VORM

70

description

Portfolio Vormstudie | 2011

Transcript of VORM

Page 1: VORM
Page 2: VORM
Page 3: VORM
Page 4: VORM
Page 5: VORM

V O R MJEROEN VAN VEEN4 0 8 5 1 0 8

24 - 0 6 - 2 0 1 1

Page 6: VORM

INHOUD

Page 7: VORM

INHOUDVOORWOORD

RUIMTE&BEGRENZING

VORM&CONTRAVORM

DE LOFT

HET PLEIN

DE CONSTRUCTIE

HET DETAIL

DE WAND

DE COLLAGE

HET LOGO

FOTOVERANTWOORDING

SEMESTER I

SEMESTER II

78

10

16

22

28

34

40

46

54

60

65

Page 8: VORM

VOORWOORD

Page 9: VORM

Ten eerste wil ik mijn vormstudiedocenten, Jeroen van de Laar en Peter Koorstra be-danken voor hun inspirerende woorden en

prachtige anekdotes. Ik vond vormstudie een interessant vak waarin ik mijn creativiteit kwijt kon. Ook heeft het mij geholpen een eigen stijl te vinden en geleerd met vorm te spelen en om te gaan. In dit boekje worden alle werkstukken van het eerste jaar beschreven, het zijn er tien inclusief dit boekje. Ik heb met veel plezier en inzet aan de werkstukken en dit boekje gewerkt. Ik hoop dat ook u het naar uw zin heeft bij het lezen van dit boekje.

9

‘THINK SIMPLE’FRANK LLOYD WRIGHT

Page 10: VORM

RUIMTE&

BEGRENZING

Page 11: VORM

11

Page 12: VORM

D e eerste opgave was het creëren van begrenzingen in de onbegrensde ruimte door middel witte kartonnen vlak-ken. Elk van deze vlakken heeft een afmeting van een

veelvoud van 3cm (bv. 3x9cm, 6x15cm). Met deze vlakken moet de gecreërde ruimte langs de x-y-z assen op een grond-vlak van 24x30cm begrenst worden. Er moet een relatie gelegd worden tussen ‘binnen’ en ‘buiten’. Er mag geen volledige be-grenzing zijn in zowel de hoogte, de lengte en de breedte. Er wordt gevraagd een plastische en ruimtelijke geleding aan de ruimte-begrenzing mee te geven. Het werkstuk dient rondom gelijkwaardig te zijn, maar moet vooral geen symmetrische compostitie zijn.

Door middel van het vierkant van 9x9cm heb ik de plaats be-paald waar de gehele compositie naar toe leidt. Dit is nog extra versterkt door het kleinere vierkant van 6x6cm daar verspron-gen op te plaatsen ondersteund door een verticaal element in de vorm van een staafje. De rechthoeken geven richtingen aan die je aandacht naar de plaatsbepaling in het middelpunt toe leiden. Als je jezelf voorstelt dat je je in de compositie bevindt kun je vanaf geen enkele ruimte dit middelpunt zien. Vanuit elke richting vraag je jezelf dus af hoe je er moet komen, maar je vermoedt wel waar je moet zijn. Van buitenaf gezien is er één hele open zijde, één gesloten zijden en twee gedeeltelijk open en gesloten.

12

Page 13: VORM

13

Page 14: VORM

1

14

Page 15: VORM

2

15

Page 16: VORM

VORM&

CONTRAVORM

Page 17: VORM

17

Page 18: VORM

D eze opgave ging over het vormen van een nieuwe massa met als basis een denkbeeldige massa van 15x15x15cm. Uit deze massa dienen delen uitgekernd te worden. De

uitkerningen moeten strategisch in de kubus gesitueerd wor-den. De contour van de kubus mag getransformeerd worden, maar het resultaat moet te herleiden zijn tot zijn oorspronke-lijke vorm.

Ik ben begonnen met de kubus van 15x15x15cm. Eerst heb ik een studie gemaakt door delen eruit te trekken, om te vouwen, gaten te maken en tunnens te boren. Hierdoor kon ik goed zien wat wel en niet werkte in de compositie. Ik ben verder gegaan met de gaten en tunnels. De massa die ik hiermee gecreërd heb bestaat gaten van 3x3cm, die als vierkante buizen gezien kunnen worden omdat ze een doorkijk geven naar de andere kant van de kubus. De gaten worden ingeleid door uitkernin-gen met de maatverhouding van veelvouden van een kubus van 3x3x3cm. De uitkerningen hebben dus afmetingen van 3x3x6, 3x3x9 of 3x3x12cm.

18

Page 19: VORM

19

Page 20: VORM

3

20

Page 21: VORM

4

Page 22: VORM

DE LOFT

Page 23: VORM

23

Page 24: VORM

De derde opgave was het indelen van een loft. De afme-tingen van deze loft zijn 10x20x5m. Één lange en één korte zijde zijn begrensd door gesloten wanden. De an-

dere twee wanden zijn transparant. In de ruimte bevinden zich drie kolommen om alles overeind te houden. Er moeten drie vaste elementen in de ruimte geplaatst worden. Deze mogen gesplitst worden in kleinere elementen. De drie elementen zijn: een staaf (12,50x1,25x1,25m3), een plaat (20x2,50x0,50m3), en een massa (5x5x2,50m3). De staaf zou bijvoorbeeld een ta-fel of een bureau kunnen voorstellen, de plaat een kastenwand en in de massa zou een keuken of een natte cel gesitueerd kunnen zijn. Er moet een contrast maar ook een samenhang tussen de gevormde ruimte ontstaan. Ook moet er een balans blijven tussen de elementen en de ruimte.

24

Page 25: VORM

In de loft die ik ontworpen heb kom je binnen onder een soort brug, maar er omheen komt licht vanaf het dak tussen de kas-tenwanden door wat de brug en het dak laat ‘zweven’. In de ‘tunnel’ die hieronder ontstaat vormt zich een besloten ruimte. Aan het eind van deze ‘tunnel’ komt het licht naar binnen waar langzaam de besloten ruimte overgaat in een met licht over-goten hoge ruimte. De natte cel en de keuken zijn van elkaar verschoven. Om te accentueren dat ze ook echt van elkaar afge-schoven zijn is de ‘binnenkant’ donker gemaakt. De natte cel is te bereiken vanaf de verdieping via de brug waar spleten in het dak licht naar binnen brengen en zo het contrast tussen licht en donker versterken. 2

5

Page 26: VORM

5

26

Page 27: VORM

6

27

Page 28: VORM

HET PLEIN

Page 29: VORM

29

Page 30: VORM

Deze opdracht ging over een toepassing van de verhouding tussen vorm en restvorm. De bedoeling was een object of een gebouw te ontwerpen om nieuw plein te creëren,

dat interessanter was dan het bestaande plein. Dit plein wordt aan drie zijden omsloten door gebouwen van 18 meter hoog en aan één kant door een weg. Aan alle kanten van het plein is ontsluiting aanwezig van en naar het plein. Twee kanten zijn onderbroken en aan de derde kant is een pad onder de ge-bouwen door. Door de ontsluitingen ontstaan er twee assen over het plein. Ons gebouw is zo ontworpen dat het de assen benadrukt, vooral het smalle wandelpad. De lange as is 40 meter lang, 6 meter breed en 9 meter hoog. De uitsparing in het lichaam is 18 meter lang en 3 meter hoog, net als de delen er boven en er onder. Het zwevende deel is in totaal 30 meter lang en 3 meter hoog. Het langste uitstekende deel is ongeveer de helft van het de totale lengte. Het steekt onder een hoek van 80° in het andere deel. Het gebouw ligt 10 meter bij het dichtstbijzijnde gebouw vandaan en 8 meter vandaan bij het wandelpad dat onder het zwevende deel doorgaat. De afstand naar de grote weg is 20 meter en 15 meter naar het kleine weggetje. Het gebouw deelt het plein in twee delen maar ver-bindt deze door de onderdoorgang die de uitkraging mogelijk maakt. Het ene deel lijkt door het andere heengestoken en lijkt zichzelf ook te balanceren tussen de massa

30

Page 31: VORM

31

Page 32: VORM

7

32

Page 33: VORM

8

33

Page 34: VORM

DE CONSTRUCTIE

Page 35: VORM

35

Page 36: VORM

Voor dit werkstuk stonden de volgende bouwstenen ter beschikking: 5 grijze kartonnen vlakken van 10x20 cm, 5 witte piepschuim massa’s van 5x5x10 cm en 5 hou-

ten staven van 0,5x0,5x30 cm. Met deze ruimtevormende en constructieve middelen (niet alle hoeven gebruikt te worden) moet een ruimtelijke compositie gemaakt worden langs de X-Y-Z assen. Met de gegeven bouwstenen moet een beeld en con-structie vormgegeven worden. Met ‘beeld’ wordt de ruimtelijke samenhang van de middelen in termen van maat, verhouding en ritme bedoeld. Bij de term ‘constructie’ is het niet alleen van belang dat fysieke krachten overwonnen worden maar ook moet er extra aandacht aan de montage van de constructie besteed worden.

Bij het maken van mijn werkstuk heb ik gekozen om gebruik te maken van 3 van elk van de bouwstenen. Dit heb ik gedaan omdat ik dat genoeg vond om een interessant beeld te vormen. Over of door elk van de grijze vlakken loopt in de lengte richt-ing een houten staaf. Ook wordt ieder grijs vlak doorsneden door een witte massa. De vlakken, massa’s en staven hebben allemaal een andere richting dan de eigen soort maar de richt-ing kan overeenkomen met de andere soorten (bouwstenen). Als je het werkstuk verder goed bestudeerd merk je dat alle bouwstenen uit verschillende richtingen bekeken een L-vorm met elkaar maken.

36

Page 37: VORM

37

Page 38: VORM

9

38

Page 39: VORM

10

39

Page 40: VORM

HET DETAIL

Page 41: VORM

41

Page 42: VORM

Deze opgave was het construeren van een detail. Het kan gezien worden op een uitwerking van de vorige opdracht waarin de ontmoeting tussen vlak, staaf en volume een

belangrijk thema was. De ‘ontmoeting’ moest gezien worden als een eerste aanzet tot een beeldend onderzoek naar de be-tekenis van het detail binnen een ruimtelijk geheel. In deze op-dracht ging het om de verdere definiering van het volume, vlak en staaf. Onderzocht wordt wat de precieze verschijningsvorm van deze elementen zou kunnen zijn. Er moet een eenheid in het beeld ontstaan waarbij in het bijzonder aandacht moet worden besteed aan maatvoering en de aansluiting tussen de verschillende onderdelen. De uitwerking moet van hoog niveau te zijn om het begrip detail goed tot z’n recht te doen komen.

42

Page 43: VORM

Voor de uitwerking van mijn detail heb ik twee I-profielen recht-op gezet. Daaraan heb ik een slanke houten constructie die een contrast maakt met de zware stalen kolommen. Op de houten contructie heb ik een balkon ‘gelegd’. Het balkon is zo plat mogelijk gehouden met het matte glas in hetzelfde vlak. Deze twee delen worden gescheiden door een smalle wand met ei-gen draagconstructie door middel van stijl- en regelwerk. De afstanden van de stijlen en de tussen stukken in het balkon zijn bepaald door de afstand tussen de twee I-profielen.

43

Page 44: VORM

11

44

Page 45: VORM

12

45

Page 46: VORM

DE WAND

Page 47: VORM

47

Page 48: VORM

In deze opdracht moest een wand gemaakt worden, of beter een gevel. In deze gevel moesten de volgende elementen te vinden zijn: afwisseling tussen open en gesloten, materiele

verschillen (kleur, structuur en textuur), reliëf en maat, ritmiek en systematiek. Als beperking moest er in meer of mindere mate de reeks van Fibonacci af te leiden zijn.

48

Page 49: VORM

Bij het maken van mijn werkstuk wilde ik niet beginnen met een dichte wand en die uitsnijden, maar juist beginnen met bouwstenen om een scheiding tussen twee ruimten te creëren. Ik heb L-vormen gebruikt en die over elkaar heen gelegd zodat ze op elkaar steunen en elkaar overeind houden. Hierdoor ont-staat een scheiding. In de maat van deze L-vormen maar ook in de ruimte tussen de vormen komt de reeks van Fibonacci letterlijk terug in de maten 1, 2 en 3cm. Maar ook minder let-terlijk in de hoekverdraaiing van de ‘dragende’ L-vormen, die 10, 20 of 30˚ gedraaid zijn. 4

9

Page 50: VORM
Page 51: VORM
Page 52: VORM

13

52

Page 53: VORM

14

53

Page 54: VORM

DE COLLAGE

Page 55: VORM

55

Page 56: VORM

Een streek of een gebied kan gezien worden als een ‘collage’ van gedifferentieerde visuele kwaliteiten, die tezamen een ‘bepaald karakter’ oproepen of vormen. Een collage is pre-

cies wat er wordt verwacht bij deze opgave. Met een spanninglo-ze compositie van drie zeer contrasterende tekeningen van Jan Schoonhoven, moet een samenhangende compositie gemaakt worder door toevoegen van de middelen ‘punt’, ‘lijn’en ‘vlak’. Hiermee kunnen overgangen en contrasten gemaakt worden.

Met verschillende vlakken en materialen heb ik overgangen tus-sen de bestaande vlakken gecreëerd. Met het geperforeerde metaal wordt een nieuw vlak gecreëerd en tegelijkertijd een overgang doordat het gedeeltelijk transparant is. Door kleine gedeeltes uit de tekeningen te verhogen en te verspreiden over de andere tekeningen wordt hier ook een overgang gecreëerd. De korte stokjes lijken onder het geperforeerde metaal door te stromen en zo smelt alles hieronder bij elkaar.

56

Page 57: VORM

57

Page 58: VORM

15

58

Page 59: VORM

16

59

Page 60: VORM

HET LOGO

Page 61: VORM

61

Page 62: VORM

De laatste opgave was het ontwerpen van een logo voor de faculteit bouwkunde. Het logo moest duidelijk en herken-baar zijn. Ook moest het op verschillende formaten goed

leesbaar zijn. Dus op de gevel van een kantoorgebouw maar ook op een briefpapier. In het logo dat ik ontworpen heb zijn zowel gebouwen als een stadsplattegrond te herkennen. De rechthoekige vlakken kunnen als daken maar ook als aanzicht uit de lucht gezien worden. Ik heb het logo simpel gehouden zodat het in één oogopslag herkend wordt als bouwkunde en waar bouwkunde voor staat.

62

Page 63: VORM

63

Page 64: VORM

17

64

Page 65: VORM

18

65

Page 66: VORM

FOTOVERANTWO ORDING

13

57

911

13

15

17

CONTRA CONSTRUCTIE | THEO VAN DOESBURG

SHOPPING CUBE | OMA | ROTTERDAM

ØRESUND BRUG | DISSING+WEITLING | DENMARK-SWEDEN

TRAFALGAR SQUARE | LONDEN

UITKRAGINGEN BALKONS | GEVEL

METROSTATION PARKWEG | HANS VAN HEESWIJK | SCHIEDAM

FIBONACCI | ANDREA RUSKY

COMPOSITIE IX DE KAARTSPELERS | THEO VAN DOESBURG

LOGO FORTIS

66

Page 67: VORM

FOTOVERANTWO ORDING

24

68

10

12

14

16

18

PAVELLÓ BARCELONA | MIES DER ROHE | BARCELONA

TED CUBE BUILDING | BIG ARCHITECTS | TAIWAN

LOFT IN SPACE | HOGARTH ARCHITECTS | LONDEN

AUSTIN CITY HALL | ANTIONE PREDOCK | AUSTIN, TEXAS

KUNSTWERK | ANDRÉ VOLTEN

DETAIL HOUTCONSTRUCTIE | FLICKR.COM

WOONZORGCOMPLEX OKLAHOMA | MVRDV | AMSTERDAM

HANZELIJN | KAMPEN

LOGO HEINEKEN 67

Page 68: VORM
Page 69: VORM
Page 70: VORM

JEROEN VAN VEEN4 0 8 5 1 0 8

V O R M S T U D I E

@ 2 0 1 1