd bewaard.

Aan de hand van het pakket van wensen en eisen zijn er verschillende mogelijkheden onderzocht om de dubbel-check uit te voeren. Uitgangspunt is wel steeds de mobiele videokoffer als opnamestation geweest. Van de mogelijkheden om de beelden te ontvangen zijn de volgende onderzocht:

• De Zorglijn van Vierstroomzorgring

• Mobiel ontvangen van beelden via PDA

• Mobiel ontvangen via Netbook

• Beelden ontvangen op vaste monitor op IC of CCU af-deling

PLANNING EN VERVOLG Na afsluiting van het project zal het vervolgtraject bestaan uit:

• Overleg met de inspectie van de gezondheidszorg.

• Op 3 februari 2010 staat een afspraak gepland om aan de inspectie voor te leggen of deze oplossing voldoet aan de gestelde eisen.

• Implementeren videomonitoring. Na de projectfase zal het hele team moeten gaan wer-ken met de telemonitoring volgens het ontwikkelde pro-tocol.

• Uitwerken andere mogelijkheden voor het ontvangen van de beelden en op die manier de dubbelcheck uit voeren, zoals bijvoorbeeld door CCU en IC van het Groene hart Ziekenhuis.

• De financiering van de aanschaf van mobiele videokof-fers onderzoeken.

• Delen van kennis en ervaring met andere teams in an-dere regio’s.

CONCLUSIE Geconcludeerd mag worden dat de videokoffer samen met de netbooks uitermate geschikt is om de dubbelcheck uit te voeren bij het instellen van infuuspompen in de thuissitua-tie. Het is levert meer kwaliteit veiligheid voor patiënt en verpleegkundige. In alle technische ontwikkelingen op ge-bied van telemonitoring, zijn we er met dit project in ge-slaagd een veilige oplossing daadwerkelijk in de zorg toe te passen. Het mobiel ontvangen van de beelden is voor het TT de meest wenselijke oplossing, omdat direct contact wordt gelegd met een collega, die vaak van de situatie op de hoogte is. Een mogelijk kwetsbaar punt zal de bereikbaar-heid zijn. Er zijn gebieden waar de ontvangst van een inter-netverbinding beperkt is. Het protocol voorziet hierin door in die situatie een collega op te roepen. In de praktijk zal dit

Page 17: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 17

niet eenvoudig te realiseren zijn. In afgelopen periode heb-ben zich geen problemen met de bereikbaarheid voorge-daan. Omdat de mogelijkheid bestaat de beelden vast te leggen en te bewaren, is de vraag ontstaan of het opslaan van de gegevens wenselijk is. Een vraag die we graag aan de inspectie voor willen leggen.

AANBEVELINGEN • De mogelijkheid van beelden ontvangen op een CCU of

IC-afdeling verdient zeker ook de mogelijkheid van extra onderzoek. Op deze afdeling werken gekwalificeerde verpleegkundigen, die 24 uur per dag beschikbaar zijn.

• Ook als achterwacht bij het niet bereikbaar of niet be-schikbaar zijn van een collega kan dit een oplossing bie-den. Het vermindert de kwetsbaarheid door ontvangst-problemen.

• Onderzoek van andere mogelijkheden van telemonito-ring en het gebruik van de mobiele videokoffer voor an-

dere teams van ZorgBrug en Vierstroomzorgring.

• Er zijn voor patiënten in de thuissituatie verschillende toepassingen te bedenken, maar ook voor het coachen van collega’s in de thuiszorg zou het mogelijkheden bie-den.

• Voor het TT is nu één prototype koffer beschikbaar. Hoewel de verpleegkundigen technisch gezien tevreden zijn over de gebruiksvriendelijkheid, is het wenselijk het volgende model koffer een stuk kleiner en handzamer zal zijn.

• In overleg met de inspectie voor de gezondheidszorg richtlijnen opstellen voor het opslaan en bewaren van de beelden.

• De resultaten dit project zullen we na goedkeuring van deze oplossing door de inspectie kunnen gaan delen met verpleegkundige teams in andere regio’s.

In alle technische ontwikkelingen op gebied van telemonitoring, zijn we er met dit project in ge-

slaagd een veilige oplossing daadwerkelijk in de zorg toe te passen.

NOMINATIE ANNA REYNVAAN PRAKTIJKPRIJS 2010 Het project van Sonja dat beschreven wordt in de samenvatting van haar eindopdracht is genomi-neerd voor de Anna Reynvaan praktijkprijs 2010, die 20 mei tijdens de Anna Reynvaanlezing werd uitgereikt en het heeft een eervolle vermelding gekregen voor de IGZ zorgveiligprijs (http://www.igz.nl/actueel/zorgveiligprijs/) op 15 juni jongstleden.

Page 18: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 18

E-LEARNING

- Kopen of zelf ontwikkelen? - De adviesnota “E-learning. Wij hebben een scholingsopdracht en willen dat in e-learning, kan dat?” is geschreven als afstudeeropdracht van de opleiding “Health and Informatics” van de Inholland Aca-demy. De adviesnota is geschreven in opdracht van het hoofd van afdeling opleiding en ontwikkeling (O&O) van het Kennemer Gasthuis. Priscilla Verwoert is praktijk opleider bij het Linnaeusinstituut. Priscilla Verwoert

INLEIDING Het Kennemer Gasthuis werkt sinds 2005 met e-learning die zij in samenwerking met andere ziekenhuizen en The Competence Group ontwikkelen. Naast de zelf ontwikkelde modules komen er steeds meer scholingsverzoeken bij de afdeling opleiding en ontwikkeling binnen met het verzoek om zelfstandig een e-learning te maken of om lesmateriaal van andere aanbieders te kopen. Dit riep de vraag op: Hoe kan het KG tot besluitvorming komen m.b.t. de aanschaf en/of ontwikkelen van e-learning, zodanig dat het aansluit bij de wensen van de aanvrager en past bij de doelstellin-gen van de organisatie?

Om deze vraag te beant-woorden is gesproken met verschillende ervaringsdes-kundigen op het terrein van e-learning. Dit waren des-kundigen die in ziekenhuizen werken waar al langer gewerkt wordt met e-learning. Daar-naast is er een literatuurstudie gedaan. In de adviesnota staat beschreven wat e-learning is, voor welke vormen van onderwijs het geschikt is. Er wordt beschreven hoe je tot besluitvorming komt om te kopen of het zelf te ontwikkelen en waar je rekening mee moet houden als jezelf gaat ont-wikkelen. CONCLUSIE Conclusie van het stuk is dat e-learning een onderdeel is van de organisatie en daarom mee moet worden meegeno-men worden in de organisatiedoelen. Zowel het kopen als het zelf ontwikkelen van e-learning heeft voor- en nadelen. Bij elke scholingsaanvraag zullen deze voor- en nadelen tegen elkaar moeten worden afgewogen. Een goede buis-niss case speelt daarin een belangrijke rol. Wanneer de instelling besluit om zelf e-learning te gaan ontwikkelen zal er aan een aantal randvoorwaarden moeten worden vol-daan. Hierbij is het vooral belangrijk dat men over de nodi-ge deskundige beschikt voor het ontwikkelen van kwalitatief goed e-learningsmateriaal. Hiervoor moet mensen en mid-delen worden vrijgemaakt. De eindopdracht is te downloaden van de VZI website of op te vragen via: [email protected]

Page 19: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 19

HIMSS 2010 - Een reisverslag -

Het jaarlijkse congres en de beurs van de Healthcare Information and Management Systems Society (HIMSS) vond plaats in Atlanta, Georgia in de VS, van 1 tm 4 maart. Softwareleverancier PinkRoccade Healthcare had dit jaar, samen met een aantal GGZ bestuurders, een programma voor GGZ deelnemers samengesteld. De aanmelding en reis, tickets, vervoer etc, werd georganiseerd door Convention Company. In totaal maakten zo’n driehonderd Nederlanders, zorgaanbieders, IT’ers en medewerkers van hard- en softwareleveranciers, de oversteek naar de States. Daaronder waren ongeveer twintig bestuur-ders en ICT-eindverantwoordelijken van een aantal grote GGZ-organisaties aanwezig. Zelf nam ik deel met een aantal leden van de stuurgroep ICT van GGZ Friesland. Sietze Ketelaar

Op de zondag voorafgaand aan het congres hadden we gelegenheid om de jetlag af te schudden met een paar re-creatieve activiteiten. We hebben, na toch nog snel een lezing tijdens het ontbijt, een bezoek gebracht het Martin Luther King Park (Atlanta is Kings geboortestad). Hierna waren we getuige van een Gospeldienst in King’s Ebenezer Baptist Church, 250 Nederlandse ICT’ers in de kerk was een hele belevenis. Vervolgens met z’n allen naar het Sea Aquarium (“Greatest in the World”) en ’s avonds een bas-ketbalwedstrijd van de Atlanta Hawks. Tijdens de wedstrijd natuurlijk een enorme hamburger en een groot glas Bu-dweiser weggewerkt… Maandagochtend dan echt van start. Na een erg vroeg en uitstekend verzorgd ontbijt in The Holland House werden we met een bus van het hotel naar het congrescentrum vervoerd. De HIMSS is een topper op het gebied van ICT in de zorg, er komen zo’n 30.000 bezoekers vanuit de hele wereld sa-men om kennis te delen en de nieuwste ontwikkelingen te (laten) zien. Typisch Amerikaans groot, ons eigen evene-ment “Zorg & ICT” past met gemak een keer of tien in de gigantische ruimte van het Georgia World Congress Cen-ter. Het congres bood een programma met meer dan 300 lezin-gen en presentaties. Wij volgden een speciaal voor ons door PinkRoccade Healthcare samengesteld GGZ pro-gramma met veel aandacht voor E-Health. Daarnaast had-den we een aantal excursies naar presentaties en rondlei-dingen in verschillende instellingen. In de spaarzame momenten tussendoor probeerde ik dan ook nog een indruk op te doen van de beurs. Het vergde wel enig puzzeltalent om zo een eigen persoonlijke agenda samen te stellen... In de eerste presentatie die ik bijwoonde sprak Dr. Bria over ‘being connected’. Hij vatte de betekenis van het inter-net voor de gezondheidszorg samen en ging verder in op

het nut en noodzaak van 24 x 7 bereikbaarheid voor zorg-verleners. Zo gaf hij met een mooi voorbeeld aan hoe hij onderweg op een vliegveld met hete koffie zijn hand ver-brandde en stante pede via zijn i-phone een specialist om advies kon vragen. Voor zijn patiënten is Dr. Bria continu bereikbaar en volgens hem levert dat, hoe vreemd dat ook klinkt, voor iedereen veel rust en tijdwinst op. Het aantal stands op de beurs is gigantisch en overweldi-gend. Door ons drukbezette programma met lezingen en bezoeken op locatie, had ik niet veel tijd om de beurs te bezoeken. Helaas heb ik maar een fractie van het aanbod op de markt kunnen bekijken. Bij een Nederlandse aanbieder heb ik me laten vertellen dat ze een mooi GGZ EPD zouden kunnen bouwen. Inmiddels doet deze firma mee aan de landelijke aanbesteding van GGZ Nederland, dus ik ben benieuwd... Verder heb ik een presentatie gezien van Microsoft Health-vault. Het Amerikaanse leger heeft hierin een toepassing gebouwd voor zijn personeel dat in het buitenland gestatio-neerd is. We kregen een voorbeeld van een kapitein van de landmacht in Hamburg. Haar negen-jarig dochtertje werd na een ongeval in het ziekenhuis opgenomen en moeder kon via het dossier in real-time op de hoogte blijven en con-tact onderhouden met de behandelende dokter en ver-pleegkundige. Een mooie indruk van een praktische toe-passing voor een Personal Health Record.

Page 20: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 20

Vervolgens een lezing door Melissa Forinash. Zij vertelde over de moeizame medewerking en weerstand van dokters en verpleegkundigen in het eenduidig en correct gebruik van CPOE, Clinical Physician Order Entry. Ze beschreef het belang van achtereenvolgens informeren, instrueren, motiveren, stimuleren, disciplineren van zorgprofessionals in het gebruik van digitale planning en verslaglegging. En, als er dan nog steeds een dokter met de hakken in het zand stond desnoods executeren…

Een paar gepeperde uitspraken heb ik genoteerd: “This is what happens, get over it…!” en “I’m gonna show you how to work it, or I’m gonna kill you…” Omdat ze af en toe de rol van haar ‘Nursing Informatics Manager’ aanstipte, vroeg iemand of deze aanwezig was en een vraag zou kunnen beantwoorden. Jammer, deze persoon had ze nu net niet meegenomen naar de HIMSS… Als verpleegkundige informaticus was ik natuurlijk zeer ge-spitst op informatie van en voor deze specifieke doelgroep. Helaas moet ik vaststellen dat me dit niet is meegevallen. Na de lunch in een van de vele restaurants met alle grote wereldkeukens, maar waar ik natuurlijk een hotdog met ‘french fries’ heb uitgeprobeerd, vond ik dan een lezing door een verpleegkundige. Susan Heichert presenteerde een van de zeer spaarzame verpleegkundige onderwerpen die ik in het programma kon vinden. Zij beschreef nut en noodzaak van het EHR, Elec-tronic Health Record, en de sleutelpositie van verpleegkun-digen bij het ontwerp, testen, uitrol, instrueren en onder-steunen van verpleegkundigen en dokters. Eén van haar geleerde lessen, begin er niet aan als het topmanagement er niet achter staat, is alleen maar verspil-de energie. Verder nog een paar uitspraken: “Adress the fear and educate…! en “Workflow management is a huge challenge for nurses”. Wat Susan pijnlijk aan de kaak stelde is de grote behoefte aan controle. Met name verpleegkundigen zijn behept met OCD en willen alles checken en dubbelchecken. Dat lijkt op het eerste gezicht een goed idee, maar is uiteraard zeer tijdrovend en verhoogt, ongewild maar toch zelf veroor-zaakt, de arbeidsdruk. Waartegen we dan met z’n allen weer in opstand komen…. Het programma van dinsdag 2 maart bestond uit het bijwo-nen van het congres ‘The Canadian e-Health Experience’ gevolgd door een bezoek aan het gerenommeerde Pied-mont Hospital in Atlanta. Bij de inleidende lezing kregen we een grafiek te zien waar-uit blijkt de Nederlandse GGZ koploper is in het gebruik van het EPD, in het hierna aflopende staafdiagram stond de USA bijna onderaan. Verbazend, en ik vroeg me nog af of deze bewering wel deugde…

Wij bezochten in dit algemeen ziekenhuis de eersteklas afdeling, met een bijzonder sjieke éénpersoonskamer met eigen badkamer, keuken en zelfs een logeerkamer voor de familie. Ik heb me laten vertellen over de verpleegkundige metho-diek en begreep dat er niet met een PES structuur zoals wij die kennen wordt gewerkt. Van ene Marjory Gordon had onze verpleegkundige rondleider nog nooit gehoord.

Op woensdag 3 maart had onze Friese delegatie ’s och-tends een vergadering van de Stuurgroep ICT belegd. Hier-in hebben we onze visie op en strategie mbt ons informatie-beleid besproken. ’s Middags hebben we ons weer bij de andere GGZ’ers gevoegd in een bezoek aan het Central State Hospital, ‘Georgia's largest facility for persons with mental illness and developmental disabilities’. We hadden ons verheugd op een indrukwekkende demon-stratie van e-health in de GGZ, zo was het althans aange-kondigd, maar dat bleek een sterk staaltje van ‘windowdressing without a window…” Nu bleek dat staafdiagram van gisteren toch juister dan we dachten. De sfeer en de manier van werken in deze instelling riepen herinneringen op aan de film ‘One flew over the cuckoo’s nest’ en maakten duidelijk dat Amerika op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg echt achterloopt, en al he-lemaal waar het ICT betreft. ‘A shocking experience’ vol-gens Dirk de Kruif, een van onze deelnemers. Hij stelde verder voor Zweden te overwegen als een volgend referen-tiebezoek omdat men daar met behulp van ICT successen boekt op het gebied van met name preventie en voorlich-ting. De overall conclusie: ‘We hebben natuurlijk nog een hele weg te gaan, maar zo slecht doen we het in Nederland écht niet.’ Ik zou heel veel meer over de HIMSS kunnen vertellen maar moet me in deze nieuwsbrief uiteraard een beetje beperken. Misschien helpen een paar plaatjes om nog visu-eel een indruk te krijgen: http://share.shutterfly.com/share/received/welcome.sfly?fid=8ca4a587cf118715&sid=0CZsm7Zy3bsWFf

Sietze Ketelaar

Page 21: V&VN VZI Nieuwsbrief 2010-2

V&VN VZI nummer 2010-2 Pagina 21

AGENDA - wat, waar wanneer -

Datum: 6 september 2010 Wat: DCM workshop en masterclass Waar: De Stadskamer in Amersfoort Info: [email protected] Nu de mogelijkheid om deel te nemen aan een unieke Masterclass en Workshop over Detailed Clinical Models (DCM). Als u aan wilt sluiten op landelijke en internationale ontwikkelingen zonder direct aan een standaard of technologie gebonden te zijn is dit uw kans. DCM specificeren medische vakinhoud en voegen daar wetenschappelijke kennis aan toe. De Masterclass en de Workshop worden georganiseerd door Results4Care in samenwerking met de OIZ en Nictiz. www.detailedclinicalmodels.nl/agenda

Datum: 1 september 2010 Wat: Snomed CT introductiecursus Waar: NBC Nieuwegein Info: http://www.nictiz.nl SNOMED CT staat voor Systemized Nomenclature of Medicine, Clinical Terms en is een medisch termi-nologiestelsel bedoeld voor het eenduidig vastleggen van medische begrippen in elektronische informatiesystemen. Nictiz organiseert een aantal introductiecursussen per jaar. Ook worden er verdiepingsworkshops georganiseerd. Inter-nationaal worden diverse trainingen georganiseerd en ook nationaal zijn er particuliere initiatieven.

Datum: 13 december 2010, in de middag Wat: Algemene ledenvergadering van de VZI Waar: Wordt nog bekend gemaakt Info: [email protected] Dit is een eerste aankondiging voor de ALV van V&VN VZI. We willen leden van harte uitnodi-gen om hierbij aanwezig te zijn. Naast de ALV zal er ook een programma worden georgani-seerd. Opgave kan via ons info mailadres. Verdere informatie volgt.