Vooraf

1
Het vorige artikel, uit 2011, van Marco Brok en Nerissa ten Velthuis over kin- deren van gedetineerden (in het bui- tenland) leidde tot politieke beroe- ring. Naar aanleiding van hun bijdra- ge in Jeugdbeleid nodigde Tweede Ka- merlid voor D66 Fatma Koser Kaya de auteurs uit voor een gesprek. Lea Bouwmeester (PvdA) zocht vervolgens als undercover uit bij gemeenten in hoeverre de kindcheck wel werkte, en schreef een initiatiefnota. Inmiddels is een aantal zaken structureel in het Nederlandse beleid verankerd. Nu gaan de auteurs een stapje verder, en raken de kwestie aan hoe moet het met de kinderen van Nederlanders die in het buitenland gevangen genomen worden. Een oplossing voor de proble- men die kinderen hiervan ondervin- den zal een langere adem vergen. Jacqueline Santbergen en Gert Jan Slump vragen aandacht voor het thema zingeving in de jeugdzorg. Nu de Stichting Zin in Jeugdzorg opgehe- ven wordt, moet er worden nagedacht over een ander vervolg. We komen op dit onderwerp later in dit jaar terug. De hele jeugdsector zindert van span- ning. Het is een paar dagen voor de beslissende discussie in de Eerste Kamer en dit tijdschrift moet volgens planning naar de uitgever voor de op- maak. Langer uitstel is niet mogelijk. We zullen in het aanstaande juni- nummer uitgebreid terugkomen op dit politieke proces en wat dat zal gaan betekenen voor de instellingen. In dit nummer concentreren we ons op een recent proefschrift over de rela- tie jeugdbeleid en de jeugdzorg en hoe de jeugdzorg effectiever kan gaan werken. Het is een bestuurskundig onderzoek, en dat is bijzonder voor de jeugdsector. Om die reden willen we er graag aandacht aan besteden: het gaat over jeugdbeleid, jeugdzorg, een analyse van het beleid en geeft beleid- salternatieven aan voor de toekomst. Er was enige moed voor nodig om dit thema zo prominent in dit tijdschrift aan bod te laten komen. De auteur van het proefschrift is namelijk te- vens de hoofdredacteur van dit tijd- schrift, en het verwijt van intellectue- le zelfbevlekking ligt dan al snel op de loer. Het alternatief echter om er geen aandacht aan te besteden, vonden we nog zotter. Omdat slechts weinigen het onder- zoek gelezen zullen hebben (Tirannie in de jeugdzorg, 2013, uitgeverij SWP) geeft de auteur eerst een samenvatting. Daarna breekt een aantal sectorco- ryfeeën hun staf over het werk van de auteur. En dat doen ze met plezier. In het volgende nummer zal de auteur – met het adagium van Awater voor- handen – op het geschrevene reage- ren. RENÉ CLARIJS, HOOFDREDACTEUR 2 Jeugdbeleid nummer 1, 2014 Vooraf

Transcript of Vooraf

Page 1: Vooraf

Het vorige artikel, uit 2011, van MarcoBrok en Nerissa ten Velthuis over kin-deren van gedetineerden (in het bui-tenland) leidde tot politieke beroe-ring. Naar aanleiding van hun bijdra-ge in Jeugdbeleid nodigde Tweede Ka-merlid voor D66 Fatma Koser Kaya deauteurs uit voor een gesprek. LeaBouwmeester (PvdA) zocht vervolgensals undercover uit bij gemeenten inhoeverre de kindcheck wel werkte, enschreef een initiatiefnota. Inmiddelsis een aantal zaken structureel in hetNederlandse beleid verankerd. Nugaan de auteurs een stapje verder, enraken de kwestie aan hoe moet hetmet de kinderen van Nederlanders diein het buitenland gevangen genomenworden. Een oplossing voor de proble-men die kinderen hiervan ondervin-den zal een langere adem vergen.Jacqueline Santbergen en Gert JanSlump vragen aandacht voor hetthema zingeving in de jeugdzorg. Nude Stichting Zin in Jeugdzorg opgehe-ven wordt, moet er worden nagedachtover een ander vervolg. We komen opdit onderwerp later in dit jaar terug.De hele jeugdsector zindert van span-ning. Het is een paar dagen voor debeslissende discussie in de EersteKamer en dit tijdschrift moet volgensplanning naar de uitgever voor de op-maak. Langer uitstel is niet mogelijk.We zullen in het aanstaande juni-nummer uitgebreid terugkomen op

dit politieke proces en wat dat zalgaan betekenen voor de instellingen.In dit nummer concentreren we onsop een recent proefschrift over de rela-tie jeugdbeleid en de jeugdzorg en hoede jeugdzorg effectiever kan gaanwerken. Het is een bestuurskundigonderzoek, en dat is bijzonder voor dejeugdsector. Om die reden willen weer graag aandacht aan besteden: hetgaat over jeugdbeleid, jeugdzorg, eenanalyse van het beleid en geeft beleid-salternatieven aan voor de toekomst.Er was enige moed voor nodig om ditthema zo prominent in dit tijdschriftaan bod te laten komen. De auteurvan het proefschrift is namelijk te-vens de hoofdredacteur van dit tijd-schrift, en het verwijt van intellectue-le zelfbevlekking ligt dan al snel op deloer. Het alternatief echter om er geenaandacht aan te besteden, vonden wenog zotter.Omdat slechts weinigen het onder-zoek gelezen zullen hebben (Tirannie inde jeugdzorg, 2013, uitgeverij SWP) geeftde auteur eerst een samenvatting.Daarna breekt een aantal sectorco-ryfeeën hun staf over het werk van deauteur. En dat doen ze met plezier.In het volgende nummer zal de auteur– met het adagium van Awater voor-handen – op het geschrevene reage-ren.

RENÉ CLARIJS, HOOFDREDACTEUR

2

Jeu

gd

bel

eid

nu

mm

er1,

2014

Vooraf

M