Vooraf

1
De transitie van de jeugdzorg wordt sinds de Voortgangsbrief van 27 april 2012 vergezeld van het begrip transfor- matie. Zoals de transitie elke inhou- delijke visie in de onderbouwing ont- beert (politiek en maatschappelijk on- behagen over de huidige jeugdzorg is immers de belangrijkste motor van de hele beweging), zo is bij transforma- tie ook niet direct duidelijk welke kant het op moet gaan. Dergelijke ab- stracte begrippen nodigen uit tot 408 eigen gemeentelijke interpretaties, die vervolgens weer regelmatig zullen schuren met het Internationale Ver- drag van de Rechten van het Kind. De onvrede van nu dwingt ons tot ver- anderen. Dat begrijpt elke jeugdzorg- kind. Maar het beleidsoptimisme is wel stekend als we een kant opgaan waarvan we niet weten of zij verbete- ring brengt. Voor hetzelfde geld wordt het slechter, niemand die het weet: Steven van Eijck niet, René Paas niet en Pierre Heijnen niet. De transitie zoals zij nu wordt ingestoken is vooral op hoop gebaseerd. Is dat bewonde- renswaardig of naïef? Langzamerhand wordt het tijd voor wat meer bestuur- lijk boeddhisme in de sector: laat de jeugdzorg toch gaan. Vermoei je niet teveel met jarenlange debatten in de- cennialange discussies over eeuwen- oude stelsels. Wees creatief voor de toekomst en niet administratief naar het verleden, en bedenk gewoon iets anders. Dat gebeurt wanneer je aan het werk gaat met Community Based Re- sults Accountabilty, zoals de Raad van Europa in een aantal Europese steden laat zien. Thijs Malmberg en anderen schrijven een uitdagend verhaal. Welke gemeente in Nederland durft buiten het standaardrepertoire te rea- geren? Burgers hebben veel kennis en erva- ringen. Wanneer dat gedeeld wordt, ligt de wijsheid op de loer. Anne Czyzewski licht toe dat met behulp van storytelling burgers en professio- nals vele stappen verder komen. Uit het hok, aan de praat. Bij Jeugdhulp Friesland roept men de ondersteunende hulp van ICT in voor de hulpverlening. Jeroen van Oijen beschrijft aan de hand van het kwadrantenmodel hoe een app het proces vergemakkelijkt en verbetert. Tot slot besteedt het themagedeelte aandacht aan het verleden van de jeugdzorg, in dit geval van het stads- gewest Haaglanden. De publicatie van Van lieverlede Jeugdformaat (uitgeverij SWP) verleidde ons tot enkele snap- shot-artikelen over enkele organisa- ties die ons voorgingen in de zorg voor jeugd. De verschillende invalshoeken geven een goed beeld weer van het jeugd(zorg)beleid van die dagen. Niet alles is historie, zo blijkt, en daarmee zijn we weer terug bij het begin. RENÉ CLARIJS, HOOFDREDACTEUR 62 Jeugdbeleid nummer 2, 2013 Vooraf

Transcript of Vooraf

De transitie van de jeugdzorg wordtsinds de Voortgangsbrief van 27 april2012 vergezeld van het begrip transfor-matie. Zoals de transitie elke inhou-delijke visie in de onderbouwing ont-beert (politiek en maatschappelijk on-behagen over de huidige jeugdzorg isimmers de belangrijkste motor van dehele beweging), zo is bij transforma-tie ook niet direct duidelijk welkekant het op moet gaan. Dergelijke ab-stracte begrippen nodigen uit tot 408eigen gemeentelijke interpretaties,die vervolgens weer regelmatig zullenschuren met het Internationale Ver-drag van de Rechten van het Kind.De onvrede van nu dwingt ons tot ver-anderen. Dat begrijpt elke jeugdzorg-kind. Maar het beleidsoptimisme iswel stekend als we een kant opgaanwaarvan we niet weten of zij verbete-ring brengt. Voor hetzelfde geld wordthet slechter, niemand die het weet:Steven van Eijck niet, René Paas nieten Pierre Heijnen niet. De transitiezoals zij nu wordt ingestoken is vooralop hoop gebaseerd. Is dat bewonde-renswaardig of naïef? Langzamerhandwordt het tijd voor wat meer bestuur-lijk boeddhisme in de sector: laat dejeugdzorg toch gaan. Vermoei je nietteveel met jarenlange debatten in de-cennialange discussies over eeuwen-oude stelsels. Wees creatief voor detoekomst en niet administratief naarhet verleden, en bedenk gewoon ietsanders. Dat gebeurt wanneer je aan

het werk gaat met Community Based Re-sults Accountabilty, zoals de Raad vanEuropa in een aantal Europese stedenlaat zien. Thijs Malmberg en anderenschrijven een uitdagend verhaal.Welke gemeente in Nederland durftbuiten het standaardrepertoire te rea-geren?Burgers hebben veel kennis en erva-ringen. Wanneer dat gedeeld wordt,ligt de wijsheid op de loer. AnneCzyzewski licht toe dat met behulpvan storytelling burgers en professio-nals vele stappen verder komen. Uithet hok, aan de praat.Bij Jeugdhulp Friesland roept men deondersteunende hulp van ICT in voorde hulpverlening. Jeroen van Oijenbeschrijft aan de hand van hetkwadrantenmodel hoe een app hetproces vergemakkelijkt en verbetert.Tot slot besteedt het themagedeelteaandacht aan het verleden van dejeugdzorg, in dit geval van het stads-gewest Haaglanden. De publicatie vanVan lieverlede Jeugdformaat (uitgeverijSWP) verleidde ons tot enkele snap-shot-artikelen over enkele organisa-ties die ons voorgingen in de zorg voorjeugd. De verschillende invalshoekengeven een goed beeld weer van hetjeugd(zorg)beleid van die dagen. Nietalles is historie, zo blijkt, en daarmeezijn we weer terug bij het begin.

RENÉ CLARIJS, HOOFDREDACTEUR

62

Jeu

gd

bel

eid

nu

mm

er2,

2013

Vooraf

Burgers betrekken bij beleid

THIJS MALMBERG, WILLIE VAN EIJS EN RENÉ CLARIJS *

De grote stelselwijzigingen in de sociale sector (Wmo, Participatiewet, Jeugd-

zorg en Passend Onderwijs) bieden aan gemeenten en instellingen de kans om

het écht anders te gaan doen. Dat betekent dus: na de decentralisatie niet het-

zelfde gaan doen als daarvoor. De participatiestaat is in aantocht. Duidelijk is

dat de overheid terugtreedt, en de burger een andere positie en verantwoorde-

lijkheden krijgt. Dat zal tevens voor het jeugd(zorg)beleid gelden.

Vanuit de Raad van Europa is er in vier steden een experiment opgezet om bur-

gers meer bij het beleid te betrekken c.q. het beleid te laten samenstellen. Dit

artikel bericht over de opzet en werkwijze van wat burgerinitiatieven genoemd

kunnen worden.

Als gemeenten een andere jeugdbeleid voorstaan en de traditionele paden wil-

len verlaten, ligt hier een mogelijkheid voor het oprapen. Ook de jeugdzorg kan

daar baat bij hebben.

‘Wat we zien is een omslag van ge-dachteloos consumeren naar beteke-nisvol creëren. Wij voorspellen voorde komende jaren dat de economiein het teken komt te staan van dekracht van de kleinste schakel. Diekracht ligt in de analyse van de de-tails, van de precieze structuur vancomplexe systemen. Daarmee wor-den de individuele mogelijkhedenen kansen ontleed – en gegrepen.Nieuwe systemen worden al overalopgebouwd. Nu hebben we de zuilvan de zorg, de zuil van de financiënen de zuil van de politiek. Het kan

anders. De kleinste schakels gaanzich de komende jaren anders sa-menvoegen, anders verbinden. Zowrikken ze de grote systemen los uithun comfortabele machtspositie.Ouderen beginnen een zorg-coöperatie en houden elkaar zo langmogelijk weg uit een verzorgingste-huis. Zelfstandige professionals or-ganiseren de gezamenlijke inkoop.Microkredieten leveren maximaleopbrengsten op. Het systeem kan-telt, doordat de kleinste schakel zijnkracht ontdekt en daarmee de ketenwijzigt.’

* Thijs Malmberg, voormalig directeur Jeugdbeleid en later Sociaal Beleid bij het ministerievan VWS, is zelfstandig gevestigd adviseur. E-mail: [email protected] van Eijs, meer dan tien jaar actief met burgerbetrokkenheid en maatschappelijke resultaten,is eigenaar/adviseur bij UitKoers. E-mail: [email protected]é Clarijs is zelfstandig gevestigd onderzoeker en adviseur, parttime verbonden aan de Academyfor Public Change en hoofdredacteur van Jeugdbeleid. E-mail: [email protected].

De kracht van de kleinste schakel

63

Jeu

gd

bel

eid

nu

mm

er2,

2013